kracht en beweweging

2
5. Kracht en beweging 5.1 Inleiding Statisch effect : kracht kan een voorwerp vervormen Dynamisch effect : kracht kan de bewegingstoestand van een voorwerp veranderen 5.2 F R = 0 5.2.1 v0 voorbeeld : een fietser die stopt met trappen ( spierkracht F s = 0) valt stilt omdat er een KRACHT op hem inwerkt. Namelijk de WRIJVINGSKRACHT F W ( deze kracht is een combinatie van luchtweerstand, wrijving met de grond en eventueel ook de wrijving van de remmen). Dit betekent : als de wrijvingskracht Fw =0 dan zal de fietser GEEN spierkracht (F s = 0) moet uitoefenen om met een constante snelheid verder te rijden.( gemakkelijk, hé ) Het is wel zo dat de wrijvingskracht in werkelijkheid niet nul kan zijn en bijgevolg zal de fietser toch steeds moeten trappen om zijn snelheid aan te houden Besluit : Als F R = 0 en v=constant dan zal v = constant 5.2.2 v=0 Voorbeeld : Als er op een fietser stilstaat en er werkt geen kracht op in dan zal deze fietser stil blijven staan. Besluit : Als F R = 0 en v=0 dan zal v = 0 5.2.3 Traagheidswet (of Eerste wet van Newton!!) De twee voorgaande wetten kan je als volgt samenvatten : een voorwerp kan uit zichzelf niets aan zijn bewegingstoestand veranderen : een voorwerp dat stilstaat blijft stilstaan als er gaan krachten inwerken. Een voorwerp dat met constante snelheid beweegt blijft met constante snelheid bewegen als er geen krachten inwerken. 5.3 F R 0 Als de resulterende kracht FR verschillende is van nul dan zal deze kracht een dynamisch effect (= versnellen,vertragen of van richting veranderen) hebben

description

kracht en beweging

Transcript of kracht en beweweging

Page 1: kracht en beweweging

5. Kracht en beweging

5.1 Inleiding

• Statisch effect : kracht kan een voorwerp vervormen • Dynamisch effect : kracht kan de bewegingstoestand van een voorwerp veranderen

5.2 FR = 0

5.2.1 v≠0

voorbeeld : een fietser die stopt met trappen ( spierkracht Fs = 0) valt stilt omdat er een KRACHT op hem inwerkt. Namelijk de WRIJVINGSKRACHT FW ( deze kracht is een combinatie van luchtweerstand, wrijving met de grond en eventueel ook de wrijving van de remmen). Dit betekent : als de wrijvingskracht Fw =0 dan zal de fietser GEEN spierkracht (Fs = 0) moet uitoefenen om met een constante snelheid verder te rijden.( gemakkelijk, hé J) Het is wel zo dat de wrijvingskracht in werkelijkheid niet nul kan zijn en bijgevolg zal de fietser toch steeds moeten trappen om zijn snelheid aan te houden L

Besluit : Als FR = 0 en v=constant dan zal v = constant

5.2.2 v=0

Voorbeeld : Als er op een fietser stilstaat en er werkt geen kracht op in dan zal deze fietser stil blijven staan.

Besluit : Als FR = 0 en v=0 dan zal v = 0

5.2.3 Traagheidswet (of Eerste wet van Newton!!)

De twee voorgaande wetten kan je als volgt samenvatten : een voorwerp kan uit zichzelf niets aan zijn bewegingstoestand veranderen : een voorwerp dat stilstaat blijft stilstaan als er gaan krachten inwerken. Een voorwerp dat met constante snelheid beweegt blijft met constante snelheid bewegen als er geen krachten inwerken.

5.3 FR≠0

Als de resulterende kracht FR verschillende is van nul dan zal deze kracht een dynamisch effect (= versnellen,vertragen of van richting veranderen) hebben

Page 2: kracht en beweweging

Oefeningen Pag 48 1, 2a, 3(a,c)

Pag 48 oefn 1

a) Fout. Richting, zin en aangrijpingspunt kunnen nog verschillende zijn

b) Fout. Als de resulterende kracht gelijk is aan nul dan kan het ook zijn dat het voorwerp met constante snelheid aan het bewegen is.

c) Fout. Een bal stopt met rollen omdat er WEL een kracht is ,namelijk wrijvingskracht!

Pag 48 oefn 2a

a) De kracht om een appel te schillen heeft een statisch effect omdat de appel vervormd als hij geschild wordt

Pag 48 oefn 3 a,c

a)

• Op David en zijn fiets werken : Spierkracht (Fs), Wrijvingskracht (FW), Zwaartekracht (FZ) ,Kracht (FG)van de grond

• Spierkracht (Fs) en Wrijvingskracht (FW) compenseren elkaar. Zwaartekracht (FZ) en Kracht (FG)van de grond compenseren elkaar. De resulterende kracht is dus nul

• Een eenparig rechtlijnige beweging (ERB) want David fietst met CONSTANTE snelheid op een RECHTE, VLAKKE weg

c)

• Op Katleen werkt : Wrijvingskracht (FW), Zwaartekracht (FZ)

• Omdat de zwaartekracht (FZ) groter is dan de wrijvingskracht (FW) is de resulterende kracht verschillende van nul (FR≠0)

• Omdat resulterende kracht verschillende van nul (FR≠0) is , is de snelheid niet constant. Het is geen ERB. ( In een hoger jaar zal je leren dat de valbeweging een eenparige versnelde beweging EVB is)