Juniorprogramma: Springplank naar een boeiende carrière in binnen- of buitenland

4
JUNIORPROGRAMMA van de Belgische ontwikkelingssamenwerking Springplank naar een boeiende carrière in binnen- of buitenland September 2014 Het Juniorprogramma Het Juniorprogramma van de Bel- gische ontwikkelingssamenwerking biedt jongeren de kans een eer- ste beroepservaring op te doen in de ontwikkelingssamenwerking. Sinds de start in 2006 hebben al meer dan 350 jong afgestudeer- den deze kans gegrepen. Via het Juniorprogramma kunnen ‘coöperanten in spe’ onder be- geleiding van een coach één of maximaal twee jaar aan de slag in een project van de Belgische gouvernementele samenwerking of van een Belgische NGO, in een van de 18 partnerlanden van de Belgi- sche ontwikkelingssamenwerking. In 2010 werd het programma in een proeffase opengesteld voor zes NGO’s, en sinds 2013 kunnen alle Belgische erkende NGO’s zich erbij aansluiten. Sindsdien werkt al 25% van de Junior Assistenten voor een NGO, en dit percentage blijft stijgen. Het doel van het programma is om jonge professionals op te lei- den en op die manier een nieuwe generatie ontwikkelingswerkers klaar te stomen. Voldoet het Juniorprogramma aan de verwachtingen? In maart 2014 is voor de tweede keer in het bestaan van het Junior- programma een enquête gehou- den bij ex-Juniors om na te gaan of het programma voldoet aan de verwachtingen. Doen jongeren er goed aan om Junior Assistent te worden als ze later in de ontwik- kelingssamenwerking aan de slag willen gaan? Hoeveel ex-Juniors slagen erin om een job in de ont- wikkelingssamenwerking te vinden? Wat betekent het Juniorprogramma voor hun verdere carrière? © BTC / Jonas Verstraete Jong-afgestudeerden die met het Juniorprogramma van de Belgische ontwikkelings- samenwerking in het buitenland gaan werken, zijn zeer tevreden over hun ervaring. Ze bevestigen dat het programma een absolute meerwaarde is voor hun carrière. De meesten van hen vinden na terugkeer in België dan ook snel werk. Meer dan de helft van hen (60%) blijft na deze buitenlandervaring aan de slag in de ontwikkelings- samenwerking, meestal bij een NGO. Het Juniorprogramma is ontegensprekelijk een springplank naar een loopbaan in de ontwikkelingssamenwerking. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een enquête die het Juniorprogramma na acht jaar bestaan bij voormalige Junior Assistenten liet afnemen. Onderzoekspopulatie Maar liefst 93% van de aangeschreven voormalige Junior Assistenten nam deel aan de enquête, goed voor een totaal van 234 respondenten (60% vrouwen, 40% mannen). 95% van de Juniors zijn Belg, met ongeveer even veel Nederlands- als Franstaligen (47/53). De gemiddelde leeftijd bij vertrek is 26 jaar. De meeste Juniors kiezen voor een terreinervaring van twee jaar. 85% van de ondervraagde ex-Juniors was aan de slag in een project van de gou- vernementele samenwerking, uitgevoerd door het Belgisch ontwikkelingsagentschap BTC. 15% was in het buitenland aan de slag voor een Belgische NGO.

description

Jong-afgestudeerden die met het Juniorprogramma van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in het buitenland gaan werken, zijn zeer tevreden over hun ervaring. Ze bevestigen dat het programma een absolute meerwaarde is voor hun carrière. De meesten van hen vinden na terugkeer in België dan ook snel werk. Meer dan de helft van hen (60%) blijft na deze buitenlandervaring aan de slag in de ontwikkelingssamenwerking, meestal bij een NGO. Het Juniorprogramma is ontegensprekelijk een springplank naar een loopbaan in de ontwikkelingssamenwerking. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een enquête die het Juniorprogramma na acht jaar bestaan bij voormalige Junior Assistenten liet afnemen.

Transcript of Juniorprogramma: Springplank naar een boeiende carrière in binnen- of buitenland

Page 1: Juniorprogramma: Springplank naar een boeiende carrière in binnen- of buitenland

JUNIORPROGRAMMAvan de Belgische ontwikkelingssamenwerking

Springplank naar een boeiende carrière in binnen- of buitenland

September 2014Het JuniorprogrammaHet Juniorprogramma van de Bel-gische ontwikkelingssamenwerking biedt jongeren de kans een eer-ste beroepservaring op te doen in de ontwikkelingssamenwerking. Sinds de start in 2006 hebben al meer dan 350 jong afgestudeer-den deze kans gegrepen.

Via het Juniorprogramma kunnen ‘coöperanten in spe’ onder be-geleiding van een coach één of maximaal twee jaar aan de slag in een project van de Belgische gouvernementele samenwerking of van een Belgische NGO, in een van de 18 partnerlanden van de Belgi-sche ontwikkelingssamenwerking.

In 2010 werd het programma in een proeffase opengesteld voor zes NGO’s, en sinds 2013 kunnen alle Belgische erkende NGO’s zich erbij aansluiten. Sindsdien werkt al 25% van de Junior Assistenten voor een NGO, en dit percentage blijft stijgen.

Het doel van het programma is om jonge professionals op te lei-den en op die manier een nieuwe generatie ontwikkelingswerkers klaar te stomen.

Voldoet het Juniorprogramma aan de verwachtingen?In maart 2014 is voor de tweede keer in het bestaan van het Junior-programma een enquête gehou-den bij ex-Juniors om na te gaan of het programma voldoet aan de verwachtingen. Doen jongeren er goed aan om Junior Assistent te worden als ze later in de ontwik-kelingssamenwerking aan de slag willen gaan? Hoeveel ex-Juniors slagen erin om een job in de ont-wikkelingssamenwerking te vinden? Wat betekent het Juniorprogramma voor hun verdere carrière?

© BTC / Jonas Verstraete

Jong-afgestudeerden die met het Juniorprogramma van de Belgische ontwikkelings-samenwerking in het buitenland gaan werken, zijn zeer tevreden over hun ervaring. Ze bevestigen dat het programma een absolute meerwaarde is voor hun carrière. De meesten van hen vinden na terugkeer in België dan ook snel werk. Meer dan de helft van hen (60%) blijft na deze buitenlandervaring aan de slag in de ontwikkelings-samenwerking, meestal bij een NGO. Het Juniorprogramma is ontegensprekelijk een springplank naar een loopbaan in de ontwikkelingssamenwerking.

Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een enquête die het Juniorprogramma na acht jaar bestaan bij voormalige Junior Assistenten liet afnemen.

OnderzoekspopulatieMaar liefst 93% van de aangeschreven voormalige Junior Assistenten nam deel aan de enquête, goed voor een totaal van 234 respondenten (60% vrouwen, 40% mannen). 95% van de Juniors zijn Belg, met ongeveer even veel Nederlands- als Franstaligen (47/53). De gemiddelde leeftijd bij vertrek is 26 jaar. De meeste Juniors kiezen voor een terreinervaring van twee jaar.

85% van de ondervraagde ex-Juniors was aan de slag in een project van de gou-vernementele samenwerking, uitgevoerd door het Belgisch ontwikkelingsagentschap BTC. 15% was in het buitenland aan de slag voor een Belgische NGO.

Page 2: Juniorprogramma: Springplank naar een boeiende carrière in binnen- of buitenland

2

Voor mij is het Juniorprogramma een autostrade naar een carrière in de ontwikkelingssamenwerking geweest.

Het was een heel verrijkende ervaring, mede dankzij de professionele begeleiding door mensen

met de nodige expertise.

Filip Voormalig Junior Assistent Onderwijs in Vietnam, nu Education Advisor,

VVOB Vietnam

Diploma’sDe meest voorkomende basisdiploma’s onder de ex-Junior Assistenten zijn bio- of landbouwingenieur, politieke weten-schappen-diplomatie en economie-marketing, communicatie en journalistiek.

Vinden de ex-Juniors werk?De helft van de ex-Juniors vindt binnen de twee maanden werk. 72% heeft binnen de vier maanden een nieuwe job.

Werken ze in de ontwikkelingssamenwerking?88% van de Juniors wil na het Juniorprogramma terug in de ontwikkelingssamenwerking aan de slag gaan. Jammer genoeg vinden ze niet allemaal een job in de sector.

56% van hen vindt na het Juniorprogramma een eerste job in de ontwikkelingssamenwerking. Daarvan zijn ruim 8 op 10 nu nog altijd actief in de ontwikkelingssamenwerking. Van zij die hun eerste job buiten de sector vonden, stroomde minder dan 2 op 10 nog terug naar de ontwikkelingssamenwerking.

Van de beroepsactieve ex-Juniors werkt 60% vandaag nog steeds in de ontwikkelingssamenwerking.

Als je dus in de ontwikkelingssamenwerking wil blijven werken, is je eerste job na het Juniorprogramma best een job in de ontwikkelingssamenwerking. Die eerste job na het Juniorprogramma is dus van cruciaal belang voor een verdere carrière in de ontwikkelingssamenwerking.

Het lijkt zelfs zo dat het voor een Junior Assistent na afloop van het Juniorprogramma voordeliger is om een stage of vrij-

Grafiek 1: aantal Juniors per studierichting (basisdiploma)

Politieke wetenschappen, Internationale betrekkingen, DiplomatieLandbouwingenieur, Bio-ingenieur

Economie, Handelsingenieur, MarketingCommunicatie, PR, Journalistiek

Geschiedenis, Filosofie, Kunst, ReligieSociologie, Antropologie, Sociaal werk

Rechten, CriminologieTalen & cultuur, Vertaalkunde

Pedagogische wetenschappenBurgerlijk & Industrieel ingenieur, Architectuur

Biologie, MilieuwetenschappenMedische wetenschappen (arts, verpleegkunde, farma, kine)

PsychologieAardrijkskunde

Arbeidswetenschappen, Arbeidspsychologie, HROntwikkelingssamenwerking

Exacte wetenschappen & wiskundeAndere

0 10 20 30 40 50

Page 3: Juniorprogramma: Springplank naar een boeiende carrière in binnen- of buitenland

3

Vandaag, acht jaar later, zou ik zonder mijn ervaring als Junior Assistent niet staan waar ik nu sta. Dankzij die ervaring in een niet evidente context (Congo), dankzij het gerealiseerde en geapprecieerde werk, en dankzij diverse contacten en ontmoetingen kom je bijna automatisch van het één in het ander terecht.

Gülten Voormalig Junior Assistent aids/hiv in Congo, nu Technisch Assistent voor BTC in Niger

willigerswerk te doen in de ontwikkelingssamenwerking dan te kiezen voor een eerste (eventueel tijdelijke) job buiten de sector, als men wil doorgroeien in de ontwikkelingssamenwerking.

Ten slotte blijkt er ook een significante samenhang tussen de contractduur en een eerste job in de ontwikkelingssamenwer-king. Hoe langer de Junior in het buitenland blijft, hoe sneller hij/zij een job in de ontwikkelingssamenwerking vindt. Dat wijst op het belang van de contractduur voor een doorstroom naar de sector na het Juniorprogramma, iets wat overigens ook door de Juniors zelf benadrukt wordt.

Waar werken ze? 63% van de ex-Juniors vindt na het Juniorprogramma een job in België, terwijl 32% die eerste job vindt in het land of de regio waar ze als junior al werkten.

Op het moment van de bevraging werkte 85% van de ex-Juniors in België. Dat wijst erop dat op langere termijn de meerderheid terug naar België komt, ook als ze in de ontwikkelingssamen-werking blijven werken. Bijna 80% van de ex-Juniors die in de ontwikkelingssamenwerking aan de slag zijn, werkt momenteel in België.

Wie Junior was bij een NGO, doet er langer over om een job te vinden, maar blijkt dan wel meer kans te hebben om in de ont-wikkelingssamenwerking aan de slag te blijven1. Wellicht komt dat door het grotere netwerk van de NGO’S. De NGO- sector is ook de grootste werkgever van ex-Juniors vandaag.

De helft van de ex-Juniors werkt bij een NGO, 23% bij een multilaterale organisatie en 20% bij de gouvernementele samenwerking.

© BTC / Jonas Verstraete

1 | Het aantal bevraagde NGO-Juniors is nog vrij beperkt om dergelijke conclusies te trekken, ook al wijzen de cijfers in die richting.

Grafiek 2: type ontwikkelingssamenwerking waarin ex-Juniors tewerkgesteld zijn

Niet-gouvernementele samenwerking: 50%Multilaterale samenwerking: 23%Gouvernementele samenwerking: 20%Andere: 3%Vierde pijler: 2%Privé-initiatief: 2%

Page 4: Juniorprogramma: Springplank naar een boeiende carrière in binnen- of buitenland

Het Juniorprogramma biedt jongeren de kans een beroepservaring op te doen in de ontwikkelingssamenwerking. Dit programma wordt beheerd door BTC.

Lees de volledige resultaten van de enquête on line www.btcctb.org/nl/juniorprogramma

Man-vrouwVooral vrouwen nemen deel aan het Juniorprogramma (60%). Maar als we kijken naar de eerste job in de ontwikkelingssa-menwerking na het Juniorprogramma, dan is de trend omge-keerd: 67% van de mannen en slechts de helft van de vrouwen vindt een eerste job in de ontwikkelingssamenwerking.

Ook wat betreft het werken in het Zuiden op lange termijn, ligt de genderverdeling gevoelig anders dan bij de start van het Juniorcontract. Op het moment van de bevraging werkte 16% van de mannen in het Zuiden, en slechts 7% van de vrouwe-lijke ex-Juniors.

Waarom ontwikkelingssamenwerking?De redenen waarom ex-Juniors ervoor kiezen om in de ontwik-kelingssamenwerking aan de slag te blijven, zijn in dalende orde van belangrijkheid:� de maatschappelijk relevantie, het sociaal engagement,

het altruïstische aspect, de voldoening over sociale impact;� de verrijking als professional en als persoon;� de multiculturele en internationale context;� de dynamiek en variatie.

Tevredenheid over het JuniorprogrammaEx-Juniors zijn over het algemeen zeer tevreden over het Junior-programma (7,7 op 10). Dat is een lichte stijging ten opzichte van de resultaten die uit de enquête van 2010 naar voren kwa-men.

De ex-Juniors appreciëren het meest de persoonlijke en de professionele ontwikkeling die het Juniorprogramma biedt. Hoe langer de ervaring, hoe meer kans om zich te ontwikke-len. Er is dan ook een samenhang tussen de contractduur en de algemene tevredenheid. Er wordt wel op gewezen dat het jammer is dat er bij BTC geen mogelijkheden geboden worden om door te groeien en dat twee jaar ervaring doorgaans nog te weinig is.

Meerwaarde van het Juniorprogramma90% van de ex-Juniors vindt dat het Juniorprogramma een meerwaarde biedt in de zoektocht naar werk. De redenen daarvoor zijn de opgedane kennis en de beroepservaring van twee jaar. De reputatie van BTC en de verantwoordelijkheid die de Junior Assistenten tijdens hun verblijf in het buitenland toegewezen krijgen, blijken even belangrijk.

V.U

. Car

l Mic

hiel

s, H

oogs

traat

147

, 100

0 Br

usse

l

Hoogstraat 1471000 BrusselT + 32 (0)2 505 18 34F + 32 (0)2 505 98 [email protected]/juniorprogramme

Gepubliceerd onder Creative Commons licentie ‘by/nc/nd’

Ik denk niet dat ik bij FOS aangenomen zou zijn moest ik niet het Juniorprogramma hebben gedaan. Als ex-Junior assistent kan je zeker voor een NGO solliciteren. Ik heb het gevoel dat je daar toch iets makkelijker binnen geraakt met twee jaar ervaring. En zoek zeker ook in België, want die ervaring kan nadien ook weer tellen als je opnieuw naar het buitenland wil vertrekken.

Anke Voormalig Junior Assistent Monitoring & Evaluatie in Benin, nu Zuid-medewerkster bij FOS in Brussel