info@Law 13

36
3 e jaargang september-oktober 2013 #13 Verborgen agenda confederalisme GAS-boete en EVRM Arbitrage en vertrouwelijkheid Gevolgen niege verkoop Kleine leers Mag een rechter naar het Te deum gaan? Informaeplicht en overmacht Gevolgen van een niege opzeg in het arbeidsrecht i NFO Tijdschriſt voor de rechtspraccus. Tweemaandelijks jdschriſt I

description

Juridisch kritisch tijdschrift voor de rechtspracticus september 2013

Transcript of info@Law 13

  • 3e jaargang september-oktober 2013 #13

    Verborgen agenda confederalisme

    GAS-boete en EVRM

    Arbitrage en vertrouwelijkheid

    Gevolgen nietige verkoop

    Kleine letters

    Mag een rechter naar het Te deum gaan?

    Informatieplicht en overmacht

    Gevolgen van een nietige opzeg in het arbeidsrecht

    iNFOTijdschrift voor de rechtspracticus.

    Tweemaandelijks tijdschrift

    I

  • Tja, Dat is een vraag voor Bank J.Van Breda & C .

    Wie is geloofwaardig om mijn financile situatie grondig te bespreken?

    De vraag van advocaten is ...

    Enkel voor ondernemers en vrije beroepen

    U bent welkom voor een persoonlijk gesprek en een gespecialiseerd antwoord. Bel ons op 03 217 53 33 of kijk op www.bankvanbreda.be/contact

    BVB-Concept-adv-advocaten.indd 1 14/03/12 10:40

    2 INFO@LAW 2013 I september-oktober

  • Info@law Tijdschrift voor de rechtspracticus.

    Info@law is een juridisch tijd-schrift dat zich richt tot advocaten en de praktijkjurist in het alge-meen.

    Periodiciteit Info@law verschijnt 6 maal per jaar, namelijk in de maanden september, november, januari, maart, mei en juli.

    Redactieadres Elfri De Neve Stationsstraat 29 9700 Oudenaarde [email protected]

    Verantwoordelijk Uitgever Bruno Scheers Uitgeverij UGA Stijn Streuvelslaan 73, 8501 Heule.

    Druk en prepress Continuga NV Stijn Streuvelslaan 73, 8501 Heule. www.continuga.be [email protected]

    Advertenties en reclame Voor meer informatie over de reclamemogelijkheden of het plaatsen van een advertentie in info@law, kan u een e-mail sturen naar [email protected]

    D/2013/0857/1ISSN 2034-452X

    Alle rechten voorbehouden.

    info@law wordt bij verwijzing afgekort als i@L

    Abonnementen De abonnementsprijs bedraagt 25 (excl. BTW) voor 1 jaar. Een abonnementsjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus van het daaropvolgende jaar. U ontvangt alle niet ontvangen edities van het abonnementsjaar waarin u zich abonneerde.

    Prijs voor een los nummer is 7 te bestellen bij uitgeverij UGA of door een e-mail te sturen naar [email protected]

    Wenst u een abonnement? Stuur dan een e-mail met uw gege-vens naar [email protected].

    De redactie, de verantwoordelijke uitgever of uitgeverij UGA kunnen op geen enkele wijze verantwoorde-lijk of aansprakelijk gesteld worden voor schade die het gevolg is van het gebruik van de informatie en teksten uit info@law.

    Het overnemen van artikels uit info@law is alleen toegelaten met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever.

    Alle teksten uit info@law worden samengesteld door de redactie. Voor zover geen andere naam of bronvermelding wordt weergege-ven onder een bepaalde tekst is deze samengesteld door de re-dactie op basis van informatie op de site www.elfri.be. Via deze site en de zoekrobot op deze site kan aanvullende informatie over de bijdrage gevonden worden.

    info@law is gedrukt en verspreid op een oplage van plus minus 10.000 exemplaren per editie.

    COLOFON

    3. Colofon

    4. Voorwoord

    6. Advocaat in de kijker: Stijn Timmerman

    7. Nieuwe editie vlaams uitvaartrecht

    8. The beat goes on: de rechtsplegingver-goeding en het algemeen belang - bis

    9. Gasboete heeft sanctionerend karakter en dient getoest aan de rechten van verdediging

    11. Het vertrouwelijk karakter van de arbitrage

    13. Gevolgen van een nietige verkoops-overeenkomst

    17. Agemene voorwaarden vergen expliciete instemming

    23. Wraking van een rechter is niet moge-lijk op grond van zijn deelname aan een Te Deum

    26. Verschaffen van onjuiste informatie maakt fout uit waarbij overmacht geen bevrijdingsgrond uitmaakt

    28. Gevolgen van absoluut nietige opzeg van arbeidscontract

    33. PrikbordInfo@law Uitgeverij UGA Stijn Streuvelslaan 73, 8501 Heule Tel: 056 36 32 11 Fax: 056 35 60 96 Email: [email protected] www.uga.be

    Uitvaartrecht

    Publiekrecht

    Gerechtelijk recht

    Verbintenissenrecht

    Over facturen en hun voorwaarden

    Mensenrechten

    Mensenrechten

    Arbeidsrecht

    Mensenrechten

    Stijn Timmerman

    INFO@LAW 2013 I september-oktober 3

    Info@lawInfo@lawInfo@lawInfo@lawInfo@law

    iNFOTijdschrift voor de rechtspracticus.

  • VOORWOORDVOORWOORD

    Wanneer Belgi een confederale staat zou worden dan stopt Belgi met bestaan als staat. De staat wordt dan gesplitst in 2 of meer afzonderlijke on-afhankelijke soevereine staten, die elk afzonderlijk zonder inspraak of overleg met de andere staten beslissingen nemen. Een confederatie komt neer op een verdrag tussen 2 staten die slechts bepaalde dingen nog met elkaar samen doen maar waarbij elke staat op elk ogenblik zonder instemming van de andere de confederatie kan verlaten. De confe-deratie is dus geen staatsvorm en heeft geen staats-hoofd, laat staan een Koning.

    Wanneer slechts het gezamenlijk staatshoofd het bindende element van een of meer staten vormt, spreken we in principe niet meer van een confederatie maar van een personele unie.

    In de praktijk betekenen een confederatie dat men in einde-loze onderhandelingen gaat bekijken welke bevoegdheden er beter samen uitgevoerd kunnen worden, en kan men deze weer intrekken wanneer men wil. De instabiliteit en de rechts-onzekerheid van de confederale staat zijn dan ook essentile kenmerken, evenals het bestendigen van elke conflictvorm. Dit totdat de onbestuurbaarheid van de confederatie wordt vastgesteld en de staten splitsen. De confederatie betekent volledige fiscale en financile autonomie

    Voor de centrale overheid is het erg moeilijk alle deelstaten op een lijn te krijgen, met name omdat in principe iedere deelstaat een veto kan uitspreken of in uiterste gevallen kan dreigen zich af te scheiden. Dat een bestuur met permanent vetorecht in de confederatie Belgi niet kan werken, weten we sinds lang. Ook kan het in het dagelijks leven en de economie hinder opleveren dat iedere deelstaat een eigen rechtssys-teem, onderwijssysteem, verkeersregels en belastingen kent, en dat bepaalde diplomas en kwalificaties slechts in een en-kele deelstaat geldig zijn. Verder kunnen de welvaartsverschil-len tussen deelstaten aanzienlijk zijn, wat bij deelstaten die over minder economische middelen beschikken kan leiden tot afgunst en een leegloop ten gunste van de rijkere deelstaten.

    Terwijl in een bondsstaat de federale grondwet het bindende element is, is in de statenbond of confederatie het verdrag het bindend element, waarbij de staten principieel hun soeverei-niteit bewaren. Zon confederatief verdrag kan unilateraal wor-den opgezegd, in tegenstelling tot een grondwet, die slechts via de unie aangepast kan worden.

    Bondstaten hebben dan ook geen lang leven beschoren. Soms vormen landen een confederatie om later een federale staat te worden, maar minstens even vaak is de confederale staat een loutere voorbode van een volledige onafhankelijke staat.

    Historisch was het woord federalisme zelfs een vies woord in Belgi, dat niet alle partijen zomaar in de mond durfden te nemen omdat een federale staat of een bondstaat bestaat uit een centraal gezag met bevoegdheidsverdeling aan gemeen-schappen en gewesten. Hierover is in Belgi inmiddels een consensus.

    Het woord confederalisme lijkt in Vlaanderen een nieuwe slogan te worden, zonder dat de bevolking en de kiezer van morgen weet waar het over gaat.

    Waarom verzwijgen onze politici wat een confederatie is en vooral waarom verzwegen dat na de confederatie het de be-doeling is van meer dan n politieke partij de confederatie te allen tijde te kunnen verbreken en wellicht te verbreken. Hoe dit onafhankelijk Vlaanderen in de wereld en in de EG zal ontvangen of zelfs berhaupt aanvaard zal worden is een an-dere vraag. Dat de confederatie niets anders is dan het oude Vlaams Blok credo Belgi barst maar mooier en sympathie-ker verpakt wordt verzwegen.

    CONFEDERALISME VERBORGEN AGENDA EN MIDDEL NAAR TOTALE OPHEFFING VAN BELGI

    4 INFO@LAW 2013 I september-oktober

  • Dat er onoplosbare problemen ontstaan in een confederatie met, voor, van, en door Brussel wordt verzwegen en dat de economische rijkdom van de regios een pendelbeweging maakt van Zuid naar Noord, waarbij solidariteit de beste ga-rantie is, wordt verzwegen. Er moeten zondebokken zijn. Klei-ne groepjes zijn reeds jarenlang bezig met opinievorming over de luie Walen, de geldstromen naar Walloni en andere onzin. In de tweede wereldoorlog werd ook onzin verspreid over een groep mensen die de schuld zou zijn van de econo-mische crisis. Dat Vlaanderen en Walloni op alle gebied ge-huwd zijn met Brussel en slechts een wereldbetekenis hebben door Brussel en door elkaar wordt verzwegen. Wie in Brussel werkt op een tweetalige dienst weet hoezeer Vlamingen met Walen en Brusselaars verbonden zijn en hoe aangenaam het kan zijn om met hen samen te werken. Op zo vele gebieden is en blijft de samenwerking intens. De samenwerking tussen de universiteiten, de samenwerking inzake de toegepaste weten-schappen, de wederzijdse investeringen. Het sportargument lijkt afgezaagd maar ondanks het gewapper van een extremis-tisch fanclubje van dat op wielerkoersen met de leeuwenvlag staat te zwaaien is de topsport nationaal, zo ook onze fierheid op hun prestaties. Van federalisme naar confederalisme is als eerst trouwen om dan te scheiden om dan een Lat relatie met vrije liefde aan te gaan.

    Historische bewijzen:

    Zwitserland is van confederatie gegroeid naar een federale staat. De Verenigde Staten vormden een confederatie van 1781 tot 1789 onder de Artikelen van de Confederatie, tot besloten werd tot het vormen van een federatie van staten als vastge-legd in de grondwet aangenomen in 1789. Duitsland is van een bond van staten lees een confederatie gegroeid naar een federale staat Nederland is ontstaan uit een confederatie, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, om hierna een unitaire staat te worden Belgi was overigens eerst ontstaan in een confederatie de Verenigde Nederlandse Staten of Les Etats Belgiques Unis na de Brabantse Omwenteling, en heeft als confederatie een zeer kort leven gehad. Servi en Montenegro (2003-2006) waren een confederatie voor ze onafhankelijk werden.

    Een confederatie blijkt in de geschiedenis geen blijvende staatsvorm maar:

    ofwel een eerste stap naar een federale staat of eenheids-staat (hetgeen ontegensprekelijk niet de bedoeling is;

    ofwel een eerste stap naar de opsplitsing van het land het breken van het land.

    Dat er voor de monarchie geen plaats is in de confederale staat is overduidelijk, behoudens middels een persoonlijke unie, waarbij we geen goede ervaringen hebben met persoon-lijke unies (zie de persoonlijke Unie onder Leopold II en de vrijstaat Congo

    Wie voor confederalisme pleit dient duidelijk te zijn en intel-lectueel eerlijk genoeg te zijn om uit leggen wat een confe-deratie inhoudt, dat dit een onvermijdelijke stap is naar de afschaffing van de Belgi als staat, een streven naar een onaf-hankelijk Vlaanderen en de afschaffing van de monarchie en waarbij van de politici mag verwacht worden dat ze de bevol-king eerst de scheiding lees de voorwaarden en de gevolgen van de scheiding duidelijk maakt. De rest is volksmanipulatie, volksverlakkerij en propagandatechniek om de Belgen en Vla-mingen iets willens nillens door hun strot te duwen zonder toekomstbeeld.

    Simia est simia etsi aurea gestet insigna (Een aap blijft een aap ook al draagt hij gouden sieraden).

    Nergens ter wereld bestaat er nog een confederale staat. Dit model werkt gewoon niet.

    Het ergste is de opmerking dat het Belgisch confederalisme een confederalisme sui generis zal zijn. Namelijk een con-federalisme op zijn Belgisch, wat dat moet betekenen weet niemand. Ook al wil je een varken als hond in huis houden het blijft een varken. Met de kennis van het latijn van Bart De We-ver: Omne Ens est Ens of zoals John Locke stelde whatsoe-ver is white is white of Leibniz: Everything is what it is, is the first primitive truth of reason which is affirmative, and the law of noncontradiction, is the first negative truth (Nouv. Ess. IV., 2, i), arguing that the statement that a thing is what it is, is prior to the statement that it is not another thing.

    Elfri De Neve Advocaat - Hoofdredacteur

    Oudenaarde, 1 oktober 2013

    INFO@LAW 2013 I september-oktober 5

  • KijKERADVOCAAT IN DEADVOCAAT IN DE

    Stijn TimmermanUitvaartrecht

    Meester Stijn TIMMERMAN, geboren te Brugge op 12 oktober 1983, behaalde in 2006 met onderscheiding het diploma van Licentiaat in de Rechten aan de Universiteit Gent onder de optie Burgerlijk- en Strafrecht.

    Onmiddellijk daarna vatte hij zijn stage aan als advocaat aan de balie te Brugge, onder het stagemeesterschap van Mr. Lino VERBEKE.

    Op vandaag heeft hij een eigen advocatenkantoor te Loppem en is hij medewerker op het advocatenkantoor VERBEKE MELIS te Brugge.

    Hij behandelt klassieke dossiers betreffende burgerlijke aansprakelijkheid, bijzondere overeenkomsten, handelsrecht en verkeersrecht, doch heeft daarenboven een bijzondere interesse en voorkeur voor de materie van het uitvaartrecht, zijnde de regelgeving betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging

    Op het eerste zicht geen evidente voorkeurmaterie, doch als zoon van een begrafenisondernemer lijkt de keuze vanzelfsprekend.

    Bovendien zijn er ook vele raakvlakken tussen het uitvaartrecht en het burgerlijk- en handelsrecht, zoals bv. voor wat betreft de betaling van de begrafeniskosten.

    Waar deze laatste immers klassiek als een last van de nalatenschap worden beschouwd, geeft de praktijk aan dat die nalatenschap vaak onvoldoende actief bevat, zodat de noodzaak om naar andere rechtsfiguren (de overeenkomst, de sterkmaking, de natuurlijke

    verbintenis alsook het recht inzake onderhoudsverplichtingen) terug te grijpen, zich meer dan ooit opdringt.

    Hijzelf ziet het als een perfect mix of both worlds: de interesse en appreciatie voor de uitvaartsector is er steeds geweest, doch de passie voor het recht en de advocatuur valt niet te overtreffen.

    Het betreft bovendien ook een van de takken van het recht waar elke burger vroeg of laat hoe dan ook mee geconfronteerd wordt. De kennis van een en ander beschouwt hij dan ook ten volle als een meerwaarde in de uitoefening van zijn beroep.

    Het heeft er toe geleid dat hij sinds 2009 de vaste juridische raadgever is van de Vlaamse Autonome Raad voor het Uitvaartwezen (VARU), beroepsvereniging van onafhankelijke uitvaartondernemers in Vlaanderen, wat hem ook al de gelegenheid gaf om tekortkomingen of wenselijkheden in de regelgeving te kunnen bespreken op het bevoegde ministerie.

    Tevens is hij docent Recht in de opleiding Begrafenisondernemer bij SYNTRA WEST. Het stijgend aantal cursisten in deze opleiding, geven aan dat het uitvaartrecht allerminst stille of dode materie is.

    De inmiddels opgebouwde ervaring stelde hem tot slot ook in staat tot het schrijven van een actuele editie van het handboek Vlaams Uitvaartrecht.

    perfect mix of both worlds

    6 INFO@LAW 2013 I september-oktober

  • Het Vlaamse Gewest maakte als eerste van de haar toegekende be-voegdheid inzake de begraafplaat-sen en de lijkbezorging gebruik bij de uitvaardiging van het Decreet van 16 januari 2004 inzake de be-graafplaatsen en de lijkbezorging (B.S. 10 februari 2004).

    De publicatie van dit decreet gaf aanleiding tot een eerste editie van het boek Vlaams uit-vaartrecht in 2004, waarin de di-verse bepalingen van het Decreet nauwkeurig werden besproken door Mr. Yvan NAESSENS.

    Reeds in 2008 bleek een tweede editie van het boek noodzakelijk, o.m. ingevol-ge het verschijnen van twee Ministerile Omzendbrieven inzake de toepassing van het Decreet, de uitvaardiging van het Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 24 februari 2006 inzake de laatste wilsbeschikking en de invoering van het vrij lijkenvervoer, waarbij de gemeen-telijke autonomie inzake het lijkenver-voer werd afgeschaft.

    Teneinde tegemoet te komen aan enke-le feitelijke evoluties, werd het Decreet van 16 januari 2004 sinds 2008 opnieuw in belangrijke mate gewijzigd wat be-treft de mogelijkheden bij registratie van een laatste wilsbeschikking alsook inzake de bestemming van de asurne.

    Zo is thans voorzien dat men bij leven ook de keuze kan maken van de plaats waar men wil begraven dan wel uitge-

    strooid worden, werden de mogelijk-heden voor de nabestaanden om een keuze te maken inzake de bestemming van de asurne uitgebreid en werd het decreet ook aangepast aan de stijgende praktijk van de uitvaartcontracten, zijnde overeenkomsten waarin de laat-ste wilsbeschikking van een persoon geregeld wordt.

    Deze decreetswijzigingen en hun con-crete gevolgen worden uitvoerig be-sproken in de derde editie van het boek Vlaams Uitvaartrecht van de hand van Mr. Stijn TIMMERMAN.

    Het boek biedt aldus een actueel over-zicht van de materie van de begraaf-plaatsen en de lijkbezorging zoals deze anno 2013 van toepassing is in het Vlaams Gewest, waarbij werd geopteerd voor een artikelsgewijze bespreking van het Decreet van 16 januari 2004 met verwijzing naar de relevante uitvoe-ringsbesluiten alsook rechtspraak.

    In de bijlagen bij het boek wordt daar-naast een overzicht geboden van alle wettelijke en reglementaire bepalingen die momenteel gelden in het Vlaamse Gewest, alsook van de regelgeving die geldt in het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die sinds 2008 eveneens grondig is gewijzigd.

    Het boek is dus zowel voor juristen als niet-juristen te beschouwen als een up-to-date leidraad in de materie van het Vlaamse Uitvaartrecht en is naast het boek Gids na overlijden, dat spe-cifiek voor nabestaanden een duidelijk overzicht biedt van het administratieve kluwen dat een overlijden met zich meebrengt, een must-have voor uw bibliotheek.

    Geconfronteerd met de dood van een dierbare hullen ons lichaam en ziel zich in een diepe rouw. Wettelijke verplichtingen zijn tijdens die eerste dagen het verste van onze zorgen. Nochtans zijn deze zaken onvermijdelijk en erg belangrijk. Dit boek wil, zoals de titel zelf zegt, een gids zijn voor nabestaanden. Op een over-zichtelijke manier, en met een handige checklist, loodst het de nabestaanden door het admi-nistratieve kluwen dat een overlijden met zich meebrengt.

    NIEUWE EDITIE VLAAMS UITVAARTRECHT

    Uitvaartrecht

    Vlaams Uitvaartrecht - Stijn Tim

    merm

    an

    Wie mag een begraafplaats beheren? Kunnen gemeenten een begraafplaats delen? Wat is de regelgeving rond crematie? Wat met de opgraving en het vervoer van een lijk? Wie betaalt de begrafeniskosten? Vroeg of laat krijgen we allemaal te maken met de dood. Een duidelijke en respectvolle uitvaartwetgeving is daarom belangrijk.

    In de 3e editie van Vlaams Uitvaartrecht zorgt de auteur, Stijn Timmerman, voor een artikelsgewijze bespreking van het Vlaams Decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraaf-plaatsen en de lijkbezorging, met daarbij ook een bespreking van de relevante uitvoeringsbesluiten, ministerile omzend-brieven en rechtspraak. Er wordt verder gewerkt op de vorige edities van dit boek, geschreven door Mr. Yvan NAESSENS.Uiteraard werd er bijzondere aandacht besteed aan de

    decreetswijzigingen die zich sinds de vorige editie van dit boek in 2008 hebben aangediend, in het bijzonder wat betreft de verklaring van laatste wilsbeschikking alsook de bestemming van de asurne.

    In de bijlagen wordt zowel voor het Vlaamse als het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een overzicht opgenomen van alle van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen.

    Dit boek wil voor zowel juristen als niet-juristen een globaal overzicht bieden van de regelgeving betreffende de begraaf-plaatsen en de lijkbezorging zoals deze anno 2013 van kracht is in het Vlaamse Gewest.Stijn TIMMERMAN is sinds 2006 advocaat te Loppem en is tevens zoon van een uitvaartondernemer. Zijn in-teresse voor het uitvaartrecht is dus vanzelfsprekend. Hij is sinds 2010 de vaste juridische raadgever van de Vlaamse Autonome Raad voor het Uitvaartwezen (afgekort VARU), de beroepsvereniging van onafhankelijke uitvaartondernemers in Vlaanderen, alsook docent Recht in de opleiding Begrafenis-ondernemer bij SYNTRA WEST.

    3e editie

    Stijn Timmerman

    Stijn Timmerman

    DE AUTEUR

    Roger Lathouwers

    (Bilzen - Kleine-Spouwen, 1949)

    is zelfstandig uitvaartondernemer en voorzitt

    er van

    de Beroepsvereniging Aannemers Begrafenis

    sen

    Limburg (BABL) en lid van de Raad van Behe

    er van de

    overkoepelende Nationale Federatie (N.F.B.B

    .B.).

    Hij is als docent verbonden aan Syntra Hasse

    lt en Kontich

    (opleiding uitvaartondernemer) en aan de Er

    asmus

    Hogeschool te Jette (opleiding autopsieassis

    tent).

    Roger Lathouwers is verantwoordelijk uitgev

    er van

    FUNEBRA.be, het offi cile vakblad van de Na

    tionale

    Federatie van Beroepsverenigingen en Syndi

    cale Kamers

    van Aannemers van Begrafenissen van Belgi

    (N.F.B.B.B.).

    Geconfronteerd met de dood van een dier

    bare hullen ons lichaam en

    ziel zich in een diepe rouw. Wettelijke ver

    plichtingen zijn tijdens die

    eerste dagen het verste van onze zorgen.

    Nochtans zijn deze zaken

    onvermijdelijk en erg belangrijk. Dit boek w

    il, zoals de titel zelf zegt, een

    gids zijn voor nabestaanden. Op een overzic

    htelijke manier, en met een

    handige checklist, loodst het de nabestaand

    en door het administratieve

    kluwen dat een overlijden met zich meebren

    gt.

    GIDS N

    A OVERLIJDEN

    Roger Lathouwers

    Gids na overlijden

    Roger Lathouwers

    Handleiding voor nabestaanden

    Roger Lathouwers

    Reeds 25.000 exemplaren verkocht!

    INFO@LAW 2013 I september-oktober 7

  • In een vorig artikel(1) juichte ik al het arrest van het Grondwettelijk Hof van 8 maart 2012(2) toe. Het Hof oordeelde dat aan de gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur bij rechtszaken betreffende zijn herstelvordering noch in strafzaken, noch in burgerlijke zaken als verliezende partij geen rechtsplegingsvergoeding kan opgelegd of toegestaan worden. Het Hof staafde zijn uitspraak - in analogie met het optreden van het openbaar ministerie en het arbeidsauditoraat(3) op de schending van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. Deze beginselen vereisten dat voor rechtsvorderingen, die in naam van het algemeen belang en in alle onafhankelijkheid door een publiek orgaan ingesteld zijn, geen rechtsplegingvergoeding verschuldigd is.

    Vele rechtbanken en hoven blijven deze stelling zeer eng toepassen. Enkel in de gevallen (herstelvordering) waarover de hoogste rechtscolleges uitspraak deden, wordt geen rechtsplegingsvergoeding opgelegd of toegekend aan de stedenbouwkundig inspecteur.

    In haar recente arrest van 25 april 2013(4) oordeelde het Grondwettelijk Hof over het verschuldigd zijn door de gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur van een rechtsplegingvergoeding in een procedure tot opheffen van een bekrachtigd stakingsbevel.

    Het stakingsbevel is een preventieve en efficinte handhavingsmaatregel. Het stopzetten van wederrechtelijke werken, handelingen en gebruik (bouwinbreuken) kan mondeling of schriftelijk bevolen worden en geldt onmiddellijk (de toestand wordt bevroren).

    Het stakingsbevel heeft een dubbele finaliteit. Het stakingsbevel beoogt ofwel de macht van de rechter om het herstel te bevelen veilig te stellen, ofwel om verdere inbreuken en schade aan de ruimtelijke ordening te voorkomen.

    De Vlaamse codex ruimtelijke ordening(5) bepaalt in artikel 6.1.47 dat politie-inspecteurs, de stedenbouwkundige inspecteur, ter plaatse onmiddellijk de staking kunnen bevelen van het werk, de handelingen (= volgens artikel 1.1.2.7 vcro werkzaamheden, wijzigingen of activiteiten met ruimtelijke implicaties) en elk gebruik die een inbreuk vormt. Artikel 6.1.1. 1 tot 7 vcro somt de strafbare inbreuken: het uitvoeren, voortzetten of in stand houden van handelingen in strijd met de vergunning(-plicht), de informatieplicht, een ruimtelijk uitvoeringplan, een stedenbouwkundige verordening, verkavelingsvoorschriften, voorwaarden van een stedenbouwkundige vergunning en een inbreuk en voortzetten of in- standhouden inbreuk op plannen van aanleg en verordeningen.

    De staking kan eveneens bevolen worden indien de verplichting om de vergunning en dossier ter beschikking te houden op de bouwwerf (artikel 4.7.19, 4 vcro) niet nageleefd wordt.

    De stedenbouwkundige inspecteur bekrachtigt (artikel 6.1.47, 5de lid vcro) op straffe van verval het stakingsbevel binnen de 8 dagen na de kennisgeving; hierdoor wordt de rechtsgeldigheid verlengd en vervalt het stakingsbevel. De stedenbouwkundige inspecteur controleert administratief de conformiteit aan de regelgeving en het vrijwaren van de goede ruimtelijke ordening.

    De overheid die de staking beveelt verdedigt steeds het algemeen belang, namelijk het naleven van de regelgeving en het vrijwaren van de goede ruimtelijke ordening. Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat in de verzetsprocedure betreffende een stakingsbevel aan de stedenbouwkundige inspecteur geen rechtsplegingvergoeding kan opgelegd worden.

    Het Grondwettelijk Hof is duidelijk. Hopelijk ontwaakt de wetgever nu en stuurt op een allesomvattende en consequente wijze de regelgeving over de rechtsplegingsvergoeding bij. Zodat de wooninspecteur, de gemachtigde ambtenaar onroerend erfgoed, het schepencollege en de stedenbouwkundige inspecteur als publieke handhavers, in alle uitvoeringsgeschillen over de herstelvordering, stakingsbevelen, administratieve geldboetes, geen rechtsplegingsvergoedingen verschuldigd zijn (en zelf geen rpv kunnen eisen).

    M. Dhondt, jurist

    THE BEAT GOES ON: DE RECHTSPLEGINGVERGOEDING EN HET ALGEMEEN BELANG - BIS.

    Publiekrecht

    1 Info@law, Tijdschrift voor de rechtspracticus, 1ste jaargang juli-augustus 2012 #6, blz.9-10

    2 Arrest Grondwettelijk Hof nr. 43/2012 van 8 maart 2012

    3 Arrest Grondwettelijk Hof nr. 83/2011 van 18 mei 2011

    4 Arrest Grondwettelijk Hof nr. 57/2013 van 25 april 2013

    5 Vcro = Vlaamse codex ruimtelijke ordening

    Time is on our side? Wait and see

    8 INFO@LAW 2013 I september-oktober

  • GASBOETE HEEFT SANCTIONEREND KARAKTER EN DIENT GETOEST AAN DE RECHTEN VAN VERDEDIGING

    Mensenrechten

    Instantie: Politierechtbank

    Plaats van uitspraak: Vilvoorde

    Datum van de uitspraak: 13/09/2012

    A.R.: 12A253

    Samenvatting

    Ook de gemeentelijke sanctionerende ambtenaar die een GAS-boete oplegt dient de rechten van de mens en aldus de rechten van verdediging te eerbie-digen. Hij mag zich niet steunen op vaststellingen van agenten in burger, wanneer in het bundel of PV geen spoor van deze agenten in burger te vinden is. Elke beslissing die een sanctionerend karakter heeft, dient tegensprekelijk te zijn en ook elke verwijzing naar een bezwarend element dient vatbaar te zijn voor tegenspraak.

    Op de openbare terechtzitting van donderdag vijf september tweeduizend dertien in de gerechtszaal van de Politie-rechtbank Vilvoorde, zetelend in burger-lijke zaken, wordt door Luc Bre-waeys, Politierechter bijgestaan

    door Magda De Clerck, Griffier het vol-gende vonnis uitgesproken:

    INZAKE: J.D. in persoon APPELLANT

    TEGEN:

    GEMEENTE ZAVENTEM, gevestigd te 1930 Zaventem, Diegemstraat 37,

    Gelet op het verzoekschrift tot hoger beroep dd. neergelegd ter griffie op 23 oktober 2012. Met inachtneming van de beschikkingen van de wet 15 juni 1935 en de aanvul-lende wetten op het gebruik der talen in gerechtszaken. Gezien de besluiten en stukken van het dossier.

    1. Voorwerp van de procedure. De heer J.D. heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van

    13 september 2012, genomen door de sanctionerend ambtenaar van de gemeente Zaventem, waarbij hem een gemeentelijke administratieve sanctie werd opgelegd.

    2. Bevoegdheld

    De politierechtbank is op grond van arti-kel 601 ter, 1 van het Gerechtelijk Wet-boek bevoegd om kennis te nemen van het beroep gericht tegen een gemeente-lijke administratieve sanctie.

    3. Toelaatbaarheid.

    Het verzoekschrift waarbij de heer J.D. beroep aantekent, werd neergelegd ter griffie op 12 oktober 2012 en is derhalve tijdig. Er worden noch door partijen, noch door de rechtbank excepties ingeroepen die de toelaatbaarheid van de vordering aanbelangen.

    INFO@LAW 2013 I september-oktober 9

  • 4.Bespreking.

    4.1.Feiten en beoordelingselementen. Voor de feiten kan verwezen worden naar de inhoud van de brief van genti-meerde toegezonden aan appellant op 2 mei 2012, waarin werd verwezen naar de inhoud van het proces-verbaal BR.92.RB.121638/2012 van 15/04/2012 op-gesteld door Hans Morren, officier van Gerechtelijke Politie:

    Op 15 april 2012 vindt te Zaventem, Nationale luchthaven Brussel Nationaal, in de vertrekhal, een manifestatie plaats betreffende het feit dat er personen worden geweigerd op vluchten met als eindbestemming Tel-Aviv.

    Tijdens de manifestatie wordt de nor-male werking van de check-in balies en bepaalde infobalies verstoord, wordt de bagagetransportband bezet en wordt de doorgang aan de grenscontroleboxen versperd.

    De opsteller spreekt n van de orga-nisatoren, zijnde J.D., gedurende de acties meermaals aan. Aan de heer J.D. wordt meermaals gevraagd een einde te maken aan de actie opdat de openbare rust kan terugkeren en de normale wer-king van de luchthaven kan gevrijwaard worden. Op geen enkel ogenblik gaat de heer J.D. in op de verzoeken van de opsteller.

    De sanctionerend ambtenaar van de gemeente Zaventem achtte de feiten bewezen en op grond van artikel 5 van de gemeentelijke administratieve codex van 30 mei 2006 werd aan appellant in de beslissing genomen op 13 september 2012 een administratieve geldboete opgelegd van 100,00 euro. Tegen deze beslissing werd door appel-lant beroep aangetekend.

    4.2. Bespreking

    In conclusie en tijdens de pleidooien, be-twist de heer J.D. dat hij de organisator van de actie op de luchthaven was.

    In de bestreden beslissing van 13 sep-tember 2012 wordt hieromtrent onder-meer het volgende gezegd:

    Uit het observeren van de gedragin-gen van de heer J.D. en de informatie hieromtrent ingezameld door de politie-mensen in burger bevestigde de rol van organisator welke hij heeft opgenomen door de oproep tot protest.

    In het aanvankelijk proces-verb nr. BR.92.RB.121638/2012 van 15.04.2012 wordt nergens melding gemaakt van mogelijke vaststellingen verricht door politiemensen in burger.

    De gemeentelijke administratieve sanc-ties zijn bedoeld voor het publiek en hebben een repressieve bedoeling. Er bestaat dan ook geen twijfel over dat ze van strafrechtelijke aard zijn in de zin van art. 6 EVRM (L. De Geyter, een men-senrechtelijke benadering van het feno-meen van de bestuurlijke sancties. Een analyse van de rechtspraak van het Arbi-tragehof en het Hof voor de rechten van de mens, in M. Santens (ed). Gewapend bestuur in de reeks, Tegenspraak, Cahier 24, die Keure 2005, 107; Pol. Brugge 28 juni 2012, 12/A/153; Pol. Brugge 10 mei 2012 12A/76).

    Bij het nemen van een beslissing die leidt tot het opleggen van een gemeen-telijke administratieve sanctie, moeten zodoende de rechten van de verdediging worden geerbiedigd.

    De rechtbank stelt vast dat in de be-streden beslissing verwezen wordt naar vaststellingen door politie in burger, die echter niet in het proces-verbaal staan opgenomen en dus ook niet ter kennis werden gebracht aan appellant. Er kon dus geen tegenspraak worden gevoerd over deze vaststellingen. Deze vaststel-lingen bevinden zich ook niet in het dos-sier, medegedeeld door gentimeerde.

    De rechtbank dient toe te zien op het wettelijk karakter van de genomen be-slissing.

    Door zich te hebben gesteund op feitelij-ke vaststellingen die niet terug te vinden zijn in het aanvankelijk proces-verbaal en waaromtrent geen tegenspraak werd gevoerd, heeft de sanctionerende amb-tenaar van de gemeente Zaventem,

    de rechten van verdediging miskend. (Cass. 13 juni 1989, A.C. 1988-89, 599.

    Uit artikel 6 1 EVRM vloeit voort dat de procespartijen alle stukken en alle argu-mentaties die de beslissing van de rech-ter kunnen benvloeden moeten kunnen tegenspreken.

    De miskenning van het recht van verde-diging leidt tot nietigheid van de geno-men beslissing. Het beroep is derhalve gegrond.

    5. De kosten

    Als de in het ongelijk gestelde partij dient gentimeerde in te staan voor de betaling van de kosten. De kosten in hoofde van appellant bedragen 40,00 voor het rolrecht.

    De rechtbank

    Recht doende op tegenspraak, Verklaart het beroep ontvankelijk en gegrond Vernietigt de door de sanctionerende ambtenaar van de gemeente Zaventem op 13 september 2012 genomen beslis-sing Veroordeelt de gentimeerde tot de kos-ten in hoofde van appellant begroot op 40,00 euro voor het rolrecht.

    Aldus gevonnist en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Bolwerk-straat, 25 1800 Vilvoorde van de Politie-rechtbank Vilvoorde, op donderdag vijf september tweeduizend dertien.

    Dit vonnis werd voor het eerst vermeld door Jan Nolf in zijn opinie in Knack:

    http://www.knack.be/nieuws/jeugd-rechter-fluit-antwerpen-terug-voor-gas-boete-aan-minderjarige/article-opini-on-104295.html

    10 INFO@LAW 2013 I september-oktober

  • In het Belgisch recht vermeldt het gerechtelijk wetboek geen woord over de vertrouwelijkheid van de arbitrage en het vertrouwelijk karakter van de stukken en het verloop van de arbitrage. Dit in tegenstelling tot het Franse recht alwaar aanvaard wordt dat het vertrouwelijk karakter impliciet is aan de arbitrage.

    Opmerkelijk is dat voor de bemiddeling er duidelijk gesteld werd dat deze een vertrouwelijk karakter heeft, doch deze bepaling die wel bestaat in het gerechtelijk wetboek voor de bemiddeling is onbestaande in het gerechtelijk wetboek ten aanzien van de arbitrage.

    In Australi en in Zweden wordt formeel gesteld dat de arbitrage geen vertrouwelijk karakter heeft. Het is dus verkeerd te stellen dat arbitrage op zichzelf vertrouwelijkheid behelst.

    In heel wat gevallen is de vertrouwelijk-heid overigens totaal ongewenst en zelfs misplaatst. Zo kan de Kerk arbitrage commissies in het leven roepen tenein-de schadevergoedingen vast te leggen voor het seksueel misbruik van priesters en geestelijken, doch zou het moreel bijzonder verwerpelijk zijn en tegen alle geloofsregels in dat deze arbitrage een vertrouwelijk karakter zou hebben en het slachtoffer een totaal spreekverbod zou hebben of zich niet meer zou kun-nen wenden tot de gerechtelijke macht of tot de pers of tot wie dan ook.

    Een en ander is pijnlijk aan bod gekomen toen de eerste modeldocumenten opdoken die de commissie ter vergoeding van schade veroorzaakt door geestelijken aan haar slachtoffers poogde op te dringen.

    Bij loutere burgerlijke of commercile geschillen waarmee geen misdrijven ge-moeid zijn, is het nochtans perfect ver-dedigbaar om het vertrouwelijk karakter in de arbitrage in te schrijven of uit te sluiten. Het strekt tot aanbeveling om in de arbitrage overeenkomst derhalve een bepaling op te nemen die de vertrouwe-lijkheid opneemt of uitsluit.

    HET VERTROUWELIJK KARAKTER VAN DE ARBITRAGE

    Gerechtelijk recht

    INFO@LAW 2013 I september-oktober 11

  • bvba linders quality togas & uniforms sprlA. Dansaertstraat 84 Rue A. Dansaert 1000 Brussel-Bruxelles Belgi-Belgique

    www.lindersbrussels.be

    bvba linders quality togas & uniforms sprlA. Dansaertstraat 84 Rue A. Dansaert 1000 Brussel-Bruxelles Belgi-Belgique

    www.lindersbrussels.be

    Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privdetectives

    www.checkpoint-online.be

    Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

    T : 09/369.99.20 M : [email protected]

    U vindt bij ons de nieuwe generatie vergunde privdetectives :

    hoger geschoold, professioneel en to the point !

    De tijd dat privdetectives in hun wagen sprongen en achter de

    feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de

    verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten

    voorop !

    OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven !

    Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden

    aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een

    gerechtsdeurwaarder of een notaris.

    Onze specialiteiten :

    Solvabiliteitsonderzoeken

    Pre-employment screening

    Onderzoek op kandidaat-huurder

    Opzoeking Bron van Inkomsten

    Ward VRIJSEN

    Fraud Forensic Investigator

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02

    Serge DE CORTE

    Criminoloog

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08

    Peter DU CHAU

    Commercieel Directeur

    Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privdetectives

    www.checkpoint-online.be

    Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

    T : 09/369.99.20 M : [email protected]

    U vindt bij ons de nieuwe generatie vergunde privdetectives :

    hoger geschoold, professioneel en to the point !

    De tijd dat privdetectives in hun wagen sprongen en achter de

    feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de

    verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten

    voorop !

    OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven !

    Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden

    aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een

    gerechtsdeurwaarder of een notaris.

    Onze specialiteiten :

    Solvabiliteitsonderzoeken

    Pre-employment screening

    Onderzoek op kandidaat-huurder

    Opzoeking Bron van Inkomsten

    Ward VRIJSEN

    Fraud Forensic Investigator

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02

    Serge DE CORTE

    Criminoloog

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08

    Peter DU CHAU

    Commercieel Directeur

    Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privdetectives

    www.checkpoint-online.be

    Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

    T : 09/369.99.20 M : [email protected]

    U vindt bij ons de nieuwe generatie vergunde privdetectives :

    hoger geschoold, professioneel en to the point !

    De tijd dat privdetectives in hun wagen sprongen en achter de

    feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de

    verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten

    voorop !

    OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven !

    Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden

    aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een

    gerechtsdeurwaarder of een notaris.

    Onze specialiteiten :

    Solvabiliteitsonderzoeken

    Pre-employment screening

    Onderzoek op kandidaat-huurder

    Opzoeking Bron van Inkomsten

    Ward VRIJSEN

    Fraud Forensic Investigator

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02

    Serge DE CORTE

    Criminoloog

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08

    Peter DU CHAU

    Commercieel Directeur

    Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privdetectives

    www.checkpoint-online.be

    Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

    T : 09/369.99.20 M : [email protected]

    U vindt bij ons de nieuwe generatie vergunde privdetectives :

    hoger geschoold, professioneel en to the point !

    De tijd dat privdetectives in hun wagen sprongen en achter de

    feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de

    verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten

    voorop !

    OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven !

    Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden

    aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een

    gerechtsdeurwaarder of een notaris.

    Onze specialiteiten :

    Solvabiliteitsonderzoeken

    Pre-employment screening

    Onderzoek op kandidaat-huurder

    Opzoeking Bron van Inkomsten

    Ward VRIJSEN

    Fraud Forensic Investigator

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02

    Serge DE CORTE

    Criminoloog

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08

    Peter DU CHAU

    Commercieel Directeur

    Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privdetectives

    www.checkpoint-online.be

    Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

    T : 09/369.99.20 M : [email protected]

    U vindt bij ons de nieuwe generatie vergunde privdetectives :

    hoger geschoold, professioneel en to the point !

    De tijd dat privdetectives in hun wagen sprongen en achter de

    feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de

    verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten

    voorop !

    OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven !

    Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden

    aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een

    gerechtsdeurwaarder of een notaris.

    Onze specialiteiten :

    Solvabiliteitsonderzoeken

    Pre-employment screening

    Onderzoek op kandidaat-huurder

    Opzoeking Bron van Inkomsten

    Ward VRIJSEN

    Fraud Forensic Investigator

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02

    Serge DE CORTE

    Criminoloog

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08

    Peter DU CHAU

    Commercieel Directeur

    Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privdetectives

    www.checkpoint-online.be

    Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

    T : 09/369.99.20 M : [email protected]

    U vindt bij ons de nieuwe generatie vergunde privdetectives :

    hoger geschoold, professioneel en to the point !

    De tijd dat privdetectives in hun wagen sprongen en achter de

    feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de

    verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten

    voorop !

    OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven !

    Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden

    aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een

    gerechtsdeurwaarder of een notaris.

    Onze specialiteiten :

    Solvabiliteitsonderzoeken

    Pre-employment screening

    Onderzoek op kandidaat-huurder

    Opzoeking Bron van Inkomsten

    Ward VRIJSEN

    Fraud Forensic Investigator

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02

    Serge DE CORTE

    Criminoloog

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08

    Peter DU CHAU

    Commercieel Directeur

    Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privdetectives

    www.checkpoint-online.be

    Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

    T : 09/369.99.20 M : [email protected]

    U vindt bij ons de nieuwe generatie vergunde privdetectives :

    hoger geschoold, professioneel en to the point !

    De tijd dat privdetectives in hun wagen sprongen en achter de

    feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de

    verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten

    voorop !

    OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven !

    Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden

    aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een

    gerechtsdeurwaarder of een notaris.

    Onze specialiteiten :

    Solvabiliteitsonderzoeken

    Pre-employment screening

    Onderzoek op kandidaat-huurder

    Opzoeking Bron van Inkomsten

    Ward VRIJSEN

    Fraud Forensic Investigator

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02

    Serge DE CORTE

    Criminoloog

    Privdet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08

    Peter DU CHAU

    Commercieel Directeur

    12 INFO@LAW 2013 I september-oktober

  • Indien een verkoopovereenkomst wordt nietig verklaard, dan is op de bedragen die het voorwerp uitmaken van de resti-tutieplicht van de verkoper, in beginsel, slechts interest verschuldigd vanaf de ingebrekestelling.

    Tekst arrest Cassatie 05/01/2012, AR C.10.0712.N juridat Nr. C.10.0712.N 1. M.-R. C., 2. M. V. H., 3. M. V. H., 4. M. V. H., 5. M. V. P., 6. W. V. H., 7. N. V. H., 8. M. V. H., 9. A. V. H., eisers, tegen 1. R. D. R., 2. O. J., verweerders, 3. VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister president, met kantoor te 1000 Brussel, Martelaarsplein 19, voor wie optreedt de Vlaamse minister be-voegd voor Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, met kantoor te 1210 Brussel, Koning Albert II-laan 19, bus 11, ver-weerder, 4. STAD GERAARDSBERGEN, vertegenwoordigd door het College van burgemeester en schepenen, met kantoor te 9500 Geraardsbergen, Weve-rijstraat 20, verweerster,

    I . RECHTSPLEGING VOOR HET HOFHet cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent van 4 juni 2010. [...]

    I I . CASSATIEMIDDELEN: DE EISERS VOEREN IN HUN VERZOEKSCHRIFT TWEE MIDDELEN AAN.

    Eerste middel

    Geschonden wettelijke bepalingen - de artikelen 1108, 1109, 1110, 1117, 1382

    en 1383 van het Burgerlijk Wetboek.

    Aangevochten beslissing

    Het hof van beroep doet de beslissing van de eerste rechter over de vorde-ring in nietigverklaring van eerste en tweede verweerders tegen eisers teniet, vernietigt de verkoop van het perceel bouwgrond gelegen te Geraardsber-gen (Moerbeke) op grond van substan-tile dwaling in hoofde van de kopers en veroordeelt eisers, ieder naar hun aandeel in de nalatenschap, tot beta-ling aan het echtpaar D. R.-J. van de sommen van 30.243,01 euro en 74,37 euro, beide sommen te vermeerderen met de vergoedende interest vanaf het ogenblik dat het echtpaar deze sommen heeft betaald tot op de datum van de uitspraak en vanaf de dagvaarding ge-rechtelijke rente genoemd, verleent het echtpaar voorbehoud voor wat betreft de gevorderde kosten verkoop, begroot op 6.048,60 euro (meer het gebeurlijk aankleven van interesten) tot beloop van dat gedeelte waarvan zij aantonen dat het niet recupereerbaar is op de overheid in toepassing van artikel 209, 2 Wb. Reg.

    Over de gevolgen van de vernietiging van de koopovereenkomst op grond van een substantile dwaling overweegt het hof van beroep het volgende: Deze nietigverklaring doet de rechtshande-ling van de koop-verkoop ex tunc uit de rechtsorde verdwijnen en de partijen dienen wederzijds in hun situatie en hun vermogen quo ante (van vr de ver-koop) teruggeplaatst te worden.

    Dit betekent dat (eisers) het onroerend goed in kwestie terugkrijgen (in goede staat) in hun vermogen en dit opnieuw

    kunnen gaan verkopen aan de waarde van de landbouwgrond die het steeds is geweest, volgens de waarde die deze grond op heden heeft (en die uiteraard ook is toegenomen in vergelijking met 1980).

    Er kan niet genoeg gewezen worden op het feit dat, ook al waren ze te goeder trouw, de rechtsvoorgangers van de (eisers) de landbouwgrond in kwestie eigenlijk niet vermochten te verkopen als bouwgrond. Aldus vermochten ze te dezen geen aanspraak te maken op de verkoopprijs in kwestie, precies omdat deze prijs enkel werd gegeven omdat de kopers dachten dat de grond bebouw-baar was, wat achteraf niet bleek te zijn en eigenlijk nooit was geweest.

    Aldus beschikken de erven reeds sinds de verkoop in 1980 in hun vermogen over een verkoopprijs waar ze eigenlijk in se geen aanspraak vermochten op te maken. Deze verkoopprijs hebben ze al die jaren kunnen beleggen en heeft hen al die jaren opbrengst opgeleverd, ofwel hebben ze aan de hand daarvan het aangaan van een lening (aan niet ge-ringe intrestvoeten) kunnen vermijden, wat een vergelijkbaar voordeel heeft opgeleverd.

    Thans en als gevolg van de nietigver-klaring voormeld, dienen de (eisers), elk gehouden volgens hun respectief aandeel in de nalatenschap van wijlen hun rechtsvoorganger, de ontvangen koopsom van 30.243,01 euro (voor-heen 1.220.000 BEF) terug te betalen, te vermeerderen met de vergoedende rente vanaf het ogenblik dat (eerste en tweede verweerders) deze som hebben

    GEVOLGEN VAN EEN NIETIGE VERKOOPSOVEREENKOMST RESTITUTIEPLICHT EN INTERESTEN

    Verbintenissenrecht

    INFO@LAW 2013 I september-oktober 13

  • betaald tot op heden (en vanaf dagvaar-ding gerechtelijke rente genoemd).

    Wat de gevorderde terugbetaling van de notarile kosten van 6.048,60 euro (voorheen 244.000 BEF) betreft (zonder dat daarvan nader detail wordt gegeven door de (eerste en tweede verweer-ders)), verleent het hof [van beroep] enkel voorbehoud onder verwijzing naar art. 209, 2 W. Reg. dat bepaalt dat de registratierechten vatbaar zijn voor teruggaven van zodra een vonnis of arrest wordt geveld dat in kracht van gewijsde treedt en de vernietiging van een verkoop beveelt. Slechts die kosten waarvan aangetoond wordt dat zij op deze wijze niet teruggekregen kunnen worden, zullen op de (eisers) kunnen worden verhaald.

    De gevorderde terugbetaling van de vergoeding aan de pachter van 74,37 euro (voorheen 3.000 BEF) betreft een door de (eerste en tweede verweer-ders), gezien de nietigverklaring van de verkoop uiteindelijk nutteloos gedane kost, die de (eisers) als nieuwe eigenaars ten goede komt (wanneer deze opnieuw willen verkopen is het goed reeds vrij van pacht), zodat deze som ten laste van deze erven wordt gelegd, te vermeer-deren met de vergoedende rente vanaf het ogenblik dat de (eerste en tweede verweerders) deze som hebben betaald tot op heden (en vanaf dagvaarding ge-rechtelijke rente genoemd). Het hof [van beroep] is van oordeel dat aan de hand van de voormelde aan de (eerste en tweede verweerders) reeds toegekende sommen, vermeerderd met de rente, evenals met het hen verleende voorbe-houd, deze volledig in hun patrimonium zijn hersteld en dat zij in alle geval geen meerdere schade uit de vernietigde ver-koop meer concreet aanhalen en deze alleszins niet aantonen.

    Grief Schending van de artikelen 1108, 1109, 1110, 1117, 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek.

    1. De vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling op grond van de artike-len 1108, 1109, 1110 en 1117 van het

    Burgerlijk Wetboek verplicht de partijen om de prestaties terug te geven die krachtens de vernietigde overeenkomst zijn ontvangen. Het vonnis dat de nietig-verklaring uitspreekt doet een verbinte-nis tot teruggave ontstaan.

    2. Het hof van beroep stelt in voorlig-gend geval vast dat de nietigverklaring de rechtshandeling van de koop-verkoop ex tunc uit de rechtsorde doet verdwij-nen en de partijen bijgevolg dienen teruggeplaatst te worden in hun situatie en hun vermogen quo ante (van voor de verkoop). Dit betekent volgens het hof [van beroep] dat eisers het onroerend goed in kwestie terugkrijgen (in goede staat) in hun vermogen en dit opnieuw kunnen gaan verkopen aan de waarde van de landbouwgrond die het steeds is geweest, volgens de waarde die deze grond op heden heeft (en die uiter-aard ook is toegenomen in vergelijking met 1980). De rechtsvoorgangers van eisers, ook al waren ze te goeder trouw, mochten geen aanspraak maken op de verkoopprijs in kwestie, precies omdat deze prijs enkel werd gegeven omdat de kopers dachten dat de grond bebouw-baar was, wat hij achteraf niet bleek te zijn en eigenlijk nooit was geweest. Naar het oordeel van het hof [van beroep] beschikken eisers aldus sinds de verkoop in 1980 in hun vermogen over een ver-koopprijs waar ze eigenlijk in se geen aanspraak vermochten op te maken.

    Deze verkoopprijs hebben ze al die jaren kunnen beleggen en heeft hen al die ja-ren opbrengst opgeleverd, ofwel hebben ze aan de hand daarvan het aangaan van een lening (aan niet geringe intrest-voeten) kunnen vermijden, wat een vergelijkbaar voordeel heeft opgeleverd. Bijgevolg moeten eisers naar het oordeel van het hof [van beroep] als gevolg van de nietigverklaring de ontvangen koop-som terugbetalen, te vermeerderen met de vergoedende rente vanaf het ogen-blik dat de eerste en tweede verweer-ders deze som hebben betaald tot op de datum van uitspraak en vanaf de dag-vaarding gerechtelijke rente genoemd. Ook de pachtvergoeding die eerste en tweede verweerders betaalden dient

    volgens het hof [van beroep] door eisers terugbetaald met vergoedende rente vanaf het ogenblik dat eerste en tweede verweerders deze som hebben betaald tot op de datum van de uitspraak en vanaf de dagvaarding gerechtelijke rente genoemd.

    3. De verbintenis tot teruggave die de nietigverklaring van de overeenkomst wegens dwaling doet ontstaan impli-ceert niet dat de koper gerechtigd is op schadevergoeding onder de vorm van vergoedende interest vanaf het tijdstip van betaling.

    De koopprijs noch de pachtvergoeding die de kopers betaalden beantwoor-den aan een waardeschuld waarop vergoedende interest verschuldigd is. Schadevergoeding onder de vorm van vergoedende interest veronderstelt dat de rechter samen met de dwaling een precontractuele tekortkoming en dus een inbreuk op artikel 1382 BW aan-neemt.

    De vergoedende interest strekt dan tot vergoeding van de bijkomende schade die volgt uit de vertraging in de betaling van de schadevergoeding en tot ver-goeding van de schade ten gevolge van muntontwaarding.

    De rechter kan niet samen met de te-ruggave van de wederzijdse prestaties vergoedende interest toekennen op de koopprijs en pachtvergoeding vanaf het tijdstip van betaling ervan zonder een precontractuele tekortkoming - en dus een inbreuk op artikel 1382 BW - aan te nemen.

    Te dezen stelt het hof van beroep echter uitdrukkelijk vast dat de rechtsvoor-gangers van eisers zich niet aan enige precontractuele fout bezondigden. De beslissing dat met ingang van het tijd-stip van betaling vergoedende interest verschuldigd is op de koopprijs en de pachtvergoeding, is bijgevolg in strijd met de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek en schendt tevens, voor zoveel als nodig, de artikelen 1108, 1109, 1110 en 1117 van het Burgerlijk Wetboek. Tweede middel Geschonden

    14 INFO@LAW 2013 I september-oktober

  • wettelijke bepalingen de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wet-boek; artikel 1138, 3 van het Gerech-telijk Wetboek. Aangevochten beslissing

    Over de vrijwaringsvordering die eisers in uiterst ondergeschikte orde tegen derde en vierde verweerders instelden, oordeelt het hof van beroep als volgt: Immers, zelfs wanneer (derde en vier-de verweerders) fouten maakten in de informatie en in de attesten betrekkelijk de grond in kwestie, laat dit niet toe dat de verkopers van de grond, thans hun erven, de prijs van de verkoop van de grond als bouwgrond (onrechtstreeks dan via de gevorderde vrijwaring) zou-den kunnen trachten te behouden (ook al was er dwaling van de kopers en der-halve nietigheid van de koop-verkoop) meer alle aankleven.

    Eerste onderdeel Schending van artikel 1138, 3 Ger. W.

    1. Naar het oordeel van het hof van be-roep kunnen eisers niet door middel van een vrijwaringsvordering tegen derde en vierde verweerders de prijs van de ver-koop van de grond als bouwgrond trach-ten te behouden, meer alle aankleven.

    2. Het hof van beroep doet met die overweging geen uitspraak over de vrij-waringsvordering van eisers in zover die betrekking had op de kosten, met inbe-grip van de gedingkosten, waarin eisers ten aanzien van het eerste en tweede verweerders worden veroordeeld en schendt bijgevolg artikel 1138, 3 van het Gerechtelijk Wetboek.

    Tweede onderdeel Schending van de artikelen 1382 en 1383 van het Burger-lijk Wetboek.

    1. Overeenkomstig de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek moet wie door zijn fout schade berokkende die schade vergoeden.

    2. Te dezen oordeelt het arrest dat eisers niet door middel van een vrijwa-ringsvordering tegen derde en vierde verweerders de prijs van de verkoop van de grond als bouwgrond kunnen trach-ten te behouden, meer alle aankleven.

    3. In zover het arrest met die overwe-ging het onderzoek afwijst naar het oorzakelijk verband tussen de gebeur-lijke fouten in de informatieverstrekking door derde en vierde verweerders en de kosten, met inbegrip van de geding-kosten, waarin eisers ten aanzien van eerste en tweede verweerders worden veroordeeld, schendt het de artikelen 1382 en 1383 van Burgerlijk Wetboek.

    I I I . BESL ISS ING VAN HET HOF

    Beoordeling

    Eerste middel Ontvankelijkheid

    1. De eerste en tweede verweerders voeren een grond van niet-ontvanke-lijkheid aan: de eisers hebben voor de appelrechters geen verweer gevoerd omtrent de vergoedende interest zodat het middel nieuw is.

    2. Uit de stukken waarop het Hof ver-mag acht te slaan, blijkt dat de eisers in hun appelconclusie hebben aangevoerd dat de vordering zowel wat de hoofd-som als wat de vergoedende en de ge-rechtelijke interest betreft moet worden afgewezen. De grond van niet-ontvanke-lijkheid moet worden verworpen.

    Middel zelf

    3. De vernietiging van een overeen-komst die ex tunc uitwerking heeft, verplicht in de regel elk van de partijen ertoe de prestaties terug te geven die krachtens die vernietigde overeenkomst zijn ontvangen.

    4. Indien een koopovereenkomst wordt nietig verklaard, dan is op de bedragen die het voorwerp uitmaken van de resti-tutieplicht van de verkoper, in beginsel, slechts interest verschuldigd vanaf de ingebrekestelling.

    5. De appelrechters oordelen dat de verkoop van het onroerend goed aan de eerste en tweede verweerders door de rechtsvoorgangers van de eisers, nietig is wegens dwaling en dat deze nietigver-klaring de overeenkomst ex tunc uit de rechtsorde [doet] verdwijnen en de par-

    tijen in hun situatie en hun vermogen qua ante (van voor de koop) terugge-plaatst [dienen] te worden en veroor-delen de eisers tot de terugbetaling van de koopprijs en de vergoeding die werd betaald aan de pachter. Zij oordelen ver-der dat de eiser, ook al waren de verko-pers te goeder trouw, gehouden zijn tot vergoedende rente vanaf het ogenblik dat de eerste en tweede verweerders deze sommen hebben betaald.

    6. Door aldus te oordelen is hun beslis-sing terzake van de interest niet naar recht verantwoord. Het middel is ge-grond.

    Tweede middel Beide onderdelen sa-men

    7. Anders dan de onderdelen aanvoe-ren, doen de appelrechters met hun redengeving onder r.o. 2.3 d. in fine uit-spraak over de door de eisers tegen de derde en vierde verweerder ingestelde vordering in vrijwaring. De onderdelen die berusten op een onvolledige lezing van het bestreden arrest, missen feite-lijke grondslag.

    Dictum

    Het Hof, vernietigt het bestreden arrest in zoverre het de eisers veroordeelt tot de vergoedende interest op de som-men van 30.243,01 euro en 74,37 euro. Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde arrest. Houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent over aan de feitenrechter. Verwijst de aldus beperkte zaak naar het hof van beroep te Antwerpen. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer.

    15 INFO@LAW 2013 I juli-augustus

  • Advocatenkantoor Elfri De Neve presenteert Uw wetboeken lezen op uw iPad, iPhone, iTouch, Smartphone.

    Beschikbare titels,tot op heden:

    Wetboek van vennootschappen e-book: downloaden: www.elfri.be/node/6003

    Burgerlijk wetboek e-book : downloaden: www.elfri.be/node/5997

    Gerechtelijk wetboek e-book: downloaden: www.elfri.be/node/5998

    Strafwetboek e-book : downloaden: www.elfri.be/node/6000

    Wetboek van strafvordering e-book: downloaden: www.elfri.be/node/6001

    Grondwet e-book: downloaden: www.elfri.be/node/5999

    Boswetboek e-book : downloaden: www.elfri.be/node/5996

    Waalse huisvestingscode: downloaden: www.elfri.be/node/6002

    Handelsagentuurwet: downloaden: www.elfri.be/node/7036

    WMPC: downloaden: www.elfri.be/node/7042

    Wenst u een bepaald nog niet gepubliceerd wetboek te bekomen in e-books formaat met de nodige instructies waardoor u zoals in een boek op uw iPad of ander mobiel toestel elk wetboek kan lezen, stuur dan een e-mail met de gewenste wetboeken naar [email protected]

    Kostprijs standaardwetboeken: 10 euro per wetboekKostprijs wetboeken op maat: 25 euro per wetboek.

    Voor wie?

    Ideaal zo niet onmisbaar, voor alle burgers die genformeerd willen zijn, advocaten, gerechtsdeurwaarders, notarissen, magistraten, landmeters, vastgoedmakelaars, overheden, fiscalisten, accountants, vermogensplanners, adviseurs, bedrijfsjuristen, arbiters, pers, studenten.

    Voor wie meer uitleg wil hoe je een e-book kan lezen en gebruiken.

    Wanneer u dit e-book aankoopt, kan u dit wetboek lezen op uw e-reader, iPhone, iPad, iTouch, Blackberry, Android, PC, Laptop

    U heeft aldus dit wetboek steeds in handbereik. U hoeft er nooit meer naar te zoeken en neemt het overal mee, zonder dat het plaats inneemt. Het komt gewoon lokaal te staan op uw mobiel toestel en zelfs op plaatsen zonder internetverbinding, raadpleegt u het boek waar en wanneer u wil op de rechtbank, tijdens vergaderingen, gewoon thuis, op reis. U kan uw collectie aanvullen met de overige wetboeken en andere boeken die wij op onze site aanbieden.

    U bladert in het wetboek op uw mobiel toestel alsof het een boek is. Maar u kan dit ook op uw PC via verschillende gratis programmas zoals Calibre.

    Hoe zet u epub boeken over naar uw mobiel toestel?

    Er zijn veel mogelijkheden: U kan vooreerst het e-book

    aanschaffen via uw mobiel toestel waardoor het onmiddellijk lokaal komt te staan en u over alle mogelijkheden beschikt om het te plaatsen in de e-book reader van uw keuze die meestal (zo niet bijna steeds) vooraf genstalleerd is op uw mobiel toestel (vb. iBooks maar er zijn er tientallen andere).

    Voor de Apple producten kan je handig werken via iTunes:

    Selecteer de EPUB in de Explorer/Verkenner (Windows) en sleep of verplaats ze naar iTunes. Ze komen dan automatisch onder het tabje Library->Books te staan.

    Selecteer vervolgens in iTunes je mobiel toestel en selecteer de tab Books. Check nu of er een vinkje bij Sync Books staat. Selecteer vervolgens All Books radiobutton. Druk tot slot op Sync. Hierna zie je binnen iBooks je boeken staan.

    De eenvoudigste oplossing is dat u uw aangekochte e-book verstuurt per e-mail als bijlage naar uw mailadres dat u kan openen met uw mobiel toestel. Heeft u geen toegang tot uw e-mail via uw mobiel toestel, maak dan een hotmail of gmail-adres aan (waarbij u dan de mailbox opent met de internetbrowser op uw mobiel toestel.)

    Open nu de bijlage op uw mobiel toestel en kies voor opslaan. U krijgt dan de keuze om het e-book op te slaan in uw e-reader van uw keuze (bv. ibooks). Vanaf nu kan je zelfs zonder nog verbonden te zijn met internet steeds al uw aangekochte boeken lezen.

    Meer info en downloadsite:http://[email protected]/node/5966

    Nieuw: nu ook modellen beschikbaar op de sitehttp://[email protected]/documenten

    Nieuw: onze diensten aan advocaten en juridische beroepenhttp://[email protected]/node/7377

    16 INFO@LAW 2013 I september-oktober

  • Instantie: Rechtbank van Eerste Aanleg Veurne

    Datum van de uitspraak: 10/03/2011

    A.R.: 09/494/A

    De Rechtbank van Eerste Aanleg van het gerechtelijk arrondissement Veurne, vierde kamer, wijzend in burgerlijke zaken, heeft het volgende vonnis uitge-sproken:

    In de zaak:

    AR n: 09/ 494/A

    DCK, wonende te []

    eiser op verzet, oorspronkelijke ver-weerder, met als raadsman, Mr. DE NEVE ELFRI, kantoorhoudende te 9700 OUDENAARDE, Stationsstraat 29

    Tegen:

    H.S. met vennootschapszetel te [];

    verweerster op verzet, oorspronkelijke eiseres, met als raadsman, Mr. FEYS IVES, kantoorhoudende te 8670 KOKSIJ-DE, Zeelaan 195.

    * * *

    1. procedure

    []

    2. feiten en voorgaanden.

    DCK sluit op 06.09.2008 een make-laarsovereenkomst met H.S. met als opdracht te bemiddelen bij de verkoop van de hoofdverblijfplaats van DCK gelegen te Koksijde, [] met als voor-opgestelde verkoopprijs 475.000 euro.

    De overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde duur waarbij vanaf het verstrijken van de 3e maand door beide partijen te allen tijde aangetekend kan worden opgezegd mits inachtname van een opzeggingstermijn van 30 dagen.

    H.S. stelt vast dat DCK nog andere agentschappen heeft gecontacteerd om het huis te verkopen en schrijft hem hierover aan op 27.11.2008 waarop DCK bij schrijven van 28.11.2008 onmiddel-lijk betwist dat er tussen hen een con-tract met exclusiviteit werd afgesloten. (stuk 2a verweerster op verzet)

    Bij schrijven van 04.12.2008 stelt H.S. dat DCK haar een exclusieve opdracht had gegeven gedurende de eerste 4 maand om te bemiddelen bij de verkoop van zijn hoofdverblijfplaats. Ze vordert een verbrekingsvergoeding t.b.v. 9.500 euro. (stuk 2b verweerster op verzet)

    DCK betwist deze ingebrekestelling bij schrijven van 08.12.2008 stellende geen exclusiviteit verleend te hebben aan H.S. Hij had reeds met Immo V. een contract afgesloten voor hij contracteerde met verweerster op verzet en Immo V. had het recht verder te verkopen. (stuk 3 verweerster op verzet)

    DCK meldt bij schrijven van 16.01.2009 aan H.S. dat de verkoop van het goed nog enkel via CY te Nieuwpoort gebeurt. (stuk 7 verweerster op verzet)

    H.S. betwist voormelde verbreking van de overeenkomst stellende dat door het doorbreken van de exclusiviteit de over-eenkomst al ontbonden is.

    Partijen komen niet tot een minnelijke regeling.

    H.S. gaat over tot dagvaarding op 28.01.2009 voor de Rechtbank van

    Eerste Aanleg te Veurne teneinde de verbreking van de overeenkomst vast te stellen en de veroordeling te bekomen van DCK in betaling van de som van 9.500 euro meer de kosten en de inte-resten.

    Bij verstekvonnis van 28.05.2009 wordt de overeenkomst tussen partijen ont-bonden en wordt DCK veroordeeld tot betaling aan H.S. van de som van 9.500 euro meer de vergoedende interesten aan de wettelijke interestvoet vanaf 04.12.2008 tot datum vonnis meer de gerechtelijke interesten aan dezelfde interestvoet vanaf datum vonnis tot de dag der algehele betaling.

    Het verstekvonnis wordt op 25.06.2009 aan DCK betekend.

    DCK tekent op 24.07.2009 verzet aan tegen voormelde verstekvonnis.

    3. de vorderingen en betwistingen

    a) Eiser op verzet vordert

    - de oorspronkelijke vordering af te wijzen als onontvankelijk minstens on-gegrond,

    - de oorspronkelijke eiseres, huidige verweerster

    op verzet, te verwijzen in de kosten van het geding, met inbegrip van de rechts-plegingsvergoedingen.

    Hij stelt dat de overeenkomst nietig is wegens bedrog minstens wegens dwaling,

    dat de eerste rechter de overeen-komst tussen partijen ten onrechte be-stempelt als een exclusieve opdracht tot bemiddeling,

    ALGEMENE VOORWAARDEN VERGEN EXPLICIETE INSTEMMING

    Over facturen en hun voorwaarden

    INFO@LAW 2013 I september-oktober 17

  • ondergeschikt dat art 3 van de alge-mene voorwaarden onduidelijk is zodat het dient te worden uitgelegd ten voor-dele van de partij die zich verbonden heeft (art 1162 BW),

    dat er op rechtsgeldige wijze opgezegd is zodat er geen ontbinding op grond van wanprestatie meer kan worden uit-gesproken,

    dat art 8 lid 2 van de algemene voor-waarden een onrechtmatig beding is in de zin van art 32,15 WHPC en dient nie-tig te worden verklaard, minstens dient de gevorderde 9.500 euro ogv art 1231 1 en 2 BW te worden gematigd,

    dat tevens geen gemeenrechtelijke schadevergoeding kan gevorderd wor-den daar er geen fout, schade en oorza-kelijk verband met de schade bewezen wordt.

    b) Verweerder stelt:

    dat de algemene voorwaarden deel uitmaken van de overeenkomst en tegenstelbaar zijn aan eiser op verzet gezien hij er redelijkerwijze van kon ken-nisnemen,

    dat in de diverse aanmaningen steeds naar de algemene voorwaarden werd verwezen en eiser op verzet de geldig-heid van deze algemene voorwaarden nooit heeft betwist,

    dat er geen sprake is van bedrog noch van dwaling,

    dat hij geen kennis had van het nog lopende contract met Immo V.,

    dat opzeg de ontbinding wegens wan-prestatie voorafgaandelijk aan de opzeg niet verhindert,

    dat het schadebeding bij verbreking van het exclusiviteitsbeding geldig is en niet kan gematigd worden,

    dat art 8 lid 2 algemene voorwaarden geen onrechtmatig beding is gezien het duidelijk voorziet in een wederkerige verplichting tot het betalen van een schadevergoeding indien 1 van de par-tijen haar verbintenis niet nakomt,

    dat indien de rechtbank art 8 lid 2 toch als nietig beschouwt dat zij dan nog recht heeft op een gemeenrechte-lijke schadevergoeding wegens contract-breuk, begroot op 50% van het bedon-gen commissieloon,

    dat het exclusiviteitsbeding duidelijk is en geen interpretatie hoeft. Uit de betwistingen door eiser op verzet blijkt duidelijk dat hij wel degelijk weet wat een exclusiviteitsbeding inhoudt.

    4. de beoordeling

    a) Het verzet is tijdig en ontvankelijk.

    b) m.b.t. de tegenstelbaarheid van de algemene voorwaarden

    Eiser op verzet had bij overeenkomst afgesloten op 18.03.2008 en geldig voor 4 maanden een exclusieve ver-koopopdracht betreffende zijn hoofd-verblijfplaats gegeven aan Immo V. Deze overeenkomst werd stilzwijgend verlengd. Bij aangetekend schrijven dd. 09.08.2008 liet eiser op verzet aan Immo V. weten de exclusiviteit te willen opheffen en te beindigen per 17.09.2008. Immo V. kreeg wel verder de opdracht om een koper te zoeken. (stuk 6 eiser op verzet)

    Eiser op verzet tekent vervolgens op 06.09.2008 een overeenkomst met ver-weerster op verzet. (stuk 1 verweerster op verzet)

    Deze makelaarsovereenkomst vermeldt bovenaan onder de Bijzondere voor-waarden dat de Algemene Voorwaar-den integraal deel uitmaken van de Bij-zondere Voorwaarden. Deze algemene voorwaarden maken echter geen deel uit van de papieren overeenkomst zelf maar worden gedrukt op de binnenzijde van een kartonnen mapje dat volgens verweerster op verzet steeds wordt ge-bruikt om een afgesloten overeenkomst in te steken zodat het deel uitmaakt van de afgesloten overeenkomst.

    Eiser op verzet betwist deze algemene voorwaarden op het ogenblik van het afsluiten van de overeenkomst gezien te hebben, gekregen te hebben en aanvaard te hebben. Hij stelt deze alge-mene voorwaarden pas ontvangen te hebben van verweerster op verzet n.a.v. zijn schrijven dd. 10.06.2009. (stuk 3 eiser op verzet)

    Eiser op verzet heeft elke pagina van de overeenkomst zelf geparafeerd en de laatste pagina ondertekend. De bladzij-den waarop de algemene voorwaarden vermeld staan zijn echter niet gepara-feerd noch ondertekend.

    18 INFO@LAW 2013 I september-oktober

  • De rechtbank acht het derhalve niet bewezen dat eiser op verzet op het ogenblik van het afsluiten van de over-eenkomst kennis had van deze algeme-ne voorwaarden, laat staan ze aanvaard heeft.

    Tevens dient te worden vastgesteld dat in de overeenkomst zelf onder punt 6 de vraag wordt gesteld of er een lopende opdracht is met een andere makelaar. Deze vraag is door partijen niet inge-vuld. Bij een exclusieve opdracht zou deze vraag ingevuld zijn.

    Voormelde stellingname door de recht-bank wordt tevens ondersteund door de gegevens dat eiser op verzet zijn con-tract met Immo V. niet had opgezegd, enkel de exclusiviteit, en dat eiser op verzet tevens nog een contract had af-gesloten met CY (op 22.11.2008) om het huis te verkopen.

    Het feit dat verweerster op verzet haar opdracht pas mocht aanvangen per 16.09.2008 heeft juist te maken met het beindigen van de exclusiviteit toege-kend aan Immo V. op die datum.

    Uit de stukken blijkt dat eiser op verzet in financile problemen zat en dringend zijn huis diende te verkopen. In die omstandigheden werd dan ook tegelij-kertijd beroep gedaan op drie makelaars om het huis zo spoedig mogelijk ver-kocht te krijgen.

    Eiser op verzet heeft n.a.v. de aanma-ningen nooit de geldigheid van de alge-mene voorwaarden betwist maar wel het feit dat ze hem niet tegenstelbaar waren. Vanaf de eerste aanmaning heeft hij gesteld dat er tussen partijen geen exclusiviteit was afgesproken.

    Gelet op voorgaanden werd ten on-rechte in het vonnis a quo besloten dat er een makelaarsovereenkomst met exclusief karakter tussen partijen was afgesloten.

    De vordering tot het verkrijgen van een schadevergoeding in gevolge het door-breken van de exclusiviteit dient te wor-den afgewezen.

    Gezien de rechtbank van oordeel is dat de algemene voorwaarden niet tegen-stelbaar zijn aan eiser op verzet dient op het argument van bedrog en dwaling niet te worden ingegaan.

    c) m.b.t. de verbreking/ontbinding van de overeenkomst

    Art 4 van de makelaarsovereenkomst bepaalt:

    De overeenkomst wordt voor onbe-paalde duur aangegaan. Vanaf het ver-strijken van de derde maand kan zij te allen tijde door de partijen aangetekend worden opgezegd mits inachtneming van een opzeggingstermijn van dertig dagen.

    Eiser op verzet meldt per aangetekend schrijven van 16.01.2009 aan verweer-ster op verzet dat de verkoop nog enkel langs CY, [] gebeurt. (stuk 8 verweer-ster op verzet)

    De overeenkomst is op een geldige ma-nier opgezegd zodat de vordering tot ontbinding zonder voorwerp is.

    Verweerster op verzet bewijst niet dat eiser op verzet foutief zou hebben ge-handeld waardoor zij schade zou heb-ben opgelopen zodat zij geen aanspraak, kan maken op een schadevergoeding.

    d) m.b.t. de rechtsplegingsvergoeding

    Aangezien de rechtsplegingsvergoeding per aanleg wordt bepaald en een verzet-procedure geen nieuwe aanleg vormt is er slechts een rechtsplegingsvergoeding verschuldigd.

    OM DEZE REDENEN, DE RECHTBANK, wijzende in burgerlijke zaken, in eerste aanleg en op tegenspraak

    Verklaart het verzet ontvankelijk en gegrond in de volgende mate:

    Vernietigt het vonnis gewezen bij ver-stek op 28.05.2009. Opnieuw recht-doende,

    Stelt dat de vordering tot ontbinding van de makelaarsovereenkomst afgeslo-ten tussen partijen op 06.09.2008 zon-der voorwerp is.

    Verklaart de oorspronkelijke vordering tot betaling van de som van 9.500 euro meer de kosten en de interesten onge-grond.

    Veroordeelt verweerster op verzet tot de gerechtskosten langs

    de zijde van eiser op verzet begroot op

    kosten dagvaarding in verzet: 212,01 euro

    rechtsplegingsvergoeding: 990,00 euro

    langs de zijde van verweerster op ver-zet niet te begroten gezien ze haar ten laste blijven.

    Uitgesproken in openbare terechtzitting van donderdag tien maart 2011.

    OVERIGE RECHTSPRAAK

    Hof van Beroep te Brussel, 18e Kamer 25 mei 2011

    samenvatting

    Uit de enkele omstandigheid dat deze algemene voorwaarden ter inzage lig-gen in het kantoor van de verzekeraar of kunnen worden geconsulteerd op een website, kan niet worden afgeleid dat de wederpartij heeft ingestemd met de toepassing ervan.

    tekst arrest

    LCM t/ M.S.

    ...

    De vordering en de bestreden beslissing

    5. Het geding voor de eerste rechter werd ingeleid bij dagvaarding die op 16 november 2007 werd betekend op ver-zoek van gentimeerde.

    De vordering strekt tot betaling van een bedrag van 2.516,71 euro in hoofdsom, te vermeerderen met rente, waarvan gentimeerde beweert dat ze er op ge-rechtigd is ter uitvoering van de verzeke-ring waarvoor ze ingeschreven is bij de Christelijke Mutualiteiten (CM), wegens ziektekosten die ze diende te maken in het buitenland.

    INFO@LAW 2013 I september-oktober 19

  • U WENST TE BESTELLEN?

    Stijn Streuvelslaan 73, 8501 HeuleE: [email protected]

    Recente uitgaven

    Uitgeverij UGA T: 056 36 32 11 - F: 056 35 60 96U kan ook online bestellen op www.uga.be/uitgeverij

    Overzicht van het vreemdelingenrecht 2de geactualiseerde editie Luc Denys

    In dit boek behandelt Luc Denys, oud-stafhouder van de Brusselse balie, uitgebreid de evolutie en de opeenvolgende wetgeving betreffende het vreemdelingenrecht. Met dit boek wordt de lange evolutie van deze wetgeving samen met het aanvullende commentaar gebundeld tot een com-pleet en uitgebreid juridisch werk over deze materie.

    ingebonden uitgave 560 blz. Prijs: 85.00

    Voordelen van alle aard inzake BTW. Wat u moet weten voor de praktijk. 2de geactualiseerde editie Stefan Ruysschaert

    In deze 2de geactualiseerde editie wordt de nieuwe BTW-regeling inzake de voordelen van alle aard grondig uiteengezet. De verdienste van de auteur is dat hij alle beschikbare informatie rond het onderwerp samenbrengt en bundelt in een praktisch bruikbaar werkinstrument. Zowel de situatie van voor 1 januari 2011 als de aankopen van bedrijfsmiddelen vanaf het in voege treden van het nieuwe artikel 45, 1quinquies WBTW worden aan de hand van talrijke voorbeel-den becommentarieerd. Centraal in het boek staan de drie administratieve beslissingen die het gratis ter beschikking stellen van bedrijfsmiddelen of het tegen betaling ter beschikking stellen van bedrijfsmiddelen regelen.

    ingebonden uitgave 185 blz. Prijs: 45.00

    Wegwijs in het Belgische onteigeningsrecht Kirsten Koenigsmann, Elsbeth Loncke, Chiel Sempels, Chris Schijns, Anne Ooms, Sammy Deridder & Stany Vaes

    Het Belgische onteigeningsrecht staat niet stil: in tegenstelling tot wat de afkondigingsdata (1835 en 1962) van de relevante onteigeningswetten in ons land doen vermoeden, is deze materie brandend actueel. Dit als gevolg van de recente wetswijzigingen in de stedenbouwwetgeving, die onvermijdelijk een invloed hebben op de regeling van onteigeningen binnen het kader van een ruimtelijk plan.

    Voor juristen en overheden is het niet altijd even makkelijk om de weg te vinden in het uitgebreide arsenaal aan wetgeving en rechtspraak. Dit boek wil aan de rechtspraktizijn en de onteigenende besturen (in het bijzonder lokale besturen) dan ook een algemeen en bevattelijk overzicht bieden van het wettelijk en jurisprudentieel kader waarbinnen onteigeningen in Belgi verlopen.

    ingebonden uitgave 217 blz. Prijs: 45.00

    Wegw

    ijs in het Belgische onteigeningsrecht

    Wegwijs in het

    Belgische

    onteigeningsrechtElsbeth Loncke (ed.)

    Sammy Deridder

    Kirsten Koenigsmann

    Anne Ooms

    Chris Schijns

    Chiel Sempels

    Stany Vaes

    Het Belgische onteigeningsrecht staat niet stil: in tegenstelling tot wat de afkondi-

    gingsdata van de relevante onteigeningswetten in ons land doen vermoeden (1835 en

    1962), is deze materie brandend actueel. Dit als gevolg van de recente wetswijzigingen

    in de stedenbouwwetgeving, die onvermijdelijk een invloed hebben op de regeling van

    onteigeningen binnen het kader van een ruimtelijk plan. Daarnaast vormen de immer

    evoluerende rechtspraak van de Raad van State, het Hof van Cassatie en de gewone

    rechtbanken en hoven een noodzakelijke leidraad bij de interpretatie van de onteige-

    ningswetten.

    Voor juristen en overheden is het niet altijd even makkelijk om de weg te vinden in het

    uitgebreid arsenaal aan wetgeving en rechtspraak. Dit boek wil aan de rechtspraktizijn

    en de onteigenende besturen (in het bijzonder lokale besturen) dan ook een algemeen

    en bevattelijk overzicht bieden van het wettelijk en jurisprudentieel kader waarbinnen

    onteigeningen in Belgi verlopen.

    12-34824-00-B-onteigening.indd 1 29/04/13 16:00

    Voordelen van alle aard

    Voordelen van alle aardEen grondige leidraad doorheen de inkomstenbelasti ngen

    Wim Van Kerchove

    Wim

    Van Kerchove

    De auteur van dit boek, Wim Van Kerchove, werkt als e.a. inspecteur en docent vennootschapsbelas-ting bij het opleidingscentrum van de FOD Financin. Hij geeft geregeld uiteenzettingen bij diverse organi-saties en volgt deze materie al jaren op de voet.

    Naast klassiekers zoals de bedrijfswagen of firmawoningen, stellen bedrijven steeds vaker tablets, smartphones, fietsen, elektriciteit, verwarming, enz. ter beschikking van hun personeelsleden, die er meestal zowel beroepsmatig als priv gebruik van maken. In dit ge-val begeeft men zich in de sfeer van de voordelen van alle aard, met heel wat fiscale implicaties voor zowel de betrokkene als de werkgever.

    In dit handboek bespreken wij per soort van voordeel de spelre-gels op het gebied van de personen- en vennootschapsbelasting. We analyseren telkens de wettelijke basis en leggen uit op welke manier het voordeel precies berekend moet worden. Daarnaast confronte-ren wij het concrete standpunt van de fiscus met de actuele tenden-sen in de rechtspraak.

    12-35617-00-B-voordelen inzake belastingen.indd 1 29/10/13 09:52

    OVERZICHT VAN HET VREEM

    DELINGEN

    RECHT Luc Denys

    OVERZICHT VAN HET VREEMDELINGENRECHTVREEMDELINGENRECHT

    Luc DENYS

    2de uitgave

    In dit allesomvattende boek worden de evolutie en de opeenvolgende wetgeving be-

    treffende het vreemdelingenrecht uitgebreid behandeld.

    Auteur Luc DENYS, sedert vele jaren lesgever vreemdelingenrecht aan de

    advocaten-stagiairs van de Brusselse balie, is als advocaat gespecialiseerd in het

    vreemdelingenrecht en sinds jaren de auteur van de losbladige reeks over het vreem-

    delingenrecht, eveneens uitgegeven bij uitgeverij UGA, zowel in het Nederlands als in

    het Frans.

    Met dit boek wordt de lange evolutie van deze wetgeving samen met het aanvullende

    commentaar gebundeld tot een compleet en uitgebreid juridisch werk over deze ma-

    terie.

    De laatste decennia is deze rechtstak sterk uitgebreid en heeft hij zich meermaals

    onder soms politiek controversile omstandigheden een moeilijke weg moeten banen

    doorheen het wetgevend kanaal.

    Daar waar vroeger slechts enkele advocaten in aanraking kwamen met het vreemdelin-

    genrecht, is deze meer dan actuele rechtstak niet meer weg te denken uit de huidige

    advocatenpraktijken en vermengt hij zich dikwijls met burgerlijke, strafrechtelijke, ad-

    ministratieve of andere juridische procedures die hier in eerste instantie ogenschijnlijk

    weinig uitstaans mee hebben.

    2de, bijgewerkte uitgave

    13-56511-00-B-VREEMDELINGENRECHT.indd 1 1/10/13 11:48

    20 INFO@LAW 2013 I september-oktober

  • 6. Appellante wierp tegen dat genti-meerde zich niet geschikt heeft naar punt 4.5 van de statuten van de natio-nale dienst verzorging in het buiten-land van de CM en met name heeft geweigerd om in te gaan op het voorstel van haar alarmcentrale Eurocross om getransfereerd te worden naar een ge-conventioneerde instelling of om ge-transfereerd te worden naar Belgi.

    ...

    Beoordeling

    10. Over de feiten die rechtstreeks aan de vordering ten grondslag liggen, bestaat geen onenigheid, al blijkt het detail hiervan niet uit voorliggende ge-schriften die gewisseld werden ten tijde van de feiten.

    Gentimeerde was van 15 december tot 22 december 2006 met skivakantie in Oostenrijk (Flachau) en kreeg er op 17 december een ongeval, waarbij haar rechterknie werd verwond. Ze kloeg van hevige pijn en zocht haar toevlucht tot een nabijgelegen kliniek (Altenmarkt), waar een spoedoperatie werd verricht.

    Zodra ze in het ziekenhuis was opgeno-men, werd meteen telefonisch contact genomen met Eurocross, die een fax-bericht doorstuurde met een vraag om nadere gegevens, onder meer betref-fende het ziekenhuis waar gentimeerde verbleef, de polisgegevens van het ziekenfonds en de omschrijving van de medische problematiek.

    Dit formulier werd ingevuld teruggefaxt, maar Eurocross was van oordeel dat ze de voorgestelde ingreep (artroscopie) niet ten laste kon nemen omdat die behandeling niet in relatie zou hebben gestaan tot wat noodzakelijk was en, volgens gentimeerde, omdat de kliniek waar ze opgenomen was (dr. G.) door Eurocross niet werd erkend.

    Gentimeerde kreeg meegedeeld dat ze ofwel diende getransfereerd te worden naar een ander ziekenhuis ofwel diende gerepatrieerd te worden naar Belgi. Ze weigerde dit, volgens haar omdat de pijn ondraaglijk was en er in andere ziekenhuizen een dagenlange wachttijd was voor de nodige ingreep, en verliet

    al daags na haar opname op 18 decem-ber 2006 het ziekenhuis, gezond en wel. De factuur beliep 3.000,74 euro.

    11. Op 3 januari 2007 deed genti-meerde haar aanvraag om tussenkomst verzorging in het buitenland.

    De CM deelde op 19 april 2007 mee dat in onderling overleg met Eurocross werd beslist het dossier te sluiten zon-der tussenkomst, aangezien, gelet op de omstandigheden van de zaak, op grond van art. 4.5 van de algemene voorwaar-den, de verplichtingen van Eurocross vervielen. Er werd gepreciseerd dat dit telefonisch werd meegedeeld toen ge-intimeerde in het ziekenhuis was opge-nomen en voorts werd aangegeven dat de algemene voorwaarden Eurocross verkrijgbaar zijn in alle CM-kantoren en ook downloadbaar op www.cm.be, waar de volledige reglementering inzake Eurocross kan worden geconsulteerd.

    Gentimeerde heeft tegen die beslis-sing geprotesteerd met een brief van 24 april 2007 waarin ze de toedracht van de feiten nogmaals uiteenzet en vraagt om herziening van het meegedeelde standpunt. Ze voegde ook een cd toe met beelden van haar bezeerde knie.

    De CM deelde op 21 juni 2007 dan nog mee dat de beslissing van Eurocross om niet tussen te komen niet ingege-ven was door financile motieven, maar door negatieve ervaringen die waren opgedaan met het betrokken ziekenhuis: de voorgestelde behandeling zou niet altijd correct in relatie staan tot de nood-zakelijke behandeling. Voorts gaf ze aan dat met toepassing van het ge-wone regime van de ver-plichte ziekteverze-kering 499 euro kon worden uitgekeerd. ...

    16. Blijkens de voorliggende dossier-stukken heeft appellante de kosten verbonden aan het ziekenhuis in Alten-markt verworpen voor dekking onder de CM-reisbijstand (dringende medi-sche hulp, bijstand en ziektekostendek-king in het buitenland), niet wegens het niet-noodzakelijke karakter van het ziekenhuisverblijf en van de ondergane chirurgische ingreep, maar omdat de voorwaarden voor toekenning van de dekking niet werden vervuld.

    In briefwisseling is door appellante wel aangevoerd dat in het bewuste ziekenhuis de voorgestelde behande-ling niet altijd correct in relatie staat tot de noodzakelijke behandeling, maar in concreto wordt niet in twijfel getrokken dat op grond van de vastge-stelde diagnose die omstandig wordt gerapporteerd in een verslag van de behandelende chirurg , de toegepaste artroscopie met gedeeltelijke meniscus resectie verantwoord was.

    Het enkele feit dat het ziekenhuis volgens appellante niet geconventio-neerd was, doet op zich geen afbreuk aan het gegeven dat post factum de toegepaste ingreep verantwoord is ge-bleken.

    Voorts moet worden opgemerkt dat, an-ders dan appellante thans in conclusies

    beweert, in december 2006 evenmin als in

    latere briefwisse-ling geen melding werd gemaakt van het feit dat de ingreep als niet-dringend werd be-schouwd.

    INFO@LAW 2013 I september-oktober 21

  • De ontstentenis van urgentie was dus geen grond om de kost van de ingreep te verwerpen.

    17. Het beding 4.5. uit de Algemene Voorwaarden 2006 van de CM-reisbij-stand, waarop appellante zich baseert om aan te voeren dat Eurocross de tus-senkomst terecht afwijst, luidt als volgt:

    Indien de rechthebbende of zijn ver-wanten weigeren in te gaan op de voor-stellen van de dienst inzake de concrete organisatie van de bijstand of de hos-pitalisatie, behoudt de dienst zich het recht voor:

    hetzij niet tussen te komen in de kos-ten;

    hetzij de tegemoetkoming in de kos-ten te beperken tot het bedrag dat verschuldigd zou zijn geweest, indien de rechthebbende op de voorstellen van de dienst ware ingegaan.

    Gentimeerde betwist niet dat zij niet op het voorstel van Eurocross is ingegaan, maar werpt tegen dat de vermelde uitsluitingsgrond haar niet bekend was en dat ze een goede reden had om het ziekenhuis te Altenmarkt niet te ver-laten, met name omdat er elders een wachttijd gedurende dagen was terwijl de geleden pijn niet draaglijk was.

    18. De aanvraag om inschrijving van 16 april 1992, waarbij gentimeerde zich ook verbond om de statuten na te leven en inzonderheid ook de betaling van bijdragen, is in het geheel niet dienstig om aan te tonen dat gentimeerde zich verbonden heeft tot naleving van het bewuste beding 4.5. uit de algemene voorwaarden. Immers, allereerst valt uit de voorliggende stukken niet af te leiden wat anno 1992 diende te worden begrepen onder de statuten van de aanvullende vrije verzekering. In elk ge-val ligt niet voor de hand dat