Kleutersprongen

12
3 Inhoud Voorwoord.................................................................................................................................................. 5 Inleiding ..................................................................................................................................................... 7 Hoofdstuk 1: Opbrengstgericht werken met kleuters ................................................................................ 9 Hoofdstuk 2: Het Onderwijscontinuüm en werken in 4D.......................................................................... 15 Hoofdstuk 3: De cyclus van opbrengstgericht werken met kleuters ........................................................ 21 Hoofdstuk 4: Praktijkvoorbeeld; aan de slag met de cyclus van opbrengstgericht werken: taal ............. 41 Hoofdstuk 5: Praktijkvoorbeeld; aan de slag met de cyclus van opbrengstgericht werken: rekenen ...... 63 Hoofdstuk 6: Opbrengstgericht werken met peuters ............................................................................... 81 Begrippenlijst .......................................................................................................................................... 91 Bijlagen .................................................................................................................................................... 95 Bijlage 1: Doelenlijsten rekenen .............................................................................................................. 96 Bijlage 2: Voorbeeldplanning rekenen ................................................................................................... 104 Geraadpleegde literatuur ...................................................................................................................... 109

description

Kleutersprongen

Transcript of Kleutersprongen

Page 1: Kleutersprongen

3

Inhoud

Voorwoord.................................................................................................................................................. 5

Inleiding ..................................................................................................................................................... 7

Hoofdstuk 1: Opbrengstgericht werken met kleuters ................................................................................ 9

Hoofdstuk 2: Het Onderwijscontinuüm en werken in 4D.......................................................................... 15

Hoofdstuk 3: De cyclus van opbrengstgericht werken met kleuters ........................................................ 21

Hoofdstuk 4: Praktijkvoorbeeld; aan de slag met de cyclus van opbrengstgericht werken: taal ............. 41

Hoofdstuk 5: Praktijkvoorbeeld; aan de slag met de cyclus van opbrengstgericht werken: rekenen ...... 63

Hoofdstuk 6: Opbrengstgericht werken met peuters ............................................................................... 81

Begrippenlijst .......................................................................................................................................... 91

Bijlagen.................................................................................................................................................... 95

Bijlage 1: Doelenlijsten rekenen .............................................................................................................. 96

Bijlage 2: Voorbeeldplanning rekenen ................................................................................................... 104

Geraadpleegde literatuur ...................................................................................................................... 109

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 3

Page 2: Kleutersprongen

4

Kleutersprongen

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 4

Page 3: Kleutersprongen

5

Voorwoord

Het kleuteronderwijs is anders dan het ‘schoolse leren’ vanaf groep 3. Maar maakt dit datopbrengstgericht werken er ook anders uitziet? Ik denk deels. Het proces zal hetzelfde zijn,maar de inhoud zal verschillen. En dat laatste sluit prima aan bij de diversiteit aan visies enonderwijskundige aanpakken die ik in kleutergroepen in het land tegenkom. Maakt dit opbrengstgericht werken daarmee populair in de groepen 1 en 2? Ja en nee. Het hangt afvan de betekenis die je er aan geeft.

Opbrengstgericht werken kan een (erg) negatieve betekenis hebben. Ik chargeer: ‘er bij elkkind uitpersen wat er inzit, ongeacht de emotionele gevolgen...’ Zo is het natuurlijk niet bedoeld. De grenzen van wat toelaatbaar en mogelijk is, worden bepaald door rijping en doorhet welzijn van een kleuter. Die grenzen overschrijden we niet. Opbrengstgericht werken ishet opzoeken van grenzen om daarmee alle talenten van leerlingen te ontplooien. En met alleverwijs ik naar de brede ontwikkeling. Deze betekenis klinkt al heel anders.

In de kern gaat opbrengstgericht werken om het nastreven van doelen die op schoolniveauzijn afgesproken. De focus ligt hierbij altijd éérst op wat je wilt gaan bereiken. En daarna opde manier waarop je dat voor elkaar gaat krijgen. Een leuke les is niet altijd een geslaagdeles. Het kan immers zijn dat je de doelen niet hebt bereikt. Leuk is een middel om leerlingenbetrokken te houden zodat ze leren wat jij voor ogen hebt. Of: wat jij met je leerlingen hebtafgesproken, want dat kan natuurlijk ook!

Met respect kijk ik naar hoe er in kleutergroepen wordt lesgegeven. Als geen ander stáánkleuterleerkrachten voor hun vak. Wat in de kleutergroepen wordt aangeleerd, is wezenlijkvoor de rest van de schoolloopbaan van een leerling. Een hiaat dat hier is opgelopen, betekent later vaak een struikelblok. Hogere opbrengsten realiseren is een (politieke) eiswaar we relatief weinig invloed op hebben. Tegelijkertijd levert de vrijheid van onderwijs onsop dat we hieraan zelf invulling kunnen geven. Dus: het kader komt van buiten, maar de inhoud bepaal jij, vanuit jouw visie op goed kleuteronderwijs.

Wijnand Gijzen,Rotterdam, september 2012

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 5

Page 4: Kleutersprongen

6

Kleutersprongen

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 6

Page 5: Kleutersprongen

7

Inleiding

Deze publicatie gaat over opbrengstgericht werken met kleuters. Van scholen wordt verwacht dat ze de prestaties van alle leerlingen maximaliseren, dus ook als leerkracht vangroep 1 en 2 heb je daar mee te maken. Het onderwijs aan kleuters is tenslotte van grote invloed op de rest van de schoolloopbaan.

Als leerkracht van groep 1 en 2 werk je vanuit een bepaalde visie. Dat kan ontwikkelings-gericht, ervaringsgericht, programmagericht of een combinatie hiervan zijn. Dit verandertniet door opbrengstgericht te werken. Het kader is opbrengstgericht werken, maar de inhoud bepaal je samen met je collega’s. Vanuit je visie en vanuit je kennis over welke aan-pak effectief is, bepaal je hoe je gestelde doelen binnen een bepaalde periode kunt bereiken.Je gebruikt observaties en toetsen om te kijken of je deze doelen haalt. Als leerkracht vind jehet waarschijnlijk belangrijk om te weten wat het effect is van je handelen op de kleuters.

Een deel van de scholen is aan de slag gegaan met opbrengstgericht werken. Er zijn bij deCED-Groep publicaties verschenen over opbrengstgericht onderwijs, maar niet specifiek bedoeld voor leerkrachten van de groepen 1 en 2. Directies, intern begeleiders en onderwijs-adviseurs krijgen echter signalen van leerkrachten dat daar wel behoefte aan is. Hoe ziet opbrengstgericht werken met kleuters eruit? Daarom richten we ons in deze publicatie opleerkrachten in de groepen 1 en 2 van basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs.

Bas de Koning schrijft in het artikel Opbrengstgericht werken, passend onderwijs (In de klas,2011) dat het vooral in de onderbouw vaak nog niet zo gebruikelijk is om planmatig en doel-gericht te werken. De leerkrachten denken vooral vanuit activiteiten in plaats vanuit doelen.Doelgericht en planmatig werken leidt tot het verhogen van de leerprestaties van de leer-lingen. Dat blijkt onder andere uit ervaringen van scholen die op deze wijze zijn gaan werken. Hetgeeft leerkrachten veel houvast, er is een duidelijke structuur die richtinggevend is. De invulling vindt plaats vanuit de eigen visie en creativiteit van de leerkrachten. Ook uit een onderzoek dat de Inspectie van het onderwijs publiceerde (Opbrengstgerichtwerken in het basisonderwijs, 2010), bleek dat de leerprestaties van de leerlingen toenamendoor doelgericht en planmatig werken.

Het Ministerie van Onderwijs vraagt van scholen om opbrengstgericht passend onderwijs tebieden aan alle leerlingen (Toezichtkader PO/VO, 2011). Opbrengstgericht werken wordt om-schreven als het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties.Dit houdt in dat je: • doelen formuleert;• het onderwijsaanbod beschrijft;

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 7

Page 6: Kleutersprongen

8

Kleutersprongen

• gegevens verzamelt tijdens en na uitvoering van je aanbod;• deze gegevens analyseert;• je gevolgde werkwijze eventueel bijstelt.

Elke school is vrij om een bepaald onderwijsconcept te kiezen. Je bent echter wel verplichtje te verantwoorden voor het onderwijs en de resultaten. Van de kant van de inspectie worden daarbij een aantal aandachtspunten aangegeven. Zo dient er op school sprake te zijn van een doorgaande lijn. Dat betekent dat de groepen 1en 2 werken met een beredeneerd en vastgelegd aanbod dat aansluit op de leerinhouden vangroep 3. De prestaties en de ontwikkeling van alle leerlingen worden gevolgd met een leerlingvolg-systeem, ten minste op het gebied van taal en rekenen. Dit omvat toetsen en structurele observaties in groep 1 en 2. De resultaten op groepsniveau worden op overzichtelijke wijze geregistreerd en geanaly-seerd. Deze analyses worden vervolgens gebruikt om conclusies te trekken over de leer-inhouden, de onderwijstijd en het didactisch en pedagogisch handelen voor de volgende periode. Je kijkt op systematische wijze of je inspanningen hebben gewerkt. Je wilt weten ofdat wat je hebt gedaan past bij de kleuters in je groep en effect heeft.

In deze publicatie beschrijven we een kader voor opbrengstgericht werken met kleuters. In hoofdstuk 1 geven we onze reacties op een aantal veelgehoorde uitspraken van leer-krachten in de onderbouw over opbrengstgericht werken. In hoofdstuk 2 wordt het Onderwijscontinuüm en werken in 4D beknopt toegelicht.In hoofdstuk 3 wordt de cyclus van opbrengstgericht werken met kleuters besproken.In hoofdstuk 4 volgen we een leerkracht die samen met de intern begeleider aan de slag gaatmet het analyseren van data na afname van de middentoets Taal voor kleuters. In hoofdstuk 5 volgen we twee leerkrachten van een andere school die na afname van deeindtoets Rekenen voor kleuters de cyclus van opbrengstgericht werken doorlopen. Wanneer de cyclus duidelijk is voor het reken- en taalleesonderwijs kun je deze uiteraardook toepassen op andere ontwikkelingsgebieden.

Omdat een doorlopende leerlijn en een ononderbroken ontwikkeling van kinderen van belang is, is er de afgelopen jaren veel aandacht uitgegaan naar voor- en vroegschoolseeducatie. Daarom wordt in hoofdstuk 6 aandacht besteed aan opbrengstgericht werken metpeuters. Er wordt aangegeven waar je rekening mee moet houden bij het opbrengstgerichtwerken met peuters en er worden suggesties gedaan voor groepsplannen. Bij de CED-Groepzal ook een aparte publicatie verschijnen over opbrengstgericht werken met peuters (Peuterstappen: op pad naar groep 1). Hierin zal uitgebreid worden ingegaan op de toe-passing van de 4D cyclus voor peutergroepen en startgroepen.

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 8

Page 7: Kleutersprongen

9

Misschien herken je één van de volgende uitspraken:

‘Kleuters moeten rijpen en daar heb je van buitenaf weinig invloed op.’‘Het kleuteronderwijs wordt zo cognitief, een kleuter mag niet meer spelen.’‘In een kleutergroep kun je het model van directe instructie niet toepassen.’

Uit de uitspraken blijkt dat deze leerkrachten zich bewust zijn dat kleuters op een anderemanier leren dan oudere kinderen en dat het onderwijzen van kleuters specifieke kennis envaardigheden vraagt. Met onderstaande reacties op de uitspraken willen we duidelijk makendat opbrengstgericht werken ook met kleuters mogelijk is.

Kleuters moeten rijpen en daar heb je van buitenaf weinig invloed op.

De leerkracht die deze uitspraak doet, geeft aan dat haar invloed wordt begrensd door rijping. De taal- en rekenontwikkeling van kleuters is echter niet alleen een kwestie van rijping. Invloed op de ontwikkeling heb je, al dan niet bewust, altijd; de ontwikkeling vindtplaats in interactie met de omgeving. Als kleuterleerkracht heb je grote invloed op de ontwikkeling van de kleuters. Met doel-gerichte betekenisvolle activiteiten en een rijke omgeving stimuleer je de kleuters om kennisen vaardigheden te oefenen en verder uit te breiden. Je beïnvloedt de rijping door de speel-en leeromgeving te organiseren.

Een goed aanbod in de kleutergroepen draagt in belangrijke mate bij aan het maken van eengoede start in groep 3. Leesonderzoek van Kees Vernooy (2007) geeft bijvoorbeeld aan dat de vaardigheid van kleuters op het gebied van fonemisch bewustzijn (begrip dat gesproken woorden uit klankenbestaan) de beste voorspeller is voor de toekomstige leesontwikkeling. Hans van Luit (2009) geeft aan dat veel van de rekenproblemen bij leerlingen vanaf groep 3terug te voeren zijn op onvoldoende ontwikkeld getalbegrip. Voor de rekenstart is het gunstig wanneer in groep 1 en 2 gericht aandacht besteed wordtaan getalbegrip en tellen in speelse en betekenisvolle activiteiten. Juist voor kleuters die risico lopen in de ontwikkeling van hun mogelijkheden is het belangrijkniet te wachten ‘tot ze er aan toe zijn’. Voor hen is het van belang dat er veel extra aandacht is in een kleine groep en vanuit betekenisvolle situaties waarbij hun competentiegevoel versterkt wordt. Zij profiteren onvoldoende van alleen de activiteiten in de grote groep enhebben daarbovenop extra leertijd en/of instructie nodig in bijvoorbeeld een kleine groep.

HOOFDSTUK 1:

Opbrengstgericht werken met kleuters

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 9

Page 8: Kleutersprongen

10

Kleutersprongen

Het kleuteronderwijs wordt zo cognitief, een kleuter mag niet meer spelen.

Spel is het belangrijkste middel voor jonge kinderen om te leren. Ontwikkeling van kleuterskun je dan ook het best stimuleren in de context van spel. Wanneer je het spel doelbewustbegeleidt – in een uitnodigende speelleeromgeving - zorg je ervoor dat de mogelijkheden van het spel worden uitgebreid en kun je voor de kleuters betekenisvolle leermomenten inbrengen. De kleuters vinden het meestal erg leuk wanneer je als leerkracht met hen meespeelt. Je sluit aan bij hun interesses én bij jouw doel om de ontwikkeling verder te stimuleren. De meeste kleuterleerkrachten hebben enorm veel leuke spelideeën. Het is eenuitdaging om één of enkele doelstellingen aan een spelidee te koppelen. Wanneer je aan teveel doelen tegelijkertijd wilt werken, bestaat er een grote kans dat je het zicht kwijtraakt opje doelstellingen en eigenlijk aan geen enkele doelstelling nog effectief werkt. Op basis vanobservaties tijdens de begeleide activiteiten bepaal je of je de doelen die je had met deze activiteiten ook hebt bereikt. Je past je aanbod telkens weer aan om tot hogere opbrengstente komen.

Leerkracht ligt languit om deel te kunnen nemen aan het spel in de bouwhoek (waarbij zij het actieve taalgebruik wil stimuleren):

Het gaat in het kleuteronderwijs niet alleen om cognitieve vaardigheden en het toetsen vandie vaardigheden. Je hebt ook doelen op het gebied van sociale vaardigheden en vaardig-heden rondom de werkhouding (leren leren). Bijvoorbeeld (zie www.leerlijnen.cedgroep.nl):

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 10

Page 9: Kleutersprongen

11

HOOFDSTUK 1: Opbrengstgericht werken met kleuters

Deze vakoverstijgende doelen worden ook expliciet geoefend op een bepaald moment op hetrooster binnen een bepaalde les. Je benoemt een vakoverstijgend doel expliciet en geeft erook expliciet tussentijdse feedback op. Zo zet je heel gericht je pedagogisch handelen in omaan deze doelen te werken. Door het bewust oefenen en de tussentijdse feedback zorg je datkleuters zelfvertrouwen ontwikkelen, dat ze zelfstandig zijn, dat ze samen met andere kleuters kunnen spelen. Dit zijn immers voorwaarden om te kunnen leren. Wanneer eenkleuter zich veilig en prettig voelt, zal hij beter kunnen presteren. En die succeservaringendragen weer bij aan het welbevinden.

In een kleutergroep kun je het model van directe instructie niet toepassen.

In de groep wissel je open spelactiviteiten af met activiteiten die je zelf initieert. Iedere activiteit bestaat uit een opening, een middenstuk en een afsluiting. Hierdoor zijn er ook binnen open spelactiviteiten mogelijkheden voor het toepassen van bepaalde fasen uit eenlesmodel. Instructie mag je immers ook zien als een zeer kleine aansturing, verlengde instructie als het begeleid meespelen met kleuters en een afsluiting als de evaluatie van het spel.De kwaliteit van de instructie speelt een belangrijke rol. Voordat de kleuters met een activiteit aan de gang gaan, moeten ze begrijpen wat het doel is van de activiteit, wat ze gaandoen, hoe ze het moeten aanpakken.

Uit de leerlijn leren leren. Subdoel: Taakaanpak Groep 2

• De kleuter luistert en kijkt naar de uitleg van een opdracht in een groepsinstructievoordat hij aan de taak begint

• De kleuter kijkt hoe de leerkracht een taak aanpakt en neemt deze aanpak over• De kleuter herhaalt de opdracht die hem is gegeven (wat ga je nu doen?)• De kleuter begint na de uitleg met zijn taak• De kleuter verbetert na aanwijzingen de manier waarop hij een taak uitvoert

Uit de leerlijn sociaal gedrag. Subdoel: Jezelf presenteren Groep 2

• De kleuter vraagt in verschillende situaties op een adequate manier aandacht (iemand aantikken, vragen of je mag storen)

• De kleuter vertelt wat hij leuk vindt om te doen• De kleuter vertelt een idee aan een medeleerling (nieuw spel, activiteit)• De kleuter gaat adequaat om met gevoelens van trots

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 11

Page 10: Kleutersprongen

12

Kleutersprongen

Kleuters kunnen betere resultaten behalen wanneer je als leerkracht je activiteiten uitvoertvolgens een goed gestructureerde opzet. Dat geldt voor zowel het aanleren van basis-vaardigheden die van belang zijn in de taal-, lees- en rekenontwikkeling, als voor de vak-overstijgende vaardigheden sociaal gedrag en leren leren.

Een didactisch lesmodel bestaat uit verschillende lesfasen waardoor er een duidelijke opbouw van je activiteit is:• een introductie om de aandacht van de kleuters te trekken;• benoemen van je doel(en);• voordoen;• samen doen;• de kleuters doen het zelf;• een evaluatie waarbij ook een terugkoppeling is naar je doel(en) van de activiteit.

Hieronder staat een voorbeeld van de start en de afsluiting van een activiteit. LeerkrachtSaher van groep 1/2 start met het uitleggen van het doel en vraagt aan het einde wat dekleuters geleerd hebben. Zeker voor oudere kleuters is dat een uitdagende vraag. De leer-kracht geeft hen de kans te reflecteren en stimuleert zo de taal- en denkontwikkeling.

Juf Saher zet een boodschappenmandje naast zich neer met een doek erover. Alle kleuterskijken verwachtingsvol….Juf: ‘We gaan leren wat het verschil is tussen gezond en ongezond eten.’ Ze kijkt handpop Gijs aan die op de schoot van een kind zit.‘Gijs heeft een probleem. Gisteren zijn Gijs en ik naar de supermarkt geweest, want hij wileen lekker hapje voor jullie klaarmaken’.Kleuter: ‘Ja, want dan kan je lekker eten.’Juf Saher: ‘Ja; hij wil ook dat jullie gezond eten! Zullen we Gijs eens helpen?’‘Ja!’, roept de klas in koor. Juf Saher pakt een rode en groene hoepel die onder handbereik liggen. ‘Gijs, de kinderen zullen je helpen. Het gezonde eten leggen we in de groene hoepel en hetongezonde eten in de rode hoepel.’

Aan het einde van de activiteit sluit Juf Saher af met een voor de groep bekende routine: ‘Ga allemaal goed zitten op je stoel, voeten naast elkaar, kijk naar de juf, luister naar devraag………Wie kan mij vertellen wat we geleerd hebben?’Ze geeft Hisham de beurt: ‘We hebben gezonde eten gedaan en we hebben ongezondeeten gedaan.’Juf Saher: ‘Ja, we hebben geleerd wat gezond eten is en wat ongezond eten is. Dikke duimvoor jou!’

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 12

Page 11: Kleutersprongen

13

Hoewel het onderwijs aan kleuters verschilt in zijn vormgeving van het onderwijs aan ouderekinderen, vormt dat geen belemmering voor het proces van doelgericht opbrengstgerichtwerken in de onderbouw. In het volgende hoofdstuk wordt eerst het Onderwijscontinuüm en werken in 4D uitgelegd. In hoofdstuk 3 beschrijven we vervolgens deze cyclus van opbrengstgericht werken met kleuters.

13

HOOFDSTUK 1: Opbrengstgericht werken met kleuters

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 13

Page 12: Kleutersprongen

14

Kleutersprongen

BW-Kleutersprongen-DRUK_Opmaak 1 09-01-13 14:26 Pagina 14