Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding...

29
Benutten van informeel leren Aanvullende analyses bij onderzoek Leven lang leren: perspectief vanuit het beroep

Transcript of Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding...

Page 1: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren Aanvullende analyses bij onderzoek Leven lang leren:

perspectief vanuit het beroep

Page 2: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Colofon

Titel Benutten van informeel leren. Aanvullende analyses bij onderzoek Leven lang leren:

perspectief vanuit het beroep

Auteurs Karel Kans, Ingrid Christoffels, Joris Brekelmans, Rob Schipperheyn, m.m.v. Joris Cuppen

Datum Juni 2017

Projectnummer 30379/ecbo.17-255

Expertisecentrum Beroepsonderwijs

Postbus 1585

5200 BP ’s-Hertogenbosch

T 073-6872500

www.ecbo.nl

© ecbo 2017

Overname van teksten, resultaten en ideeën uit deze publicatie is vrijelijk toegestaan, mits met bronvermelding.

Page 3: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,
Page 4: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

2 ecbo Benutten van informeel leren

Inhoudsopgave

Samenvatting ..................................................................................................... 1

1 Inleiding ............................................................................................................. 3

1.1 Aanleiding ................................................................................................... 3

1.2 Onderzoeksvraag ......................................................................................... 4

1.3 Aanpak ....................................................................................................... 4

2 Deelname aan (non-)formeel en informeel leren .............................................. 7

3 Verklaren deelname (non-)formeel leren ........................................................ 12

4 De betekenis en het verklaren van informeel leren ........................................ 13

5 Praktische betekenis van de resultaten .......................................................... 17

Geraadpleegde literatuur ................................................................................. 19

Bijlage .............................................................................................................. 21

Gebruikte afkortingen ..................................................................................... 25

Page 5: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 1

Samenvatting

In deze notitie presenteren we resultaten van enkele analyses die zijn uitgevoerd naar

aanleiding van eerder onderzoek naar het leren van werkenden in verschillende beroepen.

Hierbij staan de volgende vragen centraal:

1 Hoe ziet het patroon tussen informeel leren en (non-)formeel leren eruit in verschillende

beroepsgroepen? Deze vraag kan gezien worden in de context van een achterliggende

vraag: komt het voor dat werkenden in bepaalde beroepen een lage deelname aan

(non-)formeel leren compenseren met informeel leren?)

2 Welke factoren zijn bepalend voor de mate van (non-)formeel en informeel leren?

(Achterliggende vraag: is het behoren tot een bepaalde beroepsgroep bepalend voor de

mate van leren?)

3 Welke kenmerken van het werk zijn bepalend voor de mate van informeel leren?

Patroon (non-)formeel en informeel leren

Er bestaat een positieve correlatie tussen (non-)formeel en informeel leren. Dat betekent dat

werkenden die meer (non-)formeel leren overwegend ook meer informeel leren. Daarmee

lijkt de hypothese dat beroepsgroepen een lage score op formeel/non-formeel leren

compenseren met informeel leren niet te kloppen. Er zijn echter een paar beroepen die

daarop een uitzondering vormen:

Chauffeurs en machinisten, Arbeiders in de bouw en Managers in horeca, handel en

andere dienstverlening leren relatief weinig (benedengemiddeld) (non-formeel), maar

relatief veel informeel.

Bij financieel en administratief medewerkers is het patroon andersom: zij leren relatief

veel (non-)formeel, maar benedengemiddeld informeel.

Opleidingsniveau is een belangrijke voorspeller van de mate waarin wordt geleerd, en heeft

ook een sterke correlatie met de beroepsgroep. In onze hypothese zou de correlatie tussen

(non-)formeel en informeel leren kleiner worden als we binnen de beroepsgroepen

selecteren op opleidingsniveau. De groep waarop de analyses worden uitgevoerd wordt dan

wat betreft opleidingsniveau zo homogeen mogelijk gemaakt. We hebben geen bewijs

gevonden voor onze hypothese: de positieve correlatie tussen beide vormen van leren blijft

bestaan. Onder middelbaar opgeleiden zijn er wel twee beroepsgroepen gevonden die een

enigszins afwijkend patroon hebben: dat zijn ten eerste verkoopmedewerkers. Zij leren

bovengemiddeld informeel, maar benedengemiddeld (non-)formeel. Voor middelbaar

opgeleide financieel-administratief medewerkers geldt het omgekeerde, zij leren

benedengemiddeld informeel, maar bovengemiddeld (non-)formeel.

Voorspellers van (non-)formeel leren

Verschillende kenmerken van de werkenden kunnen de deelname aan leeractiviteiten

verklaren. Voor het (non-)formeel leren zijn onder meer geslacht (vrouw leren meer), leeftijd

(jongeren leren meer) en opleidingsniveau (hoger opgeleiden leren meer) relevant. Maar

beroepen blijven verschillen, ook als we rekening houden met de kenmerken van de

werknemers daarbinnen. Relatief weinig deelname aan cursussen, trainingen en opleidingen

is er onder managers in de horeca, detailhandel & dienstverlening, verkoopmedewerkers en

bouwvakkers. Relatief veel deelname is er onder financieel-administratief medewerkers,

financieel-administratief middenkader en ict-professionals.

Page 6: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

2 ecbo Benutten van informeel leren

Voorspellers van informeel leren

Ook voor informeel leren hebben we onderzocht welke factoren bepalend voor de mate van

leren. Hierbij is naast de achtergrondkenmerken en de beroepsgroep tevens gekeken naar

de inhoud van het beroepen: zijn bepaalde vaardigheden of activiteiten die in een beroep

worden uitgeoefend van invloed op de mate van informeel leren?

Het blijkt dat deze vaardigheden in belangrijke mate bijdragen aan de verklaring waarom er

in een beroepsgroep meer of minder informeel wordt geleerd. Drie van de vier onderzochte

vaardigheden dragen bij aan de verklaring van de mate van informeel leren. Dat zijn in

volgorde van belang:

Lezen.

Problemen oplossen (eenvoudige en complexe problemen).

Transfer vaardigheden (adviseren, lesgeven, informatie delen).

Dat betekent dat werknemers die een of meer van bovenstaande vaardigheden in het

dagelijks werk inzetten, ook vaker informeel leren.

Relevantie van de resultaten

De resultaten van deze analyses kunnen op verschillende wijzen worden gebruikt, door

bijvoorbeeld opleiders en werkgevers.

Het onderzoek geeft inzicht in de beroepsgroepen waar per saldo weinig wordt geleerd.

Als het stimuleren van deelname aan cursussen en opleidingen moeilijk blijkt, kan ervoor

gekozen worden in te zetten op het stimuleren van informeel leren door een andere

samenstelling va functies.

Er zijn beroepsgroepen die relatief veel informeel leren. Bij deze beroepen kan op zoek

worden gegaan naar een betere benutting van het leren door bijvoorbeeld erkenning

van wat er wordt geleerd.

Bij beroepsgroepen waar weinig informeel wordt geleerd kan gezocht worden naar

manieren om de werkomgeving leerrijker te maken.

Informeel leren heeft onder meer te maken met de activiteiten lezen, problemen

oplossen en transfer skills. Werkgevers kunnen hiermee rekening houden bij het

inrichten van functies, zodat de leerrijkheid van functies wordt vergroot.

Page 7: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 3

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep1 (Kans, Christoffels,

Schipperheyn, Groeneveld, Cuppen & Hofland, 2016) is aangetoond dat voor een selectie

van tien beroepen de mate waarin en de wijze waarop geleerd wordt sterk van elkaar

verschilt. Het leren op de werkplek, het informeel leren, is hierbij afgezet tegen het leren via

opleidingen, trainingen of cursussen, het formeel en non-formeel leren. Het onderzoek roept

een aantal vervolgvragen op: kan informeel leren een lage deelname aan formeel en non-

formeel leren compenseren; welk patroon er zichtbaar is tussen informeel en (non-)formeel

leren bij andere beroepsgroepen; en, welke kenmerken van het beroep of de

beroepsbeoefenaar zijn eigenlijk het meest bepalend voor de mate waarin in een

beroepsgroep informeel wordt geleerd?

Voor twee van deze vragen worden in deze notitie nadere analyses gepresenteerd. Doel van

het uitvoeren van deze analyses is het verkrijgen van inzicht in welke beroepsgroepen

aanleiding geven om het leren anders te organiseren. Wat we hiermee bedoelen is: a) meer

aandacht voor het erkennen van informeel leren indien blijkt dat veel van het leren op deze

wijze plaatsvindt en b) bij beroepsgroepen met een lage score op zowel informeel als (non-

)formeel leren, de werkomgeving zodanig inrichten dat meer informeel geleerd kan worden.

Illustratief voor het anders inrichten van de werkomgeving en daarmee voor de aanleiding

van deze analyses is een artikel uit NRC Handelsblad (De Koning, 2016) over het werk van

heftruckchauffeurs in een distributiecentrum. De werkgelegenheid van deze beroepsgroep

staat onder druk onder invloed van robotisering. In het artikel wordt ingegaan op het

warehousemanagementsysteem (wms) waarbij de heftruckchauffeurs vanuit het systeem via

hun koptelefoon werkopdrachten krijgen. De medewerkers hebben zelf verzocht om het

systeem uit te zetten. Het hield geen rekening met alle factoren die van invloed zijn op het

werk, zoals de verkeersdrukte in het distributiecentrum. Dit verstoorde de efficiëntie

waarmee het werk werd uitgevoerd. Door de medewerkers verantwoordelijkheid te geven

over de eigen gangen bleek de efficiëntie toe te nemen. Tegelijkertijd kan dit een positief

effect hebben op de leerrijkheid van de functie en daarmee op de employability van de

medewerkers. Dit is belangrijk omdat de verwachting is dat het werk van deze logistiek

medewerkers uiteindelijk zal verdwijnen, wanneer wordt overgegaan op een volledig

gerobotiseerd systeem. De vraag is of een ingreep in de werkomgeving – in dit geval het

uitzetten van het systeem – het informele leren van deze medewerkers laat toenemen en of

het hen op de lange termijn hun employability verhoogt en daarmee de kansen op het

behoud van werk of het vinden van nieuw werk vergroot.

In deze notitie gaan we onder meer in op de kenmerken van de beroepsinhoud van

beroepen die van invloed is op de mate waarin beroepsbeoefenaren informeel leren. Deze

kennis kan gebruikt worden om gerichte ingrepen te ontwerpen die de leerwaarde van

functies kunnen vergroten.

1

Page 8: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

4 ecbo Benutten van informeel leren

1.2 Onderzoeksvraag

De vraagstelling die aan de basis ligt van de analyses in deze notitie is tweeledig:

1 Hoe ziet het patroon tussen informeel leren en (non-)formeel leren eruit in verschillende

beroepsgroepen?

2 Welke kenmerken van het werk zijn bepalend voor de mate van informeel leren?

De vervolgvraag ’wat is de invloed van informeel leren op de arbeidsmarktpositie van

werkenden’ behandelen we niet in deze notitie. Dit veronderstelt het gebruik van

arbeidsmarktgegevens, wat buiten het bestek valt van het onderzoek.

1.3 Aanpak

Analyses zijn uitgevoerd op twee grote databestanden: EBB (Enquête Beroepsbevolking) en

PIAAC (Programme for the International Assessment of Adult Competencies). Vaak worden

drie definities van leren onderscheiden: formeel leren, non-formeel leren en informeel leren.

De definities van leren die in deze notitie worden gehanteerd, zijn mede gebaseerd op de

informatie die in deze bestanden aanwezig is.

Twee vormen van leren

(Non-)formeel leren. Dit betreft een combinatie van formeel leren en non-formeel leren.

Formeel leren is het leren dat gebeurt binnen een (erkende) opleiding. Non-formeel leren

is wel intentioneel georganiseerd en gestructureerd maar is niet aan een erkend diploma

verbonden. Het betreft hier het volgen van cursussen en trainingen.

Informeel leren. Leren zonder vooropgezet doel of werkvorm. Het betreft hier het leren

op de werkvloer (learning by doing).

Hieronder wordt per database toegelicht hoe het leren is geoperationaliseerd.

Databronnen

EBB

De gegevens uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB) zijn verkregen via het Centraal Bureau

voor Statistiek (CBS) en verstrekken informatie over de relatie tussen mens en arbeidsmarkt.

Er worden kenmerken van personen in verband gebracht met hun huidige dan wel

toekomstige positie op de arbeidsmarkt. Zo’n 65.000 mensen in Nederland van 15 jaar en

ouder vullen de enquête in. Respondenten worden vier keer per jaar bevraagd. Per

respondent zijn de scores van steeds het laatste kwartaal uit de jaren 2006, 2007, 2008,

2009, 2010 en 20112 meegenomen.

De EBB is gebruikt om de deelname aan (non-)formele scholing naar beroepsgroepen in

kaart te brengen. De mate waarin personen een leven lang leren, meten we door vragen

over formeel en non-formeel uit de EBB te combineren3. Tot de formeel en non-formeel

lerenden behoren de respondenten die op het moment van bevraging of in de 4 weken

voorafgaand aan de bevraging een opleiding/cursus hadden gevolgd of beëindigd die korter

2 In verband met een wijziging in de data na 2011 zijn latere jaren niet meegenomen in het onderzoek. Zie hiervoor Kans e.a. 2016, p. 121. 3 Variabelen EbbOacVolDeelT, EbbOacOplVierW en EbbOacOplJaren.

Page 9: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 5

duurde dan 6 maanden, of indien zij een langere cursus of opleiding volgden op het moment

van bevraging. Deze variabele leidt tot een percentage van deelnemers, afgezet tegen niet-

deelnemers.

De respondenten zijn geselecteerd op de volgende kenmerken:

Betaald werk: alleen personen met betaald werk zijn geselecteerd (zzp’ers zijn niet

meegenomen).

Leeftijd: alleen personen van 22 jaar of ouder zijn geselecteerd.

Opleidingsniveau: alleen personen met middelbaar beroepsonderwijs (mbo) als hoogst

genoten opleiding zijn geselecteerd.

Deze groep respondenten is verdeeld in beroepsgroepen op basis van de internationale

beroepenclassificatie ISCO (International Standard Classification of Occupations). Alleen die

beroepsgroepen zijn meegenomen die zowel in de EBB als in PIAAC een celvulling hebben

van minimaal 50. Hiermee was het mogelijk om beroepsgroepen te onderscheiden op

tweecijferniveau van deze classificatie. Voor meer gedetailleerde uitsplitsingen zijn er voor

het mederendeel van de beroepsgroepen te weinig respondenten.

PIAAC

PIAAC is een internationaal vergelijkend onderzoek naar taalvaardigheid, rekenvaardigheid

en probleemoplossend vermogen in een digitale omgeving dat is uitgevoerd in 24 landen. De

database voor Nederland betreft een gewogen steekproef van ruim 5000 respondenten uit

beroepsbevolking (16-65-jarigen). Naast scores op de genoemde vaardigheden zijn er veel

achtergrondkenmerken van de respondenten opgenomen, waaronder beroep (ISCO).

Op basis van PIAAC is informeel leren per beroep geschat, voor die beroepen met een

celvulling van 49 respondenten of meer. De mate van informeel leren betreft de

gezamenlijke score op de volgende vragen4 (Cronbachs alfa: 0,71):

1 Hoe vaak leert u in uw eigen werk nieuwe dingen die met het werk te maken hebben

van collega's of leidinggevenden?

2 Hoe vaak brengt uw werk met zich mee dat u iets leert door het te doen?

3 Hoe vaak brengt uw werk met zich mee dat u op de hoogte moet blijven van nieuwe

producten of diensten?

Deze score liep van 1 tot en met5, waarbij 1 staat voor weinig informeel leren en 5 voor heel

veel informeel leren.

4 De maat voor informeel leren bij gebruik van NEA (Nationale Enquête Arbeidsmarktomstandigheden) was gebaseerd op de volgende vragen: 1. Kunt u zelf beslissen hoe u uw werk uitvoert? 2. Moet u in uw werk zelf oplossingen bedenken om bepaalde dingen te doen? 3. Is uw werk gevarieerd? 4. Vereist uw werk creativiteit? Zie Kans e.a. 2016.

Page 10: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

6 ecbo Benutten van informeel leren

Analyses

Beschrijvende analyses

Voor beroepsgroepen die voldoende waren vertegenwoordigd in de steekproef van PIAAC is

onderzocht hoe hoog de deelname is aan (non-formeel) leren (op basis van de EBB) en wat

de score is op informeel leren (op basis van PIAAC). Tevens is gekeken naar de samenhang

tussen beide vormen van leren. Ten slotte zijn er verdere uitsplitsingen gemaakt naar

opleidingsniveau.

Regressieanalyses

Met behulp van lineaire regressie is onderzocht in hoeverre de deelname aan enerzijds

formeel en non-formeel leren en anderzijds informeel leren kan worden voorspeld vanuit

achtergrondkenmerken van de werkende en de beroepsgroep. Voor het informeel leren is

aanvullend onderzocht welke invloed het gebruik van bepaalde vaardigheden in de

beroepsgroep heeft op de mate van informeel leren.

Page 11: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 7

2 Deelname aan (non-)formeel en informeel leren

Eerst onderzoeken we of er voor verschillende beroepsgroepen samenhang bestaat tussen

enerzijds formeel en non-formeel leren en anderzijds informeel leren. Tevens presenteren

we de resultaten van een aanvullende analyse naar factoren die van invloed zijn op de mate

van (non-)formeel leren.

Samenhang (non-)formeel en informeel leren

Voor een aantal beroepen is op basis van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) onderzocht in

hoeverre men deelneemt aan formele en non-formele leeractiviteiten. Tevens is voor

dezelfde beroepsgroepen in de PIAAC-database onderzocht wat de score voor deze

beroepen is op informeel leren. Tabel 2.1 toont de score voor informeel en de deelname aan

(non-)formeel leren voor verschillende beroepsgroepen. Het gaat om werkenden met een

laag of middelbaar opleidingsniveau.

Tabel 2.1 Score informeel leren (IL) en percentage deelname (non-)formeel leren naar

beroepsgroepen (werkenden met laag of middelbaar opleidingsniveau)

Code Omschrijving5 beroepsgroep (EBB/PIAAC) IL6 (N)FL

14 Managers horeca, detailhandel, dienstverlening 3,5 9,9%

31 Technici middenkader 3,3 14,9%

32 Medisch/zorg middenkader 3,4 16,8%

33 Financieel en administratief middenkader 3,4 18,3%

34 Juridisch, sociaal en cultureel middenkader 3,4 15,9%

41 Algemeen (administratief) kantoormedewerkers 3,2 12,4%

42 Klantenservice medewerkers 3,2 14,0%

43 Financieel-administratief medewerkers 3,0 17,5%

51 Dienstverleners horeca, personenvervoer, gebouwen, e.d. 3,0 10,6%

52 Verkoopmedewerkers 3,2 8,3%

53 Zorgmedewerkers 3,1 13,4%

54 Beschermende beroepen (politie, brandweer, beveiligers) 3,4 20,6%

71 Bouwvakkers 3,1 6,4%

72 Metaalarbeiders 3,4 11,6%

75 Vakkrachten gespecialiseerde productie en dienstverlening 2,9 6,8%

83 Chauffeurs en machinisten 2,8 5,9%

91 Schoonmakers 2,1 6,0%

92 Elementaire arbeiders (agri, food, handel, afval) 2,6 9,0%

93 Arbeiders mijnbouw, bouw, industrie, transport) 2,9 7,8%

Bronnen: EBB/PIAAC, bewerking ecbo.

Om inzicht te krijgen in het patroon tussen (non-)formeel en informeel leren zijn deze cijfers

zijn in figuur 2.1 tegen elkaar afgezet.

5 Vertaling beroepsgroepen uit het Engels door ecbo. Zie voor nadere omschrijvingen beroepsgroepen http://skillspanorama.cedefop.europa.eu/en/occupation of https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/classificaties/onderwijs-en-beroepen/beroepenclassificatie--isco-en-sbc--. 6 Score op een schaal 1 tot en met5.

Page 12: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

8 ecbo Benutten van informeel leren

Figuur 2.1 Mate van (non-)formeel leren en informeel leren naar beroepsgroep

(werkenden met laag en middelbaar opleidingsniveau) en gemiddelde scores hierop

Bronnen: EBB/PIAAC, bewerking ecbo. Voor de betekenis van de labels zie tabel B3 in de bijlage.

Een aantal zaken valt op7:

Schoonmakers (91) leren het minst, zowel (non-)formeel als informeel.

Onder meer verkoopmedewerkers (52) en arbeiders in de bouw (71) leren relatief

weinig (non-)formeel, maar iets meer informeel. Het informeel leren van arbeiders in de

bouw komt overeen met het gemiddelde van deze beroepsgroepen.

Medewerkers in beschermende beroepen (54) leren het meest formeel en ook

bovengemiddeld informeel.

Opvallend is dat managers in horeca, handel en andere dienstverlening (14) het meest

informeel leren, maar wel benedengemiddeld (non-)formeel leren.

Bij financieel en administratief medewerkers (43) is het patroon andersom: zij leren

relatief veel (non-)formeel, maar benedengemiddeld informeel.

7 De resultaten voor deze beroepen zijn niet een-op-een vergelijkbaar met de analyses uit het rapport Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep (Kans e.a., 2016). Ten eerste zijn de beroepsgroepen anders gedefinieerd. Ten tweede is voor informeel leren gebruikgemaakt van een andere database (PIAAC in plaats van NEA) en een andere schaal. Toch is een aantal parallellen te trekken: bouwarbeiders leren relatief veel informeel in vergelijking met hun (non-)formele leren, werkenden in financieel-administratieve beroepen leren veel (non-)formeel maar relatief weinig informeel. Schoonmakers scoren op beide vormen van leren laag.

Page 13: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 9

De correlatie tussen (non-)formeel en informeel leren is positief en van middelmatige sterkte

(r=0,62).8 Dat betekent dat werkenden die meer (non-)formeel leren overwegend ook meer

informeel leren.9

Uit eerder onderzoek (Kans e.a., 2016) is gebleken dat er een nauw verband is tussen

opleidingsniveau en de deelname aan leeractiviteiten. We hebben de analyses daarom nog

een keer uitgevoerd, eenmaal voor werkenden met een laag opleidingsniveau en eenmaal

voor werkenden met een middelbaar opleidingsniveau. Een aantal beroepsgroepen kan niet

meer in de analyse worden meegenomen omdat het aantal respondenten in die beroepen te

klein wordt en de resultaten daardoor minder betrouwbaar.

Figuur 2.2 Mate van (non-)formeel leren en informeel leren naar beroepsgroep (alle

beroepen, alleen werkenden laag opleidingsniveau) en gemiddelde scores hierop

Bronnen: EBB/PIAAC, bewerking ecbo. Voor de betekenis van de labels zie tabel B3 in de bijlage.

Als we alleen naar laagopgeleiden kijken, dan blijkt onder meer het volgende:

Voor alle beroepsgroepen geldt dat zowel het (non-)formeel leren (deelname 6,6% in

plaats van 12%) als het informeel leren (score 2,8 in plaats van 3,1) lager is wanneer

we selecteren op laagopgeleiden.

De correlatie tussen de (non-)formeel en informeel leren is wel iets hoger onder de

laagopgeleiden (r=0,67) dan voor de gehele groep. Opgemerkt moet worden dat het om

een beperkt aantal beroepen gaat (correlatie is berekend op basis van 7

beroepsgroepen). Twee beroepsgroepen hebben een sterke invloed op bovenstaand

8 Een waarde tussen 0,50 en 0,70 wordt beschouwd als middelmatige correlatie. 9 Uit de Levenslang Leren Enquête (Borgmans, Fouarge & De Grip, 2011) is ook gebleken dat er een positieve correlatie is tussen tijd die besteed wordt aan taken waarvan men kan leren en deelname aan cursussen. De verklaring die gegeven wordt is dat beide vormen van leren kennelijk complementair zijn: cursussen kunnen het leren op de werkplek bevorderen.

Page 14: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

10 ecbo Benutten van informeel leren

verband, namelijk schoonmakers (91) en financieel-administratief middenkader (33). De

schoonmakers scoren op beide vormen van leren beduidend lager, terwijl het financieel-

administratief personeel het hoogst scoort op beide vormen van leren.

Overige beroepsgroepen scoren dichtbij het gemiddelde.

Dezelfde analyse is uitgevoerd voor werkenden die middelbaar zijn opgeleid. We zien hierbij

andere beroepsgroepen terugkomen, wat te maken heeft met de aanwezigheid in de

bestanden van middelbaaropgeleiden per beroepsgroep. De resultaten staan in

onderstaande figuur.

Figuur 2.3 Mate van (non-)formeel leren en informeel leren naar beroepsgroep (alleen

werkenden middelbaar opleidingsniveau) en gemiddelde scores hierop

Bronnen: EBB/PIAAC, bewerking ecbo. Voor de betekenis van de labels zie tabel B3 in de bijlage.

Uit deze figuur blijkt onder meer het volgende.

De spreiding in het informeel leren is zeer beperkt: deze loopt uiteen van 3,0 tot 3,4.

Zoals ook uit de figuur duidelijk wordt, is er dan ook geen significante correlatie tussen

(non-)formeel en informeel leren (r=0,12).

Dit heeft te maken met twee uitbijters. Dat zijn ten eerste verkoopmedewerkers (52): zij

leren bovengemiddeld informeel, maar benedengemiddeld (non-)formeel. Ten tweede

gaat het om de groep financieel-administratief medewerkers (43): zij leren weinig

informeel, maar veel (non-)formeel. Als deze beroepsgroepen niet worden meegenomen

is er wel sprake van een hoge correlatie (r=0,90, gebaseerd op 8 beroepsgroepen).

Page 15: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 11

Page 16: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

12 ecbo Benutten van informeel leren

3 Verklaren deelname (non-)formeel leren

De verschillen in leren tussen beroepsgroepen kunnen gerelateerd zijn aan de aard van de

beroepsgroep, maar ook te maken hebben met achtergrondkenmerken die onder werkenden

in de beroepsgroep veel voorkomen (Kans e.a., 2016). Om na te gaan welke factoren van

invloed zijn op de deelname aan (non-)formeel leren is een lineaire regressieanalyse

uitgevoerd. De volgende factoren blijken tot significante verschillen te leiden in de deelname

aan (non-)formeel leren:

Geslacht: vrouwen scoren hoger.

Leeftijd: jongeren scoren hoger.

Omvang van de aanstelling (uren per week): hoe groter de aanstelling hoe hoger de

deelname.

Opleidingsniveau: hoe hoger het opleidingsniveau hoe hoger de deelname.

Beroepsgroep: de volgende beroepsgroepen hebben, gecontroleerd voor de

achtergrondkenmerken, een significant lagere deelname aan (non-)formeel leren:

Managers horeca, detailhandel, dienstverlening (14)

Algemeen (administratief) kantoormedewerkers (41)

Dienstverleners horeca, personenvervoer, gebouwen, e.d. (51)

Verkoopmedewerkers (52)

Bouwvakkers (71)

Vakkrachten gespecialiseerde productie en dienstverlening (75)

Chauffeurs en machinisten (83)

Schoonmakers (91)

Arbeiders mijnbouw, bouw, industrie, transport (93).

Er zijn ook beroepen waarin de score op (non-)formeel leren significant hoger is. Dat

zijn:

Ict-professionals (25)

Financieel en administratief middenkader (33)

Financieel-administratief medewerkers (43)

Beschermende beroepen (politie, brandweer, beveiligers) (54).

In de overige beroepsgroepen wijkt de mate van (non-)formeel leren niet significant af van

het gemiddelde onder alle werknemers. Ook een flexibel dienstverband heeft geen invloed

op de deelname aan (non-)formeel leren. Details over deze analyse staan in tabel B1 (zie

bijlage).

Page 17: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 13

4 De betekenis en het verklaren van informeel leren

In dit hoofdstuk gaan we in op de vraag hoe in verschillende beroepsgroepen het informeel

leren samenhangt met de vaardigheden die in die beroepen worden gebruikt. We willen

hiermee twee vragen beantwoorden:

1 Kan het beroep de mate van informeel leren voorspellen? Het betreft hier in feite een

herhaling (replicatie) van eerdere analyses die zijn uitgevoerd op gegevens uit de

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) (Kans, e.a. 2016), maar nu zijn

uitgevoerd op een andere bron, namelijk PIAAC.

2 In hoeverre zijn verschillen in informeel leren toe te schrijven aan een specifiek beroep

of aan algemene vaardigheden?

Vaardigheden die in beroepen worden gebruikt

We hebben vier clusters van vaardigheden samengesteld. Het betreft zelfrapportage van

werkenden naar de mate waarin zij de betreffende vaardigheden gebruiken tijdens de

uitvoering van hun werk (hoe vaak, schaal 1-5).

Gebruik van probleemoplossend vermogen (Cronbachs alfa=0,71): oplossen van

eenvoudige en van complexe problemen.

Gebruik van transfervaardigheden (alfa=0,57): adviseren, lesgeven, delen van

informatie.

Gebruik van beïnvloedingsvaardigheden (alfa=0,63): beïnvloeden, onderhandelen,

verkopen, presenteren10.

Gebruik van planvaardigheden (alfa=0,73): eigen tijd indelen, plannen van eigen

activiteiten, plannen van activiteiten van anderen11.

Index gebruik van leesvaardigheden: proza (informatie in continue teksten begrijpen,

i.e. zinnen en alinea’s) en documenten (informatie in documenten en matrixschema’s

verwerken)12.

Regressieanalyse

Door middel van een regressieanalyse is onderzocht welke kenmerken bepalend zijn voor de

mate van informeel leren: achtergrondkenmerken van de werkende, het beroep zelf of de

vaardigheden waarvan in een beroep gebruikgemaakt wordt. Er zijn achtereenvolgens drie

modellen getest.

Model 1: achtergrondkenmerken werkende

In model 1 is gekeken naar achtergrondvariabelen leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, type

contract en aanstellingsomvang. Dit model verklaart bijna 8% van de mate van informeel

leren (R²=0,077). De achtergrondkenmerken hebben de volgende invloed op de mate van

informeel leren:

Het informeel leren is hoger:

naarmate de leeftijd lager is;

indien het opleidingsniveau middelbaar is in plaats van laag;

10 Niet meegenomen in de regressie omdat deze geen significante invloed op de afhankelijke variabele had. Variabelen zonder significante invloed zijn uit de analyse gehaald (via stepwise regressie). 11 Niet meegenomen in de regressie omdat deze geen significante invloed op de afhankelijke variabele had. Variabelen zonder significante invloed zijn uit de analyse gehaald (via stepwise regressie). 12 Bestaande variabele uit het PIAAC-bestand. De Cronbachs alfa is niet bekend. Voor meer informatie zie het technisch rapport (OECD, 2013).

Page 18: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

14 ecbo Benutten van informeel leren

indien de contractvorm flexibel is;

naarmate de omvang van de aanstelling groter is.

Er is geen significant verschil tussen mannen en vrouwen.

Model 2: toevoeging van beroep

In model 2 worden 21 beroepen (tweecijferig ISCO) aan model 1 toegevoegd, plus twee

restcategorieën waarin de overige beroepsgroepen met weinig respondenten zijn

samengenomen: een restcategorie met ‘hogere’ beroepen (ISCOhoog) en een restcategorie

met lagere beroepen (ISCOlaag)13. Beroepsgroepen verklaren voor een deel de mate van

informeel leren, aangezien de verklaarde variantie in model 2 ruim hoger is, namelijk 13%

(R²=0,133). In deze analyse worden beroepsgroepen met elkaar vergeleken door te kijken

naar het verschil dat er is met de laagst scorende beroepsgroep.

Laagst scorende beroepsgroepen zijn schoonmakers (91), chauffeurs en machinisten

(83), keukenpersoneel (94), Arbeiders mijnbouw, bouw, industrie, transport (93) en

gespecialiseerde ambachtslieden (73). Opvallend is dat er ook een ‘hoge’ beroepsgroep

tussen zit, namelijk bestuurders bij publieke en private instellingen (11).14

Beroepsgroepen die hoger scoren op informeel leren zijn zorgmedewerkers (53),

financieel en administratief middenkader (33), verkoopmedewerkers (52) en de

restcategorie ISCOhoog.15

Door de beroepsgroepen aan het model toe te voegen, blijkt opleidingsniveau niet meer

significant: het eerder gevonden verschil in informeel leren tussen werkenden met

verschillende opleidingsniveau wordt verklaard door de beroepsgroep waarin zij

werkzaam zijn.

Model 3: toevoeging van vaardighedengebruik

In model 3 zijn de groepen vaardigheden toegevoegd. Drie hebben een significant effect op

informeel leren: lezen op het werk, gebruik vaardigheid in problemen oplossen op het werk

en gebruik transfervaardigheden op het werk (adviseren, lesgeven, informatie delen). De

verklaringskracht van dit model stijgt naar ruim 26% (R²=0,261).

De verklaring die het lezen levert is het sterkst (0,25), gevolgd door problemen oplossen

(0,19) en transfervaardigheden (0,18).16

De verschillen in informeel leren tussen achtergrondkenmerken en beroepsgroepen

blijken voor een belangrijk deel (ongeveer 57%) te worden verklaard door de

vaardigheden die in het werk worden gebruikt.

Door toevoeging van de vaardigheden verdwijnt voor een aantal beroepsgroepen het

significante verschil in informeel leven van de beroepsgroep (het betreft het verschil van

de beroepsgroep ten opzichte van de beroepsgroep met de laagste score). Dit geldt voor

de beroepen: Chief executives, hoge ambtenaren (11), Managers horeca, detailhandel,

dienstverlening (14), Ict-professionals (25), Technici middenkader (31), Klantenservice

medewerkers (42), Dienstverleners horeca, personenvervoer, gebouwen (51),

Chauffeurs en machinisten (83).

13 De tweecijferige ISCO-codes die beginnen met 0, 1 of 2 zijn aangemerkt als ‘hogere’ beroepen, en die beginnen met 4 of hoger zijn aangemerkt als ‘lagere’ beroepen. 14 Al deze beroepsgroepen hebben een gestandaardiseerde bèta tussen 0 (schoonmakers, de referentiegroep waarmee alle andere beroepen vergeleken worden) en 0,083. 15 Bèta tussen 0,24 en 0,32. 16 De waarde betreft gestandaardiseerde bèta’s. Waarden kunnen onderling vergeleken worden: lezen levert dus 24% meer verklaring dan problemen oplossen (dit is het procentuele verschil tussen 0,25 en 0,19).

Page 19: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 15

Conclusie

Achtergrondkenmerken van de werkenden en de beroepsgroep verklaren in eerste instantie

een deel van de verschillen in informeel leren tussen werkenden. Wat maakt dat er

verschillen zijn tussen beroepsgroepen in informeel leren? Onze analyses laten zien dat dit

voor een belangrijk deel te verklaren is door de vaardigheden die in de beroepsgroepen

worden gebruikt. Het gaat om generieke vaardigheden die in veel verschillende

beroepscontexten worden aangesproken (of zouden kunnen worden): lezen op het werk,

problemen oplossen op het werk, gebruik van transfervaardigheden op het werk.

Beïnvloedings- en planvaardigheden bleken geen significant effect te hebben op informeel

leren.

Page 20: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

16 ecbo Benutten van informeel leren

Page 21: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 17

5 Praktische betekenis van de resultaten

De resultaten van deze analyses kunnen worden gebruikt als startpunt bij het zoeken naar

mogelijkheden om verschillende manieren van leren beter te benutten.

Ten eerste geven de resultaten inzicht in de beroepsgroepen waar per saldo weinig wordt

geleerd. Als het stimuleren van deelname aan cursussen en opleidingen moeilijk blijkt, kan

ervoor gekozen worden in te zetten op het stimuleren van informeel leren door een andere

samenstelling van functies. Een van de beroepsgroepen waar dat voor geldt is die van

schoonmakers.

Ten tweede zijn er beroepsgroepen waarbinnen niet veel wordt deelgenomen aan cursussen

en opleidingen (formeel en non-formeel leren), maar wel bovengemiddeld veel informeel

wordt geleerd. Een nadeel van informeel leren is dat de erkenning van het geleerde

moeilijker is dan bij cursussen of opleidingen, die kunnen worden afgesloten met een

certificaat of diploma. Dat het informeel leren beter benut kan worden, is ook recent

geconstateerd door de Commissie Vraagfinanciering mbo (2017) (Commissie Sap).

Tot slot geeft het onderzoek een indicatie met welke activiteiten en vaardigheden een

hogere score op informeel leren samenhangt. Dit zijn: lezen, problemen oplossen en

transfervaardigheden (adviseren, lesgeven, informatie delen). Werkgevers kunnen hiermee

rekening houden bij het inrichten van functies, met als doel de leerrijkheid van functies te

vergroten. Taakherontwerp is namelijk een route die kan leiden tot meer duurzame banen

voor laagopgeleiden (zie ook Sanders, 2016).

Een voorbeeld: verkoopmedewerkers

Een concreet voorbeeld van een beroepsgroep die benedengemiddeld (non-)formeel maar

bovengemiddeld informeel leert, is die van verkoopmedewerkers. Dit is een beroepsgroep waarvan

de werkgelegenheid onder druk staat vanwege een groot aantal winkelsluitingen in 2016 (o.a.

V&D, schoenenketens van Macintosh), een trend die zich in 2017 doorzet (Blokker) ondanks

betere cijfers voor de branche.

UWV schetst verschillende manieren waarop verkoopmedewerkers de kans op behoud van werk

kunnen vergroten. Binnen de sector detailhandel biedt de foodsector meer kansen dan de non-

foodsector (zoals kleding en elektronica). Binnen het vak van verkoopmedewerker ontstaat meer

behoefte aan hoger opgeleide medewerkers die bepaalde competenties goed hebben ontwikkeld.

Genoemd worden specifieke productkennis en service, gastvrijheid en communicatie. Ook kunnen

verkoopmedewerkers hun arbeidsmarktpositie verduurzamen door zich te richten op andersoortige

functies. Zo nemen in de detailhandel de kansen op werk in onder meer logistieke functies relatief

toe (UWV, 2016a).

In het verduurzamen van de arbeidsmarktpositie van verkoopmedewerkers kan gebruik worden

gemaakt van het informeel leren dat in deze beroepsgroep relatief hoog is. Er kan bewust worden

gezocht naar leerpunten die verder ontwikkeld kunnen worden, waarmee in de taakuitoefening

rekening gehouden kan worden. Dit kunnen bijvoorbeeld competenties zijn voor de

verkoopmedewerker van de toekomst of juist voor andersoortige functies die de medewerker in de

toekomst kansen bieden. Vervolgstap is om te werken aan erkenning hiervan. De logistiek

medewerkers die genoemd zijn in de inleiding van deze notitie passen ook in dit beeld: ingrepen in

Page 22: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

18 ecbo Benutten van informeel leren

de functie-inhoud kunnen de leerrijkheid van het werk vergroten. Erkenning van het geleerde kan

bijdragen aan een sterkere arbeidsmarktpositie.

Andersom kan er ook gekeken worden naar functies waarin de deelname aan cursussen en

opleidingen niet het probleem lijken, maar waar het informeel leren relatief laag is, zoals onder

andere personeel in financieel-administratieve functies. Het kan zijn dat de voornamelijk (non-

)formele manier van leren heeft geleid tot een hoge mate van specialisatie in het vakgebied. Over

bijvoorbeeld boekhoudkundig medewerkers uit de financiële sector stelt UWV dat er een goede

kans op werk is in nieuwe functies met klantcontact, maar tegelijkertijd dat “werklozen uit de

financiële dienstverlening specifieke werkervaring [hebben] die niet zonder meer toepasbaar is in

andere sectoren en/of vragen werkgevers bij nieuwe werkgelegenheid om andere, specifieke,

vaardigheden.” (UWV, 2016b).

Verdere analyses kunnen meer duidelijkheid geven over de rol en betekenis van informeel

leren. Ook zouden nieuwe analyses de resultaten verder bruikbaar kunnen maken voor

beleid. Wij zien voor aanvullend onderzoek de volgende toepassingen.

Het uitvoeren van de analyses op een grotere, brede steekproef maakt het mogelijk

beroepsgroepen beter te duiden, bijvoorbeeld door verdere specificaties naar sector op

te nemen. Dit verhoogt de herkenbaarheid voor het veld en beleid kan doelgerichter

worden ingezet.

Binnen specifieke sectoren zou aanvullend onderzoek gedaan kunnen worden. Het leren

van het personeel in de sector kan in verband worden gebracht met aanvullende

kenmerken, zoals bedrijfskenmerken.

Een grotere database maakt het mogelijk naar meer vaardigheden te kijken. Vanwege

de beperkte omvang van de PIAAC-database hebben we niet alle vaardigheden kunnen

meenemen, waaronder bijvoorbeeld rekenen.

De mate van leren zou verder in verband kunnen worden gebracht met de

arbeidsmarktpositie van werkenden.

Page 23: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 19

Geraadpleegde literatuur

Borghans, L., Fouarge, D. & Grip, A. de (2011). Een leven lang leren in Nederland.

Maastricht: Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt.

Commissie Vraagfinanciering mbo (2017). Doorleren werkt. Samen investeren in nieuwe

zekerheid. 4 april 2017.

Kans, K., Christoffels, I., Schipperheyn, R., Groeneveld, M.J., Cuppen, J. & Hofland, A.

(2016). Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep. Leren voor een sterkere

arbeidsmarktpositie. ’s-Hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs.

Koning, P. de (2016). Van de oude naar de nieuwe wereld: met robots maar zonder

heftrucks. NRC Handelsblad, 4 oktober 2016.

OECD (2013). Technical Report on the Survey of Adult Skills (PIAAC). Paris: Organisation for

Economic Co-operation and Development.

Sanders, J.M.A.F. (2016). Sustaining the employability of the low skilled worker:

Development, mobility and work redesign. Maastricht: Researchcentrum voor Onderwijs

en Arbeidsmarkt.

UWV (2016a). Detailhandel. Arbeidsmarktupdate. Amsterdam: UWV.

UWV (2016b). Perspectieven voor WW uit de financiële dienstverlening. Amsterdam: UWV.

Page 24: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

20 ecbo Benutten van informeel leren

Page 25: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 21

Bijlage

Tabel B1 Regressiemodel achtergrondkenmerken en beroepsgroepen op deelname aan

(non-)formeel leren

Exp B. Sign.

Contractvorm (flexibel) 0,898 *

Geslacht (vrouw) 1,343 **

leeftijd_middel2 0,826 **

leeftijd_oud2 0,567 **

aanst_gemiddeld 1,870 **

aanst_veel 2,275 **

onderw_middelbaar 1,725 **

onderw_hoger 2,194 **

b_11 0,899

b_13 1,003

b_14 0,733 **

b_25 1,307 **

b_31 1,047

b_32 1,101

b_33 1,279 **

b_34 1,141 *

b_41 0,878 **

b_42 1,032

b_43 1,314 **

b_51 0,814 **

b_52 0,623 **

b_53 1,062

b_54 1,694 **

b_71 0,514 **

b_72 0,936 **

b_75 0,530 **

b_83 0,543 **

b_91 0,679

b_92 0,941 **

b_93 0,663 **

Constant 0,057 **

Bron: EBB, bewerking ecbo. *p<0,05; **p<0,01.

Page 26: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

22 ecbo Benutten van informeel leren

Tabel B2 Regressiemodel achtergrondkenmerken, beroepsgroepen en vaardigheden op

deelname aan informeel leren

Variabele B B B B B

Leeftijd 15-35 0,14** 0,15** 0,17** 0,13** 0,12**

Leeftijd 36-50 0,06* 0,07* 0,05* 0,04* 0,04

Leeftijd 50+ (ref.)

Geslacht (vrouw) 0,00 -0,03 -0,01 0,00 0,01

Opleiding midden 0,08** 0,03 -0,03 -0,03 -0,04*

Contract vast -0,11** -0,12** -0,15** -0,16** -0,16**

Uren12min -0,19** -0,16** -0,10** -0,06* -0,05*

Uren1331 -0,12** -0,10** -0,07* -0,05* -0,05*

Uren 32+ (ref.)

ISCO11 0,07** 0,03 0,02 0,01

ISCO13 0,21** 0,12** 0,10** 0,06*

ISCO14 0,14** 0,08** 0,07* 0,04

ISCO25 0,15** 0,07* 0,05* 0,04

ISCO31 0,15** 0,09* 0,07* 0,05

ISCO32 0,17** 0,10** 0,09** 0,06*

ISCO33 0,26** 0,11** 0,09* 0,07*

ISCO34 0,19** 0,11** 0,10** 0,06*

ISCO41 0,18** 0,10** 0,10** 0,09*

ISCO42 0,16** 0,08* 0,06* 0,04

ISCO43 0,17** 0,09* 0,08* 0,06*

ISCO51 0,11** 0,07* 0,07* 0,03

ISCO52 0,26** 0,18** 0,17** 0,12**

ISCO53 0,24** 0,15** 0,14** 0,11*

ISCO54 0,16** 0,10** 0,09** 0,07*

ISCO71 0,10** 0,09** 0,08* 0,07*

ISCO72 0,14** 0,12** 0,11** 0,10**

ISCO73 0,08** 0,07* 0,06* 0,05*

ISCO83 0,07* 0,04 0,05 0,04

ISCO93 0,08* 0,07* 0,07* 0,06*

ISCO94 0,08* 0,07* 0,07* 0,06*

ISCOresthoog 0,32** 0,17** 0,15** 0,10*

ISCOrestlaag 0,18** 0,12** 0,11** 0,09*

ISCO91 (ref.)

READWORK Index of use of reading skills

at work (prose and document texts -

derived)

0,38** 0,30** 0,25**

ProbSolve Skill use: problem solving

(basic & complex). Alfa=,71

0,24** 0,19**

Transfer Skill use: transfering (advising,

teaching, sharing info). Alfa=,57

0,18**

Bron: PIAAC, bewerking ecbo. *p<0,1; **p<0,01.

Page 27: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 23

Tabel B3 Omschrijving en vertaling beroepscodes

ISCO Gebruikte Nederlandse

omschrijving

Omschrijving Engels17

11 Chief executives, hoge ambtenaren Chief executives, senior officials and legislators

14 Managers horeca, detailhandel,

dienstverlening

Hospitality, retail and other service managers

25 Ict-professionals Information and communications technology

professionals and technicians

31 Technici middenkader Science and engineering associate professionals

32 Medisch/zorg middenkader Health associate professionals

33 Financieel en administratief

middenkader

Business and administration associate

professionals

34 Juridisch, sociaal en cultureel

middenkader

Legal, social, cultural and related associate

professionals

41 Algemeen (administratief)

kantoormedewerkers

General and keyboard clerks

42 Klantenservice medewerkers Customer services clerks

43 Financieel-administratief

medewerkers

Numerical and material recording clerks

51 Dienstverleners horeca,

personenvervoer, gebouwen, e.d.

Personal service workers

52 Verkoopmedewerkers Sales workers

53 Zorgmedewerkers Personal care workers

54 Politie, brandweer, beveiligers Protective service workers

71 Bouwvakkers Building and related trades workers, excluding

electricians

72 Metaalarbeiders Metal, machinery and related trades workers

73 Ambachtslieden en drukkers Handicraft and printing workers

75 Vakkrachten gespecialiseerde

productie en dienstverlening

Food processing, wood working, garment, printing

and other craft and related trades workers

83 Chauffeurs en machinisten Drivers and mobile plant operators

91 Schoonmakers Cleaners and helpers

92 Arbeiders agri, food Elementary workers: agri, food preparation, sales,

refuse, other

93 Arbeiders mijnbouw, bouw, industrie,

transport

Labourers in mining, construction, manufacturing

and transport

94 Assistenten voedselbereiding Food preparation assistants

17 Zie voor omschrijving en voorbeeldberoepen toelichting beroepenclassificatie (ISCO en SBC) de website van CBS https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/classificaties/onderwijs%20en%20beroepen/beroepenclassificatie--isco-en-sbc-- of http://skillspanorama.cedefop.europa.eu/en/occupation

Page 28: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

24 ecbo Benutten van informeel leren

Page 29: Benutten van informeel leren - ECBO...Benutten van informeel leren ecbo 3 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoek Leven lang leren: een perspectief vanuit het beroep 1 (Kans, Christoffels,

Benutten van informeel leren ecbo 25

Gebruikte afkortingen

CBS Centraal Bureau voor de Statistiek

EBB Enquête Beroepsbevolking

Ecbo Expertisecentrum Beroepsonderwijs

IL Informeel leren

ISCO International Standard Classification of Occupations

Mbo Middelbaar beroepsonderwijs

NEA Nederlandse Enquête Arbeidsomstandigheden

PIAAC Programme for the International Assessment of Adult Competencies

Wms Warehousemanagementsysteem

Zzp Zelfstandige zonder personeel