het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen...

43
HET PREHISTORISCH DORP EN HET GESCHIEDENISONDERWIJS Cultuureducatie praktijkonderzoek Rens Broeren & Danique van Hassel Studentnummer: 2215836 & 2431955 “Eindhovens museum is zo oud als het nieuwe Eindhoven!” Een onderzoek naar hoe het preHistorisch Dorp aan kan sluiten op het huidige geschiedenis onderwijs in het primair onderwijs.

Transcript of het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen...

Page 1: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

HET PREHISTORISCH DORP

EN HET

GESCHIEDENISONDERWIJS

Cultuureducatie praktijkonderzoek

Rens Broeren & Danique van Hassel Studentnummer: 2215836 & 2431955

“Eindhovens museum is zo oud als het nieuwe Eindhoven!” Een onderzoek naar hoe het preHistorisch Dorp aan kan sluiten op het

huidige geschiedenis onderwijs in het primair onderwijs.

Page 2: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 1

Voorwoord

Voor het preHistorisch Dorp in Eindhoven is er onderzocht hoe zij tegemoet kunnen komen aan het

huidige geschiedenisonderwijs van het primair onderwijs. Doel van dit onderzoek is om het

preHistorisch Dorp aanbevelingen te bieden met betrekking tot de programmering op de inhoud,

organisatie en differentiatie. Dit is bekeken vanuit de geschiedenismethode voor het primair

onderwijs: Brandaan. De werkwijze van Brandaan is naast een deel van de programmering van het

preHistorisch Dorp gelegd.

De werkwijze van Brandaan is uitgesplitst in de volgende onderwerpen: het 5-taken-model en de

meervoudige intelligenties. Deze bronnen zijn naast de programmering van het preHistorisch Dorp

gelegd.

De aangedragen verbeterpunten op organisatorisch gebied en op inhoud zijn gepresenteerd aan een

deel van het team van het preHistorisch Dorp.

Page 3: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 2

Inhoudsopgave

1. Probleemanalyse blz. 4-5

1.1 Het preHistorisch Dorp blz. 4

1.2 Aanleiding en context blz. 4

1.3 Probleemstelling blz. 5

2. Theoretisch kader blz. 6 t/m 11

2.1 Erfgoedonderwijs blz. 6-7

2.2 Geschiedenisonderwijs blz. 7 t/m 9

2.2.1 Tijdsbesef

2.2.2 Historische werkelijkheid

2.2.3 Historisch denken en redeneren

2.3 Programma preHistorisch Dorp blz. 9

2.4 Werkwijze Brandaan blz. 9 t/m 11

2.4.1 Meervoudige intelligentie

2.4.2 5-taken-model

3. Vraagstelling blz. 12

3.1 Hoofdvraag blz. 12

3.2 Deelvragen blz. 12

4. Onderzoeksmethode blz. 13-14

4.1 Keuze Brandaan blz. 13-14

4.2 Observaties blz. 14

5. Resultaten blz. 15 t/m 19

5.1 Wat wordt verstaan onder erfgoedonderwijs? blz. 15

5.2 Wat wordt verstaan onder de werkwijze van de geschiedenismethode Brandaan? blz. 15

5.3 Hoe ziet het programma van het preHistorisch Dorp er uit? blz. 15 t/m 17

5.4 In hoeverre bevat het programma van het preHistorisch Dorp de 5 situaties blz. 18- 19

van het 5-taken-model?

6. Conclusie blz. 20

7. Discussie blz. 21

7.1 Validiteit en betrouwbaarheid blz. 21

7.2 Resultaten blz. 21

8. Aanbeveling blz. 22 t/m 23

8.1 5-taken-model blz. 22

8.2 Uitleg blz. 22

8.3 Differentiatie blz. 22 - 23

Page 4: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 3

9. Literatuurlijst blz. 24-25

10. Bijlagen blz. 26 t/m 42

10.1 Leerlijnen 21e-eeuwse vaardigheden blz. 26

10.2 Mail Marjan de Groot-Reuvekamp blz. 27

10.3 Alle programma’s die het preHistorisch Dorp aanbiedt. blz. 28 t/m 36

10.4 Observatie formulier Ruud 9-05-2017 blz. 37 - 38

10.5 Observatie formulier Rik 23-05-2017 blz. 39 - 40

10.6 Observatie formulier Gemma 23-05-2017 blz. 41 - 42

Page 5: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 4

1. Probleemanalyse

Het SLO - nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (van der Kaap & Visser 2016) beschrijft

dat het geschiedenisonderwijs al ruim tweehonderd jaar gegeven wordt. In 1990 sloeg het

geschiedenisonderwijs de zoveelste nieuwe weg in tot verbetering. De historische vaardigheden

(oorzaak en gevolg, feit en mening, continuïteit en verandering, standplaatsgebondenheid en het

analyseren en interpreteren van bronnen) werden steeds belangrijker. Hierdoor leren de kinderen

het heden beter begrijpen. De methode Brandaan sluit daar op aan door de samenhang tussen de

interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst aan

te bieden (ten Barge & Pals, 2017).

1.1 Het preHistorisch Dorp

Het PreHistorisch Dorp is een ANBI (Algemeen Nut Beoogde Instelling). ”Het doel van een ANBI is het

bevorderen van culturele activiteiten en het opwekken en stimuleren van de belangstelling voor de

menselijke samenleving in relatie tot het natuurlijk leefmilieu, objecten van cultuurhistorische

waarde betrekking hebbend op de stad en/of regio Eindhoven, kunstwerken vervaardigd vanaf de

achttiende eeuw door Nederlandse of Vlaamse kunstenaars en/of betrekking hebbend op Noord-

Brabant het organiseren van exposities en tentoonstellingen en andere culturele activiteiten”

Belastingdienst (2014).

Het preHistorisch Dorp werkt vanuit de overtuiging dat werken aan de toekomst niet kan zonder

begrip en kennis van het verleden. Zij zijn van mening dat elke ontwikkeling een maatschappelijke

bedding heeft en dat deze wortelt in de historisch gevormde identiteit van Eindhoven en de regio

(Activiteitenplan, 2017). Bij het preHistorisch Dorp staat het zelf doen en zelf onderzoeken door

kinderen centraal. De kinderen kunnen allerlei verschillende programma’s volgen onder begeleiding

van educatoren die zich wanen in een tijd variërend van jagers en boeren tot de 80-jarige oorlog. De

kinderen stappen dus echt in de geschiedenis en beleven deze.

1.2 Aanleiding en context

Sinds 1982 bestaat het preHistorisch Dorp en sindsdien zijn zij continu bezig met verbeteren en

aanpassen van hun programma’s. Het preHistorisch Dorp heeft al een grote inhaalslag gemaakt en

wil nu de programmering aanpassen op het huidige geschiedenisonderwijs van het primair

onderwijs. Zodat zij nog meer aansluiten op het huidige onderwijs dat gegeven wordt op de scholen

die het dorp komen bezoeken. Het preHistorisch Dorp wil een uitbreiding bieden aan het onderwijs

door de leerlingen zelf de stof te laten ervaren. De educatoren van het preHistorisch Dorp

beschikken over veel kennis van de historische activiteiten, maar ook van het pedagogische aspect.

Deze educatoren zijn bezig met verschillende educatieve programma’s, maar ze weten niet of wat ze

doen ook écht aansluit bij het huidige geschiedenisonderwijs. Op dit moment mist het preHistorisch

Dorp de kennis over het huidige geschiedenisonderwijs. In het Activiteitenplan 2017 Eindhovens

museum, beschrijft het preHistorisch Dorp 3 grote hoofddoelen voor dit jaar:

1. Vergroten en verbreden publieksbereik.

2. Professionalisering van de organisatie.

3. Vergroten eigen verdienvermogen.

Page 6: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 5

1.3 Probleemstelling

Het onderzoek richt zich als eerst op het eerste punt: het vergroten en verbreden van publieksbereik.

Het preHistorisch Dorp wil dit gaan doen door de programmering van het preHistorisch Dorp te

vernieuwen. Zij willen de educatieve programma’s beter aan laten sluiten op de wensen en

behoeftes van de scholen die het preHistorisch Dorp komen bezoeken. Het onderzoek richt zich ook

op het tweede punt: de professionalisering van de organisatie. Het preHistorisch Dorp wil de

didactische vaardigheden van de educatoren verbeteren om een nog beter educatief aanbod te

geven.

Dit onderzoek richt zich dus op het zoeken naar verbeterpunten op inhouden en op organisatorisch

gebied voor het preHistorisch Dorp naar aanleiding van de visie van de geschiedenismethode

Brandaan. Door dit onderzoek wordt duidelijk hoe het preHistorisch Dorp aan kan sluiten bij het

geschiedenisonderwijs op de scholen die het preHistorisch Dorp komen bezoeken.

Doel van het onderzoek is om de visie van Brandaan naast de huidige programmering te leggen en

hier een verbeterslag in aan te brengen, zodat het preHistorisch Dorp zijn educatieve programma’s

kan aanpassen op het huidige geschiedenisonderwijs op de basisscholen in de regio.

Daarom wordt er in dit onderzoek onderzocht hoe het preHistorisch Dorp aan kan sluiten bij de visie

van de meest gebruikte geschiedenismethode in de regio, zodat zij hun educatieprogramma’s

kunnen aanpassen waar nodig. De onderzoeksvraag luidt dan ook: Hoe kan het actuele programma

van het preHistorisch Dorp aansluiten bij de visie van de geschiedenismethode “Brandaan” in het

primair onderwijs?

Page 7: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 6

2. Theoretisch kader

2.1 Erfgoedonderwijs

“Door het verhaal achter het culturele erfgoed te leren kennen, kunnen kinderen de waarde ervan

leren inzien en zich bewuster door het leven bewegen” Thomése (2008).

Erfgoed educatie, wat is dat nou precies? Erfgoededucatie is volgens Thomése (2008) het onderwijs

over en met monumenten, landschappen en archeologische vondsten, bibliotheken en archieven,

museale voorwerpen en het geheel van gewoonten, tradities, verhalen, rituelen en gebruiken. Het

uitgangspunt van erfgoededucatie is het culturele erfgoed in Nederland, dat de sporen draagt van

het culturele verleden. Cultureel erfgoed vertelt iets over het verleden, het heden en de toekomst.

Als erfgoed een doel is van het onderwijs, dan gaat het om een groter cultureel bewustzijn. Het gaat

dan om het waarderen van de maatschappelijke en culturele betekenis van erfgoed. “Door leerlingen

in contact te brengen met cultureel erfgoed wordt respect voor de omgeving en historisch besef

bevorderd en daarmee het draagvlak voor cultuurbehoud” (Thomése, 2008). Erfgoededucatie vraagt

de leerlingen ook om kritisch om zich heen te kijken, de omgeving te interpreteren, vragen te stellen,

naar oplossingen te zoeken en deze te vinden door zelf onderzoek te doen.

Volgens Thomése (2008) hebben leerlingen erfgoededucatie nodig zodat ze culturele bagage

opbouwen en deze zich eigen maken. Dit hebben ze nodig in de maatschappij. De leerlingen

ontwikkelen historisch besef door erfgoededucatie.

Volgens Grever en van Boxtel (2014) in Wijzer met erfgoededucatie zijn er 4 gouden regels waar een

goede erfgoed les aan zou moeten voldoen:

1. Zorg voor een zinvolle beleving.

2. Zet met uw erfgoedlessen aan tot historisch redeneren.

3. Goed leren kijken: wat zie je?

4. Laat leerlingen hun waarnemingen onder woorden brengen.

Deze punten worden hieronder uitgewerkt:

1. Zorg voor een zinvolle beleving.

Het beleven van erfgoed staat centraal in de didactiek voor erfgoededucatie. Het is belangrijk dat je

als leerkracht het erfgoed in de klas haalt of de leerlingen naar het erfgoed toe brengt. Het echt zien,

voelen, ruiken, beleven van erfgoed maakt de leerervaring rijker! Maar zonder voorkennis heeft dit

beleven geen zin. Het is daarom erg belangrijk dat de leerlingen het verhaal weten achter het

erfgoed. Dat maakt dat de leerlingen tijdens het beleven bezig zijn met het begrijpen, het integreren

en het toepassen van nieuwe kennis, vaardigheden en attitude. De leerlingen verbinden de kennis

die ze hebben geleerd aan de beleving.

2. Zet met uw erfgoedlessen aan tot historisch redeneren.

Page 8: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 7

Volgens Grever en van Boxtel (2014) in Wijzer met erfgoededucatie laat historisch besef zich

omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en

het perspectief op de toekomst. Historisch redeneren laat de leerlingen informatie uit het verleden

beschrijven, vergelijken en verklaren. Een aantal belangrijke vaardigheden daarbij zijn:

1. Stellen van historische vragen: het is belangrijk dat leerlingen de ruimte krijgen om vragen te

stellen. Leer leerlingen verschillende soorten vragen stellen.

2. Gebruiken van bronnen: leer leerlingen omgaan met historische bronnen door ze informatie

te laten vragen/zoeken over de bron.

3. Contextualiseren: bronnen uit het verleden krijgen betekenis door verhalen te verbinden aan

historische processen en perioden.

4. Argumenteren: leer leerlingen beweringen over het verleden op basis van bronnen.

5. Gebruiken van historische begrippen*: gebruik historische begrippen om gebeurtenissen in

het verleden te beschrijven.

6. Gebruiken van structuurbegrippen**: gebruik structuurbegrippen om gebeurtenissen in het

verleden te beschrijven.

*Historische begrippen: het vakjargon, zoals farao, feodalisme.

**Structuur begrippen: worden gebruikt bij het onderzoek naar historische gebeurtenissen, zoals

oorzaak en gevolg.

3. Goed leren kijken: wat zie je?

Erfgoed is overal om ons heen. Het leren kijken naar de omgeving maakt onderdeel uit van

erfgoededucatie. Het leren kijken staat in het teken van waarnemen. Dit is de eerste stap van de

geografische vierslag (Peters & Westerveen, 2010): waarnemen herkennen verklaren

waarderen. Waarnemen leidt tot herkennen, daarna kunnen de leerlingen verklaren wat er te zien is

en vervolgens waarderen ze het erfgoed en wordt het waardevol voor de leerlingen.

4. Laat leerlingen hun waarnemingen onder woord brengen.

Grever en van Boxtel (2008) vinden dat het taalonderwijs een belangrijke rode draad vormt door het

basisonderwijs. Binnen de geografische vierslag vormen taal-denkgesprekken een belangrijke rol.

Leerlingen brengen hun waarnemingen onder woorden, ze kunnen verklaringen verwoorden en ze

vatten hun leerervaringen samen in taal. Grever en van Boxtel (2008) zeggen dat erfgoededucatie

effectiever wordt door taal-denkgesprekken.

2.2 Geschiedenisonderwijs

Van der Kooij en de Groot-Reuvekamp (2013) geven een beschrijving van het geschiedenisonderwijs.

In iedere schoolklas zitten leerlingen die zich afvragen waarom je geschiedenis zou moeten leren. Zij

vinden dat ze zich bezig willen houden met wat nu en in de toekomst van belang is, niet de

gebeurtenissen uit het verleden. Leerlingen beseffen (nog) niet, dat de ontwikkelingen in het heden

historisch bepaald zijn en ook de keuzes die we nu maken bepalend zijn voor de toekomst.

Als leerlingen deze samenhang begrijpen (verleden, heden en toekomst) wordt dat ook wel historisch

besef genoemd. Een belangrijke doelstelling binnen het geschiedenisonderwijs is de ontwikkeling van

het historisch besef. Leerlingen verwerven kennis die helpt om zich te oriënteren in de hedendaagse

Page 9: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 8

en historische werkelijkheid. Daarnaast levert het vak ook een belangrijke bijdrage aan de overdracht

van cultuur, een stukje waarden en normen en burgerschapsvorming.

Volgens de Wit, de Rooij, Blom, Sancisi-Weerdenburg, Hielkema & Van Setten (1998) en de

Commissie Historische en Maatschappelijke Vorming (2001) in Vakspecifieke trendanalyse (2001) rust

de visie op het geschiedenisonderwijs op twee belangrijke pijlers. De eerste pijler gaat over ‘’nieuwe

balans van kennis, inzicht en vaardigheden’’, de tweede pijler gaat over “Het probleem van het vak

geschiedenis” (De Wit, De Rooij, Blom, Sancisi-Weerdenburg, Hielkema, & Van Setten, 1998). Het

rapport legt het thematisch georganiseerde onderwijs tegen het licht. Om een nieuwe balans tot

stand te brengen is het volgens de commissie nodig het geschiedenisonderwijs in het primair

onderwijs, af te stemmen met de onderbouw en bovenbouw. Zij vinden dan ook dat elke vorm van

onderwijs een minimum van historische kennis en vaardigheden moet aanbieden, zodat alle

leerlingen beschikken over een gemeenschappelijke basis van historische kennis en vaardigheden.

In de tweede pijler noemt de Commissie Historische en Maatschappelijke Vorming (CHMV) een veel

voorkomend probleem volgens hen. Voor leerlingen lijkt het vak geschiedenis te bestaan uit weinig

samenhangende feitelijke gegevens. Zo blijken zij het vak moeilijk onder de knie te krijgen. Zij geven

aan dat bijna alles bij geschiedenis slechts één keer aan de orde komt, om vervolgens nooit meer

gebruikt of toegepast te worden. Het probleem is dat wat niet wordt herhaald, gebruikt of toegepast,

makkelijk vergeten wordt. Daarnaast is het voor leerlingen ook moeilijk duidelijk te maken waarom

ze het eigenlijk moeten leren.

“De ontwikkeling van historisch besef is de belangrijkste doelstelling van het geschiedenisonderwijs”

(Commissie Historische en Maatschappelijke Vorming, 2001). Onder historisch besef valt: de

ontwikkeling van tijdsbesef, de kennis van en inzicht in de historische werkelijkheid en het historisch

denken en redeneren. Deze punten worden hieronder uitgewerkt.

2.2.1 Tijdsbesef

De ontwikkeling van tijdsbesef is van groot belang bij kinderen, aldus van der Kooij en de Groot-

Reuvekamp (2013). De Duitse pedagoog en ontwikkelingspsycholoog Heinrich Roth, onderscheid

twee soorten tijdsbesef: het biologisch/dagelijks tijdsbesef en het historisch tijdsbesef. Het biologisch

en het dagelijks tijdsbesef hebben betrekking op uren, dagen, maanden, jaren, seizoenen en

kwartalen. Dat wil zeggen dat het dagelijks tijdsbesef zich voordoet als het steeds weer

terugkerende, cyclische karakter. Het historisch tijdsbesef gaat volgens van der Kooij en de Groot-

Reuvekamp (2013) om de lineaire gebeurtenissen uit het verleden. Hier gaat het meer om

ontwikkelingen, processen en veranderen door de tijd heen. Het dagelijks tijdsbesef en het historisch

tijdsbesef kunnen parallel aan elkaar lopen in de ontwikkeling van een kind. Het is dus niet zo dat een

kind eerst over het dagelijks tijdsbesef moet beschikken en daarna zich pas kan ontwikkelen in het

historisch tijdsbesef.

2.2.2 Historische werkelijkheid

Historisch besef veronderstelt naast kennis van tijd ook inhoudelijke kennis van het verleden in

relatie tot het heden, de historische werkelijkheid en de samenhang met de hedendaagse

werkelijkheid volgens Commissie Kennisbasis Pabo (2012). Om kinderen het geheel van verloop van

tijd op een beeldende manier aan te bieden, hebben zij een inhoudelijke kennisbasis geformuleerd.

Met tien tijdvakken en verschillende Canonvensters. “Bij alle tijdvakken zijn kenmerkende aspecten

Page 10: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 9

geformuleerd, waarmee de tijdvakken een inhoudelijke invulling krijgen en leerlingen zich kunnen

oriënteren in de tijd” (Commissie Kennisbasis Pabo, 2012).

2.2.3 Historisch denken en redeneren

Historisch denken en redeneren is een vaardigheid die leerlingen moeten kunnen om zo het

geschiedenisonderwijs zich eigen te maken. Volgens van der Kooij & de Groot-Reuvekamp (2013)

leren leerlingen door op verschillende manieren historische vraagstukken te benaderen. Deze

benaderingswijze splitst zich uit in informatie- en onderzoeksvaardigheden en beeldvormende

vaardigheden. Om dit te kunnen doen leren leerlingen historisch te redeneren. Dit kun je stimuleren

door leerlingen om te laten gaan met:

1. Continuïteit en verandering.

2. Tijd- en standplaatsgebondenheid.

3. Feiten en meningen.

4. Bedoelde en onbedoelde gevolgen.

5. Oorzaak en gevolg.

Dit alles heeft te maken met de manier waarop een leerling zijn werkelijkheid interpreteert en zijn

positie ten opzichte van de werkelijkheid interpreteert, aldus de Commissie Kennisbasis Pabo (2012).

Deze benaderingswijze treffen informatie- en onderzoeksvaardigheden (verzamelen, beoordelen en

interpreteren van bronnen), beeldvormende vaardigheden (het onderscheiden van continuïteit en

verandering).

2.3 Programma preHistorisch Dorp

Het preHistorisch Dorp heeft een breed scala aan programma’s die zij aanbieden aan groepen

leerlingen. Het preHistorisch Dorp biedt 5 verschillende soorten arrangementen aan: prehistorische

programma’s, middeleeuwse programma’s, slaap programma’s prehistorie, slaap programma’s

middeleeuwen, losse arrangementen. De programma’s variëren van 1,5 uur tot een driedaags

durend programma. Per groep is er altijd 1 educator aanwezig om de groep te begeleiden bij alle

activiteiten die zij doorlopen in de afgesproken tijd. De school kiest vooraf het programma dat ze

doorlopen, alle programma’s zijn uitgewerkt in de bijlage.

2.4 Werkwijze Brandaan

Binnen de methode Brandaan komt alle benodigde kennis die is aangegeven in de kerndoelen aan

bod. Brandaan werkt met een lesboek en een werkboek. Ieder jaar bestaat uit vijf thema’s en ieder

thema behandelt weer één tijdvak. Een thema is verdeeld in vier lessen en elke twee jaar herhalen

de thema’s zich. De activiteiten die aangeboden worden in het werkboek variëren per thema en les.

Het betreffen invuloefeningen, verwerkingsopdrachten, meningsvormingen of een complexere

opdracht. Er is steeds gekozen voor een aanpak die het beste past bij de lesstof. Zo is een didactisch

afwisselend aanbod ontstaan binnen de methode.

Brandaan besteedt op verschillende manieren aandacht aan differentiatie

- Tempo: In het werkboek biedt iedere les twee extra opdrachten aan voor de snellere leerling.

- Niveau: Extra opdrachten hebben vaak een open karakter. In de handleiding staat zelfs hoe je

als leerkracht deze moeilijker of makkelijker kunt maken.

Page 11: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 10

- Leerstijl: De bakkaarten spelen in op de leerstijl van leerlingen en de opdrachten doen een

beroep op de verschillende leerstijlen volgens de meervoudige intelligentietheorie van

Howard Gardner.

2.4.1 Meervoudige intelligentie

Volgens Gardner in Alkema en Tjerkstra (2011), moeten mensen minder tijd besteden om kinderen in

een bepaalde categorie te stoppen. We zouden ze op weg moeten helpen met het ontdekken van

capaciteiten. Gardner beschrijft in zijn boek Frames of Mind (1983) dat er meerdere vormen van

intelligentie aanwezig zijn. Gardner bedacht al acht intelligenties en geeft aan dat er misschien nog

meer intelligenties zijn die een mens kan ontwikkelen. We spreken van de volgende intelligenties;

- Talige intelligentie: houdt van lezen, praten en schrijven. Kan goed zijn eigen ideeën en

gedachten vertellen, leest inzichtelijk en snapt waar het over gaat.

- Logisch-mathematische intelligentie: heeft interesse in getallen. Kan goed informatie

ordenen en lost graag wiskundige problemen op.

- Visueel-ruimtelijke intelligentie: neemt vooral waar via beelden en kleuren. Tekent vaak

figuurtjes en experimenteert met ontwerpen en schetsen.

- Muzikaal-ritmische intelligentie: leeft zich in in geluid en muziek en zingt en neuriet graag.

Bespeelt vaak een muziekinstrument, heeft gevoel voor ritme en is een boeiende verteller.

- Lichamelijk-kinesthetische intelligentie: maakt zekere bewegingen. Gebruikt eigen lichaam

goed. Houdt van sport, is sterk in de fijne motoriek en leert gemakkelijk door iets te doen.

- Interpersoonlijke intelligentie: houdt van contact met anderen en vind het fijn om samen te

werken. Voelt zich prettig in groepen, houdt van feestjes en is graag bereid een ander te

helpen.

- Intrapersoonlijke intelligentie: Blijft op de achtergrond. Leeft in eigen wereld en houdt van

dagdromen. Kent eigen zwakheden en sterke kanten goed.

- Natuurgerichte intelligentie: houdt van de natuur en herkent verschillende planten en

dieren. Leert het best door waar te nemen, verzamelen en te ordenen.

Iedereen is in het bezit van de verschillende intelligenties. Het is volgens Gardner mogelijk om de

intelligenties zelfs te ontwikkelen.

2.4.2 5-taken-model

De belangrijkste vraag die Malmberg (Uitgever Brandaan) zichzelf stelt is: Hoe kun je kinderen iets

meegeven waar ze ook na hun basisschooltijd nog iets aan hebben? In opdracht van het ministerie

van Onderwijs Cultuur & Wetenschap beschreef het SLO (Nationaal expertisecentrum

leerplanontwikeling) de belangrijkste 21-eeuwse vaardigheden. De 21e-eeuwse vaardigheden zijn

richtlijnen die de scholen kunnen gebruiken om hun onderwijs meer aan te sluiten op de

maatschappelijke ontwikkeling. Malmberg heeft deze dus toegevoegd in hun methode Brandaan.

Malmberg heeft de 21e-eeuwse vaardigheden (SLO & Kennisnet) samengevoegd met de ontwerp- en

onderzoekcyclus van Wetenschap en Techniek (SLO,2015). Deze hebben zij omgezet in het 5-taken-

model. Daarmee komen zij tegemoet aan de wensen van de basisscholen om zo de 21e-eeuwse

vaardigheden en de ontwerp- en onderzoekscyclus handig aan te bieden.

Malmberg formuleerde 5 situaties die de leerlingen tegen gaan komen en waarbij ze alle

vaardigheden nodig zullen hebben.

Page 12: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 11

- Hoe maak je van een idee een haalbaar plan?

(Denk het uit)

- Hoe vind je een antwoord op een vraag die je hebt?

(Vind een antwoord)

- Hoe communiceer je op een effectieve manier?

(Laat het zien)

- Hoe maak je een keuze?

(Maak een keuze)

- Hoe los je ingewikkelde problemen op?

(Los het op)

Bovenstaande foto (Bakker, 2014) geeft duidelijk weer hoe het 5-taken-model eruit ziet.

Om bovenstaande vragen te kunnen oplossen, moeten de leerlingen eerst leren over een onderwerp

en oefenen met de vaardigheden die nodig zijn om de taak goed uit te kunnen voeren. Dan gaan ze

ermee aan de slag (je hebt geleerd dat…, bedenk nu een plan voor…). Bij het 5-takenmodel worden

leerlingen zowel begeleid in het proces als in het behalen van resultaten.

Denk het uit gaat over ontwerpend leren en daarmee over he ontwikkelen van creativiteit en

probleemoplossend vermogen. De leerling heeft een vraag.

Vind een antwoord gaat over opzoek- en onderzoeksvaardigheden. Informatievaardigheden en

kritisch denken spelen hierbij een grote rol. De leerling leert hoe hij een antwoord kan achterhalen.

de leerling gaat opzoek naar een antwoord.

Laat het zien gaat over communiceren en presenteren. Leerlingen leren dat ze informatie op

verschillende manieren kunnen presenteren. De leerling maakt de ander zijn idee duidelijk.

Maak een keuze gaat over informatie beoordelen en een standpunt innemen. Leerlingen leren hoe ze

feiten en meningen van elkaar kunnen onderscheiden en hoe ze prioriteiten kunnen stellen.

Los het op gaat over het onderscheid maken tussen oorzaak en gevolg en hoofd- en bijzaken. Het

gaat ook over de juiste vragen stellen en rekening houden met verschillende ideeën en culturen.

Malmberg, A. Bakker (2014).

Malmberg biedt het 5-takenmodel aan in de methode Brandaan. Door dit model werken zij met

geïntegreerde 21e -eeuwse vaardigheden. Eerst bouwen de leerlingen kennis op over een

onderwerp. Vervolgens gebruiken ze deze kennis om te oefenen met vaardigheden, die nodig zijn om

de taak goed uit te voeren. Daarna beschikken de kinderen over de juiste kennis en vaardigheden en

gaan ze aan de slag met het uitvoeren van een concrete taak. “Kinderen leren zo om gebruik te

maken van hun kennis en ervaring” Malmberg, A. Bakker (2014). Zie bijlage voor de leerlijnen 21e-

eeuwse vaardigheden van Malmberg.

Page 13: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 12

3. Vraagstelling

3.1 Hoofdvraag

Hoe kan het actuele programma erfgoedonderwijs van het preHistorisch Dorp dat gericht is op groep

5 t/m 8 aansluiten bij de werkwijze van de geschiedenismethode “Brandaan”?

3.2 Deelvragen

- Wat wordt verstaan onder erfgoedonderwijs ?

- Wat wordt verstaan onder de werkwijze van de geschiedenismethode “Brandaan”?

- Hoe ziet het programma van het preHistorisch Dorp er uit ?

- In hoeverre bevat het programma van het preHistorisch Dorp de 5 situaties uit het 5-taken-

model?

In dit onderzoek wordt verstaan onder het begrip “werkwijze” = de manier waarop de methode te

werk gaat met achterliggende gedachtes.

In dit onderzoek wordt verstaan onder het begrip “actuele programma” = de verschillende

programma’s die het preHistorisch Dorp nu biedt aan leerlingen.

In dit onderzoek wordt verstaan onder het begrip “5-taken-model”= het 5-taken-model dat door

Malmberg is samengesteld om zo de geschiedenislessen vorm te geven en aandacht te geven aan

21e-eeuwse vaardigheden en het ontdekkend en onderzoekend leren.

Page 14: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 13

4. Onderzoeksmethode De afbeelding hieronder geeft weer, hoe het onderzoek wordt vormgegeven en welke stappen er

precies doorlopen worden in het proces. Zoals aangegeven, wordt er gestart met de

onderzoeksvraag die ook bestaat uit enkele deelvragen. Voordat er antwoord gegeven kan worden,

dient de nodige theorie verzameld te worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bronnen uit het

werkveld. Om zo’n goed mogelijk beeld te krijgen van het programma van het preHistorisch Dorp

word er een aantal keer meegelopen met de educatoren die de activiteiten aanbieden. Dit wordt

teruggekoppeld en is naast de methode van Brandaan gelegd. Hieruit komen de resultaten, de

conclusie en de uiteindelijke aanbeveling.

4.1 Keuze Brandaan

Er was geen informatie beschikbaar over welke geschiedenismethode het meest gebruikt werd.

Daarom is er op andere manieren gezocht naar een methode die vaak gebruikt wordt en die

vernieuwend is. Er is gekozen om het programma van het preHistorisch Dorp naast de

geschiedenismethode Brandaan te leggen om de volgende redenen:

- Er is contact geweest via mail met de geschiedenisdocent Marjan de Groot-Reuvekamp van

de PABO in ’s Hertogenbosch. De vraag die gesteld is: welke methode zij het meeste ziet in

haar werkveld. Haar antwoord was: Brandaan, Wijzer door de tijd en Bij de tijd. Zie bijlage

voor deze mail. Bij de tijd is een verouderde methode die vervangen is door Argus Clou, deze

valt dus al af. Wijzer door de tijd is ook verouderd, de nieuwe methode heet Wijzer!

- Er is gebeld met Malmberg, de uitgever van Brandaan. Zij gaven aan dat hun methode

afgelopen schooljaar (2016-2017) een vroeg start heeft gemaakt op ruim 60 scholen. In het

nieuwe schooljaar (2017-2018) start de uitgever met het uitgeven van deze methode aan

meer scholen, het precieze aantal wilde zij niet noemen. In dit telefoongesprek werd ook

gevraagd naar de onderwijsvernieuwingen die Brandaan hanteert. Al snel werd de conclusie

getrokken dat zij erg bezig zijn met de 21e-eeuwse vaardigheden, het thematisch werken,

burgerschap en taalondersteuning. Brandaan is dus erg vernieuwend.

Page 15: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 14

- Er is gebeld met Noordhoff, de uitgever van Wijzer! Zij konden geen informatie verlenen. Na

het bestuderen van de website van Wijzer! komt de volgende informatie: ook zij werken met

de 21e-eeuwse vaardigheden, zij werken met tijdvakken die ze gestructureerd aanbieden, ze

werken opbrengstgericht en thematisch.

Omdat de methodes Bij de tijd en Wijzer door de tijd allebei verouderd zijn, is de keuze snel gemaakt

voor de geschiedenismethode Brandaan.

4.2 Observaties

Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de verschillende programma’s is er gekozen om mee te

lopen met 3 verschillende programma’s en drie verschillende educatoren, om een zo objectief

mogelijk beeld te krijgen. Deze programma’s worden zo objectief mogelijk geobserveerd en

beschreven om een zo objectief mogelijke waarneming te krijgen volgens een kijkwijzer gebaseerd

op het 5-taken-model.

Daarnaast wordt er een steekproef van twee programma’s toegepast om zo de deelvraag te

beantwoorden hoe het programma aansluit bij het 5-taken-model waarin de 21e-eeuwse

vaardigheden en het ontwerpend en onderzoekend leren verwerkt zit. Er is bewust gekozen voor een

2uurs programma, omdat dit volgens directeur Ward Rennen het meest gebruikte programma is dat

scholen boeken als ze een preHistorisch Dorp gaan bezoeken. De keuze is gebaseerd op een

programma gericht op de prehistorie en een die gericht is op de middeleeuwen, omdat dit twee

aparte tijdvakken zijn die het preHistorisch Dorp aanbiedt. Deze 2uurs programma’s bieden de

standaard voor de rest van de programma’s, wil een groep langer een bezoek brengen, wordt er

alleen een activiteit toegevoegd.

Door de 3 observaties van 3 verschillende programma’s wordt de beschrijving van de twee 2uurs

programma’s sterker onderbouwd.

Page 16: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 15

5. Resultaten

Zoals bij de onderzoeksmethode te lezen was, is er meegelopen met 3 verschillende programma’s en

onderwijzers. Deze objectieve beschrijvingen zijn hier te lezen. Er is gekozen voor observaties omdat

dit een veelgebruikte methode is bij het onderzoeken van onderwijs- en leersituaties volgens

Kallenberg, Koster, Onstenk & Scheepsma (2014). Het is volgens hen een goede manier om met

behulp van je eigen zintuigen informatie te verzamelen. In onderzoek is het observeren meer dan

alleen waarnemen of opmerkzaam zijn. “Je kijkt of luistert gericht naar het gedrag van leerlingen (of

leraren) vanuit een bepaalde vraagstelling, die je van te voren nauwkeurig hebt vastgesteld” aldus

Kallenberg, Koster, Onstenk & Scheepsma (2014).

5.1 Wat wordt verstaan onder erfgoedonderwijs ?

Uit het theoretisch kader blijkt dat erfgoedonderwijs gaat over en werkt met verschillende

historische bronnen. Het uitgangspunt ligt binnen Nederland en draagt sporen van het culturele

verleden. Leerlingen hebben erfgoededucatie nodig om culturele bagage zich eigen te maken.

Hierdoor ontwikkelen ze historisch besef.

5.2 Wat wordt verstaan onder de werkwijze van de geschiedenismethode “Brandaan”?

Brandaan behandeld de kennis die is aangegeven in de kerndoelen. Een leerjaar bestaat uit vijf

thema’s en deze behandelen één tijdvak. Brandaan kiest bewust voor een didactisch afwisselend

aanbod binnen de methode. Brandaan koppelt 21e-eeuwse vaardigheden en onderzoekend en

ontdekkend leren aan elkaar door middel van het 5-taken-model die ze inzetten bij iedere les.

Daarnaast differentieert Brandaan op tempo, niveau en leerstijl. Dit doen zijn door verschillende

oefeningen in te zetten. De activiteit past bij de lesstof die op dat moment wordt aangeboden. Bij

niveau worden er extra opdrachten aangeboden die moeilijker zijn. Brandaan maakt gebruik van

bakkaarten die inspelen op de leerstijl van kinderen.

5.3 Hoe ziet het programma van het preHistorisch Dorp er uit ?

Om enigszins het overzicht te behouden is er gekozen om twee programma’s uit te lichten. Beide

programma’s duren twee uur en worden het meest gebruikt, het ene gaat over de prehistorische tijd,

de ander gaat over de middeleeuwen. Beide beginnen met een rondleiding en uitleg van de

activiteiten waarbij wordt uitgegaan van maximaal één uur. Vervolgens gaan de leerlingen aan de

slag met activiteiten, dit duurt ook maximaal één uur. De groep helpt altijd mee met opruimen. In

het hoogseizoen (april t/m oktober) lopen de leerlingen door de winkel. Zie bijlage voor alle

uitgewerkte programma.

SNUFFELEN AAN DE PREHISTORIE (2 uur Prehistorie) Voorbereiding 30 min. Opruimen 30 min. Excl. Pauze’s Maximaal 35 leerlingen, minimaal 4 begeleiders.

GOEDGELOVIG (2 uur Middeleeuwen) Duur 2 uur. Voorbereiding 45 min. Opruimen 20 min. Excl. Pauze’s Alleen in Wevershuis (i.v.m. faciliteiten) Maximaal 30 leerlingen, minimaal 4 begeleiders; 4 groepjes.

Page 17: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 16

Rondleiding & Uitleg activiteiten (niet langer dan 0,5uur). Activiteiten:

Graan malen: Kinderen pakken een handje graan en leggen dit op een maalsteen. Met een andere maalsteen malen de kinderen het graan tot het meel is geworden. Dit kan ook gedaan worden met een diepe maalsteen. De leerlingen stampen het graan fijn met een stamper.

Kano varen: De kinderen trekken een reddingsvest aan en stappen in een houten kano. Er mogen maximaal 3 kinderen per keer varen.

NB van nov. t/m maart en bij slecht weer; Amulet maken: De kinderen krijgen een stukje klei. Hier maken ze een plat rondje van. Met een stokje uit de omgeving mogen ze hun eigen amulet versieren. Vervolgens leggen ze dit op een ijzeren bordje en leggen dit naast het vuur. Daar droogt het op.

Hout hakken: De kinderen pakken hout en zetten dit op het houtblok. Vervolgens pakken ze een hakbijl en proberen het hout door midden te slaan. Als het hout door midden is geslagen mogen ze het in de bak werpen zodat het gebruikt kan worden om vuur te maken.

Speer werpen: De kinderen proberen met een speer op een houten zwijn te mikken. Telkens gooit er een kind terwijl de andere kinderen op veilige afstand toekijken.

NB Bij slecht weer vonken slaan:

Thee drinken/maken (afsluiting): De leerlingen verzamelen diverse kruiden die ze in een pan stoppen. De pan wordt boven een vuurtje gezet en aan de kook gebracht. Aan het einde van het programma hebben de leerlingen zo eigengemaakte thee.

Optioneel demo/workshop vuur maken (bij ‘gevorderde groepen’). Groepen helpen mee opruimen. Door winkel lopen (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober).

Rondleiding & Uitleg activiteiten (niet langer dan 1uur). Activiteiten:

Tinnen bedevaartinsigne gieten: De kinderen krijgen allemaal een klompje tin. Deze leggen ze in een lepel en houden hem dan in het vuur. De tin smelt bij de hoge temperatuur waarna ze de gesmolten tin in een mal gieten. Zodra de tin is afgekoeld halen ze het uit de mal.

Spelletjes (marktplein): Er worden verschillende spellen gedaan zoals: kegelspel, dolle Jan, hoepelen, beugelspel, stelt lopen, kruisboog schieten en tribulet.

Kalligraferen en miniatuur: De kinderen schrijven met een ganzenveer of kroontjespen het middeleeuwse schrift. Vervolgens gaan ze een zelfgekozen hoofdletter mooi versieren.

Kaarsen maken: De kinderen krijgen allemaal een lontje, deze dompelen ze in een pan, laten dit drogen en dompelen hem vervolgens weer. Zo gaat dit door en groeit dit lontje langzaam uit tot een kaars.

Groepen helpen mee opruimen. Door winkel lopen (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober).

Page 18: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 17

Tabel 5.3.1

Hieronder worden de twee programma’s geanalyseerd volgens de 5 stappen uit het 5-taken-model.

Bij het analyseren is er rekening gehouden met de deelonderwerpen die terugkomen in het

observatieformulier (zie bijlage hiervoor). Niet alle deelonderwerpen komen hierin terug omdat dit

dingen zijn die je moet kunnen waarnemen in de praktijk. Vandaar dat de observaties deze

programma’s ondersteund.

Snuffelen aan de prehistorie Goedgelovig

Stap 1: Denk het uit Er is ruimte voor de leerlingen om vragen te stellen. De leerlingen moeten wel nadenken over de gevolgen van hun plan doordat er risicovolle activiteiten bij zitten. De kinderen bouwen kennis op over het onderwerp door wat de educator vertelt en wat ze zelf uitvoeren.

Er is ruimte voor de leerlingen om vragen te stellen. De leerlingen moeten wel nadenken over de gevolgen van hun plan doordat er risicovolle activiteiten bij zitten. De kinderen bouwen kennis op over het onderwerp door wat de educator vertelt en wat ze zelf uitvoeren.

Stap 2: Vind een antwoord De leerlingen hoeven niet zelf opzoek naar antwoorden.

De leerlingen hoeven niet zelf opzoek naar antwoorden.

Stap 3: Laat het zien De leerlingen oefenen de vaardigheden een aantal keer achter elkaar om de activiteit goed uit te voeren.

De leerlingen oefenen de vaardigheden een aantal keer achter elkaar om de activiteit goed uit te voeren.

Stap 4: Maak een keuze Dit is iets wat alleen waarneembaar is in de praktijk.

Dit is iets wat alleen waarneembaar is in de praktijk.

Stap 5: Los het op Bij iedere activiteit moeten de leerlingen samenwerken en houden zij rekening met de verschillende ideeën van elkaar.

Bij de spelletjes op het marktplein moeten de leerlingen samenwerken, daarbij houden zij rekening met de verschillende ideeën van elkaar.

Tabel 5.3.2

Page 19: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 18

5.4 In hoeverre bevat het programma van het preHistorisch Dorp de 5 situaties uit het 5-taken-

model?

Grafiek 5.4.1

Hieronder wordt weergegeven wat er wordt verstaan onder de stappen binnen de grafiek:

1 Denk het uit

2 Vind een antwoord

3 Laat het zien

4 Maak een keuze

5 Los het op

Hieronder is een verduidelijking van de grafiek aan de hand van percentages.

Stappen 100% Deel Aantal % Komt voor

Stap 1 15 10 66,67%

Stap 2 9 4 44,44%

Stap 3 6 6 100%

Stap 4 6 3 50%

Stap 5 9 6 66,67%

Tabel 5.4.2

Hieronder staat schematisch weergegeven hoe de verhoudingen zijn binnen de activiteiten.

Er is gekeken naar de totale tijdsduur, het aantal activiteiten binnen het programma en het

gemiddelde van de uitleg per activiteit.

Tijdsduur uitleg Aantal activiteiten Gemiddelde uitleg per activiteit

1 40 minuten 4 10 minuten

2 35 minuten 7 5 minuten

3 37 minuten 5 7 minuten

Tabel 5.4.3

0

2

4

6

8

10

12

Stap 1/max 15 Stap 2/max 9 Stap 3/max 6 Stap 4/max 6 Stap 5/max 9

Resultaten 5-taken-model

Komt voor

Page 20: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 19

Zelfzorg (geraadpleegd op 13 juni 2017) stelt dat er verschil is tussen de concentratie die vrijwillig

ontstaat, en de concentratie die moet. Verplichte concentratie wordt door een kind minder lang

volgehouden. Een 6-jarig kind kan zich maar 10 minuten concentreren, een 10-jarige kan zich 20

minuten concentreren en een 13-jarig kind kan 30 minuten geconcentreerd blijven.

Page 21: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 20

6. Conclusie Dit onderzoek draagt bij aan het verbeteren van het programma van het preHistorisch Dorp ten

aanzien van het huidige geschiedenisonderwijs. Door het opstellen van een theoretisch kader en het

verzamelen van data door middel van observaties is een antwoord gevonden op de volgende vraag:

Hoe kan het actuele programma erfgoedonderwijs van het preHistorisch Dorp dat gericht is op groep

5 t/m 8 aansluiten bij de werkwijze van de geschiedenismethode “Brandaan”?

Het preHistorisch Dorp kan aansluiten bij de werkwijze van de geschiedenismethode “Brandaan”

door nog meer in te spelen op het 5-taken-model oftewel: het ontwerpend en onderzoekend leren

en de 21e -eeuwse vaardigheden.

Uit de resultaten blijkt dat het programma erfgoedonderwijs van het preHistorisch Dorp al voor een

deel aansluit op het huidige geschiedenisonderwijs en de huidige onderwijsontwikkelingen door het

gebruik van het 5-taken-model, dat de methode Brandaan hanteert.

Uit de observaties blijkt dat het preHistorisch Dorp Stap 3: Laat het zien, al goed terugkomt tijdens de

activiteiten en tijdens het programma. In de 3 observaties kwam deze stap op alle deelonderwerpen

met 100% “Ja” naar voren.

Een opvallende uitkomst is Stap 2: Vind een antwoord. Deze kwam het minst vaak naar voren in de 3

observaties, met maar 44,44%.

Maar ook Stap 4: Maak een keuze, wordt nog onderbelicht in het programma van het preHistorisch

Dorp, met maar 50% kwam deze stap naar voren als “Ja”.

Na het observeren van 3 activiteiten wordt duidelijk dat de tijdsduur van de uitleg van de activiteiten

erg lang duurt en dat daardoor de betrokkenheid van de leerlingen wat afzwakt. Zoals in de

resultaten te zien is, is theorie over de betrokkenheid naast de tijdsduur gelegd. Daaruit blijkt dat de

uitleg van de activiteiten langer duurt dan de aangegeven spanningsboog die leerlingen hebben om

naar een uitleg te luisteren.

Uit de theorie blijkt dat Brandaan differentieert op tempo, niveau en leerstijl. Dit is bij het

preHistorisch dorp nog niet aanwezig. Dat blijkt uit de uitgewerkte observaties van de 3 meegelopen

programma’s. Daardoor ontstaat er een compleet beeld van de programma’s van het preHistorisch

dorp.

Kortom, het preHistorisch Dorp sluit al voor een groot deel aan bij de werkwijze van de

geschiedenismethode “Brandaan”, maar dit kunnen zij nog verbeteren door meer in te steken op

Stap 2: Het vinden van een antwoord en op Stap 4: Het maken van een keuze. Daarnaast zou het

preHistorisch Dorp de uitleg aan kunnen passen, zodat de leerlingen meer betrokken zijn hierbij.

Zodat dit ook aansluit bij de spanningsboog die leerlingen hebben. Ook bij het differentiëren op

tempo, niveau en leerstijl valt nog winst te halen. Hoe zij dit specifiek zouden kunnen doen is te lezen

bij de aanbevelingen.

Page 22: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 21

7. Discussie In dit hoofdstuk wordt het onderzoek nog eens kritisch bekeken. De validiteit en betrouwbaarheid

van het onderzoek komt naar voren en de resultaten.

7.1 Validiteit en betrouwbaarheid

Voor dit onderzoek is er van één geschiedenismethode uitgegaan om daar het preHistorisch dorp aan

te spiegelen. Er is gekozen voor Brandaan omdat zij naar voren kwamen als meest gebruikt na

verschillende andere methodes geëlimineerd te hebben. Als er kritisch gekeken wordt naar deze

selectie, had dit wat specifieker gekund. Helaas was er weinig tot geen informatie beschikbaar en

verkrijgbaar om hier echt een goede selectie te maken. Door de korte tijd en niet beschikbare

informatie is deze selectie anders verlopen dan verwacht. Daarnaast is er een observatiekaart

gemaakt volgens de richtlijnen van Kallenberg, Koster, Onstenk & Scheepsma (2011). Deze

observatiekaart is gericht op het 5-taken-model en de onderliggende vaardigheden die de kinderen

horen te beheersen bij iedere taak. De observatie is daardoor specifiek en objectief afgenomen. Er is

gekozen voor een selectie van 3 verschillende programma’s als steekproef. Ook zijn er 2

programma’s gekozen die het meeste gebruik worden volgens het preHistorisch Dorp om zo als

steekproef de programma’s naast de observaties en het 5-taken-model te leggen. De observaties

versterken de uitwerking van de 2 programma’s.

Wat onvoorziene zaken zijn de betrokkenheid en de tijdsduur die opvielen tijdens het observeren.

Deze zijn dan ook later toegevoegd aan het observatieformulier. Een ander onvoorziene zaak is dat

het verkrijgen van informatie van de uitgeverijen niet ging zoals gehoopt. Malmberg en Noordhoff

gaven geen informatie weg.

7.2 Resultaten

De resultaten van het observeren zijn objectief gelopen zoals hierboven al beschreven is. Deze

resultaten waren niet helemaal zoals verwacht. De uitleg was erg opvallend en ook de betrokkenheid

van de leerlingen. Dit was vooraf niet zoals verwacht. De resultaten van het beschrijven van de 2

gekozen programma’s zijn uitgewerkt door middel van een overzicht document van het preHistorisch

Dorp. Dit overzicht document is ook in de bijlagen te vinden. De informatie over erfgoedonderwijs en

de werkwijze van de methode “Brandaan” zijn theoretisch uitgewerkt in het theoretisch kader. Deze

resultaten waren zoals verwacht.

Page 23: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 22

8. Aanbevelingen Naar aanleiding van de resultaten en de conclusie worden hieronder een aantal aanbevelingen

gedaan die het preHistorisch Dorp nog kan verbeteren willen zij zo goed mogelijk aansluiten op het

geschiedenisonderwijs op de bassischool en de onderwijsvernieuwingen.

8.1 5-taken-model

Ten aanzien van het 5-taken-model zijn er aanpassingen nodig om zo goed mogelijk aan te sluiten bij

de 21e-eeuwse vaardigheden en het ontwerpend en onderzoekend leren. Stap 2: Vind een antwoord

wordt nog erg onderbelicht. Dit zou het preHistorisch dorp kunnen verbeteren door meer in te

spelen op het verkrijgen van informatie door zelf op onderzoek uit te gaan. Nu wordt het vaak

frontaal verteld en worden de leerlingen niet uitgedaagd om zelf na te denken. Een concreet idee

voor deze stap zou kunnen zijn om minder te vertellen en meer de leerlingen te laten verwonderen.

Door de activiteiten minder vast te leggen en de leerlingen hierin vrij te laten. Zo kunnen zij

bijvoorbeeld zelf uitproberen en onderzoeken hoe iets werkt (denk aan graanmalen).

Stap 4: Maak een keuze, wordt ook onderbelicht en kan beter. Dit zou het preHistorisch Dorp kunnen

verbeteren door meer in te spelen op de autonomie van de leerling. Het deelonderwerp van deze

stap is het onderscheiden van feiten en meningen, dit kwam niet naar voren in alle activiteiten. Dit

zou het preHistorisch Dorp aan kunnen passen door de leerlingen te laten nadenken over wat een

feit is en wat een mening is. Dit zouden zij kunnen door in hun verhaal dit door te laten schemeren

en de leerlingen hierover te laten nadenken. Voorbeeld: “Om vuur te maken heb je een vuursteen

nodig, maar die vind ik onhandig dus gebruik ik liever een lucifer. Wie van jullie weet er wat hiervan

een feit is en wat hiervan een mening is”? Echter is dit slechts een suggestie om Stap 4 nog beter aan

de orde te laten komen. Stap 4 bestaat enkel uit 2 deelonderwerpen, daarom is deze al snel

onderbelicht.

8.2 Uitleg

Ten aanzien van de objectieve observaties viel het op dat de uitleg lang is ten opzichte van de

spanningsboog die leerlingen hebben. Dit resulteert in een mindere betrokkenheid die ook te zien

was tijdens de observaties. Dit zou het preHistorisch Dorp aan kunnen passen door de uitleg flink in

te korten en een groot deel van de uitleg te vervangen door opdrachtkaarten die bij de activiteiten

liggen. Hierdoor spreek je de leerlingen aan op hun onderzoekende en ontdekkende houding. De

leerlingen zullen dan waarschijnlijk nog meer betrokken zijn bij de activiteiten. Wel is een korte uitleg

nodig met eventuele aandacht voor de gevaren die aan de activiteit verbonden zitten. Denk dan

bijvoorbeeld aan het kort nalopen met de groep van de activiteiten, daarbij de aandachtspunten

bespreken en hierbij ook veel vanuit de leerlingen laten komen.

Het viel op dat de educator veel zelf vertelt en weinig uit de leerlingen zelf haalt. Dit zou bijvoorbeeld

kunnen door het zelf “fout” voor te doen en de leerlingen zelf te laten nadenken over wat er zo

gevaarlijk is aan deze activiteit. Hierdoor komt er meer interactie vanuit de leerlingen.

8.3 Differentiatie

Als er gekeken wordt naar de manier waarop Brandaan differentieert: op tempo, niveau en leerstijl

kan het preHistorisch Dorp daar nog een verbeterslag in maken. Dit zouden zij kunnen doen door de

Page 24: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 23

activiteiten wat meer toe te spitsen op tempo, niveau en leerstijl. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door

bij de activiteiten te zorgen voor een “klaar-opdracht”. Dan zorg je ervoor dat de leerlingen zich niet

vervelen en dat ze altijd aan het werk blijven, je spitst je dan toe op tempo. Daarnaast zou je ook op

niveau kunnen differentiëren door de activiteiten op verschillende niveaus aan te bieden. De

leerlingen kiezen dan zelf welk niveau zij denken aan te kunnen. Dit kan natuurlijk niet bij alle

activiteiten. Maar er is wellicht wel ruimte voor differentiatie op niveau door de leerlingen de keuze

te geven om de activiteiten moeilijker te maken. Als laatst zou het preHistorisch dorp nog kunnen

differentiëren op leerstijl. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door leerlingen aan te spreken op hun eigen

leerstijl. Door de opdrachtkaarten toe te voegen, spreek je leerlingen automatisch al aan op hun

talige intelligentie. Behalve de muzikaal-ritmische intelligentie, wordt op alle leerstijlen een beroep

gedaan.

Page 25: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 24

9. Literatuurlijst

Alkema, E., Dam, E. van, Kuipers, J., Lindhout, C., & Tjerkstra, W. (2011). Méér dan onderwijs (7e

druk). Assen: Koninklijke Van Gorcum.

Bakker, A. (2014). 5-taken-model [Foto]. Geraadpleegd van Malmberg. (z.j.). 5-taken-model [Foto].

Geraadpleegd van http://www.malmberg.nl/Basisonderwijs/Methodes/Naut-Meander-

Brandaan/Naut-Meander-Brandaan-1/Brochure.htm

Barge, K. ten, & Pals, F. (z.j.). Brandaan. 's-Hertogenbosch, Nederland: Malmberg.

Heijden, N. van der, Nigtere, D. de, Schuster, I., & Uijtdewilligen, T. (2014). Wijzer met

erfgoededucatie. Den Bosch, Nederland: Erfgoed Brabant.

Kaap, A. van der, & Visser, A. (2016, oktober). Geschiedenis vakspecifieke trendanalyse 2016.

Geraadpleegd van http://downloads.slo.nl/Repository/geschiedenis-vakspecifieke-trendanalyse-

2016.pdf

Kallenberg, T., Koster, B., Onstenk, J., & Scheepsma, W. (2011). Ontwikkeling door onderzoek (2e ed.).

Amersfoort, Nederland: ThiemeMeulenhoff.

Kooij, C. van der & Groot-Reuvekamp, M. van (2013) geschiedenis en samenleving kennisbasis inhoud

en didactiek (2e druk). Groningen: Noordhoff Uitgevers.

Mols, P. (2003). Speurtochten naar vroeger. Baarn, Nederland: Bekadidact.

Peters, A. & Westerveen, F. (2010) Geowijzer kennisbasis inhoud en didactiek (1e druk). Groningen:

Noordhoff Uitgevers.

Thomése, M. (2008). Erfgoedonderwijs, op de basisschool. Assen, Nederland: Van Gorcum.

Activiteitenplan 2017 Eindhoven Museum. (2017). Geraadpleegd van

http://www.prehistorischdorp.nl/storage/app/media/Activiteitenplan%202017.pdf

Naut Meander Brandaan informatie brochure. (2017). Geraadpleegd van

http://www.malmberg.nl/Basisonderwijs/Methodes/Naut-Meander-Brandaan/Naut-Meander-

Brandaan-1/Brochure.htm

Naut Meander Brandaan Whitepaper 21e eeuwse vaardigheden. (2017). Geraadpleegd van

http://www.malmberg.nl/Basisonderwijs/Methodes/Naut-Meander-Brandaan/Naut-Meander-

Brandaan-1/Brochure.htm

Noordhoff Basisonderwijs-Methoden-Geschiedenis-Wijzer! (z.j.). Geraadpleegd van

http://www.noordhoffuitgevers.nl/wps/portal/nubao/!ut/p/b1/jdDLDoIwEAXQb_EDSKdjKWVZMZXK

Page 26: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 25

K_JSujEsjCHhsTF-

v0BcGQVnN8m5mdwhhlQW2zrMtZnjkgsxff1s7vWjGfq6nXbDr1xDrPLCpiLnCFKfDsGxzNGjfATVCNKMF

XJHJSRYOqBpqZIs8MLUg__y8GPkRx6iiIIUAkPM0bdj9s4vgJX7Z2Jm8r3BHgVdBGGKbAVMP5jBUsm1mr

E_dDfSmVYpVzfakpsX6TFMcw!!/dl4/d5/L2dJQSEvUUt3QS80SmtFL1o2XzZJME5GVFU1MThUNjIwQUl

RR0tKVlQyQzE2/?WCM_GLOBAL_CONTEXT

Zelfzorg. (z.j.). Concentratie bij kinderen. Geraadpleegd van http://zelfzorg.nl/concentratie-bij-

kinderen

Page 27: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 26

10. Bijlagen

10.1 Leerlijnen 21e-eeuwse vaardigheden

Page 28: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 27

10.2 Mail Marjan de Groot-Reuvekamp.

Page 29: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 28

10.3 Alle programma’s die het preHistorisch Dorp aanbiedt

Programma’s prehistorie OER DOE Duur; 1,5uur Voorbereiden 30 min. Opruimen 20 min. Excl. Pauze’s Leeftijd; 4 t/m 6 jaar Maximaal 25 personen, minimaal 3 begeleiders Locatie; bij voorkeur Schapenboerderij (Heilige Eik). Korte uitleg Prehistorie & uitleg activiteiten uitleg act. 1 & 2 • Verhaal van de heilige eik • Kruiden verzamelen voor kruidenthee uitleg act. 2 & 3 • Behendigheidspelletjes; bikkelen & speerwerpen • Muziek maken; hoorn blazen, ‘rasp’, scherven tikken, takken tegen elkaar slaan. • Kruiden thee drinken & offer

Snuffelen aan de prehistorie (2 UUR PRE) Voorbereiding 30 min. Opruimen 30 min. Excl. Pauze’s Maximaal 35 leerlingen, minimaal 4 begeleiders Rondleiding & Uitleg activiteiten (niet langer dan 0,5uur). uitleg act. 1 & 2 & 3 • Graan malen • Kano varen NB van nov. t/m maart en bij slecht weer; Amulet maken. • Hout hakken • Speer werpen NB Bij slecht weer vonken slaan. uitleg act. • Thee drinken/maken (afsluiting) • Optioneel demo/workshop vuur maken (bij ‘gevorderde groepen’). • Groepen helpen mee opruimen • Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

Oerkoek & kruidenthee (3 UUR PRE) Voorbereiden 45 min. Opruimen 30 min. Excl. Pauze’s Maximaal 35 leerlingen, minimaal 5 begeleiders

Rondleiding & Uitleg activiteiten (niet langer dan 1uur).

Graan malen

Kano varen NB van nov. t/m maart en bij slecht weer; Amulet maken.

Hout hakken

Speer werpen NB Bij slecht weer vonken slaan.

Thee drinken/ maken & Pannenkoeken maken (afsluiting)

Optioneel demo/workshop vuur maken (bij ‘gevorderde’ groepen)

Groepen helpen mee opruimen

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

Koken & Stoven (4 UUR PRE) Voorbereiden 60 min. Opruimen 30 min. Excl. Pauze’s Maximaal 40 leerlingen, minimaal 5 begeleiders

Rondleiding & Uitleg activiteiten (niet langer dan 1uur).

Page 30: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 29

Graan malen

Kano varen NB van nov. t/m maart en bij slecht weer; Amulet maken.

Hout hakken

Speer werpen NB Bij slecht weer vonken slaan.

Thee drinken/ maken & Pannenkoeken maken (afsluiting)

Brood bakken (deeg kneden, oven stoken)

Optioneel demo/workshop vuur maken (bij ‘gevorderde’ groepen)

Groepen helpen mee opruimen

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

Beleef de prehistorie (5 UUR PRE) Voorbereiden 60 min. Opruimen 40 min. Excl. Pauze’s Maximaal 40 leerlingen, minimaal 5 begeleiders

Kano varen NB van nov. t/m mrt. en bij slecht weer; Amulet maken.

Hout hakken

Graan malen

Speer werpen NB Bij slecht weer vonken slaan.

Thee drinken/ maken

Pannenkoeken maken

Brood bakken (deeg kneden, oven stoken)

Amulet maken

Optioneel demo/workshop vuur maken (bij ‘gevorderde’ groepen)

Groepen helpen mee opruimen

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

Programma’s middeleeuwen AMBACHTEN IN WINTERTIJD nov. t/m maart Duur 2uur. Voorbereiden 45 min. Opruimen 20 min. Excl. Pauze’s Alleen in Wevershuis (i.v.m. faciliteiten) Maximaal 30 leerlingen, minimaal 4 begeleiders

Rondleiding & Uitleg activiteiten (niet langer dan 1uur).

Kaarsen maken

Vilten

Tin gieten

Kruidenthee drinken (thee al klaar wanneer groep komt)

Groepen helpen mee opruimen

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

GOEDGELOVIG Duur 2 uur. Voorbereiding 45 min. Opruimen 20 min. Excl. Pauze’s Alleen in Wevershuis (i.v.m. faciliteiten) Maximaal 30 leerlingen, minimaal 4 begeleiders; 4 groepjes.

Rondleiding & Uitleg activiteiten (niet langer dan 1uur).

Page 31: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 30

Tinnen bedevaartinsigne gieten

Spelletjes (spelletjes marktplein)

Kalligraferen en miniatuur

Kaarsen maken

Groepen helpen mee opruimen

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

MEESTER & GEZEL Duur 3 uur. Voorbereiding 45 min. Opruimen 30 min. Excl. Pauze’s Alleen in Wevershuis (i.v.m. faciliteiten) Maximaal 30 leerlingen, minimaal 5 begeleiders

Rondleiding

Beiteltje smeden

Mergel bewerken

Buideltje maken

Koordje twijnen (voor buidel)

Tinnen muntje slaan en knippen

Groepen helpen mee opruimen

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

BOERENLEVEN Duur 2 uur. Voorbereiding 30 min. Opruimen 30 min. Excl. Pauze’s Alleen in Adelijke hoeve (i.v.m. faciliteiten) Maximaal 30 leerlingen, minimaal 4 begeleiders

Rondleiding

Hout hakken (winter)

Appeltjes roosteren (herfst)

Wol vilten (lente)

Graan malen (zomer)

Groepen helpen mee opruimen

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

BOERENMARKT Duur 3 uur. Voorbereiding 50 min. Opruimen 40 min. Excl. Pauze’s Alleen in Adelijke hoeve (i.v.m. faciliteiten) Maximaal 30 leerlingen, minimaal 4 begeleiders

Rondleiding

Wafels bakken

Kaarsjes dompelen

Touw slaan

Hout hakken

Vilten Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

Page 32: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 31

AMBACHTEN IN WINTERTIJD Tijdsduur: 2 uur (november t/m maart) Locatie: alleen in Wevershuis (i.v.m. faciliteiten) Maximaal: 30 leerlingen, minimaal 4 begeleiders

rondleidingen & uitleg activiteiten Kaarsen maken Vilten Tin gieten Kruidenthee drinken

MUSEUMSCHATJES Duur 1,5 uur. Voorbereiden 15 min. Opruimen 15 min. Excl. Pauze’s Maximaal 35 leerlingen, 1 op 5 begeleiding

lesbrief

korte rondleiding a.d.h.v. lesbrief

spelletjes marktplein

munt slaan

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

KUNSTMENU (AH en WH) Overleef anno 1486! Duur 1,5 uur. Voorbereiden 45 min. Opruimen 15 min. Excl. Pauze’s Maximaal 35 leerlingen, 1 op 5 begeleiding

korte rondleiding

kaarsen maken

kalligraferen (geen miniatuur)

munt-slaan

beantwoorden lesbrief (optioneel)

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

Slaapprogramma prehistorie 24 UUR (= 1 dag, 1 nacht) Voorbereiden 60 min. Opruimen 60 min. Excl. Pauze’s Runderhoeve; Maximaal 30 slaapplekken/leerlingen, minimaal 5 begeleiders Schapenboerderij; Maximaal 35 slaapplekken/leerlingen, minimaal 5 begeleiders; Dag 1 vanaf 9:30 tot 16:30uur. NB Groepen liever niet later beginnen dan 10uur. Ochtend - uitleg over vuur maken en vuurregels. - vuur maken per groepje. - rondleiding en uitleg over het erf, de hoeve en het leven in prehistorie Middag - lunch (zelf meegenomen) - brood bakken (voor ontbijt dag 2)

Page 33: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 32

- zagen en hout hakken - kano varen - groente snijden voor avondmaal - eventueel speer werpen Avond - Avondmaal bereiden; Groentesoep & Prehistorische Graanschotel (varkensvlees) NB voor vegetariërs een ei.

Dag 2 9 tot 16:30uur Programma start om 9:30uur! (dus dan klaar met ontbijt en locatie op orde) Ochtend - ontbijt; Brood met kaas, oermoes, ei en kruidenthee - samen schoonmaken & opruimen - door winkel

48 UUR (= 2 dagen, 2 nachten) Voorbereiden 60 min. Opruimen 60 min. Excl. Pauze’s Runderhoeve; Maximaal 30 slaapplekken/leerlingen, minimaal 5 begeleiders Schapenboerderij; Maximaal 35 slaapplekken/leerlingen, minimaal 5 begeleiders Dag 1 Ochtend - uitleg over vuur maken en vuurregels. - vuur maken per groepje. - rondleiding en uitleg over het erf, de hoeve en het leven in prehistorie Middag - lunch (zelf meegenomen) - brood bakken (voor ontbijt dag 2) - zagen en hout hakken - kano varen - groente snijden voor avondmaal - eventueel speer werpen Avond - Avondmaal bereiden; Groentesoep & Prehistorische Graanschotel (varkensvlees) NB voor vegetariërs een ei. Dag 2 Ochtend - ontbijt; Brood met kaas, oermoes, ei en kruidenthee - lunch voorbereiden: pannenkoeken bakken en bewaren in houten bak. - leem trappen, amulet, kraal maken - touw- slaan (fakkel maken) - vuur maken - zagen en hout hakken - evt. het winkeltje bezoeken Middag - lunch (pannenkoeken met oermoes) - Spelprogramma ‘de Vuurmeesters van Eversham’

Page 34: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 33

Avond - Kippensoep, kippenpootjes, couscous-schotel en Hang-op NB voor vegetariërs een vegaburger - optioneel; Kingsfall & Wandeling in GP Dag 3 Ochtend - ontbijt; Pap met krenten, honing en kaneel. Aangevuld met restant brood en appel - samen schoonmaken & opruimen - door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

Slaapprogramma middeleeuwen 24 UUR (= 1 dag, 1 nacht). Voorbereiden 60 min. Opruimen 90 min. Excl. Pauze’s Adelijke Hoeve; Maximaal 40 slaapplekken/leerlingen, minimaal 5 begeleiders Dag 1 Ochtend - uitleg over vuur maken en vuurregels. - vuur maken per groepje. - rondleiding en uitleg over het erf, de hoeve en het leven in Middeleeuwen Middag - lunch (zelf meegenomen) - brood bakken (voor ontbijt dag 2) - kaars maken - zagen en hout hakken - kano varen - groente snijden voor avondmaal - eventueel kanovaren (goed weer)/vilten (slecht weer) Avond - Mosterdsoep met stoofpotje (rundvlees) NB vegetariërs krijgen een ei. Dag 2 Ochtend - ontbijt; Brood met kaas, oermoes of ei en kruidenthee - samen schoonmaken & poetsen - door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

48 UUR (= 2 dagen, 2 nachten). Voorbereiden 60 min. Opruimen 90 min. Excl. Pauze’s Dag 1 Ochtend - uitleg over vuur maken en vuurregels. - vuur maken per groepje. - rondleiding en uitleg over het erf, de hoeve en het leven in Middeleeuwen Middag - lunch (zelf meegenomen)

Page 35: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 34

- brood bakken (voor ontbijt dag 2) - kaars maken - zagen en hout hakken - kano varen - groente snijden voor avondmaal - eventueel kanovaren (goed weer)/vilten (slecht weer) Avond - Mosterdsoep met stoofpotje (rundvlees) NB vegetariërs krijgen een ei.

Dag 2 Ochtend - ontbijt; Brood met kaas, oermoes of ei en kruidenthee - lunch voorbereiden: pannenkoeken bakken en bewaren voor de lunch in houten bak. - broodmuntje gieten - leren buideltje maken - vuur maken - touw slaan (fakkel maken) - evt. het winkeltje bezoeken Middag - lunch; pannenkoeken eten (evt. pannenkoeken bij bakken) - spelprogramma ‘de Vuurmeesters van Endehoven’

Avond - avondeten koken; Kippensoep, kippenpootjes, couscous-schotel en hang-op . NB vegetariërs krijgen een vegaburger. - optioneel; Kingsfall & Wandeling in GP Dag 3 Ochtend - ontbijt; Pap met krenten, honing, appel en kaneel. Aangevuld met restant brood - samen schoonmaken & poetsen - door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

Overige arrangementen RONDLEIDING Duur; 1uur Maximum aantal personen; 30

KINDERFEESTJES Duur 2,5 uur. Van 14.00-16.30 uur. Voorbereiding 40 min. Opruimen 20 min. Excl. Pauze’s NB 2 activiteiten voor de pauze & 2 na de pauze NB 4 per middag (2 groepen per locatie/GB) Aantallen: Maximaal 10 kinderen en minimaal 2 volwassenen Tijden: Woensdag 14.00-16.30 uur Vrijdag 14.00-16.30 uur

Hout hakken

Amulet maken

Page 36: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 35

Vuurdemo

Pauze; thee drinken & pannenkoek bakken (GB zelf deeg maken)

Kano varen (goed weer) OF speerwerpen (alleen bij erg slecht weer)

Zwaardvechten (jongens) OF schminken (meisjes)

Cadeau (ganzenveer)

Optioneel; Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

Wintervariant; Ipv kanovaren & speerwerpen; kaarsen maken

KOEKENBAKKERS VAN EVERSHAM Duur 3 uur. Voorbereiding 45 minuten. Opruimen 30 minuten. Excl. Pauze’s Maximaal 40 personen rondleiding (max. een uur)

touw slaan

vuur maken

hout hakken

graan malen

pennen slaan

ei-toe-eigenen (spel)

zelf koeken bakken

kano varen (bij slecht weer speer werpen)

meehelpen opruimen

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

Pottenkijkers en pannenlikkers Duur 4 uur Voorbereiding 60 min. Opruimen 45 min. Excl. Pauze’s Maximaal 40 personen

rondleiding (max. een uur)

Brood bakken

Groentesoep

Walnotenpasta

Verse kaas

Pannenkoeken bakken

Hout hakken

Vuur maken

Meehelpen opruimen

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

Ervaar de prehistorie 2 uur. Voorbereiden 45 min. Opruimen 30 min. Excl. Pauze’s Maximaal 40 personen Rondleiding (max. een uur)

Hout hakken en zagen

Vuur maken met slagijzer

Pannenkoek bakken

Kruidenthee maken

Speerwerpen (optioneel)

Kano varen (optioneel)

Page 37: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 36

Meehelpen opruimen

Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober)

De smaak van oerbrood 4 uur. Voorbereiden 45 min. Opruimen 30 min. Excl. Pauze’s Maximaal 40 personen rondleiding (max. een uur)

Vuur maken

Hout zagen en hakken

Deeg kneden (evt. met noten, krenten, kaas)

Oven stoken

Broodbakken

Kruidenthee

Meehelpen opruimen Door winkel (alleen in hoogseizoen; april t/m oktober) WOENSDAGMIDDAG ACTIVITEIT ‘Help ridders & jonkvrouwen gezocht’! Leeftijd; 4 tot 8 jaar Woensdag middag activiteit 13:30-15:30uur Locatie; Marktplein Bemensing; 1 Groepsbegeleider (GB) EVT. aangevuld met stagiaire (Fontys-Pabo) Thema; Middeleeuwen Subthema; De middeleeuwen waren niet zo verschrikkelijk (smerig) als we denken. Activiteiten; 1) GB verteld in karakter wat de context is en heeft een hulp vraag. 2) ca. 4 tal onbemande activiteiten die men zelf kan uitvoeren als een soort ‘proeve van bekwaamheid’ alvorens echt in staat GB’ er te kunnen helpen. 3) Terugkoppeling ‘Proeve van bekwaamheid’ aan GB 4) Helpen GB 5) Beloning & afronding.

Page 38: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 37

10.4 Observatieformulier Ruud 09-05-2017

Situatie 5-taken-model:

Wat valt er te zien?

1. Denk het uit Hebben de leerlingen een vraag? Hebben de leerlingen een plan om de activiteit uit te voeren? Denken de kinderen na over de gevolgen van hun plan? Combineren de leerlingen hun ideeën in de activiteit? Bouwen de kinderen kennis op over het onderwerp?

Ja, de leerlingen stellen vragen en Ruud geeft hier ook tijd voor. Zodat de leerlingen op al hun vragen antwoord krijgen. De vragen hebben betrekking op de activiteiten maar ook op de informatie van de tijd. Dit plan wordt de leerlingen verteld, hier hoeven ze niet zelf over na te denken. Wel bedenken de leerlingen zelf een plan bij het kanovaren (wie gaat er eerst). De kinderen denken na over de gevolgen bij het houthakken, het graanmalen en bij het kanovaren. Ze weten wat er gebeurd als ze niet doen wat de educator van hen vraagt. De educator heeft de gevaren benoemd in de uitleg. De leerlingen hebben zelf weinig inbreng bij de activiteiten, deze activiteiten zijn voorbedacht en de leerlingen hoeven hier verder niet meer over na te denken. Ja, de leerlingen leren van een stuk uitleg van Ruud over het tijdperk, maar ze leren ook door de activiteiten te doen hoe het leven in die tijd was.

2. Vind een antwoord

Formuleren de leerlingen een goede vraag? Zoeken leerlingen op verschillende manieren naar informatie? Kijken de leerlingen kritisch naar bronnen?

Ja, de leerlingen formuleren vragen als: Waarom hadden ze vuur nodig? Waarom maakten ze speren? Waarvoor malen ze het graan? De leerlingen zoeken vooral naar antwoorden door deze te vragen aan de educator. Nee, ze geloven de educator op hun woord. Daarnaast zijn er wel bronnen waarmee de educator zijn informatie bevestigd, zoals speren en instrumenten om het graan te malen.

3. Laat het zien Gebruiken de leerlingen voorbeelden als ze iets laten zien aan elkaar/leerkracht/educator? Oefenen de leerlingen de vaardigheden die nodig zijn

Ja, de leerlingen laten aan elkaar zien hoe het moet als een leerling het even niet meer weet. Ook laten ze dit zien aan de leerkracht en de educator. Ze doen het dan voor. Ja, de leerlingen oefenen de vaardigheden van de activiteiten meerdere malen.

Page 39: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 38

om de activiteit goed uit te voeren?

4. Maak een keuze

Kunnen de leerlingen feiten en meningen onderscheiden? Weten de kinderen hoe ze de activiteit moeten toepassen?

Dit is lastig te zien. Ja, dit hebben ze in de uitleg gehoord en gezien. Maar ze zien het ook van klasgenootjes die het voordoen als ze het niet meer weten.

5. Los het op Maken de leerlingen onderscheid tussen oorzaak en gevolg en hoofd- en bijzaken? Stellen de leerlingen de juiste vragen aan de educator? Houden de leerlingen rekening met verschillende ideeën?

Oorzaak en gevolg wel, ze weten de gevaren van de verschillende activiteiten en handelen hier ook naar. Hoofd- en bijzaken is lastig te zien. Ja, als ze iets niet weten tijdens de activiteiten stellen ze vragen aan de educator of leerkracht die erbij staat. Nee, dit is iets wat niet expliciet aan de orde is bij deze activiteiten.

Overig

Wat valt er te zien?

Tijdsbestek Duur van uitleg van de verschillende fasen van het programma (ongeveer)?

Voorstellen + meenemen naar de plek: 5 minuten. Stukje voorinformatie: 25 minuten. Uitleg per activiteit: 10 minuten. Per activiteit: 10 min. Groepen maken + toilet: 5 minuten. Afsluiting met thee: 10 min. Uitleg is vooral frontaal met vragen stellen aan de leerlingen en tijd voor de leerlingen om vragen te stellen.

Betrokkenheid Zijn de leerlingen betrokken bij de uitleg en de activiteiten (luisteren ze ernaar en stellen ze vragen tot verduidelijking)? Zijn de leerlingen actief en aandachtig bezig met het uitvoeren van de activiteiten? Hebben de leerlingen plezier in het uitvoeren van de activiteiten?

De leerlingen luisteren goed naar de educator, ze krijgen vaak de kans om vragen te stellen. Ja, de leerlingen zijn alleen maar bezig met de activiteiten en niet met iets anders. Ja, ze hebben duidelijk plezier in het uitvoeren van de activiteiten. Ze vinden het leuk om het zelf te doen (gevraagd aan een paar leerlingen).

Page 40: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 39

10.5 Observatieformulier Rik 23-05-2017

Situatie 5-taken-model:

Wat valt er te zien?

1. Denk het uit Hebben de leerlingen een vraag? Hebben de leerlingen een plan om de activiteit uit te voeren? Denken de kinderen na over de gevolgen van hun plan? Combineren de leerlingen hun ideeën in de activiteit? Bouwen de kinderen kennis op over het onderwerp?

Ja, de leerlingen stellen vragen en de educator geeft hier ook tijd voor. Zodat de leerlingen op al hun vragen antwoord krijgen. De vragen hebben betrekking op de activiteiten maar ook op de informatie van de tijd. Dit plan wordt ze opgelegd door de educator, dit hoeven ze niet zelf te onderzoeken. Ja, de educator heeft de gevaren van de activiteiten verteld en de leerlingen weten dus de gevolgen als ze niet doen wat er van hen gevraagd is. Ja, ze mogen zelf een amulet maken, hierbij voeren de leerlingen hun eigen idee uit. Ja, deze kennis vergaren ze door een stukje uitleg en informatie van de educator maar ook door het zelf doen van de activiteiten.

2. Vind een antwoord

Formuleren de leerlingen een goede vraag? Zoeken leerlingen op verschillende manieren naar informatie? Kijken de leerlingen kritisch naar bronnen?

Ja, er is genoeg ruimte voor de leerlingen om vragen te stellen. Dit doen ze dan ook. Ze stellen goede vragen zoals: waarom hebben ze van die schoenen aan? Wat zijn die stenen? Ze zoeken antwoord op hun vragen door deze te stellen aan de educator of door ze zelf uit te proberen bij de activiteiten. Nee, ze geloven het antwoord van de educator. De educator gebruikt bij zijn antwoord soms bronnen. Er is voor de leerlingen niet veel tijd om dit kritisch te beoordelen.

3. Laat het zien Gebruiken de leerlingen voorbeelden als ze iets laten zien aan elkaar/leerkracht/educator? Oefenen de leerlingen de vaardigheden die nodig zijn om de activiteit goed uit te voeren?

Ja, als ze iets aan een klasgenootje of aan mij willen uitleggen doen ze dat met voorbeelden. Ook laten ze zien wat ze doen aan de educator of de leerkrachten. Ja, ze oefenen de vaardigheden van de verschillende activiteiten meerdere malen of een langere tijd (10 minuten).

Page 41: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 40

4. Maak een keuze

Kunnen de leerlingen feiten en meningen onderscheiden? Weten de kinderen hoe ze de activiteit moeten toepassen?

Dit is lastig te zien. Ja, dit weten ze door de uitleg van de educator. Ze zien het ook van klasgenootjes die het voordoen als ze het niet meer weten.

5. Los het op Maken de leerlingen onderscheid tussen oorzaak en gevolg en hoofd- en bijzaken? Stellen de leerlingen de juiste vragen aan de educator? Houden de leerlingen rekening met verschillende ideeën?

De leerlingen maken wel onderscheid tussen oorzaak en gevolg, ze weten wat de gevolgen zijn als ze onveilig handelen (dit heeft de educator uitgelegd). De hoofd- en bijzaken zijn moeilijk te zien. Ja, ze stellen vragen die met het onderwerp te maken hebben. Ja, ze hebben bijvoorbeeld zelf inbreng bij het spel rondom het speerwerpen. Dat doen ze dan ook. Ze overleggen en komen uiteindelijk tot één idee. Daarnaast houden ze ook rekening met onderlinge afspraken, zoals; jij mag eerst, daarna ben ik of ik maal het graan en jij stopt het in de pot.

Overig

Wat valt er te zien?

Tijdsbestek Duur van de verschillende fasen van het programma?

Voorstellen + meenemen naar de plek: 10 minuten. Stukje voorinformatie: 15 minuten. Uitleg activiteiten totaal: 35 minuten. Per activiteit uitvoeren: 10 min. Groepen maken + toilet + pauze: 30 minuten. Afsluiting met thee: 10 min. Uitleg is vooral frontaal met vragen stellen aan de leerlingen en tijd voor de leerlingen om vragen te stellen.

Betrokkenheid Zijn de leerlingen betrokken bij de uitleg en de activiteiten (luisteren ze ernaar en stellen ze vragen tot verduidelijking)? Zijn de leerlingen actief en aandachtig bezig met het uitvoeren van de activiteiten? Hebben de leerlingen plezier in het uitvoeren van de activiteiten?

De leerlingen dwalen soms af bij de uitleg, ze gaan dan onderling praten en letten niet meer op. Ze stellen wel vragen tot verduidelijking. Ja, ze zijn actief en aandachtig bezig met het uitvoeren van de activiteiten. Ze doen niets anders. Ja, ze hebben duidelijk plezier in het uitvoeren van de activiteiten, dat is te zien!

Page 42: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 41

10.6 Observatieformulier Gemma 23-5-2017

Situatie 5-taken-model:

Wat valt er te zien?

1. Denk het uit Hebben de leerlingen een vraag? Hebben de leerlingen een plan om de activiteit uit te voeren? Denken de kinderen na over de gevolgen van hun plan? Combineren de leerlingen hun ideeën in de activiteit? Bouwen de kinderen kennis op over het onderwerp?

Ja, de leerlingen stellen vragen over bepaalde situaties uit het verleden. Er komt niet concreet naar voren of de leerlingen een plan hebben om de activiteit uit te voeren. Ja, de leerlingen krijgen te horen wat gevolgen zijn van de activiteiten. Er word niet bevraagd aan de leerlingen. Nee, tijdens elke activiteit is de leerling voor zichzelf bezig. Van combineren is geen sprake. Ja, de leerlingen bouwen kennis op over het onderwerp. Dit gebeurd door het verhaal en de begrippen die de leerlingen te horen krijgen.

2. Vind een antwoord

Formuleren de leerlingen een goede vraag? Zoeken leerlingen op verschillende manieren naar informatie? Kijken de leerlingen kritisch naar bronnen?

Ja, de leerlingen formuleren goede vragen. Ze stellen vragen over materialen die tentoongesteld worden. Nee het theoretische gedeelte is de enige manier hoe leerlingen informatie verkrijgen. De leerlingen luisteren met name heel kritisch naar de bron (in dit geval de educator die haar verhaal doet).

3. Laat het zien Gebruiken de leerlingen voorbeelden als ze iets laten zien aan elkaar/leerkracht/educator? Oefenen de leerlingen de vaardigheden die nodig zijn om de activiteit goed uit te voeren?

Ja, de voortgang in het maken van een uiteindelijk product kunnen de leerlingen laten zien. Bij het touw slaan, het tin gieten en het maken van het buideltje laten leerlingen zien wat de voortgang is op het uiteindelijke product. Ja, alleen bij het touw slaan mogen vier leerlingen het voordoen. Voor de rest oefenen de leerlingen niet.

4. Maak een keuze

Kunnen de leerlingen feiten en meningen onderscheiden?

Tijdens de start en instructie worden alleen maar feiten gebruikt. Als de leerlingen terug in de kring zitten word er wel gevraagd naar een

Page 43: het prehistorisch dorp en het geschiedenisonderwijs · omschrijven als de samenhang tussen interpretatie van het verleden, het begrijpen van het heden en het perspectief op de toekomst.

Onderzoek preHistorisch Dorp, Danique van Hassel & Rens Broeren 42

Weten de kinderen hoe ze de activiteit moeten toepassen?

mening over de verschillende opdrachten die ze zojuist gedaan hebben. Ja, leerlingen weten hoe ze aan de slag moeten.

5. Los het op Maken de leerlingen onderscheid tussen oorzaak en gevolg en hoofd- en bijzaken? Stellen de leerlingen de juiste vragen aan de educator? Houden de leerlingen rekening met verschillende ideeën?

De leerlingen krijgen dit te horen tijdens de instructie. De educator vertelt dit, de leerlingen worden daar niet over bevraagd. Ja de leerlingen stellen vragen over het onderwerp dat op dat moment aan bod komt. Nee, de leerlingen hebben activiteiten die op één manier worden uitgevoerd.

Overig

Wat valt er te zien?

Tijdsbestek Duur van de verschillende fasen van het programma?

Stukje voorinformatie: 8 minuten. Uitleg activiteiten totaal: 37 minunten. Per activiteit: ongeveer 7 minuten. Afsluiting: 10 minuten.

Betrokkenheid Zijn de leerlingen betrokken bij de uitleg en de activiteiten (luisteren ze ernaar en stellen ze vragen tot verduidelijking)? Zijn de leerlingen actief en aandachtig bezig met het uitvoeren van de activiteiten? Hebben de leerlingen plezier in het uitvoeren van de activiteiten?

De leerlingen zijn erg betrokken. Ze luisteren, beantwoorden de vragen, vertellen wat ze zelf weten en stellen vragen tijdens de activiteiten. De leerlingen zijn actief bij de onderdelen. De leerlingen hebben erg veel plezier in het uitvoeren van de activiteiten. Bij het hout hakken zijn ze actief bezig met zoveel mogelijk hout te splijten. Bij het touw slaan, tin gieten, buideltje maken en pannenkoeken bakken hebben de leerlingen plezier omdat er een mooi resultaat aan vast hangt.