KJMV in Motor Revue nr.3-2013

8
Motor Revue 3 mei/juni 2013 60

description

KJMV in de picture

Transcript of KJMV in Motor Revue nr.3-2013

Page 1: KJMV in Motor Revue nr.3-2013

Motor Revue 3 mei/juni 201360

Page 2: KJMV in Motor Revue nr.3-2013

KJMVHet is alweer 25 jaar geleden dat we in het

Hoordhollandse ’t Veld in huize ‘Errunst’ met een aantal

enthousiastelingen bijeen waren. Dat was in 1987 en

het was toen nog steeds een beetje ‘gek’ om bij een

oude Honda, Kawasaki, Suzuki of Yamaha aan een

klassieker te denken. Immers: wat is er nou interessant

aan een twintig jaar oude CB 72 of T 20? Nou, van

alles, vonden Ernst Hagen, Theun Rustenburg, Dolf

Peeters, Ludy Beumer en ikzelf. Nog maar een jaar

eerder, begin 1986, schreef beginnend journalist Gert

te Lintelo eexn artikel in AMK nummer drie van dat jaar

waarin voor het eerst echt een lans werd gebroken voor

‘ouwe Jappen’. Het onderwerp: yours truely, die toen al

wat jaartjes bezig was...

25 J

AA

Rou

de J

apan

ners

pro

mot

en

Motor Revue 3 mei/juni 2013 61

KJM

V

Page 3: KJMV in Motor Revue nr.3-2013

Motor Revue 3 mei/juni 201362

Page 4: KJMV in Motor Revue nr.3-2013

Want: Wat is klassiek? Moet je types daarvoor aanWijzen of Moet je een bouWjaargrens instellen?

Er werd heel wat afgedebatteerd over de vraag of er wel een club moest komen, want je had immers al overal clubs voor. Het leek een beetje overbodig, want we waren toch ook zónder club wel in staat plezier te beleven en samen te komen om te rijden en kletsen? Al die ‘structuur’, wat moet je ermee? En bovendien hadden we al bij diverse merk- en typeclubs gezien hoe er allerlei ‘stromingen’ en scheuringen konden ontstaan. Want: wat is klassiek? Moet je types daarvoor aanwijzen of moet je een bouwjaargrens instellen? En als de tijd voortschrijdt, moet dan die grens opschuiven zodat zelfs zoiets nieuws als een GL 1000 of een CX 500 mee zou gaan doen? Voor de een een gruwel (alles na 1969 is ‘nieuw’), de ander zag juist een breed modellenpakket als prettig vooruitzicht. ‘Gewoon’ oude motoren zag je immers ‘all over the place’ en eigenlijk zijn alleen die typische jaren-zestig chromen tankflanken, met ‘gelakte’ tijdgenoten als een Benly Super Sport, Yamaha YDS 3 of Kawasaki Samurai echt schoolmakend. Anderen betoogden dat alle liefhebbersmotoren ooit hun leven begonnen als actuele, later ‘waardeloze’ oude machine en pas nóg weer later (h)erkend werden als klassieker. Zolang mensen interesse hebben en er plezier aan

beleven, zou dat een reden moeten zijn ze op te nemen in de club. Uiteindelijk waren dezelfde argumenten om het niet te doen ook goed om wel tot oprichting van de Klassieke Japanse Motoren Vereniging over te gaan. Het werd het tweede setje argumenten, dus motoren van 25 jaar en ouder deden mee; geen typelijsten. Die discussie is toen trouwens op goede manier gevoerd, want op een enkele afvaller na werd het uiteindelijk breed gedragen. Omdat het gelukkig niet tot echt verhitte debatten had geleid, zag iedere deelnemer aan een ritje het nou juist als humor toen er regelmatig iemand mee bleek te rijden op een klassieke niet-Japanner. Dan was het een Laverda (‘een CB 78’), dan zagen we een prachtig NSU Maxje meerijden. Of het 250 cc AJS’je, dat vaak dapper meereed. Topper was Ronald van Oostveen Koentze, die op zijn Vincent Black Shadow gezeten ontzettend veel belangstelling had voor een Kawasaki W 1. Zo kon het gebeuren dat ik een Japanse rit reed op een topper uit Stevenage, omdat de eigenaar daarvan verlekkerd op de Anglo-Japanner zat te genieten.Dat soort zaken werd op ludieke manier breed uitgemeten in het KJMV Kontakt, het ‘clubblaadje’ van de ‘ouwe

Motor Revue 3 mei/juni 2013 63

KJM

V

Page 5: KJMV in Motor Revue nr.3-2013

Jappenclub’. Soms lieten we ons in de humor helemaal gaan en Dolf Peeters maakte prachtige tekeningen. Anderen gaven natuurlijk ook wel technische informatie en er werden volop onderdelen uitgewisseld. Toen werd de regelgeving rondom klassieke voertuigen op de helling gezet en moest er een platform komen om de belangen te behartigen. Dat was de eerste keer dat de maatschappelijke relevantie van de KJMV duidelijk werd. Want ook deze club werd uitgenodigd door verschillende andere klassieke motorclubs om zitting te nemen in het comite dat bij de overheid de belangen moest verdedigen. Dat is een lang verhaal en het loopt in wezen door tot in het heden. Maar ook op sociaal gebied bleek de KJMV bestaansrecht te

hebben. Neem het verhaal van Philip Polack. Deze sympathiek brombeer had het járenlang psychisch zwaar, tot hij bij toeval een Honda CB 92 Benly Super Sport in een Tielse etalage zag staan. Hij blokkeerde de rem van zijn ‘moderne’ (nu zou hij mee mogen doen) Honda 400 CB 1, flikkerde hem net niet op straat (maar hij stond wel midden op de rijbaan op zijn jiffy), en stond vervolgens een uur lang naar de 125 cc geweldenaar te kijken. De man komt binnen, zegt geen boe of ba en staat weer een uur te staren. Dan gaat er een lampje boven zijn hoofd branden: er staan mensen om hem heen. Wat was het geval? Philip had in de jaren zestig samen met Juut Kotte geracet op zo’n CB 92. Toen dat in 1969 over was, is het in zijn privéleven alsmaar slechter

gegaan. Die voor een reportage van Hagen geleende Benly was voor Polack het – schokkend, maar nu positief - opnieuw beleven van goede tijden. Het werd een veelvuldig herhaald en warm contact. Natuurlijk werden hemel en aarde bewogen om zo’n Honda op te sporen en toen er een slecht exemplaar gevonden was (in Zuid Duitsland notabene,

Motortjes tot 200 cc gaan op kleine Weggetjes soMs heleMaal voluit! en een

pret dat je onderWeg hebt... ‘racen Met tachtig’...

Motor Revue 3 mei/juni 201364

Page 6: KJMV in Motor Revue nr.3-2013

want die dingen waren altijd al zeldzaam), begon het minutieuze restaureren. Toen de machine eenmaal klaar was, kwam de grote kerel op dat kleine ding regelmatig vanuit Schagen naar Tiel. Philip is inmiddels overleden en we hebben de heldenmachine geërfd. Helaas kwam de Honda met de initialen PP op het achterspatbord om tijdens de brand in 2012...Een succesnummer dus, die KJMV. Toch overkwam ook deze club wat we al in zoveel klassiekerclubs hadden gezien: wegvallende belangstelling, ‘altijd dezelfde

koppen achter de bestuurstafel’ en passieve leden. Men wil immers geamuseerd worden. Logisch, maar ‘iemand moet het doen’. Een aantal kwakkelende jaren zijn voorbij, maar het huidige bestuur, onder voorzitterschap van Peter van der Zon, heeft toch weer nieuw leven in de zaak gebracht. In de ouderensoos in Alkmaar zijn de meetings opnieuw uit aan het groeien tot echte gezellige en leerzame dagen. Als Ferry Brouwer komt vertellen over het Classic Yamaha Racing Team, het bouwen van een driecilinder Yamaha racer en heel veel meer, zitten er bijna honderd

Motor Revue 3 mei/juni 2013 65

KJM

V

Page 7: KJMV in Motor Revue nr.3-2013

Motor Revue 3 mei/juni 201300 Motor Revue 3 mei/juni 201366

Page 8: KJMV in Motor Revue nr.3-2013

man in de zaal. Ook een vaste waarde die altijd stand gehouden heeft, is de Kaboutertoer, door deelnemers steevast kabouterrun genoemd. Motortjes tot 200 cc gaan op kleine weggetjes soms helemaal voluit! En een pret dat je onderweg hebt... ‘racen met tachtig’... ‘Dikke’ 250’s en nóg joekeliger motoren moeten achteraan rijden (want ze mogen wél mee...) De motoren die in het begin als ‘dagelijkse machine’ werden ingezet, staan bij veel leden nu gebroederlijk naast de jaren zestig klassieker, en er zijn genoeg leden die alleen een jonge fiets hebben. Jong, in de zin van ‘na 1980’. Een voorbeeld: Honda CX 650 E (zelfs nog nieuwer dan een 500). Maar de verhalen zijn niet heel veel anders dan uit de pionierdagen, dus die keuze van de opschuivende bouwjaren is toch wel goed geweest. Dan maar een Bridgestone naast een Suzuki GSXR. Zeker nu de Japanse industrie achteruit kachelt, en de aantallen overlevers van 25 jaar en ouder dat ook doen, wordt het in de toekomst alleen maar leuker in de club. Want waar vind je zo’n verschillend palet aan modellen? En, net zoals in 1990 de Britse en Italiaanse klassiekerclubs (en niet te vergeten de Eenhoornfederatie, die classic races organiseerde) ontdekten: alle liefhebbers spreken uiteindelijk dezelfde taal, welke motor ze ook rijden. Dus ook Japanner-rijders. En ondertussen is het geen issue meer; op klaasieke race-evenementen halen alleen maar méér mensen prachtige herinneringen op. Een groot evenement als de Belgische Bikers Classics zou zonder oude Jappen geen bestaansrecht hebben. Nee, de klassieke Japanner is nu wel ingebed in het historische voertuig- erfgoed.

Toegegeven, het ‘grijze-koppen-gehalte’ neemt ook in de KJMV toe. Door die aanwas van jongere motoren krijgt ook de jeugd een kans en dat zie je toch wel doorsijpelen. Sommige van die tweede of derde generatie liefhebbers zitten zelfs op een RD 250, GT 500 of CD 175. Dan hebben ze toch gewoon twéé streepjes voor...

Tekst: Cok van den HeuvelFoto’s: archief KJMV, met dank aan Peter van der Zon

Motor Revue 3 mei/juni 2013 00Motor Revue 3 mei/juni 2013 67

KJM

V