Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam...

27

Transcript of Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam...

7 7Het gaat goed met de Hogeschool vanAmsterdam (HvA). De instelling verheugtzich in een grote belangstelling van stu-denten. Steeds duidelijker profileert deHvA zich als een zelfbewuste, trotse enenthousiaste instelling met een eigenkarakter en een specifieke taak: studentenop het hoogste niveau voorbereiden opberoepen die inhoudelijke capaciteitenvereisen. De feestelijke opening van hetstudiejaar, die weer in ere is hersteld, iseen bewijs van dat zelfbewustzijn.

Nu al is de HvA een van de belangrijkstehogescholen van Nederland, maar onzeambitie reikt verder. Volgens het op 1januari 2007 van kracht geworden Instel-lingsplan van HvA en de UvA, ‘LerenExcelleren’, streven we ernaar studentenover een aantal jaren de beste, hogereberoepsopleidingen in de Randstad te bie-den. Het CvB heeft voor de komendejaren dan ook ingezet op een belangrijkekwaliteitsverbetering. Daarvoor is eenaanpassing in de bestuurlijke structuurvan de HvA nodig, met als uitgangspuntde eigen professionele verantwoordelijk-heid van docenten en ondersteunend per-soneel voor de inhoud van hun werk ende kwaliteit daarvan. Het bestuurlijkzwaartepunt wordt gelegd bij de domei-nen van de HvA. Domeinen bestaan uitinhoudelijk aan elkaar verwante opleidin-gen. De effecten hiervan moeten zichgaan vertalen in een cultuur van professi-oneel zelfbewustzijn binnen de HvA.

De binding van studenten met de HvA isen blijft de komende jaren een belangrijkaandachtspunt. Het studiesucces van onzestudenten kan beter. Ondanks de grotebelangstelling van studenten voor de HvA,stopt een te groot aantal voortijdig metde studie. Daarom heeft de HvA als doel-stelling de komende jaren het studiesuc-ces van studenten te verbeteren. Datvraagt gerichte begeleiding van de stu-denten, voldoende contacturen en vergro-ting van binding van de studenten met deHvA. Met goed onderwijs, toegepast

onderzoek en een uitdagende leeromge-ving wil de HvA aanwijsbaar betere resul-taten boeken.

Hoewel de HvA Onderwijsconferentie pasvoor de derde keer plaatsvond, is duidelijkdat deze gebeurtenis een ijkpunt isgeworden op de HvA-kalender. De confe-rentie in 2007, met als thema ‘flexibilise-ring en onderwijs’, was zowel in kwalita-tief als in kwantitatief opzicht een succes.700 medewerkers woonden lezingen bijen namen aan een of meer van de 27masterclasses deel.

Onze ambitie ‘Leren Excelleren’ krijgt ookin het bouwprogramma gestalte: deonderwijsvoorzieningen zullen voldoenaan de hoogste eisen van deze tijd. DeHvA beschikt over moderne voorzieningenin Amsterdam Zuidoost/Watergraafsmeeren in Amsterdam West. Inmiddels vordertde realisatie van de Amstelcampus. In2007 betrok het Domein Media, Creatieen Informatie het eerste gebouw van deAmstelcampus, het Singelgrachtgebouw.In de komende jaren verrijst aan de kopvan de Wibautstraat een geheel nieuwehuisvesting voor op termijn 25.000 studen-ten van de HvA.

De samenwerking met de UvA heeft meervorm gekregen. Een gemeenschappelijkevisie op de toekomst is verwoord in hetInstellingsplan. De horizon van deze visieis op termijn de totstandkoming van ééninstelling voor hoger onderwijs in Amster-dam met een breed en gevarieerd oplei-dingenaanbod.

Voor de inspanningen, inzichten en hetenthousiasme waarmee de HvA-medewer-kers zich dagelijks inzetten, ook om deveranderingen goed te laten verlopen,past een welgemeend woord van dank.Hun betrokkenheid zal ook in de toe-komst onmisbaar zijn.

Dr. K. van der Toorn, voorzitter College van Bestuur

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

Voorwoord

88

99 Een van de belangrijkste taken van deRaad van Toezicht (RvT) is het benoemenvan de leden van het College van Bestuur(CvB). In 2007 veranderde het CvB vansamenstelling. Na vier jaar als lid eenbelangrijke bijdrage te hebben geleverdaan de onderwijsinhoudelijke ontwikke-ling van de HvA verliet mevrouw drs.J.W.A. Verlaan het CvB. De RvT is haar veeldank verschuldigd voor haar inspannin-gen. Per 1 oktober 2007 trad mevrouwprof. dr. D.C. van den Boom toe tot hetCvB. Daardoor bestaat het CvB aan heteinde van het verslagjaar uit drie leden.

De RvT kwam in 2007 zevenmaal bijeenwaarvan vijfmaal in aanwezigheid van hetCvB. Tijdens die bijeenkomsten voerde deraad zijn reguliere taken uit, zoals hetgoedkeuren van de begroting 2008, hetjaarverslag en de jaarrekening 2007. Ookkeurde de RvT twee belangrijke regelin-gen goed: de klokkenluidersregeling enhet vernieuwde bestuursreglement. Metdit laatste reglement is de formele basisgelegd voor de vorming van zeven domei-nen binnen de HvA. Deze komen in deplaats van de vroegere vijftien instituten.Niet alleen wordt naar het oordeel van deRvT hiermee de bestuurlijke slagkrachtvan de HvA vergroot, maar ook is de vor-ming van zeven domeinen een randvoor-waarde voor bevordering van de door deRvT gewenste intensivering van de samen-werking met de Universiteit van Amster-dam.

De UvA kent een vergelijkbare structuur:zeven faculteiten met aan het hoofd vanelke faculteit een decaan. Tot genoegenvan de RvT zijn bij de HvA ook zevendomeinvoorzitters benoemd zodat er opdat niveau sprake is van gelijkwaardigegesprekspartners. De RvT beschouwt ditals belangrijke voorwaarde voor de verde-re inhoudelijke samenwerking tussenbeide organisaties.

In dit verband heeft de RvT ook met waar-dering kennis genomen van het ambitieu-ze instellingsplan voor de HvA en UvAonder de titel ‘Leren Excelleren’. De hori-zon van een in kwantitatief en kwalitatiefopzicht hoogwaardige instelling voorhoger onderwijs, waarbij zowel professio-nele als wetenschappelijke opleidingenworden aangeboden, spreekt de RvT zeeraan.

Namens de Raad van ToezichtProf. dr. N.A.M. Urbanus, voorzitter

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

Bericht van de Raad van Toezicht

1010

Kerngegevens

______________________ __________ __________ __________ __________ __________Kerngegevens1 2007 2006 2005 2004 2003______________________ __________ __________ __________ __________ __________StudentenTotaal 34.772 32.676 30.568 28.038 26.130Instroom 12.296 11.763 10.913 10.144 9.289Afgestudeerden 4.827 4.577 4.324 4.091 4.174______________________ __________ __________ __________ __________ __________MedewerkersTotaal 2.604 2.474 2.305 2.171 1.746Mannen 1.235 1.198 1.156 1.113 886Vrouwen 1.369 1.276 1.149 1.058 860______________________ __________ __________ __________ __________ __________Resultaten2

Opbrengsten 232,3 206,03 187,2 175,6 183,1Brutomarge 11,0 1,1 19,8 5,7 9,3Nettoresultaat 1,8 (2,3) 16,1 1,5 4,9______________________ __________ __________ __________ __________ __________Eigen vermogen 67,5 65,7 68,0 51,9 50,4______________________ __________ __________ __________ __________ __________Activa______________________ __________ __________ __________ __________ __________BalanswaardeMateriele vaste activa 178,9 158,2 147,1 185,0 176,9Netto investeringen 35,9 22,7 (27,7) 18,7 30,0Afschrijvingen 11,7 11,6 10,2 10,6 9,7______________________ __________ __________ __________ __________ __________1 Gegevens excl. studenten IPABO en InHolland

2 Financiële gegevens in miljoenen euro’s

3 Gecorrigeerde gegevens

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

11

Algemeen

12

StudiesuccesDe doelstellingen van de HvA zijn ver-woord in het in 2007 vastgestelde Instel-lingsplan 2007-2010 ‘Leren Excelleren’. Defocus hierin ligt op vergroting van het stu-diesucces van de studenten. Elke studentdie beschikt over voldoende opleiding,motivatie en capaciteiten, moet de eind-streep kunnen halen. Ambitie is dat in2010 de studierendementen van alle HvA-opleidingen de hoogste zijn in vergelij-king met soortgelijke opleidingen in eenstedelijke omgeving. In lijn met dit strevenis de ambitie de kwaliteit van het onder-wijs te verbeteren. In 2007 is een begin gemaakt met hetopstellen van de meerjarenplannen vande verschillende domeinen. Hierin wordende doelstellingen uitgewerkt en de speer-punten studiesucces en kwaliteit vertaaldin (meetbare) kengetallen. De meerjaren-plannen zullen uitmonden in meerjaren-convenanten van de domeinen met hetCollege van Bestuur (CvB) over de periode2009-2012.

‘Voor de poort‘In haar wervingscampagnes informeert deHvA studenten in spe zo goed en volledigmogelijk over de mogelijkheden bij deHvA. Om uitval tijdens de studie te voor-komen en de kans op een goed studieren-dement te vergroten, schept de HvA daar-bij duidelijkheid over het gewensteinstapniveau en studiegedrag. Door ‘voorde poort’ activiteiten te ondernemen

neemt de kans toe dat studenten tijdenshun studie een zo optimaal mogelijk ren-dement halen en uitval wordt daarmeegetracht te voorkomen.

Inhoudelijke en sociale bindingMet goed onderwijs en een uitdagendeleeromgeving wil de HvA studenten aanzich binden en het studierendement ver-groten. In alle domeinen is hier in 2007veel aandacht voor geweest. Vooral in heteerste studiejaar wordt aan de bindingvan studenten veel aandacht besteed.Daarbij gaat het zowel om inhoudelijkeals om sociale binding. Bij de inhoudelijkebinding ligt de nadruk op het bieden vaneen aansprekend beroepsperspectief datvoor de studenten helder en herkenbaar isin het onderwijs, en op docenten die overde juiste didactische vaardighedenbeschikken.

Bij de sociale binding staat de vraag cen-traal of studenten zich onderdeel van deopleiding voelen, of zij zich dus erkend enherkend weten door de opleiding. De HvAbesteedt bovendien bijzondere aandachtaan studentfactoren zoals achtergrond-kenmerken, de vooropleiding en startkwa-lificaties van studenten. De opleidingenhebben in 2007 veel ervaring opgedaanop deze punten. Op basis van die ervarin-gen en in het kader van het HvA-bredeproject ‘Sturen op Studiesucces’ zijn erhandreikingen voor het stimuleren vanstudiesucces opgesteld.

Professionaliteit De professionaliteit van docenten speelteen belangrijke rol bij het vergroten vande onderwijskwaliteit. De HvA streefternaar dat alle docenten met een vasteaanstelling over een onderwijsbevoegd-heid op hbo-niveau beschikken. Voor eenklein aantal docenten is dat nog niet hetgeval. Voor hen startte in 2007 een bij- ennascholingsprogramma op basis van EVC-procedures.

In 2007 verscheen bovendien het cahier‘Hbo-niveau’. Dit cahier maakt deel uitvan een serie cahiers, gepubliceerd vooren door HvA-medewerkers, die fungerenals referentiekader voor alle opleidingen.Behalve HvA-brede uitgangspunten enbegripsbepalingen bevatten de cahiersinformatie, suggesties en dilemma’s overeen bepaald onderwijskundig thema.

LectoratenDe lectoren leveren een belangrijke bij-drage aan de continue verbetering van dekwaliteit van het onderwijs. De kennis-kringen spelen hierbij een belangrijke rol.Door de positionering van de lectoraten inde domeinen is de afstand tussen de lec-tor en de opleiding(en) klein, waardoorde samenhang tussen werkveld, onderwijsen onderzoek gewaarborgd is.

Onderwijs en werkveldSteeds vaker ontwikkelt de HvA in samen-werking met het werkveld onderwijstra-jecten waarin de opleiding en instellingenuit het veld beide een rol spelen. De erva-ring leert dat dit type onderwijs studentenstimuleert en uitdaagt.

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

1. Onderwijs

De HvA leidt studenten op tot allround professionals die zich met een

grote mate van zelfstandigheid verder kunnen specialiseren. Bovendien

worden ze opgeleid tot maatschappelijk betrokken en zelfbewuste bur-

gers die een bijdrage leveren aan de democratische samenleving. Uiter-

aard staat tijdens de opleiding de ontwikkeling van de individuele stu-

dent en zijn talenten centraal.

13

Die aansturing vraagt dan ook om een ster-ke regiefunctie. Daarbij is het noodzakelijkom van elkaar te weten hoe over kwaliteitwordt gedacht en om focus aan te brengendoor expliciet te kiezen voor bepaaldekwaliteitsopvattingen. Binnen de HvA zijnde volgende dominante kwaliteitsconcep-ten te herkennen:• kwaliteit als basiskwaliteit • kwaliteit als excellentie• kwaliteit als transformatie

BasiskwaliteitIn Nederland en Vlaanderen worden deaccreditatie-eisen, sinds de invoering vanhet accreditatiestelsel in 2002, gezien alsformele standaarden voor basiskwaliteit.In een cyclus van zes jaar wisselen binnende HvA accreditatie en interne auditelkaar af, met het beoordelingskader vande NVAO als leidraad. De volgende oplei-dingen hebben in het kalenderjaar 2007probleemloos het accreditatiekeurmerkontvangen.De NVAO oordeelde ook positief over deaanvragen van de nieuwe opleidingenmaster Social Work en de bachelor SmallBusiness en Retail Management, die werdaangevraagd in het kader van het OpenBestel.

ExcellentieIn het Instellingsplan 2007-2010 staat datde HvA wil behoren tot de beste bredehogescholen van Nederland. Gelet op dewaardering die de Visiterende en Beoor-

delende Instanties (VBI) - Hobéon, NQA enCertiked - in de afgelopen jaren op facet-niveau uitbrachten, is de HvA op degoede weg.Van studenten en docenten wordt debereidheid gevraagd te willen excelleren.Dat impliceert dat studenten zich op alleniveaus uitgedaagd voelen en geprikkeldworden tot betere prestaties. Geborgdgaat worden dat docenten, onder meerdoor de beschikbaarheid van permanentescholing, hun kennis en kunde kunnen ver-beteren._________________ _____ _____ _____waardering op facetniveau

_________________ _____ _____ _____2005 2006 2007

_________________ _____ _____ _____onvoldoende 2% 0% 0%

voldoende 75% 43% 31%

goed 23% 57% 68%

excellent 0% 0% 1%

_________________ _____ _____ _____

Transformatie In 2010 zullen alle hbo-opleidingen inNederland een eerste ronde van accredita-ties volgens het beoordelingskader van deNVAO hebben doorlopen. De verwachtingis dat alle opleidingen dan voldoen aan deeisen van basiskwaliteit. Op grond van dieverwachting wordt het accreditatiestelselvanaf 2010 anders ingericht. Die aanpas-sing beoogt een stimulans te geven aan deontwikkeling van een sterke kwaliteitscul-tuur, gedragen door professionals. Zowel

de landelijke ontwikkelingen als de wensvan de HvA om te groeien van basiskwali-teit naar excellentie leiden er logischerwijstoe dat de nadruk komt te liggen op ver-beteren en innoveren. Dus op transforma-tie.

De noodzaak te transformeren werdbevestigd op het symposium ‘Van fotonaar film’. Dit in oktober 2007 gehoudensymposium was gewijd aan het geven vanbetekenis aan de uitkomsten van de inter-ne audits die in de periode 2003-2007 bijvrijwel alle opleidingen in de HvA zijn uit-gevoerd. Sinds de invoering van de interneaudit in studiejaar 2003-2004 zijn in totaal62 oordelen gegeven in 41 rapportages.

De interne audits leveren scherpe foto’s opvan het kwaliteitsniveau van de HvA-oplei-dingen. Daarmee zijn deze nog niet alsscène ingepast in de gewenste continuefilm van kwaliteitsverbetering. Geconclu-deerd kan worden dat er, als het gaat omhet treffen van verbetermaatregelen, nogsprake is van ‘onderbelichting’. Om te kun-nen groeien naar voortreffelijkheid zijnveranderingen nodig. De kwaliteit van dietransformatie zal bepalen of opleidingentot de beste in hun domein gaan behoren.

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

2. Kwaliteit en Accreditatie

Kwaliteit is een meerduidig begrip. Belangen en verwachtingen van

betrokkenen, zoals studenten, docenten, beroepsgroep, werkveld,

opleidingsmanagers, domeinvoorzitters en bestuurders, kleuren de

visie op dat begrip. Consequentie daarvan is dat er nogal wat invals-

hoeken zijn van waaruit borging en verbetering van kwaliteit kunnen

worden aangestuurd.

Geaccrediteerde opleidingen________________________________________Domein Maatschappij en Recht• Culturele en Maatschappelijke Vorming,

varianten voltijd, deeltijd en duaal• Sociaal Juridische Dienstverlening,

varianten voltijd en deeltijd________________________________________Domein Gezondheidszorg• Hbo-Verpleegkunde, varianten voltijd

en duaal________________________________________Domein Economie en Management varianten• International Business and Management

Studies, voltijd en deeltijd________________________________________

14

Opgeleid volgens

de actuele

behoefte van

het onderwijs

15

Frank Sengers, projectleider

Opleiden in de School,

Domein Onderwijs en Opvoeding,

onderdeel Pabo Pedagogiek

“Opleiden in de School is een manier omopleiden, schoolontwikkeling en onder-wijs met elkaar te verbinden. De betrok-ken opleidingsscholen willen, net als wij,het opleidingsbeleid en personeelsbeleidop elkaar afstemmen. De meerwaarde diedat voor het personeelsbeleid van deopleidingsscholen oplevert, legitimeert deinvestering van deze scholen in een oplei-dingsinfrastructuur.

Voor ons en onze studenten is de meer-waarde dat we, door intensief samen tewerken met de scholen, leerkrachtenopleiden volgens de actuele behoefte vanhet werkveld. Studenten krijgen de moge-lijkheid zich te profileren, bijvoorbeeld ophet gebied van ontwikkelingsgerichtonderwijs, of door de leerlingenpopulatie,zoals tweedetaalverwervers. Een andere,meer praktische reden voor samenwerkingmet scholen is dat we zo voldoende stage-plaatsen realiseren. We moeten wel waar-borgen dat studenten na hun opleidingbreed inzetbaar zijn.

De naam Opleiden in de School sugge-reert dat de opleidingsschool het heleopleidingstraject van een student ver-zorgt. Dat is niet het geval. Het gaat omeen deel van de opleiding. We kenneneen curriculumstructuur met vier pijlers:werkplekleren, vakkennis, metawerk enprofilering. Werkplekleren, metawerk eneen deel van de profilering vinden binnende opleidingsscholen plaats. Het anderedeel van de profilering, onder andere inde vorm van de minor, en het leggen vaneen solide basis van vakkennis wordenverzorgd op de opleiding.

Binnen de opleidingscholen worden men-toren, opleiders in de school en assessorengetraind. Zo’n opleider van de opleidings-school begeleidt de student tijdens hetwerkplekleren. De onderdelen metawerken een deel van de profilering worden,binnen de opleidingsschool, verzorgddoor een docent van de HvA. Binnen

metawerk is er veel aandacht voor reflec-tie op het leren binnen de opleidings-school maar ook binnen de pabo. Webesteden daar, via coachen, veel aandachtaan.

De HvA-docent werkt nauw samen metdocenten van de school, in een opleidings-team. Op basis van gelijkwaardigheid.Gelijkwaardigheid kenmerkt trouwens dehele samenwerking met de opleidings-scholen. Daarbij heeft de HvA de eindver-antwoordelijkheid voor het niveau van deafgestudeerden.

Het toetsbeleid dat de EHvA ontwikkelt,kent onafhankelijke assessments, uitge-voerd door assessoren die niet verant-woordelijk zijn geweest voor het onder-wijs van deze studenten. Op die manierkunnen we op eenduidige wijze de kwali-teit van de afgestudeerden borgen.”

16

Op verschillende manieren besteedt deHvA aandacht aan de integratie van inter-culturele en internationale aspecten in hetcurriculum en de leeromgeving. Zo bevor-dert de HvA de instroom van buitenlandsestudenten, onder meer door het Neder-landse onderwijs te promoten met deDELTA-beurs. Dit nationale beurzen-programma is bedoeld voor studenten van en naar tien prioriteitslanden: China,Indonesië, Taiwan, Zuid-Afrika, Brazilië,India, Maleisië, Mexico, Rusland, Thailanden Vietnam. HvA-studenten worden gesti-muleerd modulen te volgen van buiten-landse instellingen voor hoger onderwijs,en deel te nemen aan internationale acti-viteiten. Ondermeer door middel van deel-name in beursprogramma’s en ‘doubledegrees’, waarbij HvA-studenten een deelvan hun opleiding bij een buitenlandsepartnerinstelling volgen en aan het eindvan hun studie het diploma van beideinstellingen ontvangen.

BuitenlandmanifestatieIeder jaar vindt er een grote buitenland-manifestatie plaats. Deze wordt georgani-seerd in samenwerking met de UvA. In2007 hebben 1900 studenten deelgeno-men. Naast de buitenlandmanifestatie,verzorgen de domeinen zelf ook informa-tie- en promotiebijeenkomsten voor huneigen studenten. In 2007 is bovendien eenstart gemaakt met de uitbreiding van hetaanbod internationale Engelstalige mino-ren. Ook het aantal internationaalgeoriënteerde, niet-Engelstalige minorenis het afgelopen jaar verder gestegen.

ProjectenVerschillende domeinen nemen deel aaninternationale projecten. In 2007 zijn ermeer dan tien internationale projectenvan start gegaan. Sommigen zijn gerichtop mobiliteit en kennis delen, andere opinternationale samenwerking en onder-zoek. In meer dan de helft van de interna-tionale projecten participeren studenten.

Een nieuw gestart programma, PIB (Pro-gramma Internationalisering Beroepson-derwijs) van de EVD (agentschap van hetministerie van Economische Zaken datinternationale activiteiten stimuleert enfaciliteert) financiert twee programma’svan de HvA. Doelstellingen zijn de relatiemet het bedrijfsleven te versterken doorinternationale stages en de opgedanekennis te delen met andere instellingenvoor beroepsonderwijs. Voor sommigedomeinen is internationalisering al jareneen speerpunt, voor andere is dit een rela-tief nieuw onderwerp. Het tempo waarinop internationalisering gerichte puntenworden uitgevoerd, verschilt dan ook perdomein.

Aantallen beurzenHet aantal studenten dat via de HvA eenbeurs ontving ten behoeve van studie ofstage in het buitenland, steeg: van 210 in2006 naar 308 in 2007. Ongeveer 80% vanhet budget voor de DELTA-beurzen werdbesteed aan buitenlandse studenten dienaar Nederland kwamen; de overige 20%is uitgekeerd aan HvA-studenten die ineen van de tien prioriteitslanden gingen

studeren. Het grootste beursprogrammawas ook dit jaar Socrates-Erasmus. Popu-lairste bestemming voor HvA-studenten indit programma was Groot-Brittannië.

___________________________ ____ ____Beurzenprogramma’s Uit In

___________________________ ____ ____Socrates-Erasmus 2006-2007 175

Leonardo da Vinci 2006-2007 70

DELTA 2006-2007 31 58

Plato 8

EHvA-beurs 15

ISEP 2006-2007: 9

___________________________ ____ ____Totaal 308 58

___________________________ ____ ____

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

3. Internationalisering

Interculturele en internationale gerichtheid kenmerken curriculum en

leeromgeving van de HvA-student. Onder andere daardoor zijn

afgestudeerde HvA’ers in staat vanuit een open, kosmopolitische

houding internationale en interculturele ontwikkelingen te vertalen

naar de beroepspraktijk.

17

4. Technologie en nieuwe media

De eigen faciliteiten van de HvA - infor-matiesystemen en nieuwe mediale techno-logieën voor zowel de primaire processenals de ondersteuning daarvan - zijn zoveelmogelijk state of the art. Daartoe ontwik-kelde of verbeterde de HvA in 2007 eenaantal instrumenten. Een tender voorideeën over ICT-gebruik in het onderwijsleverde verrassende resultaten op.

Het digitaal portfolioHet digitaal portfolio is een hulpmiddelwaarmee studenten kunnen laten zien datze over bepaalde competenties beschik-ken en daarom geschikt zijn voor bijvoor-beeld een assessment, het komende stu-diejaar, een stageplek of een baan. In de eerste helft van 2007 is gewerkt aanhet ‘bedrijfsklaar’ maken van een ver-nieuwd digitaal portfolio voor de heleHvA. Het door de leverancier geleverdeproduct is daartoe inhoudelijk aangepastaan de HvA-situatie. Ook zijn er op tech-nisch niveau relaties gerealiseerd metomliggende ICT-systemen, en zijn evalua-ties afgerond bij twee opleidingen. Debevindingen uit die evaluaties vormen debasis van een implementatiebrochure vooropleidingen die het digitaal portfolio wil-len gaan gebruiken. Met ingang van hetstudiejaar 2007-2008 begonnen verschil-lende opleidingen met het voorbereidenvan de implementatie van het portfolio,en in de loop van het najaar zijn circa zesimplementatietrajecten bij opleidingen ingang gezet.

WebcollegesVan februari tot en met juni 2007 experi-menteerden HvA-docenten met het opne-men van colleges. Vrijwel direct daarnakonden studenten de opnamen bekijken,bijvoorbeeld als voorbereiding op het ten-tamen. Vijftien personen van zeven insti-tuten en één afdeling namen aan hetexperiment ‘Webcolleges’ deel. Zij namencirca tachtig colleges en instructies op enstelden die beschikbaar via een intranetsi-te. Het experiment leverde de HvA inzichtop in de organisatorische en onderwijs-kundige kant van het online beschikbaarstellen van verschillende soorten voor-drachten en interacties.

Ondersteuners van de desbetreffendeinstituten/afdeling en van de AV-dienstvan het Medialab hielpen bij het makenvan de opnamen. Daarbij is gebruikge-maakt van Mediasite-apparatuur, een sys-teem waarbij met één opname een af tespelen bestandje wordt gemaakt. Degebruiker kan zowel het opgenomenbeeld (van het college) als de gebruiktePowerPoint-presentatie zien, en door diepresentatie heen scrollen.

De docenten waren over het algemeenpositief over de mogelijkheid opnamen temaken en over de ondersteuning daarbij.Ze zagen het als een voordeel dat webcol-leges de student in staat stelt (delen van)een college opnieuw te bekijken en tebeluisteren. Bovendien lijkt het hun han-

dig dat ze studenten, als er eenmaal een‘bibliotheek’ van opnamen is ontstaan,naar bepaalde opnamen kunnen verwij-zen voor meer informatie over een behan-deld onderwerp. De belangstelling voorhet maken van opnames voor het cursus-jaar 2007-2008 is groot: er zullen rond detweehonderd opnamen worden gemaakt.

Op grond van de evaluatieresultaten start-te in de loop van 2007 het project Inbed-ding webcolleges. Dit project realiseerteen ‘loket’ waarbij de docent op eenvou-dige wijze (de verzorging van) de digitali-sering van een college kan aanvragen.Ook het gebruik van de Mediasite-appara-tuur en de ondersteuning daarvoor wor-den binnen deze dienst georganiseerd.

Projecttender ICT & onderwijsIn 2007 werd besloten de RegiegroepInformatievoorziening tot een HvA-ten-der: domeinen en/of opleidingen kondeneen projectidee indienen over het gebruikvan ICT in het onderwijs. Uit de inzendin-gen koos de selectiecommissie de voor deHvA meest geschikte ideeën. Voor de uit-voering hiervan worden vervolgens finan-ciële middelen beschikbaar gesteld. In het najaar van 2007 dienden (combina-ties van) opleidingen in totaal negentienprojectideeën in. Uit deze vele ideeën zijnzes projecten voortgekomen (sommigebetreffen een combinatie van ideeën) die eind 2007 van start zijn gegaan. De projecten beloven een aantal interes-sante nieuwe toepassingen op te leverenwaar ook andere onderwijsdomeinen hunvoordeel mee kunnen doen.

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

De HvA speelt actief in op de eisen die een internationaal gerichte en

technologisch hoogwaardige samenleving stelt aan toekomstige

arbeidskrachten. Daarom zal elke afgestudeerde in staat moeten zijn

steeds weer nieuwe toepassingen op het gebied van ICT/nieuwe media

te integreren in een professionele context. Op verschillende terreinen

zet de HvA zich in om deze doelstelling waar te maken.

18 Het gaat om de volgende projecten: • Project De Ruyter – Ontwikkeling van

een International Community HvA enAlumniwebstie - (Economie en Manage-ment; Bewegen, Sport en Voeding enGezondheid). Dit project ondersteunt devorming van communities van studentendie zich voorbereiden op internationalestages, studeren in het buitenland en opinternationale samenwerking binnenafstudeeropdrachten.

• HES Drempelvrij – Ontwikkeling van een‘extra’ versie van het nieuwe HES-intra-net - (Economie en Management). Ditproject wordt uitgevoerd bij de HES. Deontwikkelde versie zal geschikt zijn voorbraillelezers en pda’s.

• PROP-SHOT – Een nieuw, met socialesoftware geïntegreerd curriculum -(Maatschappij en Recht). Het projectmoet tot resultaat hebben dat studen-ten vanaf het basisjaar het gebruik vancomputers en diverse toepassingspro-gramma’s als volkomen vanzelfsprekendonderdeel binnen de didactiek en hetcurriculum van de opleiding SPH-deeltijdervaren.

• HvA-TV - Audiovisuele content van hogekwaliteit - (Media, Creatie en Informa-tie). HvA-TV is een experimenteel onder-wijsconcept: studenten maken een mini-documentaire die via een (thema)kanaalwordt uitgezonden.

• ReLAN-Pro – Implementatie Digitaaltalenpracticum - (Onderwijs en Opvoe-ding). Dit project behelst de implemen-tatie van het digitaal talenpracticumReLANpro bij de lerarenopleidingen enhet Taal- en Schakelonderwijs Centrum.

• Gericht wiskundeonderwijs met behulpvan Maple TA - (Media, Creatie en Infor-matie). Maple TA is een webbased e-learning tool dat het mogelijk maaktwiskundeonderwijs op maat aan te bie-den. Met dit middel kan de wiskunde-kennis van instromers voor een specifie-ke opleiding op het gewenste niveauworden gebracht.

Mileen Coppoolse,

student Domein Onderwijs

en Opvoeding

“Ik ben zeer geïnteresseerd in taal. Dustoen de taaldocent op de Pabo verteldedat ze een goede stageplek voor mewist, met een erg op taal gerichteopdracht, heb ik meteen gesolliciteerd.Dat was bij De Egelantier in Almere. Met de taalverwerving van de leerlin-gen vond de school het niet goed gaan.Daarom richten de docenten zich, bin-nen een pilot, op de woordenschat vande leerlingen. Daarvoor is een taalteamopgericht, met daarin ook een vakdo-cent van de Pabo. Nou blijkt uit onder-zoek dat taalproductie een voorwaardeis voor taalverwerving. Veel voorlezen isdus niet voldoende. Ik heb in groep 1en 2 onderzocht hoeveel ruimte de leer-lingen voor taalproductie krijgen. Daar-voor gebruikte ik onder meer bandop-names en enquêtes voor docenten. Hettaalteam begeleidde me. Conclusie wasdat de verdeling fifty-fifty was: de helftvan de tijd sprak de docent, de anderehelft spraken de kinderen. Elk kindapart heeft dus maar weinig praattijd.De school moet nu gaan onderzoekenhoe ze het onderwijs zo organiseert datleerlingen meer tijd aan taalproductiekunnen besteden. Op deze school zijn ze erg blij metLIO’ers (leerkrachten in opleiding),omdat die hun kennis van de nieuwstetheorieën de school in brengen. De leer-krachten hebben meestal te weinig tijdom zich in theorie te verdiepen. Dat deschool zo actief is, zich zo graag wil ont-wikkelen, is voor mij extra motiverend.Ik kan daardoor de diepte in en hebecht het gevoel dat ik iets wezenlijksteweeg kan brengen.

Ik draai ook helemaal mee, denk meeover wat er speelt, en twee dagen perweek geef ik les aan mijn eigen klas.Daarbij word ik op allerlei manierengecoacht door de opleidingsleerkracht.Soms kom ik tot verrassende ontdekkin-gen. Ik vroeg me bijvoorbeeld af hoehet kwam dat een bepaald kind ietstraag deed. Uit de videoregistratie vanmijn les maakte ik op dat ik te weinigaanwijzingen gaf en dingen niet zag.

Het onderwerp van mijn afstudeeron-derzoek wordt misschien leesbevorde-ringsbeleid: hoe kan een school ervoorzorgen dat kinderen goede lezers wor-den en van lezen gaan houden. Maarhet kan ook een onderzoek wordennaar de mogelijkheden om uitdagingente bieden aan kinderen uit de kleuter-bouw die het stadium van wat wijbeginnende geletterdheid noemen alvoorbij zijn en die aan het aanvankelijklezen toe zijn. Wat het ook wordt, hetonderzoek moet leiden tot concreteaanbevelingen voor de school.”

Ik heb echt

het idee

dat ik iets

wezenlijks

teweeg kan

brengen

19

20

De HvA kent inmiddels achttien lectora-ten, verdeeld over de zeven domeinen. Depositionering van de lectoraten in dedomeinen, dicht bij het primaire proces,waarborgt de samenhang tussen werk-veld, onderwijs en onderzoek, en bevor-dert kenniscirculatie tussen deze gebie-den.

KenniskringDe lector is de schakel tussen wetenschapen onderzoek. Hij geeft leiding aan eenkenniskring waarin docenten, en vaak ookvertegenwoordigers uit het werkveld,onderzoeksinstellingen en/of studenten,het onderzoek aan hun domein ontwikke-len, afstemmen en uitvoeren. De lector isde spin in het web van de kenniskring: hijis verantwoordelijk voor de kwaliteit engoede voortgang van de activiteiten vande kring.

Het domein stimuleert docenten, de sleu-telfiguren in de verbinding van onderwijsmet onderzoek, bij hun activiteiten enfaciliteert hen. De ontwikkeling vanonderzoeksprogramma’s per domein washet afgelopen jaar een belangrijk aan-dachtspunt en blijft dat ook het komendejaar.

Professionalisering van docenten De HvA stimuleert docenten deel tenemen aan een kenniskring, een (interne)cursus te volgen, een mastertitel te beha-len of onderdelen van universitaire onder-wijsprogramma’s (bijvoorbeeld minoren)

te volgen, en zich zo verder te ontwikke-len. Bovendien heeft de HvA een ambiti-euze doelstelling ten aanzien van het pro-motiebeleid: in 2010 moet er sprake zijnvan 20% gepromoveerde docenten ofdocenten die een promotietraject volgen.Om deze doelstelling te realiseren wordengepromoveerde docenten aangetrokkenen zittende docenten actief gestimuleerd,onder andere via spiegelfinanciering omte promoveren. Dit is een vorm van finan-ciering waarin de subsidieaanvrager en desubsidiegever elk de helft van het nodigebedrag voor hun rekening nemen.De HvA faciliteert hen daarbij.

Inmiddels volgen 34 docenten via de spie-gelregeling een promotietraject. Driedocenten zijn het afgelopen jaar gepro-moveerd. Ook zijn gepromoveerde docen-ten aangetrokken.

Samenwerking met UvABij de ontwikkeling van de HvA tot ken-niscentrum werkt de HvA samen met deUvA. Dat geldt ook voor de onderzoeksin-stellingen die aan de UvA zijn verbonden.Dat uit zich in een toenemend aantalsamenwerkingsverbanden tussen deonderzoekers van HvA en UvA.

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

5. Onderzoek

Kennisontwikkeling is een van de kerntaken van de HvA. Hierbij spelen

de lectoren van de HvA een belangrijke rol. Zij richten zich op de kwali-

teit van het onderwijs, de professionaliteit van docenten, de theorievor-

ming in opleiding en beroep, en de kwaliteit van bedrijven en maat-

schappelijke organisaties.

“Drie jaar geleden zijn we begonnen metde minor Ondernemerschap, een op depraktijk gerichte minor waarbij studentenvolop de kans krijgen met het bedrijfslevenkennis te maken. De minor trekt jaarlijkstussen de zeventig en negentig studenten,die in groepjes werken van circa vijf stu-denten, van verschillende disciplines. Diemultidisciplinaire aanpak vergroot de kansop succes: meer soorten kennis en meerperspectieven. De groepjes worden alsondernemer benaderd en begeleid dooriemand uit het bedrijfsleven die past bij debranche van het groepje.Het is een inten-sieve studie, met workshops en trainingen,en gastcolleges van ondernemers. Er is eenweekblad, MOND magazine, met allerleivoor de studenten interessante informatie.Bovendien kunnen de studenten hunideeën pitchen, in 2007 bij AT5. Dat kun-nen ideeën voor een product/ dienst ofondernemingsplan zijn.

Kiezen ze voor een product, dan moet heteindresultaat minimaal een prototype zijnvan levensvatbaar product. Het is ookmogelijk het prototype van een vorigminorgroepje op de markt te brengen. Eenenkel groepje lukt het een product te ver-kopen. Dat is het mooiste. Soms betreftdat een idee dat de begeleidende onder-nemer al een tijdje op de plank had liggen. In 2007 heeft een grote cosmeticaprodu-cent zijn logo om laten zetten naar eendoor studenten ontwikkelde Suntattoo-sticker, en deze op de markt gebracht. Ver-der is de Dassenkast in 2007 succesvol vanstart gegaan. Via een internetsite kunnengrote bedrijven exclusieve dassen bestellen,die ze bijvoorbeeld als relatiegeschenk wil-len gebruiken. Ook EnjoyTubs, bubbelba-den voor buiten, kunnen via internet wor-den besteld. De baden worden in Portugalgemaakt en geïmporteerd.

Uit een ondernemingsplan moet bevlogen-heid spreken en het moet prettig leesbaarzijn. Uiteraard moet op basis van dat planeen onderneming kunnen worden gestart.Meestal gaat het om ideeën met een gro-tere reikwijdte, zoals het plan uit 2007voor een kwekerij met exotische bloemenin Suriname. Momenteel zijn twee studen-ten bezig met het opstarten van de kweke-rij. De minor wordt afgesloten met een Eleva-torpitch: de presentatie van de plannenaan een jury. Daarmee kunnen de studen-ten een investering voor hunproduct/dienst of plan binnenhalen.

De komende jaren wordt ondernemer-schap nog meer gestimuleerd vanuit deHvA. Dankzij een subsidie van het ministe-rie van Economische Zaken kunnen we hetonderwijs hiervoor nog beter inrichten danop dit moment het geval is.”

21

Martin Haring,

coördinator van het Centrum voor ondernemerschap,

Domein Economie en Management

Stickers,

dassen en

bubbelbaden

2222

De Amstelcampus wordt een levendige,voor Nederland unieke, open stadscam-pus, waar studenten, medewerkers enbuurtbewoners zich thuis voelen. Zijnpublieke karakter zal de campus onderandere ontlenen aan de deels openbaartoegankelijke gebouwen, de basisschool,de horeca, de sporthal, het fitnesscentrumen de diverse pleinen.

MijlpalenIn 2007 zijn er enkele belangrijke mijlpa-len gepasseerd. Het jaar begon met hetverhuizen van verschillende instituten enafdelingen naar de KroonState aan deWenckebachweg, het Europahuis aan deJames Wattstraat en het Jan Bommerhuisaan de Wibautstraat. Hiermee is een eindgekomen aan een grootschalig project: deverhuizing van studenten en medewerkersvan Kohnstammhuis, Mauritsvleugel,Wibauthuis en Stadhouderskade naarnieuwe vestigingen van de HvA die totaan de opening van de campus als tijdelij-ke onderwijslocaties gebruikt worden. Naafronding van dit deelproject is het project Amstelcampus een volgende faseingegaan.

SingelgrachtgebouwHet afgelopen jaar is het eerste gebouwvan de Amstelcampus in gebruik geno-men, het Singelgrachtgebouw. Na enkelejaren leeg te hebben gestaan, is ditgebouw intern en extern spectaculairgerenoveerd. De bestaande bouwstijl enmaterialen zijn daarbij gerespecteerd.Door het gebruik van glas, primaire kleu-ren en hout is gezorgd voor een helder,ruimtelijk gevoel. In het gebouw, waarindiverse opleidingen van het DomeinMedia, Creatie en Informatie zijn gehuis-vest, bevinden zich verschillende specifiekvoor de opleidingen ingerichte ruimtenzoals een radio- en tv-studio en eenmedialounge. Behalve de opleidingen vande HvA huisvest het gebouw ook JACO,een jongerenactiviteitencentrum uit debuurt.

Geliefd en verguisdHet veelbesproken Wibauthuis – doorsommigen geliefd, door anderen verguisd– ging in 2007 definitief tegen de vlakte.Het jaar ervoor was begonnen met desloop van een zijvleugel, waarna in okto-ber de rest van het gebouw werd afge-broken. Op de plaats van het oudeWibauthuis zullen twee nieuwe gebou-wen verrijzen.

Het Kohnstammhuis is een gebouw vanmonumentale waarde voor de stadAmsterdam en zal daarom behouden blij-ven. Het verouderde interieur zal wordenvervangen door een nieuw, eigentijds ont-werp. Door de indeling en het gebruikvan hedendaagse materialen zal hetgebouw geschikt worden voor de toekom-stige onderwijsconcepten van de HvA.

Stedenbouwkundige contourenHet jaar 2007 was een belangrijk jaar voorde vaststelling van het stedenbouwkundigprogramma van eisen (SPvE). Vanaf 2002was er hard gewerkt aan het maken vande plannen, wat in 2005 heeft geleid tot

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

6. Amstelcampus

Over enkele jaren zal de Amstelcampus de grootste onderwijslocatie

van de HvA zijn. De campus krijgt een mix van functies waaronder die

van leren, ontmoeten, werken, wonen, recreëren en sporten.

Feiten Amstelcampus___________________________________________________________________________________• Locatie hoek Wibautstraat/Mauritskade • Zes onderwijsgebouwen waarvan twee hoofdgebouwen • Twee woongebouwen met ongeveer 250 studentenwoningen• Gemeentelijke sporthal• Fitnesscentrum• Basisschool • Jongerencentrum• Ongeveer 70% van alle toekomstige HvA-studenten• Omvang 100.000 m2

___________________________________________________________________________________

2323 de vaststelling van de stedenbouwkundigecontouren van de gebouwen. Na degemeenteraadsverkiezingen heeft hetstadsdeel in juli 2007 het SPvE opnieuwgoedgekeurd met een amendement. Dit isin samenspraak met buurtbewoners enhet stadsdeel Oost-Watergraafsmeer uit-gewerkt tot een nieuw plan. Hoewel ergeen overeenstemming is bereikt over hetSPvE, is wel meer begrip voor wederzijdsestandpunten en is de onderlinge verstand-houding verbeterd.

OntwerpDe projectgroep Amstelcampus besteeddeveel aandacht aan het ontwerp van denieuwbouw en stemde dit af op debestaande bouw. De ontwerpen van tweegebouwen zijn in 2007 ingrijpend aange-past, zodat de gevels beter aansluiten bijhet straatbeeld. De gebouwen wordenmodern vormgegeven, met traditioneelmateriaalgebruik. Ook de achterzijde vande gebouwen is met zorg vormgegevenzodat de gebouwen van alle kanten eenfraai aanzicht hebben.

MilieuOok milieu en duurzaamheid zijn belang-rijke aandachtgebieden bij het ontwerpen de bouw van de Amstelcampus. Maat-regelen gericht op het terugbrengen vanhet verbruik van energie en water zijn inhet bouwprogramma opgenomen. Zebeslaan een breed scala: van ondergrond-se warmte en koude opslag tot waterbe-sparende toiletten.

Door zorgvuldige ontwerpen en hetgebruik van duurzame materialen – die opeen ecologisch verantwoorde manier ver-vaardigd zijn - kan het casco van hetgebouw voor verschillende onderwijscon-cepten worden gebruikt zonder dat eringrijpende aanpassingen nodig zijn. Degebouwen zijn daarmee ook geschikt omooit een andere bestemming te krijgen,bijvoorbeeld als kantoorgebouw. Ditbevordert, niet onbelangrijk, ook dewaardevastheid van de gebouwen.

LevendigheidDe Amstelcampus wordt zo ingericht datde meeste bedrijvigheid op de beganegrond plaatsvindt. Deze activiteiten zijnook zichtbaar vanaf de openbare weg. Deverbindingen tussen de gebouwen wor-den weggehaald, zodat de studenten bui-tenom van het ene gebouw naar hetandere lopen. Daarmee wordt het straat-beeld van de Wibautstraat overdag en ‘savonds levendiger. Dit zal bijdragen aande beleving van sociale veiligheid in debuurt.

Door opleidingen bij elkaar te zetten inéén gebouw, ontstaat meer interactie tus-sen studenten van verschillende opleidin-gen. Het gezamenlijke gebruik van facili-teiten (restaurant, mediatheek,computerwerkplekken) bevordert contacttussen studenten en medewerkers vanverschillende en biedt schaalvoordelen.

Onderwijs centraalDe gebouwen staan in dienst van hetonderwijs. Elke opleiding krijgt zijn eigenplek, met een eigen identiteit. Door deinrichting wordt het klein-binnen-groot-principe gerealiseerd. Verschillende soor-ten werkplekken en studielandschappenzullen studenten en docenten veel moge-lijkheden bieden om elkaar te ontmoeten.Belangrijke vragen bij de inrichting zijn:hoe zijn de studenten van de toekomst?En wat zijn hun wensen? De opleidingenkunnen in grote mate zelf bepalen hoe zehun ruimten inrichten. Alle opleidingenzijn apart benaderd en hun ideeën wor-den uitgewerkt in een plan. Dit mondtuiteindelijk uit in een indelingsplan pergebouw.

Raadplegingen Onder begeleiding van een extern advies-bureau, gespecialiseerd in het vertalenvan onderwijsconcepten naar inrichtings-plannen, gingen in 2007 verschillendewerkgroepen aan de slag met het vaststel-len van de ruimtebehoeften van de

domeinen die uiteindelijk onderdak zullenkrijgen op de Amstelcampus. Ook studen-ten en medewerkers zijn tijdens interac-tieve bijeenkomsten geraadpleegd overhun wensen, ideeën en meningen tenaanzien van studeren, werken en wonenop de Amstelcampus. Het bureau brachtop basis van de uitkomsten een advies uitover de indeling van onderwijsruimten,werkkamers en voorzieningen, en werktedat advies uit.

StudentenraadplegingIn de studentenraadpleging is onderandere gevraagd naar het ideale studie-landschap. De meningen daarover blekenzeer uiteen te lopen. Sommigen vindengoede pc- en laptopwerkplekken hetbelangrijkst, anderen geven de voorkeuraan een serieuze studeeromgeving metveel verschillende soorten werkplekken.De helft van de studenten heeft aangege-ven wel op de campus te willen wonen.

Samenwerking UvADe UvA bereidt zich voor op de heront-wikkeling van het Roeterseiland, dat vlak-bij de Amstelcampus ligt. Via een loop-brug over de Singel is het makkelijkbereikbaar. Amstelcampus en Roetersei-land zullen het grootste onderwijsclustervan de stad vormen, met in totaal zo’n40.000 studenten. De beide complexenworden in samenhang ontwikkeld. Met degemeente Amsterdam wordt gewerkt aande herinrichting van het gebied tussen hetmetrostation en de beide complexen.

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

24

7. Sociaal jaarverslag

ProfessionaliseringIn het instellingsplan geeft de HvA dehoogste prioriteit aan het werven enbehouden van goed gekwalificeerd perso-neel. Demografische ontwikkelingen,vooral de toenemende uittreding vanoudere werknemers in combinatie met derelatief geringe belangstelling van jongemensen om in het onderwijs te willenwerken, nopen tot een strategisch perso-neelsbeleid waarbij wordt ingezet op devolgende prioriteiten:

• opbouw van het personeelsbestand• werving en selectie nieuw personeel• professionalisering van management en

medewerkers• loopbaanplanning

Naast deze onderwerpen heeft de invoe-ring van het principe klein-binnen-grootin de organisatie grote betekenis voor deuitvoering van het personeelsbeleid.

Bevoegdheden zullen worden gedele-geerd naar de opleidingsmanagers, teamsworden meer en meer resultaatverant-woordelijk.

De betekenis van klein-binnen-groot voor managers en teamsKenmerkend voor de organisatie van hetonderwijs is het principe klein-binnen-groot. Dit principe vraagt om samenwer-kingsverbanden van medewerkers diedelen van een curriculum ontwerpen, uit-voeren en evalueren. Deze teams zijn deherkenbare eenheden van medewerkersvoor studenten en zorgen voor socialecohesie en binding. De teams realiserende doelstellingen zoals verwoord in hetinstellingsplan: studiesucces, kennisont-wikkeling in en met de praktijk en profes-sionalisering. Elk domein staat voor devraag hoe het beste vorm kan wordengegeven aan dit nieuwe organisatieprinci-pe.

In elk domein moet worden vastgesteldwelke bevoegdheden worden gedele-geerd naar de opleidingsmanager en/ofteamleider. Managers worden getraind inde nieuwe rol, de afdeling P&O adviseerten ondersteunt hen daarin bij de uitwer-king van een aantal prioriteiten.

Dit zijn:• invoering van een strategische meer-

jaren personeelsplanning, • professionalisering van managers; nieu-

we stijl van leidinggeven, zoals coachingen training en het leren voeren van jaar-gesprekken

• professionalisering van medewerkers;trainingen verzorgen in het geven vanfeedback en het voeren van een dialoog

• het benutten van het persoonlijk budgetvoor de professionele ontwikkeling inhet kader van domeinspecifieke ontwik-kelplannen

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

De professionalisering van medewerkers is een van de drie speerpunten

uit het instellingsplan. Er wordt veel gevraagd van de medewerkers om

de ambities uit dat instellingsplan waar te maken. P&O is daarom in

2007 gestart de domeinen te helpen met het in kaart brengen wat

deze ambities betekenen voor de inhoud van het werk.

_______________________________ ________ ________ ________ ________ ________Medewerkers 2007 2006 2005 2004 20031

_______________________________ ________ ________ ________ ________ ________Totaal 2.604 2.474 2.305 2.171 1.746Mannen 1.235 1.198 1.156 1.113 886Vrouwen 1.369 1.276 1.149 1.058 860_______________________________ ________ ________ ________ ________ ________Peildatum: 31.12.2007

1. exclusief HES

Bij de HvA werkten in 2007 2.604 medewerkers. Ten opzichte van 2006 betekent dat eenstijging van 130 personen. De gemiddelde leeftijd van het personeel is 45 jaar. Er werk-ten 938 medewerkers fulltime en 1.666 in deeltijd. 57% behoort tot het onderwijzendpersoneel (OP) en 43% tot het onderwijsbeheerspersoneel (OBP).

25Professionals in de HvA, eenHvA-brede standaardEén van de drie speerpunten van hetinstellingsplan is de professionaliseringvan medewerkers. Bij het nadenken overde uitwerking van dit speerpunt werd dui-delijk dat professionaliteit in de HvA eenruim begrip is. Professionalisering is in hethele hoger onderwijs een actueel thema.Om het begrip een concrete invulling tegeven, is een werkgroep aan de slaggegaan om een HvA-brede standaard opte stellen, zodat er een gemeenschappe-lijk basis komt voor het werken aan pro-fessionalisering. In het instellingsplanstaan uitspraken over professionaliseringvan medewerkers, zoals:

• professionalisering is het totaal aanmaatregelen en middelen om de profes-sionaliteit van een medewerker verderte ontwikkelen

• elke medewerker is zelf verantwoorde-lijk voor de eigen ontwikkeling

• de professionaliteit van medewerkerskent verschillende aspecten (didactischevaardigheden, kennis van het werkveld,netwerken met het werkveld, onder-zoeksvaardigheden)

• per domein worden scholingswensen en-mogelijkheden gestimuleerd en gefacili-teerd

• HvA-breed is voorzien in scholing, trai-ning en coachingstrajecten voor onder-wijs en loopbaanontwikkeling

In 2008 wordt de HvA-brede standaardvastgesteld en geïmplementeerd.

Professionalisering van managers en medewerkersBij het Mobiliteitscentrum van de HvAwerden twee leergangen projectmanage-ment voor medewerkers afgerond, indeze leergang werd veel aandachtbesteed aan verandermanagement. Daar-naast verzorgde het Mobiliteitscentrumeen leergang managementdevelopmentvoor teamcoördinatoren en opleidingsma-

nagers waarin versterking van het leider-schap ten behoeve van het primair procesvoorop staat. Naast deze professioneletrajecten werd door 165 medewerkers enleidinggevenden gebruik gemaakt van hetaanbod van het Mobiliteitscentrum, zoalscoaching en loopbaangesprekken, om depersoonlijke effectiviteit te onderzoekenen te vergroten. Op initiatief van demediatheken werd een leergang speciaalontwikkeld en uitgevoerd voor projectlei-ders en projectondersteunende medewer-kers die bij de ondersteunende dienstenen bedrijfsbureaus werken. Alle leergan-gen worden HvA-breed aangeboden enstimuleren het interne netwerken.

DeskundigheidsbevorderingDe afdeling Onderwijsresearch en Ontwik-keling heeft een uitgebreid trainingsaan-bod voor docenten, opleidingsmanagers,teamleiders en studieloopbaanbegelei-ders. Met in totaal veertig trainingen,workshops en cursussen delen de deelne-mers kennis met collega’s van eigen enandere opleidingen. Het aanbod is tot-standgekomen na gesprekken met docen-ten en leidinggevenden van verschillendeopleidingen en sluit aan op de speerpun-ten van het instellingsplan. De onderwer-pen lopen uiteen van een introductiecur-sus didactiek voor nieuwe docenten enICT-toepassingen in het onderwijs, tot hetsturen op studiesucces, interculturele com-municatie en internationalisering van hetcurriculum. In 2007 hebben 382 medewer-kers een cursus of training gevolgd. Detweede helft van 2007 liet een stijgingzien van bijna 70%.

OnderwijsconferentieRuim 700 HvA-medewerkers namen deelaan de derde HvA Onderwijsconferentie‘Wij zijn grenzeloos flexibel!?’. Medewer-kers konden kiezen uit 29 masterclasses. In iedere masterclass werden drie bestpractises gepresenteerd en besproken.

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

Gezondheidsonderwijs

wordt steeds

internationaler

26

Rolf Hoogland,

coördinator internationaal

onderwijs,

Domein Gezondheid

“Internationalisering van het gezondheids-onderwijs is een belangrijk thema in hetDomein Gezondheid. Zeker nu de gezond-heidszorg steeds meer op Europese leestgeschoeid wordt. We werken dan ookgeleidelijk toe naar standaardisering vanhet onderwijs. Zo heeft het domein in2007-2008 een 18 ECTS Multi ProfessionalHealthcare-module ontwikkeld, samen metpartners uit Noorwegen, Malta en België. Het Domein Gezondheid heeft al een Euro-pese masteropleiding ergotherapie - deEuropean Master of Science in Occupatio-nal Therapy - en een internationale bache-loropleiding fysiotherapie aan de EuropeanSchool of Physiotherapy (ESP). Hier volgencirca tweehonderd studenten uit 35 landenvan over de hele wereld opleidingen. Daarnaast hebben we veel ervaring en des-kundigheid opgebouwd in het uitvoerenvan internationale activiteiten. In Beijingbijvoorbeeld, hebben we een revalidatie-centrum ingericht en daar mensen voorgetraind. Dat centrum wordt onder meeringeschakeld voor de Olympische Spelen in2008. In Ghana zijn zestien revalidatiecen-tra ingericht of geüpgraded. Achttien fysio-therapeuten volgden een driejarige oplei-ding in Amsterdam om in die centra tekunnen werken, en zittende fysiotherapeu-ten zijn bijgeschoold. Bovendien hebbenwe een aanzet gegeven tot de eersteschool voor fysio- en ergotherapie inGhana. Die draait nu.

Verder ontwikkelen we beleid voor inter-nationalisering binnen ons domein, deAmsterdam School for Health Professions.Ook kijken we kritisch naar de vele part-nerinstellingen in ons Europese netwerk.Met welke instellingen willen we een over-eenkomst hebben en waarom? Wat weegtmee bij het creëren van zo’n kwaliteitsnet-werk? Root-landen vormen daarbij eenbelangrijk aandachtspunt. Hier, in Amster-dam Zuidoost, woont bijvoorbeeld eengrote groep Ghanezen. Voor ons is Ghanadus een logische partner, maar dat geldtniet HvA-breed.

De uitwisseling van studenten en staf kentnog vele mobiliteitsobstakels. Zo wordende taken van docenten niet waargenomentijdens hun afwezigheid. Als ze terugko-men, ligt er dus een hoop werk. Een van deobstakels voor studenten is dat credits,behaald in het buitenland, niet altijd auto-matisch worden erkend. We doen er veelaan die obstakels weg te werken. Wat weonder andere willen bereiken, is dat in debetrokken landen op exact hetzelfdemoment dezelfde leerinhoud wordt gege-ven. Dan is het probleem opgelost. We streven ernaar dat in 2012 25% vanstudenten en docenten een uitwisselings-programma volgt, in plaats van de 5% vannu. Dat is een ambitieus streven.”

27

2828

8. Bericht van de Centrale Medezeggenschapsraad

De Centrale Medezeggenschapsraad(CMR) stemde - soms na enige aanpas-singen - in met:• de gemeenschappelijke regeling Amster-

dam School of Health Profession• de begroting 2007• het Instellingsplan met profielomschrij-

vingen voor de domeinvoorzitters, deopdrachten aan de stafdirecteuren en de beoogde domeinvoorzitters

• een nieuw bestuursreglement• het nieuwe studentenstatuut• de regeling voor de aangewezen verlof-

dagen en het onderwijsrooster 2008 en2009

• het format voor de Onderwijs- en Examenregeling 2007-2008

SpeerpuntenDe CMR kent voor 2007/2008 een aantalspeerpunten. De belangrijkste daarvan iseen betere communicatie met de achter-ban en met het CvB, zodat de besluitvor-ming sneller en doelmatiger kan verlopen.Andere speerpunten zijn het versterkenvan de opleidingscommissies en het bevor-deren van doorstroomminoren voor alleopleidingen van de HvA. Belangrijkeonderwerpen zijn een evaluatie van detaaklastnormering en de onkostenvergoe-dingen.

Personeel en organisatieDe kwaliteit van de medezeggenschapverbeterde doordat de onderwerpen ineen steeds vroeger stadium van besluit-vorming aan de commissie zijn aangebo-den. Wat betreft de invoering van hetfunctiewaarderingssysteem zijn de belang-rijkste conclusies van de CMR dat de mees-te docenten in schaal 10 en 11 zijn inge-

deeld, het management hoger is inge-schaald en de overige ondersteunendemedewerkers gemiddeld lager.

Andere belangrijke onderwerpen in 2007waren het organisatieontwikkelingspro-ces, het ziekteverzuimoverzicht, de werk-nemerstevredenheidsmonitor en de split-sing van de notities onderwijsrooster enregeling verlof- en feestdagen. De raadadviseerde positief over het ontwikkelplanvan P&O dat in het proces van domeinvor-ming van de HvA een belangrijke rol gaatspelen.

Onderwijs, studentzaken enkwaliteit2007 was een druk jaar voor de commissieOnderwijs, Studentzaken en Kwaliteit(OSK) van de CMR. Zo spande deze com-missie zich succesvol in voor opname inhet nieuwe bestuursreglement van debepaling dat de domeinvoorzitters vooreen periode van vier jaar wordenbenoemd.

In het kader van het studentenstatuut2008-2009 zette de commissie zich, op ver-zoek van de decanen, in voor het behoudvan de mogelijkheid het noodfonds om tezetten in een gift. Ook is op advies van decommissie in het statuut opgenomen datde opleidingscommissies voortaan voor dehelft uit docenten zal bestaan.

De commissie bespeurde tevens onduide-lijkheid over de invulling van het vijfdeonderwijsblok in het onderwijsrooster.Deze onduidelijkheid is weggenomen: aande activiteiten in de vijfde periode zijneisen gesteld. Wat betreft het OER 2008-2009 (Onderwijsen Examenregelement) heeft de OSK zichsuccesvol ingespannen voor het behoudvan de certificaten als geldige toelatingvoor het HBO. Behalve met deze onder-werpen hield de CMR zich bezig met hetevalueren en opstellen van voorstellenvoor Minoren, Opleidingscommissies enSorbon.

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

De kwaliteit van de medezeggenschap nam in 2007 toe. Dat kwam

onder andere doordat er, na enkele woelige jaren, sprake was van een

vruchtbare dialoog met het CvB. Het jaar stond vooral in het teken van

de domeinvorming, het Instellingsplan en het bestuursreglement.

2929

9. Bedrijfsvoering

Het Instellingsplan ‘Leren Excelleren’ gaatin op de visie, omgevingsfactoren en uit-gangspunten van het onderwijs en deorganisatie van de HvA. Doelstelling vande HvA is om in 2010 de beste, brede ste-delijke hogeschool van Nederland te zijn,met de grootste kans op studiesucces vanhaar studenten en de beste mogelijkhe-den tot doorstroom naar het wetenschap-pelijk onderwijs.

DomeinenOm de doelstelling te kunnen realiserenzijn in 2007 zeven sterke domeinen gec-reëerd waarbinnen de opleidingen veelautonomie krijgen. Grootschaligheid isnodig om studenten alle kansen te bie-den, maar alleen kleinere eenheden kun-nen goed inspringen op veranderendebehoeften van studenten, en kunnen eenhechte band kweken tussen docenten,studenten en de maatschappelijke omge-ving. Met de domeinvorming krijgen deopleidingen, de docenten en medewer-kers hiervoor meer verantwoordelijkhe-den. Het primaire proces staat immerscentraal, de stafdiensten ondersteunen.

Reële doelstellingenDe zeven domeinvoorzitters zijn samenmet het CvB en de algemeen directeurverantwoordelijk voor het realiseren vande doelstellingen in 2010. Ieder domeindoet dat op zijn eigen manier, met eigenaccenten, en in zijn eigen tempo. Manieren tempo zijn beschreven in domeinplan-nen waarmee in 2007 een begin isgemaakt. Daarin worden de ambities uit

het Instellingsplan vertaald in reële doel-stellingen voor de korte en langere ter-mijn. De plannen zijn meetbaar, zodat devoortgang gemonitord kan worden. In2008 worden de ambities verder uitge-werkt in dialoog met docenten en mede-werkers zodat zij gezamenlijk per oplei-ding het klein-binnen-groot-principe vormkunnen geven.

Samenwerking UvADoel van de samenwerking met de UvA isdat de studenten alle mogelijkheden vanbeide instellingen optimaal kunnenbenutten. Of het nou gaat om integralevoorlichting, studieloopbaanbegeleidingof doorstroomprogramma’s. Daarbij wil deHvA haar eigenheid behouden. Dat luktgoed want de samenwerking met de UvAdwingt de HvA het onderscheid tussenacademisch en hbo-onderwijs te bena-drukken.

Deze samenwerking werd in 2007 geïn-tensiveerd. Dat was onder andere moge-lijk door de vorming van zeven domeinendie aansluiten op de zeven faculteiten vande UvA. In 2010 zal elk domein binnen deUvA-HvA een eigen campus naar Ameri-kaans voorbeeld hebben met eigen oplei-dingen, op academisch en hbo-niveau.Deze domeinen zullen nauw samenwer-ken met bedrijfsleven, onderzoekinstitu-ten, spin-offbedrijfjes en voorzieningenvoor sport en cultuur.

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

De bedrijfsvoering van de HvA concentreerde zich in 2007 op de nieu-

we besturingsfilosofie waarin het onderwijs, het primaire proces, cen-

traal staat. Volgens deze filosofie krijgen de docenten alle ruimte om

hun werk goed te doen. De taak van managers en ondersteunende

diensten is het primaire proces zo soepel mogelijk te laten verlopen.

30

Paul

“Anderhalf jaar geleden begonnen wemet de voorbereiding van webcolleges.Studenten van nu leren heel anders dandie van vroeger. Ze zijn goed in multitas-ken, selecteren snel. Voor hen is het heelhandig als ze online een fragment vaneen college kunnen bekijken, bijvoorbeeldals ze op zoek zijn naar de uitleg van eenmoeilijk begrip.

We begonnen met een experiment, vanafde werkvloer, en betrokken docenten metinteresse in technologie erbij. Al vrij snelkonden we schakelen naar de uitvoering:het maken van de eerste lessen. Uiteinde-lijk hebben we in 2007 ruim tachtig web-colleges gerealiseerd. Bijkomend voordeelis dat nu ook de colleges van vertrekken-de docenten of gastdocenten uit een verbuitenland bewaard blijven en online zijnte bestuderen.

Een docent in opleiding kan een webcolle-ge bovendien gebruiken als bewijs vanzijn competenties. Sommige docentenhebben al gesuggereerd hoorcolleges afte schaffen. Want met een webcollegezijn ze veel minder tijd kwijt; tijd die zekunnen besteden aan contact met de stu-denten. De studenten maken vaakgebruik van de webcolleges. Vooral vlakvoor toetsen en tentamens zie je eenenorme piek in het aantal bezoeken.”

Jan-Willem

“Dat het experiment geslaagd was, bleekuit de opdracht die ik in 2007 kreeg. Ikmoest het structureel onderbrengen vande webcolleges in de organisatie, als stan-daarddienst dus, begeleiden. Dat komterop neer dat de mediatheek zorgt vooreen goede ontsluiting van de colleges, deaudiovisuele dienst voor het beheer vande apparatuur en de cameravoering, ende ICT-afdeling voor het beheer van deserver. Daaromheen komt een functionelebeheerorganisatie voor scholing en ken-nisoverdracht: het opstellen van didacti-sche modellen dus, en de ontwikkelingvan de dienst op de langere termijn. Inhet voorjaar van 2008 zal die organisatieoperationeel zijn.

Webcolleges sluiten aan bij de wens vanhet College van Bestuur om het onderwijste flexibiliseren. Leren moet onafhankelijkvan tijd en plaats mogelijk zijn. En zogebruiken studenten de colleges ook: alsnaslagwerk, ter voorbereiding van eencollege of als een manier om een gemistcollege in te halen. Onze angst dat de stu-denten massaal thuis zouden blijven envanuit hun bed naar de registraties zou-den gaan kijken, bleek ongegrond. Zehebben gewoon behoefte aan interactie.”

Jan-Willem Doornenbal,

ontwikkelaar interne

informatievoorziening,

Stafafdeling Strategische

Informatievoorziening

Paul den Hertog,

technisch beheerder Medialab,

Domein Media, Creatie en

Informatie

30

31

Vooral voor

tentamens zie je

een enorme piek in

het aantal bezoeken

aan webcolleges

31

32

10. Corporate Governance

In het verslagjaar werd het bestuursregle-ment aangepast. Die aanpassing wasnodig om de domeinvoorzitters zo veel alsmogelijk in een positie te brengen diegelijk is aan die van de decaan van eenfaculteit van de UvA. Dit wordt vanbelang geacht voor de beoogde intensive-ring van de samenwerking UvA-HvA. Dewettelijke bevoegdheden van de facul-teitsdecaan zijn daarom voor de domein-voorzitters van de HvA in het bestuursre-glement vastgelegd. Anders dan in hetverleden het geval was, is er thans ooksprake van overdracht van bevoegdhedenvan het CvB. Hierdoor worden ondermeerbevoegdheden die betrekking op deonderwijs- en examenregeling uitgeoe-fend door de domeinvoorzitters en nietmeer door het CvB.

Omdat de branchecodes voor goedbestuur voor hogescholen en universitei-ten van elkaar verschillen, moet er somswat meer tijd genomen worden om rege-lingen tussen UvA en HvA op elkaar af testemmen. Desondanks wordt die afstem-ming gerealiseerd en is er zowel bij UvAals HvA sprake van transparant bestuur.

De door de HvA in het verslagjaar ontwik-kelde en verrichte marktactiviteiten pas-sen in de missie van de hogeschool en ver-sterken het reguliere onderwijs.

Jaarverslag 2007 - Hogeschool van Amsterdam

In de statuten van de HvA is de positie van de Raad van Toezicht en het

College van Bestuur (CvB) vastgelegd en wordt de verhouding tussen

deze organen geregeld. In het bestuursreglement zijn de verhoudingen

vastgelegd tussen het CvB, de algemeen directeur, de domeinvoorzit-

ters en (staf)directeuren.