Inhoud - klaarvoorhogeronderwijs.be Module... · reflectieverslag te schrijven, een cursus te...

13
In de module taal krijgen de leerlingen een beeld van de taal van het hoger onderwijs, ook wel eens het academisch Nederlands genoemd. Het academisch Nederlands is een taalvariëteit waar je in het hoger onderwijs mee vertrouwd raakt, geen taal die je op voorhand hoeft te beheersen. Maar hoe beter je voorbereid bent – bijvoorbeeld op de lectuur van langere, complexe, niet-literaire teksten – hoe comfortabeler je startpositie. Vaak bestaat de misvatting dat taal enkel belangrijk is voor wie talen studeert of journalistiek. Toch speelt taal een cruciale rol in élke opleiding hoger onderwijs, ook bij wie bijvoorbeeld ingenieurswetenschappen of verpleegkunde studeert. Elke student in elke opleiding moet namelijk zijn competenties bewijzen via taal. Denk maar aan schriftelijke examens, hoorcolleges volgen, een bachelor- of masterproef schrijven, wetenschappelijke artikels lezen, … De module taal dient twee doelen. In de eerste plaats probeert ze bij leerlingen en leerkrachten te informeren over de verwachtingen van het hoger onderwijs. Daarnaast kunnen leerlingen een zicht krijgen op hun talig instapprofiel. Inhoud Het filmpje toont vier studenten, in het begin van hun opleiding, die kennismaken met academisch Nederlands. Dit gebeurt aan de hand van vier vaardigheden: Luisteren Schrijven Lezen Spreken Aanvankelijk hebben de studenten het moeilijk om efficiënt te noteren in het hoorcollege, om een reflectieverslag te schrijven, een cursus te begrijpen en een mondeling examen af te leggen. Ze zuchten en schudden het hoofd bijvoorbeeld. Maar de boodschap in het filmpje is bewust positief: naarmate het academiejaar vordert, slagen ze erin om zich het academisch Nederlands eigen te maken.

Transcript of Inhoud - klaarvoorhogeronderwijs.be Module... · reflectieverslag te schrijven, een cursus te...

In de module taal krijgen de leerlingen een beeld van de taal van het hoger onderwijs, ook wel eens het

academisch Nederlands genoemd. Het academisch Nederlands is een taalvariëteit waar je in het hoger

onderwijs mee vertrouwd raakt, geen taal die je op voorhand hoeft te beheersen. Maar hoe beter je

voorbereid bent – bijvoorbeeld op de lectuur van langere, complexe, niet-literaire teksten – hoe

comfortabeler je startpositie.

Vaak bestaat de misvatting dat taal enkel belangrijk is voor wie talen studeert of journalistiek. Toch speelt

taal een cruciale rol in élke opleiding hoger onderwijs, ook bij wie bijvoorbeeld

ingenieurswetenschappen of verpleegkunde studeert. Elke student in elke opleiding moet namelijk zijn

competenties bewijzen via taal. Denk maar aan schriftelijke examens, hoorcolleges volgen, een bachelor-

of masterproef schrijven, wetenschappelijke artikels lezen, …

De module taal dient twee doelen. In de eerste plaats probeert ze bij leerlingen en leerkrachten te

informeren over de verwachtingen van het hoger onderwijs. Daarnaast kunnen leerlingen een zicht

krijgen op hun talig instapprofiel.

Inhoud

Het filmpje toont vier studenten, in het begin van hun opleiding, die kennismaken met academisch

Nederlands. Dit gebeurt aan de hand van vier vaardigheden:

Luisteren

Schrijven

Lezen

Spreken

Aanvankelijk hebben de studenten het moeilijk om efficiënt te noteren in het hoorcollege, om een

reflectieverslag te schrijven, een cursus te begrijpen en een mondeling examen af te leggen. Ze zuchten

en schudden het hoofd bijvoorbeeld. Maar de boodschap in het filmpje is bewust positief: naarmate het

academiejaar vordert, slagen ze erin om zich het academisch Nederlands eigen te maken.

Doelstellingen

Kennismaken met de term ‘academisch Nederlands’ en de verwachtingen van het hoger onderwijs op

het gebied van taal.

Bewustmaken dat taal cruciaal is in het hoger onderwijs ook in niet-talige opleidingen. Alle studenten

moeten immers hoorcolleges volgen, verslagen schrijven en mondelinge examens afleggen.

Bovendien moet elke student zijn competenties bewijzen via taal.

Stimuleren om de eigen taalvaardigheid in kaart te brengen via de screening en te relateren aan de

verwachtingen van het hoger onderwijs.

Gebruik

Het filmpje kan op verschillende manieren gebruikt worden:

Als introductie bij de screening.

Als introductie van een klasgesprek over taal in het hoger onderwijs. Voor, na of tijdens het filmpje

kan je volgende vragen stellen:

- Wat is academisch Nederlands?

- In welke mate speelt taal een rol in de opleiding die je volgend jaar wil volgen volgens jou?

- Heb je er een zicht op in welke mate je goed voorbereid bent op de taal van het hoger onderwijs?

Op welke vaardigheid ben je het best voorbereid? Aan welke vaardigheid moet/wil je nog

werken? Hoe kan je dat doen?

Als introductie tot een taak voor het vak Nederlands of een vakoverschrijdende taak waarbij de

studenten zelf informatie verzamelen, teksten schrijven, gegevens presenteren, …

De screening bestaat uit zes onderdelen:

Academische woordenschat

Spelling

Grammatica

Schrijven

Lezen

Luisteren

TIP: Het is aan te raden om als begeleider zelf eerst de screeningsinstrumenten uit te proberen, zodat je

een zicht krijgt op de vragen, de weergave van de resultaten en de tips die aangeboden worden.

De zelftests zijn opgesteld op basis van de eindtermen Nederlands van het secundair onderwijs enerzijds

en het Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (PTHO) anderzijds. Het PTHO beschrijft de taalvaardigheid

die nodig is bij aanvang van een opleiding aan een universiteit of hogeschool met het Nederlands als

voertaal. Dit profiel komt globaal overeen met het niveau B2 van het Gemeenschappelijk Europees

Referentiekader (Common European Framework of Reference).

Het concept van deze zelftest is ontleend aan de zelftest Test je taal van de Arteveldehogeschool. Al meer

dan vier academiejaren worden meer dan 3000 instromende studenten met dit instrument gescreend.

Test je taal werd onderworpen aan een validiteitsonderzoek. Ook de predictieve validiteit of

voorspellende waarde werd onderzocht. Uit die analyses voor het eerste semester van het eerste

opleidingsjaar bleek er voor alle opleidingen een sterk verband (p<0.01) tussen studiesucces en de

resultaten op de taalscreening.

Het doel van de zelftest is tweeledig. Enerzijds zorgt de digitale zelftest ervoor dat leerkrachten groepen

leerlingen grofmazig kunnen testen, met als doel taalzwakke studenten te detecteren. Anderzijds krijgen

leerlingen zelf een zicht op hun eigen taalbeheersing.

Dat de zelftest digitaal is, zorgt voor enkele beperkingen. Ten eerste kan de mondelinge taalvaardigheid

niet getest worden. Ten tweede wordt de taalvaardigheid niet geïntegreerd getoetst: Als de studenten

een woordenschatoefening goed maken, wil dat nog niet zeggen dat hij de getoetste woorden in

taalgebruikssituaties in de werkelijkheid correct gebruikt. De waarde van de zelftest is dus vooral de

indicatie die ze geeft van de taalbeheersing van de leerlingen. Daarnaast mag het sensibiliserende effect

niet onderschat worden. De vragen in de zelftest zijn namelijk opgesteld vanuit een functioneel

perspectief, d.w.z. dat de vragen zoveel mogelijk uit relevante hogeronderwijscontexten komen zoals

stageverslagen, hoorcolleges en wetenschappelijke artikels.

In het hoger onderwijs worden studenten geconfronteerd met een nieuw soort taalgebruik dat in de

literatuur ‘academisch Nederlands’ wordt genoemd. Het gaat dan niet om vaktaal, maar om woorden die

vaak opduiken in academische teksten. Voorbeelden hiervan zijn diffuus, verifiëren en impliceren. Van

een student wordt verwacht dat hij informatie in handboeken en syllabi tot in detail kan begrijpen,

inclusief academische woorden.

De kennis van academische woordenschat wordt in de screening bevraagd via meerkeuze- en invulvragen.

VOORBEELD: Wat betekent het onderstreepte woord? Die docent is helemaal niet competent. a.bekwaam b.precies c.vernieuwend

Van studenten hoger onderwijs mag je verwachten dat ze de spellingregels overwegend correct

toepassen. Het zouden gevorderde spellers moeten zijn die bij twijfel de correcte schrijfwijze opzoeken. In

de zelftest werden woorden geselecteerd die studenten zonder het Groene Boekje zouden moeten

kunnen spellen. Ook woorden die frequent voorkomen in het hoger onderwijs werden geselecteerd naast

woorden waarbij ze de regelstrategie kunnen toepassen. Er zijn vier onderdelen: hoofdletters en

tussenklanken, werkwoorden, meervoud en onthoudwoorden. Om het gokken zoveel mogelijk te

beperken, bestaan de oefeningen vooral uit invulvragen.

VOORBEELD: Zet de woorden tussen haakjes in het meervoud.

In het overleg worden verschillende (strategie)……………………….besproken.

In het hoger onderwijs worden hoge eisen gesteld aan vormelijke criteria zoals grammatica. Studenten

hoger onderwijs moeten in staat zijn teksten te schrijven die grammaticaal correct zijn. In de zelftest

krijgen de studenten onder andere oefeningen op lidwoorden, woordvolgorde, werkwoorden en

betrekkelijke voornaamwoorden.

VOORBEELD: Zet de woorden tussen haakjes in de juiste vorm.

Tijdens zijn tweede stageperiode (treden)………………de stagiair niet doortastend genoeg op.

VOORBEELD: Vul het juiste voornaamwoord in: die of dat?

Onderstaande tabel is een overzicht……………opgemaakt werd om de leerstof samen te vatten.

Leesvaardigheid is een belangrijk aspect van taalvaardigheid in het hoger onderwijs. De student moet ten

eerste de inhouden van syllabi tot in detail kunnen begrijpen om die te kunnen bestuderen. Een tweede

belangrijk deelaspect van leesvaardigheid is relevante informatie selecteren. Ten derde moet de student

de structuur van teksten kunnen begrijpen opdat hij de informatie gemakkelijker kan verwerken.

In de screening wordt voornamelijk het eerste van de drie hierboven genoemde aspecten getoetst. Via

een aantal meerkeuzevragen wordt nagegaan of de leerlingen de tekst begrepen hebben. Als tekst werd

een opiniestuk over zogenaamde ‘millenniumstudenten’ uit De Standaard gekozen.

VOORBEELD: Wat is de centrale stelling van de auteur?

a. De auteur houdt een pleidooi voor hoorcolleges als werkvorm.

b. De auteur maakt zich druk over de millenniumstudenten die tijdens het hoorcollege

sms’en, chatten en surfen.

c. De auteur vindt dat er tijdens vergaderingen en hoorcolleges te veel gebruik gemaakt

wordt van gsm, laptop en andere multimedia.

In het hoger onderwijs worden hoge eisen gesteld aan de schrijfvaardigheid van studenten. Studenten

moeten informatie, argumenten en conclusies kunnen weergeven in een vlot leesbare, samenhangende

tekst. Het is a priori onmogelijk om schrijfvaardigheid met een digitale tool in kaart te brengen. We

kunnen wel enkele aspecten toetsen van zakelijk schrijven.

In de zelftest zitten vragen over register, leestekens en verbindingswoorden.

VOORBEELD: Je bent Jolien Janssens, studente in het tweede jaar bedrijfsmanagement. Je

kreeg van je docent, Ruben Vandaele de opdracht om je portfolio in te dienen tegen dinsdag

26 april.Maar je bent geveld door de griep en ligt met 39° koorts in bed. Stuur een e-mail naar

je docent om te laten weten dat je ziek bent en daardoor je portfolio niet kunt indienen. Je

vraagt hoe dit verder moet geregeld worden.

In het hoger onderwijs is luisteren een belangrijke vaardigheid in verschillende situaties: in een

hoorcollege, bij een presentatie, een lezing, een gesprek met een docent, een presentatie, een discussie,

Van de student wordt onder andere verwacht dat hij de hoofgedachte kan achterhalen, de gedachtegang

kan volgen, argumenten kan vergelijken.

De screening voor ‘luisteren’ wordt uitgewerkt in het najaar van 2011. Het is de bedoeling dat de

leerlingen eerst een fragment van een hoorcollege kunnen bekijken. Ze kunnen hierbij notities maken.

Daarna krijgen ze een aantal meerkeuzevragen over het fragment.

Er zijn verschillende scenario’s mogelijk.

Scenario 1: De volledige screening

Je kiest ervoor als leerkracht om de zes onderdelen van de zelftest in één beweging te maken. Je kunt

eventueel een voorbeeldvraag van elk onderdeel tonen.

Duur afname:

Academische woordenschat: 10 minuten

Spelling: 10 minuten

Grammatica: 10 minuten

Schrijven: 15 minuten

Lezen: 25 minuten

Luisteren: xx minuten

Scenario 2: Een deel van de screening

Alle delen van de screening zijn apart te maken. Desgewenst kan de leerkracht een tijdslimiet hanteren

per onderdeel. Het is namelijk niet de bedoeling dat de leerlingen hulpmiddelen gebruiken, de screening

gaat de parate kennis na.

Na elk onderdeel van de screening, krijgt de leerling zijn resultaten te zien. Dat zijn geen numerieke scores

(bv. 15/20) maar codes. Er zijn drie mogelijke codes:

- -/+ +

Je scoort laag Je scoort gemiddeld Je scoort hoog

Academische woordenschat

- -/+ +

Je scoort laag voor academische woordenschat. In teksten uit het hoger onderwijs vind je vaak academische woorden, zoals abstract, participeren en omissie, die in andere teksten veel minder vaak worden gebruikt. Het is belangrijk om deze woorden te kennen en te weten hoe je ze precies moet gebruiken. We raden je sterk aan om je woordenschat uit te breiden, zodat je je tijdens je studies de inhoud van artikels en cursussen tot in het detail begrijpt. De tips woordenschat kunnen je daarbij helpen.

Je scoort gemiddeld voor academische woordenschat. In teksten uit het hoger onderwijs vind je vaak academische woorden, zoals abstract, participeren en omissie, die in andere teksten veel minder vaak worden gebruikt. Het is belangrijk om deze woorden te kennen en te weten hoe je ze precies moet gebruiken. De tips woordenschat kunnen je daarbij helpen.

Je scoort hoog voor academische woordenschat. Dat is goed, in teksten uit het hoger onderwijs vind je vaak academische woorden, zoals abstract, participeren en omissie, die in andere teksten veel minder vaak worden gebruikt. De screening heeft echter alleen gepeild naar je kennis van bepaalde woorden. Maar kan je ze ook gebruiken? Bekijk alvast de tips woordenschat.

Spelling

- -/+ + Je scoort laag voor spelling. In het hoger onderwijs wordt verwacht dat je de spellingregels overwegend correct kan toepassen. Als je veel spellingfouten maakt in e-mails, papers of verslagen loop je het risico dat de docent dat als storend ervaart en minder op de inhoud van je tekst let. We raden je sterk aan je spelling bij te werken . Ken je de regels? Ken je ze wel maar kan je ze niet toepassen? Zoek je voldoende woorden op? Je kan alvast starten met tips spelling.

Je scoort gemiddeld voor spelling. In het hoger onderwijs wordt verwacht dat je de spellingregels overwegend correct kan toepassen. Als je spellingfouten maakt in e-mails, papers of verslagen loop je het risico dat de docent dat als storend ervaart en minder op de inhoud van je tekst let. We raden je sterk aan na te gaan welke soort fouten je vooral maakte in de test. Zijn het basisfouten tegen de werkwoorden? Of zijn er fouten tegen weetwoorden? Op basis van je foutenanalyse raden we je aan je spelling bij te werken. Je kan alvast starten met tips spelling.

Je scoort hoog voor spelling. Dat is goed, in het hoger onderwijs wordt namelijk verwacht dat je de spellingregels overwegend correct kan toepassen. Overweeg je om een talige opleiding te starten in het hoger onderwijs? Dan kan het zijn dat je je spellingvaardigheid nog op een hoger, gespecialiseerder niveau wilt brengen. Bij de tips spelling vind je een aantal naslagwerken die je hierbij kunnen helpen.

Lezen

- -/+ + Je scoort laag voor deze oefening. Tijdens je studie zul je veel moeten lezen en daarbij is het belangrijk om efficiënt teksten te kunnen lezen. Op basis van de screening raden we je aan de tips voor lezen te bekijken. Zo kan je bijleren over leesstrategieën, verbanden in teksten en het lezen van grote hoeveelheden tekst.

Je scoort gemiddeld voor deze oefening. Tijdens je studie zul je veel moeten lezen en daarbij is het belangrijk om efficiënt teksten te kunnen lezen. Op basis van de screening raden we je aan de tips voor lezen te bekijken. Zo kan je bijleren over leesstrategieën, verbanden in teksten en het lezen van grote hoeveelheden tekst.

Je scoort hoog voor deze oefening. Dat is goed, tijdens je studie zul je veel moeten lezen en daarbij is het belangrijk om efficiënt teksten te kunnen lezen. Neem zeker eens een kijkje bij de tips voor lezen. Je kan nog bijleren over leesstrategieën, verbanden in teksten en het lezen van grote hoeveelheden tekst.

Zakelijk schrijven

- -/+ + Je scoort laag voor de aspecten van schrijven die getest werden. Studenten in het hoger onderwijs moeten informatie, argumenten en conclusies kunnen weergeven in een vlot leesbare, samenhangende tekst. We raden je sterk aan je eigen teksten te analyseren. Dat kan met behulp van de tips zakelijk schrijven.

Je scoort gemiddeld. Studenten in het hoger onderwijs moeten informatie, argumenten en conclusies kunnen weergeven in een vlot leesbare, samenhangende tekst. We raden je aan je eigen teksten te analyseren. Dat kan met behulp van de tips zakelijk schrijven.

Je scoort hoog. Dat is goed, studenten in het hoger onderwijs moeten informatie, argumenten en conclusies kunnen weergeven in een vlot leesbare, samenhangende tekst. Met de tips zakelijk schrijven kan je eventueel nagaan of je je schrijfvaardigheid nog kan verbeteren.

Grammatica

- -/+ + Je scoort laag voor grammatica. Dat betekent dat je een aantal elementaire fouten maakte. Als dat het geval zou zijn in een e-mail, paper of presentatie loop je het risico dat de aandacht van de docent afgeleid wordt van de inhoud. We raden je sterk aan hieraan te werken. Bij de tips grammatica vind je een aantal eenvoudige oefeningen. Als je die onder de knie hebt, is het van belang ze toe te passen bij spontaan schrijven en spreken.

Je scoort gemiddeld voor grammatica. Dat betekent dat je een aantal aspecten goed beheerst maar dat je toch een aantal fouten maakte. Ook al staan grammaticale fouten de begrijpelijkheid niet in de weg, fouten in e-mails, papers of presentaties kunnen de aandacht van de docent afleiden van de inhoud. We raden je aan na te gaan welke fouten je nog maakte in de screening. Op basis van de foutenanalyse kan je aan de slag met de tips grammatica.

Je scoort hoog voor grammatica. Dat is goed, in het hoger onderwijs wordt een accurate toepassing van grammaticale regels verwacht. Bij de tips grammatica kan je nagaan of je je grammatica nog kan verbeteren.

Per onderdeel krijgt de leerling toelichting over de betekenis en mogelijke implicaties van de code en hoe

hij hieraan verder kan werken. De leerling kan na de zelftest doorklikken voor feedback per vraag.

Je kunt volgende leervragen stellen individueel, in kleine groepjes of in de klas:

Kloppen de resultaten voor jou?

Welke sterktes zie je bij jezelf? (onderdelen met een ‘+’-score)

Wat zijn aandachtspunten voor jou? (onderdelen met een ‘-‘-score)

Welke aspecten zou je nog willen bijwerken en hoe?

Let op: De screening peilt naar enkele deelaspecten van taal. Taalvaardigheid wordt niet volledig of

geïntegreerd getoetst. Leerlingen mogen op basis van een ‘-‘-score niet zomaar besluiten dat ze niet

geschikt zijn voor het hoger onderwijs. Het is evenmin de bedoeling dat leerlingen met een ‘+’-score op

hun lauweren kunnen rusten. Dat je een ‘+’-score behaalt voor bijvoorbeeld academische woordenschat

is goed, maar zegt niets over het feit of je de woorden kan gebruiken in verslagen, discussies of

presentaties. De screening geeft een indicatie en wil leerlingen motiveren in plaats van ontmoedigen.

Bij elke vraag is er feedback voorzien. Er zijn twee soorten feedback. Bij sommige vragen ziet de leerling

of hij de vraag juist of fout had, en wat het juiste antwoord is.

VOORBEELD FEEDBACK: We kunnen ____ deze gegevens afleiden dat vrouwen beter scoren dan mannen.

Jouw antwoord: van X Het juiste antwoord: uit

Bij andere vragen is er ook informatieve feedback voorzien. De leerling krijgt dan ook toelichting bij het

juiste antwoord. Uit de literatuur1 blijkt dat zeker zwakke spellers de spelling van woorden het effectiefst

leren via informatieve feedback.

1 Spelling feedback in an ICT-learning environment. Issues of proficiency, training efficiency, and transfer.

Bosman, A., M. van Huygevoort & L. Verhoeven 2006 p. 341-361in: International journal of educational research, jrg. 45 , nr. 6

VOORBEELD INFORMATIEVE FEEDBACK: De …………………………………..regering stemde tegen het nieuwe voorstel. a.vlaamse

b.Vlaamse V Het juiste antwoord: b Feedback: Aardrijkskundige namen behouden in afleidingen hun hoofdletter: Vlaamse, Engelse, Franse, ...

Als begeleider heb je toegang tot enkele statistieken over de screening van de leerlingen. Je kunt de

scores van elke individuele leerling opvragen. Daarnaast kan je ook gemiddelden per klas en school

bekijken. Op deze manier kun je op een gerichte manier de meest gepaste oefeningen uit de tips kiezen.

Academische woordenschat

N=5 25%

N=12 60%

N=3 15%

Spelling

Grammatica

Schrijven

Lezen

Luisteren

De tips zijn rechtstreeks gelinkt aan de onderdelen van de screening. Wie gemiddeld of laag scoort op een

onderdeel, neemt het best de bijbehorende tips door. Ook voor wie hoog scoort kunnen de tips nuttig

zijn. De tips bestaan uit oefeningen en informatie. Er wordt niet enkel gefocust op kennis en toepassingen

maar ook op attitudes en strategieën.

De tips bij academische woordenschat bestaan uit vier delen.

Oefenen De leerlingen kunnen twee oefeningen maken. In de oefeningen maken ze kennis met strategieën die kunnen helpen om de betekenis van woorden af te leiden.

Opzoeken Het is een belangrijke attitude dat leerlingen onbekende woorden leren opzoeken. Via een inleiding uit een reële cursus kunnen ze oefenen met het (online) woordenboek.

Woorddossier Via een woorddossier kunnen leerlingen hun woordenschat doelbewust verruimen en onbekende woorden ook leren te gebruiken. Via de sjablonen in pdf kunnen ze meteen aan de slag.

Zelfstudie- en oefenboeken Hier vinden zowel leerlingen als leerkrachten informatie over en links naar interessant materiaal.

De tips bij academische woordenschat bestaan uit vier delen.

Oefenen De leerlingen kunnen vier oefeningen maken. Het thema is Engelse werkwoorden. Vaak hebben leerlingen met dit item problemen. Bovendien zijn het vooral werkwoordfouten die docenten in het hoger onderwijs storen.

Opzoeken Het is een belangrijke attitude dat leerlingen de schrijfwijze van twijfelwoorden leren opzoeken. Vaak weten ze niet dat ze dit ook online kunnen doen. Via een kleine oefening kunnen ze met www.woordenlijst.org kennismaken.

Dagelijkse test Spelling moet je onderhouden. Om deze attitude bij te brengen, kunnen leerlingen zich inschrijven voor een dagelijkse test via www.beterspellen.be.

Zelfstudie- en oefenboeken Hier vinden zowel leerlingen als leerkrachten informatie over en links naar interessant materiaal. Er werd vooral materiaal opgenomen dat interessant is voor gevorderde spellers.

De tips bij grammatica bestaan uit vier delen.

Oefenen De leerlingen kunnen oefeningen maken over het gebruik van betrekkelijke voornaamwoorden. Vaak hebben leerlingen met dit item problemen omdat ze anderstalig zijn of tussentaal spreken.

Opzoeken Het is belangrijk dat leerlingen weten waar ze een betrouwbaar antwoord kunnen vinden op taalvragen. Via twee oefeningen maken de leerlingen kennis met www.taaladvies.net en www.vrttaal.net.

Taaldrop Grammaticale fouten bij leerlingen zijn vaak heel uiteenlopend. Om leerlingen te laten bijleren over veelvoorkomende grammaticale struikelblokken op een aangename manier kunnen ze zich inschrijven voor een dagelijkse taaldrop in hun mailbox via www.taaldrop.be. Een dagelijkse herinnering kan helpen om leerlingen te overtuigen van het belang van een grammaticaal correcte tekst.

Zelfstudie- en oefenboeken Hier vinden zowel leerlingen als leerkrachten informatie over en links naar interessant materiaal.

De doelstelling van de tips is leerlingen verschillende leesstrategieën te leren hanteren. We denken daar

bij aan:

Voorspellend lezen

Oriënterend lezen

Zoekend lezen

Globaal lezen

Intensief lezen

Oefeningen op deze leesstrategieën zijn te vinden bij de module studiemethode. De leerlingen worden

automatisch doorgelinkt.

Checklist zakelijke teksten Bij deze oefeningen is het enerzijds de bedoeling dat leerlingen oog krijgen voor de verschillende aspecten van een zakelijke tekst. Door samen een tekst te analyseren, leren ze op deze verschillende aspecten te letten. Revisie is een heel belangrijk onderdeel van het schrijfproces. Anderzijds kunnen de leerlingen de checklist ook gebruiken bij schrijftaken. Als leerkracht kan je hen bijvoorbeeld leren verbindingswoorden te gebruiken om meer structuur in een tekst te brengen.

Paper In het hoger onderwijs worden studenten geconfronteerd met nieuwe tekstsoorten zoals een paper of een reflectieverslag. De leerlingen worden doorgelinkt naar www.studielicht.be, waar ze allerlei tips vinden over bovengenoemde tekstsoorten.

Netiquette Leerlingen slagen er niet altijd in om een zakelijke e-mail op te stellen. Enerzijds kunnen ze het niet en schrijven ze onbewust een te informeel register. Anderzijds is het vaak ook een kwestie van attitude om e-mails na te lezen. Via de link naar de tips van netiquette in de module ICT kunnen leerlingen oefenen en worden ze gesensibiliseerd rond de vereisten van zakelijke e-mails.

Zelfstudie- en oefenboeken Hier vinden zowel leerlingen als begeleiders informatie over en links naar interessant materiaal.

De tips bij ‘luisteren’ worden uitgewerkt in het najaar van 2011. Het is de bedoeling onder andere in te

gaan op het nemen van goede notities.

Alle websites en naslagwerken die gebruikt zijn om de module taal te ontwikkelen vind je op

www.klaarvoorhogeronderwijs.be terug bij ‘tips’.