Module-opdrachtManon Kessels & Marije Filius

Maart 2013

1

Inleiding

Tijdens het vak didactische basisprincipes kregen we de keuze voor het analyseren van een bestaande module of het ontwikkelen van een nieuwe module. Na overleg leek het ons het meest leerzaam een nieuwe module te ontwikkelen. Wij zijn ervan overtuigd dat de ervaring met het maken van een nieuwe module ons zal helpen in het ontwikkelen van onderwijs in het werkveld. Deze module is geschreven voor de opleiding bewegingstechnologie van de Haagse Hogeschool.

Aan oud-studenten bewegingstechnologie is gevraagd welke module verbeterd of toegevoegd moet worden aan het curriculum volgens hen. Na het analyseren van deze evaluatiegegevens was duidelijk dat het methodologisch beschrijven van empirisch onderzoek mist in het huidige curriculum. Ook de tijd die besteed wordt aan statistiek is erg beperkt. Deze conclusie is voorgelegd aan onze stagebegeleider. Hij bevestigde dat dit onderwerp niet uitgebreid terug te vinden is in de opleiding. Echter gaf hij wel aan dat niet alle studenten richting het onderzoek willen. Er is daarom besloten de module aan te bieden als keuzemodule.

De module bestaat uit een deel methodologie en een deel statistiek. Bij methodologie leren studenten wat een wetenschappelijk artikel inhoudt en hoe ze deze het beste kunnen opbouwen. Bij statstiek willen we de basisvaardigheden in SPSS vergroten, waardoor de student in staat is data te analyseren en te rapporteren.

Allereerst staat de module beschreven zoals deze standaard wordt aangeboden in het moduleboek binnen de opleiding bewegingstechnolgie (hoofdstuk 1). Daarna volgt een uitwerking van de inhoud, doelstellingen en voorbereidingen per hoorcollege (hoofdstuk 2). Voor de module-opdracht moet verplicht een lesverantwoordingsformulier (LVF) geschreven worden. In hoofdstuk 3 staat het LVF van hoorcollege 2. Een analyse van het moduleboek volgens de richtlijnen van de module-opdracht staat beschreven in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 staan de eindopdrachten beschreven en in hoofdstuk 6 het beoordelingsformulier van de eindopdrachten. In de bijlage zijn de practicumopdrachten van statistiek en uitwerkingen van de (eind)opdrachten opgenomen.

2

Inhoud module-opdracht

1.0 Moduleboek.....................................................................................................................................4

2.0 Uitwerking per hoorcollege..............................................................................................................8

3.0 Lesverantwoordingsformulier hoorcollege 2..................................................................................12

4.0 Analyse van de module..................................................................................................................20

4.1 Motiveren...................................................................................................................................20

4.1 Beginsituatie...............................................................................................................................21

4.2 Onderwijsdoelen........................................................................................................................21

4.3 Opbouw van de module.............................................................................................................21

4.4 Organisatie en werkwijze...........................................................................................................22

4.5 Beoordeling en herkansing.........................................................................................................22

5.0 Eindopdrachten..............................................................................................................................24

Opdracht 1: inleiding en discussie....................................................................................................24

Opdracht 2: resultaten en discussie.................................................................................................25

6.0 Beoordelingsformulier....................................................................................................................26

3

1.0 Moduleboek

Cluster: Schrijven voor wetenschappelijk onderzoek3 STP

Vakgebieden Methodologie en statistiek

Onderwerpen Schrijven van een wetenschappelijk artikel en het uitvoeren van statistische toetsen met SPSS

Samensteller Manon KesselsMarije Filius

Leerjaar 2 of 3 Periode 3

Docenten Onbekend

Inleiding Het verrichten van onderzoek is niet alleen het terrein van wetenschappelijke opleidingen maar ook van hogere beroepsopleidingen. Hiermee kan het handelen in de praktijk onderbouwd worden. Ook in de beroepspraktijk van een bewegingstechnoloog komt het verrichten van onderzoek aan bod. Echter is er maar een deel van de bewegingstechnologen die voorkeur geven aan onderzoek. Onderzoek wordt gedaan op verschillende werkvlakken zoals de bewegingsanalyse en het ontwerpen, testen & vervaardigen van producten. Het verrichten van onderzoek bevat diverse onderdelen waarvoor kennis en vaardigheden vereist zijn. Voorbeelden hiervan zijn het schrijven van een adequate inleiding, het uitvoeren van metingen of het rapporteren van resultaten. Binnen de opleiding komt het uitvoeren van metingen aan bod in PEO-projecten. Het schrijfproces op wetenschappelijk niveau komt niet terug in de opleiding terwijl dit in het werkveld wel verwacht wordt. In deze module wordt daarom dieper ingegaan op het schrijven voor wetenschappelijk onderzoek.

Deze module richt zich op het doen van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van schrijven en rapporteren. De kennis en vaardigheden die opgedaan worden in deze module kunnen toegepast worden op PEO-projecten en stage- en afstudeeropdrachten tijdens de opleiding maar ook zeker in het werkveld van de bewegingstechnoloog. Tijdens deze module wordt gewerkt aan beroepsspecifieke, algemene beroepsgerichte en persoonsgebonden competenties.

Opbouw De module bestaat uit 7 hoorcolleges en 14 practica. Tijdens de hoorcolleges zal de nadruk liggen op zowel algemene principes van methodologie en statistiek als het schrijven van een wetenschappelijk artikel. In de practica gaan de studenten zelf aan de slag met het schrijven van een artikel om onderzoeksvaardigheden onder de knie te krijgen. De module is opgezet vanuit een methodologische opbouw. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: inleiding, methode, statistiek, resultatensectie en discussie.

Doelstellingen - De student kan een adequate onderzoeksvraag opstellen (Rc)- De student kan een inleiding schrijven die leidt tot de onderzoeksvraag (Rc)- De student kan een adequate methode van een empirisch onderzoek schrijven (Rc)- De student kan uitkomsten van statistische toetsen (independent samples t-test, paired

samples t-test, pearson’s correlatie, simpele regressie en one-way ANOVA) uit SPSS interpreteren (Rc)

- De student kan uitkomsten van statistische toetsen (independent samples t-test, paired samples t-test, pearson’s correlatie, simpele regressie en one-way ANOVA) rapporteren (Rc)

- De student kan een adequate discussie van een empirisch onderzoek schrijven (Rc)

Literatuur Verplicht : Cijfers Spreken. Joep Brinkman. Vijfde druk. Basishandboek SPSS 20. A. de Vocht.

Aanbevolen : Een onderzoek; Voorbereiden. Heinze Oost en Angela Markenhof. Een onderzoek; Uitvoeren. Heinze Oost en Angela Markenhof.

4

Beginvereisten Voorkennis op het gebied van methodologie en statistiekCommunicatie & management: behaaldMeten: behaaldPEO-projecten: 5 van de 6 projecten dienen te zijn behaald

Toetsing Opdracht (2x)

Het cijfer voor ‘Schrijven voor wetenschappelijk onderzoek’ is het gewogen gemiddelde van twee opdrachten. De weegfactoren zijn: Opdracht 1 (inleiding en methode): 40% Opdracht 2 (resultaten en discussie): 60%

De opdracht, datasets en het beoordelingsformulier zijn te vinden op Blackboard.

Beide opdrachten moeten gemaakt worden in groepen van twee of drie studenten. Tijdens het practicum van week 1 moet worden doorgegeven welke studenten een groep vormen.

Beide opdrachten moeten met minstens een 4.5 worden afgesloten. Indien op één of meer onderdelen lager dan een 4.5 wordt gescoord, kan geen cijfer toegekend worden voor dit vak. De opdrachten mogen wel afzonderlijk worden herkanst.

De inleverdatum voor opdracht 1 is vrijdag in lesweek 4 om 18.00 uur. De inleverdatum voor opdracht 2 is vrijdag in lesweek 10 om 18.00 uur. Te laat inleveren van de opdrachten zorgt ervoor dat het cijfer 1 wordt toegekend aan de opdracht. Indien een herkansing gedaan moet worden, wordt de inleverdatum bekend gemaakt via Blackboard.

Practicum één is verplicht en afwezigheid leidt tot uitsluiting van deze keuzemodule. Voor de overige practica geldt: meer dan 3 keer afwezig bij de practica leidt ertoe dat de opdrachten dat cursusjaar niet herkanst kan worden (reguliere kans is wel toegestaan). Indien je het volgend cursusjaar wel twee kansen wilt hebben, dien je dan wederom aan de aanwezigheidsverplichting te voldoen.

Toetsingperiode De toetsing vindt plaats in moduleperiode 3.

TOETSMATRIJS De percentages zijn een indicatie voor de beoordeling.

Kennisniveau

Leerdoelen Praktijk/Opdacht

Kennis(%)

Inzicht(%)

Toepas-sing. (%)

Individuele opdracht

Groeps-opdracht

A StatistiekDe student kan statistische toetsen in SPSS uitvoeren 10 XDe student kan uitkomsten van statistische toetsen uit SPSS interpreteren 10 X B MethodologieDe student kan een inleiding schrijven die leidt tot de onderzoeksvraag 20 XDe student kan een adequate methode van een empirisch onderzoek schrijven 20 XDe student kan uitkomsten van statistische toetsen rapporteren 10 XDe student kan een adequate discussie van een empirisch onderzoek schrijven 30 X

STUDIEBELASTING .

Te behalenWk 1

Wk 2

Wk 3

Wk 4

Wk 5

Wk 6

Wk 7

Wk 8

Wk 9

Wk 10 sub Studielast

Studiepunten SBU's

Hoorcollege 2 1 1 2 2 2 2 12 84Practicum 4 4 4 2 4 2 2 4 2 26

3,00 Zelfstudie 4 4 4 5 3 4 5 6 5 6 46

5

week 1 Methodologie

Methodologie

Methodologie

Hoorcollege (2 uur)Kennismaking keuzemodule Probleemstelling formuleren Onderzoeksvraag opstellenWetenschappelijke artikelen zoeken

Practicum (2 uur)Zoeken van artikelen basismodule 1 en 2 (bibliotheek HHS)

Practicum (2 uur)Onderzoeksvraag opstellen (1e uur)Artikelen zoeken voor onderzoeksvraag (2e uur)

Zelfstudie Cijfers Spreken; hoofdstuk 1 en bijlage 1Lezen van de gezochte artikelen

week 2 Methodologie Hoorcollege (1 uur)Schrijven van een wetenschappelijke inleidingRefereren naar literatuurOpstellen van een hypothese

VoorbereidingCijfers Spreken; hoofdstuk 1 en bijlage 1

Methodologie

Methodologie

Practicum (2 uur)Cirkelen rond de vraag (opdracht zie Blackboard)Hypothese opstellen

Practicum (2 uur)Schrijven van de inleiding

Zelfstudie Schrijven van de inleiding

week 3 Methodologie Hoorcollege (1 uur)Schrijven van een wetenschappelijke methodeOvernemen van andermans methoden

VoorbereidingCijfers Spreken; Hoofdstuk 2

Methodologie Practicum (2 uur)Schrijven van de methode

Methodologie Practicum (2 uur)Schrijven van de methode

ZelfstudieSchrijven van de methode

week 4 Methodologie Practicum (2 uur)Vragenuur inleiding en methode

week 5 Statistiek

Statistiek

Hoorcollege (2 uur)Herhaling belangrijke begrippen van de statistiek (significantie, p-waarde, betrouwbaarheidsinterval)T-testen uitvoeren en rapporteren

VoorbereidingBasisboek SPSS; hoofdstuk T-testen

Practicum (2 uur)

6

StatistiekPracticum SPSS 1, zie Blackboard

Practicum (2 uur)Practicum SPSS 2, T-testen, zie Blackboard

week 6 Statistiek

Statistiek

Hoorcollege (2 uur)Correlatie-analyse uitvoeren en rapporterenRegressie-analyse uitvoeren en rapporteren

Voorbereiding:Basisboek SPSS; hoofdstuk correlatie Basisboek SPSS; hoofdstuk regressie

Practicum (2 uur)Practicum SPSS 3, correlatie en regressie, zie Blackboard

week 7 Statistiek

Statistiek

Hoorcollege (2 uur)One-way ANOVA uitvoeren en rapporteren

Voorbereiding:Basisboek SPSS; hoofdstuk One-way ANOVA

Practicum (2 uur)Practicum SPSS 4, One-way ANOVA, zie Blackboard

week 8 Statistiek

Methodologie

Practicum (2 uur)Voer statistiek uit op de data voor resultatensectie

Practicum (2 uur)Rapporteer de gevonden resultaten

week 9 Methodologie

Methodologie

Hoorcollege (2 uur)Opbouw van discussieGrootste valkuilen

VoorbereidingCijfers spreken; hoofdstuk discussie

Practicum (2 uur)Schrijven van de discussie

week 10

7

2.0 Uitwerking per hoorcollege

Hieronder volgt een uitwerking per hoorcollege waarin een omschrijving gegeven wordt van het college zelf, de doelstellingen die daarvoor opgesteld zijn en de voorbereiding die gedaan moet worden. In ieder college zal een koppeling gemaakt worden naar het practicum dat gekoppeld is aan het hoorcollege.

Methodologie HC1In dit eerste hoorcollege voor methodologie wordt kennis gemaakt met de keuzemodule en de opdrachten. Er wordt een begin gemaakt met het inzicht verkrijgen in het formuleren van een probleemstelling en het opstellen van een onderzoeksvraag. Daarnaast zal een introductie gegeven worden over het zoeken naar wetenschappelijke artikelen; waar en hoe kun je een begin maken met het analyseren van de beschikbare literatuur.

Doelstellingen:Na deze bijeenkomst kun je:

- benoemen op basis van welke informatie een probleemstelling opgesteld kan worden - de valkuilen van het opstellen van een onderzoeksvraag te benoemen - een onderzoeksvraag te beoordelen op volledigheid met behulp van de PICO-methode - benoemen welke sites hij kan gebruiken om de beschikbare literatuur op te zoeken - adequate zoektermen formuleren voor gegeven voorbeeld onderzoeken

Voorbereiding:- Lees uit ‘Cijfers Spreken ‘ hoofdstuk 1 en bijlage 1

Methodologie HC2In dit tweede hoorcollege ligt de nadruk op het schrijven van een wetenschappelijke inleiding. Allereerst wordt er ingegaan op de inhoud van een inleiding en hoe deze het best opgebouwd kan worden. Daarna zal een introductie gegeven worden in het refereren naar literatuur. Tijdens de module ‘Communicatie en Management’ hebben jullie hiervan de beginprincipes geleerd. In dit college herhalen we de belangrijkste punten en gaan we in op hoe je referenties het best kan verwerken in de inleiding. Als laatste komt de hypothese aan bod. Voor het opstellen van een adequate hypothese op jouw probleemstelling heb je een aantal punten nodig, welke dat zijn gaan we in dit laatste deel van het college behandelen.

Doelstellingen:Na deze bijeenkomst kun je:

- benoemen welke onderdelen in ieder geval in een inleiding van een wetenschappelijk artikel behoren te staan

- de definitie van plagiaat beschrijven - refereren van literatuur op basis van de APA-style - beoordelen of een hypothese aansluit bij een onderzoeksvraag, op basis van de benoemde

eisen van een hypothese

8

9

Voorbereiding:- Lees uit ‘Cijfers Spreken’ hoofdstuk 1 en bijlage 1- Schrijf in je eigen woorden een definitie van plagiaat op in drie regels- Lees uit de reader van ‘Communicatie & Management’ (module 1) hoofdstuk 3. Schrijf voor

jezelf op welke vragen je nog hebt over refereren.- Stel een hypothese op voor de door jou zelf bedachte onderzoeksvraag. Probeer hierbij

rekening te houden met de eisen die vermeldt staan in Cijfers Spreken

Methodologie HC3In dit derde hoorcollege ligt de nadruk op het schrijven van een wetenschappelijk methode. Allereerst zal gekeken worden naar de inhoud en de volgorde van de methode. Daarnaast gaat de les over het beoordelen en overnemen van methoden van anderen. Hierbij gaan we de analyse bespreken uit de voorbereiding. Je leert hoe je de beste punten uit een methode kunt halen en deze kunt gebruiken om jouw eigen onderzoek zo goed mogelijk te maken.

Doelstellingen:Na deze bijeenkomst kun je:

- benoemen welke onderdelen in ieder geval in een methode van een wetenschappelijk artikel behoren te staan

- benoemen hoe de meeste methoden zijn opgebouwd - benoemen naar welke factoren je moet kijken wanneer je een methode van iemand anders

beoordeeld- benoemen wat je moet doen om een methode van iemand anders over te nemen

Voorbereiding:- Lees uit ‘Cijfers Spreken’ hoofdstuk 2- Kies uit de artikelen, die je in je inleiding hebt staan, één methoden uit en omschrijf de voor-

en nadelen van deze methode. Ga hierbij vooral in op wat zou je zelf ook zo gedaan hebben en wat zou je zelf anders gedaan hebben. Bekijk het aantal proefpersonen, de gebruikte materialen, de testprocedure en alle andere factoren die je kan bedenken. (± ½ A4-tje).

Statistiek HC1In dit eerste hoorcollege statistiek beginnen we met het herhalen van een paar belangrijke begrippen van de statistiek. Weet jij nog wat significantie, p-waarde en betrouwbaarheidsinterval inhouden? Daarna gaan we verder met de theorie achter het uitvoeren van T-testen. Het hoorcollege wordt afgesloten met hoe je de resultaten van een T-test zou kunnen rapporteren in de resultatensectie van je wetenschappelijk artikel.

Doelstellingen:Na deze bijeenkomst kun je:

- beschrijven wat significantie, p-waarde en betrouwbaardheidsinterval betekenen - uitleggen wat een T-test toetst - uitleggen wanneer je een T-test uit zou voeren - benoemen welke uitkomsten van de T-test uit SPSS je zou moeten rapporteren in de

resultaten sectie

10

Statistiek HC2In het eerste deel van dit college zullen we in gaan op de theorie achter correlaties, het uitvoeren van een correlatie-analyse in SPSS en het rapporteren van de resultaten uit SPSS in de resultatensectie van je wetenschappelijke artikel. In het tweede deel van dit college gaan we kijken naar de regressie-analyse. Wederom zullen we eerst naar de theorie achter de test kijken, dan naar de uitvoering en vervolgens naar het rapporteren van de resultaten.

Doelstellingen:Na deze bijeenkomst kun je:

- uitleggen wat een correlatie-analyse toetst - uitleggen wat een regressie-analyse toetst- uitleggen wanneer je een correlatie-analyse uit zou voeren - uitleggen wanneer je een regressie-analyse uit zou voeren - benoemen welke uitkomsten van de correlatie-analyse uit SPSS je zou moeten rapporteren in

de resultatensectie - benoemen welke uitkomsten van de regressie-analyse uit SPSS je zou moeten rapporteren in

de resultatensectie

Statistiek HC3Dit gehele college is gericht op het uitvoeren en rapporteren van ANOVAs. ANOVAs zijn niet gewoon dubbele T-testen maar het zijn complexe analyses. Bij deze ANOVAs zullen we voornamelijk ingaan op waarom en wanneer je een dergelijke test in SPSS doet. Daarna gaan we ons richten op wat moeten we invoeren bij deze testen in SPSS en vervolgens naar welke uitkomsten we moeten kijken om een uitspraak te kunnen doen. Wat moeten we rapporteren in de resultaten is de laatste stap in dit hoorcollege. Wat we in dit hoorcollege ook gaan behandelen is het belang van het kiezen van een vervolganalyse na het vinden van een significant resultaat. Dit is van belang voor het adequat rapporteren van alle toetsen in de resultatensectie.

Doelstellingen:Na deze bijeenkomst kun je:

- uitleggen wat een ANOVA test - uitleggen wanneer je een ANOVA uit zou voeren - benoemen welke uitkomsten van de ANOVA uit SPSS je zou moeten rapporteren in de

resultaten sectie - beschrijven hoe je een vervolgtest kiest na het vinden van een significant resultaat van de

ANOVA

Methodologie HC4In dit vierde hoorcollege ligt de nadruk op het schrijven van een wetenschappelijk discussie. Allereerst zullen we ingaan op de inhoud en opbouw van de discussie waarna we ons vooral zullen focussen op de valkuilen van het schrijven van een discussie, zodat we daar niet in zullen vallen tijdens het maken van de tweede eindopdracht.

11

Doelstellingen:Na deze bijeenkomst kun je:

- benoemen welke onderdelen in ieder geval in een discussie van een wetenschappelijk artikel behoren te staan

- de volgorde van een discussie beschrijven - benoemen welke valkuilen vaak worden ingetrapt bij het schrijven van een

wetenschappelijke discussie

12

3.0 Lesverantwoordingsformulier hoorcollege 2

0. Algemene gegevensVak: Schrijven voor wetenschappelijk onderzoekOnderwerp: Inleiding schrijven van empirisch onderzoekOnderwijsvorm: HoorcollegeDuur van de les: 45 minutenLesgroep: 2e-jaars en 3e-jaars bewegingstechnologieGroepsgrootte: OnbekendLokaal: Werkgroepsruimte (beamer aanwezig)

1. Leerdoelen De moduledoelstellingen zijn in de modulehandleiding als volgt beschreven:

1. De student kan een adequate onderzoeksvraag opstellen (Rc)2. De student kan student kan een inleiding schrijven die leidt tot de onderzoeksvraag (Rc)3. De student kan een adequate methode van een empirisch onderzoek schrijven (Rc)4. De student kan uitkomsten van statistische toetsen (independent samples T-test, paired

samples T-test, pearson’s correlatie, simpele regressie en one-way ANOVA) uit SPSS interpreteren (Rc)

5. De student kan uitkomsten van statistische toetsen (independent samples T-test, paired samples T-test, pearson’s correlatie, simpele regressie en one-way ANOVA) rapporteren (Rc)

6. De student kan een adequate discussie van een empirisch onderzoek schrijven (Rc)

De taxonomie van de leerdoelen is weergegeven tussen haakjes. Deze taxonomie is op basis van de taxonomie van Romiszowski.

De lesdoelstellingen zijn:A. De student kan de onderdelen van de inleiding opnoemen (F).B. De student kan beschrijven wat plagiaat is (B).C. De student kan adequaat refereren volgens de APA-style (Rc).D. De student kan een hypothese opstellen (Rc).

De taxonomie van de leerdoelen is weergegeven tussen haakjes. Deze taxonomie is op basis van de taxonomie van Romiszowski. In de lesdoelstellingen komen enkel productdoelen voor.

De interne consistentie: Alle lesdoelen komen qua inhoud samen in moduledoel 2. Enkel lesdoel C en D komen overeen qua taxonomie, maar de kennis van de andere lesdoelen is nodig om de vaardigheid van moduledoel 2 adequaat uit te voeren. Tijdens de practica die volgen op dit hoorcollege, zal het moduledoel helemaal behaald worden.

13

2. BeginsituatieDocent: Het is onbekend wie dit college zal gaan geven.

Student: De tweedejaars en derdejaars studenten bewegingstechnologie hebben al enige voorkennis in het onderdeel methodologie en statistiek doordat ze vóór deze module bij ‘communicatie & management’ een inleiding in de methodologie hebben gehad en bij het vak ‘meten’ een inleiding hebben gehad in de statistiek. Ze geven zelf aan dat ze hier nog te weinig kennis van hebben en de hoeveelheid stof in deze module veel is als ze de voorkennis niet meenemen. Doordat dit een keuzemodule is, is de motivatie van de aanwezige studenten voornamelijk intrinsiek. De studenten van bewegingstechnologie hebben de opleiding over het algemeen gekozen door de interesse in zowel de mens als de techniek. Zowel biomedische (van anatomie tot biomechanica) als techniek/ontwerp vakken worden aangeboden in de opleiding om uiteindelijk een bewegingstechnoloog te worden. Een bewegingstechnoloog is daarom moeilijk in te delen in één van de leerstijlen van de theorie van Kolb. Zowel de ‘denker’ (managen van het ontwerpproces), als de ‘ontwerper’ (ontwerpen van mogelijke oplossingen), als ‘beslisser’ (testen en controleren van het eindproduct), als ‘doener’ (uitvoerende van het gehele ontwerpproces) kunnen worden toegeschreven aan een bewegingstechnologie student. Door de grote verscheidenheid van de leerstijlen is de interesse en affiniteit van de studenten wel erg verschillend. Bij de leerstijlen van de theorie van Vermunt kan de bewegingstechnologie student ingedeeld worden bij de ‘toepassingsgerichte leerstijl’. Hier kunnen eigenlijk alle leerstijlen van Kolb in verwerkt worden. Samengevat is de bewegingstechnologie student erg geïnteresseerd in de combinatie tussen praktijk en leren, waarbij de studenten hun eigen praktijk kunnen ‘creëren’ door de brede inzetbaarheid van bewegingstechnologen en van bewegingstechnologie in het algemeen. In de les kan hier op ingegaan worden door een diversiteit van werkvormen en opdrachten aan te bieden.

Groep: Het verschil in beginniveau van zowel begripsmatige kennis en toepasbare kennis is groot. Zoals beschreven kunnen de studenten vanuit verschillende leerstijlen komen. Door de verschillen in leerstijlen, maar ook door de diversiteit van de opleiding heb je te maken met veel verschillende studenten (hierdoor ook verschil in beginniveau). Het is belangrijk dat alle studenten de stof begrijpen en de docent zal dus rekening moeten houden met de diversiteit in leerstijlen, in niveau en in affiniteit.Doordat deze module nog niet eerder gegeven is, is niet duidelijk hoeveel studenten zich zullen inschrijven. Pas na het eerste hoorcollege zal een goede inschatting gemaakt kunnen worden hoeveel studenten bij dit hoorcollege aanwezig zullen zijn.

Situationele gegevens: De les wordt gegeven in een werkruimte voor 30 man waar een beamer aanwezig is. Voor de les moeten de tafeltjes per twee neergezet worden.Deze les wordt gegeven in week 2 van periode 3.

Voorbereidingsopdracht: Voor dit hoorcollege moeten de studenten drie paragraven lezen van hoofdstuk 2 uit het boek ‘Cijfers Spreken’. De tekst in het boek sluit goed aan bij de inhoud van het college. Het lezen van deze

14

paragraven is een kleine opgave. De stof is een herhaling van de al beschikbare kennis van de studenten. Hierdoor zullen we in het college minder aandacht te besteden aan de al beschikbare kennis. We gaan dus niet actief aandacht besteden aan het feit of de studenten de voorbereidingsopdracht gedaan hebben.

Aandacht: Het is belangrijk om rekening te houden met het verschil in beginniveau van de studenten. Ondanks dat ze allemaal de beginkennis zouden moeten hebben opgedaan in de voorgaande jaren en in de voorbereidingsopdracht, hebben ze een behoorlijk verschil in niveau. Omdat er veel informatie verteld moet worden wordt er een korte herhaling gegeven van het vorige hoorcollege, maar zo goed als geen herhaling van de voorkennis.Het tweede aandachtpunt is de onbekende groepsgrootte. De docent moet voor het college even langs de administratie lopen om een idee te krijgen van de groepsgrootte.

3. Docent- en studentactiviteitenDe taxonomie van de lesdoelstellingen is begripsvorming en reproductieve vaardigheden. In de toets wordt echter alleen de toepassing (Rc) getest (zie hieronder). Om de vaardigheid te kunnen toepassen heb je begripsvorming van de principes nodig, daarom is het belangrijk om eerst theoretische achtergrond aan te bieden. Tussen de begrippen door zullen er oefeningen aanboden worden die de docent zelf uit zal voeren (het voordoen van toepassingen). Daarna moeten de studenten het uitvoeren en zal er een nabespreking plaatsvinden. Na het aanbieden van de theoretische achtergrond zullen de studenten in het practicum verder werken met de principes van het hoorcollege.De nadelen van het aanbieden van theoretische achtergrond is dat ze de link met de praktijk kwijtraken, maar daarvoor is het belangrijk dat tussendoor de oefeningen gedaan worden.

Onderwijsvorm: De onderwijsvorm van dit college is een hoorcollege. De werkvormen zijn presenteren, oefenen en het weergeven van de verschillende filmpjes. Door het weergeven van verschillende filmpjes wordt het probleem van de aandachtscurve (nadeel van presenteren) voor een groot deel aangepakt. Een ander nadeel van hoorcolleges is dat vaardigheidslesdoelen niet behaald kunnen worden. Echter door het oefenen tijdens het hoorcollege kan ook dit probleem getackeld worden. Het artikel van Nilson (‘Making the lecture a learning experience’) geeft redenen wanneer hoorcolleges positief kunnen zijn. De eerste reden die in dit artikel genoemd wordt is: je wil een methode voor probleemoplossing aanbieden en voordoen, voordat je aan de studenten vraagt deze zelf uit te voeren. De docent zal in dit college eerst basiskennis aanbieden. Daarna zal een methode aangeboden worden om de inleiding op te bouwen met behulp van deze basisprincipes. In het practicum kunnen ze oefenen met het opbouwen van hun eigen inleiding. In het artikel van Nilson wordt verder besproken dat voor een effectieve les, de les opgedeeld moet worden in kleine hoorcolleges. Ook dit is verwerkt in het huidige college; de meeste kleine onderwerpen worden meestal minder dan 10 minuten besproken waarna er vragen gesteld worden aan studenten, een oefensom besproken wordt of een filmpje getoond zal worden. Dit alles om de aandacht van studenten weer te prikkelen.

15

Lesindeling: De twee opdrachten zijn in de bijlage van dit LVF opgenomen. Verder is hieronder een schematische inleiding van de les weergegeven met daarin de belangrijkste docent- en studentactiviteiten.

Tijd(min)

Inhoud Docentactiviteiten Studentactiviteiten

2 Inleiding Presenteren Luisteren2 Kern: Herhaling Inleiding Presenteren Luisteren5 Kern: Opbouw van inleiding Presenteren Luisteren3 Kern: Referentie Presenteren Luisteren12 Kern: oefenen refereren Uitleg opdracht

RondlopenBespreken opdracht

Luisteren1. Eerst alleen referentie-oefening maken2. Deze bespreken met de buurmanLuisteren

8 Kern: hypothese Presenteren Luisteren10 Kern: oefenen hypothese Uitleg opdracht

RondlopenBespreken opdracht

Luisteren1. Eerst alleen Referentie oefening maken2. Deze bespreken met de buurmanLuisteren

3 Afsluiting en korte evaluatie PresenterenVragen stellen

LuisterenAntwoord geven

Onderwijsvisie (beschreven door de onderwijsinstelling):1.2.1. Het programma is zo ingericht dat de diverse studieonderdelen het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden faciliteren. Dit wordt bewerkstelligd door op een gestructureerde manier nieuwe kennisgebieden te ontsluiten (hoorcolleges, cognitivistisch leren) en eventueel onder begeleiding te oefenen. Door het oefenen in verschillende situaties wordt de beheersing van de vaardigheden vervolgens vergroot.1.2.2. Studenten worden gestimuleerd tot actief leren. Leren heeft pas echt effect als de student met voldoende gereedschappen zelf actief met een probleem of opdracht bezig is.1.2.3. Verschillende personen hebben verschillende leerstijlen. Daarom worden verschillende onderwijsvormen aangeboden. Dit zijn: hoorcolleges, werkcolleges en werkplaats- en computerpractica. Daarnaast wordt zowel individueel als in groepen gewerkt aan opdrachten afwisselend begeleid en onbegeleid door docenten.1.2.4. Het docententeam vindt een divers onderwijsaanbod belangrijk. Het curriculum is dus niet volledig project gestuurd of volledig probleem gestuurd. Ook bestaat het lesprogramma niet louter uit hoorcolleges. In plaats daarvan is een combinatie van onderwijsvormen gekozen wat tot uiting komt in de drie genoemde leerlijnen. Het is de overtuiging van het team dat studenten in het eerste en tweede jaar een probleem alleen effectief kunnen aanpakken als structuur in het vakgebied wordt aangebracht en basiskennis wordt aangeboden middels hoorcolleges, practica e.d. Vervolgens wordt deze toegepast en uitgebreid doordat de student zelf of groepsgewijs aan de slag gaat met het voorgelegde project.

16

Onderwijsvisie met betrekking tot de huidige les: Zoals in de visie van de opleiding beschreven staat is het belangrijk om verschillende onderwijsvormen aan te bieden. In dit college zijn zowel aspecten van hoorcolleges als aspecten van werkcolleges terug te vinden en kunnen de studenten onder begeleiding oefenen met de stof (beschreven onder punt 1.2.1). Door ze actief met de opdrachten bezig te laten zijn, is de student actiever aan het leren (beschreven onder punt 1.2.2). Zoals eerder aangegeven worden zowel aspecten van hoor- als werkcollege aangeboden. Deze worden echter individueel aangeboden en is er continue begeleiding vanuit de docenten. Deze les sluit dus niet volledig aan bij punt 1.2.3. Omdat dit een hoorcollege is en in dit vak ook geen louter practica aangeboden worden, valt dit ook niet onder punt 1.2.4. Wel worden sommige colleges expliciet onder verdeeld in hoor- en werkcollege en niet deze te verwerken tot een college zoals de huidige.Vanuit de onderwijsvisie is duidelijk te zien dat de opleiding het belangrijk vindt om niet alleen theorie aan te bieden. In de huidige les is dit onderbouwd door aspecten van een werkcollege te verwerken in de docent en student activiteiten. Wel is het belangrijk om de visie te volgen en de student ook echt zelf na te laten denken over de stof en ze zelf tot een antwoord laten komen bij elke aangeboden opdracht (niet te snel het antwoord op het bord voor gaan doen).

Analyse van docent- studentenactiviteiten voor de aandachtspunten van de beginsituatie: Door de herhaling, het voordoen van de opdrachten en de nabespreking van de opdrachten zou het voor iedereen mogelijk moeten zijn om het college te begrijpen en mee te kunnen doen. Hiermee is het verschil in beginniveau voor een deel verworpen. Daarnaast door het voordoen/nabespreken van de opdrachten op het bord is het niet meer noodzakelijk tussen de tafeltjes door te moeten als er teveel studenten naar het college komen om uitleg te geven.

4. Evaluatie Zoals hiervoor besproken, gaat het tentamen alleen in op vaardigheden (Rc) en niet op begripsniveau. Het zijn twee opdrachten waarbij de eerste gericht is op het schrijven van een inleiding en methode, de tweede is gericht op het schrijven van een resultaten- en discussiesectie. De evaluatie van dit huidige college zal plaatsvinden aan de hand van een aantal meerkeuzevragen. De officiële evaluatie vind plaats in opdracht 1; inleiding en methode.

5. Anticiperen op kwetsbare onderwijsleersituaties- Een direct knelpunt dat hierbij hoort is een tekort aan tijd. Als dit gebeurt, zal het

opstellen van hypotheses verplaatst worden naar het practicum. Daar gaan de studenten actief aan de slag met het evalueren van deze hypotheses.

- Een teveel aan tijd zal niet gebeuren aangezien er genoeg opdrachten staan voor deze week en de stof ook vrij uitgebreid is.

- Te weinig uitgeprinte opdrachten. Als dit gebeurd, zal een deel van de groep samen moeten doen met de oefening. Op deze manier kan de opdracht wel uitgevoerd worden en kan de les doorgaan, zonder verdere problemen.

17

6. Lesschema

Tijd(min)

Inhoud Taxonomie (lesdoelen)

Didactische werkvormen

Ondersteunende middelen

Leerprincipes

2 Inleiding Presenteren PowerPoint2 Kern:

Herhaling Inleiding

A Presenteren PowerPoint Herhaling & voorkennis activeren

5 Kern: Opbouw van inleiding

A Presenteren PowerPoint Creatie & voorkennis activeren & bouw voort

3 Kern: Referentie

B Presenteren PowerPoint Herhaling & voorkennis activeren

12 Kern: oefenen refereren

C 1, 2, groep (oefenen)

PowerPoint Creatie & voorkennis activeren & bouw voort

8 Kern: hypothese

D Presenteren PowerPoint Herhaling & voorkennis activeren

10 Kern: oefenen hypothese

D 1, 2, groep (oefenen)

PowerPoint Creatie & voorkennis activeren & bouw voort

3 Afsluiting en korte evaluatie

PresenterenMeerkeuzevragen stellen

PowerPoint Herhaling

Effectieve les: De onderwijsvorm ‘hoorcollege’ is niet ideaal voor het behalen van vaardigheidsdoelen, maar door het oefenen in de les en in de practica kunnen de lesdoelen toch behaald worden. De lestijd is een beetje krap, maar door het mee naar huis geven van de rest van de oefeningen kunnen de beoogde lesdoelen wel behaald worden.

18

Bijlage LVF

Opdrachten refereren & hypothese opstellen

Hieronder zijn twee stukken tekst weergegeven, waaruit je de belangrijkste informatie wilt gebruiken in een artikel. Hoe zou je dat doen?

M. Roerdink, PLoS ONE, 13-08-2013

Hardlopers kunnen hun prestaties het beste verbeteren met motiverende muziek met een duidelijke en constante beat. Met een stabiel geluidsritme wordt de cadans van renners regelmatiger en daarmee lopen ze efficiënter.

Inleiding:

J. Smeets, Perception, 21-11-2012

Een bril vervormt het beeld van degene die erdoorheen kijkt: voorwerpen lijken verder weg dan ze eigenlijk zijn.

Inleiding:

19

Hypothese opstellen

Stel een adequate hypothese voor de volgende onderzoeksvragen.

Onderzoeksvraag: Wat is de invloed van creatine op de eindtijd op een 1500 meter tijdrit?

Hypothese:

Onderzoeksvraag: Zit er een verschil tussen het maximale buigingsmoment van staal en ijzer?

Hypothese:

Onderzoeksvraag: Wat is de invloed van torso-lengte op het long-reserve?

Hypothese:

20

4.0 Analyse van de module

In deze analyse zal met een kritische blik gekeken worden naar de eisen voor een nieuwe module en een beargumentatie gegeven worden voor bepaalde keuzes.

4.1 Motiveren

Belang voor het beroepIn de inleiding van de modulebeschrijving staat duidelijk wat het belang is voor het beroep. Er wordt vermeld op welke werkvlakken onderzoek toegepast kan worden. De studenten hebben al zicht op het werkveld door een snuffelstage (onderdeel 1e-jaar), poster- en eindpresentaties van stageopdrachten van ouderejaars (verplichte opdracht 1e jaar SLB) en door stage 1 (geldt voor 3e-jaars). Studenten worden hierdoor in staat geacht een goede keuze te kunnen maken of deze module relevant voor hen is. Hierbij worden zij ondersteund door hun SLB-er.

Plaats binnen de opleidingZoals beschreven staat in de inleiding van de modulebeschrijving geven niet alle studenten voorkeur aan het doen van onderzoek. Er is daarom gekozen om dit vak aan te bieden als keuzemodule. De studenten moeten in totaal 15 vrije studiepunten behalen. Deze module levert hen 3 punten op. Als beginvereisten staat voorkennis op het gebied van methodologie en statistiek genoemd. Deze kennis is opgedaan tijdens ‘communicatie & management’, ‘meten’ en ‘PEO-projecten’. Dit zijn modules die studenten in het 1e en 2e jaar gehad hebben.De kennis en vaardigheden die studenten tijdens deze module opdoen kunnen toegepast worden op PEO-projecten en stage- en afstudeeropdrachten. Dit staat vermeld in de inleiding van het moduleboek.

Belangstelling van studentenEr wordt goed ingespeeld op de belangstelling van studenten door deze module als keuzemogelijkheid aan te bieden. Dit omdat niet iedereen voorkeur heeft voor onderzoek. Dit komt duidelijk terug in de inleiding van de modulebeschrijving. Hierdoor zullen de deelnemende studenten meer intrinsiek gemotiveerd zijn. Door de opdrachten aan te laten sluiten bij de drie pijlers van de opleiding zullen de studenten een onderzoek kunnen doen op het gebied van hun eigen interesse, waardoor het aansluit bij de belevingswereld van de student. Door de studenten zelf een artikel te laten schrijven wordt het tastbaarder gemaakt waardoor studenten enthousiast worden.

Creativiteit in activiteiten en onderwijsvormenEr wordt in deze module onderscheid gemaakt tussen hoorcolleges en practica. Er wordt gezorgd dat de hoorcolleges een activerende werkvorm bevatten. Creatieve activiteiten binnen de practica zijn het uitvoeren van relevante opdrachten die gerelateerd zijn aan het beroep maar ook toegepast kunnen worden op het artikel. In week 1 zal er een deel gegeven worden door een medewerker van de bibliotheek en ook in de bibliotheek. Daarbij is er tijdens de module afwisseling tussen methodologie en statistiek waardoor de studenten betrokken en gemotiveerd blijven.

Gebruik van illustratiesEr is gekozen om weinig gebruik te maken van illustraties. Hierdoor zal het een zakelijk document worden. De illustraties die gebruikt zijn, zijn overzichtelijk waardoor deze een toegevoegde waarde

21

hebben. Door weinig gebruik te maken van afleidende illustraties zal de student beter overzicht houden over de belangrijke punten.

Leesbaarheid en lay-outDe modulebeschrijving heeft dezelfde lay-out als de moduleboeken. Studenten zijn gewend deze te lezen waardoor het voor hen leesbaar is; ze weten waar ze informatie kunnen vinden. De modulebeschrijving is erg overzichtelijk met korte en bondige teksten.

4.1 Beginsituatie

Doelgroep module en beginvereistenDeze module is geschreven voor studenten bewegingstechnologie. Hier is rekening mee gehouden door opdrachten te formuleren die aansluiten bij het werkveld van de bewegingstechnoloog. Het is echter ook mogelijk dat deze module gevolgd kan worden door een studenten van andere HBO-opleidingen. Deze module zou ook uitgezet kunnen worden bij andere studies. Door de voorbeelden en datasets aan te passen naar de belevingswereld van de student sluit het beter aan bij de doelgroep. De beginvereisten zijn weergegeven in de modulebeschrijving. Voorkennis op het gebied van methodologie en statistiek worden genoemd. Deze kennis is opgedaan tijdens ‘communicatie & management’, ‘meten’ en ‘PEO-projecten’. Dit zijn modules die studenten in het 1e en 2e jaar gehad hebben. Indien studenten van andere HBO-opleidingen deze module zouden willen volgen moet wel gekeken worden naar hun achtergrond in verband met de beginvereisten.

4.2 Onderwijsdoelen

De doelstellingen van de module zijn duidelijk weergegeven in de modulebeschrijving. Een aantal doelstellingen zijn wat breed geformuleerd. Hierdoor zijn ze wel toepasbaar op verschillende onderwerpen en opdrachten. Er is een classificatie van doelen aanwezig volgens de taxonomie van Romiszowski. Alle doelstellingen zijn geformuleerd als vaardigheid (Rc-doel) wat aangeeft dat het een praktische module is. Naast de onderwijsdoelen zijn er ook doelen geformuleerd per hoorcollege (zie hoofdstuk 2).

4.3 Opbouw van de module

Vakinhoudelijk verantwoording van de opbouwDe module is opgebouwd vanuit een methodologisch oogpunt. Te beginnen bij de inleiding en te werken naar de discussie. Op deze manier komen de onderwerpen één voor één langs. Dit geeft de student een duidelijke structuur en wordt ook geen onderwerp overgeslagen. Deze opbouw staat in het moduleboek en zal in het 1e college uitgelegd worden aan de studenten. Tijdens en na de practica kunnen de studenten aan de slag met de eindopdracht. De uitwerking hiervan loopt synchroon met de gegeven hoorcolleges.

Behandelde of overbodige onderwerpenDe opbouw zorgt er voor dat alle onderwerpen die behandeld moeten worden ook daadwerkelijk aan de orde komen. De nadruk ligt op het schrijven en niet zozeer op de uitvoering van een methode. Voor het volledige beeld is het wel van belang dat de methode geschreven wordt voor in het artikel.

22

LiteratuurEr is een duidelijke literatuurlijst, waar nog onderscheid is gemaakt tussen verplichte en aanvullende literatuur. De literatuur die gebruikt wordt is relevant. Deze boeken heeft de student al moeten aanschaffen voor het 1e en 2e jaar van de opleiding. Deze boeken zijn speciaal geschreven voor het hoger beroepsonderwijs waardoor ze goed zullen aansluiten bij de beginsituatie van de student. Als aanvullende literatuur worden twee boeken genoemd die de student kan gebruiken wanneer hij/zij meer wil weten over de stappen in een onderzoek. In deze boeken wordt per stap aangegeven hoe je deze moet uitvoeren en welke valkuilen je moet proberen te ontwijken. Ervaring leert dat slechts een klein percentage van de studenten de aanvullende literatuur aan zal schaffen. Wel wordt vaak aangegeven, door de studenten, dat ze het fijn vinden om te weten waar ze een verdieping kunnen vinden.

4.4 Organisatie en werkwijze

Organisatorische gegevensIn de modulebeschrijving staat wie de samenstellers van de module zijn. Het is nog onbekend wie de keuzemodule gaat geven. Indien studenten vragen hebben kunnen zij één van de samenstellers benaderen. Omdat het een keuzemodule is, staat er duidelijk bij dat de lessen gegeven worden in periode 3 en dat het voor 2e en 3e jaars studenten is. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de lokalen. Dit zal afhankelijk zijn van het aantal studenten dat deze module volgt. Voor de hoorcolleges zal een collegezaal gereserveerd worden waar tenminste een beamer aanwezig is. Voor de practica zal een computerzaal gereserveerd worden.

StudiebelastingsurenDe belastingsuren staan duidelijk weergegeven in de tabel bij het kopje ‘studiebelasting'. Deze zijn opgesplitst in hoorcollege, practica en zelfstudie-uren. Hierdoor heeft de student een duidelijk schema waar de uren in vermeld staan.

Overzicht en omschrijving studentactiviteitenOnder de tabel van studiebelasting volgt een schema met daarin een overzicht per week. Hierin staat welke onderwijsactiviteiten die week gepland staan en welke onderwerpen er aan bod zullen komen. Dit is de standaard lay-out van de opleiding, waardoor de student gewend is aan deze uitwerking. Het overzicht wordt door de meeste studenten als erg positief ervaren.

Aansluiting studentactiviteiten bij de moduledoelen en onderwijsvormenDe geformuleerde doelen zijn toepassingsgericht waardoor er in de hoorcolleges kennis aan de orde zal komen. De toepassing er van zal deels gedaan worden in de hoorcolleges maar vooral in de practica. De eindopdrachten omvatten de stof van de lessen. De studentactiviteiten in de practica en voor de eindopdracht zijn direct verbonden aan de moduledoelen.

4.5 Beoordeling en herkansing

Vorm en opzet van de toets en herkansingswijzeIn de modulebeschrijving zijn de vorm en manier van toetsen duidelijk beschreven. Ook alle voorwaarden voor de eindopdrachten en beoordeling van de eindopdrachten staan beschreven. De studenten weten hierdoor precies wat er van hun verwacht wordt aan het eind van de cursus. Ook de regels voor een herkansing staan beschreven.

23

Aansluiting toetsvorm bij doelenDe doelen zijn allemaal toepassingsgericht (zie ook taxonomie). De doelen sluiten aan bij de toetsvorm omdat de vier onderdelen van het artikel beoordeeld zullen worden.

Aansluiting toetsvorm bij onderwijsvormAlle lessen staan in het teken van toepassing. Het schrijven van de eindopdrachten sluit daar goed bij aan omdat dit ook een vaardigheid is. Er wordt van de studenten voor het eindproduct dan ook niets nieuws gevraagd.

VoorbeeldtoetsEr is geen representatieve toets als voorbeeld opgenomen in de module. Wel zal het beoordelingsformulier beschikbaar gemaakt worden, zodat gekeken kan worden hoe beoordeeld zal worden. Voor goede voorbeelden van artikelen op biomedisch gebied, kan gekeken worden naar gepubliceerde artikelen. Hier zal op gewezen worden tijdens de hoorcolleges methodologie.

24

5.0 Eindopdrachten

Opdracht 1: inleiding en discussie

Volleybal is een sport die veel gedaan wordt in Nederland. Het is een erg dynamische sport waarin veel sportelementen terug komen. Zo moet een volleyballer een goede techniek hebben maar ook goed spelinzicht. Onder een goede techniek vallen het (op)slaan van de bal maar ook het springen. Door net achter het net hoog te springen kan een bal tegen gehouden worden. Dit is een erg essentieel onderdeel binnen het volleybal.

Een onderzoeker is geïnteresseerd in de factoren die een rol spelen bij de spronghoogte. In de literatuur is hier veel over te vinden. Na het literatuuronderzoek gaat de onderzoeker de spronghoogte meten. Hiervoor gebruikt hij twee meetmethoden. Punten die hij wil onderzoeken zijn:

- Het verschil in spronghoogte tussen volleyballers en voetballers- De invloed van leeftijd op spronghoogte- Het verschil in spronghoogte tussen mannen en vrouwen- Het verband tussen lichaamslengte en spronghoogte- De invloed van antropometrische maten op spronghoogte

Opdracht:Formuleer een onderzoeksvraag die aansluit bij bovenstaande omschrijving. Schrijf een inleiding die gaat over de factoren die een rol spelen bij de spronghoogte. Zorg ervoor dat de inleiding leidt tot de opgestelde onderzoeksvraag.Schrijf een methode naar aanleiding van de opzet van het onderzoek. Deze wordt uitgedeeld en uitgelegd in practicum 1 van lesweek 3.

Tip: bekijk het beoordelingsformulier voor het schrijven van de inleiding en de methode.

25

Opdracht 2: resultaten en discussie

De onderzoeker wil de factor ‘ervaring’ onderzoeken

Het verschil in spronghoogte tussen volleyballers en voetballersHij selecteert 12 willekeurige volleyballers en vraagt de proefpersonen zo hoog mogelijk te springen. De spronghoogte is de maximale hoogte van het lichaamszwaartepunt ten opzichte van de positie in stand, gemeten in centimeters. Als controlegroep selecteert hij 12 willekeurige voetballers. Deze proefpersonen krijgen dezelfde instructie. De resultaten staan op blad 1 van Volleyballers.xlsx.

De invloed van leeftijd op spronghoogteOm te kijken of de leeftijd van de volleyballers invloed heeft op de spronghoogte laat de onderzoeker 48 volleyballers zo hoog mogelijk springen. Hij deelt de volleyballers in 3 leeftijdscategorieën:

- Jonger dan 20 jaar- Tussen de 20 en 30 jaar- Ouder dan 30 jaar

De resultaten staan op blad 2 (gegevens) van Volleyballers.xlsx.

Het verschil in spronghoogte tussen mannen en vrouwenBij de groep voetballers uit de 1e vraag waren veel vrouwen. Het kan zijn dat dit invloed heeft gehad op het resultaat van de vraag. Om te onderzoeken of mannen hoger springen dan vrouwen voert de onderzoeker de test uit vraag 1 nogmaals uit bij de 48 volleyballers. De resultaten staan op blad 2 (gegevens) van Volleyballers.xlsx (mannen = 1, vrouwen = 2).

Het verband tussen lichaamslengte en spronghoogteOm te onderzoeken of de maximale spronghoogte beïnvloed wordt door de lichaamslengte, meet de onderzoeker de lichaamslengte (in centimeters) van de proefpersonen op. De resultaten staan op blad 2 (gegevens) van Volleyballers.xlsx.

De invloed van antropometrische maten op spronghoogteNaast de lichaamslengte wil de onderzoeker ook kijken of de lichaamsbouw invloed heeft op de spronghoogte. Hiervoor meet de onderzoeker de volgende antropometrische maten op:

- De lengte van het onderbeen- De lengte van het bovenbeen- De gewicht van de volleyballer- De som van 4 huidplooidiktes (som I t/m L)

Achteraf onderzoekt de onderzoeker nog of er een verschil is tussen het verband bij mannen en vrouwen. De resultaten staan op blad 2 (gegevens) van Volleyballers.xlsx.

Opdracht:Analyseer alle gegevens zoals hierboven beschreven. Voer hiervoor de juiste statistische toetsen uit en interpreteer de uitkomsten. Rapporteer in de resultatensectie van het artikel de uitkomsten van de statistische toetsen. Schrijf als laatste een adequate discussie waarin uiteindelijk de onderzoeksvraag beantwoord wordt.

26

Tip: bekijk het beoordelingsformulier voor het schrijven van de inleiding en de methode.

27

Leerdoel Criteria Cijfer1 Weging ToelichtingDe student kan een inleiding schrijven die leidt tot een onderzoeksvraag

Logische opbouw van de inleiding

5

Formulering onderzoeksvraag

5

Inleiding sluit aan op de onderzoeksvraag

10

De student kan een adequate methode van een empirisch onderzoek schrijven

Alle onderdelen van de methode komen aan bod

10

Beknopte en concrete omschrijving

10

Totaal 40

De student kan statistische toetsen in SPSS uitvoeren

Juiste toets op de juiste manier uitgevoerd

10

De student kan uitkomsten van statistische toetsen uit SPSS interpreteren

Uitkomst adequaat afgelezen

5

Interpretatie van de uitkomst

5

De student kan uitkomsten van statistische toetsen rapporteren

Uitkomst adequaat gerapporteerd

10

De student kan een adequate discussie van een empirisch onderzoek schrijven

Benoemen hoofdresultaten

5

Beschrijving resultaten met vergelijkbare studies

5

Externe validiteit 5Beantwoording onderzoeksvraag

15

Totaal 60

6.0 Beoordelingsformulier

1 Alleen hele cijfers

28