inDruk VO voorjaar 2010

16
Docentcompetenties en e-learning Digitaal toetsen Leraar24 inspireert! VO voorjaar 2010

description

inDruk vo: hét kwartaalblad van Kennisnet voor professionals in het voorgezet onderwijs.

Transcript of inDruk VO voorjaar 2010

Page 1: inDruk VO voorjaar 2010

Docentcompetenties en e-learning

Digitaal toetsen

Leraar24 inspireert!VO voorjaar 2010

Page 2: inDruk VO voorjaar 2010

Dit nummer van InDruk is geheel gewijd aan wat er speelt rondom wat u als docent allemaal kunt meemaken als u besluit meer ict in de les te gaan gebruiken. Waarom zou u dat überhaupt doen? Als van u verwacht wordt dat u zo efficiënt mogelijk, met de altijd te beperkte beschikbare uren, uw altijd te grote groepen leerlingen van a naar b te begeleiden, en u heeft een kant-en-klare methode die u daarbij helpt, dan zou u toch wel gek zijn om van dat pad af te wijken en een waarschijnlijk complexere weg te kiezen, bijvoorbeeld met ict? De urgentie om het anders te doen moet dus wel erg hoog zijn. U moet er op zijn minst meerwaarde van ervaren. Gewonnen tijd, betere leerresultaten, gemotiveerdere leerlingen of enorm veel plezier voor uzelf.

Probeert u zich eens te herinneren wat u heeft overtuigd toen u besloot een geheel nieuw product te kopen. Uw eerste digitale camera bijvoorbeeld, of een lcd-tv, een senseo of een iPhone. Wat deed het hem? Tien tegen een dat het persoonlijk gemak, genot of gewin waren die u over de streep trokken. Natuurlijk deed ook uw modegevoeligheid een duit in het zakje. Iedereen kocht het, dus u kon niet achterblijven. Het zijn interessante overwegingen die u in uw achterhoofd kunt houden als u door dit nummer van inDruk bladert. Verschillende personen geven hun mening over die urgentie, variërend van de tijdwinst die behaald kan worden met digitaal toetsen tot het moment waarop het interessant wordt om van Wikiwijs gebruik te gaan maken. Wij zijn benieuwd te horen welke verwachtingen u heeft van alles wat er aan ict geboden wordt. We zijn namelijk druk bezig het gemak te vergroten, het genot te laten toenemen en het gewin hard aan te tonen in onderzoek. Uw overwegingen zijn van harte welkom op [email protected].

Frans SchouwenburgSectormanager vo

Wilt u meer informatie, meedoen met Kennisnet of hebt u vragen? Mail de redactie: [email protected].

VO voorjaar 2010

Een nieuwe weg inslaan

2 Column Frans Schouwenburg

3 Kapitein op het schip met competenties en ICT

4 Docentcompetenties en e-learning > Interview met hoogleraar Robert Jan

Simons

5 Ontwikkel een visie op digitaal lesmateriaal > Interview met Herman Rigter over competenties

6 De ADEF Kennisbank verbetert de kwaliteit van de lerarenopleiding

8 Digitale toetsen: multimediale mogelijkheid

10 Uit de praktijk

11 Ict toepassen als het een meerwaarde heeft > Interview met Jan Fasen van

het Connect College over Innovatieplatform-VO

12 www.leraar24.nl

14 Didactische toepassing van games > TNO onderzoekt innovatieve

mogelijkheden

16 Nieuws

In deze uitgave

Page 3: inDruk VO voorjaar 2010

3inDruk VO voorjaar 2010

Volgens de Stichting Beroepskwaliteit Leraren is een competente docent niet alleen vakbekwaam omdat hij de lesmethode en zijn lokaal van haver tot gort kent, maar ook omdat hij de leef- en belevingswereld van de leerlingen in acht neemt. Daarnaast houdt hij rekening en werkt hij samen met collega’s, ook die van andere vakken, en blijft hij scherp op zijn eigen handelen. Ict speelt bij dit alles een belangrijke rol. De SBL onderscheidt zeven soorten competenties: 1. Interpersoonlijk 2. Pedagogisch3. Vakinhoudelijk en didactisch4. Organisatorisch5. Samenwerken met collega’s6. Samenwerken met de omgeving7. Reflectie en ontwikkeling

Digitaal competentDocenten die ‘digitaal competent’ zijn, zijn een must voor visueel ingestelde leerlingen die moeilijk geconcentreerd kunnen blijven door alleen maar te luisteren. Die docenten halen meer uit hun lessen en hun vak (op een pc of een laptop sla je makkelijker en overzichtelijker lesmateriaal op dan op allerlei stapels in allerlei kasten). Ook het opzetten en

Kapitein op het schip met competenties én ICT

organiseren van projecten en het vervaardigen van vakoverstijgend lesmateriaal is voor hen eenvoudig.

Hoe kunnen leraren hun competenties inzetten om met ict een toegevoegde waarde te geven aan hun lessen? Docenten die kapitein op het schip willen zijn in de klas, moeten in ieder geval bereid zijn om te werken met ict. Voor aankomende en nieuwe docenten is dat misschien vanzelfsprekender dan voor ervaren docenten die al jaren meedraaien in het onderwijs. Daarnaast hebben ze twee kompassen nodig: één om de klas te navigeren door hun ict-lessen. ‘Sla je boek open op pagina 53,’ is immers een andere instructie dan ‘surf naar website x en ga op zoek naar a, b en c.’ Het tweede kompas betreft hun vak. Ze moeten weten wat er wel en niet voor handen is op internet, community’s, of andere kennisbanken. Ze moeten zelf materiaal kunnen vervaardigen en de resultaten van hun lessen kunnen meten met geschikt toetsmateriaal.

Op sommige scholen wordt al veel gereild en gezeild door digitaal competente leraren, op andere scholen is de professionalisering nog niet zover. Voor hen geldt: alle hens aan dek, want digitale didactiek heeft de toekomst.

Competentiegericht werken en digitale didactiek. Enerzijds zijn het nieuwigheden,

anderzijds zijn ze al niet meer uit het schoolbeeld weg te denken. Ze zijn vooral

ook onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Page 4: inDruk VO voorjaar 2010

4 inDruk VO voorjaar 2010

Tieners zijn meer dan vroeger visueel en auditief

ingesteld. Moet je daar als school op inspelen?

Absoluut. Daarom wordt er al ruim twintig jaar gewerkt

aan ict-toepassingen in het onderwijs. Veel scholen

hebben hun infrastructuur inmiddels op orde. Er zijn

laptopkarren, computerlokalen, e-readers, of

anderszins. Alles in orde, dus? “Nee,” zegt Simons,

hoogleraar digitale didactiek aan de Universiteit van

Utrecht. “Veel docenten zijn nog niet competent genoeg

om functioneel digitaal onderwijs te kunnen geven.”

Dat is een nogal boude uitspraak. Simons: “Daarom wil ik eerst duidelijk maken wat docentcompetenties zijn. Volgens mij is een docent competent als hij beschikt over een geïntegreerd pakket van kennis, houding en vaardigheden, dat zich duurzaam uit in zijn gedrag. Een docent kan bijvoorbeeld veel weten over de materialen die voor zijn vak online te vinden zijn. Dat maakt hem nog niet competent als het gaat om digitaal onderwijs. Hij kan ook heel positief staan tegenover e-learning. Ook dan is hij in mijn ogen nog niet competent. Of hij kan heel >

behendig zijn in het zoeken van relevante sites. Weer concludeer ik: niet competent. Een leraar die bovenstaande eigenschappen allemaal heeft en er structureel resultaat mee boekt in zijn klassen, is competent. En zover zijn de meesten nog niet.”

Vak apartVoor een deel is het niet te wijten aan de docenten zelf. Simons: “Er is te weinig geïnvesteerd in hun professionalisering. Bovendien zijn lerarenopleidingen te laat begonnen met het aanbieden van het vak digitale didactiek.” Volgens Simons zou het in ieder geval voor de komende vijf jaar goed zijn om alle docenten en studenten aan lerarenopleidingen extra te onderwijzen in digitale didactiek. “Enerzijds moet het geïntegreerd worden in de reguliere vakken, anderzijds zou het echt een “vak apart” moeten worden. Simpelweg omdat er zoveel te ontdekken en te leren valt.”

Sterke kanten bundelenHoe zien lesdagen eruit die gegeven worden door ict-competente docenten? Zitten hun leerlingen de hele dag met een laptop voor hun neus? “Alsjeblieft niet,” meent Simons. “Leerlingen mogen in geen geval de hele dag achter een beeldscherm zitten.

Docentcompetenties en e-learning:“Zet leerlingen alsjeblieft niet de hele dag voor een beeldscherm.”

“Er is te weinig geïnvesteerd in docentprofessionalisering”

Robert Jan Simons

Page 5: inDruk VO voorjaar 2010

5inDruk VO voorjaar 2010

Docenten moeten vooral ook blijven uitleggen en vertellen, want mondelinge overdracht is enorm waardevol. Ik vind dat de sterke kanten van klassikaal onderwijzen en e-learning gebundeld moeten worden. Docenten kunnen bijvoorbeeld perfect gebruik maken van ict als ze willen differentiëren. De vlugge leerling kan alvast vooruit werken, degene die wat meer tijd nodig heeft, bepaalt ook zijn eigen tempo.”

Visuele ondersteuningMaar dat is nog niet alles. “Een ict-competente leraar zal ook gebruik maken van e-learning als visuele ondersteuning bij zijn eigen uitleg. Natuurkundedocenten laten bijvoorbeeld simulaties zien, leraren Nederlands een Middelnederlands handschrift en docenten tekenen bekijken met hun leerlingen prachtige schilderijen. Ze geven de leerlingen er een opdracht bij of een toets en je zult zien: de lesstof beklijft.”

Ontwikkel een visie op digitaal lesmateriaalHerman Rigter over nieuwe competentiesVolgens Herman Rigter, directeur ICT bij de Verenigde Scholen J. A. Alberdingk Thijm in Hilversum en projectleider

bij de Stichting DigilessenVO.nl, staat het ontwikkelen van digitaal lesmateriaal nog in de kinderschoenen.

Professionalisering van docenten en het ontwikkelen van nieuwe competenties zijn noodzakelijk om als docent

succesvol aan de slag te kunnen gaan op dit relatief nieuwe terrein. Digilessen-VO helpt de docent hierbij.

Voorafgaand aan zijn huidige functie werkte Rigter twintig jaar als docent aardrijkskunde. Hij ontwikkelde zelf veel materialen. De laatste jaren was dat vaak in digitale vorm. “Uitgangspunt bij het ontwikkelen van lesmateriaal is altijd een duidelijk visie hebben op lesgeven”, vertelt Rigter.

“Maar bij het ontwikkelen van digitaal lesmateriaal komen hier nog nieuwe competenties bij. Docenten moeten zelf verantwoordelijkheid dragen voor het lesprogramma. Dat betekent dat ze niet zomaar de lesmethoden moeten volgen. Ze zullen gericht moeten onderzoeken wat ze leerlingen willen leren. Dat kan deels uit de bestaande lesmethode komen. Maar dat hoeft natuurlijk niet. Als docent ben je de expert: jij weet exact wat jouw leerlingen nodig hebben. Jij bent dan ook degene die hier de regie over voert. Stel je dus niet afhankelijk op van de bestaande lesmethoden, maar onderzoek of deze geschikt zijn of dat er misschien aanvullend of vervangend materiaal moet komen.”

Positieve houdingInmiddels maken docenten van zo’n dertig scholen gebruik van Digilessen-VO. Ze ontwikkelen en delen digitaal materiaal met elkaar. Voor veel docenten nog een onbekend terrein is. “Er valt hier nog een hele slag te winnen. Docenten moeten om te beginnen een positieve houding hebben tegenover alle ict-ontwikkelingen. Daarnaast moeten ze leren hoe ze digitaal lesmateriaal

op de juiste manier kunnen ontwikkelen. Dit vergt nogal wat creativiteit in didactiek.” Omdat er veel vragen vanuit de huidige gebruikersgroep kwamen ontwikkelde Rigter, in samenwerking met het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit, een aantal cursussen. Deze zijn online maar ook in groepsverband, face-to-face te volgen. De cursussen worden dit voorjaar aangeboden. Belangrijk doel hierbij is dat docenten in staat zijn om bestaand lesmateriaal los te laten. Rigter: “Ontwikkel een eigen visie. Durf verder te kijken en ontwikkel die materialen die geschikt zijn voor jouw leerlingen.”

EindresultaatElke cursus eindigt met het maken van een eigen digitale les. Een eindproduct waarin alle competenties getoetst worden. Van het schrijven van goede webteksten, beheersing van digitale didactiek tot allerlei informatievaardigheden en kennis van online werkvormen. De cursussen zijn in eerste instantie bedoeld voor docenten die al lesgeven. “Maar ook op de lerarenopleidingen moet veel meer aandacht komen voor deze nieuwe vorm van onderwijs”, stelt Rigter.

Informatie over de cursussen is binnenkort te vinden op: www.digilessenvo.nl.

Page 6: inDruk VO voorjaar 2010

6 inDruk VO voorjaar 2010

“De kennisbasis maakt het

makkelijker om zij-instromers

te toetsen”

Kwaliteit garanderen“De kennisbasis van de ADEF zorgt absoluut voor een bevordering van de kwaliteit van de lerarenopleidingen”, aldus Gert Jan van Setten, manager van de afdeling VO BVE aan de Hogeschool van Amsterdam en tevens voorzitter van de stuurgroep ADEF Kennisbank tijdens de eerste fase. “Het debat omtrent de kwaliteit van lerarenopleidingen zorgde dat er veel subsidie werd vrijgemaakt voor verbeteringen. De opleidingen waren zelf inmiddels in een vergevorderd stadium met de plannen voor kwaliteitsverbetering. Met behulp van de subsidie konden we de plannen voor de kennisbasis en toetsen afronden en implementeren.”

Docenten moesten al aan bepaalde basiscompetenties voldoen. Die omschreven echter nog lang niet het hele spectrum van het lesgeven. De competenties zeggen weinig over vakdidactiek of vakkennis, terwijl dat belangrijke componenten zijn. De kennisbasis dekt dit grijze gebied af. De kennisbasis verschilt per vak, maar ook per niveau. Geschiedenis op de basisschool vereist gedeeltelijk een andere vakkennis en vakdidactiek dan op een middelbare school. De kennisbasis garandeert dat een docent die van de opleiding afkomt, een bepaalde mate van vakkennis en vakdidactiek onder de knie heeft.

Toetsing en ICTEen dergelijke garantie moet wel aangetoond worden. Een belangrijk onderdeel van de ADEF Kennisbasis is het toetsen van de basiskennis bij de docent. Dit toetsmoment zal plaatsvinden vlak voor de LERO-fase tijdens de opleiding. “Er komen centrale digitale toetsen om de beheersing van de vakkennis en vakdidactiek aan te tonen”, geeft Van Setten aan. “Dit zou niet bovenop het bestaande pakket van toetsen moeten komen, maar deze juist moeten reduceren. De centrale, digitale toets toont aan of de student zijn vak onder de knie heeft, of niet. Als het inderdaad waar is dat de kwaliteit van de lerarenopleidingen ondermaats is, zal deze toetsing

De ADEF Kennisbank verbetert de kwaliteit van de lerarenopleiding

Er is de afgelopen tijd veel kritiek geweest op het niveau van de lerarenopleidingen. Het Ministerie van OCW

zette een breed project op dat de kwaliteit van de lerarenopleidingen moest gaan verbeteren. Maar ook de

lerarenopleidingen zelf namen de kritiek ter harte. ADEF, een samenwerkingsorgaan van directeuren van

lerarenopleidingen, startte een groot project dat de basiskennis van nieuwe docenten moest garanderen en

waarborgen. Deze kennisbasis zit momenteel midden in de implementatiefase en belooft een

professionalisering van het lerarenonderwijs.

leiden tot een zware selectie. Daar hoeven we echter niet bang voor te zijn. Onderzoek wijst uit dat onze opleidingen internationaal gezien op voldoende niveau zijn. Veel van de stof die in de ADEF Kennisbasis wordt opgenomen zit al in het huidige programma. Daar hebben we nu actuele vakkennis en vakdidactiek aan toegevoegd, en dat vormt samen de kennisbasis.”

De implementatie van de kennisbasis zorgt er voor dat studenten die van de lerarenopleiding komen start-bekwame docenten zijn. Daar is echter meer voor nodig dan alleen vakkennis en vakdidactiek. “In de tweede fase van de invoering van dit project is ook de implementatie van een generieke kennisbasis van start gegaan”, zegt Van Setten. “Dit is basisstof die over algemene didactiek en pedagogiek gaat. Het gaat daarbij vooral om toetsbare kennis, zoals bijvoorbeeld de ontwikkelingsfases van adolescenten. Hiervoor komen geen centrale, digitale toetsen, maar zullen de vaardigheden en kennis op een andere manier getoetst worden. Als derde component is ook de ADEF Kennisbasis ict opgezet. Een startbekwame docent moet in deze tijd namelijk ook om kunnen gaan met de inzet van digitale media in een lesomgeving.” Het drieluik van vakkennis en –didactiek, algemene didactiek en ict wordt de komende tijd op alle lerarenopleidingen ingevoerd.

Niet helemaal op nieuw beginnenTot schokkende veranderingen zal dit voor de lerarenopleidingen voor het voortgezet onderwijs niet leiden. Omdat deze opleiding vrijwel altijd op één vak

Page 7: inDruk VO voorjaar 2010

�inDruk VO voorjaar 2010

De ADEF Kennisbank verbetert de kwaliteit van de lerarenopleiding

“De kennisbasis garandeert voor de docent een

bepaalde mate van vakkennis en vakdidactiek ”

gericht is, kan de kennisbank vrij eenvoudig geïmplementeerd worden. Bovendien is men er al jarenlang mee bezig en wordt de aanwezige kennis en lesstof nu onder de paraplu van de kennisbasis geschoven. Kortom, men begint niet helemaal op nul, maar stuurt al aanwezige processen bij. Voor het studiejaar 2010-2011 komt de kennisbasis al aantoonbaar terug in alle lerarenopleidingen.

Tot slot hebben de kennisbases nog een groot bijkomend voordeel. Vanwege het lerarentekort, dat door de vergrijzing alleen maar zal toenemen, geeft de

kennisbasis een hulpmiddel om vast te stellen of zij-instromers beschikken over het juiste niveau van vakkennis en vakdidactiek. “De kennisbasis maakt het makkelijker om zij-instromers te toetsen”, aldus Van Setten. “De toetsen maken zichtbaar over welke kennis de zij-instromer wel en niet beschikt. Een groot voordeel voor middelbare scholen, voor wie de kennisbasis interessant is als assessment tool. Voor zij-instromers betekent het dat ze voor bepaalde onderdelen van de opleiding vrijstelling kunnen krijgen, omdat ze op die gebieden al aan de eisen voldoen.”

Page 8: inDruk VO voorjaar 2010

8 inDruk VO voorjaar 2010

Multimediale toepassingen bieden de mogelijkheid te kiezen voor

nieuwe, aansprekende didactische werkvormen. Het lesgeven wordt

er leuker door, de leerlingen gemotiveerder. De volgende stap?

Digitaal toetsen. InDruk sprak met Allard Bijlsma, directeur van

uitgeverij De Rode Planeet, over digitaal toetsen in het onderwijs.

Digitaal toetsen: een multimediale mogelijkheid

Digitaal toetsen is een vorm van toetsing waarbij de leerling vragen beantwoordt of opdrachten maakt op de computer. De essentie van digitaal toetsen is een itembank: een centrale database met toetsvragen. De itembank biedt de mogelijkheid tienduizenden toetsvragen efficiënt te beheren en te gebruiken. “Beheer van de toetsvragen, daar draait het om bij digitaal toetsen” stelt Allard Bijlsma. “Dit is een belangrijk gegeven want het betekent dat een toets niet per definitie digitaal hoeft te worden afgenomen. Ook voor toetsen op papier hebben itembanken veel toegevoegde waarde.”

Kennis en vaardigheden voor digitaal toetsenAlgemene computerkennis, is een randvoorwaarde om digitaal te kunnen toetsen. Wat is digitaal toetsen? Hoe werkt het en hoe moet ik een toets maken? Vragen waarop je als docent antwoord moet weten wil je succesvol digitaal kunnen toetsen. Op www.digitaledidactiek.nl staat een uitgebreid dossier om eens goed te bestuderen.

Omgaan met een itembank is een andere belangrijke vaardigheid. Om de mogelijkheden optimaal te benutten, is het handig iets te weten over multimediatoepassingen. “Een grote toegevoegde waarde van digitaal toetsen is de mogelijkheid met filmpjes, foto’s en geluidsfragmenten te werken. Daarvoor moet een docent de vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn om deze multimediale mogelijkheden te integreren in een digitale toets,” aldus Bijlsma.

Via zelfstudie en vaardigheden kom je een heel eind, maar er is nog een andere mogelijkheid. Een aantal organisaties biedt trainingen en adviestrajecten voor scholen en docenten die digitaal willen toetsen. Eén van die organisaties is de Citogroep. Maar ook de drie Landelijke Pedagogische Centra (LPC’s), het KPC, het CPS en het APS, bieden trainingen en adviestrajecten aan op het gebied van digitaal toetsen. Daarnaast zijn er een aantal nieuwe commerciële partijen die advies geven aan scholen en docenten trainen in digitaal toetsen.

Beoordelen van digitale toetsenHet nakijken van multiple choice en gesloten vragen is bij digitaal toetsen een fluitje van een cent. “Een druk op een paar knoppen en de resultaten zijn vrijwel meteen na het maken van een toets bekend,” legt Bijlsma uit. Bij open vragen is het anders. Dat verschilt niet wezenlijk van het nakijken van toetsen op papier. Elke open vraag zal door de docent zelf nagekeken moeten worden. Het grote voordeel is echter de uitgebreide analysemogelijkheden die digitaal nakijken biedt. “De analyses kunnen worden gebruikt om lessen af te stemmen op het niveau van een individuele leerling of een klas.”

Leren vanaf je mobielEen ontwikkeling voor de nabije toekomst is mobiel leren en toetsen. “In landen als Korea is men al ver met applicaties voor de mobiele telefoon. Leerlingen kunnen onderweg leren en toetsen maken, iets waar we hier ook naartoe zullen gaan,” aldus Bijlsma. “Multimediale leer- en toetsmogelijkheden vergroten de motivatie van docenten en leerlingen. Ik ken zelfs een docent die z’n vut heeft uitgesteld omdat hij het plezier in het lesgeven heeft teruggevonden. Met dank aan de nieuwe mogelijkheden die digitaal leren en toetsen biedt. Een beter pleidooi kan ik niet bedenken.”

Page 9: inDruk VO voorjaar 2010

inDruk VO voorjaar 2010 �

Een aantal praktische tips:• Stimuleer de directie van school om een visie te ontwikkelen op digitaal toetsen• Volg een training in digitaal toetsen• Onderzoek eerst wat er al is aan toetsvragen. Zoek op internet en vraag rond in uw netwerk• Werk samen met collega’s om een itembank op te zetten of koop er een bij één van de gespecialiseerde

organisaties, bijvoorbeeld educatieve uitgeverijen

OntwikkelingenHet digitale schoolbord is inmiddels omarmd door het onderwijs. Bijlsma: “Een perfecte aanvulling op andere ict-ontwikkelingen in het onderwijs. Een mooi voorbeeld is de auteurstool ‘De Digitale Klas’. Het programma bestaat uit digitale lessen bij schoolboeken waarin toetsen zijn geïntegreerd. De leerstof wordt op paragraaf-niveau aangeboden en kan door docenten worden aangepast. Het digitale schoolbord kan meteen worden ingezet om te toetsen.” Een ontwikkeling waarvan Bijlsma ook veel verwacht zijn adaptieve rekentoetsen zoals Rekenpraktijk. “Rekenpraktijk is een programma om het rekenniveau van leerlingen te toetsen en bij te sturen. Er komt geen docent meer aan te pas en elke leerling werkt op z’n eigen niveau.”

Digitaal speurenDigitaal lesmateriaal zorgt voor nieuwe methoden van lesgeven en van toetsen. Bijlsma: “Leerlingen worden op pad gestuurd met een GPS-apparaat om een route te lopen die langs gebouwen, objecten en plaatsen voert waarover digitaal vragen worden gesteld. Hiermee wordt de ouderwetse speurtocht verheven tot een aantrekkelijke didactische werk- en toetsvorm.”

Meer informatie?Wilt u meer weten over digitaal toetsen? Surf dan eens naar de onderstaande weblinks.

Zelfstudie:digitaaltoetsen.kennisnet.nlnl.wikibooks.org/wiki/Onderwijstechnologie/Klastechnologie/Digitaal_toetsenwww.digitaledidactiek.nlwww.rekenpraktijk.comnl.wikibooks.org/wiki/GPS_gebruik_in_de_lessenwww.kenniswiki.nl/Mobile_learning

Trainingen en advies:www.cito.nlwww.aps.nlwww.cps.nlwww.kpcgroep.nlwww.drp.nl

Digitale toetsen:www.wintoets.nlwww.questionmark.com/ned

Page 10: inDruk VO voorjaar 2010

10 inDruk VO voorjaar 2010

Docent Frans en Duits en LMA, de heer Brouwer: ‘Ik had nog niet met laptops gewerkt, dus ik ben

op cursus geweest. Ik leerde hoe ik met een tool kon

werken, waarmee ik mijn eigen lesmateriaal kon maken. Eerst was

dat eXe, tegenwoordig Lesbank. Natuurlijk heb ik ook al doende geleerd. Voor mij is het grootste voordeel dat leerlingen in hun eigen tempo kunnen werken en dat ik altijd actueel kan zijn: lessen over Olympische Winterspelen in een lesboek zijn sowieso gedateerd, die van mij gingen over Vancouver 2010!’

Hein Kremers, lid van het dagelijks bestuur van de Stichting Platforms VMBO (SPV, red.), zet zich in voor de rol van ict in het vmbo. ’Vakken als

techniek en economie veranderen elke tien jaar compleet van inhoud

door alle ontwikkelingen in de maatschappij, dus leraren moeten wel aan hun competenties blijven werken. Met mijn stichting maak ik het vmbo op ict-gebied wel graag wat sterker. Ik zie dat de pc vooral inhoudelijk wordt gebruikt en minder als didactische tool. Maar een computer is zoveel meer dan een hulpmiddel! Je kunt er bijvoorbeeld ook grafisch dynamische praktijksimulaties mee maken. Heel leerzaam!’

Zowel in theorie als in de praktijk blijven

leren

Docenten enthousiast over digitale leeromgeving

Leerlingen van het Zuyderzee College in Lemmer werken met een laptop. Directeur Jan de Boom: ‘Leerlingen zijn visueel ingesteld. Daar speelden we op in door in 2005 een ‘laptop-pilot’ te draaien. Het enthousiasme

onder docenten was zo groot, dat we direct met de invoer van de DLO (digitale

leeromgeving, red.) zijn begonnen. Docenten werden begeleid door LMA’s (leermateriaalarrangeurs, red.) en JIC’ers (jonge ict coaches, leerlingen, red.). Op die manier werkten ze tegelijkertijd zowel aan hun vakcompetenties als aan hun ict-competenties. De DLO is onvermijdelijk, maar ook een heel goed middel om aantrekkelijk onderwijs te geven en leerlingen te motiveren! Docenten moeten dan wel op de hoogte zijn van ict-mogelijkheden binnen het onderwijs. En de mogelijkheden krijgen om ict-vaardigheden te vermeerderen en te verdiepen.

Een computer is meer dan een hulpmiddel

Docenten participeren in onderwijsonderzoeken

Het Blariacumcollege in Venlo wordt een Academische School. John Bierman, campusdirecteur: ‘Dat is een samenwerkingsverband tussen zes scholen voor vo in Limburg en de Fontys Hogeschool in Sittard. Samen bekijken we of ontwikkelingen en vernieuwingen die we willen doorvoeren, bijvoorbeeld op ict-gebied, effectief en efficiënt zijn. Dat doen we door docenten te laten participeren in onderwijsonderzoeken van diverse opleidingsinstituten én van onszelf.’ Volgens Bierman kunnen alle docenten deelnemen aan zulke onderzoeken. ‘Een LB’er heeft geschikte competenties, een LD’er heeft weer andere. Beide zijn even nuttig.’ Bierman noemt de Academische School eenbelangrijke stap. ‘Er gaat een wereld voor ons open.’

Page 11: inDruk VO voorjaar 2010

11inDruk VO voorjaar 2010

Welke competenties moet een docent o.a. hebben die ict inzet?

• Ict digitaal-didactisch kunnen inzetten• Een visie ontwikkelen over digitaal leren• De variatie van het ict-werk kunnen vergroten• Ict op het juiste moment en op de juiste manier

inzetten• Kennis hebben van wat er binnen het vakgebied

online te vinden is• Bekend zijn met de beginselen van ict-materialen

“Ict toepassen als het een meerwaarde heeft”

Vorig schooljaar werd het Innovatieplatform-VO opgericht door de VO-raad. Doel: het ontwikkelen van een

digitale leermiddelenbank. Toegankelijk voor alle middelbare scholen in Nederland. Maar ook om het onderwijs

voor docenten en leerlingen aantrekkelijker en eigentijdser te maken. Jan Fasen, directeur van het Connect College

in Echt, deed vanaf de start mee met het initiatief.

Expertise en kwaliteitszorg“Ik heb onze school bij aanvang van het project ingeschreven bij het Innovatieplatform-VO”, aldus Fasen. “Ik vind het een goed initiatief en onderschrijf de doelstellingen. Veel docenten, ook bij ons op school, gebruiken ict in het klaslokaal. Met name de ontwikkeling van digitale leermiddelen speelt daarin een belangrijke rol. Het ontwikkelen en arrangeren van deze leermiddelen is een vaardigheid die niet iedere docent beheerst. Dat hoeft ook niet. Het Innovatieplatform is een samenwerking met ervaren spelers op dat terrein, waardoor kwaliteitszorg gegarandeerd is. De expertise van de VO-raad kan garanderen dat het lesmateriaal dat aangeboden wordt, ook daadwerkelijk toegevoegde waarde heeft.”

“Wat mij betreft mag de samenwerking tussen het Innovatieplatform-VO en de regionale initiatieven op het gebied van educatieve toepassingen van ict wel scherper”, zegt Fasen. “In Limburg bouwen we, met inmiddels zeventig scholen aan een regionaal netwerk, waarin we samen nadenken over ict-toepassingen. Kennisnet is daar bij betrokken, maar ook het Innovatieplatform-VO zou daar een belangrijke rol in kunnen spelen. Vanuit hun expertise kunnen ze advies geven en bijsturen waar nodig zodat kwaliteit gewaarborgd blijft.” Basis voor onderwijsvernieuwing “Ik word enthousiast bij het idee van ict als basis voor onderwijsvernieuwing”, geeft Fasen aan. “Ook in onze school hebben we mensen vrijgemaakt om daar over na te denken. Maar ict moet dan wel een meeropbrengst hebben voor

leerlingen en docenten. Ict inpassen in het lesprogramma puur omwille van de ict is zinloos. Ict is geen doel op zich. Het belangrijkste is dat de kwaliteit van de ict lesmiddelen gewaarborgd is.”

Eind vorig jaar presenteerde oud-minister Plasterk de open leermiddelenbank Wikiwijs. Wikiwijs moet uitgroeien tot een landelijk portaal voor gedigitaliseerd lesmateriaal, iets wat het Innovatieplatform-VO ook voor ogen heeft. “Wellicht is het een goed idee om al die initiatieven, zowel landelijk als regionaal, naast elkaar te leggen”, aldus Fasen. “Het enthousiasme van docenten, het netwerk van scholen en de expertise van het Innovatieplatform kunnen samen voor een optimale en kwalitatieve onderwijsvernieuwing zorgen, met ict als basis.”

Docenten participeren in onderwijsonderzoeken

Page 12: inDruk VO voorjaar 2010

12 inDruk VO voorjaar 2010

www.leraar24.nl

Een docent in Vlissingen ervaringen laten uitwisselen

met een docent in Groningen is geografisch gezien een

lastig verhaal. Maar niet online. Internet is een perfect

medium voor de uitwisseling van kennis en ervaring in

het onderwijs. InDruk ging in gesprek met Frank

Jansma van de Stichting Beroepskwaliteit docenten

(SBL) over www.Leraar24.nl, een online

professionaliseringsplatform van, voor en door

leraren.

Multimediaal platformLeraar24.nl is een multimediaal platform voor kennisuitwisseling tussen en professionalisering van leraren. Frank Jansma, adviseur van Leraar24.nl, legt uit: “Op de site wordt beroepskennis door leraren zichtbaar en toegankelijk gemaakt voor collega’s. Het is bedoeld om hen te ondersteunen bij het uitoefenen van hun beroep. Ze kunnen de site op elk moment van de dag efficiënt en kosteloos raadplegen en met de kennis die ze opdoen verder groeien in hun vak.” De site biedt informatie rondom talloze thema’s die aansluiten bij het beroep van leraar. Elk thema is uitgewerkt in informatieve video’s die samen met verdiepende informatie een rijk dossier vormen. De leraar kan dit dossier gebruiken in de dagelijkse lespraktijk, bijvoorbeeld voor het voorbereiden van lessen.

Achter Leraar24.nl staat een aantal gerenommeerde organisaties. Jansma: “De site is een gezamenlijk initiatief van Kennisnet, SBL, Teleac en het Ruud de Moorcentrum. Het idee is overgewaaid uit Engeland. ” Na een succesvolle pilot is Leraar24.nl eind januari 2009 officieel gelanceerd door oud-minister Plasterk.

Online ervaringen delen en inspiratie opdoen

Initiatief bij lerarenTeleac produceert de filmpjes op Leraar24.nl. Het initiatief ligt echter bij leraren. Jansma: “Een leraar met een goed idee voor een filmpje kan contact leggen met de redactie van Leraar24.nl. Als het idee wordt omarmd, zorgt Teleac voor de productie van het filmpje.” Het maken van de filmpjes gebeurt vaak met medewerking van de leraar zelf. De reacties van mensen die meewerken zijn erg positief. “Iedereen vindt het meestal leuk om zichzelf terug te zien. Bovendien laten scholen vaak met trots materiaal van Leraar24.nl zien tijdens ouderavonden. En ook de docenten die de site gebruiken zijn vrijwel zonder uitzondering erg positief. “’Handig’, ’informatief’ en ’leerzaam’ zijn woorden die vaak vallen,” aldus Jansma.

Leraren kunnen op de site ook hun eigen filmpjes uploaden. Deze worden gecontroleerd door de redactie. Zo staan de organisaties achter Leraar24.nl garant voor de relevantie en betrouwbaarheid van de informatie.

Gevraagd naar zijn eigen favorieten vertelt Jansma dat het lastig is die te noemen, simpelweg omdat er zoveel filmpjes op de site staan. “Als ik er toch een moet

Page 13: inDruk VO voorjaar 2010

13inDruk VO voorjaar 2010

www.leraar24.nlOnline ervaringen delen en inspiratie opdoen

” Leraar24 is een bijzonder waardevol

platform voor leraren in voortgezet

onderwijs ”

noemen: er staat een heel leuk filmpje op over omgaan met geweld. Een reporter, een rol die vaak wordt vervuld door een leraar, legt in een paar minuten uit hoe je dat het beste kunt doen. Hij laat zien dat het de kunst is om op een neutrale manier in gesprek te blijven. De enige manier waarop je winst kunt halen uit een situatie met geweld. Trouwens ook ’Werken met grote getallen’ is een mooi voorbeeld. In dat filmpje wordt met een heel eenvoudig spelletje de cijfervolgorde in grote getallen uitgelegd, iets waar veel kinderen moeite mee hebben.”

• Interpersoonlijke competenties: werken, omgaan en communiceren met leerlingen

• Pedagogische competenties: leerlingen ondersteunen volwassen, sociaal en verantwoordelijk te worden

• Vakinhoudelijke/didactische competenties: kennis van het vakgebied en didactische werkvormen

• Organisatorische competenties: het ordelijk en overzichtelijk laten verlopen van het onderwijsproces

“In dit verband is het wel belangrijk te benadrukken dat het trainen van competenties niet het hoofddoel is van Leraar24.nl. Het brede plaatje moet niet uit het oog verloren worden: het gaat om goed onderwijs. Voor de leraar moet het erom gaan nog meer voor elkaar te krijgen voor de leerlingen en nog beter te worden in z’n vak,” stelt Jansma.

Veelzijdig hulpmiddelLeraar24.nl is een veelzijdig hulpmiddel voor leraren. Jansma: “Het mooie van de site is dat er heel veel filmpjes zijn die handige tips en trucs bieden, maar ook filmpjes die de leraar de mogelijkheid geven dieper in te gaan op onderwerpen en thematische dingen te doen. Dat maakt Leraar24.nl een bijzonder waardevol platform voor leraren in zowel het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs.”

Meer informatie?Wilt u meer informatie, filmpjes en dossiers bekijken of zelf filmpjes uploaden? Surf dan naar leraar24.nl.

Inspiratiebron en etalageHet primaire doel van Leraar24.nl is leraren te ondersteunen bij hun eigen professionalisering waarbij het platform nadrukkelijk van, voor en door leraren is. Maar wat kan een leraar nu concreet met de site? Jansma: “De filmpjes op de site kunnen een interessante inspiratiebron zijn voor de voorbereiding van lessen en voor hun beroep in het algemeen. Bovendien kunnen leraren de site gebruiken als etalage voor hun eigen interessante en relevante filmpjes.” Daarnaast zijn de filmpjes uitermate geschikt om de vier competenties in het onderwijs-/leerproces te trainen:

Wilt u de filmpjes bekijken die Frank Jansma heeft genoemd?www.leraar24.nl/leraar24-portal/video/697/omgaan-met-agressie-op-schoolwww.leraar24.nl/leraar24-portal/video/86/grote-getallen-lezen-en-uitspreken

Wilt u eenvoudig op de hoogte blijven van nieuws rondom Leraar24? Meld u dan aan voor de nieuwsbrief op leraar24.nl.

Page 14: inDruk VO voorjaar 2010

14 inDruk VO voorjaar 2010

Didactische toepassing van gamesTNO onderzoekt innovatieve mogelijkheden

Concreet makenOp dit moment worden games al op kleine schaal ingezet in het onderwijs. Een voorbeeld van een toepassing waarbij TNO betrokken is, is een game voor het vak maatschappijleer. Hiermee wordt het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel inzichtelijk gemaakt. Leerlingen krijgen onderwijs over bijvoorbeeld pensioenen en hun eerste baan. In een van de modules moeten ze solliciteren in een setting die doet denken aan Second Life. Zo worden tamelijk abstracte begrippen tot leven gebracht, wat een van de didactische functies van gaming is. Maar met de

Onderzoeksinstituut TNO slaat een brug tussen wetenschappelijke kennis en de praktijk.

Een van de kernvragen die zij probeert te beantwoorden is: Hoe vinden innovaties hun

weg naar de maatschappij? Daarbij gaat het vaak om ontwikkelingen op ict-gebied. Het

is dan ook niet verwonderlijk dat TNO zich intensief bezighoudt met de toepasbaarheid

van serious of applied gaming. Hoewel het gebruik van games in de onderwijssector

nog in de kinderschoenen staat, is een aantal interessante toepassingen voorhanden die

verder gaan dan de ‘traditionele’ software.

kennis die in andere sectoren is opgedaan, kunnen games nog breder worden toegepast.

BewegingTNO onderscheidt naast ‘leren’ nog twee werkgebieden waarop gaming als waardevol instrument kan worden ingezet: fitness (bewegingsonderwijs) en conceptontwikkeling (hoe zit de wereld om mij heen in elkaar?). Op beide gebieden worden stappen gezet die ook in het onderwijsveld een meerwaarde kunnen

Page 15: inDruk VO voorjaar 2010

15inDruk VO voorjaar 2010

Didactische toepassing van gamesTNO onderzoekt innovatieve mogelijkheden

hebben. Op het gebied van fitness experimenteren revalidatiecentra bijvoorbeeld met gameconsoles voor een spelenderwijs verlopende revalidatie. Games maken het revalidatieproces sneller en effectiever, omdat het spel-element een extra drijfveer geeft. In een onderwijssetting zouden het bewegingsonderwijs, en bijvoorbeeld de aanpak van overgewicht, een belangrijke impuls kunnen krijgen.

Sneller en beterEen voorloper op het gebied van didactisch gebruik van games is het ministerie van Defensie. TNO ontwikkelde onder meer cursussen over luchtverdediging, die leunen op simulaties in games. Traditioneel kregen cursisten grote hoeveelheden kennis aangereikt, maar in de nieuwe opzet gaan zij meteen met gesimuleerde praktijksituaties aan de slag. Evaluaties wijzen uit dat cursisten de leerstof niet alleen sneller opdoen, maar er ook een dieper begrip van hebben. Door de inzet van games is de duur van de cursus teruggebracht van negen naar zes maanden. In verschillende vormen van praktijkonderwijs is de inzet van dit soort simulaties denkbaar, zeker als het gaat om complexere onderwerpen.

ConceptontwikkelingVoor de docent geeft de ervaring van TNO op het gebied van conceptontwikkeling interessante aanknopingspunten. Een concept is eigenlijk niks meer dan een methode of logica om de wereld om je heen, of een bepaald onderdeel hiervan, in te delen en te begrijpen. Door het onderwerp en de onderliggende logica in een game te visualiseren, ontstaat een leermiddel waarin leerlingen op hun eigen niveau hun ‘eigen’ concept en logica kunnen ontdekken. Door de game slim in elkaar te zetten, kunnen docenten monitoren of hun leerlingen de juiste onderliggende logica ontdekken en de methode ook daad-werkelijk begrijpen.Tijdens het ontwikkelen en spelen van dit soort games gebeurt ook nog iets wonderlijks. De leerlingen komen elke keer met oplossingen en logica die bij de gameontwikkelaars en docenten tot extra inzichten leiden. Zo helpen leerlingen de methode aan te scherpen. TNO schat dat in situaties waarin games worden ingezet, 70 procent van een willekeurig eindconcept afkomstig is van de bedenker, en 30 procent van de gebruikers van de game. Dat laatste percentage is dus de ruimte voor verbetering die in elk concept besloten ligt.

Effectief leermiddelMaar wat maakt gamen nu tot een effectief leermiddel? Waaróm zouden docenten games in een onderwijssetting willen gebruiken? Daarvoor is een aantal redenen te bedenken. Net als in het voorbeeld van het revalidatiecentrum, kunnen games de motivatie versterken. Volgens TNO komt dat doordat spelenderwijs leren de natuurlijkste vorm is van kennis en vaardigheden opdoen. Het voorbeeld van de luchtverdedigingsgame van Defensie laat zien dat games zorgen voor versnelling en verdieping. Door kennis niet op een presenteerblaadje aan te reiken, maar leerlingen zelf logisch te laten redeneren, wéten zij niet alleen wat ze geleerd hebben, maar begríjpen ze ook wat die kennis eigenlijk inhoudt. Waar frontaal klassikaal onderwijs op het curriculum vitae thuishoort onder ‘opleiding’, hoort kennis die via games is opgedaan eerder thuis onder ‘ervaring’.

Onderwijs enthousiasmerenOndanks de geschetste mogelijkheden, wordt gaming in het onderwijs nog maar mondjesmaat ingezet. Op een paar voorlopers na, zijn veel docenten huiverig om dit soort toepassingen naar de klas te halen. Dat heeft waarschijnlijk vooral te maken met het, wel begrijpelijke maar onterechte, gevoel de controle te verliezen. Op een aantal manieren probeert het onderzoeksinstituut toch het onderwijsveld te enthousiasmeren. Met goed begeleide pilots hebben zij al leerkrachten overtuigd. Voor het ministerie van Defensie wordt gewerkt met ‘train the trainer’-programma’s, het opleiden van leerkrachten voor het gebruik van games. Ook in de onderwijssector zouden dergelijke programma’s uitkomst kunnen bieden.

VoorwaardenGeïntegreerd leren en sociaal leren zijn inherent aan serieuze toepassingen van gaming. TNO verwacht dan ook dat games binnen afzienbare tijd een belangrijke plaats in het onderwijs innemen. Daarvoor is het wel van belang dat lerarenopleidingen meer aandacht gaan besteden aan ict, dat meer ruimte wordt gevonden voor ict-vernieuwing binnen de onderwijsfinanciering en dat de focus van de grote uitgevers verschuift naar digitale leermethoden.

Page 16: inDruk VO voorjaar 2010

inDruk VO voorjaar 2010

colofon > Kennisnet inDruk VO is een gratis blad voor docenten werkzaam in het voortgezet onderwijs. Van de Kennisnet inDruk bestaat ook een aparte uit-gave voor het basisonderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Het blad is ook digitaal (pdf-file) beschikbaar op indruk.kennisnet.nl. Uit deze uitgave mag niks worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, behoudens in geval de verveelvoudiging van de inhoud van deze uitgave plaatsvindt onder de licentie “naamsvermelding, niet-com-mercieel, geen afgeleide werken” als gehanteerd door Creative Commons.

> Hoofdredactie: Petra Balk > Eindredactie en coördinatie: Petra Balk en Jiska Verschoor > Tekstbijdragen: Trea Scholten, Alex ten Hoor, Simone Arts, Hidde van den Brink, Frans Schouwenurg, Bram Litjens > Fotografie: Ben Lambregts, Goedele Monnens, Kennisnet > Vormgeving: Einder Communicatie, Nijmegen > Druk: OBT de Bink, Leiden > Issn: 1571-2427 Reacties en suggesties: [email protected] Op reportages en interviews, foto’s en illustraties berusten auteursrechten.

voor het onderwijs. Het materiaal is snel en gemakkelijk te doorzoeken en af te spelen. U kunt zoeken op trefwoord, op omroep en via de alfabetische trefwoordenlijst. Bovendien kunt u met de digitale snijmachine zelf fragmenten uit programma’s snijden of eenvoudige montages maken. U kunt Teleblikmateriaal opnemen in uw eigen (digitale) lesmateriaal of elektronische leeromgeving. Leerlingen en docenten kunnen gratis gebruik maken van Teleblik.

Teleblik is een initiatief van Beeld en Geluid, Teleac en Stichting Kennisnet. Uw school of instelling direct aanmelden voor Teleblik? Kijk op www.teleblik.nl/schoolregistratie.

Schoolexamensvo.nl nu onlineSchoolexamensvo.nl is de kortste weg naar alle informatie over schoolexamens. Op deze website vindt u instrumenten en checklists om de kwaliteit van uw schoolexamen te meten en te verbeteren. Voor de vakken Engels, maatschappijleer, scheikunde en economie kunt u op de site een checklist invullen en meteen zien of uw schoolexamen goed is ingericht. Toetsconstructie, correctie en cesuurbepaling zijn het resultaat van teamwork. De informatie op deze site helpt u om de schoolexamens te bespreken binnen het team.

De Onderwijsagenda brengt knelpunten onderwijs in beeld De Volkskrant wil met De Onderwijsagenda op ’n rijtje krijgen wat de grootste knelpunten in het onderwijs zijn. Daarbij werkt de krant samen met ThiemeMeulenhoff, SLO en Kennisnet. Met de Onderwijsagenda zoeken zij oplossingen voor actuele vraagstukken in het onderwijs. Najaar 2010 verschijnt een publicatie die de gevoerde discussie en de beste oplossingen voor de vraagstukken presenteert.

Via www.deonderwijsagenda.nl kunt u reageren op zes stellingen: 1. Er is op scholen teveel organisatorische

rompslomp2. Ouders en school zijn onvoldoende

partners in onderwijs en opvoeding3. De arbeidsvoorwaarden voor docenten

moeten op de schop4. In het onderwijs is te weinig maatwerk

om recht te doen aan diversiteit5. Talenten van lerenden worden

onvoldoende ontwikkeld6. Docenten hebben meer kennis, kunde en

vaardigheden nodig

Het debat over de eerste twee stellingen heeft plaatsgevonden; over de andere stellingen wordt op 16 maart, 13 april, 11 mei en 8 juni gediscussieerd. Het online lerarenplatform Leraar24 (www.leraar24.nl) filmt de bijeenkomsten. Zie voor de locaties, tijden en de videoverslagen www.deonderwijsagenda.nl.

Leren was nog nooit zo leuk! Teleblik heeft duizenden uren televisie-materiaal, rechtstreeks uit de archieven van Beeld en Geluid. In Teleblik worden televisie-uitzendingen toegankelijk gemaakt

Nieuwe uitgave onderzoeksreeks voor het VOIn deze negentiende uitgave in de Onderzoeksreeks bespreken de hoogleraren Ton de Jong en Wouter van Jolingen van de Universiteit Twente het gebruik van computersimulaties in het onderwijs. Simulaties blijken een krachtig hulpmiddel om het leren van leerlingen te ondersteunen.

Leerlingen profiteren vooral van de mogelijkheden van simulaties wanneer deze worden ingezet door een docent die weet wanneer dit wel en wanneer dit niet werkt. Simulaties zijn niet zondermeer geschikt voor elk onderwerp of elke leerling. Bekijk de publicatie op onderzoek.kennisnet.nl of bestel uw eigen exemplaar via bestellen.kennisnet.nl.

Abonneer u gratis op de Kennisnet OnderzoeksreeksDe Kennisnet Onderzoeksreeks ‘Ict in het onderwijs’ is bedoeld voor management en docenten in het onderwijs en voor instellingen en organisaties die het onderwijs ondersteunen bij effectief en efficiënt ict-gebruik. Wat weten we uit wetenschappelijk onderzoek over ict in het onderwijs? Hoe kunnen scholen samen met onderzoekers voortbouwen op beschikbare resultaten uit eerder uitgevoerd onderzoek? De Kennisnet Onderzoeksreeks is de verzamelplaats voor antwoorden op deze vragen. Sluit nu een gratis abonnement af. U krijgt dan de nieuwste publicaties — gemiddeld tien per jaar — meteen toegestuurd. Zo bent u altijd op de hoogte van de nieuwste onderzoeks-resultaten wat betreft ict in het onderwijs. Kijk snel op onderzoek.kennisnet.nl.