(IZP) - dihag.nhg.org · PDF fileOm de implementatie van de LTA Diabetes succesvol te laten...
Click here to load reader
Transcript of (IZP) - dihag.nhg.org · PDF fileOm de implementatie van de LTA Diabetes succesvol te laten...
www.d iha g.nl
Jaargang 14 | nr 2 | oktober 2012 |
I N H O U D Leeswijzer
Het Individueel Zorgplan (IZP)
Landelijk Transmurale AfspraakDiabetes, de LTA
De zelfcontrole-checklist
Agenda
L E E S W IJ Z E R
In deze DiHAG-nieuwsbrief aandacht voor de discussie over het Individueel Zorgplan (IZP) onder het
motto De huisarts wil duidelijkheid. Ymte Gr oe nev e l d licht u in. J an Pal men schildert de
weg naar een optimale transmurale diabeteszorg via de LTA, de Landelijk Transmurale Afspraak
Diabetes. En als u geïnteresseerd bent in de zelfcontrole-checklist, ook over de richtlijn zelfcontrole
in de spreekkamer leest u in deze nieuwsbrief. Oja, er zijn plaatsen beschikbaar voor de kader NHG
Kaderopleiding Diabetes, die in november start!
De redactie
▲ terug naar inhoudspagina
HE T IN D I V ID U E E L ZO R G P L A N ( IZP) Zelfmanagement is noodzakelijk voor mensen met een chronische aandoening. Om dit te kunnen
uitvoeren zijn afspraken nodig over de verdeling van zorgtaken. Uitgangspunt daarbij zijn de wensen
van de patiënt. Patiënten (DVN), overheid (WVS), zorgverzekeraars en in mindere mate zorgverleners
hebben behoefte aan een praktisch hanteerbaar format, een Individueel Zorgplan (IZP).
door Ymte Groeneveld
De Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) heeft aan Vilans gevraagd een individueel zorgplan (IZP) te
ontwikkelen. Dit plan is recent gepubliceerd. Het NHG heeft zonder brede meningsvorming een op
registratie gericht document over het IZP gepubliceerd. Zij deed dit op grond van signalen dat de huisarts
behoefte heeft aan een overzicht van afspraken over de behandeling tussen patiënt en zorgverleners.
In de DiHAG expertgroep, met als gasten Doortje Boshuizen (NAD/Vilans), Erica Bastiaanssen (NHG) en
Linda Tolsma(NHG) is het IZP uitvoerig besproken. Graag geef ik u de belangrijkste conclusies en
aanbevelingen:
Een IZP is gericht op het totaal aan afspraken tussen zorgverlener en patiënt, dus ziekteoverstijgend.
De ICT-vormgeving van het IZP maakt het voor alle zorgpartners inclusief de patiënt mogelijk om afspraken rond
de zorg voor een patiënt te beheren.
Het zorgplan maakt het mogelijk afspraken in vrije tekst te noteren.
Een IZP is functioneel binnen de zorg. Dit betekent dat niet iedere patiënt met een chronische aandoening een
IZP nodig heeft.
Het aanmaken en beheren van een IZP is niet arbeidsintensief.
Er is zorg over de omvang van het door Vilans ontwikkelde IZP.
Het invoeren van een IZP is pas mogelijk als het gebruik van een IZP bewezen effectief is voor de kwaliteit van
zorg van de doelgroep.
Een IZP wordt niet verplicht door de verzekeraar en maakt zeker geen deel uit van prestatie-indicatoren.
Fer van der Does gaf namens de ‘gewone’ huisarts een kritisch en geestig commentaar op het fenomeen
IZP, Doortje Boshuizen besprak de contouren van onderzoek naar de effecten van de invoering van het
IZP.
De gesprekken over het IZP gaan voort, onder leiding van het NHG
Een overzicht van zorgplannen vindt u op www.vilans.nl.
▲ terug naar inhoudspagina
L A N D E L I J K T R A N S M U R A L E A F S P R A A K D I A B E T E S , D E L T A OP W E G N A A R E E N O P T I M A L E T RA N S M U R A L E D I A B ET E S Z O R G
In september 2010 kwam de LTA diabetescommissie voor het eerst bij elkaar. De commissie bestond uit
vier kaderartsen DM (namens DiHAG) en vier internisten (namens NIV, Nederlandse Internisten
Vereniging). De coördinatie was in handen van een beleidsmedewerker van het NHG.(1) De doelstelling
van de commissie was: het formuleren van verwijs-, terugverwijs- en consultatiecriteria voor mensen
met diabetes type2. Uitgangspunt was ‘de juiste patiënt, op het juiste moment, met de juiste indicatie
bij de juiste hulpverlener’.
Door Jan Palmen, kaderarts DM | voorzitter LTA Diabetescommissie
De commissie heeft criteria geformuleerd voor een praktische omschrijving van complexe en niet-
complexe diabeteszorg. De huidige richtlijnen van het NHG en NIV vormden daarbij het vertrekpunt. De
LTA-werkgroep kwam in totaal acht keer bij elkaar. Tijdens elke bijeenkomst werd de conceptversie
besproken en verder aangepast. De achtste en laatste versie werd in mei 2011 aangeboden voor
commentaar aan een steekproef van 50 huisartsen (response 28%) en vervolgens voorgelegd aan een
groep vooraanstaande referenten, afkomstig uit de eerste- en tweedelijns diabeteszorg. In het najaar van
2011 werd de concepttekst geautoriseerd door de NHG en NIV en ter publicatie aangeboden aan Huisarts
en Wetenschap.(2)
Deze LTA werd financieel mogelijk gemaakt door subsidie van het NAD (Nationaal Actieprogramma
Diabetes).(3) Samen met medewerkers van dit NAD is met twee leden van de LTA-commissie en een
medewerker van de NHG een werkgroep geformeerd om deze LTA landelijk te implementeren. (4)
Cr it e r ia
Reden om te verwijzen of te consulteren zijn: problemen bij de diagnose, problemen bij de glycaemische
instelling en de behandeling van complicaties en/of risicofactoren bij de patiënt met diabetes type2. Bij
dergelijke verwijsindicaties is het belangrijk uit te gaan van het (basis) kennisniveau van de gemiddelde
huisarts met betrekking tot DM type2.
Patiënten zien de huisarts nog steeds als het belangrijkste aanspreekpunt en
waarderen zijn coördinerende rol in de chronische zorg
Eerste en tweedelijns zorgverleners dienen elkaar te vertrouwen als het gaat om expertise op het gebied
van diabetes mellitus. Uit een studie van Anna Berendsen(5) blijkt dat de patiënt belang hecht aan een
vlotte en efficiënte doorgang naar de tweede lijn. Bij terugverwijzing willen ze dat hun huisarts snel en
adequaat geïnformeerd wordt door de terugverwijzende specialist. Zij zien de huisarts nog steeds als het
belangrijkste aanspreekpunt en waarderen zijn coördinerende rol in de chronische zorg. Hij kent de
specifieke context van zijn patiënt en zijn omgeving.
Om de implementatie van de LTA Diabetes succesvol te laten verlopen zullen dus transmurale afspraken
gemaakt moeten worden tussen huisartsen en internisten en tussen de zorggroepen en hun preferente
ziekenhuizen. Ook moeten er regionale afspraken komen onder andere op het gebied van onderlinge
communicatie, diabetesgerelateerde (multidisciplinaire) zorgketens en behandeltrajecten.
Com mu n ica t i e
Verwijzende zorgverleners moeten elkaar dus goed informeren. Van de huisarts mag verwacht worden dat
hij bij verwijzing een duidelijke vraagstelling formuleert en relevante gegevens verstrekt met betrekking
tot ziektebeloop, voorgeschiedenis, comorbiditeit, diabetesgerelateerde complicaties, sociale inbedding,
laboratoriumuitslagen en behandeling.
Er moet worden nagedacht over de mogelijkheid van e-mail consultatie met als streven
dat de huisarts binnen 72 uur antwoord krijgt op zijn vraag.
De internist rapporteert na het vaststellen van een behandelplan en vervolgens minimaal jaarlijks,
eventueel tussentijds, bij nieuwe gezichtspunten die van belang zijn voor de huisarts. Hij geeft aan
waarom hij de patiënt langer in zorg wil houden. Bij terugverwijzing volgt een afsluitende brief met
beantwoording van de vraagstelling en zorgadviezen voor de huisarts binnen zes weken. Verder moet
nagedacht worden over de mogelijkheid van e-mail consultatie waarbij het streven moet zijn dat de
huisarts binnen 72 uur antwoord krijgt op zijn vraag.
Dia b ete sg er el a te e rd e ( mu lt id i s c ip l in a ir e) zor g
Zorggroepen hebben behoefte aan een ‘voetenteam’. Dit team bestaat minimaal uit een internist met
belangstelling voor de diabetisch voet, een gipsverbandmeester,een diabetesverpleegkundige en een
podotherapeut. De (aangepaste) schoenvoorziening verloopt via een revalidatiearts of een orthopeed.
Ook is er behoefte aan een zorgketen met betrekking tot diabetische nefropathie, diabetische neuropathie
en indicatiestelling voor bariatrische chirurgie. Het is belangrijk voor de huisarts om te weten wie in het
ziekenhuis voor deze diabetesgerelateerde multidisciplinaire zorg eerste aanspreekpunt en
eindverantwoordelijke is.
Dia b ete sg er el a te e rd e b eh a n d el t r a j e ct en
Het moet voor de verwijzend huisarts duidelijk zijn welke internist-endocrinoloog in het ziekenhuis de
eindverantwoordelijkheid heeft voor specifieke diabetesgerelateerde behandeltrajecten zoals verdenking
op LADA, MODY familiaire hypercholesterolemie en obesitas. Dit geldt natuurlijk ook voor de indicatie van
GLP-1- analogen behandeling. Er is daarnaast behoefte aan transmurale geprotocolleerde afspraken over
endoscopieën en andere poliklinische ingrepen. Tot slot is er behoefte aan afspraken met betrekking
ondersteund diabeteszorgbeleid zoals bij sondevoeding, prednisongebruik, chemotherapie en atypische
neuroleptica.
Con c lu si e
Bovenstaande en eventuele andere regionale transmurale aandachtspunten zouden opgenomen moeten
worden in een protocol waarin afspraken, verantwoordelijkheden, strategieën en bereikbaarheid duidelijk
vermeld staan. De LTA DM kan daarbij als vertrekpunt dienen.
Ref e ren t i es
1. De werkgroepleden waren dr. A.B. Arntzenius, dr. L.T. Dijkhorst-Oei, dr B.J. Potter van Loon, prof.dr. N.C.
Schaper, allen internist (namens de NIV); A.F.E Bots, dr. F.E.E. van der Does, J.V.H Palmen, J.J. van Wijland,
allen kaderhuisarts DM (namens DiHAG). De coördinatie was in handen van A.C. Sluiter, staflid NHG
2. Landelijk Transmurale Afspraak Diabetes Mellitus type2; Huisarts en Wetenschap; 55 (1) jan. 2012; S1-S12
3. Project 0.02 (www.actieprogrammadiabetes.nl)
4. De commissieleden voor het implementatieplan LTA: dr. A.B.Arntzenius, internist; J.J. van Wijland, kaderarts
DM; E. van Ballegooie en M. Jebbink, namens NAD; B. Spelberg, namens NHG.
5. Samenwerking tussen huisarts en specialist, wat vinden de patiënten en de dokters; A.J. Berendsen; uitgever
Bohn, Stafleu, van Loghum, 2008. ISBN: 9789077113806
▲ terug naar inhoudspagina
R I C H T L I J N Z E L F C O N T R O L E I N D E S P R E E K K A M E R S
D E Z E L F C O N T RO L E -C H E C K L IS T
Nu de nieuwe Richtlijn Zelfcontrole klaar is en verspreid wordt, komt de vraag naar boven wat er in de
dagelijkse praktijkvoering rondom zelfcontrole van bloedglucosewaarden verandert. De aanbevelingen zijn
veelal vrij globaal en verschillen soms niet zoveel van de al bestaande adviezen. Toch wordt iedere
diabeteszorgverlener geacht om volgens de richtlijn te werken; afwijken van de aanbevelingen kan alleen
met goede argumenten.
Om erachter te komen waarin de aanbevelingen van de Richtlijn Zelfcontrole afwijken van de
diabetespraktijk, wordt er een zelfcontrole-checklist ontwikkeld waarmee diabeteszorgverleners hun
eigen beleid kunnen spiegelen aan de aanbevelingen uit de richtlijnen. Zo wordt snel duidelijk of en waar
de verschillen in aanpak zitten. Vervolgens kan gekeken worden welke interventie nodig is om het beleid
aan te passen. Misschien volstaat een verandering van het protocol, soms is bijscholing noodzakelijk.
Vanuit het NAD, Nationaal Actieprogramma Diabetes, wordt dit traject gevolgd en waar nodig begeleid.
Geïnteresseerden in deze zelfcontrole-ckecklist kunnen
hun belangstelling kenbaar maken bij NAD via
▲ terug naar inhoudspagina
NHG Kaderopleiding Diabetes
Kaderartsen diabetes zijn steeds meer gewild! Maak werk van een boeiende hobby.
In november 2012 start de vierde NHG Kaderopleiding Diabetes.
Er zijn nog plaatsen beschikbaar.
Inlichtingen: Mw. Dr. Bertien Hart ([email protected])
▲ terug naar inhoudspagina
AGENDA
9 -10 januari 2013 DiHAG-Langerhans AIOS-dagen 18-20 april 2013 International congress on prediabetes and the metabolic syndrome - Wenen
COLOFON Deze nieuwsbrief is een uitgave van de Diabetes Huisartsen Advies Groep, DiHAG. De nieuwsbrief verschijnt vier maal per jaar.
Redactie Willem van Gerwen (eindredactie), Wim de Grauw, Daniel Tavenier, Mattees van Dijk, Ymte Groeneveld
Redactie-adres
DiHAG, p/a NHG, Postbus 3231, 3502 GE Utrecht
[email protected] | 030-2823500 | Fax 030-2823501 | www.dihag.nl
De DiHAG wordt financieel ondersteund door Boehringer Ingelheim, Eli Lilly, MSD BV, NOVO Nordisk NV, sanofi aventis Netherlands BV
Aanmelden DiHAG nieuwsbrief Wilt u onze nieuwsbrief rechtstreeks elektronisch ontvangen? Meldt u dan aan op [email protected] onder vermelding van ‘DiHAG nieuwsbrief’. De nieuwsbrief verschijnt minimaal vier keer per jaar.
▲ Einde nieuwsbrief - terug naar inhoudspagina