La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING...

70
- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998 (*) 27 MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen Dit ontwerp bevat vijf delen : een Titel I dat de organisatoren wil responsabiliseren, een Titel II dat de feiten beschrijft die aanleiding kunnen geven tot administratieve sancties, een Titel III dat een admi- nistratieve procedure invoert, gemeenschappelijk voor de sancties dewelke op basis van de eerste twee delen worden opgelegd, en een Titel IV dat enerzijds de deelname aan een onrechtmatige verdeling van toegangsbewijzen voor een voetbalwedstrijd als strafrechtelijke inbreuk invoert, en anderzijds een nieuwe strafrechtelijke sanctie creëert (het gerechte- lijke stadionverbod) voor elke strafrechtelijke in- breuk, begaan in een stadion. Ten slotte voorziet een laatste deel de mogelijkheid om gedepersonaliseerde politionele gegevens mee te delen aan personen die niet bedoeld worden door de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (Belgisch Staatsblad, 22 december 1992). Het niet-naleven van de bepalingen van Titel IV wordt gesanctioneerd met een geldboete, een gerech- telijk stadionverbod of een gevangenisstraf. In Titel II wordt voor vier feiten in een administra- tieve procedure voorzien ten aanzien van de aanwe- zige personen binnen het stadion, waarbij een admi- nistratieve geldboete en/of een administratief stadionverbod kan worden opgelegd. Voor wat betreft de sancties ten aanzien van de organisatoren en de in het stadion aanwezige perso- (*) Vierde zitting van de 49' zittingsperiode. - 1572 / 1 - 97 / 98 Chambre des Représentants de Belgique SESSION ORDINAIRE 1997-1998 (*) 27 MAI 1998 PROJET DE LOI relatif à la sécurité lors des matches de football EXPOSE DES MOTIFS Généralités Ce projet contient cinq parties: un Titre 1 er qui entend responsabiliser les organisateurs, un Titre II qui décrit des faits qui donnent lieu à des sanctions administratives, un Titre III qui instaure une procé- dure administrative commune aux sanctions impo- sées en vertu des deux premiers Titres et un Titre IV qui d'une part érige en infraction pénale la participa- tion à une distribution irrégulière de titres d'accès à un match de football et d'autre part crée une nouvelle sanction pénale (l'interdiction judiciaire de stade) pour toute infraction pénale commise dans un stade de football. Enfin, un dernier Titre prévoit la possibi- lité de communiquer des données policières déper- sonnalisées à des personnes qui ne sont pas visées par la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police (Moniteur belge, 22 décembre 1992). L'inobservation des dispositions du Titre IV est sanctionnée d'une amende pénale, de l'interdiction de stade judiciaire ou d'une peine d'emprisonnement. Au Titre II, une procédure administrative est pré- vue pour quatre comportements dans le chef des personnes présentes dans le stade, à l'égard desquel- les une amende administrative ou une interdiction de stade administrative peuvent être prononcées. En ce qui concerne les sanctions à l'égard des organisateurs et des personnes présentes dans le (*) Quatrième session de la 49'législature. S.-4186

Transcript of La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING...

Page 1: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 / 1 - 97 / 98

Belgische Kamervan Volksvertegenwoordigers

GEWONE ZITTING 1997-1998 (*)

27 MEI 1998

WETSONTWERP

betreffende de veiligheidbij voetbalwedstrijden

MEMORIE VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit ontwerp bevat vijf delen : een Titel I dat deorganisatoren wil responsabiliseren, een Titel II datde feiten beschrijft die aanleiding kunnen geven totadministratieve sancties, een Titel III dat een admi-nistratieve procedure invoert, gemeenschappelijkvoor de sancties dewelke op basis van de eerste tweedelen worden opgelegd, en een Titel IV dat enerzijdsde deelname aan een onrechtmatige verdeling vantoegangsbewijzen voor een voetbalwedstrijd alsstrafrechtelijke inbreuk invoert, en anderzijds eennieuwe strafrechtelijke sanctie creëert (het gerechte-lijke stadionverbod) voor elke strafrechtelijke in-breuk, begaan in een stadion. Ten slotte voorziet eenlaatste deel de mogelijkheid om gedepersonaliseerdepolitionele gegevens mee te delen aan personen dieniet bedoeld worden door de wet van 5 augustus 1992ophet politieambt (Belgisch Staatsblad, 22 december1992).

Het niet-naleven van de bepalingen van Titel IVwordt gesanctioneerd met een geldboete, een gerech-telijk stadionverbod of een gevangenisstraf.

In Titel II wordt voor vier feiten in een administra-tieve procedure voorzien ten aanzien van de aanwe-zige personen binnen het stadion, waarbij een admi-nistratieve geldboete en/of een administratiefstadionverbod kan worden opgelegd.

Voor wat betreft de sancties ten aanzien van deorganisatoren en de in het stadion aanwezige perso-

(*) Vierde zitting van de 49' zittingsperiode.

- 1572 / 1 - 97 / 98

Chambre des Représentantsde Belgique

SESSION ORDINAIRE 1997-1998 (*)

27 MAI 1998

PROJET DE LOI

relatif à la sécurité lorsdes matches de football

EXPOSE DES MOTIFS

Généralités

Ce projet contient cinq parties: un Titre 1er quientend responsabiliser les organisateurs, un Titre IIqui décrit des faits qui donnent lieu à des sanctionsadministratives, un Titre III qui instaure une procé-dure administrative commune aux sanctions impo-sées en vertu des deux premiers Titres et un Titre IVqui d'une part érige en infraction pénale la participa-tion à une distribution irrégulière de titres d'accès àun match de football et d'autre part crée une nouvellesanction pénale (l'interdiction judiciaire de stade)pour toute infraction pénale commise dans un stadede football. Enfin, un dernier Titre prévoit la possibi-lité de communiquer des données policières déper-sonnalisées à des personnes qui ne sont pas viséespar la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police(Moniteur belge, 22 décembre 1992).

L'inobservation des dispositions du Titre IV estsanctionnée d'une amende pénale, de l'interdictionde stade judiciaire ou d'une peine d'emprisonnement.

Au Titre II, une procédure administrative est pré-vue pour quatre comportements dans le chef despersonnes présentes dans le stade, à l'égard desquel-les une amende administrative ou une interdictionde stade administrative peuvent être prononcées.

En ce qui concerne les sanctions à l'égard desorganisateurs et des personnes présentes dans le

(*) Quatrième session de la 49'législature.

S.-4186

Page 2: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

nen, werd gekozen voor een administratief systeem,teneinde de zaken op een snelle wijze af te handelenen ook aangezien een dergelijk systeem minder re-pressiefis voor de betrokken personen dan een straf-rechtelijke aanpak (geen enkele vrijheidsberovendemaatregel wordt voorzien - welnu, dergelijkemaatregelen bedoeld door artikel 7 van het Strafwet-boek zijn zwaarder dan een geldboete, de administra-tieve sancties worden niet opgenomen in het strafre-gister van de betrokkene, ... )

Tegelijkertijd wil de wet ook erop toezien dat de opde wet toepasselijke vereisten van de artikelen 6 en 7van het Europese Verdrag ter bescherming van derechten van de mens worden nageleefd. In het bijzon-der werd rekening gehouden met de rechten vanverdediging (zie de administratieve procedure inTitel III), met het legaliteitsbeginsel (zoals dit blijktuit de rechtspraak van het Europees Hof voor debescherming van de rechten van de mens), het gelijk-heidsbeginsel (zoals dit blijkt uit de rechtspraak vanhet Arbitragehof, onder meer specifiek met betrek-king tot de administratieve sancties; zie artikel 37),en met het proportionaliteitsbeginsel (artikel 29,lid 2).

Eveneens werd in artikel 44 een stadionverbod alsmogelijke beveiligingsmaatregel voorzien ten aan-zien van elke persoon die een strafrechtelijk feit ofadministratiefrechtelijk sanctioneerbaar feit in eenstadion pleegt.

Bespreking per artikel

Artikel een

Dit artikel preciseert de procedure tot aannemingvan de wet door het Parlement. Er wordt niet inge-gaan op het advies van de Raad van State met be-trekking tot het feit dat het artikel 31 van het voor-ontwerp een aangelegenheid zou regelen zoalsvoorzien door artikel 77, eerste lid, 9° en aldus aan-geeft dat het terzake zou gaan om een «gemengdontwerp », Inderdaad in het artikel 77, eerste lid, 9°is uitsluitend sprake van de - organisatie », in destrikte zin van het woord, van de hoven en de recht-banken. Alleen de « rechterlijke organisatie » in dezin van titel II van het Gerechtelijk Wetboek is hieraan de orde. Wat alle overige maatregelen betreft,bijvoorbeeld die welke betrekking hebben op de taaken de bevoegdheid van of de rechtspleging voor derechterlijke instanties (in casu een uitbreiding vande bevoegdheid van de politierechtbank), is het wet-gevend initiatiefvolgens de werkwijze van het volle-dig bicamerisme daarentegen niet van toepassing.Uit de parlementaire voorbereiding van de herzie-ning van de Grondwet van 5 mei 1993 blijkt ook datde woorden « de organisatie van de hoven en recht-banken », welke voorkomen in artikel 41, § 2, 9°, -dat artikel 77, eerste lid, 9° van de Gronwet is gewor-

[ 2 ]

stade, il a été opté pour un système administratifafin de traiter les affaires de manière rapide et aussiparce qu'un tel système est moins pénalisant pour lespersonnes concernées qu'une approche pénale (aucu-ne mesure privative de liberté n'est prévue - or detelles mesures, visées à l'article 7 du Code pénal, sontplus graves qu'une amende -, les sanctions admi-nistratives ne seront pas reprises au casier judiciairede l'intéressé, ... ).

Ce faisant, les dispositions de la loi veillent aurespect des exigences posées par les articles 6 et 7 dela Convention de sauvegarde des droits de l'hommeet des libertés fondamentales en matière de droits dela défense, d'égalité, de légalité et de proportionnali-té. Il est particulièrement tenu compte des droits dela défense (voir la procédure administrative dans lechapitre III), du principe de la légalité (tel que l'indi-que la jurisprudence de la Cour Européenne pour lasauvegarde des droits de l'homme), du principed'égalité (tel que l'indique la jurisprudence de laCour d'Arbitrage) plus spécifiquement pour ce quiconcerne les sanctions administratives, voir article37) et avec le principe de proportionnalité (article 29,alinéa 2).

L'interdiction de stade est également prévue, àl'article 44, à titre de mesure de sûreté possible àl'égard de toute personne qui commet dans un stadeun fait sanctionnable pénalement ou administrative-ment.

Explication article par article

Article premier

Cet article précise la procédure d'adoption de la loipar le Parlement. Il n'a pas été donné suite à l'avis duConseil d'Etat relatif au fait que l'article 31 del'avant-projet règlerait une matière visée à l'arti-cle 77, alinéa t-, 9°, et de ce fait indique qu'il s'agi-rait à ce propos d'un «projet mixte », En effet, dansl'article 77, alinéa t-, 9°, il n'est fait mention que de1'«organisation », dans le sens strict du mot, descours et tribunaux. Seule 1'«organisation judiciaire »

au sens du Titre II du Code judiciaire est ici visée. Ence qui concerne toutes les autres mesures, par exem-ple celles qui ont rapport aux tâches et compétencesdes instances judiciaires ou de la procédure devantces instances judiciaires (dans le cas présent un élar-gissement de la compétence du tribunal de police),l'initiative législative selon le système du bicaméris-me intégral n'est en revanche pas d'application. Ils'avère aussi des travaux parlementaires de révisionde la Constitution du 5 mai 1993 que les mots «l'or-ganisation des cours et tribunaux », qui apparaissentà l'article 41, § 2, 9° - devenu l'article 77,alinéa 1er, 9°, de la Constitution - peuvent être com-pris de cette façon que l'organisation judiciaire estvisée« telle que prévue au Titre II du Code judiciaire,

Page 3: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

den - aldus kunnen worden opgevat dat de rech-terlijke organsiatie bedoeld wordt « zoals vermeld inTitel II van het gerechtelijk Wetboek, evenals dealgemene beginselen die zijn vervat in Titel I, voorzover ze betrekking hebben op de rechterlijke organi-satie» (verslag namens de commissie voor de herzie-ning van de Grondwet en de hervorming der instel-lingen, Gedr. St., Senaat, B.Z., 1991-92, n' 100-19/2°,blz. 18).

TITEL I

Verplichtingen van de organisatorvan een voetbalwedstrijd

HOOFDSTUK EEN

Algemene bepalingen

Art.2

Dit artikel voert een algemene plicht in om maat-regelen te treffen teneinde wangedrag door de toe-schouwers te voorkomen. Deze algemene plicht iseen uiting van de bedoeling om de organisatoren vanvoetbalwedstrijden te responsabiliseren, hetgeenook moet toelaten aan de ordediensten om zich teconcentreren op hun hoofdtaken van ordehandha-ving (cf.de aanbeveling van de Raad van de EuropeseUnie betreffende richtsnoeren ter voorkoming en be-teugeling van ongeregeldheden rond voetbalwed-strijden, gedaan te Luxemburg op 22 april 1996).

De plicht tot het nemen van alle voorzorgsmaatre-gelen om schade te voorkomen betreft een middelen-verbintenis, in die zin dat de organisator zich moetinspannen om schade te voorkomen. Artikel 2, eerstelid, voert dus geen objectieve aansprakelijkheid in.

In de mate dat een tekortkoming aan deze plichtkan aangetoond worden, bijvoorbeeld de niet-nale-ving van een verbintenis aangegaan in een proto col-akkoord met de politiediensten, is de hier vermeldealgemene plicht administratief sanctioneerbaarovereenkomstig Titel I, Hoofdstuk VI van deze wet.

Er geldt geen beperking wat afdelingen of catego-rieën van wedstrijden betreft.

Het tweede lid van dit artikel illustreert de inhoudvan de algemene plicht geformuleerd in het eerstelid. De bedoeling daarbij is om akkoorden tussen deorganisator enerzijds en de verantwoordelijke dien-sten anderzijds, meer « afdwingbaarheid » te bezor-gen. Uit het verleden is immers gebleken dat deorganisatoren de bindende kracht van allerlei af-spraken actief of passief in vraag stelden.

In Hoofdstuk III van Titel I van deze wet, dat integenstelling tot Hoofdstuk I beperkt wordt qua toe-

[3 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

de même que les principes généraux qui sont reprisau titre 1er, pour autant qu'ils ont rapport à l'organi-satian judiciaire »{rapport de la commission de révi-sion de la Constitution et de réforme des institutions,Documents parlementaires, Sénat, Session Extraor-dinaire, 1991-1992, n° 100-19/2°, p. 18).

TITRE I

Obligations de l'organisateurd'un match de football

CHAPITRE PREMIER

Dispositions générales

Art.2

Cet article instaure une obligation générale deprendre des mesures aux fins de prévenir les débor-dements commis par les spectateurs. Cette obliga-tion générale est l'expression de la volonté de respon-sabiliser les organisateurs de matches defootball - ce qui doit aussi permettre aux forces del'ordre de se concentrer sur leurs tâches principalesde maintien de l'ordre (cf. la recommandation duConseil de l'Union européenne concernant des orien-tations visant à prévenir et à endiguer les troublessusceptibles de se produire lors de matches de foot-ball, faite à Luxembourg le 22 avril 1996).

L'obligation de prendre toutes les mesures de pru-dence pour prévenir les dommages concerne une obli-gation de moyen, dans le sens où l'organisateur doits'efforcer de prévenir les dommages. L'article 2, ali-néa t-, n'introduit donc pas de responsabilité objecti-ve.

Dans la mesure où un défaut d'application de cetteobligation générale peut être prouvé, comme parexemple la non-observation d'un engagement prisdans un protocole d'accord avec les services de police,l'obligation générale ici mentionnée est sanctionna-ble au niveau administratif conformément au Chapi-tre VI du Titre I de la présente loi.

Il n'y a aucune limitation en ce qui concerne lesdivisions ou catégories de matches.

L'alinéa 2 de cet article illustre le contenu del'obligation générale formulée au premier alinéa.L'intention est de parvenir d'une manière plus . con-traignante» à ce que l'organisateur et les servicesresponsables concluent un accord. L'expérience nousapprend en effet que les organisateurs remettaientdirectement ou indirectement en question la forceobligatoire de divers accords.

Au chapitre III du Titre I de la présente loi, dont lechamp d'application est limité aux première et

Page 4: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

passingsgebied tot eerste en tweede klasse, wordthet aangaan van overeenkomsten als een uitdrukke-lijke plicht beschouwd in hoofde van organisatorenvan nationale of internationale voetbalwedstrijden.

Art.3

Het is evident dat geen gebruik kan worden ge-maakt van stadions of delen van stadions die nietaan de opgelegde normen voldoen. Belangrijk is datbij gebreken die betrekking hebben op een bepaalddeel van een stadion enkel dat deel niet gebruikt magworden. Het hele stadion hoeft dus niet meteen ge-sloten te worden.

HOOFDSTUK II

Definities

Art.4

Voor een duidelijke afbakening van het toepas-singsgebied van de wet worden in artikel 4 een aan-tal basisbegrippen gedefinieerd. Deze definities gel-den voor de ganse wet.

Artike14 definieert in eerste plaats (onder 1°)watmen dient te verstaan onder «voetbalwedstrijd »,

Aldus bepaalt zij op duidelijke wijze dat overige voet-balvarianten, zoals het mini-voetbal (en elk voetbal-type dat in zaal wordt gespeeld), ofhet strandvoetbal(ofop zand gespeeld voetbal) niet worden beoogd doordeze wet. De bepaling « of kunstgrasveld » doelt ex-pliciet op het geval waar een club zou belissen omhetgrasveld van zijn terein te vervangen door een veldvan dit type.

De wet is niet van toepassing op wedstrijden waareen beperking van de leeftijd van de deelnemersgeldt. Bedoeld wordt het jeugdvoetbal (duiveltjes,pre-miniemen, miniemen, kadetten, ... ) en het voet-bal voor senioren. De wet is evenmin van toepassingop vrouwenvoetbal, gezien dit type voetbal slechtseen zeer beperkt aantal toeschouwers aantrekt, enzich bijgevolg niet voordoet als een massafenomeen,met alle gevolgen die dit met zich mee brengt op hetgebied van ordehandhaving, vandalisme, ...

Artikel 4, 2° en 3° maakt vervolgens een onder-scheid in het begrip voetbalwedstrijd; het punt 2°verduidelijkt wat men dient te verstaan onder « na-tionale voetbalwedstrijd », en het punt 3° verduide-lijkt de betekenis van « internationale voetbalwed-strijd »,

Een nationale voetbalwedstrijd is een voetbalwed-strijd, zoals gedefinieerd onder 1°,waaraan ten min-ste een club deelneemt die in eerste of tweede afde-ling speelt, ongeacht of het nu gaat om een wedstrijdvan het Belgisch kampioenschap, een wedstrijd vande beker van België (of andere beker: de Ligabe-

[ 4 ]

deuxième divisions, par opposition au chapitre 1er, laconclusion d'une convention est considérée commeune obligation expresse pour les organisateurs dematches nationaux ou internationaux de football.

Art.3

Il est évident qu'il ne peut être fait usage de stadesou de parties de stades qui ne satisfont pas auxnormes imposées. Il est important de préciser que siseule une partie du stade ne satisfait pas à ces nor-mes, seule cette partie ne peut alors être utilisée. Ilne faut donc pas fermer directement tout le stade.

CHAPITRE II

Définitions

Art.4

Pour une délimitation claire du champ d'applica-tion de la loi, une série de concepts de base sontdéfinis à l'article 4. Ces définitions valent pour toutela loi.

L'article 4 définit dans un premier temps (sub 1°)ce qu'il faut entendre par « match de football» ; cefaisant, elle établit de manière claire que d'autresvariantes du football, comme le mini-football (et touttype de football joué en salle), ou le football de plage(ou le football joué sur du sable) ne sont pas visésdans cette loi. La proposition « ou pelouse artificiel-le »vise expressément le cas où un club déciderait deremplacer le gazon de son terrain par ce type degazon.

La loi n'est pas d'application pour les matchespour lesquels est fixée une limite d'âge pour les parti-cipants. C'est le football pour juniors (diablotins, pré-minimes, minimes, cadets, ... ) et pour seniors qui estvisé. La loi n'est pas plus d'application au footballféminin, vu que ce type de football ne mobilise qu'unnombre très restreint de spectateurs et de la sorte nes'apparente pas à un phénomène de masse, avectoutes les conséquences que cela entraîne en matièrede maintien de l'ordre, de vandalisme, ...

L'article 4, 2° et 3°, établit ensuite une subdivisiondu concept de match de football; le point 2° précise cequ'il faut entendre par . match national de football »,

et le point 3°, par « match international de football »,

Le match national de football est le match defootball tel que défini au point 1° auquel prend partau moins au club évoluant en division 1 ou 2, qu'ils'agisse d'un match de championnat de Belgique,d'un match de coupe de Belgique (ou autre Coupe:coupe de la Ligue, ... ) ou même d'un match d'une

Page 5: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

ker, ... ), of zelfs een wedstrijd in het kader van eeninternationale competitie waarbij, door het toevalvan de lottrekking, twee Belgische ploegen tegenelkaar zouden uitkomen.

Een bekerwedstrijd tussen een ploeg van eerste eneen ploegvan derde nationale afdeling kan dus onderhet toepassingsgebied van de wet vallen, met dienverstande dat de bijzondere verplichtingen ten aan-zien van de organisatoren (artikelen 5 en volgende)in dergelijk geval niet gelden voor de organisatorendie behoren tot de derde nationale afdeling. Ten aan-zien van deze laatste groep organisatoren zijn enkelde artikelen 2,3 en 43 van de wet toepasselijk. Voorde ploegen die behoren tot de eerste of tweede natio-nale afdeling is daarnaast de ganse wet toepasselijk.

Dat betekent echter niet dat de bepalingen van dewet helemaal geen belang zouden kunnen hebbenvoor de andere organisatoren van voetbalwedstrij-den. De verplichtingen van de artikelen 5 en volgen-de kunnen immers mede richtinggevend zijn voor hetvaststellen van een fout in de zin van artikel2 van dewet, die geldt voor alle organisatoren van voetbal-wedstrijden.

De internationale voetbalwedstrijd is de voetbal-wedstrijd, zoals gedefinieerd in punt 1°,waaraan tenminste een ploeg deelneemt, bestempeld als . buiten-lands », ongeacht ofhet nu gaat om een wedstrijd dieclubs tegen elkaar stelt of nationale ploegen. Deploegen moeten geen bepaald niveau halen. Voor-beelden van internationale voetbalwedstrijden zijn:wedstrijden tussen twee buitenlandse clubs in Bel-gië, zelfs als beide clubs dezelfde nationaliteit heb-ben, interlandwedstrijden, wedstrijden tussen eenBelgische en een buitenlandse club, .... De verwij-zing naar een buitenlands kampioenschap ofnaar derepresentativiteit voor een vreemde natie vermijdtdat wedstrijden worden inbegrepen louter wegenshet eenvoudige feit dat een van de twee aanwezigeploegen van vreemde nationaliteit is (bijvoorbeeld:een wedstrijd tussen het personeel van twee nationa-le afdelingen van een internationale onderneming).

De definitie van organisator werd bewust ruimgehouden, met dien verstande dat wanneer meerde-re natuurlijke personen enJofrechtspersonen betrok-ken zijn bij de organisatie van een (inter)nationalevoetbalwedstrijd, zij allen individueelonderworpenzijn aan de in de wet voorziene verplichtingen enbijhorende sancties, zij het op proportionele wijze,naargelang hun effectieve deelname en reële verant-woordelijkheid in de organisatie van de wedstrijd.Het is evenmin vereist dat meerdere wedstrijdenmoeten georganiseerd zijn door de betrokken natuur-lijke persoon of rechtspersoon; het eenmalig organi-seren van een nationale of internationalevoetbalwedstrijd volstaat reeds om onder het toepas-singsgebied van de wet te vallen.

In elk geval kan niet worden opgeworpen dat mengeen organisator is, louter op basis van het feit datmen slechts een door een andere persoon (bijvoor-beeld de overkoepelende sportbond), gegeven op-

[ 5 ] - 1572 / 1-97 / 98

compétition internationale qui verrait s'affronter,par le hasard du tirage au sort, deux équipes belges.

Un match de coupe entre une équipe de premièreet une équipe de troisième division nationale peutdonc tomber dans le champ d'application de la loi,étant entendu que les obligations particulières àl'égard des organisateurs (articles 5 et suivants) nevalent dans ce cas pas pour les organisateurs quiappartiennent à la troisième division nationale. Al'égard de ce dernier groupe d'organisateurs, seulsles articles 2, 3 et 43 de la loi sont d'application. Pourles équipes qui appartiennent à la première ou à ladeuxième division nationale, c'est en revanche toutela loi qui est d'application.

Cela ne signifie cependant pas que les dispositionsde la loi ne représentent aucun intérêt pour lesautres organisateurs de matches de football. Lesobligations des articles 5 et suivants peuventd'ailleurs être indicatives pour la constatation d'unefaute dans le sens de l'article 2 de la loi, qui vaut pourtous les organisateurs de matches de football.

Le match international de football est le match defootball défini au point 1° auquel participe au moinsune équipe qualifiée d'« étrangère », que ce soit unmatch opposant des clubs ou des équipes nationales.Les équipes ne doivent pas jouer à un niveau particu-lier. Des exemples de match international de footballsont: des rencontres entre deux clubs étrangers enBelgique, même si ces deux équipes ont la mêmenationalité, des rencontres inter-nations, des rencon-tres entre un club belge et un club étranger, .... Laréférence à un championnat étranger ou à la repré-sentativité d'une nation étrangère évite cependantqu'y soient inclus des matches du simple fait qu'unedes deux équipes en présence est de nationalitéétrangère (par exemple: un match entre le personnelde deux filiales nationales d'une entreprise multina-tionale).

C'est consciemment que . l'organisateur» est défi-ni de manière large, étant entendu que quand plu-sieurs personnes physiques ou morales sont impli-quées dans l'organisation d'un ou de plusieursmatches nationaux ou internationaux de football,elles sont toutes soumises individuellement aux obli-gations prévues dans la loi et aux sanctions qui lesaccompagnent, ceci de manière proportionnelle, enfonction de leur participation et de leur responsabili-té réelles dans l'organisation de la rencontre. Il n'estdonc pas exigé que plusieurs matches doivent avoirété organisés par la personne physique ou moraleconcernée; le fait d'organiser une seule fois un matchnational ou international de football suffit déjà pourtomber dans le champ d'application de la loi.

Il ne peut en tout cas être opposé que l'on n'est pasorganisateur du seul fait que l'on ne fait qu'exécuterune décision prise par une autre personne (par exem-ple, la fédération sportive coordinatrice), que l'on

Page 6: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

dracht uitvoert, of omgekeerd, dat men enkel eenopdracht heeft gegeven, Dit wordt bedoeld met dewoorden « op eigen initiatief of op initiatief van eenderde », De derde draagt derhalve ook de verant-woordelijkheid van een lasthebber.

Wie conform de definitie onder 4° als organisatorkan worden beschouwd (een club, de KBVB, ...) en inwelke mate (geheel of gedeeltelijk), zal blijken uit deorganisatiestructuur en uit de feiten (bijvoorbeeld declub, vereniging of rechtspersoon die de concrete or-ganisatie van de voetbalwedstrijd op zich neemt enals dusdanig ten aanzien van derden optreedt, tenzijdeze bijvoorbeeld het bewijs kan leveren volledig engeldig op te treden in naam en voor rekening van eenderde),

Wanneer de organisatiestructuur en de feitengeen duidelijkheid verschaffen, dan kan een solidai-re verantwoordelijkheid worden gehanteerd.

Indien er geen bijzondere afspraken bestaan meteen organisator, betreffende een internationale voet-balwedstrijd, dan draagt de UEFA de volledige ver-antwoordelijkheid.

Bij de definitie van speelveld onder 6° omvat hetbegrip « deelnemers » zowel de spelers van beideploegen, de scheidsrechter als de lijnrechters.

Het begrip « stadion » onder 7° werd bewust ruimgehouden, en omvat drie stadioncomponenten, metname het speelveld, de tribunes als (in voorkomendgeval) de « aan het speelveld aansluitende zone »,

dewelke zich eventueel tussen speelveld en tribunesbevindt.

Bij het bepalen van de grens van wat als stadiondient te worden beschouwd, kan men zich baseren opeventueel ter plaatse aanwezige materiële aanwij-zingspunten, zoals de buitenomheining van het sta-dion. Het bepalen van de grens van het stadion isvooral belangrijk in het licht van de territoriale afba-kening van de stewardbevoegdheden (zie artikel12).

Worden niet beschouwd als tribune in de zin van8° : roerende goederen zoals een « cafetaria » huisjedat enkel voor dat gebruik bestemd wordt of een«snack »-kermiswagen.

Art.5

Voor de organisatoren van nationale voetbalwed-strijden of internationale voetbalwedstrijden be-doeld in dit hoofdstuk, is het aangaan van overeen-komsten met de hulpdiensten en de bestuurlijke enpolitiële overheden of diensten een uitdrukkelijkeverplichting, in tegenstelling tot de organisatorenvan voetbalwedstrijden.

Het afsluiten van deze overeenkomsten werdreeds opgelegd onder de vorm van de zogenaamde«protocolakkoorden »,

Het is niet de bedoeling om op precieze wijze deinhoud van de genoemde overeenkomsten in de wette preciseren, maar het is duidelijk dat de achterlig-gende ideeën bij het afsluiten kunnen gevonden wor-

[ 6 ]

exécute une mission donnée, ou inversément, quel'on en a seulement donné l'ordre. C'est le sens desmots «qu'elle en ait pris elle-même l'initiative ouqu'elle en ait été chargée par un tiers », Ce tiersengagera dès lors lui aussi sa responsabilité.

Ce sont la structure d'organisation et les faits quiétabliront qui peut être considéré comme organisa-teur conformément à la définition du point 4° (unclub, l'URBSFA, ...) et dans quelle mesure - totale-ment ou partiellement - ils le seront (par exemple:le club, association ou personne morale, qui prend encharge l'organisation concrète d'un match de footballet qui agit comme tel vis-à-vis des tiers, à moins qu'ilpuisse apporter la preuve qu'il agit totalement etvalablement au nom et pour le compte d'un tiers).

Lorsque la structure d'organisation et les faits nesont pas clairement établies, alors une responsabilitésolidaire peut être appliquée.

S'il n'existe pas d'accord particulier avec un orga-nisateur, relativement à un match international defootball, l'UEFA supporte alors l'entière responsabi-lité.

Dans la définition du terrain de jeu sous lepoint 6°, le concept «participants» comprend tantles joueurs des deux équipes que l'arbitre et les jugesde ligne.

Le concept de « stade », au point 7°, a été délibéré-ment largement défini, et comprend trois partiesconstitutives d'un stade, à savoir le terrain de jeu, lestribunes et (le cas échéant) les « zones adjacentes auterrain de jeu» qui se trouvent éventuellement entrele terrain de jeu et les tribunes.

Pour déterminer les limites de ce qu'il faut consi-dérer comme un stade, on peut se baser sur dessignes matériels indicatifs éventuellement présentssur place, tels que l'enceinte extérieure du stade. Ladétermination de la limite du stade est surtout im-portante à la lumière de la délimitation territorialedes compétences des stewards (voyez l'article 12).

Ne sont pas considérés comme tribunes au sens dupoint 8° : des biens meubles tels qu'un châlet « cafe-teria» destiné à cet unique usage ou une roulotte«snack »,

Art.5

Pour les organisateurs de matches nationaux defootball ou de matches internationaux de footballvisés dans ce chapitre, la conclusion de conventionsavec les services de secours et avec les autorités ouservices administratifs et policiers constitue uneobligation expresse, contrairement aux organisa-teurs de matches de football.

La conclusion de ces conventions était déjà impo-sée par voie réglementaire sous la forme des « proto-coles d'accord »,

L'intention n'est pas de définir précisément dansla loi le contenu desdites conventions; mais il est clairque la philosophie qui doit présider à leur conclusionpeut être trouvée dans les articles 6 à 10 (singulière-

Page 7: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

den in de artikelen 6 tot 10 (in het bijzonder de doorartikel10 aan de organisatoren opgelegde minimum-verplichtingen).

Hoewel het afsluiten van een dergelijke overeen-komst niet verplicht is, wordt dit voor de organisa-toren van andere voetbalwedstrijden (dat wil zeggenhoofdzakelijk de clubs van lagere afdelingen) daar-entegen wel aangemoedigd. De bindende kracht vande genoemde overeenkomsten ten aanzien van eenorganisator van een voetbalwedstrijd, andere daneen nationale of internationale voetbalwedstrijd, zouderhalve niet in deze wet moeten gevonden worden,maar in de overeenkomst zelf; hetzelfde geldt voor deeventuele sancties die daarin zouden voorzien zijn.

Art.6

Dit artikel voorziet in de aanduiding van een vei-ligheidsverantwoordelijke die gemachtigd is de orga-nisator te verbinden.

Met de term «behoorlijk gemandateerd » wordtbedoeld dat de door de organisator aangeduide veilig-heidsverantwoordelijke een volmacht kreeg om ope-rationele beslissingen te nemen inzake veiligheid, endit met voldoende beslissingsmacht op dit vlak (on-der meer impliceert dit ook een financiële volmacht).Bij aanvaarding van de gegeven volmacht zal ersprake zijn van een overeenkomst van lastgeving,waarop de regeling van het Burgelijk Wetboek toe-passelijk is (artikelen 1984 tot 2010 van het Burge-lijk Wetboek). In functie van de controle op de nale-ving van de verplichting in artikel 6 kan deorganisator een schriftelijke volmacht opmaken, de-welke «voor aanvaarding » werd ondertekend doorde aangeduide veiligheidsverantwoordelijke. Bij con-trole kan dit stuk dan worden voorgelegd.

Art.7

Eveneens wordt voorzien in de verplichte aanstel-ling van stewards. Op dit ogenblik wordt het ste-wardsysteem geregeld in de omzendbrief aap 22van 8 juli 1996 betreffende het algemeen statuut vande voetbalstewards (Belgisch Staatsblad van 25 juli1996).

Het aanstellen van stewards door de organisato-ren is een indirecte wijze van uitvoering van hunverplichtingen uit artikel 10 (onder meer tot onder-werpen van de toeschouwers aan het reglement vaninwendige orde met behulp van de stewards: zieartikel10, eerste lid, 3°).

Art.8

De Koning krijgt de mogelijkheid om het statuutvan de veiligheidsverantwoordelijken en stewards,waaronder voor deze laatsten wordt begrepen devoorwaarden waaraan de kandidaten moeten vol-

[7] - 1572 / 1 - 97 / 98

ment les obligations minimales imposées aux organi-sateurs par l'article 10).

En revanche, la conclusion d'une telle convention,si elle n'est pas obligatoire, est néanmoins encoura-gée pour les organisateurs d'autres matches de foot-ball (c'est-à-dire principalement les clubs des divi-sions inférieures). La force obligatoire desditesconventions à l'égard de l'organisateur d'un match defootball autre que national ou international devraitdès lors être trouvée non dans la présente loi maisdans la convention elle-même; il en va de même pourles éventuelles sanctions qui y seraient prévues.

Art.6

Cet article prévoit la désignation d'un responsablede la sécurité qui est habilité à engager l'organisa-teur.

On vise par les termes «dûment mandaté» le faitque le responsable de la sécurité désigné par l'organi-sateur a reçu une procuration pour prendre des déci-sions opérationnelles en matière de sécurité, et ceciavec les pouvoirs complets de décision sur ce plan(cela implique entre autres aussi une procurationfinancière). Lors de la prise en charge de cette procu-ration, il sera question d'une convention de déléga-tion, à laquelle est applicable la réglementation duCode civil (articles 1984 à 2010). En fonction ducontrôle du respect des obligations de l'article 6, l'or-ganisateur peut établir une procuration écrite, quiest signée «pour acceptation» par le responsable dela sécurité. En cas de contrôle, il peut se prévaloir decet élément.

Art.7

De même, il est prévu de manière impérative d'en-gager des stewards. Pour l'instant, le système desstewards est réglé par la circulaire oap 22 du8 juillet 1996 relative au statut général des stewardsde football (Moniteur belge du 25 juillet 1996).

La nomination de stewards par les organisateursest une façon indirecte d'exécuter leurs obligationsde l'article 10 (entre autres soumettre les spectateursà un règlement d'ordre intérieur à l'aide desstewards: cf. l'article 10, alinéa 1er, 3°).

Art.8

Le Roi reçoit la possibilité de réglementer de ma-nière plus approfondie le statut des responsables dela sécurité et des stewards (en ce compris, pour cesderniers, les conditions auxquelles les candidats doi-

Page 8: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572Il - 97 / 98

doen, de minimuminhoud van de vorming enz.) ver-der te regelen. De bevoegdheden van de stewards ende taken die zij vervullen werden wettelijk geregeldin Titel I, Hoofdstuk V, afdeling 1.

Art.9

Teneinde te voorzien in een permanente evaluatieen reflectie omtrent alle veiligheidsaspecten bij voet-balwedstrijden wordt in de wet aan de organisatorenvan meerdere nationale voetbalwedstrijden de ver-plichting opgelegd een lokale adviesraad voor de vei-ligheid bij voetbalwedstrijden op te richten. De in-stelling van deze lokale adviesraad is reeds geschiedin de omzendbrief aap 24 van 30 september 1997betreffende de handhaving van de openbare ordenaar aanleiding van voetbalwedstrijden. De lokaleadviesraad verkrijgt bijgevolg een wettelijke basis.

De organisatie van een lokale adviesraad voor deveiligheid bij nationale voetbalwedstrijden is krach-tens de bewoordingen van de wet evenwel niet ver-eist voor alle organisatoren in de zin van artikel 4,eerste lid, 4°. De wet legt de verplichting tot hetinrichten van een lokale adviesraad immers enkel opaan de organisator die meerdere nationale voetbal-wedstrijden op hetzelfde speelveld organiseert, ditom te vermijden dat een eenmalige organisator di-rect een lokale adviesraad zou dienen te installeren.De organisatoren van internationale voetbalwed-strijden moeten evenmin een lokale adviesraad in-stalleren.

In het geval waar in een stadion bijvoorbeeld tweeclubs wedstrijden organiseren (cf. Club Brugge enCercle Brugge) dienen krachtens de bepaling in arti-kel 9, eerste lid, twee aparte lokale adviesraden teworden gecreëerd.

De Koning kan onder meer krachtens deze para-graaf erover waken dat de verantwoordelijke van eenlokaal fancoachingproject wordt opgenomen in delokale adviesraad.

Art.10

Deze bepaling regelt de maatregelen te nemendoor de organisatoren van nationale voetbalwedstrij-den of internationale voetbalwedstrijden ter voorko-mingvan wangedrag door de toeschouwers (termino-logie in analogie met de Europese Overeenkomstinzake gewelddadigheden gepleegd door en wange-drag van toeschouwers rond sportevenementen en inhet bijzonder rond voetbalwedstrijden, opgemaakt teStraatsburg op 19 augustus 1985 en goedgekeurddoor de wet van 18 april 1989, Belgisch Staatsbladvan 7 december 1990; zie met name artikel 3.4 vandeze Europese Overeenkomst).

Deze bepaling is van groot belang om het beoogdedoel van Titel I van deze wet, met name responsabili-sering van de organisator, te verwezenlijken. De or-ganisatoren mogen zich immers niet verschuilen

[ 8 ]

vent satisfaire, le contenu minimum de leur forma-tion, etc.), Les compétences des stewards et les tâ-ches qu'ils remplissent sont réglées légalement dansle Titre r-, Chapitre V, Section 1re•

Art.9

Aux fins de prévoir une évaluation et une réflexionpermanentes portant sur tous les aspects de la sécu-rité des rencontres de football, l'obligation est impo-sée aux organisateurs de plusieurs matches natio-naux de football d'instaurer un Conseil localconsultatif pour la sécurité des matches de football.L'installation de ce Conseil local consultatif est déjàprévue par la circulaire oap 24 du 30 septembre1997 relative au maintien de l'ordre public lors derencontres de football. Le Conseil local reçoit mainte-nant une base légale.

L'organisation d'un Conseil local consultatif pourla sécurité des matches nationaux de football n'estcependant pas exigée, en vertu des termes de la loi, àl'égard de tous les organisateurs au sens de l'arti-cle 4, alinéa t-, 4°. La loi n'impose en effet l'obliga-tion d'instaurer un conseil local consultatif qu'auxorganisateurs qui organisent plusieurs matches na-tionaux de football sur le même terrain de jeu, celapour éviter qu'un organisateur occasionnel doive di-rectement instaurer un conseil local consultatif. Lesorganisateurs de matches internationaux de footballne doivent pas non plus installer de conseil localconsultatif.

Au cas où, par exemple, deux clubs organisent desmatches dans un seul stade (cf. le Club de Bruges etle Cercle de Bruges), il faut créer, en vertu de l'arti-cle 9, alinéa t-, deux conseils consultatifs locauxdifférents.

Le Roi peut veiller entre autres, en vertu de ceparagraphe, à ce que le responsable d'un projet localde fancoaching soit repris dans le conseil consultatiflocal.

Art.10

Cette disposition détermine les règles à prendrepar les organisateurs de matches nationaux de foot-ball ou de matches internationaux de football pourprévenir les débordements commis par les specta-teurs (terminologie analogue à la Convention euro-péenne sur la violence et les débordements de specta-teurs lors de manifestations sportives et notammentlors de matches de football, faite à Strasbourg le19 août 1985 et approuvée par la loi du 18 avril 1989,Moniteur belge du 7 décembre 1990; cf. en particulierl'article 3.4 de cette Convention).

Cette disposition est de grande importance pourréaliser le but visé par le Titre 1er de la présente loi,c'est-à-dire la responsabilisation des organisateurs.Les organisateurs ne peuvent en effet pas se retran-

Page 9: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

achter de plicht van de politiediensten ommisdrijvenvast te stellen met het oog op strafrechtelijke vervol-ging.

Het reglement van inwendige orde is hieromtrentvan bijzonder belang; het is de eerste concretiseringvan deze responsabilisering van de organisatoren.Het is juist in het reglement van inwendige orde datde toegangsvoorwaarden worden bepaald, de hande-lingen die een burgelijke uitsluiting kunnen verant-woorden (eerste lid, 2°), ...

Artikel la, eerste lid, 2°, voorziet de verplichtingtot opname van een concrete regeling tot afgifte ofbewaargeving in het reglement van inwendige orde.Een behoorlijke bekendmaking van het reglementvan inwendige orde zorgt ervoor dat potentiële toe-schouwers ook op voorhand kunnen weten waaraanzich te houden.

Het reglement van inwendige orde bepaalt wat zalgebeuren met de afgegeven voorwerpen. De toever-trouwde voorwerpen kunnen naar keuze van de orga-nisator vallen onder de gemeenrechtelijke regelinginzake bewaargeving (artikel 1915 tot 1954quatervan het Burgelijk Wetboek) of een gewone afgifteinhouden, indien het gaat om voorwerpen met gerin-ge waarde of zonder persoonlijke waarde, waarvanteruggave niet wenselijk is (bijvoorbeeld lege bier-flesjes, een stuk ijzerdraad, ...).

Evenwel dient de organisator bij de keuze tussenafgifte of bewaargeving van voorwerpen zijn ver-plichting te respecteren om maatregelen van actieveof passieve veiligheid (artikel la, eerste lid, 4°, vande wet) te nemen. In het bijzonder mag de teruggaveniet met zich meebrengen dat een vlotte ontruimingvan het stadion op het einde van de wedstrijd onmo-gelijk zou worden, onder andere door het opzettenvan een omslachtig vestiairesysteem.

Het is duidelijk dat de maatregelen van actieve enpassieve veiligheid gemoduleerd kunnen wordennaargelang bijvoorbeeld het al dan niet aanwezigzijn van een harde kern. Daarbij is al even duidelijkdat maatregelen van passieve veiligheid (bijvoor-beeld de aanwezigheid van voldoende nooduitgan-gen) zich veel minder zullen kunnen lenen tot modu-lering dan maatregelen van actieve veiligheid.

De camera's (eerste lid, 6°) beogen het detecterenen identificeren van de onruststokers in het stadionmogelijk te maken. De met behulp van de camera'sverzamelde persoonsgegevens zullen zowel door deorganisatoren gebruikt worden voor de procedurevan de burgerrechtelijke uitsluiting, als door de orde-diensten teneinde hen toe te laten een proces-verbaalop te stellen tot vaststelling van feiten die hetzijstrafrechtelijk, hetzij administratiefrechtelijk kun-nen gesanctioneerd worden.

Gezien met behulp van de camera's persoonsgege-vens in de zin van de wet van 8 december 1992 totbescherming van de persoonlijke levenssfeer ten op-zichte van de verwerking van persoonsgegevens (Bel-gisch Staatsblad van 18 maart 1993) worden verza-meld, dienen de verplichtingen van deze wet teworden nageleefd. Meer bepaald dienen de personen

[9] - 1572 / 1 - 97 / 98

cher derrière l'obligation qu'ont les services de policede constater les infractions dans le but de poursuitespénales.

Le règlement d'ordre intérieur revêt à cette égardune importance toute particulière; c'est la premièreconcrétisation de cette responsabilisation des organi-sateurs. C'est dans le règlement d'ordre intérieur quesont précisés les conditions d'accès, les actes considé-rés comme pouvant motiver une exclusion civile destade (alinéa 1er, 2°), ...

L'article la, alinéa 1er, 2°, prévoit l'obligation deprendre une réglementation concrète du dépôt ou dela remise dans le règlement d'ordre intérieur. Unecommunication adéquate du règlement d'ordre inté-rieur veille à ce que les spectateurs potentiels puis-sent savoir à l'avance à quoi ils doivent s'attendre.

Le règlement d'ordre intérieur détermine ce qu'iladviendra des objets remis. Les objets confiés peu-vent, au choix des organisateurs, tomber sous laréglementation de droit commun en matière de dépôt(articles 1915 à 1954quater du Code civil) ou fairel'objet d'une simple remise, s'il s'agit d'objets à valeurmédiocre ou sans valeur personnelle, dont la restitu-tion n'est pas souhaitable (par exemple, des bou-teilles de bière vides, un morceau de fil de fer, ...).

L'organisateur, lorsqu'il fait le choix de la remiseou de la mise en dépôt, doit cependant respecter sonobligation de prendre des mesures de sécurité activeet passive (article la, alinéa t-, 4°, de la loi). Enparticulier, la restitution ne peut pas entraînerqu'une évacuation fluide du stade à la fin du matchserait rendue impossible, entre autres par l'instaura-tion d'un système de vestiaires compliqué.

Il est clair que les mesures de sécurité active etpassive peuvent être modulées suivant qu'un noyaudur est ou n'est pas présent, par exemple. A cetégard, il est également clair que les mesures de sécu-rité passive (par exemple la présence d'issues ennombre suffisant) pourront beaucoup moins se prêterà la modulation que les mesures de sécurité active.

Les caméras (alinéa t-, 6°)ont pour but de pouvoirdétecter et identifier les fauteurs de trouble dans lestade. Les données personnelles récoltées grâce à cescaméras seront utilisées tant par les organisateurseux-mêmes, pour la procédure d'exclusion civile, quepar les forces de l'ordre afin de leur permettre dedresser un procès-verbal constatant les faits qui peu-vent être sanctionnés pénalement ou administrative-ment.

Vu que des données personnelles au sens de la loidu 8 décembre 1992 relative à la protection de la vieprivée à l'égard des traitements de données à carac-tère personnel (Moniteur belge du 18mars 1993) sontrécoltées par les caméras, les obligations de cette loidoivent être respectées. Plus précisément, les per-sonnes faisant l'objet d'une prise de vues doivent être

Page 10: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

die het voorwerp uitmaken van een beeldopnamegeïnformeerd te worden van de elementen in artikel4 van de voormelde wet (bestaan van de opname,doelstelling, het recht op verbetering van de verza-melde gegevens, ... ). Daaromtrent beschouwt deCommissie voor de bescherming van de persoonlijkelevenssfeer in haar advies na 14/95 van 7 juni 1995dat een collectieve informatieverstrekking aan deeisen van artikel 4 beantwoordt. Men kan bijvoor-beeld denken aan een specifieke vermelding in hetreglement van inwendige orde en aan een duidelijkeen zichtbare bekendmaking aan de ingang van hetstadion. Gezien de doelstelling van het installerenvan dergelijke camera's reeds werd verduidelijkt inde wet, is een Koninklijk Besluit genomen na adviesvan de commissie voor de bescherming van de per-soonlijke levenssfeer voldoende om de algemene mo-daliteiten van het installeren van bewakingscame-ra's te regelen.

De bepaling van lid 2 laat de Koning toe aanvul-lende maatregelen te nemen teneinde de veiligheidvan de toeschouwers en het vredig verloop van dewedstrijd te garanderen. Een concrete toepassinghiervan is de optie om diverse categorieën van wed-strijden te crëeren binnen dewelke de voor die cate-gorie specifiek aan te duiden veiligheidsmaatregelendienen te worden genomen. Zo wordt een zekereproportionaliteit ingebouwd in de te nemen maatre-gelen. Bij het onderscheiden van de diverse catego-rieën kan de Koning dan bijvoorbeeld bepalen alsonderscheidingscriteria : het hoge risicogehalte vanbepaalde wedstrijden, gezien de aanwezigheid vaneen lokale harde kern, de grootte van het stadion, ...

HOOFDSTUK IV

Bijzondere verplichtingenvoor de overkoepelende sportbond

Art.11

De rol van de overkoepelende sportbond (KBVB,UEFA enz.) wordt tevens geactiveerd indien dezeniet als organisator optreedt. Met betrekking tot hettweede lid, la, kan worden gedacht aan een nationalecoördinatie van het reglement van inwendige orde ofde coördinatie van de theoretische opleiding van ste-wards. Voor het punt 20 kan worden gedacht aan hetfinancieel steunen van onvermogende clubs, tenein-de deze hun verplichtingen te laten vervullen. Hettweede lid, 30 doelt onder meer op het houden door deoverkoepelende sportbond van een register, waarinde gegevens van de personen worden opgenomen, diehet voorwerp uitmaakten van een maatregel vanburgelijke uitsluiting uit stadions, en de mededelingvan deze namen aan de clubs, opdat deze de genoem-

[ 10 ]

informées des éléments repris dans l'article 4 deladite loi (l'existence de l'enregistrement, sa finalité,le droit de rectifier les données recueillies, ... ). A cesujet, la Commission pour la protection de la vieprivée considère, dans son avis na 14/95 du 7 juin1995, qu'un mode collectif d'information satisfait auxexigences de l'article 4. On pense par exemple à unemention spécifique dans le règlement d'ordre inté-rieur et à un affichage clair et visible aux entrées dustade. Etant donné que la finalité de l'installation deces caméras est déjà précisée dans la présente loi, unarrêté royal pris après avis de la Commission pour laprotection de la vie privée est suffisant pour fixer lesmodalités générales de l'installation de caméras desurveillance.

La disposition de l'alinéa 2 permet au Roi de pren-dre des mesures complémentaires afin de garantir lasécurité des spectateurs et le déroulement paisiblede la rencontre. Une application concrète de ces me-sures est l'option consistant à établir diverses catégo-ries de matches en fonction desquelles il faut prendreles mesures de sécurité déterminées spécifiquementpour cette catégorie. Ainsi, une certaine proportion-nalité est introduite dans les mesures à prendre. LeRoi peut par exemple préciser comme critère de dis-tinction, pour la distinction des diverses catégories:la haute teneur en risques de certains matches, laprésence d'un noyau dur local, la taille du stade, ...

CHAPITRE IV

Obligations particulières incombant à lafédération sportive coordinatrice

Art.11

Le rôle de la fédération sportive coordinatrice(URBSFA, UEFA, etc.) est aussi activé si celle-ci neremplit pas le rôle d'organisateur. Pour ce qui concer-ne l'alinéa 2, la, on peut penser à l'uniformisation durèglement national d'ordre intérieur ou à la coordina-tion de la formation des stewards. Pour le point 20

, onpeut penser au soutien financier à des clubs insolva-bles, afin de leur permettre de remplir leurs obliga-tions. L'alinéa 2, 30

, vise entre autres la tenue par lafédération sportive coordinatrice d'un fichier repre-nant les coordonnées de personnes ayant fait l'objetd'une mesure d'exclusion civile des stades, et la com-munication de ces noms à tous les clubs afin queceux-ci puissent effectivement appliquer lesdites ex-clusions civiles. Il est en effet de la première impor-

Page 11: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

de burgelijke uitsluitingen effectief kunnen toepas-sen. Het is inderdaad van het hoogste belang datdeze databank op centrale wijze wordt opgericht engehouden, indien men wil dat het systeem operatio-neel is.

Naast de sancties die de overkoepelende sport-bond kan oplopen wanneer hij optreedt als organisa-tor van een nationale of internationale voetbalwed-strijd in de betekenis van artikel 4 eerste lid, 4°,voorziet de wet in artikel 18 lid 2 sancties ten aan-zien van hem, wanneer hij de verplichting uit lid 2van artikel 11 niet zou naleven.

HOOFDSTUKV

Taken en bevoegdheden van de stewards

Dit hoofdstuk somt de bevoegdheden (afdeling 1)en de taken (afdeling 2) op die aan de stewardsworden toegekend.

Art.12

Dit artikel bepaalt het toepassingsgebied rationeloci van de taken of bevoegdheden van de stewards,dewelke in deze wet worden omschreven. Kunnenkrachtens de bewoordingen van dit artikel vallenonder de plaatsen binnen dewelke de stewards kun-nen optreden: de private parkings, toegangswegen,loketten en drankgelegenheden.

Mdeling 1

Bevoegdheden

Art.13

De hier bedoelde controlebevoegdheid is geen poli-tionele fouillering, maar wel een « controlebevoegd-heid sui generis », Een politionele fouillering impli-ceert de mogelijkheid voor de politieambtenaar omdwang uit te oefenen. Deze mogelijkheid is in casuafwezig. Anderzijds heeft de hier voorziene controlegeen louter contractuele grondslag, in die zin dat hetreglement van inwendige orde diverse aspecten vanordehandhaving raakt en dat op de organisatoren enclubs krachtens deze wet de plicht rust om wange-drag door toeschouwers te voorkomen. De controle-bevoegdheid sui generis verschaft de stewards danook een wettelijke basis om op te treden.

Om te vermijden dat voorwerpen, dewelke tijdensde oppervlakkige controle gevonden worden de vei-ligheid of openbare orde in het stadion zouden kun-nen verstoren, kunnen de stewards de afgifte vandeze voorwerpen vragen.

[ 11 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

tance que ce fichier soit dressé et géré de manièrecentrale si on veut que le système soit opérationnel.

Outre les sanctions que la fédération sportive coor-dinatrice peut encourir lorsqu'elle agit en tant qu'or-ganisatrice d'un match national de football ou d'unmatch international de football au sens de l'article 4,alinéa t-, 4°, la loi, en son article 18, alinéa 2, prévoitdes sanctions à son égard si elle venait à ne pasrespecter les obligations de l'alinéa 2 de l'article 11.

CHAPITRE V

Tâches et compétences des stewards

Ce chapitre énumère les compétences (section 1re)

et les tâches (section 2) dévolues aux stewards.

Art.12

Cet article précise le champ d'application rationeloci des tâches ou compétences des stewards, décritesdans la présente loi. En vertu des termes du présentarticle, peuvent faire partie des endroits à l'intérieurdesquels les stewards peuvent intervenir: les par-kings privés, les voies d'accès, les guichets et lesdébits de boissons qui se trouvent dans la zone déli-mitée par l'enceinte extérieure du stade.

Section 1re

Compétences

Art.13

La compétence de contrôle ici visée n'est pas unefouille policière, mais une « compétence de contrôlesui generis », Une fouille policière implique la possi-bilité pour le fonctionnaire de police d'user de lacontrainte. Cette possibilité fait en l'espèce défaut.D'autre part, le contrôle prévu ici n'a pas de basecontractuelle pure, dans le sens que le règlementd'ordre intérieur touche à divers aspects du maintiende l'ordre et que, selon la présente loi, l'obligation deprévenir les débordements de la part des supporterspèse sur les organisateurs et les clubs. La compéten-ce de contrôle sui generis fournit donc aux stewardsune base légale à leur intervention.

Pour éviter que des objets, trouvés lors du contrôlesuperficiel, puissent perturber la sécurité ou l'ordrepublic dans le stade, les stewards peuvent demanderla remise de ces objets.

Page 12: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

De stewards hebben bijgevolg niet enkel de be-voegdheid om de kledij en bagage van de toeschou-wers oppervlakkig te controleren: zij kunnen dezeook vragen om hen elk ongewenst voorwerp toe tevertrouwen op basis van het reglement van inwendi-ge orde.

Er wordt evenwel benadrukt dat de stewards nietde bevoegdheid hebben om bewakingstaken uit teoefenen, zoals deze toevertrouwd worden aan bewa-kingsondernemingen in de zin van de wet van10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, Bel-gisch Staatsblad van 29 mei 1990.

Mdeling2

Taken

Art.14

De stewards hebben eveneens de mogelijkheid omde spelers, de scheidsrechter en de lijnrechters tevergezellen tussen de vestiaire en het speelveld, aanhet begin en op het einde van de wedstrijd, eveneenstijdens de rust, in functie van de eventuele spanningdie tussen de toeschouwers heerst, ofhun opwindingterzake, bijvoorbeeld een scheidsrechter waarvan debeslissingen worden betwist.

Art.15

Als aanvulling bij de plicht van de organisatorenom de naleving van hun reglement van inwendigeorde te controleren (artikel 10) krijgen de stewardskrachtens deze bepaling een controleopdracht metbetrekking tot het reglement van inwendige orde.Deze opdracht is slechts vergelijkbaar met een be-voegdheid in het geval van de toegangscontrole (cf.artikel 13), gezien zij zich dan kan veruitwendigendoor middel van een oppervlakkige controle van kle-dij en begage.

De stewards hebben evenwel geen monopolie inza-ke de controle van het reglement van inwendige orde«< nemen deel aan »); de controleur van de ticketsmoet bijvoorbeeld ook toezien op de naleving van hetreglement van inwendige orde.

Tijdens hun inspectie controleren de stewards on-der andere dat geen voorwerpen worden gelegd in derijen afin de nabijheid (voorwerpen die zouden kun-nen worden gebruikt gedurende de wedstrijd doortoeschouwers met slechte bedoelingen). Zij controle-ren ook na de wedstrijd de correcte ontruiming vanhet stadion door de toeschouwers.

De controle van de toegangswegen is in het bijzon-der belangrijk aangezien een ongemakkelijke toegangriskeert irritatie en zelfs onlusten te veroorzaken on-der de toeschouwers, zoweltijdens de binnenkomst alstijdens de uitgang uit het stadion. Dit is natuurlijknog meer waar in geval van dringende evacuatie.

[ 12 ]

En conséquence, les stewards n'ont pas seulementla compétence de contrôler superficiellement les vê-tements et bagages des spectateurs: ils peuvent aus-si demander à ceux-ci de leur confier tout objet indé-sirable en vertu du règlement d'ordre intérieur.

Néanmoins, il faut souligner que les stewardsn'ont pas la compétence d'accomplir des missions degardiennage semblables à celles confiées aux entre-prises de gardiennage dans le sens de la loi du10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage,Moniteur belge du 29 mai 1990.

Section 2

Tâches

Art.14

Les stewards ont également la possibilité d'accom-pagner les joueurs, arbitre et juges de ligne entre lesvestiaires et le terrain de jeu, au début et à la fin dumatch ainsi qu'à la mi-temps, en fonction de l'éven-tuelle tension régnant parmi les spectateurs ou deleur animosité à l'égard par exemple d'un arbitredont les décisions sont contestées.

Art.15

A titre de complément de l'obligation qu'ont lesorganisateurs de contrôler le respect de leur règle-ment d'ordre intérieur (article 10), les stewards re-çoivent en vertu de la présente disposition la missionde contrôler le règlement d'ordre intérieur. Cettemission ne s'assimile à une compétence que dans lecas du contrôle d'entrée (cf. article 13)puisqu'il pour-ra s'effectuer alors au moyen d'un contrôle superficieldes vêtements et bagages.

Les stewards n'ont toutefois pas le monopole enmatière de contrôle du règlement d'ordre intérieur«< ils participent »); le contrôleur des billets doit parexemple aussi surveiller le respect de la limitation durèglement d'ordre intérieur.

Lors de leur inspection, les stewards vérifient en-tre autres que des objets ne sont pas déposés dans lesgradins ou à proximité (objets qui pourraient êtreutilisés par des spectateurs mal intentionnés pen-dant le match). Ils vérifient aussi après le match lacorrecte évacuation du stade par les spectateurs.

Le contrôle des voies d'accès est particulièrementimportant puisqu'un accès peu commode risque decréer de l'énervement voire des troubles parmi lesspectateurs, tant lors de l'entrée que pour la sortie dustade. C'est évidemment encore plus vrai en casd'évacuation d'urgence.

Page 13: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

Lid 4 onderlijnt de functie van onthaal en begelei-ding van de stewards.

Bij hun opdracht van ontvangst en begeleidingoefenen de stewards een informele en sociale controleuit op de toeschouwers. De termen « informele ensociale controle» moeten echter niet laten denkendat de stewards ook politionele bevoegdheid genie-ten; zij zijn geen politieambtenaren en worden der-halve niet bevoegd verklaard om in hun plaats ge-steld te worden.

De niet voor het publiek toegankelijke plaatsen,waarvan sprake op het einde van lid 4 worden hiernagedefinieerd, in artikel 22, lid 2.

Art.16

De stewards spelen een bemiddelingsrol tussenhet publiek en de politie- ofhulpdiensten. Op zichzelfkunnen zij geen situatie van spanning regelen, tenzijdoor hun aanwezigheid en door te proberen de ge-moederen te bedaren. Daartegenover is het essen-tieel dat zij de politie- en hulpdiensten zo vlug en zoprecies mogelijk op de hoogte stellen van de ontwik-keling van de toestand.

Daarnaast wordt ook beklemtoond dat de ste-wards een informatietaak hebben, specifiek naar dehulp- en veiligheidsdiensten toe. Onder mee te deleninformatie valt hier bijvoorbeeld de informatie inverband met spanningen of dreigende onlusten.

Art.17

Het aspect van eerstelijnsinterventie van de ste-wards wordt hier beklemtoond. Bij een incident ofeen ongeval is de steward meestal het eerst ter plaat-se. Hij dient dus als eerste op te treden, bijvoorbeelddoor het verstrekken van de eerste zorgen ofdoor hetnemen van de eerste maatregelen inzake brandbe-strijding. De steward kan bijvoorbeeld ook nooduit-gangen openen, mensen naar een EHBO-post bege-leiden, of nuttige informatie overbrengen. Het isevenwel niet de bedoeling dat stewards verdergaan-de medische verzorging verstrekken of een brandblussen; hiervoor dient voorrang te worden gegevenaan de daartoe gespecialiseerde diensten.

In het tweede lid wordt de nadruk gelegd op hetfeit dat de handelingen van de stewards essentieelpreventief zijn, en in geen geval zich kunnen verwe-zenlijken door het gebruik van geweld of dwang. Zijkunnen bijvoorbeeld tussenbeide komen bij elkespanning door het zich plaatsen tussen de betrokke-nen, om deze tot kalmte te brengen, evenwel zonderdat hun inmenging mag leiden tot gebruik vandwangmaatregelen. Indien de spanning voortduurtof in een gevaarssituatie ontaardt, doen ze een be-roep op de politiediensten of andere interventiedien-sten.

[ 13 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

L'alinéa 4 souligne la fonction d'accueil et d'accom-pagnement des spectateurs.

Lors de leur mission d'accueil et d'accompagne-ment, les stewards exercent un contrôle informel etsocial sur les spectateurs. Les termes « contrôle so-cial et informel» ne doivent cependant pas faire croi-re que les stewards disposent d'une quelconque com-pétence policière; ils ne sont pas fonctionnaires depolice et ne sont en conséquence pas habilités à sesubstituer à ceux-ci.

Les zones auxquelles le public n'a pas accès dont ilest question à la fin de l'alinéa 4 sont définies infra, àl'article 22, alinéa 2.

Art.16

Les stewards jouent un rôle d'interface entre lepublic et les services de police ou de secours. Ils nepeuvent régler eux-mêmes une situation de tension-si ce n'est par leur présence et en essayant de calmerles esprits. En contre-partie, il est essentiel qu'ilsmettent les services de police et de secours au cou-rant de l'évolution de la situation aussi vite et aussiprécisément que possible.

De plus, il est souligné que les stewards ont unetâche d'information, spécifiquement aux servicesd'intervention et de sécurité. Parmi l'information àcommuniquer, il y a par exemple l'information relati-ve à des tensions ou des risques de trouble.

Art.17

L'aspect d'intervention de premiere ligne desstewards est ici souligné. En cas d'incident ou d'acci-dent, le steward est la plupart du temps le premiersur place. Il est donc le premier à intervenir, parexemple en prodiguant les premiers soins ou en pre-nant les premières mesures de lutte contre l'incen-die. Le steward peut par exemple ouvrir des issues desecours, accompagner des personnes vers un poste depremier secours, ou communiquer des informationsutiles. Le but n'est cependant pas que les stewardsprodiguent effectivement des soins plus sérieux denature médicale ni qu'ils éteignent un incendie; prio-rité doit en ce domaine être accordée aux servicesspécialisés.

L'accent est mis dans l'alinéa 2 sur le fait quel'action des stewards est essentiellement préventiveet ne peut en aucun cas s'effectuer par l'usage de laforce ni de la contrainte. Ils peuvent par exempleintervenir en cas de tension en s'interposant entreles intéressés, afin de les ramener au calme, sansnéanmoins que leur interposition les amène à faireusage de mesures de contrainte. Si la tension persis-te ou en cas de dégénérescence en situation violente,ils font appel aux services de police ou aux autresservices d'intervention.

Page 14: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

Het is vanzelfsprekend dat zij voor het overigebevoegd zijn, zoals elk overig particulier persoon, omelkeen vast te houden die wordt betrapt op heter-daad. Indien daartoe wordt overgegaan, dient even-wel zo vlug als mogelijk een politieambtenaar op dehoogte te worden gesteld conform artikel1, 3°,van dewet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hech-tenis. Daarnaast blijft natuurlijk ook de bestaanderegeling inzake de wettige zelfverdediging gelden(zie onder meer de artikelen 416 en 417 van hetStrafwetboek).

HOOFDSTUK VI

Sancties

Art.18

Dit artikel bepaalt het principe van sanctioneringten overstaan van de organisatoren van nationalevoetbalwedstrijden of internationale voetbalwed-strijden (en ookten overstaan van de overkoepelendesportbond als zijzelf als organisator van een nationa-le voetbalwedstrijd of van een internationale voet-balwedstrijd optreedt, of als overkoepelende sport-bond), alsmede ten opzichte van elke organisator bijtoepassing van Hoofdstuk I van de wet. De sanctie iseen administratieve geldboete die, naargelang hetgeval, kan variëren van twintig duizend tot tien mil-joen frank. Een dergelijke boete heeft het voordeeldat de problematiek van strafrechtelijke aansprake-lijkheid bij rechtspersonen wordt vermeden en dat deboete door de administratie kan worden opgelegd. Deadministratieve geldboete is geen nieuwigheid, daarhet systeem reeds gekend is in onder meer het so-ciaal recht (wet van 30 juni 1971 betreffende deadministratieve geldboeten), het fiscaal recht (zieartikel 449 van het wetboek van inkomstenbelastin-gen) en de wet op de bewakingsondernemingen, be-veiligingsondernemingen en interne bewakingsdien-sten van 10 april 1990 (artikel 19).

Het eerste lid betreft inbreuken dewelke als zeerernstig worden beschouwd, met name het feit vangeen overeenkomst afgesloten te hebben met dehulpdiensten en de administratieve of politioneleoverheden of diensten, het feit van een stadion ofeendeel van een stadion te gebruiken dat niet voldoetaan de veiligheidsnormen, en het feit van de doorartikel 10 aangeduide maatregelen niet te nemen.Het gaat hier inderdaad om de basiselementen voorde veiligheid van voetbalwedstrijden, die de hardekern van de verantwoordelijkheid van de organisato-ren uitmaakt, en waarvan het niet-respecteren vanaard is om de grootste ordeverstoring teweeg te bren-gen. De voorziene geldboete kan derhalve zeer hoogzijn (tien miljoen frank).

Het tweede lid sanctioneert de niet-naleving vanoverige aan de organisatoren opgelegde verplichtin-gen die, zonder van ondergeschikt belang te zijn, toch

[ 14 ]

Il est évident pour le reste qu'ils sont habilités,comme toute personne, à maintenir quiconque estpris en flagrant délit. Si il y est procédé, un fonction-naire de police doit cependant en être informé le plusvite possible, conformément à l'article t-, 3°, de la loidu 20 juillet 1990 sur la détention préventive. Enoutre, les dispositions relatives à la légitime défense(entre autres les articles 416 et 417 du Code pénal)demeurent naturellement en vigueur.

CHAPITRE VI

Sanctions

Art.18

Cet article précise le principe de la sanction àl'égard des organisateurs d'un match national defootball ou d'un match international de football (etaussi à l'égard de la fédération sportive coordinatricelorsqu'elle est elle-même organisatrice d'un matchnational de football ou d'un match international defootball, ou comme fédération sportive coordinatri-ce), ainsi que pour tout organisateur en applicationdu Chapitre 1er de la loi. La sanction est une amendeadministrative qui peut aller de vingt mille francs à,selon les cas, cinq ou dix millions de francs. Une telleamende présente l'avantage de pallier le problème dela responsabilité pénale des personnes morales; ellepeut être prononcée par l'administration. L'amendeadministrative n'est pas une nouveauté, puisque lesystème est déjà connu entre autres dans le droitsocial (loi du 30 juin 1971 relative aux amendesadministratives), le droit fiscal (voyez l'article 449 ducode des impôts sur le revenu) et dans la loi sur lesentreprises de gardiennage, sur les entreprises desécurité et les services internes de surveillance du10 avril 1990 (article 19).

L'alinéa 1er concerne les violations considéréescomme très graves aux dispositions du Titre 1er -

c'est-à-dire le fait de ne pas conclure de conventionavec les services de secours et les autorités ou servi-ces administratifs et policiers, le fait d'utiliser unstade ou une partie de stade qui ne satisfait pas auxnormes de sécurité et le fait de ne pas observer lesmesures indiquées à l'article 10. Il s'agit en effet icides fondements de la sécurité des matches de foot-ball, qui constituent le cœur de la responsabilité desorganisateurs, et dont le non-respect est de nature àentraîner les plus grands troubles. L'amende prévuepeut dès lors être très élevée (dix millions de francs).

L'alinéa 2 sanctionne les manquements auxautres obligations imposées aux organisateurs qui,sans être d'importance secondaire, ne réclament ce-

Page 15: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

niet een dergelijk zware sanctie vereisen (het maxi-mum werd bepaald op vijf miljoen), Het is ook in ditlid dat wordt voorzien een sanctie aan de overkoepel-ende sportbond op te leggen wanneer zij de op haarwegende verplichtingen (bedoeld in artikel 11, lid 2)niet nakomt. Dit sluit natuurlijk de mogelijkheidniet uit dat - in voorkomend geval - de overkoe-pelende sportbond als organisator zou worden ge-sanctioneerd op basis van artikel 18.

Derhalve zal de ambtenaar een geldboete kunnenuitspreken beneden de voormelde bedragen, indienhij oordeelt dat er reden is om verzachtende omstan-digheden te weerhouden (zie infra, in artikel 37).

De administratieve procedure tot het vaststellenen opleggen van de sanctie wordt geregeld in Titel IIIvan de wet.

TITEL II

Feiten die het verloop van de nationalevoetbalwedstrijd of van de internationale

voetbalwedstrijd kunnen verstoren

Art.19

Dit artikel bepaalt het toepassingsgebied rationetemporis gedurende dewelke administratieve sanc-ties voor de feiten vermeld in de artikelen 20 tot enmet 23 krachtens artikel 24 kunnen worden opge-legd.

Voor de definitie van het begrip «nationale voet-balwedstrijd » kan worden verwezen naar artikel 4,eerste lid, 2°, van de wet.

Art.20

Dit artikel viseert niet enkel het gooien of schietenvan gevaarlijke voorwerpen. In een voetbalcontextkan immers een banaal feit zoals het werpen naareen persoon van ongevaarlijke voorwerpen, zoalskleine kiezelsteentjes bijdragen tot de creatie vaneen zeer gespannen sfeer, hetgeen kan leiden tot eenescalatie van geweld.

Artikel 20 gebruikt de algemene term «een ofmeerdere voorwerpen », zonder verdere precisering.Het kan bijvoorbeeld gaan om het gooien of afschie-ten van harde voorwerpen, zoals stenen. Kan even-wel oak vallen onder de bepaling van artike120, hetgooien van voorwerpen die personen ofgoederen (bij-voorbeeld tribunes) kunnen bevuilen ofbeschadigen,zoals met verf ofwater gevulde balonnen.

Met de zone die het speelveld omringt wordt ondermeer gedoeld: op de tribunes, een aansluitende gras-zone, een at1etiekpiste rond het speelveld, de spelers-en trainersbank, de ingang naar de kleedkamers, ...

[ 15 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

pendant pas une sanction aussi forte (le plafond estfixé à cinq millions de francs). C'est également danscet alinéa qu'est prévue la sanction infligée à lafédération sportive coordinatrice lorsqu'elle ne res-pecte pas les obligations qui lui incombent en tantque telle (visées à l'article 11, alinéa 2). Ceci n'exclutcependant pas la possibilité que - le caséchéant - la fédération sportive coordinatrice soitsanctionnée en tant qu'organisateur, sur base del'article 18.

De plus, le fonctionnaire pourra prononcer uneamende inférieure aux montants susmentionnés s'ilconsidère qu'il y a lieu de retenir les circonstancesatténuantes (voyez infra, article 37).

La procédure administrative de constatation etd'imposition de la sanction est réglée dans le Titre IIIde la loi.

TITRE II

Faits qui peuvent troubler le déroulement dumatch national de football ou du match

international de football

Art.19

Cet article précise le champ d'application rationetempo ris pendant laquelle des sanctions administra-tives pour les faits, repris dans les articles 20 à 23,peuvent être imposées en vertu de l'article 24.

En ce qui concerne la définition du concept- matchnational de football », il peut être renvoyé à l'arti-cle 4, alinéa 1er, 2°, de la loi.

Art.20

Cet article ne vise pas que le fait de jeter ou lancerdes objets dangereux. Dans le contexte du football,un fait aussi banal que jeter des objets inoffensifs,comme du petit gravier vers une personne peut eneffet contribuer à créer une ambiance très tendue (etqui peut mener à une escalade de la violence).

L'article 20 emploie les termes généraux «un ouplusieurs objets », sans autre précision. Il peut parexemple s'agir du fait de jeter ou de lancer des objetsdurs, tels des pierres. Peut de même être couvert parla disposition de l'article 20 le fait de jeter des objetsqui peuvent salir ou endommager des personnes oudes biens (par exemple des tribunes), tels de la pein-ture ou des ballons remplis d'eau.

Sont entre autres compris dans la zone qui entourele terrain de jeu: les tribunes, une zone de gazonadjacente, une piste d'athlétisme autour du terrainde jeu, le banc des joueurs et entraîneurs, l'accès auxvestiaires, ...

Page 16: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

Onder «gooien of schieten » verstaat men de han-deling van het gooien of schieten op zich, los van dediverse vormen die deze handeling kan aannemen(slingeren, bekogelen, ... ). Het veroorzaken van eenbepaald gevolg (zoals bijvoorbeeld het beschadigen,besmeuren, bekladden ofbespatten) is niet vereist.

Er is geen inbreuk wanneer door een gerechtvaar-digde reden wordt verantwoord dat een persoon eenvoorwerp gooit of schiet van ofnaar het speelveld, detribunes, .... Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wan-neer een toeschouwer een voetbal die per ongeluk inde tribunes beland is terug werpt in de richting vanhet terrein teneinde het voetbalspel zijn normaleverloop te laten vervolgen, of wanneer een speler ophet einde van een partij zijn trui in de richting van detoeschouwers gooit, om hun dit als trofee aan tebieden.

Art.21

De gevallen van onrechtmatige betreding wordenlimitatiefomschreven in artike121, lid 2, 10,20 en 30

,

van deze wet.Onder la kan men een onderscheid maken tussen

de gerechtelijke, de administratieve en de burger-rechtelijke maatregelen van uitsluiting (die meerspecifiek voor de voetbalcontext de vorm aannemenvan een stadionverbod).

Met het gerechtelijk stadionverbod wordt gedoeldop elke uitsluiting die door de strafrechter wordtopgelegd (cf. artike141).

Een administratief stadionverbod betreft de moge-lijkheid voor de aangewezen ambtenaar om in toe-passing van artikel 24 van deze wet een stadionver-bod op te leggen.

De burgerlijke uitsluiting betreft het stadionver-bod dat wordt opgelegd op basis van het reglementvan inwendige orde. Deze burgerlijke maatregel kanniet als basis dienen voor een administratieve sanc-tie.

Onder 30 wordt het geval gerekend van diegenedie, na de weigering de controle te ondergaan of nahet omzeilen van deze controle, toch het stadion bin-nenglipt.

Art.22

Dit artikelligt in dezelfde lijn als de onrechtmati-ge betreding. Met name wordt gesanctioneerd: hetzich bevinden in plaatsen die niet toegankelijk zijnvoor het publiek. Hiermee wordt bijvoorbeeld ge-doeld op het sanctioneren van het bestormen of op-lopen van het speelveld door enkelingen of een groephooligans.

De muren, hekken en in het algemeen elk systeem(gracht, ... ) bestemd om de toeschouwers te scheidenworden beschouwd als niet voor het publiek toegan-kelijke plaatsen teneinde ook de personen te kunnensanctioneren die proberen toegang te verkrijgen tot

[ 16 ]

Par «jeter ou projetter », on entend l'acte de jeterou lancer en soi, sans distinction des diverses formesque peut revêtir cet acte (catapulter, projeter, ... ). Iln'est pas requis que cela ait entraîné une conséquen-ce particulière (comme par exemple avoir endomma-gé, sali, taché ou éclaboussé).

Il n'y a pas d'infraction lorsque c'est motivé parune raison légitime qu'une personne jette ou lance unobjet vers ou depuis le terrain de jeu, les tribunes, ....Ce peut être par exemple le cas lorsqu'un spectateurrelance vers le terrain un ballon qui a atterri parmégarde dans les tribunes afin de permettre au jeude reprendre son cours normal, ou lorsqu'un joueurlance son maillot vers les spectateurs à la fin de lapartie pour le leur offrir en trophée.

Art.21

Une liste limitative de cas de pénétration irrégu-lière est dressée à l'article 21, alinéa 2 , 10,20 et 30

, dela présente loi.

On peut faire une différence, sous le point la, entreles mesures d'exclusion judiciaire, administrative etcivile (qui dans le contexte du football prennent plusspécifiquement la forme d'une interdiction de stade).

Par l'interdiction de stade judiciaire, on vise touteinterdiction qui est imposée par le juge pénal (cf.l'article 41).

Une interdiction de stade administrative concernela possibilité pour le fonctionnaire désigné de décré-ter une interdiction de stade par application de l'arti-cle 24 de la présente loi.

L'exclusion de droit civil concerne l'interdiction destade qui est imposée sur la base du règlement d'or-dre intérieur. Cette mesure de droit civil ne peutdonc pas servir de base pour une sanction adminis-trative.

Sous le point 30, on tient compte du cas de celui qui

après avoir refusé de se soumettre au contrôle oul'avoir contourné, pénètre quand même dans le sta-de.

Art.22

Cet article se trouve dans la même lignée que lapénétration irrégulière, c'est-à-dire qu'est sanction-né le fait de se trouver dans des parties du stadeauxquelles le public n'a habituellement pas accès. Onvise ici par exemple la sanction du fait pour quel-ques-uns ou pour un groupe de hooligans d'envahirou de parcourir le terrain de jeu.

Les murs, grilles et de manière générale tout sys-tème (fossé, ... ) destiné à séparer les spectateurs sontconsidérés comme endroits auxquels le public n'a pasaccès afin de pouvoir également sanctionner les indi-vidus qui tentent d'accéder dans une «zone interdi-

Page 17: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

een «verboden zone », zonder dat moet worden ge-wacht tot zij deze zone bereiken. De muren buitenhet stadion worden niet opgenomen in de opsom-ming, gezien het feit van deze te beklimmen reedsonder het toepassingsgebied van het vorige artikelvalt (het onrechtmatige betreden van het stadion).

Artikel 22 is niet van toepassing op personen dieblijkens de feiten uit loutere onachtzaamheid (ver-strooidheid) handelen, of die buiten hun wil om in deverboden zone terecht zijn gekomen, bijvoorbeeld in-dien de verboden zone niet of zeer slecht is afgeba-kend of indien de betrokken persoon zonder moge-lijkheid tot verzet in de zone werd geduwd door eenmassa. In deze voorbeelden is immers sprake van eengerechtvaardigde reden waaruit het geoorloofd ka-rakter blijkt.

Art.23

Door de ruime bewoordingen laat dit artikel toediverse provocerende gedragingen te sanctioneren,dewelke niet onder de striktere toepassingsvoor-waarden van de artikelen 20, 21 of 22 vallen.

In deze context kunnen diverse specifieke voor-beelden worden gegeven van provocerende gedragin-gen, dewelke onder het toepassingsgebied van ditartikel kunnen vallen als daardoor het verloop vande voetbalwedstrijd verstoord wordt.

Ten eerste kan bijvoorbeeld worden gedacht aanhet herhaaldelijk tot uiting brengen van provoce-rende geluiden.

Ten tweede kan als voorbeeld worden aangehaaldhet duwen ofverdringen van personen, al dan niet ingroep.

Het artikel kan ten slotte ook worden toegepastindien wordt gespuwd opbepaalde personen, zoals descheidsrechter, de spelers van een voetbalploeg of,zoals vaak het geval is, de stewards of ordediensten.Het spuwen op zich, indien dit een duidelijke uitingvan minachting is, kan ook worden aangehaald alssanctioneerbare gedraging.

De gedraging op zich is hierbij sanctioneerbaar.Met andere woorden, het enkele feit van het begaanvan feiten die het verloop van de wedstrijd verstorenis sanctioneerbaar.

In de mate dat artikel 23 van deze wet in hetvaarwater komt van strafrechtelijke bepalingen (bij-voorbeeld door de weinig waarschijnlijke combinatievan artikel 66, lid 4 en artikel 398 van het strafwet-boek, of een eventuele toepassing van de wet van30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racis-me en xenofobie ingegeven daden, Belgisch Staats-blad, 8 augustus 1981) is de strafwet van toepassing.Voor dergelijke gevallen kan verwezen worden naarde regeling van de artikelen 35 en volgende, waar hetinitiatief wordt gelaten aan de procureur des Ko-nings (zie infra). Indien deze laat weten dat hij niettot vervolging zalovergaan, of indien hij geen (tijdi-

[ 17 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

te » sans devoir attendre qu'ils y parviennent. Lesmurs extérieurs du stade ne sont pas repris dans laliste parce que le fait de les escalader tombe déjàdans le champ d'application de l'article précédent (lapénétration irrégulière du stade).

L'article 22 n'est pas applicable aux personnes qui,en fonction des faits, agissent par pure inattention(distraction), ou qui ont atteint la zone interdite con-tre leur volonté, par exemple si la zone interdite n'estpas ou très mal délimitée ou si la personne concernéeest poussée par la foule dans la zone sans possibilitéde s'y opposer. Il est en effet question dans ces exem-ples d'un motif légitime dont ressort le caractèrelicite.

Art.23

Les termes larges de cet article permettent desanctionner toutes sortes de comportements provoca-teurs qui ne tombent pas sous les strictes conditionsd'application des articles 20, 21 ou 22.

Dans ce contexte, divers exemples spécifiques decomportements provocateurs peuvent être donnés,qui peuvent relever du champ d'application du pré-sent article dans la mesure où le déroulement de larencontre en est troublé.

En premier lieu, on peut penser par exemple à larépétition de bruits provocants.

Le deuxième exemple vise le fait de provoquer desbousculades, des mouvements de poussée, que ce soiten groupe ou à titre individuel.

L'article peut enfin être appliqué s'il est craché surcertaines personnes, comme le juge de ligne, lesjoueurs d'une équipe ou, comme c'est souvent le cas,les stewards ou les services d'ordre. Le simple fait decracher, s'il est un signe clair de mépris, peut aussiêtre considéré comme un comportement sanctionna-ble.

C'est le comportement qui est ici sanctionné. End'autres mots, le simple fait de commettre des faitstroublant le déroulement du match est sanctionna-ble.

Dans la mesure où l'article 23 de la présente loientre dans le champ d'application de dispositionspénales (par exemple par la combinaison peu proba-ble des articles 66, alinéa 4 et 398 du code pénal, oupar application éventuelle de la loi du 30 juillet 1981tendant à réprimer certains actes inspirés par leracisme et la xénophobie, Moniteur belge, 8 août1981), la loi pénale est d'application. Pour de tels cas,il peut être renvoyé à la réglementation des arti-cles 35 et suivants, où l'initiative est laissée au pro-cureur du Roi (voyez infra). Si celui-ci fait savoir qu'ilne va pas procéder à des poursuites, ou s'il n'a pasdonné d'information (dans les délais) conformément

Page 18: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572Il - 97 / 98

ge) inlichting gaf conform artikel 35, eerste lid, kande ambtenaar beslissen de zaak administratief af tehandelen.

Art.24

De ambtenaar die wordt aangewezen om de admi-nistratieve sanctie op te leggen kan kiezen om bij degeldboete de specifieke sanctie van het stadionver-bod toe te voegen. Het administratieve stadionver-bod is een sanctie die nationaal zal worden opgelegd,teneinde verplaatsingseffecten te vermijden van eenpuur lokaal stadionverbod. De maatregel zal dus vantoepassing zijn op alle voetbalwedstrijden.

TITEL III

Procedure betreffende deadministratieve rechtsvordering

HOOFDSTUKI

Vaststelling van de feiten

Art.25

Het proces-verbaal tot vaststelling van de in dezewet administratiefrechtelijk gesanctioneerde feitenkan in principe slechts door een politieambtenaarworden opgesteld. De wet voorziet evenwel een uit-zondering voor de tekortkomingen door de organisa-tor die een inbreuk vormen op verplichtingen door ofkrachtens Titel I van de wet, in welk geval de Koningambtenaren kan aanduiden die voormelde tekortko-mingen kunnen vaststellen.

In eerste instantie wordt hier gedacht aan ambte-naren van het ministerie van Binnenlandse Zaken,nu zij reeds aanwezig zijn bij stadioncontroles.

De wet voorziet dat een afschrift van het proces-verbaal tot vaststelling van een administratieve in-breuk op de artikelen 20 tot 23 van deze wet wordtgestuurd aan de procureur des Konings, gezien demogelijke samenloop met strafrechtelijke inbreuken.Het proces-verbaal wordt tegelijkertijd ook gerichtaan de door de Koning aangewezen ambtenaar, ten-einde deze toe te laten desgevallend een administra-tieve sanctie op te leggen.

[ 18 ]

à l'article 35, alinéa t-, le fonctionnaire peut déciderde traiter administrativement le dossier.

Art.24

Le fonctionnaire désigné pour imposer la sanctionadministrative peut choisir d'ajouter à l'amende lasanction spécifique qu'est l'interdiction d'accès austade. L'interdiction de stade administrative est unesanction qui sera imposée sur le plan national, afind'éviter les effets de déplacement qu'entraînerait uneinterdiction de stade purement locale. C'est donc àtous les matches de football que la mesure s'appli-quera.

TITRE III

Procédure relative àl'action administrative

CHAPITRE t-

Constatation des faits

Art.25

Le procès-verbal constatant les faits sanctionnésadministrativement en vertu de la présente loi nepeut en principe être rédigé que par un fonctionnairede police. La loi prévoit cependant une exception encas de défaut de l'organisateur constituant une viola-tion des obligations prévues par ou en vertu duTitre 1er de la loi, auquel cas le Roi peut désigner desfonctionnaires qui peuvent constater les défaillancesprécitées.

En premier lieu, on pense aux fonctionnaires duministère de l'Intérieur, déjà présents de facto lors del'inspection des stades.

La loi prévoit qu'une copie du procès-verbal con-statant une infraction administrative aux articles 20à 23 de la présente loi est transmise au procureur duRoi, vu le concours possible avec des infractions pé-nales. Le procès-verbal est également communiquéen même temps au fonctionnaire désigné par le Roi,afin de permettre le cas échéant à celui-ci d'imposerune sanction administrative.

Page 19: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

HOOFDSTUK II

Opleggen van sancties

Art.26

Deze bepaling voorziet de verplichte mededelingdoor de ambtenaar van een aantal rechten die deovertreder heeft. Met deze mededeling wil de wet hetde overtreder mogelijk maken zijn verdediging teorganiseren in functie van een latere beslissing om-trent de vastgestelde administratieve inbreuk.

De overtreder moet in eerste instantie precies defeiten kennen die hem ten laste worden gelegd, On-der meer heeft hij het recht om zich mondeling teverdedigen, en een recht tot inzage van zijn dossier.De Koning bepaalt de praktische modaliteiten vanhet ter beschikking stellen van dit afschrift. Hetstaat evenwel vast dat de inzage van zijn dossier kangebeuren op alle werkdagen, na voorafgaande con-tactname met een hiervoor aangeduide ambtenaar.

Het recht van de overtreder om een mondelingebehandeling van zijn zaak te verzoeken dient steedsingewilligd te worden. De ambtenaar kan het ver-zoek tot mondelinge behandeling van de zaak enkelweigeren in het geval door de wet voorzien, namelijkbij niet-naleving van de termijn van dertig dagen terekenen van de postdatum van het schrijven van deambtenaar.

Met . kennisgeving » in lid 2,2°, wordt bedoeld hetogenblik waarop het in lid 2 vermelde aangetekendschrijven van de ambtenaar door de postbode wordtaangeboden aan de betrokkene, ongeacht of dezedatum dezelfde is als waarop de betrokkene ook ken-nis neemt van de aangetekende brief. Men dientimmers te vermijden dat de betrokkene zijn termijnkan uitstellen door te weigeren het aangetekendeschrijven afte halen, zodat een vlugge administratie-ve behandeling verhinderd wordt.

Er wordt op gewezen dat bij het gebruik van hetwoord «kennisgeving » in de artikelen 26, 28, 30 en31, de wetgever zich heeft laten inspireren door een-zelfde, uniforme definitie, met name deze van artikel32 van het Gerechtelijk Wetboek. Evenwel is duide-lijk dat de aangehaalde artikelen een kennisgevingvan verschillende beslissingen betreffen, met nameenerzijds de beslissing om tot administratieve ver-volging over te gaan (artikel 26), en anderzijds debeslissing om een administratieve sanctie op te leg-gen (artikelen 28, 30 en 31).

De modaliteiten krachtens dewelke de overtrederhet recht heeft afschrift te verkrijgen van zijn dossier(terugbetaling van kesten), zullen worden geregelddoor de Koning op basis van artikel 12 van de wetbetreffende de openbaarheid van bestuur dd. 11 april1994, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1994.

[ 19 ] - 1572 / 1-97 / 98

CHAPITRE II

Imposition de sanctions

Art.26

Cette disposition prévoit la communication obliga-toire par le fonctionnaire d'une série de droits dontjouit le contrevenant. La loi veut, via cette communi-cation, donner la possibilité au contrevenantd'organiser sa défense en fonction d'une future déci-sion relative à l'infraction administrative constatée.

Le contrevenant doit d'abord connaître précisé-ment les faits qui lui sont reprochés. Il a en outre ledroit de se défendre oralement et le droit de consulterson dossier. Le Roi précise les modalités pratiques dela mise à disposition de cette copie. Il est cependantacquis que la consultation du dossier peut se fairetous les jours ouvrables, après un contact préalableavec un fonctionnaire désigné à cet effet.

Il doit toujours être satisfait au droit qu'a le con-trevenant de requérir le traitement oral de son dos-sier. Le fonctionnaire ne peut refuser la demande detraiter oralement le dossier que dans le cas prévu parla loi, c'est-à-dire en cas de non-respect du délai detrente jours à compter de la date de la poste quereçoit la lettre du fonctionnaire.

On entend par «notification» dans l'alinéa 2, 2°,l'instant où le pli recommandé du fonctionnaire,mentionné dans l'alinéa 2 est notifié à l'intéressé parle facteur, indépendamment du fait que cette datesoit la même que celle à laquelle l'intéressé en prendconnaissance. Il faut en effet éviter que l'intéressépuisse proroger son délai en refusant d'aller chercherle pli recommandé, de sorte qu'un traitement admi-nistratif rapide serait géné.

Il faut préciser qu'en employant le terme «noti-fier» dans les articles 26, 28, 30 et 31, le législateurs'est inspiré d'une définition unique et uniforme,plus précisément celle de l'article 32 du Code pénal.Néanmoins, il est clair que les articles cités concern-ent la notification de différentes décisions, avec pourbut de transformer, d'une part, une décision en con-séquence administrative (article 26), et, d'autre part,d'imposer la décision en tant que sanction admini-strative (articles 28, 30 et 31).

Les modalités selon lesquelles le contrevenant a ledroit de recevoir une copie de son dossier (rembourse-ment des frais), seront réglées par le Roi sur la basede l'article 12 de la loi relative à la publicité del'administration du 11 avril 1994,Moniteur belge du30 juin 1994.

Page 20: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572Il - 97 / 98

Art.27

Krachtens deze bepaling kan de ambtenaar geensanctie in een concrete zaak opleggen, indien hij devoorschriften van artikel 26 niet naleefde.

Dit betekent evenwel niet dat de ambtenaarsteeds een maand zal moeten wachten voordat hijeen beslissing kan nemen inzake de sancties die hijwenst op te leggen aan de overtreder; niets verhin-dert inderdaad de procureur des Konings om aan deambtenaar zijn voornemen mede te delen om niet devervolgen, vanaf de ontvangst van de kopie van hetproces-verbaal bedoeld in artikel 25. Als de overtre-der voor het overige zeer vlug aan de ambtenaarmededeelt dat hij geen enkel middel van verdedigingwenst te voeren, dan zou de beslissing hem kunnenworden medegedeeld, zelfs voor het verstrijken vande dertig dagen, zonder dat hierbij het voorschriftvan artikel 26 hierbij geschonden is.

Art.28

Na het verstrijken van de termijn van een maandvanaf de mededeling van de beslissing, en behoudenshoger beroep, hetwelk schorsend is, heeft de beslis-sing uitvoerbare kracht. Daardoor verkrijgt de admi-nistratieve beslissing dezelfde waarde als eenvonnis, en kan de administratie zich derhalve recht-streeks wenden tot de gerechtsdeurwaarder om overte gaan tot de uitvoering van de beslissing.

Art.29

Deze bepaling regelt de «motiveringsplicht » de-welke wordt opgelegd aan de ambtenaar. Gelijkaar-dige motiveringsverplichting geldt reeds in arti-kel19, § 3, van de wet van 10 april 1990 op debewakingsondernemingen, de beveiligingsonderne-mingen en de interne bewakingsdiensten en arti-kel 7, lid 3, van de wet van 30 juni 1971 betreffendede administratieve geldboeten toepasselijk in gevalvan inbreuk op sommige sociale wetten.

De formele en materiële motiveringsplicht beho-ren tot de fundamentele grondrechten. In die zindient artikel 29 te worden geïnterpreteerd als eenaanvulling naast de wet op de motivering van be-stuurshandelingen van 29 juli 1991, dewelke enkeleen formele motiveringsplicht voorschrijft.

De administratieve beslissing dient de overtredereveneens te verwittigen van het feit dat deze eenrecht heeft om hoger beroep in te stellen. Deze ver-wittiging dient te gebeuren door de opname van arti-kel 31 van de wet als bijlage bij de beslissing.

In voorkomend geval bevat de beslissing eveneensde eventuele verzachtende of verzwarende omstan-digheden (cf. infra, artikel 37, hoofdstuk VIII) dievan invloed zouden geweest zijn op de beslissing.

Het tweede lid voorziet een zekere aanpassing vande op te leggen sanctie aan het feit; het is aan de

[20 ]

Art.27

En vertu de cette disposition, le fonctionnaire nepeut imposer de sanction dans un cas concret, s'il nerespecte pas le prescrit de l'article 26.

Cela ne signifie pas pour autant qu'il faudra tou-jours attendre un mois avant que le fonctionnairepuisse prendre une décision quant aux sanctionsqu'il compte imposer au contrevenant; rienn'empêche en effet le procureur du Roi de communi-quer au fonctionnaire son intention de ne pas pour-suivre dès la réception de la copie du procès-verbalvisé à l'article 25. Si en outre le contrevenant commu-nique très rapidement au fonctionnaire qu'il necompte faire valoir aucun moyen de défense, la déci-sion pourrait lui être communiquée avant mêmel'échéance de trente jours, sans que le prescrit del'article 26 n'ait été ignoré.

Art.28

A l'échéance du délai d'un mois depuis la commu-nication de la décision, et sauf appel, lequel est sus-pensif, la décision acquiert force exécutoire. La déci-sion administrative acquiert de ce fait la mêmevaleur qu'un jugement, et l'administration peut enconséquence se rendre directement chez l'huissier dejustice pour procéder à l'exécution de la décision.

Art.29

Cette disposition règle 1'«obligation de motiva-tian» imposée au fonctionnaire. Une telle obligationde motivation est déjà d'application dans l'article 19,§ 3, de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises degardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur lesservices internes de gardiennage, et dans l'article 7,alinéa 3, de la loi du 30 juin 1971 relatives auxamendes administratives applicables en casd'infraction à certaines lois sociales.

Le devoir de motivation formelle et matériellerelève des droits fondamentaux. En ce sens, l'arti-cle 29 doit être interprété comme un supplément à laloi sur la motivation des actes administratifs du29 juillet 1991, qui ne prévoit qu'une motivation for-melle.

La décision administrative sert également à aver-tir le contrevenant du fait qu'il a le droit d'interjeterappel. Cet avertissement se fait via la mention del'article 31 de la loi en annexe de la décision.

La motivation reprend aussi, le cas échéant, leséventuelles circonstances atténuantes ou causes lé-gales d'aggravation (cf. infra, article 37, chapi-tre VIII) qui auraient influencé la décision.

Le deuxième alinéa prévoit une certaine adapta-tion de la sanction à appliquer par rapport au fait;

Page 21: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

ambtenaar om de juiste maat te bepalen van desanctie die hij oplegt.

De «herhaling » waarvan sprake is in het tweedelid doelt op een andere situatie, met name indien dedoor de wet bedoelde feiten reeds aanleiding gegevenhebben tot het opleggen van een administratievesanctie. Het gaat in feite om een « administratieveherhaling », De ambtenaar, bedoeld in artikel 26,eerste lid kan slechts het « administratieve verle-den» van de betrokkene in aanmerking nemen omhet bedrag van de sanctie te bepalen.

Bijgevolg is het uitgesloten dat een strafrechtelij-ke veroordeling, zelfs indien zij in kracht van gewijs-de is gegaan, voor een feit dat ook een administratie-ve inbreuk uitmaakt (dat wil zeggen voor de feitendie gesanctioneerd worden op basis van de artike-len 20 tot 23 van deze wet) voor de ambtenaar eenargument kan zijn om te overwegen dat er sprake isvan herhaling. De wettelijke ofbijzondere herhaling,zoals voorzien in het strafrecht kan slechts wordeningeroepen door een lid van de rechterlijke macht,gezien de scheiding der machten.

Het derde lid betreft het samengaan van inbreu-ken op de artikelen 20 tot 23 van de wet. Wanneereen overtreder gedurende dezelfde wedstrijd en tege-lijkertijd meerdere feiten die evenveel inbreuken opde artikelen 20 tot 23 vormen (hetgeen in het straf-recht de meerdaadse samenloop wordt genoemd), ofeen feit dat op zich een inbreuk vormt op meerderevan deze artikelen (wat in het strafrecht eendaadsesamenloop wordt genoemd), stelt de ambtenaar nietzoveel dossiers samen als er inbreuken zijn, dochslechts een enkel dossier en, bijgevolg, legt hij slechtseen geldboete op, proportioneel in functie van hetaantal en de zwaarte van de verschillende inbreu-ken, zonder dat de geldboete het maximumbedragkan overschrijden, voorzien voor de administratievegeldboete.

Het derde lid doelt op het geval waarin een zekeretijd nodig zou zijn opdat de organisator zich zoukunnen conformeren aan de beslissing van de ambte-naar (bijvoorbeeld omdat dit zware werken vereist).Men moet bijgevolg vermijden dat deze persoon eentweede keer wordt gesanctioneerd voordat hij de tijdgekregen heeft om zich te conformeren aan de beslis-sing. De ambtenaar bepaalt de termijn die noodzake-lijk is voor de organisator om de beslissing uit tevoeren, en daardoor onthoudt hij zich het recht omgedurende de termijn een sanctie op te leggen voorhetzelfde feit.

HOOFDSTUK III

Kennisgeving van de beslissing

Art.30

Deze bepaling regelt de kennisgeving van de be-slissing bij ter post aangetekende brief dewelke dient

[ 21 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

c'est au fonctionnaire d'estimer la juste mesure de lasanction qu'il impose.

La «répétition» dont il est fait mention audeuxième alinéa vise une autre situation, soit celleoù les faits appréhendés par la loi ont déjà donné lieuà une sanction administrative. Il s'agit en quelquesorte d'une «récidive administrative », Le fonction-naire visé à l'article 26, alinéa 1er ne peut prendre enconsidération que le «passé administratif» del'intéressé pour déterminer le montant de la sanc-tion.

En conséquence il est exclu qu'une condamnationpénale, même passée en force de chose jugée, pour unfait constituant également une infraction adminis-trative (c'est-à-dire pour les faits qui sont sanction-nés sur la base des articles 20 à 23 de la présente loi),puisse constituer pour le fonctionnaire un motif deconsidérer qu'il y a récidive. La récidive légale ouspéciale, telle que prévue dans le droit pénal, ne peutêtre invoquée qu'au sein de l'ordre judiciaire, en rai-son de la séparation des pouvoirs.

Le troisième alinéa concerne la concommitance decontraventions aux articles 20 à 23 de la loi.Lorsqu'un contrevenant commet lors du mêmematch et en même temps plusieurs faits constituantautant de contraventions aux articles 20 à 23 (cequ'en droit pénal on appellerait concours plural), ouun fait constituant en soi une contravention à plu-sieurs de ces articles (ce qu'en droit pénal on appelle-rait concours simple), le fonctionnaire ne dresse pasautant de dossiers qu'il y a de contraventions maisun seul dossier et, en conséquence, il inflige une seuleamende, proportionnée au nombre et à la gravité desdifférentes contraventions, sans que l'amende nepuisse dépasser le montant maximum prévu pourl'amende administrative.

Le troisième alinéa vise le cas où un certain tempsserait nécessaire pour que l'organisateur puisse seconformer à la décision du fonctionnaire (par exem-ple parce que cela nécessite de lourds travaux). Ilfaut dès lors éviter que cette personne soit unedeuxième fois sanctionnée avant qu'elle ait eu letemps de se conformer à la décision. Le fonctionnaireestime le délai nécessaire à l'organisateur pour exé-cuter la décision, et de ce fait, il s'abstient du droit desanctionner ce même fait durant ce délai.

CHAPITRE III

Notification de la décision

Art.30

Cette disposition règle la notification de la déci-sion par lettre recommandée à la poste; cette commu-

Page 22: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

te gebeuren aan de woon- of verblijfplaats van deovertreder. Zoals reeds bij de bespreking van arti-kel 26 werd aangehaald is de term « kennisgeving »

geïnspireerd door de definitie in artikel 32 van hetGerechtelijk Wetboek.

Deze mededelingsplicht is bedoeld als compensa-tie voor het feit dat de wet niet voorziet in een open-bare uitspraak en behandeling van de administratie-ve beslissing.

Zode beslissing betrekking heeft op feiten dewelkeeen inbreuk vormen op de artikelen 20 tot en met 23,wordt zij eveneens aan de procureur des Koningsmedegedeeld. Op deze wijze weet de procureur desKonings dat de betrokken persoon reeds voor het feiteen administratieve sanctie opliep, en dat derhalvekrachtens het non bis in idem principe geen strafver-volging op basis van hetzelfde feit kan worden opge-start. Hiertoe voorziet artikel 36 een regeling vanverval van de mogelijkheid tot het instellen van destrafvordering. Anderzijds, indien de overtreder inhet verleden gelijkaardige feiten beging als diegenewaarvan de procureur thans beslist ze strafrechtelijkte vervolgen, dan is deze dankzij deze mededeling opde hoogte van het verleden van de betrokkene op hetgebied van voetbalvandalisme.

HOOFDSTUK IV

Hoger beroep

Art.31

De overtreder heeft het recht om de juistheid vande beslissing van de ambtenaar te laten toetsen dooreen rechter. Om een vluggere behandeling van hetberoep mogelijk te maken, werd hiertoe de politie-rechter aangeduid.

De wet laat geen gewoon hoger beroep toe metbetrekking tot de beslissing van de politierechter,maar de buitengewone rechtsmiddelen (Cassatiebe-roep, derdenverzet, ... ) zijn nog steeds mogelijk,

HOOFDSTUKV

Verjaring van de administratieve vordering

Art.32

Deze bepaling regelt een verjaringstermijn voor deadministratieve inbreuken. De administratieve vor-dering verjaart na verloop van een termijn van driejaar, te rekenen vanaf het plegen van het feit.

[22 ]

nication doit se faire au domicile ou à la résidence ducontrevenant. Comme ceci a déjà été expliqué lors dela discussion relative à l'article 26, le terme notifica-tion est inspiré par la définition qui en est faite àl'article 32 du Code judiciaire.

Cette obligation de communication sert de com-pensation au fait que la loi ne prévoit pas que ladécision administrative sera prononcée et traitée pu-bliquement.

Si la décision concerne des faits qui sont sanction-nés sur la base des articles 20 à 23, elle est égalementcommuniquée au procureur du Roi. De la sorte, leprocureur du Roi sait que la personne intéressée adéjà encouru une sanction administrative pour lefait, et qu'aucune poursuite pénale ne peut en consé-quence être entamée sur la base du même fait, envertu du principe non bis in idem. A cet égard,l'article 36 prévoit une réglementation d'extinctionde la possibilité d'entamer la procédure pénale.D'autre part, si le contrevenant a commis dans lepassé des faits de nature similaire que le procureurdécide maintenant de poursuivre pénalement, celui-ci est grâce à cette communication au courant dupassé de l'intéressé en matière de vandalisme lié aufootball.

CHAPITRE IV

Appel

Art.31

Le contrevenant a le droit de faire vérifierl'exactitude de la décision du fonctionnaire par unjuge. Afin de rendre le traitement de l'appel plusrapide, c'est le tribunal de police qui a ici été désignécomme juge d'appel.

La loi ne permet aucun appel concernant la déci-sion du juge de police, mais les voies de recoursextraordinaires (pourvoi en cassation, tierce-opposi-tion, ... ) sont toujours possibles.

CHAPITRE V

Prescription de l'action administrative

Art.32

Cette disposition règle un délai de prescriptionpour les infractions administratives. L'action admi-nistrative est prescrite à l'échéance d'un délai detrois ans, à compter du jour où le fait est commis.

Page 23: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

HOOFDSTUK VI

Uitzonderingsbepalingen

Art.33

Dit hoofdstuk heeft als doel de administratievesancties toe te kunnen passen ten aanzien van eenovertreder die geen woonplaats, noch hoofdverblijfinBelgië heeft. Het is inderdaad moeilijk om de proce-dure voorzien in de artikelen 25 tot 32 van de huidigewet toe te passen op personen die in ons land slechtseen of twee dagen blijven, laat staan enkele uren.Men moet dus vermijden dat deze wet een dode bepa-ling blijft ten aanzien van hen.

De toepassingsgevallen van dit hoofdstuk zijn ove-rigens redelijk talrijk: naast de internationale ont-moetingen die een massa vreemde supporters metzich brengen, gebeurt het steeds meer en meer datnaar aanleiding van voetbalwedstrijden waarbijtwee Belgische ploegen tegen elkaar spelen, kleinegroepjes supporters van naburige landen bijstandkomen verlenen aan lokale ordeverstoorders. Dezepersonen blijven zelden langer in België dan gedu-rende de wedstrijd, en keren daarna zeer vlug terugnaar hun land.

Art.34

Dit artikel voorziet de mogelijkheid voor de ambte-naar bedoeld in artikel 26, eerste lid, om onmiddel-lijk een som van tien duizend frank te heffen, mitsakkoord van de betrokkene. Het systeem van deonmiddellijke heffing laat toe vlug te reageren, aan-gezien de inning ter plaatse zal gebeuren, in de tijddie volgt op de vaststelling van de feiten.

Niettegenstaande de verschillen, is het voorzienesysteem geïnspireerd door artikel 65 van de Wegver-keerswet van 16 maart 1968. De bedoeling is deregeling hiervan uit te werken bij koninklijk besluit(zoals ook het geval is in de verkeerswetgeving),waarin rekening zal gehouden worden met de opera-tionele behoeften van de politiediensten.

Indien de betrokkene verkiest de onmiddellijkebetaling van de som te verrichten, kan hem geenadministratieve geldboete meer worden opgelegd, ditom dubbele sanctionering te vermijden.

De procureur des Konings kan, zelfs indien eengeldsom werd betaald conform de regeling in arti-kel 34, beslissen om toch een strafvordering in testellen, uiteraard in zoverre het om misdrijven gaat.

Het laatste lid van dit artikel is direkt geïnspi-reerd door het artikel 65, paragrafen 4 tot 6 van dewegverkeerswet van 16 maart 1968.

[23 ] - 1572 / 1-97 / 98

CHAPITRE VI

Dispositions dérogatoires

Art.33

Le présent chapitre a pour but de pouvoir appli-quer les sanctions administratives à un contrevenantqui n'a ni domicile, ni résidence en Belgique. Il est eneffet difficile d'appliquer la procédure prévue au Ti-tre III de la présente loi à des personnes qui nerestent dans notre pays qu'un ou deux jours, voirequelques heures. Il faut donc éviter que cette loi restelettre morte à leur égard.

Les cas d'application de ce chapitre sont parailleurs assez nombreux: outre les rencontres inter-nationales qui drainent quantité de supportersétrangers, il est de plus en plus fréquent qu'à l'occa-sion de matches de football opposant deux équipesbelges, de petits groupes de supporters de clubs depays voisins viennent prêter main-forte aux fauteursde trouble locaux. Ces personnes ne restent en Belgi-que qu'à peine plus longtemps que le temps du matchpuis s'en retournent très rapidement dans leur pays.

Art.34

Cet article prévoit la possibilité pour le fonction-naire visé à l'article 26, alinéa t-, de percevoir immé-diatement une somme de dix mille francs, moyen-nant l'accord de l'intéressé. Le système de laperception immédiate permet de réagir rapidementpuisque la perception interviendra sur place, dans letemps qui suit la constatation des faits.

Malgré les différences, le système prévu est inspi-ré de l'article 65 de la loi sur la police du roulage du16 mars 1968. L'intention est d'en développer le sys-tème dans un arrêté royal (comme ce qui est égale-ment le cas dans la législation sur la circulationroutière), dans lequel il sera tenu compte des besoinsopérationnels des services de police.

Si l'intéressé choisit d'effectuer le paiement immé-diat de la somme, il ne peut plus lui être imposéd'amende administrative, pour éviter une doublesanction.

Le procureur du Roi peut décider d'engager malgrétout la procédure pénale, même si une somme d'ar-gent a déjà été payée conformément à la réglementa-tion de l'article 34, pour autant bien entendu qu'ils'agisse d'infractions.

Le dernier alinéa du présent article est directe-ment inspiré de l'article 65, §§ 4 à 6, de la loi sur lapolice du roulage du 16 mars 1968.

Page 24: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572Il - 97 / 98

HOOFDSTUK VII

Bijzondere bepalingen

Art.35

De ambtenaar en de procureur des Konings kun-nen van zodra zij kennis nemen van een overtredingvan de artikelen 20 tot en met 23 (zie artikel 25)beslissen om het feit te vervolgen langs hetzij straf-rechtelijke, hetzij administratieve weg. Om evenwelcumul van strafrechtelijke en administratiefrechte-lijke sanctionering van hetzelfde feit te vermijdenwerd een «non bis in idem »-regeling voorzien in deartikelen 35 en 36 van de wet.

De termijn van een maand dient te worden opge-vat als een termijn binnen dewelke de procureur desKonings hetzij een strafrechtelijke vervolging, hetzijeen opsporingsonderzoek of gerechtelijk onderzoekmoet hebben opgestart en de ambtenaar hiervanhebben verwittigd. Indien de procureur niet (tijdig)reageert, verliest hij elke mogelijkheid om tot straf-rechtelijke vervolging over te gaan voor feiten zoalsomschreven door de artikelen 20 tot en met 23 van dewet.

Art.36

Net als de bepaling van artikel 35 voorziet ditartikel in een regeling van verval van de mogelijk-heid tot het instellen van een strafvordering. Door devermelding van « door de procureur des Konings »

laat de wet a contrario de theoretische mogelijkheidopen voor een eventueelopstarten van een strafvor-dering via een burgelijke partijstelling, dit om allemogelijke belangen van potentiële slachtoffers vande inbreuken op de artikelen 20, 21, 22 of 23 tewaarborgen, ondanks het feit dat het weinig waar-schijnlijk is dat een inbreuk op een van voornoemdeartikelen een concrete schade voor een bepaald per-soon zalopleveren.

HOOFDSTUK VIII

Verzachtende omstandigheden

Art.37

Naar analogie met bepalingen uit het strafrechtvoorziet dit artikel in een regeling van « administra-tieve verzachtende omstandigheden », die het de« administratieve rechter » ofpolitierechtbank moge-lijk moeten maken een «echelonnering » te voorzienbij het toepassen van de administratieve geldboete.

Teneinde een mogelijke schending van het gelijk-heidsbeginsel te voorkomen in vergelijking met hetstrafrecht (artikel 85 van het Strafwetboek), voorziet

[24 ]

CHAPITRE VII

Dispositions particulières

Art.35

Le fonctionnaire et le procureur du Roi peuvent,dès qu'ils prennent connaissance de la contraventionaux articles 20 à 23 (voyez l'article 25), décider depoursuivre le fait, que ce soit par la voie pénale ouadministrative. Pour cependant éviter un cumul dessanctions pénales et administratives du même fait,une réglementation du «non bis in idem» a été pré-vue aux articles 35 et 36 de la loi.

Le délai d'un mois doit être compris comme undélai dans lequel le procureur du Roi doit avoir enta-mé soit une procédure pénale, soit une informationou une instruction judiciaire, et en avoir informé lefonctionnaire. Si le procureur ne réagit pas (ou pas àtemps), il perd toute possibilité de procéder à despoursuites pénales pour les faits décrits aux arti-cles 20 à 23 de la loi.

Art.36

De la même manière que l'article 35 cet articleprévoit une réglementation de la possibilité d'enga-ger une procédure pénale. Par la mention des mots«par le procureur du Roi », la loi laisse ouverte acontrario la possibilité théorique de l'intentementéventuel d'une action pénale via la constitution departie civile, ceci afin de garantir tous les intérêtspossibles des éventuelles victimes des contraven-tions aux articles 20, 21, 22 ou 23, malgré le fait qu'ilest peu vraisemblable qu'une contravention à un desarticles mentionnés puisse causer un dommage con-cret à une certaine personne.

CHAPITRE VIII

Circonstances atténuantes

Art.37

Par analogie avec les dispositions du droit pénal,cet article prévoit une réglementation des « circons-tances administratives atténuantes », qui doiventpermettre au «juge administratif» ou au tribunal depolice de prévoir un «échelonnement» pour l'appli-cation de l'amende administrative.

Afin de prévenir toute violation du principe d'éga-lité par comparaison au droit pénal (article 85 duCode pénal), cet article prévoit la réglementation des

Page 25: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

dit artikel de regeling van « administratieve verzach -tende omstandigheden », waarmee de in artikel 26vermelde ambtenaar of de politierechtbank in gevalvan hoger beroep rekening kan houden om de groottevan de op te leggen geldboete desgewenst aan tepassen aan de concrete situatie.

De regeling inzake administratieve verzachtendeomstandigheden is enkel van toepassing op de admi-nistratieve geldboete, en niet op het administratievestadionverbod, vermeld in artikel 24, die immers eenfacultatief karakter heeft.

Voor wat het gerechtelijke stadionverbod betreftgeldt evenwel wel een regeling van verzachtendeomstandigheden; niet de verzachtende omstandighe-den van dit artikel, maar de verzachtende omstan-digheden van artikel 85 van het Strafwetboek,krachtens de bewoordingen van artikel42.

TITEL IV

Misdrijven

HOOFDSTUKI

Misdrijven betreffende de onrechtmatigeverdeling van toegangsbewijzen

Art.38

Het bestaan van een zwarte markt stelt heel watproblemen bij voetbalwedstrijden, en in het bijzon-der bij internationale voetbalwedstrijden. Het is der-halve de bedoeling een specifiek instrument totstand te brengen teneinde de zwarte markt te bestrij-den. Daardoor zal de bewijslast in hoofde van depolitiediensten en justitie worden vereenvoudigd.

Het verdelen of verkopen van geldige toegangsbe-wijzen voor een voetbalwedstrijd in overtreding vanhet uitgiftesysteem ingesteld volgens de door (cf.artikel 10 - scheiding van supporters) of krachtensdeze wet bepaalde toepassingsvoorwaarden wordtals een onrechtmatige verdeling van toegangsbewij-zen beschouwd, wanneer dit gebeurt met een winst-oogmerk (de zwarte markt stricto sensu) of met debedoeling om het verloop van de wedstrijd te versto-ren (bijvoorbeeld met het doel te infiltreren in degedeelten van het stadion die voorbehouden zijn voorde toeschouwers van de andere ploeg).Worden bijge-volg niet bedoeld : de gevallen waar een persoon diezich door een ongelukkig toeval niet kan begevennaar een wedstrijd, zijn toegangsbewijs zou geven oftegen kostprijs zou herverkopen aan een lid van zijnfamilie, ...

De voorziene straffen zijn zwaar (een gevangenis-straf van zes maand tot drie jaar en een geldboetevan tweehonderd tot twintigduizend frank), dit alsreactie op het winstoogmerk van de wetsovertreders.Deze geldboetes zijn overigens van gelijkaardige

[25 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

« circonstances atténuantes administratives », dontle fonctionnaire visé à l'article 26 ou le tribunal depolice en cas d'appel peuvent tenir compte pour adap-ter le cas échéant la hauteur de l'amende à imposer àla situation concrète.

La réglementation relative aux circonstances atté-nuantes administratives n'est d'application qu'àl'amende administrative, et non à l'interdiction destade administrative, mentionnée à l'article 24, quien effet a un caractère facultatif.

En ce qui concerne l'interdiction de stade judiciai-re, il existe aussi une réglementation des circonstan-ces atténuantes; non les circonstances atténuantesdu présent article, mais celles de l'article 85 du Codepénal, en vertu des termes de l'article 42.

TITRE IV

Infractions

CHAPITRE t-

Infractions relatives à la distributionirrégulière de titres d'accès

Art.38

L'existence d'un marché noir pose beaucoup deproblèmes lors des matches de football, singulière-ment pour les matches de football internationaux.L'intention est dès lors de créer un instrument spéci-fique pour combattre ce marché noir. La charge de lapreuve en est ainsi allégée dans le chef des servicesde police et de la justice.

Donner des titres valables d'accès à un match defootball en contravention au système d'émission éta-bli selon les conditions d'application précisées par (cf.l'article 10 - séparation des supporters) ou en vertude la présente loi est considéré être une distributionirrégulière de titres d'accès, lorsque cela se fait dansun but de lucre (le marché noir proprement dit) oudans le but de troubler le déroulement de la rencon-tre (par exemple, dans le but de s'introduire dans lesparties du stade qui sont réservées aux supporters del'équipe adverse). Ne sont dès lors pas visés les cas oùune personne qui, ne pouvant, à la suite d'un contre-temps, se rendre au match, donnerait ou revendraitau prix coûtant son titre d'accès à un membre de safamille, ...

Les peines prévues sont lourdes (une peine d'em-prisonnement de six mois à trois ans ou une amendede deux cents à vingt mille francs), en réponse au butde lucre poursuivi par les contrevenants. Ces amen-des sont d'ailleurs d'une hauteur comparable à celles

Page 26: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

grootte als deze in de wet van 14juli 1991 betreffendede handelspraktijken en de voorlichting en bescher-ming van de consument.

Art.39

De poging is hier uitdrukkelijk strafbaar gesteldteneinde het toepassingsgebied van dit artikel teverruimen.

HOOFDSTUK II

Bijzondere bepalingen

Art.40

Teneinde het winstoogmerk te sanctioneren, is hetnodig dat de toegangsbewijzen systematisch ver-beurd verklaard worden, zowel voor de inbreuken opde artikelen 38 als 39, omdat de wetsovertreder zichniet kan beroepen op zijn goedgelovigheid noch opzijn onwetendheid; het zou in ieder gevalonlogischzijn de toegangsbewijzen terug te geven, hetgeen hetrisico zou inhouden dat ze opnieuw in omloop ge-bracht worden.

Art.41

Het facultatieve gerechtelijk stadionverbod maakthet mogelijk om te voorzien in een bijkomende straf.De duur van de uitsluiting (in principe drie maandtot tienjaar) moet de rechter toelaten de strafverderte individualiseren.

Teneinde de efficiëntie van deze bijkomende strafte verzekeren, kan het stadionverbod vergezeld gaanvan een verplichting voor de uitgeslotene om zichaan te melden op een bepaalde plaats gedurende dematch; de modaliteiten van deze verplichting (plaats,de exacte duur - voor de ganse wedstrijd of aan derust, ... ) worden bepaald door de rechter.

Men herinnere hetgeen reeds supra (in artike121)gezegd werd over het verschil tussen de burgelijke,administratieve en gerechtelijke uitsluiting.

Dit artikel voorziet de invoering van een alge-meen, facultatief gerechtelijk stadionverbod, waarbijde procureur des Konings dient in te staan voor deuitvoering (controle op naleving) van dergelijk uitge-sproken straf. Deze nieuwe straf kan niet enkel wor-den uitgesproken in geval van inbreuk op artikel 38van de wet, maar ook voor elke inbreuk begaan tergelegenheid van een voetbalwedstrijd (dat wil zeggengedurende gans de periode tijdens dewelke het sta-dion waar een voetbalwedstrijd in de zin van artikel4,1°, zich afspeelt). Krachtens de definitie van- voet-balwedstrijd » in artikel 4 kan het gerechtelijke sta-dionverbod dus ook worden toegepast door de straf-rechter indien feiten werden gepleegd tijdens een

[26 ]

prévues dans la loi du 14 juillet 1991 sur les prati-ques de commerce et sur l'information et la protec-tion du consommateur.

Art.39

La tentative est ici expressément incriminée auxfins d'élargir le champ d'application de cet article.

CHAPITRE II

Dispositions particulières

Art.40

En raison de la volonté de sanctionner le but delucre, il s'impose que les titres d'accès soient systé-matiquement confisqués, tant pour les infractions del'article 38 que pour celles de l'article 39, puisque lecontrevenant ne peut se prévaloir ni de sa bonne foini de son ignorance; il serait de toute façon incohé-rent de restituer ces titres d'accès, ce qui présente-rait le risque qu'ils soient remis en circulation.

Art.41

L'interdiction judiciaire de stade facultative offrela possibilité de prévoir une peine accessoire. Ladurée de cette interdiction (de trois mois à dix ans)doit permettre au juge de mieux individualiser lapeine.

Afin d'assurer l'effectivité de cette peine accessoi-re, l'interdiction de stade peut être accompagnéed'une obligation pour l'exclu de se présenter à unendroit donné pendant le match; les modalités decette obligation (l'endroit, la durée précise - pourtout le match, à la mi-temps, ... ) sont précisées par lejuge.

On rappellera ici ce qui a été dit supra (à l'arti-cle 21) de la différence entre les interdictions civile,administrative et judiciaire.

Cet article prévoit l'instauration d'une interdic-tion de stade judiciaire générale et facultative, dontle procureur du Roi répond de l'application (contrôledu respect). Cette nouvelle peine peut être prononcéenon seulement en cas d'infraction à l'article 38 de laprésente loi, mais également pour toute contraven-tion commise à l'occasion d'un match de football(c'est-à-dire pendant toute la période durant laquellele stade où se déroule un match de football dans lesens de l'article 4, 1° est accessible aux spectateurs).En vertu de la définition de « match de football» àl'article 4, l'interdiction judiciaire de stade peut doncaussi être appliquée par le juge pénal si les faits ontété commis pendant un match de football entre des

Page 27: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

voetbalwedstrijd tussen ploegen van tweede en derdeklasse. Het ruime toepassingsgebied van het gerech-telijke stadionverbod wordt wel gemilderd door hetfacultatiefkarakter van de bijkomende straf.

Deze bepaling vermijdt dat enkel de « lichte » or-deverstoorders (die bijvoorbeeld hebben aangezet totslagen en verwondingen, in overtreding van arti-kel 23) zich een stadionverbod opgelegd zien, in te-genstelling tot degene die dergelijk zware feiten zou-den hebben begaan, dat de procureur des Koningszou beslissen om strafrechtelijk te vervolgen (bij-voorbeeld zelf slagen en verwondingen hebben toege-bracht), een dergelijke sanctie niet zou kunnen op-lopen.

Het gerechtelijke stadionverbod heeft als bijko-mende straf een algemeen karakter, dat wil zeggendat het toepasselijk is op elk begaan misdrijfin voet-balcontext, hetzij onderdeel van het Strafwetboek,hetzij onderdeel van een bijzondere strafwet, waar-onder de huidige wet. Als mogelijke voorbeelden vandergelijke misdrijven kunnen worden aangehaald:het wanbedrijf van artikel 38 van deze wet of eenovertreding bepaald in artikel 552, 5°, van het Straf-wetboek.

Bovendien maken de gerechtelijke stadionverbo-den geen deel uit van de in artikel 45 voorzienemogelijkheid tot het meedelen van informatie aan deoverkoepelende sportbond. De gerechtelijke stadion-verboden worden als straf apart verzameld in hetcentraal strafregister.

Art.42

Rekening houdend met artikel 100 van het Straf-wetboek voorziet deze bepaling de toepasselijkheidvan Boek I, Hoofdstuk VII en artikel 85 van hetStrafwetboek op deze wet, met name de regelinginzake strafbare deelneming en verzachtende om-standigheden.

TITEL IV

Slotbepalingen

Art.43

De mogelijkheid van mededeling van gedeperso-naliseerde politie-informatie wordt verruimd, maarwordt slechts toegekend aan de organisatoren en aande lokale adviesraad voor de veiligheid bij voetbal-wedstrijden (in de optiek van vergaderingen die devoetbalwedstrijden voorafgaan).

Er werd gekozen om deze bepaling in de huidigewet te plaatsen, en niet het artikel 39 van de wet ophet politieambt te wijzigen, teneinde goed te bena-drukken dat deze bepaling een lex specialis vormt tenaanzien van de algemene regeling.

[27 ] - 1572 / 1-97 / 98

équipes de deuxième et troisième division. Le largechamp d'application de l'interdiction judiciaire destade est cela dit adouci par le caractère facultatif dela peine accessoire.

Cette disposition évite que seuls les fauteurs detrouble « légers» (par exemple, avoir incité à porterdes coups et blessures, en contravention à l'arti-cle 23) se voient interdire le stade, tandis que celuiqui aurait commis des faits tellement graves que leprocureur décida de les poursuivre pénalement (parexemple, avoir porté lui-même des coups et blessu-res) n'encourrait pas une telle sanction.

L'interdiction de stade judiciaire, en tant que pei-ne accessoire, a un caractère général, c'est-à-direqu'elle est applicable à toute infraction commise dansle contexte du football, soit comme subdivision ducode pénal, soit comme subdivision d'une loi pénaleparticulière, en ce compris la présente loi. A titred'exemples de telles infractions, on peut citer: ledélit de l'article 38 de la présente loi ou une contra-vention mentionnée à l'article 552, 5°, du Code pénal.

De plus, les interdictions de stade judiciaires nefont pas partie de la possibilité prévue dans l'arti-cle 45 de communication d'information à la fédéra-tion sportive coordinatrice. Les interdictions de stadejudiciaires sont, en tant que peines, rassemblées àpart dans le casier judiciaire central.

Art.42

Compte tenu de l'article 100 du Code pénal, cettedisposition prévoit l'application du Livre I, Chapi-tre VII et article 85 du Code pénal à la présente loi,c'est-à-dire la réglementation relative à la participa-tion punissable et les circonstances atténuantes.

TITRE IV

Dispositions finales

Art.43

La possibilité de communication d'informationspolicières dépersonnalisées est élargie mais n'est ac-cordée qu'aux organisateurs et au conseil local con-sultatifpour la sécurité des matches de football (dansl'optique des réunions préparatoires précédant lesmatches de football).

Il a été choisi de placer cette disposition dans laprésente loi et non de modifier l'article 39 de la loi surla fonction de police afin de bien marquer que cettedisposition constitue une lex specialis par rapport aurégime général.

Page 28: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

Krachtens de regeling in het eerste lid kunnenonder andere als mededeelbare bestuurlijke infor-matie worden beschouwd: het feit dat een «hardekern » zich aan het verplaatsen is met een bepaaldebedoeling, de feiten die dreigen te worden gepleegddoor een groep van personen, ... De bestuurlijkeinformatie kan dus ook operationele politie-informa-tie bevatten.

Het tweede lid sanctioneert het mededelen vandeze informatie aan derden met de straffen, bepaaldin artikel 458 van het Strafwetboek (met betrekkingtot het beroepsgeheim). Onder het begrip derdenworden onder meer de overige clubs begrepen. Daar-entegen kan de informatie, medegedeeld aan eenorganisator, intern worden verspreid (bij de veilig-heidsverantwoordelijke, ... ), alsook binnen de lokaleadviesraad.

Art.44

Dit artikel voert een stadionverbod in ten titel vanveiligheidsmaatregel, ten opzichte van elke persoondie het voorwerp uitmaakt van een proces-verbaalvoor feiten, bedoeld in de artikelen 20 tot en met 23van deze wet, of voor elke strafrechtelijke inbreukbegaan in een stadion. De doelstelling is te vermijdendat een overtreder verder stadions kan bezoeken inafwachting dat de ambtenaar bedoeld in artike126 ofdat de strafrechter een beslissing genomen hebben,wat meerdere maanden in beslag kan nemen. Het isdan ook de bedoeling om te vermijden dat overtre-ders met buitenlandse woon- of verblijfplaats kun-nen ontsnappen aan elke vervolging, en geen enkelgevolg geven aan de hen gedane kennisgevingen.

Om evenwel misbruiken te vermijden, of om tevermijden dat een persoon gesanctioneerd wordthoewel hij voor de ambtenaar of de strafrechter eenberoep kan doen op verzachtende omstandigheden,wordt de duur van deze maatregel beperkt tot driemaand. Dit komt ook tegemoet aan de zorg van debehandeling van de zaak binnen een redelijke ter-mijn. Het ligt voor de hand dat de maatregelophoudtvan zodra de ambtenaar ofde rechter uitspraak heeftgedaan, welke die beslissing ook is.

De betrokkene moet gehoord worden op het ogen-blik van de verbalisering, om te vermijden dat er een«quasi-straf » opgelegd wordt aan een persoon diemisschien valabele argumenten heeft om zijn gedragte verantwoorden.

Art.45

Teneinde het respecteren van de administratievestadionverbod op efficiënte wijze te kunnen controle-ren, kan een (of'meerdere) door de Koning aangedui-de ambtenaar (of ambtenaren) aan de overkoepelen-de sportbond de gegevens meedelen, die moetentoelaten om de uitgesloten personen te identificeren;het past hierbij zich te beperken tot de gegevens die

[28 ]

En vertu de la réglementation de l'alinéa premier,peuvent être considérée entre autres comme infor-mation administrative communicable: le fait qu'un«noyau dur» se déplace avec certaines intentions,les faits qui risquent d'être commis par un groupe depersonnes, ... L'information administrative peutdonc aussi contenir de l'information policière opéra-tionnelle.

L'alinéa 2 sanctionne des peines précisées dansl'article 458 du Code pénal (c'est-à-dire en ce quiconcerne le secret professionnel) la communicationde ces informations aux tiers. Par la notion de tiers,on comprend entre autres les autres clubs de football.En revanche l'information communiquée à un orga-nisateur peut être diffusée de manière interne(auprès du responsable de la sécurité, ... ), ainsi qu'àl'intérieur du conseil local consultatif.

Art.44

Le présent article introduit une mesure d'exclu-sion des stades à titre de mesure de sûreté à l'égardde toute personne ayant fait l'objet d'un procès-ver-bal pour des faits visés aux articles 20 à 23 de laprésente loi, ou pour toute infraction pénale commisedans un stade. Le but est d'éviter qu'un contrevenantpuisse continuer à fréquenter les stades en attendantque le fonctionnaire visé à l'article 26 ou que le jugeaient pris une décision, ce qui peut prendre plusieursmois. Il s'agit aussi d'éviter que les contrevenantsdomiciliés ou résidant à l'étranger puissent échapperà toute poursuite en ne donnant aucune suite auxnotifications qui leur seraient faites.

Pour éviter cependant que des excès ne soientcommis ou qu'une personne soit sanctionnée alorsqu'elle pourrait se prévaloir devant le fonctionnaireou le juge de circonstances atténuantes qui lui vau-draient un sort favorable, la durée de cette mesure desûreté a été fixée à trois mois. Cela rencontre aussi lesouci du traitement de son cas dans un délai raison-nable. Il est évident que la mesure cesse dès que lefonctionnaire ou le juge s'est prononcé, quelle quesoit sa décision.

L'intéressé doit avoir été entendu au moment de laverbalisation, toujours pour éviter qu'une «quasi-peine » soit imposée à une personne qui aurait peut-être de très bons arguments à faire valoir pour expli-quer son attitude incriminée.

Art.45

Afin de pouvoir contrôler efficacement le respectdes interdictions administratives de stade, un (ouplusieurs) fonctionnaireis) désignéls) par le Roi peut(peuvent) communiquer à la fédération sportive coor-dinatrice les données permettant d'identifier les per-sonnes exclues; il convient à cet égard de se limiterstrictement aux données nécessaires pour leur iden-

Page 29: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

strikt nodig zijn voor hun identificatie. De betrokke-nen die in een centraal register als administratiefuitgesloten staan vermeld, zullen zich derhalve nietlanger toegangskaarten kunnen verschaffen.

Zonder deze bepaling zouden enkel de politiedien-sten, door een punctuele controle, kunnen verifiërenof de personen die zich begeven naar het stadion niethet voorwerp uitmaken van een administratief sta-dionverbod.

De Vice-Eerste Minister enMinister van Binnenlandse Zaken,

L. TOBBACK

Le ministre de la Justice,

T. VAN PARYS

[29 ] - 1572 / 1-97 / 98

tification. Identifiés dans un registre central commeinterdits administratrivement de stade, les intéres-sés ne pourront dès lors plus se procurer de billets.

A défaut de cette disposition, seuls les services depolice pourraient, par un contrôle ponctuel, vérifiersi les personnes se rendant au stade ne font pasl'objet d'une mesure d'interdiction administrative destade.

Le Vice-Premier Ministre etMinistre de l'Intérieur,

L. TOBBACK

Le ministre de la Justice,

T. VAN PARYS

Page 30: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572Il - 97 / 98

VOORONTWERP VAN WET

voorgelegd aan het advies van de Raad van State

Voorontwerp van wet betreffende de veiligheidbij voetbalwedstrijden

Artikell

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in arti-kel 78 van de Grondwet.

DEELI

Verplichtingen van organisatoren en overkoepelendesportbond

HOOFDSTUKI

Algemene bepalingen

Art.2

§ 1. Onverminderd de door of krachtens de wet naderbepaalde maatregelen te treffen door de organisator vaneen voetbalwedstrijd en onverminderd de door de bevoegdeoverheden genomen maatregelen, rust op de organisatorvan elke voetbalwedstrijd de plicht om alle mogelijke voor-zorgsmaatregelen te nemen om schade aan personen engoederen te voorkomen, daaronder begrepen alle mogelijkepraktische maatregelen tot voorkoming van wangedragdoor de toeschouwers.

§ 2. De draagwijdte van deze plicht kan blijken uitovereenkomsten die aangegaan worden tussen de organi-sator enerzijds en de hulpdiensten en de bestuurlijke enpolitiële overheden of diensten anderzijds.

Art.3

De organisator van elke voetbalwedstrijd maakt uitslui-tend gebruik van stadions of delen van stadions die aan dedoor de Koning bepaalde veiligheidsnormen voldoen.

HOOFDSTUK II

Definities

Art.4

§ 1. Voor de toepassing van deze wet, wordt begrepenonder

10 nationale voetbalwedstrijd: de variant van het voet-balspel dewelke met twee ploegen van elf mannelijke spe-lers op een grasveld of op een kunstgrasveld wordt ge-speeld, met uitzondering van deze wedstrijden die bedoeldzijn voor een bepaalde leeftijdscategorie;

[ 30 ]

AVANT-PROJET DE LOI

soumis à l'avis du Conseil d'Etat

Avant-projet de loi relative à la sécurité lorsdes matches de football

Article lec

La présente loi règle une matière visée à l'article 78 de laConstitution.

TITRE PREMIER

Obligations des organisateurs et de la fédération sportivecoordinatrice

CHAPITRE r-

Dispositions générales

Art.2

§ 1'". Sans préjudice d'autres mesures fixées par ou envertu de la loi auxquelles l'organisateur d'un match defootball doit pourvoir et sans préjudice des mesures prisespar les autorités compétentes, l'organisateur de tout matchde football a l'obligation de prendre toutes les mesures deprécaution possibles pour prévenir les atteintes aux per-sonnes et aux biens, en ce compris toutes les dispositionsconcrètes pour prévenir les débordements commis par lesspectateurs.

§ 2. La portée de cette obligation peut ressortir de con-ventions conclues entre d'une part l'organisateur, etd'autre part les services de secours et les autorités ouservices administratifs et policiers.

Art.3

L'organisateur de tout match de football n'utilise que lesstades ou parties de stades qui satisfont aux normes desécurité fixées par le Roi.

CHAPITRE II

Définitions

Art.4

§ 1'". Pour l'application de la présente loi, sont con-sidérées comme

10 match national de football: la variante du footballqui est jouée sur du gazon ou une pelouse artificielle pardeux équipes de onze joueurs de sexe masculin, à l'exclu-sion des matches qui sont destinés à une catégorie d'âgedéterminée;

Page 31: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

2° internationale voetbalwedstrijd: de variant van hetvoetbalspel dewelke met twee ploegen van elf mannelijkespelers op een grasveld of op een kunstgrasveld wordtgespeeld waaraan ten minste één ploeg deelneemt die eenandere nationaliteit heeft dan de Belgische nationaliteit,met uitzondering van deze wedstrijden die bedoeld zijnvoor een bepaalde leeftijdscategorie;

3° organisator: de natuurlijke persoon of rechtsper-soon die een nationale voetbalwedstrijd of een internatio-nale voetbalwedstrijd organiseert of laat organiseren;

4° steward: een natuurlijke persoon, aangeworvendoor de organisator krachtens artikel 7 van deze wet om detoeschouwers te ontvangen en te begeleiden bij een natio-nale voetbalwedstrijd of internationale voetbalwedstrijd,teneinde het goede verloop van de wedstrijd met het oog opde veiligheid van de toeschouwers te waarborgen;

5° speelveld: de afgebakende ruimte waarop de deelne-mers zich bewegen gedurende een wedstrijd, gedefinieerdonder lOaf 2° van deze paragraaf;

6° stadion: elke plaats waar een wedstrijd in de zin van1° of 2° van deze paragraaf zich afspeelt, voor zover deruimte waar de wedstrijd zich afspeelt grenst aan tenminste een tribune;

7° tribune: plaats, grenzend aan het speelveld, die zit-of staanplaatsen omvat, voor zover deze ruimte samenge-steld is uit rijen of een of meerdere onbeweegbare elemen-ten bevat.

§ 2. Met het begrip nationale voetbalwedstrijd in deartikelen 5 tot en met 42 van deze wet wordt evenwelbedoeld de voetbalwedstrijd als gedefinieerd in § 1, 1°, vandit artikel waaraan minstens een club uit een van de tweehoogste nationale afdelingen deelneemt.

HOOFDSTUK III

Bijzondere verplichtingen van de organisatoren

Art.5

De organisatoren van een nationale voetbalwedstrijd ende organisatoren van een internationale voetbalwedstrijdzijn gehouden om met betrekking tot hun verplichtingen inde loop van de maand juni van elk jaar overeenkomstenaan te gaan met de hulpdiensten en de bestuurlijke enpolitiële overheden of diensten.

Art.6

Voor de coördinatie en de leiding van het veiligheidsbe-leid duiden de organisatoren van een voetbalwedstrijd ofvan een internationale voetbalwedstrijd een behoorlijk ge-mandateerde veiligheidsverantwoordelijke aan.

Art.7

De organisatoren van een voetbalwedstrijd of van eeninternationale voetbalwedstrijd stellen stewards aan.

Art.8

De Koning bepaalt het minimum aantal stewards enhun hiërarchische structuur, de bevoegdheden en taken

[ 31 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

2° match international de football: la variante du foot-ball qui est jouée sur du gazon ou une pelouse artificiellepar deux équipes de onze joueurs de sexe masculin, àlaquelle participe au moins une équipe d'une nationalitéautre que belge, à l'exclusion des matches qui sont destinésà une catégorie d'âge déterminée;

3° organisateur: la personne physique ou morale quiorganise ou fait organiser un match national de football ouun match international de football;

4° steward: une personne physique engagée par l'orga-nisateur en vertu de l'article 7 de la présente loi pouraccueillir et assister les spectateurs lors d'un match natio-nal de football ou d'un match international de football, afind'assurer le bon déroulement de la rencontre pour la sécu-rité des spectateurs;

5° terrain de jeu: l'aire délimitée sur laquelle évoluentles participants pendant un match défini aux points 1° ou2° du présent paragraphe;

6° stade: tout lieu où se déroule un match au sens despoints 1° ou 2° du présent paragraphe, pour autant quel'aire où se déroule la compétition soit jouxtée d'au moinsune tribune;

7° tribune: espace jouxtant le terrain de jeu, compor-tant des places assises ou debout, pour autant que cetespace se compose de gradins ou comporte un ou plusieurséléments immobiliers.

§ 2. Ne sont cependant visés sous le concept de matchnational de football, dans les articles 5 à 42 de la présenteloi, que les matches de football définis au § lee, 1°, duprésent article auxquels participe au moins un club évo-luant dans une des deux divisions nationales supérieures.

CHAPITRE III

Obligations particulières des organisateurs

Art.5

Les organisateurs d'un match national de football et lesorganisateurs d'un match international de football sontobligés de conclure une convention relative à leurs obliga-tions dans le courant du mois de juin de chaque année avecles services de secours et les autorités ou services adminis-tratifs et policiers.

Art.6

Pour la coordination et la direction de la politique desécurité, les organisateurs d'un match de football ou d'unmatch international de football désignent un responsablede la sécurité dûment mandaté.

Art.7

Les organisateurs d'un match de football ou d'un matchinternational de football désignent des stewards.

Art.8

Le Roi détermine le nombre minimum de stewards etleur structure hiérarchique, les compétences et les tâches

Page 32: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

van de veiligheidsverantwoordelijken, alsmede de minima-le voorwaarden van opleiding en accreditering waaraanstewards en veiligheidsverantwoordelijken moeten vol-doen.

Art.9

§ 1. De organisatoren die meerdere nationale voetbal-wedstrijden op hetzelfde speelveld organiseren, richteneen lokale adviesraad voor de veiligheid bij voetbalwed-strijden op.

§ 2. De Koning bepaalt de taken, de samenstelling ende overige werkingsregels van deze lokale adviesraad.

Art.lO

§ 1. De organisatoren van een nationale voetbalwed-strijd of van een internationale voetbalwedstrijd nementen minste de volgende maatregelen:

- het onderwerpen van alle toeschouwers aan een re-glement van inwendige orde dat alle voorgeschreven enverboden handelingen en gedragingen opsomt en aangeeftwelk gevolg aan de niet-naleving ervan zal worden gege-ven;

- het opnemen van een regeling van burgerrechtelijkeuitsluiting, en een regeling inzake afgifte van voorwerpenin het reglement van inwendige orde;

- maatregelen van actieve en passieve veiligheid diede veiligheid van het publiek en de interventiedienstenbeogen door de beheersing van de beweging van toeschou-wers, de scheiding van rivaliserende toeschouwers, en deconcrete tenuitvoerlegging van het reglement van inwendi-ge orde;

- het ticketbeheer, waaronder in ieder geval begrepenis : het aanmaken van de toegangsbewijzen, de distributieervan, de toegangscontrole en de controle op de geldigheiden op de regelmatige detentie van de toegangsbewijzen;

- het installeren van bewakingscamera's in de geval-len en volgens de modaliteiten die de Koning bepaalt.

§ 2. De Koning kan aanvullende concrete beschikkin-gen bepalen teneinde de veiligheid van de toeschouwers enhet vredig verloop van de wedstrijd te garanderen.

Art.11

De organisatoren van een voetbalwedstrijd of van eeninternationale voetbalwedstrijd controleren de nalevingvan hun reglement van inwendige orde.

HOOFDSTUK IV

Bijzondere verplichtingen voor de overkoepelendesportbond

Art.12

Naast het nemen van de nodige maatregelen wanneerhij zelf als organisator van een voetbalwedstrijd of interna-tionale voetbalwedstrijd optreedt, is met betrekking tot de

[ 32 ]

des responsables de la sécurité, ainsi que les conditionsminimales de formation et d'accréditation auxquelles lesuns et les autres doivent satisfaire.

Art.9

§ 1'". Les organisateurs qui organisent plusieurs mat-ches nationaux de football sur le même terrain de jeuinstituent un conseil consultatif local pour la sécurité desmatches de football.

§ 2. Le Roi précise les tâches, la composition et lesautres règles de fonctionnement de ce conseil consultatiflocal.

Art.lO

§ 1'". Les organisateurs d'un match national de footballou d'un match international de football prendront aumoins les dispositions suivantes:

- soumettre tous les spectateurs à un règlement d'or-dre intérieur qui reprend tous les actes et comportementsprescrits et interdits, et indique quelle suite sera réservéeà leur non-observation;

- prendre une réglementation d'exclusion civile, etune réglementation relative à la remise des objets dans lerèglement d'ordre intérieur;

- des mesures de sécurité active et passive visant àgarantir la sécurité du public et des services d'interventionpar la gestion des flux de spectateurs, la séparation desspectateurs rivaux, et la mise en œuvre concrète du régle-ment d'ordre intérieur;

- la gestion des billets, ce qui comprend en tout cas: laconfection des titres d'accès, leur distribution, le contrôled'accès et le contrôle de la validité et de la détentionrégulière des titres d'accès;

- installer de caméras de surveillance dans les cas etselon les modalités arrêtées par le Roi.

§ 2. Le Roi peut arrêter des dispositions concrètes addi-tionnelles en vue de garantir la sécurité des spectateurs etle déroulement paisible du match.

Art.11

Les organisateurs d'un match de football ou d'un matchinternational de football contrôlent le respect de leur règle-ment d'ordre intérieur.

CHAPITRE IV

Obligations particulières incombant à la fédérationsportive coordinatrice

Art.12

En plus des mesures nécessaires qu'elle doit prendrelorsqu'elle s'érige elle-même en organisatrice d'un matchde football ou d'un match international de football, la

Page 33: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

maatregelen bepaald in Deel I, Hoofdstuk II van deze wet,de overkoepelende sportbond belast met:

- de coördinatie van deze maatregelen;- het ontwikkelen van initiatieven en het ter beschik-

king stellen van middelen voor de uniformisering ervan;- de actieve deelname aan de uitvoering ervan voor

zover zij zonder die centrale maatregelen niet of niet op eenuniforme wijze zouden kunnen worden verwezenlijkt.

HOOFDSTUKV

Taken en bevoegdheden van de stewards

Art.13

Bij het uitoefenen van hun taken en bevoegdheden tre-den de stewards op in de zone begrensd door de buitenom-heining van het stadion.

Art.14

§ 1. De stewards kunnen de toeschouwers van hetzelfdegeslacht verzoeken zich vrijwillig aan een oppervlakkigecontrole van kledij en bagage te onderwerpen, teneindevoorwerpen te detecteren waarvan het binnenbrengen inhet stadion het verloop van de wedstrijd kan verstoren.

§ 2. De stewards kunnen de afgifte van deze voorwer-pen verzoeken.

§ 3. Een ieder die zich tegen deze controle of afgifteverzet of er niet in toestemt, kan door de steward detoegang tot het stadion worden ontzegd.

Art.15

§ 1. De stewards nemen deel aan de controle op denaleving van het reglement van inwendige orde.

§ 2. Zij inspecteren de inrichtingen voor en na de wed-strijd; elke tekortkoming aan de voorziene veiligheids-maatregelen wordt onmiddellijk gemeld aan de veilig-heidsverantwoordelijke om dit terstond te verhelpen.

§ 3. De stewards zien erop toe dat via toegangs- enevacuatiewegen een vlotte doorgang mogelijk is naar uit-gangen en parkings.

§ 4. De stewards staan in voor het onthaal van de toe-schouwers en begeleiden hen naar hun plaatsen; ze zienerop toe dat het publiek zich geen toegang verschaft tot dehen verboden zones.

§ 5. Indien nodig, vergezellen de stewards de scheids-rechters, lijnrechters en spelers tussen de kleedkamers enhet veld.

Art.16

§ 1. De stewards verstrekken aan het publiek alle nut-tige informatie met betrekking tot de organisatie, de infra-structuur en de hulpdiensten.

§ 2. Ze delen aan de hulp- en veiligheidsdiensten elkeinformatie mee betreffende het publiek die de orde kanverstoren.

[ 33 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

fédération sportive coordinatrice est chargée, en ce quiconcerne les mesures précisées au Titre I'", Chapitre II dela présente loi:

- de la coordination de ces mesures;- du développement des initiatives et de la mise à

disposition de moyens pour l'uniformisation de celles-ci;- de la participation active à l'application de ces initia-

tives pour autant que, sans ces mesures centrales, elles nepourraient pas être réalisées, ou ne pourraient l'être demanière uniforme.

CHAPITRE V

Tâches et compétences des stewards

Art.13

Lors de l'exercice de leurs tâches et de leurs compéten-ces, les stewards interviennent dans la zone délimitée parl'enceinte extérieure du stade.

Art.14

§ t-. Les stewards peuvent inviter les spectateurs dumême sexe qu'eux à se soumettre volontairement à uncontrôle superficiel de leurs vêtements et bagages, afin dedétecter la présence d'objets dont l'introduction dans lestade peut perturber le déroulement du match.

§ 2. Les stewards peuvent requérir la remise de cesobjets.

§ 3. L'accès au stade pourra être refusé par le steward àquiconque s'oppose à ce contrôle ou cette remise, ou refusede s'y soumettre.

Art.15

§ 1'". Les stewards participent au contrôle du respectdu règlement d'ordre intérieur.

§ 2. Ils se livrent à l'inspection des installations, avantet après le match; tout manquement aux mesures de sécu-rité prévues est immédiatement signalé au responsable dela sécurité afin qu'il y soit remédié sur le champ.

§ 3. Les stewards veillent à ce que les voies d'accès etd'évacuation garantissent un accès fluide aux issues et auxparkings.

§ 4. Les stewards assurent l'accueil des spectateurs etleur accompagnement vers leurs places; ils veillent à ce quele public ne pénètre pas dans les zones qui ne lui sont pasaccessibles.

§ 5. Au besoin, les stewards accompagnent les arbitres,juges de ligne et joueurs entre les vestiaires et le terrain deJeu.

Art.16

§ 1'". Les stewards délivrent au public toutes les infor-mations utiles relatives à l'organisation, aux infrastructu-res et aux services de secours.

§ 2. Ils communiquent aux services d'ordre et de sécuri-té toute information utile, concernant le public, susceptiblede troubler l'ordre.

Page 34: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

Art.17

§ 1. De stewards treden op in elke situatie die een snelingrijpen vergt.

§ 2. Ze treden preventief op in elke situatie die de ordekan verstoren.

HOOFDSTUK VI

Sancties

Art.18

Overeenkomstig de procedure voorzien in Deel III vandeze wet kan een administratieve geldboete van twintigduizend frank tot tien miljoen frank worden opgelegd aande organisator van een nationale voetbalwedstrijd of inter-nationale voetbalwedstrijd die de verplichtingen voorge-schreven door ofkrachtens Deel I van deze wet niet naleeft.

DEEL II

Feiten die het verloop van de voetbalwedstrijd of van deinternationale voetbalwedstrijd kunnen verstoren

Art.19

Het huidige deel is van toepassing gedurende de ganseperiode tijdens dewelke het stadion, waarin een nationalevoetbalwedstrijd of een internationale voetbalwedstrijdplaatsvindt, toegankelijk is voor de toeschouwers.

Art.20

Een ieder die zonder gerechtvaardigde reden een ofmeerdere voorwerpen gooit of schiet van ofnaar het speel-veld of de zone die het speelveld omringt, daaronder begre-pen de tribunes, kan een of meerdere sancties oplopen alsvoorzien in artikel 24 van deze wet.

Art.21

§ 1. Een ieder die het stadion onrechtmatig betreedt,kan een of meerdere sancties oplopen als voorzien in arti-kel 24 van deze wet.

§ 2. Als onrechtmatig betreden worden beschouwd:1° het betreden van het stadion in overtreding van een

administratief of gerechtelijk stadionverbod;2° het betreden van bepaalde zones van het stadion

zonder in het bezit te zijn van een geldig toegangsbewijsvoor deze zone, behoudens wettelijk voorschrift, overheids-bevel of een andere uitdrukkelijke en voorafgaande toela-ting waaruit het geoorloofd karakter blijkt van de betre-ding;

3° het betreden van het stadion zonder de gevraagdeoppervlakkige controle of afgifte, voorzien in artikel14, § 1en § 2, van deze wet te hebben ondergaan.

[ 34 ]

Art.17

§ 1'". Les stewards interviennent dans toute situationnécessitant une action rapide.

§ 2. Ils interviennent à titre préventif dans toute situa-tion qui peut troubler l'ordre.

CHAPITRE VI

Sanctions

Art.18

Conformément à la procédure prévue au Titre III de laprésente loi, une amende administrative de vingt millefrancs à dix millions de francs peut être infligée à l'organi-sateur d'un match national de football ou d'un match inter-national de football qui ne respecte pas les obligationsprescrites par ou en vertu du Titre Iecde la présente loi.

TITRE II

Faits qui peuvent troubler le déroulement du match defootball ou du match international de football

Art.19

Le présent titre est d'application pendant toute la pério-de pendant laquelle le stade où se déroule un match natio-nal de football ou un match international de football estaccessible aux spectateurs.

Art.20

Pourra encourir une ou plusieurs sanctions prévues àl'article 24 de la présente loi quiconque jette ou projettesans motiflégitime un ou plusieurs objets vers ou depuis leterrain de jeu ou la zone qui entoure le terrain de jeu, en cecompris les tribunes.

Art.21

§ 1'", Pourra encourir une ou plusieurs sanctionsprévues à l'article 24 de la présente loi quiconque pénètreirrégulièrement dans le stade.

§ 2. Sont considérés comme pénétration irrégulière:1° pénétrer dans le stade en contravention à une inter-

diction de stade administrative ou judiciaire;2° pénétrer dans certaines zones du stade sans être en

possession d'un titre d'accès valable pour cette zone, saufdisposition légale, ordre de l'autorité ou autre permissionexpresse et préalable faisant apparaître la licéité;

3° pénétrer dans le stade en ayant refusé de se soumet-tre au contrôle superficiel ou à la remise prévus à l'arti-cle 14, § 1er et § 2, de la présente loi.

Page 35: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

Art.22

§ 1. Behoudens wettelijk voorschrift, overheidsbevel ofeen andere uitdrukkelijke en voorafgaande toelating ofgerechtvaardigde reden waaruit het geoorloofd karakterblijkt, kan een ieder die zich bevindt in plaatsen die voorhet publiek niet toegankelijk zijn, een ofmeerdere sanctiesoplopen als voorzien in artikel 24 van deze wet.

§ 2. Als plaatsen die voor het publiek niet toegankelijkzijn worden beschouwd:

1° het speelveld en de aansluitende zones dewelke zijnafgescheiden van het publiek;

2° de muren, omheiningen of andere middelen bestemdtot het scheiden van de toeschouwers;

3° de door de Koning als niet toegankelijk voor hetpubliek omschreven zones.

Art.23

Een ieder die, alleen of in groep, door zijn gedrag hetverloop van de nationale voetbalwedstrijd of van de inter-nationale voetbalwedstrijd verstoort door het aanzetten totslagen en verwondingen, haat of woede ten opzichte vaneen of meerdere personen die zich in het stadion bevinden,kan een of meerdere sancties oplopen als voorzien in arti-kel 24 van deze wet.

Art.24

Overeenkomstig de procedure voorzien in Deel III vandeze wet kan in geval van overtreding van de artikelen 20,21, 22 of 23 van deze wet een administratieve geldboetevan tienduizend tot tweehonderd duizend frank en eenadministratief stadionverbod voor een duur van driemaand tot vijfjaar worden opgelegd, of een van deze sanc-ties alleen.

DEEL III

Procedure betreffende de administratieve rechtsvordering

HOOFDSTUKI

Vaststelling van de feiten

Art.25

§ 1. De feiten zoals gesanctioneerd in de artikelen 18 en24 van deze wet worden bij proces-verbaal vastgesteld dooreen politieambtenaar. De feiten bedoeld in artikel 18 vandeze wet kunnen ook bij proces-verbaal worden vastgestelddoor een daartoe door de Koning aangewezen ambtenaar.

§ 2. Een afschrift van het proces-verbaal wordt terzelf-der tijd gestuurd aan volgende personen:

1° voor de feiten bedoeld in de artikelen 20,21,22 en 23van deze wet, de procureur des Konings;

2° de ambtenaar bedoeld in artikel26, § 1, van deze wet.

[ 35 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

Art.22

§ 1ec. Sauf disposition légale, ordre de l'autorité ouautre permission expresse et préalable ou motif légitimefaisant apparaître la licéité, pourra encourir une ou plu-sieurs sanctions prévues à l'article 24 de la présente loiquiconque se trouve dans un lieu inaccessible au public.

§ 2. Sont considérés comme lieux inaccessibles au pu-blic:

1° le terrain de jeu et les zones adjacentes qui sontséparées du public;

2° les murs, clôtures ou autres moyens destinés à sépa-rer les spectateurs;

3° les zones définies par le Roi comme étant inaccessi-bles au public.

Art.23

Pourra encourir une ou plusieurs sanctions prévues àl'article 24 de la présente loi quiconque, seul ou en groupe,trouble par son comportement le déroulement du matchnational de football ou du match international de football,en incitant à porter des coups et blessures, à la haine ou àl'emportement à l'égard d'une ou plusieurs personnes setrouvant dans le stade.

Art.24

Conformément à la procédure prévue au Titre III de laprésente loi, une amende administrative de dix millefrancs à deux cent mille francs et une interdiction de stadeadministrative pour une durée de trois mois à cinq ans ouune de ces deux sanctions peuvent être infligées en cas decontravention aux articles 20, 21, 22 et 23 de la présenteloi.

TITRE III

Procédure relative à l'action administrative

CHAPITRE r-

Constatation des faits

Art.25

§ 1'". Les faits sanctionnés par les articles 18 et 24 de laprésente loi sont constatés dans un procès-verbal par unfonctionnaire de police. Les faits visés par l'article 18 de laprésente loi peuvent également être constatés dans unprocès-verbal par un fonctionnaire désigné par le Roi.

§ 2. Une copie du procès-verbal est envoyée en mêmetemps aux personnes suivantes:

1° pour les faits visés aux articles 20, 21, 22 et 23 de laprésente loi, le procureur du Roi;

2° le fonctionnaire visé à l'article 26, § 1ec, de la présen-te loi.

Page 36: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572Il - 97 / 98

HOOFDSTUK II

Opleggen van sancties

Art.26

§ 1. De administratieve sanctie wordt door de door deKoning aangewezen ambtenaar opgelegd.

§ 2. Wanneer deze ambtenaar beslist dat er reden is omde administratieve procedure aan te vatten, deelt hij deovertreder door middel van een ter post aangetekendschrijven mee :

1° de feiten met betrekking tot dewelke de procedure isopgestart;

2° het feit dat de overtreder de gelegenheid heeft ombinnen de dertig dagen te rekenen van de datum vanaanbieding van het aangetekend schrijven zijn verweer-middelen uiteen te zetten bij ter post aangetekend schrij-ven, en dat hij het recht heeft om bij deze gelegenheid de in§ 1 van dit artikel bedoelde ambtenaar expliciet om eenmondelinge verdediging van zijn zaak te verzoeken;

3° het feit dat de overtreder het recht heeft om zich telaten bijstaan door een raadsman;

4° het feit dat de overtreder het recht heeft inzage tekrijgen in zijn dossier;

5° een afschrift van het in artikel 25, § 1, van deze wetbedoelde proces-verbaal, gevoegd in bijlage.

§ 3. De Koning bepaalt de modaliteiten krachtens de-welke de overtreder het recht heeft afschrift te verkrijgenvan zijn dossier.

§ 4. De in § 1bedoelde ambtenaar bepaalt desgevallendde dag waarop de betrokkene conform zijn verzoek krach-tens § 2, 3°, van dit artikel mondelinge verdediging vanzijn zaak wordt verleend.

Art.27

Na afloop van de termijn voorzien in artikel 26, § 2, 2°van deze wet, of in voorkomend geval na de schriftelijke ofmondelinge verdediging van de zaak door de overtreder ofzijn raadsman, kan de ambtenaar bedoeld in artikel 26,§ 1, van deze wet de overtreder een sanctie opleggen opbasis van de artikelen 18 of 24 van deze wet.

Art.28

§ 1. De beslissing tot het opleggen van een administra-tieve sanctie heeft uitvoerbare kracht na het verstrijkenvan een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dagvan aanbieding.

§ 2. Het hoger beroep schorst de uitvoerbaarheid vande beslissing.

Art.29

§ 1. De beslissing tot het opleggen van een administra-tieve sanctie wordt gemotiveerd. Zij bepaalt eveneens hetbedrag en/of de duur van de sanctie, en de bepalingen vanartikel31 van deze wet.

§ 2. De administratieve sanctie is proportioneel in func-tie van de zwaarte van de feiten die haar verantwoorden,en in functie van eventuele herhaling.

[ 36 ]

CHAPITRE II

Imposition de sanctions

Art.26

§ 1ec. La sanction administrative est imposée par Iefonctionnaire désigné par le Roi.

§ 2. Lorsque ce fonctionnaire décide qu'il y a lieu d'enta-mer la procédure administrative, il communique au contre-venant, par lettre recommandée à la poste:

1° les faits à propos desquels la procédure est entamée;

2° le fait que le contrevenant a la possibilité d'exposerpar écrit, par lettre recommandée à la poste, ses moyens dedéfense dans un délai de trente jours à compter du jour deprésentation de la lettre recommandée, et qu'il dispose àcette occasion du droit de demander explicitement au fonc-tionnaire visé au § 1er du présent article de présenter orale-ment sa défense;

3° le fait que le contrevenant a le droit de se faireassister d'un conseil;

4° le fait que le contrevenant a le droit d'obtenir laconsultation de son dossier;

5° une copie en annexe du procès-verbal visé à l'arti-cle 25, § 1ec, de la présente loi.

§ 3. Le Roi précise les modalités selon lesquelles lecontrevenant a le droit de recevoir une copie de son dossier.

§ 4. Le fonctionnaire visé au § 1er précise le cas échéantle jour où l'intéressé est invité à exposer oralement sadéfense, conformément à sa requête en vertu du § 2,3° duprésent article.

Art.27

A l'échéance du délai prévu à l'article 26, § 2, 2°, de laprésente loi ou, le cas échéant, après la défense écrite ouorale de l'affaire par le contrevenant ou son conseil, lefonctionnaire visé à l'article 26, § 1ec, de la présente loi peutimposer une sanction au contrevenant sur la base desarticles 18 ou 24 de la présente loi.

Art.28

§ 1ec. La décision d'imposer une sanction administrati-ve a force exécutoire à l'échéance du délai d'un mois àcompter du jour de sa présentation.

§ 2. L'exercice de l'appel suspend l'exécution de la déci-SIOn.

Art.29

§ 1ec. La décision d'imposer une sanction administrati-ve est motivée. Elle mentionne également le montant ou ladurée de la sanction, et les dispositions de l'article 31 de laprésente loi.

§ 2. La sanction administrative est proportionnée à lagravité des faits qui la motivent, et en fonction de l'éven-tuelle répétition.

Page 37: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

§ 3. Wanneer de administratieve sanctie wordt opge-legd aan een organisator, bepaalt de genomen beslissing determijn binnen dewelke moet worden verholpen aan devastgestelde inbreuken.

HOOFDSTUK III

Mededeling van de beslissing

Art.30

De beslissing wordt bij ter post aangetekende brief terkennis gebracht van de overtreder en, bij schending van deartikelen 20, 21, 22 of 23 van deze wet, van de procureurdes Konings.

HOOFDSTUK IV

Hoger Beroep

Art.31

§ 1. De overtreder die de beslissing van de in artikel26,§ 1, van deze wet bedoelde ambtenaar betwist tekent opstraffe van verval binnen een termijn van een maand vanafde mededeling van de beslissing, bij wege van verzoek-schrift beroep aan bij de politierechtbank.

§ 2. Geen hoger beroep staat open tegen de beslissingvan de politierechtbank.

§ 3. Onverminderd de bepalingen in § 1 en § 2 van ditartikel zijn de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboektoepasselijk op het beroep bij de politierechtbank en hetbuitengewoon hoger beroep.

HOOFDSTUKV

Verval

Art.32

De ambtenaar bedoeld in artikel 26, § 1, van deze wetkan geen administratieve sanctie opleggen na het verstrij-ken van een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de dagwaarop het feit werd gepleegd.

HOOFDSTUK VI

Uitzonderingsbepalingen

Art.33

Het huidige hoofdstuk is van toepassing wanneer feiten,bedoeld in artikel 24 van deze wet begaan worden door eenovertreder die in België geen woonplaats, noch hoofdver-blijf heeft.

[ 37 ] - 1572 / 1-97 / 98

§ 3. Lorsque la sanction administrative est imposée àun organisateur, la décision fixe le délai dans lequel il doitêtre remédié aux infractions constatées.

CHAPITRE III

Communication de la décision

Art.30

La décision est communiquée par lettre recommandée àla poste au contrevenant et, en cas de violation des arti-cles 20,21,22 ou 23 de la présente loi, au procureur du Roi.

CHAPITRE IV

Appel

Art.31

§ 1'". Le contrevenant qui conteste la décision du fonc-tionnaire visé à l'article 26, § 1ec, de la présente loi peutinterjeter appel par voie de requête près le tribunal depolice dans un délai d'un mois depuis la communication dela décision, à peine de déchéance.

§ 2. La décision du tribunal de police n'est pas soumiseà appel.

§ 3. Sans préjudice des dispositions prévues aux § 1er et§ 2 du présent article, les règles du Code judiciaire s'appli-quent à l'appel près le tribunal de police et aux voies derecours extraordinaires.

CHAPITRE V

Extinction

Art.32

Le fonctionnaire visé à l'article 26, § 1ec, de la présenteloi ne peut imposer de sanction administrative à l'échéanced'un délai de trois ans à compter du jour où le fait estcomrms.

CHAPITRE VI

Dispositions dérogatoires

Art.33

Le présent chapitre est d'application lorsque les faitsvisés par l'article 24 de la présente loi sont commis par uncontrevenant qui n'a en Belgique ni domicile ni résidenceprincipale.

Page 38: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

Art.34

§ 1. In geval van vaststelling van overtreding van deartikelen 20, 21, 22 of 23 van deze wet kan, met instem-ming van de overtreder, onmiddellijk een som van tienduizend frank geheven worden door de ambtenaar, bedoelddoor artikel 26, § 1, van deze wet.

§ 2. Het proces-verbaal met beslissing tot het opleggenvan de onmiddellijke heffing wordt door de betrokken amb-tenaar medegedeeld aan de procureur des Konings.

§ 3. De Koning bepaalt de modaliteiten van heffing enindexatie van de som.

§ 4. De onmiddellijke betaling van de som doet de mo-gelijkheid vervallen de overtreder voor het betreffende feiteen administratieve geldboete op te leggen.

De ambtenaar kan evenwel beslissen om ten aanzienvan de overtreder onmiddellijk een administratief stadion-verbod op te leggen, voorzien bij artikel 24 van deze wet.Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegen-staande hoger beroep.

§ 5. De onmiddellijke heffing van de som verhindertevenwel niet dat de procureur des Konings tot strafrechte-lijke vervolging kan overgaan. In voorkomend geval ver-mindert de strafrechter evenwel het bedrag van de opge-legde geldboete met het bedrag van de reeds krachtens § 1van dit artikel betaalde som.

HOOFDSTUK VII

Bijzondere bepalingen

Art.35

§ 1. Bij overtredingvan de artikelen 20, 21, 22 of23 vandeze wet beschikt de procureur des Konings over een ter-mijn van een maand, te rekenen van de de dag van ont-vangst van het afschrift van het proces-verbaal om deambtenaar bedoeld in artikel 26, § 1 van deze wet in telichten dat tot strafrechtelijke vervolging werd overge-gaan, of dat een opsporingsonderzoek of een gerechtelijkonderzoek werd opgestart.

§ 2. De in vorige paragraaf vermelde mededeling doorde procureur des Konings, doet de mogelijkheid vervallenvoor de in artikel26, § 1, van deze wet bedoelde ambtenaarom een administratieve sanctie op te leggen op basis vanartikel 24 van deze wet.

§ 3. Wanneer het proces-verbaal wordt medegedeeldaan de procureur des Konings conform artikel 25, § 2, 1°van deze wet, kan de ambtenaar bedoeld in artikel26, § 1,van deze wet zo hij besliste om met betrekking tot een feiteen administratieve procedure op te starten geen admini-stratieve sanctie opleggen tot het ogenblik waarop de ter-mijn, bepaald in § 1 van dit artikel, verstrijkt, behoudensvoorafgaande mededeling door de procureur des Koningsdat deze geen gevolg aan het feit wenst te hechten.

Art.36

De mogelijkheid tot het instellen van de strafvorderingdoor de procureur des Konings voor feiten dewelke sanctio-neerbaar zijn op basis van artikel 24 van deze wet vervaltindien geen inlichting gebeurde in de zin van artikel 35,§ 1, van deze wet bij het verstrijken van de hiervoor bepaal-de termijn van een maand.

[ 38 ]

Art.34

§ 1ec. Lorsqu'une contravention aux articles 20, 21, 22ou 23 de la présente loi est constatée, une somme de dixmille francs peut être immédiatement perçue, avec l'accorddu contrevenant, par le fonctionnaire visé à l'article 26,§ 1ec, de la présente loi.

§ 2. Le procès-verbal contenant la décision d'imposer laperception immédiate est communiquée au procureur duRoi par le fonctionnaire concerné.

§ 3. Le Roi détermine les modalités de perception etd'indexation de la somme.

§ 4. Le paiement immédiat de la somme éteint la possi-bilité d'infliger au contrevenant une amende administrati-ve pour le fait visé.

Le fonctionnaire peut cependant décider d'imposer im-médiatement l'interdiction de stade administrative prévueà l'article 24 de la présente loi à l'égard du contrevenant.Cette décision est exécutoire par provision nonobstant ap-pel.

§ 5. La perception immédiate de la somme n'empêchecependant pas le procureur du Roi d'engager des poursui-tes pénales. Le cas échéant, le juge pénal diminue néan-moins le montant de l'amende imposée du montant de lasomme déjà payée en vertu de § 1er du présent article.

CHAPITRE VII

Dispositions particulières

Art.35

§ 1ec. En cas de contravention aux articles 20, 21, 22 ou23 de la présente loi, le procureur du Roi dispose d'un délaid'un mois à compter du jour de la réception de la copie duprocès-verbal pour informer le fonctionnaire visé à l'arti-cle 26, § 1ec, de la présente loi que des poursuites pénalesont été engagées, ou qu'une information ou une instructionjudiciaire ont été entamées.

§ 2. La communication par le procureur du Roi, visée auparagraphe précédent éteint la possibilité pour le fonction-naire visé à l'article 26, § 1ec, de la présente loi d'imposerune sanction administrative sur la base de l'article 24 de laprésente loi.

§ 3. Lorsque le procès-verbal est communiqué au procu-reur du Roi, conformément à l'article 25, § 2, 1°, de laprésente loi, le fonctionnaire visé à l'article 26, § 1ec, de laprésente loi qui décide d'engager une procédure adminis-trative relative à un fait, ne peut imposer de sanctionadministrative avant le moment où le délai visé au § 1er duprésent article arrive à échéance, sauf communicationpréalable par le procureur du Roi que celui-ci ne désire pasréserver de suite au fait.

Art.36

La possibilité pour le procureur du Roi d'engager laprocédure pénale pour les faits visés par l'article 24 de laprésente loi s'éteint si aucune information au sens del'article 35, § 1ec, de la présente loi n'a eu lieu à l'échéancedu délai d'un mois susmentionné.

Page 39: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

Art.37

De vaststelling van meerdere samengaande inbreukenop de artikelen 20, 21, 22 of 23 zal het voorwerp uitmakenvan een enkele geldboete, dewelke proportioneel is in func-tie van de zwaarte van het geheel van de feiten.

DEELIV

Misdrijven

HOOFDSTUKI

Misdrijven betreffendede onrechtmatige verdeling van toegangsbewijzen

Art.38

Wordt gestraft met een gevangenisstraf van zes maandtot drie jaar en een geldboete van tweehonderd frank tottwintig duizend frank, of met een van deze straffen alleen,het verdelen of verkopen van geldige toegangsbewijzenvoor een voetbalwedstrijd, hetzij in overtreding van hetuitgiftesysteem ingesteld volgens de door ofkrachtens dezewet bepaalde toepassingsvoorwaarden; hetzij zonder uit-drukkelijke en voorafgaande toelating van de organisator,met de bedoeling hierdoor het verloop van de nationale ofinternationale voetbalwedstrijd te verstoren of met eenwinstoogmerk.

Art.39

De poging tot het misdrijf voorzien in artikel38 van dezewet is strafbaar met een gevangenisstraf van 6 maand tottwee jaar en een geldboete van tweehonderd frank tot tienduizend frank, of met een van deze straffen alleen.

HOOFDSTUK II

Bijzondere bepalingen

Art.40

In geval van een veroordeling wegens overtreding vande artikelen 38 of 39 van deze wet wordt de bijzondereverbeurdverklaring van de toegangsbewijzen voor een na-tionale of internationale voetbalwedstrijd steeds uitge-sproken, zelfs indien de toegangsbewijzen geen eigendomzijn van de veroordeelde.

Art.41

§ 1. In geval van een veroordeling wegens overtredingvan de artikelen 38 of 39 van deze wet kan een gerechtelijkstadionverbod voor een duur van drie maand tot tien jaarworden uitgesproken.

§ 2. Het gerechtelijk stadionverbod kan een aanmel-dingsplicht impliceren waarvan de modaliteiten door derechter worden bepaald.

[ 39 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

Art.37

La constatation de plusieurs contraventions, concomi-tantes, aux articles 20, 21, 22 ou 23 de la présente loi feral'objet d'une amende unique proportionnée à la gravité del'ensemble des faits.

TITRE IV

Infractions

CHAPITRE r-

Infractions relativesà la distribution irrégulière de titres d'accès

Art.38

Est puni d'une peine d'emprisonnement de six mois àtrois ans et d'une amende de deux cents à vingt millefrancs, ou d'une de ces deux peines, le fait de distribuer oude vendre des titres valables d'accès à un match de football,soit en contravention au système d'émission établi selonles conditions d'application définies par ou en vertu de laprésente loi, soit sans en avoir reçu l'autorisation expresseet préalable de l'organisateur, lorsque cela se fait avecl'intention de troubler le déroulement du match nationalou international de football ou dans un but lucratif.

Art.39

La tentative du délit prévu à l'article 38 de la présenteloi est punissable d'une peine d'emprisonnement de sixmois à deux ans et d'une amende de deux cents à dix millefrancs ou d'une de ces deux peines.

CHAPITRE II

Dispositions particulières

Art.40

Dans le cas d'une condamnation pour contravention auxarticles 38 ou 39 de la présente loi, la confiscation particu-lière des titres d'accès à un match national ou internatio-nal de football est toujours prononcée, même s'ils ne sontpas la propriété du condamné.

Art.41

§ 1'". Dans le cas d'une condamnation pour contraven-tion aux articles 38 ou 39 de la présente loi, une interdic-tion de stade judiciaire pour une durée de trois mois à dixans peut être prononcée.

§ 2. L'interdiction de stade judiciaire peut entraînerune obligation de se présenter selon les modalités préciséespar le juge.

Page 40: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

Art.42

De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, hoofd-stuk VII en artikel 85 niet uitgezonderd, zijn toepasselijkop de bij deze wet voorziene misdrijven.

DEEL V

Slotbepalingen

Art.43

§ 1. Kunnen worden medegedeeld aan een organisatoren aan de lokale adviesraad van deze organisator, uitslui-tend in het geval dat dit nodig is voor de uitoefening vanhun verplichtingen: de bestuurlijke inlichtingen die depolitiediensten inwinnen en de bestuurlijke documentatiedie zij bijhouden met betrekking tot de gebeurtenissen ofde groeperingen die een concreet belang vertonen voor deuitoefening van hun opdrachten van bestuurlijke politie inhet kader van de veiligheid bij voetbalwedstrijden, metuitsluiting van gepersonaliseerde gegevens.

§ 2. Personen die de inlichtingen, medegedeeld aan deorganisatoren of lokale adviesraad, meedelen aan derdenworden gestraft met de straffen bepaald in artikel 458 vanhet Strafwetboek.

Art.44

Inwerkingtreding.

[40 ]

Art.42

Les dispositions du Livre Iecdu Code pénal, en ce com-pris le chapitre VII et l'article 85, sont d'application pourles infractions prévues par la présente loi.

TITRE V

dispositions finales

Art.43

§ 1'". A l'exclusion des données à caractère personnel,peuvent être communiquées à l'organisateur et à son con-seil consultatif local, uniquement dans le cas où ils en ontbesoin pour l'exécution de leurs obligations: les informa-tions administratives recueillies par les services de policeet la documentation administrative qu'ils tiennent à jourrelative aux événements ou aux groupements présentantun intérêt concret pour l'exercice de leurs missions depolice administrative dans le cadre de la sécurité lors dematches de football.

§ 2. Seront punies des peines prévues à l'article 458 duCode pénal les personnes qui font part à des tiers derenseignements communiqués aux organisateurs ou auconseil consultatif local.

Art.44

Entrée en vigueur.

Page 41: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving,vierde kamer, op 29 december 1997 door de minister vanBinnenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn vanten hoogste een maand, van advies te dienen over eenvoorontwerp van wet «betreffende de veiligheid bijvoetbalwedstrijden », heeft op 25 februari 1998 het vol-gende advies gegeven:

ALGEMENE OPMERKINGEN

1. De artikelen 18 en 24 van het voorontwerp van wetvoeren administratieve geldboeten in voor het geval datbepaalde verplichtingen niet worden nagekomen.

1. Krachtens artikel18 kan een administratieve geld-boete van twintigduizend frank tot tien miljoen frank wor-den opgelegd aan de organisator van een nationale ofinternationale voetbalwedstrijd die zich niet houdt aan deverplichtingen voorgeschreven door titel I van het voor-ontwerp van wet, namelijk:

1° de inspanningsverbintenis die erin bestaat «allemogelijke voorzorgsmaatregelen te nemen om schade aanpersonen en goederen te voorkomen, daaronder begrepenalle mogelijke praktische maatregelen tot voorkoming vanwangedrag door de toeschouwers » (artikel â);

2° de verplichting om alleen «gebruik (te maken) vanstadions of delen van stadions die aan de door de Koningbepaalde veiligheidsnormen voldoen » (artikel 3);

3° de verplichting om «met de hulpdiensten en debestuurlijke en politiële overheden of diensten » jaarlijkseen overeenkomst te sluiten (artikel 5);

4° de verplichting om . een behoorlijk gemandateerde »

veiligheidsfunctionaris aan te wijzen (artikel 6);5° de verplichting om stewards aan te stellen (arti-

keI7);6° de verplichting om een lokale adviesraad voor de

veiligheid bij voetbalwedstrijden op te richten (artikel 9);7° de verplichting om «alle toeschouwers een regle-

ment van inwendige orde op te leggen », om daarin « eenregeling van burgerrechtelijke uitsluiting en een regelinginzake afgifte van voorwerpen » op te nemen, om «maatre-gelen van actieve en passieve veiligheid (te nemen) die deveiligheid van het publiek en de interventiediensten beo-gen », om voor «het ticketbeheer » te zorgen en om«bewakingscamera's » te installeren (artikel Iû);

8° de verplichting om de naleving van het huishoude-lijk reglement te controleren (artikel 11).

2. Krachtens artikel24 kan een administratieve geld-boete van tienduizend tot tweehonderdduizend frank wor-den opgelegd en een administratief stadionverbod voor eentijdvak van drie maanden tot vijfjaar in geval van niet-na-leving van de verbodsbepalingen van de artikelen 20 tot 23van het voorontwerp van wet, namelijk:

1° het verbod om voorwerpen te gooien (artikeI20);2° het verbod om het stadion onrechtmatig te betreden

(artikel 21);3° het verbod om een niet voor het publiek toegankelij-

ke plaats te betreden (artikel 22);4° het verbod om het verloop van een wedstrijd te ver-

storen door het aanzetten tot slagen en verwondingen ofdoor het aanzetten tot haat of woede ten opzichte van eenof meer personen die zich in het stadion bevinden (arti-keI23).

[ 41 ] - 1572 / 1-97 / 98

AVIS DU CONSEIL D'ETAT

Le CONSEIL D'ETAT, section de législation,quatrième chambre, saisi par le ministre de l'Intérieur, le29 décembre 1997, d'une demande d'avis, dans un délai nedépassant pas un mois, sur un avant-projet de loi « relativeà la sécurité lors des matches de football », a donné le25 février 1998 l'avis suivant:

OBSERVATIONS GENERALES

1. En ses articles 18 et 24, l'avant-projet de loi instauredes amendes administratives en cas de contravention àcertaines obligations.

1. L'article 18 permet d'infliger une amende adminis-trative de vingt mille francs à dix millions de francs àl'organisateur d'un match national ou international defootball qui ne respecte pas les obligations prescrites par letitre premier de l'avant-projet de loi, à savoir:

1° l'obligation de moyen consistant à «prendre toutesles mesures de précaution possibles pour prévenir les at-teintes aux personnes et aux biens, en ce compris toutes lesdispositions concrètes pour prévenir les débordementscommis par les spectateurs » (article 2);

2° l'obligation de n'utiliser que . les stades ou parties destades qui satisfont aux normes de sécurité fixées par leRoi » (article 3);

3° l'obligation de conclure une convention annuelle« avec les services de secours et les autorités ou servicesadministratifs et policiers » (article 5);

4° l'obligation de désigner« un responsable de la sécuri-té dûment mandaté » (article 6);

5° l'obligation de désigner des stewards (article 7);

6° l'obligation d'instituer un conseil consultatif localpour la sécurité des matches de football (article 9);

7° l'obligation de « soumettre tous les spectateurs à unrèglement d'ordre intérieur », d'y inclure «une réglemen-tation d'exclusion civile et une réglementation relative à laremise des objets », de prendre « des mesures de sécuritéactive et passive visant à garantir la sécurité du public etdes services d'intervention », d'assurer «la gestion desbillets » et d'« installer des caméras de surveillance » (arti-cle 10);

8° l'obligation de contrôler le respect du règlement d'or-dre intérieur (article 11).

2. L'article 24 permet d'infliger une amende adminis-trative de 10 000 francs à 200 000 francs et une interdic-tion de stade administrative d'une durée de trois mois àcinq ans, en cas de contravention aux interdictions prescri-tes par les articles 20 à 23 de l'avant-projet de loi, à savoir:

P l'interdiction de jeter des objets (article 20);2° l'interdiction de pénétrer irrégulièrement dans le

stade (article 21);3° l'interdiction de pénétrer dans un lieu inaccessible

au public (article 22);4° l'interdiction de troubler le déroulement d'un match,

en incitant à porter des coups et blessures ou en incitant àla haine ou à l'emportement à l'égard d'une ou de plusieurspersonnes se trouvant dans le stade (article 23).

Page 42: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

3. De volgende administratieve procedure wordt in hetvooruitzicht gesteld:

1° van de bevindingen wordt proces-verbaalopgemaaktdoor een politieambtenaar of, voor de feiten bedoeld inartikel 18 van het voorontwerp, door een daartoe door deKoning aangewezen ambtenaar (artikel 25, § 1);

2° een afschrift van het proces-verbaal wordt gestuurdaan de procureur des Konings en aan de door de Koningaangewezen ambtenaar die bevoegd is om de admini-stratieve sanctie op te leggen (artikel 25, § 2);

3° bij overtreding van de artikelen 20 tot 23 beschikt deprocureur des Konings over een termijn van een maand,vanaf de dag van ontvangst van het afschrift van hetproces-verbaal, om de door de Koning aangewezen ambte-naar ervan op de hoogte te brengen dat een strafrechtelijkevervolging is ingesteld of dat een opsporingsonderzoek ofeen gerechtelijk onderzoek is begonnen (artikel 35, § 1);die mededeling heeft tot gevolg dat de door de Koningaangewezen ambtenaar geen administratieve sanctie meerkan opleggen (artikel 35, § 2), maar verbiedt hem niet eenadministratieve procedure aan te spannen (artikel 35, § 3);zodra die termijn van een maand verstreken is, kan deprocureur des Konings geen strafvordering meer instellenvoor de feiten bedoeld in artikel 24 (artikel 36);

4° als de door de Koning aangewezen ambtenaar beslistdat er grond bestaat om een administratieve procedure inte stellen, bezorgt hij de overtreder binnen een termijn vandrie jaar, te rekenen vanaf de dag waarop het feit is ge-pleegd (artikel 32) een afschrift van het proces-verbaal,een brief waarin hij de feiten uiteenzet in verband waar-mee een procedure wordt ingesteld en waarin hij de over-treder ervan op de hoogte brengt dat hij zijn verweermid-delen binnen een termijn van een maand schriftelijk kanuiteenzetten, kan vragen gehoord te worden, door eenraadsman te worden bijgestaan en van zijn dossier inzagete krijgen (artikel 26, § 2);

5° de door de Koning aangewezen ambtenaar kan deovertreder een administratieve sanctie opleggen op basisvan de artikelen 18 en 24 van het voorontwerp (de artike-len 26, § 1, en 27); de beslissing moet gemotiveerd wordenen de sanctie moet evenredig zijn aan de ernst van de feiten(artikel 29, §§ 1 en 2);

6° de overtreder kan bij wege van een verzoekschriftbinnen een maand na het meedelen van de beslissing, bijde politierechtbank hoger beroep instellen tegen de be-slissing waarbij hem een administratieve sanctie wordtopgelegd (artikel 31, § 1); het hoger beroep schorst de uit-voering van de beslissing (artikel 28, § 2);

7° tegen de beslissing van de politierechtbank kan geenhoger beroep worden ingesteld (artikeI31, § 2);

8° er is voorzien in een specifieke procedure voor hetgeval dat de in artikel 24 van het voorontwerp bedoeldefeiten zijn begaan door een overtreder die in België geenwoonplaats of een hoofdverblijf heeft (artikel 33) : met in-stemming van de overtreder kan onmiddellijk een bedragvan tienduizend frank geïnd worden (artikel 34, § 1); deonmiddellijke betaling van het bedrag doet de mogelijk-heid vervallen om de overtreder voor het bewuste feit eenadministratieve geldboete op te leggen (artikel 34, § 4, eer-ste Iid); de door de Koning aangewezen ambtenaar kan inelk gevalonmiddellijk een administratief stadionverbodopleggen bij een beslissing die « uitvoerbaar (is) bij voor-raad, niettegenstaande hoger beroep» (artikel 34, § 4,tweede Iid); ook als de administratieve geldboete onmiddel-lijk is geïnd, kan de procureur des Konings nog straf-vervolging instellen (artikel 34, § 5).

[42 ]

3. La procédure administrative prévue est la suivante:

1° les faits sont constatés dans un procès-verbal dressépar un fonctionnaire de police ou, en ce qui concerne lesfaits visés à l'article 18 de l'avant-projet, par un fonction-naire désigné par le Roi (article 25, § lee);

2° une copie du procès-verbal est envoyée au procureurdu Roi et au fonctionnaire désigné par le Roi et qui estcompétent pour imposer la sanction administrative (arti-cle 25, § 2);

3° en cas de contravention aux articles 20 à 23, leprocureur du Roi dispose d'un délai d'un mois à dater dujour de la réception de la copie du procès-verbal pourinformer le fonctionnaire désigné par le Roi que despoursuites pénales ont été engagées ou qu'une informationou une instruction judiciaire ont été entamées (article 35,§ lee); cette communication a pour conséquence que le fonc-tionnaire désigné par le Roi ne peut plus imposer de sanc-tions administratives (article 35, § 2), mais elle ne lui in-terdit pas d'engager une procédure administrative(article 35, § 3); passé le délai d'un mois, le procureur duRoi ne peut plus engager de procédure pénale pour les faitsvisés à l'article 24 (article 36);

4° si le fonctionnaire désigné par le Roi décide qu'il y alieu d'entamer une procédure administrative, il commu-nique au contrevenant, dans un délai de trois ans à comp-ter du jour où le fait est commis (article 32), outre une copiedu procès-verbal, une lettre dans laquelle il expose les faitsà propos desquels une procédure est entamée, et danslaquelle il informe le contrevenant qu'il peut faire valoirses moyens de défense par écrit dans un délai d'un mois,demander à être entendu, être assisté d'un conseil et con-sulter son dossier (article 26, § 2);

5° le fonctionnaire désigné par le Roi peut imposer unesanction administrative au contrevenant sur base des arti-cles 18 et 24 de l'avant-projet (articles 26, § lee, et 27); ladécision doit être motivée et la sanction doit être propor-tionnée à la gravité des faits (article 29, §§ lee et 2);

6° le contrevenant peut, par voie de requête, dans undélai d'un mois qui court à dater de la communication de ladécision, interjeter appel devant le tribunal de police, con-tre la décision qui lui inflige une sanction administrative(article 31, § lee); l'appel est suspensif (article 28, § 2);

7° la décision du tribunal de police n'est pas soumise àappel (article 31, § 2);

8° une procédure particulière est organisée lorsque lesfaits visés par l'article 24 de l'avant-projet sont commis parun contrevenant qui n'a en Belgique ni domicile ni résiden-ce principale (article 33): une somme de 10 000 francspeut être immédiatement prévue avec l'accord du contreve-nant (article 34, § lee); ce paiement immédiat éteint lapossibilité d'infliger au contrevenant une amende adminis-trative pour le fait visé (article 34, § 4, alinéa lee); le fonc-tionnaire désigné par le Roi peut en toute hypothèse impo-ser immédiatement une interdiction administrative destade «exécutoire par provision nonobstant appel » (arti-cle 34, § 4, alinéa 2); la perception immédiate de l'amendeadministrative n'empêche pas le procureur du Roi d'enga-ger des poursuites pénales (article 34, § 5).

Page 43: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

2. Die sancties worden als « administratieve sancties »

bestempeld omdat zij in eerste instantie niet door eenrechtbank van de rechterlijke orde zullen worden uitge-sproken, maar door een ambtenaar aangewezen door deKoning.

Er behoort te worden nagegaan of die sancties niet vanstrafrechtelijke aard zijn in de zin van artikel 6 van hetEuropees Verdrag tot bescherming van de rechten van demens en de fundamentele vrijheden, in welk geval zijalleen kunnen worden uitgesproken als de door die bepa-ling voorgeschreven garanties worden geboden.

Uit de arresten ûztürk (1) en Lutz (2) van het EuropeseHofvoor de rechten van de mens vloeit voort dat verschei-dene criteria in aanmerking moeten worden genomen bijde beoordeling of voor administratieve sancties de garan-ties gelden die door het voormelde artikel 6 geboden wor-den in geval van « strafvervolging » : het criterium van deaard van het strafbare feit en dat van de aard en deomvang van de straf die aan de betrokkene kan wordenopgelegd (3). In het arrest Lutz heeft het Hof het volgendeopgemerkt:

« ... pour que l'article 6 s'applique au titre des mots « ac-cusation en matière pénale », il suffit que l'infraction encause soit, par nature, «pénale" au regard de laConvention ... ou ait exposé l'intéressé à une sanction qui,par sa nature et son degré de gravité, ressortit en général àla « matière pénale », »,

Bij de beoordeling of een strafbaar feit uit de aard derzaak van strafrechtelijke aard is, moet eerst worden nage-gaan op wie de geschonden rechtsregel betrekking heeft:betreft het een rechtsregel die het publiek in het algemeenaanbelangt, of integendeel een rechtsregel die slechts vooreen bepaalde groep van personen met een bijzondererechtspositie geldt? Zo ja, dan is de sanctie van strafrech-telijke aard indien ze repressief is, indien ze de dader vanhet strafbare feit beoogt te straffen. In dat geval kunnenvolgens de arresten ûztürk en Lutz de omstandigheid dathet strafbare feit een bepaalde graad van ernst niet ver-toont en de relatieve geringheid van de sanctie aan datstrafbare feit zijn intrinsieke strafrechtelijk karakter nietontnemen.

Zoals J. Velu en R. Ergec opmerken, wordt het crite-rium van de graad van ernst van de sanctie vooral inaanmerking genomen om in het kader van de gedragingenbinnen een bepaalde maatschappelijke kring het tucht-rechtelijke aspect te onderscheiden van het strafrechtelij-ke aspect (4) (5).

(') Arrest van 21 februari 1984,reeks A, n' 73.(2) Arrest van 25 augustus 1987,reeks A, n' 123.(3) In dat verband, lees inzonderheid, J. VELUen R. ERGEC,

« La Convention européenne des droits de l'homme" in Rép. prat.dr. belge, aanv. VII, Bruylant, 1990,n" 445 en 447;A.DE NAUW,«Les métamorphoses administratives du droit pénal del'entreprise ", Mys& Breesch, 1994,blz. 58 en volgende.

(4) Op. cit., n' 445.(5) Ziein die zin advies L. 23.417/2,gegevenop 18januari 1995

over een voorontwerpvan ordonnantie « inzake de taxidiensten ende verhuurdiensten van voertuigen met chauffeur", Gedr. St.Brusselse Hoofdstedelijke Raad, gewone zitting 1994-1995,A-368/1-94/95, blz.47-49; en advies L.25.252/2/9, gegeven op28 juni 1996 (negende kamer), op 1juli 1996(negende kamer) enop2 juli 1996(tweede kamer) over een voorontwerpvan program-madecreet « portant diverses mesures concernant les fonds budgé-taires, les bâtiments scolaires, l'enseignement et l'audiovisuel ",Gedr. St. Franse Gemeenschapsraad, 1995-1996, n' 96-1,blz.45-46.

[ 43 ] - 1572 / 1-97 / 98

2. Ces sanctions sont qualifiées d'« administratives »

parce qu'elles seront, en première instance, prononcéesnon pas par un tribunal de l'ordre judiciaire, mais par unfonctionnaire désigné par le Roi.

Il Y a lieu d'examiner si ces sanctions n'ont pas uncaractère pénal, au sens de l'article 6 de la Conventioneuropéenne de sauvegarde des droits de l'homme et deslibertés fondamentales, auquel cas elles ne peuvent êtreprononcées que dans le respect des garanties offertes parcette disposition.

Il ressort des arrêts ûztürk (1) et Lutz (2) de la Coureuropéenne des droits de l'homme que plusieurs critèresretiennent spécialement l'attention pour déterminer si unesanction administrative est soumise aux garanties queprévoit l'article 6 précité en cas d'« accusation en matièrepénale » : celui de la nature de l'infraction, celui de lanature de la sanction que risque de subir l'intéressé et dudegré de gravité de celle-ci (3). Dans l'arrêt Lutz, la Cour arelevé que,

« ... pour que l'article 6 s'applique au titre des mots« accusation en matière pénale », il suffit que l'infractionen cause soit, par nature, « pénale » au regard de la Con-vention ... ou ait exposé l'intéressé à une sanction qui, parsa nature et son degré de gravité, ressortit en général à la«matière pénale ». ».

Pour décider si une infraction est pénale par nature, ilconvient d'abord d'avoir égard à l'objet de la norme trans-gressée : s'agit-il d'une norme concernant le public en géné-ral, par opposition à une norme s'adressant à un groupedéterminé de personnes, doté d'un statut particulier?Dans l'affirmative, la sanction a un caractère pénal si ellepoursuit un but répressif, si elle tend à punir l'auteur del'infraction. En ce cas, selon les arrêts ûztürk et Lutz, lacirconstance que l'infraction n'atteint pas un certain degréde gravité et la faiblesse relative de la sanction ne sau-raient retirer à une infraction son caractère pénal intrinsè-que.

Comme le relèvent J. Velu et R. Ergec, le critère dudegré de la sévérité de la sanction est surtout pris enconsidération pour distinguer le disciplinaire du pénal re-lativement aux comportements s'inscrivant dans un grou-pe social particulier (4) (5).

(') Arrêt du 21 février 1984, série A, n° 73.(2) Arrêt du 25 août 1987, série A, n° 123.(3) A ce propos, lire spécialement J. VELU et R. ERGEC, «La

Convention européenne des droits de l'homme" in Rép. prat. dr.belge, compl.VII, Bruylant, 1990, n" 445 et 447; A. DE NAUW,Les métamorphoses administratives du droit pénal del'entreprise, Mys& Breesch, 1994,pp. 58 et suivantes.

(4) Op. cit., n° 445.(5) Voiren ce sens les avis L. 23.417/2donné le 18janvier 1995

sur un avant-projet d'ordonnance « relatif aux services de taxis etaux services de location de voitures avec chauffeur, doc.CRB,S.O., 1994-1995,A-368/1-94/95,pp. 47-49;et L. 25.252/2/9,donnéle 28 juin 1996 (neuvième chambre), le 1" juillet 1996 (neu-vième chambre) et le 2 juillet 1996 (deuxième chambre) sur unavant-projet de décret-programme portant diverses mesures con-cernant les fonds budgétaires, les bâtiments scolaires, l'ensei-gnement et l'audiovisuel", doc.CCF, 1995-1996,n° 96-1, pp. 45-46.

Page 44: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

De in artikel 18 bepaalde geldboeten worden opgelegdaan de organisatoren van nationale en internationale voet-balwedstrijden.

Ze zijn dan ook bedoeld voor een welbepaalde groeppersonen die zich ten opzichte van het bestuur in eenbijzondere situatie bevinden. Ook al bepaalt artikel29, § 2,dat de sanctie evenredig dient te zijn met de ernst van defeiten die er ten grondslag aan liggen en rekening dient tehouden met een eventuele herhaling, moet erop wordengewezen dat met die sanctie zeer hoge bedragen gemoeidkunnen zijn, zodat moeilijk kan worden betwist dat zepenaal en repressief is.

De in artikel 24 bepaalde sancties worden opgelegd voorbepaalde gedragingen van de toeschouwers van een voet-balwedstrijd. Ze zijn dan ook bedoeld voor het publiek inhet algemeen en hebben een repressieve bedoeling. Hetlijdt dan ook geen twijfel dat ze van strafrechtelijke aardzijn in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag.

Bijgevolg dient te worden nagegaan of de procedure dein die bepaling voorgeschreven garanties biedt.

In dat verband blijkt uit het voorontwerp dat de admini-stratieve procedure de rechten van verdediging waarborgt(artikel 26) en dat de personen die een straf opgelegd krij-gen bij een rechtbank van de rechterlijke orde, namelijk depolitierechtbank, een schorsend beroep kunnen instellen.De beslissing tot het opleggen van een sanctie is pas uit-voerbaar na het verstrijken van de termijn waarbinnen hetberoep kan worden ingesteld (artikel 28). De artikelen 35en 36 geven concrete uitvoering aan het beginsel non bis inidem.

II. Aangezien de administratieve sancties die in punt Iter sprake zijn gekomen, van strafrechtelijke aard zijn inde zin van artikel 6 van het Verdrag tot bescherming vande rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, isdaarop het beginsel van de wettelijkheid van de straffenvan toepassing (1).

Dat beginsel vereist niet alleen dat de strafbare gedra-gingen nauwkeurig worden bepaald, maar tevens dat desancties trapsgewijs worden vastgesteld. Het onderzochtevoorontwerp voldoet niet aan dat tweevoudige vereiste.

De straffen waarin artikel 18 voorziet, variëren immersvan twintigduizend frank tot tien miljoen frank en kunnenworden opgelegd voor iedere tekortkoming van de organi-satoren aan hun verplichtingen, die in sommige gevallen inzeer algemene bewoordingen zijn gesteld (2).

Dezelfde kritiek kan worden geuit op artikel24, datbepaalt dat een strafkan worden opgelegd die kan variërentussen tienduizend en tweehonderdduizend frank.

III. Het Arbitragehof heeft in dit verband als volgtgeoordeeld:

«Wanneer de wetgever oordeelt dat sommige tekortko-mingen in wettelijke verplichtingen beteugeld moeten wor-den, dan behoort het tot zijn beoordelingsbevoegdheid tebeslissen ofhet opportuun is om voor strafsancties of vooradministratieve sancties te opteren. De keuze van de ene ofde andere categorie van sancties kan niet worden geacht opzich een discriminatie in te voeren.

(') Vergelijk in die zin Arbitragehof, arrest n' 72/92 van 18 no-vember 1992, Belgisch Staatsblad van 16 januari 1993,punt B.2.2.

(2) Zie bijvoorbeeld artikel Lü, § 1, derde streepje, van het voor-ontwerp, dat bepaalt dat de organisatoren «rnaatregelen vanactieve en passieve veiligheid (moeten nemen) die de veiligheidvan het publiek ... beogen ... ».

[44 ]

Les amendes prévues à l'article 18 sanctionnent lesorganisateurs des matches nationaux et internationaux defootball.

Elles s'adressent dès lors à un groupe déterminé depersonnes se trouvant dans une situation particulière vis-à-vis de l'administration. Même si l'article 29, § 2, prévoitque la sanction prononcée doit être proportionnée à lagravité des faits qui la motivent et en fonction de l'éven-tuelle répétition, il y a lieu de constater qu'elle peut attein-dre des montants très importants, de telle sorte que soncaractère punitif et répressif paraît difficilement contesta-ble,

Les sanctions prévues à l'article 24 visent certains com-portements des spectateurs d'un match de football. Elless'adressent donc au public en général et poursuivent unbut répressif. Leur caractère pénal au sens de l'article 6 dela Convention européenne n'est dès lors pas douteux.

En conséquence, il y a lieu d'examiner si la procédureoffre les garanties prévues par cette disposition.

A cet égard, l'avant-projet prévoit que la procédure ad-ministrative garantit les droits de la défense (article 26) etque les personnes à qui une sanction est appliquée ont lapossibilité d'introduire un recours suspensif auprès dutribunal de l'ordre judiciaire, à savoir le tribunal de police.La décision d'imposer une sanction n'a force exécutoirequ'à l'échéance du délai pendant lequel le recours peut êtreintroduit (article 28). Les articles 35 et 36 concrétisentl'application du principe non bis in idem.

II. Les sanctions administratives dont il a été questionsous le point I ayant la nature d'une peine au sens del'article 6 de la Convention des droits de l'homme et deslibertés fondamentales, le principe de la légalité des peinesleur est applicable (1).

Ce principe requiert non seulement que les compor-tements délictueux soient définis avec précision, mais en-core que les sanctions soient échelonnées. L'avant-projetexaminé ne satisfait pas à cette double exigence.

En effet, les peines que prévoit l'article 18 vont devingt mille francs à dix millions de francs et peuvent s'ap-pliquer indistinctement à tout manquement des organisa-teurs à leurs obligations définies, dans certains cas, en destermes très généraux (2).

La même critique peut être faite à l'égard de l'article 24qui prévoit indistinctement l'application d'une peine pou-vant s'échelonner entre dix mille et deux cents millefrancs.

III. Selon la Cour d'arbitrage:

«Lorsque le législateur estime que certains manque-ments à des obligations légales doivent faire l'objet d'unerépression, il relève de son pouvoir d'appréciation de déci-der s'il est opportun d'opter pour des sanctions pénales oupour des sanctions administratives. Le choix de l'une ou del'autre catégorie de sanctions ne peut être considéré commeétablissant, en soi, une discrimination.

(') En ce sens, Cour d'arbitrage, arrêt n° 72/92 du 18 novembre1992, Moniteur belge du 16 janvier 1993, point B.2.2.

(2) Voir, par exemple, l'article la, § 1", troisième tiret del'avant-projet qui stipule que les organisateurs doivent « prendredes mesures de sécurité active et passive visant à garantir lasécurité du public ... ».

Page 45: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

Wanneer een zelfde tekortkoming in wettelijke verplich-tingen het voorwerp uitmaakt, nu eens van strafsancties,dan weer van administratieve sancties, dan is het verschilin behandeling dat daaruit zou kunnen voortvloeienslechts toelaatbaar indien het in redelijkheid is verant-woord. » (1).

Een aantal strafbare feiten waarvan sprake in de ar-tikelen 20 tot 23 van het voorontwerp zijn tevens strafbarefeiten in strafrechtelijke zin. Dat is bijvoorbeeld het gevalmet:

1° het gooien van voorwerpen (artikeI20), dat eenstrafbaar feit van de eerste (2), de derde (3) en devierde klasse is (4) (5);

2° het aanzetten tot slagen en verwondingen, en hetaanzetten tot haat of woede ten opzichte van een of meerpersonen die zich in het stadion bevinden (artikel 23),hetgeen een strafbaar feit vormt in de zin van de wet van30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme ofxenofobie ingegeven daden (6).

De administratieve geldboete bepaald in artikel 24 kanoplopen tot bedragen die buiten verhouding staan tot degeldboeten die aan overtreders kunnen worden opgelegdwanneer zij voor dezelfde feiten strafrechtelijk vervolgdworden.

Bovendien kan alleen aan hen die een administratievegeldboete hebben opgelopen verboden worden om nog invoetbalstadions (7) te komen, aangezien het Strafwetboekdat verbod niet oplegt als bijkomende straf.

In het voorontwerp wordt ten slotte niet bepaald dat depolitierechtbank, die uitspraak doet over een beroep inge-steld tegen een beslissing van de door de Koning aangewe-

(') Arrest n' 40/97 van 14juli 1997, Belgisch Staatsblad van21 augustus 1997, punten B.2. en B.3.1.

(2) Artikel 552, 5°, van het Strafwetboek: «Met geldboete vaneen frank tot tien frank worden eveneens gestraft: (...) 5°zij die oponvoorzichtige wijze enig voorwerp op iemand werpen, dat hemkan hinderen of bevuilen ».

(3) Artikel 559, 1° en 3°, van het Strafwetboek: « Met geldboe-te van tien frank tot twintig frank worden gestraft: 1° zij die,buiten de gevallen omschreven in boek II, titel IX, hoofdstuk III,van dit wetboek, andermans roerende eigendommen opzettelijkbeschadigen ofvernielen; (. ..) 3° zij die door onvoorzichtigheid ofgebrek aan voorzorg onopzettelijk dezelfde schade veroorzakendoor het behandelen of gebruiken van wapens of door het werpenvan harde lichamen ofvan om het even welke stoffen ».

(4) Artikel 563, 3°, van het Strafwetboek: «Met geldboete vanvijftien frank tot vijfentwintig frank en met gevangenisstraf vaneen dag tot zeven dagen ofmet een van die straffen alleen wordengestraft: (. ..) 3° daders van feitelijkheden oflichte gewelddaden,mits zij niemand gewond of geslagen hebben en mits de feitelijk-heden niet tot de klasse van de beledigingen behoren; in hetbijzonder zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te be-ledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen ofbevuilen ».

(5) Wanneer verzachtende omstandigheden aanwezig zijn,kunnen de geldboeten tot beneden vijf frank verminderd worden,zonder dat ze ooit lager mogen zijn dan een frank (artikel 566 vanhet Strafwetboek).

(6) Zie artikel1 van de wet van 30 juli 1981, dat stelt dat metgevangenisstrafvan een maand tot eenjaar en met geldboete vanvijftig frank tot duizend frank of met een van die straffen alleenwordt gestraft hij die (. ..) aanzet tot discriminatie, haat of geweldjegens een persoon of een groep personen wegens hun ras, hunhuidskleur, hun afkomst ofhun nationale ofetnische afstamming.Artikel 85 van het Strafwetboek is van toepassing op de strafbarefeiten genoemd in die wet.

C) Zie ook de algemene opmerking IV.

[ 45 ] - 1572 / 1-97 / 98

Lorsqu'un même manquement à des obligations légalesfait l'objet, tantôt de sanctions pénales, tantôt de sanctionsadministratives, la différence de traitement qui pourraiten résulter n'est admissible que si elle est raisonnablementjustifiée. » (1).

Certaines des infractions prévues aux articles 20 à 23 del'avant-projet sont également constitutives d'infractionspénales. Il en va ainsi:

1° du jet d'objets (article 20), qui est constitutif de con-traventions de première (2), de troisième (3) et de quatriè-me classes (4) (5);

2° de l'incitation à porter des coups et blessures et del'incitation à la haine ou à l'emportement à l'égard d'une oude plusieurs personnes se trouvant dans le stade (arti-cle 23), qui peuvent être constitutives d'infraction au sensde la loi du 30 juillet 1981 tendant à réprimer certainsactes inspirés par le racisme et la xénophobie (6).

L'amende administrative prévue à l'article 24 peut at-teindre des montants qui sont hors de proportion avec lesamendes que pourraient encourir les contrevenants s'ilsfont l'objet pour les mêmes faits de poursuite pénale.

Par ailleurs, seuls ceux qui auront fait l'objet d'uneamende administrative pourront se voir infliger une inter-diction de fréquenter les stades de football (7), cette inter-diction n'étant pas prévue par le Code pénal à titre de peineaccessoire.

Enfin, l'avant-projet ne prévoit pas que le tribunal depolice, statuant sur le recours introduit contre un décisiondu fonctionnaire désigné par le Roi, puisse tenir compte de

(') Arrêt n° 40/97 du 14juillet 1997,Moniteur belge du 21 août1997, points B.2. et B.3.1.

(2) Article 552, 5°, du Code pénal: « seront aussi punis d'uneamende d'un franc à dix francs: (. ..) 5° ceux qui, imprudemment,auront jeté sur une personne une chose quelconque pouvantl'incommoder ou la souiller ».

(3) Article 559, 1° et 3°, du Code pénal: « Seront punis d'uneamende de dix francs à vingt francs : 1° ceux qui, hors les casprévus par le chapitre III, titre IX, livre II du présent code, aurontvolontairement endommagé ou détruit les propriétés mobilièresd'autrui; (. ..) 3° ceux qui, par imprévoyance ou défaut de précau-tion, auront involontairement causé les mêmes dommages parl'emploi ou l'usage d'armes, ou par le jet de corps durs ou desubstances quelconques ».

(4) Article 563, 3°, du Codepénal ;« Seront punis d'une amendede quinze francs à vingt-cinq francs et d'un emprisonnement d'unjour à sept jours, ou d'une de ces peines seulement: (. ..) 3° lesauteurs de voies de fait ou violences légères, pourvu qu'ils n'aientblessé ni frappé personne, et que les voies de fait n'entrent pasdans la classe des injures; particulièrement ceux qui aurontvolontairement, mais sans intention de l'injurier, lancé sur unepersonne un objet quelconque de nature à l'incommoder ou à lasouiller ».

(5) En cas de circonstances atténuantes, les peines peuventêtre réduites au-dessous de cinq francs, sans qu'elles puissent êtreinférieures à un franc (article 566 du Code pénal).

(6) Voir l'article 1" de la loi du 30 juillet 1981 qui punit d'unemprisonnement d'un mois à un an et d'une amende decinquante francs à mille francs, ou d'une de ces peines seulement,quiconque incite à la discrimination, à la haine ou à la violence àl'égard d'une personne ou d'un groupe de personnes, en raison deleur race, de leur couleur, de leur ascendance ou de leur originenationale ou ethnique. L'article 85 du Code pénal est applicableaux infractions prévues par cette loi.

C) Voir également l'observation générale IV.

Page 46: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

zen ambtenaar, rekening mag houden met verzachtendeomstandigheden teneinde een strafmaat te bepalen dielager is dan het wettelijke minimum (1).

Zulke verschillen in behandeling kunnen bezwaarlijkgerechtvaardigd worden in het licht van de artikelen 10 enIl van de Grondwet.

IV. Wat betreft het administratieve stadionverbod doethet voorontwerp andere vragen rijzen.

In de eerste plaats geeft het voorontwerp niet duidelijkaan ofhet verbod voor alle voetbalstadions geldt, ofuitslui-tend voor de stadions waar een internationale wedstrijdplaatsvindt of een wedstrijd waarbij twee ploegen het te-gen elkaar opnemen waarvan minstens een van beide totde hoogste twee afdelingen behoort.

In het voorontwerp wordt niets bepaald over de wijzewaarop dat verbod om de stadions te betreden zal wordentoegepast. Zulk een verbod veronderstelt immers de aanlegvan een bestand waarin alle personen worden vermeld diedeze sanctie hebben opgelopen en dat kan worden geraad-pleegd door alle betrokken organisatoren van voetbalwed-strijden. Hoe kunnen die organisatoren echter zorgen voorde naleving ervan, tenzij door het invoeren van een alge-mene controle van de identiteit van de personen aan deingang van de voetbalstadions?

Gelet op de gevolgen van de invoering van zulk eensysteem voor de eerbiediging van het privé-leven, mag dewetgever niet nalaten er de nadere regels van te bepalen.

Bovendien kan vanwege de voor de toepassing van diesanctie vereiste naleving van de rechten van verdediging,welke rechten trouwens op één uitzondering na in hetvoorontwerp worden geëerbiedigd (2), ernstig getwijfeldworden aan de doeltreffendheid van zulk een regeling. Pasna afloop van de procedure en nadat mogelijke rechtsmid-delen beproefd zijn, hetgeen verschillende maanden kanduren, krijgen de onruststokers een stadionverbod opge-legd. Dit verbod zal misschien geen enkel nuttig effecthebben, inzonderheid wanneer het om supporters gaat diegeen woonplaats ofhoofdverblijfplaats in België hebben endie in België verschillende internationale wedstrijden zijnkomen bijwonen.

(') Toen het Arbitragehof uitspraak deed inzake een pre-judiciële vraag over de wet van 30 juni 1971betreffende de admi-nistratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op som-mige socialewetten, heeft het geoordeeld dat de artikelen 10en 11van de Grondwet geschonden worden wanneer personen die bij dearbeidsrechtbank het beroep instellen waarin artikel 8 van diewet voorziet, niet demogelijkheid wordt geboden omeen verlagingvan de boete tot onder de wettelijke minima te genieten wanneerzij, voor eenzelfde strafbaar feit, voor de correctionele rechtbankde toepassing van artikel 85 van het Strafwetboek kunnen genie-ten (arrest n' 45/97 van 14juli 1997, Belgisch Staatsblad van26 augustus 1997).

(2) Het betreft hier artikel 34, § 4, van het voorontwerp, waar-in wordt gesteld dat wanneer de overtreder geen woonplaats ofhoofdverblijfplaats in België heeft en instemt met de onmiddellij-ke inning van de in paragraaf 1 bepaalde som van tien-duizend frank, de ambtenaar kan beslissen hem « onmiddellijk »

het administratieve stadionverbod op te leggen bepaald in arti-kel 24. Deze beslissing zou dan bij voorraad uitvoerbaar zijn,niettegenstaande hoger beroep.

De betekenis van dat woord « onmiddellijk » is onduidelijk. Alshet de bedoeling is, al wordt dit in de tekst niet uitdrukkelijkgesteld, dat wordt afgeweken van de procedurele waarborgenbepaald in artikel 26, en meer in het bijzonder die waarbij deadministratiefvervolgde persoon een maand de tijd krijgt om zijnverweermiddelen te doen gelden, is de bepaling in het licht vanartikel 6 van de Overeenkomst des te meer voor kritiek vatbaar.

[ 46 ]

circonstances atténuantes pour réduire la peme au-des-sous du minimum légal (1).

De telles différences de traitement paraissent difficile-ment justifiables au regard des articles 10 et 11 de laConstitution.

IV. En ce qui concerne l'interdiction administrative destade, l'avant-projet suscite d'autres interrogations.

Tout d'abord, il ne ressort pas clairement de l'avant-projet si l'interdiction concernera tous les stades de foot-ball, ou uniquement ceux dans lesquels se déroule unmatch international ou un match opposant deux équipesdont au moins une fait partie des deux divisions supérieu-res.

Par ailleurs, l'avant-projet est muet sur la manière dontsera mise en œuvre cette interdiction de fréquenter lesstades. Une telle interdiction implique en effet qu'un fi-chier reprenant toutes les personnes à qui cette sanctionaurait été infligée soit établi et communiqué à tous lesorganisateurs des matches de football concernés. Maiscomment ces organisateurs pourront-ils, à moins d'intro-duire une vérification généralisée de l'identité des person-nes à l'entrée dans les stades de football, en contrôler lerespect ?

Compte tenu des implications sur le respect de la vieprivée qu'implique l'instauration d'un tel système, la loi nepeut s'abstenir d'en définir les modalités.

En outre, vu l'exigence du respect des droits de la défen-se qu'implique l'application de cette sanction, droits de ladéfense qui sont d'ailleurs respectés, à une exception près,par l'avant-projet (2), l'efficacité d'un tel système peut sé-rieusement être mise en doute. L'interdiction du stade nefrappera en effet les fauteurs de trouble qu'après le dérou-lement de la procédure et l'épuisement des voies de recourséventuels, ce qui pourrait prendre plusieurs mois. Particu-lièrement lorsqu'il s'agira de supporters n'ayant aucundomicile ou résidence principale en Belgique, venus assis-ter à plusieurs matches internationaux en Belgique, cetteinterdiction ne pourra avoir aucun effet utile.

(') Statuant sur une question préjudicielle portant sur la loi du30 juin 1971 relative aux amendes administratives applicables encas d'infractions à certaines lois sociales, la Cour d'arbitrage ajugécontraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, le fait de ne paspermettre aux personnes qui exercent devant le tribunal du tra-vaille recours prévu par l'article 8 de cette loi de bénéficier d'uneréduction de l'amende au-dessous des minima légaux lorsque pourune même infraction, elles peuvent bénéficier, devant le tribunalcorrectionnel, de l'application de l'article 85 du Code pénal(arrêt n° 45/97 du 14juillet 1997,Moniteur belge du 26 août 1997).

(2) Ce cas est celui de l'article 34, § 4, de l'avant-projet quiprévoit que lorsque le contrevenant n'a pas de domicile ou derésidence principale en Belgique et qu'il accepte la perceptionimmédiate de la somme de dix mille francs prévue auparagraphe 1", le fonctionnaire peut décider de lui infliger «im-médiatement" l'interdiction de stade administrative prévue àl'article 24. Cette décision serait exécutoire par provision nonob-stant appel.

Le sens de ce mot « immédiatement" est obscur. Si l'intentionest, bien que le texte ne le précise pas expressément de dérogeraux garanties procédurales prévues à l'article 26, et notammentcelle qui donne à la personne poursuivie administrativement undélai d'un mois pour faire valoir ses moyens de défense, la disposi-tion en est d'autant plus critiquable au regard de l'article 6 de laConvention.

Page 47: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

Ten slotte dient erop te worden gewezen dat uitsluitendaanstichters van «Jichte . ongeregeldheden een stadion-verbod zullen oplopen, daar het voorontwerp niet bepaaltdat zulk een verbod door een rechter in strafzaken bij wijzevan straf kan worden uitgesproken. Zo zal bijvoorbeeld hijdie niet heeft aangezet tot het toebrengen van slagen enverwondingen (artikel23 van het voorontwerp), maar zelfgeweld heeft gepleegd, zulk een sanctie ontlopen.

Gelet op de laatste twee overwegingen, rijst terecht devraag of het systeem dat uitsluitend ten aanzien van deadministratief vervolgde personen bij wijze van sanctievoorziet in een administratief stadionverbod, redelij-kerwijs verdedigbaar is in het licht van de nagestreefdedoeleinden.

Teneinde dat onderscheid in behandeling te verhelpen,dient te worden bepaald dat het stadionverbod kan wordenuitgesproken naar aanleiding van elke veroordeling vooreen strafbaar feit begaan in een voetbalstadion, ongeachtof die veroordeling van strafrechtelijke dan wel van admi-nistratieve aard is. Bovendien wordt aan de stellers vanhet voorontwerp voorgesteld om aan dat verbod het ken-merk van een veiligheidsmaatregel te verlenen, die pre-ventief kan worden toegepast op een ieder die strafrech-telijk of administratief wordt vervolgd, voor zover diepersoon voorafgaandelijk wordt gehoord en binnen eenredelijke termijn uitspraak wordt gedaan.

BIJZONDERE OPMERKINGEN

Algemene wetgevingstechnische opmerkingen

1. Er behoort een indieningsbesluit te worden inge-voegd voor het dispositief. Aangezien het om een vooront-werp gaat dat ook strafbepalingen bevat, dient dat besluitte worden voorgedragen door de minister van Binnen-landse Zaken en de minister van Justitie.

2. Een artikel wordt uitsluitend onderverdeeld in para-grafen wanneer ten minste een ervan uit verschillendeleden bestaat. Anders volstaat een indeling in leden. Deindeling in paragrafen van de artikelen 2, 4, 9, 10, 14, 15,16,17,21,22,25,26,28,29,31,35,41 en 43 moet derhalveachterwege worden gelaten.

3. In de Franse tekst is het gebruikelijk te schrijven«Chapitre premier" en niet «Chapitre Ï" ", alsook «Arti-cle tr » in plaats van . Article premier ».

4. De onderverdeling van een lid, in het kader van eenopsomming, geschiedt door middel van de nummering« 1 », « 2 » enz. en niet door het gebruik van streepjes. Deopmerking geldt voor de artikelen 10 en 12.

Bepalend gedeelte

Artikell

Artikel3l, dat stelt dat hoger beroep kan worden aan-getekend, bij wege van een verzoekschrift bij de politie-rechtbank, tegen de administratieve beslissing om eenadministratieve sanctie op te leggen, regelt eenaangelegenheid als bedoeld in artikel 77, eerste lid, 9°, vande Grondwet.

[47 ] - 1572 / 1-97 / 98

On observera enfin que seuls les fauteurs de trouble« léger» se verront interdire le stade, puisque l'avant-projet ne prévoit pas qu'une telle interdiction puisse êtreinfligée à titre de peine par un juge pénal. Ainsi, parexemple, celui, qui plutôt que d'inciter les autres à porterdes coups et blessures (article 23 de l'avant-projet) auralui-même commis des actes de violence, ne pourra encourirune telle sanction.

Au regard de ces deux dernières considérations, on peutlégitimement s'interroger si le système d'interdiction ad-ministrative de stade appliquée à titre de sanction, auxseules personnes poursuivies administrativement estraisonnablement justifié au regard des objectifs poursui-VIS.

Pour supprimer cette discrimination, il conviendrait deprévoir que l'interdiction de stade peut être prononcée àl'occasion de toute condamnation, qu'elle soit pénale ouadministrative, pour infraction commise dans un stade defootball. En outre, il est suggéré aux auteurs de l'avant-projet de conférer à cette interdiction le caractère d'unemesure de sûreté, laquelle pourrait être appliquée à titrepréventif, à toute personne, poursuivie pénalement ou ad-ministrativement, pour autant que la personne soit enten-due préalablement et qu'elle soit jugée dans un délai rai-sonnable.

OBSERVATIONS PARTICULIERES

Observations générales de légistique

1. Il convient d'insérer un arrêté de présentation avantle dispositif. S'agissant d'un avant-projet qui contient éga-lement des dispositions pénales, celui-ci devra être présen-té par le ministre de l'Intérieur et le ministre de la Justice.

2. Un article ne se divise en paragraphes que lorsqu'aumoins l'un de ceux-ci comprend plusieurs alinéas. Dans lecas contraire, la division en alinéas suffit. Il convient ainside supprimer la division en paragraphes des articles 2, 4,9,10,14,15,16,17,2l,22,25,26,28,29,3l,35,4let43.

3. Il est d'usage d'écrire «Chapitre premier» et non« Chapitre 1er », ainsi que «Article 1er» au lieu de «Arti-cle premier ».

4. La subdivision d'un alinéa, en vue de marquer uneénumération, se fait par la numérotation « 1 », « 2 », etc. etnon par l'emploi de tirets. La remarque vaut pour lesarticles 10 et 12.

Dispositif

Article 1er

L'article 31, qui prévoit qu'un appel peut être interjetépar voie de requête près le tribunal de police contre ladécision administrative d'appliquer une sanction adminis-trative, règle une matière visée à l'article 77, alinéa t-, 9°,de la Constitution.

Page 48: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

Art.2

Uit de toelichting bij dat artikel blijkt dat het de bedoe-ling is de organisatoren van iedere voetbalwedstrijd, dusniet uitsluitend de organisatoren van nationale en interna-tionale wedstrijden, genoemd in artikel 4 van het vooront-werp, een inspanningsverbintenis op te leggen.

De wijze waarop die verplichting in artikel 2, § 1, wordtgeformuleerd, namelijk «alle mogelijke voorzorgs-maatregelen te nemen », heeft echter tot gevolg dat dieverplichting bijna tot een resultaatsverbintenis wordt ge-maakt, aangezien de organisator die er niet in zou zijngeslaagd om schade aan personen en goederen te voorko-men, om aan de sancties te ontkomen het bewijs zou moe-ten leveren dat de enige voorzorgsmaatregelen die hij nietzou hebben getroffen om die schade te voorkomen, die zijnwelke hij onmogelijk kon treffen. Met andere woorden, deorganisator zou zich enkel op toeval of overmacht kunnenberoepen.

Het woord «mogelijke » behoort dan ook te worden ver-vangen door het woord « noodzakelijke ».

De woorden« onverminderd de door ofkrachtens de wetnader bepaalde maatregelen te treffen door de organisatorvan een voetbalwedstrijd en onverminderd de door de be-voegde overheden genomen maatregelen » hebben overi-gens geen enkele juridische betekenis en dienen te verval-len.

Wat de tweede paragraafbetreft, wordt in de toelichtinggesteld dat die bepaling tot gevolg zal hebben dat de orga-nisatoren die een van de verplichtingen niet zouden nako-men die hun zouden zijn opgelegd krachtens de « overeen-komsten» aangegaan met «de hulpdiensten en debestuurlijke en politiële overheden of diensten », de admi-nistratieve geldboetes gesteld in artikel 18 van het voor-ontwerp opgelegd zouden kunnen krijgen.

Die toelichting stemt niet overeen met het gebruik vanhet woord « kan » in paragraaf 2. Ze stemt ook niet overeenmet het voornoemde artikel 18. De sancties die door dezebepaling worden vastgesteld, zijn namelijk uitsluitend vantoepassing op de organisatoren van nationale ofinternatio-nale voetbalwedstrijden, in de zin van artikel 4 van hetvoorontwerp. Deze tegenstelling behoort te worden opge-heven.

Bovendien zou in de wet zelf eveneens duidelijker moe-ten worden gesteld welke verplichtingen op de organi-satoren rusten krachtens de overeenkomsten die zij afslui-ten met de hulpdiensten en de bestuurlijke en politiëleoverheden of diensten, in zoverre niet-naleving van die bijovereenkomst bepaalde verplichtingen door de organisato-ren van nationale of internationale wedstrijden die zulkeen overeenkomst dienen af te sluiten, een feit is waaropeen administratieve sanctie staat (artikel 5 van het voor-ontwerp),

Art.3

Er wordt op gewezen dat de verplichting waarin door deonderzochte bepaling wordt voorzien uitsluitend geldt tenaanzien van de organisatoren van nationale of internatio-nale voetbalwedstrijden in de zin van artikel 4 (artikel 18van het voorontwerp).

Art.4

Paragraaf2 (die het tweede lid wordt) stelt dat de bepa-lingen van de artikelen 5 tot 42 van het voorontwerp alleen

[ 48 ]

Art.2

Selon le commentaire de cet article, l'intention est d'im-poser aux organisateurs de tout match de football, et passeulement aux organisateurs de matches nationaux et in-ternationaux au sens de l'article 4 de l'avant-projet, uneobligation de moyen.

La formulation de cette obligation à l'article 2, § lee, àsavoir « prendre toutes les mesures de précaution possi-bles », a toutefois pour effet d'en faire pratiquement uneobligation de résultat, puisque l'organisateur qui n'auraitpu empêcher une atteinte aux personnes ou aux biensdevrait démontrer, pour échapper aux sanctions, que lesseules mesures de précaution qu'il n'aurait pas prises pourprévenir cette atteinte seraient celles qu'il lui était impos-sible de prendre. En d'autres termes, l'organisateur nepourrait exciper que du cas fortuit ou de la force majeure.

Aussi convient-il de remplacer le mot « possibles » par lemot « nécessaires ».

Par ailleurs, les mots « sans préjudice d'autres mesuresfixées par ou en vertu de la loi auxquelles l'organisateurd'un match de football doit pourvoir et sans préjudice desmesures prises par les autorités compétentes» sont dé-pourvus de signification juridique et seront omis.

En ce qui concerne le paragraphe 2, le commentaireprécise que cette disposition aura pour effet que les organi-sateurs qui ne respecteraient pas une des obligations quileur seraient imposées par les «conventions» concluesavec «les services de secours et les autorités ou servicesadministratifs ou policiers » seraient passibles des amen-des administratives prévues à l'article 18 de l'avant-projet.

Ce commentaire ne correspond pas à l'usage au paragra-phe 2 du mot «peut ». Il ne correspond pas non plus àl'article 18 précité. En effet, les sanctions prévues par cettedisposition sont uniquement applicables aux organisa-teurs de matches nationaux ou internationaux de footballau sens de l'article 4 de l'avant-projet. Cette contradictiondoit être levée.

Par ailleurs, il conviendrait également de préciser da-vantage, dans la loi elle-même, quelles sont les obligationsmises à charge des organisateurs par les conventions qu'ilsconcluent avec les services de secours et avec les autoritésou services administratifs et policiers dans la mesure où lemanquement à ces obligations contractuelles constitue,dans le chef des organisateurs de matches nationaux ouinternationaux tenus de conclure une telle convention, uneinfraction administrative (article 5 de l'avant-projet).

Art.3

L'attention est attirée sur le fait que l'obligation queprévoit la disposition examinée n'est sanctionnée que dansle chef des organisateurs de matches nationaux ou interna-tionaux de football au sens de l'article 4 (article 18 del'avant-projet).

Art.4

Le paragraphe 2 (devenant l'alinéa 2) prévoit que lesdispositions des articles 5 à 42 de l'avant-projet ne s'appli-

Page 49: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

gelden voor voetbalwedstrijden waaraan minstens één clubdeelneemt die speelt in één van de twee hoogste afdelingen.Door deze bepaling wordt de definitie uit paragraaf 1, 1°,zinloos, aangezien de bepalingen omtrent de «nationalevoetbalwedstrijden» alleen gelden voor de in paragraaf 2bedoelde wedstrijden.

Het zou dan ook verkieslijk zijn de definities onder 1°en 2° weg te laten en het tweede lid te redigeren als volgt:

« De artikelen 5 tot 42 gelden voor:1° de voetbalwedstrijden die gespeeld worden op een

grasveld of op een kunstgrasveld met twee ploegen van elfmannelijke spelers, waarvan minstens een ploeg speelt ineen van de twee hoogste nationale afdelingen uit het kam-pioenschap georganiseerd door de Koninklijke BelgischeVoetbalbond, hierna te noemen «nationale voetbalwed-strijden »;

2° de voetbalwedstrijden die gespeeld worden op eengrasveld of op een kunstgrasveld met twee ploegen van elfmannelijke spelers, waarvan minstens een ploeg speelt ineen buitenlands kampioenschap of een vreemde natie ver-tegenwoordigt, hierna te noemen « internationale voetbal-wedstrijden ».

De artikelen 5 tot 42 zijn evenwel niet van toepassingop de wedstrijden bestemd voor een bepaalde leeftijdscate-gorie. ».

Aangezien artikel2 van toepassing is op alle voetbal-wedstrijden, mag de notie organisator (eerste lid, 3°) nietbeperkt zijn tot de organisatoren van nationale voetbal-wedstrijden of internationale voetbalwedstrijden.

Art.5

In deze bepaling wordt geen rekening gehouden met hetgeval dat een voetbalclub van een lagere afdeling in de loopvan het seizoen als gastheer zou moeten optreden voor eenclub van eerste of van tweede afdeling.

Art.6

Er behoort te worden verduidelijkt dat de voetbal-wedstrijden waarvan sprake is nationale voetbalwedstrij-den zijn.

Die opmerking geldt eveneens voor de artikelen 7 en 12en voor het opschrift van titel II.

Art.7

De woorden . stellen ... aan »behoren vervangen te wor-den door de woorden . nemen ... in dienst ». De gemachtig-de ambtenaar is het hiermee eens.

Art.8

Volgens de gemachtigde ambtenaren is het niet de be-doeling te voorzien in een administratieve procedure voorde erkenning van alle stewards, maar alleen als vereiste testellen dat die stewards houder moeten zijn van een brevetdat uitgereikt wordt na een opleiding waarmee de voetbal-bond zou kunnen worden belast. Het is dan ook verkieslijkde woorden « en accreditering » te laten vervallen.

[49 ] - 1572 / 1-97 / 98

quent qu'aux matches de football auxquels participe aumoins un club évoluant dans une des deux divisions supé-rieures. Cette précision rend inutile la définition figurantau paragraphe lee, 1, puisque les dispositions relatives au«matches nationaux de football » ne s'appliquent qu'auxmatches visés au paragraphe 2.

Mieux vaudrait dès lors omettre les définitions figurantau 1° et au 2° et formuler l'alinéa 2 comme suit:

« Les articles 5 à 42 sont d'application pour:1° les matches de football joués sur du gazon ou sur de

la pelouse artificielle et auxquels participent deux équipesde onze joueurs de sexe masculin, dont une au moins évo-lue dans une des deux divisions nationales supérieures duchampionnat organisé par l'Union royale belge des sociétésde Football-Association, ci-après dénommés «matches na-tionaux de football »;

2° les matches de football joués sur du gazon ou sur dela pelouse artificielle et auxquels participent deux équipesde onze joueurs de sexe masculin, dont une au moins évo-lue dans un championnat étranger ou est représentatived'une nation étrangère, ci-après dénommés «matches in-ternationaux de football ».

Les matches destinés à une catégorie d'âge déterminéene sont toutefois pas visés par les articles 5 à 42. ».

Dès lors que l'article 2 est d'application pour tout matchde football, la notion d'organisateur (alinéa lee, 3°) ne doitpas se limiter aux organisateurs des matches nationaux defootball ou des matches internationaux de football.

Art.5

Cette disposition n'envisage pas l'hypothèse d'un club defootball d'une division inférieure qui serait amené, en coursde saison, à recevoir dans ses installations un club depremière ou de deuxième division.

Art.6

Il convient de préciser que les matches dont questionsont des matches nationaux de football.

Cette observation vaut également pour les articles 7 et12, et pour l'intitulé du titre II.

Art.7

De l'accord du fonctionnaire délégué, le mot «dési-gnent » sera remplacé par le mot « engagent ».

Art.8

Selon les fonctionnaires délégués, l'intention n'est pasde prévoir une procédure administrative d'agrément detous les stewards, mais seulement d'exiger qu'ils soienttitulaires d'un brevet délivré au terme d'une formation quipourrait être confiée à la fédération de football. Mieux vautdès lors omettre les mots « et d'accréditation ».

Page 50: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

Art. ID

1. In de Franse tekst zouden het derde en het vierdestreepje, die onderdeel 3 en onderdeel 4 worden, moetenbeginnen met een werkwoord (bijvoorbeeld onderdeel 3met het werkwoord «prendre» en onderdeel 4 met hetwerkwoord «assurer »),

De Nederlandse tekst van onderdeel3 en onderdeel4zou aldus gesteld moeten worden:

«3° het treffen van maatregelen van ... beogen door hetbeheersen van de stroom van ... toeschouwers, het schei-den van rivaliserende toeschouwers en het concreet toe-passen van het huishoudelijk reglement;

4° het beheren van de tickets, waaronder ... begrepenis: het aanmaken ..., de controle op de toegang, de controleop de geldigheid en de controle op het regelmatig onderzich hebben van toegangsbewijzen; ».

2. In paragraaf 1 (die het eerste lid wordt), laatstestreepje (dat onderdeel5 wordt), worden de organisatorenvan voetbalwedstrijden gemachtigd, en zelfs gedwongen,bewakingscamera's te installeren « in de gevallen en vol-gens de modaliteiten die de Koning bepaalt ».

Het recht om niet te worden bewaakt door camera's,ongeacht of er al dan niet beelden worden opgenomen,behoort tot het domein van het recht op eerbiediging vanhet privéleven (1), dat zowel in artikel 8 van het Verdragtot bescherming van de rechten van de mens en de funda-mentele vrijheden als in artikel 22 van de Grondwet vast-gelegd is.

Overeenkomstig het voormelde artikel 22 staat het aande wetgever, en niet aan de Koning, te bepalen in welkegevallen en onder welke voorwaarden beeldopnamen mo-gen worden gemaakt en wat de bestemming van de opna-me IS.

3. In paragraaf 2 wordt de Koning gemachtigd om aan-vullende concrete regels uit te vaardigen om de veiligheidvan de toeschouwers en het vreedzame verloop van dewedstrijd te garanderen.

Een machtiging die zo ruim is, is niet toelaatbaar.

Art.11

Dit artikeloverlapt artikel 10, § 1, derde streepje, waar-in de organisatoren verplicht worden om de veiligheid vanhet publiek en de interventiediensten te verzekeren door« de concrete tenuitvoerlegging van het reglement van in-wendige orde ». Artikel 11 behoort te vervallen.

Art.12

De strekking van de «verplichtingen » waarin dit arti-kel voorziet, is weinig duidelijk.

Enerzijds kan uit de bepalingen van het voorontwerpniet met zekerheid worden afgeleid of in geval van niet-nakoming van de «verplichtingen » die aan de overkoepel-ende sportbonden worden opgelegd, eveneens aangehaaktkan worden bij de sancties bepaald in artikel 24.

(') Zie in dit verband O. De Schutter, «La vidéosurveillance etle droit au respect de la vie privée ", Journal des Procès, 1996,n" 296, 297 en 298.

[ 50 ]

Art. ID

1. Les troisième et quatrième tirets, devenant les 3 et 4,devraient être introduits par des verbes (par exemple, leverbe «prendre » au 3 et le verbe « assurer » au 4).

Le texte néerlandais du 3 et du 4 doit être rédigé ainsiqu'il est indiqué dans la version néerlandaise du présentaVIS.

2. Le paragraphe lee (devenant l'alinéa 1ec), der-nier tiret (devenant le 5) autorise, et même contraint lesorganisateurs de matches de football à installer des camé-ras de surveillance « dans les cas et selon les modalitésarrêtées par le Roi ».

Le droit de ne pas faire l'objet d'une surveillance parcaméras, que les images soient enregistrées ou non, relèvedu droit au respect de la vie privée (1), qui est consacré tantpar l'article 8 de la Convention de sauvegarde des droits del'homme et des libertés fondamentales que par l'article 22de la Constitution.

Conformément à l'article 22 précité, il appartient aulégislateur, et non au Roi, de viser les cas et conditionsdans lesquels les prises de vues seront effectuées ainsi quela destination de l'enregistrement.

3. Le paragraphe 2 habilite le Roi à arrêter des disposi-tions concrètes additionnelles en vue de garantir la sécuri-té des spectateurs et le déroulement paisible du match.

Une habilitation aussi large n'est pas admissible.

Art.11

Cet article fait double emploi avec l'article 10, § lee,troisième tiret, qui impose aux organisateurs de garantirla sécurité du public et des services d'intervention par « lamise en œuvre concrète du règlement d'ordre intérieur ».

L'article 11 doit être omis.

Art.12

La portée des «obligations »prévues à cet article est peuclaire.

D'une part, on ne saurait déduire avec certitude desdispositions de l'avant-projet si ces «obligations» impo-sées aux fédérations sportives coordinatrices sont égale-ment passibles des sanctions visées à l'article 24.

(') Voir à ce sujet De Schutter, O., La vidéosurveillance et ledroit au respect de la vie privée, Journal des Procès, 1996, n" 296,297 et 298.

Page 51: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

Indien dit de bedoeling is, zijn de verplichtingen al teonduidelijk omschreven dan dat ze kunnen voldoen aanhet vereiste dat strafbare gedragingen bij de wet nauwkeu-rig bepaald moeten zijn.

Bovendien is de zin van die bepaling moeilijk te begrij-pen.

De vraag rijst bijvoorbeeld hoe de bond initiatieven zoukunnen nemen (tweede streepje, dat onderdeel2 wordt),waaraan hij evenwel niet actief zou mogen meewerkenindien die initiatieven zonder hem op een uniforme wijzekunnen worden verwezenlijkt.

Voor het overige kan men zich niet indenken waaromzulk een bepaling nodig zou zijn om een bond in staat testellen die initiatieven te nemen. Indien het de bedoeling isde sportbond initiatieven op te leggen, moeten die duidelij-ker omschreven worden.

Art.14

In de Franse tekst moet het woord « requérir » vervan-gen worden door het woord «demander ». De gemachtigdeambtenaar is het hiermee eens.

De Nederlandse tekst van paragraaf 2, die het tweedelid wordt, zou beter als volgt gesteld worden: «De ste-wards kunnen om afgifte van die voorwerpen verzoeken. ».

Art.15

In de Franse tekst van paragraaf 4 (die het vierde lidwordt) behoren de woorden «qui ne lui sant pas acces-sibles » te worden vervangen door de woorden « qui lui santinterdites ».

De Nederlandse tekst van paragraaf 4, die het vierde lidwordt, zou aldus gesteld moeten worden:

«De stewards zorgen voor de opvang van de toe-schouwers en begeleiden hen naar hun plaats; ze zien eroptoe dat het publiek zich geen toegang verschaft tot de zonesdie het niet mag betreden. ».

Art.21

In paragraaf 2, 2°, behoren de woorden «behoudenswettelijk voorschrift, overheidsbevel of een andere uit-drukkelijke en voorafgaande toelating waaruit het geoor-loofd karakter blijkt van de betreding », die tautologieëninhouden en interpretatieproblemen kunnen doen rijzen,te worden vervangen door de woorden « of zonder wettigereden ».

Dezelfde opmerking geldt mutatis mutandis voor arti-ke122, § 1.

2. In dezelfde paragraaf 2, 2°, behoort te worden gepre-ciseerd wat dient te worden verstaan onder «bepaalde »zones.

Art.22

In de paragrafen 1 en 2 behoren de woorden «niet toe-gankelijk» te worden vervangen door het woord «verbo-den ».

[ 51 ] - 1572 / 1-97 / 98

Si telle est l'intention, les obligations sont définies demanière bien trop imprécise pour pouvoir répondre à l'exi-gence de la légalité des incriminations.

Au surplus, on comprend malle sens de cette disposi-tion.

Comment, par exemple, la fédération pourrait-elle déve-lopper des initiatives (deuxième tiret, devenant le 2), à laparticipation active desquelles elle devrait toutefois resterétrangère si ces initiatives pourraient être réalisées sanselle de manière uniforme ?

Du reste, on ne voit pas pourquoi une fédération auraitbesoin d'une telle disposition pour prendre ces initiatives.Si on entend lui en imposer, il faut les définir de manièreplus précise.

Art.14

De l'accord du fonctionnaire délégué, le mot . requérir»sera remplacé par le mot « demander ».

Le texte néerlandais du pagragraphe 2, devenant l'ali-néa 2, doit être rédigé ainsi qu'il est indiqué dans la versionnéerlandaise du présent avis.

Art.15

Dans le texte français du paragraphe 4 (devenant l'ali-néa 4), on remplacera les mots . qui ne lui sont pas accessi-bles » par les mots « qui lui sont interdites ».

Le texte néerlandais du paragraphe 4, devenant l'ali-néa 4, doit être rédigé ainsi qu'il est indiqué dans la versionnéerlandaise du présent avis.

Art.21

Au paragraphe 2, 2°, on remplacera les mots « sauf dis-position légale, ordre de l'autorité ou autre permissionexpresse et préalable faisant apparaître la Iicéité . quiconstituent des tautologies et qui risquent de susciter desdifficultés d'interprétation, par les mots «ou sans motiflégitime ».

La même observation vaut mutatis mutandis pour l'arti-cle 22, § 1ec.

2. Au même paragraphe 2,2°, il Ya lieu de préciser cequ'il faut entendre par « certaines » zones.

Art.22

Aux paragraphes 1er et 2, il Ya lieu de remplacer respec-tivement les mots «inaccessible » et « inaccessibles » parles mots « interdit » et « interdits ».

Page 52: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

Art.26

In paragraaf 2, 2°, dient het woord «expliciet », dat incasu geen enkele juridische betekenis heeft, te vervallen.

Paragraaf 3 is strijdig met artikel 32 van de Grondwet,dat stelt dat alleen de wetgever bevoegd is om te bepalen inwelke gevallen en onder welke voorwaarden ieder het rechtheeft elk bestuursdocument te raadplegen en er een af-schrift van te krijgen.

Het is trouwens niet duidelijk hoe in casu zou kunnenworden gerechtvaardigd dat voor de afgifte van afschriftenandere regels gegeven zouden kunnen worden dan diewelke bepaald zijn door de wet van 11 april1994 betreffen-de de openbaarheid van bestuur.

Art.28

In paragraaf 1 behoort het woord « aanbieding » te wor-den vervangen door het woord « kennisgeving ».

In paragraaf 2 kan eenvoudiglijk worden geschreven:« § 2. Het hoger beroep heeft schorsende kracht. ».

Art. 3D

1. In het opschrift van hoofdstuk III en aan het beginvan artikel 3D behoren de woorden «Mededeling van debeslissing . en «De beslissing ... wordt ter kennis ge-bracht ... » respectievelijk te worden vervangen door dewoorden «Kennisgeving van de beslissing . en «De be-slissing ... wordt ter kennis gebracht ... ».

Art.32

Het opschrift van hoofdstuk V zou «Verjaring »moetenzijn in plaats van «Verval ». In de toelichting bij de artike-len wordt immers gepreciseerd dat artikel32 «eenverjarrngstermijn voor de administratieve inbreuken (re-gelt) ».

Art.34

Volgens de toelichting zou dit artikelontleend zijn aanartikel 65 van de gecoördineerde wetten betreffende depolitie over het wegverkeer.

De regeling waarin die bepaling voorziet, is evenwelzeer verschillend. Volgens die regeling wordt onmiddellijkeen bedrag geïnd door de ambtenaar die de overtredingvaststelt, kan die ambtenaar, als de overtreder niet ak-koord gaat, de consignatie van een bedrag opleggen en kanhet voertuig van de overtreder worden ingehouden tot datbedrag betaald is.

Volgens het voorontwerp zou de voorgestelde onmiddel-lijke inning gedaan worden door de in artikel 26 bedoeldeambtenaar, namelijk de ambtenaar aangewezen door deKoning om administratieve sancties op te leggen. Men kanzich niet voorstellen hoe hij in de praktijk onmiddellijk datbedrag zou kunnen innen.

In verband met paragraaf 4 wordt verwezen naar dealgemene opmerking n'IV.

[ 52 ]

Art.26

Au paragraphe 2, 2°, le mot «explicitement» est, enl'espèce, dépourvu de signification juridique et sera omis.

Le paragraphe 3 est contraire à l'article 32 de la Consti-tution qui réserve au législateur le pouvoir de déterminerles cas et les conditions dans lesquelles chacun a le droit deconsulter chaque document administratif et de s'en faireremettre copie.

On perçoit mal du reste ce qui pourrait justifier enl'espèce que cette remise de copies puisse être soumise àd'autres modalités que celles définies par la loi du 11 avril1994 relative à la publicité de l'administration.

Art.28

Au paragraphe le', il y a lieu de remplacer le mot « pré-sentation » par le mot « notification ».

Au paragraphe 2, on écrira plus simplement:« § 2. L'appel est suspensif. ».

Art. 3D

1. Dans l'intitulé du chapitre III et au début de l'arti-cle 3D, il Y a lieu de remplacer respectivement les mots« Communication de la décision» et «La décision est com-muniquée ... »par les mots . Notification de la décision» et«La décision est notifiée ... ».

Art.32

Le chapitre V, devrait s'intituler «Prescription » au lieud'« Extinction ». En effet, le commentaire des articles pré-cise que l'article 32 « règle un délai de prescription pour lesinfractions administratives ».

Art.34

Selon le commentaire, cet article serait inspiré de l'arti-cle 65 des lois coordonnées relatives à la police de la circu-lation routière.

Le régime prévu par cette dernière disposition est toute-fois singulièrement différent. Il prévoit que la perceptionimmédiate est effectuée par l'agent qui constate l'infrac-tion, qu'en cas de désaccord du contrevenant, cet agentpeut exiger la consignation d'une somme et que jusqu'aupaiement de cette somme, le véhicule du contrevenant peutêtre retenu.

Dans l'avant-projet, la proposition de perception immé-diate serait effectuée par le fonctionnaire visée à l'arti-cle 26, soit celui qui serait désigné par le Roi pour infligerdes sanctions administratives. On ne perçoit pas commentil pourrait pratiquement percevoir immédiatement cettesomme.

Concernant le paragraphe 4, il est renvoyé à l'observa-tion générale n? IV.

Page 53: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

[ 53 ] - 1572 /1 - 97/98

Art. 37 Art. 37

Dit artikel zou onder artikel 29 moeten worden inge- Cet article devrait être déplacé sous l'article 29.voegd.

Art. 40 Art. 40

In de Franse tekst dient het woord «particulière » teworden vervangen worden door het woord « spéciale ».

Art.41

Die bepaling biedt de mogelijkheid om een « gerechtelijkstadionverbod » op te leggen in geval van overtreding vande artikelen 38 en 39 van het voorontwerp, die betrekkinghebben op de « zwarte markt » van toegangsbewijzen vooreen voetbalwedstrijd.

Het is niet duidelijk waarom die sanctie niet zou geldenvoor andere strafbare feiten waarin het voorontwerp vanwet voorziet.

Slotopmerkingen

De Nederlandse tekst van het ontwerp is uit een oog-punt van correct taalgebruik door de band genomen onder-maats, vooral wegens talrijke gallicismen en andere taal-ongerechtigheden. In het advies zijn in dat verband eenaantal tekstvoorstellen gedaan. Onder voorbehoud van devoorgaande inhoudelijke opmerkingen wordt ten overvloe-de en bij wijze van voorbeeld op het volgende opmerkzaamgemaakt:

Titel I: Het gebruik van het woord «Deel . als tegen-hanger van het Frans «Titre» is in strijd met dewetgevingstechniek. Alleen het woord « Titel » is gebruike-lijk. Deze opmerking geldt voor heel het ontwerp.

Art.3

Het woord « elke »wordt hier gebruikt in een betekenisdie strijdig is met het Nederlandse taaleigen.

Art.4

In paragraaf 1, 7, (die het eerste lid, 7, wordt) moet dewending «een of meerdere » vervangen worden door dewending «een of meer ». Deze opmerking geldt voor heelhet ontwerp.

Art.6

De verkeerd gebruikte woorden « duiden ... aan » moe-ten vervangen worden door de woorden « wijzen ... aan ».

Deze opmerking geldt voor heel het ontwerp. Bovendien isde term «verantwoordelijke » in « veiligheidsverantwoor-delijke » een gallicisme. Het zou beter zijn te schrijven:«veiligheidsfunctionaris» of «veiligheidspersoon ». Dezeopmerking geldt voor heel het ontwerp.

Dans le texte français, on remplacera le mot «particu-lière » par le mot « spéciale ».

Art.41

Cette disposition prévoit la possibilité d'infliger une« interdiction de stade judiciaire » en cas d'infraction auxarticles 38 et 39 de l'avant-projet, qui concernent le «mar-ché noir» des titres d'accès à un match de football.

On n'aperçoit pas pourquoi cette sanction ne s'applique-rait pas à d'autres infractions prévues par l'avant-projet deloi.

Observations finales

Du point de vue de la correction de la langue, le textenéerlandais du projet est, dans son ensemble, mal rédigé.Le texte néerlandais du projet doit être rédigé en tenantcompte des observations faites dans la version néerlandai-se, in fine, du présent avis.

Page 54: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98 [ 54 ]

Art.9

In paragraaf 2, die het tweede lid wordt, zou het woord«werkingsregels » beter vervangen worden door de woor-den « regels voor het functioneren ». Deze opmerking geldtvoor heel het ontwerp.

Art.10

Wat paragraaf 1 betreft, wordt de term « reglement vaninwendige orde » algemeen als een gallicisme beschouwd.Hij zou vervangen moeten worden door de gangbare term«huishoudelijk reglement ». Deze opmerking geldt voorheel het ontwerp.

In de tekst naast het vijfde streepje, dat 5 wordt, zou determ «modaliteiten» vervangen moeten worden door determ « nadere regels ». Deze opmerking geldt voor heel hetontwerp.

In paragraaf 2 zouden de woorden «beschikkingen be-palen », die niet correct zijn, vervangen moeten wordendoor de woorden «voorschriften geven ».

Art.14

Het woord « kledij » zou vervangen moeten worden doorhet woord «kleding ».

Art.16

Paragraaf 2, die het tweede lid wordt, is onbegrijpelijkin de huidige lezing.

Art.18

Zoals het woord «voorZIen» in het artikel gebruiktwordt, wordt het als een gallicisme aangemerkt en zou hetvervangen moeten worden door de wending «voorzien in »of door een andere geschikte term. Deze opmerking geldtvoor heel het ontwerp.

Art.19

De woorden «Het huidige deel » zijn in dit zinsverbandfout en zouden vervangen moeten worden door de woorden«Deze titel ».

Art.21

In paragraaf 2, 10, moet de wending «Ill overtreding

van », die letterlijk uit het Frans vertaald is doch geengangbaar Nederlands is, vervangen worden door de wen-ding « in strijd met ». Deze opmerking geldt voor heel hetontwerp.

Art.24

Wanneer er sprake is van een meervoud, behoort steeds«maanden » te worden geschreven en niet «maand ». Dezeopmerking geldt voor heel het ontwerp.

Page 55: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

Art.26

Paragraaf 1 is in zijn huidige lezing slecht gesteld enonleesbaar.

In paragraaf 2, 10, zou het woord « dewelke » vervangen

moeten worden door het woord «welke ». Deze opmerkinggeldt voor heel het ontwerp. Voorts is de term « opgestart »

ongebruikelijk in de regelgeving. Hij zou vervangen moe-ten worden door de term « aangespannen ». Een soortgelij-ke opmerking geldt voor heel het ontwerp.

In paragraaf 4 zou het correcter zijn «in voorkomendgeval . te schrijven in plaats van « desgevallend ». Dezeopmerking geldt voor heel het ontwerp.

Art.36

De wending « indien geen inlichting gebeurde » is geenNederlands, doordat « gebeuren » wijst op iets toevalligs eneen « inlichting » juist niet.

Art.37

De wending « samengaande inbreuken » is onbegrijpe-lijk en niet gangbaar. Bedoeld wordt « gelijktijdige over-tredingen ». Voorts is het hele artikel uit een oogpunt vancorrect Nederlands bijzonder slecht gesteld, zodat het her-schreven zou moeten worden.

Art.38

De wending «Wordt gestraft », aan het begin van eenzin, in plaats van « Gestraft wordt », wordt geacht in strijdmet het Nederlandse taaleigen te zijn. Een soortgelijkeopmerking geldt voor artikel43.

De kamer was samengesteld uit

HH.:

R. ANDERSEN, kamervoorzitter;

C. WETTINCK,P. LIENARDY, staatsraden;

F. DELPEREE,J.-M. FAVRESSE, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. :

M. PROOST, griffier.

De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekstwerd nagezien onder toezicht van de heer R. ANDERSEN.

Het verslag werd uitgebracht door de heer L. DETROUX,adjunct-auditeur. De nota van het Coärdinatiebureau werd opge-steld en toegelicht door de heer C. NIKIS, adjunct-referendaris.

De Griffier, De Voorzitter,

M. PROOST R.ANDERSEN

[ 55 ] - 1572 / 1-97 / 98

La chambre était composée de

MM.:

R. ANDERSEN, président de chambre;

C. WETTINCK,P. LIENARDY, conseillers d'Etat;

F. DELPEREE,J.-M. FAVRESSE, assesseurs de la section de législation;

Mme:

M. PROOST, greffier.

La concordance entre la version française et la version néerlan-daise a été vérifiée sous le contrôle de M. R. ANDERSEN.

Le rapport a été présenté par M.L.DETROUX, auditeur adjoint.La note du Bureau de coordination a été rédigée et exposée parM. C. NIKIS, référendaire adjoint.

Le Greffier, Le Président,

M. PROOST R.ANDERSEN

Page 56: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

WETSONTWERP

ALBERT II, KONINGDERBELGEN

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,ONZEGROET.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnen-landse Zaken en Onze Minister van Justitie en op hetadvies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

HEBBENWIJ BESLOTENENBESLUITENWIJ:

In toepassing van artikel 78 van de Grondwet, zijnOnze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnen-landse Zaken en Onze Minister van Justitie gelasthet ontwerp van wet, waarvan de tekst hierna volgt,in Onze naam aan de Wetgevende Kamers voor teleggen en bij de Kamer van volksvertegenwoordigersin te dienen :

Artikel1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld inartikel 78 van de Grondwet.

TITEL I

Verplichtingen van organisatorenen overkoepelende sportbond

HOOFDSTUKI

Algemene bepalingen

Art.2

Onverminderd de door of krachtens de wet naderbepaalde maatregelen te treffen door de organisatorvan een voetbalwedstrijd en onverminderd de doorde bevoegde overheden genomen maatregelen, rustop de organisator van elke voetbalwedstrijd de plichtom alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te ne-men om schade aan personen en goederen te voorko-men, daaronder begrepen alle mogelijke praktischemaatregelen tot voorkoming van wangedrag door detoeschouwers.

Om de draagwijdte van deze plicht te bepalenwordt onder meer rekening gehouden met overeen-komsten die aangegaan worden tussen de organisa-tor enerzijds en de hulpdiensten en de bestuurlijkeen politiële overheden of diensten anderzijds.

[ 56 ]

PROJET DE LOI

ALBERT II, ROIDESBELGES

A tous, présents et à venir,SALUT.

Sur la proposition de Notre Ministre de l'Intérieuret de Notre Ministre de la Justice et de l'avis de NosMinistres qui en ont délibéré en Conseil,

Nous AVONSARRÊTÉETARRÊTONS:

En application de l'article 78 de la Constitution,Notre Vice-Premier Ministre et Ministre de l'Inté-rieur et Notre Ministre de la Justice sont chargés desoumettre en Notre nom aux Chambres législativeset de déposer à la Chambre des Représentants leprojet de loi dont la teneur suit:

Article 1er

La présente loi règle une matière visée à l'arti-cle 78 de la Constitution.

TITRE PREMIER

Obligations des organisateurs et de la Fédérationsportive coordinatrice

CHAPITRE t-

Dispositions générales

Art2

Sans préjudice d'autres mesures fixées par ou envertu de la loi auxquelles l'organisateur d'un matchde football doit pourvoir et sans préjudice des mesu-res prises par les autorités compétentes, l'organisa-teur de tout match de football a l'obligation de pren-dre toutes les mesures de précaution nécessairespour prévenir les atteintes aux personnes et auxbiens, en ce compris toutes les dispositions concrètespour prévenir les débordements commis par les spec-tateurs.

Afin de déterminer la portée de cette obligation, ilest entre autres tenu compte des conventions con-clues entre d'une part l'organisateur, et d'autre partles services de secours et les autorités ou servicesadministratifs et policiers.

Page 57: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

Art.3

De organisator van elke voetbalwedstrijd maaktuitsluitend gebruik van stadions of delen van sta-dions die aan de door de Koning bepaalde veilig-heidsnormen voldoen.

HOOFDSTUK II

Definities

Art.4

Voor de toepassing van deze wet, wordt begrepenonder

la voetbalwedstrijd: de variant van het voetbal-spel dewelke met twee ploegen van elf mannelijkespelers op een grasveld of op een kunstgrasveldwordt gespeeld, met uitzondering van deze wedstrij-den die bedoeld zijn voor een bepaalde leeftijdscate-gorie;

20 nationale voetbalwedstrijd: de voetbalwed-strijd als gedefinieerd in la van dit artikel waaraanminstens een club uit een van de twee hoogste natio-nale afdelingen deelneemt;

30 internationale voetbalwedstrijd: de voetbal-wedstrijd als gedefinieerd in la van dit artikel waar-aan minstens één ploeg deelneemt die een anderenationaliteit heeft dan de Belgische nationaliteit endie deelneemt aan een buitenlands kampioenschapof representatief is voor een vreemde natie;

4a organisator: de natuurlijke persoon of rechts-persoon die een nationale voetbalwedstrijd of eeninternationale voetbalwedstrijd geheel of ten deleorganiseert of laat organiseren, op eigen initiatief ofop initiatiefvan een derde;

50 steward: een natuurlijke persoon, aangewor-ven door de organisator krachtens artikel 7 van dezewet om de toeschouwers te ontvangen en te begelei-den bij een nationale voetbalwedstrijd of internatio-nale voetbalwedstrijd, teneinde het goede verloopvan de wedstrijd met het oog op de veiligheid van detoeschouwers te waarborgen;

60 speelveld: de afgebakende ruimte waarop dedeelnemers zich bewegen gedurende een voetbalwed-strijd;

70 stadion: elke plaats waar een voetbalwedstrijdzich afspeelt, voor zover het speelveld grenst aan tenminste een tribune;

80 tribune: plaats, grenzend aan het speelveld,bestemd om zittende of staande toeschouwers te ont-vangen, en die rijen ofeen ofmeerdere onbeweegbareelementen omvat.

[ 57 ] - 1572 / 1-97 / 98

Art.3

L'organisateur de tout match de football n'utiliseque les stades ou parties de stades qui satisfont auxnormes de sécurité fixées par le Roi.

CHAPITRE II

Définitions

Art.4

Pour l'application de la présente loi, sont considé-rées comme

la match de football: la variante du football quiest jouée sur du gazon ou une pelouse artificielle pardeux équipes de onze joueurs de sexe masculin, àl'exclusion des matches qui sont destinés à une caté-gorie d'âge déterminée;

20 match national de football: le match de foot-ball défini au la du présent article auquel participeau moins un club évoluant dans une des deux divi-sions nationales supérieures;

30 match international de football: le match defootball défini au la du présent article auquel partici-pe au moins une équipe d'une nationalité autre quebelge et qui participe à un championnat étranger ouest représentative d'une nation étrangère;

4a organisateur: la personne physique ou moralequi organise ou fait organiser, en tout ou en partie,un match national de football ou un match interna-tional de football, qu'elle en ait pris elle-même l'ini-tiative ou qu'elle en ait été chargée par un tiers;

50 steward: une personne physique engagée parl'organisateur en vertu de l'article 7 de la présente loipour accueillir et assister les spectateurs lors d'unmatch national de football ou d'un match internatio-nal de football, afin d'assurer le bon déroulement dela rencontre pour la sécurité des spectateurs;

60 terrain de jeu: l'aire délimitée sur laquelleévoluent les participants pendant un match de foot-ball;

70 stade: tout lieu où se déroule un match defootball, pour autant que le terrain de jeu soit jouxtéd'au moins une tribune;

80 tribune: espace jouxtant le terrain de jeu, des-tiné à recevoir des spectateurs assis ou debout, com-portant des gradins ou un ou plusieurs élémentsimmobiliers.

Page 58: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

HOOFDSTUK III

Bijzondere verplichtingenvan de organisatoren

Art.5

De organisatoren van een nationale voetbalwed-strijd en de organisatoren van een internationalevoetbalwedstrijd zijn gehouden om met betrekkingtot hun verplichtingen in de loop van de maand junivan elk jaar overeenkomsten aan te gaan met dehulpdiensten en de bestuurlijke en politiële overhe-den of diensten.

Art.6

Voor de coördinatie en de leiding van het veilig-heidsbeleid duiden de organisatoren van een natio-nale voetbalwedstrijd ofvan een internationale voet-balwedstrijd een behoorlijk gemandateerdeveiligheidsverantwoordelijke aan.

Art.7

De organisatoren van een nationale voetbalwed-strijd of van een internationale voetbalwedstrijdwerven stewards aan.

Art.8

De Koning bepaalt het minimum aantal stewardsen hun hierarchische structuur, de bevoegdheden entaken van de veiligheidsverantwoordelijken, alsme-de de minimale voorwaarden van rekrutering, oplei-ding en bekwaamheid waaraan stewards en veilig-heidsverantwoordelijken moeten voldoen.

Art.9

De organisatoren die meerdere nationale voetbal-wedstrijden op hetzelfde speelveld organiseren, rich-ten een lokale adviesraad voor de veiligheid bij voet-balwedstrijden op.

De Koning bepaalt de taken, de samenstelling ende overige werkingsregels van deze lokale advies-raad.

Art.10

De organisatoren van een nationale voetbalwed-strijd of van een internationale voetbalwedstrijd ne-men ten minste de volgende maatregelen:

l°het onderwerpen van alle toeschouwers aaneen reglement van inwendige orde dat alle voorge-

[ 58 ]

CHAPITRE III

Obligations particulièresdes organisateurs

Art.5

Les organisateurs d'un match national de footballet les organisateurs d'un match international de foot-ball sont tenus de conclure une convention relative àleurs obligations dans le courant du mois de juin dechaque année avec les services de secours et lesautorités ou services administratifs et policiers.

Art.6

Pour la coordination et la direction de la politiquede sécurité, les organisateurs d'un match national defootball ou d'un match international de football dési-gnent un responsable de la sécurité dûment manda-té.

Art.7

Les organisateurs d'un match national de footballou d'un match international de football engagent desstewards.

Art.8

Le Roi détermine le nombre minimum de stewardset leur structure hiérarchique, les compétences et lestâches des responsables de la sécurité, ainsi que lesconditions minimales de recrutement, de formationet de capacité auxquelles les uns et les autres doiventsatisfaire.

Art.9

Les organisateurs qui organisent plusieurs mat-ches nationaux de football sur le même terrain dejeuinstituent un conseil consultatiflocal pour la sécuritédes matches de football.

Le Roi précise les tâches, la composition et lesautres règles de fonctionnement de ce conseil consul-tatif local.

Art.10

Les organisateurs d'un match national de footballou d'un match international de football prendront aumoins les dispositions suivantes:

10 soumettre tous les spectateurs à un règlementd'ordre intérieur qui reprend tous les actes et com-

Page 59: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

schreven en verboden handelingen en gedragingenopsomt en aangeeft welk gevolg aan de niet-nalevingervan zal worden gegeven;

20 het opnemen van een regeling van burgerrech -telijke uitsluiting, en een regeling inzake afgifte vanvoorwerpen in het reglement van inwendige orde;

30 het controleren van de naleving van het regle-ment van inwendige orde;

4a het nemen van maatregelen van actieve enpassieve veiligheid die de veiligheid van het publieken de hulp- en politiediensten beogen door de beheer-singvan de bewegingvan toeschouwers, de scheidingvan rivaliserende toeschouwers, en de concrete ten-uitvoerlegging van het reglement van inwendigeorde;

50 het verzekeren van het ticketbeheer, waaron-der in ieder geval begrepen is : het aanmaken van detoegangsbewijzen, de distributie ervan, de toegangs-controle en de controle op de geldigheid en op deregelmatige detentie van de toegangsbewijzen. DeKoning kan hiertoe bij in Ministerraad overlegd be-sluit de modaliteiten van het ticketbeheer regelen;

60 het installeren van bewakingscamera's in degevallen en volgens de modaliteiten die de Koning,na advies van de commissie voor de bescherming vande persoonlijke levenssfeer, bepaalt.

De Koning kan aanvullende concrete beschikkin-gen bepalen teneinde de veiligheid van de toeschou-wers en het vredig verloop van de wedstrijd te garan-deren, dewelke binnen achttien maand na deinwerkingtreding van het besluit houdende deze be-schikkingen dienen te worden bekrachtigd bij wet.

HOOFDSTUK IV

Bijzondere verplichtingen voorde overkoepelende sportbond

Art.11

Naast het nemen van de noodzakelijke maatrege-len wanneer hij zelf als organisator van een nationa-le voetbalwedstrijd of internationale voetbalwed-strijd optreedt, is met betrekking tot de maatregelenbepaald in Titel I, Hoofdstuk III van deze wet, deoverkoepelende sportbond gehouden volgende maat-regelen te nemen :

la in elk geval een permanente coördinatie te ver-zekeren van de bijzondere verplichtingen van de or-ganisatoren, zoals geregeld in Titel I, Hoofdstuk III;

20 voor zover dit nodig blijkt, middelen ter be-schikking te stellen van organisatoren om hun bij-zondere verplichtingen te laten realiseren;

30 voor zover de maatregelen vermeld onder lOof20 niet toereikend zijn zelf rechtstreeks en actief aande uitvoering ervan deel te nemen om te verzekerendat de bijzondere verplichtingen worden uitgevoerd,en dit op gecoördineerde wijze.

[ 59 ] - 1572 / 1-97 / 98

portements prescrits et interdits, et indique quellesuite sera réservée à leur inobservation;

20 prendre une réglementation d'exclusion civile,et une réglementation relative à la remise des objetsdans le règlement d'ordre intérieur;

30 contrôler le respect de leur règlement d'ordreintérieur;

4a prendre des mesures de sécurité active et pas-sive visant à garantir la sécurité du public et desservices de police et de secours par la gestion des fluxde spectateurs, la séparation des spectateurs rivaux,et la mise en œuvre concrète du règlement d'ordreintérieur;

50 assurer la gestion des billets, ce qui comprenden tout cas: la confection des titres d'accès, leurdistribution, le contrôle d'accès et le contrôle de lavalidité et de la détention régulière des titres d'accès.Le Roi peut à cette fin régler, par arrêté délibéré enConseil des ministres, les modalités de la gestion desbillets;

60 installer de caméras de surveillance dans lescas et selon les modalités précisées par le Roi, aprèsavis de la commission pour la protection de la vieprivée.

Le Roi peut arrêter des dispositions concrètes ad-ditionnelles en vue de garantir la sécurité des specta-teurs et le déroulement paisible du match, lesquellesdoivent être confirmées par la loi dans les dix-huitmois de l'entrée en vigueur de l'arrêté portant cesdispositions.

CHAPITRE IV

Obligations particulières incombantà la Fédération sportive coordinatrice

Art.11

En plus des mesures nécessaires qu'elle doit pren-dre lorsqu'elle s'érige elle-même en organisatriced'un match national de football ou d'un match inter-national de football, la fédération sportive coordina-trice est tenue, en ce qui concerne les mesures préci-sées au Titre 1er, Chapitre III de la présente loi, deprendre les mesures suivantes:

la en tout cas assurer une coordination perma-nente des obligations particulières des organisa-teurs, comme il est réglé dans le Titre 1er,

Chapitre III;20 pour autant que cela s'avère nécessaire, mettre

à la disposition des organisateurs des moyens pourfaire réaliser leurs obligations particulières;

30 pour autant que les mesures mentionnées sousla ou 20 ne sont pas satisfaisantes, participer elle-même directement et activement à leur exécutionpour assurer que les obligations particulières soientexécutées, et cela de manière coordonnée.

Page 60: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98 [ 60 ]

HOOFDSTUK V CHAPITRE V

Taken en bevoegdheden van de stewards Tâches et compétences des stewards

Art. 12 Art. 12

Bij het uitoefenen van hun taken en bevoegdhedentreden de stewards op in de zone begrensd door debuitenomheining van het stadion.

Mdeling 1

Bevoegdheden

Art.13

De stewards kunnen de toeschouwers van het-zelfde geslacht verzoeken zich vrijwillig aan een op-pervlakkige controle van kleding en bagage te onder-werpen, teneinde voorwerpen te detecteren waarvanhet binnenbrengen in het stadion het verloop van dewedstrijd kan verstoren.

De stewards kunnen om afgifte van die voorwer-pen verzoeken.

Een ieder die zich tegen deze controle of afgifteverzet of er niet in toestemt, wordt door de stewardsde toegang tot het stadion ontzegd.

Mdeling2

Taken

Art.14

Indien nodig, vergezellen de stewards de scheids-rechters, lijnrechters en spelers tussen de kleedka-mers en het veld.

Art.15

De stewards nemen deel aan de controle op denaleving van het reglement van inwendige orde.

Zij inspecteren de inrichtingen voor en na de wed-strijd; elke tekortkoming aan de voorziene veilig-heidsmaatregelen wordt onmiddellijk gemeld aan deveiligheidsverantwoordelijke om dit terstond te ver-helpen.

De stewards zien erop toe dat via toegangs- enevacuatiewegen een vlotte doorgang mogelijk is naaruitgangen en parkings.

De stewards staan in voor het onthaal van detoeschouwers en begeleiden hen naar hun plaatsen;ze zien erop toe dat het publiek zich geen toegangverschaft tot de niet voor het publiek toegankelijkeplaatsen.

Lors de l'exercice de leurs tâches et de leurs com-pétences, les stewards interviennent dans la zonedélimitée par l'enceinte extérieure du stade.

Section 1re

Compétences

Art.13

Les stewards peuvent inviter les spectateurs dumême sexe qu'eux à se soumettre volontairement àun contrôle superficiel de leurs vêtements et baga-ges, afin de détecter la présence d'objets dont l'intro-duction dans le stade peut perturber le déroulementdu match.

Les stewards peuvent demander la remise de cesobjets.

L'accès au stade est refusé par les stewards àquiconque s'oppose à ce contrôle ou cette remise, ourefuse de s'y soumettre.

Section 2

Tâches

Art.14

Au besoin, les stewards accompagnent les arbi-tres, juges de ligne et joueurs entre les vestiaires et leterrain de jeu.

Art.15

Les stewards participent au contrôle du respect durèglement d'ordre intérieur.

Ils se livrent à l'inspection des installations, avantet après le match; tout manquement aux mesures desécurité prévues est immédiatement signalé au res-ponsable de la sécurité afin qu'il y soit remédié sur lechamp.

Les stewards veillent à ce que les voies d'accès etd'évacuation garantissent un accès fluide aux issueset aux parkings.

Les stewards assurent l'accueil des spectateurs etleur accompagnement vers leurs places; ils veillent àce que le public ne pénètre pas dans les zones qui nesont pas accessibles au public.

Page 61: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

Art.16

De stewards verstrekken aan het publiek alle nut-tige informatie met betrekking tot de organisatie, deinfrastructuur en de hulpdiensten.

Ze delen aan de hulp- en politiediensten elke infor-matie mee betreffende het publiek die de orde kanverstoren.

Art.17

De stewards treden op in elke situatie die een snelingrijpen vergt.

Ze treden preventief op in elke situatie die eenbedreiging voor de openbare orde kan uitmaken.

HOOFDSTUK VI

Sancties

Art.18

Overeenkomstig de procedure voorzien in Titel IIIvan deze wet kan een administratieve geldboete vantwintig duizend frank tot tien miljoen frank wordenopgelegd aan de organisator van een voetbalwed-strijd die de verplichtingen voorgeschreven door ofkrachtens de artikelen 2,3,5 of10 van deze wet, voorzover deze op hem van toepassing zijn, niet naleeft.

Overeenkomstig de procedure voorzien in Titel IIIvan deze wet kan een administratieve geldboete vantwintig duizend frank tot vijf miljoen frank wordenopgelegd aan de organisator van een nationale voet-balwedstrijd of internationale voetbalwedstrijd ofaan de overkoepelende sportbond die de overige ver-plichtingen voorgeschreven door of krachtens Titel Ivan deze wet niet naleeft.

TITEL II

Feiten die het verloop van de nationalevoetbalwedstrijd of van de internationale

voetbalwedstrijd kunnen verstoren

Art.19

Het huidige deel is van toepassing op feiten ge-pleegd gedurende de ganse periode tijdens dewelkehet stadion, waarin een nationale voetbalwedstrijd ofeen internationale voetbalwedstrijd plaatsvindt, toe-gankelijk is voor de toeschouwers.

[ 61 ] - 1572 / 1-97 / 98

Art.16

Les stewards délivrent au public toutes les infor-mations utiles relatives à l'organisation, aux infras-tructures et aux services de secours.

Ils communiquent aux services de police et desecours toute information concernant le public, sus-ceptible de troubler l'ordre.

Art.17

Les stewards interviennent dans toute situationnécessitant une action rapide.

Ils interviennent à titre préventif dans toute situa-tian qui peut constituer une menace pour l'ordrepublic.

CHAPITRE VI

Sanctions

Art.18

Conformément à la procédure prévue au Titre IIIde la présente loi, une amende administrative devingt mille francs à dix millions de francs peut êtreinfligée à l'organisateur d'un match national de foot-ball ou d'un match international de football qui nerespecte pas les obligations prescrites par ou en ver-tu des articles 2, 3, 5 ou 10 de la présente loi.

Conformément à la procédure prévue au Titre IIIde la présente loi, une amende administrative devingt mille francs à cinq millions de francs peut êtreinfligée à l'organisateur d'un match national de foot-ball ou d'un match international de football ou à lafédération sportive coordinatrice qui ne respecte pasles autres obligations prescrites par ou en vertu duTitre 1er de la présente loi.

TITRE II

Faits qui peuvent troubler le déroulementdu match national de football

ou du match international de football

Art.19

Le présent titre est d'application à des faits com-mis pendant toute la période durant laquelle le stadeoù se déroule un match national de football ou unmatch international de football est accessible auxspectateurs.

Page 62: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

Art.20

Een ieder die zonder gerechtvaardigde reden eenof meerdere voorwerpen gooit of schiet van of naarhet speelveld of de zone die het speelveld omringt,daaronder begrepen de tribunes, kan een ofmeerde-re sancties oplopen als voorzien in artikel 24 vandeze wet.

Art.21

Een ieder die het stadion onrechtmatig betreedt,kan een ofmeerdere sancties oplopen als voorzien inartikel 24 van deze wet.

Als onrechtmatig betreden worden beschouwd:1° het betreden van het stadion in overtreding

van een administratief ofgerechtelijk stadionverbod;2° het betreden van het stadion wanneer de toe-

gang hem daartoe werd ontzegd in toepassing vanartikel13, derde lid, van deze wet.

Art.22

Behoudens wettelijk voorschrift, overheidsbevel ofeen andere uitdrukkelijke en voorafgaande toelatingof gerechtvaardigde reden waaruit het geoorloofdkarakter blijkt, kan een ieder die bepaalde zones vanhet stadion betreedt zonder in het bezit te zijn vaneen geldig toegangsbewijs voor deze zone of die zichbevindt in plaatsen die voor het publiek niet toegan-kelijk zijn, een ofmeerdere sancties oplopen als voor-zien in artikel 24 van deze wet.

Als plaatsen die voor het publiek niet toegankelijkzijn worden beschouwd:

1° het speelveld en de aansluitende zones dewel-ke zijn afgescheiden van het publiek;

2° de muren, omheiningen of andere middelenbestemd tot het scheiden van de toeschouwers;

3° de door de Koning als niet toegankelijk voor hetpubliek omschreven zones.

Art.23

Een ieder die, alleen of in groep, door zijn gedraghet verloop van de nationale voetbalwedstrijd ofvande internationale voetbalwedstrijd verstoort door hetaanzetten tot slagen en verwondingen, haat ofwoedeten opzichte van een ofmeerdere personen die zich inhet stadion bevinden, kan een of meerdere sanctiesoplopen als voorzien in artikel 24 van deze wet.

Art.24

Overeenkomstig de procedure voorzien in Titel IIIvan deze wet kan in geval van overtreding van deartikelen 20,21, 22 of 23 van deze wet een admini-

[ 62 ]

Art.20

Pourra encourir une ou plusieurs sanctions pré-vues à l'article 24 de la présente loi quiconque jetteou projette sans motiflégitime un ou plusieurs objetsvers ou depuis le terrain de jeu ou la zone qui entourele terrain de jeu, en ce compris les tribunes.

Art.21

Pourra encourir une ou plusieurs sanctions pré-vues à l'article 24 de la présente loi quiconque pénè-tre irrégulièrement dans le stade.

Sont considérés comme pénétration irrégulière:1° pénétrer dans le stade en contravention à une

interdiction de stade administrative ou judiciaire;2° pénétrer dans le stade malgré que l'accès a été

refusé en application de l'article 13, alinéa 3, de laprésente loi.

Art.22

Sauf disposition légale, ordre de l'autorité ou autrepermission expresse et préalable ou motif légitimefaisant apparaître la licéité, pourra encourir une ouplusieurs sanctions prévues à l'article 24 de la pré-sente loi quiconque pénètre dans certaines zones dustade sans être en possession d'un titre d'accès vala-ble pour cette zone ou se trouve dans un lieu inacces-sible au public.

Sont considérés comme lieux inaccessibles au pu-blic:

1° le terrain de jeu et les zones adjacentes qui sontséparées du public;

2° les murs, clôtures ou autres moyens destinés àséparer les spectateurs;

3° les zones définies par le Roi comme étant inac-cessibles au public.

Art.23

Pourra encourir une ou plusieurs sanctions pré-vues à l'article 24 de la présente loi quiconque, seulou en groupe, trouble par son comportement le dérou-1ement du match national de football ou du matchinternational de football, en incitant à porter descoups et blessures, à la haine ou à l'emportement àl'égard d'une ou plusieurs personnes se trouvantdans le stade.

Art.24

Conformément à la procédure prévue au Titre IIIde la présente loi, une amende administrative de dixmille francs à deux cent mille francs et une interdic-

Page 63: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

stratieve geldboete van tienduizend tot tweehon-derdduizend frank en een administratief stadionver-bod voor een duur van drie maand tot vijf jaar wor-den opgelegd, of één van deze sancties alleen.

TITEL III

Procedure betreffendede administratieve rechtsvordering

HOOFDSTUKI

Vaststelling van de feiten

Art.25

De feiten zoals gesanctioneerd in de artikelen 18en 24 van deze wet worden bij proces-verbaal vastge-steld door een politieambtenaar. De feiten zoals ge-sanctioneerd in artikel 18 van deze wet kunnen ookbij proces-verbaal worden vastgesteld door een daar-toe door de Koning aangewezen ambtenaar.

Het origineel van dit proces-verbaal wordt ge-stuurd aan de ambtenaar bedoeld in artikel 26, eer-ste lid, van deze wet.

Voor de feiten zoals bedoeld in de artikelen 20,21,22 en 23 van deze wet wordt een afschrift van hetproces-verbaal terzelfder tijd gestuurd aan de procu-reur des Konings.

HOOFDSTUK II

Opleggen van sancties

Art.26

De administratieve sanctie wordt door de door deKoning aangewezen ambtenaar opgelegd.

Wanneer deze ambtenaar beslist dat er reden isom de administratieve procedure aan te vatten, deelthij de overtreder door middel van een ter post aange-tekend schrijven mee :

1° de feiten met betrekking tot dewelke de proce-dure is opgestart;

2° het feit dat de overtreder de gelegenheid heeftom binnen de dertig dagen te rekenen van de datumvan kennisgeving van het aangetekend schrijven,zijn verweermiddelen uiteen te zetten bij ter postaangetekend schrijven, en dat hij het recht heeft ombij deze gelegenheid de in het eerste lid van ditartikel bedoelde ambtenaar om een mondelinge ver-dediging van zijn zaak te verzoeken;

3° het feit dat de overtreder het recht heeft omzich te laten bijstaan door een raadsman;

4° het feit dat de overtreder het recht heeft zijndossier te consulteren;

[ 63 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

tian de stade administrative d'une durée de troismois à cinq ans ou une de ces deux sanctions peuventêtre infligées en cas de contravention aux articles 20,21,22 et 23 de la présente loi.

TITRE III

Procédure relative à l'actionadministrative

CHAPITRE PREMIER

Constatation des faits

Art.25

Les faits sanctionnés par les articles 18 et 24 de laprésente loi sont constatés dans un procès-verbal parun fonctionnaire de police. Les faits sanctionnés parl'article 18 de la présente loi peuvent également êtreconstatés dans un procès-verbal par un fonctionnairedésigné par le Roi.

L'original du procès-verbal est envoyé au fonction-naire visé à l'article 26, alinéa t-, de la présente loi.

Pour les faits visés aux articles 20, 21, 22 et 23 dela présente loi, une copie du procès-verbal est en-voyée en même temps au procureur du Roi.

CHAPITRE II

Imposition de sanctions

Art.26

La sanction administrative est imposée par lefonctionnaire désigné par le Roi.

Lorsque ce fonctionnaire décide qu'il y a lieu d'en-tamer la procédure administrative, il communiqueau contrevenant, par lettre recommandée à la poste:

1° les faits à propos desquels la procédure estentamée;

2° le fait que le contrevenant a la possibilité d'ex-poser par écrit, par lettre recommandée à la poste,ses moyens de défense dans un délai de trente jours àcompter du jour de notification de la lettre recom-mandée, et qu'il dispose à cette occasion du droit dedemander au fonctionnaire visé à l'alinéa 1er du pré-sent article de présenter oralement sa défense;

3° le fait que le contrevenant a le droit de se faireassister d'un conseil;

4° le fait que le contrevenant a le droit de consul-ter son dossier;

Page 64: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

5° een afschrift van het in artikel 25, eerste lid,van deze wet bedoelde proces-verbaal, gevoegd alsbijlage.

De in het eerste lid bedoelde ambtenaar bepaaltdesgevallend de dag waarop de betrokkene conformzijn verzoek krachtens het tweede lid, 2°, van ditartikel uitgenodigd wordt de mondelinge verdedi-ging van zijn zaak voor te dragen.

Art.27

Na afloop van de termijn voorzien in artikel 26,lid 2, 2°, van deze wet, of in voorkomend geval na deschriftelijke of mondelinge verdediging van de zaakdoor de overtreder of zijn raadsman, kan de ambte-naar bedoeld in artike126, eerste lid, van deze wet deovertreder een sanctie opleggen op basis van de arti-kelen 18 of 24 van deze wet.

Art.28

De beslissing tot het opleggen van een administra-tieve sanctie heeft uitvoerbare kracht na het verstrij-ken van een termijn van een maand, te rekenenvanaf de dag van kennisgeving, bedoeld in artikel 30.

Het hoger beroep heeft schorsende kracht.

Art.29

De beslissing tot het opleggen van een administra-tieve sanctie wordt gemotiveerd. Zij bepaalt even-eens het bedrag van de administratieve geldboete ende duur van het administratief stadionverbod, of eenvan deze sancties alleen, en de bepalingen van arti-kel 31 van deze wet.

De administratieve sanctie is proportioneel infunctie van de zwaarte van de feiten die haar verant-woorden, en in functie van eventuele herhaling.

De vaststelling van meerdere samengaande in-breuken op de artikelen 20, 21, 22 of 23 zal hetvoorwerp uitmaken van een enkele administratievegeldboete en een enkel administratief stadionverbod,of van een van deze sancties, dewelke proportioneelzijn in functie van de zwaarte van het geheel van defeiten.

Wanneer de administratieve sanctie wordt opge-legd aan een organisator, bepaalt de genomen beslis-sing de termijn binnen dewelke de vastgestelde in-breuken moeten verholpen worden.

[ 64 ]

5° une copie en annexe du procès-verbal visé àl'article 25, alinéa 1er, de la présente loi.

Le fonctionnaire visé à l'alinéa 1er précise le caséchéant le jour où l'intéressé est invité à exposeroralement sa défense, conformément à sa requête envertu de l'alinéa 2, 2°, du présent article.

Art.27

A l'échéance du délai prévu à l'article 26, alinéa 2,2°, de la présente loi ou, le cas échéant, après ladéfense écrite ou orale de l'affaire par le contreve-nant ou son conseil, le fonctionnaire visé à l'arti-cle 26, alinéa 1er, de la présente loi peut imposer unesanction au contrevenant sur la base des articles 18ou 24 de la présente loi.

Art.28

La décision d'imposer une sanction administrativea force exécutoire à l'échéance du délai d'un mois àcompter dujour de sa notification, visée à l'article 30.

L'appel est suspensif.

Art.29

La décision d'imposer une sanction administrativeest motivée. Elle mentionne également le montant del'amende administrative ou la durée de l'interdictionde stade administrative, et les dispositions de l'arti-cle 31 de la présente loi.

La sanction administrative est proportionnée à lagravité des faits qui la motivent, et en fonction del'éventuelle répétition.

La constatation de plusieurs contraventions, con-comitantes, aux articles 20,21,22 ou 23 de la présen-te loi fera l'objet d'une amende administrative uni-que ou d'une interdiction de stade administrativeunique, proportionnées à la gravité de l'ensemble desfaits.

Lorsque la sanction administrative est imposée àun organisateur, la décision fixe le délai dans lequelil doit être remédié aux infractions constatées.

Page 65: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

HOOFDSTUK III

Kennisgeving van de beslissing

Art.30

Van de beslissing wordt bij ter post aangetekendebriefkennis gegeven aan de overtreder en, bij schen-ding van de artikelen 20, 21, 22 of 23 van deze wet,aan de procureur des Konings.

HOOFDSTUK IV

Hoger beroep

Art.31

De overtreder die de beslissing van de in arti-ke126, eerste lid, van deze wet bedoelde ambtenaarbetwist, tekent op straffe van verval binnen een ter-mijn van een maand vanaf de kennisgeving van debeslissing, bij wege van verzoekschrift, beroep aanbij de politierechtbank.

Geen hoger beroep staat open tegen de beslissingvan de politierechtbank.

Onverminderd de bepalingen in het eerste entweede lid van dit artikel zijn de bepalingen van hetGerechtelijk Wetboek toepasselijk op het beroep bijde politierechtbank en het buitengewoon hoger be-roep.

HOOFDSTUKV

Verjaring van de administratieve vordering

Art.32

De ambtenaar bedoeld in artike126, eerste lid, vandeze wet kan geen administratieve sanctie opleggenna het verstrijken van een termijn van drie jaar, terekenen vanaf de dag waarop het feit werd gepleegd.

HOOFDSTUK VI

Uitzonderingsbepalingen

Art.33

Het huidige hoofdstuk is van toepassing wanneerfeiten, zoals gesanctioneerd in artikel 24 van dezewet begaan worden door een overtreder die in Belgiëgeen woonplaats, noch hoofdverblijfplaats heeft.

[ 65 ] - 1572 / 1-97 / 98

CHAPITRE III

Notification de la décision

Art.30

La décision est notifiée par lettre recommandée àla poste au contrevenant et, en cas de violation desarticles 20, 21, 22 ou 23 de la présente loi, au procu-reur du Roi.

CHAPITRE IV

Appel

Art.31

Le contrevenant qui conteste la décision du fonc-tionnaire visé à l'article 26, alinéa t-, de la présenteloi peut interjeter appel par voie de requête près letribunal de police dans un délai d'un mois depuis lanotification de la décision, à peine de déchéance.

La décision du tribunal de police n'est pas soumiseà appel.

Sans préjudice des dispositions prévues aux ali-néas 1er et 2 du présent article, les règles du Codejudiciaire s'appliquent à l'appel près le tribunal depolice et aux voies de recours extraordinaires.

CHAPITRE V

Prescription de l'action administrative

Art.32

Le fonctionnaire visé à l'article 26, alinéa t-, de laprésente loi ne peut imposer de sanction administra-tive à l'échéance d'un délai de trois ans à compter dujour où le fait est commis.

CHAPITRE VI

Dispositions dérogatoires

Art.33

Le présent chapitre est d'application lorsque lesfaits sanctionnés par l'article 24 de la présente loisont commis par un contrevenant qui n'a en Belgiqueni domicile ni résidence principale.

Page 66: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572Il - 97 / 98

Art.34

In geval van vaststelling van overtreding van deartikelen 20, 21, 22 of 23 van deze wet kan, metinstemming van de overtreder, onmiddellijk een somvan tienduizend frank geheven worden door de amb-tenaar, bedoeld door artikel 26, eerste lid van dezewet.

De beslissing tot het opleggen van de onmiddellij-ke heffing wordt door de betrokken ambtenaar mede-gedeeld aan de procureur des Konings.

De Koning bepaalt de modaliteiten van heffing enindexatie van de som.

De onmiddellijke betaling van de som doet de mo-gelijkheid vervallen de overtreder voor het betreffen-de feit een administratieve geldboete op te leggen.

De betaling van de onmiddellijke heffing verhin-dert niet dat de procureur des Konings toepassingmaakt van artikel 216bis of 216ter van het Wetboekvan Strafvordering of de strafvervolging instelt. Ingeval van toepassingvan artike1216bis of216ter vanhet Wetboek van Strafvordering wordt de onmiddel-lijk geheven som toegerekend op de door het open-baar ministerie vastgestelde som en wordt het even-tuele overschot terugbetaald.

In geval van veroordeling van de betrokkene wordtde onmiddellijk geheven som toegerekend op de aande staat verschuldigde gerechtskosten en op de uitge-sproken geldboete en wordt het eventuele overschotterugbetaald.

In geval van vrijspraak wordt de onmiddellijk ge-heven som teruggegeven.

In geval van voorwaardelijke veroordeling wordtde onmiddellijk geheven som teruggegeven na aftrekvan de gerechtskosten.

HOOFDSTUK VII

Bijzondere bepalingen

Art.35

De procureur des Konings beschikt over een ter-mijn van een maand, te rekenen van de dag vanontvangst van het afschrift van het proces-verbaalbedoeld in artikel 25 van deze wet om de ambtenaarbedoeld in artikel 26, eerste lid van deze wet in telichten dat een opsporingsonderzoek of een gerechte-lijk onderzoek werd opgestart of een strafrechtelijkevervolging werd ingesteld. Voor het verstrijken vandeze termijn kan de ambtenaar bedoeld in artike126,eerste lid van deze wet geen administratieve sanctieopleggen opbasis van artike124 van deze wet, behou-dens voorafgaande mededeling door de procureur desKonings dat deze geen gevolg aan het feit wenst tehechten.

De in het vorige lid vermelde mededeling door deprocureur des Konings, doet de mogelijkheid verval-len voor de in artikel 26, eerste lid van deze wet

[ 66 ]

Art.34

Lorsqu'une contravention aux articles 20, 21, 22ou 23 de la présente loi est constatée, une somme dedix mille francs peut être immédiatement perçue,avec l'accord du contrevenant, par le fonctionnairevisé à l'article 26, alinéa 1er, de la présente loi.

La décision d'imposer la perception immédiate estcommuniquée au procureur du Roi par le fonction-naire concerné.

Le Roi détermine les modalités de perception etd'indexation de la somme.

Le paiement immédiat de la somme éteint la possi-bilité d'infliger au contrevenant une amende admini-strative pour le fait visé.

Le paiement immédiat de la somme prélevéen'empêche cependant pas le procureur du Roi de faireapplication des articles 216bis et 216ter du Coded'instruction criminelle, ni d'engager des poursuitespénales. En cas d'application des articles 216bis et216ter du Code d'instruction criminelle, la sommeimmédiatement perçue est imputée sur la sommefixée par le ministère public, et l'excédent éventuelest remboursé.

En cas de condamnation de l'intéressé, la sommeimmédiatement perçue est imputée sur les frais dejustice dus à l'Etat et sur l'amende prononcée, etl'excédent éventuel est remboursé.

En cas d'acquittement, la somme perçue est resti-tuée.

En cas de condamnation conditionnelle, la sommeimmédiatement perçue est restituée après déductiondes frais de justice.

CHAPITRE VII

Dispositions particulières

Art.35

Le procureur du Roi dispose d'un délai d'un mois àcompter dujour de la réception de la copie du procès-verbal visé à l'article 25 de la présente loi pour infor-mer le fonctionnaire visé à l'article 26, alinéa t-, dela présente loi que des poursuites pénales ont étéengagées, ou qu'une information ou une instructionjudiciaire ont été entamées. Le fonctionnaire visé àl'article 26, alinéa t-, de la présente loi ne peutinfliger de sanction administrative sur la base del'article 24 de la présente loi avant l'échéance de cedélai, sauf communication préalable par le procureurdu Roi que ce dernier ne souhaite pas réserver desuite au fait.

La communication par le procureur du Roi, visée àl'alinéa précédent éteint la possibilité pour le fonc-tionnaire visé à l'article 26, alinéa 1er, de la présente

Page 67: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

bedoelde ambtenaar om een administratieve sanctieop te leggen op basis van artikel 24 van deze wet.

Art.36

De mogelijkheid tot het instellen van de strafvor-dering door de procureur des Konings voor feitendewelke sanctioneerbaar zijn op basis van artikel 24van deze wet, maar die door de procureur des Ko-nings worden gekwalificeerd als misdrijven, vervaltindien geen mededeling gebeurde in de zin van arti-kel 35, eerste lid van deze wet bij het verstrijken vande hiervoor bepaalde termijn van een maand.

HOOFDSTUK VIII

Verzachtende omstandigheden

Art.37

Indien verzachtende omstandigheden aanwezigzijn, kunnen de administratieve geldboetes, voorzienin de artikelen 18 en 24 worden verminderd tot bene-den hun minimum, zonder dat zij ooit lager kunnenzijn dan tienduizend frank voor een sanctie op basisvan artikel 18, of lager dan vijfduizend frank vooreen sanctie op basis van artikel 24.

TITEL IV

Misdrijven

HOOFDSTUK EEN

Misdrijven betreffende de onrechtmatigeverdeling van toegangsbewijzen

Art.38

Wordt gestraft met een gevangenisstraf van zesmaand tot drie jaar en een geldboete van tweehon-derd frank tot twintigduizend frank, of met een vandeze straffen alleen, het verdelen of verkopen vaneen of meerdere geldige toegangsbewijzen voor eenvoetbalwedstrijd, hetzij in overtreding van het uitgif-tesysteem ingesteld volgens de door of krachtensdeze wet bepaalde toepassingsvoorwaarden, hetzijzonder uitdrukkelijke en voorafgaande toelating vande organisator, met de bedoeling hierdoor het verloopvan de nationale of internationale voetbalwedstrijdte verstoren ofmet een winstoogmerk.

[ 67 ] - 1572 / 1 - 97 / 98

loi d'imposer une sanction administrative sur la basede l'article 24 de la présente loi.

Art.36

La possibilité pour le procureur du Roi d'engagerla procédure pénale pour les faits visés par l'arti-cle 24 de la présente loi, mais qui sont qualifiésd'infractions par le procureur du Roi, s'éteint si aucu-ne communication au sens de l'article 35, alinéa 1er,

de la présente loi n'a eu lieu à l'échéance du délaid'un mois susmentionné.

CHAPITRE VIII

Circonstances atténuantes

Art.37

S'il y a des circonstances atténuantes, les amendesadministratives prévues dans les articles 18 et 24peuvent être diminuées jusqu'en-deçà de leur mini-mum, sans qu'elles ne puissent être inférieures à dixmille francs pour une sanction basée sur l'article 18,ou inférieures à cinq mille francs pour une sanctionbasée sur l'article 24.

TITRE IV

Infractions

CHAPITRE PREMIER

Infractions relatives à la distributionirrégulière de titres d'accès

Art.38

Est puni d'une peine d'emprisonnement desix mois à trois ans et d'une amende de deux cents àvingt mille francs, ou d'une de ces deux peines, le faitde distribuer ou de vendre un ou plusieurs titresvalables d'accès à un match de football, soit en con-travention au système d'émission établi selon lesconditions d'application définies par ou en vertu de laprésente loi, soit sans en avoir reçu l'autorisationexpresse et préalable de l'organisateur, lorsque celase fait avec l'intention de troubler le déroulement dumatch national ou international de football ou dansun but lucratif.

Page 68: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572Il - 97 / 98

Art.39

De poging tot het misdrijf voorzien in artikel 38van deze wet is strafbaar met een gevangenisstrafvan 6 maand tot twee jaar en een geldboete vantweehonderd frank tot tienduizend frank, ofmet eenvan deze straffen alleen.

HOOFDSTUK II

Bijzondere bepalingen

Art.40

Ingeval van een veroordeling wegens overtredingvan de artikelen 38 of 39 van deze wet wordt debijzondere verbeurdverklaring van de toegangsbe-wijzen voor een nationale of internationale voetbal-wedstrijd steeds uitgesproken, zelfs indien de toe-gangsbewijzen geen eigendom zijn van deveroordeelde.

Art.41

In geval van een veroordeling voor een misdrijf,begaan in een stadion, kan door de rechter een ge-rechtelijk stadionverbod voor een duur vandrie maand tot tien jaar worden uitgesproken.

Het gerechtelijk stadionverbod kan een aanmel-dingsplicht impliceren waarvan de modaliteiten doorde rechter worden bepaald.

Art.42

De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek,hoofdstuk VII en artikel 85 niet uitgezonderd, zijntoepasselijk op de bij deze wet voorziene misdrijven.

TITEL V

Slotbepalingen

Art.43

Kunnen worden medegedeeld aan een organisatoren aan de lokale adviesraad van deze organisator,uitsluitend in het geval dat dit nodig is voor deuitoefening van hun verplichtingen: de bestuurlijkeinlichtingen die de politiediensten inwinnen en debestuurlijke documentatie die zij bijhouden met be-trekking tot de gebeurtenissen ofde groeperingen dieeen concreet belang vertonen voor de uitoefening vanhun opdrachten van bestuurlijke politie in het kader

[ 68 ]

Art.39

La tentative du délit prévu à l'article 38 de laprésente loi est punissable d'une peined'emprisonnement de six mois à deux ans et d'uneamende de deux cents à dix mille francs ou d'une deces deux peines.

CHAPITRE II

Dispositions particulières

Art.40

Dans le cas d'une condamnation pour contraven-tion aux articles 38 ou 39 de la présente loi, la confis-cation spéciale des titres d'accès à un match nationalou international de football est toujours prononcée,même s'ils ne sont pas la propriété du condamné.

Art.41

Dans le cas d'une condamnation pour une infrac-tion commise dans un stade, le juge peut prononcerune interdiction de stade judiciaire d'une durée detrois mois à dix ans.

L'interdiction de stade judiciaire peut entraînerune obligation de se présenter selon les modalitésprécisées par le juge.

Art.42

Les dispositions du Livre I du Code pénal, en cecompris le chapitre VII et l'article 85, sontd'application pour les infractions prévues par la pré-sente loi.

TITRE V

Dispositions finales

Art.43

A l'exclusion des données à caractère personnel,peuvent être communiquées à l'organisateur et à sonconseil consultatif local, uniquement dans le cas oùils en ont besoin pour l'exécution de leurs obliga-tians: les informations administratives recueilliespar les services de police et la documentation admini-strative qu'ils tiennent à jour relative aux événe-ments ou aux groupements présentant un intérêtconcret pour l'exercice de leurs missions de police

Page 69: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

van de veiligheid bij voetbalwedstrijden, met uitslui-ting van gepersonaliseerde gegevens.

De organisator en de leden van de lokale advies-raad die deze inlichtingen en documentatie meedelenaan derden worden gestraft met de straffen bepaaldin artikel 458 van het strafwetboek.

Art.44

Bij vaststelling van een administratiefrechtelijksanctioneerbaar feit in de zin van de artikelen 20, 21,22 of23 van deze wet in een stadion, kan de vaststel-lende politieambtenaar, officier van gerechtelijke ofvan bestuurlijk politie, na de overtreder gehoord tehebben, beslissen onmiddellijk een stadionverbod alsbeveiligingsmaatregel op te leggen. Deze beslissinghoudt op te bestaan indien zij niet binnen 14 dagenwordt bevestigd door de ambtenaar bedoeld in arti-ke126, eerste lid van deze wet.

Bij vaststelling van een misdrijf in een stadionstelt deze politieambtenaar, na de betrokkene ge-hoord te hebben, wanneer hij van oordeel is dat eenstadionverbod als beveiligingsmaatregel dient teworden opgelegd, hiervan onmiddellijk de procureurdes Konings in kennis. Deze laatste kan in dat gevaleen stadionverbod als beveiligingsmaatregel opleg-gen.

De politieambetanar stelt van dit alles proces-verbaal op en, bij vaststelling van een administra-tiefrechtelijk sanctioneerbaar feit wordt vervolgensgehandeld overeenkomstig Titel III van deze wet.

Het stadionverbod als beveiligingsmaatregel isslechts geldig voor een termijn van ten hoogste driemaand te rekenen vanaf de datum van de feiten, enhoudt in elk geval op te bestaan indien een admini-stratief of gerechtelijk stadionverbod wordt uitge-sproken.

De politieambtenaar deelt de betrokkene mee dathij het voorwerp uitmaakt van een stadionverbod alsbeveiligingsmaa trege1.

De politieambtenaar vermeldt bovendien in zijnproces-verbaal tot vaststelling van de feiten:

1° het feit dat de betrokkene gehoord werd, ofnietgehoord kon worden, met opgave van de redenenwaarom;

2° het feit dat de betrokkene werd medegedeelddat hem een stadionverbod als beveiligingsmaatre-gel is opgelegd;

3° in voorkomend geval, de in het tweede lid vandit artikel bedoelde beslissing van de procureur desKonings.

Art.45

Elke beslissing waarbij een administratief of ge-rechtelijk stadionverbod of een stadionverbod als be-veiligingsmaatregel wordt opgelegd, wordt medege-deeld aan een door de Koning aangewezen

[ 69 ] - 1572 / 1-97 / 98

administrative dans le cadre de la sécurité lors dematches de football.

Seront punies des peines prévues à l'article 458 ducode pénal l'organisateur et les membres du conseilconsultatif local qui font part à des tiers de ces ren-seignements et documentation.

Art.44

En cas de constatation d'un fait sanctionnable ad-ministrativement au sens des articles 20, 21, 22 ou23 de la présente loi, commis dans un stade, le fonc-tionnaire de policeverbalisant, officier de policejudi-ciaire ou de police administrative, peut après avoirentendu le contrevenant décider d'imposer immédia-tement une interdiction de stade à titre de mesure desûreté. Cette décision cesse d'exister si elle n'est pasconfirmée dans les 14jours par le fonctionnaire visé àl'article 26, alinéa t-, de la présente loi.

En cas de constatation d'une infraction commisedans un stade, ce fonctionnaire de police, lorsqu'ilestime qu'une interdiction de stade à titre de mesurede sûreté doit être imposée, en informe immédiate-ment, après avoir entendu l'intéressé, le procureurdu Roi. Ce dernier peut en ce cas imposer une inter-diction de stade à titre de mesure de sûreté.

Le fonctionnaire de police en dresse procès-verbalet, en cas de constatation d'un fait sanctionnableadministrativement, il est procédé conformément auTitre III de la présente loi.

L'interdiction de stade à titre de mesure de sûretén'est valable que pour un délai de maximum troismois à compter de la date des faits, et cesse en toutcas d'exister si une interdiction de stade administra-tive ou judiciaire est prononcée.

Le fonctionnaire de police communique àl'intéressé qu'il fait l'objet d'une interdiction de stadeà titre de mesure de sûreté.

Le fonctionnaire de police mentionne en outredans son procès-verbal de constatation des faits:

1° le fait que l'intéressé a été entendu, ou n'a paspu l'être, en en mentionnant les raisons;

2° le fait qu'il a été communiqué à l'intéressé qu'ilfaisait l'objet d'une interdiction de stade à titre demesure de sûreté;

3° le cas échéant, la décision du procureur du Roimentionnée à l'alinéa 2 du présent article.

Art.45

Chaque décision imposant une interdiction de sta-de administrative oujudiciaire ou une interdiction destade à titre de mesure de sûreté est communiquée àun fonctionnaire désigné par le Roi, selon les modali-

Page 70: La Chambre- 1572 / 1 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998(*) 27MEI 1998 WETSONTWERP betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden MEMORIE

- 1572 Il - 97 / 98

ambtenaar, volgens de modaliteiten bepaald door deminister van Justitie en de minister van Binnen-landse Zaken.

De ambtenaar kan, ter controle van de nalevingvan het opgelegde stadionverbod, uitsluitend dezegegevens mededelen aan de overkoepelende sport-bond of aan de organisator die noodzakelijk zijn vooren beperkt zijn tot de identificatie van de persoon diehet voorwerp uitmaakt van een dergelijk stadionver-bod. De Koning bepaalt, na advies van de commissievoor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,de modaliteiten hiertoe.

Gegeven te Brussel, 26 mei 1998.

ALBERTVAN KoNINGSWEGE :

De Vice-Eerste Minister enMinister van Binnenlandse Zaken,

L. TOBBACK

De Minister van Justitie,

T. VAN PARYS

[70 ]

tés déterminées par le ministre de la Justice et leministre de l'Intérieur.

Le fonctionnaire, pour le contrôle du respect del'interdiction de stade imposée, ne peut communi-quer à la fédération sportive coordinatrice ou àl'organisateur que les données strictement nécessai-res à l'identification de la personne qui fait l'objetd'une telle interdiction de stade. Le Roi en précise lesmodalités, après avis de la commission pour la pro-tection de la vie privée.

Donné à Bruxelles, le 26 mai 1998.

ALBERTPAR LE ROI:

Le Vice-Premier Ministre etMinistre de l'Intérieur,

L. TOBBACK

Le Ministre de la Justice,

T. VAN PARYS

Drukk.-Impr. SCHAUBRüECK, Nazareth - (09) 389 02 11 - (02) 219 0041