inDruk VO voorjaar 2009

16
Leraar24 gelanceerd! Laptopklas in Beeld in Druk VO voorjaar 2009 Online comiqs

description

VO voorjaar 2009 Leraar24 gelanceerd! Laptopklas in Beeld Online comiqs

Transcript of inDruk VO voorjaar 2009

Page 1: inDruk VO voorjaar 2009

Leraar24 gelanceerd!

Laptopklas in Beeld

inDrukVO voorjaar 2009

Online comiqs

Page 2: inDruk VO voorjaar 2009

Lente-arrangement

Heeft u zin in een lente-arrangement? In dit nummer van inDruk zult u opvallend vaak het woord ‘arrangeren’ tegenkomen. De arrangerende docent is eigenlijk iets van alle tijden. Wie arrangeert nu niet? Maar het woord heeft een nieuwe lading gekregen sinds op heel veel plaatsen docenten bezig zijn met het maken van leermateriaal en daarbij gebruik maken van al het moois dat internet te bieden heeft.

Dit voorjaarsnummer gaat over digitale leermiddelen. Er worden veel voorbeelden belicht van instanties, bedrijven en groepen scholen die samen materialen maken. Ook wordt ingezoomd op de veranderende rol van uitgevers en docenten en is er vanuit de politiek ook erg veel belangstelling om het maken van digitale leermaterialen te stimuleren. Waarom eigenlijk? Uit onderzoek blijkt dat veel docenten klagen over de beschikbaarheid van goed materiaal. Er zijn computers in de school, we willen het werken uit een boek variëren met andere leermiddelen en we weten dat we op een schat wonen: er zijn voor iedereen, als je even gaat zoeken, meer dan voldoende prachtige ruwe bronnen te vinden: filmpjes, foto’s, educatieve websites en games, enzovoorts. Maar meestal is er nog een didactische slag te maken voordat het materiaal, bijvoorbeeld in de vorm van een opdracht of een digibordles, aan uw leerlingen kan worden aangeboden. Het proces waarin een docent dit doet: het bronmateriaal verrijkt tot leermateriaal, of leer-objecten of leseenheden, heet arrangeren. Het is een vaardigheid die de moeite waard is, omdat u digitaal precies hetzelfde doet als wat u altijd heeft gedaan: de aangeboden lesstof naar uw hand zetten. U heeft altijd geknipt, gekopieerd en geplakt. Nu kan dat gemakkelijk digitaal.

Zoals u wellicht weet, is Kennisnet in opdracht van het ministerie van OCW vorig jaar een inventarisatie gestart naar beschikbaar digitaal leermateriaal. Dit project heeft een overzicht opgeleverd van per vak bronnen van bruikbaar digitaal leermateriaal in het vo. Ruim 400 docenten hebben hiervoor bronnen aangeleverd. Ook is digitaal materiaal van commerciële en niet-commerciële aanbieders toegevoegd. Binnenkort komt dit rapport beschikbaar dus houd goed de website in de gaten.

Het leuke van deze periode is dat veel initiatieven elkaar lijken te hebben gevonden, dat er bundeling plaatsvindt en dat er grote landelijke initiatieven zijn om het zoeken op internet nog prettiger en meer tijdbesparend te maken voor u. Kortom: reden genoeg om dit blad van voor naar achter te verslinden!

Frans Schouwenburgsectormanager vo

Wilt u meer informatie, wilt u samenwerken of heeft u vragen?Mail de redactie: [email protected]

Eye Opener: de kracht van beeldtaalEducatieve museumlessen

Dagelijks worden we geconfronteerd met duizenden beelden en boodschappen. Jongeren zijn vertrouwd met internet, televisie, billboards en magazines en kijken niet meer op van alle reclame die dagelijks op ze afkomt. Maar zijn ze zich hier ook van bewust?

Om in grote mate bij te dragen aan het beeldbewustzijn en de mediawijsheid van leerlingen, organiseert het Museum voor Communicatie de museumles Eye Opener. Tijdens deze interactieve les wordt samen met de museumdocenten de tentoonstelling Eye Opener – de kracht van beeldtaal besproken. De tentoonstelling laat zien hoe grafisch ontwerpers wereldwijd communiceren met beeldtaal. Ontwerpers zetten met hun werk een proces in gang waarbij beelden steeds nieuwe betekenissen krijgen. De makers reageren op elkaar, maar de kijker reageert ook: op YouTube, met zelfgemaakte T-shirts of via graffiti. Door de open opstelling wordt het publiek actief bij dit proces betrokken. De les eindigt met het maken van een eigen affiche, waarin beeldtaal bewust wordt toegepast.

De museumlessen worden tot eind mei aangeboden in het Museum voor Communicatie te Den Haag. Meer informatie of inschrijven: www.muscom.nl/onderwijs

2 Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009

inhoud voorjaar 2009inhoud voorjaar 2009

van de redactie 2comiqs 3ambassadeurs 4themabijeenkomst ambassadeurs 5nieuws 6 digitaal leermateriaal 7

school in beeld 8leraar24 10online lessenmaker 11digitaal leermateriaal 12samen deskundiger 14nieuws 15

Page 3: inDruk VO voorjaar 2009

Een heleboel didactische vliegen in één klap:

online comiqs door vmbo leerlingen

Scriptschrijven, storyboards opstellen, fotograferen, samenwerken, foto’s bewerken, elkaars werk beoordelen én de Engelse

taal leren: onderbouwleerlingen van scholengemeenschap Thamen oefenen tegelijkertijd meerdere competenties. “Vaak

zonder dat ze zich daar zelf van bewust zijn, want ze vinden het zo’n uitdagend traject dat ze er helemaal in opgaan,” vertelt

Ton Worm, ict-coördinator bij de Uithoornse instelling voor vmbo.

Ton ziet het als zijn missie om de digitale realiteit van leerlingen de school in te brengen. “Mobieltjes zijn bijvoorbeeld niet meer weg te denken. Daar kun je je aan ergeren, maar je kunt de toenemende interactiviteit ook benutten door ze binnen de les te integreren.” Ook Stichting Iris, waar Thamen een onderdeel van is, stimuleert de inzet van digitale leermiddelen. “Zo wordt ieder jaar een ict-middag georganiseerd, waar docenten workshops volgen en kennis maken met ‘good practises’ van collega’s. Nuttig, want het vernieuwings- proces verloopt soms best stroef, bijvoorbeeld omdat de werkdruk in het vmbo hoog is. Vernieuwen is dan toch ondergeschikt aan lesgeven. Het is ook een beetje een ‘de kip en het ei’ verhaal. Als je een ict-project lanceert waar leerlingen enthousiast over zijn, dan wordt het eigen enthousiasme ook aangewakkerd.”

Online stripverhalenTons ‘eigen’ project is in ieder geval een succes. “Ik wilde vakover- stijgend leermateriaal ontwikkelen dat leerlingen zou helpen om Engels én samenwerkingscompetenties te oefenen. Omdat ik een passie voor video heb, lag het voor de hand om met beeld te werken.” Uiteindelijk is ervoor gekozen om leerlingen woordjes uit de Stepping Stone methode, waar Ton medeauteur van is, binnen online strip- verhalen te verwerken. “Ieder groepje moest een bepaald aantal Engelse zinnetjes - de stepping stones – in het door hen geschreven verhaal opnemen. De leerlingen hebben foto’s in en rond de school gemaakt, waarbij het storyboard de leidraad was. Vervolgens zijn die foto’s geupload en bewerkt in IrfanView. Daarna zijn de afbeeldingen via het gratis toegankelijke comiqs.com ‘verstript’. De Engelse zinnetjes zijn als tekstballonnetjes toegevoegd.”

Achteraf verbeterenDe ‘stripverhalen’ kunnen, net als bij bijvoorbeeld YouTube video’s, via een code worden opgenomen in de elo. “Maar je kunt er natuurlijk ook naar linken. Bovendien kunnen anderen, zoals de docent, op comiqs.com commentaar toevoegen. Wat ik heel bijzonder vind, is dat de leerlingen de kwaliteit van hun strip zo belangrijk vinden. Zo schrokken ze soms achteraf van hun matige Engels en hebben dat zelf verbeterd. Het voelt blijkbaar als ‘hun eigen verhaal’ en we merken dat ze trots zijn als het eindproduct geslaagd is.”

www.thamen.nlwww.comiqs.com

“Mijn tip? Houd altijd in de gaten

wat de meerwaarde – beeld,

geluid, interactie en feedback –

van ict is. Als je leerlingen alleen

maar in Word laat werken, voegt

dat weinig toe. Bovendien kunnen

ze dat thuis ook.”

Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009 3

comiqs

Page 4: inDruk VO voorjaar 2009

Kennisnet ambassadeur Antwain Huiskes (Isendoorn College):

“Het uitwisselen van ervaringen heeft enorme meerwaarde – ook als die ervaringen minder positief zijn!”

Veel Kennisnet ambassadeurs zijn op meerdere vlakken actief. Antwain Huiskes vormt daarop geen uitzondering. “Ik ben

docent Duits en Informatiekunde, ben betrokken bij softwarematig systeemonderhoud én beheer de Teletop leeromgeving.”

Die combinatie betekent dat Antwain zijn kennis op vele terreinen op peil moet houden.

“Zeker op ict-gebied gaan de ontwikkelingen snel en komt er dus veel op je af. Het is bijvoorbeeld bijna ondoenlijk om alle nieuwsbrieven uitgebreid te bestuderen. Je moet keuzes maken, ook met betrekking tot het tempo waarin je ontwikkelingen uitrolt.” Het ambassadeurs- schap helpt Antwain daarbij. “Een kijkje in de keuken bij andere scholen is heel prettig. Ik heb de indruk dat veel directies steeds opnieuw het wiel uitvinden. Tijdens gesprekken met collega ambassadeurs blijkt vaak dat anderen ‘onze’ uitdagingen al hebben overwonnen. Dat kun je dan in je eigen opzet meenemen. Overigens hoeft het echt niet altijd ‘hosanna!’ te zijn, want ook van negatieve ervaringen kun je een hoop leren.”

“Eigenlijk is één ambassadeur –

één persoon die de weg kent op

digitaal gebied – een te smalle

basis.”

Leren relativerenIn alle lokalen hangen digitale schoolborden. Antwain: “Sinds vorig jaar werken we, na experimenten met gratis varianten, met Teletop. Vanuit het ambassadeursnetwerk werd ik erop gewezen dat we de opleidingkosten via een Kennisnet regeling konden terugvorderen. Om eerlijk te zijn, denk ik niet dat ik daar anders achter zou zijn gekomen!” Voor wat betreft de snelheid waarin wordt geïnnoveerd, toont Antwain zich een realist: “Leren relativeren is belangrijk, zo blijkt

uit ervaringen van anderen. Je kunt wel roepen dat je binnen twee jaar al het materiaal binnen de elo opgenomen wilt hebben, maar

het is vaak beter om één onderdeel goed uit te werken en dan pas met iets nieuws te beginnen. Kleine stapjes voorkomen dat

je door de bomen het bos niet meer ziet.”

Te smalle basisOndanks de kans om van gelijkgestemden te leren, ziet Antwain wel een risico: “Eigenlijk is één ambassadeur – één persoon die de weg kent op digitaal gebied – een te smalle basis. Ik zou het dan ook toejuichen als collega’s op termijn een soortgelijke rol op zich zouden nemen.” Dat ‘digitaal’ de toekomst heeft, staat voor Antwain in ieder geval vast. “Wat mij opvalt, is dat onze computerpleinen

waar leerlingen doorlopend gebruik van kunnen maken altijd bezet zijn. Niet alleen door leerlingen, maar ook door docenten

die tussen de lessen door nog even snel iets opzoeken.”

ambassadeurs.kennisnet.nl

4 Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009

ambassadeurs

Page 5: inDruk VO voorjaar 2009

Themabijeenkomst ambassadeurs zoomt in

op veranderende rol uitgevers en docenten

“Dat we ons nog steeds afvragen of de rol van de uitgever door digitalisering verandert, is eigenlijk vreemd. Binnen andere

sectoren – denk aan de muziekbranche – is de volledige keten door elkaar geschud. Het is niet zozeer de vraag of de rollen

van de spelers veranderen, maar wat de ‘Koninklijke weg’ is; welke aanpak het meeste rendement oplevert. En dat is een

vraag die mede door docenten zal moeten worden beantwoord.”

Het is slechts één van de conclusies van Kennisnet directeur Toine Maes aan het slot van de intensieve themabijeenkomst op de NOT. Maar wel een conclusie waar tijdens het afsluitende diner enthousiast over wordt doorgepraat door de ambassadeurs. Er bestaat een aantal mythes rondom digitaal leermateriaal. Dat de inzet per definitie goedkoper is bijvoorbeeld. Of dat Wikiwijs het schoolboek op korte termijn overbodig zal maken. Een feit is dat het vo in hoog tempo verandert en dat docenten, managers, uitgevers en politiek samen na moeten denken over een optimale inzet van digitale leermiddelen.”

Docent behoudt de regieKeynote Stephan de Valk, woordvoerder van de GEU en lid van het Innovatieplatform VO, wil graag in gesprek met het onderwijsveld. “Uitgeverijen willen het primaire proces ondersteunen, maar de regie ligt bij jullie. Het gaat niet zozeer om de keuze tussen papier of ict. De inhoud is namelijk het belangrijkste. Het materiaal moet inspireren, motiveren, didactisch doordacht, flexibel en eindexamenproof zijn. Dat iedere docent straks eigen materiaal ontwikkelt, is volgens mij ook een mythe, want de praktijk wijst uit dat het echt een vak apart is dat veel kennis en ervaring vereist.”

“Docenten waren de afgelopen jaren consumenten geworden;

een devaluatie van het beroep. Met de opkomst van digitaal

leermateriaal is een positieve kentering in gang gezet.”

Interactieve discussiesTijdens het aansluitende debat discussiëren panelleden De Valk, Hans Reiber (Stedelijk Lyceum Enschede en VO-raad) en Rola Hulsbergen (Aloysius College) aan de hand van een drietal stellingen over de ‘nieuwe rolverdeling’. Ook de bezoekers worden hier, door middel van stemkastjes, direct bij betrokken. Opvallend is dat een royale meerderheid van de aanwezigen (maar liefst 76% bij de stemming na de discussie) vindt dat het maken van goed leermateriaal wel degelijk aan docenten overgelaten kan worden. Of, zoals een bezoeker het verwoordt: “In je eentje is het lastig, maar een groep docenten – eventueel ondersteund door een uitgever – moet er toe in staat zijn.” Dat de kwaliteit van het digitale materiaal (“Het zijn soms platgeslagen leerboeken”, aldus Hans) vaak te wensen over laat, verleidt een bezoeker tot de uitspraak dat “we misschien niet zozeer werkboeken moeten digitaliseren, maar de informatie op internet beter moeten benutten.” Dat het materiaal van de toekomst vooral niet statisch moet zijn, staat voor de aanwezigen vast. En de invulling? “Als we de goede randvoorwaarden creëren, komen we er samen wel uit.”

Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009 5

themabijeenkomst ambassadeurs

Page 6: inDruk VO voorjaar 2009

Digitaalleermateriaal.kennisnet.nl/voOp de vernieuwde site digitaalleermateriaal.kennisnet.nl/vo vinden docenten en het management informatie over digitaal leermateriaal. De site biedt algemene informatie over leermiddelenbeleid, een overzicht van verschillende initiatieven die spelen op het gebied van digitaal leermateriaal, goede voorbeelden en links. Speciaal voor docenten is er een praktische ingang voor het zoeken, maken en delen van digitaal leermateriaal.

Honderden scholieren en studenten hebben dit schooljaar een interessante website, boeiende film of spannende game gemaakt voor één van de Wedstrijden. In totaal doen dit jaar maar liefst 700 teams mee aan de wedstrijden van Kennisnet! Het is altijd weer geweldig om te zien hoe creatief de deelnemers zijn. Wilt u de inzendingen ‘als eerste’ zien én mee bepalen wie de beste is? Word dan online jurylid.

Binnenkort gaan de online juryrondes van start. Kennisnet nodigt u uit om u hiervoor op te geven als online jurylid. U beoordeelt de inzendingen van de teams vanachter uw pc aan de hand van vastgestelde criteria. U hoeft geen professional te zijn om te kunnen jureren. Hoeveel inzendingen u wilt beoordelen en hoeveel tijd u er dus aan wilt besteden, bepaalt uzelf. De inzendingen die door de online jury als beste worden beoordeeld, gaan door naar een vakjury die de uiteindelijke winnaars bepaalt.

Kijk snel op wedstrijden.kennisnet.nl/jury en geef u op! Als dank voor het jureren ontvangt u een leuke gadget.

Word online jurylid!

Bij ‘Zoeken’ staat een overzicht van zoekmachines en andere tools die u helpen bij het zoeken en vinden van digitaal leermateriaal. Hier zijn bijvoorbeeld ook de resultaten te vinden van de inventarisatie van bronnen van digitaal leermateriaal in het vo.

‘Maken’ geeft aan hoe u digitaal leermateriaal kunt arrangeren (samenstellen) of zelf ontwikkelen. Onder ‘Delen’ wordt duidelijk gemaakt wat het belang is van het delen van digitaal materiaal met collega-docenten. Ook hier een overzicht van onder andere repositories. Een repository bevat, naast de leermaterialen zelf, gegevens over deze materialen zodat ze vindbaar worden voor gebruikers.

De huidige informatie op de site is een goede basis om als school aan de slag te gaan met digitaal leermateriaal. Alle nieuwe en relevante informatie uit onderzoeken, goede voorbeelden, publicaties en relevante links worden gepubliceerd op de site.

Mist u op deze site informatie of heeft u vragen over digitaal leermateriaal? Laat het ons weten: [email protected]

6 Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009

nieuws

Page 7: inDruk VO voorjaar 2009

Het gebruik van digitaal leermateriaal in het onderwijs is niet meer weg te denken. Steeds meer scholen zien de toegevoegde waarde hiervan. De vraag is nu nog groter dan het aanbod. Verschillende organisaties zijn initiatieven gestart om het gebruik van digitaal leermateriaal in het onderwijs te bevorderen en om meer materiaal beschikbaar te krijgen.

Initiatieven digitaal leermateriaalProgramma Stimuleren Gebruik Digitaal Leermateriaal Het programma wil het gebruik van digitaal leermateriaal in het po, vo en mbo stimuleren. Een belangrijk onderdeel van het programma is te komen tot een goed functionerende markt van digitaal leermateriaal. digitaalleermateriaal.kennisnet.nl

Innovatieplatform VO en open leermiddelen databankDe VO-raad heeft het Innovatieplatform-VO opgericht. Het platform wil met de innovatieve inzet van ict het onderwijs eigentijdser en aantrekkelijker maken. Ook wil zij meer digitaal onderwijs voor leerlingen, het lerarentekort aanpakken en het beroep van docent uitdagender maken. www.vo-raad.nl

WikiwijsHet initiatief van minister Plasterk heeft als doelstelling leraren de kans te bieden om zelf eigen lesmateriaal te ontwikkelen, in een Wikipedia-achtige omgeving. Al het zo gecreëerde Wikiwijsmateriaal moet voor alle scholen vrij toegankelijk zijn. www.wikiwijsinhetonderwijs.nl

Leermiddelenbeleid van de VO-raadNieuwe onderwijsvormen vragen om ander leermateriaal en meer maatwerk. Zeker nu ook de financieringsstructuur van het leermateriaal gewijzigd is. Het Programma Leermiddelenbeleid biedt hierbij ondersteuning. www.vo-raad.nl/projecten/leermiddelenbeleid

Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009 7

digitaal leermateriaal

Page 8: inDruk VO voorjaar 2009

Tip van Maurits: “Je moet bewust

voor deze manier van werken kiezen,

anders wordt het niets. Het kost veel

tijd, maar het levert ook veel op,

zoals plezier in het werk en

gemotiveerdere leerlingen.”

Lieneke Jongeling, voorzitter College van Bestuur:

“Onderwijs is er niet voor de school, niet voor de docenten en niet voor mij. Onderwijs is er voor de kinderen.”

School in Beeld: Northgo College experimenteert met laptopklas

Het Noordwijkse Northgo College, een brede scholengemeenschap met ongeveer 1.000 leerlingen, is een relatief jonge

organisatie, die wordt gekenmerkt door een energieke en open sfeer. In de kleurrijke gangen haasten leerlingen zich langs

zelfgemaakte portretten, op weg naar een volgende les. De kans dat zij die (deels) digitaal volgen, is groot, want op het

Northgo is ict een onlosmakelijk onderdeel van de dagelijkse lespraktijk.

“We zijn toe aan de derde generatie van onze elektronische leeromgeving, bieden al het leermateriaal in digitale vorm aan en beschikken in iedere klas over lcd schermen en/of digiborden,” vertelt Lieneke Jongeling, die benadrukt dat bij de keuze voor ‘papier’ of ‘digitaal’ niet zozeer het kostenaspect, maar het leerproces centraal staat. “Je moet goed onderzoeken welke leermiddelen de leerling verder helpen. Dat geldt voor docenten. En voor de schoolleiding. Het is niet meer dan logisch dat je dan al snel uitkomt bij internet, want als je kinderen wilt voorbereiden op de maatschappij buiten de schooldeuren, dan moet je die maatschappij ook binnen durven laten. Ict is een realiteit en leerlingen worden constant met nieuwe media geconfronteerd. Het is heel belangrijk om ze daar op toe te rusten. Digitaal leermateriaal is ‘slechts’ een onderdeeltje. Ik vind het riskant om voor zo’n beperkte focus te kiezen. Het gaat ook om e-mail gebruik, om de selectie van bronnen, om aanvaardbaar digitaal burgerschap.”

8 Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009

school in beeld

Page 9: inDruk VO voorjaar 2009

Jaloers op de laptopklasOok Maurits ervaart dat de motivatie toeneemt: “Leerlingen vinden het veel uitdagender, hoewel er een duidelijke aanloopperiode is. In het begin van het jaar vonden ze het bijvoorbeeld lastig om op een Mac te werken en alle bestanden goed te organiseren. Toen voelde ik me meer systeembeheerder dan docent. Volgend jaar krijgen de kinderen eerst twee weken cursus.” Maurits deelt de mening van het management dat het er niet zozeer om gaat of ‘het boek’ of ‘de laptop’ beter is. “Ik wil de kinderen iets leren. Als de computer daarbij kan helpen, dan is mijn missie geslaagd.” Een leerlinge: “Ik vind het heel leuk, maar vooral bij wiskunde soms moeilijk. Als je een vierkantje wilt tekenen, dan gaat de lijn soms scheef.” Ook zij zou echter niet terugwillen naar het papieren tijdperk: “Dit is de toekomst en andere kinderen zijn best jaloers op onze laptopklas.”

We gaan ertegenaan!Mentor en oud-leerling Manoah houdt zich onder andere bezig met het ontwikkelen van het benodigde digitale leermateriaal. Lastig? “Er gaat heel veel tijd inzitten, maar ik heb het er graag voor over. We werken in een team dat er bewust voor heeft gekozen!” Bij het samenstellen van lessen maakt Manoah van meerdere bronnen gebruik. Digilessen VO is één van die bronnen. “Helaas is niet al het materiaal bruikbaar of even goed gefilterd. Dan lees je een PowerPoint door en denk je ‘waar slaat het op?’ Toch ben ik ervan overtuigd dat digitale leermiddelen de toekomst hebben. Als je ieder jaar hetzelfde boek doorneemt en dezelfde stencils gebruikt, dan ga je op een gegeven moment een beetje dood. Digitaal materiaal is veel flexibeler. Bovendien is de interactiviteit een groot pluspunt.”

Iedereen participeertSinds de eerste experimenten met elo’s (“Het was vaak een worsteling om het juiste materiaal op het juiste moment te ontsluiten”) zijn grote stappen gezet. Niet alleen op technisch gebied – de infrastructuur is prima verzorgd en al het materiaal voldoet aan hoge, internationale standaarden – maar ook met betrekking tot de ‘ict cultuur’. Lieneke: “In het begin zaten de leerlingen er veel enthousiaster in dan de docenten. Om dat om te buigen, heb ik de docenten heel direct bij het proces betrokken. Bijvoorbeeld door PDA’s – die uiteindelijk letterlijk zijn opgebruikt – beschikbaar te stellen. Aan docenten, maar ook aan conciërges, want wij zijn een scholengemeenschap en daarin participeert iedereen op gelijke wijze.” Hoewel zij er in het beginstadium ‘flink aan moest trekken’ constateert Lieneke dat de cultuuromslag een feit is. “Er wordt geëxperimenteerd bij het leven en steeds meer docenten benutten de ruimte die zij daarvoor krijgen.”

Motivatie neemt toeEen nieuw experiment is de laptopklas. Atheneum brugklassers volgen een jaar lang alle lessen op fonkelnieuwe MacBook laptops. Maar: “Ze beschikken ook over de lesboeken,” zegt docent Maurits Hartendorp, die de wiskundelessen (“Eigenlijk ben ik docent Natuurkunde, maar ik vind dit zo’n bijzonder initiatief dat ik graag mee wilde werken”) voor zijn rekening neemt. inDruk nam plaats in de schoolbanken en vroeg Maurits, mentor / lesontwikkelaar Manoah Biesheuvel en diverse ‘bruggers’ naar hun bevindingen. “Om met een nadeel te beginnen; ik ben veel meer tijd kwijt aan surveilleren,” zegt Maurits. “Als je denkt dat er nooit stiekem een spelletje wordt gespeeld, ben je naïef.” “Ik speel wel eens, maar alleen als ik klaar ben met de les en alles begrijp,” beaamt een leerling die in ieder geval niet meer ‘terug’ zou willen. “Werken op de computer is leuker dan werken met een schrift en een pennetje. Mijn motivatie is gegroeid.”

Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009 9

x

Page 10: inDruk VO voorjaar 2009

Leraar24 door Minister Plasterk gelanceerd!

De champagne staat klaar en de klok telt langzaam af

naar het moment dat minister Plasterk het officiële

startschot mag verzorgen. Eindelijk is het zover en

worden de vele belangstellenden getrakteerd op een

inspirerend filmpje dat de kansen van het platform –

boordevol video’s en verdiepende informatie over het

docentenvak – kort belicht. “Leraar24 is, in goed

Nederlands, een mooie toolbox met, weer in goed

Nederlands, heel veel content,” aldus Plasterk.

Leraar24 is een initiatief van Kennisnet, Ruud de Moor Centrum, SBL en Teleac/NOT. Jean Pierre de Bont (Mill-Hill College), Leraar van het Jaar 2008, is nauw betrokken bij het initiatief. “Ik ben erg blij dat het allemaal gelukt is en dat we vandaag – notabene op de NOT! – de website hebben kunnen lanceren. Toen mij werd gevraagd om over Leraar24 mee te denken, was ik meteen ‘om’. Het is enorm praktisch om te ontdekken hoe collega’s bepaalde zaken aanpakken. Ik denk dat het een hele hoge herkenningsfactor heeft.”

Verslavende werkingAnnet Kil, voorzitter SBL deelt zijn enthousiasme. “We hebben met het hele team naar dit moment toegewerkt en we zijn trots op dit ‘beginresultaat’. De belangrijkste meerwaarde van het platform is dat leraren antwoorden kunnen vinden op hun vragen. Maar ik hoop ook dat er communities ontstaan, waarbij docenten van verschillende scholen contact leggen en een netwerk vormen. Dat collega’s bij elkaar informatie halen is nog lang niet vanzelfsprekend, zeker niet in het vo. Leraar24 zou daar verandering in moeten kunnen brengen. Ik wil dan ook iedere docent die professionalisering belangrijk vindt, uitnodigen om het platform te gaan gebruiken. Zelf vind ik het in ieder geval heel verslavend!”

Meteen op zoekDat de lancering zeker niet onopgemerkt blijft, bewijst docent Frans Janet Tokaay-Gottmer (KSG de Breul): “Ik kende het zelf niet, maar werd door iemand anders op dit initiatief gewezen. Persoonlijk zou ik graag willen weten hoe collega’s invulling geven aan de mentorlessen, want de methode werkt niet altijd even goed. Als daar straks op Leraar24 wat over te vinden is, is dat natuurlijk fantastisch!”

www.leraar24.nl

“Docenten vormen een lastige

beroepsgroep. We nemen

namelijk weinig van anderen

aan. Maar advies van collega’s

daar staan ‘we’ meestal wél

voor open.”

10 Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009

leraar24

Page 11: inDruk VO voorjaar 2009

De online lessenmaker voldoet aan de ELO vereisten

Dat er veel digitaal leermateriaal wordt ontwikkeld, is een feit. Maar lang niet al dat materiaal wordt per definitie met andere

scholen gedeeld. Bovendien is sprake van een groot aantal verschillende ‘formaten’, zoals Word, PowerPoint en Excel.

“Hoewel daar fantastische lessen tussen zitten, zullen we op termijn toch voor eenduidigheid moeten kiezen,” denkt Erik

Verhulp, directeur van De Digitale School, de stichting die de ruim 12.000 leermiddelen uit de leermiddelendatabase beheert.

Voor wie niet bekend is met leermiddel.org: de website www.digischool.nl biedt leerlingen (via de vaklokalen) en docenten (via de communities) gratis toegang tot alle leermaterialen. Erik: “Binnen de communities wordt informatie uitgewisseld. Het materiaal dat de leden ontwikkelen, kan worden geupload naar onze database leermiddel.org. Inmiddels zijn ruim 12.000 leermiddelen via de database ontsluitbaar. En dat aantal groeit. Maandelijks worden er zo’n 120.000 leermiddelen gedownload en 200 nieuwe leermiddelen toegevoegd. Best een mooie tussenbalans, maar we zouden graag zien dat het aantal actieve uploaders verder toeneemt.”

Online lessenmaker maakt kwaliteitsslag mogelijkKwaliteit is een belangrijk uitgangspunt. “We hebben er bewust voor gekozen om communitymanagers aan te stellen, die al het ingezonden materiaal beoordelen. Pas als aan minimumkwaliteitseisen is voldaan, wordt het materiaal zichtbaar voor andere gebruikers. Om de kwaliteit extra te stimu- leren, wordt binnenkort een nieuw initiatief gelanceerd: de online lessenmaker. “Er is in Nederland sprake van een belangrijke ontwikkeling op het gebied van digitale leermiddelen. Het aantal scholen met een elektronische leeromgeving (ELO) neemt namelijk snel toe. En al die ELO’s moeten worden ‘gevoed’ met materiaal dat aan SCORM en QTI standaarden voldoet.” Bovendien sluiten scholen zich aaneen - denk aan DigilessenVO of de Onderwijs- vernieuwingcoöperatie (OVC) - om samen digitale lessen te ontwikkelen en uit te wisselen.

Lessen die iedere ELO ‘lust’Met de online lessenmaker, dat ook door DigilessenVO en OVC wordt gebruikt, kunnen individuele docenten (“de doelgroep die wij faciliteren”) dat bruikbare materiaal straks zelf creëren. “De lessen die zo worden gemaakt, zijn eenduidig, worden correct gemetadateerd én voldoen aan de technische ELO-vereisten. Maar we kiezen er ook voor om een wat strengere redactieslag toe te passen, zodat we de kwaliteit extra stimuleren.” Het programma biedt veel opties. “Tekst, film, geluid, links naar websites; je kunt er van alles in kwijt.” Om ‘beginners’ snel wegwijs te maken, worden niet alleen ‘live’ workshops aangeboden, maar is ook een bijzondere variant ontwikkeld.

“Je kunt een behoorlijk diepgaande cursus binnen de eigen ELO volgen. In je eigen tempo. En in het eigen klaslokaal. De training is namelijk met de online lessenmaker samengesteld en kan dus in iedere ELO worden ingezet!”

www.leermiddel.orgwww.digischool.nlwww.deonderwijsvernieuwingscooperatie.nlwww.digilessenvo.nl

Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009 11

online lessenmaker

Page 12: inDruk VO voorjaar 2009

“Leerlingen en studenten ervaren ‘authentieke opdrachten’ als enorm motiverend”Hoe leraren in opleiding hoogwaardig digitaal leermateriaal ontwikkelen

Roelien Bos-Wierda, van oorsprong docente Engels en Ron Barendsen, die als aardrijkskundedocent voor de klas stond, zijn

de enthousiaste aanjagers van ict-projecten op de NHL Hogeschool, een lerarenopleiding in Leeuwarden. Eén van de

bijzondere trajecten die uit deze samenwerking (“we opereren als een tandem”) is voortgekomen, heeft direct betrekking op

digitale leermiddelen. NHL studenten ontwikkelen namelijk zelf digitaal lesmateriaal. Niet voor intern gebruik, maar in

opdracht van externe scholen uit het voortgezet onderwijs.

Roelien is een groot voorstander van de inzet van digitale leermiddelen. “Interactief materiaal is aantrekkelijk, effectief en – indien op de juiste manier ingezet - rendementverhogend. Ron: “Het gebruik van digitale lessen is plaats- en tijdonafhankelijk. Als de technische infrastructuur in orde is, kun je het materiaal letterlijk binnen enkele seconden met collega-instellingen uitwisselen. Dat maakt het bijvoorbeeld mogelijk om in te spelen op de actualiteit. En dat is pure winst. Bovendien kan digitaal leermateriaal uitkomst bieden bij een breed scala aan (onderwijskundige) problemen, zoals docententekort en differentiatie in heterogene groepen.”

Speak up!!Voordat materiaal uitgewisseld kan worden, moet het natuurlijk wel beschikbaar zijn. “Wij zagen een kans om twee vliegen in één klap te slaan; competentiegericht leren stimuleren door onze studenten leermateriaal voor derden te laten ontwikkelen. De opdrachten verwerven de studenten zelf, bijvoorbeeld door scholen te vragen wat we voor ze kunnen betekenen.” Een goed voorbeeld is een project op de Waddeneilanden. “Kleine scholen die worden gekenmerkt door zeer heterogene groepen – van vmbo tot vwo – die samen één klas vormen omdat er te weinig leerlingen zijn om aparte groepen samen te stellen. Dit kan echter betekenen dat sterkere leerlingen onvoldoende worden uitgedaagd, bijvoorbeeld op het gebied van spreekvaardigheid.” Roelien: “De opdracht aan onze studenten was om digitaal spreekvaardigheidmateriaal voor Frans, Duits en Engels samen te stellen om een verdiepingslag te realiseren. Een zware opgave, want het materiaal moet prikkelen, educatief én interactief zijn. Een groep studenten is er nu dan ook al ruim een jaar mee bezig om dit traject – Speak Up!! – vorm te geven.”

“Het leren werken in

multidisciplinaire

projectteams is belangrijk,

want als je eenmaal voor de

klas staat, kun je lang niet

altijd externe partijen

inhuren.”

12 Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009

digitaal leermateriaal

Page 13: inDruk VO voorjaar 2009

“Leerlingen en studenten ervaren ‘authentieke opdrachten’ als enorm motiverend”Hoe leraren in opleiding hoogwaardig digitaal leermateriaal ontwikkelen

Mooie leerervaringHet resultaat wordt een in Flash gebouwde applicatie met een ingebouwde recorder. Leerlingen kunnen de opdrachten zelfstandig doorlopen. Het opgenomen materiaal kan door de docent waar en wanneer hij maar wil, worden afgespeeld en beoordeeld. “De applicatie is volledig webbased,” vertelt Ron. “Bovendien kan het programma binnen een ELO als Teletop worden geïntegreerd.” De reacties van de leerlingen zijn bijzonder enthousiast. “We hebben onze studenten zelf laten peilen hoe de leerlingen erover dachten. Ook dat is een mooie leerervaring, want ze worden geacht om straks zelfstandig met leerlingen om te kunnen gaan.”

Beginnen met een voorsprongRoelien is erg onder de indruk van de pilotversie van de spreekvaardigheidstool. “Het ziet er heel gelikt uit. De opdrachten zijn voorzien van allerlei beeld- en geluidsfragmenten. Wat ik ook bijzonder vind, is dat de studenten alles zelf hebben gemaakt. Een student die goed in Flash is, heeft bijvoorbeeld workshops aan medestudenten gegeven. Zo leren ze van elkaar en ontstaat een heldere taakverdeling binnen het collectief.” Ron: “Het leren werken in multidisciplinaire projectteams is belangrijk, want als je eenmaal voor de klas staat, kun je lang niet altijd externe partijen inhuren. Daar is vaak gewoon geen budget voor. Door aan dit project deel te nemen, beginnen studenten hun loopbaan straks met een voorsprong, want ze hebben in een praktijksetting ervaring met het ontwikkelen van leermiddelen opgedaan.”

Veel vrijheid Ron en Roelien zijn groot voorstander van het vrij uitwisselen en gebruiken van digitaal lesmateriaal. Roelien: “Het is zonde om zoveel tijd en energie in een project te investeren als het product vervolgens niet wordt ingezet. Dat geldt overigens ook voor kennis en ervaring. Als andere lerarenopleidingen interesse hebben in onze aanpak, dan helpen wij hen graag.” Volgens Ron is de grootste winst dat studenten ‘zelfstandig’ een professionaliseringsslag hebben gemaakt. “Ze kregen veel vrijheid om aan de wensen van de opdrachtgever tegemoet te komen. En dat bleek opvallend goed te werken. Eigenlijk is dit competentiegericht leren pur sang. Studenten waren bezig met design, onderhielden contact met opdrachtgevers, probeerden aan te sluiten op de belevingswereld van leerlingen en ontwikkelden materiaal dat écht functioneel is.”

De sleutel ligt bij het management “Het was voor ons ongelofelijk spannend om te zien hoe ze met die zelfstandigheid omgingen,” zegt Roelien. “Vooral omdat het niet vrijblijvend was, want er lag een duidelijke opdracht aan ten grondslag. Ik ben best verbaasd over het resultaat. Vaak zie je dat studenten wel concepten kunnen ontwikkelen, maar dat de uitwerking tekort schiet. Ik denk dat het feit dat we intern over goede ict-faciliteiten beschikken een positieve bijdrage heeft geleverd. Ron: “Bovendien ervaren studenten authentieke opdrachten als enorm motiverend. De sleutel ligt overigens altijd bij het management. Zij moeten faciliteren. Als dat goed zit, is een belangrijke voorwaarde voor succes gecreëerd.”

waddencampus.nllero.kennisnet.nl

Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009 13

Page 14: inDruk VO voorjaar 2009

Levendige bijeenkomst ‘Samen Deskundiger met

Lerarenopleidingen’ op de NOT

“We gaan nadrukkelijk bij de lerarenopleidingen op de deur kloppen”

Als het aan Frans Schouwenburg, sectormanager vo bij Kennisnet ligt, wordt de binnen ‘Samen Deskundiger’ ingezette

samenwerking, snel geïntensiveerd. “De lerarenopleidingen zijn een essentieel onderdeel van de keten. En hoewel er een

aantal prachtige ict-projecten met studenten en opleiders tot stand zijn gekomen, is het hogere doel – LERO als ict-partner en

aanjager van vernieuwing – nog niet bereikt. Daar wil ik, samen met jullie, graag verandering in brengen.”

Van digitale leermiddelen tot professionalisering, en van inbedding van ict competenties tot een oproep om toch vooral de discussie aan te gaan; tijdens de presentatie passeren alle relevante onderwerpen de revue. Volgens Frans moeten LERO’s ook zelf nadenken over hun rol binnen de keten. Waar staan ze nu? Waar willen zij naartoe? Opleider Roelien Bos-Wierda (Noordelijke Hogeschool Leeuwarden) onderschrijft het belang van aandacht voor ict: “De lerarenopleidingen zijn eigenlijk de enige plaats waar ict en didactiek samenkomen. Dat is een verantwoordelijkheid die we niet uit de weg mogen gaan. Daar moeten we iets mee doen!”

“Digitale leermiddelen zijn hot. Het onderwerp leeft in de politiek en

binnen de scholen. Maar voordat je op een effectieve manier met ict

aan de slag kunt, moet aan belangrijke randvoorwaarden zijn voldaan.”

Voorbereiden op een onzekere toekomstMaar hoe kan die ambitie naar de praktijk worden vertaald? En welke vragen moet je minimaal hebben beantwoord om ict effectief in te kunnen zetten? “Ict oplossingen moeten aansluiten op de leerling en de onderwijsvisie,” zegt Alfons ten Brummelhuis, hoofd onderzoek bij Kennisnet. “Het instrument ‘Didactiek in balans’ kan daarbij helpen. Met dit instrument wordt duidelijk in kaart gebracht welke rol ict nu speelt, wat de toekomstvisie is en welke ondersteuning nodig is om die visie werkelijkheid te maken.” Thomas Jager (INHolland) reageert: “Wij proberen leraren op de toekomst voor te bereiden, maar dat is niet makkelijk. We weten immers niet exact hoe die toekomst eruit komt te zien.”

Ruim 50% denkt dat visievorming overbodig isTijdens de presentatie van Toine van den Bogaart (Directeur NHL) blijkt wat Didactiek in Balans aan concrete resultaten op kan leveren. “Uit de pilot binnen onze instelling komen opvallende cijfers naar voren. Zo vindt 36% van het team dat ze redelijk goed met ict omgaan en denkt ruim 50% geen behoefte te hebben aan een ict-visie.” Gelach vanuit de zaal: “Uit alle onderzoeken blijkt inderdaad dat het tegenovergestelde waar is.” Het animo om aan Didactiek in Balans deel te nemen is onder de bezoekers in ieder geval groot. Volgens Nicolette Erkelens (Hogeschool Rotterdam) valt er nog veel winst te boeken: “Als lerarenopleiding moeten we zo veel mogelijk drempels wegnemen, zodat onze studenten straks met ict kunnen én durven werken.”

lero.kennisnet.nl

14 Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009

samen deskundiger

Page 15: inDruk VO voorjaar 2009

Virtuele omgevingen, iets voor uw onderwijs?Voor het beantwoorden van deze vraag heeft het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma een overzichtelijk handboek ontwikkeld. In het handboek staan acht onderbouwde leersituaties beschreven die in Second Life of Active Worlds mogelijk zijn. Ruim 1000 docenten uit het vo, mbo en leraren in opleiding hebben de leersituaties beoordeeld op verschillende aspecten waarmee de educatieve kansrijkheid bepaald kan worden.

Aan de hand van uw voorkeur van lesgeven en uw vakgebied kunt u bepalen welke leersituaties interessant zijn. Daarnaast ziet u ook hoe andere vakdocenten deze leersituatie beoordeelden. Alle acht leersituaties worden ondersteund met een inspirerend video- fragment, te vinden op www.virtueleomgevingen.nl

De vijf belangrijkste kernkwaliteiten van virtuele omgevingen zijn:

• Multimediaal;• Plaats- en tijdonafhankelijk;• Synchrone- en asynchrone interactie;• Experimenteerruimte voor identiteit;• Flexibel.

Meerwaarde voor het onderwijs:• Combinatie van verschillende media kan

leiden tot een aantrekkelijk en enthousiasmerende omgeving voor leerlingen;

• De leercontent is altijd benaderbaar en afstandleren is hierdoor mogelijk;

• Mogelijkheid om samenwerkings- verbanden aan te gaan buiten de school;

• Aannemen van verschillende rollen en inleven in andere identiteiten;

• Omgeving kan ingericht worden naar behoefte en leerdoel.

Gaat u met uw leerlingen een mini-onderneming opzetten? Misschien wilt u uw Franse les verzorgen in een virtuele Frans dorp of laat u liever uw leerlingen door een virtueel hart lopen?

Bepaal zelf of virtuele werelden wellicht iets voor uw onderwijs kunnen zijn. Het handboek kunt u bestellen via www.virtueleomgevingen.nl/bestellen

Lerende ‘PDA’ers’Op het Aletta Jacobs College in Hoogezand organiseren leerlingen door middel van het ThinkQuest PDA Project hun eigen

onderwijs. Samen met de leerlingen is in kaart gebracht hoe mobile devices, zoals smartphones en PDA’s, in het onderwijs

ingezet kunnen worden.

Rein Scholte, docent Informatica en ict-coördinator, heeft het project begeleid en vindt dat leerlingen eigenlijk de aanjager van onderwijs- vernieuwingen zouden moeten zijn. “Als volwassenen hollen we toch een beetje achter de kinderen aan, daarom kies ik ervoor leerlingen te mobiliseren. Voor het PDA Project ontstond uiteindelijk de mooie situatie dat leerlingen de docenten hebben uitgelegd hoe de handheld in de les konen worden ingezet. Dat is toch prachtig?” Het meest bijzonder en educatieve aspect is misschien wel dat de leerlingen zelf de benodigde subsidie hebben aangevraagd, inclusief project- onderbouwing.

Met dit project wil het Aletta Jacobs College dat leerlingen meer informatica tijdens de ‘klassieke’ lessen gaan gebruiken. Het wordt bijvoorbeeld toegepast door middel van luister- en kijkoefeningen bij de moderne vreemde talen. Het college is een ict-school bij uitstek, waar het PDA-project goed bij aansluit. Volgens de school is ict onontbeerlijk voor het aanbieden van uitdagend en eigentijds onderwijs.

“Als volwassenen hollen we toch een

beetje achter de kinderen aan,

daarom zouden leerlingen eigenlijk

de aanjager van

onderwijs-

vernieuwingen

moeten

zijn.”

Kennisnet • inDruk VO • voorjaar 2009 15

nieuws

Page 16: inDruk VO voorjaar 2009

Hoofdredactie: Daphne van der Borgt > Eindredactie en coördinatie: Sylvia Hoyinck > Tekstbijdragen: GOfor Productions, Bram Litjens, Frans Schouwenburg, Jiska Verschoor en Esther van der Zwalm > Fotografie: GOfor Photos, Museum voor Communicatie en Kennisnet > Vormgeving: GOfor Design, Den Haag > Druk: Koninklijke De Swart, Den Haag > Issn: 1571-2427 Reacties en suggesties: [email protected] van teksten is toegestaan met bronvermelding. Op reportages en interviews, foto’s en illustraties berusten auteursrechten.

colofon > Kennisnet inDruk VO is een gratis blad voor docenten werkzaam in het voortgezet onderwijs. In het blad staat de praktische gebruikswaarde van Kennisnet centraal. Kennisnet inDruk is een uitgave van Stichting Kennisnet en verschijnt vier keer per jaar. Van de Kennisnet inDruk bestaat ook een aparte uitgave voor het basis onderwijs en het middelbaar beroeps-onderwijs. Het blad is ook digitaal (pdf-file) beschikbaar op indruk.kennisnet.nl

De laatste jaren heeft internet steeds meer het karakter gekregen van een platform waar mensen informatie zoeken en uitwisselen, samen kennis opbouwen, content creëren en zichzelf ontplooien. Dit is mogelijk door het grootschalig gebruik van diverse interactieve toepassingen en communities, zoals YouTube, Hyves, Twitter en Habbo Hotel, die bekend zijn onder de verzamelnaam ‘Web 2.0-toepassingen’. Maar hoe gebruiken jongeren deze toepassingen? De veronderstellingen over

Bezoek de Kennisnet stand

Op 7 & 8 april vindt het NIOC te Utrecht plaats. Minister Plasterk zal dit congres openen. Een uitgebreid programma is samengesteld waar de thema’s flexibel, adaptief en herbruikbaar centraal in staan. Meer informatie: www.nioc.nl

Op 8 & 9 april kunt u de IPON bezoeken in de Jaarbeurs te Utrecht. Laat u zich weer inspireren en de kennis op het gebied van onderwijs & ict helemaal bijspijkeren middels het zeer uitgebreide congresprogramma. Meer informatie: www.ipononline.nl

Kennisnet staat op beide congressen met een stand; bezoek ons en laat u hier informeren!

Web 2.0-gebruik door jongeren en de verwachte meerwaarde voor het onderwijs, waren aanleiding om BMC en de Hogeschool Utrecht onderzoek uit te laten voeren. De elfde publicatie in de Kennisnet Onderzoeksreeks, ‘Web 2.0 als leermiddel’, doet dan ook verslag van het Web 2.0 gebruik door vo- en mbo-leerlingen.

Voor meer informatie kijkt u op onderzoek.kennisnet.nl

Web 2.0 als leermiddel

ELO voor de kunstvakkenDigischool heeft een landelijke elektronische leeromgeving opgezet waarin docenten van de vakken CKV, KUA en Beeldonderwijs met hun leerlingen opdrachten kunnen maken. Op 18 april vindt in het Christelijk Gymnasium Utrecht de derde ELO-training plaats. Na deze training bent u in staat om uw eigen klaslokaal te beheren: bronnen en opdrachten die u zelf kunt maken, maar ook kunt importeren uit de beschikbare elo’s. U kunt zich aanmelden via de communities CKV, KUA en Beeldonderwijs.

digischool.kennisnet.nl/community_ckv