Impulsen Allerzielen

Click here to load reader

Transcript of Impulsen Allerzielen

PASTORAAL OP SCHOOL BASISONDERWIJS

JAARTHEMA SCHOOLJAAR 2015-2016

IMPULSEN ALLERZIELEN

Je kan in de klas een troosthoekje voorzien met een troostkoffertje en eventueel een troostbril. Ideetjes voor dat koffertje vind je op onze vernieuwde website. (http://www.vikom.be/dienst-identiteit/pastoraal-op-school/pastoraal-op-school-basisonderwijs). Je kan de kinderen ook een koffertje of een troostbril laten knutselen. Voor een klasgesprek kan je vertrekken van een verhaal of een gedicht. Je kan ook werken met fotos of concrete materialen (troostkoffertje, een doodsbrief, ) Je kan een mooie kruik in de godsdiensthoek plaatsen. Dit kruikje kan dienen als een tranenkruik. Dit gaat terug op een oude gewoonte. Vroeger werden de tranen bij een overlijden opgevangen in een kruikje. Dit kruikje samen met de overledene begraven.

Klasgesprek over omgaan met verdriet en verlies

Hoe kan je zien dat iemand verdrietig is? Wanneer was jij erg verdrietig? Wat doe je als je verdrietig bent? Wanneer duurt verdrietig zijn lang? Kan je makkelijk over je verdriet praten? Moet iemand over zijn verdriet praten? Met wie praat jij over je verdriet? Maakt verdriet je bang? Kan je pijn krijgen door verdriet? Durf jij huilen? Verstop je soms dat je verdrietig bent? Wil je alleen zijn als je verdrietig bent? Doet huilen deugd? Kan verdriet je het gevoel geven anders te zijn?

Wie kan jou goed troosten? Heb jij al eens iemand getroost? Hoe kunnen mensen elkaar troosten? Hoe kunnen mensen elkaar steunen? Kunnen bepaalde dingen een troost zijn? Vertel.

Heb jij al eens iemand of iets lang gemist? Wie of wat zou je het meeste missen? Hoe komt het dat je iemand mist? Wat is voor jou afscheid nemen?

Klasgesprek over meekijken naar dierbare overledenen

Als iemand pas gestorven is, voelen we veel verdriet. Na een tijdje vult dankbaarheid de leegte op. Wij ge-love-n dat de dood het einde niet is. De liefde is veel sterker. De liefde leeft voort. Niets gaat verloren. De mooie dingen gaan altijd en overal met ons mee. Laten we de tijd nemen om daar op terug te kijken en mee te kijken met diegenen die er niet meer zijn. Ze brachten ons zoveel vreugde. De herinneringen aan hen blijven ons hart verwarmen.

Heb je warme herinneringen aan iemand die overleden is? Wat zal je altijd bijblijven? Wat kon deze persoon goed? Hoe zag hij/zij eruit? Wat maakte hem of haar bijzonder? Schrijf dit neer op een kaartje en bevestig er een pluimpje of een hartje aan. Dit kaartje kan je meenemen naar het kerkhof en op het graf leggen of bij een foto plaatsen.

Wat gaat er allemaal door je heen als er iemand sterft? Gaat het verdriet over? Blijft het verdriet duren? Komt het gemis soms terug? Kan verdriet je het gevoel geven anders te zijn? Ben jij al eens naar een begrafenis geweest? Wat is je bijgebleven? Wat vond je bijzonder?

Verdriet omarmen

Spiegel van de herfst

De spiegel van de herfstweerspiegelt in ons hartwarme herinneringenvan wie er niet meer zijn.De kleuren zijn mooien vallen zacht neer,maar loslaten doet pijn.

Herinneringen omarmen

De spiegel van de herfstvalt in kleur om ons neer.Mooi om te zien.

Herfst is een tijd om los te latenen herinneringen te omarmen.Je zal merken en voelendat door de tranen heenal deze dingen je vanbinnen verwarmen.Een geliefde laat je nooit alleen.

Herfst Je kan de kinderen iets soortgelijks laten schrijven.

Herfst is tijd maken voor gevallen bladerenvoor wafels en pannenkoeken.

Herfst is tijd makenvoor gezellig binnenvoor verdwalen in fotoboeken.

Herfst is tijd makenvoor wollen truienen warme herinneringen zoeken.

Herfst is tijd maken.Herfst in mij

Ik kijk naar buiten.De wind speelt met de bladerenen laat ze rusten.Ze vallen neer met hopenHier en daar zie je wategeltjes en eekhoorntjes lopen.

Mijn gedachten lijken te verdwalen.Gevoelens waaien heen en weer.Dan weer droef en dan weer blij.Het is ook herfst in mij.

Tijd voor andere dingen

De spiegel van de herfsthoudt mensen binnen.Het weer wordt koud en nat.Mensen nemen tijd voor andere dingen.

We voelen ons vol en leeg tegelijkmaar ook in droeve dagen blijf Jij ons nabij.Wij geloven over de dood heenen blijven verbonden door warme herinneringen.De liefde laat ons nooit alleen. We zijn dankbaar voor de mooie momenten die ons troosten en helpen steun vinden bij elkaar.Door de tranen heen verandert de pijnin een soort stille vreugde.

We vertrouwen op U God,U maakt alles nieuwen door U komen we tot eeuwig leven.Jij hebt ons een hemelse Liefde gegeven.Laat ons verrijzen uit het verdrieten blijf ons nabij. Amen

Gevoelens waaien heen en weer

Ik kijk naar buiten.De wind speelt met de bladerenen laat ze rusten.Ze vallen neer met hopenHier en daar zie je wategeltjes en eekhoorntjes lopen.

Mijn gedachten lijken te verdwalen.Gevoelens waaien heen en weer.Dan weer droef en dan weer blij.Het is ook herfst in mij.

Gebed

Goede God,Wij bidden om troost en vrede in ons hart.De dood van iemand maakt ons zo verwarden haalt ons hele leven door elkaar.Door het verdriet wordt alles troebelen zien we niet meer klaar.Mogen de fijne momenten en de warme herinneringen weer licht brengen waar het nu zo donker is,dat vragen wij U tijdens deze dagen. Amen

Gebed

Goede God,laten we het stil makenen de namen noemen van de mensen die we missenen die gestorven zijn.Wij willen voor hen biddenen ons hart openenvoor woorden en tekens van troost en hoop.We zijn dankbaar voor de mooie herinneringenen de warme momentendie we met hen beleefden.Mogen we vragen dat U hen steeds nabij blijft en hen omringt met uw eeuwige vrede en liefde. AmenGebed

Goede GodLeren loslaten is een moeilijke opdracht.Tijdens deze novemberdagen denken weaan de mensen die we missenomdat ze dood zijn gegaan.Een warm gebaar en een teder liedzijn troostbrengers als het wat minder gaat.Geef ons tijdens deze donkere dageneen luisterend hart om warmte uit te dragen. Amen

Gebed

Goede GodMensen die op de vlucht zijn, verliezen heel veel. Sommigen verliezen hun familie onderweg. Dikwijls kunnen zij geen afscheid nemen. Sommigen zien hun familie nooit meer terugZe komen plots in een andere cultuur terecht. Alles wat zo vertrouwd was, moesten ze achterlaten. Ze hebben veel geweld en ellende gezien. Ze vluchten voor hun leven.Het is verschrikkelijk erg. Het is een shock.Geef dat er andere mensen zijn die hen opvangen en hun verdriet helpen dragen. Ze hebben onze hulp zo nodig. Laat ons speciaal voor hen bidden deze dagen. Amen;

Gebed

Goede Godwat zijn er al veel mensen gestorven.Wij geloven dat zij nu allemaal bij jou zijn.Wij willen deze mensen niet vergeten.Wij denken heel in het bijzonderaan de mensen hier in het midden.Zorg jij nu voor hen?En help ons goede vrienden te zijnvan wie verdrietig is.

Naar het gebedsdoosje 1ste graad, uitgeverij: De Talentade

Gebed

Onze Vader in de hemel,wij bidden voor alle mensen die gestorven zijn.Mogen zij nu dicht bij U zijnen geen pijn, geen verdriet, geen zorgen meer hebben,enkel nog vreugde, geluk en vredeWij bidden voor onszelf en voor allen die iemand missen.Dat wij kunnen geloven dat de liefde niet stopt bij de dood.Dat we altijd met liefde aan hen mogen blijven denken.Help ons te geloven dat iedere mens die sterftals een blad is dat valt van een boomen altijd door U, God, wordt opgevangen.Breng alle mensen thuis bij U, Vader in de hemel,en help ons om van uw aarde al een beetje een hemel te maken.Amen.

Uit het gebedsdoosje 3de graad, uitgeverij De Talentade

Verhalen van troost

Het hart van God

Leven na de dood? Gelovige mensen houden het erop dat de gestorvenen bij God zijn.Maar waar is dat? Wie kan dat vertellen? In Gods hart misschien?Soledad liep niet meer zo rechtop als vroeger. Zij lachte niet meer zo helder als zij anders deed. Haar ogen vertelden van haar verdriet om haar vriendin, Esperanza. Drie weken geleden was zij gestorven, haar beste vriendin, met wie zij zoveel plezier had gehad. Samen hadden ze gespeeld, gehoopt, gehuild. Soledad voelde zich alleen. Waar zou Esperanza nu zijn? Weet jij het? vroeg Soledad aan de reiger. Die stond altijd zo droevig en stil aan de waterkant. Weet jij waar mijn gestorven vriendin is? De reiger schudde zijn kop: Vraag het aan de uil, die schijnt nogal wijs te zijn.Soledad ging naar de uil en vroeg hem waar Esperanza was. De uil keek haar aan en sprak: Van oudsher zegt men dat de doden in het hart van God zijn. Daar moet je volgens mij je vriendin zoeken. In het hart van God? peinsde Soledad, maar waar is dat dan? De uil schudde zijn kop: Ik weet het niet, maar vraag het aan de valk, die heeft scherpere ogen dan ik. Misschien dat hij het hart van God ergens heeft gezien.Soledad zocht de valk op en vertelde dat zij, om Esperanza te vinden, moest weten waar het hart van God was. Ik heb het nooit gezien, zei de valk, maar ik wil je wel helpen te zoeken. Eerst gingen ze naar een kerk. De koster zocht met hen mee, in de kelders, de toren, de tuin. Maar in de kerk was het hart van God niet. Daarna gingen Soledad en de valk naar een school. Geen gewone school maar een hogeschool, waar geen gewone geleerden waren maar hoog geleerden. Op de school met al die geleerden was het hart van God ook niet. Vervolgens zochten Soledad en de valk overal, in alle huizen, op zolders en in kelders. Maar nergens vonden ze het hart van God. Ik denk, zei de valk, dat je naar de adelaar moet gaan. Er is niemand die zon scherpe blik heeft als hij. En hij woont zo hoog in de bergen dat hij heel de wereld kan overzien. Soledad klom naar de adelaar. Adelaar, ik zoek mijn vriendin Esperanza. Ze moet in het hart van God zijn. Maar dat hart van God kan ik nergens vinden. De adelaar glimlachte: Jullie mensenkinderen zijn een beetje dom. Weten jullie dan niet dat Gods hart zo groot is als de wereld? Soledad keek verbaasd: Maar waar kan ik Esperanza vinden? De adelaar tilde Soledad voorzichtig op en zette haar op zijn rug. Hij vloog met haar over de bossen en de velden, waar de bloemen de aarde kleurden. Ineens zag Soledad het, in de glimlach van de bloemen: een glimp van de glimlach van Esperanza. Ze vlogen over zee. In de golven zag Soledad even het golvende haar van haar vriendin. Ze vlogen naar de horizon, naar het avondrood van de zon.

In dat avondrood zag Soledad de rode blosjes van de wangen van Esperanza. De twinkeling van de sterren was de twinkeling van haar ogen. In de warmte van de zon en de stilte van de maan, overal was Esperanza. Want Gods hart is zo groot als de wereld. Nu Soledad weer thuis is, weet ze dat Esperanza dichtbij haar is; altijd eigenlijk. Mocht je Soledad tegenkomen, je zult zien dat ze al weer wat meer rechtop loopt.

Verhaal uit De Gelukbrenger- 50 verhalen bij de feestdagen voor school en kerk- Stephan de Jong- Narratio

De tranenbron

In De Gedachtenisdienst wordt vaak gesproken over het leven na de dood. Het verdriet om het verlies van een geliefde is er niet minder om. Over dat verdriet gaat het volgende verhaal.

Niet ver van de plaats waar je woont, staat ergens een eik. Aan de voet van die eikenboom is een bron. Ze zeggen dat het een bijzondere bron is. Om uit te leggen waarom moet ik je het verhaal van Melone en Ilova vertellen.De jongen en het meisje waren onafscheidelijk. Het meisje woonde in het landhuis aan de rand van het dorp, de jongen in het kleine huis ernaast. Ilova heette zij. Melone heette hij. Melone en Ilova kenden elkaar van jongs af aan. Ze speelden vaak in de tuin onder de oude eikenboom. Ze speelden prins en prinses of tovenaar en tovenares. Ilova zong vaak. Wat een mooi stem had zij! Toen ze te groot waren geworden voor kinderspelletjes, kwamen ze na schooltijd samen onder de eikenboom om te praten en te lachen. Ilova zong dan met haar zilveren stem. Melone en Ilova, onafscheidelijk waren ze. Op een dag stopte er een koets voor het grote huis waar Ilova woonde. Haar koffers werden ingeladen. Ze stapte in en de koets reed weg. Naar een muziekschool ver weg om nog beter te leren zingen, vertelden de mensen. Melone keek haar na. Ze wuifden naar elkaar. Toen was Melone alleen. Hij ging naar hun eikenboom en voelde zich triest. Vaak zat Melone onder de eikenboom en dacht aan Ilova. De mensen vertelden dat het goed ging en dat ze beroemd was geworden. Melone groeide op en werd een sterke jongeman. Zijn vader zei dat hij een vak moest gaan leren. Goed, vader, had Melone gezegd, dan trek ik de wijde wereld in om een vak te gaan leren. Maar hij dacht bij zichzelf: In die wijde wereld ga ik op zoek naar Ilova. Het leek of hij steeds meer van haar ging houden. Melone trok de wijde wereld in. Waar zou Ilova zijn? Melone ging van stad naar stad. Overal noemde hij haar naam. Niemand had ooit van Ilova gehoord. Behalve die man in Parijs, die meende dat Ilova een zangeres in Londen was. Melone reisde naar Engeland. In Londen kenden de mensen Ilona wel. Ze scheen nu te zingen in Madrid. Melone reisde naar Madrid. Daar vertelde men dat Ilova in Milaan zou zijn. In Milaan vertelde iemand dat zij naar New York was gegaan. Melone voer als matroos op een zeilschip naar Amerika. In New York aangekomen, noemde hij haar naam. Bij het noemen van haar naam viel er een schaduw over het gezicht van de mensen. Iemand vertelde hem dat Ilova nu in de hemel was. Melones hart brak. Hij ging zitten. Waar lag de weg naar de hemel? Hij vroeg het aan de wijze uil. De uil wist de weg naar de hemel niet te vinden. Vraag het aan de meeuwen, zei de uil. Zij vliegen hoog, dichtbij de hemel, misschien weten zij de weg. Maar de meeuwen kenden de weg naar de hemel niet. Vraag het aan de adelaars, zeiden de meeuwen, zij bouwen hun nesten vlak onder de hemel, misschien weten zij het. Maar ook de adelaars kenden de weg naar de hemel niet. Melone is teruggegaan naar zijn dorp. Hij ging naar de tuin waar hij en Ilova altijd hadden gespeeld en gepraat. Onder de eikenboom, hn eikenboom, ging hij zitten. Tranen vloeiden uit zijn ogen. Hoe lang hij er gezeten heeft? Niemand weet het. Sommigen zeggen een jaar, anderen tien jaar, weer anderen honderd jaar. Niemand weet het. Zij weten alleen dat er nu een bron ligt aan de voet van de eikenboom. Ze zeggen dat het water dat uit de bron vloeit geen gewoon water is. Het zouden de tranen zijn van een nooit te stillen verlangen.

Verhaal uit De Gelukbrenger- 50 verhalen bij de feestdagen voor school en kerk- Stephan de Jong- Narratio

De blauwe Kaapse viooltjes

Met de caravan nt voor de deur, en wetende dat we over een paar dagen weer zullen vertrekken, loop ik Tonnie tegen het lijf. Tonnie woont in de buurt, heeft haar moeder verloren en treurt daar erg om. Nu had ik de laatste dag op de camping bezoek gehad en drie potjes blauwe Kaapse viooltjes gekregen. Mooi verpakt in cellofaan met strikje en label van de bloemist. Die stonden nog in de caravan. Op het moment dat Tonnie passeerde, had ik ze, nog niet uitgepakt, in de kamer op tafel gezet. Weer teruglopend naar de caravan zie ik Tonnie. Ze ziet er moe en afgetobd uit. En dat flap ik er dan ook uit: `Tonnie, wat is er aan de hand? Je ziet er zo moe uit.` Daar vertelde Tonnie, dat ze in drie huizen de plantjes verzorgt, de kanariepiet, en nog een gazonnetje. Waarop ik zeg: Tonnie, jij komt hoog in de hemel. Och jij altijd met je hemel. Ik weet niet eens of die wel bestaat. En Tonnie sloft weer door. Ik kom weer binnen en als in een roes zie ik de Kaapse viooltjes, haal de sticker van de bloemist eraf, pak een diepvriesplakkertje , zet erop `groeten uit de hemel, en zet dat vooropgeplakt, op de bloemetjes voor de deur van Tonnie. Ik geef een ruk aan de bel en ben weg. Die dag hoorde ik niets van Tonnie. Ze moest weten, dat ik dat gedaan had. Volgende dag, daar staat Tonnie. Ontdaan. Ik weet wel, dat die Kaapse viooltjes van jou zijn. Ik weet wel, dat ik zei: de groeten met je hemel. Maar wat jij niet weet, is dat mijn moeder een hobby had: ze stekte blauwe Kaapse viooltjes!!Uit Miniaturen van verwondering

De vogel

Er was eens een man die zeven vogels had.Ze pronkten in gouden kooien.De n zong nog mooier dan de ander.Elke ochtend zongen ze voor de manen de vogelman zong zijn mensenlied.Maar op een kwade dag kwam een harde windvlaag door het geopende raam.En van de kooien viel om en brak.De vogel vloog verschrikt door het open raam naar buiten.De man was diep bedroefd want hij hield van de vogelsalsof het zijn kinderen waren.De achtergebleven dieren treurden om het verlies van hun beste vriend.Ze zongen niet meer, het werd stil in de kamerde ramen bleven dicht, de dagen gingen voorbij.Tot op een dag de zon naar binnen scheen.Eindelijk durfde de man het raam weer open te doen.Daar hoorden zij een lied, een vogel aan het raam,het was hun eigen vriend!Hij zong uit volle borst, mooier dan ooit tevoren,mooier dan wie dan ook.Wees niet bedroefd, zong hij,ik ben gelukkig, ik kan hoger vliegendan de hoogste boom en verder dan het verste bos,ik drijf op de wind tot boven de wolken,tot dicht bij de zon, niet meer gebonden,niet meer gekooid!Hij jubelde aan hun raam, aan tralin voorbijover wat hij in zijn vlucht voor hen al had gezien:Alles heeft zijn plaats en alles heeft zijn tijdalles is aan het worden en jullie worden mee,het wordt zo mooi, zo mooi, maar vraag me nog niet hoezo mooi kan ik niet zingen.Uit Als vlinder spreken konden - Yvonne van Emmerik - Uitgeverij Dabar-Luyten

Verhaal van de mier die achter de wereld keek

Op de donkere bosgrond krioelen duizenden mieren, druk, druk, altijd druk.En gevallen regendruppel in het zand vormt een reusachtige krater. Een bui maakt een heelberglandschap. Takjes zijn boomstammen, bladeren groot als afgerukte daken, zandkorrelskiezelstenen. Dat is de wereld van de mieren en ploeterend gaan ze die wereld te lijf. Ze bouwen kastelen, fabrieken en wegen. Ze lijken wel mensen.Er was eens een mier die altijd nieuwsgierig was. Hij vroeg honderd uit:Is dit de wereld?Ja, dit is de wereld.Waar komt het licht vandaan?Ik zou het niet weten. In elk geval ergens van boven.Tot hoe ver reikt de wereld?Zo ver als je kijken kunt.Komt er niets meer achteraan?Nee.Wat doen wij dan hier?Werken, dat zie je toch?Waar werken we voor?Dat moet je niet vragen, begin nu maar.

Maar de mier was met de antwoorden niet tevreden. Hij bleef maar vragen en zoeken en achter de dingen kijken. Zo kwam hij aan de voet van een grote boom. Hij keek eerst omhoog en toen achterom naar de andere mieren. Hij wilde weten waar de boom hem zou brengen. Vastberaden begon hij aan de klim naar boven, worstelde door groeven als diepe ravijnen en overwon heuvels en bergen van weerbarstig schors. Er leek geen eind aan te komen. Maar de mier ging door, dagen en dagen. De weg werd eindelijk gladder, ging toen steil omhoog. Boven hem glansde een veelbelovend licht. Na zeven dagen kwam de mier bij de top van de boom aan. Hij klemde zich vast op het uiterste puntje. Hij zag hoe de boom was en hij zag nog veel meer bomen. Hij zag de eindeloze lucht met reusachtige witte kastelen, hij zag de zon, die gloeiende schijf. En alles leek bij elkaar te horen, alles paste ineen. Hij was verrukt. Dit was dus de wereld achter de wereld! Kon hij maar vliegen, dan zou hij zeker nog verder gaan kijken, achter het blauw en achter de zon. Maar wat hij ook probeerde, het lukte niet, hij tuimelde naar beneden in duizelingwekkende vaart. Gelukkig viel hij recht in het zachte hart van een bosviool. Vandaar klauterde hij met bevende pootjes tussen het mos.Zo, ben je daar eindelijk weer? vroegen een paar mieren.Waar heb je gezeten, we hebben je gemist!De mier rechtte zijn pootjes.Wisten jullie dat de wereld veel verder is dan je kunt kijken?Dat bestaat niet, zei er n.Dat bestaat wel, En ik heb ook gezien waar het licht vandaan komt.O ja?je bent een dromer, zei er n.En een fantast, zei een ander.Stakkers! dacht de mier die achter de wereld gekeken had, ze kijken niet verder dan hunvoelspriet lang is. Ze missen een hoop.Hij liet ze maar mieren. Hij had zin om te werken, hij was gelukkig, hij voelde zich deel van een prachtig geheel!

Yvonne van Emmerik

Denk je dat wij ooit afgelopen zijn eekhoorn?

Denk je dat wij ooit afgelopen zijn, eekhoorn? vroeg de mier op een keer.De eekhoorn keek hem verbaasd aan."Nou, zoals een feest afgelopen is", zei de mier, "of een reis."De eekhoorn kon zich dat niet voorstellen.Maar de mier keek uit het raam naar de verte tussen de bomen en zei: "Ik weet hetniet, ik weet het niet"Er verschenen rimpels in zijn voorhoofd."Maar hoe zouden we dan moeten aflopen?", vroeg de eekhoorn. "En als een reis isafgelopen wrijf je in je handen en kijk je of er nog een potje honig in de kast staat.Maar als wij zijn afgelopen"De mier zweeg. Hij maakte een raar geluid met zijn voelsprieten."Wat is dat voor een geluid?", vroeg de eekhoorn."Knakken", zei de mier.Daarna bleef het lange tijd stil.De mier stond op en begon, met zijn handen op zijn rug, door de kamer heen enweer te lopen."Denk je erover na?", vroeg de eekhoorn."Ja", zei de mier."Weet je het al?""Nee".De mier ging ten slotte weer zitten."Ik weet het niet", zei hij. "Ik weet vrijwel alles, dat weet je, h eekhoorn"De eekhoorn knikte."Wat ik niet weet", ging de mier verder, "mag geen naam hebben. Maar of wij ooitaflopen"Hij schudde zijn hoofd.De eekhoorn schonk nog een kopje thee in. De mier nam een onzeker slokje.

Toon Tellegen

Ik mis je!.. Missen? Missen. Je weet toch wel wat dat is? Nee zei de eekhoorn. Missen is iets wat je voelt als iets er niet is. Wat voel je dan? Ja, daar gaat het nou om. Dan zullen we elkaar missen. zei de eekhoorn verdrietig. Nee, zei de mier, want we kunnen elkaar ook vergeten. Vergeten! Jou?! riep de eekhoorn. Nou, zei de mier, schreeuw maar niet zo hard.De eekhoorn legde zijn hoofd in zijn handen. Ik zal jou nooit vergeten. zei hij zacht. Nou ja, zei de mier. Dat moeten we nog maar afwachten. Dag! En heel plotseling stapte hij de deur uit .. De eekhoorn begon hem onmiddellijk te missen. Mier, riep hij, ik mis je! Zijn stem kaatste heen en weer tussen de bomen. Dat kan nu nog niet! zei de mier. Ik ben nog niet eens weg! Maar toch is het zo! riep de eekhoorn. Uit Missen van Toon Tellegen

Dansen

'Als je verdrietig bent, wat doe je dan ?', vroeg de mier aan de eekhoorn. Ze zaten in het huis van de eekhoorn, hoog in de beuk, op een warme avond in het voorjaar. De eekhoorn dacht even na. 'Dan zucht ik', zei hij toen. 'En als je dan nog verdrietiger wordt ?', vroeg de mier. 'Dan komen er rimpels in mijn voorhoofd', zei de eekhoorn, 'en zucht ik nog dieper en schud ik mijn hoofd'. 'En als je dan nog verdrietiger wordt ?' 'Dan ga ik ergens zitten met mijn hoofd in mijn handen, want dan is mijn hoofd heel zwaar en ben ik bang dat het valt.'... 'En als je dan nog verdrietiger wordt ?''Dan kan ik mijn tranen niet meer tegenhouden, en als er dan iemand op mijn deur klopt, hoor ik hem niet meer. Of ik hoor hem nog wel, maar ik ben zo verdrietig dat ik niet meer kan opendoen.''En als je dan nog verdrietiger wordt ?''Dan gaan mijn schouders schokken en leg ik mijn hoofd op mijn armen en ben ik alleen nog maar tranen', zei de eekhoorn.'En als je dan nog verdrietiger wordt ?', vroeg de mier.'Verdrietiger dan dat kan ik niet worden', zei de eekhoorn.'Maar als je het toch wordt ?', vroeg de mier.'Dan kan niet', zei de eekhoorn.'Maar als je het toch, toch wordt, ook al kan het niet ?!, riep de mier.Hij was opgesprongen en sloeg met zijn vuist op de tafel.De eekhoorn dacht even na.'Dan ga ik dansen', zei hij toen.'Ik ook !', riep de mier.Ze keken elkaar verbaasd aan.Toen sloegen ze een arm om elkaars middel en dansten ze, midden in de kamer van de eekhoorn, tussen de kast en de tafel.De ramen stonden wijd open en de nachtegaal zong.Lange tijd dansten ze zonder iets te zeggen. 'Dansen we nu omdat we verdrietig zijn ?', vroeg de mier toen. 'Of dansen we zomaar ?''Ik weet het niet', zei de eekhoorn. Toon Tellegen

Het sprookje van het zand Er was eens een rivier. Hoog in de bergen was ze ontsprongen. Dartel en lenig slierde ze door de valleien. Ze werd steeds sterker, steeds breder. Toen bereikte ze de woestijn. De rivier wilde ook dwars door de woestijn vloeien. Maar ze bemerkte dat haar water verdween, hoe snel ze ook door het zand trachtte te stromen. Ze was er echter van overtuigd dat het haar bestemming was om deze woestijn te doorkruisen. Maar er was geen weg. Nu fluisterde de verborgen stem van de woestijn haar toe: "De wind kan de woestijn oversteken en jij kan dat ook!" Nog nooit had de rivier die stem gehoord. "Ik zal met zand vermengd en door de woestijn opgeslorpt worden, " zei de rivier. "De wind kan vliegen, maar ik niet. "Zoals je bent, kom je er niet doorheen," fluisterde de woestijn. "Je zou verdwijnen of een moeras worden. Je moet willen dat de wind je over de woestijn draagt, naar je bestemming. " "Dat kan de wind niet," spotte de rivier. "Jawel "zei de woestijn, "je moet willen dat de wind jou opneemt. " Zo'n gek idee kon de rivier niet aannemen. Een rivier in de lucht! Ze zou haar persoonlijkheid verliezen en wie kon haar waarborgen dat ze ooit opnieuw zichzelf 'zou worden. De woestijn zei: 'Ik beloof het je. De wind neemt je op, draagt je over de woestijn en laat je dan weer los. Je valt als regen naar beneden en dan wordt je water weer een rivier. " "Hoe kan ik weten dat je niet liegt?" vroeg de rivier. "Het is zo!" zei de woestijn. "En als je het niet gelooft, staan er je erge dingen te wachten. " "Waarom mag ik niet blijven zoals ik nu ben?" sputterde de rivier. "Het kan niet', zei woestijn, "maar wie je echt bent, gaat niet verloren. Aan de andere kant van de woestijn krijg je dezelfde naam, want wat je bent, blijft!" Toen gaf de rivier zich over aan de verwelkomende armen van de wind. Teder en gemakkelijk droeg hij haar omhoog. Toen ze de toppen van de bergen, aan de andere kant van de woestijn, bereikten, liet de wind haar zachtjes vallen. En al haar druppels vloeiden samen, zochten elkaar en werden weer beekje... riviertje... Toen vroeg de rivier aan de woestijn: "Hoe wist jij dat het zo zou zijn?" En het zand van de woestijn fluisterde: "Wij wisten het, omdat wij het dag na dag zien gebeuren en omdat wij, het zand, ons helemaal uitstrekken van de woestijn tot aan de bergen. Daarom zeggen de mensen dat de manier waarop de levensstroom zijn reis voortzet, in het Zand staat geschreven. Soefi-verhaal uit Tunesi

Uit De Kleine Prins Er was eens een prins, die leefde op een ster. Hij voelde zich er vreselijk alleen, en daarom ging hij naar de aarde, om vrienden te zoeken. Toen hij op aarde gekomen was, ontmoette hij een vos. "Hallo," zei de kleine prins, "wil je mijn vriendje zijn ?" "Ja, dat wil ik wel", zei de vos, "maar dat gaat zo maar niet: dan moeten we eerst heel lang samen spelen, en eten, en samen ruzie maken ... " En ze kwamen heel vaak bij elkaar en werden echte vriendjes. Toen kwam de dag dat de kleine prins weer terug moest naar zijn ster. "O," zei de vos, "ik moet huilen dat je weggaat" " Het is je eigen schuld," zei de kleine prins : "jij wou dat we vriendjes zouden worden.""Jazeker," zei de vos. "En nu moetje huilen !" "Jazeker" zei de vos. "Dus dan heb je er niets aan." "Jazeker," zei de vos, "als ik voortaan naar zand kijk, zal ik nu aan jouw mooie blonde haren denken en dat geeft een fijn gevoel. Bij alles zal ik steeds aan jou kunnen denken, en dan zal ik me beter voelen. En als ik je erg mis, en erom moet huilen, dan kijk ik naar de sterren, en dan zie ik je toch : met mijn hart. Want weet je, eigenlijk kun je nog het beste zien met je hart."

A. de Saint-Exupry

Kikker en het vogeltje Het was een mooie dag in de herfst.Varkentje plukte appels uit de boom......toen Kikker aan kwam lopen. Hij keek bezorgd.'Ik heb iets gevonden, 'zei hij ernstig.'Wat heb je dan gevonden?' vroeg varkentje.'Kom maar mee, dan zal ik het je laten zien,' antwoordde Kikker.En samen gingen ze op weg.Varkentje maakte zich een beetje ongerust.Toen ze bij de rand van het bos gekomen waren,wees Kikker naar de grond.'Kijk,' zei hij, 'kapot. Hij doet het niet meer.''Hij slaapt,' zei Varkentje.Op dat moment kwam Eend er aan.'Wat is er gebeurd?' vroeg ze nieuwsgierig.'Een ongeluk?''Sst, hij slaapt,' zei Kikker.Maar Eend dacht dat hij ziek was.Haas die toevallig een wandelingetje maakte,zag al van verre dat er iets aan de hand was.Hij knielde bij de vogel neer en keek aandachtig.'Die is dood,' zei hij toen.'Dood,' zei Kikker, 'wat is dat?'Haas wees naar de blauwe hemel.'Iedereen gaat dood,' zei hij.'Wij ook? vroeg Kikker verbaasd.Dat wist Haas niet zeker.'Als we oud zijn misschien,' zei hij.'We moeten hem begraven,' zei Haas.'Daar, onder aan de heuvel.'Van takken maakten ze een draagbaaren ze droegen de vogel voorzichtig naar de heuvel toe.Ze groeven een diepe kuil in de grond.'Zijn leven lang heeft hij mooi gezongen', zei Haas plechtig.'Nu krijgt hij zijn welverdiende rust.'Heel voorzichtig legden ze de dode vogel in de kuil.Kikker strooide bloemen in het grafen toen gooiden ze het dicht met aarde.Ten slotte legden ze er een grote steen bovenop.Het was doodstil.Er was zelfs geen vogel te horen.Diep onder de indruk gingen ze terug.Plotseling rende Kikker er vandoor.'Laten we tikkertje spelen,' riep hij.'Varkentje, jij bent hem!'Ze speelden en lachtenen hadden plezier tot de zon bijna onderging.'Is het leven niet prachtig!' riep Kikker uit.Moe maar tevreden gingen ze naar huis.In de boom bij de heuvel zat een vogel.Hij zong een prachtig lied - zoals altijd.

Max VELTHUIS, Kikker en het vogeltje, Leopold. Amsterdam, 1991

Dat is heel wat voor een kat, vind je niet?

Mijn poes Roetje is vorige vrijdag doodgegaan. Ik was erg verdrietig. Ik moest huilen.Ik wilde geen televisie kijken. Ik wilde geen kip en ook geen chocoladepudding.Toen ik naar bed moest, huilde ik nog. Mijn moeder kwam bij me op bed zitten. Ze trok me tegen zich aan. Ze zei dat we Roetje zouden begraven, morgen. Bedenk maar eens tien dingen, zei ze, waarom Roetje zo'n fijne poes is geweest. Tien fijne dingen om op Roetjes begrafenis te vertellen, morgen. Ik dacht en ik dacht aan wat ik zo fijn vond van Roetje. Negen dingen kon ik bedenken. Toen viel ik in slaap. De volgende morgen was de begrafenis. Mijn moeder deed Roetje in een gele sjaal. Mijn vader legde Roetje in een kuil bij de boom in de tuin. Annie van hiernaast bracht bloemen. En toen vertelde ik van Roetje alle fijne dingen die ik had kunnen bedenken. Roetje was slim, zei ik, en dapper en grappig en erg schoon. Aanhalig en geduldig ook en hij heeft maar n keer een vogeltje gevangen. Hij kon zo leuk in mijn oor snorren, zei ik. En soms sliep hij lekker warm bovenop mijn buik. Dat zijn er negen, zei mijn moeder, negen dingen waarom Roetje zo'n fijne poes is geweest. Ik zei dat ik het tiende nog wel bedenken zou. Toen Roetje was begraven zongen we voor hem een liedje. We wisten zo gauw geen poezenliedje. Daarom zongen we over katjes, over wilgenkatjes en elzenkatjes. Zelfs mijn vader wist de wijs en mijn moeder wist de woorden. Annie en ik gingen met moeder naar de keuken. We kregen limonade en likkoekjes. Ze liet de bus open op tafel, want we mochten er nog een nemen. Ik gaf mijn koekje aan Annie. Nu is Roetje weg, zei ik.Annie zei dat Roetje in de hemel was, bij de engelen, met allemaal andere poezenen dat hij daar heel veel verse vis en melk krijgen zou. Ik zei dat Roetje in de tuin lag.Niet waar. Hij is in de hemel, riep Annie. Hij ligt in de grond in de tuin, zei ik. Jij weet er niets van. Mijn vader kwam binnen en hij nam een koekje. In de hemel, riep Annie.In de tuin, zei ik. Hou jij je grote mond. Leg jij het haar maar uit, zei ik tegen mijn vader. Zij begrijpt er niets van. 't Kan best zijn dat Roetje in de hemel is, zei mijn vader. Zie je nou wel, zei Annie en ze stak haar tong tegen me uit. 't Kan ook best zijn van niet, zei mijn vader.Alsjeblieft, zei ik en ik trok Annie aan haar vlecht. Laat los, zei vader tegen mij.Wij weten niet zo veel van de hemel af, zei hij tegen Annie. We weten niet zeker of die wel bestaat. Maar als-ie bestaat, zei Annie, dan is er ook plaats voor Roetje. Dat kind is vaak erg eigenwijs. En dan krijgt hij daar verse vis en melk, zei ze. Ze nam nog een koekje en ging toen naar huis. Mijn vader zei, dat hij nog werk te doen had in de tuin. Ik ging mee om een beetje te helpen. Ik vind het zo naar dat Roetje dood is, zei ik. Dat is het ook, zei hij. Het doet verdriet. Misschien voel je dat morgen wat minder. Mijn vader had een zakje met kleine bruine zaadjes. Hij schudde er een paar op zijn hand. Die zaaien we in de grond, zei hij. Daar is voedsel voor ze en ruimte om te groeien. Dan komt er gauw een steeltje uit met blaadjes en later ook bloemen eraan. Ik scheurde het zakje verder open en keek erin. Ik zie geen blaadjes en ik zie ook geen bloemen, zie ik tegen mijn vader. Zaadjes veranderen als ze in de aarde liggen, zei mijn vader. Onder de grond verandert alles. Roetje ook? vroeg ik.O ja, zei mijn vader. Roetje verandert ook. De grond in de tuin neemt hem helemaal op.En helpt hij dan mee om bloemen en blaadjes te maken? vroeg ik. Ja zeker, zei mijn vader.Hij zorgt mee voor bloemen en voor de boom en voor het gras daaromheen. Dat is eigenlijk heel wat voor een kat, vind je niet? Mijn vader en ik zaaiden alle zaadjes in de tuin.Moeder bracht ons boterhammen en we aten onder de boom.Daarna werkten we nog een poosje door. 's Avonds had ik nog steeds geen zin in televisie.Toen ik mijn lampje uitdeed, kwam mijn moeder bij me op bed zitten. Ze gaf me een zoen en ik zei dat ik haar iets moest vertellen. Luister eens, zei ik. En ik telde op mijn vingers afwaarom Roetje zo'n fijne poes is geweest. Roetje was slim, zei ik. En dapper en grappig en erg schoon. Aanhalig en geduldig ook en hij heeft maar n keer een vogeltje gevangen.Hij kon zo leuk in mijn oor snorren, zei ik. En soms sliep hij lekker warm bovenop mijn buik.Dat zijn er negen, zei mijn moeder, negen dingen waarom Roetje zo'n fijne poes is geweest.Ja, zei ik, maar nu weet ik het tiende ook. Roetje ligt in de grond en hij zorgt mee voor bloemen en voor de boom en het gras daaromheen. En dat is eigenlijk heel wat voor een kat, vind je niet?

J. Viorst

De drie bomenGisteren was ik in het bos. Op zoek naar drie bomen, drie bomen die ik gekend had.Drie bomen die alle drie een tak hadden verloren.Drie bomen die daar alle drie op een andere manier mee omgegaan waren.Vandaag heb ik ze gevonden.De eerste boom was gaan treuren om zijn verlies, en zei ieder voorjaar als de zon hem uitnodigde om te groeien: "Dat kan ik niet want ik mis een tak."De tweede boom was geschrokken van de pijn en had maar snel besloten om het verlies te vergeten. En ieder voorjaar als de zon hem uitnodigde te groeien, groeide hij.De derde boom was geschrokken van de pijn. Maar hij had gerouwd om het verlies. En het eerste voorjaar dat de zon hem uitnodigde te groeien had hij gezegd: 'Dit jaar nog niet." Maar de zon kwam het jaar daarop terug. Nu zei de boom: 'Ja zon, verwarm mij opdat ik mijn wond kan verwarmen, ziet u, mijn wond heeft warmte nodig, opdat hij weet dat hij erbij hoort." En het derde jaar dat de zon terug kwam sprak de boom:" Ja zon, laat mij groeien want er is nog zoveel te groeien." Na wat zoeken, vond ik de drie bomen, of eigenlijk twee.De eerste boom was klein gebleven. De plaats van de wond was duidelijk te zien, het was het hoogste punt van de boom.De tweede boom was geen boom meer. Een voorjaarsstorm had hem doen omwaaien. De plek van de wond moest ik gaan zoeken. Achter een heleboel bladeren vond ik hem.De derde boom was het moeilijkst te vinden, want ik had niet verwacht dat hij zo groot en sterk was geworden. Maar gelukkig kon ik hem herkennen aan de dichtgegroeide wond die vol trots in het zonlicht stond. Evert Landwaard

Als je dood bent, word je dan nooit meer beter?De broertjes Fred en Joep Konijn wonen aan de rand van het bos. Fred gaat naar de school, maar Joep is daar nog te klein voor. Als Fred terug is van school spelen ze samen tot ze gaan eten. Op een morgen is Joep ziek. Dokter Uil komt direct en stelt een flinke koorts vast, maar Moeder Konijn is er niet gerust in en ze blijft binnen bij Joep. Als Fred die middag thuiskomt van de school, staan alle dieren bij zijn thuis. Iedereen is ervan geschrokken dat Joep zo ziek is. In het bos is nog nooit een jong dier zo ziek geweest. Fred denkt dat dokter Uil Joep wel zal genezen. Maar die avond gaat Joep dood en Fred begrijpt er niets van.Waarom huilt iedereen zo? Hij denkt dat Dokter Uil morgen zijn broertje nog wel kan genezen. Hij wil weg uit de kamer, en gaat met Varkentje in het bos spelen. Op vraag van Vader Konijn beginnen de Mollen de volgende dag een put te graven op het grasveldje in het bos. En Bever doet flink zijn best om een mooie kist te maken. Buurman Egel vertelt aan Fred wat er nu met Joep gaat gebeuren. De nacht voor de begrafenis droomt Fred dat het kistje van Joep door een tunnel naar het graf glijdt. Joep en Fred en alle vriendjes glijden mee en het gaat lekker hard, wat een plezier! Maar 's morgens wordt Fred heel vroeg wakker. De tunnel is weg en hij voelt zich droevig en alleen. Hij probeert op een papiertje te schrijven wat hij bij het graf zal gaan vertellen over Joep. Hij weet wel wat hij wil zeggen, maar hij vindt het zo moeilijk om het op te schrijven. Alle dieren gaan mee naar het grasveld midden in het bos, waar het kistje in de kuil wordt gezet. Vader en moeder Konijn vertellen hoe lief Joep was en hoe erg ze hem missen. Fred leest zijn brief voor, maar van verdriet kan hij bijna niet praten. Na de begrafenis blijven vader en moeder Konijn thuis. Ze zijn te verdrietig om iets te doen. En Fred wil met niemand spelen. Hij denkt steeds aan Joep, hij wil niet huilen en wordt dan heel boos op iedereen. Alle dieren willen de Konijnen graag helpen en op den duur vinden ze het fijn dat ze zoveel vrienden hebben. En op de eerste dag dat de zon schijnt, gaat Fred met zijn vriendjes toch weer spelen op het grasveldje waar Joep begraven ligt. Buurman Egel kijkt naar de spelende kinderen. Fred en zijn vriendjes kunnen eindelijk weer lachen. Wat had hij dat lang niet meer gehoord in het bos.Breebaart Piet en Joeri

Fragment uit Een wolk als afscheid"Ik wil geen zon!", schreeuwde Bram."Ik wil veel wind en regen!""Straks zal het wel regenen" suste zijn zus Kim."Niet waar", snikte Bram, "als de zon schijnt, regent het nooit.""En als er geen wolken zijn, wat zal er dan met Fran gebeuren?"Juf Jenny knikte. Opeens werd het haar allemaal duidelijk.Bram had haar vorige week in de klas honderduit gevraagd over wat er met zijn zus zou gebeuren als ze dood was."Oma heeft gezegd dat ze ons zal zien van boven in de hemel. Is dat waar, juf?""Waar moet zij dan zitten, juf? Er zijn daar geen gemakkelijke stoelen en Fran heeft veel rugpijn als ze lange tijd rechtop zit."Ze had hem zijn vragen laten stellen en af en toe had hijzelf een oplossing gevonden voor zijn problemen, zoals die keer dat hij opgewonden gezegd had: "Juf, ik weet het! Er hangen veel zachte wolkjes in de lucht! Zij kan daar op gaan zitten!"De onderwijzeres staarde naar de wolkenloze hemel, sprakeloos bij zoveel kinderlijke logica.toen gaf de juf hem tekengerief en Bram tekende een wolk als laatste geschenk voor zijn zus.Katrien Seynaeve, Een wolk als afscheid, Altoria Averbode, p 82-84.Fragment uit Gwinnie"Ik heb gehuild, maandenlang heb ik gehuild, iedere nacht in bed. Maar jij niet.""Ik heb je wel gehoord", zei Gwinnie zacht."Al mijn verdriet is eruit gespoeld", zei Art. "En ik kan weer gewoon leven, maar bij jou zit het nog van binnen. Je wordt steeds braver en steeds liever en steeds voorzichtiger""Mis jij mama dan niet meer", fluisterde Gwinnie.Haar handen klemde zich om de beker."Natuurlijk wel", zei Art. "Verdomme, ik mis haar iedere dag." Zijn ogen schoten vol tranen. "Ik zou haar ook graag terug willen hebben. Maar dat kan niet. En ik weet dat Vera zou willen dat we leven!" "Jaa?""Ja! Ik ken mama goed hoor! Ik weet wat ze zou willen. Ik heb haar binnen in mij. En jij hebt hebt haar ook binnen in je. Soms zie ik haar naar buiten komen"Art lachte, met tranen in zijn ogen. "Op de begraafplaats zag ik haar naar buiten komen, toen jij lachte. Zo lachte Vera ook.""Jij hebt mama binnen in je", lachte Art. "Ik weet het zeker." Plotseling werd hij heel ernstig."Maar jij sluit het verdriet in jezelf op! Je laat het niet naar buiten komen. En daarmee sluit je alles in jezelf op. Alle leuke dingen. Alle wilde dingen.""Dan sluit ik mama in mezelf op", fluisterde Gwinnie. Er drupte weer een traan op de deken. "Eigenlijk wel", zei Art en hij pakte haar hand."Ik kan het niet", zei Gwinnie, 'Ik kan er niet aan denken. Het is veel te moeilijk." Klaas Van Assen, Gwinnie, Querido Amsterdam, p. 43-44.Ik denk aan jouEr wordt geklopt. Ja, roep ik. de deur gaat open.Een klein manneke komt binnen,twee en een halve bloempot hoog.He, zeg ik, kom binnen, wie ben je?Ik ben de kleine dood, zegt hij,en ineens barst hij in tranen uitNu had ik kunnen zeggen: hou op met die flauwe kul, wees flink.Maar huilen is bij mij niet verbodenen wanneer hij tot bedaren komt, vraag ik:Je bent de kleine dood?Ja, zegt hij mij, mij sturen ze overal wegwaar er leven is en blijheid.Daar hebben ze mij niet meer nodig.Maar ik moet toch ook leven, snikt hij.Natuurlijk, kleine dood, blijf maar wat bij mij.Ik ben op dit ogenblik ook niet zo gelukkig.Hou me gezelschap, dan kunnen we samen praten,dan kunnen we allebei eens iets kwijt.Zo zitten we daar bij elkaartot opeens de kleine dood me aankijkt en vlug vraagt:Aan wie denk je nu? Toe zeg het gauw!Ik denk aan jou, zeg ik.En op datzelfde moment krijgt het dode manneke echte ogen.Ze dansen als lichte sterretjes.Ja, ik denk aan jou, roep ik bewuster, en weer verandert hij.En hij krijgt een echte huid, echte handen en een echt hart.Ja, ik denk aan jou, roep ik nog harderen hij krijgt echte haren om te kunnen kammenen een echte neus, waarmee hij kan niezen. Ik zie een klein manneke zitten,als opnieuw geboren door dat ene zinnetjeJa, ik denk aan jou, schreeuw ik zo hard ik kan en plotseling springt hij recht en valt me om de hals en fluistert: en ik aan jou!De dood is over. Op mijn stoel zit een klein manneke.Zijn ogen zien er fris uit en zijn gezicht is opgetogen.Hoe heet jij, vraag ik.Het kleine leven, zegt hij.Zo, zeg ik, en wat ga jij met dat kleine leven doen?Kleine doden opwekken, zegt hij.Hoe ga je dat doen, vraag ik. Door te zeggen: ik denk aan jou, zegt hij stil.Nu tot ziens dan, klein leven, veel geluk en goede reis!Ad Goos, Met nieuwe ogen. We hebben allemaal evenveelOp een warme zomerdag danste en zweefde de eendagsvlieg rond de kruin van een oude boom. Ze voelde zich gelukkig. Toen ze even zat uit te rusten op de grote, frisse bladeren, zei de boom: "Arm klein ding! Je hele leven duurt maar n enkele dag! Wat kort! Wat triest!" "Triest?", antwoordde de eendagsvlieg. "Wat bedoel je daarmee? Alles is zo heerlijk licht, zo warm en mooi, en ik ben zo gelukkig!""Maar slecht n dag en dan is alles voorbij!""Voorbij!", zei de eendagsvlieg. "Wat is dat voorbij? Ben jij ook voorbij?""Nee, ik leef wel duizenden van jouw dagen en mijn dagen vormen telkens seizoenen. Dat is zo lang dat jij het jou zelfs niet kunt voorstellen!""Nee, want ik begrijp je niet! Jij bent duizenden van mijn dagen, maar ik heb duizenden ogenblikken waarop ik blij en gelukkig kan zijn! Houdt dan al het mooie van deze wereld op als je sterft?""Nee", zei de boom, "dat duurt zeker veel langer dan ik kan denken.""Dan hebben we toch evenveel! We rekenen alleen anders."Hans Christian Andersen

De parabel van de vioolDit is het verhaal van de viool het zijn haar eigen woorden:'Toen ik nog in de bossen leefde, heb ik gezwegen.Nu ik gestorven ben zing ik.'Want hoe gaat het?In een bos staat een boom.Praten en goeiedag zeggen of zingen kan hij niet. Totdat zo'n boom wordt gekapt, de takken gaan eraf, de schors wordt afgestroopt, de stam wordt stuk gezaagd tot planken, mijn God, welke martelingen ondergaat zo'n boom nog meer. Eindelijk komt het hout terecht bij de vioolbouwer. En daar is het wonder gebeurd: het hout van de boom, is die licht gebogen viool geworden, ze rust in de hand van de speler en verkondigt telkens: 'Nu ik gestorven ben, zing ik!'Bijbelverhaal : Johannes 11, 1-36

Er was iemand ziek, een zekere Lazarus uit Betani, het dorp waar Maria en haar zuster Marta woonden dat was de Maria die Jezus met olie gezalfd heeft en zijn voeten met haar haar heeft afgedroogd; de zieke Lazarus was haar broer. De zusters stuurden iemand naar Jezus met de boodschap: Heer, uw vriend is ziek. Toen Jezus dit hoorde zei hij: Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar op de eer van God, zodat de Zoon van God geerd zal worden. Jezus hield veel van Marta en haar zuster, en van Lazarus. Maar toen hij gehoord had dat Lazarus ziek was, bleef hij toch nog twee dagen waar hij was. Daarna zei hij tegen zijn leerlingen: Laten we teruggaan naar Judea. Maar rabbi, protesteerden de leerlingen, de Joden wilden u stenigen, en nu wilt u daar toch weer naartoe? Jezus zei: Telt een dag niet twaalf uren? Wie overdag loopt, struikelt niet, want hij ziet het licht van deze wereld, maar wie s nachts loopt, struikelt doordat hij geen licht heeft. Nadat hij dat gezegd had zei hij: Onze vriend Lazarus is ingeslapen, ik ga hem wakker maken. De leerlingen zeiden: Als hij slaapt, zal hij wel beter worden, Heer. Zij dachten dat hij het over slapen had, terwijl Jezus bedoelde dat hij gestorven was. Toen zei hij hun ronduit: Lazarus is gestorven, en om jullie ben ik blij dat ik er niet bij was: nu kunnen jullie tot geloof komen. Laten we dan nu naar hem toe gaan. Tomas (dat betekent tweeling) zei tegen de anderen: Laten ook wij maar gaan, om met hem te sterven.Toen Jezus daar aankwam, hoorde hij dat Lazarus al vier dagen in het graf lag. Betani lag dicht bij Jeruzalem, op een afstand van ongeveer vijftien stadie, en er waren dan ook veel Joden naar Marta en Maria gekomen om hen te troosten nu hun broer gestorven was. Toen Marta hoorde dat Jezus onderweg was ging ze hem tegemoet, terwijl Maria thuisbleef. Marta zei tegen Jezus: Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu weet ik dat God u alles zal geven wat u vraagt. Jezus zei: Je broer zal uit de dood opstaan. Ja, zei Marta, ik weet dat hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan. Maar Jezus zei: Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat? Ja Heer, zei ze, ik geloof dat u de Messias bent, de Zoon van God die naar de wereld zou komen.Na deze woorden ging ze terug, ze nam haar zuster Maria apart en zei: De meester is er, en hij vraagt naar je. Zodra Maria dit hoorde ging ze naar Jezus toe, die nog niet in het dorp was, maar op de plek waar Marta hem tegemoet was gekomen. Toen de Joden die bij haar in huis waren om haar te troosten, Maria zo haastig zagen weggaan, liepen ze achter haar aan, want ze dachten dat ze naar het graf ging om daar te weeklagen.Zodra Maria op de plek kwam waar Jezus was en hem zag, viel ze aan zijn voeten neer. Ze zei: Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn! Jezus zag hoe zij en de Joden die bij haar waren weeklaagden, en dat ergerde hem. Diep bewogen vroeg hij: Waar hebben jullie hem neergelegd? Ze zeiden: Kom maar kijken, Heer. Jezus begon ook te huilen, en de Joden zeiden: Wat heeft hij veel van hem gehouden!Gedichten

Dood- Nannie Kuiper

Als iemand doodgaatdie je heel goed hebt gekend,dan is het nogal logischdat je erg verdrietig bent.

Misschien is het je oma.Misschien is het je hond.Misschien is het een ander,die je ook zo aardig vond.

Als er iemand doodgaatdie je heel erg goed hebt gekend,dan is het nogal logisch dat je erg verdrietig bent.

Want doodgaan is: iets missen.Het maakt je ook zo bang.Toch zul je eraan wennen,al duurt het vaak heel lang

Een beetje stil - Connie Vollenhoven

een beetje stil vandaagmeer is er nietik ben niet boos of zoheb geen verdrieteen beetje stil vandaagtoe laat me maareen beetje stil vandaagis toch niet zo raar

Als je dood bent... - Rindert Kromhoud van der Meer

Als je dood bent,zegt mijn vader,slaap je heel erg langheb je nooit meer iets te vrezenben je nooit meer bang.

Als je dood bent,zegt mijn moeder,voel je nooit meer pijnga je heel hoog naar de hemeldaar is het echt fijn.

Als je dood bent,zegt mijn opa,verdwijn je in de grondlig je in een houten kissievoor altijd op je kont.

Maar ze weten er niks vanen ze zeggen dus maar watweten niet wat te beginnenvan de dood kan je niet winnenslaan daarom maar aan 't verzinnendood is dit of dood is dat!

Maar als je dood bent,zeg ik zelf,wat er dan gebeuren gaatvoor wie je dat wel kan vertellenis het nu te laat.

Een probleem - Willem Wilmink

Vandaag vroeg mijn zoontjemet angstige stemAls iemand dood is,wat gebeurt er dan met hem?

Nu ken ik wel iemand die daarover zegt:Wie dood is die komtin de hemel terecht.

Dus boven de wolken, dus altijd mooi weer,met een bal in het gras,en ijsjes, meneer!

Maar weer iemand andersvertelde zowaar:Als je dood bent dan komt ereen tovenaar,

dan tovert hij aan je,en word je een dier,een mus of een tijger,een leeuw of een mier.

Zelf mag je kiezenwelk dier je wilt zijn:een mug of een olifant,of een konijn.

Maar op een morgen ben ik gegaannaar een man die heel oud was,dus gauw dood zou gaan.

Of ik een dier wordzei deze man,of ik in de hemel kom,'k weet er niks van.

Maar als ik dood benis 't eerste wat ik doe:Honderd jaar slapenwant ik ben moe.

Ik stuur je een brief aan een rode ballon - Yvonne van Emmerik

Ik stuur je een brief aan een rode ballonJe bent nu zo ver enik kijk naar de sterrenen wou dat ik je bereiken kon

Misschien ben je nu wel heel dicht bij de zonZal de windvoor je waaien?Mag je zwieren en zwaaienen drijven en zweven net als mijn ballon?

Zonder geluid komt hij nu naar je toeal zit ik vanbinnenje naam uit te schreeuwen

Ik wil met je praten al weet ik niet hoeMocht je hem vindenlaat het dan even, heel even maar sneeuwen?

Citaat - Herman Gorter

Ik wilde ik kon u iets gevenTot troost diep in uw leven,Maar ik heb woorden alleen,namen , en dingen geen,

Papa's mogen niet doodgaan - Yvonne van Emmerik

Er is eens een vogel gestorvenen een goudvis is ooit doodgegaanen ook het konijn van Mariekedaarvan was ik ondersteboven,ik wist toen dat dood kon bestaan.Maar papa's die mogen niet doodgaanniet mijn vader die groot is en sterk.Wat moet ik daar nu mee aan?

Eerst dacht ik: hij slaapt alleen maar,hij rust gewoon een beetje uit.Maar hij is zo koud en hij zegt niets,er is geen enkel geluid.Hij is zo stil als de sneeuwin de vroegte van de morgen,zo leeg als de jas aan de kapstok.Trok hij zo zijn lichaam uit?

Waar is hij gebleven sindsdien?Papa, ben je een engel geworden,een onzichtbare engel met vleugels?Wil je dan mijn beschermengel blijven,ook al zal ik je niet kunnen zien?Zo zal ik je dichtbij me weten,want papa's die mogen niet doodgaan,wel engelen worden misschien.

Verdriet - Sacha VerweijJe huilt je hebt verdrietmaar je wil dat niemand dat zietJe verbergt je voor iedereenen het liefst ben jij nu even alleenMaar ik wil jou helpenWordt snel weer blijDan gaan we samen lachen, allebei!

Pa is nieuwsgierig - Karel Eykman

Je weet het,als mensen oud zijn,dan worden ze niet meer groot.En als ze dan nog ouder zijndan gaan ze tenslotte dood.

Maar als je je opa gaat vragenwanneer hij nou eens dood zal gaan,dan zal je opa zeggen:"dat gaat je geen donder aan".

Dat komt zo:als mensen oud zijn,dan willen ze nog niet weg,omdat ze zo nieuwsgierig zijn:wat komt er van jou terecht?

Want opa's zijn altijd nieuwsgierignaar wat voor soort mens je wordt.Hij kan het nog niet precies raden,want daarvoor leef jij nog te kort.

Verhuis - Geert de Kockere

Oma had het nog zo mooi bedacht:doodgaanis verhuizen in de nacht.

Waar naartoe?Wie helpt jouw koffers dragen?had ik haar nog willen vragen.

Maar gisterenis oma plots verhuisd

Heel alleen en zonder koffers.Ik weet niet eens waarheen...

Mijn laatste oma - Willem Wilmink

Nu is mijn laatste oma dooden niemand weet hoe ik haar mis,want ik hou me altijd groot,net als op haar begrafenis.

Toen zei die man: "Ja, volgt u mij."Het was nog koud. Het was nog vroeg.Ik zag er ook wel mensen bij,die hadden geen verdriet genoeg.

Zondags ging ik naar oma toeen alles mocht er op zo'n dag.Ze werd nooit mopperig of moe,al at ik bergen hagelslag.

Ze lachte om alles wat ik deed,ik maakte deeg en brood en koek,soms had ik me zo gek verkleed, odan deed ze't bijna in haar broek.

Ik klom nog wel eens in haar schoot,dan was ik zogenaamd weer klein.Nu is mijn laatste oma dood,nu kan ik nooit meer kleuter zijn.

Haar leuke huis blijft wel bestaan.Het krijgt natuurlijk een nieuw behang.Ik hoef er niet naartoe te gaan,ook al duurt zondag nog zo lang.

Wanneer de meester in de klasweer 'absolute stilte' wil,dan denk ik hoe mijn oma wasen dan word ik vanzelf wel stil.

Een avondvol bloesemgeur:mijn omain de deur

zacht fluister ikhaar naammaar niemand antwoordtde sterren noch de maan

enkel steenben ik nu heel ouden harden koud

wie weet of hiereen droom ophoudtvoor een omaen haar kleinkind

of pas nu begint Nele Warson, Te weinig handen om te wuiven, Davidsfonds, 1996

In de kring - Nannie Kuiper

Maandagmorgen in de kringen vertellen aan elkaar,hoe het in het weekend ging.Heel verschillend, luister maar...

Roelof rende met zijn zusjedoor de duinen naar het strand,met daarachter lekker langzaampapa, mama, hand in hand.

Liesbeth mocht het boekje kopendat ze in de winkel zagen het mooist van allemaal vond.Ja, een fijne zaterdag.

Boris kreeg een bloementuintje,helemaal voor hem alleen,met wel honderd kleine plantjesen een hekje er omheen.

Roosje speelde op haar kamermet haar oude poppenhuis,zaterdag en ook nog zondag.Roosje bleef het weekend thuis.

En op zondag ging de hamstervan Marieke zo maar dood.Daarom moet ze nu nog huilen,zit ze bij de juf op schoot.

Maandagmorgen in de kringen vertellen aan elkaar,hoe het in het weekend ging.Heel verschillend - dat is waar!

Vogeltje - Ed Franck

Vogeltje ziek? Vogeltje pijn?wil je bij je mama zijn?

oogjes dicht, nekje blootoooh... het vogeltje is doodgevallen uit de hegpoes! scheer je weg!

waar is mijn schop?een graf, een bloem eropdag vogeltje doodnu ben je niet meer bloot

Pleisters - Hans Hagen

onze poes is al zo groothij gaat al bijna dood misschienals je dood bent, ben je stildan is er niks meer wat je wildan kun je niks meer horenniks meer ziendan kun je nooit meer wakker zijndan hoef je ook geen pleisters meerdan krijg je nooit meer pijn

Droevig - Hans Dorrestijn

Soms voel je je opeens verdrietig,je weet niet eens waarom.Je moeder loopt in huis te zingenen om de grapjes van je vader lach je je meestal krom. Maar vandaag niet, vandaag niet,je kijkt droevig naar buiten, naar de vrolijke zon.Die is anders zo warm, maar vandaag niet,vandaag is alles donker, maar je weet niet waarom.Je merkt het s morgens bij het opstaan:vandaag ben ik bedrukt.Al haal je tienen voor je huiswerk,je moet vechten met je tranen en je weet dat het niet lukt.Vandaag niet, vandaag niet,je kijkt droevig naar buiten, naar de vrolijke zon.Die is anders zo warm, maar vandaag niet,vandaag is alles donker, maar je weet niet waarom.

Een slechte bui - Nannie Kuiper

Soms als ik opsta, kan ik niet blij zijn.Soms als ik opsta, ben ik al boos.Zelfs als de anderen aardig voor mij zijn,blijft dat gevoel nog een hele poos.

Heb jij dat ook, of herken je dat niet,dat nare gevoel dat vaak pijn doet van binnen.Dan is er zon dag niets met mij te beginnen,dan doe ik mezelf en een ander verdriet.

Dan sla ik met deuren, zo hard als ik kan,dan heb ik zon zin om mijn vriendjes te knijpen;maar dat kan dan niemand en niemand begrijpen-dan zeuren ze maar, o daar krijg ik wat van!

Soms als ik opsta, kan ik niet blij zijn.Soms als ik opsta, ben ik al boos.Zelfs als de anderen aardig voor mij zijn,blijft dat gevoel nog een hele poos.

Twee koorddansers - Toon TellegenTwee koorddansers. Zonder publiek. Onder een blauwe hemel, over een afgrond heen. Zwaluwen, springerig gras, hier en daar iets geels. De een zegt, bijna jubelend, met vuurrode wangen: Niemand zal kunnen zeggen dat wij Een vleugje wind, een rafelig wolkje, een krekel. Niets bijzonders. De ander zegt:niet diep gevallen zijn. Veel later pas gevonden, spreeuwen, modder.

De tijd heelt geen wonden - Kris Gelaude

Tijd heeltgeen wondentijd leertje levenmet verdriet.En wachtenzeer geduldigtot je weerschoonheid zietEn totde tedersteherinneringenzo diepvertakt zijnin je zieldat ze diezere plekkenkunnen overgroeien.

Ik heb je niet verloren - Onbekend

Ik heb je niet verlorenDaarvoor gaf je mij teveel.Wat jij me zei, dat blijf ik horen.Van wat ik ben, blijf jij een deel.Ik kan je overal nog horen,in wat ik doe, in wat ik laat.Jij was en blijft voor mij een zegen,waarvan het spoor steeds verder gaat.

Als straks het rouwrumoer om jou is verstomd - Toon Hermans

Als straks het rouwrumoer om jou is verstomd,de stoet voorbij is, schuifelende voeten,dan voel ik dat er een diepe stilte komt,en in die stilte zal ik je opnieuw ontmoeten,en telkens weer zal ik je tegenkomen.We zeggen veel te gauw: Het is voorbij.Hij heeft alleen je lichaam weggenomen,niet wat je was, en ook niet wat je zei.Ik zal nog altijd grapjes met je maken.We zullen samen door het stille landschap gaan;Nu je mijn handen niet meer aan kunt raken,Raak je mijn hart nog duidelijker aan.

Weet je wat de hemel is? - Luc VersteylenWeet je wat de hemel is?De hemel, dat is alle plaatsen waar wij ooit gelukkig geweest zijn,dat zijn alle dingen die wij graag gedaan hebben,dat zijn alle woorden die wij graag gehoord of zelf gesproken hebben,dat zijn vooral alle mensen die wij graag gezien hebben.Ons lichaam zal weer stralend en gaaf en levend en jubelend zijn:geen pijn meer, geen beklemming, geen onrust,Alleen maar blijdschap en vrede. En wachten op de achtergeblevenenTot zij ook tot de vreugde en het blije samenzijn herboren worden. Liedjes

Lied : Het leven doet soms pijn cd zitten of opstaan deel 2Het leven doet soms pijn Het is niet altijd feestSoms moet je huilen van verdrietEn als je alle tranen zietDan denk je :waarom doet dat zon pijn?

Verdriet en pijn wanneer je vluchten moetEn ver van huis verzucht was het wel goed?De rode zee ligt voor je levensgrootJe moet erdoor maar je bent als de dood.Het water Je kunt niet blijven staanDus ga je maar Want jij wilt verdergaan

Lied : Kom maarcd geloven = gaaf Elly Zuiderveld-Nieman Kom maar, kom maar Kom maar als het pijn doet, Ik weet waar je zijn moet, Kom maar mee. Kom maar, kom maar Kom als je moet huilen, Ik weet waar je kunt schuilen, Kom maar mee. Want er is een vriend Die om je geeft, Hij zal je helpen Zolang je leeft.

Kom maar, kom maar, Als er wat kapot is, Ik weet dat er een God is, Kom maar mee. Kom maar, kom maar Als het je teveel wordt, Hij maakt dat het heel wordt, Kom maar mee. Want er is een vriend Die om je geeft, Hij zal je helpen Zolang je leeft.

Lied : Afscheid van een vriend ClouseauAlles is voorgoed gedaanAls jij er klaar voor bent'k Heb aan je zijde gestaanMijn God, ik heb je graag gekend

Ik blijf nu hier jij gaat naar daarEn daar is niet zover van hierWe spreken af, ik weet niet waarEn daar ontmoeten we elkaar

Zonder jou tikt de klok even snelMaar de tijden veranderen welDus ik neem afscheid, jij moet nu gaanWeet dat je in m'n hart altijd blijft voortbestaan

Slaap zacht, je hebt het verdiendJe vocht tot aan je laatste zuchtEn ga, ga nu m'n vriendEn droom voor eeuwig opgelucht

Net zoals vroeger kom je wel terechtIk weet je vindt een thuis heel gauwEn ik herhaal wat jij me ooit hebt gezegdIn m'n hart blijf ik je trouw

Zonder jou tikt de klok even snelMaar de tijden veranderen welDus ik neem afscheid, jij moet nu gaanWeet dat je in m'n hart altijd blijft voortbestaan

En ik weet ik zou dankbaar moeten zijnMaar precies daarom doet het zo'n pijn

Zonder jou tikt de klok even snelMaar de tijden veranderen welDus ik neem afscheid, jij moet nu gaanWeet dat je in m'n hart altijd blijft voortbestaan

Zonder jou tikt de klok even snelMaar de tijden veranderen welDus ik neem afscheid, jij moet nu gaanWeet dat je in m'n hart altijd blijft voortbestaan

Lied : De roos Ann ChristieMen zegt van liefdeDat ze zacht isAls een liefEn teder woord

Men zegt van liefdeDat ze hard isEn zo vaakHet geluk vermoordt

Men noemt haarHunker en verlangenMen noemt haarRedder in nood

Ik zeg dat liefdeAls een bloem isWaarop de zonHaar stralen strooit

Ze is het hartZo bang en breekbaarZo wankelEn zo broos

Ze is de droomBang voor 't ontwakenOmdat ze danDe waarheid hoort

Ze wacht op wieHaar nu wil plukkenOp wieHaar tranen steelt

Zo bangOm vroeg te stervenVoor ze werkelijkHeeft geleefd

En is de nachtZo koud en eenzaamDuurt het wachtenVeel te lang

Denk dan maarDat geluk alleen isVoor wie er hevigNaar verlangt

Denk dan maarDat bittere wintersEn dikkeLagen sneeuw

Nog nooitHebben verhinderdDat de roosHen overleeft

Lied : Papa ik mis je zo Laura omloopIk slaap niet meer, geen teken van jouik begrijp niet papa waarom jij niet meer bij ons kan wonenWeet je dan niet hoeveel ik van je hou'k Zie je even graag als mama 'k wou dat ik je dat kon tonen

Wat we deden deden we met tweeToen je wegging nam je een stukje van m'n hartje meeIk mis, je zo, papa, papaik mis, je zo, m'n papabel me even want ik mis je zo

Jij deelde steeds je geheimen met mijAls ik bang was van het onweerkon ik in jouw armen schuilen's Zondags bij jou vliegt de tijd zo voorbijAls ik terug moet blijf je stoer want papa's mogen toch niet huilen

Wat we deden deden we met tweeToen je wegging nam je 'n stukje van m'n hartje meeIk mis, je zo, papa, papaik mis, je zo, m'n papabel me even want ik mis je zo

Wat we deden deden we met tweeToen je wegging nam je 'n stukje van m'n hartje meeIk mis, je zo, papa, papaik mis, je zo, m'n papaKom me halen want ik mis je zoLied : Afscheid nemen bestaat niet Marco BorsatoAfscheid nemen bestaat nietIk ga wel weg maar verlaat je nietLief, je moet me gelovenAl doet het pijn...

Ik wil dat je me los laatEn dat je morgen weer verder gaatMaar als je eenzaam of bang bentZal ik er zijn..

Kom als de wind die je voelt en de regenVolg wat je doet als het licht van de maanZoek me in alles dan kom je me tegenFluister mijn naam,en ik kom eraan

Zie, wat onzichtbaar isWat je gelooft is waarOpen je ogen maarEn, dan zal ik bij je zijnAlles wat jij moet doenIs mij op m'n woord gelovenAfscheid nemen bestaat niet

Kom als de wind die je voelt en de regenVolg wat je doet als het licht van de maanZoek me in alles dan kom je me tegenFluister mijn naamEn ik kom eraan

Kijk in de luchtKijk naar de zeeWaar je ook zult lopen ja, ik loop met je meeIedere stap en ieder momentWaar je dan ook bent!

Wat je ook doetWaar je ook gaatWanneer je me nodig hebtFluister gewoon mijn naamEn ik kom eraanAfscheid nemen bestaat niet

Lied : Niemand weet Marco Borsato

Niemand hoort, als ons lied weer klinktHoe je het met me zingt, in het refreinWanneer je hand heel zacht even het mijne paktIs dat moment alleen, voelbaar voor mijNiemand ziet, want je bent er niet't Is enkel mijn hart dat me vertelt dat we nog samen zijn

En niemand voelt wat het met me doetIk kan jou niet vergeten, mijn hart wilt niet wetenDat jij bij mij me weg bent gegaanEn wat iemand ook doet of zegt'k Sluit mijn ogen en ontkenOmdat ik geloof dat je nog bij me bent

Elke herinnering, elke schim van elk momentOoh, mijn hart hoeft maar iets te herkennenEn het is gewoon echt alsof je nog bij me bent

Niemand weet wat je nog met me doetIk kan jou niet vergeten, mijn hart wilt niet wetenDat jij mij verliet voor altijdEn wat iemand ook doet of zegt'k Sluit mijn ogen en ontkenOmdat ik geloof, omdat ik geloof

Ja, omdat ik je zie en kan horenKan ruiken, kan proevenJa, ik voel je op ieder momentOmdat ik geloof dat je nog bij me bent

Lied : Opa Marco BorsatoVroeger zat ik uren op de stoel bij opaHij vertelde me dan altijd een verhaalOf we gingen samen naar de golven kijkenEn de mensen kenden opa allemaal

Ja ik weet nog hoe we konden blijven lachenOm een hondje dat daar speelde op het strandEn dat zomaar naar de golven ging staan blaffenOf wou vechten met een weggewaaide krant

En zo liepen we vaak zonder wat te zeggenLange einden heel gezellig hand in handEn dan keek ik om en zag m`n kleine voetenNaast m`n opa`s grote stappen in het zand

Maar nu loop ik in m`n eentjeWant m`n opa loopt niet meeEn ik breng m`n kleine tranenNaar die hele grote zeeIk zie nog mijn opa liggenAls een stille witte popOpa sloot voorgoed zijn ogenEn hij slaat ze nooit meer op

Maar nu loop ik in m`n eentjeWant m`n opa loopt niet meeEn ik breng m`n kleine tranenNaar die hele grote zeeIk zie nog mijn opa liggenAls een stille witte popOpa sloot voorgoed zijn ogenEn hij slaat ze nooit meer op

Duizend golven spoelden over opa`s stappen`T zijn alleen mijn eigen voeten die daar staanMaar ik ken nog zijn verhalen en zijn grappenEn ik weet nog wat ik met hem heb gedaanEn zo is opa toch een beetje blijven levenWant herinneringen raak je nooit meer kwijtEn hij heeft me zoveel goede raad gegevenDus hij blijft gewoon m`n opa voor altijd

En zo liepen we vaak zonder wat te zeggenLange einden heel gezellig hand in handEn dan keek ik om en zag m`n kleine voetenNaast m`n opa`s grote stappen in het zand

Maar nu loop ik in m`n eentjeWant m`n opa loopt niet meeEn ik breng m`n kleine tranenNaar die hele grote zeeIk zie nog mijn opa liggenAls een stille witte popOpa sloot voorgoed zijn ogenEn hij slaat ze nooit meer op

Lied : Voor altijd Marco borsatoIk heb je al eens eerder moeten missenIk was je al eens vaker even kwijtToch heb ik er nooit aan hoeven wennenJou niet meer om me heen te hebbenJe vond altijd je weg naar mijHet voelt heel anders nu je weggaat

Voor altijd

Zoveel herinneringen samenZoveel wat jou met mij verbindtZoveel meer dingen die ik nergens anders vindt

Het leven gaat voorbijMaar je leeft door in mijIn alles wat je hebt gegevenWat je me leerde in dit levenDe mooie dingen die je zeiLieve schatHier in mijn hartHou ik een kamer voor je vrij

Voor altijd

Lied : Testament Bram VermeulenAls ik dood ga, huil maar nietik ben niet echt dood moet je wetenhet is maar een lichaam dat ik achterlietdood ben ik pas als jij die bent vergeten.

En als ik dood ga, treur maar nietik ben niet echt weg moet je wetenhet is de heimwee die ik achterliet,dood ben ik pas als jij dat bent vergeten.

En als ik dood ga, huil maar nietik ben niet echt dood moet je wetenhet is het verlangen dat ik achterlietdood ben ik pas als jij dat bent vergetendood ben ik pas als jij me bent vergeten.

Lied: Ik heb verdriet

Tekst en muziek: Toon Van BelleghemUit: Zingen met Toon, 33 nieuwe kinderliederen (met 2 cds) Uitgeverij: De Eenhoorn

De poes is dood, want ze is overreden.Dat vind ik erg want zij was toch zo lief.

Refrein:Merk je het niet? Ik heb verdriet.Ik huilde zacht de hele nacht.

Mijn broertje huilt omdat hij is gevallen.Dat vind ik erg want hij is toch zo lief.

De juf is boos omdat ik niet kan zwijgen.Dat vind ik erg want zij is toch zo lief.

Mijn vriend verhuist over een drietal weken.Dat vind ik erg want hij is toch zo lief.

Oma is ziek en kan niet meer genezen.Dat vind ik erg want zij is toch zo lief.

Lied: VerdrietUit: Zing je ding, 10 liederen, jeugd en muziek Vlaanderen vzw, 1996Mijn dag begint soms met verdriet.t Is net of ik moet huilenwaarom dat is, ik weet het niet.Ik zou wel willen schuilenin een diep donker bos tussen varens en mos,heel ver van de straten en pleinen.Ik wil een hut in een tuin of een tent in een duinof heel hoog in de wolken verdwijnen.laat mij maar zweven, laat mij maar gaanhet duurt maar heel even, dan is het gedaandan kan ik weer lachen, dan ben ik weer blijdan is al mn verdriet weer gelukkig voorbij.

En s avonds komt soms het verdriet.t Is net of ik moet huilenwaarom dat weet is, ik weet het niet.En ik wil dan gaan schuilen in mijn bed heel alleenen geen mens om me heen,alleen buiten de sterren die stralen.Ik zie vogels en vuur op het papier van de muur.Ik wil tussen de sterren verdwalenlaat mij maar zweven laat mij maar gaanhet duurt maar heel even, dan is het gedaandan kan ik weer lachen, dan ben ik weer blijdan is al mn verdriet weer gelukkig voorbij.

Lied: Kom maar bij mijMarco Borsato

Kom maar bij mij, dan zet ik alles opzijkom maar bij mij, huil lekker uiten laat je tranen vrij

Zeg maar even niets laat je ongedwongen gaanstort je hart maar uit en maak een einde aan je pijnkom maar bij mij, slik nou je tranen niet doorwant als je je uit hier zo bij mijlucht dat je even op, dus kom maar even hieren vertrouw me nou maar blindopen als een kind, misschien vergeet je je verdriet

hou me maar vast en vertel me wat er isga je verdriet niet uit de wegkom maar bij mij voel je maar vrijals je je pijn met me deeltkom maar bij mij, ik droog je tranenals je je openstelt, praat maar van je afwat er met je is gebeurd, alles kan ik aandus als je wilt schuilen, kom maar bij mij

ik doe alles om je te troosten, wil een vriend voor je zijnik doe alles om je te helpen, ja dan deel ik de pijnkom maar bij mij, kom in mn armen

echt ik voel zo met je mee, kom maar bij mij als je kunt delenhuilen we met zn twee, praat maar van je afwat er met je is gebeurd, alles kan ik aan

dus als je wilt schuilenals je wilt huilen, kom maar bij mijals je wilt schuilen, kom maar bij mij

Lied: Wolken van verdrietTOV 3, Peter Biesbrouck

Er zitten wolken in mijn hoofd, wolken van verdriet.Ik voel ze diep van binnen maar jij, jij ziet ze niet.Alles in de schaduw dat is natuurlijk kil,soms valt er warme regen, soms blijf ik gewoon stil.

Je hoeft me niet te mijden,ik heb je graag bij mij,gewoon, zelfs zonder woorden,word ik een beetje blij.

Maar soms, dan wil ik praten,vertellen honderduitvan wat me zoveel pijn doetDan moet het er echt uit!

Een kaartje of een knipoog,een vriend die naar me lacht,ze zijn als zoveel lichtjes,die schijnen in de nacht.

Ik weet dat God de Vaderdie donk're wolken zieten zachtjes, troostend meezingtde woorden van dit lied.

Lied: Soms heb ik veel verdriet Uit: TOV, 3de kleuterklas

Want jij, jij bent er niet.Dan kijk ik naar een bloemetjeEn naar een regenboog.Dan kijk ik naar een sterretjek voel tranen in mijn oog.Want bij die mooie dingenDenk ik steeds aan jouEn wil ik zachtjes zingenDat ik nog van jou hou.

Lied: Waarom huil je nou?

Tekst en muziek: Elly en Rikkert Zuiderveldcd: Bewaar het in je hart, Elly en Rikkert

Doet het ergens pijnwees nu maar stilwant ik wil bij je zijnIk heb jouw tranen alhier in mijn kruik gedaandie ik bewaren zaltot op die mooie dagdat ik ze drogen zal.

Lied: Als het regent in jouw hartMelodie: Tuin van Heden 3, uitgeverij Van In

Als het regent in jouw harten je kunt alleen maar huilen,kom dan bij me, hou me vast,in mijn armen mag je schuilen

Mn oma is gestorvenen mijn poesje ging plots dood.Ik heb nog wel wat fotos,maar dat is een schrale troost.Ik zie ze in mijn dromenen dan lachen ze naar mij,maar ik mis hun warme knuffelen dat doet wel eens pijn.

Verdriet is heel vaak huilenen een droevig aangezicht,maar soms zit het verborgenklappen mensen dan juist dicht.Je kunt er over praten,en dat helpt je vaak vooruit,want wie eenzaam zit te treuren,die gaat heel snel onderuit!

Zn vrienden legden Jezusna zn kruisdood in een graf,maar groot was hun verbazingtoen de sluitsteen het begaf.Ze konden t niet geloven,maar het gaf hen toch weer hoop.Ook wij mogen gelovenin een leven na de dood!

Lied: Hups, zei de rups

Tekst en muziek: Rikkert Zuiderveldcd: Bewaar het in je hart, Elly en RikkertHups, zei de rupsEn uit zn gaatjeKwam een draadjeHups, zei de rupsHups, zei de rupsEn hij spon en hij sponEen cocon

Hups, zie de rupsHups zei de rupsWel hier en ginderIk ben een vlinderHups, zei de rupsHups, zei de rupsEn hij vloog en hij vloogWat-ie konOmhoog naar de zon!

Lied: Eeuwig en altijd

K3 Al de liefde die groeit, deel ik met jouAlles wat in mn hart bloeit dat deel ik met jouNiemand doet je ooit nog pijnIk zal er altijd voor je zijn

Alles wat ik je geef is enkel voor jouAlles wat in mn hart leeft is enkel voor jouLiefde als de zon zo oudIk blijf voor eeuwig hier bij jou

Eeuwig en altijdEeuwig en altijdVoor liefde, tranen en wat tederheidVoor eeuwig en altijd

Maar het is hier en het is nu!Ik brand van het verlangen naar jou!A-ha! A-ha! Naar jou!Ja, het is hier en het is nu!Neem me in die armen van jou!A-ha! A-ha! Van jou!

Zonder jou kan ik het niet aan! (2x)Ik kan alleen niet verder gaan! (2x)

Voor eeuwig en altijdEeuwig en altijdVoor liefde, tranen en wat tederheidEn voor eeuwig en altijd

Eeuwig en altijdEeuwig en altijdVoor liefde, tranen en wat tederheidvoor eeuwig en altijd

Liefde is broos, en verblind door zonraak je soms eens verdwaald, in die horizonIn die eeuwige droom, die gedachtentroomdie je verder drijft,( verder drijft)

Dan kijk je me aan,en je kruipt dichterbijPlaneten gaan elkaar daarboven voorbijIk fluister je naam, ik wil je niet kwijtDit is voor altijd( dit is voor altijd,(echo))

Zonder jou kan ik het niet aan! (2x)Ik kan alleen niet verder gaan! (2x)Voor eeuwig en altijdEeuwig en altijdVoor liefde, tranen en wat tederheidvoor eeuwig en altijd

Eeuwig en altijdEeuwig en altijdVoor liefde, tranen en wat tederheidEn voor eeuwig en altijd

Als je eindelijk rust, zal ik dicht bij je zijnAls je mij voor het laatst kust, zal ik dicht bij je zijnVoor liefde, tranen en wat tederheidEn voor eeuwig en altijd Voor eeuwig en altijd

Lied: Parels

K3 elke ochtendals ik je ziewordt mijn hart opnieuw verrijktals je even naar me kijktdan geef je me parelselk momentdat je bij me bentis weer n van die juwelendie ik steeds met jou wil delendan geef je me parelswaar je m`n hart mee verwentparelsals je even naar me kijkt geef je meparelsals je mij je hand toereikt voel ik me vrijje maakt me zo blijgeef al je parels aan mijin elke adem denk ik aan jouen de rijkdom die me wachtals je even naar me lachtdan geef je me parelselke dagdicht bij elkaardie we krijgen hier op aardeis van onschatbare waardedan geef je me parelsik ben de hemel te rijkparelsals je even naar me kijkt geef je meparelsals je mij je hand toereikt voel ik me vrijje maakt me zo blijgeef al je parels aan mijniemand weet hoeveel ik van je houals jij maar even naar me kijktals jij me hier maar niet alleen laat in de kou voor even maar, voor even maar, bij jouparelsals je even naar me kijkt geef je meparelsals je mij je hand toereikt voel ik me vrijje maakt me zo blijgeef al je parels aan mijparelsals je even naar me kijkt geef je meparelsals je mij je hand toereikt voel ik me vrijje maakt me zo blijgeef al je parels aan mijal die juwelen die de wereld biedt, hoeveel goud er ook mag zijn het beschrijft mn rijkdom niet,als ik dicht bij jou mag zijn

Lied: Wanneer zie ik jou terug?

K3 Iedereen zegtDat jij nu in de hemel bentEen betere plekJe wordt er vast verwendNee ik moet niet huilenWant ik weet DAT jij van me houdtMaar ik zou alles ruilenVoor nog een seconde met jou

Wanneer zie ik jou terugMijn engel die over me waaktWanneer zie ik jou terugEen ster die naar me knipoogtEn me nooit verlaatDie elke avond aan de hemel staat

Iedereen zegtDat jij nu vast geen pijn meer voeltWeet iemand echtWat men daar dan mee bedoeltNee ik moet niet treurenWant ik weet toch jij ziet me graagWat er morgen ook mag gebeurenMaar wie antwoordt echt op mijn vraag

Wanneer zie ik jou terugMijn engel die over me waaktWanneer zie ik jou terugEen ster die naar me knipoogtEn me nooit verlaatDie elke avond aan de hemel staat

En als ik in mijn bed lig vannachtEn als een nieuwe ster naar me lachtWeet ik dat jij Voortaan altijd bij me bentk Heb jou herkend

Wanneer zie ik jou terugMijn engel die over me waaktWanneer zie ik jou terugMijn ster die naar me knipoogtEn me nooit verlaatDie elke avond aan de hemel staat

Lied: Je naam in de sterren

Jan Smit

Nu je uit m'n leven bentweg uit mijn bestaanniemand ooit de reden kentwaarom jij moest gaanzou het lot je leven leiden danzijn je wegen al bepaald

iemand waar je zo van houdt raak je zomaar kwijtjouw verhalen tegen mijzijn verleden tijdzou het lot je leven leiden danzijn de wegen al bepaaldalles is verandert sindsjij hier niet meer bent

ik lees je naam in de sterren.overal waar ik ga, ben of stafluisterend hoor ik van verrejouw geluid, je leeft nog elke dag.

kan ik verder zonder jou staat de tijd nu stilwas je nog maar even hieris alles wat ik wilalle vragen die 'k je stellen woudingen waar ik nog mee zatweet dat ik je missen zalen dat ik van je hou

ik lees je naam in de sterren.overal waar ik ga, ben of stafluisterend hoor ik van verrejouw geluid, je leeft nog elke dag

Lied: Ik denk aan jou

Clouseau

stop nu maar met wenengenoeg tranen voor n nachtkijk eens naar dat genedat morgen op je wacht is dat niet voldoendede toekomst lacht je toestop dus maar met treurenga slapen je bent moemorgen schijnt de zon weerer is leven na de doodalleen al de herinneringvervult mijn hart met hoop

en ik denk aan jouen dan klopt men hart in men keelik mis je zona al die tijd nog even veel

ik vergeet je nietook niet na duizend jaarik blijf van je houdenje bent al men tranen waardik kijk naar onze foto'snaar jaren van geluknaar wat we samen haddende tijd ging veel te vlugniemand is vervangbaar dat voelt het kleinste kinddus weet maar niet ondankbaarom wat je hebt bemind

en ik denk aan jouen dan klopt men hart in men keelik mis je zona al die tijd nog even veel

we zijn ver van elkaarik weet niet waar je bentmaar voel je daarhoe ik elke dag elk moment aan je denk

ik denk aan jouen dan klopt men hart in men keelik mis je zona al die tijd nog even veel

kop op verman jegenoeg tranen vol vandaagvergeet de pijn dat kan jeook al slijt dat nog zo traagwant morgen schijnt de zon weerer is leven na de doodkon ik dat maar gelovendan leefde ik op hoop

want ik denk aan jouen dan klopt men hart in men keelik mis je zo na al die tijd nog even veel

ik denk aan jou ik hou van jouook al ben je hier niet mee

Nog twee digitale prentenboeken:

Maan heeft verdriet: https://www.youtube.com/results?search_query=maan+heeft+verdrietKikker en zijn vriendjes: https://www.youtube.com/watch?v=aJtmUIZkuF4

Vera Vastesaeger - Impulsen Allerzielen - Stuurgroep Identiteit en Pastoraal65