GD Veterinair maart 2012

4
De Gezondheidsdienst voor Dieren GD Veterinair | maart 2012 | 1 Iedereen kijkt met een schuin oog naar Denemar- ken, waar de organisatie SPF-Sus via een website informatie vrijgeeft over de diergezondheid op varkensbedrijven. De eenduidigheid en de algemene beschikbaarheid van de informatie is wellicht een van de redenen waarom Deense varkens een goed imago hebben. De Nederlandse en Duitse varkenssectoren proberen op diverse manieren een tegenhanger op te zetten voor dit Deense systeem, met een verscheidenheid aan biggenpassen en systemen als resultaat. Om in de behoefte aan een onafhankelijk en transparant systeem te voldoen, is op initiatief van de GD het systeem PigMatch ontwikkeld, in samenwerking met varkenshouders, dierenartsen en diverse laboratoria in Duitsland en Nederland. Vorig jaar is een pilot op- gezet om het systeem, de bemonsteringsschema’s en de website te testen. In de komende maanden wordt PigMatch in Nederland en Duitsland geïntroduceerd. PigMatch: gezonde transparantie in de varkensmarkt In de varkensmarkt zijn er volop verplaatsingen van groepen varkens tussen bedrijven. Bij al die verplaatsingen gaat informatie mee over de dieren, voer en eventueel vaccinatieschema’s. Maar hoe kan een varkenshouder de kwaliteit van de dieren op onafhankelijke wijze inzichtelijk maken? PigMatch wordt onder een eigen handelsnaam in de markt gepositioneerd en is bestemd voor fokkers, vermeerderaars, vleesvarkenhouders en andere geïn- teresseerden. Uitgangspunt is dat de actuele stand van zaken rondom diergezondheid op een deelne- mend varkensbedrijf via een website kan worden opgezocht. Daarachter zit een eenduidig systeem met bemonsteringsschema’s, laboratoriumtesten, confirmaties en daaraan gekoppelde diergezondheids- statussen, maar ook informatie over bijvoorbeeld vaccinatieschema’s. De informatie is altijd op de- zelfde manier opgebouwd en deelnemers bepalen zelf aan wie zij de gegevens vrijgeven. Dankzij PigMatch kan een koper van varkens gerichte managementmaatregelen nemen om dieren zo goed mogelijk te integreren in het eigen bedrijf. Dr. Theo Geudeke, varkensdierenarts NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 18 • MAART 2012 Bezoek nu onze vernieuwde website, met onder meer: - Het EHV-abortuspakket is gelanceerd! Uitleg over het pakket en instructies voor het inzenden van monstermateriaal. - Ir. Ingrid Faber in dienst als specialist voeding en gezondheid bij GD-divisie Varkens. - Nieuw op VeeOnline: gebruik van de digitale handtekening. Reactivatie van ILT-vaccinvirus lijkt regelmatig voor te komen Alle ILT PCR-uitslagen voor swabs van ongevac- cineerde (SPF-) dieren en swabs van onverdachte vleeskuikenkoppels waren negatief. Bij onderzoek op swabs van een aantal onverdachte oudere legkoppels werd in een deel van de poolmonsters het ILT-virus (zeer waarschijnlijk vaccinvirus) aangetoond. Dit duidt erop dat reactivatie en/of recirculatie van het ILT-vaccinvirus niet uitzonderlijk is. Dit gegeven ver- laagt de diagnostische betekenis van een positieve ILT PCR-uitslag in een eerder gevaccineerd koppel. Een positieve ILT PCR-uitslag in combinatie met ILT-achtige klinische verschijnselen en met uitslui- ting van andere ziekteverwekkers die soortgelijke problemen kunnen veroorzaken (zoals IB, TRT en AI) zorgt voor meer duidelijkheid. Deze bevindingen hebben gevolgen voor de EWS- lijst met ILT-uitbraken zoals die door de GD aan pluimveedierenartsen wordt verstuurd. Positieve ILT-uitslagen van ongevaccineerde koppels komen direct op de lijst. Positieve ILT-uitslagen van eerder gevaccineerde koppels moeten in overleg met de practicus en in combinatie met andere testuitslagen beoordeeld worden. Indien een uitslag op de EWS- lijst komt te staan, worden de mate van kliniek en andere diagnostische uitslagen ook vermeld.  Drs. Jos Heijmans en dr. Sjaak de Wit, pluimveedierenartsen Reactivatie en/of (re-)circulatie van het ILT-vaccinvirus in lang geleden gevaccineerde koppels komt zeer waar- schijnlijk vaker voor dan bekend was. Dat blijkt uit de resultaten van het ILT PCR-onderzoek dat de GD heeft uitgevoerd op luchtpijpswabs van gevaccineerde en ongevaccineerde koppels.

description

GD Magazine

Transcript of GD Veterinair maart 2012

Page 1: GD Veterinair maart 2012

De Gezondheidsdienst voor Dieren

Veterinair

GD Veterinair | maart 2012 | 1

Iedereen kijkt met een schuin oog naar Denemar-ken, waar de organisatie SPF-Sus via een website informatie vrijgeeft over de diergezondheid op varkensbedrijven. De eenduidigheid en de algemene beschikbaarheid van de informatie is wellicht een van de redenen waarom Deense varkens een goed imago hebben. De Nederlandse en Duitse varkenssectoren proberen op diverse manieren een tegenhanger op te zetten voor dit Deense systeem, met een verscheidenheid aan biggenpassen en systemen als resultaat. Om in de behoefte aan een onafhankelijk en transparant systeem te voldoen, is op initiatief van de GD het systeem PigMatch ontwikkeld, in samenwerking met varkenshouders, dierenartsen en diverse laboratoria in Duitsland en Nederland. Vorig jaar is een pilot op-gezet om het systeem, de bemonsteringsschema’s en de website te testen. In de komende maanden wordt PigMatch in Nederland en Duitsland geïntroduceerd.

PigMatch: gezonde transparantie in de varkensmarktIn de varkensmarkt zijn er volop verplaatsingen van groepen varkens tussen bedrijven. Bij al die verplaatsingen gaat informatie mee over de dieren, voer en eventueel vaccinatieschema’s. Maar hoe kan een varkenshouder de kwaliteit van de dieren op onafhankelijke wijze inzichtelijk maken?

PigMatch wordt onder een eigen handelsnaam in de markt gepositioneerd en is bestemd voor fokkers, vermeerderaars, vleesvarkenhouders en andere geïn-teresseerden. Uitgangspunt is dat de actuele stand van zaken rondom diergezondheid op een deelne-mend varkensbedrijf via een website kan worden opgezocht. Daarachter zit een eenduidig systeem met bemonsteringsschema’s, laboratoriumtesten, confirmaties en daaraan gekoppelde diergezondheids-statussen, maar ook informatie over bijvoorbeeld vaccinatieschema’s. De informatie is altijd op de-zelfde manier opgebouwd en deelnemers bepalen zelf aan wie zij de gegevens vrijgeven. Dankzij PigMatch kan een koper van varkens gerichte managementmaatregelen nemen om dieren zo goed mogelijk te integreren in het eigen bedrijf.

Dr. Theo Geudeke, varkensdierenarts

03Nieuwsbrief voor PracTici • jaarGaNG 18 • MaarT 2012

bezoek nu onze vernieuwde website, met onder meer:- Het eHv-abortuspakket is gelanceerd! Uitleg over het pakket en instructies voor het inzenden van monstermateriaal.- ir. ingrid faber in dienst als specialist voeding en gezondheid bij GD-divisie Varkens.- Nieuw op veeonline: gebruik van de digitale handtekening.

reactivatie van iLT-vaccinvirus lijkt regelmatig voor te komen

Alle ILT PCR-uitslagen voor swabs van ongevac-cineerde (SPF-) dieren en swabs van onverdachte vleeskuikenkoppels waren negatief. Bij onderzoek op swabs van een aantal onverdachte oudere legkoppels werd in een deel van de poolmonsters het ILT-virus (zeer waarschijnlijk vaccinvirus) aangetoond. Dit duidt erop dat reactivatie en/of recirculatie van het ILT-vaccinvirus niet uitzonderlijk is. Dit gegeven ver-laagt de diagnostische betekenis van een positieve ILT PCR-uitslag in een eerder gevaccineerd koppel. Een positieve ILT PCR-uitslag in combinatie met ILT-achtige klinische verschijnselen en met uitslui-ting van andere ziekteverwekkers die soortgelijke problemen kunnen veroorzaken (zoals IB, TRT en AI) zorgt voor meer duidelijkheid.

Deze bevindingen hebben gevolgen voor de EWS-lijst met ILT-uitbraken zoals die door de GD aan pluimveedierenartsen wordt verstuurd. Positieve ILT-uitslagen van ongevaccineerde koppels komen direct op de lijst. Positieve ILT-uitslagen van eerder gevaccineerde koppels moeten in overleg met de practicus en in combinatie met andere testuitslagen beoordeeld worden. Indien een uitslag op de EWS-lijst komt te staan, worden de mate van kliniek en andere diagnostische uitslagen ook vermeld.  Drs. jos Heijmans en dr. sjaak de wit, pluimveedierenartsen

Reactivatie en/of (re-)circulatie van het ILT-vaccinvirus in lang geleden gevaccineerde koppels komt zeer waar-schijnlijk vaker voor dan bekend was. Dat blijkt uit de resultaten van het ILT PCR-onderzoek dat de GD heeft uitgevoerd op luchtpijpswabs van gevaccineerde en ongevaccineerde koppels.

Page 2: GD Veterinair maart 2012

2

Klinische avonden rund: nog plaatsen beschikbaarTijdens de Klinische Avond Rund (KAR) in juni 2012 presenteert Christian Scherpenzeel, GD-dierenarts uiergezondheid, de toekomstperspectieven van selectief droogzetten en staat Robert Meijer, innovatiemanager bij Hendrix UTD, stil bij het belang van voeding in de droogstand. Het interactieve en uitdagende, maar vooral praktische programma wordt u aangeboden door de GD, Hendrix UTD en Virbac Nederland. U bent van harte welkom op de volgende unieke locaties:

Ga voor meer informatie en direct aanmelden naar www.virbac.nl/actueel.

Datum Locatie

woensdag 6 juni 2012 Onderzoeksbedrijf ‘De Kempenshof’, Boxmeer (beperkt aantal plaatsen)

donderdag 7 juni 2012 Productielocatie Hendrix UTD, Zwolle (beperkt aantal plaatsen)

donderdag 14 juni 2012 Veenweide innovatiecentrum, Zegveld

Dit hoeft u niet te lezenDe meeste collega’s in de paardensector hoe-ven deze column eigenlijk niet te lezen. Die waren er namelijk zelf bij. Want op 2 februari j.l. heeft de GD in samenwerking met Virbac en Pavo de klinische bijeenkomsten voor paardendierenartsen wat anders ingericht dan in de afgelopen jaren.

Normaal gesproken organiseren wij klinische avonden op verschillende hippische locaties in Nederland, met rondleidingen, demonstra-ties en praktijkverhalen. Dit jaar stond onder andere een presentatie over osteochondrose op de planning. De GD heeft namelijk in opdracht van Pavo onderzoek gedaan naar de invloed van voedingssupplementen op OC bij veulens. Met spectaculaire uitkomsten; het blijkt dat het geven van het supplement aan veulens de ontwikkeling van OC niet kan voorkomen, maar wel helpt herstellen!

Tijdens onze voorbereidingen vernamen wij dat de Groep Geneeskunde van het Paard (GGP) van plan was om dr. Bramlage uit de Verenigde Staten te laten overkomen. En de fokkerij-organisatie KWPN wilde communice-ren over de genetische invloeden van OC, naar aanleiding van het promotieonderzoek van dr. Van Grevenhof. Daarom hebben we de handen ineengeslagen en tijdens de Hengstenkeuring in Den Bosch gezamenlijk een praktijkcon-gres over osteochondrose georganiseerd. Het is een topdag geworden, waarop naast 30 studenten en 25 buitenlandse dierenartsen uit heel Europa ongeveer 190 Nederlandse paardendierenartsen aanwezig waren.

Wie weet wat we volgend jaar gaan doen. Keren we terug naar het oude concept of...? Alles afhankelijk van uw evaluatie en input. Laat u horen, want dan kunnen we nog beter voldoen aan uw wensen!

Drs. bram van schaik, paardendierenarts

bvD: aanpak op maatEind maart ontvangen uw veehouders de uitslagen van het éénmalig tankmelkonderzoek op BVD- afweerstoffen. Dit in het kader van de campagne ‘Veeg BVD van de kaart’ waar-over in de vorige GD Veterinair uitvoerig is gecommuniceerd. Deze uitslagen worden ook naar de dierenartsenpraktijken verzonden. Wat betekent deze uitslag en wat kunt u er als dierenarts mee?

Resistentie van wormen tegen wormmiddelen lijkt steeds meer voor te komen. Dat merkt u waarschijnlijk ook in uw praktijk. Om wormbesmettingen gericht aan te pakken en resistentieontwikkeling te vertragen is parasitologisch faecesonderzoek van groot belang. In samenwerking met Virbac organiseert de GD daarom nogmaals een cursus voor paraveterinairen die zelf faecesonderzoek uitvoeren. De cursus bestaat uit een kort theorie- en een uitgebreid praktijkdeel. In het theoriedeel worden drie technieken voor wormenonderzoek behandeld. Hierop aansluitend gaan deelnemers in het GD-laborato-rium zelf met alle drie de technieken aan de slag om mestmonsters te onderzoeken. De cursus wordt gegeven op donderdag 10 mei bij de GD in Deventer en duurt van 17.00 tot 20.30 uur. Via Virbac onvangt u € 100 euro korting en betaalt u slechts €250,- p.p. U kunt zich opgeven voor de cursus via uw GD relatiebeheerder, via www.virbac.nl of via e-mail [email protected].

cursus parasitologie voor paraveterinairen

Naar verwachting zal er bij ongeveer een kwart van de deelnemende bedrijven geen of zeer weinig afweerstoffen in de tankmelk gevonden worden. Via het GD Tankmelk BVD-abonnement kan de veehouder deze gunstige situatie blijven volgen. De overige drie-kwart van de bedrijven zullen vermoedelijk wel afweerstoffen in de tankmelk hebben. Er zijn drie oorzaken mogelijk: een oude, niet actieve infectie, een recente viruscirculatie of vaccinatietiters. De GD BVD QuickScan wordt aanbevolen om meteen het onderscheid tussen een oude, niet actieve infectie en een recente viruscirculatie te kunnen maken en een goed overzicht van het gehele bedrijf te krijgen.Waarschijnlijk zal het in 60% van de gevallen om een oude infectie gaan, dus alleen afweerstoffen in de tankmelk. Een alternatief voor de GD BVD QuickScan is dan ook om direct een abonnement GD BVD Afweerstoffen JongveeMonitor te adviseren. Bij dit abonnement wordt er onder andere twee keer per jaar bloedonderzoek bij het jongvee gedaan om te kijken of er een nieuwe infectie het bedrijf is binnengekomen. Kortom, deze campagne geeft u volop de gelegenheid om met de veehouders uit uw praktijk BVD van de kaart te vegen!

ir. bert de roo, hoofd binnendienst herkauwers

Page 3: GD Veterinair maart 2012

GD Veterinair | maart 2012 | 3

De gouden standaard bij de diagnostiek van leververvetting is en blijft het meten van vet (triacylglycerol) in de lever. De grens ligt bij 10% vet (nat gewicht). Onder deze grens zijn de effecten op productie, gezondheid en vruchtbaarheid beperkt. Boven deze grens is de kans op onherstelbare schade groot. Een iets praktische benadering voor het meten van le-ververvetting is het bepalen van NEFA’s, BHBZ, AST, GLDH en bilirubine. Met alleen NEFA’s en BHBZ wordt al een goed beeld verkregen. Be-palen van AST, GLDH en vooral bilirubine geeft extra informatie over de mate van beschadi-ging van de lever.

Problemen met leververvetting uiten zich in het begin van de lactatie. Naast een tegen-vallende melkproductie valt vaak een scala van gezondheidsproblemen op, inclusief een

Over de diagnostiek van leververvetting is inmiddels veel bekend. Maar op welke manieren uiten de gezondheidsproblemen zich en wat zijn de mogelijke oplossingen?

slechte reactie op de ingestelde behandeling (melkziekte, uierontsteking, enzovoorts). Voor een goed inzicht op bedrijfsniveau wordt geadviseerd om te starten met een be-oordelen van de energie- en eiwitstatus van koeien tussen vijf en vijftig dagen lactatie (BHBZ + ureum), het liefst bij twaalf dieren (minimaal acht). Bij problemen met lever-vervetting wordt bij de beoordeling van de resultaten al direct zichtbaar dat de grootste afwijkingen in de BHBZ-waarden te vinden zijn bij de dieren in de eerste dertig dagen na afkalven. Het vervolg is dan een beoordeling van de droogstaande dieren in de laatste twee weken voor afkalven (minimaal vijf dieren en beoordeling van minimaal NEFA’s en ureum).

De oplossing van leververvetting begint vaak met de beoordeling van conditie in de tweede helft van de lactatie en vervolgens het rantsoen in de droogstand, vooral de laatste weken voor afkalven en de eerste weken na afkalven. Wat vaak vergeten wordt is de aandacht voor zogenaamde glucogene nutriënten aan het einde van de droogstand en vooral direct na afkalven. Glucogene nutriënten als bestendig zetmeel en (bestendig) eiwit verbeteren de NEB door een vermindering van de energieafgifte via de melk.

Dr. jan veling, specialist veterinaire diervoeding

Leververvetting, en dan?

LabbePaLiNG vaN De MaaND

De huidige methodiek voor mastitisonderzoek gaat uit van melk afgenomen van het besmette uierkwartier, waaruit bacteriën worden geïso-leerd door kweken op een selectieve voedings-bodem. Bij dit onderzoek duurt het vaak twee tot drie dagen voordat er actie ondernomen kan worden. In sommige gevallen is dat te laat.

In een samenwerkingsproject met Qlip ontwik-kelt de GD momenteel een methode om sneller en goedkoper vast te stellen door welke type bacteriën de uierontsteking veroorzaakt is. Bacteriën zijn namelijk te onderscheiden op basis van de metabolieten (afvalstoffen) die zij vormen. Veel van die afvalstoffen zijn vluchtig, waardoor ze gedetecteerd kunnen worden met behulp van een gaschromatograaf. De hoeveel-heid en aard van de detecteerbare vluchtige metabolieten zijn karakteristiek voor het type bacterie waarmee de melk uit de geïnfecteerde uier besmet is. Door het metabolietenprofiel met behulp van een computer te vergelijken met profielen van bekende bacteriën, is het mogelijk een uitspraak te doen over het type bacteriën dat in het testmonster aanwezig is.

een nieuwe, snelle detectiemethode voor mastitispathogenenMastitis kan door meer dan honderd verschillende soorten bacteriën veroorzaakt worden. Wanneer mastitis geconstateerd wordt bij een koe, is het belangrijk om snel vast te stellen welke bacteriesoort verantwoordelijk is voor de ontsteking. De dierenarts kan vervolgens bepalen of de koe behandeld moet worden en met welke antibiotica.

In het project met Qlip wordt de test ook verder uitgewerkt voor het detecteren van spo-ren van boterzuurbacteriën. Boterzuurbacteriën kunnen bij de bereiding van kaas voor problemen zorgen en daarmee tot grote schade leiden bij kaasproducten. De huidige test voor het detecteren van boterzuurbacteriën heeft een doorlooptijd van vier dagen en maakt geen onderscheid tussen verschillende soorten boterzuurbacteriën. De 'vluchtige metabolieten'- test heeft de potentie om sneller, goedkoper en meer specifiek sporen van boterzuurbacteriën aan te tonen. De nieuwe methode voor beide toepassingen is naar verwachting medio 2013 inzetbaar.

Het project wordt gesubsidieerd door de Europese Unie (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) en de provincie Gelderland.

Dr. ir. frank de bok, projectleider

Page 4: GD Veterinair maart 2012

redactieCouzijn BosGuillaume CounotteTheo GeudekeJos HeijmansCatholine KosterEva OnisThijs Roumen

issN 1388-4042

Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de GD.

Prepress en productiecoördinatieSenefelder Misset Doetinchem

basisontwerpde PLOEG communicatie

vormgevingX-Media Solutions Doetinchem

DrukwerkSenefelder Misset Doetinchem uitgeverGD Deventer

verschijningsfrequentie12 keer per jaar

De Gezondheidsdienst voor Dieren

Postbus 9, 7400 aa DeventerT. 0900-1770, f. 0570-63 41 04www.gddeventer.com, [email protected]

alle genoemde tarieven zijn exclusief bTw en basiskosten.

GD heeft nieuwe websiteDe GD heeft een nieuwe website. Op deze website vindt u alles over diergezondheid gebruiksvriendelijk geordend en een overzicht van de producten en diensten van de GD. Daarnaast heeft de nieuwe website een frissere uitstraling. We zijn benieuwd wat u van onze website vindt! U kunt uw reactie achterlaten onder de ‘Contact’-knop op de nieuwe website of via [email protected].

studiegroepen uiergezondheid In de maanden februari en maart worden studiegroepen uiergezondheid gehouden op 37 locaties in het land. Deelname is gratis voor deelnemers aan GD PlusZorg Extra. De kracht van de studiegroepen zit in de praktische benadering van het onderwerp door een rondgang over het gastbedrijf. Er wordt gewerkt in groepen van ongeveer tien melkveehouders, onder leiding van een GD-buiten-dienstmedewerker. Voor melkveehouders met een melk-robot zijn er zes studiegroepen op een gastbedrijf met een melkrobot. De eerste studiegroepen zijn al geweest en de ervaringen zijn positief. Opgave kan nog via [email protected] of telefonisch (0900-1770).

Nieuws en mededelingen

algemene voorwaarden aangepastPer 1 april 2012 worden de algemene voorwaarden van de GD aange-past. In de bijlage vindt u de nieuwe algemene voorwaarden.

GD servicemail voor varkensdierenartsenOm de communicatie met de varkensdierenartsen te verbeteren is onlangs een servicemail in het leven geroepen. Met name voor labo-ratoriumtesten is het belangrijk snel en via korte lijnen te commu-niceren, zowel over nieuwe testen als over eventuele problemen met bestaande testen. Ook zullen wij u elke drie maanden informeren over bijzondere bevindingen in het kader van de GD VeeKijker.Het e-mailbestand van deze servicemail bestaat vooralsnog uit één e-mailadres per praktijk. Indien er binnen de praktijk dierenartsen zijn die deze servicemail rechtstreeks willen ontvangen, kunt u dit doorgeven via [email protected].

Praktijkbijeenkomsten bo LabserviceOp 10 april en 24 april wordt er voor deelnemers aan GD BO Lab-service wederom een praktijkbijeenkomst georganiseerd. Voor deze bijeenkomst (middag en avond) kunt u eigen monstermateriaal meenemen (platen) die we met elkaar beoordelen. Doel van deze bijeenkomst is nog meer ervaring en routine krijgen in het beoor-delen van mastitismonsters en opvallende zaken op de plaat leren herkennen. Deze praktijkcursus bestaat uit het uitvoerig terugblikken op de rondzendprocedure. Ook wordt er ingezoomd op de aandachts-punten per praktijk: wat gaat er goed, wat gaat er minder goed? Opgeven voor deze bijeenkomsten kan via uw relatiebeheerder of via [email protected].

cursus voeding en Gezondheid MelkveeOp 23 mei herhaalt de GD de cursus Voeding en Gezond-heid Melkvee, een praktische cursus van twee dagdelen (middag en avond) over de belangrijkste stoornissen van de vertering en stofwisseling. Per stoornis komen de achtergronden, diagnostiek, behandeling en preventie aan bod, met aandacht voor zowel het individuele dier als de koppel. Uiteraard staat de relatie met voeding in deze cursus centraal. In het eerste deel wordt aandacht besteed aan de achtergrond en theorie. In het avonddeel kan dit in de praktische cases worden toegepast. De GD biedt u met deze cursus de mogelijkheid om het onder-werp voeding in relatie tot diergezondheid meer bij uw advieswerk te betrekken. U kunt zich aanmelden via uw relatiebeheerder of via [email protected].

Levensnummer op elk inzendformulierRegelmatig ontvangt de GD inzendformulieren zonder volledig levens-nummer, met een andersoortige dieraanduiding. In verband met verdere digitalisering, tracking en tracing, en vermelding in certifi-ceringsprogramma’s is het noodzakelijk dat het levensnummer op elk inzendformulier staat. Vandaar een dringend verzoek om voortaan in ieder geval ook het volledige levensnummer te vermelden.