inDruk vo voorjaar 2011

9
Aandacht voor mediawijsheid blijft belangrijk Auteursrecht: kwestie van je KoppieCopy gebruiken Zelf mediawijzer worden? VO voorjaar 2011

description

inDruk vo voorjaar 2011

Transcript of inDruk vo voorjaar 2011

Page 1: inDruk vo voorjaar 2011

Aandacht voor

mediawijsheid blijft

belangrijk

Auteursrecht: kwestie van

je KoppieCopy gebruiken

Zelf mediawijzer worden?

VO voorjaar 2011

Page 2: inDruk vo voorjaar 2011

6 8 10 12

vo voorjaar 2011 - 3

2 Column Frans Schouwenburg

3 Wanneer ben je mediawijs?

4 Media-educatie: doen maakt het voor iedereen leuk

6 Mediaonderwijs: drie keer anders

8 Mediawijsheid basisvoorwaarde actief burgerschap

10 Aandacht voor mediawijsheid blijft belangrijk blijkt uit onderzoek

12 Nieuwe media zorgen voor nieuwe beroepsmogelijkheden

14 Opleidingen en trainingen

15 Auteursrecht in de klas

16 Nieuws

Inhoud

ColumnTerwijl ik dit schrijf staan de media bol van de

verwarrende nieuwsberichten over het Midden-

Oosten. Gebeurtenissen die de wereld radicaal

veranderen en die mij

doen denken aan 1989;

toen de muur viel en

daarna het ene na het

andere Oostblokland de

socialistische staatsvorm

inruilde voor meer de-

mocratie. Er is wat mij

betreft echter een groot

verschil: deze keer spelen

sociale media een hoofdrol

in de ontwikkelingen. Wat

er in het Midden-Oosten

precies gebeurt en gaat

gebeuren weten we niet,

maar we worden er via

internet, twitter en facebook 24 uur per dag van

op de hoogte gehouden. Daardoor worden we er

weer eens goed mee geconfronteerd dat deze be-

richtgeving, formeel via media of informeel via

“burgers met internet” absoluut onbetrouwbaar

is. Ik denk dat deze situatie eens te meer aan-

geeft hoe belangrijk het is om op school aandacht

te besteden aan mediawijsheid. Daarom wij-

den we er dit keer een compleet nummer van de

inDruk aan. Eigenlijk moeten we leerlingen leren

twijfelen over alles wat ze op internet en in de

media tegenkomen. Dat

lijkt een vervelende mis-

sie, want je gunt ze toch

juist kracht en zelfver-

trouwen? Maar juist die

gidsrol, die u als docent

heeft kan leerlingen ster-

ker en mediawijzer ma-

ken. Wanneer ben je over-

tuigd dat nieuws waar is?

Wat kun je zelf doen om

feiten te checken? Mag je

een foto, filmpje of arti-

kel zomaar overnemen en

zelf publiceren? Dat zijn

belangrijke vragen in een

tijdperk waarin vrijwel alle jongeren daadwerke-

lijk op internet publiceren! Dit en andere vragen

komen in deze inDruk aan de orde.

We wensen u veel leesplezier!

Frans Schouwenburg

Sectormanager vo

Mediawijsheid; van belang in een veranderende wereld

’Voor knoppenkunde scoren jongeren een dikke voldoende. Maar dat zegt niets over het mediagebruik.”

Media zijn niet meer weg te denken uit ons

dagelijks leven. Maar gebruiken we media wel

op de juiste manier? Weten we er wel voldoende

van en wanneer is iemand mediawijs? Om dat te

meten, wordt het begrip mediawijsheid in kaart

gebracht. Florine Wiebenga, educatiespecialist

bij EYE Film Instituut Nederland en projectlei-

der van het onderzoek Meten van Mediawijs-

heid, legt uit.

Onderzoekers maken zich zorgen om het mediagebruik van kin-

deren. Veel en verkeerd mediagebruik zou kunnen lijden tot

sociale en emotionele problemen, te wei-

nig beweging en infobesitas. Ook binnen

het onderwijs wordt vaak met argusogen

naar media gekeken. Mediawijsheid

wordt dan ingezet om leerlingen bewust

te maken van de mogelijke gevaren die

media met zich meebrengen. “Jammer en

deels ook zeer onterecht,” stelt Florine

vast. “Mediawijsheid heeft veel aspec-

ten. Daar hoort angst voor eventuele gevaren bij. Maar media-

wijsheid betekent zoveel meer Het gaat er ook om dat we leren

hoe we beeldtaal moeten lezen, hoe we zelf mediaproducten

kunnen maken en dat we begrijpen hoe media werken. Als we

die kennis en vaardigheden bezitten, kunnen we een enorme

meerwaarde uit media halen.”

Meetinstrumenten

“De definitie van mediawijsheid is veelomvattend. Met dit

onderzoek, dat eind mei word afgerond, pluizen we de defi-

nitie uit tot verschillende competenties. Die werken we uit

tot meetbare instrumenten. Twee meetinstrumenten testen

we en daarbij is er één bedoeld voor leerlingen van het

voorgezet onderwijs. Praktische bruikbaarheid staat voorop,

het dient als voorbeeld voor andere scholen.”

Een hype?

“Absoluut niet! Mediawijsheid is een logisch gevolg van

technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Het

is een onmisbare eigenschap, media zijn volledig geïnte-

greerd in de samenleving.” Florine voorziet dat de docent

vooral een coachende rol heeft in het bijbrengen van media-

wijsheid. “Voor knoppenkunde scoren jongeren een dikke

voldoende. Dat zegt echter niets over

de media-inhoud; in welke context

wordt de informatie gebruikt, heeft

de leerling het analytisch vermogen

om de informatie op waarde te schat-

ten of te zien wie de afzender is?”

Kansen

De uitkomsten van het onderzoek

zullen aanknopingspunten voor verder onderzoek bieden.

Florine: “Het medialandschap blijft veranderen, mediawijs-

heid is een complexe materie en het meetinstrument is dan

ook een begin om zicht te krijgen op de mate waarin iemand

mediawijs is.”

Wanneer ben je mediawijs?Onderzoeksgroep ontwikkelt meetinstrumenten

Het onderzoek is een initiatief van EYE, TNO,

Thorbecke Scholengemeenschap, Blik op Media,

Cinekid en Krant in de Klas in het kader van de

stimuleringsregeling van Mediawijzer.net

Mediawijsheid is alle kennis en

vaardigheden en de mentaliteit die

mensen nodig hebben om bewust,

kritisch en actief mee te doen in

de wereld van vandaag en morgen,

waarin media een bepalende hoofdrol

spelen. (definitie Raad van Cultuur)

Page 3: inDruk vo voorjaar 2011

vo voorjaar 2011 - 54 - vo voorjaar 2011

Media-educatie: doen maakt het voor iedereen leuk

en ook dat spreekt aan. Van Dijk: “Ze zien het echt als een

uitdaging om te ontdekken wat er veranderd is aan een

foto.” Naast de combinatie van zelf creëren en daardoor

bewustzijn kweken, moet mediawijsheid dan ook bij andere

lessen aandacht krijgen, vindt hij. “Ik geef zelf wiskunde.

Als je een krant openslaat, zie je al hoeveel gemanipuleerde

grafieken daarin voorkomen. Of denk aan de kaarten bij

Aardrijkskunde.” Dat niet alle collega’s zullen staan te

springen, beseft hij zich. Maar optimistisch is hij ook. “Dit

vergt vaak maar heel kleine aanpassingen.”

Moderne media en het onderwijs, het is een onvermijdbare combinatie. Niet alleen het gebruik

van, maar ook het bewustzijn over al die communicatiemiddelen vereist aandacht op school. Twee

pionierende docenten vertellen wat media-educatie voor hun leerlingen betekent.

Enkele jaren geleden zette informatica- en wiskundedocent

Guido van Dijk een keyboard in de klas en wachtte af.

De eerste reactie kwam van een van de jongens. Of hij

misschien even op de computer mocht, om iets op te zoeken?

Na een blik op een filmpje van YouTube begon hij terplekke

met naspelen.

Beeldcultuur

“Leerlingen van nu zijn opgegroeid met beelden, en dit is

de manier waarop ze leren”, is de heldere conclusie van

Van Dijk, werkzaam op het Connect College en Ambassadeur

van het jaar van Kennisnet. Iedere dag is hij bezig met

het integreren van ict in het onderwijs. De noodzaak om

deze generatie kinderen niet alleen iets te leren over de

technische toepassingen, maar ook over het begrijpen en

doorzien van de werking van media, is voor hem dan ook

glashelder.

Hetzelfde geldt voor Wim Hilberdink, projectleider van

de leerlijn Moderne Media en leraar Nederlands op de

Thorbecke Scholengemeenschap, dat zich sinds enkele jaren

profileert met media-educatie. “Jongeren groeien op met

beeldcultuur, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Het is

wonderlijk dat we dan op school zeggen: jongens, pak je boek

erbij. Je moet inspelen op de veranderende samenleving,

dat heeft ook te maken met goed burgerschap. De Raad voor

Cultuur noemt het niet voor niets de verworvenheden en

gevaren van moderne media”, vindt hij.

Dat je iets kunt leren van een YouTube-filmpje, is zeker

een verworvenheid. Maar ook de gevaren zijn evident.

“Zie het profielwerkstuk van ouderejaars. Leerlingen gaan

een onderwerp googelen, en vaak vind je alleen de eerste

of tweede hit terug in het werkstuk”, weet Van Dijk. Een

voorbeeld: de website martinlutherking.org. “Je denkt: dat

is een website die alles beschrijft over het leven van Martin

Luther King. Maar die site is gemaakt door Stormfront en

belicht alleen hun visie op zijn leven. Daarom staan we stil

bij vragen als: wie heeft dit gemaakt? Wat is de doelgroep?

Welke bronnen zijn er gebruikt? Wat is de boodschap?”

Zelf doen

“De volgende stap is: kan ik het zelf creëren?”, vervolgt Van

Dijk. Zowel het Thorbecke als het Connect College gaan uit

van de gedachtegang learning by doing. Als de scholieren

zelf aan het produceren slaan, moeten ze immers nadenken

over welke boodschap ze over willen brengen, en hoe.

Ze zullen daarvoor verschillende concepten die horen

bij het maken van zo’n productie moeten toepassen. En

daarvoor moet je die toch eerst een beetje begrijpen.

Vandaar dat ook Hilberdink op zijn school de verschillende

onderdelen van het mediaonderwijs zo veel mogelijk met

elkaar verbindt. “Tijdens een les mediawijsheid heb ik het

bijvoorbeeld over de tien manieren om iets te verkopen.

Denk aan ‘de gelukkige familie’ of ‘humor’. Dat moeten de

leerlingen dan inzetten in de praktische opdracht. Zo kwam

een groepje na het thema humor met een reclamefilmpje

over een shampoo met een dure aanschafwaarde, maar

allerlei voordelen. Je hoefde er maar één fles van te kopen,

nooit meer naar de kapper, enzovoorts. Het bleek een

shampoo te zijn waar je haar van uitvalt”.

Op het Thorbecke hebben de leerlingen de luxe

dat zij gebruik kunnen maken van een eigen

regiekamer, tv-studio en green screen. Af en

toe worden hun filmpjes zelfs breder vertoond

dan alleen binnen het eigen klaslokaal. Zo

werden twee winnende leerlingenfilmpjes uit

een reclamewedstrijd door kinderzender Jetix

uitgezonden en ook de Overijsselse bibliotheek

en ingenieursbureau Arcadis meldden zich al

bij de school voor filmopdrachten. Bijkomend

voordeel: de activiteiten worden heel

“betekenisvol”: de kinderen zien hun eigen

werk terug in de maatschappij.

‘Dat is niet echt, hoor’

Goede, uitontwikkelde methoden om te toetsen

of de lessen daadwerkelijk het gewenste effect

sorteren hebben de scholen nog niet. Een

breed samenwerkingsverband van organisaties

is, met Thorbecke als proeftuin, daar nu wel

onderzoek naar aan het doen. De ervaringen

van docenten doen hen echter vermoeden

dat het effect er zeker is. Hilberdink vertelt:

“Bijvoorbeeld door reacties van ouders. Die

vertellen ons dat ze met hun kind een film

kijken, en dat een kind van onze school dan

roept: ‘Dat is niet echt, hoor, dat is met een

green screen gemaakt.’ Ze herkennen een over-

the-shoulder shot, ze weten dat je iets kunt

vergroten met een kikvorsperspectief.”

En de leerlingen zelf? Die vinden het

vooralsnog allemaal prachtig. “Ze zijn niet

voor de camera weg te slaan”, lacht Van Dijk.

Maar daarnaast: de scholieren worden ingeleid

in de wondere wereld van de mediamisleiding

Ik probeer leerlingen iets te leren over het begrijpen en doorzien van de werking van media.”

Ik verbind de verschillende onder-delen van het mediaonderwijs zoveel mogelijk met elkaar”

Page 4: inDruk vo voorjaar 2011

vo voorjaar 2011 - 76 - vo voorjaar 2011

Van Lodenstein College, met meerdere locaties in Midden-

Nederland, daar niet voor gekozen. Deze school met

reformatorische grondslag schreef een flinke notitie om de

aandacht voor mediawijsheid aan de onderwijsvisie te

koppelen. Het stuk benoemt de spanning tussen de zorgen die

de school heeft over het moderne mediagebruik en de

verantwoordelijkheid om de leerlingen goed voor te bereiden

op een toekomst in de hedendaagse maatschappij. Directeur

Schouten vertelt: “Een paar jaar geleden is een groep mensen

van verschillende reformatorische scholen bij elkaar

gekomen om lessen te ontwikkelen. De hoofdlijn van het

beleid is dat wij vinden dat leerlingen zich moeten beperken,

zich niet door iedere prikkel moeten laten leiden. Zo is

internetgebruik net als winkelen: je maakt een lijstje en je

koopt wat je nodig hebt, in plaats van je te laten verleiden tot

allerlei impulsaankopen.” Het onderwerp komt dan ook voor

in mentorlessen, bij maatschappijleer, godsdienst en

geschiedenis, zegt leraar Don. “In de mentorlessen laten we

leerlingen nadenken over stellingen. Wat zijn de gevaren en

mogelijkheden van internet? Bij maatschappijleer gaan ze op

zoek naar bepaalde informatie op websites. Dan bespreken

we: wat is de waarde van de informatie die je tegenkomt? We

laten ze in discussie gaan, een idee vormen.” Waar de andere

scholen geloven in een aanpak van learning by doing,

investeert het Van Lodenstein vanwege haar confessionele

grond dus puur in reflectie op het thema. “Onze achterban

houdt de televisie het liefst buiten de deur, maar inmiddels

heeft het computergebruik een enorme vlucht genomen. We

kunnen niet het één bannen, maar niet nadenken over het

ander. Ook op ouderavonden is dit onderwerp al verschillende

keren besproken. Alles met het doel om ethische bezinning op

gang te brengen.”

Aandacht voor mediawijsheid zorgt voor bewuste en kritische houding.”

Mediaonderwijs: drie keer anders

Newmancollege: leren door te doen

Het Bredase Newmancollege begon vier jaar geleden met

mediaonderwijs, als tegenhanger voor het technasium

waarmee de school zich profileert. Conrector Biemans vertelt:

“We wilden het evenwicht in de leerlingenpopulatie niet

verstoren. Een multimediavak leek ons een goede manier om

dat te compenseren. Eerst was het een keuzevak, maar

negentig procent van de leerlingen koos voor Design &

Multimedia in plaats van tekenen en muziek. Toen besloten we

er een verplicht vak van te maken.”

Daar was wel even discussie over,

want: “De docenten die tekenen en

muziek geven voelen zich

verantwoordelijk voor dat wat de

leerlingen moeten weten voor het

examen. Dus bespraken we hoe we

dat nieuwe vak konden vormgeven

en toch een voldoende basis

zouden bieden voor de eindtermen.” Leren door te doen werd

op het Newmancollege het uitgangspunt. “Je zou het natuurlijk

kunnen uitleggen en theoretisch toetsen, maar daar kiezen wij

niet voor. Onze scholieren leren omgaan met multimedia door

zelf beelden te creëren. In onze visie is dat onlosmakelijk met

elkaar verbonden”, zegt Biemans.

De aanpak van het technasium stond model voor een

ander belangrijk aspect van het mediaonderwijs, namelijk de

maatschappelijke toepasbaarheid van de opdrachten. “Daar

ligt de nadruk op onderzoek en ontwerp, naar aanleiding

van opdrachten van buitenaf. Dat zorgt voor erg veel

enthousiasme bij de leerlingen. Als zij een reële vraag van

een bedrijf krijgen, werkt dat erg motiverend, want dan zijn

ze ook buitenschools van belang. Het productgericht werken

en vanuit verschillende perspectieven leren kijken naar een

probleem zijn competenties die bij onze leerlingen goed zijn

ontwikkeld, horen we van hbo’s en universiteiten. Ik denk dat

dat voor D&M ook zo gaat werken.”

KSE: van apart vak naar integratie

De collega’s van de Katholieke Scholengemeenschap Etten-Leur

(KSE) kennen een vergelijkbare aanpak. De school laat

leerlingen ervaren hoe ze door beelden, muziek en reclame

beïnvloed worden door ze zelf soortgelijke producties te

laten maken. En ook hier wordt samenwerking met lokale

partners gezocht. Heel wat delegaties van andere scholen

kwamen in de voorbereiding op eigen plannen hun licht

opsteken in Etten-Leur. Mede door een verandering in lesduur

heeft de KSE mediaonderwijs in

verschillende vormen gekend. Eerst

werd het mediavak slechts een deel

van het jaar aangeboden. Na een

geleidelijke overgang naar lessen van

80 minuten koos de school voor één

mediales per week voor alle

tweedeklassers. Volgend jaar, bij een

nieuwe omvorming naar 60 minuten,

komt het onderwerp terug binnen de lessen tekenen en

muziek. “Het voordeel is dat we het dan gedurende de eerste

drie jaar het hele jaar door kunnen doen”, zegt conrector

Timmermans. Zou het nog breder kunnen, door niet alleen

kunstvakken te betrekken? “Ik zou het graag zien, maar zover

is het nog niet”, zegt hij. “Dat staat of valt met sleutelpersonen

binnen de secties. Je hebt persoonlijke betrokkenheid nodig,

over meerdere jaren. Wel zorgen we er nu voor dat alle

betrokken docenten dezelfde manier van denken en knowhow

hebben. Zo waarborg je continuïteit. Nieuwe docenten

muziek, tekenen en CKV kun je dan ook mede daar op

selecteren. Want we zijn zeker bevestigd in ons idee dat we

hiermee door moeten gaan. Je moet de leerlingen soms om

half vijf uit het lokaal sturen. Dan doe je toch iets goed.”

Van Lodenstein College: aandacht binnen mentorlessen en

maatschappijvakken

Waar op de meeste scholen het thema mediawijsheid binnen

de kunstvakken wordt behandeld, heeft het bestuur van het

Aandacht voor mediawijsheid op school zorgt voor een bewuste en kritische houding in het

mediagebruik, versterkt vaardigheden en kan ook nog eens leiden tot meer maatschappelijke

participatie. Maar hoe kan het thema worden geïntegreerd in het onderwijs? Drie scholen met een

verschillende insteek worden aan het woord gelaten.

Page 5: inDruk vo voorjaar 2011

vo voorjaar 2011 - 98 - vo voorjaar 2011

Mediawijsheid basisvoorwaarde actief burgerschap

“Nieuwe media spelen een steeds grotere rol in de samen-

leving en dat zal in de toekomst alleen maar meer worden.

Daarom is mediawijsheid, het kunnen omgaan met media,

langzamerhand een basisvoorwaarde voor actief burger-

schap”, zegt Mary Berkhout, programmamanager Mediawij-

zer.net. Mediawijsheid zou een vaste plek in het onderwijs

moeten krijgen. Als apart vak of opgenomen in andere vak-

ken, in projectvorm of in themaweken, als scholen het maar

ergens inpassen. Dat is lastig, geeft Berkhout toe. “Docenten

hebben weinig tijd en zijn zelf niet altijd goed op de hoogte

van de laatste ontwikkelingen in nieuwe media. Bijscholing

en aanhaken bij andere vakken is misschien een mogelijk-

heid, want mediawijsheid is niet ‘leuk voor erbij’.”

Wat is…?

Mediawijsheid is een breed begrip. Het omvat praktische

zaken, zoals elektronisch bankieren en belastingaangifte

doen, online bestellen van consumptiegoederen en het on-

derhouden van contacten met familie en vrienden. Maar er

is meer, vertelt Berkhout. “Steeds meer overheidscommuni-

catie gaat via internet. Denk maar aan bouwplannen, die je

soms alleen nog van de gemeentelijke website kunt downloa-

den. Bovendien wordt van moderne burgers verwacht, dat ze

actief participeren, hun stem laten horen, zich goed informe-

ren en bijvoorbeeld reclame van informatie onderscheiden,

maar ook dat ze kunnen meedoen aan discussiefora. Wie deze

wegen niet kent, loopt het risico buitengesloten te worden.”

Om een goede basis te leggen voor mediawijsheid bij de

jeugd van 10 tot 14 jaar, hebben de ministeries van On-

derwijs, Cultuur en Wetenschap en die van Jeugd en Gezin

in 2008 vijf partijen aangewezen, die samenwerken in

Mediawijzer.net: het Nederlands Instituut voor Beeld en

Geluid, het platform voor de informatiesamenleving ECP-

EPN, Stichting Kennisnet, de NTR (fusie van NPS, Teleac en

RVU) en de openbare bibliotheken. Het expertisecentrum is

een netwerkorganisatie, waar zich inmiddels meer dan 400

organisaties bij hebben aangesloten.

Huidige activiteiten

Scholen zijn natuurlijk een belangrijk kanaal om jongeren

te bereiken. Mediawijzer.net werkt continu aan een betere

afstemming op het onderwijs. Afgelopen jaar zijn daarvoor

fundamentele bouwstenen ontwikkeld. Zo heeft Eye Film-

instituut samen met TNO en andere netwerkpartners de

definitie van mediawijsheid verder uitgewerkt. Momenteel

draaien twee pilots, waarvan de resultaten in mei beschik-

baar komen. Als helder is wat allemaal onder mediawijsheid

wordt verstaan, kunnen meetinstrumenten, beter lesmate-

riaal en toetsen worden ontwikkeld. Verder loopt een pro-

ject ‘doorgaande leerlijn met digitaal lesmateriaal’ en een

netwerk van scholen biedt mediawijsheid aan als apart vak.

Intussen heeft Eye Filminstituut mediawijsheid verbonden

aan kerndoelen/eindtermen van verschillende vakken, zodat

scholen handvatten hebben voor lesprogramma’s. Scholen

kunnen ook op zoek naar partners die helpen lessen media-

wijsheid vorm te geven. Vooral bibliotheken kunnen daarbij

een belangrijke partij zijn.

Omgaan met moderne media

Essentieel is dat jongeren behalve kennis ook vaardigheden

meekrijgen en creatief leren omgaan met moderne media.

In het prijswinnende project ‘Terug naar de bron’ van vo-

rig jaar raadplegen leerlingen van vmbo/havo twee fysieke

en digitale bronnen. Ze maken een documentaire, waarin

locaties, feiten en meningen naar voren komen en geven

hun eigen interpretatie hieraan. Heel wat anders is SplitsZ,

een educatieve game over sociale media en Web2.0-applica-

ties. Daarin leren leerlingen op speelse wijze omgaan met

thema’s als privacy, veiligheid, computervredebreuk, beeld-

vorming en relaties. Belangrijk uitgangspunt is steeds: leren

door doen. “Zelf doen draagt bij aan de zelfontplooiing van

leerlingen. Ze leren hoe ze zich kunnen uiten en kunnen trots

zijn op wat ze gemaakt hebben”, zegt Berkhout. “Bovendien,

als ze zelf een mediaproductie maken, maakt dat hen media-

wijzer. Ze ontdekken hoe ze het materiaal zelf ‘bespelen’ en

begrijpen beter hoe ze wórden bespeeld.”

Wie volwaardig aan de moderne samenleving wil deelnemen, kan niet zonder nieuwe media.

Expertisecentrum Mediawijzer.net stelt daarom dat alle leerlingen tijdens hun schooltijd

mediawijsheid moeten meekrijgen. “Mediawijsheid is een basisvoorwaarde voor actief

burgerschap.”

JAArAgeNdA 201114 april - Mediawijsheid Projecten dag (op de IPON)

Presentatie projecten 2010 en lancering van de website

mediaopvoeding.nl, een vraagbaak voor ouders. Locatie

is de beurs IPON (Ict Platform Onderwijs Nederland) in de

Jaarbeurs, Utrecht.

26 mei - Mediawijsheidmarkt

Markt waar netwerkpartners informatie kunnen krijgen

over nieuwe projecten, kennis kunnen delen en contacten

leggen. mediawijsheidmarkt.nl

29 september - Conferentie Mediawijsheid

Inspiratie voor een langere termijnvisie. Hier komt voor

het voetlicht wat gebeurt in de zorg, welzijn, politiek en

bedrijfsleven.

21 tot en met 27 november - Week van de Mediawijsheid

Publieksweek met als thema mediaopvoeding. In aanloop

naar deze week zal Mediawijzer.net materiaal beschikbaar

stellen voor docenten, zodat ze samen met leerlingen en hun

ouders rond mediawijsheid aan de slag kunnen.

Netwerkpartner worden

Scholen kunnen zich aanmelden als net-

werkpartner. Voorwaarde is dat ze een

actieve rol willen spelen, bijvoorbeeld

door deelname aan pilots of meedenken

over het ontwikkelen van lesmateriaal.

Netwerkpartners kunnen kennis en mate-

riaal met anderen delen via de website en op netwerkeve-

nementen. Ook is stimuleringsgeld beschikbaar. Het ‘Fonds

Mediawijzer.net’ heeft dit jaar nog twee rondes (mei en

september 2011) voor het aanvragen van projectonder-

steuning (4000 tot 10.000 euro).

Meer informatie: mediawijzer.net.

Meer doen aan mediawijsheid?

De website van Mediawijzer.net is onlangs vernieuwd.

De site is gekoppeld aan de G!DS database; de digitale

sociale- en culturele kaart van de openbare biblio-

theken in Nederland. In de catalogus kan gezocht worden

op mediawijze initiatieven van de inmiddels meer dan

400 partners van Mediawijzer.net.

U vindt hier onder andere informatie over het

laten maken van educatieve games door leerlingen of het

volgen van workshops.

Meer informatie: mediawijzer.net.

Page 6: inDruk vo voorjaar 2011

Opdrachtgever voor het onderzoek is Mediawijzer.net. “In

2009 hebben we een zelfde onderzoek voor Mediawijzer.net

uitgevoerd”, vertelt Wester. “We hebben het in 2010

herhaald om te kijken hoe de stand van zaken op het gebied

van mediawijsheid nu, een jaar later, is. In de tussentijd

zijn er verschillende activiteiten ontplooid op het gebied

van bewustwording en stimulering.”

Om de nieuwe stand van de mediawijsheid in kaart te brengen,

werden opnieuw leerkrachten bevraagd, 462 uit het primair

onderwijs en 451 uit het voortgezet onderwijs. Zij kregen

35 vragen, om te achterhalen wat op scholen gedaan wordt

aan mediawijsheid, of leerlingen het van thuis meekrijgen

en hoe het zit met de risico’s van internet. “We hebben

mediawijsheid geprobeerd in kaart te brengen op basis van

zes punten.

Vier punten hebben vooral met vaardigheden te maken:

• het zoeken en beoordelen van informatie,

• bewerken van digitale foto’s,

• het maken van presentaties met behulp van ict en

• het maken en online aanbieden van filmpjes.

De andere twee punten gaan over risico’s:

• zijn leerlingen zich daarvan bewust en

• wapenen ze er zich tegen?

We zien bijvoorbeeld dat in het basisonderwijs nog een

grote slag te maken is. Zo denkt 41% van de leerkrachten

in het po dat slechts sommige leerlingen vaardig zijn in het

zoeken en beoordelen van informatie - en dat zijn echt niet

alleen leerkrachten uit de onderbouw.”

Docenten zijn kritischer

Een van de meest opmerkelijke zaken die er voor Wester

uitsprong, was dat er zo weinig ‘progressie’ leek te zijn ten

opzichte van het vorige onderzoek uit 2009. “Ik denk vooral

dat docenten kritischer zijn geworden. Mediawijzer.net

heeft bijvoorbeeld veel aan bewustwording gedaan, en

daardoor realiseren ze zich beter wat mediawijsheid

allemaal behelst. Misschien leggen ze de lat iets hoger.

Bovendien krijgen ze ieder jaar weer nieuwe kinderen in

hun groep, dus ook dat kan meespelen, de leerlingen blijven

als het ware ‘even oud’.” Het is Wester ook opgevallen

dat relatief veel docenten hebben gehoord dat leerlingen

het slachtoffer zijn geworden van één van de gevaren van

internet. “In het basisonderwijs valt het nog mee, daar heeft

16% van de leerkrachten het ‘een enkele keer’ gehoord, en

5% ‘vaker’. Maar op het voortgezet onderwijs kent zelfs

91% van de docenten leerlingen die het slachtoffer zijn

geworden van pesten op internet. Op gebied van preventie

en bestrijding van digitaal pesten is weinig veranderd, er

wordt nog steeds regelmatig aandacht aan besteed in de

les en bijna 30 procent van de leraren meldt dat hun school

inmiddels een digitaal pestprotocol heeft. De aandacht die

in de les aan de risico’s besteed wordt, is iets toegenomen

in het vo; het kan daardoor ook zijn dat scholen er meer

zicht op hebben gekregen - het pesten zelf hoeft dus niet

per se gestegen te zijn. Als scholen erachter komen dat er

online gepest wordt, bespreekt men dat in het algemeen met

de leerling en vaak ook met de ouders. Een enkele keer is de

politie er zelfs bijgehaald.”

Bibliotheek ondersteunt

Veel scholen zijn bewust met mediawijsheid bezig. “Dat

gebeurt op 80% van de scholen, door middel van opdrachten

en werkstukken: informatie zoeken en presenteren is een

ideaal en logisch moment om leerlingen hiermee vertrouwd

te maken. Ongeveer 55% van de docenten geeft aan dat

als mediawijsheid aan bod komt, dit een onderdeel is van

de reguliere lessen. Wat verder opviel, is dat steeds meer

scholen mediawijsheid centraal stellen in een speciale

themaweek: in het po is dat gestegen van 36 naar 54% en

in het vo van 24 naar 40%. Ook geeft de helft van de leraren

aan dat hun school gebruikmaakt van de ondersteuning die

de lokale bibliotheek kan bieden. Veel docenten vinden

mediawijsheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid

van ouders en school; driekwart van hen denkt echter dat

sommige ouders hun kinderen op dit gebied te weinig kunnen

bieden. Tot slot is er in het onderzoek aandacht besteed aan

wat leraren zelf nodig vinden om leerlingen mediawijsheid

bij te brengen. “We hebben hen daarover een open vraag

gesteld, die het vaakst werd beantwoord met een reactie in

de trant van ‘we hebben zelf meer kennis nodig over ict’,

‘leraren dienen zelf mediawijs zijn voordat ze de leerlingen

hierin kunnen instrueren’ of ‘er moet bijscholing komen’.

Zeker een kwart van de respondenten uit het po en 17% uit

het vo noemde dit. Daarnaast noemden veel docenten de

faciliteiten: er moeten voldoende computers beschikbaar

zijn, lokalen waarin iedere leerling een computer heeft.

Circa 15% van de docenten uit zowel het po als het vo merkt

op dat er ‘voldoende tijd’ aan besteed moet worden, maar

veel van hen signaleren ook al meteen dat die tijd er niet

is. Daarom zouden we het - net als een vaardigheid als

schrijven - moeten integreren in alle vakken. “Op basis van

de resultaten is Mediawijzer.net bezig met aanbevelingen.

Bijvoorbeeld voor een actieplan voor het onderwijs, waarin

leraren niet extra worden belast en er geen extra geld nodig

is. Daarnaast komt Mediawijzer.net met ideeën om ouders

meer te ondersteunen en de bibliotheken nog meer in te

zetten. Ze willen het aandeel scholen dat gebruik maakt

van de diensten die bibliotheken over mediawijsheid aan

scholen aanbieden vergroten. Volgens Mediawijzer.net

kunnen scholen hier nog kansen pakken.”

Aandacht voor mediawijsheid blijft belangrijk blijkt uit onderzoekOnlangs werd het tweede onderzoek naar de mediawijsheid van

scholieren in het primair en voortgezet onderwijs afgerond. Bijna

1000 docenten deden aan het onderzoek mee. Conclusie: aandacht voor

mediawijsheid blijft nodig. Onderzoeker Menno Wester van onderzoeks-

instituut ITS, Radboud Universiteit Nijmegen laat zijn licht schijnen

op de resultaten.

Mediawijzer.net heeft veel aan bewustwording gedaan daardoor realiseren docenten zich beter wat mediawijsheid inhoudt.”

Beeld(vullend) beeld volgt...

10 - vo voorjaar 2011 vo voorjaar 2011 - 11

Aandacht voor mediawijsheid blijft nodig.”

krtr.nl/aandacht

Page 7: inDruk vo voorjaar 2011

Nieuwe media spelen een belangrijke rol in de school.

“Alle leerlingen hebben een laptop en de leerstof wordt

grotendeels digitaal aangeboden. Daarnaast gebruiken ze

de laptop voor opdrachten. We zijn dit nog verder aan het

vormgeven in het curriculum en passen ook de ELO daarop

aan. Daarnaast zijn we samen met het Utrechts Centrum voor

de Kunsten (UCK) een doorlopende leerlijn aan het opzetten

voor Audiovisuele Vormgeving, die we uiteindelijk ook

willen doortrekken naar een beroepsopleiding. Werken met

nieuwe media is een doel én een middel. De vaardigheden

die ze opdoen, kunnen ze ook inzetten bij andere vakken.

We geloven erg in het gebruikmaken van de mogelijkheden

van dit digitale tijdperk. Gamen en googlen zijn niet slecht,

je moet het als school alleen goed begeleiden. Wij proberen

om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van

kinderen en de eigentijdse mogelijkheden. Deze generatie

leert en informeert zich heel anders.”

Cinema

Randy Konijnenberg coördineert het nieuwe-mediaproject

Cinema, een leerjaaroverstijgend project voor tweede

en derde klassen, met als doel een korte film te maken.

“De leerlingen worden verdeeld over filmcrews van 9

leerlingen, waarin ze allemaal een eigen taak kiezen:

scriptschrijven, acteren, camerawerk, regie, montage,

et cetera. Er doen veel vakken aan mee: cinema blijkt

bijvoorbeeld een discipline waar je bijna alle vaardigheden

van de moderne talen in kwijt kunt: luisteren, lezen,

spreken, schrijven. De beeldende vakken spelen ook een rol,

bijvoorbeeld ook voor het ontwerpen van de filmposter en

de awards voor de competitie. Leerlingen krijgen workshops

over bijvoorbeeld filmacteren, editing en regie; die worden

aangeboden door experts van het UCK.” Tijdens het project

leren de leerlingen allerlei mediavaardigheden, denk aan

filmpjes maken en monteren, die ook in breder verband

van belang zijn. “Mediawijsheid dus”, zegt Konijnenberg,

“maar dat is al zo geïntegreerd bij ons op school dat ik dat al

bijna vergeet. In het project leren ze goed samenwerken, in

groepen die hun leerjaar overstijgen. En ze ontdekken wat ze

leuk vinden, in de tweede fase zie ik dat vervolgopleidingen

in de Audiovisuele en Beeldende Vormgeving populair zijn

en dat veel leerlingen hard werken aan hun portfolio.”

Met nieuwe media kunnen leerlingen talenten en competenties ontdekken en ontwikkelen.

Het Nederlands instituut voor Beeld en Geluid en het Amadeus Lyceum in Vleuten zijn steeds op zoek

naar praktische en didactisch sterke projecten waarin nieuwe media een doel en een middel zijn.

vo voorjaar 2011 - 13

Werken met nieuwe media is een doel én een middel.”

Nieuwe media zorgen voor nieuwe beroepsmogelijkheden

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Bij Beeld en Geluid is John Leek verantwoordelijk voor de

educatieve concepten van de Beeld- en Geluid experience.

Na de opening van Beeld en Geluid in 2006 was hij mede-

kwartiermaker voor de landelijke aanpak van mediawijsheid.

“Mediawijsheid is hot”, zegt hij. ”Maar ik wil juist aan

scholen laten zien dat het veel meer

is dan de zoveelste hype. Scholen

worden doodmoe van hypes en

daarom willen wij heel dichtbij het

primaire proces blijven.” Een van

die zaken die in het primair proces

altijd een belangrijke rol speelt is

talentontwikkeling. “We hebben

onderzocht wat op dat gebied de ‘rijdende treinen’ zijn

waar we op kunnen springen” zegt Leek. “Dan kom je bij

zaken als competentieontwikkeling, arbeidsmarktoriëntatie.

Die constatering was het startpunt voor ons concept ‘junior

media trainers’. We proberen daarmee leerlingen die

een maatschappelijke stage moeten lopen -ook weer zo’n

rijdende trein- een kwalitatief betere opdracht te geven.”

Beeld en Geluid startte met een pilot op een school in

Hilversum. “We hebben in het project een aantal clusters

van competenties benoemd en die vertaald naar de rollen

voorlichter, researcher, demonstrator, redacteur en reporter.

Leerlingen kunnen bijvoorbeeld in een van die rollen aan

de slag in een bibliotheek of museum. Voordat ze dit gaan

doen, worden ze eerst getraind in de rol die hen het meest

aansprak. Zo zijn ze bijvoorbeeld bij Beeld en Geluid aan

de slag gegaan en bij de bibliotheek in Hilversum. Het bleek

daarbij essentieel dat de stageplek ook met een goede

opdracht voor de leerlingen kwam. Dat kan heel goed, je kunt

er als instelling je voordeel mee doen als je bijvoorbeeld

een groepje ‘researchers’ een publieksonderzoekje laat

uitvoeren. Zo kunnen zij hun competenties ontwikkelen

en talenten ontdekken en de instelling krijgt jonge mensen

binnen. Het gaat nog verder, want ook de wisselwerking

tussen generaties speelt erin mee. Zo blijkt ook dat op

scholen zelf bij docenten behoefte is aan het leren van

jongeren met deze competenties.” De inhoud van projecten

moet wel didactische waarde hebben, benadrukt Leek.

“Op die manier heeft mediawijsheid de optimale relevantie

voor het onderwijs. Ook als de maatschappelijke stage

niet zou spelen, is het een waardevol onderwerp op het

gebied van competentieontwikkeling en beroepsoriëntatie.

Het maakt iets los bij leerlingen.

Zo zijn de leerlingen uit de pilot

spontaan aan de slag gegaan als een

soort audiovisuele redactie met het

vastleggen van de verbouwing van

de school. En de school, die toch aan

het verbouwen was, heeft een lokaal

ingericht voor deze bezigheden.

Ook bleken docenten soms nog competenties te missen,

die de leerlingen wel hadden. Daar beginnen rollen te

schuiven: heel interessant! Ook docenten gaan dan weer

professionaliseren. Allemaal met een concreet doel, een

deadline. Het is een heel behapbaar project, met duidelijke

leeropbrengst. Als je het slim aanpakt, profiteren de

school én de leerling. We gaan het nu verder ontwikkelen,

dit jaar willen we een goed beschreven methodiek en

didactiek hebben, waarmee scholen buiten maar wellicht

ook binnen de school aan de slag kunnen. Talent- en

competentieontwikkeling en beroepsoriëntatie zullen

immers altijd cruciale elementen van het onderwijs zijn.”

Cultuurprofielschool

Lara Ramdhani is cultuurcoördinator op het Amadeus

Lyceum in Vleuten, een cultuurprofielschool. Haar collega

Randy Konijnenberg is onderwijsarchitect. De school

heeft een brede culturele basis: alle kunstvakken voor

alle leerlingen in de eerste drie leerjaren. “We zijn ons

nog aan het bezinnen op een goede en verantwoorde

eigen leerroute voor hooggetalenteerde leerlingen, die

echt verder willen in bijvoorbeeld beeldende kunst of

muziek”, vertelt Ramdhani. “We hebben al contacten met

de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) gericht op

beeldende kunst en zoeken met hen naar mogelijkheden om

samen te werken aan loopbaanoriëntatie van leerlingen.”

12 - vo voorjaar 2011

Page 8: inDruk vo voorjaar 2011

vo voorjaar 2011 - 1514 - vo voorjaar 2011

©vo voorjaar 2011 - 15

Opleiding tot mediacoach

Dit is een Europees erkende post-HBO opleiding voor

docenten en anderen die binnen het onderwijs met media te

maken hebben. De opleiding bestaat uit tien woensdagmid-

dagen waarin naast theoretische kennisoverdracht veel

aandacht voor de praktijk is. Gastdocenten van onder andere

Hyves, gamingindustrie, Kijkwijzer en de politie delen hun

ervaringen. De studiebelasting is ongeveer 5 tot 7 uur

per week en de opleiding wordt afgesloten met een

examen. Naast het toetsen van de theoretische ken-

nis, schrijft de cursist een mediawijsheidbeleidsplan,

gestoeld op de eigen school. Na afloop kunnen de

cursisten op didactische en verantwoorde wijze media-

projecten initiëren die de mediawijsheid van leerlingen

verbeterd. Na het examen zijn er jaarlijks twee verplichte

terugkomdagen in het kader van deskundigheidsbe-

vordering.

Er is een duidelijk spanningsveld tussen de beschikbaarheid

van digitaal materiaal en de beperkingen die de Auteurswet

oplegt over het (her)gebruik hiervan. Voor docenten en

leerlingen is het vaak onduidelijk wat wel of niet mag.

Tonny Plas is projectmanager bij Kennisnet. Hij heeft in

opdracht van het programma Stimuleren gebruik digitaal

leermateriaal het verkennend onderzoek

´Auteursrecht en Open leermiddelen´

laten uitvoeren door het Instituut

voor Informatierecht. Zijn conclusie

is duidelijk: “Er zouden in het vo,

evenals in het hoger onderwijs en mbo

regelingen getroffen kunnen worden

voor het digitaal hergebruik van korte

gedeelten van derden. Er moet meer

bewustzijn gecreëerd worden over

wat nu wel en niet mag. Docenten

zouden gestimuleerd moeten worden

om zoveel mogelijk gebruik te maken van Open Content

Licenties, omdat deze het eenvoudig mogelijk maken om

digitaal leermateriaal te hergebruiken.”

Open licenties

Een goed voorbeeld hiervan is Creative Commons dat zes

standaardlicenties aanbiedt. Vaak wordt aan zelfgemaakt

lesmateriaal een naamsvermeldinglicentie gekoppeld.

De maker geeft zo te kennen dat derden zonder toestemming

het werk mogen gebruiken, overnemen, delen en verspreiden.

De enige verplichting die geldt, is een bronvermelding. Er

zit nog wel een addertje onder het gras. Voor docenten die in

loondienst zijn, is de auteursrechthebbende waarschijnlijk

de werkgever. Ook als het lesmateriaal buiten schooltijd

gemaakt is. Tonny: “Daarom wordt aangeraden om niet

alleen de werkgever, maar ook naam van de docent bij het

leermateriaal te vermelden.”

Opleidingen en trainingenDe kinderen van nu zijn mediakinderen. Naast ontvanger zijn ze steeds vaker zender. Hoe maak je

kinderen die virtuele vrienden hebben, filmpjes via internet kijken en razendsnel de nieuwste me-

dia doorgronden mediawijs? En hoe kunnen docenten en andere betrokken in het onderwijs hieraan

bijdragen? Kennisnet zet een aantal cursussen en opleidingen op een rijtje.

Docenten en leerlingen downloaden, uploaden, delen en hergebruiken digitaal materiaal. Echter,

alles moet wel binnen de regels van de Auteurswet gebeuren. Een lastig obstakel. Of toch niet?

Meer informatie: nomc.nl

Cursus mediawijsheid en informatievaardigheden

Een driedaagse praktische cursus waarbij de nadruk ligt op

de informatievaardigheden. Kernvraag tijdens de cursus is

om te leren hoe een docent mediawijsheid en informatie-

vaardigheden direct in het eigen lesmateriaal kan integreren.

De cursus biedt hiervoor allerlei eenvoudige en duidelijke

handvatten. Daarnaast leert de cursist hoe je leerlingen een

kritische houding kunt aanleren ten aanzien van media. De cur-

sus is speciaal bedoeld voor docenten, onderwijsassistenten en

mediatheekmedewerkers in het voortgezet onderwijs. De

cursus wordt ook in-company gegeven. Tijdens de cursus is er

veel aandacht voor de belevingswereld van jongeren.

Meer informatie: GOopleidingen.nl/info-MIO-MW

Workshop beeld en geluid

Dit is een oriëntatietraining rondom mediawijsheid,

specifiek gericht op docenten uit het basisonderwijs,

voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en

bibliothecarissen. Via beeldanalyse en beeldproductie

ontdekken deelnemers hoe mediawijs ze zelf zijn. De work-

shop duurt een middag.

Meer informatie: portal.beeldengeluid.nl, ga naar educatie

Workshop Mediawijsheid

Kennisnet heeft een online workshop Mediawijsheid ontwik-

keld die zonder begeleiding gevolgd kan worden. De work-

shop is in drie niveaus ingedeeld. Vooraf krijgt de deelnemer

een aantal vragen en stellingen voorgelegd en aan de hand

van de uitkomsten wordt bepaald op welk niveau ingestapt

kan worden. De workshop is in eerste instantie bedoeld voor

leerkrachten in het basisonderwijs maar ook heel geschikt

voor docenten in het voortgezet onderwijs. Met de verkregen

kennis kan direct met leerlingen aan de slag worden gegaan.

De vele praktische tips en links maken dat de cursus ook een

handig naslagwerk is. Duur van de cursus: 1 tot 2 uur.

Meer informatie: onderwijstools.kennisnet.nl

Slim omgaan met content

Voor leerlingen gelden andere regels. Zij zijn niet in

loondienst. Alles wat zij maken is hun eigendom. Ook

leerlingen moeten zich houden aan de regels die de

Auteurswet oplegt. Koppiecopy laat leerlingen ontdekken

wat wel en niet mag. “Met de nadruk op wat wel mag”, vertelt

Martijn Arnoldus. Hij is projectleider

van Creative Commons Nederland en een

van de initiatiefnemers van Koppiecopy.

“Via een lessen-cyclus maken we

jongeren wegwijs op het terrein

van auteursrechten, zodat zij legaal

kunnen downloaden, knippen, plakken,

hergebruiken en remixen. In drie

lessen leren we leerlingen om op een

slimme manier met content om te gaan.

Ze krijgen praktische informatie,

spelen rollenspellen en maken zelf

een remix. We werken vooral met Creative Commons. Ook

voor de leerlingen een handig en eenvoudig te bedienen

systeem waarin vrije verspreiding en bewerking goed

geregeld is.”

Meer info:

koppiecopy.net

digitaalleermateriaal.kennisnet.nl/auteursrechten

content.wikiwijs.nl/tips/ auteursrechten-en-licenties

creativecommons.nl

auteursrechtenonderwijs.nl

Docenten zouden zoveel mogelijk gebruik moeten maken van Open Content Licenties.”

De workshop van KoppieCopy kan door de docenten

zelf gegeven worden. Maar het is ook mogelijk dat

KoppieCopy de lessen geeft. Tijdsduur is 4 tot 6 uur.

Auteursrecht in de klas

krtr.nl/auteursrecht

Page 9: inDruk vo voorjaar 2011

Colofon

Kennisnet inDruk VO is een gratis blad voor docenten werkzaam

in het middelbaar beroepsonderwijs. Van de Kennisnet inDruk bestaat

ook een aparte uitgave voor het basisonderwijs en het voortgezet

onderwijs. Het blad is ook digitaal (pdf-file) beschikbaar op

indruk.kennisnet.nl.

Uit deze uitgave mag niks worden verveelvoudigd (waaronder

begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of

openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, behoudens in geval de

verveelvoudiging van de inhoud van deze uitgave plaatsvindt onder

de licentie “naamsvermelding, niet-commercieel, geen afgeleide

werken” als gehanteerd door Creative Commons.

Hoofdredactie: Petra Balk

Eindredactie: Jiska Verschoor

Tekstbijdragen: Trea Scholten, Truus Groenewegen,

Edith van Gameren, Marie-Louise Schonewille, Bram Litjens,

Frans Schouwenburg, Patricia van der Linden, Jiska Verschoor

Fotografie: Bastiaan van Musscher, Jurgen Huiskes

Vormgeving: The Public Group, Rotterdam

Druk: OBT de Bink, Leiden

Issn: 1571-2427

Reacties en suggesties: [email protected]

Op reportages en interviews, foto’s en illustraties berusten

auteursrechten.

Nieuws

Website speciaal voor vo-schoolleidersKennisnet heeft een website voor schoolleiders, afdelings-

managers en bestuursleden uit het voortgezet onderwijs:

http://schoolleidervo.kennisnet.nl.

Deze website ondersteunt u bij het ontwikkelen van een

ict-visie en -beleid. Op de website vindt u veel ervaringen

van collegaschoolleiders. Wilt u ook vertellen over de

ontwikkelingen op uw school? Stuur dan een e-mail aan de

redactie, [email protected].

Hoe staat het met de ict-inzet op uw school? Om scholen te ondersteunen bij het in kaart brengen van uw

eigen situatie op ict-gebied biedt Kennisnet verschillende

online tools aan. Bijvoorbeeld de vernieuwde Vier in Balans-

tool. Deze online vragenlijst vult u die u individueel of in

teamverband in. Dit model laat zien wat de voorwaarden zijn

voor de inzet van ict met didaktische meerwaarde. Daardoor

krijgt u inzicht in de sterke en zwakke punten van uw school.

Wilt u aan de slag met deze tool?

Kijk op onderwijstools.kennisnet.nl.

Media-wijsheid in de klas met TeleblikTeleblik bevat materiaal

dat gebruikt kan worden

om leerlingen onder andere meer te leren over de werking

van televisie of om te werken aan hun informatievaardig-

heden. Bekijk met leerlingen bijvoorbeeld een aflevering

over de werking van reclame of over televisie en politiek.

krtr.nl/reclame.

Eenvoudig toegang tot educatief materiaal?Ondervind u problemen bij het vinden of toegang krijgen

tot online educatief materiaal? Sluit u dan kosteloos aan bij

de Kennisnet Federatie. Daarbij heeft u toegang tot alle bij

de Federatie aangesloten diensten zoals Teleblik, Edit,

Leraar24, materiaal van de educatieve uitgeverijen verenigd

in Edupoort en meer.

Meer weten? Kijk op kennisnetfederatie.nl

Schrijf u in voor de conferentie ‘Vlootschouw, Opbrengsten van ICT in het onderwijs’Op 21 april 2011 organiseert Kennisnet in de Jaarbeurs

in Utrecht: ‘de Vlootschouw, Opbrengsten van ICT’. De con-

ferentie is een ontmoetingsplaats voor onderwijsprofes-

sionals die zich inzetten voor onderwijskwaliteit en wil-

len weten hoe ict daar aan kan bijdragen. De meest actuele

inzichten over wat wel en wat niet werkt met ict in het onder-

wijs worden gepresenteerd. Voor het voorlopige programma

en om uzelf kosteloos aan te melden zie bit.ly/vlootschouw.

Succes met nakijkenLeraar24 brengt webdocumentaire over startende docente

Hoe is het als startende docente op het voortgezet onderwijs

anno nu? Leraar24 brengt het in beeld met de webdocumen-

taire Succes met nakijken. Nicole (28) is docente Biologie en

wordt intensief gevolgd. Nicole krijgt veel voor haar kiezen,

in een maatschappij waarin de autoriteit van een leraar niet

meer als vanzelfsprekend is. Nicole wordt op school en privé

gefilmd waardoor een indringende serie ontstaat, gekenmerkt

door constant balanceren tussen passie voor het werk en tijd

voor een privéleven. Volg Nicole op leraar24.nl, zoekterm

‘succes met nakijken’.