Jg. 17/4 Milieu & Natuur

16
Jaargang 17, nr. 4 - 2015 Natuur- en milieueducatie vernieuwt Het Provinciaal Natuurcentrum doet mee

description

Driemaandelijks tijdschrift over het provinciaal Milieu- en Natuurbeleid Headlines: * Natuur- en Milieueducatie vernieuwt * Limburgse natuurcentra in de kijker * Agenda

Transcript of Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Page 1: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Jaargang 17, nr. 4 - 2015

›Natuur- en milieueducatie vernieuwt

›Het Provinciaal Natuurcentrum doet mee

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 1 25/11/15 13:57

Page 2: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Woord vooraf

Natuur- en milieueducatie

Wat stellen we ons daarbij voor? De namen van plantjes en diertjes leren? De waterkwaliteit van beekwater onderzoeken?

Op Wikipedia vinden we volgende definitie: ‘Natuur- en milieueducatie, vaak afgekort tot NME, betreft alle vormen van (systematische en plan-matige) leeractiviteiten met betrekking tot natuur, ecologie, milieu, landschap en duurzaamheid. Vaak met als achterliggende gedachte dat bekendheid hiermee en kennis hiervan zal leiden tot meer betrokkenheid, respect, natuur- en milieuvriende-lijk handelen en daarmee tot duurzaamheid en leefbaarheid van de samenleving.’

Natuur- en milieueducatie valt dus niet weg te stoppen in een groen vakje. Het gaat over het stimuleren van betrokkenheid met en respect voor onze leefomgeving, een voor-waarde voor een leefbare en duurzame samen-leving.

In dit themanummer laten we u graag proeven van hoe NME hedendaags wordt ingevuld door het pro-vinciebestuur vanuit het Provinciaal Natuur-centrum (PNC), met het onderwijs als belangrijkste doelgroep.

Recent op donderdag 26 november 2015 organi-seerden we nog de 7de editie van de Limburgs Natuur- en Milieu Educatief Netwerk (LIMNET)-contactdag. Het was ook meteen de tweejaarlijkse inter-Limburgse NME-dag.Meer dan 250 aanwezigen bewezen dat NME wel degelijk leeft in de Nederlands en Belgisch Limburgse milieu- en natuursector.

Veel leesgenot en prettige feestdagen.

Ludwig Vandenhovegedeputeerde van Leefmilieu en Natuur

NME vandaag in Limburg Het Provinciaal Natuurcentrum (PNC) ontwikkelt en begeleidt natuur- en milieueducatieprojecten (NME) voor het Limburgs onderwijs. In dit themanummer ontdek je dat NME veel meer is dan ‘namen van plantjes en beestjes leren’.

Natuur is belangrijk voor iedereen! Een INBO-studie uit 2014 onder-streept het belang van groene ruimten voor het fysiek en geestelijk welzijn van de mens. Andere studies benadrukken dat NME de harten van mensen moet raken. Dit themanummer heeft aandacht voor beide onderzoekspistes en beschrijft hoe de provincie hierop inspeelt. Met de klimaatsubsidies voor schoolvergroeningsprojecten bijvoorbeeld of begeleide projecten voor scholen in het PNC. Een reporter liep mee met een groepje leerlingen tijdens een natuurzoektocht en ontdekte hoe graag ze vertoeven en leren in het bos.

Milieuzorg op school – kortweg MOS – is een ander belangrijk aspect van de educatieve werking van het PNC. MOS heeft het afgelopen decennium de milieuzorgwerking in heel wat Limburgse scholen gesti-muleerd en geeft nu met een nieuwe, coachende begeleidingsvorm nog meer vrijheid en verantwoordelijkheid aan scholen. In een interview met de enthousiaste MOS-begeleiders lees je hoe het nieuwe MOS werkt.

Het PNC staat ook voor vernieuwing. Zo zal onderzoekseducatie vanuit het Limburgs Veldstudiecentrum (LIVEC) worden gestimuleerd. Verder heeft het PNC met eXplorer, een veldwerkproject met tablets, ervarin-gen opgebouwd rond digitalisering in de NME.

Tot slot krijg je een overzicht van alle Limburgse natuurcentra binnen het Limburgs Natuur- en Milieueducatief Netwerk (kortweg LIMNET), een netwerk dat het PNC trekt.

Meer info: Provinciaal Natuurcentrum Craenevenne 86, 3600 Genk, tel. 011 26 54 50 [email protected], www.pnc.be

2 | Milieu & Natuur 17/4 - 2015

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 2 1/12/15 10:46

Page 3: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Natuur en welzijn? ’t Zal wel zijn!Natuur ontspant en stimuleert tot bewegen. Dat welzijnseffect van de natuur wordt steeds sterker ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Enkele opmerkelijke conclusies uit onderzoeken op een rijtje.

Natuur en gezondheidIn een gezondheidsonderzoek van 2013 rapporteert de helft van de onderzochte Vlamingen te kampen met overgewicht. Dat is meestal een gevolg van te weinig lichaamsbeweging en/of ongezonde voeding. Overgewicht is niet alleen een probleem, het verhoogt ook het risico op welvaartsziektes met een enorme maatschappelijke kost: denk maar aan diabetes, hart- en vaatziekten, kanker, onvruchtbaar-heid, depressie en angststoornissen. Als de BMI van landgenoten die te dik zijn met één eenheid zou dalen, zou dat ons land op twintig jaar tijd een besparing van vier miljard euro opleveren. Ook bij de preventie van mentale gezondheidsproblemen en pijn in nek en rug is lichaamsbeweging belangrijk. Toch brengt de Vlaming gemiddeld 85% van zijn tijd binnenskamers door.

Bewoners van een groene buurt kloppen minder vaak bij hun huisarts aan met angststoornissen of depressies. Dit heeft niet enkel te maken met de lichaamsbeweging in het groen, maar ook met het zicht op groen. Een groen uitzicht werkt op zich al positief op de verwerking van stress. Werknemers en studenten presteren bijvoorbeeld beter op vlak van concentratie en cognitief functioneren als ze werken met uitzicht op de natuur.

Meer groen in de woonomgeving betekent ook meer lichaamsbeweging. Dat blijkt uit een Nederlands onderzoek. Omwonenden worden gestimuleerd om te bewegen als er bossen, parken en andere toegankelijke open ruimten zijn én als de wegen naar dat groen aantrek-kelijk zijn. Meer lichaamsbeweging in de natuur zorgt op haar beurt voor positieve lichamelijke gezondheidseffecten en een geestelijk welzijnseffect.

Meerdere onderzoeken tonen immers aan dat bewegen in de natuur zorgt voor meer positieve gevoelens. Het humeur, zelfbeeld, geheu-gen en reactievermogen verbeteren en de gevoelens van angst, kwaadheid en stress verminderen. Geuren, vogelgezang, natuurlijk licht, zuivere lucht en mooie landschappen dragen bij tot dit rustgevoel. Dit maakt van de natuur, of het nu een park in de stad of een bos in een landelijke omgeving is, een ideale plaats om te relaxen, te ontstressen of te herstellen.

Wetenschappers hebben een verklaring voor dit relaxerende effect. Te veel gerichte aandacht leidt tot ‘gerichte-aandachtsmoeheid’, wat zich uit in impulsief gedrag, onrust, irritatie en moeite met concentreren. Een mooie omgeving houdt de aandacht vast, zonder die helemaal in beslag te nemen, waardoor negatieve gedachten worden geblokkeerd.

© J. Lambrix

Milieu & Natuur 17/4 - 2015 | 3

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 3 25/11/15 13:57

Page 4: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Natuur en zorgOnderzoek toont aan dat de toegang tot een tuin depressies kan voorkomen en angsten vermindert. Tuinieren verkleint ook het risico op baarmoederhalskanker, hart- en vaatziekten en maag- en darmklachten en verlaagt het stress- en cholesterolniveau. Tuinieren wordt bij senioren en mensen met dementie gestimu-leerd en bij personen met mentale problemen als therapie gebruikt. ‘Helende tuinen’, waar patiënten deelnemen aan groene activiteiten, vinden hun plek dan ook in zorginstellingen. Bij de bouw van nieuwe ziekenhuizen is er meer en meer aandacht voor groene plekken, omdat patiënten door die ‘healing environments’ sneller blijken te genezen.

Natuur en kinderenGroen levert een belangrijke bijdrage aan het lichamelijke welzijn en de algemene ontwikkeling. Dat is voor kinderen niet anders. Kinderen die regelmatig in een natuurlijke omgeving spelen, sco-ren beter op vlak van coördinatie van hun bewegingen, even-wicht en behendigheid. Ze zijn ook minder vaak ziek. Studies tonen daarenboven aan dat kinderen die in het groen wonen, minder last hebben van astma en andere luchtwegaandoeningen. Als kinderen in veilige, groene ruimten kunnen vertoeven, zijn ze vaker fysiek actief, wat een positief effect op hun gezondheid heeft en de kans op overgewicht verkleint. Maar er is meer. Een natuurlijke omgeving verbetert ook de crea-

tiviteit en het redenerings- en waarnemingsvermogen van kinde-ren. Symptomen van ADHD zouden afnemen. Buiten spelen helpt kinderen zelfstandiger te worden en sociale contacten te leggen.

Natuur en sociale samenhangHet al dan niet aanwezig zijn van groen in de buurt heeft een belangrijke invloed op de buurttevredenheid. Een aantrekkelijke, met groen ingerichte straat zet aan tot wandelen en hoe meer mensen wandelen in de eigen buurt, hoe meer de vertrouwdheid groeit. Hierdoor kan een gemeenschapsgevoel ontstaan. Meer mensen op straat dragen bij tot het veiligheidsgevoel. Kleine buurtparkjes zijn dan weer ideaal voor minder vrijblijvende con-tacten. Zulke parkjes bieden een unieke gelegenheid om elkaar te leren kennen en elkaar te leren respecteren. Het zijn met andere woorden plekken waar verschillende culturen elkaar kunnen ont-moeten, wat de integratie bevordert.

Dus allemaal nu naar buiten?

Bron: Simoens I., Van Herzele A., Turkelboom F. (2014). Hoofdstuk 7 – Welzijn. In Stevens, M. et al. (eds.), Natuurrapport – Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen. Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014, Brussel

© M. Bex

4 | Milieu & Natuur 17/4 - 2015

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 4 25/11/15 13:57

Page 5: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Treffende voorbeeldprojecten van het PNC © J. Lambrix

Milieu & Natuur 17/4 - 2015 | 5

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 5 25/11/15 13:57

Page 6: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Verbondenheid met de natuur: een pleidooi voor meer groen op schoolHet zicht op groen verhoogt de concentratie. Toegankelijk groen maakt dat jongeren meer spelen, waardoor hun gezondheid verbetert en obesitas vermindert. Kinderen die vrij spelen in het groen, lachen meer. Leven en werken in een groene leefomgeving heeft duidelijk heel veel voordelen. Mede dankzij een uitgebreide MOS-werking zien meer en meer scholen het nut van groen in en trekken zij duidelijk de kaart van de vergroening.

Affectieve verbondenheid van groot belangNatuur- en milieueducatie streeft naar een betere kennis van natuur en milieu. Kennis kan immers mensen motiveren om zich in te zetten voor een beter milieu en voor de natuur. Want onbe-kend is onbemind. Maar is die theoretische kennis over natuur en milieu voldoende om een duurzaam gedrag te bevorderen? Gaan mensen door meer kennis ook effectief aan de slag? Wetenschap-pers tonen aan dat er meer nodig is dan enkel kennis. De emoti-onele band – de zogenaamde affectieve verbondenheid – tussen mens en natuur blijkt van groot belang. Jongeren die verklaren zich vaak één te voelen met de natuur zijn sterker geneigd om zich te engageren voor natuur en milieu.

Twee jaar geleden onderzocht de Edubron-groep van de universi-teit van Antwerpen het MOS-project. Na meer dan tien jaar MOS wilden zij de educatieve winst bij leerlingen en leerkrachten in kaart brengen. Eén van hun conclusies: MOS blijkt bij leerlingen in het basisonderwijs te resulteren in een toegenomen affectieve verbondenheid met de natuur.

Groen op schoolGroene elementen op school stimuleren de toegenomen affec-tieve verbondenheid, zegt de studie nog. De aanwezigheid van groene elementen zoals een speelbos, vrijstaande bomen, een grasveld, een moestuin of een vijver alleen al heeft een positief effect. Als de leerkrachten het aanwezige groen vaak gebruiken in hun lessen, versterkt dit die affectieve verbondenheid nog. Ook andere studies tonen aan dat intensieve en herhaalde ervaringen nodig zijn. NME mag dus niet te verblijvend of kortstondig zijn.

De leeftijd – tussen tien en twaalf jaar – is volgens het onderzoek heel belangrijk. Vooral op die leeftijd zou ‘herhaaldelijk in de natuur verblijven’ op lange termijn een impact hebben op de ver-bondenheid. Het is dus wel degelijk belangrijk om leerlingen in de basisschool op regelmatige basis in contact te brengen met de natuur. De hele studie rond milieuzorg op school kan je nalezen op www.mosvlaanderen.be.

Provincie investeert in schoolgroen Investeren in meer groen op school zorgt voor milieuwinst, meer biodiversiteit en een educatieve winst. In die mate zelfs dat leer-lingen gemotiveerd worden voor een duurzame levenshouding.

In Limburg zijn er heel wat actieve MOS-scholen die duidelijk voor een groenere schoolomgeving kiezen. Het provinciebestuur ondersteunt hen door middel van klimaatsubsidies. Dit nummer van Milieu en Natuur toont kort enkele geslaagde klimaatsubsi-dieprojecten.

© J. Lambrix

6 | Milieu & Natuur 17/4 - 2015

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 6 25/11/15 13:57

Page 7: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Basisschool EllikomKlas 3 en 4 van Basisschool Ellikom zetten zich samen met Natuurpunt Meeuwen, Gruitrode en Peer in voor de wilde bij. Ze bouwden een groot bijenhotel in de vallei van de Abeek, vlakbij de school. Nu worden de bijen die zich in het hotel nestelen nauwkeurig opgevolgd. Nieuwe media maken het mogelijk waarnemingen te registreren en info met betrokkenen te delen.

BS Stippe Stap, GenkBS Stippe Stap in Genk is volop bezig met de vergroening van de speelplaats. Op die manier krijgen de kinderen de kans om hun eigenwaarde, talenten en plezier in de natuur te ontdekken. Er wordt gebruik gemaakt van werkmateria-len, ontdekmateriaal, aanleg van natuur, dierenplezier en natuurlijk spelmateriaal.

Sint-Augustinusinstituut, BreeDe leerlingen die les hebben in de keukens van het Sint-Augustinusinstituut in Bree planten, verzorgen én oog-sten eigen kruiden. Deze worden in gerechten verwerkt. De jongeren werken hiervoor samen met de studenten van 7 Organisatie-assistentie. In de lente 2016 staat ook de kweek van eigen groenten op het programma.

De Mijlpaal, TongerenDe Freinetschool De Mijlpaal uit Tongeren werkt aan een uitdagende speel- en leeromgeving, waar natuurbeleving centraal staat. Naast de aanleg van inheemse hagen en houtkanten, een poel, een klautertribune en een moes-tuin worden de gazons omgevormd tot bloemrijke hooi-landen. Ondertussen werkt het leerkrachtenteam aan een leerlijn ‘buitenonderwijs’.

© L. Verbruggen © L. Verbruggen

© M. Clerix © P. Plessers

© J. Breukers

Milieu & Natuur 17/4 - 2015 | 7

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 7 25/11/15 13:57

Page 8: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Natuurzoektocht: het bos beleven door zelf te ontdekkenHet is druk in het Provinciaal Natuurcentrum. De herfst is een geliefde periode voor scholen om aan natuurbeleving te doen. Koffers met materialen staan klaar in de gang en de gidsen popelen om te vertrekken. Deze voormiddag staat er een natuurzoektocht in het Eikbos op het programma. Gidsen Lisette Hauquier en Madeleine Timmers begeleiden twee klassen van het zesde leerjaar van De Startbaan in Zonhoven op hun tocht door het bos.

Lisette studeerde in 1991 af als natuurgids en begeleidt deze natuurzoektochten al acht jaar. ‘Ik krijg veel voldoening van deze activiteiten’, vertelt ze. ‘Doorgeven wat je over de natuur weet, dat is waar het voor mij om draait. De kinderen zijn vaak erg leergierig en blij dat ze in het bos over het bos en de natuur mogen leren.’ Madeleine treedt haar collega bij: ‘Je kan uiteraard ook in een klas of school een verdienstelijke poging doen om aan natuureducatie te doen, maar de leerlingen ervaren dat vaak als saai. In de natuur zien ze nieuwe dingen, verwonderen ze zich daarover en kunnen ze zich vaak echt amuseren. Fijn aan deze zoektocht is dat de leerlingen zelf aan de slag mogen gaan en in een groepje samen het bos en de opdrachten mogen verkennen. Maar voor mezelf vind ik het contact met de kinderen ook erg aangenaam: het zorgt ervoor dat we bij blijven.’

Voordat de leerlingen op pad gaan in het bos, krijgen ze van de gidsen eerst een woordje uitleg over de zoektocht en het materi-aal dat ze mogen gebruiken bij het oplossen van de vragen. Strips om de zuurtegraad te meten, een kompas, druppelteller, rolmeter en waxpapier spreken tot de verbeelding en de leerlingen popelen om op pad te gaan. Met mondjesmaat vertrekken de groepjes op

twee verschillende routes (spechten en paddenstoelen), zodat ze echt in groep kunnen werken en elkaar niet te dicht opvolgen. Bedoeling van de natuurzoektocht is dat de leerlingen negentien vragen beantwoorden of opdrachten uitvoeren, waardoor ze tel-kens een letter verdienen. Met die negentien letters kunnen ze de namen van twee vogels vinden die in Bokrijk voorkomen.

Ik volg Ashley Voets, Manon Spaas, Amber Reekmans en Tove Tielemans, vier enthousiaste jonge meiden van het zesde leerjaar die graag naar het bos komen. ‘Als ze mij op het einde van het zesde leerjaar vragen wat mijn mooiste herinneringen zijn aan de lagere school, antwoord ik dat het de buitenactiviteiten zijn die me zullen bijblijven. De wandelingen in het bos, maar ook dagen aan een stuk buiten leren en leven tijdens de bos- en boerde-rijklassen’, vertelt Tove. ‘Want het is door in de natuur dingen te mogen doen, dat je er ook echt over bijleert en respect krijgt voor het bos.’ Over wat ‘natuurbeleving’ precies betekent, moeten ze even overleggen. ‘Leven in de natuur? Moeten we hier dan blijven kamperen? Nee! Het gaat over leren over de natuur door in het bos te zijn’, besluiten ze.

Madeleine © J. Lambrix Lisette © J. Lambrix

8 | Milieu & Natuur 17/4 - 2015

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 8 25/11/15 13:57

Page 9: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Aan de slag dan maar. De eerste opdracht luidt: ‘Ik sta met mijn rug tegen de boom. Ik ben gedurende één minuut stil. Ik luister, liefst met mijn ogen dicht. Ik noteer alle geluiden die ik hoor in mijn boekje.’ Met z’n vieren rondom een boom worden deze 11- en 12-jarigen stil midden in een bos waar leeftijdsgenoten druk overleggen over andere opdrachten. ‘We horen niet alleen de andere leerlingen en de auto’s verderop, maar ook de wind en het ritselen van de blaadjes. En de stilte’, licht Ashley toe. Heel snel maken ze de klik terug naar hun zoektocht en met een stevige pas gaan ze op zoek naar de andere opdrachten. Twee opdrachten waar ze echt naar uitkijken, zijn de zuurtegraadproef en werken met het kompas. In hun tasje zitten kleurenstrips die ze tien tel-len onder water moeten houden om ze daarna te vergelijken met de kleurentabellen. Op een vijfsprong in het bos krijgen ze de instructie om het kompas te gebruiken om hun weg terug te zoe-ken. ‘Proefjes met strips en opdrachten met het kompas zijn niet nieuw voor ons, maar we blijven ze wel leuk vinden’, zegt Manon. ‘De juffrouw kan dit in de klas tonen aan de hand van materialen of met filmpjes op het bord, maar dit is toch echter en fijner. Door het vaak te doen, leer je het beter.’

Eén keertje lopen ze verkeerd, waardoor ze een stuk terug moeten en tijd verliezen. ‘De gids heeft ons verteld dat we om half twaalf

terug moeten lopen, of we de opdrachten nu af hebben of niet’, zegt Amber. ‘We zijn niet klaar, maar dat is niet erg, want juffrouw Anja gaat in de klas ook nog met de bundeltjes werken.’

Juf Anja Maex is fan van de natuur- en milieueducatie in het PNC. Zeker de aanpak van de natuurzoektochten voor de derde graad van het lager onderwijs kunnen haar bekoren. ‘De leerlingen zijn actief bezig in de natuur aan de hand van uitdagende vragen. Speciaal voor deze leeftijd vind ik het geweldig dat ze zelfstandig op onderzoek uitgaan, maar toch kunnen terugvallen op een gids als ze vragen hebben. Met de beste wil van de wereld krijg ik deze natuurbeleving als leerkracht alleen voor een groep van 24 kinde-ren niet gerealiseerd zonder deze projecten.’‘Voor onze school is de natuurzoektocht altijd de aftrap van de Week van het Bos, waarin we ook in de klas en dan voornamelijk bij het vak wereldoriëntatie bijleren over het bos, de natuur, het milieu. Na vandaag gebruiken we de bundeltjes van de zoektocht als vertrekpunt om in de klas nog meer bij te leren over de natuur.’

Voor deze leerlingen mocht de zoektocht gerust een hele dag in beslag nemen. Maar de ouders staan al klaar om de leerlingen weer naar school te brengen.

Van links naar rechts: Amber, Tove, Manon en Ashley

© J. Lambrix

Milieu & Natuur 17/4 - 2015 | 9

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 9 25/11/15 13:57

Page 10: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Nieuwe MOS helpt scholen met eigen milieudoelenMOS – Milieuzorg Op School – is hét schoolvoorbeeld van natuur- en milieueducatie. MOS is succesvol in Limburg, want 94% van de basisscholen en 90% van de secundaire scholen engageerden zich binnen dit project. De werkende krachten achter MOS in onze provincie zijn Hilde Boiten, Karel Coenen en Philippe Plessers, drie gemotiveerde jonge mensen die Limburgse scholen helpen om hun steentje bij te dragen tot een beter milieu en duurzamere samenleving. Hilde, Karel en Philippe helpen, begeleiden en ondersteunen de scholen in hun milieuzorgwerking om uiteindelijk leerwinst te boeken in Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (EDO).

Hoe ondersteunen jullie de scholen?Karel: ‘Concreet betekent dat gratis begeleiding in de scholen, waarbij we een leerkrachtenteam helpen om eigen doelen te for-muleren en te realiseren. In de plaats van te zeggen hoe het moet, luisteren we naar de school. In een traject dat we samen doorlopen, bouwen we mee aan een MOS-werking op maat van de school. Indien nodig halen we natuurlijk ons rugzakje boven vol informatie, methodieken en praktische voorbeelden. Daarnaast organiseren we gratis nascholingen en uitwisselingsmomenten om te netwerken.’

Wat zijn de voordelen van de MOS-werking voor de school?Hilde: ‘De insteek van het vernieuwde MOS is om scholen de mid-delen te geven om te groeien in duurzame ontwikkeling. ‘Samen leren duurzame keuzes maken voor de planeet’ is de missie van het nieuwe MOS. Scholen kunnen hun engagement zichtbaar maken door zich te registreren op de Groene Kaart van MOS. Hier-mee bevestigen scholen dat ze tot de groeiende gemeenschap van duurzame, straffe scholen in Vlaanderen en Brussel behoren. Scholen kunnen nog een stapje verder gaan en het MOS-merkte-ken verwerken in hun eigen schoollogo. Hiermee dragen zij het duurzame engagement van hun school uit. Het grootste voordeel blijft natuurlijk de gratis begeleiding én dit op maat en in functie van de doelen van de school. Door een intensievere vorm van begeleiden verhogen we de kansen om het schoolproject te doen slagen.

Scholen krijgen daarbij van ons en van elkaar massa’s praktische tips via nascholingen, netwerkmomenten en actiefiches.Door aan MOS te werken komen scholen bovendien tegemoet aan de eindtermen. Binnen het aanbod van MOS zitten ook nog de MOS-passen voor gratis vervoer met De Lijn en de klimaatsubsi-dies voor klimaatprojecten van scholen.’

Sinds vorig schooljaar is de MOS-werking grondig veranderd. Wat houden die veranderingen precies in?Karel: ‘Vroeger werkten de scholen naar drie opeenvolgende MOS-logo’s toe. In tussentijdse rapporten vertelden zij dan wat ze gedaan hadden om een volgend logo te verdienen. Onderzoek heeft uitgewezen dat MOS te beloningsgericht was. In dat opzicht leek het ons een belangrijke stap om ons eigen beloningssysteem – de logo’s – af te schaffen. Onze nieuwe werking zet in op intrin-sieke motivatie. Vanaf het moment dat de school de intentie heeft om aan milieu en duurzaamheid te werken of die te verbeteren, mogen zij zich MOS-school noemen en ons nieuwe logo gebrui-ken. Wij gaan met een groep leerkrachten op zoek naar acties die passen in de schoolcultuur.

Hilde: ‘Het nieuwe MOS zorgt dus voor een intensievere vorm van begeleiding met aangepaste trajecten, begeleiding en coaching op maat van de school. Het legt het eigenaarschap bij de scholen, want de school kiest de doelen, de MOS-begeleider helpt ze te realiseren én te verankeren. De manier waarop wij ons werk doen, is dus ook helemaal veranderd. Het is mooi om te zien hoe scho-

© R. Reynders

10 | Milieu & Natuur 17/4 - 2015

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 10 25/11/15 13:57

Page 11: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

len die al een sterke MOS-werking hebben, zichzelf coachen. Hoe milieuzorg voor die scholen eigenlijk al een evidentie is. Dat sterkt ons in ons werk. Positief vind ik ook dat MOS nu niet meer geassocieerd wordt met veel papierwerk.’

MOS is dus geen kwaliteitslabel meer?Philippe: ‘Het principe van drie opeenvolgende logo’s behalen, zit momenteel inderdaad in een uitdoofscenario. Scholen die in het traject zitten, krijgen nog wel tot schooljaar 2017-2018 de tijd om dat af te werken. De groene vlag van Eco-Schools (een internationaal netwerk van duurzame scholen) blijft bestaan. Zie het als een verlengstuk van onze MOS-werking. Hier wordt wel nog gewerkt met criteria waaraan ze moeten voldoen, maar scho-len kunnen door de internationale werking en uitwisseling hun milieuwerking ook naar een ander niveau brengen. Ze kunnen dan kiezen welke vorm van evaluatie ze willen: een portfolio, zichzelf komen voorstellen op een centrale jury of een schoolbezoek door een jury. Die schoolbezoeken ervaren zowel de scholen als wij begeleiders als enorm positief. Het is indrukwekkend om te zien en te voelen hoe MOS kan leven op een school, zeker als de pro-jecten door leerlingen worden voorgesteld en gedragen.’

In het nieuwe MOS spreken jullie over ‘empoweren’. Hoe doe je dat, de neuzen van de leerkrachten in dezelfde richting zetten?Philippe: ‘In de eerste plaats door samen te bespreken in welke richting de verschillende neuzen wijzen. Heel boeiend. De neuzen in de MOS-werkgroep staan meestal wel in dezelfde richting. Van daaruit vertrekken we. Maar we gaan dan de dialoog aan met de rest van het team. Waar zien zij kansen en bekommernissen? We streven dus naar een gezond inspraakproces om op die manier een MOS-werking te krijgen waar leerkrachten en leerlingen zich goed bij voelen.’

Karel: ‘Vaak helpt het om te gaan zoeken naar een gemeenschap-pelijke doelstelling. Alle leerkrachten zijn bekommerd om het welbevinden van hun leerlingen. Als een MOS-team door de ver-groening van de school aan dat welbevinden wil werken, krijg je gemakkelijker het hele team mee. Vaak wil zo’n MOS-team te

grote stappen ineens zetten. Je moet zo’n proces de tijd geven, om ook anderen de kans te geven om betrokken te geraken. Op dat vlak is onze aanpak toch wel veranderd. We komen ook van ver. In onze tijd was het bijvoorbeeld perfect normaal dat we frisdrank kregen in de basisschool; nu bestaat dat niet meer. Het-zelfde verhaal met de boterhammendozen. Quasi alle leerlingen nemen tegenwoordig hun lunch in een boterhammendoos mee. Het is toch ongelofelijk knap dat zo’n attitude via het onderwijs z’n ingang in de maatschappij gevonden heeft!’

Philippe: ‘Er is nog steeds die hoogdringendheid van de milieu-problematiek. En dan verval je al snel in een sturende aanpak, bv. je moet op die manier PMD sorteren. De vraag is of je het pro-bleem niet op een dieper niveau moet aanpakken. Het is dan ook erg interessant om te zien dat scholen anders omgaan met afval. Ze organiseren bijvoorbeeld een kringloopmarkt, fietsreparaties, ruilactiviteiten of upcycling vanuit het idee dat leerlingen hier-door meer respect krijgen voor materialen en van daaruit anders naar afval kijken.’

Hilde © J. Lambrix

Philippe © J. LambrixKarel © J. Lambrix

Milieu & Natuur 17/4 - 2015 | 11

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 11 25/11/15 13:57

Page 12: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Hilde: ‘De waarom-vraag is erg belangrijk! Waarden en normen zijn voor iedereen anders. Een mooi voorbeeld daarvan was een discussie in een school in Tessenderlo, waar de leerlingenraad per se automaten met frisdrank op de speelplaats wilde en de milieu-werkgroep zich daartegen verzette. In de school is er dan een debat georganiseerd tussen beide partijen en hebben alle leerlin-gen mogen stemmen. Zo leerden ze dat er verschillende denk- en waardekaders zijn en dat vind ik heel waardevol bij het maken van duurzame keuzes! Een ander mooi voorbeeld komt uit een project rond duurzame voeding. Als je de leerlingen laat kiezen tussen drie soorten appelsap: het goedkoopste, het sap van Oxfam Wereldwinkels of van appels van dichtbij huis, welke kies je dan? Denk en handel je dan vanuit een economisch, sociaal of ecolo-gisch kader of zoek je het evenwicht tussen deze drie pijlers?’

Van welke kleine verhalen worden jullie blij?Hilde: ‘Het is moeilijk om er één verhaal of project uit te kiezen, want dan lijkt het alsof we afbreuk doen aan alle fantastische zaken die de scholen realiseren. In de PSSD Green High in Diepen-beek bijvoorbeeld sloegen de leerlingen van het zesde jaar ASO en TSO Hout de handen in elkaar in een onderzoeksproject rond biodiversiteit. Prachtige bijenhotels waren het resultaat. Knap daarbij vind ik dat iedereen vanuit zijn vak of interessegebied kan meewerken. Of in BuSO De Wissel in Genk waar het Green Team, de MOS-werkgroep met leerlingen, zich jaarlijks uitbreidt met nieuwe leden en dit op vraag van de leerlingen zélf.’

Karel: ‘Voor mij is dat een leuke anekdote uit een kleine kleuter-school in Tongeren. Na een MOS-overleg vertrok ik en zag ik de kleuters uit de eetzaal komen. De laatste kleuter wandelde voor mij door en deed spontaan het licht uit. Als dat er bij zulke kleine kinderen in zit zonder dat de juf het moet zeggen, vind ik dat super. Hieraan voel je dat milieubewustzijn in hun schoolcultuur zit en dat doet goed.’

Philippe: ‘Ik word altijd enorm gemotiveerd door enthousiaste leerkrachten. Maar als ik dan bij een schoolbezoek zie dat ook leerlingen zelf acties opzetten en uitwerken, kan ik daar wel stil van worden. Zo zagen we leerlingen die in het kader van MOS ook bezig waren met muziek, teksten, folders of zelfs stand up comedy. Of een leerling die in het secundair onderwijs nog een spreekbeurt gaf over de MOS-werking op haar lagere school!’

Wat is jullie MOS-droom voor de volgende tien jaar?Karel: ‘In het nieuwe MOS kan een school het MOS-merkteken integreren in het schoollogo als symbool voor de verankering van duurzame ontwikkeling in het schoolbeleid, de schoolcultuur en het curriculum. Ik hoop dat we tegen de 25e verjaardag van MOS geen twee, maar 200 Limburgse schoollogo’s zien met het MOS-hartje in.’

Hilde: ‘Ik droom van een volledige continuïteit van duurzaam-heidsgedachten tussen basis- en secundair onderwijs. En dat MOS niet meer als een hokje gezien wordt, maar dat het in elke activi-teit op school te zien is.’

Philippe: ‘Ik stel me het heel visueel voor: dat scholen groene oases mogen zijn, met speelgroen, leergroen, échte natuur op school, biodiversiteit en plaats om voedsel te telen.’

Deze dromen realiseren begint met kleine stapjes: Hilde stond te popelen voor het eerste lerend netwerk voor BuSO-scholen en Karel en Philippe vertrokken naar een basisschool in Sint-Truiden die zij begeleiden in een traject rond een schoolmoestuin en wilde bijen op school!

LIVEC schakelt enkele versnellingen hoger

Het Limburgs Veldstudiecentrum – kortweg LIVEC – schoot in mei 2013 al uit de startblokken, maar zal in de komende maanden onder leiding van de nieuwe coördinator Katrien Hendrickx op kruissnelheid komen. Het veldstudiecentrum wil technieken, materiaal, informatie en ondersteuning bieden aan men-sen die aan natuur- en milieuonderzoek willen doen. Zo moet het een ontmoetingsplaats worden waar ideeën bruisen en een netwerk vormen voor mensen met verschillende achtergronden. Leerlingen zullen een belangrijke doelgroep zijn, maar ook gewone burgers met een warm hart voor natuur en natuurstudie. Zo past de werking binnen de citizen science: wetenschap door en voor burgers.

Onderzoeksprojecten binnen het Limburgs Veldstudiecentrum moeten bruikbaar en maatschappelijk relevant zijn. Ze zullen de vaardigheden die je nodig hebt als onderzoeker (kritisch en genuanceerd zijn) stimuleren en een duurzame houding benadrukken. Alle onderzoeken moeten de Limburgse natuur ten goede komen. Maar ook natuurbeleving, een enthousias-merende werking en een goede sfeer staan hoog op de agenda.

Sinds september is Katrien Hendrickx de coördinator van het LIVEC. Ze studeerde biologie aan de universiteit Antwerpen. De afgelopen jaren heeft ze veel ervaring opgedaan met onderzoeksprojecten rond natuurbehoud en ecosysteemdiensten. Ze werkte ook mee aan NME-projecten zoals ‘Natuur over stapstenen’ en ‘De Milieuboot’. De stap naar LIVEC was dan ook logisch.

Katrien

12 | Milieu & Natuur 17/4 - 2015

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 12 25/11/15 13:57

Page 13: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Digitale media in de natuur- en milieueducatieLeerlingen zoeken aan de hand van vraagjes op een app op hun tablet welke vogel ze zien en horen. Via een navigatiesysteem vinden ze de nieuwe onderzoeksplaats van hun zoektocht. Ze tekenen de omgeving na op hun scherm in plaats van met potlood in hun werkboekje. Digitale media veroveren stilaan hun plaats binnen de natuur- en milieueducatie. Hoe gaat het PNC daarmee om?

Het PNC is ervan overtuigd dat digitale media zoals tablets en smartphones wel degelijk een meerwaarde kunnen betekenen binnen de natuur- en milieueducatie. In de vier jaar dat er expertise is opgebouwd rond de integratie van digitale media in de educatieve projecten, zijn er enkele lessen geleerd. In de eerste plaats moet je in de natuur rekening houden met enkele praktische beperkingen van tablets en smartphones: de zichtbaarheid op het scherm is niet altijd optimaal en je werkt er vaak zonder mobiele netwerkverbindingen. De tablet moet ook meer zijn dan een duur digitaal werkboekje. Verder zijn digitale media een middel en geen doel op zich. Ze verla-gen de drempel om jongeren op een zinvolle manier de natuur in te krijgen. Het doel blijft natuurbeleving via veldwerk. Ook bij regenweer! Dan wordt een goedwerkend attribuut zonder technologie bovengehaald: de paraplu!

Het educatief PNC-project eXplorer houdt alvast rekening met al deze punten. eXplorer laat leerlingen van de derde graad lager onderwijs per twee op onderzoek uittrekken in de natuur. Alle onderzoeksgegevens worden op de tablet ingegeven. De tablet zorgt verder voor de nodige aanwijzingen en helpt bij het navigeren naar de verschillende onderzoeksplaatsen. Ook een rekenmachine, camera, interne lichtmeter en de mogelijk-heid om de omgeving op scherm na te tekenen zijn voorzien. Alle onderzoeksresultaten worden in een samenvattend rap-port naar zowel de leerlingen als de leerkracht gemaild.

Twee gratis tips voor apps (Tipps) voor zowel Android als iOS

DierenzoekerDeze app toont je de meest voorko-mende dieren uit je directe leefomge-ving. Via vraagjes over kleur, gedrag, omgeving … kom je te weten hoe het dier heet en kan je er nog meer over leren.

SpoorzoekerAls je buiten een pootafdruk, etens-resten of uitwerpselen vindt, helpt deze app je uitzoeken van welk dier ze afkomstig zijn. Voorts omvat deze app handige hulpmiddelen (zoals een liniaal, zaklamp en vergrootglas) om de sporen te meten, te bekijken of te bewaren.

© J. Lambrix

Milieu & Natuur 17/4 - 2015 | 13

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 13 25/11/15 13:57

Page 14: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Limburgse natuurcentra in de kijkerDe Limburgse natuurcentra die deel uitmaken van het Limburgs Natuur- en Milieueducatief Netwerk zijn dé plekken bij uitstek om een verkenning van de natuur voor te bereiden. Zowel tijdens de schooluren als in je privétijd kan je er terecht. Je springt even binnen, om buiten meer te zien! Het hele jaar door valt er in de Limburgse natuurcentra wat te beleven: een geleide wandeling, een determinatie-avond, een interessante voordracht of tentoonstelling. Milieu en Natuur stelt ze even kort voor.

BEZOEKERSCENTRUM DE WATERSNIPGrauwe Steenstraat 7 bus 2, 3582 Koersel (Beringen)tel. 011 45 01 91, [email protected]: provincie Limburg, Agentschap voor Natuur en BosNatuurpunt vzw, stad Beringen

EDUCATIEVE BIJENSTAND OP ’T SONNISHeerstraat 2, 3530 Helchterentel. 0498 08 20 55, [email protected]: Kempische Imkersvereniging, Educatieve Bijen-stand Sonnis (KIEBS vzw), gemeente Houthalen-Helchteren, met steun van de provincie Limburg

BEZOEKERSCENTRUM DE WULPTussenstraat 10, 3910 Neerpelttel. 011 80 26 77, [email protected]: Natuurpunt, Neerpelt, met steun van de provincie Limburg

NME-CENTRUM WERKGROEP ISISDorpsstraat 8 bus 1, 3990 Grote-Brogel (Peer)tel. 011 63 37 05, [email protected]: Werkgroep Isis, met steun van de provincie Limburg en de Vlaamse Overheid (Departement Leefmilieu, Natuur en Energie)

MILIEUKLAS MULLEMER BEMDENSteenweg Wijchmaal 66, 3990 Peertel. 011 63 37 05, [email protected]: Werkgroep Isis vzw

BOSMUSEUM GERHAGENZavelberg 10, 3980 Tessenderlotel. 013 67 38 44, [email protected]: Werkgroep Ecologie Tessenderlo vzw, gemeente Tessenderlo, met steun van de provincie Limburg

NATUUR.HUIS WATERINGHUISOude Maai 80, 3920 Lommeltel. 011 64 94 00Initiatief: Natuurpunt Noord-Limburg

NATUUR.HUIS DE RAMMELAARS Broekstraat/Welderstraat, 3945 [email protected]: Natuurpunt Ham

MAASCENTRUM DE WISSENNegenoordlaan 2, 3650 Dilsen-Stokkemtel. 089 75 21 71, toerisme@dilsen-stokkem.bewww.toerisme-dilsen-stokkem.beInitiatief: stad Dilsen-Stokkem met steun van de provincie Limburg

POLLISMOLEN OPITTERMolenstraat 56, 3960 Opittertel. 089 84 85 61Initiatief: stad Bree i.s.m. Regionaal Landschap Kempen en Maasland

NATUUR.HUIS MARIAHOFMariahofstraat 51, 3960 Breetel. 089 24 61 21, [email protected]: Natuurpunt Bree

14 | Milieu & Natuur 17/4 - 2015

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 14 25/11/15 13:57

Page 15: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

NATUUR.HUIS SMEETSHOFSmeetshofweg 1, 3950 Bocholtgoossensarnold@hotmail.comwww.natuurpuntbocholt.beInitiatief: Natuurpunt Bocholt

CONNECTERRA - NATIONAAL PARK HOGE KEMPENZetellaan 54, 3630 Eisden (Maasmechelen)tel. 089 44 04 44, [email protected] www.connecterra.beInitiatief: Regionaal Landschap Kempen en Maasland vzw

KINDERBOERDERIJ PIETERSHEIMNeerharenweg 12, 3620 Lanakentel. 089 71 21 20, [email protected]: vzw Toerisme

DE LIETEBERGStalkerweg z/n , 3690 Zutendaaltel. 089 25 50 60, [email protected]: De Lieteberg vzw

NATUURCENTRUM HEEMPARKHoogzij 7, 3600 Genk tel.: 089 65 46 15, [email protected] www.heempark.beInitiatief: vzw Heempark Genk, stad Genk

KATTEVENNENPlanetariumweg 18-19, 3600 Genktel. 089 65 55 55, [email protected]: Kattevennen-Europlanetarium vzw

BEZOEKERSCENTRUM HENGELHOEFHengelhoefdreef 6, 3530 Houthalen-Helchterentel. 011 53 02 50, [email protected]: Limburgs Landschap vzw met steun van de provincie Limburg

STEDELIJK DOMEIN KIEWITPutvennestraat 108, 3500 Hasselttel. 011 21 08 49, [email protected] - Natuurpunt Limburg 011 24 60 20, [email protected]

www.hasselt.be/domeinkiewitwww.natuurpuntlimburg.beInitiatief: stad Hasselt, Natuurpunt Limburg met steun van de provincie Limburg

PROVINCIAAL NATUURCENTRUMCraenevenne 86, 3600 Genk tel. 011 26 54 50, [email protected]: provincie Limburg

BEZOEKERSCENTRUM SCHULENSMEERDemerstraat 60, 3560 Lummentel. 013 55 63 81, [email protected] www.schulensmeer.beInitiatief: Opdrachthoudende vereniging Schulensmeer (gemeenten Lummen, Herk-de-Stad en Halen), Natuurpunt Vrienden van het Schulensbroek, met steun van de provincie Limburg

BEZOEKERSCENTRUM NIEUWENHOVENHasseltsesteenweg z/n, 3800 Sint-Truidentel. 011 68 79 81, [email protected]: provincie Limburg

NATUUR- EN MILIEUCENTRUM ORCHISPerronstraat 1, 3740 Munsterbilzentel. 089 50 10 19, [email protected]: Natuurvereniging Orchis vzw, met steun van de provincie Limburg

BEZOEKERSCENTRUM DE LANDSCHAPSRUITERRemise, Leroyplein 2, 3740 Munsterbilzen (Bilzen) tel. 089 51 56 54Initiatief: Natuurpunt Zuidoost-Limburg

NATUUR.HUIS HASPENGOUWKleinveldstraat 54, Gelinden (Sint-Truiden) tel 011 69 16 22, [email protected]: vzw Natuurhuis Haspengouw, met steun van de provincie Limburg en de stad Sint-Truiden

Milieu & Natuur 17/4 - 2015 | 15

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 15 25/11/15 13:57

Page 16: Jg. 17/4 Milieu & Natuur

Agenda

provincie LimburgUniversiteitslaan 1B-3500 HASSELT

Januari

15 Wandeling – Op zoek naar winterse vogels; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91 – [email protected]

17 Wandeling – Natuurspeurdertjes, het grote vogelweekend (5-7 jaar); samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91 – [email protected]

31 Wandeling – WinterWijerswandeling; samenkomst: 15.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: 011 53 02 50 – [email protected]

Februari

7 Wandeling – Geologie en geschiedenis van de streek; samenkomst: 14.00 u.; Bosmuseum, Zavelberg 10, Gerhagen (Tessenderlo). Info: 013 67 38 44 – [email protected]

7 Wandeling – In het voetspoor van meneer Konijn (7-12 jaar); samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Schulensmeer, Demerstraat 60, Lummen. Info: 013 55 63 81 – [email protected]

7 Wandeling – Wintervogels in de Vallei van de Zwarte Beek; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91 – [email protected]

7 Wandeling – Speuren naar dierensporen; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: 011 53 02 50 – [email protected]

14 Wandeling – Een hart voor natuur; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: 011 53 02 50 – [email protected] Inschrijven vóór 10/2 – € 5/leden: € 4

16 Wandeling – Uitwaaien op de terril van Heusden-Zolder; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91 – [email protected]

21 Wandeling – Natuurspeurdertjes, frisse neuzentocht (5-7 jaar); samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91 – [email protected] – € 2

Maart

6 Wandeling – Mossen; samenkomst: 14.00 u.; Bosmuseum, Zavelberg 10, Gerhagen (Tessenderlo). Info: 013 67 38 44 – [email protected]

6 Wandeling – Straffe Verhalenwandeling (volw.) en Vertelseltjes over de natuur (7-12 jaar); samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Schulensmeer, Demerstraat 60, Lummen. Info: 013 55 63 81 – [email protected]

6 Wandeling – verhalenwandeling: geheimen uit het bos; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91 – [email protected]

16 Wandeling – Stevige stapwandeling in de natuur (12 km); samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91 – [email protected]

20 Wandeling – Natuurspeurdertjes: daar is de lente (5-7 jaar); samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91 – [email protected] – € 2

20 Wandeling – Waterwandeling; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Hengelhoef, Hengelhoefdreef 6, Houthalen. Info: 011 53 02 50 – [email protected]

28 Wandeling – Stiltegebied Gerhagen; samenkomst: 14.00 u.; Bosmuseum, Zavelberg 10, Gerhagen (Tessenderlo). Info: 013 67 38 44 – [email protected]

April

3 Wandeling – Waterdiertjes pleziertjes (7-12 jaar); samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum Schulensmeer, Demerstraat 60, Lummen. Info: 013 55 63 81 – [email protected]

3 Wandeling – Seizoensaftrap: wandelen met een extraatje; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91 – [email protected]

7 Wandeling – Themawandeling natuurstudie en -beheer in de Zwarte Beek; samenkomst: 14.00 u.; Bezoekerscentrum De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel. Info: 011 45 01 91 – [email protected]

ColofonUitgave van: De deputatie van de provincieraad van Limburg, Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Ludwig Vandenhove, Igor Philtjens, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, Inge Moors, gedeputeerden; Renata Camps, provinciegriffier.

Hoofdredactie: Johan Van den Broek

Tekst: Barbara Creemers

Coördinatie en eindredactie: Nadine Moens, [email protected]

Dank aan: Karel Coenen

Redactieraad: Patrick Boucneau, Jan Mampaey, Nadine Moens, Sonja Scheurs, Daphne Tubée en Johan Van den Broek

Coverfoto: Johan Lambrix, www.jwain.be

Verantwoordelijke uitgever: Johan Van den Broek, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

Vormgeving: designpartner.be

Drukwerk: Drukkerij Paesen – Opglabbeek

Postbus: provincie Limburg, Directie Ruimte, Dienst Milieu en NatuurUniversiteitslaan 1, 3500 HasseltTel. 011 23 83 38, [email protected]

Oplage: 10 500 exemplaren. Deze publicatie werd gedrukt op Kringloop Cyclus Offset 115 g.

D/1999/5857/17

LIKONA-CONTACTDAG, 16 januari 2016i.s.m. het Centrum voor Milieukunde van de UHasselt

Programma08.45 uur Ontvangst09.15 uur Welkom - Ludwig Vandenhove, voorzitter van LIKONA en gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur09.30 uur Plenaire zitting met korte mededelingen10.30 uur Werkgroepvergaderingen12.00 uur Middagpauze en bezoek aan informatie- en boekenstands 13.30 uur Voordrachten rond natuurstudie in Limburg - Invasieve planten, Bert Berten - Elke gemeente een actie voor wilde bijen, Maarten Jacobs - Meetnetten voor monitoring Europese soorten eindelijk van start, Wouter Vanreusel en Luc Crèvecoeur - 25 mijlpalen van LIKONA, Jan Stevens - Inventariseren in de toekomst: kinderspel?, Alain De Vocht - 25 jaar natuurstudie in beeld, Frank Resseler16.30 uur Afsluiting16.45 uur Receptie

Het volledige programma van de contactdag vind je op www.likona.be. De deelname is gratis, maar inschrijven is noodzakelijk (vóór 10 januari). De warme maaltijd reserveer je op voorhand.

Meer info: PNC, tel. 011 26 54 62, [email protected], www.likona.be

MilieuNatuur_jrg17_nr_4_proef_3.indd 16 25/11/15 13:57