Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9...

83
Jaarverslag 2014

Transcript of Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9...

Page 1: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Jaarverslag 2014

Page 2: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

Inhoud Jaarverslag

Voorwoord 4

Kerngegevens 5

Verslag van het bestuur 6

Financiële situatie 6

Vermogensbeheer 10

Pensioenbeheer 16

Risicobeleid 29

Pensioenfondsbestuur 33

Vooruitzichten 39

Organisatie 40

Functies en nevenfuncties 43

Bericht van het verantwoordingsorgaan 49

Verslag van de raad van toezicht 51

Jaarrekening

Balans 53

Staat van baten en lasten 54

Kasstroomoverzicht 55

Toelichting 57

Overige gegevens

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 77

Actuariële verklaring 81

Resultaatbestemming 82

Gebeurtenissen na balansdatum 82

pagina

Page 3: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

Jaarverslag 2014

Page 4: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 4 -

Voorwoord

Ontwikkelingen in 2014In 2014 waren er weer volop ontwikkelingen in de pensioenwereld. Zo werd wetgeving voorbereid over pensioencommunicatie. Doel hiervan is de informatie over pensioenen te verbeteren, onder andere door meer gebruik te maken van digitale informatieverstrekking. Ook ging in 2014 De Nationale Pensioendialoog van start. Met deze pensioendialoog wil de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, samen met de pensioensector en de samenleving, onderzoeken hoe het Nederlandse pensioenstelsel in de toekomst beter kan aansluiten op de wijze waarop Nederlanders werken en leven. De uitkomst van de pensioendialoog is in het voorjaar van 2015 door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een hoofdlijnennotitie verwerkt en aangeboden aan de Tweede Kamer. Het kan, mede met het begin 2015 uitgebrachte SER-advies van de Commissie Toekomst Pensioenstelsel, medebepalend zijn voor de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel. Verder ontstond in 2014 duidelijkheid over het nieuwe financiële toetsingskader en vond er opnieuw een aanpassing plaats van het fiscale kader voor pensioenopbouw. Waar nodig, reageerden wij op deze ontwikkelingen.

Naast de ontwikkelingen in de pensioenwereld hadden specifieke ontwikkelingen rond het fonds in 2014 onze nadrukkelijke aandacht. In het eerste half jaar lag onze focus op de implementatie van ons nieuwe bestuursmodel. Het tweede half jaar stond in het teken van scenario denken over de toekomst van het fonds in het geval de verplichtstelling zou komen te vervallen. Daarnaast volgden wij de financiële situatie van het fonds op de voet.

Communicatiebeleid: online omgeving verder uitgebreidIn 2014 breidde Pensioenfonds Horeca & Catering het werkgeversportaal GRIP verder uit en lanceerde het een deelnemersportaal. De portalen bieden de bij het fonds aangesloten werkgevers en deelnemers de mogelijkheid op elk gewenst moment in te loggen op hun persoonlijke online omgeving. Zo kunnen ze direct de voor hen relevante pensioeninformatie inzien. Eén van de eerste communicatie-uitingen via het deelnemersportaal was het Uniform pensioenoverzicht 2014. Hiermee liep het fonds vooruit op de nieuwe wetgeving voor pensioencommunicatie.

Pensioenregeling aangepastOm te voldoen aan het vanaf 2015 geldende fiscale kader stelden sociale partners betrokken bij het fonds limitatieve aanpassingen van de pensioenregeling van het fonds voor. Het bestuur heeft deze aanpassingen beoordeeld en doorgevoerd in de pensioenregeling vanaf 1 januari 2015. Zo wordt de laagst mogelijke franchise toegepast en is het opbouwpercentage van 1,5% naar 1,466% verlaagd met handhaving van de pensioenrichtleeftijd van 65 jaar. Per saldo betekent dit dat deelnemers over een hogere pensioengrondslag pensioen opbouwen.

Financieel herstel zet in 2014 verder doorPensioenfonds Horeca & Catering werkte in 2014 verder aan het herstel van zijn financiële positie. De dekkingsgraad steeg over het jaar genomen van 117,8% naar 121,2%. Door deze stijging kwam het fonds op basis van de wettelijke regels zoals deze in 2014 golden uit de situatie van reservetekort.

De gunstige ontwikkeling in 2014 was voor ons aanleiding om per 1 januari 2015 een toeslag van 0,50% te verlenen aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Actieve deelnemers krijgen ook een toeslag vanuit de opslag in de premie. Deze bedraagt 0,58% en is per 31 december 2014 toegekend.

VerplichtstellingHalverwege 2014 bleek dat voortzetting van de verplichtstelling van het fonds niet vanzelfsprekend was. Elke vijf jaar dienen de sociale partners betrokken bij de pensioenovereenkomst aan te tonen dat zij representatief zijn (gebleven). Dit aantonen bleef echter uit. Het fonds bereidde zich daarom voor op het mogelijk vervallen van de verplichtstelling en verkende daartoe verschillende scenario’s.

In november 2014 kwamen de sociale partners in de bedrijfstakken met elkaar overeen om de representativiteit ten behoeve van het voortzetten van de verplichtstelling aan te tonen. Dit leidde tot een representativiteitsopgave, die het fonds in januari 2015 namens de sociale partners indiende bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het ministerie gaf op 10 maart 2015 aan dat de representativiteit hiermee afdoende was aangetoond. De verplichtstelling is daarmee voortgezet.

Implementatie nieuw bestuursmodelMet ingang van 1 juli 2014 is de Wet versterking bestuur pensioenfondsen van kracht geworden. Het fonds heeft zijn bestuursmodel op basis van de in deze wet opgenomen mogelijkheden aangepast. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft daarom vanaf 1 juli 2014 het paritair bestuur aangevuld met een onafhankelijk voorzitter. Daarnaast werd het bestuur uitgebreid met één bestuurslid als vertegenwoordiger van en gekozen door pensioengerechtigden van het fonds. Per 1 juli 2014 kent Pensioenfonds Horeca & Catering een raad van toezicht. Wij zijn verheugd de juiste mensen te hebben gevonden voor het bestuur en voor de raad van toezicht.

Page 5: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 5 -

Code PensioenfondsenBij de implementatie van het nieuwe bestuursmodel hielden wij ook rekening met de Code Pensioenfondsen. De Code bevat bepalingen voor het functioneren van het bestuur en de overige organen binnen een pensioenfonds. Daarnaast besteedt de Code onder andere aandacht aan integraal risicomanagement, beloningen, diversiteit en verantwoord beleggen. De normen in de Code zijn leidend, maar er is ook ruimte om eigen, fondsspecifieke keuzes te maken. Dit wordt ook wel het ‘pas-toe-of-leg-uit-beginsel’ genoemd. Daar waar wij als bestuur afwijken van de normen uit de Code, wordt dat in dit jaarverslag gemeld en toegelicht.

Het bestuur wenst u veel leesplezier met het 50e jaarverslag van Pensioenfonds Horeca & Catering.

Page 6: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 6 -

Kerngegevens

1 Geactualiseerd ten opzichte van het jaarverslag

2012.

2 In de contractcateringbranche droegen werkgevers

en werknemers in 2012 en 2013 elk 0,27% van de

pensioengrondslag af als additionele bijdrage voor

de kostendekkendheid van de premie. In de

horecabranche droegen sociale partners een

vergelijkbare bijdrage bij door een additionele

storting in het fonds.

3 In de horeca droegen sociale partners bij aan de

herstelmaatregelen door een additionele storting in

het fonds over 2010 en 2011, uit (een deel van) het

overschot van middelen van de SOHOR. Werknemers

en werkgevers in de horeca betaalden daarom geen

extra herstelbijdrage. In de contractcatering werd de

additionele bijdrage over 2010 en 2011 volledig in

2011 geheven. Om deze reden droegen zowel

werkgevers als werknemers in de contractcatering in

2011 2,50% van de pensioengrondslag bij ten

behoeve van herstel.

4 Toeslag per 1 januari van een kalenderjaar vanuit

overrendement. Het bestuur beoordeelt jaarlijks of

een dergelijke toeslagverlening mogelijk is per 1

januari van het volgende kalenderjaar. Voor

dergelijke voorwaardelijke, toekomstige toeslagen

wordt niet doelgericht geld gereserveerd.

5 Toeslag per 31 december van een kalenderjaar vanuit

0,9%-punt opslag in de premie.

6 Vanaf 2008 vindt (eventuele) toeslagverlening uit

overrendement in het voorvorige jaar plaats per 1

januari van een kalenderjaar.

7 In het kader van de rente-afdekking zijn in 2010 de

swaptions vervangen door swaps.

8 Geactualiseerd ten opzichte van jaarrekening 2011.

9 Geactualiseerd ten opzichte van jaarrekening 2010.

Page 7: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 7 -

Verslag van het bestuur

Financiële situatie

Herstel zet in 2014 verder doorOok in 2014 werkte Pensioenfonds Horeca & Catering verder aan het herstel van de financiële positie. De dekkingsgraad steeg over het jaar genomen van 117,8% naar 121,2%. Door deze stijging kwam het fonds uit de situatie van reservetekort. Voor 2015 gelden echter nieuwe wettelijke regels die leiden tot een nieuwe tekortsituatie, waardoor een nieuw herstelplan moet worden ingediend.

Dekkingsgraad stijgt in 2014De dekkingsgraad steeg van 117,8% naar 121,2% in 2014. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen. Het bestuur baseert de dekkingsgraad op de berekeningsmethode die de Nederlandsche Bank voorschrijft. Het bestuur houdt de dekkingsgraad ook op basis van de actuele marktrente in het oog. Per eind 2014 bedraagt de dekkingsgraad op basis van de actuele marktrente 101%.

De financiële positie van Pensioenfonds Horeca & Catering is in 2014 robuuster in vergelijking met de vorige vijf jaar, maar blijft afhankelijk van de bewegingen op de (financiële) markten. Pensioenfonds Horeca & Catering publiceert de dekkingsgraad maandelijks op de website van het fonds, www.phenc.nl.

De grafiek ‘Ontwikkeling dekkingsgraad 2014’ laat zien dat zowel het vermogen als de technische voorzieningen van het fonds in 2014 stegen. In 2013 was nog sprake van een reservetekort. Per eind 2014 is dit niet meer het geval. De dekkingsgraad lag gedurende drie kwartaaleinden namelijk boven het vereist eigen vermogen van 119%. Hierdoor eindigde per 30 september 2014 het lange termijn herstelplan.

Ontwikkeling dekkingsgraad 2014

Page 8: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 8 -

Levensverwachting en sterfteonderzoekPensioenfonds Horeca & Catering waardeert de technische voorzieningen op basis van actuele en reële inzichten omtrent de levensverwachting van Nederlanders. In 2014 publiceerde het Actuarieel Genootschap een nieuwe prognose (AG Prognosetafel 2014). Toepassing van deze aangepaste prognose van de levensverwachting in de berekeningen leidt tot een lichte daling van de technische voorzieningen (0,2%).

Jaarlijks onderzoekt Pensioenfonds Horeca & Catering de sterfteontwikkeling binnen het deelnemersbestand van het fonds. De levensverwachting van de deelnemers van het fonds verschilt met die van de hele bevolking. Daarom past het fonds voor deze zogenaamde fondsspecifieke ervaringssterfte correctiefactoren toe op de landelijke sterftekansen. Uit het onderzoek dat het fonds in 2014 uitvoerde, blijkt een wijziging van de correctiefactoren voor fondsspecifieke ervaringssterfte noodzakelijk. De impact op de hoogte van de technische voorzieningen is vrijwel nihil.

Analyse dekkingsgraadDe hoogte van de dekkingsgraad wordt in belangrijke mate beïnvloed door de hoogte van de rekenrente en de mate van renteafdekking. De ontwikkeling van de rente in 2014 had een negatief effect op de dekkingsgraad van ongeveer 30 procentpunt. Pensioenfonds Horeca & Catering belegt de ontvangen pensioenpremies. Inclusief de effecten van de renteafdekkingsstrategie die het fonds toepast, had het rendement van de beleggingen in 2014 een positief effect op de dekkingsgraad van circa 32 procentpunt.

Daarnaast blijven de effecten van premie en levensverwachting voor de hoogte van de dekkingsgraad van belang. De pensioenpremie bedraagt 16,8% van de pensioengrondslag. Deze feitelijke premie is hoger dan de wettelijk vereiste kostendekkende premie. De premie droeg in 2014 1,5 procentpunt bij aan de dekkingsgraad. In 2014 waardeert Pensioenfonds Horeca & Catering de technische voorzieningen volgens de meest recente prognosetafel (AG2014). Het effect op de dekkingsgraad is 0,3 procentpunt positief.

RekenrentePensioenfonds Horeca & Catering berekent sinds september 2012 de technische voorzieningen met twee rentetermijnstructuren (RTS) die op verschillende wijzen worden vastgesteld:• de RTS die door de Nederlandsche Bank is voorgeschreven (RTS-DNB); • de RTS vastgesteld op basis van actuele marktrente (RTS-swap).

De laatste is relevant in het kader van de werking van de rente-afdekking.De rente is in 2014 fors gedaald naar een uitzonderlijk laag niveau. In de figuur ‘Rentetermijnstructuur eind 2014 respectievelijk eind 2013’ is dit zichtbaar gemaakt. Daarbij is het verschil tussen de rentetermijnstructuur die door de Nederlandsche Bank is voorgeschreven en de rentetermijnstructuur op basis van de actuele marktrente in 2014 groter geworden.

Rentetermijnstructuur eind 2014 respectievelijk eind 2013

Page 9: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 9 -

In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per 1 januari 2015. Deze voorwaardelijke toeslag ter grootte van 0,50% is opgenomen in de technische voorzieningen per 31 december 2014. Daardoor heeft deze toeslagverlening de dekkingsgraad met 0,4 procentpunt verlaagd.

Oude herstelsituatie eindigt in 2014, nieuwe herstelsituatie begint in 2015 Pensioenfonds Horeca & Catering heeft sinds 30 juli 2009 een goedgekeurd herstelplan. Eind 2013 eindigde de situatie van dekkingstekort. In de loop van 2014 eindigde ook de situatie van reservetekort. Op basis van de op dat moment geldende regels eindigde het herstelplan eind september 2014.

Per 1 januari 2015 moeten pensioenfondsen een inschatting maken van het vereist eigen vermogen op basis van nieuwe wettelijke regels. Er is sprake van een tekortsituatie wanneer de beleidsdekkingsgraad lager is dan het vereist eigen vermogen. De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste twaalf maanden. De nieuwe regels leiden voor Pensioenfonds Horeca & Catering tot een nieuwe tekortsituatie: de beleidsdekkingsgraad bedroeg per 1 januari 2015 121,6%, terwijl het vereist eigen vermogen 122,2% bedroeg. Het fonds moet daarom voor 1 juli 2015 een nieuw herstelplan indienen.

Page 10: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 10 -

Vermogensbeheer

Beleggen: focus op de lange termijn en risicobeheersingOm de pensioenen nu en in de toekomst te kunnen betalen, belegt Pensioenfonds Horeca & Catering de ontvangen pensioenpremies. Het fonds maakt daarbij een zorgvuldige afweging tussen risico en rendement. In 2014 behaalde het fonds een rendement op de beleggingen exclusief renteswaps van 12,6%. Dit had een positief effect op de dekkingsgraad.

Het beleggingsbeleid van Pensioenfonds Horeca & Catering richt zich op de lange termijn. Tegelijkertijd houdt het fonds ook de risico’s op de korte termijn goed in de gaten. Door actuele ontwikkelingen kan het nodig zijn het beleid bij te stellen. Het fonds volgt de resultaten van haar vermogensbeheerders én de veranderingen in de markt op de voet. Op die manier kan het bestuur zorgvuldig en tijdig reageren.

In 2014 evalueerde het bestuur het lange termijn beleggingsbeleid door middel van een strategische studie. Dit om ervoor te kunnen zorgen dat via het beleid voldoende rendement behaald kan worden om aan de verplichtingen te voldoen tegen acceptabele risico’s. Het bestuur streeft ernaar om deze studie eens in de twee tot drie jaar uit te voeren door middel van een ALM-studie. De ALM-studie is eind 2014 afgerond en hieruit bleek dat het gevoerde beleggingsbeleid op hoofdlijnen nog steeds optimaal is.

Rendement op de beleggingen In 2014 bedroeg het rendement op de beleggingen exclusief renteswaps 12,6%. Pensioenfonds Horeca & Catering gebruikt renteswaps om een deel van het renterisico af te dekken. Inclusief de renteswaps bedroeg het rendement 29,4%. Het rendement op de beleggingen exclusief renteswaps was 0,9%-punt hoger dan het rendement van de vergelijkende benchmark (11,7%). De rendementscijfers zijn berekend door Bank of New York Mellon, een van de uitvoeringsorganisatie onafhankelijke beleggingsadministrateur. In de tabel ‘Rendementen beleggingscategorieën 2014’ staat een overzicht van de absolute en relatieve nettorendementen per beleggingscategorie.

Rendementen beleggingscategorieën 2014

De strategische beleggingsportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat voor 46,5% uit zakelijke waarden, zoals aandelen, converteerbare obligaties, private equity en grondstoffen. Beleggingen in vastrentende waarden bedragen 44,5% van de portefeuille. Hieronder vallen obligaties en de beleggingen in hypotheken. De resterende 9% is belegd in een combinatie van beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd onroerend goed.

Page 11: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 11 -

Verdeling vermogen eind 2014

De gecombineerde waarde van de renteswaps is ten opzichte van eind 2013 gestegen van € 142 miljoen naar € 1,1 miljard. Deze waardestijging is het gevolg van de daling van de lange termijnrente.

De cijfers over het belegd vermogen in de kerncijfers en in de tabel ‘Verdeling vermogen eind 2014’ hierboven komen niet (direct) overeen met cijfers in de toelichting op de jaarrekening. Dit komt doordat de beleggingscategorieën (vermogen en resultaat) in de kerncijfers en dit onderdeel van het verslag conform het (strategisch) beleggingsbeleid worden gepresenteerd. In de jaarrekening wijkt de toerekening van de beleggingen aan de verschillende beleggingscategorieën hiervan af.

Z-score en performancetoetsDe z-score van Pensioenfonds Horeca & Catering over 2014 is 0,63%. Dit betekent dat de daadwerkelijke uitvoering van het beleggingsbeleid door het fonds beter is dan de vergelijkende benchmarks. Bij de berekening worden de uitvoeringskosten van het vermogensbeheer meegenomen, zodat het gaat om nettorendementen. Als het netto feitelijk rendement op de beleggingen van het fonds hoger is dan het netto normrendement, dan ontstaat een positieve z-score.

Pensioenfonds Horeca & Catering voldoet over 2014 aan de norm voor de performancetoets. De uitkomst van de performancetoets voor het jaar 2014 is 2,236%. Als de uitkomst van de performancetoets lager is dan nul, dan is het fonds verplicht om werkgevers die daarom vragen vrijstelling van de verplichtstelling te verlenen. Dit volgt uit het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000.

Page 12: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 12 -

Rendement per beleggingscategorie

Zakelijke waardenBeleggingen in aandelen zijn een belangrijk onderdeel van de portefeuille zakelijke waarden. De aandelenportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering behaalde in het verslagjaar een rendement van 10,5%. De benchmark behaalde een totaalrendement van 10,7%.

Het aanvankelijke optimisme over een verder herstel van de wereldeconomie werd begin 2014 op de proef gesteld. De Amerikaanse economie liet een onverwachte krimp zien als gevolg van extreme weersomstandigheden. Ook bleek het economische herstel in de Eurozone onvoldoende krachtig. Toenemende geopolitieke onzekerheid wakkerde de vrees aan voor een nieuwe terugval in economische groei. In de tweede helft van 2014 won de Amerikaanse economie aan kracht. De Amerikaanse Centrale Bank maakte een einde aan haar beleid van het opkopen van obligaties om de groei te ondersteunen. De Europese economie werd geconfronteerd met een afzwakkende groei. Hierop besloot de Europese Centrale Bank tot een verdere monetaire verruiming om een nieuwe economische recessie af te wenden.

De meeste aandelenmarkten stegen gedurende 2014, mede gesteund door een goede ontwikkeling van de bedrijfswinsten. Tussen de aandelenrendementen op verschillende markten ontstonden grote verschillen. Dit kwam vooral door de relatief grote schommelingen op valutamarkten. Zo verloor de euro bijna 14% aan waarde ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Europese aandelenbeurzen stegen gemiddeld 7,6% en beurzen in opkomende markten 11,7% gemeten in euro. Het rendement op Amerikaanse beurzen bedroeg circa 12,7% wanneer het valutarisico van de Amerikaanse dollar naar de euro was afgedekt.

De portefeuille converteerbare obligaties behaalde een rendement van 5,3%. Dit resultaat was mede te danken aan stijgende aandelenkoersen. Een goede selectie van converteerbare obligaties zorgde ervoor dat deze portefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering 0,5%-punt beter presteerde dan de benchmark (4,8%).

Het rendement op private equity bedroeg in 2014 17,2%. De activiteit op private equity markten nam in 2014 sterk toe. Zo steeg het aantal transacties met 14% ten opzichte van 2013. In een omgeving waarin de economische groei mogelijk aantrekt en de mogelijkheden voor financiering aantrekkelijk zijn, blijft er veel interesse voor deze beleggingscategorie. 2014 kenmerkte zich daarnaast door een recordaantal verkooptransacties (exits) van belangen in de oudere private equity portefeuilles van Pensioenfonds Horeca & Catering. Zolang de weging private equity zich onder de normweging bevindt en via nieuwe commitments de portefeuille verder wordt opgebouwd, wordt als benchmark het driemaands Euribor-tarief met een opslag van 1% gehanteerd. Het rendement van deze benchmark bedroeg in 2014 1,2%.

Grondstoffen vormden in 2014 de enige beleggingscategorie met een negatief absoluut rendement. De beleggingen in deze categorie daalden 4% in waarde. De waardedaling vond met name plaats door een scherpe daling van de olieprijs. Over heel 2014 daalde de olieprijs in Amerikaanse dollars met ruim 40%. Beleggingen in edelmetalen en industriële metalen daalden minder sterk. Zo daalde de goudprijs licht (-1,4%) en was aluminium (+2,9%) één van de weinige grondstoffen met een waardestijging. Pensioenfonds Horeca & Catering belegt breed gespreid in grondstoffen waardoor het negatieve rendement beperkt bleef. Daarnaast profiteerde de portefeuille van de stijging van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro, aangezien het valutarisico in deze beleggingscategorie niet is afgedekt. Het rendement van de benchmark, waarin dit valutarisico eveneens niet is afgedekt, bedroeg -5,5%.De grondstoffenportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering presteerde 1,5%-punt beter dan de benchmark.

De onderstaande figuur laat de regioverdeling zien van de totale portefeuille zakelijke waarden van Pensioenfonds Horeca & Catering.

Regioverdeling zakelijke waarden eind 2014

Page 13: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 13 -

Onroerend goedBeleggingen in onroerend goed zijn verdeeld over beursgenoteerd indirect vastgoed en niet-beursgenoteerd indirect vastgoed. Pensioenfonds Horeca & Catering belegt wereldwijd in beursgenoteerd onroerend goed en behaalde daarmee over 2014 een rendement van 20,2%. Hiermee werd 0,8%-punt beter gepresteerd dan de benchmark. De beleggingen profiteren van een lage rentestand en een positief sentiment op aandelenmarkten.

De portefeuille niet-beursgenoteerd indirect vastgoed behaalde een rendement van 3,2% (benchmark: 3,8%). De portefeuille niet-beursgenoteerd onroerend goed is volledig belegd in Nederlands vastgoed en verdeeld over de sectoren woningen, winkels, kantoren en bedrijfsruimten. De rendementen in alle sectoren waren positief in 2014. Beleggingen in woningen (4,6%) behaalden het hoogste rendement gevolgd door kantoren (3,9%) en bedrijfsruimten (3,8%). Winkels behaalden een rendement van 2,5%.

De onderstaande figuur geeft de verdeling over sectoren weer van de portefeuille niet-beursgenoteerd onroerend goed per eind 2014.

Verdeling portefeuille niet-beursgenoteerd onroerend goed eind 2014

Vastrentende waardenDe beleggingscategorie vastrentende waarden van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit beleggingen in obligaties en hypotheken. Het rendement op de beleggingen in obligaties bedroeg 16,8%. Een rendement dat 0,2%-punt lager was dan dat van de benchmark. Beleggingen in hypotheken behaalden een rendement van 6,4% en presteerden 2,6%-punt beter dan de benchmark.

De beleggingen in obligaties bestaan voornamelijk uit nominale en inflatiegerelateerde staatsobligaties. Binnen de portefeuille nominale obligaties wordt alleen belegd in Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Finland. Binnen de inflatiegerelateerde obligatieportefeuille belegt het fonds alleen in Duitsland en Frankrijk. Het rendement op de nominale staatsobligaties bedroeg 28,2% in 2014. Een rendement dat 0,3%-punt beter was dan het rendement van de benchmark. Beleggingen in inflatiegerelateerde obligaties behaalden een rendement van 3,4% gelijk aan dat van de benchmark. De positieve rendementen op obligaties waren een gevolg van het beleid van de Europese Centrale Bank om de rente laag te houden en de economie te stimuleren door het aankondigen van grootschalige opkoopprogramma’s.

Naast beleggingen in Europese staatsobligaties bestaat de obligatieportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering uit obligaties in opkomende markten en high yield obligaties (risicovolle obligaties met een hoger rendement). Naar aanleiding van de evaluatie van strategische uitgangspunten voor de beleggingscategorie obligaties opkomende markten besloot het bestuur in 2014 tot een aanpassing van de invulling van deze beleggingscategorie. Naast beleggingen in zogenaamde ‘hard currency staatsobligaties’ besloot het bestuur het mandaat te verbreden door ook staatsobligaties van opkomende markten in lokale valuta op te nemen. Dit heeft geleid tot de aanstelling van Pramerica als externe vermogensbeheerder voor een gecombineerd mandaat staatsobligaties opkomende markten. Het rendement op staatsobligaties opkomende markten bedroeg 3,6%. Dit rendement was 3,0%-punt lager dan dat van de benchmark. Het lagere rendement werd veroorzaakt door tegenvallende prestaties van de oorspronkelijke beheerder in hard currency staatsobligaties en de transitie van het vermogen naar het nieuwe mandaat. De portefeuille high yield obligaties behaalde een rendement van 1,5%: een rendement dat 0,8%-punt lager was dan dat van de benchmark.

De portefeuille hypotheken bestaat uit Nederlandse particuliere en zakelijke hypotheken. Het rendement op particuliere hypotheken bedroeg 8,4%. Op zakelijke hypotheken was het rendement 4,8%. Het bestuur besprak in 2014 onder meer de beleggingen in de beleggingscategorie hypotheken. Het bestuur besloot om de beleggingscategorie (op termijn) alleen in te vullen met particuliere hypotheken en niet langer met zakelijke hypotheken. Een volledige belegging in particuliere hypotheken levert naar verwachting een hoger rendement op tegen lagere risico’s.

Page 14: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 14 -

De onderstaande figuur geeft de regioverdeling voor de beleggingscategorie vastrentende waarden weer.

Regioverdeling vastrentende waarden eind 2014

Afdekking rente- en valutarisico Het bestuur handhaafde in 2014 het beleid ten aanzien van de afdekking van het rente- en valutarisico. Het renterisico is een van de belangrijkste risico’s van het fonds. De afdekking van het renterisico bedraagt sinds 2012 64%. Het fonds dekt het renterisico af door een belegging van 22,5% van de beleggingsportefeuille in langlopende Eurostaatsobligaties. Ook vormt de belegging in hypotheken (5%) onderdeel van de renteafdekking. Om tot een afdekking van 64% te komen, gebruikt Pensioenfonds Horeca & Catering renteswaps. Het fonds implementeert de renteswaps als ‘overlay’. Deze maken daarom geen onderdeel uit van de normportefeuille.

Het pensioenfonds hanteert een bandbreedte van +/- 5%-punt rondom de norm van 64%. Het fonds herbalanceert de renteafdekking wanneer deze onder de 59% of boven de 69% komt. Voor een goede aansluiting op de verplichtingen gebruikt Pensioenfonds Horeca & Catering renteswaps in zes tot acht verschillende looptijdsegmenten.

Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een internationale beleggingsportefeuille. Ongeveer 50% van alle beleggingen vindt plaats in andere valuta dan de euro. Het valutarisico van deze beleggingen wordt strategisch afgedekt. Afdekking van het valutarisico zorgt voor (korte termijn) stabilisatie van de rendementen. Voor beleggingen in vreemde valuta waarin het fonds beperkt belegt of waarbij het afdekken van het valutarisico praktisch zeer lastig of bijzonder kostbaar is, laat het fonds dit risico onafgedekt. Dit geldt ook voor het valutarisico op de beleggingen in grondstoffen. De rendementen op grondstoffen en het koersverloop van de Amerikaanse dollar bewegen veelal tegengesteld. Ook in 2014 heeft deze beweging zich voorgedaan. Het openlaten van het valutarisico op grondstoffen zorgde voor een stabieler rendement in euro’s. Ongeveer 80% van de beleggingsportefeuille bestaat uit beleggingen in euro en beleggingen in vreemde valuta waarvan het valutarisico is afgedekt naar euro.

Strategische beleggingsallocatie: focus op lange termijn en risicobeheersingALM-studie 2014In het kader van de beleidscyclus evalueerde het bestuur in 2014 het lange termijn beleggingsbeleid door middel van een strategische studie. Dit om ervoor te kunnen zorgen dat via het beleid voldoende rendement behaald kan worden om aan de verplichtingen te voldoen tegen acceptabele risico’s. De studie resulteert in een strategisch en integraal beeld over de mogelijke uitkomsten van het premie-, toeslag- en beleggingsbeleid van het fonds over een termijn van vijftien tot twintig jaar. De studie houdt rekening met de effecten van het nieuwe financieel toetsingskader (nFTK) dat vanaf 1 januari 2015 is ingegaan. De ALM-studie is eind 2014 afgerond en hieruit bleek dat het gevoerde beleggingsbeleid op hoofdlijnen nog steeds optimaal is. In aansluiting op de ALM-studie wordt in de eerste helft van 2015 een risicobudgetstudie uitgevoerd. Daarin wordt de optimale beleggingssamenstelling van de strategische portefeuille bepaald.

Evaluatie beleggingscategorieënHet bestuur houdt periodiek de toegevoegde waarde van alle beleggingscategorieën tegen het licht. In 2014 zijn de beleggingscategorieën aandelen large cap, aandelen small cap, nominale staatsobligaties en inflatie gerelateerde staatsobligaties geëvalueerd. In deze evaluatie vergelijkt het bestuur de gerealiseerde rendementen en de risico’s van de beleggingen met de aannames uit de strategische studies. Ook bekijkt het bestuur of de invulling van de beleggingsmandaten voldoet aan de strategische uitgangspunten van het beleggingsbeleid.

Het bestuur concludeerde dat de invulling van de onderzochte beleggingscategorieën aansluit op de strategische uitgangspunten. Naar aanleiding van de evaluatie besloot het bestuur tot een brede evaluatie van de kredietwaardigheid van de staatsobligaties in de ALM- en risicobudgetstudie. Daarnaast besloot het bestuur de toegevoegde waarde van inflatie gerelateerde staatsobligaties in de totale beleggingsportefeuille als een onderzoeksthema in deze studies mee te nemen.

Page 15: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 15 -

Maatschappelijk verantwoord beleggenEind 2013 verrichtte het bestuur opnieuw onderzoek naar de wensen en standpunten van deelnemers en werkgevers ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB). Op deze wijze blijft het beleid afgestemd op de wensen en verwachtingen van de achterban. De centrale conclusie uit dit onderzoek luidde dat het MVB-beleid nog altijd aansluit op de wensen en standpunten van de achterban. Het onderzoek vormde geen aanleiding om de hoofdlijnen van het MVB-beleid aan te passen. Wel scherpte het bestuur de uitvoering van het MVB-beleid in 2014 op een drietal punten aan door:

1. een eigen uitsluitingenbeleid te formuleren op basis van de UN Global Compact Principes. Deze principes zijn afgeleid van universeel geaccepteerde verklaringen op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en anti-corruptie. De principes sluiten aan bij de thema’s die de achterban in het onderzoek als maatschappelijk onverantwoord benoemde. Het schenden van deze principes door bedrijven kan aanleiding zijn om niet in die bedrijven te beleggen.

2. een verbreding van het uitsluitingenbeleid. Naast het wettelijke verbod op investeringen in bedrijven die betrokken zijn bij het ontwikkelen, produceren of verhandelen van clustermunitie besloot het bestuur ook bedrijven uit te sluiten die betrokken zijn bij het ontwikkelen, produceren of verhandelen van andere typen controversiële wapens, zoals nucleaire, biologische en chemische wapens.

3. beleid op te stellen ten aanzien van het uitsluiten van beleggingen in staatsobligaties van landen die internationale standaarden schenden.

Het bestuur evalueerde en actualiseerde in 2014 de bestaande stemrichtlijnen van het fonds. Het bestuur hecht aan een goede corporate governance bij de ondernemingen waarin zij investeert en geeft hier invulling aan door een wereldwijd stembeleid te voeren voor alle bedrijven waarin Pensioenfonds Horeca & Catering via aandelen belegt.

Beleggingsadviescommissie Ook in 2014 was de beleggingsadviescommissie actief betrokken bij het beleggingsbeleid. Het bestuur heeft veel waardering voor deze adviezen die in de uiteindelijke besluitvorming worden betrokken. Terugkoppeling aan de beleggingsadviescommissie gebeurt vooral als het advies niet (volledig) wordt overgenomen. De leden van de commissie adviseerden het bestuur onder meer over:• de invulling van de beleggingscategorie obligaties opkomende markten;• de strategische uitgangspunten van de verschillende beleggingscategorieën; • het Maatschappelijk Verantwoord Beleggen-beleid;• de ALM-studie 2014; • het beleggingsplan voor 2015;• de invulling van de beleggingscategorie hypotheken.

De beleggingsadviescommissie was ook betrokken bij de jaarlijkse strategische conferentie van het bestuur.

Page 16: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 16 -

PensioenbeheerToeslagverlening, aanpassing van de pensioenregeling en uitbreiding online omgevingHet bestuur besloot in 2014 om per 1 januari 2015 aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden een voorwaardelijke toeslag te verlenen. Deze toeslag bedraagt 0,50%. Actieve deelnemers krijgen ook een toeslag vanuit de opslag in de premie. Deze bedraagt 0,58% en is per 31 december 2014 toegekend.

Het bestuur paste in 2014 de pensioenregeling van het fonds aan. Dit was nodig om de gevolgen van de opschuivende AOW-ingangsdatum te beperken en te voldoen aan het gewijzigde fiscale kader.

Pensioenfonds Horeca & Catering breidde de online omgeving in 2014 verder uit. Zo werd het werkgeversportaal GRIP verder ontwikkeld en lanceerde het fonds een deelnemersportaal. In hun persoonlijke online dossier konden deelnemers als eerste hun Uniform pensioenoverzicht 2014 inzien.

Premie en toeslagPremie 2014Het bestuur stelde in 2011 de premie voor 2012 tot en met 2016 vast op 16,8% van de pensioengrondslag. De premie die over 2014 nodig was voor de inkoop van pensioen, de uitvoeringskosten, het vereist eigen vermogen en de inkoop van onvoorwaardelijke toeslagverlening voor actieve deelnemers was lager dan 16,8%. Daarmee is de feitelijke premie voor 2014 kostendekkend. Het fonds voldeed hiermee aan de eis die in de Pensioenwet is opgenomen.

Premie 2015De premie over 2015 is vastgesteld op basis van de rekenregels van 2014, zoals toegestaan door de toezichthouder de Nederlandsche Bank. Ondanks de aanpassing van de pensioenregeling per 1 januari 2015 blijft de premie 16,8%. Pensioenfonds Horeca & Catering bepaalt, op basis van de rente per 30 september, vooraf de premie die nodig is voor het volgende jaar. De daarmee berekende kostendekkende premie voor 2015 is nog net lager dan de feitelijke premie van 16,8%.

Voorwaardelijke toeslag van 0,50% voor alle deelnemersHet bestuur besloot in 2014 om per 1 januari 2015 aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden een toeslag te verlenen. Deze toeslag bedraagt 0,50%. Deze verhoging geldt voor de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers, gewezen deelnemers en de uitkeringen van pensioengerechtigden. De financiële positie van het fonds, de mate van herstel en de situatie op de financiële markten leidden tot dit besluit. Voor dergelijke voorwaardelijke, toekomstige toeslagen wordt niet doelgericht geld gereserveerd. Het bestuur beoordeelt jaarlijks of toeslagverlening mogelijk is per 1 januari van het volgende jaar.

Onvoorwaardelijke toeslag van 0,58% uit premieopslag voor actieve deelnemers De premie bevat een opslag van 0,9 procentpunt voor de jaarlijkse onvoorwaardelijke toeslagverlening. Het bestuur stelde de toeslag vanuit deze opslag in de premie vast op 0,58% per 31 december 2014. Deze verhoging geldt voor de opgebouwde aanspraken van deelnemers die gedurende het boekjaar 2014 actief waren. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige jaren. Het bestuur stelt jaarlijks de hoogte van de onvoorwaardelijke toeslag vast.

Pensioenregeling aangepastIn 2014 paste het bestuur de pensioenregeling van het fonds aan. De wijziging van het Witteveenkader en de gevolgen van de opschuivende AOW-ingangsdatum maakten dit noodzakelijk.

Pensioenopbouw veranderd door aangepast WitteveenkaderMet de verdere aanpassing van het Witteveenkader vanaf 2015 verkleinde de overheid de fiscale ruimte om pensioen op te bouwen. Dit om mensen te stimuleren langer door te werken. In 2014 paste de overheid de fiscale regels al aan waarbij de pensioenrichtleeftijd werd verhoogd van 65 naar 67 jaar. Daarmee vond een eerste verlaging van de maximum opbouwpercentages plaats. Door de verdere verlaging van de fiscale grenzen voor de pensioenopbouw vanaf 2015 bleek het opbouwpercentage van het fonds van 1,5%, bij een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar en de laagst mogelijke franchise, niet meer mogelijk.

Om te voldoen aan de fiscale kaders stelden de sociale partners betrokken bij het fonds een limitatieve aanpassing van het pensioenreglement voor. In lijn met het voorstel van de sociale partners besloot het bestuur in de pensioenregeling per 1 januari 2015 de volgende uitgangspunten te hanteren:• de laagst mogelijke franchise van € 10.095;• een opbouwpercentage van 1,466%, bij een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar; • een (blijvende) toepassing van het maximum pensioengevend salaris van € 34.486 voor de opbouw van pensioen in de basisregeling en

met een beperking van het maximum pensioengevend salaris tot € 100.000 voor de aanvullende regelingen;

Page 17: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 17 -

• de rekenregels bij uitgaande waardeoverdracht en afkoop zo aan te passen dat vanaf 2015 een opslag wordt meegegeven over de opbouw van aanspraken tijdens het deelnemen aan de pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Voor 2015 is de opslag gelijk aan de beleidsdekkingsgraad min 100%, met een bovengrens van 19,1%. Als de beleidsdekkingsgraad lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen (104,1%) wordt geen opslag meegegeven.

Het fonds hanteert daarmee vanaf 1 januari 2015 het maximum opbouwpercentage, dat hoort bij een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar en de laagst mogelijke franchise. Dit heeft tot gevolg dat er fiscaal geen ruimte meer is om met een extra opbouwpercentage aanvullend ouderdomspensioen op te bouwen. De aanvullende ouderdomspensioenregeling met een extra opbouwpercentage eindigde daarom per 31 december 2014. Wel blijft in 2015 extra pensioenopbouw mogelijk over het salaris boven het maximum pensioengevend salaris uit de basispensioenregeling. Voor deze regeling is het opbouwpercentage verlaagd naar 1,466%.

In de aanvullende nabestaandenpensioenverzekering is het dekkingspercentage van 30% vervallen. In het verleden verkreeg het fonds van het Ministerie van Financiën een aanwijzing van de pensioenregeling als pensioenregeling in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964. Deze aanwijzing was noodzakelijk omdat de nabestaandenpensioenregeling van het fonds geen franchise kent. Een hoog dekkingspercentage kon daarom tot fiscale bovenmatigheid leiden voor deelnemers met een relatief laag loon. Door de wijziging van de fiscale regels én de aanpassing van de pensioenregeling per 1 januari 2015 bleek een dekkingspercentage van 30% fiscaal niet meer mogelijk. Na aanpassing van de regeling met een keuze tussen een dekkingspercentage van 10% en 20% voor de nabestaandenpensioenverzekering, diende het fonds opnieuw een verzoek tot aanwijzing in. Het Ministerie van Financiën kende op 8 december 2014 het verzoek tot aanwijzing toe.

Gevolgen hogere AOW-ingangsdatum beperktDe opschuivende AOW-ingangsdatum leidt voor deelnemers die het ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd laten ingaan, tot een steeds langere periode die zij moeten overbruggen tot zij ook AOW ontvangen.

Het bestuur besloot deelnemers met geboortejaar 1950 die in de bedrijfstak blijven werken de mogelijkheid te bieden het ouderdomspensioen uit te stellen en tot de AOW-ingangsdatum pensioen te blijven opbouwen. Gewezen deelnemers die in een andere branche blijven werken tot de AOW-ingangsdatum, kunnen de pensioeningang eveneens uitstellen tot de AOW-ingangsdatum. Deelnemers die niet meer werken kunnen de pensioeningang niet uitstellen.

Als sprake is van een klein pensioen dat wordt afgekocht vóór de AOW-ingangsdatum kan dit nadelige gevolgen hebben voor de verschillende toeslagen die een gewezen deelnemer of zijn of haar partner ontvangt. In de media en de politiek was hiervoor in 2014 veel aandacht. Om de nadelige gevolgen voor toeslagen te voorkomen, konden in 2014 gewezen deelnemers die het ouderdomspensioen uitstelden, het betaalmoment van de afkoop ook uitstellen tot na de AOW-ingangsdatum. Daarnaast paste het fonds de informatie die deelnemers vóór pensioeningang ontvangen aan door de mogelijke gevolgen van afkoop op verschillende toeslagen toe te lichten. Voor deelnemers met geboortejaar 1950 die niet meer werken vormt het doorwerkvereiste een belemmering om een afkoop uit te stellen. Een eind 2014 ingegane wetswijziging maakt het alsnog mogelijk voor deelnemers die niet meer werken de afkoop van een klein pensioen uit te stellen. Dit kan tot de eerste dag van de maand na de AOW-ingangsdatum. Met de invoering van deze wetswijziging in de uitvoeringspraktijk worden ook vanaf 2015 de gevolgen van afkoop van een klein pensioen op toeslagen of uitkeringen beperkt.

SOHORVan 2000 tot en met 2010 kende de horecasector een vut-overgangsregeling. De Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR) verstrekte in december 2014 een laatste slotuitkering. Omdat de stichting vanaf die datum geen zelfstandig bestaansrecht meer heeft, besloot het bestuur van de stichting tot ontbinding van de stichting. Pensioenfonds Horeca & Catering is daarbij als vereffenaar en begunstigde van het batig saldo aangewezen. Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering besloot de waarde vanuit SOHOR per 31 december 2014 aan te wenden voor extra pensioeninkoop voor horecawerknemers. De hoogte van de extra aanspraak is afhankelijk van de mate waarin deze werknemers in de periode 2000 tot en met 2009 hebben bijgedragen aan SOHOR.

Page 18: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 18 -

Kenmerken van deelnemers, pensioengerechtigden en werkgeversLeeftijden deelnemers Inzicht in het deelnemersbestand is belangrijk voor de (beleids)keuzes die het fonds maakt. Onderstaande grafiek toont de leeftijdsopbouw van het gehele deelnemersbestand per 31 december 2014. Onder gepensioneerden vallen ook personen met een uitkering voor wezenpensioen en partnerpensioen.

Leeftijdsopbouw van het gehele deelnemersbestand eind 2014

Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de actieve deelnemers per 31 december van de jaren 2010 tot en met 2014. De bedrijfstakken horeca en contractcatering kennen een grote dynamiek. Daardoor wijkt het aantal deelnemers gedurende het jaar aanzienlijk af van het totaal aantal op enig moment in het jaar (bijvoorbeeld per 31 december). De grafiek laat zien dat door instroom het aantal jonge deelnemers blijft toenemen.

Leeftijdsverdeling actieve deelnemers per jaar in de jaren 2010-2014

Page 19: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 19 -

Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van gewezen deelnemers met opgebouwde maar nog niet ingegane pensioenaanspraken in de jaren 2010 tot en met 2014. De grafiek laat zien dat veel deelnemers op jonge leeftijd weer uitstromen. De gewezen deelnemers van 65 jaar en ouder betreffen onder meer de niet-GBA-geverifieerde deelnemers en niet opgevraagde pensioenen.

Leeftijdsverdeling gewezen deelnemers per jaar in de jaren 2010-2014

Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling van de pensioengerechtigden in de jaren 2010 tot en met 2014. De grafiek laat een toename zien in de leeftijdscategorie van 65 tot 70 jaar. Dit is een gevolg van de toename van het aantal (gewezen) deelnemers dat de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.

Leeftijdsverdeling pensioengerechtigden per jaar in de jaren 2010-2014

Page 20: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 20 -

Opgebouwd ouderdomspensioen Onderstaande grafiek toont het gemiddelde opgebouwde ouderdomspensioen per jaar van actieve en gewezen deelnemers in de jaren 2010 tot en met 2014. De grafiek laat zien dat actieve deelnemers door de jaren heen steeds meer pensioen opbouwen. Het gemiddelde opgebouwde pensioen van gewezen deelnemers met premievrije aanspraken blijft in deze jaren vrijwel gelijk. Gemiddeld opgebouwd ouderdomspensioen per jaar in de jaren 2010-2014

Page 21: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 21 -

Totale pensioenuitkeringen Onderstaande grafiek toont het totale volume aan pensioenuitkeringen per jaar in de jaren 2010 tot en met 2014. De grafiek laat zien dat de totale uitkering van ingegane ouderdomspensioenen toeneemt. Dit sluit aan bij de grafiek over de leeftijdsverdeling van pensioengerechtigden over 2010-2014, waarin de toename van het aantal pensioengerechtigden per jaar zichtbaar is. De uitkeringen van vroegpensioen, WAO-gat en WAO-aanvullingen nemen af. Dit komt doordat deze regelingen worden afgewikkeld. De eenmalige uitkeringen nemen toe. Eenmalige uitkeringen betreffen afkoop van kleine pensioenen. Een oorzaak voor de toename is de lage rentestand. Door die lage rentestand is de afkoopwaarde van een klein pensioen vanaf 2011 hoger dan in voorgaande jaren, waarin de rentestand substantieel hoger was. Het aantal eenmalige uitkeringen neemt ook toe omdat meer mensen de pensioengerechtigde leeftijd bereiken.

Uitkeringsvolume (*1.000) per jaar in de jaren 2010-2014

Page 22: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 22 -

Onderstaande grafiek toont per pensioenvorm de gemiddelde pensioenuitkering in de jaren 2010 tot en met 2014. De grafiek toont dat het gemiddelde ouderdomspensioen door de jaren heen licht stijgt. Ingegane nabestaandenpensioenen, wezenpensioenen en WAO-aanvullingen blijven door de jaren heen gemiddeld nagenoeg gelijk. Dat komt omdat deze aanspraken in een betrekkelijk ver verleden zijn verkregen en daardoor in de getoonde jaren niet aan verbetering onderhevig zijn geweest. Het gemiddelde ingegane vroegpensioen stijgt aanzienlijk. Dit is een gevolg van uitstel van vroegpensioen. Bij een jaar uitstel van een vroegpensioenuitkering, neemt het jaarbedrag met ruwweg 1/3 toe.

Gemiddelde uitkering per pensioenvorm per jaar in de jaren 2010-2014

Premies werkgevers De onderstaande grafieken geven de totale premie in de horeca en catering weer en de premieontwikkeling in beide sectoren over de afgelopen drie jaar. Werkgevers dragen de premie af per maand (twaalf loontijdvakken) of per vier weken (dertien loontijdvakken). In vergelijking met het aantal horecawerkgevers is het aantal cateringwerkgevers relatief klein. Uit de eerste grafiek kan worden afgeleid dat de cateringwerkgevers wel een relatief groot premievolume hebben. Totale premie 2014

De premieontwikkeling in de horeca over de jaren 2012 tot en met 2014 is stabiel. De premieontwikkeling in de catering over de jaren 2012 tot en met 2014 laat een geringe daling zien van 32,7 miljoen euro in 2013 naar 31,3 miljoen euro in 2014.

Page 23: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 23 -

Premieontwikkeling horeca 2012 tot en met 2014

Premieontwikkeling catering 2012 tot en met 2014

Page 24: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 24 -

Communicatiebeleid: online omgeving verder uitgebreidAls kader bij communicatie hanteerde Pensioenfonds Horeca & Catering in 2014 de doelstellingen uit het integraal communicatiebeleid. Daarin is benoemd dat het fonds met communicatie wil bijdragen aan administratief gemak van werkgevers en mentale rust van deelnemers.

Om die doelstellingen te bereiken, communiceert Pensioenfonds Horeca & Catering steeds nadrukkelijker digitaal. Via digitale communicatiekanalen hebben werkgevers en deelnemers op elk door hen gewenst moment toegang tot voor hen relevante informatie. Het fonds helpt bezoekers van de digitale kanalen door hen te leiden langs online informatie die is gebundeld tot compacte, logische thema’s of door een signaal te geven op het moment dat er online nieuwe gegevens klaar staan. Door in te loggen in hun persoonlijke online omgeving kunnen werkgevers en deelnemers bovendien direct persoonlijke en actuele pensioeninformatie inzien. Werkgevers zien de informatie waarop het pensioenfonds zich baseert bij het berekenen van premies. Deelnemers krijgen inzicht in hun opgebouwde pensioen. Ook kunnen online gewenste of noodzakelijke acties worden uitgevoerd of doorgegeven.

De online omgeving van Pensioenfonds Horeca & Catering is in 2014 verder uitgebreid. Het werkgeversportaal GRIP werd verder ontwikkeld. Voor deelnemers lanceerde het fonds een deelnemersportaal. Ook werd PensioenCafe.nl uitgebreid met nieuwe informatie. PensioenCafe.nl is het online café van het fonds waarin deelnemers op een heldere manier uitleg krijgen over hun pensioen. Om deelnemers over de uitbreiding te informeren, gebruikte het fonds voor segmenten van deelnemers verschillende offline mailingen. Segmentatie maakt het mogelijk doelgroepen te voorzien van de voor hen specifiek relevante informatie. Daarmee deed het fonds nieuwe inzichten op over effectieve deelnemerscommunicatie, die het benutte bij mailingen over het nieuwe deelnemersportaal. De digitale omgeving stelt Pensioenfonds Horeca & Catering niet alleen in staat om kostenefficiënt te werken, maar ook klantgericht.

Uitbreiding werkgeversportaal GRIPIn 2014 nam het aantal werkgevers dat gebruikmaakt van werkgeversportaal GRIP fors toe. Op diverse communicatiemomenten, zoals in brieven of bij contact met de klantenservice, verwijst het fonds naar de mogelijkheden van GRIP. Daarmee wordt GRIP steeds duidelijker het belangrijkste communicatiekanaal waarmee Pensioenfonds Horeca & Catering werkgevers op maat kan bedienen. Andere communicatiekanalen ondersteunen daarbij. Het fonds wordt daarmee steeds meer een multichannelorganisatie die verschillende, op elkaar afgestemde en geïntegreerde, communicatiekanalen inzet.

GRIP werd in 2014 verder ontwikkeld. Zo kan een werkgever zijn administratie-of accountantskantoor machtigen zijn pensioenadministratie in te zien, te wijzigen en namens hem de pensioenpremie te betalen. Als een werkgever dat wil, kan hij ook andere bedrijven uit de groep waartoe zijn bedrijf behoort volledige rechten geven voor zijn pensioenadministratie. Om het de werkgever zo gemakkelijk mogelijk te maken, stuurt Pensioenfonds Horeca & Catering hem een bericht wanneer hij een actie kan of moet ondernemen. De partijen die door de werkgever zijn gemachtigd, zien deze berichten ook.

Lancering deelnemersportaalIn september 2014 lanceerde Pensioenfonds Horeca & Catering een deelnemersportaal: een persoonlijke online omgeving voor (oud)deelnemers in de horeca en catering. Het deelnemersportaal is geïntegreerd in de website www.phenc.nl, die daarvoor deels werd vernieuwd. Via het portaal kan het fonds (oud) deelnemers (kosten)efficiënter, sneller en persoonlijker inzicht geven in hun pensioen dan via offline kanalen. Op die manier draagt Pensioenfonds Horeca & Catering bij aan hun mentale rust. Eén van de eerste communicatie-uitingen via het deelnemersportaal was het Uniform pensioenoverzicht 2014. Hiermee liep het fonds vooruit op de nieuwe wetgeving voor pensioencommunicatie.

Werkgeversonderzoek in het kader van De Nationale Pensioendialoog Eind 2014 voerde Pensioenfonds Horeca & Catering in het kader van De Nationale Pensioendialoog een onderzoek uit onder werkgevers in de horeca en catering. Met het onderzoek wilde het fonds inzicht krijgen in wat werkgevers belangrijk vinden met betrekking tot het pensioen van hun werknemers. Het fonds schreef ruim 10.000 werkgevers aan. Zo’n 13% reageerde.

De belangrijkste uitkomst van het onderzoek is dat 80% van de werkgevers het (zeer) belangrijk vindt dat hun werknemers pensioen opbouwen. Keuzevrijheden worden hierbij als belangrijk aangemerkt. Van de werkgevers die reageerden, geeft 80% er de voorkeur aan om het pensioen collectief in de sector te regelen. Werkgevers zijn verdeeld over de vraag of de sector verplicht pensioen moet opbouwen. De ene helft is voor, de andere helft is tegen. Ook geeft bijna 70% van de werkgevers de voorkeur aan een pensioenregeling waarbij de risico’s meer bij de werknemers komen te liggen.

Page 25: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 25 -

Representativiteit aangetoondSociale partners van verplicht gestelde pensioenfondsen dienen eens per vijf jaar aan te tonen dat er bij de achterban nog voldoende draagvlak bestaat voor de verplichtstelling. Dit wordt in de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 de representativiteitstoets genoemd. In het vorige jaarverslag maakte Pensioenfonds Horeca & Catering melding van het risico dat de representativiteit mogelijk niet zou worden aangetoond, met het vervallen van de verplichtstelling als gevolg. Het aantonen van de representativiteit werd gekoppeld aan het sluiten van een nieuwe pensioenovereenkomst. Tegelijkertijd bepaalde het Ministerie van Sociale Zaken dat de representativiteit uiterlijk 26 maart 2015 bij het ministerie bekend moest worden gemaakt. In verband met de onzekerheid over het voortbestaan van de verplichtstelling besloot het bestuur halverwege 2014 tot verkenning van de volgende mogelijke scenario’s zonder verplichtstelling: • liquidatie pensioenfonds;• gesloten pensioenfonds;• vrijwillig pensioenfonds.Duidelijk was dat al deze scenario’s grote impact zouden hebben op alle betrokkenen bij Pensioenfonds Horeca & Catering: deelnemers en werkgevers in beide sectoren, gewezen deelnemers en gepensioneerden en de medewerkers van het fonds. In november 2014 kwamen de sociale partners met elkaar overeen om de representativiteit ten behoeve van het voortzetten van de verplichtstelling aan te tonen. Deze afspraak maakte onderdeel uit van een overeenkomst waarin tevens nadere afspraken zijn gemaakt over de werkgeverspremie. Deze wordt voor onbepaalde tijd gemaximeerd op 8,4% van de premiepensioengrondslag bij de laagst mogelijke franchise en tot het maximaal pensioengevend loon van de regeling. De premie voor werkgevers wordt alleen verhoogd als partijen dat overeenkomen.

Eind 2014 startte Pensioenfonds Horeca & Catering op verzoek van de sociale partners met het opstellen van berekeningen waarmee aangetoond kan worden dat zij representatief zijn en namens de branches om verplichtstelling kunnen (blijven) vragen. De berekeningen leidden tot een representativiteitsopgave, die het fonds in januari 2015 namens de sociale partners indiende bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het ministerie gaf op 10 maart 2015 aan dat de representativiteit hiermee afdoende was aangetoond. De verplichtstelling is daarmee voortgezet.

UitvoeringskostenPensioenfonds Horeca & Catering vindt lage uitvoeringskosten belangrijk. Het fonds voert daarom de pensioenadministratie zo efficiënt mogelijk uit. Doordat het fonds de pensioenregeling uitvoert voor een grote groep deelnemers levert dit door de schaalgrootte lagere kosten per deelnemer op. Het fonds heeft daarnaast geen winstoogmerk. Dat betekent dat het fonds alle premies en beleggingsopbrengsten, na aftrek van de uitvoeringskosten, direct aan pensioen kan besteden.

Pensioenfonds Horeca & Catering presenteert de uitvoeringskosten volgens de Aanbevelingen Uitvoeringskosten, zoals die zijn opgesteld door de Pensioenfederatie. In dat kader heeft het fonds met de externe vermogensbeheerders afgesproken dat zij alle vermogensbeheerkosten volgens die aanbevelingen aanleveren.

Uitsplitsing van uitvoeringskostenDe totale uitvoeringskosten van Pensioenfonds Horeca & Catering over 2014 bedragen € 49,3 miljoen (2013: € 44,9 miljoen). Onderstaande tabel geeft een specificatie van deze kosten weer.

De kosten vermogensbeheer zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen.

De totale uitvoeringskosten bestaan uit kosten pensioenbeheer en kosten vermogensbeheer.

De kosten pensioenbeheer bestaan uit:• kosten voor de pensioenadministratie;• kosten van communicatie met deelnemers en werkgevers;• het deel van de bestuurskosten dat is toe te rekenen aan pensioenbeheer.

Page 26: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 26 -

De kosten vermogensbeheer bestaan uit:• directe beheerkosten;• overige beheerkosten;• transactiekosten.

Door deze opsplitsing in kostensoorten, waarbij de bijbehorende kosten zijn vastgesteld volgens de aanbevelingen van de Pensioenfederatie, zijn de uitvoeringskosten van pensioenfondsen te vergelijken. Het fonds neemt sinds 2004 periodiek deel aan het wereldwijde onderzoek van Cost Effectiveness Measurement (CEM) om op deze wijze de uitvoeringskosten te kunnen vergelijken met andere pensioenfondsen. Sinds 2013 neemt het fonds ook deel aan het specifiek op Nederland gerichte onderzoek door het Institutioneel Benchmarking Instituut (IBI).

Kosten pensioenbeheerDe kosten van pensioenbeheer over 2014 bedragen € 63 per deelnemer. Over 2013 bedroegen de kosten per deelnemer € 60. Het aantal deelnemers is de som van het aantal actieve deelnemers en gepensioneerden aan het eind van het jaar. De stijging in 2014 is onder meer het gevolg van incidenteel hoge bestuurskosten in verband met de implementatie van het nieuwe bestuursmodel en de strategische verkenningen in het geval de verplichtstelling zou komen te vervallen. De IBI-vergelijkingsgroep (negen Nederlandse pensioenfondsen) laat over boekjaar 2013 een gemiddelde van € 173 per deelnemer zien. Omdat IBI in 2013 is gestart, zijn er over de oudere jaren geen vergelijkingscijfers beschikbaar. Het vergelijkingscijfer over 2014 wordt in de tweede helft van 2015 verwacht.

Kosten vermogensbeheerDe totale kosten van vermogensbeheer bedroegen € 30,6 miljoen in 2014. Dit is 0,48% van het gemiddeld belegd vermogen. In 2013 bedroegen de kosten nog 0,52% van het gemiddeld belegd vermogen. De daling wordt grotendeels verklaard uit de waardeontwikkeling van de swaps. Onderstaande tabel geeft een specificatie van deze kosten weer.

De kosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen.

Directe beheerkostenPensioenfonds Horeca & Catering laat het belegd vermogen beheren door externe vermogensbeheerders. De directe beheerkosten bevatten alle kosten van deze externe beheerders. Dit betreft hoofdzakelijk de beheervergoeding van de externe beheerders (inclusief onderliggende fondsen) en prestatievergoedingen (alleen bij private equity).

Overige beheerkostenOnder de kosten van vermogensbeheer vallen ook overige beheerkosten, zoals uitvoerings- en bestuurskosten. Zo selecteert en monitort Pensioenfonds Horeca & Catering de externe vermogensbeheerders; deze taak wordt ook wel fiduciair beheer genoemd. Ook een deel van de kosten van bijvoorbeeld het bestuur en de beleggingsadviescommissie is toe te rekenen aan het vermogensbeheer.

TransactiekostenDe transactiekosten zijn direct gerelateerd aan de totstandkoming van beleggingstransacties.

Page 27: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 27 -

Kosten en rendementOnderstaande tabellen geven per beleggingscategorie een overzicht van de directe beheerkosten, transactiekosten en netto rendement. De directe beheerkosten zijn niet afzonderlijk te beoordelen en moeten onder andere worden geplaatst in de context van onderstaande factoren:• Voor beleggingen met een gunstige combinatie van risico en rendement kan een hoger kostenniveau aanvaardbaar zijn omdat een hoger

rendement wordt verwacht. Pensioenfonds Horeca & Catering maakt deze afweging op basis van de ALM-studie. In deze studie bepaalt het bestuur de gewenste beleggingsmix op basis van de financiële positie van het fonds en de verhouding tussen rendement en risico van elke beleggingscategorie.

• De mate van actief of passief beheer beïnvloedt de omvang van de kosten. Actief beheer brengt hogere kosten met zich mee dan passief beheer. Hiertegenover staat bij actief beheer een hoger verwacht rendement.

• De absolute kosten hangen samen met de omvang van het belegd vermogen.

De directe beheerkosten en transactiekosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddelde belegd vermogen van de betreffende beleggingscategorie

De directe beheerkosten en transactiekosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddelde belegd vermogen van de betreffende beleggingscategorie

Uit de tabellen volgt dat de directe beheerkosten van private equity relatief hoog zijn in verhouding tot de directe beheerkosten van de overige beleggingscategorieën. Daar tegenover staat echter een hoger netto rendement wat een positieve bijdrage levert aan het realiseren van de doelstellingen van het beleggingsbeleid van het fonds. De volgende factoren beïnvloeden het kostenniveau van private equity:• Bij private equity wordt de vergoeding gebaseerd op de toezeggingen (commitments) in plaats van daadwerkelijk belegd vermogen.

Daarnaast zijn de kosten in de opstartfase van een private equity-programma relatief hoog.• Pensioenfonds Horeca & Catering belegt in private equity door middel van een aantal extern beheerde fund-of-funds. Deze fondsen

beleggen onderliggend in verschillende private equity-fondsen. De directe beheerkosten bevatten ook de beheervergoedingen van de onderliggende private equity-fondsen.

• Bij private equity-fondsen wordt gewerkt met prestatievergoedingen. Deze prestatievergoedingen van zowel de fund-of-funds als de onderliggende private equity-fondsen maken onderdeel uit van de directe beheerkosten.

Page 28: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 28 -

Berekende en in rekening gebrachte kostenOnderstaande tabel geeft een splitsing tussen berekende kosten en in rekening gebrachte kosten.

De in rekening gebrachte kosten bedragen € 20,5 miljoen en bestaan uit:• betaalde facturen van externe vermogensbeheerders,• betaalde transactiekosten,• betaalde interne uitvoeringskosten,• ingehouden beheersvergoedingen en• kosten uit beleggingsfondsen waarbij een accountantsverklaring is ontvangen.

De berekende kosten bedragen € 10,2 miljoen en zijn berekend op basis van de Nadere Uitwerking kosten vermogensbeheer 2013 van de Pensioenfederatie of gebaseerd op opgaves van de externe vermogensbeheerders. Deze berekende kosten bestaan uit:• berekende beheerskosten voor een bedrag van € 5,9 miljoen (2013: € 5,0 miljoen). Dit zijn kosten uit beleggingsfondsen waarvoor nog

geen accountantsverklaring is ontvangen • berekende transactiekosten voor een bedrag van € 4,3 miljoen (2013: 3,4 miljoen). Voor transactiekosten geldt in het algemeen dat zij

voor een groot deel zijn verwerkt in de transactieprijs. Daarom is een berekening noodzakelijk.

Page 29: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 29 -

Risicobeleid

Identificeren en beheersen van risico’sIdentificeren en beheersen van risico’s is voor Pensioenfonds Horeca & Catering belangrijk. Het fonds keert namelijk niet alleen op dit moment pensioenen uit, maar moet dit ook in de toekomst doen. Pensioenfonds Horeca & Catering legde risico’s vast in het risicoraamwerk. Daarbij benoemde het bestuur ook de gevolgen van de risico’s en de kans dat die risico’s optreden. Daarnaast beschreef het bestuur de maatregelen die het kan nemen om de risico’s te beheersen.

De risico’s die het bestuur beschreef in het risicoraamwerk - en met name de gevolgen daarvan, de kans dat ze optreden en de beheersmaatregelen daartegen - blijven niet altijd gelijk. Het bestuur heeft oog voor deze bewegingen en evalueert om die reden periodiek het risicomanagement.

Inrichting risicomanagementHet bestuur benoemt risicothema’s op grond van de geformuleerde beleidscyclus voor integraal risicomanagement. Hierbij maakt het bestuur ook gebruik van de door de Nederlandsche Bank in het kader van haar toezichtaanpak FOCUS! opgestelde risicoanalyse van het fonds en van de risico-inschatting van de externe accountant.

Het bestuur koppelt het risicoraamwerk aan het beheersingskader van key controls, zoals dit binnen de uitvoeringsorganisatie is geïmplementeerd. Met behulp van dit beheersingskader wordt in het risicoraamwerk een verbinding gelegd tussen de strategische risico’s die het bestuur onderkent en de dagelijkse handelswijze van de uitvoeringsorganisatie. Pensioenfonds Horeca & Catering richt het risicomanagementmodel in met een integrale verantwoordelijkheid op elk niveau: van medewerker tot bestuur. Het betreft een samenspel van personen die gezamenlijk hun rol binnen het risicomanagement invullen.

De risicomanager coördineert de beleidscyclus. Ook beoordeelt de risicomanager of risico’s (tijdig en voor zover mogelijk volledig) worden onderkend in beleid en de uitvoering daarvan. Het bestuur constateerde dat het risicoraamwerk staat en de beleidscyclus werkt. De organisatie van het risicomanagement is hiermee volgens het bestuur passend bij het karakter en de omvang van het fonds.

Risicothema’sPensioenfonds Horeca & Catering onderscheidt de volgende risicothema’s:• Strategische risico’s: Pensioenfonds Horeca & Catering ziet dit als risico’s die op voorhand niet te normeren zijn en (grote) invloed

kunnen hebben op het fonds. Deze risico’s zijn wel te kwalificeren, maar niet te kwantificeren.• Financiële risico’s: Pensioenfonds Horeca & Catering ziet dit als risico’s die (grote) invloed kunnen hebben op het fonds. Op basis van

wet- en regelgeving en eigen normen zijn deze risico’s te normeren en te kwantificeren (Besluit financieel toetsingskader en eigen modellen).

• Operationele risico’s: Pensioenfonds Horeca & Catering ziet dit als risico’s die invloed kunnen hebben op Pensioenfonds Horeca & Catering. Op basis van wet- en regelgeving en eigen normen (richtlijnen uitbesteding/contractual requirements) zijn deze risico’s te kwalificeren en (over het algemeen) te kwantificeren. Het gaat om risico’s met betrekking tot de eigen uitvoeringsorganisatie en de uitbestede werkzaamheden.

Een uitwerking van deze thema’s, en de bijbehorende geïdentificeerde risico’s, is samengevat in zeven verschillende risicokaarten. Deze risicokaarten bevatten een beschrijving van het risico en de context. Waar mogelijk is een inschatting van het risico gegeven. Dit gebeurt aan de hand van de kans (laag, middel of hoog) versus de impact (laag, middel of hoog). Daarnaast besteedt elke kaart aandacht aan de beheersing en het beleid rondom het risico en de wijze van rapportage en evaluatie. In de onderstaande figuur is deze onderverdeling weergegeven.

Page 30: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 30 -

Strategische risico analyse

Bepalende risico’sIn totaal onderkent het bestuur 34 risico’s binnen de risicosoorten: strategisch, financieel en operationeel. Het bestuur achtte het voor de benodigde focus goed om, binnen deze risico’s, de risico’s te benoemen die het meest bepalend (kunnen) zijn. Bepalend betekent hierbij dat de risico’s de ambitie van het fonds in gevaar kunnen brengen. Het bestuur identificeerde eind 2013 een zestal risico’s als bepalend. Dit zijn:1. Sociale partners 2. Afhankelijkheid UWV 3. Besturingsmodel 4. Renterisico 5. Marktrisico 6. Wegvallen verplichtstelling

De kans dat deze risico’s zich voordoen, de impact van deze risico’s en de actualiteit ondersteunen de classificatie als ‘bepalend’.

Risicokaarten1. Externe omgevingDeze kaart beschrijft het risico dat externe partijen de strategie van Pensioenfonds Horeca & Catering negatief beïnvloeden. Pensioenfondsen verkeren in een turbulente omgeving. Visies over de toekomst van ons pensioen worden onderzocht via De Nationale Pensioendialoog. Deelnemers zijn zich steeds meer bewust van het feit dat pensioenen niet zeker zijn.

Page 31: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 31 -

Sociale partners in de sectoren horeca en contractcatering hebben de mogelijkheid om keuzes te maken voor een nieuw pensioenovereenkomst. Pensioenfonds Horeca & Catering verkrijgt (tot op heden als enige pensioenfonds in Nederland) de gegevens voor de werkgevers- en deelnemersadministratie uit de loonaangifteketen via UWV. Hiermee borgt het fonds een efficiënte werkwijze.

Het bestuur volgt per kwartaal de externe ontwikkelingen en de wijze waarop zij de geïdentificeerde risicogebieden raken, door middel van de bestuursrapportage. Relevante onderwerpen worden geagendeerd voor een bestuursvergadering of tussentijds voorgelegd aan het bestuur.

2. BestuurDe risicokaart ‘Bestuur’ betreft het risico dat de slagkracht van het bestuur negatief wordt beïnvloed en de langetermijnstrategie van het fonds in gevaar komt. Een beheerste en integere bedrijfsvoering realiseren, begint met inzicht in pensioenen en de taken en verantwoordelijkheden van het pensioenfondsbestuur. Daarom vindt het bestuur het essentieel om het eigen functioneren optimaal te organiseren om daarmee de focus te kunnen behouden op de lange termijn strategie. De aanpassing van het bestuursmodel in 2014 is mede gericht op het verder beheersen van het hier beschreven risico. Het beleid met betrekking tot benoeming, deskundigheidsbevordering en evaluatie van het functioneren ligt vast.

3. Solvabiliteit pensioenfondsHet solvabiliteitsrisico is het belangrijkste risico voor Pensioenfonds Horeca & Catering. Dit is het risico dat het pensioenfonds niet beschikt over voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen te dekken. De ontwikkeling van het solvabiliteitsrisico wordt gemeten aan de hand van de dekkingsgraad. Gezien het belang van de solvabiliteit worden de relevante risico’s die invloed op de solvabiliteit hebben continu gemeten en gemonitord. Daarbij gaat het om:• het renterisico (s1)• het zakelijke waardenrisico (s2)• het valutarisico (s3)• het grondstoffenrisico (s4)• het kredietrisico (s5)• het verzekeringstechnisch risico (s6)• het liquiditeitsrisico (s7)• het actief beheer risico (s10)

Pensioenfonds Horeca & Catering beheerst het solvabiliteitsrisico met het formuleren van beleid en het uitvoeren van periodieke Asset Liability Management-studies en risicobudgetonderzoeken. Zo heeft het bestuur eind 2014 een ALM-studie afgerond en wordt begin 2015 een risicobudgetonderzoek uitgevoerd. Het fonds kwantificeert en monitort per week, maand en kwartaal de gevoeligheid van de technische voorzieningen en de beleggingen.

4. Deelnemers- en werkgeversbestandHet risico dat de deelnemers- en/of werkgeverspopulatie van Pensioenfonds Horeca & Catering wijzigingen ondergaan met impact op de uitgangspunten die de basis vormen voor het financiële beleid is de basis van de risicokaart ‘Deelnemers- en werkgeversbestand’. Het deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een specifieke opbouw. Met bijvoorbeeld veel jongeren in de horeca, die kortdurende en wisselende dienstverbanden hebben. Ook zijn er specifieke verschillen tussen deelnemers in de horeca en in de contractcatering.

De verplichtstelling van Pensioenfonds Horeca & Catering is bepalend voor het deelnemers- en werkgeversbestand. In 2014 heeft het bestuur via scenario-analyses de consequenties én mogelijkheden voor het fonds bij het wegvallen van de verplichtstelling beoordeeld. Overnames van bedrijfsactiviteiten, wijzigingen van bedrijfsactiviteiten, fusies en faillissementen kunnen het werkgeversbestand beïnvloeden. Via de bestuursrapportages volgt het bestuur de ontwikkelingen in het deelnemers- en werkgeversbestand. Jaarlijks stelt het fonds een intern actuarieel rapport op. En iedere twee tot drie jaar vindt een uitgebreid deelnemersonderzoek plaats. Het meest recente deelnemersonderzoek is van 2013.

5. UitvoeringsorganisatieOnder de risicokaart ‘Uitvoeringsorganisatie’ valt het risico dat interne processen, menselijk gedrag en ICT-systemen de optimale uitvoering van de pensioenregeling en het fiduciair vermogensbeheer verstoren. De eigen uitvoeringsorganisatie verzorgt de werkgevers-, deelnemers- en uitkeringsadministratie. Ook ondersteunt zij het bestuur (strategisch, beleidsmatig, juridisch en secretarieel). Verder verzorgt de uitvoeringsorganisatie de fiduciaire taak op het vlak van vermogensbeheer (beheer van het proces ‘Selecteren, aanstellen, monitoren en ontslaan van vermogensbeheerders’).

Page 32: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 32 -

Door middel van een intern beheersingskader, waarin risico’s en beheersmaatregelen zijn geïdentificeerd en periodiek worden getoetst, beheerst Pensioenfonds Horeca & Catering dit risico. Jaarlijks legt de uitvoeringsorganisatie verantwoording af aan het bestuur via het ‘in control statement’. Het bestuur heeft via de bestuursrapportage ieder kwartaal inzicht in (de ontwikkelingen van) de uitvoering.

6. Communicatie met deelnemers Deze risicokaart betreft het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering niet in staat is de deelnemers tijdig en adequaat te informeren. Het deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering bevat veel jongeren die in de horeca werken met kortdurende en wisselende dienstverbanden. Deelnemers zijn vaak weinig pensioenbewust.

Het is een uitdaging voor het bestuur om de juiste boodschap op het juiste moment bij de juiste deelnemer te laten landen. Tegelijkertijd is het voor Pensioenfonds Horeca & Catering zaak de kosten van de vereiste communicatiemiddelen te beheersen in relatie tot de pensioenopbouw en kenmerken van de (passerende) deelnemers. Vergaande digitalisering, in combinatie met verdere doelgroepsegmentaties, campagnes en lobbyen voor aanpassing van de Pensioenwet, of uitbreiding van de functionaliteiten van het Pensioenregister, zijn maatregelen om dit risico te beheersen.

7. UitbestedingDe risicokaart ‘Uitbesteding’ betreft het risico dat de partners waarmee een overeenkomst is aangegaan de afspraken niet correct uitvoeren, waardoor geen sprake meer is van een beheerste en integere bedrijfsvoering. Uitbesteding is het op structurele basis laten uitvoeren van werkzaamheden, waaronder processen of delen van processen, door onafhankelijke derden.

Bij uitbesteding blijft het fonds zelf verantwoordelijk voor de beheersing van de bedrijfsprocessen. Daarom is het cruciaal om de uitvoering van de uitbestede taken te beoordelen. Daarvoor beschikt het fonds over toereikende procedures, maatregelen en deskundigheid.

De vermogensbeheerders, beleggingsadministrateur en bewaarnemers, incassobureaus en gerechtsdeurwaarders en IT-servicebureau’s werken op basis van volmachten, mandateringen, Service Level Agreements en andere bevoegdheden. Deze liggen vast in overeenkomsten van opdracht. Door het continu monitoren van de prestaties en periodieke gesprekken, vindt constante evaluatie van de uitbesteding plaats.

Financieel crisisplanHet fonds beschikt over een financieel crisisplan, welke in 2014 is geactualiseerd. Pensioenfonds Horeca & Catering definieert een financiële crisis als de situatie waarin het fonds een zodanige dekkingsgraad bereikt, waardoor de doelstelling van het fonds in gevaar komt en waarbij het, vooraf bezien, niet mogelijk is om zonder korten van de opgebouwde pensioenaanspraken binnen de wettelijke termijn uit dekkingstekort te komen. In het plan staan maatregelen die het fonds bij een financiële crisis kan nemen.

Page 33: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 33 -

Pensioenfondsbestuur

Waarborging goed bestuurDe complexe omgeving waarin pensioenfondsen opereren, leidt tot een toenemende tijdsbesteding van en meer verantwoordelijkheden voor bestuursleden. Om goed pensioenfondsbestuur te waarborgen, is in 2014 de Code Pensioenfondsen in werking getreden. Fondsen moeten in hun jaarverslag rapporteren over de naleving van de Code, via het ‘pas-toe-of-leg-uit-beginsel’.

Goed pensioenfondsbestuur vormde ook de aanleiding voor de Wet versterking bestuur pensioenfondsen die per 1 juli 2014 volledig in werking is getreden. Deze wet regelt de wijze waarop pensioenfondsen in Nederland worden bestuurd.

Code PensioenfondsenDe Code Pensioenfondsen kreeg in 2014 een wettelijke grondslag. Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering ziet de normen in de Code als nuttig en tegelijkertijd als vanzelfsprekend en al door het fonds gedragen. De normen in de Code zijn leidend, maar biedt het bestuur ook ruimte om eigen, fondsspecifieke keuzes te maken. Dit wordt ook wel het ‘pas-toe-of-leg-uit-beginsel’ genoemd. Daar waar Pensioenfonds Horeca & Catering afwijkt van de normen uit de Code, wordt dit in dit jaarverslag specifiek gemeld en toegelicht.

Missie, visie en strategieHet bestuur stelde de volgende missie vast: Pensioenfonds Horeca & Catering is de betrouwbare beheerder en uitvoerder van de pensioenregelingen voor de bedrijfstakken horeca en catering. Het fonds biedt zijn deelnemers een basispensioen en aanvullende regelingen, zoals een nabestaandenpensioenverzekering. De visie van het bestuur komt tot uiting in de ambitie om tot de beste pensioenfondsen van Nederland te horen.

De strategie is verwoord in drie belangrijke kernwoorden: betrouwbaar, efficiënt en klantgericht. Betrouwbaar betekent onder meer dat de branchegegevens zuiver en volledig zijn. Door aan te sluiten bij de loonketen is het fonds niet afhankelijk van aanlevering van loongegevens door de werkgever. Het fonds ontvangt deze gegevens via de Belastingdienst en UWV en maakt zodoende gebruik van een objectieve en betrouwbare bron.

Efficiënt houdt in dat het fonds altijd op de kosten let. Zowel in tijd als in geld. Het uitvoeren van een pensioenregeling kost geld, maar het fonds houdt de (uitvoerings)kosten zo laag mogelijk. Want ‘betrouwbaarheid’ en ‘efficiency’ dragen bij aan de ambitie tot de beste pensioenfondsen van Nederland te behoren. En op die manier kan een zo groot mogelijk deel van de pensioenpremies en de beleggingsopbrengsten voor pensioen worden gebruikt. Het fonds neemt deel aan periodieke onafhankelijke onderzoeken om de kosten te vergelijken met andere pensioenfondsen. Daaruit blijkt dat het kostenniveau van Pensioenfonds Horeca & Catering tot een van de laagste van Nederland behoort.

Klantgerichtheid betekent dat het fonds zich zoveel mogelijk in de klant probeert te verplaatsen en helder en duidelijk communiceert. Introductie van het werkgevers- en deelnemersportaal draagt bij aan het vergroten van de klantgerichtheid, doordat werkgevers en deelnemers op elk gewenst moment inzicht hebben in de voor hen relevante gegevens. Het biedt werkgevers administratief gemak en deelnemers mentale rust.

Rol accountant en actuarisDe Code Pensioenfondsen gaat ervan uit dat het bestuur ten minste eenmaal per vier jaar het functioneren van de accountant en de actuaris beoordeelt en de uitkomsten daarvan bespreekt met de accountant of actuaris. Pensioenfonds Horeca & Catering hanteert hiervoor (in beginsel) een termijn van vijf jaar en wijkt daarmee af van de Code. Het bestuur hanteert in plaats van evaluatie daarentegen een eigen, zwaardere norm van een formeel periodiek offertetraject (in beginsel eens per vijf jaar), waarna het bestuur de keuze voor de accountant resp. actuaris herbevestigt dan wel herziet.

Wet versterking bestuur pensioenfondsenOp 1 juli 2014 trad de Wet versterking bestuur pensioenfondsen volledig in werking. Hierdoor wijzigde in de Pensioenwet de manier waarop pensioenfondsen in Nederland (moeten) worden bestuurd. Dit betekende (onder andere) dat besturen van pensioenfondsen een keuze moesten maken uit verschillende modellen voor de wijze waarop zij het fonds vanaf 1 juli 2014 besturen. Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering besloot, na uitvoerig beraad, tot het aanpassen van het bestaande paritaire bestuursmodel. Ook besloot het bestuur tot een jaarlijkse evaluatie van het bestuursmodel.

Page 34: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 34 -

BestuurPensioenfonds Horeca & Catering heeft vanaf 1 juli 2014 het paritair bestuur aangevuld met een onafhankelijk voorzitter. Het bestuur is als volgt samengesteld:• drie bestuursleden voorgedragen door de vakorganisaties, waarvan twee leden door FNV Horeca en FNV Catering gezamenlijk en

waarvan één lid door CNV Vakmensen;• één bestuurslid gekozen door pensioengerechtigden; • vier bestuursleden voorgedragen door de werkgeversvereniging Koninklijke Horeca Nederland waarvan één op voordracht aan

Koninklijke Horeca Nederland door Veneca;• één onafhankelijk voorzitter geselecteerd en benoemd door het bestuur op basis van een profielschets10.

De onafhankelijk voorzitter heeft volledige bestuursbevoegdheden en stemrecht. Hij is het eerste aanspreekpunt namens het bestuur.

Het overzicht ‘Samenstelling bestuur per 1 juli 2014’ geeft de personele samenstelling van het bestuur weer inclusief benoemingstermijn.

Samenstelling bestuur per 1 juli 2014

In 2014 zijn voor het eerst verkiezingen georganiseerd voor een vertegenwoordiger van pensioengerechtigden als bestuurslid. Via een opgestelde verkiezingsprocedure kon iedereen van 18 jaar of ouder zich kandidaat stellen. De kandidaatstelling diende vergezeld te gaan van 25 handtekeningen van pensioengerechtigden van het fonds. Vakorganisaties en ouderenorganisaties konden eveneens kandidaten voordragen. Na een selectie door het bestuur bleven twee kandidaten over. De pensioengerechtigden konden via een stembiljet kiezen uit twee kandidaten. Ruim 19% reageerde. De winnaar van de verkiezingen is toegetreden tot het bestuur.

De Code Pensioenfondsen gaat uit van een zittingsduur van een bestuurslid van maximaal vier jaar, waarbij een bestuurslid maximaal twee keer kan worden herbenoemd. Bij Pensioenfonds Horeca & Catering is de zittingsduur van een bestuurslid statutair bepaald op vier jaar, met een onbeperkte herbenoeming, wat afwijkt van de Code. De zittingsduur van de onafhankelijk voorzitter is statutair bepaald op vier jaar, met een éénmalige herbenoemingsmogelijkheid. Voor zittende bestuursleden betekenen de normen over de zittingsduur dat de voordragende partij bij afloop van de zittingsperiode van een bestuurslid moet beoordelen of herbenoeming wenselijk is.

Paul Schoormans nam in 2014 afscheid van het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering. Zijn benoemingstermijn liep af op 1 juli 2014. Paul Schoormans volgde de Code door zich niet beschikbaar te stellen voor herbenoeming na het aflopen van zijn (tweede) herbenoemingstermijn. Er is per 1 juli 2014 dan ook een vacature voor de invulling van een zetel van Koninklijke Horeca Nederland.

Harry de Wit nam in 2014 eveneens afscheid van het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering. Zijn benoemingstermijn liep af op 1 juli 2014. Hij werd niet voorgedragen voor herbenoeming aangezien hij zich volledig wilde gaan toeleggen op zijn functie van sectorbestuurder in de contractcatering.

Hans Veltkamp werd door Koninklijke Horeca Nederland, mede op aanbeveling van Veneca, voor de eerste keer herbenoemd.

10 In de bestuurlijke paritaire samenstelling voorafgaand aan deze aanpassing fungeerde Eiko de Vries vanaf 31 maart 2014 als voorzitter van het bestuur. Daarvoor was Paul Schoormans voorzitter.

* Op 16 juni 2014 is bij DNB melding gemaakt van de voorgenomen benoeming van Gérard Aben. Op 11 juli 2014 stemde DNB in met de benoeming.

** Op 23 juni 2014 is bij DNB melding gemaakt van de voorgenomen benoeming van Loek Schmidt. Op 17 september 2014 stemde DNB in met de benoeming.

Page 35: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 35 -

Eiko de Vries werd door FNV Horeca en FNV Catering voor de vierde keer herbenoemd. Het behoud van kennis over en ervaring met het besturen van een pensioenfonds in het algemeen en van dit fonds(bestuur) in het bijzonder wogen in dit kader voor FNV Horeca en FNV Catering zwaarder dan de Code. Dit is volgens die partijen van belang voor de continuïteit van het bestuur van het fonds.

Raad van toezichtSinds 1 juli 2014 kent Pensioenfonds Horeca & Catering een raad van toezicht. Tot die datum functioneerde de auditcommissie als orgaan voor intern toezicht. De raad van toezicht bestaat uit drie onafhankelijke, externe en natuurlijke personen, waaronder een voorzitter. De leden van de raad van toezicht zijn door een selectiecommissie bestaande uit bestuursleden geselecteerd en voorgedragen aan het bestuur. Het verantwoordingsorgaan kreeg daarbij de gelegenheid een zwaarwegend advies te geven.

De Code Pensioenfondsen bepaalt dat een lid van de raad van toezicht wordt benoemd door het bestuur na een bindende voordracht van het verantwoordingsorgaan. Pensioenfonds Horeca & Catering wijkt dus af van de Code door het gebruik van ‘zwaarwegend advies’ in plaats van ‘bindende voordracht’. Het bestuur is van mening dat een zwaarwegend advies beter recht doet aan de bestuursbevoegdheid om leden van de raad van toezicht te benoemen.

VerantwoordingsorgaanPensioenfonds Horeca & Catering kent sinds 1 juli 2014 een verantwoordingsorgaan met ruimere bevoegdheden dan de Pensioenwet toekent. Het verantwoordingsorgaan verzocht om behoud van de bevoegdheden welke het tot 1 juli 2014 had, met uitzondering van de bevoegdheden waarbij sprake was van overlap met de bevoegdheden van de raad van toezicht. Het bestuur heeft dit overgenomen. De bovenwettelijke adviesbevoegdheden hebben bijvoorbeeld betrekking op het wijzigen van de statuten en reglementen van het fonds en op het vaststellen van het toeslagbeleid. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit acht vertegenwoordigers van actieve deelnemers, één vertegenwoordiger van gepensioneerden, één vertegenwoordiger van gewezen deelnemers en vijf werkgeversvertegenwoordigers. De benoeming van de leden van het verantwoordingsorgaan vindt plaats door de organisaties die ook de bestuursleden voordragen.

Geschikt pensioenfondsbestuurGeschikt pensioenfondsbestuur wordt bepaald op basis van de deskundigheid, competenties en professionaliteit van de individuele leden tezamen. De Pensioenfederatie stelde in 2014 voor haar leden de Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur op. De handreiking is een servicedocument dat pensioenfondsen ondersteunt bij het voldoen aan de nieuwe eisen, die sinds 1 juli 2014 met de inwerkingtreding van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen gelden.Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering onderkent dat het als team voldoende moet beschikken over de competenties uit het drieluik denken – voelen – kracht uit de Handreiking. Ook streeft het naar een zekere mate van evenwicht binnen deze competenties. Het bestuur beoogt met een diversiteit aan competenties en een evenwichtige verdeling daarvan complementariteit in het bestuur te bereiken.

In 2014 stelde het bestuur, met het oog op de Wet versterking bestuur pensioenfondsen, een nieuw profiel op voor bestuursleden. Bestuursleden moeten bij de eerste benoeming al volledig voldoen aan de geschiktheidseisen uit dit profiel. De geschiktheid van de bestuurders wordt bepaald door:• deskundigheid: kennis, inzicht en oordeelsvorming;• competenties;• professioneel gedrag.

DeskundigheidTussen de bestuursleden van Pensioenfonds Horeca & Catering is geen portefeuille-verdeling gemaakt naar deskundigheidsgebied. Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering wenst als collectief over een hoog niveau van deskundigheid te beschikken. Hiervoor formuleerde het bestuur een eigen norm in kwantitatieve zin. Op elk deskundigheidsgebied moet elk bestuurslid over kennisniveau A beschikken. Daarnaast moeten op elk terrein ten minste vier bestuursleden beschikken over niveau B. Dit hoogste niveau van deskundigheid wordt bereikt door meerjarige ervaring en/of aantoonbare opleidingen op dit terrein. Het bestuur houdt in de individuele en collectieve geschiktheidsprogramma’s van het fonds rekening met deze norm.

Alle bestuursleden en kandidaat bestuursleden namen vóór 1 juli 2014 (opnieuw) deel aan de SPO Kennisreflector. Daarnaast reflecteerden de bestuursleden op de eigen deskundigheid aan de hand van de meest actuele eindtermen per deskundigheidsgebied. Voor de bestuursleden die vóór 1 juli 2014 al bestuurslid waren, vond nog een eindoordeel plaats op basis van het bestuurlijk optreden tijdens en rondom vergaderingen en aantoonbaar gevolgde opleidingen en bijeenkomsten.

CompetentiesHet bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering stelde voor bestuursleden een competentieprofiel vast en nam dit op in de profielschets.

Page 36: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 36 -

Bestuursleden dienen te beschikken over de volgende competenties:• open;• politiek-strategisch inzicht;• communicatief sterk;• zakelijk ingesteld / resultaatgericht;• goed klankbord.

Daarnaast dient de onafhankelijk voorzitter specifiek te beschikken over:• sterke relationele eigenschappen;• besluitvaardigheid;• leiderschapskwaliteiten.

Om zicht te krijgen op de persoonlijke kwaliteiten en de ontwikkelmogelijkheden van de bestuursleden van Pensioenfonds Horeca & Catering namen alle (kandidaat) bestuursleden in mei en juni 2014 deel aan een ontwikkelassessment. Het competentieprofiel van het bestuur en de competentieset van de Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur zijn daarbij als referentiekader gebruikt.

Professioneel gedragOnder professioneel gedrag verstaat het bestuur vooral praktische en meetbare gedragsaspecten. Zo moet een bestuurder over voldoende tijd beschikken om de taak als lid van het bestuur te kunnen uitoefenen. Verder moet een bestuurder de fondskarakteristieken door en door kennen. Ook moet hij zich goed bewust zijn van de onderlinge verhoudingen binnen het bestuur. Dit wordt ook wel aangeduid met ‘board dynamics’.

In het kader van board dynamics sprak het bestuur in 2014 het streven uit naar verbetering van de onderlinge samenwerking. Hiertoe schakelde het bestuur in het najaar van 2014 een gespecialiseerd bureau in dat individuele gesprekken voerde met alle bestuursleden. De collectieve terugkoppeling van deze gesprekken en de analyse daarvan werden in het eerste kwartaal van 2015 door het bestuur opgepakt.

Permanente educatieIn 2014 besteedde het bestuur veel aandacht aan de versterking van de ‘soft skills’ (competenties en gedrag). Daarnaast volgde het bestuur verschillende bijeenkomsten, opleidingen en cursussen om de deskundigheid te bevorderen. Om de geschiktheid van de bestuursleden op peil te houden en waar nodig te verbreden of te ontwikkelen, wordt in 2015 voorzien in een collectief en een individueel programma.

DiversiteitHet bestuur meent dat diversiteit binnen het bestuur en andere organen bijdraagt aan een weloverwogen besluitvorming. Om die reden bevordert het bestuur diversiteit in de organen en commissies van Pensioenfonds Horeca & Catering. In 2014 stelde het bestuur daarom een diversiteitsbeleid vast. Het diversiteitsbeleid vormt een afspiegeling van het deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering. Waar mogelijk streeft Pensioenfonds Horeca & Catering in het bestuur, de raad van toezicht, het verantwoordingsorgaan en de beleggingsadviescommissie naar: • een gelijke verdeling van vrouwen en mannen; • ten minste één iemand jonger dan veertig jaar.

Het bestuur heeft geen groeimodel bepaald zoals bedoeld in de Code Pensioenfondsen, waarin het bestuur concrete doelen stelt die binnen een haalbare termijn bereikt kunnen worden. Het bestuur acht betrouwbaarheid, geschiktheid en onafhankelijkheid van de leden van de organen belangrijker dan de getrouwe afspiegeling of de gewenste diversiteit. Er is bij de werving en selectie van nieuwe functionarissen rekening gehouden met het vastgestelde diversiteitbeleid. Het bestuur voldoet niet aan de diversiteitambitie aangezien het alleen bestaat uit mannen ouder dan veertig jaar. De raad van toezicht bestaat uit twee mannen en één vrouw. Het verantwoordingsorgaan heeft drie leden jonger dan veertig jaar, maar bestaat alleen uit mannen.

Vergoedingsregeling aangepastMet de invoering van het nieuwe bestuursmodel op 1 juli 2014 paste het bestuur ook de vergoedingsregeling aan. Het bestuur wijzigde de Regeling vergoedingen op de volgende onderdelen:• De vergoedingen voor toehoorder en plaatsvervangend bestuurslid zijn vervallen omdat deze rollen statutair zijn vervallen. De bepaling

dat de voordragende organisaties voorzitters ‘leveren’, is geschrapt. • Het eerder gemaximeerde aantal van drie vacatievergoedingen op jaarbasis voor leden van het verantwoordingsorgaan is vervallen.

Daarnaast is bepaald dat leden van het verantwoordingsorgaan voor een opleidingsbijeenkomst een volledige vacatievergoeding ontvangen in plaats van een halve vacatievergoeding.

• De hoogte van de jaarvergoedingen voor bestuursleden en leden van de raad van toezicht, waaronder begrepen de voorzitters, wordt bepaald door het, in artikel 35a van het Besluit uitvoering Pensioenwet bepaalde, tijdsbeslag (zoals eveneens vastgelegd in de functieprofielen), te vermenigvuldigen met een vervangings- of functiewaarde (op voltijdbasis).

Page 37: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 37 -

• De jaarvergoedingen voor het bestuur, de raad van toezicht en de beleggingsadviescommissie worden niet meer jaarlijks vastgesteld, maar iedere twee jaar geëvalueerd als onderdeel van de evaluatie van het functioneren van het bestuur.

• In het kader van transparantie is in de regeling een overzicht opgenomen met de hoogte van de vergoedingen voor alle leden en is vastgelegd dat het bestuur over de werkelijk gemaakte kosten in het kader van deze regeling in het jaarverslag rapporteert.

De bestuursleden die zijn voorgedragen door de vakorganisaties FNV Horeca, FNV Catering, CNV Vakmensen en door Koninklijke Horeca Nederland (op voordracht van Veneca) ontvangen de vergoeding niet zelf. De jaarvergoeding wordt overgemaakt naar de voordragende organisatie. De onafhankelijk voorzitter en de overige leden die zijn voorgedragen door Koninklijke Horeca Nederland declareren hun vergoeding zelf. Dit geldt ook voor de leden van de raad van toezicht en de beleggingsadviescommissie. De leden van het verantwoordingsorgaan ontvangen een vacatievergoeding.

De vergoedingsregeling is op de website van het fonds gepubliceerd.

Klachten, geschillen en bezwarenVorig verslagjaar werd het merendeel van de formele klachten ingediend door deelnemers van het fonds. In het verslagjaar zette deze trend niet door. Het aantal klachten dat in 2014 is ingediend door deelnemers is nagenoeg gelijk aan het aantal klachten dat door werkgevers is ingediend. Bij één klacht was de klachtencommissie het op basis van hardheid eens met de klager. Er is sprake van hardheid wanneer onverkorte toepassing van het pensioenreglement in een bijzonder geval tot onaanvaardbare gevolgen leidt. In het merendeel van de klachten is de klager in het ongelijk gesteld.

In 2014 is sprake van een opvallende daling in het aantal klachten dat is ingediend via de Ombudsman Pensioenen. In 2013 waren er nog tien deelnemers die een klacht over de handelswijze van Pensioenfonds Horeca & Catering indienden bij de Ombudsman Pensioenen. In het verslagjaar 2014 waren dat er nog slechts drie. De reden van deze daling is niet bekend.

Het aantal ingediende geschillen daalde in 2014 ten opzichte van het aantal dat in 2013 werd ingediend. In zes geschillen paste de geschillencommissie het aangevochten besluit aan. Dit gebeurde in vier geschillen op basis van reglementaire bepalingen. In twee geschillen vond aanpassing plaats op basis van hardheid.

In het verslagjaar is geen bezwaar op een vrijstellingsbesluit ingediend.

Page 38: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 38 -

Page 39: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 39 -

Vooruitzichten

Ontwikkelingen in 2015Het is voor Pensioenfonds Horeca & Catering belangrijk om ontwikkelingen in het oog te houden die gevolgen (kunnen) hebben voor pensioen in het algemeen en pensioenfondsen in het bijzonder.

Belangrijke onderwerpen in 2015 zijn:• FTK 2015;• Voorbereiding nieuwe pensioenregeling;• Evaluatie bestuursmodel en Code Pensioenfondsen;• Risicobudgetstudie.

FTK 2015Per 1 januari 2015 wijzigde een aantal regels voor pensioenfondsen. Zo moeten pensioenfondsen hun beleidsbeslissingen baseren op een nieuwe dekkingsgraad, de beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste 12 maanden. Dit betekent dat pensioenfondsen vanaf 1 januari 2015 aan het einde van elke maand een beleidsdekkingsgraad berekenen. Pensioenfondsen hanteren daarbij de rekenregels uit het nieuwe Financieel Toetsingskader (FTK 2015).

Pensioenfondsen moeten op basis van de nieuwe rekenregels ook een inschatting maken van het vereist eigen vermogen. Wanneer de beleidsdekkingsgraad lager is dan het vereist eigen vermogen, is sprake van een tekortsituatie. De verzwaarde nieuwe regels leidden voor Pensioenfonds Horeca & Catering tot een nieuwe tekortsituatie. Het bestuur zal daarom voor 1 juli 2015 een nieuw herstelplan indienen en, in het geval maatregelen nodig zijn, daarbij zorgvuldig de belangen van alle betrokkenen afwegen.

Het FTK 2015 schrijft een jaarlijkse haalbaarheidstoets voor. Deze toets vervangt de continuïteitsanalyse en geeft inzicht in de samenhang tussen de financiële opzet, het verwachte pensioenresultaat en de risico’s daarvan. Voor het bestuur betekent dit dat het in 2015 via de haalbaarheidstoets moet aantonen dat het verwachte pensioenresultaat (naar verwachting) voldoende aansluit bij de gewekte verwachtingen daarover. Overleg vindt plaats met de sociale partners over hoeveel risico het fonds wil en kan lopen om het pensioenresultaat te bereiken en om te zorgen voor een goede aansluiting tussen wat sociale partners in de pensioenovereenkomst afspraken en wat in de pensioenregeling wordt uitgevoerd.

Voorbereiding nieuwe pensioenregelingEind 2014 spraken sociale partners betrokken bij het fonds af om op korte termijn onderhandelingen te starten over een nieuwe pensioenovereenkomst. Pensioenfonds Horeca & Catering is in 2015 beschikbaar voor ondersteuning van sociale partners bij de inhoudelijke besprekingen over de pensioenregeling.

Als sociale partners geen nieuwe pensioenregeling overeenkomen, beoordeelt het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering of wettelijke wijzigingen een aanpassing in de huidige pensioenregeling noodzakelijk maken. Deze informatie zal uiteraard gedeeld worden met sociale partners.

Evaluatie bestuursmodel en Code PensioenfondsenPer 1 juli 2014 voerde Pensioenfonds Horeca & Catering een nieuw bestuursmodel in. Bij de keuze voor het paritaire bestuursmodel sprak het bestuur af de werking van dit model na een jaar te evalueren. De evaluatie vindt plaats voor 1 juli 2015.

RisicobudgetstudieIn vervolg op de in het najaar van 2014 uitgevoerde ALM-studie voert Pensioenfonds Horeca & Catering in 2015 een risicobudgetstudie uit. In de ALM-studie is het beleggingsbeleid op hoofdlijnen onderzocht. In de risicobudgetstudie is het doel om te komen tot een optimale invulling van deze hoofdlijnen van het strategische beleggingsbeleid. Concreet gaat het om het vaststellen van de wegingen per beleggingscategorie.

Overige aandachtspuntenNaast de genoemde aandachtspunten houdt het fonds ook in 2015 aandacht voor:• communicatie met deelnemers en werkgevers: inzet op digitale communicatie via het werkgeversportaal GRIP en het deelnemersportaal.

Deze portalen zullen in 2015 verder ontwikkeld worden met meer functionaliteiten;• de toekomstige inrichting en financiering van het pensioenstelsel naar aanleiding van de uitkomsten van De Nationale Pensioendialoog.

Page 40: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 40 -

Organisatie van het fonds

BestuurMet ingang van 1 juli 2014 is de Wet versterking bestuur pensioenfondsen van kracht geworden. Het fonds heeft zijn bestuursmodel op basis van de in deze wet opgenomen mogelijkheden aangepast. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft vanaf 1 juli 2014 een paritair bestuur aangevuld met een onafhankelijk voorzitter. Naast de onafhankelijk voorzitter bestaat het bestuur uit vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties en een gekozen vertegenwoordiger van pensioengerechtigden. Drie bestuursleden worden voorgedragen door de werknemersorganisaties, waarvan twee leden door FNV Horeca en FNV Catering gezamenlijk en één lid door CNV Vakmensen. Vier bestuursleden worden voorgedragen door de werkgeversvereniging Koninklijke Horeca Nederland waarvan één op voordracht aan Koninklijke Horeca Nederland door Veneca. Daarnaast wordt één bestuurslid gekozen door pensioengerechtigden van het fonds. Tot 1 juli 2014 kende Pensioenfonds Horeca & Catering een paritair bestuur waarin de werkgevers- en werknemersorganisaties afwisselend de functie van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter vervulden. Het kende geen gekozen vertegenwoordiger van pensioengerechtigden.

Samenstelling van het bestuur op 31 december 2014BestuursledenGérard Aben, onafhankelijk voorzitterJeu Claes, Koninklijke Horeca NederlandFrank Jansen, FNV Horeca en FNV CateringMaarten Markus, Koninklijke Horeca NederlandLoek Schmidt, gekozen vertegenwoordiger pensioengerechtigden op voordracht van FNV Horeca, FNV Catering en CNV VakmensenMarco van Straten, CNV VakmensenHans Veltkamp, Koninklijke Horeca Nederland, voorgedragen door VenecaEiko de Vries, FNV Horeca en FNV CateringVacature, Koninklijke Horeca Nederland

Page 41: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 41 -

Raad van toezichtPer 1 juli 2014 kent Pensioenfonds Horeca & Catering een raad van toezicht. Deze raad van toezicht bestaat uit drie onafhankelijke, externe en natuurlijke personen, waaronder een voorzitter. Tot 1 juli 2014 kende Pensioenfonds Horeca & Catering een auditcommissie. De leden van de raad van toezicht zijn nieuw benoemd en maakten geen onderdeel uit van de auditcommissie.

Samenstelling raad van toezicht op 31 december 2014Heino van Essen, voorzitterAnne GramBart de Ruijgh

VerantwoordingsorgaanHet verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit acht vertegenwoordigers van actieve deelnemers, één vertegenwoordiger van gepensioneerden, één vertegenwoordiger van gewezen deelnemers en vijf werkgeversvertegenwoordigers. De benoeming van de leden van het verantwoordingsorgaan vindt plaats door de organisaties die ook de bestuursleden voordragen.

Samenstelling verantwoordingsorgaan op 31 december 2014Sjoerd Barbier, FNV HorecaFred van Belzen, FNV HorecaDirk Breedveld, FNV HorecaFreddy van Brenk, CNV Vakmensen Cees van Ekelenburg, Koninklijke Horeca Nederland Erwin van der Graaf, Koninklijke Horeca Nederland (benoemd per 29 juli 2014)Martien de Haan, FNV CateringHans van Heel, Koninklijke Horeca Nederland, voorgedragen door Veneca, plaatsvervangend voorzitter Sven van der Hoorn, FNV Catering, voorzitterFred Klinkhamer, Koninklijke Horeca Nederland Ricardo Lubbes, Koninklijke Horeca NederlandJeroen Mout-Taylor, FNV HorecaPeter Sonneveld, FNV HorecaRené Striezenau, FNV HorecaRonald van der Weele, FNV Horeca

BeleggingsadviescommissieDe beleggingsadviescommissie van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat sinds 1 juli 2009. De beleggingsadviescommissie bestaat uit drie onafhankelijke, externe leden, waaronder een voorzitter.

Samenstelling beleggingsadviescommissie op 31 december 2014Age Bakker, voorzitterGerard SirksDick Wenting

DirectiePensioenfonds Horeca & Catering heeft een eigen uitvoeringsorganisatie. De volgende taken voert het fonds uit in eigen beheer:• bestuursondersteuning, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering;• communicatiebeleid, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering;• IT-beheersing, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering;• financiën, inclusief monitoring van de vermogensbeheerders;• fiduciair vermogensbeheer, bestaande uit strategische advisering van het bestuur, ondersteuning van de beleggingsadviescommissie en

de selectie en aansturing van externe vermogensbeheerders;• werkgeversadministratie (registratie van werkgevers, premievaststelling en incasso);• deelnemersadministratie (registratie van deelnemers, beheer van aanspraken en uitkeringen).

Ten minste twee natuurlijke personen voeren het dagelijks beleid uit om zo te borgen dat de uitvoering overeenstemt met het strategisch beleid. De directeur is medebeleidsbepaler volgens de bepalingen van de Pensioenwet en moet voldoen aan de geschiktheids- en betrouwbaarheidseisen van de Nederlandsche Bank. De directeur van Pensioenfonds Horeca & Catering is verantwoordelijk voor het formeren van een betrouwbaar en deskundig managementteam.

Directeur op 31 december 2014Paul Braams

Page 42: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 42 -

Uitbestede takenPensioenfonds Horeca & Catering besteedt het daadwerkelijke vermogensbeheer uit. Het fiduciair vermogensbeheer vindt in eigen beheer plaats. Het fonds heeft overeenkomsten met verschillende vermogensbeheerders waarin vastligt dat zij het vermogen op zorgvuldige, professionele en efficiënte wijze beheren en beleggen. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft volmachten, mandateringen en andere bevoegdheden aan de vermogensbeheerders verleend. Deze liggen vast in overeenkomsten en in de jaarlijkse beleggingsplannen.

Voor de beleggingsadministratie en -bewaarneming is een aparte organisatie aangesteld, die niet verbonden is met de door Pensioenfonds Horeca & Catering aangestelde vermogensbeheerders. Pensioenfonds Horeca & Catering besteedt de werkzaamheden voor de voortgezette incasso van premienota’s uit aan incassobureaus en gerechtsdeurwaarders. Aan de incassobureaus en de gerechtsdeurwaarders zijn volmachten, mandateringen en andere bevoegdheden verleend. Deze liggen vast in overeenkomsten van opdracht.

Op het gebied van IT heeft Pensioenfonds Horeca & Catering werkzaamheden ten aanzien van software en hardware onderhoud uitbesteed aan een aantal leveranciers. Het fonds monitort de dienstverlening van deze leveranciers door middel van contracten en Service Level Agreements.

Page 43: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 43 -

Functies en nevenfuncties bestuur, organen en commissies naar de situatie per 31 december 2014

Bestuur

G.T.C.A. (Gérard) AbenBeroep:Bestuurder

Nevenfuncties:• Lid verantwoordingsorgaan Stichting Ondernemingspensioenfonds TNT (gekozen vertegenwoordiger pensioengerechtigden)• Voorzitter Stichting Sportontwikkeling U.Z.S.C.

M.J.H. (Jeu) Claes Beroep:Bestuurder/Commissaris

Nevenfuncties:• Voorzitter Vereniging van Payroll Ondernemingen (VPO)• Voorzitter raad van commissarissen van Rabobank West-Brabant Noord• Lid Kringbestuur Rabobank Zuidwest-Nederland • Lid Centrale Kring Rabobank Nederland • Lid raad van commissarissen TOM BV ‘s-Hertogenbosch• Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR11)

F.B.P. (Frank) JansenBeroep:Project- en beleidsmedewerker pensioenen bij FNV Horeca, FNV Catering en FNV RecreatieZelfstandig pensioenconsultant

Nevenfuncties:• Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR11)• Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche (SUCON)• Lid bestuur Pensioenfonds Recreatie • Lid van de begeleidingsgroep uitvoeringsorganisatie SPO, daarnaast herschrijven en controleren van lesmateriaal van SPO

M.J.M. (Maarten) MarkusBeroep:Managing Director NH Hotel Group

Nevenfuncties:• Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR11)

A.J.M. (Loek) SchmidtBeroep:Pensioenfondsbestuurder FNV Horecabond

Nevenfuncties:• Lid bestuur Pensioenfonds Recreatie• Raadslid fractievoorzitter D66 in de gemeenteraad van Bussum

Page 44: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 44 -

M.W. (Marco) van StratenBeroep:Bestuurder CNV Vakmensen

Nevenfuncties:• Lid bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR11)• Lid bestuur Pensioenfonds Recreatie • Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden Bad- en Zweminrichtingen• Lid bestuur bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf• Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche (SUCON)

J.D.W. (Hans) VeltkampBeroep:Consultant/Principal Actuarieel Adviesbureau

Nevenfuncties:n.v.t.

E.P. (Eiko) de VriesBeroep:Lid dagelijks bestuur en hoofdbestuur FNV Horecabond met de gekozen functie van penningmeester/secretaris met daaruit voortvloeiend lid dagelijks en algemeen bestuur Stichting Projecten FNV Horecabond

Nevenfuncties:• Plaatsvervangend voorzitter bestuur Pensioenfonds Recreatie• Plaatsvervangend voorzitter bestuur Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf (SOHOR11)• Lid adviescommissie subsidie Bedrijfschap Horeca en Catering (BHenC)• Plaatsvervangend voorzitter bestuur Stichting Sociaal Fonds Recreatie (SFR)• Lid bestuur Gemeenschappelijk Beleggingsfonds FNV• Secretaris/penningmeester Stichting financiering toeslagen pensioen FNV Horecabond

11 SOHOR is per 26 mei 2015 opgehouden te bestaan.

Page 45: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 45 -

Raad van toezicht

H.J. (Heino) van EssenBeroep:Toezichthouder

Nevenfuncties: • Voorzitter bestuur Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties • Voorzitter raad van commissarissen Menzis• Lid raad van toezicht Jeroen Bosch Ziekenhuis• Lid raad van commissarissen KSYOS B.V.• Voorzitter Revalidatie Nederland• Lid bestuur Stichting Week van de Chronisch Zieken• Lid bestuur Stichting administratiekantoor NEC Holding B.V.

A. (Anne) GramBeroep:Toezichthouder en adviseur

Nevenfuncties: • Voorzitter raad van toezicht Stichting Pensioenfonds APF• Lid commissie balansmanagement en beleggingen Stichting Pensioenfonds voor Huisartsen• Lid raad van toezicht Pensioenfonds DNB• Lid beleggingscommissie CBR Toeslagendepot• Lid raad van toezicht Stichting Pensioenfonds Woningcorporaties• Lid beleggingscommissie Stichting Pensioenfonds UWV• Voorzitter beleggingsadviescommissie en adviseur bestuur Stichting Pensioenfonds Randstad• Vice-voorzitter, lid raad van toezicht Vereniging van Effectenbezitters (VEB)• Docent asset allocatie Erasmus Universiteit, Pension Executive Opleiding• Jurylid FD IPN Pensioenfonds Award• Jurylid DFT Product van het jaar• Columnist DFT Overgeld• Lid raad van advies Transparency International Nederland

B. (Bart) de RuijghBeroep:Directeur Enterprise Risk & Management Control SNS Bank

Nevenfuncties:Penningmeester Stichting Nationale Ouderendag

Page 46: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 46 -

Verantwoordingsorgaan

S. (Sjoerd) BarbierBeroep:Gepensioneerd conciërge Hilton Hotel Amsterdam

Nevenfuncties:• Lid geschillencommissie FNV Horecabond• Commissaris W.S.V. Albatros

F. (Fred) van BelzenBeroep: Verkoopmedewerker binnendienst Wagenvoorde LastechniekParttime administrateur Hotel Brasserie De Leugenaar

Nevenfuncties:Administratief vrijwilliger voetbalvereniging VC Vlissingen

D.C. (Dirk) BreedveldBeroep:Biersommelier Taveerne de Twaalf Balcken te Den Burg Zelfstandig biersommelier

Nevenfuncties: • Lid CAO-commissie FNV Horeca• Lid FNV Horecabond• Lid paritaire commissie HTV onderwijs bij Kenwerk namens FNV Horecabond• Voorzitter Sub Examen Commissie (SEC) Leermeester en Ondernemersvaardigheden SVH 2.0• Voorzitter Landelijke Examen Commissie (LEC) SVH 2.0

F.J. (Freddy) van BrenkBeroep:F&B supervisor Hotel Mercure Nieuwegein

Nevenfuncties:n.v.t.

C.A. (Cees) van EkelenburgBeroep:Zelfstandig Horecaondernemer (VOF Bar Meneer Jansen)

Nevenfuncties: • Vicevoorzitter Koninklijke Horeca Nederland afdeling Eemsmond• Voorzitter Horecavereniging Appingedam• Raadslid fractievoorzitter D66 in de gemeenteraad van Appingedam

E. (Erwin) van der GraafBeroep:Area general manager Mercure Hotels Nederland

Nevenfuncties: Voorzitter vereniging van eigenaren parkeergarage Pieter Aertszstraat te Amsterdam

Page 47: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 47 -

M. (Martien) de HaanBeroep:Zelfstandig werkend kok

Nevenfuncties: • CAO-commissie Contractcatering FNV Catering• Bedrijfscontactpersoon FNV Catering • Bedrijfsledengroep Compass Group (EUREST)• Lid ledencongres FNV Horecabond

J.C. (Hans) van HeelBeroep:Directeur SAB CATERING Zwanenburg

Nevenfuncties:• Algemeen directeur FM at Work • Bestuurslid Stichting SAB • Bestuurslid Stichting Sociaal Fonds SAB • Bestuurslid Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche (SUCON)• Voorzitter Cercat (Stichting certificatie Contractcatering)

S. P. (Sven) van der HoornBeroep:Rayonmanager Eurest Catering

Nevenfuncties: • Lid CAO-commissie FNV Catering • Voorzitter Platform Ondernemingsraden Contractcatering (POCC) • Voorzitter ondernemingsraad Compass Group Nederland • Voorzitter VUT-stichtingen Compass Group Nederland Holding BV • European Workcouncil Compass Group Plc. • Lid CAO-commissie FNV Horeca

F. J. (Fred) KlinkhamerBeroep:Ondernemer De totale vetvangers

Nevenfuncties:Lid WMO raad Soest

R. (Ricardo) LubbesBeroep:Ondernemer

Nevenfuncties:n.v.t.

J. (Jeroen) Mout TaylorBeroep:Groepswerker/ Hoofd voeding Stichting Hermes Huis te Bosch en Duin

Nevenfuncties:n.v.t.

Page 48: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 48 -

M.P.W. (Peter) SonneveldBeroep:-

Nevenfuncties:n.v.t.

R. (René) StriezenauBeroep:sous-chef Restaurant Regthuys

Nevenfuncties:n.v.t.

R. (Ronald) van der WeeleBeroep:Bedrijfsleider pannenkoekenhuis Oosterpark te Ridderkerk

Nevenfuncties:Lid ledenraad bij Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde

Beleggingsadviescommissie

Prof. dr. A.F.P. (Age) BakkerBeroep:Hoogleraar Monetaire en Bancaire vraagstukken, Vrije Universiteit

Nevenfuncties:• Voorzitter College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten• Voorzitter College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba• Voorzitter raad van commissarissen Nederlandse Waterschapsbank NV• Lid bestuur Pensioenfonds Zorg en Welzijn• Lid audit committee Ministerie van Buitenlandse Zaken• Lid adviescommissie Borgstellingsregeling MKB• Lid adviescommissie MKB-financiering• Executive fellow Duisenberg School of Finance

G.L. (Gerard) SirksBeroep:Zelfstandig interim manager en consultant

Nevenfuncties:• Extern lid ALMC bij De Friesland Zorgverzekering • Lid raad van toezicht beleggingsfondsen van Kempen Capital Management• Benoemd (interim) bestuurder van Sovereign Trust (Netherlands) BV• Lid bestuur bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf• Lid raad van toezicht bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

D. (Dick) WentingBeroep:Onafhankelijk adviseur

Nevenfuncties: • Bestuurslid van Pensioenstichting van Lunen• Voorzitter van intern toezichtscommissie Toezicht op Maat• Lid van de visitatiegroep PF Support• Lid raad van toezicht van Pensioenfonds Tandartsen• Lid raad van toezicht bedrijfstakpensioenfonds voor het Levensmiddelenbedrijf• Lid raad van toezicht bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Bloemen en Planten

Page 49: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 49 -

Bericht van het verantwoordingsorgaan

Het verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit vertegenwoordigers vanuit de werkgevers- en werknemersorganisaties uit de bedrijfstakken horeca en contractcatering. Het verantwoordingsorgaan vertegenwoordigt alle belanghebbenden van het fonds: werkgevers, werknemers, slapers en pensioengerechtigden. De taken en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan zijn te onderscheiden in ‘advisering’ en ‘oordeelsvorming’. Aan de hand hiervan kan het verantwoordingsorgaan zich een volledig oordeel vormen over het handelen van het bestuur en de daarbij gemaakte keuzes.

Het verantwoordingsorgaan komt vier keer per jaar in vergadering bijeen. Daarnaast vindt twee keer per jaar een overlegvergadering plaats met de voorzitter van het bestuur. Wanneer er aanleiding toe is, overleggen het bestuur en het verantwoordingsorgaan tussentijds over actuele onderwerpen.

Advisering in 2014(Implementatie) nieuw bestuursmodel per 1 juli 2014Begin 2014 besprak het verantwoordingsorgaan het voorgenomen besluit van het bestuur ten aanzien van het nieuwe bestuursmodel. Het verantwoordingsorgaan adviseerde positief over het gekozen bestuursmodel maar benoemde daarbij een aantal door het bestuur in acht te nemen voorwaarden. Deze voorwaarden betroffen de toevoeging van een onafhankelijk voorzitter aan het paritair bestuur, het toekennen van bovenwettelijke adviesbevoegdheden aan het verantwoordingsorgaan en een jaarlijkse evaluatie van het gekozen bestuursmodel.

Tegelijkertijd maakte het verantwoordingsorgaan zich ernstige zorgen over het proces rondom de keuze van het nieuwe bestuursmodel. Met name de tijdigheid van de benodigde besluitvorming, implementatie ten aanzien van het nieuwe bestuursmodel en de uiteindelijke uitwerking hiervan baarde het verantwoordingsorgaan zorgen. Het verantwoordingsorgaan heeft deze zorgen kenbaar gemaakt. Ook wees het verantwoordingsorgaan het bestuur op de risico’s van teveel bestuurlijke invloed van onmogelijk te combineren functies buiten het fonds. Het verantwoordingsorgaan adviseerde het bestuur daarnaast desgevraagd over de samenstelling en omvang van het verantwoordingsorgaan vanaf 1 juli 2014. Het verantwoordingsorgaan vond het zeer wenselijk dat werkgevers en gewezen deelnemers onderdeel uit blijven maken van het verantwoordingsorgaan.

Het bestuur nam de punten van het verantwoordingsorgaan over in de definitieve besluitvorming. Het verantwoordingsorgaan is uiteindelijk positief over het feit dat het bestuur de geformuleerde voorwaarden overnam in de definitieve besluitvorming.

FondsdocumentenIn het jaar 2014 adviseerde het verantwoordingsorgaan op twee momenten over de wijzigingen in een aantal fondsdocumenten. Allereerst heeft het verantwoordingsorgaan geadviseerd over de gewijzigde fondsdocumenten als gevolg van het nieuwe bestuursmodel per 1 juli 2014. Het verantwoordingsorgaan adviseerde onder meer over het nieuw opgestelde reglement voor de raad van toezicht, de profielschetsen ten behoeve van het werven van leden voor verschillende organen, de gewijzigde vergoedingsregeling, statuten en directiestatuut. Daarnaast adviseerde het verantwoordingsorgaan in november 2014 over de reguliere jaarlijkse wijzigingen in de statuten, reglementen en actuariële en bedrijfstechnische nota en over een wijziging in de klachtenregeling.

Jaarwerk 2013Het verantwoordingsorgaan adviseerde verder over het jaarwerk 2013. De rapportage intern toezicht van de auditcommissie en de rapportages van de externe accountant en actuaris vormen hierbij een belangrijke aanvullende informatiebron.

Oordeelsvorming in 2014Het bestuur legt over het gevoerde beleid en de beleidskeuzes die het bestuur maakt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan beoordeelt:• het handelen van het bestuur in het verslagjaar;• het door het bestuur gevoerde beleid in het verslagjaar, en• de beleidskeuzes voor de toekomst.

Hierbij gaat het vooral om de vraag of het bestuur op een evenwichtige wijze rekening houdt of heeft gehouden met alle belanghebbenden van het fonds. Het verantwoordingsorgaan geeft onder andere aan de hand van het jaarverslag en de bevindingen van het interne toezicht een oordeel over het handelen van het bestuur.

Page 50: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 50 -

Financieel beleid en dekkingsgraadIn 2014 volgde het verantwoordingsorgaan het financieel beleid en de ontwikkeling van de dekkingsgraad van het fonds met interesse. Het verantwoordingsorgaan constateert een positieve ontwikkeling van de beleggingsrendementen en de dekkingsgraad van het fonds. Het financieel beleid van het fonds, met toepassing van rente-afdekking, toonde (ook) in 2014 zijn kracht. Het bestuur besloot tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag van 0,5% per 1 januari 2015 voor deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Het verantwoordingsorgaan vindt het positief dat een voorwaardelijke toeslag wordt verleend op het moment dat de beleggingsrendementen en de financiële positie van het fonds dit mogelijk maken.

Communicatiebeleid Het verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd dat Pensioenfonds Horeca & Catering met de inrichting van het deelnemers- en werkgeversportaal goede stappen heeft gezet in de communicatie met zowel deelnemers als werkgevers. Het verantwoordingsorgaan ziet het als een positieve ontwikkeling dat specifieke informatie voor deelnemers en werkgevers steeds meer digitaal beschikbaar is.

Niet-GBA geverifieerdenHet onderwerp niet-GBA geverifieerden staat hoog op de agenda van het verantwoordingsorgaan. Niet-GBA geverifieerden zijn deelnemers in het fonds die niet gekoppeld zijn aan de Gemeentelijke Basisadministratie. Het fonds beschikt daardoor niet over de juiste en/of meest recente adresgegevens van een deelnemer. Correspondentie met de betreffende deelnemer is dan ook niet mogelijk. Het verantwoordingsorgaan wordt jaarlijks door het bestuur op de hoogte gesteld van de grootte van de groep niet-GBA geverifieerden. Ook informeert het bestuur het verantwoordingsorgaan over de inspanningen die zijn ondernomen om de groep niet-GBA geverifieerden kleiner te maken.

Oordeel verantwoordingsorgaanHet verantwoordingsorgaan komt tot het oordeel dat het bestuur in 2014 bij de totstandkoming van besluiten en vaststelling van beleid op evenwichtige wijze rekening heeft gehouden met de belangen van alle bij het fonds betrokken belanghebbenden.

Toekomst

Gedurende het jaar heeft het verantwoordingsorgaan de ontwikkelingen rondom de periodieke representativiteitstoets en het mogelijk vervallen van de verplichtstelling voor Pensioenfonds Horeca & Catering gevolgd. Het verantwoordingsorgaan is van mening dat het bestuur adequaat heeft gereageerd op het mogelijk vervallen van de verplichtstelling. Om inzicht te krijgen in de mogelijke scenario’s bij het vervallen van de verplichtstelling heeft het bestuur een verkenning van de verschillende mogelijkheden laten uitwerken. Die verkenning gaf inzicht in de gevolgen van de diverse scenario’s voor alle belanghebbenden van het fonds. Op verzoek van sociale partners werd eind 2014 alsnog het traject voor de periodieke representativiteitstoets in gang gezet, op basis waarvan de verplichtstelling kan worden voortgezet. Het verantwoordingsorgaan acht voortzetting van de verplichtstelling in het belang van alle belanghebbenden van het fonds en is daarom zeer ingenomen met het aantonen van de representativiteit door sociale partners.

Ook in 2015 blijven wijzigingen voor pensioenfondsen op de agenda staan. Zo speelt bijvoorbeeld implementatie van het nieuwe financieel toetsingskader, zoals dat vanaf 1 januari 2015 van kracht is geworden en gedurende 2015 in het fondsbeleid is te verwerken een belangrijke rol. Daarnaast heeft de dialoog die het kabinet voert over de toekomst van het pensioenstelsel, mogelijk op termijn ook gevolgen voor (de pensioenregeling van) Pensioenfonds Horeca & Catering. Daarnaast kan een eventuele nieuwe pensioenovereenkomst tussen sociale partners in de horeca en contractcatering leiden tot wijzigingen in de pensioenregeling van het fonds.

Zoetermeer, 1 juni 2015

Sjoerd BarbierFred van BelzenDirk BreedveldFreddy van BrenkCees van EkelenburgErwin van der GraafMartien de HaanHans van Heel, plaatsvervangend voorzitterSven van der Hoorn, voorzitterFred KlinkhamerRicardo LubbesJeroen Mout-TaylorPeter SonneveldRené StriezenauRonald van der Weele

Page 51: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 51 -

Verslag van de raad van toezicht

Per 1 juli 2014 kent Pensioenfonds Horeca & Catering een raad van toezicht. De raad van toezicht bestaat uit:• Heino van Essen, voorzitter• Anne Gram• Bart de Ruigh

Intern toezicht richt zich op de formele toets van goed bestuur, lange termijn risico’s en op de evenwichtige belangenafweging. Dit betekent dat de raad van toezicht beoordeelt hoe het beleid tot stand is gekomen en of hierbij alle belangen evenwichtig zijn afgewogen.

De raad van toezicht vervult zijn toezichtstaak zodanig dat het bijdraagt aan het effectief en slagvaardig functioneren van het pensioenfonds en aan een beheerste en integere bedrijfsvoering door het pensioenfonds. De raad van toezicht stelt zich op als gesprekspartner van het bestuur en kan ook gevraagd en ongevraagd advies geven.

De raad van toezicht maakte vanaf 1 juli 2014 kennis met het fonds en verrichte de eerste werkzaamheden volgens het werkplan 2014-2015. De raad van toezicht rapporteert over de periode 1 juli 2014 tot en met 31 maart 2015. Concrete aandachtsgebieden waren:• Risicomanagement• Vermogensbeheer• Informatietechnologie en• Communicatie.

Alles overziend is de bevinding dat sprake is van goed ingerichte bestuurlijke processen en adequate risicobeheersing. Het fonds heeft in 2014 belangrijke stappen gezet wat betreft inrichting van de governance. Bestuurlijk functioneren is verbeterd. De indruk bestaat wel dat de belangenafwegingen inzake bestuurlijke besluitvorming op een aantal beleidsonderdelen nadrukkelijker inzichtelijk kunnen worden gemaakt. De onderliggende, interne bestuurlijke risico’s waren aanzienlijk. Na de bestuurlijke herijking in 2014, met de inrichting van een nieuw governancemodel en aandacht voor o.a. board dynamics zijn deze risico’s verminderd, maar vormen nog een aandachtspunt voor zowel bestuur als de raad van toezicht.

Het zelfstandig administrerend karakter - waarbij de uitvoeringsorganisatie het bestuur proactief ondersteunt – sluit goed aan bij de specifieke karakteristieken van het fonds. De verantwoordelijkheden van het bestuur (besluitvorming) en de verantwoordelijkheid van de uitvoeringsorganisatie (beleidsvoorbereiding, -uitvoering, monitoring, rapportage en (voorbereiding van) evaluatie) wordt adequaat onderscheiden. De robuuste inrichting en het goed functioneren van de uitvoeringsorganisatie dragen bij aan een goede risicobeheersing voor het fonds.

De raad van toezicht keurde op 28 mei 2015 het jaarverslag inclusief jaarrekening over 2014 goed.

Page 52: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

Jaarrekening 2014

Page 53: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 53 -

Balans

Page 54: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 54 -

Staat van baten en lasten

Page 55: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 55 -

Kasstroomoverzicht

Page 56: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 56 -

Toelichting op de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht

AlgemeenActiviteiten1. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft als doel, overeenkomstig de statuten en pensioenreglementen, werknemers, gewezen werknemers en overige belanghebbenden te beschermen tegen de geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.2. Pensioenfonds Horeca & Catering tracht dit doel te bereiken: a. door conform de in de pensioenreglementen te stellen regels uitkeringen toe te kennen bij arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden; b. via andere wettige middelen, die het bereiken van het doel kunnen bevorderen.

Pensioenfonds Horeca & Catering is statutair gevestigd te Zoetermeer.

OvereenstemmingsverklaringDe jaarrekening van Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen die Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voorschrijft en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekeningAlgemene waarderingsgrondslagenTenzij anders vermeld, neemt het fonds de activa en passiva op tegen nominale waarde. Verder geldt dat het fonds• baten en lasten toerekent aan het jaar waarop ze betrekking hebben;• winsten slechts opneemt voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd;• verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar in acht neemt, als zij voor het opmaken van de

jaarrekening bekend werden.

Pensioenfonds Horeca & Catering heeft de jaarrekening opgesteld op basis van het uitgangspunt van de continuïteitsdoelstelling.

De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden, tenzij anders vermeld, in duizenden euro’s.

Opname van een actief of een verplichtingEen actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.

Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post ‘nog af te wikkelen transacties’. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.

Saldering van een actief en een verplichtingEen financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien er sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerde opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.

Page 57: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 57 -

SchattingsmethodiekPensioenfonds Horeca & Catering is voor de vaststelling van de premies en de technische voorzieningen afhankelijk van de opgaven van de loonsommen per werknemer door UWV. Het fonds heeft de in het verslagjaar 2013 opgenomen premies herrekend met gebruikmaking van de laatst bekende UWV-gegevens. Het verschil in premie is in dit verslagjaar in de cijfers opgenomen. Pensioenfonds Horeca & Catering schatte de premies over het kalenderjaar 2014 op basis van de definitieve opgelegde premies over 2013, aangepast met de verwachte loonontwikkeling en bedrijfstakgegevens. Op basis van de laatst bekende UWV-gegevens is in dit verslagjaar eveneens de verwachte uitkomst van de premieherrekening over 2014 opgenomen.

Het fonds stelde de mutatie van de technische voorziening in 2014 uit hoofde van pensioenopbouw vast met behulp van enerzijds de totaal geschatte premies over 2014 en anderzijds de deelnemerkarakteristieken van het voorgaande verslagjaar. De verschillen tussen de geschatte bedragen met betrekking tot het huidige verslagjaar en de definitieve uitkomsten volgens de hierna beschreven grondslagen, verwerkt het fonds in het volgende verslagjaar in de cijfers.

Omrekening vreemde valutaPensioenfonds Horeca & Catering rekent de activa en passiva in vreemde valuta om tegen de valutakoers per balansdatum. Voor zover de valutarisico’s zijn afgedekt door middel van valutatermijncontracten, wordt het daaruit per balansdatum resulterende ongerealiseerde koersresultaat in de waarde van de beleggingen in aanmerking genomen. In de staat van baten en lasten rekent het fonds de transacties om tegen de op het moment van de transactie geldende koers. Overige valutaverschillen komen ten gunste, dan wel ten laste van de staat van baten en lasten.

PresentatiewijzigingDe in de jaarrekening opgenomen tabellen van de beleggingen zijn op basis van het doorkijkprincipe opgesteld. De ter vergelijking opgenomen cijfers zijn dienovereenkomstig aangepast. Toepassing betekent dat de aard van de individuele instrumenten bepalend is voor de categorisering van beleggingen. Dit principe is ook van toepassing in de verslaggeving aan de Nederlandsche Bank.

SchattingswijzigingMet ingang van verslagjaar 2014 is de berekening van de noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid van premievorderingen gewijzigd. Daarbij wordt de verwachtingswaarde van oninbare premies gebaseerd op ervaringscijfers en actuele ontwikkelingen in de branche en de Nederlandse economie. Het eenmalig, positief effect van deze schattingswijziging bedraagt € 3,1 miljoen en is in deze jaarrekening verantwoord onder overige lasten.

Het Actuarieel Genootschap heeft in september 2014 de prognosetafel AG2014 gepubliceerd. Het fonds is per 31 december 2014 overgegaan op deze nieuwe prognosetafel. Dit heeft tot een daling van de technische voorzieningen geleid van € 12,6 miljoen (0,2%). Met de update naar deze nieuwe overlevingstafel heeft tevens een update plaatsgevonden van de toegepaste ervaringssterfte. Dit heeft tot een daling van de technische voorzieningen geleid van € 0,4 miljoen (0,0%).

Grondslagen voor waardering van activa en passivaBeleggingenPensioenfonds Horeca & Catering waardeert beleggingen tegen actuele waarde. De waardering van participaties in beleggingsinstellingen geschiedt tegen marktwaarde. Voor beursgenoteerde beleggingsinstellingen is dit de marktnotering per balansdatum.

VastgoedbeleggingenVastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Voor officieel genoteerde aandelen in onroerende zaken is dit de beurswaarde per balansdatum. Voor niet beursgenoteerde participaties en deelnemingen in onroerende zaken is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert.

AandelenPensioenfonds Horeca & Catering waardeert beursgenoteerde aandelen en de participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen tegen de beurskoers per balansdatum. Voor niet ter beurze genoteerde participaties is dit de berekende intrinsieke waarde die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert.

Vastrentende waardenHet fonds waardeert obligaties tegen actuele waarde. Dit is de beurskoers per balansdatum. De waarde is exclusief de opgelopen rente, die bij ’Vorderingen uit hoofde van beleggingen‘ wordt verantwoord.Participaties in beleggingsinstellingen met betrekking tot hypothecaire leningen waardeert het fonds tegen actuele waarde. Deze waarde stelt Pensioenfonds Horeca & Catering vast op basis van de contante waarde van de met vervroegde aflossing aangepaste kasstromen, verdisconteerd tegen de rente op Euro swapcurve met vergelijkbare looptijden inclusief eventuele opslagen, behorende bij het risicoprofiel van de leningen.

Page 58: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 58 -

DerivatenDit betreft onder andere beleggingen in rentederivaten waarmee het fonds de gevolgen van renterisico’s op de dekkingsgraad beperkt. De derivaten zijn uit te splitsen in positieve en negatieve posities. De negatieve posities verantwoordt Pensioenfonds Horeca & Catering in de balans bij ‘Schulden uit hoofde van beleggingen’. Het fonds waardeert derivaten tegen reële waarde. Dat is de relevante marktnotering of - als deze ontbreekt - de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen.

Overige beleggingenTot de overige beleggingen behoren beleggingen in geldmarktfondsen.

DeelnemingenPensioenfonds Horeca & Catering waardeert deelnemingen tegen intrinsieke waarde, tenzij anders vermeld.

Immateriële vaste activaMet ingang van 2012 worden de uitgaven voor investeringen geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. Het fonds waardeert software tegen aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen. Deze zijn gebaseerd op een verwachte economische levensduur van vier jaar. In het jaar van investeren schrijft het fonds tijdsgelang af.

Materiële vaste activaMet ingang van 2012 worden de uitgaven voor investeringen geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. De materiële vaste activa waardeert Pensioenfonds Horeca & Catering tegen aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen. Deze zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur. De verwachte economische levensduur van bouwkundige aanpassingen, kantoorinrichting en IT-apparatuur is respectievelijk tien, zeven en vier jaar. In het jaar van investeren schrijft het fonds tijdsgelang af.

PremievorderingenPremievorderingen worden tegen nominale waarde gewaardeerd onder aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid.

Technische voorzieningenDe technische voorzieningen neemt het fonds op tegen actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde bepaalt Pensioenfonds Horeca & Catering op basis van de contante waarde van de beste inschatting van de toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Bij de berekening hanteert het fonds de volgende grondslagen en veronderstellingen.

RentePensioenfonds Horeca & Catering bepaalt de contante waarde van de pensioenverplichtingen op basis van de rentetermijnstructuur die de Nederlandsche Bank publiceert. Deze is per 31 december 2014 vergelijkbaar met een rekenrente van 2,13% (2013: 2,95%). Bij het vaststellen van de rentetermijnstructuur maakt de Nederlandsche Bank met ingang van 30 september 2012 gebruik van de zogenaamde Ultimate Forward Rate.

De gemiddelde looptijd van de verplichtingen is 23 jaar (primo jaar) en 23 jaar (ultimo jaar).

OverlevingsgrondslagenPensioenfonds Horeca & Catering stelt de technische voorzieningen per 31 december 2014 vast op basis van de Prognosetafel AG2014. Daarbij houdt het fonds rekening met de branchespecifieke ervaringssterfte. Voor wezen neemt Pensioenfonds Horeca & Catering geen sterftekansen in aanmerking. De pensioenverplichtingen voor niet-ingegaan wezenpensioen stelt het fonds vast op 6% van de contante waarde van de nabestaandenpensioenen, behorende bij het ouderdomspensioen van deelnemers jonger dan 65 jaar.

Meeverzekerde partnerHet fonds veronderstelt dat de partner van een mannelijke deelnemer drie jaar jonger is. De partner van een vrouwelijke deelnemer veronderstelt het fonds drie jaar ouder.

De veronderstelde gehuwdheidsfrequentie voor mannen:• loopt op van 22% op 21 jaar tot 90% op 35 jaar, en• blijft daarna gelijk tot 65 jaar.

Page 59: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 59 -

De veronderstelde gehuwdheidsfrequentie voor vrouwen:• loopt op van 35% op 21 jaar tot 85% op 30 jaar;• blijft gelijk tot 50 jaar, en• neemt daarna af tot 70% op 65 jaar.

Vanaf de 65-jarige leeftijd neemt de veronderstelde gehuwdheidsfrequentie af met de sterftekans van de meeverzekerde partner.

ArbeidsongeschiktheidVoor deelnemers aan wie vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is verleend, is de voorziening gelijk aan de contante waarde van de tot de pensioendatum te verwerven pensioenaanspraken.

Opslag percentage voor kostenVoor toekomstige kosten met betrekking tot de administratie en uitbetaling van de pensioenen na ingang, verhoogde het fonds de netto technische voorziening met 4,0% (2013: 4,0%).

ToeslagenToeslagverlening vindt plaats aan:• actieve deelnemers, omdat in de premievaststelling een opslag van 0,9% van de premiegrondslag voor dit doel is opgenomen;• alle deelnemers voor zover er voldoende middelen zijn.

Toeslagverlening actieve deelnemersDeelnemers die gedurende het boekjaar actief waren, hebben per 31 december van dat jaar een onvoorwaardelijk recht op een toeslag op de opgebouwde pensioenaanspraken. Per 31 december 2014 kent het fonds aan de deelnemers die in 2014 actief waren een toeslag toe ter grootte van 0,58% (2013: 0,70%).

Toeslagverlening alle deelnemersHet bestuur kan jaarlijks besluiten om een toeslag te verlenen. Daarbij gaat het om de vastgestelde opgebouwde pensioenaanspraken van alle deelnemers per 1 januari van enig kalenderjaar. Dit is alleen mogelijk als de financiële situatie van het pensioenfonds zodanig is dat deze toeslagverlening niet ten koste gaat van de pensioenrechten en -aanspraken en het fonds over vrij eigen vermogen beschikt. Het bestuur heeft de mogelijkheid om te bepalen dat de pensioenaanspraken van actieve deelnemers met een ander percentage worden verhoogd dan de vastgestelde aanspraken op ingegane pensioenen en premievrije aanspraken op pensioen van gewezen deelnemers. Gezien de financiële positie van het fonds besloot het bestuur om de opgebouwde pensioenaanspraken van alle deelnemers per 1 januari 2015 met 0,50% te verhogen.

Toekomstige ontwikkelingen in het salarisniveauBij de vaststelling van de voorziening houdt Pensioenfonds Horeca & Catering geen rekening met toekomstige ontwikkelingen en toeslagen. Met uitzondering van de toeslag per 1 januari van het komende boekjaar, als het bestuur in het verslagjaar het besluit tot toeslagverlening nam.

Langlopende schuldenDe oprenting van het uitstaande depot geschiedt op basis van een rente van 4%. Het fonds onttrekt de verschuldigde premies aan het depot.

OverigHet fonds waardeert de overige activa en passiva tegen nominale waarde.

Grondslagen voor de staat van baten en lastenPremiebijdragenDe premiebijdragen zijn de aan het boekjaar toe te rekenen bijdragen van werkgevers en werknemers. Daarbij horen ook de bijdragen van de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) en UWV.

De in het jaarverslag 2013 opgenomen premies herrekende het fonds in de loop van 2014 met gebruikmaking van de laatst bekende UWV-gegevens. Het verschil in premie (de zogeheten eindafrekening 2013) is in 2014 in de cijfers opgenomen.

De premies over het kalenderjaar 2014 berekende het fonds op basis van de definitieve opgelegde premies over 2013, aangepast met de loonontwikkeling en bedrijfstakgegevens. Op basis van de laatst bekende UWV-gegevens is in dit verslagjaar eveneens de verwachte uitkomst van de eindafrekening over 2014 opgenomen. De impact is concreet toegelicht in de toelichting op de betreffende onderdelen uit de balans en staat van baten en lasten.

Page 60: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 60 -

WaardeoverdrachtenPensioenfonds Horeca & Catering baseert de overdrachtswaarden van over te dragen pensioenen op de berekeningsgrondslagen van het Besluit reken- en procedureregels waardeoverdrachten. De waardeoverdrachten rekent het fonds toe aan het verslagjaar waarin het fonds de bijbehorende pensioenaanspraken verwerkte.

BeleggingsresultatenDirecte beleggingsopbrengstenDe directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op de aan het verslagjaar toe te rekenen interest en in het verslagjaar gedeclareerde dividenden en overige opbrengsten.

Indirecte beleggingsopbrengstenDe indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of -dalingen.

Kosten toe te rekenen aan beleggingenDe kosten van vermogensbeheer brengt Pensioenfonds Horeca & Catering in mindering op de som van de directe en indirecte beleggingsopbrengsten. Deze kosten betreffen met name de kosten van externe vermogensbeheerders, transactiekosten en het deel van de uitvoerings- en bestuurskosten van het fonds dat is toe te rekenen aan de beleggingen.

PensioenuitkeringenOnder pensioenuitkeringen neemt het fonds de uitkeringen op voor ouderdoms-, nabestaanden-, wezen- en vroegpensioen en uitkeringen in het kader van de WAO-aanvullingsregeling en –gatregeling, die ten laste van het verslagjaar komen. Ook neemt het fonds hierin de eenmalige uitkeringen op voor de afkoop van pensioenen die onder het wettelijke minimum liggen.

HerverzekeringDe risico’s die horen bij het nabestaandenpensioen in de aanvullende pensioenregeling, inclusief de premievrijstelling hiervoor in geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid in de zin van de IVA, zijn volledig herverzekerd. Dit op risicobasis gesloten herverzekeringscontract is ondergebracht bij Elips Life.

Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzichtPensioenfonds Horeca & Catering stelt het kasstroomoverzicht op volgens de indirecte methode. Kasstromen in vreemde valuta’s rekent het fonds om tegen de actuele koers.

De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit het saldo liquide middelen. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, neemt het fonds niet op in het kasstroomoverzicht.

Page 61: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 61 -

Schattingen van de actuele waarde van de beleggingen zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen daarom niet met precisie worden vastgesteld. Op basis van deze verscheidenheid en gradaties in waarderingsmethoden kunnen de beleggingen worden ingedeeld naar drie waarderingsniveaus:Niveau 1: De waarde van de belegging is gebaseerd op direct waarneembare marktnoteringen van identieke beleggingen in een actieve markt.Niveau 2: De waarde is afgeleid van netto-contante-waarde berekeningen op basis van waarneembare marktdata. De impact van veronderstellingen is hierbij beperkt.Niveau 3: De waarde wordt vastgesteld met waarderingsmodellen waarin niet gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata.Op basis van deze indeling kan de beleggingsportefeuille als volgt worden samengevat:

Toelichting op de te onderscheiden posten op de balans

Page 62: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 62 -

Door de positieve marktwaarde van de rentederivaten ultimo 2014 ontving Pensioenfonds Horeca & Catering € 1.156 miljoen aan collateral in stukken (staatsobligaties) (2013: € 156 miljoen).

Het fonds had een belang van 33,33% in Klantenconsortium Innovact B.V. (KCI), gevestigd te Utrecht. Deze vennootschap had een 100% belang in Innovact B.V. (Innovact). Op 9 augustus 2013 heeft KCI haar belang in Innovact verkocht. De waardering van de deelneming in KCI was in 2009 op nihil gesteld, gegeven de toenmalige intrinsieke waarde. Mede als gevolg van de behaalde boekwinst bij verkoop van Innovact heeft KCI ultimo 2013 een positief eigen vermogen en is op basis daarvan de deelneming KCI geherwaardeerd. KCI is op 20 juni 2014 geliquideerd. De liquidatie uitkering ten bedrage van € 0,4 miljoen heeft het fonds in 2014 ontvangen.

Page 63: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 63 -

De overige vorderingen uit hoofde van beleggingen ultimo 2013 betreffen grotendeels (€ 12 miljoen) het saldo van de valutatermijncontracten per 31 december 2013.

Page 64: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 64 -

In de te vorderen premies ultimo 2014 is de verwachte uitkomst van de premieherrekening over 2014 opgenomen ten bedrage van € 14,6 miljoen.In de overige overlopende activa ultimo 2014 is verwachte liquidatie uitkering (€ 6,9 miljoen) van SOHOR (Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf) begrepen. Deze uitkering is in 2015 daadwerkelijk door SOHOR aan het fonds betaald.

De banktegoeden zijn ter vrije beschikking. De liquide middelen ten behoeve van vermogensbeheer, betreffen de liquide middelen die bij de externe vermogensbeheerders beschikbaar zijn.

PassivaStichtingskapitaal en reservesHet fonds kent geen stichtingskapitaal en statutaire reserves.

Op grond van de Pensioenwet, en het daaruit voortvloeiende Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, dient het vermogen van het pensioenfonds ten minste gelijk te zijn aan de technische voorzieningen plus het minimaal vereiste eigen vermogen. Het minimaal vereiste vermogen bedraagt circa 4,1% van de technische voorzieningen. Per 31 december 2014 is het minimaal vereiste vermogen gelijk aan € 250,8 miljoen.

Pensioenfonds Horeca & Catering dient buffers aan te houden voor de risico’s die het loopt. Dit betreft buffers voor:• het renterisico;• het risico van zakelijke waarden;• het valutarisico;• het grondstoffenrisico;• het kredietrisico;• het verzekeringstechnisch risico.Door deze risico’s te kwantificeren berekent Pensioenfonds Horeca & Catering het vereiste eigen vermogen. Dit is het vermogen dat hoort bij de evenwichtssituatie van het pensioenfonds. In de evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het fonds voor de als onvoorwaardelijk aangemerkte onderdelen van de pensioenovereenkomst binnen één jaar over minder middelen beschikt dan de hoogte van de technische voorzieningen.

Op basis van het strategische beleggingsbeleid bedraagt het vereiste eigen vermogen voor Pensioenfonds Horeca & Catering op balansdatum 18,8% van de technische voorzieningen. Per 31 december 2014 bedraagt het vereiste eigen vermogen, inclusief het eerdergenoemde minimaal vereiste vermogen, € 1.156,5 miljoen.

Het verschil tussen het totale eigen vermogen en het vereiste eigen vermogen is het vrij eigen vermogen. Dit vrij eigen vermogen is per 31 december 2014 gelijk aan € 148,7 miljoen.

Page 65: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 65 -

Bij de vaststelling van de technische voorzieningen baseert het fonds de mutatie in de voorzieningen op de rentetermijnstructuur begin boekjaar. Vervolgens stelt het fonds de technische voorzieningen einde boekjaar vast op basis van de dan geldende rentetermijnstructuur. Het verschil tussen de rente begin en einde boekjaar is verantwoord als wijziging marktrente. De rentetoevoeging is gebaseerd op de 1-jaarsrente van 0,379% (2013: 0,351%). De wijziging actuariële grondslagen betreft de overgang naar de Prognosetafel AG2014.

De overige schulden uit hoofde van beleggingen ultimo 2014 betreffen grotendeels (€ 51 miljoen) het saldo van de valutatermijncontracten per 31 december 2014.

Page 66: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 66 -

Niet in de balans opgenomen verplichtingenAandelenTen aanzien van beleggingen in niet-beursgenoteerde private equity beleggingsfondsen en niet-beursgenoteerd vastgoed is Pensioenfonds Horeca & Catering verplichtingen aangegaan waarvan de betalingen pas in de komende jaren plaatsvinden. Per 31 december 2014 bedragen deze verplichtingen voor de private equity beleggingsfondsen € 215 miljoen (2013 € 115 miljoen) en voor het niet-beursgenoteerd vastgoed € 35 miljoen (2013 € 35 miljoen). Meerjarige huurovereenkomstIn 2013 is een huurovereenkomst aangegaan met betrekking tot het pand dat door Pensioenfonds Horeca & Catering als kantoorruimte wordt gebruikt. De overeenkomst heeft een looptijd tot en met 30 september 2023. De jaarhuur bedraagt € 397.000. De huur wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de algemene prijsontwikkeling. In verband met deze overeenkomst is een bankgarantie verstrekt aan de verhuurder voor een bedrag van € 126.000.

Toelichting op de te onderscheiden posten op de staat van baten en lastenBaten

Page 67: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 67 -

De premie voor de basispensioenregeling bedraagt in 2014 16,8% van de premiegrondslag. Pensioenfonds Horeca & Catering berekende de premies voor het heffingsjaar 2014 op basis van de eindafrekening voor 2013 waarbij rekening is gehouden met de (loon)ontwikkelingen in de bedrijfstak. Tevens is de verwachte uitkomst van de eindafrekening over 2014 ten bedrage van € 14,6 miljoen in het resultaat van 2014 opgenomen. Tenslotte zijn ook de premies opgenomen die voortvloeien uit eindafrekeningen over vorige heffingsjaren.

Werkgevers en werknemers dragen gezamenlijk bij aan de premies voor de basispensioenregeling. De premies voor aanvullende regelingen betreffen zowel individuele verzekeringen als collectieve contracten.

De indirecte beleggingsopbrengsten in bovenstaande tabel bestaan uit de waardeontwikkelingen op beleggingen (toelichting 1 t/m 5) ad € 1.717 miljoen en het negatieve resultaat op de afdekking van het valutarisico ad € 213 miljoen.

De indirecte beleggingsopbrengsten in bovenstaande tabel bestaan uit de negatieve waardeontwikkelingen op beleggingen (toelichting 1 t/m 5) ad € 136 miljoen en het positieve resultaat op de afdekking van het valutarisico ad € 75 miljoen.

In de overige opbrengsten 2014 is de verwachte liquidatie-uitkering (€ 6,9 miljoen) van SOHOR (Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf) begrepen. Deze uitkering is in 2015 daadwerkelijk door SOHOR aan het fonds betaald.

Page 68: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 68 -

Lasten

De wijziging actuariële grondslagen heeft betrekking op de overgang naar de Prognosetafel AG2014.

De pensioenuitvoeringskosten bestaan uit de kosten van de uitvoeringsorganisatie, samen met de kosten van het bestuur en andere organen en de algemene kosten van het fonds.

Personeelskosten (in- en extern) bestaan uit de salariskosten van het eigen personeel en de kosten voor inhuur van extern personeel.

De overige kosten bestaan onder andere uit de kosten van vacatiegelden voor het bestuur, het verantwoordingsorgaan, de auditcommissie en de beleggingsadviescommissie. Verder zijn ook de kosten voor automatisering, de huisvestingskosten, de kosten voor communicatie, het honorarium van de externe accountant en andere algemene kosten onder ‘Overige kosten’ opgenomen.

Ultimo 2014 had Pensioenfonds Horeca & Catering 136 fte in dienst (2013 140 fte).

BestuurDe totale vergoeding voor bestuursleden bedroeg in 2014 € 260.801 (2013 € 210.872). Vanaf 1 januari 2014 is de hoogte van de vergoeding voor bestuursleden in lijn gebracht met de aanbevelingen van de Pensioenfederatie, de Code Pensioenfondsen en de verwachte tijdsbesteding zoals bepaald in de Pensioenwet. Voor bestuursleden betaalde het fonds een vaste vergoeding van € 25.000 (2013: € 13.530). Tot 1 juli 2014 kende het bestuur twee voorzitters. De vergoeding per voorzitter bedroeg tot 1 juli 2014 € 52.070 op jaarbasis.

Page 69: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 69 -

Daarnaast kende het fonds tot 1 juli 2014 een vergoeding toe aan zowel FNV Horecabond als Koninklijke Horeca Nederland – als organisaties die de voorzitters leverden - van € 17.356 op jaarbasis.

Op 1 juli 2014 is het paritaire bestuursmodel van Pensioenfonds Horeca & Catering aangepast, alsmede de vergoedingsregeling. De onafhankelijk voorzitter ontvangt een vergoeding van € 52.500 op jaarbasis. De jaarvergoeding voor de overige bestuursleden is gehandhaafd op € 25.000. Er is geen vergoeding meer voor FNV Horecabond en Koninklijke Horeca Nederland in het kader van de ondersteuning van de voorzitters.

Met ingang van 2013 wordt, waar van toepassing, ten aanzien van vergoedingen voor bestuurders tevens BTW vergoed over in rekening gebrachte vergoedingen.

VerantwoordingsorgaanDe kosten voor vacatiegelden, opleidingskosten en reiskosten voor de leden van het verantwoordingsorgaan bedroegen in 2014 € 36.897 (2013 € 21.890). De hoogte van de vergoeding voor leden van het verantwoordingsorgaan is in 2014 gelijk gebleven aan 2013, namelijk € 410 per vergadering. In 2014 heeft het verantwoordingsorgaan vaker vergaderd in verband met de besluitvorming rondom de aanpassing van het bestuursmodel.

AuditcommissieDe totale vergoeding voor de leden van de auditcommissie bedroeg in 2014 € 44.237 (2013 € 39.649). Vanwege extra tijdsbesteding van de auditcommissie in de eerste helft van 2014 ontvingen de leden een hogere vergoeding dan het voorgaande jaar. Op 1 juli 2014 eindigde formeel de auditcommissie en werd deze vervangen door een raad van toezicht. De voorzitter van de auditcommissie verrichtte nog intern toezicht- en overdrachtsactiviteiten tot en met het derde kwartaal 2014. De tijdsbesteding aan deze activiteiten werd door Pensioenfonds Horeca & Catering nog vergoed.

Raad van ToezichtSinds 1 juli 2014 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering een raad van toezicht. De totale vergoeding (inclusief reiskosten) voor de leden van de raad van toezicht bedroeg in 2014 € 43.469 (2013 € 0). De vergoedingsregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering kent de twee leden en de voorzitter van de raad van toezicht een vergoeding toe van € 17.500 respectievelijk € 35.000 op jaarbasis.

BeleggingsadviescommissieHet totale vacatiegeld voor de leden van de beleggingsadviescommissie bedroeg in 2014 € 53.677 (2013 € 40.098). Per 1 juli 2014 zijn de vergoedingen voor de twee leden en de voorzitter van de beleggingsadviescommissie verhoogd naar € 17.500 respectievelijk € 20.000 op jaarbasis (2013: € 12.000 respectievelijk € 15.000).

DirectieDe bezoldiging van de directie bedroeg in 2014 € 307.785 (2013 € 304.057). Het bedrag voor 2014 is inclusief € 11.973 crisisheffing (2013 € 15.578).

AccountantHet honorarium voor de externe accountant met betrekking tot de wettelijke controle van de jaarrekening en verslagstaten bedroeg in 2014 € 99.825 (2013 € 99.825). Het honorarium voor de certificerend actuaris met betrekking tot de wettelijke controle bedroeg in 2014 € 48.400 (2013 € 50.000).

Onder inkomende waardeoverdrachten 2014 is een collectieve waardeoverdracht begrepen ten bedrage van € 28,5 miljoen.

Page 70: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 70 -

De herverzekeringspremie is voor de herverzekering van de risico’s verbonden aan de aanvullende collectieve en individuele verzekeringen. In de betaalde premie 2014 is een afrekening over 2013 begrepen van € 0,2 miljoen. In de betaalde premie 2013 is een afrekening over 2007 t/m 2011 begrepen van € 0,9 miljoen. De post uitkeringen 2014 heeft voor € 1,4 miljoen betrekking op claims m.b.t. 2013 en 2012.

Actuariële en bedrijfstechnische analyse over 2014Uit de rekening van baten en lasten blijkt dat boekjaar 2014 met een saldo van € 465,3 miljoen (2013 € 278,7 miljoen) is afgesloten. Pensioenfonds Horeca & Catering verklaart dit saldo als volgt:

Page 71: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 71 -

De totale kostendekkende premie voor 2014 bedraagt 14,8% van de pensioengrondslag, ofwel: circa € 275 miljoen.

RisicoparagraafHet bestuursverslag licht toe welke risico’s Pensioenfonds Horeca & Catering op strategisch en operationeel gebied signaleert en welk beleid het fonds voert ter beheersing van die risico’s. De onderstaande tekst licht de kwantitatieve aspecten van de risico’s nader toe.

SolvabiliteitsrisicoHet belangrijkste risico voor Pensioenfonds Horeca & Catering is het solvabiliteitsrisico. Dat is het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering niet beschikt over voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen te kunnen nakomen. De ontwikkeling van het solvabiliteitsrisico wordt gemeten aan de hand van de dekkingsgraad. Dit is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen. Het verloop daarvan blijkt uit de grafiek ‘Ontwikkeling dekkingsgraad in 2014’ in het hoofdstuk ‘Financiële situatie en herstel’. Als de solvabiliteit zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat er geen ruimte is voor (voorwaardelijke) toeslagverlening. Ook kunnen dan aanvullende maatregelen nodig zijn om de solvabiliteit op korte(re) termijn te verbeteren.

Toezichthouder de Nederlandsche Bank hanteert op basis van de Pensioenwet en het Financieel Toetsingskader (FTK) een gestandaardiseerde methode om te toetsen of het pensioenfonds voldoende vermogen heeft om risico’s te kunnen opvangen. Bij deze FTK-standaardtoets wordt het benodigde vermogen voor elk risico berekend aan de hand van een aantal risicoscenario’s. De uitkomsten worden mede bepaald door marktomstandigheden en het risicoprofiel van de beleggingen. Voor het risicoprofiel van de beleggingen ultimo 2014 is de normportefeuille 2015 als uitgangspunt genomen. Sommige risico’s doen zich simultaan voor terwijl dat voor andere risico’s juist niet geldt (mate van correlatie). Daarom wordt bij de vaststelling van het benodigde vermogen ook rekening gehouden met diversificatie-effecten.Er is sprake van voldoende eigen vermogen als de reserves hoger zijn dan het zogenoemde vereist eigen vermogen. Dit vereist eigen vermogen omvat het vermogen dat nodig is om het totale effect van de risico’s te kunnen opvangen. De onderstaande tabel toont de uitkomsten van de FTK-standaardtoets voor Pensioenfonds Horeca & Catering uitgaande van het strategische beleggingsbeleid:

Premie 2014De huidige pensioenregeling is van kracht vanaf 1 januari 2007. In deze basispensioenregeling wordt ouderdomspensioen opgebouwd over de pensioengrondslag. Dat is het gemaximeerde, pensioengevende salaris verminderd met een franchise. De premie wordt uitgedrukt als een percentage van deze pensioengrondslag. De totale doorsneepremie is gelijk aan 16,8% van de pensioengrondslag, ofwel: circa € 312 miljoen13 in het jaar 2014.

De kostendekkende premie voor 2014 berekende het fonds op basis van de door de Nederlandsche Bank gepubliceerde rentetermijnstructuur per 31 december 2013. De kostendekkende premie is als volgt14:

13 Het betreft hier premie uitsluitend inzake premiejaar 2014.

14 De kostendekkende premie voor 2014 is berekend op basis van de salarisgegevens van 2013 omdat de salarisgegevens van 2014 nog niet beschikbaar zijn.

Page 72: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 72 -

Op basis van de FTK-standaardtoets dient Pensioenfonds Horeca & Catering eind 2014 minimaal 18,8% van de technische voorzieningen aan reserves te hebben. Uit de tabel blijkt dat eind 2014 sprake is van een reserve-overschot. Het vereist eigen vermogen uitgedrukt in dekkingsgraad (volgens het FTK) daalde in 2014 van 119,9% naar 118,8%.

Pensioenfonds Horeca & Catering onderkent onder meer de risico’s uit de FTK-standaardtoets en licht die hieronder nader toe: Renterisico (S1), Zakelijke waardenrisico (S2), Valutarisico (S3), Grondstoffenrisico (S4), Kredietrisico (S5) en Verzekeringstechnisch risico (S6). Daarnaast onderkent het fonds een liquiditeitsrisico.

Renterisico (S1)Het renterisico is het risico dat de waarde van het vastrentende deel van het belegde vermogen en van de technische voorzieningen verandert als gevolg van wijzigingen in de marktrente. De rentegevoeligheid die voor Pensioenfonds Horeca & Catering ultimo 2014 geldt is in de onderstaande tabel gespecificeerd naar pensioenverplichtingen, vastrentende waarden en rentederivaten (swaps overlay). Deze tabel toont de rentegevoeligheid ultimo 2014 door zowel het effect op het vermogen als op de dekkingsgraad weer te geven bij de looptijdafhankelijke renteschokken die in het FTK-standaardmodel zijn voorgeschreven.

In de bovenstaande tabel is de rentegevoeligheid van de pensioenverplichtingen gebaseerd op de driemaandsgemiddelde rentetermijnstructuur met de Ultimate Forward Rate (UFR)-methodiek. De Nederlandsche Bank besloot in 2012 de rentetermijnstructuur voor de bepaling van de technische voorzieningen aan te passen door de introductie van een UFR voor langere looptijden. Dit betekent een aanpassing van de rentetermijnstructuur voor looptijden vanaf 21 jaar. Voor looptijden tot en met 20 jaar is de rente nog steeds gelijk aan de waargenomen driemaandsgemiddelde rente. Voor looptijden vanaf 21 jaar wordt de rente aangepast door marktrente steeds minder zwaar te wegen en de zogenoemde UFR van 4,2% steeds zwaarder te laten wegen. DNB publiceert deze rentecurve.

De technische voorzieningen zijn ultimo 2014 op basis van de DNB rentetermijnstructuur € 1.265 miljoen lager dan de technische voorzieningen op basis van de swapcurve per 31 december 2014. Door de aanpassing van de rentetermijnstructuur met de UFR-methodiek neemt ook de rentegevoeligheid van de technische voorzieningen af. Toepassing van de UFR-methodiek volgens FTK-voorschriften leidt ertoe dat het renterisico ultimo 2014 voor 59% is afgedekt bij een rentedaling en voor 62% bij een rentestijging. Dit is opgenomen in bovenstaande tabel. Het beleid van het fonds is erop gericht om het renterisico op basis van de swapcurve voor 64% af te dekken, waarbij een bandbreedte van 59% tot 69% toegestaan is. De UFR-methodiek is daarmee het verschil tussen de in voorgaande tabel opgenomen renteafdekking en het beleid. Op basis van de swapcurve is de feitelijke renteafdekking conform het beleid.

Zakelijke waarden risico (S2)Het zakelijke waardenrisico omvat het risico op een afname van de marktwaarde van de zakelijke waarden (zoals aandelen en vastgoedbeleggingen). De marktwaarde kan wijzigen door factoren die specifiek zijn gerelateerd aan een individuele belegging of door algemene factoren. Pensioenfonds Horeca & Catering beperkt dit risico door diversificatie, ofwel het spreiden van de zakelijke waarden over verschillende beleggingscategorieën, sectoren en regio’s. De onderstaande tabellen geven een overzicht van de verdeling van aandelen over regio’s respectievelijk sectoren.

Page 73: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 73 -

Valutarisico (S3)Om risico’s te spreiden is een aanzienlijk deel van de beleggingen gedaan in landen buiten het eurogebied, waardoor deze beleggingen in vreemde valuta luiden. Hierdoor loopt Pensioenfonds Horeca & Catering valutarisico.

Het valutarisico van de beleggingsportefeuille wordt strategisch afgedekt. Circa 50% van de beleggingen vindt plaats in valuta anders dan de euro. Afdekking van het valutarisico zorgt voor (korte termijn) stabilisatie van de rendementen. In bepaalde gevallen wordt het valutarisico echter open gelaten, namelijk bij die beleggingen in vreemde valuta waarbij het afdekken van het valutarisico praktisch zeer lastig en/of bijzonder kostbaar is. Het afdekken van niet-materiële vreemde valuta (in termen van beslag op vereist eigen vermogen) leidt daarnaast tot een zeer kleine reductie van het dekkingsgraadrisico, maar wel tot uitvoeringskosten. Het betreft hier vreemde valuta zoals het Britse Pond, de Japanse Yen en de Zwitserse Frank. Het niet afdekken van deze valuta heeft het voordeel van lagere kosten en minder liquiditeitsbeslag. Dit terwijl, mede door het diversificatievoordeel ten opzichte van de euro, er weinig tot geen invloed is op het vereist eigen vermogen. Als laatste wordt het valutarisico op het mandaat in commodities opengelaten. Dit mandaat luidt in Amerikaanse dollar. De doorgaans negatieve correlatie tussen grondstoffen en de Amerikaanse dollar zorgt voor een stabilisatie van het rendement in euro in scenario’s van stress. Na de bovenstaande uitzonderingen bestaat 80% van de beleggingsportefeuille uit beleggingen in euro en beleggingen in vreemde valuta waarvan het valutarisico is afgedekt naar euro. Het openlaten van de resterende posities in vreemde valuta heeft geen significante invloed op het risicoprofiel van het fonds dan wel op de buffervereisten die DNB stelt. Bovendien kan er zelfs een diversificerend effect verwacht worden van het openlaten van een deel van het valutarisico.Als uitvloeisel van het strategisch beleid om valutarisico’s af te dekken zet het fonds valutatermijncontracten in. Onderstaande tabel toont de valutaposities van het fonds voor en na afdekking door valutaderivaten ultimo 2014. Onder ‘Overige’ zijn tevens de valuta’s van opkomende landen opgenomen.

Page 74: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 74 -

Grondstoffenrisico (S4) Het grondstoffenrisico omvat het risico op fluctuaties in grondstoffenprijzen. Ultimo 2014 loopt Pensioenfonds Horeca & Catering via een discretionair mandaat grondstoffenrisico over € 215 miljoen (ultimo 2013: € 227 miljoen).

Kredietrisico (S5)Het kredietrisico omvat het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering verlies lijdt door faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen op wie het fonds vorderingen heeft. Ook betreft dit het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten. Het kredietrisico wordt beperkt door het stellen van eisen aan de kredietwaardigheid van tegenpartijen, door voldoende spreiding of door het verlangen van extra zekerheden.

De navolgende tabel toont de verdeling naar kredietwaardigheid (uitgedrukt in rating categorieën) van de vastrentende waarden. Uit prudentiële overwegingen classificeert Pensioenfonds Horeca & Catering de vastrentende waarden op basis van de laagste ratingcategorie van de volgende drie internationale kredietbeoordelaars: Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch.

Beleggingen in de categorie No rating betreffen met name Nederlandse particuliere en zakelijke hypotheken waarin Pensioenfonds Horeca & Catering via fondsen belegt. Deze hypothekenfondsen hebben geen rating.

Pensioenfonds Horeca & Catering belegt een belangrijk deel van het vermogen in langlopende Europese staatsobligaties. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de landenverdeling binnen de vastrentende waarden.

Naast kredietrisico bij beleggingen in vastrentende waarden loopt Pensioenfonds Horeca & Catering tegenpartijrisico bij derivaten en positieve saldi op betaalrekeningen. Tegenpartijrisico is het risico dat een tegenpartij niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen. Bij derivatentransacties betreft dit het risico dat tegenpartijen van renteswaps, commodities- en valutaderivaten (dit zijn zogenaamde ‘over the counter’ (OTC) derivaten, waarbij een afspraak wordt gemaakt zonder tussenkomst van een beursinstantie) niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Pensioenfonds Horeca & Catering beheerst het tegenpartijrisico door middel van het zogenaamde ‘collateral management’, waarbij effecten worden gebruikt als onderpand ter bescherming tegen het tegenpartijrisico. Met de tegenpartijen van renteswap contracten wordt op dagbasis collateral uitgewisseld. Hierbij worden alleen staatsobligaties geaccepteerd, mits deze aan een aantal criteria voldoen. Daarnaast worden transacties in OTC derivaten pas uitgevoerd nadat de kredietwaardigheid van tegenpartijen is beoordeeld. Tevens spreidt Pensioenfonds Horeca & Catering het tegenpartijrisico over meerdere tegenpartijen. Bij positieve saldi op betaalrekeningen betreft het tegenpartijrisico het risico dat de tegenpartij deze saldi niet kan voldoen. Pensioenfonds Horeca & Catering dekt dit risico af door positieve saldi op betaalrekeningen te herbeleggen in liquiditeitsfondsen. Deze fondsen hebben een AAA-rating.

Verzekeringstechnisch risico (S6)Het verzekeringstechnisch risico bestaat uit de risico’s op negatieve resultaten op de verzekeringstechnische (actuariële) grondslagen die worden gebruikt voor de vaststelling van de technische voorzieningen en de hoogte van de premie. De belangrijkste actuariële risico’s voor Pensioenfonds Horeca & Catering zijn het langlevenrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico, waarbij eerstgenoemde naar verwachting het meest materieel is en tot uitdrukking komt in het verzekeringstechnisch risico (S6).

Page 75: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 75 -

Het (negatieve) langlevenrisico betreft het risico dat deelnemers langer blijven leven dan verondersteld bij de vaststelling van de technische voorzieningen. Hierdoor zouden de getroffen technische voorziening niet toereikend kunnen zijn om alle toegezegde pensioenaanspraken en pensioenrechten in de toekomst te kunnen uitkeren. Door de Prognosetafel AG2014 toe te passen, anticipeert het fonds reeds op stijgende levensverwachtingen, zodat het langlevenrisico wordt beperkt. Indien de levensverwachtingen zich ontwikkelen conform deze prognoses dan is de verwachte gemiddelde levensverwachting in 2062 voor een 65-jarige man 24,9 jaar (nu 19,1 jaar) en voor een 65-jarige vrouw 27,4 jaar (nu 22,5 jaar).

Het (negatieve) arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds onvoldoende voorzieningen heeft getroffen voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en het toekennen van een WAO-gatuitkering of een WAO-aanvullingsuitkering.

Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering op korte termijn over onvoldoende middelen beschikt om aan de directe verplichtingen te kunnen voldoen. Pensioenfonds Horeca & Catering kent een positief saldo van premie-inkomsten en pensioenuitkeringen. Tevens beschikt het fonds over snel liquide te maken beleggingen (ongeveer 90% van de totale portefeuille). Het liquiditeitsrisico is verder gereduceerd doordat binnen elke beleggingscategorie (met uitzondering van private equity) een liquide mandaat beschikbaar is zodat het fonds via liquide beleggingen kan bijsturen. Mede hierdoor is het liquiditeitsrisico voor het fonds zeer beperkt.

Zoetermeer, 25 juni 2015

Het bestuurGérard Aben Jeu Claes Frank Jansen Maarten Markus Loek Schmidt Marco van Straten Hans VeltkampEiko de Vries

De directiePaul Braams, directeur

Page 76: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

Overige gegevens

Page 77: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 77 -

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: het bestuur van Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering

Verklaring over de jaarrekening 2014

Ons oordeelWij hebben de jaarrekening 2014 van Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering te Zoetermeer gecontroleerd.

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering op 31 december 2014 en van het resultaat over 2014, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijke Wetboek (BW).

De jaarrekening bestaat uit:1 de balans per 31 december 2014;2 de staat van baten en lasten over 2014; en 3 de toelichting met een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

De basis voor ons oordeelWij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.

Wij zijn onafhankelijk van Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering (hierna de stichting) zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).

Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

MaterialiteitAfwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.

Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij voor de planning en uitvoering van onze werkzaamheden de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald op € 27,7 miljoen. De materialiteit is gebaseerd op het pensioenvermogen, zijnde het totaal van de pensioenverplichtingen en de reserves. Dit betreft het vermogen dat de basis vormt voor de berekening van de dekkingsgraad. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn.

Wij zijn met het bestuur overeengekomen dat wij aan het bestuur tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven € 1,4 miljoen rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn.

Op verzoek van het bestuur hebben wij voor de controle van de pensioenuitvoeringskosten een lagere materialiteit bepaald, namelijk € 0,1 miljoen, en zijn wij overeengekomen dat wij aan het bestuur voor dit specifieke onderdeel geconstateerde afwijkingen boven de € 5.000 rapporteren.

De kernpunten van onze controleIn de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met het bestuur en de raad van toezicht gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken.

Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van de individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten.

Page 78: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 78 -

Waardering en toelichting van niet-(beurs)genoteerde beleggingenDe beleggingen zijn een significante post op de balans van de stichting. Alle beleggingen dienen krachtens de Pensioenwet te worden gewaardeerd op marktwaarde. Voor een groot deel van de beleggingen is deze marktwaarde te verifiëren aan transacties die tot stand zijn gekomen op de financiële markten (marktprijzen), maar er zijn ook beleggingen die worden gewaardeerd op basis van onafhankelijke taxaties, netto contante waarde berekeningen of een andere geschikte methode, waaronder de intrinsieke waarde per participatie voor posities in fondsen.

De waarderingsonzekerheid neemt toe bij (onafhankelijke) taxaties en netto contante waarde berekeningen en hangt samen met de beschikbaarheid en toepasbaarheid van marktgegevens.

Bij de stichting worden posities in Interest Rate Swaps gewaardeerd volgens netto contante waarde berekeningen. De waarde hiervan is gevoelig voor gehanteerde veronderstellingen bijvoorbeeld ten aanzien van rentecurves. Beleggingen in vastgoed-, hypotheek- en private equity fondsen worden gewaardeerd op basis van een andere geschikte methode. De posities in deze fondsen kennen relatief veel waarderingsonzekerheid doordat de waarde wordt ontleend aan de meest recente rapportages van de fondsmanagers gecorrigeerd voor kasstromen tot aan balansdatum. Dergelijke posities zijn aan te merken als illiquide beleggingen.

De stichting heeft de waarderingsgrondslagen voor de beleggingen beschreven op pagina 57 en 58 en een nadere toelichting opgenomen vanaf pagina 61. Uit deze toelichting blijkt dat per 31 december 2014 € 613 miljoen in niet-(beurs)genoteerde fondsen, waarvan € 201 betrekking heeft op vastgoedfondsen, € 189 miljoen op Private Equity en € 223 miljoen op hypotheekfondsen. Dit betreft 8% van de totale beleggingen. Voorts heeft de stichting een bedrag ad € 1.100 miljoen aan Interest Rate Swaps op de balans verantwoord.

Wij hebben de gehanteerde waarderingsgrondslagen beoordeeld en controlewerkzaamheden uitgevoerd op de waardering van de beleggingen per 31 december 2014. Voor de posities in niet-(beurs)genoteerde fondsen hebben wij door middel van een deelwaarneming de aansluiting vastgesteld met de meeste recente (niet gecontroleerde) rapportages van de fondsmanagers, waar van toepassing gecorrigeerd voor kasstromen tot aan balansdatum, alsmede de back-testing (met gecontroleerde jaarrekeningen) en de monitoring procedures van de uitvoeringsorganisatie onderzocht. Voor wat betreft de Interest Rate Swaps hebben wij de met gebruikmaking van eigen waarderingsspecialisten een parallelle waardering uitgevoerd, waarbij de objectieve meetbaarheid van gehanteerde marktgegevens en de representativiteit van het waarderingsmodel zijn getoetst.

Waardering van en toelichting ten aanzien van de technische voorzieningenDe technische voorzieningen waaronder de voorziening pensioenverplichtingen betreffen een significante post in de balans van de stichting. De technische voorzieningen dienen krachtens de Pensioenwet te worden gewaardeerd op marktwaarde. De waardering is gevoelig voor de gehanteerde (actuariële) veronderstellingen en schattingselementen. Hier ligt een aantal belangrijke conventies aan ten grondslag namelijk dat voor de waardering uitgegaan wordt van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur alsmede de meeste recente informatie (tafels) omtrent de levensverwachting, zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap (AG). De tafels worden gecorrigeerd voor de ingeschatte ervaringssterfte bij de stichting, zijnde de fonds-specifieke ervaringssterfte. Deze veronderstellingen hebben tezamen met de hoogte van de kostenopslag, waaraan eveneens schattingen aan ten grondslag liggen, bijzondere aandacht gehad in onze controle.

De stichting heeft de waarderingsgrondslagen voor de voorziening pensioenverplichtingen beschreven op pagina 58 en een nadere toelichting opgenomen in toelichting 13. Uit deze toelichting blijkt dat schattingswijzigingen hebben plaatsgevonden door toepassing van de in 2014 verschenen herziene prognosetafels en aanpassing van de ervaringssterfte op basis van nader onderzoek. Volgens deze toelichting zijn de technische voorzieningen hierdoor 0,2 % lager uitgekomen.

Bij de controle hebben wij gebruik gemaakt van de werkzaamheden van de certificerend actuaris van de stichting. De certificerend actuaris onderzoekt onder meer de toereikendheid van de technische voorzieningen en de naleving van een aantal specifieke wettelijke bepalingen. De certificerend actuaris heeft daarbij gebruikgemaakt van door de ons in het kader van de jaarrekeningcontrole onderzochte basisgegevens. Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel bij de jaarrekening hebben wij met de certificerend actuaris onze planning, werkzaamheden en verwachtingen afgestemd voor de controle. De rolverdeling en afspraken zijn vastgelegd en aan elkaar bevestigd. Daarnaast hebben wij met de certificerend actuaris de uitkomsten van de uitgevoerde werkzaamheden afgestemd. Tevens hebben wij onderling gegevens uitgewisseld met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden en de uitkomsten daarvan.

Wij hebben de gehanteerde waarderingsgrondslagen beoordeeld en controlewerkzaamheden uitgevoerd op de waardering van de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2014. Daartoe hebben wij ons een beeld gevormd van de redelijkheid van de aannames en schattingen van het bestuur met betrekking tot de gekozen actuariële grondslagen alsmede de uitkomsten van het actuariële grondslagenonderzoek en de gehanteerde waarderingsgrondslagen besproken met de certificerend actuaris. Hierbij hebben wij met inachtneming van het oordeel van de certificerend actuaris gelet op de besluitvorming van het bestuur, de recentheid van beschikbaar grondslagenonderzoek, de toetsing op de onderbouwing van de daarin opgenomen veronderstellingen, de uitkomsten van beschikbare

Page 79: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 79 -

tussentijdse evaluaties, de uitkomsten van de actuariële analyse over meerdere jaren en de aanwezigheid van een consistente gedragslijn. Verantwoordelijkheden van het bestuur en de Raad van Toezicht voor de jaarrekeningHet bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening en voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.

Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.

De raad van toezicht moet goedkeuring verlenen aan het besluit van het bestuur tot vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekeningOnze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle fouten en fraude ontdekken.

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of

fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

• het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting;

• het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;

• het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de stichting haar continuïteit niet langer kan handhaven;

• het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en• het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.

Wij communiceren met het bestuur en de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Wij bevestigen aan het bestuur en de raad van toezicht dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met het bestuur en de raad van toezicht over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis van alle zaken die wij met het bestuur en de raad van toezicht hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is.

Page 80: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 80 -

Verklaring betreffende overige door wet- of regelgeving gestelde vereistenVerklaring betreffende het jaarverslag en de overige gegevensWij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder Titel 9 Boek 2 BW (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het jaarverslag en de overige gegevens):• dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen

beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de door Titel 9 Boek 2 BW vereiste overige gegevens zijn toegevoegd;• dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.

BenoemingWij zijn door het bestuur benoemd als accountant van de stichting. Ondergetekende treedt op als externe accountant sinds de controle van het boekjaar 2012.

Den Haag, 25 juni 2015

Ernst & Young Accountants LLPw.g. drs. J. Niewold RA

Page 81: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 81 -

Actuariële verklaring

Opdracht Door Pensioenfonds Horeca & Catering te Zoetermeer is aan Ernst & Young Actuarissen B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2014.

Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn.

Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet.De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard.Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht:• heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen

toereikend zijn vastgesteld, en• heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.

Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. Mijn oordeel is gebaseerd op het Financieel Toetsingskader zoals dat op balansdatum van toepassing was.

De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.

Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld.

Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen.

Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit.

Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet.

De vermogenspositie van Pensioenfonds Horeca & Catering is naar mijn mening voldoende. Daarbij is in aanmerking genomen dat de mogelijkheden tot het realiseren van de toeslagen beperkt zijn.

Amsterdam, 25 juni 2015

drs. C.D. Snoeks AAGverbonden aan Ernst & Young Actuarissen B.V.

Page 82: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 82 -

Resultaatbestemming volgens statuten

In de statuten is geen bepaling opgenomen over de wijze waarop het saldo van baten en lasten moet worden verdeeld. Het saldo wordt echter jaarlijks geheel ten gunste dan wel ten laste van de overige reserves gebracht, met inachtneming van de eventueel te vormen bestemmingsreserves.

Gebeurtenissen na balansdatum

Nieuw FTKVoor de berekening van de dekkingsgraad wordt vanaf 1 januari 2015 gebruikgemaakt van de rentetermijnstructuur zoals van toepassing onder het nieuwe FTK. De nieuwe rentetermijnstructuur is gebaseerd op de oude UFR, volgens de systematiek zoals die geldt sinds 30 september 2012, maar zonder driemaandsmiddeling van de marktrente.Door toepassing van de nieuwe rentetermijnstructuur is de voorziening pensioenverplichtingen per 1 januari 2015 gestegen met circa EUR 351 miljoen. De aanwezige dekkingsgraad zou hiermee uitkomen op 114,7%. In het nieuwe toetsingskader is ook het begrip beleidsdekkingsgraad geïntroduceerd, het gemiddelde over de laatste twaalf dekkingsgraden. Deze beleidsdekkingsgraad is per 1 januari 2015 121,5%. De dekkingsgraad per 31 december 2014 (121,2%) is gebaseerd op het op dat moment geldende (oude) FTK.

Tevens zijn de eisen ten aanzien van de berekening van het vereist eigen vermogen herzien. Met name als gevolg van nieuwe voorschriften voor de berekening van vrijwel alle risico’s in het FTK-standaardmodel is het vereist eigen vermogen met circa EUR 282 miljoen gestegen. De vereiste dekkingsgraad komt hiermee uit op 122,2%.

Page 83: Jaarverslag 2014 2014.pdf · 2017-05-12 · Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014 - 9 - In 2014 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per

Pensioenfonds Horeca & Catering | Jaarverslag 2014

- 83 -

ColofonPensioenfonds Horeca & Catering presenteert haar jaarverslag 2014 online op www.phencjaarverslag.nl.

Deze (officiële en volledige) PDF-versie van het online jaarverslag van Pensioenfonds Horeca & Catering is hier te downloaden: www.phencjaarverslag.nl/downloads.

Pensioenfonds Horeca & CateringPostbus 7308 2701 AH ZoetermeerI www.phenc.nlE [email protected] (079) 363 14 00

Voorbehoud

Pensioenfonds Horeca & Catering besteedde de grootst mogelijke zorg

aan de samenstelling van het jaarverslag. Toch kunnen fouten voorkomen.

Aan fouten kunt u geen rechten ontlenen. Pensioenfonds Horeca & Catering

behoudt zich ook het recht voor fouten te herstellen.

© Pensioenfonds Horeca & Catering, 2015, www.phenc.nl/voorbehoud ®