Basisprincipes fotografieLW 04

Sensor

ccd/cmos sensor vangt licht op en zet dit om in een elektrisch signaal. Dit signaal wordt vervolgens door een andere chip omgezet in een digitaal signaal, bestaande uit uitsluitend enen en nullen.

kleur de fotodiodes op de CMOS en CCD kunnen geen kleuren onderscheiden. Dit probleem wordt opge-lost door een speciaal filter op de CCD te plaatsen. Deze filter verdeelt de fotodiodes in drie groe-pen, rood, groen en blauw. Zo ontstaan er dus eigenlijk drie afbeeldingen die met een proces van combineren tot één afbeelding worden gemaakt (ook wel software-interpolatie genoemd).

lichtgevoeligheid

iso in relatie tot de hoeveelheid licht die nodig is om de zwakste impressie van licht op de fotografi-sche film te doen ontstaan. In een beeldsensor kan de versterking opgevoerd worden, maar zal bij weinig licht het nuttige signaal in de ruis verdrinken. Dit verschijnsel speelt vooral een rol bij beeldsensoren met kleine receptoren, zoals gebruikt in kleine camera’s met veel megapixels.

Sluitertijd

tijd de tijdsduur dat een lichtgevoelige plaat wordt blootgesteld aan een bepaalde hoeveelheid licht. 1/2000sec - long exposure

Diafragma

diafragma dit bestaat meestal uit een aantal metalen lamellen die samen een cirkelvormige opening vormen (hoe meer lamellen hoe beter een cirkel benaderd wordt). De grootte van de diafragmaopening kan veranderen Ze wordt weergegeven door het Diafragmagetal (F-getal).

opening in de lichtbaan van een objectief die een bepaalde hoeveelheid licht door kan laten of tegenhouden. Bij een kleiner diafragma wordt de hoeveelheid doorgelaten licht kleiner en neemt de scherptediep-te toe.

Evenwicht

iso 100 iso 1600 weinig licht veel licht weinig ruis veel ruis

diafragma 22 diafragma 1,4 weinig licht veel licht veel scherptediepte weinig scherptediepte

sluitertijd 1/2000 sec sluitertijd 30 sec weinig licht veel licht geen bewegingsonscherpte veel bewegingsonscherpte