01 feb 2012 - GD 008

45
Gedoseerd Doceren 1 februari 2012, Nummer 8 Verschijnt vier keer per jaar. Gedoseerd Doceren is bestemd voor elke bridger die het moois van bridge wil overdragen op anderen. Van familie en vrienden tot complete groepen. Alle uitgekomen nummers staan op: www.bridgevraagbaak.nl , onder BridgeService De BestuurWijzer is gratis! Alleen als je echt heel graag een bedrag wilt overmaken, mag je dat doen, naar: rekeningnummer 54.94.44.440, t.n.v. R.A.M. Stravers. Voorwaarde is wel dat je dat uitsluitend doet over het werk dat reeds is verschenen. Dat voorkomt voor mij elke vorm van verplichting. Van dat geld ga ik aan het eind van het jaar heerlijk uit eten en bridgen met mijn vaste steunen en toeverlaten. Winst wil ik niet maken; wat overblijft gebruiken we voor leuke acties, een prijsvraag, etc. Het uurwerk, een zuivere vorm van overdracht Met toestemming gefotografeerd in het MUSEUM VAN HET NEDERLANDSE UURWERK, Zaanse Schans www.mnuurwerk.nl Inhoud 02 Moeder Victoria is nu aan het woord, Christa de Rooij-Feddema 03 Wat kinderen heel leuk vinden 04 De grens van het opnamevermogen 06 Docent gezocht in Zuidwolde 07 Bridge in een Flits 2, ook op PowerPoint? 07 Bridgecursus beginners, de START, Roelof Santing 12 Twee soorten docenten? 13 Stapje voor stapje met behulp van een beamer? Roelof Santing, Kees van Gennip en Ad van Sinttruijen 1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 1

Transcript of 01 feb 2012 - GD 008

Page 1: 01 feb 2012 - GD 008

Gedoseerd Doceren1 februari 2012, Nummer 8Verschijnt vier keer per jaar.

Gedoseerd Doceren is bestemd voor elke bridger die het moois van bridge wil overdragen op anderen. Van familie en vrienden tot complete groepen.

Alle uitgekomen nummers staan op: www.bridgevraagbaak.nl, onder BridgeService

De BestuurWijzer is gratis! Alleen als je echt heel graag een bedrag wilt overmaken, mag je dat doen, naar: rekeningnummer 54.94.44.440, t.n.v. R.A.M. Stravers. Voorwaarde is wel dat je dat uitsluitend doet over het werk dat reeds is verschenen. Dat voorkomt voor mij elke vorm van verplichting. Van dat geld ga ik aan het eind van het jaar heerlijk uit eten en bridgen met mijn vaste steunen en toeverlaten. Winst wil ik niet maken; wat overblijft gebruiken we voor leuke acties, een prijsvraag, etc.

Het uurwerk, een zuivere vorm van overdracht

Met toestemming gefotografeerd in het

MUSEUM VAN HET NEDERLANDSE UURWERK, Zaanse Schanswww.mnuurwerk.nl

Inhoud02 Moeder Victoria is nu aan het woord, Christa de Rooij-Feddema03 Wat kinderen heel leuk vinden04 De grens van het opnamevermogen06 Docent gezocht in Zuidwolde07 Bridge in een Flits 2, ook op PowerPoint? 07 Bridgecursus beginners, de START, Roelof Santing12 Twee soorten docenten?13 Stapje voor stapje met behulp van een beamer? Roelof Santing, Kees van

Gennip en Ad van Sinttruijen15 ‘Huiskamerdocent Beginners’ in tien minuten! Rob Stravers 19 Mening gevraagd... 20 Het 2-bod, Roelof Santing24 Uitkomsten en Signaleren, Frans Schiereck

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 1

Page 2: 01 feb 2012 - GD 008

Moeder Victoria is nu aan het woord.Christa de Rooij-Feddema (Victoria Bridgepromotions )

Bridge kan Killing zijn in relaties. Hieronder een paar voorbeelden:

Een echtpaar heeft een bridgetoernooi gespeeld en tijdens dat toernooi ging er veel mis.Ze rijden na de wedstrijd ’s avonds naar huis en de sfeer in de auto is te snijden.Op een gegeven moment rijden ze langs een weiland waar een groep ezels staat te grazen.“Familie van je?” vraagt de man aan zijn vrouw.“Ja”, zegt zijn vrouw “aangetrouwd”.

Een man meent tijdens de reguliere competitieavonden regelmatig zijn vrouw te moeten corrigeren. Op een gegeven moment maakt zijn vrouw aan hem duidelijk dat ze dat niet prettig vindt. Hij belooft beterschap.Echter na verloop van tijd kan hij het weer niet laten en vervalt in zijn oude gewoonte.Het volgende spel komt op tafel. De man biedt nietsvermoedend 1 Sa.Zijn vrouw biedt in eens 7 Sa.De man moet het spel spelen en gaat verschrikkelijk down.“Elke keer als jij meent commentaar te moeten geven op mijn spel, speel je de volgende keer groot slam” voegde zijn vrouw hem toe.De man heeft eieren voor zijn geld gekozen………..

Bridgen doe je samen met je partner. Samen met je partner probeer je het beste resultaat te halen. Maar daar hoort ook bij dat sommige dingen niet goed gaan. Er kan van alles mis gaan, dat hoort er bij. Ook daar moet je mee leren om gaan, als partners.

Killing in een partnership is het wanneer je elkaar niet respecteert. Wanneer er iets mis gaat kan dat natuurlijk heel vervelend zijn, maar relativeer ………. het is een spel en je leven hangt er niet van af!Als er iets mis gaat, probeer daar met je partner over te praten, vraag advies van andere spelers, zodat je de fout mogelijk een volgende keer kunt voorkomen. Verplaats je ook eens in de positie van je partner. Met open kaart is het altijd gemakkelijk……Daar heb je meer aan dan wanneer je je partner continue afbrandt, want dat werkt niet.

We zijn niet allemaal gelijk, de een is wat sneller dan de ander in het onderkennen van bepaalde spelproblemen.Denk niet dat Roelof zo’n lieverdje is. Ook ik trap wel eens op de rem in ons partnership JZie het bridge als een spel en laat het gezellig zijn. Ups en downs horen daar bij.Je versterkt elkaar als je daar samen over praat en relativeer een slecht resultaat.

Een Nederlands toppaar speelde eens een Interlandwedstrijd en er ging op een bepaald spel iets vreselijk mis. De Bondscoach werd geraadpleegd en die vertelde

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 2

Page 3: 01 feb 2012 - GD 008

de spelers dat ze in een dergelijk geval het spel “moesten parkeren”, wat zo veel betekent als: vergeet dat spel en ga over naar het volgende spel, want als je dat niet doet dan ga je vaak de volgende spellen ook de mist in.Enige tijd later speelde datzelfde paar opnieuw een belangrijke wedstrijd en halverwege kreeg de Bondscoach een telefoontje van een van de spelers met de vraag “Wat moeten we doen als de parkeerplaats vol is?’’………..

Relativeer, leer van elkaar en probeer elkaar te begrijpen en te respecteren.Op deze manier blijft bridge leuk!

Dat, lieve bridgevrienden, is de boodschap van moeder Victoria.

Wat kinderen heel leuk vinden is een bridgeles in competitievorm. Je splitst de groep al meteen in twee partijen, bijvoorbeeld de jongens tegen de meisjes; of twee willekeurige partijen door een grens te trekken. Twee leiders benoemen die zelf hun groep formeren, raad ik sterk af; dat geeft immers pijn voor degenen die het laatst worden ‘gekozen’: ‘Nemen jullie de rest maar’…Elk theoretisch onderdeeltje sluit je af met een paar ‘vraagstukken’. Beide groepen mogen intern overleggen. Je kunt ook paren of trio’s formeren, waarmee je garandeert dat alle deelnemers ook in het overleg worden betrokken.Met de beloning kun je de competitie spannend houden; de zwakste partij geef je gewoon wat meer punten voor een goed antwoord.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 3

Page 4: 01 feb 2012 - GD 008

De grens van het opnamevermogen

Beste Rob, Op het gevaar af een zeur te zijn, ga ik je toch mijn vraag voorleggen. In jouw leuke "Trainingen" maak je een onderscheid tussen minder gevorderden en meer gevorderden.Waar ligt voor jou die grens? Een zelfde vraag is er ook voor: Wat is een beginner en wat een gevorderde? Ik denk dat het antwoord vooral interessant is voor jouw GD documenten, immers mijns inziens dient gedoseerd doceren gericht te zijn op het niveau van de leerling. Voorts denk ik, maar wellicht heb ik het mis, dat een niveau aanduiding ook internationaal zou moeten kunnen passen. (Oeps) Kijken we naar de Nederlandse historie, dan zien we eerst een aantal lesboeken van de methode "Van Start tot Finish". In de tijd dat die lesboekjes ontstonden was dat een unicum in het Nederlandse taalgebied.Ik denk dat vanuit deze omgeving het idee van beginner en gevorderde ontstaan is. In de 90er jaren, jawel ook uit de vorige eeuw, kwamen de lesboekjes van Berry Westra. Die kwamen twee aan twee, te weten "Leer Bridge" en "Beter Bridge". Het idee van beginner en gevorderde werd daar, wellicht onbedoeld, mee versterkt. Een paar jaar geleden werden deze lesboekjes opnieuw uitgegeven, o.a. met een nieuwe kaft. Tot mijn grote verrassing heten alle vier de deeltje nu "Leer Bridge met Berry Westra". Opvallend is dat de deeltjes nu gewoon zijn doorgenummerd met 1, 2, 3 en 4. Al deze deeltjes vormen tezamen een sluitend geheel van een basissysteem voor het leren van bridge. Omdat het hier nog steeds gaat om een basissysteem, denk ik dat je een bridger pas gevorderd mag noemen indien hij de basis achter zich heeft gelaten - na die vier deeltjes dus. Daarna begint het pas...... De laatste tijd ontstaan er nieuwe lesboekjes met zogenoemde andere leermethodes. Opvallend hierbij is dat de onderwerpen uit een basissysteem anders worden gegroepeerd. Dit maakt het nog minder mogelijk om een indicatie van niveau beginner of gevorderde vast te stellen gedurende het leerproces. Ook dit zou er voor pleiten om pas na de kennis van het gehele basissysteem het predicaat gevorderde op te plakken. Ik vermoed dat indien er over dit onderwerp wordt gediscussieerd er nogal wat los zal komen. Ik verheug me erop.

Al net voor de ontvangst van deze vraag was de discussie al begonnen. Want...

...datzelfde onderscheid tussen de minder ervaren spelers en de meer ervarenen leidde recent tot een interessante gedachtewisseling.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 4

Page 5: 01 feb 2012 - GD 008

Op een mooie dag ontving ik een alarmkreet van een minder ervaren bridger. Die vond dat hij met zijn partner regelmatig in de problemen kwam als de tegenstanders gingen tussenbieden.

Na ampele overweging reikte ik deze spelers, en met hen alle andere minder ervaren lezers van de Bridge Training het volgende biedgereedschap aan:

Het bod in de kleur van de tegenpartij, dat kracht aangeeft met steun in partners kleur!

Ik citeer uit die aflevering:West Noord Oost Zuid1 1 pas 2*

*Noord moet het 2-bod van zuid alerteren omdat het bieden van de hartenkleur niets te maken heeft met een wens om een hartencontract te spelen. Als west uitleg vraagt, zal noord antwoorden: ‘2 belooft steun in noords schoppenkleur met minstens 10 punten.’

Het is ook mogelijk dat een tegenspeler na jouw alert vraagt: ‘Is dit een kjoe?’ [we schrijven cue]. Daarop kun je bevestigend antwoorden. Een ‘cue’ is namelijk een bod in de kleur van de tegenpartij dat niets zegt over die kleur en veel over kracht en de geboden kleur van partner.

Met minstens een 3-kaart mee en 10+ punten de kleur bieden van de tegenpartij, is op zich een heel eenvoudige actie, al zul je de eerste keer waarschijnlijk even moeten slikken!

Als partner goed met deze ‘cue’ omgaan, vergt iets meer.

Partners minimum van 10 punten en steun in je geboden kleur klinkt leuk, maar als je een heel zwak volgbodje plaatste, kunje samen met partner minder punten hebben dan OW. Enige voorzichtigheid is dan beslist geboden.

Na partnersbod in de kleur van de tegenpartij kun je kiezen uit de volgende ‘registers’.

Met minimale kracht (7-11 punten) herbied je je kleur zo laag mogelijk. Met openingskracht (12-14) bied je sterker (2SA/nieuwe kleur/3).

En met 15-16 punten trek je het mancheregister open!

Dat leidde tot een bijzonder interessante gedachtewisseling met Ad van Gemert.Ik geef een deel uit onze zeer aangename dialoog.

Wat bepaalt het juiste moment om de minder ervaren speler iets geheel nieuws te leren?

Ad:

Mijn antwoord is: zodra de minder

Rob:

Niet zijn IQ! Daar is immers niets mis 1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 5

Page 6: 01 feb 2012 - GD 008

ervaren speler de stof, die aan dat ‘iets geheel nieuws’ vooraf gaat, in theorie en praktijk voldoende beheerst.Dat moment komt pas na enige tijd en na enige ervaring.En de leergierige speler zal dan te zijner tijd, als ‘meer ervarene’, jouw leerstof in het tweede deel van de Training met vreugde bestuderen. Dus in het tweede deel, waarin deze leerstof naar mijn overtuiging thuishoort.

mee; dat zal gemiddeld niet afwijken van het IQ van de gemiddelde ervaren speler.Wat dan wél? Ik denk dat de belangrijkste voorwaarde is dat het hoofd er vrij voor is. En wanneer hééft het hoofd voldoende ruimte voor iets nieuws? Dat hangt van veel factoren af; zelfs meer dan zaken die alleen met bridge hebben te maken. Het gaat immers niet om het aanhoren en opslaan van de nieuwe regel, maar vooral om dat goed te kunnen toepassen. Omdat de leerstof op zich, met minstens een 3-kaart in partners kleur en minstens tien punten de kleur bieden van de tegenpartij, zeer eenvoudig is, denk ik dat het ‘omgaan met die informatie’ vrij natuurlijk is en snel beklijft door oefening.

Ik sluit niet uit dat dit stukje dialoog kan leiden tot meer gedachten over dit intrigerende onderwerp!

Docent gezocht in ZuidwoldeIk zoek met mijn partner naar een persoonlijke bridge-training.Dat zou kunnen op basis van gespeelde Step-spellen b.v.Wij wonen in ZuidwoldeNiveau: ca. Hoofdklasse. Mijn rating is 2612.Die van mijn partner lager (205), omdat zij net is begonnen. Dit seizoen heeft zij al 431 MP bijeengesprokkeld. Op één club en een paar toernooien. In Sneek hebben we de B-groep (100 paren) gewonnen.We zouden willen kijken waar de grenzen liggen van ons bridge-kunnen.Iemand die ons kan helpen samen te groeien in het spelletje.Als paar en persoonlijk. Wijzen op mogelijkheden ter verbetering.Uiteraard tegen een redelijke vergoeding. Gjalt van der Wal, [email protected]

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 6

Page 7: 01 feb 2012 - GD 008

Bridge in een Flits 2, ook op PowerPoint?Ik heb een vraag. Ik heb 12 bridgecursisten en ik heb gebruik gemaakt van ‘Bridge in een Flits’. Een erg goed boek waar een gemiddelde logisch denkende man of vrouw snel aan het bridgen komt.Nu willen die cursisten een vervolgcursus. Dus neem ik deel 2 van ‘Bridge in een Flits’. Bij deel 1 heb ik de PowerPoint presentatie gebruikt. Is er ook een PowerPoint presentatie van deel 2?Als die er is zou ik die heel graag willen ontvangen.Alvast bedankt.

Een duidelijke vraag!En degene die daar het beste op kan antwoorden is gigante Nancy de Boer!

Uiteraard komt er ook een powerpoint bij Bridge in een Flits 2. Berry Westra heeft gezegd dat de presentatie voor Kerst klaar is. De docenten krijgen daar dan bericht van.

Met vriendelijke groet,Nancy de BoerHoofd Breedtesport

Kennedylaan 9, 3533 KH Utrechtdoorkiesnummer: 030-2759941www.bridge.nl

Bridgecursus beginners, de STARTRoelof Santing

Bij lesgeven aan beginners is er natuurlijk een groot verschil of de cursistengroep uit 30- bestaat, of dat het 50+ zijn (als je geluk hebt) of dat de gemiddelde leeftijd gewoon boven de 60 ligt. Dat laatste is meer regel dan uitzondering. Het belangrijkste is bij deze categorie uit te stralen dat Bridge vooral leuk is, dat het voor hen eigenlijk "de smeerolie" is die ervoor zorgt dat hun sociale leven meer kleur krijgt en in stand blijft; dat ze niet in een isolement "achter de geraniums" terechtkomen. Daarnaast is het spelen van bridge goed om de hersenen getraind te houden. Ik memoreer altijd dat bridge de naam heeft "moeilijk te zijn". Maar bridge is in wezen niet echt moeilijk; de essentie en de regels zijn snel uitgelegd, maar om het onder de knie te krijgen, is veel oefening nodig. Ik vergelijk dat altijd even met het leren tennissen, ook een simpel spelletje toch?. De bal wordt naar je toe geslagen, en je geeft 'm een klap terug, over het net, en binnen de lijnen aan de andere kant. Simpel toch. Vragen??

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 7

Page 8: 01 feb 2012 - GD 008

Oké, en nu oefenen, je weet wat de bedoeling is, maar nu het doen!!! Zowel bij tennissen, als bij bridgen. 

Beginnende bridgers kennen veelal wel mensen die kunnen bridgen, meestal leeftijdsgenoten. Ook die hebben bridge geleerd; waarom zouden mevr X en de heer Y het wel kunnen leren, en jullie niet?  Een kanttekening daarbij: tsja, waarschijnlijk ben je te laat begonnen om nog wereldkampioen te worden, maar als dat je ambitie niet (meer) is, kun je nog jaren plezier aan het bridgen beleven. En dan komt het moeilijkste: de eerste les. Waar en hoe begin je, er valt zoveel te vertellen.

Ik heb slechte ervaringen met een voorstelrondje. Natuurlijk stel ik me zelf voor. Maar verder ga ik niet, geen voorstelrondje over de gehele groep. Als de groep meer dan 10 personen is, onthouden de meesten het toch niet; het is zonde van de tijd.Het kennismaken is veel effectiever gedurende de cursus zelf.

Voorafgaande aan een cursus doe ik wel een inventarisatie naar de kaartkennis:- heb je ervaringen met kaartspelletjes, zo ja welke. - ken je de begrippen slag en troef??

Op deze wijze kan ik behoorlijk inschatten wie bij welk onderdeel problemen zal hebben.En ik maak een overzicht met namen, adressen, telefoonnummers en e-mailadressen, en stel dat beschikbaar aan alle cursisten 

Maar toch: dat is slechts uitstel van executie. Je zult op een bepaald moment echt moeten beginnen. Je zult moeten uitleggen wat de volgorde van de kaarten is, wat een slag is, en op basis waarvan je bepaalt wie de slag wint.Hierbij ook van belang "bekennen moet". En hoe de kaarten worden weggeborgen na een slag (+ of - bij jezelf).En uitleggen wie er in de volgende slag moet uitkomen (winnaaar van de vorige slag). Dan kom je automatisch op het probleem: wie komt uit in de 1e slag.Kortom, heel veel kleine details, voordat ze iets kunnen. Ik doe dat in de praktijk altijd met een demonstratie. Ik laat aan twee tafels door (echte) bridgers hetzelfde spel spelen (ik vertel ook aan de cursisten dat de twee spellen identiek zijn). De tafel compleet ingericht: kleedje, bidding boxes, tafelblad, tafelnummer, 3 boards per tafel, spel 1 midden op tafel, 2 en 3 "elders". De cursisten erom heen gegroepeerd. De spelers nemen hun kaarten, tellen en steken de kaarten op. Daarbij wijs ik op het sorteren, soort bij soort, en rood/zwart afgewisseld; Het sorteren is geen officiële spelregel, maar gewoon handig voor het overzicht. Iedereen snapt dat (maar na 5 weken zijn er nog steeds spelers met "vijf" kleuren in de hand, en schoppen 3 bij de klaveren). 

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 8

Page 9: 01 feb 2012 - GD 008

Ik vertel plenair iets over de Windrichtingen en het samen spelen van NZ versus OW.

Daarna gaan de bridgers bieden. Ik geef daarbij heel summiere uitleg, en vertel er bij dat ze dat onmiddellijk weer mogen vergeten, dat komt later wel aan de orde. Uiteindelijk leidt dat er toe dat aan beide tafels een contract wordt geboden. Ik vertel even in gewoon Nederlands wat dat nou precies betekent. Bv: NZ hebben zich nu verplicht om 9 van de 13 slagen te maken, er is geen troef in het spel. Waarom NZ denken dat ze dat kunnen halen is nu niet aan de orde, Dan komt de volgende fase. Het spelen. Iemand moet starten (“uitkomen”). - Wie? Links van de leider. - Leider? Wat betekent dat en wie is dat? Terug naar de bieding.

Oh, werkt dat zo !! Dan de dichte uitkomst, met als uitleg: als de verkeerde speler uitkomt, kan dat worden hersteld, immers niemand heeft de kaart gezien (de echte reden: vragen over de uitleg, zonder dat er van OI sprake kan zijn, noem ik niet, de beginners zouden immers geen idee hebben wat ik bedoel en kunnen er dus niets mee) Ik krijg dan veelal toch wel de vraag: waarom start west met die bewuste kaart. Daar ga ik dan niet op in, vertel dat tijdens de cursus op een bepaald moment aan de orde komt wat handig en logisch is bij de keuze van de uitkomstkaart. En dan!!!! Uitkomstkaart wordt omgedraaid , en ......... de partner van de leider legt de kaarten open. Verbazing alom. Voor mij het moment om het begrip dummy te introduceren, en wat ervan dummy wordt verwacht. En passant een opmerking over "troef rechts" en hoge kaarten aan de eigen kant.  Daarna begint het spelen. Ieder op zijn beurt legt een kaart, waarbij de leider natuurlijk voor de dummy bepaalt. Veelal vraag ik een cursist om aan te geven wie hij denkt dat de slag heeft gewonnen. Wijst zich snel. En dan het wegleggen van de kaarten! + of -. Weer zo’n wonderbaarlijk moment. Bij de meeste spellen worden de kaarten immers verzameld door de winnaar. En het voorspelen in de 2e slag, enz, enz.  Er komt een moment dat een speler niet kan bekennen. Afgooien van een kaart naar keuze. Uit de groep komt dan - met 100% zekerheid - de vraag "als je niet kunt bekennen, moet je dan troeven" (er zijn altijd klaverjassers in een cursistengroep). Antwoord: nee, je mag doen wat je wilt, er bestaat maar één regel bij het spelen: BEKENNEN MOET, voor de rest "vrijheid - blijheid" Daarna het einde van het spel. Hoeveel slagen hebben NZ, en hoeveel slagen hebben OW gemaakt. Wat was het bod van NZ? Gemaakt, plus of down?

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 9

Page 10: 01 feb 2012 - GD 008

 Vervolgens op een reizende scorekaart laten noteren wat er is gebeurd (controle door de tegenpartij), waarna elke speler zijn kaarten pakt, telt, schudt en terug steekt in board nr 1. Vervolgens regelt Noord dat board 1 van tafel gaat en wordt vervangen door board 2. Iedere speler pakt zijn kaarten eruit, en .................dan stopt de demo! Als beide tafels gereed zijn, ga ik nog even in op bijzonderheid van het bridge. Alhoewel de overeenkomstige spelers dezelfde kaarten hadden, dus dezelfde mogelijkheden, heeft Noord aan tafel 1 de geboden 9 slagen gehaald, met nog een slag extra, terwijl aan tafel twee N niet verder kwam dan 8 slagen (ik overleg vooraf natuurlijk met de spelers dat er verschillende uitslagen komen). Kortom: dezelfde mogelijkheden, maar verschillende resultaten.Ik memoreer dat bij wedstrijden elk spel 10, 20, 100 x (of zelfs meer keren) wordt gespeeld. Op dat moment kom ik nog even terug op het wegleggen van de kaarten (+ of -). Immers, het spel moet later nog diverse keren worden gespeeld. De “handen” moeten intact blijven. En het doel is het om zoveel mogelijk spelers (concurrenten), die dezelfde kaarten hadden, achter je te laten. Omdat te bepalen is er een ingenieuze waarderingstabel bedacht, maar daar ga ik op dat moment niet in. Al met al duurt dit ongeveer 45 minuten. En dan is er tijd voor koffie !! Na de koffie gaan ze zelf aan de slag. Zelf de kaarten in de hand, en spelen maar. De demonstratie-spelers zitten bij hun aan tafel, als begeleider Ik bepaal klassikaal wie wat moet spelen (iedereen speelt hetzelfde spel). Tafelbegeleider grijpt in op aspecten als: -    kaarten "fout" gesorteerd-    verkeerde hand die uitkomt-    dummy legt kaarten verkeerd neer- dummy bemoeit zich met spelen-    voor de beurt spelen-    onjuist wegleggen van de slagen (+ cq -)-    slag dicht leggen voordat iedereen heeft gespeeld-    beginnen met een volgende slag, voordat elke speler de kaart heeft omgekeerd-    verzaken-    etc., kortom op allerlei technische zaken. Tafelbegeleider mag  geen opmerkingen maken over het spelen zelf !! Nadat een spel is afgewikkeld, worden klassikaal de resultaten genoteerd, in termen van tafel één : 9 slagen, tafel twee, 6 slagen, tafel drie 8 slagen, etc.De tafelbegeleider kan nog even laten zien waarom N bij hem tot 5 slagen kwam, en waarom iemand anders op 9 uitkwam. Daarna het tweede spel, en zo in totaal vier spellen, waarbij iedereen een keer aan de beurt komt om te spelen.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 10

Page 11: 01 feb 2012 - GD 008

 Ik gebruik voor de eerste avond het spel dat Wim Gouthier in 1992 heeft geïntroduceerd voor de eerste bridgeles. Dit spel heb ik beschreven in mijn artikel over het succes van Startersbridge, in Gedoseerd Doceren nr 3 (maart 2010). Dit is een keuze, er zijn meer van dit soort spellen in omloop. Daarmee is de eerste avond afgesloten. Al spelenderwijs hebben de cursisten veel indrukken opgedaan, maar zijn ze vooral zelf actief geweest (ook in het eerste deel, als ze "actief" kijken). In de daarop volgende weken verder met Startersbridge: spelen, spelen, spelen. Met na verloop van tijd een simpel biedproces, gebaseerd op het minibridge concept van Ids Hemminga, met de puntentelling van het echte bridge (deelscore-/manche premie, kosten van down gaan, begrip kwetsbaar).

En na de Starterscursus bied ik natuurlijk een biedcursus aan.

Bij mij werkt het.

Oh ja, ik heb de 1e avond nog een slogan voor de cursisten:

“Vindt u kaarten leuk? “ (veelal instemmend gemompel) “nou, dan garandeer ik: dan vindt u bridgen HEEL LEUK”

(alleen nog even leren ) 

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 11

Page 12: 01 feb 2012 - GD 008

Twee soorten docenten? In nummer 5 van gedoseerd doceren op pagina 12/13, breek je een lans om te komen tot twee volstrekt verschillende docentensoorten.Ik ben het daarin volkomen met je eens, en denk dat het geheel past in de beleidsvoornemens van de NBB om het bridgen uit zijn suffe imago te halen en beginners op een leuke - maar vooral professionele - manier aan een “verslaving” te helpen. Ik denk dat je het moet vergelijken met het onderwijs. Ook daar heb je een splitsing in onderbouw en bovenbouw.In de onderbouw moet je de leerling vooral bijbrengen dat leren op zich, gewoon hartstikke leuk is en er een wereld aan interessante dingen voor je opengaat.In de bovenbouw kun je op de gekweekte voedingsbodem de materie rustig laten neerdalen en vooral het doseren in de gaten houden. Dus splitsen die opleiding. De groep docenten, die zich nu vooral bezighouden met mensen de eerste beginselen van het bridgen bij te brengen, kon wel eens veel groter zijn dan Siger doet voorkomen. Nu Margriet er nog van overtuigen dat de moeilijkheidsgraad van de spelregeltest een non item is. Waar het om gaat is een specialisatie in de wijze van doceren. Vriendelijke groeten, Henk van Gend

Ik geef Margriet Jansze, Opleidingen/Breedtesport het woord:De CLO (Commissie Leraren Opleiding) heeft  vandaag vergaderd en we hebben het over het stukje van Henk van Gend gehad.

De NBB heeft in het verleden ook zelf al over een uitsplitsing gehad van niveaus van bridgedocenten.Maar omdat als een beginner een bridgedocent zoekt het voor hem of haar heus niet uitmaakt welk diploma de docent heeft is het idee om variatie in docentopleiding te maken geheel gestopt.De NBB en CLO vinden het belangrijk dat een bridgedocent die les geeft aan beginners boven de stof staat en dus een behoorlijk spelniveau heeft. Daarnaast is didactiek een belangrijk aspect in de bridgedocenten opleiding.

De spelkennistest is nu voor de tweede jaargang behoorlijk in niveau verlaagd, met andere woorden er zouden meer mensen aan de bridgedocenten opleiding kunnen meedoen die voorheen niet door de spelkennistest kwamen. Ook door een extra training van Henk Willemsens zijn meer kandidaten toe gelaten tot de opleiding.

Dit seizoen nemen 60 mensen deel aan de bridgedocenten opleiding.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 12

Page 13: 01 feb 2012 - GD 008

Stapje voor stapje met behulp van een beamer?Ik geef regelmatig samen met een medeclublid bridgelessen. Ken je een computerprogramma waarin je bied- en afspeelproblemen digitaal met behulp van een beamer stapje voor stapje kunt laten zien.

Op mijn vraag, voor welke specifieke overdracht van kennis en vaardigheid deze docent de beamer wil inzetten, en mijn inmiddels wat mindere angst voor dat hulpmiddel, kreeg ik als antwoord:Ik kan je de reactie over de moeheid die vaak toeslaat bij een presentatie met een beamer goed voorstellen.Mijn ervaring is wel dat dit meestal veroorzaakt wordt door een zwak of matig gebruik van dit middel zoals:

- te weinig afwisseling met andere werkvormen en hulpmiddelen;- te weinig interactie;- te grote blijvende concentratie op het beeld. De beamer blijft

meestal aan en het helverlichte beeld blijft meestal meer de aandacht te trekken dan de spreker

- allerlei irrelevante technische opleukertjes (invliegen van nieuwe informatie)

- zichtbaarheid- snelheid- niet werkende apparatuur- etc

Het belangrijkste doel waarvoor ik de beamer wil inzetten en waar mijn vraag betrekking op had, is het verhogen van het resultaat bij bieden en afspelen. Dit middel kan helpen de aandacht van de cursisten te richten op gevisualiseerde onderdelen van het bieden en spelen bij bridge. Je kunt de inhouden stapsgewijs opbouwen. Je kunt onderdelen weer terug halen, de consequenties van bepaalde keuzes laten zien, de interacties sterk richten etc Je laat b.v. de N-hand zien en vraagt : Wat zou je bieden en waarom? Daarna de Z-hand erbij. Wat bied je als zuid. Nu oost erbij. Wat doe je als Zuid als Oost het volgende tussenbod doet etc. Je kunt ook handen makkelijk wijzigen. Bij het afspelen kun je ook de gespeelde kaarten weghalen of even terugbrengen. Dus b.v. de handen niet in één keer allemaal laten zien. Uiteraard kun je met PP een aardig eindje komen, maar ik kon me voorstellen dat er een bepaald programmaatje voor wasVoor de bridgeleraar geldt uiteraard dat het didactisch gebruik in orde moet zijn.

Ik geef drie giganten ruimte voor een schoon antwoord:

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 13

Page 14: 01 feb 2012 - GD 008

Roelof Santing:Ikzelf maak bij mijn lessen geen gebruik van beamer/PP-presentaties.  Hoofdreden: ik ben zelf (nog??) te onhandig in het werken met dit soort middelen, maar de hoofdreden is dat ik de flexibiliteit mis om adequaat (daaronder ook begrepen snelheid) te reageren op de groep. Een andere kaart, een iets andere situatie, ik wil snel de nieuwe situatie op het bord hebben, zodat de groep "bij de les blijft". Ik zweer nog gewoon bij het oude schoolbord met kleurkrijt (tegenwoordig in een nieuw jasje gestoken in de vorm van een white board), met daarnaast een flipover, voor de "blijvende zaken".  Toch sluit ik mijn ogen niet voor de nieuwe mogelijkheden, en volg wat er gebeurt.  Bij de Vereniging van Bridgedocenten (VBD) zijn we hiermee al een paar jaar bezig. In het voorjaar van 2011 is er een themadag geweest mbt het gebruik van computer en beamer, als lesondersteunende middelen. Afgelopen zomer heeft Jan Willem van Nunen een presentatie gegeven over het snel kunnen anticiperen op wijzigingen in de dia's. Ik weet daar het fijne niet van, omdat ik tijdens deze dagen op vakantie was. Ik adviseer Kees om eens contact te zoeken met Martin Slagmolen (bestuurslid van de VBD) ( [email protected] ) en/of met Jan Willem van Nunen [email protected]).  Waarschijnlijk kunnen zij je inhoudelijk van dienst zijn.

Kees van Gennip (www.bridgevraagbaak.nl):Kijk eens op www.widop.nl  . Bij google op widop staat deze website bovenaan...

Ik weet zeker dat je geen spijt krijgt van de aanschaf van Widop. Ik heb de CD en gebruik de stof net als jij om mensen wat bij te brengen.Een investering van - naar ik meen - € 100 is voor de letterlijk bijna tienduizend uur werk, die er in is gestoken door Wim van der Geer, een habbekrats.

Ad van SinttruijenBij de vraag om "lesmateriaal gevraagd", worden onderwerpen voor een Opfriscursus genoemd, die exact de inhoud dekken van het boekje "Bridge na de finish" (Ton Schipperheyn & Martin Slagmolen).

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 14

Page 15: 01 feb 2012 - GD 008

Misschien dat je dit boekje, dat ondersteund wordt door een fraaie website met Powerpoint slides voor docenten, nog kunt meenemen in je advies? 

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 15

Page 16: 01 feb 2012 - GD 008

‘Huiskamerdocent Beginners’ in tien minuten!Rob Stravers

Voor de komende zomervakantie komt een extra editie uit van het maandblad ‘Bridge’. Dat nummer wordt geheel gevuld met kost voor nog-niet-bridgers. En het doel is duidelijk: een flink deel van de nog-niet-bridgers over de drempel helpen naar de bridgetafel. Daarmee mobiliseren we in één klap alle huidige bridgers, ruim honderdduizend, om hun vrienden, collega’s, gezins- en familieleden naar de bridgetafel te ‘slepen’. Uiteraard in de goede zin van het woord. Het ligt immers voor de hand dat geïnteresseerde nog-niet-bridgers zich het eerst wenden tot de bridgers in hun eigen kring. Volslagen beginners zo ver krijgen om aan bridge te snuffelen is één. Maar minstens zo belangrijk is dat degenen die de eerste stap willen wagen, uitstekend worden opgevangen. In het verleden kregen legioenen beginners namelijk door een onsamenhangende cursusopzet een extra aversie tegen bridge.

Als je dit artikel goed leest, kun je jezelf al over tien minuten uitroepen tot: Huiskamerdocent Beginners!

Voorwaarden om met succes deze spoedcursus af te sluiten:

1. Zelf met plezier kunnen bridgen!2. Plezier belangrijker vinden dan perfectie!3. Fouten van anderen zien, zonder daar iets over te zeggen!4. Zes keer hetzelfde uitleggen, zónder stemverheffing en woordjes als

‘maar’ en ‘toch’.5. Compliment geven voor een actie, ondanks dat je die zelf (nog)

beter zou doen.6. Verplaatsen in de beleving van een beginner, dus in jouw eigen

eerste stappen.

De spelregels van bridge zijn eenvoudig en daardoor gemakkelijk te leren. Maar door de vele mogelijkheden kunnen beginners in het begin het spel moeilijk zien.

Mensen spelen liever meteen dan dat ze lange theoretische betogen moeten aanhoren.

De ‘Huiskamerdocent Beginners’ kan de pure beginner metéén een aantrekkelijk spel laten spelen. Telkens voegt hij daar een eenvoudig onderdeel aan toe. Zodra het spel niet meer leuker kan worden, zijn alle onderdelen van het bieden en spelen geserveerd en kan de cursist zeggen dat hij kan bridgen!

Centraal staan de bied- en speelopvattingen van de aanstaande huiskamerdocent zelf.

Stap 11 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 16

Page 17: 01 feb 2012 - GD 008

Laat de 52 kaarten zien (vertel de volgorde A, H, etc.) en laat ze dan schudden en delen. Nadat alle kaarten zijn gesorteerd, kleur om kleur, vertel je dat elk spel begint met het bieden, en dat het paar dat het hoogst biedt moet ‘spelen’; het andere paar speelt dan automatisch tégen.

Het bieden slaan we voorlopig over. We gaan ervan uit dat de gever met zijn - tegenover hem zittende - partner het hoogst heeft geboden. En jij vertelt dan steeds wat dat hoogste bod is!

In het eerste spel laat je de gever 1SA spelen zoals ook normaal wordt gespeeld. Diens linkertegenstander komt dus uit, na een toestemmend knikje van diens partner, en de partner van de gever legt zijn kaarten open op tafel.

Na het spelen vertel je dat de hoogste bieder altijd zes slagen moet maken, plús wat hij heeft geboden. Hij speelde 1SA en had dus zeven slagen moeten maken om ‘binnen’ te zijn.

PuntentellingDe eerste zes verplichte slagen leveren niets op. Pas met de zevende gemaakte slag begint het tarief te lopen. In een SA-contract is de eerste (zevende) slag goed voor 40 punten, en elke volgende voor 30 punten. Als het contract is gemaakt, komt daar een bonus op van 50 punten. Wordt een contract niet gemaakt, dan kost dat 50 punten voor elke slag die de leider te kort komt.

Na het berekenen van de score, vertel je dat een spel na afloop door alle paren zijn gespeeld. En dat het verschil in scores de uitslag bepaalt.

Om dat vergelijkingseffect te benaderen, draai je het spel een kwart slag en laat je de linkertegenstander van de eerste gever hetzelfde contract spelen. Natuurlijk zullen enkele spelers nog weten hoe de kaarten verdeeld zitten, maar dat mág. Door daar rekening mee te houden ontstaat immers tegelijk het eerste spelinzicht…

Vooral als de tweede leider een ander aantal slagen maakte, kan het leuk zijn om met z’n allen na te gaan waardoor dat kwam. Zonder daar al te theoretisch op in te gaan. Dat wat de beginners zelf ontdekken blijft het langst hangen. Gun ze die tijd!

Laat ook de andere spelers 1SA spelen. Na de tweede speler kun je het spel opnieuw laten schudden.

Opgelet!Je begint pas aan een volgende stap zodra de bedoeling van de lopende stap voor alle spelers duidelijk is.

Stap 2Laat alle spelers een troefcontract spelen; aan de hand van hun eigen kaarten en die van hun partner mogen ze zelf de troefkleur vaststellen. Ook nu kun je elk spel twee keer laten spelen voor de vergelijking.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 17

Page 18: 01 feb 2012 - GD 008

Tip!Als je dat prettig vindt, kun je ook spelverdelingen gebruiken van bestaande cursusboeken en oefen-cd-roms.

PuntentellingVertel dat harten en schoppen 30 punten per slag opleveren en klaveren en ruiten 20 punten.

Stap 3Laat de spelers bieden zónder ook maar iets te vertellen over een biedsysteem. Volledig op hun gevoel dus. Geef daarbij gerust een rampgarantie. En alsof dat nog niet genoeg is, voeg je aan de puntentelling de manchepremie toe! Laat elk spel twee keer bieden en spelen.

PuntentellingVoeg de manchepremie toe van 300 punten in plaats van 50; vertel nog niets over kwetsbaar.

SpeelsoortschemaBezit Ideale speelsoortMet partner acht kaarten in een hoge kleur

Troefcontract in die kleur

Met partner maximaal zeven kaarten in een hoge kleur en opvang in alle kleuren

SA

Met partner maximaal zeven kaarten in een hoge kleur; de tegenpartij heeft een kleur waar jij met partner geen opvang in hebt

De kleur waarin je samen de meeste kaarten hebt.

Conclusie: Met samen acht of meer kaarten in een lage kleur, kun je beter SA spelen dan in die lage kleur, mits… de tegenstanders geen kleur hebben waarin ze je kunnen ‘oprollen’!

Stap 4Ook nu laat je de spelers louter op gevoel bieden. Elk spel twee keer. Voeg alleen het doublet en redoublet toe.

PuntentellingVoeg klein en groot slem toe, het doublet en redoublet en kwetsbaar.Daarmee is de puntentelling volledig overgebracht.

Stap 5Wanneer de spelers helemaal zijn gewend aan het spelen en daarin ontspannen de grootste fouten mochten en nog steeds mogen maken, is de tijd aangeboden voor een hulpmiddel: het biedsysteem!

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 18

Page 19: 01 feb 2012 - GD 008

Voordeel van het eerst laten ‘aanmodderen op gevoel’ is dat je cursisten het nu aangereikte biedsysteem ook echt voelen als een hulpmiddel. Met het biedsysteem kunnen ze opeens concrete informatie uitwisselen, waarmee ze vrijwel automatisch in de optimale speelsoort en hoogte terechtkomen.

Ook het biedsysteem kun je het beste in stappen indruppelen. Dus eerst een avondje alleen 1-openingen met antwoorden, etc.

Welk biedsysteem?Neem als biedsysteem het systeem waar jij het beste in bent. Beheers je meer systemen, kies dan voor het systeem waarmee je cursisten straks aan hun bridgetafel tegenkomen.

Mogelijke volgorde:a. Opening 1 in een kleur met de antwoorden (zonder tussenbiedingen).b. Opening 1SA e 2SA met de antwoorden (zonder tussenbiedingen).c. 2-openingen in een kleur met de antwoorden (zonder tussenbiedingen).d. 3-openingen met de antwoorden (zonder tussenbiedingen).e. Bieden na opening tegenpartij.f. Omgaan met tussenbiedingen.

De handen aanpassen! Om je bij één thema te houden, moet je na het schudden de handen aanpassen. Zorg ervoor dat de hand van de openaar voldoet aan het te behandelen thema. Op bijeenkomst a maak je daar een openingshand van door kaarten te ruilen met die van de tegenstanders. Die mogen dan toch nog niet meebieden!

Belangrijke richtlijnenGun je cursisten de tijd om achter hun eigen fouten te komen. Sta het maken van fouten toe. De meeste fouten ontstaan namelijk omdat de cursisten alle aandacht nodig hebben voor zaken die wij heel normaal vinden. Denk aan een kind dat fietsen leert. Door alle energie te moeten steken in het houden van het evenwicht, is er geen enkel oog, laat staan begrip, voor de verkeersborden!

Vooral als je zelf geen al te sterke bridger bent, is het toestaan van fouten ook ter bescherming van jezelf!!! Want al help je bij de eerste beginselen van het spel, het is helemaal niet uitgesloten dat je een toekomstig kampioen bij z’n eerste stappen helpt!

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 19

Page 20: 01 feb 2012 - GD 008

Tip voor twee huiskamerdocenten in één huiskamer…Als je met twee docenten werkt, leidt het tegenspreken van elkaar snel tot verwarring! Spreek daarom af wie welk onderdeel zal doceren. Wel kan het heel nuttig zijn als de uitleg van de één vragen oproept, de andere docent hetzelfde uitlegt in zijn eigen - dus andere - woorden.

Mening gevraagd...Ik volg op dit moment een docenten opleiding, daarom moet ik twee keer stages lopen.Op zoek hierna kwam ik bij een docent ( niet gediplomeerd, maar wel eerste divisie/meester klasse speler ) terecht,die het volgende aan zijn beginnende leerlingen doceert:als partner met 1 sans opent moet je al vanaf o punten en tweevier kaarten hoog Stayman toepassen. Bij antwoord van 2 ruiten van openaar zegt bijbieder 2 harten, en moet openaar met 3-3 hoog beste kleur kiezen en 2-3 of 3-2 hoog voor de 3-kaart hoog kiezen.Ik wil graag jouw mening, of van anderen (eventueel docenten) indien mogelijk, hoe hierover gedacht wordt.

AntwoordLaat mij eerlijk zeggen wat ik meteen dacht bij het lezen van jouw vraag.

Ik vind deze opvatting perfect passen in een stageproject. Deze volstrekt afwijkende invulling van de Stayman geeft jou namelijk alle gelegenheid na te gaan hoe deze uitpakt voor de cursisten. Vragen die ik beslist zou stellen zijn:

1. Hoe voelt het om ook met nul punten een stapje hoger (van 1(SA)- naar 2(♣)-hoogte) te gaan?

2. Hoe reageren jullie tegenstanders op deze Stayman?

Net als waarschijnlijk de meeste docenten heb ik de indruk dat deze invulling veel te pittig is voor beginners. Maar… hoe langer we zelf bridgen, des te lastiger het is ons te verplaatsen in de wereld van de pure beginners. Waar ligt de grens tussen behapbaar en te moeilijk? Natuurlijk verschilt die per cursist. Wel kan een onderdeel beter aan de licht verteerbare kant liggen dan zwaar op de maag!

Omdat je alleen achter de werkelijke grens komt door die te overschrijden… zou ik vooral positief kritisch hiermee omgaan. Ik hoor dan ook graag de resultaten van jouw nadere onderzoek!

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 20

Page 21: 01 feb 2012 - GD 008

Het 2 harten (2♥)-bod

Roelof Santing

In Gedoseerd Doceren nr. 4 heb ik uitgelegd dat een bepaald bod (1 SA) geen universele betekenis heeft. De betekenis op een zeker moment in de bieding wordt bepaald door de voorafgaande biedcontext.

In deze aflevering hetzelfde met het bod 2♥. Voor een goed begrip van het bieden is het een absolute must dat je in staat bent per geval te onderkennen welke specifieke betekenis dit bod heeft in de verschillende biedseries.

De antwoorden zijn gebaseerd op de theorie voor beginners, onafhankelijk van de gekozen leerlijn

1. West Noord Oost Zuid- - 2♥?

Sterk, semi-mancheforcing; dwz ca 8 á 9 speelslagen met minstens een goede 5-krt ♥.

Net onvoldoende voor de sterkste opening (2♣). Vergelijk met opgave 13.

2. West Noord Oost Zuid1♥ pas 2♥?

4-krt ♥, 6-9 ptn. Steunbod in de hoge kleur van de openaar.

Fit in de hoge kleur is gevonden! Ga niet verder zoeken, zelfs niet als je ook nog een mooie 5-krt ♠ hebt.

3. West Noord Oost Zuid1♥ pas

1♠ pas 2♥?Minimale opening met 6-krt ♥. Je tilt zelf de bieding naar het niveau 2. Herhalen van de eigen kleur belooft dan minstens een 6-krt. Met een 3-5-2-3 moet je kiezen tussen 1 SA en 2♣.Met 1 SA komt de 5-krt ♥ niet uit de verf, met 2♣ beloof je eigenlijk een 4-krt ♣ (je hebt er maar 3). Je jokt dus een beetje, maar je partner weet nu in ieder geval dat je een 5-krt ♥ hebt.Vergelijk met opgave 4

4. West Noord Oost Zuid1♥ pas

2♣ pas 2♥?Nu heeft partner de bieding al naar 2 niveau getild. Een herhaling van de eigen kleur belooft dan een 5-krt, ipv de 6-krt, zoals bij opgave 3.Anders zou je vast zitten met iets als ♠ AB93 ♥ AV975 ♦ 3 ♣ V532♠ kan niet, dat is Reverse, belooft minstens 16 ptn. ♣ steunen en 3♣ bieden met een matige 3-kaartje is niet goed, en 2 SA herbieden met een singleton ♦ geeft ook geen goed gevoel.2♥ is eigenlijk het enige dat resteert.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 21

Page 22: 01 feb 2012 - GD 008

5. West Noord Oost Zuid1 SA pas 2♥?

Jacoby transfer, zegt alleen maar dat je een 5(+)-krt ♠ hebt. Partner moet “Pavlov” 2 ♠ bieden.NB: West moet wel even het 2♥ van Oost alerteren; 2♥ zegt immers niets over ♥

6. West Noord Oost Zuid1 SA pas

2♣ pas 2♥? 2♣ is de Stayman conventie, informeert naar het hoge kleuren bezit bij de 1 SA-openaar.2♥ toont simpelweg een vierkaart ♥ bij de 1 SA-openaar (daarnaast is het best mogelijk dat Oost ook nog een 4-krt ♠ heeft; maar daar gaat het nu niet over).

NB: Oost moet het 2♣-bod van West alerteren

7. West Noord Oost Zuid1 SA pas

2♦ pas 2♥?Vergelijk met opgave 5. 2♦ is de (Jacoby-)transfer; het toont een 5(+)-krt ♥. Van de 1 SA-openaar wordt nu simpel verwacht dat hij 2♥ biedt. Als West de behoefte heeft verder te bieden, dan hoort Oost dat wel in de volgende ronde

NB: Oost moet 2♦ en West met 2♥ alerteren

8. West Noord Oost Zuid1♠ 2♥?

Een volgbod op 2-niveau belooft een behoorlijke eigen kleur (minstens een 5-krt, liefst een 6-krt). Oost belooft 5 á 6 slagen. De puntenrange van een volgbod ligt normaal ergens tussen de 6 en de 15. Bij een volgbod op 2-niveau moet de ondergrens wat hoger liggen (vanaf ca 10 punten).

9. West Noord Oost Zuid1♦ 2♥?

In tegenstelling met de vorige opgave, toen Oost zo goedkoop mogelijk zijn kleur bood, gaat het hier gepaard met een sprong. Immers, Oost had ook 1♥ kunnen bieden.Een sprongvolgbod belooft een goede eigen 6-krt, vanaf 13 punten (intermediate).In de klassieke opvatting betekent het zelfs 16+ punten.Daarnaast is er ook een stroming die springt met een zwakke kaart (minder dan een opening).

Welke variant je ook kiest: het is in elk geval een 6-kaart.

10. West Noord Oost Zuid1♠

Dbl pas 2♥?Partner West geeft op Zuid’s opening een informatie doublet. De boodschap is: partner, bied eens iets. De meest ideale hand van West is een vierkaart in elk van de 3 overgebleven kleuren (♠ is de kleur van de openaar). Als Oost heb je biedplicht, zelfs met 0 punten. 2♥ belooft een 4-krt ♥ en 0-7 punten.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 22

Page 23: 01 feb 2012 - GD 008

11. West Noord Oost Zuid1♦

Dbl pas 2♥?Lijkt een beetje op de situatie bij 10. Wederom een info-dbl van partner. Oost biedt opnieuw 2♥. Maar als Oost zwak was geweest, had hij natuurlijk kunnen volstaan met 1♥. Dat belooft 0-7 punten met een 4-krt ♥ (zie 10). Met de sprong geeft Oost aan dat hij best een aardige kaart heeft, het belooft nog steeds slechts een 4-krt ♥, maar nu met minstens 8 punten.

NB: de bovengrens ligt bij ca 11 ptn. Als je nog sterker bent, moet je door naar de manche. Dan doe je er het verstandigst aan eerst het sterkste bod te doen; te weten 2♦ (bod in de kleur van de tegenpartij)

12. West Noord Oost Zuid2♣ pas

2♦ pas 2♥?2♣ is het sterkste openingsbod. Het kan gebaseerd zijn op twee verschillende handtypes:a) een hand met een SA-verdeling, maar dan met 23+-punten, dus sterker dan de 2 SA-opening (20-22) of b) op een hand waarbij jezelf de manche al in handen hebt (10+-slagen), dus sterker dan het semi-forcing openingsbod op 2-niveau. Het 2♦-bod van West is een afwachtbod (relay-bod); om de openaar de kans te geven in zijn 2e biedbeurt te vertellen welk handtype hij heeft. Hier komt Oost met 2♥, dus blijkbaar zeker van de manche in ♥ (10 slagen), ongeacht de kaarten die dummy (West) meeneemt. Zie het verschil met het 2♥-bod uit opgave 1.

NB: natuurlijk moeten zowel 2♣ als 2♦ worden ge-alerteerd

13. West Noord Oost Zuid2♣ pas 2♥?

Ook hier begint de openaar met het sterkste bod (2♣). Echter, i.p.v. het 2♦ (relay)bod biedt Oost direct 2♥. Hiermee geeft Oost aan te beschikken over een behoorlijke 5-krt ♥ (2 honneurs) en minstens 8 punten

NB: 2♣ moet worden ge-alerteerd. Dat geldt natuurlijk niet voor 2♥, dat is immers echt

14. West Noord Oost Zuid1♠

2♣ pas 2♥?West plaatst een volgbod na de opening van Zuid. Dat belooft een goede ♣-kleur. Als Oost hierna een eigen kleur biedt (hier: 2♥) belooft dat een goede eigen kleur, met geen interesse voor ♣. Doel is CONTRACTVERBETERING.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 23

Page 24: 01 feb 2012 - GD 008

15. West Noord Oost Zuid1♠ pas 1 SA pas2♣ pas 2♥?

Oost is relatief zwak met zijn 1 SA-bijbod (6-9 punten; het “vuilnisbakkenbod”, en geen steun in ♠). West biedt zijn 2e kleur (♣), en toont daarmee minstens 5♠/4♣. Oost wordt geacht te kiezen. En dat doet Oost ook, echter, Oost kiest voor ………..♥!!!

Oost heeft dus geen 2-krt ♠ en geen 4-krt ♣. Oost heeft een lange ♥-kaart (waarschijnlijk een 6-kaart) en kon deze niet laten zien bij zijn 1e bod.

Merk op dat een lange troefkleur in de zwakke hand troefslagen oplevert, terwijl daarnaast de hoge kaarten in de openingshand ook slagen waard zijn als bijkleuren.Andersom is dat niet het geval. De hoge kaarten in de openingshand blijven natuurlijk slagen, ook als ze troef zijn. Lage kaarten in een lange bijkleur in dummy leveren echter niets op.

16. West Noord Oost Zuid1 SA Dbl 2♥?

Nagenoeg iedereen speelt transfers na de 1 SA-opening van partner. Normaal is 2♥ dus een transfer en belooft een 5+-kaart ♠. Is dat nu nog steeds zo??De meest gangbare opvatting is dat conventies VERVALLEN, als de tegenpartij zich met de bieding bemoeit. Dus 2♥ in deze situatie is bedoeld om te spelen.

NB: wil je het met je partner anders doen, en dit bod nog steeds zien als transfer?? Dat mag; je mag immers alle afspraken maken die je wilt. Maar let dan ook op het alerteren!

17. West Noord Oost Zuid1♦

1 SA Dbl 2♥?Partner doet een volgbod van 1 SA. Dat belooft 15-17 punten, met een SA-verdeling én een dekking in de openingskleur (hier: ♦). Noord is op zijn post, en doubleert. Hij ziet het 1 SA-bod wel down gaan; een smakelijk hapje.Stel nu dat Oost iets heeft als ♠ 932 ♥ B9832 ♦ 65 ♣ B53.Dat gaat dus niet goed. Je brengt niets mee voor partner.Vlucht 2♥. Met ♥ troef heb je wellicht 2 slagen en hoop je minder te verliezen dan met 1 SA.

Opnieuw is dit geen transfer. Conventies vervallen. Als je ♠ 932 ♥ B53 ♦ 65 ♣ B9832 zou hebben, wil je nu toch rustig in 2♣ zitten !

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 24

Page 25: 01 feb 2012 - GD 008

Uitkomsten en SignalerenFrans Schiereck

Morse en Braille zijn codetalen d.w.z. er is iemand geweest die bedacht heeft dat de A in Morse ▬ ▪ is, dat had ook ▪ ▪ ▪ ▬ kunnen zijn. Een biedsysteem en signaleringsafspraken zijn ook codetalen. Er zijn beginnende bridgers die denken dat 1 SA altijd 15-17 punten is in Noord-Korea tot en met Zuid-Afrika.

………….. even die mop kwijt ………

Een Duits viertal zit hun systeemkaart zu erklären tegenover een Nederlands viertal. “Je moet even opletten zegt Heinrich, onze SA-opening is 14-18.”Onze Nederlandse vriend kon dit schot voor open doel niet missen. “Onze SA is 40-45”.

Dus je biedsysteem is een kwestie van afspreken, als je afspreekt dat 1♣ een opening is met 2 vijfkaarten zwart en 11+, dan mag dat en dan kán dat. Of het verstandig is is vers twee. Morse (die man heeft echt bestaan, hij heette Samuel Morse en stierf in 1872) bedacht dat letters die het vaakst voorkwamen de kortste tekenserie moest hebben, dus de e is een punt en de t is een streep, enz. dat had ook allemaal anders gekund maar dit is voor een Indo-Europese taal wel het beste, dan heeft de telegrafist het minste werk. Braille heeft dat minder goed gedaan, de simpelste codes staan vooraan in het alfabet, dat hadden u en ik anders gedaan.

Samuel Morse 1791 – 1872

Als je in een beginnerscursus bespreekt waarmee je moet uitkomen van ♦ VB1093 dan kun je ze maar moeilijk overtuigen dat ♦ V het beste is, de V belooft de Boer, bla bla bla, want de helft van de cursisten denkt: ach wat maakt dat nou uit of je met de V, de B, de 10 of de 9 uitkomt. Plumbum circum ferro antiqua.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 25

Page 26: 01 feb 2012 - GD 008

Van een serie komen de meest bridgers met de hoogste uit. Er is maar één bridger die dat niet doet en dat is Rusinov hij komt met de een na hoogste uit. De uitkomst van de V belooft dus de Heer, het is dus weer een kwestie van afspraak, verder kun je niet gaan. Ik bedoel het is volstrekt zinloos om af te spreken dat de 9 de Heer belooft en dat je dus HVB109(x) x hebt, bij de uitkomst van een serie is die serie misschien maar een verzameling van 2!

Je kunt het wel doe maar je wordt nageroepen op straat.

Dit beveel ik aan: 1. Van een serie honneurs de hoogste. (VB104)2. Van een interne of gebroken serie de hoogste (HB1095).3. Van honneur-doubleton de honneur.4. Van een doubleton de laagste.5. Van een 4- of 5-krt met ten minste de Vrouw: de 4e van boven.6. Van een 4- of 5-krt met hoogstens de Boer aan top: de 2e van boven.7. Van een waardeloze 3-krt de 2e van boven, 8. Met 10982 of 8763 ook de 2e van boven. Dit zijn geen series “honneurs”.

Maar het hoeft niet je mag van alles afspreken, zo mag je ook afspreken dat uw SA-opening 40 – 45, oh maar daar had ik het al over gehad.

Het onoverkomelijke voor velen is de uitkomst van een waardeloze doubleton.

Signaleren

Culbertson introduceert een wetenschappelijke aanpak van het biedsysteem, hij bedacht dat het 1 ♦-bod op 1 ♣ forcing was en dat 2 ♣ dat niet was. Hij bedacht ook een consistent signalerings systeem.

1. AAN-signaal2. Distributiesignaal. 3. Kleurpreferentiesignaal

Ad 1. Als de uitkomst bevalt moet je blij kijken en een hoge kaart bij gooien; partner geweldig gespeeld komt a.u.b. door. AF-seinen is dus een kleine, dat lijkt me nogal logisch.

Ad 2.Het distributiesignaal gebruik je om je partner te vertellen of je een even of oneven aantal kaarten hebt in die kleur. Even is hoog-laag. Je gebruikt dit als er in de dummy bijvoorbeeld: ♦ HV1054 ligt zonder zij-entree. Met ♦ 72 gooi je de eerste keer de 7 bij, met ♦ 732 gooi je de 2 bij; oneven is laag-hoog. Dat lijkt me logisch.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 26

Page 27: 01 feb 2012 - GD 008

Ely Culbertson 1891 - 1955

Ad 3. Kleurpreferentie geef je (o.a.) aan als je niet kunt bekennen. Kleine ruiten betekent: ik wil geen ruiten aangespeeld zien, grote ruiten, dan juist wel.

Tot zover de aanbevelingen van Culbertson.

Even twee voorbeelden, over deze stof:

Vb1.

♠ 1076 ♠ ?♥ V953 ♥ ?♦ HB96 ♦ ?♣ AH ♣ ?

♠ AHB4♥ 62♦ 1073♣ 9852

Oost speelt het contract 4 ♥, zuid start met ♠ A, noord speelt de 2 bij. STOP! Hij wil niet, wat niet? Hij wil geen schoppen, hij heeft de V niet en hij heeft ook geen doubleton. Dan maar iets anders voortzetten en hopen dat hij nog een keer aan slag komt. Welnu dat gebeurt natuurlijk, hij heeft troefaas en daar wil je nog wel een keer mee aan slag komen, en dán speelt hij schoppen na: 1 down. De leider had: ♠ Vxx ♥ HBxxx ♦ AVx ♣ Vx, dus naast troefaas verliest hij 3 schoppens. Merk

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 27

N

W O

Page 28: 01 feb 2012 - GD 008

op dat als zuid ijzerenheinig schoppen doorspeelt hij de V van de leider vrijmaakt en dan maakt oost zijn contract.

Vb2.In dit voorbeeld speelt west 3 SA (na 2 SA – 3 SA), noord start met ♥ 4.

♠ ? ♠ 874♥ ? ♥ 65♦ ? ♦ HV1097♣ ? ♣ 976

♠ 1093♥ 982♦ A42♣ AB105

West neemt de 1e slag met ♥ V en speelt dan ♦ B, waarop partner noord ♦ 8 bijspeelt. U neemt niet en west vervolgt met een kleine ruiten en noord completeert het signaal met ♦ 2. Noord heeft dus een even aantal ruitens, dat zullen er wel 2 zijn en niet 4, dus zuid moet nog één keer ophouden, nu is de dummy dood. Aan slag gekomen speelt zuid gewoon harten door.West heeft: ♠ AVBx ♥ AVB ♦ Bxx ♣ HVx, dus die kan niet veel meer dan slagen weggeven.

Heeft u in de gaten dat laag-hoog een digitale code is? Net als de codes in het Morsealfabet Die je ook kunt vervangen door hoog-laag o.i.d. Bij bridge is alleen een extra moeilijkheid dat als je de eerste keer de 5 ziet verschijnen bij je partner, dat het dan niet altijd duidelijk is of dat een hoge of een lage kaart is. Je moet altijd je eigen kaar de dummy en het biedverloop raadplegen om de juiste conclusies proberen te trekken.

Maar dat zoekt u zelf maar uit.

In de jaren na 1930 heeft men niet stil gezeten. Allerlei verbeteringen frutsels ogenschijnlijke verbeteringen zijn bedacht vooral door amateurs die een veel te hoog gewicht aan dat signaleren hechten.

Omgekeerd signaleren

Het eerste dat men ontdekt is dat een hoge kaart bijgooien voor het AAN-signaal vaak een slag kost, het is een beetje zonde om met 9-ens 8-en en 7-ens te smijten. Daarom heeft met verzonnen om de signalerings afspraken te veranderen in:

AAN-signaal = laag (gevolgd door hoog)even aantal = laag (gevolgd door hoog)Kleur-preferentie = laag is die kleur wil ik hebben

Lavinthal

Het Lavinthal-signaal neemt een aparte plaats in. Het is oorspronkelijke gebruik is bij het geven van een introever en dan nog een introever.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 28

N

W O

Page 29: 01 feb 2012 - GD 008

Vb3.Zuid speelt 4 ♥ (na 1♥ - 4 ♥) west start met ♦ 9, oost neemt en geeft zijn partner een introever.

♠ 10862♥ H107♦ HV3♣ HV6

♠ V973 ♠ B5♥ B92 ♥ 43♦ 9 ♦ A10652♣ B9854 ♣ A1032

♠ AH4♥ AV865♦ B874♣ 7

West moet nu een kaart terugspelen. Welke? Klaver, schoppen of troef. Wij weten dat west met een klaver terug hij nog een introever krijgt. Oost kan hem helpen door in slag twee ♦ 2 te spelen, daarmee suggereert hij de laagste van de overgebleven twee kleuren (de troefkleur valt af) en inderdaad nu is het contract down. Als hij ♦ 10 had laten troeven had je schoppen moeten retourneren.

Men was zo enthousiast over wat Lavinthal had bedacht dat men dit signaal over het hele maatschappelijke middenveld ging toepassen. Vreselijk. Bij elk troefcontract komt er een moment dat u niet meer kunt bekennen, met name in troef, de kaart die je dan weggooit geeft aan wat je graag aangespeeld wilt hebben. Stel harten is troef en je kunt op een gegeven moment geen harten meer bekennen.

kleine ♠ = klavergrote ♠ = ruitenkleine ♦ = klavergrote ♦ = schoppenkleine ♣ = ruitengrote ♣ = schoppen.

Wat klein of groot in dit verband inhoudt is afhankelijk van wat je in de dummy ziet, wat je in je hand hebt en het biedverloop. Voordeel, je kunt elke kleur op twee manieren aanseinen. Toch zijn er weinig spelers van boven de 2e divisie die het zó doen. Het nadeel is namelijk dat elke kaart die je laat vallen iets betekent en heel vaak heb je niet iets moois als VB10x in een kleur.

Revolving Discards

Denk de 4 kleuren cyclisch gerangschikt: ♣→♦→♥→♠→♣→♦ enz.Als je in een troefcontract of SA-contract niet meer kan bekennen (laten we zeggen dat de leider ruiten speelt) dan geeft een hoge ♥ aan de kleur daarboven dus ♠, een hoge ♠ geeft aan de kleur daarboven dus ♣. Een hoge klaver is de kleur daarboven

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 29

N

W O

Page 30: 01 feb 2012 - GD 008

dat is ruiten, maar dat betekent in dit geval: ”ik heb niks te seinen”. We gaan nog even verder, een kleine ♣ is de kleur eronder en dat is ♠ een kleine harten is weer: “ik heb niets te seinen”.

Voordeel: je kunt hier ook aangeven dat je niets hebt. Nadeel: je kunt niet altijd jouw kleur op 2 manieren aangeven, je kunt soms niets missen om jouw kleur aan te geven. Toch zijn er ook hier weinig spelers van boven de 2e divisie die het zó doen.

Romeins

De Italianen hebben in de jaren ’60 bedacht dat als je een oneven kaart weggooit dat dat dan een AAN-signaal is in die kleur en dat een even kaart een AF-signaal is en dan nog zo dat een lage oneven kaart Lavinthal is evenals een hoge oneven kaart is voor de hoogste overgebleven kleur.

Benito Garozzo en Giorgio Belladonna

Asterix en Obelix hebben nog een protest ingediend tegen deze manier van signaleren, want het werkt het valsspelen in de hand. Wat te doen met H864 als je achter het aas van de dummy zit. Hans Kreijns heeft de oplossing aangedragen. Eerst lang nadenken en dan de 4 bijspelen.

Omeletten bakken en de eieren heel laten.

Dan zijn er nog heel veel uitvinders, die in de eerste slag houding en kleurpreferentie kunnen aangeven. Laat u niets wijsmaken, dat kan niet.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 30

Page 31: 01 feb 2012 - GD 008

♠ 532♠ H ♠ 974

West start met de Heer, je kunt nu alleen maar AAN/AF seinen en niet afseinen en tevens aangeven dat je klaveren wil.

Het is zoals onze Neelie Kroes al eens zei: “je kunt niet blazen en het meel in je mond houden”.

Toch zijn er mensen die dit op de systeemkaart hebben staan:2 3 4 – Lavinthal voor de laagst overgebleven kleur,5 6 7 – AAN in die kleur8 9 10 - Lavinthal voor de hoogst overgebleven kleur.

Briljant maar het werkt niet. Je hebt soms B1098 en je wil aanseinen? Soms heb je 765 en je wilt afseinen. Je hebt niet altijd een hoge een lage en een middenkaart om dit seinfestival mee te vieren, bovendien heb ik dit soort ongelukken zien gebeuren.West start met ♥ H, het contract doet er niet toe.

♥ 842♣ V94

♥ HV76 ♥ B93♣ B52 ♣ A873

♥ A105♣ H106

Oost wil graag AANseinen, maar dat kan niet want hij heeft geen middenkaart (5,6,7). Hij gooit ♥ 3, de leider doet het goed door te duiken en raadt eens wat, west komt klaver door. Da’s lekker, oost kan weinig anders dan het aas zetten. NZ heeft nu 2 klaver slagen ontwikkeld gekregen en de aanval in harten is gestopt er is dus tempoverlies. Maar de sleutelaars, kruidenvrouwtjes en wizzards zullen blijven vechten voor èn èn. Ik kan maar één tip geven laten we met zijn allen lid worden van de VTDK.

Een aantal voorbeelden tot besluit, en dan nog even speciale aandacht voor de uitkomst van 1098x en 876x? Van een serie honneurs kom je – bij afspraak – met de hoogste uit, met een serie gajes kom je met de 2e van boven uit. Dit werkt als een trein. Als mijn partner tegen 3 SA met iets als de 9 uitkomt weet ik dat de 10 of B er boven zit, niet de V want dan was hij met de 4e van boven uitgekomen.

Enige voorbeelden, het biedverloop was 1 SA – 3 SA.

a. ♥ VB7

♥ 9 ♥ H84??

Deze bluffer kun je afstraffen door de 4 bij te spelen. Je weet dat partner er iets boven heeft en dat kan alleen maar de 10 zijn. De leider had: ♥ A65

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 31

Page 32: 01 feb 2012 - GD 008

b. ♥ 542

♥ 10 ♥ A864??

Hier moet je het Aas spelen en de 6 terugspelen, Partner heeft boven de nog een honneur, niet zijnde de B. Misschien heeft hij wel V1093 dan heeft de leider HB sec.

c. ♥ H102

♥ 3 ♥ B84??

Dit is een lastige. Partner heeft Vxx3 of Axx3, je moet hopen dat als hij slechts Vxx3 heeft daar ook de 9 bij zit. Als u de B speelt en die wordt genomen met het Aas, dan wordt later de V bij uw partner eruit gesneden. Kijk maar:

♥ H102♥ V963 ♥ B84

♥ A75

Eerste slag: ♥ 3, 2, B, A en dan nu of later: ♥ 5, 6, 10, 4. Drie slagen

d. Partner komt weer uit met de 10.

♥ V76♥ 10 ♥ AB5

??Op tafel wordt een kleintje bijgespeeld. En als u nu het Aas speelt wordt de V altijd nog een stop. Speel maar de Boer bij, partner heeft H109x en hij zal die slag zult u maken, speel daarna ♥ A en ♥ 5 en u begint met 4 hartenslagen. Als u een kleintje bijspeelt blokkeert de zaak.

Maar, als iemand het beter weet moet ie het zeggen.

Nogmaals: Het signaleren blijft een overschat item in de bridge defensie.

En HOE je moet signaleren………….. ? Je mag zelf kiezen, ik heb gekozen voor laag = aan en laag-hoog = even.

1 februari 2012 Gedoseerd Doceren nummer 8 32