JCWeetje 2011, nummer 4

32
Jeugd, Cultuur & Wetenschap JCWeetje nr. 4, oktober-november-december 2011 - driemaandelijkse uitgave van Jeugd, Cultuur en Wetenschap vzw, landelijk erkende jeugdvereniging P509221 BELGIE/BELGIQUE P.B. GENT X BC10247 Afgiftekantoor 9099 GENT X eetje Water uit je uitlaat?! > 10-11 Graven naar ons verleden > 14-16 We wensen eeuwig > 20-23 matrozen te zijn

description

Driemaandelijks tijdschrift van JCW (Jeugd, Cultuur en Wetenschap vzw)

Transcript of JCWeetje 2011, nummer 4

Page 1: JCWeetje 2011, nummer 4

Jeugd, Cultuur & Wetenschap

JCWeetje nr. 4, oktober-november-december 2011 - driemaandelijkse uitgave van Jeugd, Cultuur en Wetenschap vzw, landelijk erkende jeugdvereniging

P509221

BELGIE/BELGIQUE

P.B. GENT X

BC10247

Afgiftekantoor 9099 GENT X

eetje

Water uit je uitlaat?! > 10-11

Graven naar ons verleden > 14-16

We wensen eeuwig > 20-23matrozen te zijn

Page 2: JCWeetje 2011, nummer 4

2

COLOFON

Verantwoordelijke uitgever

Wim Van Petegem

Redactie

Annick Van den Eynde

Bart Bynens

Ellen Flamaing

Els Bourgoignie

Hendrik Hameeuw

Katrien Coenen

Lode Melis

Nina Antonissen

Petra Nooyens

Pieter Danneels

Roeland Heerema

Stefaan Top

Sven Vervloet

Veerle Breugelmans

Wim Van Petegem

Coördinatie publicaties

Bart Bynens

Lay-out

pnuts.be

Coverfoto

Boerderijkamp Goed Geboerd,

Brakel, 14-20 augustus 2011

Onlangs waren we met een vijftiental mensen samen in Vilvoorde,

op zoek naar wat ons JCW’er maakt, wat ons bindt, wat ons nauw

aan het hart ligt. Met een prachtige herfstzon buiten, en nog meer

licht binnen, zochten we naar waarden, onze kernwaarden, een

opstapje naar een nieuw beleidsplan voor de volgende jaren.

Ik wil hier niet vooruitlopen op die oefening, en wil nog niets van

de mysterieuze sluier oplichten. Behalve misschien die ene waarde,

omdat ik ze zo mooi, zo treffend vind - de verwondering. Dat houdt

iets verrassends, iets sprankelends, iets wonderbaars in, maar we

moeten het zelf aanvoelen, zelf ontdekken, zelf verwerken. Geheel

JCW-eigen …

Even proberen?

Wat gebeurt er als we geesten oproepen en wat steekt er achter?

Komt er water uit onze uitlaat als we waterstof als brandstof

gebruiken? Hoe kon David Rodinsky zomaar verdwijnen uit de

kamer boven de synagoge in Princelet Street? Hoe diep kunnen

we graven? Hoe zou het nu zijn met Fukushima zoveel maanden

na de natuur- en kernramp? Hoe zou de wereld eruit zien zonder

lettertekens? En wat hebben wij gemeen met onze Estse vrienden?

Je komt het allemaal te weten in dit JCWeetje. En als je nog meer

verwondering wil, aarzel niet om je lidmaatschap te hernieuwen -

we beloven je een wonderlijke verrassing!

Veel leesplezier!

Beste JCW’ers

Page 3: JCWeetje 2011, nummer 4

3

Inhoud

INHOUD

4 WetenschapsEXPOsciences 2012

5 Historische JCWeetjes over de melting pot

van Princelet Street

8 Zap-je-terug: oproepen van geesten

10 Ruimtekids: water uit je uitlaat?!

12 Flashback: onze afgelopen activiteiten in beeld

14 Graven naar ons verleden

17 JCW activiteitenkalender

18 Techniek, technologie en wetenschap:

Fukushima 8 maanden later

20 We wensen eeuwig matrozen te zijn,

internationale uitwisseling in Estland

24 Cultuurkriebels: waar komt ons schrift vandaan?

26 Wist je datjes

27 Word JCW-lid in 2012

28 Boekentips

29 Winadoe met hoge en lage druk

30 Breinbrekers

32 In de kijker: Dolle Kerstdagen

Page 4: JCWeetje 2011, nummer 4

4

WetenschapsEXPOsciences

WetenschapsEXPOsciences is een jaarlijks nationaal evenement waarbij jongeren

uit het lager, het secundair en het hoger onderwijs hun eigen wetenschappelijk

experiment komen voorstellen aan het grote publiek en een wetenschappelijke jury.

INSCHRIJVEN

Ben je gefascineerd door een bepaald weten-schappelijk thema en sta je op het punt hierover een experiment, literatuurstudie of uitvinding uit te werken? Schrijf je dan voor 20 februari 2012 in voor de wetenschapsEXPO.

Met een groepje van maximum 5 personen kies je een onderwerp uit de brede thema’s weten-schap, techniek en samenleving. Je werkt het project in de loop van het jaar uit met de hulp van een volwassen begeleider.

Het hoogtepunt beleef je op vrijdag 27 en zaterdag 28 april 2012 in shed 3 & 4 van Tour & Taxis waar je het project presenteert aan geïnte-resseerde bezoekers, familie, vrienden en juryleden. De sterkste projecten worden uitgekozen om ons land te vertegenwoordigen op buitenlandse wetenschapsEXPO’s. Daarnaast worden er verschillende prijzen uitgedeeld, zoals uitstapjes, kadobonnen en nog veel meer!

Alle documenten en informatie vind je op de website: www.wetenschapsexposciences.be.

FRANK DE WINNE, PETER VAN WETENSCHAPSEXPOSCIENCES

In 2010 bracht Frank de Winne een bezoek aan ons evenement. Hij was zeer gecharmeerd door het enthousiasme van de jongeren en deelde er de Frank De Winne prijs uit aan zijn favoriete project: de zonne-ontzilter van de Broedersschool uit Sint-Niklaas. Vanaf 2012 presen-teren we met trots Frank De Winne als peter van het evenement!

INTERNATIONAAL JAAR “DUURZAME ENERGIE VOOR IEDEREEN”

Elk jaar trachten we in te spelen op actuele tendensen in het wetenschappelijke veld. Naar aanleiding van het Internationaal Jaar van Duurzame Energie voor Iedereen moedigen we jongeren aan om een project uit te werken dat kadert binnen dit uitdagende thema.

Neem contact op met Veerle voor meer informatie op het nummer 02 252 58 08 of via [email protected].

Page 5: JCWeetje 2011, nummer 4

door Lode Melis

Princelet Street ligt niet direct in de chicste buurt van London. Op de zolder van nummer 19 woonde een zonderlinge man boven een vervallen synagoge. David Rodinsky, een Joodse geleerde, leefde als een kluizenaar. In 1969 trok hij de deur dicht en verdween. Niemand wist te vertellen hoe hij er precies uitzag en er bestond geen foto van hem. Wat deed die man zonder gezicht eigenlijk op die zolder? Pas elf jaar later werd de zolderkamer opengemaakt. Er stond nog een halve kop thee op tafel en het bed lag nog open. Iemand fluisterde dat je de afdruk van Rodinsky’s hoofd kon zien op het kussen. En dan waren er nog al die vreemde boeken en mysterieuze notities. David Rodinsky werd een stadslegende. Was hij een magiër en spookte hij nog rond?

DE MELTING POT VAN PRINCELET STREET

Historische JCWeetjes

5

© Anna Watson / 19 Princelet Street.Bezoekers in de vervallen synagoge. Dit wordt Europa’s eerste museum over migratie en diversiteit.

IJZEREN BOBIJN

Wanneer je gaat kijken naar het huis op

nummer 19 in Princelet Street krijg je geen

verhaal over spoken te horen maar één

over verdraagzaamheid, migratie en

diversiteit.

In 1719 kwam Pierre Ogier er wonen met zijn

familie. Ze waren uit Frankrijk naar Londen

gevlucht. De Ogiers waren Hugenoten

(Franse protestanten) en dat mocht

niet van de Franse koning. Lodewijk XIV

noemde zich wel “De Zonnekoning” maar

liet de zon niet voor iedereen schijnen!

Gelukkig vonden de Hugenoten asiel in

Londen.

De meeste Hugenoten waren wevers en

Pierre begon een zijdeweverij in het huis

in Princelet Street. Van die weverij zie je

Page 6: JCWeetje 2011, nummer 4

6

Historische JCWeetjes

alleen nog een ijzeren bobijn die boven de

deur hangt. Het embleem van de wevers.

En in de keuken zit nog altijd de originele

gootsteen die de Ogiers gebruikten.

ZWARTE UNIFORMEN

In 1845 mislukte de aardappeloogst in

Ierland. Om aan de honger te ontsnappen

emigreerden de Ieren massaal naar

Amerika. Wie er niet geraakte, trok naar

Engeland. Sommigen vonden een nieuwe

thuis in de buurt van Princelet Street.

Later kwamen er vele Joodse mensen in de

buurt wonen. In Rusland en Polen werden

ze vervolgd, gewoon omdat ze Joods

waren, meer niet. In 1869 werd in de tuin

van huisnummer 19 in Princelet Street een

synagoge gebouwd. De kelderverdieping

werd een ontmoetingsplaats. Het gebouw

stond symbool voor generaties migranten

die elkaar opvolgden en de buurt werd

een smeltkroes van culturen, een “melting

pot”, van mensen op de vlucht of op zoek

naar geluk.

Maar in de jaren dertig van de twintigste

eeuw stak het fascisme de kop op in

Europa. Niet alleen in Duitsland bestond

een nazi partij, ook Groot Brittannië had

een “Union of Fascists”, met alles erop en

eraan; zwarte uniformen en geweld tegen

andersdenkenden! Natuurlijk moesten hier

ook de Joden het ontgelden. In de kelder

van het huis in Princelet Street werd het

protest en het verzet georganiseerd.

© Matthew Andrews / 19 Princelet Street.De koffers op de tentoonstelling “Suitcases and Sanctuary”. Wat zou jij meenemen als je moest vluchten?

INTERCULTURALITEIT

Vandaag zijn het huis en de synagoge

helemaal vervallen, maar de “Friends

from 19 Princelet Street” willen het gebouw

restaureren als monument. Het wordt een

museum over migratie en diversiteit. Het

eerste in Europa.

JCW kon een kijkje nemen in het huis en

de synagoge tijdens een opendeurdag.

Tussen de metalen stutten hadden kinderen

een tentoonstelling opgezet over diversiteit

en migratie: “Suitcases and Sanctuary”.

Je zag reiskoffers die het verhaal van

migranten vertelden. Eentje zat vol spoelen

en klosjes garen. Dat waren de wevers, de

Hugenoten. In eentje zaten aardappelen.

Die moesten de Ierse migranten voorstellen

maar het bijzondere was dat Somalische

kinderen gedichtjes schreven over de Ierse

hongersnood. We werden even stil bij een

video-opstelling van moslimkinderen uit

Bangladesh die een Joods volkssprookje

naspeelden. Dat heet met een geleerd

woord “interculturaliteit” maar de kinderen

uit Princelet Street hebben geen geleerde

woorden nodig om te begrijpen wat

samenleven is.

© Suzi Blum / 19 Princelet Street.Zuid-Afrikaanse studenten luisteren geboeid naar gedichten van Britse kinderen uit Bangladese gezinnen. De gedichten gaan over Somalische kinderen die asiel zochten in Groot-Brittannië.

Page 7: JCWeetje 2011, nummer 4

EN DAVID RODINSKY?

Hij overleed in een psychiatrisch ziekenhuis,

enkele dagen nadat hij uit Princelet Street

wegging. Rodinsky was geen spook, maar

een mens van vlees en bloed.

Rachel Lichtenstein en Ian Sinclair schreven

een boek over de échte Rodinsky.

“Rodinsky’s Kamer” werd vertaald in het

Nederlands en uitgegeven bij Meulenhof

in 1999. Misschien hebben ze het in de bib

of kan je het nog ergens op de kop tikken.

Historische JCWeetjes

7

© Matthew Andrews / 19 Princelet Street.

Ga zeker eens kijken op de website “19 Princelet

Street”: www.19princeletstreet.org.uk.

Page 8: JCWeetje 2011, nummer 4

8

Zap(je) terug

OPROEPEN VAN GEESTEN EN WAT ER ACHTER STEEKT Door Prof. Dr. Stefaan Top

Maar geesten, gevallen engelen en duivels werden ook al in het verre verleden opgeroepen. Toen sprak men van necromantie, een laatmid-deleeuwse term die impliceert dat men geesten opriep om zelf voordeel te verwerven of genoegen te beleven. Het was een praktijk van geleerden die oude teksten, veelal in het Latijn, konden lezen en wisten hoe ze moesten omgaan met de rituelen die erbij hoorden. In het toneelstuk Mariken van Nieumeghen (ca. 1518) lezen we onder meer dat heer Ghijsbrecht, de priester-oom van Mariken, de kunst kende van het beoefenen van de necromantie. In de middeleeuwen moest men de omstandigheden bij het oproepen van geesten goed in acht nemen. Verder blijkt dat het oproepen van de geest van een overledene ‘s nachts gebeurde aan zijn of haar graf. Men besprenkelde het met water dat gemengd was met kruiden. Dan volgde het bevel: “Verrijs en spreek tot mij”. Dit ritueel moest men drie nachten herhalen. In de derde nacht zou de geest van de afgestorvene verschijnen en vertellen wat men wilde weten. 2

Naast familieleden en vrienden willen jongeren in contact komen met figuren zoals Elvis Presley, Kurt Cobain en Albert Einstein.

In tegenstelling tot vroeger is het oproepen van geesten veelal een groepsgebeuren, dat gebaseerd is op een lust naar sensatie en lol (for the fun). Uit recente studies blijkt dat vooral meisjes het wagen om geesten op te roepen.3 Dat gebeurt veelal ‘s avonds. Bij die enscenering maakt men dan gebruik van allerlei attributen zoals een houten bord, letters en cijfers, een glas en een kaars. Het is de uiteindelijke bedoeling om een overledene in zijn/haar rust te verstoren, wat een negatieve reactie kan uitlokken. Naast familiele-den en vrienden willen jongeren ook in contact komen met cultfiguren uit de popcultuur zoals Elvis Presley (1935-1977)4 en Kurt Cobain (1967-1994)5 of een genie uit de wetenschappelijke wereld zoals Albert Einstein (1879-1955).6

Als het contact zoeken met de geest lukt, dan probeert men met hem een gesprek te voeren dat meestal gepaard gaat met allerlei vragen onder meer naar de identiteit van de geest. Maar de nieuwsgierigheid gaat vaak verder en zo wordt ook geregeld gevraagd: wanneer zal iemand van de groep (vragensteller) sterven? Hoe zal dat gebeuren? Aan een opgeroepen geest dergelijke vragen stellen lijkt een brug te ver of not done. Een voorbeeld hiervan is het verhaal ‘In een lift’: Op een avond gingen drie

In mijn boek Op verhaal komen - moderne sagen en geruchten uit Vlaanderen (Leuven, Davidsfonds, 2008) zijn 70 sagen en 4 geruchten in verband met het oproepen van geesten opgenomen (p. 111-136). Dit grote aantal bewijst dat dit soort verhalen zeer populair is onder de jeugd. Het is een vaststelling die Katrien Van Effelterre ook heeft gedaan, wat haar doet besluiten dat deze activiteit blijk-baar deel uitmaakt van de huidige jongerencultuur.1 Een aanvullend onderzoek bij mijn studenten in de periode 2008-2011 bevestigt deze trend duidelijk: van de 125 studenten waren er 103 of 82,4% die ofwel zelf nog geesten hadden opgeroepen en/of verhalen over het oproepen van geesten kenden uit de mondelinge overle-vering, lectuur, internet enzovoort. Spiritistische verhalen blijven dus goed scoren.

Page 9: JCWeetje 2011, nummer 4

9

vriendinnen geesten oproepen. Wat je nooit mag vragen aan een geest is wanneer je gaat sterven. Maar een van hen vroeg het toch. Opeens viel alle activiteit van de geest stil en ze konden hem niet meer oproepen. De volgende dag werd ze dood aangetroffen in een lift. Opgehangen. 7

De houding tegenover de dood is voor veel jongeren nu een soort challenge

Even gevaarlijk blijkt het om een geest onder druk te zetten en van hem een bewijs te verlangen. Wie dat probeert, loopt het risico levenslang getekend te zijn zoals ‘Het meisje met de wijnvlek’: Een meisje riep geesten op en kwam steeds in contact met dezelfde geest. Ze vertelde dit aan haar vrienden, maar die geloofden haar niet. Toen ze de geest nog eens opriep, vertelde ze dat niemand haar wou geloven en vroeg ze een bewijs dat de geest echt bestond, zodat ze dat kon tonen aan haar vrienden. Na dit gesprek met de geest ging ze slapen. Toen ze ‘s morgens opstond en in de spiegel keek, had ze een rode wijnvlek in haar gezicht. Ze probeerde die af te vegen, maar het ging niet. Het meisje heeft die vlek nog altijd. 8

Het oproepen van geesten is een uiting van de moderne mentali-teit van jongeren, die alles of toch

heel veel relativeren, zelfs de dood. Deconfessionalisering, ontmythologise-ring en rationalisering hebben angsten en onzekerheden niet helemaal weg gevlakt, integendeel zij hebben voeding gegeven om bepaalde zekerheden zoals de dood in vraag te stellen. Is iemand wel echt dood? Vroeger werd daar niet aan getwijfeld, wat de duizenden sagen van doden die om een of andere reden geen rust vonden en terugkeerden, illustreren. De houding tegenover de dood is voor veel jongeren nu een soort challenge, wat zich vertaalt in de vele verhalen over het oproepen van geesten. Dat daarmee ook heel wat psychologie gemoeid is, staat m.i. buiten kijf en vormt op zich boeiende stof tot verder onderzoek.

Zap(je) terug

1 K. Van Effelterre, Terugkerende doden in de Vlaamse mondelinge overlevering. Vergelijkende motievenstudie en cultuurhistorische duiding. Leuven, onuitgegeven proefschrift, 2006, p. 793, 812.

2 Zie W.L. Braekman, Middeleeuwse witte en zwarte magie in het Nederlands taalgebied. Gecommentarieerd compendium van incantamenta tot de 16de eeuw. Gent, 1997, p. 457-501, hier p. 456-461.

3 K. Van Effelterre, o.c., p. 795.4 S. Top, Op verhaal komen, p. 131.5 Idem, p. 132.6 Idem, p. 130.7 Idem, p. 119.8 Idem, p. 122.

Prof. dr. Stefaan Top studeerde G e r m a a n s e filologie aan de K.U. Leuven en p romovee rde er in 1974 tot doctor in de Letteren en Wijs-begeerte. Hij is een autoriteit in binnen- en buitenland die zich inzet voor de popularisering van volkskunde, is erevoorzitter van het International Committee for Folkpoetry en voorzitter van Volkskunde Vlaanderen vzw.

Page 10: JCWeetje 2011, nummer 4

10

Ruimtekids

FOSSIELE BRANDSTOFFEN

Zoals jullie wellicht weten rijden op dit moment bijna alle auto’s op benzine of diesel, ook wel fossiele brandstoffen genoemd. Deze brandstoffen worden omhoog gepompt uit de aardbodem onder de vorm van ruwe aardolie en later verwerkt naar diesel en benzine. Er zijn echter enkele grote problemen met deze brandstof. De olievelden (zo worden de grote ondergrondse olievoorraden genoemd) raken stilaan op. En als de olie op is dan is er natuurlijk ook geen benzine of diesel meer.

Dat is niet het enige probleem, rijden op fossiele brandstoffen is namelijk erg vervuilend voor het milieu. De brandstof wordt verbrand in de verbrandingsmotor van je auto waardoor je motor gaat draaien en zo via allerlei tandwielen, overbrengingen en ingewikkelde autodingen de autowielen doet draaien. Bij die verbranding in de motor komt jammer genoeg CO2 (koolstofdioxide) vrij. Deze chemische stof is één van de belangrijkste broeikasgassen en zorgt voor de opwarming van de aarde. Hier moeten we dus vanaf.

WATER UIT JE UITLAAT?!Door Pieter Danneels

Waterstof Raceteam Delft. Op 16 augustus 2011 hebben enkele Nederlandse studenten van de Technische Universiteit Delft met hun zelf gebouwde racewagen het wereldsnelheidsrecord voor waterstofauto’s verbroken. Dat is natuurlijk heel mooi, maar wat is er nu bijzonder aan zo’n waterstofauto?

BATTERIJEN EN WATERSTOF

Wetenschappers en ingenieurs zijn dus hard op zoek gegaan naar een alternatief voor de verbrandingsmotor waarmee auto’s al sinds 1906 rondrijden. Op dit moment hebben ze twee goede vervangers gevonden. Allereerst de batterij-auto, deze auto koppel je s’avonds aan het stopcontact in je garage. In de ochtend is de batterij opgeladen en kan je bijvoorbeeld boodschappen gaan doen. Het leuke aan een batterij-auto of elektrische auto zoals ze ook wel worden genoemd is dat je ze helemaal niet hoort. Omdat de elektrische auto met een zeer stille elektromotor rijdt in plaats van een bulderende verbrandingsmotor hoor je enkel de wind langszoeven als de auto voorbij rijdt. Het tweede alternatief is de waterstofauto. Zoals de naam het al zegt rijdt deze auto niet op batterijen maar op waterstof.

WATER OF WATERSTOF?

Eerst moet ik uitleggen wat waterstof precies is. Als je de naam hoort, denk je misschien dat waterstof een moeilijke naam is voor water. Maar dat is het helemaal niet. De chemische formule van water is H2O (diwaterstofoxide). Dat betekent dat het simpele water wat je drinkt, bestaat uit heel veel moleculen waarin 2 waterstof atomen zitten en 1 zuurstof atoom. Dus eigenlijk zit er waterstof in water.

Water is bij kamertemperatuur een vloeistof net zoals benzine. Daarom kan je water in een glaasje gieten en benzine in een benzinetank. Waterstof

Een Ford model T met een verbrandingsmotor

Page 11: JCWeetje 2011, nummer 4

11

Ruimtekids

is helaas niet vloeibaar. Waterstof is bij kamertemperatuur een gas, dat betekent dat je het in een goed afgesloten tank moet bewaren zodat het niet ontsnapt. Op de koop toe moet je waterstof ook nog eens onder grote druk zetten om genoeg in je kleine autotank te krijgen. De nieuwe waterstofauto’s hebben tanks waar wel 700 bar aan druk op staat (dat is 200 keer zoveel druk dan in je fietsband). Gelukkig weegt waterstof bijna niets, een volle tank waterstof is ongeveer 5 kg terwijl een volle tank benzine ongeveer 50 kg weegt.

HOE WERKT EEN WATERSTOFAUTO?

Water kan dus gesplitst worden in zuurstof en waterstof, dit heet elektrolyse. Hiervoor

moet je elektrische energie toevoegen aan water. Dus water + elektriciteit => waterstof + zuurstof. Maar omgekeerd kan ook! Je kan namelijk zuurstof en waterstof samenbrengen waardoor water en elektriciteit geproduceerd worden. Waterstof + zuurstof => elektriciteit + water. Dit gebeurt in de waterstofauto in een apparaat dat een brandstofcel heet. De brandstofcel is als het ware het chemisch reactievat. Daar wordt de elektrische energie geproduceerd uit het waterstof dat in de tank zit en de zuurstof uit de lucht. Deze elektrische energie kan je dan gebruiken om net zoals in een batterij-auto de wielen aan te drijven met een geruisloze elektromotor. Naast de nuttige elektrische energie produceert de brandstofcel ook water. Dit water komt dan uit de uitlaat gedruppeld!

De Forze IV waterstofauto die het wereldrecord verbreekt

LEUK FILMPJE OVER DE WATERSTOFAUTO: http://jeugdjournaal.nl/item/265013-auto-scheurt-op-waterstof.html

MEER INFO OVER DE AUTO EN DE AVONTUREN VAN HET WATERSTOF RACETEAM DELFT: http://www.forze-delft.nl

Page 12: JCWeetje 2011, nummer 4

Flashback

12

Funweekend voor vrijwill igers

Zomerkampen

Page 13: JCWeetje 2011, nummer 4

13

Projectweken bij KRAS Linkeroever

Dolle Zomerdagen in Vilvoorde

Vrijwill igersdate met Europarlementariër Jean-Luc Dehaene

Meer foto’s vind je in het

online fotoalbum op www.jcweb.be!

Page 14: JCWeetje 2011, nummer 4

14

Wetenschap is tof, boeiend en dyna-misch! Hoezo? Heb je al eens gezien hoe oud professor Barabas is, hoe ver-strooid professor Gobelijn wel kan zijn en hoe raar professor Zonnebloem er soms bijloopt.” Niet echt voorbeelden van toffe gasten, eerder rare snuiters. Maar zij bestaan natuurlijk niet echt, het zijn stripfiguren die vooral stereotiepe kenmerken hebben, zoals het beeld dat wetenschappers altijd een labojas dra-gen of er steeds verstrooid bijlopen. In de echte wetenschap gaat het er anders aan toe, laat ons eens kijken naar hoe archeologen het aanpakken en nadien kan je zelf beslissen of wetenschap tof, boeiend en dynamisch kan zijn.

AHA, EEN VONDST!

Archeologen hebben net twee skelet-

ten van mensen, dierenbotten, potten

en vazen uit aardewerk, een bronzen pin

en een beeldje met daarop rare tekens

gevonden tijdens een opgraving in Syrië.

Ze zijn opgetogen over deze spectaculaire

ontdekking, maar weten dat het onder-

zoek nu pas begint.

Gelukkig zijn ze goed voorbereid. Op

de opgraving in Syrië werken niet alleen

archeologen, maar ook andere weten-

schappers. Een archeologische opgraving

gaat zo lijken op een scène uit een Ameri-

kaanse politieserie zoals CSI, NCIS of Bones.

Alles wat de archeologen vinden, kan

aanwijzingen bevatten over wat er op die

plaats honderden, soms zelfs duizenden

jaren geleden gebeurde.

GRAVEN NAAR ONS VERLEDEN Door Hendrik Hameeuw

INTERDISCIPLINAIR ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK OP MENSENMAAT

Archeologe Evy graaft op en architecte Benedikt tekent

Op de opgraving in Syrië is het de arche-

ologe Evy Cuypers die verantwoordelijk is

voor het blootleggen van de skeletten (zie

afbeelding op blz. 16). Samen met andere

archeologen bestudeert ze eerst het aar-

dewerk. Aan de hand van de vormen van

de potten en vaasjes en de beschilderin-

gen erop stellen ze vast dat ze uit de Mid-

den Bronstijd afkomstig zijn, maar liefst 3700

jaar oud. Als ze ook aandachtig kijken naar

de manier waarop het grote skelet ligt, zien

ze dat deze de foetushouding aanneemt.

Uit voorbeelden van andere opgravin-

gen uit deze periode weten ze dat dit de

typische houding is waarin iemand toen

begraven werd. Samen met de vondsten

rond de skeletten, giften voor in het hier-

namaals, weten ze nu zeker dat de vondst

Extra

Page 15: JCWeetje 2011, nummer 4

15

een graf betreft.

De kruik met zwarte lijnen op (TWE-A-

00934-C-002) trekt bijzondere aandacht.

Het is een type kruik dat in de periode

1700-1600 voor onze tijdrekening op het

eiland Cyprus vervaardigd werd. Dat de

archeologen het hier in een graf in Syrië

aantreffen, bewijst dat er reeds 3700 jaar

geleden over de Middellandse zee met

boten handel gedreven werd tussen Syrië

en Cyprus.

MAN OF VROUW?

Maar als onderzoekster neemt Evy hier

geen genoegen mee en stelt ze zich vra-

gen als: Hoe oud zijn de personen in het

graf? Is dit een man of een vrouw? Wat

doet de baby in die armen? Zijn de ske-

letten familie van elkaar? Vragen die ant-

woorden verdienen, antwoorden die ze

met behulp van andere wetenschappers

kan oplossen.

De Fransman Dr. François-Xavier Ricaut,

fysisch antropoloog en lid van het arche-

ologisch onderzoeksteam, bekijkt de bot-

ten van de skeletten. Hij kent alles over

de anatomie van de mens. Door elk bot

aandachtig te bestuderen, komt hij veel te

weten over de mensen die hier lang gele-

den begraven werden.

Zo stelt hij vast dat een inkeping in het

heupbeen bij het grote skelet breed is, wat

typerend is bij vrouwen. Ook wanneer hij

de schedel bestudeert, komt de antropo-

loog tot dezelfde conclusies: het voorhoofd

is verticaal en de kin is afgerond en niet

hoekig zoals bij mannen. François-Xavier

kan met zekerheid stellen dat de persoon

in het graf een vrouw is.

Aan de tanden ziet hij dat deze vrouw 20

à 30 jaar oud was en door ook het dijbeen

te meten, weet hij dat haar gestalte onge-

veer 1,63 m was. Over het baby’tje in de

armen van de vrouw kan hij zeggen dat

het tussen de 0 en 1 jaar oud was.

Samen met Evy neemt de antropoloog sta-

len uit de tanden van beide skeletten (staal

1 = volwassen vrouw, staal 2 = baby) en

stuurt ze op naar een laboratorium in Bel-

gië. Daar halen ze uit de cellen van beide

skeletten het DNA (Desoxyribonucleïne-

zuur). Via dit genetisch onderzoek vergelij-

ken ze het DNA en kunnen de onderzoe-

kers van het laboratorium enkele weken

later het resultaat doorsturen. Het DNA in

Staal 2 is voor 50 % gelijkend op dat van

Staal 1; of in mensentaal: de baby in het

graf is het kind van de vrouw.

Rond het graf vond Evy ook niet-menselijke

botten. Archeozoöloge Dr. Veerle Linseele

(archeologe en dierkundige) wordt er bij-

gehaald. Met haar kennis kunnen deze

botten geïdentificeerd worden. Ze komen

allemaal van geiten; op sommige botten

vindt ze zelfs snijsporen van messen terug.

Samen met de archeologen kan Veerle zo

concluderen dat de botten de resten zijn

van voedseloffers die meegegeven wer-

den in het graf.

EEN MYSTERIEUZE METALEN PIN …

Nog twee zaken zit de onderzoekers dwars,

op de borstkas ligt er een metalen pin en

naast het skelet van de vrouw is er een

beeldje opgedoken met op de achterkant

spijkerschrifttekens. Voor het onderzoek

daarop moet het onderzoeksteam er nog

twee andere specialisten bijhalen: een

mineraloog en een assyrioloog of spijker-

schriftdeskundige.

De mineraloog kan de samenstelling van

de metalen pin achterhalen. Zo kan men

zien dat de pin eigenlijk een samensmel-

ting van twee metalen is: koper en tin,

dat is brons. Ook kan de mineraloog zeg-

gen vanwaar het koper in de metalen pin

afkomstig is. Als hij het vergelijkt met het

type koper dat in mijnen gedolven wordt

op het eiland Cyprus, dan is het precies

Extra

Page 16: JCWeetje 2011, nummer 4

16

Extra

hetzelfde. Zo bewijst, samen met de kruik

met de zwarte lijnen op, ook het onder-

zoek van de mineraloog dat er in 1700 voor

onze tijdrekening reeds met boten handel

gedreven werd tussen Cyprus en Syrië.

Het laatste onderzoek gaat naar de spij-

kerschriftdeskundige. Eén voor één ontcij-

fert ze de inscripties op de achterkant van

het beeldje. Het blijkt een naam van een

vrouw te zijn: “Bishishaya de dochter van

Binarum.” Daar de antropoloog eerder

heeft kunnen vaststellen dat het volwassen

skelet een vrouw is, kunnen de onderzoe-

kers nu, 3700 jaar nadat ze samen met haar

baby begraven werd, terug haar naam uit-

spreken.

De onbekende vondst heeft dankzij het

teamwerk haar geheimen prijs gegeven.

Op een opgraving gaat het er zo elke dag

aan toe; specialisten komen en gaan, ze

onderzoeken en ze schrijven hun resultaten

neer. Hoe meer ze bestuderen, hoe meer

ze zoals in het hier gevolgde voorbeeld te

weten komen over het verleden.

En nu is het terug aan jullie. Kunnen we nu

echt stellen dat wetenschappelijk onder-

zoek dynamisch is? Kunnen we zeggen

dat door de kennis van meerdere weten-

schappen te combineren het onderzoek

een boeiende zoektocht wordt? Beslis zelf

of wetenschappelijk onderzoek tof is!

Bovenstaande tekst is gebaseerd op één van de ontdekkingen van de Interdisciplinaire

opgravingen te Tell Tweini in Syrië uitgevoerd door de K.U.Leuven; JCW biedt in haar

werking op basis van dit onderzoek de workshop Graven om te Weten aan.

Eén opgraving, vele verschillende wetenschappen

Page 17: JCWeetje 2011, nummer 4

17

Op donderdag 5 en vrijdag 6 januari 2012 starten wij het jaar met de Dolle Kerstdagen, dan staan onze twee culturele, wetenschappelijke dagen vol fun geprogrammeerd.

Wat er precies op het programma staat, kunnen we nog niet verklappen. Wat wel al met zekerheid vaststaat, is dat het allemaal weer tof, creatief, cool, kunst-zinnig, leuk, cultureel, graaf, wetenschappelijk & bangelijk gaat zijn.

Toch al een tipje van de sluier: op donderdag krijgen jullie de kans om onze nieuwste workshop “Geweldig Gewelf” uit te proberen!

Dus pak je agenda en noteer alvast onze dolle JCW kerstdagen. Inschrijven voor deze twee dagen doe je via onze website www.jcweb.be, telefonisch via 02 252 58 08 of je springt eens binnen op ons secretariaat, Vlaanderenstraat 101, Vilvoorde.

Voor wie? Iedereen van 8 tot 12 jaar (geboren in 2004 t/m 1999)Waar? Portaelsschool voor Beeldende Kunsten, Spiegelstraat 62, VilvoordeWanneer? Donderdag 5 en vrijdag 6 januari 2012 telkens van 10.00u tot 16.30u!Kostprijs? € 11,00 per dag (niet-leden) / € 9,00 per dag (leden) drankje inbegrepen!

DOLLE JCW KERSTDAGEN

Interesse om vrijwilliger-begeleider te worden bij JCW? We zijn steeds op zoek naar nieuwe mensen! Of wil je eerst gewoon wat meer informatie? Stuur dan snel een mail naar [email protected]

VRIJWILLIGERSNIEUWS

Vrijdag 27 en zaterdag 28 april 2012

Je eigen wetenschappelijk project voorstellen kan op de wetenschapsEXPO-sciences van 27 en 28 april 2012. Deze vindt opnieuw plaats in Tour & Taxis te Brussel. Meer info op bladzijde 3 van dit JCWeetje.

WETENSCHAPSEXPOSCIENCES 2012AC

TIVI

TEIT

ENKA

LEN

DER

Voor meer info en inschrijvingen: kijk op www.jcweb.be, bel 02 252 58 08 of mail naar [email protected].

Page 18: JCWeetje 2011, nummer 4

18

Techniek, Technologie en Wetenschap

In het vorige nummer van het JCWeetje hadden we het over kernenergie: wat is het, en wat waren de oorzaken achter die verschrikkelijke ramp met de kerncentrale?In dit vervolg gaan we dieper in op wat er precies gebeurd is en welke de gevolgen waren van de ramp.

KERNRAMP

Eerst even recapituleren. In het kort komt het erop neer dat men in een kernener-giecentrale atomen uiteen doet vallen, waarbij energie vrijkomt. Die energie is nodig om water te verhitten, zodat het stoom wordt en een generator kan aandrijven, waarmee vervolgens de Japanners van elektriciteit voorzien worden. Op aardbevingen waren ze in Fukushima wel voorzien – hoewel men niet met deze omvang rekening had gehouden – maar niet op een tsunami. Die verhinderde dat de installatie gekoeld kon worden omdat de aanvoer van koelwater onmogelijk werd. Op die manier werd de temperatuur te hoog, ondanks dat de generatoren met een noodstop waren stilgezet. Oorzaak van die hitte is de resterende temperatuur van het radioactief materiaal, die eerst de beschermende lagen heeft doen smelten en vervolgens de brandstofele-menten van de reactor. Daardoor werd het lekken van radioactief materiaal mogelijk. En toen kwam dus de ramp.

ISOTOPEN

Het begon met explosies van waterstof in verschillende kernreactoren, wat uit-eindelijk leidde tot het vrijkomen van het radioactief materiaal in de lucht, grond

FUKUSHIMA 8 MAANDEN LATERDoor Roeland Heerema

en zee. Dat was de aanleiding voor het evacueren van 200.000 mensen uit de omgeving en bemoeilijkte de tussen-komst van hulpverleners.Reden daarvoor is dat de blootstel-ling aan radioactief materiaal heel erg gevaarlijk is. Het materiaal bevat namelijk “gewone” atomen zoals we die kennen, maar met een verschillend aantal neutronen. We noemen deze atomen isotopen. Sommige daarvan zijn instabiel en hebben als eigen-schap dat ze straling afgeven die de chemische eigenschappen van cellen kan veranderen, dus ook de cellen in het menselijk lichaam. Zo worden onze DNA-moleculen direct aangetast. Er zijn verschillende mogelijke gevolgen: de cellen herstellen, sterven of verande-ren door foutief herstel (dit noemen we mutatie). Stervende cellen kunnen de dood tot gevolg hebben, gemuteerde cellen worden op langere termijn vooral in verband gebracht met genetische afwijkingen.

HERHALING VAN TSJERNOBYL?

Wie denkt aan rampen met radioac-tiviteit, denkt aan Tsjernobyl, een stad in Oekraïne waar 25 jaar geleden een verouderde en slecht beschermde kern-reactor voor de verspreiding van heel veel schadelijk radioactief materiaal in de directe omgeving en de atmosfeer van een groot deel van Europa heeft gezorgd. Vraag maar aan je ouders, die kunnen het zich ongetwijfeld nog herinneren. In de directe omgeving zijn mensen ter plekke gestorven aan de radioactiviteit (celsterfte) en op grotere afstand kregen mensen op grote schaal kanker; zwangere vrouwen baarden

Page 19: JCWeetje 2011, nummer 4

19

Techniek, Technologie en Wetenschap

bij Japan eerder dit jaar) en verloopt dus niet lineair maar logaritmisch, wat wil zeggen dat per graad de omvang exponentieel groter wordt.

De gevolgen van de betiteling ‘grote ramp’ zijn noemenswaardig geweest. De Japanse effectenbeurs reageerde hevig en zag haar koersen fors dalen; het land heeft een flinke economische klap opgelopen. Daarnaast heeft de Japanse premier Naoto Kan in eigen land de discussie van energievoorzie-ning opnieuw aangeslingerd. Kernener-gie zou in het aardbevinggevoelige Japan nog veiliger gemaakt moeten worden en de bouw van nieuwe kern-energiecentrales werd heroverwogen. Daarnaast zouden wind- en zonne-energie een prominentere rol moeten gaan spelen.

Tot slot moet gezegd worden hoe bewonderens-waardig Japan de ramp, zowel die van de kerncen-trale als de tsunami, te boven komt. De foto hiernaast geeft een vergelijking ‘toen en nu’ weer.

kinderen met ernstige mutaties.Kunnen we Fukushima nu verge-lijken met Tsjernobyl? In beide gevallen betrof het de versprei-ding van radioactieve waterstof, maar in Oekraïne is indertijd veel meer materiaal gelekt dan dit jaar in Japan door het ontbreken van beschermende lagen. Ook wordt regelmatig een andere voor de hand liggende vergelij-king gemaakt met het verleden, namelijk de atoombom op Hiroshima en Nagasaki aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, hoewel het daar uranium betrof.

INES-SCHAAL

Terug naar maart 2011. De straling werd tot op grote afstand gemeten en in de dagen na de ramp werden steeds meer mensen geëvacueerd, tot Tokyo toe. Overheden, deskundigen en milieuor-ganisaties gaven verschillende maten van ernst van de ramp; Greenpeace plaatste Fukushima net als Tsjernobyl bovenaan de INES-schaal, die een indicatie geeft van de omvang van nucleaire gebeurtenissen. De schaal is gebaseerd op de schaal van Richter (zie ook het artikel over de aardbeving

Page 20: JCWeetje 2011, nummer 4

20

“WE WENSEN EEUWIG MATROZEN TE ZIJN”Door Els Bourgoignie

VERSLAG VAN INTERNATIONALE UITWISSELING IN ESTLAND

Halfweg juli trokken zes jonge jcw’ers, met Europese steun, op uitwisseling naar Estland. Ook kleine groepjes uit Italië, Spanje, Slovenië en Duitsland wilden die kans niet missen.“Care and act” heette het project. Met deze titel kon men vele kanten uit, maar het bleek vooral te gaan om milieubewustzijn, afvalpreventie door hergebruik en duur-zaam ondernemen.

Op de agenda stonden workshops op het domein waar we verbleven, net ten zuiden van de hoofd-stad, maar ook een bezoek aan een afvalverwerkend bedrijf en een energiecen-trale. Verder zouden we meerdere dagen samen-werken met de “uuskasu-tuskeskus”, een grote kring-loopwinkel in Tallinn.

Kristin (Estland): “Ik leerde dankzij “uk” dat tweedehands kledij ook iets voor mij is.”

Geen van ons zessen had eigenlijk een goed idee wat ons in Estland te wachten stond. Maar bij de voorbereidingen bleek al vlug dat het binnen ons groepje wel zou draaien: taken werden vlot ver-deeld en iedereen ging aan de slag. Toch bleef het afwachten wat het “ter plaatse” zou worden ... Wellicht hadden we geen reden tot ongerustheid: Pille (Estland): “Bij de meeste van mijn goede herinneringen aan deze uit-wisseling waren de Belgen betrokken. Jullie waren de eersten die toekwa-men op de luchthaven en we maakten meteen contact. Het was heel gemak-kelijk om met jullie te praten, het voelde alsof ik jullie al heel lang kende. Onze

gesprekken betekenden veel voor me, ze deden me nadenken over mijn leven en de keuzes die ik maak. Voor mij was het zonder de Belgen een heel andere ervaring geweest.”

Giulia (Italië):“Voor mij waren de Belgen een fundamenteel onderdeel van de “familie”, zij waren betrouwbaar

Extra

Page 21: JCWeetje 2011, nummer 4

21

en erg grappig. Ze zorgden steeds voor de anderen, zonder bijbedoelingen.”

Want “care and act” werd ook meer dan het voorziene programma. De titel “zorgen en doen” kon evengoed staan voor: veel begrip en openheid en vertrouwen. Het is als in een oceaan duiken, hopend dat daar niet teveel haaien zwemmen, en dan bemerken dat alle rugvinnen aan zachtaardige dolfijnen toebehoren.

Giulia: “We leerden op elkaar ver-trouwen en niemand misbruikte dat ver-trouwen. Ook die uitdaging hebben we gewonnen.”

Daar ons regelmatig gevraagd werd een eigen inbreng te maken in het programma (échte “open aanpak”!) en onze plan te trekken, namen we uiteindelijk ook meer en meer initiatief waar dit niet direct verwacht werd.

Via overleg verkregen we een tweede sauna-avond, werd de groep niet opgesplitst op de uitgaansavond en vertrokken we op de dag van vertrek wat vroeger naar het centrum om nog iets langer van de stad te genieten. Zo bewezen we dat overleg tussen perso-nen van verschillende mening en ach-tergrond niet noodzakelijk stroef hoeft te verlopen!

Nastja (Slovenië): “Ik was aange-naam verrast te zien hoe een groep met uiteenlopende leeftijden toch goed kon draaien.”

Extra

Page 22: JCWeetje 2011, nummer 4

22

Marina (Italië): “Ik leerde dat elke mens kan bijdragen om van de wereld een mooier plekje te maken, onafhan-kelijk de cultuur of het land waar je vandaan komt.”

Mart (Estland): “Het belangrijkste was voor mij te beseffen dat ondanks de verschillende achtergronden alle deelnemers toch hetzelfde zijn: gewoon mensen, we hebben wensen, dromen, noden en problemen. Daarom is het spijtig dat mensen zoveel belang hechten aan een nationaliteit en zo vooroordelen of haat tegenover anderen opwekken. Na de uitwisseling denk ik de wereld een beetje beter te begrijpen.”

Samen organiseerden we een twee-dehands zomermarkt, van begin tot eind: reclame maken op allerhande manieren, flyers uitdelen, te verkopen materiaal uitzoeken, prijzen en opstel-len, achtergrondmuziek voorzien ... Een uitgebreide brainstorm toonde ons tot hoeveel we samen in staat waren! De ideëen vloeiden, de plannen werden gesmeed, de dag kon niet meer stuk! Wat en hoeveel we uiteindelijk op de markt zouden verkopen, was onderge-

schikt aan de fijne voorbereiding en het groepsgevoel omdat we dit evenement zelf volledig aangepakt hadden. Een onverwachte stortbui (want de rest van ons verblijf was er een plaatselijke hitte-golf gepasseerd) beëindigde voortijdig de marktstand, maar toch blijven we hierover een gevoel van succes behou-den!

Evy (België): “Die markt was echt wel hét hoogtepunt van ons kamp!”

Eigenlijk hadden we vooral heel veel plezier: we hadden het gevoel dat het kamp langer had mogen duren dan slechts tien dagen! Velen van ons bleven ’s avonds (veel) te laat op om toch maar zo veel mogelijk tijd samen door te brengen. We waren dus doodop die laatste dag maar toen de deelnemers van Italië en Spanje ’s morgens vroeg als eersten vertrokken, stond echt iedereen hen uit te wuiven.

Extra

Page 23: JCWeetje 2011, nummer 4

23

Extra

Pille: “Toen we onze stad aan de andere deelnemers toonden, bemerkte ik de gekste dingen. Ik keek naar mijn geboortestad door de ogen van een toerist en merkte een heleboel nieuwe zaken op aan de gebouwen die ik nochtans dagelijks zie.”

Giulia: “Ik leerde veel bij in Tallinn, voor mij was het de beste “school”. In die tien dagen groeide ik op en leerde ik nieuwe vrienden en andere culturen kennen. Ik leerde in steeds wisselende teams samenwerken, me uitdrukken in het Engels zonder schrik om fouten te maken en leerde mezelf beter kennen. Mijn zelfvertrouwen nam toe en ik ben nu meer bewust van mijn kwaliteiten.”

Alocha (België): “Estland heeft mij en zo velen laten bloeien en groeien. Het is moeilijk te vatten hoeveel deze ervaring ons bijgeleerd heeft.

We kwamen terug met plannen om vrienden en contacten te behouden, alsof we een internationaal land wilden maken waarvan we allen inwoner zijn. Een afscheid is altijd moeilijk maar deze keer wuifden we 10 onvergete-lijke dagen uit. Er zijn zoveel nieuwe vrienden, we weten dat we een anker hebben in talloze nieuwe havens en we wensen eeuwig matrozen te zijn.”

En nu? We zijn naar huis teruggekeerd met een massa mooie herinneringen, met dromen voor “opnieuw”, vage plannen voor een vervolg. We blijven in meer of mindere mate contact houden (met dank aan de moderne sociale media), we blijven elkaar ondersteunen waar we kunnen. Velen van ons onder-vonden, elk in zijn eigen thuissituatie, dat het niet meeviel om onze ervaring voor buitenstaanders onder woorden te brengen.

Mart: “Ik had met vrienden afge-sproken. Toen ze vroegen hoe het kamp geweest was en wat we gedaan hadden, merkte ik dat ik wel kon pro-beren om het uit te leggen maar dat zij dit nooit helemaal zouden begrijpen, vooral de inside jokes die we hadden. Er zijn gewoon geen woorden voor.”

Giulia: “Iemand zei me, hoe kan je huilen om iemand die je maar tien dagen kent, dat is stom. Ik wou antwoor-den, maar besefte dat hij dit nooit zou snappen zonder de ervaring.”

Niemand had kunnen voorspellen dat we met dergelijke ervaringen naar huis terug zouden keren. Niemand had ver-wacht dat we “Daar Ver Weg”, met al die “Vreemden”, zo op dezelfde golf-lengte zouden zitten. En elk van ons is veranderd teruggekeerd, heeft er bij-geleerd, is daar slimmer of gevoeliger geworden ...

Page 24: JCWeetje 2011, nummer 4

24

PICTOGRAFISCH SCHRIFT

Meer dan vijfduizend jaar gele den hebben de Soemeriërs in Mesopotamië (nu het zuiden van Irak) hun eigen schrift bedacht. Uit de alleroudste bewaarde fragmenten van 3400 voor Christus blijkt dat het een pictografisch schrift was. Dat wil zeggen dat men de betekenis van een woord altijd gaat weergeven met dezelfde tekening. Met het verstrij-ken van de jaren, evolueerden deze tekeningen. De eerste stap in deze evolutie houdt in dat de pictografische tekens een kwartslag draaiden. Ze kan-telden dus (zie fig. 1). Na verloop van tijd werden de tekeningen abstracter van vorm. Dit kwam door het gebruikte schrijfmateriaal. Het is veel gemak-kelijker om met stokjes afdrukken te maken in kleitabletten dan in klei te tekenen met een takje. Hierdoor ging het schrift er helemaal anders uitzien. Het lijkt namelijk op een combinatie van spijkers. Vandaar de naam spijkerschrift. Sommige volkeren, zoals de Assyriërs en de Babyloniërs, namen het spijkerschrift

VAN TEKENINGETJES NAAR LETTERS: WAAR KOMT ONS SCHRIFT VANDAAN? Door Katrien Coenen

Cultuurkriebels

figuur 1: spijkerschrifttekens met pictografische voorgangers (naar Booij 1979:24)

over en ontwikkelden het verder. Andere volkeren creëerden hun eigen pictografisch schrift. Zo bedachten de Egyptenaren de hiërogliefen.

FONOGRAFISCH SCHRIFT

Geleidelijk aan evolueerde het schrift verder. In plaats van de betekenis van een woord te tekenen, ging men aan elke klank die in een taal voorkomt een bepaalde letter geven. Dit heet een klankschrift of een fonografisch schrift. Ons schrift is dus een klankschrift. Voor de klank ‘b’ schrijven we immers ‘b’. De eerste echte fonografische schriften zijn ontstaan in het huidige Libanon-Syrië-Israël rond 1500 voor Christus en zijn bedacht door Semitische volkeren. De Feniciërs, een Semitisch volk, hebben het eerste alfabet uitgevonden. In dit alfabet had elke letter een naam en deze naam begon altijd met de klank die de letter voorstelde. De vier eerste letters van het alfabet waren aleph, beth, gimel en daleth. Deze woorden betekenden os, huis, deur en kameel (zie fig. 2). In ons alfabet kennen we de letter aleph als de letter A. En de A is eigenlijk nog een overblijfsel van de tekening van de ossenkop, dus een restant van het pictografisch schrift. Als je de letter A ondersteboven houdt, dan zie je met wat verbeeldingskracht een ossenkop: twee uitstekende horens en een spitse kin (vergelijk het eerste teken in fig. 1 met het eerste van fig. 2). Dankzij de Fenicische zeevaarders is dit schrift verspreid geraakt in landen die aan de Middellandse Zee grenzen. Zo zijn uit

Page 25: JCWeetje 2011, nummer 4

25

Cultuurkriebels

het Semitische schrift hele belangrijke schriften zoals het Hebreeuws, Arabisch en Grieks ontstaan.

KLINKERS & MEDEKLINKERS

De Grieken waren zeer enthousiast over het Semitisch schrift. Maar er was een probleem. De Semieten hadden geen aparte tekens voor de klinkers. Ze schreven enkel de medeklinkers op. Zo kan je voor het Nederlands bijvoor-beeld pt lezen als pit, pet, pot of put. Voor de Semieten was het duidelijk

hoe men het woord moest uitspreken, maar de Grieken hadden klinkers nodig omdat ze anders het woord niet zouden kunnen lezen. De Grieken bedachten voor dit probleem een oplossing. In het Semitisch schrift zijn er klanken die niet in het Grieks voorkomen. Er waren dus lettertekens te veel. De Grieken herge-bruikten de overbodige tekens door er een nieuwe klank aan toe te kennen (zie fig. 3). De aleph-klank bestond niet in het Grieks. De Grieken kenden aan deze letter de a-klank toe. De letter Y werd door de Semieten als een w uitge-sproken. Maar de Grieken hadden geen w-klank. Zij besloten om de Y als een u uit te spreken (het fonetisch teken voor de u-klank is [y]). Slechts één teken bedach-ten de Grieken zelf: de omega (Ω). Dit was een andere manier om de o-klank uit te spreken. Zo zijn er zeven klinkers ontstaan: A, E, H, Y, I, O, Ω! Dus dankzij de Grieken ontstond in de tiende of

negende eeuw voor Christus een vol-ledig klinker-medeklinkerschrift en vele schriften zijn er zelfs van afgeleid, waar-onder het Latijn.

ONS ALFABET

Het Griekse schrift kwam uiteinde-lijk via de Etrusken bij de Romeinen terecht. Maar ook de Romeinen hadden een probleem. Het Latijn heeft geen zeven, maar slechts vijf klinkers (A, E, I, O, V; in plaats van een U schreef men een V). De

omega verdween omdat er slechts één o-klank is. Het Latijn kende ook geen æ-klank, waardoor het H-teken overbo-dig werd, maar opnieuw gebruikt werd voor de h-klank. De Romeinen gaven het alfabet de vorm die het vandaag nog altijd heeft en ze verspreidden het Romeinse schrift over heel hun rijk.

In de afgelopen 2000 jaar is er bijna niets meer veranderd aan het Romeinse schrift. In de middeleeuwen is de letter w bedacht door het u-teken te verdub-belen. Twee u’s naast elkaar vormen dus de w.

Tot in de zeventiende eeuw gebruikte men de u en de v zelfs door elkaar. Pas in de vijftiende eeuw kwam er een puntje op de i te staan. Als twee i’s op elkaar volgden, dan schreef men voor de duidelijkheid ‘ij’ en niet ‘ii’. Pas in de zestiende eeuw werden de i en de j niet meer door elkaar gebruikt.

figuur 2: Enkele Fenicische lettertekens

figuur 3: Waar komen onze klinkertekens vandaan?

Page 26: JCWeetje 2011, nummer 4

26

WistjedatjesIK HEB EEN KANDELAAR MET EEN KAARS IN HET MIDDEN EN VIER EROMHEEN. WAAROM ZIJN DE BUITENSTE VIER ALTIJD EERDER OPGEBRAND?

Om te branden hebben kaarsen niet alleen kaarsvet, maar ook zuurstof nodig. Een klein experiment met waxinelichtjes leert dat bij een kring van kaarsjes met eentje in het midden, de middelste minder heftig brandt. Dat komt doordat de door de kaarsvlammen aangezo-gen zuurstof vooral door de buitenste kaarsen wordt verbruikt. Dus de binnenste kaars krijgt gewoonweg minder zuurstof.

WAAROM ONTHOUDEN WE NIET ALLES WAT WE GELEERD HEBBEN?

Het korte antwoord: om niet gek te worden. Ons geheugen is zo gemaakt dat we heel veel vergeten. Dat gebeurt dagelijks. Zaken die in ons kortetermijngeheugen zitten, gaan na verloop van tijd naar het langetermijngeheugen. Daarbij worden allerlei (meest onbelangrijke) zaken vergeten. Weet jij nog wat je gisteren hebt gegeten? En eergisteren? De dag ervoor? Vergeten zorgt ervoor dat je ruimte hebt voor nieuwe indrukken en dat je niet constant wordt herinnerd aan dingen die fout gegaan zijn of aan pijnlijke momenten.

NAAR WELKE KANT ZOU EEN KOMPAS WIJZEN ALS JE HEM IN DE RUIMTE GEBRUIKT?

De aarde is een grote magneet met een plus- en een minpool: de magnetische noord- en zuidpool. Een kompasnaald doet weinig anders dan aangetrokken worden door de Noordpool van deze gigantische magneet. Vlieg je weg van de aarde, dan houdt die aantrekkingskracht na verloop van tijd op. De kompasnaald zal dan in een willekeurige richting wijzen. Tot je ergens in de ruimte een ander magnetisch hemellichaam (zon, planeet, ster) tegen-komt. Dan wijst je naald daarheen.

WAAROM LAAT JE EEN EITJE NA HET KOKEN SCHRIKKEN?

Veel mensen laten een ei schrikken omdat het daarna makkelijker te pellen zou zijn. Maar de echte reden is om het koken van het ei te laten stoppen. Want de warmte die in het ei aanwezig is, zorgt ervoor dat het eiwit en de dooier blijven stollen. Zo kan een zacht eitje buiten de pan nog harder worden. Door het ei in koud water te dompelen, stopt de stolling direct.

Bron: Quest scheurkalender 2011 (G+J uitgevers C.V.)

Page 27: JCWeetje 2011, nummer 4

Ledenblad

HERNIEUW JE LIDMAATSCHAP EN ONTVANG EEN EDUCATIEF SPEL*

Steeds meer JCW deelnemers maken gebruik van onze lidkaart om zo van de talrijke voordelen te kunnen genieten.

Ook in 2012 is de lidkaart er voor de slimme JCW-er, omdat je 3 keer voordeel eruit haalt:1. Je geniet van kortingen op ALLE activiteiten die JCW organiseert2. Je krijgt voordelen en kortingen bij tal van partners, instellingen die op cultureel en/of

wetenschappelijk gebied heel wat te bieden hebben (overzicht op www.jcweb.be)3. Je maakt kans op prijzen die we doorheen het jaar weggeven.

EN AL DEZE VOORDELEN VOOR SLECHTS € 10,00 LIDGELD!

Wil jij graag lid worden van JCW? Dat kan via het aanvraagformulier op www.jcweb.be, door te bellen naar 02 252 58 08 of een mail te sturen naar [email protected] met vermel-ding van volgende gegevens: naam, adres, telefoon- of gsm-nummer, geboortedatum en e-mail.

Na ontvangst van deze aanvraag en overschrijving van € 10,00 op het rekeningnummer 001-3399772-95, wordt deze unieke lidkaart naar jou opgestuurd!

* CADEAUTJE VOOR SNELLE BESLISSERS!

JCW bedankt snelle beslissers met een tof geschenkje: het spel “Dossier XI”. Deze is niet te koop! Maar mis-schien kan jij er één in de wacht slepen …

- Alle JCW-ers die al lid waren in 2011, en zich opnieuw lid maken voor 31 december 2011, krijgen van ons een leuk extraatje: GRATIS dit spel “Dossier XI”!- We verloten eveneens 5 van deze speldozen aan nieuwe leden die zich voor 31 december 2011 aanmelden.

Dossier XI is een spannend en educatief spel rond volkscultuur. Het bevat de dossiers van tien kinderen die elk in een andere periode van de twintigste eeuw leven. De opdracht: de levens van de kinderen uit de jaren 1900, 1920, 1940,… tot 2000 reconstrueren. Als speler ben je in dit spel een echte detective. Zo komen verloren verhalen en vergeten herinneringen weer tot leven.

(Actie geldig zolang de voorraad strekt)

Page 28: JCWeetje 2011, nummer 4

BoekentipsKid Kat Operatie Tijger - Eric Bouwens Kid Kat is geheim agent voor de Geheime Dienst in kattenland Noensia. Hij heeft al heel wat duistere zaakjes opgelost. Nu moet hij de Elf Tijgers, de heilige dieren uit Noensia terugvinden. Het wordt een moeilijke opdracht voor Kid Kat en zijn team. Een superspannend avontuur vol humor en fantasie en met coole spionnengadgets.

Vanaf 9 jaar, 122 p., € 16,95

Heinrich Ooooh en de zaak van de zwarte zeven - Hilde E. Gerard / Eric Bouwens

Heinrich Ooooh woont samen met zijn tweelingzus Hannelore in hotel Geesten & Goulash. Op een dag staat de familie B.Zar voor de deur. Wat komen die vreemde snuiters in G&G Ooooh doen? Het gezelschap lijkt in niets op de gebruikelijke geesten, spoken en skeletten die normaal in het hotel logeren. Wanneer hun gasten één voor één op mysterieuze wijze uit het hotel verdwijnen, zijn Heinrich en Hannelore verplicht de zaak tot op het bot uit te zoeken …

Vanaf 9 jaar, 144 p., € 15,95

Nachtraven. Het mysterie van de drie vazen - Hilde Vandermeeren / Juliette de Wit

Tia, Vince, Glenn en Shu vormen samen de redactie van de schoolwebsite. Ze noemen zich de Nachtraven, altijd op zoek naar nieuws. Dit keer gaan ze op zoek naar een leuk verhaal in het Museum. En daar is iets mysterieus aan de hand. Maar ook op school gebeuren vreemde dingen. De Nachtraven moeten de mysteries oplossen.

Vanaf 9 jaar, 154p., € 15,95

Groeten uit 2030! - Jan Paul Schutten

In dit boek maak je een reis naar de toekomst. Hoe zullen we over pakweg 20 jaar leven? Zullen er nog bomen of planten bestaan? Wat zullen we eten? Zal alles computergestuurd zijn? Jan Paul Schutten vertelt hoe de wereld er volgens hem in de toekomst zal uitzien. Hij duikt de wondere wereld van de wetenschap in en toont je wat er binnenkort allemaal mogelijk zal zijn. Een boek boordevol verrassende voorspellingen, futuristische gadgets en wonderbaarlijke uitvindingen.

Vanaf 10 jaar, 144 p., € 17,50

Wat je ziet, zit in je hoofd - Jan Van Coillie / Kristien Aertssen

Jong of oud: iedereen kan van poëzie genieten! Speciaal voor de jonge lezers verzamelde Jan Van Coillie de beste kindergedichten van de afgelopen 10 jaar. Leuke, speelse, aanstekelijke, dromerige, diepzinnige gedichten over dieren, slapengaan, familie, school, natuur en veel meer. Een mooie mix van grote namen en onbekende pareltjes.

Voor alle leeftijden, 156 p., € 19,95

28

Page 29: JCWeetje 2011, nummer 4

Voor deze proef neem je twee plastieken buisjes die je stevig verbindt door middel van een kleiner buisje dat er liefst precies inpast. Alleszins zorg je voor een lekdichte, smalle verbinding. Vervolgens maak je in het verbindingsbuisje een klein gaatje.Hou het geheel nu schuin en laat er water doorstromen. Dit water loopt van hoog naar laag door de buis. Wat zal er gebeuren? Denk eraan dat er een gaatje in de buis zit!

Je stelt vast dat de buis niet lekt. Als je goed opgelet hebt, heb je zelfs gezien dat er in het tweede deel van de buis meer lucht zit dan in het deel voor het lek.De buis lekt niet omdat ze versmalt ter hoogte van het gaatje. Daar-door gaat het water sneller stromen. Dit heeft dan weer tot gevolg dat de druk binnen de buis lager is dan de luchtdruk erbuiten. We kunnen dus besluiten dat er lucht naar binnen stroomt in plaats van water naar buiten.

Een stof beweegt zich steeds van een plaats met hoge druk naar een plaats met lagere druk.

Ook in een pompstation wordt deze wet toegepast, maar dan omge-keerd. Het pistool van de pomp slaat automatisch af wanneer de tank van de auto vol is. Dit komt doordat er een klein gaatje in het benzine-pistool zit.

Bron: “De proefjeskoffer”, Winadoe vzw - http://users.telenet.be/Winadoe/

Winadoe

Page 30: JCWeetje 2011, nummer 4

Breinbrekers

30

BREINBREKER 2

Los de rebus op. Een rebus is een woordpuz-

zel waarin afbeeldingen gebruikt worden om

woorden of woorddelen voor te stellen.

Bij de afbeeldingen staan letters die toegevoegd,

verwijderd of vervangen moeten worden.

BREINBREKER 3

Dis een Sombrero-puzzel: plaats getallen in de

witte vakjes, zodat de som van een rij overeen-

komt met het getal in het zwarte vakje dat erbij

hoort.

En deze regels zijn van toepassing:

- enkel getallen van één tot en met 9 kunnen

ingevuld worden.

- Je mag in één som niet twee keer hetzelfde

getal gebruiken.

BREINBREKER 1

Boer Hans is naar de veemarkt geweest en heeft

daar nieuwe koeien en kippen gekocht. Samen

hebben de dieren 25 koppen en 72 poten.

Hoeveel kippen heeft Hans dan gekocht?

Page 31: JCWeetje 2011, nummer 4

3131

Geef het juiste antwoord op minimum twee van de drie

breinbrekers op p. 30 en win dit leuke boek Heinrich Oooh en de zaak van de zwarte zeven!

Stuur ons het antwoord op:

per post naar het adres JCW, Vlaanderenstraat 101, 1800 Vilvoorde

per fax op het nummer 02 253 39 14

per mail naar het adres [email protected]

Naam + voornaam

Adres

Telefoonnummer

Email

Geboortedatum

Antwoord 1

Antwoord 2

Antwoord 3

Antwoorden van JCWeetje 2011, nr. 3:

1. Ze hebben 4 dochters en 3 zonen. Elke dochter heeft 3 zussen en 3 broers. Elke zoon heeft 4 zussen en 2 broers.2. Je eigen naam is het antwoord. Jij bent namelijk de chauffeur van de bus, staat er in de eerste zin.3. Bovenste rij: 7 - 6 - 9 / in het midden: 5 / onderste rij: 8 - 1 - 2

Page 32: JCWeetje 2011, nummer 4

In de kijker

Jeugd, Cultuur en Wetenschap vzwVlaanderenstraat 101, 1800 VilvoordeTel. 02 252 58 08 - Fax: 02 253 39 [email protected] - www.jcweb.be

Om in te schrijven op de JCW nieuwsbrief, mail naar [email protected]

v.u

. : W

im V

an

Pe

teg

em

, Vla

an

de

ren

stra

at

101,

180

0 V

ilvo

ord

e

Het JCWeetje wordt ondersteund binnen het Actieplan Weten-schapscommunicatie, een initiatief van de Vlaamse Overheid.

Dolle KerstdagenOp donderdag 5 en vrijdag 6 januari 2012 starten wij het jaar met de Dolle Kerstdagen, dan

staan onze twee culturele, wetenschappelijke dagen vol fun geprogrammeerd.

Wat er precies op het programma staat, kunnen we nog niet verklappen. Wat wel al met zeker-

heid vaststaat, is dat het allemaal weer tof, creatief, cool, kunstzinnig, leuk, cultureel, graaf,

wetenschappelijk & bangelijk gaat zijn. Toch al een tipje van de sluier: op donderdag krijgen

jullie de kans om onze nieuwste workshop “Geweldig Gewelf” uit te proberen!

Dus pak je agenda en noteer alvast onze dolle JCW kerstdagen. Inschrijven voor deze twee

dagen doe je via onze website www.jcweb.be, telefonisch via 02 252 58 08 of je springt eens

binnen op ons secretariaat, Vlaanderenstraat 101, Vilvoorde.

Voor wie? Iedereen van 8 tot 12 jaar (geboren in 2004 t/m 1999)

Waar? Portaelsschool voor Beeldende Kunsten, Spiegelstraat 62, Vilvoorde

Wanneer? Donderdag 5 en vrijdag 6 januari 2012 telkens van 10.00u tot 16.30u!

Kostprijs? € 11,00 per dag (niet-leden) / € 9,00 per dag (leden) / drankje inbegrepen!