JCWeetje 2010, nummer 2

32
Jeugd, Cultuur & Wetenschap JCWeetje nr.2, 2010 - driemaandelijkse uitgave van Jeugd, Cultuur en Wetenschap vzw, landelijk erkende jeugdvereniging P509221 BELGIE/BELGIQUE P.B. GENT X BC10247 Afgiftekantoor 9099 GENT X eetje Lucht- en ruimtevaartdagen > 3 Historische JCWeetjes > 5-7 Openluchtmuseum Bokrijk > 20-21 Schrijfmachinemuseum > 24-25 WetenschapsEXPO 2010 > 26-27 Winadoe > 29

description

Driemaandelijks tijdschrift van JCW (Jeugd, Cultuur en Wetenschap vzw)

Transcript of JCWeetje 2010, nummer 2

Page 1: JCWeetje 2010, nummer 2

Jeugd, Cultuur & Wetenschap

JCWeetje nr.2, 2010 - driemaandelijkse uitgave van Jeugd, Cultuur en Wetenschap vzw, landelijk erkende jeugdvereniging

P509221

BELGIE/BELGIQUE

P.B. GENT X

BC10247

Afgiftekantoor 9099 GENT X

eetje

Lucht- en ruimtevaartdagen > 3Historische JCWeetjes > 5-7Openluchtmuseum Bokrijk > 20-21Schrijfmachinemuseum > 24-25WetenschapsEXPO 2010 > 26-27Winadoe > 29

Page 2: JCWeetje 2010, nummer 2

2

InHOudRedactioneel 2Jesse W. stelt voor 3Op komst 4Historische JCWeetjes 5-7Zap-je-terug 8-9Ruimte 10-11Flashback 12-13Interview 14-15Activiteitenkalender 16-17Techniek, technologie en wetenschap 18-19Openluchtmuseum Bokrijk 20-21Wist je datjes 22Bewise 23Extra: de schrijfmachine, historisch bekeken 24-25WetenschapsEXPO 2010 26-27Boekentips 28Winadoe 29Breinbrekers 30-31In de kijker 32

COLOfOnVerantwoordelijke uitgeverWim Van Petegem

RedactieAnnelies MeeusAnnick Van den EyndeBart BynensBoudewijn KnevelsHuguette Reynaerts Lode Melis Nathalie Balcaen Nina Antonissen Petra NooyensRoeland HeeremaStefaan TopSven VervloetTine SimoensVeerle BreugelmansWim Van Petegem

Coördinatie publicatiesBart Bynens

Lay-outGraylab.be

Coverfotodolle Zomerdagen (KuKu voor Kids), Vilvoorde, 24-28 augustus 2009

De Eyjafjallajökull, een tongtwister van formaat. Maar dit vulkaantje onder een gletsjer in Ijsland hield ons een hele week als aan de grond genageld, letterlijk en figuurlijk. Geen enkel vliegtuig in onze contreien kon nog landen of opstijgen. En wellicht waren er onder de JCW’ers ook wel vastge-raakt in één of ander exotisch oord, hebben ze hallucinante verhalen over een bijna onmogelijke terugtocht, of konden ze niet tijdig naar school (spijtig?). Toch wel merkwaardig dat een aspluim van een beetje omvang meteen zo’n grote gevolgen kan hebben op onze mobiliteit. Al even merk-waardig is de vaststelling dat wij het niet meer dan normaal vinden dat we ons zo makkelijk met het vliegtuig kunnen verplaatsen (waardoor we ook zo ontgoocheld worden als het even niet kan). En dan maar zeuren over ecologische voetafdrukken ...

We blijven in dit nummer wat in de sfeer, met een Vliegende Hollander en een missie naar Mars (in voorbereiding). En als de rook om ons hoofd is verdwenen, kunnen we terugdenken aan auto’s op zonne-energie. Of toch wat meer nostalgie? Schrijfmachines uit grootmoederstijd, speelgoed uit de oude doos, de zeetrilogie van een befaamd natuurschrijver, sprookjes vol magie of vrije tijd voor jongeren van toen. Om bij weg te dromen.Goed om weten is ook wat er tegenwoordig zoal in het JCW-aanbod steekt: maak kennis met onze kampen, wetenschapsEXPOsciences, lucht- en ruimtevaartdagen, en de Wetenschapsbende - voor ieder wat wils.

Dat het nu maar gauw zomer wordt, met veel zon, blauwe lucht en geen wolkje te bespeuren!

Veel leesplezier,Wim

Beste JCW’ers

Page 3: JCWeetje 2010, nummer 2

3

Jesse W. stelt voor ...

WEtEnSCHaPSBEndE: LuCHt- En RuImtEVaaRtdagEn (8-12 JaaR)

Heb je je ooit al eens afgevraagd waarom een vliegtuig in de lucht blijft, waarom je geen shampoo mag meenemen op een vliegtuig, waarom een marslander op een popcornvlok lijkt of waarom elke luchthaven een kleine dierentuin heeft? ga actief op zoek naar de antwoorden op deze en andere vragen tijdens de “Wetenschapsbende Lucht- en Ruimtevaartdagen”.

In de luchtvaartlabo’s van de Vrije Universiteit Brussel experimenteren we in de windtunnel en halen wij ons vliegbrevet voor telegeleide vliegtuigen, we krijgen

een exclusieve kijk achter de schermen van Brussels Airport en bezoeken de vliegtuigen van vroeger in het luchtvaartmuseum …

Dit programma voor meisjes en jongens zonder (hoogte)vrees wordt tweemaal aangeboden in de zomervakantie: als korte editie (3 dagen) van donderdag 1 tot en met zaterdag 3 juli 2010 en in een uitgebreide versie (5 dagen) van maandag 23 tot en met vrijdag 27 augustus 2010.

Korte editie - juli 2010Voor wie: 8 tot 12 jaar (geboren in 2002 t/m 1998)Waar: VUB campus Etterbeek + omgeving (Luchthaven Zaventem,

Luchtvaartmuseum, …)Wanneer: 1 t.e.m. 3 juli 2010, elke dag van 9.30 tot 16.30u (opvang tot 17.00u)Prijs: € 15,00 per dag of € 40,00 voor de drie dagen (leden JCW/JWR: € 13,00/dag of € 35,00/drie dagen)Extra: Er is de mogelijkheid om met de trein mee te reizen vanuit Brugge (je kan ook

opstappen in Gent Sint-Pieters!)

uitgebreide editie - augustus 2010Voor wie: 8 tot 12 jaar (geboren in 2002 t/m 1998)Waar: VUB campus Etterbeek + omgeving (Luchthaven Zaventem, luchtvaartmuseum)Wanneer: 23 t.e.m. 27 augustus 2010, elke dag van 9.30 tot 16.30u (opvang tot 17.00u)Prijs: € 15,00 per dag of € 60,00 voor de vijf dagen (leden JCW/JWR: € 13,00/dag of € 52,00/vijf dagen)Extra: Er is de mogelijkheid om met de trein mee te reizen

vanuit Mechelen (je kan ook opstappen in Vilvoorde!)

meer info en inschrijven:www.jcweb.be - tel. 02 252 58 08 - mail [email protected]

Dit kamp is een samenwerking met Jeugdwerkgroep Ruimtevaart vzw en Vrije Universiteit Brussel.

Page 4: JCWeetje 2010, nummer 2

4

ZOmERKamPEn 2010Het overzicht van alle zomerkampen (en andere activiteiten in de vakantiemaanden) met de meest recente info vind je uiteraard steeds terug op onze website (www.jcweb.be), maar enkele kampen zetten we graag nog even in de kijker!

aRCHEOLOgIEKamPEn:Toen dit JCWeetje naar de drukker ging, waren er enkele hoopvolle vooruitzichten, maar helaas nog geen definitief nieuws om al te kunnen ver-melden. Misschien is er nu (op het moment dat je dit leest zijn we enkele weken verder) al meer nieuws. Ga zeker eens op onze website kijken voor meer info …!

tHEmaKamP aan ZEE:Van 15 tot 20 augustus 2010 vindt “Schip ahoy!” plaats in Nieuwpoort, een kamp met piraten als thema. Extra troeven voor dit kamp zijn het ver-blijf op een boot en het gratis vervoer vanuit Vil-voorde heen en terug! De piratenkapitein neemt je mee naar een geheime bestemming, op zoek naar de waardevolle schat van een oude zeero-ver. Waarop wacht je nog? Stuur je inschrijving als een boodschap in een fles … of schrijf gewoon in via onze website!

IntERnatIOnaLE uItWISSELIngEn:JCW stuurt in juli een delegatie naar Turijn, met als centraal thema “de toekomst van onze aarde”. Hierbij zal niet alleen het belang van educatie aan bod komen, maar vooral de wetenschappelijke mogelijkheden en nieuwe technologieën ten dienste van de aarde zullen onder de loep genomen worden. Nog twee plaatsen vrij!!In augustus zal JCW namens België deelnemen aan een internationale uitwisseling in Estland met de positie van jongeren in onze maatschappij als uitgangspunt. Het cen-trale thema is jongeren en werk. Dit kamp is volzet!

Daarnaast is ook nog een leuk aanbod voor wie van ruimtevaart houdt (spacecamp), van sport (sport- en wetenschapskamp), van dieren (boerderijkamp) en zoveel meer.

Op komst

Page 5: JCWeetje 2010, nummer 2

door Lode Melis

dE VLIEgEndE HOLLandER

Een attractie in de Efteling, een opera van Richard Wagner, niet stuk te krijgen die Vliegende Hollander! Het spookschip zit gebeiteld in het geheugen van Nederland en ver daarbuiten.

De legende flitst ons terug naar de zeven-tiende eeuw toen de Nederlandse sche-pen van de “Vereenigde Oostindische Compagnie”, kortweg VOC, naar “den Oost” (Indonesië) zeilden. Na zes maan-den, negen als het tegenzat, konden ze aanleggen in Batavia (Jakarta). Het lastig-ste punt van de reis was het ronden van de Kaap De Goede Hoop. Daar had je altijd een sterke stroming en kans op storm. Dan kon het gebeuren …

HIStORISCHE JCWEEtJES

Historische JCWeetjes

5

De meest ervaren schipper verstijfde van angst wanneer er uit het niets een zwart-geblakerd schip opdook dat met vuur-rode zeilen door de lucht kliefde, tegen de wind in! De bemanning bad de hemel: “Bewaar ons goêlien, dat wij nimmer den Vliegenden Hollander zien.” Maar het was al te laat. Het spookschip schoof geruisloos door de romp alsof het lucht was en ver-dween. Er was geen splintertje schade, al-leen werd het even ijskoud …

Sommigen hadden op de voorplecht de schipper gezien, graatmager met witte ha-ren en holle ogen die in het niets staarden. Dat was Willem Van der Decken. Hij was ooit op paasdag uitgevaren. Iedereen had hem nochtans gewaarschuwd dat zoiets ongeluk bracht maar hij had alleen van zich afgebeten: “Al moest ik varen tot in de eeuwigheid, varen zal ik!” Dat was dan ook gebeurd. Van der Decken was gedoemd om eeuwig met zijn schip over de zeeën te zwerven. Wanneer je de Vliegende Hol-lander te zien kreeg, voorspelde dat een heleboel narigheid tijdens je reis.

Een verzonnen verhaal uit een zeemans-kroeg denk je? De kans dat je bij de Kaap de Goede Hoop een “spookschip” zag, was groot! Het is een plek waar twee oce-

© Disney

Page 6: JCWeetje 2010, nummer 2

6

Historische JCWeetjes

anen samenkomen, de Atlantische en de Indische. Dat geeft tegengestelde zeestro-mingen en een wind die uit alle richtingen blaast. In een tijd toen er enkel zeilschepen waren, leek het net of een ander schip tegen de wind in zeilde. De Kaap is ook gekend om zijn luchtspiegelingen. Een op-tisch effect waardoor je een schip boven de horizon ziet verschijnen dat in werkelijk-heid mijlenver weg is.

Als er dan nog een flinke storm opstak, werd de Vliegende Hollander realiteit!

aan BOORd aan dE BaK KOmEn

De bak van een zeventiende-eeuws zeil-schip was een overdekte ruimte vooraan

waar de matrozen hun dagverblijf had-den. Op een Hollands VOC-schip was een bak ook een houten kom waarin je het eten ging halen voor je ploeg. Een groep van zeven man at samen uit één bak. Nu snap je meteen waar de uitdrukking “aan de bak komen” vandaan komt. Nederlan-ders spreken over een “goeie bak” (stevige kost) als ze een leuke grap horen. Ook hier is “bak” synoniem van eten.

Een schip vertrok met zoveel mogelijk drinkbaar water aan boord, opgeslagen in grote eiken vaten. Na een tijdje werd het water troebel en kwam er ongedierte in. De matrozen dronken met hun tanden op elkaar om de wormpjes er uit te ziften!

Hetzelfde probleem had je met scheeps-beschuiten, harde dubbel gebakken deegkoeken. Ze bleven lang goed, maar niet lang genoeg. Ervaren zeelui klopten er eerst mee op tafel om de maden eruit te krijgen.

Je moet je voorstellen dat je maanden op zee bent met een driehonderdtal mensen op een beperkte ruimte van ongeveer 43 op 11 meter. Privacy had je niet. Officieren en passagiers hadden achteraan een pri-vé toilet, maar het scheepsvolk moest zijn behoefte doen in open lucht vooraan op de boeg van het schip. Er hing een uitge-rafeld touw in het water om je af te wissen.

In 1880 beweerde de Britse prins George dat hij de Vliegende Hollander zag voor de kust van Australië. Volgens sommigen kwam dat vooral door de whisky. Ook een Duitse U boot signaleerde hem in 1942. Waarschijnlijk zagen ze dit, een luchtspiegeling.

Page 7: JCWeetje 2010, nummer 2

De discipline was bijzonder streng en dat kwam vooral door de angst voor muiterij. Voor elk vergrijp was er een lijfstraf. Iemand die een mes trok werd met zijn linkerhand met dat mes aan de mast gespijkerd en moest maar zien hoe hij zich loswrikte. Je zou van minder de Vliegende Hollander gaan zien!

dE KOLdERStOK BataVIaWERf

In de plaats van een stuurrad hadden de VOC-schepen een rechtopstaande “kol-derstok”. Door die stok naar links of rechts te bewegen ging de helmstok in bewe-ging en kon het roer bediend worden (een helmstok waaraan het roer vastzit, zie je nog altijd bij motorbootjes).

Historische JCWeetjes

7

Pas midden achttiende eeuw wordt het Engelse systeem van een stuurrad overge-nomen.

Je kan alles en nog wat over het leven op zee te weten komen in Lelystad (Neder-land). Daar werd een heus VOC-schip, de“Batavia”, nagebouwd. Je kan de werf en het schip bezoeken. Superinteressant! Ga eens kijken op: www.bataviawerf.nl

VaLREPEn En WOLKEnKRaBBERS

Nog enkele scheepsweetjes op de valreep. Dat was de touwladder die langs het schip hing. Als het schip vertrok en je kon je nog net aan de valreep vastgrijpen, dan was je “op de valreep” nog op tijd aan boord.

De Engelsen hadden al wolkenkrabbers in de achttiende eeuw. Ze noemden het hoogste zeil aan de grote mast een “sky-scraper”.

Maar misschien loopt het nu wel de spui-gaten uit! Net zoals de gaten in de wand om het overtollige water aan dek te laten afvloeien.

De VOC was de eerste multinational. Dit is het oudste aandeel (1606) en meteen ook het oudste ter wereld! Nederland werd rijk met de specerijhandel. Indonesië arm, uit-gebuit en leeggeroofd ...

Page 8: JCWeetje 2010, nummer 2

8

Door Prof. Dr. Stefaan Top

Als we het hebben over sprookjes, maken we best een onderscheid tussen cultuur- en volkssprookjes. Cultuursprookjes zijn literaire creaties van auteurs, die een be-paalde boodschap uitschrijven en daar-bij gebruik maken van de stijl en/of de vorm en/of de structuur van traditionele sprookjes of volkssprookjes. Be-kende schrijvers van cultuur- of kunstsprookjes zijn onder meer de Deen Hans Christian An-dersen (1805-1870), Frederik Van Eeden (1860-1932), God-fried Bomans (1913-1971) en koningin Fabiola (1928- ). Hun sprookjes hebben een expli-ciete, literaire en artistieke waarde en behoren tot de of-ficiële literaire canon.Volkssprookjes daarentegen zijn veelal eeuwenoud. Wie ze gemaakt heeft en waar ze vandaan komen, weet men niet. Omdat ze vaak een lange mondelinge traditie achter zich hebben, vormen ze een kwetsbaar en waardevol stuk volkscultuur, vandaag de dag ook wel immaterieel erfgoed genoemd.

“De Grimmse sprookjes waren zo’n suc-ces dat in alle West-Europese landen mensen sprookjes en andere volksver-halen begonnen te verzamelen.”

Twee belangrijke internationale namen in de geschiedenis van het traditionele sprookje zijn de Fransman Charles Per-rault (1628-1703) met zijn Sprookjes van Moeder de Gans (1697) en de Duitse ge-broeders Jacob (1785-1863) en Willem (1786-1859) Grimm, die in 1812 en 1815 hun Sprookjes voor Kind en Gezin publiceer-

den. De Grimmse sprookjes waren zo’n succes dat in alle West-Europese landen mensen sprookjes en andere volksverha-len begonnen te verzamelen. In Vlaan-deren waren dat onder meer Pol De Mont (1857-1931), Alfons De Cock (1850-1921), Amaat Joos (1855-1937), Victor De Meyere (1873-1938) en vele anderen.

Om de gigantische interna-tionale sprookjesoogst over-zichtelijk te maken voor ver-gelijkend onderzoek heeft de Fin Antti Aarne (1867-1925) een praktisch systeem bedacht en uitgewerkt. Hij was namelijk tot de vaststelling gekomen dat heel wat sprookjes varianten waren van bepaalde types, die inhoudelijk nogal konden verschillen. Zo onderscheidt hij dierensprookjes, wonder-

sprookjes, sprookjes van de gefopte dui-vel, legendesprookjes, grappige vertel-sels, enz. Aarnes sprookjessysteem werd verfijnd en uitgebreid door de Amerikaan Stith Thompson (1885-1976). De Duitser Hans-Jörg Uther heeft onlangs de inter-nationale sprookjescataloog nog verder aangepast en vooral geactualiseerd.1 Dit standaardwerk is onmisbaar voor wie sprookjes in een internationale context

1 H.-J. Uther, The Types of International Folktales. A Classification and Bibliography. Helsinki 2004, 3 vol., 619, 536 en 285 p. De ontsluiting van het Vlaamse sprookjesmateriaal staat op naam van Maurits De Meyer (1895-1970) met zijn Le conte populaire flamand. Helsinki 1968. Wie nog meer wil lezen over sprookjes en hun cultuurhistorische achtergrond verwijzen we naar Geert Van Isten-dael, Vlaamse sprookjes. Amsterdam-Antwer-pen 1995 (met een inleiding van Stefaan Top, p. 13-24) en Ton Dekker e.a., Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ont-wikkeling, variaties. Nijmegen 1997, 478 p.

Zap(je) terug

“… En ZE LEEfdEn nOg Lang En gELuKKIg.” dE magIE Van SPROOKJES

Page 9: JCWeetje 2010, nummer 2

9

wil bestuderen.

“Aan het begin van de meeste sprook-jes doet zich een probleem voor.”

Het sprookje als apart genre munt uit door zijn veelal stevige en evenwichtige structuur, die gedragen wordt door wel-bepaalde actoren. Tot deze dramatis personae behoren onder meer de held (protago-nist), de antiheld (antagonist), de helper, de schenker, de op-drachtgever en nog andere derderangs figuren (tritagonis-ten). Wat de sprookjesfiguren betreft, valt op dat zij meestal een banale naam hebben, die nogal eens verwijst naar ui-terlijke kenmerken zoals Sterke Jan, Klein Duimpje, Roodkapje, ...

In sprookjes ontbreekt psychologische uitdieping van de karakters, wat tot ge-volg heeft dat ze niet evolueren. De figu-ren zijn ofwel goed of slecht en blijven dat het hele verhaal door. Aan het begin van de meeste sprookjes doet zich een pro-bleem voor. Zo is de extreme armoede van de houthakker en zijn vrouw de aan-leiding om Duimpje en zijn zes broertjes in het bos achter te laten. Assepoester is het slachtoffer van een gewijzigde fami-lietoestand. Haar vader-weduwnaar her-trouwt met een mooie vadsige vrouw die twee dochters heeft. Laatstgenoemden mogen en krijgen alles, Assepoester mag en krijgt niets, integendeel zij is het slaafje van de stiefzussen … Een dergelijke toe-stand is uiteraard onhoudbaar, zodat

een fee nodig is om het tij te doen keren. Sterke Jan wordt verweten dat hij een lui-aard is en op de kosten van zijn ouders leeft. Hier ligt een generatieconflict aan de basis van zijn vertrek uit de ouderlijke woning.

Armoede, discriminatie, ver-wijten zijn geen fictie, maar harde realiteit, die in het sprookje uitvergroot en door middel van magische middel-tjes gecounterd wordt. Met ups en downs slaagt de held erin niet alleen om te overleven, maar zelfs om op het einde van zijn/haar tocht het grote geluk te vinden. Het sprookje realiseert aldus een perfecte osmose tussen werkelijkheid en fictie. Daarom spreken we

van de magie van het sprookje, want ein-de goed, alles goed!

Zap(je) terug

Voor een programmaoverzicht van ‘Zap(je) terug’ verwijzen we je door naar de activiteitenkalender op blz. 16-17 en onze website.

Prof. dr. Stefaan Top studeerde Germaanse fi-lologie aan de K.U. Leuven en promoveerde er in 1974 tot doctor in de Letteren en Wijsbegeerte. Hij is een autoriteit in binnen- en bui-tenland die zich inzet voor de popularisering van volks-kunde, is erevoorzitter van het Internatio-nal Committee for Folkpoetry en voorzit-ter van Volkskunde Vlaanderen vzw. In het kader van ‘Zap(je) terug’ schrijft hij een jaar lang voor ons JCWeetje.

Page 10: JCWeetje 2010, nummer 2

10

Ruimtekids

Door Tine Simoens

In februari 2010 simuleerden 6 Belgen gedurende 2 weken een missie naar mars, in de woestijn van utah (uSa). Ze leefden er in een heus onderzoekssta-tion, moesten ruimtepakken aandoen wanneer ze even naar buiten wilden en deden heel wat experimenten. In die twee weken waren er al eens onder-linge spanningen. Je leeft tenslotte met 6 personen op een heel kleine ruimte samen.

De simulatie in Utah is echter niks ver-geleken met een echte Marsmissie: met de huidige technische mogelijkhe-den duurt het zo’n 250 dagen om van de Aarde naar Mars te geraken. Reken daarbij een maand verblijf met expe-rimenten, en dan nog eens 250 dagen om terug te keren. In totaal zou een Marsmissie dus anderhalf jaar duren.

“Wie onderweg ziek valt, kan niet zo-maar terugkeren.”

In de zomer van 2010 start een experi-ment - op aarde - dat 6 mensen (3 Rus-sen, 2 Europeanen en 1 Chinees) in een

mEnSEn OP maRS

afgesloten ruimte van 550 m³ zal “opslui-ten” voor 500 dagen. Hun isolatiekamer bevindt zich in Moskou. De 6 zijn speci-aal voor dit doel getraind en geselec-teerd. Mogelijk zal er ook een Belg, Je-rome Clevers, bij zitten, maar dat wordt pas later beslist. Europa heeft nu nog 4 kandidaten, terwijl er maar 2 kunnen deelnemen. Het team zal dus een vol-ledige Marsmissie simuleren om te zien hoe astronauten mentaal en fysiek rea-geren op dergelijke lange missies.

Heel wat onderzoek is al uitgevoerd tij-dens de 6 maanden-missies van astro-nauten in het ISS. Zo worden de effec-ten van gewichtloosheid en straling al grondig bekeken. Maar een Marsmissie verschilt op heel veel punten van een gewoon langdurig verblijf in de ruimte. Naar Mars en terug is dat alvast drie-maal zo lang. Maar je kan ook niet zo-maar eventjes een voorraadje voedsel achterna sturen. Of afval meegeven naar de aarde. Wie onderweg ziek valt, kan niet zomaar terugkeren. Ook ruzies mogen niet escaleren. Want het eigen-lijke werk start pas na 250 dagen reizen. Telkens wanneer er een bezoek zal ge-bracht worden aan het Marsoppervlak,

zullen er 3 mensen uitstap-pen en 3 mensen binnen blijven.

“Je moet rekening houden met een vertraging tot 20 minuten wanneer bood-schappen naar de aarde doorgegeven worden.”

Hoe zullen mensen zich gedragen wanneer ze met z’n zessen anderhalf jaar in isolatie zitten? Wat zijn de psychische gevolgen? Hoe

Page 11: JCWeetje 2010, nummer 2

11

Ruimtekids

gaan we om met stress? Verandert er iets in onze hormoonspiegel, weerbaar-heid tegen ziekte, slaapkwaliteit …? Hoe gaat de communicatie onderling en met de aarde? Je moet alvast reke-ning houden met een vertraging tot 20 minuten wanneer boodschappen naar de aarde doorgegeven worden.

De zes zijn verantwoordelijk voor het on-derhoud van hun ruimteschip, voor een goede landing, verblijf en experimen-ten ter plaatse en voor een behouden vertrek en thuiskomst. Ze dienen zelf hun voedselvoorraad te beheren, te poet-sen en waar nodig problemen op te los-sen. Zal er voldoende kennis aan boord zijn om alles op te vangen? Nu gaan al zeker een dokter, bioloog, ingenieur en computerexpert mee.

Er staan ook enkele noodsituaties op het programma: die zullen volledig gesimu-leerd worden, maar zo kan onderzocht worden hoe de groep er mee omgaat. Wat als een toestel aan boord het be-geeft? Wat als iemand ziek wordt?

Eén van de bedoelingen van dit experi-ment is om eruit te leren welke kwalitei-ten een astronaut zou moeten hebben om werkelijk op zo’n Marsmissie te ver-trekken.

“Dit jaar kondigde NASA al aan dat haar budget de komende 5 jaar met zes mil-jard dollar zal stijgen.”

Wanneer gaan we dan echt naar Mars? Die vraag is niet zo makkelijk te beant-woorden. Misschien moeten we eerst wat meer onderzoek doen naar nieuwe technieken om raketten voort te stuwen, zodat we er minder lang over doen om naar Mars te geraken. Dat is alvast de mening van Belgisch astronaut Frank De Winne …

De Amerikaanse ruimtevaartorganisa-tie NASA heeft dat ook zo begrepen en deed daarvoor al enkele “koerswijzigin-gen” in die richting. Dit jaar kondigde NASA al aan dat haar budget de ko-mende 5 jaar met zes miljard dollar zal stijgen. Dat geld gaat vooral naar het onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe technieken, bijvoorbeeld op het vlak van voortstuwing, motoren, mate-rialen … Daarnaast zal ze ook verder blijven investeren in onbemande tuigen naar de maan, Mars en asteroïden dicht bij de aarde, als voorbereiding op een menselijke reis.

De plannen van NASA om opnieuw mensen op de maan te brengen, wor-den in de koelkast opgeborgen. Ener-zijds omdat dit ten vroegste pas tegen 2028 zou kunnen lukken, anderzijds om-dat dit prestigieuze vervolgproject op de Apollo-reeks gigantisch veel geld zou opslorpen in vergelijking met ander, noodzakelijker onderzoek of technolo-gie-ontwikkeling.

Voorlopig moeten we het antwoord op: “Wanneer gaan we dan echt naar Mars?” nog even schuldig blijven…

Page 12: JCWeetje 2010, nummer 2

Flashback

12

Ridderdag in Horst dag van de Bokrijkabonnee

Vondstverwerking krokusvakantie activiteiten bij KIdS, Linkeroever

Page 13: JCWeetje 2010, nummer 2

13

Meer foto’s vind je in het

online fotoalbum op www.jcweb.be!

dolle paasdagen Vilvoorde

Regionale werking gent

Vormingstweedaagse

Page 14: JCWeetje 2010, nummer 2

14

De SPEELDAG is dit jaar aan zijn 5de editie toe. Tijd om een feesthoed op te zetten?

Dit is inderdaad een mooie gelegen-heid om er een feesteditie van te ma-ken. Alle kinderen die de SPEELDAG bezoeken vieren mee! Om deze speciale verjaardag in de kijker te zetten, zal elk kind namelijk een grappig feesthoedje krijgen bij het binnenkomen van de stad. Aan het einde van de dag wor-

den alle kinderen opgeroepen om met een feesthoed op het hoofd, allemaal samen en heel luid, het verjaardagslied voor de SPEELDAG mee te zingen!De feesthoed is niet alleen heel leuk, het biedt ook nog een extra voordeel ... Wie voor eind augustus, met zijn feesthoed, een bezoek brengt aan het Speelgoed-museum mag rekenen op een korting van 50% op de toegangsprijs.

Een hele dag spelen met alles wat je maar kan bedenken?

Net als de vorige edities valt er ook dit jaar weer heel wat te beleven op de SPEELDAG. Gezien het groeiende succes moest de organisatie het terrein noodgedwongen uitbreiden. Zo zal de prachtig vernieuwde Zoutwerf vanaf dit jaar ook in het gigantische terrein van de SPEELDAG opgenomen worden. Deze uitbreiding is nodig om de vele extra standen die er dit jaar bijkomen, zoals die van JCW, een mooie ruimte te bieden. Nog meer speelplezier dus!Bovendien wordt de dag feestelijk afgesloten met een spetterend optreden van de Ketnetband. Dat je er op 30 mei maar beter vroeg bij bent be-wijst het overzicht van onze activiteiten (zie apart kadertje)!

De SPEELDAG is ontstaan uit een onderzoek naar het spelgedrag van kinderen vroeger en nu dat het Speel-goedmuseum in 2004 liet uitvoeren. Eén van de meest opmerkelijke ge-gevens uit dat onderzoek was dat kin-

InterviewOp zondag 30 mei is het feest in mechelen, want dan geeft het Speelgoedmuseum het startschot voor de 5de editie van de SPEELdag! Het Speelgoedmuseum zet met de steun van mechelen Kinderstad haar beste beentje voor om er weer een uitzonderlijke dag van te maken. alle mogelijke soorten spel en speelgoed zullen weer klaarstaan. dat het evenement steeds succesvoller wordt, mag blijken uit het feit dat het terrein uitgebreid wordt. Een stuk van de Zoutwerf zal dit jaar geïntegreerd worden in het meer dan 15.000 m² grote speeldomein.

Page 15: JCWeetje 2010, nummer 2

15

deren vandaag steeds minder spelen hoewel ze méér vrije tijd hebben. Spelen kinderen nog steeds minder?

Het Speelgoedmuseum, Ketnet en Ra-dio 2, slaan de handen in elkaar om, in het kader van de 5de verjaardag van de SPEELDAG, dit onderzoek opnieuw te voeren. We willen weten waar kin-deren vandaag de dag mee bezig zijn. Hoeveel tijd van hun vrije tijd besteden zij aan spelen? Waarmee spelen ze? Hoeveel geld besteden ouders aan speelgoed? ...

Zowel kinderen als ouders zullen in de loop van de maand mei bevraagd wor-den. Meer informatie over dit onderzoek vind je op www.speeldag.be.

Interview

Wanneer?Zondag 30 mei van 10u tot 18u

toegangsprijs?gratis

Waar?15.000 m² speelruimte verspreid over: Grote Markt, Veemarkt, Befferstraat, Schoenmarkt, IJzerenleen, Vismarkt, Haverwerf en Zoutwerf

Bereikbaarheid?Gratis parking en shuttle naar binnenstad aan de NekkerhalGratis fietsenparking op de Botermarkt

meer info

[email protected] 015 55 70 75 (Speelgoedmuseum Mechelen)

WAT VALT ER TE BELEVEN?

KnutselenVolksspelen

GezelschapsspelenConstructiespelen

HersenbrekersSchaken

Peuter- en kleuterspeelgoedSpelparcours

HindernissenparcoursBehendigheidsspelletjes

RodeoComputerspelletjesTelegeleide auto’s

SpringkastelenKlimmuurAerotrim

WedstrijdenTrampolines

CircustechniekenGo-carts

Live-tafelvoetbalspelWaterspelen

Zeepbellen blazenMiniatuurgames / modelbouw

GrimeGeheimschrift lerenFoto’s laten nemenTattoos laten kleven

Spelen op een echte Beiaard

... en we vergeten er zeker nog!

Page 16: JCWeetje 2010, nummer 2

16

ACTI

VITE

ITEN

KALE

NDE

R Onze kampbrochure 2010 vind je als PDF-document op onze website! Hierbij alvast nog een overzicht:

[8-12 jaar] Boerderijkamp: How do you koe? (Brakel)> van 8 tot 14 augustus 2010

[8-12 jaar] Themakamp: Schip ahoy! (piratenkamp) (Nieuwpoort)> van 15 tot 20 augustus 2010

[9-13 jaar] Spacecamp: Escape from Jupiter, i.s.m. Jeugdwerkgroep Ruimtevaart (Meerle)

> van 1 tot 10 augustus 2010

[10-14 jaar] Sport- en wetenschapskamp: (z)weten geblazen, i.s.m. Afya (Lichtaart)

> van 11 tot 16 juli 2010

[10-14 jaar] Sport- en wetenschapskamp: Wild Water atelier, i.s.m. Afya (Nieuwpoort)

> van 22 tot 27 augustus 2010

[13-15 jaar] Archeologiekamp: alle gekheid op een schopje (nog geen concrete informatie geweten)

[13-15 jaar] Wetenschapskamp: Science me up, i.s.m. K.U.Leuven (Leuven, Wijgmaal)

> van 1 tot 7 augustus 2010

[13-15 jaar] Wetenschapskamp: Science happens, i.s.m. Universiteit Antwerpen (Antwerpen)

> van 4 tot 10 juli 2010

[16+] Archeologiekamp: Een schop in de roos (nog geen concrete informatie geweten)

[17+] Internationaal kamp: 2010 *** Camp-us (uitwisseling in turijn)> van 4 tot 13 juli 2010

Tijdens de zomermaanden staan er weer 2 dolle archeologiedagen op het programma, in juli voor de 8- tot 12-jarigen, in augustus voor de 12- tot 15-jarigen. Graaf samen met ons wat dieper mee in de schatrijke wereld van de archeologie. De exacte data en plaatsen worden via onze site bekendgemaakt.

KAmpEN

DOLLE ARCHEOLOgIEDAgEN

Page 17: JCWeetje 2010, nummer 2

17

Lees alles over dit programma dat zowel in juli als in augustus in samenwerking met VUB en JWR georganiseerd wordt, op blz. 3 van dit JCWeetje.

LuCHT- ENRuImTEVAARTDAgEN

Voor meer info en inschrijvingen: kijk op www.jcweb.be, bel 02-252 58 08, mail naar [email protected].

Vrijdag 6 augustus 2010

ZaP(JE) tERug - dE mOttE In ERtVELdE

deze trefdag wordt een ‘groot spel’ onder de vorm van een middeleeuwse queeste, en bestaat uit de ontdekking van de site hoge wal (motte). aan de hand van een interactief theaterspek-takel leren we de verhalen van het meetjesland kennen en gaan we op zoek naar de ontbrekende puzzelstuk-ken om de queeste op te lossen.

Datum: vrijdag 6 augustus 2010 van 13.30u tot 16uPlaats: Motte in Ertvelde (Evergem)Leeftijd: 8- tot 12-jarigenkostprijs: € 8,00 (leden) / € 10,00 (niet-leden)

DAguITsTAppEN

Zaterdag 3 en zondag 4 juli 2010

VORmIngStWEEdaagSE

Op 3 en 4 juli trekken verblijven we in Scoutel in Antwerpen om er de zomeractiviteiten voor te bereiden, op het programma weer een heleboel interessante vormingssessies, een hoop plezier tesamen met de andere vrijwilligers-begeleiders alsook een bezoek aan de zomer van Antwerpen. Wil je je hiervoor inschrijven? Stuur even een mail naar [email protected].

Van maandag 5 t.e.m. zaterdag 10 juli 2010

anImatORCuRSuS

In Jeugdverblijfcentrum De Waterman, Brussel. Wil je graag begeleider worden, maar heb je graag eerst nog wat opleiding? Dan is een animatorcursus hét perfecte middel hiervoor! Je kan via JCW inschrijven, die je trouwens de helft van de cursus terugbetaalt als je je stage bij ons loopt. Deze cursus is zeker en vast een aanrader en als je slaagt heb je een diploma ‘animator’ te pakken. Mail naar [email protected].

VRIJWILLIgERsNIEuWs

Page 18: JCWeetje 2010, nummer 2

18

ZOnnEWagEnS: I’m WaLKIn’ On SunSHInE

Techniek, Technologie en Wetenschap

Door Roeland Heerema

Wist je dat 99,9 % van alle hernieuwbare energie op aarde zonne-energie is? In de meeste gevallen komt dat neer op zonnecollectoren en -boilers die de warmte van de zon gebruiken voor het verwarmen van water, maar ook het opwekken van stroom dankzij de zon wordt steeds populairder.

De zonnepanelen die daarvoor nodig zijn, werken met zogenaamde fotovol-taïsche cellen. Deze bevatten halfgelei-dende materialen die de stroom maar in één richting doorlaten, en wanneer het zonlicht erop schijnt, doet de elek-tromagnetische straling (licht dus) elek-tronen losbarsten in die richting. De vrije loop van elektronen is de stroom die de cel opwekt, zodat een heel paneel met cellen aardig wat elektriciteit kan ople-veren. Je ziet de toepassingen in uiteen-lopende sectoren: van de dagelijkse stroomvoorziening van huizen tot satel-lieten en het internationale ruimtesta-tion, en zelfs in het vervoer wordt hard aan toepassingen gewerkt. En dat heeft zo zijn voordelen.

“Het probleem is dat er erg veel nodig is voordat een zonnewagen kan concur-reren met een conventionele auto.”

Kijken we naar de actuele discussies over vervuiling en het uitputten van fos-siele brandstoffen, dan wordt het ineens heel interessant om te denken aan op-lossingen in de vorm van zonneauto’s: die vervuilen niet en hebben geen brandstof nodig. Hun werking is simpel: de zonnepanelen wekken elektriciteit op door het opgevangen zonlicht, dit

wordt opgeslagen in een accu, en die accu drijft een elektrische motor aan. Het principe klinkt ideaal en er zijn in de praktijk al enkele wagens in gebruik voor goederentransport of als bus, maar een werkelijke commerciële doorbraak blijft voorlopig nog uit.

Autofabrikanten Toyota en Fiat hebben laten doorschemeren dat zij wel aan nieuwe automodellen werken op zon-ne-energie, maar wanneer we die ook daadwerkelijk in de autosalons zien ver-schijnen, is nog maar de vraag in tijden van economische crisis. Het probleem is namelijk dat er erg veel nodig is voor-dat een zonnewagen kan concurreren met een conventionele auto. Het is voor een elektrische motor lang niet altijd even makkelijk om evenveel vermogen te creëren als een V8- of V12-motor, en daarbij maakt hij niet zo’n mooi geluid.

“maar wat als je in noorwegen woont, en het is winter?”

Bovendien heeft een auto op brandstof een hoeveelheid energie ter beschik-king die evenredig is met hoe vol zijn tank is, terwijl een zonneauto van een hele hoop factoren afhankelijk is. Zo is er, om te beginnen, de positie van de zon, wat direct betekent dat er bepaal-de plaatsen zijn op aarde en zekere uren op de dag waarop je simpelweg meer uit je auto haalt. Natuurlijk hoef je dan niet rond te rijden, maar kan je ook je auto gewoon laten opladen … maar wat nu als je in Noorwegen woont, en het is winter? Dan kan je erg lang wach-ten op een volle accu! En dan hebben we het al over ideale weersomstandig-heden, want bij bewolking is de lichtin-

Page 19: JCWeetje 2010, nummer 2

19

Techniek, Technologie en Wetenschap

waardoor de auto’s er gemiddeld iets meer dan drie dagen over doen. De af-gelopen jaren heeft er steeds een team van het Umicore Solar Team deelge-nomen van de Groep T Hogeschool uit Leuven. De studenten met als sponsor Umicore, dat germanium levert voor de zonnecellen, boekte uitstekende resul-taten en zette voortreffelijke snelheids-prestaties neer.Hun grootste concurrent is het Nuna-team van de noorderburen uit Delft. Zij wonnen de race maar liefst vier keer (in de jaren 2001, 2003, 2005 en 2007) on-der leiding van de Nederlandse astro-naut Wubbo Ockels. Vorig jaar zat het hen niet mee: een crash tijdens het oe-fenen voor de race maakte dat de auto vervangen moest worden. Winnaars in 2009 waren dus niet de Nederlanders, maar de Japanners van de universiteit van Tokai, die zonnecellen gebruikten van een zeer hoge kwaliteit waaraan geen enkel ander team kon tippen.

Als de trend wordt verder gezet van het ontwikkelen van steeds betere zonne-cellen, van het ontwerpen van steeds meer aerodynamische modellen en van het zoeken naar een toenemend comfort, dan kan een commerciële in-teresse in zonnewagens nooit echt lang meer uitblijven. Als autofabrikanten eenmaal uit de crisis geklommen zijn, kunnen we binnen afzienbare tijd de eerste modellen op de autoshow in Ge-nève verwachten.

Het team van de Nuna 5 met astronaut Wubbo Ockels

tensiteit natuurlijk alweer wat lager.

Tot slot, en dit is een heikel punt, is er nog het rendement van de zonnecellen. Die ligt niet heel erg hoog: men is al blij als men ongeveer een kwart van de inval-lende lichtenergie ook daadwerkelijk in elektrische energie kan omzetten.

Het omzetten van licht in energie is dus niet zo gemakkelijk als het lijkt. Ter verge-lijking: autootjes zoals Spirit en Oppor-tunity, die rondrijden op Mars, hebben hiermee ook al te kampen, maar dan onder totaal andere omstandigheden. Nog een bijkomende uitdaging op aar-de, die onvermijdelijk is met een atmos-feer, is het minimaliseren van de lucht-weerstand tijdens het rijden. Dit voel je zelf als je je hand uit het raam van een rijdende auto steekt: een vlakke hand in de rijrichting wekt veel weerstand op, terwijl een platte hand minder zwaar aanvoelt.

Dit vertaalt zich bij zonnewagens in su-peraerodynamische vormen, die het voor de motor minder zwaar maken om de auto voort te stuwen. Ook dit is commercieel weer niet handig: probeer maar eens een logge personenwagen voor vier mensen te persen in het aero-dynamische profiel van een vliegtuig-vleugel!

“Vorig jaar zat het hen niet mee: een crash tijdens een oefening maakte dat de auto vervangen moest worden.”

Gelukkig wordt er hard gewerkt om alle factoren te optimaliseren. Een eve-nement dat bij uitstek die ontwikkeling stimuleert, is de tweejaarlijkse World So-lar Challenge in Australië. Daarbij is het doel dat de deelnemers een parcours van meer dan 3000 km afleggen van het noorden tot het zuiden van het land. Dagelijks duurt de race van 8 tot 17 uur,

Page 20: JCWeetje 2010, nummer 2

2020

Openluchtmuseum Bokrijk

EEn REIS In dE tIJd VOOR maaR 1 EuRO!

Vroeger besteedden jongeren hun vrije tijd natuurlijk heel anders dan nu. Neem bijvoorbeeld het leven in de Kempen rond 1900. Jongeren brach-ten veel tijd door met werken op het land en in het huishouden. Je stond vroeg op, meestal al om 5 uur ´s och-tends. Bij het krieken van de dag ver-zorgde je de boerderijdieren. `s Mid-

dags at je boterhammen in het veld en `s avonds een sobere maaltijd van aardappelen. Door al dat werk op de boerderij zat je niet vaak op de school-banken! Joepie? Benieuwd hoe jon-geren zonder sportclub of games toch te gekke spellen verzonnen? Boek dan de nieuwe belevingsroute ‘Een dag uit het leven van…’.

misschien ga je gillen als je leraar wiskunde je gsm afpakt. misschien ga je brullen als je een dag je mail niet kan checken, of geen berichtjes kan sturen via face-book. En een avond zonder tv, daar moet je helemaal niet aan denken. Kun je je voorstellen hoe het is zonder al die elektronica? Hoe zou je dag eruit zien zonder chatten, sms’en en zappen?

Page 21: JCWeetje 2010, nummer 2

21

Openluchtmuseum Bokrijk

Het Openluchtmuseum Bokrijk geeft jou de kans om een tijdreis te maken. Voor maar 1 euro stap je een paar eeuwen terug in de tijd.

nIEuW muSEumSPEL

Bij de kassa van het museum ontvang je het gratis museumspel(*): een ontdekkings-tocht vol gekke en grappige vragen en weetjes. De bewoners die je tegenkomt in en rond de dorpshuizen helpen je graag met het spel … en laten je voelen, proeven en ruiken. Altijd al aan koeienmest willen snuiven, zelf graan voor een pannenkoek willen malen of een strozak als matras willen uittesten? Sleep je vrienden mee als proef-konijnen om samen het verleden te trotse-ren. Veel plezier!

“Psssst …!”

Boerderijdieren waren vroeger niet alleen belangrijk voor vlees- en melkproducten en het trekken van de ploeg. Hun bergen stront en plas gemengd met stro zorgden voor prima mest om gewassen te laten groeien!

Openluchtmuseum Bokrijk

Vanaf 27 maart tot en met 30 september 2010 open van 10 tot 18u. Tot 6 jaar: gratis. Tot 26 jaar: 1 euro.

(*) Het museumspel is gratis te verkrijgen aan de kassa:- vanaf mei voor groepen (scholen, jeugdverenigingen, sportclubs …)- vanaf 1 juli voor alle bezoekers

(www.bokrijk.be)

“HIPS”

Kinderen en jongeren dronken vroeger dagelijks bier. Water werd nog niet gezuiverd en je kon er ziek van worden. Daarom was het voor groot en klein gezonder om bier te drinken!

Page 22: JCWeetje 2010, nummer 2

Wistjedatjes de Apollo 10 de vierde bemande vlucht was uit het Apollo programma en de

generale repetitie voor de echte maanlanding van Apollo 11?

Kermit de Kikker een muppet is die in de jaren ‘50 werd bedacht door Jim Hen-son? Kermit is vernoemd naar een vriend van Henson: Kermit Scott. Jim Henson deed zelf de stem van Kermit.

Mount Rushmore een nationaal park is in de Verenigde Staten? In een rots zijn tussen 1927 en 1941 de koppen van vier Amerikaanse presidenten uitgehakt, wat een belangrijke toeristische attractie vormt. Deze presidenten zijn: Ge-orge Washington, Thomas Jefferson, Theodore Roosevelt en Abraham Lincoln.

de zingende zaag één van de weinige strijkinstrumenten is zonder snaren. De klank wordt voortgebracht door met een strijkstok de zaag in trilling te bren-gen?

aan de Zuid-Amerikaanse rivier Berbice tot op de dag van vandaag een op het Nederlands gebaseerde pidgintaal wordt gesproken, het Berbice-Neder-lands?

er op het JCW-secretariaat (helaas) geen enkele doos snoep toegekomen is na het wist-je-datje van het vorig JCWeetje waarbij gesteld werd dat het in Idaho verboden is om iemand een doos snoep te geven van meer dan 25 kilogram? (zie JCWeetje 2010, nummer 1)

alle termieten op de hele wereld samen 10 keer zoveel wegen als alle men-sen?

er op de Mount Everest maar liefst meer dan 20.000 kg afval ligt, achtergela-ten door bergbeklimmers?

reeds in 1937 werd begonnen met de aanleg van de Belgische autosnelweg A10/E40?

de grootste jojo ooit 3 meter en 17 centimeter hoog was en 407 kilo woog?

het eerste cijfer van een teletekstpagina nooit met een 0 of 9 begint? Voor de aanduiding van het eerste cijfer zijn namelijk slechts drie bits voorzien, en dat biedt niet meer dan 8 verschillende mogelijkheden.

Page 23: JCWeetje 2010, nummer 2

23

Bewise

RaCHEL CaRSOn (1907-1964): dE StILLE LEntEdoor prof. Huguette Reynaerts en dr. ir. Nathalie Balcaen

Rachel Carson groeide op in het plattelandsdorp Riverdale in Penn-sylvania. Van haar moeder leerde ze de liefde voor de natuur ken-nen en daardoor studeerde ze biologie aan de John Hopkins univer-siteit. Ze werkte als wetenschapster bij het visserijdepartement in Wa-shington waar ze hoofdredacteur werd voor de publicaties van deze instelling. Zelf was ze een uitstekend auteur en ze schreef pamfletten en boeken over de oceanen, zoals “De zee rondom ons”, “De grenzen van de zee” en “Onder de zeewind”.

In 1952 besluit ze om zich volledig aan haar schrijversschap te wijden. Cen-traal thema van haar werk is het feit dat mensen een onderdeeltje zijn van de natuur, die zich vooral van de andere levende wezens onderscheiden door-dat ze hun leefmilieu grondig, en soms onomkeerbaar, kunnen wijzigen.

Als ze ontdekt hoe schadelijk pesticiden zijn voor het leefmilieu schrijft ze haar befaamde boek “Stille lente” (1962).

Dit boek bracht een bewustwording teweeg onder andere in verband met DDT. Dit pesticide zou dank zij haar ver-boden worden.

Tot haar vroege dood in 1964 bleef ze schrijven om het wonder van de natuur kenbaar te maken bij het grote publiek.

2010 werd uitgeroepen tot het jaar van de biodiversiteit omdat het de bedoeling was om tegen dit jaar de alarmerende achteruitgang van het aantal soorten op onze planeet te stoppen. dit doel werd spijtig genoeg niet gehaald. maar zoals Yann arthus Bertrand zegt in zijn reportages “de aarde vanuit de hemel”: volharding loont tenslotte altijd. En dus willen we dit jaar enkele vrouwen voorstellen die zich ingezet hebben voor het leefmilieu.

Page 24: JCWeetje 2010, nummer 2

24

Door Boudewijn Knevels

Door de snelle groei van handel en nijverheid, rond 1860, was er tussen uitvinders een wedloop onstaan om een vluggere manier van communi-catie te ontwikkelen. Zo vond Bell de telefoon uit, Edison de microfoon, de grammofoon en de gloeilamp, en pre-senteerde Remington in 1873 de eerste schrijfmachine. Deze ‘typewriter’ kwam tot stand na vele jaren experimenteren door verscheidene uitvinders.

Het eigenlijke vaderschap van de schrijfmachine wordt toegewezen aan een Engelse ingenieur, Henry Mill. Die verkreeg reeds in 1714 een octrooi voor zijn ‘kunstmatige machine die de let-ters afzonderlijk of na elkaar kan druk-ken’. Na Mill kwamen nog uitvinders, van wie sommigen zelfs machines in meerdere exemplaren produceerden. Er waren machines bij die gebaseerd waren op het principe van de piano-toetsen: in plaats dat het vilten hamer-tje de snaren aanraakte, werd het vilt vervangen door een uitgesneden let-ter en de snaar door een papier waar vooraf een lint of carbonpapier beves-tigd was.

dE tIK Van REmIngtOn dROEg BIJ tOt dE EmanCIPatIE Van dE VROuW

De echte doorbraak kwam er in 1873 toen twee ingenieurs, Christopher Lat-ham Sholes en Carlos Glidden, hun uit-vinding aan de Amerikaanse wapen- en naaimachinefabrikant Remington presenteerden. Hun typewriter was gebouwd op het onderstel van de Remington-naaimachine. Het pedaal diende om de typewagen van lijn te doen wisselen. Deze machines, de

eerste jaren werden er slechts enkele tientallen geproduceerd, werden rij-kelijk versierd, zelfs ingelegd met perle-moer, net zoals de naaimachines. De bedoeling was duidelijk: de typewri-ter vertrouwelijk en vrouwelijk te laten overkomen: wie kan stikken, kan ook tikken! Het was dan ook logisch dat de eerste bedieners van deze nieuwe machine vrouwen waren. Zo heeft de schrijfmachine zeker en vast bijgedra-gen tot de emancipatie van de vrouw (zie verder).

dE gEKStE mOdELLEn

Nu was het hek van de dam: tientallen octrooien werden aangevraagd die nieuwe machines introduceerden of de bestaande schrijfmachines verbe-terden. Sholes ontwierp het QWERTY-toetsenbord: de meest gebruikte letters in de Engelse taal werden zó geplaatst dat de hand slechts minimaal diende te bewegen, én dat de letterbaartjes bij snel tikken elkaar niet zouden hinde-ren. Later bleek dit toch niet zo doel-treffend maar de gewoontes die door de typistes waren aangenomen, kon-den niet meer worden uitgeroeid.

Tot 1878 schreven deze Remingtons en-kel hoofdletters. De QWERTY werd later door de Franse industrie lichtjes aange-past tot AZERTY. Bij de eerste machines was de schrijflijn onzichtbaar: het wa-ren de machines met onderaanslag. Geleidelijk werden andere systemen ingevoerd, bijvoorbeeld met zijdelingse aanslag, met achteraanslag, met bo-venaanslag. Soms met eigenaardige constructies tot gevolg. Er waren er bij die rond de eeuwwisseling slechts 5, anderen 50 dollar kostten. Vanaf 1908 werd de vooraanslag standaard.

dE SCHRIJfmaCHInE, HIStORISCH BEKEKEn

Extra

Page 25: JCWeetje 2010, nummer 2

25

Extra

In 1917 werden ‘stille’ machines geïn-troduceerd, machines die ingekapseld waren en daardoor minder lawaai maakten. Vlug volgden ook draag-bare machines en vanaf 1921 werd de Mercedes Elektra gecommercialiseerd. Deze machine ligt aan de basis van de elektrische en later de elektronische machines met één of meerdere ge-heugenlijnen. Eind jaren 1970 eindigde de geschiedenis van de schrijfmachine en begon deze van de printer en de computer.

anEKdOtES

Mark TwainDe eerste schrijfmachines werden door typistes-in-vitrines gepresenteerd. Schrijver Mark Twain was zo gefasci-neerd door de snelheid waarmee die typistes te werk gingen dat hij zich da-delijk zo’n machine aanschafte. Een-maal thuis aan ’t werk - hij was de eer-ste auteur ooit die een typewriter kocht (1874) - bleek dat de machine eerder traag was. Lag het aan zijn tekort aan ervaring? Hij wilde er het fijne van we-ten en ging nu aan de binnenkant van de vitrine kijken. En wat bleek? De typis-tes tikten altijd dezelfde zin in!

TolstojDe Russische schrijver Tolstoj kocht zich enkele jaren later ook een typewriter. Hij dicteerde zijn dochter wat zij moest typen. Het resultaat werd zijn bekende roman Oorlog en Vrede.

Leren typenDe Young Women’s Christian Associa-tion was de eerste organisatie die de mogelijkheden van deze nieuwe ma-chine inzag voor de carrière van vrou-wen. Reeds in 1881 startte zij met het geven van typelessen. Acht vrouwen begonnen aan de opleiding als typiste. Het idee verspreidde zich snel en rond

1890 waren er in de Verenigde Staten van Amerika liefst 60.000 jonge vrou-wen aan het werk in kantoren. Niet als poetsvrouw maar als typiste en gelei-delijk aan als secretaresse.Het was ook in 1890 dat de eerste dic-tafoons het levenslicht zagen: de baas sprak zijn boodschap in op een soort bandopnemer (de wassen rol van Edi-son) en de typiste maakte er een fat-soenlijke brief van!

The quick brown fox …Wist je dat herstellers van schrijfmachi-nes altijd dezelfde zin intikten? Een zin waarin alle letters van het toetsenbord gebruikt werden (op de cijfers en de tekens na). Zo wisten ze of de machine weer op en top was. Probeer het ook maar eens: the quick brown fox jumps over the lazy dog.

EEn BEZOEKJE aan KantOORaRCHEO-LOgIE …

Het chronologische overzicht van deze hele ontwikkeling is te zien in het Schrijfm@chinemuseum te Heers (Zuid-Limburg): van mechanische schrijfma-chines (reeds in 1881 met @penstaart-je!) tot elektronische machines met beeldscherm en functietoetsen. Voorts toont het museum originele adverten-ties, postkaarten, posters, handleidin-gen, cursussen, enzovoort. Je ziet er ook stencil- en stansmachines, telexen, en bijbehorende gebruiksvoorwerpen. Dit is het enige museum van die aard in België.

Voor een bezoek maak je een afspraak via de gemeente Heers (011 48 01 01) of met conservator Boudewijn Knevels (011 48 67 05). Info ook op de websites www.heers.be of www.boudewijnkne-vels.be.

Page 26: JCWeetje 2010, nummer 2

26

Extra

WEtEnSCHaPSEXPO 2010, EEn VERSLag

WInnaaRS WEtEnSCHaPSEXPO 2010

WetenschapsEXPOwedstrijd - categorie 1ste tot 3de secundair:

• 1ste prijs: “Du papyrus au papier” (Athénée Royal d’Ath): bezoek aan het CERN (2,3 en 4 juli)

• 2de prijs: “Section: bac à sable” (Athénée Royal Solvay Charleroi): idem• 3de prijs: “CO2 en planten” (Europese school Brussel II): wetenschappelijke

uitstap naar Parijs (1 en 2 juli)

WetenschapsEXPOwedstrijd - categorie 4de tot 7de secundair:

• 1ste prijs: “Beowulf clusters” (Sancta Maria Aarschot): deelname aan de Europese wetenschapsEXPO in Moskou.

• 2de prijs: “Cartographie: les representations subjectives de la terre” (Col-lège Saint-Michel Bruxelles): idem

• 3de prijs: “La théremine : renaissance d’un instrument magique” (Collège Saint-Michel Bruxelles): idem.

Op vrijdag 23 en zaterdag 24 april 2010 vond in Tour & Taxis te Brussel de 24e editie van we-tenschapsEXPOsciences plaats. Opnieuw een geslaagde editie, waarbij vindingrijke projecten, gemotiveerde deelnemers, inte-ressante standhouders en talrijke bezoekers deel van uitmaakten. Dit jaar konden we eveneens uitpakken met een bezoek van astronaut Frank De Winne, vergezeld van collega’s Bob Thirsk en Roman Romanenko. Zij waren lovend over onze EXPO en bezoch-ten een selectie van onze projecten waarbij de speciale “Frank De Winne” prijs gewon-nen werd door het project “Zonne-ontzilter” van OLVOO Sint-Niklaas.

Page 27: JCWeetje 2010, nummer 2

27

Extra

Naast deze wetenschapsEXPOwedstrij-den waren er ook nog diverse andere categorieën waarin prijzen verdeeld werden: “Het ecologisch voetbalstadi-on” van Lucerna College Genk kaapte bijvoorbeeld de Tom Feijtelprijs weg, “Bouw van een stad in een piramide” van Lucerna College Brussel en “De geheimen van een regenboog” wa-ren de laureaten voor beste tweetalige project. En “Biobrandstoffen, de toe-komst?” van VTI Veurne, evenals “CO2 en planten” van de Europese school Brussel II winnen een bezoek achter de schermen van de zoo van Plancken-dael als winnaars voor de biodiversi-teitsprijs.

Volledige lijst van winnaars, en meer foto’s vind je op onze website terug: www.jcweb.be!

Page 28: JCWeetje 2010, nummer 2

BoekentipsVan a tot Zet - Wally de doncker

In dit boek stellen alle letters van het alfabet zich aan je voor. Ze vertellen over hun vorm, klank, plaats en gevoelens. Maak kennis met overmoedige A en sterke B, moeilijke Y en verliefde Z. 26 letters, 26 verhalen, een alfabet vol geheimen. Grappige teksten van Wally De Doncker, speelse illustraties van Jurgen Walschot en leuke luisterliedjes van Florejan Verschueren op de bijbehorende cd.

Vanaf 8 jaar, 128 p., €19,95

Rico, Oscar en de spookschaduwen - andreas Steinhöfel

Rico woont met zijn moeder in een groot flatgebouw. Hij kent er alle flats en hun bewoners. Alleen uit het achterhuis, waar de spookschaduwen wonen, blijft hij liever weg. Maar dan ontmoet hij Oscar. Met hem erbij lijken de spookschaduwen heel wat minder eng. Het is het begin van een hechte vriendschap tussen twee tegenpolen.

Vanaf 9 jaar, 224 p., €15,95

altijd prijs! - Jacqueline Wilson

Lola’s ouders zijn al een tijd gescheiden. Ze verdeelt haar tijd daarom tussen twee huizen: door de week woont ze bij haar moeder en Steve, samen met haar halfbroertje; in het weekend is ze bij Charlie, haar vader, en helpt ze mee in zijn eetcafé. Als Lola’s moeder en Steve naar Australië verhuizen, staat ze voor een onmogelijke keuze. Gaat ze mee en laat ze Charlie alleen achter, of blijft ze bij hem, zonder haar moeder?

Vanaf 9 jaar, 320 p., €14,95

assertivi-tuttifrutti - Siska goeminne

Welke trucjes bestaan er om je verlegenheid te verstoppen? Hoe kun je meer zelfvertrouwen kweken? Wat vertelt je lichaamstaal, hoe begin je een gesprek en wat moet je doen als je bang bent voor ruzie? Stap voor stap leer je zelfverzekerder over te komen en wat meer van je af te bijten. Een leuke, speelse gids om assertiever door het leven te gaan!

Vanaf 10 jaar, 122 p., €16,50

Koning van de daken - Wendy Stroobant

Brussel 1830. De zestienjarige Léon is geboren zonder benen. Na de dood van zijn moeder wordt hij weggeven aan een kermisgezelschap. Hij sluit er vriendschap met de andere kermisfenomenen zoals de tweeling Castor en Pollux en Belle, de vrouw van 500 kilo. Léon heeft vooral oog voor Elza, het meisje met de baard. Maar zij valt op Fred, een jonge journalist die de Belgische opstand helpt organiseren. Een meeslepende en avontuurlijke historische roman.

Vanaf 12 jaar, 160 p., €15,95

28

Page 29: JCWeetje 2010, nummer 2

Hier volgen twee kleine, eenvoudige experimentjes die allebei iets te maken hebben met traagheid. Neem een bal in je handen en zet het op een lopen. Gooi, als je een constante snelheid bereikt hebt, de bal recht omhoog.Als je toevallig de trein neemt, hang dan eens het showbeest uit en spring in de rijdende trein recht omhoog.

Waar komt de bal terecht?Waar kom je zelf terecht in de trein?

De bal zal mooi terug in je handen vallen als je snelheid constant geble-ven is. En ook jij zal weer netjes op dezelfde plaats in de trein terechtko-men na je sprong.

Een lichaam dat in beweging is, wil in beweging blijven en zijn snelheid behouden.

Dit heb je waarschijnlijk zonder het te weten al heel je leven toegepast bij het basketbal spelen. Je moet er de volgende keer maar eens op letten dat je, als je aan het lopen bent en je kaatst de bal tegen de grond, de bal verticaal naar beneden duwt, en niet naar voren. Als er geen traagheid zou zijn, zou de bal op dezelfde plaats blijven en zou jij er lompweg over vallen.

Stel je voor dat er geen traagheid zou zijn. Als je dan gewoon op de grond zou omhoog springen, dan zou je de aarde onder je voeten door zien schuiven. Je weet immers dat de aarde elke dag éénmaal rond haar as draait. Dus dan zou je in theorie een reis rond de wereld kunnen maken door enkel verticaal omhoog te springen … vreemd toch?

Bron: “De proefjeskoffer”, Winadoe vzw - http://users.telenet.be/Winadoe/

Winadoe

Page 30: JCWeetje 2010, nummer 2

Breinbrekers

30

BREInBREKER 2

maak met 8 achten 1000. met enkel een optelsom kan dat door 888 + 88 + 8 + 8 + 8 te vormen, maar dat is niet de bedoeling. gebruik een combinatie van optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en/of haakjes (niet elke bewerking moet gebruikt worden).

BREInBREKER 3

Dit is een Sombrero-puzzel: plaats getallen in de witte vakjes, zodat de som van een rij overeenkomt met het getal in het zwarte vakje dat erbij hoort.En deze regels zijn van toepassing:• enkel getallen van één tot en met 9 kunnen in-

gevuld worden.• je mag in één som niet twee keer hetzelfde ge-

tal gebruiken.

BREInBREKER 1

“Ik ben altijd 45 jaar ouder dan jouw vader”, zei oma tegen Joske. “Dat klinkt logisch”, denkt Joske. “Maar nu is er toch iets bijzonders met onze leeftijden aan de hand”, ging ze verder.“Als je de twee cijfers van mijn leeftijd van plaats ver-wisselt, dan krijg je jouw vaders leeftijd.En het kan nog mooier: beide cijfers zijn priemgetal-len !”Nu keek Joske toch wel even op. Hoe oud is zijn oma?

Page 31: JCWeetje 2010, nummer 2

3131

Geef het juiste antwoord op minimum twee van de drie breinbrekers op p. 30 en win dit leuke boek Koning van de daken van Wendy Stroobant!

Stuur ons het antwoord op:

per post naar het adres JCW, Vlaanderenstraat 101, 1800 Vilvoorde per fax op het nummer 02 253 39 14 per mail naar het adres [email protected]

Naam + voornaam

Adres

Telefoonnummer

Email

Geboortedatum

Antwoord 1

Antwoord 2

Antwoord 3

antwoorden van JCWeetje 2010, nr. 1:

1. Steek één lont langs beide kanten aan en één lont langs één kant. Als de lont die je langs beide kanten aangestoken opgebrand is, is er precies een half uur voor-bij. Steek nu de lont die langs één kant was aangestoken ook langs de andere kant aan. Als die lont opgebrand is, is er nog eens een kwartier voorbij. Totaal = drie kwartier.

2. De vijver is volledig bedekt na 20 dagen, half bedekt na 19 dagen en voor een kwart bedekt na 18 dagen.

3. Bovenste rij: 6 - 7 - 9 / in het midden: 5 / onderste rij: 8 - 9 - 8

Page 32: JCWeetje 2010, nummer 2

In de kijker

Jeugd, Cultuur en Wetenschap vzwVlaanderenstraat 101, 1800 VilvoordeTel. 02 252 58 08 - Fax: 02 253 39 [email protected] - www.jcweb.be

Om in te schrijven op de JCW nieuwsbrief, mail naar [email protected]

v.u.

: W

im V

an P

eteg

em, V

laan

der

enst

raat

101

, 180

0 V

ilvoo

rde

Het JCWeetje wordt ondersteund binnen het Actieplan Wetenschapscommunicatie, een initiatief van de Vlaamse Overheid.

JCW op de speeldag in mechelen

Op zondag 30 mei heet het Speelgoedmuseum iedereen welkom op de vijfde editie van de Speeldag. Van 10 tot 18 uur kan je je volledig uitleven met alle mogelijke soorten van spel en speelgoed. (Meer info over de Speeldag binnenin op blz. 14-15)

In dit spelletjesparadijs kan JCW uiteraard niet ontbreken. JCW daagt die dag haar be-zoekers uit! Achterhaal spelenderwijs wetenschappelijke en culturele weetjes: verberg in-formatie in onschuldig ogende objecten, ontdek het geheim achter de knoop, lach je rot met je oog-handcoördinatie en kwis er op los.

Wanneer: zondag 30 mei 2010, doorlopend van 10 tot 18 uurPlaats: binnenstad van MechelenKostprijs: gratisLeeftijd: iedereen die van spelen houdt