job 1..120 - Viessmann · 2009-04-23 · Werkzaamheden aan de installatie & Haal de stekker uit de...
Transcript of job 1..120 - Viessmann · 2009-04-23 · Werkzaamheden aan de installatie & Haal de stekker uit de...
VIESMANNServicehandleidingvoor de vakman
Vitodens 300type WB3A, 49 en 66 kWHR-gaswandketelUitvoering voor aardgas en propaan
Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina
VITODENS 300
5689 550 NL 6 /2006 Bewaren a.u.b.!
Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming vanlichamelijk letsel en materiële schade.
Toelichting bij veiligheidsvoor-schriften
GevaarDit teken waarschuwt voor per-soonlijk letsel.
! OpgeletDit teken waarschuwt voormateriële schade en schadeaan het milieu.
OpmerkingGegevens met het woord "Opmer-king" bevatten aanvullende informa-tie.
Doelgroep
Deze handleiding is alleen bedoeldvoor erkende installateurs.& Werkzaamheden aan gasinstalla-ties mogen alleen door bevoegdeinstallateurs worden uitgevoerd.
& Elektrische werkzaamheden mogenalleen door bevoegde elektromon-teurs worden uitgevoerd.
& De eerste inbedrijfstelling moet doorde installateur van de installatie ofeen door hem aangewezen vakmanplaatsvinden.
Voorschriften
Let bij de werkzaamheden op
& de wettelijke voorschriften inzakeongevalspreventie,
& de wettelijke voorschriften inzakede milieubescherming,
& de bepalingen inzake de ongeval-lenverzekering,
Wat te doen bij een gaslucht
GevaarOntsnappend gas kan explo-sies veroorzaken met zeer ern-stige verwondingen als gevolg.& Niet roken! Vermijd openvuur en vonkvorming. Nooitschakelaars van verlichtingen elektrische toestellenbedienen.
& Gasafsluitkraan sluiten.& Ramen en deuren openzet-ten.
& Personen verwijderen uit degevarenzone.
& Gas- en elektriciteitsbedrijfbuiten het gebouw waarschu-wen.
Wat te doen bij een rookgaslucht
GevaarRookgassen kunnen levensbe-dreigende vergiftiging veroor-zaken.& Haal de stekker uit de wand-contactdoos.
& Open ramen en deuren(buiten).
& Deuren van woonverblijvensluiten.
Veiligheidsvoorschriften
2
Veiligheidsvoorschriften
5689550NL
Werkzaamheden aan de installatie
& Haal de stekker uit de wandcontact-doos.
& Installatie beveiligen tegen opnieuwinschakelen.
& Bij gas als brandstof de gastoevoerafsluiten en beveiligen tegen onver-hoeds openen.
Herstelwerkzaamheden
! OpgeletDe reparatie van onderdelenmet een veiligheidstechnischefunctie brengt de veilige wer-king van de installatie ingevaar.Defecte onderdelen moetendoor orginele onderdelen vanViessmann worden vervangen.
Accessoires, en reserve-onderde-len
! OpgeletReserve-onderdelen en slij-tende onderdelen die nietsamen met de verwarmingsin-stallatie werden gekeurd, kun-nen de werking van deinstallatie nadelig beïnvloeden.Het monteren van niet-toegela-ten onderdelen en het uitvoe-ren van niet-goedgekeurdewijzigingen en montages kun-nen de veiligheid in gevaarbrengen en de garantie beper-ken.Bij vervanging uitsluitend origi-nele reserve-onderdelen vanViessmann of door Viessmanngoedgekeurde reserve-onder-delen gebruiken.
Veiligheidsvoorschriften (vervolg)
3
Veiligheidsvoorschriften5689550NL
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudStappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud ........................... 5Aanvullende info over de stappen ............................................................... 7
CoderingenCodering 1.................................................................................................. 36Codering 2.................................................................................................. 39Coderingen terugzetten in de leveringsomvang ........................................... 59
ServicecontroleOverzicht serviceniveaus............................................................................ 60Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte info's ....................................... 61Uitgangen controleren (relaistest) ............................................................... 64Bedrijfssituaties en sensoren opvragen ...................................................... 66
Storingen oplossenStoringsindicatie......................................................................................... 68Storingscodes ............................................................................................ 70Reparaties.................................................................................................. 80
FunctiebeschrijvingRegeling voor constante ............................................................................. 89Regeling voor weersafhankelijke werking.................................................... 90Uitbreidingen voor externe aansluitingen (toebehoren)................................ 92Regelingsfuncties ....................................................................................... 96Codeerschakelaar van de afstandsbediening .............................................. 102
Schema'sAansluit- en bedradingsschema – Externe aansluitingen ............................ 103Aansluit- en bedradingsschema – Externe aansluitingen ............................. 104
Onderdelenlijsten ..................................................................................... 106
Protocollen ............................................................................................... 112
Technische gegevens ............................................................................... 113
VerklaringenConformiteitsverklaring............................................................................... 115Verklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchV .......................................... 116
Index ......................................................................................................... 117
Inhoudsopgave
4
Inhoudsopgave
5689550NL
Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen
Stappen voor de eerste inbedrijfstelling
Stappen voor de inspectie
Stappen voor het onderhoud Pagina
! ! !
����
�������
����������
• 1. Verwarmingsinstallatie vullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
• 2. Verwarmingsketel ontluchten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
• 3. Verwarmingsinstallatie ontluchten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
• 4. Sifon met water vullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
• • • 5. Alle verwarmings- en tapwateraansluitingencontroleren op lekkage
• 6. Elektrische netaansluiting controleren
• • 7. Tijd en datum instellen (indien nodig) - alleen bijregeling voor weersafhankelijke werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
• 8. Taalomzetting (indien nodig) - alleen bij regelingvoor weersafhankelijke werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
• • 9. Gastype controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
• 10. Gastype omzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
• • • 11. Werking en mogelijke storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
• • • 12. Rustdruk en aansluitdruk meten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
• 13. Max. vermogen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
• 14. Dichtheidscontrole concentrisch systeem(ringspleetmeting) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
• • 15. Brander demonteren en branderpakkingcontroleren (pakking om de 2 jaar vervangen) . . . . . . . . . . 16
• • 16. Bolbranderbed controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
• • 17. Ontstekingselektrode en ionisatie-elektrodecontroleren en instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
• • 18. Vuurhaard/Verwarmingsoppervlak reinigen enBrander inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
• • 19. Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen 20
• • 20. Neutralisatie-inrichting controleren (indienaanwezig)
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud
5
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
Stappen voor de eerste inbedrijfstelling
Stappen voor de inspectie
Stappen voor het onderhoud Pagina
! ! !
����
�������
����������
• • 21. Membraanexpansievat en installatiedrukcontroleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
• • • 22. Veiligheidskleppen op werking controleren
• • • 23. Controleren of alle elektrische aansluitingen goedvast zitten
• • • 24. Gasvoerende onderdelen bij werkdruk controlerenop lekkage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
• • • 25. Rookgasemissiemeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
• • • 26. Ionisatiestroom meten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
• • • 27. Externe veiligheidsklep propaan controleren(indien aanwezig)
• 28. Regeling aan de verwarmingsinstallatieaanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
• 29. Stooklijnen instellen (alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
• 30. Regeling in het LON-systeem integreren (alleen bijregeling voor weersafhankelijke werking) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
• 31. Informeren van de installatiegebruiker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
• 32. Indicatie ”Onderhoud” opvragen en resetten . . . . . . . . . . . . 34
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en . . . (vervolg)
6
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
Verwarmingsinstallatie vullen
! OpgeletOngeschikt vulwater kan afzettingen en corrosie veroorzaken en kan lei-den tot beschadiging van de verwarmingsketel.& De verwarmingsinstallatie vóór het vullen grondig spoelen.& Uitsluitend water van tapwaterkwaliteit gebruiken.& Vulwater met een waterhardheid boven de de volgende waarden moetworden onthard, bijv. met een kleine onthardingsinstallatie voor ver-warmingswater (zie Viessmann prijslijst Vitoset):– Vitodens 300, 12,2 tot 49 kW: 16,8 °dH (3,0 mol/m3)– Vitodens 300, 16,6 tot 66 kW en installaties met meerdere ketels:11,2 °dH(2,0 mol/m3)
& Aan het vulwater kan een speciaal voor verwarmingstoestellengeschikt antivriesmiddel worden toegevoegd. De fabrikant van het anti-vriesmiddel moet de geschiktheid hiervan aantonen.
1. Voordruk van het membraanexpan-sievat controleren.
2. Gasafsluitkraan sluiten.
3. Verwarmingsinstallatie via deketelvul- en aftapkraan A vullen.(Minimuminstallatiedruk > 0,8 bar).
4. Ketelvul- en aftapkraan Asluiten.
Aanvullende info over de stappen
7
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
Verwarmingsketel ontluchten
1. Afsluitkleppen van het verwar-mingswater sluiten.
2. Afvoerslang op de ketelvul- enaftapkraan B aansluiten.
3. Kraan A en B openen en metnetdruk zo lang ontluchten tot ergeen luchtgeluiden meer hoorbaarzijn.
4. Kraan A en B sluiten, afsluitklep-pen verwarmingswater openen.
Verwarmingsinstallatie ontluchten
1. Gasafsluitkraan sluiten en regelinginschakelen.
2. Ontluchtingsprogramma viacodeeradres ”2F:1” activeren.
OpmerkingOproepen van codeerniveau 1 eninstellen van het codeeradres ziepagina 36.Functie en afloop van het onluch-tingsprogramma zie pagina 97.Terwijl het ontluchtingsprogrammaactief is, verschijnt op de display”EL” (regeling voor constante)resp. ”Ontluchting” (regeling voorweersafhankelijk werking).
3. Druk van de installatie controleren.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
8
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
Sifon met water vullen
1. Vastzetklem eraf trekken en sifonA eraf halen.
2. Sifon met water vullen.
3. Sifon A monteren en met vastzet-klem bevestigen.
Tijd en datum instellen (indien nodig) - alleen bij regelingvoor weersafhankelijke werking
OpmerkingAls bij de eerste ingebruikstelling of na langere stilstand de tijd van de displayknippert, moeten tijd en datum opnieuw worden ingesteld.
De volgende toetsen indrukken:
1. a/b voor actuele tijd.
2. d ter bevestiging, ”Datum”verschijnt.
3. a/b voor actuele datum.
4. d ter bevestiging.
Taalomzetting (indien nodig) - alleen bij regeling voor weer-safhankelijke werking
De volgende toetsen indrukken:
1. c ”Verw.circ.kiezen” verschijnt.
2. d ter bevestiging, ca. 4 s wach-ten.
3. c opnieuw indrukken.
4. b voor de gewenste taal.
5. d ter bevestiging.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
9
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
Gastype controleren
OpmerkingBij aflevering is de Vitodens 300 voor aardgas E of propaan P ingesteld.De aardgasuitvoering kan niet op propaan worden overgeschakeld.
1. Gastype en Wobbe-index (Wo) bijde gas- resp. propaanleverancieropvragen en met de gegevens opde sticker van de brander vergelij-ken.
2. Wanneer de gegevens niet over-eenstemmen de brander op hetaanwezige gastype omzetten.
Montagehandleidingombouwset.
3. Gastype via codeeradres ”1E” opde regeling instellen.
OpmerkingOproepen van codeerniveau 1 eninstellen van het codeeradres ziepagina 36.
4. Gastype in protocol op pagina 112opnemen.
Wobbe-indexbereikGastype Wobbe-indexbereik
kWh/m3 MJ/m3
Bij leveringAardgas Eof
12,0 tot 16,1 43,2 tot 58,0
Propaan P 20,3 tot 21,3 72,9 tot 76,8Na omzettingAardgas LL 10,0 tot 13,1 36,0 tot 47,2
Gastype omzetten
Montagehandleiding gasdia-fragma's
Werking en mogelijke storingen
Display MaatregelWarmteaanvraagdoor regeling
nee Gewenste waardeverhogen, voorwarmteafnamezorgen
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
10
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
ja
Ventilator start nee na ca. 51 s sto-ring F9
Kabels en steek-verbindingen vande ventilator con-troleren
ja
Verschildruksen-sor geeft start vrij(0,75 V tussenklem ”X8.5 ”en”X8.6”
nee na ca. 51 s sto-ring E6
Kabels en steek-verbindingen vande ventilator con-troleren, ventila-tor controleren
ja
Ontsteking nee Storing F4 Ontstekingsmo-dule controleren(aansturing 230 Vtussen stekker”X2.1” en ”X2.2”)
ja
Gascombinatie-regelaar gaatopen
nee Storing F4 Gascombinatiere-gelaar controle-ren (aansturing230 V), gasaan-sluitdruk controle-ren
ja
Ionisatiestroomwordt opge-bouwd (groterdan 5 µA)Symbool A
nee Storing F4 Ionisatiestroommeten, elektro-deninstelling con-troleren encontroleren of erlucht in de gaslei-ding zit.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
11
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
ja
Brander in bedrijf nee Schakelt onder deingestelde, ge-wenste ketelwa-tertemperatuur uiten start dan directopnieuw
Dichtheid van derookgasinstallatiecontroleren (rook-gasrecirculatie),gasstromingsdrukcontroleren
Meer gegevens over storingen zie pagina 70.
Rustdruk en aansluitdruk meten
GevaarCO-vorming als gevolg van een verkeerde branderinstelling kan degezondheid ernstig bedreigen.Voor en na werkzaamheden aan gastoestellen moet een CO-meting wor-den uitgevoerd.
Werking op propaanPropaantank bij eerste inbedrijfstelling/vervanging tweemaal spoelen. Tank engasaansluitleiding na het spoelen goed ontluchten.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
12
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
1. Gasafsluitkraan sluiten.
2. Schroef A in meetaansluiting ”PE”op de gascombinatieregelaar los-maken, niet eruit draaien en mano-meter aansluiten.
3. Gasafsluitkraan openen.
4. Rustdruk meten en meetwaarde inprotocol op pagina 112 opnemen.Gewenste waarde: max. 57,5 mbar.
5. Verwarmingsketel in bedrijf nemen.
OpmerkingBij de eerste inbedrijfstelling kanhet toestel in storing gaan, omdater lucht in de gasleiding zit. Na ca.5 s toets ”E” voor de ontgrendelingvan de brander indrukken.
6. Aansluitdruk (stromingsdruk)meten. Gewenste waarde:& Aardgas 20 mbar& Propaan 50 mbar
OpmerkingVoor het meten van de aansluitdrukgeschikte meetapparaten met eenresolutie van minstens 0,1 mbargebruiken.
7. Meetwaarde in het protocol opne-men.Maatregelen volgens de volgendetabel nemen.
8. Verwarmingsketel buiten bedrijfstellen, gasafsluitkraan sluiten,manometer eraf halen,meetaansluiting A met schroefafsluiten.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
13
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
9. GevaarOntsnappend gas bij demeetaansluiting leidt totexplosiegevaar.Gasdichtheid controleren.
Gasafsluitkraan openen, toestel inbedrijf nemen en gasdichtheid opde meetaansluiting A controleren.
Aansluitdruk(stromingsdruk)bij aardgas
Aansluitdruk(stromingsdruk)bij propaan
Maatregelen
onder 17,4 mbar(49 kW) resp.onder 15 mbar(66 kW)
onder 42,5 mbar Niet in bedrijf stellen en de gas- resp.propaanleverancier informeren.
17,4 tot 25 mbar(49 kW) resp.15 tot 25 mbar(66 kW)
42,5 tot 57,5 mbar Verwarmingsketel in bedrijf nemen.
boven 25 mbar boven 57,5 mbar Voor de installatie een afzonderlijkegasdrukregelaar plaatsen en voordrukop 20 mbar bij aardgas resp. 50 mbarbij propaan instellen. Gas- resp. pro-paanleverancier informeren.
Max. vermogen instellen
Voor de verwarming kan het max. vermogen worden begrensd. De begrenzingwordt via het modulatiebereik ingesteld.
1. Verwarmingsketel in bedrijf nemen.
2. Toetsen K en F gelijktijdigindrukken tot op de display ”100”knippert (komt overeen met 100%van het nominale vermogen) en”A” verschijnt. Bij regeling voorweersafhankelijke werking ver-schijnt bovendien ”Max.vermogen”.
3. Met a/b de gewenste waarde in% van het nominale vermogen alsmax. vermogen instellen.
4. Met d de ingestelde waardebevestigen.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
14
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
5. De instelling van het max. vermo-gen met het bij de ”Technischedocumentatie” meegeleverde extratypeplaatje documenteren. Boven-dien het typeplaatje naast het type-plaatje aan de bovenkant van deverwarmingsketel plakken.
OpmerkingVoor de tapwateropwarming kan hetvermogen eveneens wordenbegrensd. Hiervoor het codeeradres”6F” in codering 2 wijzigen.
Dichtheidscontrole concentrisch systeem (ringspleetmeting)
A Verbrandingsluchtopening
Bij gesloten systemen adviseren wijdat de verwarmingsfirma bij de inbe-drijfsname van de installatie een ver-eenvoudigde lekkagecontroleuitvoert. Daarvoor is het voldoende deCO2- of de O2-concentratie van deverbrandingslucht in de ringspleet vande concentrische leiding te meten.
Als de CO2-concentratie lager is dan0,2 % of de O2-concentratie hoger isdan 20,6 %, geldt de rookgasleidingals voldoende dicht.Als hogere CO2 - of lagere O2 -waar-den gemeten worden, is een drukcon-trole van de rookgasleiding bij eenstatische overdruk van 200 Pa nodig.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
15
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
Brander demonteren en branderpakking controleren (pak-king om de 2 jaar vervangen)
1. Installatieschakelaar op de rege-ling en netspanning uitschakelen.
2. Gasafsluitkraan sluiten en beveili-gen.
3. Elektrische kabels van ventilator-motor A, verschildruksensor B,gasarmatuur C, ionisatie-elek-trode D, ontstekingselektrodes Een aarding F los trekken.
4. Bevestigingsbouten en schroefver-binding van de gasaansluitbuis Geruit schroeven.
5. Zes moeren H losdraaien en bran-der eraf halen.
! OpgeletBeschadigingen van hetdraadweefsel voorkomen.Brander niet op bolbrander-bed leggen!
6. Branderpakking K op beschadi-gingen controleren.Branderpakking in principe om de2 jaar vervangen.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
16
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
Bolbranderbed controleren
Als draadweefsel beschadigd is, bol-branderbed vervangen.
1. Elektrodes A demonteren.
2. Isolatiering B naar rechts draaienen eraf nemen.
3. Acht torxschroeven C losdraaienen bolbranderbed D eraf nemen.
4. Oude bolbranderbedpakking Eeraf nemen.
5. Nieuw bolbranderbed met nieuwepakking plaatsen en met acht torx-schroeven bevestigen.
OpmerkingAanhaalmoment: 4,5 Nm
6. Isolatiering B en elektrodes Aweer aanbrengen.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
17
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
Ontstekingselektrode en ionisatie-elektrode controleren eninstellen
A Ionisatie-elektrode B Ontstekingselektrodes
1. Elektrodes op slijtage en vervuilingcontroleren.
2. Elektrodes met kleine borstel (geenstaalborstel) of schuurpapierschoonmaken.
! OpgeletDraadweefselniet beschadigen!
3. Afstanden controleren. Als deafstanden niet in orde zijn of deelektrodes beschadigd zijn, elek-trodes met pakking vervangen enuitlijnen. Bevestigingsschroevenvoor elektrodes met 2 NM draaimo-ment vasttrekken.
Vuurhaard/Verwarmingsoppervlak reinigen en Branderinbouwen
! OpgeletKrassen op onderdelen die met rookgas in aanraking komen, kunnen totcorrosie leiden.Alleen kunststofborstels, geen staalborstels gebruiken!
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
18
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
1. Vuurhaard A enverwarmingsoppervlak B indiennodig met borstel reinigen of metwater spoelen.Als resten achterblijven, oplosmid-del- en kaliumvrije reinigingsmidde-len gebruiken:& Roetafzettingen met alkalischemiddelen met tensidenbijvoeging(bijv. Faucch 600) verwijderen.
& Aanslag en oppervlakteverkleu-ringen (geel-bruin) met licht-zure,chloridevrije reinigingsmiddelenop basis van fosforzuur weghalen(bijv. Antox 75 E).
& Grondig met water spoelen.
OpmerkingFabrikant van Fauch 600 enAntox 75 E is de firmaHebro Chemie GmbHRostocker Straße 40D 41199 Mönchengladbach
2. Brander plaatsen en moeren met4,5 Nm draaimoment kruislingsaantrekken.
3. Gasaansluitbuis met nieuwe pak-king monteren.
4. Aansluitingen aan gaszijde contro-leren op lekkage.
GevaarOntsnappend gas leidt totexplosiegevaar.Gasdichtheid van deschroefverbinding controle-ren.
5. Elektrische kabels op de betref-fende onderdelen aansluiten.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
19
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen
1. Controleren of condenswater onge-hinderd uit sifon kan lopen.
2. Vastzetklem eraf trekken en sifoneraf halen.
3. Sifon reinigen.
4. Sifon met water vullen en monte-ren. Vastzetklem erop zetten.
Membraanexpansievat en installatiedruk controleren
OpmerkingControle uitvoeren bij koude installa-tie.
1. Installatie zo ver leegmaken of kap-ventiel op membraanexpansievatsluiten en druk verlagen tot mano-meter ”0” aangeeft.
2. Als de voordruk van het membraa-nexpansievat lager is dan de stati-sche druk van de installatie,stikstof bijvullen tot de voordruk 0,1tot 0,2 bar hoger is.
3. Water bijvullen tot bij afgekoeldeinstallatie de druk 0,1 tot 0,2 barhoger is dan de voordruk van hetmembraanexpansievat.Toegest. werkdruk: 3 bar
Gasvoerende onderdelen bij werkdruk controleren op lek-kage
GevaarOntsnappend gas leidt totexplosiegevaar.Gasvoerende delen op gas-dichtheid controleren.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
20
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
Rookgasemissiemeting
OpmerkingDe Matrix-brander van de Vitodens 300 is vooraf steeds voor de gehele gas-groep ingesteld. Een instelling resp. later afregelen van de brander is nietnodig.
Het CO2-gehalte stelt zich, afhankelijk van de Wobbe-index, in de volgendegebieden in:& 6,6 tot 10,0% bij aardgas E& 7,0 tot 10,0% bij aardgas LL en& ca. 10,0% bij propaan PDe gemeten CO2-waarde met de bovengenoemde CO2-waarden van de afzon-derlijke gasgroepen vergelijken (gasgroep bij de gas- resp. propaanleverancieropvragen).Als de gemeten CO2-waarde van de genoemde gebieden bij aardgas meer dan1% resp. bij propaan meer dan 0,5% afwijkt, als volgt te werk gaan:& Controleren of het juiste gasdiafragma is gebruikt.& Dichtheidscontrole concentrisch systeem uitvoeren, zie pagina 15.De grenswaarden volgens EN 483 en EN 297 moeten aangehouden worden(CO-gehalte < 1000 ppm).
1. Rookgasanalyseapparaat op derookgasopening A van het kete-laansluitstuk aansluiten.
2. Gasafsluitkraan openen, verwar-mingsketel in bedrijf stellen enwarmteaanvraag genereren.
3. Laagste vermogen instellen.
Regeling voor constante:K + d gelijktijdig indrukken:
”1” verschijnt.
Regeling voor weersafhankelijkewerking:K + d gelijktijdig indrukken:
”Relaistest” en daarna”Basisbelasting” ver-schijnt.
4. CO2gehalte controleren. Als dewaarde meer dan 1% van heteerdergenoemde gebied afwijkt,maatregelen van pagina 21nemen.
5. Waarde in protocol opnemen.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
21
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
6. Hoogste vermogen instellen.
Regeling voor constante:a indrukken:
”2” verschijnt.
Regeling voor weersafhankelijkewerking:a indrukken:
”Voll. belasting” verschijnt.
7. CO2gehalte controleren. Als dewaarde meer dan 1% van heteerdergenoemde gebied afwijkt,maatregelen van pagina 21nemen.
8. Na de controle d indrukken.
9. Waarde in protocol opnemen.
Ionisatiestroom meten
A Adapterkabel (leverbaar als toe-behoren)
1. Aansluiting van het meetapparaatvolgens afbeelding uitvoeren.
2. Hoogste vermogen instellen:
Regeling voor constante:K + d gelijktijdig indrukken:
”1” verschijnt.a indrukken:
”2” verschijnt.
Regeling voor weersafhankelijkewerking:K + d gelijktijdig indrukken:
”Relaistest” en daarna”Basisbelasting” ver-schijnt.
a indrukken:”Voll. belasting” ver-schijnt.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
22
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
3. Ionisatiestroom bij vlamvorming:min. 5 µAMaatregelen als ionisatiestroom< 5 µA:& Elektrodenafstand controleren(zie pagina 18).
& Netaansluiting van de regelingcontroleren.
4. Toets d indrukken.Werking op hoogste vermogen isbeëindigd.
5. Meetwaarde in protocol opnemen.
Regeling aan de verwarmingsinstallatie aanpassen
De regeling moet afhankelijk van de uitrusting aan de installatie worden aange-past. Verschillende installatiecomponenten worden door de regeling automa-tisch herkend en de codering wordt automatisch ingesteld.& Keuze van de betreffende schema's zie volgende afbeeldingen.& Stappen voor de codering zie pagina 36.
Installatie-uitvoering 1Een verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (met/zonder warmwaterbe-reiding)
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
23
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
! Buitentemperatuursensor(alleen bij regeling voor weer-safhankelijke werking)of
AlH Vitotrol 100 (alleen bij regelingvoor constante)
% BoilertemperatuursensorsÖ CV-pompsA Boilerlaadpomp voor de boiler-
verwarming
Benodigde coderingen AdresFunctie relais van de interne uitbreiding: Boilerlaadpompvoor de boilerverwarming
53:3
Installatie-uitvoering 2Een verwarmingscircuit met mengklep M2 met systeemscheiding (met/zonder warmwaterbereiding)
! Buitentemperatuursensor? M2 Aanvoertemperatuursensor% BoilertemperatuursensorsÖ M2 CV-pompsA Boilerlaadpomp voor de boi-
lerverwarming
A Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voorvloerverwarming
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
24
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
B Warmtewisselaar voor de sys-teemscheiding
C Uitbreidingsset voor een ver-warmingscircuit met mengklepM2
Benodigde coderingen AdresEén verwarmingscircuit met mengklep& met warmwaterboiler 00:4& zonder warmwaterboiler 00:3Functie relais van de interne uitbreiding: Boilerlaadpompvoor de boilerverwarming
53:3
Installatie-uitvoering 3Een verwarmingscircuit zonder mengklep A1 en een verwarmingscircuitmet open verdeler (met/zonder warmwaterbereiding)
! Buitentemperatuursensor? M2 Aanvoertemperatuursensor% BoilertemperatuursensorsÖ Ketelcircuitpomp
sÖ A1 CV-pompsÖ M2 CV-pompsA Boilerlaadpomp voor de boi-
lerverwarming
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
25
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
A Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voorvloerverwarming
B Uitbreidingsset voor een ver-warmingscircuit met mengklepM2
C Open verdeler
Benodigde coderingen Adres— —
Installatie-uitvoering 4Drie of meer verwarmingscircuits met mengklep met open verdeler (met/zonder warmwaterbereiding)
! Buitentemperatuursensor?M1 Aanvoertemperatuursensor?M2 Aanvoertemperatuursensor?M3 Aanvoertemperatuursensor% BoilertemperatuursensorsÖ KetelcircuitpompsÖM1 CV-pomp voor verwarmingscir-
cuit met mengklep M1
sÖM2 CV-pomp voor verwarmingscir-cuit met mengklep M2
sÖM3 CV-pomp voor verwarmingscir-cuit met mengklep M3
sA Boilerlaadpomp voor de boiler-verwarming
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
26
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
A Maximumtemperatuurregelaar(vloerverwarming)
B Uitbreidingsset voor een ver-warmingscircuit met mengklep
Benodigde coderingen AdresFunctie relais van de interne uitbreiding: Boilerlaadpompvoor de boilerverwarming
53:3
Installatie-uitvoering 5Installatie van meerdere ketels met meerdere verwarmingscircuits metmengklep en open verdeler (met/zonder warmwaterbereiding)
! Buitentemperatuursensor? M1 Aanvoertemperatuursensor
verwarmingscircuit met meng-klep M1
? M2 Aanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit met meng-klep M2
% BoilertemperatuursensorsÖ KetelcircuitpompsÖ M1 CV-pomp verwarmingscircuit
met mengklep M1sÖ M2 CV-pomp verwarmingscircuit
met mengklep M2
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
27
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
sA Boilerlaadpomp voor de boi-lerverwarming
A Vitotronic 333B Thermostaat als maximum
temperatuurbegrenzing voorvloerverwarming
C Uitbreidingsset voor een ver-warmingscircuit met mengklepM2
D Open verdeler
Benodigde coderingen AdresInstallatie van meerdere ketels met Vitotronic 333 01:2
OpmerkingCoderingen installatie van meerdereketels zie montage- en servicehand-leiding Vitotronic 333
Stooklijnen instellen (alleen bij regeling voor weersafhanke-lijke werking)
Stooklijnen tonen het verband tussende buitentemperatuur en de ketelwa-ter- of aanvoertemperatuur.Eenvoudiger gezegd: hoe lager debuitentemperatuur, hoe hoger deketelwater- resp. aanvoertempera-tuur.
Van de ketelwater- resp. aanvoertem-peratuur is weer de kamertempera-tuur afhankelijk.
Instelling bij levering:& Steilheid = 1,4& Niveau = 0
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
28
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
A Steilheid van de stooklijn bij vloer-verwarmingen
B Steilheid van de stooklijn bij lage-temperatuurverwarmingen (vol-gens energiebesparingsverorde-ning)
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
29
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
Steilheid en niveau veranderen
A Steilheid wijzigenB Niveau wijzigen (verticale paral-
lelverschuiving van de stooklijn)
1. Steilheid:In codering 1 met codeeradres ”d3”wijzigen.Instelbereik 2 tot 35 (komt overeenmet steilheid 0,2 tot 3,5).
2. Niveau:In codering 1 met codeeradres ”d4”wijzigen.Instelbereik -13 tot +40 K.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
30
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
Gewenste kamertemperatuur instellen
Normale kamertemperatuur
Voorbeeld 1: Wijziging van de nor-male kamertemperatuur van 20 naar26°C
A Ketelwater- resp. aanvoertempe-ratuur in °C
B Buitentemperatuur in °CC Gewenste kamertemperatuur in
°CD CV-pomp ”Uit”E CV-pomp ”Aan”
De volgende toetsen indrukken:
1. a ”1r” knippert.
2. d om verwarmingscircuit A1(verwarmingscircuit zondermengklep) te kiezenof
3. a ”2r” knippert.
4. d om verwarmingscircuit M2(verwarmingscircuit metmengklep) te kiezen
5. Met de draaiknop ” ts” degewenste dagtemperatuur instel-len.De waarde wordt na ca. 2 s auto-matisch overgenomen.De stooklijn wordt langs de as C(gewenste kamertemperatuur) ver-schoven en zorgt voor een gewij-zigd in- en uitschakelgedrag vande CV-pompen als de CV-pomplo-gica werd geactiveerd.
Verlaagde kamertemperatuur
Voorbeeld 2: Verandering van de ver-laagde kamertemperatuur van 5 ºCnaar 14 ºC
A Ketelwater- resp. aanvoertempe-ratuur in °C
B Buitentemperatuur in °CC Gewenste kamertemperatuur in
°CD CV-pomp ”Uit”E CV-pomp ”Aan”
De volgende toetsen indrukken:
1. a ”1r” knippert.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
31
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
2. d om verwarmingscircuit A1(verwarmingscircuit zondermengklep) te kiezenof
3. a ”2r” knippert.
4. d om verwarmingscircuit M2(verwarmingscircuit metmengklep) te kiezen
5. E Gewenste nachttempera-tuur oproepen.
6. a/b Waarde veranderen.
7. d Waarde bevestigen.
Regeling in het LON-systeem integreren (alleen bij regelingvoor weersafhankelijke werking)
De communicatiemodule LON (toebe-horen) moet aangebracht zijn.
MontagehandleidingCommunicatiemodule LON
OpmerkingDe gegevensoverdracht via het LON-systeem kan enige minuten duren.
Installatie met één ketel met Vitotronic 050 en Vitocom 300
LON-deelnemersnummers en overigefuncties via codering 2 instellen (zievolgende tabel).
OpmerkingBinnen het LON-systeem mag het-zelfde nummer niet tweemaal wordentoegekend.
Er mag slechts één Vitotronic als foutmanager gecodeerd worden.
Ketelcircuitrege-ling
Vitotronic 050 Vitotronic 050 Vitocom
Deelnemersnr. 1Codering ”77:1”
Deelnemersnr. 10Codering ”77:10”
Deelnemersnr. 11Codering „”77:11”"instellen
Deelne-mersnr. 99
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
32
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
Ketelcircuitrege-ling
Vitotronic 050 Vitotronic 050 Vitocom
Regeling is foutma-nagerCodering ”79:1”
Regeling is nietfoutmanagerCodering ”79:0”
Regeling is nietfoutmanagerCodering ”79:0”
Toestel isfoutmanager
Regeling zendt tijdCodering ”7b:1”
Regeling ontvangttijdCodering „”81:3”"instellen
Regeling ontvangttijdCodering „”81:3”"instellen
Toestel ont-vangt tijd
Regeling zendt bui-tentemperatuurCodering „”97:2”"instellen
Regeling ontvangtbuitentemperatuurCodering „”97:1”"instellen
Regeling ontvangtbuitentemperatuurCodering „”97:1”"instellen
—
Foutbewaking LON-deelnemerCodering ”9C:20”
FoutbewakingLON-deelnemersCodering ”9C:20”
FoutbewakingLON-deelnemersCodering ”9C:20”
—
LON-deelnemerslijst actualiseren
Alleen mogelijk als alle deelnemersaangesloten zijn en de regeling alsfoutmanager gecodeerd is (codering”79:1”).
De volgende toetsen indrukken:
1. L + d ca 2 s gelijktijdig indruk-ken.Deelnemerscontrole isgestart (zie pagina 33).
2. e Deelnemerslijst is na ca.2 min bijgewerkt.Deelnemerscontrole isbeëindigd.
Deelnemerscontrole uitvoeren
Met de deelnemerscontrole wordt van een installatie de communicatie van detoestellen gecontroleerd die op de foutmanager zijn aangesloten.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
33
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
Voorwaarden:& De regeling moet als foutmanagergecodeerd zijn (codering ”79:1”).
& In alle regelingen moet het LON-deelnemersnr. zijn gecodeerd (ziepagina 32)
& LON-deelnemerslijst van de foutma-nager moet actueel zijn (zie pagina32).
A Doorlopende nummering in dedeelnemerslijst
B Deelnemersnummer
De volgende toetsen indrukken:
1. L + d ca 2 s gelijktijdig indruk-ken.Deelnemerscontrole isgestart.
2. a/b voor de gewenste deel-nemer.
3. d Controle is geactiveerd”Check” knippert tot decontrole is afgesloten.Display en alle toetsver-lichtingen van de gese-lecteerde deelnemerknipperen gedurende ca.60 s.
4. ”Check OK” verschijnt bij commu-nicatie tussen beide toestellen.Als er geen communicatie tussenbeide toestellen is, verschijnt”Check niet OK”. LON-verbindingcontroleren.
5. Voor de controle van verdere deel-nemers punt 2 en 3 herhalen.
6. L + d ca 1 s gelijktijdig indruk-ken.Deelnemerscontrole isbeëindigd.
Informeren van de installatiegebruiker
De installateur moet de bedieningshandleiding overhandigen aan de gebruikervan de installatie en de bediening uitleggen.
Indicatie ”Onderhoud” opvragen en resetten
Nadat via codeeradres ”21” en ”23” de opgegeven grenswaarden bereikt zijn,knippert de rode storingsindicatie. In het display van de bedieningseenheid ver-schijnt knipperend:
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
34
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
5689550NL
& Bij regeling voor constante:Het opgegeven aantal bedrijfsuren of de opgegeven tijdsinterval met kloksym-bool ”u” (naargelang instelling)
& Bij regeling voor weersafhankelijke werking:”Onderhoud”
OpmerkingAls er onderhoud wordt uitgevoerd voordat de onderhoudsindicatie verschijnt,codering ”24:1” instellen en dan codering ”24:0”; de ingestelde onderhoudspa-rameters voor bedrijfsuren en tijdsinterval beginnen weer bij 0.
De volgende toetsen indrukken:
1. c Onderhoudsinfo is geacti-veerd.
2. a/b Onderhoudsmeldingenopvragen.
3. d Onderhoudsindicatie ver-dwijnt (bij regeling voorweersafhankelijke werking:”Accepteren: Ja” nog eenkeer met d bevestigen).Rode storingsindicatieknippert nog.
OpmerkingEen geaccepteerde onderhoudsmel-ding kan door indrukken van d (ca.3 s) weer worden getoond.
Na uitgevoerd onderhoud
1. Codering ”24:1” op ”24:0” terugzet-ten.Rode storingsindicatie gaat uit.
OpmerkingAls het codeeradres ”24” niet wordtteruggezet, verschijnt 's maandagsom 7.00 uur opnieuw de indicatie”Onderhoud”.
2. Indien nodig bedrijfsuren brander,branderstarts en verbruik terugzet-tenDe volgende toetsen indrukken:c opvraging is geactiveerd
(zie pagina 66).a/b voor de gewenste waarde.e gekozen waarde wordt op
”0” gezet.a/b voor meer opvragingen.d opvraging is beëindigd.
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
35
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5689550NL
Codering 1 oproepen
Opmerking& Bij regeling voor weersafhankelijkewerking worden de coderingen involle tekst aangegeven.
& Coderingen die door de uitvoeringvan de verwarmingsinstallatie ofinstelling van andere coderingenniet relevant zijn, worden nietgetoond.
& Verwarmingsinstallaties met eenverwarmingscircuit zonder meng-klep en een verwarmingscircuit metmengklep:De mogelijke codeeradressen ”A0”tot ”d4” voor het verwarmingscircuitzonder mengklep A1 worden eerstdoorlopen, daarna de codeeradres-sen voor het verwarmingscircuit metmengklep M2.
De volgende toetsen indrukken:
1. K + L ca 2s gelijktijdig indruk-ken.
2. a/b voor gewenste codeer-adres, adres knippert.
3. d ter bevestiging.
4. a/b voor de gewenstewaarde.
5. d ter bevestiging, op dedisplay verschijnt kort”Overgenomen” (weer-safhankelijke werking),het adres knippertopnieuw.
6. a/b voor het kiezen vanandere adressen.
7. K + L ca. 1 s gelijktijdig indruk-ken, codering 1 is beëin-digd.
Codering 1
36
Coderingen
5689550NL
Overzicht
Coderingen
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingInstallatieschema00 :1 Installatie-uitvoering 1:
1 verwarmingscircuitzonder mengklep A1,zonder tapwateropwar-ming
00 :2 Installatie-uitvoering 1:1 verwarmingscircuit zon-der mengklep A1, mettapwateropwarming
00 :3 Installatie-uitvoering 2, 4,5:1 verwarmingscircuit metmengklep M2, zondertapwateropwarming
00 :4 Installatie-uitvoering 2, 4,5:1 verwarmingscircuit metmengklep M2, met tap-wateropwarming
00 :5 Installatie-uitvoering 3:1 verwarmingscircuit zon-der mengklep A1 en 1verwarmingscircuit metmengklep M2, zondertapwateropwarming
00 :6 Installatie-uitvoering 3:1 verwarmingscircuit zon-der mengklep A1, ver-warmingscircuit metmengklep M2, met tap-wateropwarming
Installatie met een en meerdere ketels01:1 Installatie met één ketel
(alleen bij regeling voorconstante)
01:2 Installatie van meerdereketels met Vitotronic 333
Max. keteltemp.06:... Maximumbegrenzing
van de ketelwatertem-peratuur (ingesteld doorketelcodeerstekker)
06:20tot06:127
Maximumbegrenzing vande ketelwatertemperatuurbinnen de door de ver-warmingsketel opgege-ven gebieden
Codering 1 (vervolg)
37
Coderingen5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingGastype1E:0 Werking op aardgas (in-
gesteld door ketelco-deerstekker)
1E:1 Werking op propaan (in-gesteld door ketelcodeer-stekker)
Ontlucht./Vullen2F:0 Ontluchtingsprogram-
ma/vulprogramma nietactief
2F:1 Ontluchtingsprogrammaactief
2F:2 Vulprogramma actiefDeelnemersnr.77:1 LON-deelnemersnum-
mer77:2tot77:99
LON-deelnemersnummerinstelbaar van 1 tot 99:1-4 = verwarmingsketel5 = cascade10 - ... = Vitotronic 05099 = Vitocom
OpmerkingElk nummer mag slechtseenmaal worden toege-kend.
WW-voorrang A1A2:2 Boilervoorrang op CV-
pompA2:0 Zonder boilervoorrang op
CV-pompWW-voorrang M2A2:2 Boilervoorrang op CV-
pomp en mengklepA2:0 Zonder boilervoorrang op
CV-pomp en mengklepA2:1 Boilervoorrang alleen op
mengklepA2:3totA2:15
Verminderde voorrang opmengklep (er is een ver-minderde hoeveelheidwarmte voor het verwar-mingscircuit)
Zomerspaarf. A1/M2A5:5 Met CV-pomplogica (al-
leen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
A5:0 Zonder CV-pomplogica
Codering 1 (vervolg)
38
Coderingen
5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingMin. aanvtemp.A1/M2C5:20 Elektronische minimum-
begrenzing van de aan-voertemperatuur 20 °C(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
C5:1totC5:127
Minimumbegrenzing in-stelbaar tussen 10 en127 °C (begrensd doorketelcodeerstekker)
Max. aanvtemp. A1/M2C6:74 Elektronische maxi-
mumbegrenzing van deaanvoertemperatuur74 °C (alleen bij rege-ling voor weersafhanke-lijke werking)
C6:10totC6:127
Maximumbegrenzing in-stelbaar van 10 tot127 °C (begrensd doorketelcodeerstekker)
Steilheid A1/M2d3:14 Steilheid van de stook-
lijn = 1,4 (alleen bij re-geling voorweersafhankelijke wer-king)
d3:2totd3:35
Steilheid van de stooklijninstelbaar van 0,2 tot 3,5(zie pagina 28)
Niveau A1/M2d4:0 Niveau van de stooklijn
= 0 (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)
d4:–13totd4:40
Niveau van de stooklijninstelbaar van –13 tot 40(zie pagina 28)
Codering 2
Codering 2 oproepen
Opmerking& Bij regeling voor weersafhankelijkewerking worden de coderingen involle tekst aangegeven.
& Coderingen die door de uitvoeringvan de verwarmingsinstallatie ofinstelling van andere coderingenniet relevant zijn, worden nietgetoond.
De volgende toetsen indrukken:
1. L + G ca 2 s gelijktijdig indruk-ken.
2. d ter bevestiging.
3. a/b voor gewenste codeer-adres, adres knippert.
Codering 1 (vervolg)
39
Coderingen5689550NL
4. d ter bevestiging, waardeknippert.
5. a/b voor de gewenstewaarde.
6. d ter bevestiging, op dedisplay verschijnt kort”Overgenomen” (bijregeling voor weersaf-hankelijke werking), hetadres knippert opnieuw.
7. a/b voor het kiezen vanandere adressen.
8. L + G ca. 1 s gelijktijdig indruk-ken, codering 2 is beëin-digd.
De codeeradressen zijn ingedeeld volgens de volgende functiebereiken. Hetbetreffende functiebereik wordt op de display aangegeven.Met a/b worden de bereiken in de volgende volgorde doorlopen:
Functiebereik CodeeradressenInstallatieschema 00Ketel / brander 06 tot 54Warm water 56 tot 73Algemeen 76 tot 9FVerw. circ. A1 (verw. circ. zonder meng-klep)
A0 tot Fb
Verw. circ. M2 (verw. circ. met mengklep) A0 tot Fb
OpmerkingVerwarmingsinstallaties met een verwarmingscircuit zonder mengklep en eenverwarmingscircuit met mengklep:De mogelijke codeeradressen ”A0” tot ”Fb” voor het verwarmingscircuit zondermengklep A1 worden eerst doorlopen, daarna de codeeradressen voor het ver-warmingscircuit met mengklep M2.
Codering 2 (vervolg)
40
Coderingen
5689550NL
Coderingen
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingInstallatieschema00 :1 Installatie-uitvoering 1:
1 verwarmingscircuitzonder mengklep A1,zonder tapwateropwar-ming
00 :2 Installatie-uitvoering 1:1 verwarmingscircuit zon-der mengklep A1, mettapwateropwarming
00 :3 Installatie-uitvoering 2, 4,5:1 verwarmingscircuit metmengklep M2, zondertapwateropwarming
00 :4 Installatie-uitvoering 2, 4,5:1 verwarmingscircuit metmengklep M2, met tap-wateropwarming
00 :5 Installatie-uitvoering 3:1 verwarmingscircuit zon-der mengklep A1, 1 ver-warmingscircuit metmengklep M2, zondertapwateropwarming
00 :6 Installatie-uitvoering 3:1 verwarmingscircuit zon-der mengklep A1, 1 ver-warmingscircuit metmengklep M2, met tap-wateropwarming
01:1 Installatie met één ketel(alleen bij regeling voorconstante)
01:2 Installatie van meerdereketels met Vitotronic 333
Ketel/brander06:... Maximumbegrenzing
van de ketelwatertem-peratuur, ingesteld doorketelcodeerstekker
06:20tot06:127
Maximumbegrenzing vande ketelwatertemperatuurbinnen de door de ver-warmingsketel opgege-ven gebieden
Codering 2 (vervolg)
41
Coderingen5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling07:1 Ketelnummer bij instal-
latie met meerdere ke-tels (alleen bij regelingvoor constante)
07:2tot07:4
Ketelnummer 2 tot 4 bijinstallatie met meerdereketels
1E:0 Werking op aardgas (in-gesteld door ketelco-deerstekker)
1E:1 Werking op propaan (in-gesteld door ketelcodeer-stekker)
21:0 Geen onderhoudsinter-val (bedrijfsuren) inge-steld
21:1tot21:9999
Aantal bedrijfsuren vande brander tot het vol-gende onderhoud instel-baar van 1 tot 9999 uur
23:0 Geen tijdsinterval vooronderhoud ingesteld
23:1tot23:24
Tijdsinterval instelbaarvan 1 tot 24 maanden
24:0 Onderhoudsindicatie isteruggezet
24:1 Onderhoudsindicatie(waarde wordt automa-tisch ingesteld)
25:0 Geen herkenning bui-tentemperatuursensoren geen foutbewaking(alleen in i bij rege-ling voor constante)
25:1 Herkenning buitentempe-ratuursensor en foutbe-waking
28:0 Geen intervalontstekingvan de brander
28:1 Brander wordt telkens na5 uur gedurende 30 s ge-forceerd ingeschakeld
2E:0 Zonder externe uitbrei-ding
2E:1 Met externe uitbreiding(wordt bij aansluiting au-tomatisch ingesteld)
2F:0 Ontluchtingsprogram-ma/vulprogramma nietactief
2F:1 Ontluchtingsprogrammaactief
2F:2 Vulprogramma actief30:1 Interne circulatiepomp
toerentalgeregeld(wordt automatisch in-gesteld)
30:0 Interne circulatiepompniet toerentalgeregeld(bijv. tijdelijk bij service-werkzaamheden)
31:... Gewenst toerental vande interne circulatie-pomp bij werking als ke-telcircuitpomp in %,bepaald door ketelco-deerstekker
31:0tot31:100
Gewenst toerental instel-baar van 0 tot 100 %
Codering 2 (vervolg)
42
Coderingen
5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling32:0 Invloed signaal ”Extern
blokkeren” op circulatie-pompen: Alle pompenin regelfunctie
32:1tot32:15
Invloed signaal ”Externblokkeren” op circulatie-pompen: zie volgendetabel
OpmerkingDe brander wordt algemeen geblokeerd.
Code-ring
Interne circu-latiepomp
CV-pompVerwarmings-circuit zondermengklep
CV-pompVerwarmings-circuit metmengklep
Boilerlaad-pomp voor deboilerverwar-ming
0 Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct.1 Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. UIT2 Regelfunct. Regelfunct. UIT Regelfunct.3 Regelfunct. Regelfunct. UIT UIT4 Regelfunct. UIT Regelfunct. Regelfunct.5 Regelfunct. UIT Regelfunct. UIT6 Regelfunct. UIT UIT Regelfunct.7 Regelfunct. UIT UIT UIT8 UIT Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct.9 UIT Regelfunct. Regelfunct. UIT10 UIT Regelfunct. UIT Regelfunct.11 UIT Regelfunct. UIT UIT12 UIT UIT Regelfunct. Regelfunct.13 UIT UIT Regelfunct. UIT14 UIT UIT UIT Regelfunct.15 UIT UIT UIT UIT
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingKetel/brander34:0 Invloed signaal ”Extern
aanvragen” op circula-tiepompen: Alle pom-pen in regelfunctie
34:1tot34:23
Invloed signaal ”Externaanvragen” op circulatie-pompen: zie volgendetabel
Codering 2 (vervolg)
43
Coderingen5689550NL
Code-ring
Interne cir-culatie-pomp
CV-pompVerwar-mingscir-cuit zondermengklep
CV-pompVerwar-mingscircuitmet meng-klep
Boilerlaadpomp voorde boilerverwarming
0 Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct.1 Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct. UIT2 Regelfunct. Regelfunct. UIT Regelfunct.3 Regelfunct. Regelfunct. UIT UIT4 Regelfunct. UIT Regelfunct. Regelfunct.5 Regelfunct. UIT Regelfunct. UIT6 Regelfunct. UIT UIT Regelfunct.7 Regelfunct. UIT UIT UIT8 UIT Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct.9 UIT Regelfunct. Regelfunct. UIT10 UIT Regelfunct. UIT Regelfunct.11 UIT Regelfunct. UIT UIT12 UIT UIT Regelfunct. Regelfunct.13 UIT UIT Regelfunct. UIT14 UIT UIT UIT Regelfunct.15 UIT UIT UIT UIT16 AAN Regelfunct. Regelfunct. Regelfunct.17 AAN Regelfunct. Regelfunct. UIT18 AAN Regelfunct. UIT Regelfunct.19 AAN Regelfunct. UIT UIT20 AAN UIT Regelfunct. Regelfunct.21 AAN UIT Regelfunct. UIT22 AAN UIT UIT Regelfunct.23 AAN UIT UIT UIT
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingKetel/brander52:0 Zonder aanvoertempe-
ratuursensor voor openverdeler
52:1 Met aanvoertemperatuur-sensor voor open verde-ler (wordt bij aansluitingautomatisch ingesteld)
Codering 2 (vervolg)
44
Coderingen
5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling53:1 Functie aansluiting sK
van de interne uitbrei-ding: Circulatiepomp
53:0 Functie aansluiting sK:Groepsalarm
53:2 Functie aansluiting sK:Externe CV-pomp (ver-warmingscircuit A1)
53:3 Functie aansluiting sK:Externe boilerlaadpompvoor de boileropwarming
54:0 Zonder solarregeling 54:1 Met Vitosolic 100 (wordtbij aansluiting automa-tisch ingesteld)
54:2 Met Vitosolic 200 (wordtbij aansluiting automa-tisch ingesteld)
Warm water56:0 Gewenste tapwatertem-
peratuur instelbaar van10 tot 60 °C
56:1 Gewenste tapwatertem-peratuur instelbaar van10 tot boven 60 °C
OpmerkingMaximumwaarde afhan-kelijk van codeerstekkerMax. toegelaten tapwa-tertemperatuur respecte-ren
58:0 Zonder bijkomendefunctie voor tapwater-verwarming
58:10tot58:60
Invoer van een 2e ge-wenste tapwatertempera-tuur, instelbaar van 10 tot60 °C (codeeradres”56”en ”63” in acht nemen)
59:0 Boilerverwarming:Inschakelpunt -2,5 KUitschakelpunt +2,5 K
59:1tot59:10
Inschakelpunt instelbaarvan 1 tot 10 K onder ge-wenste waarde
5b:0 Warmwaterboiler directop de verwarmingsketelaangesloten
5b:1 Warmwaterboiler achterde open verdeler aange-sloten
Codering 2 (vervolg)
45
Coderingen5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling60:20 Tijdens de tapwaterop-
warming is de ketelwa-tertemperatuur max.20 K hoger dan de ge-wenste tapwatertempe-ratuur
60:5tot60:25
Verschil tussen ketelwa-tertemperatuur en ge-wenste tapwatertempera-tuur instelbaar van 5 tot25 K
62:2 Boilerlaadpomp met2 min naloop na boiler-verwarming
62:0 Boilerlaadpomp zondernaloop
62:1tot62:15
Nalooptijd instelbaar van1 tot 15 min
63:0 Zonder bijkomendefunctie voor tapwater-opwarming (alleen bijregeling voor con-stante)
63:1 Bijkomende functie: 1 xdagelijks
63:2tot63:14
Elke 2 dagen tot elke 14;dagen
63:15 2 x dagelijks67:40 Met Vitosolic: 3. ge-
wenste tapwatertempe-ratuur 40 °C
67:0 Zonder 3. gewenste tap-watertemperatuur
67:1tot67:60
3. gewenste tapwater-temperatuur instelbaarvan 1 tot 60 °C (naar ge-lang instelling codeer-adres ”56”)
6C:100 Gewenst toerental inter-ne boilerlaadpomp bijtapwateropwarming100 %
6C:0tot6C:100
Gewenst toerental instel-baar van 0 tot 100 %
6F:100 Max. vermogen bij tap-wateropwarming 100 %,ingesteld door ketelco-deerstekker
6F:0tot6F:100
Max. vermogen bij tap-wateropwarmng instel-baar van 0 tot 100 %
71:0 Tapwatercirculatie-pomp: ”Aan” volgenstijdprogramma (alleenbij regeling voor weer-safhankelijk werking)
71:1 ”Uit” tijdens de tapwater-opwarming tot de 1e ge-wenste waarde
71:2 ”Aan” tijdens de tapwa-teropwarming tot de 1egewenste waarde
Codering 2 (vervolg)
46
Coderingen
5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling72:0 Tapwatercirculatie-
pomp: ”Aan” volgenstijdprogramma (alleenbij regeling voor weer-safhankelijk werking)
72:1 ”Uit” tijdens de tapwater-opwarming tot de 2e ge-wenste waarde
72:2 ”Aan” tijdens de tapwa-teropwarming tot de 2egewenste waarde
73:0 Tapwatercirculatie-pomp: ”Aan” volgenstijdprogramma (alleenbij regeling voor weer-safhankelijk werking)
73:1tot73:6
Tijdens het tijdprogram-ma 1 keer per uur gedu-rende 5 min”Aan”Zesmaal per uur gedu-rende 5 min ”Aan”
73:7 Permanent ”Aan”Algemeen76:0 Zonder communicatie-
module LON (alleen bijregeling voor weersaf-hankelijke werking)
76:1 Met communicatiemodu-le LON; wordt automa-tisch herkend
76:2 Met communicatiemodu-le KM-BUS/cascade;wordt automatisch her-kend
77 :1 LON-deelnemersnum-mer (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)
77 :2tot77 :99
LON-deelnemersnummerinstelbaar van 1 tot 99:1-4 = verwarmingsketel5 = cascade10 - 98 = Vitotronic 05099 = Vitocom
OpmerkingElk nummer mag slechtseenmaal worden toege-kend.
79:1 Met communicatiemo-dule LON: Regeling isgeen foutmanager (al-leen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
79:0 Regeling is niet foutma-nager
Codering 2 (vervolg)
47
Coderingen5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling7b:1 Met communicatiemo-
dule LON: Regeling ver-zendt tijd (alleen bijregeling voor weersaf-hankelijke werking)
7b:0 Tijd niet verzenden
7E:0 Zonder rookgascas-cade (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)
7E:1 Met rookgascascade
7F:1 Eengezinswoning (al-leen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
7F:0 MeergezinswoningAparte instelling van va-kantieprogramma en tijd-programma voortapwateropwarming mo-gelijk
80:1 Storing wordt gemeldzodra de storing min. 5s aanwezig is
80:0 Storingsmelding direct80:2tot80:199
Storingsmelding volgtvertraagd, instelbaar van10 s tot 995 s; 1 instel-stap = 5 s
81:1 Automatische omscha-keling van zomer-/win-tertijd
81:0 Handmatige omschake-ling van zomer-/wintertijd
81:2 Gebruik van de radioklok-module wordt automa-tisch herkend
81:3 Met communicatiemodu-le LON: Regeling ont-vangt tijd
88:0 Temperatuurindicatie inºC (Celcius)
88:1 Temperatuurindicatie inºF (Fahrenheit)
8A:175 Niet verstellen90:128 Tijdconstante voor de
berekening van de ge-wijzigde buitentempera-tuur 21,3 uur
90:0tot90:199
Afhankelijk van de inge-stelde waarde snelle (la-gere waarden) resp.langzame (hogere waar-den) aanpassing van deaanvoertemperatuur bijwijziging van de buiten-temperatuur;1 instelstap = 10 min.
Codering 2 (vervolg)
48
Coderingen
5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling91:0 Geen externe omscha-
keling werkingspro-gramma via externeuitbreiding (alleen bijregeling voor weersaf-hankelijke werking)
91:1 Externe omschakelingwerkingsprogrammawerkt op verwarmingscir-cuit zonder mengklep
91:2 Externe omschakelingwerkingsprogrammawerkt op verwarmingscir-cuit met mengklep
91:3 Externe omschakelingwerkingsprogrammawerkt op verwarmingscir-cuit zonder mengklep enverwarmingscircuit metmengklep
95:0 Zonder communicatie-poort Vitocom 100
95:1 Met communicatiepoortVitocom 100; wordt auto-matisch herkend
97:0 Met communicatiemo-dule LON: Buitentempe-ratuur van de aan deregeling aangeslotensensor wordt intern ge-bruikt (alleen bij rege-ling voorweersafhankelijke wer-king)
97:1 Regeling ontvangt bui-tentemperatuur
97:2 Regeling verzendt bui-tentemperatuur
98:1 Viessmann installatie-nummer (in combinatiemet bewaking vanmeerdere installatiesVitocom 300)
98:1tot98:5
Installatienummer instel-baar van 1 tot 5
9b:70 Gewenste minimumke-telwatertemperatuur bijexterne aanvraag
9b:1tot9b:127
Gewenste minimumketel-watertemperatuur instel-baar van 1 tot 127 °C(begrensd door de ketel-codeerstekker)
Codering 2 (vervolg)
49
Coderingen5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstelling9C:20 Bewaking LON-deelne-
mersWanneer een deelne-mer niet antwoordt,worden nog 20 minstandaardwaarden vande regeling gebruikt ener volgt een storings-melding(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
9C:0 Geen bewaking9C:5tot9C:60
Tijd instelbaar van 5 tot60 min
9F:8 Verschiltemperatuur8 K; alleen in combina-tie met mengklepcircuit(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
9F:0tot9F:40
Verschiltemperatuur in-stelbaar van 0 tot 40 K
Ketelcircuit, mengklepcircuitA0:0 Zonder afstandsbedie-
ning (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)
A0:1 Met Vitotrol 200 (wordtautomatisch herkend)
A0:2 Met Vitotrol 300 (wordtautomatisch herkend)
A2:2 Boilervoorrang op CV-pomp en mengklep
A2:0 Zonder boilervoorrang opCV-pomp en mengklep
A2:1 Boilervoorrang alleen opmengklep. Tijdens deboilerverwarming is demengklep gesloten, CV-pomp draait.
A2:3totA2:15
Verminderde voorrang opmengklep (er is een ver-minderde hoeveelheidwarmte voor het verwar-mingscircuit)
A3:2 Buitentemperatuuronder 1 °C: CV-pomp”Aan”Buitentemperatuurboven 3 °C: CV-pomp”Uit”
A3:-9totA3:15
CV-pomp ”Aan/Uit” (zievolgende tabel)
Codering 2 (vervolg)
50
Coderingen
5689550NL
! OpgeletBij instellingen onder 1; °C bestaat het gevaar dat buisleidingen die zichbuiten de de isolatie van het huis bevinden, bevriezen.Voorzichtigheid is vooral geboden bij de uitschakelmodus, bijv. tijdens devakantie.
Parameter CV-pompAdres A3:... ”Aan” bij ”Uit” bij-9 -10 °C -8 °C-8 -9 °C -7 °C-7 -8 °C -6 °C-6 -7 °C -5 °C-5 -6 °C -4 °C-4 -5 °C -3 °C-3 -4 °C -2 °C-2 -3 °C -1 °C-1 -2 °C 0 °C0 -1 °C 1 °C1 0 °C 2 °C2tot
1 °Ctot
3 °C
15 14 °C 16 °C
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingKetelcircuit, mengklepcircuitA4:0 Met vorstbescherming
(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
A4:1 Geen vortsbescherming,instelling alleen mogelijkals codering ”A3: -9” in-gesteld is.
OpmerkingAanwijzing bij codering”A3” respecteren
Codering 2 (vervolg)
51
Coderingen5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingA5:5 Met CV-pomplogica
(spaarschakeling): CV-pomp ”Uit” als buiten-temperatuur (AT) 1 Khoger is dan ruimtetem-peratuur (RTGewenst )AT > RTGewenst + 1 K(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
A5:0 Zonder CV-pomplogicaA5:1totA5:15
Met CV-pomplogica: CV-pomp ”Uit” als (zie vol-gende tabel)
Parameter adres A5:... Met CV-pomplogica: CV-pomp uit als1 AT > RTGewenst + 5 K2 AT > RTGewenst + 4 K3 AT > RTGewenst + 3 K4 AT > RTGewenst + 2 K5 AT > RTGewenst + 1 K6 AT > RTGewenst
7tot
AT > RTGewenst - 1 K
15 AT > RTGewenst - 9 K
Codering 2 (vervolg)
52
Coderingen
5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingKetelcircuit, mengklepcircuitA6:36 Uitgebreide spaarscha-
keling niet actief (alleenbij regeling voor weer-safhankelijke werking)
A6:5totA6:35
Uitgebreide spaarscha-keling actief, d.w.z. bijeen variabel instelbarewaarde van 5 tot 35 °Cvermeerderd met 1 °Cworden de brander en deCV-pomp uitgeschakelden wordt de mengklepgesloten. Dit is geba-seerd op de gecorri-geerde buitentempera-tuur die wordt berekendop basis van de feitelijkebuitentemperatuur eneen tijdconstante die re-kening houdt met het af-koelen van eengemiddeld gebouw.
A7:0 Zonder mengklepspaar-functie (alleen bij rege-ling voorweersafhankelijke wer-king)
A7:1 Met mengspaarfunctie(uitgebreide CV-pomplo-gica): CV-pomp boven-dien ”Uit” als demengklep langer dan20 min geleden werd ge-sloten. CV-pomp ”Aan”:& Wanneer de mengklepmet de regelwerkingbegintof
& Na een boilerverwar-ming (gedurende20 min)of
& Bij vorstgevaarA8:1 Verwarmingscircuit met
mengklep M2 zorgt voorvraag naar interne cir-culatiepomp (alleen bijregeling voor weersaf-hankelijke werking)
A8:0 Verwarmingscircuit metmengklep M2 zorgt nietvoor vraag naar internecirculatiepomp
Codering 2 (vervolg)
53
Coderingen5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingA9:7 Met pompstilstandtijd:
CV-pomp ”Uit” bij veran-dering gewenste waar-de door wisselen vanmodus of wijzigingenvan de gewenste ruim-tetemperatuur (alleenbij regeling voor weer-safhankelijke werking)
A9:0 Zonder pompstilstandtijdA9:1totA9:15
Met pompstilstandtijd, in-stelbaar van 1 tot 15
b0:0 Met afstandsbediening:Stookwerking/ verl. wer-king: weersafhankelijk(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king, codering alleenwijzigen voor het ver-warmingscircuit M2 metmengklep)
b0:1 Stookwerking: weersaf-hankelijkVerl. werking: met ruimte-temperatuurbijschakeling
b0:2 Stookwerking: met ruim-tetemperatuurbijschake-lingVerl. werking: weersaf-hankelijk
b0:3 Stookwerking/ verl. wer-king: met ruimtetempera-tuurbijschakeling
b2:8 Met afstandsbedieningen voor het verwar-mingscircuit moet dewerking met ruimtetem-peratuurbijschakelinggecodeerd zijn: Ruimte-invloedfactor 8(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king, codering alleenwijzigen voor het ver-warmingscircuit M2 metmengklep)
b2:0 Zonder ruimte-invloedb2:1totb2:64
Ruimte-invloedfactor in-stelbaar van 1 tot 64
Codering 2 (vervolg)
54
Coderingen
5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingb5:0 Met afstandsbediening:
Geen ruimtetempera-tuurafhankelijke CV-pomplogica (alleen bijregeling voor weersaf-hankelijke werking, co-dering alleenveranderen voor hetverwarmingscircuit M2met mengklep)
b5:1totb5:8
CV-pomplogica zie vol-gende tabel
Parameter adresA5:...
Met CV-pomplogica: CV-pomp uit als
1: actief RTIs > RTGewenst + 5 K; passief RTIs < RTGewenst + 4 K2: actief RTIs > RTGewenst + 4 K; passief RTIs < RTGewenst + 3 K3: actief RTIs > RTGewenst + 3 K; passief RTIs < RTGewenst + 2 K4: actief RTIs > RTGewenst + 2 K; passief RTIs < RTGewenst + 1 K5: actief RTIs > RTGewenst + 1 K; passief RTIs < RTGewenst
6: actief RTIs > RTGewenst; passief RTIs < RTGewenst - 1 K7: actief RTIs > RTGewenst - 1 K; passief RTIs < RTGewenst - 2 K8: actief RTIs > RTGewenst - 2 K; passief RTIs < RTGewenst - 3 K
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingKetelcircuit, mengklepcircuitC5:20 Elektronische minimum-
begrenzing van de aan-voertemperatuur 20 °C(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
C5:1totC5:127
Minimum temperatuurbe-grenzing instelbaar van 1tot 127 °C (begrensddoor de ketelcodeerstek-ker)
C6:74 Elektronische maxi-mumbegrenzing van deaanvoertemperatuur74 °C (alleen bij rege-ling voor weersafhanke-lijke werking)
C6:10totC6:127
Maximum temperatuur-begrenzing instelbaarvan 10 tot 127 °C (be-grensd door de ketelco-deerstekker)
Codering 2 (vervolg)
55
Coderingen5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingd3:14 Steilheid van de stook-
lijn = 1,4 (alleen bij re-geling voorweersafhankelijke wer-king)
d3:2totd3:35
Steilheid van de stooklijninstelbaar van 0,2 tot 3,5(zie pagina 28)
d4:0 Niveau van de stooklijn= 0 (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)
d4:–13totd4:40
Niveau van de stooklijninstelbaar van –13 tot 40(zie pagina 28)
d5:0 Externe omschakelingwerkingsprogrammaschakelt werkingspro-gramma op ”Constantewerking met verlaagderuimtetemperatuur” om(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
d5:1 Externe omschakelingwerkingsprogrammaschakelt op ”Permanenteruimteverwarming metnormale ruimtetempera-tuur” om
E1:1 Met afstandsbediening:Gewenste dagwaardeop de afstandsbedie-ning instelbaar van 10tot 30 °C (alleen bij re-geling voor weersafhan-kelijke werking)
E1:0 Gewenste dagwaarde in-stelbaar van 3 tot 23 °C
E1:2 Gewenste dagwaarde in-stelbaar van 17 tot 37 °C
E2:50 Met afstandsbediening:Geen indicatiecorrectiewerkelijke waarde ruim-tetemperatuur (alleenbij regeling voor weer-safhankelijke werking)
E2:0totE2:49
Indicatiecorrectie -5 KtotIndicatiecorrectie -0,1 K
E2:51totE2:99
Indicatiecorrectie +0,1 KtotIndicatiecorrectie +4,9 K
E5:0 Zonder toerentalgere-gelde externe CV-pomp(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
E5:1 Met toerentalgeregeldeexterne CV-pomp; wordtautomatisch herkend
Codering 2 (vervolg)
56
Coderingen
5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingE6:65 Maximaal toerental van
de toerentalgeregeldeexterne CV-pomp 65 %van het max. toerentaltijdens normale werking(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
E6:0totE6:100
Maximaal toerental in-stelbaar van 0 tot 100 %
E7:30 Minimaal toerental vande toerentalgeregeldeexterne CV-pomp 30 %van het max. toerentaltijdens normale werking(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
E7:0totE7:100
Minimaal toerental instel-baar van 0 tot 100 % vanhet max. toerental
E8:1 Minimale toerental in dewerking met verlaagderuimtetemperatuur vol-gens de instelling in co-deeradres ”E9” (alleenbij regeling voor weer-safhankelijke werking)
E8:0 Toerental volgens de in-stelling in codeeradres”E7”
E9:45 Toerental van de toe-rentalgeregelde externeCV-pomp 45 % van hetmax. toerental tijdenswerking met verlaagderuimtetemperatuur (al-leen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
E9:0totE9:100
Toerental instelbaar van0 tot 100 % van het toe-rental tijdens werking metverlaagde ruimtetempe-ratuur
F1:0 Estrikfunctie niet actief(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king).
F1:1totF1:5
Estrikfunctie instelbaarvolgens vijf selecteerbaretemperatuurtijdprofielen(zie pagina 98)
F1:6totF1:15
Permanente aanvoertem-peratuur 20 °C
Codering 2 (vervolg)
57
Coderingen5689550NL
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingF2:8 Tijdelijke begrenzing
voor partyfunctie 8 uurresp. externe omzettingwerkingsprogrammamet toets (alleen bij re-geling voor weersafhan-kelijke werking) *1
F2:0 Geen tijdelijke begren-zing voor partyfunctie
F2:1totF2:12
Tijdelijke begrenzing in-stelbaar van 1 tot 12uur*1
F5:12 Nalooptijd van de inter-ne circulatiepomp bijstookwerking 12 min(alleen bij regeling voorconstante)
F5:0 Geen nalooptijd van deinterne circulatiepomp
F5:1totF5:20
Nalooptijd van de internecirculatiepomp instelbaarvan 1 tot 20 min
F6:25 Interne circulatiepompis in de modus ”Aleenwarm water” permanentingeschakeld (alleen bijregeling voor weersaf-hankelijke werking)
F6:0 Interne circulatiepomp isin de modus ”Alleenwarm water” permanentuitgeschakeld
F6:1totF6:24
Interne circulatiepompwordt in de modus ”Al-leen warm water” 1 tot 24keer per dag gedurendetelkens 10 min ingescha-keld.
F7:25 Interne circulatiepompis in de modus ”Uitscha-kelmodus” permanentingeschakeld (alleen bijregeling voor weersaf-hankelijke werking)
F7:0 Interne circulatiepomp inde modus ”Uitschakelmo-dus” permanent uitge-schakeld
F7:1totF7:24
Interne circulatiepomp inde modus ”Uitschakelmo-dus” 1 tot 24 keer per daggedurende telkens10 min ingeschakeld.
F8:-5 Temperatuurgrens vooropheffing van verlaagdewerking -5 ºC, zie voor-beeld op pagina 100.Instelling codeeradres”A3” respecteren. (al-leen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
F8:+10totF8:-60
Temperatuurgrens instel-baar van+10 tot -60 °C
F8:-61 Functie inactief
Codering 2 (vervolg)
58
Coderingen
5689550NL
*1De partyfunctie eindigt in het programma ”rw” automatisch bij het omschakelen naarwerking met normale ruimtetemperatuur.
Codering in uitlevertoestand Mogelijke omstellingF9:-14 Temperatuurgrens voor
opheffing van verlaagdegewenste ruimtetempe-ratuur -14 ºC, zie voor-beeld op pagina 100.(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king)
F9:+10totF9:-60
Temperatuurgrens instel-baar van+10 tot -60 °C
FA:20 Temperatuurverhogingvan de gewenste ketel-resp. aanvoertempera-tuur bij de overgang vanwerking met verlaagderuimtetemperatuur naarde werking met normaleruimtetemperatuur met20 %. Zie voorbeeld oppagina 101 (alleen bijregeling voor weersaf-hankelijke werking).
FA:0totFA:50
Temperatuurverhoginginstelbaar van 0 tot 50%
Fb:30 Tijdsduur voor de ver-hoging van de ge-wenste ketelwater-resp. aanvoertempera-tuur (zie codeeradres”FA”) 60 min. Zie voor-beeld op pagina 101 (al-leen bij regeling voorweersafhankelijke wer-king).
Fb:0totFb:150
Tijdsduur instelbaar van0 tot 300 min;1 instelstap ≙ 2 min)
Coderingen terugzetten in de leveringsomvang
De volgende toetsen indrukken:
1. L + G ca 2s gelijktijdig indruk-ken.
2. e ”Basisinstel.? Ja”ver-schijnt.
3. d ter bevestigingof
4. a/b om ”Basisinstel.? Nee”te kiezen.
Codering 2 (vervolg)
59
Coderingen5689550NL
Functie Toetsencombinatie Annulering PaginaTemperaturen, ketelco-deerstekkers en korte in-fo's
K en G ca. 2 s gelijktij-dig indrukken
d indrukken 61
Relaistest K en d ca. 2 s gelijktijdigindrukken
d indrukken 64
Max. vermogen (stook-werking)
K en F ca. 2 s gelijktij-dig indrukken
d indrukken 14
Bedrijfssituaties en sen-soren
c indrukken d indrukken 66
Onderhoudsinfo c (als ”Onderhoud” knip-pert)
d indrukken 35
Contrast instellen op dedisplay
d en a gelijktijdig in-drukken; scherm wordtdonkerder
– –
d en b gelijktijdig in-drukken; scherm wordtlichter
– –
Geaccepteerde storings-melding oproepen
d ca. 3 s indrukken 69
Foutenhistorie G en d ca. 2 s gelijktij-dig indrukken
d indrukken 70
Deelnemerscontrole (incombinatie met LON)
L en d ca. 2 s gelijktijdigindrukken
L en d ge-lijktijdig in-drukken
33
Service-testfunctie ”S” Regeling voor weersafhan-kelijke werking:F en E ca. 2 s gelijktij-dig indrukkenRegeling voor constante:O en F ca. 2 s gelijktij-dig indrukken
F en Eresp. O enF ca. 1 sgelijktijdig in-drukken ofautomatischna 30 min
–
Codeerniveau 1Weergave in volle tekst
K en L ca. 2 s gelijktijdigindrukken
K en L ca.1 s gelijktij-dig indruk-ken
36
Codeerniveau 2Numerieke indicatie
L en G ca. 2 s gelijktij-dig indrukken
L en Gca. 1 s gelijk-tijdig indruk-ken
39
Coderingen terugzettenin de toestand bij levering
L en G ca. 2 s gelijktij-dig indrukken, e indruk-ken
– 59
Overzicht serviceniveaus
60
Servicecontrole
5689550NL
Regeling voor weersafhankelijke werking
De volgende toetsen indrukken:
1. K + G ca 2 s gelijktijdig.
2. a/b voor gewenste opvra-ging.
3. d Opvraging is beëindigd.
Afhankelijk van de installatie-uitrusting kunnen de volgende waarden wor-den opgevraagd:Display VerklaringSteilheid A1 – Niveau A1Steilheid M2 – Niveau M2Buitentemp. gecorrig.Buitentemp. werkelijk
Met e kan de gecorrigeerde buitentempera-tuur worden teruggezet naar de huidige buiten-temperatuur.
Keteltemp. gewenstKeteltemp. werkelijkWW-temp. gewenstWW-temp. werkelijkWW-uitloopt. werkelijkWW-uitloopt. gewenst
alleen bij combinatiewaterverwarmeralleen bij combinatiewaterverwarmer
Aanvoertemp. gewenstAanvoertemp. werkelijk
Verw. circ. met mengklepVerw. circ. met mengklep
Gew. aanvoertemp.Werk. aanvoertemp.
Open verdelerOpen verdeler
KetelcodeerstekkerKort opvragen 1 tot 8
DisplayKorteinfo1 Softwareversie
regelingRevisiestand toestel Revisiestand gas-
branderautomaat2 Installatieschema 01
tot 06Indicatie volgens in-stallatie-uitvoering
AantalKM-BUS-deelne-mers
Max. aanvraagtemperatuur
Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte info's
61
Servicecontrole5689550NL
DisplayKorteinfo
3 0 Softwa-reversiebedie-nings-eenheid
Softwa-reversiemeng-klepuit-breiding0: geenmeng-klepuit-breiding
Software-versiesolarre-geling0: geensolarre-geling
Softwa-reversieLON-mo-
dule0: geenLON-mo-
dule
Software-versie
externe uit-breiding
0: geen ex-terne uit-breiding
4 Softwareversiegabranderautomaat
Typegabranderautomaat
Toesteltype
5 0: geenexternewarmte-vraag1: exter-ne warm-tevraag
0: geenexternafsluiten1: externafsluiten
0 Externe omschakeling 0 tot 10 VIndicatie in %0: geen externe omschakeling
6 Aantal LON-deelne-mers
Contro-lecijfer
Max. vermogenOpgave in %
Ketel Verwarmingscir-cuit A1 (zondermengklep)
VerwarmingscircuitM2 (met mengklep)
7 0 0 Af-stands-bedie-ning0: zon-
der1: Vitotr-
ol 2002: Vitotr-
ol 300
Software-versieafstands-bedie-ning0: geenafstands-bedie-ning
Af-stands-bedie-ning0: zon-
der1: Vitotr-
ol 2002: Vitotr-
ol 300
Software-versieafstands-bediening0: geen af-standsbe-diening
Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte . . . (vervolg)
62
Servicecontrole
5689550NL
DisplayKorteinfo
Interne circulatie-pomp
CV-pomp op aansluituitbreiding
8 Toeren-talgere-geldepomp0: zon-
der1: Wilo2: Grun-
dfos
Softwa-reversietoeren-talgere-geldepomp0: geentoeren-talgere-geldepomp
Toeren-talgere-geldepomp0: zon-
der1: Wilo2: Grun-
dfos
Software-versieToeren-talgere-geldepomp0: geentoerental-geregel-de pomp
Toeren-talgere-geldepomp0: zon-
der1: Wilo2: Grun-
dfos
Software-versietoerental-geregeldepomp0: geentoerental-geregeldepomp
Regeling voor verhoogde werking
De volgende toetsen indrukken:
1. K + G ca 2 s gelijktijdig.
2. a/b voor gewenste opvra-ging.
3. d Opvraging is beëindigd.
Afhankelijk van installatie-uitrusting kunnen de volgende waarden wordenopgevraagd:
DisplayKorte info
0 0 Installatie-schema 1
tot 6
Softwareversieregeling
Software-versie
bedienings-gedeelte
1 Software-versiesolarrege-ling0: geensolarrege-ling
Softwareversiegabranderautomaat
Software-versieexterne uit-breiding0: geen ex-terne uit-breiding
0
Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte . . . (vervolg)
63
Servicecontrole5689550NL
DisplayKorte info
E 0: geenexternewarmte-vraag
1: externewarmte-vraag
0: geen ex-tern afslui-
ten1: externafsluiten
Externe omschakeling 0 tot 10 VIndicatie in %
0: geen externe omschakeling
3 0 0 Gewenste ketelwatertemperatuurA 0 0 Hoogste aanvraagtemperatuur4 0 Type gasbranderauto-
maatToesteltype
5 0 0 Gewenste boilertemperatuurb 0 0 Max. vermogen in %C 0 Ketelcodeerstekker (hexadecimaal)c 0 Revisiestand
toestelRevisiestandgabranderautomaat
d 0 0 0 Toerental-geregeldepomp0 zonder1 Wilo2 Grundfos
Software-versietoerentalge-regeldepomp0: geen toe-rentalgere-gelde pomp
Uitgangen controleren (relaistest)
Regeling voor weersafhankelijke werking
De volgende toetsen indrukken:
1. K + d ca 2 s gelijktijdig.
2. a/b voor de gewenste relais-uitgang.
3. d De relaistest is beëin-digd.
Temperaturen, ketelcodeerstekker en korte . . . (vervolg)
64
Servicecontrole
5689550NL
De volgende relaisuitgangen kunnen afhankelijk van de installatie-uitvoe-ring worden aangestuurd:Display VerklaringBasisbelasting Brandermodulatie basisbelastingVoll. belasting Brandermodulatie volledige belastingInt. pomp Aan Int. uitgang 20Klep verwarm. Omschakelklep op stand stookwerkingKlep middenstand Omschakelklep op middenstand (vullen/aftappen)Klep WW Omschakelklep op stand warmwaterbereidingCV-pomp M2 Aan MengklepuitbreidingMenger open MengklepuitbreidingMenger toe MengklepuitbreidingUitgang int. Aan Interne uitbreidingVerw.pomp A1 Aan Externe uitbreidingBoilerpomp Aan Externe uitbreidingCircul.-pomp Aan Externe uitbreidingGroepsalarm Aan Externe uitbreiding
Regeling voor verhoogde werking
De volgende toetsen indrukken:
1. K + d ca 2 s gelijktijdig.
2. a/b voor de gewenste relais-uitgang.
3. d De relaistest is beëin-digd.
De volgende relaisuitgangen kunnen afhankelijk van de installatie-uitvoe-ring worden aangestuurd:Display Verklaring1 Brandermodulering basisbelasting2 Brandermodulering volledige belasting3 Interne pomp / uitgang 20 ”Aan”4 Omschakelklep op stand stookwerking5 Omschakelklep op middenstand (vullen/aftappen)6 Omschakelklep op stand warmwaterbereiding10 Uitgang sK interne uitbreiding11 CV-pomp A1 externe uitbreiding12 Boilerlaadpomp externe uitbreiding14 Groepsalarm externe uitbreiding
Uitgangen controleren (relaistest) (vervolg)
65
Servicecontrole5689550NL
Regeling voor weersafhankelijke werking
De volgende toetsen indrukken:
1. c ”Verw.circ.kiezen” ver-schijnt.
2. d ter bevestiging, ca. 4 swachten.
3. c opnieuw indrukken.
4. a/b voor de gewenste wer-kingstoestand.
5. d Opvraging is beëindigd.
De volgende werkingstoestanden kunnen afhankelijk van de installatie-uit-voering voor verwarmingscircuit A1 en M2 opgevraagd worden:Display VerklaringDeelnemersnr. Gecodeerd deelnemersnummer in het LON-sys-
teemVakantieprogramma Indien vakantieprogramma is ingevoerdVertrekdag DatumDag van terugkeer DatumBuitentemperatuur, ... °C Werkelijke waardeKeteltemperatuur, ... °C Werkelijke waardeAanvoertemperatuur, ... °C Werkelijke waarde (alleen bij mengklepcircuit
M2)NormaleKamertemperatuur, ... °C
Gewenste waarde
Kamertemperatuur, ... °C Werkelijke waardeExt. gew. kamert., ... °C Bij externe bijschakelingWW-temp., ... °C Werkelijke warmwatertemperatuurWW-zonnew. temp. ... °C Werkelijke waardeCollectortemp., ... °C Werkelijke waardeGem. aanvoertemp., ... °C Werkelijke waarde, alleen bij open verdelerBrander, ...hBranderstarts, ...
Bedrijfsuren, werkelijke waardeBedrijfsuren en branderstarts na onderhoud mete op ”0” terugzetten.
Zonne-energie, ... kW/hTijdDatumBrander Uit/AanInt. pomp Uit/Aan Uitgang 20Int. uitgang Uit/Aan Indien interne uitbreiding voorhandenVerw. pomp Uit/Aan Indien externe uitbreiding of uitbreidingsset
voor een verwarmingscircuit met mengklepvoorhanden is
Bedrijfssituaties en sensoren opvragen
66
Servicecontrole
5689550NL
Display VerklaringBoilerpomp Uit/Aan Indien externe uitbreiding voorhandenCircul. pomp Uit/Aan Indien externe uitbreiding voorhandenGroepsalarm Uit/Aan Indien externe uitbreiding voorhandenMenger Open/Toe Indien uitbreidingsset voor een verwarmingscir-
cuit met mengklep voorhandenSolarpomp Uit/Aan Indien Vitosolic voorhandenSolarpomp ...h Bedrijfsuren, werkelijke waardeVerschillende talen Met d kan de betreffende taal continu worden
gekozen
Regeling voor verhoogde werking
De volgende toetsen indrukken:
1. c indrukken.
2. a/b voor de gewenste wer-kingstoestand.
3. d Opvraging is beëindigd.
Afhankelijk van de installatie-uitrusting kunnen de volgende werkingstoe-standen worden opgevraagd:Display Verklaring1 15 °C/°F Werkelijke buitentemperatuur3 65 °C/°F Werkelijke keteltemperatuur5 50 °C/°F Werkelijke boilertemperatuur (indien boilertemperatuursen-
sor aanwezig)5□ 45 °C/°F Solar - werkelijke warmwatertemperatuur6 70 °C/°F Werkelijke collectortemperatuurP Branderbedrijfsuren (na onderhoud met e op ”0” terugzet-
ten)263572 hPPP Branderstarts (na onderhoud met e op ”0” treugzetten)030529PPPPP Solarpomp, bedrijfsuren001417 hPPPPPP Zonne-energie in kWh002850
Bedrijfssituaties en sensoren opvragen (vervolg)
67
Servicecontrole5689550NL
Opbouw storingsindicatie
A StoringsindicatieB Storingssymbool
C StoringsnummerD Storingscode
De rode storingsindicatie knippert bijelke storing.
Bij een storing aan de gasbranderau-tomaat verschijnt ”E” op de display.
Regeling voor verhoogde werking
Bij een storing knippert op de displayvan de bedieningseenheid de sto-ringscode en het storingssymbool.
Regeling voor weersafhankelijke werking
Bij een storing knippert op de display”Storing”
Storingsindicaties in volle tekst:& Branderautomaat& Buitensensor& Aanvoersensor& Ketelsensor& Gem. aanvoersensor& Boilersensor& Rookgassensor& WW-uitloopsensor& Kamersensor
Storingsindicatie
68
Storingen oplossen
5689550NL
& Collectorsensor& WW-sensor zonnesys
& Afstandsbediening& Storing deelnemer
Storing uitlezen en bevestigen
OpmerkingAls een bevestigde storing niet wordtverholpen, verschijnt de storingsmel-ding opnieuw:& Bij regeling voor verhoogde werkingna 24 h
& Bij regeling voor weersafhankelijkewerking de volgende dag om7.00 uur
Regeling voor verhoogde werking
De volgende toetsen indrukken:
1. a/b voor andere storingscodes.
2. d Alle storingsmeldingenworden gelijktijdig beves-tigd, de storingsindicatieverdwijnt, de rodestoringsindicator blijft knip-peren.
Regeling voor weersafhankelijke werking
De volgende toetsen indrukken:
1. c voor actuele storing.
2. a/b voor verdere storingsmel-dingen.
3. d Alle storingsmeldingenworden gelijktijdig beves-tigd, de storingsindicatieverdwijnt, de rodestoringsindicator blijft knip-peren.
Geaccepteerde storingsmeldingen oproepen
De volgende toetsen indrukken:
1. d gedurende ca. 3 s indruk-ken.
2. a/b voor de geaccepteerdestoring.
Storingsindicatie (vervolg)
69
Storingen oplossen5689550NL
Storingscodes in storingsgeheugen uitlezen (storingshis-torie)
De laatste 10 opgetreden storingenworden opgeslagen en kunnen wor-den opgevraagd.De storingen zijn op actualiteitgerangschikt, waarbij de meestrecente storing het storingsnummer 1heeft.
De volgende toetsen indrukken:
1. G + d ca 2 s gelijktijdig.
2. a/b voor afzonderlijke sto-ringscodes.
3. OpmerkingMet e kunnen alle opgeslagenstoringscodes worden gewist.
4. d Opvraging is beëindigd.
Storingscodes
Sto-rings-codeop dedisplay
Const. Weer-safh.
Gedrag vande installatie
Storings-oorzaak
Maatregel
0F X X Regelwerking Onderhoud Onderhoud uit-voeren. Na onder-houd codering”24:0” instellen.
10 X Regelt op 0°Cbuitentempe-ratuur
Kortsluitingbuitentem-peratuursen-sor
Buitentempera-tuursensor con-troleren (ziepagina 80)
18 X Regelt op 0°Cbuitentempe-ratuur
Onderbre-king buiten-temperatuur-sensor
Buitentempera-tuursensor con-troleren (ziepagina 80)
Storingsindicatie (vervolg)
70
Storingen oplossen
5689550NL
Sto-rings-codeop dedisplay
Const. Weer-safh.
Gedrag vande installatie
Storings-oorzaak
Maatregel
20 X Regelt zonderaanvoertem-peratuursen-sor (openverdeler)
Kortsluitingaanvoertem-peratuursen-sor installa-tie
Sensor open ver-deler controleren(zie pagina 81).
28 X Regelt zonderaanvoertem-peratuursen-sor (openverdeler)
Onderbre-king aan-voertempe-ratuursensorinstallatie
Sensor open ver-deler controleren(zie pagina 81).
30 X X Brander ge-blokkeerd
Kortsluitingketeltempe-ratuursensor
Keteltemperatuur-sensor controle-ren (ziepagina 81).
38 X X Brander ge-blokkeerd
Onderbre-king ketel-temperatuur-sensor
Keteltemperatuur-sensor controle-ren (ziepagina 81).
40 X Mengklep gaatdicht.
Kortsluitingaanvoertem-peratuursen-sor verwar-mingscircuitM2
Aanvoertempera-tuursensor con-troleren.
48 X Mengklep gaatdicht.
Onderbre-king aan-voertempe-ratuursensorverwar-mingscircuitM2
Aanvoertempera-tuursensor con-troleren.
50 X X Geen warm-waterberei-ding
Kortsluitingboilertempe-ratuursensor
Sensor controle-ren (zie pagina81).
58 X X Geen warm-waterberei-ding
Onderbre-king boiler-temperatuur-sensor
Sensor controle-ren (zie pagina81).
Storingscodes (vervolg)
71
Storingen oplossen5689550NL
Sto-rings-codeop dedisplay
Const. Weer-safh.
Gedrag vande installatie
Storings-oorzaak
Maatregel
92 X X Regelwerking Kortsluitingcollectortem-peratuursen-sor, aanslui-ting op S1van deVitosolic
Sensor op deVitosolic controle-ren.
93 X X Regelwerking Kortsluitingboilertempe-ratuursen-sor, aanslui-ting op S3van deVitosolic
Sensor op deVitosolic controle-ren.
94 X X Regelwerking Kortsluitingtemperatuur-sensor, aan-sluiting opS2 van deVitosolic
Sensor op deVitosolic controle-ren.
9A X X Regelwerking Onderbre-king collec-tortempera-tuursensor,aansluitingop S1 van deVitosolic
Sensor op deVitosolic controle-ren.
9b X X Regelwerking Onderbre-king boiler-temperatuur-sensor, aan-sluiting opS3 van deVitosolic
Sensor op deVitosolic controle-ren.
Storingscodes (vervolg)
72
Storingen oplossen
5689550NL
Sto-rings-codeop dedisplay
Const. Weer-safh.
Gedrag vande installatie
Storings-oorzaak
Maatregel
9C X X Regelwerking Onderbre-king tempe-ratuursen-sor, aanslui-ting op S2van deVitosolic
Sensor op deVitosolic controle-ren.
9F X X Regelwerking Fout solarre-geling wordtgetoond alsin de solarre-geling eenfout zonderstoringscodeoptreedt
Solarregelingcontroleren (zieservicehandlei-ding solarrege-ling).
A7 X Regelwerkingvolgens afle-vering
Bedienings-gedeelte de-fect.
Bedieningsge-deelte vervangen.
b0 X X Brander ge-blokkeerd
Kortsluitingrookgastem-peratuursen-sor
Rookgastempera-tuursensor con-troleren (ziepagina 83).
b1 X X Regelwerkingvolgens afle-vering
Communica-tiefout bedie-ningseen-heid (intern)
Aansluitingencontroleren, evt.bedieningseen-heid vervangen.
b4 X X Regelt op 0°Cbuitentempe-ratuur
Interne fout Regeling vervan-gen.
b5 X X Regelwerkingvolgens afle-vering
Interne fout Regeling vervan-gen.
Storingscodes (vervolg)
73
Storingen oplossen5689550NL
Sto-rings-codeop dedisplay
Const. Weer-safh.
Gedrag vande installatie
Storings-oorzaak
Maatregel
b7 X X Brander ge-blokkeerd.
Ketelcodeer-stekker ont-breekt, de-fect ofverkeerdeketelcodeer-stekker
Ketelcodeerstek-ker plaatsen ofvervangen indiendefect.
b8 X X Brander ge-blokkeerd
Onderbre-king rook-gastempera-tuursensor
Rookgastempera-tuursensor con-troleren (ziepagina 83).
bA X Mengklep M2regelt op20°C aanvoer-temperatuur.
Communica-tiefout uit-breidingsetvoor verwar-mingscircuitM2
Aansluitingen encodering uitbrei-dingsset controle-ren. Uitbreidings-set inschakelen.
bC X Regelwerkingzonder af-standsbedie-ning
Communica-tiefout af-standsbedie-ning Vitotrolverwar-mingscircuitA1
Aansluitingen,kabel, codeer-adres ”A0” en co-deerschakelaarvan de afstands-bediening contro-leren (ziepagina 102).
bd X Regelwerkingzonder af-standsbedie-ning
Communica-tiefout af-standsbedie-ning Vitotrolverwar-mingscircuitM2
Aansluitingen,kabel, codeer-adres ”A0” en co-deerschakelaarvan de afstands-bediening contro-leren (ziepagina 102).
bE X Regelwerking Verkeerdecodering vande afstands-bedieningVitotrol
Codeerschakel-aarstand van deafstandsbedie-ning controleren(zie pagina 102).
Storingscodes (vervolg)
74
Storingen oplossen
5689550NL
Sto-rings-codeop dedisplay
Const. Weer-safh.
Gedrag vande installatie
Storings-oorzaak
Maatregel
bF X Regelwerking Verkeerdecommunica-tiemoduleLON
Communicatie-module LON ver-vangen.
C2 X X Regelwerking Communica-tiefout solar-regeling
Aansluitingen encodeeradres ”54”controleren.
C5 X X Regelwerking,max. pomp-toerental
Communica-tiefout toe-rentalgere-gelde, inter-ne pomp
Instelling codeer-adres ”30” contro-leren, stand vande codeerschake-laar in de aan-sluitruimte van depomp controleren.
C6 X Regelwerking,max. pomp-toerental
Communica-tiefout toe-rentalgere-gelde exter-ne CV-pomp,verwarming-scircuit M2
Instelling codeer-adres ”E5” contro-leren, stand vande codeerschake-laar in de aan-sluitruimte van depomp controleren.
C7 X X Regelwerking,max. pomp-toerental
Communica-tiefout toe-rentalgere-gelde CV-pomp,verwarming-scircuit A1
Instelling codeer-adres ”E5” contro-leren, stand vande codeerschake-laar in de aan-sluitruimte van depomp controleren.
Cd X X Regelwerking Communica-tiefoutVitocom 100(KM-BUS)
Aansluitingen enVitocom 100 con-troleren.
CE X X Regelwerking Communica-tiefout ext.uitbreiding
Aansluitingen eninstelling codeer-adres ”2E” contro-leren.
Storingscodes (vervolg)
75
Storingen oplossen5689550NL
Sto-rings-codeop dedisplay
Const. Weer-safh.
Gedrag vande installatie
Storings-oorzaak
Maatregel
CF X Regelwerking Communica-tiefout com-municatie-module LON
Communicatie-module LON ver-vangen.
dA X Regelwerkingzonder ruimte-invloed
Kortsluitingruimtetem-peratuursen-sor verwar-mingscircuitA1
Ruimtetempera-tuursensor ver-warmingscircuitA1 controleren
db X Regelwerkingzonder ruimte-invloed
Kortsluitingruimtetem-peratuursen-sor verwar-mingscircuitM2
Ruimtetempera-tuursensor ver-warmingscircuitM2 controleren.
dd X Regelwerkingzonder ruimte-invloed
Onderbre-king ruimte-temperatuur-sensor ver-warmingscir-cuit A1
Ruimtetempera-tuursensor ver-warmingscircuitA1 en codeer-schakelaarstandvan de afstands-bediening contro-leren (zie pagina102).
dE X Regelwerkingzonder ruimte-invloed
Onderbre-king ruimte-temperatuur-sensor ver-warmingscir-cuit M2
Ruimtetempera-tuursensor ver-warmingscircuitM2 en codeer-schakelaarstandvan de afstands-bediening contro-leren (ziepagina 102).
E4 X X Brander ge-blokkeerd
Fout voe-dingsspan-ning
Regeling vervan-gen.
Storingscodes (vervolg)
76
Storingen oplossen
5689550NL
Sto-rings-codeop dedisplay
Const. Weer-safh.
Gedrag vande installatie
Storings-oorzaak
Maatregel
E5 X X Brander ge-blokkeerd
Interne fout Ionisatie-elek-trode en verbin-dingskabels con-troleren. Rook-gassysteem opdichtheid contro-leren.”E” bedienen.
E6 X X Brander geeftstoring
Rookgas-/luchttoevoer-systeem ver-stopt
Rookgas-/lucht-toevoersysteemcontroleren. Ver-schildruksensorcontroleren.”E” bedienen.
F0 X X Brander ge-blokkeerd.
Interne fout Regeling vervan-gen.
F1 X X Brander geeftstoring
Rookgas-temperatuur-begrenzer isgeactiveerd.
Niveau van deverwarmingsin-stallatie controle-ren. Installatieontluchten.Ontgrendelings-toets ”E” na af-koelen van derookgasinstallatiebedienen.
F2 X X Brander geeftstoring
Tempera-tuurbegren-zer isgeactiveerd.
Niveau van deverwarmingsin-stallatie controle-ren. Circulatie-pomp controleren.Temperatuurbe-grenzer en verbin-dingskabels con-troleren. Installa-tie ontluchten.”E” bedienen.
Storingscodes (vervolg)
77
Storingen oplossen5689550NL
Sto-rings-codeop dedisplay
Const. Weer-safh.
Gedrag vande installatie
Storings-oorzaak
Maatregel
F3 X X Brander geeftstoring
Vlamsignaalis reeds aan-wezig bijbranderstart.
Ionisatie-elek-trode en verbin-dingskabels con-troleren.”E” bedienen.
F4 X X Brander geeftstoring
Geen vlam-signaal.
Ionisatie-elek-trode en verbin-dingskabel con-troleren, ionisatie-stroom meten,gasdruk controle-ren, gascombina-tieregelaar con-troleren, ontste-king, ontstekings-module controle-ren, ontstekings-elektrodes contro-leren, condens-waterafvoer con-troleren.”E” bedienen.
F7 X X Brander ge-blokkeerd
Verschil-druksensordefect
Verschildruksen-sor en verbin-dingskabel con-troleren (ziepagina 84).
F8 X X Brander geeftstoring
Brandstof-klep sluit telaat.
Gascombinatiere-gelaar controle-ren. Beideaanstuurtrajectencontroleren.”E” bedienen.
Storingscodes (vervolg)
78
Storingen oplossen
5689550NL
Sto-rings-codeop dedisplay
Const. Weer-safh.
Gedrag vande installatie
Storings-oorzaak
Maatregel
F9 X X Brander geeftstoring
Ventilator-toerental bijde brander-start te laag
Ventilator contro-leren, verbin-dingskabels vande ventilator con-troleren, span-ningsvoeding vande ventilator con-troleren, aanstu-ring ventilatorcontroleren.”E” bedienen.
FA X X Brander geeftstoring
Ventilatorstil-stand nietbereikt
Ventilator contro-leren, verbin-dingskabels vande ventilator con-troleren, aanstu-ring ventilatorcontroleren.”E” bedienen.
Fd X X Brander ge-blokkeerd
Fout gas-branderauto-maat
Ontstekingselek-trodes en verbin-dingskabels con-troleren. Contro-leren of er eensterk storingsveld(EMC) in de buurtvan het toestel is.”E” bedienen: Alsde storing niet isopgeheven, de re-geling vervangen.
FE X X Brander ge-blokkeerd ofstoring
Sterk sto-ringsveld(EMC) in debuurt ofbasisprint-plaat defect
Toestel opnieuwinschakelen. Alstoestel niet weergaat werken, re-geling vervangen.
Storingscodes (vervolg)
79
Storingen oplossen5689550NL
Sto-rings-codeop dedisplay
Const. Weer-safh.
Gedrag vande installatie
Storings-oorzaak
Maatregel
FF X X Brander ge-blokkeerd ofstoring
Sterk sto-ringsveld(EMV) in debuurt of in-terne fout
Toestel opnieuwinschakelen. Alstoestel niet weergaat werken, re-geling vervangen.
Reparaties
Buitentemperatuursensor controleren (regeling voor weer-safhankelijke werking)
1. Stekker ”X3” van de regeling lostrekken.
2. Weerstand van de buitentempera-tuursensor tussen ”X3.1” en ”X3.2”op afgetrokken stekker meten enmet stooklijn vergelijken.
Storingscodes (vervolg)
80
Storingen oplossen
5689550NL
3. Bij sterke afwijking van de stooklijnaders op de sensor afklemmen enmeting direct op de sensor herha-len.
4. Afhankelijk van het meetresultaatde kabel of de buitentemperatuur-sensor vervangen.
Keteltemperatuursensor, Boilertemperatuursensor of aan-voertemperatuursensor voor open verdeler controleren
Reparaties (vervolg)
81
Storingen oplossen5689550NL
1. & Keteltemperatuursensor: Kabelsvan de keteltemperatuursensorA los trekken en weerstandmeten.
& Boilertemperatuursensor: stekker% van kabelboom op de regelingeraf trekken en weerstand meten.
& Aanvoertemperatuursensor: stek-ker ”X3” van de regeling los trek-ken en weerstand tussen ”X3.4”en ”X3.5” meten.
2. Weerstand van de sensoren metenen met stooklijn vergelijken.
3. Bij sterke afwijking sensor vervan-gen.
GevaarKeteltemperatuursensor zitdirect in het verwarmingswa-ter (verbrandingsgevaar).Voor vervangen sensor ver-warmingsketel aftappen.
Rookgastemperatuursensor controleren
Bij overschrijden van de toegestane rookgastemperatuur vergrendelt de rook-gastemperatuursensor het toestel. Vergrendeling na het afkoelen van de rook-gasinstallatie opheffen door de ontgrendelingstoets ”E” te gebruiken.
Reparaties (vervolg)
82
Storingen oplossen
5689550NL
1. Kabels van de rookgastempera-tuursensor Alos trekken.
2. Weerstand van de sensor meten enmet stooklijn vergelijken.
3. Bij sterke afwijking sensor vervan-gen.
Temperatuurbegrenzer controleren
Controle uitvoeren als na het uitschakelen van een storing de gasbranderauto-maat niet ongrendeld kan worden, hoewel de ketelwatertemperatuur onder deca. 75 °C ligt.
Reparaties (vervolg)
83
Storingen oplossen5689550NL
1. Kabels van de temperatuurbegren-zer A los trekken.
2. Doorgang van de temperatuurbe-grenzer met een multimeetapparaatcontroleren.
3. Defecte temperatuurbegrenzer uit-bouwen.
4. Nieuwe temperatuurbegrenzermonteren.
5. Na inbedrijfstelling ontstoringstoets”E” op de regeling indrukken.
Verschildruksensor controleren en vervangen
Bij storingsmeldingen die de verschildruksensor betreffen deze controleren:& correcte montage& elektrische aansluiting& correcte plaatsing van de O-ringen in de adapter& zijn de meetnippels met de stop afgesloten?Als foutmelding dan nog steeds actief is, sensor vervangen.
Reparaties (vervolg)
84
Storingen oplossen
5689550NL
Controlen van de O-ringen: 1. Elektrische stekkeraansluiting Aeraf trekken.
2. Sensor B verticaal omhoog eraftrekken.
3. Zorg ervoor dat de beide O-ringenC zich op de juiste plaats in deadapter D bevinden.
4. Sensor met aansluitnippels in deadapter van de gascombinatiere-gelaar plaatsen en tot vergrende-ling naar beneden drukken.
5. Elektrische steekaansluiting weerop de sensor plaatsen.
Reparaties (vervolg)
85
Storingen oplossen5689550NL
Zekering controleren
1. Netspanning uitschakelen.
2. Afsluitingen aan de zijkant losma-ken en regeling naar beneden klap-pen.
3. Afdekking A demonteren.
4. Zekering F1 controleren (zie aan-sluitings- en bedradingsschema).
Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep
Draairichting van de mengklepmotor controleren
Reparaties (vervolg)
86
Storingen oplossen
5689550NL
1. Netschakelaar A op de uitbrei-dingsset uitzetten en weer inscha-kelen. Het toestel voert devolgende zelftest uit:& Mengklep ”Dicht” (150 s)& Pomp ”Aan” (10 s)& Mengklep ”Open” (10 s)& Mengklep ”Dicht” (10 s)Dan volgt weer normale regelwer-king.
2. Tijdens de zelftest op de draairich-ting van de mengklepmotor letten.Dan de mengklep met de hand opstand ”Open” zetten.
OpmerkingDe aanvoertemperatuursensormoet nu een hogere temperatuurherkennen. Als de temperatuurlager wordt, is de draairichting vande motor verkeerd of het mengkle-pinzetstuk verkeerd ingebouwd.
Montagehandleiding meng-klep
Draairichting van de mengklepmotor veranderen (indien nodig)
GevaarEen elektrische schok kan levensgevaarlijk zijn.Bij het openen van het apparaat netschakelaar en netspanning uitscha-kelen, bijv. met de zekering of een hoofdschakelaar.
A NetschakelaarB Draairichtingsschakelaar
1. Behuizingsafdekking onder enboven de uitbreidingsset erafschroeven.
Montagehandleiding uitbrei-dingsset
Reparaties (vervolg)
87
Storingen oplossen5689550NL
2. Draairichtingsschakelaar omzet-ten:
Schakelaarstand I voor verwar-mingsretour van links (bij levering).
Schakelaarstand II voor verwar-mingsretour van rechts.
Vitotronic 050 controleren (toebehoren)
De Vitotronic 050 is via de LON met de regeling verbonden. Als controle van deverbinding de deelnemerscontrole op de regeling van de verwarmingsketel uit-voeren (zie pagina 33).
Reparaties (vervolg)
88
Storingen oplossen
5689550NL
Bedieningselementen en indicaties
A ManometerB Storingsindicatie (rood)C Werkingsaanduiding (groen)
D OntgrendelingstoetsE BedieningsveldF Netschakelaar
Toetsen op het bedieningsveld:
O Gewenste ketelwatertempe-ratuur
F Gewenste warmwatertem-peratuur
O+F Service-testfunctieK UitschakelwerkingL Alleen warm water
G Verwarmen en warm water/ Zonder functieb/a Instelling van waardend Bevestigingc Informatiemenue Basisinstelling (reset)
Verwarmingsfunctie
Bij vraag van de kamerthermostaatwordt in het werkingsprogramma Ver-warmen en warmwater ”G” degewenste ketelwatertemperatuur aan-gehouden.Als er geen warmteaanvraag is, wordtde ketelwatertemperatuur op de opge-geven vorstbeschermingstemperatuurgehouden.De ketelwatertemperatuur wordtbegrensd:
& Op 74 °C door de temperatuurrege-laar in het branderbesturingsappa-raat.
& Op 82 °C door de elektronischetemperatuurschakelaar in het bran-derbesturingsapparaat.
& Op 100 °C door de temperatuurbe-grenzer van het veiligheidscircuit(vergrendeling van het branderbe-sturingsapparaat).
Regeling voor constante
89
Functiebeschrijving5689550NL
Warmwaterbereiding
Als de boilertemperatuur 2,5 K lageris dan de gewenste boilertemperatuurworden brander en boilerlaadpompvoor de boilerverwarming ingescha-keld.
De gewenste keteltemperatuur ligt bijlevering 20 K boven de gewenste tap-watertemperatuur (instelbaar viacodeeradres ”60”). Als de werkelijkeboilertemperatuur de gewenste boiler-temperatuur met 2,5 K overstijgt,wordt de brander uitgeschakeld en denaloop van de boilerlaadpomp geacti-veerd.
Regeling voor weersafhankelijke werking
Bedieningselementen en indicaties
A ManometerB Storingsindicatie (rood)C Werkingsaanduiding (groen)D Ontgrendelingstoets
E BedieningsveldF Daaiknop voor de normale kamer-
temperatuurG Netschakelaar
Toetsen op het bedieningsveld:
A Tijdprogramma kamerver-warming
B Tijdprogramma warmwater-bereiding en circulatiepomp(indien op de regeling aan-gesloten)
H VakantieprogrammaD Tijd/datumE Verlaagde kamertempera-
tuurF Gewenste warmwatertem-
peratuur
O+F Service-testfunctieK UitschakelwerkingL Alleen warm waterG Verwarmen en warm waterM PartywerkingN Spaarwerkingb/a Instelling van waardend Bevestigingc Informatiemenue Basisinstelling (reset)
Regeling voor constante (vervolg)
90
Functiebeschrijving
5689550NL
Verwarmingsfunctie
De regeling bepaalt een gewensteketelwatertemperatuur in functie vande buitentemperatuur of de kamer-temperatuur (bij aansluiting van eenkamertemperatuurgestuurdeafstandsbediening) en van de steil-heid en het niveau van de stooklijn.De bepaalde gewenste ketelwater-temperatuur wordt naar het brander-besturingsapparaat gestuurd. Hetbranderbesturingsapparaat bepaaltuit de gewenste en werkelijke ketel-watertemperatuur de modulatiegraaden stuurt overeenkomstig de branderaan.
De ketelwatertemperatuur wordtbegrensd:& Op 74 °C door de temperatuurrege-laar in het branderbesturingsappa-raat.
& Op 82 °C door de elektronischetemperatuurschakelaar in het bran-derbesturingsapparaat.
& Op 100 °C door de temperatuurbe-grenzer van het veiligheidscircuit(vergrendeling van het branderbe-sturingsapparaat).
Warmwaterbereiding
Als de boilertemperatuur 2,5 K lageris dan de gewenste boilertemperatuurworden brander en boilerlaadpompvoor de boilerverwarming ingescha-keld.
De gewenste keteltemperatuur ligt bijlevering 20 K boven de gewenste tap-watertemperatuur (instelbaar viacodeeradres ”60”). Als de werkelijkeboilertemperatuur de gewenste boiler-temperatuur met 2,5 K overstijgt,wordt de brander uitgeschakeld en denaloop van de boilerlaadpomp geacti-veerd.
Bijkomende opwarming tapwater
Als een schakelperiode in de vierdetijdsfase wordt ingesteld, wordt defunctie bijkomende opwarming geacti-veerd. Deze periode moet buiten deschakeltijden voor de normale tapwa-terverwarming liggen zodat de rege-ling het signaal herkent.
De gewenste temperatuur voor de bij-komende opwarming is instelbaar incodeeradres ”58”.
Regeling voor weersafhankelijke werking (vervolg)
91
Functiebeschrijving5689550NL
Interne uitbreiding H1
De interne uitbreiding wordt in deregelingsbehuizing ingebouwd. Op derelaisuitgang sK kunnen de volgendefuncties alternatief aangesloten wor-den. De functie wordt via codeeradres”53” toegewezen:& Groepsalarmmelding (codering”53:0”)
& Circulatiepomp (codering ”53:1”)(alleen bij weersafhankelijke wer-king)
& CV-pomp voor verwarmingscircuitzonder mengklep (codering ”53:2”)
& Circulatiepomp voor de boilerver-warming (codering ”53:3”)
Op aansluiting gD kan een externeveiligheidsklep aangesloten worden.
Uitbreidingen voor externe aansluitingen (toebehoren)
92
Functiebeschrijving
5689550NL
Interne uitbreiding H2
De interne uitbreiding wordt in deregelingsbehuizing ingebouwd. Op derelaisuitgang sK kunnen de volgendefuncties alternatief aangesloten wor-den. De functie wordt via codeeradres”53” toegewezen:& Groepsalarmmelding (codering”53:0”)
& Circulatiepomp (codering ”53:1”)(alleen bij weersafhankelijke wer-king)
& CV-pomp voor verwarmingscircuitzonder mengklep (codering ”53:2”)
& Circulatiepomp voor de boilerver-warming (codering ”53:3”)
Via aansluiting aBJ kan een afzuig-toestel uitgeschakeld worden als debrander start.
Uitbreidingen voor externe aansluitingen . . . (vervolg)
93
Functiebeschrijving5689550NL
Externe uitbreiding H1
De externe uitbreiding wordt via deKM-BUS op de regeling van de ver-warmingsketel aangesloten. Via deuitbreiding kunnen de volgende func-ties gelijktijdig aangestuurd resp. ver-werkt worden:A Netschakelaar (van de installa-
teur)sÖ CV-pomp voor verwarmingscir-
cuit zonder mengklepsA Boilerlaadpomp voor de boiler-
verwarmingsK Circulatiepomp (alleen bij weer-
safhankelijke werking)fÖ NetaansluitinggÖ Groepsalarmmelding
aVD & Extern blokkeren(klemmen 2 - 3)
& Extern aanvragen(klemmen 1 - 2)
& Externe omschakeling wer-kingsprogramma (klem 1 - 2)(alleen bij weersafhankelijkewerking)De toewijzing van de functie”Externe omschakeling van hetwerkingsprogramma” wordt viacodeeradres ”91” ingesteld.
aVF Externe gewenste waarde 0 tot10 V
aVG KM-BUS
Uitbreidingen voor externe aansluitingen . . . (vervolg)
94
Functiebeschrijving
5689550NL
Externe uitbreiding H2
De externe uitbreiding wordt via deKM-BUS op de regeling van de ver-warmingsketel aangesloten. Via deuitbreiding kunnen de volgende func-ties gelijktijdig aangestuurd resp. ver-werkt worden:A Netschakelaar (van de installa-
teur)sK Circulatiepomp (alleen bij weer-
safhankelijke werking)fÖ Netaansluiting
aVD & Extern blokkeren(klemmen 2 - 3)
& Extern aanvragen(klemmen 1 - 2)
& Externe omschakeling wer-kingsprogramma (klem 1 - 2)(alleen bij weersafhankelijkewerking)De toewijzing van de functie”Externe omschakeling van hetwerkingsprogramma” wordt viacodeeradres ”91” ingesteld.
aVG KM-BUS
Uitbreidingen voor externe aansluitingen . . . (vervolg)
95
Functiebeschrijving5689550NL
Externe omschakeling werkingsprogramma
De functie ”Externe omschakelingwerkingsprogramma” wordt via deingang ”aVD” van de externe uitbrei-ding gerealiseerd. Via codeeradres”91” wordt ingesteld op welke verwar-mingscircuits de omschakeling vanhet werkingsprogramma invloedheeft:
Omschakeling werkingsprogramma CoderingGeen omschakeling 91:0Verwarmingscircuit zonder mengklep A1 91:1Verwarmingscircuit met mengklep M2 91:2Verwarmingscircuit zonder mengklep en verwarmingscir-cuit met mengklep
91:3
Via codeeradres ”d5” wordt ingesteldin welke richting de omschakeling vanhet werkingsprogramma plaatsvindt:
Omschakeling werkingsprogramma CoderingOmschakeling in richting ”Permanent verlaagd” resp. ”Per-manente uitschakelmodus” (afhankelijk van gewenstewaarde)
d5:0
Omschakeling in richting ”Permanente verwarmingsmo-dus”
d5:1
De duur van de omschakeling van hetwerkingsprogramma kan met codeer-adres ”F2” worden ingesteld:
Omschakeling werkingsprogramma CoderingGeen omschakeling werkingsprogramma F2:0Duur van de omschakeling van het werkingsprogramma 1tot 12 uur
F2:1 totF2:12
De omschakeling van het werkings-programma blijft zolang actief als hetcontact gesloten is, minstens echterzolang als de met codeeradres ”F2”opgegeven tijdsinstelling.
Regelingsfuncties
96
Functiebeschrijving
5689550NL
Extern blokkeren
De functie ”Extern blokkeren” wordtvia de ingang ”aVD” van de externeuitbreiding aangesloten.
Welke invloed het signaal ”Ext. blok-keren” op de aangesloten circulatie-pompen heeft, wordt met codeeradres”32” ingesteld.
Extern aanvragen
De functie ”Extern aanvragen” wordtvia de ingang ”aVD” van de externeuitbreiding aangesloten.Welke invloed het signaal ”Ext. aan-vragen” op de aangesloten circulatie-pompen heeft, wordt met codeeradres”34” ingesteld.
De minimale gewenste ketelwater-temperatuur bij ext. aanvraag wordtmet codeeradres ”9b” ingesteld.
Ontluchtingsprogramma
In het ontluchtingsprogramma wordt20 min lang de circulatiepomp elke30 s afwisselend in- en uitgeschakeld.Tijdens het ontluchtingsprogramma isde brander uitgeschakeld.
Het ontluchtingsprogramma wordtdoor de codering ”2F:1” geactiveerd.Na 20 minwordt het programma auto-matisch inactief en wordt codeer-adres”2F” op de waarde ”0” gezet.
Vullen bij ingeschakelde regeling
Als de installatie bij ingeschakelderegeling moet worden gevuld, wordtde pomp met codering ”2F:2” inge-schakeld.
Als de functie via codeeradres ”2F”geactiveerd wordt, gaat de brander uitbedrijf. Na 20 minwordt het pro-gramma automatisch inactief en wordtcodeeradres”2F” op de waarde ”0”gezet.
Regelingsfuncties (vervolg)
97
Functiebeschrijving5689550NL
Estrikfunctie
Met de estrikfunctie kan estrikgedroogd worden. Daartoe moetenabsoluut de gegevens van de estrikfa-brikant gerespecteerd worden.Bij geactiveerde estrikfunctie wordtde CV-pomp van het mengklepcircuitingeschakeld en de aanvoertempera-tuur op het ingestelde profiel gehou-den. Na beëindiging (30 dagen) wordthet mengklepcircuit automatisch metde ingestelde parameters geregeld.EN 1264 respecteren. Het protocoldat door de verwarmingsmonteurwordt opgesteld, moet de volgendeinformatie over het opwarmen bevat-ten:
& Opwarmgegevens met de betref-fende aanvoertemperaturen
& Bereikte max. aanvoertemperatuur& Bedrijfssituatie en buitentempera-tuur bij overdracht
Verschillende temperatuurprofielenzijn via het codeeradres”F1”instelbaar.Na stroomuitval of uitschakelen vande regeling wordt de functie geconti-nueerd. Als de estrikfunctie is beëin-digd is of de codering ”F1:0”handmatig wordt ingesteld, wordt”Verwarmen en Warm Water” inge-schakeld.
Temperatuurprofiel 1: (EN 1264-4) codering ”F1:1”
Temperatuurprofiel 2: (ZV parket- en vloertechniek) codering ”F1:2”
Regelingsfuncties (vervolg)
98
Functiebeschrijving
5689550NL
Temperatuurprofiel 3: codering ”F1:3”
Temperatuurprofiel 4: codering ”F1:4”
Temperatuurprofiel 5: codering ”F1:5”
Temperatuurprofiel 6 (bij levering): codering ”F1:6”
Regelingsfuncties (vervolg)
99
Functiebeschrijving5689550NL
Verhoging van de gereduceerde ruimtetemperatuur
Bij werking met gereduceerde ruimte-temperatuur kan de gewenste ver-laagde ruimtetemperatuur afhankelijkvan de buitentemperatuur automa-tisch worden verhoogd. De tempera-tuurverhoging vindt plaats volgens deingestelde stooklijn en maximaal totde normale gewenste ruimtetempera-tuur.
De grenswaarden van de buitentem-peratuur voor begin en einde van detemperatuurverhoging kunnrn met decodeeradressen ”F8” en ”F9” wordeningesteld.
Voorbeeld met de instellingen bij aflevering
A Stooklijn voor werking met nor-male ruimtetemperatuur
B Stooklijn voor werking met ver-laagde ruimtetemperatuur
Regelingsfuncties (vervolg)
100
Functiebeschrijving
5689550NL
Verkorting van de opwarmtijd
Bij de overgang van werking met ver-laagde ruimtetemperatuur naar wer-king met normale ruimtetemperatuurwordt de ketelwater- resp. aanvoer-temperatuur conform de ingesteldestooklijn verhoogd. De verhoging vande ketelwater- resp. aanvoertempera-tuur kan automatisch worden inge-steld.
De waarde en de duur voor de extraverhoging van de gewenste ketelwa-ter- resp. aanvoertemperatuur kanmet de codeeradressen ”FA” en ”Fb”worden ingesteld.
Voorbeeld met de instellingen bij aflevering
A Begin van de werking met nor-male ruimtetemperatuur
B Gewenste ketelwater- resp. aan-voertemperatuur volgens de inge-stelde stooklijn
C Gewenste ketelwater- resp. aan-voertemperatuur volgens codeer-adres ”FA”:50 °C + 20 % = 60 °C
D Periode van werking metgewenste verhoogde ketelwater-resp. aanvoertemperatuur vol-gens codeeradres ”Fb”:60 min.
Regelingsfuncties (vervolg)
101
Functiebeschrijving5689550NL
De codeerschakelaars bevinden zich op de printplaat in het bovenste deel vande behuizing.
Afstandsbediening Stand codeerschakelaarAfstandsbediening werkt op verwar-mingscircuit zonder mengklep A1
Afstandsbediening werkt op verwar-mingscircuit met mengklep M2
Bij aansluiting van een afzonderlijkekamertemperatuursensor moet co-deerschakelaar”3” op ”ON” gezet wor-den.
Codeerschakelaar van de afstandsbediening
102
Functiebeschrijving
5689550NL
A1 BasisprintplaatA10 Motorelektronica ventilatormo-
torX... Elektrische poorten§ KeteltemperatuursensoraA Ionisatie-elektrode
aG RookgastemperatuursensorfJ TemperatuurbegrenzergF Ontstekingseenheida-Ö Ventilatormotora-Ö A Aansturing ventilatormotoraNF Verschildruksensor
Aansluit- en bedradingsschema – Externe aansluitingen
103
Schema's5689550NL
A1 Basisprintplaat A2 Schakeladapter
Aansluit- en bedradingsschema – Externe aansluitingen
104
Schema's
5689550NL
A3 OptolinkA4 Automatische branderregelingA5 BedieningsgedeelteA6 CodeerstekkerA7 AansluitadapterA8 Communicatiemodule LON of
communicatiemodule cascadeA9 Interne uitbreiding (toebehoren)A10 Motorelektronica ventilatormotorS1 NetschakelaarS2 OntgrendelingstoetsX... Elektrische poorten! Buitentemperatuursensor
? Aanvoertemperatuursensoropen verdeler
% Boilertemperatuursensor(stekker op kabelboom)
sÖ CV-pomp of ketelcircuitpompdD StromingsbewakingdG GasmagneetklepfÖ NetaansluitinglH Netaansluiting toebehoren en
Vitotrol 100a-Ö VentilatormotoraYA GasdrukbewakingaVG KM-BUS
Aansluit- en bedradingsschema – Externe . . . (vervolg)
105
Schema's5689550NL
Aanwijzing voor bestellingen vanonderdelen!Bij bestelling dienen het bestelnr., hetfabricagenr. (zie typeplaatje) en hetpositienummer van het onderdeel (uitdeze onderdelenlijst) te worden ver-meld.Courante onderdelen vindt u bij deplaatselijke vakhandel.
006 Brander ( met pos. 007, 009 toten met 019, 021, 022, 023 en046)
007 Bolbranderbed008 Elektronicabox radiaalventilator009 Radiaalventilator012 Gasbuis (met pakkingen)013 Ombouwset voor aardgas E
(gasdiafragma)014 Ombouwset voor aardgas LL
(gasdiafragma)015 Ombouwset voor propaan (gasdi-
afragma)016 Gascombinatieregelaar017 Ontstekingspparaat018 Gasbuis019 Isolatiering brander021 Pakking bolbranderbed, groot022 Profielpakking brander023 Pakking bolbranderbed024 Warmtewisselaar025 Ketelaansluitstuk026 Lipafdichting Ø 150027 Lipafdichting Ø 100028 Afsluitstop029 Snelontluchter030 Doorvoertule031 Stromingsbewaking032 Membraan-veiligheidsklep033 Sifon034 Condenswaterslang035 Kogelkraan036 Verlenging voor retourbuizen
037 Kapselplaat038 Kantbeschermingsprofiel039 Frontplaat042 Muurbeugel044 Manometer met sok046 Verschildruksensor047 Doorvoertule048 Borgveren049 Thermoschakelaar050 Temperatuursensor052 Aansluiting expansievat054 Sluitklem055 Zwaartekrachtrem056 Rookgastemperatuursensor057 Regeling Vitodens058 Afdekking achter059 Houder060 Klep061 Manometerhouder062 Klem063 Scharnier064 Codeerstekker065 Zekering066 Bedieningseenheid voor con-
stante067 Bedieningseenheid voor weer-
safhankelijke werking069 Buitentemperatuursensor070 Afscherming090 Microschakelaar120 Zekeringhouder130 Luchtklep
Slijtende onderdelen010 Ontstekingselektrode011 Ionisatie-elektrode
Onderdelen zonder afbeelding001 Bedieningshandleiding voor con-
stante002 Bedieningshandleiding voor
weersafhankelijke werking003 Servicehandleiding
Onderdelenlijsten
106
Onderdelenlijsten
5689550NL
005 Montagehandleiding020 Set kleine onderdelen brander040 Spuitbus, vitowit041 Lakstift, vitowit045 Speciaal smeervet051 Pakkingset053 Warmtegeleidingspasta070 Afscherming
074 Testadapter meting ionisatie-stroom
075 Kabelboom ”X8/X9”076 Netkabel motorelektronica077 Aansluitkabel motor078 Ionisatiekabel intern079 Kabelboom hulpaarde/54/35080 Kabelboom ionisatie/KM-BUSA Typeplaatje
Onderdelenlijsten (vervolg)
107
Onderdelenlijsten5689550NL
Instel en meetwaarden Gewenstewaarde
Eerste in-gebruik-name
Onder-houd/servi-ce
d.d.door
Rustdruk mbar max.57,5 mbar
Aansluitdruk (dynami-sche druk)= bij aardgas E mbar 17,4-
57,5 mbar= bij aardgas LL mbar 17,4-
57,5 mbar= bij propaan mbar 42,5-
57,5 mbarGastype aankruisenKooldioxidegehalte CO2
& bij laagste nom. vermo-gen
vol.-%
& bij hoogste nom. vermo-gen
vol.-%
Zuurstofgehalte O2
& bij laagste nom. vermo-gen
vol.-%
& bij hoogste nom. vermo-gen
vol.-%
KoolmonoxidegehalteCO& bij laagste nom. vermo-gen
ppm
& bij hoogste nom. vermo-gen
ppm
Ionisatiestroom µA min. 5 µA
Protocollen
112
Protocollen
5689550NL
Nom. spanning: 230 V~Nom. frequentie: 50 HzNom. stroom: 6,0 AVeiligheidsklasse: IBeschermings-graad:
IP X 4 D conformEN 60529
Toegelaten omgevingstemperatuur& bij werking: 0 tot +40 °C& bij opslag entransport: -20 tot +65 °C
Instelling elektroni-sche thermostaten: 82 °C (vast)Instelling tempera-tuurbegrenzer: 100 °C (vast)Voorzekering (net): max. 16 A
Opgenomen vermogen& Brander: max. 60 W& Regeling: max. 10 W
Gasketel, categorie II 2ELL3PNominaal vermogensbereikTV/TR 50/30 °C
kW 12,2 tot 49 16,6 tot 66
Nominaal warmtebelastingsbereik kW 11,5 tot 46,3 15,6 tot 62,2Aansluitwaardenbij max. belastingmet met HuB
aardgas E 9,45 kWh/m3
34,02 MJ/m3m3/uur
4,90 6,58
aardgas LL 8,13 kWh/m3
29,25 MJ/m3m3/uur
5,69 7,65
Propaan 12,79 kWh/kg46,04 MJ/kg
kg/uur
7,28 9,78
Productidentificatienummer _-0085 BO 0338
OpmerkingAansluitwaarden dienen uitsluitend ter informatie (bijv. voor gasaanvraag) ofvoor een benaderende en volumetrische aanvullende controle van de instelling.Wegens de fabrieksmatige instelling mogen de ingestelde gasdrukken nietafwijken van deze waarden. Ref.: 15°C, 1013 mbar.
Technische gegevens
113
Technische gegevens5689550NL
Productwaarden (conform EnEV)
Nominaal vermogensbereik kW 12,2 tot 49 16,6 tot 66Rendement η bij& 100 % van het nom. vermogen % 96,3 96,6& 30% van het nom. vermogen % 107,3 107,4Stand-by verlies q B,70 (max. grenswaardeconform EnEV)
% 0,5 0,4
Elektr. vermogensopname (max. grens-waarde conform EnEV)bij& 100 % van het nom. vermogen W 277 321& 30 % van het nom. vermogen W 92 107
Technische gegevens (vervolg)
114
Technische gegevens
5689550NL
Conformiteitsverklaring voor Vitodens 300
Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigenverantwoordelijkheid dat het product Produkt Vitodens 300 met de volgendenormen overeenstemt:
DIN 4702–6 EN 55.014EN 483 EN 60.335EN 625 EN 61 000-3-2EN 677 EN 61 000-3-3EN 50 165
Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit productmet _-0085 gekenmerkt:
90/396/EEG 73/ 23/EEG89/336/EEG 92/ 42/EEG
Dit product voldoet aan de vereisten van de Rendementsrichtlijn (92/42/EEG)voor HR-ketels.Bij de energetische keuring van verwarmings- en luchtbehandelingsinstallatiesconform DIN V 4701-10, zoals vereist door de Duitse EnEV-voorschriften, kanbij de bepaling van de installatiewaarden voor het product Vitodens 300 wor-den uitgegaan van de productwaarden die bij de Europese typehomologatieovereenkomstig de rendementsrichtlijn werden bepaald (zie tabel Technischegegevens).
Allendorf, 01.06.06 Viessmann Werke GmbH&Co KG
vert. Manfred Sommer
Conformiteitsverklaring
115
Verklaringen5689550NL
Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, bevestigen dat hetproduct Vitodens 300 voldoet aan de NOx -grenswaarden die in1. BImSchV § 7 (2) worden gesteld:
Allendorf, 01.06.06 Viessmann Werke GmbH&Co KG
vert. Manfred Sommer
Verklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchV
116
Verklaringen
5689550NL
AAansluitdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
BBedieningselementen . . . . . . . . . . . . . 89, 90Bedrijfssituaties opvragen . . . . . . . . . . . . 66Bevestigen van een storingsindicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69Bijkomende opwarming tapwater . . 91Boilertemperatuursensor . . . . . . . . . . . . . . 81Bolbranderbed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17Brander demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16Brander inbouwen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18Buitentemperatuursensor . . . . . . . . . . . . . 80
CCodering 1& oproepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36Codering 2& oproepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39Coderingen bij inbedrijfstelling . . . . . . 23Coderingen terugzetten. . . . . . . . . . . . . . . . 59Communicatiemodule LON. . . . . . . . . . . 32Condenswaterafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
DDatum instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Dichtheidscontrole concentrischsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15Draairichting mengklepmotor& controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86& veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
EEerste inbedrijfstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Estrikdroging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98Estrikfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98Extern aanvragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97Extern blokkeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
FFoutmanager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33Functiebeschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89Functies controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
GGasaansluitdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13Gascombinatieregelaar . . . . . . . . . . . . . . . . 13Gastype . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
IIndicaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89, 90Installatie vullen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Installatiedruk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Installatieschema's . . . . . . . . . . . . 23, 36, 37Ionisatie-elektrode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18Ionisatiestroom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
KKamertemperatuur instellen. . . . . . . . . . 31Keteltemperatuursensor . . . . . . . . . . . . . . . 81Kleine onthardingsinstallatie. . . . . . . . . . . 7Korte info's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
LLeveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59LON. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32LON& deelnemerslijst actualiseren . . . . . . . 33& deelnemersnummer instellen . . . . . 32& foutbewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
MMembraanexpansievat . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
NNiveau stooklijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30Normale kamertemperatuur . . . . . . . . . . 31
Index
117
Index5689550NL
OOmschakeling werkingsprogramma. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .96Onderdelenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106Ontluchten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Ontluchtingsprogramma . . . . . . . . . . . . . . . 97Ontsteking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18Ontstekingselektrodes . . . . . . . . . . . . . . . . . 18Opbouw storingsindicatie . . . . . . . . . . . . . 68Opvragen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61Opwarmtijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101Overzicht serviceniveaus . . . . . . . . . . . . . 60
PProductwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114Protocol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
RReinigingsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19Relaistest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64Rookgastemperatuursensor . . . . . . . . . 83Rustdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
SSchakelschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103Sensoren opvragen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66Sifon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9, 20Steilheid stooklijn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30Stooklijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68Storingscodes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70Storingsgeheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70Storingshistorie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70Storingsmelding oproepen. . . . . . . . . . . . 70
TTaalomzetting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . 113Temperaturen opvragen . . . . . . . . . . . . . . . 61Temperatuurbegrenzer& Thermoschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83Tijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
UUitbreidingsset voorverwarmingscircuit met mengklep . 86Uitbreiding& extern H1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94& extern H2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95& interne H1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92& interne H2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93Uitgangen controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
VVeiligheidscircuit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83Verbergen van een storingsindicatie. .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69Verhoging van de gereduceerderuimtetemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100Verklaring fabrikant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116Verkorting van de opwarmtijd . . . . . . . 101Verlaagde kamertemperatuur. . . . . . . . 31Verlaging van het opwarmvermogen. .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100Vermogen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14Verschildruksensor controleren. . . . . 84Verwarmingsoppervlak reinigen . . . . 18Vitocom 300 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32Vitotronic 050 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32Vitotronic 050 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88Vulfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97Vulwater. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Vuurhaard reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
ZZekering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Index (vervolg)
118
Index
5689550NL
Geldig voor
12,3 tot 49 kW 16,6 tot 66 kWAardgasuitvoering Aardgasuitvoeringvanaf serienr. vanaf serienr.7176 778 3 00001 7176 779 3 00001Propaanuitvoering Propaanuitvoeringvanaf serienr. vanaf serienr.7176 780 3 00001 7176 781 3 00001
120
Gedrukt
opmilieuvriendelijk,
chloorvrijg
ebleekt
papier
5689550NL
Tech
nisch
ewijz
igingenvo
orbehouden.
Viessmann Nederland B.V.Postbus 3222900 AH Capelle a/d IJsselTel. : 010-458 44 44Fax : 010-458 70 72e-mail : [email protected]