Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis...

30
Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal 1 c UTRECHT EDE ROTTERDAM DELFT HAARLEM LEIDEN GOUDA HILVERSUM AMERSFOORT AMSTERDAM DINGEN ZOETERMEER SCHIEDAM HARDERWIJK ALMERE-STAD EVENINGEN ALMERE-HAVEN 29 28 25 26 24 27 30 31

Transcript of Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis...

Page 1: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal

1c

U T R E C H T

E D E

N I J M

R O T T E R D A M

D E L F T

E L

H A A R L E M

L E I D E N

G O U D A

H I L V E R S U M

A M E R S F O O R T

A M S T E R D A M

A R D I N G E N

Z O E T E R M E E R

S C H I E D A M

H A R D E R W I J K

A L M E R E - S T A D

C H E V E N I N G E N

A L M E R E - H A V E N

A L M E R E - B U I T E N

29

28

25

26

24

27

30

31

Page 2: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

2

Inhoud

Voorwoord 3De belangrijkste vaarregels op binnenwater 4Op de vaarweg 4Reisvoorbereiding 6Communicatie op het water 7Bruggen en sluizen 8Veiligheid aan boord 8Wat u verder nog moet weten… 9Kruisingen met de Lek en de Waal 1210 tips voor de recreatievaart 1310 Tips voor de beroepsvaart 131 24 Weesp – Driemond 151 25 Nigtevecht 161 26 Nieuwe Wetering bij Nieuwersluis 171 27 Amsterdam-Rijnkanaal en de stad Utrecht 191 28 De Leidsche Rijn 211 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 231 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 251 31 Oversteek Lek bij Wijk bij Duurstede en de Prinses Irenesluizen 271 32 Kruising bij Tiel – Amsterdam-Rijnkanaal – Waal 29Colofon 30

Page 3: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

3

VoorwoordHet bevorderen van de veiligheid voor beroeps- en recreatievaart op dezelfde vaarweg. Dat is kortweg het doel van het project ‘Varen doe je samen!’. In het kader van dit project worden tien Knooppuntenboekjes uitgegeven. Per regio staan hierin de belangrijkste vaarwegknooppunten beschreven en kaartjes laten zien hoe u de knooppunten op een veilige en vlotte manier kunt passeren. Een knooppunt is een specifieke locatie waar sprake kan zijn van een verkeersonveilige situatie.

De kaarten geven een aanbevolen route. Het gaat dus om een advies, niet om een verplicht traject. U kunt ook op andere manieren de knooppunten oversteken. Natuurlijk moet u zich houden aan de geldende verkeersregels. Kijk op het water altijd goed om u heen en laat andere vaarweggebruikers duidelijk zien wat u gaat doen, zodat zij op tijd kunnen reageren.

Formeel zijn de kaarten in de Knooppuntenboekjes niet geschikt voor navigatiedoeleinden. Dat klinkt wat tegenstrijdig voor aanbevolen routes, maar hiermee is bedoeld dat de kaarten een aanvulling zijn op de officiële waterkaarten. Gebruik aan boord altijd de meest recente ANWB-waterkaart en de ANWB-Wateralmanak.

‘Goed zeemanschap’ is een belangrijk artikel (1.04) uit het Binnenvaartpolitiereglement (BPR). Het betekent kortweg dat een schipper schade voorkomt, personen niet in gevaar brengt en een vlotte, veilige vaart niet hindert. Goed zeemanschap begint bij het goed voorbereiden van uw reis. We raden u aan voor vertrek de teksten over de te passeren knooppunten te lezen en de kaarten te bestuderen.

Op www varendoejesamen nl vindt u meer informatie over veilig varen en u kunt er, behalve de overige Knooppuntenboekjes, diverse folders downloaden:• Communicatie op het water• Het blauwe bord• Spelregels voor een veilige snelle vaart• Veilig het water op• Veiligheid aan boord• Vlot en veilig door brug en sluis

Wij zijn geïnteresseerd in uw opmerkingen. Daarmee kunnen we de Knooppuntenboekjes zo actueel mogelijk houden. U kunt correcties op de bestaande of suggesties voor nieuwe knooppunten aan ons doorgeven via de website www varendoejesamen nl of via info@varendoejesamen nl

De Knooppuntenboekjes zijn tot stand gekomen met medewerking van de Convenantpartners (zie het colofon), Politie Landelijke Eenheid, de KNRM.

Namens de samenstellers,Hylke SteensmaProjectleider Varen doe je samen!

De makers hebben de Knooppuntenboekjes zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Niettemin kunnen er onvolkomenheden voorkomen door zetfouten of door gewijzigde situaties op het water. De gebruiker van de Knooppuntenboekjes blijft zelf eindverantwoordelijk voor een veilige vaart. U kunt geen rechten ontlenen aan de inhoud van deze brochure. In alle gevallen wordt verwezen naar de letterlijke tekst van het Binnenvaartpolitiereglement, de BVA 1972 of de plaatselijk geldende reglementen en meest recente kaarten. De Stichting Recreatietoervaart Nederland sluit als uitgever van de Knooppuntenboekjes aansprakelijkheid voor schade en/of letsel als gevolg van het gebruik van deze uitgaven uit.

Het auteursrecht op het materiaal van Varen doe je samen! ligt bij de Convenantpartners die bij dit project betrokken zijn. Overname van plaatjes en/of (gedeelten van) teksten is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de Stichting Recreatietoervaart Nederland. www srn nl

Page 4: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

4

De belangrijkste vaarregels op binnenwaterDe vaarregels staan gedetailleerd beschreven in hoofdstuk 6 van het BPR Hieronder enkele belangrijke regels:• Een klein schip (tot 20 meter) verleent altijd voorrang aan een groot schip (langer dan 20 meter). Veerponten, passagiers-

schepen, sleep- en duwboten en vissersschepen die in bedrijf zijn, hebben de rechten van ‘groot’. Ook als ze korter zijn dan 20 meter (voor uitzonderingen zie het BPR).

• Een schip dat het hoofdvaarwater op wil varen, moet voorrang verlenen aan een schip dat in de betonde vaargeul aan stuurboordzijde van het hoofdvaarwater vaart. Een uitzondering hierop: een schip dat uit een betond nevenvaarwater komt varen. In deze situatie moet een klein schip op het hoofdvaarwater voorrang verlenen aan een groot schip dat van het betond nevenvaarwater komt.

• Een klein motorschip (tot 20 meter) moet voorrang verlenen aan een klein zeilend schip (tot 20 meter) of een roeiboot als hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart. Een grote motorboot of een groot zeilschip verleent in deze situatie voorrang aan het schip dat van stuurboord nadert.

• Voor kleine motorschepen onderling geldt: als hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart, krijgt het schip dat van stuurboord nadert voorrang.

• Een klein zeilschip met het zeil over bakboord heeft voorrang op een klein zeilschip met het zeil over stuurboord. Varen ze met het zeil over dezelfde boeg, dan moet het loefwaartse schip voorrang verlenen aan het lijwaartse schip.

• Wie vanuit een haven of nevenvaarwater een hoofdvaarwater opvaart dan wel oversteekt, of vice versa, mag andere vaarweg-gebruikers niet hinderen. Het bord B.9 (zie BPR-bijlage 7) betekent dat schepen op het hoofdvaarwater altijd voorrang heb-ben.

• Op de Waal, Nederrijn, Lek en het Pannerdensch Kanaal geldt een aanvullende voorrangsregel. Wanneer een afvarend schip wil keren om bijvoorbeeld een haven in te varen, verleent dit schip voorrang aan een opvarend schip dat de haven wil berei-ken. Een afvarend schip vaart met de stroom mee, een opvarend schip tegen de stroom in.

Op de vaarwegStuurboordwalHoud op het vaarwater zoveel mogelijk stuurboordwal (rechterkant) aan. Ook binnen de betonde vaargeul. Zie de hiervoor genoemde belangrijkste vaarregels. Stuurboordwal houden op het AR-kanaal is voor kleine schepen voorgeschreven.

Let op: grote schepen mogen in sommige situaties aan bakboordwal (aan de linkerkant) varen. Bijvoorbeeld om sterke stroming te ontwijken of een haven in te varen. Wie aan bakboordwal vaart, toont een blauw bord met wit flikkerlicht voor tegemoetkomende vaart. Dit betekent stuurboord op stuurboord passeren. Een klein schip passeert dus zoveel mogelijk aan de zijde van het blauwe bord. Uiteraard als de situatie zich daarvoor leent. Op de Westerschelde, het Kanaal van Gent naar Terneuzen en de Eemsmonding is het blauwe bordniet van toepassing. Download de folder ‘Het blauwe bord’ op www varendoejesamen nl

Koers en snelheidPas uw koers en snelheid op tijd aan als u voorrang verleent aan een ander schip. Laat duidelijk zien welke koers u vaart en geef elkaar de ruimte om te manoeuvreren.

Page 5: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

5

Zorg ervoor dat uw schip geen hinderlijke golfslag of zuiging veroorzaakt en voorkom zo gevaarlijke situaties en schade. Een klein schip moet op de motor minstens 6 km/u kunnen varen, op de grotere wateren, rivieren en kanalen.

Blijf uit de dode hoek!

Dode hoekVermijd dat u te dicht voor (grote) schepen uit vaart in verband met de dode hoek vanuit de stuurhut. Deze dode hoekafstand kan soms wel 350 meter zijn. Als u binnen deze afstand voor een schip vaart kan de schipper u niet zien.

afstand roerganger enzichtbelemmering: 60 meter

hoogste punt zichtbelemmering: 5 meter

dode hoek: 350 meter

Als u de stuurhut en de schipper van een vrachtschip niet kunt zien, dan ziet de schipper u ook niet. Hoe groot de dode hoek van een binnenvaartschip is, hangt af van het type schip, de lading, de hoogte van de stuurhut en de afstand van de stuurhut tot het einde van de zichtbelemmering. De dode hoek van een binnenvaartschip kan tot 350 meter groot zijn. Blijf uit de dode hoek! Kijk regelmatig achterom en zorg dat u goed zicht rondom hebt als u achter het roer staat. Vaar zoveel mogelijk aan de rechterkant van het vaarwater.De beschreven situatie geldt op binnenwater; op zee is de dode hoek van beroepsschepen vele malen groter!

Veilig oversteken

het kanaalzijwater

goed (over)zicht?is het veilig omover te steken?

Stel: u komt uit een zijwater en wilt bakboord uit het kanaal op. Neem om te beginnen de tijd als u een kanaal oversteekt. Vaar niet over bakboord het drukke kruispunt over, maar sla eerst ‘rechtsaf ’, met eventueel een uitkijk voorop. U vaart dus een kort stukje aan stuurboordwal. Zodra u voldoende overzicht hebt en het veilig genoeg is, steekt u het kanaal haaks over. U vaart vervolgens weer stuurboordwal in uw gewenste vaarrichting en kunt het kruispunt op een veilige manier oversteken. Doe dit vooral met gematigde snelheid, dan kunt u nog stoppen als het nodig is. Een beroepsschip is sneller bij u dan u denkt.

Open varenAls u een haveningang wilt invaren, dan kunt u die het best ‘open varen’. Dat wil zeggen: neem de bocht iets ruimer, mits dat geen hinder geeft voor de overige scheepvaart. Door deze koers krijgt u meer overzicht, u kunt in de haveningang kijken. Omgekeerd hebben schippers die de haven verlaten u eerder in het zicht.

Page 6: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

6

ReisvoorbereidingAmsterdam-Rijnkanaal: druk en woelig waterHet Amsterdam-Rijnkanaal is een ‘snelweg’ met veel beroepsvaart en hinderlijke golfslag. Mijd deze vaarweg als u er niet per se hoeft te varen. Neemt u deze route toch, zorg dan dat u volle tanks hebt en dat uw tanks en filters schoon zijn. Het woelige vaarwater laat uw schip veel rollen en slingeren. Vuil in de tanks woelt los en verstopt de brandstoftoevoer. Daardoor kan de motor stilvallen en dat is levensgevaarlijk!De maximale snelheid op het Amsterdam-Rijnkanaal is overal en voor alle scheepvaart 18 km/u. Dus ook voor speedboten. Dit is aangegeven met B.6 borden (zie BPR-bijlage 7).

Dringende adviezen• Zorg dat uw motor het blijft doen.• Kijk goed om u heen, ook achterom.• Houd stuurboordwal en vaar een duidelijk koers. Let op: stuurboordwal houden op het Amsterdam-Rijnkanaal is voor

kleine schepen zelfs voorgeschreven, op grond van BPR artikel 9.04 2e lid. • Denk om het snelheidsverschil; de vrachtschepen varen hier hard!• Golven lopen niet stuk op de oevers, maar worden teruggekaatst. Dat geeft een warrige golfslag.• De Verkeerspost Wijk bij Duurstede geeft begeleiding en hulp via de marifoon. Als u deze niet hebt of niet uitluistert is

communicatie bijna onmogelijk.

PleziervaartuigenverzekeringMet een pleziervaartuigenverzekering is aansprakelijkheid verzekerd voor schade die u met uw boot veroorzaakt. U kunt zich ook verzekeren voor schade die aan uw boot wórdt veroorzaakt en voor schade veroorzaakt door van buiten komende onheil, zoals brand, ontploffing en diefstal. Welke spullen aan boord zijn meeverzekerd, staat in de polisvoorwaarden. Onverzekerd rondvaren kan grote financiële gevolgen hebben. Wanneer u aansprakelijk bent voor schade die u bij anderen veroorzaakt, draait u op voor zowel materiële schade als letselschade. De kosten zijn hoog. Met een verzekering loopt u dat risico niet.

VaarbewijsIn Nederland hebt u een Klein Vaarbewijs nodig voor:• Een schip van 15 tot 24 meter lang dat niet bedrijfsmatig wordt gebruikt.• Een schip tussen de 15 en 20 meter lengte dat voor bedrijfsmatig gebruik is bestemd of bedrijfsmatig wordt gebruikt.• Een sleep- of duwboot die wordt gebruikt om een schip met een lengte van maximaal 20 meter te slepen, langszij mee te

voeren of te duwen.• Een waterscooter, jetski, rubberboot of motorboot korter dan 15 meter die volgas harder kan dan 20 kilometer per uur.

Er zijn twee niveaus:Klein Vaarbewijs 1 (VB1) - Voor het varen op rivieren, kanalen en meren, inclusief Gouwzee en Randmeren. Maar niet op: Westerschelde, Oosterschelde, IJsselmeer, Markermeer, IJmeer, Waddenzee, Eems en Dollard. Klein Vaarbewijs 2 (VB2) - Voor het varen op alle binnenwateren, dus inclusief Westerschelde, Oosterschelde, IJsselmeer, Markermeer, IJmeer, Waddenzee, Eems en Dollard.Voor het varen op de Noordzee hebt u geen vaarbewijs nodig, maar wel voor het bevaren van de zeehavens.

Het behalen van het vaarbewijs is ook nuttig als u een schip vaart waarvoor geen vaarbewijs nodig is. Dan hebt u voldoende basiskennis van de reglementen, wetten en veiligheidsmaatregelen en dat komt de veiligheid ten goede. De Stichting Vamex (Vaarbewijs- en Marifoonexamens) adviseert daarom, ook als u niet onder de vaarbewijsplicht valt, altijd een examen Klein Vaarbewijs I te doen. Meer informatie vindt u op www vamex nl

WatersportcursussenMet tal van watersportcursussen kunt u uw kennis bijspijkeren. Zoals ‘Tochtplanning’ of ‘Theoretische Kustnavigatie’. De organisaties achter Varen doe je samen! raden iedere watersporter aan zich te verdiepen in de theorie en de reglementen.Praktijkcursussen zijn er ook, bijvoorbeeld de cursus ‘Manoeuvreren op de motor’ of ‘Wadvaren’. Educatieve vaartochten laten mensen kennismaken met een vaargebied dat bepaalde vaardigheden vereist. De meeste watersportcursussen, voor zowel zeil- als

Page 7: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

7

motorboot, volgen het diplomasysteem van de Commissie Watersport Opleidingen (CWO). In de CWO participeren onder andere Hiswa Vereniging, Watersportverbond en ANWB, partners in Varen doe je samen! Meer informatie vindt u op www cwo nl

Goed voorbereid op reisHet is belangrijk om goed voorbereid aan uw vaartocht te beginnen. • Controleer voor vertrek uw schip, de brandstofvoorraad en de filters.• Bekijk of beluister de weersverwachting.• Check vaststaande gegevens, zoals het getij.• Zorg voor actuele vaarkaarten. Nuttige informatie over vaargebieden vindt u in verschillende vaarwijzers, vaargidsen en natuurlijk op internet.

Rondom vrij uitzichtAls schipper moet u goed in de rondte kunnen kijken. Dit staat in het BPR beschreven. Het varen met een dichtgebouwde kuip met beslagen ramen is verboden. Bekwaamheid en uitzicht rondom zijn wettelijke bepalingen die voor iedere schipper gelden, onafhankelijk van de vaarbewijsplicht.

Communicatie op het waterDe marifoonDe marifoon is een zendontvanger voor maritieme communicatie. Hij is in de beroepsvaart onmisbaar. Schippers, verkeersleiders, burgwachters en sluismeesters praten met elkaar via de marifoon. Alle binnenvaartschepen hebben minimaal één marifoon aan boord. Voor kleine schepen is de marifoon niet verplicht, maar wel sterk aanbevolen. Zonder marifoon mist u veel informatie en andere vaarweggebruikers en verkeersleiders kunnen geen contact met u opnemen. Dat kan leiden tot gevaarlijke situaties. Bovendien kunt u in noodsituaties anderen niet waarschuwen.

UitluisterplichtAls u een marifoon aan boord hebt, moet u in bezit zijn van een bedieningscertificaat en u hebt uitluisterplicht: u moet de marifoon gebruiken.

Verkeersbegeleiding en blokkanalenOp drukke doorgaande vaarwegen zorgen verkeersposten (walstations) voor verkeersbegeleiding. Denk aan de vaarweg van Hoek van Holland tot Dordrecht, IJmuiden tot het IJ, de Westerschelde en de grote rivieren. Het stuk vaarweg dat een verkeerspost voor zijn rekening neemt, heet blokgebied. Elke verkeerspost en dus ook elk blokgebied heeft zijn eigen kanaal. Dat staat vermeld op de waterkaart en op borden langs de oevers. Vaart u in zo’n blokgebied, dan bent u verplicht om op dat kanaal uit te luisteren.

Kanaal 10 en 13Buiten de drukke verkeersbegeleidingsgebieden, dus buiten de blokkanalen, zetten alle schepen hun marifoon op kanaal 10, het algemene nautische kanaal voor binnenwater. Zo kunnen alle schippers oproepen en opgeroepen worden.Op zee zetten alle schepen de marifoon op kanaal 13, het algemene nautische kanaal buitengaats.

AlarmeringBent u in nood, dan kan de marifoon redding brengen. Gebruik het juiste kanaal: • Kanaal 16. Op zee en het ruime binnenwater (Waddenzee, IJsselmeer, Oosterschelde en Westerschelde) luistert de Kustwacht

continu uit op dit kanaal.• Blokkanaal. In een verkeersbegeleidingsgebied gebruikt u het blokkanaal. De verkeersbegeleiding luistert dat voortdurend

uit.• Kanaal 10. Vaart u niet op zee of ruim binnenwater en niet in een blokgebied, dan gebruikt u kanaal 10.

Page 8: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

8

Bruggen en sluizenSamen schuttenHet passeren van sluizen vraagt extra aandacht. Zowel beroeps- als recreatieschippers moeten bij een sluis binnen een beperkte ruimte manoeuvreren. Dat vereist oplettendheid en communicatie met elkaar en met de sluismeesters. Het is zaak rekening met elkaar te houden, zodat de sluispassage vlot en veilig gebeurt. Voordringen is natuurlijk uit den boze, wacht op uw beurt en volg de aanwijzingen van de sluismeester op.

Veilig door sluis en brug• Maak geen hinderlijke golfslag bij de wachtplaatsen.• Wacht voor rood licht. Vaar pas een sluis in (en uit), als dat is toegestaan.• Is er een marifoon aan boord, luister deze dan uit (uitluisterplicht) op het ter plaatse geldende marifoonkanaal.• Vaartuigen moeten de sluis invaren in volgorde van aankomst. Voor het afmeren op de wachtplaats geldt hetzelfde. • Een klein schip moet, als dat mogelijk is, een groot schip voor laten gaan.• Houd met een klein schip in de sluis, zo mogelijk, enige afstand van een groot schip.• Landvasten moeten in de sluiskolk zo worden gevierd of doorgehaald, dat ze de sluis of andere schepen niet beschadigen.• Maak uw schip met voldoende landvasten vast, maar vier ze tijdig bij zakkend water!• Trossen vast? Schroef uit!• Blijf niet te lang rondjes draaien voor een brug, vaar vlot door als de brug opengaat en laat het wegverkeer niet onnodig

wachten.• Ga onder het juiste brugdeel door en let altijd goed op tegenliggers, vooral als er beroepsvaart of ander verkeer aan komt.

Veiligheid aan boordSchip, bemanning en uitrustingVeiligheid heeft betrekking op schip, bemanning en uitrusting. Het is ook een kwestie van mentaliteit; u moet er voortdurend oog voor hebben. Veiligheid aan boord begint al voor het varen, met uw tochtvoorbereiding.

Page 9: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

9

De veiligheidsuitrusting moet op orde zijn. Wat er aan boord aanwezig moet zijn, hangt af van het soort boot en het type vaarwater. Via de website www varendoejesamen nl kunt u een folder downloaden met daarin de (minimum) uitrusting die nodig is voor een veilige vaart.

Goed zeemanschap is de grondregel (BPR artikel 1.04). Het betekent dat een schipper schade voorkomt, personen niet in gevaar brengt en een vlotte, veilige vaart niet hindert. Vrij vertaald: als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Een paar punten:• Ken de (uitwijk)regels en reageer tijdig; ook bij het zien van de A-vlag (duikers te water). Let onder alle omstandigheden op

uw eigen zichtbaarheid en uitzicht.• Onderken zowel de vaardigheden als de beperkingen van uw opvarenden, in het bijzonder bij slechte weersomstandigheden

en vaarcondities.• Vertel uw gasten aan boord altijd over veiligheid: wijs ze op de plaats en het gebruik van de EHBO-kist, noodsignalen,

reddingvesten, brandblussers en communicatiemiddelen. Waarschuw voor gevaren als onder spanning staande trossen en lijnen.

• Laat uw noodsignalen, EHBO-middelen en brandblusapparatuur regelmatig keuren.• Luister regelmatig naar de weerberichten en handel hiernaar.• U moet de van kracht zijnde vaarreglementen aan boord hebben.• Zorg voor recente kaarten van het vaargebied en werk ze bij.• Denk altijd aan uw snelheid en zorg dat andere schepen geen last hebben van uw hek- en boeggolven. Houd voldoende

afstand.

Draag een reddingvestDraag op het water een reddingvest, ook als u een geoefend zwemmer bent. Het gevaar van overboord vallen is altijd aanwezig. De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij komt ieder jaar ongeveer twintig keer in actie voor opvarenden die overboord zijn geslagen. Soms komt die hulp te laat. Te water raken is levensbedreigend. In het koude water raken drenkelingen snel onderkoeld. Met een reddingvest draait een drenkeling binnen een paar seconden op zijn rug en de kraag ondersteunt het hoofd. Zo’n vest kan uw leven redden. Daarom wil de KNRM bevorderen dat iedereen aan boord van een schip een goed werkend, passend reddingvest draagt, dat op de juiste wijze is bevestigd en geschikt is voor de omstandigheden.

Alcoholpromillage Het toegestane alcoholpromillage voor schippers bedraagt 0,5 promille en geldt voor beroepsschippers én recreatievaarders. Iedereen die een schip bestuurt moet scherp en alert zijn. De Nederlandse regels zijn in overeenstemming met omringende landen, en met de regels voor de weg. Buitengewone opsporingsambtenaren van vaarwegbeheerders en politie zijn bevoegd om bij overtreding boetes uit te delen. De politie houdt ook alcoholcontroles.

Wat u verder nog moet weten…Alle vaarweginformatie op één siteOp de site www vaarweginformatie nl is alle informatie over de beschikbaarheid van de vaarwegen gebundeld. En er is meer, u kunt gratis een persoonlijk abonnement nemen op specifieke updates en per vaargebied gegevens verzamelen. De website is ook via uw mobiele telefoon of tablet te raadplegen.

Vervoer van gevaarlijke stoffenBinnenvaartschepen geladen met gevaarlijke stoffen (brandbaar, giftig of explosief), tonen een, twee of drie blauwe kegels of lichten. Zeeschepen die van en naar zee varen, voeren een rode vlag of rood licht. Houd voldoende afstand tot deze schepen en gebruik geen open vuur in hun nabijheid. Bij het schutten volgt het sluispersoneel de BPR-regels en de instructies voor het schutten van kegelschepen.

Mist en radarIn het BPR staan vaarwegen en havens waar u bij slecht zicht niet mag varen zonder typegoedgekeurde radar. Volgens nieuwe regelgeving is varen zonder radar tijdens beperkt zicht verboden. U moet dan de dichtstbijzijnde geschikte ligplaats opzoeken. Let op: u kunt een bekeuring krijgen voor het varen zonder radar bij slecht zicht! Een klein varend of geankerd vaartuig moet bij zowel slecht zicht als ’s nachts op de drukke vaarroutes een radarreflector voeren. Naast de gewone radarreflectoren zijn ‘actieve’

Page 10: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

10

varianten verkrijgbaar, die de signalen van schepen met radar versterkt terugsturen.Neem ’s nachts of tijdens slecht zicht contact op met de betreffende verkeerspost en vraag desnoods begeleiding aan. Ziet de lucht er niet betrouwbaar uit, hebt u geen goed gevoel over de vaartocht of geen zin, dan kunt u als recreatievaarder beter in de haven blijven. De boot is er voor u, niet andersom.

StaandemastrouteDe staandemastroute is een veilige doorgaande route voor zeil- en motorboten met een opbouwhoogte van meer dan 6 meter. Een alternatief voor bijvoorbeeld een tocht over zee. De staandemastroute wordt bevaren door zowel de recreatievaart als de beroepsvaart. U passeert dikwijls drukke scheepvaartknooppunten. De brochure ‘Staande Mast Route’ van Rijkswaterstaat biedt praktische informatie die nodig is voor een goede reisvoorbereiding en voor een vlotte en veilige vaartocht. U kunt de brochure downloaden op www varendoejesamen nl

Aandacht voor de motorLege accu’s, verstopte filters en vervuilde brandstoftanks zorgen dikwijls voor motorstoringen. Zeker in het begin van het vaarseizoen moeten redders vaak watersporters met motorstoring te hulp schieten. Bacteriegroei in de dieseltank gedurende het winterseizoen is een probleem. Daarom de volgende tips:• Maak uw tank vóór het vaarseizoen schoon.• Zorg voor schone filters.• Ontlucht de motor na vervanging van de filters.• Controleer het oliepeil van de motor geregeld.• Laad de accu’s op.• En: vaar met een volle tank.• Check ook het koelwater! Vuil in de aanvoer of een defecte impeller (schoepenrad) kan tot een oververhitte motor leiden.• Zorg voor gereedschap en gangbare reserveonderdelen aan boord.• Volg een cursus dieseltechniek. Dan leert u in een dag brandstoffilters en de impeller vervangen, olie verversen en de motor

winterklaar maken.

Op www watersportcalamiteitendraaiboek nl ziet u hoe u kunt handelen in noodsituaties. Op www knrm nl/preventie/schip/motoronderhoud vindt u het artikel ‘Een schone tank is een goed begin’. En de folder ‘Het voorkomen van motorstoring’ met handige aanwijzingen en een checklist voor uw motor.

MotorstoringValt uw motor uit tijdens het varen op binnenwater, probeer dan voor anker te gaan of – als dat nog lukt - af te meren, om een aanvaring te voorkomen. Waarschuw een verkeerspost, houd uitkijk en maak andere schepen duidelijk dat u niet kunt manoeuvreren, bijvoorbeeld met geluidsseinen.

Zwemmen kan niet overal Er geldt een verbod voor zwemmen in de rivier. Het BPR artikel 8.08 ‘Watersport zonder schip’ zegt onder andere:1. Een persoon die zwemt (…) moet voldoende afstand houden van een varend schip of een varend drijvend voorwerp (…).2. Zwemmen, watersport zonder gebruik te maken van een schip en onderwatersport zijn verboden:

• Op een wachtplaats of in de nabijheid van een brug, een sluis of een stuw.• In gedeelten van de vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart.• In routes van veerponten.• In havens en nabij de ingangen daarvan.• In de nabijheid van meergelegenheden.• In gebieden aangewezen voor snelvaren of waterskiën.• In de door de bevoegde autoriteit aangewezen gebieden.

3. De bevoegde autoriteit kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het tweede lid.

Page 11: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

11

GevarenGolfslag, zuiging en stroming kunnen gevaarlijk zijn voor zwemmers. Hetzelfde geldt voor een lage watertemperatuur. Zwemmen bij bruggen, sluizen en stuwen is verboden. Daarom mag u nooit vanaf een brug, sluis of stuw springen of duiken. Hetzelfde geldt voor steigers, kades en remmingswerk. Bovendien is het levensgevaarlijk!

Geschikte zwemlocaties vindt u op www zwemwaterlocatie nl Waterbeheerders controleren de waterkwaliteit van officiële zwemwaterlocaties.

WellevendheidUit een enquête onder de leden van het Nederlands Platform voor Waterrecreatie (NPvW) blijkt dat het gedrag van sommige waterrecreanten grote ergernis geeft. Om te voorkomen dat dit tot strengere wet- en/of regelgeving leidt, is een ‘gedragscode’ voor de watersporter opgesteld. De gedachte daarbij is: ‘Wie de schoen past, trekke hem aan.’ Het NPvW is van mening dat u mede-watergebruikers kan en mag wijzen op veronachtzaming van deze gedragscode, tenzij uw eigen veiligheid daardoor in gevaar komt. Hieronder een aantal punten, de gehele gedragscode staat op www npvw nl• Bied hulp in geval van nood.• Maak geen onnodig lawaai, geluid draagt ver op het water.• Sta andere schepen toe langszij te komen (bij voorkeur kop aan kont); loop over het voordek van uw buurman om aan wal te

komen. • Neem andermans trossen aan bij het afmeren.• Denk aan uw snelheid en pas deze aan de omstandigheden van het vaarwater aan. Een te hoge hekgolf veroorzaakt overlast

en kan schade veroorzaken.• Zorg voor correcte vlagvoering; haal de natievlag neer bij zonsondergang. • Gooi geen afval overboord en loos geen vuil- en bilgewater.• Verstoor geen dieren in natuurgebieden, betreed geen rust- en broedgebieden.

Page 12: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

12

Kruisingen met de Lek en de WaalVoor de kruisingen van het Amsterdam-Rijnkanaal met de Lek en de Waal gelden andere adviezen dan voor de overige knooppunten van het Amsterdam-Rijnkanaal.Daar zijn een paar redenen voor.• De scheepvaart op de Lek en de Waal heeft voorrang op de scheepvaart op het Amsterdam-Rijnkanaal, terwijl bij de andere

knooppunten de scheepvaart op het Amsterdam-Rijnkanaal voorrang heeft.• Op de rivieren heeft de scheepvaart te maken met stroming, waardoor schepen anders reageren.• Er zijn op de rivieren meer uitwijkmogelijkheden dan op het Amsterdam-Rijnkanaal.• Er is zowel bij het knooppunt bij Wijk bij Duurstede / Ravenswaai als bij Tiel een verkeerspost van Rijkswaterstaat, die zicht

op de kruising heeft. De verkeersleiders kunnen adviezen en (verplichte) verkeersaanwijzingen geven.• De mobiele verkeersleiders van Rijkswaterstaat kunnen bij bijzonderheden op de rivier of het kanaal vanaf patrouillevaar-

tuigen het scheepvaartverkeer regelen. Mobiele verkeersleiders kunnen ook adviezen en (verplichte) verkeersaanwijzingen geven en verbaliserend optreden. Zij hebben ook een taak bij hulpverlening op het water. De verkeersdiensten werken nauw samen met de Dienst Waterpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten.

Spelregels bij verkeersbegeleidingVoor het marifoonverkeer binnen de blokgebieden gelden grondregels.• De verantwoordelijkheid voor een veilige navigatie ligt altijd bij de schipper.• Gedurende de vaart in de marifoonblokgebieden is uitluisteren op het desbetreffende marifoonblokkanaal verplicht. Dit

geldt ook voor kleine schepen uitgerust met marifoon.• Doelgroepschepen (kegelschepen, bijzondere transporten en een deel van de passagiersvaart) moeten zich melden bij het

binnenvaren van een marifoonblokgebied.• Alle schepen, met uitzondering van kleine schepen, moeten zich melden op het marifoonblokkanaal voor: - het in- en uitvaren van een haven of nevenvaarwater - het keren op het vaarwater - het oversteken van het vaarwater.• Het nautisch veiligheidsverkeer tussen schepen onderling en met de verkeersposten moet op het marifoonblokkanaal wor-

den afgewikkeld.• Houd alle communicatie kort en zakelijk. Meldt u zich met scheepsnaam, scheepstype, positie en vaarrichting.

Langs het Amsterdam-Rijnkanaal staan radarmasten (zie foto). Deze masten worden door de verkeerspost gebruikt voor scheepvaartbegeleiding in een sectorgebied en om schepen op het kanaal van informatie te voorzien.

ContactgegevensIn geval van calamiteiten kunt u contact opnemen met de verkeerspostenop het Amsterdam-Rijnkanaal. Op deze manier weten de mensen van Rijkswaterstaat snel wat er aan de hand is en waar het vaartuig zich bevindt; zij kunnen dan actie ondernemen.

Verkeerspost Wijk bij Duurstede 0343 59 51 02 / marifoonkanaal 66Verkeerspost Schellingwoude 020 665 97 52 / marifoonkanaal 66

Marifoonblokgebieden werk info kanaalSector Schellingwoude kmp 00,0 tot 02,6 60 66Sector Maarssen kmp 28,7 tot 36,4 61 66Sector Wijk bij Duurstede kmp 59,5 tot 63,0 60 66Sector Tiel kmp 71,3 tot 72,4 69 64

Informatiekanalen werk info kanaalWeesp, Breukelen, Utrecht 10Houten en Betuwepand 66

Page 13: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

13

Foto: Hylke Steensma

10 tips voor de recreatievaart1. Begin met een goede voorbereiding: Zorg ervoor dat

uw schip en bemanning klaar zijn voor de reis en dat u voldoende informatie hebt over de wateren die u gaat bevaren. Ga alleen varen als het zicht goed is!

2. Zien en gezien worden: Zorg ervoor dat u altijd goed zichtbaar bent én dat u zelf onbelemmerd om u heen kunt kijken. Kijk regelmatig achterom, zodat u oplopende schepen tijdig ziet. Verder moet u de geluidsseinen goed kunnen horen.

3. Motor aan boord, noodzaak: Een klein vaartuig moet een motor hebben en daarmee een snelheid kunnen handha-ven van ten minste 6 km/u ten opzichte van het water.

4. Geef ze de ruimte, vaar langs de rechteroever: Vaar zoveel mogelijk langs de rechteroever en geef binnenvaartschepen de ruimte, vooral in de bochten!

5. Regels blauw bord met wit flikkerlicht: Wanneer een schip een blauw bord met wit flikkerlicht voert, passeer dan bij voorkeur aan de zijde van het blauwe bord.

6. Vaar een duidelijke koers: Laat andere schepen met uw koers duidelijk zien wat u van plan bent.

7. Denk aan de dode hoek: Een vrachtschip kan soms een grote dode hoek hebben, waardoor de schipper u niet goed kan zien. De dode hoek mag maximaal 350 meter groot zijn!

8. Let op ‘snelverkeer’: Op het Amsterdam-Rijnkanaal geldt een maximumsnelheid van 18 km/u.

9. Pas uw snelheid aan: Zorg dat kleinere schepen, geladen vrachtschepen en afgemeerde vaartuigen geen hinder heb-ben van uw hek- en boeggolf.

10. Gebruik de marifoon: Vaar met de marifoon aan en gebruik deze om onduidelijke en gevaarlijke situaties te voorkomen.

10 Tips voor de beroepsvaart1. Trossen vast? Schroeven uit!: Dan hebben watersporters in

de sluis geen last van uw schroefwater.2. Gebruik de marifoon: Gebruik de marifoon om onduide-

lijke en gevaarlijke situaties te voorkomen.3. Gevaar? Geef een geluidssein: Wijs kleine schepen zo

nodig op gevaar, geef een lange stoot op de hoorn.4. Pas uw snelheid aan: Pas uw snelheid op tijd aan, zodat u

kleinere schepen niet hindert of in gevaar brengt.5. Geef elkaar de ruimte: Bij het oplopen en passeren moeten

alle schepen – klein én groot – elkaar voldoende ruimte geven. Wees hoffelijk en geef de kleine schepen ook de ruimte.

6. Denk aan de dode hoek: Zorg dat u rondom vrij zicht hebt. Uw dode hoek mag niet groter zijn dan 350 meter.

7. Gebruik het blauwe bord met verstand: Sommige wa-tersporters kennen de betekenis en de werking van het blauwe bord niet. Gun ze dan de stuurboordwal.

8. Wees een heer in het verkeer: Denk niet ‘ze gaan wel opzij’; laat watersporters zien hoe het hoort. Geef ze het goede voorbeeld.

9. Drukte? Plaats een uitkijk: Zet een uitkijk op het voorschip als het druk is met kleine vaartuigen. Die uitkijk kan u informeren en waarschuwen.

10. Toon uw vakmanschap en professionaliteit: U bent een professional met ervaring en vakmanschap. Bewijs dat en help de recreatievaart bij het samen varen.

Page 14: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

14

1.24

Legendaaanbevolen vaarroute

gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten

Page 15: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

15

1 24 Weesp – DriemondOp deze plekken hebt u snel last van de golfslag en de zuiging die de scheepvaart veroorzaakt. Vaar rustig richting Amsterdam-Rijnkanaal. Houd er rekening mee dat uw schip voor de beroepsvaart op de radar niet zichtbaar is als u dicht bij of onder de brug vaart. Bruggen geven een slecht beeld op het radarscherm. Gecombineerd met de dode hoek van het binnenvaartschip kan dat voor de binnenvaartschipper problemen opleveren. Als u een marifoon aan boord hebt, kunt u de brug bij Driemond oproepen op marifoonkanaal 20.

Spiegels geven extra zichtIn 2008 heeft Waternet als proef spiegels geplaatst bij de kruising in het Amsterdam-Rijnkanaal bij Driemond, Nieuwersluis, Breukelen en de Vechtsluis te Maarssen. Door de spiegels kunnen (recreatie)schippers die vanuit het nevenwater komen makkelijker naderende beroepsschepen zien op het kanaal. Ook in 2012 worden de spiegels weer bij de volgende punten geplaatst:- de noordoostelijke oever bij de Vechtsluis in Maarssen- de zuidwestelijke oever bij de Kerkvaart in Breukelen- de zuidwestelijke oever bij de Gaasp/Weespertrekvaart in Driemond- de noordoostelijke oever bij het Smal Weesp te Weesp.

Regionale vaarwegbeheerder:

Foto’s: Waternet

Page 16: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

16

1.25

1 25 NigtevechtKomt u van de Vecht met een noordelijke bestemming, dan kunt u gewoon uw vaartocht vervolgen. Gaat u zuidwaarts, snijdt u dan de bocht niet af, maar zorg voor voldoende overzicht voor u het kanaal oversteekt.Komt u vanaf het noorden het Amsterdam-Rijnkanaal uit en wilt u naar de Vecht, vergeet dan vooral niet achterom te kijken of er scheepvaart aankomt. Voor de brug bij Nigtevecht kunt u marifoonkanaal 20 gebruiken.

Alternatieve routesHet is mogelijk om vanaf Diemen via Amsterdam, het IJ en Muiden via de Vecht bij Loosdrecht te komen.

Regionale vaarwegbeheerder:

Legendaaanbevolen vaarroute

gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten

Page 17: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

17

Weersloot

Nieuwe Wetering

Loenen

Nieuwersluis

ISO

Fabriek

Weere-steijn

OverHolland

Sterre-schans

Rupel-monde

Wacht-steiger

Wachtsteiger

Middenhoek21

22

23

20

Vreden-hoff

VV

Weersluis H18D8.3 W35.2 L146(Zelfbediening)

Open sluis en BB H11 W34

D12 L220

H40 W72

BB H10 W89

Spoorbrug H45 W72

H30W50

D5

D16

D16

758a

778b

759

1.26

1 26 Nieuwe Wetering bij NieuwersluisNa de kruising Weesp – Driemond (1.24) is de oversteek bij Nieuwersluis (Nieuwe Wetering – Angstel) de drukste oversteek voor de recreatievaart. Hier steken veel recreatievaartuigen het Amsterdam-Rijnkanaal over van en naar de Vinkeveense- en Loosdrechtse Plassen. Bij deze oversteek moet u goed letten op de sterke zuiging die de beroepsvaart veroorzaakt. Deze kan uw schip het kanaal optrekken.

De kruising bevindt zich tussen kilometerraai (kmr) 21 en 22 van de Vecht bij Mijnden naar de Angstel (Vinkeveense Plassen). De invaart van de Angstel is een keerschuif, waardoor de hoogte is beperkt tot 4,60 meter bij normaal kanaalpeil. Bij de invaart van de Nieuwe Wetering naar de Vecht is de doorvaarthoogte 3 meter bij normaal kanaalpeil. Dit vaarwater wordt in de breedte beperkt door woonarken. Vaar daarom altijd zeer rustig en vermijd golfslag. De doorvaart van de Nieuwe Wetering is gesloten vanaf 1 november tot 1 april.

Het zijn smalle zijwateren waar de golfslag van de passerende scheepvaart snel tot last kan zijn. Vaar daarom rustig naar het Amsterdam-Rijnkanaal en blijf niet onder de brug of keerschuif wachten.

Het is aan te raden om bij het uitvaren van het zijwater een uitkijk voorop te zetten. Na het uitvaren gaat u direct stuurboord uit en vaart u mee met de vaarrichting van de scheepvaart op het Amsterdam-Rijnkanaal. Houd goed stuurboordwal. Pas op een rustig moment steekt u over.

Hetzelfde geldt voor de kruising Grote Heicoop – Kerkvaart bij Breukelen (tussen kmr 24 en 25).

Regionale vaarwegbeheerder:

Legendaaanbevolen vaarroute

gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten

Page 18: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

18

1.27

Legendaaanbevolen vaarroute

gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten

Page 19: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

19

1 27 Amsterdam-Rijnkanaal en de stad UtrechtIn dit kaartdeel doorsnijdt het Amsterdam-Rijnkanaal de gemeente Utrecht. Bij Maarssen is een verbinding tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en de Vecht. De afstand tussen Maarssen en Zuidersluis te Nieuwegein is 10 km.

Kruising bij MaarssenDe kruising bij Maarssen is vooral een gevaarlijk punt als u vanaf de Vecht komt en u verder naar het zuiden wilt. De scheepvaart komt hier vaak dicht langs de kant, soms op slechts 10 meter. Dit veroorzaakt veel zuiging en golfslag in het zijwater. Door de brug hebt u ook pas laat zicht op de scheepvaart die op het Amsterdam-Rijnkanaal vaart (zie foto).Hier geldt het advies: vaar rustig naar het Amsterdam-Rijnkanaal, zet een uitkijk voorop en vaar eerst een stukje stuurboord uit richting Amsterdam voordat u oversteekt. U krijgt zo een goed overzicht van het scheepvaartverkeer op het kanaal. Vervolgens kunt u uw reis veilig vervolgen. Als er een marifoon aan boord is, dan bent u verplicht om uit te luisteren op het sectorkanaal Maarssen, marifoonkanaal 61. U kunt zich ook melden op kanaal 61 bij de Post Wijk bij Duurstede; die geeft dan aan of u veilig het kanaal kunt opvaren. Op een deel van het Amsterdam-Rijnkanaal krijgt de beroepsvaart verkeersbegeleiding. Luister uit op het aangewezen marifoonkanaal. Hierdoor weet u beter wat de verschillende schepen gaan doen. In het marifoonblokgebied stemt u af op marifoonkanaal 61, daarbuiten op kanaal 10. Een beroepsschipper zal kanaal 10 ook gebruiken voor communicatie tussen schepen.

Het Amsterdam-RijnkanaalDe scherpe bocht in het Amsterdam-Rijnkanaal ten noorden van Utrecht, vlakbij de spoorbrug in de lijn Utrecht – Amsterdam, staat bij de binnenvaart bekend als ‘Demka-bocht’. Dit punt valt onder de radardekking van sector Maarssen, marifoonkanaal 61. Grote binnenvaart (zoals duwvaart) meldt zich altijd voor de Demka-bocht. Schepen van en naar de havens Lage Weide melden zich ook altijd per marifoon op dit sectorkanaal.

De beroepsschippers hebben op dit deel van het Amsterdam-Rijnkanaal een beperkt overzicht over het kanaal. Een ongeladen schip heeft een grote dode hoek en heeft bovendien meer ruimte nodig om de bocht te maken. In dit deel van het Amsterdam-Rijnkanaal zijn veel koerswijzingen van de scheepvaart, onder andere die van en naar de haven van Utrecht aan de westkant. Een binnenvaartschip dat de haven uitvaart, moet voorrang verlenen. Om dit te kunnen doen, moet de schipper u wel kunnen zien. Net ten zuiden van de Zuider- en Noordersluis zijn de splitsingen van het Amsterdam-Rijnkanaal en het Lekkanaal. Op dit stuk is het belangrijk dat u koers houdt en rekening houdt met de beperking van de radardekking. De brug ten noorden van deze splitsing veroorzaakt een blinde vlek op het radarscherm van de binnenschipper. U bent dan niet meer zichtbaar op de radar!

Regionale vaarwegbeheerder:

Foto: Hylke Steensma

Page 20: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

20

1.28

Legendaaanbevolen vaarroute

gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten

Page 21: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

21

1 28 De Leidsche RijnDeze route is alleen geschikt voor kleine vaartuigen. Vanaf het Amsterdam-Rijnkanaal passeert u eerst een openstaande keersluis en daarna het viaduct van de A2. Daarna komt u bij het gemaal ‘De Aanvoerder’. In bijzondere situaties van watertekort wordt dit gemaal gebruikt voor het aanvoeren van water naar het westen van de Randstad. Als dat het geval is, wordt in die periode de vaarweg gestremd. Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden kondigt een mogelijke stremming aan.

In het Merwedekanaal voor de Spinozabrug in Utrecht liggen regelmatig beroepsschepen afgemeerd. Iets noordelijker op het Amsterdam-Rijnkanaal liggen aan de westelijke oever tussen kmr 34 en 35 de ingangen naar verschillende industriehavens. Let hier goed op in- en uitvarende beroepsvaart.

Regionale vaarwegbeheerder:

Page 22: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

22

84

84

1.29

Legendaaanbevolen vaarroute

gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten

Page 23: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

23

1 29 Oversteek Zuider- en NoordersluisDe oversteek tussen de Zuidersluis en de Noordersluis (bereikbaar via marifoonkanaal 84) en het ten zuiden daarvan gelegen splitsingspunt Amsterdam-Rijnkanaal – Lekkanaal in Nieuwegein, vallen buiten de radardekking van sector Maarssen.Buiten het radardekkingsgebied geldt voor de navigatie marifoonkanaal 10.Als de deur aan de zijde van het Amsterdam-Rijnkanaal nog open is, kunt u in de sluis met sterke zuiging en golfslag te maken krijgen. Wees hierop alert bij het in- en uitvaren van de sluis en bij het afmeren.Het verval bij beide sluizen is hetzelfde, omdat het Merwedekanaal in de stad Utrecht hetzelfde peil heeft als het Merwedekanaal in Nieuwegein. Gemiddeld is het verval 1 meter (streefpeil van het Amsterdam-Rijnkanaal NAP – 0,40 m en streefpeil Merwedekanaal NAP + 0,58 m).

Tussen kmr 40 en 41 bevindt zich ten Noorden van de Jutphasebrug aan stuurboord een langshaven waar gevaarlijke stoffen (benzine en diesel) worden gelost. Deze staat nog niet op de kaart.

Alternatieve routesIn plaats van het Amsterdam-Rijnkanaal kunt u ook door de binnenstad van Utrecht varen. Er zijn twee routes door Utrecht. Vaartuigen met een maximale hoogte van 1,90 m kunnen via de singel (buitenrand van het centrum) en vaartuigen met een maximale hoogte van 3,25 m kunnen door het centrum. U wordt dan twee keer geschut; in het noorden bij de Weerdsluis en in het zuiden bij de Noordersluis.

Er zijn overnachtingplaatsen voor passanten aan het Pelmolenplantsoen en aan de nieuwe Weerdsingel (bij de Monicabrug). U moet wel rekening houden met een doorvaarthoogte van 2,60 meter. De gemeente Utrecht biedt sanitaire voorzieningen voor passanten. U vindt tappunten voor drinkwater aan de Weerdsluis, de Bartholomeïbrug, de Vondelbrug en de Zuiderbrug. Vuil water kunt u afgeven aan de Weerdsluis. Op Oudegracht geldt een afmeerverbod. Bij de Weerdsluis kunt u gratis een handige waterkaart krijgen.

Regionale vaarwegbeheerder:

Het Amsterdam-Rijnkanaal met aan stuurboord de invaart naar de Noordersluizen, in de verte de Jutphasebrug, het kantoor van Rijkswaterstaat (Ensemble Westraven) en de Galecopperbrug.

Page 24: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

24

45

46

949

951VV

Grote sluis BB H37 D28 W120 L1200

Koninginnesluis D26 W120 L1200

BB H65 W120

Inlaatsluis

Prinses Beatrixsluis n. deur H93 z. deur H96 D42 W180 L2200

Wilhelminabrug BB H23

Wierse brug BB H12.6 W140

BB H5 W90

D26-61

D28

D16.5

788

742f

742d

742b

742c

Max. 3x24 uur

ZV De Lek

3x

5x

VHF 22

VHF 20

A2

A27

Industriehaven

Lek

Lek

Kan

aal

Mer

wed

e K

anaa

l

Vianen

Nieuwegein

Vreeswijk

VHF 20

PassantenhavenVreeswijk

JH Plettenburg

AmaliabrugBB

VHF 84

VHF 84

1.30

Legendaaanbevolen vaarroute

gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten

Page 25: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

25

1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizenVaar niet te hard wanneer u het Merwedekanaal verlaat. Neem de tijd om te bepalen of u veilig kunt oversteken, zonder dat u midden in het vaarwater ligt. Bij Vianen en Nieuwegein hebt u op de Lek te maken met eb en vloed en dus met wisselende stroomrichting. Elke keer dat u de Lek oversteekt hebt u dus te maken met een andere waterstand en een andere stroming.Als u uit het noorden (Nieuwegein) komt, is het advies de snelheid te beperken voor u de rivier kruist.Als u vanuit het zuiden (Vianen) komt, is het advies om in Nieuwegein te kiezen voor het Merwedekanaal en bij de Koninginnesluis te schutten.Het voordeel is dat u een rustiger vaarwater hebt. Op het Merwedekanaal vaart aanzienlijk minder beroepsvaart dan op het Amsterdam-Rijnkanaal. Schutten door de Koninginnesluis heeft als voordeel dat u niet door een grote sluiskolk voor beroepsvaart hoeft, zonder extra voorzieningen voor de recreatievaart. Het nadeel is wel dat u twee keer wordt geschut en dat u een aantal bruggen moet passeren. De waterstand op de Lek fluctueert hier gemiddeld tussen de NAP - 0,80 m en de NAP + 3,50 m. Extreme waterstanden die zijn opgetreden, zijn NAP - 1,30 m en NAP + 5,50 m. Het streefpeil van het Merwedekanaal ten noorden van de Lek is NAP + 0,58 m.

Als u uit de richting Vianen komt, hebt u vanwege de bocht in de Lek beperkt overzicht.Kiest u toch voor de Prinses Beatrixsluis (Lekkanaal), let dan op de aanwijzingen van de sluismeesters bij de indeling van de kolk en bij het wachten op een schutting. De sluismeester zal proberen de kolk zo economisch en zo veilig mogelijk in te delen. Hierdoor zal niet altijd de eerste die aankomt ook als eerste de sluis mogen invaren. Reden hiervoor is dat vooraan in de kolk de schutting heel onrustig verloopt (veel stroming en woelig water) en dat schepen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen vaak alleen moeten schutten. Het verval bij de Prinses Beatrixsluizen verschilt gedurende de dag. Aan de noordkant van de sluis staat de waterstand van de Lek (of het verval) aangegeven. Het streefpeil van het Amsterdam-Rijnkanaal is NAP - 0,40 m.

Regionale vaarwegbeheerder:

Uitvaart uit de Koninginnesluis van Vreeswijk (Nieuwegein-Zuid) naar de LekFoto: www.jaapboersema-maritiem.nl

Page 26: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

26

1.31

Legendaaanbevolen vaarroute

gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten

Page 27: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

27

1 31 Oversteek Lek bij Wijk bij Duurstede en de Prinses IrenesluizenDe verkeersleiders op de verkeerspost bij Wijk bij Duurstede kunnen u via de marifoon of via de omroepinstallatie adviezen geven over de oversteek. U blijft zelf verantwoordelijk voor uw veiligheid, dus let goed op en zorg dat u voldoende manoeuvreerruimte hebt om uw koers aan te passen. U bent verplicht een eventuele verkeersaanwijzing van de verkeersleiders op te volgen. In zo’n geval geeft de verkeersleider aan dat het om een aanwijzing gaat.Alle vaart van het Amsterdam-Rijnkanaal is verplicht voorrang te verlenen aan de vaart op de Lek en Neder-Rijn. Het is natuurlijk niet mogelijk om deze voorrang af te dwingen, als u bijvoorbeeld een duwstel ontmoet. Dan geldt: goed zeemanschap en de regel ‘klein wijkt voor groot’. Uitluisteren doet u op kanaal 60.

Bij de kruising met de Waal bij Tiel draait de beroepsvaart de Waal op. Dat is een verschil met de kruising bij Wijk bij Duurstede, waar de beroepsvaart rechtdoor kan varen en de rivier zo snel mogelijk wil oversteken.Als u van het Amsterdam-Rijnkanaal de Lek opvaart of kruist, houd dan rekening met de stroming op de Lek. In de zwaaikommen kan de stroming onvoorspelbaar zijn. De stroomsnelheid van de Lek staat aan beide zijden van de rivier aangegeven.Het verval tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek is in de periode dat de stuwen gesloten zijn ongeveer 3,50 m. Het Amsterdam-Rijnkanaal heeft een streefpeil van NAP - 0,40 m en het peil van het stuwpand Amerongen-Hagestein is ongeveer NAP + 3,00 m. Buiten deze periode is de waterstand op de Lek hoger en is het verval dus groter.

Alternatieve routeAls u van of naar Wijk bij Duurstede wil varen, kunt u ook kiezen voor de route Merwedekanaal –Koninginnesluis –Hagestein via de Lek.

Regionale vaarwegbeheerder:

Foto: Mathijs van de Griend

Page 28: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

28

1.32

Legendaaanbevolen vaarroute

gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten

Page 29: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

29

1 32 Kruising bij Tiel – Amsterdam-Rijnkanaal – WaalDe verkeersleiders op de verkeerspost bij Tiel kunnen u via de marifoon of via de omroepinstallatie adviezen geven over de oversteek. U blijft zelf verantwoordelijk voor uw veiligheid, dus let goed op en zorg dat u voldoende manoeuvreerruimte houdt om uw koers aan te passen. U bent verplicht een eventuele verkeersaanwijzing van de verkeersleiders op te volgen. In zo’n geval geeft de verkeersleider aan dat het om een aanwijzing gaat. Als u van het Amsterdam-Rijnkanaal de Waal opvaart, denk dan om de stroming op de Waal. In de zwaaikom kan de stroming onvoorspelbaar zijn.Alle vaart van het Amsterdam-Rijnkanaal is verplicht voorrang te verlenen aan de scheepvaart op de Waal.Hebt u een marifoon aan boord, dan bent u verplicht uit te luisteren op marifoonkanaal 69 van sector Tiel.Het verval bij de Prins Bernhardsluizen varieert, doordat zowel de waterstand van de Waal als de Lek variabel is. Als de Waal zover is gezakt dat de waterstand tussen de Lek en de Waal te klein is (enkele decimeters), wordt er ‘gelijkwater’ gemaakt en hoeft er niet meer geschut te worden. Deze situaties komen bij lage rivierstanden voor als de waterstand op de Waal bij Tiel in de buurt van NAP + 3,00 m gaat.

Alternatieve routesVoor een tocht van de Waal naar Utrecht kunt u kiezen voor het Merwedekanaal tussen Gorinchem en Vianen en de oversteek naar de Koninginnesluis en vervolgens het noordelijke deel van het Merwedekanaal.Voor een tocht van de Lek (ten oosten van Wijk bij Duurstede) naar Utrecht zijn er weinig alternatieve routes. Het zuidelijk deel van het Amsterdam-Rijnkanaal en de Prinses Irenesluizen zijn wel rustiger dan het overige deel van het Amsterdam-Rijnkanaal. De golfslag en het schutten met beroepsvaart blijven echter.Voor een tocht van de Lek (ten westen van Nieuwegein) naar Utrecht kunt u kiezen voor de Hollandsche IJssel en vervolgens voor de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel in plaats van het Merwedekanaal.

Regionale vaarwegbeheerder:

Page 30: Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal...1 28 De Leidsche Rijn 21 1 29 Oversteek Zuider- en Noordersluis 23 1 30 Oversteek Lek bij Nieuwegein, Vianen en de sluizen 25

30

ColofonMeer informatie over het project Varen doe je samen! vindt u op www varendoejesamen nl

UitgaveStichting Recreatietoervaart Nederland (SRN)

Eindredactie: Redactiebureau Voortvarend, HoofddorpVormgeving: Hoge Bomen, RotterdamCover: Studio Guido van der Velden, Blaricum

Bron kaarten: ANWB en Stentec SoftwareBron foto’s: Rijkswaterstaat, tenzij anders vermeld

DownloadsDe Knooppuntenboekjes zijn als PDF-bestand te downloaden van de website www varendoejesamen nl en staan ook in de gratis VDJS App.

Februari 2013

Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.

Het project Varen doe je samen! Op 4 september 2007 tekende staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat het convenant ‘Varen doe je samen!’ Dit loopt van 2008 tot 2014. Doel is de risico’s beperken voor beroeps- en recreatievaart in hetzelfde vaarwater. Goede voorlichting is een belangrijk instrument van het project. Daartoe is er de website www varendoejesamen nl en worden folders en de knooppuntenboekjes uitgegeven.

Onderstaande partijen hebben het convenant ondertekend.

De provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant, Utrecht, Zeeland, Zuid-Holland, Flevoland, Noord-Holland, Gelderland en Limburg

Ministerie van Infrastructuur en Milieu / 0800 8002 / www rijkswaterstaat nl

Havenbedrijf Rotterdam N.V. / 010 252 10 10 / www portofrotterdam com

Groningen Seaports (havens Delfzijl en Eemshaven) / 0596 64 04 00 / www groningen-seaports com

Haven Amsterdam / 020 523 45 00 / www portofamsterdam nl

Koninklijke Schuttevaer / 010 412 91 36 / www koninklijkeschuttevaer nl

Watersportverbond / 030 751 37 00 / www watersportverbond nl

ANWB / 088 269 71 47 / www anwb nl

HISWA Vereniging / 0343 52 47 24 / www hiswa nl

Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN) / 0343 52 47 57 / www srn nlBLAUW PMS 298 100%

VERLOOP 10% naar 80&