GRNVLD 2010/01

44
MAGAZINE OVER HET VERBINDEN VAN STAD EN LAND ‘Het eeuwige verlangen naar buiten...’

description

Groeneveld, Magazine over het verbinden van stad en land: Het eeuwige verlangen naar buiten

Transcript of GRNVLD 2010/01

Page 1: GRNVLD 2010/01

MAGAZINE OVER HET VERBINDEN VAN STAD EN LAND

‘ Het eeuwige verlangen naar buiten...’

Page 2: GRNVLD 2010/01
Page 3: GRNVLD 2010/01

HET NOORDEN MEDITERRANISEERT IN DE VRIJE TIJDLIEVER SPECIAAL EN GOED DAN HEEL VEEL …IK HEB EEN HECTARE GROND GEKOCHT, MEN MOET IETS HEBBEN OM VAN TE HOUDEN, OM VOOR TE ZORGEN

Youp Cretier, wijnboer in: Groo(t)s P12

Saskia Dekkers, correspondent in Frankrijk voor NOS, in: Mmm P39

Guus Beumer, directeur NAi Maastricht en tuin-bezitter in Friesland, in: Mijn Landschap, P18

Paul Schnabel, directeur Sociaal Cultureel Plan-bureau, in: Kruisgesprek P08

ZWEMBAD MAASBOMMELfoto: Marcel van den Bergh

Coot van Doesburgh, essayist, in: Huis in Frankrijk P14

Floor de Sera, projectleider dossier bevolkings daling, in: Krimp, P22

Jaap Scholten, schrijver, in: Verhaal P20

Mette te Velde, oprichtster Dutch Environmental Film Festival, in: Oogst P36

Page 4: GRNVLD 2010/01

COLOFONGRNVLD is een uitgave van Kasteel Groeneveld met steun van de Stichting Groeneveld, het Nationaal Groenfonds en Oerbrood. GRNVLD verschijnt vier keer per jaar. Het volgende nummer verschijnt omstreeks 4 juni.

GRNVLDGroeneveld 2, 3744 ML [email protected]

Uitgever Chris van KoppenRedactie Caroline van der Lee (hoofdredacteur), Brigitte van Mechelen (managing editor), Mariken Bokeloh (redacteur) Vormgeving Volta_ontwerpersDruk Wilco, AmersfoortMedewerkers Anneke Ammerlaan, Theo Baart, Andrea Bosman, Jos Collignon, Coot van Doesburgh, Sake Elzinga, Het Bos, Toon Hermans, Kester Freriks, Stefanie Grätz, Pieter Hogenbirk, Esther Jansma, Michiel de Jong, Berber Paarlberg, Joost de Reus, Vibeke Sche!ener, Marijn Scheres, Jaap Scholten, Hugo Schuitemaker, Floor de Sera, Irene Smook, Johannes Schwartz, VanO, Mette te Velde, Edwin Zwakman Foto cover Marcel van den Bergh, zwembad Maasbommel Alle zorg is besteed aan het achterhalen van namen van rechthebbenden. Degene die menen zekere rechten te doen gelden kunnen contact opnemen met de uitgever.

Marketing en advertentieacquisitie Edith Bakker, [email protected], 06 - 306 207 61, Chris van Koppen, [email protected], 06 - 516 633 32

ISSN 1566-6190

Abonnementen Een abonnement kost " 25,- voor 4 nummers per jaar. Voor een abonnement: kijk op pagina 42.Als abonnee bent u tevens donateur van de Stichting Groeneveld. De Stichting Groeneveld ondersteunt de activiteiten van Kasteel Groeneveld. Als donateur heeft u recht op gratis toegang tot het kasteel voor uzelf en een introducé, wordt u uitgenodigd voor openingen en andere activiteiten en krijgt u korting op speciale publicaties en andere artikelen.

Aanmelden voor de maandelijks e-nieuwsbrief kan via de website www.kasteelgroeneveld.nl.

GRNVLD blijft graag op de hoogte van activiteiten en ontwikkelingen op het gebied van landschap, natuur, voedsel en platteland. Nieuws en persbe-richten kunt u sturen naar GRNVLD, Groeneveld 2, 3744 ML Baarn, [email protected].

Caroline van der Lee Hoofdredacteur

Vijftig jaar geleden werd ik geboren aan wat toen de rand van Rotterdam was. Ik groeide op met ‘the best of both worlds’: aan de ene kant van de straat de stad met theaters, winkels en musea, aan de andere kant het platteland met tuinderijen, weilanden en polder-wegen. Een jeugd vol cultuur en agricultuur. Kinderjaren met ‘Disney films’ en ‘slootje springen’; een puberteit van kroegentochten en uitwaaien in de polder. Er was vooral een vanzelfsprekendheid in de relatie tussen de stad en het land. De één bracht vertier, onderwijs, culturele activiteiten, de ander voedsel, ruimte en rust.

Inmiddels zijn voorbij de straat van mijn jeugd niet één, maar wel drie nieuwbouwwijken verrezen. De stad heeft zich als een gezwel uitge-breid; het platteland verdween. Merkwaardig is dat door het verdwij-nen van het landelijk gebied, ook de stad aan glans lijkt te verliezen. De kater na het doorzakken in de kroeg kan niet meer worden weggefietst in het lege platteland. Wat rest is alleen nog de hoofdpijn.

Opmerkelijk is hoe wij in onze verstedelijkte samenleving ons steeds meer bezig houden met zaken die over het landelijk gebied gaan. Het zijn niet meer alleen de direct betrokkenen, zoals agrariërs, natuur-beschermers en beleidsmakers die over deze vraagstukken nadenken. Wetenschappers, filosofen en ethici hebben het discours betreden. Ook kunstenaars interesseren zich meer en meer voor deze thema’s. In film, literatuur, theater en design zijn vele voorbeelden aan te wijzen. De plattelandsroman beleeft een spectaculaire comeback en popmuzikanten ontdekken de streektaal.

Landschap en platteland zijn populair! Nu de virtuele wereld de werkelijkheid lijkt in te halen zijn wij op zoek zijn naar authenticiteit. verlangen wij terug naar ‘de oorsprong’. Willen wij een herstel van de verbinding tussen stad en land, tussen cultuur en agricultuur.

GRNVLD gaat over het verbinden van stad en land. Door de discus-sie aan te gaan, door te informeren en soms te confronteren biedt dit magazine u voedsel voor het bepalen van een standpunt. De wereld is in beweging, de relatie tussen stad en land ook. Een fascinerend proces waarover we vooral in gesprek moeten blijven. Want, zonder lee!aar platteland geen lee!are stad. En andersom evenmin.

VOORAF

Page 5: GRNVLD 2010/01

Verlangen

INHOUD

!""#$%&'Kort nieuws

()*#+$&+,)&(Paul Schnabel x Jan Hartholt

$)%%(-)+Nederlandse wijnboer

)&,%)-"$&Huis in Frankrijk

.#/0 1"0'+23",Guus Beumer

4&)3""1 Jaap Scholten

!5")& (%+-Krimp

5&0'&Biologische snackbar

"0'&) 6&&1'Edwin Zwakman

("7 &0 (%)&0Reflecties, inzichten

$&'#23-Esther Jansma

1#&'/+-)#,Pieter Hogenbirk

%%$+-Groene films

...Saskia Dekkers

G)%&0&4&1' #07%Evenementen, tentoonstellingen GUUS BEUMER OVER ZIJN TUIN

Page 6: GRNVLD 2010/01

INNOVATIE

DENKTANK

Battle voor bossen‘Op welke manier kunnen we in Nederland meer bossen aanleggen en onderhouden’ is de vraag die het InnovatieNetwerk (van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) in een Battle of Concepts voorlegde aan studenten en young professionals.

B%++&0 3&66&0 4&&1 4&)+23#11&0'& 7*02-#&+.Mensen wandelen, sporten, leren en spelen er. Bossen herbergen vele soorten planten en dieren, leggen CO2 vast, produceren hernieuwbare grondsto!en voor onder meer de bouw, papier en duurzame energie en ze zuiveren de lucht. Toch worden maar mondjesmaat nieuwe bossen aange-legd. Nederland is bovendien één van de bosarmste landen in Europa.Wellicht verandert dat door de voorstellen van jongeren voor nieuwe manieren van financiering, niet eerder ontdekte gebruiksfuncties, nieuwe vormen van eigenaarschap en slimme allianties met andere sectoren. Erik Kruijer won de derde prijs in de Battle of Concepts met een idee voor een verzekeringssysteem, waarmee mensen kunnen sparen voor een uitstrooiplek voor hun toekomstige crematie-as in nieuwe bossen. Die bossen worden gefinancierd met de opbrengsten van de verzekering. Erik combineert dat idee met digitale herinneringsmonumenten (augmented reality), die ‘grafstenen’ overbodig maken.Sander Kruitwagen kreeg de tweede prijs met een idee om de aanleg van nieuwe bossen te combineren met de productie van duurzame energie door windmolens. Op dit moment staan windmolens bij boeren op agra-risch land, maar ook eigenaren van natuurterreinen kunnen geld verdienen met windenergie. En als ze de inkomsten van de geproduceerde stroom in-vesteren in de aanleg van nieuwe bossen, zijn dat meer vliegen in één klap.De eerste prijs ging naar Marie-Anne van Stam. Met haar voorstel voor ‘Albert Heijn bossen’, bedacht ze een manier om supermarktketens die duurzaam willen ondernemen én hun klanten te veranderen in bos-beheerders.

Alle ingezonden ideeën zijn gebundeld in een inspiratieboekje, dat begin dit jaar door Gerda Verburg, minister van LNV, aan het Bosschap is over-handigd. InnovatieNetwerk werkt aan grensverleggende vernieuwingen voor de agrosectoren en de groene ruimte en zal de ideeën gebruiken bij het ont-wikkelen van nieuw natuurbeleid. (#/( 4%%) .&&) #07%)."-#& %,: www.innovatienetwerk.org.

Duurzaam wassen met de balDe ecowasbal bespaart tachtig procent wasmiddel. Dat komt ten goede aan de natuur en de portomonnee heeft er ook baat bij. In de bal zitten keramische korrels, die, als ze met water in aanraking komen, hydroxylionen vormen. Die doen hetzelfde als waspoeder: ze omringen het vuil en weken de vezels los. De methode is niet wetenschappelijk bewezen, maar het resultaat is het bewijs. Een besparing op vervuiling van het oppervlaktewater, afval van verpakkingsmateriaal en de aan-schaf van wasmiddelen verantwoorden de naam ecowasbal. De bal kost " 25,-. Lezers van GRNVLD krijgen 10 % korting. (#/( %,: www.ecowasbal.nl/kasteelgroeneveld.

NIEUWS – PUBLICATIES, TENTOONSTELLINGEN, PRIJSVRAGEN, CAMPAGNES, SYMPOSIA, INNOVATIES. NIEUWS EN PERSBERICHTEN KUNT U STUREN NAAR GRNVLD, GROENEVELD 2, 3744 ML BAARN, [email protected].

Z A AIGOED

PRIJSVRAAG

4 x " 25.000 De biodiversiteit staat onder druk vanwege vervuiling, oppervlakteverlies van natuurgebieden en overexploi-tatie van natuurlijke hulpbronnen. Ook de toenemende consumptie van dierlijke eiwitten ten gevolge van de groei van de wereldbevolking legt een – te – grote druk op het eco systeem. Tegelijkertijd gaat veel voedsel verloren. Consumenten gooien het weg, supermarkten halen het uit de schappen wegens kwaliteitseisen of het wordt verspild bij de productie. Het Ministerie van LNV roept startende ondernemers op voorstellen in te dienen voor innovatieve producten, processen en diensten die bijdragen aan oplossingen voor deze problemen en looft 4 x " 25.000 uit voor de beste businessplannen. Deadline voor het inleveren van een businessplan is 17 mei 2010. 4%%) .&&) #07%)."-#& (#/( %,: www.newventure.nl/lnv.

Page 7: GRNVLD 2010/01

Digitale Nieuwsbrief over cultureel erfgoedGeïnteresseerden in cultureel erfgoed, kunnen zich gratis abonneren op de digitale nieuwsbrief ErfgoedStem, een initiatief van een aantal vooraanstaande organisatie op het gebied van cultureel erfgoed, waaronder Belvedere en Het Restauratiefonds. Eén van de doelstellingen van de ErfgoedStem is ‘het maatschappelijke belang van cultureel erfgoed beter over het voetlicht brengen en zo bijdragen aan een groter maatschappelijk draagvlak voor het werk van erfgoedor-ganisaties’. De nieuwsbrief bevat een overzicht van nieuws, berichten en feiten met verwijzingen naar de oorspronkelijke arti-kelen. De focus in de berichtgeving ligt op het ‘onroerend erfgoed’ zoals: monumenten, historische landschappen, stadsensembles, buitenplaatsen. ""0.&1'&0 voor de nieuwsbrief kan via [email protected].

KENNIS DELEN

Nieuwe LandgoederenEén van de verantwoordelijkheden van de overheid is om naast ruimte voor wonen en werken ook ruimte voor natuur en landschap te maken. Vijftien jaar geleden stelden rijks-overheid en provincie beleidsregels en toetsingskaders op voor nieuwe landgoederen. Inmiddels zijn er enkele tiental-len aangelegd en is een veelvoud daarvan in ontwikkeling. De ontwerpen voor nieuwe landgoederen zijn slechts frag mentarisch of helemaal niet gepubliceerd. Aangezien nieuwe landgoederen een belangrijk onderdeel van het ruimtelijk beleid vormen en van grote invloed zijn op de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied, is het tijd voor een overzicht van de stand van zaken. Door deze regeling is bijna 500 hectare aan nieuwe natuur (met daarin ruim vijftig nieuwe woningen in het landelijk gebied) bijgekomen die er anders, hoogstwaarschijnlijk, niet was geweest.

Het boek Nieuwe Landgoederen State of the Art, dat eind januari 2010 verscheen, biedt een overzicht. Een gedegen analyse op ruimtelijke kenmerken maakt de landgoederen onderling vergelijkbaar. Naast de onderzoeksresultaten is een aantal kritische essays opgenomen en komen over-eenkomsten en verschillen met historische landgoederen aan bod. Ten slotte hebben de auteurs toegankelijke en eenvoudig toepasbare ruimtelijke kwaliteitscriteria en aanbevelingen opgesteld om te komen tot een aantrekkelijk en duurzaam landgoedontwerp.Het overzicht in het boek is interessant voor beleidsmakers, bestuurders, opdrachtgevers, ontwikkelaars, leden van welstandcommissies, landschapsarchitecten, architecten, cultuurhistorici, ecologen, bosbouwers en niet in de laatste plaats voor ini tiatiefnemers van nieuwe landgoederen.

Nieuwe Landgoederen State of the Art door Vibeke Sche!e-ner, Mathieu Derckx en Marinus Kooiman is uitgegeven door Uitgeverij Toth. ISBN 978 90 686 8478 0, prijs " 29,90

+8.,%+#*. 1"0'$%&'&)&0Twee belangrijke kernvragen in de publicatie vormen de basis voor een symposium in Kasteel Groeneveld op donderdag 25 maart 2010: Hoe zien nieuwe, begin 21ste-eeuwse landgoederen er uit?Hoe kan het ruimtelijk ontwerp van de nieuwe landgoederen verbeteren? Voor het bijwonen van de discussie op 25 maart, kunt u contact opnemen met Riëtte Dekkers, T: 035 5480997.

PUBLICATIE

TENTOONSTELLING

ONTWORPEN NAAR DE NATUURDe natuur was de belangrijkste inspiratiebron voor de vernieuwers in de kunsten eind 19e eeuw. Motieven uit flora en fauna, gestileerde patronen en een afkeer van symmetrie zijn kenmerkend voor hun werk. Nederland kende een eigen variant van de internationale ‘Kunstnijverheidsbeweging’. Ontwerpers hiervan hadden een afkeer van industriële massaproductie. Al bijna vijftig jaar verzamelt het Rijksmuseum decoratieve kunst uit de periode 1890-1920. Deze topcollectie is geruime tijd niet geëxpo-seerd. Een aantal objecten en ensembles is zelfs nog nooit aan het publiek getoond. Singer Laren is dan ook verheugd de tentoonstelling Art Nouveau uit het Rijksmuseum te presenteren. In het Singer Museum in Laren is tot 9 mei 2010 de tentoonstelling Art Nouveau uit het Rijksmuseum te zien. Op deze expositie wordt de tweede ‘Gouden Eeuw’ van de decoratieve kunsten in Nederland op spectaculaire wijze in beeld gebracht door vormge-ver Maarten Spruyt. Hij brengt de meubels, cera-miek, zilver, sieraden, glaswerk, textiel en grafiek van rond 1900 opnieuw tot leven..&&) #07%)."-#&, &0-)&&,)#/!&0 &0 %,&0#0$+--#/'&0: www.singerlaren.nl

Page 8: GRNVLD 2010/01

KRUISGESPREK tekst: Kester Freriks* | fotografie: Marijn Scheeres

Page 9: GRNVLD 2010/01

koesteren zij? Als wij de drijfveren van deze tweede huis-bezitters kunnen analyseren, vinden we dan een bijdrage tot het hedendaagse debat over ons eigen Nederlandse landschap, dat zo verrommelt, zo bedreigd raakt? Frankrijk als referentie, derhalve. Om zijn onderzoek richting en contour te geven, legde Hartholt zich de laatste jaren toe op een publicatie en een tentoonstelling, getiteld Huis in Frankrijk. Met foto’s, interviews en begeleidende essays wil Hartholt achterhalen wat bekende en onbekende Neder-landers, waaronder veel dichters, schrijvers en schilders, zoeken en vinden in Frankrijk. Wat vinden zij ginds wat ze in Nederland missen?Maar eerst, omdat de begrippen “landschap” en “land-schapsbeleving” de oriëntatiepunten van dit tweegesprek vormen, geven Schnabel en Hartholt antwoord op de vraag wat landschap voor hen betekent.

Kunt u zich de sensatie herinneren van het moment dat u besefte buiten te zijn, echt deel uit te maken van een landschap? Paul Schnabel reageert met een jeugdherin-nering: “Het eerste wat in je opkomt, is vaak het beste antwoord. Voor mij was dat in Zuid-Limburg, ik herin-ner me de heuvels, de vakwerkhuizen, de hellingen met löss die je nooit van je schoenen kreeg. Ik herinner me in die glooiende landschapsarchitectuur de dramatiek van holle wegen. Althans, zo ervoer ik dat. Dit landschap is een basislandschap, het is als een parklandschap met uitzicht, bescherming, openheid, beschutting. In de evolutie van de mens blijkt zo’n landschap van beslissende betekenis. Een gesloten, dicht en donker bos biedt die combinatie van openheid en beschutting niet. Als ik nu terugkom in Zuid-Limburg vraag ik me af: Waar zijn die bergen toch? In je jeugd lijkt alles groter.”

2%.,1&&- 4&)!%)$'& #11*+#&Jan Hartholt maakt een boeiend onderscheid tussen land en landschap: “Ik ben opgegroeid in Drenthe en voor mij was alles om mij heen land en geen landschap. Ik werkte bij boeren, kroop door het land, raakte onder de modder. Pas later kwam ik door studieomstandigheden in West-Ierland terecht, in het gebied Connemara. Het is daar over-

‘De woonverwachting van de gemiddelde Nederlander is een huis met een weiland’, zo stelde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in 2004 vast. Jan Hartholt, directeur van Kasteel Groeneveld en Paul Schnabel, directeur van het SCP, in gesprek over ‘het eeuwige verlangen naar buiten’.

van Kasteel Groene-veld, een prachtige buitenplaats aan de rand van de Utrechtse Heuvelrug, gaan Jan Hartholt en Paul Schnabel met elkaar in gesprek. Het landgoed maakt deel uit van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwali-teit (LNV) en is de vaste werkplek van Hartholt. Zowel Hartholt als Schnabel zijn van origine socioloog. De eerste groeide op in het Drentse Hoogersmilde en Schnabel in Breda, Noord-Brabant. In hun uiteenlopende werkzaamhe-den tonen beide deskundigen een intense betrokkenheid bij de sociologische en culturele ontwikkelingen van ons land. Voor Paul Schnabel is zijn wetenschappelijke instituut, het SCP, vertrekpunt voor talrijke belangrijke adviezen aan de Nederlandse overheid met betrekking tot maatschappelijke veranderingen. Vanuit Kasteel Groeneveld wil Hartholt “mensen zodanig raken dat zij zich verantwoordelijk voelen voor landschap en platteland”.De stijlvolle ambiance van Kasteel Groeneveld inspireert tot een gesprek over het eeuwige verlangen naar buiten. Rijke regenten, vermogende zeevarenden en kooplieden lieten in de zeventiende en achttiende eeuw zomerver-blijven bouwen in arcadische streken als de Utrechtse Heuvelrug, langs de oevers van de Vecht, in de Kennemer-duinen bij Haarlem en de Veluwezoom. De trek naar buiten begon in de Romeinse tijd. Een villa met tuin en veranda behoorde tot de idylle van talloze stadsbewoners. Hier ontvluchtte men de vaak vervuilde steden, waar de hitte ondraaglijk was. De hogere Amsterdamse heren lieten hun landhuizen in Romeinse stijl bouwen, het waren pronk-villa’s. De vrije natuur riep een paradijselijke sensatie op. Hier vond men de vervulling van een geïdealiseerd, en soms geromantiseerd leven op het land. Een historisch fenomeen dat nog altijd geldig is. “In elk geval wordt daar het gewone bijzonder,” zoals Jan Hartholt het formuleert.

/&*$'3&)#00&)#0$De voorzet tot de gedachtenwisseling is van Hartholt a"omstig: al langer is hij gefascineerd door het verschijn-sel dat vele duizenden Nederlanders een tweede huis in Frankrijk bezitten. Waarom verlangen mensen naar een huis ver over de landsgrens? Welke verwachtingen

* Kester Freriks is romanschrijver en verbonden aan de kunstredactie van NRC Handelsblad. Hij is auteur van twee boeken over vogels, De valk. Over valkerij en wilde vogels en Vogels kijken. Alle driehonderd Nederlandse vogelsoorten (Uitg. Athenaeum). Dit najaar verschijnt zijn ‘natuurboek’ Verborgen wildernis. Landschappen & kaarten in Nederland.

Page 10: GRNVLD 2010/01

weldigend en onbeschrijflijk mooi, ik heb er geen andere woorden voor. Het is een turflandschap met mythische allure. Misschien houd ik ervan omdat het reminiscenties toont met het Drentse landschap van mijn jeugd. Het is daar altijd gemengd weer, zon met wolken, regen ook. Door het kijken naar de luchten boven Ierland ben ik anders naar de Nederlandse luchten gaan kijken. Het landschap is ruig maar niet gevaarlijk, bovendien is het bewoond. Dat vind ik mooi, dat er sporen zijn van menselijke bewoning. De dor-pen tonen fraai de overgang van wilde natuur naar beslo-tenheid. In Drenthe maakte ik geen onderscheid tussen land en landschap, alles is daar land. In Connemara besefte ik wat landschap is, ondanks of juist doordat de menselijke hand er zichtbaar is.”In hoeverre spelen begrippen als authenticiteit en echt-heid een rol? In zijn antwoord refereert Jan Hartholt aan het boek Huis in Frankrijk, waarvan de drukproef op het moment van het gesprek op tafel ligt: “Als een toerist of reiziger zich sneller dan met de fiets door een landschap beweegt, dan ondergaat hij dat land niet werkelijk, het is alsof hij een voorstelling ziet. Als je een reis bij een reis-bureau boekt, dan is dat vaak niet authentiek. Nog steeds trekt Club Med de meeste toeristen. Eigenlijk boek je dan iets wat je ‘een compleet verzorgde illusie’ zou kunnen noemen. Zoek en vind je een huis in Frankrijk, dan hoop je hiermee niet alleen een droom te verwezenlijken, maar ook tegemoet te komen aan het verlangen naar authenticiteit. Dat zijn vaak archetypische zaken, zoals het brood van de warme bakker, de Franse keuken, de boer op het platteland, de donkerte ’s nachts zodat je de sterren ziet. Ik ben ervan overtuigd dat ook het vinden van jezelf een rol speelt in het verlangen naar een tweede huis elders.”Paul Schnabel brengt in zijn antwoord een reflectie op Nepal aan de orde, een land dat hij veelvuldig bereisde: “In Nepal wonen de mensen in de bergen, niet zoals in Zwitserland in de dalen. Trek je van het ene bergdorp naar het andere, dan heb je het idee een reis terug in de tijd te maken, naar de Middeleeuwen, zelfs langer geleden nog. Die directe verbinding met vroeger geeft een authentieke ervaring. Zo was het dus, de gloed van open haardvuur in je ogen te voelen. Of je hebt het idee een verborgen wereld te vinden. Ik ben er trouwens geen voorstander van om een huis in Frankrijk te idealiseren of te romantiseren; er komen ook ellende en tegenslag bij kijken.”Jan Hartholt: “Ik ben al jaren getriggerd door Nederlanders met een tweede huis in de Franse campagne. Aanvankelijk dacht ik dat het er meer dan 100.000 zouden zijn, maar des-kundigen die er onderzoek naar deden, komen uit op een geschat aantal van 30.000. Veel huizen behoren van gene-ratie op generatie tot een Nederlandse familie. Kinderen en kleinkinderen groeiden er op, vierden er hun vakanties...”Meteen krijgt Hartholt bijval van Paul Schnabel: “Het is een archetypisch beeld dat met het zuiden samenhangt en dat je in het merendeel der films, foto’s en reclame terug-ziet, namelijk om samen met de familie in een tuin aan een grote tafel te eten. De noordelijke landen hebben een sterke hang naar het mediterrane zuiden, het noorden mediterra-

niseert in de vrije tijd. Je kunt het ook als volgt formuleren: Het protestantse Nederland zoekt in het zuiden het katho-licisme op, een luchthartige leefstijl. In het Franse land heerst iets dat je het ongepolijste zou kunnen noemen, het authentieke en primaire. Al sinds de Verlichting en Roman-tiek zoeken mensen uit de stad naar het echte leven in het landschap. Daar hoort een huis bij. En bij dat huis hoort onlosmakelijk dat je eraan werkt, opknapt, knutselt, de tuin onderhoudt. Al deze werkzaamheden vormen ook een soort liefdesverklaringen aan zo’n huis: telkens weer maak je het mooier, aantrekkelijker, breng je het dichter bij je idealen.”

6%*5,*-Voor Jan Hartholt functioneert het “mediterrane land-schap als een contrapunt tegen de verregaande rationali-sering van Nederland”. Hij vervolgt: “In Frankrijk vinden mensen waarden die sinds de ruilverkaveling uit Neder-land zijn verdwenen. Die hele functionele ordening is over ons land uitgerold en heeft veel van het vroegere landschap vernietigd: de kleinschaligheid, de samenhang tussen openheid en beslotenheid. Soms denk ik weleens dat alles wat wij nu ondernemen, geldt als een Widergutmachung van wat destijds is verdwenen. Veel kwaliteitswaarden zijn

Huis in Frankrijk. Nederlanders en hun maison de campagne. Fotografie: Theo Baart, Sake Elzinga. Tekst: Tracy Metz. NAi Uitgevers, Rot-terdam. * Tentoonstelling: Huis in Frankrijk. Kasteel Groeneveld vanaf 21 maart.

Page 11: GRNVLD 2010/01

weg, waarden zoals rust en ruimte waarnaar mensen altijd op zoek zijn. De versnelling van het leven in Nederland is ongekend. En als er al procedures zijn om bijvoorbeeld een stuk natuur op te o#eren voor stedelijke uitbreiding of een snelweg, dan is de reactie van de kant van de bouw-bedrijven en andere instanties om het proces nóg sneller te laten verlopen. Nederland is inmiddels verworden tot een bouwput. Jarenlang werkte ik in Den Haag terwijl ik in Utrecht woonde en reisde ik van het ene station naar het andere, dat betekent van de ene bouwput naar de andere. De verandering is de enige constante. “Ik besef dat je een woning in het buitenland niet moet ide-aliseren, want de ervaring van veel mensen is dat de soci-alisering altijd een probleem blijft. Je komt er nooit echt tussen, is een veelgehoorde reactie. Soms zijn de sociale problemen vergelijkbaar met die in Nederland; onenigheid met buren, gemeente, bouwlieden enzovoort. Maar ken-nelijk is het desalniettemin aanlokkelijk omdat er altijd dat vernis van het exotische, van het zuidelijke of in elk geval niet-Nederlandse overheen ligt.”

(0*-+&13*#!&0In een van zijn vaste columns voor het Financieele Dagblad reflecteerde Paul Schnabel eerder op het onderwerp van een tweede huis. Onder de veelzeggende titel ‘Dromen van een ander leven’ schrijft hij: “Iedereen heeft een huis nodig, maar van het tweede huis houden mensen meer. Wie het zich kan permitteren – en vaak is dat niet eens het geval – verwezenlijkt in het tweede huis de droom van een ander en beter leven. Geboren in het verkeerde land komt de trotse bezitter van het tweede huis in zijn nieuwe omgeving en vaak een ander land tot zichzelf. (-) Een plaats om naar te verlangen als je er niet bent.” Tijdens het gesprek vult hij aan: “De afstand tot Frankrijk is in een dag met de auto te overbruggen. Dat is van belang. Bovendien is ginds alles beschikbaar op minstens het niveau van Nederland, zoals gezondheidszorg, supermark-ten, schoon drinkwater en garages. Ook dat pleit voor de keuze van een tweede huis in de Franse campagne.” Jan Hartholt is in zijn werkzaamheden onophoudelijk aan het zoeken naar verbindingen, bijvoorbeeld die tussen stad en platteland, tussen cultuur en economie. Hij denkt niet in tweedelingen maar in verbindingen. Van de publicatie en de tentoonstelling rondom het fenomeen tweede huis in Frankrijk hoopt hij “het debat over het Nederlandse land-

schap aan te sterken”. Hartholt: “De zelfwerkzaamheid van mensen in een tweede huis is van groot belang. Paul zei het al, het zijn ‘knutselhuizen’. Men besteedt er tijd en geld aan. Je ervaart iets wat je niet kunt meenemen naar huis, en dat maakt dat een tweede huis aldoor in je gedachten aanwezig is. In het boek Huis in Frankrijk staat een prachtige foto die ook op mijn werkkamer hier in het kasteel hangt: een zol-der met twee van die sierlijke, ranke houten stoelen. Ze zijn verscholen onder een laag stof. Mensen halen ze van zolder, sto#en ze af, plaatsen ze in een tuin en voilà, daar heeft de stadsbewoner een droom tot leven gebracht, namelijk buiten in het landschap zijn, desnoods de tuin. The escape to the country side is gelukt.”

"*-3&0-#&(& ')#/74&&)Jan Hartholt hoopt dat de ervaringen die mensen in het rurale landschap of in de wilde, vrije natuur opdoen van invloed zullen zijn op de toekomst van het Nederlandse landschap: “Het verlangen naar het onbestemde, naar het niet-geordende is een gegeven dat we niet uit de weg moeten gaan en dat we moeten meenemen in ons land-schapsbeleid. In landen als Frankrijk, maar ook Spanje en Italië, lijkt het of mensen dichterbij de voedselbronnen leven. Waar komt ons voedsel vandaan vragen ze zich ginds eerder af dan hier. Het zou geweldig zijn als die ervaringen, die achtergronden en dat bewustzijn hier in Nederland doordringen in onze omgang met landbouw en landschap.”Waarom voor dit verlangen juist Frankrijk te kiezen geeft Paul Schnabel een verklaring: “Na de oorlog was dit de

eerste exotische bestemming, bovendien was Parijs tus-sen 1945 en 1955 de artistieke hoofdstad van de wereld. Bekende Nederlanders, onder wie Wim Sonneveld, prezen hun huis in het verre zuiden aan met verwijzing naar bloei-ende olij!omen, de zon. Kijk naar het werk van Vincent van Gogh: dat explodeerde van felle kleuren en stralend licht tijdens zijn verblijf in de Provence. Hierdoor is ook het verlangen naar het zuidelijke landschap van latere genera-ties aangewakkerd.” En zoals Van Gogh zichzelf in de paysage verrijkte, zo doen hedendaagse mensen dat nog steeds. Jan Hartholt: “Het verlangen om in een landschap te verblijven en er niet slechts vluchtig doorheen te jakkeren, is een zeer authen-tieke drijfveer. Je zou kunnen zeggen dat iemand zijn werkelijke identiteit niet vindt in de anonieme stad, maar wel op het land, juist in een landschap dat aan zijn dromen appelleert.”

Paul Schnabel is socioloog en sinds 1998 directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau in Den Haag. Na diverse hoogleraarfuncties te hebben bekleed aan de Universiteit Utrecht, werd hij in 2002 uni-versiteitshoogleraar. Hij schrijft columns voor NRC Handelsblad en het Financieele Dagblad.

Jan Hartholt studeerde Sociologie en Planologie in Groningen. Hij werkt sinds 1980 bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in diverse beleids- en managementfuncties. Sinds december 2006 is hij directeur van Kasteel Groeneveld. Hier geeft hij vorm aan de sociale en culturele invalshoek op de LNV-beleidsvelden.

Page 12: GRNVLD 2010/01

tekst: Mariken Bokeloh | fotografie: Hugo Schuitemakers

Waarom juist in Dieren een wijngaard? Een lichte helling naar het zuidoosten, omringd door een lange historische muur die de warmte vasthoudt. Daarlangs hoge bomen tegen de koude winden. De bodem bestaat uit Gelderse löss. Ligging en grondsoort maken deze plek bij uitstek geschikt voor wijn(druiven)teelt. Bij een wijngaard denkt iedereen aan de zomer; wijnranken en veel trossen druiven. Maar we zijn doorlopend in bedrijf. Neem zo’n winterse dag als vandaag… ik heb net in de vrieskou staan snoeien…. Heerlijk! Nee, druiven plukken lukt in Nederland niet in de winter. Die zijn allang weggerot door de najaarsregenbuien. De ijswijn die we maken is artificieel gevroren. Dat staat ook op het etiket, want ik ben wel eerlijk.

Heb je een speciale druif uitgezocht voor de wijn die je maakt?Ik heb gekozen voor veertien druivenrassen. Zo spreid ik de oogsttijd en ook het bedrijfsrisico. Eén van mijn leermeesters liep in 2002 veel schade op; ’t gros van zijn druiventeelt werd besmet met een schimmel. Hij had maar één ras. Die wijze les heb ik in mijn oren geknoopt. Tien druivensoorten gebruik ik voor het maken van wijn, de andere zijn voor consumptie. We werken hier superhygiënisch, die noodzaak heb ik snel

ingezien. De vrieskou kan geen kwaad voor de wijngaard. Ik ben er juist blij mee… zo hou je alle organismen stil.

Doe je alles zelf? Welnee, zo’n honderd vrijwilligers verrichten hand en spandiensten. Ook functioneert Domein Hof te Dieren als zorgboerderij/zorgcentrum. De muur van het Hof en de lange lanen met wijnranken bieden veiligheid. Vooral voor men-sen met een burn out of geestelijke problemen werkt dat heilzaam. Je bent hier buiten en door de muren toch ook binnen. De zorgfunctie is vanzelf ontwikkeld en, hoewel we reuze blij zijn met alle vrijwilligers, hebben we door de zorg-patiënten een bepaalde continuïteit. Het is een zekere factor en het is fantastisch om mensen op te zien knappen.

Organiseer je nog nevenactiviteiten?Inmiddels hebben we een agrarisch bedrijfspand gerealiseerd, waar we niet alleen de wijn produ-ceren en opslaan, maar ook proeverijen, rond-leidingen en diverse workshops organiseren; een ideale plek voor bijvoorbeeld een bedrijfsuitje. Ook organiseren we maandelijks een markt. We staan open voor van alles en blijven in ont-wikkeling.

Bewust biologisch?De grond van het Hof wordt al sinds 1992 biolo-gisch bewerkt. Sindsdien zijn er geen chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmesten meer gebruikt. De grond en de producten die de grond voortbrengt hebben het EKO keurmerk. Ik heb moeite met collega’s die zich biologisch noemen. Als boer ben je niet biologisch, maar je produ-ceert biologisch. Met de huidige rassen is het heel goed mogelijk om druiven zonder chemi-sche middelen schoon te houden.

Nog een favoriete wijn?Geen favoriete, maar wel een leuke: Rode Mus-kaat! Droog, niet zoet en heerlijk in combinatie met sterke smaken zoals bijvoorbeeld chocolade of blauwe schimmelkaas. We maken hier ook een soort grappa; het Dierense Drupje!

Welke wijn drink je zelf?De lekker frisse Johanniter, de bijzondere Gelderse Gloed of de stevig fruitige rode Rondo.

En… kun je met wijn je brood verdienen?Het brood lukt aardig. En met de nevenactivitei-ten erbij hebben we ook nog lekker beleg. Proost!

DE LIEFDE VOOR WIJN WERD YOUP CRETIER MET DE PAPLEPEL INGEGOTEN. MET ZIJN VADER LIET YOUP EIND JAREN ZEVENTIG AL DE EERSTE VATEN GISTEN. VANDAAR DAT HET MIDDENPAD VAN DE GROTE OMMUURDE WIJNGAARD IN DIEREN DE DOKTER CRETIER ALLÉE IS GENOEMD.

Youp Cretier over zijn wijngaard

5""): www.domeinhoftedieren.nl

GROO(T)S

Page 13: GRNVLD 2010/01
Page 14: GRNVLD 2010/01

REPORTAGE Tekst: Coot van Doesburgh* | Fotografie: Sake Elzinga en Theo Baart

Page 15: GRNVLD 2010/01

Het leek haar altijd veel te veel gedoe, zo’n tweede huis. Coot van Doesburgh zag meer in het hebben van vrienden met een vakantiehuis. Tot ze op een spooroverweghuisje in een totaal verwilderde tuin stuitte, kilometers van welke bewoonde wereld dan ook. Te koop. Op slag besefte ze dat het wél altijd een stille wens was geweest, vanaf haar vroegste jeugd had ze behoefte aan een eigen, geheime plek. Kortom, ze deed het.

gaan inrichten! Geen geld: geeft niet. Vrienden en familie hebben altijd wel dingen waar ze vanaf willen. Bedden, stoelen, een tafeltje. Ineens worden rommelmarkten weer aantrekkelijk. Je hebt bestek nodig, mooie borden, spiegels, alles! De eerste jaren had ik geen elektriek. De aanschaf daarvan was tienmaal zo duur als het huis zelf, want in Frankrijk betaal je zelf de benodigde lichtmasten en mijn huisje was kilometers ver verwijderd van de dichtstbij-zijnde paal. Dus de begintijd werd verlicht met olielampen, kaarsen en waxinelichtjes. Daarna een paar jaar zonne-energiepanelen op een soort hondenhok in de tuin met daarin de enorme accu’s en de omvormer. Nu heb ik al weer een hele tijd gewone elektriciteit, de aanleg heb ik gedeeld met mijn buurman, een fazantenkweker, die er genoeg van had zijn broedmachines op aggregaten te laten lopen en subsidie kreeg van de gemeente omdat hij een bedrijf was.

Werk voor het restaureren en opknappen van je huis nooit uitslui-tend met handwerkslieden uit het thuisland! Natuurlijk kun je met vrienden de binnenkant leuk schilderen, maar neem voor het echte werk altijd lokale krachten.

Niet alleen om sociale redenen – hoewel ook belangrijk – je omzeilt zo problemen bij de plaatselijk heersende voorschriften. Ik ken Nederlanders die hun hele elektriek er weer uit moesten slopen omdat leidingen noch stop-penkast aan de Franse normen voldeden.

Leer Frans! Dit lijkt een open deur, maar ik ken de minachting van de Fransen voor bui-tenlanders die geen woord Frans spreken. Dat zij zelf ook geen woord over de grens spreken, wordt afgedaan als totaal onbelangrijk. En gelijk hebben ze, die geminachte buitenlanders hebben tenslotte een huis in Frankrijk en niet andersom. Fouten maken geeft niks, overwin de angst daarvoor en rebbel gewoon een eind weg. Aardige Fransen verbeteren je zo nu en dan en voor je het weet kun je zelfs moeilijke telefoongesprekken voeren met elektriciteits-bedrijf of dierenarts.

Zorg dat je bevriend raakt met men-sen die je huis in de gaten houden wanneer je er niet bent. Bij mij zijn dat Thierry en Nathalie. Hij maait mijn gras, snoeit takken en ‘manust van alles’. Zij gooit eens in de paar weken alle ramen open, maakt schoon voor ik kom, regelt loodgieter of elek-tricien als zich iets voordoet. Ze bellen na

* Coot van Doesburgh (1943) is tekstschrijver en vertaler. Ze schreef over televisie in Het Parool, over sport in NRC Handelsblad, liedteksten voor Paul de Leeuw, Simone Kleinsma en Ruth Jacott en ze vertaalde toneelstukken, musicals en films. Daarnaast schreef zij verschillende boeken. Voor de tentoonstelling Huis in Frankrijk in Kasteel Groeneveld maakte ze de synopsis, un rêve, une réalité.

* Grenada (2009) is het laatst verschenen boek van Coot van Doesburgh. Hierin blikt zij op hoogstpersoonlijke en soms hilarische wijze terug op haar reizen naar het eiland Grenada. Zij behoorde tot een groep wetenschappers, politici en journalisten die in 1983 poolshoogte kwam nemen, nadat de charismatische premier van Grenada Maurice Bishop hulp van Cuba had aanvaard en de Verenigde Staten hem als staatsvijandelijk had-den verklaard. Nadat Van Doesburgh eenmaal voet op Grenadiaanse bodem had gezet, vatte ze een intense fascinatie voor het eiland op en zijn bevolking, en keerde ze er regelmatig terug. Grenada is uitgegeven door Thomas Rap. ISBN: 978 90 600 5792 6 | Prijs: " 14,90

een storm of er schade is, verwijderen bijen- of wespenkolonies, die zich ineens in een slaap-kamer gevestigd hebben, kortom, ze verzorgen mijn huis met liefde tijdens mijn afwezigheid. Ze zijn dan ook heel goede vrienden geworden, we eten bij elkaar, bellen en mailen als ik in Nederland ben en kennen wederzijds alle lief en leed dat zich in de families voordoet.

De overdonderende stilte: overdag alleen onderbroken door overdadig vogelgezang – waaronder de duif die zijn zin nooit afmaakt: “roekoekoekoe, roekoekoekoe, roe......” –, een tractorploegende boer, een cirkelzaag in de verte en eens per week laag overvliegende legerstraal-jagers die ons op machowijze te verstaan geven dat het land echt heel goed in de gaten wordt gehouden.

De geuren: Het huis ruikt specifiek. Een mengeling van vochtigheid – niet muf, niet schimmelig, meer een ouderwetse vorm van beetje klam, zoals de zolder bij je grootouders –, gemengd met de geur van verbrand hout. Na een paar dagen open deuren en ramen ruik ik het niet meer, maar gasten roepen altijd verzaligd: “Oh, het huis ruikt nog precies hetzelfde!” De tuin ruikt elk jaargetijde heerlijk. Prikkelend fris in de winter met een zweem van houtge-

Page 16: GRNVLD 2010/01

stookte open haarden of takkenverbrandingen in het open veld. In de lente is het om dronken te worden. Ineens bloeit alles tegelijk en loop je door wol-ken van jasmijn, blauwe regen, sering. ’s Zomers heb je rozen en alle bloemen, door jezelf of de natuur neergezet, terwijl de krui-den ook allemaal bloeien en wolken bruine vlindertjes zich verzamelen op de oregano en de rozemarijn. In de herfst de vochtige aarde met de blader-rotting en de paddenstoelenlucht.

De intense nachtelijke duisternis met daarin meer sterren dan je voor mogelijk hield. Als stadsmens vond ik het in het begin erg toevallig dat elke avond, op precies dezelfde plek aan de hemel een lange dunne veegwolk hing. Dat was de melkweg. Koop zaklantaarns en zorg dat er kaarsen in huis zijn. Ik ben een groot afnemer van De Pittenkoning geworden. Die heeft de mooiste olielampen en, mijn handigste bezit daar, een zonoplaadbare zaklantaarn. Neem grote zak-ken waxinelichtjes, want die kom je in Frank-rijk zelden tegen. De elektriek wil nog wel ’s uitvallen. Bij elk onweer is het raak en ook zijn de meeste stoppenkasten niet berekend op waterkoker, wasmachine en stofzuiger tegelijk. Dat weet je, maar dat vergeet je weer even zo hard.

Het zwembad: als het financieel enigszins mogelijk is, neem dan een zwembad en laat je niet afschrikken door het onderhoud. Tijdens weer een zomer tegen de 40 graden had ik het gehad met alleen de Gardena tuindouche en vroeg mijn aannemer om een o#erte (een devis). Die viel mee. Hij bouwde een prachtig zwembad en het onderhoud is een fluitje van een cent. Hij wordt zomer- en winterklaar gemaakt door een zwembadexpert en als ik er ben doe ik de rest zelf (en anders Thierry). Twee keer per week de filterzak verschonen en één keer per week twee flinke combinatiepil-len (anti-alg, chloor en nog een paar dingen) erin. En zo nu en dan een hp-waarde testje. Dat is alles.

De tuin: leef je uit in de tuin. Zorg voor een afdakje, zodat er ook in de regen buiten geze-ten kan worden. Ik heb dat, uit geldgebrek, met kleurloos plastic golfplaat gedaan. Dat is even lelijk, maar het bemost snel en een druif tegen de stutpalen zorgt voor schaduwgevende overwoekering. En dan de rest van de planten. Blauwe regen, hop, rozen, seringen, jasmijn, vlinderstruiken en wat je maar wilt. Ook een kiwi- en vijgen-boom, een kruidentuin en een moestuin. Eigen tomaten, courgettes, paprika’s, radijzen en sla. In de kruidentuin bieslook, rozemarijn, peter-selie, tijm, oregano en natuurlijk basilicum, al

moet die in een pot en hoog staan vanwege de slakken. Langs mijn oude spoor woekeren bra-menstruiken. Eind augustus maak ik enorme hoeveelheden bramen/vijgenjam. Er gaat niets boven eten uit eigen tuin of het moet je hond zijn, die vredig ligt te slapen op een bedje van tijm.

Een uil in je schoorsteen. Dat weet je meestal niet, tot je gebeld wordt dat de hele eetkeuken een slagveld is. Gebroken flessen, glazen en bekers, her en der veren en alles bedekt met dunne, witte poep. Dan besef je opeens waar de doodenge nachtelijke zuchten vandaan kwamen. Dat doen uilen. Dus met Thierry de uilen – het bleken VIER, overigens beeldschone, witte kerkuilen – uit de schoorsteen gerookt en daarna een gazen hekwerkje over de kap van de schoorsteen gezet.

De frelon, een zeer grote wesp. Tot vier keer het formaat van een gewone en zijn beet kan erg gevaarlijk zijn. De Franse frelonnen-beet-wet zegt: één steek: naar de dokter, twee steken: naar het ziekenhuis, drie steken: dood. Dus nooit naar slaan, altijd goed in de stoel kijken voor je gaat zitten en verder gewoon proberen te ontwijken. Een vliegengordijn voor de openstaande voordeur en horren zijn een must. En de wespenval,

Page 17: GRNVLD 2010/01

een dikbuikige fles met van onderen een naar binnen krullend, open gat en van boven een kurk. Siroop erin, kurk erop en in een boom hangen. Wespen, vliegen en frelons kruipen naar binnen, op zoek naar de siroop, kunnen er niet meer uit en sterven de limonadedood.

Muizen en ratten: gewoon wennen. Eten altijd goed afsluiten in blikken of dikke plastic dozen, nooit een pak meel laten staan, alle kruimels weg. En dan nog: ze eten de raarste dingen. Ze zijn dol op keukenrollen en papieren servetten, ik heb zelfs meegemaakt dat ze zich een weg door een pak metalen schuursponsjes hadden gegeten. Ik vind een dode muis nog enger dan een levende. Dus meestal laat ik ze lekker rondlopen en zet

Nathalie, als de honden en ik weer vertrokken zijn, overal muizengif neer.

De slang valt niet in de categorie even wennen. Als preventie kun je er wel voor zorgen dat het gras altijd kort is en dat er geen dikke struiken tegen je huis aanstaan. Als je wel door ongemaaid veld gaat wandelen, draag dan een lange broek, stop de pijpen in de sokken en neem een stok mee, waarmee je voor je uit op de grond slaat. Slangen zijn doof, maar reageren op trillingen. Er zijn vele soorten, maar slechts twee categorieën: giftig of niet giftig. Serpents zijn giftig, de couleuvres niet. Maar ja, ik weet het verschil niet goed – de ene heeft een platte pijl als staartpunt en de andere een ronde punt, maar in paniek ga ik niet eerst kijken hoe zijn staart eindigt. Bovendien de niet-giftige bijt wel om vervolgens niet meer los te laten en dan moet je met duim en mid-delvinger zijn kaken openwrikken. Doe mij dan maar meteen gif. Toen ik een keer een couleuvre IN MIJN HUIS aantrof, een grote, polsdikke, anderhalve meter lange, opgerold in de donkere open trapkast heb ik even seri-eus overwogen het huis te verkopen. Je kunt tenslotte ook overdrijven met leuk in de natuur zitten.

Gas blijft een aandachtspunt. Vrijwel niemand, of je moet een huisje midden in een dorp of stad hebben, heeft leidinggas. Niet erg, je doet het gewoon met gasflessen. Handig, maar ze raken een keer leeg en hebben geen metertje dat aangeeft wanneer. Het overkomt iedere huisjesbezitter een keer dat hij het lek-kere stoofpotje steenkoud en nog hard aan de gasten voorzet omdat de gasfles al lang geleden leeg was. Let dus op en zorg dat er altijd een reservefles klaarstaat.

Ook riolering hoort tot de stadse luxe. Is er geen afvoervoorziening in het Franse huis, dan moet er een septic tank aangelegd worden. Let daarbij op dat het geen ouderwets type is, waarin niets chemisch mag, want dan is shampoo al funest voor de natuurlijke rotting. Vroeger gooide men eens in de zoveel tijd een dode kip of rat in de tank, tegenwoordig kun je in de grote supermarkten zakjes bacteriën krijgen, die je in de wc gooit en meteen doortrekt. De nieuwere septic tanks zijn geschikt voor alle wateren, wat inhoudt dat de wasmachine erop kan lozen en dat de wc rustig eens in de zoveel tijd met bleekwater (Javel) schoongemaakt kan worden.

In opdracht van Kasteel Groeneveld fotografeerden Sake Elzinga en Theo Baart een grote verscheidenheid aan tweede huizen in Frankrijk – van Savigny-sur-Aisne via Sainte-Vertu tot Saint-Paul-de-Vence – en hun bewoners.

Theo Baart studeerde aan de Rietveld Academie te Amsterdam en is vanaf de jaren tachtig werkzaam als fotograaf. In veel van zijn werk staat de inrichting van Nederland centraal.

Sake Elzinga is opgeleid aan de fotovakschool in Apeldoorn. Sinds 1982 is hij werkzaam als zelfstandig fotograaf. Elzinga’s werkterrein is breed: van de actuele politiek tot sport en tot kunst en cultuur.

Page 18: GRNVLD 2010/01

MIJN LANDSCHAP Tekst: Brigitte van Mechelen | Fotografie: Foto’s tuin Johannes Schwartz Portret Guus Beumer copyright Marres, Maastricht

Lessen in geduld

Guus Beumer over zijn tuin

Page 19: GRNVLD 2010/01

“BRANDNETELS MOET JE NIET WEG WILLEN HEBBEN, DAN BLIJF JE BEZIG. MAAR WAAROM ZOU JE OOK? DE RUPSEN VAN VLINDERS ALS HET ZANDKAARTJE, DE DAGPAUWOOG EN DE ATALANTA ETEN UITSLUITEND VAN BRANDNETELS.” GUUS BEUMER OVER DE TUIN IN ZUIDOOST-FRIESLAND DIE HIJ SAMEN MET ARJAN EDERVEEN HEEFT.

“In Maastricht werken en een tuin hebben in Friesland,

tja. En dan te bedenken dat die tuin er gekomen is vanuit de behoefte om de componenten in mijn bestaan juist bij elkaar te brengen; het is interessant hoe het leven loopt. In de jaren tachtig toen SO, het kledinglabel dat ik met Alexander van Slobbe was begonnen, almaar meer succes kreeg, zat ik voor mijn gevoel voortdurend in het vliegtuig. Misschien moeten we gewoon maar eens wat bomen gaan planten, bedacht ik samen met Arjan Ederveen, met wie ik al eeuwen bevriend ben. En dus gingen we op zoek naar een stuk grond waar we ons gezamenlijke terug-naar-de-natuur project konden starten. Uiteindelijk vonden we een zogenaamde heidehut. In de Friese Wouden was het gebruik dat een echtpaar op hun trouwdag een onderkomen mocht bouwen. Het klinkt romantisch maar er schuilt een enorme tragedie achter. Van die doodarme mensen op onafzienbare heidegronden, die zich al rietvlechtend door het leven proberen te slaan. Het stuk grond waaraan wij ons hart verpandden was van een boer die zich tegen de ruilverkaveling had verzet. Hij woonde tegen een zandkop, die voor een deel is afgegraven toen de snelweg kwam en vervolgens is bebost. Ik denk dat men hem daarom zijn gang heeft laten gaan: zijn arme grond was voor een moderne boer toch niks waard. Deze eigenwijze boer had behalve wat slachtvee en kipjes, een moestuin van 3000 m2. Toen wij de grond kochten was dat allemaal overwoekerd, op een conifeer na.

Onze eerste winter was heel naargeestig, de leidingen vroren kapot en het was één groot ijspaleis. Ook bleek de manier

waarop we ons tot het landschap wilden verhouden, heel verschillend te zijn. Arjan wilde snoeien, maaien en kappen (die ene conifeer dus) terwijl ik met de mensen uit de streek wilde praten om zo de verhalen uit het verleden te horen. Zo hoorde ik bijvoorbeeld dat het uniforme grasland dat ons omringde twintig jaar eerder nog een enorme diversiteit aan planten kende. En ik begreep dat het weelderige groen waar we in eerste instantie zo verliefd op waren geworden, het resultaat was van overbemesting. En in het kielzog hiervan leerden Arjan en ik het fenomeen verschraling waarderen. Maar zover was het niet meteen. Aanvankelijk wilden we bomen en hagen planten, een vijver graven en een vlindertuin aanleggen. Kortom we waren ambitieus, Niet zo wonderlijk, de modewereld heeft stra!e productietrajecten – volgende week klaar, dat werk.

Maar gaandeweg, met vallen en opstaan en door te luisteren naar ervaren tuiniers zoals Hans Engelbrecht en kwekers als Heilien Tonckens leerden we geduld te hebben. We leerden het landschap te lezen als een verzameling condities. Als de waterstand op 85 cm diepte ligt, gedeien planten met een be-paalde wortelstructuur niet en andere juist wel. Een plant die schaduw wil, moet je niet in de zon zetten. Toch heb ik zelden zo’n flexibel systeem gezien als de natuur, gedoog je brandne-tels dan krijg je vlinders cadeau, en in de hoop bladeren die je laat liggen woont ineens een egel.

Na een jaar of drie kregen we onverhoeds de kans om er vijf hectare grond bij te kopen. En aangezien het gezegde is ‘de grond van de buren komt maar één keer in je leven vrij’ dachten we ‘dat moesten we dan maar doen’. En zo kregen we de kans alles wat we geleerd hadden op een grotere schaal neer te zetten. In diezelfde tijd begonnen we het idee van een tweede huisje, waar je je terugtrekt uit de wereld, een beetje mal te vinden. We besloten de tuin tot basis te promoveren waar vanuit we ander type projecten gingen initiëren. Zo is bijvoorbeeld het televisieprogramma Wroeten van Arjan en Lernert Engelbrechts ontstaan.

Of het woord troost van toepassing is? Absoluut, het land-schap raakt verknoopt met herinneringen, de pijnlijke maar ook de vrolijke. En dan de continuïteit van de natuur, het ritme van de seizoenen; het leert je relativeren. Wil het dit jaar niet met de dahlia’s, volgend jaar weer een nieuwe kans.”

Links: Guus Beumer in tentoonstelling de Eetbare Stad, NAi Maastricht. Zwart/wit foto’s: Johannes Schwartz, kunstenaar en coördinator fotografie aan de Rietveldacademie, fotografeerde op verzoek van Beumer diens tuin in Fries-land, de beide foto’s met rabarber in de hoofdrol komen uit deze serie.

Lessen in geduld

Page 20: GRNVLD 2010/01

VERHAAL Tekst: Jaap Scholten* | Illustratie: Michiel de Jong** © Comic House*

X W

Page 21: GRNVLD 2010/01

** Schrijver Jaap Scholten woont sinds 2003 in Hongarije, deels in Boedapest en deels op het platteland. Hij beschreef zijn leven aldaar in Heer & Meester. Verder is hij de auteur van de romans Tachtig en De wet van Spengler, dit laatste boek is door de grote boekhandels van Nederland verkozen tot `Boek van het Jaar 2009’. Hij werkt dit moment aan een non-fictie boek over het verborgen leven van de aristocratie in Transsylva-nië: Kameraad Baron, dat mei 2010 zal verschijnen.

** Tekenaar Michiel de Jong laat zich inspireren door Atoomstijl grootheden als Yves Chaland, André Franquin, Serge Clerc en Joost Swarte. In 2000 kreeg hij de PTT Post aanmoedigingsprijs voor zijn mini album Ode aan Wilhelm. Voor zijn strip Operatie Hanuman ontving hij in 2008 de Stripschap-penning voor het beste album.

is negenentachtig jaar oud en volgens mijn vrienden de laatst overgebleven Transsylvaanse grand old

lady. Ze is geboren als Gabriella gravin Kornis op het familie-kasteel in Szentbenedek. Ze heeft een smalle roze sjaal om en rode lippenstift op. Haar fijne gezicht doet vermoeden dat zij vroeger een knock-out is geweest. `Ik ben in 1921 geboren op Szentbenedek in Trans-sylvanië, 60 kilometer ten Noorden van Kolozsvár. Mijn vader runde het landgoed. Hij stond iedere dag om zes uur op om alles te inspecteren en te bespreken, in de oogst- en zaaitijd om drie uur. Daarnaast was hij ornitholoog. In Szentbenedek hadden we de grootste privéverzameling opgezette vogels van Europa. 10.000. Mijn vader had geleerd te prepareren. Als ornitholoog en als jager wist hij goed hoe de vogels bewogen. Mijn hele jeugd zo ongeveer bracht ik door in het kasteelpark. Ik leerde over de oude Grieken van een privéleraar. Het onder-richt was meestal buiten, aan de oever van de Szamos. Toen na de oorlog de communisten aan de macht kwamen, werd alles onteigend en moest ik werken als dienst-meisje. Ik kwam terecht in Boedapest bij een ingenieur die met een boerin was getrouwd. Ik heb voor haar het huis ingericht. Ik heb uitgelegd dat ze het portret van Lenin van de muur moest nemen. Ik leerde haar alles. Ik gaf haar de ene dag een lijst met 100 Franse woorden, dan kende ze die de volgende dag helemaal uit haar hoofd. Ik moest haar uitleggen hoe de tafel te dekken, hoe te koken, hoe je te kleden, hoe naar de opera te gaan, hoe te converseren. Als er een diner was huurde ze zilver en porselein. Ik dekte en ik serveerde, want niemand wist hoe je van links bediende. Ik had een zwarte rok aan, een wit schort, zo’n wit kapje in mijn haar en witte handschoenen natuurlijk. Na het eten waste ik het porselein af en stopte het zilver in de box zodat het terug naar de verhuurder kon. Ik vond het prima om op te ruimen en daarmee andere mensen gelukkig te maken. De vrouw des huizes kwam de keuken in en zei dat de gasten graag wilden dat ik er bij kwam zitten. Ik antwoordde haar dat dat helaas niet ging. Vrouw Szabó, u wilt dat alles gaat zoals

het vroeger bij de graaf thuis toeging: het dienstmeisje schoof na het diner nimmer bij de gasten aan. De vrouw des huizes, deze boerin, heeft tien jaar het leven geleefd waar ik haar de finesses van had geleerd, toen is zij teruggegaan naar het dorp waar zij vandaan kwam, terug naar de lemen boerderij van haar familie. Ze heeft de ingeni-eur met zijn grote carrière in de stad achtergelaten. Haar ware geluk lag in de natuur, bij de koeien. Ze had een groot leven geleid, was naar het buitenland gereisd, had alle opera’s van Boedapest gezien, maar het was haar leven niet. Haar ziel was immer bij de weiden en de margrietjes in haar dorp gebleven. Ik ben de laatste Kornis. Ik heb enkele jaren gele-den de ruïne van het kasteel in Szentbenedek teruggekregen. Nog één toren staat overeind, verder wordt het kasteel ieder jaar lager en lager. Het hele dorp bouwt huizen met de stenen van Szentbenedek. Ik krijg een pensioen van 70.000 forint (ongeveer 230 euro) per maand. Daar leef ik van en een groep zwervers hier in de buurt, en daar betaal ik ook nog mensen van die me in Szentbenedek helpen. De eerste 25 jaar na de oorlog heb ik geen make-up gebruikt. Ik ben nooit naar de kap-per gegaan, ik heb sigaretten afgezworen, op een goed moment ben ik ook met ko!e gestopt. Al het geld dat ik uitspaarde heb ik in een laatje gestopt. In 1971 heb ik daarvan één hectare grond gekocht, in Kisszamos, niet ver van Boedapest. Men moet iets bezitten, om van te houden, om voor te zorgen, om de liefde op te projecteren. Zonder liefde kan men niet leven. Ik heb eerst twee jaar gewerkt om het perceel schoon te maken. Het was een bende. Er groeiden alleen maar armzalige acca-cia’s en onkruid. Ik heb niemands hulp aanvaard. Het was een test voor mezelf. Ik wilde zien of ik dat kon: uit het niets iets maken. Ik heb dennenappels uit Transsylvanië gesmokkeld, de zaden er uitgepeuterd en ze geplant. Ik verzamelde beetje bij beetje alle 140 struiken en boomsoorten die in het park van Szentbenedek groeiden. Eén voor één heb ik ze geplant en ver-zorgd. Ik heb er bijna veertig jaar aan gewerkt. Het is gelukt. De bomen uit mijn jeugd zijn herrezen.’

Page 22: GRNVLD 2010/01

ZWARE KOST

Ingrijpende gevolgen van bevolkingsdaling

Tekst: Floor de Sera

LNV en bevolkingsdalingMinister Verburg in kamerbrief 1 december 2009: “In het kader van dit Actieplan bevolkingsdaling zet ik vanuit LNV in op één of meerdere experimenten waarin het concept ‘krimp als kans’ wordt uitgewerkt in relatie tot het reali-seren van ‘groen’. Bijvoorbeeld via het optimaal benutten van de ruimte die vrij zou komen als gevolg van sloop voor natuur en mooi landschap, voor recreatie en wellicht voor nieuwe concepten zoals stadslandbouw. Om hiermee de kwaliteit van deze gebieden te behouden en te ontwikke-len. In dat geval hebben we dus een win-win situatie. Ik ben met een aantal partijen momenteel in gesprek over de voorbereiding van deze experimenten.” Zie: www.minlnv.nl

Zuid-Holland

+#,$%Grootste groeier

Pijnacker-Nootdorp +#&%9 $% krimp

44% gemeentesFlevoland

+'(,#%Grootste groeier

Almere +')%9 $% krimp

Geen

Noord-Holland

+*,&%Grootste groeier

Aalsmeer +'#%9 $% krimp

#(% gemeentes

Zeeland

+#,+%Grootste groeier

Middelburg +$+%9 $% krimp

$+% gemeentes

Utrecht

+$(,+%Grootste groeier

Utrecht +#)%9 $% krimp

&,% gemeentes

Nederland

+#,+%

Page 23: GRNVLD 2010/01

Wie ooit op zoek naar een overnachting, zomaar een afslag nam, kent ze … romantische Franse dorpjes. Dichtgetimmerde huizen met overwoekerde er-es lijken te wachten op jou. Je mijmert… ‘zo opgeknapt’, en ‘vast niet duur’. Vanaf een bank op het stille pleintje lachen twee oude mannetjes je vriendelijk toe. Langzaam dringt de waarheid door: er wonen alleen nog oude mannetjes, er is geen werk, dit dorp is dood. Je vervolgt je route naar de Middellandse Zee.

Nederlandse dorpen en steden zullen verzadigd zijn. Dit simpele gegeven heeft verstrekkende gevolgen. Op het eerste gezicht lijkt het misschien prettig dat er wat druk van de ketel gaat. Het wordt minder vol. Minder werkeloos-heid. Minder mensen op de weg, dus eindelijk kortere files. Op mooie dagen kunnen we een plekje vinden op het strand en studenten hoeven geen jaren naar een kamer te zoeken.

%4&)-%11#$ &0 %04&)(%%,6"")De werkelijkheid is anders. De bevolkingsdaling manifes-teert zich – net als in Frankrijk – ook in Nederland als eer-ste, en voornamelijk, op het platteland. In de grensgebieden van Nederland is de krimp al begonnen, met Oost-Gronin-gen, Zuid-Limburg en Zeeuws Vlaanderen in de kopgroep. Delfzijl telde in 1990 nog 32.000 inwoners. Over 15 jaar zullen het er hooguit 20.000 zijn. Ook het aantal huis-

komt onder de bevolking van Frankrijk al jaren voor. Reeds decennia vertrekken jonge-ren naar de steden en laten hun ouders verouderen op het platteland. Ook migranten strijken vooral neer in steden en voorsteden, met alle problematiek van dien.

Veel mensen realiseren zich nog niet dat dit ook Nederland te wachten staat. Ook hier is het gedaan met de bevolkings-groei. Volgens schatting ligt het omslagpunt van bevol-kingsgroei naar bevolkingsdaling in Nederland rond het jaar 2034. In dat jaar delen we met 17,7 miljoenen het land en is het maximum bereikt. Voor een constante bevolkings-omvang is een vruchtbaarheidscijfer (gemiddeld aantal kinderen per vrouw) van 2,1 nodig. Dit cijfer ligt In Neder-land al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw op 1,7. In 2040 groeien alleen steden als Almere nog, de overige

Bevolkingsgroei/-krimp naar provincie in 2025. In procenten ten opzichte van 2007. Bron CBS.

* Floor de Sera is beleidsmedewerker bij het ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit en projectleider van dossier bevolkingsdaling bij LNV. Ze schreef dit essay op persoonlijke titel. [email protected]

Drenthe

+'%Grootste groeier

Assen +$)%9 $% krimp

))% gemeentes

Groningen

+',+%Grootste groeier

Groningen +''%9 $% krimp

)&% gemeentes

Overijssel

+$,)%Grootste groeier

Deventer +$#%9 $% krimp

+)% gemeentes

Noord-Brabant

+$%Grootste groeier

Breda/Den Bosch +$(%9 $% krimp

)#% gemeentes

Friesland

+(,&%Grootste groeier

Leeuwarden +$.%9 $% krimp

*&% gemeentes

Gelderland

+(,#%Grootste groeier

Nijmegen +$#%9 $% krimp

)#% gemeentes

Limburg

-+,.%Grootste groeier

Beesel/Brunssum ++%9 $% krimp

#(% gemeentes

Page 24: GRNVLD 2010/01

Friesland Drenthe OverijsselGroningen

totaal% 65+

houdens daalt behoorlijk en de gemeente moet plannen maken voor het slopen van ongeveer 1700 woningen. De Limburgse gemeenten verzamelt in Parkstad Limburg gaan van 250.000 inwoners nu, naar 175.000 in 2035. Volgens voorspellingen kampen de woningcorporaties daar in 2035 met een overschot van 20.000 woningen. Ook in Oost-Groningen daalt het aantal huishoudens sterk. Volgens de cijfers is in 2025 één op tien huizen daar overtollig en dus onverkoopbaar. Bevolkingsdaling heeft verstrekkende gevolgen. Waar minder mensen zijn, worden minder kinderen geboren, zijn minder scholen nodig met minder lokalen en minder leerkrachten. Waardoor weer minder werkgelegenheid ontstaat en weer meer mensen wegtrekken. Zo ontstaat de bevolkingskrimp-spiraal, die de segregatie tussen stad en platteland versterkt. Delfzijl moet voor 2025 de helft van alle basisscholen slui-ten en tegelijk de kwaliteit van het onderwijs garanderen. En dit is niet de enige opgave voor deze en andere krimpge-meenten. Minder mensen betekent minder boodschappen, dus minder winkels, minder uitgaansgelegenheden, ver-maak en vertier. Sportverenigingen zien hun ledenaantal-len dalen. Sportvelden raken in onbruik of verval. Hoog-opgeleiden trekken het eerst weg. Er blijven minder goed opgeleide mensen over voor de overgebleven bedrijvigheid, maar eveneens voor het verenigingsleven en het openbaar bestuur. Juist jonge mensen zoeken hun toekomst elders. Uiteindelijk betekent krimp dus niet alleen minder men-sen, maar ook minder jonge energie, minder creativiteit en minder vitaliteit.

!#0$&0'& 4%$&1+ EEN KRIMPDORP HERKEN JE ALLEREERST AAN DE LEGE HUIZEN. EERST BLIJVEN DE KLEINE, OUDERWETSE HUISJES LEEG. EIGENAREN VERTREKKEN EN DE HUISJES DIE NIET HELEMAAL VOLDOEN AAN DE EISEN VAN DE TIJD BLIJKEN ONVERKOOPBAAR. RAMEN WORDEN DICHTGESPIJKERD. Ook woningcorporaties kunnen hun woningen niet meer verhuren. Sommige worden omgebouwd naar seniorenwo-

ningen, of samengevoegd, zodat een rijtje huisjes ineens een twee-onder-één-kap-blokje wordt. Maar wie betaalt deze aanpassingen? Soms ontstaat leegstand omdat er sim-pelweg niet genoeg kopers in het gebied zijn. Onverkoop-baarheid van een huis in de laatste levensfase kan ertoe leiden dat de eigenaar niet naar een woonzorg faciliteit kan en in de ongeschikte woning blijft. Verhuizen vanwege een andere baan of gezinsuitbreiding wordt onmogelijk, omdat de oude woning onverkoopbaar is. Groei betekent volgens het woordenboek: uitbreiding, toename, groter worden. Groei betekent geld verdienen. Krimp is ook krimp van de portemonnee. Minder mensen: minder geld. Krimp is niet gezellig! Het enige dat we terug krijgen is ruimte. Veel ruimte. Ruimte in de zin van leegte, stilte, donkere nachten en vergezichten met eindeloze vlakten en groene landschap-pen. Het platteland: plat en met veel land. Maar wie zit daar nu op te wachten?

#06)&#&0 DE KEERZIJDE VAN BEVOLKINGSDALING OP HET PLATTE-LAND IS URBANISATIE. WE GAAN STEEDS DICHTER OP ELKAAR WONEN. DE COMPACTE, DAMPENDE, LAWAAIÏGE STEDEN BREIDEN VERDER IN. STEDEN VOL MENSEN DIE DROMEN VAN RUIMTE, STILTE EN GROEN. STEDELINGEN DIE OP EEN TOCHT DOOR FRANKRIJK VERDWALEN EN MIJMEREN OVER EEN BESTAAN ZONDER STRESS, VAN RUST EN VAN ZINGENDE VOGELS IN EEN GROENE TUIN. Volgens onderzoek van het Sociaal en Cultureel Plan-bureau heeft 78 procent van alle Nederlanders positieve gevoelens bij het platteland (gedefinieerd als ‘gebied met minder dan duizend adressen per vierkante kilometer’). Bijna driekwart van de stedelingen zegt het platteland te waarderen. Ze kwalificeren het platteland als ‘mooi, rustig, veilig, schoon, gezellig en goed om te wonen’; negatieve kwalificaties worden nauwelijks gebruikt. Nederlanders waarderen het landschap met een gemiddeld rapportcijfer van 7,4. Ze recreëren er ook graag. Ruim 70 procent wandelt of fietst wel eens op het platteland, of geniet er anderszins van de natuur. Zo’n 30 procent van de stedelingen zegt zelfs

Interbestuurlijk actieplan ‘krimpen met kwaliteit’In het Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling ‘Krimpen met kwaliteit’ stippelen Rijk, provincies en gemeenten gezamenlijk uit hoe zij de gevolgen van krimp willen opvangen, maar ook de kransen die krimp biedt gaan verzilveren. De komende 30 jaar krijgt volgens de nieuwste prognoses zo’n 40 procent van de gemeenten met een daling van het aantal inwoners te maken. Zeker als ook het aantal huishoudens daalt kan dit ingrijpende gevolgen hebben voor de leefbaarheid omdat woningen leegstaan en voorzieningen verdwijnen. Het actieplan richt zich vooral op de meest urgente regio’s: Zeeuws-Vlaanderen, Noordoost-Groningen en Parkstad-Limburg. Het actieplan roept gemeenten in krimpregio’s op om tijdig te onderkennen dat krimp onomkeerbaar is om er zo goed mogelijk op de gevolgen te kunnen anticiperen. Daarnaast wordt een thematische verzameling van acties genoemd die verschillende partijen gaan uitvoeren, waaronder een aantal experimenten. Ook is er 31 miljoen beschikbaar voor herstructurering in de meest urgente gebieden.Zie: www.vrom.nl en www.minbzk.nl

Page 25: GRNVLD 2010/01

Flevoland Noord-Holland LimburgGelderland Zuid-Holland ZeelandUtrecht Noord-Brabant

.&&) 5&-&0: Knooppunt Bevolkingsdaling: www.vanmeernaarbeter.nlKenniscentrum Stedelijke Vernieuwing: www.KEI-centrum.nlGemeente Delfzijl: www.delfzijl.nl Notitie: ‘krimpen en groeien in Delfzijl’Sociaal en Cultureel Planbureau: www.SCP.nl Krimpkompas van Vereniging Nederlandse Gemeenten: www.vng.nl/smartsite.dws?id=89078

zeker te weten ooit naar het platteland te willen verhuizen. In totaal spreken zo’n twee miljoen Nederlanders de voor-keur uit voor landelijk wonen. Vooral de ruimte, de rust en de natuur trekt hen, evenals de hechte gemeenschap. Niet duidelijk is hoeveel mensen ook daadwerkelijk naar buiten verhuizen de komende jaren. Tussen droom en daad liggen praktische bezwaren. Mensen willen in het groen wonen, maar ook niet te ver van hun werk en belangrijke voorzieningen.

0#&*5(%.&)+ TOT HET JAAR 2035 ZIEN WE DUS ENERZIJDS DAT HET PLATTELAND LEEGLOOPT, EN AAN DE ANDERE KANT HET VERLANGEN NAAR ‘BUITEN WONEN’ VAN STEDELINGEN. MAAR WELKE STEDELING NAM OOIT DE VERKEERDE AFSLAG BIJ EEN DORP ALS NIEUW BEERTA, GANZENDIJK, AARDENBURG OF SIMPELVELD? EN WIE VAN HEN HEEFT DAAR DAN STAAN DROMEN BIJ EEN VERVALLEN ARBEIDERSHUISJE? WELK PLATTELAND HEEFT DE STEDELING EIGEN-LIJK VOOR OGEN ALS HIJ DROOMT VAN ‘BUITEN’? Hoewel in de perifere gebieden van Nederland meer dan voldoende ruimte is voor nieuwkomers, en deze hier ook heus wel te vinden zijn, gaat dit de bevolkingsdaling niet tegen. Het verschil tussen de volle stad en het lege plat-teland blijft toenemen. Zij die hun dromen (gedeeltelijk)

vervullen, kopen eerder een tweede huisje in dat leuke romantische dorp in Frankrijk, of in een ander buitenland waar huizen vaak goedkoper zijn. Echt heldere cijfers zijn er niet. De schattingen lopen uiteen van ongeveer 40.000 (CBS 2004) ‘eigen huis in het buitenland’-bezitters tot 200.000. Wel is duidelijk dat Frankrijk voor Nederlanders in dit opzicht favoriet is.

Prikkelende gedachten, want, hoe zal Nederland eruit zien in 2050? Hoe groot wordt de kloof tussen enerzijds de leegstand van de dorpen en het verlangen naar werk-gelegenheid en vitaliteit van het platteland en anderzijds het verlangen van de stedeling om weg te komen uit de drukte van de stad? En zal dit zich vertalen in een tweede-ling in Nederland tussen stad en land? Veroorzaakt dat dan problemen? Hoe zal het gesteld zijn met de sociale verhou-dingen? Misschien worden de dorpen aan de randen van Nederland ook plekken voor het verwezenlijken van het verlangen naar buiten. Door het vertrek van mensen die de voordelen van de stad boven die van het platteland verkiezen, blijft er voor rustzoekers meer ruimte over, meer echte stilte, leegte, rust en groen. Misschien worden deze waarden zelfs zo versterkt dat zij een klein gedeelte van de hevig verlan-gende stedeling over de streep trekt om echt te verhuizen. En de anderen kunnen hun verlangen wellicht vaker omzetten in korte bezoeken, weekendjes weg of andere intermezzo’s. In dat geval zitten we nu in een transitie-fase, waarin het juist nodig is dat de tegenstellingen tussen stad en land zich versterken, opdat de twee werelden elkaar extra leren waarderen en elkaar vaker zullen gaan opzoeken. Uitein-delijk zou dat het beeld kunnen oproepen van juist heel veel verlangens die in vervulling gaan. Iets wat je, met een beetje fantasie, nu al zou kunnen lezen in de vriendelijke lach van op van twee oude mannetjes op een bankje op het Franse platteland.

Vergrijzing in Nederland in 2025 Vergrijzing in 2007 Toename vergrijzing tot 2025. Bron CBS.

Page 26: GRNVLD 2010/01

WENDE Tekst: Berber Paarlberg | Fotografie: Stefanie Grätz

Page 27: GRNVLD 2010/01

Natuurlijk Smullen “Oh, lekker Híer geniet ik gewoon van. Vol

echt oud-Hollands draadjesvlees en met biologische mosterd.” Helen Geul, die in oktober 2008 de deuren van Natuurlijk Smullen opende, neemt nog een hap van haar kroket. Ze eet niet vaak uit eigen frituurpan. “Ik vind het heerlijk, maar als ik werk, heb ik weinig eetlust. Ik proef mijn producten wel steeds. De frikadel vind ik het lekkerst. Ik had wel wat in te halen – twintig jaar heb ik geen frikadel gegeten. Hier zit geen rotzooi in.”“Uit respect voor de dieren eet ik zelf alleen maar biologisch of scharrelvlees en Joyce, mijn dochter, eet honderd procent vegetarisch. Als wij wilden snacken, was er niks. Alleen kaas-sou/és of groentekroketten, maar die kwamen m’n neus uit. Ik was NS-conductrice, maar een biologische snackbar spookte al jaren door mijn hoofd. Het was een gok, maar ik dacht: nu is de tijd er rijp voor.”“Het ziet er hier anders uit dan een doorsnee snackbar, dat is ook de bedoeling. Dus ik heb geen plastic stoeltjes, geen grote gele lichtbakken, geen fel licht en geen vitrine met snacks – je weet toch wel hoe een kroket eruitziet. Een patatje oorlog heet hier patat rotzooi, dat klinkt wat vriendelijker. De snacks zijn honderd procent biologisch. De drankjes zijn biologisch of puur natuur, coca-cola heb ik niet. Het publiek vraagt daar ook niet naar, ze vinden het leuk om eens wat anders te proberen.”

“Het is ook geen Febo-publiek dat hier komt. Ik krijg publiek dat z’n eigen tasje meeneemt, verantwoord leeft, niet voordringt en de borden netjes opruimt. En ze komen allemaal op de fiets. Geitenwollen sokken publiek? Nee. In het begin wel, die mensen wilden ook bietjessap en worteltjestaart, maar dat was m’n bedoeling helemaal niet.”“Soms is het wel vermoeiend om alles biologisch te willen. Ik heb de groothandel om de hoek, maar daar haal ik niet zoveel.

Het vlees en de frikadellen komen uit het oosten van het land, spullen van de biologische groothandel uit het midden en de groenteboer komt uit Houten. Biologisch frituurvet bestaat, maar is ontiegelijk duur. Wat ik gebruik heeft weinig toevoe-gingen, maar ik zoek nog naar honderd procent biologisch en betaalbaar. Mijn spullen zijn zo’n twintig procent duurder dan bij een gewone snackbar, want de inkoop is duurder. De prijs wordt wel steeds leuker, want door alle media-aandacht komen leveranciers naar me toe met interessante o!ertes.” “Mijn klanten geloven me op de een of andere manier. Eén mevrouw moest ik overtuigen dat het echt biologisch is. Ik zei: ‘Kijk in m’n koelkast en boekhouding.’ Ik hoop dat er een keurmerk komt, want ik denk dat de biologische snackbars dit jaar als paddenstoelen uit de grond gaan schieten. Ik ben bang dat ermee gerommeld gaat worden. Je proeft het wel, biologisch is smaakvoller. Bij de vleesproducten proef je dat het beest geen stress heeft gehad. Vlees van de bio-industrie is gewoon water.”

“Ik ben heel gelukkig met Natuurlijk Smullen, dit is m’n kind. Ik heb een drukke werkweek van zeventig uur, maar het geeft me veel energie. Wat ook erg goed voelt is dat ik de allereerste ben, en dat zal ik altijd blijven. Ik heb ambities om groter te worden. Ik verwacht er dit jaar nog wel een filiaal bij te hebben.”‘De grootste kick is dat ik een lange neus kan maken naar alle critici. Voordat ik hiermee begon, werd ik helemaal voor gek verklaard. De locatie, het concept, het deugde allemaal niet. Maar ik ben succesvol. Ik krijg veel media-aandacht en de mensen zijn enthousiast. In mijn gastenboek staan mensen van heinde en ver: Groningen, Maastricht, Rotterdam. Zo leuk, dat ze moeite doen om hier te komen.”

5""): Natuurlijk Smullen, Jan van Galenstraat 78, Amsterdam

LICHTBLAUWE EN LICHTGROENE HOUTEN TAFELS EN STOELEN, EEN UITNODIGENDE KOELING VOL GEZOND OGENDE VRUCHTENDRANKEN, EEN HANDGESCHREVEN SCHOOLBORD MET WAT ER TE ETEN IS, NATUURLIJK SMULLEN LIJKT EEN EETHUISJE, MAAR IS EEN SNACKBAR. HET IS NEDERLANDS EERSTE BIOLOGISCHE SNACKBAR.

Helen Geul over frikadellen zonder rotzooi

Page 28: GRNVLD 2010/01

ANDER BEELDEDWIN ZWAKMAN (FOTOGRAAF) STRAAT II, 2004

Page 29: GRNVLD 2010/01

“ Je zou kunnen zeggen dat ik synthetische landschappen maak. Vergelijk het maar met vruchtensap uit een pak...” Edwin Zwakman

Page 30: GRNVLD 2010/01

K AF EN KOREN

‘‘Bij ons draait echt niet alles om economie alleen. De na-tuur beschouwen wij als een waardevolle component voor het welzijn van mensen. En dat welzijn is ook van belang

voor economische welvaart”, zegt Janneke Snijder-Hazelho!, Tweede Kamerlid en woord-voerder voor landbouw, natuur en voedselkwali-teit. Al is het geen speerpunt voor de liberalen, er komt zeker een hoofdstukje ‘Natuurbeleid’ in het verkiezingsprogramma van de VVD, weet Snijder-Hazelho!, boerendochter uit Groningen en getrouwd met een melkveehouder.Natuur is natuur, daar moet je volgens haar niet te veel ingrepen in doen. “Maar soms wordt ‘natuur’ zo tot dogma gemaakt dat burgers op het tweede plan komen. Voor de VVD staat voorop dat iedereen van de natuur moet kunnen genieten.”Houd natuurgebieden toegankelijk, zonder te veel hekken eromheen, vindt Snijder-Hazelho!. “Neem de Oostvaardersplassen, een opgespoten industrieterrein dat ooit tot natuurgebied is verklaard. Prachtig, maar het gebied is inmiddels zo afgeschermd dat je er nauwelijks nog in kunt, je mag er alleen vanuit speciale uitzichtpunten naar kijken. Dat gaat ons echt te ver.”Net zo uitgesproken is de VVD over de Ecologi-

‘… hoe achter verschillende bureau’s verschillende mensen

tegenstrijdige maatregelen zitten te bedenken’

VERSLAGEN, SAMENVATTINGEN, REFLECTIES, STANDPUNTEN EN INZICHTEN

sche Hoofdstructuur (EHS), het grote netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurge-bieden in Nederland, dat in 2018 voltooid moet zijn en dan zo’n 728.000 hectare zal omvatten. “Het gaat nu steeds over de nog te verwerven hectares, maar wij zeggen: focus niet op die kwantiteit. Kijk naar de kwaliteit, naar hoe je de huidige gebieden gaat inrichten en hoe het met het beheer staat. Er ligt momenteel 50.000 hectare braak waar niets mee gebeurt!” De teller staat op ongeveer 600.000 hectare en wat de VVD betreft wordt er niet meer bijgekocht. “Natuurlijk, de verbindingen moeten er komen, zodat dieren en planten zich makkelijk van het ene gebied naar het andere kunnen ver-plaatsen ten gunste van de biodiversiteit. Maar de vraag is of je daarvoor grond moet aankopen. Het beheer van die verbindingszones kun je ook in handen van boeren geven, dat werkt nu vaak prima.” Snijder-Hazelho! weet dat de bereidwilligheid van boeren om mee te werken aan natuurbeheer juist toeneemt als de druk vermindert. “Niet elke schakel in de EHS hoeft van hetzelfde hoogstaande niveau te zijn. Ik ben bij boeren geweest die het prima vonden om delen van hun land voor de passage van herten vrij te maken. En als boerenbedrijven niet hoeven te wijken laat je bovendien de landschappelijke waarde

van een gebied intact. Want ook dat vindt de VVD belangrijk.” En dan zijn er nog de gebieden waar de nationale EHS en het Europese programma ‘Natura 2000’ elkaar in de weg zitten. Voor Natura 2000 zijn 162 gebieden aangewezen volgens de vogel- en habitatrichtlijn. Grotendeels overlappen ze met de EHS, terwijl de doelstellingen soms tegen elkaar inwerken. “Zo is het nationaal landschap Laag-Holland, vlak boven Amsterdam, een prachtig weidevogelgebied. Onder meer het Wormer- en Jisperveld hebben binnen de EHS die kernkwaliteit toegewezen gekregen. Maar nu moet het in het kader van Natura 2000 ‘vernat-ten’ tot moeras. Leuk voor de roerdomp. Maar de grutto en vele andere weidevogels nestelen zich niet op moerasgronden met hoge rietkragen. De boeren hebben het weidevogelbeheer tot nu toe goed gedaan, maar met dit soort maatre-gelen jaag je die vogels weer weg. Typisch een voorbeeld van hoe achter verschillende bureaus verschillende mensen tegenstrijdige maatrege-len zitten te bedenken.”

Andrea Bosman is eindredacteur bij dagblad Trouw en onderzoekt met het oog op de

verkiezingen voor GRNVLD de standpunten van de verschillende politieke partijen inzake natuur,

landschap en platteland.

POLITIEKE STANDPUNTEN

Page 31: GRNVLD 2010/01

COLUMN

Dat we minder vlees moeten eten, weten we nu wel. Duur-zamer eten begint met minder vlees, daarvan zijn we inmiddels overtuigd. Maar hoe doe je dat in de praktijk? Organisaties die zich hiermee bezig houden, blijven han-gen in elkaar vliegen afvangen en proberen met nog opval-lender statements de concurrentie voor te blijven. Gevolg: boodschappen verzanden in kretologie. Constructieve, laat staan praktische oplossingen zijn er nauwelijks. En juist daar ligt de oplossing.Eten moet verzadigen, maar ook bevredigen. Het zonder-meer verhogen van btw op vlees, om de vleesconsumptie te verlagen, anticipeert alleen op eten als brandstof, vergeet de andere waarden van eten en levert slechts frustratie op. Voor het gemak wordt vrijwel altijd voorbijgegaan aan het feit dat hoe, wat, waar en met wie we eten onderdeel is van een cultuur. Ook in Nederland. Eten speelt een cruciale rol in wie we zijn, eetpatronen worden letterlijk met de paplepel ingegoten. De rest van je leven is dat wat je als kind hebt leren eten één van de zekerheden waar je steeds op terug valt. Neem eens een typisch Nederlandse maaltijd in gedachten en haal daar het stukje vlees weg. Wat blijft er over? Aard-appelen en groenten! Dat is niet alleen saai, het biedt ook geen bevrediging. Vleesvervangers zijn geen alternatief. Vanwege de eenheidssmaak ben je ze snel zat. In onze eet-cultuur spelen zuivel en vlees gewoonweg de hoofdrol. Dat geldt voor de boterham met kaas bij het ontbijt, de boter-ham met vleeswaren en beker melk als lunch, blokje kaas bij de borrel en het stukje vlees bij het avondeten. Minder dierlijke eiwitten betekent dus elke maaltijd anders: een ware revolutie op ons bord. Om dat te bereiken zijn wils-kracht én handvatten nodig! Wat doe ik dan met het ontbijt, hoe lunch ik en wat zet ik ’s avonds op tafel? Wat heb ik echt nodig aan dierlijke eiwit-ten? En wat betekent dat qua hoeveelheden? Cruciale vragen, die duidelijke antwoorden behoeven. Van een overtuigende autoriteit, die in al zijn uitingen duidelijk maakt dat het om minder vlees gaat en niet zonder vlees. Die enerzijds nieuwe richtlijnen voor goede voeding geeft – de schijf van vijf voldoet echt niet meer – en anderzijds puur praktische handvatten. Hoe simpel je van je vertrouwde roerbak- of pastagerecht een verrukkelijke vleesloze variant maakt bijvoorbeeld. Een autoriteit die horeca en de foodservice stimuleert en inspireert. Die begrijpt dat eten naast fysieke, ook sociale, culturele en psychische aspecten heeft en vanuit deze ken-nis opereert. Een autoriteit die inziet dat een duurzaam eetpatroon meer is dan minder vlees en het als een uitda-ging ziet om in de 21e eeuw, de mensen gezond, lekker en met plezier te leren eten.

Anneke Ammerlaan, foodconsultant

HANDVATTEN!

Kun je proeven hoe een kip heeft geleefd? Proef je het verschil tussen ambachtelijke kaas en fabriekskaas? En hoe smaakt een duurzame lunch in 2020? Deze vragen kwamen aan de orde tijdens een serie proeverijen en debatten in Kasteel Groeneveld tussen maart en oktober 2009 onder de

titel ‘De Smaak van Nederland’. Aan tafel zaten producenten, doorgewinterde ‘culi’s’, journalisten en ‘gewone burgers’. Een mooie mix voor een gedachtewisseling over eten en de manier waarop dit wordt geproduceerd. Maar Groeneveld is niet de enige plaats waar het debat gevoerd werd. Het recept van de proeverijen was simpel: zet een groep mensen bij elkaar, laat ze verschillende producten proeven, laat ze vervolgens aangeven welk product het lekkerst en het minst lekker is en ga daarna in gesprek met elkaar. Van elke proeverij werd een kort filmpje gemaakt, dat op internet werd gezet zodat het debat online (www.foodlog.nl) kon doorgaan. En gedebatteerd werd er. Want als het over eten gaat verschillen meningen net zo sterk als smaken. Maar weinigen proefden verschil tussen gewone en biologische kipfilet, kinderen vonden de mayonaise van McDonalds lekkerder dan handgemaakte mayonaise van de chefkok. En vleesvervangers konden maar bij enkelen op enthousiasme rekenen. Maar boven-aan bleef staan dat het gesprek over eten belangrijk is om te bepalen waar we met ons voedsel naar toe willen en welke waarden daarbij belangrijk zijn.

.&&) '&6"- In juni 2009 bracht minister Verburg de nota Duurzaam Voedsel uit. Verduurzamen is het sleutelwoord. Het bedrijfsleven moet zorgen voor een duurzamer aanbod van voedsel in supermarkten en de consument moet geprikkeld worden om deze producten te kopen. De proeverijen in Kasteel Groeneveld sloten daar prima bij aan, maar ook elders in het land werd de discussie gevoerd: tijdens de Week van de Smaak in Amsterdam, tijdens de Wereldvoedseldag, tijdens de Maatschappelijke Cafés van Schuttelaar en tijdens een debatreeks over de toekomst van landbouw en voedsel in de Rode Hoed. Vooral de laatste bijeenkomsten leidden tot felle discussies over de macht van supermarkten en over de vraag of liberalisatie van de landbouw niet te ver is doorgeschoten. Ook van deze debatten is uitgebreid verslag gedaan op Foodlog.

""0'"23- #0 '& .&'#" De media besteden veel aandacht aan eten. Kranten staan vol met artikelen over voedsel en de e!ecten op gezondheid en milieu en op TV scoren programma’s als Keuringsdienst van Waarde hoog. Tuinder Rob Baan nam het initiatief voor een kookprogramma om mensen weer warenkennis bij te brengen (The Taste of Life Basics) en Wouter Klootwijk heeft een nieuw programma onder de titel ‘De Wilde Keuken’. Mensen zijn blijkbaar steeds meer geïnteresseerd in de herkomst van hun voedsel. Sinds kort is er zelfs een nieuwe consumentenorganisatie Foodwatch, die zich de waakhond voor voedsel noemt en streeft naar duidelijke informatievoorziening.

4%&'+&1 %%( #0 ;<=< 6&1"0$)#/( De nota Duurzaam Voedsel is eind januari in de Tweede Kamer besproken. Nu gaat het om implementatie. De overheid heeft afspra-ken gemaakt met het bedrijfsleven over verduurzaming van het aanbod en dat moet nu resultaten opleveren. Er is een toenemende druk op de overheid om duidelijk te maken wat nu precies onder duurzaamheid wordt verstaan. Ook gaan er stemmen op om te komen tot één logo voor duurzaamheid, zodat de consument duurzame produc-ten gemakkelijker kan vinden. Maatschappelijke organisaties blijven hameren op de e!ecten van vleesconsumptie op klimaat en biodiversiteit. Kortom, alles wijst erop dat het onderwerp voedsel in 2010 volop in de belangstelling blijft.

Joost de Reus, senior beleidsmedewerker Programma duurzame voedselsystemen, Ministerie van LNV

Proeven en praten over voedsel

Page 32: GRNVLD 2010/01

K AF EN KORENOP DE BRES VOOR WOLVEN

In de tweede helft van de vorige eeuw is het landschap in Europa sterk veranderd. Landbouw op vruchtbare

grond werd geïntensiveerd. Tegelijk trok de bevolking van marginale landbouwgebieden naar stedelijke gebieden en werkt een steeds kleiner deel van de bevolking in landbouw of veeteelt. Onze kijk op natuur is veranderd van onderdrukking en exploitatie naar bescher-ming en ontwikkeling.Hierdoor veranderde ook de natuur: soorten van extensieve landbouw als grutto en orto-laan nemen af terwijl soorten als oehoe, zee-arend, kraanvogel, lynx en grazers als ree, hert en zwijn die voorheen door de alom aanwe-zige mens geweerd werden, toenemen. Ook wolvenpopulaties groeien door beschermende wetgeving (conventie van Bern en Habitat-richtlijn) en doordat het eeuwenoude conflict tussen herders en wolven sterk is ver minderd. Er zijn veel minder herders en meer natuurlijke

prooidieren: niet alleen in de wildernis, maar ook in het moderne cultuurlandschap.Het aantal wolven neemt inmiddels in heel Europa toe. Vanuit Spanje richting Pyreneeën, vanuit Italië naar Frankrijk en vanuit Polen naar Duitsland. Kernpopulaties in Duitsland en Frank-rijk zijn Nederland op 500 km genaderd. Dat lijkt ver, maar niets is minder waar. Op zoek naar een partner en een eigen territorium zwerven jong-volwassen wolven tot over 1500 km. Snelwe-gen, kanalen en rivieren blijken geen barrières. Nederland ligt dan ook binnen het bereik van de wolven die jaarlijks vanuit Oost-Duitsland en Frankrijk uitzwerven.De tijd is rijp om Nederland voor te bereiden op hun komst. Vroeg of laat loopt de eerste wolf ons land binnen. Echte kennis over wolven is bij ons verdwenen en wat rest, berust op sprookjes uit onze kindertijd of natuurfilms over verre wildernissen. De realiteit is anders. Wolven heb-ben geen voorkeur voor grootmoeders en leven

evenmin in uitgestrekte wildernissen. Wel eten wolven schapen of geiten, als ze de kans krijgen. Deze schade is makkelijk te beperken. E!ectieve maatregelen hiertegen kunnen we leren van streken waar wolven nooit zijn verdwenen.Om Nederland voor te bereiden op de komst van wolven, moet niet alleen die kennis worden verspreid, maar ook andere informatie direct beschikbaar zijn. Zo blijken wolven niet gevaar-lijk en zullen ze ons eerder mijden dan opzoe-ken. Het is beter voor mens en wolf als boeren, jagers, wandelaars en bestuurders weten wat te doen. ARK, FREE en de Zoogdiervereniging willen samen met provincies en betrokkenen wolvenmanagement-plannen opstellen. Plannen die beschrijven wat te doen en wie welke verant-woordelijkheid heeft. Voorlichting hoort hier onlosmakelijk bij..&&) #07%)."-#& op www.ark.eu

Leo Linnart, ARK Natuurontwikkeling

hebben geen voorkeur voor grootmoedersWOLVEN

Page 33: GRNVLD 2010/01

Esther Jansma Uit Dakruiters De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen, 2001, ISBN 90 295 2293 3

Page 34: GRNVLD 2010/01

LIED/STRIP Tekst: Toon Hermans | Beeld: Pieter Hogenbirk © Comic House

Page 35: GRNVLD 2010/01

Buiten betekent voor Pieter Hogenbirk vooral ‘kijken’: “Veel van dat kijkwerk komt weer terecht in mijn vrije werk. Natuur op zich doet me niet zo heel veel; ik houd vooral van de zichtbaarheid van de menselijke hand. Een stapelmuurtje van oude stenen kan wat dat betreft al genoeg zijn. Of oude schuur deuren die gerepareerd zijn en waarvan de reparaties inmiddels al weer verrot zijn. Daar kan ik intens van genieten. Spullen met geschiedenis. En vogeltjes. Ik houd ook erg van kijken naar vogeltjes.”

De WandelclubPieter Hogenbirk maakt kunst, cartoons en strips. Hij is mede-oprichter en creatief aanjager van galerie De Rookerij in Huizen, waar hij ook zijn eigen vrije werk exposeert. Hogenbirk publiceerde in onder andere Eisner, Eppo stripblad, Stripnieuws, Het Parool, MYX en Scouting Nederland. In zijn tekenwerk speelt ‘de lekkere lijn’ een grote rol. Voor Groeneveld maakte hij een strip bij ‘De wandelclub’, waarvan de tekst en muziek werden geschreven door Toon Hermans.

Page 36: GRNVLD 2010/01

The Dutch Environmental Film FestivalIn navolging van Washington, Tokyo en Barcelona heeft nu ook Amsterdam een filmfestival met een groen thema. Afgelopen jaar was de eerste editie in Het Ketelhuis in Amsterdam. Het festival is een initiatief van Strawberry Earth, een platform over duurzaamheid en milieu gericht op jonge creatieven (www.strawberryearth.com). Uniek aan het Dutch Environmental Film Festival is dat alle opbrengst gaat naar het verduurzamen van de locatie. Afgelopen juni hebben de bezoekers samen meer dan elf duizend euro bijeengebracht, dat nu in samenwerking met ingenieursbureau Search wordt besteed aan het verduurzamen van bioscoop Het Ketelhuis in Amsterdam. In 2010 wordt het festival uitgebreid tot drie dagen. Het vindt begin juni plaats in Amsterdam en Rotterdam.

OOGST

Nog nooit was de staat van onze aarde zo’n ‘hot’ thema onder filmmakers. Het afgelopen jaar werden we overspoeld met nieuwe films en documentaires waarin duurzaamheid, milieu en klimaat een belangrijke rol spelen en ook dit jaar komen er weer meer ‘groene films’ bij. Op een rij: de films die we beslist niet moeten missen.

Hollywood ram-penfilm, waarin de dreiging dit keer niet van buitenaardse wezens komt, maar van onszelf, is een opvallende trend. Een trend die de komende jaren nog even doorzet. Wij mensen stellen de aarde op de proef en worden daarvoor gestraft met onheilspellende rampen. Denk aan de film 2012 (2009) waarin de aarde op spectaculaire wijze ten onder dreigt te gaan en de 3D film Avatar (2009) waarin de mens de natuur en de oorspronkelijke bewoners dreigt te vernietigen. Dit voorjaar komt daar The Road bij. Een duistere thriller waarin een vader en zoon na een natuurramp proberen te overleven in een grijs landschap. Maar tot zover de Hollywood producties met doemscena-rio. Er zijn de afgelopen jaren ook veel goede inhoudelijke films uitgekomen met een ‘groen’ thema.

Geselecteerd door de oprichtster van het Dutch Environmental

Film Festival

Tekst: Mette te Velde

Page 37: GRNVLD 2010/01

Ken uw ‘groene’ klassiekers The Corporation (2004) is alweer een ‘oudje’, maar misschien wel actue-ler dan ooit. The Corporation handelt over de obsessie van bedrijven om winst te maken, waarbij de impact op de aarde en eerlijke beloning voor het gemak even vergeten worden. Is winst eigenlijk wel uit te drukken in alleen geld? Onder andere Michael Moore en Naomi Klein proberen de vraag te beantwoorden.Manufactured Landscapes (2006) is een film die het oordeel juist aan de kijker overlaat. We maken kennis met bizarre industriële landschappen die normaal gesproken verborgen blijven voor de westerse consument. Grauwe bergen afgedankte apparaten in China waarin mensen als mieren, op zoek zijn naar onderdelen. Gigantische fabriekshallen waar machines in noodtempo producten vervaardigen. Zonder te oordelen zet de film aan tot nadenken over de impact op de aarde van het menselijk handelen. En dan tot slot een oprechte ode aan de natuur: de Franse film Micro-cosmos (1996). Nog nooit zagen we van zo dichtbij hoe wonderbaarlijk de kleinste wezentjes op onze aarde zijn. Microcosmos is geen standaard natuurfilm maar een poëtisch drama met insecten in de hoofdrol.

Eén van de meest recente documentaires is The Cove (2009) van Louie Psihoyos. Deze spannende film onthult de gruwelijke dolfijnenindustrie in Japan die tot nu toe zorgvuldig voor het oog van de buitenwereld verborgen werd gehouden. Gebruik makend van verborgen camera’s en met gevaar voor eigen leven laat de regisseur zien hoe dolfijnen worden afgeslacht om te eindigen in het vriesvak van supermarkten en hoe andere dolfijnen geronseld wor-den voor entertainment in pretparken. De film is genomi-neerd voor een Oscar. Een andere spannende Amerikaanse film van afgelopen jaar is The Garden (2009). De documentaire gaat over de grootste volkstuin van Amerika, in Los Angeles. De tuin werd aangelegd na rellen bekend als de ‘Rodney King opstand’ in 1992. Nadat een voornamelijk witte jury vier politieagenten vrijsprak van mishandeling van de zwarte taxichau#eur Rodney King, gingen mensen massaal de straat op. Een tuin zou helend werken, was de gedachte. Het werd een groene oase in een van de armste delen van de stad, waar met name immigranten uit Zuid-Amerika hun eigen groente en fruit verbouwen. De gemeente ech-ter dreigt de tuin met bulldozers van de kaart te vegen. De stadsboeren komen in opstand en vechten voor hun recht op een stukje groen in een betonnen stad. De film die het afgelopen jaar internationaal de meeste aandacht trok is The Age of Stupid (2009) van de Britse regisseur Franny Armstrong. De film is een combi-natie tussen fictie en documentaire en laat zien wat er kan

gebeuren als we niets doen tegen de opwarming van de aarde. De eerste scène speelt zich af in 2055. Een man zit in een futuristische toren op zee. De wereld om hem heen is verwoest. “Waarom redden we onszelf niet, toen we de kans hadden?”, vraagt hij zich af. De kijker wordt meege-voerd naar een boer in de Franse Alpen, naar een onder-nemer in het drukke India, een activist in Engeland, naar slachto#ers van olievervuiling in Nigeria en een overlever van orkaan Katrina in New Orleans. Een alarmerende film die door de persoonlijke verhalen ook ontroert. De Franse regisseur Yann Arthus-Bertrand pakte weer heel anders aan met HOME (2009). De film is een aaneen-schakeling van prachtige, bijna surrealistische beelden van onze aarde. Hoe kunnen we zo slordig omspringen met al die schoonheid, is de vraag waarmee hij ons confronteert. Een ode aan onze planeet. FUEL (2008), een documentaire van de Amerikaanse Josh Tickell, laat een veel minder fraai landschap zien: dat van de vervuilende oliera$naderijen. Tickell bekriti-seert de Amerikaanse ‘honger naar olie’, wat volgens hem vele onschuldige slachto#ers maakt. Op humoristische en optimistische wijze laat regisseur en hoofdrolspeler Tickell zien welke alternatieven er zijn. Om zijn boodschap duidelijk te maken, doorkruist hij Amerika in zijn ‘Veggie Van’, een busje dat op frituurvet rijdt. Het alternatief voor olie blijkt een mix: biodiesel, brandstof uit algen, elektrisch vervoer en brandstof uit soja. Een hoopvolle film dus!

Page 38: GRNVLD 2010/01

Ingrediënten:

saskia dekkers

Cuisse de Canardvette eendenpoten van de boer

1 grote ui

1 eendenpoot p.p.

1 fles cidre fermier brut

roomboter

3 appels

Bereiding: Braad de (met zout en peper inge-smeerde) eendenpoten in roomboter in een grote braadpan, haal de poten eruit. Fruit de gesnipperde ui in het vet. Doe de eendenpoten er weer bij, overgiet alles met de cider. Schil de appels en doe die in stukjes erbij. Laat 2 à 3 uur stoven. Haal de poten er

weer uit (als ze gaar zijn) en voeg 3 à 4

eetlepels crème fraîche toe. Roer alles

door elkaar, peper en zout naar smaak

toevoegen, leg de poten weer terug.

crème fraîche

Page 39: GRNVLD 2010/01

1

ij hebben een huisje in Normandië. Als we daar vrienden op bezoek krijgen, kookt mijn vriend vaak met producten van Normandië. Cuisse de canard (vette eenden-poten van de boer) met cider en crème fraîche. Door de cider krijgt

het een zoetige, pittige smaak. Bij Nederlanders én Fransen valt het altijd in heel goede aarde.In het begin is alles van Frankrijk even lekker. Nu begin ik bepaalde dingen uit Nederland te missen. We hebben altijd een verlanglijstje als we naar Nederland gaan. Boerenkool kennen de Fransen niet. Wel hebben we in de saucisse de Montbeliard een vervanging van de rookworst gevonden, die is zelfs nog iets lekkerder. We houden erg van lekker eten, koken veel en gaan vaak uit eten. Wat ik uit Nederland niet zo kende, is dat de gangen zo goed op elkaar zijn afgestemd. Hoe belangrijk het is er goede wijn bij te kiezen, dat het fijn is om te eindigen met een zoete smaak. Ook het kaasplateau heb ik ontdekt. In het begin was ik geneigd acht grote stukken te serveren. Maar nu weet ik dat twee heel specifieke kazen al goed zijn, ook met acht personen. Liever speciaal en goed, dan heel veel. Ik heb ook geleerd dat er heel veel momen ten zijn om champagne te drinken.Dat Fransen altijd met een croissant ontbijten, is een illusie. Voorafgaand aan ieder interview doe ik een stemtest. Voor de

grap vraag ik dan: “Wat heb je vanochtend ontbeten?” Nooit, maar dan ook nooit is dat een croissant. Hooguit in het week-end. Het is een caloriebom, en Fransen letten erg op de lijn. Ze snacken ook veel minder. Ze hebben goede maal tijden en daardoor minder honger tussendoor.Frankrijk heeft veel goede basisproducten. Goede biefstuk, lekkere vis. Zelf eet ik graag steak tartare, rauw rundvlees. En alles wat met zeevruchten te maken heeft. Fransen vinden de oorsprong van het product enorm belangrijk. Bij de slager hangt een afbeelding van de prijswinnende koe wier vlees hij verkoopt en je kunt verse producten uit de directe omgeving kopen. Franse restaurants zijn soms fantasieloos, serveren altijd hetzelfde: de canard, de crème brulée. Maar wel goed. In Nederlandse restaurants wordt, valt me tegenwoordig op, veel gefrut: exotische vruchtjes, rare nootjes.Als wij op reportage gaan – mijn vriend is camera man – gaan we vaak uit eten. Soms zitten we dan erg met onszelf in de knoop, zoals bij het vluchte lin gen kamp in Calais. Hebben we de hele dag in de kou en regen met die jongens gezeten, gaan wij daarna uit eten. We zijn wel eens de volgende dag met twee tassen bood schappen teruggegaan.’

Liever speciaal en goed dan heel veel

Tekst: Berber Paarlberg | Illustraties: het Bos, Utrecht

Saskia Dekkers, correspondent van NOS en NOVA, woont sinds zestien jaar in Frankrijk. Ze is gek op tafelen. In Frankrijk heeft ze meer oog gekregen voor kwalitatief goed eten. Maar een croissant als ontbijt? Nee, dank u wel.

Page 40: GRNVLD 2010/01

GROENEVELD INFO

Kunstenaar in huis: Hanco Kolk2 APRIL TOT EN MET 29 APRILStriptekenaar en schrijver Hanco Kolk is dit jaar kunstenaar in huis. Hij maakt een muur-beeld-verhaal voor de Hasselaerzaal geïnspireerd door het jaarthema Buiten.

Spinvis & KolkZONDAG 11 APRIL OM 14.30 UURVoordracht van schrijver/striptekenaar Hanco Kolk en muzikant Spinvis. Ter gelegenheid van het museumweekend gratis entree.

BuitenSpeelplaatsGroeneveldZONDAG 16 MEI VAN 10.30 UUR TOT 17.00 UURWat is er leuker (voor een kind) dan een vuurtje stoken, zelf een broodje bakken of vlotten bouwen? Tijdens de derde editie van ‘BuitenSpeelplaats Groeneveld’ dient het landgoed als speelterrein voor kinderen. Geschikt voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Maar ook ouders genieten ervan. Een pas-poort om deel te nemen aan de workshops en activiteiten langs de 5 verschillende rou-tes is verkrijgbaar via de balie van Kasteel Groeneveld à " 5,- inclusief knapzak en pannenkoek. Graag vooraf reserveren.

MuziekDe Baarnse Muziekkring organiseert concerten in Kasteel Groeneveld. Lucas Jussen – pianoZONDAGMIDDAG 18 APRIL, 12.00 UUR ! 8,00, kinderen tot 12 jaar ! 4,00Haydn Trio- fluit, piano, celloZATERDAGAVOND 24 APRIL, 20.15 UUR ! 15,- per persoonKaartverkoop via 035-6409392. of [email protected]

FilmKasteel Groeneveld vertoont elke zondag om 15.00 uur een film of documentaire in de filmzaal. De films gaan over BUITEN. In april Altijd nog die droom, waarin Bob Entrop een bijzonder beeld schetst van het leven op zorgboerderij ’t Paradijs in Barneveld. Zondag 28 maart, gaat Bob Entrop na afloop met het publiek in gesprek.Toegang, met entreebewijs van het kasteel.

Vroege VogelsZONDAGMORGEN 18 APRIL OM 6.00 UUR.Lekker vroeg op om te genieten van de ochtendsfeer op het landgoed en de vogels die zich al volop laten horen. Hoe je ontdekt welke vogel daar zingt, en waarom, hoor je van de boswachter (neem verrekijker mee!).! 5,- per persoon.

Op zoek naar vleermuizen ZATERDAGAVOND 29 MEI 20.45 UUR TOT 23.00 INCLUSIEF DIALEZING ’s Avonds vliegen de vleermuizen op zoek naar… Onzichtbaar en onhoorbaar, maar met de batdetector zijn deze fascinerende dieren op te sporen. ! 5,- per persoon, minimum leeftijd 7 jaar.

Wandelingen met de boswachterMaandelijks trekt de boswachter van Staatsbosbeheer erop uit. (Reserveren noodzakelijk.)

Zondagmiddag-lezingenIedere tweede zondag van de maand verzorgt kasteel Groeneveld in samen-werking met de Spinazie academie een lezing naar aanleiding van het jaarthema Buiten. De lezingen duren een uur. Toe-gang met entreebewijs van het kasteel, Reserveren via tel. 035-5480994 of e-mail: [email protected] Montijn: Naar buiten.ZONDAG 9 MEI OM 13.30 UUR Ileen Montijn, auteur van het boek Naar buiten, vertelt over het verlangen naar landelijkheid aan de hand van een histo-rische analyse van de lange 19e eeuw.Koos Dijksterhuis: Drieteenstrandlo-pers en de natuurbescherming ZONDAG 13 JUNI OM 13.30 UURKoos Dijksterhuis schrijft over de natuur en natuurbeschermers. Natuur-, en vogelbescherming, maar ook het onder-werp van zijn recente boek – drieteen-strandlopers -, vormen het onderwerp van zijn lezing.

Page 41: GRNVLD 2010/01

De Verkipping! TOT EN MET 19 SEPTEMBER 2010Familietentoonstelling over een boer die vindt dat zijn varkens te weinig eieren leg-gen. Om de productie op te voeren, bouwt hij een ‘Verkip machine’.De Verkipping! (een humoristische verhaal over hoe wij in de hedendaagse voedsel-industrie met dieren omgaan) waarop de tenoonstelling is gebaseerd werd geschre-ven door Tjibbe Veldkamp. Het boek met te-keningen van Kees de Boer is voor donateurs tegen gereduceerd tarief te verkrijgen. Zie: www.kasteelgroeneveld.nl.

DeinersVANAF 1 APRILKunstenaar Chiel Kuijl maakte een groot bewegend web van touwen dat zich over de kasteeltuin uitspreidt. Ga je op – in het web verwerkte – schommels staan, dan bewegen andere schommels vanzelf mee. Zeilen en andere objecten maken de invloed van het weer voelbaar. Kinderen kunnen meehelpen een deel van het web om te toveren in een vogel paradijs door er mezenbollen, nestmaterialen, vogel-stoelen van takjes en vogelhuisjes aan vast te knopen.

Huis in Frankrijk, un rêve,une réalité. TOT 1 DECEMBER 2010Een tentoonstelling, een kunstwerk en een belevenis. Ont-werpbureau DutchIgloo maakte een poëtische verbeelding van ‘Een huis in Frankrijk’, een droom die het verlangen van de mens naar buiten symboliseert. De tentoonstelling is een pendant van het boek ‘Huis in Frankrijk’ waarvoor Theo Baart en Sake Elzinga de huizenbezitters met hun camera vastlegden en Tracy Metz hun verhalen noteerde. Het boek is voor donateurs tegen gereduceerd tarief verkrijgbaar. Zie: www.kasteelgroeneveld.nl.

Buiten gaat alles voorbij!TOT EN MET 26 SEPTEMBER 2010Expositie in het Grand Café van tekeningen/strips bij liedjes van Louis Davids tot Jeroen Zijlstra en van Toon Hermans tot Gerard van Maasakkers in beeld gebracht door twaalf van de beste Nederlandse tekenaars waaronder Pieter Hogenbirk, Alice Kok, Mars Gremmen en Theo van den Boogaard.

Multifunctionele LandbouwTOT EN MET 2 MEI 2010In opdracht van de Task Force Multifunctionele Landbouw geven vier jonge kunste-naars van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunst in Den Haag hun visie op multifunctionele landbouw weer in foto’s.

KIJK VOOR ACTUELE INFORMATIE, OPENINGSTIJDEN EN ENTREEPRIJZEN OP WWW.KASTEELGROENEVELD.NL OF BEL: 035 5420446. GEBRUIK DIT NUMMER OOK VOOR HET MAKEN VAN RESERVERINGEN OF MAIL NAAR : [email protected]

Page 42: GRNVLD 2010/01

MAGAZINE OVER HET VERBINDEN VAN STAD EN LAND

IN HET VOLGENDE NUMMER:

VERDER AANDACHT VOOR

MET Francine Houben over de snelweg als grootste publieke ruimte; Joris Luyendijk over biobased economy; Agnes Meijs en het ‘oergevoel’; Anne Luyten over het recreatiebeleid vanaf de jaren 50; een door Kester Freriks opgetekend kruisgesprek over conflicterende regels voor het buitengebied

OVER BUITENVAN SNELWEGPANORAMA’S TOT SCHARRELKINDEREN TOT RECREATIEBELEID TOT PICKNICKEN.

Als abonnee krijgt u GRNVLD, magazine over het verbinden van stad en land, vier keer per jaar toegestuurd. Daarnaast: als abonnee bent u automatisch donateur van de Stichting Kasteel Groeneveld. Als donateur

Abonnee worden kan op drie manieren:

aan Stichting Kasteel Groeneveld, Antwoordnummer 586, 3740 VB Baarn, een postzegel is niet nodig

Page 43: GRNVLD 2010/01
Page 44: GRNVLD 2010/01

Kasteel Groeneveld, Buitenplaats voor stad en land, van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit raakt mensen zodanig dat zij zich verantwoordelijke voelen voor landschap en platteland.