MVO jaarverslag Essent 2007

111
Duurzaamheid samen doen. Dilemma’s durven delen. MVO Verslag 2007 Essent N.V.

description

Het MVO jaarverslag van Essent over 2007.

Transcript of MVO jaarverslag Essent 2007

Page 1: MVO jaarverslag Essent 2007

Duurzaamheid samen doen.Dilemma’s durven delen.

MVO Vers lag 2007 Essent N.V.

Page 2: MVO jaarverslag Essent 2007
Page 3: MVO jaarverslag Essent 2007
Page 4: MVO jaarverslag Essent 2007

MVO Verslag 2007

Page 5: MVO jaarverslag Essent 2007

06 Essent als werkgever

Diversiteit in ontwikkeling 50

Interviews

Monic Bührs, Marie-Christine Osterop

Anouk Rasenberg, Margo van Berkel

07 Essent als bedrijfsburger

Regionale betrokkenheid 62

Interviews

Marco Grob, René Savelsberg

Annemarie Moons, Gijsje van Honk

08 Duurzaamheid gemeten 74

09 Assurance Report 78

Ondernemen doen we samen 4

De maatschappij dat zijn wij

Profi el 6

01 Omzien en vooruitkijken

De terugblik 10

De vooruitblik 18

02 Corporate governance van MVO 20

03 Opbouw en verantwoording van het verslag 24

04 Essent als bedrijfsvoerder

De energie van morgen 26

Interviews

Paymon Aliabadi, Gerard Hirs

Johan van de Gronden, Richard Schmölzer

05 Essent als marktspeler

Duurzaamheid gewogen 38

Interviews

Johan Maris, Helma Kip

Kornelis Blok, Nico Roozen

INHOUD

Essent N.V.

Page 6: MVO jaarverslag Essent 2007

4 Essent N.V. MVO Verslag 2007

>

www.essent .eu

Ondernemen doen we samen

De maatschappij

dat zijn wij Vanuit die overtuiging hebben we ons in 2007 ingezet om

maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) nog meer

in te bedden in ons bedrijfsbeleid en onze bedrijfsvoering.

Het Ondernemingsplan, met daarin een aantal expliciete

MVO-doelstellingen, was daarbij een belangrijk instrument.

In 2008 zullen we deze doelstellingen verder vertalen in

concrete maatregelen per business unit, compleet met KPI’s

(key performance indicators) en streefwaarden.

Ook voor MVO geldt dat aankondiging van nieuw beleid niet

volstaat. Een onderneming dient ook verantwoording af te

leggen over de mate waarin dat beleid tot uitvoering is ge-

bracht. Om die reden hebben wij in 2007 ons eerste, separate

MVO Verslag (over 2006) gepubliceerd. Deze expliciete rap-

portage over onze inspanningen op gebied van MVO maakte

het mogelijk om zeer concrete gesprekken te starten met

in- en externe stakeholders over onze ambities. Bovendien

zorgde het uitbrengen van het verslag voor een verheugende

stijging van Essent in de jaarlijkse transparantiebenchmark

van het ministerie van Economische Zaken.

Ons MVO-beleid krijgt telkens nieuwe impulsen vanuit de

dialoog met onze stakeholders. Door te luisteren naar hun

adviezen en kritiek proberen wij ons beleid zo goed mogelijk

te laten aansluiten op hun verwachtingen. Zestien in- en

exter ne stakeholders hebben in dit verslag hun mening

gegeven over voor Essent belangrijke thema’s als energie-

technologie, gebruik van biobrandstoffen, diversiteit van het

personeelsbestand en regionale verankering van de onder-

neming. Hun opmerkingen zullen wij ons zoveel mogelijk ter

harte nemen bij het zetten van volgende stappen.

Voor het welslagen van het MVO-beleid van Essent is de

betrokkenheid van onze medewerkers een absolute voor-

waarde. Het zijn de medewerkers die gezamenlijk de am-

bities van Essent realiseren. In 2008 zullen wij een interne

campagne lanceren met als doel de inspiratie en motivatie

van de medewerkers verder te versterken. Uitgedaagd door

het campagnemotto ‘How on Earth’, zal iedere medewerker

betrokken worden bij acties om het (letterlijke) leefklimaat

binnen en buiten de onderneming te verbeteren.

2008 belooft een aard-ig enerverend jaar te worden!

Arnhem, 27 februari 2008

Michiel Boersma

voorzitter Raad van Bestuur

Page 7: MVO jaarverslag Essent 2007
Page 8: MVO jaarverslag Essent 2007

Energieketen

productie

elektriciteit

gas

handel infrastructuur verkoop

>

www.essent .eu

Profiel Essent is een Nederlands energiebedrijf dat elektriciteit, gas

en warmte levert aan huishoudelijke en zakelijke klanten.

Wij beschouwen Nederland als onze thuismarkt en zijn ook

in toenemende mate actief in Duitsland en België.

Essent is aanwezig in de gehele energieketen, van de pro-

ductie van energie – uitgezonderd exploratie en winning –

tot en met de levering aan eindverbruikers: grootzakelijk,

kleinzakelijk en consumenten. Daarnaast leveren wij diverse

6 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Page 9: MVO jaarverslag Essent 2007

Org

an

og

ram

Ess

en

t N

.V.

www.essent .eu

verwante producten en diensten, zoals het onderhoud van

apparatuur, energieadviesdiensten, warmte, de exploitatie

van duurzame energievoorzieningen en micro warmte-

krachtkoppeling. Tevens verrichten wij een drietal milieu-

activiteiten: de verbranding en compostering van afval en

het beheer van stortplaatsen. Essent Kabelcom, leverancier

van kabel- en telecomproducten, maakt per 1 februari 2007

geen deel meer uit van de onderneming.

De gegevens over 2007 laten zien dat Essent in Nederland:

■ marktleider is met een netto-omzet van EUR 7,4 miljard

■ in duurzame energie koploper is, als producent en

leverancier

■ met Energie:Direct eigenaar is van één van de snelst

groeiende energie-startups

■ toonaangevend is met haar milieubedrijf, waar elk jaar

zo’n 2,9 miljoen ton afval wordt verwerkt.

Essent is een niet-beursgenoteerde N.V., opgericht in 1999,

met het hoofdkantoor in Arnhem. Haar aandeelhouders zijn

Nederlandse provincies en gemeenten. De onderneming

heeft tien business units. Zeven daarvan vormen de

Energiewaardeketen voor Nederland, Duitsland en België.

De overige activiteiten in Duitsland vinden plaats bij swb AG.

Het Netwerkbedrijf is fi nancieel, organisatorisch en juridisch

afgescheiden van de overige activiteiten. Bij Essent werkten

ultimo 2007 ruim 10.000 mensen.

7 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Profiel

Page 10: MVO jaarverslag Essent 2007

8 Essent N.V. MVO Verslag 2007

7.372,7

5.826,5

1.190,5

355,7

6.431,4

4.954,8

1.316,5

160,1

5.875,9

4.621,7

1.133,0

121,2

Netto-omzet per land - doorlopende activiteiten

2007

2006

2005

7.377,5

5.671,8

1.216,8

378,0

1.001,6

– 890,7

6.441,6

4.588,4

1.241,6

380,2

1.055,6

– 824,2

5.889,6

3.543,8

1.276,2

362,4

993,0

– 285,8

Netto-omzet per segment - doorlopende activiteiten

2007

2006

2005

> Profielwww.essent .eu

Page 11: MVO jaarverslag Essent 2007

9 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Profiel

www.essent .eu

People 2007 2006

Aantal medewerkers1 10.223 9.832

% vrouwen 27 27

% vrouwen in leidinggevende functies 14 14

% ziekteverzuim 4,3 4,2

DART-score 0,97 1,09

Power 2007 2006

Totale duurzame productiecapaciteit (MW) 1.042 1.065

% duurzame energie in totale productie 10,0 15,2

Aantal Groene Stroomklanten in Nederland 927.000 936.000

Aantal Groen voor Gasklanten in Nederland 25.000 15.300

CO²-uitstoot (Kton)2 14.625 14.496

% vaste biomassa met EGGS-label 48 33

1 FTe’s exclusief Essent Kabelcom

2 Emissies voortkomende uit de productie van elektriciteit en warmte naar rato

Essent-aandeel, exclusief emissies afkomstig van Essent Milieu en Essent Netwerk

Planet 2007 2006

Aantal ondertekende leverancierscodes 88 15

Donaties (in euro’s, circa) 300.000 300.000

Profi t 2007 2006

bedragen in miljoenen euro’s

Netto-omzet 7.378 6.442

Resultaat toe te rekenen aan aandeelhouders van Essent N.V. 2.594 761

Totaal eigen vermogen 5.175 3.414

Totaal rentedragende verplichtingen 724 1.620

Geïnvesteerd vermogen 8.204 6.559

Page 12: MVO jaarverslag Essent 2007

10 Essent N.V. MVO Verslag 2007

>>>>>>>>>>>>01Omzien en vooruitkijken

De terugblik

www.essent .eu

de eerste resultaten zijn binnen

Het jaar 2007 was – na de grondige verkenning in 2006 – ons

eerste echte beleidsjaar op het gebied van maatschappelijk

verantwoord ondernemen. Het werd menens met People,

Planet, Profi t en de door Essent toegevoegde vierde P van

Power.

MVO kreeg een stevige verankering binnen het bedrijf; op de

werkvloer en in het bestuur.

Zo stond er in het Ondernemingsplan 2007 voor het eerst

een MVO-paragraaf. Twee belangrijke stappen volgden

direct aan het begin van het jaar: de instelling van de MVO-

adviesraad en de benoeming van MVO-ambassadeurs in de

verschillende business units. Daarmee konden we aan de

slag met de uitvoering van het MVO-beleidsplan 2007-2010.

Centraal in het plan staan drie aandachtsvelden, te weten

energiebesparing, innovatie en employability. Het is be-

moedigend dat er in 2007 op deze drie terreinen meteen al

voortgang kon worden geboekt. Zoals de introductie van het

Essent BespaarPlan in samenwerking met de aandeelhou-

ders, de goedgekeurde innovatiestrategie en de bereidheid

van Essent – traditioneel toch een mannenbolwerk – om werk

te gaan maken van ‘vrouwen in de top’.

Een paar opmerkelijke voorbeelden, die elders in het verslag

uitvoeriger terugkeren.

gemeten naar internationale maatstaven

De weg waarlangs we de MVO-doelen willen bereiken is in

2006 beschreven in zeven strategische uitgangspunten:

■ stimuleren van duurzame ontwikkelingen en beperken van

klimaataantasting

■ versterken van onze concurrentiekracht in de landen waar

we zijn gevestigd

■ in acht nemen van internationale mensenrechten door

toeleveranciers

■ versterken van de arbeidsparticipatie van in Essent

ondervertegenwoordigde groepen

■ vergroten van de kwaliteit van de arbeid binnen Essent

■ vergroten van de leefbaarheid van onze omgeving

■ vergroten van de veiligheid.

In juni 2007 hebben we deze uitgangspunten tegen het licht

gehouden. Wij wilden weten of ze voldoende ondersteuning

gaven aan de ambitie van Essent om een leidend duurzaam

energiebedrijf te zijn. De conclusie was dat wij – om een

goede vergelijking te kunnen maken met andere bedrijven –

met onze MVO-strategie meer aansluiting zouden moeten

zoeken bij internationale standaards. Daarom hebben we

de zeven uitgangspunten veranderd in negen speerpunten,

die nu de kern vormen van het MVO-beleid:

Page 13: MVO jaarverslag Essent 2007

11 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Omzien en vooruitkijken › De terugblik

www.essent .eu

■ emissiereductie

■ aandeel duurzame energie in de brandstofmix

■ energiebesparing, inclusief effi ciënt omgaan met

basismateriaal en brandstoffen

■ innovatie en kennismanagement

■ klanttevredenheid en kwaliteitslabels

■ goed werkgeverschap

■ mensenrechten

■ bedrijfsburgerschap

■ veiligheid van werken.

In een benchmark die eind 2007 plaatsvond, is Essent inmid-

dels vergeleken met andere grote energiebedrijven in

Europa. Daarbij is gebruik gemaakt van de Dow Jones Sus-

tainability Index (DJSI). Dit is de leidende mondiale index

voor het meten van de duurzaamheidprestaties van beurs-

genoteerde ondernemingen. Essent is het eerste Neder-

landse energiebedrijf dat zich laat doorlichten aan de hand

van de DJSI.

De uitkomsten, die de basis zullen vormen voor het beleid in

2008, geven een gemengd beeld. De belangrijkste conclu-

sies zijn dat Essent op economische en sociale dimensies de

vergelijking met andere Europese energiebedrijven goed kan

doorstaan, maar op de milieudimensie nog een paar stappen

moet maken. Vooral onze klimaatstrategie moet nog worden

aangescherpt (zie verder hoofdstuk 8).

samen op zoek naar het beste: landelijk en mondiaal

Wij kiezen welbewust en enthousiast voor het pad van de

duurzaamheid, maar dat betekent niet dat wij ook elke route

zelfstandig willen uitstippelen. De uitdagingen zijn immers

zo groot dat het bundelen van krachten noodzakelijk is.

Bovendien kun je met samenwerking een krachtig signaal

afgeven in de markt, richting geven aan ontwikkelingen en

de samenleving tonen waar je voor staat.

Een belangrijke gebeurtenis in dat opzicht was het zoge-

heten Akkoord van Schokland. Op 5 juli 2007 tekende onze

bestuursvoorzitter Michiel Boersma op het voormalige

Zuiderzee-eiland Schokland, namens een consortium van

twintig bedrijven, kennisinstituten en niet-gouvernementele

organisaties, dit akkoord met de overheid. De samenwerken-

de partijen verplichten zich om duurzaamheidscriteria uit te

werken voor ingevoerde biomassa, inclusief een certifi catie-

systeem. Waarborgen dat de biomassa, die wij in onze cen-

trales gebruiken, langs duurzame weg wordt geproduceerd

en verhandeld in het land van herkomst, daar gaat het om.

Daarmee kunnen we een bijdrage leveren aan het uitbannen

van extreme armoede en honger. En we kunnen er een duur-

zaam leefmilieu en eerlijke handel mee bevorderen.

Het akkoord is onderdeel van Project 2015, het door de rege-

ring ingestelde programma om de achterstand in te lopen bij

het realiseren van de acht Millennium Ontwikkelingsdoelen.

De deelnemers hebben er voor getekend binnen zes jaar een

goed certifi catiesysteem te realiseren. In die periode zullen

er in de exportlanden ook proefprojecten worden opgezet

om ter plaatse de expertise op gebied van de productie van

duurzame biomassa te bevorderen.

regionale verankering, regionale verantwoordelijkheid

Sinds mensenheugenis heeft Essent wortels in de regio. Wij

komen er uit voort en nog steeds zijn de provincies en de

gemeenten in het oorspronkelijke werkgebied onze aandeel-

houders. Verantwoordelijkheid nemen voor die regio past

daarom bij Essent en dat bij voorkeur in samenwerking met

de aandeelhouders.

Samen hebben we begin 2007 het Essent BespaarPlan

Aandeelhouders ontwikkeld. De doelstelling is tweeledig.

Terugdringen van de CO2- uitstoot met energiebesparing en

verduurzaming. En verlagen van de maandlasten bij klanten

door energiebesparing. We richten ons daarbij op drie doel-

groepen: de huishoudens, de aandeelhouders zelf (met hun

gebouwen, voorzieningen en aanverwante non-profi t instel-

lingen) en de zakelijke markt.

Met iedere aandeelhouder maken we een eigen Bespaar-

Plan, maar graag bieden we vervolgens – met het oog op

schaalvoordelen – de mogelijkheid voor gezamenlijke

uitvoering.

Essent stelt een meerjarig budget ter beschikking: EUR 5

miljoen in 2007 en EUR 10 miljoen in 2008. Het budget voor

2009 wordt na de evaluatie in 2008 vastgesteld (zie verder

hoofdstuk 7).

Page 14: MVO jaarverslag Essent 2007

12 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Een ongemakkelijke waarheid.Maar ook een uitdagende.

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

www.essent .eu

de mensen van Essent doen mee

MVO-beleid kan in een onderneming alleen gedijen als de

top het uitdraagt en de medewerkers zich erbij betrokken

voelen. Over MVO moet gesproken worden. Over de nood-

zaak van verduurzaming en over de keuzes die daarbij aan de

orde komen. Om dat gesprek op gang te brengen heeft

Essent alle medewerkers in maart 2007 de dvd toegestuurd

met de fi lm ‘An inconvenient truth’ van Al Gore. Naar aanlei-

ding van die fi lm is er volop gediscussieerd binnen het bedrijf

en nam het besef toe dat wij – actief in de energiesector – in

het centrum staan van een ongekend veranderingsproces.

Aan dat proces zullen we actief vorm moeten geven.

verantwoord eten en indringend praten

over geloofwaardigheid

Om MVO verder te verankeren in de organisatie en in het

dagelijkse werk hebben we tussen 10 mei en 25 juni een tien-

tal lunchbijeenkomsten georganiseerd met medewerkers op

verschillende Essent locaties.

Tijdens deze lunches, uiteraard een verantwoorde maaltijd,

gaven medewerkers hun visie op MVO. De belangrijkste

conclusie uit de bijeenkomsten was: Essent moet ook intern

de daad bij het woord voegen en dus zorgen dat het de eigen

MVO-huishouding op orde krijgt. Daarbij werden voorbeel-

den aangedragen als het terugdringen van het aantal auto-

kilometers, een milieuvriendelijker wagenpark, dubbelzijdig

printen en het gebruik van Max Havelaar koffi e. Ook deed

men de suggestie medewerkers op te roepen om als energie-

besparingsambassadeur actief te worden in de eigen woon-

en leefomgeving.

Het enthousiasme onder de medewerkers rechtvaardigt

een aantal vervolgstappen. Allereerst is een analyse gemaakt

van de resultaten van de bijeenkomsten, die vervolgens werd

gecommuniceerd binnen het bedrijf. Verder is besloten twee

programma’s te ontwikkelen, namelijk: ‘Binnengoed’ (gericht

op de interne MVO-huishouding) en ‘Essent CO2-neutraal’

(gericht op eigen energieverbruik en mobiliteit).

niet alleen buiten, maar ook Binnengoed

Het programma Binnengoed, waarmee Essent de eigen

MVO-huishouding op orde brengt, kent een twee-stappen

aanpak.

De eerste stap was een quick-win programma, gericht op

bewustwording en tamelijk eenvoudig te behalen resul taten.

De maanden september, oktober en november van

2007 werden actiemaanden en kregen ieder een thema.

September werd de maand van de keurmerken.

Essent introduceerde o.a. Max Havelaar koffi e en FSC papier.

Oktober werd de maand van het hergebruik, waarin onze

speciale aandacht uitging naar hergebruik van computers,

Page 15: MVO jaarverslag Essent 2007

13 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Omzien en vooruitkijken › De terugblik

www.essent .eu

mobiele telefoons, kantoormeubelen e.d.

November werd de maand van de vitaliteit. In een proef-

project in de grote Essent-vestiging in Den Bosch deden we

ervaring op met gezonde voeding en bedrijfsfi tness.

De tweede stap is gericht op de langere termijn en kent

vier fasen. Eerst nemen we de stand van zaken op (welke

producten en activiteiten kent de Essent-huishouding),

daarna worden de besparingsmogelijkheden (milieu en

kosten) vastgesteld, vervolgens kijken we waar de vervan-

gingsmogelijkheden liggen door duurzame producten en

tenslotte bepalen we welke zaken in aanmerking komen voor

hergebruik. Het gehele programma loopt van 2007 tot 2009

en streeft naar een optimaal milieuresultaat in combinatie

met kostenbesparing.

In 2007 zijn er, behalve de introductie van Max Havelaar

koffi e, nog een paar aansprekende resultaten geboekt.

Zo werd een begin gemaakt met standaard dubbelzijdig en

zwart-wit printen. Een andere opmerkelijke activiteit in het

najaar was het aanbieden van gebruikte pc’s aan de Zuid-

Afrikaanse bisschop Desmond Tutu in het kader van het

armoede bestrijdingproject Close the Gap (gericht op het

dichten van de digitale kloof met ontwikkelingslanden).

In 2008 gaan we onder meer aan de slag met de verduur-

zaming van de productgroepen catering en schoonmaak.

CO2-neutraal, aan onze stand verplicht

Willen we als Essent erkend worden als voortrekker in de

verduurzaming van de samenleving, dan zullen we onze

eigen zaken goed moeten hebben geregeld. CO2-reductie

en -compensatie zijn daarbij belangrijke thema’s, met het

oog op het milieu en ons imago. Alleen als wij actief aan de

slag gaan met het CO2-neutraal maken van ons wagenpark

en onze gebouwen, mogen we verwachten dat onze klanten

zich aangesproken voelen door onze verduurzamingsbood-

schap. Ook de medewerkers rekenen op het goede voor-

beeld. Het is een kwestie van geloofwaardigheid.

Daarom zijn er twee actieplannen ontwikkeld. Het eerste

gericht op CO2-compensatie van het brandstofverbruik van

ons wagenpark en het tweede op het energieverbruik van

onze gebouwen.

naar een CO2-neutraal wagenpark

De totale CO2-uitstoot van het Essent-wagenpark (be-

drijfsauto’s, lease-auto’s en gedeclareerde kilometers van

privé-auto’s) bedroeg in 2007 zo’n 16.000 ton. Het al eerder

geïntroduceerde beleid om voor elke nieuwe lease-auto een

boom te planten is een goed symbolisch middel om blijvend

aandacht te vragen voor de noodzaak tot vergroening en

wordt daarom nu geruggensteund door een massief com-

pensatieprogramma gericht op het gehele wagenpark.

Tamme Wierenga (manager Informatie Management, Essent),

Marga Edens (manager MVO, Essent) en Olivier Vanden Eynde

(general manager Close the Gap) reiken de 50.000e computer

uit aan bisschop Desmond Tutu.

Page 16: MVO jaarverslag Essent 2007

14 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Voor 2007 is besloten de uitstoot van 16.000 ton CO2 geheel

te compenseren. Hiermee is een bedrag gemoeid van

EUR 350.000 aan groencertifi caten. In 2008 en volgende

jaren zetten we dit beleid voort. Uiteraard zullen wij daarbij

ook alles in het werk stellen om het aantal autokilometers

terug te dringen. We verwachten dat verdere stimulering van

het treingebruik een besparing van 6,5% op het aantal kilo-

meters zal opleveren. Een nog grotere besparing lijkt haal-

baar met aanvullende maatregelen gericht op het beperken

van reizen door gedrags verandering en het op grotere schaal

beschikbaar stellen van voorzieningen als videoconferen-

cing. Hiervoor zijn plannen in ontwikkeling.

In 2008 worden de kosten van CO2-compensatie voor het

wagenpark opgenomen in de gewone bedrijfsvoering van

iedere business unit. Daarmee is een belangrijk stuk

MVO-beleid onderdeel geworden van de reguliere bedrijfs-

activiteiten.

naar een CO2-neutrale huisvesting

Voor de vergroening van de kantoorgebouwen van Essent

wordt dezelfde methodiek gebruikt als bij het project

Binnengoed. Eerst nemen we de stand van zaken op per

vestiging (verbruik, contracten, aard van de gebouwen e.d.),

vervolgens stellen we vast waar de mogelijkheden liggen

voor energiebesparing en beperking van de CO2-uitstoot,

www.essent .eu

Page 17: MVO jaarverslag Essent 2007

15 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Omzien en vooruitkijken › De terugblik

www.essent .eu

daarna bekijken we waar we gewone energie kunnen ver-

vangen door duurzame vormen en tenslotte gaan we over

tot het compenseren van de overblijvende CO2-uitstoot.

In het vierde kwartaal van 2007 zijn we begonnen met

fase één en twee van het plan door het invoeren van een

energiemanagementsysteem. Daarmee inventariseren we

onder meer het energieverbruik in de Essent-gebouwen en

brengen we de besparingsmogelijkheden in beeld. We gaan

ervan uit dat het energieverbruik met 10 tot 20% omlaag

kan en dat we daarnaast de CO2-uitstoot met aanvullende

maatregelen verder kunnen beperken.

Een gedetailleerde uitwerking is voorzien in de eerste helft

van 2008.

Men zou kunnen beweren dat fase vier van het plan helemaal

niet nodig is. Als Essent immers fase drie serieus neemt en

overal groene energie inzet, hoeft er helemaal geen CO2-

uitstoot meer gecompenseerd te worden. De werkelijkheid

is echter iets weerbarstiger. Biogas is slechts op zeer

beperkte schaal beschikbaar, groen gas is al een vorm van

compensatie en de opwekkingscapaciteit voor Groene

Stroom in Nederland houdt geen gelijke tred met de vraag.

Het stimuleren van nog meer import is geen doelstelling van

Essent. Daarom lijkt het waarschijnlijk dat er toch een res-

tant aan CO2-uitstoot zal moeten worden gecompenseerd.

Net als bij Binnengoed geldt hier het streven naar een opti-

maal milieuresultaat gecombineerd met kostenbesparing.

Dit is niet alleen goed voor de huishoudportemonnee van

Essent zelf, maar levert ook aantrekkelijke voorbeelden op

voor externe campagnes. Klanten investeren immers sneller

in milieuzorg als de maatregelen rendabel zijn.

wat anderen ervan vinden

Hoezeer je ook je best doet een goed MVO-beleid gestalte te

geven, het is zeker niet uitgesloten dat je iets over het hoofd

ziet of een verkeerde indruk hebt van andermans verwach-

tingen. Daarom onderzoeken we regelmatig wat de relevante

partijen in het MVO-werkveld vinden van ons beleid en wat

ons betreft staat de dialoog met de stakeholders daarin

centraal.

Wij hebben ervoor gekozen om ons in 2007 op vier thema’s te

richten, te weten palmolie, emissiereductie, energiebespa-

ring en mensenrechten.

De eerste stap was een onderzoeksopdracht aan het

bureau Good Company om een uitvraag te doen bij een vijftal

invloedrijke stakeholders, namelijk het Wereld Natuur Fonds,

Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Natuur & Milieu en

Amnesty International. Om een zo groot mogelijke objec-

tiviteit te waarborgen, kregen deze stakeholders alleen te

horen dat het ging om hun visie op het duurzaamheidsbeleid

van energiebedrijven. Zij wisten niet dat de vragen namens

Essent werden gesteld.

De vier milieugerelateerde stakeholders hadden – zo bleek

uit de uitkomst – waardering voor de grotere openheid van

de energiesector. Ook zag men bij sommige bedrijven be-

moedigende ontwikkelingen op het gebied van duurzaam-

heid.

Toch was de kritiek overheersend. Zo werd bijvoorbeeld

opgemerkt dat de energiebedrijven met hun hoge winsten

meer zouden moeten investeren in innovatie, duurzaamheid

en energiebesparing en zeker niet in kolencentrales. Gebruik

van palmolie als biomassa vond men niet duurzaam en het

aanprijzen van groen gas werd window dressing genoemd.

Energiebedrijven zouden ook een verantwoordelijkheid voor

de gehele energieketen moeten nemen en meer aandacht

schenken aan zaken als kleinschalige energieopwekking en

energiebesparingadvies. Ook zouden energiebedrijven meer

werk moeten maken van hun sociale rol, bijvoorbeeld bij

betalingsachterstanden.

Op basis van de uitkomsten hebben wij eind 2007 een

begin gemaakt met de dialoog met een aantal van deze

stakeholders om over en weer de standpunten en ideeën

toe te lichten. Maar ook om te bezien op welke gebieden

gezamenlijk stappen voorwaarts gezet kunnen worden.

Zo zullen Essent en Staatsbosbeheer nader onderzoeken

of zij hun bestaande samenwerking kunnen uitbreiden met

kleinschalige initiatieven, die ‘duurzaamheid’ dichter bij de

mensen brengen. Op het gebied van palmolie gebruiken wij

de uitkomsten van het onderzoek van de commissie Blok, die

een (gefaseerde) certifi cering van palmolie als haalbare

mogelijkheid ziet (zie hoofdstuk 5).

Page 18: MVO jaarverslag Essent 2007

16 Essent N.V. MVO Verslag 2007

www.essent .eu

In het vraaggesprek over het thema mensenrechten vroeg

Amnesty International de energiebedrijven om aandacht

voor problemen als de arbeidsomstandigheden op plantages

waar palmolie wordt gewonnen, het aanplanten van CO2-

compensatiebossen in gebieden waar mensen gedwongen

zijn ontheemd en de verdringing van biomassa uit de voed-

selketen.

De door ons gehanteerde Supplier Code of Conduct (zie

hoofdstuk 5), die eisen stelt aan alle toeleveranciers, blijkt

echter afdoende waarborgen te bieden. Op basis van die

conclusie hebben wij besloten het thema mensenrechten

voorlopig geen extra aandacht te geven.

Uiteraard beperkt de stakeholderdialoog over MVO zich

niet tot de NGO’s. Regelmatig uitgevoerde klantenonder-

zoeken (huishoudens en zakelijke klanten) en klantenfora

houden ons op de hoogte van de mening van onze afnemers.

Verder praten we met onze aandeelhouders; in de reguliere

bijeenkomsten, maar zeker ook in het kader van het Bespaar-

Plan Aandeelhouders.

De mening van de medewerkers van Essent telt natuurlijk

zwaar mee in het MVO-beleid. Daarom stellen we er ook

vragen over in het jaarlijkse medewerkersonderzoek. En

daarom spreken we veel met elkaar, zoals in de al genoemde

lunchbijeenkomsten en tijdens de Pieterpadwandelingen.

wandelen op weg naar duurzaamheid

Het Pieterpad, een legendarische wandelroute van het

Groninger Pieterburen naar de Pietersberg bij Maastricht,

karakteriseert het oorspronkelijke Essent-werkgebied.

Omdat wandelen de geest vrij maakt en de tongen los,

organiseert Essent wandelingen met groepen medewerkers

op het Pieterpad (dagetappes) om met elkaar belangrijke

thema’s te bespreken. In 2007 stonden de wandelingen in

het teken van MVO. Voor veel deelnemers was MVO aanvan-

kelijk een zeer breed en daardoor ook wat ongrijpbaar be-

grip. Maar gaandeweg de wandelingen kwam het dichterbij.

Daarbij bleek al snel een grote bereidheid om een steentje

bij te dragen aan MVO, maar ook dat velen hun eigen mo-

gelijkheden op dat gebied onderschatten. Veel gehoorde

opmerkingen waren: “ik wil wel, maar mijn chef vindt het vast

onzin” en vooral ook “dan moet het wel iets mogen kosten”.

De wandelaars hebben echter tijdens de verschillende wan-

delingen zelf bewezen dat hun invloed groter is dan ze eerst

dachten. Dat resulteerde in een aantal mooie projecten en

verbetertips.

Tijdens één van de wandelingen liep professor Arjo Klamer

(hoogleraar economie van kunst en cultuur aan de Erasmus

Universiteit Rotterdam) mee om de relatie tussen MVO en

gedrag op een fi losofi sche manier tegen het licht te houden.

Daar kwam uit dat we het beste presteren als we ons als

groep verbonden voelen en het onderwerp na aan het hart

dragen. Een bezoek tijdens een wandeling aan het als ‘echt

MVO-bedrijf’ bekend staande Ben & Jerry’s toonde aan dat

Essent zich niet hoeft te schamen voor haar vorderingen.

De overkoepelende conclusie van de 18 wandelingen in 2007

was dat we vooral vertrouwen moeten hebben in onze eigen

mogelijkheden.

Tijdens de wandelingen worden ook de handen uit de mou-

wen gestoken. Als groep aan de gang en je nuttig maken.

Zo is er in de vroege herfst van 2007 een pad aangelegd

in het natuurgebied Goudplevier in Drenthe en in Maastricht

wisten de wandelaars het voor elkaar te krijgen dat er

HR-ketels geplaatst konden worden in het Toon Hermans-

huis (voor patiënten met terminale kanker).

Verder zijn er vrijwillig verplichtingen aangegaan door wan-

delaars. Een groep gaat bijvoorbeeld het Arboretum in het

Groningse Eenrum in 2008 voorzien van zonne-energie.

Een andere groep gaat proberen kleinschalige waterkracht

te realiseren bij een restaurant in Denekamp.

De wandelingen leverden ook veel bruikbare tips op voor de

interne campagne Binnengoed.

jong geleerd….

MVO gedijt het best als het door de mensen in het bedrijf

enthousiast wordt omarmd. Dat gebeurde bij ons onder meer

door Impulse!, de vereniging van Management Trainees

van Essent. De jongeren van Impulse! sloten zich aan bij de

Young Leaders for Nature, die waren ontstaan als reactie op

een open brief van de top van het Nederlandse bedrijfsleven

aan het – nieuw te vormen – kabinet (december 2006). Deze

Enkele leden van Impulse!

aangesloten bij

Young Leaders for Nature

Page 19: MVO jaarverslag Essent 2007

17 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Omzien en vooruitkijken › De terugblik

MVO is business as usual

Dat 2007 het eerste echte MVO-beleidsjaar was, mag ook

blijken uit het feit dat MVO nu een vast element is geworden

bij het opstellen van onze business plannen. In het over-

koepelende Ondernemingsplan 2008 staat voor het eerst een

MVO-paragraaf en de business units zijn uitgenodigd in hun

eigen business plannen ook een MVO-paragraaf op te ne-

men waarin ze aangeven welke beleidsmatige en praktische

bijdrage ze leveren aan het gezamenlijke MVO-beleid.

Met deze ontwikkeling is MVO ingebed in de formele orga-

nisatie en onderdeel geworden van de reguliere planning en

controlecyclus. MVO is niet langer een buitenbeentje,

maar behoort tot het gewone denken, doen en rapporteren

binnen Essent.

open brief was een initiatief van Leaders for Nature en bood

het kabinet steun aan voor een actief overheidsbeleid op

het gebied van duurzaam ondernemen.

De Young Leaders for Nature gaven vervolgens in een eigen

open brief aan zelf ook een bijdrage te willen leveren aan

het MVO-beleid van hun bedrijf. In november 2007 werd

deze brief overhandigd aan de bestuursvoorzitters van

23 grote Nederlandse bedrijven, waaronder Essent. Als

vervolgstap organiseerden de Young Leaders for Nature

begin januari 2008 een forum in Utrecht waar ze in discussie

gingen met de bestuurders van hun bedrijven. Een vijftiental

Essent-leden van Young Leaders for Nature maakte van

de gelegenheid gebruik om vier gedegen afspraken te

maken met de Raad van Bestuur, aanwezig in de persoon

van Rinse de Jong en met MVO-manager Marga Edens.

De eerste afspraak is dat de Essent Young Leaders for

Nature gaan helpen het MVO-bewustzijn binnen Essent te

vergroten (People). De tweede is dat er een MVO-ideeënfuik

wordt opgezet om ideeën van Essenters effectief om te zetten

in besluiten en acties (Planet). De derde is dat Essent

investeringen behalve op winstgevendheid ook toetst op

MVO-gehalte (Profi t). De vierde is dat de Essent Young

Leaders for Nature gaan werken aan een voortrekkersrol

van Essent bij het op groene stroom laten rijden van de

(elektrische) auto van de toekomst (Power).

Page 20: MVO jaarverslag Essent 2007

18 Essent N.V. MVO Verslag 2007

01De vooruitblik

Omzien en vooruitkijken

mag het een onsje meer worden?

Hoezeer het ook tot tevredenheid stemt dat MVO een vol-

waardig deel van het beleid en het dagelijkse werk bij Essent

is geworden, er is geen enkele reden om voldaan achterover

te leunen. De uitdagingen – regionaal, landelijk en mondiaal

– nemen immers alleen maar toe. Bovendien reikt de ambitie

van Essent op MVO-gebied verder dan wat er nu is bereikt en

daarom is er ook in 2008 veel werk aan de winkel.

de strategie aangescherpt

De hoofddoelstelling van de MVO-strategie voor 2008 is

ook het versterken van MVO als een leidend principe in de

Essent-strategie, in het bedrijfsbeleid en in de dagelijkse

operaties om daarmee zeker te stellen dat Essent een leidend

duurzaam energiebedrijf wordt.

De in het begin van dit hoofdstuk genoemde negen speer-

punten blijven daarbij onverminderd van kracht. De afdeling

MVO vervult de rol van inspirator, gangmaker en coördina-

tor, gericht op het verder borgen van MVO in de organisatie

door:

■ bewustwording en actieve participatie van medewerkers

■ het door de business units ontwikkelen van commerciële

producten en diensten uit het MVO-beleid.

De belangrijkste projecten zijn: het vergroten van de in- en

externe zichtbaarheid van ons MVO-beleid, het versterken

van het draagvlak bij diverse stakeholders en het opzetten

van in- en externe projecten die een aanjaagfunctie hebben.

Een praktische vertaling van de strategie is zichtbaar in het

activiteitenplan van de afdeling MVO:

energiemarkt

■ 43% van de klanten gaan Groene Stroom gebruiken

■ 35.000 klanten gaan Groen voor Gas gebruiken

duurzaamheid

■ stimuleren van torrefactie* en Essent inrichten voor het

gebruik ervan

■ nieuwe compensatieprojecten ten behoeve van Groen voor

Gas

bewustwording

■ opzetten van een MVO-campagne ten behoeve van de

medewerkers

* Zie fi guur op blz. 36

www.essent .eu

Page 21: MVO jaarverslag Essent 2007

19 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Omzien en vooruitkijken › De vooruitblik

‘How on earth’

wij zetten de wereld centraal

Medio 2008 starten we met een interne campagne. Dit om

een bijdrage te leveren aan de verdere bewust making van

medewerkers op duurzaamheidsgebied en aan de inbedding

van de nieuwe kernwaarden van Essent. Deze kernwaarden

– pro-actief verantwoordelijkheid nemen en samen waar-

maken – moeten we nu met nadere betekenis gaan laden

om ze werkzaam te laten zijn. Van kernwaarden verwachten

we immers een richtinggevende impuls voor ons denken en

doen. Als we duurzaamheid hoog in ons vaandel hebben,

moeten we de kernwaarden ook durven ‘vergroenen’.

Alleen dan mogen we verwachten dat wij de duurzaamheids-

elementen in onze strategie ook op waarde weten te schatten

en beter toegerust zijn om dienovereenkomstig te handelen.

De campagne die wij voor ogen hebben, zet de wereld

centraal. De overkoepelende vraagstelling is wat we gaan

doen tegen de klimaatverandering. Daarom hebben we deze

medewerkerscampagne ‘How on Earth’ genoemd. De cam-

pagne kent twee kernthema’s: energiegebruik en mobiliteit.

We gaan aan de slag met kennisuitwisseling en daarna met

gedragsverandering, waarbij het er soms serieus aan toe zal

gaan en soms ook met feestelijk plezier. Met goede moed

op pad om samen aan de toekomst te bouwen.

Page 22: MVO jaarverslag Essent 2007

20 Essent N.V. MVO Verslag 2007

02www.essent .eu

MVO is een gewoon onderdeel van onze bedrijfsactiviteiten

en kent daarom dezelfde wijze van besturen (corporate go-

vernance) als Essent in het algemeen. Wetgeving en de Code

Tabaksblat zijn bepalend voor deze corporate governance,

die nader wordt beschreven in ons fi nancieel jaarverslag.

Goed ondernemerschap en goed bestuur vormen het

fun dament onder een goede corporate governance.

Bij Essent zeggen we vervolgens: goed ondernemerschap

is maatschappelijk verantwoord ondernemerschap.

En: goed bestuur is maatschappelijk verantwoord bestuur.

Dat zijn onze beginselen.

bedrijfscode

Hiervan afgeleid is de leidraad voor ons dagelijks handelen:

de Essent Bedrijfscode:

Onze verantwoordelijkheden:

1 Onze klanten kunnen altijd op ons vertrouwen

2 Wij bieden onze aandeelhouders een optimale

waardeontwikkeling

3 Onze medewerkers mogen rekenen op respect en

vertrouwen

4 Wij tonen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid

Onze handelwijze:

5 Wij handelen integer

6 Wij zorgen voor een gezonde en veilige werkomgeving

7 Wij dragen zorg voor een zorgvuldig ondernemingsbestuur

8 Wij staan voor vrij ondernemerschap en eerlijke

concurrentie

9 Wij stellen aan onze zakelijke relaties dezelfde eisen

als aan onszelf

In het zakelijke verkeer hanteren wij een set aan MVO gere-

lateerde inkoopvoorwaarden; de Supplier Code of Conduct.

Hiermee willen wij waarborgen dat ook onze toeleveranciers

maatschappelijk verantwoord opereren.

klokkenluidersregeling

Met de Klokkenluidersregeling bieden wij iedere mede-

werker die een misstand vermoedt de mogelijkheid dit veilig

te melden. Een vertrouwenspersoon ziet erop toe dat de

identiteit van de medewerker geheim blijft en dat deze

medewerker niet benadeeld wordt in de arbeidsrelatie.

In 2007 zijn er geen meldingen geweest die onder de Klok-

kenluidersregeling vallen.

Corporate governance

van MVO Enkelen van de ongeveer

zeventig MVO-ambassadeurs

Page 23: MVO jaarverslag Essent 2007

21 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Corporate governance van MVO

nieuwe positionering, nieuwe kernwaarden

In het najaar van 2007, na het beëindigen van de fusiebe-

sprekingen met Nuon, hebben wij ons beraden op onze

positionering in de markt. Eén van de belangrijke uitkomsten

was dat we beter herkend willen worden als een bedrijf dat

echt werk maakt van duurzaamheid en innovatie. Essent is

daarmee ook in de positionering verder opgeschoven naar

de maatschappelijke verantwoordelijkheid waar het invulling

aan wil geven.

Om onszelf nauwgezet te richten op de nieuwe uitdagingen,

zijn de kernwaarden van Essent aangescherpt tot: pro-actief,

verantwoordelijkheid nemen en samen waarmaken.

Deze kernwaarden staan ons en iedereen die met ons

samenwerkt dagelijks ter beschikking als stimulerende

krachtbron. Hoe doen wij ons werk? Nou zo!

zonder inbedding geen MVO

Met het MVO-beleid willen we – zoals gezegd – er voor zor-

gen dat Essent een leidend duurzaam energiebedrijf wordt.

Uiteraard is de beleidsbepalende rol hierbij weggelegd voor

de Raad van Bestuur, maar zonder brede inbedding in het

bedrijf zou er weinig van terecht komen. Daarom zijn er een

tweetal stappen gezet.

De eerste is dat we begin 2007 een MVO-adviesraad in het

leven hebben geroepen. Deze raad, samengesteld uit

business unit directeuren, stafdirecteuren en specialisten,

wordt voorgezeten door de voorzitter van de Raad van

Bestuur. De adviesraad ondersteunt de Raad van Bestuur

met aanbevelingen over beleid en uitvoering op het gebied

van MVO.

De belangrijkste onderwerpen waar de adviesraad zich over

boog in 2007 waren het borgen van MVO in de bedrijfsvoe-

ring, de dialoog met de stakeholders, de vraag in welke mate

Essent betrokken wil zijn bij projecten in ontwikkelingslan-

den en de positie van Essent op de CO2-emissiemarkt.

De tweede stap is dat wij begin 2007 MVO-ambassadeurs

hebben benoemd. De ongeveer zeventig ambassadeurs,

vrijwilligers en voortkomend uit alle geledingen van het be-

drijf, vormen de voorhoede van MVO binnen Essent. Ze zijn

aanspreekpunt in de organisatie. Verder bestaat hun functie

uit signaleren en inspireren. Ze komen een viertal keren per

jaar voltallig bijeen om informatie uit te wisselen en aanbe-

velingen doen. Ook treden ze op als gespreksleiders bij de

Pieterpadwandelingen. In het voorjaar van 2007 waren ze

nauw betrokken bij de MVO-lunches.

Het gevolg van deze twee-stappenaanpak is dat de veran-

kering van MVO binnen Essent al behoorlijk gestalte heeft

gekregen. MVO begint als een ‘groene draad’ door het bedrijf

te lopen.

Page 24: MVO jaarverslag Essent 2007

22 Essent N.V. MVO Verslag 2007

www.essent .eu

in het Ondernemingsplan van Essent

Om MVO verder te borgen binnen de bedrijfsvoering van

Essent hebben we in het Ondernemingsplan 2008 – dat in

het najaar van 2007 werd opgesteld – een aparte MVO-

paragraaf opgenomen met bedrijfsbrede doelstellingen.

Daarnaast zijn alle business units gevraagd om in hun

afzonderlijke ondernemingsplannen voor 2008 ook MVO-

doelstellingen op te nemen. Hierbij zijn we uitgegaan van

een vertaling van de negen speerpunten uit ons MVO-beleid

naar de activiteiten van de afzonderlijke business units.

De uitvoering van het plan volgen we in 2008 op de voet.

Waar nodig sturen we het bij.

Door het breed te positioneren binnen Essent wordt MVO

nog meer een regulier onderdeel van de bedrijfsvoering,

inclusief de planning- en controlecyclus.

Het wordt business as usual.

ook in Corporate State of the Risk

Enkele keren per jaar stelt Essent de Corporate State of the

Risk op. Het is een onderdeel van het risicomanagement-

beleid waarmee we inzicht verkrijgen in de voornaamste

risico’s die het bedrijf kunnen raken en de mogelijkheden

om ze te beperken.

Alle business units en stafafdelingen geven hierin een

inschatting van de risicokansen en de mogelijke conse-

quenties ervan. Daarbij gaat het ondermeer om operationele

risico’s, veiligheidsrisico’s, economische risico’s, risico’s

door veranderende wetgeving en reputatierisico’s.

In lijn met de gedachte dat MVO onderdeel is van de

reguliere bedrijfsvoering, zijn we in 2007 begonnen met

de MVO-inbreng bij deze risicobeoordeling. Daarbij is

gekeken naar elementen in de bedrijfsvoering waar MVO

een rol speelt en waaruit risico’s kunnen ontstaan. Eén van

de conclusies is dat de verankering van MVO in de gewone

bedrijfactiviteiten bijdraagt aan het inzichtelijk maken en

verkleinen van mogelijke risico’s. Veel wordt al gewonnen

met goed geformuleerde doelstellingen en het borgen van

interne processen.

internationaal verbond

Geen corporate governance, maar wel een stap die Essent

nog steviger verbindt met MVO is het lidmaatschap van UN

Global Compact, een internationaal verbond van de Verenig-

de Naties, bedrijfsleven, arbeidsorganisaties en maatschap-

pelijke instellingen. Doelstelling is het ondersteunen van tien

universele beginselen op het gebied van mensenrechten,

arbeidsomstandigheden, milieu en de bestrijding van cor-

ruptie.

Direct na de oprichting zijn wij in de loop van 2007 toegetre-

den tot de Dutch Chapter van Global Compact. Tot dusver is

Essent het enige Nederlandse energie distributiebedrijf dat

lid is van Global Compact.

Over het jaar 2008 zullen we voor de eerste keer een Commu-

nication on Progress uitbrengen, een MVO Verslag conform

de Global Compact methodiek.

Page 25: MVO jaarverslag Essent 2007
Page 26: MVO jaarverslag Essent 2007

03

24 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Opbouw en verantwoording

van het verslag

www.essent .eu

opbouw

De structuur van dit verslag weerspiegelt de voortgang die

Essent heeft gemaakt met de inbedding van MVO. Waar het

verslag over 2006 vooral een brede en diepgaande inventa-

risatie was van het gehele aandachtsveld, is dit verslag over

2007 veel meer toegespitst op de wezenlijke vraagstukken en

de daaruit voortvloeiende dilemma’s.

We handhaven daarbij wel de benaderingswijze vanuit de vier

rollen die Essent speelt in de samenleving: de bedrijfsvoerder,

de marktspeler, de werkgever en de bedrijfsburger.

Bij iedere rol behandelen wij het meest dringende dilemma.

de bedrijfsvoerder

de energie van morgen

wat wel en wat niet?

de marktspeler

duurzaamheid gewogen

hoe duurzaam is palmolie?

de werkgever

diversiteit in ontwikkeling

waar blijven de vrouwen?

de bedrijfburger

regionale betrokkenheid

suikeroom of partner?

Daarnaast beschrijft dit verslag een paar opmerkelijke ont-

wikkelingen en biedt, waar relevant, alvast een vooruitblik op

2008.

Qua vorm kiezen we eigenlijk voor twee verslagen, een

gedrukte versie en een versie op internet. Via internet kun je

immers het gehele jaar door de ontwikkeling van je presta-

ties laten zien en er ook veel meer achtergronden bij geven.

Alle informatie over Essent, onze centrales, windparken en

activiteiten is daar terug te vinden, evenals de bijbehorende

cijfers. Uiteindelijk bewijzen cijfers de ambitie, de voortgang

en de mate van het succes. In dit gedrukte verslag staan de

belangrijkste. Alle detailinformatie stellen we via internet ter

beschikking: www.essent.eu.

verantwoording

Dit MVO Verslag is samengesteld volgens de algemene uit-

gangspunten van het Global Reporting Initiative (GRI).

Wij maken daarbij gebruik van de G3-richtlijn voor de vast-

stelling van de belangrijkste GRI-indicatoren. Een overzicht

van de gebruikte indicatoren en de toepassing van de GRI

Application Level Criteria is te vinden op onze internetsite.

Voor het vaststellen van de reikwijdte van dit verslag is het

GRI Boundary Protocol – een referentiedocument over het

vaststellen van de grenzen van rapportages – ons uitgangs-

punt. Bij de beschrijving van onze prestaties en de opname

van gegevens is gekeken naar de relevantie van de bedrijfs-

activiteiten, de mate van zeggenschap van Essent en de

materialiteit van de gegevens.

reikwijdte

Het verslag gaat over de MVO-activiteiten van Essent N.V.

in 2007. Centraal staat hierbij dat wij een energiebedrijf zijn.

Om die reden zijn de activiteiten van Essent Milieu – een

onderneming primair gericht op de verwerking van afval -

stromen – beperkt meegenomen. Ook zijn onze minderheids-

deel nemingen (kleiner dan of gelijk aan 50%) niet opgeno-

men in het verslag. En we richten ons hoofdzakelijk op

Nederland. Wel rapporteren we gedeeltelijk over onze Duitse

51% deelneming swb AG. Ook zijn onze windactiviteiten in

Duitsland vermeld.

De samengevatte fi nanciële gegevens hebben betrekking

op de gehele Essent-organisatie, inclusief deelnemingen en

activiteiten in de landen waar wij actief zijn.

Maar er zijn natuurlijk uitzonderingen. Als energiebedrijf rap-

porteer je over energie. Daarom nemen wij de elektriciteits-

productie van onze deelnemingen, pro rata ons belang, mee.

Evenals van Essent Milieu, dat uit afval ook energie opwekt.

Omdat het zo’n bijzondere deelneming is, staan we ook stil bij

ons 50% belang in EPZ N.V., exploitant van onder andere de

kerncentrale Borssele.

Bij energieproductie komen emissies vrij. Daarom rappor-

teren wij de belangrijkste – CO2 – voor al onze deelnemingen.

Niet opgenomen zijn de, beperkte, emissies die vrijkomen

bij het transport van gas of de compensatie van de weer-

standsverliezen, die ontstaan bij transport van elektriciteit,

van Essent Netwerk. Ook zijn de emissies die vrijkomen

bij afvalverbranding en -opslag door Essent Milieu niet

opgenomen.

Page 27: MVO jaarverslag Essent 2007

Ke

uze

op

na

me

ge

ge

ve

ns

pe

r b

usi

ne

ss u

nit

1 Veiligheidsgegevens hebben betrekking op eigen Essent-personeel en gecontracteerde derden. 2 Energieproductie Essent Groep, CO2-emissies exclusief emissies Essent Netwerk en Essent Milieu. Deelneming naar rato Essent-belang.3 Personeel actief in deelnemingen, alleen opgenomen indien belang >50%.4 Maatschappelijke activiteiten zijn maar beperkt toe te schrijven aan afzonderlijke business units. Activiteiten van swb AG zijn niet opgenomen.5 Betreft de CO2 uit energieproductie emissies van deelnemingen waar de business unit Business Development, namens Essent, de belangen behartigt. 6 Betreft alleen de windactiviteiten in Nederland en Duitsland. 7 Inclusief activiteiten van Essent België en Energie:Direct. Betreft de producten Groene Stroom, Groen Zakelijk en Groen voor Gas.8 Opgenomen in totale aantallen FTe werkzaam bij Essent. Niet opgenomen in overige personeelsgegevens.

25 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Opbouw en verantwoording van het verslag

www.essent .eu

Veiligheid is iets dat bij Essent voor iedereen geldt. Onze

veiligheidsprestatie, uitgedrukt in de DART-score, omvat

alle bedrijfsonderdelen van Essent en swb AG. De fi nanciële

minderheidsdeelnemingen, waar Essent geen controlerende

invloed heeft op de dagelijkse gang van zaken, zijn hierin niet

meegenomen.

Onze medewerkers zijn misschien wel onze belangrijkste

energiebron. Naast het aantal (in FTe) mensen werkzaam

bij Essent, kijken we ook specifi ek naar de leeftijdsopbouw,

ziekteverzuim, man/vrouw verhoudingen en diverse andere

zaken. Deze analyses hebben betrekking op ons eigen

personeel, maar ook op bijvoorbeeld uitzendkrachten.

Personeel van het Duitse swb AG, Essent België en Ener-

gie: Direct (beide onderdeel van de business unit Service &

Verkoop), onze nieuwe acquisitie Westland Energie Servi-

ces, onze minderheidsdeelnemingen en stagiaires zijn niet

meege nomen in deze analyses.

gegevensverzameling

Met ons verslag laten we zien wat wij in 2007 gedaan

hebben. De meeste informatie gaat over de manier waarop

wij MVO een vaste plek gaven in de onderneming en de

dilemma’s die wij tegenkwamen. Hiervoor is veel overleg

geweest tussen alle lagen van de onderneming en met

diverse stakeholders. Open interviews geven weer hoe

belang hebbenden kijken naar onze omgang met dilemma’s.

En voor het beleid spraken wij met medewerkers, gespecia-

liseerde stafmedewerkers, business unit directeuren en de

Raad van Bestuur. De uitkomsten hiervan vormen het meer

kwalitatieve gedeelte van het verslag.

Ook cijfers en trends hebben we opgenomen en in veel ge-

vallen vergelijkende data. Deze meer kwantitatieve gegevens

zijn afkomstig uit reguliere bronnen en rapportagesystemen.

En voor de samenvatting van de fi nanciële data is aansluiting

gezocht bij ons fi nanciële jaarverslag. Dit verslag wordt apart

gepubliceerd.

externe validatie

Het gaat er om dat de informatie volledig is, dat het klopt en

dat er transparant verslag van gedaan wordt. Daarom heb-

ben wij Ernst & Young Accountants gevraagd een Assurance

Report op te stellen bij dit verslag. Onderzocht wordt of

(delen van) het verslag op internet ook een Assurance

Report kunnen krijgen.

Page 28: MVO jaarverslag Essent 2007

04Essent als bedrijfsvoerderwww.essent .eu

continu in bedrijf

Elektriciteitscentrales en windparken, ze spreken tot de

verbeelding. Imposante bouwwerken. Staaltjes van tech-

nisch vernuft. Maar ook de krachtbron van de samenleving.

De plek waar elektriciteit wordt gemaakt. Waar vuistdikke

kabels vertrekken om die elektriciteit bij de mensen te

brengen.

de plek van de Power

De power om het licht aan te steken, machines op te starten,

computers te laten werken, de power om dat betaalbaar te

houden en de power om het zo duurzaam mogelijk te doen.

Essent is een koploper in Nederland als duurzame energie-

producent. Die positie gaan we zorgvuldig verder verbreden.

We willen immers een leidend duurzaam energiebedrijf zijn.

Dat betekent hard werken, want het stelt hoge eisen aan

onze bedrijfsvoering. We moeten de bestaande centrales

duurzamer maken. We moeten nieuwe centrales bouwen met

technologie die het klimaat minder belast. We moeten maxi-

maal rendement halen uit onze windparken.

En bovendien moeten we daarbij goed opletten dat de

leveringszekerheid intact blijft en dat onze klanten het nog

kunnen betalen.

De energie

van MORGENiedere centrale een buitenbeentje

Hoe imposant en ingewikkeld het ook mag lijken, in principe

is elektriciteitsopwekking simpel. Iedere centrale, elke wind-

molen is eigenlijk een fi etsdynamo, maar dan in het groot.

Bijzonder wordt een centrale door de gebruikte brandstoffen

en de milieumaatregelen.

Wij kennen binnen Essent drie soorten grote elektriciteits-

centrales: conventionele kolen- en gascentrales en zeer

effi ciënte warmtekrachtcentrales (WKC’s).

De Amercentrale en de Clauscentrale zijn gebouwd als

traditionele centrales, maar inmiddels hebben we de duur-

zaamheid ervan al fl ink verbeterd.

In de Amercentrale bij Geertruidenberg stoken we bijvoor-

beeld naast steenkolen een fl inke hoeveelheid vaste

biomassa (hout) mee. Bovendien leveren we een belangrijk

deel van de overblijvende warmte aan huizen en bedrijven.

Bij de centrale is een DeNOx-installatie in aanbouw. Hiermee

worden de schadelijke stikstofoxiden (NOx) uit de rookgas-

sen gehaald. De capaciteit van de Amercentrale is 1.240 MW

aan elektriciteit en 600 MW aan warmte.

De Clauscentrale in Maasbracht is een aardgascentrale die

geschikt is gemaakt voor het bijstoken van bio-olie.

De capaciteit van de Clauscentrale is 1.280 MW.

26 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Page 29: MVO jaarverslag Essent 2007

raspaardje onder de centrales

Een bijzonder type is de WKC. Wij hebben er zelf – of met in-

dustriële partners samen – diverse en de grootste van Essent

staat in Moerdijk.

WKC’s zijn uitermate gunstig voor het milieu, want ze wek-

ken tegelijkertijd elektriciteit en warmte op. Warmtekracht-

centrales geven daarom een hoog rendement tegen een lage

uitstoot van CO2. Bij de huidige stand van de techniek is de

WKC zonder meer de meest effectieve manier om grootscha-

lig elektriciteit op te wekken.

Om de WKC rendabel in te zetten is het wel een voorwaarde

dat de gasprijs gunstig is ten opzichte van andere brandstof-

fen. En dat was de laatste jaren niet altijd het geval.

In totaal beschikken we nu over 1.560 MW aan warmte-

krachtcentrales, pro rata eigendom Essent. Op het gebied

van WKC’s is Essent een koploper in Noordwest-Europa.

Onze ervaring met en kennis van deze technologie zijn van

groot belang voor de komende jaren als de weerbarstige

overgang naar een duurzame energievoorziening moet wor-

den gemaakt en verdere stappen moeten worden gezet op

het gebied van energiebesparing.

alle beetjes helpen

Wij kennen natuurlijk ook elektriciteitsopwekking op klei-

nere schaal. Zo heeft de biomassacentrale in Cuijk een

capaciteit van 25 MW. In deze centrale wordt vaste biomassa

gestookt in de vorm van snoeihout en houtpellets.

Warmtekrachtkoppeling (WKK) is belangrijk. Het zijn eigen-

lijke kleine warmtekrachtcentrales. We hebben er gelukkig

veel van, want WKK’s zijn net als hun grote broers erg goed

voor het milieu. Daarom willen we ook fl ink uitbreiden. Een

mooie impuls in die richting was de overname, begin 2007,

van het bedrijf Westland Energie Services, gespecialiseerd

in de energielevering aan glastuinders. WKK is in deze sector

zeer aantrekkelijk omdat glastuinders zowel elektriciteit

(licht) en warmte nodig hebben alsook CO2 voor de groei van

hun gewassen. De opgestelde capaciteit van alle WKK’s is

zo’n 160 MW.

Een andere ontwikkeling op dit gebied is de zogenaamde

micro-WKK; een CV-ketel waarmee je in een woning zo-

wel warmte als elektriciteit opwekt. Op dit moment worden

micro-WKK’s vooral nog geplaatst in proefprojecten.

Ook in de afvalverbrandingsinstallaties in Wijster en de

vergistingsinstallatie in Groningen wordt elektriciteit opge-

wekt. De gezamenlijke capaciteit is zo’n 60 MW. De Afval-

verbranding Zuid-Nederland N.V. (AZN) levert verder stoom

aan de WKC Moerdijk. Het zou immers zonde zijn de verbran-

dingswarmte van het afval niet optimaal te benutten.

27 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als bedrijfsvoerder › De energie van morgen

Page 30: MVO jaarverslag Essent 2007

14.625

5.320

1.715

589

1.782

5.218

14.496

5.495

1.435

525

1.582

5.458

14.706

5.915

1.262

648

1.631

5.250

CO2-emissies energieproductie

2007

2006

2005

www.essent .eu

een beetje water en…

Aan waterkracht biedt het vlakke Nederland niet al te veel

mogelijkheden. Essent heeft twee kleine waterkrachtcen-

trales. Eentje van 11,5 MW in de Maas bij Linne en een heel

kleintje (100 kW) in de Vecht bij Gramsbergen. Maar ook hier

geldt: ‘wie het kleine niet eert…’ Bovendien doen we er op

deze manier ervaring mee op.

…veel wind

Windenergie is daarentegen wel een factor van belang in het

totaal van onze elektriciteitsproductie. Om zoveel mogelijk

kennis en ervaring te verzamelen op één plek, hebben we

onze activiteiten op het gebied van windenergie in Neder-

land en Duitsland gebundeld in Essent Wind.

In 2007 konden we 42 MW toevoegen aan de bestaande

capaciteit. Maar ook verkochten we bijna 65 MW aan be-

staande windparken in Duitsland. En hebben we één van

onze twee windparken in het Eemhavengebied afgebroken

zodat er ruimte is voor nieuwbouw. De 40 kleine windmolens

waren samen 10 MW en worden vervangen voor grotere,

moderne, windturbines. In totaal hebben we nu in Neder-

land en Duitsland bijna 424 MW aan windenergie staan. Een

respectabele hoeveelheid, maar iets minder dan vorig jaar,

dus stilstaan is er niet bij. Aan projecten op de vaste wal

(onshore) hebben we in Nederland voor de komende jaren

250 MW in voor bereiding, terwijl we in Duitsland rekenen op

maar liefst 1.150 MW.

Aan projecten in zee (offshore) denken we 400 MW te reali-

seren in Duitsland.

Eén van de nieuwe projecten is de vervanging van 134

bestaande windturbines in de Eemshaven door 52 nieuwe

molens van elk 3 MW, waardoor de capaciteit daar bijna

verviervoudigt tot 156 MW.

In 2008 verwachten wij onze windcapaciteit met 70 MW

te vergroten, waarvan zo’n 44 MW in eigendom blijft. Het

resterende deel bouwen we om aan anderen te verkopen.

We hebben onze expertise immers niet voor niets.

windenergie geen oplossing voor alles

Windenergie mag dan belangrijk zijn en succesvol, het

heeft ook nadelen. Hoe meer windturbines, hoe lastiger

de landschappelijke inpassing. En offshore is het tamelijk

prijzig. Verder is er het algemene probleem dat je voor elke

megawatt windenergie bijna dezelfde capaciteit aan andere

opwekking achter de hand moet houden. Want het waait

nu eenmaal niet altijd. Terwijl er wel altijd elektriciteit wordt

gevraagd.

Bovendien kan er omgekeerd op zeer windrijke nachten wel

eens een elektriciteitsoverschot ontstaan in de stille uren en

dan moet je misschien warmtekrachtcentrales uitschakelen.

Wat weer ten koste gaat van energiebesparing en warmte-

levering.

biomassa onder vuur

Een fl ink aantal jaren geleden trokken we daarom al de

conclusie dat we niet alle kaarten op windenergie moesten

zetten als het ons menens was met de verduurzaming

van de energieproductie. Er moest in elk geval een tweede

28 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Page 31: MVO jaarverslag Essent 2007

738

521

320

760

340

330

743

355

343

CO2-trends belangrijkste Essent-centrales

2007

2006

2005

www.essent .eu

manier van duurzame energie-opwekking ontwikkeld

worden. Eentje met groeiperspectief. In het streven naar

verdere vergroening hebben we daarom veel werk gemaakt

van biomassa als brandstof in centrales.

Vaste biomassa in de vorm van houtsnippers en pellets als

brandstof in de speciale centrale bij Cuijk en als bijstook in

de Amercentrale bij Geertruidenberg. En vloeibare biomassa

in de vorm van bio-olie en vetzuren als bijstook in de Claus-

centrale bij Maasbracht.

Helaas is na een aantal zeer succesvolle jaren de eigen

productie van duurzame energie in 2007 gedaald. De oor-

zaken hiervan worden toegelicht in hoofdstuk 5.

ook nog kernenergie

Samen met Delta Nutsbedrijven in Zeeland is Essent aan-

deelhouder (50%) van de kerncentrale in Borssele. Deze

centrale heeft een capaciteit van 485 MW.

Met de rijksoverheid hebben Essent en Delta in 2006 een

convenant gesloten. De kerncentrale, die technisch nog een

fl inke tijd mee kan, mag openblijven tot 2033. Daarmee wordt

kapitaalvernietiging voorkomen. Essent en Delta stellen –

als tegenprestatie – elk een bedrag van EUR 125 miljoen

beschikbaar voor de overgang naar een duurzame energie-

voorziening in Nederland. De rijksoverheid legt er EUR 250

miljoen bij. Essent en Delta brengen een gedeelte van hun

inbreng onder in een apart fonds, dat wordt toegelicht in

hoofdstuk 7.

Essent ziet kernenergie als één van de mogelijke tussenstap-

pen op weg naar een geheel duurzame energievoorziening.

De wenselijkheid van kernenergie dient echter eerst in een

maatschappelijk debat te worden vastgesteld.

Wel blijven we ons oriënteren op de technologie en de veilig-

heidsvraagstukken om geen kennisachterstand op te lopen.

29 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als bedrijfsvoerder › De energie van morgen

Page 32: MVO jaarverslag Essent 2007

CO204

www.essent .eu

Page 33: MVO jaarverslag Essent 2007

DILEMMA [ 4:1 ]

[ 30/31 ]

Maar nu ons dilemma als bedrijfsvoerder

Bedrijfsvoerder/Power

Wij moeten afwegingen maken tussen

duurzaam, betaalbaar en beschikbaar,

immers de prioriteiten van onze

stakeholders zijn niet altijd dezelfde.

Kunnen we desondanks een goede

bijdrage leveren aan de energie van morgen?

Page 34: MVO jaarverslag Essent 2007

met import?

Veel meer import lijkt ons niet haalbaar en niet wenselijk.

De landen op de Noordwest-Europese energiemarkt kam-

pen in feite allemaal met hetzelfde probleem. Overal staan

oude centrales die binnenkort uit bedrijf gaan. In Duitsland

worden ook nog kerncentrales gesloten. In Noorwegen mag

geen waterkracht meer worden bijgebouwd. En bovendien

zijn langjarige contracten om internationale transportcapa-

citeit te reserveren niet mogelijk binnen de regels van de EU.

Uit een oogpunt van afhankelijkheid is import ook minder

aantrekkelijk. En het schakelt de eigen invloed op energiebe-

sparing en verduurzaming uit.

Daarom zullen we - om de zekerheid en de verduurzaming

van de energievoorziening te garanderen – zelf de productie-

capaciteit in Nederland moeten uitbreiden.

met duurzame energie?

Zonne-energie is voorlopig nog te duur en te ongewis om

zo’n belangrijke rol te vervullen. Een doorbraak in de ont-

wikkeling van betaalbare zonnecellen is wel te verwachten,

maar niet op korte termijn.

En die biomassa waar we als Essent al zoveel ervaring mee

hebben? In toenemende mate wordt de duurzaamheid van

biomassa in de gehele waardeketen van belang. De stijgende

vraag naar biomassa moet niet zorgen voor extra houtkap

hoe groen zijn we als investeerder?

Centrales hebben niet het eeuwige leven. Met renovatie kun

je weer een fl inke tijd vooruit, zoals we zien bij de Clauscen-

trale in Maasbracht en de WKC in Moerdijk. Maar het is als

met een auto. Hoe je ook poetst en sleutelt, op een gegeven

moment is de techniek defi nitief verouderd. En het brand-

stofverbruik niet meer aanvaardbaar.

Voor het zover is moet je nagedacht hebben over vervanging.

En over aanvulling, want het energieverbruik zal in de toe-

komst blijven stijgen. Natuurlijk gaan we veel werk maken

van energiebesparing. Als het aan ons ligt halen we de ambi-

tieuze kabinetsdoelstelling van 2% besparing per jaar. Maar

de verwachting is dat de vraag naar energie desondanks de

komende 10 jaar tenminste met 1% per jaar stijgt.

Daar komt nog bij dat de Nederlandse elektriciteitsvoor-

ziening in vergelijking met andere Europese landen mager

scoort op de doelstellingen betrouwbaar, betaalbaar en

schoon. Dit stelt de Energieraad vast in het onlangs versche-

nen rapport ‘Brandstofmix in beweging; Op zoek naar een

goede balans’. De oorzaak zit vooral in een overmaat aan

gasgestookte centrales (wat natuurlijk terug te voeren is op

‘Slochteren’) aangevuld met kolencentrales. En wij kunnen

nauwelijks beschikken over waterkracht en kernenergie.

Alle reden om eens goed na te denken over de vraag hoe

we dat capaciteitsvraagstuk straks gaan oplossen.

32 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Page 35: MVO jaarverslag Essent 2007

of verdringing van de lokale voedselproductie. Biomassa zal

daarom vooral als bijstook-brandstof een rol blijven spelen.

Geen hoofdrol, maar een dragende bijrol. We zullen het zeker

niet buiten beschouwing laten.

Met windenergie ligt het anders. Op zichzelf is het wel

denkbaar dat we daarmee de benodigde capaciteit volledig

realiseren. Vooral in zee liggen er nog grote mogelijkheden.

Er kleven echter een paar bezwaren aan die we pas kunnen

oplossen als we in staat zijn energie op te slaan.

Het ene probleem is de wisselvalligheid van het windaanbod.

Als het hard waait, zou je energie moeten kunnen opslaan

voor de windstille dagen.

Het andere probleem is de opbrengst van windenergie in

de nachtelijke uren. Omdat we het nu niet kunnen opslaan,

moet alles – ook in windrijke nachten – direct op het elek-

triciteitsnet worden gezet. Het energieverbruik is ’s nachts

echter aanzienlijk lager. Het gevolg is dat windenergie in zo’n

geval warmtekrachtcentrales kan verdringen, terwijl die er

vanwege de warmtelevering en de energiebesparing juist

belang bij hebben om zo continu mogelijk te draaien. Dag

en nacht. Draaien op ‘basislast’ noemen we dat. Ter vergelij-

king: het maken van extra energie voor overdag noemen we

draaien op ‘pieklast’.

Dit betekent in elk geval twee dingen. Het eerste is dat de

verdere ontwikkeling van duurzame energie bijzonder gebaat

is bij een opslagsysteem voor energie. Daar moeten we in

Nederland hard aan werken. Het tweede is dat we ook in de

toekomst in Nederland voorlopig nog een mix nodig hebben

van verschillende soorten energieproductie. Alleen inzetten

op duurzame energie duwt energiebesparing en energie-

effi ciëntie naar de achtergrond. Het zou bijvoorbeeld ook ten

koste kunnen gaan van warmtekrachtcentrales en de meer

kleinschalige warmtekrachtkoppeling. Maar uiteindelijk is

energiebesparing de meest duurzame oplossing.

energieopslag moet er komen

Aan de ontwikkeling van een energie-opslagsysteem be-

steden we als Essent veel innovatieve aandacht. Zo zijn we

betrokken bij het idee voor een energieopslag-eiland in de

Noordzee; de variant op het oude ‘Plan Lievense’ voor het

IJsselmeer. En bovendien studeren we in Limburg op de

opslag van energie in ondergrondse reservoirs (water op-

pompen met goedkopere nachtstroom en weer naar beneden

laten lopen – door turbines – op de duurdere tijden overdag).

Toch zal het nog de nodige tijd duren voor we een goed en

betaalbaar opslagsysteem hebben.

vooral basislast nodig

Essent heeft in verhouding relatief veel aardgasgestookte

opwekkingscapaciteit. Geen wonder. Als Nederlands bedrijf

33 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als bedrijfsvoerder › De energie van morgen

Page 36: MVO jaarverslag Essent 2007

Essent N.V. MVO Verslag 2007 34

zaten we destijds immers bovenop de gasbel.Zo’n aardgas-

centrale is bij uitstek geschikt om overdag op pieklast te

draaien, want je kunt hem precies aanpassen aan de vraag.

Zoals een gasfornuis. Je draait hem een beetje hoger als het

nodig is en even later weer terug naar de sudderstand.

Onderzoek leert echter dat er in de toekomst eerst behoefte

zal zijn aan basislast. Zeker ook om daarmee de energievoor-

ziening betaalbaar en betrouwbaar te houden.

Natuurlijk gaan we door met het succesvolle warmte-

krachtbeleid. Ook al omdat we daarmee bijdragen aan de

noodzakelijke energiebesparing.

Maar we kunnen er niet mee volstaan. Bij warmtekracht is

gelijktijdige warmteafzet immers steeds een noodzakelijke,

maar niet altijd invulbare voorwaarde. En bovendien heeft de

gasprijs een fl inke invloed op de haalbaarheid.

hybride centrale

Daarom hebben wij ons voorgenomen een hybride centrale

te bouwen waarin biomassa en poederkool worden gestookt.

Op deze manier kunnen we onze expertise op het gebied van

biomassa goed combineren met de nieuwste kolentechnolo-

gie. Zo’n centrale leent zich vooral voor continubedrijf en dus

voor basislast. We denken aan een capaciteit van ongeveer

800 MW. Steenkool is volop beschikbaar en wordt gewonnen

in politiek stabiele regio’s, waardoor ook de prijs tamelijk

stabiel is. Uiteraard hebben we ook een kolenvergasser

Page 37: MVO jaarverslag Essent 2007

35

www.essent .eu

Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als bedrijfsvoerder › De energie van morgen

overwogen, maar deze blijkt thans duurder in de bouw en

minder betrouwbaar in bedrijf dan een centrale met poeder-

koolverbranding.

Rendement en CO2-uitstoot verschillen onderling nauwelijks.

De nieuwe centrale krijgt een rendement van zo’n 46% –

tegen maximaal ongeveer 40% van de bestaande kolen-

centrales – waardoor de CO2-uitstoot zo’n 20% lager is.

Omdat de centrale zeker 30% biomassa als brandstof gaat

gebruiken, neemt de CO2-uitstoot verder af met datzelfde

percentage. Daarnaast worden de rookgassen ontdaan van

NOx, SO2 en fi jnstof.

We willen de centrale technisch al voorbereiden op het

afvangen en daarna opslaan van CO2. Naar de mogelijkheden

daarvan zullen we een studie verrichten. Bovendien gaan

we onderzoeken of het aandeel biomassa in de brandstof-

samenstelling nog vergroot kan worden.

De nieuwe hybride centrale willen we gaan bouwen in Geer-

truidenberg, als onderdeel van de bestaande Amercluster.

Het terrein heeft al een infrastructuur voor de verwerking

van steenkool en biomassa. Verder is de benodigde trans-

portcapaciteit voor de afzet van de opgewekte elektriciteit

daar aanwezig. En er is een warmtenet (naar woningen en

bedrijven in de ruime omgeving) waar we de restwarmte uit

de centrale in kwijt kunnen. Hierdoor zal het rendement nog

verder ver beteren.

vervolgstappen

Overigens denken we nu eerst aan het invullen van de basis-

last, maar we willen in de toekomst zeker ook aan de slag met

de pieklast. Dat zou bijvoorbeeld kunnen met een nieuwe

gasgestookte centrale in Moerdijk.

Met al deze uitgangspunten gaan we nu aan het werk.

En dan moet blijken of zo’n nieuwe centrale ook echt haal-

baar is. Omdat we niet de enige zijn in de energiewereld die

aan nieuw productievermogen denkt, wordt het niet eenvou-

diger. Het aantal bouwers van nieuwe centrales is beperkt

en vooral door de snelle ontwikkelingen in China, lopen de

prijzen nu sterk op. En daarmee is de betaalbaarheid van de

energievoorziening weer in het geding. Ook dat betrekken

we bij onze besluitvorming.

Moeten we dan toch niet ook aan kernenergie denken?

Basislast! Betaalbaar, betrouwbaar, schoon als het om

uitstoot gaat.

In Nederland wordt er voorzichtig weer over gesproken.

Maar onomstreden is het beslist nog niet. De milieuorga-

nisaties zien kernenergie niet als duurzaam en vestigen de

aandacht op veiligheidsvraagstukken als opslag van het

radioactief afval en non-proliferatie.

Essent wijst kernenergie niet op voorhand af. In de brand-

stofmix zou het tot een betere balans kunnen leiden. Maar

het vraagt ook om een enorme investering.

Daarom dient eerst het politieke en maatschappelijke debat

gevoerd te worden. Want voor de toekomstige energievoor-

ziening geldt: de uitdagingen zijn groot. Daarom moet de

samenleving er wel de schouders onder zetten.

Page 38: MVO jaarverslag Essent 2007

dro

gend rookgas

DrogenBiomassa

brandstof

lucht

> Torrefactie en biomassa

Bedrijfsvoerder/Power

Verbetermogelijkheden voor biomassa inzet

Page 39: MVO jaarverslag Essent 2007

rookgas

Torrefactie KoelingGe-torrifi ceerdebiomassa

Verbranding

Warmtewisseling

dro

gend rookgas

Torrefactie

Torrefactie is een thermisch

proces waardoor vaste bio-

massa – hout, afval en reststro-

men uit de houverwerkende

en agrarische industrie – een

hogere energiedichtheid en

minder chemische verontreini-

gingen krijgt. In de verwerking

– aanvoer en verbranding – in

de centrale is het sterk verge-

lijkbaar met kolen. Torrefactie

is daarmee een belangrijke po-

tentiële schakel in de biomassa

waardeketen. Op deze manier

kan de hoeveelheid biomassa

als vervangende brandstof voor

steenkool sterk toenemen en

kan in de hybride centrale nog

meer biomassa gebruikt wor-

den. Zo wordt de CO2-uitstoot

van de hybride centrale nog ver-

der beperkt. Essent onderzoekt

de praktische mogelijkheden

voor torrefactie dan ook actief.

Page 40: MVO jaarverslag Essent 2007

Bedrijfsvoerder/Power

Interviews

emeritus hoogleraar energietechnologie

Universiteit Twente

Gerard Hirs

directeur Essent Trading

Genève

Paymon Aliabadi

Page 41: MVO jaarverslag Essent 2007

001“ESSENT IS MARKTLE IDER IN DE ONTWIKKELING VAN DUURZAME BR ANDSTOFFEN EN INVESTEERDER

in technologie die deze brandstoffen benut. Wat er op de energiemarkten gebeurt, heeft effect op elke investeringsbeslissing die we nemen. Jammer genoeg zien we nu een opeenstapeling van marktverstoringen op regionaal, nationaal en mondiaal niveau. Deze ontwikkelingen ver-slechteren de mogelijkheden om onze duurzame energieproductie te vergroten.Laat ik een aantal punten noemen die wij tegenkomen in de ontwikkeling van een op kolen en biomassa gestookte hybride centrale. Van bijzonder belang bij een dergelijke investering zijn emissies en biobrandstoffen. DE HU IDIGE MARKT VOOR CO2 SCH IET OP VER SCH ILLENDE GEBIEDEN TEKORT. DIT I S ONTSTAAN

tijdens de invoering van het allocatiesysteem voor emissierechten door de Europese Unie. Industriële bedrijfstakken hebben via dit systeem een hoeveelheid CO2-emissierechten toegewezen gekregen. Als zij meer CO2 uitstoten dan ze toegewezen emissierechten hebben, moeten ze aanvullende rechten kopen op de markt.In plaats van toewijzing, geef ik echter de voorkeur aan een veiling van deze rechten. Een veiling werkt namelijk niet in het voordeel van de traditionele, grote uitstoters van CO2. Hier-door ontstaat écht een marktprijs voor CO2-emissies. Mocht dit wereldwijd niet zo maar in te voeren zijn - bijvoorbeeld als gevolg van een verlenging van de mechanismen die zijn ontstaan uit het Kyoto-protocol - dan is het wel iets waar de Europese Unie naar moet streven! HET SPREEKT VOOR ZICH DAT DE KOSTEN VOOR CO2 IN TOENEMENDE MATE ONDERDEEL GAAN

worden van de prijs die onze klanten betalen voor energie. Tot op heden is er echter op interna-tionaal niveau nog geen consensus over de hoogte van die kosten. Het tweede probleem hier is dat onze bedrijfstak geen duidelijk beeld heeft van de markt na afloop van het Kyoto-protocol in 2012. Gegeven de investeringsomvang van een hybride centrale is het noodzakelijk om te weten hoe de kosten van CO2 zich gaan ontwikkelen; niet slechts voor de komende jaren, maar voor de komende tientallen jaren. OMDAT HET GEBRU IK VAN BIOBR ANDSTOFFEN VR AAGT OM DE INZET VAN NOG IN ONTWIKKELING

zijnde technologieën, zijn startsubsidies noodzakelijk. Dit is ook het geval met andere grote duurzame energietechnologieën, zoals wind en zonne-energie. Voor al deze toepassingen geldt dat, als de techniek maar breed genoeg wordt toegepast, er schaalvoordelen ontstaan waardoor kosten lager worden. Tot die tijd vormt het inconsistente subsidiebeleid van de diverse nationale overheden een hobbel die niet eenvoudig te nemen is.In de VS en Europa lijken lokale politieke belangen of de invloed van lobbygroepen het gewon-nen te hebben van gezond ecologisch en economisch verstand. Het resultaat is een lappende-ken van verschillende subsidieregimes en wetgeving, waardoor er geen echte marktwerking ontstaat. En dit ontmoedigt investeerders. HET LI E FST ZAG IK DAT NATIONALE OVERHEDEN SAMENWERKEN IN DE ONTWIKKELING VAN EEN

subsidiestelsel, dat op een eenduidige manier wordt toegepast en vooral kijkt naar de lange termijn. Opkomende biobrandstoftechnieken zijn als jonge planten; ze hebben verzorging nodig en een zekere bescherming tegen de tucht van de internationale energiemarkt. De enorme prijsvolatiliteit die je ziet bij conventionele, fossiele brandstoffen kan een succesvol project van de ene op de andere dag veranderen in een onverantwoorde verliespost. Als han-delaar kun je deze marktvolatiliteit wel beheersen, maar het kan desastreus zijn voor lange termijn investeringen in duurzame waardeketens. Subsidies zouden rekening moeten houden met deze marktvolatiliteit en voor een langere periode moeten gelden. Een gebrek aan consis-tentie in de subsidiesystemen voor biobrandstoffen en duurzame technologie is nu de grootste bedreiging voor investeringen door de private sector. En die onzekerheid heeft ook voor ons consequenties bij het nemen van beslissingen over lange termijn investeringen die onze aan-deelhouders en het milieu ten goede moeten komen. ESSENT HEEFT EEN VERGAANDE VERBINTEN IS MET DUURZAAMHE ID. MAAR HET LUKT N IET OM

volledig op eigen kracht tot economisch verantwoorde oplossingen te komen. Samenwerking met overheden is nodig, net als consistente wetgeving en subsidiebeleid. Ik denk dat we dan zoveel meer kunnen doen aan duurzame energie. En die samenwerking is om te beginnen echt nodig voor de investering in een hybride centrale.”

Bedri

jfsv

oerd

er/

Pow

er

Paym

onA

liaba

di

Page 42: MVO jaarverslag Essent 2007

02“ALS JE K IJKT NAAR N IEUWE ENERG IECENTR ALES, DAN SPELEN DE KEUZES VOOR BR ANDSTOF EN

techniek een grote rol. Er wordt in de maatschappij kritisch gekeken naar steenkool als brand-stof. Toch zijn de wereldvoorraden van steenkool voldoende voor zo’n 1.000 jaar. Steenkool is ruimschoots voorhanden, kent een stabiele prijs en het benodigde energieverbruik bij winning en vervoer is gering. Een bijkomend voordeel is dat je vergelijkingsbasis voor energiebesparing of CO2-reductie bij steenkool redelijk constant blijft. Je hoeft niet steeds meer inspanningen te doen om kolen te winnen. Wat dat betreft maakt steenkool een ‘omgekeerde’ ontwikkeling door: de winning van steenkool is in de loop van de tijd steeds gemakkelijker geworden. BIJ ANDERE BR ANDSTOFFEN MOET JE STEEDS MEER ENERG IE STEKEN IN HET VINDEN VAN N IEUWE

bronnen. En die bronnen worden steeds lastiger te bereiken. Zo is voor de winning en transport van olie of aardgas steeds meer energie nodig. Tussen bron en consumptie gaat per eenheid product steeds meer verloren. Immers, gas komt in de toekomst niet meer uit Slochteren, maar misschien wel als vloeibaar gas uit de Barentszee of Qatar. Het winnen, het comprimeren van gas en het transport kost ook veel energie; misschien ben je al wel 30% kwijt voordat het hier is. Trouwens, in Slochteren komt gas in de toekomst niet meer vanzelf uit de grond, het elektriciteitsgebruik stijgt. Ook in Schoonebeek is 30% van de olie-opbrengst nodig om het product naar boven te krijgen. Ter vergelijking: met kolen is dit minder dan 10%. De energiebesparing die je bereikt met een gasgestookte HR-ketel en het lager zetten van de ther mostaat, wordt zo direct teniet gedaan door alle energie die nodig is bij de winning. Gas en olie uit nieuwe bronnen betekent dan ook veel minder energiebesparing en CO2-reduc-tie dan politici en beleidsmakers hopen. Als je zo kijkt naar de verschillen in milieubelasting tussen olie en aardgas enerzijds en steenkool anderzijds, dan zijn deze klein. Dergelijke over wegin gen moet je ook meenemen in je brandstofkeuze voor een nieuwe centrale. B IOMASSA ALS BR ANDSTOF I S H I ER EEN VERHAAL APART. B IOMASSA SLAAT, DOOR

fotosyn these, CO2 op en is dus een manier om CO2 buiten de atmosfeer te houden. En als het maar lang genoeg onder de grond ligt wordt het bijvoorbeeld steenkool. Aardgas, aardolie en steenkool zijn zo onderdeel van een CO2-kringloop van miljoenen jaren. Biomassa die boven-gronds vergaat of als brandstof wordt ingezet laat de opgeslagen CO2 in feite direct weer los. Hout in een bos weg laten rotten is dus zonde. Moedwillig composteren is nog erger. Beter is het om die biomassa te bewaren en de CO2 in de biomassa dus opgeslagen te houden. B IOMASSA ALS VERVANGER VOOR FOSS I ELE BR ANDSTOF BETEKENT DAN OOK DAT DEZE

opgeslagen CO2 weer in de lucht komt. Als brandstof staat biomassa nog in de kinderschoe-nen. Vergassing lukt nog niet echt en verbranding in een centrale met alleen biomassa, zoals in Cuijk, laat een erg laag rendement zien van zo’n 20%. Het merendeel van je verbranding is dan een soort gecontroleerde bosbrand! Dan kun je het dus beter opslaan en is het efficiënter om kolen te stoken. Alleen in een moderne, grootschalige kolengestookte centrale kun je bio-massa efficiënt bijmengen en ontstaat een goed rendement, het dubbele van Cuijk. Er komt dan nog steeds CO2 vrij, de helft. Maar je benut de energiewaarde van de biomassa wel beter. En dat is winst. Een hybride centrale als de Amer 10 is dus een goed plan. NAAST BR ANDSTOF I S TECHN IEK NATUURLIJK NET ZO BELANGR IJK. MET DE IN DE JAREN ’90gestarte techniek van kolenvergassing is onderhand veel kennis opgedaan. Deze techniek had veel opstartproblemen, maar functioneert nu goed. Medewerkers van Essent hebben aan dit succes een grote bijdrage geleverd. Ik kan mij voorstellen dat naast vergassing van kolen, je ook naar verbranding in moderne kolencentrales wil kijken en dat beide opties naast elkaar staan. De milieuregels zou je met beide technieken goed moeten kunnen naleven, maar ik verwacht dat het rendement van kolenvergassing toch hoger ligt en dat ook aan andere milieu-eisen beter wordt voldaan. Dit moet je natuurlijk wel afwegen tegen de bouwkosten. Maar een hoger rendement is natuurlijk wel een rechtvaardiging voor een hogere investering.”

Ger

ard

Hir

s

GERARD HIRS

PAYMON ALIABADI

Page 43: MVO jaarverslag Essent 2007

003“HET WERELD NATUUR FONDS (WNF) STAAT VOOR BIODIVER S ITE IT EN VEELVORMIGHE ID

van leven. En die biodiversiteit staat onder enorme druk door de klimaatverandering. Hoewel klimaatverandering veroorzaakt wordt door menselijk handelen, is het goede nieuws dat wij dit dan ook kunnen veranderen. Door ons gedrag te veranderen en door techniek verstandig toe te passen. DE BAS IS VOOR ONZE SAMENWERKING MET ESSENT LIGT IN EEN AANTAL STR ATEG ISCHE

hoofddoelen. Samen zijn wij het eens dat de gemiddelde temperatuur met niet meer dan twee graden mag stijgen deze eeuw. Ook onderschrijven we de ambitieuze Europese en Nederlandse klimaatdoelen, namelijk 20% reductie van de CO2-uitstoot in 2020. Maar het liefst natuurlijk meer. In de uitvoering wringt dat soms wel. Je moet als bedrijf geen korte termijn gewin laten prevaleren boven wat wij als samenleving moeten doen om het klimaat-vraagstuk op te lossen. In dat debat speelt het WNF een rol naar overheden, burgers, bedrijven en aandeelhouders om samen tot verstandige afwegingen te komen. HET ENERG IEVR AAGSTUK HANGT STERK SAMEN MET HET KLIMAAT. HET WNF HEEFT GEEN

verstand van energieopwekking, maar wel van biodiversiteit. Daarom moeten we samen naar oplossingen zoeken en een ambitieuze klimaatstrategie ontwikkelen. Als we kijken naar techniek moeten we een goed beoordelingskader hebben. Helaas zijn we in Nederland nog sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen. Maar stel, je neemt de uitstoot van een efficiënte gasgestookte centrale als norm, dan maakt het eigenlijk niet uit hoe je dan de energievraag van de toekomst invult. Als je maar beneden die norm blijft en je CO2-voetafdruk dus kleiner wordt. Voor een hybride centrale zou je dus moeten kijken of die hieraan voldoet. Wel is het voor ons ondenkbaar dat Essent een conventionele kolencentrale bouwt. Je haalt dan direct het groene beleid van de regering onderuit. Dit past naar mijn idee ook niet bij de verantwoor-delijkheden van Essent en haar aandeelhouders. HET BOUWEN VAN CONVENTIONELE KOLENCENTRALES IS NATUURLIJK OOK FINANCIEEL RUSS ISCHE

roulette. Weliswaar is de prijs van kolen nu laag, maar je moet ook aannames maken over de toekomstige kosten van CO2. Het WNF is dus een voorstander van een CO2-markt waar een handel in emissierechten ontstaat. Door beprijzing van CO2 wordt rekening gehouden met de echte milieuschade. Dit is misschien wel belangrijker dan de prijs van kolen. Als je naar de kosten van energie kijkt, moet je naar het hele plaatje kijken. OOK MOETEN WE HET DENKEN OVER DE TOEKOMSTIGE ENERG IEVOORZIEN ING N IET ALLEEN

binnen de dijken van de polder bezien. Buiten Nederland is een nog veel grotere milieuwinst te halen! De komende jaren worden er in opkomende economieën, zoals China en India, honderden eenvoudige kolencentrales gebouwd zonder faciliteiten voor afvang en opslag van CO2. We hebben dus een dubbel motief om goed naar alle technische opties te kijken. Onze innovaties moeten ook buiten Nederland van waarde zijn, dus moeten we kennis kunnen exporteren. Als rijk land hebben we die verantwoordelijkheid. Op de klimaattop in Bali hoorde je: niet andere landen de wet voorschrijven, maar helpen met het vinden van oplossingen. DE OPSLAG VAN CO2 I S ZO’N MOGELIJKE OPLOSS ING. NATUURLIJK, ER Z IJN NOG VEEL VR AGEN

rondom CO2-afvang en opslag. We moeten nog goed kijken naar de beschikbaarheid van deze techniek, de mate van duurzaamheid, de veiligheid en de kosten. Ik geloof dat Nederland de juiste kennis in huis heeft voor de technische haalbaarheid. Maar een enkel bedrijf kan al die afwegingen niet alleen maken. Hiervoor is overleg nodig tussen bedrijven, de overheid en maatschappelijk organisaties zoals het WNF. Het WNF schrijft hier natuurlijk niet de wet voor en kiest ook niet voor een techniek, maar wij moeten wel het debat voeren over hoe we die klimaatdoelen halen. U ITE INDELIJK I S OOK CO2-OPSLAG EEN TR ANS ITI ETECHN IEK OP WEG NAAR EEN ECHT DUURZAME

energievoorziening. Helaas is die ene perfecte oplossing er nu nog niet en is veel experimen-teren met techniek noodzakelijk. Hierin moeten we niet dogmatisch zijn en geen technische opties op voorhand uitsluiten. Of we nu met bijstook van biomassa in een hybride centrale, warmteterugwinning of CO2-opslag een lagere uitstoot realiseren maakt niet uit, als we dat doel maar halen. Maar uiteindelijk denk ik dat wind, biomassa en zonne-energie de echte duurzame energiebronnen zijn.”

Joha

nva

n de

Gro

nden

RICHARD SCHMÖLZER

JOHAN VAN DE GRONDEN

Page 44: MVO jaarverslag Essent 2007

04Werkgever/People

“BIJ ONZE ZUSTERONDERNEMING KOLLO S I LICON CARBIDE IN DELFZIJ L MAKEN WE

siliciumcarbide (SiC), een zeer hard materiaal dat wordt gebruikt in roetfilters, slijpmiddelen en verbrandingsovens. Siliciumcarbide ontstaat door een mengsel van zand en cokes te ver-hitten tot boven de 1.700 graden Celsius. Dat proces kost veel elektriciteit; wij staan in de top-20 van grootverbruikers. Door de gestegen energiekosten zouden we in 2006 in de proble-men gekomen zijn als we niets hadden gewijzigd. Omdat we met de duurste stroom overdag niet kunnen overleven, brengen we het reactieproces nu in de goedkopere daluren op gang. Eind 2007 heeft Kollo Energie hiervoor een passend maatwerkcontract met Essent getekend: tot en met 2018 krijgen wij drie miljoen MWh geleverd. Kollo is hier zeer tevreden mee. HET GAAT OM GR IJZE STROOM. NATUURLIJK HEBBEN WE LI EVER GROENE STROOM, AL Z IJN WE

nu al de schoonste en meest energiezuinige siliciumcarbidefabrikant ter wereld. We beseffen dat we met ons grootverbruik bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen, maar groene stroom is voor ons in dit stadium nog te duur. Het kost per MWh 1 tot 2 euro, en onze concur-renten zitten in landen als Zuid-Afrika, Oekraïne en China. Ik hoop en verwacht dat we binnen vijf jaar onze stroom alsnog kunnen vergroenen. WAT MIJ BETREFT ZOU ESSENT NOG ACTI EVER EEN VOORTREKKER SROL MOETEN VERVULLEN

bij de verduurzaming. Essent biedt consumenten al wel Groene Stroom aan voor de prijs van grijs, en dat is ook goed, maar zou natuurlijk pas écht een statement maken als alle con-sumenten standaard groen zouden krijgen; al weet ik niet of daarvoor voldoende elektriciteit duurzaam wordt opgewekt. DE PLANNEN VOOR EEN N IEUWE KOLENGESTOOKTE CENTR ALE V IND IK MOE ILIJK TE R IJMEN

met het streven naar duurzaamheid. Een keuze voor kolen is een keuze voor geld. Ik begrijp het dilemma van de energiebedrijven, maar wat vinden we nu belangrijker: duurzaamheid of betaalbaarheid? Persoonlijk zie ik liever een windpark aan de horizon, dan luchtvervuiling door CO2. Betaalbaarheid is bovendien een relatief begrip. Je kunt als afnemer wel klagen dat de energiekosten zijn gestegen, maar je kunt jezelf daarop ook aanpassen door je verbruik terug te dringen of het productieproces te veranderen. Dat heeft de Kollo Groep laten zien. IK V IND N IET DAT BETAALBAARHE ID MOET PREVALEREN BOVEN DUURZAAMHE ID. DAT KUN JE

richting toekomstige generaties niet maken. Je zult een mix moeten vinden, waarin de natuur-lijke energiebronnen zon, water, wind en biomassa maximaal worden benut, ofschoon duur-zame energie momenteel per MWh meer kost dan elektriciteit uit een kolencentrale. Kern-energie is ook een goedkope en CO2-neutrale oplossing, maar heeft in ons land een negatief imago. Toch heb ik liever híer een kerncentrale, onder Nederlandse controle, dan in één of ander land met een twijfelachtig regime. U ITE INDELIJK ONTKOMEN WE ER N IET AAN OM VOLLEDIG TE VERDUURZAMEN. IK Z I E VEEL INde Cradle-to-Cradlestroming: produceer zò, dat je aan het milieu een positieve bijdrage levert (afval = voedsel). Zo moet het ook met energie zijn. Afnemer en aanbieder nemen beiden de verantwoordelijkheid. Voor de energiesector is dat best lastig: moeten ze de vraag afwachten of deze zelf creëren? Niemand wil méér betalen, zie onszelf. Ik denk dat Essent, als grootste Groene Stroom producent, Nederland bij de hand moet nemen. Wij lopen wel mee.”

Bedri

jfsv

oerd

er/

Pow

er

Ric

hard

Schm

ölze

r

Page 45: MVO jaarverslag Essent 2007

0

managing director Kollo Energie B.V.

Appingedam

Richard Schmölzer

algemeen directeur Wereld Natuur Fonds

Zeist

Johan van de Gronden

Page 46: MVO jaarverslag Essent 2007

05

38 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Essent als marktspeler

winst: word je er rijk van of groen?

Een energiebedrijf moet zorgen voor een betrouwbare en

een betaalbare energievoorziening. Een energiebedrijf

moet ook werk maken van duurzaamheid. Anders neem je

je maatschappelijke verantwoordelijkheid niet voldoende

serieus. Allemaal waar, die doelstellingen. Maar zijn ze

ook te verenigen?

Zeker! Een goed energiebedrijf maakt namelijk winst en

slaagt er daarom in een betrouwbare, betaalbare en duur-

zame energievoorziening aan te bieden.

Van een goed fi nancieel rendement wordt iedereen beter.

Ook onze (publieke) aandeelhouders. Van onze winst keren

wij jaarlijks 50% rechtstreeks aan hen uit in de vorm van

dividend.

Rendement is een voorwaarde om je doelstellingen te

realiseren.

Moet je dan elke stap die je zet meten met de rendements-

meter?

Jazeker, want stappen die geen rendement opleveren, moet

je zien te vermijden. Het is daarom van het grootste belang

een fi jne neus te ontwikkelen voor rendement. Bij Essent

zijn we daar druk mee bezig. Een paar dingen hebben we al

uitgevonden. Bijvoorbeeld, dat een tevreden klant goed is

voor het rendement. En ook dat een betrokken medewerker

goed is voor het rendement. Van een klant die wegloopt of

een medewerker die alleen het hoognodige doet, word je

immers niet rijk.

Om een goed rendement te halen moet je dus in elk geval

zorgen dat je klanten tevreden en je medewerkers betrokken

blijven.

Nou hebben niet alle mensen dezelfde wensen. Ook onze

klanten en medewerkers niet. Sommigen hechten het meest

aan een betrouwbare energievoorziening. Anderen vinden

dat de betaalbaarheid voorop moet staan. En weer anderen

kiezen voor duurzaamheid. Een toenemende groep vindt dat

we alle drie goed moeten doen.

Daarmee is de cirkel rond. Om voldoende geld te verdienen

om te opereren als betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam

energiebedrijf, moeten we juist op al die terreinen heel actief

zijn.

Zo werkt dat als marktspeler. Tamelijk simpel eigenlijk als je

er even bij stilstaat.

Gaan betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam dan simpel-

weg altijd hand in hand?

Niet automatisch. Daar moet je wel je best voor doen.

En soms heb je steun van buiten nodig.

DUURZAAMHEID

gewogen

www.essent .eu

Page 47: MVO jaarverslag Essent 2007

39 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als marktspeler › Duurzaamheid gewogen

Contracten Elektriciteit Groene Stroom

31-12-2007

31-12-2006

872.004

881.253

Contracten Elektriciteit Groen Zakelijk

31-12-2007

31-12-2006

55.100

53.292

www.essent .eu

HOE GROEN Z I JN WE BEZ IG OP DE MARKT?

met Groene Stroom

Essent is de uitvinder van Groene Stroom. Ruim tien jaar

geleden hebben we het geïntroduceerd. In samenwerking

met het Wereld Natuur Fonds. Groene Stroom is elektriciteit

die wordt opgewekt uit natuurlijke bronnen als wind, water,

zon en schone biomassa. Groene Stroom is CO2-neutraal en

veroorzaakt daarom geen klimaatverandering.

Groene Stroom kost bij Essent niets extra.

Eind 2007 hadden we 872.000 Groene Stroomklanten. Dat

is maar liefst 43% van al onze elektriciteitsklanten. Het aantal

Groene Stroomklanten is, vergeleken met 2006, stabiel ge-

bleven.

Speciaal voor bedrijven heeft Essent Groen Zakelijk op de

markt gebracht; groene stroom voor ondernemers die hun

maatschappelijke verantwoordelijkheid willen nemen. Eind

2007 hadden we voor Groen Zakelijk 55.000 klanten.

Vanaf het begin was ons uitgangspunt dat we de Groene

Stroom zoveel mogelijk in eigen land moesten produceren.

Met import verlaag je de uitstoot van CO2 immers nauwelijks,

omdat het in de landen van herkomst bijna nooit tot extra

productie van duurzame elektriciteit leidt.

Door het gebruik van fossiele brandstoffen daadwerkelijk te

verminderen, dragen we bij aan een duurzame toekomst.

Wij garanderen Groene Stroom uit volledig duurzame ener-

giebronnen: wind, water, stortgas en schone biomassa.

Onder schone biomassa verstaan wij snoeihout uit bossen en

plantsoenen, onbehandeld resthout uit de houtverwerkende

industrie en palmolie. Dus geen stroom die wordt opgewekt

met minder schone producten zoals GFT-afval of zuiverings-

slib. Bovendien verkopen wij niet meer Groene Stroom dan

we kunnen opwekken of van anderen inkopen. En dat laten

we controleren, omdat we zeker willen weten dat we voor de

verkochte hoeveelheid Groene Stroom wel beschikkent over

de benodigde ‘Garanties van Oorsprong’.

In november 2007 heeft de Roundtable on Sustainable Palm

Oil (RSPO) de defi nitieve criteria voor de duurzame productie

van palmolie vastgesteld. Aan de hand hiervan wordt nu een

certifi catiesysteem gemaakt. Eind 2007 hebben wij besloten

uitsluitend 100% gecertifi ceerde palmolieresiduen als bio-

massa te gebruiken voor de productie van duurzame energie.

met Groen voor Gas

Het milieuvriendelijke alternatief voor aardgas – Groen

voor Gas – hebben we samen met het Wereld Natuur Fonds

ontwikkeld. Aan de hand van zijn gasverbruik berekenen wij

hoeveel kilo CO2 er door de schoorsteen van de klant wordt

uitgestoten. Voor een kleine meerprijs zorgen wij er voor dat

die uitstoot 100% wordt gecompenseerd. Dat gebeurt

bijvoorbeeld door bomen te planten, want bomen zetten CO2

om in zuurstof. De bomen worden gepland met het Forest

Stewardship Council-keurmerk (FSC). Een andere manier

van compenseren is geld steken in een effi ciëntere opwek-

king en de verduurzaming van de elektriciteitsproductie,

zoals de ontwikkeling van een windpark in Nieuw-Zeeland.

Alle projecten voldoen aan de richtlijnen van de Verenigde

Page 48: MVO jaarverslag Essent 2007

www.essent .eu

Contracten Groen voor Gas

31-12-2007

31-12-2006

24.944

15.345

Naties en de Gold Standard van het Wereld Natuur Fonds.

Een onafhankelijke accountant controleert elk jaar of de

totale CO2-uitstoot van alle consumenten is gecompenseerd.

Groen voor Gas blijkt aan te slaan bij klanten. Hun aantal

steeg in 2007 met 9.600 tot 25.000.

Begin 2007 brachten wij voor bedrijven Groen voor Gas

Zakelijk op de markt.

met DubbelGroen

De logische optelsom van Groene Stroom en Groen voor Gas.

Daarmee stelt Essent de klanten in de gelegenheid om hun

totale energieverbruik CO2-neutraal te maken.

met een terugleververgoeding

Ook onder de klanten heb je koplopers. Bijvoorbeeld klanten

die zelf hun duurzame elektriciteit opwekken met zonne-

panelen. Voor hen hebben wij de terugleververgoeding, want

soms wordt er meer elektriciteit opgewekt dan de klant op

dat moment zelf kan gebruiken. Het teveel stroomt dan terug

naar het elektriciteitsnet en Essent biedt er een vergoeding

voor. Hiermee stimuleren we ook de kleinschalige verduur-

zaming van het elektriciteitsverbruik.

met energiebesparing

Naast duurzame energie is energiebesparing een speerpunt

van Essent. Want de energie die je niet verbruikt, hoef je

ook niet te vervangen door een duurzame variant. Laten we

immers realistisch zijn, het zal helemaal niet meevallen in de

komende twaalf jaar zo’n 20% van het energieverbruik in Ne-

derland te verduurzamen – zoals het kabinet wil – als we met

z’n allen alleen maar meer gaan verbruiken. In het onlangs

verschenen rapport van de Energieraad (over de brandstof-

mix) wordt de noodzaak tot energiebesparing nog weer eens

benadrukt.

Om energiebesparing te stimuleren hebben wij voor con-

sumenten het BespaarPlan van Essent ontwikkeld en voor

zakelijke klanten de Besparingsservice.

Met het BespaarPlan willen we energiebesparing door

onze klanten een fl inke steun in de rug geven. Omwille van

het milieu, maar ook om de maandelijkse lasten van onze

klanten te beperken. Betaalbaar is immers ook een doel-

stelling.

Essent is klanten behulpzaam bij het zoeken naar mogelijk-

heden voor een verstandig en spaarzaam energieverbruik.

Het begint met een concreet inzicht in het verbruik. Dan

komen de besparingsvoorstellen. Waar nodig en mogelijk

nemen wij de drempels weg voor investeringen in bespa-

rende maat regelen. En wij leveren handige hulpmiddelen om

daarna het verloop van het verbruik te volgen.

Op die manier is het Essent BespaarPlan goed voor het milieu

en voor de portemonnee van de klant.

Zakelijke klanten helpen wij op een soortgelijke manier met

de Essent Besparingsservice.

In 2007 hebben we in de consumentenmarkt en in de klein-

40 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Page 49: MVO jaarverslag Essent 2007

www.essent .eu

zakelijke markt via campagnes veel aandacht geschonken

aan energiebesparing. Zo was de stopcontactmodule, die

inzicht geeft in het sluipverbruik van diverse huishoudelijke

apparaten, een groot succes.

en met partners

Staatsbosbeheer is, net als het Wereld Natuur Fonds, een

belangrijke partner van Essent. Een zeer praktische partner

ook, want je kunt wel praten over biomassa, maar het moet

ook nog beschikbaar zijn. Samen met Staatsbosbeheer

verrichten we pionierswerk op het gebied van snoei- en

resthout als duurzame energiebron. Staatsbosbeheer wil

het gebruik van Nederlands hout stimuleren als duurzame

brandstof. Samen hebben we de rondreizende tentoonstel-

ling ‘Bos vol Spanning’ ontwikkeld, waarin we de gehele

keten van boom tot groene stroom laten zien en aandacht

vragen voor de milieuvoordelen.

wat doet de overheid ondertussen?

Eind 2005 kwam het bericht dat de rijksoverheid zich wilde

bezinnen op de MEP-subsidieregeling (Milieukwaliteit

ElektriciteitsProductie).

Vooral de subsidie voor projecten met biomassa zou kritisch

onder de loep worden genomen. Medio 2006 besloot het rijk

tot het verlagen van sommige subsidiebedragen. De over-

heidsbijdragen aan het meestoken van plantaardige olie en

agrarische reststoffen (anders dan hout) daalden fors.

Met als gevolg – zoals ook al elders in dit verslag is gemeld –

dat nieuwe projecten met deze biobrandstoffen niet meer

rendabel te maken waren.

Jammer, want daardoor stagneerde een veelbelovende ont-

wikkeling die nog in de kinderschoenen stond en waarvoor

het nodige aanvullende onderzoek moest worden verricht.

En dat terwijl Essent al een fl inke tijd aandacht vraagt voor

agrarische reststoffen. Wij vinden dat het gebruik hiervan

als biobrandstof juist gestimuleerd moet worden. Er kleven

immers weinig nadelen aan. Het zijn echte reststoffen. Ze

worden niet om zichzelf verbouwd en dus verdringen ze ook

geen belangrijker gewassen van de akkers. Dat is heel an-

ders dan de maïsteelt voor biodiesel, waarvoor hele percelen

aardappelen, tarwe of rijst het veld moeten ruimen of waarbij

de diervoederproductie in gevaar komt. Agrarische reststof-

fen concurreren niet met de voedselproductie, maar trekken

er hand in hand mee op. Een mooi voorbeeld zijn de schillen

van koffi ebonen. Als je ze niet gebruikt als biobrandstof wor-

den ze weggegooid. En dat is jammer. Natuurlijk konden we

nog even verder met de bestaande projecten, waarvoor de

MEP-toezeggingen gewoon van kracht bleven. Maar omdat

de aangekondigde nieuwe regeling, de SDE (Stimulering

Duurzame Energieproductie), nog op zich liet wachten, lag

het onderzoek naar en de vernieuwing van duurzame bio-

massastromen in feite stil. We verwachten nu dat de minister

van Economische Zaken in de eerste maanden van 2008 met

nieuwe voorstellen zal komen. Ondertussen is er door de

energiebedrijven en andere betrokkenen bij het gebruik van

biomassa wel naarstig doorgewerkt aan het invoeren van

duurzaamheidcriteria. Zoals de criteria voor de productie van

duurzame palmolie, die in november 2007 zijn vastgesteld

door de Roundtable on Sustainable Palm Oil.

terugval productie Groene Stroom

De wegvallende subsidie had voor ons tamelijk verstrek-

kende gevolgen. Subsidies zijn nodig voor het vinden en

testen van nieuwe vormen van biomassa. En voor het uitvin-

den van schonere of alternatieve technieken. Maar ook voor

het ondersteunen van duurzame elektriciteitsproductie. Het

wegvallen van de subsidie vormde namelijk de ene helft van

de oorzaak waarom we in 2007 minder Groene Stroom heb-

ben kunnen maken dan we wilden. Zodanig minder dat we

zelfs hebben moeten importeren om onze klanten te kunnen

blijven bedienen. En importeren – zo hebben we al aange-

geven – is voor de verduurzaming nauwelijks van nut.

De andere helft van de oorzaak was dat we – in afwachting

van de uitkomsten van het onderzoek van de Commissie

Blok – geen palmolie hebben gebruikt als biobrandstof voor

de bijstook in de Clauscentrale. Verderop in dit hoofdstuk

staan we daar nog uitvoerig bij stil.

Duidelijk is wel dat de ontwikkeling van de duurzame ener-

gieproductie gebaat is bij stabiel overheidsbeleid, waarbij

een uitgezette koers ook vele jaren kan worden gevolgd.

Beleid en regelingen die om de paar jaar wijzigen, zetten een

rem op de investeringsbereidheid.

41 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Page 50: MVO jaarverslag Essent 2007

in GWh 2007 2006 2005

Duurzame energieproductie Essent Groep

Windenergie 753 696 672

Waterkracht 34 33 29

Zonne-energie 0,01 0,05 0,05

Stortgas en biogas 48 50 65

Standalone schone biomassa 158 162 174

Fossiel vervanging door schone biomassa 1.135 2.476 2.525

Waarvan

Vaste biomassa 1.069 946 1.236

Vloeibare biomassa 66 1.530 1.290

Overige biomassa (o.a. afvalverbranding) 386 341 285

Totaal 2.514 3.757 3.750

NB: Deelnemingen naar rato Essent-eigendom

www.essent .eu

duurzame productie: wat en hoeveel?

Voor de productie van duurzame energie gebruiken we ver-

schillende bronnen. De grootste hoeveelheid wordt – naast

de opbrengst van de windparken – geproduceerd in onze

centrales met verschillende soorten biomassa.

Zo heeft de Amercentrale in 2007 maar liefst ruim een half

miljoen ton biomassa bij gestookt. Hiermee hebben we zo’n

935 GWh Groene Stroom opgewekt. En dat is goed voor

ruim 265.000 huishoudens. Het grootste deel van de in 2007

gebruikte bio massa in de Amercentrale bestond uit samen-

geperste houtsnippers (pellets) en zaagsel.

Van de vaste biomassa – alle genoemde vormen van bio-

massa met uitzondering van bio-olie – is 48% Green Gold

Standard Label gecertifi ceerd (zie fi guur blz 48).

onvermoeibaar zoeken

We zijn voortdurend op zoek naar rendementsverbetering

van de gebruikte biomassa. Zo wijst technologisch onder-

zoek uit dat een thermische voorbewerking van de biomassa

(zogenaamde torrefactie) leidt tot een hogere verbrandings-

waarde. Met andere woorden: meer rendement, dus meer

Groene Stroom.

Een ander aspect van biomassa is dat er de laatste tijd twijfel

is ontstaan over een ruime beschikbaarheid in de toekomst.

De vraag zal internationaal behoorlijk stijgen, terwijl het

aanbod naar verwachting niet enorm gaat toenemen.

Dat betekent dat ook de ontwikkeling van biomassa z’n

grenzen zal kennen. En dus zoeken we onvermoeibaar verder

naar nieuwe duurzame brandstoffen. De uitdagingen in de

verduurzaming van onze energiehuishouding zijn immers

groot. Terwijl de tijd en de beschikbare mogelijkheden om

snel veel duurzame energie te maken juist aan de krappe

kant zijn. Dat betekent dat je alle denkbare kansen moet

onderzoeken. Dat je inventief moet zijn. Innovatief. En dat je

veel moet proberen. Ook hier geldt: onderzoekt alle dingen

en behoudt het goede. Zo is een mogelijkheid die we onder-

zoeken de inzet van algen. Dat zit nog in de studiefase, maar

het zou aantrekkelijk kunnen zijn.

op de koffi e?

Een andere, al meer concrete mogelijkheid, is het gebruik

van koffi eschillen: de schillen van koffi ebonen, die als rest-

product overblijven bij de koffi eteelt. Ze lijken zeer geschikt

om deels fossiele brandstoffen te vervangen in energie-

centrales. Aan deze vorm van biomassa kleven geen bezwa-

ren of verdenkingen. Er hoeven geen bomen voor te worden

gekapt. De koffi eschillen worden verantwoord geprodu-

ceerd. En ze maken geen deel uit van de voedselketen. Het

is regelrecht biologisch afval, maar met een aantrekkelijke

verbrandingswaarde.

42 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Page 51: MVO jaarverslag Essent 2007

1.432.132

68.440

37.051

260.404

1.065.180

1.057

2.601.491

1.496.040

60.227

172.144

750.680

112.400

Essent biomassa portfolio

2007

2006

www.essent .eu

Samen met de ontwikkelingsorganisatie Solidaridad zijn we

inmiddels begonnen met de toepassing van koffi eschillen

als biomassa. Wij kopen die koffi eschillen bij Braziliaanse

boeren, die er een eerlijke prijs voor krijgen, gebaseerd op de

Fair-Trade principes.

Na een intensieve voorbereidingsperiode in 2007 is het eer-

ste schip met koffi eschillen begin 2008 in Nederland aan-

gekomen. Ze zullen als bijstook in de Amercentrale worden

ingezet bij de productie van duurzame energie. Hoe groot die

rol precies wordt, zal in de loop van 2008 blijken.

ketenverantwoordelijkheid

MVO betekent verantwoording afl eggen. Voor onze handel

en wandel. Voor onze diensten en producten. Van het begin

tot het eind. Over de gehele keten. De kop in het zand steken

is er niet bij.

Dat betekent dat onze klanten, onze medewerkers, onze aan-

deelhouders, maar ook belangenorganisaties en overheden

ons altijd mogen aanspreken. Op de herkomst, op de milieu-

effecten, op de betaalbaarheid, de betrouwbaarheid en de

veiligheid van onze diensten en producten.

Om die verantwoordelijkheid goed te kunnen invullen, stel-

len wij op onze beurt eisen aan onze leveranciers. In onze

bedrijfscode staat niet voor niets dat wij aan onze zakelijke

relaties dezelfde eisen stellen als aan onszelf.

Voor onze leveranciers is dat verder uitgewerkt in de zoge-

naamde Supplier Code of Conduct (SCoC). Respecteren van

wetten, regels en mensenrechten, zorgvuldig omgaan met

het milieu, integer handelen en openheid van zaken geven,

dat zijn de belangrijkste elementen ervan.

Deze ketenverantwoordelijkheid geldt ook in de volle breed-

te voor onze duurzaamheidsactiviteiten. De plannen die we

ontwikkelen, de brandstoffen die we kopen, wij staan er voor.

De Supplier Code of Conduct (SCoC) is een standaard on-

derdeel geworden van ieder contract dat wij met een leve-

rancier afsluiten. In 2008 gaan we een nieuwe SCoC ontwik-

kelen. Eentje die nog beter aansluit bij ons beleid. We gaan

aanvullende eisen stellen op het gebied van CO2-reductie

en energiebesparende maatregelen. En in die SCoC wordt

ook vermeld dat Essent het recht heeft om te checken of een

leverancier de code naleeft.

43 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als marktspeler › Duurzaamheid gewogen

Page 52: MVO jaarverslag Essent 2007

05www.essent .eu

Page 53: MVO jaarverslag Essent 2007

DILEMMA [ 5:1 ]

[ 44/45 ]

Marktspeler/Profi t

Hoe geven wij in onze rol als marktspeler

onze ketenverantwoordelijkheid gestalte

bij het gebruik van palmolie als biomassa?

Een afweging tussen economie en

duurzaamheid.

MVO betekent dilemma’s oplossen

Page 54: MVO jaarverslag Essent 2007

www.essent .eu

palmolie, een verhaal apart

Toen we tegen het eind van de vorige eeuw biomassa – eerst

vooral houtresten – gingen gebruiken bij de productie van

Groene Stroom, hebben we meteen een track & trace sys-

teem opgezet. Om zeker te zijn van de herkomst van de bio-

massa. En om eisen aan de duurzaamheid te kunnen stellen.

Zo ontstond ook het Essent Green Gold Standard Label.

De samenleving keek welwillend toe. De nieuwe technolo-

gie sprak tot de verbeelding. De speciale biomassacentrale

in Cuijk werd regelmatig opgevoerd als een voorbeeld van

gewenste ontwikkeling.

Die stemming veranderde toen we in de Clauscentrale

palmolie gingen gebruiken voor de opwekking van Groene

Stroom.

Palmolie was een prima biobrandstof en tamelijk gunstig te

koop op de wereldmarkt. Wij meenden daarmee een goede

bijdrage te leveren aan het handhaven van ons uitgangspunt

‘groene stroom voor de prijs van grijs’.

Maar het gebruik van plantaardige olie als biobrandstof voor

auto’s en elektriciteitscentrales riep hier en daar veront-

waardiging op.

Sommigen vonden dat je eetbare biomassa, zoals pinda-,

soja- en palmolie, nooit mag gebruiken voor de energie-

productie. Het hoort bij de voedselketen en mag uitsluitend

worden ingezet bij de hongerbestrijding onder arme bevol-

kingsgroepen in de wereld.

Anderen waren van mening dat het meer draait om de vraag

of er blijvende schade wordt toegebracht aan de samenle-

ving, de natuur en het milieu. Vraagstukken als het kappen

van oerbos, het ongebreidelde beslag op het beschikbare

land, palmplantages op veengrond, kinderarbeid en onder-

betaling kwamen aan de orde.

Wij voelden ons aangesproken. De biomassa die wij als wes-

terse landen importeren moet duurzaam zijn geproduceerd.

Of het nu wordt gebruikt voor de productie van medicijnen,

shampoo, voedsel, veevoer, chemicaliën of brandstof, het

mag in het land van herkomst niet ten koste gaan van mens,

natuur en milieu.

Unilever heeft dat ook goed beseft. Dat bedrijf voert al vele

jaren grote hoeveelheden oliën en vetten in uit diverse lan-

den. Samen met het Wereld Natuur Fonds is Unilever daarom

enige jaren geleden gestart met de Roundtable on Sustaina-

ble Palm Oil (RSPO).

Wij hebben ons aangesloten bij die Roundtable toen wij op

grotere schaal palmolie gingen gebruiken als biomassa.

Onze voorkeur gaat overigens altijd eerst uit naar het inzet-

ten van reststoffen. Schillen, doppen, pulpresten, schalen,

vliesjes, zaagsel, snoeihout etc. Allemaal restproducten

afkomstig uit bestaande (agro)ketens. Het is economisch

meer verantwoord en vermijdt ook mogelijke concurrentie

met hoogwaardiger ketens als de voedselproductie.

Eind 2006 is Essent gestopt met de inkoop van palmolie-

producten voor bijstook in de Clauscentrale. De duurzaam-

heid van de palmolieproductie bleek moeilijk aantoonbaar en

er was toen te weinig zicht op een succesvolle afronding van

het werk van de Roundtable on Sustainable Palm Oil.

Toch wilden we palmolie niet zomaar afschrijven. Ook hier

gold weer dat je alle – schaarse – mogelijkheden om stappen

46 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Page 55: MVO jaarverslag Essent 2007

www.essent .eu

vooruit te komen op het gebied van de duurzame energie-

voorziening zorgvuldig moet bekijken.

Om de patstelling te doorbreken vroegen we een externe

commissie onder leiding van professor Blok van de Universi-

teit van Utrecht ons te adviseren.

De Commissie Blok kwam in juni 2007 met conclusies.

Men vond dat wij niet uit de palmoliemarkt moesten stappen,

omdat juist partijen als Essent certifi cering van duurzame

palmolie kunnen afdwingen. Volgens de commissie was het

mogelijk om binnen vijf jaar een compleet certifi cerings-

systeem op te zetten. Essent zou in de jaren er naar toe

stapsgewijs meer duurzame palmolie en palmoliederivaten

kunnen inkopen.

De commissie stelde voor dat we in 2008 minimaal 20%

gecertifi ceerde palmolie zouden inkopen en dit percentage

elk jaar ophogen met 20%. In 2012 zouden we dan op 100%

uitkomen.

Essent heeft echter onlangs besloten een stap verder te

gaan. Wij gaan in de overgangsfase naar 100% certifi cering

geen ongecertifi ceerde palmolieproducten gebruiken. We

kopen alleen nog palmolieproducten die volledig gecertifi -

ceerd zijn.

De uitspraak van de Commissie Blok leek ook meteen een

kantelpunt in de voortgang. Er werden fl inke stappen vooruit

gezet. De RSPO stelde in november 2007 de criteria vast voor

certifi ceringen. Inmiddels zijn er diverse instanties bezig

een wereldwijde certifi cering en verifi catie op te zetten. We

verwachten dat in de loop van 2008 de eerste certifi caten op

basis van de RSPO-criteria worden afgegeven.

Dat betekent dat we voorlopig nog geen palmolie bijstoken

in de Clauscentrale. Maar in het najaar van 2008 kunnen we

wellicht geleidelijk starten met de inkoop van RSPO-gecerti-

fi ceerde palmolieproducten.

Palmolie is pas de eerste vloeibare biomassastroom waar-

voor certifi cering in de maak is. Voor andere oliën zoals

sojaolie, koolzaadolie, zonnebloempitolie etc. maar ook voor

bijvoorbeeld suikerriet en maïs bestaat nog geen certifi ce-

ring op duurzaamheid.

Samen met andere bedrijven zijn we daar hard mee bezig.

We zullen ons Green Gold Standard Label op afstand van

Essent zetten en daarmee openstellen voor andere bedrijven.

Verder hebben we als energiebedrijf samen met andere

energiebedrijven en oliemaatschappijen de certifi cering van

verschillende andere biomassastromen ter hand genomen.

Een ingewikkelde klus. Het liefst zouden we toe willen naar

een internationale standaard, maar voorlopig zijn er nog

geen Europese, laat staan universele systemen. De Neder-

landse overheid, die het belang van duurzame biomassa

benadrukt, steunt ons in dit proces.

Het verhaal van de palmolie had – met ook het wegvallen

van de subsidie op palmolie, het is elders in het verslag ook

al aangestipt – wel tot gevolg dat we in 2007 minder Groene

Stroom hebben kunnen produceren. We hebben dat – om de

klanten toch te bedienen – gecompenseerd met import van

Groene Stroom.

Dat willen we liever niet. Import is bijna nooit een bijdrage

aan verdere verduurzaming.

Om over 12 jaar toch op de door de overheid gewenste 20%

duurzame energie terecht te komen moet er ongeloofl ijk

hard worden gewerkt. We zullen vele nieuwe mogelijkheden

onderzoeken en testen. Op energiegehalte. Op de technische

toepassing. Op duurzaamheid. En op betaalbaarheid.

Want er moet ook geld verdiend worden. Winst maken. Winst

stelt je in staat duurzaam te opereren. Als je rechterhand

duurzaamheid predikt, mag je linker daar immers niet bij

achterblijven.

47 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als marktspeler › Duurzaamheid gewogen

Page 56: MVO jaarverslag Essent 2007

Certifi caten

Checklist(s) duurzame bron en productie

Voor totale levering/partij: alle checklists

voor als Green Gold Standard Label

goed gekeurde duurzame bron en productie.

[ja]

Tracking & tracing

Checklist duurzaam transport

Is gecontracteerde lading verscheept en

ontvangen in goede en schone staat?

[ja]

Zijn de monsters van overeenkomstige

chemische samenstelling?

[ja]

Bron

Land-/bosbouw

Opslag

Opslag in land van herkomst

Zeeschip

Zeereis

Laadhaven

Laden in zeeschip

Biomassaproducent

Verwerking

transport

transp

ort

transport

> Green Gold Standard Label

Marktspeler/Profi t

Controle op duurzaamheid in de waardeketen van producten uit land-/bosbouw

Page 57: MVO jaarverslag Essent 2007

Loshaven

Overslag naar energiecentrale

Zeeschip

Lossen in Nederland

Energiecentrale

Opwekking Groene Stroom

Klant

Gebruik Groene Stroom

In 2002 heeft Essent een me-

thode opgezet om de duurzame

herkomst van vaste biomassa

– zoals hout, afval en reststro-

men uit de houtverwerkende

en agrafi sche industrie – te

waarborgen; het Green Gold

Standard Label. Hiermee

wil Essent voorkomen dat de

biomassa nodig voor de pro-

ductie van Groene Stroom heeft

bijgedragen aan het verdwijnen

van bossen of aantasting van

het leefmilieu.

48% van de door Essent in 2007

gebruikte biomassa is gecertifi -

ceerd. Het Green Gold Standard

Label is goed vergelijkbaar

met andere duurzaamheids-

certifi ceringen zoals het Forest

Stewardship Council (FSC) keur-

merk. Om de acceptatie van het

Label bij de andere gebruikers

van biomassa te vergroten

wordt het gebruik van het Label

voor nog meer bedrijven moge-

lijk gemaakt.

Kwaliteitssysteem

Green Gold Standard Label-certifi caat

toegekend?

[ja]

Page 58: MVO jaarverslag Essent 2007

Marktspeler/Profi t

Interviews

manager Duurzame Energie, Essent N.V.

Arnhem

Helma Kip

managing director Control Union Certifications

Zwolle

Johan Maris

Page 59: MVO jaarverslag Essent 2007

005

Mark

tspele

r/Pro

fi t

“CONTROL UN ION I S EEN NEDERLANDS CERTI F ICER INGSBEDR IJ F, GROOT GEWORDEN MET

certificering van biologische landbouw. Nu zijn we meer gericht op productcertificering. Bijvoorbeeld ook palmolie en dus zijn we ook betrokken bij de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO). Dit is een programma van eisen gemaakt door producenten, handelaren én gebruikers van palmolie, gericht op duurzaamheid. Wij zijn één van de certificeerders die kijken of de deelnemers deze eisen nakomen. Nu lopen de eerste beoordelingen, dus binnen-kort he bben we de eerste duurzame palmolie. CERTI F ICER ING I S NATUURLIJK BELANGR IJK OM TE WETEN OF EEN PRODUCT ECHT DUURZAAM IS.En de energiesector speelt hierbij een aparte rol. Om de duurzaamheidsclaim van biobrand-stoffen te staven is de CO2-balans belangrijk. Komt er bijvoorbeeld door het grondgebruik en de manier van produceren niet veel meer CO2 vrij dan dat je bespaart door de inzet van bio-massa als alternatief voor kolen? Zo speelde het gebruik van veengronden voor palmolie-plantages eerst geen rol. Maar juist door veengronden te gaan gebruiken komt er meer CO2 vrij dan dat er wordt bespaard. Nu is het soort grond een criterium binnen de duurzaamheids-certificering. Dergelijke vragen leven bij andere gebruikers van palmolie, zoals de voedsel-industrie, geheel niet. Er is iets toegevoegd aan wat duurzaam is wat er eerst niet was. En dat is aan de energiesector te danken. VEEL CERTI F ICER INGSPROGR AMMA’S Z IJN PRODUCTGER ICHT EN KIJKEN N IET SPECI F I EK NAAR

duurzaamheid in de gehele keten. De locale boeren kijken veldgericht en niet naar de bestem-ming van het product; hoe kan ik het meeste verdienen met mijn grond? Duurzaamheid speelt daar gewoon minder. Er zijn immers tussenhandelaren en vele mogelijke toepassingen voor-dat een product de eindgebruiker bereikt. Hun product kan gebruikt worden als biobrandstof maar net zo goed in cosmetica of in de voedselindustrie. Daarom kun je ook niet zomaar zeggen dat de vraag naar biobrandstof de voedselproductie verdringt. Door de gehele keten te certificeren heb je in beeld waar producten vandaan komen, wie de producenten zijn en welke tussenhandelaren wat doen. NATUURLIJK KON JE VR AGEN VERWACHTEN OVER DE DUURZAAMHE ID VAN PALMOLIE. DE WERELD

wordt steeds kleiner dus je weet wat er speelt in Indonesië of Maleisië. Als er milieuschade ontstaat door jouw aankoopgedrag, dan moet je er wat aan doen. En zul je aangesproken worden op wat je nu doet. Die verantwoordelijkheid heb je als bedrijf en door inkoopeisen te stellen heb je invloed op de producenten. Zo kun je wat doen aan duurzaamheid in de keten. Bedrijven kunnen dit vaak beter dan overheden en moeten die verantwoordelijkheid ook nemen. Dezelfde vraag rond duurzaamheid had je ook bij vaste biomassa zoals hout. En nu is dit uitgewerkt in het Green Gold Standard Label en weten we wat duurzaam is en wat niet. Essent heeft hier een voortrekkersrol in gehad. Zonder Essent was de certificering van bio-brandstoffen in Nederland lang niet zo ver geweest. IK DENK DAT HET GOED I S DAT ESSENT VERDER WIL K IJKEN NAAR DUURZAAMHE ID. Het Blok-rapport geeft daarin ook goede stappen aan die verder gaan dan RSPO. Dat Essent nu uit eigen beweging voor de volle 100% duurzame palmolie wil inkopen, lijkt een goed signaal. Maar vergeet niet, er zijn nog geen producenten die daaraan kunnen voldoen. En de vraag naar palmolie is groot. Dus, wil je de producenten meekrijgen dan is het maar de vraag of je dat lukt door in één keer 100% te eisen. Duurzaam produceren kost tijd en vereist samen-werking. Stapsgewijs duurzaam gaan werken heeft misschien wel een groter effect dan nu 100% duurzaam als eis te stellen. Je sluit dan partijen uit die nog in de opstartfase zitten. Je moet bedrijven ook de kans geven om aan de nieuwe eisen te voldoen!”

Joha

nM

aris

Page 60: MVO jaarverslag Essent 2007

06“ESSENT WAS ÉÉN VAN DE EER STEN DIE OP GROTERE SCHAAL BIOMASSA G ING GEBRU IKEN. Eind jaren ’90 begonnen we er mee. En al snel zijn we gaan kijken of de herkomst ook voldeed aan onze duurzaamheidseisen. Daarbij ging het om de kwaliteit van de biobrandstof, maar vooral ook om de vraag of teelt, winning en transport het predikaat duurzaam verdienden. Hiervoor hebben we in 2002 het Essent Green Gold Standard Label opgezet. Dit label is vooral geschikt voor traceerbare vaste biomassa zoals houtresten. Met dit systeem kunnen wij deze biomassa in de hele waardeketen traceren: van de bron tot in de elektriciteitscentrale. Een onafhankelijk inspectiebureau ziet hier op toe en zo weten we altijd zeker dat onze biomassa echt duurzaam is en of de herkomst verantwoord is. ONZE BIOMASSA BESTAAT PR IMAIR U IT RESTSTOFFEN ZOALS SNOE IHOUT, ZAAGSEL EN RESTEN

uit de agrarische productie. Een mooi voorbeeld is de proef die wij recent zijn gestart met koffieschillen, een restproduct uit de teelt van koffie. De eerste Groene Stroom uit koffieschil-len leveren wij in 2008. Het gebruik van reststoffen legt minder druk op andere toepassingen, maar of je van biomassa nu elektriciteit, voedsel, medicijnen of cosmetica maakt, onder alle omstandigheden moet je er op letten dat de biomassa die je invoert en gebruikt elders niet ten koste gaat van de duurzaamheid. En duurzaamheid omvat dan naast ecologische waarborgen als het sparen van oerbos, ook zaken als het respecteren van mensenrechten, geen kinder-arbeid en goede sociale omstandigheden. VOOR PALMOLIE BEGONNEN DEZE VR AAGSTUKKEN NADRUKKELIJK TE SPELEN IN 2006. En je ziet nu dat biobrandstoffen steeds vaker kritisch bekeken worden. Met de elektriciteits-productie uit palmolieproducten zijn wij gestopt toen we op die duurzaamheidsvraag werden aangesproken en naar ons eigen gevoel geen bevredigend antwoord konden geven. Dit ondanks dat we voornamelijk restproducten van de oliepalm gebruikten (vetzuren). Nu zijn wij natuurlijk niet het enige bedrijf dat palmolie toepast en hebben we al in een vroeg stadium aansluiting gezocht bij andere gebruikers in de hoop snel een antwoord te hebben op de vraag hoe duurzaam het gebruik van palmolieproducten nu eigenlijk is. De RSPO (Roundtable on Sustainable Palm Oil) is zo’n koepelorganisatie. Grote verbruikers van plantaardige vetten, zoals Unilever, zijn samen met dit vraagstuk bezig. Essent is ook lid van deze RSPO. Helaas bleek duurzaamheid van palmolie minder eenvoudig aantoonbaar dan gehoopt. Als energie-bedrijf moet je er echter zeker van kunnen zijn dat de geclaimde CO2-besparing niet elders in de keten teniet gedaan wordt. Bijvoorbeeld door boskap of ontginning van veengronden. OM ER SNEL U IT TE KOMEN HEBBEN WIJ IN 2007 ZELF EEN ONDERZOEK LATEN DOEN NAAR DE

vraag of je palmolie kunt certificeren. En dat blijkt te kunnen. Het kost echter nog wel wat tijd.Eind 2007 hebben wij besloten om alleen nog 100% duurzame palmolieproducten te gebrui-ken voor de elektriciteitsproductie. Omdat zulke gecertificeerde palmolie op dit moment nog niet beschikbaar is – producenten moeten zich natuurlijk aanpassen aan de verschillende duurzaamheidcriteria – kopen we dus op dit moment geen palmolieproducten meer in voor onze duurzame elektriciteitsproductie. Eind 2008 verwacht ik dat er wel duurzame palmolie beschikbaar is. ONDERTUSSEN WERKEN WE HARD, SAMEN MET ANDERE ENERG IE- EN HANDELSBEDR IJVEN AAN

het mogelijk maken dat duurzaamheidscriteria ook voor andere biomassastromen toegepast kunnen worden.”

HELMA KIP

JOHAN MARIS

Hel

maK

ip

Page 61: MVO jaarverslag Essent 2007

007“ELK BEDR IJ F DAT B IOMASSA GEBRU IKT MOET Z IJN VER ANTWOORDELIJKHE ID NEMEN, ZEKER bedrijven die meedoen aan de overgang naar een duurzame energievoorziening. Je moet zorgen dat die overgang écht duurzaam is. Biobrandstoffen, zoals palmolie, kunnen een belangrijke rol spelen. De belangrijkste reden voor het gebruik van biobrandstoffen is beper-king van broeikasgasemissie. Maar schade aan het leefmilieu of verdringing van voedsel-productie door het gebruik van biobrandstoffen wordt hierdoor natuurlijk niet gerechtvaar-digd. Een bedrijf dat palmolie voor energieproductie gebruikt moet hier rekening mee houden. En hoewel je misschien niet automatisch de relatie legt, geldt eigenlijk hetzelfde voor andere gebruikers van palmolie. Ook voor producenten van shampoo, cosmetica of voedselvetten geldt dat gebruik van duurzaam geproduceerde grondstoffen gewoon onderdeel van hun verantwoordelijkheid is. BEDR IJVEN MOETEN ZELF INVULLING GEVEN AAN DIE VER ANTWOORDELIJKHE ID. MAAR DE overheid speelt hier natuurlijk ook een rol. Die kan dingen doen die bedrijven niet kunnen. Zo moet je de effecten op de voedselvoorziening op een regionale of wereldschaal bekijken. Een systeem voor de monitoring van biobrandstoffen kan vaststellen wat de consequenties zijn voor de voedselproductie. Zoiets organiseren kan een individueel bedrijf natuurlijk niet. Hier ligt een rol voor de overheid als coördinator. Maar ook om die bedrijven te committeren die zich aan vrijwillige monitoring onttrekken. NEDERLAND HEEFT EEN PROACTI EVE ROL VERVULD IN HET BESTUDEREN VAN CERTI F ICER ING-systemen voor duurzaamheid. We hebben de commissie Cramer gehad die veel gedaan heeft. Maar je moet ook afstemming zoeken met anderen en het niet te ingewikkeld maken. Voorkom dat je straks tien verschillende certificeringssystemen hebt in Europa. Nu al heb je verschillende subsidiesystemen in Europa, maar duurzaamheidcriteria voor biomassa spelen daarin nog geen rol. Bij subsidieverstrekking moet je geen biobrandstoffen op voor-hand uitsluiten. Als je een brede set aan duurzaamheidscriteria hebt, een goed certificerings-systeem en een biobrandstof die een hoge energieopbrengst per beplante hectare geeft, dan moet je er serieus naar kijken. En palmolie is zo’n brandstof met een goede milieupres-tatie – als het zorgvuldig gebeurt. ER WORDT DOOR DE ROUNDTABLE ON SUSTAINABLE PALM OIL (R SPO) GEWERKT AAN DE duurzaamheidswaarborg van palmolie. Maar het advies in ons rapport gaat iets verder. Zo moet je de CO2-balans ook meenemen: er moet netto een duidelijke reductie van de uit-stoot van broeikasgassen zijn. Ook moet je waarborgen dat met extra vraag naar palmolie geen extra kap van tropisch regenwoud ontstaat voor nieuwe plantages. Dit is natuurlijk een lastig punt om te traceren. In gesprek blijven met je handelspartners is cruciaal. Je kunt braakliggend land gebruiken om de productie te verhogen of de productiviteit op bestaande plantages verbeteren. Met deze laatste twee is nog veel te winnen. Wij hebben Essent dan ook geadviseerd om dit te bevorderen. DE STAPPEN DIE ESSENT NU NEEMT DOOR GELIJK 100% DUURZAME PALMOLIE TE K I EZEN, begrijp ik goed vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid en publicitaire achtergrond. Maar ook een stapsgewijze groei naar duurzame palmolie was acceptabel geweest. De over-weging was dat er nog nauwelijks duurzaam gecertificeerde palmolie op de markt is en je toch op de markt actief moet zijn om je invloed te doen gelden.”

NICO ROOZEN

KORNELIS BLOKK

orne

lisB

lok

Page 62: MVO jaarverslag Essent 2007

08

Mark

tspele

r/Pro

fi t

“ALS EEN BEDR IJ F MAATSCHAPPELIJKE VER ANTWOORDELIJKHE ID CLAIMT MET BETREKKING TOT

bijvoorbeeld de duurzaamheid van een product, moet dat een legitieme claim zijn die draag-vlak heeft in de samenleving. Dat betekent een onafhankelijke normstelling, resulterend in een goed gedefinieerde code. Vervolgens moet je zorgen voor transparantie in alle processen in de keten, zodanig dat een onafhankelijke derde partij een en ander kan toetsen.Van een onafhankelijke normstelling is sprake als een code wordt ontwikkeld in een dialoog met alle betrokken stakeholders (producenten, afnemers, maatschappelijke organisaties en eventueel de overheid). SOMS KAN HET NODIG ZIJN DAT EEN BEDR IJ F EEN VOORLOPER SROL VERVULT, ZOALS ESSENT

dat deed met de introductie van de Essent Green Gold Standard (EGGS) voor vaste biomassa. Op het moment dat Essent vaste biomassa wilde gaan gebruiken was er namelijk nog geen certificering en heeft ze haar nek uitgestoken door een eigen standaard te ontwikkelen. Dat is een voortrekkersrol. Prima, maar het streven moet zijn om de eigen standaard open te stellen voor anderen én mee te praten over de uiteindelijke integratie van de standaard in een nieuwe (inter)nationale code. Ik vind het positief dat Essent ook op die manier omgaat met de EGGS en hopelijk kan de EGGS over een aantal jaar worden geïntegreerd in een algemeen geaccep-teerde code. EEN GOED VOORBEELD VAN HOE NAAR ONZE MEN ING EEN CERTI F ICER ING TOT STAND ZOU

moeten komen is de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO), waar Essent actief aan deelneemt, samen met andere afnemers en producenten van palmolie en NGO’s. WAT BELANGR IJK I S IN HET SAMENSPEL TUSSEN DE VER SCH ILLENDE STAKEHOLDER S I S DAT

zij elkaar serieus nemen en begrip hebben voor elkaars positie. Bedrijven moeten niet aan window dressing doen met duurzaamheid en maatschappelijke organisaties moeten zich realiseren dat een code ook bedrijfsmatig inpasbaar moet zijn. Het eerste doel van een bedrijf is rendement om de eigen continuïteit te waarborgen. Solidaridad respecteert dat, maar handelt tegelijkertijd vanuit het principe dat het begrip ‘rendement’ meer omvat dan alleen financiële aspecten; wij spreken liever over maatschappelijk rendement waarbij ook gekeken wordt naar de werkelijke sociale en ecologische kosten. De kunst is dus om te certificeren tegen de laagst mogelijke systeemkosten en de hoogst mogelijke maatschappelijke winst. IK V IND DE SAMENWERKING TUSSEN ESSENT EN SOLIDAR IDAD ZEER CONSTRUCTI EF,bijvoorbeeld op het gebied van de inzet door Essent van koffieschillen uit Brazilië: we hebben gezamenlijk de norm gesteld en Solidaridad heeft ervoor gezorgd dat Essent een inkoopkans kreeg die ook op een eerlijke manier ten goede komt aan de lokale producenten.”

Nic

oR

ooze

n

Page 63: MVO jaarverslag Essent 2007

0

directeur Solidaridad

Utrecht

Nico Roozen

voorzitter Commissie Blok en

hoogleraar Natuurwetenschappen en Samenleving

Universiteit Utrecht

Kornelis Blok

Page 64: MVO jaarverslag Essent 2007

06Essent als werkgever

betrokken medewerkers

MVO hoog in je vaandel? Dan zet je ook je medewerkers

centraal. Dat is domweg de consequentie. Niet alleen omdat

medewerkers recht hebben op goede arbeidsomstandig-

heden, op werkplezier en ontplooiingskansen. Niet alleen

omdat je buiten de deur geloofwaardiger bent als je thuis de

zaken op orde hebt. Maar zeker ook omdat MVO gemaakt

moet worden door de mensen – People – van het bedrijf.

De ruim 10.000 medewerkers van Essent in Nederland,

Duitsland en België vormen even zovele potentiële ambas-

sadeurs. En met hun gezinnen, familieleden en vriendenkrin-

gen erbij spreken we over veel meer mogelijke supporters

dan er opgeteld in de Rotterdamse Kuip, de Amsterdam

Arena en het Arnhemse Gelredome passen.

Die kans willen we benutten en dat kan alleen met betrokken

medewerkers die achter Essent staan: op het werk, op straat,

in het buurtcafé, op feestjes of waar ook maar in de samen-

leving.

Betrokkenheid heeft te maken met de kwaliteit van het werk,

met ontwikkelingskansen, met de stijl van leidinggeven,

met de manier van belonen en met een goede en veilige

werkomgeving. Van jaar tot jaar boekt Essent op dit gebied

vooruitgang en volgens het laatste onderzoek naar de mede-

werkersbetrokkenheid van eind 2007 zitten we nu boven het

Nederlandse gemiddelde. Achterover leunen is er echter niet

bij als je een topbedrijf wilt worden.

meer diversiteit gewenst

Om een stem te hebben in de vele geledingen van de samen-

leving, moeten wij als organisatie een afspiegeling vormen

van die samenleving.

Helaas is dat op dit moment nog niet voldoende het geval.

Essent wil meer jongeren, meer mensen van buitenlandse

afkomst en meer vrouwen. Dus meer diversiteit.

De diversiteit is in ontwikkeling. Dat wel. Stap voor stap naar

een betere balans. Eerst richten we ons op de vrouwen.

We hebben gemerkt dat het niet vanzelf gaat. Doelgericht

proberen we daarom meer vrouwen aan te trekken en boven-

dien meer vrouwen op leidinggevende posities te krijgen.

Ook op de hoogste posities.

Natuurlijk blijven we bezig met het werven en vasthou-

den van goedgeschoolde technische medewerkers en

IT-mensen. Vanzelfsprekend gaan we gewoon door met

talent ontwikkeling en opleidingen. En met de zorg voor een

gezonde en veilige werkomgeving.

Maar om echte stappen voorwaarts te zetten, moet je ook

speerpunten hebben. Diversiteit is hier één van. Bij de mo-

gelijkheden, maar ook bij de obstakels – intern en extern –

staan we in dit hoofdstuk in het bijzonder stil.

DIVERSITEIT in

ontwikkeling

50 Essent N.V. MVO Verslag 2007

www.essent .eu

Page 65: MVO jaarverslag Essent 2007

www.essent .eu

eerst een paar cijfers op een rij

Bij Essent werken in totaal 10.223 mensen (FTe’s, exclusief

Essent Kabelcom).

Essent komt voort uit een groot aantal gemeentelijke en

provinciale nutsbedrijven in het noorden, het oosten en het

zuiden van Nederland. Dat is nog steeds te zien aan onze

vestigingen en aan de woonplaatsen van een groot deel van

de medewerkers. Maar inmiddels is heel Nederland ons

werkgebied geworden en zijn we ook actief in Duitsland,

België en – sinds 2007 – ook in Zwitserland.

De vijf grootste vestigingsplaatsen zijn Den Bosch (2.577),

Zwolle (724), Groningen (620), Geertruidenberg (380)

en Roermond (365). In Arnhem op het hoofdkantoor werken

294 mensen. De medewerkers van Essent wonen zeer ver-

spreid over Nederland. Zo’n 68% van de medewerkers woont

niet in de plaats waar hij of zij werkt.

hoeveel er kwamen en gingen

In 2007 bedroeg de instroom aan eigen personeel 11,3%.

In 2006 was het 13%. Deze lichte afname is voor een deel het

gevolg van de vacaturestop die voor bepaalde functiegebie-

den werd ingesteld ten tijde van het fusieoverleg met Nuon.

De uitstroom bedroeg 6,3% in 2007 tegen 5,4% in 2006.

De lichte stijging is vooral veroorzaakt door medewerkers die

op eigen verzoek vertrokken. Voor sommigen van hen gold

dat ze een fusie met Nuon – met een te verwachten reor-

ganisatie en verschuiving van standplaatsen – niet wilden

afwachten en ervoor kozen hun carrière buiten Essent voort

te zetten.

gemiddelde leeftijd

In 2007 is de gemiddelde leeftijd van Essent-medewerkers

licht gestegen naar 41 jaar. In 2006 was het 40 jaar. Ter ver-

gelijking: de gemiddelde leeftijd van de werkende beroeps-

bevolking in Nederland is 39 jaar (CPB, 2002).

Binnen Essent zijn er overigens grote verschillen in gemid-

delde leeftijd tussen de verschillende business units. Zo ligt

deze bij Productie op 47 jaar, maar bij Service & Verkoop en

Essent Trading op 35 jaar.

loyaliteit

De gemiddelde diensttijd van medewerkers binnen Essent

is hoog, namelijk 14,5 jaar. Van alle medewerkers werkt 25%

zelfs langer dan 25 jaar bij Essent. Essent ligt hiermee ruim

boven het landelijke gemiddelde van 9 jaar (CBS, 2001).

diversiteit

Het aantal vrouwelijke medewerkers bij Essent is gemiddeld

27%. Per business unit lopen de percentages echter sterk

uiteen. De technisch georiënteerde business units zijn tra-

Grootste vestigingsplaatsen

van Essent in Nederland,

met aantallen medewerkers

51 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als werkgever › Diversiteit in ontwikkeling

Provinciale aandeelhouders Essent

Groningen 620

Wijster 288

Zwolle 724

Hengelo OV 236

Arnhem 294

’s-Hertogenbosch 2.577

Geertruidenberg 380

Weert 362

Roermond 365

Landgraaf 207

Page 66: MVO jaarverslag Essent 2007

52 Essent N.V. MVO Verslag 2007

10.010

1.412

404

43

65

612

209

2.348

331

25

3.951

610

Diversiteit mannen en vrouwen binnen Essent in 2007

Hoofdkantoor

Stafdiensten/Essent Support Group

Business Development

Projecten

Productie

Essent Trading

Service & Verkoop

Toegevoegde Waarde Diensten

Deutsche Essent

Netwerk

Milieu

Totaal Essent

www.essent .eu

ditioneel een mannenwereld en zitten ver onder het gemid-

delde (Productie 4%, Netwerk 17%). Het meer administratief

en commercieel gerichte Service & Verkoop heeft juist een

bovengemiddeld aantal vrouwen in dienst (52%). Het aantal

vrouwen in leidinggevende functies bij Essent is 14%.

Vrouwen zijn bij Essent het sterkst vertegenwoordigd in de

leeftijdscategorie tot 30 jaar. In de groep van 20 tot 25 jaar

vormen ze zelfs een meerderheid. Boven de dertig neemt het

aantal vrouwen geleidelijk af tot een enkeling in de leef-

tijdscategorie 55 jaar en ouder. Slechts 12% van de mannen

werkt parttime. Bij de vrouwen is dit 46%.

vast of tijdelijk

Van de categorie eigen personeel heeft 90% een contract

voor onbepaalde tijd. In 2007 maakten 42 medewerkers

gebruik van een werkervaringsplaats (WEP) en er waren

131 stagiaires.

ziekteverzuim

In 2007 bedroeg het gemiddelde ziekteverzuim bij ons 4,3%.

Vorig jaar was het 4,2%. Helaas een lichte stijging, maar te

gering om een oorzaak te kunnen benoemen. Het ziekte-

verzuim bij Essent ligt overigens lager dan het gemiddelde in

de energiesector (4,9% - CBS, 2004).

klachten en kwesties

In 2007 kwamen er 15 meldingen binnen bij de vertrou-

wenspersonen. Daarvan zijn er 4 behandeld in de Klachten-

commissie. Van deze werd één niet ontvankelijk verklaard.

In alle gevallen deed de Klachtencommissie uitspraak.

Dat gold ook voor een zaak die al was gestart in 2006,

zodat de Klachtencommissie in totaal vijf zaken behandelde.

onderscheiden werkgever

Een schouderklopje zo nu en dan is prettig. Essent doet er

alles aan een aantrekkelijke werkgever te zijn en dat valt op.

Zo eindigde ons management traineeship, dat op de arbeids-

markt zeer populair is, als tweede bij de verkiezing van

het Best Traineeship 2007. Bij het jaarlijkse onderzoek van

Intermediair naar de beste werkgevers van Nederland kwam

Essent terecht in de top 20 werkgevers met een 16e plaats

voor onze arbeidsvoorwaarden. Bij de verkiezing van NRC

Handelsblad werden wij uitgeroepen tot Topwerkgever 2008.

En onze IT-afdeling kreeg van onderzoeksbureau CRF het

keurmerk TOP ICT werkgever 2007.

Natuurlijk zijn we er trots op. Het is mooi en het is vooral ook

nuttig, want op de arbeidsmarkt heerst de ‘War for Talent’.

De arbeidsmarkt ontwikkelt zich zo dat er steeds meer

schaarste ontstaat aan specifi eke groepen medewerkers,

vooral technisch personeel. Daarom krijgt de afstemming

tussen vraag en aanbod en de benodigde kwaliteit bij

ons veel aandacht. Om goed gekwalifi ceerde mensen te

krijgen en ze te behouden. Om jonge mensen voor ons te

interesseren. Om meer vrouwen binnen te krijgen.

We mogen niet voldaan achterover leunen na die schouder-

klopjes. Dagelijks onderhoud van je imago op de arbeids-

markt is noodzakelijk. Nog beter bekend staan, je onder-

scheiden van anderen en zelfbewust naar buiten treden.

Page 67: MVO jaarverslag Essent 2007

53 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als werkgever › Diversiteit in ontwikkeling

www.essent .eu

GEZOND EN VE IL IG WERKEN

veiligheid voor alles

De gedragscode van Essent zegt het duidelijk: “Wij zorgen

voor een gezonde en veilige werkomgeving”. Er staat niet dat

Essent er wel voor zal zorgen. Nee, wij zorgen voor….

Wij van Essent. Met z’n allen. Want het is een gezamenlijke

verantwoordelijkheid. Natuurlijk formuleert de Raad van

Bestuur het beleid. En natuurlijk moet het management strikt

toezien op de uitvoering. Maar alleen als wij ons met z’n allen

aan de afspraken houden en oplettend blijven – onderweg

naar kantoor, tijdens het werk en op de terugweg naar

huis – komt er van dat beleid iets terecht.

Dit zogeheten HSE-beleid (Health, Safety & Environment)

kent een missie die dat helemaal onderschrijft: “Iedere

medewerker komt ’s avonds gezond en veilig thuis”.

Essent kan er met goed beleid veel aan bijdragen, maar de

medewerker zit nu eenmaal zelf achter het stuur in de avond-

fi le of rent op een druk station de trap af. En overdag helpt

een veiligheidshelm alleen als je hem opzet.

Een succesvol HSE-beleid is dan ook een gezamenlijke ver-

antwoordelijkheid van de bedrijfsleiding én alle individuele

werknemers, ongeacht hun plaats in de organisatie.

Onze doelstelling daarbij is eigenlijk heel simpel: geen

bedrijfsongevallen. Die ambitie willen we verwezenlijken

door een top-energiebedrijf te worden op het gebied

van veiligheid.

Een bijkomend voordeel van een goed uitgevoerd HSE-

beleid is dat het werk beter en effectiever gedaan wordt.

Het levert meer op en dat is ook goed voor Essent en de

medewerkers.

wij laten ons de maat nemen

Eind 2008 willen we tot de best presterende energiebedrijven

in Noordwest-Europa behoren met een DART-score van 0,80.

Een in 2007 extern (Det Norske Veritas) uitgevoerde Euro-

pese veiligheidsbenchmark toont ons dat wij op de goede

weg zijn.

Over het jaar 2007 komt onze DART-score (berekend over

ca. 31 miljoen gewerkte uren) uit op 0,97. Dit is inclusief de

uren die aannemers voor Essent hebben gewerkt. Aan dat

laatste is veel aandacht besteed, omdat de veiligheidspres-

taties van de aannemers in 2006 achterbleven bij die van

Essent.

De doelstelling voor 2007 was een DART-score van 1,0.

Evenals in 2006 scoorde Essent beter dan de doelstelling.

En evenals in 2006 waren er in 2007 gelukkig geen dodelijke

bedrijfsongevallen.

De DART-score uitgelegd DART-score = (aantal DART-gevallen : totaal aantal gewerkte uren) x 200.000

Veiligheidsregistratie binnen Essent komt tot uitdrukking in de DART-score. DART is een afkorting van Days Away, Restricted or Transferred, dus

het aantal ongevallen met als gevolg verzuim of aangepast werk per 200.000 gewerkte uren. Deze uren hebben betrekking op Essents eigen per-

soneel en personeel dat werkt in onze opdracht, zoals aannemers. De defi nitie is opgesteld door de Amerikaanse Occupational Safety and Health

Administration (OSHA). Voor ongevallenregistratie en veiligheidsmanagement is de internationaal meest geaccepteerde standaard OHSAS 18001

als basis gekozen. Door deze methode te hanteren worden de veiligheidsprestaties van Essent vergelijkbaar met die van andere bedrijven. Tevens

worden op basis van de DART-score doelen geformuleerd voor de verantwoordelijke bestuurders en operationeel verantwoordelijke directies

binnen Essent. Naast de DART-score worden ook gegevens bijgehouden die inzicht geven in andere incidenten en ongevallen (zoals eerste hulp

behandeling zonder ernstige consequenties) en geconstateerde onveilige situaties en handelingen.

Page 68: MVO jaarverslag Essent 2007

54

www.essent .eu

Essent N.V. MVO Verslag 2007

waterstaat, de lokale en regionale overheden en werkgevers-

organisaties de handen ineen geslagen om oplossingen te

vinden voor het dichtslibben van de A2. Het doel is de bereik-

baarheid van de regio te verbeteren.

Veiligheidkits

Voor alle lease-auto’s stellen we vanaf 2007 standaard veilig-

heidskits ter beschikking.

Alcohol- en drugsbeleid

Per 1 mei 2007 is onze gedragscode voor alcohol- en drugs-

gebruik van kracht. Naast strikte spelregels leggen we veel

verantwoordelijkheid bij de individuele medewerkers. Het

gaat daarbij om het eigen gedrag, maar ook om het aanspre-

ken van anderen op hun gedrag.

WAT DE MEDEWERKERS V INDENVAN ESSENT

jaarlijks onderzoek

Sinds 2003 doen wij jaarlijks een medewerkersonderzoek,

daarbij geholpen door het gespecialiseerde bureau Towers-

Perrin-ISR. De medewerkers krijgen zo’n 100 vragen voor-

OPVALLEND IN 2007

HSE Award

Om het veiligheidsbewustzijn binnen Essent te stimuleren

hebben we in 2006 de HSE Award ingesteld. Er is een cheque

van EUR 5.000 aan verbonden, te besteden aan een goed

doel. In 2007 ging de HSE Award naar de business unit

Productie, die een nieuwe risicoanalyse heeft geïntrodu-

ceerd bij het opstarten van centrales.

Campagne HSE en Mobiliteit

Deze doorlopende campagne moet leiden tot minder verga-

deren, minder reizen, meer gebruik van het openbaar vervoer

en veilig autorijden.

Pilotproject ‘band op spanning’

Om ons te realiseren: met een te lage bandenspanning ver-

bruiken we 2 tot 5% meer brandstof, hebben we een hoger

risico op ongevallen en meer bandenslijtage.

Winterbanden

Alle medewerkers kregen de mogelijkheid om met korting

winterbanden te bestellen voor hun privé-auto’s. Ons wa-

genpark (inclusief lease-auto’s) was al eerder voorzien van

winterbanden.

Project Rijksweg A2 Den Bosch

De 15 grootste bedrijven in de regio Den Bosch, waaronder

Essent, hebben samen met de Kamer van Koophandel, Rijks-

Michiel Boersma, voorzitter van de Raad van Bestuur,

reikt aan het winnende team van de business unit

Productie de HSE Award 2007 uit. De EUR 5.000 werd

besteed aan de restauratie van de St. Bavokerk

in Raamsdonk.

Page 69: MVO jaarverslag Essent 2007

55

www.essent .eu

Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als werkgever › Diversiteit in ontwikkeling

gelegd op het gebied van visie en managementstijl, betrok-

kenheid, communicatie, toekomstverwachtingen, salaris en

arbeidsvoorwaarden, samenwerking, etc.

Vanaf het begin was de deelname groot. Altijd meer dan 70%.

In 2007 reageerde 77% van de medewerkers.

In de uitkomsten zien we, sinds 2003, dat de medewerkers

van jaar tot jaar positiever over Essent zijn gaan denken.

Dit jaar ligt de score, bij alle onderwerpen, voor het eerst

op of boven de Nederlandse Nationale Norm (gemiddelde

jaarlijkse score in Nederland).

Met uitzondering van de business units Toegevoegde Waar-

de Diensten en Essent Trading hebben alle bedrijfsonderde-

len zich behoorlijk verbeterd in vergelijking met vorig jaar.

Beide met name genoemde business units hebben te maken

met grote organisatorische wijzigingen, die van invloed zijn

op de beleving van hun medewerkers.

Ook Deutsche Essent en Essent België doen het erg goed.

Daarom gaan we volgend jaar de meetlat hoger leggen.

We richten ons dan niet langer op de Nationale Norm, maar

op de zogenaamde Nederlandse Topbedrijven Norm. Essent

wil immers een topbedrijf zijn.

De uitkomsten van het onderzoek in 2007 geven helder aan

waar verbetering nodig is om hoog te scoren in de Top-

bedrijven Norm. Het gaat daarbij om onderwerpen als

betrokkenheid, visie, managementstijl, imago, vertrouwen en

integriteit.

De uitkomsten van ieder onderzoek worden gebruikt om

doelen te stellen voor het jaar erna. In 2007 was dat voor heel

Essent het verbeteren van de ontwikkelingsmogelijk heden

voor medewerkers (opleiding en training).

DE MEDEZEGGENSCHAP

constructief aanschuiven

Meedenken en meepraten om de belangen van het per-

soneel en de organisatie te behartigen, dat is medezeggen-

schap binnen Essent. Intensief betrokken bij alle belangrijke

ontwikkelingen waar Essent mee te maken heeft en dat met

open vizier en een constructieve instelling.

Het belangrijkste onderwerp in 2007 was natuurlijk de

splitsing, het voornemen van de minister van Economische

Zaken om de netwerken af te splitsen van de energie-

bedrijven. Met de centrale ondernemingsraad (COR) is vaak

en veel van gedachten gewisseld over deze dreiging en de

gevolgen ervan voor de energiesector in het algemeen en

Essent in het bijzonder. De COR heeft in het verzet tegen

de splitsing een eigen verantwoordelijkheid genomen en

in LME-verband (Landelijk Medezeggenschapsplatform

Energiedistributiebedrijven) campagne gevoerd tegen de

plannen van de minister.

Jammer genoeg hebben we met elkaar de splitsing van

Essent niet kunnen voorkomen.

In 2008 praten we verder over dit onderwerp, want dan staat

de voorbereiding van de splitsing op de agenda. En dat is

een ingrijpende operatie.

veel overleg dit jaar

Begin 2007 is de mogelijke overname van het energiebedrijf

Westland Energie Services BV aan de medezeggenschap

voorgelegd. De COR adviseerde hierover positief.

In dezelfde periode werd de voorgenomen fusie met Nuon

bekendgemaakt en een adviesaanvraag hierover bij de COR

ingediend. Tot het moment van afbreken van de onderhande-

lingen met Nuon is er veel en intensief overleg geweest met

de gehele medezeggenschap van Essent.

Andere onderwerpen van overleg met de COR waren het

HSE-beleid, de ondernemingsstrategie, de (gedeeltelijke)

verplaatsing van de activiteiten van business unit Essent

Trading naar Genève, de herstructurering van business unit

Service & Verkoop en de verkoop van het bedrijfsonderdeel

Essent Domestiq Services BV.

Page 70: MVO jaarverslag Essent 2007

06www.essent .eu

Page 71: MVO jaarverslag Essent 2007

DILEMMA [ 6:1 ]

[ 56/57 ]

Werkgever/People

De vrouwelijke leiders zijn sterk

ondervertegenwoordigd bij Essent.

Hoe worden wij een betere afspiegeling

van de samenleving waaraan wij

energie leveren?

Maar nu ons dilemma als werkgever:

Page 72: MVO jaarverslag Essent 2007

58 Essent N.V. MVO Verslag 2007

traditie is hardnekkig

De Nederlandse energiesector is meer dan anderhalve eeuw

een bolwerk van blanke mannen geweest. Op zichzelf wel

verklaarbaar. Toen de energiebedrijven ontstonden halver-

wege de negentiende eeuw was een werkende vrouw –

anders dan schoonmaakster – nauwelijks voorstelbaar.

Door de absolute dominantie van de techniek – die voort-

duurde tot de contouren van de vrije energiemarkt zichtbaar

werden – bleven het ook al die jaren de mannen die in aan-

merking kwamen voor een baan. Vrouwen zaten immers niet

in de techniek.

Het management en de directie van een energiebedrijf

bestond steevast uit technici. Het waren de ingenieurs die de

dienst uitmaakten. Ook als het om functies ging waar geen

specifi eke technische kennis voor nodig was. De leiders

waren ingenieur, dat was de regel. En die ingenieurs waren

mannen. Mannen die de functies onder hen ook het liefst

weer opvulden met technici. Middelbaar geschoolde techni-

ci. Mannen. En daaronder de jongens van de ambachtschool.

Een tikkeltje gechargeerd misschien. Maar zo was het wel

ongeveer. Essent kent – in haar voorgangers – een soortgelij-

ke geschiedenis. Geen wonder dat anderhalve eeuw traditie

z’n sporen naliet.

Van de medewerkers van Essent is 27% vrouw. In leiding-

gevende posities is dit 14% en in (al dan niet leidinggevende)

topfuncties 12,5%.

In vergelijking met Nederlandse bedrijven in andere sectoren

is dat laag. Vedior zit bijvoorbeeld op 58%, Wolters Kluwer op

44%, Fortis op 30% en KPN op 20%. Nederland bevindt zich

op dit gebied overigens zelf ook weer in de achterhoede met

gemiddeld 7% vrouwen in de top van bedrijven. Landen als

Noorwegen (32%), Zweden (24%), Bulgarije (21%) en Let-

land (21%) staan er echt beter voor.

Allemaal goed en wel, maar hoe noodzakelijk is een verande-

ring voor ons?

diversiteit dringend gewenst

Vast staat dat diversiteit de ondernemingszin versterkt en

zorgt voor betere besluiten en resultaten. Ook wordt het

inspelen op klantenwensen verbeterd en de kans vergroot op

het aantrekken en behouden van talentvolle medewerkers.

Hoe komt dat?

beter rendement, betere werksfeer

Vrouwelijke inbreng zorgt voor beter afgewogen, evenwich-

tiger besluiten en voor een betere werksfeer. Vrouwelijke

eigenschappen als goed kunnen luisteren, anderen moti-

veren en niet teveel risico’s nemen vormen een wenselijk

tegenwicht tegen mannelijke eigenschappen als dominant,

competitief en op handelen gericht.

Ruim de helft van de hoger opgeleiden is bovendien vrouw

en dat zal in de toekomst nog toenemen. Die vrouwen halen

gemiddeld betere studieresultaten dan mannen. Met meer

diversiteit krijgen we dus ook meer talent binnen.

Uit verschillende studies en resultaatanalyses blijkt ver-

der dat bedrijven met vrouwen in de top aanzienlijk betere

resultaten hebben dan bedrijven met alleen mannen in de

bestuurs kamer.

Voor Essent gelden overigens nog twee extra redenen om

meer vrouwen binnen het bedrijf te halen.

In het merendeel van de huishoudens is het de vrouw die de

energieleverancier kiest. Meer vrouwen binnen Essent zorgt

voor een vrouwelijk perspectief, waardoor de vrouwelijke

consument zich beter herkent in het aanbod van Essent.

Met meer vrouwen binnen Essent zijn we ook een betere

afspiegeling van de samenleving, waardoor we meer suppor-

ters hebben in die samenleving voor onze inspanningen op

weg naar duurzaamheid en sneller een goede balans berei-

www.essent .eu

Page 73: MVO jaarverslag Essent 2007

59 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als werkgever › Diversiteit in ontwikkeling

ken tussen People, Planet, Profi t en Power.

Bovendien wordt het er leuker van. Spannender.

Al met al zou je zeggen: onmiddellijk doen!

een fl inke uitdaging

Het vergroten van de diversiteit is geen kwestie van alleen

even een directiebesluit nemen. Dat directiebesluit is ove-

rigens wel de eerste stap. De top van het bedrijf moet het

willen en die boodschap ook actief uitdragen.

Vervolgens is er een cultuuromslag nodig. Diversiteit moet

ondernemingsbreed gaan leven. Leidinggevenden moeten

ermee aan de slag en ruimte creëren voor de verschillen

tussen vrouwen en mannen. Voor de verschillen in houding

en gedrag, maar ook voor de verschillen in rolopvatting in het

privéleven. En voor het gegeven dat vrouwen in veel gevallen

ook moeder zijn of willen worden.

Dat vraagt om een breed scala aan veranderingen van vaste

gewoontes en voorzieningen. En dat kost tijd en goede wil.

een speciale taskforce

Om de vaart erin te brengen en te houden heeft de Raad van

Bestuur, op voorstel van het interne vrouwennetwerk

Women’s Energy (WE) een taskforce ingesteld. Deze task-

force moet enthousiasmeren, heldere objectieve doelen

stellen en structurele maatregelen formuleren.

De taskforce, die een brede afspiegeling vormt van het

management inclusief de Raad van Bestuur, begint met het

opstellen van het diversiviteitsbeleid en daaraan gekoppelde

meetbare doelstellingen. Te denken valt aan zaken als: de

uitstroom van het vrouwelijk management mag niet hoger

zijn dan van het mannelijk managent en over 3 tot 5 jaar moet

20% van de top 100 binnen Essent vrouw zijn.

het mag ook leuk zijn

We willen leren van succesvolle maatregelen die andere

bedrijven namen om die cultuuromslag te stimuleren. Het

in 2006 gestarte vrouwennetwerk Women’s Energy zal een

belangrijke rol spelen bij het uitbouwen van het aandeel

vrouwen. Verder moeten we denken aan gedragstrainingen

voor het management en het aanpassen van de arbeids-

marktcommunicatie. Ook het creëren van een sense of

urgency door de inzet van ambassadeurs en de organisatie

van themadagen is erg belangrijk.

Het gaat er van komen. Meer vrouwen binnen Essent.

Niet met lange halen en snel thuis, maar met structurele

aandacht.

Gezien onze traditie is het geen fl uitje van een cent, maar

vast wel een aantrekkelijk, charmant, intelligent en verras-

send traject.

Veelzijdig en veelkleurig.

Page 74: MVO jaarverslag Essent 2007

2007

2006

2005

2004

Communicatie

2007

2006

2005

2004

Rol-ondersteuning

2007

2006

2005

2004

Vertrouwen &Integriteit

2007

2006

2005

2004

Klant & Resultaat-gerichtheid

2007

2006

2005

2004

2007

2006

2005

2004

Toekomst-verwachtingen

2007

2006

2005

2004

Salaris & Secundaire Arbeidsvoorwaarden

Visie &Managementstijl

> Essent Medewerkers Onderzoek

Werkgever/People

Ontwikkeling gemeten

Verbetering score

ten opzichte van score voorgaande jaar

Gelijke score

ten opzichte van score voorgaande jaar

Page 75: MVO jaarverslag Essent 2007

2007

2006

2005

2004

Medewerkers-tevredenheid

2007

2006

2005

2004

Werkdruk &Balans Werk-Privé

2007

2006

2005

2004

Ontwikkeling

2007

2006

2005

2004

Imago

2007

2006

2005

2004

2007

2006

2005

2004

2007

2006

2005

2004

2007

2006

2005

2004

Veiligheid &Arbeids-omstandigheden

Beoordelings-proces

Lokaal leiderschapSamenwerking

Essent houdt sinds 2003 jaar-

lijks het Essent Medewerkers

Onderzoek (EMO). Hiermee

wordt periodiek de thermome-

ter in de organisatie gehouden

om te werken aan verbeterin-

gen. Naast de eigen scores over

de jaren heen vergelijkt Essent

zich ook met de Nationale

Norm; de gemiddelde prestatie

van 50 Nederlandse bedrijven.

Dankzij alle verbeteracties uit

de voorgaande jaren scoort

Essent voor het eerst sinds 2003

over nagenoeg de gehele linie

boven de Nationale Norm. Nu

kan Essent zich richten op de

Topbedrijven Norm. Op alle

onderzochte items in het EMO

doet Essent het beter dan het

landelijk gemiddelde. Daarmee

klimt Essent gestaag richting

de status van top performer.

IRS-Nederlandse Nationale Norm

Gedaalde score

ten opzichte van score voorgaande jaar

Page 76: MVO jaarverslag Essent 2007

Werkgever/People

Interviews

programmamanager business unit Service & Verkoop

en lid van Women’s Energy, Essent N.V.

Arnhem

Marie-Christine Osterop

auteur ‘Stratego voor Vrouwen’

directeur In Touch Women Resource Management B.V.

Limmen

Monic Bührs

Page 77: MVO jaarverslag Essent 2007

109“WAAROM BLIJ FT HET AANDEEL VROUWEN OP HOGERE POS ITI ES IN NEDERLAND LAAG?Deels hangt dit samen met de Nederlandse cultuur waarin vrouwen die carrière willenmaken – zeker als ze kinderen hebben – worden veroordeeld door andere vrouwen, vaak resulterend in schuldgevoel. Deels is het een luxe-probleem: voor veel vrouwen bestaatniet de financiële noodzaak om zelf zoveel mogelijk geld te verdienen.Een ander belangrijk element is dat vrouwen niet genoeg keuzes maken: je kunt niet alles hebben, dus wie bewust kiest voor een carrière moet zich realiseren dat deze keus conse-quenties heeft op andere vlakken, zoals het privé-leven.Vrouwen hechten er ook meer waarde aan dan mannen dat werk ‘leuk’ moet zijn en richten zich daarom vaak op de inhoud van een functie en maken meer zijstappen. Dit terwijl succes-volle mannen vaak een meer logische verticale lijn volgen in hun carrière. Omdat mannen nog steeds de macht hebben, is er bij sollicitaties niet altijd begrip voor een cv met de nodige zijstappen. Het feit dat vrouwen het tijdens sollicitatiegesprekken veelal moeilijk vinden voor zichzelf te onderhandelen over salaris is ook zo’n punt: mannelijke gesprekspartners kunnen de indruk overhouden dat zo’n vrouw in het zakelijk verkeer evenmin goed in onderhandelen zal zijn. TEVENS SPEELT MEE DAT ORGAN ISATI ES WEL ZÉGGEN DAT ZE HET BELANG ONDERKENNEN

van ‘vrouwelijke’ competenties als communicatie, inlevingsvermogen en relationele vaardig-heden, maar als een vrouw dergelijke competenties ten toon spreidt wordt dat niet gezien als een kwaliteit, maar als een vanzelfsprekendheid. Een voorbeeld: als een mannelijke manager een kaartje stuurt naar een zieke medewerker wordt dat ervaren als attent, van een vrouwe-lijke manager wordt het verwacht. TENSLOTTE Z IJN VROUWEN OVER HET ALGEMEEN MINDER GOED IN HET ONDERKENNEN VAN

en omgaan met de (ongeschreven) regels die binnen een organisatie gelden. Het leren spelen van het spel is echter een wezenlijke competentie, die vrouwen met ambitie zich eigen zouden moeten maken. Of het nu gaat om netwerken of om jezelf stevig profileren.Natuurlijk kunnen regels in de tijd ook veranderen, maar ik denk dat er minimaal 25% vrouwen op topfuncties moeten zitten, voordat zij genoeg massa hebben om effectief de spelregels te beïnvloeden. ER Z IJN DUS VEEL ‘SOFTE’ FACTOREN DIE EEN ROL SPELEN BIJ DIT THEMA EN WAAR AANDACHT

aan moet worden besteed. Dat maakt het ook zo’n hardnekkig probleem. HET I S EEN GOEDE ZAAK DAT ER BINNEN ESSENT S INDS 2006 EEN – DOOR DE TOP SER I EUS

genomen – vrouwennetwerk actief is dat zich richt op vergroting van diversiteit. Ook het feit dat Essent vanaf 2008 een strategisch diversiteitsbeleid gaat voeren vind ik positief.De praktijk bij andere organisaties die al veel zaken voor vrouwen faciliteren leert echter dat vrouwen het uiteindelijk wel zelf moeten doen. IK ZEG DAN OOK VAAK: VROUWEN, STOP MET ZEUREN EN BEG IN MET KEUZES TE MAKEN.Leer de spelregels en speel het spel, dan wordt het leuk! “W

erk

gever/

People

Mon

icB

ührs

Page 78: MVO jaarverslag Essent 2007

10“IK V IND HET BELANGR IJK DAT EEN TEAM ZO DIVER S MOGELIJK I S SAMENGESTELD. HET GAAT

mij niet alleen om de man/vrouw-verhouding, maar ook om zaken als leeftijd en persoonlijk-heidsprofielen. Veel mensen hebben toch de neiging om zich te omringen met klonen van zichzelf. Als gevolg van een grotere diversiteit komen meer verschillende invalshoeken aan bod en dat komt de besluitvorming ten goede. IK HEB ME AANGEMELD BIJ WOMEN’S ENERGY OMDAT IK V IND DAT ER BINNEN ESSENT NOG

het nodige moet gebeuren op het gebied van diversiteit. Women’s Energy is sinds 2006 actief als vrouwennetwerk binnen Essent en is bedoeld voor vrouwen die al een aantal stappen in hun carrière hebben gezet. Het aantal leden is momenteel zo’n 25. Hoewel het nog wat zoeken is naar de vorm, zijn mijn eerste ervaringen met het netwerk positief. Het is geen club van klagende vrouwen, maar van collega’s die elkaar inspireren en van elkaar kunnen leren.Ik vind het ook positief dat het top-management van Essent Women’s Energy de ruimte biedt om zich te ontwikkelen als netwerk en ons ook serieus neemt. Zo hebben wij begin 2008 het thema diversiteit letterlijk op de agenda van de Raad van Bestuur gekregen. Dit resulteerde onder meer in het oprichten van een breed samengestelde taskforce die voorstellen zal doen om de diversiteit binnen Essent te vergroten. Ook werd besloten dat Essent lid wordt van Opportunity in Bedrijf, een stichting die bedrijven helpt op het vlak van diversiteit. Tenslotte zal ook meer gerichte aandacht gaan worden besteed aan het aannemen van vrouwen op hogere functies. IK HEB OVER IGENS NOOIT HET GEVOEL GEHAD DAT IK IN M IJN WERK BIJ ESSENT ANDER S behandeld wordt dan mannen, maar ik denk dat vrouwen over het algemeen anders opereren dan mannen. Je ziet vaak – en ik herken dat wel bij mezelf – dat vrouwen vooral voor de inhoud van de functie gaan en voor een concreet resultaat en minder goed zijn op het gebied van netwerken en politieke ‘handigheid’. Dit terwijl die laatste zaken in de praktijk wel belang-rijk zijn binnen Essent. Zo vergeet ik weleens om een door mij behaald goed resultaat niet alleen naar mijn opdrachtgever te communiceren, maar ook breder binnen de organisatie onder de aandacht te brengen.Misschien dat Essent in de toekomst minder politiek wordt, maar vooralsnog moet je rekening houden met een bepaalde cultuur. Als je daar minder goed mee om kunt gaan, vind ik het je eigen verantwoordelijkheid om daar iets aan te doen. Dat geldt wat mij betreft voor veel zaken: je moet niet klagen, maar constructief aan het werk gaan. VANDAAR OOK DE IN ITIATI EVEN VAN WOMEN’S ENERGY: WE HEBBEN ER VERTROUWEN

in dat Essent serieus werk wil maken van vergroting van de diversiteit van het personeelsbe-stand, maar we helpen graag mee om dat proces verder vorm te geven en waar mogelijk te versnellen. JU IST B INNEN ESSENT, MET Z IJN VELE REORGAN ISATI ES, KOMEN ER GENOEG ‘NATUURLIJKE’momenten voorbij om de samenstelling van teams te veranderen en meer divers te maken. Nu komt het erop aan om die mogelijkheden ook daadwerkelijk te benutten!”

MARIE-CHRISTINE OSTEROP

MONIC BÜHRS

Mar

ie-C

hris

tineO

ster

op

Page 79: MVO jaarverslag Essent 2007

111“TOT EN MET 2007 HEEFT ESSENT WE IN IG STRUCTURELE AANDACHT BESTEED AAN DE SPECI F I EKE

positie van vrouwelijke medewerkers. Wel waren er ad hoc initiatieven, bijvoorbeeld in het kader van de War for Talent. Zo is aandacht besteed aan het bieden van meer flexibiliteit bij het uitvoeren van werkzaamheden, een onderwerp dat ook voor veel vrouwen van belang is vanwege de werk/privé balans. Denk bijvoorbeeld aan het mogelijk maken van meer thuis-werk en flexibele arbeidstijden. HET ONTBREKEN TOT NU TOE VAN VEEL GER ICHTE AANDACHT VOOR VROUWEN WAS OVER IGENS

geen onwil, maar telkens een kwestie van prioriteiten. Binnen Essent zijn er de afgelopen jaren zoveel ontwikkelingen geweest (reorganisaties, vergaande fusieplannen) dat dit onder-werp het telkens niet ‘redde’ op de prioriteitenlijst. VANAF 2008 GAAT DAAR VER ANDER ING IN KOMEN EN ZULLEN WE HET ONDERWERP OP

strategisch niveau gaan aanpakken. Begin 2008 heeft de Raad van Bestuur besloten dat er een taskforce diversiteit wordt ingesteld die tot doel heeft bewustzijn en draagvlak te creëren en te komen tot doelstellingen en maatregelen met betrekking tot diversiteit. Ook is Essent lid geworden van Opportunity in Bedrijf, de organisatie die diversiteit in bedrijven helpt vergro-ten. Tenslotte zal bezien worden of Essent meer kan gaan werken met werving- en selectie-bureaus die zich specifiek op bijvoorbeeld vrouwen richten. IK HEB OVER IGENS N IET DE I LLUS I E DAT WE ESSENT-BREED OOIT EEN 50/50 VERHOUDING

man/vrouw op hogere functies zullen bereiken. Daarvoor is een te groot deel van het bedrijf technisch georiënteerd. Je ziet nu al dat in de commerciële- en stafomgevingen het aandeel vrouwen op hogere functies aanzienlijk groter is dan binnen bijvoorbeeld de business units Productie en Netwerk. We zullen daarin realistisch moeten zijn en gedifferentieerde doel-stellingen moeten nastreven. DE S ITUATI E ZAL N IET IN ÉÉN JAAR DR ASTISCH WIJZ IGEN, MAAR IK HEB ER VERTROUWEN

in dat de gerichte aandacht die we aan dit onderwerp gaan geven zijn vruchten zal afwerpen. Dat is niet alleen voor de vrouwen binnen Essent een goede zaak, maar ook voor Essent zelf. Want uit onderzoek blijkt dat diversiteit de ondernemingszin versterkt. Bovendien zorgt het voor betere besluiten en resultaten, bevordert het het inspelen op klantwensen en vergroot het de kans op het aantrekken en behouden van talentvolle medewerkers.“

MARGO VAN BERKEL

ANOUK RASENBERGA

nouk

Ras

enbe

rg

Page 80: MVO jaarverslag Essent 2007

12“WAT KAN ESSENT DOEN OM MEER VROUWEN IN HOGERE FUNCTI ES TE KR IJGEN? Als Opportunity in Bedrijf zijn wij al sinds 1996 bezig om als netwerkorganisatie en kennis –centrum bedrijven te helpen de diversiteit van hun personeelsbestand te vergroten.De ervaring die wij inmiddels hebben opgedaan laat zien dat een bedrijf dat diversiteit serieus wil aanpakken zich moet richten op vier hoofdthema’s: toon de business case, kijk kritisch naar werving en beoordeling, bewaak de interne doorstroom en heb oog voor de bedrijfscultuur. OM MET HET EER STE PUNT TE BEG INNEN: ZORG DAT ER EEN HELDERE BUS INESS CASE

is voor meer diversiteit. Waarom moeten we hier iets aan doen? Diversiteit is geen ‘vrouwen-ding’ of doel op zich, maar een maatschappelijk belang én een bedrijfsstrategie. Diversiteit leidt namelijk aantoonbaar tot een betere bedrijfsvoering. Bovendien kan een bedrijf het zich in tijden van een krappe arbeidsmarkt – zoals momenteel – niet veroorloven om 50% van het menselijk kapitaal niet optimaal te benutten. HOUD ALS BEDR IJ F OOK JE WERVINGS- EN SELECTI EPROCESSEN TEGEN HET LICHT. Voorkom dat in personeelsadvertenties eenzijdig de nadruk wordt gelegd op hiërarchische of technische aspecten van een bedrijf of een functie, maar communiceer bijvoorbeeld ook dat er binnen het bedrijf ruimte is voor coaching en persoonlijke ontwikkeling. Dat zijn begrippen die vrouwen over het algemeen meer aanspreken. ZORG VERVOLGENS DAT EEN SELECTI ECOMMISS I E ZO BREED MOGELIJK I S SAMENGESTELD

en maak voorkeuren, afwijzingen en beoordelingen expliciet bespreekbaar.Wees daarbij bedacht op vooroordelen: niet elke vrouw wil parttime werken! En als er wel een parttime wens is, vraag je dan af of dat zo erg is. Je ziet geregeld dat mannen één dag in de week iets anders doen, bijvoorbeeld een bijzonder hoogleraarschap. En dat kan wel? ALS JE ALS BEDR IJ F EENMAAL HOOGOPGELE IDE VROUWEN IN HU IS HEBT, HELP DAN HUN

carrièrepad te bewaken. De praktijk heeft inmiddels de aanname gelogenstraft dat het vanzelf wel goed komt met meer vrouwen in het management, als je maar genoeg ambitieuze vrouwen aanneemt. Er moet, ook door het bedrijf, bewust aan worden gewerkt. Zo is het heel belangrijk om met vrouwen ‘ambitiegesprekken’ te voeren. Vraag ook door als een vrouw een promotie weigert: wat is ervoor nodig om de kwaliteiten en talenten van deze vrouw – binnen de rand-voorwaarden van een gezonde bedrijfsvoering – toch in te kunnen zetten? Misschien dat het bieden van meer flexibiliteit in werktijden en werkplekken soelaas biedt? DAT BRENGT ME OP HET BELANG VAN DE INFORMELE KANTEN VAN DE BEDR IJ FSCULTUUR. Ga concreet na: hoe maak je hier carrière? Welk gedrag moet je laten zien en wat is juist not done? En hoe werkt dat uit voor specifieke groepen? Een cultuur waarin het “stoer” is om te zeggen dat je minimaal 60 uur per week werkt, spreekt jonge high potentials – vrouwen én mannen! – niet meer aan. Ook voorbeeldgedrag van de top is belangrijk: zo herinneren veel mensen zich nog dat Hans Wijers, toen hij nog minister van Economische Zaken was, eens een belangrijke vergadering heeft afgezegd omdat hij bij de verjaardag van zijn dochter wilde zijn. Ook hier geldt: ‘practice what you preach’. Zorg dat er voldoende rolmodellen zichtbaar zijn in de organisatie en laat zien dat verschillen juist positief kunnen zijn. Besteed in het personeelsblad eens aandacht aan parttime werkende mannen of laat zien dat er meerdere manieren zijn om carrière te maken, zoals een tijd iets meer in de luwte als je jonge kinderen hebt en er daarna weer full swing tegenaan. EEN BEDR IJ F DAT OP EEN DERGELIJKE MANIER GER ICHT BEZIG GAAT MET DIVER S ITE IT, zal ervaren dat er wel degelijk zaken zullen verbeteren. En dat het hen geen windeieren legt. Want “het zakenleven is te belangrijk om alleen aan mannen over te laten”, zoals bestuurs-voorzitter Van der Waaij van Unilever Nederland zegt.”

Werk

gever/

People

Mar

gova

n B

erke

l

Page 81: MVO jaarverslag Essent 2007

0

senior adviseur stichting Opportunity in Bedrijf

Amstelveen

Margo van Berkel

manager People Development, Essent N.V.

Arnhem

Anouk Rasenberg

Page 82: MVO jaarverslag Essent 2007

07

62 Essent N.V. MVO Verslag 2007

meedoen aan de samenleving

Als bedrijf staan we middenin de samenleving. Sterker nog,

wij zitten er met handen en voeten aan vast.

Ga maar na.

Onze klantenkring is een doorsnee van de gehele samenle-

ving. We komen – in elk geval om de meter op te nemen – zo

nu en dan bij alle klanten thuis. Onze klanten kunnen geen

dag zonder onze producten. Soms hebben ze massaal last

van ons, want helemaal zonder storingen gaat het niet. De

samenleving ziet onze bedrijfswagens staan op een druk

kruispunt. En ons zien ze graven en sleutelen. Onze aandeel-

houders zijn gekozen door de samenleving. Onze kabels en

buizen lopen door het land van vele boeren. Net zoveel bur-

gers en buitenlui hebben uitzicht op onze transformatorstati-

ons. Weer anderen wonen onder de rook van onze centrales.

Of vlak bij een windmolen. En als je nietsvermoedend voor

een spoorwegovergang staat te wachten, dendert er ineens

een enorme rij afvalwagons van Essent voorbij.

We kunnen nog meer opsommen, maar het bewijs is wel

geleverd: de samenleving heeft veel met ons te maken en wij

veel met de samenleving.

Dat schept verplichtingen. Over en weer.

De gewone verplichtingen. Bijvoorbeeld, dat wij op een nette

manier onze producten leveren. En dat de samenleving daar

netjes voor betaalt.

plicht roept

Maar het schept ook bijzondere verplichtingen.

Met elkaar moeten we namelijk die samenleving een beetje

leefbaar houden. En waar mogelijk een paar stappen vooruit

helpen.

Als burger steek je daarbij de handen uit de mouwen. Of je

nu kantinedienst doet voor de voetbalclub, folders rond-

brengt voor een politieke partij of gras maait voor je buur-

vrouw, het betekent in alle gevallen dat je naast je gewone

werk iets betekent voor de samenleving.

Als bedrijfsburger – en dat is Essent – doe je precies het-

zelfde. Naast het gewone werk lever je een bijdrage aan een

leefbare samenleving. En waar mogelijk help je de samen-

leving een stapje vooruit.

Dat kan heel praktisch. Wij stimuleren bijvoorbeeld onze me-

dewerkers om vrijwilligerswerk te doen in de samenleving.

Dat kan inhoudelijk. We denken mee, praten mee, leveren

ideeën aan projecten waar ze onze expertise goed kunnen

gebruiken. Dan bedoelen we niet altijd projecten waar we

een zakelijk belang bij hebben.

En in veel gevallen gebeurt het met geld. We steken veel geld

in maatschappelijke doelen.

Sceptici zouden kunnen zeggen: Allemaal goed en wel, maar

Essent is geen suikeroom. Essent is een commercieel bedrijf.

En als dat ergens geld in steekt, dan kun je dat niet zomaar

Essent als bedrijfsburger

REGIONALE

betrokkenheid

www.essent .eu

Page 83: MVO jaarverslag Essent 2007

www.essent .eu

omschrijven als ‘maatschappelijk actief’. Dan heet dat spon-

soring en dan heeft dat dus een bijbedoeling.

Je kunt erover twisten of het altijd sponsoring is, maar de

bijbedoeling ontkennen we niet.

Waarom zouden we ook? Misschien drijft onze samenleving

wel op bijbedoelingen. Misschien heeft die kantinebaas van

de voetbalclub geen enkel sportief talent, maar voelt hij zich

op deze manier toch een beetje kampioen.

Misschien hoopt de vrouw die folders rondbrengt voor de po-

litieke partij dat ze nog eens raadslid wordt. En op die manier

aandeelhouder van een energiebedrijf.

Wie weet?

Hoe dan ook, mensen willen gewaardeerd worden voor hun

inzet. Een bedrijf wil dat ook.

Onze bedoeling is in elk geval om mede verantwoordelijkheid

te dragen voor de samenleving waarin we actief zijn. En onze

bijbedoeling is dat de mensen in de samenleving, als ze een

keuze moeten maken voor een energiebedrijf, ons niet over

het hoofd zien.

in welke samenleving zijn we actief?

Essent werkt in heel Nederland en in delen van Duitsland

en België. Die gebieden vormen dan ook onze samenleving.

Daar richten wij ons op met onze maatschappelijke

activiteiten.

Maar we hebben ook nog zoiets als onze geboortestreek,

de plek waar we vandaan komen.

Noord-, Oost- en Zuid-Nederland. Het ouderlijk huis zou

je kunnen zeggen, want daar zitten ook onze aandeel-

houders. De provincies en de gemeenten. En het grootste

deel van onze medewerkers woont er.

Met die regio’s voelen we een bijzondere maatschappelijke

betrokkenheid.

Voor Essent geldt: met één been in Noordwest-Europa en

met één been in de regio.

Dat is ook onze strategie. Sterk genoeg om internationaal

mee te tellen, betrokken genoeg om onze wortels te

koesteren.

Dat is natuurlijk mooi gezegd, maar hoe doe je dat in de

praktijk? Staat aandacht voor de regio niet haaks op onze

belangen in de zich snel ontwikkelende internationale

energiemarkt?

63 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als bedrijfsburger

Page 84: MVO jaarverslag Essent 2007

TILBURG NOORD 20

TILBURG CENTRUM 18

NSDRECHT 12

ROOSENDAAL 09

PRINCENHAGE 63

BREDA 01

ETTEN 29

TILBURG ZUID 38

TILBURG WEST 48

OOSTEIND 15

GEERTRUIDENBERG 380KV

MOERDIJK 34

BIESBOSCH 35

AMERCENTRALE

DONGECENTRALE

GEERTRUIDENBERG 25

WAALWIJK 17

KRIMPEN AAN DE IJSSEL

NAAR

EINDHOVE

HAPERT 37

EIND

BEST 36

EER

WKC HEINEKE

WEST 39

'S-HERTOGENBOSCH

ZEVENBERGSCHENHOEK 65

GEERGEERTRTRTRTRTTTTRRRRRURUUIIIDIDEENBERG 3388000KKKKKVKVVVVVV3880800000KKERG DEENBTTRRRRURURURURUUUIIGEEEERERER

MOERDIJK 334DIJMOE

BII SSSSBBBBB OSCHHHH 55333333555OSCIIEEEEESSSS

AMERCENTRALETRALCENAME

KRIMPEN AAN DE IJSSELSSEDE IAANPENKR

AARRNA

07

W

www.essent .eu

Page 85: MVO jaarverslag Essent 2007

OWKC HELMOND

HELMOND ZUID 2

EINDHOVEN ZUID 26

N WEST 46

BUDEL 33

NEDERWEERT

NAAR

HOVEN NOORD 02

WKC EINDHOVEN 55

MAARHEEZE 24

EINDHOVEN OOST 22

HELMOND

OOST 50

WKC HELMON

DE 23

EN 52

RIXTEL 32

'S-HERTOGENBOSCH

NOORD 06

AARLE-

OSS 08

DILEMMA [ 7:1 ]

[ 64/65 ]

Bedrijfsburger/Planet

Wij zijn een bedrijfsburger.

Onze activiteiten worden steeds internationaler.

Hoe kunnen we desondanks zorgdragen voor

voldoende regionale verankering?

MVO betekent dilemma’s oplossen

Page 86: MVO jaarverslag Essent 2007

66 Essent N.V. MVO Verslag 2007

www.essent .eu

sponsoring, donaties, bijdragen aan

maatschappelijke doelen…

Er zijn verschillende manieren om te laten zien dat de sa-

menleving je iets waard is. Eén ervan is de bereidheid geld te

steken in activiteiten of ontwikkelingen die de samenleving

graag gerealiseerd wil zien. Geld in de vorm van sponsoring,

donaties of bijdragen aan maatschappelijke doelen.

Welke naam je het geeft, doet er minder toe. Want wat de één

sponsoring noemt, is bij de ander een donatie. Wat sommi-

gen omschrijven als bijdragen aan maatschappelijke doelen,

wordt door anderen weer gewoon sponsoring genoemd.

De overeenkomst is in elk geval dat het vrijwel altijd over

geld gaat dat je beschikbaar stelt om het een andere organi-

satie mogelijk te maken zijn doel te realiseren, terwijl je met

die organisatie soms een tegenprestatie afspreekt die jou in

de gelegenheid stelt jouw doel te realiseren.

Dat gebeurt bij sponsoring, maar minder bij donaties en ook

minder bij bijdragen aan maatschappelijke doelen. Het ver-

schil zit vooral in de op geld waardeerbare of commerciële

tegenprestatie, deze staat bij donaties niet voorop. In 2007

heeft Essent voor een bedrag van circa EUR 300.000 niet

een dergelijke tegenprestatie verlangd. Als schaatssponsor

bijvoorbeeld vraag je als tegenprestatie een stuk boarding

langs de ijsbaan dat op TV prominent in beeld komt. Als do-

nateur van een gedenkboek in de regio vind je het leuk maar

Sponsoring kent vele vormen;

van het Museum voor Moderne Kunst

in Arnhem (onderdeel uit de expositie

Dealing with reality) tot schaatsen.

Page 87: MVO jaarverslag Essent 2007

67 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als bedrijfsburger › Regionale betrokkenheid

www.essent .eu

dan gaat er door ons allemaal een rilling heen. Schaatsen

is van iedereen.

Kleinere projecten zijn vaak meer op doelgroepen gericht.

Maar dan wel weer op een grote verscheidenheid aan doel-

groepen. Vooral in onze regio’s.

Zo sponsoren wij in Zwolle de jeugdprogrammering van

het theater Odeon/De Spiegel. Wij vinden het belangrijk dat

kinderen al op jonge leeftijd in aanraking komen met diverse

vormen van cultuur. De Essent Kidsreporters brengen ver-

slag uit over de door hen bezochte voorstelling en dragen zo

hun enthousiasme over op leeftijdsgenoten.

De sponsoring van het Drents Museum in Assen, het

Museum voor Moderne Kunst in Arnhem en het Bonne-

fantenmuseum in Maastricht is bedoeld voor iedereen die

geïnteresseerd is in kunst, kunstnijverheid en geschiedenis.

Maar ook voor iedereen die dat zou kunnen worden. Samen

met de drie musea proberen we de drempel zo laag mogelijk

te maken. Daar moet je gezamenlijk aan bouwen. Daarom

zijn de contracten onlangs met drie jaar verlengd.

In de afgelopen jaren hebben we ons ook intensief gericht

op jongeren. Met de Essent Awards, de schouderklop voor

talentvolle popmuzikanten, die uitgroeide tot één van de

belangrijke onderscheidingen in de Nederlandse muziek. We

waren met de Essent Award winnaars aanwezig op de grote

festivals als Noorderslag en Lowlands. We hebben kunnen

niet noodzakelijk, dat je vermeld wordt op de omslag en in de

toespraak van de burgemeester bij de uitreiking. En voor het

geld dat je beschikbaar stelt aan een belangrijk onderzoeks-

project vraag je het recht de uitkomsten van het onderzoek

te mogen gebruiken in je bedrijfsvoering. Duidelijk is in elk

geval dat het in elkaars verlengde ligt en dat er veel overeen-

komsten zijn. Laten we dan maar niet ingewikkeld doen en

nu verder gewoon over sponsoring spreken.

sponsorportefeuille: afspiegeling van de samenleving

Onze sponsoring moet, net als Essent zelf, aansluiten bij de

breedte van de samenleving. Onze aandachtsgebieden zijn

dan ook sport, cultuur, natuur en maatschappelijke zaken.

En binnen ieder aandachtsgebied geldt: hoe groter het be-

drag dat we ergens in steken, hoe meer het gericht moet zijn

op de gehele samenleving.

En dan bedoelen we in eerste instantie een afspiegeling van

de samenleving in onze regio’s, want die moet je niet van je

vervreemden.

Daarom hebben we heel bewust voor het schaatsen gekozen.

Van schaatsen weten we zeker dat het een breed gedragen

volkssport is. Bovendien is het topsport. De marathonrijders

zijn stoer. De allrounders zijn onze glorie. En de sprinters

zijn cool. Schaatsen kluistert grote groepen mensen aan de

buis en als het Wilhelmus klinkt voor de kampioen,

Page 88: MVO jaarverslag Essent 2007

68 Essent N.V. MVO Verslag 2007

www.essent .eu

‘sponsor van het jaar’

Zo hebben we het sponsorbeleid opgezet en zo hebben we

het uitgevoerd. Dat we het op die manier zo slecht nog niet

deden, mag blijken uit de Sponsorring die we in november

2007 mochten ontvangen. Deze Sponsorring is een onder-

scheiding voor ‘de sponsor van het jaar’. In het juryrapport

werd Essent geprezen om het consistente sponsorbeleid,

waarin het bedrijf zich een solide, lange termijn partner

toonde voor de gesponsorde organisaties en er in slaagde de

merkenvoorkeur van de consument positief te beïnvloeden.

in het weekend voor de klas

Een bijzonder project is onze betrokkenheid bij de IMC-

Weekendscholen. Een project in Tilburg en Groningen,

gericht op jongeren van tien tot veertien jaar uit sociaal-eco-

nomische achterstandssituaties. Met aanvullend onderwijs

in het weekeinde worden ze geholpen hun kansen en zelf-

vertrouwen te vergroten. We helpen met geld, maar ook in de

praktijk. Medewerkers van Essent geven namelijk regelmatig

les op de weekendschool. Als vrijwilliger en als specialist.

Een groot bedrijf als Essent heeft specialisten in soorten en

maten.

zien dat een fl ink aantal van ‘onze artiesten’ daarna ook echt

doorbrak. En we lieten ze op onze kosten spelen op vele

regionale festivals.

Met het Essent Schaaktoernooi in Hoogeveen – uitge-

groeid tot het tweede toernooi van Nederland en het vierde

van Europa – wenden we ons, vooral via internet, tot al de

tienduizenden denksportliefhebbers die ooit aan de keuken-

tafel hebben leren schaken. En we zorgen voor trotse

Hoogeveners (behalve dan de bruidsparen die een week

lang niet in het gemeentehuis terecht kunnen omdat daar de

topschakers bezig zijn).

Met onze betrokkenheid bij de zomerfestivals Boulevard

(Den Bosch), Noorderzon (Groningen) en Cultura Nova

(Heerlen) bereiken we jong en oud die van fl aneren, theater

en lange zomeravonden houdt.

En met de ondersteuning van het Wereld Natuur Fonds

richten we ons tot iedereen die natuur, milieu en duurzaam-

heid hoog in het vaandel heeft. Samen met het WNF doen we

veel projecten en campagnes om de duurzaamheid in Ne-

derland te bevorderen. En het WNF kijkt over onze schouders

mee naar ons energiebeleid. De discussies daarover houden

ons scherp.

Natuurlijk zijn er nog veel meer projecten. Vele kleinscha-

lige evenementen en activiteiten in de regio. Veelkleurig en

veelzijdig. Het totaal is een afspiegeling van de samenleving.

Page 89: MVO jaarverslag Essent 2007

69 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als bedrijfsburger › Regionale betrokkenheid

www.essent .eu

meer vrijwilligerswerk

Vrijwilligerswerk wordt gestimuleerd bij Essent. Een paar

voorbeelden. Vlak voor Koninginnedag in 2007 hielpen

Essent-medewerkers een muziektent in Zwolle gereed te

maken. Ook zorgden ze voor een betere aansluiting op het

elektriciteitsnet.

En een fl ink aantal lopers van de Pieterpadwandelingen,

die we organiseren om wandelend stil te staan bij MVO, stak

onderweg de handen uit de mouwen. Opruimen van opschot

in natuurgebieden, aanleggen van paden, noem maar op.

mooi donker

Als de samenleving aandacht vraagt voor maatschappelijke

kwesties, willen we ook graag onze verantwoordelijkheid

nemen. Op 27 oktober 2007 organiseerden de Provinciale

Milieufederaties en de Stichting Natuur en Milieu de Nacht

van de Nacht. Bedoeld om Nederland, dat één van de meest

verlichte landen van de wereld is, weer donkerder en mooier

te maken. En minder stroom helpt tegen het klimaatpro-

bleem. Ook bij Essent gingen op alle locaties de neonbakken

met de logo’s uit.

investeren in onderzoek en nieuwe schone energie

Nieuwe gebieden ontdek je niet langs gebaande paden.

Om in de toekomst een duurzame energievoorziening te

realiseren moeten we nu het avontuur durven opzoeken.

Geld steken in innovatie. De enige zekerheid die we daar bij

hebben is dat stilzitten je nooit vooruit helpt. En vooruit wil-

len we.

Essent heeft samen met collega-energiebedrijf Delta uit

Zeeland een investeringsfonds opgericht voor de fi nancie-

ring van innovatieve bedrijven en projecten op het gebied

van schone energie.

We zijn daarbij geholpen door de in investeren gespecia-

liseerde bedrijven Chrysalix Energy en Robeco. Het Fonds

heet Sustainable Energy Technology Fund, kortweg SET Fund.

Essent en Delta stoppen er allebei EUR 25 miljoen in.

Het fonds wil dat bedrag verdubbelen door er ook andere

investeerders bij te betrekken.

Het fonds gaat vooral jonge innovatieve bedrijven helpen die

actief zijn in de ontwikkeling van nieuwe technologie voor

schone energie, alternatieve brandstoffen, CO2-reductie en

energiebesparing.

Essent en Delta stellen daarbij hun kennis en ervaring ter

beschikking, maar het fonds treedt onafhankelijk op van de

fi nanciers.

Ook werken we samen met onderwijsinstituten. We steken

geld in onderzoek door de universiteiten van Groningen,

Twente, Tilburg, Delft, Maastricht en Eindhoven. Het gaat

om onderzoeken op het gebied van energievoorziening en

Rinse de Jong (lid Raad van Bestuur) en Marga Edens

(manager MVO) werken samen met de Essent-leden

van Young Leaders for Nature aan duurzame oplossingen

voor maatschappelijke vraagstukken.

< Voorstelling uit de jeugdprogrammering

van het theater Odeon/De Spiegel te Zwolle.

Page 90: MVO jaarverslag Essent 2007

70 Essent N.V. MVO Verslag 2007

www.essent .eu

duurzaamheid. Daarnaast hebben we met vele hogescholen

in ons oorspronkelijke werkgebied samenwerkingsprojecten

opgezet waarin wij investeren. Soms ook gericht op de nood-

zakelijke verjonging van Essent met nieuw talent.

goed geworteld in de regio

Om iets te betekenen in de regio moet je er actief contact

mee houden. We worden alleen als een aantrekkelijke part-

ner gezien, als wij uitstralen dat we de regio de moeite waard

vinden.

Dat betekent dat we zichtbaar moeten zijn en toegankelijk.

Uiteraard voor onze klanten, maar ook voor overheden en

andere beslissers, voor belanghebbenden en invloedrijke

organisaties.

Om er voor te zorgen dat we daar voortdurend werk van

maken, hebben we het Regionaal Stakeholders Management

opgezet. In 2007 zijn we – om eerst ervaring op te doen –

gestart in twee regio’s: Drenthe en Limburg.

Op drie manieren gingen we aan de slag. Het vergroten van

onze zichtbaarheid in de regio, het opbouwen van een net-

werk met stakeholders en het actief ondersteunen van onze

ambassadeurs in iedere regio.

De regionale ambassadeurs waren er al (hogere managers

van Essent), maar deze werkten tot dusver vooral individueel

en incidenteel. In het Regionaal Stakeholders Management

hebben ze nu een spilfunctie gekregen, ondersteund door

een speciaal team per regio. Om onze zichtbaarheid te ver-

groten zijn we ons meer gaan richten op de regionale media.

Met nieuws over en toelichting op de activiteiten van Essent

in de regio. We hebben het excursiebeleid gestimuleerd,

want waarom zou je de mensen uit de regio niet eens bij je

over de vloer halen? Zeker als het gaat om boeiende locaties

als centrales en afvalverbrandingsinstallaties. Ook zijn we

onze kleinschalige sponsoractiviteiten meer gaan richten op

de regio. Verder hebben we een inventarisatie gemaakt van

alle stakeholders en zijn we begonnen ze te bezoeken of uit

te nodigen.

De resultaten over 2007 zijn zo bemoedigend dat we in

2008 deze methode ook in de andere regio’s gaan gebruiken.

Essent wordt zichtbaarder in de regio. Essent wordt toe-

gankelijker in de regio. Hopelijk zijn we straks zo ook meer

verankerd in de regio.

samen energie besparen in de regio

Die regionale verankering geven we ook nog op een andere

manier gestalte. Namelijk in de samenwerking met onze

aandeelhouders. Omdat onze aandeelhouders overheden

zijn in de regio, is het eigenlijk heel logisch dat we ook meer

voor elkaar betekenen dan gebruikelijk is in de relatie tus-

sen een bedrijf en zijn aandeelhouders. Daarom hebben we

het Essent BespaarPlan voor Aandeelhouders ontwikkeld als

deel van het overkoepelende Essent BespaarPlan, dat zich

ook richt op huishoudens en zakelijke klanten.

Uit dit Essent BespaarPlan is bijvoorbeeld ook het lespak-

ket ‘Spaar je energie’ voortgekomen. Op 23 november 2007

kreeg basisschool Epemaskoalle in het Friese Ysbrechtum

het pakket als eerste uitgereikt. Het lespakket lijkt een groot

succes te worden, want intussen hebben al meer dan 500

basisscholen in Nederland het aangevraagd.

aandeelhouders besparen energie

Onze aandeelhouders vroegen ons in december 2006 om met

voorstellen te komen hoe we gezamenlijk energiebesparing

zouden kunnen stimuleren. Ze wilden meer invulling geven

aan hun aandeelhouderschap van Essent, zo mogelijk in

combinatie met hun publieke taken als overheden. Dat bete-

kende aandacht voor verduurzaming en energiebesparing,

maar ook voor armoedebeleid en energielasten.

En zo is het BespaarPlan Aandeelhouders ontstaan. In juli

2007 is het aangeboden aan de aandeelhouders. Het kent

twee doelen: lastenverlaging door energiebesparing en

reductie van de CO2-uitstoot.

Wij bieden de aandeelhouders onze mensen en onze

expertise aan om per gemeente of provincie een energie-

besparingsplan op maat te maken en te helpen uitvoeren,

afgestemd op de specifi eke doelgroepen in het gebied. Aan-

deelhouders mogen ook kiezen voor een gezamenlijk plan.

Bijvoorbeeld meerdere gemeenten. Of per provincie met alle

gemeenten. Essent heeft zich voor drie jaar aan dit Bespaar-

Plan verbonden en stelt ook geld ter beschikking. In 2007 is

Page 91: MVO jaarverslag Essent 2007

Dat er veel animo is voor het plan mag blijken uit de aanmel-

ding. Intussen hebben namelijk alle provincies en 56 van de

128 gemeenten zich aangemeld voor het BespaarPlan.

Voor de provincies Limburg en Brabant ligt het uitgewerkte

plan al klaar. De overige provincies volgen begin 2008. De

provincie Flevoland gaat met de gemeenten Urk en Noord-

oostpolder een gezamenlijk plan opstellen.

Van de aangemelde gemeenten zijn Venray en De Wolden de

eersten. De nog niet aangemelde gemeenten worden begin

2008 benaderd.

Het plan van de provincie Noord-Brabant laat goed zien

wat een BespaarPlan kan betekenen.

Centraal in het Brabantse plan staat het Bespaarloket

Brabant: een informatiepunt voor woningeigenaren over

alles wat met energie, energiebesparing en energiebespa-

ringsubsidies te maken heeft. Datzelfde Bespaarloket wordt

ook gereed gemaakt voor woningcorporaties.

Verder bevat het plan onderzoek naar de haalbaarheid van

energieopwekking uit GFT-afval en de verduurzaming van

de openbare verlichting. Ook optimalisering van de stads-

verwarming in o.a. Tilburg en Breda en het inzetten van

micro-WKK wordt onderzocht.

Uiteindelijk zal het plan leiden tot een energiebesparing van

178 TJ. Dat is 25% van de jaarlijkse besparingsdoelstelling

voor de bebouwde omgeving in Noord-Brabant. De reductie

per jaar aan CO2-uitstoot is 10 Mton.

Met de uitvoering van het plan wordt begin 2008 gestart.

dat EUR 5 miljoen, in 2008 EUR 10 miljoen en voor 2009

wordt het budget na evaluatie vastgesteld.

Het budget wordt verdeeld over de aandeelhouders op

basis van aandeelhouderspercentages. Er is voor twee jaar

EUR 15 miljoen beschikbaar. Als een aandeelhouder bij-

voorbeeld 10% van onze aandelen bezit, krijgt deze aandeel-

houder EUR 1,5 miljoen uit het BespaarPlan.

Provincies zijn overigens vrij het geld ook te besteden aan

projecten binnen gemeenten die geen aandeelhouder zijn

van Essent. Het opstellen van zo’n besparingsplan gaat à la

carte. Aan de hand van een menukaart kiest een aandeel-

houder een combinatie van maatregelen uit de volgende

mogelijkheden:

■ Energieadvies in het kader van de zogenaamde EPBD-

wet geving (energielabel voor utiliteit)

■ Energieadvies in het kader van de Wet Milieubeheer

(verbruik, besparingsmogelijkheden en maatregelen)

■ Verlichtingscan kantoren

■ Verlichtingscan openbare verlichting

■ Duurzame energiescans

■ Energie-exploitatie (prestatiecontract)

■ Energiemanagement/monitoring (inzicht in het verbruik)

■ Benchmark gemeentelijke gebouwen

■ Uitvoering energiebesparende maatregelen (Essent kan

de uitvoering begeleiden)

■ Invoering energiezorg (bewaken dat de besparingen

structureel blijven)

■ Veiligheidskeuringen elektriciteit en gas

■ Micro-WKK (voorlopig alleen in proefprojecten).

www.essent .eu

Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Essent als bedrijfsburger › Regionale betrokkenheid71

Page 92: MVO jaarverslag Essent 2007

Sponsoring,

donaties en bijdrage

maatschappelijke

doelen

Sponsor

van het jaar

In november 2007 ontving

Essent de ‘Sponsorring’

voor haar consistente

sponsorbeleid

NatuurPartnerStaatsbosbeheer

Pieterpad-wandelingenmedewerkers

Sport

ISU World Cup

SchaaktoernooiMarathonschaatsen

Maatschappelijk betrokken>

Bedrijfsburger/Planet

Page 93: MVO jaarverslag Essent 2007

Essent BespaarPlan

Aandeelhouders

gemeenten en provincies

realiseren in de regio met

Essent CO2-reductie en

kostenbesparing

De energie

die je niet gebruikt

is de beste besparing

Essent BespaarPlan

Consumenten

Inzicht krijgen, actie onder-

nemen en alert blijven op

het energieverbruik

Essent BespaarPlan

Bedrijven

Energieonderzoek, moni-

toring en scans op klimaat-

beheersing, verlichting

en duurzaamheid

De energie

voor de toekomst

Lespakket ‘Spaar je Energie’,

leren over duurzame energie,

klimaatverandering en

energiebesparing

MaatschappijInvesterenin innovatie

voor de energievan morgen

Samen inspan-nen; vrijwilligers-

werk en IMC- Weekendschool

Energiebesparen in de regio waar je woont, werkt

en leeft

Cultuur

Essent Awardsvoor muziek

Musea

Zomerfestivals

Theater

Page 94: MVO jaarverslag Essent 2007

Bedrijfsburger/Planet

Interviews

managing director en CEO, SET Venture Partners B.V.

Amsterdam

René Savelsberg

directeur a.i., Museum voor Moderne Kunst Arnhem

Arnhem

Marco Grob

Page 95: MVO jaarverslag Essent 2007

113“DE RELATI E TUSSEN ONS MUSEUM EN ESSENT WIJST OP EEN VERBONDENHE ID. ESSENT HEEFT

immers traditioneel geen klanten in Arnhem. Een bijdrage aan ons museum is dan ook een visitekaartje van het bedrijf aan de stad. Ik denk dat voor het imago van Essent in Arnhem dit echt heeft bijgedragen aan de positionering als regionaal cultureel betrokken onderneming. Wij zijn op die manier een partner van Essent in haar culturele beleid, samen met de twee andere grote musea waar Essent relaties mee heeft. We treden echt op als partners. Zo advi-seren we over kunstexposities bij Essent en samen organiseren we regelmatig tentoonstellin-gen. Dit versterkt de zichtbaarheid en laat zien dat je vestigingsplaats je iets doet. Ik denk dat Essent op deze manier een imago heeft van ‘positief’, ‘iets van deze tijd’ en betrokkenheid bij de plek waar haar hoofdkantoor staat. KUNST I S M ISSCH IEN N IET I ETS WAT JE B IJ EEN ENERG IEBEDR IJ F VERWACHT. MAAR CREATIV ITE IT

wel. Ik vind dat Essent creatief is en niet weg loopt voor een onorthodoxe aanpak. Kijk bijvoor-beeld eens naar de oplossingen voor duurzame energie. Die onorthodoxe aanpak zie je ook bij kunstenaars. Dat, en duurzaamheid, is iets waar wij elkaar vinden. Onze kunstcollectie is een cultureel erfgoed waar je voorzichtig mee om gaat. Net zoals je dat met de natuur moet doen. Bewaren voor volgende generaties is dus iets wat ons bindt. MAATSCHAPPELIJKE BETROKKENHE ID I S OOK EEN BELANGR IJK PUNT DAT WE SAMEN HEBBEN.Als museum voor moderne kunst zijn wij telkens de werkelijkheid en vormen van realisme aan het onderzoeken. Dat roept vragen op. Kunst is kritisch en wij snijden niet alleen thema’s aan, maar willen ook een boodschap meegeven. Wat ik dan ook erg leuk vind, is de totstandkoming van een toekomstvisie voor het bedrijf: Essent 2030. De organisatie nodigde kunstenaars uit om deze weg vorm te geven. Dat creatief bezig zijn met je plek in de samenleving en je eigen organisatie leidt weer tot een kruisbestuiving. Vanuit die zoektocht helpen wij elkaar. Wij helpen Essent in Arnhem en Essent helpt ons met ons museum. En dat straalt af op ons beiden. OMDAT ONZE RELATIE MEERJARIG IS, STELT ESSENT ONS IN STAAT HET MUSEUM NAAR EEN HOGER

niveau te brengen. Wij kunnen dan voor onze bezoekers uit het hele land betere exposities organiseren. Essent geeft op die manier veel terug aan de mensen die misschien ook haar klanten zijn. Essent geeft kunst écht een kans. En met kunst steun je nu juist reflectie. Je laat mensen voelen en denken. Dat heeft invloed op hoe mensen leven. En die invloed heb je als bedrijf ook met je producten, diensten en de plek waar je werkt. Bedrijven zouden vanuit hun sociale rol dan ook iets kunnen teruggeven. Daarom is het goed dat bedrijven investeren in culture instellingen, omdat deze een belangrijke waarde hebben in het leefklimaat van een stad. En dat kan niet alleen door subsidie van de gemeente of landelijke overheid. Bedrijven hebben daar dus ook een rol in. Dat heb je over voor elkaar. VANU IT DAT MEERJAR IGE BELANG ZIJN ER NOG VEEL KANSEN OM ONZE RELATI E TE VERDIEPEN.Nog meer doen aan wederzijdse profilering, zichtbaar maken dat we partners zijn. Ook willen wij graag gebruik maken van de kennis van Essent op het gebied van duurzaamheid en energiemanagement. Centraal blijft staan de vraag hoe we gebruik kunnen maken van elkaars meerwaarde in het vinden van relaties met de stad en haar omgeving. Kunst slaat daarbij bruggen tussen mensen, bedrijven en misschien wel tussen landen.”

Bedri

jfsb

urg

er/

Pla

net

Mar

coG

rob

Page 96: MVO jaarverslag Essent 2007

14“CORPOR ATE VENTUR ING I S VOOR GROTE ONDERNEMINGEN NOODZAKELIJK OM CONTACT TE

houden met de markt voor nieuwe ontwikkelingen waarop zij zelf (nog) niet actief zijn. De beste manier om dit te doen is op de manier waarvoor Essent gekozen heeft: participeren in een onafhankelijk fonds met duidelijke doelstellingen. En, met name de financiële doelstellin-gen van zo’n fonds zijn ook een rechtvaardiging voor de investering van de overige fondspart-ners. Immers, zo kunnen economisch levensvatbare innovaties ontstaan die een bijdrage gaan leveren aan de toekomstige duurzame energievoorziening. Wel is de EUR 25 miljoen die Essent en haar partner (Delta) elk voor de komende negen jaar beschikbaar hebben gesteld voor het fonds alleen niet voldoende. Alhoewel dit natuurlijk al veel geld is, is er echt meer nodig wil je voldoende succesvolle innovaties van de grond krijgen. Daarom trekken we ook nog andere partijen aan. De gekozen fondsstructuur staat dit toe. DURVEN INVESTEREN IN INNOVATI E I S ABSOLUUT NOODZAKELIJK. IN HET ALGEMEEN ZOUDEN

grote bedrijven veel meer een actieve rol moeten spelen bij innovatie. En zeker energiebedrij-ven. De vraag naar energie is enorm en wordt alleen maar groter. Waardoor ook de duurzaam-heidsvraagstukken groter worden. Met Corporate Venturing kan Essent bij uitstek een goede bijdrage leveren aan de duurzame energievoorziening van de toekomst. Wel vraag ik mij soms af, of Essent dezelfde fondsinvesteringen zou hebben gedaan als zij hiertoe niet de verplich-ting had gehad vanuit het Borssele convenant. De meeste innovaties komen nu niet tot wasdom omdat er onvoldoende schaalgrootte is of omdat het contact met de consument ontbreekt; Essent heeft beide. Schaal is echt noodzakelijk om innovatie een succes te laten zijn. Investeren in morgen moet dan ook onderdeel zijn van Essents plaats in de maatschappij. Nú investeren is zo’n bijdrage. ALTERNATI EVEN VOOR CORPOR ATE VENTUR ING Z IJN ER NATUURLIJK. B IJVOORBEELD HET

financieel ondersteunen van onderzoek bij een kennisinstituut, maar of dat net zo goed werkt is maar de vraag. De kracht van de markt bij innovatie moet je niet onderschatten. Bedrijfs-matig omgaan met kansen is iets anders dan het doen van puur technisch onderzoek. Investeringen moeten erop gericht zijn in de toekomst ook financieel te gaan renderen. Alleen zo krijg je techniek die echt bruikbaar is. Onderzoek is niet per definitie rendabel en mist vaak het contact met de markt. Bovendien, door nu te investeren in early stage bedrijven is Essent betrokken bij die technologische ontwikkeling. Zo kan Essent zich voorbereiden op de toepas-sing van die nieuwe techniek en een early adapter worden. Dat bereik je niet met alleen onderzoek of donaties daaraan. HET SET FONDS R ICHT Z ICH N IET OP REG IO’S OF ALLEEN NEDERLAND. TECHN IEK KENT

tenslotte geen grenzen en wij moeten investeren waar er kansen zijn. In Nederland, maar ook in het buitenland; wij richten ons op Europa. Natuurlijk snap ik dat aandeelhouders van Essent hopen op een investering in hun regio, maar zij zullen vast en zeker begrijpen dat het altijd om de meest kansrijke investering moet gaan. Daarmee vullen ze hun eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid immers ook het beste in. Door te investeren in duurzame technologie, via Essent en SET, dragen de aandeelhouders direct bij aan duurzaamheid en de techniek van morgen.”

Ren

éSa

vels

berg

RENÉ SAVELSBERG

MARCO GROB

Page 97: MVO jaarverslag Essent 2007

115“HET BESPAARPLAN AANDEELHOUDER S I S EEN GOED VOORBEELD VAN EEN EFFECTI EVE

en belangrijke samenwerking tussen Essent en haar aandeelhouders. Wij hebben als aandeel-houders regelmatig overleg met Essent. Tijdens één van deze overleggen vertelde Essent ons over de plannen om nadrukkelijker met energiebesparing aan de slag te gaan om op die manier tot een lagere energierekening te kunnen komen. Wij waren het heel snel eens, dat wij die uitdaging ook gezamenlijk konden oppakken. Wij hebben als aandeelhouders dan ook gevraagd dit plan uit te werken. Energiebesparing begint met het vergroten van de bewust-wording en dat willen wij als provincie bij onze inwoners doen. Het gezamenlijke doel is het stimuleren van energiebesparing en minder CO2-uitstoot. ALS PROVINCIE NOORD-BR ABANT ZIJN WIJ VERVOLGENS METEEN MET HET BESPAARPLAN

in onze provincie aan de slag gegaan. Wij hebben aansluiting gezocht bij onze beleidsambities en hebben gekeken naar haalbare resultaten. Wat kunnen wij de komende 2 jaar daadwerke-lijk realiseren? Of zoals het ministerie van VROM het in haar werkprogramma noemt: ‘meters maken’. Dat is ook een belangrijke succesfactor. Het BespaarPlan is actief op twee fronten: bestaande woningen en nieuwe woningen.Door het ‘Bespaarloket Brabant’ centraal te zetten, stimuleren wij energiebesparende maatre-gelen in bestaande woningen. Via het reeds door de provincie succesvol opgezette loket kunnen inwoners en woningbouwcorporaties informatie krijgen over energiebesparing thuis en in het eigen huis. De energiebesparende maatregelen die onder voorwaarden via het loket financieel ondersteund worden, zijn bijvoorbeeld het plaatsen van dubbel glas HR++, zonne-energie of het isoleren van dak of muren. B IJ N I EUWBOUW STIMULEREN WIJ V IA HET BESPAARPLAN HET PROJECT ‘ENERG IE-NUL-starterswoningen’. Daardoor kunnen wij nu al ervaringen opdoen met nieuwe technieken en innovaties. Dat doen wij ook via een zevental projecten, die wij in het BespaarPlan hebben geselecteerd. De provincie en Essent gaan de komende twee jaar gezamenlijk de haalbaar-heid onderzoeken. En dat is ook een belangrijke succesfactor, de samenwerking en het bundelen van kennis. DEZE SAMENWERKING I S HEEL GOED MOGELIJK. DE PROVINCIE HEEFT KENN IS VAN DE REG IO

en Essent heeft vakinhoudelijke kennis. Daardoor versterken wij elkaar. En ik vind het ook goed dat Essent op deze wijze zichtbaarder in de regio aanwezig is. Essent is van oudsher ontstaan uit verschillende provinciale en gemeentelijke energiebedrijven. DAT ESSENT HET IN ITIATI E F VAN HET BESPAARPLAN HEEFT U ITGEWERKT V IND IKvanzelfsprekend. Het gaat niet alleen om het verkopen van energie. Als energiebedrijf heb je ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zeker als je, zoals Essent, claimt dat je een groen profiel hebt. Dan gaat het niet alleen om het investeren in nieuwe, duurzame productie-capaciteit en het aanbieden van groene stroom. Ook aandacht vragen voor èn investeren in energiebesparing is belangrijk. Het getuigt van zelfvertrouwen dat Essent sterk op energiebe-sparing inzet. KAN ESSENT NOG MEER DOEN? JA, DAT DENK IK WEL. ESSENT I S OP HET TERRE IN VAN

biomassa niet te verslaan en heeft het afgelopen jaar ook belangrijke stappen gezet met betrekking tot energiebesparing. Maar je moet je niet beperken. Toon nog meer lef en richt je op meerdere innovaties. Denk aan een energieneutraal bedrijventerrein of de decentrale opwek van energie in tuinbouwkassen of met zonnecollectoren. Dat is innovatief en regionaal zichtbaar.”

GIJSJE VAN HONK

ANNEMARIE MOONSA

nnem

arie

Moo

ns

Page 98: MVO jaarverslag Essent 2007

16“VOOR EEN THEATER ALS HET ONZE – HÉT TOONAANGEVENDE INSTITUUT OP HET GEBIED VAN

theater in Zwolle en omgeving – zijn sponsoren uit het bedrijfsleven heel belangrijk. Zo is Essent met ingang van het theaterseizoen 2007/2008 voor drie jaar hoofdsponsor geworden van onze jeugdprogrammering. Dit stelt ons in staat een groter en meer divers aanbod aan voorstellingen aan te bieden dan zonder sponsoring het geval zou zijn geweest. We hoeven ons nu niet te beperken tot alleen de ‘hits’, maar kunnen ook producties op de planken bren-gen die weliswaar minder bekend, maar zeker ook de moeite waard zijn. Om een idee te geven: tijdens seizoen 2007/2008 bieden we meer dan 70 jeugdvoorstellingen aan, van toneel-stukken en musicals tot concerten, dans en poppentheater. In de keuze van de voorstellingen laat Essent ons overigens helemaal vrij en zo hoort het ook. DE SAMENWERKING MET ESSENT BEPERKT Z ICH N IET ALLEEN TOT DE VOOR STELLINGEN: zo hebben we de ‘Essent kidsreporters’ kunnen introduceren: enthousiaste kinderen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs die één of meer voorstellingen bezoeken en daar een mooi verslag van maken, dat wij dan op onze website plaatsen.Allemaal concrete zaken die bijdragen aan een belangrijk doel, namelijk het vergroten van het culturele niveau in Zwolle en omgeving en het ook aan de jongste doelgroep een voedende culturele omgeving bieden. VAN BEDR IJVEN DIE B IJVOORBEELD EEN THEATER OF MUSEUM SPONSOREN GAAT EEN

voorbeeldfunctie uit naar bedrijven die zich nieuw in de stad vestigen: door te participeren in de maatschappij op gebieden die niet tot de kernactiviteiten behoren, helpen bedrijven mee om vorm en kleur te geven aan een stad en een regio. OVER IGENS DENK IK DAT OOK ESSENT BAAT HEEFT B IJ DE RELATI E MET ODEON/DE SP I EGEL.Zo vergroot Essent door sponsoring op een sympathieke manier haar zichtbaarheid in een regio waar veel van haar klanten wonen én kan ze van de gelegenheid gebruik maken om af en toe in ons theater zelf iets te organiseren en relaties te ontvangen. Een mooi voorbeeld van dat laatste is het symposium Energie voor Morgen dat Essent op 18 maart 2008 in Odeon/De Spiegel organiseert en waar tal van vooraanstaande sprekers hun visie zullen geven op de energievoorziening van de toekomst. ESSENT I S OVER IGENS N IET ALLEEN SPONSOR VAN ONS THEATER, MAAR OOK VAN DE STICHTING

Cortegaerdt, een organisatie die een bijdrage wil leveren aan de levendigheid en de activitei-ten van het theater en die tevens een ontmoetingsplatform wil bieden aan bedrijven uit Zwolle en omgeving. IK V IND DAN OOK DAT ESSENT EEN POS ITI EVE MAATSCHAPPELIJKE ROL SPEELT IN DE REG IO: ze helpt mee om de regio te ‘dragen’ en om verbindingen tot stand te brengen tussen partijen die elkaar anders minder snel zouden ontmoeten.”

Bedri

jfsb

urg

er/

Pla

net

Gijs

jeva

n H

onk

Page 99: MVO jaarverslag Essent 2007

directeur Odeon/De Spiegel theaters

Zwolle

Gijsje van Honk

gedeputeerde Economie en Duurzaamheid

provincie Noord-Brabant

Annemarie Moons

Page 100: MVO jaarverslag Essent 2007

08www.essent .eu

74 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Essent wil een leidend duurzaam energiebedrijf zijn. Dit

hebben we in 2006 ook aangegeven. En duurzaamheid is niet

iets wat beperkt is tot een regio. Onze biomassa kopen we

wereldwijd in, onze mensen werken al tot in Genève en

de klimaatproblematiek is een wereldwijd vraagstuk. In dit

verslag hebben we die duurzaamheidsambitie nog eens

nadrukkelijk herhaald.

Ambitie is een mooi begin, maar hoe staan we er eigenlijk

echt voor?

Hoe duurzaam zijn we in vergelijking met de anderen?

In de kopgroep? In de achtervolging? Of in de staart van het

peloton?

Daar kun je je Fingerspitzengefühl op loslaten, maar beter

is het je objectief de maat te laten nemen. En dat hebben we

gedaan.

meten is weten

We lieten een benchmark uitvoeren. Daarbij is gebruik

gemaakt van de Dow Jones Sustainability Index (DJSI).

Dow Jones is een gerenommeerd bureau dat zakennieuws

en fi nanciële achtergrondinformatie verschaft. Het is

ondermeer de uitgever van de Wall Street Journal. Hun DJSI

is de belangrijkste mondiale index voor het meten van de

duurzaamheidsprestaties van beursgenoteerde onder-

nemingen. Nederlandse bedrijven als TNT, Unilever, Philips

en Akzo Nobel laten zich benchmarken door DJSI.

Nu is Essent niet beursgenoteerd, maar dat bleek geen

enkel beletsel. Wij konden op alle onderwerpen – ook

gewogen naar dezelfde criteria – vergeleken worden met

beursgenoteerde energiebedrijven. Voor de DJSI-indices zijn

en blijven wij weliswaar buitenstaander, maar de uitkomsten

zijn zeer betrouwbaar.

De benchmark is uitgevoerd door het Zwitserse bedrijf SAM

(Sustainable Asset Management) dat onderdeel is van

Robeco. Het onderzoek vindt plaats aan de hand van vragen-

lijsten die je als bedrijf zelf moet invullen, bedrijfsdocumen-

ten (waaronder jaarverslag en MVO Verslag), documenten

van derden, openbare gegevens en persoonlijke contacten

tussen analisten en bedrijf.

Essent is het eerste Nederlandse energiebedrijf dat zich op

deze index laat vergelijken met beursgenoteerde collega’s

in de rest van de wereld.

Wij hebben gekozen voor drie niveaus:

■ Mondiaal

vergeleken met 39 beursgenoteerde energiebedrijven

■ Europees

vergeleken met 15 beursgenoteerde energiebedrijven

■ Noordwest-Europees

vergeleken met 7 beursgenoteerde energiebedrijven.

Duurzaamheid gemeten

Page 101: MVO jaarverslag Essent 2007

www.essent .eu

Totale scores

Afzonderlijke scores

Economische dimensie

Milieu dimensie

Sociale dimensie

Mondiaal 39 bedrijven in 2007

68

57

81

74

61

86

58

52

81

74

58

86

Noordwest-Europa 7 bedrijven in 2007

68

72

78

74

75

84

58

67

80

74

73

86

Totale scores

Afzonderlijke scores

Economische dimensie

Milieu dimensie

Sociale dimensie

75 Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Duurzaamheid gemeten

Deze keuze maakten we om een bruikbare uitslag te krijgen.

Alleen mondiaal zou misschien een vertekend beeld ge-

ven met een te riante score. Daarom hebben we Europa en

Noordwest-Europa er aan toegevoegd. Tenslotte willen we zo

precies mogelijk weten hoe we er voor staan en met wie wij

ons het best kunnen vergelijken.

beoordeeld op drie dimensies

De beoordeling vond plaats op drie onderdelen, te weten een

economische dimensie, een sociale dimensie en een milieu-

dimensie.

Bij de economische dimensie werd o.a. bezien welk beleid

we hebben op het gebied van corporate governance,

gedragscode (bedrijfscode), mensenrechten, discrimina-

tie, het aantal vrouwen op hoge posities, aspecten rondom

risico- en crisismanagement en de klanttevredenheid.

Bij de milieudimensie werd gekeken naar de wijze van ener-

gie opwekken, emissies, rendementen van onze centrales,

inkoopbeleid van producten en diensten, landschapsbeheer,

behoud van biodiversiteit e.d.

Bij de sociale dimensie ging het om de maatschappelijke

kant. Aandacht voor interne zaken als ontwikkeling, training

en tevredenheid van medewerkers en het HSE-beleid (veilig-

heid en gezondheid). Maar ook de externe betrokkenheid in

de vorm van sponsoring en de relatie met de stakeholders

wordt bekeken.

de score

Op mondiaal niveau haalt Essent een totaalscore van 68% uit

een maximum van 100. Dat is ruim boven het gemiddelde van

57%. De hoogstbehaalde score onder de 39 deelnemende

energie bedrijven is 81%.

Page 102: MVO jaarverslag Essent 2007

www.essent .eu

Zoals gezegd, kun je de nodige vraagtekens plaatsen bij een

vergelijking met energiebedrijven uit andere wereld delen.

Daarom kijken wij vooral naar de vergelijking met onze Euro-

pese collega’s.

De uitkomsten van de beide Europese onderzoeken zijn

vrijwel identiek. Daarom concentreren wij ons vooral op de

score ten opzichte van de 7 Noordwest-Europese energie-

bedrijven .

Met onze totaalscore van 68% presteren we iets onder

het Noordwest-Europese gemiddelde van 72%. De hoogste

score onder de 7 energiebedrijven is 78%.

Op de economische en sociale dimensies zitten we met

74% op beide dimensies aardig op het Noordwest-Europees

gemiddelde van respectievelijk 75% en 73%.

Uit de detailrapportage blijkt dat we op de onderdelen

corporate governance (ondanks het lage percentage vrou-

wen), risicobeheersing, HSE-beleid en betrokkenheid bij de

maatschappij onze zaken goed voor elkaar hebben.

Met ons personeelsbeleid, de wijze van werving en vast-

houden van nieuw personeel en de rapportage over die

prestaties scoren we net iets onder het gemiddelde.

En met ons bedrijfsburgerschap (inzicht in de effecten van

sponsoring) kan het echt nog een beetje beter. Wij scoren

44% tegen een gemiddelde van 66%.

Op de milieudimensie blijven we jammergenoeg enigszins

achter. Wij scoren 58%, tegen een gemiddelde van 67%.

Het meest opvallend hierbij is dat Essent nog onvoldoende in

staat is gebleken om concrete doelen te stellen op het gebied

van klimaatstrategie (45% tegen 60% gemiddeld) en emis-

siereductie (35% tegen 70% gemiddeld).

Ook het monitoren van en de rapportage over gerealiseerde

prestaties blijft achter.

vervolgstappen

De gegevens waarop deze benchmark is gebaseerd hebben

betrekking op 2006.

In 2007 hebben wij al diverse aanvullende doelstellingen

rondom duurzaamheid geformuleerd voor binnenshuis en

buitenshuis. Die duurzaamheidambities gaan we vertalen

naar meer kwantitatieve doelstellingen en de monitoring

daarvan.

De in dit verslag uitgewerkte dilemma’s kunnen ons daarbij

verder van dienst zijn.

Verder gaan we in 2008 natuurlijk bezien waar we onze

klimaatdoelstellingen verder kunnen aanscherpen en waar

we de duurzaamheidinspanningen kunnen vergroten.

De uitkomsten van de benchmark geven hiervoor een goede

richting aan.

In het MVO Verslag 2008 zullen we een beeld geven van onze

vorderingen.

76 Essent N.V. MVO Verslag 2007

Page 103: MVO jaarverslag Essent 2007
Page 104: MVO jaarverslag Essent 2007

78

09www.essent .eu

Assurance Report

Opdracht

Wij hebben een assurance-opdracht uitgevoerd overeen-

komstig Standaard 3410 ‘Assurance standaard inzake maat-

schappelijke verslagen’. Onze assurance-opdracht betreft

het MVO Verslag 2007 van Essent N.V. (Essent) en is op het

volgende gericht.

■ Het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid dat

hoofdstuk 1 ‘Omzien en vooruitkijken’, hoofdstuk 6

‘Essent als werkgever: diversiteit in ontwikkeling’ en

hoofdstuk 8 ‘Duurzaamheid gemeten’ in alle van materieel

belang zijnde opzichten een juiste en toereikende

weergave zijn van het beleid en de bedrijfsvoering ten

aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen

gedurende 2007.

■ Het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid dat

de overige in het verslag opgenomen informatie in alle van

materieel belang zijnde opzichten een juiste en toereiken-

de weergave is van de gebeurtenissen gedurende 2007.

De werkzaamheden die worden verricht bij het verkrijgen

van een beperkte mate van zekerheid zijn gericht op het

vaststellen van de plausibiliteit van informatie en zijn gerin-

ger in diepgang dan die bij een assurance-opdracht gericht

op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid.

Met betrekking tot milieu- en HR-informatie vormt de in-

formatie over swb AG, Deutsche Essent en minderheidsdeel-

nemingen (kleiner of gelijk aan 50%, waarbij Essent geen

zeggenschap heeft over de bedrijfsvoering) geen onderdeel

van onze assurance-opdracht.

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het bestuur van Essent is verantwoordelijk voor het opstellen

van het MVO Verslag 2007 dat een juist en toereikend beeld

geeft van het beleid, de maatregelen en prestaties op het ge-

bied van duurzaamheid van Essent. Deze verantwoordelijk-

heid omvat onder meer het ontwerpen, invoeren en in stand

houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het

opmaken van een MVO Verslag dat geen onjuistheden van

materieel belang bevat, het kiezen en toepassen van aan-

vaardbare grondslagen voor het meten en presenteren van

MVO-prestaties en het maken van schattingen die onder de

gegeven omstandigheden redelijk zijn. De door het bestuur

gemaakte keuzes, de reikwijdte van het verslag en de ver-

slaggevingsgrondslagen, inclusief de inherente specifi eke

beperkingen die de betrouwbaarheid van de in het verslag

opgenomen informatie kunnen beïnvloeden, zijn uiteengezet

in hoofdstuk 3 ‘Opbouw en verantwoording van het verslag’.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Het is onze verantwoordelijkheid om op basis van de boven

beschreven opdracht een conclusie te formuleren over het

MVO Verslag 2007 van Essent.

Werkzaamheden

Wij hebben onze werkzaamheden verricht in overeenstem-

ming met Nederlands recht. Hierin staan onder meer eisen

voor de onafhankelijkheid van de assurance teamleden. Als

toetsingscriteria hebben we gehanteerd de “Sustainability

Reporting Guidelines” (G3) van Global Reporting Initiative,

de handreiking maatschappelijke verslaggeving van de Raad

voor de Jaarverslaggeving en het verslaggevingsbeleid van

Essent. Wij zijn van mening dat deze criteria toereikend zijn

voor het doel van onze assurance-opdracht.

De belangrijkste werkzaamheden voor de informatie ge-

richt op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid

waren:

■ het verkrijgen van inzicht in de branche, de organisatie en

haar meest relevante maatschappelijke issues;

■ het beoordelen van de aanvaardbaarheid van de gehan-

teer de grondslagen voor verslaggeving en de consistente

toepassing ervan, alsmede van belangrijke schattingen en

berekeningen, die bij het opmaken van het MVO Verslag

2007 zijn toegepast;

■ het beoordelen van de plausibiliteit van de informatie in

het MVO Verslag van Essent door middel van het uitvoeren

van werkzaamheden met betrekking tot de onderbouwing

van de informatie in het verslag voornamelijk door een

combinatie van cijferanalyses en het inwinnen van

inlichtingen. Daarbij zijn onder meer interviews gehouden

met verantwoordelijke functionarissen en zijn relevante

bedrijfsdocumenten opgevraagd en externe bronnen

geraadpleegd. Deze werkzaamheden hebben wij via deel-

waarnemingen zowel op groepsniveau als op locaties in

Nederland uitgevoerd;

■ het beoordelen van het algehele beeld van het MVO Verslag

2007 aan de hand van bovengenoemde criteria.

AAN: BELANGHEBBENDEN VAN ESSENT N.V.

Essent N.V. MVO Verslag 2007

Page 105: MVO jaarverslag Essent 2007

79

www.essent .eu

Voor het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid

over de informatie in de hoofdstukken 1, 6 en 8 waren de

werkzaamheden bovendien:

■ het identifi ceren van inherente risico’s in de betrouw-

baarheid van de in deze hoofdstukken opgenomen

informatie en het beoordelen in hoeverre deze risico’s

worden afgedekt door interne beheersingsmaatregelen;

■ het door middel van systeemgerichte werkzaamheden

beoordelen van het bestaan en de effectieve werking

van de interne beheersmaatregelen gericht op de

betrouwbaarheid en toereikendheid van deze informatie;

■ het door middel van deelwaarnemingen volgen van de

audittrail van brongegevens tot en met informatie in het

MVO Verslag 2007;

■ het door middel van deelwaarnemingen uitvoeren van

detailcontroles gericht op de betrouwbaarheid van de

primaire informatie.

Conclusie

Op grond van onze werkzaamheden gericht op het verkrijgen

van een redelijke mate van zekerheid concluderen wij dat

hoofdstuk 1 ‘Omzien en vooruitkijken’, hoofdstuk 6 ‘Essent

als werkgever: diversiteit in ontwikkeling’ en hoofdstuk 8

‘Duurzaamheid gemeten’ in alle van materieel belang zijnde

opzichten, een juiste en toereikende weergave zijn van het

beleid en de bedrijfsvoering ten aanzien van maatschappelijk

verantwoord ondernemen.

Daarnaast hebben wij op grond van onze werkzaamheden

gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zeker-

heid geen reden te concluderen dat de overige informatie in

het MVO Verslag 2007 van Essent niet in alle van materieel

belang zijnde opzichten, een juiste en toereikende weergave

is van de gebeurtenissen gedurende 2007, in overeenstem-

ming met de richtlijnen van Global Reporting Initiative, de

handreiking voor maatschappelijke verslaggeving van de

Raad voor de Jaarverslaggeving, en het beschreven verslag-

gevingsbeleid van Essent.

Rotterdam, 27 februari 2008

Ernst & Young Accountants

w.g. D.A. de Waard RA MA

Essent N.V. MVO Verslag 2007 › Assurance Report

Page 106: MVO jaarverslag Essent 2007

www.essent .eu

Colofon

Dit MVO Verslag wordt uitgegeven in het Nederlands en Engels.

De Nederlandse gedrukte uitgave is leidend.

Dit jaarverslag is gedrukt op Lessebo papier dat PEFC gecertifi ceerd

en chloorvrij is. Het Programme for Endorsement of Forest Certifi -

cation Schemes (PEFC) is een mondiaal systeem dat richtlijnen heeft

opgesteld voor duurzaam bosbeheer en handelsketencertifi cering.

De Europese Commissie verklaarde in 2005 dat zij PEFC en het Forest

Stewardship Council (FSC) als gelijkwaardig beschouwde en als

waarborg voor duurzaam bosbeheer voldoende achtte (EU zittings-

document A6-0015/2006). Het systeem biedt consumenten zekerheid

over de duurzame herkomst en productie van hout en papierproducten

door onafhankelijke toetsing van het systeem door derden.

Gebruikte afkortingen

V volt, eenheid van elektrische spanning

J joule, eenheid van elektrische arbeid

A ampère, eenheid van elektrische stroom

VA volt x ampère, eenheid van elektrisch schijnbaar vermogen

W watt, eenheid van vermogen

Wh wattuur, geleverde eenheid van 1 watt gedurende 1 uur

k kilo = 1.000 (kV = kilovolt, kWh = kilowattuur, kW = kilowatt)

M mega = 1.000 kilo

G giga = 1.000 mega

FTe fulltime equivalents, aantal medewerkers omgerekend

naar een volledige werkweek

Page 107: MVO jaarverslag Essent 2007

www.essent .eu

Essent N.V.

Nieuwe Stationsstraat 20

6811 KS Arnhem

Postbus 268

6800 AG Arnhem

tel. 026 851 1000

fax 026 851 1389

www.essent.eu

Redactie en coördinatie

Eduard Wijnoldij Daniëls

Chris Arthers

Marga Edens

Joke ten Hove

Marjolijne van Huissteden

Marieke Mooij

Realisatie

Verslagteksten

Jan Veenstra, Hoogeveen

Themafoto’s en portretfoto M.A.M Boersma

Taco Anema, Amsterdam

Portretfoto’s bij interviews

Paulien de Gaaij Fotografi e, Utrecht

Afbeeldingen openingspagina’s dilemma’s

ESA p. 31

Warmtebeelden

Courtesy NASA/JPL-Caltech p. 45

FLIR Systems Benelux p. 57, 65

Vertaling

Ernst & Young Language & Translation Services, Den Haag

Ontwerp, vormgeving en fotografi e

Design Studio Hans Kentie BNO, Leusden

Lithografi e en druk

Drukkerij Rosbeek B.V., Nuth

Bindwerk

Binderij Hexspoor B.V., Boxtel

Verschijningsdatum: 31 maart 2008

Page 108: MVO jaarverslag Essent 2007
Page 109: MVO jaarverslag Essent 2007
Page 110: MVO jaarverslag Essent 2007
Page 111: MVO jaarverslag Essent 2007

Energie vraagt om energie. Energie vraagt om Essent.

Essent is met ruim 2,7 miljoen huishoudelijke en zakelijke

klanten het grootste Nederlandse energiebedrijf.

We zijn de grootste producent van duurzame energie

in Nederland. Essent beschikt over 90 jaar ervaring in

productie, handel, transport en levering van elektriciteit.

In gas zijn we zelfs al 150 jaar actief.

Essent heeft alle kennis in huis om optimaal gebruik

te maken van de energie die op aarde aanwezig is.

Want energie is er altijd en overal. In wind, in zonlicht,

in biomassa, in alles. Essent weet als geen ander

hoe we de beschikbare energie zo efficiënt en effectief

mogelijk kunnen benutten. Daar stoppen we al onze

energie in. Hierdoor bent u ook in de toekomst verzekerd

van betaalbare energie. Daar kunt u op vertrouwen.