Het Hoe en Waarom #13 Duurzaam Bankieren - ABN …...je jezelf als persoon zo goed mogelijk...
Transcript of Het Hoe en Waarom #13 Duurzaam Bankieren - ABN …...je jezelf als persoon zo goed mogelijk...
Nieuwsbrief nr 13 - Oktober 2018
DuurzaamBankieren
Het Hoe en Waarom #13
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
Is ons human capital in waarde gestegen?
Waardecreatie
Steeds vaker stellen bedrijven zich de vraag welke langetermijnwaarde zij creëren met alles
wat zij doen. Niet alleen voor henzelf maar ook voor klanten, medewerkers, investeerders
en de maatschappij als geheel. *True Price lanceerde onlangs het Impact Institute, dat zich
inzet voor een maatschappelijke benadering van kosten en baten. Na eerdere onderzoeken
voor de bank naar de echte waarde van hypotheken en van financieringen in de cacaosector
lag deze keer het menselijk kapitaal van de bank onder een vergrootglas.
Voor Adrian de Groot Ruiz, Executive
Director van True Price, een mooie
opdracht omdat de impact van de
eigen medewerkers binnen de
directe invloedssfeer van de bank
ligt. “We gingen dus op zoek naar
de waardecreatie van het menselijk
kapitaal van de bank als geheel en de
return on employee development in
het bijzonder. Zo wilden we weten
hoe de investeringen in opleidingen
van medewerkers zich uitbetalen in
waarde voor belangrijke stakeholders
van de bank. Om te beginnen
uiteraard voor de medewerkers
zelf. Zij worden slimmer en kunnen
doorgroeien. Doordat werknemers
productiever worden, vertaalt het zich
ook in een hogere klanttevredenheid
en betere financiële resultaten
voor aandeelhouders. Ook
de maatschappij als geheel
profiteert hiervan: hogere
salarissen en winsten leiden tot
meer belastinginkomsten. Zelfs
toekomstige werkgevers profiteren
van deze waardecreatie: wat mensen
bij ABN AMRO hebben geleerd
kunnen ze later elders toepassen.”
Dat laatste doet de bank
waarschijnlijk liever niet? “Dat zou
je misschien denken, maar dat is
niet het geval”, beantwoordt Nicole
Böttger, People Development
Consultant bij ABN AMRO, de
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
vraag. “Wij stimuleren juist dat onze
medewerkers met hun toekomstige
inzetbaarheid bezig zijn. De tijd van
een life-time employment ligt achter
ons, het gaat er nu veel meer om dat
je jezelf als persoon zo goed mogelijk
ontwikkelt op een manier die bij je
past. Het regelmatig wisselen van
werkgever is iets wat de persoonlijke
ontwikkeling van mensen juist ten
goede komt.”
De waardestijging van human
capital
Wat bracht het onderzoek aan het
licht? Adrian: “Human capital is een
van de vormen waarin ABN AMRO
waarde creëert voor de lange termijn.
We waarderen human capital op
dezelfde manier als andere assets.
We berekenen de contante waarde
van de verwachte toekomstige
inkomsten. Als werknemers leren
en productiever worden, nemen de
toekomstige inkomsten en daarmee
het menselijk kapitaal toe. Hoe de
totale waardecreatie er uit ziet is
terug te lezen in het rapport
ABN AMRO heeft de ambitie
de komende jaren een lerende
organisatie te worden. Voor
de bank kent leren meerdere
verschijningsvormen. Nicole licht toe:
“We stellen medewerkers in staat
op verschillende manieren te leren.
Hierbij hanteren we de stelregel dat
leren voor 70% on the job gebeurt,
voor 20% door te leren van elkaar
en voor de overige 10% door een
opleiding te volgen.” Investeren in de
opleiding van medewerkers is dus
één manier om waarde te creëren
voor de samenleving? Adrian knikt
instemmend: “Ja precies, het is een
uitdaging om te bepalen hoeveel dit
moet zijn. Maar dit is wel belangrijk
want ABN AMRO investeert
behoorlijk in opleidingen. Op basis
van externe data schatten we in
dat het financiële rendement van
opleidingen gemiddeld rond de 60%
ligt. Het maatschappelijk rendement
is hoger en schatten we rond de
240% in.”
Mooie resultaten, maar wat vertellen
deze cijfers ons nu precies? Adrian:
“De bedragen en percentages in
deze verkenning zijn een startpunt
voor discussie en inzicht. Het
onderzoek is een eerste analyse
en vooral bedoeld om het interne
bewustzijn over waardecreatie aan
te wakkeren. Je kunt opleidingen
als een kostenpost zien of als een
investering in de ontwikkeling van
je medewerkers, maar dus ook als
een manier om waarde te creëren
voor de maatschappij. Dit onderzoek
helpt om dat besef beter te laten
doordringen. Door het rendement
van verschillende opleidingen te
vergelijken helpt het ook om het
opleidingsaanbod te optimaliseren en
betere keuzes te maken.”
Learning & development
ecosysteem
Nicole ziet het onderzoek vooral als
een denkrichting om de ingezette
verandering naar een lerende
organisatie kracht bij te zetten. “We
willen toe naar een organisatie
waarin medewerkers de regie
voeren over hun eigen persoonlijke
ontwikkeling. Tegelijkertijd bewegen
we steeds meer naar een fact based
en data driven HR organisatie. Het
uiteindelijke streven is een nieuw
ecosysteem waarin medewerkers
op basis van hun profiel en online
gedrag een opleiding krijgen
aangereikt die de ene keer een
verwijzing naar een collega, dan
weer een Youtube-filmpje en de dag
erna een Linkedin Learning blijkt te
zijn. Dat we straks steeds meer grip
gaan krijgen op de waardecreatie
van employee development is een
goede stimulans om onze lerende
organisatie nog beter vorm te
geven.”
Adrian hoopt dat organisaties de
komende jaren steeds meer gaan
sturen op waardecreatie. “De
verwachting is dat organisaties
straks naast hun financiële
winst- en verliesrekening ook een
maatschappelijke of geïntegreerde
winst- en verliesrekening gaan
voeren. We zien wereldwijd
een trend in de richting van
zo’n Integrated Profit & Loss.
Waardecreatie
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
Hiermee laat een organisatie
zowel de financiële als niet-
financiële waardecreatie voor al
haar stakeholders zien: klanten,
investeerders, medewerkers en
de maatschappij als geheel. Maar
voordat iedereen zover is, kan nog
wel zo’n 5 tot 10 jaar duren. Voor de
korte termijn wens ik dat de eerste
organisaties gaan opstaan die op
basis van de geïntegreerde winst-
en verliesrekening aantoonbaar
andere beslissingen nemen. Maar
daarin stellen we ons bescheiden
op.” Nicole hoopt dat steeds meer
medewerkers de gedachte van ‘een
leven lang leren’ gaan omarmen.
“Door bewuster te zijn van het feit
dat je elke dag leert van alles wat
je doet, gaan medewerkers er nog
meer de waarde van inzien. En ook
dat is waardecreatie, al is dit dan op
microniveau.”
Waardecreatie
* True Price zelf richt zich sinds oktober op het platform voor consumenten en organisaties om echte prijzen van producten te onderzoeken en te verbeteren.
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
Groenbank startpunt voor laagrentende lening voor duurzaam project
Wie investeert in duurzame projecten, zoekt ook vaak een ‘duurzame’ financiering. De
Groenbank van ABN AMRO verstrekt dit soort financieringen. Krista Overwater, Manager
Groenbank, licht toe voor wie dit interessant is.
Het nieuwe wellness-center,
het hotel wat duurzaam en
zonder gasaansluiting wordt
gebouwd, de kantooreigenaar die
zonnecollectoren op het dak wil
plaatsen. Het zijn voorbeelden
van aanvragen van leningen die
op dit moment bij ABN AMRO’s
Groenbank in behandeling zijn.
Elke ondernemer met een
voorgenomen investering met een
zogeheten Groenverklaring van
de overheid, komt in aanmerking
voor zo’n laagrentende lening. Het
betreft investeringen in projecten
met een duurzaam, innovatief of
milieuvriendelijk karakter. Krista
Overwater: ‘Wij zien dat het gaat
om projecten met verschillende
omvang en in verschillende
sectoren. Van investeringen van
enkele tonnen tot projecten waar
de financieringsbehoefte meer dan
vijftien miljoen euro bedraagt.’
Fiscaal voordeel
Wie via de Groenbank wil lenen,
betaalt doorgaans een lagere rente
dan voor een reguliere lening.
Voorwaarde is dat het onderliggende
project een Groenverklaring krijgt.
In de aanvraag voor de lening moet
duidelijk omschreven staan wat het
duurzame of milieu-effect van het
project is. Met die aanvraag kan
de Groenbank een Groenverklaring
opvragen. Met die verklaring
profiteren ondernemers niet alleen
van een lagere rente op hun lening,
maar kunnen zij in sommige gevallen
ook van bepaalde fiscale voordelen,
Groen financieren
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
zoals de vervroegde afschrijving op
milieu-investeringen of de milieu-
investeringsaftrek gebruik maken.
Makkelijker en aantrekkelijker
Volgens Overwater kan de
Groenbank klanten van ABN AMRO
helpen bij het behalen van hun
duurzaamheidsdoelstellingen. ‘Wij
kunnen bij de leningaanvraag advies
geven over hoe het project kan
worden vormgegeven om aan alle
‘groene’ voorwaarden te voldoen.
En wij nemen het proces voor het
aanvragen van de diverse benodigde
verklaringen uit handen. We zien
in de markt dat de intrinsieke
motivatie bij bedrijven voor dit soort
investeringen vrij snel stijgt. Met de
Groenbank leveren we een bijdrage
om het voor klanten makkelijker én
aantrekkelijker te maken duurzaam te
investeren.’
Groen spaardeposito
Het mes snijdt aan twee kanten.
Want de bedragen die via de
Groenbank worden uitgeleend,
worden ook ‘groen’ opgehaald door
Moneyou, een dochteronderneming
van ABN AMRO. Overwater:
‘Particulieren kunnen bij ons een
deel van hun spaargeld in groene
spaardeposito’s onderbrengen.
Dit zogeheten ‘groene spaargeld’
geeft hen in box 3 een extra fiscale
vrijstelling van iets meer dan
57.000 euro – of het dubbele als er
een fiscale partner is. Bovendien
komen particulieren in dit geval in
aanmerking voor een aanvullende
heffingskorting over het totale saldo
van hun groene spaardeposito. Dit
dubbele belastingvoordeel maakt
deze deposito’s aantrekkelijk voor
veel klanten.’
Voordeel voor particulier én
ondernemer
Om als spaardeposito ‘groen’
te zijn, dient het kapitaal dat in
deze deposito’s zit ook groen te
worden geïnvesteerd door ABN
AMRO. Overwater: ‘Minimaal
zeventig procent van dit kapitaal
moet worden geïnvesteerd in
projecten met een duurzaam of
innovatief karakter. Daar zit dus
de koppeling met de Groenbank:
de leningen die we hiervandaan
verstrekken worden gefund via
de groene spaardeposito’s. We
creëren hiermee echt een win-
win-win-situatie. Particulieren
kunnen een deel van hun vermogen
duurzaam kwijt en genieten fiscaal
voordeel. De rente-opbrengst
op de groene spaardeposito’s is
lager dan op “normale” deposito’s
(0%) maar dat wordt meer dan
ruimschoots gecompenseerd door
de fiscale voordelen. Door het
lagere rentepercentage kunnen wij
de bedragen in de deposito’s tegen
voordelige condities groen uitlenen
aan ondernemers. Die profiteren
niet alleen van die “korting”, maar
in sommige situaties dus ook
van de eerder genoemde groene
investeringsvoordelen.’
Meer weten?
Klanten die meer willen weten,
kunnen contact opnemen met hun
relatiemanager.
Groen financieren
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
Richard Reporting
In Richard Reporting bezoekt Richard Kooloos, Hoofd Duurzaam Bankieren, verschillende
collega’s binnen de bank om de vraag te beantwoorden welke resultaten worden geboekt
op het gebied van duurzaamheid. Deze keer spreekt hij met Chief Procurement Officer
Marjolein Goense, om meer te weten te komen over het inkoopbeleid van de bank.
Als grote onderneming is ABN
AMRO ook een grote inkoper van
talloze producten en diensten.
Van kantoorartikelen tot koffie tot
verlichting en van kantoorruimte tot
vervoersmiddelen tot automatisering.
Maar ook van uiteenlopende
adviesdiensten op het gebied van
bijvoorbeeld detachering, marketing
of opleidingen. De bank is één
van de grootste opdrachtgevers in
Nederland.
Bij het inkopen kijkt de bank niet
alleen naar de laagste kosten. Bij de
selectie van leveranciers spelen ook
duurzaamheid en innovatiekracht
een rol. Een voorbeeld is de keuze
voor een leverancier van laptops,
die ervoor zorgt dat de laptops
hergebruikt kunnen worden door
bijvoorbeeld scholen.
Pilot
Een ander voorbeeld is de
samenwerking van de bank met een
partij op het gebied van elektrische
deelauto’s. De pilot die deze partij
met ABN AMRO is begonnen, stelt
hen in staat uit te breiden en andere
opdrachten uit te voeren. Zo kan de
bank door haar inkoopkracht een
specifieke markt een impuls geven.
Blijven toetsen
De selectie gebeurt niet alleen bij
de aanschaf van een product of de
start van een samenwerking: er
wordt continu getoetst op onder
Richard Reporting – hoe duurzaam is het inkoopbeleid van ABN AMRO?
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
andere duurzaamheid bij bestaande
leveranciers. De bank stimuleert
haar leveranciers ook zelf te blijven
toetsen, en steeds naar de totale
waarde van hun dienst of product
te blijven kijken – niet alleen naar de
prijs in euro’s.
Balanceren
Bekijk het gesprek tussen Richard
Kooloos en Marjolein Goense, waarin
Marjolein onder meer ingaat op de
dilemma’s die dagelijks spelen in de
zoektocht naar een balans tussen
duurzame keuzes en het beheersen
van de kosten.
Richard Reporting
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
De fashionindustrie is één van de meest milieuvervuilende ter wereld. Dat hoeft het niet
te zijn, betogen Henk Hofstede, Sector Banker Retail, en Marijn de Haas, adviseur risico en
beleid op gebied van milieu, sociale en ethische kwesties bij ABN AMRO. Zij nemen ons
mee in de laatste duurzame ontwikkelingen die de kledingindustrie doormaakt en de lange
weg die we nog moeten afleggen om in 2050 volledig circulair te zijn.
Modesector en duurzaamheid
Sustainable fashion: werk aan de winkel
Op 12 juni 2018 organiseerde ABN
AMRO haar reguliere kennissessie
Vijftig Tinten Groen. Dit keer over
Sustainable Fashion. In deze
kennissessie werden medewerkers
meegenomen in de uitdagingen
van de kledingindustrie en aan het
denken gezet hoe zij zelf bewuster
met kleding om kunnen gaan. Want
deze industrie kan en moet nog
veel stappen zetten op weg naar
een duurzamer verdienmodel. Ook
ging ABN AMRO die middag met
klanten in gesprek. Marijn de Haas:
‘Wij kijken samen met klanten hoe
het nog beter kan. We organiseren
regelmatig kennissessies en
workshops om aan te geven waar de
kansen maar ook de risico’s liggen.’
Wat zijn eventuele alternatieve
materialen? Weet je hoe jouw
keten van (toe)leveranciers eruit
ziet en hoe er wordt omgegaan
met duurzaamheid? Is er al iemand
verantwoordelijk gemaakt voor het
MVO-beleid binnen je bedrijf?
Fashion in cijfers
Maar om streng naar de
fashionindustrie te kijken, moeten
we eerst weten hoe duurzaam deze
sector op dit moment is. Laten
we beginnen met wat cijfers. De
Nederlandse consument koopt per
jaar voor circa 10 miljard euro aan
spullen. Naar schatting wordt jaarlijks
wereldwijd 91 miljoen ton kilogram
kleding weggegooid. In Nederland
is dit jaarlijks 235 miljoen kilogram,
ongeveer 13 kilogram per persoon.
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
Modesector en duurzaamheid
Van de nieuwe, niet gedragen
producten worden 1,2 miljoen stuks
per jaar vernietigd. Gemiddeld wordt
een kledingstuk 10 keer gedragen en
daarna vaak makkelijk weggedaan.
Daarbij: katoen produceren verslindt
water, terwijl zoetwatervoorraden
in katoen producerende landen
op begint te raken. Om een idee
te geven, één katoenen T-shirt
maken kost 2.700 liter water, een
spijkerbroek maar liefst 8.000 liter. In
de katoenindustrie worden heel veel
chemicaliën en pesticiden gebruikt
met een negatieve impact op het
milieu. En dan is er nog het sociale
aspect: de arbeidsomstandigheden in
vele fabrieken in de wereld zijn vaak
slecht. Neem de ramp in Bangladesh
in 2013 waarbij een gebouw, waarin
meerdere kledingproducenten
waren gebundeld, in stortte. 1.100
mensen kwamen om het leven en
nog eens 2.500 raakten gewond.
Daarnaast werken veel arbeiders
onder het leefbaar loon, het loon
dat je minimaal nodig hebt om een
acceptabel leven te kunnen leiden in
de diverse productielanden.
Eerbied voor mens, dier en milieu
De fashionindustrie heeft dus een
enorme impact op de wereld. Stel
dat we de sector in zijn geheel
opnieuw kunnen inrichten, hoe ziet
het ideaalplaatje er dan uit? Henk
Hofstede geeft een definitie van
‘sustainable fashion’: ‘Dat je met
eerbied voor mens, dier en milieu je
product produceert, met zo weinig
mogelijk afval. Denk dus aan kleding
van gerecycled materiaal, zodat afval
geen afval is, maar een grondstof.’
De Haas voegt daaraan toe: ‘Maak
producten die lang mee gaan.
Fashion is elke maand anders, maar
je moet producten maken die de rest
van je leven mee kunnen gaan.’
Dat klinkt als: doen we even. De
praktijk is toch een stuk lastiger. De
Haas: ‘De urgentie is gigantisch,
maar wordt nog niet zo gevoeld.
Het is lastig om heel snel grote
veranderingen door te voeren,
omdat de hele fashionketen erg
versnipperd is en daarom lastig
te controleren.’ Hofstede: ‘Het
verschuift langzaam. Het is namelijk
niet enkel de verandering van een
product of materiaal, maar het is
een systeemverandering. Dat kost
tijd. Uit het jaarlijkse internationale
fashiononderzoek Pulse of Fashion
2018, blijkt dat 52% van alle CEO’s
van de grote fashionmerken de
duurzaamheidsdoelstellingen
leidend laten zijn bij hun strategische
beslissingen.’
Grote jongens, grote stappen
Uit hetzelfde rapport blijkt dat de
beste fashion retailers ter wereld
op een schaal van 1-100 net een
voldoende op duurzaamheid halen.
Maar gemiddeld scoort de branche
volgens dit onderzoek een 3,8.
Hofstede: ‘Als ik vroeger thuiskwam
met een 3,8, dan was dat niet best.
Maar goed, dat betekent niet dat je
wel degelijk stappen kunt zetten.’
Die stappen zijn hard nodig, want het
doel is om in 2050 volledig circulair
te zijn met z’n allen. Hofstede: ‘De
grote jongens in de markt moeten
de kar trekken en de volumes uit de
markt halen. Er zijn al voorbeelden
te noemen van grote bedrijven
die nieuwe kleding produceren
van gerecycled materiaal. H&M
wil graag in 2030 een volledig
duurzame collectie van gerecycled
of duurzaam materiaal hebben. C&A
had al een cradle-to-cradle T-shirt van
biologisch en afbreekbaar katoen
geïntroduceerd. Ook hebben ze in
augustus de meest duurzame jeans
gelanceerd.’ De Haas kent nog een
ander initiatief: ‘Spijkerbroekfabrikant
Nudie Jeans moedigt haar klanten
aan om vooral kapotte broeken
terug te brengen en te maken. Daar
wordt de broek juist unieker van. Dat
voorkomt afval.’ Ook outdoormerk
Patagonia moedigt reparatie van haar
producten bij haar klanten aan.
Lenen of artificial intelligence
Dat betekent niet dat de rest moet
afwachten wat de koplopers van de
markt verzinnen. Er zijn ook jongere
bedrijven waar een voorbeeld aan
genomen kan worden. Zoals Lena,
waarbij je kleding kunt lenen in
plaats van kopen. Per keer of in
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
Modesector en duurzaamheid
abonnementsvorm. Dit heet Product-
as-a-Service. Het voorkomt dat
een consument weer dat nieuwe
jurkje koopt, die eigenlijk maar een
keer wordt gedragen. Hofstede:
‘Duurzaam betekent ook dat je als
consument niet voor elk item iets
nieuws koopt. Maar dat je het kunt
lenen.’
Nieuwe technologie kan ook een
potentiële gamechanger zijn voor
de industrie. Het Deense online
mannenmodewinkel Son of a
Tailor maakt gebruik van artificial
intelligence. Op basis van leeftijd,
gewicht, lengte en tal van andere
gegevens maken zij haar T-shirts
precies op maat. Gevolg: het bedrijf
heeft geen overtollige voorraden en
door een perfecte pasvorm wordt
het product veel langer door de klant
gedragen.
Waar begin je?
Een duurzame kledingindustrie
vraagt ook een andere mindset van
de consument. De Haas geeft een
voorbeeld: ‘Denk na voordat je iets
koopt. Heb je het écht nodig? Wat
heb ik eraan?’ Ze heeft binnen ABN
AMRO iedereen aangemoedigd
om mee te doen met de campagne
Slow Fashion Summer. Gedurende
drie maanden wordt er geen nieuwe
kleding gekocht, om bewustwording
te creëren dat je echt langer met je
kleding doet dan je denkt of niet altijd
nieuw hoeft te kopen.
Hofstede vindt ook dat de overheid
haar steentje moet bijdragen. Er
moet een stimulans komen om de
circulariteitseconomie te versnellen.
‘Bijvoorbeeld met belastingverlichting
voor circulaire bedrijven en extra
belasting voor partijen die continu
nieuwe grondstoffen gebruiken. Dit
geldt overigens niet alleen voor de
fashionindustrie.’
De eerste duurzame stappen worden
dus gezet in de fashionindustrie.
2050 klinkt ver weg, maar er is nog
wel een lange weg te gaan als we
over ruim dertig jaar volledig circulair
willen zijn. Lichtpuntje: uit het rapport
Pulse of the Fashion Industry blijkt
dat 90% van de sector al wel met
duurzaamheid bezig is. ‘Dat zijn
goede ontwikkelingen. Rome is ook
niet op een dag gebouwd, maar de
branche moet echt veranderen’, is
Hofstede streng. De Haas besluit:
‘Ik merk dat consumenten het ook
steeds belangrijker gaan vinden.
Als zij naast de overheid ook druk
uitoefenen op de sector, dan
komt sustainable fashion in een
stroomversnelling.’
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
Circulaire verdienmodellen
Pionieren met PaaS
In plaats van een product te verkopen, stelt de producent het als service beschikbaar tegen
een maandbedrag. Dat is Product-as-a-Service. Maar wat betekent het als de producent
eigenaar blijft van het product? Hoe ver is deze markt? Waar begin je? Iris van den Akker,
Commercieel Manager Product-as-a-Service ABN AMRO, onderzoekt samen met klanten
waar ze tegenaan lopen in hun transitie van een lineair naar een circulair verdienmodel.
ABN AMRO heeft een sterk geloof
dat de circulaire economie in de
nabije toekomst veel gaat betekenen
voor hun klanten en daarmee
ook voor de bank zelf. Het heeft
daarom drie doelen gesteld voor
2020: 1 miljard euro aan circulaire
bedrijfsmiddelen financieren, 100
circulaire financieringen en 1 miljoen
ton minder CO2 uitstoten.
Product-as-a-Service (PaaS) is een van
de zeven circulaire verdienmodellen,
zoals recycling, deelplatformen
en levensduurverlenging dat ook
zijn. ‘Maar we zien dat PaaS heel
veel tractie heeft’, zegt Iris van
den Akker. De bank gelooft erin.
Daarom is Van den Akker door
ABN AMRO ‘vrijgespeeld’ met één
grote doelstelling: het gezicht voor
PaaS zijn namens de bank. ‘Ik ga in
gesprek met ondernemers en met
consumenten om te onderzoeken
wat er speelt in de markt en te
begrijpen waar ze naartoe bewegen.’
ABN AMRO heeft een dedicated
team in het Innovatie Lab dat zich
focust op PaaS, met name met
de hamvraag: zijn er business- en
financieringsmodellen te ontwikkelen
rondom PaaS? ‘Ik werk nauw samen
met het lab. Er gebeurt veel. Het
gedrag van de consument verandert
en bedrijven willen anders omgaan
met hun materialen en resources.
Tegelijkertijd is het pionieren, want
we weten niet of we het antwoord
gaan vinden. Daarom moeten we
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
samenwerken, samenwerken met
klanten.’
PaaS: een alternatief
Maar eerst, wat is PaaS precies? Het
is een alternatief voor het traditionele
koop/verkoop-verdienmodel.
De producent blijft eigenaar van
het product in plaats van het te
verkopen. De eindgebruiker krijgt het
product hierbij in bruikleen en betaalt
daar een vergoeding voor. Dat kan op
basis van gebruik, maar ook in een
abonnementsvorm (een vast bedrag
per maand).
Van den Akker: ‘Het gaat om een
fysiek product. Denk aan een bed,
een professionele tosti machine, een
fiets of wasmachine. Deze producten
worden dus als service aangeboden.
Dat betekent niet dat het met de
betaling afgedaan is, de producent
neemt ook de plicht op zich om
additionele services te verlenen aan
de eindgebruiker. Bij bijvoorbeeld een
tostimachine-as-a-service moet je
niet alleen onderhoud leveren, maar
ook suggesties geven hoe je het
energieverbruik kunt verminderen en
welke andere tostismaken je kunt
maken. Bij een bed kan dat ieder
half jaar een nieuwe matrashoes
betekenen.’
Drastisch anders
Product-as-a-Service is dus een
totaal ander economisch model
dan traditionele lineaire modellen.
Dat het bezit bij de producent
blijft, heeft voor consumenten
duidelijke voordelen. Geen hoge
aanschafkosten, additionele services
zijn inbegrepen en het is duurzaam,
want aan het einde van de looptijd
wordt het product opgeknapt of
gerecycled.
Voor de producent betekent het
echter ook een drastisch andere
manier van ondernemen. Je probeert
niet meer zo goedkoop mogelijk
heel veel producten te maken.
Het product moet juist zo lang
mogelijk meegaan, omdat dat de
onderhoudskosten doet afnemen en
recycling mogelijk maakt waardoor
inkoopkosten verminderen. Van den
Akker: ‘Normaliter heeft een bedrijf
een voorraad. Dan wordt er verkocht,
ontstaan er debiteuren, is er een
cashflow en draai je omzet en winst.
Bij het PaaS-model heb je te maken
met balansverlenging: producten zijn
geen voorraad meer, maar assets. Er
is geen sprake van een eenmalige
omzet, maar recurring income. Er is
een grotere cashflowopbouw, die in
het begin juist veel lager is.’
Volgens Van den Akker is het
voordeel van PaaS voor ondernemers
een hogere klant interactie en
daardoor klantloyaliteit. ‘Daarnaast
kan er waarde worden ontsloten
door het product in eigendom te
houden. Doordat producten worden
gerecycled, zullen producenten
onderhoudskosten verminderen
door de producten kwalitatiever
te produceren. Daarnaast worden
inkoopkosten (materiaal) gedrukt.
De transitie naar PaaS stimuleert de
circulaire economie dus enorm.’
Fietsen swappen en kleine wasjes
Er zijn al voldoende voorbeelden
van bedrijven die het PaaS-model
toepassen, zij het in verschillende
stadia. Zoals Swapfiets, een startup
waar je voor een vast bedrag per
maand een fiets kunt afnemen.
Swapfiets zorgt er dan voor dat de
fiets het altijd doet, en daarvoor
hoeft de consument geen moeite
te doen. Van den Akker: ‘Dat is
een interessant component. Ik
heb niet altijd tijd om in de rij bij de
fietsenmaker te staan. Ze komen bij
mij thuis om mijn fiets om te ruilen
(te swappen) voor een werkende
fiets.’
Een ander voorbeeld is het
bedrijf Homie. Dit bedrijf plaatst
wasmachines en zorgt dat deze
goed blijven werken. Ook zijn ze
aangesloten op het internet en
sturen ze Homie geregeld updates
over onder meer het gebruik en
de conditie van het apparaat. De
gebruiker betaalt per wasbeurt en
kan elke maand opzeggen. Met dit
model worden kosten bespaard
doordat Homie de staat van de
machines in het oog houdt en zo hun
falen voorkomt, waardoor ze langer
Circulaire verdienmodellen
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
meegaan. Er hoeft dus minder vaak
een nieuwe machine aangeschaft te
worden.
Retail en industrie
Waar staan we nu? Zijn we al zover
dat we PaaS mainstream kunnen
noemen? ‘Als ik Swapfiets noem,
heb ik nog niemand horen zeggen:
nee, die ken ik niet. Mainstream
is het wellicht nog niet, maar
het gaat heel snel. Het is nu
pionieren. Ondernemers zitten
in verschillende stadia. Binnen
sectoren zoals retail en industrie
zijn sommige partijen het al aan het
doorvoeren, andere beginnen net
te snuffelen en hebben het model
nog niet rond. Het wordt echter wel
gestimuleerd. Bij de aanbesteding
van overheidsgebouwen staat al in
veel van de tenders dat het aan PaaS
moet voldoen.’
Sectoren die decennia lang een
lineair verdienmodel hadden, zijn
nu vooral degenen die een transitie
kunnen of willen maken. ‘Vraag jezelf
af of er urgentie en potentie in de
markt zit. Stel dat je producent bent
van elektrische fietsen. Deze fietsen
hebben een hoge aanschafwaarde en
zitten vol technische snufjes, wat ook
onderhoud met zich meebrengt en
potentie voor additionele services.
Dan zijn consumenten mogelijk erg
geïnteresseerd om geen eigenaar
van dit product te worden. Als
elektrische fietsen nog niet als
service worden aangeboden, zit daar
mogelijk een verdienmodel van de
toekomst.’
Samenwerken
Maar waar begin je? Van den Akker
ziet samenwerkingen ontstaan
tussen bedrijven die PaaS willen
implementeren en partijen die hierbij
van dienst kunnen zijn. ‘Traditioneel
gaat je product één richting op, naar
de eindgebruiker. Als het product
weer terug moet komen bij jou
omdat je het circulair wilt maken, dan
komt er een hele logistieke operatie
bij. Dan is samenwerken met andere
partijen en een gemeenschappelijke
win-win zoeken een goede optie.
Van den Akker noemt PaaS
‘ingrijpend’. ‘Het kan potentieel veel
veranderen bij zakelijke klanten. Maar
ook bij consumenten. Hoe ziet de
wereld en je financiële situatie eruit
als je voor alles as-a-service betaalt?
Je interieur, je vervoer, je kleding.
Wat houdt dat in? Hoe houd je bij
welke abonnementen je hebt lopen?
Deze vergezichten zijn ingrijpend.
PaaS is pionieren.’
Circulaire verdienmodellen
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
Circulaire financieringsrichtlijnen zetten de toon
Richtlijnen circulaire financiering
Deze zomer lanceerde ABN AMRO samen met Rabobank en ING de zogeheten
financieringsrichtlijnen voor de circulaire economie (Circular Economy Finance Guidelines).
Jan Raes, adviseur duurzaamheid bij de bank, vertelt wat deze richtlijnen inhouden en hoe
ze tot stand kwamen.
De circulaire economie is in
opkomst. Simpel gesteld, draait
het bij circulair ondernemerschap
om een innovatieve manier van
ontwerpen, produceren en verkopen
gericht op optimaal hergebruik van
producten en grondstoffen. Het
beoogde resultaat hiervan is minder
materiaal, minder afval, minder CO2-
uitstoot en minder watergebruik.
De opkomst van deze manier
van ondernemerschap geeft een
nieuwe impuls aan de economie. De
circulaire bedrijfsmodellen erachter
zijn anders dan ‘reguliere, lineaire’
bedrijfsmodellen.
Standaard manier van financieren
voldoet niet
Dat vraagt onder meer om een
andere manier van werken. Jan
Raes legt uit: ‘Onze economie is
grotendeels gebaseerd op een
lineaire denkwijze, waarbij we
grondstoffen winnen, ze gebruiken,
en vervolgens afvoeren. Take,
make, waste. Die verspilling van
bruikbare grondstoffen is een bekend
probleem in ons huidige economisch
model. We leven nu in een tijd dat
er veel ondernemers zijn met een
drijfveer om dit anders in te richten.
ABN AMRO wil daarbij graag de
financiering verstrekken en op die
manier de transitie naar de circulaire
economie ondersteunen. Waar
ABN AMRO en deze ondernemers
met circulaire businessmodellen
tegenaan lopen, is dat ‘standaard’
financiering minder goed of soms
helemaal niet past.’
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
Vooruitkijken in een
achteruitkijkspiegel
Raes geeft een aantal voorbeelden.
‘Bij kredietverlening kijkt een
geldverstrekker eerst naar het
trackrecord van een bedrijf. Dat
is een gezonde, kritische rol:
het daagt ondernemers uit een
consistent gezond bedrijfsresultaat
te halen. Circulaire initiatieven
zijn vaak baanbrekend en nieuw –
denk aan recyclebare, op planten
gebaseerde alternatieven voor plastic
verpakkingen of kledingstukken per
abonnement. Historische resultaten
zijn simpelweg beperkt aanwezig,
terwijl de economische potentie
om een markt te veranderen wel
aanwezig is. Geldverstrekkerswillen
ook meer vooruitkijken, alleen is
de klassieke manier hoofdzakelijk
gebaseerd op achteruitkijken.’
Servicepropositie in plaats van
verkoop
Ook is de klantbenadering vaak
anders bij een circulair model.
‘Je ziet allerlei proposities in
abonnementsvorm ontstaan. Daarbij
is er geen sprake meer van het
eenmalig verkopen van een product,
maar staat de relatie en interactie
met de klant centraal. Neem kleding.
Je kunt één keer een kledingstuk
verkopen, of je verkoopt een
abonnement op een hele garderobe.
Bij dat abonnement komt ook extra
service kijken, dus inclusief garantie
op reparatie, stomerij, et cetera.
Vanuit de relatie tussen ondernemer
en klant bezien is dit een gezond
en tevens spannend model: de
betrokkenheid van de klant bij zijn
leverancier is groot, de kans op
een langere klantrelatie en meer
kennis over de wensen van klanten
is daardoor ook groter. Maar kijkend
naar cashflow: de omzet voor de
leverancier komt nu niet meer in één
klap aan het begin door de verkoop.
Hij krijgt zijn omzet gespreid binnen,
over een langere periode, in de
vorm van abonnementsbetalingen.
Daar zitten dus andere
afbreukrisico’s aan. Enerzijds
geeft zo’n abonnementsvorm
stabiliteit en zekerheid. Anderzijds
gaat de kost nog nadrukkelijker
voor de baat uit: het duurt langer
voordat de ondernemer de
investering terugverdient. Als de
klant halverwege afhaakt of niet
zorgvuldig omgaat met het product,
dan heeft de ondernemer een
probleem. Dit stelt dus ook direct
andere eisen aan de ondernemer:
hij wordt dienstverlener in plaats
van verkoper! Dat vereist een veel
beter begrip van de drijfveren van
de klant. Zijn focus verschuift naar
de (middel)lange termijn, en ligt
niet meer op de korte termijn. Als
financier betekent dat ook dat je
anders moet gaan kijken: je moet
nu veel meer de servicepropositie
kunnen beoordelen, in plaats van de
(eenmalige) verkooppropositie.’
Retourlogistiek is koning
Een ander aspect dat impact
heeft op de financiering, is het
terughalen van producten. Raes:
‘Als een ondernemer circulair wil
ondernemen, dan moet er iets
gebeuren met de grondstoffen. Die
komen immers weer terug bij een
partij die er wat mee kan. Soms is
dat de leverancier zelf, soms een
specialistische verwerker. Wat doe
je als kledingwinkel met al dat textiel
dat je weer inneemt? Waar gaan
de verbruikte verpakkingen heen?
En levert het nieuwe grondstoffen
op? Neem het circulair gebouwde
paviljoen ‘Circl’ van ABN AMRO:
wat gebeurt er straks met al die
balken en gebruikte materialen?
Je zult die retourlogistiek moeten
organiseren, en daarmee zijn kosten
gemoeid. Spullen innemen, opslaan,
verwerken, doorverkopen: dit proces
van retourlogistiek staat nog aan
het begin van zijn ontwikkeling. We
hebben dit in de lineaire economie
immers nooit of weinig hoeven te
doen. Wie dit goed oppakt, creëert
een verdienmodel. De kwaliteit van
dit proces kan weer een rol spelen bij
de kredietbeoordeling door de bank.’
FinanCE Werkgroep
Een veranderende vorm van
bedrijfsmodellen, vraagt ook om
een andere vorm van financiering,
is kort samengevat het betoog van
Jan Raes. ‘Daarbij is het goed om dit
wiel niet alleen te willen uitvinden.
Richtlijnen circulaire financiering
Deze nieuwsbrief maakt onderdeel uit van de reguliere duurzaamheidsrapportage van ABN AMRO over de periode 1 juli 2018 - 30 september 2018
Als grootbanken hebben ABN
AMRO, ING en Rabobank daarom de
handen ineengeslagen. We hebben
ons een tijd geleden aangesloten
bij een internationale werkgroep,
gestart door de EllenMacArthur
Foundation en PGGM. Deze
FinanCE werkgroep heeft algemeen
toepasbare richtlijnen geschreven
voor de financiering van circulaire
initiatieven, in navolging van het
succes van green bonds. De Circular
Economy Finance Guidelines, zoals
de richtlijnen formeel heten, geven
handvatten aan kredietverstrekkers
en investeerders. Ze zijn vooral
een handig en bondig hulpmiddel.
Ze bieden een gemeenschappelijk
kader voor financiers om circulaire
businessmodellen te herkennen,
de impact ervan te beoordelen en
vervolgens te financieren.’
Circulair Nederland wekt interesse
bij Verenigde Naties
Deze zomer overhandigde ABN
AMRO samen met de andere banken
de richtlijnen aan staatssecretaris
Van Veldhoven van Infrastructuur
en Waterstaat. Ook toonden de
bezoekers van het High Level Political
Forum 2018 bij de VN in New York
grote interesse voor de Nederlandse
circulaire transitieplannen, waar
deze financieringsrichtlijnen aan
verbonden zijn. Het document
Circular Economy Finance Guidelines
is voor iedereen beschikbaar. ABN
AMRO, ING en Rabobank moedigen
financiële instellingen wereldwijd
aan om het right to copy te benutten.
Met het opstellen van de richtlijnen
pleiten zij voor het ontwikkelen van
een uniforme visie en werkwijze in
de financiële wereld. Jan Raes: ‘Je
moet de richtlijnen zien als een breed
gedragen oproep. Het is goed voor
de maatschappij als meer geld naar
circulaire businessmodellen gaat.’
Versnelling door constructieve
feedback
De guidelines zijn niet in beton
gegoten. ‘Het is een feedback-loop.
Doel is dat het ondernemingen helpt
bij het inrichten van financierbare
circulaire businessplannen. Hier
zullen de komende jaren nog heel
veel lessen geleerd worden. We
nemen die feedback weer mee en
scherpen de richtlijnen voortdurend
aan. Zo dragen we met elkaar bij
aan een versnelling van circulair
ondernemerschap.’
De Circular Economy Finance
Guidelines vind je hier
Richtlijnen circulaire financiering
ABN AMRO
Duurzaam Bankieren
Gustav Mahlerlaan 10, 1082 PP Amsterdam
P.O. Box 283, 1000 EA Amsterdam
Nederland
abnamro.com/duurzaam-bankieren