Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction (...

11
Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis || Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 1 H2: AN APPROACH TO FILM ANALYSIS 2 H4: NARRATIVE FORM 3 H5: MISE EN SCENE 4 SETTING 4 HUMAN FIGURE 4 LIGHTING 5 COMPOSITION 5 H6: CINEMATOGRAPHY 6 CAMERAWORK 6 CAMERA DISTANCE 6 CAMERA MOVEMENT 7 LENSES &FILTERS 8 H7: EDIT 9 H8: SOUND 11 DIALOOG 11 GELUIDSEFFECTEN 11 MUZIEK 11

description

HMC; werkgroep FILM

Transcript of Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction (...

Page 1: Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction ( versie 2 )

Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis

|| Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 1  

H2:  AN  APPROACH  TO  FILM  ANALYSIS   2  

H4:  NARRATIVE  FORM   3  

 H5:  MISE  EN  SCENE   4  SETTING   4  HUMAN  FIGURE   4  LIGHTING   5  COMPOSITION   5  

H6:  CINEMATOGRAPHY   6  CAMERAWORK   6  CAMERA  DISTANCE   6  CAMERA  MOVEMENT   7  LENSES  &  FILTERS   8  

H7:  EDIT   9  

H8:  SOUND   11  DIALOOG   11  GELUIDSEFFECTEN   11  MUZIEK   11  

Page 2: Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction ( versie 2 )

Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis

|| Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 2  

_________________________________________________________________________________________________

H2: An Approach to Film Analysis

Belangstelling en verwachting van kijkers over film komen tot stand met behulp van de genres waaraan ze gekoppeld zijn

• Genre conventions = Setting en narratief gestuurd op bepaalde conventie van genre, bv. western / horror / comedy

• Avant-garde film = (oftewel experimental film ; underground cinema) Film als visuele kunst, in plaats van medium voor verhalen vertellen. Vaak gemaakt door een persoon of groep en vertoond in universiteiten, museums & cinema clubs. >> Doel niet gebaseerd op commercieel succes maar op experimentele vernieuwing.

• Closure = Een karakteristiek voor films met conventioneel narratieve vorm waarin aan het einde van de film een conclusie volgt van de vele gebeurtenissen binnen filmwereld; opsommingsvorm, niet altijd een positieve.

• Composition = Het arrangeren van de visuele elementen binnen het frame

• Motif = Elk detail dat de aandacht trekt van kijker (audio)visueel, door herhaling; v Kan informatie verschaffen over personage v Kan een idee benadrukken v Kan kijkers aansporen om vergelijkingen/verschillen te zoeken tussen:

o Karakters, plot, objecten & situaties v Verandering van (audio) visueel item, kan verandering personage tentoonstellen

• Intertextual refrences = Elementen binnen de filmwereld (audio, visueel, narratief) refereert

naar iets buiten de filmwereld; andere films of kunstobjecten

• Compilation films = Films die bestaan uit een mix van bestaande films (geen nieuw beeldmateriaal) • Product placement = Overeenkomst tussen filmmakers en reclamebureaus, voor het gebruiken

van producten in filmwereld, die in echte wereld ook gekocht kunnen worden

• Descriptive claim = Neutrale omschrijving van plot & stijl van film, deel van film of opsomming meerdere films

• Evaluation claim = Beschrijvende claim dat oordeel velt over film;

goed of slecht gebaseerd op criteria die wel of niet uitgezet worden in analyse • Interpetative claim = Statement over element binnen filmwereld, beargumenteerd en uiteen

gezet in een claim ondersteund door uitleg van betekenis en significatie van het narratief, de mise en scene, cinematografie, edit en soundtrack.

Page 3: Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction ( versie 2 )

Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis

|| Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 3  

_________________________________________________________________________________________________

H4: Narrative Form

• Motivated (motivation) = Oorzaak van bepaalde handelingen personage • Exposition = De openingsscènes van film, waarin veel info over personages/situaties verwerkt is • Backstory = Verhaallijnen van personages die plaatsgevonden hebben voor Exposition (begin film) • Narrative form = Verhaal met gebeurtenissen achtereenvolgens geplaatst; oorzaak-gevolgrelatie • Dénouement = Serie gebeurtenissen na het climax van het narratief welk de opgedoken problemen oplossen

• Diegesis = Filmwereld ; Elementen binnen de story van film ; setting / personages / geluid • Non-diegesis (extra diegetic) = Elementen buiten de story van de film; bv. score / begin & eind credits

• Runtime (screentime) = Duur van film (meestal 90/180 minuten) • Realtime = Als tijdsduur film gelijk staat aan tijdsduur film zelf

• Protagonist = Hoofdpersonage <> Antagonist = Tegenpersonage ; vaak in slechte zin • Fabula (story) = Verhaal in chronologische volgorde, incl. expliciete & impliciete gebeurtenissen • Syuzhet (plot) = Verhaal zoals het getoond wordt, niet altijd chronologisch, ‘re-ordering’ gebeurtenis >> Verschil Syuzhet met Fabula : alleen wat je ziet, onderliggende impliciete verhaallijnen horen hier niet bij

• Flashbacks = Scènes uit het verleden wat het chronologische verhaal onderbreekt • Flashforwards = Scènes uit de toekomst wat het chronologische verhaal onderbreekt • Dream sequence = Het doorbreken van de chronologische opeenvolging van shots, door een

uitstapje in de gedachten/droomwereld van protagonist

Three-act Structure 1. Exposition leidt tot keerpunt 2. Complicaties leiden tot climax 3. Actie leidt tot oplossing

Four-part Structure 1. Exposition leidt tot keerpunt

2. Gecompliceerde acties leiden tot groter keerpunt tot halverwege 3. Ontwikkeling: worsteling naar doel leidt tot climax 4. Epiloog

>> Verschil three-act structure >> kritisch keerpunt in het midden – the ‘dead center of the film’ • Frame narration = Narrator binnen filmwereld praat over plot van verhaal, verhaal in verhaal

>> Narrator kan binnen verhaalwereld zitten >> maar ook niet >> Narrator kan objectief zijn over verhaal >> maar ook niet

• Episodic narration = Gebeurtenissen niet perse oorzaak-gevolg relatie en personages hebben niet perse een doel; focus op herhaling en het alledaagse leven, eventueel open-ended

Range of story information: = kennisgraad: 'who knows what when?' • Unrestricted narration (Omniscient narration) = Alwetende vertelt perspectief;

zien/horen dingen die personages binnen de film niet te zien krijgen

• Restricted narration = Personage-gebonden vertelling ; volgen 1 of meer personages, maar weten niet alles!! >> First person = Film vanuit een persoon ; ik-perspectief ; zien/horen alleen dingen van personage >> Third person = Film vanuit meerdere personen ; hij/zij perspectief ; beperkt info (meerdere personages, maar nog steeds niet alles..

Page 4: Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction ( versie 2 )

Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis

|| Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 4  

_________________________________________________________________________________________________

H5: Mise en Scene

Mise-en-scene bestaat uit 4 componenten ; Setting / Human Figure / Lighting / Composition >> Wat samen de ‘look’ van de film creëert

Setting • Waar bevind de film zich ; Continent, land, stad, locatie • Waar voor ruimte ; Living space / work space / public place • Forced perspective = Een systeem van het zo bouwen van gebouwen & objecten op de set dat

afstand tussen voor- en achtergrond dramatisch verkleind wordt, wat de illusie van diepte creëert; Een optische illusie om een voorwerp groter, kleiner, verder weg of dichterbij te doen lijken dan het in werkelijkheid is

• Computer-generated imagery (CGI) = Beelden die oorspronkelijk van computer-grafische

technologie af komen, in plaats van fotografie • Primaire taak van setting: > Plaats / tijd vastleggen

> Ideeën / thema’s introduceren > Sfeer creëren

Human Figure • Type casting = Herhaaldelijke casting van acteurs voor soortgelijke rollen • Method acting = Acteerstijl gebaseerd op theorie van de Russisch theaterdirecteur Stanislavski,

voor acteurs die helemaal in hun rol zitten, waarbij ze gebruik maken van hun eigen emotionele ervaringen • Character actors = Acteurs die soortgelijke rollen spelen ; vaak bijrol (bv. mafia/dokter/piraat) • Extras =Anonieme personen binnen film ; meestal gecast voor massa scènes • Cameos = Een fragment waarin een personage in de filmwereld zichzelf speelt (persoon in echte

wereld), vaak een beroemdheid of regisseur • Acting Brechtian = Het publiek op afstand houden; niet mee laten slepen met de personages,

maar juist kritisch laten kijken

• Figure placement and movement = Het beeld dat de kijker ziet; Zorgen voor veel compositie informatie over en relaties tussen personages, motieven en thema’s –--- wat plaats je waar en waarom daar?

• Costumes = Kleding van personages • Props = Bewegende objecten behorend bij of gebruikt door personages >> wat voegt prop of kostuum toe?! >> Informatie over; karakter, tijd/plaats, gemoedstoestand

• Protheses = Driedimensionale make-up dat aan het gezicht of lijf van de acteur vastzit;

Kan komische of beangstigende effecten teweeg brengen

• Morphing = Animatietechniek dat afbeeldingen geleidelijk laat overvloeien van het ene naar het andere

Page 5: Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction ( versie 2 )

Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis

|| Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 5  

Lighting Licht kun je onderverdelen in 3 categorieën:

1. Quality (kwaliteit) >> hard/ soft / available 2. Placement (welke richting) >> front / back / three point 3. Contrast (contrast) >> high / low

Quality ; • Hard light = Relatief kleine lichtbron, dichtbij het object geplaatst

à meestal onflatteus, omdat het zorgt voor diepe schaduwen en oneffenheden benadrukt • Soft light = Grotere bron, schijnt over een groter gebied

à minimaliseert details van het gezicht, zoals rimpels, egaal • Available light (Natural light) = Aanwezig licht van lichtbron in diegesis

à de zon, de maan of andere lichtbron

Placement; • Frontal Lighting = Egaal voorgrond ; meteen achter personage schaduw • Back light = Maakt personage los van achtergrond • Three-point lighting = Standaard Hollywood benadering voor positie van licht

o Key light belicht personage o Fill light verwijderd de schaduwen veroorzaakt door het key light o Back light maakt het onderwerp los (onderscheidt het) van achtergrond

§ zorgt voor : sculpture effect • Key light = Frontale lichtbron gericht op het onderwerp à OP (voor)

• Back light = Geplaatst achter of boven het onderwerp à  Achter   • Fill light = Geplaatst aan beide zijde van het onderwerp à Links / Rechts Contrast; • High-key lighting = Verhouding tussen Key en Fill ratio is 2:1 of lager

à Fill light bijna net zo sterk als key light, verwijderd alle schaduwen >>>>  Optimistische mood • Natural-key lighting = Verhouding tussen Key en Fill Ratio tussen 4:1 en 8:1

à Key light is iets sterker dan fill light, niet alle schaduwen worden uitgewist >>>> Realistisch

• Low-key lighting = Verhouding tussen Key en Fill ratio tussen 16:1 en 31:1

à Key light veel sterker dan fill light, heel veel schaduwen, hoog contrast  >>>>  Donkere sfeer

Composition

Horizontale lijnen zwakker / Diagonale lijnen sterker  • Loose framing = Personage heeft / hebben een grote open, niet volle ruimte om zich heen • Tight framing = Personage heeft / hebben weinig ruimte om zich heen, dicht op elkaar • Foreground / background = wat plaats je voor/wat achter..

>> als je het voor plaats, waarom daar.. welke nadruk wil je op persoon/prop leggen

• Chiaroscuro: Het vele gebruik van lichte en donkere ruimtes in de compositie; Afkomstig uit de zwart-wit film

Page 6: Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction ( versie 2 )

Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis

|| Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 6  

_________________________________________________________________________________________________

H6: Cinematography

Cinematografie = Functies: veroorzaken emotionele, intellectuele en esthetische reacties met behulp van ; Camerawork, Camera Movement, Camera Distance, Lenses & Filters

Camerawork • Shot /Take = Één ononderbroken filmopname; meerdere shots/takes vormen een scene

>> Bij bijna elke film is er sprake van out-takes: shots die uiteindelijk niet behoren tot de film • Scene = Combinatie van verschillende shots waarbij sprake is van eenheid van tijd, plaats en handeling • Storyboard = Verzameling uitgetekende shots van scènes uit een filmscript zoals de regisseur ze voor ogen heeft • Set-ups = Een schikking van hoe te plaatsen licht en camera voor elk shot • Long takes = Ononderbroken shot van meer dan 1 minuut lang

à dramatische spanningsopbouw, behoudt continuïteit in tijd en ruimte

Tijd: Standaard/snel/langzaam • Standaard FPS = Frames Per Seconde, standaard is 24 FPS • Slow motion = MEER FPS à komisch & dramatisch effect >> De camera neemt beelden op

een sneller tempo op dan hoe het is geprojecteerd (hogere filmsnelheid); actie vertraagd • Fast motion (vroeger undercranking) = MINDER FPS >> De camera neemt beelden met

een langzamere snelheid op dan de snelheid van de projectie; dus minder beelden; actie versneld • Go-motion = Zet beweging in enkele frames om, waardoor er gevoel van blur ontstaat • Time-lapse photography =Proces van het opnemen van een heel klein aantal beelden over

een lange periode, gebruik bijv. in natuurfilms >> bv. 1 frame per minuut per dag .. 24 frames per dag.. Dag uitgebeeld in 1 sec .. 24 dagen dan in 24 sec.. ectr..

• Frozen time moment/Bullet time moment = Een techniek waar door middel van camera’s één actie vanuit verschillende oogpunten wordt bekeken

Vanuit welke hoek/ positie • Offscreen space = Ruimte in de verhaalwereld, maar tijdelijk/permanent buiten het frame

à binnen filmwereld, buiten kader • POV shot = Point of view shot ; genomen vanuit oogpunt personage; zien zijn/haar blik • Eye-level shots = Een shot genomen op menselijke ooghoogte;

Waardoor het perspectief van personage gestimuleerd wordt, MAAR IS GEEN POV • High-angle shots = Geschoten van bovenaf op subject >> vaak effect ; Machteloos / klein • Low-angle shots = Geschoten van onder op subject >> vaak effect ; Sterker / Voller • Canted/Dutch angle = Gekanteld naar links of recht >> gevoel van verlies balans / controle • Overhead shot/Bird’s eye shot = Geeft uniek perspectief/overzicht weer van de actie bovenaf

Camera Distance De ruimte/afstand tussen de camera &subject

• XLU Extreme long shot = Personages erg klein in vergelijking met de omgeving • LS Long shot = Personages staan helemaal in beeld, maar omgeving trekt aandacht • MLS Medium long shot = Personages staan in het beeld vanaf kniehoogte en naar boven • MS Medium shot = Personages staan in beeld vanaf hun middel en naar boven • MCU Medium close-up = Personages staan in beeld vanaf hun borst en naar boven • CU Close-up = Gezicht of een ander lichaamsdeel of klein object van dichtbij gefilmd • XCU Extreme close-up = Een deel van het lichaam wordt van zeer dichtbij gefilmd

Page 7: Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction ( versie 2 )

Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis

|| Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 7  

Camera movement Beweging van de camera • Reframing = De techniek van het wisselen tussen camerahoek, hoogte en afstand om mee te

gaan in de beweging van personages of objecten in beeld • Pan = Horizontale draaibeweging van de camera • Tilt = Verticale draaibeweging van de camera

• Swish pan = De horizontale draaibeweging (pan) gaat zo snel dat er een wazig beeld ontstaat

>> aanduiding snelheid of tijdsprong / tijdsvooruitgang

• Dolly = Camera op een rollende platform à Zorgt voor vloeiende gecontroleerde bewegingen • Crab dolly= Camera op platform met wielen à  Dolly kan zo ook van richting veranderen  • Tracking shot = Shot waarin Dolly is gebruikt waarvoor een speciaal parcours gebouwd is,

waar langs/op de camera kan navigeren.. vloeiend, goed voor long shots! • Crane shot = Shot vanuit hijskraan, hoog • Aerial shot = Shot vanuit vliegtuig of helikopter  • Handheld shot = Shot genomen vanuit de hand, vaak schokkerig  • Steadicam = Hulpmiddel wat het beeld van een hand-heldcamera stabiliseert  à mobiliteit gecombineerd + stabiel beeld ; flexibeler als Dolly,

minder schokkerig dan handheld  

Links; Dolly Midden ; Crane Rechts; Crab dolly

Page 8: Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction ( versie 2 )

Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis

|| Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 8  

Functies Camerabeweging: 1. Onthuld informatie op een dramatische manier 2. Stelt het perspectief van het personage vast 3. Overtuigt het gevoel van de ruimte 4. Geeft stemming weer 5. Benadrukt de continuïteit van tijd en ruimte

Lenses & Filters • Focus puller = Meet afstand van lens naar onderwerp wat gefotografeerd wordt, waarna het

beeld wordt scherp gesteld • Depth of field = De afstand voor en achter het onderwerp wat voldoende scherp in beeld

gebracht wordt • Focal length = De afstand van het oppervlak van de lens naar het oppervlak van de film

(brandpuntafstand)

• Selective focus = Onderwerp van het beeld waar de focus op wordt gelegd is scherp, de rest van het beeld onscherp

• Rack focus = De verandering van de ene focus naar de andere à van ene object scherp in beeld rest blur, naar andere object scherp rest blur

• Normal-angle lens = Lens waarbij weinig vertekening van het beeld optreedt à Lijkt meest op het beeld wat wij met onze eigen ogen ook zouden kunnen zien

• Wide-angle lens = Lens vertekent rechte lijnen bij randen van beeld om breder beeld binnen het kader te laten passen à afstand tussen voor en achtergrond lijkt groter dan het is, bewegingen met de camera lijken sneller dan het is

• Extreme wide-angle/fish-eye lens = Dramatiserende verstoorde beelden à Maakt meeste rechte lijnen krom

• Telephoto lens = Lens waarbij diepterelaties worden verkleint en voor- en achtergrond moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn

• Zooming in = Van wide-angle naar telephoto à vergroting onderwerp • Zooming out = Van telephoto naar wide-angle à verkleint onderwerp >> ALLEEN toegestaan als focus op het onderwerp behouden blijft • Trombone shot = Combinatie van twee verschillende bewegingen; de camera achtervolgt in de

richting van het onderwerp, terwijl de lens uitzoomt >> Combinatie Camera-beweging & Lens-beweging

Filters = Kunnen het beeld veranderen; qua contrast, scherpte, kleur en lichtintensiteit • Neutral-density filters = Absorberen alle golflengtes, permitteren minder licht op filmmateriaal • Polarizing filters = Verhogen kleurverzadiging en contrast in buitenshots • Diffusion filters = Verbannen het licht wat de lens binnenkomt, maakt het beeld wazig, zachter • Fog filters = Glasfilter met verschillende rondjes, breken licht in vlekken;

& creëren zo de illusie van waterdruppels • Star filters = creëren punten van licht, die vanuit een lichtbron komen • Color filters = Absorberen zekere golflengtes wat sommige kleuren beïnvloedt en andere niet

à Zorgt voor bepaalde verhoudingen binnen film • Day for night = Overdag filmen, maar het doen lijken alsof het nacht

à Door gebruik van filters en underexposure

Page 9: Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction ( versie 2 )

Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis

|| Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 9  

_________________________________________________________________________________________________

H7: Edit

Edit zorgt voor manipulatie van ; 1. De grafische kwaliteiten van 2 of meer shots 2. Het tempo waarin shots veranderen 3. De tijd van shots in relatie tot andere elementen van film

Vergelijking 2 shots, kan relevante verandering teweeg brengen in mise en scene (setting) • Graphic match = 2 shots na elkaar waarin een object met visuele gelijkenissen centraal staat • Tempo ; Average shot length = De gemiddelde lengte van een shot over de hele film Shot transitions = Het visueel gebruikte effect om te switchen van shot A naar shot B; >> Functie: overbrengen van verstrijken van tijd of rust in een scène brengen • Cut = Shot A, BOEM, Shot B ( abrupte overgang, snel ; niet langzaam) • Fade in = Shot A helemaal zwart/wit langzaam naar verschijning shot B • Fade out = Shot A wordt langzaam zwart/wit, dan verschijnt shot B • Dissolve/Overlapping = Shot A verdwijnt langzaam, tegelijkertijd, verschijnt shot B langzaam

>> op gegeven moment beide beelden in frame te zien, overlapping • Wipe = Shot B verschijnt en duwt shot A van het scherm af • Iris in/iris out = Shot A verdwijnt door middel van een circular mask tot het beeld op zwart is,

waarna shot B verschijnt met een klein circular mask Narrative sequencing = Opzet (volgorde) van beelden om een kloppend verhaal te verbeelden; 3 ; Door het samenpersen of uit rekken van tijd, door te suggereren dat twee gebeurtenissen op verschillende locaties op hetzelfde moment gebeuren & door het rangschikken van de volgorde van de gebeurtenissen

• Montage sequence = Een scène waarin we in een snelle opeenvolging van beelden in korte tijd

een ontwikkeling te zien is die veel langer had gekost om in z’n totaliteit te tonen • Elliptical editing = Wanneer een actie wordt ingekort door moment over te slaan tussen 2 shots • Parallel editing (Cross-cutting) = Wanneer er in een scene heen en weer gesneden wordt

tussen twee of meer gebeurtenissen op verschillende locaties à veroorzaakt suspense • Tableau shot = Een long shot waarin het frame van de beelden lijkt op een podium • Shot/reverse shot = Methode waarin heen en weer gesneden wordt tussen de personages

vanuit verschillende camerastanden; VB. Shot A personage 1, shot B personage 2, shot C personage 1, shot D personage 2, ectr.

• Eyeline Match = De lijn waar de personage naar kijkt; gebruikt ter motivatie voor een cut; niet per definitie POV shot

• Cutaway = Shots waarin de focus van kijker gefocust wordt op een object; not character related; Het object wat in beeld verschijnt is vaak een object welk de personage niet gezien heeft; Vaak bedoeld als EXTRA info voor de kijker..

Page 10: Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction ( versie 2 )

Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis

|| Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 10  

• Continuity editing/Invisible editing = Het montagesysteem waarbij de kijker zich niet of nauwelijks bewust is van shotovergangen (met name de cuts) om zo de ‘flow’ van het verhaal te bevorderen en onderbreking van het meegaan met de film van de kijker te voorkomen

• Establishing shot = Meestal een long shot waarmee een duidelijk overzicht gegeven wordt van

de ruimte waarin de scène zich afspeelt en in welke tijd. Vaststelling voor ons als kijker • Re-establishing shot = Een shot waarin opnieuw een overzicht gegeven wordt van de ruimte;

Heroriëntatie voor kijker • 180-degree rule = Binnen een scène wanneer de camera eens gestart is met filmen, het aan

dezelfde van de actie blijft voor de rest van de scène; zo is het duidelijk voor de kijken wat links en rechts is. Wil het om welke reden dan ook wel oversteek maken, dan moet ‘oversteek’ aantoonbaar zijn. ‘Axis of Action’

Standard shot pattern Een opeenvolging van shots om de ruimtelijke continuïteit te behouden wat de volgende elementen bevat: 1. Establishing shot

2. Serie individuele shots van de personages en actie 3. Re-establishing shot

• Continuity error = Elk opvallend, maar onbedoelde oneffenheid van het ene naar andere shot • Continuity editor = script supervisor, welk zorgt dat er geen continuity error optreedt!

>> zorgt voor consistentie in beeld van shot naar shot, gelet op: Locatie, personage, setting, ect. • Match on action = Een actie welk mee overgaat van shot A naar shot B,

lopen/dansen/bewegen/ect. Vaak makkelijk als shot begeleid wordt door muziek, moet ook terug te horen zijn in geluid

• 30-degree rule = De camera moet elke keer als er een cut in een scène zit op z’n minst 30

graden draaien à dramatisch doel; als niet aan regel gehouden wordt; gevoel van onnodige editing

• Soviet montage = Stijl waarbij editing juist wel zichtbaar zou moeten zijn en de verschillen

tussen shots een betekenis zouden moeten hebben; vaak politiek geëngageerd • Kuleshov effect = De betekenis van een shot staat niet op zichzelf, maar wordt mede gevormd

door voorgaand en opvolgende shot.

Som van shot A + B = betekenis shot C

Page 11: Hedendaagse Media Cultuur - Werkgroep Film - SamenVatting Boek - Film, a Critical Introduction ( versie 2 )

Samenvatting Boek || Film, A Critical Introduction || Maria Pramaggiore & Tom Wallis

|| Onderdeel studie Media & Cultuur aan de UvA || Copyright © Dropbox Media&Cultuur || HMC; Werkgroep Film || || Made by Asefeh @ www.doublemindsproductions.com || 11  

_________________________________________________________________________________________________

H8: Sound

Soundtrack ; bestaat uit drie elementen ; Dialoog, Muziek & Geluidseffecten • Mixing = Het proces van het combineren van de drie elementen tot een gezamenlijke soundtrack • Sound Effect = Elk geluid wat deel uit maakt van de soundtrack van de film, behalve dialoog/muziek • Foley Artist = Iemand die soundeffecten van een film in post-production erbij creëert • Direct Sound = Soundeffect opgenomen op locatie • Looping = Wanneer acteurs hun tekst herlezen • ADR/Automatic dialogue replacement = Techniek waarbij gesynchroniseerde dialogen

worden opgenomen in post-production • Sound bridge = Een scèneovergang waarin het geluid van de ene scène meegaat naar

opvolgende scene & visa versa 5 manieren om geluid te laten verschillen van het beeld op het scherm: 1. Onscreen space & offscreen space 2. Objectieve beelden & subjectieve geluid 3. Diegetic sound & non-diegetic sound 4. Beeld tijd & geluid tijd 5. Beeld mood & geluidsmood

Dialoog • On-the-nose dialogue = Dialoog wat verteld wat op het scherm te zien is • Line reading = Manier waarop een acteur de tekst zegt, inclusief intonatie, pauzes en emoties • Subtext = De achterliggende niet uitgesproken tekst (wat ermee bedoelt wordt) Spraak = Manier waarop een personage spreekt zegt veel over personage & zijn/haar achtergrond Pitch = Toonhoogte (van bas tot sopraan)

Geluidseffecten Functies || Geluidseffecten kunnen bijdragen aan de emotionele & intellectuele diepte van een scène; De locatie van een scène definiëren, een mood aan een scène toevoegen & de impact van de omgeving op de personages suggereren  Kenmerken || 4 kenmerken om geluidseffecten te beschrijven: Akoestische hoedanigheid, Volume, Regelmatigheid & Hoge waarschijnlijkheidsgraad

Muziek • Score = muziek speciaal gecomponeerd of gearrangeerd voor een film Functies Filmmuziek || Meestal als achtergrondmuziek om de aandacht van het publiek te behouden en bewegingen te ondersteunen, MAAR Ook : Historische context vaststellen, Helpen de geografische ruimte van de scène te verbeelden, Helpen personages te definiëren, Emotioneel inhoud te scheppen aan de scène Kenmerken Filmmuziek || 5 kenmerken: Patronen waarop muziek zich ontwikkelt, Songtekst, Tempo en Volume, Instrumenten die worden gebruikt & Culturele betekenis