Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

49
C h em ie In te ra ctie f Light Leo B e rg m an s & Ju lien V an paem el

Transcript of Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Page 1: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Chem ie I nteractiefLight

Leo Bergm ans & J ulien Van paem el

Page 2: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Atoombouw

Page 3: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Stapstenen in de evolutie van het

atoommodel

Page 4: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Atoomtheorie van Dalton

Page 5: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Alle materie is opgebouwd uit zeer kleine niet meer verder te splitsen deeltjes, vandaar de naam atomen.

Grieks: ’ (onsplitsbaar); ’ (niet meer te snijden); ’ (ondeelbaar).

Aristoteles384-322 v.C.

Democritus460-380 v.C.

Page 6: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Atoomtheorie van Dalton 

Alle materie is opgebouwd uit massieve niet meer te delen bollen, de atomen.

De atomen van de verschillende elementensoorten (toen 36) onderscheiden zich van elkaar door verschillende straal en massa.Atomen van verschillende elementen kunnen zich in eenvoudige

verhoudingen met elkaar binden tot bouwstenen van nieuwe stoffen.Wanneer zulke verbindingen worden ontbonden, vinden we de

dezelfde atomaire bouwstenen terug. 

John Dalton1766-1844

Antoine Lavoisier

1743-1794

Page 7: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Ontdekkingvan de

elementaire deeltjes

Page 8: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Sir William Crookes1832-1919

James Chadwick1891-1974

Page 9: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.
Page 10: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Elementaire deeltjes

  Symbool Lading Massa

Elektron e -1 0,000549 u

Proton p +1 1,007276 u

Neutron n 0 1,008665 u

Page 11: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Atoommodelvan

Rutherford – Bohr

Page 12: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Joseph J. Thomson

1856-1940

Ernest Rutherford1871-1934

Page 13: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.
Page 14: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Bijna alle massa is geconcentreerd in de kern (diameter slechts het 1/100000 van die van het gehele atoom): massarijke protonen en neutronen.De elektronenmantel is een grote ijle ruimte met daarin rond de kern bewegende elektronen. De draaiende beweging is nodig opdat anders de elektronen op de kern zouden vallen.

Page 15: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Niels Bohr1885-1962

Page 16: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Postulaten van BohrHoofdenergieniveaus –

Hoofdkwantumgetal n De elektronen kunnen zich overeenkomstig de kwantumtheorie slechts op bepaalde hoofdenergieniveaus (schillen) bevinden waar ze geen energie uitstralen. Wanneer een elektron overgaat van een hogere naar een lagere schil gebeurt dit door het uitzenden van straling met een golflengte en een frequentie overeenkomstig de energie van de uitgestuurde straling. Volgens Bohr waren er zeven schillen. Hij noemde ze K- , L- , M- , … , Q-schil. De nummers van de schillen noemen we nu hoofdkwantumgetallen n (1 , 2 , … , 7).

Page 17: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Subniveaus

Nevenkwantumgetal l De hoofdenergieniveaus, uitgezonderd het eerste, bevatten een aantal subniveaus waarvan de energieën lichtjes verschillen.

Page 18: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Hoofdniveau Subniveaus

Hoofdkwantumgetal

n Naam Aantal NaamNevenkwantumgetal

l1 K 1 1s 0

2 L 2 2s2p

01

3 M 33s3p3d

012

4 N 4

4s4p4d4f

0123

5 O 5

5s5p5d5f

0123

6 P 66s6p6d

012

7 Q 7 7s7p

01

Page 19: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

magneetveld

Magnetische niveaus of banen - Magnetisch kwantumgetal ml In elk subniveau hebben de elektronen een aantal banen ter beschikking. Elektronen die verschillende banen volgen in een bepaald subniveau hebben alle dezelfde energie (tenzij in een sterk magneetveld).

Subniveau Aantal banen

Magnetische kwantumgetallen

s 1 0

p 3 -1 , 0 , +1

d 5 -2 , -1 , 0 , +1 , +2

f 7 -3 , -2 , -1 , 0 , +1 , +2 , +3

Page 20: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.
Page 21: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Pieter Zeeman1865-1943

Spin van het elektron - Spinkwantumgetal

msIn elke baan (magnetisch niveau) kunnen maximaal twee elektronen. Ze hebben een antiparallelle spin.

Page 22: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Golfmechanisch atoommodel

Page 23: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

In het golfmechanisch model beschouwt men het elektron niet als een snel bewegend materiedeeltje, maar wel als een energiegolf (vergelijk met radiogolven) die men op bepaalde plaatsen rond de kern gewaarwordt. De ruimte rond de kern waarin men het elektron voldoende sterk gewaarwordt, noemt men een orbitaal.

Louis-Victor de Broglie1892-1987

Page 24: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Elektronen in een s-subniveau zijn te voelen in alle mogelijke richtingen rond de kern. Een s-orbitaal heeft de vorm van een bol.

Page 25: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Elektronen in een p-subniveau hebben een preferentiële richting: volgens die richting is de gewaarwording van het elektron het grootst.p-orbitalen hebben de vorm van een halter.In elk p-subniveau zijn er drie halters, elk gesitueerd volgens een as van het rechthoekige assenkruis.

Page 26: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Elektronenconfiguratie

Page 27: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Atoomnummer Z = aantal protonen in de kern = aantal elektronen in de elektronenmantel.

Page 28: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Regel van de minimale energie

Er zijn geen elektronen aanwezig in een bepaald subniveau als niet alle voorgaande subniveaus opgevuld zijn.

In een bepaald subniveau wordt eerst één elektron in elke baan/orbitaal geplaatst alvorens elektronenparen te vormen : regel van de maximale multipliciteit. (Regel van Hund)

De twee elektronen in een zelfde baan/orbitaal hebben een tegengestelde spin. (Pauli-verbod: In een atoom komen geen twee elektronen voor met vier gelijke kwantumgetallen.)Dus in een baan/orbitaal maximaal twee elektronen met tegengestelde spin.

Page 29: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Energievolgorde van de subniveaus

 De subniveaus moeten volgens

stijgende energie-inhoud opgevuld worden.

Page 30: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.
Page 31: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

1H

2He

3Li

4Be

5B

6C

7N

8O

9F

10Ne

11Na

We schrijven eerst de naam van het subniveau (1s), gevolgd door het aantal elektronen in het subniveau (1), geschreven als een exponent.

1s1

2s1

1s2

1s2

1s2

1s2

1s2

1s2

1s2

1s2

2s2

2s2

2s2

2s2

1s2

1s2

2s2

2s2

2s2

2s2

2p1

2p2

2p3

2p4

2p5

2p6

2p6 3s1

Regel van de maximale multipliciteit

Regel van de maximale multipliciteit

Page 32: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

3d14s2

11Na

12Mg

13Al

14Si

15P

16S

17Cl

18Ar

19K

20Ca

21Sc

4s1

1s2 2s2 2p6 3s2

1s2 2s2 2p6 3s2 3p1

1s2 2s2 2p6 3s2 3p2

1s2 2s2 2p6 3s2 3p3

1s2 2s2 2p6 3s2 3p4

1s2 2s2 2p6 3s1

1s2 2s2 2p6 3s2 3p5

1s2 2s2 2p6 3s2 3p6

1s2 2s2 2p6 3s2 3p6

1s2 2s2 2p6 3s2 3p6 4s2

1s2 2s2 2p6 3s2 3p6

Regel van de maximale multipliciteitRegel van de maximale multipliciteit

Na het 3p-subniveau volgt niet het 3d- maar wel het 4s-subniveau (lagere

energie-inhoud).

Na het 3p-subniveau volgt het 4s-subniveau dat we

eerst opvullen. Nadien volgt het 3d-subniveau.

Nochtans schrijven we (bij voorkeur) het 4s-niveau

achteraan, zodat de subniveaus van een zelfde hoofdniveau gegroepeerd blijven. Dit biedt in veel

gevallen bepaalde voordelen.

Page 33: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Elementen&

Isotopen

Page 34: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.
Page 35: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Kern

17 protonen en 18

neutronen=

35 nucleonen

17 protonen en 20

neutronen=

37 nucleonen

MassagetalNucleonengetal

A35 37

Voorstelling of of

% voorkomen 75,4 % 24,6 %

35Cl17

37Cl17

35Cl 37Cl

35 x 75,4 + 37 x 24,6 = 100

35,45

?

Page 36: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Een nuclide is een atoomsoort met een welbepaald aantal protonen en neutronen.

Gaat het om nucliden van een zelfde elementensoort dan kan men de term isotopen of isotope nucliden gebruiken.

Dus atomen met dezelfde plaats in het P.S. of atomen met een zelfde Z en een verschillende A noemt men isotopen.

Van alle elementen bestaan twee of meer isotopen.

Page 37: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Beeldschermen

Page 38: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.
Page 39: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.
Page 40: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

CRT-beeldscherm (Cathode Ray

Tube)

Page 41: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

LCD-beeldscherm(Liquid Crystal

Display)

Page 42: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Plasmascherm(PDP = Plasma Display Panel)

Page 43: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Koolstofdatering

Page 44: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

12C geen verval6

14 14 0C N + e (of )7 -16

Zolang een organisme leeft is er in dat organisme een constante verhouding tussen beide isotopen.

Na afsterven van het organisme neemt die verhouding af omdat

de hoeveelheid 12C constant blijft terwijl de hoeveelheid 14C vermindert.Door die verhouding in het fossiel te meten kan men het tijdstip van overlijden bij benadering bepalen.

Page 45: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.
Page 46: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Radio-isotopen

Page 47: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

Radio-isotopen

-verval

-4 4X Y + -2 2A AZ Z

238 234 4U Th + 92 90 2

Page 48: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

-verval

0X Y + e ( )+1 -1A AZ Z

170 170 0 - -Tm Yb + e (β )-169 70

0X Y + e ( )-1 +1A AZ Z

21 21 0 + +Na Ne + e (β )11 +110

Page 49: Atoombouw Stapstenen in de evolutie van het atoommodel.

-straling

0X X + 0A AZ Z

99m 99Tc Tc + 43 43