Gelderland-Zuid Factsheet · 2016-11-08 · van het gemis van intimiteit in persoon-lijke relaties,...
Transcript of Gelderland-Zuid Factsheet · 2016-11-08 · van het gemis van intimiteit in persoon-lijke relaties,...
Een
zaam
hei
d
FactsheetGelderland-Zuid
Onderzoek onder volwassenen en ouderen
De Volwassenen- en ouderen-
monitor is eind 2012 onder ruim
22.000 zelfstandig wonende
inwoners van regio Gelderland-
Zuid uitgevoerd. Het onderzoek
brengt de gezondheid, welzijn,
leefstijl en de omgeving van de
bevolking in beeld. In deze
factsheet worden de resultaten
van het onderdeel eenzaamheid
beschreven.
Onderzoek naar eenzaamheid
EenzaamheidEenzaamheid is een negatieve situatie,
gekenmerkt door gemis en teleurstel-
ling, waarbij de sociale relaties die
iemand heeft niet voldoen aan zijn/haar
wensen of verwachtingen. Gevoelens
van eenzaamheid komen vaak voort uit
een gebrek aan kwaliteit van relaties.
Maar iemand kan zich ook eenzaam
voelen doordat het aantal contacten
lager is dan gewenst. Er is geen simpele
oplossing voor het verminderen van
eenzaamheid doordat eenzaamheid
diverse oorzaken heeft.
Eenzame mensen zijn ongezonderEenzaamheid vermindert het psychisch
of sociaal welbevinden van mensen.
Eenzame mensen hebben vaker een
ongezonde leefstijl en hebben meer
kans op chronische ziekten, psychische
problemen, suïcide en een verhoogde
kans op vroeg overlijden.
Eenzaamheid komt veel voor, in alle leeftijdsgroepenIn regio Gelderland-Zuid is 38% van de
volwassen bevolking eenzaam (GGD
Gelderland-Zuid, 2014), gemeten met
een standaardvragenlijst over verschil-
lende aspecten van eenzaamheid. Acht
procent is (zeer) ernstig eenzaam; dat
zijn in de hele regio ruim 33.000 volwas-
senen. Mannen en vrouwen verschillen
hierin nauwelijks. Deze aantallen zijn
de afgelopen vier jaar stabiel gebleven.
Eenzaamheid is vaak tijdelijk, bijvoor-
beeld na een belangrijke levensgebeur-
tenis. Maar er zijn ook grote groepen
mensen langdurig eenzaam.
Eenzaamheid komt niet alleen voor bij
ouderen, zoals vaak gedacht wordt,
maar bij alle leeftijdsgroepen (figuur 1).
Van de 19- tot 65-jarigen is gemiddeld
36% eenzaam en van de 65-plussers
gemiddeld 46%. Ernstige eenzaamheid
zien we wel het meest bij 75-plussers.
Dat ouderen vaker eenzaam zijn, komt
doordat zij vaker een opeenstapeling
van verschillende levensgebeurtenissen
meemaken. Zoals het verliezen van een
partner, het afnemen van hun gezond-
heid en het optreden van beperkingen.
Sociale eenzaamheid komt vaker voor dan emotionele eenzaamheidEenzaamheid is onder te verdelen in
emotionele en sociale eenzaamheid. Bij
emotionele eenzaamheid is er sprake
van het gemis van intimiteit in persoon-
lijke relaties, of het gemis van een per-
soon met wie iemand een hechte, intie-
me band heeft. Sociale eenzaamheid
treedt op wanneer het aantal persoon-
lijke relaties minder is dan iemand
wenst of wanneer betekenisvolle con-
tacten ontbreken met een bredere
groep mensen om iemand heen.
Sociale eenzaamheid komt vaker voor
dan emotionele eenzaamheid, zowel bij
ouderen als volwassenen. In Gelderland-
Zuid is 38% van de volwassenen sociaal
eenzaam, en ruim een kwart is emotio-
neel eenzaam (27%).
Nauwelijks verschil in een-zaamheid tussen gemeentenUit landelijk onderzoek blijkt dat
inwoners van stedelijk gebied vaker
eenzaam zijn. In Gelderland-Zuid zijn
er nauwelijks verschillen zichtbaar tus-
matig
ernstig
zeer ernstig
60
50
40
30
20
10
0
85+ 65-74 jr 50-65 jr 35-50 jr 19-35 jr75-84 jr
Figuur 1. Mate van eenzaamheid per leeftijdscategorie (%)
sen gemeenten. Alleen in Tiel zijn iets
meer inwoners eenzaam (44%).
Waarschijnlijk komt dat door het
grotere aantal allochtonen en laag-
opgeleiden.
Alleen wonen gaat samen met meer eenzaamheidIn bepaalde groepen komt eenzaam-
heid vaker voor dan in andere groepen
(figuur 2). De kans op (matige en ern-
stige) eenzaamheid is groter wanneer
iemand alleen woont. Alleenwonenden
zijn bijna drie keer zo vaak ernstig een-
zaam dan mensen die niet alleen
wonen. Het meest eenzaam zijn
gescheiden mensen.
Lage sociaaleconomische status geeft grotere kans op eenzaamheidMensen met een laag opleidingsniveau
zijn vaker eenzaam (40% matig en 15%
ernstig) dan mensen met een hoog
opleidingsniveau (27% matig en 5%
ernstig). Dit geldt zowel voor sociale als
emotionele eenzaamheid.
Allochtonen veel vaker eenzaamWe zien grote verschillen in eenzaam-
heid tussen autochtone Nederlanders
en inwoners van niet-Nederlandse her-
niet alleenwonend
alleenwonend
hoge opleiding
midden opleiding
lage opleiding
autochtone Nederlander
Westers allochtoon
niet-Westers allochtoon
geen psychische klachten
psychische klachten
geen gebruik slaap- of kalmeringsmiddelen
gebruik slaap- of kalmeringsmiddelen
betaald werk
geen betaald werk
vrijwilligerswerk
geen vrijwilligerswerk
geld voor visite
geen geld voor visite
geld voor lidmaatschap vereniging
geen geld voor lidmaatschap vereniging
Figuur 2. Factoren die samenhangen met ernstige eenzaamheid (%)
0 5 10 15 20 25 30
komst. Zowel Westerse als niet-Westerse
allochtonen geven vaker aan (sociaal of
emotioneel) eenzaam te zijn. Opvallend
is het grote aantal Turkse inwoners van
Gelderland-Zuid dat eenzaam is. Bijna
de helft is matig eenzaam en bijna een
kwart is ernstig eenzaam. Mogelijk spe-
len een beperkter sociaal netwerk of
een beperktere sociale participatie hier
een rol.
Psychische klachten gaan vaak samen met eenzaamheidMensen die hun eigen gezondheid als
matig of slecht ervaren, zijn ongeveer
twee keer zo vaak matig of ernstig een-
zaam dan mensen met een goede
gezondheid. Het hebben van een chro-
nische ziekte gaat samen met iets meer
matige eenzaamheid, maar niet met
ernstige eenzaamheid. Ook gehoorbe-
perkingen hangen samen met meer
matige en ernstige eenzaamheid, waar-
schijnlijk omdat dat betekent dat het
voeren van gesprekken en communice-
ren met anderen lastig is. Het ligt voor
de hand te denken dat ook mobiliteits-
beperkingen samen zouden hangen met
eenzaamheid, maar dat blijkt niet zo te
zijn. Mogelijk zorgt beperkte mobiliteit
ervoor dat mensen meer hulp krijgen,
die de eenzaamheid juist vermindert.
Mensen die psychische klachten ervaren,
zijn veel vaker eenzaam dan mensen die
zich psychisch gezond voelen. Mensen
met symptomen van angststoornissen of
een depressie hebben een vijf keer zo
grote kans op ernstige eenzaamheid.
Waarschijnlijk kunnen psychische klach-
ten zowel de oorzaak als het gevolg zijn
van eenzaamheid.
Ook het gebruik van slaap- en kalme-
ringsmiddelen gaat samen met een ver-
hoogde kans op eenzaamheid. Dit geldt
specifiek voor emotionele eenzaamheid
en niet voor sociale eenzaamheid.
Sociale participatie geeft kleinere kans op eenzaamheidSociale participatie staat voor meedoen
aan het maatschappelijke leven.
Bijvoorbeeld door betaald werk, vrijwil-
ligerswerk, mantelzorg of door lidmaat-
schap van een vereniging. Participatie
heeft positieve effecten in verschillende
opzichten. Voor de samenleving als
geheel is het gunstig als zoveel mogelijk
burgers actief deelnemen, maar ook
voor het individu is participatie gunstig.
Het brengt sociale contacten met zich
mee en daarmee mogelijkheden tot soci-
ale steun. Daarnaast is het prettig om
iets te kunnen betekenen voor anderen,
om een bijdrage te leveren.
In Gelderland-Zuid zijn mensen zonder
Na een ingrijpende gebeurtenis of
verandering, of bij een langdurige
periode waarin veel tegenzit, is het
voor mensen soms lastig om zelf
weer een goede draai aan het leven
te geven. Mensen hebben behoefte
aan meer contacten en om dingen te
ondernemen waar ze energie van
krijgen. Maar de eerste stap zetten is
vaak moeilijk. In gemeente Neerijnen
is daarvoor het project ‘Welzijn op
recept’. De huisarts kan mensen met
bovenstaande behoeften doorverwij-
zen naar de welzijnsconsulent van
betaald werk vaker eenzaam dan men-
sen met betaald werk. En ook mensen
die geen vrijwilligerswerk doen zijn
vaker eenzaam. Ook mensen die geen
geld hebben voor lidmaatschap van een
vereniging of om op visite te gaan, en
mensen die weinig contact hebben met
buren, hebben een grotere kans op een-
zaamheid.
Uit onderzoek van TNS NIPO (2013)
blijkt dat tweederde van de vrijwilligers
in Nederland vrijwilligerswerk doet
omdat ze gevraagd zijn. Juist eenzame
mensen worden hiervoor minder snel
gevraagd omdat ze een beperkt sociaal
netwerk hebben.
Mantelzorgers niet vaker eenzaamUit landelijk onderzoek blijkt dat man-
telzorgers een risicogroep vormen voor
eenzaamheid. Door de hoge belasting
nemen hun sociale contacten vaak af.
Uit de monitorgegevens blijkt dat dat
voor mantelzorgers in regio Gelderland-
Zuid (de groep die de afgelopen maan-
den meer dan 8 uur per week mantel-
zorg heeft gegeven) niet geldt.
Gemeenten kunnen eenzaamheid en sociaal isolement signalerenGezien het grote aantal mensen dat
eenzaam is, met alle negatieve gevol-
gen van dien, is het belangrijk om (drei-
gend) sociaal isolement en eenzaam-
heid zo vroeg mogelijk te signaleren en
aan te pakken. Wat kunnen gemeenten
hierin doen?
De beweging naar meer persoonlijke
(keukentafel)gesprekken kan hier een
belangrijke rol in spelen. Een wijkver-
pleegkundige, sociaal wijkteam of
lokaal zorgnetwerk kan in het gesprek
met inwoners eenzaamheid signaleren.
Dit kan door aandacht te hebben voor
hun (onderliggende) hulpvraag, onver-
vulde behoeften en hun sociaal net-
werk.
Voor inwoners die zelf geen zorg- of
ondersteuningsvraag hebben, is vaak
geen sprake van direct contact met
gemeente of hulpverleners. Signaleren
en melden moet daarom van anderen
komen. Vanuit het besef dat we meer
oog voor elkaar moeten hebben. Dat
vraagt om de inzet van een sociale
buurt en lokaal vrijwilligerswerk. De
Stichting ‘Coalitie Erbij’ (het samenwer-
kingsverband van landelijke organisa-
ties in de zorg- en welzijnssector die
zich inzetten tegen eenzaamheid) heeft
als doel gesteld om de komende jaren:
• HetbewustzijnvanNederlanderste
vergroten ten aanzien van de bete-
Stichting Welzijn Neerijnen. De
welzijnsconsulent komt het eerste
gesprek aan huis. Zij luistert en
onderzoekt samen met de cliënt
waaraan behoefte is. En welke stap-
pen nodig zijn om dit te bereiken.
De welzijnsconsulent maakt concre-
te afspraken en helpt in maximaal
drie gesprekken om de stappen ook
echt te gaan zetten.
De ervaring leert dat deze kort-
durende, individuele begeleiding
net dát duwtje in de rug is dat zorgt
voor meer plezier in het leven.
‘Welzijn op recept’ in gemeente Neerijnen
kenis en het voorkomen van een-
zaamheid zodat mensen eerder in
actie komen als ze zelf dreigen te
vereenzamen en/of eerder eenzaam-
heid in hun eigen omgeving signale-
ren en contact maken/versterken.
• Kennisdelenenvergrotenvande
aanpak van eenzaamheid zodat
effectieve activiteiten worden ont-
plooid en opgeschaald.
• Hetversterkenvandelokalesamen-
werking bij het tegengaan of ver-
minderen van eenzaamheid zodat
meer concrete resultaten worden
geboekt.
Zo organiseren ze elk jaar de week
tegen de eenzaamheid. En er wordt in
samenwerking met o.a. de WMO-
werkplaats in Nijmegen een toolkit met
onderbouwde interventies en scholings-
modules ontwikkeld. Deze zal eind 2015
voor iedereen te gebruiken zijn.
Aanbevelingen om te werken aan eenzaamheid
Uit onderzoek blijkt dat interventies
om eenzaamheid te verminderen vaak
weinig effect hebben. Om meer effect
te bereiken doen we hieronder graag
enkele aanbevelingen richting organisa-
ties en burgers die aan de slag willen
met eenzaamheid.
Analyseer waar de doelgroep
behoefte aan heeft. Vaak wordt ver-
ondersteld dat het voldoende is om
activiteiten aan te bieden waarmee
mensen met elkaar in contact komen,
terwijl een klein sociaal netwerk slechts
één van de oorzaken van eenzaamheid
is. Bovendien is de opkomst bij deze
activiteiten vaak laag.
Er zijn veel projecten en voorzieningen
om mensen bij elkaar te brengen, zoals
een huiskamerrestaurant, burendagen,
en wandelgroepjes. Belangrijk daarbij
is om te zorgen dat mensen eropaf
gaan. Hoe eenzaam men ook is, het is
kennelijk moeilijk om over de drempel
te stappen en in contact te komen met
anderen. Zeker wanneer deze activitei-
ten expliciet aangeboden worden tegen
eenzaamheid, omdat daar nog een
taboe op rust.
Richt je op een specifieke doelgroep.
Aangezien de oorzaken van eenzaam-
heid uiteenlopen, is de kans op succes
groter als je je richt op een specifieke
groep mensen met een specifieke vorm
van eenzaamheid of specifieke risico-
factor. Alleenstaande allochtone moe-
ders die eenzaam zijn, hebben wat
anders nodig dan ouderen die net hun
partner hebben verloren. Analyseer
daarom de behoeften, motivatie en
mogelijkheden van de doelgroep. Dit
doe je door in gesprek te gaan met
bewoners en sleutelfiguren in een wijk.
Vraag bij een langer durende
interventie een kleine, symbolische
bijdrage. Dit zorgt ervoor dat deelne-
mers gemotiveerd zijn en blijven. Het
bedrag mag geen financiële drempel
vormen voor mensen met een laag
inkomen.
Maak vrijwilligers ambassadeur van
vrijwilligerswerk. Huidige vrijwilligers
zouden aangemoedigd kunnen worden
om (eenzame) mensen uit te nodigen
ook vrijwilligerswerk te gaan doen.
De meerderheid van de huidige vrijwil-
ligers is voor dit werk gevraagd, en juist
eenzame mensen worden minder snel
gevraagd, vanwege hun beperktere
sociale netwerk. Vrijwilligerswerk levert
de vrijwilliger zelf ook veel op: waarde-
volle contacten met anderen, prettige
afleiding van het dagelijks leven, meer
zelfvertrouwen en mensen en gezellig-
heid om hen heen.
Gebruikte literatuur
Coalitie Erbij. Opgeroepen op 26 januari
2015, van www.eenzaam.nl
Broese van Groenou, M. I., De Jong
Gierveld, J., & Van Tilburg, T.G. (1999).
Eenzaamheid bij ouderen en kenmerken
van de omgeving. Mens & Maatschappij,
74, 235-249.
GGD Brabant Zuidoost (2014).
Eenzaamheid. Gezondheidsmonitor 2012-
2013. GGD Brabant Zuidoost.
Moerman, M., Terpstra, J. (e.a.) GGD
Gelderland-Zuid. (2014). Volwassenen- en
ouderenmonitor. Nijmegen: GGD
Gelderland-Zuid.
Nederlands Interdisciplinair Demografisch
Instituut. (2006). Aanpak van eenzaamheid:
helpt het? Den Haag: Nederlands
Interdisciplinair Demografisch Instituut.
Savelkoul, M., & Van Tilburg, T. G.
(2010, september 20). Wat is eenzaam-
heid en hoe wordt het gemeten?
Opgeroepen op 2 september 2014,
van www.nationaalkompas.nl
TNS NIPO. (2013). Eenzaamheid en
vrijwilligerswerk. TNS NIPO.
Van Tilburg, T., & De Jong Gierveld, J.
(2007). Zicht op eenzaamheid.
Achtergronden, oorzaken en aanpak.
Assen: Koninklijke van Gorcum BV.
Co
lofo
n
Gelderland-Zuid
GL.
010.
10
Tekst en figuren
Christine Schutgens (onderzoeker)
Vormgeving
OptimaForma, Nijmegen
Uitgave
GGD Gelderland-Zuid,
afdeling Gezond Leven
Jaar van uitgave: 2015
Overname van gegevens is toegestaan,
mits voorzien van bronvermelding