Getalbegrip tot 1000 - VBS St.-Theresia Rollegem · 2020-03-20 · Vormleer: ruimtefiguren en...
Transcript of Getalbegrip tot 1000 - VBS St.-Theresia Rollegem · 2020-03-20 · Vormleer: ruimtefiguren en...
naam 1
Getallenkennis 4
Hoeveel zijn er? Kleur het passende hokje. 1
Getalbegrip tot 1000
Vul aan in de gekleurde hokjes.
0
80
Vul de getallenassen aan op de stippen.
67
70 80
68
Vul de reeksen aan.
120 122 124
0 50 100
2
3
70 75 80
. . . . . .
. . . ..
Scheur4GR_001-036.indd 1 15/12/16 13:39
naam
4Bewerkingen - Hoofdrekenen
De vier hoofdbewerkingen tot 100
2
3
1
2
Los op.
6 + 3 =
36 + 3 =
36 + 13 =
36 + 23 =
15 + 5 =
65 + 5 =
65 + 15 =
65 + 35 =
8 + 4 =
28 + 4 =
28 + 14 =
48 + 14 =
17 – 3 =
47 – 3 =
47 – 23 =
67 – 23 =
11 – 6 =
41 – 6 =
41 – 26 =
71 – 26 =
20 – 8 =
70 – 8 =
70 – 18 =
100 – 18 =
4 x 5 =
6 x 3 =
2 x 8 =
5 x 7 =
7 x 4 =
9 x 5 =
8 x 6 =
3 x 9 =
5 x 8 =
7 x 9 =
6 x 6 =
8 x 4 =
25 : 5 =
32 : 8 =
42 : 6 =
24 : 6 =
64 : 8 =
28 : 7 =
36 : 4 =
54 : 9 =
72 : 9 =
27 : 3 =
56 : 8 =
49 : 7 =
4
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 2 15/12/16 13:39
naam 3
4Bewerkingen - Cijferen
Optellen tot 1000
Schik de bewerking netjes in het rooster. Los op.Is je uitkomst mogelijk?
D H T E D H T E
413 + 275 = 807 + 165 =
D H T E
78 + 94 =
D H T E D H T E
346 + 287 = 714 + 286 =
D H T E
524 + 163 =
D H T E D H T E
89 + 427 = 468 + 373 =
D H T E
259 + 183 =
Scheur4GR_001-036.indd 3 15/12/16 13:39
naam 4
4
Lees en vul in.
Tijd: dagen, maanden, jaar en datum
- Vul het jaartal in op de kalender en ook de eerste dag van elke maand.
- De datum van vandaag is ______________________________________. Kleur het hokje rood.
- Mijn verjaardag is ________________________________________________. Kleur het hokje groen.
- De tweede maandag van september is ______________________. Kleur het hokje blauw.
- De laatste dag van dit jaar is __________________________________. Kleur het hokje geel.
- In de maand oktober zijn er dinsdagen.
Meten en metend rekenen
JANUARI FEBRUARI MAART APRILM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z
MEI JUNI JULI AUGUSTUSM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z
SEPTEMBER OKTOBER NOVEMBER DECEMBERM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z
.
Scheur4GR_001-036.indd 4 15/12/16 13:39
naam 5
4Getallenkennis
Getalbegrip tot 1000
Vul de stukken van het honderdveld aan.
2 Vul de getallenassen aan op de stippen.
Vul aan.3
De helft van 50 is
Het dubbel van 12 is
25 meer dan 50 is
25 minder dan 50 is
4 keer 5 is
5 keer 4 is
30 en 30 en 30 is
40 is de helft van
40 is het dubbel van
100 is 25 meer dan
50 is 25 minder dan
keer 6 is 30.
3 keer is 24.
50 en 25 en is 100.
34
58
77
100
99 104
750 760
999 1000
770
1
. . . . .
. . . .
. . . . .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 5 15/12/16 13:39
naam 6
4
Los op.
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Optellen en aftrekken tot 1000
47 + 50 =
20 + 68 =
80 + 9 =
33 + 17 =
72 – 20 =
90 – 7 =
53 – 43 =
100 – 12 =
18 + 9 =
25 – 8 =
37 + 6 =
42 – 7 =
2
1
Los op. Schrijf de tussenstappen op die je nodig hebt.
145 + 24 = ___________________________________
296 – 73 = ___________________________________
108 + 25 = ___________________________________
152 – 38 = ___________________________________
479 + 80 = ___________________________________
351 – 90 = ___________________________________
243 + 136 = ___________________________________
587 – 345 = ___________________________________
178 + 140 = ___________________________________
416 – 270 = ___________________________________
183 + 58 = ___________________________________
234 – 65 = ___________________________________
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 6 15/12/16 13:39
naam 7
4Bewerkingen - Cijferen
Aftrekken tot 1000
Schik de bewerking netjes in het rooster. Los op.Is je uitkomst mogelijk?
D H T E D H T E
849 – 531 = 792 – 468 =
D H T E
316 – 74 =
D H T E D H T E
245 – 87 = 1000 – 258 =
D H T E
972 – 341 =
D H T E D H T E
619 – 453 = 700 – 519 =
D H T E
465 – 197 =
Scheur4GR_001-036.indd 7 15/12/16 13:39
naam 8
Teken de wijzers en noteer hoe laat het is.1
Hoeveel tijd verloopt er?2
Meten en metend rekenen 4Tijd: kloklezen, dag- en weekindeling, tijdsduur
1211 110 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
23
Het is half 8.
Het is kwart over 10.
______________
______________
: : 12 : 00
1211 110 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
23
Het is kwart voor 5.
Het is 10 over 6.
: : :
Ik sta op. De speeltijd begint. Het is middag.
Ik ga naar huis. Ik eet het avondmaal. Ik ga slapen.
van
10 : 25
tot
10 : 50
tijdsduur: minuten
van
21 : 04
tot
21 : 52
tijdsduur: minuten
______________
______________
....
.... ........
. .
....
Scheur4GR_001-036.indd 8 15/12/16 13:39
naam 9
Kijk, lees en vul in. Gebruik rechte, scherpe en stompe.2
Kijk, lees en vul in. Gebruik hoek, hoekpunt en been.
Meetkunde
Vormleer: hoeken
4
1
Teken verder tot de gevraagde hoeken.3
A
C
B A is het __________________________ .
BAC is een ______________________ .
N
M
Q
P
T
S
de rechte hoek NMO de scherpe hoek QPR de stompe hoek TSU
EDF is een ____________________ hoek.
HGI is een ____________________ hoek.
KJL is een ____________________ hoek.
D
EF
K
L
JI
G
H
Scheur4GR_001-036.indd 9 15/12/16 13:39
naam 10
4Toepassingen
Problemen leren oplossen
Kijk, lees en los op.
• Rangschik de aantallen van minst naar meest. Gebruik > of <.
• Hoeveel kinderen komen minder met de fiets dan met de bus? B ______________________________________________
A ______________________________________________
• Hoeveel kinderen komen meer te voet dan met de wagen? B ______________________________________________
A ______________________________________________
• Hoeveel kinderen zijn er in totaal? B ______________________________________________
A ______________________________________________
70
65
60
55
50
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0te voet met de fiets met de wagen met de bus
aantal kinderen
hoe ze naar school komen
68
31
49
43
. . . . . . .
Scheur4GR_001-036.indd 10 15/12/16 13:39
naam 11
Getallenkennis
Stambreuken en veelvouden van stambreuken - breuken ordenen
Welk deel van het geheel is gekleurd? Noteer de breuk.
4
1
Duid de breuk aan met een boogje.2
45
58
3 Dit is de breuk. Teken het geheel.
12
2 3
4 Dit is het geheel. Teken de breuk.1312
Orden van klein naar groot.546
16
26
66
< < <
.
...
.
.
.
...
.
...
Scheur4GR_001-036.indd 11 15/12/16 13:39
naam 12
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Vermenigvuldigen en delen tot 1000 (binnen en naar analogie met de tafels)
4
Vul in.
4 x 7 =
5 x 9 =
3 x 8 =
6 x 4 =
7 x 5 =
3 x 9 =
6 x 6 =
7 x 3 =
5 x 7 =
4 x 8 =
8 x 6 =
7 x 7 =
9 x 8 =
6 x 7 =
7 x 8 =
1
Vul in.
21 : 3 =
30 : 5 =
28 : 4 =
24 : 6 =
45 : 5 =
36 : 6 =
28 : 7 =
42 : 6 =
64 : 8 =
45 : 9 =
54 : 6 =
42 : 7 =
72 : 8 =
63 : 9 =
49 : 7 =
2
Los op.
2 x 7 =
2 x 70 =
20 x 7 =
4 x 6 =
4 x 60 =
40 x 6 =
8 x 5 =
8 x 50 =
80 x 5 =
3
Los op.
14 : 2 =
140 : 2 =
140 : 20 =
18 : 3 =
180 : 3 =
180 : 30 =
16 : 4 =
160 : 4 =
160 : 40 =
4
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 12 15/12/16 13:39
naam 13
Schik de bewerking netjes in het rooster. Los op.
D H T E D H T E
2 x 423 = 3 x 233 =
D H T E
5 x 112 =
D H T E D H T E
4 x 242 = 5 x 200 =
D H T E
7 x 131 =
D H T E D H T E
6 x 132 = 2 x 89 =
D H T E
3 x 315 =
Bewerkingen - Cijferen
Vermenigvuldigen tot 1000 (vermenigvuldiger van één cijfer)
4
Scheur4GR_001-036.indd 13 15/12/16 13:39
naam 14
4Meten en metend rekenen
Lengte en snelheid (kilometer per uur)
Vul in. Kies uit km, m, dm of cm.
Van Antwerpen naar Kortrijk is het ongeveer 100
Mijn pink is 1 breed.
De hoogte van de klas is 2 en 80
De deur is 2 m 1 of 210 cm hoog.
1
Vul in.2
m dm cm mm
1 m 4 dm 5 cm
25 cm
12 dm
45 mm
Kijk en vul in.3
1 dm = cm
1/2 dm = cm
1 m = dm
1 m = cm
10 dm = m
10 cm = dm
1/10 dm = cm
m = dm
m = cm
20 cm = dm
m dm cm mm
1212
1 dm
1 cm
.
..
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 14 15/12/16 13:39
naam 15
1
4Meetkunde
Vormleer: ruimtefiguren en vlakke figuren, veelhoeken, vierhoeken (rechthoek en vierkant)
Zet een kruisje bij de ruimtefiguren.
2 Zet één kruisje (x) in de vierkanten, twee kruisjes (xx) in de driehoeken en kleur de niet-veelhoeken groen.
Scheur4GR_001-036.indd 15 15/12/16 13:39
naam 16
4Getallenkennis/Hoofdrekenen
Een breuk nemen van een hoeveelheid en van een getal
Kijk goed en vul aan.
14
van 8 =
34
van 8 =
24
van 8 =
44
van 8 =
1
Kijk goed, verdeel in gelijke delen en vul aan.
13
van 12 =23
van 12 =
2
Los op.3
12
van 16 =
15
van 20 =
110
van 20 =
19
van 18 =
16
van 30 =
14
van 16 =
35
van 20 = ______________________________
710
van 20 = ______________________________
49
van 18 = ______________________________
56
van 30 = ______________________________
Vul aan.412
Dit is
13
Dit is
22
Dit is
23
Dit is33
Dit is
.
.
.
.
. .
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 16 15/12/16 13:39
naam 17
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Vermenigvuldigen en delen tot 1000 (naar analogie met de tafels en buiten de tafels)
4
Vul in.
6 x 7 =
9 x 8 =
8 x 7 =
9 x 9 =
6 x 8 =
7 x 9 =
6 x 9 =
7 x 8 =
8 x 9 =
1
Vul in.
64 : 8 =
36 : 4 =
72 : 8 =
54 : 6 =
63 : 7 =
56 : 8 =
72 : 9 =
49 : 7 =
63 : 9 =
2
Los op.
2 x 4 =
2 x 40 =
20 x 4 =
2 x 400 =
3 x 3 =
3 x 30 =
30 x 3 =
300 x 3 =
2 x 5 =
2 x 50 =
50 x 2 =
2 x 500 =
3
Los op.
21 : 3 =
210 : 3 =
210 : 30 =
35 : 5 =
350 : 5 =
350 : 50 =
24 : 6 =
240 : 6 =
240 : 60 =
4
Los op.
4 x 12 = _____________________
7 x 21 = _____________________
6 x 31 = _____________________
5
39 : 3 = _____________________
55 : 5 = _____________________
242 : 2 = _____________________
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. . .
Scheur4GR_001-036.indd 17 15/12/16 13:39
naam 18
4Bewerkingen - Cijferen
Delen tot 1000 (deler van één cijfer)
Schik de deling netjes in het rooster. Los op. Is je uitkomst mogelijk?
H T E
H T E
H T E
H T E
H T E
H T E
H T E
H T E
De rest is
647 : 4 =702 : 6 =
942 : 3 =826 : 2 =
.
Scheur4GR_001-036.indd 18 15/12/16 13:39
naam 19
4
1
Meten en metend rekenen
Inhoud: liter, deciliter en centiliter
Vul in. Kies uit: l of dl of cl.
In een gewone emmer kan ruim 10 water.
In een brikje melk is 20 melk.
Elke middag drink ik ongeveer 2 soep.
Vul in. 2
1 l = dl
1 dl = cl
1 l = cl
1/2 l = dl
1/2 l = cl
1/4 l = cl
1 l
1 dl
Vul in.3
l dl cl
1 l 4 dl 5 cl
2 dl 8 cl cl minder dan 3 dl
5 dl __ l
20 cl dl
2 dl 5 cl __ l
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 19 15/12/16 13:39
naam 20
Vul de splitsingen aan.
Structuur van 250, van 500, van 750 en van 1000Structuur van 200, van 400, van 600, van 800 en van 1000Structuur van 125, van 250, van 375, ... en van 1000
4Getallenkennis
1
Vul aan.
250 minder dan 500 is
De helft van 1000 is
250 meer dan 750 is
Het dubbel van 125 is
2
200
100
150
120
400
300
250
375
600
300
125
450
800
400
50
625
125
25
80
75
250
200
125
150
375
300
200
125
500
200
150
125
625
25
500
325
750
600
350
250
875
75
375
250
1000
500
900
750
.
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 20 15/12/16 13:39
naam 21
Structuur van 250, van 500, van 750 en van 1000Structuur van 200, van 400, van 600, van 800 en van 1000Structuur van 125, van 250, van 375, ... en van 1000
4Getallenkennis
Vul de spinnen aan.1
Vul aan.
250 minder dan 1000 is
6 keer 100 is
250 en 250 en 250 is
De helft van 500 is
Het dubbel van 300 is
250 meer dan 500 is
2
75 meer dan de helft van
het dubbel van 175 minder dan
200 is4 keer 100 en 50 en
200 en 8 keer
100 minder dan 150 meer dan
400 is H 1/2 van
het dubbel van 200 minder dan
300 meer dan 600 en
800 is4 keer 2 keer
.
. .
.
..
. .
..
. .
..
. .
..
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 21 15/12/16 13:39
naam 22
4
1 Los op.
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen tot 1000
9 + 8 =
49 + 8 =
6 + 7 =
6 + 37 =
8 + 5 =
28 + 35 =
15 – 7 =
65 – 7 =
45 – 7 =
45 – 17 =
20 – 6 =
90 – 36 =
8 x 6 =
8 x 60 =
7 x 5 =
70 x 5 =
4 x 2 =
4 x 200 =
63 : 7 =
630 : 7 =
54 : 9 =
540 : 90 =
100 : 5 =
1000 : 5 =
Vul aan en los op.2
12 x 7 = (10 x ) + (2 x ) = + =
6 x 19 = (6 x 20) – (6 x ) = – =
327 : 3 = (300 : ) + (27 : ) = + =
297 + 300 + 303 = + =
700 – 172 – 28 = – =
Vul aan.3
107
+ 34
• • 50
4 x
• •
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.....
...
...
... .
..
.
Scheur4GR_001-036.indd 22 15/12/16 13:39
naam 23
4Bewerkingen - Cijferen
De vier hoofdbewerkingen tot 1000
Schik de bewerking netjes in het rooster. Los op.
D H T E D H T E
417 + 562 = 192 + 453 =
D H T E
387 + 159 =
D H T E D H T E
874 – 162 = 914 – 523 =
D H T E
700 – 438 =
D H T E D H T E
3 x 312 = 4 x 126 =
D H T E
7 x 68 =
Scheur4GR_001-036.indd 23 15/12/16 13:39
naam 24
4
Schik de deling netjes in het rooster. Los op. Is je uitkomst mogelijk?
H T E
H T E
H T E
H T E
H T E
H T E
H T E
H T E
497 : 7 =945 : 5 =
692 : 2 =800 : 4 =
Bewerkingen - Cijferen
De vier hoofdbewerkingen tot 1000
Scheur4GR_001-036.indd 24 15/12/16 13:39
naam 25
4Meten en metend rekenen
Gewicht: kilogram en gram
Kijk, lees en los op.
12
kg = g
1 kg = g 1 kg = 2 x g
1 kg = 2 x __ kg
1 kg = 4 x g
1 kg = 4 x __ kg
14kg
14kg
14kg
14kg
1 kg 500 g 500 g
14
kg = g 110
kg = g
1 kg = x kg = x kg = x kg12
14
110
800 g – 300 g = g = __ kg
kg – kg = g – g = g = __ kg
250 g + 250 g = g = __ kg
5 x 100 g = g = __ kg = 2 x __ kg
kg = g = x 100 g + g14
12
14
. ......
. ..
. . .
.
.
.
.
. ..
.
...
.
.
.
...
. .
Scheur4GR_001-036.indd 25 15/12/16 13:39
naam 26
4
1
Toepassingen
Problemen leren oplossen
Kruis alle passende vragen aan.
Een Belg gebruikt dagelijks 120 liter water.In het gezin van Rob zijn ze met vijf personen.
Hoeveel water gebruikt het gezin van Rob per dag?
Hoeveel water kan Rob elke maand sparen?
Hoeveel water gebruikt Rob zelf per week?
Lees en los op.2
OK
Een kraantje dat 5 druppels water per minuut lekt, zorgt voor een verlies van 3 liter water per dag.
V Hoeveel liter drinkbaar water gaat er verloren als een dergelijke kraan 2 maanden lekt? (1 maand = 30 dagen)
G _________________________________________________
T
B
A _________________________________________________
___________________________________________
Scheur4GR_001-036.indd 26 15/12/16 13:39
naam 27
4
1
Meten en metend rekenen
Geldwaarden
Gangbare bankbiljetten en muntstukken: kijk en vertel erover.
Betaal gepast op twee manieren.
1e manier
x 1 euro
x 50 cent
x 10 cent
x 5 cent
x 2 cent
2
2e manier
x 1 euro
x 20 cent
x 5 cent
x 2 cent
Als ik met 2 euro betaal, krijg ik cent terug.
e1,69
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 27 15/12/16 13:39
naam 28
4
1
Meetkunde
Meetkundige relaties: spiegelen en symmetrie
Vul het spiegelbeeld aan.
a s
2 Vul het spiegelbeeld aan.
a s
Scheur4GR_001-036.indd 28 15/12/16 13:39
naam 29
Getallenkennis 4
1
Getalbegrip tot 10 000
Kijk goed en vul de getallen in.
1000 100
10 1
Vul de getallenassen aan op de stippen.
Vul de reeksen aan.
4000 5000 6000
2
3
1200 1300 1400
6310 6320 6330
800 900 1000
1000 2000 3000
5000 5001 5002
. . .
. . .
. . .
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 29 15/12/16 13:39
naam 30
4
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Optellen tot 10 000
Kijk goed en los op.
Los op.
6 + 3 =
600 + 300 =
6000 + 3000 =
23 + 14 =
230 + 140 =
2300 + 1400 =
68 + 12 =
680 + 120 =
6800 + 1200 =
17 + 6 =
170 + 60 =
1700 + 600 =
2
4000 + 5000 =
8000 + 2000 =
6000 + 90 =
6400 + 90 =
3000 + 700 =
4100 + 800 =
2090 + 500 =
5000 + 630 =
2000 + 1500 =
5300 + 2600 =
1520 + 80 =
2650 + 70 =
1930 + 200 =
3940 + 310 =
1870 + 500 =
4870 + 520 =
De som van 4000 en 2800 is
De termen zijn 1900 en 3100. Zoek de som! De som is
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_001-036.indd 30 15/12/16 13:39
naam 31
4Bewerkingen - Cijferen
Optellen tot 10 000
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.
TD D H T E
4 2 1 6
4 5 7 3+
TD D H T E
7 0 9 7
1 4 3 2+
TD D H T E
5 1 6 9
3 4 2 8+
TD D H T E
3 6 2 8
2 8 1 7+
TD D H T E
2 7 1 8
7 2 8 2+
TD D H T E
8 0 9 7
7 8 6+
TD D H T E
6 2 9
4 5 1 3+
TD D H T E
5 1 4 6
3 7 2 5+
TD D H T E
2 5 8 4
5 4 1 6+
TD D H T E
6 1 4 3
1 7 8 9+
TD D H T E
7 2 5 1
2 4 3 8+
TD D H T E
3 5 9 2
5 3 2 9+
Scheur4GR_001-036.indd 31 15/12/16 13:39
naam 32
4
1 Hoeveel tijd verloopt er tussen de 2 klokken? Vul aan.
1211 110 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
23
voor de middag
van : tot : minuten
Vul deze maandkalender aan.2
Meten en metend rekenen
Herhaling
• Trek een kring rond de voorlaatste dinsdag. Noteer de datum ervan:
__________________________
• Hoeveel zondagen zijn er? zondagen.
MEI
M W V Z
19
13
Kleur wat gevraagd wordt.3
- van 10 uur tot 3 uur na de middag
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
- van 20 uur tot middernacht
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
.........
.
Scheur4GR_001-036.indd 32 15/12/16 13:39
naam 33
4
1
Meet de lijnstukken en vul in.
Rangschik de producten van oefening 1 van lichter naar zwaarder. Noteer telkens de maat.
Meten en metend rekenen
Herhaling
Vul de maateenheden aan op de stippen. Kies g of kg.
250 of
[AB] is cm korter dan [CD].
[CD] is cm korter dan 1 dm.
14 1
500 of 12
200 of 15
< < < <
2
3
A
B
C
D
140
.
.
. . . . .
....
...
.
Scheur4GR_001-036.indd 33 15/12/16 13:39
naam 34
4
1
Geef terug van 100 euro. Noteer met welke munten en biljetten je teruggeeft.
2
Meten en metend rekenen
Herhaling
Betaal gepast met zo weinig mogelijk munten en biljetten.
x euro
x euro
x euro
x cent
x cent
x cent
Ik geef euro en cent terug.
Ik geef terug met
de munten:
de biljetten:
x cent
x cent
x euro
x euro
e23,49
e54,75
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
..
Scheur4GR_001-036.indd 34 15/12/16 13:39
naam 35
4
1
Meetkunde
Herhaling
Controleer en vul aan.
Deze vierhoek heeft:
vier rechte hoeken.
vier gelijke hoeken.
zijden die loodrecht op elkaar staan.
vier even lange zijden.
Het is een _______________.
Controleer en vul aan.2
Deze driehoek heeft:
gelijke zijden.
2 scherpe hoeken en 1 ___________ hoek.
Het is een ______________ driehoek.
Het is ook een ___________________ driehoek.
Kruis aan.3
a en b zijn evenwijdig.
a en b snijden elkaar.
a en b snijden elkaar loodrecht.a
b
.
Scheur4GR_001-036.indd 35 15/12/16 13:39
naam 36
4
1 Vul het spiegelbeeld aan.
Teken het spiegelbeeld.
Meetkunde
Herhaling
a s
2
a s
Scheur4GR_001-036.indd 36 15/12/16 13:39
naam 37
1
Structuur van 2500, 5000, 7500 en 10 000Structuur van 2000, 4000, 6000, 8000 en 10 000
Getallenkennis 4
Vul aan op de stippen.
0 2500
0 2000
Vul de splitsingen aan.2
2000
1500
1000
1200
5000
4000
3000
2500
10 000
2000
5000
4000
Vul in.3
7 D 5 H = 1 TD =
Lees en vul aan.4
1000 en 1000 is
4 keer 1000 is
3 keer 2000 is
2000 minder dan 8000 is
De helft van 6000 is
Het dubbel van 1000 is
2 keer 4000 is
2000 meer dan 8000 is
2500 en 2500 is
2 D en 5 H is
. . .
....
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 37 15/12/16 13:41
naam 38
4
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Aftrekken tot 10 000
Kijk goed en los op.
7 – 2 =
700 – 200 =
7000 – 2000 =
18 – 12 =
180 – 120 =
1800 – 1200 =
50 – 15 =
500 – 150 =
5000 – 1500 =
15 – 6 =
150 – 60 =
1500 – 600 =
Los op.2
9000 – 5000 =
10 000 – 4000 =
5800 – 600 =
6900 – 900 =
6500 – 1500 =
3700 – 2400 =
8700 – 3000 =
5820 – 300 =
10 000 – 500 =
2000 – 400 =
3480 – 50 =
1200 – 80 =
1400 – 600 =
2000 – 40 =
7400 – 280 =
2520 – 120 =
Het verschil van 3000 en 1400 is
Trek 4200 af van 7500; je krijgt dan
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 38 15/12/16 13:41
naam 39
4Bewerkingen - Cijferen
Aftrekken tot 10 000
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.
TD D H T E
7 8 4 9
2 3 1 7–
TD D H T E
9 7 8 6
5 4 3–
TD D H T E
8 1 9 7
5 4 6 3–
TD D H T E
6 9 2 4
2 5 2 7–
TD D H T E
8 0 4 9
7 2 3 5–
TD D H T E
5 2 4 8
3 6 7 5–
TD D H T E
7 9 6 3
4 8 5 1–
TD D H T E
4 9 1 5
1 7 6 8–
TD D H T E
7 0 0 2
5 6 8 1–
TD D H T E
3 4 8 6
9 2 8–
TD D H T E
1 0 0 0 0
4 9 1 7–
TD D H T E
2 6 0 3
9 2 8–
Scheur4GR_037-086.indd 39 15/12/16 13:41
naam 40
4
1
Getallenkennis/Hoofdrekenen
Een breuk met noemer < 10 nemen van getallen tot 10 000
Kijk goed. Vul aan.
12
van 10 =15
van 10 =
Los op.2
15
van 10 =
15
van 100 =
15
van 1000 =
15
van 10 000 =
25
van 10 =
25
van 100 =
25
van 1000 =
25
van 10 000 =
13
van 60 =
13
van 600 =
13
van 6000 =
23
van 60 =
23
van 600 =
23
van 6000 =
Los op. 3
12
van 2000 =
14
van 8000 =
16
van 3000 =
12
van 2400 =
14
van 8400 =
16
van 3600 =
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 40 15/12/16 13:41
naam 41
4
Los op. Kijk steeds goed naar de vorige oefening.
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Vermenigvuldigen tot 10 000
2 x 4 =
2 x 40 =
2 x 400 =
2 x 4000 =
5 x 3 =
5 x 30 =
5 x 300 =
10 x 300 =
6 x 4 =
6 x 40 =
6 x 400 =
3 x 400 =
1
Los op.
1 x 1000 =
7 x 1000 =
10 x 1000 =
2 x 400 =
5 x 400 =
9 x 400 =
100 x 6 =
200 x 6 =
400 x 6 =
2
Los op.3
6 x 1000 =
6 x 1050 =
4 x 800 =
4 x 802 =
8 x 1000 =
8 x 200 =
8 x 1200 =
7 x 600 =
7 x 8 =
7 x 608 =
Lees en vul in.
Het product van 5 en 400 is
Het drievoud van 800 is
9 keer 300 is
700 + 700 = keer 700 = x 700 =
4
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. . .
Scheur4GR_037-086.indd 41 15/12/16 13:41
naam 42
4
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.
TD D H T E
2 3 1 0
3x
TD D H T E
4 0 9 3
2x
TD D H T E
1 8 0 6
5x
TD D H T E
1 7 1 6
4x
TD D H T E
1 1 1 1
9x
TD D H T E
1 5 1 8
6x
TD D H T E
6 4 9
8x
TD D H T E
4 0 5 7
2x
TD D H T E
1 3 6 5
7x
TD D H T E
2 5 0 0
4x
TD D H T E
2 6 7 8
3x
TD D H T E
1 9 0 6
5x
Vermenigvuldigen tot 10 000
Bewerkingen - Cijferen
Scheur4GR_037-086.indd 42 15/12/16 13:41
naam 43
4Meten en metend rekenen
Lengte: de millimeter
Kijk, lees, controleer en vul aan.
[AB] meet 6 cm mm of mm.
[CD] meet 3 cm mm of mm.
A
B
CD
1
Meet en vul in.
[EF] meet cm mm of mm.
[GH] meet cm mm of mm.
E
F
G
H
2
Noteer de lengtes in de tabel en vul in.3
m dm cm mm
1 m = cm
1 m = mm
5 cm = mm
2 dm = mm
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 43 15/12/16 13:41
naam 44
Getallenkennis 4
1
Getalbegrip tot 100 000
Noteer de aantallen in de tabel.
gemeente aantal inwoners HT TD D H T E
A 10 750
B 6975
C 75 000
D 15 280
E 100 000
Vul de getallenassen aan op de stippen.2
8000 10 000
30 000
9000
20 000 25 000
10 000 10 250 10 500 11 000
Vul de rijtjes aan.3
60 000 70 000 80 000
30 000 30 500 31 000
10 900 11 000 11 200
20 600 20 800 21 000
10 050 10 060 10 070
10 007 10 008 10 009
. . .
. . .
. .
Scheur4GR_037-086.indd 44 15/12/16 13:41
naam 45
4
Los op. Kijk steeds goed naar de vorige oefening.
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Delen tot 10 000
8 : 2 =
80 : 2 =
800 : 2 =
8000 : 2 =
9 : 3 =
90 : 3 =
900 : 3 =
9000 : 3 =
12 : 4 =
120 : 4 =
1200 : 4 =
2400 : 4 =
1
Los op.
3500 : 5 =
4200 : 7 =
2400 : 3 =
3200 : 4 =
1800 : 6 =
2700 : 9 =
4800 : 8 =
4900 : 7 =
4200 : 6 =
2
Lees en vul in.3
De helft van 2800 is
6 gaat keer in 3600.
Het quotiënt van 5400 gedeeld door 9 is
Als het deeltal 4500 is en de deler is 5, dan is het quotiënt
Vul aan.4
2300
3 x
• •3 x 2300 =
dus : 3 =
8400
: 4
• •8400 : 4 =
want 4 x =
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. .
.
. .
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 45 15/12/16 13:41
naam 46
4Bewerkingen - Cijferen
Delen tot 10 000 (deler van één cijfer)
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine. Schik eerst zelf de deling netjes in het rooster.
10 000 : 7 =4614 : 6 =
6945 : 5 =8408 : 4 =
juist
fout
De rest isDe rest is
D H T E
D H T E
juist
fout
D H T E
D H T E
juist
fout
D H T E
D H T E
juist
fout
TD D H T E
D H T E
. .
Scheur4GR_037-086.indd 46 15/12/16 13:41
naam 47
4
1
Meten en metend rekenen
Inhoud: de milliliter
Vul in. Kijk eerst goed naar het voorbeeld.
200 ml shampoo
1 l groeimelk
75 ml tandpasta
720 ml doperwten
33 cl ice tea
anderhalve l water
een gieter van 5 l
een glas van 15 cl
l dl cl ml
2 0 0
1 0 0 0
7 5
= 20 cl = 2 dl
= dl = cl
= cl ml
= cl
= ml
= dl = cl
= dl = cl
= ml
Vul aan. 2
1 l = dl
1 l = cl
1 l = ml
2 l = dl
5 l = cl
l = ml
250 ml = cl
700 ml = dl
2000 ml = l
15 ml + ml = 10 cl
750 ml + ml = 1 l
15 ml – ml = 1 cl12
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 47 15/12/16 13:41
naam 48
4
1
Kruis het correcte zijaanzicht rechts aan.2
Meetkunde
Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting - constructies
Kruis het correcte grondplan aan.
1 1 1 2
1
1 2 1 2
1
Scheur4GR_037-086.indd 48 15/12/16 13:41
naam 49
Getallenkennis
Structuur van 25 000, 50 000, 75 000 en 100 000Structuur van 20 000, 40 000, 60 000, 80 000 en 100 000
4
Vul aan op de stippen.10 25 000
0 20 000
Vul de splitsingen aan.2
40 000
10 000
20 000
30 000
100 00050 000
40 000
25 000
30 000
50 000
75 000
80 000
Vul in.3
1 HD = 7 TD 5 D =
Lees en vul in.4
20 000 en 20 000 is
4 keer 20 000 is
2 keer 25 000 is
De helft van 100 000
is
50 000 en 25 000 is
Het dubbel van 40 000 is
20 000 minder dan 100 000
is
20 000 meer dan 40 000 is
2 TD en 5 D is
40 000 en 20 000 is
. . .
....
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 49 15/12/16 13:41
naam 50
4
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen tot 10 000
Los op.
7000 + 3000 = ___________
2300 + 500 = ___________
4000 + 570 = ___________
8400 + 700 = ___________
10 000 – 6000 = __________
8500 – 200 = __________
3520 – 40 = ___________
6300 – 800 = ___________
3 x 2000 = ___________
10 x 800 = ___________
4 x 600 = ______________
7 x 403 = ______________
8000 : 4 = _____________
2400 : 8 = _____________
10 000 : 10 = ____________
5050 : 5 = ____________
Vul aan en los op.2
11 x 400 = (10 x ) + (1 x ) = + =
9600 : 4 = (8000 : 4) + ( : 4) = + =
3500 + 500 + 2400 = ______________________________
4900 – 700 – 2200 = ______________________________
Vul aan.3
1400
– 800
• • 500
7 x
• •
. . . . .
. . . .
. .
. .. .
Scheur4GR_037-086.indd 50 15/12/16 13:41
naam 51
4Bewerkingen - Cijferen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen tot 10 000
Schik de bewerking netjes in het rooster. Los op.
D H T E D H T E TD D H T E
6184 + 2507 = 3417 + 2768 = 6493 + 3507 =
D H T E D H T E TD D H T E
7519 – 2356 = 4083 – 679 = 10 000 – 3814 =
D H T E D H T E TD D H T E
4 x 1749 = 3 x 296 = 8 x 1250 =
Scheur4GR_037-086.indd 51 15/12/16 13:41
naam 52
4Bewerkingen - Cijferen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen tot 10 000
Schik de deling netjes in het rooster. Los op. Is je uitkomst mogelijk? Controleer met de zakrekenmachine.
10 000 : 3 =4963 : 7 =
9756 : 4 =7296 : 8 =
juist
fout
De rest isDe rest is
D H T E
D H T E
D H T E
D H T E
juist
fout
D H T E
D H T E
juist
fout
TD D H T E
D H T E
juist
fout
..
Scheur4GR_037-086.indd 52 15/12/16 13:41
naam 53
Lees de snelheid af en vul in of teken de wijzer.
252015
10
50
30 3540
4550
Meten en metend rekenen
Lengte: km / m - dm - cm - mmSnelheid (kilometer per uur)
4
Kijk, lees en controleer.
[AB] meet 5 cm 5 mm of 55 mm.A
B
1
Meet de lijnstukken en vul in.2
[EF] meet cm mm of mm.
C
D
E
F
3
[CD] meet cm of mm.
De snelheidsmeter wijst
km/uur aan.
Nico rijdt met de
fiets naar zijn werk
aan 30 km/uur.
Vul in.4
1 km = m 1 m = cm = mm
1008060
40
200
120 140 160
180200
. ..
. .
.
. ..
Scheur4GR_037-086.indd 53 15/12/16 13:41
naam 54
4
1
Meetkunde
Vormleer: punten, lijnen, rechten en lijnstukken/hoeken
Controleer de stand van de lijnstukken. Kruis aan.
evenwijdig
loodrecht snijdend
niet-loodrecht snijdend
evenwijdig
loodrecht snijdend
niet-loodrecht snijdend
evenwijdig
loodrecht snijdend
niet-loodrecht snijdend
2 Controleer de hoeken en vul in.
BAC is een ___________hoek.
EDF is een ___________hoek.
HGI is een ___________hoek.D
EF
C
B
A
I
G
H
Scheur4GR_037-086.indd 54 15/12/16 13:41
naam 55
4
Los op.3
Getallenkennis/Hoofdrekenen
Een breuk met noemer < 10 nemen van getallen tot 10 000
Kijk goed. Vul aan.
13
van 12 =23
van 12 =
Los op.2
15
van 100 =
15
van 1000 =
15
van 10 000 =
15
van 100 000 =
25
van 100 =
35
van 1000 =
45
van 10 000 =
55
van 100 000 =
14
van 800 =
14
van 8000 =
14
van 80 000 =
34
van 800 =
34
van 8000 =
34
van 80 000 =
13
van 90 000 =
110
van 100 000 =
12
van 50 000 =
12
van 24 000 =
310
van 100 000 =
13
van 36 000 =
1
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 55 15/12/16 13:41
naam 56
4
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Optellen en aftrekken tot 100 000
Kijk goed en los op.
400 + 200 =
4000 + 2000 =
40 000 + 20 000 =
130 + 50 =
1300 + 500 =
13 000 + 5000 =
280 – 210 =
2800 – 2100 =
28 000 – 21 000 =
600 – 150 =
6000 – 1500 =
60 000 – 15 000 =
280 + 20 =
2800 + 200 =
28 000 + 2000 =
320 – 40 =
3200 – 400 =
32 000 – 4000 =
Los op.2
30 000 + 50 000 =
40 000 + 60 000 =
70 000 – 20 000 =
100 000 – 80 000 =
32 000 + 5000 =
41 000 + 13 000 =
39 000 – 7000 =
67 000 – 23 000 =
60 000 + 700 =
53 000 + 400 =
20 900 – 600 =
35 700 – 700 =
15 200 + 450 =
24 800 + 95 =
30 000 – 8000 =
58 000 – 400 =
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 56 15/12/16 13:41
naam 57
4Bewerkingen - Cijferen
Optellen en aftrekken tot 100 000
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.
HD TD D H T E
5 2 1 7 4
4 0 6 3 5+
HD TD D H T E
7 8 1 9 6
2 4 3 0 5–
HD TD D H T E
8 6 7 3
1 7 2 4 6+
8 0 0 7 4
5 1 8 2 3–
1 4 2 5 3
3 0 5 3
8 1 7 5 3+
6 2 7 0 5
1 8 3 4 2–
2 6 1 4 7
1 6 3 2 7
3 6 2 1 7+
9 0 0 0 7
4 7 8 0 5–
4 3 7 0 8
1 5 6 3 0
2 0 9 4 2+
1 0 0 0 0 0
4 7 9 0 6–
2 7 4 5 8
7 2 5 4 2+
5 1 2 4 3
2 3 5 4 6–
Scheur4GR_037-086.indd 57 15/12/16 13:41
naam 58
4
Kijk en vul in.
Meten en metend rekenen
Inhoud: l, dl, cl en ml
250 ml = cl
= dl en cl
10 ml = cl
1 ml = cl1
Vul in. 2
11 dl = l
11 cl = l
11 ml = l
12
l = dl
14
l = cl
15
l = cl
1 cl = ml
5 cl = ml
15 cl = dl
1 l = dl = cl = ml
Vul aan met de helft of het dubbel. 3
50 cl is __________________ van 1 liter.
2 dl is ____________________ van 10 cl.
25 cl is ____________________ van 5 dl.
l is _________________ van 250 ml.12
1
Vergelijk de maten. Gebruik > of < of =.
150 ml 20 cl
5 dl 1/2 l
1/4 l 200 ml
250 ml 25 cl
4
.
..
.
.
...
.
.
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 58 15/12/16 13:41
naam 59
4Getallenkennis/Hoofdrekenen
Herhaling: getalbegrip tot 100 000
Vul de getallenassen aan op de stippen.
9998 9999
49 999 50 000
10 001
1
Vul de rijtjes aan.2
7000 8000 9000
10 000 15 000 20 000
100 000 90 000 80 000
3 Vul de splitsingen aan.
20 000
10 000
5000
14 000
50 00025 000
10 000
5000
12 000
25 000
10 000
30 000
4 Los op.
12
van 10 000 =
12
van 100 000 =
12
van 80 000 =
13
van 15 000 =
13
van 60 000 =
14
van 80 000 =
. .
...
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 59 15/12/16 13:41
naam 60
4
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Vermenigvuldigen en delen tot 100 000
Los op. Kijk steeds goed naar de vorige oefening.
6 x 3 =
6 x 30 =
6 x 300 =
6 x 3000 =
70 x 4 =
700 x 4 =
7000 x 4 =
700 x 40 =
90 : 3 =
900 : 3 =
9000 : 3 =
90 000 : 3 =
240 : 4 =
2400 : 4 =
24 000 : 4 =
24 240 : 4 =
Los op. Noteer je tussenstappen.2
2 x 26 000 = ____________________________________
3500 x 4 = ____________________________________
75 000 : 5 = ____________________________________
7200 : 6 = ____________________________________
Vul aan.3
Het product van 8 en 400 is
Het quotiënt van 3500 gedeeld door 5 is
30 keer 200 is
Een zesde van 24 000 is
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 60 15/12/16 13:41
naam 61
4
1
2
Los op. Controleer met de zakrekenmachine.
Bewerkingen - Cijferen
Vermenigvuldigen en delen tot 100 000
9 2 4 7 2 8
2 3 4 1 2
4x
1 7 2 6 3
5x
Los op. Is je uitkomst mogelijk?
4 3 7 9 5 5
3 2 8 1 9
3x
8 1 5 3
7x
Scheur4GR_037-086.indd 61 15/12/16 13:41
naam 62
Los op. Controleer met de zakrekenmachine.
1 3 8
2 1
juist
fout
x
2 3 6
1 5
juist
fout
x
1 5 2
3 4
juist
fout
x
3 1 6
4 2
juist
fout
x
4 7 0
5 2
juist
fout
x
6 2 4
2 3
juist
fout
x
5 1 4
6 2
juist
fout
x
8 3 7
4 6
juist
fout
x
2 1 4 5
3 1
juist
fout
x
Bewerkingen - Cijferen
Vermenigvuldigen (met een vermenigvuldiger van twee cijfers) tot 100 000
4
Scheur4GR_037-086.indd 62 15/12/16 13:41
naam 63
4
1
Loodrecht of niet-loodrecht snijdend? Controleer met lat en winkelhaak of geodriehoek.
2
Meetkunde
Meetkundige relaties: evenwijdigheid en loodrechte stand
Evenwijdig of niet evenwijdig? Controleer met lat en winkelhaak of geodriehoek.
jaa // b neen
jac d neen
a
b
c
d
Teken e//f en g h.3
Scheur4GR_037-086.indd 63 15/12/16 13:41
naam 64
Getallenkennis 4
1
Kleur en vul in.2
Kommagetallen tot op 0,1
Kijk en vul aan.
310
= ,
1 dm = 10 cm10
1 cm = dm = , dm
107 cm = dm = , dm
810
= , 510
= , 210
= ,
Kijk goed en vul aan.31010
= 1
10= ,
1010
en = 1 en = 1,10 10
1010
en en = 1 en 1 en = 2 en = ,1010 1010 10
.
.
.
.
.
.
. .. .. .. .
.. .
. .
.....
.
Scheur4GR_037-086.indd 64 15/12/16 13:41
naam 65
Getallenkennis 4
1
Noteer de getallen in de tabel. Vul aan.2
Kommagetallen tot op 0,1
Noteer de kommagetallen op de stippen.
0 1
0 21
D H T E t
= ,
= ,
= ,
= ,
1 tiende of 0,1
1 geheel en 4 tiende
8 t
1 T 4 E 3 t
Vergelijk de getallen. Gebruik = of > of <.3
110
0,1
810
1
0,5 0,9
710
0,4
510
1,5
1,30,3
1 en
1,3
0,2
. .
. .
. .
. .
..
. .
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 65 15/12/16 13:41
naam 66
4
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Optellen en aftrekken tot op 0,1
Kijk en los op.
0,4 + 0,5 = , 0,7 + 0,9 = ,
0,8 – 0,3 = , 1,5 – 0,8 = ,
Los op. Je mag tussenuitkomsten noteren.2
0,2 + 0,5 =
0,6 + 0,4 =
1 + 0,8 =
1,3 + 0,5 =
0,7 – 0,4 =
1 – 0,2 =
1,9 – 0,6 =
2,8 – 0,8 =
1,2 + 1,6 = __________________
1,5 + 1,5 = __________________
0,7 + 0,6 = __________________
1,8 + 0,3 = __________________
1,8 – 1,4 = __________________
2 – 1,3 = __________________
1,3 – 0,9 = __________________
2,4 – 0,8 = __________________
.
.
.
.
.
.
.
.
. .
. .
. .
. .
Scheur4GR_037-086.indd 66 15/12/16 13:41
naam 67
4Bewerkingen - Cijferen
Optellen en aftrekken tot op 0,1
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.
H T E t
8 7
5 4+
H T E t
1 2 5
3 9–
H T E t
2 3 4
1 5 8+
H T E t
3 4 1
2 1 6–
H T E t
1 4 2 3
3 1 5 6+
H T E t
4 7 9 8
2 4 5 3–
H T E t
2 8 4 2
1 7 5 6+
H T E t
6 0 9 7
3 4 8 2–
H T E t
8 9 6
2 5 3+
H T E t
1 0 4 5
9 6–
H T E t
4 9 3
3 1 6 8+
H T E t
5 7 2 0
8 3 4–
1 7 6 9
8 7 3+
4 8 1 3
2 2 2 2–
3 8 2 9
4 6 5 2+
8 0 0 0
1 2 6 3–
, , , ,
, , , ,
, , , ,
, , , ,
, , ,
, ,
, , , ,
, , , ,
Scheur4GR_037-086.indd 67 15/12/16 13:41
naam 68
4
1
Meetkunde
Vormleer: vlakke figuren - vierhoeken
Kruis aan wat past bij deze vlakke figuur.
Vul in.
Een ____________________ heeft dus altijd 4 gelijke zijden en 4 rechte hoeken.
2
Het is een gesloten gebroken lijn. een gesloten kromme lijn.
De figuur heeft slechts 1 paar evenwijdige zijden. 2 paar evenwijdige zijden.
De figuur heeft 4 even lange of 4 gelijke zijden. 4 zijden die niet alle 4 even lang zijn.
De hoeken zijn scherp of stomp. alle vier recht.
Deze veelhoek heeft enkel zijden die loodrecht op elkaar staan.
zijden die niet loodrecht op elkaar staan.
Scheur4GR_037-086.indd 68 15/12/16 13:41
naam 69
Getallenkennis 4
1
Kleur en vul in.2
Kommagetallen tot op 0,01
Kijk en vul aan.
1 m = dm = cm
101 cm = dm = m
100
1 cm = , dm = , m
6 cm = , dm = , m
,
210
=100
,
35100
,
Vul kommagetallen in op de stippen.30 0,1 0,2
0,200,100,01
0,7 0,8 0,9
0,900,800,70
=
..
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
. .. .. .
.
. ..
. . . .
Scheur4GR_037-086.indd 69 15/12/16 13:41
naam 70
Getallenkennis 4
1
Kommagetallen tot op 0,01
Noteer de kommagetallen op de stippen.
1 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 1,7 1,8 1,9 2
1,50 1,60
2 Noteer de getallen in de tabel. Vul aan.
D H T E t h
= ,
= ,
= ,
= ,
= ,
1 honderdste of 0,01
1 geheel en 15 honderdste
4 honderdste
25 honderdste
6 T 3 E 4 t 7 h
Vergelijk de getallen. Gebruik = of > of <.3
1100
0,01
0,1
0,02 0,2
1,02
1,02
2,01
0,01
1
1,2
1,02
. .
. .
. .
. .
.
.
.
.
.
.
. .
....
Scheur4GR_037-086.indd 70 15/12/16 13:41
naam 71
4
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen tot op 0,1
Kijk en los op.
2 x 0,4 =
: 2 =
3 x 0,5 =
: 3 =
Los op.2
Los op. Je mag tussenstappen noteren.3
5 x 1,3 = ____________________________
3,4 : 2 = ____________________________
4,8 + (2 – 0,8) = _____________________
2 x 0,3 =
4 x 0,2 =
2 x 0,5 =
7 x 0,1 =
0,6 : 2 =
0,8 : 4 =
1 : 2 =
0,7 : 7 =
3 x 0,4 =
1,2 : 3 =
10 x 0,2 =
2 : 10 =
0,7 + 0,2 =
0,8 + 0,2 =
0,9 + 0,2 =
1 + 0,2 =
0,9 – 0,2 =
1 – 0,2 =
1,1 – 0,2 =
1,2 – 0,2 =
1,6 – 1,3 =
0,3 + 1,3 =
2,1 + 0,9 =
3 – 0,9 =
.
..
.
..
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 71 15/12/16 13:41
naam 72
4Bewerkingen - Cijferen
Vermenigvuldigen tot op 0,1
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.
1 7
8x
3 9
6x
1 2 7
7x
, , ,
1 5 8
9x
2 0 5
8x
3 4 7
5x
, , ,
4 1 8
7x
7 6 9
4x
8 0 7
6x
, , ,
9 3 7
8x
8 2 3
9x
1 0 6 9
7x
, , ,
1 6
1 2x
8 4
1 3x
1 2 7
2 2x
, , ,
Scheur4GR_037-086.indd 72 15/12/16 13:41
naam 73
4
1
Meten en metend rekenen
Tijdsduur
Vul de tijd aan met de seconden.
Teken de wijzers en bereken het tijdsverschil.
1211 110 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
23
Het is 4 uur en seconden.
Het is 9 uur 36 minuten
seconden.
Het is 14 uur 48 minuten
seconden.
1211 110 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
23
Het tijdsverschil is ____________________________.
09 : 12 : 20
1211 110 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
23
09 : 12 : 45
2
Lees en vul aan.3
Van 3 januari tot en met 7 januari is dagen.
Het is nu 12 februari. Over 7 maanden is het _______________.
Opa is geboren in 1950. Dit jaar wordt hij _______________.
04 : 00 : 09 : 36 : 14 : 48 : . . . . . .
.
. ..
Scheur4GR_037-086.indd 73 15/12/16 13:41
naam 74
4Toepassingen
Problemen leren oplossen
Lees en los op.
1
OK
2 De drie vriendinnen Julie, Marie en Lotte hebben voor een proef van hoofdrekenen 9/10 en 7/10 en 8/10.
V Hoeveel punten hebben ze gemiddeld behaald?
G 9/10 7/10 8/10
B + + = : =
A Gemiddeld hebben ze op 10. OK
Op vijf opeenvolgende dagen meet Kobe de temperatuur om
14 uur.
V Wat is de gemiddelde temperatuur voor die 5 dagen?
G zie kadertje
B _________________________________________________
________________________________________________
A ____________________________________________ OK
3ma: 7 °C di: 10 °C wo: 8 °C do: 6 °C vr: 4 °C
Emma weegt 32 kg, Milan weegt 38 kg en Luna weegt 35 kg.
V Hoeveel is hun gemiddelde gewicht?
G Emma: kg Milan: kg Luna: kg
B + + =
: 3 =
A Hun gemiddelde gewicht is kg.
. . .
. . ..
..
.
.
. .
. . .
..
Scheur4GR_037-086.indd 74 15/12/16 13:41
naam 75
Structuur van 0,2 - 0,4 - 0,6 - 0,8 en 1,0Structuur van 0,25 - 0,50 - 0,75 en 1,00
4Getallenkennis
Vul aan op de stippen.
0 0,25
0 0,2
1
Vul aan.2
T E t h
= t
= t en h
0,6
0,75
Vul kommagetallen tot op 0,01 in.3
Tussen 0,24 en 0,26 ligt
Net voor 1,00 ligt
Net na 0,75 komt
Lees en vul in.4
0,2 en 0,2 is
3 keer 0,2 is
0,4 minder dan 1,0 is
0,2 meer dan 0,4 is
De helft van 1,0 is
0,50 en 0,25 is
2 keer 0,25 is
0,25 minder dan 0,75 is
0,25 meer dan 0,75 is
Het dubbel van 0,50 is
.
.
. .
. .
.
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 75 15/12/16 13:41
naam 76
4
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Optellen en aftrekken tot op 0,01
Kijk en los op.
Los op. Je mag tussenstappen noteren.
0,25 + 0,30 = 0,85 + 0,45 =
0,60 – 0,25 = 1,20 – 0,55 =
0,35 + 0,30 =
0,60 + 0,15 =
0,35 + 0,4 =
0,50 + 0,5 =
0,75 – 0,40 =
0,90 – 0,25 =
0,85 – 0,2 =
1 – 0,50 =
1 + 0,25 = __________________
0,75 + 0,25 = __________________
0,80 + 0,3 = __________________
1,25 + 0,20 = __________________
1,75 – 0,50 = __________________
1,80 – 0,45 = __________________
1,60 – 1,25 = __________________
1,25 – 0,30 = __________________
2
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 76 15/12/16 13:41
naam 77
4
Los op. Controleer met de zakrekenmachine.
Bewerkingen - Cijferen
Delen tot op 0,1
De rest is t of
De rest is t of
T E t
6 7 5 5
T E t
H T E t
2 9 6 1 3
H T E t
H T E t
7 4 8 7 4
H T E t
H T E t
4 0 9 3 6
H T E t
,
,
,
,
. .
. .
Scheur4GR_037-086.indd 77 15/12/16 13:41
naam 78
4
1 Kleur de buisjes van de thermometers of vul de temperatuur in. Los op.
Meten en metend rekenen
Temperatuur
Lees en los op.
• In de klas is het 18 °C. De thermometer op de speelplaats wijst 9 °C minder aan. Op de speelplaats is het °C.
• Op een warme zomerdag is het 19 °C in de schaduw en 32 °C in de zon. Het temperatuurverschil is °C.
2
• De hoogste temperatuur is _________________.
• De laagste temperatuur is _________________.
• Het verschil tussen de hoogste en de laagste temperatuur is _________________.
30 °C
20 °C
10 °C
0 °C
-10 °C
°C
30 °C
20 °C
10 °C
0 °C
-10 °C
27 °C
30 °C
20 °C
10 °C
0 °C
-10 °C
°C
30 °C
20 °C
10 °C
0 °C
-10 °C
-7 °C
30 °C
20 °C
10 °C
0 °C
-10 °C
°C. ..
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 78 15/12/16 13:41
naam 79
Getallenkennis 4
1
2
Breuken vergelijken en ordenen
Kleur het gevraagde deel.Vergelijk de breuken. Gebruik > of < of =.
Orden de breuken.
25
35
34
35
13
26
510
15
310
25
110
1
15
110
––– < ––– < ––– < ––– < –––
––– > ––– > ––– > ––– > –––en
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 79 15/12/16 13:41
naam 80
4
Los op.
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen tot op 0,01
Los op.
0,25 + 0,12 = __________
0,35 + 0,5 = __________
0,75 + 0,25 = __________
1 + 0,75 = __________
1,25 + 1,30 = __________
0,80 – 0,15 = __________
1 – 0,25 = __________
1,45 – 0,15 = __________
1,90 – 1,45 = __________
1,25 – 1 = __________
2 x 0,01 = __________
5 x 0,03 = __________
10 x 0,05 = __________
4 x 0,06 = __________
100 x 0,01 = __________
0,10 : 2 = __________
0,25 : 5 = __________
0,80 : 10 = __________
0,20 : 4 = __________
1 : 100 = __________
5 x e0,10 = __________
2 x e0,20 = __________
4 x e0,20 = __________
2 x e0,25 = __________
3 x e0,25 = __________
4 x e0,25 = __________
1
Kijk en los op.2
3
6 x 0,05 = 4 x 0,15 = 0,90 : 3 = 0,50 : 2 =. . ..
Scheur4GR_037-086.indd 80 15/12/16 13:41
naam 81
4
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.
H T E t h
1 8 1 4
1 1 2 7+
,
Bewerkingen - Cijferen
Optellen en aftrekken tot op 0,01
H T E t h
4 2 9 6
2 1 6 8–
,
H T E t h
6 3 2 5
1 7 4 5+
,
H T E t h
9 2 7 6
4 5 2 8–
,
, , , ,
H T E t h
1 4 5 7
8 2 2 5+
,
H T E t h
1 9 2 3 7
4 9 2–
,
H T E t h
1 0 8 3 5
1 4 1 6+
,
H T E t h
1 8 6 2 9
1 0 5 4 2–
,
, , , ,
H T E t h
2 1 4 6 3
1 6 2 7 5+
,
H T E t h
2 5 1 7 3
2 9 1 6–
,
H T E t h
3 5 0 6
9 4 2 8+
,
H T E t h
2 8 4 6 9
1 2 5 3–
,
, , , ,
2 7 1 4 6
1 2 9 3+
, 3 8 6 1 7
1 2 8 3–
, 4 1 6 5
8 7 2 8+
, 3 4 7 6
1 2 4 3 5–
,
, , , ,
Scheur4GR_037-086.indd 81 15/12/16 13:41
naam 82
4Meten en metend rekenen
Gewicht: kg - 1/2 kg - 1/4 kg - 100 g - g / ton
Kijk en vul aan.
14
1 kg = x kg
1 kg = x 250 g
1 kg = g
1
Vul in. 2
500 g = kg
2 x kg = 1 kg
110
kg = g
710
kg = g
1 kg = 2 x kg = 4 x kg = 10 x kg
Los op.
900 g + g = 1 kg
200 g + g = 1/4 kg
400 g + g = 1/2 kg
600 g – g = 1/2 kg
350 g – g = 1/4 kg
1200 g – g = 1 kg
3
Vul aan.
1000 kg = ton
500 kg = ton
250 kg = ton
100 kg = ton
ton = kg
ton = kg
4
1514
.
.
.
.
.
.
..
.
.
...
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.....
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 82 15/12/16 13:41
naam 83
4
1
Meetkunde
Vormleer: vlakke figuren - driehoeken
Zet een kruisje (x) in elke driehoek.
Kleur de rechthoekige driehoek.2
Kleur de gelijkbenige driehoek.3
Scheur4GR_037-086.indd 83 15/12/16 13:41
naam 84
Getallenkennis 4
1
Gelijkwaardige breuken
Kleur en vul aan.
Kijk goed en vul aan.
210
=5
30100
=10
210
=100
610
=5
1010
=2
510
=2
410
=5
2
Vul de breuken aan.3
Vul in.4
25
=10
46
=3
13
=6
13
=9
12
=8
14
=8
0 1
3
999
333
. .
.
.
.
. .
...
... .
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_037-086.indd 84 15/12/16 13:41
naam 85
4
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Gelijknamige breuken optellen
Kijk goed en los op.
25
+ 25
=5
210
+ 710
=
Los op.2
13
+ 13
=
14
+ 24
=
25
+ 25
=
36
+ 26
=
27
+ 17
=
410
+ 310
=
Los op. Vereenvoudig waar het kan.3
38
+ 58
=8
34
+ 24
=4
16
+ 16
+ 26
=
= en4
=6
=3
210
+ 310
+ 310
=10
=5
. ..
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. .
.
.
. .
. .
Scheur4GR_037-086.indd 85 15/12/16 13:41
naam 86
4Bewerkingen - Cijferen
Vermenigvuldigen tot op 0,01
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.
0 4 8
3x
1 2 4
4x
1 7 5
6x
, , ,
2 0 9
5x
2 4 0
8x
3 2 5
7x
, , ,
6 2 3
9x
9 4 8
6x
1 0 3 4
4x
, , ,
1 4 9 6
8x
2 1 7 4
7x
2 8 6 0
5x
, , ,
2 0 8
1 1x
6 7 9
1 4x
9 5 7
1 8x
, , ,
Scheur4GR_037-086.indd 86 15/12/16 13:41
naam 87
Geldwaarden - betalen, teruggeven, wisselen
Meten en metend rekenen 4
Betaal gepast met zo weinig mogelijk biljetten en munten.
Wisselen! Vul aan.3
Ik betaal met een biljet van _____________
en met de munten ____________________
___________________________________
___________________________________.e14,95
1
Lees en los op.2
Juf koopt voor de klasbieb 5 boeken.
Ze betaalt er 71,35 euro voor.
Hoeveel krijgt ze terug van 100 euro?
________________________________________________
Welke munten en biljetten (zo weinig mogelijk) krijgt ze
terug? __________________________________________
________________________________________________
20 euro is x 10 euro
of x 5 euro
of x 2 euro
of x 1 euro.
10 euro is x 5 euro
of x 2 euro
of x 1 euro
of x 50 cent.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 87 15/12/16 13:44
naam 88
4
1
2
Meetkunde
Vormleer: vlakke figuren - driehoeken construeren
Vul deze rechte hoek aan tot een driehoek die gelijkbenig is.
Teken een driehoek waarvan de 3 zijden een verschillende lengte hebben. Vul aan.
Deze driehoek is een ____________________ driehoek.
Scheur4GR_087-140.indd 88 15/12/16 13:44
naam 89
Getallenkennis 4
Vul de rijtjes aan.
Herhaling
0 10 000 20 000 ________ ________
100 000 95 000 90 000 ________ ________
0 0,2 0,4 ________ ________
0 0,5 1 ________ ________
1
Rangschik de getallen van groot naar klein. Gebruik > of <.2
1,75 0,25 7,5 0,04 5 0,3
3 Vul aan.
De helft van 1 is of ,
Het dubbel van 2,5 is
0,2 minder dan 1 is
2 keer 0,4 is
0,25 meer dan 0,75 is
0,25 is van 1.
Vergelijk de getallen. Gebruik > of < of =.4
0,5 1,5 1,4 0,2514
25100
Vul aan.5
12
=4
13
=9
15
=10
34
=8
. . .
..
.
.
.
.
.
...
. . . .
Scheur4GR_087-140.indd 89 15/12/16 13:44
naam 90
4Gelijknamige breuken aftrekken
Kijk goed en los op.
78
– 28
= 79
– 59
=
Los op.2
34
– 24
=
35
– 15
=
67
– 37
=
910
– 610
=
66
– 16
=
58
– 48
=
Los op. Vereenvoudig waar het kan.3
910
– 310
=
56
– 16
=
1210
– 410
– 310
=
=
= =
1710
– 410
= = 1 en
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
.
...
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
...
.
...
.
...
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 90 15/12/16 13:44
naam 91
4Bewerkingen - Cijferen
Delen tot op 0,01
Los op. Controleer met de zakrekenmachine.
De rest is h ofDe rest is h of
E t h
8 7 5 5
E t h
T E t h
2 6 7 2 4
T E t h
T E t h
9 3 7 5 6
T E t h
H T E t h
1 0 2 3 9 7
T E t h
,
,
,
,
. . . .
Scheur4GR_087-140.indd 91 15/12/16 13:44
naam 92
4Meten en metend rekenen
Herhaling
Los op.
1
Betaal e2,75 met zo weinig mogelijk munten.
________________________________________________
Het verschil tussen +17 °C en +8 °C is °C.
Het verschil tussen 0 °C en +24 °C is °C.
Het verschil tussen -5 °C en +5 °C is °C.
1 uur = minuten = seconden
1 kwartier = minuten = seconden
120 seconden = minuten
4
5
6
1/2 kg = g
1/4 kg + g = 1/2 kg
1 ton = kg
1/5 ton = kg
3
1/2 km = m
3 m = cm
75 cm = dm en cm
800 mm = cm = dm
2 250 ml = cl
25 cl = l
1/10 l = dl
1 dl = cl
1 dl = ml
16 x 50 cl = cl
= dl
= l
.
.
.
.
.
..
.
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 92 15/12/16 13:44
naam 93
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen tot 100 000 en tot op 0,01 - gelijknamige breuken optellen en aftrekken
4
Los op.
20 000 + 70 000 = __________
100 000 — 40 000 = ________
720 + 180 = _______________
1200 – 320 = ______________
8200 + 900 = ______________
1500 : 5 = ________________
10 x 75 = _________________
4800 : 4 = ________________
2 x 480 = _________________
75 000 : 100 = _____________
0,2 + 0,7 = ________________
1 – 0,8 = _________________
1,25 + 0,25 = ______________
2,95 – 1,4 = _______________
3,25 + 2 = ________________
2 x 0,3 = _________________
0,9 : 3 = __________________
10 x 0,5 = ________________
1,5 : 5 = __________________
4 x 0,15 = ________________
Kijk en los op.2
36
+ 26
= 78
– 48
=
25
+ 15
=
49
+ 59
= =
34
+ 24
= = en
59
– 39
=
710
– 210
= =
– 23
=1
.
...
.
.
.
...
.
.
.
.
.
.
.
.
.
...
Scheur4GR_087-140.indd 93 15/12/16 13:44
naam 94
4Bewerkingen - Cijferen
Herhaling
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.Let goed op de bewerkingstekens en op de komma’s.
9 5 7
4 8 6+
1 3 0 5
9 7 2–
1 1 7 5
9 9+
2 6 0 5
1 2 9 3–
, ,
, ,
8 4 2 9
5 1 6 7+
1 0 0 0 0
3 7 9 2–
8 3 7
8 9 6+
2 0 0 6
1 5 7 3–
, ,
, ,
4 5 7
8x
1 8 7
9x
1 4 2
6x
3 5 9
7x
, ,,
9 7
2 8x
2 1 7
2 5x
4 1 6
2 3x
1 9 5
2 0 6 8
8 4 7+
,
,
,
,
,
Scheur4GR_087-140.indd 94 15/12/16 13:44
naam 95
4Bewerkingen - Cijferen
Herhaling
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.
De rest is _________.De rest is _________.
1 9 6 7 8 68 7 5 2 4
4 3 7 5 4 83 5 2 9 5 5
De rest is _________.
,,
Scheur4GR_087-140.indd 95 15/12/16 13:44
naam 96
Meetkunde
Herhaling: vormleerVlakke figuren - vierhoeken, driehoeken
4
Teken een rechthoek met een lengte van 8 cm en een breedte van 3 cm.
1
Teken een vierhoek die geen rechthoek is. 2
Teken een stomphoekige driehoek.Zorg ervoor dat die driehoek ook gelijkbenig is.
3
Scheur4GR_087-140.indd 96 15/12/16 13:44
naam 97
Getallenkennis 4
1
Vul aan op de stippen.
Kommagetallen tot op 0,001
Kijk goed en vul aan.
0,47 0,48
0,125 0,126
0,006 0,007
1,2 1,3 1,7
m dm cm mm
E t h d
= m = m
= m = m
= m = m
3 dm
8 cm
6 mm
2
Vul aan.3
1,25
2 =1 =
5 =
1,037
3 = 7 =
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.. ......
..
Scheur4GR_087-140.indd 97 15/12/16 13:44
naam 98
4
Lees en los op.
Meten en metend rekenen
Schaal
Kijk, lees, meet en vul in.
Arne heeft een autootje met een lengte van
4 cm. Op de onderkant ziet hij 1 : 100 staan.
In de werkelijkheid zou zijn auto cm of m lang zijn.
3
schaal of 1 : 10
Ik meet de zijde van het vierkant
op het plannetje: cm.
In de werkelijkheid is de zijde van
dit vierkant keer zo groot.
In de werkelijkheid is de zijde dus x cm of
cm lang.
1
Kijk, lees, meet en vul in.
schaal
Op het plannetje is deze rechthoek
cm lang en cm breed.
In de werkelijkheid is deze rechthoek dus m lang en
m breed.
want 1 cm 1 m en 2 cm 2 m en 3 cm 3 m
2
110
0 m 1 m 2 m 3 m 4 m 5 m
.
.
. .
.
. .
.
.
. .
Scheur4GR_087-140.indd 98 15/12/16 13:44
naam 99
4
1
Toepassingen
Problemen leren oplossen
Kijk, lees en los op.
Het bovenblad van een keuken-
tafel heeft een lengte van 12 dm
en een breedte van 8 dm.
Bereken de omtrek in decimeter
en daarna ook in meter.
halve omtrek : ____________________
omtrek : ____________________
omtrek in meter: ____________________
8 dm
12 dm
Lees en los op.2
De lengte van een miniserre is 1,5 meter en de breedte is 1,2 meter.
V Bereken de omtrek van die miniserre.
G _________________________________________________
T
B
A ____________________________________________ OK
Scheur4GR_087-140.indd 99 15/12/16 13:44
naam 100
Getallenkennis 4
Vul de getallenassen aan op de stippen.2
Kommagetallen tot op 0,001
1 1,01
0,995 0,996
0 0,1 0,2
1,02
0,997
Kijk goed en vul aan.
T E t h d
8 duizendste
1 E 2 t 7 h 5 d
1 geheel 359 duizendste
= ,
= ,
= ,
1
Vul aan.3
=10
0,6
=100
0,48
=1000
0,625
=1000
0,095
=710
,
=39100
,
=4251000
,
=651000
,
=0,12
=0,063
=251000
,
=51000
,
. .
. .
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. .
. .
. .
. .
. .
. .
Scheur4GR_087-140.indd 100 15/12/16 13:44
naam 101
4Bewerkingen - Hoofdrekenen
Optellen en aftrekken tot op 0,001
Los op. Je mag tussenstappen noteren.
0,5 + 0,4 =
1 + 0,9 =
1,2 + 0,4 =
0,8 + 0,7 = ________________
1,2 + 1,5 = ________________
1,3 + 1,7 = ________________
0,8 – 0,2 =
1 – 0,5 =
1,9 – 0,9 =
1,4 – 1,1 = ________________
2 – 1,6 = ________________
1,5 – 0,7 = ________________
1
Los op. Je mag tussenstappen noteren.
0,65 + 0,20 =
0,25 + 0,5 =
0,95 + 0,05 =
1 + 0,45 = _________________
0,85 + 0,3 = ______________
1,65 + 0,25 = ______________
0,45 – 0,25 =
0,8 – 0,45 =
0,75 – 0,6 =
1 – 0,45 = _________________
1,85 – 0,55 = ______________
1,35 – 0,6 = ______________
2
Los op.
0,002 + 0,006 =
0,040 + 0,035 =
0,125 + 0,5 =
0,009 – 0,004 =
0,045 – 0,025 =
0,150 – 0,035 =
3
3 + 0,075 =
0,4 + 0,025 =
0,006 + 0,24 =
1 – 0,005 =
1 – 0,025 =
1 – 0,125 =
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 101 15/12/16 13:44
naam 102
4Bewerkingen - Cijferen
Optellen en aftrekken tot op 0,01
Los op en controleer met de zakrekenmachine.
H T E t h
7 8 4 9
3 7 9 8+
,
H T E t h
9 5 8
4 8 5 2+
,
H T E t h
7 9 8
8 7 3 1+
H T E t h
2 5 6 9 6
1 8 9 6+
,
, , , ,
H T E t h
9 1 8 3
2 7 2 9–
,
H T E t h
1 8 4 9 2
7 8 6–
,
H T E t h
9 5 4
2 9 1 7–
,
H T E t h
2 4 7 5
1 5 2 4 3–
,
, , , ,
H T E t h
3 7 8 6
5 2 4 7 8+
,
H T E t h
5 6 8 2 1
3 8 7+
,
H T E t h
4 3 9 8 5
3 8 1 2 3+
,
H T E t h
1 9 5 7 8
5 6 2 9 4+
,
, , ,
4 1 6 5 3
1 7 5 8 1–
, 5 0 9 3 2
2 7 3 6–
, 2 9 1 4 7
9 8–
, 3 6 1 2
1 5 8 1 5–
,
, , ,
Scheur4GR_087-140.indd 102 15/12/16 13:44
naam 103
4
1
Meten en metend rekenen
Meetresultaten en het gemiddelde
Lees en bespreek. Vul aan.
aantal kinderen in de
kleuterklas: 1e kleuter: 21
2e kleuter: 17
3e kleuter: 22
Dat is voor de drie kleuterklassen samen:
21 + 17 + 22 = ___________
Dat is gemiddeld per kleuterklas:
______ : 3 = ______
Bereken de gemiddelde middagtemperatuur.2
dag temperatuur om 12 uur
maandag 15 °C
dinsdag 13 °C
woensdag 14 °C
donderdag 13 °C
vrijdag 15 °C
________________________________________________
________________________________________________
________________________________________________
Scheur4GR_087-140.indd 103 15/12/16 13:44
naam 104
1
Meetkunde
Vormleer: vlakke figuren (construeren, bouwen, omstructureren)
4
Vul de laatste figuur passend aan.
Teken de volgende figuur.2
Verdeel de figuur in een vierkant, een rechthoek en drie driehoeken.
3
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 104 15/12/16 13:44
naam 105
Getallenkennis 4
1
Gelijkwaardigheid kommagetal - breuk
Los op.
=110
l
=310
l
=910
l
l
l
l
,
,
,
=1100
m
=15100
m
=75100
m
m
m
m
,
,
,
=11000
kg
=251000
kg
=6251000
kg
kg
kg
kg
,
,
,
Vul in. 2
=0,7
=0,35
=0,165
=410
,
=45100
,
=2951000
,
=0,05
=0,008
=0,085
Vul aan.3
E t h d
= ,
= ,
= ,
= ,
9 tiende
18 honderdste
425 duizendste
1 geheel en 35 honderdste
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. .
. .
. .
. .
Scheur4GR_087-140.indd 105 15/12/16 13:44
naam 106
4Bewerkingen - Hoofdrekenen
Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen tot op 0,001
Optellen
0,5 + 0,3 =
0,2 + 1,5 =
1,4 + 1,4 =
0,3 + 0,05 =
0,08 + 0,6 =
1,1 + 1,02 =
0,007 + 0,5 =
0,04 + 0,009 =
0,006 + 0,008 =
1
Aftrekken
0,7 – 0,5 =
1 – 0,2 =
1,6 – 0,3 =
0,08 – 0,03 =
0,75 – 0,35 =
1,80 – 0,08 =
0,025 – 0,005 =
0,750 – 0,025 =
1 – 0,009 =
2
Vermenigvuldigen
2 x 0,3 =
4 x 0,02 =
3 x 0,001 =
10 x 0,05 =
10 x 0,007 =
10 x 0,025 =
100 x 0,004 =
5 x 0,015 =
10 x 0,175 =
3
Delen
0,8 : 4 =
0,5 : 10 =
0,25 : 5 =
0,05 : 10 =
0,4 : 100 =
2 : 10 =
1 : 2 =
0,025 : 5 =
5 : 1000 =
4
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 106 15/12/16 13:44
naam 107
4
Los op en controleer met de zakrekenmachine.
1 4 9
6x
, 7 8 3
9x
, 1 3 9 7
8x
,
0 6 8
7x
, 2 9 5
8x
, 1 4 8 7
8x
,
2 9 4 8
5x
, 3 7 2 6
6x
, 5 1 8 6
7x
,
6 2 5 9
8x
, 7 3 4 8
6x
, 8 6 3 7
7x
,
1 7 8
1 5x
, 2 9 6
2 1x
, 2 4 1 7
2 3x
,
Bewerkingen - Cijferen
Vermenigvuldigen tot op 0,01
Scheur4GR_087-140.indd 107 15/12/16 13:44
naam 108
4
1
Meten en metend rekenen
Meetresultaten, tabellen en kommagetallen
Kijk, lees en vul in.
m dm cm mm
1 9 5
9 8 5
1 6 5
is de hoogte van de kast.
is de breedte van de deur.
is de lengte van een tafel.
De hoogte van de kast is m dm cm = , m.
De deur is mm korter dan 1 meter.
De lengte van de tafel is cm langer dan 1 meter.
Vul in. 2
8 dm = , m
5 dm = , m
15 cm = , m
9 cm = , m
5 mm = , m
250 g = 0,250 kg
125 g = , kg
75 g = , kg
6 g = , kg
4 dl = , l
25 cl = , l
6 cl = , l
150 ml = , l
45 ml = , l
5 x 20 cent = cent = euro
4 x 50 cent = cent = euro
0,50 euro = cent
1,75 euro = euro en cent
750 ml
. . . . .
.
.
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 108 15/12/16 13:44
naam 109
4
1
2
Toepassingen
Problemen leren oplossen
Wie ziet het poesje? Kruis aan.
Teken de figuur over: - gelijk van vorm én grootte; - gelijkvormig maar verkleind.
Scheur4GR_087-140.indd 109 15/12/16 13:44
naam 110
Getallenkennis 4
1
Negatieve getallen / Functies van getallen
Lees de temperatuur af.
°C
35 °C30 °C25 °C20 °C15 °C10 °C 5 °C
0 °C-5 °C
-10 °C-15 °C
°C
35 °C30 °C25 °C20 °C15 °C10 °C 5 °C
0 °C-5 °C
-10 °C-15 °C
°C
35 °C30 °C25 °C20 °C15 °C10 °C 5 °C
0 °C-5 °C
-10 °C-15 °C
°C
35 °C30 °C25 °C20 °C15 °C10 °C 5 °C
0 °C-5 °C
-10 °C-15 °C
°C
35 °C30 °C25 °C20 °C15 °C10 °C 5 °C
0 °C-5 °C
-10 °C-15 °C
°C < < < <
Orden de temperaturen van kouder naar warmer.
Getallen hebben een functie.Plaats de gegeven getallen waar ze horen.
2
autoweg A17 - de 3e bank - 68 m
3 x 1028 - 18 leerlingen - 963 : 3
17 klassen - kamer 203 - 1,5 l - de 8e auto
als hoeveelheid: _______________________________
als rangorde: _________________________________
als verhouding: _______________________________
als code: _____________________________________
in een bewerking: ______________________________
.. . . .
.....
Scheur4GR_087-140.indd 110 15/12/16 13:44
naam 111
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen tot 100 000 met gehele getallen
4
Kijk goed en los op.
100 – 30 = _________
100 – 35 = _________
1000 – 350 = _________
10 000 – 3500 = _________
100 000 – 35 000 = _________
75 + 20 = _________
750 + 200 = _________
7500 + 2000 = _________
75 000 + 20 000 = _________
75 000 + 2000 = _________
9500 : 10 = ___________
9500 : 100 = ___________
95 000 : 10 = ___________
95 000 : 100 = ___________
95 000 : 1000 = ___________
2 x 40 = _____________
2 x 46 = _____________
2 x 460 = _____________
2 x 4600 = _____________
2 x 46 000 = _____________
Los op. Je mag tussenstappen noteren.2
1500 + 740 = ________________________________________
21 000 – 8005 = ______________________________________
5 x 18 000 = _________________________________________
82 000 : 4 = _________________________________________
25 003 + 4997 = ______________________________________
7204 – 3900 = _______________________________________
100 x 195 = _________________________________________
7500 : 3 = ___________________________________________
Scheur4GR_087-140.indd 111 15/12/16 13:44
naam 112
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen tot 100 000 met gehele getallen
4
Lees en los op. Noteer telkens de bewerking.
1 Zoek de som van de getallen 720 en 690 en 280.
B _________________________________________________
Hoeveel krijg je als je 10 000 met 3400 vermindert?
B _________________________________________________
Verdeel 168 in 4 gelijke delen.
B _________________________________________________
Zoek het tienvoud van de helft van 140.
B _________________________________________________
Vermeerder 1997 met 826.
B _________________________________________________
Hoeveel is 7 keer 1200?
B _________________________________________________
Bereken het verschil tussen 9992 en 3492.
B _________________________________________________
Een zesde van 24 300 is
B _________________________________________________
2
3
4
5
6
7
8 .
Scheur4GR_087-140.indd 112 15/12/16 13:44
naam 113
4Bewerkingen - Cijferen
Delen tot op 0,01
Los op. Controleer met de zakrekenmachine.
De rest is _________.De rest is _________.
8 5 6 1 7T E t h
2 6 5 8 6
T E t h
9 0 5 3 1 83 5 8 9 4 9 ,,
,
,
Scheur4GR_087-140.indd 113 15/12/16 13:44
naam 114
4
1
Meten en metend rekenen
Oppervlakte (vergelijken)
Kruis telkens de vlakke figuren met de kleinste oppervlakte aan.
Teken een vierhoek met een grotere oppervlakte dan de getekende vierhoek.
2
Rangschik de oppervlaktes. Vul het nummer aan.3
oppervlakte < oppervlakte < oppervlakte
12
3
. . .
Scheur4GR_087-140.indd 114 15/12/16 13:44
naam 115
1
Meetkunde
Meetkundige relaties: spiegelbeelden, symmetrie en asymmetrie
4
Vervolledig het spiegelbeeld.
a s
Kruis de symmetrieassen aan.2
Teken in iedere figuur één symmetrieas (als het kan!).3
Scheur4GR_087-140.indd 115 15/12/16 13:44
naam 116
Getallenkennis 4
1
Kommagetallen tot op 0,001
Vul kommagetallen in op de stippen.
Vul aan.
13 14
13,20 13,30
13,260 13,270
2
T E t h d
2 1 8 4
0 9 0 7
= E t
= __________
= __________
= __________
3,4
0,56
Vergelijk. Gebruik > of < of =.3
8,6
0,45
6,8
0,54
9,36
3,45
9,360
34,5
Vul het patroon aan.4
3,14
0,97
3,16
0,93
3,18
0,89
. . . . .
....
. . .
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 116 15/12/16 13:44
naam 117
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen met kommagetallen tot op 0,001
4
Optellen
0,4 + 0,3 =
0,2 + 0,8 =
1,5 + 0,2 =
0,8 + 0,05 =
1,3 + 0,09 =
1,2 + 1,05 =
0,008 + 0,004 =
0,02 + 0,007 =
1,3 + 0,025 =
1
Aftrekken
0,9 – 0,4 =
1 – 0,6 =
1,5 – 0,8 =
0,09 – 0,02 =
0,50 – 0,15 =
1,25 – 0,15 =
0,075 – 0,015 =
0,375 – 0,15 =
0,875 – 0,5 =
2
Vermenigvuldigen
3 x 0,2 =
2 x 0,03 =
8 x 0,001 =
10 x 0,2 =
10 x 0,03 =
10 x 0,007 =
5 x 0,012 =
10 x 0,75 =
100 x 0,005 =
3
Delen
0,6 : 2 =
0,24 : 4 =
0,2 : 10 =
0,01 : 10 =
1 : 10 =
4 : 10 =
1 : 2 =
1 : 4 =
1 : 100 =
4
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 117 15/12/16 13:44
naam 118
4Bewerkingen - Cijferen
De vier hoofdbewerkingen tot 100 000 en tot op 0,01
Los op en controleer met de zakrekenmachine.
6 1 7 5
3 8 5 2+
8 1 7 6
5 8 3 9+
, 4 9 2 7
8 5 3 4+
6 3 9
9 5 3 8+, ,
1 0 0 0 0
7 4 8 9–
3 1 9 2 7
8 9 3–
, 2 0 6 8 5
1 5 2 6 7–
1 7 0 4
5 2 1 8–, , ,
4 8 2 3 5
1 0 9 4 7+
, 1 7 5 6 2
3 8 3 4+
, 3 9 4 8
5 0 7 9 1+
7 0 5 9 4
1 9 8+
,
, , ,
5 3 9 2 7
2 6 3 8 2–
, 9 0 6 7 5
3 8 1 5–
, 8 4 5 9 1
4 7 6–
7 1 0 3 4
6 4 5 8–
,
, , ,
1 4 6 3
5x
3 2 8 4
6x
9 5 7 6
8x
,,
,
,
,
,
,
Scheur4GR_087-140.indd 118 15/12/16 13:44
naam 119
4Bewerkingen - Cijferen
De vier hoofdbewerkingen tot 100 000 en tot op 0,01
Los op. Controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.
De rest is _________.De rest is _________.
3 5 8 7 3 89 2 6 1 3
5 6 2 3 7 42 9 6 8 9 7 ,,
De rest is _________.De rest is _________.
Scheur4GR_087-140.indd 119 15/12/16 13:44
naam 120
4
1 Kijk goed en kruis aan wat past.
Meten en metend rekenen
Oppervlakte: m2 - dm2
1 2
oppervlakte 1 > oppervlakte 2
oppervlakte 1 = oppervlakte 2
oppervlakte 1 < oppervlakte 2
Vul in.2
Ik verdeel een vierkant met zijde 1 m
in 100 vierkanten met zijde 1 dm.
Ik weet 1 m2 = 100 dm2
=110
m2
=1 halve m2
=15
m2
dm2
dm2
dm2
=15100
m2 dm2
=
=25 dm2
=1100
m2
m2
m2
dm2
=14
m2 dm2
1 dm2
100
100
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 120 15/12/16 13:44
naam 121
Getallenkennis 4
1
Welk deel is gekleurd? Noteer de breuk.
Breuken situeren en vergelijken
Noteer de breuken bij de getallenassen.
0 1
606
66
3 2
0
808 8 8
4 4
1
88
4
2
Vergelijk. Gebruik > of < of =.3
1
2438
4812
2969
1326
/
1
. . ..
. .
.
.
.
.
.
.
...
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 121 15/12/16 13:44
naam 122
4Bewerkingen - Hoofdrekenen
Herhaling: gelijknamige breuken optellen en aftrekken
Kijk goed en los op.
56
– 26
= =49
+ 39
=
1
Los op.2
17
+ 47
=
15
+ 25
=
310
+ 410
=
89
– 39
=
56
– 46
=
– 28
=58
3 Los op. Vereenvoudig waar het kan.
29
+ 49
= =
910
– 310
= =
17
+ 27
+ 47
=
1 – 510
= =
78
– 38
+ 18
=
=
Goed gewerkt?
Bravo!
.
...
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
...
.
...
.
.....
.
..
Scheur4GR_087-140.indd 122 15/12/16 13:44
naam 123
4Bewerkingen - Cijferen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen
Zoek de som van de getallen 17,48 en 305,6 en 9,75.
Ik schat: _____________.
Ik bereken in het rooster: _____________.
Mijn schatting is goed.
niet goed.
1
Verminder 605,18 met 372,45.
Ik schat: _____________.
Ik bereken in het rooster: _____________.
Mijn schatting is goed.
niet goed.
2
Zoek het product van 19 en 5,216.3
Controleer met de zakrekenmachine.
Het product is _____________.
Hoeveel is 8,52 gedeeld door 6?4
Het quotiënt is _____________.
De rest is _____________.
Is je uitkomst mogelijk?
_____________
Scheur4GR_087-140.indd 123 15/12/16 13:44
naam 124
4
1
Meten en metend rekenen
Oppervlakte: m2 - dm2 - cm2
Vul de tabel aan en lees af.
m2 dm2 cm2
1 = dm2
= m2
1 m2
35 dm2
21 m2
dm2 12
Noteer de oppervlakte in cm2.2
cm2
cm2
cm2
cm2
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 124 15/12/16 13:44
naam 125
4
1
Meetkunde
Herhaling
Coördinaten
A B C D E
1
2
3
4
Ik zie in vak
Ik zie in vak
Teken:
- een bal in D1.
- een kegel in A4.
Kleur B3 - C3.
Benoem de hoeken als scherp, recht of stomp.2
BAC is ________________.
C
B
A
I
H
GF
D
EEDF is ________________.
HGI is ________________.
Teken.3
de diagonalen één straal
. .
. .
Scheur4GR_087-140.indd 125 15/12/16 13:44
naam 126
Getallenkennis 4
1
Herhaling: natuurlijke getallen tot 100 000
Orden deze getallen van klein naar groot. Gebruik > of <.
87 123 - 78 123 - 71 832 - 87 231 - 78 321
Kijk goed en vul de patronen aan.2
11 111
90 000
22 222
87 500
33 333
85 000
1000 2000 4000
Vul aan.3
Het viervoud van 20 000 is
Het derde deel van 90 000 is
10 000 is de helft van
De helft van 10 000 is
5 H meer dan 1 TD is
Welke getallen zijn het?4
Het duizendtal dat net na 17 734 ligt is
De buurtientallen van 55 555 zijn en
Het honderdtal tussen 13 575 en 13 475 is
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
..
.
Scheur4GR_087-140.indd 126 15/12/16 13:44
naam 127
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen tot 100 000 met natuurlijke getallen
4
Los op. Je mag tussenstappen noteren.
Optellen1
Aftrekken2
Vermenigvuldigen3
Delen
998 + 105 = ________________________________
57 000 + 9000 = ________________________________
4800 + 350 = ________________________________
32 000 + 28 000 = ________________________________
7800 + 399 = ________________________________
1000 – 670 = _________________________________
8007 – 1995 = _________________________________
4005 – 1808 = _________________________________
100 000 – 8 = _________________________________
40 000 – 790 = _________________________________
7 x 90 = ____________________________________
2 x 67 = ____________________________________
5 x 1600 = ____________________________________
100 x 32 = ____________________________________
11 x 25 = ____________________________________
47 000 : 100 = __________________________________
100 000 : 1000 = __________________________________
8700 : 2 = __________________________________
62 000 : 4 = __________________________________
840 : 5 = __________________________________
4
Scheur4GR_087-140.indd 127 15/12/16 13:44
naam 128
Bewerkingen - Cijferen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen tot 100 000 met natuurlijke getallen
4
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.Let goed op de bewerkingstekens.
7 4 8 5
9 6 9+
2 8 0 1
1 5 8 3–
3 5 8 1 5
4 9 7 6 5+
7 4 3 8 4
2 9 1 5 7–
3 9 7
6x
2 8 4
7x
6 7 9
8x
5 8 4
9x
8 6
2 5x
1 9 7
3 6x
9 4 8 9 6
De rest is _______.
8 7 5 2 4 7
De rest is _______.
Scheur4GR_087-140.indd 128 15/12/16 13:44
naam 129
4Meten en metend rekenen
Herhaling: inhoud en gewicht
Vul aan.
1 l = dl = cl = ml
1 kg = g
Rangschik van meer naar minder inhoud.2
500 ml 1,25 l anderhalve l 25 cl
1
Vul aan met l of dl of cl of ml.3
5 dl + 50 = 1 l 1,25 l – 250 = 1 l
Vul aan met ton of kg of g.
1 pakje koffie weegt 250
Deze zware kist weegt 1/2
4
Vul in.5
3 dl + cl = 1 l
0,2 l + dl = 1 halve l
7 dl – ml = 5 dl
1250 kg – 1 ton = kg
0,8 kg + g = 1 kg
1/4 kg + 1/2 kg = g
.
.
. .
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 129 15/12/16 13:44
naam 130
Meetkunde
Herhaling: vormleer: vlakke figuren - vierhoeken
4
Zet een kruisje in de vierhoeken met (minstens) één paar evenwijdige zijden.
1 2 3
54
Welke van bovenstaande vierhoeken hebben gelijke overstaande / tegenoverliggende hoeken?
2
de nummers: _________________________________
1
Kruis de passende eigenschappen van deze vierhoek aan.3
❏ 4 gelijke zijden
❏ 2 paar evenwijdige zijden
❏ 4 gelijke hoeken
❏ gelijke overstaande hoeken
❏ gelijke overstaande zijden
❏ zijden loodrecht op elkaar
Scheur4GR_087-140.indd 130 15/12/16 13:44
naam 131
Getallenkennis 4
1 Vul kommagetallen in op de stippen.
0 1
0,3 0,4
0,35 0,36
Herhaling: kommagetallen tot op 0,001
Welke waarde hebben de cijfers?2
17,28
2 =1 =
8 =
4,569
4 = 9 =
Vergelijk de getallen. Gebruik > of < of =.3
1,7
0,48
0,175
0,480
4,96
0,75
9,46
0,375
Vul de rijtjes aan.4
Orden van meer naar minder. Gebruik > of <.5
0 0,25 0,50
0,075 0,150 0,225
0,04 0,444 0,4 0,44 0,004
.
.
.
.
.
. .
. .
. .. .. .. .
. .
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 131 15/12/16 13:44
naam 132
4
1
2 Los op.
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Herhaling: kommagetallen tot op 0,001
Lees en los op.
0,9 + 0,4 =
1,5 + 0,5 =
0,7 – 0,6 =
1,4 – 0,5 =
4 x 0,5 =
6 x 0,04 =
0,9 : 3 =
0,36 : 6 =
De som van 0,7 en 0,5 is
2 honderdste meer dan 3 tiende is
Vermeerder 1,4 met 0,3. Je krijgt
Trek 0,4 af van 1. Je krijgt dan
Het verschil van 1,5 en 0,7 is
Verminder 0,2 met 0,05. Dat is
Vier keer 0,2 is
Het product van 3 en 0,25 is
Deel 0,8 in 4 gelijke delen. Elk deel is
Een tiende deel van 0,6 is
0,7 + 0,02 =
1,6 + 0,05 =
0,15 – 0,07 =
1,25 – 0,5 =
10 x 0,5 =
10 x 0,25 =
0,1 : 10 =
1 : 5 =
0,009 + 0,007 =
1,5 + 0,025 =
0,150 – 0,075 =
1 – 0,005 =
100 x 0,025 =
5 x 0,06 =
1 : 100 =
0,1 : 2 =
Je kunt al heel wat met
kommagetallen!
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 132 15/12/16 13:44
naam 133
4
Los op en controleer je uitkomst met de zakrekenmachine.Let goed op de bewerkingstekens.
4 7 8
9 2 6+
1 7 2 3
8 7 5–
2 9 4 5
5 3 3 8+
3 0 6 1 9
8 7 6–
1 9 4
7x
8 6 3
9x
0 7 6
8x
9 0 4
6x
7 2
4 6x
2 0 9
3 8x
8 4 7 5 5
De rest is _______.
9 0 4 9 5 8
De rest is __________.
,
,
,
,
,
,
,
,
,, , ,
,
,
,,
Herhaling: kommagetallen tot op 0,01
Bewerkingen - Cijferen
Scheur4GR_087-140.indd 133 15/12/16 13:44
naam 134
4
1
Meten en metend rekenen
Herhaling: tijd en schaal
Lees en vul aan.
1211 110 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
23
:
1211 110 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
231211 1
10 2
6
3
4857
9
2413
14
15
16
1718
19
20
21
22
23
:
Joska vertrekt thuis om 10 voor halfnegen.
Hij is om 7 over halfnegen op school.
Hoelang is Joska op weg? ____________
De school begint om kwart voor 9.
Hoelang kan Joska nog spelen? _____________________
Schaalberekening2
Reken de afmetingen in het echt uit.
De schaal is 1 : 100. - zijde 1: _______________
______________________
______________________
- zijde 2: _______________
______________________
______________________
- zijden 3 en 4: __________________________________
_____________________________________________
zijde 2
zijde 1
zijde 4
zijde 3
. . . . . . . .
Scheur4GR_087-140.indd 134 15/12/16 13:44
naam 135
4
1
Meetkunde
Herhaling: vormleer: vlakke figuren: driehoeken / cirkels
Hoeveel van deze driehoeken zijn gelijkzijdig?
Er zijn gelijkzijdige driehoeken.
Kruis de passende eigenschappen aan.2
❏ rechthoekig❏ stomphoekig❏ scherphoekig❏ gelijkzijdig❏ gelijkbenig❏ ongelijkzijdig/ongelijkbenig
❏ rechthoekig❏ stomphoekig❏ scherphoekig❏ gelijkzijdig❏ gelijkbenig❏ ongelijkzijdig/ongelijkbenig
Controleer en kruis de cirkel met de langste straal aan. Teken in elke cirkel een middellijn.
3
.
Scheur4GR_087-140.indd 135 15/12/16 13:44
naam 136
4
1
Getallenkennis
Herhaling: kommagetallen / breuken
Vul de getallenassen aan op de stippen met komma-getallen en met breuken. De noemers zijn 10 of 100 of 1000.
0
210
, 10,2 , ,
0,6
61100
, 0,70,61 , ,
0,37 0,379
3791000
0,38
2 Vul aan.
0,3 =
0,44 =
0,617 =
0,05 =
73100
= ,
8121000
= ,
3 Vergelijk de getallen. Gebruik > of < of =.
0,75
0,07
0,435
0,36
55100
63/1000,634351000
3,6
5501000
75/100
7/10
. . . . . .
. .. .. .
...
...
...
.
...
.
.
.
...
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 136 15/12/16 13:44
naam 137
1
Bewerkingen - Hoofdrekenen
Breuk nemen van een getalGelijknamige breuken optellen en aftrekken
4
Los op.
12
van 8 =
12
van 14 =
12
van 20 =
13
van 18 =
13
van 60 =
14
van 16 =
14
van 100 =
15
van 25 =
15
van 200 =
18
van 320 =
38
van 320 =
110
van 630 =
210
van 630 =
19
van 450 =
79
van 450 =
Los op. 2
35
+ 15
=
49
+ 39
=
78
– 48
=
910
– 810
=
27
+ 57
=
1 – 34
=
Los op. Vereenvoudig waar het kan.3
16
+ 36
=
59
+ 19
=
310
+ 510
=
78
– 38
=
56
– 16
=
136
– 56
=
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 137 15/12/16 13:44
naam 138
Zoek de som van de getallen 35,4 en 618 en 7,73.
Ik schat: _____________.
Ik bereken in het rooster: _____________.
Mijn schatting is goed.
niet goed.
1
Bereken het verschil van de getallen 815 en 72,49.
Ik schat: _____________.
Ik bereken in het rooster: _____________.
Mijn schatting is goed.
niet goed.
2
Zoek het product van 8 en 357,95.3
Het product is _____________.
Controleer met de zakrekenmachine.
Hoeveel is 16,39 gedeeld door 5?4
Het quotiënt is _____________.
De rest is _____________.
Is je uitkomst mogelijk?
_____________
Bewerkingen - Cijferen
Herhaling: de vier hoofdbewerkingen met natuurlijke getallen en met kommagetallen
4
Scheur4GR_087-140.indd 138 15/12/16 13:44
naam 139
4
1
Meten en metend rekenen
Herhaling: lengte, omtrek en oppervlakte
Kleur de omtrek van deze vlakke figuren.
Bereken de omtrek.2
De omtrek van dit vierkant
is cm + cm +
cm + cm of
4 x cm = cm
De omtrek van deze rechthoek
is cm + cm +
cm + cm of
2 x ( cm + cm)
= cm
Hoe groot is de oppervlakte?2
cm2
x 1 cm2
. .
..
. .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Scheur4GR_087-140.indd 139 15/12/16 13:44
naam 140
4
1
Meetkunde
Herhaling: meetkundige relaties
Teken een rechte b // a door punt A.
a A
Teken het spiegelbeeld.2
as
Teken een gelijkvormige driehoek die kleiner is.3
Scheur4GR_087-140.indd 140 15/12/16 13:44