Informatie over het Universitair Medisch Centrum St Radboud€¦  · Web viewINDELING. Tijdens uw...

24
ROOSTER EN WERKZAAMHEDEN INDELING TIJDENS UW COASSISTENTSCHAP IN ONS ZIEKENHUIS ZULT U WORDEN INGEDEELD OP DE VOLGENDE AFDELINGEN: AFDELING PERIODE IN WEKEN KLINIEK TWEEMAAL TWEE AANEENGESLOTEN WEKEN OP ÉÉN VAN DE VOLGENDE KLINISCHE AFDELINGEN: INTERNE GENEESKUNDE, HEMATOLOGIE, CARDIOLOGIE, LONGZIEKTEN, MAAG-DARM-LEVERZIEKTEN, MEDISCHE ONCOLOGIE, NIERZIEKTEN, REUMATOLOGIE. WEEK 1 + 2 EN WEEK 7 + 8 POLIKLINIEK DE POLIKLINIEK IS VERDEELD IN VIER POSTEN: BLAUW INTERNE GENEESKUNDE GEEL/GROEN ENDOCRINOLOGIE, MAAG-DARM-LEVERZIEKTEN, NIERZIEKTEN, REUMATOLOGIE ROOD HEMATOLOGIE, MEDISCHE ONCOLOGIE POLIPLEIN C-O CARDIOLOGIE (POLI HARTCENTRUM), LONGZIEKTEN WEEK 3, 4, 5 + 6 OPMERKINGEN SCHONE WITTE JAS ZORG ALTIJD VOOR EEN SCHONE WITTE JAS, KORTE MOUWEN, SCHONE KLEDING, SCHONE HANDEN, KORTE NAGELS. GEDRAGSREGELS VASTGESTELD DOOR HET STAFCONVENT, OKTOBER 2007: 1. GEEN LANGE MOUWEN (NIET VAN WITTE JAS MAAR OOK NIET VAN SHIRT OF BLOUSE ONDER DE WITTE JAS); 2. GEEN HORLOGES OF ARMBANDEN DRAGEN; 3. GEEN RINGEN DRAGEN. ROOSTER, UITVAL BIJ PROBLEMEN OVER HET ROOSTER, UITVAL SPREEKUUR, PATIËNT NIET GEKOMEN ETC. KUNT U TERECHT BIJ DE CHEF POLIKLINIEK, TOESTEL 86794. ACTIVEREN NETWERKACCOUNT VIA DE ZORGADMINISTRATIE ONTVANGT U EEN BRIEF MET INLOGCODE OM BINNEN HET RADBOUDUMC UW NETWERKACCOUNT, IT-FACILITEITEN EN EPD TE ACTIVEREN. ONDERVINDT U PROBLEMEN MET INLOGGEN, NEEM DAN CONTACT OP MET DE ZORGADMINISTRATIE, TST. 86567 OF E-MAIL ZORGADMINISTRATIE@RADBOUDUMC.NL ; MEN HEEFT DE VOLGENDE INFORMATIE NODIG: UW Z-NUMMER UW FUNCTIE: COASSISTENT HET SPECIALISME: IWOO

Transcript of Informatie over het Universitair Medisch Centrum St Radboud€¦  · Web viewINDELING. Tijdens uw...

Informatie over het Universitair Medisch Centrum St Radboud

ROOSTER en WERKZAAMHEDEN

INDELING

Tijdens uw coassistentschap in ons ziekenhuis zult u worden ingedeeld op de volgende afdelingen:

Afdeling

Periode in weken

Kliniek

tweemaal twee aaneengesloten weken op één van de volgende klinische afdelingen: Interne Geneeskunde, Hematologie, Cardiologie, Longziekten,

Maag-Darm-Leverziekten, Medische Oncologie, Nierziekten, Reumatologie.

week 1 + 2 en week 7 + 8

Polikliniek

De polikliniek is verdeeld in vier posten:

Blauw

Interne Geneeskunde

Geel/GroenEndocrinologie, Maag-Darm-Leverziekten, Nierziekten,

Reumatologie

Rood

Hematologie, Medische Oncologie

Poliplein C-OCardiologie (poli Hartcentrum), Longziekten

week 3, 4, 5 + 6

OPMERKINGEN

Schone witte jas

Zorg altijd voor een schone witte jas, korte mouwen, schone kleding, schone handen, korte nagels.

Gedragsregels vastgesteld door het Stafconvent, oktober 2007:

1. geen lange mouwen (niet van witte jas maar ook niet van shirt of blouse onder de witte jas);

2. geen horloges of armbanden dragen;

3. geen ringen dragen.

Rooster, uitval

Bij problemen over het rooster, uitval spreekuur, patiënt niet gekomen etc. kunt u terecht bij de chef polikliniek, toestel 86794.

Activeren netwerkaccount

Via de zorgadministratie ontvangt u een brief met inlogcode om binnen het Radboudumc uw netwerkaccount, IT-faciliteiten en EPD te activeren.

Ondervindt u problemen met inloggen, neem dan contact op met de zorgadministratie, tst. 86567 of e-mail [email protected] ; men heeft de volgende informatie nodig:

· uw Z-nummer

· uw functie: coassistent

· het specialisme: IWOO

· wat is het probleem, wat dient geactiveerd te worden?

Ziek

Bent u ziek tijdens uw coassistentschap dan is dat zeer vervelend, zowel voor u als voor de gang van zaken op de afdeling waar u werkzaam bent.

U meldt zich uiterlijk om 09:00 uur ziek bij uw begeleider op de verpleegafdeling waar u op dat moment werkzaam bent.

Bent u werkzaam op de polikliniek en zou u die dag een nieuwe patiënt zien (NP), zeg dan met nadruk erbij dat er een nieuwe patiënt voor u was afgesproken zodat men onmiddellijk op zoek kan naar vervanging voor u.

Ziekmelden op de polikliniek doet u vóór 08:30 uur op telefoonnummer 024 36 16503 (balie post blauw).

Nadat u zich hebt ziekgemeld op de verpleegafdeling of polikliniek, stuurt u een e-mail van uw ziekmelding – en later van uw betermelding – naar coassistentenbegeleidster dr. P. van Gurp, e-mail [email protected]

Afwezig om andere reden dan ziekte

· Voor andere redenen van afwezigheid (begrafenis, bruiloft e.d.) dient u per e-mail toestemming te vragen aan dr. Van Gurp.

· doet zich tijdens uw coassistentschap een probleem voor dat u en/of uw directe supervisor niet zelf kunnen oplossen, neem dan contact op met dr. Van Gurp via sein *81 2235 of per e- mail.

· Belangrijk in uw coassistentschap is dat u zich realiseert dat deze periode bedoeld is om in de praktijk te zien wat er allemaal bij komt kijken om een goede arts te worden; wij verwachten ook van u een actieve en assertieve inzet.

INSTRUCTIE CASUÏSTIEK KPA-BESPREKINGEN

1. Per KPA-bespreking worden twee coassistenten ingedeeld om een patiënt te presenteren. De bespreking begint om 11:30 uur precies en per casus zijn 30 minuten beschikbaar. Kom op tijd !

2. Om de bespreking vlot te laten verlopen is het essentieel om gegevens uit anamnese en lichamelijk onderzoek inclusief de lijst van activerende gegevens, vóór de bespreking beschikbaar te stellen aan de coassistenten en de docent die de bespreking zullen gaan bijwonen.

3. Om dit te realiseren wordt gebruik gemaakt van Blackboard waarbinnen u als student geregistreerd staat. Bij het onderdeel KPA kunt u de gegevens gestructureerd opslaan. Volg de instructies op het scherm.

4. Wat moet u doen als presentator

A. U bereidt uw casus voor en zorgt ervoor dat u uiterlijk twee werkdagen vóór uw presentatie onderstaande instructies hebt uitgevoerd. Dus bij presentatie op maandag uiterlijk gereed op de voorafgaande donderdag en bij presentatie op woensdag uiterlijk gereed op de voorafgaande maandag.

B. Maak een Word-doc van uw casus met daarin de anamnese, het lichamelijk onderzoek en de lijst van activerende gegevens. Het is niet de bedoeling om in dit document al een probleemlijst, differentiaal diagnose en beleid te formuleren. Natuurlijk maakt u los van het bedoelde document de verdere uitwerking van uw casus, die u in de bespreking digitaal presenteert.

C. Log vervolgens binnen Blackboard in op de cursus ‘UMCN-Episode 1: Episode’.

D. Ga binnen de cursus naar de KPA-verslagen en volg de instructies op het scherm.

5. Wat moet u doen als toehoorder

A. Log tijdig in op de cursus‘UMCN-Episode 1: Episode’ binnen Blakcboard.

B. Ga binnen de cursus naar de KPA-verslagen.

C. Klik op de presentatie waarop u zich wilt voorbereiden (aangeduid met datum van presentatie en onderwerp). Deze is uiterlijk twee werkdagen voor de datum van presentatie beschikbaar.

D. Per KPA-bespreking zijn er twee presentaties waarop u zich moet voorbereiden.

E. Open de attachments en lees de anamnese, lichamelijk onderzoek en lijst van activerende gegevens; dit is het vertrekpunt van de bespreking!

F. Denk alvast na over de probleemlijst en het beleid per casus, dan kunt u goed meedoen in de discussie.

DE 10 GOUDEN REGELS VAN DE KPA-BESPREKING

1. Voorbereiding: de presenterende coassistent heeft anamnese, lichamelijk onderzoek en activerende gegevens op blackboard geplaatst. Alle coassistenten, inclusief CIKF coassistenten, bereiden zich voor op de bespreking door de tekst te lezen en een uitwerking te maken.

2. Presentatie: de KPA wordt gepresenteerd in Word, niet als PPT (te weinig overzicht).

3. Actieve bespreking: alle aanwezigen nemen actief deel aan de discussie; de coassistenten worden uitgenodigd individueel commentaar te leveren.

4. Bespreking: de presenterende coassistent laat anamnese en lichamelijk onderzoek zien, leest niet voor, maar geeft slechts toelichting op vragen (5 minuten).

5. Probleemlijst: het vormen van een probleemlijst wordt ervaren als moeilijk. Aan de orde komen de volgende onderdelen: de definitie van het gepresenteerde probleem, welke activerende gegevens worden hierin gegroepeerd, kunnen problemen gecombineerd worden, prioriteit in probleemlijst, volledigheid probleemlijst (10 minuten).

6. Probleemlijst medicatie: elk medicijn is een apart probleem: heeft het medicijn te maken met het primaire probleem, is er überhaupt een indicatie voor het medicijn, bijwerkingen medicijn, interactie medicijn en het te volgen beleid voor het primaire probleem. Tevens kan worden gevraagd naar het werkingsmechanisme van een medicament dat vermeld is.

7. Differentiaal diagnose: per probleem wordt een uitwerking gegeven; top 5 van waarschijnlijke diagnosen voor de betreffende patiënt (geen boeken-DD maar een DD die rekening houdt met patiëntfactoren!) (10 minuten).

8. Beleid: hierbij staat alleen dát onderzoek vermeld dat direct te herleiden is naar DD; dus geen screenend lab of standaard rijtje (5 minuten).

9. Beleid: naar oorzaak en gevolg opgesplitst (oorzaak anemie en eventueel bloedtransfusie in afwachting van diagnostiek); indien uitslagen al bekend zijn dan worden deze gepresenteerd.

10. Feedback: de presenterende coassistent krijgt feedback over voorbereiding, inhoud en presentatie.

( Het eindoordeel wordt vermeld in het KPA boek alsmede in het portfolio van de coassistent. (

DIENSTEN

A. In week 3 van uw coassistentschap doet u voor het eerst mee aan een dienst. U wordt in principe ingedeeld voor vier (4) avonddiensten en twee (2) weekenddiensten. Onderling ruilen is toegestaan.

B. Het meelopen met de diensten is een verplicht onderdeel van het coassistentschap.

C. U laat uw aanwezigheid paraferen door de dienstdoende internist (in opleiding) in uw portfolio.

D. Het rooster voor de diensten wordt gemaakt door het secretariaat Afd. Interne Geneeskunde en hangt aldaar op de gang op het prikbord (route 463).

E. Denk eraan om al uw spullen uit uw kluisje mee te nemen voordat u de polikliniek verlaat om aan uw dienst te beginnen! De polikliniek sluit om 17:30 uur en daarmee is uw kluisje niet meer toegankelijk.

Melden bij aanvang dienst:

MAANDAG / DINSDAG / WOENSDAG / DONDERDAG

DIENST

17:30-22:00u * Overdracht start om 17:30u * U meldt zich OP TIJD op de artsenkamer AIG van EOV-Infectie (route 495)

VRIJDAG

DIENST

16:30-22:00u * Overdracht start om 16:30u * U meldt zich OP TIJD op de artsenkamer AIG van EOV-Infectie (route 495)

ZATERDAG / ZONDAG / FEESTDAG / COLLECTIEVE VRIJE DAG

DIENST SEH

Dagdienst 09:00-16:00u * Overdracht start om 09:00u * U meldt zich OP TIJD op de artsenkamer AIG van EOV-Infectie (route 495)

Avonddienst 16:00-23:00u * U meldt zich OP TIJD op de artsenkamer SEH waar de dienstdoende Aios Interne Geneeskunde werkt

DIENST KLINIEK

Dagdienst ( deze wordt niet ingedeeld; er is geen Aios Interne Geneeskunde van 12:00-16:00u

Avonddienst 16:00-23:00u * U meldt zich OP TIJD op de artsenkamer SEH waar de dienstdoende Aios Interne Geneeskunde werkt

Aios Interne Geneeskunde SEHALLEEN in noodgevallen belt u toestel 86926 of gsm 06 3176 8969

Aios Interne Geneeskunde KliniekALLEEN in noodgevallen belt u toestel 86925 of gsm 06 2790 9156

BEOORDELING COASSISTENTSCHAP INTERNE GENEESKUNDE

A. Voorafgaand aan het coassistentschap ontvangt u een portfolio; daarin verzamelt u alle beoordelingen van de door u verrichte activiteiten.

B. Na week 1+2 kliniek en week 7+8 kliniek, vinden beoordelingsgesprekken plaats door de superviserend internist/cardioloog/longarts in samenspraak met de assistent-in-opleiding-tot-specialist (AIOS) van uw afdeling. Deze beoordelingen worden ingevuld op het ‘Beoordelings-protocol Functioneren Coassistentschap Interne Geneeskunde Klinische Fase – Episode 1’ (kliniek week 1+2) en (kliniek week 7+8).

C. Na week 3 t/m 6 (polikliniek) wordt de beoordeling samengesteld aan de hand van de mening van diverse artsen die u aan het werk hebben gezien. Eén van de supervisoren zal het beoordelingsgesprek met u voeren. De beoordeling wordt ingevuld op het ‘Beoordelings-protocol Functioneren Coassistentschap Interne Geneeskunde Klinische Fase – Episode 1’ (polikliniek week 3 t/m 6).

D. Rond de 6e week van uw coassistentschap ontvangt u van het secretariaat Afd. Interne Geneeskunde een e-mailbericht over de datum en het tijdstip van uw mondeling tentamen. Dit mondeling tentamen vindt plaats in de laatste week van uw coassistentschap.

E. Twee dagen vóór het mondeling tentamen levert u de volgende bescheiden in op het secretariaat Afd. Interne Geneeskunde (route 463):

· 4 uitgewerkte statussen zonder herleidbare patiëntgegevens

· 2 ingevulde beoordelingsprotocollen ‘Functioneren Coassistentschap Interne Geneeskunde Klinische Fase – Episode 1’ week 1+2 en week 3 t/m 6

· 1 ledig beoordelingsprotocol ‘Mondeling Tentamen Coassistentschap Interne Geneeskunde Klinische Fase – Episode 1’

· ingevulde casuslijst voor het mondeling tentamen coassistentschap episode 1

F. In week 8 vindt uw mondeling tentamen plaats; in dit gesprek worden uw kennis en vaardigheden getoetst. U brengt mee naar het mondeling tentamen:

· 1 ingevuld beoordelingsprotocol ‘Functioneren Coassistentschap Interne Geneeskunde Klinische Fase – Episode 1’ week 7+8

· portfolio

De beoordeling wordt door de beoordelaar ingevuld op het beoordelingsprotocol ‘Mondeling Tentamen Coassistentschap Interne Geneeskunde Klinische Fase – Episode 1’

G. Alle beoordelingsprotocollen (4 stuks) worden direct na het mondeling tentamen ingeleverd op het secretariaat Afd. Interne Geneeskunde (route 463).

H. De episodecoördinator, dr. C.T. Postma, stelt aan de hand van de ingeleverde beoordelings-protocollen het eindcijfer samen voor uw coassistentschap Interne Geneeskunde; dit is niet het rekenkundig gemiddelde van alle cijfers die u tijdens het coassistentschap krijgt.

TOELICHTING op de WERKZAAMHEDEN

KLINIEK

Informatie over de werkzaamheden in de kliniek vindt u in het Blokboek Episode 1, hoofdstuk 5. Hieronder vindt u aanvullende belangrijke informatie.

Rooster besprekingen

Coassistenten werkzaam in de kliniek volgen onderstaande besprekingen:

DAG

TIJD

voor COASSISTENT

werkzaam in

BESPREKING

LOCATIE

Maandag *

08:15 – 09:00 u

Kliniek E-gebouw

Patiëntenoverdracht van weekend

zaal OOV route 448

Maandag

11:30 – 12:30 u

Kliniek + Polikliniek

KPA-bespreking

probleemgeoriënteerde patiënten-

bespreking voor en door coassistenten; supervisie door tenminste 1 staflid Interne Geneeskunde

zaal OOV route 448

Dinsdag

08:15 – 08:30 u

Kliniek E-gebouw

Patiëntenoverdracht

zaal OOV route 448

Dinsdag

08:30 – 09:15 u

Kliniek E-gebouw

Onderwijs Interne Geneeskunde voor Aios en coassistenten; gepresenteerd door Aios

zaal OOV route 448

Dinsdag

11:45 – 12:30 u

Kliniek + Polikliniek

Klinische Farmacologiebespreking;

onderwerp en spreker variëren (dit wordt per e-mail bekend gemaakt)

zaal OOV route 448

Woensdag

08:15 – 08:30 u

Kliniek E-gebouw

Patiëntenoverdracht

zaal OOV route 448

Woensdag

08:30 – 09:00 u

Kliniek E-gebouw

Recente literatuur; u neemt actief deel en geeft aan wat u gelezen hebt uit het laatst verschenen issue van het NTvG

zaal OOV route 448

Woensdag

11:30 – 12:30 u

Kliniek + Polikliniek

KPA-bespreking

probleemgeoriënteerde patiënten-

bespreking voor en door coassistenten; supervisie door tenminste 1 staflid Interne Geneeskunde

zaal OOV route 448

Donderdag

08:15 – 08:30 u

Kliniek E-gebouw

Patiëntenoverdracht

zaal OOV route 448

Donderdag

08:30 – 09:15 u

Kliniek E-gebouw

Patiëntenbespreking met verdiepings-opdracht (snoepje van de week / vraag van de week); gepresenteerd door Aios

zaal OOV route 448

Donderdag

12:30 – 13:30 u

Kliniek + Polikliniek

Klinische patiëntenbespreking Interne Specialismen

zaal OOV route 448

Donderdag

17:00 – 18:00 u

Kliniek E-gebouw

Röntgenbespreking afd. Radiologie

Brakkesteinkmr route 766

Vrijdag

08:15 – 08:30 u

Kliniek E-gebouw

Patiëntenoverdracht

EERSTE vrijdag v.d. maand:

PA-bespreking

zaal OOV route 448

afd. PA route 812

Vrijdag

08:30 – 09:15 u

Kliniek E-gebouw

Klinische probleemanalyse; gepresenteerd door Aios

zaal OOV route 448

Vrijdag

14:00 – 15:00 u

Kliniek

Co-rondje fysische diagnostiek Interne Geneeskunde o.l.v. staflid

EOV AIG route 495

Vrijdag

week 8

16:30 – 17:00 u

Kliniek

Gezamenlijke evaluatie coschap Interne Geneeskunde o.l.v. dr. P. van Gurp

CK-2 route 463

*Op uw EERSTE stagedag geldt hetgeen beschreven staat bij ‘Melden eerste dag’.

Beeldopname maken: volledige anamnese bij patiënt

In week 2 van de klinische stage Interne Geneeskunde dient er een opname van een volledige anamnese bij een patiënt gemaakt te worden, ter bespreking met de begeleider. Na het opnemen van de anamnese neemt u contact op met de begeleider (aios-supervisor) om de opname te bespreken. Indien deze anamnese niet naar behoren is, maakt u met uw begeleider een afspraak voor een nieuwe opname en supervisie hiervan.

Als er geen anamnese-opname mogelijk is dan dient de anamnese tijdens directe observatie te worden beoordeeld en besproken. U dient hiervoor zelf een afspraak te maken.

De beeldopname van de klinische patiënt maakt u in de onderzoeksruimte van EOV. De coassistent van EOV wordt door zijn voorganger op de hoogte gebracht over de beschikbaarheid van de apparatuur.

POLIKLINIEK

Informatie over de werkzaamheden op de polikliniek vindt u in het Blokboek Episode 1, hoofdstuk 5. Hieronder vindt u aanvullende belangrijke informatie.

Vrijdagmiddag voorafgaand aan stage

Op de vrijdagmiddag voorafgaand aan de stage op de polikliniek meldt u zich om 12:30 uur precies bij de receptie van post Blauw op de polikliniek voor een korte rondleiding. Tevens krijgt u dan uw rooster voor de komende 4 weken en de sleutel van een persoonlijk kastje.

U krijgt een persoonlijk rooster waarop per dagdeel staat vermeld of u een nieuwe patiënt (NP) ziet of een spreekuur (CP) bijwoont. Op uw rooster staat tevens vermeld bij welke afdeling een nieuwe patiënt hoort en welke kamer u kunt gebruiken. Indien dit laatste niet staat vermeld, dan krijgt u in overleg met de verpleging (niet de mensen achter de balie) van de betreffende verpleegpost een kamer toegewezen. U zult per week tenminste drie nieuwe patiënten zien.

Soms zult u een nieuwe patiënt zien voor de cardioloog of een cardiologisch spreekuur bijwonen. Ook voor de longarts zult u patiënten zien of een pulmologisch spreekuur bijwonen.

Algemene informatie voor het statussen van een nieuwe patiënt (NP)

Nadat een patiënt zich heeft gemeld, zullen een aantal administratieve handelingen moeten worden verricht. Als de administratie klaar is, kunt u de patiënt uit de wachtruimte meenemen naar de aan u toegewezen kamer. Stel u duidelijk voor aan de patiënt en geef daarbij aan dat u coassistent bent en dat na u een arts (assistent of specialist) uw werk zal controleren.

Alle gegevens worden opgeslagen in het EPD; er zijn geen papieren statussen meer.

Als u klaar bent met anamnese en lichamelijk onderzoek, brengt u de patiënt terug naar de wachtkamer (bied een kop koffie of thee aan, te halen in de koffiekamer op de dagverpleging). In de resterende tijd rondt u de status/intake af, waarbij u ook de instructies volgt op het intakeformulier/sjabloon ‘nieuwe intake patiënt’. Daarbij hoort in elk geval:

· probleemlijst (volgens de activerende gegevens uit anamnese en lichamelijk onderzoek);

· analyse en differentiaal diagnose, in elk geval van het hoofdprobleem;

· diagnostisch actieplan; wees daarbij selectief en in staat om iedere aanvraag te beargumenteren;

· eventueel therapeutisch actieplan.

Voer geen vaginaal toucher uit. Het rectaal toucher wordt alleen op indicatie gedaan; overleg tevoren met de begeleider, zeker als u daarmee nog geen of weinig ervaring hebt. Als u een rectaal toucher gaat verrichten, vraagt u de supervisor hierbij aanwezig te zijn zodat deze dit eventueel kan controleren. Hij/zij kan dan ook direct de rest van het lichamelijk onderzoek controleren. De patiënt hoeft zich dan niet twee keer van kleding te ontdoen.

Zodra de patiënt op de onderzoeksbank ligt, moet de bank worden afgeschermd met het gordijn (ook voor bloeddrukmeting).

Nadat de patiënt is opgestaan, moet het papier worden vernieuwd (het gebruikte papier gaat in de prullenbak)! Alle patiënten dienen te worden gemeten en gewogen (met kleren, zonder schoenen); bloeddruk altijd meten.

· de status wordt in zijn geheel overgenomen in het EPD onder formulieren ‘intake’. Voor nieuwe interne patiënten is er voor de coassistenten een sjabloon. Bekijk hiervoor de instructie KN/EPD op Blackboard Episode 1.

Nieuwe patiënten voor Afd. Interne Geneeskunde

Van deze patiënten kunt u daags tevoren de verwijsbrief inzien op het EPD van de patiënt. Zo’n brief maakt vaak al een eerste hypothesevorming mogelijk. Probeer u daarop thuis voor te bereiden. Maak een plan voor anamnese, lichamelijk onderzoek en formuleer gedachten over de probleemanalyse en eventueel ook voor het onderzoekprogramma en de therapie. De patiënten wachten in de wachtruimte bij post blauw. U belt altijd (klaar of niet) uiterlijk na 1,5 uur het superviserend staflid of de assistent (seinnummer staat op rooster).

Nieuwe patiënten voor de andere afdelingen van de polikliniek

De brieven van de patiënten voor de afdelingen Maag-, Darm-, Leverziekten en Reumatologie kunt u vaak de middag tevoren inzien op het secretariaat. Soms geldt dat ook voor de andere afdelingen. Zie voor instructies ook de legenda bij uw rooster. Vaak nemen de patiënten de brief zelf mee bij het eerste bezoek of de brieven staan al in het EPD. Dan leest u samen met uw supervisor deze brief door voordat u de patiënt gaat onderzoeken. Lees ook de instructie voor het nazien van reumatologische patiënten (ontvangt u bij uw rooster). De patiënten wachten in de wachtruimte bij de betreffende post.

U overlegt met de specialist die u superviseert hoe laat u klaar moet zijn met uw status.

Het bijwonen van de controlespreekuren (CP)

In EPIC is te zien hoe laat de eerste patiënt op het spreekuur wordt verwacht. Ter voorbereiding neemt u de dossiers door van de patiënten van het betreffende spreekuur en u vormt zich medisch inhoudelijk een beeld van de patiënten die komen. Zonodig frist u uw kennis op over de ziektebeelden en behandeling van de patiënten, dan wordt het bijwonen van een spreekuur leerzamer.

Formuleer voor uzelf een persoonlijk leerdoel voor het bijwonen van een controlespreekuur en bespreek dat kort met de dokter van het spreekuur. Dan kunt u met de supervisor bepalen bij welke patiënt(en) u toekomt aan dat gestelde leerdoel.

Noteer van iedere patiënt tenminste de leeftijd, het geslacht, de reden van het spreekuurbezoek en de medicatie. Bezin u over de inhoud van iedere controle. Probeer van elk spreekuur een paar casus tevoren wat uitgebreider te bekijken en stel uzelf de volgende vragen:

· welke anamnetische gegevens moeten worden verkregen;

· welk lichamelijk onderzoek moet worden verricht;

· welk aanvullend onderzoek moet nog gebeuren;

· welke informatie moet aan de patiënt worden gegeven;

· moet er een nieuwe controleafspraak worden gemaakt en zo ja, op welke termijn.

Probeer ook eens een patiënt zelfstandig (natuurlijk wel gesuperviseerd) na te kijken. Vraag om recepten te mogen schrijven.

Informeer daags tevoren hoe laat het spreekuur begint en zorg ervoor ruim op tijd aanwezig te zijn. De tijden kunnen wel eens afwijken van het rooster. Als er een spreekuur uitvalt of als een nieuwe patiënt niet komt, kunt u altijd bij een ander spreekuur meekijken.

Ziek tijdens de polikliniekstage

De nieuwe patiënt wordt speciaal voor u afgesproken. Indien u zich wegens ziekte moet afmelden, zeg dan met nadruk erbij dat er een nieuwe patiënt voor u was afgesproken zodat men onmiddellijk op zoek kan naar vervanging voor u.

Ziekmelden op de polikliniek doet u vóór 08:30 uur op telefoonnummer 024 36 16503 (balie post blauw).

Nadat u zich hebt ziek gemeld op de verpleegafdeling of polikliniek, stuurt u een e-mail van uw ziekmelding – en later van uw betermelding – naar coassistentenbegeleidster dr. P. van Gurp, e-mail [email protected]

Andere redenen van afwezigheid (begrafenis, bruiloft e.d.) dient u ruim van tevoren te melden bij

dr. P. van Gurp en de polikliniekleiding, met vermelding van de geplande activiteit (NP of CP).

Rooster besprekingen

Coassistenten werkzaam op de polikliniek volgen onderstaande besprekingen:

DAG

TIJD

voor COASSISTENT

werkzaam in

BESPREKING

LOCATIE

Maandag

11:30 – 12:30 u

Kliniek + Polikliniek

KPA-bespreking

probleemgeoriënteerde patiënten-

bespreking voor en door coassistenten; supervisie door tenminste 1 staflid Interne Geneeskunde

zaal OOV route 448

Maandag

16:45 – 17:00 u

Polikliniek

Patiëntenbespreking

Polikliniek route 433

Dinsdag

11:45 – 12:30 u

Kliniek + Polikliniek

Klinische Farmacologiebespreking;

onderwerp en spreker variëren (dit wordt per e-mail bekend gemaakt)

zaal OOV route 448

Dinsdag

16:45 – 17:00 u

Polikliniek

Patiëntenbespreking

Polikliniek route 433

Woensdag

11:30 – 12:30 u

Kliniek + Polikliniek

KPA-bespreking

probleemgeoriënteerde patiënten-

bespreking voor en door coassistenten; supervisie door tenminste 1 staflid Interne Geneeskunde

zaal OOV route 448

Woensdag

16:45 – 17:00 u

Polikliniek

Patiëntenbespreking

Polikliniek route 433

Donderdag

12:30 – 13:30 u

Kliniek + Polikliniek

Klinische patiëntenbespreking Interne Specialismen

zaal OOV route 448

Donderdag

16:45 – 17:00 u

Polikliniek

Patiëntenbespreking

Polikliniek route 433

Vrijdag

week 3+4+5

14:30 – 16:30 u

Polikliniek

Onderwijs voor en door coassistenten

(Acute Gnk + Evidence Based Medicine)

CK-2 route 463

Vrijdag

week 6

14:30 – 16:30 u

Polikliniek

Zelfstudie: voorbereiden CKO1n

(Evidence Based Medicine)

CK-2 route 463

Vrijdag

16:45 – 17:00 u

Polikliniek

Patiëntenbespreking

Polikliniek route 433

Toelichting op de besprekingen:

· Ieder dag van 16:45-17:00u is er een patiëntenbespreking in de vergaderkamer op de polikliniek. Alle patiënten die op de betreffende dag nieuw zijn gezien (sticker meenemen!), worden kort nabesproken. Ook de patiënten die niet voor Afd. Interne Geneeskunde zijn gezien. De nieuwe patiënten van AIG voor de volgende dag, worden verdeeld en de verwijsbrieven kunnen dan worden ingezien.

· U draagt er zelf zorg voor dat u vóór of in week 5 tenminste één patiënt hebt voorgedragen op de KPA-bespreking (probleemgerichte patiëntenbespreking) op maandag- of woensdagmiddag van 11:30-12:30u in de hoorzaal OOV.

Wanneer u aan de beurt bent staat in het rooster dat wordt meegezonden met de indelingsbrief die u thuis ontvangt, ca. 2 weken voor aanvang van uw stage Episode 1. Dit rooster hangt ook op het prikbord in de gang bij het secretariaat Afd. Interne Geneeskunde (route 463).

· In week 3, 4 en 5 wordt op vrijdagmiddag gedurende 2 uur een patiëntenbespreking gehouden door u en uw collega’s en onder supervisie van een internist. Aan de hand van de patiënten die gezien zijn, zullen diverse onderwerpen uit de interne geneeskunde worden besproken. Verdere informatie hierover ontvangt u bij de introductie van de polikliniek.

Beeldopname maken: volledige anamnese bij patiënt

In week 6 van de poliklinische stage Interne Geneeskunde dient er een opname van een volledige anamnese bij een patiënt gemaakt te worden, ter bespreking in het eindbeoordelingsgesprek en t.b.v. CKO1n.

De poliklinische opnames kunt u maken op de Polikliniek en Dagbehandeling Interne Specialismen. Hier bevinden zich 2 kamers waarin de opnameapparatuur permanent staat opgesteld. Nadat u zelf voor een dvd gezorgd hebt, kunt u bij het secretariaat van de polikliniek een afspraak voor de opname maken.

Bij post Blauw liggen formulieren waarin aan de patiënten ook schriftelijk wordt uitgelegd wat het doel van de opname is. Het is heel belangrijk dat de patiënt weet dat de dvd alleen voor uw eigen leerproces wordt gebruikt, dat deze het ziekenhuis niet zal verlaten en dat de opname na beoordeling zal worden gewist.

U neemt een patiënt mee en de opnames worden geregeld door medewerkers van de polikliniek; blijft u s.v.p. zelf van de apparatuur af en wijzig de instellingen niet.

dr. C. Postma, dr. P. van gurp

december 2013; rev. juli 2014

Onderwijs coassistenten interne geneeskunde Radboudumc; polikliniek stage (EBM-co)

Achtergrond:

Tijdens het coschap interne geneeskunde wordt de co-assistent geconfronteerd met verscheidene casus waarbij zich diagnostische en/of therapeutische alledaagse dilemma’s voordoen, bijvoorbeeld omdat een richtlijn niet van toepassing is bij deze specifieke patiënt of de patiënt heeft al een behandeling die met het nieuwe voorstel niet matcht. Therapieën worden in vele vormen gegeven ( bv. leefstijladviezen, farmacotherapie, operatief ingrijpen). Voordat een plan voor de patiënt gemaakt kan worden, moeten een aantal stappen doorlopen worden om op een gestructureerde manier tot een plan van aanpak bij een individuele patiënt te komen.

Doel:

De coassistent is in staat actief te redeneren over diagnostische en/of therapeutische alledaagse dilemma’s in de acute en chronische patiëntenzorg.

De coassistent is in staat literatuur te doorzoeken om tot een bondig antwoord te komen op de dilemma’s die de coassistent in de praktijk tegenkomt.

De coassistent verdiept zijn achtergrondkennis van veel voorkomende interne ziektebeelden, de daarbij behorende diagnostiek en therapie.

Onderwijsbijeenkomst:

· Vrijdagmiddag 14.30-16.30 uur, niet te wijzigen i.v.m. patiëntencontacten van de coassistenten;

· 3 begeleide onderwijsbijeenkomsten in de 4 weken van de polikliniekstage van het coschap interne geneeskunde in het Radboudumc;

· Aanwezig: alle coassistenten, 1 staflid/fellow interne geneeskunde;

· De 4e onderwijsbijeenkomst is gericht op zelfstudie en voorbereiding door de coassistenten op CKO1N (niet begeleid).

Algemene Instructie:

voorbereiding

De coassistenten verdelen onderling wie wanneer presenteert aan het begin van de polikliniekstage.

De 3 opeenvolgende bijeenkomsten kennen elk een ander thema: ‘verdiepingsvraag’, ‘sixsteppp (zes stappenplan)’en ‘Acute geneeskunde’. (zie bijlage voor verdere toelichting op deze thema’s)

De coassistenten bereiden presentaties voor. Zij maken in de presentaties met name gebruik van actuele evidence / literatuur gericht op de individuele casuïstiek. Het gebruik van achtergrondinformatie uit leerboeken of algemene websites is minimaal.

De coassistenten stemmen onderling de onderwerpen met elkaar af zodat het niet voorkomt dat de inhoud van presentaties met elkaar overlappen!

Bijeenkomst:

Alle casus worden plenair besproken. De docent stimuleert de studenten om elkaar kritische vragen te stellen. Daarbij zal in de begeleiding met name de focus gelegd worden op het zoeken naar, interpreteren en bespreken van literatuur in relatie tot de casus.

Mocht er nog tijd over zijn na de presentaties dan besteedt de docent de overgebleven tijd aan een reflectie door de coassistenten op het gebruik van literatuur, het evidence-based kennis verwerven van interne ziektebeelden, studiegedrag van de coassistent en bereikte vaardigheden tot op heden.

Voor elk thema zijn in de bijlage nog specifieke aandachtspunten voor de bijeenkomst benoemd.

Product:

Een uitwerking van een evidence based voorstel voor beleid voor een aantal veel voorkomende problemen uit de dagelijkse praktijk van de interne geneeskunde.

Indeling coassistenten polikliniek onderwijs vrijdagmiddag (bijeenkomsten 1, 2 en 3).

Elke coassistent presenteert tenminste 2x een casus op de vrijdagmiddagen van de polikliniekstage.

1 verdiepingsvraag

Naam:

Onderwerp:

Student A

Student B

Student C

Student D

Student E

Het is toegestaan dat coassistenten onderling ruilen. Coassistenten zorgen er gezamenlijk voor dat er bij elke onderwijsbijeenkomst 5 presentaties zijn

2 sixsteppp

Naam:

Onderwerp:

Student F

Student G

Student H

Student I

Student J

Het is toegestaan dat coassistenten onderling ruilen. Coassistenten zorgen er gezamenlijk voor dat er bij elke onderwijsbijeenkomst 5 presentaties zijn

3 acute geneeskunde

Naam:

Onderwerp:

Student A

Student B

Student C

Student D

Student E

Student F

Student G

Student H

Student I

Student J

Toelichting 1e bijeenkomst: ‘Verdiepingsvraag’ (week 1 polikliniekstage)

Voorbereiding:

Voorafgaand aan de onderwijsbijeenkomst maken 5 coassistenten elk een presentatie van een op de casus gerichte verdiepende zoekvraag. De coassistent gebruikt hiervoor een nieuwe patiënt die hij/zij zelf heeft gezien. De presentatie bestaat uit:

· maximaal 1 dia over de patiënt en het ervaren dilemma (kort, bondig);

· achtergrondinformatie over bijvoorbeeld het ziektebeeld, klacht, dilemma (bv schema van stolling; maximaal 1 dia);

· informatie over gangbare richtlijn(-en) voor het voorliggende probleem en waarom de richtlijn niet voorziet in een antwoord voor het voorliggende dilemma;

· de gebruikte zoekstrategie in pubmed (max 1 dia);

· het voorgesteld beleid op grond van literatuur in pubmed met toelichting vanuit literatuur; wat zijn de voors en tegens?;

· gebruikte bronnen – literatuur.

De presentatie is maximaal 10 dia’s.

Instructie bijeenkomst:

Alle casus worden plenair besproken tijdens de vrijdagmiddag bespreking tussen 14.30 en 16.30 uur met een maximum per casus van 20 minuten. De tijdsbewaking ligt in handen van één van de coassistenten.

De student presenteert zijn casus in maximaal 10 minuten. De medecoassistenten worden gestimuleerd elkaar kritische vragen te stellen in een plenaire discussie van maximaal 10 minuten. Daarbij zal in de begeleiding met name de focus gelegd worden op het opstellen van een verdiepingsvraag als vertrekpunt voor een haalbare zoekstrategie, het adequaat vinden, interpreteren en bespreken van literatuur. Is de verdiepingsvraag wel een verdiepingsvraag of meer een algemene/achtergrond vraag.

Mocht er nog tijd over zijn na de presentaties dan nodigt de docent de coassistenten uit tot een korte reflectie op het gebruik van literatuur, het evidence-based kennis verwerven van interne ziektebeelden, studiegedrag van de coassistenten en bereikte vaardigheden tot op heden.

Toelichting 2e bijeenkomst: ‘sixsteppp (zes stappenplan) (week 2 polikliniekstage)

Voorbereiding:

Voorafgaand aan de onderwijsbijeenkomst maken 5 coassistenten elk een presentatie volgens het sixsteppp-model waar de coassistent in CKO1v al mee kennis gemaakt heeft. De coassistent maakt alleen gebruik van wetenschappelijke bronnen en vigerende richtlijnen en gebruikt als casus een patiënt bij wie de coassistent een controleafspraak heeft bijgewoond.

Stappen die aan de orde moeten komen:

1. Specificeer de problemen van de patiënt (werkdiagnose(s); evaluatie bestaande behandeling;

2. Identificeer het doel van de behandeling;

3. Bepaal de behandelmogelijkheden (indicatiegericht; niet medicamenteus – medicamenteus met aangeven van richtlijn/evidence);

4. Selecteer de geschikte behandeling (patiëntgericht; patiënt specifieke gegevens );

5. Stel de definitieve behandeling vast (voorstel behandeling, patiëntinformatie, therapietrouw bevorderen);

6. Plan controlemaatregelen/Follow up;

7. Overzicht van gebruikte bronnen – literatuur.

De presentatie is maximaal 10 dia’s.

Zie ook addendum ‘sixsteppp ‘(zes stappenplan) voor meer informatie.

Instructie bijeenkomst:

Alle casus worden plenair besproken tijdens de vrijdagmiddag bespreking tussen 14.30 en 16.30 uur met een maximum van 20 minuten per casus. De studenten worden gestimuleerd elkaar kritische vragen te stellen. Daarbij zal in de begeleiding met name de focus gelegd worden op het juist toepassen van het stappenplan in verschillende situaties en het juist gebruik van richtlijnen. Daarnaast kan de docent laten ingaan op het geformuleerde voorstel versus de praktijk.

Mocht er nog tijd over zijn na de presentaties dan besteedt de docent de overgebleven tijd aan een reflectie door de coassistenten op het gebruik van relevante bronnen, het evidence-based kennis verwerven van interne ziektebeelden, studiegedrag van de coassistent en bereikte vaardigheden tot op heden.

Toelichting 3e bijeenkomst: ‘Acute geneeskunde’

Acute geneeskunde doet een beroep op de parate basiskennis en het snel kunnen benoemen en analyseren van hoofd en bijzaken. De aard en de ernst van deze problemen is zeer gevarieerd. Het accent bij acute geneeskunde ligt op de herkenning van ernstige situaties en de eerste maatregelen die genomen moeten worden.

leerdoel:

· De coassistent is in staat een acuut probleem bij een patiënt te herkennen. De coassistent is in staat om de basiskennis van de vitale functies en systemen in de praktijk toe te passen.;

· De coassistent is in staat op grond van klinische gegevens en aanvullend onderzoek het hoofdprobleem te definiëren en een gericht plan van aanpak uit te zetten. De coassistent is in staat dit beleid te onderscheiden naar oorzaak en gevolg.

Voorbereiding:

Voorafgaand aan de onderwijsbijeenkomst maken alle coassistenten een presentatie over een acuut intern probleem. De coassistent gebruikt als casus een patiënt die de coassistent in een dienst heeft gezien en maakt voor de presentatie alleen gebruik van wetenschappelijke bronnen en vigerende richtlijnen.

De presentatie bestaat uit:

· maximaal 1 dia over de patiënt en het acute probleem (kort, bondig);

· Differentiaal diagnose bij het hoofdprobleem van deze patiënt (DD 1-2-3);

· Wat maakt dat het probleem een acuut probleem is? waar zitten de risico’s voor een patiënt? Hoe hoog is de urgentie?;

· achtergrondinformatie over pathofysiologie (bv schema van stolling; max 1 dia);

· wat is de richtlijn die geraadpleegd is? Wat is de aanbevolen diagnostiek/therapie? Wat zijn daarvan de voor- en tegens?;

· wat zijn redenen om daarvan af te wijken?;

· wat is voorgesteld beleid op grond van literatuur in pubmed met toelichting vanuit literatuur. (behandelingsmogelijkheden en keuze voor deze patiënt);

· Reflectie op de zorg geleverd aan de patiënt met een acuut probleem in de praktijk.

De presentatie is maximaal 8 dia’s.

Instructie bijeenkomst:

Alle casus worden plenair besproken tijdens de vrijdagmiddag bespreking tussen 14.30 en 16.30 uur met een maximum per casus van 10 minuten. De studenten worden gestimuleerd elkaar kritische vragen te stellen. Daarbij zal in de begeleiding met name de focus gelegd worden op acute risico’s van de patiënt en een evidence based behandelplan. Daarnaast kan de docent laten ingaan op het geformuleerde voorstel versus de praktijk.

De presentaties van de coassistent worden beoordeeld door de docent met een voldoende of onvoldoende en genoteerd in het portfolio van de coassistent. Het gaat daarbij om de vorm van presenteren en of de inhoud overeenkomt met de opdracht/gestelde doelen.

Addendum sixsteppp (zes stappenplan)

1. Specificeer de problemen van de patiënt

- Uitgangspunt: proble(e)m(en)/werkdiagnose(s)

· Nadere specificatie proble(e)m(en)/(werk)diagnose(s) als startpunt van de behandeling is noodzakelijk, gericht op de volgende aspecten die hierbij relevant (kunnen) zijn:

● Ernst (klachten/symptomen, bevindingen/onderzoeksgegevens);

● Oorzaak/pathofysiologie;

· ● Mogelijke gevolgen;Actueel vs. niet-actueel;

· (Hulpvraag van de patiënt).

- Bestaande behandeling

Behandeling evalueren, zowel niet-medicamenteus als medicamenteus, op:

· Effectiviteit;

· Veiligheid (bijwerkingen);

· Therapietrouw;

2. Identificeer het doel van de behandeling

● De gewenste therapiedoelen aangeven, bij voorkeur meetbaar door het concreet aangeven van streefwaarden/uitkomsten;

● Hierbij rekening houden met de specificatie van proble(e)m(en) zoals aangegeven onder stap 1: symptomatisch, oorzakelijk, en/of preventief.

3. Bepaal de behandelmogelijkheden (indicatiegericht)

· Inventariseer de voor elk probleem in aanmerking komende niet-medicamenteuze en medicamenteuze (standaard-)behandeling op basis van de geformuleerde doelstellingen;

· Maak hierbij gebruik van beschikbare standaard(en)/richtlijn(en) etc. (b.v. NHG, CBO-consensus, internationale richtlijnen, formularia);

· Zo mogelijk meerdere opties invullen in volgorde van prioriteit op basis van effectiviteit, veiligheid, toepasbaarheid en kosten.

- Niet- medicamenteus

· Niets doen/ afwachten;

· Adviezen, leefregels geven;

· Therapeutisch gesprek (o.a. geruststellen);

· Therapeutische verrichting ( chirurgisch etc.);

- Medicamenteus

· Geneesmiddelgroepen/geneesmiddelen

4. Selecteer de geschikte behandeling (patiëntgericht)

· Bepaal de patiëntspecifieke gegevens die de keuze van de behandeling positief of negatief kunnen beïnvloeden danwel contra-indiceren;

· Co-morbiditeit;

· Farmacokinetische verandering: problemen met absorptie, verdeling, metabolisme, uitscheiding;

· Fysiologische situaties: leeftijd, zwangerschap/lactatie etc.;

· Interacties: bestaande therapie, zelfmedicatie, alternatieve therapie;

· Intoxicaties (alcohol, drugs, roken, voedingsmiddelen);

· Allergie;

Therapietrouw (wensen van de patiënt, voorgaande therapie(on)trouw, bijwerkingen, gebruikersgemak (toedieningsvorm, frequentie van innemen);

· Selecteer uit de behandelingsmogelijkheden (uit punt 3) de meeste geschikte behandeling voor de betreffende patiënt, rekening houdend met alle relevante patiëntspecifieke gegevens en beargumenteer de keuze;

· Motiveer bij elke gekozen behandeling de dosering, frequentie, toedieningsvorm en duur, rekening houdend met alle relevante patiëntspecifieke gegevens.

5. Stel de definitieve behandeling vast

- Nieuwe behandeling:

· Niet-medicamenteus: behandeling, frequentie en duur;

· Medicamenteus (recept): geneesmiddel, sterkte, toedieningsvorm, frequentie, dosis intervallen en therapieduur (indien van toepassing: opbouw- en afbouwschema).

· - Beleid ten aanzien van bestaande behandeling:

· Bepaal voor elk(e) probleem/(werk)diagnose of de bestaande behandeling gecontinueerd, bijgesteld of (afgebouwd en) gestopt moet worden.

- Patiëntinformatie/therapietrouw bevorderen

· Bepaal welke informatie aan de patiënt wordt gegeven ten aanzien van effect, veiligheid, instructies en welke afspraken er moeten worden gemaakt om de therapietrouw te bevorderen

6. Plan controlemaatregelen/Follow up

· Bepaal de parameters om de werking, bijwerkingen en therapietrouw van de behandeling te controleren en geef aan wanneer die gecontroleerd moeten worden.