info@Law 6

36
1 e jaargang juli-augustus 2012 #6 Alternaeve geschillen regelen: Cedires, een nieuw ADr centrum res publica en rechts- plegingsvergoeding over erelonen en overbodige taxaes Voorlopig bewind en vergoedingen Aansprakelijkheids- beperkingen in contracten Consumentenrechten in de kijker openbaarheid van bestuur ruzie over de tonne i NFO tijdschriſt voor de rechtspraccus. Tweemaandelijks jdschriſt I

description

Juridisch kritisch tijdschrift voor de rechtspracticus juli 2012

Transcript of info@Law 6

1e jaargang juli-augustus 2012 #6

Alternati eve geschillenregelen: Cedires, een nieuw

ADr centrum

res publica en rechts-plegingsvergoeding

over erelonen enoverbodige taxati es

Voorlopig bewind envergoedingen

Aansprakelijkheids-beperkingen in contracten

Consumentenrechtenin de kijker

openbaarheid van bestuur

ruzie over de tonti ne

iNFOtijdschrift voor de rechtspracti cus.

Tweemaandelijks ti jdschrift

I

Tja, Dat is een vraag voor Bank J.Van Breda & C .̊

Wie is geloofwaardig om mijn financiële situatie grondig te bespreken?

De vraag van advocaten is ...

Enkel voor ondernemers en vrije beroepen

U bent welkom voor een persoonlijk gesprek en een gespecialiseerd antwoord. Bel ons op 03 217 53 33 of kijk op www.bankvanbreda.be/contact

BVB-Concept-adv-advocaten.indd 1 14/03/12 10:40

2 info@law 2012 i juli-augustus

info@lawTijdschrift voor de rechtspracti cus.

Info@law is een juridisch ti jd-schrift dat zich richt tot advocaten en de prakti jkjurist in het alge-meen.

periodiciteitInfo@law verschijnt 6 maal per jaar, namelijk in de maandenseptember, november, januari, maart, mei en juli.

Hoofdredacti eElfri DE NEVE

Eindredacti eElfri DE NEVE

redacti eadresStati onsstraat 299700 [email protected]

Verantwoordelijke UitgeverErik-Frederik VAN EECKHAUTUitgeverij UGASti jn Streuvelslaan 73,8501 Heule.

Druk en prepressConti nuga NVSti jn Streuvelslaan 73,8501 Heule.www.conti nuga.besales@conti nuga.be

Advertenti es en reclameVoor meer informati e over de reclamemogelijkheden of het plaatsen van een advertenti e in info@law, kan u een email sturen naar [email protected]

D/2011/0857/37ISSN 2034-452X

Alle rechten voorbehouden.

AbonnementenDe abonnementsprijs bedraagt 25 € (excl BTW) voor 1 jaar. Een abonnementsjaar loopt van1 september tot en met 31 augustus van het daaropvolgende jaar.U ontvangt alle niet ontvangen editi es van het abonnementsjaar waarin u zich abonneerde.

Prijs voor een los nummer is 7€ te bestellen bij uitgeverij UGA of door een email te sturen [email protected]

U krijgt 25% korti ng op alle bestel-lingen van vastbladige boeken van UGA wanneer u zich abonneert en dit voor de duur van het abonne-ment, te weten 1 jaar. Het jaarabon-nement op info@law kan slechts opgezegd worden door een aange-tekende brief te verzenden uiterlijk voor de aanvang van de maand augustus van het jaar van editi e waarvoor u zich abonneerde.

Wenst u een abonnement? Stuur dan een email met uw gege-vens naar [email protected].

De redacti e, de verantwoordelijke uitgever of uitgeverij UGA, kunnen op geen enkele wijze verantwoorde-lijk of aansprakelijke gesteld worden voor schade die het gevolg is van het gebruik van de informati e en teksten uit info@law.

Het overnemen van arti kels uit info@law is alleen toegelaten met bronvermelding en na schrift elijke toestemming van de uitgever.

info@law is gedrukt en verspreid op een oplage van plus minus 10.000 exemplaren per editi e.

Alle teksten uit info@law worden samengesteld door de redacti e. Voor zover geen andere naam of bronmelding wordt weergegeven onder een bepaald arti kel of tekst, is deze samengesteld door de re-dacti e op basis van informati e op de site www.elfri.be. Het volstaat het vermelde onderwerp in te geven in de zoekrobot op www.elfri.be om doorverwezen te worden naar de van toepassing zijnde link.

Colofon

3. Colofon

4. Voorwoord

6. Advocaten in de kijker:Cedires

9. De rechtsplegingvergoedingen het algemeen belang.

11. Ereloonstaten van advocaten: advies taxa-ti ecommissie bij de balie niet meer gepast door gebrek aan onafh ankelijkheid.

13. Betwisti ng ereloon advocaat, advies orde niet noodzakelijk, gemiddeld uurloon advocaat in 2001 was 100 eur per uur.

18. De vergoeding van de voorlopig bewindvoerder

19. Aansprakelijkheidsbeperkingen in con-tracten

20. De conformiteit van de geleverde zaak en de consumentenkoop - sancti eregeling.

22. Franchise en maximumplafond bij de aansprakelijkheid van netbeheerders inzake energie

23. Minimumwaarborg voor consumenten-verkoop

24. Nadelen van het rechtstreeks boeken van een vliegtuigti cket bij de luchtvaartmaat-schappij

26. Gezamenlijk aanbod van producten en fi nanciële dienst verboden

28. Recht op openbaarheid van bestuur

29. Tonti ne en ruzie tussen de deelgenoten

30. Verantwoordelijkheden en rechtsgevol-gen van de handelingen gesteld door een curator van de onbeheerde nalatenschap.

31. Plaatsen waar ambulante handel is toe-gelaten.

33. Prikbord

info@lawUitgeverij UGASti jn Streuvelslaan 73,8501 Heule Tel: 056 36 32 11Fax: 056 35 60 96Email: [email protected]

publiek recht

gerechtelijk recht - Honoraria advocaten

personenrecht

Consumentenrecht

Administrati ef recht

Burgerlijk recht

Erfrecht

Economisch recht

info@law 2012 i juli-augustus 3

info@lawinfo@lawinfo@lawinfo@lawinfo@law

iNFOtijdschrift voor de rechtspracti cus.

VoorwoordE E n p r i n s m E t E E n m i s s i E .

De minister van justitie is een prins van het recht, of zou dit moeten zijn. Elke nieuwe mi-nister van justitie geeft zichzelf de missie om het verdwenen vertrouwen van de burger in de rechtsstaat te herstellen. Velen zijn geroepen, weinigen uitverkoren en zonder daarmee te stel-len dat we slechte ministers van justitie gehad hebben (we hebben er van soorten en karakters gehad), tot nu toe is geen minister erin geslaagd om dit vertrouwen te herstellen.

Vele maatregelen hebben hun doel gemist of hebben zeer onge-wenste neveneffecten. De burger krijgt niet meer het gevoel dat het recht gepleegd wordt maar dat hij geleefd wordt door het recht of de afwezigheid ervan.

De onmogelijke organisatie binnen de rechtbanken waarbij de burger zich de vraag stelt of de juridische strijd nu in de recht-zaal of tussen de magistraten wordt gevoerd, zal hieraan niet vreemd zijn. Na de vele schandalen, hebben we thans “dia-mantgate”. Waarbij de burger in de pers tekst uitleg en diagram-men krijgt van de vetes en conflicten binnen het parket en het parket-generaal.

Waar staat ondertussen de burger in Brussel die zijn straten en wijken totaal onleefbaar ziet geworden door straatbendes, straatprostitutie met buurtoverlast, inbraakgolven. De door-snee-burger heeft niets tegen prostitutie voor zover zij buiten de criminele sfeer gebeurt en geen overlast bezorgt.

Wat blijft over van het gedoogbeleid waarbij jarenlang de be-scheiden organisaties met respect voor de vrouwen die deze keuze maakten op vrijwillige basis, werden getolereerd en de criminele prostitutie en de straatprostitutie werd aangepakt? Prostitutie is een winstgevende bron van inkomsten geworden voor de overheid, niet alleen door gemeentelijke heffingen, maar ook door de tijdelijke gedoogzaamheid om een 5 tal jaar later via een gerechtelijk onderzoek binnen te vallen en via de kaalplukwet enorme bedragen te innen.

Maar de straatprostitutie waarbij vrouwen als vee door pooiers worden uitgezet, opgehaald, leeggeroofd, waarbij steden wor-den onderverdeeld in invloedzones van bendes, die territoria oorlogen uitvechten wordt gerust gelaten. Op zoveel plaatsen ter wereld heeft men deze vorm van slavernij-prostitutie kunnen bannen. Waarom bij ons niet? Het kan toch niet zijn omdat de overheid bij deze vorm van prostitutie geen fenomenale bedra-gen kan innen?

We hebben zeker een wettelijk instrumentarium. Zowel de ge-meentes als de parketten kunnen optreden met een arsenaal aan mogelijkheden. Zelfs de burger zelf kan optreden door het instellen van een vordering tegen de gemeente. Maar welke weldenkende burger (of zelfs advocaat) zal een dergelijke vordering instellen, wetende dat hij te maken heeft met niets-ontziende bendes die met oorlogswapens rondrijden. “Homo intelligentus non urinat contra ventum”.

Dit brengt de burger bij de logische vraag waarom de overheid ook niet optreedt:

- Is de overheid bang? Met de moorden op magistraten en politiemensen in Italië die reageerden op de georganiseerde misdaad heeft de overheid alle reden om bevreesd te zijn. Maar vrees en angst mag nooit een motief zijn om de eigen burgers in de steek te laten. Vrees en angst zijn gezonde emoties mits zij kunnen bedwongen worden, mits men de eigen plicht als over-heid kent om met een doordachte aanpak, met grootst mogelij-ke voorzorg op te treden. Al de rest is lafheid. Qui non est hodie, cras minus aptus erit.

- Het tweede antwoord dat de burger geeft is dat de misdaad ook binnen de overheid verweven zit, waarbij er terug naar Italiaanse toestanden kan worden verwezen. Dit is natuurlijk nonsens. Ex falso sequitur quodlibet. Maar deze foute perceptie begint wel haar eigen leven te leiden en soms is de perceptie gevaarlijker en heeft zij grotere impact dan de werkelijkheid.

Verbaast het nog dat de gewone burger zich vragen stelt wan-neer in ons land de allerrijksten - lees de grote bedrijven- geen belastingen betalen; dat heel wat van hun bestuurders uit de politiek komen; dat bijna voor elk misdrijf en zeker voor fiscale misdrijven de straffen kunnen afgekocht worden middels min-nelijke regelingen; dat magistraten zakenlieden tegenkomen in gesloten clubs en geheime broederschappen, waar louter lid-maatschap staat voor onvoorwaardelijke vriendschap?

Justitie wordt gepleegd op het forum, lees in openbare terecht-zittingen, zodat de burger getuige is van de correcte rechtsgang. Gruwelijke feiten die aanleiding zouden kunnen geven tot inter-nering kennen vaak geen proces. Zo ook de zogeheten verjaarde feiten (want zijn ze wel verjaard?).

Belangrijker dan schadevergoeding, zelfs belangrijker dan straf is voor een schadelijder (wat een beter woord is dan slachtoffer) het zien recht doen, het antwoord vinden op vragen, de dader op het proces zien en hem confronteren met de schadelijders, met de naakte feiten, het verweer van de dader horen en vooral horen hoe de rechter uitspreekt, op welke gronden, welke wetten eventueel de vervolging of veroordeling hebben belem-merd. Waarbij de burger dan over alle democratische middelen beschikt om politieke keuzes te maken via de verkiezing van zijn wetgevende vergadering, waarbij hij zijn vertegenwoordigers in de parlementen vragen kan doen stellen.

Wanneer vertrouwen in justitie zoek is, zoekt de burger andere wegen. Geweld is één van de vele antwoorden, een karakter-moord in de pers is een ander middel. De vrije pers is een essen-tieel onderdeel van de rechtsstaat, maar dit geeft haar niet het recht om met naam en toenaam te oordelen en te veroordelen in zaken waarin schuld of onschuld niet vaststaat. Maar elke interventie van de overheid is hierbij te mijden. Zelftucht en de reacties van de lezers die de schandaalpers stilaan moe zijn, zijn een efficiënter wapen.

Cum multis aliis, quae perscribere longum est, hora ruit; hora est!

• Elfri De neve Advocaat - Hoofdredacteur

Zomer 2012

Voorwoord

4 info@law 2012 i juli-augustus

Advocatenkantoor Elfri De neve presenteert Uw wetboeken lezen op uw iPad, iPhone, iTouch, Smartphone.

Beschikbare titels,tot op heden:

• Wetboek van vennootschappen e-book: downloaden: www.elfri.be/node/6003

• Burgerlijk wetboek e-book : downloaden: www.elfri.be/node/5997

• Gerechtelijk wetboek e-book: downloaden: www.elfri.be/node/5998

• Strafwetboek e-book : downloaden: www.elfri.be/node/6000

• Wetboek van strafvordering e-book: downloaden: www.elfri.be/node/6001

• Grondwet e-book: downloaden: www.elfri.be/node/5999

• Boswetboek e-book : downloaden: www.elfri.be/node/5996

• Waalse huisvestingscode: downloaden: www.elfri.be/node/6002

• Handelsagentuurwet: downloaden: www.elfri.be/node/7036

• WMPC: downloaden: www.elfri.be/node/7042

Wenst u een bepaald nog niet gepubliceerd wetboek te bekomen in e-books formaat met de nodige instructies waardoor u zoals in een boek op uw iPad of andere mobiel toestel elk wetboek kan lezen, stuur dan een e-mail met de gewenste wetboeken naar [email protected]

Kostprijs standaardwetboeken: 10 euro per wetboekKostprijs wetboeken op maat: 25 euro per wetboek.

Voor wie?

Ideaal zo niet onmisbaar, voor alle burgers die geïnformeerd willen zijn, advocaten, gerechtsdeurwaarders, notarissen, magistraten, landmeters, vastgoedmakelaars, overheden, fiscalisten accountants, vermogensplanners, adviseurs, bedrijfsjuristen, arbiters, pers, studenten.

Voor wie meer uitleg wil hoe je een e-book kan lezen en gebruiken:

Wanneer u dit e-book aankoopt, kan u dit wetboek lezen op uw e-reader, iphone, ipad, itouch, Blackberry, Android.

U heeft aldus dit wetboek steeds in handbereik. U hoeft er nooit meer naar te zoeken en neemt het overal mee, zonder dat het plaats inneemt. Het komt gewoon lokaal te staan op uw mobiel toestel en zelfs op plaatsen zonder internetverbinding, raadpleegt u het boek waar en wanneer u wil…op de rechtbank, tijdens vergaderingen, gewoon thuis, op reis. U kan uw collectie aanvullen met de overige wetboeken en andere boeken die wij op onze site aanbieden.

U bladert in het wetboek op uw mobiel toestel alsof het een boek is. Maar u kan dit ook op uw PC via verschillende gratis programmaa’s zoals Calibre.

Hoe zet u epub boeken over naar uw mobiel toestel?

Er zijn veel mogelijkheden:• U kan vooreerst het e-book

aanschaffen via uw mobiel toestel waardoor het onmiddellijk lokaal komt te staan en u over alle mogelijkheden beschikt om het te plaatsen in de e-book reader van uw keuze die meestal (zo niet bijna steeds) vooraf geïnstalleerd is op uw mobiel toestel (vb. iBooks maar er zijn er tientallen andere).

• Voor de Apple producten kan je handig werken via itunes:

Selecteer de EPUB in de Explorer/Verkenner (Windows) en sleep of verplaats ze naar iTunes. Ze komen dan automatisch onder het tabje “Library->Books” te staan.

Selecteer vervolgens in iTunes je mobiel toestel en selecteer de tab “Books”. Check nu of er een vinkje bij “Sync Books” staat. Selecteer vervolgens “All Books” radiobutton. Druk tot slot op “Sync”. Hierna zie je binnen iBooks je boeken staan.

• De eenvoudigste oplossing is dat u uw aangekochte e-book verstuurt per e-mail als bijlage naar uw mailadres dat u kan openen met uw mobiel toestel. Heeft u geen toegang tot uw e-mail via uw mobiel toestel, maak dan een hotmail of gmail-adres aan (Waarbij u dan de mailbox opent met de internetbrowser op uw mobiel toestel.)

Open nu de bijlage op uw mobiel toestel en kies voor opslaan. U krijgt dan de keuze om het e-book op te slaan in uw e-reader van uw keuze (bv. ibooks). Vanaf nu kan je zelfs zonder nog verbonden te zijn met internet steeds al uw aangekochte boeken lezen.

meer info en downloadsite:http://[email protected]/node/5966

nieuw: nu ook modellen beschikbaar op de sitehttp://[email protected]/documenten

nieuw: onze diensten aan advocaten en juridische beroepenhttp://[email protected]/node/7377

info@law 2012 i juli-augustus 5

Begin dit jaar startt e een nieuw cen-trum voor alternati eve geschillenbe-slechti ng (ADr, alternati ve dispute resoluti on) onder de naam CEDirEs (Center for Dispute resoluti on).

ADr wil een alternati ef bieden ten aanzien van de klassieke geschillenbe-slechti ng voor de rechtbank, waarbij parti jen zelf kiezen hoe de procedure verloopt, door wie ze wordt geregeld, volgens welk tempo, met welke regels.

De rechter die recht spreekt is gebon-den aan rechtsregels en loutere juri-dische logica. in een ADr regeling kan gekozen worden voor een identi eke werkwijze, maar parti jen kunnen ook hiervan afwijken, door gemeenschap-pelijke bekommernissen en betrachti n-gen, dan wel bv. billijkheid, of een an-der rechtssysteem als referenti ekader te beschouwen

VErsCHillEnDE tYpEs VAn ADr BinnEn CEDirEs

Binnen CEDIRES worden verschillende formules van geschillenbeslechti ng toegepast, in functi e van de kenmerken van het geschil en de wensen van de parti jen.

CEDIRES legt zich ondermeer toe op klassieke arbitrage (voordeel: zekerheid van een beslissing, sneller dan via de rechtbank).

Een arbitrage vertoont hoge gelijke-nissen met een rechtbankprocedure, behalve dat degene die het geschil beslecht, geen overheidsrechter is. Afh ankelijk van het type zaak, kan ook gekozen worden voor een arbitrale pro-cedure zonder bijstand van de parti jen

door (juridische) raadslieden (of enkel met bijstand van technische raadge-vers).

Een tweede regeling die CEDIRES voor-stelt is de bemiddeling. Dit is een vorm van alternati eve geschillenbeslechti ng die inderdaad belangrijke voordelen heeft (een oplossing waar beide parti jen zich in kunnen vinden is vaker een op-lossing die goed wordt nageleefd en die niet zelden mogelijk maakt dat parti jen ook na het geschil met elkaar zaken blij-ven doen), maar die ook een belangrijk potenti eel nadeel heeft : indien parti jen niet tot een vergelijk komen, is een bemiddelingspoging mislukt en was ze puur ti jdverlies.

Vandaar dat binnen CEDIRES niet zelden gekozen wordt voor de formule van “mediati on-arbitrati on” (“bemiddeling-arbitrage”), waarbij na een bemidde-lingspoging de zekerheid bestaat dat het geschil beslecht zal worden, desnoods via een formule van arbitrage. Maar ook in dat geval hebben parti jen nog steeds de mogelijkheid om na de ar-bitrale sententi e in onderling overleg af te wijken en alsnog een akkoord te bereiken. De kans dat de alternati eve geschillenbeslechti ng puur ti jdverlies is, wordt aldus tot nihil gereduceerd, nu de parti jen de zekerheid hebben dat er uiteindelijk toch een oplossing uit de bus komt.

Voor wat betreft geschillen waarvoor bijzondere technische experti se nodig is, werkt CEDIRES ook met de formule van de zgn. “mini trial”, waarbij het college dat de beslissing neemt, is sa-mengesteld uit een lid aangesteld door CEDIRES, aangevuld met leden van het management van de verschillende strij-dende parti jen. Aangezien twee van de drie leden van het panel vertegenwoor-digers van de parti jen zijn (leden van het management of bedrijfsjuristen), is het resultaat van een mini trial geen

arbitrale sententi e (aangezien die enkel kan worden gewezen door arbiters die onafh ankelijk en onparti jdig zijn) maar een dadingsovereenkomst.

Deze werkwijze kan de kost van externe technische deskundigen vermijden.

Dit vermijdt tevens dat een complex technisch geschil berecht wordt op basis van een verslag van een “expert” aan-gesteld door een rechtbank, die in veel gevallen slechts een generalist is op een bepaald domein, die de bomen door het bos niet meer ziet.

De aangehaalde werkwijze kan ook vermijden dat in technische geschillen een rapport moet worden opgesteld van ti entallen of honderden bladzijden dat voor de parti jen grotendeels nutt eloos is - u kent uw vak - maar dat geen ander nut heeft dan de rechter in te lichten. Wanneer het college dat het geschil beslecht, samengesteld is uit leden met kennis van zaken (zie boven: desge-wenst zelfs leden van het eigen manage-ment van de strijdende parti jen) kan de dure en ti jdrovende tussenstap van de opstelling van een deskundig verslag worden overgeslagen.

Niet alleen voor of na, maar ook ti jdens een commerciële relati e kunnen ge-schillen ontstaan. Voor geschillen die ontstaan n.a.v. een specifi ek twistpunt ti jdens een commerciële relati e, kan naast de elders reeds genoemde tech-nieken ook de fi guur van de bindende derdenbeslissing haar nut bewijzen. In dat kader wordt bijvoorbeeld, op basis van informati e die wordt ingewonnen in de markt en bij de parti jen, aan prijsbe-paling gedaan.

Om te vermijden dat kostbare ti jd verlo-ren gaat bij de keuze van de procedure werd door CEDIRES gekozen voor een één enkel Procedurereglement.

KijKErADVoCAAt in DEADVoCAAt in DE

CEDIRES“We will not cost you money, we will help you make money.“

6 info@law 2012 i juli-augustus

CEDirEs omkADEring

Ter zetel van CEDIRES kunnen de partij-en in een comfortabele en rustgevende omgeving met elkaar praten. Tegelijk zijn er genoeg zalen en salons beschik-baar waar partijen zich afzonderlijk kunnen terugtrekken voor overleg (des-gewenst voor overleg met een bemidde-laar in afwezigheid van de wederpartij, d.i. de zgn. “caucus”).

Het hoofdkwartier van CEDIRES is ge-vestigd in Château du Bois d’Angre, een charmant kasteel op ongeveer 45 minuten ten zuiden van Brussel (op de grens tussen Merbes-Sainte-Marie en Buvrinnes).

Weg van alle verkeersopstoppingen, parkeermoeilijkheden, verkeersagressie, drukte, uitlaatgassen en stadslawaai, ademt de ganse omgeving bucolische rust en idyllische vrede uit.

Omdat flexibiliteit vanzelfsprekend een kernbegrip is binnen elke vorm van al-ternatieve geschillenbeslechting, vinden de activiteiten van CEDIRES niet steeds plaats in het hoofdkwartier van CEDI-RES, met name wanneer het voor beide conflicterende partijen handiger is om de geschillenbeslechting elders te laten plaatsvinden.

Voor sommige conflicten is het niet eens vereist om alle partijen in één lokaal samen te brengen en kan gebruik van moderne communicatiemiddelen nut-teloze verplaatsingen vermijden (online dispute resolution).

Niet alleen qua plaats & ruimtelijke aan-wezigheid wordt binnen CEDIRES flexibi-liteit hoog in het vaandel gevoerd: ook op het vlak van tijd en tijdsbesteding is flexibiliteit troef. Indien beide partijen het wensen, kan voorzien worden in een ultrasnelle geschillenbeslechting (minder dan 24 uren voor geschillen van geringe complexiteit).

Soms is het aangewezen dat gesprekken plaatsvinden in alle rust en buiten de beslommeringen en drukke activiteiten die weekdagen kenmerken: bemidde-lingspogingen tijdens de weekends moe-digen we zelfs aan, omdat aldus partijen soms gemakkelijker dan op weekdagen de mogelijkheid hebben om zich onge-stoord te concentreren op de oplossing en beëindiging van het geschil.

mEtHoDiEk En flExiBil itEit

De toegepaste formule kan naar keuze bestaan uit een standaardmethode (zodat geen discussies kunnen ontstaan i.v.m. de te volgen werkwijze), dan wel uit maatwerk ontworpen op maat van de noden van het geschil.

Naast flexibiliteit op het gebied van ruimte en tijd, is er binnen CEDIRES ook sprake van “personele flexibiliteit”: Afhankelijk van het type conflict, wordt onderzocht welke (binnen- of buiten-landse) specialist of welk team van specialisten het meest geschikt is als arbiter, bemiddelaar, of als bemidde-laar-arbiter.

CEDIRES werkt uitsluitend met ervaren en hooggekwalificeerde juristen, telkens specialisten in hun domein. De inbreng van niet-juristen kan ook waardevol zijn, maar wanneer niet-juristen betrokken worden bij arbitrages, zullen zij steeds zetelen onder voorzitterschap van een jurist.

Bij geschillen tussen partijen uit verschil-lende landen, bestaat de mogelijkheid voor de partijen om, indien zij dat wen-sen, de geschillenbeslechting te laten voeren voor een college samengesteld uit leden van verschillende nationaliteit.

Ook wat specifiek Belgische toestanden en gevoeligheden betreft, voert CEDIRES neutraliteit hoog in het vaandel. De zetel ligt weliswaar in Wallonië, doch geschillen waarvoor kennis van het Nederlands vereist is, worden steeds behandeld door Nederlandstalige spe-cialisten.

WElkE gEsCHillEn:

• Commerciële geschillen:

Onder meer: banking and finance; bouwprojecten; complexe contracten; conflicten tussen aandeelhouders, con-flicten tussen familiale aandeelhouders; distributiegeschillen; internationaal handelsrecht; mislukte automatiserin-gen; mislukte vastgoedtransacties; post-acquisitie geschillen; private equity; projectfinanciering; venture capital.

• Bedrijfsinterne conflicten

Conflicten kunnen een organisatie ver-lammen.

Conflicten kunnen mensen demotive-ren. Zij kunnen de productiviteit van uw bedrijf negatief beïnvloeden.

Conflicten kunnen dermate escaleren dat zij de kwaliteit van de geleverde goederen of diensten aantasten.

Spanningen binnen uw bedrijf kunnen derhalve uiteindelijk nefast zijn voor uw reputatie.

Afscheid nemen van medewerkers omwille van een conflict tussen mede-werkers onderling, ligt niet altijd voor de hand (zeker bij sluimerende conflicten, waar geen sprake is geweest van wan-gedrag dat een ontslag om dringende reden rechtvaardigt). In het licht van het daaraan verbonden sociaal passief, is zulks vanuit bedrijfseconomisch oog-punt niet altijd opportuun.

Afhankelijk van de aard van het conflict, wordt binnen CEDIRES samen met u bekeken welke aanpak het meest aange-wezen is.

Een louter juridische benadering is vanzelfsprekend niet altijd de meest geschikte om een bedrijfsintern conflict op te lossen.

De oplossing (of zelfs voorkoming) van bedrijfsinterne conflicten is bij uitstek maatwerk.

➤info@law 2012 i juli-augustus 7

Vaak is een pluridisciplinaire aanpak nuttig. Dank zij de mogelijkheden die de accomodatie van CEDIRES biedt, hoeven de activiteiten niet beperkt te blijven tot besprekingen in vergader-ruimtes of salons. We werken desge-wenst ook samen met organisatoren van teambuilding events (bedrijfs- en organisatiepsychologen).

Zelfs al zijn de wijzen waarop een be-drijfsintern conflict - in welk stadium het zich ook bevindt - wordt aangepakt quasi onbeperkt, bij CEDIRES vertonen zij alle één gemeenschappelijk kenmerk, nl. gerichtheid op resultaten waar uw onderneming beter van wordt.

• familiale conflicten en familiale ver-mogensconflicten

ContAC tgEgEVEns

E-mail: [email protected] www.cedires.be GSM: 0476 46 08 74Maatschappelijke zetel:CENTER FOR DISPUTE RESOLUTION VZWChâteau du Bois d’AngreBois d’Angre 8, 7133 BuvrinnesOndernemingsnummer: 841 286 146

stiCHtEnDE lEDEn, in AlfABEtisCHE VolgorDE ● Hélène de Looz-Corswarem, vice-voorzitter van CEDIRES;

● Kris Wagner, voorzitter van CEDIRES.

● Hélène de Looz-Corswarem (lic. iuris, D.E.S. droit fiscal & économique) is ad-vocaat.

● Kris Wagner (bac. phil., KUL, lic. iuris, KUL, LL.M., Harvard, dr. iur., KUL), is ad-vocaat. Hij is tevens plaatsvervangend rechter bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel.

lEDEn, in AlfABEtisCHE VolgorDE

● Bertrand Asscherickx● Johan Billiet● Dominique Blommaert● Stephanie Blommaert● Alain Colmant● Christa Cantieni Cunin● Arnaud David● Jan Decorte● Elfri De Neve● Elisabeth de Pitteurs de Budingen● Hélène de Rode● Jos Dumortier● Brigitte Fauconnier● Frank Fleerackers● Jan Ghysels● Olav Haazen● Jacques Herbots● Jean Herveg● Geert Lenssens● Bernard Mailleux● Bernard Mairiaux● Lieven Peeters● Michel Peruch● Alex Tallon● Robbie Tas● William Timmermans● Paul Van den Bulck● Mario Van Santvoort● Alain-Laurent Verbeke● Ignace Vernimme● Michaël Warson● Anne-Marie Witters● Guido Zians

8 info@law 2012 i juli-augustus

De rechtsplegingvergoeding (‘rpv’) is sinds 1 januari 2008 een forfaitaire vergoeding die de kosten en erelonen van de advo-caat van de in het gelijk gestelde partij (artikel 1022, al. 1, van het gerechtelijk Wetboek in burger-lijke zaken en artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering in strafzaken) vergoedt. De bur-gerlijke of strafrechter veroor-deelt de ‘verliezende’ partij tot het betalen van deze rechtsple-gingvergoeding aan de ‘winnen-de’ partij. De winnende partij recupereert zo een deel van de kosten die ze maakte om haar rechten te laten behartigen.1

De introductie van de rpv verliep niet van een leien dakje. De wetgever gleed uit over een slordige, ondoordachte re-dactie. De wetgever als immanentie van de res publica verloor zelf het openbaar belang uit het oog. Zoals dikwijls volgde een diarree van wetsaanpassingen, rechtszaken, ongrondwettigheidsverkla-ringen, … .

Er was eens een nieuwe regelgeving over de rechtsplegingsvergoeding. Toen kwamen de juridische betwistingen.

Het grondwettelijk hof oordeelde dat het openbaar ministerie in burgerlijke zaken evenmin een rpv verschuldigd is.2 De verhaalbaarheid in strafzaken is im-mers beperkt tot de relatie beklaagde – burgerlijke partijen en geldt niet voor de verhouding beklaagde - Staat (vertegenwoordigd door het openbaar ministerie).

En er werd opnieuw hard gebonkt op de statige deur van het grondwettelijk hof. Het hof oordeelde dat de Waalse ge-machtigde ambtenaar van het bestuur

stedenbouw en ruimtelijke ordening in een strafrechtelijk contentieux geen rpv moet betalen. Zijn herstelvordering be-oogt het algemeen belang en hij vordert in het kader van zijn publieke opdracht en zijn taak lijkt op deze van het open-baar ministerie. 3

Het tumult verspreidde zich snel in het rechtslandschap. Het arbeidsaudito-raat hing ook al aan de deurbel. Het grondwettelijk hof oordeelde dat het arbeidsauditoraat, dat optreedt zoals het openbaar ministerie in naam van het algemeen belang, geen rechtsple-gingvergoeding verschuldigd is. Het hof achtte de ongelijkheid tussen de behan-deling in artikel 162 van het Wetboek van Strafvordering ( de strafrechter kan geen rechtsplegingsvergoeding opleg-gen aan het openbaar ministerie) en de verplichting van artikel 1022 gerechtelijk wetboek waardoor het arbeidsaudito-raat wel een rpv kan opgelegd worden, ongrondwettelijk.4

Gewekt door de open en dichtslaande statige deuren van het grondwettelijk hof, volgde de wetgever – zonder verder te denken - gedwee de wijsheid van het hof. Een wetswijziging bepaalde dat wanneer het openbaar ministerie een rechtsvordering in burgerlijke zaken instelt (bv. familiezaken, handelszaken, jeugdbescherming) en de zaak verliest, de Staat geen rechtsplegingsvergoeding moet betalen. Bij rechtsvorderingen van de arbeidsauditeur voor de arbeidsge-rechten is er bij verlies evenmin een vergoeding verschuldigd, aangezien….5

De wetgever struikelde, stond recht, schopte de vervelende steen weg en strompelde gedachteloos verder naar de volgende obstakels. De wetgever vergat dat in diverse rechtszaken nog andere verdedigers van het algemeen belang optreden, die in volle onafhankelijkheid rechtszaken moeten kunnen voeren ten bate van het openbaar belang en zonder dreigend financieel zwaard van Damo-cles. Door proactieve overheidsdiensten en de hoeder van de grondwet evolu-

eert het verhaal positief en zegeviert het begrip “redde Caesari, quae sunt Caesaris”.6

De gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur (‘GSI’) heeft als taak (wette-lijke opdracht verankerd in de Vlaamse codex ruimtelijke ordening) het hand-haven van de wetgeving stedenbouw en ruimtelijke ordening. De GSI oefent zijn handhavingstaken ( opsporen, vast-stellen en verbaliseren van bouwmis-drijven) uit met de hoedanigheid van een officier van gerechtelijke politie. De GSI kan als preventieve maatregel de werken, handelingen en het gebruik zonder stedenbouwkundige vergunning stilleggen (stakingsbevel) met verzege-ling en inbeslagname. De GSI kan de doorbreking van het stakingsbevel vast-stellen, waarna de rekenplichtige van het herstelfonds een administratieve geldboete oplegt. De GSI kan na beroep deze administratieve geldboete even-tueel verminderen of kwijtschelden. De curatieve handhaving (na vaststel-ling van een bouwmisdrijf) geeft de GSI de bevoegdheid bij de burgerlijke- en strafrechtbank een herstelvordering in te leiden (na gunstig advies van de hoge raad voor het handhavingsbeleid). Deze herstelvordering beoogt de legaliteit en de goede plaatselijke ruimtelijke orde-ning te herstellen (door bijvoorbeeld aanpassingswerken of de afbraak van de illegale constructies of een meer-waarde te eisen). De GSI staat ook in voor de opvolging van de uitvoering van de rechterlijk bevolen herstelmaatrege-len (betekenen, wettelijke hypotheek nemen ter garantie terugbetaling uit-voeringskosten, invorderen verbeurde dwangsommen, …). De GSI kan - bij aanhoudende lethargie van de veroor-deelde bouwovertreder – ten slotte zelf het herstel ambtshalve uitvoeren.7

Tot voor kort moest de gewestelijk ste-denbouwkundig inspecteur bij het afwij-zen van zijn herstelvordering steeds een rechtsplegingvergoeding betalen aan de ‘winnende partij’. Bij het vorderen van een meerwaarde kon dit sterk oplopen.

DE RECHTSPLEGINGVERGOEDING EN HET ALGEMEEN BELANG.

publiek recht

➤info@law 2012 i juli-augustus 9

De GSI bleef niet bij de pakken zitten en verzocht de rechters in talrijke rechts-zaken prejudiciële vragen te stellen. De antwoorden kwamen snel.

Het hof van cassatie stelde vast dat in strafzaken de rechtsplegingsvergoeding op grond van artikel 162bis van het wet-boek strafvordering slechts verhaalbaar is in de verhoudingen tussen de be-klaagde en de burgerrechtelijk aanspra-kelijke partij en tussen de beklaagde en de burgerlijke partij.8 Vaste rechtspraak oordeelde al dat de herstelvordering van de GSI geen vergoeding van schade aan een particulier belang betreft, maar het beëindigen beoogt van een illegale toestand uit een bouwmisdrijf dat het algemeen belang schaadt. De gewestelijk stedenbouwkundig inspec-teur oefent zijn wettelijke opdracht uit in functie van het algemeen belang (vrijwaren van de goede ruimtelijke or-dening en naleven van de regelgeving ruimtelijke ordening en stedenbouw). De GSI is dus geen burgerlijke partij en is bijgevolg geen rechtsplegingsvergoeding verschuldigd.

In een rechtszaak (herstelvordering) voor de burgerlijke rechtbank werd ook een prejudiciële vraag gesteld. Het grondwettelijk hof verwijst naar haar ar-rest nr. 83/2011 van 18 mei 2011 waarin geoordeeld werd “dat het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie vereist dat die rechtsvorderingen, die in naam van het algemeen belang en in alle on-afhankelijkheid door een publiek orgaan zijn ingesteld, op dezelfde wijze worden behandeld als de strafvorderingen.” Het Hof verwijst ook naar de parlementaire voorbereiding9 en oordeelde dat “zoals de leden van het openbaar ministerie dienen de stedenbouwkundig inspec-teurs hun vordering in volle onafhanke-lijkheid te kunnen uitoefenen, zonder rekening te houden met het financieel risico verbonden aan het proces.”10

De burgerlijke rechter kan dus in kader van beoordeling van een herstelvorde-ring, geen rechtsplegingsvergoeding opleggen aan de ‘verliezende’ GSI.

En er is uiteraard meer. De consequente en analoge redenering doortrekken heeft verdere implicaties. Het schepen-college heeft m.b.t. het inleiden van herstelvorderingen dezelfde rechts-grond, bevoegdheid en doelstelling als de GSI en ook hier dient de vrijstelling te gelden.11 Op grond van eenzelfde standpunt zijn de wooninspecteur en de gemachtigde ambtenaar onroerend erfgoed als publieke handhavers in hun specifieke regelgeving evenmin rechts-plegingsvergoedingen verschuldigd.

Zolang de wetgever geen allesomvatten-de, sluitende en consequente regelge-ving over de rechtsplegingsvergoeding neerschrijft blijft dit een ‘never ending story’. Wie bekostigt de oliespuit voor de schurende scharnieren van de waai-erende deuren van het grondwettelijk hof?

In een arrest van het hof van beroep te Antwerpen12 betreffende een betwis-ting over dwangsommen, oordeelde de rechter alvast dat de GSI een opdracht vervult “die nauw verwant is aan die van het openbaar ministerie. Er is dan ook geen rechtsplegingsvergoeding verschul-digd.” Dus consequent en analoog kan geconcludeerd worden dat de GSI in alle uitvoeringsgeschillen over de herstel-vordering (bij voorbeeld een betwisting over het al dan niet verbeurd zijn van een rechterlijk opgelegde dwangsom wegens niet of laattijdig uitvoeren van de rechterlijk bevolen herstelmaatre-gelen) en ook in rechtszaken betref-fende stakingsbevel, administratieve geldboetes, … optreedt ten bate van het algemeen belang (naleven van de regel-geving stedenbouw en ruimtelijke orde-ning en vrijwaren van de goede ruimte-lijke ordening). Bijgevolg is de GSI in alle rechtszaken geen rechtsplegingsvergoe-ding verschuldigd. Over deze kwesties lopen momenteel prejudiciële vragen gesteld bij het grondwettelijk hof.

De weg is lang en de wetgever traag, maar aan de horizont wenkt uiteinde-lijk toch het primaat van het algemeen belang. Alle publieke hoeders van het openbaar belang zullen dan gelijk be-handeld zijn en zullen onafhankelijk en vrij van financiële druk kunnen optre-den. Eind goed, al goed. Zelfs de burgers glimlachen: de ‘staatskas met belasting-geld’ blijft gevrijwaard van aderlatingen ten voordele van ondergeschikte parti-culiere belangen.

Nunc est bibendum.

• Dhondt m. jurist

1 Wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat (publicatie in Belgisch staatsblad van 31/05/2007), genoemd ‘wet verhaalbaar-heid honoraria) + Koninklijk Besluit van 26 oktober 2007 (publicatie in Belgisch staatsblad van 9/11/2007) genoemd ‘uitvoeringsbesluit rechtsplegingvergoeding’ legt de modaliteiten en geïndexeerde tarieven vast.

2 Arrest grondwettelijk hof nr. 182/2008 van 18 december 2008

3 Arrest grondwettelijk hof nr. 135/2009 van 1 september 2009

4 Arrest grondwettelijk hof nr. 83/2011 van 18 mei 2011

5 Wet tot wijziging van de artikel 1022 van het gerechtelijk wetboek (gepubliceerd Belgisch staatsblad 11/03/2010)

6 Geef de keizer, wat de keizer toekomt7 Artikelen 6.1.47 - 6.1.50 (stakingsbevel, ad-

ministratieve geldboete, beroep), 6.1.41 (her-stelmaatregelen), 6.1.46 (ambtshalve), 6.2.1 (hypotheek) van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening

8 Arrest hof van cassatie nr. P.10.2052.N/1 van 24 mei 2011

9 Parl.St., Kamer, 2009-2010, DOC 52-2313/001, p.6

10 Arrest grondwettelijk hof nr. 43/2012 van 8 maart 2012

11 Artikel 6.1.41 §1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

12 Hof van beroep Antwerpen, 17de kamer, nr. 2010/AR/1141 van 27/02/2012

10 info@law 2012 i juli-augustus

instantie: Rechtbank van Koophandel

plaats van uitspraak: Tongeren

Datum van de uitspraak: 14/11/2011

samenvatting: Een verzending naar de taxatiecommissie bij de balie komt niet raadzaam voor.

De rechtbank kan een zaak niet verzen-den naar de balie, aangezien de recht-bank enkel een zaak kan verzenden naar een andere rechtbank indien zij onbe-voegd is, en de balie is geen rechtbank.

Er bestaat een gebruik een advies te vragen, of door beide partijen te doen vragen, aan de Raad van de Orde in geval van betwisting van een staat van kosten en erelonen van een advocaat, hoewel de rechtspraak erover akkoord gaat dat het hier enkel om een moge-lijkheid gaat voor de rechter, die vrij de opportuniteit ervan beoordeelt en geenszins verplicht is er rekening mee te houden (Luik 5 februari 1999, JLMB 1999, 931, JT 1999, 292; Gent 21 januari 2000, TWVR 2000, 146, noot Stevens). Dit gebruik staat onder druk (Vred. Sint-Gillis 14 juni 1999, T.Vred. 2001, 14; H. Lanon, De advocaat in de 21ste eeuw: een ondernemer?, Orde van advocaten van Hasselt en Tongeren, p. 50).

De gewoonte om advies in te winnen wordt beschouwd als afkeurenswaardig in zoverre ze een feitelijk jurisdictioneel privilege invoert ten gunste van de cor-poratie van advocaten (E. Brewaeys, “De advocatuur in het geding”, Juristenkrant

nr. 26, 27 maart 2001, 10).

Deze stelling brengt bepaalde rechtsleer ertoe om ervoor te pleiten om rechters niet meer te vragen advies in te winnen

bij de Raad van de Orde, aangezien er vragen gesteld kunnen worden over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de Orde, omdat het advies verleend wordt volgens een procedure die niet volgens de regels van de gerechtelijke expertise verloopt (art. 962 e.v. Ger.W.), terwijl het toch die waarde schijnt te hebben (H. Lamon, De advocaat in de 21ste eeuw: een ondernemer?, p. 51). De vraag wordt gesteld of het in de hui-dige tijdsgeest nog wenselijk is dat de Orde van Advocaten zelf nog dergelijke adviezen uitbrengt (H. Lamon, Een ad-vocaat in de spiegel, Brugge, die Keure 2004, 127).

In deze omstandigheden werd het ver-zoek tot verzending reeds eerder afge-wezen (Kh. Hasselt 25 februari 2004, inzake AR 04/619, onuitg.; Kh. Hasselt 23 maart 2005, inzake AR 05/91, on-uitg.). De rechtbank sluit zich bij deze stelling aan.

tEkst VAn HEt Vonnis

L. t/ BVBA X

...

Mr. L. trad in het verleden op als juri-disch raadsman van de BVBA X in een aantal dossiers.

Volgens mr. L. werden een aantal van zijn kosten- en ereloonstaten, ondanks het feit dat ze nooit betwist werden, niet betaald, en dit ondanks een aanma-ning op 21 oktober 2010.

...

1. Mr. L. argumenteert dat zijn kosten- en ereloonstaten nooit werden betwist, zodat ze als aanvaard en dus als ver-schuldigd mogen worden beschouwd, aangezien van een handelaar verwacht mag worden dat die tijdig en schriftelijk reageert wanneer hij het niet eens is met bepaalde aanspraken die tegen hem worden geformuleerd.

...

In handelszaken wordt, omwille van een vlot en efficiënt handelsverkeer, algemeen aangenomen dat op een handelaar de verplichting rust om op brieven te reageren wanneer niet wordt ingestemd met de inhoud ervan, zeker wanneer in die brieven aanspraken wor-den geformuleerd. Het niet reageren bij ontvangst van een brief geldt dan als vermoeden van aanvaarding.

Aangezien in een factuur het bestaan van een verbintenis wordt geponeerd, is deze verplichting nog prangender.

Er wordt dan ook aanvaard dat het niet protesteren van een factuur het ver-

ERELOONSTATEN ADVOCATEN ADVIES TAXATIECOMMISSIE BIJ DE BALIE NIET MEER GEPAST DOOR GEBREK AAN ONAFHANKELIJKHEID

gerechtelijk recht - Honoraria advocaten

➤info@law 2012 i juli-augustus 11

moeden oplevert dat de koper-hande-laar het met de factuur en haar bepalin-gen eens is. Een kosten- en ereloonstaat van een advocaat dient als een factuur te worden beschouwd voor wat deze principes betreft.

De kosten- en ereloonstaten dienen dan ook als aanvaard te worden beschouwd.

2. De vraag is of de wet van 2 augustus 2002 inzake de betalingsachterstand, waarop mr. L. zich beroept voor de inte-restvoet en de relevante invorderings-kost bij handelstransacties, in deze zaak wel van toepassing is.

Deze wet is van toepassing op handel-stransacties tussen ondernemingen of tussen ondernemingen of aanbeste-dende diensten, die leiden tot het leve-ren van goederen of het verrichten van diensten tegen vergoeding (zoals trans-acties met roerende en onroerende goe-deren, lichamelijke en onlichamelijke goederen, koop, huur, recht van opstal of erfpacht, lening, aanneming, leasing en factoring).

Een onderneming in de zin van de wet is elke organisatie die handelt in het raam van haar zelfstandige economische of beroepsmatige activiteit, ook wanneer deze slechts door één persoon wordt uitgeoefend (art. 2.2 van de wet van 2 augustus 2002). Door de ruime invul-ling van het begrip onderneming zal de wet van toepassing zijn van zodra de beide partijen aan de overeenkomst waaruit de factuur voortvloeit, beide optreden in het raam van hun beroeps-werkzaamheden. Deze partijen kun-nen de klassieke handelaars zijn, vrije beroepsbeoefenaren (zoals advocaten, artsen, architecten), ambachtslieden, landbouwondernemingen, de non-pro-fit-sector (vzw’s) of overheidsinstanties. Het kan zowel gaan om natuurlijke per-sonen als rechtspersonen. Tussen twee overheidsinstanties vindt de wet geen toepassing, en evenmin tussen een on-derneming en een persoon die louter te privaten titel handelt (I. Samoy, “De factuur en de wet betalingsachterstand

handelstransacties” in G.L. Ballon en I. Samoy (eds.), De factuur en verwante documenten, Brugge, Vanden Broele, 2008, p. 138, nr. 145).

Een advocaat kan zich derhalve op deze wet beroepen voor wat betreft zijn kos-ten- en ereloonstaten, gericht aan een onderneming in de zin van de wet van 2 augustus 2002.

De toepasselijkheid van deze wet impli-ceert echter dat geen rechtsplegings-vergoeding kan worden toegekend. De vergoeding voor de relevante in-vorderingskosten is niet cumuleerbaar met de rechtsplegingsvergoeding. Art. 6 doet echter, zoals hierboven reeds gezegd, geen afbreuk aan het recht op vergoeding van de gerechtskosten, overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek (K. Van Kildonck, “Verhaalbaarheid advocatenhonora-rium”, NJW 2005, 189, nr. 35; K. Maen-hout, “Verhaalbaarheid van erelonen en kosten van advocaten inzake handel-stransacties na de wet van 2 augustus 2002”, RW 2002-03, 614; V. Sagaert en I. Samoy, “De wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de beta-lingsachterstand bij handelstransacties. Een verwittigd wanbetaler is er twee waard...”, RW 2002-03, 329).

3. Een verzending naar de taxatiecom-missie bij de balie te Tongeren komt niet raadzaam voor.

De rechtbank kan een zaak niet verzen-den naar de balie, aangezien de recht-bank enkel een zaak kan verzenden naar een andere rechtbank indien zij onbe-voegd is, en de balie is geen rechtbank.

Er bestaat een gebruik een advies te vragen, of door beide partijen te doen vragen, aan de Raad van de Orde in geval van betwisting van een staat van kosten en erelonen van een advocaat, hoewel de rechtspraak erover akkoord gaat dat het hier enkel om een moge-lijkheid gaat voor de rechter, die vrij de opportuniteit ervan beoordeelt en geenszins verplicht is er rekening mee

te houden (Luik 5 februari 1999, JLMB 1999, 931, JT 1999, 292; Gent 21 januari 2000, TWVR 2000, 146, noot Stevens). Dit gebruik staat onder druk (Vred. Sint-Gillis 14 juni 1999, T.Vred. 2001, 14; H. Lanon, De advocaat in de 21ste eeuw: een ondernemer?, Orde van advocaten van Hasselt en Tongeren, p. 50).

De gewoonte om advies in te winnen wordt beschouwd als afkeurenswaardig in zoverre ze een feitelijk jurisdictioneel privilege invoert ten gunste van de cor-poratie van advocaten (E. Brewaeys, “De advocatuur in het geding”, Juristenkrant nr. 26, 27 maart 2001, 10). Deze stelling brengt bepaalde rechtsleer ertoe om ervoor te pleiten om rechters niet meer te vragen advies in te winnen bij de Raad van de Orde, aangezien er vragen gesteld kunnen worden over de onaf-hankelijkheid en onpartijdigheid van de Orde, omdat het advies verleend wordt volgens een procedure die niet volgens de regels van de gerechtelijke expertise verloopt (art. 962 e.v. Ger.W.), terwijl het toch die waarde schijnt te hebben (H. Lamon, De advocaat in de 21ste eeuw: een ondernemer?, p. 51). De vraag wordt gesteld of het in de huidige tijds-geest nog wenselijk is dat de Orde van Advocaten zelf nog dergelijke adviezen uitbrengt (H. Lamon, Een advocaat in de spiegel, Brugge, die Keure 2004, 127).

In deze omstandigheden werd het ver-zoek tot verzending reeds afgewezen (Kh. Hasselt 25 februari 2004, inzake AR 04/619, onuitg.; Kh. Hasselt 23 maart 2005, inzake AR 05/91, onuitg.). De rechtbank sluit zich hierbij aan.

12 info@law 2012 i juli-augustus

instantie: Vredegerecht

plaats van uitspraak: Brugge IV

Datum van de uitspraak: 02/09/2009

Vred. Brugge IV 3 september 2009.

samenvatting: De rechter mag en kan zelf het ereloon van een advocaat be-groten zonder een beroep te doen op de orde van advocaten. Adviezen van de Orde worden gegeven in de zin van artikel 962 Gerechtelijk Wetboek en zijn dus niet verplichtend. Het gemiddeld uurloon van een advocaat in 2001 is 100 euro. Enkel kennelijk overdreven erelo-nen kunnen verminderd worden.

Uit trEksEl Uit HEt Vonnis [...]

Overwegende dat bij dagvaarding van 27 januari 2009 eisende partij veroordeling vordert van verwerende partij tot betaling van een bedrag van 1.634,33euro meer de kosten;

Dat ter staving van deze vordering uit-eengezet wordt dat eisende partij als raadsman van de verzekerde van ver-weerster V. is opgetreden en in die hoe-danigheid aan verwerende partij een aantal staten van kosten en erelonen heeft overgemaakt waarvoor zij gedeel-telijk onbetaald bleef tot beloop van in totaal 1.634,33 euro;

Dat in deze omstandigheden voormelde vordering gesteld werd; Dat dan ter inleidingszitting verwerende partij ver-schijnt, en in besluiten vooreerst laat gelden dat zij betwisting voert m.b.t.de aangerekende uren en het uurtarief;

Dat daarnaast betwisting gevoerd wordt m.b.t. de intransparantie van de opeenvolgende staten;

Dat ten slotte de gevorderde bedragen niet overeenstemmen met billijke gema-tigdheid;

Dat daarop in besluiten geantwoord wordt dat de behandelde zaak een ver-keersongeval betrof ingevolge waarvan verweersters verzekerde gedagvaard werd voor de politierechtbank te Brug-ge, wegens miskenning van de voor-rangsplicht en de daaruit voortvloei-ende kwetsuren, in het rijden van een voertuig dat niet verzekerd was;

Dat door verweersters verzekerde op-dracht gegeven werd tot rechtstreekse dagvaarding van de oorspronkelijke burgerlijke partij C., die weliswaar ver-volgd was voor snelheid maar niet voor slagen, gevolgen waaraan C. ook veroor-deeld werd zowel in eerste aanleg als in graad van beroep voor onopzettelijke slagen en verwondingen, en overigens in graad van beroep de heer V. voor het rijden zonder verzekering werd vrijge-sproken;

Dat in het raam daarvan een aantal tus-sentijdse staten en één eindstaat werd opgesteld;

Dat geen ereloonovereenkomst werd afgesloten tussen partijen;

Dat evenwel van meet af aan verweren-de partij zich ter zake de kosten en ere-loonstaten van eisende partij bijzonder kritisch heeft uitgelaten, het conflict op de spits gedreven heeft, gevolge waar-aan eiseres in een ultieme poging tot minnelijke regeling bereid kon gevonden worden toegevingen te doen ter zake de bedragen, welke evenwel niet werden aanvaard en dat in die omstandigheden tot eindfacturatie werd overgegaan con-form de gebruikelijke tarieven zodanig dat de huidige vordering gesteld werd;

BETWISTING ERELOON ADVOCAAT, ADVIES ORDE NIET NOODZAKELIJK, GEMIDDELD UURLOON ADVOCAAT IN 2001 WAS 100 EUR PER UUR

gerechtelijk recht - Honoraria advocaten

➤info@law 2012 i juli-augustus 13

Dat verder onderlijnd werd dat de ver-werende parti j eender hoe bij schrijven van 7 augustus 2008 blijk gaf van erken-ning dat er zeker nog een bedrag ver-schuldigd was;

Dat in deze omstandigheden de vorde-ring ontvankelijk en gegrond is;

Overwegende dat verder nazicht van de bundels het bewijs oplevert dat eisende parti j minstens een recht-streekse dagvaarding heeft uitgestuurd, verder in beroep besluiten heeft neer-gelegd, en dat het vonnis in graad van hoger beroep succesvol was t.o.v. dat in eerste aanleg;

Overwegende dat ter zake de principes de rechtbank vooreerst dient vast te stellen dat een overeenkomst tussen een advocaat en zijn cliënt een over-eenkomst is welke ressorteert onder de toepassing van arti kel 1134-1135 BW;

Dat aldus in wezen het mandaat van de advocaat verstrekt wordt door zijn cliënt, en niet door de verzekeraar die ter zake enkel betaalheer is volgens een verzekeringsovereenkomst gesloten tussen haar verzekerde en zijzelf waar-aan in principe bij sluiti ng de advocaat vreemd is, maar dat wel een beding ten behoeve van een derde bevat in die zin dat het beding tot de lastename van de verzekeraar in de verzekeringsovereen-komst een recht creëert voor de advo-caat om het voorwerp van het beding in te vorderen t.o.v. de gebonden parti j;

Dat in deze omstandigheden, waar overigens de rechtbank dient vast te stellen dat verwerende parti j nergens opwerpt dat er geen verbintenisrechte-lijke grondslag is voor eiseres vordering opzichtens haar, en daarenboven uit de stukken ten genoege van rechte blijkt dat het beding ten behoeve van derden ten voordele van eisende parti j door verwerende parti j erkend werd, de rechtbank tot de conclusie dient te komen dat er vooreerst een rechtsband is tussen parti jen, en bijgevolg de vorde-ring ook ontvankelijk is;

Overwegende dat m.b.t. de grond van de vordering, de rechtbank dient te releveren dat er ter zake tussen parti jen geen ereloonovereenkomst werd opge-steld;

Dat in deze omstandigheden bij toepas-sing van arti kel 446ter Ger.W. het de advocaat is welke de staat van kosten en erelonen redigeert, conform de ter-men van arti kel 446ter overigens met de bescheidenheid die van een functi e verwacht wordt;

Dat de verdere redacti e van arti kel 446ter, zoals herschreven bij wet van 21 juni 2006, duidelijk maakt dat niet en-kel de Raad van de Orde maar ook de rechtbanken toezicht hebben op de staten met een inachtneming van de belangrijkheid van de zaak, de aard van het werk, en dit recht overigens ook uitgebreid is tot de ingestelde scheids-gerechten;

Dat in deze omstandigheden de argu-mentati e dat het passend voorkomt de zaak na het advies van de Raad van de Orde te Brugge te onderwerpen onge-grond is;

Dat overigens de adviezen van de raad van de orde kunnen worden aanzien als adviezen in de zin van arti kel 962 ger.W. en derhalve geen enkel obliga-toir karakter inhouden nu voormelde wetsbepaling inhoudt dat een rechter ter oplossing van een voor hem ge-bracht geschil deskundigen kan gelas-ten vaststellingen te doen of technisch advies te geven;

Dat evenwel arti kel 962 Ger.W. geen enkele verplichti ng inhoudt voor de rechtbank;

Dat in casu de rechtbank over voldoen-de technische kennis beschikt om het dossier met kennis van zaken te kunnen oplossen;

Overwegende dat verder uit de redac-ti e van arti kel 446ter Ger.W. volgt dat het recht de redacti e van een staat van

14 info@law 2012 i juli-augustus

kosten en erelonen op te maken een bij wet opgedragen partijbeslissingsrecht is dat de advocaat toekomt;

Dat derhalve daarvan enkel bij overeen-komst kan worden afgeweken;

Dat het in deze omstandigheid alleen de advocaat is welke niet enkel het systeem kiest volgens het welke dat hij zijn pres-taties zal gaan begroten, maar ook met welke criteria hij zal rekening houden en met welke niet;

Dat in casu de rechtbank dient vast te stellen dat de eisende partij gekozen heeft voor een vergoeding in uurloon en een zeer gedetailleerde prestatiefiche voorlegt (ook wel timesheet genoemd) waarvan de realiteit objectief geverifi-eerd wordt door de productie van de fiche waaruit het geïnformatiseerde systeem dat ter zake gebruikt wordt, en naar algemene bekendheid niet voor falsificatie vatbaar is;

Dat in deze omstandigheden omtrent de aangerekende uren geen betwisting kan bestaan en de rechtbank ter zake overigens dient te releveren dat inhou-delijk m.b.t. de diverse prestaties zoals de telefonische contacten met cliënten, andere advocaten, deurwaarders, des-kundigen, garages en dergelijke meer door verwerende partij geen enkele betwisting gevoerd wordt;

Dat immers, zoals geëxpliciteerd in de besluiten van verwerende partij hoofd-zakelijk betwisting gevoerd wordt m.b.t. de redactie van de conclusie waarvoor een tijdsduur van 4 1/2 uur werd uit-getrokken, en het feit dat die conclusie geredigeerd werd door een stagiair wat tot een vermindering van het ereloon dient aanleiding te geven;

Overwegende dat het toetsingsrecht dat voor de raad, de scheidsrechtelijke com-missies en de rechtbanken openstaat ter zake kosten en ereloonstaten, gevolgens

de redactie van artikel 446ter Ger.W. marginaal is, en dit uiteraard voortvloeit uit het gegeven dat de wet een partij-beslissingsrecht heeft toegekend aan de advocatuur ter zake;

Dat dit evenwel tot gevolg heeft dat de raad, scheidsgerechten en rechtbanken enkel kennelijk overdreven staten kun-nen herleiden, en ter zake bijgevolg het principe de minimis non curat praetor onverkort overeind blijft;

Dat de rechtbank ter zake vooreerst dient vast te stellen dat wanneer er betwisting gevoerd wordt m.b.t. de aangerekende uren, anderzijds uit de gegevens van het bundel het toch wel voldoende duidelijk is dat dit vooreerst een arbeidsintensief dossier betrof, en vervolgens dat blijkens nalezing van de geredigeerde conclusie deze vooreerst van kwaliteit getuigt, en vervolgens een tijdsbesteding van 4 1/2uur niet als ken-nelijk overdreven voorkomt daargelaten het feit dat deze beperkte betwisting t.o.v. de totale prestaties in dit dossier marginaal mag genoemd worden;

Dat in deze omstandigheden de betwis-tingen van verwerende partij ongegrond zijn, des temeer de realiteit van intel-lectuele prestaties zoals bij de redactie van conclusies, enkel bij indicatie kan worden geapprecieerd door de voorlig-gende stukken, waaronder de geprodu-ceerde conclusie, en ter zake overigens de aanrekening van een halfuur per geproduceerde bladzijde gebruikelijk is en zelfs overeenstemt met een normale intelligente behandelwijze;

Dat in deze omstandigheden het ter zake gevoerde verweer geen steek houdt;

Dat daarenboven de betwistingen m.b.t. het aangerekend basisbedrag onge-grond zijn; Dat immers reeds voorafgaandelijk de aanbeveling van de Nationale Raad van Orde van Advocaten van 24 juni 1991,

studies door deze orde werden uitge-voerd m.b.t. het basisereloon per uur, en alsdan het bedrag werd voorgesteld van 3.000 BEF/uur, dat gelet op de in-trekking van deze nationale aanbeveling gevolgens de bepalingen ter zake de mededinging nog slechts enkel een indi-catieve waarde heeft, maar wel duidelijk maakt dat dit bedrag reeds 20 jaar terug gebruikelijk was;

Dat daarenboven gelet op de eer en de waardigheid van het beroep, de intel-lectuele vereisten die het stelt, evenals de vereisten van integriteit, onafhanke-lijkheid en andere menselijke kwalitei-ten, een bedrag van 3.000 BEF/uur ook anno1998 in een studie van de ULB te Liège matig bleek (Gauteaux, Mersch, Cavenaille, Incidents des frais de l’avocat sur le coût de la Justice, Actes du col-loque des Jeunes Barreaux de Liège et de l’ULB,

Dat daarenboven de rechtbank dient te releveren dat inhoudelijk de systemen weerhoudt en in de nationale aanbeve-ling van 24 juni 1998 door de wetgever werden overgenomen in o.m. het be-grotingsstelsel van de pro-Deo punten en de ministeriële besluiten ter zake schuldbemiddeling en faillissementen;

Dat bijgevolg uit het bovenstaande dient te worden gereleveerd dat anno 2000 een bedrag van 3.000 BEF/uur minstens verantwoord was door het gewoonte-recht ter zake;

Dat daarenboven sedert het jaar 2001 de beslissingen legio zijn dat het basis ereloonbedrag dat door een advocaat in rekening kan worden gebracht 100 euro/uur bedraagt, en dit overigens ook blijkt te worden erkend door hetgene dat door verwerende partij gemateriali-seerd werd in haar diverse brieven in dit dossier;

➤info@law 2012 i juli-augustus 15

philippe salens Accountant – belastingconsulent

Programmadirecteur Expert Class Vermogens- en Successieplanning Brugge Business School

Cnockaert & salensKoude Keukenstraat 13

8200 Brugge Tel.: 050/54.80.78

Technologielaan 9 3001 Heverlee

Tel.: 016/40.72.40

[email protected]

16 info@law 2012 i juli-augustus

Dat het weliswaar juist is dat het ba-sisbedrag van 100 euro zou kunnen worden verminderd in min wanneer de staat van kosten en erelonen gere-digeerd werd door een stagiair, maar vooreerst de staat in casu is opgesteld door een advocaat met bijna 30 jaar er-varing, en vervolgens zoals reeds hoger gesteld de voor de besluiten in rekening gebrachte duurtijd geenszins als over-dreven kan worden beschouwd, laat staan als kennelijk overdreven zodanig dat er geen ruimte is ter zake voor enige herleiding van de staat van kosten en erelonen conform artikel 446ter Ger.W.;

Dat verder de rechtbank wel begrip kan opbrengen voor de redenering van verwerende partij dat zij bijzonder veel betaalt voor kleine baten van haar verzekerde, maar deze hypothese door haar gedekt is en in haren hoofde een commercieel risico uitmaakt dat zij con-tractueel heeft opgenomen;

Dat zij derhalve zich ter zake niet op een disproportie tussen het belang van de zaak en de staat van kosten en erelonen kan beroepen;

Dat overigens, bij de aanwending van-een uurloonstelsel het criterium van het belang van de zaak slechts marginaal is en werkelijke prestaties worden ver-goed;

Dat derhalve het verweer geen hout snijdt en de vordering ontvankelijk en gegrond is zoals gesteld;

[...]

nootIn wezen wordt het mandaat van de advocaat verstrekt door zijn cliënt, en niet door de verzekeraar die ter zake enkel betaalheer is volgens een verzeke-ringsovereenkomst gesloten tussen haar verzekerde en zijzelf waaraan in principe bij sluiting de advocaat vreemd is, maar dat wel een beding ten behoeve van een derde bevat in die zin dat het beding tot de ten laste name van de erelonen door de verzekeraar in de verzekeringsover-eenkomst een recht creëert voor de ad-vocaat om het voorwerp van het beding in te vorderen t.o.v. de gebonden partij.

Conform artikel 446ter Ger.W. is het de advocaat die de staat van kosten en ere-lonen redigeert, conform de termen van artikel 446ter overigens met de beschei-denheid die van een functie verwacht wordt;

De adviezen van de Raad van de Orde kunnen worden aanzien als adviezen in de zin van artikel 962 Ger.W. en hebben derhalve geen enkel obligatoir karakter. Voormelde wetsbepaling houdt in dat een rechter ter oplossing van een voor hem gebracht geschil deskundigen kan gelasten vaststellingen te doen of tech-nisch advies te geven; Doch artikel 962 Ger.W. houdt geen en-kele verplichting in voor de rechtbank

De verdere redactie van artikel 446ter, zoals herschreven bij wet van 21 juni 2006 maakt duidelijk dat niet enkel de Raad van de Orde maar ook de rechtbanken toezicht hebben op de staten met een inachtneming van de belangrijkheid van de zaak, de aard van het werk, en dit recht overigens ook uitgebreid is tot de ingestelde scheids-gerechten.

De betwistingen van rechtsbijstandsver-zekeraars zijn meer dan eens manifest ongegrond. Nochtans beschikken zij over alle expertise om met kennis van zaken een staat van onkosten en erelo-nen te beoordelen, aangezien hun con-troleurs van dienst vaak oud-advocaten zijn. Het voordeel van een gerechtelijke procedure is dat rechterlijke uitspraken kunnen gepubliceerd worden in tegen-stelling tot arbitrale beslissingen en dat de kosten die gemaakt worden van verdediging op de verliezende partij ten dele kunnen verhaald worden door de rechtsplegingsvergoeding.

Uit de redactie van artikel 446ter Ger.W. volgt dat het recht de redactie van een staat van kosten en erelonen op te ma-ken een bij wet opgedragen partijbeslis-singsrecht is die de advocaat toekomt; Hiervan kan enkel bij overeenkomst worden afgeweken.

In deze omstandigheid is het alleen de advocaat die niet enkel het systeem kiest volgens het welke dat hij zijn pres-taties zal gaan begroten, maar ook met welke criteria hij zal rekening houden en met welke niet;

Het toetsingsrecht dat voor de raad,

de scheidsrechtelijke commissies en de rechtbanken openstaat ter zake kosten en ereloonstaten, is volgens de redactie van artikel 446ter Ger.W. marginaal. Dit vloeit uiteraard voort uit het gegeven dat de wet een partijbeslissingsrecht heeft toegekend aan de advocatuur ter zake;

Dit heeft tot gevolg dat de raad, scheids-gerechten en rechtbanken enkel kenne-lijk overdreven staten kunnen herleiden, en ter zake bijgevolg het principe “de minimis non curat praetor” onver-kort overeind blijft, in die zin dat zij een staat dus niet bv. met 10 of 20% kunnen verminderen.

Dit principe geldt evenzeer ten aanzien van rechtsbijstandsverzekeraars die de partijbeslissing van de advocaat in het kader van de begroting van zijn onkos-ten en erelonen dienen te eerbiedigen en die enkel een betwisting kunnen voeren wanneer deze in strijd zouden zijn met ofwel een voorafgaande over-eenkomst, ofwel met de zogeheten bil-lijke gematigdheid (hetgeen niets meer betekent dan een correct, rechtvaardig ereloon). Toch wordt vastgesteld dat ondanks herhaald protest de rechts-bijstandsverzekeraars interne criteria hanteren en zelfs ex advocaten in dienst nemen die tot taak hebben de staten van onkosten en erelonen van advoca-ten systematisch te onderwerpen aan eigen normering. Dit is contraproductief voor het recht van de verdediging van de burger die zich laat bijstaan door een advocaat en die aldus ofwel een mini-malistische service zal krijgen, ofwel zich verstoten zal zien van de betere advoca-tuur en de betere verdediging.

Sedert het jaar 2001 zijn de beslissingen legio dat het basis ereloonbedrag dat door een advocaat in rekening kan wor-den gebracht 100 euro/uur bedraagt.

Het gemiddelde uurloon van de advo-caat in de provincie bedraagt in 2011 tussen de 125 en de 175 euro per uur.

info@law 2012 i juli-augustus 17

DE VERGOEDING VAN DE VOORLOPIG BEWINDVOERDER

personenrecht

WEt tEli jkE BAsis ArtikEl 84 Bis – H§1 B.W.: “De wettelijke Vrederechter kan aan de voorlopige bewindvoerder, bij een gemotiveerde beslissing, na overlegging door de voorlopige bewindvoerder van het verslag bedoeld in artikel 488 bis, C, § 3, een bezoldiging toekennen waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan 3% van de inkomsten van de beschermde persoon. Naast de bezoldiging worden de gemaakte kosten vergoed, na door de Vrederechter behoorlijk te zijn nagezien.

Hij kan hem nochtans, na overlegging van met reden omkleedde staten, een bezoldiging toekennen in vergoeding tot de vervulde buitengewone ambtsver-richtingen.

Het is de voorlopige bewindvoerder verboden, buiten de in het eerste lid ver-melde bezoldigingen, enige bezoldiging of voordeel, van welke aard ook of van wie ook te ontvangen, met betrekking tot het uitoefenen van het gerechtelijk mandaat van voorlopige bewindvoerder.

CommEntAAr: De wet voorziet dus enerzijds gewone ambtsverrichtingen en anderzijds bu-itengewone ambtsverrichtingen.

Evenwel beschrijft de wet niet het ver-schil tussen gewone en buitengewone ambtsverrichtingen, noch omschrijft zij wat een gewone ambtsverrichting of een buitengewone ambtsverrichting is.

De vergoeding (van 3 %) is geen recht van de voorlopige bewindvoerder.

Het is en blijft een vergoeding die vol-gens de appreciatie van de Vrederechter wordt toegekend met een absoluut max-imum voor de gewone ambtsverricht-ingen. Bovendien is de Vrederechter verplicht zijn beslissing met betrekking tot de vergoeding, zelfs voor de gewone ambtsverrichtingen te motiveren.

Deze 3 % wordt berekend op de inkom-sten en niet op de kapitalen of het ver-mogen van de te beschermen persoon.

Deze vergoeding is bovendien afhan-kelijk van de neerlegging van een jaar-lijks rapport hetgeen dus uitsluit dat de voorlopig bewindvoerder voorschotten kan ontvangen.

De vraag stelt zich wat als buitengewone ambtsverrichting kan worden aanzien. De wet biedt hierop in elk geval geen antwoord, behoudens dan de loutere appreciatiebevoegdheid van de Vrede-rechter.

Wanneer de bewindvoerder een ver-goeding wenst voor een buitengewone opdracht zal hij zijn verzoek hiertoe dienen te motiveren in een verzoek te richten aan de Vrederechter.

Anders dan voor de gewone ambtsver-richtingen is er voor de buitengewone ambtsverrichtingen geen minimum of maximum vastgelegd.

Algemeen kan men toch stellen dat de gewone ambtsverrichtingen bestaan uit de gewone verrichtingen van beheer van het roerend en onroerend vermogen, het bijhouden van de rekeningen, het innen van de gelden, het doen van de betalingen, het laten uitvoeren van her-stellingen.

Buitengewone ambtsverrichtingen kun-nen bestaan uit een realisatie van een onroerend goed, prestaties verbonden aan de inning van erfrechten en schen-kingen, het te huur stellen van onro-erende goederen, het realiseren van roerende goederen, de formaliteiten verbonden aan de beëindiging van een huurcontract en tal van andere tussen-komsten zoals deze van herhuisvesting, de te voeren procedures voor de Vrede-rechter en alle andere tussenkomsten die een vertegenwoordiging in rechte inhouden.

Toch dient opgemerkt dat een en ander niet als een absolute lijst mag worden aanzien, gezien in bepaalde gevallen sommige van voormelde buitengewone opdrachten aanzien zullen worden als gewone opdrachten van de voorlopig bewindvoerder.

Voor meer informatie zie de bijdrage in het tijdschrift voor vrederechters 2011, pagina 471 tot 482.

18 info@law 2012 i juli-augustus

AANSPRAKELIJKHEIDSBEPERKINGEN IN CONTRACTEN

Consumentenrecht

Een aantal netwerkbeheerders hadden in hun voorwaarden ge-steld dat zij enkel aansprakelijk kunnen gesteld worden voor zo-ver kan aangetoond worden dat de schade het rechtstreeks ge-volg is van een toerekenbare fout aan de netwerkbeheerder.

Nu algemeen wordt aanvaard dat elektri-citeit een product is en een distributi e-netbeheerder een producent is in de zin van de wet op de productaansprakelijk-heid (Cassati e, 06.04.2006, T.B.B.R. 2007, 188), leidt het geen enkele twijfel dat arti kel 10 van de wet van de productaansprakelijkheid van toepassing is op de aanspra-kelijkheidsbeperking vervat in de overeenkomsten van reglementaire aard.

Wanneer een netwerkbeheerder haar aansprakelijkheid beperkt tot de fouten die enkel aan haar toerekenbaar zijn, handelt zij in strijd met arti kel 10 van de wet op de productaansprakelijkheid het-geen stelt dat de aansprakelijkheid van de producent ten aanzien van het slacht-off er niet kan worden uitgesloten of be-perkt bij overeenkomst.

Een inbreuk hierop maakt een inbreuk uit op arti kel 74, ten derti gste van de WMPC en arti kel 2, ten achtentwinti gste en 74 ten derti ende WMPC.

Producten vertonen een gebrek wanneer zij niet de veiligheid bieden die men er-van mag verwachten.

In het geval van elektriciteit zal dit bij-voorbeeld het geval zijn wanneer de

elektriciteit een te hoge spanning vertoont, waardoor schade wordt veroorzaakt aan de toestellen.

De aansprakelijkheid van de producent is een objecti eve aansprakelijkheid.

Bij de beoordeling van een onrechtmati g karakter van een beding dient rekening gehouden met:

de omstandigheden rond de sluiti ng van de overeenkomst;

- de andere bedingen van de over-

eenkomst of van een andere overeenkomst

waarvan deze afh anke-lijk is op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst

- de aard van de goederen en de diensten waarop de overeen-komst betrekking heeft .

Rekeninghoudende met de economie van het standaardcontract en de eigen-heid van de situati e kan niet van de ge-bruikers van een netwerk inzake ener-gievoorziening worden verwacht dat zij de oorzaak van het schadegeval zouden aantonen. De energiedistributi e maakt een dienst uit waarvan de gemiddelde consument geen enkele experti se heeft .

Deze situati e maakt het voor de consu-ment bijzonder moeilijk om het bewijs te leveren van een fout van de netbeheer-der.

Het onderzoek naar storingen kan ove-rigens enkel door de netbeheerder zelf worden uitgevoerd.

Hierbij dient onmiddellijk gewezen te worden op arti kel 8E van de wet product-aansprakelijkheid of arti kel 8B van de wet productaansprakelijkheid waarbij een producent zich zou kunnen beroepen op een ontwikkelingsrisico.

De Rechtbank van Koophandel te Hasselt zetelend in kort geding oordeelde dan ook op 25.10.2010 DCCR 94, 2012, 162 dat in de mate dat het aansluiti ngsre-glement bepaalt dat in geval van schade de netwerkbeheerder enkel kan worden aangesproken als de consument een fout begaat in hare hoofde en dit een inbreuk uitmaakt op arti kel 74 ten derti gste WMPC.

info@law 2012 i juli-augustus 19

Als algemene regel kan men ge-rust stellen dat de koper dient te verkrijgen hetgeen bij de over-eenkomst is overeengekomen dit conform de beschrijving die de verkoper heeft gegeven.

De vraag stelt zich echter welke sanctie er dient toegepast te wor-den wanneer het geleverde niet voldoet aan hetgeen beschreven werd in de overeenkomst. kort-weg en eenvoudigweg stellen dat de koper dan een recht heeft op ontbinding is vaak te hoog gegre-pen.

Om tot de ontbinding te kunnen over-gaan zullen de kopers dienen te bewijzen dat de gebreken tot de essentie van de overeenkomst behoren.

Dit neemt niet weg dat de koper zijn vor-dering tot prijsvermindering of tot her-stel kan instellen. Wanneer de koper al te voortvarend is en te overmoedig een vordering tot ontbinding van de koop in-stelt, zonder een vordering in te stellen tot prijsvermindering of herstel kan dit wel eens zuur opbreken.

In dit geval kan de vordering van de ver-koper tot betaling of tot ontbinding met schadevergoeding volledig worden inge-willigd en blijft de koper helemaal in de kou staan.

Voor een toepassingsgeval zie Gent, 12e Kamer, 20.10.2010, DCCR 2012, nr. 194 met uitvoerige noot van S. Janssen, hië-rarchie in de remedies bij consumenten-koop: bescherming van consumenten en verkopers? DCCR 2012, nr. 94, pagina 132 tot 194, met talrijke waardevolle ver-wijzingen.

VErkoop VAn mEssEn, pot tEn En pAnnEn op strAAt

Goede messen zijn duur. Goede potten en pannen zijn duur. Zij worden gemaakt van bijzonder hoogwaardige metalen al dan niet in verschillende lagen.

De hoogtechnologische kennis en de hoogste kwaliteitseisen worden gewaar-borgd door kwaliteitsmerken. Maar de piraterij zit om de hoek. Van de buiten-kant ziet gerecycleerd afvalstaal (vaak toxisch vervuild van dubieuze afkomst) er net zo uit als het aller-edelste staal. Een uitzicht kan nagemaakt worden en duur uitziende verpakkingen en luxe-dozen worden in het oosten voor een prikje gemaakt. Nu de merknaam nog met een lettertje veranderen en alles verkopen op straat alsof het een top-kans is, een partij die van de camion is gevallen, een vertegenwoordiger die zijn promotiemateriaal kwijt wil, of zelfs iets dubieuzer... de hebberigheid van het slachtoffer wordt bespeeld wanneer hem wordt voorgehouden dat hij op het randje van de legaliteit de kans van zijn leven krijgt om aan 10% van de werke-lijke waarde het allerbeste materiaal te kopen. Boerenbedrog.

U heeft ze al vaak gezien, de personen die u naar hun wagen lokken of u aan-spreken op straat met een set van mooie messen, dan wel met potten en pannen.

Vooreerst blijft deze praktijk onderwor-pen aan de wet van 25.06.1993 in zake de ambulante en kermisactiviteiten.

Concreet betekent dit dat de betrokkene een voorafgaande machtiging dient te hebben en de verkoop nooit bij u thuis mag plaatsvinden, behoudens indien de totale waarde van de goederen minder bedraagt dan 250,00 euro.

Het verkoopsverhaal met de voorstelling van de persoon als zijnde een vertegen-woordiger die nog toevallig met een lot kwaliteitsmessen of potten op de baan is nadat hij één of andere prospectie heeft gedaan. Soms wordt dit voorgesteld als de verkoop van zijn prospectiemateriaal.

Mensen laten zich graag bedriegen, ze-ker wanneer zij menen een (on)rechtma-tig voordeel te kunnen doen. De verko-per weet dit en tracht een en ander voor te stellen als een zaak die niet volledig zuiver is waardoor de nieuwsgierigheid verder wordt gewekt.

Vaak wordt hierbij gegoocheld met merknamen die getuigen van een uit-zonderlijke kwaliteit.

Soms gaat het om vervalsingen, soms gaat het om merknamen die lichtjes aangepast zijn.

De echte werkelijke producten zijn in-derdaad zeer waardevol. Maar hetgeen aangeboden wordt is doodgewone rom-mel. Messen, potten en pannen worden spotgoedkoop in Azië aangemaakt met staal van zeer bedenkelijke afkomst en kwaliteit.

Wie hiervoor interesse heeft, kan deze trouwens ook in de reguliere handel vinden waarbij op dit ogenblik bestek, messen en pannen aan spotprijzen wor-den aangeboden.

Maar de slachtoffers zijn vaak mannen die niet op de hoogte zijn van de rom-mel die vandaag op de markt wordt aangeboden en het verkoopspraatje slaat aan.

De verpakking is uitzonderlijk luxueus en het vertrouwen wordt gewekt.

Aanvankelijk wordt gesteld dat de mes-senset 2.000,00 euro (of iets in die buurt

DE CONFORMITEIT VAN DE GELEVERDE ZAAK EN DE CONSUMENTENKOOP – SANCTIEREGELING.

Consumentenrecht

20 info@law 2012 i juli-augustus

Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privédetectives

www.checkpoint-online.be

Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

T : 09/369.99.20 M : [email protected]

U vindt bij ons de “nieuwe” generatie vergunde privédetectives : hoger geschoold, professioneel en to the point !

De tijd dat privédetectives in hun wagen sprongen en achter de feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten voorop !

OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven ! Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een notaris.

Onze specialiteiten :

Solvabiliteitsonderzoeken

Pre-employment screening

Onderzoek op kandidaat-huurder

Opzoeking “Bron van Inkomsten”

Ward VRIJSEN

Fraud Forensic Investigator Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02 Serge DE CORTE Criminoloog Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08 Peter DU CHAU Commercieel Directeur

Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privédetectives

www.checkpoint-online.be

Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

T : 09/369.99.20 M : [email protected]

U vindt bij ons de “nieuwe” generatie vergunde privédetectives : hoger geschoold, professioneel en to the point !

De tijd dat privédetectives in hun wagen sprongen en achter de feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten voorop !

OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven ! Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een notaris.

Onze specialiteiten :

Solvabiliteitsonderzoeken

Pre-employment screening

Onderzoek op kandidaat-huurder

Opzoeking “Bron van Inkomsten”

Ward VRIJSEN

Fraud Forensic Investigator Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02 Serge DE CORTE Criminoloog Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08 Peter DU CHAU Commercieel Directeur

Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privédetectives

www.checkpoint-online.be

Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

T : 09/369.99.20 M : [email protected]

U vindt bij ons de “nieuwe” generatie vergunde privédetectives : hoger geschoold, professioneel en to the point !

De tijd dat privédetectives in hun wagen sprongen en achter de feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten voorop !

OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven ! Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een notaris.

Onze specialiteiten :

Solvabiliteitsonderzoeken

Pre-employment screening

Onderzoek op kandidaat-huurder

Opzoeking “Bron van Inkomsten”

Ward VRIJSEN

Fraud Forensic Investigator Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02 Serge DE CORTE Criminoloog Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08 Peter DU CHAU Commercieel Directeur

Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privédetectives

www.checkpoint-online.be

Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

T : 09/369.99.20 M : [email protected]

U vindt bij ons de “nieuwe” generatie vergunde privédetectives : hoger geschoold, professioneel en to the point !

De tijd dat privédetectives in hun wagen sprongen en achter de feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten voorop !

OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven ! Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een notaris.

Onze specialiteiten :

Solvabiliteitsonderzoeken

Pre-employment screening

Onderzoek op kandidaat-huurder

Opzoeking “Bron van Inkomsten”

Ward VRIJSEN

Fraud Forensic Investigator Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02 Serge DE CORTE Criminoloog Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08 Peter DU CHAU Commercieel Directeur

Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privédetectives

www.checkpoint-online.be

Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

T : 09/369.99.20 M : [email protected]

U vindt bij ons de “nieuwe” generatie vergunde privédetectives : hoger geschoold, professioneel en to the point !

De tijd dat privédetectives in hun wagen sprongen en achter de feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten voorop !

OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven ! Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een notaris.

Onze specialiteiten :

Solvabiliteitsonderzoeken

Pre-employment screening

Onderzoek op kandidaat-huurder

Opzoeking “Bron van Inkomsten”

Ward VRIJSEN

Fraud Forensic Investigator Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02 Serge DE CORTE Criminoloog Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08 Peter DU CHAU Commercieel Directeur

Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privédetectives

www.checkpoint-online.be

Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

T : 09/369.99.20 M : [email protected]

U vindt bij ons de “nieuwe” generatie vergunde privédetectives : hoger geschoold, professioneel en to the point !

De tijd dat privédetectives in hun wagen sprongen en achter de feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten voorop !

OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven ! Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een notaris.

Onze specialiteiten :

Solvabiliteitsonderzoeken

Pre-employment screening

Onderzoek op kandidaat-huurder

Opzoeking “Bron van Inkomsten”

Ward VRIJSEN

Fraud Forensic Investigator Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02 Serge DE CORTE Criminoloog Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08 Peter DU CHAU Commercieel Directeur

Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privédetectives

www.checkpoint-online.be

Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

T : 09/369.99.20 M : [email protected]

U vindt bij ons de “nieuwe” generatie vergunde privédetectives : hoger geschoold, professioneel en to the point !

De tijd dat privédetectives in hun wagen sprongen en achter de feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten voorop !

OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven ! Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een notaris.

Onze specialiteiten :

Solvabiliteitsonderzoeken

Pre-employment screening

Onderzoek op kandidaat-huurder

Opzoeking “Bron van Inkomsten”

Ward VRIJSEN

Fraud Forensic Investigator Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02 Serge DE CORTE Criminoloog Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08 Peter DU CHAU Commercieel Directeur

waard zijn) terwijl aan de potenti ële koper een uitzonderlijke gunstprijs wordt voorgesteld van 250,00 euro of zelfs minder.

In werkelijkheid gaat het over producten die amper 50,00 euro of zelfs minder waard zijn.

Weet dat bij een dergelijke verkoops-overeenkomst de verkoper niet alleen over een machti ging dient te beschikken maar er tevens een document dient opgesteld te worden waarbij de identi -teit van de verkoper wordt vermeld en waarbij er een uitdrukkelijk verzakings-beding wordt voorzien, zodat wanneer de koper thuis komt, deze alsnog kan afzien van de verkoop.

Is men toch tot een dergelijke aankoop overgaan , dan is het noteren van de nummerplaat van het voertuig nutti g en legt men best onmiddellijk klacht neer bij de politi e.

Verkopers die zich aan deze prakti jken schuldig maken riskeren gevangenis-straff en tot 6 maanden en meer.

Vanzelfsprekend kan elk slachtoff er de verkoop laten vernieti gen… althans voor zover de vogel niet volledig in het niets is verdwenen en de koper met een waardeloze hoop metaal en 250,00 euro lichter is achtergebleven.

Maar toch werden reeds meerdere vo-gels gevangen…

Voor een toepassing zie Hof van Beroep Gent, Correcti onele Kamer, 29/03/2011, DCCR, 92-93, 2011, pagina 31 ev.

info@law 2012 i juli-augustus 21

De rechtbank van koophandel te Hasselt diende zich op 25 ok-tober 2010 (DCCr 194, 2012 pag. 162), uit te spreken over de vraag of in een reglement van een netwerkbeheerder een fran-chise kon worden voorzien van 250 €, evenals het plafond van 625.000€ bij de bepaling van de schade door haar aansprakelijk-heid. Een franchise van 250 € is een aanzienlijk bedrag rekening-houdend met het gegeven dat schadegevallen doorgaans te wij-ten zijn aan variaties, inspanning en frequentie en dat bij private gebruikers de schade zich door-gaans zal beperken tot elektro-nische huishoudtoestellen waar-van de waarde vaak 250 € niet zal overstijgen. Het opleggen van een franchise van 250 € is derhal-ve een te verregaande uitsluiting (zo oordeelde de rechtbank).

Hetzelfde weerhield de rechtbank voor het plafond dat door de netwerkbeheer-der werd vastgesteld in het aansluitings-reglement, met name een maximale uitkering van 625.000 € en dit “ voor het geheel van de vorderingen van de ge-bruiker en derden die in hun geheel of hoofdzakelijk gesteund zijn op een vast-gestelde oorzaak. In voorkomend geval zullen de vorderingen van de gebruiker naar evenredigheid worden voldaan”.

De rechtbank van Koophandel te Has-selt trad hierbij de rechtspraak van de voorzitter van de rechtbank van Koop-handel te Kortrijk bij, zetelend zoals in Kortgeding, van 10 maart 2009 met al-gemeen rolnummer AR/2296/08, niet gepubliceerd, stellende dat een dergelijk plafond er toe kan leiden dat bij een te grote panne met een groot bereik een vergoeding dient worden uitgekeerd die in vergelijking met de werkelijke schade verwaarloosbaar is.

De rechtbank van Koophandel te Hasselt oordeelde dan ook dat het maximum plafond van de schadevergoeding van 625.000 € een inbreuk vormt op art. 74, ten dertigste WMPC.

Zie ook noot onder dit vonnis van R. Steennot, distributienetbeheerders zijn onderworpen aan de regels inzake on-rechtmatige bedingen, DCCR 94, 2012 pag. 170.

FRANCHISE EN MAXIMUMPLAFOND BIJ DE AANSPRAKELIJKHEID VAN NETBEHEERDERS INZAKE ENERGIE

Consumentenrecht

22 info@law 2012 i juli-augustus

MINIMUMWAARBORG VOOR CONSUMENTENVERKOOP

Consumentenrecht

Bij de verkoop aan een consu-ment heeft de consument inge-volge artikel 1649 quater een minimumwaarborg van 2 jaar en dit voor elk gebrek aan over-eenstemming met de normale verwachtingen die de consument mocht hebben waaraan het pro-duct diende te voldoen.

Een uitzondering werd voorzien voor tweedehandsgoederen (artikel 1649 quater § 1, 3e lid). Hiervoor mag de waarborgtermijn contractueel worden ingekort, zonder evenwel korter te zijn dan 1 jaar.

Tijdens de periode die vereist is voor de herstelling of de vervanging van het goed en tijdens de onderhandelingen tussen de verkoper en de consument met het oog op een minnelijke schikking, wordt de termijn geschorst ingevolge artikel 1469 quater § 1, 2de lid B.W.

Wanneer de gebreken zich manifesteren naast de wettelijke waarborgtermijn, is volgens artikel 1649 quater § 5 B.W. het gemeenschappelijk koopregime van toe-passing.

Dit geldt evenzeer voor verkopen die niet aan de consument werden gedaan maar aan bijvoorbeeld een professionele koper.

Na de vervanging of de herstelling van het gebrekkige goed begint er geen nieu-we waarborgtermijn te lopen.

Enkel de oorspronkelijke waarborgter-mijn blijft van kracht.

rECHtsprAAk: zie Hof van Beroep Gent, 12e Kamer, 29 juni 2011, DCCR 2012, nr. 94, pagina 90

Zie ook Rechtbank Eerste Aanleg Ant-werpen, 14e Kamer, 3 maart 2011, DCCR 2012, nr. 94, pagina 105

Zie ook noot onder deze gerechtelijke uitspraken in DCCR van Sander Van Loo-ck, Diamonds are (not always) forever: (verborgen) gebreken in het burgerlijk wetboek. Zie DCCR 2012, nr. 94, pagina 112.

info@law 2012 i juli-augustus 23

NADELEN VAN HET RECHTSTREEKS BOEKEN VAN EEN VLIEGTUIGTICKET BIJ DE LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJ

Consumentenrecht

Wie een vliegtuigti cket recht-streeks boekt bij een luchtvaart-maatschappij heeft niet de be-scherming die hij zou hebben wanneer hij de vliegtuigreis zou geboekt hebben via een reisbe-middelaar of reisagentschap.

Het contract tot stand gekomen via reisbemiddeling verschaft tal van bijkomende beschermingen ten voordele van de consument. zo onder meer de overdraag-baarheid van de reis.

Testaankoop meende dat zulks een schending was van het gelijkheidsprinci-pe en wendde zich hiertoe tot het grond-wett elijke Hof.

Het grondwett elijk Hof oordeelde op 3 februari 2011 dat de ongelijkheid die bestaat tussen een reiziger die zijn reis rechtstreeks boekt bij een luchtvaart-maatschappij en een reiziger die zijn reis boekt via een reisbemiddelaar, geen schending uitmaakt van het gelijkheids-beginsel.

Zie DCCR 92-93, 2011 pag. 69 en vol-gende.

Over de bedingen die voorkomen in contracten gesloten met luchtvaart-maatschappijen en de verenigbaarheid van deze bedingen met de wet op de marktprakti jken, is het nutti g naar het vonnis van de rechtbank van Koophan-

del te Namen, 3de Kamer, 29 september 2010 te verwijzen zoals verschenen in DCCR nr. 92-93, 2011 pag. 74 tot 107 en naar het vonnis van de zelfde rechtbank van Koophandel te Namen dd. 10 maart 2010 gepubliceerd in DCCR 92-93, 2011 pag. 108 en volgende en naar recht-bank van Koophandel Namen, 3de Kamer 10 maart 2010 DCCR 92-93, 2011 pag. 146 tot 172. Deze rechtspraak wordt in DCCR 92-93, 2011 pag. 172 tot 184 ge-volgd door een uitstekende noot van R. Steennot, “onrechtmati ge bedingen in de luchtvaartsector”.

24 info@law 2012 i juli-augustus

4 aanvullingen per jaar

Fran

keren

a.u

.b.

PreB

es

Diestersteen

weg 8

8

3510 K

ermt

PRAKTISCHE INFORMATIE

DEEL 1 Algemeen

DEEL 2 A. Afval D. Water B. Lucht E. Bodem C. Geluid F. Nuttige adressen • met alfabetische trefwoordenlijst• formaat A4• met tussenvoegbladen

Prijs (4 mappen): € 129,45Met aanvullingen.

EVENEENS VERKRIJGBAAR

Wetgeving welzijn op het werk

Een losbladige uitgave in samenwerking met:de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, PreBes (Koninklijke Vlaamse Vereniging voor Preventie en Bescherming), Prevent (het Instituut voor Preventie, Bescherming en Welzijn op het Werk) en het Provinciaal Veiligheidsinstituut (P.V.I.) van Antwerpen.

Map 1

WelzijnswetCodex over het welzijn op het werk

Mappen 2 tot 4

A.R.A.B. (Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming)Andere teksten inzake arbeidsbescherming, o.a.:• afwijkings- en uitvoeringsteksten van het A.R.A.B.• gevaarlijke stoffen• ingedeelde inrichtingen• A.R.E.I. (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties)

Prijs: € 129 (met abonnement op de aanvullingen) of € 164 (zonder abonnement).

Van Wetgeving welzijn op het werk is ook een internetapplicatie beschikbaar (www.preventlex.be).

Stijn Streuvelslaan 738501 HeuleTel. 056 36 32 00Fax 056 35 60 96E-mail: [email protected]: www.uga.be

Milieu

Deel 1 (1e en 2e map) bevat de algemene

milieuwetgeving, die niet specifiek betrekking heeft op de milieucompartimenten afval, lucht, geluid, bodem en water:

• het milieuvergunningsdecreet • de milieu-effectrapportering • de Seveso-reglementering • Vlarem I en II • andere algemene regelgeving

Deel 2 (3e en 4e map) behandelt volgende

onderwerpen:

• afvalwetgeving : ook de regeling inzake meststoffen is opgenomen

• lucht en luchtverontreiniging • geluidsnormen • water (grondwater,

oppervlaktewater, …) • bodemsanering

U WENST TE BESTELLEN?

EVENEENS VERKRIJGBAAR

WETGEVING WELZIJN OP HET WERKEen losbladige uitgave in samenwerking met:de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, PreBes (Koninklijke Vlaamse Vereniging voor Preventie en Bescherming), Prevent (het Instituut voor Preventie, Bescherming en Welzijn op het Werk) en het Provinciaal Veiligheidsinstituut (P.V.I.) van Antwerpen.

Map 1

WelzijnswetCodex over het welzijn op het werk

Mappen 2 tot 5

A.R.A.B. (Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming)Andere teksten inzake arbeidsbescherming, o.a.:• afwijkings- en uitvoeringsteksten van het A.R.A.B.• gevaarlijke stoffen (o.a. REACH & CLP)• ingedeelde inrichtingen• A.R.E.I. (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties)

Prijs: € 167 (portkosten niet inbegrepen)

Onze uitgave Wetgeving welzijn op het werk is ook via een internetapplicatie beschikbaar(www.preventlex.be).

Stijn Streuvelslaan 73, 8501 HeuleE: [email protected]

INHOUD

De uitgave ‘Milieu’ bestaat uit twee delen,ondergebracht in vier gebruiksvriendelijkemappen.

Volledigheidshalve bevat deze uitgave links naar verschillende relevante websites teneinde u in staat te stellen onmiddellijk over die informatie te beschikken die u nodig hebt.

Prijs: € 129,45 (portkosten niet inbegrepen)

Uitgeverij UGA T: 056 36 32 11 - F: 056 35 60 96U kan ook online bestellen op www.uga.be

info@law 2012 i juli-augustus 25

GEZAMENLIJK AANBOD VAN PRODUCTEN EN FINANCIËLE DIENST VERBODEN

rECHtsprAAk

Instantie: Hof van beroep

Datum van de uitspraak: 13/04/2011

Een gezamenlijk aanbod van een pro-duct met een financiële dienst zoals een verzekering is niet toegelaten.

FEDERATIE VOOR VERZEKERINGS- EN FINANCIËLE TUSSENPERSONEN/NV) 1. De procedure (...) 2. De feiten 3. 5. De relevante feiten nuttig voor de beoordeling van de zaak, zoals zij uit de stukken en uit de conclusies van partijen blijken, kunnen als volgt worden samen-gevat: C. is de invoerder van C.-voertuigen in België. Zij verkoopt deze voertuigen via een netwerk van erkende verdelers. FVF is een erkende beroepsvereniging van professionele tussenpersonen in verzekeringen waarvan de statuten bij haar oprichting door de Raad van State bekrachtigd zijn. 11. Zie: R. STEENNOT, F. BOGAERT, D. BRULOOT en D. GOENS, Wet Marktprak-tijken, Antwerpen, Intersentia, 2010, 86-89. werden en het voorwerp uitmaakten van een bekendmaking door publicatie in de Bijlage van het Belgisch Staatsblad van 11 juli 1968 onder het nummer 362. Ingevolge deze publicatie heeft FVF lui-dens de wet van 31 maart 1989 rechts-persoonlijkheid verworven. Op 10 december 2010 heeft C. een re-clamecampagne gelanceerd onder het thema ‘ik wil alles’-saloncondities in januari op elke C. De reclame werd ge-voerd op de website van C. en in radio- en tv-spots.

Volgens FVF betreft de reclame een ver-boden gezamenlijk aanbod. Bij brief van 22 december 2010 stelde FVF zowel C. als de NV S., die de verzekeraar is achter het product C.-verzekering in gebreke. NV S. antwoordt op 23 december 2010: “Zoals vermeld in deze publiciteit, geldt dit aanbod voor elke nieuwe onder-schrijving van 1 jaar omniumverzeke-ring en niet enkel bij aankoop van een nieuwe C. Er bestaat dus geen koppeling tussen de zes maand gratis omnium-verzekering met de aankoop van een nieuwe C.” 3. De vorderingen van partijen (...) 4. De ontvankelijkheid (...) 5. De gronden van de beslissing 6. 7. Terecht voert FVF aan dat het bestre-den aanbod (zie stuk 2 bundel FVF) wel degelijk een gezamenlijk aanbod is in de zin van artikel 2, 27° WMPC. Dit artikel bepaalt: “Het aanbod waarbij de al dan niet kos-teloze verkrijging van goederen of dien-sten geboden is aan de verkrijging van andere goederen of diensten.”

8. C. voert aan dat er in casu geen sprake is van een gezamenlijk aanbod in de zin van artikel 2, 27° WPMC aange-zien het verwerven van de zes maanden gratis omniumverzekering niet verbon-den zou zijn aan het verwerven van een voertuig.

9. Naar het oordeel van de rechtbank verwijst de reclamecampagne “Ik wil al-les”, waarin het bestreden aanbod ver-vat zit, uitdrukkelijk naar saloncondities die van toepassing zijn vóór, tijdens en ná het autosalon. Deze saloncondities zijn uiteraard gericht op de verkoop van nieuwe C.-voertuigen. De aanbieding

bestond immers uit een korting op alle voertuigen. Daarenboven stelde C., aan haar klanten die hun oud voertuig wens-ten te verkopen, een overnamepremie voor of hulp bij de doorverkoop. Er werd ook een lage rentevoet aangeboden bij de financiering van een voertuig. Plus zes maanden omnium verzekering bij afsluiting van een verzekeringscontract voor één jaar. Plus een gratis dakkof-fer. Dit aanbod richt zich tot potentiële kopers van nieuwe C.-voertuigen. Het tegendeel beweren zou er op neerko-men dat het aanbod gericht zou zijn tot de reeds bestaande eigenaard van C.-voertuigen: en krijgen die dan allemaal een gratis dakkoffer?

10. Luidens artikel 71 WPC is het geza-menlijk aanbod aan de consument toe-gelaten voor zover het geen oneerlijke handelspraktijk uitmaakt in de zin van artikel 84 WMPC. De principiële geoorloofdheid van het gezamenlijk aanbod wordt evenwel ge-temperd door artikel 72, § 1 WMPC dat bepaalt:

“Elk gezamenlijk aanbod aan de consu-ment waarvan minstens één bestand-deel een financiële dienst is, en dat ver-richt wordt door een onderneming of door verscheidene ondernemingen die handelen met een gemeenschappelijke bedoeling, is verboden. ” Artikel 2, 24° WMPC omschrijft een fi-nanciële dienst als volgt:

“Iedere dienst van bancaire aard of op het gebied van kredietverstrekking, ver-zekering, individuele pensioenen, beleg-gingen en betalingen.”

C. kan zich niet beroepen op de uitzon-deringsbepaling voorzien in artikel 72, § 2 WMPC dat het gezamenlijk aanbod van financiële diensten die een geheel

Economisch recht

26 info@law 2012 i juli-augustus

vormen toelaat. In concreto betreft het immers een aanbod van een goed (C.-voertuig) met een financiële dienst (om-niumverzekering).

11. Artikel 3, 9° van de Europese richt-lijn EG/2005/29 voorziet een strengere regeling voor financiële diensten waar-door het voor de lidstaten mogelijk is om een gezamenlijk aanbod van een goed met een financiële dienst te ver-bieden. Uit geen enkel element kan afgeleid worden dat deze bepaling zich beperkt tot het gezamenlijk aanbod van verschillende financiële diensten, waar-bij de aangeboden diensten allemaal financiële diensten betreft of het aan-bod minstens hoofdzakelijk financiële diensten moet betreffen. Naar het oor-deel van de rechtbank dringt zich in casu derhalve geen prejudiciële vraag op.

12. De rechtbank stelt vast dat FVF een publicatiemaatregel vordert maar dit niet motiveert. De rechtbank is van oor-deel dat de rechten van partijen afdoen-de worden beschermd door het opleg-gen van een stakingsbevel waaraan een dwangsom wordt verbonden. De door FVF gevorderde bijkomende maatrege-len zijn niet van aard dat zij er kunnen toe bijdragen de gewraakte daad of de uitwerking ervan te doen ophouden. FVF toont dit ook niet aan. De omvang van de vastgestelde dwangsom is vol-doende hoog om C. ervan af te houden verdere inbreuken te plegen.

13. Gelet op het bovenstaande zijn de overige middelen zonder belang voor de beoordeling van de zaak.

6. De kosten (...)

7. Het beschikkend gedeelte Op grond van de bovenstaande overwe-gingen neemt de rechtbank volgende beslissing.

Verklaart de vordering van eisende partij ontvankelijk en gegrond in de vol-gende mate: Zegt dat het gratis aanbieden van zes maanden omniumverzekering bij aan-

koop van een voertuig C. een verboden gezamenlijk aanbod uitmaakt in de zin van artikel 72, § 1 WMPC.

Zegt dat dit verboden gezamenlijk aan-bod een met de eerlijke marktpraktijken strijdige daad is en derhalve bij toepas-sing van artikel 95 WMPC verboden is.

De rechtbank legt C. verbod op om bij aankoop van een voertuig gratis zes maanden omniumverzekering aan te bieden.

Zulks onder verbeurte van een dwang-som van 2.500 EUR per afzonderlijke in-breuk na de betekening van het vonnis, met een maximumwaarde van 75.000 EUR, waarbij als een afzonderlijke in-breuk zal worden beschouwd 1) het verspreiden van de verboden publiciteit in een editie van een krant of tijdschrift; 2) het verspreiden van de verboden pu-bliciteit op het Internet per dag; 3) het verspreiden van de verboden publiciteit via affiches per dag; 4) het verspreiden van verboden publiciteit in iedere afzon-derlijke al dan niet gepersonaliseerde mailing of circulaire gericht aan een con-sument; 5) het verspreiden van de ver-boden publiciteit in iedere afzonderlijke reclamespot in de audiovisuele media inclusief bioscopen.

De rechtbank veroordeelt C. tot de kos-ten van het geding in hoofde van FVF begroot op 1.320 EUR rechtsplegings-vergoeding. De rechtbank verklaart het vonnis uit-voerbaar bij voorraad. (...)

noot:

• R. Steennot, RABG, 2011/16, 1126 Gratis toegifte kan van gezamenlijk aanbod verboden verkoop met verlies maken

• R. Steennot, RABG, 2011/16, 1130, Het gezamenlijk aanbod van een goed en een financiële dienst

EEn VoErtUig En EEn VErzEkEring Voor Dit VoErtUig Vormt gEEn gEHEEl Art. 71 WMPC heeft het gezamenlijk aanbod principieel toegelaten.

Maar art. 72 § 1 WMPC stelt: “elk aanbod aan de consument waarvan minstens 1 bestanddeel een financiële dienst (…), is verboden”.

Art. 72 § 2 voorziet evenwel in een uit-zondering voor die financiële diensten die 1 geheel vormen.

Maar de verkoop van een voertuig ge-koppeld aan een verzekering valt niet onder deze uitzonderingsregel.

info@law 2012 i juli-augustus 27

RECHT OP OPENBAARHEID VAN BESTUUR

Administratief recht

snElCUrsUs in EEn notEDop:

1) recht op inzage ter plaatse; 2) recht op een afschrift; 3) recht op uitleg over het rechtsdo-

cument.De aanvrager heeft de keuze over de wijze waarop hij de informatie wenst te ontvangen.

Bij de uitoefening van een recht op af-schrift heeft hij aldus het recht om bij-voorbeeld de papieren of een digitale kopie aan te vragen.

kostEloos kArAktEr VAn DE rAADplEgingDe openbaarheid van bestuur voorziet in een kosteloze inzage van het bestuursdo-cument evenals een kosteloos recht op uitleg.

Dit neemt niet weg dat de kostprijs voor het afschrift onder de vorm van een re-tributie op basis van de redelijke kost-prijs in rekening mag gebracht worden.

WiE HEEft inzAgErECHt?Iedereen.

Dus elke natuurlijke persoon, rechtsper-soon, dan wel een groepering.

Er dient wel een onderscheid gemaakt te worden tussen informatie met algemene draagwijdte en informatie van persoon-lijke aard.

Voor deze laatste soort informatie dient de aanvrager belang aan te duiden.

De Wet Openbaarheid van Bestuur be-paalt wat een document van persoon-lijke aard is: “het bestuursdocument dat een beoordeling of een waardeoordeel bevat van een met naam genoemd of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon of beschrijving van een gedrag waarvan het terugbaar maken aan die persoon kennelijk nadeel kan berokke-nen.”

rECHtsprAAkIn een arrest van 03.03.2009 van de Raad van State, werd geoordeeld dat examenkopieën en examenresultaten documenten van persoonlijk aard zijn.

In een arrest van 24.11.2010 van de Raad van State werd geoordeeld dat persoon-lijke informatie over het gedrag van een leerkracht beticht van grensoverschrij-dend gedrag informatie van persoonlijke aard is.

In een arrest van 28.10.2010 werd ge-oordeeld dat documenten met de juiste antwoorden op examenvragen geen do-cumenten van persoonlijke aard zijn.

Documenten kunnen slechts van per-soonlijke aard zijn wanneer zij slaan op een natuurlijke persoon.

Documenten over rechtspersonen kun-nen dus door ie-dereen worden ingekeken, zelfs wanneer

het bestuursdocument een waardeoor-deel uitspreekt over de rechtspersoon of wanneer het document informatie bevat waarvan het ruchtbaar maken nadeel kan bezorgen aan die rechtspersoon.

Zie M. Boes, “Openbaarheid van be-stuur, bevoegdheidsverdeling, federale openbaarheidsregeling, in A-M. Draeye.”

In een arrest van de Raad van State van 07.04.2011 werd geoordeeld dat testaankoop inzagerecht had over docu-menten met betrekking tot de individu-ele cijfers per ziekenhuis met betrekking tot handhygiënecampagnes.

Geoordeeld werd dat geen belang dien-de aangetoond te worden en dat deze informatie niet viel op de uitzonderings-grond van artikel 6 § 3, 2e van de wet van 11.04.1994. Doordat de gegevens met betrekking tot handhygiënecampagnes slechts feitelijke vaststellingen en geen meningen of adviezen zijn.

Dit arrest werd gepubliceerd in DCCR nr. 94, 2012, pag. 17, voorzien van een zeer uitvoerige noot van I. Opdebeek en A. Coolsaet.

28 info@law 2012 i juli-augustus

ontBinDEnDE VoorWAArDE BEgrEpEn in WEDErkErigE ContrAC tEn

TONTINE EN RUZIE TUSSEN DE DEELGENOTEN.

Burgerlijk recht

tontines worden vaak afgesloten tussen samenwonende partners. Dit kunnen ook twee broers zijn of een vader en dochter, een moeder en zoon, …

Het gebeurt meer dan eens dat deze samenwonende partners die een tontine hebben afgeslo-ten in ruzie vallen. Dit niet in het minst wanneer één van hen een relatie aangaat met een andere persoon en die dan in de woning brengt.

De vraag die zich dan onmiddellijk stelt is wat zijn de rechten van de partijen in dit geval. In de rechtsleer werd reeds ge-steld dat de rechter in een dergelijk ge-val het exclusief genot van het goed aan één van de deelgenoten kan toekennen in geval de rechter een fout van één van hen kan vaststellen. In dit geval wordt dan het goed ter beschikking gesteld van de andere deelgenoot met een compen-serende genotsvergoeding.

Dezelfde rechtsleer stelt dat wanneer een deelgenoot op eigen initiatief het onroerend goed zou verlaten, zonder hiertoe gedwongen te worden, er geen vergoeding zou verschuldigd zijn.

In een arrest van het Hof van Cassa-tie van 19.09.2011, RABG, 2012/5, 315 wordt het recht op een genotsvergoe-ding evenwel erkend ook voor diegene die het onroerend goed heeft verlaten zonder dat er sprake is van schuld bij de andere deelgenoten.

Er kan zich een vraag stellen naar het be-lang van de discussie nu het toch meer dan redelijk zou zijn dat een tontine ge-woonweg kan ontbonden worden net zoals elke onverdeeldheid.

Het probleem is echter dat een belang-rijke strekking in de rechtsleer en in de rechtspraak stelt dat deelgenoten van een tontine de uitonverdeeldheidtreding niet kunnen vorderen, behoudens indien partijen anders zijn overeengekomen.

Toch is er een andere strekking die stelt dat een tontine wel degelijk kan ontbon-den worden wanneer de onderliggende beweegreden van de tontine, met name de wil tot samenwonen heeft opgehou-den te bestaan.

Maar deze redenering botst met de rechtsregel die stelt dat de oorzaak dient beoordeeld te worden op het ogenblik van de totstandkoming van de overeen-komst en waarbij de latere verdwijning van de oorzaak geen enkel gevolg heeft op de geldigheid van de rechtshandeling (cassatie 12.12.2008).

Samengevat kan men stellen dat men zeer voorzichtig dient om te springen met de rechtsfiguur van de tontine en deze zeer zorgvuldig dient op te stellen waarbij modaliteiten dienen voorzien te worden wanneer er onmin ontstaat tus-sen partijen.

Bovendien dient men zich de vraag te stellen of een beding van aanwas in heel wat gevallen geen betere keuze is nu vol-gens sommige auteurs de tontine een volledig verouderd instrument gewor-den is.

Rechtsleer: Beatrice Verlooy, tontine, mede-eigendom en genotvergoeding,

RABG, 2012/5, pagina 316 met talrijke verwijzingen.

BEVoEgDE VrEDErECHtEr nA oVErplAAtsing VAn EEn z iEkE DiE VAlt onDEr DE WEt op DE pErsoon VAn DE gEEstEsziEkEn. Wanneer een geesteszieke wordt doorverwezen van een instelling naar een andere, wordt onmiddellijk de Vrederechter van de nieuwe instelling bevoegd waarbij ook het dossier van het ene vredegerecht verhuist naar het an-dere vredegerecht.

Een en ander in toepassing van artikel 622 en 627 Ger.W.

Voor verdere commentaar zie Ulrik Van Den Plas, bevoegde Vrederechter na overbrenging zieke naar andere dienst (artikel 18 WPG), tijdschrift van de Vre-derechters, 2011, 483.

info@law 2012 i juli-augustus 29

De taak van de curator van de onbe-heerde nalatenschap begint met deze omschreven in artikel 813, 1e lid, B.W., inhoudende opstelling van een staat van de nalatenschap door een boedelbe-schrijving te doen vaststellen.

Krachtens het 2de lid beheert de curator de nalatenschap en zijn de bepalingen van de afdelingen III van hoofdstuk IV betreffende de te gelde making van het actief en de betaling van het passief door de onder voorrecht van boedelbeschrij-ving aanvaardende erfgenamen, van toepassing op de afdeling IV met als op-schrift “onbeheerde nalatenschappen”.

Hieruit volgt dat de nalatenschap, en in het bijzonder de erfgenamen die de na-latenschappen alsnog aanvaarden, ge-bonden zijn door de handelingen die de curator wettig heeft verricht.

Wanneer de curator een aanbod tot verkoop van een welbepaald goed heeft geformuleerd tegen een welbepaalde prijs is dit bindend voor de nalatenschap waarvoor de curator als vertegenwoordi-ger optrad, gedurende de in het aanbod gepreciseerde termijn, of bij gebreke daarvan, gedurende een redelijke ter-mijn.

De omstandigheid dat de opdracht van de curator nadien werd beëindigd, heeft niet tot gevolgd dat een door hem na-mens de nalatenschap rechtsgeldig ge-formuleerd aanbod vervalt.

Op grond van de artikelen 1101, 1108 en 1134 B.W. volstaat in beginsel de aanvaarding van het aanbod door de be-stemmeling ervan om de overeenkomst tot stand te brengen.

Zijn partijen of hun vertegenwoordigers in de tijd of in de ruimte van elkaar ver-wijderd, dan wordt de overeenkomst ge-acht tot stand te komen op het tijdstip en de plaats waarop de aanbieder van de aanvaarding door de wederpartij kennis neemt of daarvan redelijkerwijze kennis had kunnen nemen.

De omstandigheid dat de contractpar-tij die het aanbod van de curator aan-vaardt, die aanvaarding verkeerdelijk richt aan de niet langer bevoegde cura-tor, belet niet dat er een overeenkomst tot stand komt met de nalatenschap in-dien de personen die de nalatenschap op dat moment vertegenwoordigen van de aanvaarding kennis hebben genomen of hiervan redelijkerwijs kennis konden nemen.

rechtspraak: Cassatie, 14.05.2011, RABG 2012/5, pagina 321.

rechtsleer: M. Govaerts, de aanstelling en de taken van de curator van de on-beheerde nalatenschap, RABG 2012/5, pagina 324.

VERANTWOORDELIJKHEDEN EN RECHTSGEVOLGEN VAN DE HANDELINGEN GESTELD DOOR EEN CURATOR VAN DE ONBEHEERDE NALATENSCHAP.

Erfrecht

30 info@law 2012 i juli-augustus

bvba linders quality toga’s & uniforms sprl

A. Dansaertstraat 84 Rue A. Dansaert • 1000 Brussel-Bruxelles • België-Belgique

www.lindersbrussels.be

bvba linders quality toga’s & uniforms sprl

A. Dansaertstraat 84 Rue A. Dansaert • 1000 Brussel-Bruxelles • België-Belgique

www.lindersbrussels.be

Deze tweedelige uitgave bevat enerzijds alle van toepassing zijnde wetgeving en praktische informatie over het beslagrecht en anderzijds handige modellen die u kan gebruiken in tal van procedures.Deze modellen kan u rechtstreeks downloaden van de internetapplicatie. Prijs: Deel 1: 19,95 €Deel 2: 49,95 €

Bestel deel 1 en 2 vóór 31 oktober en u krijgt 10% korting op de beide delen, plus gratis toegang tot de internetapplicatie.

Uw rechten tegenover de gerechtsdeurwaarder en uw schuldeisers: het beslagrecht ontmaskerd • Elfri De Neve

Advocaat Elfri De Neve

Advocaat Elfri De Neve is afgestudeerd in 1983 aan de VUB te Brussel als licentiaat in het recht, waarna hij als advocaat startte in Oudenaarde. Het kantoor heeft momenteel verschillende interne en 20 externe medewerkers.

Hij is gespecialiseerd in o.a. betalingsverkeer, consumentenkrediet en schuldbe-middeling en won verschillende grote processen inzake deze materie.

Hij heeft meer dan 25 jaar ervaring in beslagrecht en schrikt er niet voor terug om zelfs tegen de machtigsten hard op te treden en heilige huisjes in te stampen, zoals het blootleggen van de machinaties van kredietgevers, en elke dag opnieuw in alle onafhankelijkheid het belang van de burger te verdedigen.

Van tal van zijn spectaculaire zaken werden de vonnissen gepubliceerd in de vak-pers, waarin hij de verdediging opnam tegen de banken waardoor hij de fi nanciële sector op zijn kop zette.

De laatste jaren ontpopte advocaat De Neve zich als mediafi guur in diversetijdschriften, radio en TV. Maar hij is vooral bekend als auteur van de gekende site www.elfri.be, de grootste open juridische site van het land met een antwoord op bijna alle juridische vragen en met dagelijkse updates.

U zag hem in het VT4 programma “ rekeningen in het rood ”, samen met mental coach Greet Dyckmans.

Uw rechten tegenover

de gerechtsdeurwaarder en uw schuldeisers

het beslagrechtontmaskerd

Elfri DE NEVE

1 DEEL 1

10-85750-00-E-K RECHTSMIDD.indd 1 13/09/10 10:57

Uitgeverij UGA T: 056 36 32 11 - F: 056 35 60 96U kan ook online bestellen op www.uga.be

PLAATSEN WAAR AMBULANTE HANDEL IS TOEGELATEN

Economisch recht

Overeenkomstig art. 3 van de wet van 25 juni 1993 is de uitoefening van ambu-lante of kermisactiviteiten onderworpen aan een voorafgaande machtiging.

Krachtens art. 4 van voornoemde wet is de uitoefening van een ambulante activi-teit toegelaten overeenkomstig de bepa-lingen van hoofdstuk 2, op de openbare en private markten, de openbare weg op andere plaatsen van het openbaar domein, op plaatsen grenzend aan de openbare weg en op de commerciële parkingsplaatsen.

Op grond van art. 4 § 1 lid 3 is de uit-oefening van de ambulante activiteiten eveneens ten huize van consumenten toegelaten voor zover deze activitei-ten betrekking hebben op producten of diensten voor een totale waarde van minder dan 250 € per consument.

Het aanbieden van producten ten huize aan een initiële prijs van 2.000 € die dan verminderd wordt tot 150 € maakt een schending uit van deze wetsbepaling.

Het aanspreken van potentiële klanten op de openbare weg of voor hun woning, terwijl vaststaat dat er met het oog op het afsluiten van de verkoop toch naar de woning van de klant wordt gegaan, is niet te aanzien als een verkoop op de openbare weg. Met deze werkwijze wordt gepoogd om de wet te omzeilen.

Zie Hof van Beroep Gent, 4de Kamer, 29 maart 2011 DCCR nr. 92-93, 2011, pag. 31 en volgende.

info@law 2012 i juli-augustus 31

Contactinfo • Tel: 0475 58 59 84 • email: [email protected] • www.e-deo.be

DICTEERT U NOG ANALOOG?

Van analoog naar digitaal dicteren is een eenvoudige omschakeling. Digitale dicteeroplossingen van Philips bieden in vergelijking met analoge, op cassette gebaseerde dicteerapparaten een hele reeks aan voordelen en kunnen naadloos in uw bestaande ondernemingsworkfl ow geïntegreerd worden.

Interesse? Contacteer ons om uw inruilkorting te kennen*.*Aanbod geldig tot 31/12/2011

PHIL_e-deo_adv.indd 1 28/09/11 10:25

Van de nummer 1 in professioneel dicteren

Productiviteit onderweg met de dicteerrecorder voor iPhone

De weg van uw dictaat naar het kant-en-klare tekstdocument was nog nooit zo kort

Doordat u dicteerbestanden via uw iPhone kunt opnemen, bewerken en verzenden wint u aan mobiele flexibiliteit en kunt u de verwerkingstijd van een document verbeteren. www.philips.com/dictation

Contactinfo: tel. 0475 58 59 84 – e-mail: [email protected] – www.e-deo.be

SPEECH AND LANGUAGE TECHNOLOGY

Services and Integration

AD_IPHONE_A4_NL_E_DEO.indd 1 22.05.12 17:53

32 info@law 2012 i juli-augustus

Prik hier uw memo en bereik duizenden mensen uit de juridische wereld.

Voor meer info over het plaatsen van een oproep of advertenti e stuurt u best een email naar [email protected] met vermelding “MEMO”.

PrikbordU zoekt wat u niet vindt?

iNFOtijdschrift voor de rechtspracti cus.

Memo!

lees nu uw wetboekop uw ipad of ipodMeer info:www.elfri.be\node\5966 of htt p://ti nyurl.com/42el73g

ik zoek een stageplaatsReageren via …

ghostwriter gezocht,die in samenwerking met een au-teur aan de hand van gesprekken of aangeleverde teksten een redacti oneel afgewerkt boek kan samenstellen. Vergoeding op basis van percentage op het auteursrecht. Reageren:

Email: [email protected]

kn-HEist prachti g gerenoveerd app, mooi zeezicht, 2 slk., lift , alle comfort, nt-rokers, gn huisdieren,400 euro/ week behalve in schoolvak juni en sept, vr inl.: 0477 61 00 90

gEzoCHt!Foto’s van gerechtsgebouwen, zitti ngs-zalen, magistraten, advocaten, grif-fi ers, liefst in toga, dan wel abstracte foto’s met justi ti e als thema.Mail naar [email protected]

UgA zoekt auteurs !

Hebt u een vlott e pen en bent u gespeci-aliseerd in een bepaalde rechtstak ?

Meent u dat over een bepaald juridisch onderwerp moet worden gepubliceerd ?

Neem contact op met ons op en vertel uw project of suggesti e!

Stuur gewoon een email met uw ge-gevens en korte omschrijving van uw project naar [email protected] nemen in ieder geval contact op met u.

Erik-Frederik VAN EECKHAUTUitgeverij UGA

I

info@law 2012 i juli-augustus 33

www.continuga.be

De specialist in al uw drukwerk.

Toonaangevende uitgeverij inzake wetgevingwelzijn op het werk, milieu & verkeer.

Gespecialiseerd in diverse takken van het recht.

www.uga.be

34 info@law 2012 i juli-augustus

MIDDEN-VLAANDEREN

[ uw opleiding • onze zaak ] Schrijf online in op www.syntra-mvl.be

Meer info over deze opleidingen?

Surf naar: www.syntra-mvl.be of e-mail naar: [email protected]

SYNTRA Midden-Vlaanderen is in Oost-Vlaan-deren en Vlaams Brabant de toonaangevende opleidingsorganisatie, erkend door de Vlaamse Regering, en werkt aan een kwaliteitsvolle, arbeidsmarktgerichte competentieontwikkeling in functie van meer en beter ondernemen. We streven ernaar het centrum te zijn voor talent- en competentieontwikkeling van bedrijven en bedrijvige mensen en willen de markt klantgericht benaderen via een innovatief,

kwaliteitsvol en arbeidsmarkt-gericht

opleidingsaanbod.

Met meer dan 100 vaste medewerkers en een gespecialiseerd netwerk van meer dan 1.200 docenten en trainers organiseren wij in onze campussen te Aalst, Asse, Gent,

Oudenaarde en Sint-Niklaas of op locatie, ondernemersopleidingen voor particulieren en bijscholingen en trainingen voor tal van ondernemingen, overheidsbedrijven, openbare besturen,...

info@law 2012 i juli-augustus 35

36 info@law 2011 i juli-augustus

iNFOtijdschrift voor de rechtspracti cus.