Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van...

60
www.geoinformatienederland.nl Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2019 jaargang 16 • Nummer 5 Amsterdam Time Machine Inzendingen GIN- Kartografiewedstrijd Interview Menno-Jan Kraak Kartografie naar nieuwe hoogten met vector tiling Thema: Kartografie

Transcript of Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van...

Page 1: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

ww

w.g

eoin

form

atie

nede

rland

.nl

• Va

kbla

d va

n G

eo-In

form

atie

Ned

erla

nd

2019

• j

aarg

ang

16 •

Num

mer

5

Amsterdam Time Machine

Inzendingen GIN-Kartografiewedstrijd

Interview Menno-Jan Kraak

Kartografie naar nieuwe hoogten met vector tiling

Thema: Kartografie

Page 2: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Uw partner in geodetische dienstverlening

Dé specialist in puntenwolkVliegend, rijdend of stilstaand, puntenwolken worden op vele manieren ingewonnen.GeoNext is de specialist in het (geautomatiseerd) verwerken van puntenwolken tot bruikbare data.

AssetmanagementVolledig geautomatiseerd modelleren van 3D-objecten en belijning, vanuit bestaande of nieuw in te winnen puntenwolken.

Beheer 2D of 3D topografieOpbouw van databestanden vanuit punten-wolken voor onder andere DTM, BGT en BIM.

OpleidingOnze brede kennis willen we delen. Informeer naar de opleidingsmogelijkheden.

Geonext | Willem Arntszlaan 115B | 3734 EE Den Dolder | 06 83 655 226 | [email protected]

www.geonext.nl 19 & 20 november, stand 302

Mutatiesignaleringen en karteringen voor BGT, BOR, BAG en WOZ-zaken.

Afstemming tussen BGT-BOR (Weg- en Groenbeheer) en synchronisatie met de Landelijke Voorzieningen.

Intekenen en bijhouden van kabels en leidingen met huisaansluitingen (WIBON).

Inventarisaties uit beelden. Denk hierbij aan verkeersborden, lichtmasten en belijningen.

Inventarisaties van asbestdaken en zonnepanelen.

Produceren van 3D-BIM-modellen vanuit gescande data of bouwtekeningen.

Het in-service uit handen nemen van basisregistraties op projectbasis of abonnementsvorm.

Toonaangevend op het gebied van GIS en BIM

Onze diensten en producten:

Locatie Oldenzaal:Bentheimerstraat 637573 CX Oldenzaal

0850 - 6400 [email protected]

Locatie Deventer:BIC de GasfabriekZutphenseweg 67418 AJ Deventer

Locatie Leerdam:Techniekweg 94143 HW Leerdam

Kom naar de

vakbeurs GeoBUZZ

op 19 & 20 november

Wij hebben een attentie

klaar liggen bij stand 110

Page 3: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Ferjan Ormeling

| 12019-5 | Geo-Info

RedactioneelDeze Geo-Info is voor een groot deel gewijd aan de kartografie, ter gelegenheid

van de twee belangrijkste tweejaarlijkse manifestaties op dat vakgebied: de in

Amsterdam zomer 2019 gehouden Internationale conferentie over de geschiedenis

van de kartografie (ICHC) en de Internationale kartografische conferentie (ICC) in

Tokio die tegelijkertijd plaatsvond, georganiseerd door de ICA, de International

Cartographic Association. Op beide manifestaties kwam de geschiedenis van de

kartografie aan de orde, maar in Tokio vormden de nieuwe ontwikkelingen in het

vak de hoofdmoot. Redacteur Roelof Keppel interviewde over het internationale

werk Menno-Jan Kraak, die in Tokio afscheid nam als president van de ICA.

Maar ook nationaal weten we genoeg van de grond te krijgen. Gineke van

Putten brengt de kartografische consequenties van de nieuwe omgevingswet

in kaart, waarbij de vertrouwde bestemmings- en streekplannen vervangen

worden door omgevingswetinstrumenten en alle planologische en milieukundige

maatregelen en beperkingen via het landelijke loket 'Digitaal Stelsel Omgevingswet'

geraadpleegd kunnen worden.

De visualisatie blijft natuurlijk het belangrijkste aspect van de kartografie -

zolang we onze ogen gebruiken om ruimtelijke informatie tot ons te nemen zullen

kaarten daarvoor het meest efficiënte middel blijven - en in dit nummer wordt de

visualisatie vooral met de tijdsdimensie uitgebreid.

Ron van Lammeren geeft in zijn bijdrage de algemene trend in de ontwikkeling

van geodata visualisatie met de uitbreiding van tijd. Edward Mac Gillavry laat zien hoe

‘vector tiling’ een nieuwe stap biedt voor kartografen om gemakkelijk een verhaal te

kunnen vertellen met de sfeer van kaartbeelden en hoe daarbij ook het tijdsaspect

kan worden meegenomen. Sander van der Drift bespreekt de nieuwe soorten

kaarten, zoals die van de bereikbaarheid, die mogelijk worden door het integreren

van de gegevens van het toenemende aantal sensoren dat onze mobiliteit meet.

De Amsterdam Time Machine wordt hier besproken door Julia Noordegraaf: het

betreft een project om alle historische locatiegebonden informatie over de stad te

integreren, zodat we niet alleen op elke gewenste locatie maar ook op elk gewenst

tijdstip kunnen inzoomen om te zien wat er toen daar gebeurde.

De belangrijkste sensor voor de kartografie blijft natuurlijk de luchtfoto, en het

toenemende aantal beelden uit de ruimte kan op den duur alleen maar verwerkt

worden door automatisering: Bernard Bronmans bespreekt de mogelijkheden

voor automatische gebouwdetectie, en er is aandacht voor het nieuwe, meer

gedetailleerde bestand ‘Landelijk Grondgebruik Nederland’ (LGN).

Dit kartografie-nummer van de Geo-Info is mede tot stand gekomen dankzij de

samenwerking met gastredacteur Edward Mac Gillavry.

Page 4: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

2 | Geo-Info | 2019-5

Agenda GIN Colofon

Partners Geo-Informatie Nederland

UitgeverGeo-Informatie Nederland www.geoinformatienederland.nl

RedactieadresRedactie Geo-InfoPostbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415E-mail: [email protected]

HoofdredacteurSytske Postma

RedacteurenAdri den Boer, Astrid Elemans, Eric Hagemans, Roelof Keppel, Ferjan Ormeling, Frans Rip

BladmanagementMOS bv, NijkerkJosé Broekhuizen, Edith Koetsier, Lisa Petersen

Inzenden kopijIndienen en publiceren van artikelen en berichten in overleg met de redactie.Zie ook www.geoinformatienederland.nl onder ‘Geo-Info’.

Advertentie-exploitatieMOS bvJan van de VisTelefoon: (033) 247 3400E-mail: [email protected] of [email protected] op aanvraag

Vormgeving en drukVdR druk & print, Nijkerk www.vdr.nl

Abonnementen/inlichtingenPostbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415E-mail: [email protected] Het doorgeven van adreswijzigingen uitsluitend schriftelijk of via e-mail.Een abonnement of lidmaatschap kan op elk gewenst moment ingaan en wordt voor een jaar aangegaan. Een abonnement of lidmaatschap wordt automatisch verlengd, tenzij dit minimaal twee maanden voor de verlengingsdatum schriftelijk of per e-mail wordt opgezegd.

Abonnementsprijzen per jaar voor 2019Persoonlijk lidmaatschap: € 100,00.(Bedrijfs-)abonnement op Geo-Info: € 200,00, incl. 6% BTW.Bedrijfslidmaatschap: € 400,00 (maximaal 3 personen).Leden in het buitenland betalen extra kosten voor het toezenden van Geo-Info: binnen Europa € 30,- (excl. 21% btw) en buiten Europa € 55,- (excl. 21% btw). Kijk voor meer informatie op de website www.geoinformatienederland.nl.Bij automatische incasso krijgt u een korting van € 2,- per jaar.© 2019. Het overnemen evenals het vermenigvuldigen uit dit tijdschrift is slechts toegestaan na schriftelijke toestem-ming van redactie en auteur.ISSN 1572-5464 (print), ISSN 2211-0739 (online)IBAN: NL55RABO0395278430BTW-nummer: NL8117.63.973.B01KvK-nummer: 30186871

RechtenDe informatie, tekst, afbeeldingen, foto’s en illustraties in dit blad en de vormgeving hiervan, zijn beschermd onder de Auteurswet en andere toepasselijke wetgeving. Niets daarvan mag zonder voorafgaande toestemming van de eigenaar worden verveelvoudigd (waaronder mede ‘framing’ wordt begrepen), aan derden ter beschik-king gesteld of openbaar worden gemaakt. De betrokkenen bij dit blad geven met hun medewerking ook toestemming om hun bijdragen en eventueel beeldmateriaal te gebruiken in andere uitingen van Geo-Informatie Nederland.

GeoBuzz 2019

Datum: 19 - 20 november 2019

Locatie: 1931 Congrescentrum Den Bosch

Meer info: bit.ly/2PsaWZK

NCG-symposium

Datum: 21 november 2019

Locatie: UT-ITC Enschede

Meer info: bit.ly/2KPmFfI

Algemene ledenvergadering GIN

Datum: 19 november 2019

Locatie: Congrescentrum 1931, Den Bosch

Meer info: bit.ly/2Nlcm2o

ww

w.g

eoin

form

atie

nede

rland

.nl

• Va

kbla

d va

n G

eo-In

form

atie

Ned

erla

nd

2019

• j

aarg

ang

16 •

Num

mer

5

Amsterdam Time Machine

Inzendingen GIN-

Kartografiewedstrijd

Interview Menno-Jan Kraak

Kartografie naar nieuwe

hoogten met vector tiling

Thema: Kartografie

| I2019-5 | Geo-Info

Beeld omslag: Verkenning naar mogelijk Rotterdams OV-netwerk in 2040.

Page 5: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

54Open kaart –

Milans Odyssee

| 32019-5 | Geo-Info

...en verder

1 Redactioneel 7 Kartografie – De kracht van kaarten –

Column Reinder Storm

8 Kartografie – Amsterdam Time Machine

12 Kartografie – Mobiliteit op de kaart 16 Kartografie – Kartografie naar

nieuwe hoogten met vector tiling 24 Kartografie – 28e internationale

congres over de geschiedenis van de kartografie

28 Historiografie – Opinie - 50 jaar geo-informatie over de Groningse bodemdaling

33 Kartografie - CAR-tografie – Column Niene Boeijen

34 Kartografie – Interview Menno-Jan Kraak - Mapping for a sustainable world

38 LGN2018 40 Kartografie – Inzendingen

GIN-Kartografiewedstrijd 45 Van de bestuurstafel – Carline Amsing

46 Verslag – 29e Internationale

Kartografische Conferentie (ICC) in Tokio

48 Studenten in beeld – Machine Learning voor automatische gebouwdetectie op lucht- en satellietfoto’s

52 Verslag – UNEGN-sessie New York in het teken van een nieuwe start op vertrouwde basis

55 Making of GeoBuzz – Interview Camille van der Harten en Douwe Blanksma

In dit nummer ...

42Verslag –

Slechte data bestaan niet?

20Kartografie –

Kartografische effecten van de Omgevingswet

4Kartografie –

Geodata-visualisatie: een rijk toekomstbeeld

Page 6: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Kartografie

Sinds een aantal jaren verzorgen wij de cursus ‘GIS for society’. In deze cursus komen drie uitdagende onderwerpen aan bod: geodata-visualisatie, netwerkanalyse en open geodata. Deze drie onderwerpen zijn uitgekozen, omdat de hedendaagse burger via de smartphone deze onderwerpen op een geïntegreerde manier dagelijks inzet. Daar zijn talloze voorbeelden van te noemen. Denk aan de diverse apps om te navigeren, duursportprestaties die gemonitord kunnen worden en locaties van vrienden en bekenden die je in de gaten kunt houden. De meest ultieme apps hiervan bieden een spelervaring in de werkelijke wereld aan zoals het augmented reality spel Pokémon Go. In onze cursus proberen we de essenties van ieder van de drie onderwerpen te behandelen en van daaruit ook hun onderlinge samenhang.

Door Ron van Lammeren

De opzet van de cursus is sterk beïnvloed door het verhaal van Sui [1], waarin wordt voorgesorteerd op een volgende generatie geo-informatietoepassingen met bijbeho-rende technologie via de ‘emerging themes’: affective GIS, geo-games, critical GIS, datatype synthesis, mapstories en geo-design. Als we nu kijken naar de verschillende geodata-gedreven apps en naar de diverse applicaties, die door de geo-business ontwikkeld en toegeleverd zijn, dan krijgen we die volgende generatie concreet in beeld. Door deze rijkdom aan ontwikkelingen is het aanbieden van essenties binnen een cursus er niet eenvoudiger op geworden. In het kader van deze speciale GIN-uitgave duid ik het kader waarmee wij de essenties van geodata-visualisatie binnen deze cursus behandelen. Dit kader biedt daarmee een mogelijkheid de ontwikkelingen (die de afgelopen decennia in dit veld hebben plaatsgevonden) te positione-ren, bruikbare concepten daaraan te verbin-den en de gewenste geodata-visualisatie te preciseren.

Omzetten en weergeven Uitgangspunt van dit kader betreft het nadrukkelijk onderscheid binnen een geo-informatiesysteem (GIS) tussen de geodata en de visualisatie daarvan. Oorspronkelijk kende

een GIS de mogelijkheden om een kartogra-fisch product digitaal te vervaardigen. Het kader is eenvoudig: er zijn geodata-bronnen (waaruit geodata worden geput), die worden verwerkt en vervolgens gevisu-aliseerd. Die visualisatie bestaat daarbij uit twee stappen: het omzetten van de geodata (‘visualizing’ – zie nummer 1 in figuur 1) in een bruikbare visualisatie (thematisch en/of ruim-telijke referentie) en het weergeven (‘rende-ring’ – zie nummer 6 in figuur 1) daarvan. In de wetenschappelijke literatuur vinden we over het vervaardigen van dergelijke kartografische producten prachtige studies waarin de discus-sies over de weergave van vele variabelen via meerdere univariate kaarten dan wel één multivariate thematische kaart krachtig kan knetteren (zie nummer 2 in figuur 2).

Chernoffs politieke kleur van Groot Brittannië in 1973 is één van de toppers in die discussie. Kennis van kleursystemen, kleurharmonie en de ‘gestalt’-theorie is daarbij onvermijdelijk. Tevens is begrip van kaartlay-out en diverse grafiekconcepten een noodzaak om een leesbaar kartografische product te realiseren. Naast deze concepten is de hoofdrol in die vertaling van geodata naar een grafisch weergave weggelegd voor de theorie van Bertin [2] [3].

Geodata-visualisatie: een r ijk toekomstbeeld

Figuur 1 - Omzetten van geodata.

4 | Geo-Info | 2019-5

Page 7: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

THEMA

Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse ‘sensors’ (van satelliet gekoppelde, geautomati-seerde waarnemingen tot en met die via sociale media) en de vrije toegang tot publieke data, kreeg de studie naar tijd-ruimtedynamiek meer aandacht. Die aandacht kende een evenknie in de geodata-visualisatie en was herkenbaar in de definitie van Kraak en MacEachren [4].

Dynamische grafische attributen Tijd-ruimtedynamiek op de kaart geeft inzichten in de ontwikkeling van ruimtelijke objecten en ruimtelijke thema’s. Tijdsverschil heeft daarmee in de visualisatie haar intrede gedaan. We onderscheiden nu twee opties om die dynamiek te visualiseren. Het kartogra-fisch product met één of meerdere ‘statische’ kaarten of een animatie waarin meerdere kaartbeelden (‘frames’) de veranderingen in de tijd weergeven. In ons herziene geodata-visualisatiekader (nummer 3 in figuur 2) bete-kent dit dat de verwerking van geodata in een grafisch product een nieuwe stap kent en die richt zich op het visualiseren van de dynamiek: stapsgewijze verandering aan de hand van specifieke tijdseenheden dan wel het verschil tussen kenperioden. Er zijn daarbij, afhankelijk van de geometrische data-primitieven (‘vec-tor- of tesselated’), andere grafische attributen in te zetten, zoals ‘blinkers’, ‘halo’s’ en ‘moves’. De afgelopen jaren zijn aan de visualisatie van

ruimtelijke dynamiek en de inzet van ‘dyna-mische’ grafische attributen diverse studies gewijd als vervolg op de ideeën van Blok [5] en Andrienko et al. [6].Het gebruik van de animatie bracht opnieuw de interactie met de visualisatie onder de aandacht, omdat de animatie de opties van stoppen, pauzeren, snel vooruit- en terug-spoelen met zich meebracht. Ook de eerder genoemde definitie van Kraak en Dykes verwijst impliciet naar de rol van interactie met het beeld. In dat kader houden we vooralsnog de interactie bewust buiten beeld, maar verwijzen we wel naar het werk van Roth [7]. Overigens is door de inbreng van diverse interactie-opties een interessante nieuwe scheiding ontstaan tussen beeld, en interactie met het beeld.

Driedimensionale visualisatie van geodata

De volgende essentie in ons kader betreft de ruimtelijke dimensie van de visualisatie: twee- (2D) of driedimensionale (3D) visualisatie van de geodata. Dit roept altijd de volgende vragen op: wat is 3D en waarom 3D? De laatste vraag valt alleen te beantwoorden indien we onze informatie- en kennisvragen plaatsen in de context van een ruimtelijk denkmodel, bijvoorbeeld een allocentrisch of egocentrisch model met bijbehorende gebruikseisen. Die plaatsing laat ik in dit verhaal eveneens buiten beschouwing.

Ruimtelijk denken wordt echter primair gevoed door ons visueel perceptiesysteem dat in principe een stereografische beleving oplevert. In de discussie over wat 3D is, hanteren wij een transformatiemodel (zie figuur 3) die de relatie tussen geodata, datavisualisatie en perceptie van de rendering via een specifiek presentatie-medium (bijvoorbeeld ‘desktop’, ‘touchscreen’, ‘oculus rift’ en ‘hololense’) toont. Het transfor-matieschema verwijst onder andere naar een stereografische beleving van de derde dimen-sie (bijvoorbeeld via ‘shutter glasses’, ‘Google cardboard VR’ of ‘Microsoft hololense’) dan wel een monografische beleving (via een standaard beeldscherm of projectievlak van een enkele ‘beamer’), geïnterpreteerd aan de hand van ‘depth cues’. Een depth cue appelleert aan ons perspectivische ervaring van de werkelijkheid door gebruik te maken van perspectief lijnen en voor-, midden- en achtergrondtaferelen.

Kijkdoosmetafoor Het transformatiemodel laat zien dat de omzetting van geodata naar een visualisatie vele bewerkingsopties biedt. Dit houdt in dat er wederom een nieuwe, essentiële stap in het kader is bijgekomen (zie nummer 4 in figuur 2). Wij gebruiken een ‘kijkdoosmeta-foor’ om inzicht te geven in de constructie van een 3D-visualisatie (3D-scene) uit de diverse geodata-sets, grafische attributen en gevisualiseerde geodata. De relatie tussen alle componenten bij die bouw vereist daarbij

Geodata-visualisatie: een r ijk toekomstbeeld

Figuur 2 - Geodata-visualisatie.

| 52019-5 | Geo-Info

Page 8: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

wel specifieke toelichting. Enkele voorbeel-den daarvan zijn het gewenste ruimtelijke 3D-detail (‘level of detail’), de ‘extrusion’ van punt-, lijn- en vlakprimitieven (‘vector features’) in 3D-objecten, de ‘texture map-ping’ van die ‘extruded’ primitieven met bijvoorbeeld thematische visualisaties, de plaatsing van 3D-CAD-modellen in dergelijke geo-gerefeerde 3D-scenes, waarbij de geo-referentie in X-, Y- én Z-richting essentieel zijn en de plaatsing in het model van dynamische visualisaties via bijvoorbeeld een laaganimatie of objectbeweging via een route (‘flight path’) door de scene. De rendering van een derge-lijke digitale kijkdoos vraagt ook om aandacht voor specifieke views waartoe cameraparame-ters (‘field settings’ of ‘view settings’) zijn in te stellen, alsmede de route van de camera en niet te vergeten instellingen die schaduw en lichteffecten bepalen op basis van het tijdstip op specifieke lengte- en breedtegraden.

Storymap De laatste essentie die in het geodata-visuali-satie kader is opgenomen betreft het verhaal dat de gebruiker van de visualisatie ondergaat. In korte tijd is de term ‘storymap’ omarmt en in veel projecten vindt de communicatie met betrokkenen plaats via deze vorm van visualisatie. De essentie van een storymap is gekoppeld aan de theorie over verhalen vertellen. Vanuit het kader verwijzen wij naar de verhaaltheorie (‘narrative’) van Freytag [8] en de relatie tussen de verhaallijn (‘narrative’) en de presentatie van het verhaal (‘represen-tation’) zoals onder andere door Potteiger et al. [9] zijn geïntroduceerd. Bij het maken van onder andere games, films en documentaires zijn dat belangrijke concepten. De verhaallijn (‘script’) wordt daarin uitgewerkt in een visuele presentatie die veelal audio ondersteund is

(‘storyboard’) waarin verhaalscenes gebaseerd op views, sequentie, duur en frequentie van visualisaties staan beschreven. Het is daarmee in essentie een montage van binnen de verhaal-lijn bruikbare geodata-visualisatievormen die eerder in het kader zijn behandeld. Het gebruik van verhaaltheorie vormt wederom een nieuwe stap in het geo-visualisatie kader (zie nummer 5 in figuur 2). Voor de implementatie van elemen-ten uit de verhaaltheorie verwijzen wij naar de verschillende technieken die onder andere in de video- en filmindustrie in gebruik zijn (‘camera degree rule’, ‘framing’, ‘sequence’, ‘voice over’).Zodra de presentatie van de verhaallijn aan de hand van diverse geodata-visualisaties is gerenderd dan is de visualisatie beschikbaar, in de praktijk storymap of mapmovie genoemd. De televisieserie ‘Nederland van Boven’ [10] toont aansprekende voorbeelden van derge-lijke geodata gebaseerde verhalen. Ondertus-sen zijn we alweer een stap verder daar Niantic Inc. via Harry Potter’s wizard unite [11] een 3D, dynamische augmented reality applicatie in de zomer van 2019 heeft gelanceerd waarin de gebruiker diverse verhaallijnen krijgt aange-boden. Dit hebben zij gerealiseerd door op een aantrekkelijke manier de essenties van het gepresenteerde visualisatiekader te integreren en te voorzien van diverse vormen van interac-tie. Zoals eerder aangegeven laten we in deze kaderbeschrijving interactie in relatie tot de zes gepresenteerde stappen buiten beschouwing. Dit verhaal geeft een overzicht van de essenties van geodata-visualisatie aan de hand van een kader zoals wij dat momenteel hanteren in het academisch onderwijs. We gebruiken dit om de verschillende onderdelen daarvan stapsgewijs te behandelen via verwijzing naar theoretische concepten en de toepassing daarvan door het gebruik van diverse software componenten van desktop tot en met client-server (3-tier

architecture). Het kader illustreert tevens de ontwikkelingen in de geodata-visualisatie en preciseert onderzoeks- en toepassingsvragen. Bovendien biedt deze ontwikkeling van Bertin naar Niantic een duidelijk zicht op benodigde kennisintegratie en schetst daarmee een rijk toekomstbeeld voor de visualisatie van geodata.

Referenties[1] 2015 Sui, D., Emerging GIS themes and the six senses of

the new mind: is GIS becoming a liberation technology? Annals of GIS, 21 (1) 1-13; DOI:10.1080/19475683.2014.992958

[2] 1967 Bertin, J., Sémiologie graphique. Les diagrammes. Les réseaux. Les cartes. Re-impressions des Editions de l’Ecole des Hautes Etudes En Sciences Sociales, 1999

[3] www.visionscarto.net/la-semiologie-graphique-a-50-ans (ver. 1/10/2019)

[4] 2005 Kraak, M.J., MacEachren, A.M., Geovisualisation and GIScience. Cartography and Geographic Information Sci-ence 32 (2) 67-68; DOI: 10.1559/1523040053722123

[5] 1997 Blok, C., Dynamic visualization in a developing frame-work for the representation of geographic data. Cyberg-Geo European journal for Geography - 30 ânes de Sémiolo-gie graphique - journals.openedition.org/cybergeo/509

[6] 2008 Andrienko, G. et al., Geovisualization of dynamics, movement and change: key issues and developing appro-aches in visualization research. Information visualization 7 (2008) 173-180; DOI: 10.1057/ivs.2008.23

[7] 2013 Roth, R. Interactive maps: What we know and what we need to know. Journal of Spatial Information Science 6 (2013) 59 -115

[8] 2013 Mou, T. et al. From storyboard to story: animation con-tent development. Education Research and Reviews 8 (13) 1032-1047 DOI: 10.5897/ERR2013.1484

[9] 1998 Potteiger, M. , Purinton, J., Landscape Narratives: Design Practices for Telling Stories John Wiley & Sons, 1998 340 pp

[10] www.vpro.nl/programmas/nederland-van-boven.html (ver. 1/10/2019)

[11] www.harrypotterwizardsunite.com/ (ver. 1/10/2019 )

Ron van Lammeren is docent Geo-informatie aan de Wage-ningen Universiteit. Ron is bereikbaar via [email protected].

Figuur 3 - Transformatiemodel geodata.

Kartografie

6 | Geo-Info | 2019-5

Page 9: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

THEMA

Volgens de Grote Winkler Prins Encyclopedie (7e druk, 1968) is kartografie het geheel van ‘wetenschappelijke en technische activiteiten die betrekking hebben op kaarten en hun vervaardiging’. Een recentere en meer specialistische bron (het leerboek Kartografie van prof. dr. F.J. Ormeling en prof. dr. M.J. Kraak) formuleert het iets concreter: ‘Kartografie is een methode voor visuele communicatie van ruimte-lijke of geografische informatie.’ Wikipedia (september 2019) omschrijft kartografie als volgt: ‘Cartografie (door de beoefenaars doorgaans gespeld als kartografie) is de weten-schap en techniek om geografische ruimtegebonden informatie met analoge en digitale middelen in kaarten en verdere media inzichtelijk en aanschouwelijk te maken.’ Er is ook een zogenaamde startpagina voor kartografie. Die prijst zichzelf aan als: ‘een startpunt voor wie geïnteresseerd is in car-tografie ofwel oude kaarten’.

De meeste mensen die desgevraagd over deze definities zouden nadenken, kunnen zich daar op den duur wel iets bij voorstellen: kartografie heeft betrekking op het maken van kaarten en kaarten zijn een weergave van de aarde, of in elk geval een stukje daarvan. Waar we ons ook bevinden, ‘een stukje van de aarde’ zien we bijna altijd wel. Weergaven daarvan ook heel erg vaak, maar dat betreft dan niet altijd een kaart. Niettemin is het verbluffend hoe regelmatig we in het dagelijks leven kartografische uitingen tegenkomen. Minstens even opvallend is eigenlijk hoe weinig we daarbij stilstaan, maar dat geldt voor zoveel dingen.

Je hoort iemand weleens zeggen dat hij of zij ‘van lekker eten houdt’. Ja, nogal wiedes: wie houdt er nou niet van lekker eten?! Met kaarten is iets anders aan de hand: iedereen houdt van kaarten. Alleen zijn de meeste mensen zich daar totaal niet bewust van. Je hoort het in het dagelijks leven ook maar zelden iemand zeggen, maar het is wel zo. Daar zijn tenminste drie redenen voor.  

In de eerste plaats hebben we allemaal ‘een plek’ op de wereld. Een plek waar we geboren zijn, een plek waar we wonen of waar onze familie oorspronkelijk vandaan komt. Het is ook een zeer primaire menselijke behoefte om op ‘een plek’ thuis te zijn, of te willen zijn. De gehechtheid aan die plek, waar we thuis zijn of vandaan komen, komt tot uiting in het bijzondere gevoel dat kaarten oproepen. Kaarten vormen de materiële neerslag van dat typische gevoel van ergens op je plaats te zijn. Kaarten belichamen thuis voelen. En ook als de kaart een stukje van de wereld laat zien waar je je misschien helemaal niet thuis voelt of waar je domweg nog nooit van gehoord hebt, dan ken je toch de magische kracht van het medium, dat boeit en inspireert.

Een tweede reden waarom kaarten altijd tot de verbeel-ding spreken is de actualiteit ervan. Je kunt een kaart van

honderden jaren oud bekijken, die kaart beeldt toch altijd óók de wereld af waar we nu nog steeds deel van uitmaken. Ook al ziet die wereld er nu soms anders uit. Ook al weten we nu dat kaartmakers zich vroeger wel eens vergisten. Ook al is het kaartbeeld ingrijpend veranderd door allerlei infrastructurele ontwikkelingen en aanpassingen. Door een kaart van vroeger te bekijken hebben we als het ware de mogelijkheid om ons te verplaatsen in tijd en ruimte. Je kijkt in het heden naar een momentopname uit het verleden. En dat verleden is in het geval van kaarten soms veel verder achter ons dan het moment dat de eerste fotografische opnamen werden gemaakt. En omdat oude kaarten vaak zo ongelofelijk precies en gedetailleerd zijn getekend, stimuleert dat de verbeeldings kracht enorm. Door goed naar de kaart te kijken – zeker als de afgebeelde plek goed bekend is – is het mogelijk ‘te reizen in de tijd’. En de ervaring leert dat iedereen met een beetje gevoel voor cultuur en historie daar geen weerstand aan kan bieden.

De derde reden dat mensen graag naar oude kaarten kijken is simpelweg omdat ze zo mooi zijn. Versierd met decoratieve elementen, uiterst gedetailleerd getekend en gegraveerd en vaak voorzien van schitterende kleuren. En dan soms ook nog opgenomen in indrukwekkende en omvangrijke atlassen. Nimmer mist het zijn uitwerking – wat overigens ook precies de bedoeling was.

Dat dit complex van persoonlijke, vreugdevolle en inspi-rerende sensaties het resultaat is van zoiets als ‘een methode voor visuele communicatie van ruimtelijke of geografische informatie’ staat zelden iemand bij stil. Vandaar deze column, zodat we ons realiseren wat wij ook in dit opzicht danken aan de kartografie.

Reinder Storm

Conservator Cartografie, Geografie & Reizen

Bijzondere Collecties

Universiteit van Amsterdam

[email protected]

Column

De kracht van kaarten

Rein

der S

torm

| 72019-5 | Geo-Info

Page 10: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Kartografie

Het is de droom van iedereen met belangstelling voor het verleden: kunnen reizen door de tijd. En dan het liefst zo levensecht mogelijk, zoals we inmiddels de hele wereld al virtueel kunnen verkennen met behulp van Google Earth in 3D. Dat zou alleen nog verrijkt moeten worden met de dimensie tijd, zodat je kunt rondlopen in je eigen straat zoals die er 100 jaar geleden uitzag. Dat is ook de ambitie van het consortium dat momenteel bouwt aan de Amsterdam Time Machine: een infrastructuur voor het ruimtelijk verkennen van historisch Amsterdam.

Door Julia Noordegraaf

Geïnspireerd door het voorbeeld van de Venice Time Machine, een initiatief van de Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne en Ca’ Foscari universiteit in Venetië, namen de onderzoekers van het Creative Amsterdam-project van de Universiteit van Amsterdam in 2017 het initiatief om een Amsterdamse tijdmachine te realiseren. Hiervoor wordt samengewerkt met een groot aantal part-ners uit het veld van onderzoek, erfgoed en creatieve industrie, alsmede met maatschap-pelijke partners [1]. Het doel is alle digitale data over de geschiedenis van de stad en haar inwoners met elkaar te verbinden en te kop-pelen aan historische kaarten en 3D-modellen. Op die manier kunnen personen, objecten en gebeurtenissen die bepalend zijn geweest voor de geschiedenis van Amsterdam worden onderzocht en geduid via de locaties waar ze aan gerelateerd zijn. Zo wordt de informatie, die ligt opgeslagen in de talloze bronnen van de Amsterdamse erfgoedinstellingen, beschikbaar in de context waar ze betrekking op heeft (zie figuur 1).

De architectuur van de Amsterdam Time Machine

De kern van de architectuur van de tijdma-chine wordt gevormd door de Amsterdam Linked Data Cloud (ALiDa): een netwerk van alle digitale datasets die beschikbaar zijn zoals linked open data (zie figuur 2). Mede dankzij de inspanningen van de Amsterdamse erfgoed-instellingen (onder meer het beschikbaar stel-len van de catalogus als linked open data door het Amsterdam Museum en Rijksmuseum) en grote infrastructuurprojecten (zoals het door het NWO gefinancierde Golden Agents-project [2], dat geleid wordt door het Huygens ING waarbij onder meer informatie uit de door het Stadsarchief gedigitaliseerde drie eeuwen Amsterdamse akten beschikbaar komt) komen steeds meer historische data beschikbaar in het linked dataformaat. Daarmee worden ze koppelbaar met andere linked datasets, zoals Wikidata (de database die ten grondslag ligt aan Wikipedia) en kan iedereen die dat wil ze gebruiken om er toepassingen mee te maken (zoals websites of andere applicaties).

Amsterdam Time Machine Een virtuele ruimte-tijdmachine voor historisch Amsterdam

Figuur 1 - Visualisatie Amsterdam Time Machine, Weixuan Li (Huygens ING), Virtual Interiors project.

8 | Geo-Info | 2019-5

Page 11: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

THEMA

Die linked open data worden vervolgens verbon-den met een geografisch-temporele infrastruc-tuur. Dit vereist het op uniforme wijze georefe-reren en vectoriseren van de historische kaarten van Amsterdam, om deze vervolgens als ‘tiles’ en ‘linked data’ beschikbaar te stellen [3]. Op deze manier ontstaan de historische basiskaarten waaraan de data kunnen worden gekoppeld. Om dat mogelijk te maken moeten in de datasets zelf tevens de verwijzingen naar buurten, straten, gebouwen, historische geografische namen en personen worden geïdentificeerd.

Tenslotte is het de ambitie om de historische stad na te bouwen in 3D, eveneens op een manier die de transformaties door de tijd heen zichtbaar maakt en dus is verrijkt met de vierde dimensie tijd. Hiertoe wordt er samengewerkt met de gemeente Amsterdam, waar wordt gewerkt aan een 3D-basismodel, dat momenteel gebouwd wordt in Unity en open beschikbaar komt voor alle toepassin-gen voor stadsontwikkeling waarbij 3D een toegevoegde waarde biedt.

Wat is er tot nu toe gerealiseerd?Belangrijke input voor de data store is de afge-lopen twee jaar geleverd vanuit het AdamLink-project van AdamNet, de stichting waarin de bibliotheken van de Amsterdamse erfgoedin-stellingen samenwerken. Doel van het project, dat deels werd gesubsidieerd door de stichting Pica, was het verbinden van de Amsterdamse collecties en deze als linked open data beschikbaar te maken. Hiertoe werden in de metadata van de diverse collecties personen, buurten, straten, gebouwen en historische geografische aanduidingen geïdentificeerd en voorzien van unieke identifiers (URI’s) voor alle bekende personen, gebouwen, straten en buurten. Waar mogelijk werden deze data eveneens gekoppeld aan bestaande identifiers (van onder meer de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, RKD Artists en Wikidata), om de uitwisselbaarheid verder te vergroten. De data zijn vervolgens beschikbaar gesteld in RDF-formaat, zodat ze kunnen worden verbonden met elke andere linked dataset [4].

Het resultaat van deze inspanning is te zien op de AdamLink-website [5], waar verschil-lende toepassingen gepresenteerd worden die een indruk geven van wat je met deze geografische infrastructuur kunt doen. Zo kun je met de Straatbeelden-applicatie zoeken naar een straat in Amsterdam, waarna je al het beeldmateriaal te zien krijgt dat er over jouw straat in de Amsterdamse bibliotheken en archieven beschikbaar is. Of je bekijkt via de

Portretten per beroep-app, waar de personen uit de Amsterdamse collecties verbonden zijn met de informatie achter hun Wikipedia pagina's, wat hun beroepen zijn qua informa-tie en wat hun beroepen zijn (en dan blijken daar, naast kunstschilders, schrijvers en politici, ook anarchisten, Bijbelvertalers en juridisch dichters tussen te zitten).

Voor de fijnmaziger geografische referenties kon worden voortgebouwd op de basis die Hans Mol aan de Fryske Akademy heeft gelegd onder de naam ‘HisGIS’, met de ontslui-ting op het perceel van het oudste kadaster (1832) en de koppeling op adresniveau daaraan van het bevolkingsregister van 1851, het kiesregister van 1853 en het adresboek van 1855. In een door de nationale infrastructuur voor digitale geesteswetenschappen CLARIAH gefinancierd project werd deze geo-infrastruc-tuur het afgelopen jaar binnen de generieke CLARIAH-infrastructuur van het Humanities Cluster van de KNAW beschikbaar gemaakt als linked open data. Daarmee komen deze data en tools niet alleen ter beschikking voor onderzoek naar Amsterdam, maar ook voor

digitaal geesteswetenschappelijk onderzoek in het algemeen. Daarnaast omvatte het project drie inhoudelijke studies (in de taalkunde, sociale & economische geschiedenis en mediastudies) die de mogelijkheden van deze geografische infrastructuur demonstreren voor historisch onderzoek.

Voor de historische 3D-modellen van de stad wordt momenteel geïnventariseerd welke data beschikbaar zijn over de kavels en gevelhoogtes. Het plan is om op basis van de beschikbare data met City Engine een schetsmodel te maken in grijstinten, waarin de mate van zekerheid over de gemodelleerde omgeving zal worden aangegeven met nader te bepalen visualisatietechnieken. Deze histori-sche schetsmodellen kunnen functioneren als ‘kapstok’ voor de bijpassende stadsgezichten en voor de in detail uitgewerkte 3D-modellen die voortkomen uit de diverse onderzoekspro-jecten en die toegang geven tot de interieurs. Bij de Universiteit van Amsterdam zijn in de context van het CREATE-project en in samen-werking met het 4D Research Lab al modellen gemaakt van ‘t Paradijs, de residentie van de

Amsterdam Time Machine Een virtuele ruimte-tijdmachine voor historisch Amsterdam

Figuur 2 - Visualisatie AliDa (Amsterdam Linked Data Cloud), Menno den Engelse (Islands of Meaning).

| 92019-5 | Geo-Info

Page 12: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

vroeg zestiende-eeuwse notabele Pompejus Occo aan de Kalverstraat, van het woonhuis en de winkel van de zestiende-eeuwse schilder Dirck Barendsz in de Warmoesstraat en van een van de eerste vaste bioscopen in vroeg twintigste-eeuws Amsterdam, de Cinema Parisien aan de Nieuwendijk (zie figuur 3).

Toepassingen in onderzoek, onderwijs en stadsontwikkeling

De temporeel-geografische infrastructuur van de tijdmachine biedt niet alleen mooie toepassingen voor iedereen met historische belangstelling voor de stad. Het biedt ook een nieuw instrument waarmee stadshistorici en andere wetenschappers onderzoek kunnen doen naar de stedelijke ruimte als verbin-dende factor voor sociale en culturele proces-sen. De socioloog en historicus Charles Tilly beschreef de stad in zijn boek Explaining Social Processes als ‘privileged site for study of the

interaction between large social processes and routines of local life’ (2015, p. 161). De Amster-dam Time Machine biedt een onderzoeksin-strument om de stedelijke geschiedenis van de stad te onderzoeken op een schaal die varieert van het microniveau van een perceel, persoon of gebeurtenis tot het macroniveau van bredere sociale processen in de stad als geheel – een microscoop en telescoop ineen. Een dergelijke onderzoeksomgeving, waarin de ruimte als invalshoek wordt gekozen, biedt een ongekende mogelijkheid om de relatie tussen de fysieke en sociale ruimte te onderzoeken in relatie tot hoe deze door de tijd heen werd ervaren.

Deze toepassing van de tijdmachine wordt momenteel verkend in het door het NWO gefinancierde onderzoeksproject Virtual Interiors, geleid door het Huygens ING en de Universiteit van Amsterdam [6]. Op basis van

onder meer de boedelinventarissen van het Stadsarchief worden data verzameld over de productie en verspreiding van kunst en cul-tuur in het zeventiende-eeuwse Amsterdam. Met behulp van de geografische infrastructuur van de tijdmachine kunnen deze data worden gevisualiseerd op historische kaarten, om patronen in de verspreiding van schilderijen, kaarten, zilver, porselein en andere culturele objecten in de Amsterdamse huishoudens op te sporen (zie figuur 4a).

3D-modellen van enkele Amsterdamse huizen geven vervolgens zicht op de plaats en functie van deze objecten in de concrete omgeving van één huishouden. Via nieuw te ontwikkelen visualisatiemethoden geven we aan hoe zeker we zijn over de onderdelen van de gemaakte reconstructies. Annotaties en koppelingen met de onderliggende brondata vormen een manier voor de onderzoekers om verder in te

Figuur 3a - ‘t Paradijs, Madelon Simons en Loes Opgen-haffen (Universiteit van Amsterdam).

Figuur 3b - Woonhuis en winkel Dirck Barendsz (Warmoes-straat 138), Madelon Simons en Wouter van Elburg (Univer-siteit van Amsterdam).

Kartografie

Figuur 3c - Cinema Parisien, Julia Noorde-graaf, Loes Opgenhaffen, Norbert Bakker, Ivan Kisjes (Universiteit van Amsterdam).

Figuur 4a - Boedelinventarisdata op de kaart, HisGIS en Amsterdam Time Machine.

10 | Geo-Info | 2019-5

Page 13: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

THEMA

zoomen op specifieke plaatsen, objecten en gebeurtenissen (zie figuren 4b en 4c).

Een dergelijke methode biedt een ongeëve-naard zicht op de geschiedenis van culturele consumptie van burgers uit allerlei sectoren van de maatschappij, een fenomeen dat voorheen bijzonder moeilijk te vangen was en slechts anekdotisch, via steekproeven, kon worden onderzocht. De Amsterdam Time Machine geeft zo zicht op de geschiedenis ‘van onderaf’, vanuit het perspectief van de bewoners en gebruikers van de stad.

Naast het onderzoek biedt de Amsterdam Time Machine ook nieuwe kansen voor het onderwijs. Momenteel verkennen we samenwerking met de stichting In mijn buurt,

die projecten doen op basisscholen waarbij leerlingen uit groep 7 en 8 worden voorbereid op interviews met mensen uit de buurt die vertellen over hun ervaringen met de Tweede Wereldoorlog, migratie of het koloniale verleden van Nederland. De tijdmachine kan helpen om leerlingen voor te bereiden op deze ontmoetingen, door ze virtueel te laten ervaren hoe de buurt er in het verleden uitzag en ze toegang te geven tot de bronnen met informatie over dit lokale verleden.

De Amsterdam Time Machine, met zijn locatiegebonden toegang tot de ‘big data’ van het verleden, biedt toegang tot het lange termijngeheugen van de stad. Daarmee is het ook een belangrijke bron voor effec-tief stedelijk beleid en stadsontwikkeling,

waarbij beslissingen voor de toekomst worden geïnformeerd door lessen en ervaringen uit het verleden. De locatiegebonden toegang tot de historische informatie over de stad en haar bewoners helpt bij beslissingen over de bebouwde omgeving, zoals het verlenen van vergunningen voor monumentale gebouwen of herstelwerkzaamheden aan de kades en andere stedelijke infrastructuur. Tevens biedt de tijdmachine een schat aan informatie om het gebruik en de beleving van de openbare ruimte te reconstrueren, ter lering en inspi-ratie voor hedendaagse stadsontwikkeling. Daarbij wordt gebruik gemaakt van slimme technologie voor informatie extractie en verwerking (onder meer kunstmatige intel-ligentie voor het lezen van handschriften en herkennen van plaatsen, personen en gebeurtenissen), maar ook van de kennis en interesse van de burgers zelf, via toepassingen voor crowdsourcing en citizen science.

Een tijdmachine voor EuropaHet tijdmachineconcept blijkt zeer aansteke-lijk: naast Venetië en Amsterdam zijn er inmid-dels een kleine twintig andere lokale Time Machines in de maak, waaronder in Nederland die van Limburg (geleid door De Domijnen in Sittard), Utrecht (geleid door de Universiteit Utrecht), Dordrecht (geleid door de Stichting Verborgen Stad) en Friesland (geleid door de Fryske Akademy). Binnen de onlangs opge-richte Time Machine Organization [7] werken inmiddels ruim 400 partners uit 34 landen aan de realisatie van een tijdmachine voor heel Europa, inclusief de dorpen en landschap-pen. Onlangs ontving dit consortium van de Europese Commissie een miljoen euro om de plannen nader uit te werken. Zo ontstaat op termijn een temporeel-geografische infrastructuur die de droom van het ruimte-tijdreizen een stapje dichterbij brengt.

Referenties [1] amsterdamtimemachine.nl/category/consortium/[2] www.goldenagents.org/[3] amsterdamtimemachine.nl/category/data/maps/[4] adamlink.nl/data[5] lab.adamlink.nl/[6] virtualinteriorsproject.nl/[7] www.timemachine.eu/

Julia Noordegraaf is hoog-leraar digitaal erfgoed aan de Universiteit van Amster-dam. Julia is bereikbaar via [email protected]. Fotograaf pasfoto: Bob Bronshoff.

Figuur 4b - 3D-model in wording van Herengracht 573, Chiara Piccoli (Universiteit van Amsterdam), Virtual Interiors project.

Figuur 4c - 3D-modelinterieur, Chiara Piccoli (Universiteit van Amsterdam), Virtual Interiors project.

| 112019-5 | Geo-Info

Page 14: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Kartografie

We laten steeds meer digitale voet-afdrukken achter: zéér waardevolle informatie voor verkeersmanagers en beleidsmakers. Maar hoe analyseren we al deze mobiliteits-data en hoe brengen we deze steeds omvangrijkere informatie in kaart?

Door Sander van der Drift

Het is half 8 in de ochtend. De slagboom van de parkeergarage gaat automatisch open na het scannen van mijn kenteken. De navigatie geeft aan dat er wegwerkzaamheden zijn en dat mijn verwachte aankomsttijd kwart voor negen is. Het slimme systeem houdt daarbij rekening met het actuele verkeer. Bij het eerste verkeerslicht wordt mijn voertuig geteld door een meetlus en tijdens de eerste kilometers wordt mijn bluetoothsignaal op meerdere plekken opgepikt - waarmee wegbeheerders actuele reistijden monitoren. Ondertussen meet de CAN-bus-sensor van mijn auto diverse trillingen en de frequentie van de ruitenwissers, een indicatie van een oneffen wegdekverharding en lichte regen. Ik ben de stad nog niet eens uit.Meten, meten en nog eens meten. Traditio-nele verkeerstellingen worden steeds vaker ingeruild voor moderne methodes waarbij gebruik wordt gemaakt van slimme camera’s, sensoren en data die afkomstig zijn van navigatiesystemen of mobiele telefoons. Systemen die continu actief zijn en een onaf-gebroken reeks data genereren.Die systemen worden steeds slimmer. Met behulp van kunstmatige intelligentie zijn camera’s in staat om voertuigen te tellen, onderscheid te maken tussen voertuigtypes en zelfs om afslagbewegingen vast te leggen. Deze camera’s hebben nu nog vaak een vaste locatie, maar Rijkswaterstaat experimenteert al met drones waarmee in één keer hele knoop-punten in beeld gebracht kunnen worden.

Floating car data Maar ook jij en ik zijn sensoren. Met onze mobiele telefoons en navigatiesystemen genereren we onder andere floating car data (FCD). Onze GPS-signalen worden voortdurend geanalyseerd als we op de weg zijn, resulte-rend in realtime inzicht in de actuele snelheid op vrijwel elk wegvak in Nederland. En dan zijn we er nog lang niet. Denk bijvoorbeeld aan OV-chipkaartdata, realtime posities van bussen en trams, realtime bezettingsgraden van parkeergarages, brugopeningen en wegwerk-zaamheden. Maar ook meer statische data zoals mobiliteitsprognoses van het Centraal Planbureau en verkeersnetwerken zoals het Nationaal Wegenbestand en OpenStreetMap. Deze data zijn niet alleen interessant voor automobilisten die met een navigatiesysteem

hun actuele reistijd willen weten, maar ook nuttig voor beleidsmakers om het verleden te analyseren en voor verkeersmanagers om de situatie in de komende minuten en uren te voorspellen. Deze datarijkdom biedt ongekende nieuwe mogelijkheden om het mobiliteitssysteem te analyseren, te begrijpen en bij te sturen. Maar de grote hoeveelheden data betekenen ook nieuwe uitdagingen op het gebied van verwerking, analyse en visualisatie, want hoe haal je de juiste inzichten uit die bergen met data? En hoe breng je dit in kaart?

Geo-informatie binnen het mobiliteitsdomein

Binnen het GIS-domein is mobiliteit een specialisme op zich. Naast een ruimtelijk component hebben de databronnen veelal een temporele dimensie en zijn ze sterk net-werkgericht. Denk bijvoorbeeld aan automo-bilisten, fietsers en OV-reizigers (ruimtelijk-tem-porele punten) die routes afleggen over een wegennetwerk (lijnen). Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van complexe vectordata, welke vaak rijrichting-specifieke attributen bevat. Voor analyses wordt gebruik gemaakt van gangbare GIS-functionaliteiten zoals ‘spatial joins’, ‘intersecties’ en ‘geo-coding’. Daarnaast kent de mobiliteit haar eigen unieke analysemethoden zoals ‘routezoekalgoritmes’, ‘isochroonberekeningen’, ‘lineaire referentie’, ‘mapmatching’ en ‘zwaartekrachtmodellen’. Deze complexiteit uit zich ook in de kartografie, waarbij rijrichting-specifieke attributen, stromen van herkomsten naar bestemmingen en de temporele component de grootste uitdagin-gen vormen. Analyse van mobiliteitsdata voor publieke doeleinden wordt uitgevoerd door dataspecialisten, terwijl de eindgebruikers bestuurders of stedenbouwkundigen zijn. De uitdaging is om deze barrière te slechten. In een aantal voorbeelden laat ik zien hoe mobiliteitsdata gevisualiseerd kan worden in een inzichtelijke en begrijpelijke vorm. Als tradi-tionele kaart en in interactieve webapplicaties.

MobiliteitsnetwerkenIn de OV-visie Rotterdam onderzoekt de gemeente Rotterdam de koers voor het Rot-terdamse openbaar vervoersysteem voor de aankomende 20 jaar. Hierin wordt ingespeeld op de groeiende stad en de bijbehorende

Mobiliteit op de kaart

12 | Geo-Info | 2019-5

Page 15: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

THEMA

verstedelijkingsopgave, sociale opgaven en systeemopgaven. Het OV-systeem is de ruggengraat om op deze ontwikkelingen in te spelen. Een aantal elementen uit de OV-visie zijn de automatische metro met een nog hogere frequentie, een derde stadsbrug en een nieuwe OV-as door de Maastunnel. In figuur 1 is de backbone van het Rotterdamse OV-netwerk gevisualiseerd zoals het er in 2040 uit kan komen te zien. Door de kaart bewust abstract en simpel te houden, is getracht de scenario’s op begrijpelijke wijze over te brengen aan de lezer.

VerplaatsingenHoe verplaatsen mensen zich? Tussen welke gebieden bevinden zich de grootste auto-, fiets- en OV-stromen? Sluit het huidige mobili-teitssysteem aan op die omvang? Is er poten-tie om mensen over te laten stappen van de auto naar de fiets of het openbaar vervoer? Tal van vragen waarvoor het belangrijk is om de huidige stromen goed in beeld te hebben. ‘Flowmaps’ zijn een veel gebruikte visualisatie-methode om stromen tussen gebieden weer te geven. Voor de vijf grote steden in Noord-

Brabant brachten wij de totale stromen op etmaalbasis in beeld op basis van gemodel-leerde verplaatsingsstromen. Daarmee maken

we de uitkomsten van complexe rekenmodel-len begrijpelijk. In figuur 2 zijn de verplaatsin-gen in de regio Tilburg weergegeven.

Figuur 1 - Verkenning naar mogelijk Rotterdams OV-netwerk in 2040.

Figuur 2 - Totaal aantal verplaatsingen per etmaal in de regio Tilburg.

| 132019-5 | Geo-Info

Page 16: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

BereikbaarheidskaartenVoor veel strategische mobiliteitsstudies is het van belang om de bereikbaarheid van en naar locaties in kaart te brengen. Hoe goed zijn gebieden bereikbaar per auto, fiets of open-baar vervoer? En hoeveel banen kan ik vanuit een woonlocatie bereiken? Veel gebruikte bereikbaarheidsmaten zijn de bezoekerspoten-tie, bereikbare arbeidsplaatsen en bereikbare voorzieningen binnen een bepaalde reistijd. In figuur 3 is per postcode gevisualiseerd hoeveel banen er in de ochtendspits bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Voor deze analyse is gebruik gemaakt van een voetgangersnetwerk op basis van OpenStreetMap en de OV-dienst-regeling uit GTFS. Vergelijkbare berekeningen worden ook uitgevoerd voor de fiets en de auto, waarbij gebruik wordt gemaakt van daadwerkelijk gereden snelheden op basis van FCD-data zoals TomTom of Flitsmeister.

Van traditionele kaart naar interactieve webmaps

Traditionele statische kaarten worden steeds vaker ingewisseld voor online toepassingen. De grote voordelen van een online tool zijn het gemak van delen, de koppeling met dynami-sche databronnen en de eenvoud ten opzichte

van traditionele GIS-applicaties en verkeerskun-dige software. Voor web-ontsluiting hebben we onze eigen tooling ontwikkeld waarmee het eenvoudig is om verkeerskundige data te ontsluiten, te bestuderen en te bevragen. Een screenshot is zichtbaar in figuur 4. De appli-catie toont hier de verkeersintensiteit per wegvak op een gemiddelde werkdag, waarbij de intensiteiten met mobiele telefoniedata zijn bepaald. Door gebruik te maken van vector tiling is het mogelijk om grote hoeveelheden vectordata op een vlotte wijze te ontsluiten.Online toepassingen lenen zich uitstekend voor interactiviteit via kaarten en dashboards. In figuur 5 is een locatie aan de A20 geselec-teerd. De stromen op de kaart tonen vanuit welke richtingen het verkeer komt dat deze locatie passeert. In de grafieken naast de kaart is verdiepende informatie zichtbaar over het aantal en type passanten.

Nederland bereikbaar houden door data-analyse

Stedelijke dichtheid en infrastructurele com-plexiteit nemen alsmaar toe. Onze activiteiten-patronen worden ingewikkelder. En daarmee ook de verplaatsingsketens. Hoe en waarheen reizen we en hoe verandert dat? Welke loca-

Datafusie neemt in belang toe

Mobiliteitsdata in het publieke domein worden steeds belangrijker voor het ontwerpen, monitoren en evalueren van beleidsmaatregelen. Vrijwel elke vorm van mobiliteitsdata heeft echter zijn voor- en nadelen. Mobiele telefoniedata (MTD) zijn bijvoorbeeld vanwege de zeer grote steek-proef (1/3 van de Nederlandse bevolking) goed in staat om accuraat herkomsten en bestemmingen door heel Nederland in kaart te brengen. Maar kortere binnenste-delijke verplaatsingen en gereden snelhe-den meet je er niet mee. Floating car data (FCD) kennen een kleinere steekproef en meten herkomsten en bestemmingen min-der accuraat, maar zijn juist heel geschikt om gereden snelheden op wegvakken te detecteren. OV-chipcarddata geven in hoog detail informatie over reisgedrag van halte tot halte, maar zeggen niets over de daadwerkelijke herkomst- of bestemming en het gebruikte voor- en natransport. Kortom, de heilige graal in mobiliteitsdata bestaat niet.

Een ander groeiend werkveld in de analyse van mobiliteitsdata is dan ook datafusie. Verkeersmodellering en data-science komen steeds meer bij elkaar om meerdere databronnen te fuseren en lacunes modelmatig in te vullen. Naast de visualisatie en analyse van bestaande bronnen werk ik samen met diverse collega’s aan wat we het ‘Mobiliteitsspec-trum Nederland’ noemen. De nieuwste technieken in data cleaning, verkeers-modellering, map matching, kalibratie en meer brengen we samen om een landsdekkend beeld van de Nederlandse mobiliteit te genereren, zoveel mogelijk op basis van gemeten data.

Hiermee verwerken we de meest recente verplaatsingsgegevens op landelijke schaal tot verkeersintensiteiten voor alle modaliteiten op ieder wegvak. Dit levert verkeersintensiteiten op voor elk uur van de dag, inclusief de herkomst- en bestemming en achtergrondkenmerken van de passanten. Dit biedt tevens de mogelijkheid om monitoring in aantallen verplaatsingen uit te voeren maar ook als basis om betrouwbaardere verkeers-prognoses te maken. Het belang van datafusie zal in de komende jaren alleen maar toenemen.

Figuur 3 - Bereikbare banen met het openbaar vervoer in de ochtendspits (45 minuten).

Kartografie

14 | Geo-Info | 2019-5

Page 17: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

ties bezoeken we en hoelang blijven we daar? Welke routes gebruiken we? Hoe combineren we fiets, auto en openbaar vervoer om ergens te komen? Hoe beïnvloeden onvoorziene omstandigheden en overheidsbeleid ons verplaatsingsgedrag? De antwoorden op deze vragen zijn relevant voor alle organisaties die actief zijn in mobiliteit om daarmee Nederland duurzaam bereikbaar te houden.

De ongekende en steeds groter wordende rijkdom aan databronnen biedt de potentie om hier een bijdrage aan te leveren. Het is onze uitdaging als data scientists om deze bronnen op een verantwoorde wijze te ana-lyseren en de resultaten in kaart te brengen. Betrouwbare informatie over de verande-rende mobiliteit is cruciaal om optimaal te plannen, beleid te maken, openbare ruimte in

te richten en de juiste locaties voor voorzie-ningen te vinden.

Sander van der Drift is geodata scientist bij DAT.Mobility, onderdeel van de Goudappel Groep. Sander is bereikbaar via [email protected].

Figuur 4 - Intensiteiten per wegvak op een gemiddelde werkdag in OmniTRANS next.

Figuur 5 - Verkeersstromen langs een locatie aan de A20 in OmniTRANS next.

THEMA

| 152019-5 | Geo-Info

Page 18: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Kartografie

De ontwikkeling van de kartografie is nauw verbonden met de ontwikkelingen in de wetenschap en de technologie. Een van deze nieuwe, technologische ontwikkelingen is de beschikbaarheid van geografische data in de vorm van vector tiles. Deze vector tile-technologie slecht de zogenaamde ‘barrier to entry’ om kartografische hoogstandjes voor een groot publiek op het web te publiceren (die zelfs op een mobieltje vlot werken).

Door Edward Mac Gillavry

Zoals de Web Map Tile Service (WMTS)-stan-daard dit van het Open Geospatial Consortium (OGC) afdwingt voor raster tiles, gebruikt vector tile-technologie een vaste samenstelling van geografische data, één projectie en vaste schaalniveaus en een vaste hoogte en breedte van de bestanden. Het kaartbeeld in een kaartuitsnede wordt zo samengesteld uit van tevoren gemaakte, kleinere vectorbestanden: de vector tiles. Deze vector tiles bevatten, in tegen-stelling tot raster tiles, niet alleen de geometrie, maar ook eigenschappen van de geografische objecten. Deze informatie wordt vervolgens

als protocolbuffers in het bestand opgeslagen (een binair bestandsformaat ontwikkeld door Google) dat geoptimaliseerd is voor het verstu-ren van gestructureerde informatie.

Deze combinatie is door Mapbox beschreven in de Mapbox Vector Tile (MVT)-specificatie (Matthews, 2016). Ondanks het feit dat vector tiles al bijna 10 jaar worden toegepast, is er momenteel nog geen vergelijkbare standaard vanuit het OGC. Door het ontbreken van een OGC-standaard en de brede adoptie in verschillende softwarepaketten is deze MVT-specificatie de de facto-standaard voor de vector tiling-technologie geworden.

Webkartografie: een korte geschiedenisDe eerste website die Tim Berners-Lee op 20 december 1990 online zette, toonde al een kaart van het CERN-instituut als rasterbestand (CERN, 2019). De eerste 10 jaar van het web bestonden kaarten voornamelijk als raster-bestanden, ontstaan door papieren kaarten te scannen of door digitale vectorkaarten uit grafische tekenprogramma’s (zoals FreeHand) op te slaan als een rasterbestand. De kar-tograaf diende bij het scannen rekening te houden met moiré-effecten. De patronen van het drukproces konden interfereren met

Kartografie naar nieuwe h oogten met vector tiling

Figuur 2 - De eerste website inclusief webkaart.

Figuur 1 - Vectortegels bevatten niet alleen de geometrie, maar ook de eigenschappen van de geografische objecten.

16 | Geo-Info | 2019-5

Page 19: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

THEMA

de patronen van het rasterbeeld. Ook de omzetting van het kleurensysteem van CMYK voor drukwerk naar RGB voor beeldschermen zorgde voor een extra controle in het pro-ductieproces, maar het kaartbeeld bleef een product van het handwerk van de kartograaf.

Tegen het einde van de jaren ’90 groeide het web vanuit haar oorspronkelijke militaire en aca-demische context uit naar het grote publiek en ontstonden kaartenportals als MapQuest in de Verenigde Staten, Multimap in Groot-Brittannië en Locatienet in Nederland. Ook GIS-program-ma’s werden doorontwikkeld en kregen de mogelijkheid om direct op het web te publiceren zoals Esri ArcIMS, MapInfo MapXtreme, Autodesk MapGuide en GeoMedia Webmap van Inter-graph (Plewe, 1997). De kaartenportals presen-teerden rasterbestanden, maar sommige van de bovengenoemde GIS-programma’s maakten in plaats van rasterbestanden gebruik van plug-ins om vectorbestanden in Web-browsers te tonen.

De deelnemers aan het Open Geospatial Consortium (OGC) standaardiseerden de uitwisseling van rasterbestanden als Web Mapping Service (WMS) en formaliseerden de kartografische vormgeving in de Styled Layer Descriptor-aanbeveling (SLD). Het uiterlijk van de kaart werd zo gedicteerd door de geometrie en de eigenschappen werden vastgelegd in de digitale data. Om met behulp van een SLD een effectieve en aantrekkelijke kaart te realiseren, werd van de kartograaf veel kennis van digitale data, handigheid met ruimtelijke bewerkingen en kennis van de grafische mogelijkheden van de geografische software verwacht. Kortom: een tijdsintensief proces.Bovendien was op de gebruikservaring van de publieksgerichte kaartenplatforms (aan het begin van de 21e eeuw) en de WMS-diensten (die tot nu toe nog altijd worden aangebo-den) veel af te dingen. Enerzijds moesten de rasterbestanden voor iedere verandering in de kaartuitsnede opnieuw op de webserver worden aangemaakt: als gebruikers wilden zoomen of pannen werden de achterliggende geografische data opnieuw vormgegeven met de door de kartograaf ontworpen stijl. De opbouw van een nieuw kaartbeeld zou dus wel even kunnen duren, zeker als er meerdere gebruikers waren. Maar niet alleen de kaart zelf moest opnieuw worden gegenereerd bij iedere

verandering van de kaartuitsnede, ook de hele webpagina werd opnieuw op de webserver samengesteld met de nieuwe kaartuitsnede en werd vervolgens in de webbrowser ingeladen.Anderzijds werd de tijdsinspanning voor het maken van een effectieve kartografische vormgeving niet altijd geïnvesteerd, waardoor de communicatievekracht van WMS-diensten vaak beperkt was. Deze veelal gemankeerde gebruikservaring kenmerkte niet alleen de WMS-diensten, maar ook de publieksgerichte kaartenplatforms aan het begin van de 21e eeuw.In februari 2005 presenteerde Google Maps haar oplossing om de gebruikservaring te ver-beteren: het kaartbeeld werd met behulp van met de Asynchronous JavaScript (AJAX)- en XML-technologie opgebouwd uit meerdere, kleine rasterbeelden (zogenaamde ‘raster tiles’). De AJAX-technologie maakte het moge-lijk om bij het veranderen van de kaartuit-snede nieuwe raster tiles in de pagina te tonen zonder de hele webpagina te vernieuwen. ‘Tiles’ zijn van tevoren aangemaakte rasterbe-standen met een vaste stijl en samenstelling van geografische data, één projectie en vaste

schaalniveaus en een vaste hoogte en breedte van de rasterbestanden. Deze technologie zorgde voor een verbeterde gebruikservaring, doordat de nieuwe kaartuitsnede sneller op het beeldscherm zichtbaar werd.Deze oplossing van Google werd snel over-genomen door andere kaartenportalen en de leden van de Open Source Geospatial (OSGeo)-gemeenschap definieerden samen de Tiled Map Service (TMS)-standaard, gevolgd door het Open Geospatial Consortium (OGC) met de Web Mapping Tiling Service (WMTS)-standaard. Voor kartografen vereiste de toepassing van raster tiling een uitbreiding van hun kennis om visuele onre-gelmatigheden op de grenzen van de raster tiles te voorkomen. Puntsymbolen of kaartbeschrifting werden op de randen van een raster-tile afgeknipt, wat een leger kaartbeeld dan gewenst opleverde. Wegen- en gebiedsnamen kunnen juist onbe-doeld op iedere raster tile worden herhaald, wat een te druk kaartbeeld opleverde. Ten slotte: het van tevoren aanmaken van raster tiles kost veel tijd en opslagruimte. Kom je daarna een foutje tegen in je stijl, dan moet de hele voorraad raster tiles opnieuw worden

Kartografie naar nieuwe h oogten met vector tiling

Figuur 3 - MapQuest in haar jonge jaren.

| 172019-5 | Geo-Info

Page 20: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Kartografie

gemaakt. Met iedere kaartstijl verdubbelt ook nog eens de benodigde opslagruimte! Werkt eenmaal alles naar behoren, dan is de eindge-bruiker verzekerd van een soepele gebruikser-varing, waarbij het kaartbeeld zich snel aanpast tijdens het navigeren door de kaart.Webkaarten op basis van vectorbestanden zoals Autodesk MapGuide en Scalable Vector Graphics (SVG) konden lange tijd alleen met behulp van plug-ins bekeken worden in een webbrowser. Dit bleek een te grote drempel voor veel laptop- en PC-gebruikers te zijn en werd daarom nauwelijks toegepast voor kaartportalen op het web. Door de opkomst van de smartphone kregen kaartportalen de mogelijkheid om via apps deze technologische beperkingen van webbrowsers te omzeilen. Sinds 2010 biedt Google haar kaarten in haar Google Maps-app voor Android aan op basis van vectorbestanden die zijn opgeknipt in van tevoren geproduceerde vector tiles. In 2012 volgde Apple het voorbeeld van Google en bood kaarten aan op basis van vector tiles in de Apple Maps-app voor iOS 6 (Sandle, 2012). Inmiddels zijn webbrowsers ook doorontwik-keld. Zij ondersteunen nu vectorbestanden zonder de hulp van plug-ins, maar op basis van Scalable Vector Graphics, het HTML5 <canvas>-element en WebGL-technologie. Deze functionaliteit biedt de mogelijkheid om de kartografische vormgeving niet alleen te laten sturen door de geometrie en eigenschappen

van de data, maar ook door grafische filters en transformaties die de webbrowser kan uitvoe-ren. Zo ontstaat een veel meer genuanceerd en aan de eisen van de visuele communicatie aangepast kartografisch product.

De gebruikservaring met deze webkaarten is verbeterd, doordat de vector tiles vele malen kleiner zijn dan raster tiles (en dus nog sneller bij de gebruiker worden afgeleverd). Doordat de kartografische vormgeving door de webbrow-ser wordt geregeld, kan deze op het laatste moment nog worden aangepast. De voorraad

vector tiles hoeft niet opnieuw te worden geproduceerd om een kartografische aanpas-sing door te voeren. De webbrowser voert dit ‘on-the-fly’ uit. Kortom: met de komst van vector tiles hebben kartografen dé technologie in handen om kartografische hoogstandjes voor een groot publiek op het web te publiceren, die zelfs op een mobieltje vlot werken. Omdat mensen sinds 2014 twee keer zo vaak kaarten op mobiele apparaten bekijken als op een desktop-PC (Ricker & Roth, 2018) is het de hoogste tijd om aandacht te besteden aan het vervaardigen van webkaarten op basis van vector-tiling.

Figuur 5 - Een kerstkaart van Esri.

Figuur 4 - Cartiqo vormgegeven als hedendaagse referentiekaart en als stafkaart uit de Tweede Wereldoorlog.

18 | Geo-Info | 2019-5

Page 21: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

THEMA

Vector tiles: maken, vormgeven en bekijken

Bestaande GIS-software zoals Esri ArcGIS, Mapnik, GeoServer en MapServer (die eerder alleen rasterbestanden konden maken) zijn inmiddels uitgebreid met de functionaliteit om vector tiles te produceren. Daarnaast zijn er talloze softwarepakketten die specifiek voor het maken van vector tiles zijn ontwikkeld zoals MapTiler, Martin, Tegola, Tippecanoe en T-rex.In tegenstelling tot raster tiles ontbreekt in vector tiles de vormgeving zelf. Deze wordt in de webbrowser pas toegepast op de vector tiles door middel van JavaScript. Dit kan aan de hand van een vooraf bepaalde vormgeving voor de hele kaart, maar ook in JavaScript kunnen regels interactief worden toegepast op bepaalde objecten in de kaart. Voor het vastleggen van de vormgeving van vector tiles zijn er momenteel verschillende opties. Mapbox heeft naast de MVT-specificatie voor de vector tiles een Style-specificatie voor de vormgeving uitgebracht. Deze specificatie beschrijft de opzet van een JavaScript Object Notation (JSON)-bestand waarin de kartografische vorm-geving staat beschreven voor alle kaartlagen. Bedrijven zoals Carto, MapTiler als Esri hebben deze specificatie inmiddels omarmd.

Esri ArcGIS en QGIS in combinatie met de Vector Tiles Reader QGIS Plug-in zijn voorbeelden van desktopprogramma’s bedoeld om vector tiles vorm te geven. Mapbox Studio, Maputnik, Carto en MapTiler Cloud zijn online programma’s. Al deze programma’s stellen kartografen in staat om een Mapbox Style-document (een JSON-bestand) te maken, dat voldoet aan de Mapbox Style-specficatie. Natuurlijk kan dit JSON-bestand ook in een interactieve ontwikkelomgeving zoals Visual Code worden gemaakt en aangepast.Er zijn meerdere JavaScript-bibliotheken interactieve kaarten op basis van vector tiles in de webbrowser te tonen. Bekende bibliotheken als OpenLayers en Leaflet bieden zelf beperkte functionaliteit, maar in combinatie met Mapbox GL JS zijn schaalafhankelijke visualisaties mogelijk: met het veranderen van de kaartschaal verandert de visualisatie van de geografische objecten. Met Mapbox GL JS, Deck GL [1] van Uber en Harp.gl [2] van HERE komen vector-tiles tot leven in een 2,5D viewer in de webbrowser. Dit stelt kar-tografen in staat om kaartgebruikers een virtuele tour door de kaart te laten maken.

Vector tiles voor NederlandOp basis van data uit de Basisregistratie Topo-grafie (BRT) en de Basisregistratie Grootscha-lige Topografie (BGT) zijn in 2017 en 2018 bij Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK)

verschillende proefprojecten [3] ontwikkeld voor de inzet van vector tiling (PDOK, 2018).

Eind 2017 presenteerde ook Esri haar topografi-sche basiskaart op basis van vector tiling-tech-nologie (Vierbergen, 2017). Waar PDOK de tiles aanbiedt in de Web Mercator-projectie zijn de vector tiles van ESRI naar het Rijksdriehoekstelsel omgezet, wat mogelijk was doordat Esri de vec-tor tile-specificatie van Mapbox had uitgebreid.Een voorbeeld van een recent product op basis van verctor tiles is Cartiqo [4], dat het bedrijf Webmapper in maart 2019 op de markt bracht. Naast de BRT en BGT zoals in de diensten van PDOK en Esri bevat Cartiqo ook gegevens van OpenStreetMap (Mac Gillavry, 2019). Sinds okto-ber is Cartiqo beschikbaar via Maptiler.nl.

ConclusieVector tile-technologie wordt al bijna 10 jaar ingezet in mobiele apps om kaarten op een vlotte manier aan gebruikers te tonen. De geringe bestandsomvang zorgt ervoor dat vector tiles razendsnel worden verstuurd en lang in de browser cache blijven voor een nog snellere opbouw van het kaartbeeld. Ook op het web is vector tile-technologie de de facto-standaard aan het worden. Het geeft kartografen veel vrijheid in het ontwikkelen van kartografische vormgeving en biedt gebruikers veel mogelijkheden voor interactie en visuele terugkoppeling in de kaart. Met veel aanbieders van vector tiles en met een breed scala van softwareprogramma’s voor de verwerking en vormgeving van vector tiles hebben kartogra-fen alle faciliteiten om zich te concentreren op het ontwerpen van effectieve en esthetisch verantwoorde kartografische stijlen die kaarten tot leven kunnen brengen.

Bronnen • CERN (2019) The world’s first browser/editor, website and server

go live at CERN timeline.web.cern.ch/worlds-first-browsereditor- website-and-server-go-live-cern (laatst bezocht op 5 okto-ber 2019)

• Mac Gillavry. E. (2019) Webmapper kondigt Cartiqo aan web-mapper.net/2019/03/11/webmapper-kondigt-cartiqo-aan/ (laatst bezocht op 30 september 2019)

• Matthews, S. (2016) The new Mapbox Vector Tile Specifica-tion guide. blog.mapbox.com/the-new-mapbox-vector-tile- specification-guide-80f799f68502 (laatst bezocht op 30 sep-tember 2019)

• PDOK (2018) Vector Tiles BRT en BGT via PDOK www.pdok.nl/-/ vector-tiles-brt-en-bgt-via-pdok (laatst bezocht op 30 sep-tember 2019)

• Plewe, B. (1997) GIS Online: Information Retrieval, Mapping, and the Internet. Santa Fe: OnWord Press

• Ricker, B., Roth, R. E. (2018). Mobile Maps and Responsive Design. The Geographic Information Science & Technology

Body of Knowledge (2nd Quarter 2018 Edition), John P. Wilson (Ed). DOI:10.22224/gistbok/2018.2.5

• Sandle, S. (2012) Apple’s vector maps save memory, go fur-ther when you’re offline www.engadget.com/2012/10/05/apples-vector-maps-go-further-offline (laatst bezocht op 30 september 2019)

• Vierbergen, W.J. (2017) De Topografische basiskaart: een vertrouwd beeld met nieuwe technologie blogs.esri.nl/de- topografische-basiskaart-een-vertrouwd-beeld-met-nieuwe- technologie/ (laatst bezocht op 30 september 2019)

Referenties[1] deck.gl/[2] www.harp.gl/[3] geodata.nationaalgeoregister.nl/beta/

topotiles-viewer/[4] cartiqo.nl

Edward Mac Gillavry is kartograaf en geo-ICT-ontwik-kelaar. Edward is bereikbaar via [email protected].

Figuur 6 - De BRT-Achtergrondkaart op basis van vector tiles.

| 192019-5 | Geo-Info

Page 22: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Kartografie

In 2021 is het zover. Dan treedt de Omgevingswet in werking. Bij de Omgevingswet hoort een goede digitale ondersteuning. Dat is het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).Alle digitale informatie is straks op één plek te vinden: het Omgevingsloket. Via dit loket kan iedereen snel zien wat op een bepaalde locatie wel en niet mag volgens de Omgevingswet.Met de Omgevingswet komen ruimtelijke ordeningsplannen zoals we die nu gebruiken, zoals het bestemmingsplan en de structuurvisie te vervallen. Daarvoor in de plaats komen omgevingsdocumenten zoals het omgevingsplan en omgevingsvisie. In dit artikel wordt op hoofdlijnen beschreven wat de Omgevingswet voor de kartografie zal betekenen.

Door Gineke van Putten

De Omgevingswet bundelt en moderniseert wetten voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water in één wet. Met de Omgevings-wet wil de overheid de regels voor ruimtelijke plannen vereenvoudigen en samenvoegen. Vanaf 2021 treedt de wet in werking. De Omge-vingswet vervangt 26 wetten geheel of gedeelte-lijk, waaronder de Wet ruimtelijke ordening (Wro).

Ruimtelijke ordeningsplannen zijn in Nederland van oudsher opgemaakte kaarten met bijbeho-rende toelichting, beleid en/of regels. Voorbeel-den zijn bestemmingsplannen, structuurvisies, streekplannen, provinciale verordening et cetera.

De regels onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) zijn locatiegebonden en geven aan wat wel en niet is toegestaan op een met een specifieke func-tie aangegeven locatie in de kaart. Het kaartbeeld was het uitgangspunt en de ruimtelijke ordenings-plannen bestonden uit een kaart met regels, ver-gezeld van een toelichting. Bij de Omgevingswet wordt dit omgedraaid; daar is sprake van regels met locaties. In het Omgevingsloket kunnen burgers en ondernemers via de viewer Regels op

de kaart, de regels en beleidsteksten inzien die op een bepaalde locatie gelden.

Het streefbeeld van het Digitaal Stelsel Omge-vingswet is dat men in het Omgevingsloket met één ‘klik op de kaart’ te zien krijgt welke regels en beleid van toepassing zijn op die locatie. Dit zijn regels die de gemeente, waterschap, provincie en Rijk stellen op die locatie. Een initiatiefnemer kan dan voor een bepaalde activiteit nagaan of er een vergunning nodig is en of een melding moet worden gedaan. Voor zover er ook informatie over de (staat van de) fysieke leefomgeving beschikbaar is, kan de combinatie van regels en die feitelijke informatie bovendien inzicht geven in beschikbare gebruiksruimte (bijvoorbeeld voor wat betreft geluidsbelasting) op een specifieke locatie.Om dit mogelijk te kunnen maken, is het nodig dat de ruimtelijke plannen en de gerelateerde gegevens machineleesbaar en uitwisselbaar wor-den gemaakt. Dit betekent dat de plannen vanuit informatiekundig en technisch oogpunt worden gestructureerd en gestandaardiseerd en dat álle regels en beleidsteksten van een bijbehorende geometrische afbakening worden voorzien (een punt, een lijn, een vlak). Hiervoor is een Digitaal Stelsel Omgevingswet in het leven geroepen. De omgevingsdocumenten worden volgens bepaalde afspraken (een standaard) opgesteld en uitgewis-seld. De standaard legt vast hoe alle teksten (regels en beleid) moeten worden ingedeeld en hoe teksten aan locaties moeten worden gekoppeld. De inhoud van de omgevingsdocumenten wordt niet alleen machineleesbaar aangeboden. Er is ook een voor de mens te interpreteren verbeelding. Uitgangspunt is dat de tekst met de bijbehorende locaties en waarden in de viewer in het omge-vingsloket worden gepresenteerd op een wijze die de raadpleger kan interpreteren. Symbolisatie is het mechanisme dat hiervoor gebruikt wordt; het koppelt aan de locatie, op basis van de inhoud van de tekst, een afgesproken symboliek. Die voor gedefinieerde symboliek regelt het gebruik van symbolen, kleur, lijndikte, arcering etcetera binnen het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Voor de

Kartografische effecten van de Omgevingswet

Verbeelding van een bestemmingsplan.

20 | Geo-Info | 2019-5

Page 23: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

THEMA

verbeelding in de viewer Regels op de kaart in het omgevingsloket zal voor sommige omgevings-documenten een geharmoniseerde standaard verbeelding worden opgesteld. Overheden kunnen voor de officiële bekendmaking van een omgevingswetbesluit wel afwijken van de standaard verbeelding en een eigen symbolisatie kiezen, maar ze zijn wel aangewezen op de gestan-daardiseerde set met symboliek.

Geografisch gezien is het prachtig dat geometrie centraal staat bij wetgeving en dat de begrenzing van gebieden waar een regel of beleid zijn werking heeft, kan worden weergegeven in een kaart-viewer. Kartografisch gezien wordt men echter beperkt met de gestandaardiseerde symboliek en is het bovendien niet mogelijk om de veelvoud aan gestapelde informatie in één integraal kaartbeeld te kunnen vatten. De kaart in het omgevingsloket is een interactieve kaartviewer waarbij de gebruiker door middel van interactie de kaart kan opbouwen of interpreteren. Het is een combinatie van locaties bij de tekst (i.e. regels of beleid), waarbij de tekst duiding geeft aan de begrenzing.

Een voorbeeld voor bestemmingsplanHet bestemmingsplan is al jaren het belangrijkste instrument voor het gemeentelijk ruimtelijk beleid. In een bestemmingsplan worden door de gemeenteraad ten behoeve van een ‘goede ruimtelijke ordening’, bestemmingen aan gronden

toegewezen en worden met het oog op die bestemmingen regels gegeven (vgl. art. 3.1 Wet ruimtelijke ordening). In de huidige bestemmings-plannen staan uitsluitend regels ten behoeve van een ‘goede ruimtelijke ordening’. Dit kernbegrip uit de Wet ruimtelijke ordening komt in de Omgevingswet niet meer terug want ruimtelijke ordening wordt geïntegreerd met de andere aspecten uit de fysieke leefomgeving, zoals milieu, natuur, cultureel erfgoed, bomen en welstand.

Nu zijn deze deelaspecten nog geregeld in eigen wetten en gemeentelijke verordeningen. Veel

gemeenten beschikken over meerdere bestem-mingsplannen en over meerdere verordeningen over de fysieke leefomgeving. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een bomenverordening (waarin kapverboden staan en waarin te beschermen bomen zijn aangewezen), een ligplaatsveror-dening (met een stelsel voor ligplaatsen voor woonboten) of een gemeentelijke monumenten-verordening (waarin gemeentelijke monumenten zijn aangewezen). In het gemeentelijk omgevings-plan zullen al deze aspecten samenkomen. Er zal per gemeente maar één omgevingsplan voor de hele gemeente gaan gelden.

Kartografische effecten van de Omgevingswet

Voorbeeld uit de (betaversie van de) viewer Regels op de kaart in het Omgevingsloket.

Impressie van de gestandaardiseerde set van symboliek.

| 212019-5 | Geo-Info

Page 24: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Binnen een document zoals bijvoorbeeld een gemeentelijk omgevingsplan, zijn teveel kaartlagen die elkaar zullen overlappen, denk bijvoorbeeld aan alle activiteiten die er op een locatie wel, of juist niet, zijn toegestaan. Ook functies onder de Omgevingswet worden stapelbaar. Daarnaast kent het omgevingsplan, door de integratie met de andere aspecten uit de fysieke leefomgeving (wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water) een veel ruimere inhoud dan een bestemmingsplan. Bovendien zullen verschillende overheden omge-vingswetbesluiten nemen over hetzelfde gebied. Zo kunnen op één locatie regels gelden van zowel een gemeente als een provincie en een waterschap en het rijk. Geometrie gaat een gro-tere rol spelen bij de wetgeving, omdat elke regel (of beleidstekst) in een omgevingswetbesluit gekoppeld zal zijn aan een locatie. In het omge-vingsloket zullen alle omgevingsdocumenten bij elkaar komen. De viewer Regels op de kaart toont deze regels uit verschillende omgevingsdocu-menten bij elkaar. Al die informatie zal bij een klik op de kaart in de viewer van het omgevingsloket getoond kunnen worden, maar de hoeveelheid aan informatie die elkaar ook nog overlapt, is niet meer in één kaartbeeld te verbeelden.

Omgevingsvisie: van oudsher mooie kaartbeelden

De Omgevingswet schrijft voor dat iedere gemeente, provincie, het Rijk één omge-vingsvisie vaststelt. De omgevingsvisie komt in de plaats van structuurvisies, verkeers- en vervoersplannen, delen van de natuurvisie en milieubeleidsplannen. Een omgevingsvisie is een strategische visie voor de lange termijn en heeft betrekking op alle terreinen van de leefomge-ving. De omgevingsvisie is vormvrij: de opstel-lende overheid bepaalt detailniveau, gebieden, sectoren en thema’s. Een omgevingsvisie kan thematisch, doelgroepgericht of gebiedsgericht worden ingericht, of op trends, maatschappelijke opgaven en actuele onderwerpen, zoals krimp, wonen en zorg en klimaatverandering. Met het maken van een omgevingsvisie kan een overheid op basis van doelen en ambities een nieuwe koers uitzetten, of de bestaande koers handha-ven. Omgevingsvisies zullen structuurvisies gaan vervangen. In structuurvisies zitten nu themati-sche kaarten, niet zelden zijn dat mooie kaarten waarmee de opsteller een bepaald gevoel wil overbrengen. Is het dan gedaan met de kartografische beelden die verbeelden en verleiden?

Geen rol voor kartografie?Dit betekent echter nog niet dat er voor kartografie geen rol meer is weggelegd bij wet- en regelgeving over de fysieke leefomgeving. Weliswaar is de kartografische invloed op de presentatie in de viewer in het omgevingsloket beperkt, ontwerpers en planners denken visueel en de behoefte voor mooie, duidelijke kaarten voor communicatiedoeleinden zal zeker blijven bestaan. De gemeenten, waterschappen, provincies en Rijk zullen de behoefte voelen om de regels en de beleidsteksten op een toegan-kelijke (en soms heel aantrekkelijke) wijze te presenteren aan burgers. De vrijheid om met de planinformatie mooie kartografische producten te maken voor specifieke communicatie, die is er wel. Naast de viewer in het omgevingsloket zullen er andere viewers en kaarten ontstaan. Het is voorstelbaar dat gemeenten, waterschappen en provincies viewers op de eigen website gaan plaatsen. Dit kunnen viewers zijn die een omgevingsdocument presenteren, bijvoor-beeld een gemeentelijk omgevingsplan of een provinciale verordening. Te denken valt ook aan thematische viewers of thematische kaarten die een enkel aspect van de fysieke leefomgeving

Kartografie

Voorbeeld van een structuurvisie.

22 | Geo-Info | 2019-5

Page 25: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

THEMA

visualiseren die horen bij die wet- en regelge-ving; bijvoorbeeld een thematische kaart over natuurbeleid of duurzame energie. Dit soort kaarten zal voorkomen bij omgevingsvisies. Meerdere versies is geen probleem omdat ze duidelijk verschillende doelgroepen en com-municatiedoelen bedienen. Omdat omge-vingsdocumenten digitaal worden opgesteld en voorzien van geometrische objecten, is het vrij eenvoudig om de informatie meervoudig te gebruiken en zal er een digitale planversie kun-nen bestaan en een publieksversie. Een digitale planversie voor het Digitaal Stelsel Omgevings-wet is verplicht, een publieksvriendelijke versie is dat niet. Het is wel aan te bevelen om bij het opstellen van omgevingsdocumenten te starten met het opstellen van de digitale planversie want daar zit de beperking voor de verbeelding. Bij de digitale planversie van een omgevings-document moeten de richtlijnen en eisen in acht worden genomen die de standaard voor het omgevingsdocument daarvoor aangeeft. Deze informatie uit de digitale planversie wordt gebruikt voor het bekendmaken en beschikbaar stellen binnen het Digitaal Stelsel Omgevings-wet. Deze informatie wordt in het omgevings-loket gepresenteerd en kent een eenvoudige presentatie. Daarnaast mag ervoor worden gekozen om de informatie die voor het omge-vingsdocument is gebruikt en in het omgevings-loket wordt gepresenteerd, aantrekkelijker op te maken voor overige communicatiedoeleinden, bijvoorbeeld voor een publieksversie. Informatie kan aantrekkelijker worden verbeeld door te kiezen voor andere symboliek, kartografische figuren, informatie weg te laten of toe te voegen. Dit komt overeen met de huidige praktijk van

ruimtelijke ordeningsplannen. Nu is de digitale planversie raadpleegbaar in ruimtelijkeplannen.nl en kennen overheden vaak ook een publieks-versie.

ConclusieDe conclusie is dat met de Omgevingswet afscheid zal worden genomen van de ruimtelijke ordeningsplannen die in Nederland van oudsher bestonden uit opgemaakte kaarten. Daarin stond de plankaart centraal. In de Omgevingswet is dit uitgangspunt omgedraaid. Dan is er sprake van regels met locaties. Het omgevingsloket is straks een interactieve viewer waar met één klik op de kaart regels van alle bevoegde gezagen op een locatie kan worden bekeken. Dit heeft gevolgen

voor de kartografie, namelijk dat er gestandaar-diseerde symbolen worden gekoppeld aan de regels. Verdwijnt hiermee de kartografische expertise? De behoefte voor mooie, duidelijke kaarten voor communicatiedoeleinden zal blij-ven bestaan. Vrijheid om met de informatie die voor de digitale planversie wordt gegenereerd mooie kartografische producten te maken zal naar verwachting gewoon worden genomen.

Gineke van Putten is adviseur presentatiemodel DSO- standaard STOP/TPOD bij Geonovum en bereikbaar via [email protected]

Afbeelding van de kaart klimaatadaptatie uit de vastgestelde-omgevingsvisie Gaaf Gelderland; Dit is een publieksvriendelijke illustratie.

Afbeelding van de kaart klimaatadaptatie uit de ontwerp-omgevingsvisie Gaaf Gelderland; Het is een digitale versie in een viewer van Provincie Gelderland. Dit is een publieksvriendelijke versie.

| 232019-5 | Geo-Info

Page 26: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

De aftrap was al met de pre-conference, op vrijdag 12 juli op de UB Utrecht met een door de International Cartographic Association belegde bijeenkomst over ‘Controlling the waters’, de kartografie van het waterbeheer, dat liep van water in de oceanen tot in de kleinste bronnen

in de woestijn. Er waren hier acht presentaties, voorafgegaan door een keynote van Bram Vannieuwenhuyze, over hoe het water -kanalen en rivieren- het uiterlijk van stadskaarten meer en meer bepaalde naar mate het technisch vermogen van de inwoners om in te grijpen

in de waterhuishouding groter werd. Marco van Egmond, de curator bijzondere collecties van de UB Utrecht had voor deze bijeenkomst speciaal een tentoonstelling samengesteld met voorbeelden van alle oude kaarten die specifieke aspecten van het waterbeheer verbeeldden.

28e internationale congres over de geschiedenis van de kartografie, Amsterdam 14-19 juli 2019

Figuur 1 - Openingsbijeenkomst van het congres in de Lutherse kerk, Amsterdam (foto: Monique Kooijmans).

Verspreid over de Randstad, met focus op Amsterdam, kwamen midden juli een kleine driehonderd historisch kartografen (waarvan 55 uit Nederland) bij elkaar voor de eens in de twee jaar gehouden International Conference on the History of Cartography (ICHC). Onder auspiciën van Imago Mundi Ltd. te Londen, werd deze conferentie ditmaal georganiseerd door professor Bram Vannieuwenhuyze, Marleen Smit en Paula van Gestel (van de onderzoekgroep Explokart) en Reinder Storm en Marissa Griffioen (Allard Pierson | De Collecties van de UvA). Samen met een grotere groep partners van flankerende instellingen en ondersteuning van o.a. TomTom International, Brill Publishers, GIN Geo Informatie Nederland en Antiquariaat Forum, was een indrukwekkend programma samengesteld, waardoor de deelnemers een prima idee konden krijgen van de Nederlandse kartografische productie in het verleden en van de manier waarop dat tegenwoordig bewaard wordt en opengelegd.

VerslagKartografie

24 | Geo-Info | 2019-5

Page 27: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Zaterdag 13 juli was in de UB Leiden een bijeenkomst van de beheerders van (oude) kaarten in kaartcollecties, en ook speciaal hiervoor was een kaartententoonstelling samengesteld, van een aantal topstukken en nieuwe aanwinsten. De instructieve Nederlandse voordrachten deze dag gaven aan hoe je juist niet kaarten beheren moet, verwijzend naar vergissingen in het verleden. Een aardige opwarmer voor de middag was een voorafgaande, kartografisch geïnspireerde wandeling door het centrum van Leiden. Juist die dag werd door middel van historisch uitgedoste figuren en sketches herdacht dat ‘Leienaar’ Rembrandt van Rijn in 1669 overleed -dit jaar 350 jaar geleden- compleet met contemporaine muziek en een live-vertolking van bijvoorbeeld ‘De Staalmeesters’. Hierdoor ontstond al op voorhand al een uitbundige en geanimeerde stemming. Zondag begon het eigenlijke congres, met een openingsbijeenkomst in de aula van de UvA (zie figuur 1), waarbij emeritus hoogleraar historische kartografie Günter Schilder aangaf hoezeer het veld veranderd was, sedert de vorige keer dat het congres in Nederland plaatsvond, namelijk in 1989, ook in Amster-dam. Uiteraard werd hierbij ook met enige

trots vermeld, dat dit de eerste keer was dat ICHC ‘terugkeert’ in de stad waar de conferen-tie al eens eerder plaatsvond.

Er werden bovendien twee keynotes gehouden, door Peter Barber, voorheen van de British Library, over de context waarin historische kaarten bekeken moeten worden (onder invloed van Brian Harley), en door Djoeke van Netten (UvA), die probeerde na te gaan hoe kaarten in de 17e eeuw werden gebruikt. Daarna werden de deelnemers verwacht in het nabijgelegen Allard Pierson museum waar Peter van der Krogt voor die avond een pop-up tentoonstelling had ingericht en waar een welkomstreceptie gehouden werd. De ten-toonstelling kan ook nog digitaal worden bekeken (www.explokart.eu/muller/index.html).Maandag begon de eigenlijke conferentie in het KIT, het Koninklijk Instituut voor de Tropen aan de Mauritskade in Amsterdam: gezien zijn geschiedenis, zijn prachtige hal en ruime aula een perfecte omgeving voor een conferentie over oude kaarten. In de hal was ook plaats genoeg voor de map fair, de bijeenkomst van antiquaren die hun mooiste kaarten, atlassen en globes woensdag 17 juli meenamen om aan de conferentiedeelnemers te laten zien (zie figuur 2). Op dezelfde plek was in 1938 het

Internationale Geografische Congres gehou-den waar bijvoorbeeld aan de deelnemers de Atlas van Tropisch Nederland werd gepresen-teerd, de eerste nationale atlas van een gebied tussen de keerkringen.

De conferentie was zo opgezet dat plenaire en parallelsessies elkaar afwisselden. De eerste parallelsessie, Maps and Water, zette als het ware het thema van de vorige vrijdag voort, en deze begon heel adequaat met een lezing van Bruno Almeida over Edward Wright, die met zijn boek Certaine errors in navigation in

Figuur 2 - De Map Fair in de monumentale hal van het KIT (foto: Paula van Gestel).

28e internationale congres over de geschiedenis van de kartografie, Amsterdam 14-19 juli 2019

THEMA

De verdere parallelzittingen hadden als thema: • ‘Colour and decoration;

historiography’, • ‘Nineteenth-century map publishers’, • ‘Mapping the Northern Pacific’, • ‘Colonial cartography’, • ‘Imaging the world’, • ‘New views, new interpretations’, • ‘Seizing the Islamicate world’, • ‘Between the map and the landscape’,• ‘Urban cartography’, • ‘Maps and education’, • ‘Atlases’, • ‘Country maps’, • ‘From the captain’s cabin to the scientist’s

desk, genealogies of cartographic knowledge about the oceans’,

• ‘Maps and health’, • ‘Maps and surveys’, • ‘Medieval maps’, • ‘Maps and war’, • ‘World maps’, • ‘Road maps’, • ‘Missionary cartography’, • ‘Historic route maps on East Asia’, • ‘Maps in the digital world’, • ‘British maps through the times’, • ‘Maps and texts’ en • ‘New techniques for old maps en

Twenty-century U.S. cartography’.

De meeste papers werden gepresenteerd onder het hoofd Maps and water (10), daarna kwamen Colonial cartography (8) en World maps (5).

| 252019-5 | Geo-Info

Page 28: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

1599 de basis legde voor de wetenschappelijke studie van de navigatie op zee. De volgende voordracht, van Tom Harper, was een tribuut aan het gastland: hoe Jodocus Hondius de kaarten van de inpoldering van de Fens in East Anglia door Cornelis Vermuyden karteerde.

Voor de plenaire zittingen in de Maximazaal van het KIT waren in principe de beste papers geselecteerd, maar dat maakte er niet noodza-kelijkerwijs een eenheid van: vaak hadden de verschillende presentaties weinig met elkaar gemeen. Een uitzondering was de geweldige plenaire zitting gewijd aan Martino Martini, auteur van een baanbrekende atlas van China die in 1655 door Joan Blaeu werd uitgegeven, en die voor de volgende 100 jaar het beeld van China en heel Oost-Azië in het Westen zou bepalen. Mario Cams uit Macao en Lin Hong uit Sjanghai vulden elkaar prachtig aan bij hun beschrijving van het Chinese basismateriaal dat Martini gebruikte, en zijn omzetting van het Chinese vierkantensysteem naar geogra-fische coördinaten. Er bleken door Martini nauwelijks eigen astronomische plaatsbepa-lingen te zijn gedaan, zijn gegevens dateerden van zijn voorganger Ricci en Chinese bronnen die hij vertaald had en gecombineerd tot voor westerlingen bruikbare kaarten. Op weg terug naar Europa werd hij door de Hollan-ders gekidnapt, zodat zijn materiaal bij Blaeu terechtkwam. De presentatie van Joaquim Gaspar uit Lissabon over de verschillen tussen land- en zeekaarten leerde ons dat het versieren van zeekaarten met uitgebreide cartouches en figuren iets van de Noord-Europese kartogra-fen is, de Iberische kaarten waren functioneel kaal, met uitzondering van de tekeningen van schepen die gebruikt werden om de richting van de overheersende winden aan te geven, af te leiden uit hun koers.De kartografie van de door Moslims gedo-mineerde wereld (‘islamicate’ is het nieuwe politiek correcte woord in het Engels) kreeg speciale aandacht met acht papers of posters. Meer aandacht ging nog uit naar Japan en China, met achttien papers en posters. En voor wie denkt dat het bij de ICHC alleen om Mid-deleeuwse en 17e-eeuwse kaarten gaat: er was een speciale zitting gewijd aan 20e-eeuwse Amerikaanse kartografie, met hippie-kaarten uit California (geïnspireerd op o.a. Tolkien) , Amerikaanse vakbondskaarten en kaarten uit in Hollywood geproduceerde films. Dat was zeker belangrijk omdat het ons confronteerde met allerlei vormen van kartografie die ongedocu-menteerd dreigen te verdwijnen als we er geen aandacht aan schenken en het inventariseren.

De digitale analyse van oude kaarten, een van de aangekondigde zwaartepunten van de conferentie, kreeg met name in een aantal workshops aandacht: in Leiden was er dinsdag-middag een workshop, hoe je met GIS oude kaarten in lagen kunt opsplitsen ten behoeve van de analyse; een andere workshop gaf inzicht hoe met digitale middelen de bouw-geschiedenis van de stad te reconstrueren en visualiseren viel. Woensdags demonstreerden Vannieuwenhuyze en Griffioen het ‘Maps in Context’-project waarbij de verloren gegane verbindingen tussen kaarten en begeleidende teksten worden hersteld. Een speciale zitting Maps in a Digital World toonde nieuwe moge-lijkheden om automatisch de plaatsnamen op kaarten (en niet alleen de horizontale) te detecteren en inventariseren.Het niveau van de papers was over het algemeen hoog, afgezien van de enkele (meest Angelsaksische) wetenschappers die meenden op basis van een enkele kaart hele theorieën te kunnen opbouwen. Er bleek ook weer eens dat Nederlandse literatuur over het algemeen veronachtzaamd wordt: een Italiaan die een lezing hield over de Castello collectie (met veel Vingboons kaarten) van de Medici’s bij Florence en beweerde dat deze collectie nog nooit wetenschappelijk was bekeken, moest terecht gewezen worden met de opmerking dat Wie-der er al uitgebreid over had gepubliceerd.

Maandagavond werden de deelnemers ont-vangen in het Paleis op de Dam, bij de in de

vorige aflevering van de Geo-Info besproken tentoonstelling. Deze bijzondere ontvangst voor de ICHC-deelnemers buiten de normale openingstijden, was mede te danken aan de samenwerking waarop de tentoonstelling was gebaseerd. Meer dan vijftig stukken zijn

Figuur 3 - Marieke van Delft geeft een toelichting op het in de KB uitgestalde materiaal (foto: Paula van Gestel).

Figuur 4 - Postersessie in het KIT (foto: Paula van Gestel).

VerslagKartografie

26 | Geo-Info | 2019-5

Page 29: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

namelijk afkomstig van de exclusieve samen-werkingspartner Allard Pierson, reden waarom men bij het Koninklijk Paleis Amsterdam graag tot deze geste overging, een faciliteit die maar zelden worden aangeboden. Dinsdagavond vond een excursie plaats naar Den Haag: er

werd de ICHC-deelnemers in drie verschillende onderdelen een toepasselijk programma aangeboden: een ontvangst door Gijs Boink en zijn collega’s in de depots van het Nationaal Archief, een tentoonstelling geïnspireerd op het boek van Marieke van Delft en Reinder Storm, over de 100 kaarten die de geschiede-nis van ons land bepaalden en een presentatie van kartografische topstukken uit de collectie van de KB.

Woensdagmorgen was er een postersessie met 22 posters. Bovendien waren er een aantal wandelingen door Amsterdam georganiseerd op het spoor van de 17e-eeuwse kaartpro-ducenten. Donderdagavond ontving het Stadsarchief in de Bazel de deelnemers, met een tentoonstelling over de kaartboeken van Amsterdam: kartografische inventarisaties van het stedelijk grondbezit buiten de stadswallen. Bij die gelegenheid presenteerde Marc Hame-leers het eerste exemplaar van zijn studie over deze kaartboeken aan Günter Schilder.

De laatste conferentiedag, vrijdag, was er een plenaire zitting waar Martijn Storms een lezing hield over de veiling van de boeken van Cornelis Kraijenhoff , een lezing die model kan staan voor de manier waarop zo’n onderzoek moet worden opgezet. Günter Schilder hield daarop de afsluitende keynote, over de 17e-eeuwse Nederlandse navigatie over de wereldzeeën. Eerder in de week had hij het boek dat Hans Kok en hijzelf daarover

deze maand uitbrachten (Sailing across the World’s oceans) gepresenteerd. Daarna voeren de deelnemers van het KIT per boot naar het Scheepvaartmuseum. Veel ICHC-ers namen de gelegenheid te baat om de replica van de Batavia van binnen te bekijken, en ook in het Scheepvaartmuseum was een tentoonstelling te zien (al eerder dit jaar geopend): Kartografie en Curiosa, met schatten uit de gouden eeuw; aansluitend konden de conferentiegangers op de schitterend met een loxodromendak overdekte binnenplaats aanschuiven voor het feestelijke slotdiner. De zaterdag kon men nog deelnemen aan een excursie naar Enkhuizen. Een indrukwekkend sociaal programma dus, dat steevast terdege kartografisch was gethematiseerd!

Er is, kortom, alle reden om met voldoening terug te kijken op ICHC 2019, en met dankbaar-heid jegens vooral Bram Vannieuwenhuyze, Marleen Smit en Paula van Gestel, welke laatste ook het lijvige programmaboek samen-stelde. Over twee jaar vindt de conferentie plaats in Boekarest. Voor de organisatoren ter plaatse vormt de Amsterdamse editie een fraaie uitdaging. Uit de bevlogen presentatie van de plannen voor over twee jaar door de Roemeense collega’s (4-9 juli 2021; zie ook: www.ichc2021.com) bleek wel dat zij er veel zin in hebben. Ook wij kijken er met belang-stelling naar uit.

Ferjan Ormeling en Reinder Storm

Figuur 5 - Slotdiner op de binnenplaats van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam (foto: Monique Kooijmans).

Figuur 4 - Postersessie in het KIT (foto: Paula van Gestel).

THEMA

| 272019-5 | Geo-Info

Page 30: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Langs de A7 verrees naast het gaswinningsmonument uit 2009 in 2019 ook een aardbevings-monument. Binnen tien jaar werd er anders tegen het gasgeschenk aangekeken. Een vak-historiografie lijkt zodoende passend. Aardgas bracht ook voor landmeters en geodeten werk met zich mee. Wezen ze er wel genoeg op dat hun meten niet een alles wéten was?

Door Adri den Boer

Landmeetkundig werk was niet alleen om gasleidingen uit te zetten, maar ook om de veroorzaakte bodembeweging gedetailleerd te monitoren. Leek dat niet in de eerste plaats om de beweging van de NAP-peilmerken daar te registreren? Het Groninger gasveld was in 1959 ontdekt door een boring bij Slochteren bij landbouwer K.P. Boon en rond 1963 kende men de omvang. Boon was niet blij met de vondst onder zijn akker. Hij voorzag verzakking van zijn eigendommen en hij kreeg gelijk!Optische waterpassingen werden als het mid-del gezien om achter de bodembewegingen te komen. In een overleg van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) van het departement van EZ, de Nederlandse Aardolie Maatschap-pij (NAM) en de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat (MD) werd de zogenaamde ‘nulmeting’ van 1964 in Groningen door de MD gewaterpast. Aanvankelijk had het net een trajectlengte van 350 km en in 1972, toen particuliere bureaus het veldwerk deden en de MD zich tot rekenen beperkte, was het 1250 km. Over dit waterpassen in Groningen werd niet snel in vakbladen gepubliceerd. NRC Handels-blad van 16 juni 1973 had al wel het artikel Groningen daalt langzamer dan was verwacht

gepubliceerd. De daling zou in 1975 een derde bedragen van wat de NAM had voorspeld. “Dit heeft de Meetkundige Dienst van Rijkswater-staat berekend”, aldus de laatste zin.

NGTIr. K. Leegte (NAM) publiceerde in het Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) van oktober 1974 over Bodemdalingsmetingen in het Groninger gasveld na een voordracht

op de NVG-studiedag Bodembeweging op 10 mei 1974. Hij beschreef compactiemetin-gen en waterpassingen. Genoemd werden NAM-prognoses van maximaal 3 cm daling per jaar. Komvormige waterpasresultaten van 1964-1972 met 1- en 2 cm-contouren rond Slochteren waren de eerste afbeeldingen van

50 jaar geo-informatie over de Groningse bodemdaling

Acht meter hoog gasmoleculemonument (‘Slochter Molecuul’) langs A7 bij Hoogezand na 50 jaar NAM-gaswinning (Foto: Marc Ruygrok, 2009).

Groninger gaskraan

nu in 2022 dicht

Historiografie Opinie

28 | Geo-Info | 2019-5

Page 31: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

de befaamde ‘dalingspannenkoeken’.

GeodesiaDe MD publiceerde massaal in 1973 en in 1976 via kranten over de meevallende bodemdaling in Groningen. Vakbladen volgden. NAP-hoofd Wim van Beusekom (MD) schreef in Geodesia 1977-1 over Bodemdaling door aardgaswin-ning in de provincie Groningen. Een paragraaf Voorspellingen bevat de zin “Gebaseerd op dit afnamepatroon zal het grootste gedeelte van

bodemdaling plaatshebben vóór het jaar 1990, waarna er relatief weinig gebeurt.’” Het was een inleiding op het artikel Waterpassingen over het Groningen-gasveld in 1975 van MD-er Piet de Jonge. Deze twee bijdragen uit 1977 komen met trots voor in de beperkte literatuuropgave in Een halve eeuw meetkundige dienst 1931-1981. In 1980 voegden het NGT en Geodesia zich samen tot NGT Geodesia.

NGT GeodesiaWim van Beusekom schreef in nummer 1980-5 over De waterpassingen boven het Groninger gasveld in 1978. Ir. Jan van den Berg (TH Delft) schreef in ditzelfde nummer over Toetsing van deformatiemetingen: De onttrekking van aardgas in de provincie Groningen (op basis van zijn afstudeerscriptie). Dit‘themanummer’ bevatte ook van ir. G.L. Strang van Hees (TH Delft) het artikel Zwaartekrachts metingen in het Groninger aardgasgebied. Voor waterpassen moeten kijkers gehorizonteerd worden. Door de onttrekking van veel aardgas verandert de grootte en de richting van de zwaartekracht en dus ook de kijkerstand! Verder wijzigt ook het NAP-vlak. In samenwerking met de NAM zijn in oktober 1978 door Govert Strang van Hees precisie-zwaartekrachtmetingen verricht op 21 punten in het Groninger gasgebied met het daarbuiten gelegen Gasselte als basispunt. Conclusie was dat als het net over enige jaren met dezelfde precisie zou worden hermeten men meer zou weten over hoogteveranderingen met een precisie van 2 tot 3 cm en over veranderingen van het NAP-vlak met een precisie van 1 mm. Tijdschriftpublicatie daarover bleef uit.

De waterpassingen van 1978 en 1981 werden door drie particuliere bureaus uitgevoerd en door de MD gecontroleerd met een hydrostatische en opti-sche waterpassing, waar enkele door de NAM zelf gewaterpaste trajecten aan werden toegevoegd. Bureau Oranjewoud paste hierbij voor het eerst in Nederland het gemotoriseerd waterpassen toe! In 1983 werd besloten de grote waterpassing slechts één keer per zes jaar uit te voeren en tussentijds een kleinere controlewaterpassing te doen. MD-er Van Beusekom schreef in nummer 1983-11 over De waterpassingen boven het Groninger gasveld in 1981 en concludeerde: “De bodemdaling verloopt - in tegenstelling tot die in de kolenmijngebieden - zeer geleidelijk en zeer regelmatig.”

De MD jubileerde in 1991 weer en een extern gerichte eigen publicatie daarover was trots op vormen van hoogte-advisering. “Een goed voorbeeld hiervan is de betrokkenheid van de MD bij de vaststelling van de bodemdaling in Gro-ningen ten gevolge van de aardgasonttrekking. Het Staats toezicht op de Mijnen van het Ministerie van Economische Zaken heeft de MD als onafhan-kelijk deskundige aangesteld om de waterpassin-gen van de NAM te controleren.” (Uit: Meetkundige Dienst de volgende 60 jaar Geo-Informatie voor

50 jaar geo-informatie over de Groningse bodemdaling

Aardbevingsmonument met verlichte scheur langs ook A7, initiatief van stichting Meent van der Sluis, Karel Buskes, onthuld 28 mei 2019 dankzij sponsoring van Mondriaanfonds tot NAM en Gasunie! (www.hetanderemonument.nl).

Boerenopmerking in NGT Geodesia 1980

Een opmerkelijk citaat uit het artikel Zwaartekrachtmetingen in het Groninger aardgasgebied in NGT Geodesia van mei 1980 is: “Op grond van laboratori-umproeven heeft men omstreeks 1970 uitgerekend dat de gashoudende laag ongeveer 1% zou worden samengedrukt wat neerkomt op een totale bodemda-ling van ongeveer één meter van 1970 tot het jaar 2000. Dit zou grote financi-ele consequenties hebben daar dijken en bruggen moeten worden verhoogd, een aanpassing nodig is van wegen en waterlopen en een regeling van de grondwaterstand voor de landbouw. Maar de Groningse boeren maken zich nog geen zorgen over de daling getuige een opmerking: ‘Ach, dan wordt ons bolletje een beetje kleiner’. (Met bolletje wordt de aarde bedoeld).”

Lustrumboek 2000 van ‘Snellius’

Over het afleiden van bodemdaling door gaswinning was een wetenschappelijke bij-drage van de NAM-geodeet Quadvlieg in het lustrumboek 2000 van het Landmeet-kundig Gezelschap Snellius. In de inleiding is een relativerende zin: “Dit gas wordt gewonnen uit lagen die sinds afzetting reeds 3000 meter zijn gedaald." Het belang van de NAM om bodemdaling door gaswinning te kwantificeren school nog alleen in “de compensatieverplichting voor het treffen van maatregelen ten behoeve van de waterhuishouding die noodzakelijk worden als gevolg van de bodemdaling.” Aanpassingen aan gemalen en dijken dus. Peilmerkdaling door niet-gasonttrekkings-oorzaken kreeg ook veel aandacht. Dit was het laatste Delftse Snellius- lustrumboek en duidelijk van vóór de door de NAM erkénde gasbevingen.

| 292019-5 | Geo-Info

Page 32: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

de Rijkswaterstaat, Delft 1991). Het was de laatste MD-publicatie over die bodemdaling. Net in 1991 was er rond Middelstum de eerste aardbeving van 2.4 op de schaal van Richter (www.sodm.nl), hoewel andere bronnen de eerste beving op 1986 dateren (www.mijnbouwgroningen.nl).NGT Geodesia 1991-2 berichtte dat in Delft een samenwerkingsovereenkomst was gesloten voor een onderzoeksproject tussen de NAM, de MD en de TU Delft. In 1994 werd er bericht over de projectafsluiting met ‘1D-deformatie-analyse uit waterpasnetwerken’.

In 1994-11 werd onder de kop VVL in de olie een NAM-excursie van die vakvereniging versla-gen. Afdelingshoofd en geodeet ir. H.J. (Henk) Krijnen hield een lezing over GPS voor controle over bodemdaling (in Groningen). De NAM koos voor aanvulling van waterpassen met GPS, omdat de ondergrondse NAP-merken door zakking onbruikbaar werden! Ir. P. Joos-ten (TU Delft) schreef in Geodesia 1996-9 onder de kop Geodetische deformatie-analyse over een strategie voor het bepalen van bodemda-ling uit waterpasmetingen. In 1996-12 schreef Krijnen over GIS-ontwikkelingen bij de NAM, waaronder een BodemdalingsGIS. Er was ook tijdschriftbeweging: in 1997 veranderde de bladnaam terug in Geodesia.

(Weer) GeodesiaIn nummer 1998-2 schreef redacteur Theo Scheele een bedrijfsreportage Een exploratie naar de NAM met ook een paragraaf over bodembeweging. In 1998 ook sloten MD en NAM een overeenkomst voor projectwaterpassingen in 1998 en 2003. Ook na 2003 is er tussen Rijkswaterstaat en de NAM samengewerkt om niet nodeloos dubbele metingen te laten uitvoeren in grote conces-siegebieden. In de meetcyclus van Rijkswaterstaat wordt Groningen tot op heden elke vijf jaar gemeten; met 2018 als meest recente jaar.In het jubileumnummer 1999-12 schreef een docent van de TU Delft over ‘Ethiek en geodesie’. Hij beschreef een gastcollege van een SodM-er: “Van Herk vertelde onder andere dat het erg moeilijk kan zijn de plaatselijke bevolking te overtuigen dat er in bepaalde gevallen geen oorzakelijk verband bestaat tussen aardgaswin-ning en schade aan huizen als de meetresultaten schijnbaar ongelijke zakking laten zien.”Geodeet ir. Raoul Quadvlieg publiceerde in 2001-4 het artikel Kwantificering van bodem daling door Gaswinning. In het NAM-artikel wordt de procedure behandeld hoe bodemdaling door gaswinning uit oppervlaktemetingen kon worden afgeleid “zoals deze sinds kort bij de NAM wordt gehanteerd.” Pal erna stond nog een Alterra-artikel over Effecten van bodemdaling door gaswinning op de Waddenkustlijn van Ameland-Oost. (“…De gemiddelde afslagsnelheid neemt over de gehele kuststrook gezien zelfs iets af na 1986.”) Twee Geodesiaredacteuren interviewden privé voor een begin 2004 verschenen NCG-jubileum-boek een volgende NAM-geodeet (zie kader). Per 1-1-2004 verdween Geodesia en verscheen Geo-Info.

Geo-InfoGeo-Info startte in nummer 2004-1 onafhankelijk met een parel (bladvullend kadertje) ‘NAM-

Zakkingscontouren 1964-1972. Het vervolg waren vele ‘dalingspannenkoekenpresentaties’.

Aardgasbaten ook voor geo-wereld

“Voor Nederland is het aardgas heel belangrijk. Ons land verdient er veel geld aan.” (Venster gasbel in de Canon van de Nederlandse geschiedenis, 2009). Gronings aardgas leverde winningsbedrijven zoals de NAM bijna 1000 miljard euro op en het Rijk 417 miljard euro (CBS mei 2019). RGI, voluit: Ruimte voor Geo-Informatie (2004-2009), was één van de vijf programma’s binnen het BSIK-thema ‘Hoogwaardig Ruimtegebruik’ (BSIK staat voor Besluit Subsidies Investe-ringen Kennisinfrastructuur, waarmee met aardgasgelden een impuls aan de kennisinfrastructuur werd gegeven.) Aan het ‘RAVI-kindje’ RGI werd 20 mil-joen euro aan subsidie toegekend. Leeuwarder Courant, 12 juni 1973 (www.delpher.nl).

Historiografie Opinie

30 | Geo-Info | 2019-5

Page 33: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

NAP’ van J.H. (Henk) Holsbrink. Hij citeerde de Leeuwarder Courant van 31 oktober 2003 over Rekenfout NAM bij bepalen bodemdaling. De start van het bericht luidde: “Het Staatstoezicht op de Mijnen heeft ernstige kritiek op de manier waarop de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) de bodemdaling berekent die ontstaat door gaswin-ning in de provincie Groningen (…).” Het leverde in nummer 2004-4 een paginagrote reactie op van Raoul Quadvlieg (toen ex NAM-medewerker): NAM-NAP(2): Buitenproportioneel mediageweld.

Om de door de NAM gebruikte manier uit de doeken te doen verwees hij naar Geodesia 2001-4. Het citeren waard van 2004 zijn de zin-nen: “Hoewel ik verheugd ben dat geodetische berekeningen een keer de krant halen, lijkt me de stelling in de krant zwaar overtrokken en bestaat er bij mijn weten geen methode die de bereke-ning significant weerlegt. (…)” “Op internationale bodemdalingssymposia wordt nogal meewarig

gereageerd op de grootte van de bodemdaling in Nederland, over het algemeen begint men daar überhaupt pas te meten als er tien keer zoveel bodemdaling optreedt. Een krantenartikel over een ‘rekenfout’ van 0,25 mm/jaar geeft daar weer een geheel nieuwe dimensie aan.”In nummer 2004-3 stond intussen een NAM-inter-view door redacteur Jan de Kruif: NAM neemt KLIC serieus. Een illustratie betrof gasveld Slochteren.

Dat de NCG-subcommissie Bodembeweging en Zeespiegelvariatie intussen zó stil lag dat een jaarverslag 2008 ontbreekt is nog te zien op de website www.ncgeo.nl. De voorzitter van de subcommissie riep in 2009 slechts twee keer een vergadering bijeen waarin over een herstart van de subcommissie werd gesproken. Het kreeg geen aandacht in het tijdschrift. In nummer 2010-3 stond een verslag van een GIN-regiobijeenkomst Ondergrond(s) Meten bij de NAM te Assen. Wim van der Veen van de NAM gaf een overzicht van de activiteiten van hun onderdeel Geomatics. Geodeet Gini Ketelaar van de NAM presenteerde satelliet-radar-interferometrie (SRI) als alternatief voor de (nauwkeurigere) conventionele waterpas-sing. Ze sloot haar presentatie af met een animatie van de bodemdaling (bij de winning) en de latere bodemstijging (bij injectie).

Het zou tot nummer 2014-4 duren voor de bodembeweging in dit vakblad weer aan de orde kwam. Roelof Keppel schreef een verslag van een bijeenkomst bij de Hogeschool Utrecht. Jan van Herk van het SodM legde uit dat er toen drie gangbare modellen van de bodembeweging waren: dat van Deltares/TNO, van Houtenbos (voormalig chef van de Geomatics Afdeling van NAM, lid NCG-subcommissie) en van SodM zelf. Hij vond het lastig om vast te stellen welk model ‘het beste was’. Dit verslag meldt in dit tijdschrift voor het eerst de aardbevingen: “Overigens is de schade aan gebouwen en installaties eerder een direct gevolg van de optredende bevingen dan van de (geleidelijke) daling.” Bevingen waren meer een onderwerp van KNMI en SodM dan van de geodetische diensten en bladen….In nummer 2015-1 versloeg ik de Baardalezing van prof.dr.ir. Ramon Hanssen onder ‘NCG op GeoBuzz’. Uit de bodembewegingskaart constateerde hij een ‘netjes zakken’ in Groningen. ‘Op 25 november is er een themaprogramma over de bodemdaling in Groningen onder de naam ‘Open Seismisch Sensorgrid Groningen’, aldus de aankondiging van GeoBuzz in nummer 2015-5. Het volgende nummer versloeg kort een selectie van de 230 (!) lezingen. De bewuste presentatie was van Wim Blanken van de Groninger Bodem Beweging over zijn Gasbevingsportaal en de GIN-verslaglegger vond deze presentatie erg inspire-rend, waarvoor zoekwerk in allerhande bronnen voor nodig was geweest, van KNMI tot NAM.

In NGT Geodesia 1980-5 verschenen een kritische cartoon met in de wolk de tekst “Ik geloof nooit dat hier nog veel aardgas zit.” Plaatsing was een verrassing voor auteur Van Beusekom van het artikel, de cartoon werd getekend door redacteur H.A. (Henk) Schok.

‘Bewegende aarde’ in NCG-jubileumboek

In 2004 bestond de Nederlandse Commis-sie voor Geodesie 125 jaar en verscheen bij die gelegenheid op 20 februari het boek van Eric Berkers e.a., De aarde verdeeld en verbeeld, berekend en getekend. Eén van de hoofdstukken heet: ‘De bewegende aarde’. Daarin werd gememoreerd dat in 1970 nog werd verwacht dat de Groningse bodem in het jaar 2000 met ongeveer een meter zou zijn gedaald en dat de NAM in 2000 verwachtte dat in 2050 op zijn ergst 38 cm zou zijn (t.o.v. 1964). De Geodesia-/Geo-Inforedacteuren M.J. Scheele en A.M. den Boer (ik dus) interviewden voor het boek in alle onafhankelijkheid een vijftal mensen. Eén ervan was ir. Simon Schoustra van de NAM, daar werkzaam voor meer dan Gro-ningen alleen en toen de enige geodeet. Er werd wel veel werk uitbesteed. Hij ver-wachtte belangrijke veranderingen door de vervanging van het optisch waterpassen door GPS-meting en satellietdetectie.

Alleen waterpassen

bleek niet afdoende

| 312019-5 | Geo-Info

Page 34: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

De opvolger van ook het Kartografisch Tijdschrift had meer aandacht voor kaarten moeten hebben. De aandacht voor Groningse aardbe-vingskaarten in nummer 2019-4 was op mijn verzoek (waarvoor dank). Signalering van een rapport van november 2015, Gesjoemel met bodembeweging van geodeet Houtenbos, haalde het blad evenmin als internetpublicaties. De NAM ging internet gefaseerd gebruiken voor het breed aanbieden van informatie, met ook de onderwerpen ‘Bodemdaling door gaswinning en Aardbevingen’. “Bodemdaling in de omgeving van Groningen wordt op verschillende manieren gemeten: door landmetingen, satellietmetingen van InSAR en GPS monitoring stations. Op deze pagina vindt u resultaten van deze metingen”, aldus een introductie daarover nu.

Evaluerend slotDe geo-vakpers deed weinig aan actieve acquisitie, maar liet schrijven vooral aan de vakbroeders van MD en NAM over. Dat bepaalde het publicatiebeeld met veel waterpassen voor een bodemdaling van maximaal 50 cm in 2100! Natuurlijk: geodetisch gereedschap is niet geschikt om aardbevingen (minister Wiebes: ‘bevinkjes’) te meten of te helpen voorkomen. In die zin was het dus incompleet, maar men wees daar nimmer op. Het ontbreekt ook geo-mechanische ‘zusterwetenschappen’ aan voldoende kennis om aardbevingen door delfstofwinning te voorkomen of te voorspellen. Zijn termen als informatie-bubbel, echokamer en kaasstolp niet om aan te duiden dat men vaak slechts gevoed wordt met informatie die eigen, bekende visies ondersteunt? De conclusie van

de sociaal-geograaf dr. Meent van der Sluis (1944-2000) in 1986 dat er in Noord-Nederland een relatie bestond tussen gaswinning en aardbevingen kwam totaal niet in beeld. Gesignaleerd werden nog niet eens diens latere publicaties als Aardbevingen in Noord-Nederland: over bodemdaling en bodemtrilling, Hoogezand, 1989 en Aardbevingen en bodem-beweging in kaart: een nieuw licht op de oorza-kelijke samenhang met gaswinning, Hoogezand, 1990. Zijn conclusie werd in de geo-vakpers ook door niemand bestreden….De laatste jaren is de acquisitie bij Geo-Info trouwens breder bij themanummers, maar een themanummer Bodembeweging is nog slechts aanbevolen! In Geo-Info 2018-6 werd het NCG-bericht over de integrale Actuele Bodemdalingskaart geplaatst, waarin de daling van Groningen dus slechts méde aan de orde kwam. In de rubriek Open Kaart in Geo-Info 2019-1 kwam zo over deze nieuwe kaart zelfs te staan: ‘Dat Groningen zakt, wisten we al.’Intussen besloot minister Eric Wiebes tot slui-ting van de Groninger gaskraan in 2022, terwijl zijn voorganger Henk Kamp jarenlang van staatswege zei dat dat echt onmogelijk was!

Referenties• www.hollandsecirkel.nl/documentatiecentrum/tijdschriften/

tijdschriften-digitaal• www.mijnbouwgroningen.nl• www.nam.nl• www.sodm.nl• www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/uitleg/aardbevingen-

door-gaswinning• www.commissiebodemdaling.nl• bodemdaling.houtenbos.org/ • bevinggevoeld.nl/gasbevingen/ (subsite van de Groninger

Bodem Beweging, spreker van GeoBuzz 2015)• informatie van Wim van Beusekom (ex-RWS MD), Adriaan

Houtenbos (ex-NAM) en Pieter van Waarden (RWS CIV)

Adri den Boer is redacteur bij Geo-Info. Adri is bereikbaar via [email protected].

Infographic van www.nam.nl (“Deze illustratie is een versimpelde weergave van de werkelijkheid.”)

Laserscannen voor simula-tiemodellen

‘Ik heb vorige week met grote inte-resse en bewondering zitten kijken; op het kerkhof stond daar een driepoot met daarop een forse camera. Een speciale laser-camera die 50.000 (!!) opnames per seconde maakt. Deze camera legt ieder detail van de kerk vast. Echt elke voeg is te zien. En niet alleen de buitenkant van de kerk. Ook van het interieur is er een 3D-scan gemaakt. Mijn collega’s van communicatie/informatie werden bijzonder hebbe-rig toen ze dit op beelden van RTV Noord zagen. De camera heeft drie dagen in Woltersum gestaan. Nu wordt er een driedimensionaal computermodel van de kerk gemaakt. En op dat model wordt een aardbeving gesimuleerd. Eentje met een kracht van 5 op de schaal van Richter (redelijk zwaar dus). Dan is het kijken wat er gebeurt. Verbeteringen aanbrengen in de constructie in het computermodel van de kerk, en kijken of die helpen.’(Blog van de bouwkundige van Stichting Oude Groninger Kerken, 8 mei 2013)

Beeld met bovenaan een waterpassende landmeter aan de Apollolaan in Wildervank (foto: Veenkoloni-aal Museum Veendam).

Historiografie Opinie

32 | Geo-Info | 2019-5

Page 35: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Ik sleutel graag aan mijn oude auto. Dat doe ik dan weleens in de garage van een gepensioneerde ANWB-Wegenwachtmonteur: een goede plek voor de verhalen van vroeger.

Vroeger – voor het mobiele tijdperk – reed de Wegen-wacht gewoon op en neer op de grote doorgaande wegen. Door middel van een vlaggetje langs de kant van de weg bij een restaurant of een benzinepomp lieten mensen zien dat ze pech hadden en hulp nodig hadden. Later kwam er een doos (van een halve vierkante meter) in de Wegenwachtauto met 4 lampjes erop: één voor elk regiokantoor. Ging één van de lampjes branden, dan moesten de Wegenwachtmonteurs zo snel mogelijk bij het eerstvolgende benzinestation of wegrestaurant stoppen om met de vaste telefoon naar het desbetreffende kantoor te bellen.

Als je vroeger pech had met de auto pakte je een papie-ren wegenkaart uit je handschoenenkastje, vouwde deze open, hield die onder een straatlantaarn en probeerde met behulp van goed ruimtelijk inzicht (en een beetje geluk) uit te vinden waar je was en hoe je de Wegenwacht bij jou kon zien te krijgen. Met de kaart stippelde je de route uit op zoek naar een vaste telefoon en hulp.

Als je tegenwoordig stil komt te staan met de auto (ik zeg niet of dit een persoonlijke ervaring is of niet) open je een app op de telefoon en swipe je je vinger over het scherm. De kaart vertelt je waar je bent. Met de ANWB-app maak je de melding en deze geeft automatisch je locatie, auto en problemen door. De meest dichtbij zijnde Wegenwachtmonteur wordt geïn-formeerd en komt jouw kant uit. Daarna vervolg je (hopelijk) je weg met de routeplanner en deze vertelt je precies waar je heen moet. "Neem na 500 meter de afslag, houd rechts aan.”

Tegenwoordig is een van de meest gebruikte functies van de kaart de navigatie met gps. Met de komst van de turn-by-turn-navigatie vervalt ons ruimtelijk besef en oriënteren we ons niet meer met de kaart. Zelf vind ik het belangrijk om te weten waar ik ben en welke richting ik uitga. Mijn navigatie-app staat vast op het noorden draait niet mee met de rijrichting, maar mijn zus volgt blindelings de routeplanner en ze heeft geen besef waar ze is. Zo rijdt ze vanuit haar nieuwe huis regelmatig de verkeerde kant uit, omdat het verkeerd in haar hoofd zit. Zelfs terug naar huis zoekt ze het nog aan de verkeerde kant van de weg.

Gelukkig voor haar navigeren we in de toekomst niet meer zelf. Als er een tijdperk komt van zelfrijdende auto's, wat is dan de functie van de kaart of navigatie-apps? Als de auto weet waar die is en heen moet, dan denken we er zelf niet

meer over na. De persoonlijk kaartlezer is vervangen door een volautomatische machine met geïntegreerd GIS-systeem.

We zijn losgekoppeld van de kaart, de locatie, hoe we ergens komen of terecht zijn gekomen. Wordt de kaart overbodig? Hoe ziet de kaart eruit, als we ons niet meer druk maken over hoe we ons bewegen in de wereld? Voor kaartenmakers is het nu de uitdaging een kaart te maken, waarbij het niet gaat over locatie, de route of de plek waar we stil komen te staan, maar wat dan wel? Wordt de kaart louter reclame? Een vorm van kunst? Een hebbedingetje voor de geïnteresseerde?

In het deurpaneel van mijn oldtimer ligt een prachtige papieren ANWB-wegenkaart van Europa uit 1980: een karto-grafish hoogstandje met stijlvol kleurgebruik. Deze kaart is nu verworden tot een accessoire die bij de auto hoort in plaats van een bruikbaar informatieproduct zoals het ooit gemaakt is. Hoe is het over 40 jaar? Tijden veranderen. Technologie verandert. Kaarten veranderen. De kaartenmaker verandert. Zorg dat je niet stil komt te staan!

Niene Boeijen

Webkartograaf bij Webmapper

[email protected]

Column

CAR-tografie

Nie

ne B

oeije

n

THEMAKartografie

| 332019-5 | Geo-Info

Page 36: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

In Geo-Info nummer 6 van 2015 hebben we een interview opgenomen met de toen kersverse nieuwe voorzitter van ICA (International Cartographic Association), Menno-Jan Kraak. In deze editie een terugblik op de afgelopen vier jaar: wat is er gebeurd, in hoeverre zijn de doelen bereikt? Wat waren die doelen eigenlijk en hoe nu verder? Met de onveranderde, tomeloze aan hem hangende energie werden bereikte mijlpalen genoemd. Afgewisseld met fraaie anekdotes, zich veelal afspelend op plaatsen waar een normale sterveling zelden zal zijn. Wie rent er nu een paar rondjes voorafgaand aan een drukke conferentiedag op Sachalin? In genoemd interview van vier jaar geleden werden de ‘running shoes’ al genoemd. Op dat punt geen verandering. Een spiegelbeeld in de tijd: ‘Mapping for a sustainable world’.

Door Roelof Keppel

Doelen De doelen die Menno-Jan Kraak zich gesteld had tijdens zijn voorzitterschap waren vierledig:In de eerste plaats zou er gewerkt worden aan een toename van het aantal lidlanden, in de tweede plaats aan het verbeteren van de interne relaties binnen het ICA. Het derde doel was het verbeteren van de externe relaties, met name met de UN, en tenslotte, maar daarom niet onbelangrijk: het letterlijk op de kaart zet-ten van de 17 SDG’s (Sustainable Development Goals; zie www.sdgnederland.nl/ ).Om met het laatste te beginnen: voor elke SDG is binnen ICA een commissie werkzaam geweest en een van de eerste dingen waarop men zich heeft gericht was het maken van een reeks posters per commissie. Dus Topographic Mapping, Art and Cartography, Geospatial Analysis en andere commissies maakten elk een poster vanuit hun eigen domein. Dat was een belangrijk groepsproces. Het samen-werken in de commissies aan deze posters heeft een enorme bijdrage geleverd in de samenhang binnen ICA, waarmee het tweede doel werd gediend. Deze posters werden tentoongesteld op de UN GGIM-conferentie in het gebouw van de Verenigde Naties in 2016 (posters: zie icaci.org/maps-and-sustainable-development-goals/ ). Dat was Succes #1: alle posters op een rij. Ondersteund door een boekje dat aan alle vertegenwoordigers werd

overhandigd. Een krachtig media-offensief via boekje en de ICA-website. Daarmee heeft ICA een positie gekregen naast haar collega ISPRS en andere zusterorganisaties, waarbij de contacten naar de UN stevig konden worden aangehaald. Deze posters hadden vanuit hun krachtige beeld veel impact en zorgden daarnaast ook voor de nodige reuring: de weergave van grenzen op deze posters waren niet altijd vrij van discussie. Grenzen tussen

India en China, de Westelijke Sahara: elke afbeelding ervan staat ter discussie. Naast de interne successen – samenwerking – bij het samenstellen van de poster diende dit ook het doel om naar buiten toe meer zichtbaar te zijn: door het opstellen van pos-tergalleries op belangrijke UN-bijeenkomsten werden de SDG’s via infographics en kaart-materiaal goed in beeld gebracht. Omdat de ICA-doelen nauw met elkaar verbonden zijn, werden er tegelijkertijd op meerdere fronten vorderingen gemaakt.

Menno-Jan Kraak nog even over de fijngevoe-ligheden die bestaan tussen de verschillende deelnemende landen en commissies: “Het is allemaal politiek, en emotie. Het is een illusie te denken dat een organisatie als ICA sec rationeel te besturen is. Je moet er constant rekening mee houden, je werkt met mensen.”Interessant was zijn bijdrage tijdens een inter-view voor CNN over de Mercator-projectie. Hoewel er een feitelijk verhaal werd verteld over het gebruik van deze projectie, kwam er al snel een stortvloed van commentaar op Facebooksites over de het opzettelijke misbruik van deze projectie en zelfs als onderdrukkend ervaren kon worden voor het Afrikaanse continent. Het enige dat je dan kunt doen is, na aanvankelijk blijheid dat jouw nieuwsitem hits krijgt, is stil blijven en wachten tot een ander nieuwsitem belangrijker wordt,

‘Mapping for a sustainable world’

Er is in vier jaar

onnoemelijk veel

bereikt

Kartografie Interview

34 | Geo-Info | 2019-5

Page 37: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

en vooral niet reageren op de ontstane onrust. ‘Als je geschoren wordt moet je stilzitten’. De 27 commissies binnen ICA worden op voor-dracht van deelnemende landen in het leven geroepen. Ook dat geeft soms wat wrijving.

Er zit wel eens wat overlap in uitvoeringstaken. Ook zijn er commissies waarbij de betreffende voorzitter in die rol zit omdat het hem status geeft of daardoor in zijn land een beter salaris kan ontvangen. Dan zie je ook dat er van de 27 commissie ongeveer een kwart ‘slapende’ is. Weinig output, maar wel statusverhogend voor sommige deelnemers.Als afrondende werkzaamheid ná het succes van de posters zal er in december van dit jaar een boek worden uitgegeven door de VN. Dit boekwerk van circa 100 pagina’s wordt opge-steld door Menno-Jan en een aantal mensen van de Geospatial Unit van de VN waarin

heel handzaam allerlei basisprincipes van de moderne kartografie uit de doeken worden gedaan. Heel belangrijk bleek het bestaande netwerken tussen UNGGIM en ITC. Dit boek wil uitdrukkelijk niet een atlas zijn van de SDG’s, want daarvoor ontbreken momenteel nog de data. Het boek is juist gemaakt voor mensen die kaarten over SDG’s willen maken, m.b.v. data die nog dagelijks ontstaan door die SDG’s. Het is een handreiking juist bedoeld om de ontwikkelingen van deze SDG’s te monito-ren. De niet-tijdgebonden principes worden uitgelegd. Wereldwijd kan men nu zelf, m.b.v. indicatoren op basis van deze principes, de UN-doelen in kaart brengen. De Wereldbank geeft trouwens jaarlijks al een atlas uit met daarin de ontwikkelingen van deze SDG’s, dat hoeft niet nog eens te worden overgedaan. Menno-Jan gaf aan dat de vervaardiging van deze praktische handreiking, terugkijkend naar de 4 jaar van zijn ICA-voorzitterschap, toch wel de ‘legacy’ is van wat hij heeft bereikt. Een tastbaar resultaat waar velen op kunnen en zullen terug-vallen om op een gestandaardiseerde wijze kartografische producten te maken over de 17 UN-doelen. Om te komen tot een uniforme benadering is er flink wat afstemming geweest over het gebruikte kaartmateriaal, de gebruikte stijlen en uiteindelijk is alles ter beoordeling aangeboden aan een kaartcensor van de VN.

Aan de wand in zijn werkkamer op het ITC hangt een kaartje met daarop afgebeeld de vluchtlijnen van zijn reisgedrag. Heel veel routes, afgebeeld op een klein stukje van deze wereld. Gevraagd naar het aantal afgelegde ‘airmiles’: “Dat heb ik niet bijgehouden. Wat ik wel weet is dat één derde van de afgelopen vier jaar is opgegaan aan het vele reizen. Dat was een heel gepuzzel, zowel voor thuis als voor de groep mensen hier op het ITC. In juli heb ik afscheid genomen: dat voelt nu heel relaxt, je merkt dat vooral bij vergade-

ringen: je bent continu in de weer, altijd alert, je moet van alle onderwerpen iets weten en er een mening over hebben. Uiterst intensief. Na drie dagen ben je gesloopt. Ik ben er

Uitblazen na de oriënteringsrun in Tokio.

Discussie over grenzen:

als je geschoren wordt,

moet je stilzitten

THEMA

Dat boek, dat is toch

wel wat ik zie als mijn

nalatenschap, na 4 jaar

ICA-voorzitterschap

| 352019-5 | Geo-Info

Page 38: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

gezond doorheen gekomen omdat ik veel sport. En na een reis -veelal 3 à 4 dagen heen en terug- moest je thuis gelijk weer aan de bak. In 2018 heeft dat 23 weekenddagen opgeslokt. Maar ik heb het vier jaar met heel veel plezier gedaan. Het is edel vrijwilligers-werk! Ontzettend leuk om te doen. In een vliegtuig zitten is niet leuk, maar de ontmoe-ting met mensen geeft zoveel. Heel waarde-vol, een verrijking. Het breidt je netwerk uit. Je brengt en je haalt kennis en enthousiasme. Zo werd er op een ochtend met de kroonprin-ses van Japan, zij was bij de opening van de bijeenkomst uitgenodigd, een oriënterings-race gelopen. Naast het uitermate strenge protocol was er toch ook ruimte om op een van protocol ontdane run te houden. Wel met wat bewakers op afstand. Culturele verschillen zijn er uiteraard wereldwijd, maar de board was toch redelijk Europees van schnitt. Je ziet wel enorme verschillen in het geproduceerde kaartmateriaal per land. Je ziet wel regionale verschillen: in Japan wordt heel sterk ingezet op mobiel gebruik van de kartografie. Dat zal straks met 5G-netwerk en enorme vlucht gaan nemen.”

En over de invloed van Nederland in dit internationale gezelschap? “Het Nederlandse aanzien binnen ICA, waar we altijd al intensief aanwezig waren, is zeker gelijk gebleven. En nu

met meer zichtbaarheid. Helaas is er door drukte niets gekomen van een National Report. Vorige keer hebben we dat hier gedaan, vanuit ITC. De kartografie in Nederland: wie gaat er de volgende keer iets doen? Het kartografenland-

schap is gefragmenteerd: veel kleine bedrijfjes. Dit soort mensen zullen nauwelijks betrokken kunnen worden bij dit soort internationale acti-viteiten. Het blijft een ding van de academische instituten. De inbreng vanuit Nederland neemt af. Het aantal nationale activiteiten vanuit deze beroepsgroep neemt af.”Een heel aardig overzicht (zie afbeelding) is de deelname vanuit Nederland in de besturen door de jaren heen: daarin is de grote betrok-kenheid vanuit ons land zichtbaar, al zie je dat landen als Hongarije, Oostenrijk en Zwitserland op de deur kloppen.

ToekomstEn nu, hoe verder? “Nu eerst met sabbatical, maar het blijft zoals ook in het vorige interview vermeld ‘never a dull moment’. Eerst nog wat bijeenkomsten in Europa. Sabbatical tot maart 2020. En onderwijl druk met twee boeken. Nog vier jaar past-president van ICA, en daarin nog steeds wat rollen, waaronder nog steeds de UN-vertegenwoordiger. Dan nog twee jaar hoofd van de afdeling. Nog vijf jaar tot zijn pensioen. Daarna moet een ander hoogleraar het stokje overnemen.

Ik rende op de meest

exotische plekken:

Sachalin, Copacabana

en een paar dagen later

in Washington

Kartografie Interview

Posterwand bij VN in New York. SDG's zijn zichtbaar op de kaart.

36 | Geo-Info | 2019-5

Page 39: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Daarnaast ook nog betrokken in ICSU, de wetenschappelijke pendant van UN, waarin ook NWO en KNAW zijn betrokken. Ook hier blijkt dat er veel herkenbare problemen zijn. Vaak wordt men geconfronteerd met de vraag waarom lid te worden van een dergelijk platform. Op een van zijn recente reizen sprak Menno-Jan met het hoofd van de topogra-fische dienst van een Oost-Europees land. Het argument om niet lid te worden is veelal: we kunnen over alle informatie beschikken, het enige wat we niet hebben is stemrecht. We hebben beperkt budget en geven dat uit aan Eurogeographics en FIG. Meer geld hebben we niet. We zien dat veel national mapping agencies steeds meer zijn getransformeerd in data-fabrieken, waar men vroeger ook nog kaarten vervaardigde. Een stekelig voorbeeld

zien we na de recente ontwikkelingen in de VS. Daar staat de USDS op instorten. Wetenschap-pers worden daar de mond gesnoerd, websites worden ‘down’ gehaald: dit mag je niet zeggen,

dat niet doen. Het is er niet lekker meer. Schan-dalig. Het State Department luistert mee.”De invloed van Trumps eigenzinnige manier van leidinggeven aan wat ooit het toonbeeld was voor het vrije westen wordt helaas steeds zichtbaarder. Zijn MAGA-geblaat en restric-

tieve beleid raakt nu ook aan de vrije weten-schap. En bedient zich van methodieken die doen terugdenken aan tijden waarvan we dachten dat ze allang voorbij waren.Als ambitie geeft Menno-Jan aan dat hij graag zou zien dat de Nationale Atlas van de grond zal komen. In zijn rol als voorzitter van de stichting Wetenschappelijke Atlas van Neder-land zijn daar in de tijd van RGI (Ruimte voor Geo Informatie) wat projectjes over opgestart,

maar het heeft nooit einddoel bereikt. Hoewel er nu allerlei data vindbaar en bruikbaar is via het PDOK-portaal ziet hij hier nog een enorme uitdaging. “Maar ja, inmiddels weet ik meer van de wereld dan van Nederland. De draadjes met Geo-Info zijn nu wel heel dun gewor-den. Goed dat er nu aan mijn werk van de afgelopen vier jaar nu verslag wordt gedaan in Geo-Info.”

Roelof Keppel, redacteur

ICA-leden en hun rollen in de tijd (1959-2019). Blauw: voorzitterschap/tijdblok.

Jetlag? Had ik geen last

van, maar naar het wes-

ten reis je makkelijker

dan naar het oosten

Verveling uitgesloten!

THEMA

Overzicht van de vertegenwoordigers per land in ICA.

| 372019-5 | Geo-Info

Page 40: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Het bestand Landelijk Grondgebruik Nederland is met LGN2018 toe aan de 8e editie in ruim 30 jaar. Het voorziet dus in een behoefte. Vergeleken met de vorige uitgave (LGN7) zijn er belangrijke verschillen. Fysisch geograaf Gerard Hazeu onthult motieven en perspectieven.

Door Frans Rip en Gerard Hazeu

De belangrijkste verandering van LGN2018 vergeleken met LGN7 is de raster celmaat, die van 25x25m naar 5x5m is gegaan. Waarom is dat gedaan?

Daar waren twee redenen voor. De gebruikers hebben interesse voor meer detail en daarnaast zijn de data waarmee LGN gemaakt wordt steeds gedetailleerder beschikbaar. Het AHN bestand waarop de natuurclassificatie is gebaseerd heeft veel meer detail dan de rastercellen van 625m2 van LGN7 en eerdere edities. Ook de gebruikte Sentinel-2 beelden hebben een hogere resolutie dan de voorheen gebruikte Landsat beelden.

Zijn er ook legenda eenheden bijgekomen?

Ja. Door de toegenomen beschikbaarheid van satellietbeelden (m.n. Sentinel-2 beelden) binnen hetzelfde jaar en het beschikbaar komen van AHN2/3 kunnen we meer natuurklassen monito-ren. In combinatie met andere informatie kunnen we verschillende struikvegetaties naar hoogte en habitat classificeren. Ook de klassen in het kustgebied konden zo eenduidiger gedefinieerd worden. Daarnaast was het mogelijk om de klasse Agrarisch gras en Duinvegetaties beter te definiëren. Binnen de klasse Agrarisch gras kon verder onderscheid worden gemaakt naar Overig grondgebruik in buitengebied, Overig gras in natuurgebied en Agrarisch gras. Binnen het kust-gebied kon naast Hoge en Lage duinvegetaties ook Gras in kustgebied worden onderscheiden.

Is de updatefrequentie nu hoger geworden?

Ja. Toen LGN7 uitkwam, in 2013, zat er nog 3 tot 5 jaar tussen de edities. Vanaf 2015 was er een voor LGN7 een jaarlijkse update beschikbaar van de agrarische gewassen, ontleend aan de Basisregistratie Gewaspercelen. Met ingang van LGN2018 kunnen we dankzij de verbe-terde en meer geautomatiseerde productie methode ook andere vormen van landgebruik per jaar aanpassen. Daarnaast kunnen we nu de natuurclassificatie bijwerken voor gebie-den waar een nieuw AHN beschikbaar komt.

LGN2018Wat is LGN?

Korte omschrijving van LGN:- De LGN-versies 1-7 zijn rasterbestan-

den van 25x25m- LGN1 kwam uit in 1986, LGN7 is van

2013. LGN2018 heeft resolutie van 5x5m.- Thematiek: landgebruik. Toont de

belangrijkste landbouwgewassen, wegen, bebouwing, bos , water, div. natuurklassen. Aantal legendaeen-heden groeide gaandeweg, bij LGN7 waren er 39, nu 48.

- Gebruik: LGN wordt tot op heden gebruikt door rijksoverheid, provincies, onderzoeksinstellingen zoals RIVM, PBL, KWR, RWS, WENR, universiteiten, waterschappen en gemeentes.

West van Haarlem: LGN7

38 | Geo-Info | 2019-5

Page 41: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Vandaar ook dat de naamgeving van LGN is aangepast. In de naamgeving van elke editie van LGN is nu het referentiejaar opgenomen.

Zijn er voor deze versie andere bronnen gebruikt dan voor LGN7?

Nieuw bij de opbouw van LGN2018 was het gebruik van meer (multitemporele) en ruimtelijk meer gedetailleerde satellietbeelden (Sentinel-2 beelden) uit de Groenmonitor, van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN2/3) en van het bestand behorende bij het Informatie Model Natuur. Daarnaast zijn de recentste versies gebruikt van BBG2015 (Bestand Bodemgebruik, CBS) en van BKN2017, de Basiskaart Natuur. Verder zijn benut: Top10NL (BRT versie 2018), BRP2018 en luchtfoto’s uit 2018.

Welke nieuwe thematische klassen heeft LGN2018?

Er zijn 9 thematische klassen bijgekomen. Voor 8 van hen zijn nieuwe databronnen gebruikt. Op basis van het AHN en de multi-temporele classificatie van Sentinel-2 beelden zijn de natuurklassen meer gedifferentieerd. In combinatie met hoogte-informatie konden binnen de Bossen, Heide, Duinen en Open stuifzanden o.a. Hoge en Lage Struiken en Grassen als nieuwe klassen worden onder-scheiden. De 9de nieuwe klasse ‘Overig grond-gebruik in het buitengebied’ is met name op Top10NL informatie gebaseerd.

Wat zijn enkele in het oog springende verschuivingen in arealen tussen LGN7 en LGN2018?

De sterke afname van bebouwing (bijv. ruim 1500 km2 in primair bebouwd gebied), een

sterke toename van klasse Infrastructuur (bijna 1300 km2), een afname van het Areaal Bos met bijna 600 km2 en een afname van het Agrarisch grondgebruik met bijna 500 km2.

Is er echt zoveel veranderd?Nee, zo simpel ligt dat niet, daar hoort een verhaal bij.Het Agrarisch grondgebruik is afgenomen. Dat valt te verwachten. Maar het lagere getal is voor een deel ook veroorzaakt doordat een klein areaal nu als Infrastructuur is geclas-sificeerd. In LGN2018 zijn namelijk alle wegen meegenomen. Een deel van de afname van het Areaal Bos komt doordat wegen in Bos nu als Infrastructuur zijn geclassificeerd. Beide oorzaken zijn een belangrijke verklaring voor de toename aan areaal infrastructuur. De afname van het Areaal Bos wordt ook deels verklaard doordat een deel van het Areaal Bos in LGN2018 als Hoge of Lage overige struikvegetaties of als Gras is geclassificeerd. De afname van bebouwing is ook veroorzaakt door verandering in definities. In LGN werden de gebouwen namelijk gebufferd om ze op 625m2 (25*25m) cel weer te kunnen geven als Bebouwing.De toenames en afnames in grondgebruik tussen LGN7 en LGN2018 zijn dus naast de veranderingen in de tijd ook mede het gevolg van veranderingen in de definities van de LGN klassen en een verandering in methodiek betreffende de afleiding van bepaalde LGN klassen.

Hoe LGN2018 te vergelijken met LGN7?We werken aan een veranderingsbestand. De benadering is om de LGN2018 data te

aggregeren van 25m2 naar 625m2 en dan op hoofdklassen, oftewel de monitoringsklassen, aan te geven waar en welke veranderingen in landgebruik hebben plaatsgevonden.

Zie je mogelijkheden voor verdere ontwikkelingen?

Verrijking van het bestand met nieuwe landgebruiksklassen is een van de mogelijke toekomstige verbeteringen, bijvoorbeeld Windmolenparken of Zonneparken. Ook zou gedacht kunnen worden aan het opnemen van Energiegewassen als klasse en/of alle BRP gewassen. Andere mogelijke verbeteringen liggen meer in de lijn van de productie van het bestand. Hierbij valt te denken aan de inzet van Machine Learning / Deep Learning technieken om bepaalde landgebruiksklassen sneller/eenduidiger te kunnen definiëren en/of veranderingen op te sporen. Ook wordt momenteel de mogelijkheid onderzocht om alle data die ten grondslag ligt aan LGN via een DataCube structuur te ontsluiten, opdat bij de productie van afgeleide bestanden zoals LGN, BKN etc. steeds gebruik wordt gemaakt van dezelfde bron data.

Is er kans dat LGN open data wordt?Momenteel is LGN een commercieel pro-duct, maar het streven is om LGN open data te maken. We zijn aan het verkennen of er voldoende animo is bij de overheid om in een basisfinanciering voor LGN te voorzien. Hierdoor zou het landgebruiksbestand LGN als open data ontsloten worden, het bestand voor iedereen toegankelijk worden en de continuï-teit van LGN voor de toekomst gegarandeerd zijn. LGN is namelijk een uniek product met een lange historie waar allerlei Nederlandse data in geïntegreerd zijn. Met LGN als open data zouden gebruikers niet meer onafhankelijk van elkaar de verschillende databronnen hoeven te integreren. Die zijn dan als een standaard dataset voor iedereen beschikbaar.

Meer over het LGN bestand: www.lgn.nl.

Frans Rip werkt bij GeoDesk, onderdeel van Wageningen UR en is redacteur van Geo-Info. Hij is te bereiken via [email protected]

Gerard Hazeu werkt bij Wageningen Environmental Research, onderdeel van Wageningen UR. Hij is bereikbaar via [email protected] West van Haarlem: LGN2018

| 392019-5 | Geo-Info

Page 42: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Kartografie

18

Katendrecht

Erasmusbrug

Jobshaven

MARCONIPLEIN

DELFSHAVENCOOLHAVEN

DIJKZIGT

EENDRACHTSPLEIN

BLIJDORP

STADHUIS

ROTTERDAMCENTRAAL

LEUVEHAVEN

WILHELMINAPLEIN

RIJNHAVEN

MAASHAVEN

BEURS

BLAAK

OOSTPLEIN

GERDESIAWEG

VOORSCHOTERLAAN

KRALINGSE ZOOM2123

24

212324

21 24

21 24

21 24

2124

2124

202325

2023

25

2023

23

23

25

2025

220

25

21 23 24 4

4

4

4

4

7

7

7

2

8

8

20

21 2320

25

24 25

25

8

8

7

7

7

7

7

7

8

8

4 7 8

8

8

8

8

8

2

MEE

NT

MEENT

OPPERT

WEENA

WESTZEEDIJK

MAASBOULEVARD

BREDE

HILLEDIJK

BREDE HILLEDIJK

BREDE HILLEDIJK

BOOMPJ

ES

BOOMPJ

ES

MAASHAVENKADE

HOOGSTRAAT

HOOGSTRAAT

PARKKADE

BLAAK

MA

UR

ITSWEG

EEND

RACH

TSWEG

HILLEDIJK

'S-G

RA

VEN

DIJ

KW

AL

OOSTZEEDIJKADMIRALITEITSKADE

WESTERSIN

GEL

BOLWER

K

MA

ASH

AV

EN O

.Z.

JOSE

PHST

RA

AT

VA

N S

PEY

KST

RA

AT

SCH

IED

AM

SED

IJK

PAUL K

RUGERSTRAAT

HANG

ROD

EZAN

D

PARKLAAN

HARINGVLIET

VASTELAND

MA

RINIERSW

EG

WILH

ELMIN

AKADE

HOLLAND A

MERIK

AKADE

KA

REL DO

ORM

AN

STRAA

T

HERTE

KADE

POSTHUMALAAN

SCH

IED

AM

SE V

EST

ROSESTRAAT

WALHALLALAAN

OTTO REUCHLINW

EG

PRINS H

ENDRIKKADE

MAASK

ADE

MAASK

ADE

EEND

RACH

TSSTRAA

T

GROENENDAAL

OOSTERKADE

BAD

EN PO

WELLLA

AN

LLOY

DSTR

AA

T

SINT-JO

BSKA

DE

AD

RIA

NA

STR

AA

T

RIJNHAVEN Z.Z.

G.J. D

E JON

GH

WEG

MUSEUMPARK

ANTOINE PLA

TEKADE

BREITNERSTRAAT

GO

UV

ERN

ESTR

AA

T

MA

URITSSTRA

AT

KIEV

ITSLAA

N

BEUKELSDIJK

BO

EZEM

WEG

SINT-JOBSWEG

OO

STEI

ND

E

VLI

ND

ERST

RAA

T

SLA

AK

HOUTLAAN

AERT VAN NESSTRAAT

PARALLELWEG

STOOTBLOK

NIEUWEHAVEN

NIEUWEHAVEN

TERW

ENAKKER

FRUITLAAN

ZIJL

BREDESTRAAT

WEST

ERKADE

SCHIETBAANLAAN

CALANDSTRAAT

LEVIE VORSTKADE

ATJEHSTRAAT

SCHIEK

AD

E

BEL

LEV

OY

SSTR

AA

T

VUU

RPLA

AT

BA

JON

ETST

RA

AT

NIEUWSTRAAT

ALEIDISSTRAAT

LOUIS PREGERKADE

ESSENBURGSINGEL

STROVEER

CO

OLSESTR

AA

T

WESTERLA

AN

DRAAISCHIJF

WESTERSTRAAT

COOLHAVEN

MULLERHOOFD

TOLHUISLAAN

WEENA-ZUID

OOSTZEEDIJK BENEDEN

KIPSTRA

AT

J.B. BAKEMAKADE

LOMBARDKADE

ZIJDEW

IND

ESTRA

AT

MAASHAVEN N.Z.

HERMAN ROBBERSSTRAAT

PLAZA

BOO

MG

AA

RDSSTRA

AT

BOTHASTRAAT

POMPENBURG

BLEKERSTRAAT

GRAAF

FLO

RISS

TRAAT

SCHIESTRAAT

S. VAN RAVESTEYNKADE

HO

NIN

GBI

JSTR

AA

T

NASSAUKADE

ZALMHAVEN

HO

GE

BO

EZEM

SCHEE

PMAKER

SHAVEN

JOSE

PHLA

AN

BR

USS

ESTR

AA

T

KRUISSTRAAT

STIEL

TJES

STRAAT

DELFTSESTRAAT

1E B

LEK

ERH

OF

BA

AN

DIERG

AA

RDESIN

GEL

KAREL D

OO

RMA

NSTRA

AT

ROENTGENSTRAAT

GALERIJ

TOLH

UISSTRA

AT

DU

IVEN

VO

OR

DESTR

AA

T

KATENDRECHTSESTRAAT

KAAPSTR

AAT

HILLESTRAAT

SIN

T-M

AR

IAST

RA

AT

GA

FFEL

STR

AA

T

JUFFERKADE

VO

ND

ELW

EG

ZALM

STRAAT

BURGEMEESTER VAN WALSUMWEG

KEIZERSTRA

AT

HONDIUSSTRAAT

DE LA REYSTRAAT

SUM

ATRA

WEG

RECHTH

UISLA

AN

JACO

BUSSTRA

AT

OCHTERVELTSTRAAT

H.A. M

AASKANTS

TRAAT

STA

ALS

TRA

AT

JUFFERSTR

VEEM

STRA

AT

WESTEW

AG

ENSTRA

AT

SCHIETBAANSTRAAT

DE VLIEGERSTRAAT

WIJNKADE

KO

RTE

HO

OG

STR

AA

T

ENTREPOTSTRAAT

AMMAN-PLEIN

BIERSTR

SCH

IEHA

VEN

KA

DE

JOO

ST V

AN

GEE

LSTR

AA

T

STATEN

WEG

CHRISTIAAN DE WETSTRAAT

BLO

EMK

WEK

ERSS

TRA

AT

KONINGINNEBRUG

POO

RTSTRAA

T

COU

WEN

BURG

HEN

DR

ICK

SO

RC

HST

RA

AT

HARDDRAVERSTRAAT

STATIONSSINGEL

MAASSTRAAT

WIL

LEM

SKAD

E

NOORDMOLENW

ERF

J.H. V

AN

DEN

BRO

EKST

RAAT

MARINIERSHOF

GEDEMPTE ZALMHAVENFEIJENOORDSTRAAT

THORBECKESTRAAT

DELFTSEVEER

RIVIERSTRA

AT

JON

GK

IND

STR

AA

T

DRIEV

RIEND

ENSTRA

AT

JACOM

INASTRAAT

BOOMGAARD-

HOF

LEO

POLD

STR

AA

T

TIENDSTRAAT

VALKEN

STRAAT

SLEEPHELLINGSTRAAT

BURGEMEE

STER

HOFFM

ANPLEIN

PRIN

S

HENDRIK

LAAN

MAASHAVEN N.Z.

VEERK

AD

E

SCHEEPMAKERSK

ADE

VAN

BRAK

ELSTR

POSTH

OO

RNSTRA

AT

DELFTSE PO

ORT

KEERW

EER

ACA

DEM

IESTRAA

T

LIEVE VERSCHUIERSTRAAT

JUFFERH

OF

PLANTAGESTRAAT

AN

NA

PAU

LOW

NA

STRAA

T

ROBERT FRUINSTRAAT

OO

STMO

LENW

ERF

3E SINT-JANSHOF

2E SINT-JANSHOF

CARGADOORSKADE

LOM

BA

RD

HO

F

WILLEM

SBRUG

VAN DER TAKSTRAAT

JAVASTRAAT

BOEREN

GATK

AD

E

ANTWERPSEHOOFD

STEINWEGSTRAAT

WY

TEM

AW

EG

PRINSENDAM

‘S LANDS WERF

WIJNHAVEN

WIJNSTRAAT

'S-GRA

VEN

DIJK

WA

L

VOLMARIJNSTRAAT

MAASBOULEVARD

WESTBLAAK

GOUDSESINGEL

PARKLAAN

GOUDSESINGEL

WESTZEEDIJK

ROCHUSSENSTRAAT

HIL

LELA

AN

WEENA

MATHENESSERLAAN

W.G. WITTEVEENPLEIN

MATHENESSERLAAN

STIE

LTJE

SSTR

AAT

HEN

EGO

UW

ERLA

AN

BLAAK

MA

RINIERSW

EG

BINNENROTTE

WEENA

VEERH

AV

EN

MAASHAVENKADE

ROCHUSSEN

STRAAT

PIETER DE H

OO

CHW

EG

HARINGVLIET

PRETORIALAAN

WARANDE

LOM

BA

RD

KA

DE

WIJNHAVEN

STATIONSPLEIN

G.W.BURGERPLEIN

KRUISPLEIN

HOFPLEIN

SCHOUWBURG-PLEIN

JOOSTBANCKERTS-

PLAATS

VANOLDENBARNEVELT-

PLAATS

CHURCHILL-PLEIN

PLEIN1940

EENDRACHTS-PLEIN

HA

AG

SEVEER

STEI

GER

GROTE-KERKPLEIN

BOTERSLO

OT

PRINSEN-HOF

PAN

NEK

OEK

STRAA

T

GELDERSEKADE

GLA

SHA

VEN

DE R

UY

TERSTRAAT

CLA

ES D

E V

RIE

SELA

AN

CLA

ES D

E V

RIE

SELA

AN

WESTER

SING

EL BINNENWEG-PLEIN

SCHIEDAM

SESI

NG

EL

MOLENWATERWEG

ACHTER-KLOOSTER

OOSTPLEIN

JON

KER

FR

AN

SSTR

AA

T

KOESTRAAT

GERDESIAWEG

VREDENOORDLAAN

STIELTJES-PLEIN

LA

AN OP Z

UID

LAAN OP ZUID

LAAN OP ZUID

AFRIKAANDER-PLEIN

DELIPLEINVEERLAAN VEERLAAN

RIJNHAVENB

RU

G

HEUVELLAAN

DROOGLEEVERFORTUYNPLEIN

WESTPLEIN

ACADEMIE-PLEIN

HILLED

IJK

OUDEDIJK

OUDEDIJK

OOSTZEEDIJK

MA

AST

UN

NEL

HO

FLA

AN

COOLHAVEN

OOSTMAASLAAN

OOSTMAASLAAN

ORA

NJEBO

OM

STRAAT

ERASMUSBRUGSCH

AN

S

RHIJNSPOORKADE

WIL

LEM

RU

YSL

AA

N

GOUDSE RIJWEG

GOUDSE RIJWEG

RFC-WEG

AELBRECH

TSKA

DE

AELBRECHTSKADE

VA

N A

ERSS

ENLA

AN

HEE

MR

AA

DSS

ING

EL

BUIZENGAT

KORTE STA

DIO

NW

EG

MOLENVLIET

BEUKELSDIJK

STOOTBLOKA

DA

MSH

OFS

TRA

AT

ESSENBURGSINGEL

ESSENBURGSINGEL

KRATONKADE

HOOIDRIFT

RUILSTRA

AT

HAVEN

STRAAT

LAM

BERT

USS

TRA

AT

PLANTAGELAAN

STATENW

EG

ESSENBURGSTRAAT

ORANJELAAN

PIEKSTRA

AT

LUSTHOFSTRAAT

WA

TERL

OO

STRA

AT

WA

TERL

OO

STRA

AT

VO

OR

HA

VEN

DE LA REYSTRAAT

LLOYDKADE

SPOORWEGHAVEN

AEG

IDIU

SSTR

AA

T

WA

TER

GEU

SSTR

AA

T

BRUIJN

STRAA

TM

ATH

ENESSERD

IJK

MATHENESSERDIJK

VOSMAERSTRAATBILDERDIJKSTRAAT

RÖSENER MANZSTRAAT

RÖSENER MANZSTRAAT

MATHENESSERWEG

MATHENESSERSTRAAT

KORFMAKERSTRAAT

TAA

ND

ERSSTRAAT

GRO

TE V

ISSE

RIJS

TRA

AT

KLE

INE

VIS

SERI

JSTR

AA

T

GIJSINGSTRAAT

GIJSINGLAAN

SCHIEHAVEN

VREDEHOFWEG

VIERAMBACHTSSTRAAT

AV

ENU

E CO

NCO

RDIA

ROZE

NBU

RGLA

AN

VARKENOORDSE VIADUCT

STADIONVIADUCT

BREEWEG

SPOO

RSING

EL

WALE

NBURG

ERW

EG

WALE

NBURG

ERW

EG

STAT

ENSI

NGEL

TWEEBO

SSTRAAT

SCHIEHAVENWEG

PUPILLEN

STRAA

T

VEEMARKTSTRAAT

DIJ

KST

RAA

T

NA

SSAU

HA

VEN

WILLEM BUYTEWECHSTRAAT

MAASHAVEN Z.Z.

DO

EDES

STR

AA

T

PERSOO

NSH

AVEN

SPAN

GESEK

AD

E

SPANGESEKADE

NICOLAAS BEETSSTRAAT

DA

CO

STA

STRA

AT

MU

LTA

TULI

STRA

AT

SPARTASTRAAT

BORG

ERSTRAAT

RIJTUIGWEG

ESSE

NW

EG

SLOTLAAN

SPA

NJA

AR

DST

RA

AT

FEIJENOORDDIJK

TID

EMA

NST

RA

AT

JALONSTRAAT

KO

RTEK

AD

E

KO

RTEK

AD

E

CHA

RLO

TTE

DE

BOU

RBO

NLA

AN

LAA

N V

AN

NO

OIT

GED

ACH

T

MA

NEG

ELA

AN

TJE

BO

SZOO

M

LOU

ISE

DE

COLI

GN

YAA

N

PLA

SZO

OM

MU

LLERKA

DE

BO

EZEM

KA

DE

SOPH

IAK

AD

E

BEUKELSWEG

HORVÁTHWEG

VAN NELLEWEG

ALLARD PIERSONSTRAAT

SCHEP

ENST

RAAT

NO

ORD

EIN

DE

VR

EDEN

OO

RD

KA

DE

SCHO

NEBERG

ERWEG

VIJ

VER

LAA

N

ESSE

NLA

AN

CHRI

S BE

NNEKER

SLAAN

BEV

ERSTR

AA

TB

EVER

STRA

AT

BLO

KW

EG

WESTER

BEEK

STRA

AT

OV

ERIJSSELSESTR

AA

T

RIED

ERSTR

AA

T

DO

NK

ERSLO

OTSTR

AA

T

FEIJENOORDKADE

HO

FDIJ

K

PLA

NTA

GEW

EG

HILLEVLIET

HORTENSIASTRAAT

NA

RC

ISSE

NST

RA

AT

RESEDASTRAAT

HILLEVLIET

SANDELINGSTRAATHEINLANTSTRAAT

HEERJANSWEG

MEERDERVO

ORTSTRAAT

DU

YSTSTRA

AT

GERRIT

JAN M

ULDER

STRAAT

BORE

ELST

RAAT

2E R

OSE

STRA

AT

VRE

DEH

OFS

TRA

AT

RIEBEEKSTRAAT

PROVENIERSSTRAAT

KO

RENA

ARSTRA

AT

1E IJ

ZER

STR

AA

T

SIO

NST

RAA

T

BEIJER

LAN

DSELA

AN

BEIJ

ERLA

ND

SELA

AN

PERSOONSDAM

SLOTSTRAAT

HEEMRAADSTR

VA

N O

OST

ERZE

ESTR

AA

T

KET

ENST

RA

AT

BURGEMEESTER MEINESZLAAN

HOEVESTRAAT

LUM

EYSTRAAT

STATENSINGEL

RUBE

NSS

TRA

AT

NOORDSTRAAT

PAETSSTRA

AT

WESTKOUSDIJK

VIERHAVENSTRAAT

VIERHAVENSTRAAT

HUDSONSTRAAT

HUDSONSTRAAT

CATHER

INA B

EERSM

ANSSTR

AAT

PUNTSTRAAT

MEDINASTRAAT

ROSENVELDTSTRAAT

BLOKMAKERSSTRAAT

ALBREG

T-ENG

ELMA

NSTRA

AT

PELGRIMSTRAAT

RUW

AA

RDSTRA

AT

ANNASTRAATBUITENHOFSTRAAT

WO

LLEF

OPP

ENST

RA

AT

JAG

THU

ISSTRA

AT

MEC

KLE

NBU

RGLA

AN

KRALINGSE PLASLAAN

ADMIRAAL DE RUYTERWEG

SCHIEDAMSEWEG

C.P.TIELESTRAAT

SPEE

LMA

NST

RAA

T

SCH

IEH

OO

FD

SCHO

ON

DERLO

OSTRA

AT

STAM

PIOEN

STRAAT

SCH

IEM

ON

D

KA

PITE

INSB

UU

RT

FRIT

S R

UY

SSTR

AA

T

WAALDIJK

LIBE

LLEN

STRA

AT

ZIN

KER

WEG

VRIENDENLAAN

PERSOO

NSKA

DE

1E JERICHOSTRAAT

PASSERELSTRAAT

OO

STM

AA

SSTR

AA

T

PIETER DE HOOCHSTRAAT

DIRK SMITSSTRAAT

CROOSWIJKSEKADE

CRO

OSW

IJKSE

WEG SPIEGELNISSERKADE

DA

MST

RA

AT

JAN

KR

UIJ

FFST

RA

AT

VA

N D

UY

LSTR

AA

T

ROBERT BAELDESTRAAT

OSSEWEISTRAAT

ZINKER

STRA

AT

MIDDENKOUS

VA

N D

ER P

OEL

STR

AA

T

HOFSTEDESTRAAT

COLO

NIA

STR

BRO

UW

ERSS

TRA

AT

VLI

ETLA

AN

KORTENOORD

WIL

LIN

GES

TRA

AT

SLUISJESDIJK

SLUISJESDIJK

SIN

T-JA

NSH

AV

EN

VLA

SKA

DE

WA

ALH

AV

EN O

OST

ZIJD

E

PLO

MPE

RSTR

AA

TSP

UIK

AD

E

ZUID

HO

EK

GRO

ND

HER

END

IJK

GOUWSTRAAT

FRANS BEKKERSTRAAT

DO

RPSW

EG

WOLPHAERTSBOCHTW

OLPHAERTSTRAAT

WOLP

HAERTSBOCHT

WAALHAVEN NOORDZIJDE

WAALHAVEN NOORDZIJDE

KESTERENSTRAAT

VAN WEELSTRAAT

PAU

LUS

POTT

ERST

RAA

T

RA

UW

ENH

OFF

STR

NASSAUBRUG

SON

OY

STR

KLO

SSTR

BICKERSTRAAT

SPIEKMANSTRAAT

BATAVIAKADE

MER

ULA

WEG

BOSL

AN

D

JAPA

RA

STR

AA

T

FEIJENOORDHAVEN

NIJVERH

EIDSTRA

AT

NOORDSCHANS

PERSOONSSTRAAT

2E SCHANSSTR

1E SCHANSSTRAAT

ROSIER FAASSENSTRAAT

AC

HTE

RH

AV

EN

MA

LIESTR

PIEKBRUG

NO

ZEMA

NSTRA

AT

BOISOTSTR

PIKETKAD

E

GR

ASSTR

AA

T

OO

STKO

USD

IJK

RINGERSPLAATS

SIMONST

RAAT

JOHANNES BRANDSTRAAT

BARTEL WILTONKADE

BARTEL WILTONKADE

TEILI

NGERST

RAAT

MOLEN DE BEERKADE

OPZOOMERSTR

SIB

AJA

KST

RA

AT

SLA

MA

TSTR

AA

T

IND

RA

POER

AST

R

DEM

POST

RA

AT

BA

LOER

AN

STR

AA

T

SPEEDWELLSTRAATIJS

SELSTRAAT

LEKSTRAAT

KEILESTRAAT

SAM

UEL M

ULLER

STRA

AT

PUTS

EBO

CHT

PUTS

EBOCHT

ASTER

STRA

AT

KLINKERSTR

BERTUS BULSTRAAT

HO

END

IEP

NOORDERHELLING

ZUIDERHELLING

SPORTSINGEL

SPO

RTLA

AN

DWARSDIJK

STAD

ION

LAA

N

STAD

ION

LAA

N

BO

TER

DIE

P

ERNST HAPPELSTRAAT

COEN MOULIJNWEG

STADIONWEG

STADIONWEG

OLY

MPIA

WEG

COLO

SSEUM

WEG

RANDWEG

GRO

ENE

HIL

LED

IJK

STEVEN H

OOGENDIJKST

RAAT

LANGEDIJKSTRAAT

'S-GRAVENWEG

'S-GRAVENWEG

'S-GRAVENWETERING

COLLEGELAAN

THOMAS MORELAAN

KRALINGSEWEG

KRALINGSEWEG

JACQUES DUTHILWEG

ONDERLANGS

PRIN

SES

BEA

TRIX

LAA

N

KLAAS KOSTERSTRAAT

SCH

ULT

Z VA

N H

AG

ENST

RAA

T

THIJ

S VA

N Z

EVEN

TERS

TRA

AT

WITTE SPAANSTRAAT

LICH

TEN

AU

ERLA

AN

GROENE WETERING LAA

N V

AN

WO

UD

ESTE

IN

KRA

LIN

GSE

ZO

OM

KRA

LIN

GSE

ZO

OM

BURG

EMEE

STER

OU

DLA

AN

ABRAM VAN RIJCKEVORSELWEG

KRA

LIN

GSE

ZO

OM

KRA

LIN

GER

ESC

H

TOEPAD

TOEPAD

NES

SERD

IJK

NESSERD

IJK SCHAARDIJK

NESSERPAD

HERMAN BAVINCKSTRAAT

OU

DO

RPW

EG

VAN

SO

MER

ENW

EG

VIRULY-PLEIN

BURGDORFFER-

STRAAT

MARTINUS S

TEIJNST

RAAT

MOUTERSTEEG

HOOIDRIFT

MATHENESSERLAAN

OOSTZEEDIJK BENEDEN

VO

OR

HA

VEN

PIEKBRUG

SCHIEKADE

SCHIEKADE

VIJVERHOFSTRAAT

NOORDSINGEL

BENTINCKLAAN

WIL

LEM

RU

YSL

AA

N

ORANJEBO

OM

STRAAT

2E ROSESTRA

AT

PER

SOO

NSH

AV

EN

AV

ENU

E CO

NCO

RDIA

VO

ORS

CHO

TERL

AA

N

BO

EZEM

WEG

BO

EZEM

WEG

HONINGERDIJK

HONINGERDIJK

HO

NIN

GERD

IJK

LAG

E FILTERWEG

LEIDIN

GPA

D

SNELFILTERW

EG

HO

GE FILTERW

EG

WA

TERW

ERK

WA

TERT

ORE

NW

EG

DRIN

KW

ATERW

EG

BU

ITENB

ASSIN

WEG

BRIELSELAAN

GAESBEEKSTRAAT

GRO

EPST

RAAT

MIJN

SHER

ENLA

AN

MIJ

NSH

EREN

LAA

N

BON

AV

ENTU

RAST

RAAT

MO

ERK

ERK

ESTR

AA

T

DO

RDTS

ELA

AN

DO

RD

TSEL

AA

N

MIL

LIN

XST

RA

AT

OLE

AN

DER

STRA

AT

KATENDREC

HTSE L

AGEDIJK

BLANKENBURGSTRAAT

BAS JUNGERIUSSTRAAT

BAS JUNGERIUSSTRAAT

PLEINWEG

PLEINWEG

BRIELSELAAN

STAT

ENSI

NG

EL

SLAGHEKSTRAAT

RIEDERLAAN

VLASAKKERSTRAAT

POLDERLA

AN

LANGE H

ILLEW

EG

DORTSM

ONDSTRAAT

LANGE H

ILLEW

EG

LANGE H

ILLEW

EG

OOSTEN

DAMST

RAAT

DAHLIAST

RAAT

WEST-VA

LKEN

OO

RDSEW

EG

COOLHAVEN

HEE

MR

AA

DSS

ING

EL

NIJV

ERHEID

STRAAT

WIL

LEM

RUYS

LAAN

HEER BOKELWEG

ROCHUSSENSTRAAT

HOFDIJK

WARANDE

ROSESTRA

AT

SCHIEHAVEN

AELBRECH

TSKAD

E

HEEM

RA

AD

SSING

EL

HEEM

RA

AD

SSING

EL

AEG

IDIU

SSTR

VUURP

LAAT

PUTSELAAN

BALJUW-PLEINBENTINCK-

PLEINPROVENIERS-

PLEIN

ZUSTERHENNEKEPLEIN

PROVENIERSSIN

GEL

PROVENIERSSIN

GELJACOB LOISSTRAAT

HEER BOKELWEG

REC

HTE

R R

OTT

EKA

DE

LIN

KER

RO

TTEK

AD

E

VREDENOORD-PLEIN

SCH

INK

ELST

RA

AT

PRIN

SES

JULI

ANA

LAAN

VIJ

VERWEG

GERDESIAWEG

GERDESIAWEG

MAASBOULEVARD

MID

DEN

HO

EFSTR

AD

RIEN

MILD

ERSSTR

AA

T

GERRIT VAN DER LINDESTRAAT

MATHENESSERLAAN

SAMUELMULLERPLEIN

HEEMRAADS-PLEIN

MATHENESSER-PLEIN

VAN CIT

TERSS

TRAAT

PIET HEYNS-PLEIN

3E SCHANSSTRAAT V.O.C. PLEIN

WESTZEEDIJK

HEIMANDULLAERTPLEIN

BOSPOLDER-PLEIN

CHARLOISEHOOFD SLAGHEKSTRAAT

ST-AN

DRIESSTRA

AT

IJZERWERKKADE

STOOM

TRAM

WEG

TABORSTRAAT

WETERINGSTRAAT

PUTSESTR

DE LAIRESSELAAN

COR KIEBOOM-PLEIN

COR KIEBOOM-PLEIN

BLOEMHOF

ERICA-PLEIN

MIJNSHEREN-PLEIN

MIJNSHEREN-PLEIN

VIOLIERSTRAAT

JASMIJNSTRAAT

GROTEMARKT

SCHILDERSTR

STADHOUDERSWEG

STADHOUDERSWEG

STADHOUDERSWEG

ABR

AH

AM

VA

N S

TOLK

WEG

PROF. JO

NKERSWEG

SCHUTTEVAERWEG

BLIJDORPLAAN

BELLAMY-PLEIN

MA

X E

UW

ELA

AN

FASC

INA

TIO B

OU

LEVARDK.P

. VA

N D

ER M

AN

DEL

ELA

AN

KRALINGSEPLEIN

FYSIC

AB

AA

N

HILLEKOP-PLEIN

Meent

Hoogstraat

Lijnb

aan

Lijnb

aan

Kruiskade

Beurstraverse

Van Oldenbarneveltstraat

Nieuwe Binnenweg

Oude Binnenweg

Nieuwe Binnenweg

Beursplein

Schiedamseweg Nieuwe B

innenw

eg

West-Kruiskade

Co

olsin

gel

Co

olsin

gel

Co

olsin

gel

Nieuwe Binnenweg

Stadhuisplein Binnenrotte

Witte de Withstraat

Leu

veh

aven

Parkhaven

Ach

terh

aven

Vo

orh

aven

Schiehaven

Coolhaven

Oude Haven

Rijnhaven

Maashaven

Waalhaven

Koningsh

aven

Binnen-haven

Persoo

nh

aven

Spoorweghaven

Buizengat

Boerengat

Haringvliet

Nieuwe Maas

Nieuw

e Maa

s

Na

ssau

ha

ven

Middenkous

Schi

emon

d

Delfshavensche Schie

Nieuwe Maas

Diergaarde BlijdorpRotterdam Zoo

Het Park

SportparkToepad

Eilandvan Brienenoord

SportcomplexValkenoord

Dokhavenpark

Museumpark

Kral ingse Bos

Kop van Zuid

Afrikaanderwijk

Feijenoord

Katendrecht

Delfshaven

NieuweWesten

Spangen

OudeWesten

Centrum

Rubroek

Noordereiland

Kralingen

Brainpark

Rotterdam Noord

Rotterdam Zuid

Rotterdam West

Blijdorp

Stadhuis

Sint-Laurens-kerk

Museum Boijmansvan Beuningen

Witte Huis

Het NieuweInstituut

Markthal

Kunsthal

NederlandsFotomuseum

SS Rotterdam

De Rotterdam

HotelNew York

Maastoren

MaritimeMuseum

NatuurhistorischMuseum

Erasmus MedischCentrum

Euromast

Erasmus UniversiteitWoudestein Campus

Van Ghentkazerne

StadionFeijenoord

(De Kuip)

MiniworldRotterdam

Van Nelle

RotterdamscheManege

Central Station

Rotterdam-Zuid

RotterdamStadion

A16

winkelstraat

uitgaanspleinof -straat

metrolijn met station

tramlijn met halte enlijnnummer

Stadhuisplein

Lijnbaan

Legenda

politiebureau

ziekenhuis

watertaxi

waterbus met lijnnummer

treinstation

18

0 100 200 300 m

Rotterdam - Anton van TeteringCategorie Professional

Waar is het prettig wonen?De buurten in Nederland beoordeeld op basis van 20 indicatoren

± 0 25 50 km

Bronnen: RIVM, CBS, RWS, Atlas Natuurlijk Kapitaal, Mulier Instituut - 2017

Indicatoren

Gemiddelde score per buurt (1 - 10; hoger is beter)

De 10 prettigste buurten in Nederland (zie rangnummer in de kaart)

Afstand tot voorzieningen (kleiner is beter): 1. Gezondheid en welzijn (huisarts, apotheek, ziekenhuis) 2. Detailhandel (winkel, supermarkt, warenhuis) 3. Horeca (café, cafetaria, hotel, restaurant) 4. Onderwijs (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, scholen) 5. Verkeer en vervoer (oprit hoofdweg, treinstation) 6. Vrije tijd en cultuur (bibliotheek, zwembad, museum, bioscoop) 7. Brandweerkazerne Groen (meer is beter): 8. Bomen in de buurt 9. Groen in de buurt (gras, struiken, bomen) 10. Beweegvriendelijkheid van de omgeving

Te weinig gegevens

< 4.0

4.0 - 4.5

4.5 - 5.0

5.0 - 5.5

5.5 - 6.0

6.0 - 6.5

6.5 - 7.0

≥ 7.0

Landelijk gemiddelde

Gemeentegrens

Provinciegrens

Blootstelling (minder is beter): 11. NO2 concentratie in 2017 12. Fijnstof concentratie in 2017 (PM10) 13. Fijnstof concentratie in 2017 (PM2,5) 14. Roet concentratie in 2017 15. Geluid van wegverkeer, spoor, vliegtuigen,

industrie en windturbines 16. Verlichting in de nacht Overig (minder is beter): 17. Extra hitte in de zomer door verstening 18. Maximale waterdiepte bij overstroming 19. Diefstal uit woning en vernieling 20. Gewelds- en seksuele misdrijven

1 en 8

5 en 6

10

94

2

3

7

Rang- nummer

Buurt Gemeente Score Totaal

Score Voorzieningen

Score Blootstelling

Score Groen

Score Overig

Gemiddelde Woningwaarde

Aantal Inwoners

1 Ballo Aa en Hunze 7.70 4.6 9.8 9.0 8.9 366 000 150 2 Oud Zuiderhagen Hof van Twente 7.62 7.4 7.0 9.3 7.6 393 000 115 3 Ruigahuizen De Fryske Marren 7.61 3.6 9.7 9.7 10.0 198 000 120 4 Buitengebied Roden West Noordenveld 7.59 4.0 9.7 9.0 9.8 353 000 600 5 Midlaren Tynaarlo 7.59 4.1 9.7 9.7 9.1 389 000 190 6 Zuidlaren Tynaarlo 7.59 6.0 9.3 9.0 6.8 224 000 4000 7 Westdorp Bergen (NH) 7.58 5.7 8.8 10.0 7.1 1 445 000 350 8 Sluisdennen Assen 7.57 6.3 8.5 9.0 7.4 324 000 350 9 Essen Haren 7.57 6.3 8.7 8.0 7.8 275 000 85 10 Diphoorn Coevorden 7.57 4.7 9.2 9.7 9.5 188 000 65

Waar is het prettig wonen? – Harm van Wijnen Categorie: Professional

A D R E S D I C H T H E I D P E R H A G R O E N D I C H T H E I D P E R H A

BRONNEN: BAG | TOP10NL WEGEN EN WATER | BGT | CBS BEVOLKINGSKERNEN

0-5

ADRESSEN PER HA

110-130

% GROEN PER HA

0% 100%

JEROEN DREWES

HET VISUALISEREN VAN DE FLUIDE OVERGANG TUSSEN GROEN EN STAD IN GRONINGEN

Baksteen vs gras Jeroen Drewes Categorie Professional

Etappes naar Rome – Marijn BosmaCategorie Professional

Wat zegt een straatnaam? - Klaas-Bindert HaanCategorie Professional

x12

x11x10

Neder and Molen and

Prinses Amaliawindpark

Egmond aan Zee windpark

Luchterduinen windparkx15

Gemini windpark

ligging ten noordenvan de waddeneilanden

RVO.nl • Datamanagement team GEO • GIS Competence Center • UtrechtHernieuwbare energieproductie 2018

Wind op land 3.980 mln kWh 2030 windturbinesWind op zee 2.898 mln kWh 289 windturbines

Nederland molenland – Bart GlaapCategorie Professional

GIN-Kartografiewedstrijd

40 | Geo-Info | 2019-5

Page 43: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

THEMA

Wat een prachtige kaarten zijn er ingezonden voor de GIN-Kartografiewedstrijd! Speciaal voor dit themanummer zetten we de inzendingen voor je op een rijtje. De winnaar wordt tijdens het GIN-Gala op 19 november bekendgemaakt.

A D R E S D I C H T H E I D P E R H A G R O E N D I C H T H E I D P E R H A

BRONNEN: BAG | TOP10NL WEGEN EN WATER | BGT | CBS BEVOLKINGSKERNEN

0-5

ADRESSEN PER HA

110-130

% GROEN PER HA

0% 100%

JEROEN DREWES

HET VISUALISEREN VAN DE FLUIDE OVERGANG TUSSEN GROEN EN STAD IN GRONINGEN

Baksteen vs gras Jeroen Drewes Categorie Professional

XYZ Amsterdam - Tim Tensen Categorie Professional

Je eigen stad herken je uit duizenden: markante gebouwen, bijzondere waterlijnen en natuurlijk je eigen huis. Met deze 3D kaart geven we de schoonheid van kaarten letterlijk een extra dimensie en bieden we iedereen de mogelijkheid hun stad in huis te halen. Een echte blikvanger, gemaakt met oog voor detail en een voorliefde voor alles wat met kaarten te maken heeft.

ZWOLLE IN 3D

Hergen Vorenkamp – Cityscale: Zwolle in 3DCategorie Professional

Overzichtskaart van Landinrichting in NederlandHarry Bronkhorst Categorie Professional

Deventer gemeenteraadsverkiezing – Daniël Roels Categorie Professional

Etappes naar Rome – Marijn BosmaCategorie Professional

Wat zegt een straatnaam? - Klaas-Bindert HaanCategorie Professional

| 412019-5 | Geo-Info

Page 44: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Wies Vullings introduceerde het onderwerp. Kwaliteit is volgens ISO de mate waarin gegevens geschikt zijn voor het doel waarvoor ze gebruikt worden. Het zou mooi zijn om een sterren-systeem te hebben, zoals bij hotels, om aan te geven wat de kwaliteit is van data. Maar waar dat bij hotels heel goed werkt, omdat het doel eenduidig is (een nachtje slapen), is het doel bij gebruik van data steeds weer anders. Data wordt gebruikt voor analyses, visualisaties, juridische aspecten. En ieder gebruik stelt weer andere eisen. Fitness for use is dan ook dé manier om met kwaliteit van data om te gaan.

In de presentaties kwamen deze aspecten aan de orde. Wies Vullings sloot af met een enquête. De antwoorden, gemiddeld vijftig per vraag, staan in het kader ‘Antwoorden’.

Interne en externe kwaliteitAls producent van een databestand wil je natuurlijk weten of je eigen interne kwaliteitsnormen gehaald worden. Kadaster liet daartoe de kwaliteit van de Basisregistratie Topografie onderzoeken. Spreker Maarten Storm (WENR) schetste hoe hij deze ‘BRT Audit’ had aangepakt. Na het opstellen van een controleprotocol werd een

Verslag

Onder de titel Ruimtelijke data op orde & Datakwaliteit organiseerde Ruimteschepper op 3 juli een bijeenkomst bij Wageningen Environmental Research (WENR). De kwaliteit van ruimtelijke data is natuurlijk van belang bij beleidsvorming en de onderbouwing ervan. Dat werd van verschillende kanten belicht. Behalve de sprekers mochten ook de aanwezigen hun zegje doen. Eén van de vragen aan de ruim 50 aanwezigen was of ze het eens waren met de stelling ‘Slechte datakwaliteit bestaat niet’.

Slechte data bestaan niet?

Wies Vullings, WENR.

Antwoorden

1. Waar werk je? 41% (Lokale) overheid, 39% GIS/GEO-

Bedrijf, 16% Anders, 4% Onderwijs/Onderzoek

2. Slechte datakwaliteit bestaat niet. 80% oneens, 20% eens3. Welk kwaliteitskenmerk vindt u het meest

belangrijk? 42% betrouwbaarheid, 20% actualiteit,

14% volledigheid, 6% nauwkeurigheid, 6% toegankelijkheid, 12% anders

4. Kwaliteit is eigenlijk een kostenverhaal: Risico’s bepalen welke marge je aan kan houden

78% eens, 22% oneens5. Wat is volgens u de belangrijkste succes-

factor voor het realiseren van benodigde datakwaliteit?

56% Gerichtheid op business en gebrui-kers, 42% Regie & samenwerking in de gegevensbeheerketen, 2% Structurele toereikende financiering

6. Onze organisatie heeft een datakwaliteits-strategie.

48% Nee, 28% Ja, 24% Wordt aan gewerkt7. Architectuur en procesmanagement is leuk;

maar de data moet gewoon precies kloppen 63% oneens, 37% eens8. Het opstellen van data architectuur moet

gedaan worden: 51%: Op hoofdlijnen voordat je de toepas-

sing gaat implementeren, 37%: Voordat je de toepassing gaat implementeren, 12%: Tijdens gebruik van de toepassing, wanneer herbruikbaarheid nuttig blijkt, 0%: Terwijl je de toepassing aan het implementeren bent.

9. Laat burgers zèlf meten en data verzame-len: het is dé garantie voor goede datakwa-liteit.

63%: De wet van de grote getallen bevor-dert de datakwaliteit, 33%: Massa heeft collectief meer kennis en creativiteit dan officiële instanties, 4%: Dat kan nooit wat worden

42 | Geo-Info | 2019-5

Page 45: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

detailuitwerking gemaakt. Dat omvat wat er wordt gecontroleerd, naar welke kwaliteitsaspecten wordt gekeken, hoe groot de steekproef moet zijn en wat als referentie wordt gebruikt. Bij de uitvoering van de datacontrole is het nodig om kennis te hebben van controle methodieken, inwincriteria en de data zelf. Met de uitkomsten van de controles wordt het resultaat berekend. Idealiter zou dat op 100% uitko-men. Maar zelfs een databestand met een interne kwaliteit van 100% is niet zomaar geschikt voor externe gebruikers. Externe kwaliteit is wat anders. Immers, als je een door anderen gemaakte dataset wil gebruiken, dan wordt de kwaliteit bepaald door de bruikbaarheid voor jouw gebruiksdoel, de ‘Fitness for Use’. Daarbij gaat het erom in hoeverre de dataset aan jouw criteria voldoet.

Baten van meer detailHet gebruik van de Bodemkaart van Nederland schaal 1:50.000 (Bod50NL) voor het berekenen van oogstschade door drinkwaterwinning is een voorbeeld van onvoldoende externe kwaliteit. Martin Knotters (WENR) beschreef hoe hij had aangetoond dat een bodemkartering met schaal 1:25.000 geschikter is voor het schatten van de opbrengstschade dan die met schaal 1:50.000. De verbetering is €13 waard, per hectare, per jaar. De contante waarde hiervan is berekend op €258 per hectare, terwijl de kosten van de bodemkartering, schaal 1:25.000, €30 per hectare bedroegen. De kosten-batenverhouding is dus circa 1:8. Helaas is die gedetailleerde kartering niet landsdekkend beschikbaar. Martin Knotters meent dat een landelijke 1:25.000 bodem kartering economisch aantrekkelijk is. Wetenswaardigheid: voor België is een bodemkaart met schaal 1:20.000 beschikbaar.

InformatiearchitectuurEen manier om de potentiële bruikbaarheid van datasets te vergroten is om ze op te bouwen volgens een informatiearchitectuur. Aad Verboom (Verboom Advies) gaf aan dat het gebruik van informatiemodellen, zoals NORA of GEMMA, daarbij helpt. Als toegevoegde waarde van data architectuur noemde hij: vindbaarheid, herbruik-baarheid, het versterken van onderdelen en het versterken van gegevensmanagement.

Beleg de takenAls een organisatie data over het eigen beheerge-bied toelevert aan een basisregistratie, zoals de BGT, dan moet de interne kwaliteit hoog zijn. Coen Wes-sels (NEXPRI), adviseur bij de jonge fusiegemeente Hoeksche Waard, wees erop dat daarvoor een heldere regie nodig is op de dataketen. De verschil-lende taken en verantwoordelijkheden in en om databeheer moeten duidelijk belegd zijn. Daarnaast zijn voldoende capaciteit en budget onmisbaar. Zonder dat is de kans kleiner dat de kwaliteitseisen worden gehaald. De spreker verwees onder meer naar DAMA-DMBOK (Data Management Body of Knowledge) als referentiekader.

Perfectie niet nodigBruikbare data hoeft niet altijd in alle opzichten van hoge kwaliteit te zijn. Dat bleek uit het verhaal van Rolf Bruijn (Glasvezel buitenaf). Als een van de twee geo-analisten voor een glasvezelkabel-legger beschreef hij op provocerende wijze dat hun werk ook gedaan kan worden met minder ideale datasets. Voor hen was het belangrijkste criterium dat de beschikbare datasets volledig zijn, daarmee komen ze een heel eind. In hun situatie

hebben ze te maken met veel databronnen en veel datatransportkanalen. Ze werken zonder datamodellen en architectuur. Indruk: in dit stukje bedrijfsleven wordt geroeid met de riemen die men heeft.

SmarticiperenDatakwaliteit is ook van groot belang in een Smart City. Hierover sprak Iemke Idsingh (i4Urban). De door allerlei stedelijke bronnen (sensoren) continu geleverde (big) data moeten automatisch verwerkt en gecombineerd worden tot signalen van eventuele problemen in het stadsgebeuren. Naar zijn mening moeten we meer ruimte geven aan het bewustzijn van kwaliteit. Er moet meer geharmoniseerd en verbonden worden. In die verbinding zit volgens hem de ware kwaliteit. Het lijkt hem mooi als burgers kunnen gaan ‘smarticiperen’, oftewel zelf data aanleveren.

Datakwaliteit is relatiefDe boodschap van deze middag zou je kun-nen zien als: datakwaliteit mag lager zijn in het geval van incidentele interactieve bewerkingen. Naarmate die bewerkingsketen langer, complexer en meer geautomatiseerd is, is meer datakwaliteit nodig. Dat is haalbaar door in de bewerkingsketen meer regie te voeren en meer standaarden en modellen te gebruiken. Samengevat: de fitness for use van data hangt af van het gebruiksdoel.

De presentaties van deze dag zijn te vinden op ruimteschepper.nl/kenniskring/delen-is-leren/kenniskring-presentaties

Frans Rip, redacteur

Rond ALV internationale oriëntatie bij GIN?

Een Europese website geeft meer dan de 'cover' van een Duits boekje (van beroepsverband DVW, een GIN-tegenhanger).

Het onzekere handschrift is niet toevallig: ‘…for an authentic look, make sure to fill out your name with your non-dominant hand,’ aldus is op de Engelstalige website onder het plaatje te lezen.blogs.egu.eu/divisions/g/tag/surveying/

Een andere website geeft deze ‘first female presi-dent’ van de Association of Ontario Land Surve-yors (AOLS dus). Let op de ambtsketen met die superpenning met een driepoot, niet leeg, maar met daarop een modern meetinstrument!

| 432019-5 | Geo-Info

Page 46: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

WITH YOU ALL THE WAY

PLANNING > SURVEY > DESIGN > LAYOUT > EXECUTION > INSPECTION

Elk type project, elke bedrijsomvang, elke toepassing - Wij bieden een volledig programma met zeer nauwkeurige meet- en positioneringsoplossingen die aan al uw behoeften voldoen.

Ervaar net als andere professionals zelf onze technologie.

topconpositioning.nl

GEODESIE OPLOSSINGEN

44 | Geo-Info | 2019-5

Page 47: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Nu ik mij een aantal jaren in de geo-sector begeef lijkt het wel alsof deze altijd in beweging is. Skills en technieken ontwikkelen in een rap tempo en je moet je best doen om dit allemaal bij te houden. Gelukkig worden we daarbij geholpen: er zijn (vooral in het najaar) veel evenementen waar je als geo-professional kunt netwerken en nieuwe kennis kunt opdoen.

Ook wij zijn druk met de voorbereidingen van de GeoBuzz en het GIN-Gala. Het hoogtepunt van het GIN-Gala is de prijsuitreiking. We reiken dit jaar maar liefst drie prijzen uit: de Geo Prestige Award, de Kartografieprijs en de GIN-NCG-Scriptieprijs. Erg leuk om tijdens deze avond vakmensen te eren en te waarderen, om innovatie te stimuleren en om de volgende generatie aan de geo-sector te binden.

In de afgelopen weken hebben we als GIN-bestuur nagedacht over de belangrijkste uitdagingen voor onze vereniging de komende jaren. Hoe blijft onze vereniging relevant voor haar leden? Op welke wijze willen we de verenigingsorganisatie inrichten om op de toekomstige uitdagingen en behoeften in te kunnen spelen? We hebben gewerkt aan een stra-tegische beleidsplan als kader voor concrete acties op dit soort vragen. Hierbij alvast een tipje van de sluier. Tijdens de ALV zal het beleidsplan gepresenteerd worden en ook de concrete acties die bij de speerpunten horen worden benoemd.

In de komende 5 jaar willen we gaan werken aan een eigentijdse vereniging die relevant is voor zowel haar huidige als toekomstige leden. Een aantal kernwoorden zie je weergegeven in de word cloud. Een voorbeeld is het opzetten van GIN-meet-ups in relatie tot de Geo-Info-themanummers. We hopen dit binnenkort te lanceren en velen van jullie daar te gaan ontmoeten.

Ledenwerving en –behoud zijn van cruciaal belang voor het voort-bestaan van iedere vereniging. Het aan boord krijgen en houden van de jonge generatie is hierin het belangrijkste speerpunt. Daarnaast willen we er voor al onze (trouwe) leden zijn: het kwalitatieve aanbod voor al onze leden behouden en - waar nodig -versterken met inzet van actieve leden.

Ook willen we meer gaan samenwerken in de geo-sector, moeten we zoeken naar nieuwe inkomstenstromen en willen we onze internationale relaties actiever onder de aandacht brengen.

Zo leven we bijvoorbeeld toe naar het FIG2020-evenement in Amster-dam wat 10-14 mei 2020 zal gaan plaatsvinden [1]. De FIG (International Federation of Surveyors) is een vereniging met als doel internationale

samenwerking ten behoeve van geodesie en geo-informatie te promo-ten in al zijn vormen. Jaarlijks komt men bijeen op verschillende locaties. De voorbereidingen voor het programma zijn al in volle gang. Ook aan studenten en young professionals wordt gedacht: er is een speciale FIG Young Surveyors-conferentie (9-10 mei). Daar komen studenten en young professionals uit de geo-sector vanuit de hele wereld bijeen.

Genoeg te doen dus en daar kunnen we zeker wat hulp bij gebruiken. We zijn nog op zoek naar een algemeen bestuurslid. Lijkt het je leuk om een bijdrage aan de sector te leveren en je netwerk te vergroten? Neem dan zeker contact op. Samen houden we de geo-sector in beweging.

Referenties[1] www.fig.net/fig2020/

Carline Amsing

De geo-sector in beweging

VerslagVan de bestuurstafel

| 452019-5 | Geo-Info

Page 48: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

De conferentie vond plaats op Odaiba, een groot kunstmatig eiland in de baai van Tokio, waar vanaf 1996 vooral winkel-, entertainment- en conferentiecentra gebouwd zijn. In zo’n centrum en het aanpalende Miraikan Science Museum waren alle activiteiten georganiseerd, te beginnen met de officiële opening. Die ope-ning werd verricht door de Japanse kroonprins en -prinses, en deze keizerlijke presentie zorgde voor aanzienlijke opwinding bij met name de lokale deelnemers, en jammer genoeg ook in zodanige veiligheidsmaatregelen dat behoorlijk wat belangstellenden niet op tijd de zaal bin-nen konden komen. Dat het zelfs in de Japanse keizerlijke familie tegenwoordig ook informeler kan, bewees de kroonprinses door later in de week geheel onverwachts mee te doen met de traditionele orienteering race.

Tijdens de conferentie werd ook de Algemene Leden Vergadering (ALV) georganiseerd. De ICA is namelijk een vereniging van natio-nale verenigingen, en GIN, als belangenbehar-tiger van de kartografen in Nederland, werd daar vertegenwoordigd door ondergetekende. De kandidaten voor het presidentschap voor de komende vier jaar kwamen uit China en de Verenigde Staten, en dat zorgt in het huidige tijdsgewricht toch al voor enige opwinding,

te meer waar alle overige bestuurskandidaten uit Europa kwamen. Maar ondanks sterk gelobby voor de Chinese kandidaat Yaolin Liu, werd toch met grote meerderheid voor de Amerikaan Timothy Trainor gekozen, die al sedert de jaren ’90 allerlei bestuursfuncties binnen de ICA heeft vervuld. Alle andere gekozen bestuursvoorzitters vertegenwoordi-gen Europese landen (zie het staatje), en dat is jammer, want het motiveert niet-westerse landen niet tot actieve participatie in de ICA; de Indiase Kartografische Vereniging lijkt zich bijvoorbeeld terug te trekken.

Bij de commissies ziet de internationale spreiding er beter uit: van de nieuw gekozen commissie-voorzitters kwamen er zeven uit de USA, drie uit Brazilië en China elk, twee uit resp. Australië, Canada, Zuid-Afrika en Zwit-serland, een uit Japan, en de overige zeven uit Europa. De plaats van de komende Interna-tionale Kartografische Conferentie (Florence in 2021) lag al vast, maar voor de 31e editie - in 2023 - is gekozen voor Kaapstad in Zuid-Afrika.Dit was de laatste ALV onder het president-schap van ‘onze’ Menno-Jan Kraak, die het stokje voor de volgende vier jaar dus over heeft gegeven aan Timothy Taylor. Behalve de verkiezing van bestuursleden en commis-sievoorzitters stond ook de modernisering van de vereniging op de agenda. Helaas is die broodnodige verandering er niet van gekomen, omdat er voor de noodzakelijke sta-tutenwijzigingen geen quorum was. Ironisch genoeg was de aanpassing juist bedoeld om dat telkens terugkerende probleem aan te pakken. Een echt kip-en-ei geval dus.

Zoals eigenlijk gebruikelijk bij dit soort confe-renties was het schier onmogelijk om te kiezen uit de dik 700 presentaties die in 150 sessies over de meest uiteenlopende onderwerpen werden gegeven. Een verslaggever die in zijn eentje opereert kan dan ook niet pretenderen een betrouwbaar overzicht te kunnen geven van wat er aan bod kwam. Maar de algemene indruk is dat de opzet die de laatste jaren gevolgd wordt om de commissies de verschillende tracks te laten coördineren, in een behoorlijk gebalanceerd geheel resulteert. Vrijwel alle aspecten van de kar-tografie kwamen aan bod, van historische kaarten tot cloud-enabled machine learning. Van de papers wordt een selectie gepubliceerd in special issues van tijdschriften, maar het grootste deel is te lezen in een drietal voor iedereen toegankelijke publicaties van het ICA zelf, terug te vinden op icaci.org/publications. Om een idee te geven van de onderwerpen die het meest in de belangstelling stonden: de meeste in Tokio gepresenteerde papers gingen over Geo-spatial analysis and modeling (45), hierna volgden methodes en toepassingen van GIS, remote sen-sing en kartografische theorie (34), geschiedenis van de kartografie (23), opleiding (22), cognitieve aspecten van de geovisualisatie (20), kaartgebruik en ‘usability’ (20), kaartontwerp (19, met zeer enthousiasmerende zittingen onder leiding van Kenneth Field), stadskartering (17), kaarten voor

29e Internationale Kartografisch e Conferentie (ICC) in Tokio, 14-20 juli 2019

“De ‘icebreaker’ receptie vond plaats onder deze interactieve globe -met meer dan 10 miljoen pixels- in het Miraikan Science Museum.”

Elke twee jaar organiseert de International Cartographic Association (ICA) een grote conferentie. Dit jaar waren er zo’n 950 deelnemers van over de hele wereld samengekomen in Tokio (Japan). Helaas was de inbreng vanuit ons land ongebruikelijk klein: slechts drie deelnemers en geen Nederlandse inzendingen voor een van de tentoonstellingen.

Samenstelling nieuwe ICA-bestuur 2019-2023

President: Tim Trainor, Verenigde StatenSecretary-General and Treasurer: Thomas Schulz, ZwitserlandVice-President: Andrés Arístegui, SpanjeVice-President: Temenoujka Bandrova, BulgarijeVice-President: Philippe De Maeyer, BelgiëVice-President: Liqiu Meng, DuitslandVice-President: Terje Midtbø, NoorwegenVice-President: Vít Voženílek, TsjechiëVice-President: László Zentai, HongarijePast President: Menno-Jan Kraak, Nederland

VerslagKartografie

46 | Geo-Info | 2019-5

Page 49: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

crisis management (16), big data-toepassingen (16), location-based internet en kartografie en kunst (15). Maar ook autonomous cars, robotics, ubiquitous mapping, kaarten voor games, open source en VGI (volunteered geographical information). Kaarten voor Atlassen (16) en toponymie (12) waren eigen-lijk de enige traditionele onderwerpen die zich goed handhaafden in de belangstelling, terwijl er bijvoorbeeld nauwelijks papers werden gepre-senteerd over topografie (wel een door Kadaster Nederland overigens), zeekaarten of projecties. Onder andere omdat Takashi Morita, het hoofd van de plaatselijke organisatie, vroeger bij Bertin in Parijs had gestudeerd, was er ook speciale aandacht voor de geldigheid van diens werk uit 1967. Een speciale serie zittingen was gewijd aan GIS-toepassingen in Aziatische landen.

Het door bedrijven ingevulde deel van de tentoonstelling was tegenvallend klein; slechts

een twintigtal bedrijven gaf acte de présence. Verder hadden dertig landen samen een kleine vierhonderd objecten voor de kaar-tententoonstelling ingezonden, waaronder België dat o.a. de door uitgeverij Lannoo uitgegeven Stedenatlas van Van Deventer (van Bram Vannieuwenhuyze) en De geschiedenis van Nederland in 100 kaarten (van de Storms) had ingebracht. De publieksprijs voor de tentoonstelling ging naar een mooie Chinese digitale bijdrage (Water rhyme in Gusu, te bekijken onder die naam op YouTube), waarop een met penseelstreken gerealiseerde oude kaart gecombineerd werd met animaties. De prijs voor de beste atlas ging naar de nati-onale atlas van Hongarije, die voor het beste educatieve product naar het nieuwe kaartont-werpboek Cartography van Kenneth Field, de prijs voor de beste wandkaart naar een Noorse kaart van een deel van Antarctica, en de eerste

prijs voor overige kartografische producten naar het Japanse Map Data Provision Products, dat Asics schoenen met kaarten bedrukt!Voor de conferentie werden twintig beurzen uitgereikt aan jonge kartografen die daarvoor een beredeneerde aanvraag hadden moeten doen en een paper hadden ingestuurd. Zoals op de foto te zien is was de herkomst van de kartografen heel divers, ze waren over alle continenten verdeeld. De aankondiging hiervan was naar de lidstaten van de ICA verstuurd, maar de betreffende mededeling heeft de Geo-Info blijkbaar niet bereikt.

De Barbara Bartz Petchenik wedstrijd had inzendingen uit 33 landen. De inzendingen zijn nog te zien op de Explokart-website www.explokart.eu/petchenik.

De 30ste Internationale Kartografische Con-ferentie zal plaats hebben in Florence, Italië, 19–23 Juli 2021

Naast de wetenschappelijke papers was er ook plaats voor verschillende panels en fora, en een viertal keynotes. Die vielen, op de bijdrage na van de United Nations Cartographic Section, inhoude-lijk nogal tegen. Al met al was het een interessante week, met een breed aanbod en een wat tegen-vallende opkomst (met name uit Nederland). In 2021 is de ICC in Florence, dus hopelijk kunnen we dan een wat bredere inbreng uit de Nederlandse kartografenwereld organiseren.

Barend Köbben

De tekening van de winnares van de categorie 6-8-jarigen, Liepa Jokubaityte uit Litouwen, met het motto ‘Tussen de wolken’.

Overzicht van de scholarship awardees, helaas zonder jonge Nederlandse kartografen.

Een overzicht van de kaartententoonstelling. Foto: Barend Köbben.

29e Internationale Kartografisch e Conferentie (ICC) in Tokio, 14-20 juli 2019

THEMA

| 472019-5 | Geo-Info

Page 50: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Vorig jaar was ik als masterstudent Business Analytics met een achtergrond in de wiskunde, informatica en Machine Learning op zoek naar een stageplek. Ik had geen kennis van het geo-domein en had al helemaal niet verwacht nu een artikel voor Geo-info te schrijven. Dit artikel is een resultaat van mijn stage bij Readar, een bedrijf dat zich specialiseert in data-extractie uit ruw beeldmateriaal zoals luchtfoto’s. Daarnaast is voor deze stage samengewerkt met 510.global (kortweg 510), het data-team van het Nederlandse Rode Kruis. 510 heeft als doel humanitaire hulpverlening wereldwijd te verbeteren door het gebruik van data. Tijdens mijn stage heb ik gekeken in hoeverre Machine Learning in staat is gebouwen te detecteren op lucht- en satellietfoto’s. 

Door Bernard Bronmans

Waarom Machine Learning?Machine Learning, een subdomein van kunstmatige intelligentie, heeft de laatste tijd grote ontwikkelingen doorgemaakt, onder andere door de sterk toegenomen rekenkracht van computers. Hierdoor doen toepassingen gebaseerd op Machine Learning hun intrede in allerlei andere ken-nisdomeinen, waaronder de geo-wereld. De potentiële kracht van de koppeling tussen Machine Learning en GIS is groot, zeker bij Remote Sensing data. Remote Sensing levert vaak grote hoeveelheden ruwe data op die eerst verwerkt moet worden om er bruik-bare data uit te halen voor GIS-doeleinden. Een voorbeeld: Gemeenten zijn bronhouder van de basisregistraties BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) en BGT (Basis-registratie Grootschalige Topografie). Het bijkarteren van deze bronnen gebaseerd op recente luchtfoto’s is een proces dat meestal handmatig uitgevoerd wordt, wat tijdrovend

en niet goedkoop is. Readar vroeg mij om te kijken of dit proces deels geautomatiseerd kan worden.

Vanuit 510 kwam een vergelijkbare vraag voor het Missing Maps project dat door 510 ondersteund wordt. Bij Missing Maps brengen vrijwilligers met behulp van satel-lietbeelden een gebied in kaart ter onder-steuning voor humanitaire hulpverlening, zowel proactief als reactief. Voorbeelden hiervan zijn het in kaart brengen van slop-penwijken in een rivierdelta met een groot overstromingsrisico en het zo snel mogelijk karteren van gebouwen en wegen wanneer een aardbeving heeft plaatsgevonden in een inadequaat gekarteerd gebied.

Elk van de bovengenoemde karterings-projecten vereist een unieke afweging tussen de snelheid, kosten en kwaliteit van het karteringsproces. Uiteraard zijn er vele

Machine Learning voor aut omatische gebouwdetectie op lucht- en satellietfoto’s

Figuur 1 - Mask R-CNN voorspellingen op 31 cm resolutie satellietbeeld van Mongu, Zambia (bron: QGIS screenshot).

Student in beeld

48 | Geo-Info | 2019-5

Page 51: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

factoren die deze eigenschappen van het karteringsproces beïnvloeden, maar de keuze tussen handmatig of automatisch karteren is een invloedrijke factor hierin. Het mag duidelijk zijn dat het inzetten van Machine Learning voor het karteringsproces tot een grote snelheidswinst zal leiden en in het geval van betaalde diensten ook tot flinke kostenbesparingen; de hamvraag is echter of er een afdoende kwaliteitsniveau te behalen valt. Om een beeld hiervan te krijgen, volgen hieronder enkele resultaten van mijn stage. 

Gebouwdetectie wereldwijdIn eerste instantie heb ik een Machine Learning model genaamd Mask R-CNN geïmplementeerd dat individuele objecten op beeldmateriaal detecteert. Om het model te trainen om gebouwen te herkennen, is gebruikt gemaakt van een geprepareerde dataset. Deze dataset [1] bevat ±1,5 miljoen geometrieën van een kadastrale database uit Californië, Verenigde Staten in combinatie met bijbehorende ±2100 km² 31 cm resolutie satellietfoto’s (Worldview-3). 

Dit model is vervolgens toegepast op 31 cm resolutie satellietfoto’s van een divers aantal locaties wereldwijd waar het 510 team van het Rode Kruis interesse in heeft. Zie figuur 1 voor voorspellingen op beelden van de stad Mongu in Zambia. Hiervoor werd in onge-veer drie kwartier een gebied van 64 km² geanalyseerd, waarmee 17.800 gebouwen werden gedetecteerd. Als verificatiedataset is OpenStreetMap gebruikt. De niet-geveri-fieerde OpenStreetMap data is door vrijwil-ligers gekarteerd gebaseerd op verschillende satellietfoto’s. Ongeveer 60 procent van de 29.000 gebouwen in OpenStreetmap werd gedetecteerd, waarbij 98% van alle gemaakte voorspellingen inderdaad een gebouw bevatte volgens OpenStreetMap (“98% nauwkeurigheid”). Kleine gebouwen bleken een stuk lastiger te detecteren dan grote; de gemiddelde detectieratio stijgt naar 70, 80 en 90 procent respectievelijk als gebouwen met een horizontaal dakoppervlakte kleiner dan 10 m², 20 m² of 40 m² genegeerd worden.

Eén van de aannames van het gebruikte Mask R-CNN model is dat het te maken krijgt

Machine Learning voor aut omatische gebouwdetectie op lucht- en satellietfoto’s

Figuur 1 - Mask R-CNN voorspellingen op 31 cm resolutie satellietbeeld van Mongu, Zambia (bron: QGIS screenshot).

Figuur 2 - Links: 30 cm resolutie satellietbeeld van Equitos Peru. Rechts: Onbewerkte Mask R-CNN voorspellingen. Het getal bij elke voorspelling weerspiegelt een niet-genormaliseerde mate van zekerheid van de voorspelling.

| 492019-5 | Geo-Info

Page 52: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

met individuele, niet-overlappende objec-ten. Deze aanname is valide voor vrijstaande gebouwen maar levert uitdagingen op bij geschakelde panden met visueel identieke daken. Dit is vooral zichtbaar in dichtbe-volkte gebieden zoals de stad Equitos in Peru (zie figuur 2) en bij rijtjeshuizen in Nederland (zie figuur 3). Voor de use case van 510 in rurale gebieden is dit echter geen probleem: De projectgebieden van Missing Maps die nog niet op een gewenst detail- of nauwkeurigheidsniveau gekarteerd zijn, bestaan namelijk voor een groot deel uit dunbevolkte, rurale gebieden in ontwik-kelingslanden met voornamelijk vrijstaande gebouwen. Om ook in dichtbevolkte gebieden zoals Nederland automatische gebouwdetectie uit te kunnen voeren, heb ik een tweede Machine Learning model geïmplementeerd en getraind.

Gebouwdetectie NederlandHet tweede model dat ik heb geïmple-menteerd, genaamd U-net, maakt geen

Figuur 3 - Links: 10 cm resolutie luchtfoto van rijtjeshuizen in Nederland. Midden: Mask R-CNN voorspellingen. Rechts: U-net voorspellingen. De heatmap toont de voorspelde waarschijnlijkheid om onderdeel te zijn van een gebouw vanaf 12,5% (blauw) tot 100% (donkerrood).

Figuur 4 - U-net voorspellingen uit de test dataset omgezet naar sterk versimpelde vectordata. Een oranje omtrek indiceert een voorspelling die overlapt met een of meerdere geometrieën uit de BAG of BGT, waar een rode omtrek geen overlap symboliseert.

Student in beeld

50 | Geo-Info | 2019-5

Page 53: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

onderscheid tussen individuele gebouwen. Dit U-net model voorspelt voor elke pixel van het beeldmateriaal wat de waarschijn-lijkheid is dat de pixel onderdeel is van een gebouw. Het model is getraind op data van Readar. De dataset bestaat uit 374 km² 10 cm resolutie luchtfoto van verschillende gebieden in Nederland gecombineerd met de bijbehorende geometrieën uit de BAG en BGT. De ruwe voorspellingen van het U-net model zijn rasterdata terwijl voor veel toepassingen en registraties vectordata gewenst is. Bij het omzetten van de ruwe voorspellingen (zie figuur 4) naar vectordata is het Douglas-Peucker algoritme toege-past. Het Douglas-Peucker algoritme is een veelgebruikt algoritme om vectordata te versimpelen en zo het aantal punten die de gebouwcontouren beschrijven behapbaar te houden voor visualisatie en gebruik van de vectordata.

Op de luchtfoto van een apart testge-bied van 88 km² werden in 40 minuten 84.700 gebouwen voorspeld door een eerste prototype van het U-net model. Hiermee-werd 95,1% van de 82.700 geometrieën uit de BAG en BGT gedetecteerd. Ook hier is duidelijk een correlatie waarneembaar tus-sen de kans op detectie en het horizontale dakoppervlak van een gebouw. Waar het model slechts 82,1% van de gebouwen met een dakoppervlakte kleiner dan 15 m² weet te detecteren, loopt dat percentage op tot

boven de 99% voor gebouwen met een dak-oppervlakte groter dan 50 m². Handmatige controle over het deel van de detecties die niet met de BAG of BGT overlappen, schetst een beeld dat ongeveer een derde van de nieuw gedetecteerde objecten daadwer-kelijk een gebouw betreft. Deze gebouwen zijn dus wél zichtbaar op de luchtfoto, maar staan niet in de BAG of BGT geregistreerd. Opvallend was dat de daadwerkelijk foute voorspellingen voornamelijk gemaakt werden in ruraal en industrieel gebied, en de nieuw gedetecteerde gebouwen vooral schuurtjes en andere bijbouw in woonwijken betroffen. Een verklaring hiervoor is dat woonwijken vaak meer gebouwen bevatten dan een ruraal of industrieel gebied van ver-gelijkbare grootte, en woonwijken hierdoor meer voorbeelden aanleveren tijdens het trainingsproces van het model.

Ten opzichte van handmatig (bij)karteren, bieden mijn Machine Learning modellen uit 2018 voornamelijk significante schaal-vergroting en snelheidswinst. Kwalitatief leveren deze modellen werk dat “slechts” vergelijkbaar is met dat van een onervaren, ongetrainde mapper. Ik durf echter te stellen dat het Machine Learning domein in de komende tijd nog grote stappen zal maken. 

ToekomstMachine Learning wint vooral snel terrein bij diensten waar schaalgrootte, snelheid

en kosten net zo belangrijk zijn als kwaliteit. Daarnaast levert Machine Learning ook steeds vaker een kwalitatief beter resultaat dan bestaande technieken voor geautoma-tiseerde processen. Zelfs voor diensten waar kwaliteit voorop staat, kan Machine Learning ingezet worden om delen van het proces te automatiseren. Zo kan de inzet van dure mankracht worden gefocust op de moeilijke delen van het proces, een werkwijze die in de praktijk vaak een hogere kwaliteit ople-vert dan een volledig handmatig proces.

Al met al zal de manier waarop ruwe Remote Sensing data verwerkt wordt tot bruikbare geo-data de komende jaren drastisch veranderen. Niet alleen voor het (bij)karteringsproces heeft Machine Learning alweer ontwikkelingen doorgemaakt sinds ik mijn stage afgerond heb, maar ook voor andere diensten die in de procesketen tussen Remote Sensing en bruikbare geografische datasets in zitten. Zo worden diensten als objectinventarisatie, mutatiedetectie en het genereren van puntenwolken uit luchtfoto’s bij Readar al grotendeels met Machine Learning methoden uitgevoerd.

Ondanks deze lofzang aan het adres van Machine Learning is mij tijdens mijn stage ook duidelijk geworden dat Machine Lear-ning de rol van de menselijke expert niet vol-ledig zal overnemen. Net als mensen kunnen machines onzeker zijn van hun oordeel en is een second opinion noodzakelijk voor een kwalitatief hoogwaardig resultaat. Hierdoor is de keuze tussen mens en machine in veel gevallen een vals dilemma. Ik denk dat het meest realistische scenario voor de nabije toekomst er een is waarin we steeds vaker hybride processen zullen zien waar mens en machine moeten samenwerken.

Bernard Bronmans MSc. is Master student Analytics aan de Vrije Universiteit Amsterdam en bereikbaar via [email protected].

Begeleiders/reviewers: Sven Briels is Founder / CTO van Readar en bereikbaar via [email protected] Crince is Senior IM & GIS Consultant 510 en bereikbaar via [email protected].

Figuur 3 - Links: 10 cm resolutie luchtfoto van rijtjeshuizen in Nederland. Midden: Mask R-CNN voorspellingen. Rechts: U-net voorspellingen. De heatmap toont de voorspelde waarschijnlijkheid om onderdeel te zijn van een gebouw vanaf 12,5% (blauw) tot 100% (donkerrood).

| 512019-5 | Geo-Info

Page 54: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

Aardrijkskundige namen zijn onmisbaar om de wereld te beschrijven en gebeurtenissen te lokaliseren. Binnen de Verenigde Naties werd al snel duidelijk dat voor een goede internationale samenwerking en om conflicten te voorkomen, het essentieel is namen te standaardiseren. Dat wil zeggen: het op basis van eenduidige regels en richtlijnen vastleggen van namen. Daarom richtte de Economische en Sociale Raad van de VN (ECOSOC) in 1959 de United Nations Group of Experts on Geographical Names (UNGEGN) op, als orgaan van deskundigen op het gebied van aardrijkskundige namen.

HistorieIn de afgelopen 60 jaar heeft UNGEGN veel bereikt op het gebied van standaardisering van namen en het uitwisselen van kennis en ervaring. Nederland heeft daar een belangrijke bijdrage aan geleverd, samen met andere leden van de Nederlands- en Duitstalige afde-ling (Dutch- and German-speaking Division, DGSD). Dankzij door UNGEGN voorbereide VN-resoluties zijn romaniseringssystemen ingevoerd, om namen uit andere schrift-

systemen (Arabisch, Chinees, Cyrillisch, Indiaas, Japans, enz.) om te zetten naar ons Latijnse alfabet. Op dezelfde manier zijn internationale afspraken gemaakt over de omgang met namen op kaarten en in bestanden, over het gebruik van vertalingen van buitenlandse namen in de eigen taal (exoniemen, bijvoor-beeld Keulen voor Köln), over namen in min-derheidstalen, en niet in de laatste plaats over het standaardiseren van namen op nationaal niveau: bijna alle Europese en ook veel andere landen hebben namencommissies ingesteld en nationale regels en richtlijnen vastgesteld voor de registratie van namen.Dit werk gebeurde binnen UNGEGN in aparte vijfjaarlijkse conferenties van twee weken en tweejaarlijkse sessies van enkele dagen. In 2017 vond zo de 11e conferentie en 30ste sessie plaats. Om de organisatie eenvoudiger te maken, is toen besloten tot een nieuwe structuur met elke twee jaar een sessie van een week. Daarbij werd UNGEGN formeel opgeheven en opnieuw opgericht, met als gevolg dat de telling opnieuw is begonnen en dit jaar de 1ste sessie van de nieuwe UNGEGN plaatsvond.

Nieuwe UNGEGN264 vertegenwoordigers uit 71 landen en van verschillende internationale organisaties waren daarvoor naar het VN-hoofdkwartier in New York afgereisd. Voor Nederland namen deel Tjeerd Tichelaar, redacteur van de Bosatlas bij Noordhoff Uitgevers en voorzitter van de

Verslag

Leden van de Nederlands- en Duitstalige afdeling (DGSD) van UNGEGN tijdens een pauze voor het VN-hoofdkwartier in New York (foto: Gerhard Rampl).

Van 29 april tot 3 mei 2019 vond in New York de eerste sessie plaats van de nieuwe United Nations Group of Experts on Geographical Names (UNGEGN), een orgaan van de Verenigde Naties dat zich bezighoudt met het standaardiseren van aardrijkskundige namen. Namenspecialisten van over de hele wereld treffen elkaar vanaf nu elke twee jaar in een formele sessie bij de VN om kennis en ervaring uit te wisselen en voorstellen te doen voor het standaardiseren van namen op nationaal en internationaal niveau. Toch bestaat UNGEGN al 60 jaar en het werk is relevanter dan ooit, zeker voor Nederland.

UNGEGN-sessie New York in het teken van een nieuwe start op vertrouwde basis

Traditionele groepsfoto van de deelnemers aan de UNGEGN-sessie in New York (foto: secretariaat UNGEGN).

52 | Geo-Info | 2019-5

Page 55: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

DGSD, en Jasper Hogerwerf van de afdeling Geo-Informatie van het Kadaster. Ferjan Orme-ling, emeritus hoogleraar Cartografie aan de Universiteit Utrecht, heeft afscheid genomen als vertegenwoordiger en was er dit jaar voor het eerst in meer dan 30 jaar niet meer bij. Hij was onder meer vice-voorzitter van UNGEGN, voorzitter van de conferentie in 2017 en gedurende 25 jaar (!) coördinator van de werkgroep Training Courses in Toponymy.

BijeenkomstAan het begin van de bijeenkomst werd stilge-staan bij het overlijden van o.a. professor Dick Blok, oud-directeur van het Meertens Instituut en voorzitter van UNGEGN tussen 1982 en 1987. Vervolgens benadrukte de vice-president van ECOSOC in haar openingstoespraak het belang van nationale standaardisering van aardrijkskundige namen en het instellen van een nationaal namenorgaan in elke lidstaat. Verder was er aandacht voor het belang van (gestandaardiseerde) aardrijkskundige namen en UNGEGN bij het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN (Sustainable Development Goals), bij het beschermen van het immaterieel cultureel erfgoed en van inheemse en minderheidstalen, en aandacht voor de verbinding met het United Nations Committee of Experts on Global Geospatial Information Management (UN-GGIM) op het gebied van geo-informatie. Wat dat laatste betreft is samenwerking tussen vertegenwoor-digers van UNGEGN en UN-GGIM essentieel. In Nederland is dit gemakkelijk: het Kadaster

heeft vertegenwoordigers in beide VN-organen. Tegelijk werd duidelijk dat UNGEGN, juist vanwege de taalkundige en culturele aspecten bij het standaardiseren van namen, een eigen positie inneemt naast UN-GGIM. Voor en tijdens de sessie wisselen landen informatie uit over relevante activiteiten op het gebied van aardrijkskundige namen in de afgelopen twee jaar. Voor Nederland ging het o.a. om het organiseren van een vier dagen durend symposium in Brussel in oktober 2018, samen met leden uit Noorwegen en België; bijdrage aan een toponymiecursus op de Filipijnen in maart 2018; reorganisatie van de werkgroep Buitenlandse Aardrijkskundige Namen (BAN) van de Nederlandse Taalunie als onderdeel van de nieuwe Commissie Anderstalige Namen (CAN), die zich nu ook bezighoudt met persoonsnamen; levering sinds 2018 van het topografische namen-bestand TOPnamen als onderdeel van de Basisregistratie Topografie (BRT); voortgang in het Toponiemen-project om namen in de BRT bij te werken in samenwerking met historische verenigingen; en invoering van een automatisch proces voor het koppelen van straatnamen uit de BAG aan de wegdelen in de BRT.Onder de talloze interessante bijdragen van andere landen zijn het vermelden waard: een Canadees project om namen die belangrijke personen of gebeurtenissen herdenken in kaart te brengen (‘commemorative naming’); de bescherming van namen in Indonesië als onderdeel van het cultureel erfgoed; de

indrukwekkende operatie in China om namen te inventariseren en in een namendatabase te verzamelen, aangevuld met allerlei achter-grondinformatie over de naam en de plaats; het betrekken van Maori-stammen in Nieuw-Zee-land bij het standaardiseren van namen; een pleidooi van Algerije voor het standaardiseren van namen bij talen zonder schrijftraditie; en een studie van Saudi-Arabië die laat zien dat de aardrijkskundige namen vertellen welke dieren oorspronkelijk in het land voorkwamen.In workshops, werkgroepvergaderingen en spe-ciale presentaties was aandacht voor thema’s als Linked Data, het gebruik van exoniemen, de rol van plaatsnamen in de revitalisering van minderheidstalen, en het belang van gestan-daardiseerde namen bij calamiteiten.

Nieuw bestuurBij een nieuwe start hoort ook een nieuw bestuur. Aan het eind van de bijeenkomst gaf de Australische UNGEGN-voorzitter Bill Watt na zeven jaar het stokje over aan zijn opvolger, de Fransman Pierre Jaillard.

StandaardisatieOp het vlak van nationale standaardisering van namen is Nederland een van de laatste landen in Europa waar nog steeds niets is geregeld: er is geen nationale standaard voor aardrijks-kundige namen en ook geen namencom-missie die het beleid van de verschillende bronhouders onderling afstemt. Dit is in 2018 onder de aandacht gebracht van het Beraad voor Geo-Informatie (GI Beraad), een advies-orgaan van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Momenteel vindt overleg plaats met vertegenwoordigers van betrokken partijen (gemeenten, Kadas-ter, Defensie, veiligheidssector e.a.), om de bestaande problemen met aardrijkskundige namen in Nederland te inventariseren en daar in onderling overleg oplossingen voor te vinden. Deze laatste ontwikkeling onderstreept het belang van UNGEGN voor Nederland en laat zien dat ook na 60 jaar het werk op het gebied van namenstandaardisering nog steeds bijzonder actueel en relevant is.

Jasper Hogerwerf van Kadaster

Straatnaambord in het centrum van de Oost-Javaanse stad Malang, Indonesië.

UNGEGN-sessie New York in het teken van een nieuwe start op vertrouwde basis

Traditionele groepsfoto van de deelnemers aan de UNGEGN-sessie in New York (foto: secretariaat UNGEGN).

| 532019-5 | Geo-Info

Page 56: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

OPENk aar t

Marijn Bosma (voorheen BosmaGrafiek, [email protected])

Het onderwerp van deze thematische kaart is niet het aantal kilometers maar de hoeveelheid euro’s. De reizen tussen de vliegvelden zijn hier afge-beeld met bescheiden, homogeen getekende pijlen. Dat is prima, want de afstanden zijn in dit verhaal zijn wel belangrijk, maar niet het allerbelangrijkste.De kosten van de tickets en het verschil tussen ‘wat Milan betaalde’ en het ‘reguliere tarief’ zijn hier wel belangrijk, en goed afgebeeld met vrolijk gekleurde cirkeldiagrammen. Echter: Het nadeel van proportionele cirkels is dat het voor kaartle-zers moeilijk is om daarmee de hoeveelheden euro’s juist in te schatten. Had u zonder de bijgeschreven getallen kunnen inschatten dat het ‘reguliere tarief’ voor de gehele reis ruim 2,5 maal zo hoog is als ‘Milans kosten’? Hoeveelheden zijn beter in te schatten bij de kleingeldmethode (!) of staafdiagrammetjes. Of met extra pijlsymbooltjes waarvan de dikte proportioneel is aan de hoeveel-heid euro’s.De kaartachtergrond is een wirwar van lijntjes. Waarom is die achtergrond niet vervangen door gedimde kleurvlakken? Met een onderscheid voor ‘landen van de bestemmingen’, de ‘overige landen’ en ‘zee’? Daarmee wordt de hele kaart rustiger om te zien. En belangrijker nog; dat maakt een duidelij-ker verschil tussen voorgrond en achtergrond.

Jan-Willem van Aalst([email protected])

In de verbeelding van ‘Milans Odyssee’ is duidelijk nagedacht over kartografie. De hoofdthema’s, namelijk het vliegen en de daarvoor betaalde prijzen, zijn in harde en/of donkere kleuren afgebeeld, terwijl de referentiekaart goed in de achtergrond is gehouden. De prijzencirkels laten vooral mooi de mate van verschil zien tussen het reguliere tarief en het door Milan betaalde tarief. Zo vallen de Scandinavische vluchten extra op. Mogelijke verbeteringen zie ik dan ook vooral in het achtergrondbeeld. Blauwe lijnen associëren we vaak met waterlijnen. Zachtrood of zacht-groen was wellicht beter geweest. Zachtblauw

had dan weer de traditionele functie van watervlakken kunnen vervullen. Ook vind ik de generalisatie van de kustlijnen niet zo fraai; dit lijkt wel handmatig gedaan (bij Polen valt de blauwe lijn zelfs niet goed samen met de grijze eronder). De noordkust van Duitsland is gedetailleerder dan de Zweedse. Mijn motto: veralgemeniseer óf echt drastisch, óf helemaal niet. En waarom de grenzen binnen het Verenigd Koninkrijk tekenen en dan alleen ‘Engeland’ noemen? Het lijken details, maar juist die maken in kartografie vaak net het verschil. De digitale GIS-wereld kan nog veel leren van de oude ambachten, waar juist de accuratesse zeer hoog in het vaandel stond.

Winifred Broeder (Landkaartje.nl, [email protected])

Milan Passchier wilde zo goedkoop mogelijk vliegen en had daarbij geen vooraf vastgesteld reisdoel. Iets wat de meeste reizigers wel hebben. Hem was het te doen om zo goedkoop mogelijk te vliegen en ook om iets te begrijpen van de wir-war aan prijzen in de luchtvaart. Hij maakte een kaart om steeds de goedkoopste route op dat moment te bepalen. In de Volkskrant de neerslag van zijn reis en de bijbehorende kosten in zowel een kaart als in een staafdiagram. De kaart onthult wat je in tekst of tabel toch moeilijk uitgelegd

krijgt: de bezochte plaatsen, de afgelegde afstand en de betaalde en reguliere tarieven. Die laatste worden met cirkeldiagrammen weergegeven en tonen duidelijk het meest interessante van het verhaal: je kunt onder de tarieven vliegen en per trein ben je relatief vele malen duurder uit. De kaart kan ook beter. En wel als de cirkels, die de absolute prijzen weergeven, correct waren uitgerekend: de stralen verhouden zich tot elkaar als de wortel uit de hoeveelheden die moeten worden afgebeeld. Een vlugge check toont aan dat dit niet zo is aangepakt. Ook zou het beter zijn om de cirkels aan de onderzijde uit te lijnen. De verhouding tussen de cirkels is dan net wat gemakkelijker in te schatten.

Milans Odyssee

Milans Odyssee door Europa, beeld de Volkskrant. Pijlsymbolen op vliegroutekaart als alternatieve visualisatie, beeld Marijn Bosma.

Milan Passchier onderzocht de bizarre stuntaanbiedingen van budgetvliegmaatschappijen en hij testte afgelopen zomer zelf de mogelijkheden in Europa. Hij oogstte veel aandacht in de media (en een stageplek in de automatisering). We bespreken hier het kaartje ‘Milans Odyssee’ uit het artikel ‘Hoe een Goudse student voor 46,99 euro in zes dagen naar zeven steden vloog’, zoals dat op 15 juli 2019 is gepubliceerd in de Volkskrant. www.volkskrant.nl/economie/hoe-een-goudse-student-voor-46-99-euro-in-zes-dagen-naar-zeven-steden-vloog~bdd0924d/

Open Kaarters Marijn Bosma, Jan-Willem van Aalst, Winifred Broeder en Mathie Hoenjet stoppen ermee. We willen deze auteurs heel hartelijk danken voor hun inzet voor de rubriek Open Kaart. We zullen hun originele visie op kaarten missen. De rubriek Open Kaart gaat door en daarom zoeken we enthousiaste mensen die hun visie op de kartografie en visualisaties willen delen. Ben jij dat? Meld je dan aan via [email protected].

54 | Geo-Info | 2019-5

Page 57: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

GeoBusiness Nederland is medeorgani-sator van GeoBuzz. Wat is voor jullie, als branchevereniging voor bedrijven die werken met geo-informatie, de toege-voegde waarde van GeoBuzz?

“GeoBuzz is voor ons belangrijk, omdat dit het platform is waar wij als geo-sector met alle part-ners uit de overheid, onderwijs, wetenschap en het bedrijfsleven kunnen laten zien wat wij te bie-den hebben. Verder biedt GeoBuzz een (netwerk)podium voor bedrijven om - in samenwerking met gebruikers - presentaties aan een breder publiek te kunnen geven. Ook biedt GeoBuzz een beursvloer waar vraag en aanbod elkaar kunnen ontmoeten.”

Wat is jullie rol op de GeoBuzz-dagen? “In de eerste jaren het mee-organiseren van het programma en het vinden van sprekers. Nu is er een toenemende focus op de formule, de doelgroepen en de verbindingen met belangrijke overheidsinstanties en andere sectoren. De wer-ving en de support naar het bedrijfsleven is er onverminderd.”

Het thema van dit jaar is ‘Samen onder-nemen met locatiedata’. Waar liggen nog veel (samenwerkings)kansen voor bedrijven die actief zijn op het gebied van geo-informatie en -technologie?

“Publiek-private samenwerking (bijvoorbeeld het GeoSamen InnovatieLab). Overheden die slimmer aanbesteden – denkend vanuit de kracht van samenwerking met de markt en onderzoek en wetenschap in plaats van dicht-getimmerde aanbestedingen en vooraf bepaalde regels die innovatief aanbesteden in de weg staan.Bedrijfsleven etaleren van wat er allemaal al is/mogelijk is (en waar overheden vaak integraal geen weet van hebben). Bedrijfsleven, overheid en onderzoek en weten-schap beter met elkaar verbinden.”

Waarom is het belangrijk om in deze branche samen te werken?

“Geo-locatiedata zijn overal en zijn ook overal voor nodig: het klimaatvraagstuk, de Omgevingswet,

fysieke leefomgeving, transport & mobiliteit, digi-talisering van onze samenleving en artificial intel-ligence bijvoorbeeld. Dit vraagt om een integrale aanpak. Daarmee is het noodzakelijk complemen-taire diensten en productensets in gezamenlijk-heid in te zetten. Technologie stuwt oplossingen voor deze maatschappelijke ontwikkelingen en participatie levert kansen op om nieuwe diensten en oplossingen te ontwikkelen.”

Welke initiatieven/samenwerkingsverban-den zijn er de afgelopen jaren ontstaan dankzij GeoBuzz? Kunnen jullie daar een paar voorbeelden van noemen?

“De GeoBuzz wordt dit jaar voor de zesde keer georganiseerd. Elk jaar is de oogst anders. Bedrijven, overheden en onderzoek en weten-schap vinden elkaar, maar ook partners uit andere sectoren, zoals energie, mobiliteit en landbouw hebben de afgelopen jaren de GeoBuzz ontdekt als podium om de geo-sector te ontmoeten. Parellel aan de GeoBuzz is ook GeoSamen tot ontwikkeling gekomen. Dit lijkt elkaar nu te vinden: GeoSamen en GeoBuzz versterken elkaar. Verder is concreet in 2019 de integratie van het GeoGebruikers-festival in de GeoBuzz en de daar-bij horende samenwerking met het ministerie van BZK en Geonovum.”

Wanneer is GeoBuzz voor jullie persoon-lijk geslaagd?

“Als er een positieve uitstraling (vibe) is, als deelnemers met een positief gevoel terugkijken op de GeoBuzz, als de beursvloer gevuld is met waardevolle bijdragen, als de deelnemers een 7 of hoger geven aan het congres- en beursdeel en als er meer dan 1500 deelnemers overall zijn.”

Over een paar weken is het al zover: dan is de zesde editie van GeoBuzz. Professionals, bedrijven, wetenschappers en studenten die actief zijn in het geo-werkveld komen naar deze twee dagen toe om te netwerken en kennis te delen. In aanloop naar het congres spraken we met medeorganisatoren Camille van der Harten en Douwe Blanksma van GeoBusiness Nederland.

Door Lisa Petersen

GeoBuzz-medeorganisatoren Camille van der Harten en Douwe Blanksma:

‘GeoBuzz biedt een beursvloer waar vraag en aanbod elkaar kunnen ontmoeten’

Making of GeoBuzz

| 552019-5 | Geo-Info

Page 58: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

workshops, presentaties én oprichting Nederlandse QGIS gebruikersgroep!

19 en 20 november op GeoBuzz LandGoed doet open

LandGoed levert support op opensource-GIS https://landgoed.it

56 | Geo-Info | 2019-5

Page 59: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

BE FREEOntmoet de Leica BLK2GO

… en vele andere baanbrekende reality capture innovaties

op GeoBuzz 2019

19+20 September 1931 Congrescentrum Brabanthallen

Page 60: Thema: Kartografie - Geo-Informatie Nederland · THEMA Zodra de remmingen op het verkrijgen van geodata wegvielen door onder andere de hoogfrequente levering van geodata via diverse

consulting a digital world

Digitale ruimtelijke ordening- tekenwerk digitale plannen (IMRO)- locatie onderzoek o.b.v. inventarisatie- data analyses voor de ruimtelijke ordening- 2D en 3D omgevingsplan & omgevingsvisie- detachering op locatie

Basisregistratie BAG en BGT- mutatiesignalering- landmeetkundige inwinning- steoreokartering- verwerking op kantoor of op locatie- FME/GIS data analyses

Beheer Openbare Ruimte

- analyseren en koppelen BOR/BGT- mutaties doorvoeren op locatie- inwinnen van geometrie en puntobjecten- verbetertrajecten riool data- projectleiding digitalisering

Consultancy

- opstellen GEO-ICT beleidsplan/visie- ad-hoc sparringspartner- implementatie trajecten- projectleiding digitaliseringstrajecten- opstellen advisering en kosten/baten