Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland...

60
www.geo-info.nl Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag 2017 - Open is gratis; ja toch, niet dan? Met de BGT op tijdreis door de openbare ruimte Uitbreiding van lesbox met landmeet- apparatuur van provincie Gelderland

Transcript of Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland...

Page 1: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

ww

w.g

eo-i

nfo

.nl

• Va

kbla

d v

an

Geo

-In

form

ati

e N

eder

lan

d

2017

• j

aarg

ang

14

• N

um

me

r 3

Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat

Cartodag 2017 - Open is gratis; ja toch, niet dan?

Met de BGT op tijdreis door de openbare ruimte

Uitbreiding van lesbox met landmeet-apparatuur van provincie Gelderland

Page 2: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

GEODESIE OPLOSSINGEN

WITH YOU ALL THE WAY

Elk type project, elke bedrijsomvang, elke toepassing - Wij bieden een volledig programma met zeer nauwkeurige meet-

en positioneringsoplossingen die aan al uw behoeften voldoen.

Ervaar net als andere professionals zelf onze technologie.

topconpositioning.nl

PLANNING > SURVEY > DESIGN > LAYOUT > EXECUTION > INSPECTION

Page 3: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

Geen bovengrondzonder ondergrond

De plof die ons dubbeldikke themanummer op de deurmat maakte, gonst nog na.

Voor de implementatie van de Omgevingswet en het Digitale Stelsel Omgevingswet

(DSO) is geo-informatie onmisbaar, zo wordt ook in dit nieuwste nummer

onderschreven!

Interessant in dit licht is de nieuwe geo-basisregistratie die een paar dagen na

het verschijnen van dit nummer beschikbaar komt: de Basisregistratie Ondergrond

(BRO). Het zal in eerste instantie gaan om sonderingen, grondwatermonitoringsputten

en bodemkundige boormonsterprofi elen. Van een verplichting tot aanleveren

voor bronhouders is in ieder geval tot 2018 nog geen sprake, maar de BRO komt

eraan! En dat is belangrijk. Voor een samenhangende benadering van onze fysieke

leefomgeving is deze basisregistratie cruciaal: geen bovengrond zonder ondergrond.

Met de BRO ontstaat er een eenduidige bron voor informatie over deze ondergrond,

denk aan de geologische en bodemkundige opbouw, grondwatermonitoring

en onttrekking, bodem- en grondonderzoek en gebruiksrechten in relatie tot de

ondergrond. Belangrijk voor bouwend Nederland, want hoe meer en sneller informatie

over de ondergrond beschikbaar is, hoe beter opdrachtgevers en opdrachtnemers de

(geo-)risico’s kunnen inschatten en beheersen. En risico’s, die zijn er. Het Planbureau

voor de Leefomgeving (PBL) schat de maatschappelijke kosten ten gevolge van

bodemdaling in veengebieden in de miljarden euro’s. Herstel van schade en

onderhoud aan onze infrastructuur wordt geschat op 5,2 miljard euro tot het jaar 2050.

De Nederlandse Vereniging Aannemers Funderingswerken (NVAF) constateert dat 20%

van de omzet van heiers uit faalkosten bestaat en TNO Bouw praat over 9 miljard euro

verlies aan effi ciency in het bouwproces door geotechnisch falen.

Geen bovengrond zonder ondergrond. Zo ook in deze nieuwe Geo-Info.

Lees bijvoorbeeld het verslag van de uitverkochte bijeenkomst GIN Themagroep Zuid,

over het samenwerken bij ondergrondse infraprojecten. Of over het belang van de

BRO in 3D, in ons verslag van de Cartodag 2017. Of over de driedimensionale kaart

van de gemeente Rotterdam, boven- en ondergronds, zoals beschreven in de tijdreis

door de openbare ruimte van onze collega’s van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse

Gemeenten (KING). Of natuurlijk de column van Jantien Stoter.

Maar de BRO zal ons vooral heel veel, heel erg leuk werk opleveren. Denk aan

de gemeenten, provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat en het ministerie van

Economische Zaken (EZ), maar ook ProRail, DSM en andere bestuursorganen die

ondergrondgegevens gebruiken. Natuurlijk is er straks de verplichting, voor zowel

levering als gebruik, die hoort bij een basisregistratie met authentieke gegevens.

Maar vooral wat daarna komt: hoe geven wij onze leefomgeving écht integraal weer,

dus boven en onder de grond? Wat voor modellen en rekenregels bouwen we voor

toekomstige 3D-dynamische ondergrondgegevens? Hoe kan een aannemer het BIM-

model van zijn nieuwe snelweg toetsen op het risico van bodemdaling?

Met de BRO beschikken we over steeds meer en steeds gedetailleerdere gegevens

van de Nederlandse ondergrond en die kennis zal worden meegenomen bij

besluitvorming, boven en onder de grond. U zult daar zeker meer over lezen!

| 12017-3 | Geo-Info

Felix van Veldhoven

Page 4: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

Agenda GIN Colofon

Partners Geo-Informatie Nederland

UitgeverGeo-Informatie Nederland www.geo-info.nl

RedactieadresRedactie Geo-InfoPostbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415Fax: (033) 246 0470E-mail: [email protected]

HoofdredacteurRoelof Keppel

RedacteurenAdri den Boer, Ferjan Ormeling, Eric Hagemans, Sytske Postma, Frans Rip, Jonna Bosch, Felix van Veldhoven, Willy Bakker

BladmanagementMOS bv, Nijkerk

Inzenden kopijIndienen en publiceren van artikelen en berichten in overleg met de redactie.Zie ook www.geo-info.nl onder ‘Geo-Info’.

Advertentie-exploitatieMOS bvJan van de VisTelefoon: (033) 247 3415E-mail: [email protected] of [email protected] op aanvraag

Vormgeving en drukVdR druk & print, Nijkerk www.vdr.nl

Abonnementen/inlichtingenPostbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415Fax: (033) 246 0470E-mail: [email protected] Het doorgeven van adreswijzigingen uitsluitend schriftelijk of via e-mail.Een abonnement of lidmaatschap kan op elk gewenst moment ingaan en wordt voor een jaar aangegaan. Een abonnement of lidmaatschap wordt automatisch verlengd, tenzij dit minimaal twee maanden voor de verlengingsdatum schriftelijk of per e-mail wordt opgezegd.

Abonnementsprijzen per jaar voor 2017Persoonlijk lidmaatschap: € 67,50 incl. 6% btw.Abonnement op Geo-Info: € 123,50 incl. 6% btw.Organisatielidmaatschap: € 267,50 incl. 6% btw.Leden in het buitenland betalen extra kosten voor het toezenden van Geo-Info: binnen Europa € 30,- (excl. 21% btw) en buiten Europa € 55,- (excl. 21% btw). Kijk voor meer informatie op de website www.geo-info.nl.Bij automatische incasso krijgt u een korting van € 2,- per jaar.© 2017. Het overnemen evenals het vermenigvuldigen uit dit tijdschrift is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van redactie en auteur.ISSN 1572-5464 (print), ISSN 2211-0739 (online)IBAN: NL55RABO0395278430

Geomatics Day 2017

Datum: 23 juni 2017

Locatie: TU Delft

Meer info: www.geo-info.nl/agenda/geomatics-day-2017

Eerste FOSS4GNL evenement

Datum: 28 juni

Locatie: Rijksuniversiteit Groningen

Meer info: www.geo-info.nl

Barbara Petchenik Map Competition 2017

Datum: 2 juli

Locatie: Washington D.C., USA

Meer info: www.geo-info.nl

28th International Cartographic Conference 2017

Datum: 2 t/m 7 juli 2017

Locatie: Washington D.C., USA

Meer info: www.geo-info.nl

ww

w.g

eo-i

nfo

.nl

• Va

kbla

d v

an

Geo

-In

form

ati

e N

eder

lan

d

2017

• j

aarg

ang

14

• N

um

me

r 3

Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat

Cartodag 2017 - Open is gratis; ja toch, niet dan?Met de BGT op tijdreis door de openbare ruimte

Uitbreiding van lesbox met landmeet-

apparatuur van provincie Gelderland

Foto cover: Kinderen met 4D-globe bij GeoFort.

2 | Geo-Info | 2017-3

Page 5: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

...en verder

4 Een kritische beschouwing

van TOP50NL

7 Geo Prestige Award

8 Boek – DOU, landmeters

in Rijnland en Hollands

Noorderkwartier, 1600-1690

13 Even voorstellen: Willy Bakker

18 Verslag – Aanwijzing ijkbasis

Loenermark als rijksmonument

23 Column – Arnold Bregt

28 Crowdfundingcampagne

van Geo-Fort

29 Column – Jantien Stoter

30 Met de BGT op tijdreis door de

openbare ruimte

34 In Memoriam – Ir. Piet Sluiter

35 Boek – Vuurtorens op de kaart

36 Boek – Over straatnamen met name

38 Verslag – ‘De wereld van de VOC’

40 Algemeen management

bij Geo-ICT bedrijven en data-

acquisitie bedrijven (deel 1)

45 Open kaart – FM zenderkaart

publieke regionale omroepen

46 Verslag – Kosmokiezers en

tegenstemmers

48 Verslag - Bijeenkomst GIN

Themagroep Oost

50 Verslag – Bijeenkomst GIN

Themagroep Zuid

54 Verslag – FIG Working Week

In dit nummer ...

14Een verdeel-en-heers aanpak

om voor grote datasets een vario-schaal structuur

te creëren

42Cartodag 2017 –

Open is gratis, ja toch, niet dan?

24Grip op data: de puzzel

van Rijkswaterstaat

20Uitbreiding van lesbox

met landmeetapparatuur van provincie Gelderland

10AHN en programma

Beeldmateriaal samen verder

| 32017-3 | Geo-Info

Page 6: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

Een kritische beschouwing De kennis en ervaring in het

maken van topografische kaarten

is al ruim 200 jaar aanwezig

bij het Kadaster, voorheen de

Topografische Dienst. Daarmee zijn

in al die tijd mooie en betrouwbare

topografische kaarten gemaakt.

Als officieel reseller van het

Kadaster zijn wij dagelijkse

gebruikers en verwerkers van al

dat mooie kaartmateriaal voor

buitenbelevingen als fietsen,

wandelen en ontdekken. Dit doen

we sinds 2000. Op verzoek van

de Topografische Dienst zijn wij

in 2000 wederverkopers van hun

kaartmateriaal geworden, in wat

werd genoemd de particuliere

markt (zijnde bedrijven en semi-

overheid). Sindsdien hebben we

met vooral TOP50- en TOP25-

kaartmateriaal vele honderden

fietskaarten en wandelkaarten

mogen maken en drukken. Vanuit

onze dagelijkse praktijk kwamen

wij tot deze kritische beschouwing

van TOP50NL.

Door Geert-Frank de Vries en Aad Mak

Zoals veel lezers misschien wel weten, is een

aantal jaren geleden door het Kadaster beslo-

ten om Top50vector af te bouwen en hiervoor

in de plaats een nieuw product Top50NL te

maken. TOP50NL komt voort uit een volledig

geautomatiseerde generalisatie van Top10NL.

Het heeft jaren geduurd voordat resultaten

beschikbaar kwamen, ondertussen werd het

bijhouden van Top50vector voortijdig gestopt

zonder dat een goed alternatief voorhanden

was. Het lange ontwikkelingsproces tot het

komen van TOP50NL hebben we jarenlang

kritisch gevolgd. We waren in de verwachting

dat uiteindelijk een mooi nieuw TOP50NL-

product het resultaat zou zijn van alle inspan-

ningen.

Actuele data

Ondanks het feit dat Top50NL nu al enige

tijd beschikbaar is, gebruikten wij tot nu toe

hoofdzakelijk de niet meer actuele TOP50vec-

tor-data. We hadden een aantal redenen

om nog niet direct te starten met TOP50NL.

Toch zijn we medio 2015 bescheiden begon-

nen met het gebruiken van TOP50NL. Wat ons

toen opviel bij het ontwikkelen van een

fietskaart van de westelijke Veluwe, was dat

heel veel paden op campings en bungalow-

parken opeens in TOP50NL voorkwamen, die

voorheen weggelaten werden in Top50vector.

Al deze paden op een kleine oppervlakte gaf

een rommelig en druk kaartbeeld. Daarnaast

kwamen we diverse rare aansluitingen tegen

bij de A28. Om toch een goed kaartbeeld te

verkrijgen, moesten vele handmatige aanpas-

singen gedaan worden. Dit was voor ons een

reden om Top50NL voorlopig niet te gebrui-

ken in de hoop dat de bestanden binnen

afzienbare tijd beter zouden worden.

Vanwege het feit dat TOP50vector helaas niet

meer bijgehouden wordt en daarom niet

meer actueel is, zijn we steeds meer tijd kwijt

om de TOP50vector-bestanden zelf actueel

te houden. We zijn nu anderhalf jaar verder

en het werd dus tijd om te onderzoeken of

de TOP50NL-Kadasterdata nu wel bruikbaar

zijn om als ondergrond te dienen voor de

productie van fietskaarten en toeristische

ontdekkingskaarten voor onze opdrachtge-

vers. Temeer daar het Kadaster met TOP50NL

ondertussen een internationale cartografische

prijs heeft gewonnen en aan iedereen gratis

beschikbaar wordt gesteld via de PDOK-

website. Volgens informatie van het Kadaster

wordt TOP50NL nu volop gebruikt en zijn

gebruikers van de data enthousiast. Reden om

onze eerdere minder positieve ervaringen met

TOP50NL en onze huiver voor het geautoma-

tiseerde generalisatieproces aan de kant te

zetten.

Generalisatieproces

Zoals eerder aangegeven, wordt Top50NL

automatisch gegeneraliseerd uit Top10NL.

Als we juist zijn geïnformeerd door het Kadas-

ter, worden voor het automatische generali-

satieproces van TOP50NL in heel Nederland

4 | Geo-Info | 2017-3

Voorbeeld 1 - Bij knooppunt Assen zien we verschil-

lende fouten. Zo zien we diverse vreemde aanslui-

tingen bij het knooppunt waar de N33 samen-

komt bij de A28. Ook ontbreekt hier een fly-over

van de N33 naar de A28. De rode fly-over van de

A28 naar de N33, bij de kleine pijl links, hoort boven

de snelweg te liggen (fly-over) en niet eronder.

Voorbeeld 2 - Veel loze weggetjes staan op de kaart

vanuit vaak boerenerven. Hier bijvoorbeeld boven

Tynaarloo. Welk nut heeft het om dit weer te geven?

Page 7: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

dezelfde parameters gebruikt. Het grote voor-

deel van deze volledig automatische generali-

satie zou kunnen betekenen dat de Top50NL-

bestanden dan in tijd bijna gelijk gaan lopen

met de Top10NL-bestanden. Resultaat een

sterk verhoogde actualiteit van Top50NL.

Tevens is dat is dan ook een mooie bijdrage

aan de realisatie van de doelstelling van

het Kadaster, dat geheel Nederland binnen

één jaar kartografisch geactualiseerd moet

gaan worden. Dit zou voor ons kartografen

inhouden dat we de soms zwaar verouderde

TOP50vector-bestanden niet meer hoeven te

gebruiken. Voorwaarde hierbij is dan echter

wel dat het automatische generalisatieproces

bevredigende resultaten oplevert.

Om te onderzoeken of de nieuwe Top50NL-

bestanden aan onze verwachtingen voldoen,

hebben we blad 12west (omgeving Assen)

onder de loep genomen. Een voor ons

zeer bekend gebied, omdat ons kantoor in

Assen is gevestigd. Om de resultaten met

elkaar te vergelijken, hebben we de laatst

beschikbare Top50vector-bestanden uit 2007

en het GML-bestand van Top50NL uit 2016

geprocest. Met de onvolprezen kartografi-

sche Mercator-software hebben we hieruit

twee pdf-bestanden gemaakt van hetzelfde

kaartgebied die onderling vergelijkbaar zijn.

De geïnteresseerde lezer kan op de PDOK-

website overigens het volledige blad 12W

binnenhalen als Top50-rasterbestand en zo

onze bevindingen zelf controleren.

Op het eerste gezicht ziet het resultaat van

Top50NL er mooi uit. Bos en heidevelden, wei-

landen en bouwlanden, meren en bebouwde

kommen worden goed weergegeven. Ook op

de losse bebouwing is weinig aan te merken.

Helaas raakten we iets te snel enthousiast.

Bij het verder onder de loep nemen, blijkt dat

het toch vaak niet goed gaat bij generalisatie

zonder menselijke redactie. Met name geldt

dit voor de wegenstructuur.

Om deze generalisatiefouten te illustreren, vol-

gen hieronder enkele voorbeelden van de in

onze ogen foutieve generalisatie van Top50NL.

We geven hier slechts enkele voorbeelden

omdat TOP50NL in dit kaartgebied zo veel

fouten bevat dat de lijst dan nodeloos lang

zal worden. Waar nodig wordt het resultaat

van TOP50NL vergeleken met de kaartbeelden

van Top50vector, die nog op de ouderwetse

van TOP50NL

| 52017-3 | Geo-Info

Voorbeeld 3a - Bij viaducten zien we vaak een foutieve weergave van ‘weg boven’/‘weg onder’. Onderstaand een

voorbeeld hiervan bij de Witterhoofdweg kruisend met de A28. Ook is het weergeven van alle onverharde wegen

in het noordwesten van deze kaartuitsnede te overdadig. Voorbeeld 3b - De weergave in Top50vector is wel goed.

Voorbeeld 5a - De Drentse Hoofdvaart bij Smilde is niet meer te zien tussen twee evenwijdige wegen aan

weerszijden van het kanaal. Voorbeeld 5b - Het kanaal is wel duidelijk zichtbaar in Top50vector.

Voorbeeld 4a - Aan de noordkant van Assen ligt een fietspad half in het kanaal en deze houdt ineens op

aan beide zijden. Voorbeeld 4b - Beter uitgevoerd in Top50vector.

Page 8: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

manier vakkundig zijn gegeneraliseerd door

een ervaren kartograaf. Vanwege de duidelijk-

heid zijn in onderstaande voorbeelden de

fietspaden als paarse doorgetrokken lijnen

weergegeven, en zijn de bossignatuur en het

ruitencoördinatenstelsel weggelaten.

Conclusie

Na het onder de loep nemen van blad 12west

kunnen we een aantal conclusies trekken. Zoals

Top50NL nu wordt gegeneraliseerd uit TOP10NL

is het voor de vlakken-elementen (bos, heide,

bebouwing, water enzovoorts) goed te gebrui-

ken. Daarin gaat weinig fout.

Bij de wegen zien we een ander beeld. Het lijkt

erop dat het Kadaster gekozen heeft om niet te

generaliseren in het wegennetwerk. Alle paden

en weggetjes uit Top10NL staan ook in Top50NL.

Hierdoor ontstaat een overvloed aan zandwe-

gen, voetpaden, paadjes op begraafplaatsen en

vele loze weggetjes, zoals in voorbeeld 2.

Een uitzondering hierop zijn de fietspaden.

Deze zijn juist wel vaak weggelaten, terwijl

die voor ons belangrijk zijn. De fietspaden

zoals die nu in het bestand staan, zijn onvol-

ledig en willekeurig. Wanneer ze parallel

lopen aan wegen zijn ze vaak niet of slordig

weergegeven.

Kruisingen en viaducten van doorgaande wegen

en/of spoorlijnen zijn heel vaak niet correct

weergegeven. Uit de huidige TOP50NL kan de

gebruiker niet met zekerheid aflezen of een weg

boven of juist onder een andere weg ligt. Om te

weten te komen hoe de situatie in werkelijkheid

is, kan men beter een bron als Open Streetmap

raadplegen (gemaakt door vrijwilligers!).

Onze eindconclusie is helaas dat het wegen-

netwerk van TOP50NL onbruikbaar is om als

bron te dienen voor het produceren van een

goede kaart. Het kost te veel tijd en moeite

om het lijnenwerk na te lopen op fouten

en dit vervolgens handmatig te corrigeren.

De oude Top50vector-bestanden houden we

daarom nog maar in ere.

Voor ons als dagelijkse gebruiker en verwerker

van (internationaal) topografisch kaartma-

teriaal is het onbegrijpelijk dat het huidige

resultaat door het Kadaster en gebruikers van

deze data geaccepteerd wordt. Naar eigen

zeggen van het Kadaster zou 95% van de

TOP50NL-gebruikers tevreden zijn, dit lijkt ons

onwaarschijnlijk.

Automatische generalisatie is slechts een

hulpmiddel. Uit bovenstaande voorbeelden

blijkt naar onze mening dat het een misvatting

is om te denken dat het hele generalisatie-

proces zonder nabewerking van een ervaren

cartograaf kan. Een computerprogramma

kan bij de huidige stand van zaken blijkbaar

nog steeds niet op tegen 200 jaar menselijke

ervaring en kennis.

Geert-Frank de Vries is werkzaam bij

De Vries Kartografie bv. /Arthuur.nl.

Aad Mak is zelfstandig kartograaf in Barneveld.

6 | Geo-Info | 2017-3

Reactie Kadaster

Namens het Kadaster reageert Richard Witmer, Productmanager Topografie als volgt:

“Hartelijk dank voor uw kritische professionele blik op de TOP50NL en de daaruit

voortgekomen opmerkingen. Deze dragen bij aan het steeds beter maken van ons

product. We hebben naar de opmerkingen gekeken. Een groot gedeelte ervan is bij

ons bekend en deze staan op onze lijst om te verbeteren. U heeft al eerder uw com-

mentaar in rapportvorm met ons gedeeld en nu publiceert u dit artikel. We stellen het

op prijs dat u ons in de gelegenheid stelt om hierop te reageren. Ik ga niet in op elke

situatie die u beschrijft. Uw beschrijvingen hebben ons geholpen bij onze analyses.

Het Kadaster is blij met uw tevredenheid over de weergave in de TOP50NL van

de vlakelementen zoals bos en heidevelden, weilanden en bouwlanden, meren,

bebouwde kommen en losse bebouwing. Uw kritiek op met name wegennetwer-

ken, fietspaden, voetpaden, kruisingen, aansluitingen, op- en afritten herkennen

en erkennen we. We realiseren ons dat u hier extra last van heeft omdat deze

informatie van essentieel belang is voor de door u gemaakte producten, zoals fiets-

en wandelkaarten.

We werken voortdurend aan de kwaliteit. Dit gebeurt met het uitvoeren van

kwaliteitsacties in het TOP10NL update proces. Het basisbestand wordt daarmee

beter en completer. En het gebeurt door het verbeteren van de software routines

waarmee we de verschillende topografische kleinschalige producten automatisch

generaliseren. Het generaliseren gebeurt volledig automatisch omdat dit volgens

ons de enige manier is om vijf keer per jaar alle topografische producten landsdek-

kend met dezelfde hoge jaarlijkse actualiteit te leveren.

Indien u incidentele fouten in de BRT-producten constateert, kunnen die gemeld

worden via het terugmeldsysteem www.VerbeterdeKaart.nl. Op deze site kunt ook

terugvinden wat onze analyse van uw terugmelding is, wat we daarmee doen en in

welke levering een eventuele verbetering voor u beschikbaar komt. Uw suggesties

voor verbetering , en die van andere gebruikers, blijven welkom.”

Nieuw geo-beeld publiek ‘Kadastermuseum’

In Geo-Info nummer 8, 2012 stond een arti-

kel ‘Kadaster in vernieuwd Belastingmuseum’.

Zelfs de omslagfoto was aan dat Rotterdamse

museum gewijd. Intussen zijn de toegangs-

kaartjes wéér vernieuwd. Een van de afbeeldin-

gen daarop is een koperen theodoliet!

Adri den Boer

Page 9: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

De jury van de Geo Prestige Award is voor 2017 op

zoek naar toppers in de categorieën geo-professi-

onal, geo-startup en geo-organisatie. En daarvoor

hebben we jou nodig! De uitreiking van de Geo

Prestige Award vindt plaats tijdens het GIN Gala aan

de vooravond van GeoBuzz. Het GIN Gala is een

netwerkevenement voor prominenten in de gouden

driehoek van overheid, bedrijfsleven en wetenschap.

Stap 1: Hoe nomineer je of word je

genomineerd?

Via www.geoprestigeaward.com kun je vanaf 4

september iemand voordragen waarvan jij vindt

dat hij/zij het verdient om in het zonnetje gezet te

worden. Daarnaast kun je natuurlijk ook jezelf of je

start-up of organisatie aanmelden!

Stap 2: Hoe doe je mee?

Om kans te maken op de eervolle titel dien je

jezelf of je organisatie aan te melden en/of een

voordracht te accepteren. De referenties die jij

verzamelt komen onder je profiel op de website te

staan. Deze zijn belangrijk, want die helpen de jury.

Stap 3: Hoe word je finalist?

Via je eigen Geo Prestige Award-profielpagina

kunnen mensen op je stemmen (+1) en kun je

referenties (+5) verzamelen waarmee je vervolgens

mooie prijzen ontgrendeld. Je eerste doel is het

verzamelen van 100 punten. Daarmee plaats je je

direct als finalist voor de Geo Prestige Award!

Stap 4: Het pitchevent

Als finalist mag je gratis je professionele profielfoto

laten maken en krijg je van ons een pitchvideo.

Deze komt op je profielpagina en helpt je de Geo

Prestige Award in de wacht te slepen. Deze video

kun je delen met je collega’s, relaties en vrienden

(via sociale media).

Stap 5: Beoordeling en nominaties

Inzenden kan tot 15 oktober 2017. Daarna zal onze

deskundige jury de inzendingen beoordelen en

per categorie drie nominaties bekend maken. We

hebben een krachtige jury samengesteld die een

goede weerspiegeling is van onze achterban. Met

die knipoog dat we bewust gezocht hebben naar

een goede verdeling tussen mannen en vrouwen.

Stap 6: Uitreiking Geo Prestige Award

Op maandagavond 20 november 2017 vindt de

bekendmaking en uitreiking van de Geo Prestige

Award plaats tijdens het spiksplinternieuwe GIN

Gala. Dit exclusieve netwerkevenement zal alleen

op uitnodiging te bezoeken zijn. De genomineer-

den ontvangen hiervoor hun toegangsticket!

De Geo Prestige Award 2017 wordt georganiseerd

door Djamilja Oud (secretaris), Shyama Shanti

Kalicharan (coach), Richard Hendriks (acquisiteur),

Karolina van Schrojenstein (fotograaf), Mark Verlaat

(moderator) en Roosmarijn Haring (voorzitter).

Ga jij de uitdaging aan? Volg de verkiezing via

#GeoPA17.

Roosmarijn Haring is community

manager bij GIN. Ze is te bereiken

via [email protected]

De Geo Prestige Award is dé

verkiezing waar je als geo-

professional, geo-startup en geo-

organisatie aan mee wilt doen.

Deze zoektocht naar de beste

Nederlandse geo-pro’s van 2017 is

door GIN in het leven geroepen om

vakmensen te eren en te waarderen,

om innovatie te stimuleren en om

de volgende generatie aan het geo-

domein te binden.

Door Roosmarijn Haring

De Geo Prestige AwardOp zoek naar de beste geo-pro’s van 2017

| 72017-3 | Geo-Info

Geo-professional

Iedereen die enthousiast bezig is met

geo-informatie mag zich kandideren

in de categorie geo-professional. Het

maakt dus niet uit of je gebruiker bent

van geo-informatie of specialist bent.

Geo-startup

Een geo-startup is een bedrijf dat jon-

ger is dan 3 jaar. Wij rekenen hiervoor

vanaf het moment van inschrijving bij

de Kamer van Koophandel.

Geo-organisatie

Hieronder vallen zowel overheid,

bedrijfsleven als wetenschap. We maken

geen onderscheid in type of grootte, of

in profit/non-profit. Van ingenieursbu-

reau tot zzp’er. Je kan je eigen organisa-

tie aanmelden, een klant, of elke andere

geo-organisatie waarvan je dit jaar

onder de indruk bent.

De winnende geo-pro’s ontvangen

naast de prijzen ook een interview

gepubliceerd in deze nieuwe rubriek.

Een mooie kans om jezelf, je start-up of

je organisatie voor te stellen.

Jury Geo Prestige Award

Om onze individuele junior, medior en

senior leden te representeren hebben we

Jessy Faas (Esri), Bettine Baas (Kadaster)

en Erik Meerburg (Geo Academie) bereid

gevonden in de jury plaats te nemen.

De academische sector wordt verte-

genwoordigd door Kees Jansen (Geo

Media Design, Aeres). Vanuit de overheid

schuift Heidi van der Vloet (gemeente

Eindhoven) aan de jurytafel. Tot slot

wordt het bedrijfsleven gerepresenteerd

door Tiny Nuiten (Realworld). Vanuit de

organisatie is Roosmarijn Haring (Com-

munity Manager GIN) juryvoorzitter.

Welke geo-professional,

start-up en organisatie

zetten volgens jou

topprestaties neer?

Page 10: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

Diederik Aten en Paul Schevenhoven

(red.), DOU, landmeters in Rijnland

en Hollands Noorderkwartier,

1600-1680. Full color , 128 pagina’s,

Leiden/Heerhugowaard 2016, € 15 en

verkrijgbaar via: [email protected]

en [email protected].

In december presenteerden het hoogheem-

raadschap van Rijnland en De Vrienden van de

Hondsbossche in Spaarndam hun gezamenlijke

uitgave DOU, landmeters in Rijnland en Hollands

Noorderkwartier 1600-1680. De Vrienden van de

Hondsbossche is een in 1981 opgerichte kring

voor Noord-Hollandse waterstaatsgeschiede-

nis. In 2014 werd Rijnland door De Vrienden

van de Hondsbossche benaderd om mee te

werken aan hun 33e uitgave, die als onderwerp

de 17e-eeuwse kaarten van de bekende Leidse

landmetersfamilie Dou moest krijgen. Leden

van deze familie waren in Rijnland én ten

noorden van het IJ actief geweest. Dat had veel

kaarten van hun hand opgeleverd. Sommige

kaarten beslaan een groot gebied, zoals de

overzichtskaarten van Rijnland (1647) en van het

in de regio ten noorden van het IJ werkzame

hoogheemraadschap van de Uitwaterende

Sluizen (1680). Andere kaarten brengen een

plaatselijk of regionaal probleem in kaart: oever-

afslag langs het Haarlemmermeer bij Aalsmeer

of door konijnen veroorzaakte zandverstuivin-

gen langs de rand van de duinen.

De prachtig geïllustreerde uitgave begint met

levensbeschrijvingen van drie opeenvolgende

generaties landmeters Dou. Vervolgens komt er

een heel artikel over de Hollandse Cirkel, zoals

bekend het door Jan Pieterszoon Dou ontwik-

kelde landmeetinstrument! Daarna volgen

beschrijvingen van Rijnlandse kaarten van drie

generaties Dou. Het geheel wordt besloten

door beschrijvingen van kaarten die Jan Pieters-

zoon Dou en zijn zoon Johannes maakten van

gebieden ten noorden van het IJ.

Uitgelezen boek

Drie Rijnlanders; Joke Manshanden, Gert Koese

en Paul Schevenhoven, schreven de hoofdstuk-

ken over de drie Dou’s en over hun Rijnlandse

kaarten. Heel mooi zijn de twee 3D-kaarten van

het dorp Boskoop, afkomstig uit de nalatenschap

van de in 1901 overleden gemeentearchivaris

van Leiden. Han van Zwet schreef over Dou en

de Hollandse Cirkel. Hij laat niet na te vermelden

dat Johan Pietersz. Dou na de twee boekjes uit

1600 met zijn vriend en collega Johan Sems zijn

Tractaet, opgedragen aan prins Maurits, alléén

schreef. Zie: Tractaet vant maken ende gebruycken

eens nieu gheordonneerden Mathematischen

Instruments uit 1612. Daarin was hij zo kritisch over

het meetkruis dat hij het graag vernieuwend

uitbreidde. Hij voegde primair een om het

midden draaiende wijzer toe met een derde paar

vizieren (en liet het daar niet bij). In het boek heet

het een ‘one shop stopping’-concept en een

multitool: een kwadrant als tweede instrument

werd immers overbodig? Tot in de 19e eeuw werd

dit hét hoekmeetinstrument, maar nog zonder

de naam Hollandse Cirkel. ‘H.C. Pouls, auteur van

een monografi e over dit onderwerp, denkt dat die

benaming voor de eerste keer eind 19e eeuw opdook

in een studie van de Fransman A. Laussedat over

de geschiedenis van meetinstrumenten, methoden

en topografi sche karteringen’,aldus Han van

Zwet. Het object was zo niet-Frans dat hij het

instrument cercle hollandais noemde. ‘Alweer

volgens Pouls brak die naam pas door in de tweede

Boek

DOU, landmeters in Rijnland en Ho

8 | Geo-Info | 2017-3

Page 11: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

llands Noorderkwartier, 1600-1690helft van de 20e eeuw en heeft het instrument de

plotseling grotere bekendheid te danken aan antiek-

handelaars’, aldus deze bijdrage. Het groene

NCG-boekje nummer 41 van Henri Pouls, in 2004

uitgegeven in samenwerking met de stichting

De Hollandse Cirkel, prijkt dus bij de literatuur.

Diederik Aten en Jan de Bruin beschreven in

het boek over Dou de kaarten die de Dou’s ten

noorden van het IJ maakten. Van Johannes Dou

verneem je dat die in 1661 de opdracht kreeg

om (voor 4000 gulden!) een wandkaart van

heel het Noorderkwartier te maken en dat in

1680 zijn gedrukte kaart eindelijk van de pers

kwam... Dat is hier erg samengevat.

Slot

Alle auteurs schreven voor een breed publiek

en zo wordt bijvoorbeeld voorin al uitgelegd

wat landmeetkunde en een admissie zijn, maar

ook welke meetinstrumenten er waren. Over-

zichtskaarten ontbreken niet om de afgebeelde

kaarten te positioneren, maar voorin staan ook

de huizen van de Dou’s op een Leidse stads-

plattegrond (1726) aangegeven! De enige fout

lijkt te staan in een bijschrift bij een foto van

een meetketting in een koker uit het Rijksmu-

seum: ‘Bruikleen Topografi sche Dienst Emmen’.

Intussen is de ketting van haar rechtsopvolger

het Kadaster, werd Emmen verlaten én werd

dat slecht doorgegeven.

Je mist in het slotwoord ‘Dou de maat

genomen’ haast niet eens het fenomeen dat

er in 1998 een stichting en nadien ook nog een

tijdschrift (waarin ik het boek voor een kleiner

publiek ook aanbeval), een website én een

Hoornse straat naar zijn Hollandse Cirkel werd

vernoemd…. Een hartelijke aanbeveling voor

lezers van dit vakblad is haast overbodig, maar

die doe ik toch graag! Op de omslag prijkt Jan

Pieterszoon Dou en een Hollandse Cirkel met

zonnewijzer van Hendrik Sneewins, 1650-1655.

De achtergrond is een kaart uit 1635 van de ver-

veende Binnenwegse en Zegwaardse polder.

Adri den Boer

| 92017-3 | Geo-Info

Alle opleidingen, informatie & aanmelden: dataland.nl/opleidingen

BGT Basisopleiding

In deze eendaagse basisopleiding over de BGT leert u de basisbeginselen van

de BGT.

Schrijf je nu in voor een van onze nieuwe BGT-opleidingen!

BGT beheren kun je leren

De belangrijkste elementen van de

BGT en alles wat je moet weten voor het succesvol en

beheren van de BGT leer je tijdens deze

tweedaagse opleiding.

Verdiep je kennis van BGT-beheer

Deze eendaagse opleiding voor ervaren BGT-beheerders

behandelt alle aspecten van de

BGT-keten.

Page 12: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

10 | Geo-Info | 2017-3

Sinds 1992 is de nationale

inwinning van hoogtegegevens

sterk ontwikkeld, net als de

beschikbaarstelling. Gaandeweg

veranderde de maatschappelijke

behoefte aan die gegevens.

Klimaatverandering draagt

daaraan bij, maar ook de

toenemende verharding

van het grondoppervlak.

Ook techniek en organisatie

van het inwinningsproces

maken ontwikkelingen door.

Nu wordt gewerkt aan AHN3

(Actueel Hoogtebestand

Nederland), dat in 2019 af zal

zijn. En daarna? Een gesprek met

programmamanager Erik Nobbe

van Het Waterschapshuis over

hoe het verder gaat.

Door Frans Rip en Erik Nobbe

In 1996 begon Rijkswaterstaat in samen-

werking met de waterschappen aan een

landsdekkend project voor de inwinning van

hoogtegegevens vanuit de lucht met laser-

stralen (LiDAR). Met als doel om een digitaal

terreinmodel met hoge resolutie voor de

waterschappen te realiseren. Dat resulteerde

in 2003, na zeven jaar, in de eerste editie van

het actueel hoogtebestand Nederland (AHN1).

Het werd primair geleverd in de vorm van een

landsdekkend 5x5m grid, maar ook de punten-

wolk was verkrijgbaar. De opvolger van AHN1,

AHN2, kent een veel grotere datadichtheid en

wordt primair aangeboden in de vorm van

een 50x50cm grid. De puntenwolk daarvan

is opgedeeld in ‘subunits’ van 1x1,25 km. De

PDOK-website (Publieke Dienstverlening Op

de Kaart, www.pdok.nl) is tegenwoordig een

belangrijk kanaal voor de verstrekking ervan.

Inmiddels is de vervaardiging van AHN3, dat

ook via PDOK ontsloten wordt, al ongeveer

halverwege.

Wie financiert AHN?

Belangrijk is dat het in 2014 gelukt is om het

AHN gratis beschikbaar te stellen. Het effect

daarvan, een sterke verbreding van het

gebruik, is onderzocht en beschreven door

Bregt et al. (2016). De commerciële waarde die

gecreëerd wordt door het AHN vrij te geven,

benadert de kosten van de realisatie ervan.

Er is geen centrale financiering zoals dit wel

geregeld is voor de basisregistraties. Op dit

moment dragen Rijkswaterstaat en de water-

schappen 90% van de kosten. De provincies

dragen 10% bij. Dat is zo geregeld tot 2019.

En daarna? Dat is nog onduidelijk. Nu betaalt

de watersector. Dat was bij de start logisch,

maar nu niet meer, omdat uit het onderzoek

is gebleken dat het gebruik van AHN enorm

is verbreed. Bregt et al. (2016) noemen de

top vier van de belangrijkste toepassingsdo-

meinen: 1. Bouw en Infrastructuur, 2. Milieu,

Bodem & Natuur, 3. Ruimtelijke Ordening en 4.

Water (inclusief bagger) & Energie.

En de gegevensbehoefte in de watersector zelf?

Die verandert ook. Enerzijds hebben we door

klimaatverandering tegenwoordig meer

stortbuien, anderzijds neemt het verharde

grondoppervlak toe. Hierdoor wordt water-

management op gedetailleerd niveau belang-

rijker, vooral in de steden. De centrale vraag

is daar: hoe kan de topafvoer in banen geleid

worden? Die gegevens moeten, behalve meer

detail, ook een grotere actualiteit hebben

dan eens in de zes jaar, omdat er in stedelijke

omgevingen vaker dingen veranderen. Het is

nodig geworden om bijvoorbeeld stoephoog-

tes te weten, want die bepalen in hoge mate

het afstromingspatroon in de stad.

Welke technische ontwikkelingen zijn

van belang?

Er gebeurt natuurlijk meer, maar de volgende

drie zijn van direct belang voor ons.

Single Photon LiDAR

Een technische ontwikkeling die we vanuit

de AHN-organisatie op de voet volgen is die

van de ‘Single Photon LiDAR’ (zie King, 2016).

Deze kan vanaf grotere hoogte en met grotere

vliegsnelheid punten meten. De producent

geeft aan dat dit met dezelfde kwaliteit

AHN en programma Beeld

In 1992 kwam het digitale Tophoogte MD-bestand beschikbaar, dat gemiddeld elf hand-

gemeten punten per km2 bevatte, enkel van het maaiveld. Tussen 1996 en 2003 werd

AHN1 gemaakt. Het had 30.000-60.000 met LiDAR gemeten punten per km2, zowel geme-

ten op het maaiveld zelf, als op bouwsels en vegetatie erop. In 2012 was AHN2 voltooid,

met gemiddeld acht miljoen laserpunten/km2, dus 8 punten/m2 (zie figuur 1). Voor AHN3

gelden vergelijkbare specificaties als voor AHN2, in 2019 zullen de laatste gegevens

worden opgeleverd.

Figuur 1 - AHN2 had gemiddeld 8 punten/m2. Bron: Harris Corporation.

Page 13: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 112017-3 | Geo-Info

gebeurt als de lineaire LiDAR (zie figuur 2). Dat

levert grotere dekking bij evenveel punten per

m2. Het inwinnen van een gebied gaat daar-

door vele malen sneller dan met de huidige

inwintechnieken.

InSAR

We denken ook aan het gebruik van InSAR.

Met deze radartechniek kan vervorming ter

grootte van millimeters worden afgeleid

uit het verschil tussen twee radaropnames,

gemaakt vanuit een satelliet. Daarmee is

bijvoorbeeld landsdekkende mutatiedetec-

tie uit te voeren maar ook het detecteren

van vormverandering van een dijklichaam

(figuur 3).

Dense Matching

Een andere interessante ontwikkeling is die

van ‘Dense Matching’ (Fig.4). Hierbij wordt uit

overlappende luchtfoto’s een 3D-puntenwolk

afgeleid met hoogte- en kleurinformatie

(Hinsbergh et al. 2017). Daarvoor is het wense-

lijk dat luchtfoto’s worden gemaakt met een

overlap van 80% in plaats van de gebruikelijke

60%. Binnen het programma Beeldmateriaal,

dat ook onder verantwoordelijkheid van

Het Waterschapshuis valt, hebben we er dan

ook voor gekozen om deze overlap van 80%

te laten vliegen in 2016 en 2017 voor één van

de drie percelen. Het grote voordeel van deze

techniek is, dat de hoogte informatie net zo

actueel is als de luchtfoto.

Dus nauwere samenwerking tussen AHN en

het programma Beeldmateriaal?

Ja. Het project- en programmamanagement

van Beeldmateriaal en AHN vallen beide

nu al onder de verantwoordelijkheid van

Het Waterschapshuis. Voor de nabije toekomst

zien we dat het inwinnen van basisdata,

zoals 3D-puntenwolk en luchtfoto’s, voor de

overheden, het beste op een afgestemde

wijze kan plaatsvinden. Daarmee realiseren

we een optimale informatievoorziening voor

de overheid tegen een goede prijs. Voor

een optimaal resultaat moeten dan wel alle

overheden meedoen. Dit geeft dan ook gelijk

de mogelijkheid om de data als open data vrij

te geven.

Wat voor obstakels liggen er?

We staan nu voor de volgende uitdagingen:

We hebben duidelijkheid nodig over de

wensen van nieuwe gebruikers, zodat we

nieuwe specificaties kunnen formuleren voor

toekomstige producten. Dat wordt zoeken

naar de optimale mix van de gebruikerswen-

sen en inwinningsmogelijkheden.

De waterschappen, Rijkswaterstaat en de

provincies zijn over het algemeen tevreden

met een vernieuwingscyclus van zes jaar, maar

andere gebruikers van het hoogtemodel wil-

len een veel hogere frequentie.

We hebben een nieuwe financieringsstructuur

nodig. Tenslotte is het gebruik nu veel breder

dan enkel de watersector.

Er is slechts beperkte capaciteit in het

luchtruim, daar moeten we dan ook efficiënt

mee omgaan. Dit kan alleen als alle partijen

samenwerken.

Er is nog geen nationaal dekkend initiatief

waaraan alle overheden meedoen. Willen we

komen tot een gecoördineerde inwinning van

basisdata, dan moeten we zorgen dat dit wel

gaat gebeuren.

Hoe wordt dat allemaal aangepakt?

Er zijn twee nieuwe medewerkers bij Het

Waterschapshuis aangesteld. De eerste

gaat werken aan de inzet en inpassing van

de genoemde nieuwe technieken in de

bestaande programma’s. De andere gaat

energie steken in de afstemming met andere

materiaal samen verder

Figuur 3 - Dijkvervorming rond Marken. Rood: verzakking

10-16 mm/jr. Oranje 3-6 mm/jr. Bron: Dentz et al., 2006.

Figuur 2 - Lineaire laser (links) en Single Photon laser (rechts). Bron: Harris Corporation.

Figuur 4 - Twee resultaten van de Dense Matching techniek: links zonder textuur, rechts met.

Bron: Hirschmueller 2010.

Page 14: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

12 | Geo-Info | 2017-3

overheden zodat we ze kunnen interesseren

voor deelname aan een nationaal initiatief

basisdata.

Vooruitzicht

Het ziet er naar uit dat AHN3 de laatste

landsdekkende opname zal zijn in deze vorm.

Vanaf 2020 blijft de behoefte bestaan aan een

landsdekkend hoogtebestand van Nederland.

De specificaties hiervan zijn nog niet helemaal

duidelijk maar worden in de loop van 2017

bepaald in overleg met de eindgebruikers en

afgestemd op de technische mogelijkheden.

Bronnen• Dentz, F., Halderen, L. van, Possel, B., Esfahany, S.S., Slobbe, C., Wor-

tel, T. (2006). POSEIDON. On the potential of satellite radar inter-

ferometry for monitoring dikes of the Netherlands, a technical

feasibility study. Delft University of Technology, Geomatics.

• Hinsbergh, W. van, Post, M., Zwerver, B., (2017). 3D-omgeving

Nederland. In: GIS Magazine2017-1, p.8-11.

• Hirschmüller, H. (2011). Semi-Global Matching – Motivation, Deve-

lopments and Applications. www.ifp.uni-stuttgart.de/publicati-

ons/phowo11/180Hirschmueller.pdf

• King, V. (2016). What do Geiger Mode and Single Photon Mean

for Linear LiDAR? www.pobonline.com/articles/98188-what-do-

geiger-mode-and-single-photon-mean-for-linear-lidar

• Bregt, A.K., Grus, L., Beuningen, T. van, Meijeren, H. van, 2016.

Wat zijn de effecten van een open Actueel Hoogtebestand Neder-

land (AHN)? Wageningen University & Research.

Frans Rip is redacteur Geo-Info

en GIS facilities coördinator bij

Wageningen University. Hij is

bereikbaar via [email protected].

Erik Nobbe is programma-

manager bij het Waterschaps-

huis. Hij is bereikbaar via

[email protected].

Geodesiekamer in Science Centre Delft Tien feiten over de BRT die je misschien nog niet wist

Michael van der Meer, hoofd Science Center

van de Technische Universiteit Delft/Science

Centre Delft, schakelde in maart Tinker Imagi-

neers in bij het ontwerpen van hun vergaderzaal

annex kleine collectietentoonstelling geodesie.

Het leverde prachtige visualisaties op die ons

bereikten via Joop Gravesteijn, dank daarvoor.

Voor de vakwereld iconisch Schermerhorn-meubi-

lair kwam uit de DHC-collectie van de stichting De

Hollandse Cirkel in de Torenkamer van Kanaalweg 4

in Delft en verder: wordt vervolgd! Het Science Cen-

tre zit om de hoek op Mijnbouwstraat 120.

Adri den Boer

Het Kadaster publiceert 5x per jaar een bij-

gewerkte Basisregistratie Topografie (BRT).

Wist je dat de BRT...

1. ...gedetailleerd gekarteerd wordt op basis van

luchtfoto’s die maximaal een jaar oud zijn?

2. ...het enige landelijke geodata-bestand is met

een uniform overzicht van windturbines?

3. ...door de brandweer wordt gebruikt om in

natuurgebied de berijdbare zandpaden van

minimaal 2 meter breed te vinden?

4. ...de grenzen van alle bebouwde kommen en

van buurtschappen bevat?

5. ...achtergrondkaart op PDOK in 2016 meer dan

vier miljard keer is bekeken, en daarmee ver-

reweg de populairste kaart op PDOK is?

6. ...alle kilometerpalen langs wegen, spoor, vaar-

wegen én dijken bevat?

7. ...landsdekkend alle religieuze gebouwen van

de belangrijkste godsdiensten bevat?

8. ...het meest nauwkeurige en volledige wegen-

assenstelsel heeft, zelfs beter dan het NWB?

9. ...ook beschikbaar is als Linked data, zodat je er

snel allerlei wetenschappelijke analyses mee

kunt uitvoeren?

10. ...voor overheidsorganisaties de wettelijk ver-

plicht te gebruiken achtergrondkaart is?

Kijk ook eens op www.kadaster.nl/-/top10nl.

Een PostGIS database versie is te vinden op

data.nlextract.nl/top10nl/postgis/.

Uit: LinkedIn groep Basis Registratie Topografie

(BRT) (www.linkedin.com/groups/4434153),

Jan Willem van Aalst.

Page 15: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 132017-3 | Geo-Info

Kenniskring: leren - interactie - (geo)netwerken8 tot 10 kennissessies per jaar

actuele geo-gerelateerde thema’s

aansprekende gebruikersomgevingen

Geo kenners & kunnersPostbus 62 | 5240 AB Rosmalen | +31 (0)73 78 20 168 | www.ruimteschepper.nl | [email protected]

inleiders en moderatie van niveau

visies en ervaringen

van technologie tot proces & organisatie

Antea Nederland | Gemeente Almere | GeoFort | Kadaster | ESRI | SpingSmart | Staatsbosbeheer | AGEL adviseurs | Havenbedrijf Rotterdam | Vitens | Prisma GeoCensus | Waterschap Hunze en Aa’s InArea | Ordina

Nationale Politie | Facto Geo | Gemeente Almelo | Atos Nederland | Geo Academie | CycloMedia Technology | Geodan | Wetterskip Fryslân | HAS University of Applied Sciences | GeoNovation | Gemeente Lingewaard

Realworld Systems BV | Spatial Insight | Merkator, GeoSpatial IT-Solutions | Wageningen Environmental Research | ZLTO | GE Energy Connections | GeoFoxx | Crotec | Intergraph Benelux | Royal HaskoningDHV | Sandd

Geon | Nieuwland Automatisering | Spatial Eye | UvA | Vicrea Solutions | mtenv | Siers Infraconsult | PIM info | Unafact | IntellinQ | Imagem | ESC GeoServices & meer dan 100 zelfstandige professionele ondernemers.

√√√

√√√

Zien we jou ook bij onze deel & creëer sessies? sluit je aan: [email protected]

Personalia

Als nieuwe redacteur van Geo-Info werd ik

gevraagd om mijzelf bij de lezers te intro-

duceren. Mijn naam is Willy Bakker. Ik werk

als informatieadviseur bij de provincie

Groningen, waar ik mij heb toegelegd op

geo-informatie. De afgelopen periode heb

ik met mijn team gewerkt aan de Basisregis-

tratie Grootschalige Topografie (BGT). Op dit

moment ben ik werkzaam voor de beheer-

en nieuwbouwafdelingen van de provincie,

waar we de BGT aansluiten op de werkpro-

cessen en informatiesystemen. Daarnaast

houd ik mij voor de provincie bezig met het

Internet der Dingen en data science.

In mijn vrije tijd ben ik ook regelmatig actief

in de wereld van geo-informatie, bijvoor-

beeld voor OSGeo.nl of OpenStreetMap. Ik

draag het Missing Maps project een warm

hart toe en doe vaak mee aan mapathons.

Het jaarlijkse Maptime Summercamp laat ik

ook niet aan me voorbij gaan.

Als redacteur wil ik me vooral richten op de

raakvlakken van geo-informatie met andere

domeinen. Grenzen vervagen en we krijgen

als geo-specialisten steeds vaker te maken

met administratieve, CAD- of sensordata.

Hoe ga je daarmee om? Omgekeerd is er

binnen de traditionele BI-wereld nog veel

winst te halen met GIS. Maar wat is er voor

nodig om niet geo-specialisten snel en

eenvoudig GIS-functionaliteit beschikbaar te

stellen? Ik hoop dat ik als redacteur de kans

krijg om mijn blik te verbreden en interes-

sante artikelen te schrijven voor de lezers

van Geo-Informatie Nederland.

Ik ben te bereiken via

[email protected].

Even voorstellen: Willy Bakker

Page 16: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

14 | Geo-Info | 2017-3

Een verdeel-en-heers aanp een vario-schaal structuur Zo’n vijf jaar geleden is in Geo-

Info het concept van vario-schaal

geo-informatie beschreven

(Van Oosterom en Meijers, 2012).

In dit eerdere artikel werd de eerste

echt geleidelijke vario-schaal

structuur gepresenteerd: een delta

schaal geeft een delta in de kaart

(en hoe kleiner de delta schaal hoe

kleiner de delta kaart). De afgelopen

vijf jaar is er veel R&D verricht om

het concept van vario-schaal geo-

informatie te realiseren: ontwikkelen

van prototypen en testen met

echte data. In het kader van het

Open Technologieprogramma

(OTP van STW, Stichting Technische

Wetenschappen) project 11185

‘Vario-scale geo-information’ is er de

afgelopen jaren veel vooruitgang

geboekt. De belangrijkste resultaten

zullen in een serie beknopte

artikelen worden behandeld. Dit is

het derde artikel in de serie.

Door Radan Šuba, Martijn Meijers en

Peter van Oosterom

Grote datasets met geografische gegevens in

vector formaat met een verdeel-en-heers strate-

gie verwerken, is niet eenvoudig. Dit geldt zeker

voor het probleem van kaartgeneralisatie, waar

(relaties tussen) nabije objecten in ogenschouw

moeten worden genomen. Om een vario-schaal

structuur af te leiden, waarbij de originele set

aan kaartobjecten te groot is om in één keer

in het hoofdgeheugen van een computer te

laden, is het nodig de input in kleinere blokken

op te delen. Daarvoor hebben we een verdeel-

en-heers aanpak ontwikkeld, zodat we –

onafhankelijk van de grootte van de input – de

hele dataset toch om kunnen zetten naar een

vario-schaal structuur (waarna deze gebruikt

kan worden, bijvoorbeeld in een client-server

architectuur, zie het tweede artikel in deze serie,

Huang, 2017 – Geo-Info nummer 2, 2017).

Om enorme datasets aan te kunnen, is het dus

nodig dat de input wordt opgesplitst in kleinere

blokken met data. Deze blokken noemen we

‘velden’. Door de kaartobjecten op te delen met

behulp van deze velden, wordt de hoeveel-

heid gegevens die voor elk veld verwerkt moet

worden, beperkt. Bijkomstigheid is dat de

velden onafhankelijk van elkaar en tevens ook

tegelijkertijd kunnen worden behandeld. Dit

sluit goed aan op de huidige techniek van mul-

tikernprocessoren, waardoor – in vergelijking

zonder verdeel-en-heers aanpak – significante

tijdswinst te behalen valt. Daartegenover staat

dat de kaartobjecten die aan/over de rand van

de velden liggen speciale aandacht vereisen.

Aan het ontwerp van de verdeel-en-heers

aanpak hebben we de volgende eisen gesteld:

• De aanpak moet onafhankelijk werken van

het type kaart dat gegeneraliseerd moet

worden.

• De velden (partitionering) moeten zonder

tussenkomst van een gebruiker automa-

tisch gegenereerd kunnen worden.

• Elk kaartobject moet slechts eenmalig

gegeneraliseerd worden.

• De aanpak moet parallelle verwerking

mogelijk maken.

• De gegevens in de resulterende vario-

schaal structuur moeten er gelijk of nage-

noeg gelijk uitzien qua vulling, als wanneer

deze zonder verdeel-en-heers aanpak in

één keer worden verkregen.

We zullen nu eerst de aanpak in detail uitleg-

gen, waarna we een aantal gedane experi-

menten met resultaten zullen toelichten.

De verdeel-en-heers aanpak

Het hele proces om een grote vario-schaal

datastructuur gevuld te krijgen, bestaat uit

een aantal stappen:

1. het maken van een partitioneringsgrid met

velden op meerdere niveaus (Fieldtree) en

de input hierover verdelen,

2. de velden een voor een generaliseren,

3. de afronding.

1. Fieldtree maken en objecten verdelen

Om de planaire partitie met nodes, edges en

faces in kleinere blokken te verdelen, maken we

gebruik van de zogenaamde Fieldtree datastruc-

tuur (Frank en Barrera, 1990). De Fieldtree is

ontwikkeld voor GIS-toepassingen. Figuur 1 toont

dat de velden op meerdere niveaus zijn georgani-

seerd met steeds verschoven oorsprong voor een

niveau. Alle velden op één niveau vormen samen

een grid. De structuur wordt compleet vastge-

legd door een ingegeven parameter die aangeeft

hoe groot de velden op het laagste niveau zijn en

de geografische omvang (extent) van de dataset

(zie Figuur 1(a)).

Wanneer de lay-out van de Fieldtree vastligt,

kunnen de objecten worden verdeeld over de

velden. Elk object uit de topologische structuur

van de planaire partitie (node, edge of face) wordt

toegewezen aan het kleinst mogelijke veld waar

het qua omvang in past. In het geval een object

groter is dan een veld op het laagste niveau (of

deels over de rand ligt), wordt dit object in een

veld op een hoger gelegen niveau geplaatst

en komt dit object pas later aan de beurt in

het generalisatie proces. Door de verschoven

grids lukt dit altijd (omdat de grid lijnen steeds

verschuiven).

Zodra alle objecten toegewezen zijn aan een

veld, kan elk laagstgelegen veld worden gegene-

raliseerd. Het generalisatieproces kan onafhanke-

lijk per veld en tegelijk met andere velden worden

uitgevoerd. Merk op dat de vlakken (faces) alleen

worden gegeneraliseerd als ze compleet binnen

een veld liggen (en hier dus ook alle gerelateerde

nodes en edges bij aanwezig zijn). Als een

vlakobject over de rand heen ligt, komt dit vlak

Page 17: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 152017-3 | Geo-Info

bij een veld op een hoger niveau aan de beurt.

Wanneer alle negen kind-velden verwerkt zijn,

kan het één niveau hoger gelegen ouder-veld

worden verwerkt. Het proces gaat zo door totdat

alle velden compleet gegeneraliseerd zijn.

Doordat de velden op een hoger niveau

worden verschoven, kan worden gegarandeerd

dat objecten die eerder niet konden worden

gegeneraliseerd (omdat ze of te groot waren of

op de rand lagen) nu wel aan de buurt kunnen

komen. De aanpak probeert om elk veld met

een factor 4 te generaliseren. Stel dat de input

uit n vlakobjecten (faces) bestaat, dan moet het

resultaat van het generalisatieproces van een veld

n/4 objecten bevatten. Bij een uniforme dataver-

deling wordt zo bereikt dat de hoger gelegen

velden net zoveel vlakken te verwerken krijgen als

de inputvelden.

2. Velden een voor een generaliseren

Nadat de objecten verdeeld zijn over de velden,

kan een veld gegeneraliseerd worden. Dit deel

van het proces kost de meeste verwerkingstijd.

Ons automatische generalisatieproces is geba-

seerd op het vinden van het minst belangrijke

kaartobject, wat vervolgens gegeneraliseerd

wordt. Dit globale criterium verandert door de

verdeel-en-heers aanpak: in plaats van globaal

is het nu een ‘lokaal veld’ criterium. Dit is zinvol,

omdat bijvoorbeeld de kaartobjecten in het noor-

den geen directe relatie hebben met de objecten

in het zuiden van de dataset. Generalisatie-acties

die we in ons proces geïmplementeerd hebben,

zijn onder andere dat vlakken worden samenge-

voegd, hun grenzen worden versimpeld en vlak-

ken omgezet worden naar een lijnrepresentatie en

worden verdeeld over hun naaste buren.

Tijdens het verwerken van een veld kunnen twee

verschillende categorieën van objecten worden

onderscheiden. Ten eerste; objecten die niet

meer geldig zijn voor de kaartschaal die voor het

huidige veld werd bereikt door het generalisa-

tieproces. Deze objecten zijn gereed (voor hun

kaartschaal range) en worden opgeslagen voor de

uiteindelijke vario-schaal structuur. Ten tweede;

objecten die nog verder versimpeld moeten

worden. Deze objecten worden in een veld

van de Fieldtree op een hoger gelegen niveau

geplaatst – wederom door ze in het kleinste, nog

te verwerken veld te plaatsen waar ze compleet

in passen. Tezamen met de objecten die over

de rand lagen op het lager gelegen niveau aan

velden, vormen deze objecten zo samen weer

een (deels versimpelde) planaire partitie.

3. Afronding

Nadat alle velden verwerkt zijn, vindt de laatste

operatie van het proces plaats: het combineren

van de informatie over alle definitieve objecten uit

de verschillende velden. De individuele tabellen

per veld worden samengevoegd om één set aan

database tabellen te maken (een node, edge en

face tabel), die samen de vario-schaal structuur

vormen. Ook wordt in deze stap ruimtelijke

indexering toegepast, zodat de resulterende

structuur snel te bevragen is.

Resultaten

We hebben onze aanpak getest met drie datasets,

die behoorlijk verschillen in inhoud. De datasets

die we gebruikt hebben zijn:

• CORINE-landcover bestand voor het Verenigd

Koninkrijk en Ierland (met 100.000 vlakob-

jecten) en rond Estland (met zo’n 130.000

vlakobjecten).

• Het Nationaal Wegen Bestand, de vlakken

tussen de wegen werden gevormd door

lijnen van het wegennetwerk te gebruiken.

Ongeveer 200.000 vlakobjecten.

• Een kadastrale dataset met percelen van pro-

vincie Gelderland met ongeveer 880.000 vlak-

objecten.

Om inzicht te verkrijgen in wat een redelijke veld-

grootte is voor de kleinste velden in de Fieldtree,

hebben we het hele proces (Fieldtree maken

en objecten verdelen, veld voor veld generali-

seren, afronden) met verschillende veldgroottes

herhaald. Hierbij varieerden we de veldgroottes

gebaseerd op de gemiddelde grootte (lengte van

zijn langste zijde) van een vlakobject in de dataset.

ak om voor grote datasets te creëren

Figuur 1 (a, b en c) - Fieldtree.

NRLEVELS = 8 # Gewenst aantal niveaus in de FieldtreeFINEGRID = 12500 # Veldgrootte (m) meest gedetailleerde niveauTHEORIGX = 0 # Oorsprong (in x- and y-richting)THEORIGY = 0

for (i=0; i<NRLEVELS; i++) do SIZE[i] = FINEGRID * 2^i

ORIGX[NRLEVELS-1] = THEORIGXORIGY[NRLEVELS-1] = THEORIGYfor (i = NRLEVELS-2; i>=0; i--) do ORIGX[i] = ORIGX[i+1] - SIZE[i+1]/4 ORIGY[i] = ORIGY[i+1] - SIZE[i+1]/4

(a) Pseudo code om de lay out van een Fieldtree vast te

leggen (Van Oosterom en Vijlbrief, 1996). Het aantal

benodigde niveaus kan worden afgeleid vanuit

de extent van de dataset en de parameter van

veldgrootte op het meest gedetailleerde niveau.

(b) 3 niveaus van de Fieldtree, laagste niveau

in roze, middelste in groen en hoogste

niveau in blauw.

(c) 3D impressie van de velden. Merk op dat de

3e dimensie schaal is.

Page 18: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

16 | Geo-Info | 2017-3

We hebben groottes gebruikt van 20 tot 220 keer

de gemiddelde vlakgrootte. De grafiek van

Figuur 2 laat zien dat we, als vuistregel, de kleinste

velden ongeveer 100 keer de gemiddelde vlak-

grootte moeten geven (dus zo’n 10.000 objecten

per veld). Dan is de benodigde tijd voor het hele

proces optimaal. Verder kunnen we concluderen

dat als de veldgrootte te klein gekozen wordt, dit

leidt tot vrij veel overhead. Er wordt dan onnodig

veel tijd besteed aan het kopiëren van data van

lager gelegen velden naar hoger gelegen velden,

terwijl het generalisatieproces niet veel kan

versimpelen (veel objecten die over de veldrand

liggen op lagere niveaus).

De aanpak biedt twee mogelijke manieren

voor het verwerken van velden (‘schedulen’).

Bij de eerste manier (Figuur 3(a)) worden eerst

alle velden op één niveau compleet verwerkt.

Pas als voor dit niveau alle velden klaar zijn, wordt

gestart met velden van het volgende niveau.

Bij de tweede manier (Figuur 3(b)) wordt gebruik

gemaakt van de ouder-kind relatie die velden in

de Fieldtree hebben en wordt een ouder gepland

om verwerkt te worden, als de negen kind-velden

compleet gegeneraliseerd zijn. We hadden

verwacht dat de tweede strategie behoorlijk wat

sneller zou kunnen zijn, maar hier was slechts

sprake van een beperkte reductie van benodigde

rekentijd (van 340 naar 290 seconden, wat een

reductie betekent van 15%).

Naast deze statistieken, wilden we ook inzichtelijk

krijgen of het resultaat van het generalisatieproces

kwalitatief beïnvloed wordt door de verdeel-en-

heers aanpak. Hiervoor hebben we dezelfde data-

set omgezet naar vario-schaal structuur, zowel

met onze verdeel-en-heers aanpak versimpeld,

als ook zonder de verdeel-en-heers aanpak toe te

passen (als één grote taak). Figuur 4 toont dat er

in dit geval geen opmerkelijk grote verschillen zijn

waar te nemen tussen de twee resultaten.

Bij het toepassen van de verdeel-en-heers aanpak

op het generalisatieproces dat we voor wegen

hadden ontwikkeld (zie eerste artikel in deze

serie, Šuba, et al. 2017 – Geo-Info nummer 1, 2017)

bleek dat de verdeling van kaartobjecten over

de velden een probleem vormt voor de analyses

waar buurobjecten moeten worden meegeno-

men. Om dit op te lossen, stellen we binnen een

veld een ‘alleen lezen’-buffer in. De objecten die

te dichtbij de rand van het veld liggen, mogen

deze ronde zelf niet meedoen in het generali-

satieproces (ze worden dus op dit niveau zelf

nog niet versimpeld), maar kunnen wel gebruikt

worden bij analyses voor de generalisatie van

andere objecten. Te dichtbij de rand wordt in dit

geval bepaald met behulp van een topologische

maat (Figuur 5 toont dat alle objecten in het

rood die binnen twee stappen vanaf de rand van

het veld afliggen nog niet worden versimpeld).

Een andere optie de we hebben overwogen

(maar niet geïmplementeerd) is het toevoegen

van een buffer aan elk veld, zodat voor deze buf-

fer vervolgens ‘alleen lezen’ objecten beschikbaar

zijn. Het voordeel is dat er per veld meer gege-

neraliseerd kan worden, nadeel is dat er meer

data per veld (van niveau naar niveau) gekopieerd

moet worden.

Door te testen met de verschillende datasets

hebben we laten zien dat de aanpak in principe

werkt op verschillende soorten data. Verder laat

het testen met de wegenkaart zien dat het ook

mogelijk is om buurobjecten tot de beschikking

te hebben (als dit nodig is voor het generalisatie-

Figuur 2 – Benodigde rekentijd versus veldgrootte van het laagste niveau.

Figuur 3 - Verschillende manieren om velden te verwerken. Merk op dat de verschillende kleuren overeenkomen met verschillende niveaus in de Fieldtree

(rood komt overeen met laagste niveau).

Page 19: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 172017-3 | Geo-Info

proces). Met de aanpak kunnen velden in parallel

worden verwerkt, terwijl elk kaartobject slechts

eenmaal wordt gegeneraliseerd.

Conclusie

We hebben een verdeel-en-heers aanpak

gepresenteerd die gebruikt kan worden om voor

zeer grote datasets een vario-schaal structuur te

vullen met data. We hebben laten zien dat de

aanpak toegepast kan worden op verschillende

soorten input data, zoals CORINE-landcover of

een kaart van een wegennetwerk (Nationaal

Wegen Bestand). De aanpak maakt het mogelijk

dat het generalisatieproces in parallel uitgevoerd

kan worden. Hierbij is de Fieldtree een zeer goed

uitgangspunt gebleken: naast het verdelen van

de objecten over velden beschikt de Fieldtree

ook over meerdere niveaus en worden de velden

per niveau ‘slim’ verschoven. De objecten die

niet gegeneraliseerd kunnen worden op een

lager gelegen niveau, worden versimpeld op

een hoger niveau (waarbij meerdere delen van

een kaartobject weer aan elkaar gelegd worden).

Deze Fieldtree gebaseerde verdeel-en-heers aan-

pak past goed bij het generalisatieprobleem, maar

is mogelijk ook bruikbaar voor andere ruimtelijke

problemen (bijvoorbeeld het produceren van een

datastructuur met expliciete topologie). Moge-

lijk kan de Fieldtree tevens behulpzaam zijn bij het

updaten van onze vario-schaal structuur. Door het

‘lokale veld’ criterium in plaats van het globale

criterium en door van de objecten de relatie met

de Fieldtree velden te onthouden, kan bepaald

worden welk deel van de vario-schaal structuur

opnieuw moet worden gegeneraliseerd. Dit is

werk voor toekomstig onderzoek.

Bronnen• Peter van Oosterom, Martijn Meijers, Variabele-schaal geo-

informatie, Geo-Info, 9(10), pp. 14-19, 2012.

• Radan Šuba, Martijn Meijers, Peter van Oosterom, Wegen-

netwerken in vario-schaal structuren, Geo-Info, 14(1), pp.

44-48, 2017.

• Lina Huang, Martijn Meijers, Radan Šuba, Peter van Oos-

terom, Vario-schaal gegevens in een Geoweb context, Geo-

Info, 14(2), pp. 74-78, 2017.

• Peter van Oosterom, Tom Vijlbrief, The Spatial Location

Code, Proceedings of the 7th International Symposium on

Spatial Data Handling, SDH’96, Delft, August, 1996.

• Frank, A. U., Barrera, R., The Fieldtree: A data structure for

Geographic Information Systems. Proceedings of the First

Symposium on Design and Implementation of Large Spa-

tial Databases, SSD ’90, Springer-Verlag New York, Inc., New

York, NY, USA, pp. 29–44, 1990.

• Judith van Putten, Peter van Oosterom, Generaliseren van

vlakkenpartities (2); GAP-trees, testresultaten en verbeterin-

gen, Geodesia, 42(11), pp. 499-505, 2000.

Dit artikel is een bewerking van het Engelstalige

artikel: Martijn Meijers, Radan Šuba, Peter van

Oosterom, Parallel Creation of Vario-Scale Data

Structures for Large Datasets, In: ISPRS Archives

Volume XL-4/W7, 4th ISPRS International Workshop

on Web Mapping and Geoprocessing Services,

Sardinia, pp. 1-9, 2015.

Radan Šuba is promovendus

GIS technologie bij de TU Delft.

Hij is bereikbaar via

[email protected].

Martijn Meijers is onderzoeker

GIS technologie bij de TU

Delft. Hij is bereikbaar via

[email protected].

Peter van Oosterom is profes-

sor GIS technologie bij de TU

Delft. Hij is bereikbaar via

[email protected].

Figuur 4 - Test data, input en output (met en zonder verdeel-en-heers aanpak).

Figuur 5 - Toepassen van een inwaartse ‘alleen lezen’ rand. Objecten die op dit niveau voor het veld

rechtsonder niet versimpeld mogen worden, worden in het rood getoond.

Page 20: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

18 | Geo-Info | 2017-3

Verslag

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft eind maart besloten de ijkbasis op de Loenermark/

Zilvense Heide in Apeldoorn aan te wijzen als Rijksmonument in het kader van de Erfgoedwet. Op 19 mei

2017 vond namens haar de aanwijzing op locatie plaats. Dit was zelfs het eerste rijksmonument in het kader

van de nieuwe Erfgoedwet! Op 20 september 2007 zegde een Apeldoornse wethouder op dezelfde plek

aanwijzing tot gemeentelijk monument toe. Nu waren er tenten en paraplu’s bij…

In het voor 19 mei al verschenen Tijdschrift

van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed,

nummer 2, 2017, waren er twee pagina’s aan

gewijd. Het waren bijgaande titelpagina

en een tekstpagina van Eline Jörg, adviseur

architectuurhistorie, en Willem Derickx,

landmeetkundige en specialist geografi sche

informatie. Beiden zijn werkzaam bij de Rijks-

dienst voor het Cultureel Erfgoed. Hun eerste

zin luidde: “Nederland is het nauwkeurigst

opgemeten land ter wereld.” Hun slotzinnen

waren: “De gemeente Apeldoorn onderzoekt

momenteel hoe de basis het beste kan

worden geconserveerd en beheerd. Dat doet

zij met medewerking van het Kadaster, Gel-

dersch Landschap & Kasteelen, de stichting

De Hollandse Cirkel en de Nederlandse Com-

missie voor Geodesie. De reeks betonnen

palen op de Zilvense Heide geeft prachtig

de stand van de technologie in de weder-

opbouwperiode aan. Met de aanwijzing

van deze unieke ijkbasis als rijksmonument

heeft Nederland een tastbare herinnering

uit de geschiedenis van de landmeetkunde

beschermd.” De stichting De Hollandse Cirkel

(DHC) haalde hiermee voor het eerst dit

prachttijdschrift.

Feestprogramma

Apeldoorns monumentenwethouder van nu,

Nathan Stukker, opende het praatwerk. Hij gaf

als eerste het woord aan Rob Boekhorst, nu

betiteld als oud-hoofd van de afdeling Land-

meten (in 2007 schreef ik op dat hij van de

afdeling Ruimtelijke Informatie was!). Hij startte

in 1996 bij de gemeente en hoorde nog verha-

len over zijn voorganger Ashouwer, die “had

gestimuleerd dat de ijkbasis hier kwam”.

De tweede spreker was DHC-erevoorzitter

en Apeldoorner prof.dr.ir. Leen Aardoom, in

1957 als student nog bij de bouw van de basis

betrokken. Hij memoreerde veel, net zoals

Aanwijzing ijkbasis Loenermark als rijksmonument

Pagina 20 uit RCE-tijdschrift 2017-2.

Page 21: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 192017-3 | Geo-Info

tien jaar geleden: de toen nog solitaire lande-

lijke driehoeksnetten met schaalverschillen,

de getrouwheid van Nederland om gevolg te

geven aan internationale afspraken om daar

wat aan te doen en de hulp van Finse profes-

soren. Opnieuw was de leukste opmerking

dat, toen de ijkbasis werd gemeten, de eerste

Spoetnik de lucht inging als opmaat voor GPS

dat de basis overbodig zou maken! Aardoom

zag nu vooral Kadaster-directeur Stoorvogel

als verantwoordelijke voor de keus van de

stabiele en rustige Loenermark als locatie

(zijn rijksdienst was ook net in Apeldoorn

bezig met een hermeting). Hij memoreerde

ook de vergeefse concurrerende ideetjes

voor het noorden en het zuiden des lands,

het laatste tevens voor gebruik door de

Belgen! Na jaren ijken van elektronische

afstandsmeters werd de doodssteek voor de

basis de herdefi nitie van de standaardmeter

in 1983 (waarna atoomklokken vervangers

werden).

De waarnemend directeur van de stichting

Geldersch Landschap en Kasteelen, de

erfpachthoudster, noemde de ijkbasis een

“cultuurdaad in een prachtig landschap”,

een breuklijnloos gebied. De opmerking:

“Als je iets wilt, moet je de sleutel hebben”,

vond hij symbolisch voor samenwerking

(en Kadaster-museummannen hadden het

kistje met de sleutels van de pijlerkappen

meegebracht).

Slot

Directeur Susan Lammers van de RCE gaf

tot slot de Apeldoornse wethouder de

aanwijzingspapieren én een rijksmonumen-

tenschildje. Het paaltje ervoor stond al in de

grond, zo bleek bij het aansluitende toosten

bij de ijkbasis zelf. Bekeken werd daar ook het

meetpunt in de dominante ondergrondse

kelder van de betonnen pijler. De archeologe

Masja Parlevliet van de gemeente Apeldoorn

vond het dus vooral een archeologisch

monument!. Sinds 2000 is de ijkbasis niet

meer in gebruik, terwijl wetenschappers in

1957 wisten dat de constructie zeker meer

dan een eeuw zou worden benut. Radio

Kootwijk - ook een rijksmonument in Apel-

doorn – overkwam zoiets ook al.

Adri den Boer

LiteratuurAdri den Boer, IJkbasis Loenermark na 50 jaar monument,

in: Geo-Info 2007-11, p. 424/425.

Susan Lammers (RCE) gaf Nathan Stukker (Apeldoorn) rijksmonumentenschildje.

Genodigden bij ‘cultuurdaad’ van 1957 in een nat landschap…

…met ook nog een meegenomen natje (met glas en paraplu wethouder Stukker).

Page 22: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

20 | Geo-Info | 2017-3

Vandaag ga ik samen met Symen Timmer-

mans (ROC Friese Poort) naar Arnhem om

landmeetkundige apparatuur in ontvangst

te nemen die beschikbaar is gesteld door de

provincie Gelderland. We hebben afgespro-

ken voor de ingang van het kantoor van het

Kadaster in Apeldoorn. Helaas is Symen er niet

op het afgesproken tijdstip en stuur ik hem

een sms-je om te vragen of hij Apeldoorn al

bereikt heeft. Ik krijg gelijk een sms-je terug

met de mededeling dat hij op mij staat te

wachten in een parkeerhaven iets verderop in

de straat. Buiten mijn zicht. Ach, positionering

… We staan dus beiden op elkaar te wach-

ten. Het is maar goed dat we binnenkort de

apparatuur hebben!

Voorstelling

We gaan op weg naar Arnhem en maken

tijdens de reis kennis met elkaar want dat is nog

niet eerder gebeurd (anders dan voorafgaand

telefonisch contact). Naarmate we dichter bij

Arnhem komen, stijgt de spanning. Ik heb

aangeboden om foto’s te maken en te filmen

en heb dus een filmcamera, fotocamera en een

statief meegenomen. Omdat ik nog niet eerder

bij zo’n overdracht aanwezig ben geweest, heb

ik me al wel een voorstelling gemaakt van hoe

de overdracht plaats zal vinden. Ik stel me een

overvolle raadszaal voor waar de raadsvergade-

ring plaatsvindt en de overdracht op de agenda

staat. We zullen worden gevraagd buiten de

raadszaal te wachten en plaats te nemen op

de houden banken langs de muur. Niet erg

comfortabel, maar we kunnen in ieder geval

zitten. We krijgen een geurige kop koffie aange-

Namens SAGEO namen Symen

Timmermans (ROC Friese

Poort) en Diederick Magré

(Stichting Arbeidsmarkt GEO)

op 18 november 2016 de

landmeetkundige apparatuur in

ontvangst van Martijn Roerdink

(provincie Gelderland, afdeling

GEO) op het provinciehuis in

Arnhem. Deze apparatuur werd

door de provincie ter beschikking

gesteld ten behoeve van de

lesbox.

Door Diederick Magré

Uitbreiding van lesbox met van provincie Gelderland

Ondertekening van de overdracht.

Het overdrachtsdocument.

Page 23: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 212017-3 | Geo-Info

boden. En zoals dat hier bij de koffie in Arnhem

hoort, krijgen we beiden een Arnhems Meisje

aangeboden. Als de raad bij ons agendapunt

is aangekomen, zullen we gevraagd worden

de zaal te betreden. Een bode haalt ons op,

slaat bij binnenkomst in de raadszaal driemaal

op de grond met zijn scepter en kondigt ons

luidkeels aan. Speciaal voor de overdracht van

de apparatuur is er een tafel klaargezet in het

midden van de raadszaal. We worden gevraagd

plaats te nemen aan de tafel.

Ik kies er echter voor om stelling te nemen op

een afstand van ongeveer drie meter van de

zijkant van de tafel. Ik zet mijn filmcamera neer

op het statief dat ik meegebracht heb en start

de opname. Vanuit deze positie heb ik een

werkelijk prachtig uitzicht op de tafel en zal

bovendien ook mooie foto’s kunnen maken van

het tafereel. Het was wat zeulen met de appara-

tuur maar het zal achteraf blijken meer dan de

moeite waard geweest te zijn. Ik ben er klaar

voor. Laat de plechtigheid maar plaatsvinden!

Zowel Symen als het hoofd van de afdeling

‘Geo’ nemen plaats. De overdrachtsakte wordt

door de secretaris van de provincie uit een

kartonnen koker gehaald en op tafel neerge-

legd. Voor de lak en de lucifers is er een apart

houten doosje met daarop het wapen van de

provincie Gelderland. Symen ondertekent als

eerste de overdrachtsakte met een zwierige

handtekening. Daarna volgt het afdelingshoofd.

De overdracht wordt bezegeld door de voorzit-

ter van de raad middels het drukken van het

wapen van de provincie Gelderland in de juist

gesmolten rode lak op het zegel onderaan de

landmeetapparatuur

De beschikbaar gestelde apparatuur.

Tussen de spullen zat een bijzonder pennetje dat

uitstekend dienst kan doen in de lesbox!

Door de provincie Gelderland is de

volgende landmeetkundige apparatuur

ter beschikking gesteld voor de lesbox:

• DNA03 (waterpas), 4x

• GS15 (GPS), 1x

• CS15 (Veldbroek), 1x

• TCP1203 (Tachymeter), 1x

• GPS rugzak, 1x

• Basisstation GPS, 1x

• Magellan GPS, 1x

• Statief, 6x

• Stelschroevenblok, 8x,

• Waterpasbaak 2 meter, 3x

• Waterpasbaak 3 meter, 1x

• Grondpot waterpas, 2x

• Zeiss spiegels, 3x

• Spiegelstok, 3x

• GPS stok, 1x

Page 24: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

22 | Geo-Info | 2017-3

akte. Hij moet hiervoor natuurlijk van zijn zetel

komen en afdalen naar de plek van de tafel.

Maar dit is nu eenmaal zijn deel van de ceremo-

nie en kan dus niet overgeslagen worden.

Nadat Symen een kwartiertje de tijd genomen

heeft voor een dankwoord aan de raad is de

plechtigheid achter de rug en kunnen we de

zaal verlaten. Ik stop snel de filmopname en

neem het statief onder mijn arm. De fotocamera

houd ik ergens anders vast. Achteraf blijkt hij

ergens aan het statief te bungelen. Symen en ik

lopen achteruit de zaal uit, de raad ondertussen

groetend (regelmatig een knikje maken hebben

we van de bode gehoord). We krijgen weer

koffie met het inmiddels bekende Arnhemse

Meisje aangeboden. Na het nuttigen ervan

lopen we snel naar beneden waar de appara-

tuur keurig ingepakt in dozen op ons staat te

wachten en door medewerkers van de provin-

cie vakkundig in onze auto geladen wordt.

Realiteit

Voor zover mijn voorstelling. In het echt

gaat het als volgt. We rijden met onze auto

Arnhem binnen en bekijken vol aandacht onze

TomTom. We hebben instructies gekregen op

welk adres we moeten zijn, maar ook weer

niet. Het opgegeven adres ligt namelijk in de

buurt van waar we moeten zijn en vanaf daar

moeten we ‘een eindje lopen’ om op de plaats

van bestemming te komen: een aantal garage-

boxen in een stukje van de stad dat ‘ook wel’

te bereiken is met de auto. Je moet wèl van de

goede kant aan komen rijden.

Uiteindelijk vinden we de garageboxen en

arriveren op tijd. We bellen aan en worden

even later hartelijk ontvangen door Martijn

Roerdink van de provincie Gelderland (afde-

ling GEO). De apparatuur ligt inderdaad al op

ons te wachten. Niks raadzaal dus. Deze wordt

zomaar in één keer overgeslagen! Gewoon

alleen een garagebox. Een illusie armer…

Niet lang daarna sneuvelt ook de tweede

illusie. Het is kennelijk de bedoeling dat we

helpen met inladen. En dat van alles netjes in

die dozen klopt ook niet helemaal. Alhoewel

dit voor sommige apparatuur gelukkig wel het

geval is. Het is veel apparatuur. Niet alles past

in de auto en dus maken we een selectie. Voor

het ophalen van de apparatuur die niet in de

auto past, zullen we een tweede keer moeten

rijden.

De apparatuur blijkt een ware schatkist te zijn

en bevat prachtige kroonjuwelen die uitste-

kend hun dienstdoen in de lesbox. Hoogte-

punt is toch wel de vondst van een kunststof

pennetje dat bij een tablet hoort en, in het

algemeen, als eerste wegraakt ‘in het veld’. We

bergen het juweeltje goed op.

Het lukt ons uiteindelijk om alle kubieke centi-

meters onze auto te gebruiken en bovendien

alle portieren te sluiten!

Na het inladen van de spullen moeten we nog

even de overdrachtspapieren tekenen. We lopen

naar een koffieautomaat, drukken op een knop en

krijgen onze bestelling in een plastic bekertje. In

geen velden of wegen zijn mijn Arnhemse Meisjes

te bekennen… We gaan naar beneden. Naar de

hal. Al snel vinden we een tafel om de overdracht

te doen door ondertekening van de documenten.

En dat is zo gepiept. De meeste tijd besteden we

aan een geanimeerd gesprek over de apparatuur

en de toekomstige gebruikers ervan. We bedan-

ken Martijn voor de apparatuur en de hulp en we

rijden met de uitpuilende auto en een tevreden

gevoel terug naar huis. De overdracht is natuurlijk

superefficiënt verlopen, maar de romantiek is er

wel een beetje af. Of ik moet mijn fantasie wat

minder de vrije loop laten in de toekomst …

Namens alle gebruikers bedankt SAGEO de pro-

vincie Gelderland voor deze mooie donatie aan

de lesbox! Hiermee kunnen nog meer scholen

voorzien worden van goed lesmateriaal.

Diederick Magré is vanuit het

Kadaster projectmanager bij

SAGEO (Stichting Arbeidsmarkt

GEO). SAGEO is een samenwer-

kingsverband tussen bedrijfsle-

ven, overheid en geo-onderwijs.

Diederick is bereikbaar via

[email protected].

De wagen volgeladen.

De lesbox

De lesbox is een initiatief van Symen Timmermans als coördinator Geo-onderwijs bin-

nen SAGEO en bestaat sinds 2011. De lesbox wordt door zo’n 10 ROC’s gebruikt door

het hele land. Coördinatie van uitleen is in handen van Symen. De lesbox voorziet in

een duidelijke behoefte; mede omdat in de opleidingen bouw en infra meer aandacht

wordt besteed aan maatvoering en BIM (Bouw Informatie Model). Naast landmeet-

kundige apparatuur bevat de lesbox ook onderwijsmateriaal, software en materiaal

voor bijscholing van docenten. Een deel van de apparatuur is nieuw en mede mogelijk

gemaakt door een verkregen subsidie vanuit het ‘Platform Beroepsonderwijs’ gericht

op het gezamenlijk invullen van het geo-onderwijs op het mbo. Behalve het mbo kan

ook het hbo gebruik maken van de lesbox. Scholen kunnen kiezen uit meerdere pak-

ketten, alleen GPS of ook Total stations en waterpasinstrumenten. Scholen betalen

een jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van de lesbox gedurende een van tevoren

af te spreken periode. Op dit moment zijn het Kadaster en de Provincie Gelderland de

belangrijkste partijen die apparatuur over hebben gedragen aan de lesbox.

De lesbox bevat onder andere:

• 14 GPS toestellen;

• 6 Total Stations & 1 Robotic Total Station (donatie van de provincie Gelderland);

• 6 digitale waterpasinstrumenten;

• Een bijscholingscurus voor docenten voor het mbo, afdeling bouw/infra.

Met behulp van deze bijscholingscursus kan de docent kennis opdoen van appara-

tuur in lesbox voordat men hiermee met studenten aan de slag kan.

Verder zijn er bijdragen in de vorm van:

• De referentie voor GPS-toestellen wordt gratis ter beschikking gesteld door 06-GPS

en Leica;

• Software om de koppeling te maken tussen AutoCAD en de landmeetkundige appa-

ratuur wordt gratis ter beschikking gesteld door CAD Accent (www.cadaccent.nl)

Wilt u de lesbox gebruiken of een donatie doen? Dan kunt u hiervoor contact opne-

men met Symen Timmermans: [email protected] of 06-48137953.

Page 25: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 232017-3 | Geo-Info

Met één klik op de kaart zien wat er kan en mag. Dat is

simpel gesteld het doel dat ons voor ogen staat bij een

afgeronde implementatie van de Omgevingswet. In Geo-

Info nummer 2 van dit jaar werd zeer terecht uitgebreid stil

gestaan bij de invoering van deze wet en de gevolgen voor

ons werkveld. Het is duidelijk dat geo-informatie onmisbaar is

voor de implementatie hiervan. Ik verwacht dat de komende

jaren veel geo-activiteiten van bedrijven en overheden zich

richten op ondersteuning van de uitvoering van deze wet.

Aan de realisatie van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)

zullen we onze handen vol hebben. En laten we eerlijk zijn;

dat komt ons ook best goed uit, want de ‘grote programma’s’

uit het verleden hebben hun aantrekkingskracht grotendeels

verloren. De basisregistraties zijn vrijwel gereed en komen nu

in een operationele fase. Natuurlijk een zeer belangrijke fase,

maar toch minder spannend dan de opbouw. INSPIRE heeft

zijn glans als innovatiemotor verloren en wordt meer als een

‘moetje’ gezien. En onze nationale geo-informatie infrastruc-

tuur heeft met PDOK een prima loket gekregen. Het is

natuurlijk mooi dat deze grote programma’s na decennia van

innoveren, bouwen, inwinnen, muteren, vergaderen gereed

komen, maar een beetje zenuwachtig worden we er wel van.

We hebben als sector altijd een sterk op innovatie gericht per-

spectief gehad. Wat nu? Gelukkig is daar De Omgevingswet.

Ook wel omschreven als de grootste wetwijziging sinds de

Grondwet. Vol enthousiasme storten we ons op de onder-

steuning van de invoering van de wet met het realiseren van

het Digitale Stelsel Omgevingswet met informatiehuizen,

informatiemodellen, stelselcatalogus, enzovoorts. In haar

editorial van Geo-Info 2 spreekt Sytske Postma over een

overweldigend en enthousiast aanbod van bijdragen. Als ik zo

door de bijdragen heen lees, dan is het duidelijk dat we nog in

de verkennende fase zitten. Dat is niet erg. Als geo-informatie

sector zijn we altijd zeer sterk in het collectief oplossen van

problemen. We overleggen, maken fouten, lopen vertraging

op, maar uiteindelijk komen we er altijd wel uit. Dat hebben

grote programma’s zoals de basisregistraties, INSPIRE en PDOK

in het verleden wel bewezen.

Wat mij opvalt in het themanummer Omgevingswet is

het op data en informatieorganisatie gerichte karakter van

vrijwel alle bijdragen. Maar voor ‘met één klik op kaart zien

wat kan en mag’, is meer nodig. De data moeten aangevuld

worden met modellen en rekenregels om tot daadwerkelijke

beslissingsondersteuning te komen. Anne Dullemond en

Robin Seijdel van Strategis geven dit in hun artikel ook aan.

Kortom; naast goed ingerichte informatiehuizen hebben

we ook omgevingsalgoritmen nodig om de gegevens en

informatie om te zetten naar kennis. In een algoritme worden

gegevens volgens bepaalde instructies omgezet in een resul-

taat wat nuttig is voor een bepaald doel. Voor de uitvoering

van een algoritme wordt veelal een computerprogramma

gebruikt. De invloed van algoritmen neemt de laatste jaren

zeer sterk toe. De zoekresultaten van Google, het nieuws dat

we via sociale media krijgen aangeboden en recent ook het

voorspellen van criminaliteit door de politie worden door

algoritmen bepaald.

Ook bij de Omgevingswet zullen uiteindelijk algoritmen

gaan bepalen ‘wat er kan en mag’. Een probleem bij veel

algoritmen is dat de werking niet transparant is en vaak is

ook de code geheim. Dat is vanuit een concurrentiepositie

van bedrijven nog wel te begrijpen. Nu er steeds meer open

data is, verschuift het concurrentievoordeel van bedrijven

steeds meer naar het hebben van goede algoritmen voor de

interpretatie van deze data. Google is er groot en machtig

mee geworden.

Naar mijn mening besteden we nog veel te weinig

aandacht binnen ons vakgebied aan de formulering en imple-

mentatie van omgevingsalgoritmen. Bij de invoering van de

Omgevingswet moeten de burgers en bedrijven er op kun-

nen vertrouwen dat beslissingen integer worden genomen.

Dat begint bij een goed en volstrekt transparant omge-

vingsalgoritme. Dat is geen sinecure. We hebben al moeite

om datakwaliteit goed te communiceren, bij algoritmen is dat

nog vele malen complexer. Ik begrijp dat er in deze fase van

de invoering van de Omgevingswet nog veel onzeker is, maar

dat ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid nu al over

omgevingsalgoritmen te gaan nadenken en op kleine schaal

te gaan experimenten met proefimplementaties. Dus naast

een DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) ook een DO (Digi-

taal Omgevingsalgoritme) om straks met inderdaad ‘één klik

op de kaart betrouwbaar te kunnen zien wat er kan en mag’.

Arnold Bregt,

Hoogleraar Geo-informatiekunde,

Wageningen Universiteit.

[email protected]

Column

Arn

old

Bre

gt

Omgevingsalgoritme

Page 26: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

24 | Geo-Info | 2017-3

Grip op data: de puzzel Interview Nienke Zeijlemaker, directeur Inwinning en Gegevensanalyse

bij de Centrale Informatievoorziening van RWS

Paspoort

Nienke Zeijlemaker is sinds oktober 2013

Directeur Inwinning en Gegevensanalyse

(IGA) bij de Centrale Informatievoor-

ziening van Rijkswaterstaat in Delft.

Daarvoor was ze waarnemend directeur

wegen en verkeer bij Rijkswaterstaat

Noord-Holland (2012-2013) en hoofd van

de afdeling Netwerkmanagement van

Rijkswaterstaat (2010-2012).

Page 27: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 252017-3 | Geo-Info

Kunstwerken, sluizen, vaargeulen,

wegoppervlakken, enzovoorts.

“Rijkswaterstaat heeft een

schatkamer aan data, in totaal

kent de organisatie rond de

1377 datasets!”, vertelt Nienke

Zeijlemaker, directeur Inwinning

en Gegevensanalyse (IGA) bij

Rijkswaterstaat (RWS). “Na het CBS

zijn we de grootste dataleverancier

binnen de Rijksoverheid.

Het grootste deel van die data

heeft ook een locatiecomponent;

geo-data. Interessant voor veel

organisaties en voor burgers.

Je ziet dat data steeds belangrijker

wordt in onze samenleving en

daar zijn we als Rijkswaterstaat

al pro-actief mee aan de slag.

We zitten in de transformatie naar

een datagedreven organisatie.”

Een veranderopgave die heel RWS

raakt en waar Geo-Info meer van

wil weten.

Interview door Roelof Keppel en Astrid

van den Hoek

van Rijkswaterstaat

In 2013 schreef Geo-Info over het Open data-

beleid van Rijkswaterstaat (artikel Wim de Haas

in Geo-Info nr. 8, 2013). Inmiddels zijn er veel

veranderingen in gang gezet. Dat deze veran-

deropgave nodig is, is volgens Nienke Zeijlema-

ker eigenlijk vanzelfsprekend. “In onze Datakoers

is neergelegd dat we de verandering inzetten

langs onder meer de lijnen van datamanage-

ment, data-innovatie en data-vakmanschap.

Zo zetten we de transformatie naar een data-

gedreven organisatie in. En daar zitten we mid-

denin. RWS is data, al meer dan twee eeuwen

lang! Maar waar we vooral data inwonnen en

ter beschikking stelden, is data uitgegroeid tot

een productiemiddel waarmee we steeds meer

onze operationele doelen realiseren. Deze (big)

data op het gebied van leefbaarheid, veiligheid

en bereikbaarheid binnen en buiten de overheid

biedt kansen tot samenwerken die voorheen

niet gebruikelijk waren.”

“De veranderopgave zijn we gestart met het

optimaliseren van de processen. Bijvoorbeeld

door het inventariseren van welke data we nu

precies in huis hebben en hoe we het gebruik

ervan kunnen optimaliseren. Zo kunnen we

voldoen aan een belangrijk uitgangspunt van de

i-Strategie RWS, namelijk om de data één keer in

te winnen en meervoudig te kunnen gebruiken.

We hebben weliswaar een beeld van welke data

we hebben, maar we willen daar meer structuur

in aanbrengen. We willen zorgen voor meer

bewustwording binnen het bedrijf, dat mensen

beter weten voor welke data en welke processen

zij verantwoordelijk zijn. Dat zoeken we nu uit en

bespreken we met elkaar.”

In het Rijkswaterstaat-gebouw in Delft hangen

op diverse plaatsen architectuurposters over

data. Zeijlemaker legt het uit aan de hand van

een voorbeeld over vaargeulen. “Stel dat we

in onze systemen informatie willen opnemen

over vaargeulen. Dan moet je je afvragen: is dat

wel nodig? Welke informatie is er al? En als we

informatie gaan opnemen in onze systemen, aan

de hand van welke definities doen we dat dan,

de RWS-definities of sluiten we aan bij (inter)

nationale standaarden die er al zijn? Er komt

dus van alles bij kijken. Door deze processen

te visualiseren en hier meer structuur in aan te

brengen, krijg je het inzicht, overzicht en orde

waarmee we goed kunnen inspelen op de

digitale transformatie van onze samenleving.

Maar dan ben je er nog niet. Draagvlak creëren

en de organisatie meenemen, is noodzakelijk.

Daarom maak ik samen met de Chief Data Offi-

cer bij RWS, Claudia de Andrade, een ronde langs

de proceseigenaren binnen Rijkswaterstaat.”

Aandacht voor data en datakwaliteit

Het Rijkswaterstaat-onderdeel Centrale Informa-

tievoorziening (CIV), waar de directie van Zeijle-

maker onder valt, bestaat al langer. De rechts-

voorgangers van de CIV zijn achtereenvolgens

de voormalige Meetkundige Dienst (1931-2003),

Adviesdienst Geo-informatie en ICT (2003-2007)

en de Data-Informatie-Dienst (2007-2013). In 2013

is er een relatief grote reorganisatie geweest.

De directie Inwinning en Gegevensanalyse (IGA)

is toen voortgekomen uit de toenmalige directie

Data van de Data-ICT-Dienst. “De accenten in

het werk zijn verschoven naar bijvoorbeeld

datakwaliteit en betrouwbaarheid van data”, zegt

Zeijlemaker. “Dat zijn immers belangrijke drivers

voor een datagedreven organisatie. En daar

zijn we vanuit de directie IGA heel hard mee

aan de slag gegaan. Data is de olie van de 21ste

eeuw. Rijkswaterstaat heeft een schatkamer aan

data, waarvan we het gebruik door derden ook

willen stimuleren. We stellen onszelf de vraag:

hoe kunnen we verbanden leggen tussen onze

eigen datasets, maar ook met die van andere

overheidsorganisaties en marktpartijen? Als je

daar combinaties van maakt of de samenleving

stimuleert om dat te doen, kom je al snel uit op

mooie toepassingen als apps. Maar door Big Data

te gebruiken en Data Analytics toe te passen,

levert het weer heel veel informatie op waarmee

je zelfs je taken efficiënter en goedkoper kunt

uitvoeren. Daarin zijn we nu wel stappen in aan

het zetten samen met onze partners in de over-

heid en in het bedrijfsleven.”

Voor een geoliede samenwerking is het op orde

hebben van de data van belang, net zoals weten

wat voor datakwaliteit je in huis hebt. “Dat lopen

we nu ook langs; hoe meten we de kwaliteit en

wat zijn onze kwaliteitseisen? Uitspraken doen

over kwaliteit begint met dat je het eens wordt

over de kenmerken van kwaliteit bij en het

gebruik van deze specifieke datasets. We zijn

hierover intensief in overleg met de gebruikers

ervan. Bij sommige processen zijn historische

data niet dagelijks van belang, bij andere proces-

sen wel. In de waterhoek wil je bijvoorbeeld

juist wel weten hoe de waterstanden zich in de

loop der tijd ontwikkelen om zaken te kunnen

voorspellen. Daarom is het zo belangrijk dat je

die meta-data goed vastlegt. Helaas is in de loop

Page 28: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

26 | Geo-Info | 2017-3

der jaren niet altijd alles 100% goed vastgelegd.

We weten bijvoorbeeld dat de gegevens van de

wegoppervlakken niet altijd juist zijn. Dat kan

niet: data moet betrouwbaar zijn. Je mag

bijvoorbeeld bij bouwactiviteiten niet voor ver-

rassingen komen te staan …”

Samenwerken en standaardiseren

Standaardiseren is een andere pijler van de data-

veranderopgave van Rijkswaterstaat. Zeijlema-

ker: “Vroeger kwam het nog wel voor dat de

verschillende regionale onderdelen verschillende

meetmethodes hanteerden. Zo werd de data

niet op dezelfde manier ingewonnen en soms

ook niet op dezelfde manier verwerkt.” In het

organisatieplan van RWS in 2015 is dan ook inge-

voerd om meer eenduidig te gaan werken. Niet

alleen op datagebied, maar ook in het algemeen.

Met de vorming van de directie IGA zijn al deze

werkzaamheden gecentraliseerd en is er met de

oprichting van het Data Management Center een

stevige impuls gegeven aan het beheer van onze

data. Voor RWS is, naast mensen en financiën, data

het derde productiemiddel van de organisatie.

Rijkswaterstaat is een van de bronhouders van

een recent standaardiseringsproject, de BGT

(Basisregistratie Grootschalige Topografie). “Ach-

teraf gezien hadden we meer betrokken willen

zijn bij de totstandkoming van die standaarden

in de BGT. Maar daar gaan we nu wel meer bij

aanhaken.” Onlangs is met alle bronhouders

een wijzigingsproces gestart, met als doel te

komen tot een nieuwe release van de BGT. Ook

RWS neemt hieraan deel, en heeft een aantal

wijzigingsverzoeken ingediend. Voldoen aan de

vigerende wet- en regelgeving op dit gebied staat

hierbij centraal.

“Het vormt een breuk met het verleden waarbij

RWS uitging van het hebben van eigen standaar-

den”, schetst de directeur Inwinning en Gege-

vensanalyse. “Omdat in deze tijden ICT een steeds

verdergaande samenwerking op datavlak met

verschillende organisaties en bedrijven mogelijk

maakt, zijn we gaan inzetten op uniformeren en

standaardiseren op datagebied. We kijken daarbij

ook of en hoe we kunnen aansluiten bij de (inter)

nationale standaarden. Dat moet het vertrekpunt

zijn.”

“We werken veel samen met andere organisaties

zoals waterschappen, de brandweer, de marine.

En ook met het Kadaster. De samenwerking rond

Geo-ICT verloopt heel prettig. In het verleden liep

dat moeilijker, werden informatie en processen

heel erg binnen organisaties zelf gehouden. Nu is

er meer een open houding, transparantie. Dat zie

je bij veel organisaties. We zoeken nu bij RWS zelf

meer vanuit synergie naar samenwerkingsmoge-

lijkheden. Overheidsorganisaties zijn de afgelopen

tijd niet gegroeid. Dan word je ook kwetsbaar in

je kennis en je ziet dat dit ook wel noodzaakt tot

samenwerken. Toen ik hier in oktober 2013 begon,

hadden we bijvoorbeeld erg veel geo-vacatures

die ik niet meteen kon invullen. Het Kadaster heeft

ons toen echt ondersteund om daar meer lucht in

te brengen. Nu zijn we weer op volle sterkte.”

Kennisoverdracht naar een

jongere generatie

Zeijlemaker ziet dat het borgen van kennis in de

organisatie heel belangrijk is, zeker nu de trend

bij overheidsorganisaties toch wel vergrijzing is.

“Binnen RWS pakken we dat op verschillende

manieren op. Als we weten dat iemand binnen

een bepaalde termijn met pensioen gaat, dan

gaan we al eerder werven zodat jongeren ook

gekoppeld kunnen worden aan iemand met

veel ervaring. Dat begint nu echt vorm te krijgen.

Soms is dat wel lastig omdat budgetten onder

druk staan, maar we zien dat het nodig is. Deze

intensieve vorm van kennisoverdracht werkt echt

beter dan een overdrachtsdossiertje dat ergens

in een kast verdwijnt. Het is veel leuker om echt

met iemand op te lopen en in zijn netwerk

betrokken te worden. Ook voor degene die weg-

gaat is het goed om te weten dat degene die het

gaat overnemen geïnteresseerd is in zijn kennis

en ervaring.”

“Van het personeelsbestand bij de CIV is 33%

ouder dan 55 jaar. De meeste mensen werken tot

aan hun 67ste jaar, dus daar moeten we nu al op

inspelen. Je ziet dat als jongeren hier binnenko-

men, ze het ook best wel ingewikkeld vinden dat

er weinig leeftijdsgenoten zijn. Daarom koppelen

we de jongeren aan elkaar in een traject voor

Young Professionals, zodat ze ervaringen kunnen

uitwisselen met leeftijdsgenoten en bijvoorbeeld

samen een opleidingstraject kunnen volgen.

We pakken die scheefgroei in leeftijd zeker aan.

Er is gelukkig nog wel veel interesse in het geo-

vakgebied, maar we moeten ook actief werven.

Daarom staan we ook op beurzen, gaan we langs

bij universiteiten, hebben we veel stagiairs en is

er een junior consultancy pool. We hebben een

eigen trainee-traject en we hebben allianties met

opleidingsinstellingen. Zo kunnen mensen vanuit

een geo-opleiding ervaren wat voor leuke banen

ze met die opleiding kunnen doen en waar we

binnen RWS allemaal mee bezig zijn. We merken

nu dat alles rondom data enorm leeft onder

jongeren. Ik hoorde onlangs dat data scientist het

meest sexy beroep van dit moment is. Dat vind ik

leuk! Ik denk dat je daar wel een soort versterking

door krijgt van het vakgebied. Er is nu ook meer

kans op een baan in het geo-werkveld, dus dat

zijn hoopgevende signalen.”

“Ik zie wel dat we minder mbo-functies hebben”,

signaleert Zeijlemaker. “Veel data-inwinning

wordt door RWS uitbesteed. We hebben

bijvoorbeeld geen landmeters meer in dienst.

Als we deze expertise nodig hebben, maken we

gebruik van de markt. Ook gaat er veel digitaal

en automatisch. We hebben bijvoorbeeld een

technisch vernuftige auto rondrijden die metin-

gen maakt van het wegdek, de Aran (Automatic

Road ANalyzer). Op basis daarvan worden

reparatie- en onderhoudsplanningen gemaakt.

Ook voor het wateroppervlak is er een vaartuig.

Grote zaken doen we ook nog wel zelf. We heb-

ben daarom bijvoorbeeld ook nog 50 mensen in

ons laboratorium in Lelystad die onder meer de

waterkwaliteit 24/7 bewaken.”

Open Street Map, hackatons en

Sensor Data

RWS heeft een Nationaal Wegenbestand (NWB).

Daar zitten alle wegen, vaarwegen en spoorwe-

gen van heel Nederland in. Dat bestand maakt

RWS op basis van data van alle wegbeheerders.

Nienke Zeijlemaker: “Dit was al Open Data

voordat het wettelijk verplicht was. We werken

nu samen met Open Street Map, een initiatief

waar door wereldwijde crowdsourcing de aarde

in digitale kaarten wordt vastgelegd. Dit is een

online community van 2 miljoen vrijwilligers,

‘mappers’. Zij zijn erg gedreven om die kaart-

gegevens kloppend te krijgen. Doordat zij hun

bevindingen terugkoppelen aan ons biedt dat

mooie kansen om ons werk te optimaliseren.

Zo kunnen zij bijvoorbeeld aangeven dat er

ergens een rotonde is die wij niet in het NWB

hebben staan. Dat triggert ons, het is een goede

manier om te checken of onze eigen informatie

volledig is. Daarnaast gebruiken de ‘mappers’ ook

onze Open Data. Omdat er veel apps gebruik

maken van Open Street Map stijgt ook de kwali-

teit en de maatschappelijke waarde van de data

van de overheid. Deze samenwerking is nu nog

een pilot, we zijn het nog aan het verkennen.

Maar ik vind het zeker interessant om hiermee te

werken. Het is voor ons als overheidsorganisatie

ook goed om te kijken naar welke informatie wij

nodig hebben voor onze processen en wat we

dus allemaal willen weten en welke bronnen wij

–binnen en buiten de overheid- gebruiken.”

Data-innovatie is ook een belangrijke pijler van

de veranderopgave. RWS heeft daarom een

eigen DataLab dat het fundament vormt om

datagedreven te gaan werken en daar werken

sinds kort ook data scientists. Ook met andere

partijen wordt samengewerkt om die innovatie

verder te brengen. “We hebben bijvoorbeeld

een hackaton georganiseerd met het KNMI over

de toestand van het wegdek. Wij hebben zelf de

nodige informatie over het asfalt, met model-

len om de slijtage enzovoorts te voorspellen.

Maar als je dat afzet tegen de realiteit; klopt het

dan? Als je nou de weersinvloeden en een heel

groot aantal andere factoren daarbij betrekt,

zoals wanneer is het gelegd, wat waren de

weersomstandigheden toen, welk soort asfalt

is het enzovoorts, dan kun je je voorspellend

Page 29: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 272017-3 | Geo-Info

vermogen verbeteren. Dan kun je je middelen

veel effi ciënter inzetten. Die gegevens zijn ook

voor burgers interessant. We houden bijvoor-

beeld ook de verkeersongelukken bij. Door data

van andere partijen hierbij te betrekken kun je

veel meer te weten komen over welke omstan-

digheden van invloed hierop zijn, bijvoorbeeld

het weer, tijdstippen, risicovolle dagen. Met die

informatie kun je maatregelen treff en om de vei-

ligheid op de (vaar)wegen te vergroten. Wij stel-

len onze eigen data ook actief open. Of nou ja,

het is niet echt ‘onze’ data, maar van de overheid,

het is eigenlijk al informatie van iedereen. Ik vind

het mooi om burgers actief te stimuleren om

meer met onze open data te doen. Er zit namelijk

veel innovatiekracht in de samenleving.”

Sensor data en het Internet of Things zijn ook

begrippen in opkomst waar RWS al veel ervaring

mee heeft opgedaan, geeft Zeijlemaker aan. “Het

genereert een stroom van real time data. RWS

beschikt met het Landelijk Meetnet Water al over

een groot sensornetwerk dat hydrografi sche

data levert die van belang is voor onder meer

de waterkeringen en sluizen. Maar we hebben

ook circa 20.000 meetlussen in het wegdek die

data generen waarmee we onze verkeersma-

nagementtaken kunnen uitvoeren. We hebben

een experiment gedaan met de Bernhardsluizen.

Door deze uit te rusten met sensoren krijg je

een slimme sluis die ons inzicht geeft in de

onderhoudstoestand. Maar het geeft ook inzicht

in hoe je de energievoorziening kunt monitoren.

Wanneer heb je de meeste energie nodig en

wanneer minder? Als je die sensoren er aanhangt,

kun je steeds beter storingen voorspellen. Je

ziet wanneer er een hapering is in de energie,

wanneer er meer energie nodig is. Die algoritmes

kunnen zichzelf ook dingen leren, waardoor je

eigenlijk een storing voor bent. Dat zie ik als een

belangrijke ontwikkeling voor de toekomst. We

zullen in de nabije toekomst dan ook steeds

meer slimme bruggen, tunnels en sluizen zien.”

Verbinding

De veranderopgave en het verder brengen van

de data van Rijkswaterstaat is een fl inke klus. “Je

moet ook niet de illusie hebben dat je het ooit

allemaal 100% in kaart kan brengen”, zegt Nienke

Zeijlemaker. “Nu Big Data meer aan belang wint

en je uit heel veel verschillende bronnen data kunt

combineren, is het ook veel breder dan alleen

onze eigen organisatie. Open Data speelt daar ook

een rol in, dat is een wettelijke verplichting voor

overheidsorganisaties. We moeten de data die

we inwinnen ook openstellen voor het publiek.

Behalve privacygevoelige informatie natuurlijk.

Je moet wel echt goed kijken wat je wel en niet

open kunt gooien, dat je niet het gevaar loopt

dat er door het combineren van verschillende

data, ook van andere organisaties, gevoeligheden

oplevert We zetten dus ook heel erg in op interne

data-bewustwording binnen Rijkswaterstaat.”

Bij RWS worden ICT en data de ‘verbindende

schakel’ genoemd tussen de leefomgeving,

wegen, vaarwegen en watersystemen. “De digi-

tale infrastructuur is daarmee bestuurlijk een

speerpunt geworden in de organisatie. Het is

toegevoegd aan het beleid en de taakstelling

van RWS. Dat is een belangrijke verandering.

ICT en data vormen de vernieuwende verbin-

ding met de mensen op de weg en vaarweg.

Denk aan fi le-informatie via apps en mogelijk-

heden voor smart mobility. We zetten daardoor

ook in op het op een andere manier ontsluiten

van geo-data. Bijvoorbeeld met die fi le-apps,

maar ook met smart tables bij bewonersbij-

eenkomsten. Dan kunnen de mensen om de

informatie heen staan, zo kunnen we echt ver-

bindingen maken. En dat is waar het om draait!”

Dok 3

Dok 2

Dok 1

P

P

zelf inwinnenzelf inwinnen

inkopen

inkopen

allianties

allianties

70

80

90

Zelf inwinnenInkopen

Allianties

RijkswaterstaatAmbitie IGA: IGA als databroker

Vraag klant

Inwinning data

Check data-kwaliteit

Dataopslag

Databeheer-en ontsluiting

Maken data-producten

Inwinning – en gebruik data

Gebruik data

De ambitie van Inwinning en Gegevensanalyse (IGA): met de klantvraag als uitgangspunt via data-inwinning, data-opslag, databeheer en -ontsluiting naar

de levering van dataproducten.

Page 30: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

28 | Geo-Info | 2017-3

Op 50.000 bezoekers hadden we gerekend in

het bedrijfsplan, maar 100.000 overtreft onze

verwachtingen en de groei is nog echt niet

afgelopen. Na het verkrijgen van de titel ‘het

beste kindermuseum van de wereld’ hebben

we te maken met 60% groei in het bezoekers-

aantal voor de GeoExperience.

Het succes van GeoFort, de GoGeo cam-

pagne, de initiatieven van Techniekpact en

het Platform Betatechniek zorgen inmiddels

voor een toestroom van de leerlingen aan de

technische opleidingen. Dat is mooi! Science

centra zoals GeoFort hebben een belangrijke

rol in het overbrengen van enthousiasme

bij leerlingen voor wetenschap en techniek.

Zo blijkt uit een rapport van de Europese

Vereniging voor Science Centra (Ecsite) dat 85

- 93% van de wetenschappers aangeven dat

ze geïnspireerd zijn geraakt door bezoeken in

schoolverband aan science centra, historische

musea, planetaria, aquaria en dierentuinen.

Het is mooi dat GeoFort na vijf jaar zich niet

meer af hoeft te vragen of het concept een

succes is, maar zich alleen maar bezig hoeft

te houden met de vraag hoe we in kunnen

spelen op de groei. Dat zijn ook serieuze

vraagstukken, want het helofietenfilter en

het wifi-netwerk zijn niet toereikend voor de

huidige bezoekersaantallen laat staan dat we

genoeg plek hebben om alle leerlingen van

goed onderwijs te kunnen voorzien. Het fort

barst uit z’n voegen...

Crowdfunding

Met het oog op de toekomst en de wens zoveel

mogelijk leerlingen een plek te kunnen bieden

in GeoFort, zijn we een crowdfundingcampagne

gestart. We vragen de geo-sector om hulp, zodat

we twee doelen kunnen realiseren:

1) het creëren van een Big Data-belevenis in

het nieuwe entreegebouw;

2) het realiseren van een onderwijspaviljoen

voor 10.000 leerlingen per jaar.

Hoe meer donaties we weten te realiseren, hoe

groter het gebouw kan worden en hoe meer

leerlingen we kunnen huisvesten. Alle kleine

beetjes helpen: voor 15 euro kunnen we al één

leerling extra huisvesten! Het zou fantastisch zijn

als we 250.000 euro voor onze onderwijsdoelen

weten te verkrijgen, maar bij GeoFort geldt ‘the

sky is the limit’ qua ambities. Met meer middelen

kunnen we niet alleen het gebouw groter

maken, maar ook nog een VR-bioscoop en een

Tracking ‘n Tracing spel verwezenlijken!

We zien GeoFort als een spannende game.

We zitten inmiddels in level 15 en we gaan alles

op alles zetten op level 16 te halen. Met de

donaties van de GIN-leden kan GeoFort naar

een hoger level!

Willemijn Simon van Leeuwen

is oprichter van GeoFort. Ze is te

bereiken via [email protected].

Vijf jaar geleden hebben we samen

met vele stakeholders uit de geo-

sector GeoFort kunnen openen

voor het grote publiek. Het was

(en is) de missie om meer mensen

enthousiast te maken voor geo-

ICT en daarmee te zorgen voor

meer instroom bij de geo-studies.

Inmiddels weten jaarlijks zo’n

8.000 leerlingen het GeoFort te

vinden in schoolverband. In totaal

zullen er in 2017 100.000 bezoekers

afreizen naar GeoFort. Wie had ooit

gedacht dat zoveel mensen bereid

zouden zijn om een onbekend

geo-thema te gaan verkennen in

‘the middle of nowhere’?

Door Willemijn Simon van Leeuwen

Crowdfundingcampagne van GeoFort

Bezoekersaantallen GeoExperience. Kids met de 4D-globe in GeoFort.

Page 31: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 292017-3 | Geo-Info

De vorige Geo-Info was een themanummer over de

Omgevingswet. Op de voorkant stond de veelzeggende titel:

‘Omgevingswet en geo-informatie: een eeneiige tweeling’.

Oftewel: Met één klik op de kaart zien wat mag en kan. De

doelstelling van het DSO is dat de gebruiker met deze klik op

de kaart weet welke regels er binnen een bepaald gebied

van kracht zijn en dat zij met deze klik ook gegevens over de

fysieke omgevingskwaliteit kan raadplegen.

Conceptueel lijkt het bouwen van het DSO een logische

stap en lijken de kansen voor geo-informatie hierbij vanzelf-

sprekend. Maar op het moment dat er concreet gebouwd

moet worden aan een infrastructuur waarbij informatie vanuit

verschillende organisaties en verschillende domeinen bij

elkaar moeten komen, zien we hoe torenhoog de ambities

van DSO en de Omgevingswet eigenlijk zijn.

Met een 3D-benadering kan informatie over de leefomge-

ving veel nauwkeuriger kenbaar worden gemaakt. Maar wor-

den hiermee de ambities voor het DSO niet alleen maar veel

hoger? Ik denk dat dit meevalt.

Allereerst is er de perceptie dat alles wat met 3D te maken

heeft, kostbaar zou zijn. Dat is allerminst waar. Zeker als

direct wordt aangesloten op de werkelijke 3D-data behoefte,

hoeft 3D niet altijd duur te zijn. Een versimpeling van de

3D-werkelijkheid volstaat in veel toepassingen of is daar zelfs

meer gewenst. Bij de term 3D NL wordt vaak gedacht dat we

van heel Nederland een soort Virtual Reality-schaalmodel

maken, waarbij je als het ware door elk gebouw kunt lopen

of elke omgeving van alle kanten kunt bekijken, alsof je in

de echte wereld loopt. Dat is duur in opbouw, onderhoud

en ontsluiting en niet per se iets waar we de Omgevingswet

verder mee helpen. Van 2D-informatie weten we ook dat het

niet de werkelijkheid één op één weergeeft. Dat hoeft bij 3D

daarom ook niet om toch het gewenste doel van het DSO te

bereiken: alle relevante informatie over een bepaalde locatie

samenvoegen in een model. Het gaat dus nadrukkelijk niet

om een immens schaalmodel van Nederland te bouwen dat

ook nog eens tot op de dag (of uur?) nauwkeurig actueel is.

Dat zou veel te duur zijn en het doel van de Omgevingswet

voorbijschieten!

Daarnaast is er nog een andere reden waarom de ambi-

ties van het DSO niet gigantisch veel groter worden met een

3D-aanpak. Er is namelijk al veel 3D-informatie beschikbaar en

ook veel toepassingen werken al met 3D-data. Om te com-

municeren over de leefomgeving vertalen we die informatie

vaak terug naar het platte vlak! Een veel gebruikt voorbeeld is

geluid. Een geluidstudie dient te worden uitgevoerd volgens

vastgelegde rekenvoorschriften welke zijn gesteld in 3D met

geluidsbelasting berekend op x, y, z coördinaten. Maar geluid-

studies leveren veelal een rapport … met 2D-geluidskaarten.

We maken hier dus niet optimaal gebruik van 3D-informatie

die er al is.

In de vorige Geo-Info schreven we ook over de tech-

nische mogelijkheid om uit 2D BGT en puntenwolken een

3D-representatie van de werkelijkheid te genereren (gereali-

seerd in een samenwerking met Kadaster, TU Delft, Cyclome-

dia en Esri).

Het ontsluiten van deze typen 3D-informatie sluit goed

aan bij hoe bijvoorbeeld architecten ontwerpen in BIM. Als je

bij zo’n ontwerp meteen al kunt putten uit een centrale

3D-dataset, kun je veel gedoe achteraf voorkomen. Je kunt

meteen bepalen of iets voldoet aan de gestelde eisen en

normen (zon/schaduw eisen, geluidsbelasting) of dat de

samenstelling van de geologische ondergrond (ook al vele

jaren beschikbaar in 3D!) geen risico vormt voor een gepland

bouwwerk.

De grootste uitdaging nu is dat we erin slagen om al

die 3D-informatie die er al is technisch aan elkaar te knopen.

De verschillende domeinen zoals geluid, luchtkwaliteit,

geologie (BRO), bouw en geo hebben nu stuk voor stuk

verschillende datastructuren, verschillende informatiemodel-

len, verschillende update mechanismen en een verschillende

blik op de werkelijkheid. Hoe gaan we deze verschillende

3D-benaderingen integreren tot een zinvol geheel en zijn

we daarbij bereid om over elkaars schutting heen te kijken?

Daar zullen we de komende tijd in moeten investeren.

Het lastige daarbij is de complexe businesscase. Heel veel

partijen, waaronder overheden, hebben straks baat bij een

holistische kijk op 3D, maar niemand is er echt van. Dus wie is

de probleemeigenaar? Met het Ministerie van Infrastructuur

en Milieu, Geonovum, Kadaster en Rijkswaterstaat bekijken we

momenteel hoe we kleine stappen kunnen maken richting

3D-oplossingen voor het DSO.

Een 3D-aanpak voor het DSO: veel is nog onzeker maar

we weten dat het zal komen. Kijk bijvoorbeeld naar hoe vaak

3D wordt genoemd in de artikelen in het vorige themanum-

mer. Het is nu aan organisaties, informatiehuizen, basisregistra-

ties enzovoorts om elkaar op te zoeken op de raakvlakken van

wat al mogelijk en beschikbaar is.

Jantien Stoter

Hoogleraar 3D GeoInformatie aan de TU Delft en

tevens werkzaam bij Kadaster en Geonovum.

[email protected].

Column

Jan

tie

n S

tote

r

3D-ondersteuning in het DSO:

droom of werkelijkheid?

Page 32: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

30 | Geo-Info | 2017-3

Het gemeentelijk geo-werkveld krijgt de komende

jaren te maken met nieuwe opgaven. In het vorige

nummer van Geo-Info is al uitgebreid ingegaan

op de gevolgen van de Omgevingswet voor de

gemeentelijke geo-informatievoorziening [1, 2].

Ook in de samenhang tussen de verschillende

(basis)registraties moet er nog het nodige werk

worden verzet. Maar wat betekenen verschillende

andere ontwikkelingen nog meer?

Wat eerst de verre toekomst leek, komt snel

dichterbij. Binnenkort rijden de eerste zelfrijdende

auto’s misschien wel door uw omgeving. Een

omgeving die trouwens toch al in rap tempo

slimmer wordt: lantaarnpalen, ondergrondse con-

tainers en zelfs parkeerplaatsen laten ‘real time’

weten wat hun status is. Veel van de ontwikke-

lingen vragen om een nog betere gemeentelijke

gegevensinfrastructuur. Tegelijkertijd lijken er ook

kansen te ontstaan om de informatievoorziening

op een efficiëntere wijze te organiseren.

Tijdens de sessie ‘tijdreis door de openbare

ruimte’ gaven gemeenten en enkele partners

uit het BGT werkveld op enthousiaste wijze

inzicht in de nu al bestaande toepassingen

van het gebruik van de BGT in combinatie

met andere gegevens (‘vandaag’), de manier

waarop zij inspelen op nieuwe ontwikkelingen

(‘morgen’) en de beelden die zij op dit moment

hebben bij de toekomst (‘overmorgen’).

Vandaag

Bij het beheren van de openbare ruimte worden

al jaren gedetailleerde kaarten gebruikt om de

positie van wegen, groenobjecten en straatmeu-

bilair vast te leggen. De gemeente Dronten liet

ons zien dat door alle relevante informatie in één

integrale en objectgerichte kaart op te nemen,

gegevensgestuurd werken bij het beheren van

de openbare ruimte binnen handbereik komt.

Zo kan deze gemeente bepalen waar preventief

bladruimen zin heeft, omdat zij op basis van de

kaart kan afleiden waar bomen met veel blad

in de buurt van rioolputten staan. Eén object-

gerichte kaart biedt de gemeente echter meer

voordelen. De informatie is direct toegankelijk

voor gebruik op de website. Zo informeert

de gemeente Dronten haar inwoners op de

gemeentelijke website op basis van de BGT over

de hondenuitlaatplaatsen in de gemeente.

De BGT gebruiken voor interactieve kaarten op

de website hoeft niet ingewikkeld te zijn. Dat was

de boodschap van de gemeente Nunspeet en

het Kadaster (PDOK). De gemeente Nunspeet

liet zien hoe zij in minder dan vier stappen met

PDOK Kaart [3] en op basis van de BGT een

interactieve snippergroenkaart op de website

wist te plaatsen om inwoners te informeren over

verkoopbaar en/of verhuurbaar snippergroen

in de gemeente. Zonder diepgaande kennis

Ongeveer 1.500 deelnemers

uit meer dan 300 gemeenten

bezochten op 5 april het VNG/

KING congres ‘Digitale Agenda

2020 - Samen Organiseren’

in de Fabrique in Maarssen.

De belangrijkste ontwikkelingen

op het gebied van de verdere

digitalisering van de gemeentelijke

informatievoorziening kwamen

langs. In een tijdreis door de

openbare ruimte nam KING

bezoekers ook mee in de rol die

de BGT in combinatie met andere

locatiegebonden informatie

daarbij ‘vandaag’, ‘morgen’ en

‘overmorgen’ speelt.

Door Marcel Rietdijk, Gerlof de Haan en

Sandra Leijten

Met de BGT op tijdreis do

Figuur 1 - Een tijdreis langs ‘vandaag’, ‘morgen’ en ‘overmorgen’.

Page 33: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 312017-3 | Geo-Info

van locatiegebonden gegevens of inzet van

specialistische tooling.

Als gevolg van klimaatverandering houden

waterbeheerders rekening met meer en vooral

heftiger regenbuien. Afvoer en berging van

water zijn nu en in de toekomst belangrijke uitda-

gingen. Gemeente Almere en Stichting RIONED

lieten zien dat de BGT een belangrijke rol speelt

bij (toekomstig) gemeentelijk waterbeheer. Een

uniforme objectgerichte basiskaart in combi-

natie met hoogtegegevens en hydrologische

modellen maakt het mogelijk bij het ontwerp

en in de beheerfase beter rekening te houden

met een snelle berging en afvoer van overtollig

regenwater.

De Drechtsteden en kennisplatform CROW

vertelden over de aanvullende gebruiksmoge-

lijkheden die ontstaan wanneer gemeenten

stappen zetten om de vastgelegde eigen-

schappen van beheerobjecten in de BGT verder

te uniformeren. Daarvoor is een landelijke

standaard ontwikkeld: IMBOR. De informatie is

dan direct afgestemd met de BGT én onafhan-

kelijk van bronsysteem of proces te gebruiken.

De uniforme wijze van gegevensvastlegging

met BGT en IMBOR (Informatiemodel Beheer

Openbare Ruimte) vormden bij de Drecht-

steden een belangrijke katalysator voor de

inter gemeentelijke samenwerking op het

gebied van Beheer Openbare Ruimte.

Morgen

Morgen is nu eigenlijk al begonnen met de

invoering van de Omgevingswet. De gemeente

Rijssen-Holten liet zien dat de BGT ook nu al kan

worden gebruikt voor het werken in de geest

van de nieuwe Omgevingswet. Een pragma-

tische aanpak waarbij de informatiebehoefte

van het beleidsproces Ruimtelijke Ordening

is ‘gemapped’ op de BGT. De samenwerking

tussen het domein Ruimtelijke Ordening en het

geo-werkveld resulteerde in een Omgevings-

plankaart, waarin de BGT niet alleen de functie

heeft van referentie of ondergrond, maar de

kapstok vormt voor informatie over omgevings-

beleid. Rijssen - Holten bouwt de Omgevings-

visie niet op de BGT, maar haalt deze uit de BGT

en daaraan gekoppelde registraties [4].

Een ‘platte’ kaart is daarbij niet meer altijd

het juiste model van de werkelijkheid om de

ruimte om ons heen te ordenen. De gemeente

Rotterdam vertelde over de ontwikkeling van

het 3D-stadsmodel, dat is ontwikkeld op basis

van de basisregistraties BAG en BGT [5]. Deze

drie dimensionale ‘kaart’ helpt bijvoorbeeld

nu al het beheer en veranderingen in de

openbare ruimte (boven- en ondergronds)

beter te begrijpen en te voorspellen. Daar-

naast draagt een 3D-visualisatie bij aan een

betere communicatie met belanghebbenden

over veranderingen in de openbare ruimte.

De demonstratie met de HoloLens (waarmee

digitale informatie wordt geprojecteerd op

de echte wereld) laat zien dat de manier van

communiceren over ontwikkelingen in de

openbare ruimte drastisch gaat veranderen.

Gemeente Rotterdam vertelde vanuit haar

ervaringen dat een 3D-model gebaat is bij een

zo compleet mogelijke basiskaart inclusief een

or de openbare ruimte

Figuur 2 – ‘Powered by PDOK Kaart’: de digitale snippergroenkaart van de gemeente Nunspeet.

BGT gebruiken voor

interactieve kaarten

op de website is

eenvoudig

Page 34: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

32 | Geo-Info | 2017-3

goede afstemming op de informatie uit het

proces beheren openbare ruimte.

Gemeente Den Haag gaf een kijkje in haar

experimenten met het dynamisch rekenen

aan plannen op basis van een 3D-model en

de uitgangspunten van de omgevingswet.

Een dynamisch 3D-model wordt opgebouwd

uit basisgegevens én beleidsregels, zoals

geluidregels en luchtkwaliteit. Den Haag heeft

de ambitie om interactief te kunnen werken

met zo’n model. Belanghebbenden kunnen

dan zelf ‘passen, meten en toetsen’, voordat

het plan voor definitieve goedkeuring wordt

aangeboden aan de gemeente [6]. Het resul-

taat is een transparante samenwerking tussen

belanghebbenden en overheid. De pilots

tonen aan dat deze manier van werken een

integrale aanpak bevordert en processen kan

versoepelen. Daarmee is het volledig werken

in de ‘geest’ van de nieuwe Omgevingswet

technisch mogelijk, mits 3D-data, dynamische

rekenmodellen en de omgevingsregels ‘in 3D’

uniform en op basis van landelijke standaar-

den beschikbaar zijn voor zowel belangheb-

bende als overheid.

Overmorgen

Maar ‘overmorgen’ staat er nog meer te gebeu-

ren. De wereld om ons heen wordt steeds

slimmer door sensoren die grote hoeveelheden

gegevens verzamelen (smart cities). In de

gemeente Zoetermeer worden parkeervakken

uitgerust met een sensor, zodat deze kun-

nen ‘vertellen’ of het parkeervak bezet is of

vrij. Uiteraard worden deze gegevens primair

gebruikt om automobilisten te informeren en

te leiden naar beschikbare parkeergelegenheid.

Maar de sensorinformatie kan ook worden

gebruikt voor het bepalen van de bezetting en

juiste inrichting van parkeerterreinen en -gebie-

den. In combinatie met de BGT, gegevens

over de openbare ruimte en andere gegevens

ontstaan ook nieuwe mogelijkheden. Zo kun-

nen in geval van evenementen en afsluitingen

parkeervakken worden ‘uitgeschakeld’.

Evenementenbureau Prooost vertelde in

haar bijdrage over de pilot met Eventcloud in

Den Haag. Een concept waarbij informatie uit

verschillende ‘slimme’ bronnen, zoals mobiele

telefoons en beveiligingscamera’s worden

ingezet om grootschalige evenementen in

juiste banen te leiden. Hulpdiensten gebruiken

deze informatie om realtime inzicht te krijgen

in bezoekersstromen en drukte op locaties.

Hierbij is ook informatie over onder meer de

weginrichting, bomen, afsluitpalen, bankjes en

prullenbakken van groot belang. Het verza-

melen en afstemmen van deze gegevens uit

verschillende bronnen is nu nog maatwerk en

kost daarom relatief veel tijd. De BGT kan als

‘drager’ van deze informatie bijdragen aan een

snellere, actuelere en eenduidige beschikbaar-

heid van verschillende gegevens en daarbij de

basis vormen voor een landelijke kaartvoorzie-

ning voor crowdcontrol.

Figuur 3 - Samenwerking in de Drechtsteden met IMBOR: uniformering en standaardisatie van beheergegevens. Bron cartoon: Willem van Albeslo.

Is de zelfmuterende

kaart in aantocht?

Figuur 4 - Rotterdam in 3D uit BAG en BGT = één basismodel voor veel toepassingen.

Op BGT afgestemde

beheergegevens nodig

voor de Omgevingswet

Page 35: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 332017-3 | Geo-Info

Over de technische mogelijkheden en de

ethische vraagstukken van zelfrijdende

voertuigen is al veel gezegd en geschreven.

Maar wat weten we eigenlijk over de impact

van deze ontwikkeling op de openbare ruimte?

Het Kadaster nodigde de bezoekers uit tot een

discussie over de relatie tussen zelfrijdende

auto’s en de inrichting van de openbare ruimte.

Voldoet de huidige infrastructuur dan nog?

Zijn verkeerslichten nog wel nodig? En verkeers-

borden? Parkeerterreinen? Tegelijkertijd wordt

de zelfrijdende auto een gegevensproducent.

Met tal van ingebouwde sensoren scant de auto

al rijdend de omgeving en bouwt zo een actu-

eel en dynamisch kaartbeeld op. Informatie die

in potentie van waarde kan zijn voor verschil-

lende processen, zoals beheer openbare ruimte

en het bijhouden van een landelijke basiskaart.

Is de zelfmuterende kaart in aantocht?

Tot slot

Verschillende voorbeelden van overmorgen

leveren nu nog meer vragen op dan antwoor-

den. Voorzichtig kan worden geconcludeerd

dat gemeenten hier op dit moment in hun

informatievoorziening nog lastig concreet

op kunnen anticiperen. Welke gegevens

zullen er bijvoorbeeld precies nodig zijn om

zelfrijdende auto’s veilig door de stad te laten

rijden? En wat komt daarvan dan uit basis-

bestanden en welke gegevens kan de auto

zelf op een dynamische wijze verzamelen?

Omdat de wereld om ons heen in toene-

mende mate slimmer wordt, hoeven gemeen-

ten zeker niet meer altijd zelf alle gegevens

in te winnen en te beheren, maar kunnen zij

steeds vaker gebruik maken van gegevens uit

andere bronnen. Wij dagen gemeenten uit

om concrete innovatieve voorbeelden van

efficiënt gegevensbeheer en gebruikstoepas-

singen met elkaar te delen [7].

Dat ligt anders bij de voorbeelden van mor-

gen. Alhoewel hier nog veel behoefte bestaat

aan verdere standaardisering, is duidelijk dat

er steeds meer eisen worden gesteld aan een

solide gegevensfundament. Van gemeenten

gaat gevraagd worden om hun gegevens nog

beter af te stemmen. Registraties die nu nog

ten behoeve van een specifieke taak worden

bijgehouden, worden bovendien steeds

meer van belang voor andere toepassingen.

Wij denken hierbij specifiek aan de registra-

ties rondom het beheren van de openbare

ruimte. Die worden nu nog vooral gebruikt

voor bijvoorbeeld het maken van beheer-

planningen, maar straks vervullen ze een rol

bij de uitvoering van de Omgevingswet en

misschien wel bij crowdcontrol. Gemeenten

moeten hiervoor vandaag al aan de slag met

de (verdere) afstemming tussen de BGT en de

registraties voor het beheren van de openbare

ruimte [8].

Dat dit laatste ook nu al voordelen oplevert,

laten de gepresenteerde voorbeelden van

‘vandaag’ zien. Deze liggen eigenlijk voor alle

gemeenten voor het grijpen. Dat geldt zeker

voor het verdere gebruik van kaartjes op de

gemeentelijke website. Door het beschikbaar

zijn van de BGT en de basisfunctionaliteit voor

het maken van kaartjes in PDOK Kaart kan de

websitebeheerder zelf nu aan de slag met het

maken van eenvoudige kaartjes [3], [9]. Zet u

ook de eerste stap voor een boeiende tijdreis

door de openbare ruimte met de BGT?

Referenties[1] Erik Dolle en Ernst Koperdraat, De Omgevingswet: een uitda-

ging en een kans voor geo, Geo-info 2017 nummer 2, p. 38-39

[2] Ben Roetgerink, Omgevingswet: gemeentelijke informatiehuis-

houding als fundament, Geo-info 2017 nummer 2, p. 34-36

[3] Maak direct uw eigen kaart met de PDOK Kaart Wizard:

kaart.pdok.nl

[4] Joop Voortman, De BGT in het omgevingsplan, Geo-info 2017

nummer 2, p. 28-29

[5] Meer weten over het 3D stadsmodel? De gemeente Rotter-

dam heeft haar visie verbeeld in een filmpje. Dit is beschikbaar

op: www.youtube.com/watch?v=FhA-Hk2frgI

[6] Meer weten over dynamisch werken met een 3D model? De

gemeente Den Haag heeft haar visie verbeeld in een filmpje.

Dit is beschikbaar op: youtu.be/prRQjA02thY

[7] depilotstarter.vng.nl

[8] www.da2020.nl/ondersteuningsmiddelen/gebruik-bgt-bij-

openbare-ruimte

[9] www.da2020.nl/ondersteuningsmiddelen/innovatieve-

gebruikstoepassingen-bgt

Marcel Rietdijk is projectleider

Ondersteuning gemeentelijk

gebruik BGT bij KING.

Hij is bereikbaar via

[email protected].

Gerlof de Haan is adviseur

gemeentelijk gebruik BGT bij

KING. Hij is bereikbaar via

[email protected].

Sandra Leijten is adviseur BGT

en beheer openbare ruimte bij

KING. Zij is bereikbaar via

[email protected].

Digitale Agenda 2020

Gemeenten maken deel uit van een sterk

veranderende samenleving. Maatschap-

pelijke trends en technologische innovaties

volgen elkaar daarbij steeds sneller op.

Bij inwoners en ondernemers ontstaan

hierbij hogere verwachtingen met betrek-

king tot de gemeentelijke digitale dienstver-

lening. De Digitale Agenda 2020 (DA2020)

van VNG/KING ondersteunt, ontzorgt en

versterkt gemeenten bij de noodzakelijke

verdere digitalisering van de informatie-

voorziening. Hiervoor worden verkenningen

uitgevoerd, gezamenlijke instrumenten

ingezet en de implementatie van producten

ondersteunt. Vanuit DA2020 vindt ook

ondersteuning plaats voor het verder bin-

nengemeentelijk inregelen van de Basisre-

gistratie Grootschalige Topografie (BGT).

Voor meer informatie: www.da2020.nl.

Alle ontwikkelingen

vragen om een stevig

gegevensfundament

Figuur 5 - De mini-expo werd goed bezocht.

Page 36: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

34 | Geo-Info | 2017-3

Op 15 mei 2017 is ir. P.G. (Piet)

Sluiter overleden. Hij is ruim 90 jaar

geworden. Als ‘Landmeter’ bij de

BPM, het latere SHELL Internationale

Petroleum Maatschappij BV,

was hij een ware pionier in het

onderzoek naar nieuwe technische

applicaties in de geodesie.

Zo leverde hij een grote bijdrage

aan de praktische toepassing van

het Transit Navigation Satellite

System (Doppler) en later GPS

voor plaatsbepaling. Met deze

moderne technieken werd het

mogelijk hoge nauwkeurigheden

en betrouwbaarheden te bereiken

in gebieden waar voordien

reproduceerbare coördinaten

moeilijk waren te realiseren.

Terwijl onder aanvoering van

geodeet ir. J.G. Riemersma Shell

de standaarden stelde in de

internationale offshore (en onshore)

survey wereld volgens de ‘Delftse

School’, leverden Piet en zijn

collega’s van Shelltec in Canada

een grote bijdrage aan technische

systeem definities. Na zijn

pensionering is Piet opvallend

actief gebleven als geodetisch

en hydrografisch adviseur en als

kritisch volger en stimulator van

ontwikkelingen in de geodesie.

Piet studeerde af als Civiel-Landmeter. Op 20 mei

1988 – gebruikmakend van een overgangsrege-

ling – verkreeg hij, door het schrijven van de

scriptie ‘Positioning for marine seismic surveys’,

alsnog de titel Geodetisch Ingenieur. Afstudeer-

hoogleraar was prof. dr. ing. R.F. Rummel.

Voor zijn werk bij de BPM en Shell verbleef hij,

soms samen met zijn vrouw Willy, voor langere

tijd in ‘olie-landen’. Locaties waren Indonesië

(Balikpapan), Perzië (nu Iran), Nigeria, Engeland

(London), Venezuela, USA (Houston), Brunei (Seria)

en op het laatst Den Haag. Bekend is dat het

echtpaar in de expat-gemeenschap doorgaans

een sociaal middelpunt vormde. Het huwelijk is

kinderloos gebleven. Willy overleed in 2005.

In 1983 ging Piet reeds op 57-jarige leeftijd met

Shell-pensioen vanwege de vele tropenjaren.

Na zijn pensionering heeft Piet veel bijdragen

geleverd aan vakbladen, lezingen, symposia,

opleidingen en studieboeken. Veel van zijn

werk ging over Hydrographic Surveying of GPS

als aankomende methode voor geodetische

plaatsbepaling. Bij overgang van de Werkgroep

Dopplersatellietwaarnemingen van de Rijkscom-

missie voor Geodesie naar de nieuwe werkgroep

Toegepaste Ruimtegeodesie in 1986 is Piet Sluiter

benoemd als voorzitter van deze werkgroep.

Ir. G.J. Husti van de TU Delft werd secretaris.

Het ‘Global Positioning System GPS’ zou verreweg

de meeste aandacht van de werkgroep krijgen.

Tijdens een lezing ‘Satellietgeodesie en traag-

heidsnavigatie: landmeetkunde in de jaren 90’ in

1987 deed Piet nog een oproep tot voorstellen

voor experimentele metingen met de door de

Rijkscommissie voor Geodesie aangeschafte GPS-

apparatuur. Destijds was het aantal geodetische

ontvangers in Nederland nog op twee handen

te tellen. De prijs van een systeem was dan

ook meer dan 100.000 gulden. De ontvangers

waren toen nog slechts een paar uur per dag te

gebruiken door het kleine aantal operationele

GPS-satellieten. De resultaten op het gebied van

GPS-radio interferentie toonde de beperkingen

van de toenmalige ontvangers.

In 1994 is met subsidie van de NCG door de

Werkgroep Toegepaste Ruimtegeodesie onder

leiding van Piet Sluiter een vergelijkend onder-

zoek verricht tussen vier civiele, geodetische,

GPS-ontvangers onder Anti-Spoofing en de

invloed van interferentie op de nauwkeurigheid

van basislijnen voor geodetische toepassingen.

In datzelfde jaar droeg Piet bij aan de miniserie

‘GPS in de praktijk’, gepubliceerd in het Neder-

lands Geodetisch Tijdschrift ‘Geodesia’.

Piet heeft ruim 25 jaar met zeer veel toewijding

de functie van notulist vervuld van de Werkgroep

Verkenning Plaatsbepaling en Navigatie (VPN).

De werkgroep VPN valt onder de verantwoor-

delijkheid van zowel Geo-Informatie Nederland

als het NIN (Nederlands Instituut voor Navigatie)

en is een werkgroep waarin het bedrijfsleven,

overheidsinstellingen en universiteiten twee keer

per jaar ervaringen uitwisselen op het gebied van

plaatsbepalingstechnieken waaronder GPS. Piets

verslagen waren zeer uitgebreid en vaak aange-

vuld met nader, eigen (internet-)onderzoek. Piet

was sterk in doorvragen en zijn notulen bevatten

vaak niet wat mensen hadden gezegd, maar wat

ze hadden moeten zeggen. Op 5 oktober 2010

heeft Piet Sluiter zijn functie als notulist over-

gedragen (zie foto). Daarna is hij nog jarenlang

frequent bezoeker geweest van de vergaderingen

en kwam hij nog vaak met eigen bijdragen.

Piet tobde jarenlang met zijn ogen. Zijn grote

interesse in de medische en technische aspecten

van deze problemen leidde tot een hechte

vriendschap met zijn oogchirurg in Groningen.

Samen analyseerden zij de medische en techni-

sche problemen en bespraken de oplossingen op

het professionele niveau dat we van Piet kenden.

Piet was een geodeet met een enorme nieuws-

gierigheid, gedrevenheid en passie voor zijn

vakgebied. De geodesie in het algemeen en de

leden van de Werkgroep VPN in het bijzonder zijn

hem hiervoor dank verschuldigd.

Wij denken met waardering aan hem terug.

ir. Jean-Paul Henry

ir. Henk Schuringa

ir. Hans Visser

ir. Adriaan Houtenbos

Prof. em. Jac Spaans

Ir. Piet Sluiter (1926-2017)

In Memoriam

Page 37: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

Kees van Hamersveld, Vuurtorens

op de kaart, eigen uitgave, Bilthoven

2017, 103 pagina’s, ISBN/EAN 978-

90-826829-0-8. Prijs is vanaf € 17,

excl. verzendkosten, te bestellen via

[email protected].

Van het boek beelden we graag de voor- én de

achterkant af. De foto op die achterkant heeft

deze verrassende toelichting: ‘Vuurtorens staan

overal, zoals hier in Zeist. Gebouwd voor ‘als de dijken

breken’ en het hoge water ervoor zorgt dat Zeist aan

zee komt te liggen.’

De schrijver, ook DHC-donateur, start het boek

met zijn keus als zestienjarige: ‘Werk, vooral in de

techniek en de weg- en waterbouw (o.a. door

de Deltawerken) lag toen voor het oprapen en

wellicht daardoor verkoos ik een vak te gaan leren.

Het draaide uit op een van de oudste beroepen

van onze geschiedenis; LANDMETEN en wel aan

de Hogere Technische School in Utrecht. Wat

dat inhield, was mij totaal onbekend. Sommige

leerlingen van de eindexamenklas dachten het

wel te weten; dat zijn toch die mannen met die

rood-witte stokken?’

Vervolgens worden door Van Hamersveld de

aanleiding en de inhoud van het boek uitgelegd:

‘Tegen het einde van mijn werkzame leven,

waarin ik van landmeter opklom tot projectin-

genieur, ben ik mij gaan interesseren voor de

geschiedenis en de locatie van vuurtorens. Sterker

nog: het liefst foto’s in combinatie met een afbeel-

ding van het aardoppervlak. Uiteraard met daarop

een vuurtorenvermelding. Het thema ‘vuurtorens’

kent een grote diversiteit aan invalshoeken: vorm-

geving van de bouwwerken en de omgeving van

de bouwlocaties. Over deze en andere aspecten

bestaan talloze publicaties, de verzameling van

een ware vuurtorenliefhebber zal nooit compleet

zijn. Dit lees- en kijkboek heeft allereerst ten doel

de omvang van die diversiteit te laten zien. Maar ik

hoop ook mijn enthousiasme over de verschil-

lende aspecten van vuurtorens over te brengen,

dit steeds in combinatie met mooi ‘geo-product’,

de afbeelding van het aardoppervlak in welke

vorm dan ook – mijn vak laat zich niet verlooche-

nen.’ De titel van het boek dekt dan ook de lading

voor honderd procent.

Het boek ‘Vuurtorens op de kaart’ is geschreven

voor een breed publiek. Het domein is ook breed:

een selectie van 45 vuurtorens uit alle hoeken van

de wereld en in chronologische volgorde gerang-

schikt. De oudste, uit 283 voor Christus, is de Pharos

van Alexandrië: ‘Hoewel niemand precies weet hoe de

Pharos er heeft uitgezien, zijn er talloze afbeeldingen

van gemaakt.’ Het ‘geo-product’ is nagenoeg altijd

een kaartfragment, maar ook wel een postzegel-

velletje of de achterkant van een bankbiljet (met

onder veel meer wel een kaartje van Zeeland). Het

gaat om het biljet van ƒ 250 met de vuurtoren van

Haamstede, waarvan het ontwerp- en drukproces

bijna ƒ 10.000.000 kostte (onder de vigerende

minister van fi nanciën destijds). Het is door het

boek heen ook een diversiteit aan zéékaarten,

maar dat niet alleen. Bij Oud-Kraggenburg is er

ook aandacht voor de derde dimensie: ‘Fragment

van het laatste blad van de rivierkaart ‘IJssel’ van Rijks-

waterstaat. Bij de haven zijn kennelijk drie peilschalen;

een met het Amsterdams Peil (1875), een met het

Normaal Amsterdams Peil (1893) en een Geregistreerde

Rijkspeilschaal (1878) aanwezig.’

Je komt werkelijk van alles tegen. Neem als

voorbeeld de Eddystone nummer 3 uit Plymouth.

Het volk bracht in 1880 geld bijeen om het niet-

massieve deel van een toren blok voor blok af te

breken en het daarna verderop een tweede leven

te gunnen. Ook het interieur (meubels, kasten

en bedden die de rondte van de vuurtorenwand

volgden!) werd overgebracht. Opvallend is het

vers uit de King James Bible, dat in de toren met

grote letters is aangebracht: EXCEPT THE LORD

BUILDS THE HOUSE, THEY LABOUR IN VAIN THAT

BUILD IT - PSALM CXXVII. De jongste vuurtoren

is trouwens die van 1974-2008 op de Maasvlakte

(‘Last in, fi rst out’).

Graag beveel ik dit gevarieerde boek (ook

resultaat van vele ‘vuurtorenvakanties’) van harte

aan. Het is ook professioneel voorzien van bron-

vermeldingen en begrippenlijst. Een voorbeeld:

‘Hydrografi sche kaart - een kaart met vermeldingen,

die relevant zijn voor de navigatie. Tot ca. 2000

aanwezig in de ladekast aan boord van ieder schip.

Tegenwoordig digitaal aanwezig op de brug.’

Adri den Boer

Boek

Vuurtorens op de kaart

| 352017-3 | Geo-Info

Page 38: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

36 | Geo-Info | 2017-3

René Dings, Uitgeverij Nijgh

& Van Ditmar, 270 pagina’s,

paperback, ISBN 978 90 388 0352 4.

Verkoopprijs € 17,50.

“De kortste weg van A naar B ligt in Ottoland.

Neem gewoon het bruggetje over de Vliet,

het is hooguit tien meter.” Deze en andere

suggesties van René Dings zijn terug te vinden

in zijn jongste uitgave ‘Over straatnamen met

name’ waarin de ontstaansgeschiedenis van

straatnamen uit de doeken wordt gedaan.

Anders dan de vele straatnaamboeken die uit-

sluitend de herkomst van de gekozen namen

als thema hebben, geeft dit boek een bredere

inkijk in de wereld van de straatnaamgeving.

Het kan dan ook doorgaan als naslagwerk voor

iedereen die betrokken is bij het naamge-

vingsproces. De auteur hoort daar ook bij:

Dings is lid van de straatnamencommissie in

Delft en kan daardoor verhalen uit zijn eigen

gemeentelijke praktijk. Maar het boek staat

ook vol met voorbeelden uit andere delen van

het land.

Vrijheidslaan

In elf hoofdstukken wordt de lezer meegeno-

men in de totstandkoming van straatnamen:

van de geschiedenis van de naamgeving

via het thematisch toekennen van namen

tot terughoudendheid om straten naar

bedrijven te vernoemen. Maar ook afgeleide

zaken komen aan bod: de invloed van de

straatnaam op de huizenprijs, protesten door

bewoners tegen de naam, verwarring bij de

vindbaarheid door op elkaar gelijkende namen

en naamswijzigingen. Zo lezen we dat de

Amsterdamse Stalinlaan in 1956 direct na de

Russische inval in Hongarije is omgedoopt tot

Vrijheidslaan. Het was overigens niet Stalin die

leiding gaf aan het neerslaan van de opstand,

zoals Dings vermeldt – de dictator was toen al

drie jaar dood.

‘Over straatnamen met name’ is bovenal een

boek met lijstjes en statistische informatie (of

‘nutteloze feitjes’ zoals de auteur ze noemt)

waardoor we te weten komen wat bij de straat-

naamgevers de meest populaire boom (berk),

persoon (Juliana) of schilder (Rembrandt van

Rijn) is. En welke straatnamen rijmen (de Agaat-

straat en de Wijkdijk) en dat er een Ajaxstraat

in Rotterdam ligt. De langste straatnaam van

Nederland blijkt de Laan van de landinrich-

tingscommissie Duiven-Westervoort in Duiven

te zijn, maar als u die niet kent dan kan dat

kloppen: het fi etspad kent geen geadresseerde

objecten en er is zelfs nooit een straatnaam-

bord geplaatst.

Geen thema dat je niet met een straatnaam

in verband zou kunnen brengen. Dings is

dan ook van vele markten thuis en neemt

ons op onderhoudende wijze mee in de

wereld van fl ora en fauna, staatslieden en

kunstenaars, sporters en stripfi guren en

andere thema’s.

Boek

Over straatnamen met name

Page 39: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 372017-3 | Geo-Info

Prinsesje

Een strikvraag over het onafscheidelijke

schrijversduo Betje Wolff en Aagje Deken (wat

heeft geleid tot straatnamen als Betje Wolfflaan

en Aagje Dekenstraat, maar ook tot Wolff en

Dekenplein) houdt de lezer bij de les, maar de

veronderstelling dat Jan Janssen nog vergeefs

wacht op zijn straatnaam is onjuist, in Nootdorp

is in 2011 een fietspad naar de voormalige

Tourwinnaar genoemd.

Een zoektocht in de Basisregistratie Adressen

laat zien dat de Kerkstraat de meest voorko-

mende straatnaam van ons land is, gevolgd

door de Schoolstraat en de Molenstraat. Interes-

santer zijn de dilemma’s die zich voordoen bij

voorgenomen benoemingen van straten naar

politici, sporthelden en verzetsstrijders. Wie niet

en wie wel? Sommige gemeentes hanteren de

stelregel dat een straatnaam pas tien jaar na het

overlijden naar een persoon wordt benoemd.

Andere gemeentes kunnen niet wachten als

een prinsesje wordt geboren of een sportheld

een medaille in de wacht sleept.

Zijn er regels waaraan een straatnaam moet

voldoen? Eigenlijk niet, maar een lijst met

Theodoliet (of toch waterpasinstrument?)

‘Zeer oud hulpmiddel, evenals het statief

- Theodoliet - goede staat met lenzen in uitste-

kende staat met waterpassen, allen gemonteerd

op houten statief stand.

Gereedschapslengte ca. cm 35-40 x 15. Statief

beenlengte ca. 136 cm.’

veiling.catawiki.nl/kavels/11128363-theodolite-

with-tripod-brass-and-wood-19th-century

veelgebruikte richtlijnen heeft Dings wel: kies

voor samenhang in namen van straten die bij

elkaar in de buurt liggen, zorg dat het achter-

voegsel (boulevard, steeg etc.) bij het karakter

van de straat past, let op de schrijfbaarheid en

verstaanbaarheid en maak het niet te lang.

Vakantie

Het boek is vlot geschreven en voorzien van

enkele korte kaderteksten waarin bijzonder

voorbeelden van straatnamen worden aange-

haald als de Korte Ademhalingssteeg (Zwolle),

de Eendekotsweg (Gapinge) en de Wasstraat

(Leiden). Jammer dat er niet wat foto’s van

straatnaamborden met onderschrift zijn

opgenomen, maar door het ontbreken van

illustraties is de verkoopprijs wel laag geble-

ven. Meenemen op vakantie dus deze zomer,

het boek is goed voor een paar genoeglijke

uurtjes op de camping of op het terras.

Ronald Bokhove

Page 40: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

38 | Geo-Info | 2017-3

Verslag

Tot en met 7 januari 2018 is er in het

Nationaal Archief (bij Den Haag CS)

de expositie ‘De wereld van de VOC’.

Al liggen er ook dikke grootboeken

van de Opperboekhouder:

unieke kaarten maken daar het

belangrijkste deel van uit.

Bijna tweehonderd jaar lang – van 1602 tot

1798 – heerst de Verenigde Oost-Indische

Compagnie over de handel in het oostelijke

deel van de wereld. Dat omvangrijke han-

delsrijk kon alleen met behulp van een grote

papierstroom worden bestuurd vanuit de

Republiek. Het Nationaal Archief bewaart een

groot deel van het uitgebreide VOC-archief dat

er nu nog is. Deze schat aan informatie vormt

al jarenlang een unieke bron voor onder-

zoekers. De VOC-archieven zijn in 2003 door

UNESCO op het Memory of the World Register

geplaatst – bewijs van de ‘wereldwijde beteke-

nis’ van deze archieven.

Meer dan papierwerk

Van 2015-2017 zijn de VOC-archieven op de

website www.gahetna.nl gezet, maar in de

tentoonstelling ‘De wereld van de VOC’ is een

groot aantal van deze schatten in het echt te

zien (en nog onder het geluid van een bewe-

gend olifantsbeeld ook). Maak een ontdek-

kingsreis langs perfect geëxposeerde unieke

kaarten, scheepsjournalen, brieven, tekeningen

en nog veel meer, zo wordt graag geadviseerd.

Naast het eigen ‘papierwerk’ van het Nationaal

Archief zijn er uiteraard ook bruiklenen, al dan

niet van ooit de VOC zelf. Een Jacobsstaf uit 1776

kwam zo uit het Maritiem Museum in Rotter-

dam en het Noordelijk Scheepvaartmuseum uit

Groningen leende een fors dieplood met lijn uit

de 18e of 19e eeuw uit.

Op veel kaarten uit de Oost of van onderweg

valt het alom gebruiken van de Rijnlandse

roede - met de standaard op de Leidse ster-

renwacht en/of het stadhuis - en de Duitse

mijl op! De Duitse of Hollandse mijl mat 7,407

kilometer. Op het alom gebruiken van de

roede werd in de expositie niet ingegaan,

maar het KNAG-tijdschrift schreef in 1932 over

de Rijnlandsche Roede dat deze al onder Van

Riebeeck in de Kaapkolonie werd ingevoerd

en in 1691 in Nederlandsch-Indië! Vooral uit de

Indische Archipel zijn er niet alleen zeekaarten,

maar ook ‘grondteekeningen’ van steden en

kruidenplantages. Het langste stuk papier is

een (rond geëxposeerd) panorama van de

Kaap uit 1778 uit het Kaartenarchief Topogra-

fi sche Dienst bij het Nationaal archief (inv.nr.

15.120F). Maker Robert Jacob Gordon gaf veel

aan (‘hebbende de distantien en hoogtens

nauwkeurig genomen’) en middenin ook: ‘van

‘De wereld van de VOC’

Jacobsstaf uit 1776 uit het Maritiem Museum in Rotterdam en diep-

lood uit het Noordelijk Scheepvaartmuseum uit Groningen.

‘Kaart van ’t Zuydland bezeilt door Willem de Vlamingh in januari en februari 1697’,

cartouche met ‘Duytsche Mijlen’.

Zeventiende-eeuwse kaart van Bantam op Java.

Page 41: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 392017-3 | Geo-Info

dit punt is het gesigt genomen’. Het kerkhof

en de slavenbegraafplaats waren al apart en

dus apart aangegeven….

Boek

Bij uitgeverij Waanders verschenen ‘The Dutch

East India Company Book’ en ‘Het Grote VOC

Boek’ van Ron Guleij (2e druk al!). Het boek

bestaat uit in totaal elf hoofdstukken die de

lezer meenemen op een VOC-reis door alle

gebieden waar deze eerste multinational actief

was. Naast zeven geografi sche hoofdstukken

bevat Het Grote VOC Boek vier hoofdstukken

die kernthema’s behandelen met ‘kartogra-

fi e & navigatie’ voor lezers van dit blad als

topper. Een hele kolom staat er bijvoorbeeld

in over Gerrit de Haan, baas-kaartenmaker in

Batavia, 1747-1769. Leerzaam vond ik wat de

meer bekende Willem Barentsz. over zichzelf

schreef in het voorwoord van een atlas: ‘Van

mijne kintsche daghen aen altijt gheneghen ben

gheweest was, omme nae alle mijne vermoghen

de Landen die ick bewandelde ofte beseylde

Caertsghewijse met de omloopende Zeen, Wateren

en de Streeckingen af te beelden.’ Voor dit boek

te hebben gelezen had ik ook nog nooit van

de ‘ziel’ van een dieplood gehoord: een holle

ruimte aan de onderkant van een dieplood om

vet in te smeren en zodoende bodemmonsters

mee omhoog te nemen. Tot slot wat leerzame

cijfers: in de periode 1602-1753 zijn tenminste

70.000 VOC-kaarten op perkament gemaakt.

Elk VOC-schip kreeg vier sets kaarten mee en

gemiddeld ging een kaart zes reizen mee. Van

de kleinschalige overzeilers op perkament zijn

er wereldwijd nog 350 bewaard, waarvan een

kleine 100 op het Nationaal Archief! Maar toen

in Batavia de kaartenmakerswinkel in 1793 werd

gesloten gingen er alleen al 3000 kaarten naar

Nederland terug...

Zie voor de plaats en openingstijden van de

expositie de website www.gahetna.nl.

Adri den Boer

Fragment van panorama van de Kaap van Gordon uit 1778.

Plan van het fort de Goede Hoop, met het begonnen nieuwe project voor Vyfhoek, aanleg van de Stad

enz. 1665. Met schaal van 100 Rijnlandse roeden = 300 strepen.

Page 42: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

40 | Geo-Info | 2017-3

Algemeen management bij data-acquisitie bedrijven Er bestaat veel generieke literatuur

over algemeen management,

maar niet specifiek over algemeen

management bij Geo-ICT bedrijven

of data-acquisitiebedrijven.

En juist hierover gaat dit artikel,

dat is opgesplitst in twee

delen. Het eerste deel gaat in

op de verschillende aspecten

van algemeen management

bij Geo-ICT bedrijven en data-

acquisitiebedrijven en bevat

enige algemene opmerkingen.

Het tweede deel, dat op een later

moment gepubliceerd wordt, gaat

in op de prioriteiten die moeten

worden gesteld en bevat enige

slotopmerkingen.

Door Jos Anneveld

Ik heb bijna 25 jaar directie- en management-

functies bekleed bij een gerenommeerd geo-

detisch ingenieursbureau, in de GEO-ICT sector

en bij een landmeetkundige en kartografische

afdeling binnen de overheid. Verder heb ik veel

literatuur en artikelen gelezen over onderne-

merschap en management en, naast andere

leiderschap- en managementtrainingen, het

Advanced Management Program gevolgd aan

de Harvard Business School. Voornoemde ken-

nis en ervaring vormen de basis van dit artikel.

In dit artikel wordt vaak gesproken over ‘de

eindverantwoordelijke’ van een Geo-ICT bedrijf

of data-acquisitiebedrijf. Per bedrijf kan het sterk

verschillen wie met de eindverantwoordelijke

wordt bedoeld, al zal men dit intuïtief meestal

wel kunnen aangeven (directeur-grootaandeel-

houder, managing partner, algemeen directeur,

managing director, general manager, directeur,

afdelingsmanager). Dit artikel is bedoeld voor

(aanstaande) eindverantwoordelijken bij Geo-

ICT bedrijven en data-acquisitiebedrijven, en

hun adviseurs. Grote onderdelen van het artikel

zijn ook van toepassing in de non-profitsector.

Hiermee is het artikel ook interessant voor

(aanstaand) eindverantwoordelijken van geo-

eenheden in de non-profitsector.

Ondernemerschap en management

Ondernemerschap is:

• extern gericht;

• op het wat (effectiviteit) gericht;

• georiënteerd op de markt.

Management is:

• intern gericht;

• op het hoe (efficiency) gericht;

• georiënteerd op de bedrijfsvoering.

Algemeen management omvat veel aspec-

ten, die zowel een ondernemerschaps- als

managementcomponent kunnen bevatten:

• missie en visie;

• marketing (Product-Markt-Combinaties,

kortweg PMC’s);

• sales (PMC’s);

• onderzoek en ontwikkeling & Business

Development (nieuwe PMC’s);

• overnames;

• onderhoud (PMC’s).

Bij de volgende aspecten van algemeen

management ligt het accent vooral op (intern)

management:

• strategie;

• huisvesting;

Het is belangrijk dat een eindverantwoordelijke zowel eigenschappen van een ondernemer heeft als

van een manager.

Page 43: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 412017-3 | Geo-Info

• financiën;

• productie van Geo-ICT software of geo-data;

• personeelszaken;

• organisatie;

• kwaliteitszorg m.b.t. Geo-ICT software en

geo-data;

• communicatie met aandeelhouder en

ondernemingsraad.

Bovenstaande verdeling van aspecten van

algemeen management naar ondernemer-

schap (extern) en management (intern) is

enigszins arbitrair: veel aspecten bevatten

zowel een component van ondernemer-

schap als van management. Daarom is het

belangrijk dat de eindverantwoordelijke van

een Geo-ICT bedrijf of data-acquisitiebedrijf

zowel eigenschappen van een ondernemer

heeft als van een manager. In het algemeen

is het voor de eindverantwoordelijke belang-

rijker om structureel met externe onderne-

mersaspecten bezig te zijn dan met interne

managementaspecten. Immers, verkeerde

externe beslissingen kosten doorgaans nog

meer geld dan verkeerde interne beslissingen,

leveren meer imagoschade op en zijn minder

makkelijk terug te draaien. In de praktijk zal

daarom vaak de eindverantwoordelijke het

merendeel van de externe aspecten voor zijn/

haar rekening nemen en zijn/haar rechterhand

het merendeel van de interne aspecten.

Alvast zoveel mogelijk zelf doen

Zowel bij inzet van eigen personeel als bij

inhuur van een specialist van buiten, is het aan

te raden dat de eindverantwoordelijke zoveel

mogelijk denkwerk alvast zelf doet. Dat ver-

groot de sturing door de eindverantwoorde-

lijke, zorgt voor meer eenheid in de cultuur

en bespaart op de uitgaven in het geval van

een deskundige van buiten. Voor sommige

voor het bedrijf wezensvreemde maar wel

heel belangrijke specialismen kan men bij een

Geo-ICT bedrijf of een data-acquisitiebedrijf

alleen specialisten van het tweede garnituur

op de loonlijst krijgen. Deze zijn vaak onzeker

en vragen dan voor elk wissewasje advies aan

goede specialisten of ze adviseren verkeerd.

Dit werkt sterk vertragend en kostenverho-

gend. Het is dan ook beter in zo’n situatie om

zoveel mogelijk denkwerk zelf te doen en dan

direct de beste specialist zelf in te huren!

Situationeel leiderschap

Het leiderschap moet situationeel zijn: de

desbetreffende medewerker moet afhankelijk

van de situatie aangestuurd worden (aansturing

kan op vier manieren volgens de indeling: leiden,

begeleiden, steunen, delegeren [1]). Aansturing

moet dus afhankelijk zijn van de situatie en

niet van de persoon! Het komt in de praktijk

vaak voor dat een geo-middelmanager op een

bepaald gebied, bijvoorbeeld het geodetisch

technische terrein, heel ervaren is en dat hij of

zij op dit gebied volkomen zijn of haar gang

kan gaan (delegeren). Het kan echter ook heel

goed zijn dat dezelfde geo-middelmanager op

een ander gebied, bijvoorbeeld het voeren van

slechtnieuwsgesprekken, heel onervaren is, en

op dit gebied strak geleid moet worden (leiden).

Dezelfde geo-middelmanager moet dus, afhan-

kelijk van de omstandigheden, heel verschillend

worden aangestuurd! De eindverantwoordelijke

moet ervoor waken in de val te trappen dat hij

of zij gewend is aan een ervaren geo-middelma-

nager veel te delegeren en dat dan ook doet op

een voor de middelmanager onbekend gebied!

Referentie[1] Eliott Aronson, Timothy Wilson & Robin Akert, 2011, Sociale Psy-

chologie (7e editie), Amsterdam: Pearson Education Benelux.

mr.ir. Jos C. Anneveld is

onafhankelijk adviseur bij

AeroVision. Hij adviseert graag

vanuit zijn kennis en ervaring

over algemeen management bij

Geo-ICT bedrijven en data-acqui-

sitiebedrijven. Hij is te bereiken via

[email protected].

Geo -ICT bedrijven en (deel 1)

De eigenschappen van

een ondernemer zijn

voor de eindverant-

woordelijke essentiëler

dan de eigenschappen

van een manager

Het leiderschap moet situationeel zijn.

Page 44: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

42 | Geo-Info | 2017-3

Verslag

Voor de vijfde maal op rij was het

een zonovergoten dag voor de

Cartodag. Ditmaal was het thema

Open Data, en waar kan dit beter

dan in hartje Rotterdam, in het net

geopende Timmerhuis? Open Data

is de toekomst, wordt nog beter

beschikbaar, maar is ook een

uitdaging.

De laatste jaren wordt in snel toenemende

mate Open Data beschikbaar gesteld, vooral

overheidsdata via de site PDOK (Publieke

Dienstverlening Op de Kaart), en hiervan wordt

gretig gebruikgemaakt. Vanzelfsprekend heeft

deze ontwikkeling grote invloed op de kaart-

productie. Het is dan ook een thema dat velen

heeft aangesproken, gezien de grote opkomst.

De toekomst met 3D

Keynote speaker Henk Scholten, onder ander

hoogleraar Ruimtelijke Informatica bij de VU

en CEO van Geodan, schetste een toekomst

waarin vooral 3D een hoge (vogel)vlucht gaat

nemen. Door het gratis beschikbaar komen

van hoogtedata (AHN) – hoogte is de derde

dimensie in de ruimtelijke omgeving – wordt

3D immers steeds makkelijker toe te passen.

Henk wees erop dat kinderen tegenwoordig

door het spelen met MineCraft en Pokemon-

Go in het omgaan met 3D al zeer bedreven

zijn. In het project GeoCraft wordt heel Neder-

land in MineCraft nagebouwd. Pokemon-Go

maakt gebruik van 3D-objecten zoals kanon-

nen, zoals bij kasteel Radboud in Medemblik

(Henk was daar over een hek geklommen!).

Visualiseren in 3D zal steeds belangrijker

worden in het besluitvormingsproces. Een tak

van sport in wording rond 3D is GeoDesign,

waarin verschillende disciplines op een zeer

interactieve manier samenwerken. Henk wees

ook op het belang van de Basisregistratie

Ondergrond. Doordat Nederland in een delta-

gebied ligt, is de ondergrond enorm gelaagd

en gevarieerd. Bij infrastructurele projecten

kunnen hier grote missers mee gemaakt

worden, zoals Henk zelf heeft kunnen ervaren

in zijn tuin bij de aanleg van de Westfrisiaweg!

3D is bij uitstek geschikt om de ondergrond in

beeld te brengen.

Het is de vraag of de huidige methodologie

van de kartografi e nog wel toereikend is.

Een methodologie ontwikkelen voor het visu-

aliseren van de 3D wereld, dat is de uitdaging

waar de moderne kartografi e voor staat.

NLExtract

De mannen van NLExtract en Open Topo, Jan-

Willem van Aalst, Just van den Broecke en Frank

Steggink, hielden een meer down-to-earth ver-

haal omtrent het extraheren van overheidsdata

naar wat zij noemen ‘hapklare data’. Voor karto-

grafi e is het bijvoorbeeld heel prettig dat je kunt

beschikken over kant en klare hillshades en dat

gaten in de AHN zijn opgevuld. Ze lieten zien

hoe ze deze gigantische bestanden met verschil-

lende tools onder handen nemen. Een belang-

rijke stap daarbij is de data in PostGIS zetten voor

de broodnodige performance. Zo kan ook alle

data eenvoudig naar dezelfde projectie, resolutie

en kwaliteit omgezet worden. Er zijn nog wel

enkele kartografi sche dilemma’s...

Een dilemma in kartografi sch opzicht bij het

gebruik van Open Data is: welke bron van Open

Data kies je? Het weergeven (of niet weergeven)

van bijvoorbeeld parkeergarages is daarvan

afhankelijk, en ook of je kassen een specifi eke

kleur kunt geven. Bronhouders (naburige

gemeenten) die beboste duingebieden ver-

schillend classifi ceren (bos of duin), waardoor je

Cartodag 2017 - Open is gratis; ja

Henk Scholten (foto Nana Pluim).

Just van den Broecke vertelt (foto Winifred Broeder).

Page 45: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 432017-3 | Geo-Info

rare overgangen krijgt op de kaart. Hoe kun je

dat vermijden?

Kansen en valkuilen

Twee medewerkers van de gemeente Den

Haag, Willem Hoff mans en Maarten Reiling,

gingen in op de kwesties die je tegen kan

komen bij het toepassen van Open Data.

Er zijn kansen, maar ook valkuilen. Open

Data is vaak Big Data, wat betekent dat soms

dingen niet helemaal kloppen. De gebruiker

moet een kritische blik houden en waakzaam

blijven, met name als het gaat om actualiteit

en betrouwbaarheid. Enkele voorbeelden: er

zitten bijvoorbeeld hier en daar grote driehoe-

ken in de BAG (die aangeven: hier moet nog

iets gebeuren) - hoe krijg je die er uit? Ook kan

data verouderd zijn: panden die ooit als

winkel gebouwd zijn, worden nog steeds zo

aangeduid terwijl ze dat al decennia niet meer

zijn. Van golfbrekers in zee is na een strandop-

hoging weinig meer te zien, maar ze hebben

nog hun oude formaat op de TOP10NL.

De familie BRT

Een belangrijke leverancier van Open Data is het

Kadaster. Namens het Kadaster was Richard Wit-

mer aanwezig om te vertellen over de BRT-fami-

lie, de verschillende versies van de topografi sche

kaarten, van TOP10 tot en met de TOP1000.

De laatste is in april verschenen. Hij wees op het

belang van actualiteit en kwaliteit van deze kaar-

ten en hoe het Kadaster daar mee omgaat. Het is

nu inmiddels zo dat binnen één jaar de TOP10NL

(heel NL) wordt geactualiseerd. Een andere

ontwikkeling is het terugmeldsysteem, waarmee

iedere burger onjuistheden in de kaart kan

doorgeven (verbeterdekaart.nl).

Jeroen Hogeboom (Kadaster) en Niene Boeijen

(Webmapper) lieten zien hoe je met ‘vector

tilen’ de visualisatie van de kaarten van de BRT-

familie kunt aanpassen aan je eigen behoefte.

Spelen met ‘gratis’ GIS spullen

In het kielzog van zijn toeristische publicaties

heeft Pim Verver (Travelingo) een liefde ontwik-

keld voor kartografi e en GIS. Pim is iemand die

oog blijft houden voor kartografi sche kwaliteit.

Hoe makkelijk is het niet om genoegen te

nemen met de bestaande fi etskaarten van de

ANWB? En is het niet fraaier als het landschap

over de grens doorloopt? Open Data van de

buurlanden levert de mogelijkheid om hier

wat aan te doen. Een leuk tussendoortje tijdens

deze presentatie was de kaart van Nieuw-

Zeeland met in grijs West-Europa als ‘antipode’

geprojecteerd. Je ziet dan West-Europa op zijn

kop, Nieuw-Zeeland ter hoogte van Spanje.

Prioriteits index Nepal

Het verhaal van studente Evelien Bulte maakte

mooi duidelijk hoe Open Data van belang

kan zijn bij een calamiteit als de aardbeving

in Nepal. Je wilt zo snel mogelijk weten welke

plaatsen het zwaarst getroff en zijn, zodat de

humanitaire hulp zo goed mogelijk ver-

deeld wordt. Daarom moet je weten wat de

toestand was voorafgaand aan de calamiteit.

Verschillende indicatoren als bevolkingsdicht-

heid en armoede per gebied zijn nodig om

de hulpbehoefte te kwantifi ceren. Als je dat

in een model stopt, kun je bij een volgende

aardbeving heel snel een redelijke voorspel-

ling doen waar de noodhulp naar toe moet.

toch, niet dan?

Willem Hofmans houdt ons in de ban (foto Winifred

Broeder).

Page 46: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

44 | Geo-Info | 2017-3

Tekenen? Downloaden!

Winifred Broeder heeft met haar bedrijf

Landkaartje een lange staat van dienst als kar-

tograaf. Met het beschikbaar komen van Open

Data heeft Winifred als geen ander ondervon-

den hoe in korte tijd haar werk als kartograaf is

veranderd. Ze komt met name veel sneller aan

het eigenlijke werk voor de opdrachtgever toe.

Ook een vorm van Open data: het beschikbaar

komen van historische kaarten die gedigita-

liseerd zijn en middels georefereren op de

‘juiste’ plek gezet zijn. Winifred gebruikte een

oude kaart met de brandgrens in Rotterdam

(het door brand verwoeste gebied na het

bombardement in 1940) voor het ontwerp

van een kaart op een zitsteen, waarvan er zes

exemplaren langs de daadwerkelijke brand-

grens worden geplaatst.

Tot besluit was er nog het onderdeel Zeepkis-

ten, met vooral aankondigingen van evene-

menten. Op het dakterras was er gelegenheid

om in het voorjaarszonnetje nog wat na te

praten onder het genot van een drankje.

Wie volgend jaar wil meehelpen met de organisa-

tie kan zich aanmelden via [email protected].

De organisatie van Cartodag 2017 was in handen

van Marijn Bosma, Peter Heerink, Winifred Broe-

der, Koos Krijnders Jeroen Vuijk en Jonna Bosch.

Gerrit Jan PeltjesDe fases van het zitobject van de brandgrens in Rotterdam door Winifred Broeder.

Napraten op het terras (foto Winifred Broeder).

Verslag

Page 47: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 452017-3 | Geo-Info

OPEN k a a r t

Deze kaart is gekozen uit de

informatieve en oogverblindende

kaartencollectie van

radio-tv-nederland.nl/fmkaart/

zenderkaarten-overzicht.html.

Marijn Bosma(BosmaGrafiek.nl,[email protected])

Waar gaat deze kaart over? Op het eerste

gezicht is het een weergave van de ligging

van groene codes zoals ‘Zld’ en ‘Lb’. Ook de

topografische ‘bijzaken’ eisen nadrukkelijk onze

aandacht op. Na bestudering van de titel blijkt

dat het onderwerp bestaat uit de locatie van

FM-zenders; dat zullen de rode stipjes wel zijn.

Jammer genoeg zijn de verzorgingsgebieden

van de zenders niet op deze kaart afgebeeld.

Ik vermoed dat de plus-lijntjes de taalgrens aan-

geven van het Standaardfries. Dat lijkt me wel

een nuttige aanvulling, want buiten dat gebied

luistert toch bijna niemand naar ‘Js 92.2’. 

Door het schreefloze lettertype zijn de zen-

dercodes een beetje lastig te lezen; is het nou

‘RL 90.4’ of ‘RI 90.4’? In onze moderne tijd zou

het extra handig zijn als je op deze webkaart

kan doorklikken zodat je de betreffende

zender ook zónder FM kan beluisteren, zoals bij 

www.radio.garden/live.

Jan-Willem van Aalst (Imergis.nl en Opentopo.nl,[email protected])

Dat de oudjes het nog goed doen, bewijst de

populariteit van de FM-Radio. De overheid kan

digitale DAB-radio promoten zoveel ze wil,

maar dat blijft nog steeds onder de 10% van

de bevolking, terwijl vrijwel iedereen FM-radio

luistert. En niet zelden naar regionale omroepen.

Dit kaartje toont met rode stippen de locaties

van de zendmasten voor de publieke regionale

omroepen. Dat de schaalbalk er uitziet als een

zendermast, mag als knipoog worden opgevat.

De noordpijl, hoewel eigenlijk overbodig, ziet

er goed uit. Jammer genoeg ontbreekt een

legenda. Want wat betekenen al die lijntjes?

De vaarwegen zijn vrij gemakkelijk te onder-

scheiden, maar de provincielijnen zijn al wat

moeilijker te zien. Daarnaast lopen er allerlei stip-

pellijntjes, en in Friesland zelfs een kruisjeslijntje.

Wat is de betekenis daarvan? Het wordt de lezer

niet duidelijk. De kenner zal ze misschien gelijk

kunnen duiden, maar voor de gemiddelde

burger die een fijne regionale zender zoekt, is

toch een ander kaartje nodig, namelijk welke

regionale omroep welk zendgebied bestrijkt.

Winifred Broeder (Landkaartje.nl,[email protected])

De site, volledig gewijd aan alle legale radio en

tv etherzenders in Nederland biedt een schat

aan informatie. Kaarten spelen een belangrijke

rol in zowel het weergeven van, als navigeren

door die informatie. Thumbnail-kaartjes geven

toegang tot lijsten met links en die links tonen

vaak weer een (web)kaart met zendmast en

bereik. Ook zijn er links naar de omroepen

zelf, of naar Google Streetview waarop de

zenderlocatie wordt getoond. De verscheiden-

heid in kaarten is net zo indrukwekkend als

de hoeveelheid informatie zelf. Google Maps,

OSM, pdf’s met diverse topografie, screen-

dumps van webkaarten waarop informatie is

geplaatst, je komt het allemaal tegen. En alsof

dat niet genoeg is, zijn de zenderlocaties ook

(als kmz-file) te downloaden. De kaart die hier

is afgebeeld, is dus in principe vrij gemakkelijk

na te maken. Waarom het copyright er zo

nadrukkelijk op wordt vermeld is mij dan ook

een raadsel. Deze kaart verdient geen schoon-

heidsprijs, maar heeft wel een duidelijke

titel. De rode stipjes, het thema van de kaart,

springen er goed uit. De grootste misser vind

ik het ontbreken van een legenda, zeker omdat

er in de topografie lijnen staan waarvan je je

afvraagt wat ze voorstellen.

FM zenderkaart publieke regionale omroepen

Page 48: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

46 | Geo-Info | 2017-3

Kosmokiezers en tegenstemmersPolitieke kaarten van Nederland

Op 22 maart vond in Utrecht een

Meetup Maptime-bijeenkomst

plaats. Deze bijeenkomsten

worden maandelijks georganiseerd,

afwisselend in Amsterdam en

Utrecht. Het stramien is steeds

hetzelfde: vóór de pauze één of twee

introducties van het onderwerp – in

dit geval verkiezingskartografie –

en daarna een ‘hands-on-sessie’.

Doel: laagdrempelig leren met en

van elkaar.

Hans Fast (Webmapper) en Josse de Voogd

(onafhankelijk onderzoeker en publicist)

verzorgden de lezingen die avond. Dit verslag

gaat over de bijdrage van electoraal geograaf

Josse de Voogd. De Voogd – naar eigen zeg-

gen niet echt handig met kaarten – trakteerde

de aanwezigen op eenvoudige maar daarom

niet minder inzicht biedende kaarten. De kaar-

ten dienden als illustratie bij een lezing, waarin

de betekenis van regionale spreiding bij de

duiding van verkiezingsuitslagen overtuigend

werd aangetoond.

Wie zich als progressieve kiezer halverwege

de avond van 15 maart verkneukelde op een

gunstige uitslag, kwam de volgende ochtend

van een koude kermis thuis. Dat heeft volgens

De Voogd alles te maken met de niet repre-

sentatieve verdeling van de binnenkomende

uitslagen. Na de eerste, kleine gemeenten –

zoals Schiermonnikoog, Ameland en Rozend-

aal – volgen meteen de grote steden. En laten

nou juist in die twee categorieën progres-

sieve partijen als Groen Links en D66 relatief

goed scoren. Pas toen de meesten naar bed

waren, kwamen de voorlopige uitslagen van

Etten-Leur, Woerden en Meppel door. En die

plaatsen behoren tot het soort dat de einduit-

slag bepaalt: middelgrote matig verstedelijkte

gemeenten. Er zijn er veel van en ze hebben

voldoende massa.

Om politieke voorkeuren van kiezers te analy-

seren, voldoet een eenvoudige indeling op de

as links-rechts niet meer. Naast deze econo-

Figuur 1 - Rangschikking van politieke partijen langs twee assen.

Figuur 2 - Gemeenten waar de som van de stemmen op ChristenUnie en SGP bij de Tweede Kamerver-

kiezingen 2017 18 procent of meer is zijn donker gekleurd.

Verslag

Page 49: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 472017-3 | Geo-Info

mische as is er een tweede nodig. Als we voor

die tweede as de invalshoek progressief versus

conservatief kiezen, ontstaat het beeld van

figuur 1.

Kiezers buiten de Randstad herkennen zich

niet in de sociaal-culturele beeldvorming van

(met name linkse) ‘grachtengordel’-politici.

Lodewijk Asscher kan het hebben over het

multiculturele voetbalteam van zijn zoontje –

een team in Simpelveld heeft een heel andere

samenstelling dan een team in Amsterdam.

Als verkiezingen gaan over thema’s op de eco-

nomische as, zoals in 2012, is dat gunstig voor

traditioneel linkse partijen. Gaan verkiezingen

echter over sociaal-culturele thema’s (2017)

dan verliezen ze.

Ook al treden er bij elke verkiezing opnieuw

politieke aardverschuivingen op – zie de

decimering van de PvdA – in de grond zijn

de kiezers van vandaag dezelfde als die

van 2012. Ze vluchten wellicht massaal naar

verwante partijen, maar hun basisvoorkeuren

zijn betrekkelijk stabiel. De Voogd kan zelfs

op basis van het uiterlijk van woonwijken

voorspellen welke partij(en) daar goed zullen

scoren. Veel rolluiken en witte hekken rond

betegelde voortuinen: “PVV!” Dichtbevolkte

stadswijken met stoeptuintjes en veel ja/nee-

stickers en bakfietsen: “GL en D66!” And the

twain shall never meet.

Als we de stemmen op verwante partijen

optellen, worden hardnekkige patronen

zichtbaar die soms zelfs teruggrijpen op

bestandslijnen uit de Tachtigjarige Oorlog.

Een voorbeeld is de ‘Reli-riem’ (figuur 2),

waar de klein rechtse partijen (CU plus SGP)

oververtegenwoordigd zijn. Daar tegen-

over staat de kruisende kosmopolitische as

(D66 plus Groen Links en PvdD), van Alkmaar,

via Amsterdam en Utrecht, naar Nijmegen,

aangevuld met bijna alle studentensteden –

te zien in figuur 3.

In figuur 4 tenslotte, zijn de tegenstemmers

(PVV, SP, 50Plus en FvD) in beeld gebracht.

Die vinden we aan de randen van het land:

noordoost Groningen, Limburg, de randen

van Noord-Brabant (Tachtigjarige Oorlog!) en

Zeeuws-Vlaanderen. Het zijn de kiezers die

zich niet herkennen in de volksvertegenwoor-

digers of zich zelfs in de steek gelaten voelen.

Willem van den Goorbergh

Figuur 3 - Gemeenten waar de som van de stemmen op D66, GroenLinks en PvdD bij de Tweede Kamer-

verkiezingen 2017 28 procent of meer is zijn donker gekleurd.

Rec

hte

n: W

illem

van

den

Go

orb

erg

h: C

C B

Y-N

C-N

D 4

.0

Figuur 4 - Gemeenten waar de som van de stemmen op PVV, SP, 50PLUS FvD bij de Tweede Kamerverkie-

zingen 2017 32 procent of meer is zijn donker gekleurd.

Page 50: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

48 | Geo-Info | 2017-3

Verslag

In een goed gevulde zaal aan het Zwolsekanaal bij gastheer De Groot Vroomshoop opent Henk Ensink op

20 april de GIN Oost-bijeenkomst. Henk geeft aan dat er een actie is geweest onder de GIN-leden, waarbij

geïnventariseerd is wat aan wat voor soort bijeenkomsten behoefte is. De twee hoogste scores worden

vanmiddag ten uitvoer gebracht. Deze keer een bedrijfsbezoek bij De Groot Vroomshoop en een lezing over

3D-scannen door Aveco de Bondt, beide onderdeel van VolkerWessels.

Henk vertelt tevens over GIN. Doelstellingen,

resultaten en organisatie komen in een korte

presentatie voorbij. Positieve verrassing hierbij

is dat we in een van de sheets zien dat er in

november 2016 een behoorlijke ledenaanwas

is geweest. Dit naar aanleiding van een actie

onder scholieren tijdens de GeoBuzz.

Hout: hernieuwbaar en herbruikbaar

Wim Sturris heet ons als directeur namens

De Groot Vroomshoop welkom. Daarna

krijgt Bert Brinks het woord om De Groot ‘op

de kaart’ te zetten. Bert, manager product-

ontwikkeling houdt een bevlogen verhaal

over ‘zijn’ bedrijf waar hij inmiddels al 45 jaar

werkzaam is. Het bedrijf biedt aan 230 mensen

werk, voornamelijk afkomstig uit de streek.

Zijn slogan die in het hele verhaal weer terug

komt: ‘wij bouwen bewust met hout’.

Een hele reeks voordelen bij het gebruik

van prefab komen aan de orde (reductie

faalkosten, korte bouwtijd, hoge kwaliteit

enzovoorts), alsook de kracht van concep-

ten. Het klimaat, milieu en duurzaamheid

zijn aspecten die ook telkens terug komen

gedurende de presentatie. De Groot Vrooms-

hoop neemt hierbij ook haar verantwoordelijk-

heid. Hout is hernieuwbaar en herbruikbaar.

Zij nemen dan ook eerder geleverde produc-

ten terug voor recycling. Mooi voorbeeld hier-

van zijn de liggers in de nieuwe productiehal

die Bert in de vorige eeuw nog zelf heeft ont-

worpen aan de analoge tekentafel. Hij stond

als engineer aan de basis van de bouw van

een nieuwe hal die onder andere gebouwd

is met de door hem geconstrueerde gere-

cyclede liggers. Het plaatje van de gesloten

levenscyclus van hout maakt hierbij indruk.

Vol trots vertelt hij dat ze enkel nog duurzaam

(gecertifi ceerd) hout gebruiken. Er wordt

structureel gewerkt aan het terugdringen

Bijeenkomst GIN Themagroep Oost

Rondleiding bij De Groot Vroomshoop.

Bert Brinks aan het woord over bewust bouwen met hout.

Page 51: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 492017-3 | Geo-Info

van de CO2-uitstoot. Vervolgens nemen Bert

en Wim ons mee voor een rondleiding langs

de productieafdelingen. De platenzagerij, de

containers met gesorteerd afvalhout klasse A,

B en C, de afkorthal, waarbij de robot en de

3D-computer inmiddels hun intrede hebben

gedaan. We lopen langs een geluidswal van

hout die hoorbaar stiller is… Via de hallen met

gelamineerde houtconstructies en gevelele-

menten van de houtbouw belanden we weer

in de ontvangstzaal.

Meetmethodieken en laserscanners

Het woord is nu aan Linda Klein en Edu Jonk-

man, beiden van Aveco de Bondt. Linda neemt

ons mee langs de verschillende meetmetho-

dieken die Aveco de Bondt gebruikt voor het

inwinnen van gegevens. Uiteraard zijn dit de

traditionele apparaten zoals de total station en

GPS. In opmars zijn echter de drones die veel

voor promotiemateriaal gebruikt worden, als-

ook voor 3D-terreinmodellen fotogrammetrie.

Dit resulteert onder andere in snelle volume-

bepalingen van bijvoorbeeld grondverzet.

Ook laat ze de integratie zien van ontwerpen

in bestaande situaties zodat de burger snel een

ruimtelijk beeld kan vormen van een nieuw

project in zijn of haar omgeving. Er kleven wel

wat randvoorwaarden aan het product. Er moet

geen millimeternauwkeurigheid vereist zijn, het

is pas rendabel bij grote oppervlaktes (4 hectare

per vlucht), maar is uiteraard handig bij moeilijk

bereikbare plaatsen.

Edu neemt ons vervolgens mee in de wereld

van de laserscanners. Ze worden ingezet bij

transformaties en renovaties van gebouwen,

alsook deformaties. Een scan is een zeer

nauwkeurig product, maar kent ook meer

procestijd. Het zandkasteel van Amsterdam,

met al haar hellende gevels was ook gescand.

Het is lastig ‘rekenen’ in 2D. Een goede 3D-scan

betaalt zich uit voor een exploitatieopzet. Ook

de toekomst komt in beeld. De point clouds

kunnen dan automatisch omgezet worden

naar een mesh-model. Je bent dan minder

tijd en kosten kwijt aan een model van een

bestaande situatie.

Edu vertelt over een 3D-scan voor een

0-meting van de aardbeving in Groningen.

“Hiervoor moet ik straks nog brieven naar

Appingedam brengen.” Het eerste netwerken

krijgt al gestalte doordat Peter Oldenhuis zich

meldt vanuit het publiek en spontaan aanbiedt

om die brieven mee te nemen naar Appinge-

dam. Ook ontstaat er een alleraardigste ‘discus-

sie’ over de kwaliteit van de 3D-scanapparatuur

van de verschillende leveranciers. Er blijken een

aantal vakbroeders in de zaal te zitten die hier

veel ervaring mee hadden.

Er wordt afgesloten met een hapje en een

drankje waarna het netwerken een vervolg krijgt.

Erwin Marsman

Netwerken.

Edu Jonkman neemt ons mee in de wereld van de laserscanners.

Rondleiding door de hallen.

Page 52: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

50 | Geo-Info | 2017-3

Verslag

‘Geo- & Drone-ondersteunende infra ontwikkeling’. Deze titel en een agenda waar samenwerken bij

ondergrondse infraprojecten aan de orde kwam, trokken in no-time ruim 100 aanmeldingen. Het betekende

een uitverkochte bijeenkomst.

Op 13 april jl. is deze succesvolle middag door

GIN-Zuid in samenwerking met Ruimteschep-

per gerealiseerd. Een samenvoeging van een

Kenniskringbijeenkomst van Ruimteschepper en

een regiobijeenkomst van GIN-Zuid. De Aircraft

Maintenance Training School (AMTS) op het Busi-

nesspark Aviolanda bij de vliegbasis Woensdrecht

bleek een zeer fraaie locatie. Er zijn op Aviolanda

veel bedrijven gevestigd die actief zijn in de

luchtvaartsector.

Het programma was verfrissend en de verzorging

uitstekend. Het basisidee voor de regiobijeen-

komst van GIN-Zuid was leuk. Voor geo-fi elen is

een demo en presentatie over drones leuk, maar

een college over luchtvaart- en luchtvaartwetge-

ving natuurlijk niet. GIN-Zuid zocht samenwerking

met Ruimteschepper om zowel de doelgroep

te vergroten als ook in gezamenlijkheid een ver-

breding in deze kennissessie te realiseren. En die

opzet slaagde volledig. Meerdere geo-onder-

werpen kwamen aan bod, de belangstelling was

groot en het werd een inspirerende middag.

Voor early bird-inschrijvers was er de mogelijkheid

om deel te nemen aan een rondleiding door de

praktijklokalen en hangar van de AMTS, waar de

theorie volgens de strenge regels en voorschrif-

ten van de luchtvaart door de leerlingen in de

praktijk geoefend kan worden op ‘sleutelkisten’

zoals een F16, Fokker70 en losstaande vliegtuig-

segmenten en onderdelen.

Ontwikkeling van een businesspark

Genietend van de door Ruimteschepper

aangeboden Bossche Bollen werden de

aanwezigen welkom geheten door Frank

Langelaan (GIN-Zuid) en Jan Roodzand (Ruim-

teschepper). Rob Nispeling, Manager Business

Bijeenkomst GIN Themagroep Zuid

Rondleiding AMTS.Start van de bijeenkomst.

Enthousiaste bezoekers.

Page 53: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 512017-3 | Geo-Info

Development Businesspark Aviolanda, trapte

als locatiegastheer de middag af. Hij gaf

ons een doorkijk in de ontwikkeling van het

bedrijventerrein Aviolanda en de – ruimtelijke -

vraagstukken, die ze hierbij tegenkomen.

Rob benoemde naast de businesspark-doelstellin-

gen ook de vastgoedontwikkeling op Aviolanda

om daarmee meer bedrijven die actief zijn in

de sector onderdak te kunnen bieden en het

natuurbeheer. Aviolanda en Vliegbasis Woens-

drecht zijn samen 22 hectare groot. Na werktijd is

dit een oase van rust, waarin veel vogels en dieren

verblijven. De speerpunten voor Aviolanda zijn het

binnenhalen van bedrijven voor het onderhoud

en repair voor de F35 JSF, bedrijven die zich

bezighouden met UAV’s (onbemande vliegtuigen)

en drones. Aviolanda

werkt in samen-

werking met de

Vliegbasis Woens-

drecht om het Dutch

Drone Centre (DDC)

hier te vestigen.

Later dit jaar wordt

dit DDC offi cieel

gelanceerd, lees ook

het krantenartikel in

het kader.

Door de geogra-

fi sch strategische

ligging tussen Antwerpen en Rotterdam en

door de bereikbaarheid van drie grote luchtha-

vens, is Aviolanda een goede vestigingsplaats

voor bedrijven, in de aerospace ontwikkelings-

en onderhoudssector. Kortom; een businesspark

met gezonde ambities om regionaal te groeien,

nationaal te promoveren en internationaal te

excelleren op het gebied van zowel aerospace

MRO als drone vlieg- en testcentrum.

Vitalisatie in Infraontwikkeling

John Ottevanger van Brabant Water en Arnoud

Drevijn van SynergieNL schetsten daarna de

situatie, problemen en technische oplossing bij

de coördinatie van grote (en minder grote lokale)

infrastructurele projecten. Niet alleen bij de

uitvoering maar vooral ook bij de planning. John

Ottevanger belichtte daarbij het assetmanage-

ment vanuit het perspectief van Brabant Water.

Aanleiding voor meerdere infraprojecten bij

Brabant Water is het preventief vervangen van

waterleidingen voor levering van drinkwa-

ter in de provincie Noord-Brabant. Bij een

orthodox of traditioneel onderhoud van de

waterleidingen hoort een vervanging na een

bepaalde standaard levensduur vanaf aanleg.

Dit veroorzaakt een vloedgolf van vervan-

gingsactiviteiten in een bepaald tijdvak. Er zijn

meerdere factoren die de levensduur van een

leidingdeel beïnvloeden, bijvoorbeeld de

grondsoort maar ook de materiaalsoort en het

productiejaar. Door middel van leidingmon-

sters en storingshistorie wordt de kwaliteit

van de assets in het net gevolgd. Gegevens

worden samengebracht en gebruikt om

vervangingsvoorspellingen te doen welke

gebruikt projecten te defi niëren.

De infraprojecten worden in kaart gebracht

(letterlijk en fi guurlijk) voor het plannen van de

werkzaamheden. Maar ook om de projecten te

John Ottevanger. Arnoud Drevijn.

'Sleutelkisten'.

Krantenbericht

19 april 2017, Den Haag – Tijdens de

international TUSExpo in Den Haag werd

vandaag het startsein gegeven voor

het Dutch Drone Centre op Aviolanda

Woensdrecht. Het Dutch Drone Centre

Aviolanda biedt mogelijkheden om met

drones te trainen, deze te testen en te

demonstreren op een gecontroleerde

luchthaven. DDC heeft daarnaast ook

afspraken gemaakt over de uitvoering

van ontwikkel- en demoprojecten

en de huisvesting van nieuwe drone-

gerelateerde bedrijven op Aviolanda

Aerospace in Woensdrecht. Voor meer

informatie: www.dutchdronecentre.com.

Rob Nispeling.

Page 54: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

52 | Geo-Info | 2017-3

kunnen coördineren met andere grondroer-

ders, zoals gemeenten, energieleveranciers en

telecombedrijven. Hierbij wordt, in een pilot

met de gemeente Breda en Enexis, gebruik

gemaakt van een webbased oplossing van

SynergieNL. Arnoud Drevijn gaf in zijn presen-

tatie een toelichting op deze webapplicatie.

SynergieNL: een oplossing

voor afstemming

Alle gemeenten en netbeheerders voeren

projecten uit in de openbare ruimte. De

uitvoering hiervan is vaak tijdrovend en

kostbaar. Het komt dan ook voor dat door

verschillende partijen projecten op één

locatie vaak na elkaar worden uitgevoerd.

Een goede afstemming van planning van

werkzaamheden kan hét verschil maken.

Daarmee kosten, tijd en overlast voor bewo-

ners drastisch beperken.

Platform SynergieNL helpt bij dit proces en

brengt duidelijk in beeld waar kansen liggen

om samen te werken. SynergieNL vergelijkt

de data van alle partners en toont kansrijke

synergiegebieden. Elk gebied krijgt boven-

dien een synergiescore. Hoe hoger de score,

hoe meer voordeel er te behalen is.

UAV’s or DRONES

Na de pauze was het de beurt aan Walter

Broeders van Unmanned Aviation Solutions

om een inzicht te geven in de wereld van

het professionele drone vliegen. Broeders

gaf in eerste instantie een overzicht van de

techniek en gaf antwoord op vragen als ‘wat

zijn drones?’ en ‘waarvoor kunnen ze gebruikt

worden?’.

Om een drone te mogen vliegen, moet

men voldoen aaneen groot aantal eisen en

wettelijke bepalingen. de wettelijke bepalin-

gen. Vooral dit laatste is zeer van invloed op

het gebruik van drones met onder andere

de beperkingen op

geografi sch gebied.

Drones mogen

bijvoorbeeld niet

gebruikt worden

binnen een straal

van drie kilometer

binnen een CTR

(control zone van een

vliegveld), niet boven

Verslag

Bijschrift.....

Een overleg. Links zonder en rechts mét SynergieNL.

Walter Broeders.

Page 55: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 532017-3 | Geo-Info

publiek of bebouwd gebied. Een overzichts-

kaart van alle restricted area’s is te vinden op

www.drone.aeret.nl/

Om dus een professionele drone te mogen en

kunnen vliegen, moet men met succes een

opleiding tot drone-piloot volgen. Aviolanda,

Unmanned Aviation Solutions en het Ministerie

van Verkeer en Waterstaat werken samen om

deze opleiding in Nederland vorm te geven. En te

zorgen dat het Nederlandse drone-brevet ook in

Europa en daarbuiten erkend zal gaan worden.

Na dit hoorcollege over wet- en regelgeving gaf

Walter Broeders voorbeelden waarvoor drones

worden ingezet. De uitwerkingen van het foto-

en fi lmmateriaal kan op locatie worden gedaan,

maar natuurlijk ook in geval van grote hoeveel-

heden data in een fotolab of fotogrammetrische

werkstations. Enkele plaatjes uit zijn presentatie

zijn hieronder weergegeven. De gehele presen-

tatie is op de GIN-website te vinden.

Toepassingen in 3D-dataprojecten

Om aan te geven dat de drone-beelden ook

daadwerkelijk in en voor de praktijk gebruikt

worden, gaf Erwin van Praat van AGELad-

viseurs een aansluitende presentatie met

voorbeelden uit de praktijk. Een aansprekend

voorbeeld was hoe AGEL met behulp van een

drone een overzichts-

foto maakte van een

project om een actu-

eel beeld te krijgen

en tevens de grond-

balans te berekenen.

En bijvoorbeeld om

de archeologische

verrassing bij een

bouwproject te

kunnen betrekken in

het project en de kopers van de woningen te

kunnen informeren over het actuele ontwerp.

Zo ziet dat er uit!

Ja en toen wilden we natuurlijk zo’n ding ook in

het echt zien vliegen. Appie Verart van Drone-

vlucht trad op als piloot van de demo-drone.

Na de demo van het drone-vliegen, waarbij

safety pilot Rudy Muller van Remotely Piloted

Aircraft natuurlijk ook alle veiligheidsregels

die Walter Broeders in zijn presentatie had

genoemd, toepaste. Dus werd het publiek op

10 meter afstand van de start- en landings-

plaats gehouden, kwam de drone niet boven

de menigte en was er van tevoren toestem-

ming gevraagd aan de luchtverkeersleiding

van vliegbasis Woensdrecht. De toestemming

was gegeven voor het vliegen van de drone

na afl oop van alle vliegactiviteiten op de

vliegbasis.

Na deze in alle opzichten mooie en informatieve

middag was er gelegenheid om met elkaar onder

het genot van een drankje en een hapje na te

praten. Voor de liefhebbers werd er nog een extra

rondleiding langs de praktijklocaties van de AMTS

gegeven. We konden er geen genoeg van krijgen.

Namens GIN wil ik de enthousiaste bezoekers

bedanken. Met name door de samenwerking

met Ruimteschepper konden we zo’n honderd

bezoekers verwelkomen en GIN meer bekend-

heid geven. Ook AMTS wordt hartelijk bedankt

voor hun gastvrijheid en de perfecte samenwer-

king met de catering van Fokker Elmo.

Tot slot wil ik alle sprekers en drone piloot

bedanken voor hun bijdrage om deze dag tot

een succes te maken.

Frank Langelaan

Links• www.aviolanda.nl

• www.am-ts.nl

• www.synergieNL.com

Erwin van Praat.

Page 56: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

54 | Geo-Info | 2017-3

Verslag

Jaarlijks wordt door FIG, de ‘Fédération Internationale des Géomètres’ (Internationale federatie van

landmeters en geo-informatiedeskundigen) een working week georganiseerd, een conferentie van een

week. Dit jaar is de working week in Helsinki geweest. Het thema was: ‘Surveying the world of tomorrow

– from digitalisation to augmented reality’. Dat thema was samen met veel andere van belang zijnde

ontwikkelingen verwerkt in een keur aan activiteiten. Zo waren er ruim 400 lezingen in 85 parallelsessies te

volgen, vonden ledenvergaderingen van FIG plaats en waren er diverse ‘site-events’ zoals een bijeenkomst

van ‘Young Surveyors’ waaraan ook enkele Nederlandse landmeters deel hebben genomen. Deze happening

vond samen met seminars over BIM en geo-historie plaats in het weekend voorafgaand aan de conferentie.

Ruim 1500 deelnemers vanuit de hele

wereld hebben de working week bij-

gewoond, waarvan ongeveer dertig uit

Nederland. De organisatie in Helsinki

was goed voor elkaar, er was een goede

ondersteuning in de zalen door geluid en

presentatiemogelijkheden. Ook de catering

was voor zo’n hele grote groep toch

perfect geregeld en gelokaliseerd tussen

de bescheiden beurs waar enkele onder-

nemers en landen zich presenteerden.

De etende massa gebruikte vervolgens de

stands als aanlandplek, waarmee de stands

als vanzelf de aandacht kregen die ze ver-

dienden. Een hele praktische oplossing om

vraag en aanbod bij elkaar te brengen.

Op maandagmorgen werd de week

geopend door de FIG-voorzitter, Chryssy

Potsiou uit Griekenland. Daarna kon het

‘work’ beginnen met het uitwisselen van

kennis in sessies waar door een afwisseling

van lezingen en discussies een basis voor

innovatie en samenwerking gelegd werd.

Parallel daaraan was er gelegenheid om

technische excursies te volgen, zoals een

bezoek aan het nationale geodetische

instituut, de aanleg van de nieuwe metro

van Helsinki en een locatie waar duurzame

energie op grote diepte wordt opgepompt.

Naast inhoudelijke sessies waren er veel

informele activiteiten gepland om het

netwerken te bevorderen. Bijvoorbeeld

het uitwisselen van ideeën en informatie,

het leggen van contacten voor vervolgaf-

spraken en het eff enen van paden zodat

daar later goed op gereden kan worden.

Op maandagavond was er een offi ciële ont-

vangst op het gemeentehuis van Helsinki

waar een groot deel van de deelnemers

aanwezig was. Dinsdagochtend startte het

inhoudelijke programma met opnieuw een

grootse opening waar een prachtig concert

met werk van Sibelius plaatsvond. Bijzonder

daarbij was dat de pianist en cellist samen

met een eerdere opname van zichzelf

optraden en zo het begrip augmented

reality gedemonstreerd werd.

Bezoek aan de ambassade

Aan het einde van de middag zijn we als

Nederlandse delegatie op bezoek geweest

in de ambtswoning van de Nederlandse

ambassadeur in Finland, Cees Bansema.

Dat was een bijzonder prettig bezoek waar-

bij er over en weer mooie woorden gespro-

ken werden door de heer Bansema en

Frank Tierollf, bestuurder van het Kadaster.

We hebben ons laten rondleiden door de

prachtig gerenoveerde, houten villa die vol-

hing met klassieke kunst uit Nederland zoals

schilderijen van Mesdag en andere oude

meesters. Met dit bezoek werd de naam en

faam van de Nederlandse kennis op gebied

van landregistratie en geo-informatie bij

onze diplomatieke vertegenwoordiging in

het buitenland onder de aandacht gebracht.

Diezelfde avond hebben onze Finse

vrienden ons getrakteerd op een ‘Finnish

Evening’, compleet met fanfare, specifi ek

Fins eten (vooral vis) en een optreden van

de beroemde band ‘Leningrad cowboys’.

Met name het ontdooien van de anders

zo introverte Finse delegatie was bijzon-

der om mee te maken.

Commissies

De FIG is vooral georganiseerd rondom

een tiental commissies die per commissie

een eigen thema hebben (zoals geo-

onderwijs, spatial data modelling, landad-

ministratie, enzovoorts). Op deze wijze kent

de inhoudelijke uitwisseling van kennis en

ervaring een betere focus en draagt de FIG

bij aan het verder versterken van de rol van

de geo-informatie binnen de internationale

context. Woensdagavond gingen deze

commissies, nadat ze hun eigen jaarlijkse

vergadering hadden gehouden, ergens in

de stad eten. Ook leden die geen lid zijn

van een commissie, hadden de mogelijk-

heid zich daarbij aan te sluiten.

Op donderdag werd er tevens een samen-

werkingsovereenkomst (memorandum of

understanding) tussen het kadaster van

Zuid-Korea en het Nederlandse kadaster

getekend. Op donderdagavond werd er

een galadiner gehouden in de Finlandia

hal, een architectonisch hoogstandje van

FIG Working week 2017 in Helsinki

De Domkerk van Helsinki.

Page 57: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

| 552017-3 | Geo-Info

de Finse architect Aalto uit 1970. Ook hier

dook de geest van Sibelius op. Nu in de

vorm van een muziekgezelschap met zes

cello’s, die naast klassieke werken ook een

eigengemaakte ode aan de Formule 1 met

ons deelden (ze hebben enkele succes-

volle coureurs in Finland, vandaar).

Multicultureel

De deelnemers samen vormden een kleur-

rijk geheel, iets dat door met name de Afri-

kaanse delegaties in praktijk werd gebracht

middels het dragen van kleurige gewaden

door sommige afgevaardigden. Opvallend

was het grote aantal (10%) deelnemers uit

Nigeria. Ghana en Polen waren actief bezig

om de working week van 2021 naar hun

land te halen, maar ook daar zag je dat de

Ghanezen veel fanatieker en uitbundiger

waren in hun presentatie dan de Polen.

Op vrijdag werd tijdens de afsluitende

vergadering (general assembly) Ghana

gekozen als organiserend land voor de

working week van 2021, pech voor Polen

dus. Volgend jaar is het grote FIG-congres

in Istanbul, het jaar erop is de working

week in Hanoi (Vietnam). In 2020 komt de

FIG working week naar Nederland, georga-

niseerd door GIN in samenwerking met ITC,

Kadaster en bedrijfsleven. Nederland heeft

zich daar gepresenteerd in een stand naast

die van Hanoi en Istanbul, vooral door het

uitdelen van klompjes in Delfts Blauw.

Het laatste opvallende item was het weer

tijdens de working week: de temperatuur

is ongeveer twintig graden lager geweest

dan tijdens diezelfde week in Nederland.

Met name op de vrijdag, waarop veel

mensen terug naar Nederland reisden, was

dat verschil erg groot. De opwarming van de

aarde heeft Finland duidelijk nog niet bereikt !

Veel deelnemers van de Nederlandse

delegatie hebben lezingen gegeven en/of

sessies voorgezeten. De meer inhoudelijke

details daarvan en van andere lezingen

en events volgen in het internationale

themanummer (4) van Geo-Info. Alle infor-

matie over de gehouden lezingen met

hun daaraan ten grondslag liggende

papers zijn in te zien en te downloaden

op de website van de FIG: www.fi g.net.

Eric Hagemans en Klaas van der Hoek

De Nederlandse delegatie op bezoek bij de Nederlandse ambassadeur in Finland.

Zoldervondst van stafkaart uit WOII

‘Woensdag 12 april vond in het gemeente-

huis een ontmoeting plaats tussen wethouder

Hans Keuken, de heer H.J. Nijhof uit Andelst en

Kobus van Ingen, plaatselijk historicus.

De heer Nijhof kwam een ‘zoldervondst’ tonen:

een oude kaart die hij herkende als een kaart

uit de Tweede Wereldoorlog. Bij nadere bestu-

dering is gebleken dat het een deel van een

stafkaart uit 1939 is, de tijd van de mobilisatie

van het Nederlandse leger. De kaart is gestem-

peld met ‘46e regiment Infanterie, 1e bataljon,

3e compagnie’. Het kaartblad is 39 Rhenen Oost,

schaal 1 op 50.000. De kaart is waarschijnlijk

door het leger gebruikt bij de oorlogshandelin-

gen in de meidagen van 1940 rondom de dor-

pen Kesteren en Opheusden. Op de kaart zijn

met potlood lijnen aangegeven die vermoede-

lijk duiden op de aangelegde stellingen in en

voor de frontlijn. Verder toont de kaart welke

wegen voor zwaar materieel begaanbaar zijn

en daarnaast ook de her en der door het gebied

gelegen paden. De kaart verdient nadere

bestudering. De heer Van Ingen was verheugd

dat hij de kaart in ontvangst mocht nemen om

hem in de collectie van de Historische Kring

Kesteren in Ommeren op te nemen. Natuur-

lijk met hartelijke dank aan de heer Nijhof!’

www.nederbetuwe.nl

Page 58: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

56 | Geo-Info | 2017-3

1931 IN ‘S-HERTOGENBOSCH

21 & 22 NOVEMBER

GEOBUZZ 2017

BELEEF DE WERELD VAN GEO-INFORMATIE

BEURSRaadpleeg de website en ontdek de mogelijkheden. Maak gebruik van de aantrekkelijke beurspakketten.

DEELNEMENGeodeskundigen en gebruikers van geo-informatie. Informeer jezelf, ontmoet collega’s en neem deel aan de discussies. Op GeoBuzz beleef je de laatste innovaties, mogelijkheden en waarde van geo-informatie. Aantrekkelijke organisatietarieven.

WWW.GEOBUZZ.NL | [email protected] HET NIEUWS RONDOM GEOBUZZ VOLGEN VIA DE WEBSITE, FACEBOOK EN TWITTER

Page 59: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

www.nlmaps.nl

NL Maps De meest actuele en gedetailleerde kaart van Nederland. Makkelijk en snel te integreren in uw website en app.

Het Kadaster introduceert NL Maps op 28 juni 2017Met NL Maps heeft u de beschikking over de achtergrondkaart uit de

Basisregistratie Topografi e (BRT). De offi ciële kaart van Nederland,

compleet en actueel.

Via www.nlmaps.nl vindt u in 3 stappen precies de kaart die u zoekt:

• kies de service die u wenst, onder meer Google Maps, Open Layers,

Mapbox of Leafl et;

• kies de weergave, waaronder luchtfoto’s of pasteltinten;

• kopieer de code naar uw website of applicatie. Klaar!

Aan de slag? Schrijf u in voor het

online seminar op 28 juni om 13.00 uur.

www.kadaster.nl/nlmaps

Page 60: Geo-Informatie Nederland - Uitbreiding van lesbox …... • Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2017 • jaargang 14 • Nummer 3 Grip op data: de puzzel van Rijkswaterstaat Cartodag

Oprichting GeoBORG b.v. een feit

Al geruime tijd heeft GeoBORG een unieke positie in de markt. Vanaf nu is de oprichting van de GeoBORG b.v. nu echt een voldongen feit. GeoBORG b.v. is een samenwerking van AGEL adviseurs, MUG ingenieursbureau en HawarIT op het gebied van basisregistratie projecten en beheer van GEO-data. Deze 3 bedrijven hebben de afgelopen jaren samengewerkt op het gebied van de BGT en BAG (BAG beheer, inwinnen, transitie, beheer, ICT, koppelingen). Zij hebben deze ervaring en hun visie omgezet in de nieuwe b.v. GeoBORG. GeoBORG is in de basis een ontzorgdienst met veel mogelijkheden, waarvan een eerste groep bronhouders inmiddels gebruik maakt.

huis kan worden gehaald die breed ontzorgt en ook echt werkt! Om dit nog meer kracht bij te zetten zijn wij tevens erg verheugd te kunnen melden dat wij een nieuwe collega hebben die voor GeoBORG de sales gaat versterken, namelijk Claudio Vinci ([email protected] / 06-21323523). Claudio, die de laatste jaren een vergelijkbare functie heeft gehad bij Vicrea Solutions en andere bedrijven, heeft veel ervaring in de overheidsmarkt en de basisregistraties en is een welkome aanvulling op het GeoBORG team.Samen zijn wij zeer gemotiveerd van GeoBORG een succes te maken. U hoort van ons!

Met vriendelijke groet,Het GeoBORG team