Het atoommodel

34
Het atoommodel Zoeken naar het perfecte atoommodel.

description

ppt over atoombouw. 'gegapt' van het net om in een eXe leerpakket te gebruiken.

Transcript of Het atoommodel

Page 1: Het atoommodel

Het atoommodel

Zoeken naar het perfecte atoommodel.

Page 2: Het atoommodel

Het atoommodel

Waarom zoeken we een goed atoommodel? Waarom reageert kalium fel met water? Waarom zal natrium reageren met chloorgas en

niet met lithium? Waarom geleidt koper elektriciteit? Waarom ….

Page 3: Het atoommodel

Het eerste atoommodel

Democritus vernoemt als eerste het woord atoom. Atoom = niet meer te snijden

Page 4: Het atoommodel

Het atoommodel van Dalton

Wie kent het atoommodel van Dalton nog?

Page 5: Het atoommodel

Het atoommodel van Dalton

Atoom is een massieve bol

Page 6: Het atoommodel

Het atoommodel

Geeft het atoommodel van Dalton een antwoord op onze vragen i.v.m. chemische fenomenen?

We moeten dus op zoek naar een beter model.

Page 7: Het atoommodel

Hoe gaan we te werk?Plan – Do –Check -Action

Page 8: Het atoommodel

Atoommodel van Thomson Controle van het atoommodel:

Proefje met de plastic staaf. Besluit: een atoom moet een positieve en negatieve

ladingen hebben. Thomson: een atoom is massieve positieve bol met

negatieve geladen deeltjes.

Page 9: Het atoommodel

Atoommodel van Rutherford

Check: experiment van Rutherford Verwachting?

Goudfolie proefopstelling

Page 10: Het atoommodel

Atoommodel van Rutherford

Waarneming: http://www.shsu.edu/%7Echm_tgc/sounds/rut

her.mov

Page 11: Het atoommodel

Atoommodel van Rutherford

Waarneming: Heel weinig alfadeeltjes werden teruggekaatst, sommige werden afgebogen, de meeste deeltjes gaan rechtdoor.

Besluit? De positieve deeltjes zitten in een kleine

kern, de negatieve deeltjes zitten rond de kern.

Page 12: Het atoommodel

Het atoommodel van Rutherford applet met atoommodel van rutherford

Page 13: Het atoommodel

Het atoommodel van Rutherford In de kern:

Positieve deeltjes = protonen (p+)

Neutrale deeltjes = neutronen (n0)

Alle massa zit in de kern

Rond de kern zweven de negatieve deeltjes = elektronen (e-)

Page 14: Het atoommodel

Het atoommodel van Rutherford Alle massa zit in de kern. Het aantal

protonen en neutronen bepaalt de massa van het atoom.

Massagetal (A) = aantal p+ + aantal n0

Ladingsgetal (Z) = aantal p+ = aantal e- Ladingsgetal (Z) = atoomnummer

Elke atoomsoort heeft een eigen atoomnummer!

Page 15: Het atoommodel

Atoommodel van Bohr

Hebben we nu eigenlijk al een antwoord op onze vragen????

Waarom reageren sommige stoffen wel en andere niet?

Niels Bohr zocht een antwoord. Hebben 2 atoomsoorten met vergelijkbaar

atoomnummer gelijkaardige chemische eigenschappen? Vb. Na (Z = 11) en Ne (Z = 10)

Page 16: Het atoommodel

Atoommodel van Bohr Bij een chemische binding komen de elektronenmantels

dicht bij elkaar. Het antwoord op onze vragen moet in deze elektronenmantel liggen!

Page 17: Het atoommodel

Het atoommodel van Bohr

Vlamproef

Page 18: Het atoommodel

Het atoommodel van Bohr

Atomen stralen na verwarming steeds licht met een bepaalde kleur uit (dus met een bepaalde hoeveelheid energie)

Dus… elektronen zitten op welbepaalde banen met een bepaalde energie-inhoud rond de kern.

Page 19: Het atoommodel

Het atoommodel van Bohr

De elektronen kunnen tot op 7 verschillende schillen zitten: K, L, M, N, O, P, Q

Page 20: Het atoommodel

Het atoommodel van Bohr

De elektronenconfiguratie = verdeling van de elektronen over de 7 schillen

Aantal elektronen per schil = 2.n² (n = nummer van de schil)

Maximum = 32 elektronen per schil

Page 21: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

Een elektron zet je op het laagst mogelijk energieniveau

Page 22: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

2e elektron zet je bij het eerste

Page 23: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

2 elektronen bij elkaar = doublet

Page 24: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

Page 25: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

De eerste 2 elektronen op een schil zet je gepaard.

Page 26: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

De volgende 3 zet je ongepaard.

Page 27: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

Page 28: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

De laatste 3 zet je nu bij deongepaarde elektronen.

Page 29: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

Page 30: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

Page 31: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

Zoek nu zelf de elektronenconfiguratie van de eerste 18 atoomsoorten. Geef telkens ook de naam van het atoomsoort erbij.

Page 32: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

Lithium: Z = 3, dus 3 elektronen

Elektronenconfiguratie = 2/1

Aantal elektronen op de K schilAantal elektronen op de L schil

Page 33: Het atoommodel

De elektronenconfiguratie

K L M N+

Natrium:

Elektronenconfiguratie = 2/8/1

Page 34: Het atoommodel

Zijn we klaar? Met het atoommodel van Bohr kunnen we al veel

reacties verklaren. (Zie later.) Het is echter niet het laatste atoommodel!