FP_2012_05
-
Upload
shelflife-publishing-bv -
Category
Documents
-
view
235 -
download
8
description
Transcript of FP_2012_05
Aldi test formule in Duitsland ● Edwin ten Brink
wil stadslandbouw ● Anders de keten inrichten
met Ton van Asseldonk ● ‘Zondag open’ in Utrecht:
weer heel anders ● Tesco op een keerpunt ● De 60
duurzame kpi’s van Unilever ● FoodAwards: de winnaars
5
DELHAIZE TEST ‘BESTELLEN EN AFHALEN’
MET KUBUS
01_cover 1 04-05-2012 16:55:53
02_adv 2 04-05-2012 10:20:51
3FoodPersonality mei 2012
INHOUD
4 Deze maand
Hoofdredactioneel: Clubliefde
6 Personality’s
8 Formulecijfers GfK
Met Pim op straat
Superkijken: Hans Bruin (Versunie)
FoodAwards: de winnende producten
Aldi-testwinkel in Duitsland, voor Nederlandse markt
In Utrecht mag elke super open op zondag
EFMI: Tekort aan geld of aan grondstoff en
22 Hoe Unilever duurzaamheid managet
24 C1000: straks weer een formule minder
Kremer: Petje af voor Varkens in Nood
26 Delhaize test ‘bestellen en afh alen’ met kubus
29 Ruzie met Rutte: Onderhandelen met Jumbo, AH en Coop
Edwin ten Brink wil stadslandbouw bovenop zijn supermarkt
36 Anders beleveren, volgens Ton van Asseldonk
Bij Evelyn aan tafel: Dirk Jan Joesten (Refresco)
42 Tesco is zijn fans aan het kwijt raken
46 AH XL wint kaasrapport GfK/Westland
Formules & Hemmes: Match, Frankrijk
Ammerlaan: Trader Joe versus Whole Foods
De internetsupermarkt door de ogen van de shopper
Vleursvloer: De Apple-winkel
Locatienieuws
62 Suzette’s TM: Jeannette Kapteijn (Heineken)
64 Productnieuws
26
42
36
03_inhoud 3 07-05-2012 15:17:21
4FoodPersonality mei 2012
DEZE MAAND
Pads van MilkaShoppend in de buurt van de testwinkel
van Aldi Nord (zie deze FoodPersonality
blz. 14 e.v.) komen we bij de concurrentie
een bijzonder Milka-product tegen: pads
van Milka.
Opmerkelijk product: pads met cacao en daarbij
sticks met melkpoeder. Het illustreert dat de niet-
koffieproducenten goed volgen wat koffieprodu-
centen doen. Koffieproducenten zijn bezig nieuwe
posities in de markt in te nemen. Douwe Egberts:
los van Sara Lee, beursnotering en in het assorti-
ment een forse upgrading van de soort koffie waar
DE in ons land groot mee is geworden: bonen- of-
wel filterkoffie. En verder heeft Douwe Egberts de
‘Coffee Company’ gekocht omdat het in de horeca-
tak ook – al is het maar defensief – een vuist moet
maken tegen de opkomst van Starbucks, dat sinds
een tijd een flagship store aan het Amsterdamse
Rembrandtplein heeft en verder uitbreidt langs de
snelweg, in combinatie met het bedrijf Autogrill.
De ‘Senseo-markt’, of anders gezegd, de padsmarkt,
daar zien we nu niet veel in gebeuren.
En daarom doet dus opeens een ander dat wél:
Kraft Foods, of beter gezegd: Mondelez. Waar
komt die naam vandaan? Kraft Foods is zichzelf
aan het opsplitsen in een tak voor eten en drinken
en in een tak voor tussendoortjes. De tak voor
eten en drinken is meer gericht op de VS, waar het
bekende merken in de lucht houdt. In Nederland
staat Kraft echter sterker met vooral de tussen-
door- en snackartikelen, denk aan Milka, Stimorol,
Lu, Liga, Côte d’Or, Prince, Bastogne, Tuc etc. Dat
bedrijf gaat wereldwijd de naam Mondelez krijgen,
terwijl de naam Kraft voorbehouden blijft aan het
Amerikaanse eten en drinken. In de VS is Kraft
Correcties & aanvullingenIn de winkelreportage van Landmarkt in FoodPer-
sonality van afgelopen april (blz. 14 e.v.) noemden
we de winkelmodule voor brood ‘Le Perron’ een
onderdeel van bakkerijketen ’t Stoepje. Maar Le
Perron is niet van ’t Stoepje, beide zijn onderdeel
van ‘Market Food Group’.
geen concrete reden of aanleiding aanwijzen. Het
ligt niet aan mijn leeftijd, maar veeleer aan mijn
persoonlijkheid. Ik ben altijd een zoekende mens
geweest. Ik wil af en toe eens stilstaan bij de vraag
of ik wel de juiste dingen doe.”
Anderhalf jaar terug speculeerde de Belgische
financieel-economische media erop dat hij na zijn
terugkeer de nieuwe bestuursvoorzitter van Col-
ruyt zou worden. Daar ging hij toen niet op in. De
bestuursvoorzitter van dat moment was zijn neef
Jef, die dezelfde naam heeft als de vader van Frans
(en die ook samen met boegbeeld Jo Colruyt het
bedrijf bestierde).
Maar hebben die Belgische media ernaast gezeten?
Nee, niet veel. Jef Colruyt blijft bestuursvoorzitter,
maar de helft van de operationele leiding van Jef
gaat naar Frans. En dat is ook de meest spraak-
makende helft: Jef Colruyt wordt vanaf september
operationeel leidinggevende over alles wat wij
tegenwoordig ‘back-office’ noemen: financiën, lo-
Colruyt terug bij Colruyt
Colruyt terug bij Colruyt, want: Frans Colruyt gaat
weer aan de slag bij het bedrijf Colruyt, dus bij het
beursgenoteerde bedrijf van zijn familie.
Bijzonder, want Frans Colruyt is zo’n anderhalf
jaar uit de roulatie geweest. Nee, niet eens roulatie,
het had er veel van weg dat hij de lust tot kruide-
nieren kwijt was geraakt. Tot najaar 2010 stond
hij bij Colruyt aan het hoofd van de afdeling
Spar-supermarkten, de ondernemersafdeling bin-
nen het Colruyt-geheel. Maar hij zei destijds het
voor gezien te houden en zou een sabbatical voor
minimaal een jaar nemen. Het besluit viel toen niet
verkeerd binnen de familie Colruyt, zei hij, ieder-
een respecteerde het. Waarom stopte hij? “Ik kan
Hij ging weg, zeker voor een jaar, want hij
wilde uit de dagelijkse gang van zaken bij
de grote Belgische supermarktketen. Maar:
Frans Colruyt is weer terug. En neemt me-
teen een belangrijke plaats in.
gistiek, personeel, zijn functie: ‘chief operating of-
ficer services’. Frans Colruyt wordt ‘chief operating
officer retail’, hij gaat leiding geven aan de formules
Colruyt, Okay, Bio-planet, Spar, Collishop, Dream-
land, Dreambaby, de (kleinere) Franse activiteiten
van Colruyt en het foodservicedeel. Met de aan-
stelling van deze twee wordt Colruyt ook in twee
divisies gesplitst.
ook bekend van het koffiemerk Maxwell House,
dat je ook in Frankrijk en Engeland vindt. Maar in
Duitsland zie je weer Carte Noire, Hag en Jacobs.
Maar je kunt natuurlijk ook Milka-pads op de
markt brengen. Chocomel, van FrieslandCampina,
bracht ook Chocomel Hot op de markt, Chocomel-
pads.
Komen deze Milka-pads nu ook naar Nederland?
Die vraag hebben we neergelegd bij de pr-persoon
van Kraft voor de Benelux. Maar haar reactie heeft
de deadline niet gehaald (we waren daar ook laat
mee, toegegeven).
04_deze maand 4 07-05-2012 17:44:35
5 FoodPersonality mei 2012
Gé Lommen, [email protected]
Ahold verkoopt rekendochter
AH zat in Engeland
volgens Wiki
Ahold heeft Accounting Plaza verkocht. Komt de laatste jaren niet zo vaak voor: Ahold in de rol van verkopende partij. Maar Accounting Plaza, dat ooit werd losgekoppeld uit de dagelijkse Ahold-operatie, is van de hand gedaan aan Genpact, een Amerikaans bedrijf in ‘business process & technology management’. Accounting Plaza was het administratieve deel van Ahold, dat verzelfstandigd werd om als dochterbedrijf klandizie aan te trekken, buiten Ahold-werkmaat-schappijen (AH, Gall & Gall, Etos etc.) om. Deze zomer nog merkte Accounting Plaza-directeur Gerrit Stoff elsen dat hij maar wát graag Nederlandse concur-renten van AH als klant erbij wilde hebben, zonder dat dat wat hem betreft tot een confl ictsituatie zou leiden. De Ahold-werkmaatschappijen blijven na de overname wel klant bij Accounting Plaza. Dat doet overigens ook het administratieve werk van AH-franchisers.
Chris Vuyk: “En daarnaast is de
kwaliteit van de reclame zo slecht geworden
dat ook op die manier geen extra waarde wordt
toegevoegd. Waar is de tijd van Paul Meijer
gebleven, nu alleen nog te bewonderen bij Jort
Kelders programma Het snelle geld.”
Zelfstandig adviseur en voormalig FP-columnist Chris Vuyk in reactie op het bericht dat A-merken geen controle meer hebben over wat er met hun producten in het schap gebeurt.
Van: LinkedIn-groep FoodPersonality1.513 leden per 7 mei
De internetencyclopedie Wikipedia meldt iets raars over Albert Heijn. De opsteller – Wikipedia wordt samengesteld door mensen die vrijwillig en anoniem namen en begrippen uitleggen – van het lemma Albert Heijn meldt dat AH een tijd lang werkte met supermarkten die ‘wereld van werelden’ werd genoemd. Dat is zo, aan het Soendaplein in Haarlem opende AH in 1996 een winkel die de concurrentie in binnen- en buitenland versteld deed staan, met een groot, sfeervol centraal plein met delicatessen en horeca-elementen. Volgens Wikipedia opende Albert Heijn zulke ves-tigingen ‘ook in het buitenland (…) waaronder in het Verenigd Koninkrijk en Australië’. In dat geval hebben we een wezenlijk onderdeel van de historie van Ahold en AH gemist, vrezen we. Navraag bij AH leert dat die vrees ongegrond is. “Dit zegt ons ook niets. We zijn niet actief geweest in Engeland en/of Australië.”
ClubliefdeAls de overname van C1000 door Jumbo iets heeft geleerd, dan is het wel
dat de verhouding tussen supermarktondernemers en de hoofdkantoren
ingrijpend is veranderd. Jaren geleden was een wisseling van een formule
nog een majeure verandering in een lokaal marktgebied, een ondernemer
overkwam zoiets maar zelden in zijn ondernemersbestaan. Een ondernemer
veranderde vaak ook slechts met moeite van formule, het afscheid deed
hem iets, een soort clubliefde en formuleloyaliteit maakten die overstap
moeilijk. Daar is vandaag de dag niet meer zo veel van over.
De retailorganisaties hebben het daar naar gemaakt. Wat zij hebben
gedaan, is begrijpelijk. Sligro, Sperwer, Laurus/Super de Boer, C1000, Jumbo
etc. hebben zozeer een formuleverhuizing in gang gezet, dat een onderne-
mer een calculerende afnemer is geworden. Je was Super de Boer-onder-
nemer, je werd Jumbo-franchiser, of nee, toch maar C1000-ondernemer en
nu alsnog word je Jumbo-franchiser, AH-franchiser of Coop-ondernemer. In
de verhevigde concurrentiestrijd is het niet vreemd dat de retailorganisaties
koortsachtig proberen de continuïteit van een marktpositie veilig te stellen,
maar zelfs de buitenwereld neemt nu duidelijk waar dat partijen voort-
durend van vestigingspunteigendom (huurcontract) verwisselen en dus
van formulenaam. Van een ondernemer, die enerzijds meer kans krijgt om
goede omzetten te draaien maar anderzijds steeds met meer persoonlijke
fi nanciële risico’s wordt geconfronteerd, is zijn houding wel te begrijpen.
Neem nu het recente besluit rondom C1000. Het is tevergeefs voor een
ondernemer om voor het behoud van C1000 te strijden. Hem zal ‘terugkij-
ken’ worden verweten. Ondertussen ziet hij zijn vestigingspunt van hot naar
her gesleept en ziet hij dat hij nauwelijks vat heeft op wat retailorganisaties
besluiten. Zo wordt de tweedracht steeds groter.
De branche heeft de laatste jaren een voortdurende stroom van confl icten
en meningsverschillen tussen ondernemers en organisaties gekend. Vanaf
het reilen en zeilen van Laurus zien we een aaneenrijging van zich voort-
slepende confl icten tussen Sligro/Prisma/Emté en Golff - en Meermarkt-
ondernemers, Albert Heijn en zijn franchisers, Super de Boer-ondernemers
die maandenlang moeten reageren op wat Jumbo en C1000 willen en ga zo
maar door. En nu verkeert de branche in een situatie waarin het Vakcentrum
openbaar invloed uitoefent op de nieuwe onderhandelingsronde over
Jumbo/C1000/AH/Coop, terwijl een ondernemerscollectief een rol wil spe-
len op de vastgoedmarkt. En ondernemers van C1000 hebben een tijd terug
zelfs een tweede inkomenscomponent erbij gekregen, in de vorm van de
deals met CVC. Het spel wordt alleen maar zakelijker, de onderwerpen op de
besprekingsagenda’s alleen maar fi nanciëler. Het groepsgevoel van weleer is
nostalgie geworden, de ondernemer die graag trouw zou willen zijn aan een
club, vreest voor zijn eigen naïviteit. De branche lijkt een tijdperk in te gaan
waarin loyaliteit alleen nog maar op handtekeningen gebaseerd is.
04_deze maand 5 07-05-2012 17:44:51
6FoodPersonality mei 2012
DEZE MAAND
Verheijen, C1000Meteen na de bekendmaking van
de verkoop van C1000-winkels aan
AH en Coop door Jumbo maakte
Bas Verheijen bekend dat hij C1000
gaat verlaten. Verheijen was mar-
ketingdirecteur van de formule, hij
kwam anderhalf jaar eerder van
AH vandaan. In Distrifood werd
zijn onmiddellijke vertrek ‘precair’
genoemd, omdat hij zitting had
in de stuurgroep over de strategie
C1000-Jumbo. Niettemin, onder het
regime van Verheijen werd C1000
weer wat krachtiger, in acties en
in prijsattractiviteit, en de formule
bouwde op het laatst ook meer aan
een kwalitatief hoogwaardig
assortiment.
Personality’sWie wat waarheen en waarvandaan, in de personaliarubriek
van FoodPersonality.
Mailen? [email protected]
Troost, YakultRocus Troost is sinds vorige maand manager sales en business develope-
ment bij Yakult. Hij is Eddy van Hamersveld opgevolgd, die naar Sadafco
is gegaan, een aanbieder van Saoedi-Arabische levensmiddelen.
Troost werkte tot aan eind vorig jaar bij banketaanbieder Frijling als al-
gemeen directeur, daarvóór bij Smilde Foods (nog wel bekend onder het
vroegere FanoFineFood), Concorp, Perfetti van Melle, Mars en Smith
Food Group. ■
Van Vliet, AH-franchiseDe wisseling is eigenlijk alweer van een tijdje terug, zeggen
we erbij, maar toch: Jan van Vliet is weer de voorzitter van de
vereniging van AH-franchisenemers. Hij volgt in die functie
Bram de Jong op. Van Vliet was al eerder voorzitter van de
AH-franchisers, hij was de voorganger van Bram de Jong.
Hier op de foto het huidige bestuur van de vereniging. V.l.n.r.:
Machiel Pranger (penningmeester), Susan Bun, voorzitter Jan
van Vliet, Olivia de Wolf (secretaris), Jacob Hoogeveen, Roger
Kleijnen, Frits van der Heide, Ton Croiset van Uchelen (direc-
teur bestuursbureau) en Arjan Konincks. ■
Von Brockhusen, BATChristoph von Brockhusen is sinds
vorige maand de nieuwe general
manager van het Benelux-onder-
deel van tabakaanbieder British
American Tobacco. Hij volgt Simon
Welford op, die sinds maart bij BAT
regiodirecteur is voor de landen Oe-
kraïne, Wit-Rusland en Moldavië.
De Duitser Von Brockhusen was
hiervóór onder andere marketing-
directeur en general manager in
Frankrijk en ‘head of marketing’
voor West-Europa. Hiervóór gaf hij
als ‘president-directeur’ leiding aan
Bentoel, de Indonesische dochter
van BAT. ■
Van de Wal, C1000Kort vóór de verkoop van C1000-
winkels aan AH en Coop door
Jumbo maakte directeur onderne-
merszaken en vastgoed Rein van
de Wal bekend dat hij bij C1000
vertrekt. Van de Wal was vóór zijn
periode als directeur onderne-
merszaken en vastgoed onder meer
marketingdirecteur. Onder zijn
verantwoordelijkheid stapte C1000
over van de rode derde generatie
op de oranje vierde generatie, maar
het voert te ver om hem de creatie
van deze moeizaam opererende
formulevariant in de schoenen te
schuiven, die formule was immers
een zeer collectieve aangelegen-
heid. Van de Wal was de laatste
jaren de verbindende schakel tussen
Verheijen heeft niet bekendge-
maakt wat hij hierna gaat doen.
Waarschijnlijk is dat ook nog niet
bekend. ■
ondernemers en het C1000 onder
het regime van investeringsmaat-
schappij CVC.
Van de Wal heeft er niet bij gezegd
wat hij gaat doen, waarschijnlijk is
dat ook nog niet bekend. ■
06_deze maand 6 07-05-2012 17:40:36
7FoodPersonality mei 2012
advertentie
Albert, FrieslandCampina,
People SelectBrechje Albert-Gröllers is weg bij
FrieslandCampina en is senior
consultant geworden werving- en
selectiebureau People Select (waar-
van partner Evelyn Günther in dit
blad elke maand het interview doet
in ‘Bij Evelyn aan tafel’, zie blz. 40).
Albert was bij FrieslandCampina
tot voor kort de marketing manager
van de merken Mona en Chocomel.
Daarvóór heeft zij onder andere
gewerkt bij Cêla Víta en Unilever. ■
Van Vliet, Van der Laan, Pietryga, AHMeteen na de bekendmaking van de verkoop van
C1000-winkels aan AH en Coop door Jumbo
maakte AH bekend dat de directie anders wordt.
Het opvallendste daaraan is dat Cees van Vliet
niet meer algemeen directeur is van Albert Heijn,
maar directeur winkels & distributie. Sander
van der Laan is coo Ahold Europe, en wordt nu
ook algemeen directeur van AH. En directeur
marketing & format Jeroen Pietryga vertrekt bij
AH. Dat alles, volgens het persbericht, omdat is
besloten dat ‘het Albert Heijn-merk een cruciale
rol vervult in de groei van het bedrijf ’. AH zegt
de structuur van de top te willen veranderen en
benoemt daarom nieuwe directieleden.
Maar het is wel bijzonder: alleen Chris Dik
(financiën) en Luc de Baets (human resources)
blijven ‘ongeschonden’. Marketingman Pietryga
stapt op, Van Vliet gaat weer naar zijn oude baan
en Van der Laan komt weer ‘dicht op Nederland’
te zitten. Peereboom weg, Zoutendijk weg?
Wij vroegen aan AH hoe dat zit, woordvoerster
Anoesjka Aspeslagh probeerde de dramatische
factor in onze vragen begrijpelijkerwijs te matigen:
Cees van Vliet was algemeen directeur van Albert Heijn in Nederland, hij gaat weer zijn vorige func-tie vervullen. Hoe valt dat? De buitenwereld kan dit als een degradatie zien, een soort ‘terug bij af ’. Aspeslagh: “Het takenpakket van het directieteam
van Albert Heijn is verzwaard en uitgebreid. Dit
geldt ook voor de functie die Cees van Vliet nu
bekleedt. Het is bovendien een combinatie van
winkels en distributie, terwijl hij in de eerdere
functie verantwoordelijk was voor alleen de
winkels.”
Heeft hij deze functieverandering zelf gewild of hebben anderen, ik denk aan Sander van der Laan en Dick Boer, hem hierom verzocht? “Binnen de organisatie is gesproken over hoe we
ons werk onderling en voor de klant nog beter
kunnen doen. De wijzigingen zijn uiteraard met
alle betrokkenen besproken en Cees van Vliet
heeft aangegeven graag aan deze nieuwe functie
invulling te geven.”
Wat gaat Peter Zoutendijk doen, tot twee weken terug directeur distributie en replenishment?“Hij gaat een multidisciplinaire projectorganisatie
leiden in voorbereiding op de integratie van de 82
winkels van C1000 en Jumbo in het Nederlandse
Albert Heijn-winkelnetwerk. Peter gaat rapporte-
ren aan Cees van Vliet.”
En Paulo Peereboom, directeur winkelorganisatie? “Paulo Peereboom gaat leiding geven aan een
strategisch project binnen Ahold. We kunnen nu
nog niet bekendmaken welk project dat is.”
En Buck van der Werff?“Hij zal als HR Business Partner Winkels & Dis-
tributie Albert Heijn gaan ondersteunen.”
In de media stond al snel dat het een gevolg was van de overname van C1000-winkels. Maar jullie zeggen zelf ‘ook daardoor’, dus dat vervult een bij-rol. Maar aan de hoofdrol, de rol van AH binnen de groei van Ahold Europa, is niets veranderd. “Het is een combinatie van factoren. Wij menen
dat wij met een aangepaste organisatie, waarin
Albert Heijn een meer centrale positie heeft, met
meer focus sneller kunnen groeien. Dat geldt
voor heel Ahold Europe, waarbij de vijf belang-
rijkste en meest impactvolle groei-initiatieven
binnen het Albert Heijn-merk vallen: 82 nieuwe
AH-supermarkten in Nederland, de vernieuwde
Albert Heijn To Go-formule in Nederland
uitrollen, de start met die formule in Duitsland,
het aantal Belgische AH-winkels uitbreiden, en
online sales verdrievoudigen.” ■
Sand
er v
an d
er L
aan
Cees
van
Vlie
t
Jero
en P
ietr
yga
Pete
r Zou
tend
ijk
Paul
o Pe
ereb
oom
06_deze maand 7 07-05-2012 17:40:54
8 FoodPersonality mei 2012
GfK-formulecijfers DEZE MAAND
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
Albert Heijn 62,5 62 62,8 63,1 64 65,2 64,8 63,2 62,5 63,4 66 64,2 63,8
C1000 32,5 33,7 33,6 32,1 31,8 36,1 33,1 34,3 34,1 36,0 35,2 32,7 33,3
Super de Boer 8,4 7,4 6,7 6,4 5,8 5,2 4,5 4,2
Dirk-formules 14,5 13,9 13,7 13,7 14,3 14 14 14,3 14,3 15,1 14,1 14,1 14,2
Aldi 34,1 34 33,7 34,4 34,1 33,7 33,5 35,2 34,2 34,5 32,6 32,9 33,0
Lidl 36,9 34,1 35,4 35,2 37,2 35,8 36,3 36,4 36,8 38,2 37,2 37,1 37,8
Jumbo 20,7 20,4 20,7 20,7 21,4 21,5 22,3 23,2 23,2 23,2 24,1 26 26,1
Plus 13,7 14,5 14,8 13,8 14,3 14,6 14,3 15,3 13,4 14,9 13,6 13,1 13,4
Emté 7,2 7,3 7,1 7 6,9
P04 P05 P06 P07 P08 P09 P10 P11 P12 P13 P01 P02 P03
In FoodPersonality maandelijks de penetratiecijfers van 8 landelijke supermarktformules van
onderzoeksbureau GfK. Penetratiecijfers - het percentage huishoudens dat een bepaalde formule
bezoekt - laten zich lezen als een verkapt marktaandeel (omdat bestedingen en bezoekfrequentie
- de factor klantentrouw in feite - ontbreken) maar brengen, gevolgd over een langere periode,
het switchgedrag van de consument tussen AH, C1000, Aldi, Lidl, Jumbo, de Dirk-formules, Plus
en Emté in kaart. Deze maand periode 3 (week 9 tot en met week 12).
Penetratiecijfers t/m periode 3Periode 3 omvat het grootste deel van de maand maart,
een maand die qua omzetontwikkeling magertjes was
(+0,7, gemeten over de volledige maand). Wat opvalt is
dat de acht formules die we in deze rubriek volgen deze
periode veel plusjes laten zien. We beginnen met de
uitzonderingen. Dat is allereerst de marktleider, die deze
periode een stapje terug moet doen (-0,4) na de forse stap
terug (-1,8) in de vorige periode. En dan is er ook een mi-
niem minnetje (-0,1) voor Emté, de formule met de kleinste
klantenkring in deze rubriek.
Flinke stappen voorwaarts zet opnieuw Lidl (+0,7) en ook
voor C1000 is er deze periode penetratiewinst (+0,6) na een
dip in de vorige periode.
Hele kleine plusjes (van +0,1) zijn er voor Dirk, Aldi en
Jumbo. Plus weet de klantenkring dit keer iets ruimer te
vergroten (+0,3).
Over de hele maand maart nam de omzet zoals gezegd
toe, maar de laatste twee weken van de periode lieten
aanzienlijke omzetdalingen zien ten opzichte van dezelfde
periode vorig jaar. Zo liet week 11 een daling zien van 1,7%
en week 12 een daling van 2%.
Penetratie totaal vs. penetratie huisvrouw > 64, periode 3Deze maand kijken we naar de klantenkringen van de acht
formules verbijzonderd naar de leeftijd van de huisvrouw
(of -man). Specifi ek kijken we naar penetratie van de
formules onder de hoogste leeftijdscategorie. Dat zegt iets
over de mate van vergrijzing van de klantenkring van de
desbetreff ende formule. Vergrijzing (en de vaak daarmee
gepaard gaande ontgroening) wordt ook voor supermark-
ten een thema van toenemend belang. Anders gezegd, de
door supermarkten zo vurig gewenste gezinnen met kinde-
ren als klant maken plaats voor ‘empty nesters’ en senioren.
Veelzeggend is dat de meeste formules al een
bovengemiddelde penetratie hebben in de hoogste
leeftijdscategorie. Drie formules behalen ook hun hoogste
penetratie is deze categorie. Dat lijstje wordt aangevoerd
door Aldi, gevolgd door Lidl en Emté. Emté behaalt onder
de jongste leeftijdscategorie (<30) ook nog eens de laagste
penetratie (slechts 3,2%).
Welke formules hebben dan juist een benedengemiddelde
penetratie onder senioren? Dat zijn de ‘Dirk-formules’ (12,6%
tegen 14,2% totaal) en Jumbo (25,1% tegen 26,1% toaal).
Met name Jumbo valt hier als niet-stedelijke formule op.
Penetratiecijfers t/m periode 3
500.000
550.000
600.000
650.000
700.000
2010 608.567 599.003 594.505 619.489
2011 610.708 611.385 584.336 607.139
week 09 week 10 week 11 week 12
0,4% 2,1% -1,7% -2,0%
Supermarktomzet, P03 (x 1.000)
63,8 64,4
33,3 34,2
14,2 12,6
33,037,6 37,8
41,0
26,125,2
13,413,76,9 8,2
0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
70,0
Albert Heijn C1000 Detailconsult FM Aldi Lidl Jumbo Plus EM-TÉ
TotaalHV > 64 jr
Penetratie totaal vs.
penetratie leeftijd huisvrouw >64 P03
08_formule cijfers 8 07-05-2012 09:54:09
ONZE KARTONNEN VERPAKKINGEN ZIJN VERKRIJGBAAR IN VELE MATEN, VORMEN EN VOLUMES - MET OF ZONDER SLUITING, DOP OF RIETJE. ER IS EEN VERPAKKING VOOR IEDER CONSUMPTIEMOMENT, OF DAT NU OP KANTOOR, IN DE AUTO OF AAN DE ONTBIJTTAFEL IS.
WILT U OOK DE KEUZE UIT EEN VAN DE VELE VERPAKKINGSTYPEN? www.tetrapak.nl
09 Adv 9 04-05-2012 10:21:54
Bavaria voordeelpack blik 12 x 33cl
De vakantie staat weer voor de deur. Bij uitstek de periode waarin de groot verpakkingen in trek
zijn. Bavaria komt dan ook met een opvallende voordeel verpakking met 12 blikken van 33cl.
Buiten het schap gepresenteerd, dus extra omzet en extra rendement. En met de zomerpiek in
het vooruitzicht voorkomt u met deze verpakking ook out-of-stock. Dus zorg voor voldoende
voorraad en help vakantievierend Nederland met inpakken met het Bavaria voordeelpack.
10 Adv 10 04-05-2012 10:22:17
11FoodPersonality mei 2012
DEZE MAAND
‘Superkijken’‘Superkijken’: hoe bekijken mensen uit de branche
supermarkten? Waar letten ze op, wat bepaalt hun
oordeel? Deze maand: Hans Bruin, van Versunie
– op verzoek van: Hans Franck, van Franck Retail
Groep (vorige maand).
Door: Anke Groenendaal Foto: Rein van Zanen
Waar let u op in een supermarkt, als consument en als ‘branchekijker’?“Zakelijk: hoe voelt deze winkel? Zou dit mijn
winkel kunnen zijn, voel ik chemie? Voel ik mij al
welkom op de parkeerplaats en is de winkel wel van
deze tijd? Zakelijk en privé ontlopen elkaar niet
veel. Privé doe ik boodschappen in mijn dorp.”
Ziet u of een supermarkt winst of verlies draait?“In principe is dit niet snel te doorgronden. Winst
kan bedrieglijk zijn als je om allerlei redenen inves-
teringen hebt uitgesteld.”
Welke supermarkt of levensmiddelenwinkel in het buitenland maakte een bijzondere indruk?“The Foodlover’s Market, in Zuid-Afrika. Een 5.000
m2 grote supermarkt die naast vers ook nog dkw
had. Speerpunt: ongelofelijke versafdelingen. Bij-
zonder: een waterdampinstallatie boven een enorm
agf-plein.”
En in ons land? “Door de schaalvergroting gaan winkels veel op
elkaar lijken. Meer onderscheidend vermogen is
nodig en niet uitsluitend in het product. Laat de
consument ook merken dat ze welkom is. Begroet
haar met de juiste intonatie. Als ik er dan toch
supermarkten uit moet pakken, dan noem ik geen
winkels, maar formules en dat zijn AH, C1000 en
Jumbo.”
Wat is het stomste dat u ooit heeft meegemaakt in een supermarkt? “Als ondernemers een internetsupermarkt opzetten,
vergeten ze vaak hoe het in een echte winkel gaat.
Veel aandacht voor content, maar niet genoeg voor
de consument. Voor een internetwinkel moet je
mogelijk nog meer acties doen. Dit heeft al veel
ondernemers de kop gekost.”
Wat is de ergste supermarkt die u ooit gezien heeft, en waarom? “Ik heb een keldersupermarkt in het centrum van
een flinke stad geanalyseerd
Door er ‘to go’-assortiment aan toe te voegen moest
het wel goed komen. Dat is te simpel gedacht. De
supermarkt is na veel verlies nu gesloten. Waarom?
Door een te trage omzetsnelheid zie je dat vers niet
vers meer is. Men durft niet meer te bestellen en
de consument blijft weg. De organisatie had gebrek
aan ervaring met een stadssupermarkt.”
Wat koopt u in de supermarkt veel vaker dan andere mensen? “Ik wil op mijn gewicht blijven letten. Hierdoor
ben ik meer water gaan drinken en meng dat
tegenwoordig met limonadesiroop van Slimpie.
Heerlijk. Met nul procent calorieën.”
Wat moet er anders/beter in de supermarkten in Nederland? “Meer versbeleving. Probeer met oneliners boven
verscategorieën versterkend te zijn. Vlees zit al
jaren in een verdomhoek, terwijl het barstensvol
proteïnen zit. Vertel dat bij de afdelingen met
oneliners.”
Stel, u gaat zelf retailen, wat zou u dan gaan doen? “Ik wil dan weten hoe producenten de winkels
willen zien. Door de schaalvergroting zou het
goed zijn als producenten gezamenlijk winkels
zouden openen. Een soort collectieve produ-
centenwinkel met slogan ‘van producent naar
consument’.”
En wie moet de volgende keer in deze rubriek?“Monny Querido.” ■
“We, een aantal Hema-franchisers en ik, zijn hier
in Minneapolis en we lopen door een Trader Joe.
Van Trader Joe is het doorgaans niet bekend dat het
onderdeel is van Aldi Nord.
Mensen uit de Nederlandse levensmiddelensector
schrikken zich een hoedje als je hen dat vertelt.
Anderen soms ook. Daarmee verstoor je een illusie.
Waarom mogen alleen rijke Amerikanen van goede
kwaliteit genieten?
Want die willen alleen maar wat Whole Foods
biedt.
Met Pim op straatElke maand een foto uit de collectie van Pim van
den Berg, ‘straat-o-loog’ bij zijn eigen bedrijf Pim
van den Berg Perspectives. Van den Berg kijkt
naar ‘alles’ in de detailhandel, waar dan ook.
En het gaat niet alleen om rijk en minder rijk. Het
is een generatiestrijd.
De jongere generatie wil niet voor theater betalen.
Trader Joe biedt relevantie voor een betaalbare
prijs. Maar ook minder keus.
Een zegen voor veel klanten.
Waarom zo veel mogelijkheden binnen een catego-
rie? Keep it simple, stupid!
Trader Joe biedt voornamelijk hoogwaardig, kwa-
litatieve producten tegen lage prijzen binnen een
smal assortiment.
En 80% is private label. Een prettig vooruitzicht
voor fabrikanten…
Iedere medewerker kan je helpen met vragen over
het hele assortiment.
Daarnaast moeten medewerkers volledig zichzelf
kunnen blijven.
Wat heerlijk om oorspronkelijke mensen te ont-
moeten, met trots op wat ze doen.
Wat een vooruitzicht dat je in alle verzadigde mark-
ten toch weer een eigen niche kunt ontdekken.” ■
11_met pim op straat 11 04-05-2012 13:21:46
12 FoodPersonality mei 2012
De oranjerie van landgoed Groot Warnsborn bij Arnhem, de locatie van de uitreiking van de FoodAwards 2012.
FoodAwards 2012
FoodTopAward:Chio chips & zoutjes Intersnack
FoodQualityAward:Hak 1-2-open deksel Hak
FoodAwards:Amstel en Heineken Tapje HeinekenArla Natuurlekker ArlaBoursin Mini’s BelBros Tablet NestléCelaVita Oma’s Opbak Aardappeljes CêlaVítaChio chips & zoutjes IntersnackDe Ruijter Specials H.J. HeinzDettol No-Touch Reckitt BenckiserDouwe Egberts L’Or EspressO Douwe EgbertsDr. Oetker Cup Cakes Dr. OetkerHonig Vezelrijk H.J. HeinzKarvan Cevitam Frisdrank H.J. HeinzNivea Invisible Black & White BeiersdorfUnox Boeren Scharrelrookworst Unilever
15 mei vond de uitreiking van
de FoodAwards plaats. Dit jaar
waren er 14 reguliere awards,
één Food QualityAward en de
FoodTopAward. De FoodTop-
Award gaat naar de nieuwe
uitdager in de chipsmarkt:
Chio. Hak oogst lof voor zijn
innovatieve 1-2-open deksel en
H.J. Heinz sleept maar liefst drie
FoodAwards in de wacht.
12 FA Winnaars 12 07-05-2012 15:48:22
13 FoodPersonality mei 2012
FoodRetailAwards 2012
FoodRetailAward ‘hoogste fair share’Hoogvliet
FoodRetailAward ‘compleetste opname’Jumbo
FoodRetailAward ‘snelste opname’Hoogvliet
Met de FoodRetailAwards worden
supermarktketens die zich op een
positieve manier onderscheiden ten
aanzien van A-merkartikel intro ducties
beloond. Het is geen juryprijs, maar
de winnaars worden bepaald aan de
hand van een analyse van
opname-, distributie- en omzet-
patronen van de FoodAward-winnen-
de producten. De winnaars van dit
jaar zijn oude bekenden.
Volgende maand besteden
we uitgebreid aandacht aan
de uitreiking en de winnende
producten.
12 FA Winnaars 13 07-05-2012 15:48:28
14FoodPersonality mei 2012
De opvallendste verandering: in het glas van de pui van deze Aldi komt het Aldi Nord-logo manshoog terug. Verder gebruikt Aldi in deze proefwinkel, die ook nieuwbouw is, veel glas. Door de winkel loopt een hoge raamstrook over de lengte en het dak heeft glazen panelen. Voor de fijnproever: natuurlijk ook een modernere vloer.
14 Aldi 14 04-05-2012 16:27:36
15FoodPersonality mei 2012
TESTWINKEL IN DUITSLAND
Aldi Nord wordt meer LidlDoor: Gé Lommen Foto’s: Jan Willem Houweling
De kop is er nu ook in Duitsland af. Sinds onge-veer een maand experimenteert Aldi Nord met twee winkels, in Lübeck en in Castrop-Rauxel. Een lichtere, schoner uitziende winkel. Met veel meer assortiment en ook veel meer vers dan de eerdere proefwinkels in Nederland en België. De kans is groot dat dit hier het voorbeeld is van wat Aldi in Nederland straks laat zien. Daarmee gaat Aldi Nord Lidl en Aldi Süd nadoen. Wat houdt dat in? Als Lidl zo’n lastige concurrent aan het worden is voor de Nederlandse formules, zal Aldi op termijn ook weer die positie kun-nen innemen. En dan blijken de Nederlandse formules jarenlang te hebben geprofiteerd van een kwakkelend, zwalkend Aldi, maar dan kan die periode straks voorbij zijn. Maar goed, geen paniek. Zo ver zijn we nog niet.
Eind vorig jaar meldden Belgische retailmedia dat Aldi in Gent een proefwinkel had: sfeervoller licht, schoner uitziende winkel, nieuwer winkel-materiaal en sfeerplaten van het assortiment aan de wanden. Het was een initiatief waarop je kon wachten, althans, dat was de toon in Nederland. Want in Nederland is Aldi al verschillende jaren achterop aan het raken. Achterop allereerst door-dat hier in Nederland de prijsdruk zo zwaar is dat Aldi nauwelijks nog een prijsafstand heeft die relevant is. En achterop vergeleken met Lidl, dat minder recht in de leer van het discountgeloof is en zeker ook in Nederland meer aan de formule toevoegde. Meer aanbod, meer versaanbod ook. Oké, ook meer fair trade-boodschappen bijvoor-beeld met chocola en een boodschap over onder andere duurzamere visvangst. Lidl, dat heeft AH-directeur Cees van Vliet al een
paar keer tijdens presentaties gezegd, dat is geen discounter meer zoals wij dat gewend zijn. Dat is gewoon fullservice. Dat is natuurlijk niet zo, kijk maar naar het aantal A-merken, maar het gaat om het idee. De algemeen directeur van Albert
Heijn heeft inmiddels een ‘opvolger’ en dat is ‘zijn voorganger’: Sander van der Laan. Van der Laan is nu weer behalve chief operations officer ook algemeen directeur voor Nederland (en Van Vliet weer directeur operations van AH, ‘winkels en
Van 800 naar 1.000 sku’sEén ding moeten we hier meteen erkennen: aantal sku’s inschatten vinden wij een crime. Je laat je al snel in de luren leggen door de mix van ruimte, facings, meters en schapplanken. En bij Aldi al helemaal, met z’n tuinstoelen, wandelschoenenen en kinderpolootjes op in-outbasis. Volgens Duitse media zou Aldi Nord naar filialen toewillen met 1.000 sku’s. Het aantal artikelen van Aldi Nord in Duitsland en dus ook Aldi in Nederland is altijd een onderwerp met aannames. Zo schreven jaren terug alle vakbladen over de toename van 600 naar 800 sku’s bij het Nederlandse Aldi. En wij kwamen in de wandelgangen van een branche-evenement Max Pietersma tegen, ooit Aldi-directeur maar die toen al lang Hoogvliet-directeur was. En hij zei ons desgevraagd over dat onderwerp: “Ik tel nog steeds gewoon 600, hoor, laatste keer dat ik er was.”Maar goed, dat lijkt in deze Aldi nu toch duidelijk verleden tijd.
Veel meer vers broodFoodmagazine wees er onlangs bij Lidl Nederland op: vers brood in een uitpakmodule. Bij Lidl in ons land, maar Aldi gaat nu in elk geval mee en dan moeten we ons maar afvragen of Aldi in Nederland de klant van dat ‘Batavenbrood’ zal willen blijven voorzien. Uitpakmodule? Ja, de Duitser hoeft zich niet meer te behelpen met fabrieksbrood dat er als fabrieksbrood uitziet (al is dat er ook nog wel). Aldi presenteert dit verse brood zoals sommige Duitse, Belgische en Franse formules dat nog doen: ‘consument, s.v.p. tangetje pakken, klepje omhoog, brood eruit pakken en in de juiste broodzak stoppen.’ Aldi laat echter het vaak onhan-dige tangetje hier achterwege en biedt daarvoor plastic handschoentjes. En wat des te meer opvalt: de soorten en de kwaliteitsuitstraling. Het is Duits, dus je krijgt ‘Knus-perbrot’ en dat soort namen, maar ook dan zien we dat Aldi (varianten in wit, granen en volko-ren, in groot brood en klein brood) een aanbod heeft waar de Duitse klant die keuze wil, mee uit de voeten kan. Met bijvoorbeeld ook ‘campagne’-achtige broden en stokbroden.
14 Aldi 15 04-05-2012 16:27:43
16FoodPersonality mei 2012
distributie’). Van der Laan zei onlangs als spreker
op het congres ‘What’s going on in retailing?’
nog eens wat Van Vliet zei: oppassen voor dat
dekselse Lidl.
Juist in een tijd waarin de Nederlandse sector
de hard discounters zozeer op afstand had gezet
dat het concurrentieprobleem overwonnen leek.
Voor Lidl gold dat niet. Maar voor Aldi toch wel?
Aldi was vorig jaar al eigenlijk alleen maar in het
nieuws als kwakkelaar. Van het Baarlose experi-
ment (een vrolijker ogende Aldi) is nooit meer
iets vernomen. Aldi zou in Gent een modernise-
ring doorvoeren. En – een tijdje terug – Aldi zou
A-merken in het aanbod willen. Nou heeft Aldi al
jaren A-merken in het aanbod. Van van huis uit
Duitse fabrikanten. Het snoep van Haribo en de
chocola van aanbieder Storck, namelijk het merk
Merçi. Waarom dat sinds jaren al zo is… Storck is
wel een grote, zo niet de grootste, leverancier van
de chocola van Aldi. Maar dat verklaart nog niet
waarom juist die twee fabrikanten hun A-merken
bij Aldi hebben liggen en andere A-merkartikel-
fabrikanten die ook een Aldi-product maken,
weer niet.
A-merken bij Aldi: stel, je verliest terrein aan je
concurrenten. Moet je dan doen wat anderen
allang doen? AH deed dat vanaf 2003: prijzen
omlaag. Had de concurrentie allang. Toch was
dat voor AH weer de weg omhoog. Maar Aldi
dan? A-merken toevoegen omdat de anderen
die allang hebben? Terwijl de anderen gewoon-
weg zoveel meer merken hebben, meer dan het
hele aanbod van Aldi bij elkaar? Is dat de weg
omhoog? Hoeveel A-merken moeten dat er dan
zijn, wil het merendeel van de klanten weer meer
of vaker bij Aldi kopen?
Aldi Nord was dus de laatste jaren als kwak-
kelaar in het nieuws. Aldi Süd, van de andere
broer Albrecht, niet. Dat heeft de noodzakelijke
modernisering altijd al doorgevoerd. En staat in
Duitsland bekend om: iets vriendelijker winkels
(het scheelt eigenlijk niet zo veel, vinden wij), een
Een forser agf-eilandVeel meer dan een gewone Aldi bij ons: alles is er. Kijk, een AH of Jumbo heeft nog altijd gewassen peentjes in de koelwand erbij (zoals AH, in twee varianten, voordeelpak en gewoon… of voor-gesneden sperziebonen). Daar moet je bij Aldi in Castrop-Rauxel niet mee aankomen. Maar wat de Nederlandse fullservicesuper zo’n beetje op zijn agf-eiland aan onbewerkte groenten en fruit aanbiedt, heeft deze Aldi nu ook.
Twee keer wijn We zagen zeker vier meter witte en roséwijn, met een hoekje champagne en andere bubbelwijnspul, en dan nog eens zeker vier meter rood. Frans, Italiaans, Duits, Australisch, Zuid-Amerikaans, van prijskrakers tot kwaliteits-wijnen (op supermarktniveau dan).Het opvallendste: vlak voor de kassa loop je nog eens tegen wijnen aan. Liggende wijnen. Nog hoger gepositioneerd, Toscaanse wijn, bourgogne, de betere Rhône, Pouilly-Fumé, allemaal tussen de € 6,- en € 13,-. Dat durft Aldi wel. De presentatie doet denken aan M-Preis, de formule uit Tirol die veel actie-aanbod in lage stalen rekken heeft liggen.
Luxueuzer aanbodAldi, net als Lidl, biedt al jaren een mix van onderkantproducten en premium-producten, die altijd weer verrast als je er binnen bent. Dat is hier nog meer het geval. Dat kan aan het aanbodverschil Nederland-Duitsland liggen. Hoe dan ook, zalmfilets met pestomarinade, prestigewijnen, hoogwaardige rund- en varkensproducten met veelal mediterrane bewerkingen, topchocola (van Moser Roth, die had Aldi al langer). Aldi legt in deze winkel niet zozeer zijn premiummerkvarianten neer, maar zo op het oog wel premiumproducten.Kijk, of de smaak ervan ook de consument zal overtuigen, dat is aan de GfK’s en SymphonyIRI’s onder ons, om dat na een tijd te weten (en ook dan is het altijd nog moeilijk om een smaakoordeel van een formule-aanbod te weten te komen).Dit traytje in de koeling is een mix van Franse kazen, van Elzas tot de Pyre-neeën, van blauwschimmel tot roodkorst, door elkaar. En daarnaast weer die enorm stinkende Tilsiter, die in Duitsland populair is. Een kaasje met lovers & haters.
14 Aldi 16 04-05-2012 16:27:50
17 FoodPersonality mei 2012
opvallend assortiment biologische producten en
meer vers (brood, vlees, zuivel, vis, kaas) – meer
dan Aldi Nord in elk geval. Aldi Süd had ook
eerder scanning, nieuwe betalingsmogelijkheden,
langere openingstijden etc. Aldi Nord was een
achterblijver aan het worden.
En dat is Aldi nog steeds. Want tja, was die
proefwinkel in Gent nou zo veel meer dat als je
Delhaize, Colruyt, Carrefour en ook AH heet, je
daarom zorgen moet maken? Met iets vriende-
lijker tl-licht kom je er niet. In Nederland heeft
Aldi ook ‘die generatie’ Aldi-fi lialen geopend,
vriendelijker licht, sfeerplaten, sfeervoller cosme-
ticawandje, van die dingen.
Maar nu: Aldi Nord is ook in het thuisland op
vernieuwingen overgestapt. Lebensmittelzeitung
had wat ons betreft de primeur. Twee winkels, in
Lübeck (tussen Hamburg en Denemarken in) en
in Castrop-Rauxel, een stadje tussen Oberhau-
sen en Dortmund. Dat laatste is dichterbij dan
Lübeck. Dus wij erheen. Want, zo begrijpen we,
in die Aldi’s gaat Aldi veel verder.
Tegelijkertijd meldde Lebensmittelzeitung een
week later: Aldi Nord wil voortaan dat een
fi liaal ongeveer 900 m2 vvo omvat en zo’n 1.000
artikelen. Volgens het blad is dat nogal wat: dat is
gemiddeld 200 tot 250 m2 vvo meer dan de hui-
dige Aldi’s en ook 200 producten meer. Het blad
bericht verder dat de concurrentie in Duitsland
de stappen van Aldi ‘uiterst serieus’ neemt.
Dat is wel logisch, gezien de marktomvang van
Aldi in dat land. Maar het kan nog wel even
duren voordat Aldi al zijn wensen vervuld heeft .
Het gaat niet alleen om een verbouwing en mo-
dernisering van winkel en winkelaanbod, het gaat
ook om een vergroting van de winkels. En ook in
Duitsland zal Aldi dat binnen het bestaande ves-
tigingennetwerk niet zomaar voor elkaar hebben.
En in Nederland ook niet. Bovendien moeten we
nog afwachten welke van de veranderingen in de
formule genoeg bij de klant aanslaan, zodat Aldi
dat ook echt overal wil doorvoeren.
Zonder ook maar enig persbericht of andere
informatie van Aldi te hebben ontvangen, want
dat is Aldi’s gewoonte niet, zijn dit ongeveer de
veranderingen – we vermelden de veranderin-
gen waarvan we vermoeden of weten dat ze in
Nederlandse testwinkels al doorgevoerd zijn:
* Sfeerplaten
* Sfeerlicht cosmetica
* Modernere vloer
* Moderner licht
* Moderner kassapark
* Moderner winkelwagens (maar dat kan natuur-
lijk ook zo zijn omdat het gewoonweg een nieuw
vestigingspunt is, die nieuwe wagens nodig had)
* Andere artikelen – zo vond columniste Evelyn
van Leur een artikel met de naam Trader Joe,
meldde ze in FoodPersonality vorige maand.
Trader Joe is een hippe, van oorsprong Californi-
sche formule, met veel eigen merken, en vooral
een knipoog naar andere winkels, veel humor,
veel guerrillamarketing, personeelsleden in
boerenkledij of in verschrikkelijke Hawaii-over-
hemden, allemaal handgeschreven, bontkleurige
informatie- en assortimentsborden. Inmiddels al
doorgedrongen tot de rest van de VS. Maar wat
het allergekste is: inmiddels al jaren onderdeel
van… Aldi Nord. Terwijl Karl Albrecht van Aldi
Süd in New York startte met de oversteek door fi -
lialen te openen, kocht broer Th eo van Aldi Nord
een kekke hippieformule. Die dus eigenlijk voor
geen meter past bij wat wij als de bedrijfscultuur
van Aldi Nord kennen, open versus gesloten,
openminded versus perswantrouwig, humo-
ristisch versus humorloos, vindingrijk in het
aanbod versus het traditionele kopieergedrag van
goed lopende A-merkartikelen. Het is ergens nog
steeds niet te begrijpen wat wijlen ‘Joe’ en zijn
nazaten ertoe heeft bewogen om hun geesteskind
en formulekind aan Aldi Nord te verkopen, maar
het zij zo.
En wat vind je dan? Och arm, in een nieuwe Aldi
zag Evelyn van Leur een paar Trader Joe-artike-
len. Met de kracht van één facing.
Dat is hier in deze Aldi ook het geval: een artikel.
Zuid-Amerikaans vlees.
En dan zijn er dus nog vernieuwingen die we tot
nu toe naar ons idee in Nederland niet zagen.
Het belangrijkste daarvan hebben we hier op de
foto’s in beeld: meer aanbod, meer brood en ook
verser ogend, een stevig agf-eiland met een zo’n
beetje compleet agf-aanbod, meer wijn en wel als
impulsje extra in de buurt van de kassa, aansteke-
lijker, verleidelijker eten, dat ook verleidelijker en
moderner verpakkingen heeft .
En de prijs dan? Over het Duitse prijspeil durven
wij niet zomaar wat te roepen. Maar we mogen
ervan uitgaan dat Aldi goedkoop was, goedkoop
is en goedkoop zal willen blijven. In Duitsland of
in Nederland. ■
Hoeveel Aldi’s?
Het Duitse ‘Lebensmittelzeitung’ publiceerde
onlangs het aantal vestigingen van hard
discounters in maart 2012. De gegevens zijn
afkomstig van Nielsen in dat land.
* Aldi Nord: 2.500
* Aldi Süd: 1.800
* Netto Markendiscounter (Edeka): 4.000
* Lidl: 3.260
* Penny (Rewe): 2.400
* Norma: 1.260
* Netto Supermarkt (Dansk): 332
Betere verpakkingenIs het een bijzaak? In het keuzeproces van een klant, staand voor een diepvrieskist of een koel-wand, wordt het een hoofdzaak: verpakkingen die ‘lekker’ uitstralen. AH en Delhaize kunnen dat als geen ander, of Marks & Spencer, Waitrose en Harvey Nicols in Engeland. Maar Aldi is bij veel categorieën nu toch wel voorgoed van zijn jaren tachtig-design op verpakkingen af. Dat werd tijd. Hier de steenovenpizzavariant ‘met spinazie & knofl ook’ en het diepvriesaardappelproduct ‘gevuld met pesto en mozzarella’.
Aldi heeft deze testwinkel niet op een plaats gezet waar het lekker concurrentieloos exploiteren was. Aan de andere kant van de rotonde ligt een Mediamarkt, en daarachter; een grote Real-hypermarkt en een Lidl, die ongeveer net zo groot is als Aldi.
14 Aldi 17 04-05-2012 16:27:55
18FoodPersonality mei 2012
wenselijk was dat die gemeenten zouden beslui-ten: iedereen altijd open op zondag – goed voor de consument, goed voor de omzetten in de branche en goed voor de economie in het algemeen – of terughoudend omgaan met de zondagopenstelling – want: nadelig voor het winkelpersoneel, schadelijk voor de zondags-rust en het leidt tot concurrentievervalsing (kleine winkeliers hebben geen geld om op zondag open te gaan en zien daardoor omzet wegvloeien naar de grote).Het CBL hamerde destijds op een ‘gelijk
De zondagopenstelling van supermarkten blijft voor commotie zorgen. Een paar jaar geleden hadden we in dit blad een serie waarin voor- en tegenstanders van ‘open op zondag’ aan het woord kwamen, van de Nederlandse Vereniging van Gemeenten tot een vertegenwoordiging van christelijke supermarktondernemers. De discus-sie draaide vooral om de vraag of de Winkeltij-denwet op de schop moest en of gemeenten meer vrijheid moesten krijgen om zelf te bepalen of supermarkten op zondag open mochten zijn. Aansluitend ging de discussie over de vraag wat
Utrecht na de ‘zondagrevolutie’In Utrecht mogen sinds een paar maanden alle levensmiddelenwinkels – supermarkten,
maar ook bakkers, slagers en groenteboeren – elke zondag open zijn. De gemeenteraad
heeft de hele stad tot toeristisch gebied bestempeld. Voor levensmiddelenwinkels. Niet
voor de rest.
speelveld’. CBL-directeur René Roorda destijds in FoodPersonality: “Laat het in de nieuwe Winkeltijdenwet aan de gemeenten over of zij de supermarkten in hun gemeente op zondag open laten zijn of niet. Daarbij zeggen wij wel: óf alle supermarkten open, óf alle supermarkten dicht. Het is niet wenselijk dat gemeenten de vrijheid krijgen of nemen om er maar een of twee aan te wijzen, dat is concurrentievervalsing.” En in dat scenario was het volgens het CBL aan de super-marktketen of de supermarktondernemer om wel of niet op zondag open te gaan.
Door: Marieke Venbrux Foto’s: Jan Willem Houweling, Jan Lankveld
Supermarkt Kippersluis (voorheen Super de Boer), van Martin van Kippersluis, in de Utrechtse Biltstraat.
18 zondag open 18 07-05-2012 14:27:32
19FoodPersonality mei 2012
Nieuwe WinkeltijdenwetDe destijds omstreden Winkeltijdenwet is
inmiddels inderdaad op de schop gegaan, sinds
begin vorig jaar is de nieuwe wet van kracht.
Maar de wens van het CBL is in de nieuwe wet
niet doorgevoerd. Sterker nog, de bevoegdheden
van de gemeenten zijn ingeperkt. In de oude
Winkeltijdenwet konden gemeenten toestaan
dat winkels vaker op zondag open waren dan de
twaalf wettelijk toegestane koopzondagen, door
zichzelf of een deel van zichzelf te bestempelen
als ‘toeristisch gebied’, u herinnert zich die term
ongetwijfeld nog.
Onder de nieuwe Winkeltijdenwet is die ‘toeris-
tische bepaling’ aangescherpt: er moet voortaan
sprake zijn van ‘substantieel toerisme’, wil een
gemeente zichzelf of een bepaald gebied als toe-
ristisch kunnen bestempelen (en dus een ruimere
zondagopening kunnen hanteren). Bovendien
moet het toerisme ‘los staan’ van de zondagopen-
stelling: de oorzaak van het toerisme mag niet
enkel en alleen gelegen zijn in het openen van de
winkels. Maar: de zondagopenstelling moet er
wel ten behoeve van het – substantiële en auto-
nome – toerisme zijn: als er geen enkele relatie
tussen zondagopenstelling en het toerisme be-
staat (de toeristische trekpleister in de gemeente
is bijvoorbeeld op zondag dicht, of de toeristische
trekpleister – neem een natuurgebied – ligt te ver
af van de winkels in de gemeente), dan gaat de
vlieger van die toerismebepaling niet op.
Is de toerismebepaling van toepassing, dan moet
de gemeente nog wel wat zaken afwegen, zoals de
belangen van de lokale economische bedrijvig-
heid en de werkgelegenheid (denk aan het belang
van winkeliers met weinig of geen personeel en
van winkelpersoneel), de zondagsrust, de leef-
baarheid, de veiligheid en de openbare orde. Ook
moet de gemeente motiveren hoe die belangen in
de besluitvorming zijn meegewogen.
Is de toerismebepaling niet van toepassing, of is
het onwenselijk die toe te passen, dan blijft de
‘sluiproute’ van een avondopenstelling over: de
gemeenteraad kan een ontheffing verlenen op het
verbod om op zondag na 16.00 u open te zijn aan
een supermarkt. De gemeente kan één ontheffing
per 15000 inwoners verlenen. Dat was overigens
in de oude Winkeltijdenwet al zo.
UtrechtEn dan nu Utrecht. In Utrecht mogen sinds 25
januari van dit jaar alle levensmiddelenwinkels
elke zondag open; supermarkten, maar ook bak-
kers, slagers en ga zo maar door. De gemeente
heeft, voor levensmiddelenwinkels, heel Utrecht
bestempeld tot toeristisch gebied.
Utrecht is niet de eerste en ook niet de enige stad
waar alle supermarkten op zondag open mogen.
In Amsterdam en Rotterdam mocht dat bijvoor-
beeld ook al. Maar die steden hebben dat besloten
voordat de nieuwe, aangescherpte, Winkeltij-
denwet in werking is getreden. Utrecht heeft
het besloten onder het regime van de nieuwe
Winkeltijdenwet.
Utrecht staat daarin niet alleen, zo heeft bijvoor-
beeld ook Tilburg onder de werking van de nieu-
we Winkeltijdenwet het aantal koopzondagen in
de gemeente verruimd tot 52 per jaar, door zich-
zelf tot toeristisch gebied te bestempelen. Maar
Utrecht is wel de enige stad in Nederland die
ervoor gekozen heeft om alleen alle levensmidde-
lenwinkels toestemming te geven om op zondag
open te gaan - en dus niet kledingwinkels, boek-
handels, warenhuizen, etc. Dit besluit heeft te
maken met de uitkomst van een referendum dat
in 2005 onder de Utrechtse bevolking werd ge-
houden. Een meerderheid van de inwoners sprak
zich uit tegen een algemene zondagopenstelling
voor de binnenstad. Door de zondagopenstelling
te beperken tot levensmiddelenwinkels wordt
volgens de Utrechtse gemeenteraad de uitkomst
van het referendum gerespecteerd. Tegenstanders
bestrijden deze redenering echter.
Kortom: er is wat aan de hand in Utrecht.
‘Kleine ondernemer benadeeld’Dat vindt ook de Stichting Tegen Verruiming
Zondagopenstelling, die zich landelijk verzet
tegen een ruimere zondagopenstelling dan de
twaalf wettelijk toegestane koopzondagen per
jaar. De stichting heeft bezwaar aangetekend
tegen het besluit van de gemeente Utrecht, samen
met de vakbonden CNV, FNV en RMU en tien
kleine ondernemers – nee, geen supermarkt-
ondernemers, niet omdat die per definitie niet
zouden willen, maar omdat de tijd volgens de
stichting te kort was om ‘alles en iedereen te mo-
biliseren’. De stichting vindt twaalf koopzondagen
per jaar ‘de limiet’. “Kleine winkeliers krijgen het
niet voor elkaar om elke zondag open te gaan”,
aldus voorzitter Henry Konijn. “Zij krijgen te ma-
ken met ofwel onevenredig hoge kosten, onder
andere van personeel, of zij moeten, om kosten te
besparen, hun privéleven opofferen en zelf in de
winkel gaan staan, willen ze geen omzet naar de
grotere concurrent zien wegvloeien. Dat moeten
we volgens mij niet willen.”
Landelijk 16 proceduresDe stichting heeft inmiddels landelijk zestien
procedures lopen (de zeventiende, Brunssum, is
in aantocht, en als Amsterdam, Rotterdam etc.
zich niet op tijd aan de nieuwe wet aanpassen,
volgt in die steden een gang naar de rechter, aldus
Konijn) tegen gemeenten die ondanks de aange-
scherpte Winkeltijdenwet het aantal koopzonda-
gen in hun gemeente hebben uitgebreid.
Konijn: “De wetgever heeft in de nieuwe Win-
keltijdenwet niet alleen de toerismebepaling
aangescherpt, maar ook nadrukkelijk aangegeven
dat het belang van kleine winkeliers meegewogen
moet worden. Die bepaling geeft dus al aan dat
zo’n besluit nadelig kan zijn voor kleine winke-
liers.”
Konijn wijst daarnaast op het rapport ‘Bedrijfs-
vergelijking Levensmiddelendetailhandel 2011’,
de laatste van de jaarlijkse publicatie van Deloitte
over de exploitatie van supermarkten. In het rap-
port geeft Deloitte onder meer aan dat het aantal
openingsuren de komende jaren alleen maar ver-
der zal toenemen. ‘Grotere winkels zullen daarbij
omzet afpakken van kleinere winkels die niet
open kunnen of willen op zondag’, aldus Deloitte.
Konijn: “Dat geldt voor bijvoorbeeld verswin-
keliers of snackbareigenaren, maar ook voor
supermarktondernemers. Kleine supermarkten in
buurt- en wijkcentra hebben het nu al lastig, een
verruiming van de zondagopening kan voor hen
de genadeklap zijn. Willen we dat?”
Volgens Konijn heeft de gemeente Utrecht – net
als veel andere gemeenten – de belangen van
die kleine winkeliers niet genoeg meegewogen.
“Daarnaast kun je je natuurlijk afvragen in hoe-
verre heel Utrecht toeristisch gebied is.”
Alleen levensmiddelenwinkelsIn Utrecht doet zich verder als gezegd het opmer-
kelijke gegeven voor dat alleen levensmiddelen-
winkels op zondag open mogen. Winkels als een
Hema of V&D/LaPlace, die ook levensmiddelen
verkopen, maar niet als hoofdaanbod, moeten
op zondag dicht blijven en ervaren dus wellicht
oneigenlijke concurrentie. En waar een Albert
Heijn, Jumbo of Dirk in de Utrechtse wijken Ka-
naleneiland, Zuilen of Overvecht onder het mom
van ‘toerisme’ elke zondag open mogen, moet
een formule als de Bijenkorf, in de Utrechtse
Profiteert vooral AH van de algehele zondagope-ning in Utrecht? Nee, zegt Krijn Vermeulen (Plus). Ja, denken Arjan Konincks (Albert Heijn) en Martin van Kippersluis (Supermarkt Kippersluis, voorheen Super de Boer).
18 zondag open 19 07-05-2012 14:27:35
20FoodPersonality mei 2012
binnenstad, op zondag dicht blijven. Niet heel
logisch. Konijn: “De regeling in Utrecht rammelt
aan alle kanten. Vandaar ons bezwaar. We zijn
inmiddels gehoord door een bezwarencommis-
sie. Die koppelt onze mening terug naar de raad.
Maar de bezwarencommissie bestond uitsluitend
uit raadsleden, dat garandeert nu niet bepaald
een onafhankelijk oordeel. We hebben daarom
weinig hoop dat de gemeenteraad op haar besluit
terugkomt. Dan stappen we naar de rechter.”
Wat vinden Utrechtse supermarktondernemers
van de nieuwe zondagregeling? Betekent ‘altijd
open’ meer duidelijkheid voor de consument,
meer omzet en, ondanks extra kosten, uiteinde-
lijk meer winst? Profiteert eigenlijk niet vooral
Albert Heijn – dat de meeste winkels heeft, zeker
in een grote stad als Utrecht, en bij uitstek een
(gemaks)assortiment heeft dat met snackbars, de
Chinees en andere afhaalwinkels concurreert die
op zondag populair zijn? En: worden kleine on-
dernemers in de gemeente inderdaad benadeeld?
Krijn VermeulenPlus (Voorstraat, Utrecht-centrum):
“Ik ben een van de voorvechters van de algehele
zondagopening in Utrecht. Ik ben in het verleden
een paar keer stout geweest en op zondag open-
gegaan zonder vergunning. Ik heb toen een paar
dwangbevelen gehad.
In de nieuwe gemeentelijke verordening mogen
supermarktondernemers kiezen: elke zondag
open van 10.00 tot 19.00 u, of aangewezen
worden als avondwinkel. Aanvankelijk kozen we
voor het eerste, maar half april hebben we alsnog
voor het avondwinkelregime gekozen. Nu mogen
we elke avond tot middernacht open zijn – maar
wij sluiten om tien uur, dat vind ik laat zat – en
op zondag mogen we vanaf vier uur ‘s middags
open. Veel andere supermarkten in ons directe
marktgebied zijn ‘s zondags van 12.00 tot 19.00
open, met het avondwinkelregime kunnen wij
ons wat beter onderscheiden.
Bij ons komen veel studenten. Die komen op
zondagmiddag thuis en halen hier hun dagelijkse
boodschappen. Zondag is een dag waarop je een
betere marge behaalt: we fungeren op die dag ook
meer als vervanger voor het eetcafeetje. Sinds we
op zondag open zijn, boeken we een omzetplus
van 6%. Ik verwacht dat dat met het avondwin-
kelregime nog wat meer wordt.”
In hoeverre profiteert Albert Heijn méér van deze zondagopening dan Plus of een andere formule?“Niet. Voorheen profiteerde Albert Heijn juist
meer. Want AH is landelijk groot en AH was
er in veel gemeenten vaak als de kippen bij om
als eerste en/of enige een zondagvergunning te
krijgen. Andere formules hobbelden daar dan wat
achteraan. In de huidige situatie in Utrecht heeft
elke supermarkt profijt van de zondagregeling.”
Ook hele kleine (supermarkt)ondernemers?“Ja. Natuurlijk moet je je personeel op zondag
dubbel betalen, maar ik vind dat argument niet
zo sterk, want je draait ook extra omzet. Kleine
winkels komen door niet open te zijn op zondag
juist eerder in een vicieuze cirkel: nu kunnen ook
zij op zondag extra omzet draaien. Elke onder-
nemer profiteert naar evenredigheid van de extra
zondagomzet mee. Daarbij: zes dagen open zijn is
niet meer van deze tijd.”
Arjan KonincksAlbert Heijn (Amsterdamsestraatweg,
bij Utrecht-centrum):
“Ik kan me wel voorstellen dat Albert Heijn
verhoudingsgewijs wat meer van een algehele
zondagopenstelling profiteert – AH is sterk in
maaltijden en heeft een goede aansluiting in de
steden – maar in hoeverre dat daadwerkelijk zo
is, durf ik niet te zeggen. Voor onze AH heeft de
nieuwe gemeentelijke verordening eerder wat
ongunstiger uitgepakt: voorheen waren we een
avondwinkel en waren we als een van de weinige
supermarkten op zondag open. Nu mogen alle
levensmiddelenwinkels in Utrecht elke zondag
open. Wij hebben nog steeds gekozen voor de
avondwinkelregeling. We zijn daardoor elke dag
van 7.00 u tot middernacht open en op zondag
van 16.00 u tot middernacht, we pakken zo
doordeweeks twee uur extra avondomzet en ook
op zondag zijn we in de avond twee uur langer
open dan de rest. Maar we gaan daardoor op
zondag wel zes uur later open dan de anderen
en hebben per saldo ook meer concurrentie op
zondag.
Toch ben ik wel voor gelijke monniken, gelijke
kappen. Nu zijn in Utrecht alleen alle levensmid-
delenwinkels op zondag open, andere winkeliers
ervaren dat als oneerlijk. Zij hebben te maken
van veel afvloeiing naar andere steden: Amster-
dam, Den Haag en zelfs Nieuwegein.”
Utrecht heeft heel Utrecht tot toeristisch gebied bestempeld. Kanaleneiland en Overvecht lijken me niet heel veel toeristen te trekken.“Als Almere toeristisch gebied is, zijn Kanalenei-
land en Overvecht het ook. Maar die hele toeristi-
sche bepaling in de wet is en blijft natuurlijk
vreemd: laat ondernemers gewoon zelf beslissen
of ze op zondag open gaan of niet.”
Zijn kleine ondernemers niet de dupe van een algehele zondagopenstelling?“Dat vraag ik me af. Er zijn genoeg studenten die
willen werken, daar kunnen kleine winkeliers ook
gebruik van maken. Je moet je afvragen: wat zijn
de additionele kosten, maar ook: wat zijn je ad-
ditionele opbrengsten. Er is meer mogelijk dan je
denkt, ik vind het te makkelijk om de zeggen: ‘wij
kunnen het niet, wij zijn de dupe’.”
Arjan Konincks (Foto: Vakcentrum)
Krijn Vermeulen
18 zondag open 20 07-05-2012 14:27:37
21FoodPersonality mei 2012
Martin van KippersluisSupermarkt Kippersluis, voorheen Super
de Boer (Biltstraat, Utrecht-centrum):
“Wij waren voorheen al op zondag open, we
waren een avondwinkel en mochten daarom
op zondag vanaf 16.00 uur open zijn. In de
nieuwe gemeentelijke verordening hebben we
ervoor gekozen om op zondag van 10.00 tot
19.00 u open te zijn, we hebben nu niet meer
het avondregime.
Het is voor ons nadeliger dat nu iedereen open
is, aan de andere kant: onze winkel zit tegen de
rand van het centrum aan en in het centrum
waren de supermarkten voorheen ook al wel
vaak op zondag open.
Toen de gemeentelijke verordening net van
kracht was, in januari, hebben we op zon-
dag even een kleine dip gehad. Nu zitten we
weer op dezelfde zondagomzet als voorheen.
De zondagomzet bedraagt zo’n 10% van de
weekomzet, dus die is de moeite waard. Een
voordeel van de nieuwe regeling: die is voor
consumenten duidelijk – iedereen is elke zon-
dag open – en van die duidelijkheid profiteert
iedereen, wij ook.”
Onze veronderstelling is dat vooral Albert Heijn profiteert van een algehele zondagrege-ling: de meeste winkels, sterk in steden en een goed ‘zondagassortiment’.“Die veronderstelling klopt ook wel. Niet
vanwege het gemaksassortiment, want er
komen op zondag in de supermarkten vooral
ook mensen die op zaterdag op het voetbal- of
hockeyveld staan en dan op zondag hun week-
boodschappen doen, maar AH is de grootste,
heeft de meeste winkels en dat is inderdaad een
voordeel. En in het geval van Utrecht profite-
ren ze extra, want ze hadden hier niet zo veel
zondagvergunningen, dat hebben ze een paar
jaar geleden niet goed geregeld, en nu mogen
alle AH’s elke zondag open.”
Kleine ondernemers, profiteren die ook?“Voor iedereen geldt – voor ons, voor Albert
Heijn, maar ook voor hele kleine ondernemers:
je moet investeren. Misschien levert de zondag
in eerste instantie niet zo veel op, maar denk
aan de langere termijn. Wij zien onszelf ook
als een kleine onderneming. Maar bedenk dat
je je personeelskosten er op lange termijn wel
uithaalt. Wij hadden toen we als avondwinkel
begonnen op zondag aanvankelijk ook geen
hele wilde omzetten, dat heeft zeker een half
jaar geduurd. Daarna steeg de omzet en dat is
rustig verder gaan groeien. Het is een zaak van
lange adem.”
Tekort aan geld of aan bronnenIk ben niet zo gek op boekbesprekingen. En tot op heden heb ik
vermeden in deze column al te nadrukkelijk stil te staan bij het werk
van enig auteur in het bijzonder. Zo niet deze keer. Dit maal vraag ik
uw nadrukkelijke aandacht voor het onlangs verschenen boek van
Paul Gilding.
Paul Gilding is de baas geweest van Greenpeace International. Een
club die op haar manier probeert een bijdrage te leveren aan de
kwaliteit van onze planeet. Bij de wijze waarop Greenpeace dat doet
zal iedereen zo zijn of haar eigen ideeën hebben.
Zo niet bij het boek van de voormalige aanvoerder van deze club. Bij
zijn boek ‘The great disruption’ kun je, na lezing, eigenlijk maar één
mening hebben: formidabel. Gilding schetst in 263 pagina’s een goed
leesbaar en toch wetenschappelijk onderbouwd scenario over het
welzijn van ons ecosysteem en de toekomst daarvan. Een haarfijne
analyse van de huidige staat van ons ecosysteem en een interessant
pleidooi voor een fundamenteel andere aanpak.
Natuurlijk staan dit soort pleidooien open voor discussie. Zijn bij de
conclusies soms kanttekeningen te plaatsen. Dat is onvermijdelijk.
Het onderwerp is zo veelomvattend en complex dat het ondoen-
lijk is dat alles in één theorie te vervatten. Dat zou zo’n beetje de
theorie van alles moeten zijn. Desalniettemin acht ik het werk van
Gilding een aanrader voor iedereen die in de levensmiddelensector
werkzaam is. Niet omdat wij als sector het probleem van de afbreuk
van ons ecosysteem kunnen oplossen, maar wel omdat wij met onze
keten uit natuurlijke grondstoffen putten die het ecosysteem voort-
brengt. Ecosysteem ziek, grondstoffen ziek, eten ziek etc… u kunt het
plaatje zelf verder invullen. En juist daarom acht ik het raadzaam dat
u kennis neemt van het werk van Gilding. Het zet aan tot denken. Het
schetst op een heldere manier de problemen die er zich binnen ons
ecosysteem voordoen. En het legt de verantwoordelijkheid hiervoor
daar waar ze thuishoort: bij de mens. Het wezen bij uitstek dat
rücksichtslos en egoïstisch het ecosysteem eenzijdig gebruik voor zijn
eigen, vaak kortzichtige, doeleinden.
Om u een korte indruk te geven een citaat dat de kern van het
betoog raakt. “We borrowed massively to get ourselves out of the last
financial crises, and the only way the resulting debt can be paid off
is if we have significant economic growth. Yet such growth will lead
to commodity price rises that will stop economic growth. So we are
stuck. Grow and face resource constraints; don’t grow and drown in
debt.”
Gelukkig echter beperkt Gilding zich niet tot een schets van een
doemscenario en de aanwijzing van verantwoordelijkheid. Hij schetst
ook een perspectief. Een denkrichting die uitzicht biedt. In die zin
gaat hij verder dan velen die hem voorgingen. Of, om het kort samen
te vatten: “Gilding offers a clear-eyed and moving assessment of our
predicament but more importantly, he offers a plausible way forward
and good reasons to think we will rise to the occasion… Essential
reading.”
Aldus David Orr, auteur van Down to the Wire.
Veel leesplezier.
EFMIMarcel van Aalst, Irene van Berlo,
Koen Hazewinkel en Melanie Murk wisselen
elkaar af als columnist.
Deze maand Koen Hazewinkel.
Reacties: [email protected]
18 zondag open 21 07-05-2012 14:27:40
22FoodPersonality mei 2012
De 60 duurzame KPI’s van UnileverUnilever rapporteert redelijke vooruitgang na één jaar Sustainable Living Plan, het
tienjarenplan dat Unilever in staat moet stellen te groeien én duurzamer te worden
tegelijk. De retail lijkt in het plan vooralsnog een bijrol te spelen.
Door: Dave van Loon Foto: Unilever
“Dit is het eerste jaar van een 10-jarig plan en dit
eerste jaar is misschien wel het makkelijkste jaar”,
aldus Jan Zijderveld, president van Unilever
Europa, tijdens de presentatie van Unilevers
eerste voortgangsrapportage van het in november
2010 groots aangekondigde Sustainable Living
Plan, een plan dat Unilever in tien jaar tijd moet
laten groeien (in omzet verdubbelen, red.), terwijl
tegelijkertijd de ecologische voetafdruk van het
bedrijf wordt gehalveerd.
Dat betekent nogal wat, zeker voor een bedrijf
met de omvang van Unilever met wereldwijd mil-
jarden (!) klanten. Ter illustratie: één op de drie
huishoudens ter wereld gebruikt een Unilever-
wasmiddel.
Dan is het volgens Zijderveld zaak elke kleine
kans te benutten en zeker niet alleen ‘binnen de
poorten’ van Unilever te kijken. Sterker nog, een
groot deel van de te behalen milieuwinst moét
buiten die poorten gerealiseerd worden om maar
in de buurt van de doelstellingen te komen.
Slechts 5% van de ecologische voetafdruk van
Unilever ontstaat bij het bedrijf zelf. 25% ligt
‘upstream’. Dat wil zeggen, verderop in de keten,
bij leveranciers van grondstoffen. De rest ontstaat
door het gebruik van Unilever-producten door
consumenten.
Harde KPI’s Bij de presentatie van het Sustainable Living Plan
werd al benadrukt dat het plan zeker geen ‘green
wash’ mocht zijn of lijken. Maatschappelijke
organisaties zoals het Wereld Natuurfonds en
Greenpeace werden uitgenodigd mee te denken
en commentaar te leveren (ze waren er ook al-
lemaal weer bij de presentatie van de voortgangs-
rapportage, red.). En daarom zijn er ook zoveel
mogelijk harde, meetbare doelstellingen geformu-
leerd op basis waarvan de voortgang kan worden
vastgesteld. In totaal heeft Unilever in het kader
van het Sustainable Living Plan bijna 60 van die
doelstellingen gedefinieerd. En bij een bedrijf als
Unilever heten die dan ‘key performance indi-
catiors’ (KPI’s), verdeeld over drie hoofdthema’s
(gezondheid en welzijn, milieu-impact en verbe-
teren van leefomstandigheden). Daarbinnen zijn
zeven deelgebieden geformuleerd. Een achtste
aandachtveld is het eigen personeel. Per deelge-
bied zijn KPI’s geformuleerd, 58 in totaal.
Wat is er in één jaar zoal bereikt? Al best veel en
Zijderveld somde de belangrijkste wapenfeiten
op:
duurzaam
-
neutraal (‘zero waste’)
(drie jaar eerder dan voorzien)
Het Sustainable Living Plan staat centraal in Uni-
levers bedrijfsstrategie. Het is geen liefhebberij
van het management of een reputatie-instrument,
maar moet deel gaan uitmaken van de identiteit
moeten eraan bijdragen, zo werd de toehoorders
meerdere malen op het hart gedrukt.
Retail onderbelichtDuurzaamheid wordt in toenemende mate een
voorwaarde voor groei, stelt Unilver. Zo is duur-
zaamheid in verzadigde westerse markten inmid-
dels uitgegroeid tot een belangrijk innovatie-
thema (denk aan producten als Klein & Krachtig,
Anrélon Dry etc.). In opkomende markten, waar
de bevolking volop geconfronteerd wordt met
problemen die voortvloeien uit bevolkingstoe-
name, klimaatverandering en water- en voedsel-
schaarste, bieden producten die consumenten
helpen het hoofd te bieden aan deze problemen
Unilever de kans extra hard te groeien. Daar-
‘Retail, maak keurmerken overbodig’
Ons land telt zo’n 100 duurzame keurmerken en logo’s. Wereldwijd zijn het er zelfs zo’n 420. Dat maakt het er
voor de consument bepaald niet duidelijker op. Toch doet ook Unilever eraan mee. Zo was het bijvoorbeeld
één van de initiatiefnemers van het MSC-keurmerk (Marine Stewardship Council).
Jan Kees Vis, global director sustainable sourcing development Unilever, relativeerde tijdens de presentatie
van de voortgangsrapportage van het Sustainable Living Plan het belang van keurmerken voor Unilever op
geheel eigen wijze: “Bij Unilever hoort het merk het ultieme keurmerk te zijn.”
Johan van de Gronden, directeur van het Wereld Natuurfonds (WNF), met wie Unilever gaat samenwerken om
meer consumenten van het belang van duurzaamheid te overtuigen, en destijds ook mede-initiatiefnemer
van het MSC-keurmerk, deed bij de presentatie in dit verband een opmerkelijke uitspraak: “De retail heeft de
sleutel in handen voor het overbodig maken van keurmerken. Eigenlijk moet ik er als consument op kunnen
vertrouwen dat alles wat ik in de supermarkt koop duurzaam en verantwoord is. Dát moeten supermarktbe-
drijven eens oppakken. Een bordje bij de deur volstaat dan.”
Saillant detail: dezelfde dag werd tijdens de Dag van het Vakcentrum aan de eerste 36 supermarkten het Super
Supermarkt Keurmerk (SSK) uitgereikt. Maar of de WNF-directeur dat nou bedoelde?
De presentatie van de voortgangsrapportage van het Sustainable Living Plan bij Unilever, afgelopen 24 april.
22 Unilever 22 04-05-2012 10:23:01
23FoodPersonality mei 2012
bij komt dat verduurzamen ook nog eens geld
bespaart: minder energie, minder verpakkingen,
minder afval…
Dat duurzaamheid een belangrijke innovatie-
thema is geworden, heeft ook te maken met de
groeiende groep consumenten die een voorkeur
voor duurzame producten en merken ontwik-
kelen. En in het verlengde hiervan wordt ook de
roep van Unilevers eigenlijke klanten - de retail
- luider. Ook retailers ontwikkelen onder invloed
van verschuivende consumentenvoorkeuren hun
eigen duurzaamheidsbeleid en zijn daarbij afhan-
kelijk van leveranciers die hen daarbij helpen. In
die zin levert verduurzaming ook een concurren-
tievoordeel op.
Dan is het opvallend dat er in Unilevers Sustai-
nable Living Plan eigenlijk weinig aandacht is
voor de rol van de retail, al zei Frank Weijers, be-
stuursvoozitter van Unilever Benelux er naar aan-
leiding van opmerkingen uit de zaal wel wat over:
“Retailers zijn belangrijk, zeker daar waar het de
activatie van de consument betreft. Zij hebben
immers het directe contact met de consument.
We kiezen daarbij vooral voor grote partijen om
zoveel mogelijk mensen te bereiken, maar het
liefst werken we met alle partijen samen.”
Roland Waardenburg, tegenwoordig partner
bij The Rock Group, een adviesbedrijf op het
gebied van verduurzaming, maar daarvóór vice
president corporate responsibility bij Ahold, was
een van de mensen die vanuit de zaal vroeg naar
hoe de retail nou in het verhaal van Unilever past.
Hij wees op de grote afstand tussen een bedrijf als
Unilever en retailers maar ook tussen Unilever en
andere levensmiddelenproducenten. En het moet
gezegd, wie de implicaties van het Sustainable
Living Plan op zich laat inwerken, moet erkennen
dat er een enorme kloof bestaat tussen Unilever
en de duurzaamheidsinspanningen van veel
supermarktorganisaties. Maar om het Sustainable
Living Plan te laten slagen is de retail als belang-
rijkste tussenschakel hard nodig. Voor Unilever is
het dus zaak de retail er nadrukkelijker bij te be-
trekken door de consequenties van het Sustaina-
ble Living Plan specifiek voor supermarkten door
te vertalen en de voordelen, ook in financiële zin,
expliciet te benoemen.
Financieel succesvolUnilevers grootste uitdaging ligt echter op het
terrein van het veranderen van het gedrag van de
consument, want juist daar moet het grootste deel
van de duurzaamheidswinst geboekt worden. “Je
moet het de consument makkelijk maken”, aldus
Zijderveld. Hij noemde daarbij als voorbeelden
producten als Comfort (waterbesparend wasmid-
del van Unilever in Azië), Pureit (waterzuive-
ringsproduct van Unilever in India) maar ook
het eerder genoemde Andrélon Dry. Daarnaast
zijn er de programma’s om verzadigde vetten in
producten te reduceren, maar ook zout en suiker.
En er zijn stimuleringsprogramma’s; gezonder
eten, meer bewegen (denk aan Becel, red.). Of dat
door consumenten niet als paternalistisch wordt
ervaren, werd vanuit de zaal gevraagd. Zijderveld:
“De consument bepaalt met zijn aankoopgedrag
hoe ver je als producent kunt gaan.”
Later toonde Frank Weijers, bestuursvoorzit-
ter van Unilever Benelux zich in dat opzicht
optimistisch: “Tien jaar geleden werd er nog
volop gerookt in vliegtuigen. Nu zouden we dat
heel raar vinden. Het is wel zaak niet te hard van
stapel te lopen, want dan raak je de consument
onderweg kwijt. Dat hebben we in het verleden al
eens meegemaakt en dat hebben we moeten cor-
rigeren.” Weijers noemde bij dat laatste overigens
geen concrete voorbeelden.
Om alle doelen van het Sustainable Living Plan te
realiseren, moet Unilever financieel wel succesvol
blijven, want als beursgenoteerd bedrijf moet je
je aandeelhouders tevreden houden. Die kunnen
volgens Zijderveld echter ook tevreden zijn over
een multinational die consistente, duurzame en
winstgevende groei laat zien. “Heb je geen ver-
haal, dan draait het alleen om winstmaximalisatie
en de resultaten van het volgende kwartaal.”
Overigens, over die kwartaalresultaten heeft
Unilever niets te klagen. Zo steeg de omzet in het
eerste kwartaal van dit jaar met 11,9% naar € 12,1
miljard. De onderliggende verkopen stegen met
8,4%. En zelfs in ontwikkelde markten zoals Ne-
derland stegen de verkopen nog met 4,2%. Kom
daar bij supermarktbedrijven maar eens om. ■
22 Unilever 23 04-05-2012 10:23:02
24FoodPersonality mei 2012
COMMENTAAR
Straks weer een formule minder82 C1000’s gaan naar AH, 54 naar Coop en de resterende
driehonderd worden op termijn Jumbo. De supermark-
sector raakt weer een naam kwijt. Is dat erg? Voor ieder-
een die ‘rood’ denkt, wel. Maar ja, wat voor product heeft
C1000 aan de Nederlandse keukentafel toegevoegd?
Door: Gé Lommen Foto: archief FoodPersonality
C1000 verdwijnt. Tja. We schreven in FoodPer-
sonality januari al: Jumbo Supermarkten is een
entiteit. Die geen tweede entiteit toelaat. Alles wat
in Veghel goed aanvoelt, is bestemd voor Jumbo.
Probleem alleen: bestuursvoorzitter Frits van
Eerd heeft met C1000 op zak opeens zoveel ves-
tigingen erbij dat hij en zijn bedrijf er horendol
van worden, nog meer dan de NMa. Maar Veghel
denkt geel en is geel, het kan niet anders.
Daar kregen we venijnige reacties op. Begrijpelijk.
Je kunt ook pragmatisch zijn en kijken wat je met
twee formules doet, dan hoef je je die ombouw-
toestanden niet meteen op je hals te halen.
Maar het werd toch: één formule. Het grootste
deel van wat weggaat, gaat naar Jumbo’s aartsri-
vaal: AH. Onbegrijpelijk, op het eerste gezicht.
Waarom geen flinke portie naar Plus, als dat ook
aan het biedingsspel meedeed? Het bedrag heeft
waarschijnlijk de doorslag gegeven. Pragmatisch.
Het aantal winkels waarvan Jumbo de huurcon-
tracten naar AH schuift, is ook weer niet zo groot
dat je van een paard van Troje kunt spreken.
C1000 verdwijnt. Weer een formule minder. En
we zijn er al aardig wat kwijt geraakt, of het nou
fullservice, voordeel, discounters of buurtsupers
waren: Basismarkt, A&P, Edah, Konmar, Super
de Boer, Méérmarkt, Sanders, Lekker & Laag,
De Boer, Via, Jac. Hermans, Dino, Jan Bruijns,
Groenwoudt, Nieuwe Weme, Pryma, Dagmarkt,
Kom + Koop, Garantmarkt, Grosmarkt, Kopak,
Count-town, Price-town, Megamarkt, Casper,
Super Club 199, Super Spar, Prijs-slag, A-markt,
Amax, 4 = 6 Service, De Vrije Vogel, Uitgekiend
& Beter, Emha Super, Komart van DeWitKomart
en Komart van Gekoma en tal van namen die
achteraf slechts een muurbloempje bleken op het
voortdurende galabal van de supermarktketens.
Twee patronen zijn hier de drijfveren van:
elkaar over en heffen elkaars formules op.
nieuwe namen te beginnen, zoals in de ja-
ren tachtig en negentig van de vorige eeuw,
is verdwenen. Als een supermarktketen een
buurtformule wilde beginnen, kwam het met
een nieuwe naam. Als een supermarktketen
met een discountformule wilde beginnen ook.
Vierhonderd m2 vvo meer was aanleiding voor
een nieuwe naam, van Spar Groen naar Spar
Rood, bijvoorbeeld. Dat verschijnsel is voorbij.
Gelukkig maar. Leuk wellicht voor een blad als
dit, al die nieuwe ideeën, maar het ene was nog
amateuristischer dan het andere, weten we nu
achteraf. En vaak waren het nieuw op te bouwen
ketentjes die niet verder kwamen dan een paar
pilots en niet de aandacht van de leiding hadden
om er wat van te maken. Het was ook te veel. Die
periode is allang afgesloten.
EénformulestrategieDit allemaal onder het dictaat van marktleider
Albert Heijn, dat anderen de weg wees. AH hield
altijd maar één formulenaam aan. Een grote ves-
tiging, een kleine, het bleef AH nummer 1 t/m
met 5. Naderhand ging ook dat onderscheid weg.
En de gemaksformule werd To Go en de grote
knaap voor flinke boodschappen werd XL.
Anderen volgden. Karel van Eerd had Van Eerd
Groothandel. Met als formules Jumbo en Pry-
ma. Pryma werd Jumbo, als je qua aantal meters
de belofte ‘groot assortiment’ kon waarmaken
– en in de Pryma’s waar dat niet kon: d’ruit. Van
Eerd besloot ook de naam Van Eerd Groothan-
del te laten vallen, voor Jumbo Supermarkten.
Een dijk van een besluit. Het restant van Laurus
ging Super de Boer heten, zoals de formule zelf.
Schuitema ging C1000 heten: zoals de formule
zelf. Makkelijk, duidelijk. Nu zijn we wat jaren
verder en staan nog maar 22 formules in de win-
kelcentra en aan de pleinen. En, aldus velen, die
consolidatie- en concentratietendens gaat voort.
Formulediversiteit Moeten we rouwen om de verdwijning van de
formule C1000? Ja, voor zover mensen aan die
naam gehecht zijn, past respect voor die loyaliteit.
Nee, als we nagaan wat nu C1000 aan onderscheid
bracht ten opzichte van andere formules.
De markt is gebaat bij formule-onderscheid. Het
is goed als de supermarkten flink verdeeld zijn
onder diverse marktpartijen: partijendiversiteit.
Maar het is nog aantrekkelijker voor de markt als
die partijen voor een groot onderscheid zorgen in
de identiteit van die formules. Maar de laatste tien
jaar gaan formules steeds meer op elkaar lijken.
Elk goed idee van partij zus wordt volgende week
door partij zo gekopieerd. En ook C1000 zorgde
niet echt voor formulediversiteit.
Onderscheidend aan C1000: vlees. Jumbo Super-
markten heeft verklaard de marktbenadering van
vlees van C1000 te willen integreren in Jumbo. Of
dat ook gebeurt, is de vraag. Jumbo zal niet van
zijn ‘elke dag lage prijzen’-uitgangspunt willen
afstappen, ‘Inkoopvoordeel’ met de nodige acties
is al een tegenstelling, dus zal Jumbo met vlees
niet het actiepatroon volgen van C1000. C1000 is
daarin echter zelf al aan het veranderen, ook door
toedoen van de ‘maatschappelijke vleesdiscussie’.
Wat zou Jumbo nog meer moeten overnemen van
C1000, als we ervan uitgaan dat we met C1000
iets bijzonders aan formulediversiteit kwijt zijn?
De voetbalspaaracties? Dat was al een aanval op
AH en/of Plus, en dus al een kopie. Het geweldige
appeltaartje? Kan, maar formules hebben nu al
jaren last van een appeltaartjeskoorts, zeker niet
onderscheidend. Sterker, pas één maand voordat
Een overname eerder: Jan Brouwer, de directievoor-
zitter onder wie C1000 tot grote hoogte steeg, met de
Jumbo-kopers Frits van Eerd en Ton van Veen. Hier
in beeld bij de officiële aankoop/verkoop van Super
de Boer. Derde van links: Thomas van Veen, op dat
moment financieel directeur van Super de Boer.
24 Jumbo-C1000-AH 24 07-05-2012 14:24:18
25FoodPersonality mei 2012
Petje afGrappige uitspraak, genoteerd uit de mond van Marc Engel, hoofd inkoop van Unile-
ver, bij een rapportage over de voortgang van het Unilever Sustainable Living Plan.
‘Wij gooien bij Unilever vroeg ons petje over het hek.’ Engel doelt op de ambitieuze
doelstellingen van het plan, dat onder meer voorziet in honderd procent duurzame
agrarische grondstoffen in 2020. Als ’t petje eenmaal over het hek is móet je als bedrijf
wel volgen, is de gedachte. Nog negen jaar te gaan.
Het Sustainable Living Plan beoogt een integrale verduurzaming van de keten. Dat is
de aanbodkant. Aan de vraagzijde ziet het bedrijf als belangrijkste uitdaging de nood-
zaak van een verandering van consumentengedrag. Tja, wie niet. Zoals we allemaal
weten, is dat het meest problematisch.
Toch is er hoop. Ongestraft een rokertje opsteken is er ook niet meer bij, dus dan
moeten we de consument vroeger of later ook aan duurzamer gedrag kunnen krijgen.
Unilever en het WNF starten hiertoe binnenkort een gezamenlijke campagne, hetgeen
WNF-directeur Johan van de Gronden ertoe bracht iedereen op te roepen een ‘big
idea’ te leveren dat een bijdrage zou kunnen leveren aan de gewenste gedragsveran-
dering. Het brengt mij er op mijn beurt toe eens een kleine inventarisatie te houden
van recente initiatieven in food die zeggen zich op de consument te richten.
Eerst het nieuwe Super Supermarkt Keurmerk (SSK) van het Vakcentrum. Gaat dat ‘m
worden? Ik vrees van niet. Geen enkele duurzaamheidsdeskundige in de Raad van Ad-
vies, geen onafhankelijke toetsing van het ‘keurmerk’ door een certificerende instantie.
Ook worden de begrippen Maatschappelijk Betrokken Ondernemen en Maatschappe-
lijk Verantwoord Ondernemen voortdurend door elkaar gehaald. Een nogal doorzich-
tige poging om het thema ‘duurzaamheid’ te gebruiken als PR-instrument voor de
zelfstandig ondernemer, lijkt me, maar misschien wel geschikt om ondernemers te
laten wennen aan het begrip ‘duurzaamheid’. Want dat is voor de meesten toch echt
nog een ver-van-mijn-bedshow.
Iets heel anders dan: de nieuwe website www.duurzamereten.nl, een initiatief van het
Platform Verduurzaming Voedsel. Mogen we daar enig heil van verwachten? Helaas.
De website schiet zijn doel volstrekt voorbij. Geen consument die eens lekker gaat zit-
ten voor een site die niets meer te bieden heeft dan een langdradige opsomming van
het duurzaamheidsbeleid van bedrijven. Laten we niet vergeten dat zestig procent
van de bevolking een opleiding heeft die niet boven MBO-niveau uitkomt. Die moet
je het niet al te moeilijk maken. Voor zo ver ‘de’ consument überhaupt ergens op zit
te wachten, is dat op maar één ding: een praktische tool, die hem in staat stelt bij het
boodschappen doen een maatschappelijk verantwoorde keuze te maken.
En dus komt daar de nieuwe SuperWijzer in beeld, de gratis app van Varkens in Nood
die op 7 mei werd gepresenteerd in het televisieprogramma Tros Radar. Ik moet
eerlijk zeggen: dit is andere koek. Wie 15.000 producten weet te beoordelen op onder
andere landgebruik, broeikasgassen en dierenwelzijn, heeft in ieder geval iets zinnigs
te melden, hoewel experts ongetwijfeld van mening zullen verschillen over de wijze
waarop de achterliggende data zijn geïnterpreteerd. En natuurlijk is het de vraag of
consumenten massaal met hun mobiele telefoontje producten gaan scannen in de
supermarkt. Maar daar gaat het niet om.
Cruciaal is dat met de SuperWijzer de knop is omgezet voor een onafhankelijke,
instrumentele toetsing van supermarktassortiment aan duurzaamheidscriteria. Dit
verschaft consumenten werkelijke beïnvloedingsmacht en haalt gedragsverandering
definitief uit de sfeer van de geitenwollensokken pleidooien voor stadslandbouw en
moestuintjes, zoals die onlangs weer vanuit de hoek van Urgenda klonken. Varkens
in Nood heeft hiermee net als Unilever een petje over het hek geworpen en ik neem
mijn eigen petje daarvoor af. Gewoon, voor de moed waarmee sommigen de eersten
durven te zijn.
Om de maand in dit blad: Hans Eysink Smeets
en Frits Kremer als columnist.
Deze maand Frits Kremer.
Reacties: [email protected]
KREMERJumbo de verdwijning van C1000 aankondigde,
kwam C1000 met het initiatief van een superassorti-
ment: ‘De Trots van C1000’. De naam alleen al is half
jatwerk: een paar jaar terug kwam Jan Linders met
‘Onze Trots’. Misschien zijn er mensen die Tineke
als tv-reclamedame gaan missen. Maar is dat dan
formule-onderscheid en diversiteit van het super-
marktaanbod? De vraag is of supermarktreclame
op tv werkelijk zo veel voor de sector betekent. De
dagbladcampagnes van AH, in samenspraak met en
uitgevoerd door het reclamebureau dat destijds FHV/
BBDO heette, dat is waarschijnlijk supermarkthis-
torie. Maar zelfs AH waagt zich er niet meer aan om
bijzondere lekkernijen als campagne te gebruiken,
alleen met kerst en Pasen.
Maar wacht, C1000 is de formule geworden van de
lokale ondernemersinbreng. Ondernemers voegden
elementen toe: van lokaal assortiment tot salades
en maaltijden uit eigen productielocatie. Me dunkt.
Maar juist dat element is bij Jumbo en Plus ook goed
vertegenwoordigd.
En dus lijkt retailadviseur Paul Moers, die naast het
Vakcentrum, Laurens Sloot, Gerard Rutte e.a. de
kranten meebevolkte met zijn mening, een beetje
gelijk te hebben. De sector mist eigenlijk niet zo
veel met C1000. Dat is een pijnlijke constatering.
En welke van de namen hierboven, van Amax tot
Kom + Koop, missen we vandaag nog in de branche?
Misschien missen ondernemers Super de Boer nog
een beetje? Wij, van dit blad, missen een formule die
kort bestaan heeft: Lekker & Laag Superstore. Vier
vestigingen, Laurus’ laatste poging om iets sterks neer
te zetten. Een formule met een sterk prijsbeeld en
een nog veel sterker imago van kwaliteit en win-
kelbeleving. Hoogwaardige winkels, veel aanbod,
nieuwsgierig makende producten. Daar moet je nu
voor naar Waitrose of naar de Edeka’s van het Duitse
boegbeeld-ondernemer Heinz Zurheide.
Goed, leuk dat je er geweest bent, C1000. Je hebt het
lang volgehouden. Sterker, rond de eeuwwisseling
was je ‘de mentale marktleider’, zoals directievoorzit-
ter Jan Brouwer het formuleerde – en daarmee zus-
terorganisatie binnen de grote weeffout Ahold-AH-
Schuitema publiekelijk uitdaagde. Dat AH schopte in
2003 en 2004 C1000 van zijn riante positie af, die van
‘het goede midden tussen AH en Aldi’. AH verdrong
C1000. Op prijs en op stemgeluid in de prijzenslag.
C1000 moest zijn linke positie van ‘net zo goedkoop/
duur als AH’ verbloemen met acties, acties en nog
eens acties. Is een winkelketen met veel acties een
vorm van branchediversiteit? Voor wie wekelijks de
supermarktfolders doorbladert: nee. Heeft C1000 iets
toegevoegd aan het dagelijkse eten en drinken van de
Nederlander? Doet dat pijn voor al die mensen die
jarenlang hebben geploeterd om C1000 weer allure te
geven? Natuurlijk.
Eigenlijk is er maar één groot bezwaar tegen de
fasegewijze opheffing van C1000. Het vooruitzicht
dat over tien, vijftien jaar de consument alleen maar
kan kiezen tussen AH en Jumbo. Niet dat dat een
slechte keuze is, integendeel. En die winkels zitten
vol nieuwe keuzes, met hun 20.000 producten. Maar
toch, het is zo weinig kiezen.■
24 Jumbo-C1000-AH 25 07-05-2012 14:24:20
26FoodPersonality mei 2012
De kubustest van DelhaizeWat Tesco in Zuid-Korea kan, kunnen wij thuis, zo moeten ze bij Delhaize hebben
gedacht. En zo lanceerde het vorige maand de ‘Delhaize Direct-cube’, een virtuele
supermarkt op locatie, waar consumenten boodschappen kunnen bestellen met hun
smartphone. Zoals hier op de foto: centraal station Brussel. Maar wat wil Delhaize nu
allemaal testen en hoe werkt het?
Door: Marieke Venbrux Foto: Delhaize
Het begon met Tesco-dochter Home-plus in
Zuid-Korea. Dat lanceerde vorig jaar in een
metrostation van Seoel een ‘virtuele’ winkel: een
plat scherm, met daarop de foto’s van tientallen
producten voorzien van een zogeheten qr-code:
een ‘tweedimensionale’ barcode, die door de code
te scannen snel (qr staat voor ‘quick response’) de
link legt tussen de ‘fysieke wereld’ en het internet.
De consument met een smartphone, voorzien
van een qr-reader-app (die kan elke smartphone-
gebruiker eenvoudig downloaden), kan de code
scannen en vervolgens het betreffende product
direct via zijn mobiel online bestellen. Het initi-
atief blijkt in Zuid-Korea – land van whizzkids
en digitale ontwikkelingen – een groot succes te
zijn, voor Tesco reden om de ‘virtuele Home-
plus-winkels’ (de platte schermen dus) uit te gaan
breiden naar meer dan twintig bushaltes in heel
het land.
Het initiatief van Tesco bleef in Europa niet
ongemerkt en heeft hier inmiddels navolging ge-
kregen. Maar niet van – zoals we wellicht zouden
verwachten – een van de Britse formules (Tesco
zelf, of anders Asda of Waitrose), en nee, ook niet
van Albert Heijn (hoewel dat in de nieuwe Albert
Heijn To Go-winkels wel nadrukkelijk experi-
menteert met mobiel internetgebruik en apps).
Wél van Delhaize, België.
Delhaize startte vorige maand met de zogehe-
ten ‘Delhaize Direct-Cube’, een virtuele winkel.
Twee maanden lang plaatst Delhaize zeven grote
kubussen op verschillende ‘drukke’ plaatsen in
België: stations (Brussel), winkelcentra, aan de
Belgische kust (Knokke, Oostende) etc.
De kubussen moeten een virtuele supermarkt
voorstellen. Op elke zijde staan tientallen produc-
ten afgebeeld, in totaal 300. Die producten zijn
op hun beurt voorzien van een barcode, dezelfde
barcode die zich ook op het product in de winkel
bevindt. Consumenten die hun tijd staan te
verdoen op bijvoorbeeld een treinstation, kun-
nen met hun mobiele telefoon de streepjescode
scannen en het betreffende product bij Delhaize
Direct bestellen, de online-boodschappendienst
van Delhaize. Het product kunnen ze dan de vol-
gende dag ophalen bij een van de 100 Delhaize-
vestigingen die een Delhaize-Direct-afhaalpunt
hebben. Let wel, daarmee is Delhaize Direct
(nog) niet overal doorgevoerd. Want Delhaize
heeft 140 Delhaize-filialen. (In toaal heeft Del-
haize 822 vestigingen in België en Luxemburg.
Naast de 140 Delhaize-filialen, zijn dat: 227 fran-
chisers onder AD Delhaize, 20 stadsbuurtfilialen
City Delhaize, 190 franchise-buurtwinkels Proxy
Delhaize en zo’n 80 vergetenboodschapwinkels
op franchisebasis onder de formulenaam Shop ‘n’
Go. Verder is er nog de test met discounter Red
Market en de dierenwinkelketen Tom & Co, die
allebei ook bij die 822 vestigingen zijn inbegre-
pen). Dekelver: “Met de 100 Delhaize Direct-
punten dekken we in principe wel heel België af.”
10% online via smartphone Waarom start uitgerekend Delhaize met een ‘vir-
tuele supermarkt’ voor onderweg? Want vragen
we ons in Nederland al af in hoeverre consumen-
ten openstaan voor boodschappen doen via inter-
net en of zij bij het boodschappen doen geneigd
zijn gebruik te maken van hun mobieltje, in Bel-
gië is mobiel internet minder ingeburgerd dan in
Nederland – de wifi-verbindingen schijnen hier
en daar ook nog sterk te wensen over te laten – en
hetzelfde geldt voor het gebruik van qr-codes.
België is nog lang geen Zuid-Korea, zogezegd.
Maar, zo vreemd moeten we het niet vinden,
aldus Delhaize-woordvoerder Roel Dekelver.
“Delhaize is van oudsher een bedrijf dat sterk
innovatief is in Europa. Een initiatief als dit past
in die traditie. En inderdaad is in Nederland de
toegang tot mobiel internet momenteel nog wat
groter, maar ook steeds meer Belgen hebben
een smartphone. Van onze klanten die online
boodschappen bestellen via Delhaize Direct, doet
10% dat nu al via zijn smartphone. Terwijl dat pas
sinds zes maanden mogelijk is. Dat percentage
groeit met de dag.”
TestDan de vraag: hoe werkt het precies? Om te
beginnen moeten we de Direct-cubes zien niet
zien als een nieuwe Delhaize-formule, de cubes
zijn vooral bedoeld om het online boodschap-
pen doen via Delhaize Direct te versterken, aldus
Dekelver.
Delhaize Direct biedt klanten de mogelijkheid
online hun boodschappen te bestellen en de vol-
gende dag af te halen in een van de 100 Delhaize-
winkels die een Delhaize Direct-afhaalpunt
hebben. Online-klanten kunnen kiezen uit ruim
18.000 artikelen: gewoon het Delhaize-assorti-
ment zelf. Zelfde geldt voor de prijzen, acties, etc.
Delhaize Direct bezorgt de producten niet, zoals
Albert.nl bijvoorbeeld wel doet, bij de mensen
thuis. Voor dat laatste heeft Delhaize de formule
CaddyHome, dat volgens Dekelver een iets
andere doelgroep bedient: vooral bedrijven. Deze
formule hanteert ook andere prijzen en andere
leveringskosten.
Delhaize is twee jaar geleden met Delhaize Direct
gestart, klanten – vooral tweeverdieners en jonge
gezinnen met kinderen – maken er volgens
Dekelver ‘steeds meer’ gebruik van. En nee: over
het aantal klanten of over de omzet wil hij niets
zeggen. “Die gegevens geven we niet vrij. Wat we
wél kunnen zeggen: het gebruik stijgt, en klanten
die eenmaal een keer gebruik hebben gemaakt
van Delhaize Direct, komen in 90% van de geval-
len terug.”
Toch kan het gebruik van Delhaize Direct blijk-
baar beter (maar kan – zeker als het om omzet
gaat - het niet altijd beter?). Daarom heeft Del-
haize zes maanden geleden de Delhaize Direct-
applicatie voor smartphonegebruikers gelanceerd.
De telefoongebruiker kan de app (een soort
‘Appie’) gratis downloaden op zijn mobiel. Als
hij de app opent, kan hij een boodschappenlijstje
maken. Dat kan door producten van de Delhaize
Direct-site te kiezen, maar het kan ook door de
streepjescode te scannen van Delhaize-producten
die hij thuis heeft staan (de optie ‘scannen’ is
onderdeel van de app). Die gescande producten
komen dan automatisch op het boodschap-
penlijstje, waarna hij/zij dit kan versturen en de
volgende dag bij een Delhaize Direct-afhaalpunt
kan ophalen.
26 Delhaize 26 04-05-2012 13:22:15
27FoodPersonality mei 2012
Watervrees wegnemen Zoals gezegd, de Delhaize-Direct-app moet vol-gens Dekelver de drempel tot online boodschap-pen doen verder verlagen. Dekelver heeft het over de vermindering van watervrees.Vorige maand heeft Delhaize de app als het ware gemoderniseerd door die kubussen te plaatsen: nadrukkelijk confronteren dus. Klanten die de Delhaize-Direct-app al op hun mobiel hebben gedownload, kunnen de barcodes scannen van een van de 300 producten die op de kubussen staan afgebeeld (‘ze zijn zo gefotografeerd en opgesteld dat klanten een beetje het gevoel krijgen in de su-permarkt rond te lopen’) en kunnen die dan direct toevoegen aan hun digitale boodschappenlijstje. Klanten die de app nog niet hebben gedownload, kunnen die alsnog op hun mobiel zetten door de qr-code, die groot op de kubus staat, te down-loaden. Ook zij kunnen vervolgens de producten scannen. Dekelver: “We willen het online bestellen verder in beeld brengen en de voordelen voor de klanten duidelijk maken. Met de ‘roadshow van de kubussen’ willen we vooral ook testen in hoeverre de Belg zit te wachten op zo’n permanente locatie, en welke locaties vooral goed werken.”
Tijdwinst? MwahDe kubussen bieden de consument ‘tijdwinst’, al-
dus Dekelver. “Tijdens het wachten staat hij zich toch te vervelen, dan kan hij net zo goed vast wat boodschappen bestellen. Boodschappen die vóór 12.00 u worden besteld, kunnen consumenten de volgende dag vanaf 9.00 u in een Delhaize Direct-afhaalpunt naar keuze afhalen.” Hoe groot is die tijdwinst als er ‘slechts’ 300 producten (‘de meest gekochte producten’) op de zuil staan afgebeeld (en vervolgens ook nog moeten worden afgehaald)? De kans is groot dat daar altijd een of meer producten niet bij zitten, waarna de consument alsnog naar de winkel of de website moet, om deze te bestellen (en als gezegd: af te halen). Dekelver erkent dat. “Op 18.000 producten is een aantal van 300 natuurlijk relatief weinig, maar het idee is vooral dat het inspire-rend kan werken. Een consument die de kubus ziet kan denken ‘o ja, melk, dat moet ik ook nog hebben, laat ik die meteen een paar pakken be-stellen’. Hij scant de melk en doet zijn bestelling. Daarnaast werkt de kubus als ‘opstapje’ voor een langer boodschappenlijstje: een consument ziet de melk op de kubus, opent de applicatie, scant het pak melk en komt automatisch in de Delhaize Direct-omgeving waar hij nog 17.999 andere producten ziet staan. Eenmaal in de trein kan hij de rest van zijn bestelling afmaken.”En nee, ‘natuurlijk zullen consumenten niet al
hun producten via de Direct-kubussen doen en ook niet via Delhaize Direct’. “Consumenten zullen het online bestellen, via smartphone of via computer, blijven combineren met boodschap-pen doen in de winkel. Wel zal het, zo verwacht ik, verschuiven: ze zullen in de verdere toekomst steeds meer online bestellen en dan vooral voor de kleine aanvullingen naar de supermarkt gaan in plaats van andersom.”Willen we natuurlijk nog even weten: wat betalen consumenten als ze bestellen via de kubussen? “Zolang de kubussen in het land staan, en dat is in ieder geval nog de hele maand mei, zijn de bestelkosten via Delhaize Direct gratis. Gewoon-lijk betalen Delhaize Direct-consumenten voor bestellingen tot 100 euro € 4,50 ‘voorbereidings-kosten’ en voor bestellingen tussen de 100 en 200 euro € 3,50.” ‘Voorbereidingskosten’? Dat is een vergoeding voor het verzamelen en neerzetten in een Del-haize Direct (en wellicht ook voor voor telecom-municatie).En wat gaat Delhaize na mei doen? “Dan halen we de kubussen weg en gaan we een en ander uitvoerig analyseren. Welke locaties waren popu-lair, welke niet? Als we dit permanent gaan doen, is dat dan technisch mogelijk? Is het qua kosten haalbaar?” ■
26 Delhaize 27 04-05-2012 13:22:17
28 Adv 28 04-05-2012 10:23:35
29FoodPersonality mei 2012
Onderhandelen met AH, Jumbo en Coop
‘C1000-winkelier wapent zich tegen verkoop’,
kopte Het Financieele Dagblad recentelijk. Een
onbegrijpelijke kop, een idioot artikel met on-
navolgbare uitspraken van betrokkenen. Wat is
de essentie en hoe moet een ondernemer zich
opstellen? Waarom is die Vereniging van C1000-
ondernemers niet slim bezig?
Om mee te beginnen een uitspraak van Frits van
Eerd – ik ga het zo langzamerhand toch wel een
aardige kerel vinden – van afgelopen week tijdens
een ondernemersbijeenkomst: “Ik ben geen men-
senhandelaar, ik heb de huurcontracten verkocht.”
Hij heeft gelijk. Als een ondernemer geen eigen
pand of huurcontract heeft en bovendien niet
schuldenvrij is, heeft hij geen enkele rechtsposi-
tie. De situatie met een huurder die het pand uit
moet omdat de eigenaar dwingend eigen gebruik
claimt, is navrant vergelijkbaar. Het zal een beetje
geld kosten, maar de huurder moet altijd uit het
pand. Linksom of rechtsom. Ook de verkoop van
de huurcontracten van Jumbo aan Albert Heijn en
Coop gaat er onverbiddelijk toe leiden dat de on-
dernemer een ander logo op de pui gaat krijgen.
De investeringskosten die met de overgang
gepaard gaan, zullen volgens een vast model
verdeeld gaan worden. Zo is het altijd gegaan
en zo gaat het nu ook. Frits van Eerd en Ton
van Veen, Sander van der Laan en Dick Boer, en
Fred Bosch en Gerard Koning, hebben in hun
businessmodel gewoon rekening met de situatie
gehouden dat zij volledig voor alle kosten zullen
opdraaien. Valt het in de praktijk mee, dan is dat
meegenomen. Natuurlijk zal in de praktijk blijken
dat ook de ondernemer een deel van de (her)
investering voor zijn rekening zal gaan nemen.
Dat zal bijvoorbeeld afhangen van de staat van de
winkel en de afschrijving op de inrichting. Als de
ondernemer een nieuwe winkel terugkrijgt, is het
logisch dat hij voor een redelijk deel meebetaalt.
Maar er is meer. Uiteindelijk gaat het niet zozeer
om de investering, maar veeleer over het business-
model voor de komende jaren. Het conditiestelsel
bijvoorbeeld en de te verwachten omzet in het
marktgebied. Maar ook de afspraken binnen het
franchisecontract. Kan de winkel bijvoorbeeld
zelfstandig doorverkocht worden, aan familie of
mede-franchisers?
Het zal de ondernemer verder een worst zijn welk
logo er op de pui komt te staan. Formulesenti-
ment is niet meer van deze tijd. Als hij met die
formule maar geld kan verdienen en zijn klanten
er optimaal mee kan bedienen. Bij Jumbo, Albert
Heijn en Coop zal dat – afhankelijk van het
marktgebied – mogelijk zijn. Alleen zijn er per
formule wel grote verschillen in de manier waarop
die financiële zekerheid gewaarborgd moet
worden. Zo zullen de toekomstige franchisers
van Albert Heijn minder zorgen hebben over het
verdienmodel – als er tenminste sprake is van het
nu al afgesloten contract met de huidige franchi-
sers – maar zij zullen meer op de afspraken in
het contract moeten letten. Bekend is dat Albert
Heijn de winkels graag in eigen stal wil hebben en
ondernemers alleen maar lastig vinden. Franchi-
sers zullen ‘winkels overdoen binnen de familie’
dan keihard moeten uitonderhandelen. Bij Coop
zullen ondernemers zich meer zorgen moeten
maken over de omzetmotor en bij Jumbo zullen
ze het conditiestelsel scherper moeten bekijken,
het verdienmodel moet daar nog wel een paar
euro beter worden
Wat nu nog amper gebeurt, maar wel noodzake-
lijk is, is het besef bij de franchiseverenigingen en
hun adviseurs dat verkoop een gelopen koers is.
Ieder weldenkende ondernemer weet dat het wer-
ken met een ‘eigen formule’ een idee-fixe is. Verzet
is daarom zinloos, ze zullen hun focus nu snel naar
de bovengenoemde condities en verdienmodel
moeten verleggen. Discussiëren over compensatie
voor de herinvestering is ook een achterhoedege-
vecht. Die kosten nemen Koning, Van Eerd of Boer
heus wel. Veel belangrijker – en daarom was het
een onbegrijpelijk stuk in Het Financieele Dagblad
– is het toekomstig rendement en de positie van de
ondernemer binnen Jumbo, Albert Heijn of Coop.
Franchiseverenigingen moeten nu een lijn trekken
en gaan samenwerken. Ongeacht de juridische
status of de formule. Albert Heijn-franchisers,
Jumbo-franchisers en Coop-ondernemers krijgen
een prima platform voor hun toekomst. Gooi alle
concurrentie-argumenten overboord en profiteer
van elkaars kennis. Er zijn nu te veel overlappende
(ondernemers)belangen om separaat de onder-
handelingen in te gaan. Door verregaand samen
te werken komt de meeste druk op Van Eerd, Boer
en Koning. Een mooiere kans voor het zelfstandig
ondernemerschap komt er niet meer. Maar ik ben
bang dat de verzuiling in Nederland alleen nog
in supermarktondernemersland aanwezig is. Het
artikel in Het Financieele Dagblad is daar weer
een bewijs van. Kopieer Frits van Eerd en word
boerenslim. In Veghel zijn ze het al. Nu de rest van
Nederland nog.
* Gerard Rutte is onafhankelijk, maar niet altijd even
objectief, zeker niet als het om Plus, Dekamarkt en
C1000 gaat, want dat zijn klanten van hem.
Gerard, vind jij dat Harrie ten Have en Martin Kippersluis onzin uitkramen dan?“Harrie ten Have praat naar mijn idee tegen beter
weten in en Martin van Kippersluis vind ik een
dappere ondernemer die denkt zonder echte for-
mule te kunnen overleven.”
met Rutte!
Ruzie met Rutte! De rubriek waarin Gerard Rutte*
weer eens de knuppel in het branchehoenderhok
gooit. (En als het nodig is reageren wij daar weer op,
om schandalen te voorkomen.) RUZIE
29 Rutte 29 04-05-2012 16:28:29
30FoodPersonality mei 2012
30 Stadslandbouw 30 04-05-2012 16:29:04
31FoodPersonality mei 2012
Hier, op het dak van de supermarkt van Edwin ten BrinkDit is het dak waar het allemaal moet komen te staan: de groentekas bij Edwin
ten Brink in Alphen aan den Rijn. Hij en Sven Thorissen (op de foto rechts) zijn
de aanjagers van het idee: groenten kweken op het dak, die Ten Brink in zijn
supermarkt gaat verkopen.
Door: Gé Lommen Foto’s: Rob Keeris
30 Stadslandbouw 31 04-05-2012 16:29:07
32FoodPersonality mei 2012
30 Stadslandbouw 32 04-05-2012 16:29:09
33FoodPersonality mei 2012
Eigenlijk zijn we te vroeg met het verzoek om een
interview, vindt Ten Brink. Want er is nog zo veel
onduidelijk.
Hij en Sven Thorissen, strategisch adviseur ruim-
telijke ontwikkeling bij de gemeente Alphen aan
den Rijn, weten dat ze nog tientallen beslismo-
menten zullen meemaken, dus ze kunnen pas la-
ter meer uitleggen. Maar toch… “Laten we maar
vertellen wat we willen en wat voor beeld we voor
ons zien”, zegt Ten Brink, “want ik hoop hiermee
collega-supermarktondernemers enthousiast te
maken, zodat zij er ook over gaan nadenken. En
Alphense ondernemers met een groot dak.”
Er is nog zo veel onduidelijk en Ten Brink
baalt ook wel een beetje. Hij is net in New York
geweest. En hij had maar wat graag Brightfarms
bezocht, een van de vele initiatieven van stads-
landbouw in die stad. Forse oppervlakten op de
hoge gebouwen daar, vooral in de wijken buiten
Manhattan. Maar het kwam er niet van. Bright-
farms en Ten Brink misten elkaar met bellen en
afspreken. Ben je zo dichtbij… Maar hij heeft zijn
ogen wel goed de kost gegeven bij Whole Foods
Market, Chelsea Market en Eataly, dat inmiddels
ook in New York een vestiging heeft.
Een tijd geleden kwam het in het AD te staan: er
komt stadslandbouw in Alphen aan den Rijn. Een
kas en een systeem met bakken met substraat,
waarmee je geen kas nodig hebt. In die kas en in
die bakken worden groenten en fruit verbouwd
en die verkoopt Ten Brink dan weer in zijn super-
markt. Even dit nog: het is officieel geen C1000,
maar Ten Brink Supermarkt, de bedrijfsnaam
is Ten Brink Foodretail. Maar de supermarkt is
gemodelleerd volgens C1000 en C1000 is ook de
organisatie waar Ten Brink mee werkt.
We spreken Ten Brink en Thorissen op een bij-
zonder moment. De avond ervoor heeft Frits van
Eerd de C1000-ondernemers bekendgemaakt wat
er met C1000 gaat gebeuren. Ten Brink is niet
echt rouwig om het op termijn verdwijnen van de
formule. Waarom zou je achterom kijken, en hij
voelde wel aankomen dat Jumbo C1000 niet als
tweede formule zou blijven aanhouden.
Maar goed, daar kwamen we niet voor, maar voor
‘de kas’. En waarom komen wij voor een kas naar
Alphen aan den Rijn? Hierom: de levensmid-
delensector verwelkomt weliswaar elk initiatief
van duurzaamheid, maar tot nu toe vormen de
duurzaamheidsduwers en de supermarktmensen
vaak verschillende werelden. De duurzaamheids-
duwers denken in termen van regioproducten,
ecologische voetafdruk verminderen, authentiek
voedsel, consumenten betrekken bij kleinschalige
initiatieven met betrekking tot landbouwcul-
tuur, gewasdiversiteit en bodemrijkdom, etc. De
supermarktsector denkt in ketenvoordelen en
systeemverbeteringen. En de supermarktsector
denkt verder nog in marktaandeelgroei, omzet-
groei, winstgroei, dus. En doet daar alles voor,
zoals smijten met vleesprijzen of het massaal
laten produceren van voetbalplaatjes en plastic
prullaria voor kinderen.
Met Edwin ten Brink als aanjager van stadsland-
bouw in Alphen aan den Rijn hebben we in elk
geval één iemand uit de reguliere supermarktsec-
tor die de verbinding zoekt met de initiators van
stadslandbouw.
Thorissen is zoals gezegd strategisch adviseur
ruimtelijk ontwikkeling bij de gemeente Alphen
aan den Rijn. Hij is van oorsprong architect,
daarna werd hij stedebouwkundige, daarna ook
‘conceptontwikkelaar’ en hij werd gaandeweg
bedenker van ‘hoe gebruik je de ruimte van een
gemeenschap?’ Stadslandbouw in Alphen aan den
Rijn, dat is wat hem betreft een uitvloeisel van de
boeken die hij las, die hem op ideeën brachten.
“‘De hongerige stad’ van Carolyn Steel, over wat
een stad vol mensen nodig heeft en dat allemaal
aan andere gebieden onttrekt. Of ‘Nine meals
away from anarchy’, een beschrijving van wat er
gebeurt als er een staking ontstaat in de voedsel-
distributie. Die is zo op en top gerationaliseerd
en zo afhankelijk geworden, dat bij een staking
of een andere verbreking van de voedselstroom
een stad binnen drie dagen zonder eten zit. En
uiteraard, de wijze waarop mensen vandaag de
dag voedsel krijgen: dat gebeurt door bedrijven
die dat alleen maar voor elkaar krijgen door
zichtbaar en onzichtbaar veel fossiele brandstof-
fen te verbruiken.”
Wat hebben hij en Ten Brink gemeen? “We heb-
ben hier wel vaker zitten praten over de gevolgen
van de voedseldistributie. Ik kwam een keer met
dat idee van die kas in de stad en hij zei: ‘ja, kijk
nou hier, wat een lelijk, grauw dak heb ik eigen-
lijk, daar kan best een broeikas op, dat zou al heel
wat mooier zijn’.”
Thorissen ging er binnen de gemeente mee aan
de slag en dat leidde tot het project ‘Eetbaar
Alphen’ (zie tekst in kader op blz. 35).
Wat willen Ten Brink en Thorissen concreet?
Deels een kas, deels een open tuin, waar groenten
en fruit wordt geteeld. Dat komt in de Ten Brink-
supermarkt te liggen en daar wordt het verkocht.
Wat voor groenten en fruit? Dat weten Ten Brink
en Thorissen nog niet precies, maar, zegt Ten
Brink: “uiteraard kan het nooit mijn volledige
agf-aanbod vervangen, maar het mag het best
voor een deel vervangen. Maar het is boeiender
om agf-rassen te kweken die of niet meer bestaan
of agf met een smaak die wat aan het bestaande
aanbod toevoegt.”
Is dat dan omdat Ten Brink voor zijn agf-omzet
30 Stadslandbouw 33 04-05-2012 16:29:10
34FoodPersonality mei 2012
vreest? “Met omzetonzekerheid kan ik best
leven. Het gaat mij erom dat ik iets aan het
huidige aanbod wil toevoegen. Ik ben ook bezig
met Henk Broeders uit Berkel-Enschot, die
bepaalde stierenrassen heeft. Uitstekend vlees,
zeldzaam ras. In dit soort situaties wil ik me
niet van mijn weg afhouden door mezelf bang
te maken met de vraag of het wel voldoende
loopt of niet.”
Thorissen: “We willen agf die op biodiversiteit
wijst. Neem nou aardbeien: alle supermarkten
verkopen ongeveer dezelfde aardbei, maar er
zijn zo’n zeven andere rassen, die je nergens
meer ziet. In die richting denken we.”
En wie gaat het werk doen? Ten Brink: “Het
moet ook in dat opzicht een sociaal project wor-
den. Alphen aan den Rijn heeft inwoners die
geen werk hebben. Degenen die dit willen doen,
zijn welkom. En een deel van de opbrengst is
dan voor hen. Het werd een aaneenschakeling
van ideeën, ik ben bestuurslid van de VOA,
Vereniging voor Ondernemingen in Alphen aan
den Rijn, de grootste lokale ondernemersclub
van Nederland, want het wemelt hier van de
ondernemingen. Binnen die vereniging praatten
we geregeld over werkgelegenheid.”
Thorissen: “Een doel van dit project is dat je
mensen uit een gemeenschap bijeenbrengt
doordat zij samen nadenken over het eten uit
hun omgeving. Dan past het ook dat mensen
uit de omgeving dat werk doen. De ene burger
koopt de groente, de andere burger verbouwt de
groente. Met een oogst hier op het dak zorg je
voor voedsel dat zo min mogelijk energie heeft
gekost voor teelt, opslag en vervoer. Maar door
het de mensen uit de omgeving te laten doen,
bouw je ook aan een gemeenschap waarbij de
producent en de consument naast elkaar wonen.
En nou heeft Alphen aan den Rijn eigenlijk niet
zo veel last van werkeloosheid, er is bijvoorbeeld
nauwelijks sprake van jeugdwerkeloosheid. Maar
onder mensen van 45 tot 60 jaar is er wel werke-
loosheid. En we denken dat juist in die groep de
start van stadslandbouw zal aanslaan.”
Ten Brink: “En dan zitten we ook te denken in
mogelijkheden van microkredieten, maar daar
kunnen we nog niet echt concreet over zijn, het is
een richting.”
Is er een soort omzetplan, een businessplan?
Nee. Is er een verdeelsleutel in opbrengsten?
Zicht op haalbaarheid in tijd? Nee, nog niet.
Ten Brink: “Er is nog niet zo veel, had ik al ge-
Dit is ongeveer zoals het moet worden: voor het grootste deel bakken met substraat, in de open lucht, en vooraan een deel met een kas. (Beeld: Bloemen Architecten).
30 Stadslandbouw 34 04-05-2012 16:29:12
35FoodPersonality mei 2012
meld. We weten ook niet of het project er zo uitziet
zoals het nu als eerste variant op de tekentafel ligt.
We weten ook nog niet wat de investeringen zijn.
Op welke manier het rendabel te maken is.”
Thorissen: “Of: over hoe vaak we moeten oogsten.”
Ten Brink””Of: over de HACCP- en Eurepgap-
eisen.”
Is er een verdeelsleutel in kosten?Thorissen: “Daar wil ik heel voorzichtig mee zijn,
omdat er nog van alles door onze ambtelijke molen
moet. Ik kan wel dít zeggen: toen ik het de eerste
keer mijn wethouder voorlegde, zei hij: ‘geweldig
idee, maar één ding, het mag ons niks kosten, zeker
niet in deze tijd!’ Dus daar moeten we nog hard
aan werken.”
Ten Brink: “Maar ik kan ook nog niet zeggen dat ik
het hele project financier.”
Waarom wil jij dit eigenlijk?Ten Brink: “Niet alleen omdat het dak zo lelijk is,
zoals Sven zei. Ik vind het jammer dat super-
markten een twijfelachtige rol spelen als het om
voedselkwaliteit gaat, omdat prijs zo belangrijk
is. En die prijsdruk vertaalt zich in smaakverlies,
kwaliteitsverlies van de producten zelf. Want er-
gens moeten die marges gered worden. En als we
dan een kas hier boven op dat dak bouwen, kun-
nen we gewassen verbouwen die ‘zo van het land’
komen. Dan kan ik de klanten van mijn winkel in
elk geval een alternatief bieden.”
Maar je verkoopt toch ook andere artikelen?Ten Brink: “Ja. Een supermarkt is een tegen-
strijdigheid. Enerzijds verkoopt het sigaretten,
anderzijds geneesmiddelen. Ik heb er moeite
mee, omdat het tegenstellingen zijn. Ik weet ook
wel dat dat betrekkelijk is, gezien het feit dat
anderen dan weer roepen ‘ja, maar bier en wijn
dan?’ Ook als supermarkt kan het geen kwaad
om die tegenstellingen eens te benoemen.”
Hier komt de andere dimensie van Edwin ten
Brink om de hoek, die van ‘student wijsbegeerte’
aan de Universiteit van Leiden… “Inderdaad,
dat maakt me wel alerter op zulke tegenstel-
lingen. Kijk, of mensen roken of niet, moeten
ze zelf maar beslissen. Maar de vraag is of ik
daar de aanbieder van wil zijn ik heb er moeite
mee dat ik de rol van aanbieder vervul. Ik zou
eigenlijk tabak uit mijn winkel moeten halen,
gewoon stoppen. Maar we blijven een super-
markt, we leveren wat de klant wil. Echter, met
betere kwaliteit die we inmiddels alle versafde-
lingen verkopen, helpen we de consument met
gezondere voeding. ■
Vorig jaar vervaardigde Thorissen de publicatie
‘Eetbaar Alphen’, een verkennende studie naar
mogelijkheden tot stadslandbouw in Alphen aan
den Rijn. Thorissen verwijst naar projecten in ons
land, zoals Oregional Nijmegen (collectief van
verhandeling en consumptie van voeding ‘dichtbij’)
en educatieve stadslandbouw van ‘Cleijn Tuintje’
in Tilburg (een schooltuin), maar het wijst ook op
inmiddels bekende stadslandbouwprojecten in het
buitenland, zoals:
* Berlijn: Prinzessinnengärten
Dit stadslandbouwproject bestaat sinds 2009.
Bewoners van de Berlijnse wijk Kreuzberg onder-
houden en beheren een groenten- en kruidentuin,
op een stuk grond van 6.000 m2. De tuin is toe-
gankelijk voor iedereen. De wijkbewoners zaaien,
planten, oogsten, verder wordt er aan zaadwinning,
productieverwerking en groenteconservering
gedaan, er worden bijen gehouden, wormencom-
postering en er worden nieuwe teeltmethoden
uitgeprobeerd.
De tuin is niet gesubsidieerd. Wijkbewoners beha-
len de inkomsten voor de tuin uit het tuincafé waar
groenten en kruiden verkocht worden, aangevuld
met andere biologische producten uit de omge-
ving. Verder nemen restaurants in Berlijn groenten
en kruiden af. En de tuin krijgt inkomsten van hel-
pers en donoren. Daarnaast kunnen de wijkbewo-
ners ook buiten het collectief van het tuincafé om
groenten en kruiden verbouwen en verkopen.
In de tuin is sprake van biologische landbouw, met
gebruikmaking van bijen als ‘opruimers’. De directe
verkoop van de tuinproducten in het café zorgt
voor een minimum aan transport- en opslagbelas-
ting voor het milieu. En het collectieve karakter van
deze tuin bevordert de sociale cohesie in de wijk.
* New York: Brightfarms en Eagle Street Rooftop
Farms
In New York zijn deze twee de bekendste stadsland-
bouwprojecten. De daken van supermarkten en an-
dere gebouwen worden gebruikt om er een kas op
te bouwen. De producten gaan direct na de oogst
naar de betreffende winkels. De winkel heeft alleen
de verplichting om de gewassen af te nemen,
maar heeft geen financiële band met de kas zelf.
De kas verbruikt zo weinig mogelijk energie, op
basis van hydrocultuur: slechts een fractie van het
reguliere land- en waterverbruik, geen chemische
bestrijdingsmiddelen en een sterk verminderde
ecologische voetafdruk. De klant heeft smakelijkere
groente, die langer vers blijft, geen transport en
opslag en minder kosten en uitstoot. Brightfarms
opereert meer als een bedrijf en breidt ook uit naar
de rest van de VS, het andere project is meer een
aangelegenheid van de lokale bewoners.
Als voordelen voor stadslandbouw worden in het
project Eetbaar Alphen genoemd;
* Het stimuleert bewoners actiever mee te doen
aan het onderhoud van de openbare ruimte
* Groenparticipatie draagt bij aan de kwaliteit van
de leefomgeving en versterkt het sociale contact
en de sociale controle
* Het vergroot de economische waarde van de
huizen in de straat/omgeving waar van groenpar-
ticipatie sprake is
* Het is een goede mogelijkheid om openbare en
andere ruimten tijdelijk te gebruiken, in tijden van
een moeizaam investeringsklimaat
* Het is een mogelijkheid om volwassenen en
kinderen te wijzen op het belang van goede en
natuurlijke voeding
* Het voorziet in de behoefte aan producten uit de
streek of de omgeving
* Het stimuleert de plaatselijke en regionale
economie
* Het verbetert de kwaliteit van de leefomgeving
voor bewoners (groen in plaats van beton)
* Groendaken maken meervoudig ruimtegebruik
mogelijk, werken geluids- en warmte-isolerend
en verlengen de levensduur van dakbedekking,
wat een vermindering van onderhoud en energie-
verbruik oplevert
* Groendaken kunnen soms meer dan 50% van het
regenwater opnemen en via verdamping weer
aan de atmosfeer geven (van belang gezien de
verwachte stijging van stortbuien). En dat ontlast
weer rioleringen en waterzuiveringsbedrijven –
groendaken filteren ook het regenwater
* Groendaken verminderen de hoeveelheid fijnstof
in de lucht en compenseren de CO2-uitstoot
* Groendaken kunnen een visuele verbetering zijn
voor de inwoners en afhankelijk van wat er groeit,
ruikt het lekkerder dan wanneer er niets groeit
In de conclusie van het rapport staat: het doel van
stadslandbouw is niet dat het volledig zelfvoorzie-
nend wordt, maar het vergroot de weerstandskracht
van de lokale voedselvoorziening, het versterkt de re-
latie tussen stad en landschap en het bewustzijn van
het belang van een gezonde en duurzame levensstijl.
Verder kan lokaal geproduceerd voedsel voorzien in
de steeds grotere vraag naar authentieke, duurzame
en gezonde producten, en in het verlengde ziet de
gemeente een bevordering van de lokale economie
en werkgelegenheid. En de overheid (landelijk, plaat-
selijk) heeft tot taak een transitie in het eetpatroon te
benadrukken en voedselkringlopen te herstellen.
Eetbaar Alphen
30 Stadslandbouw 35 04-05-2012 16:29:12
36FoodPersonality mei 2012
Ton van Asseldonk, zelfstandig adviseur, vergelijkt bij logistieke systemen vaak kruispunten met stoplichten met rotondes, waar verkeersdeelnemers interactief (‘responsief’) hun beslissingen nemen en zodoende in een minder opgelegde situatie (geen stoplichten) makkelijker van a naar b gaan. Maar deze rotonde hier bij hem is een tegenvoorbeeld: de han-gende fietsrotonde, project in Veldhoven en nu al gekenschetst als bouwkundige mislukking – bij Van Asseldonk zo’n beetje in de achtertuin.
36 Ton van Asseldonk 36 04-05-2012 13:22:55
37FoodPersonality mei 2012
OUDAHOLDADVISEUR TON VAN ASSELDONK BEPLEIT RADICALE VERNIEUWING
Wég met die inefficiënte supermarkt!De Nederlandse branche zit gevangen in het eigen systeem, geënt op schaalgrootte-
exploitatie en verbetering van de operatie. Een systeem dat alleen al aan transport-
kosten elk jaar ruim € 300 miljoen verspilt, inefficiënt is en door de opkomst van
mobiel internet met uitsterven wordt bedreigt, vindt adviseur Ton van Asseldonk.
“Retailers die hun winkels ‘outlets’ noemen, snappen niet dat er grote veranderingen
aankomen.”
Door: Pascal Kuipers Foto’s: Bram Saeys
Het begrip ‘outlet’ geeft duidelijk aan, welke plaats en functie de winkel heeft voor de retailer die deze terminologie gebruikt. Als eindpunt van het logistieke proces. Een functionele plaats waar veel te veel assortiment staat opgestapeld. Daar afgeleverd door volle vrachtwagens als onderdeel van een logistiek systeem dat schijnbaar efficiënt is. Maar het tegendeel is waar, vindt Van As-seldonk, die in de jaren ’90 van de vorige eeuw het strategische brein was achter het destijde nieuwe logistieke leveringssysteem Vandaag voor Morgen. Dat is de strategie waarmee Albert Heijn efficiënter zijn supermarkten het begin van een toegesneden assortiment kon bieden.
Hoezo is de levensmiddelenlogistiek inefficiënt?“Ik heb het onderzocht voor een middelgrote re-tailer en de uitkomst is dat 75% van de verreden kilometers nutteloos is voor de consument. Een resultaat dat op de hele dkw-logistiek van toepas-sing is. Gemiddeld leggen producten vier keer de afstand tussen fabriek en winkel af, voordat ze het schap bereiken. En gemiddeld doet een artikel er vanaf de fabriek liefst 23 dagen over om de klant te bereiken. Waarom durven we dat ‘fastmoving’ te noemen? Dat gaat zich wreken, want de ver-anderingen zijn groot. Steeds meer consumenten kopen via internet. Dat gaat onherroepelijk ook in de supermarktsector gebeuren. Als je bij Bol.com of een andere internetaanbieder iets bestelt, heb je het product in één tot twee dagen in huis.
Er is door de jaren heen zó veel geïnvesteerd in het efficiënt maken van de levensmiddelenlogis-tiek. Dan is het toch te gek voor woorden dat dit systeem in z’n responsiviteit helemaal niet kan concurreren met iemand die gewoon een pak-ketje via de post verstuurt? Dat is na één of twee dagen aangekomen, maar de producten in dat zogenaamd efficiënte, ‘fastmoving’ systeem doen er 23 dagen over!”
Wat moet die supermarkt nog meer zijn, behalve ‘outlet’?“Winkels krijgen een veel bredere functie dan alleen ‘outlet’ of ‘point of sale’. Het worden ruim-ten waar nieuwe producten en productideeën kunnen worden beleefd. Met veel meer aandacht voor genieten en presentatie. Ook zullen winkels servicepunten worden die consumenten oplos-singen bieden. De ruimte is er, want er staat nu al minstens een kwart te veel voorraad in de supermarkten. In theorie heb je alleen maar de goederen nodig die je in één dag verkoopt. Als een klant in de supermarkt een pak koffie uit het schap haalt en afrekent, wat gebeurt er dan? Niets. Pas als de minimale schapvoorraad is bereikt, gaat er een automatische bestelorder uit. Als een klant online een artikel bestelt, dan gebeurt er van alles. De bestelling wordt centraal in orde gemaakt en via de logistieke dienstver-lener naar de klant gestuurd. Of de klant kan het pakketje zelf ophalen. De reis door de keten
duurt hooguit twee dagen. De supermarkt is plangedreven terwijl e-fulfilment eventgedreven is. Leidend is de door de klant in gang gezette internetaankoop. Ook de supermarkt kan event-gedreven opereren. Als je in staat bent om tussen twee leveringen de frequentie van die aankoop-momenten te overbruggen, kun je met een kwart minder winkelvoorraad toe. En als je tweemaal per dag wordt beleverd, kan de helft van het assortiment eruit. Dat zijn de lessen die we in de jaren ’90 al leerden. Desondanks draait alles op het plangedreven systeem dat is geënt op volle vrachtwagens. Onder het motto ‘grote hopen doet verkopen’. Dus de winkels staan vol, maar waarom? Ondertussen bestelt de veranderende consument steeds meer online.”
Ton van Asseldonk is een pionier op het ge-
bied van vernieuwingen in bedrijfsprocessen,
met name als het om ‘massa-individualise-
ring’ gaat. Dit is een in de jaren ’90 van de vo-
rige eeuw ontwikkeld gedachtegoed waarbij
de klant de keten aanstuurt. Met de opkomst
van mobiel internet, waardoor consumenten
de middelen hebben om nóg duidelijker
hun stempel op de waardeketen te drukken,
kan het belang van massa-individualisering
alleen maar groter worden.
36 Ton van Asseldonk 37 04-05-2012 13:22:57
38FoodPersonality mei 2012
Maar wat is er nieuw? Het blijft een kwestie van vraag en aanbod. Of dat nou via het scherm gaat of via het schap.“Ik vergelijk altijd kruispunten met rotondes om
het verschil te duiden. Als volle vrachtwagens je
uitgangspunt zijn, werkt dat als een kruispunt
waarin de beweging van de goederenstroom
van bovenaf gepland en gereguleerd wordt met
stoplichten. Bij rotondes daarentegen, organiseert
de goederenstroom zichzelf op basis van het
volgen van al die individuele aankopen. Het is
een veel intelligentere en efficiëntere manier van
distributie. Toen ik in de jaren ’90 Vandaag voor
Morgen voor Albert Heijn ontwikkelde, was het
evident dat de techniek toen al veel mogelijk-
heden hiervoor bood. De verkopen werden via
scanningskassa’s geregistreerd en het was aan de
leveranciers om die ‘event flow’ bij te houden.
Tegenwoordig echter, met alle technologische
vernieuwingen rond mobiel internet, zijn er nog
veel meer mogelijkheden voor de consument om
de keten aan te sturen. Wat heeft de voorkeur:
een supermarkt bezoeken of online boodschap-
pen doen? Nieuwe distributieconcepten, waarbij
e-commerce een belangrijke rol gaat spelen,
dwingen tot een heroverweging van de rol van de
supermarkt.”
Hoe ziet zo’n nieuw distributieconcept er dan uit? Hoe dan ook moeten alle producten bij de consument aankomen. Die kan niet thuis op allemaal verschillende bestellingen zitten te wachten.“Massa blijft nodig en online-bestellingen moeten
worden gegroepeerd. Homogene schaalvoordelen
op basis van het stapelen en bundelen van goede-
ren worden echter minder belangrijk. Je moet de
gewenste schaal bereiken door juist verschillende
zaken door elkaar te doen. In de automobielindu-
strie gebeurt dat al door verschillende merken en
modellen te bouwen op één productielijn. In de
goederendistributie stel ik me een systeem voor
van hoge frequentie en connectiviteit. Net zoals
de metro in Londen, die mensen in staat stelt
zich zeer efficiënt te verplaatsen. Zo’n distributie-
systeem voor producten moet ook mogelijk zijn.
Online besteld, gegroepeerd en vervolgens ver-
voerd op basis van de reeds aanwezige transport-
bewegingen. Een last minute volledig interactief
transportsysteem. Dat kan voor mensen, maar
ook voor goederen. Ook boodschappen kunnen
in zo’n systeem snel en efficiënt hun weg vinden
naar de consument of naar een ophaalpunt voor
online bestelde boodschappen. Wie weet zijn er
hiervoor wel speciale laadruimtes te maken in
auto’s. Het is een idee. Een denkrichting om de
fulfilment op basis van de klant te organiseren.
Het is zeker efficiënter dan het bestaande systeem
‘Wie tussen twee leveringen de frequentie van aankoopmomenten
kan overbruggen, kan met een kwart minder winkelvoorraad toe’
36 Ton van Asseldonk 38 04-05-2012 13:23:01
39FoodPersonality mei 2012
van volle vrachtwagens, dat in Nederland elk
jaar ruim € 300 miljoen aan onnodige logistieke
kosten veroorzaakt. Vanuit dat budget kun je
al veel ontwikkelingskosten financieren. Er zijn
ook vrijwel geen dc’s meer nodig. Bovendien
veroorzaakt het veel lagere emissies – denk alleen
al aan de driekwart nutteloze kilometers die je
ermee bespaart – en deze intelligente distributie
voorkomt ook verkeersopstoppingen. Online is
in opkomst en retailers moeten de wens van de
consument respecteren. Die consument wil zelf
de regie en meer online boodschappen doen. De
klant serieus nemen heeft grote consequenties
voor retailers. Als zij hun operaties uitsluitend op
de massa en het eigen proces richten, worden de
kansen niet benut. Het draait om klantgericht-
heid. Net zoals bij Bol.com. Daar ligt een goed en
betrouwbaar systeem aan ten grondslag.”
Dus het is een goede zet van Ahold om Bol.com over te nemen?“Hangt ervan af wat Ahold ermee doet. Er wordt
gesuggereerd dat Ahold het onder druk van
aandeelhouders heeft gedaan, omdat ze met zo
veel cash op de bank alleen maar eigen aandelen
inkochten. Maar Bol.com kan zeker de stu-
wende kracht zijn achter Aholds ambitie om in
non-food te groeien. Bovendien heeft Bol.com
ervaring in e-commerce, die Ahold ook in food
van pas komt. En ten slotte kunnen de Albert
Heijn-winkels als afhaalpunten dienen voor de
online-bestellingen bij Bol.com. Het zijn allemaal
de bekende argumenten. Maar ik heb echter nog
niets gelezen of gehoord over een ander spel
tussen Albert Heijn en de consument. De manier
waarop Albert Heijn met de consument com-
municeert. Want de wereld wordt door toedoen
van mobiel internet responsiever. Over de diepere
motieven van die overname – zo die er al zijn
– hoor ik niets. De vraag is of je processen kunt
creëren die in termen van fulfilment aan de indi-
viduele vraag van consumenten kunnen voldoen.”
“Er wordt hier wel veel over online en multi-
channel gesproken”, zei Aholds (toen nog)
chief operating officer en (inmiddels ook weer)
algemeen directeur AH Sander van der Laan als
spreker vorige maand tijdens het congres ‘What’s
going on in retailing?’. “Maar”, zo vervolgde hij,
“voor alle leveranciers en vervoerders heb ik een
geruststellende mededeling. Er is nog hoop in
de klassieke retailwereld. Het grootste deel van
onze business wordt nog in traditionele winkels
gedaan, waar elke week 14 miljoen klanten over
de vloer komen en die elk gemiddeld 16 euro per
bezoek besteden. Niettemin zijn er fundamen-
tele veranderingen aan de gang. Albert Heijn is
een absoluut merkicoon en ik ben trots op de
overname van Bol.com. Ook Ahold is al heel
wat jaren online actief. Albert.nl ontwikkelt zich
niet onverdienstelijk, zelfs vrij goed. Maar als we
ook morgen succesvol willen zijn, zullen we ons
moeten blijven ontwikkelen.”
De woorden van Van der Laan geven geen aan-
knopingspunten voor de diepere motieven voor
de overname van Bol.com, waar Van Asseldonk
naar zoekt. “Business leaders hebben baat bij
het klassieke spoor, maar moeten ook nadenken
over alternatieven”, zegt Van Asseldonk. “Ook
in de maatschappelijke context. Consumenten
willen geen winkels, ze willen oplossingen.
Dat zegt de consument in een samenleving die
vergrijst en waarin steeds minder mensen steeds
productiever moeten worden. Stel, Bol.com was
zélf levensmiddelen gaan verkopen in plaats van
overgenomen te worden door Ahold. Dat had iets
los kunnen maken.”
Is het geen strategische fout van Albert Heijn om Albert.nl niet landelijk uit te rollen?“Dan moet je dieper in de afwegingen van
Albert Heijn duiken. De crisis bij Ahold in 2003
en de daarop volgende prijzenoorlog heeft de
ontwikkeling bij Albert Heijn stilgezet. Een hele
generatie managers is daar vertrokken. Wat ze
nu verder willen ontwikkelen, moet uitgaan van
de consument en een visie bevatten op de rol
die je als retailer in de samenleving wilt spelen.
Veel retailers komen niet verder dan te zeggen
dat ze als distributeurs van levensmiddelen een
nuttige maatschappelijke functie vervullen. Dat is
een ouderwetse en beperkte opvatting. Retail-
ers moeten zich tegenwoordig ontwikkelen op
basis van de vraag wat zij maatschappelijk willen
betekenen. Steeds meer consumenten zijn daar
gevoelig voor. Wat is mijn ‘license to operate’ als
retailer? Een voorbeeld: neem de discussie over
de gebrekkige kwaliteit van het eten in zorginstel-
lingen. Dat je als bedrijf niet pikt dat die mensen
die gisteren nog klant bij je waren, nu zo worden
behandeld. Dat komt in de buurt van een ‘license
to operate’. Ook de verdere ontwikkeling van
retailformules en distributieconcepten moet deze
maatschappelijke urgentie hebben. Sterker, het
is een kritische succesfactor. Consumenten pik-
ken het niet langer als retailers alleen maar met
zichzelf en de kosten bezig zijn. Als er dan een al-
ternatieve speler komt, die het wél goed aanpakt,
lopen ze massaal over.”
Zijn nieuwkomers hier beter toe in staat? Of denkt u dat bestaande retailers het vermogen hebben om zich online of multi-channel opnieuw uit te vinden?“Ik ken weinig succesvolle voorbeelden van ra-
dicale vernieuwing uit de bestaande groep. Dus
de kans dat het van nieuwkomers komt, is vrij
groot. Een bestaande speler die opeens het licht
ziet, dat zou een toevalstreffer zijn. Albert Heijn
heeft er in het verleden lang over gedaan om van
het besef van de meerwaarde van de supermarkt
doordrongen te raken. Een locatie waar je echt
waarde kunt creëren voor de klanten. Dat heeft
niets met een ‘outlet’ te maken. In de luchtvaart
kwamen alle veranderingen ook van buitenaf. De
low cost carriers hebben zoals bekend de bijl aan
de wortels van de traditionele luchtvaartmaat-
schappijen gelegd. Dat kan in de retail ook gaan
gebeuren, want de consument ontwikkelt zich
steeds verder. Beleving wordt steeds belangrijker.
Het biedt mogelijkheden voor merkartikelfabri-
kanten die altijd al beter waren in de creatie van
een merkbeleving dan retailers.”
Als Albert Heijn het licht ziet, hoe ziet die retai-ler er dan uit?“Dan is het is een organisatie die minder, maar
andere winkels nodig heeft. Winkels waarvan
de functie ook nog eens verandert van puur
transactiepunt in een plaats van beleving, waar
goederen worden getoond en de consument
oplossingen krijgt aangereikt. Beleving in de
wereld van Albert Heijn, dat als merk de con-
sument maatschappelijke meerwaarde biedt.
Een beleving die weer anders is dan de wereld
van Jumbo, of van andere retailmerken. Virtuele
winkels worden veel belangrijker. Als retailmerk
is Albert Heijn dan zowel online als
offline in verschillende gedaanten aanwezig. Met
winkels die op verschillende locaties hun eigen
functie hebben, zoals AH To Go. Op andere
plekken staat een bord met scanbare qr-codes
waar je online kunt bestellen. Albert Heijn
distribueert zijn artikelen intelligent via winkels,
thuisbezorging en ophaalpunten. Deze kunnen
ook worden gerealiseerd op werkplekken van
veel klanten. Bijvoorbeeld als balies bij kantoren-
complexen waar geconditioneerde opslag moge-
lijk is. Als het allemaal gebaseerd is op de klant
die de ‘event flow’ bepaalt, dan is het goedkoop,
uiterst responsief, efficiënt en duurzaam. Dit is
geen pleidooi voor kleinschaligheid. Het gaat
juist om grootschalige heterogeniteit. Retailers
moeten zichzelf de vrijheid gunnen om daarover
na te denken.” ■
‘Wat is mijn ‘license to operate’ als retailer?’
36 Ton van Asseldonk 39 04-05-2012 13:23:01
40FoodPersonality mei 2012
Bij Evelyn aan tafel
Door: Evelyn Günther Foto: Jan Willem Houweling
Vertel eens iets over je achtergrond…Ik ben geboren in Emmen. Na mijn vwo deed
ik de heao in Enschede. Mijn eerste baan was
account manager bij Golden Wonder, aanbieder
van chips en aardappelsnacks. Vervolgens ben
ik naar Plusfood gegaan, de diepvriesspecialitei-
tentak van Plukon. Ik heb daar drie jaar gewerkt.
Daarna was ik zes jaar lang commercieel manager
bij Albert van Zoonen in Schagen, en ik begon
in 1998 bij Menken Drinks. Refresco is voortge-
komen uit een managementbuy-out van Menken
Drinks. Voor mij is toen de Refresco-film begon-
nen, tot vandaag, veertien jaar later.Met name de
beginperiode van Refresco was te vergelijken met
een hevige rollercoaster.
Ik ben nu commercieel directeur van Refresco
Benelux, de omzet is inmiddels € 450 miljoen, dat
is ongeveer eenderde van heel Refresco. Behalve
commercieel verantwoordelijke ben ik ook ken-
nisdrager van het bedrijf voor veel nieuwe col-
lega’s, vanwege mijn lange dienstverband.
Wat bindt jou veertien jaar aan Refresco? Bij ons staat de business centraal, terwijl bij
veel andere bedrijven mensen vaak hun carrière
centraal stellen om de volgende stap te kunnen
maken. Dat heeft met ondernemerschap, eigen
verantwoordelijkheid en passie te maken. Als de
onderneming en de business centraal staan, kan
het gevolg daarvan zijn dat het soms ten koste
gaat van je eigen carrière. In deze metafoor is
Refresco de ‘hero’.
Waarom hebben jullie de Industriebutie Trofee gewonnen? Op het podium noemde ik het een soort oeuvre-
prijs. Ik denk dat wij zijn beloond voor veertien
jaar consistent werken met de belangrijkste
retailers in Nederland.
Consistent? Leg eens uit.Het verhaal van Refresco gaat over onder-
nemerschap en groei in een omgeving van
private equity. Stabiele relaties met onze afne-
mers zijn daarbij essentieel. Relatiemanage-
ment is tegenwoordig een softe claim in de
huidige markt, die verder verhardt. Ik geloof
zelf sterk in goede relaties met je handelspart-
ners, vanuit continuïteit, en ik maak me daar
al veertien jaar sterk voor. Daarom vind ik het
ook heel mooi dat die prijs ons ten deel is ge-
vallen. Ons credo is altijd: hard op de inhoud,
zacht op de relatie. Wij dachten zelf dat we op
supply chain heel goed zouden scoren, maar
dat bleek later uit de rapportages minder goed
naar voren te komen. Daar kunnen we dus
nog een slag maken, om eventueel de overall-
trofee te winnen.
Is goed relatiemanagement aan te leren?Het is essentieel in de private label-business
en het moet dicht bij je liggen, met een no-
nonsensehouding.
Maar dat staat haaks op de tenders voor private labels.Dat is ook een spanningsveld. Iedereen die mij
kent, weet dat ik tenders haat.
Hoe ga je daarmee om?Uiteindelijk is niet alles ondergeschikt aan de
relatie. Het gaat ook bij ons om de resultaten
en de cijfertjes. De relatie met onze handels-
partners is geen kernactiviteit op zich. De
uitleg van retailers aan ons is dat tenderen
een benchmark is om efficiënt en in bijzonder
korte tijd het prijsniveau in Europa uit te da-
gen. Wij brengen in die discussie vaak in dat
het lastig is om de totale prestatie of de waarde
van een pakket te meten in één prijs in een
spreadsheet. Maar goed: waarom win je een
prijs? Omdat je nog steeds goede producten
maakt, met de juiste prijs-waardeverhouding,
en pro-actief bent met productinnovatie,
waardoor retailers zich met hun private label
kunnen profileren. En zeker in een private
label-werkomgeving zijn mensen belangrij-
ker dan in een merk-werkomgeving. In een
merkomgeving gaat het om de vraag naar een
merk, maar bij ons zijn het de mensen, die het
verschil moeten maken. De mensen zijn let-
terlijk toch de software van je bedrijf, hetgeen
het belang onderstreept om goede mensen aan
je bedrijf te kunnen binden.
Wat is het grote verschil tussen veertien jaar terug en nu? Wij komen uit een ondernemersfase, met een
sterke focus op volume- en omzetgroei. Na ja-
ren van groei is het onvermijdelijk dat wij veel
meer in een beheersfase zijn beland. Het accent
verschuift dan naar structuur en processen en
je kijk meer naar costleadership. Refresco is te
groot geworden om op de achterkant van een
sigarenkist te managen. Een logische, volgende
fase van ondernemerschap. En nu gaat het
erom om een goede balans te vinden en hou-
den tussen ondernemerschap en dynamiek aan
de ene kant en controle, sturing, processen en
de getallen aan de andere kant. Je wilt de juiste
balans bereiken om gecontroleerd en geborgd
zaken te doen, zonder te veel aan flexibiliteit
in te boeten. We zeggen intern vaak dat we
zijn begonnen als piraten op een wendbare
speedboot en nu kapiteins zijn geworden op
een oceaantanker. Als je op de brug van de oce-
aantanker staat, stuur je vooral op basis van je
dashboard. Heel anders dan op een speedboot.
Evelyn Günther van People Select Executive Search interviewt managers uit de branche
over hun waarden/normen, werk/privé, uitdagingen/ergernissen en ‘leermomenten’.
Deze maand Dirk Jan Joesten, commercieel directeur Refresco Benelux.
40 Evelyn 40 04-05-2012 10:24:09
41FoodPersonality mei 2012
En past dat sturen met behulp van een dash-board nog bij jou? Dat is een goede vraag en ik denk er natuurlijk
vaak over na. Ik vergelijk het wel eens met de
tragiek van een kapper in een succesvolle kap-
perszaak die groot is geworden, omdat hij zelf
heel goed kan knippen. Uiteindelijk eindigt de
succesvolle kapper op zolder, bezig met zijn
administratie, bezig zijn zaak te organiseren. Het
gevaar is dat hij voeling verliest, omdat hij niet
meer doet waar hij goed in is: knippen.
Hoe werk jij?Vanuit passie en bevlogenheid, maar wel zeer
resultaat- en prestatiegericht. Ik ben iemand van
de grote lijnen. Ik ben meer de inspirator en de
innovator en minder van de details.
Wat zou je beter willen doen?Ik ben misschien de afgelopen jaren wel te veel
op de zaken zelf gericht geweest en heb mezelf te
weinig tijd gegund voor trainingen. Bovendien
moet je altijd bereid en flexibel zijn om jezelf
opnieuw te willen uitvinden in een markt die snel
verandert. Je moet voorkomen dat je, bij wijze
van spreken, op een dag een wake-up call krijgt
van de buitenwereld omdat je bepaalde vaardig-
heden mist.
Wie attendeerde jou daarop?Dat is een natuurlijk proces. Ook bij Refresco
zijn er in de loop der jaren veel nieuwe managers
binnengekomen met andere profielen, waarbij
het accent meer op structuur en processen ligt.
Het voordeel van nieuwe mensen is dat ze vaak
met een compleet andere blik binnenkomen. De
mensen die al lang meelopen, valt het vaak niet
meer op. Ook hier zoek je naar de balans tussen
de mensen met vakkennis en de procesmanagers
– wellicht aandoenlijk om te zien dat er zo veel
passie is, maar is het efficiënt dat we altijd aan het
rennen zijn? Voor ondernemerstypes is het be-
langrijk om naar meer rustmomenten te zoeken
om te reflecteren. Dat is inderdaad een valkuil;
geldt ook voor mij.
En zoek je zelf genoeg rustmomenten?In de kern ben ik een heel onrustig mens. Privé
ook, twee weken op een strand liggen kan ik niet.
Dan wil ik de bergen in, mountainbiken, bezig
zijn. Naarmate je ouder wordt, ben je je veel
bewuster van je gedrag en dat maakt je dan wel
weer rustiger en geduldiger. Mensen denken nog
wel eens dat ik een solist en individualist ben,
maar ik ben een voetballer in hart en nieren. Ik
wil onderdeel zijn van een succesvol team en zie
mij dan maar als de aanvoerder op het midden-
veld. Maar ik ben niet de leider die alleen maar
op afstand wil aansturen. Daar ben ik te veel een
doener voor. Sowieso belangrijk is dat je dicht bij
jezelf blijft en met beide benen op de grond blijft
staan. Ik hoef niet per se in de spotlights te staan,
als we maar winnen; de beste bal spelen, maakt
niet uit wie dat doet. En vooral geen dingen doen
waar je niet achter staat. Ik besef dat anderen dit
wel eens lastig vinden.
Waar heb jij een hekel aan?Wat ik bij veel bedrijven zie: veel van hetzelfde.
Mensen lopen achter elkaar aan. Een consensus-
cultuur waar je pukkeltjes van krijgt, waardoor
mensen ook hun authenticiteit verliezen en
zich naar de processen buigen. En ik vind juist
authenticiteit belangrijk als onderdeel van een
cultuur in een organisatie. Laat mensen gewoon
lekker eigenwijs zijn. En laat medewerkers vooral
niet hun baas naar de mond praten, daar heb ik
moeite mee. Hou je rug recht en sta voor de juiste
inhoudelijke argumenten en feiten. Ik hou van
mensen die initiatief tonen en die verantwoor-
delijkheid durven te nemen. Als manager kom je
dan meer in een coachende en faciliterende rol
terecht in plaats van een hiërarchische rol. Ik ben
allergisch voor mensen die vanuit een hiërarchi-
sche positie stelling nemen en dan proberen om
die stelling erdoor te drukken. Dan ga ik juist
vragen stellen.
Je gaf eerder aan dat je privé-leven best een wissel heeft getrokken op je werk. Ik vind het lastig om de juiste balans te vinden
tussen werktijd en privé en vervolgens het werk
los te laten. Ter illustratie: mijn dochter van
zestien moest een enquête invullen over de thuis-
situatie, omdat ze een jaar highschool in Amerika
gaat doen. Ze vulde in dat haar vader met z’n
Blackberry getrouwd is.
Heb je enig idee waar je loyaliteit vandaan komt?Dat heb ik vooral van mijn moeder. Zij probeerde
ook altijd de sfeer en harmonie in het gezin
te managen. Tegenwoordig wordt er nog wel
eens neerbuigend gedaan over loyaliteit in een
arbeidsrelatie, waarbij de suggestie gewekt wordt
dat loyaliteit een synoniem is voor naïviteit. Dat
vind ik dus niet. Wanneer ik privé naar loyaliteit
kijk, sta ik voor harmonie in het gezin en kwalita-
tieve vriendschappen. In het Gooi, waar ik woon,
ken ik veel mensen die met brede, oppervlakkige
sociale netwerken bezig zijn. Maar dat is niet zo
mijn ding. ■
‘Iedereen die mij kent, weet dat ik tenders haat’
40 Evelyn 41 04-05-2012 10:24:12
42FoodPersonality mei 2012
VOORBEELD VOOR AH VALT VAN ZIJN VOETSTUK
Tesco is zijn fans kwijt aan het rakenHet Britse Tesco is internationaal vermaard om zijn succes. Het stootte midden jaren
negentig Sainsbury van de troon in Engeland, werd marktleider en bouwde uit dat
het een lieve lust was. Nu worden de barsten in het bedrijf duidelijker. Internationaal
loopt het nog gesmeerd, maar in het thuisland is er een kentering. Tesco levert in.
Voor Ahold en AH, waarvoor Tesco altijd als leermeester tegen wil en dank fungeer-
de, zijn er nieuwe levenslessen te halen uit de situatie waarin Tesco zich bevindt.
Door: Gé Lommen Foto’s: Tesco en archief FoodPersonality
Eigenlijk klopt het niet helemaal. Tesco is inder-
daad al jaren leermeester van Ahold, maar in de
geschiedenis van de Britse levensmiddelensector
is Tesco nog geen twintig jaar marktleider. Daar-
vóór was Sainsbury de onbetwiste nummer één.
In 1994-1995 kantelde dat. Sainsbury vergulde
zijn assortiment te veel, prijsde zich uit de markt,
op een moment dat Tesco met twee belangrijke
stappen kwam: een klantenkaart die veel bood en
een vechthuismerk met een acceptabele kwaliteit
voor een lage prijs, Tesco Value. Sainsbury zag
zich ingehaald en paste zich snel aan. Alleen, het
kopieerde daarin vooral de nieuwe marktleider.
Dat was een goede manier om een verder weg-
zakken stop te zetten, maar geen manier om het
marktleiderschap te heroveren. Sainsbury bleef
zodoende de nummer twee, en het heeft zelfs een
tijd Asda, de Walmart-dochter in Engeland, zo’n
beetje naast zich moeten dulden.
Tesco bleek ook niet meer in te halen. Tesco
bouwde vestigingen erbij zonder weerga, en
breidde zijn aanbod uit zonder weerga. Huismer-
ken van standaard tot onderkant tot bovenkant,
veel gemaksassortiment, veel acties met het hele
assortiment. Een zeer succesvolle klantenkaart-
strategie. De winkels werden gedifferentieerd van
groot naar klein, van buurt naar perifeer en van
‘voorraad-‘ tot ‘convenience-functie’.
Klinkt allemaal als Albert Heijn, en dat is niet zo
gek. Want bij veel initiatieven van AH is Tesco in
zijn thuisland vaak voorgegaan. Maar Tesco ging
verder, de Tesco Bank is er nog steeds (AH Bank
is allang weer weg), Tesco ging in pensioenen,
in hypotheken, Tesco breidde uit met non-food,
breidde uit met een kledinglijn, met meubilair,
keukenapparatuur… Tesco begon meteen met
internetretailen en als een van de weinige super-
marktketens boekte het succes daarmee. Tesco
ontgroeide eigenlijk de status van supermarktke-
ten, zoals Walmart en Carrefour. Tesco werd een
kruising tussen warenhuis en supermarktketen.
Sterker nog, een Albert Heijn, Hema, Bol, SNS,
Shell, Hennes & Mauritz en Ikea inéén. Nou
moeten we niet meteen gaan denken dat Tesco
in die detailhandelssegmenten de nummer één
werd, maar Tesco zorgde wél dat het overal te
vinden was.
In Nederland kan een winkelketen niet zomaar
een stuk grond kopen, provincie en gemeente
hebben daar veel meer over te zeggen. Maar in
Engeland kon Tesco grond pakken waar het maar
wilde, de winst van het bedrijf werd de betaal-
cheque voor nieuwe projecten. Zo’n vijf jaar terug
konden we in dit blad melden dat Tesco erin
geslaagd was een vestiging te hebben in alle Britse
postcodegebieden. Nou omvatten die heel wat
meer oppervlak dan bij ons, maar we bedoelen
maar.
Tesco heeft zich niet tot Engeland zelf beperkt.
Tesco sprong net als vele andere na de val van de
Muur naar Centraal- en Oost-Europa. Bij Ahold
is daar alleen nog Tsjechië en Slowakije van over,
Tesco zit in Polen, Tsjechië, Slowakije en Honga-
rije. Nou zit in die landen iedereen elkaar de tent
uit te vechten en is er slechts winstgevend succes
voor een enkeling. Maar Tesco zit ook in Turkije,
waar de laatste jaren de economie floreert.
Tesco ging naar Azië. Net als Ahold. Ahold
bekeek na het boekhoudschandaal nog eens goed
zijn verlieslijdende positie daar en kwam tot de
slotsom dat dat loopgravengevecht met weer al
die internationale, westerse retailers niet meer te
betalen was. Tesco behoort daar tot de partijen
met een lang adem, het opereert in China, India,
Japan, Zuid-Korea en Maleisië.
Nu is Tesco in zijn thuisland al eerder gekriti-
seerd: in 2007 schreef ene Andrew Simms, direc-
teur van een Britse antiglobalistische denktank,
het boek Tescopoly: Britten zou steeds meer in
hun consumptie aangewezen zijn op Tesco – of
anders: op bedrijven als Tesco, Morrisons, Asda,
Sainsbury. Het boek was een tirade tegen de
opkomst van Tesco en de Tesco-achtigen, en
tegelijk een vurig pleidooi voor iets wat toen nog
niet zozeer als waarde onderkend werd: econo-
mische diversiteit. De auteur wees erop dat de
Britse consument zijn eten kocht bij Tesco, zijn
meubels kocht bij Tesco, zijn tuinartikelen bij een
dochtermaatschappij van Tesco, zijn pensioenen
onderbracht bij Tesco, zijn hypotheek afsloot
bij Tesco. En dat Tesco alsmaar uitbreidde, ten
koste van de diversiteit van de middenstand in
al die Britse steden, plaatsen en dorpen. Slager,
groenteboer, bakker, maar ook: pompstation,
meubelzaak, kledingzaak. Het Verenigd Konink-
rijk werd ‘geTesco-iseerd’. Wie zijn winkel moest
sluiten, kon altijd nog personeelslid worden bij
Tesco. Britten kochten met kerst allemaal de-
zelfde ‘Christmas pudding’. De hele voedselketen
zou worden bepaald door één bedrijf. Onzin, zei
Tesco: we hebben eenderde van de markt, nog
plek genoeg voor concurrentie.
Tescopoly zag het levenslicht toen Europese
retailers voor het eerst hoorden dat sommige
42 Tesco 42 07-05-2012 14:28:45
43FoodPersonality mei 2012
Amerikanen geen Walmart in hun plaats wil-
den. Geen ‘big boxes’, geen monocultuur, geen
‘alsmaar hetzelfde’, en zeker geen: ‘scherp door
ons ingekocht’-syndroom. In de VS, en nader-
hand ook in Engeland, werden consumenten en
consumentenorganisaties er zich steeds bewuster
van dat een grote supermarktketen of een krui-
sing supermarkt/warenhuis zoals Walmart dat
is en Tesco eigenlijk ook inmiddels, een te grote
invloed hebben op het reilen en zeilen van alle
producenten en leveranciers die daarvóór in de
keten zitten. Grote en kleine leveranciers, kleine
producenten, boeren en telers zijn te afhankelijk
van die grote retailers. Zij gaan ten onder in een
escalatie van schaalvergroting en kunnen niet
meer mee in een patroon van voortdurende
kostenreductie. Daarmee wordt het aantal leve-
ranciers steeds minder en dat tast de diversiteit
van het aanbod aan en daarmee ook de diversiteit
van een economie. Simms en geestesverwanten
wezen erop dat de consument nauwelijks weet
kan hebben van de kaalslag die zich op dit terrein
voltrekt.
Het was allemaal onder de heerschappij van Terry
Leahy, de man die in 1979 bij Tesco aan de slag
ging, in 1992 marketing director werd en in 1997
bestuursvoorzitter (en in 2002 tot ‘sir’ werd gerid-
derd). De reputatie van deze bestuursvoorzitter
groeide uit tot mythische proporties, als was
hij een Koning Midas onder de retailers. Vorig
jaar maart droeg Leahy zijn functie over aan
ene Philip Clarke. En die kwam vrij snel met de
eerste slechtnieuwsberichten. Het is al al te vaak
voorgekomen dat een nieuwe bestuursvoorzit-
ter begint met schoon schip maken. Zonder echt
zijn voorganger af te branden, meldt een nieuwe
bestuursvoorzitter dat er een probleem is en dat
hij dat moet aanpakken. We zien het bij Philips,
bij Stork, bij KPN, TNT en als we de buitenlandse
multinationals erbij halen, zien we vaak hetzelfde.
Hoe moeizamer de nieuwe CEO begint, hoe
mooier en victorierijker hij eindigt.
Dus is deze periode voor Tesco alleen maar een
kwestie van bukken en zich schrap zetten om
straks beter te rennen? Het kan.
Wat is er aan de hand? Afgelopen januari kwam
Clarke met iets waar Leahy, voor zover we nog
weten, nog nooit mee gekomen was: een winst-
waarschuwing. Van Carrefour was de financiële
wereld dat al een beetje gewend, van Tesco niet.
Zo net na de kerst waren er al marktonderzoekers
die meldden dat Tesco met de kerst wat minder
in trek was geweest dan gewoonlijk. De Britten
waren iets meer dan anders naar Sainsbury, Mor-
risons, Asda, Waitrose etc. uitgeweken.
Is Tesco de weg kwijt met de komst van Clarke als
bestuursvoorzitter? Dat beeld klopt niet helemaal:
in 2007, onder de heerschappij van Leahy, zakte
het marktaandeel van Tesco in Engeland al een
keer weg. En daarna nog eens. En nog eens. Het
marktaandeel in dat land zwabbert al een tijdje.
Een maand terug nog kwam het Institute of
Grocery Distribution (IGD), een soort kruising
tussen CBL en EFMI, met het bericht dat Tesco in
staat werd geacht harder te groeien dan concur-
renten Walmart, Carrefour en Metro. Volgens
het IGD zou Tesco tussen 2011 en 2015 jaarlijks
6,8% omzetgroei pakken. Allemaal leuk en aar-
dig, maar waarom kwam het IGD hier eigenlijk
mee? Om Tesco te helpen? Een eentweetje van
spindoctors?
Hoe dan ook, een paar weken later sloeg het
nieuws als een bom in: Tesco was in zijn thuis-
land omzet en marktaandeel aan het verliezen.
Het was bestuursvoorzitter Clarke die dat bij de
presentatie van de jaarcijfers moest erkennen.
Hoe zit het precies? Tesco wereldwijd behaalde
(in het jaar van 25 feb. 2011 t/m 25 feb 2012,
Tesco gebruikt een vreemd boekjaar) bijna € 90
miljard omzet: ruim 7% groei. Maar in het Ver-
enigd Koninkrijk, waar Tesco zo’n € 60 miljard
omzet behaalt, daalde de omzet en de winst. De
winst daalde met 1%, naar ongeveer € 3 miljard.
Overigens is Tesco ook nog verlieslijdend in de
VS, maar dat is niet zo vreemd, omdat het de
operatie Fresh & Easy betreft: een supermarktke-
ten met veel vers en vooral een wijkwinkelfunc-
tie, in staten als Californië en Arizona, dus het
zuidwesten van de VS. Maar daar is Tesco pas een
paar jaar mee aan de gang, dus dat verlies kan
worden gezien als aanloopverlies.
Clarke kondigde halverwege april een groot-
Parkeerplaats van een Tesco. Ergens op het blog van The Guardian vraagt een lezer: is het nog steeds zo dat van elke £ 7,- die wij uitgeven, we £ 1,- aan Tesco uitgeven?
Marktaandelen van Tesco, Sainsbury, Asda en Morrison’s
Marktaandelen van Tesco,
Sainsbury, Asda en Mor-
rison’s door de jaren heen.
Tesco is marktleider sinds
1995 en concurrenten
Sainsbury, Asda en Mor-
rison’s staan nog steeds op
afstand. Maar die afstand
is wel kleiner aan het
worden.
Ma
rkta
an
de
el
(%)
42 Tesco 43 07-05-2012 14:28:48
44FoodPersonality mei 2012
scheeps herstelplan aan, van bijna de helft van de winst die het in het Verenigd Koninkrijk behaalt. En dat geld omvat investeringen in:
de versafdelingen
winkels sfeervoller maken (ander licht, meer versafdelingen
-
-
-
-
-
en internet en meer mogelijkheden bieden met
Een procentje minder winst in een jaar, waar heb-ben we het over?
meteen een groot drama. ‘End of an era of expan-
gat lag en waar de in ons retaillland inmiddels be-
-neel is dat niet, maar het is wel iets om rekening
Zoiets als dit: een rockgroep is geliefd onder de
dijk van een hit. Die alternatievelingen van het
leden van die groep in talkshows gaan meepraten
een persoonlijker winkel moet worden voor de
-
-
steevast de felste tegenstanders. De mensen die
Er kwamen grosso modo twee soorten reacties:
het gaat ons hier vooral om ‘de klachten’ als waar--
Brian Dobson, professor ‘business & stra-
tegy’ aan de Norwich Business School:
jarenlang problemen gehad met de integratie van
Bestuursvoorzitter Philip Clarke, die onlangs bij de
bekendmaking van 1% omzetdaling van Tesco in Groot-
Brittannië een investeringsprogramma voor de formule
aankondigde. Met onder andere: meer service, meer
personeel, een ‘beter assortiment’, lagere prijzen en meer
wisselwerking tussen winkels en internet.
42 Tesco 44 07-05-2012 14:28:50
45FoodPersonality mei 2012
heeft goed in zijn winkelpark geïnvesteerd. Daar
heeft Tesco nu last van. Verder heeft Tesco in
veel landen moeite met de conveniencewinkels,
of dat nu hier is, in de VS of in Japan. En verder
heb ik het idee dat de opvolging van Terry Leahy
niet goed gepland is. En nog een bedreiging is
het verlies van focus: food is het vertrekpunt bij
Tesco, maar het bedrijf is de focus gaan leggen op
non-food. En zit nu met food ‘stuck in the mid-
dle’. Maar non-food is veel meer aan conjunctuur
onderhevig. In economisch onzekere tijden als
deze voelt de reguliere detailhandel dat meer,
maar dat kan ook overslaan op supermarkten met
veel non-food.
Bryan Roberts, Kantar Retail:
“Ik vraag me af of mensen wel echt Tesco-fan
waren al die tijd. Er lopen hier een paar dingen
door elkaar. De winkels zijn ouderwets geworden
in vergelijking met de concurrentie. Vergeleken
met een goede Sainsbury, Asda of Morrisons is
een Tesco-filiaal vaak een steriele, er is geen sfeer,
de winkel zelf nodigt eigenlijk nooit uit. En in
de zoektocht naar hogere winsten heeft Tesco
de laatste jaren veel werkuren weggehaald bij
het personeel, dat daardoor vaak overbelast is
geraakt. Consumenten worden zodoende vaker
geholpen door gestresst personeel. Verder was er
vaak ook een tekort aan personeel, met als gevolg:
te veel gesloten kassa’s.”
Tim Lang, ‘food policy’ professor van de
Londense‘City University’ (en bedenker
van de term ‘food mile’):
Tesco is zo machtig dat elke consument dat on-
derhand wel weet. En daarbij, Tesco is in andere
landen zo druk in de weer dat het zijn thuisland
kan hebben verwaarloosd, en daarmee minder de
balans heeft kunnen vinden tussen de kwaliteit
die de klant wil en de prijs die de klant wil, dan
zijn concurrenten.
Die problemen met in meer landen aanwezig zijn,
treffen niet alleen Tesco. Je ziet het ook bij Car-
refour en bij Walmart en Marks & Spencer lukte
het ook niet, jaren terug.
Maar dat is niet alles. Het verwaarlozen van je
thuismarkt is ook: niet meer goed in de gaten
hebben als de wensen van je klanten verande-
ren en jij blijft jezelf maar kopiëren. Er zijn nog
steeds lageprijszoekers, maar daarnaast is er een
groeiende groep die meer kwaliteit zoekt als het
om voeding gaat. Een andere, meer pure vorm
van eten. Voor Tesco lijkt dat een nichemarkt.
Maar nichemarkten bepalen vandaag meer wat
er met massamarkten gebeurt dan andersom.
Daarbij vervult Tesco meer de rol van poort-
wachter aan het eind van de voedselketen, in
plaats van dat het zelf voedsel maakt. Tesco laat
voedsel distribueren, reizen. Dat lijkt efficiënt,
maar dat is het niet, integendeel, we zien hier een
verbruikssysteem dat een enorme hoeveelheid
fossiele energie verbruikt om ons dagelijks eten te
leveren. Tesco betaalt ook de meeste olie van alle,
als je overal winkels hebt staan, en bij stijgende
olieprijzen krijg je dan ook het meeste de wind
van voren. Om dit systeem vol te houden moest
een supermarkt altijd al het menselijke contact
tot een minimum beperken, zelfbediening, zo
weinig mogelijk advies in winkels, en de consu-
ment verzamelt en neemt mee. Het illustreert de
afwezigheid van menselijk contact en Tesco staat
daar als grootste juist het symbool voor.
Liz McShane, retail designer:
Tesco heeft zich blindgestaard op die klanten-
kaart en op gegevens over aankooppatronen van
klanten, en verder op de gebruikelijke ‘2 voor de
prijs van 1’-acties. De winkels zijn echter achter-
haald, een Morrisons ziet er veel prettiger uit.
Raar toch, dat als je klant bent en je staat bij de
kassa, ze geen goeiedag tegen je zeggen, maar
altijd meteen om die klantenkaart vragen? Je
krijgt het idee dat Tesco-mensen denken dat als je
veel van je klanten te weten komt via een kaart en
computeropslag, je een goeie retailer bent, maar
je kunt ook gewoon in de winkel klanten van
dienst zijn – niet vanuit computergegevens, maar
gewoon door te vragen.
En waarom zou je klanten verder vermoeien met
2 voor de prijs van 1, terwijl andere concurrenten
gewoon 1 product afprijzen. Wat moet de klant
met als die producten dubbel. Dat hebben ande-
ren slimmer gedaan.
Mary Portas, retailadviseur:
Ik hoorde vanochtend de bestuursvoorzitter op
de radio praten over terugvechten in de markt.
Maar luistert hij dan ook naar al die gemeenten
die hem de afgelopen jaren hebben gezegd geen
Tesco te willen?
‘Pseudoniem’De andere reacties zijn van mensen die hun naam
verbasterden:
* Los nog van de marktheerschappij, van de
vernietiging van plaatselijke levensmiddelenza-
ken en van het negeren van milieuwensen en fair
trade, voel ik me gekleineerd door Tesco. Dan
is het multipack tonijn eerst zeven pond, dan
opeens twee voor de prijs van een en dan opeens
één voor vijf pond, alsof ik dat niet doorheb.
Tesco bespeelt mij.
*In de sector zelf kijken we vaak op tegen Tesco,
dat je overal in onze straten vindt. Maar dat is een
commerciële bril. Je kunt je afvragen wat con-
sumenten daarvan vinden. Commercieel succes
is niet iets wat gewone mensen voor je inneemt.
Tesco zit verder nu in het midden, we hebben
Aldi onderaan en Waitrose bovenaan.
*Tesco heeft ons dorp geruïneerd, alle plaatselijke
levensmiddelenzaken zijn weg en in de plaats
daarvan hebben we nu midden in het dorp een
spuuglelijke, grote supermarkt staan. Tesco is
een virus. Koop ergens anders je levensmiddelen
want anders heb je die keus straks niet meer.
*Zo uit mijn blote hoofd, kan ik op een kwartier
loopafstand kiezen uit vijf Tesco Metro-winkels
en een enorme Tesco. Die Metro’s zijn allemaal
pas hier sinds de laatste drie jaar. Dat heeft toch
helemaal geen nut meer zo. Gooi ze dicht.
*Wat interessant zeg, die uitleg van experts. Ik
moet elke dag eten kopen, het is geen luxe van
Dior. En dat eten is peperduur! Nou kun je het
logo veranderen, meer lampen aandoen in een
winkel, wat maakt het uit? En personeelsleden
die twaalf uur per dag voor een minimumloon
werken, worden nooit gelukkig en dus ook niet
klantvriendelijk. En die Tesco-kaart gaf me
onlangs de beloning dat ik voor één pond gratis
wortelen kreeg – nadat ik voor zeshonderd pond
besteed had. Dank je wel! Wat ik in een Tesco
voor één kg tomaten betaal, daar krijg ik op de
markt drie kg voor!
*Wij hebben hier verderop in Kirkstall, Leeds,
een ‘store of the future’ van Morrison’s Geweldig
veel vers, ziet er goed uit, veel varianten van van
alles en nog wat, veel op ijs gekoeld en het wordt
met mist besprenkeld, fantastische visafde-
ling, deli, brood, vlees en noem maar op. In het
weekend hebben ze er een kok staan en die laat
je dan proeven. Veel eten wordt in die winkel zelf
klaargemaakt, dat is pas vers. En inderdaad, wij
doen daar maar wat graag onze boodschappen.
*Ik heb niks tegen supermarkten an sich, maar
dat voortdurend overal nieuwe winkels willen
openen, groot en klein.
*Tesco en ook andere ketens beschadigen onze
plaatselijke economieën doordat ze er winst aan
onttrekken en dat geld gaat naar het buitenland,
waarschijnlijk belastingparadijzen. Als je je geld
nou gewoon in een plaatselijke winkel besteedt,
betaal je waarschijnlijk ook nog minder voor je
brood en je vlees en groenten en het gaat naar je
buren en niet naar een of andere groep aandeel-
houders, die je niet kent. ■
Internetomzet Tesco nr. 3 Europa
De omzet die Tesco via internet behaalt, is de op twee
na grootste in Europa. Dat blijkt uit een publicatie van
het Britse ‘Internet Retailer Magazine’ eerder dit jaar. De
grootste is van Amazon, gevolgd door het van oorsprong
Duitse Otto, dat zich – vergelijkbaar met Wehkamp – van
postorderbedrijf tot e-retailer heeft omgevormd:
1) Amazon: € 12,8 miljard
2) Otto: € 4,6 miljard
3) Tesco: € 4,1 miljard
Ter vergelijking: de twee grootste Nederlandse e-retailers:
35) Wehkamp: € 485 miljoen
48) Bol.com: € 374 miljoen
42 Tesco 45 07-05-2012 14:28:51
46FoodPersonality mei 2012
AH XL verslaat ‘kaasformule’ EmtéAH XL heeft volgens consumenten de beste kaasafdeling. Dat blijkt uit het jaarlijkse
onderzoek van GfK (in opdracht van Westland). Daarmee verslaat het Emté, dat vorig
jaar op 1 stond. Het ‘gewone’ AH moet het doen met een vijfde (zelfbediening) en
vierde plaats (bediening).
Door: Marieke Venbrux Foto: Rein van Zanen
Een echt grote verrassing is het niet, AH XL
behaalde de laatste jaren al goede scores in het
kaasrapport van GfK, aan de andere kant: je
moet het dan wel nog maar even doen, aldus Bart
Bikker, trade marketing manager bij Westland
Kaasspecialiteiten.
Westland vroeg onderzoeksbureau GfK voor de
negende keer op rij onderzoek te doen naar het
kaasimago van de Nederlandse supermarktfor-
mules.
Waarom? Natuurlijk omdat Westland het zelf ‘re-
levant vindt te weten hoe consumenten tegen de
kaasafdeling in hun supermarkt aankijken’. Maar
ook omdat retailers wel willen weten waar het
schuurt, wat er beter kan, of wat door consumen-
ten bij uitstek als positief beoordeeld wordt.
GfK maakt in het onderzoek onderscheid tussen
kaas in bediening en in zelfbediening. Formules
krijgen zodoende twee eindrapportcijfers, die zijn
gebaseerd op een aantal criteria:
- lage prijzen
- aantrekkelijke aanbiedingen
- ruime keuze artikelen
- overzichtelijkheid van het assortiment
- netheid van het schap
- aanwezigheid van artikelen
En dan nog voor bediening:
- kwaliteit/versheid van artikelen
- vriendelijkheid van het personeel
- wachttijden
- deskundigheid personeel
Dit laatste criterium werd dit jaar voor het eerst
toegevoegd. “Op verzoek van de retailers. Want
een vriendelijke glimlach is leuk, maar zeker
op de kaasafdeling, heeft het personeel ook een
inhoudelijke functie. Kaas is een vrij complexe
categorie.”
Supermarkten scoren op dit aspect lager dan
op de andere service-aspecten – zoals wacht-
tijd, netheid van de afdeling, en vriendelijkheid
personeel. Iets om mee aan de slag te gaan, aldus
Bikker. “Deskundigheid van het personeel is bij
uitstek een element waar de grijze kanalen – de
weekmarkt, de specialiteitenwinkel – wel sterk in
zijn; hier valt voor supermarkten dus nog wel wat
te winnen.”
AH XL versus AHTerug naar de formules. AH XL staat als gezegd
op de eerste plaats, zowel bij bediening als bij
zelfbediening. Opmerkelijk is dat het gat tussen
AH XL en de reguliere AH-supermarkten net als
vorig jaar tamelijk groot is: AH staat bij zelfbe-
diening op de vijfde plaats, bij bediening op de
vierde. Bikker: “AH XL heeft door haar omvang
meer mogelijkheden om uit te pakken en de
klant tevreden te stellen dan de andere formules,
en ook meer dan AH. Neemt niet weg dat AH
bij zelfbediening met een rapportcijfer van 7,20
onder het ‘gemiddelde totaal’ zit van supermark-
ten (dat gemiddelde bedraagt een 7,21; zie figuur,
MV). En dat mag toch eigenlijk niet voor de
marktleider.”
Bij bediening scoort AH weliswaar hoger dan het
gemiddelde (7,36 versus 7,33; AH XL haalt hier
een 7,56), maar het haalt toch maar een vierde
plaats. Bikker: “De netheid van de afdeling valt
bij AH wat terug, hetzelfde geldt voor het aspect
‘ruime keuze van artikelen’.”
Zowel AH XL als AH scoort volgens Bikker
bovengemiddeld op het criterium ‘aanbiedin-
gen’. Waar het gemiddelde bij zelfbediening 6,97
bedraagt, scoort AH XL hierop een 7,32. Bij be-
diening is het gemiddelde een 6,88, AH XL scoort
een 7,18. Voor AH liggen deze cijfers iets lager, al
steekt ook dat uit boven het gemiddelde.
Op het criterium ‘lage prijzen’ scoort zowel AH
als AH XL iets lager dan het gemiddelde (dat
geldt zowel voor bediening als zelfbediening),
maar het scoort wel hoger dan vorig jaar, con-
sumenten beoordelen de prijzen dus als gunsti-
ger. “AH XL en AH slagen erin het prijsimago
gunstig te blijven sturen. De prijzen van kaas
zijn gestegen, door een sterke stijging van de
grondstofprijzen. Een aantal jaren geleden zag je,
zeker in zelfbediening, dat de consument dat in
de beoordeling meteen afstrafte. Het valt me mee
hoe de consument die prijzen nu beoordeelt.”
Emté: gezaktEn dan Emté. Was dat vorig jaar nog de winnaar,
nu zakt dat terug tot de derde plaats (bij zelfbe-
diening deelt het die plaats met Plus). Bikker:
“Emté heeft jarenlang hoog gescoord en dat doet
het nog steeds, een derde plek is toch echt niet
slecht, maar je ziet dat AH XL en Jumbo Emté ge-
woon voorbij zijn gestreefd. Ik kan er niet echt de
vinger op leggen waar Emté het heeft laten liggen,
hooguit wat op ‘overzichtelijkheid van het schap’.”
Ombouw C1000 naar JumboJumbo was vorig jaar al terug van weggeweest en
weet zich dit jaar verder te verbeteren. Bikker:
“Jumbo was een aantal jaren op rij de winnaar
in het kaasrapport. Twee jaar geleden zakte het
AH XL verslaat dit jaar Emté in het jaarlijkse kaasonderzoek van GfK. Vlnr: Ronald Drogt (national account manager Westland), Pieter Paul van der Lugt (category manager kaas Albert Heijn), Bert Holtrigter (regiomanager AH XL) en Bart Bikker (trade marketing manager Westland).
46 Kaasrapport Westland 46 04-05-2012 17:01:01
47FoodPersonality mei 2012
terug en moest het genoegen nemen met een
vierde plaats bij bediening en een zesde plaats bij
zelfbediening. Vorig jaar kwam het terug op de
derde plek, en dit jaar staat het op twee.”
Bikker zei vorig jaar in FoodPersonality de terug-
gang van Jumbo van twee jaar geleden te wijten
aan de overname van Super de Boer, waardoor
het er destijds in een klap een kritische groep
beoordelaars erbij kreeg. Bikker: “Klopt. Jumbo
is uiteindelijk toch in staat gebleken mensen aan-
genaam te verrassen, dat zagen we vorig jaar al en
dit jaar zet dat door. Het scoort vooral goed op
de elementen ‘vriendelijkheid’ en ‘deskundigheid
van het personeel’ en op ‘netheid van de afdeling’.
Jumbo weet het beste uit mensen te halen.”
De ombouw van Super de Boer leek Jumbo aan-
vankelijk punten te kosten, kunnen we dat volgend
jaar, als Jumbo de C1000-winkels heeft omgebouwd
of gaat ombouwen naar Jumbo, opnieuw verwach-
ten? Bikker: “Dat zullen we zien. Waar ik vooral
wel benieuwd naar ben: hoe valt het gebrek aan
aanbiedingen straks bij het C1000-publiek? Maar
wellicht gaat Jumbo elementen van de huidige
C1000-formule doorvoeren in de uiteindelijke
Jumbo-formule. Op ‘aanbiedingen’ kan Jumbo haar
prestaties nog verbeteren.”
Vomar: kritisch publiekNog wat andere conclusies: Deen is verdwenen uit
de top-5 bij zelfbediening, bij bediening is het een
plek gezakt. Lidl heeft zich verder verbeterd (van
een 7,09 naar een 7,14 dit jaar) en deelt de tiende
plaats met C1000. Lidl ontwikkelt zich volgens Bik-
ker vooral goed op ‘overzichtelijkheid’ en ‘netheid’
– wat toch best bijzonder is voor een discountfor-
mule.
Vomar eindigt dit jaar vrijwel onderaan bij zelfbe-
diening, net boven Aldi, en op de negende plaats
bij bediening (vorig jaar stond het op de elfde en op
de zesde plaats). Bikker: “Ik denk dat Vomar met
een kritisch thuispubliek kampt. Want als ik het
objectief beoordeel, zijn de prestaties van Vomar
gewoon heel goed. Nogmaals, het kaasrapport geeft
de perceptie van de consument weer. Vomar zit in
Noord-Holland, de bakermat van de kaaswereld,
mensen zijn daar op kaasgebied wel wat gewend
en extra kritisch. Het is een beetje het omgekeerd
evenredige van wat je bij bijvoorbeeld Poiesz en
Jan Linders ziet: die hebben juist te maken met een
thuispubliek dat ‘goed’ voor de formule is.” ■
AH XL heeft volgens consumenten de beste kaasafdeling, zowel qua zelfbediening als qua bediening. Het ‘gewone’ Albert Heijn moet het doen met een respectievelijk vijfde (zb) en vierde plaats (bediening); in zelfbediening scoort het als marktleider onder het gemiddelde.Emté, vorig jaar nog de winnaar, moet het doen met een derde plek (bediening en zb). Jumbo is terug van weggeweest en staat op plaats 2. Overigens: de rapportcijfers voor Nettorama, Jan Linders, Poiesz, Boni, Digros, Golff, Coop, Supercoop, Super de Boer en Spar zijn in de ranglijst niet meegenomen. Er waren ‘te weinig waarnemingen’ beschikbaar. De resultaten van deze formules zijn wel meegenomen in de gemiddelde scores van ‘totaal supermarkten’.
Zelfbediening 2012 Formule Totaal 1 AH XL 7.40
2 Jumbo 7.35
3/4 Em-Té 7.26
3/4 Plus 7.26
5 AH Supermarkt 7.20
6/7 Hoogvliet 7.16
6/7 Boni 7.16
8/9 Deen 7.15
8/9 Dirk v.d. Broek 7.15
10/11 Lidl 7.14
10/11 C1000 7.14
12 Bas v.d. Heijden 7.07
13/14 Dekamarkt 6.97
13/14 Vomar 6.97
15 Aldi 6.68
Alle formules 7.21
Zelfbediening 2011 Formule Totaal 1 Em-Té 7.39
2/3 AH XL 7.29
2/3 Jumbo 7.29
4 Deen 7.27
5 Plus 7.21
6 AH Supermarkt 7.20
7 C1000 7.16
8 Dirk v.d. Broek 7.11
9/10 Lidl 7.09
9/10 Hoogvliet 7.09
11 Vomar 7.04
12 Dekamarkt 7.00
13 Super de Boer 6.92
14 Bas v.d. Heijden 6.85
15 Aldi 6.67
Alle formules 7.19
Bediening 2012 Formule Totaal 1 AH XL 7.56
2 Jumbo 7.53
3 Em-Té 7.41
4 AH Supermarkt 7.36
5 Deen 7.35
6 Plus 7.32
7 Hoogvliet 7.28
8 C1000 7.15
9 Vomar 7.14
10 Dekamarkt 7.02
11 Boni 6.96
Alle formules 7.33
Bediening 2011 Formule Totaal 1 Em-Té 7.55
2 AH XL 7.54
3 Jumbo 7.48
4 Deen 7.40
5 AH Supermarkt 7.38
6/7 Vomar 7.26
6/7 Hoogvliet 7.26
8 Plus 7.20
9 C1000 7.17
10 Super de Boer 7.13
11 Dekamarkt 7.01
Alle formules 7.33
Imago-onderzoek kaasImago-onderzoek kaas
Zelfbediening verslaat bediening als het gaat om prijzen en aanbiedingen. Bediening scoort beter dan zelfbediening op ‘ruime keuze’, ‘overzichtelijkheid afdeling’ en ‘netheid’. Nieuw criterium (bij bediening) dit jaar, op verzoek van de retailer: ‘deskundigheid personeel’. “Supermarkten scoren op dit service-aspect lager dan op de andere service-aspecten. Hier valt nog wel wat te winnen”, aldus trade marketing manager Bart Bikker van Westland .
Waardering kaasafdeling supermarkten; zelfbediening versus bediening(tussen haakjes de rapportcijfers van vorig jaar)
2012 Rapportcijfers
Supermarkten Kaas Zelfbediening Kaas Bediening
Prijzen 6.94 (6.95) 6.65 (6.65)
Aanbiedingen 6.97 (6.98) 6.88 (6.89)
Ruime keuze 7.18 (7.16) 7.40 (7.40)
Overzichtelijkheid afdeling 7.30 (7.28) 7.35 (7.33)
Netheid 7.52 (7.49) 7.66 (7.62)
Aanwezigheid artikelen 7.33 (7.30) 7.31 (7.29)
Kwaliteit - 7.43 (7.44)
Vriendelijkheid personeel - 7.70 (7.69)
Wachttijden - 7.67 (7.66)
Deskundigheid personeel - 7.24
Gemiddeld 7.21 (7.19) 7.33 (7.33)
46 Kaasrapport Westland 47 04-05-2012 17:01:01
48FoodPersonality mei 2012
‘WE KNOW THE FEELING’
SCA introduceert nieuw merkplatform LibresseSCA kwam vorige maand met vernieuwde Libresse-inlegkruisjes. En tegelijk
daarmee, ook met een nieuw merkplatform: om vrouwen beter aan te spreken, of
die nu tiener zijn of vijftiger. ‘Voel je zeker, draag Libresse’ is nu: ‘We know the feeling’.
Marian Bron en Thijs Veendrick leggen uit wat SCA met het nieuwe merkplatform
van Libresse beoogt en waarom dat voor de supermarkt de moeite waard is.
Het vernieuwde assorti-ment inlegkruisjes van Libresse. Volgens SCA is het voor de shopper het duide-lijkst als deze producten in volgorde van absorptiever-mogen in het schap staan.
SCA Hygiene Products is met Libresse de uitda-ger in de categorieën inlegkruisjes en maandver-band. Category manager Thijs Veendrick: “Het categoriedenken staat bij ons centraal. Daarom zijn we voortdurend op zoek naar manieren om met onze producten waarde toe te voegen. In Nederland zijn winkels klein en is de schapruimte beperkt. Het is dus belangrijk om die ruimte zo creatief mogelijk te gebruiken en de shopper op een logische en verrassende manier te berei-ken.”
‘Goede vriendin’Marketing manager Marian Bron: “Om de behoeften van de consument zo goed mogelijk te doorgronden, verrichten we doorlopend consumentenonderzoek. Daaruit blijkt dat we veel wensen van de consument kunnen plaatsen onder de noemer ‘comfort’. Verder gaat de con-sument er inmiddels wel van uit dat een A-merk maandverband of inlegkruisje kwalitatief gewoon goed is. Onze manier van communiceren met de pay-off ‘Voel je zeker, draag Libresse’, vonden we daarom te functioneel. We zijn op zoek gegaan naar een uitstraling die beter bij de behoefte van de consument aansluit, zodat Libresse bij wijze van spreken beter de rol van goede vriendin kan vervullen. Daarom spreekt Libresse de consu-ment nu aan met de pay-off ‘We know the feeling’. Met die boodschap dekken we de hele lading. We vertellen de consument: ‘wij hebben de expertise, we weten wat het is om vrouw te zijn, we bieden je zekerheid, we weten dat de periode rond je menstruatie niet de leukste tijd is en we weten hoe we je het zo gemakkelijk mogelijk kun-nen maken’.”
Libresse vernieuwtIn april dit jaar heeft SCA producten van Libresse vernieuwd. Veendrick: “We hebben eerst de ver-nieuwde lijn inlegkruisjes gelanceerd. Het design van de verpakkingen is warmer en duidelijker. Hiermee hebben we ervoor gezorgd dat shoppers hun product makkelijker in het schap kunnen vinden. Bovendien hebben de verpakkingen een handigere opening, die tevens hersluitbaar is. Daarnaast hebben we het product zelf aangepast: om de consument meer comfort te bieden, heb-ben we de toplaag van onze inlegkruisjes verbe-terd. Ook hebben de producten een vrouwelijkere uitstraling gekregen. Later dit jaar volgt ook een relaunch van ons maandverbandassortiment.”Met de komst van de vernieuwde Libresse- inlegkruisjes startte SCA meteen ook met ‘andere communicatie en ondersteuning’. Bron: “Ook de communicatie en gebruikte commercials sluiten beter aan op de behoefte van de consument. We gebruiken minder tekst en we laten meer beelden van vrouwen zien, die een herkenbaar statement maken. Het gaat om het gevoel dat we over willen brengen. Met de nieuwe communicatie
willen we uitdragen dat ‘Libresse jou als vrouw begrijpt’ en het zo aangenaam mogelijk voor je maakt. Op internet zoeken we de dialoog op. Via Facebook houden we bijvoorbeeld intensief contact met onze doelgroep. En we zijn ook op community’s aanwezig, zoals op Go SuperModel. Daar loopt onze ‘avatar’ Liz rond, aan wie jonge meiden vragen kunnen stellen over ongesteld-heid. Want onze doelgroep varieert van tieners tot vijftigplussers: van tieners die voor het eerst maandverband gaan gebruiken, tot vrouwen die net bevallen zijn, tot speciale inlegkruisjes ‘for all kind of fluids’, die worden gebruikt bij licht urineverlies. Het mooie is dat het nieuwe merkplatform ‘We know the feeling’ voor al deze doelgroepen opgaat. Het is een mooie, brede paraplu die voor alle communicatie en innovatie van Libresse bruikbaar is.”
Activatie en impuls vanuit schapOok op de winkelvloer komt het nieuwe gezicht van Libresse duidelijk terug, aldus SCA. Bron: “Onder het motto ‘feeling gloomy’, of in het Nederlands ‘niet lekker in je vel zitten’, geven
48 ADVO SCA 48 04-05-2012 17:01:34
49FoodPersonality mei 2012
we in mei en juni gezichtsmaskers weg bij ons maandverband en inlegkruisjes. De periode dat je ongesteld bent, is nou eenmaal geen feest. Veel vrouwen hebben last van een vette huid, droog haar en zitten gewoon wat minder lekker in hun vel. Daarom is een gezichtsmasker een ludiek ver-wencadeau, dat je van een vriendin zou kunnen krijgen. Vorig jaar hadden we een vergelijkbare actie met de Libresse-blikjes voor in de handtas. Ook met dat initiatief zijn wij gekomen nadat we consumenten hadden gevraagd hoe zij hun inlegkruisje of maandverband verwisselen. De meeste vrouwen bleken hun verbandje weg te willen moffelen en ons blikje bleek een oplossing die veel enthousiaste reacties heeft opgeleverd.”Veendrick benadrukt dat SCA met het weggeven van de gezichtsmaskers ook laat zien dat waarde toevoegen in de categorie dameshygiëne goed mogelijk is. “Op deze manier communiceren we ook vanaf het schap op een opvallende manier met de shopper. Dat gebeurt binnen dameshygi-ene niet vaak. Het supermarktkanaal is voor deze
categorie belangrijk, aangezien supermarkten ruim 60% van de omzet in de dameshygiëne-ca-tegorie vertegenwoordigen. Hoewel we de afgelo-pen jaren de promotiedruk langzaam zien stijgen, blijven de waardevolle verkopen uit het schap voor supermarkten het meest van belang: ruim 80% van de omzet wordt in supermarkten vanuit het schap gerealiseerd. Libresse spreekt met slimme communicatie en opvallende campagnes, zoals dit jaar de gezichtsmaskers, de shopper juist ook vanuit dat schap aan. Op die manier zijn wij in staat verder waarde toe te voegen aan deze categorie.”
Focus op consumentVoor retailers zijn er op de winkelvloer natuurlijk ook nog andere manieren om in te spelen op de dameshygiëne-shopper. Veendrick: “In de super-markt worden inlegkruisjes en maandverband bij de dagelijkse boodschappen meegenomen. Bin-nen deze productgroepen wil de consument zeker zijn van kwaliteit, het is geen product waarmee
zij snel gaat experimenteren. De consument weet heel duidelijk wat zij wil en de retailer moet er rekening mee houden dat deze consument zeer merkentrouw is. Als zij aan een bepaalde variant hecht en die variant is niet of niet goed in het schap te vinden, dan stapt zij niet snel op een ander product over. Daarom is een zo breed mo-gelijke presentatie en een goede navigatie op het schap belangrijk. En het liefst worden producten van een merk op basis van absorptievermogen in dat schap ingedeeld, zodat de consument snel haar keuze kan maken.”Bron: “Met de nieuwe ‘look & feel’ van Libresse hopen we het een en ander los te maken bij de consument en op het schap. De eerste reacties van onze retailpartners waren enthousiast, acti-vatie op de winkelvloer is natuurlijk welkom bij een doelgroep die voor de supermarkt belangrijk is. Het nieuwe merkplatform van Libresse gaat uit van de wereld van de consument en het succes er-van zal bewijzen dat wij onze doelgroep kennen: ‘We know the feeling’!” ■
Marian Bron en Thijs Veendrick, met in het midden de nieuwe Libresse-uitstraling (Foto: Jan-Willem Houweling).
48 ADVO SCA 49 04-05-2012 17:01:36
50FoodPersonality mei 2012
FOOD IN FRANKRIJK:
Match
Door: Gé Lommen Foto’s: Erik Hemmes
Impressies van buitenlandse formules, met mede-
werking van Erik Hemmes van zijn gelijknamige
Trade Marketing Services.
In het Noord-Franse Rosendael (nabij Duin-
kerken) liep Hemmes in deze hypermarkt rond:
Match. Match is van de retailorganisatie Louis
Delhaize. Dat is het bedrijf dat altijd van zichzelf
moet zeggen: nee, niet Delhaize, maar Louís Del-
haize. Hoe zit dat? Het is te vergelijken met Aldi:
twee broers die op een gegeven moment besluiten
uiteen te gaan en zo Aldi doormidden hakken, in
een noordelijk en een zuidelijk deel.
Zo ook Delhaize, maar dan echt heel wat jaren
eerder: rond 1860 had je in Ransart, in de buurt
van Charleroi, zes broers Delhaize, Adolphe,
Auguste, Edouard, Jules, Léopold en Louis. Die
kregen een meningsverschil over de prille win-
kelketen. Louis Delhaize begon voor zichzelf en
de broers besloten dat broer Louis de provincie
Henegouwen ‘mocht hebben’. Daarna begon ook
Adolphe nog voor zichzelf, maar dat is voor het
huidige levensmiddelenlandschap niet meer van
betekenis. De broers Auguste, Edouard, Jules en
Léopold gingen verder met het bedrijf dat we
vandaag als Delhaize kennen.
Louis Delhaize Group is nu nog steeds ‘het
andere Delhaize’, dat bij elkaar zo’n € 11 miljard
omzet draait (volgens het bedrijf op de site). En
dat is niet niks, maar dat komt ook doordat Louis
Delhaize naar het buitenland is gegaan. Het ope-
reert momenteel behalve in België en Luxemburg
ook in Frankrijk en Engeland, en het heeft jaren
geleden ook de sprong in de nieuwe markten
van Centraal-Europa gewaagd en opereert nu
in Hongarije en Roemenië. Verder vind je op
Wikipedia nog dat het bedrijf op de (Franstalige)
Antillen en Guyana opereert, maar dat vinden we
nergens terug.
En hoe succesvol is het bedrijf? Louis Delhaize
vermeldt op zijn site eigenlijk alleen die genoem-
de omzet en met een beetje zoeken zien we een
aantal winkels, en daar houdt het mee op. Want
Louis Delhaize is niet zo scheutig. Natuurlijk, er
is wel volop informatie op een consumentensite
(over acties, over de klantenkaart, de gebruike-
lijke klanteninfo), maar niet tot nauwelijks over
het bedrijf zelf.
We kunnen niet zeggen dat Louis Delhaize een
marginale rol vervult, want Match en Cora zijn
bekende formules in België, Luxemburg en het
noorden van Frankrijk. Maar Louis Delhaize
heeft in geen enkele land een fors marktaandeel.
In België behoort het tot de kleinere spelers, in
Frankrijk kan het evenmin tippen aan Carrefour
(marktaandeel 22%), Leclerc (18%), Intermarché
(13%), Casino (13%) en Auchan (11%).
Nou ja, in Luxemburg staat het bedrijf wat ster-
ker, maar dat is een kleine markt, uiteraard. En
Engeland dan? Daar heeft Louis Delhaize geen
supermarkt, maar de tuincentrumketen Garden
& Leisure. Daar zijn er in dat land zeven van. We
bedoelen maar.
Hoe zit het dan precies? Volgens de site omvat
Louis Delhaize dit:
* België: 57 Match-supermarkten, 76 buurt-
winkels met de naam Smatch (betekent ‘small
Match’), 7 Cora-hypermarkten, 27 buurttraiteurs
Délitraiteur en 31 ondernemersvestigingen met
de formulenaam Louis Delhaize.
* Luxemburg: 14 Match-supermarkten, 12
Smatch-buurtwinkels en 2 Cora-hypermarkten.
* Frankrijk: 149 Match-supermarkten, 59 Cora-
Erik Hemmes van Erik Hemmes\Trade
Marketing Services bekijkt supermarkten
in Europa. Deze maand: Match, van ‘het
andere Delhaize’.De pui van Match in Rosendael. Hemmes: “Een bijzondere vorm: half rond, veel glas, uitnodigend.” Match is in België, Luxemburg en Frankrijk de formulenaam voor de supermarkten van Louis Delhaize, en Cora voor de hypermarkten. Maar deze Match heeft toch wel weer de afmetingen van een Albert Heijn XL.
Kiwi, tomaat, sinaasappel, koffiebonen en brood met een korenaar als sfeerbeeld in dit welkomstbord. Hemmes: “Een subtiele manier om ‘vers’ te onderstrepen.”
Een goed teken van een schuifdeur: de foto van de glimlachende dame is ge-spiegeld, waardoor je ziet dat het een schuifdeur is. Uiteraard illustreert deze dame ‘service met een glimlach’, om het maar eens op z’n Jumbo’s te zeggen.
50 Hemmes 50 04-05-2012 12:17:58
51FoodPersonality mei 2012
hypermarkten, 3 Délitraiteurs, en verder in dat
land dus geen Smatch-winkels, maar wel weer:
57 tuincentra met de formulenaam Truffaut, 31
dierenwinkels Animalis en het bedrijf opereert er
met een internetoperatie onder de naam Houra
(levensmiddelen bestellen en laten bezorgen).
* In Engeland zoals gezegd die zeven tuincen-
tra (die dus niet Truffaut heten, maar Garden
& Leisure) en dan hebben we in Hongarije en
Roemenië nog:
* 17 Match, 106 Smatch, 7 Cora en 73 Profi-
winkels, dat laatste is een discountformule – in
Hongarije (die exploiteerde Louis Delhaize ook
ooit in het thuisland, maar die is daar in de
concurrentiestrijd al kopje onder gegaan). En in
Roemenië 6 Cora-hypers.
Aardig allemaal, maar als je bedenkt dat som-
mige bedrijfsbestuurders een concurrentiestrijd
opgeven als het geen nummer één- of nummer
twee-positie is in een land, dan krijgen we zo
onze twijfels over bijvoorbeeld die zes Cora’s in
Grote borden met een voor de categorie herkenbaar product kenmerken de vers- en bedienings-afdelingen. Bij de kaas-, vlees- en visafdeling moet het prijssignaal komen van de roodgele borden met ‘promo’.
Match maakt opvallend veel gebruik van product-foto’s en maaltijdfoto’s. Hier zelfs bij maaltijden in de diepvrieskist en verderop ook bij de maaltijden in de koelwand. Hemmes: “Die aankleding van de diepvriesafdeling zien we in het buitenland wel vaker, vooral in Engeland en Frankrijk. De Nederlandse branche doet daar om onverklaar-bare reden niet aan. Werk aan de winkel voor het Vriesvers Platform!”
De borden melden de klant waar hij of zij wat vindt. Maar in het geval van deze dranken meldt Match ook de merknaam Coca-Cola. Weliswaar met de spelfout ‘zonder streepje’, maar het stáát er dan toch maar. Wat zou PepsiCo hier nou van vinden?
50 Hemmes 51 04-05-2012 12:18:01
52FoodPersonality mei 2012
Roemenië. Louis Delhaize is een Laurus-achtig allegaartje, met Match, Smatch, Cora, Délitrai-teur, etc. te hooi en te gras. Let wel, de formule-naam Louis Delhaize is een franchisersketen in één land, terwijl Louis Delhaize Group in België ook Smatch en Délitraiteur als buurtformule hanteert. Met andere woorden, de formulenaam die tegelijk de bedrijfsnaam is, is een miniketentje met interne concurrentie van twee soortgelijke buurtformules. Het doet het ergste vermoeden. Versplintering, versnippering, gebrek aan slagkracht.Maar wacht, wat komen we nog verder tegen? Match Food & More. Wat is dat? Dat is Match in België voor grote oppervlakten. Napluizen leert dat Louis Delhaize vestigingen heeft aangekocht in het thuisland België die het kwakkelende Carrefour kwijt wilde. Maar op de site van Louis Delhaize is niet te vinden dat het bedrijf met die formulenaam werkt, noch waar die formule precies zit. En wat het verschil is tussen Match, Match Food & More en Cora…En waarom heet de internetsupermarkt Houra en niet Match, Smatch of Cora? Zo bezien heeft
dit Delhaize-geheel nog een overeenkomst met de Albrecht-broers: een hekel aan vertellen waar je mee bezig bent. Of een hekel aan geld uitgeven aan iemand die de bedrijfssite actueel houdt. O, we zien wel dat er een reisbureau is dat Cora heet. En er is nog: ‘Les Délices de mon Moulin’, de lekkernijen van mijn molen, een soort lunch-room, die gebruikt wordt voor Match-winkels en een verbinding vormt met de brood- en gebaksaf-delingen van Match. En we vinden nog iets; Dod. Het zit in Frankrijk en is een horecaformule, met
een paar vestigingen. Ach ja, kan er nog wel bij in dit geheel, niet? Het is alsof Louis Delhaize er een sport van maakt om om de zoveel vestigingspun-ten een nieuwe naam te bedenken. Modulair den-ken, zoals retailers in de jaren tachtig die om de 200 m2 vvo een nieuwe formulenaam wilden. En ook: defensief opereren. Je probeert iets nieuws uit, maar je geeft dat niet de naam van een van je bekendste formules, want stel dat het mislukt. En zo gaat elk initiatief er na verloop van tijd er een beetje bij hangen.Dan nog even over de bedrijfscommunicatie. Uit de informatie op de site blijkt al dat je daar wel enig talent voor moet hebben. Maar er is meer: wie Match Food & More googelt, komt al snel op een ‘incident’: van twee ontslagen medewerkers van de formule, in de plaats Ronse. Nou is dat ge-miste kans nummer één: als je een formulenaam googelt en al snel bij een arbeidsconflict terecht komt. Maar dan zijn we er nog niet. De twee ontslagen werkneemsters beklagen in de media zich over Louis Delhaize/Match, vanwege de manier waarop dat ging. Er is echter een manager
Soms missen de sfeerborden nogal hun doel. Een foto van bier bij de cola, een foto van wijn bij het water…
Het ‘huismerk’ van Match is niet Match, maar Cora – van de hypermarkt die ook van Louis Delhaize is. Misschien is dat wel een sterke troef; als Cora tenminste voor de Match-klant een goeie reputatie heeft. Maar als het om formuleduidelijk-heid en formuleversterking gaat, is het eerder een zwaktebod. Het doet ons, Nederlandse super-marktkijkers, ook denken aan Edah- en Super de Boer-huismerkartikelen in een Konmar, enkele jaren terug.
De agf-afdelingen ogen verzorgd. De eilanden met hun dikke, zware poten in zwart, verder gebruikt Match nog scheidingsplaten tussen de agf-soorten – en als het kan, hier en daar een houten kistje. Oké, de bordjes hangen niet altijd precies recht boven de producten waar ze bij horen, maar dat zie je wel meer bij Franse super- en hypermarkten.
50 Hemmes 52 04-05-2012 12:18:05
53FoodPersonality mei 2012
AMMERLAANAnneke Ammerlaan, trendonderzoekster voor voeding en consumentenwensen, beoordeelt
de branche op het evenwicht tussen goede smaak en commercie.
E-mail: [email protected]
In New York hoorde ik bij mijn culinaire collega’s de opwinding over
Trader Joe. Een bijzondere verschuiving, want tot voor kort hoorde je er
alleen maar bij als je bij Whole Foods Market shopte. Ik begrijp mijn col-
lega’s. De twee Trader Joe-winkels die ik in New York bezocht, verrasten
mij als foodie-klant ook. Het bruiste er. Oké, de winkel was misschien wat
vol met klanten, de schappen niet perfect gespiegeld en de lay-out ook
niet optimaal, maar het bruiste. Als klant kon ik op ontdekkingstocht.
Naast het reguliere product lag er van van alles een trendy versie. Vijf
kilo aardappels in plastic zak, maar ook een kilootje gekleurde mini-
aardappels, vleestomaten maar dan ook wilde tomaten, Lay’s-chips maar
dan ook chips van doperwten. Een schap met de nieuwste producten
en perfecte cross-merchandising, bijvoorbeeld met sla en slasauzen. Het
sympathiekste vond ik het wel de oplossing voor de opstopping bij de
kassa’s. De bedrijfsleider klom namelijk op een trapje en stuurde met een
grap en een vriendelijk woord de klanten naar de vrije kassa’s, waardoor
iedereen eerlijk op zijn beurt, maar tegelijkertijd heel snel werd gehol-
pen. Ik vond het bijna jammer dat ik mijn aankopen had gedaan. Zou
eigenlijk best weer naar binnen hebben gewild om nog eens een keer...
Om weer het gevoel te krijgen dat de winkel ook een beetje van mij is.
Wat maakt Trader Joe nu zo aantrekkelijk? Prijs, denkt u direct. Dat klopt,
maar er is meer: convenience! Het beperkte assortiment maakt het je
als klant pas echt makkelijk. Wij zijn namelijk keuzemoe. Moeten elke
dag al zo veel kiezen, dat we steeds vaker willen dat in de supermarkten
voor ons de keuze duidelijk maken. Een degelijk, vast assortiment waar
je telkens op terug kunt vallen én verrassende in-outproducten om elk
bezoek toch weer even te verrassen. En het zijn juist die extra’s die een
koopkrachtiger publiek aantrekken.
En dan is er nog iets: het beperkte vloeroppervlak. Ook dat is conve-
nience. Hoezeer dat ook lijkt in te gaan tegen de trend van groot, groter,
grootst.
Overvloed is namelijk al lang geen trend meer. Vooral de jongere
generaties voelen dat zo. Wat zij zoeken in een winkel, is aandacht voor
hun wensen. En dat betekent de juiste keuzes in een ongedwongen
omgeving. Trader Joe maakt dat waar. Vandaar dat je in die winkel zowel
de wat oudere prijsklant als de jongere culinaire klant ziet.
Toch wil ik Whole Foods niet helemaal uitvlakken. In Glasgow hebben
ze hun eerste vestiging buiten Londen en die voelt op een of andere
manier ook een beetje aan als Trader Joe. Ook een vrij kleine winkel,
dezelfde gezelligheid, de menselijke maat, de culinaire ontdekkingen die
je er kunt doen, maar met als extra nog eens heel deskundig personeel.
Niemand had verwacht dat deze winkel het zou redden. Maar dat doet-
ie wel. En wie er last van heeft? De Waitrose in de buurt. Die heeft wel de
producten, maar het ontbreekt er aan gezelligheid. Efficiëntie heeft er de
overhand en dat is wat de jonge klant nu juist niet wil voelen. De nieuwe
standaard voor convenience is de menselijke maat en dat voelt heel
anders dan een perfect gespiegelde supermarkt.
Trader Joe versus Whole Foods
‘openbare werken’, Sabine Müller, die namens Match ook als ‘communicatieverantwoordelijke’ optreedt. En zij zegt over de situatie: vervelend allemaal, maar als de medewerkers niet uit het juiste hout gesneden zijn, “dan kiezen we de kant van de klant”. ‘Dan kiezen we de kant van de klant’. Op zichzelf wel begrijpelijk, want elke retailer wil ondeskun-dig en klantonvriendelijk personeel vermijden. Maar: om dat nou zo in een regionale krant te formuleren? De vraag wordt dan wat de lezende klanten ervan denken: ‘Match ontslaat mensen uit naam van mij’? Gemiste kans nummer twee.Het is overigens deze mevrouw Müller die wij in de aanloop naar dit artikel een lijst van vragen hebben gemaild over Louis Delhaize. Als wij daar nog een antwoord op krijgen, hoort u van ons. Gemiste kans nummer drie.En kijk, dat is wel weer aardig: op de Louis Delhaize-site is een document te downloaden onder ‘leveranciershoekje’. Van dat document konden we niet afblijven; het is een uitgebreide en gedetailleerde lijst van rechten (prijsbepaling, kortingen, overeenkomstwijzigingen, leverin-gen, leveringstopzettingen, facturering etc.) die Louis Delhaize zich jegens een leverancier voorbehoudt en een lijst van plichten waar de Louis Delhaize-leverancier zich rekenschap van moet geven. Leuke stof om te lezen. Zeker voor een leverancier. ■
Meer foto’s bekijken?
Mail [email protected].
Eieren om mee te nemen. De consument mag de eieren zelf kiezen. Verder is de presentatie waarschijnlijk goed voor de eierenomzet, als-ie zo midden in een gangpad staat.
Krabben, kreeften en andere levende have in een aquarium, zó voor het uitzoeken.
50 Hemmes 53 04-05-2012 12:18:08
Zou…het niet ideaal zijn om kant en klare plakjes Mozzarella te hebben?Züger Frischkäse heeft de oplossing…
Züger…kant en klare plakjes Mozzarella of voorgesneden ‘broodje’ Mozzarella à 400 gram.Convenience, snel in gebruik, ‘portion controlled’ en vooral…. erg lekker.
Züger Benelux www.frischkaese.weebly.com,
Marco de Groot (06 30 02 87 59)
54 Adv 54 04-05-2012 10:25:09
55FoodPersonality mei 2012
BOODSCHAPPEN DOEN VIA INTERNET:
Wat wil de shopper met zijn tablet en smartphone?Bol/Albert, Truus, DekaDrive, Hoogvliet, Dirk, Boni, Coop, Plus.: met de opkomst van de
smartphone en apps lijkt internet eindelijk een rol van betekenis te gaan spelen in de
supermarktsector. Gastauteur Constant Berkhout inventariseert de mogelijkheden en
de beperkingen. Met als uitgangspunt: wat wil de shopper als hij op internet bood-
schappen gaat doen?
Door: Constant Berkhout Foto’s: archief FoodPersonality
Tot voor kort meenden velen dat internet geen
middel zou worden om het supermarktassortiment
te verkopen, maar we zien nu een omslagpunt.
Het klinkt overal alsof door internet de omzet
van supermarkten grotendeels gaat afnemen. Je
moet mee met een app voor de smartphone, met
qr-codes. De media staan bol van waarschuwin-
gen. Zoals: Ocado in Groot-Brittannië behaalt
al 12% van zijn omzet via smartphonebestel-
lingen. Volgens Nielsen beïnvloeden internet en
smartphone nu al 25% van alle koopbeslissingen
voor dagelijkse artikelen in de VS: voor vers in de
supermarkt 18%, voor frisdrank 36%. Apps bieden
productinfo, prijsinfo, pakken qr-codes op en kun-
nen als portemonnee fungeren.
Maar we moeten oppassen voor makkelijke
kretologie. Volgens de Thuiswinkel Multichannel
Monitor kopen Nederlanders nog steeds vooral
reizen, tickets, erotiekartikelen, computersoftware,
cd’s/dvd’s en verzekeringen via internet. Levens-
middelen bungelen samen met planten en brillen
onderaan. Computerhardware, fietsen en audio/vi-
deo zijn de grote groeiers. Voor zowel de aanbieder
als de shopper zijn dit soort aankopen via internet
interessant.
rond te kijken. Het risico van een miskoop en het
gevoel van een gemiste buitenkans zijn groter. De
shopper koopt zulke producten af en toe en door
zich te oriënteren, vormt de shopper voor zichzelf
de beslissingscriteria die voor hem of haar relevant
zijn. Hij/zij verzamelt bewust informatie en het
koopgedrag is doelgerichter.
-
ten door producten met een hoge aanschafwaar-
de, zeker als ze trend- en seizoensgevoelig zijn, op
één locatie aan te houden.
Shoppers verwachten drie A’s: ‘altijd alles alom’.
We kunnen verwachten dat shoppers ook le-
vensmiddelen meer via internet gaan kopen. De
technische randvoorwaarden zijn er al (breed-
bandverbindingen, wetgeving en retourgaranties,
betaalveiligheid, snelle pc’s/software voor de
logistiek en de facturatie). Maar deze randvoor-
waarden verklaren niet alles. Het gaat ook om de
attitude en de motivaties van shoppers om via
internet levensmiddelen te kopen.
Ik noem er hier tien:
1. Gemak van tijd: 24 uur/7 dagenDoor internet is de shopper niet langer gebonden
aan tijden die de wet en/of het supermarktbedrijf
oplegt. Maar: door langere openingstijden en
steeds meer openstelling op zondag (meer open
en meer supermarkten) wordt deze reden steeds
minder relevant. Het voordeel van ‘open op
internet’ geldt vooral tussen pakweg 21.00 u en
8.00 u, maar dat zijn (nog) niet de uren waarop
de shopper boodschappen wil doen.
2. Gemak van transportIn de beginjaren van Albert Heijn Thuisservice
bestelden consumenten vooral ‘lastige’ artikelen,
zoals kratten bier en dozen wasmiddel. De arti-
kelen waar niemand graag 15 hoog de trap mee
oploopt. Niet alleen tillen is zwaar, parkeren is
ook geen pretje: zeker niet in drukke binnenste-
den. En wie zijn boodschappen heeft gedaan, wil
ook niet een paar straten van zijn huis vandaan
parkeren, om dan alsnog te moeten sjouwen.
Internet heft dat soort ergernissen en tijdver-
lies op. En de stijgende brandstofkosten maken
boodschappen doen via internet alleen maar
aantrekkelijker.
3. Gemak van plaats/toegangMobiele technologie zoals de tablet-pc en de
smartphone biedt de gebruiker een gevoel van
vrijheid en zelfbeschikking dat we niet moeten
onderschatten. Hij kan zich ‘overal in de virtuele
wereld’ oriënteren en waar dan ook bestellen. Hij
kan bij wijze van spreken tijdens zijn boodschap-
penrondje in een Jumbo met zijn smartphone op
albert.nl bestellen.
4. Prijsvergelijking De nieuwe mogelijkheden om prijzen te verge-
lijken (supers.nl etc.) geeft de shopper het gevoel
van volledige controle en onafhankelijkheid.
Of de shopper prijzen ook echt vergelijkt, is
een tweede. Prijzen vergelijken mag niet te veel
extra stappen vergen. Als de shopper op een site
direct bij de supermarkt met de laagste prijs kan
Constant Berkhout publiceert geregeld als
gastauteur in dit blad. Berkhout is zelfstan-
dig adviseur in category management en
shopper insights.
55 Internetsupermarkt 55 07-05-2012 17:14:34
56FoodPersonality mei 2012
bestellen of als een site op een andere manier het
aankoopproces vergemakkelijkt, hebben vergelij-
kingssites meer bestaansgrond.
5. Oneindige keuzeIn de periode dat ik voor PepsiCo werkte, bleven
inkopers mij maar vertellen dat het schap niet van
elastiek is. Dat is ook zo, maar in een internetsu-
permarkt is het schap wel van elastiek geworden.
De Jumbo in mijn buurt nam voor ons verzoek
Oma’s Dulce de Leche in het assortiment op (een
karamelpasta die een Zuid-Amerikaan gebruikt
op brood, in ijs, bij een banaan, etc). De opname
van zo’n specifiek product in een Nederlands
aanbod zorgt ergens voor problemen, zoals halve
doosinhouden in het schap of out of stock in het
weekend. Ook voor mijn Jumbo bleek het allemaal
onrendabel, we kregen onze dulce de leche niet
meer.
Dit soort producten (lage rotatie, veel toegevoegde
waarde, klantenbinder) zijn juist geschikt voor
internetsupermarkten. Denk ook eens aan halal
en andere producten voor mensen uit een andere
cultuur.
6. Fysieke beperkingenVoor iemand in een rolstoel en voor ouderen is
internet natuurlijk een uitkomst. De rolstoelge-
bruiker hoeft er niet meer over in te zitten of een
ander de invalidenparkeerplaats heeft ingeno-
men, of over hoeveel producten in zijn rolstoel
passen. Ook ouderen ontdekken internet steeds
meer. Weliswaar heeft 25% van de groep 65- tot
75-jarigen nog steeds geen toegang tot internet en
heeft 20% van hen gewoon geen interesse, maar
áls deze ouderen internet gaan gebruiken, dan
verandert er wat.
De supermarkt biedt, wordt althans vaak gezegd,
voor ouderen de gelegenheid voor het dagelijkse
praatje. Maar bij een flink pak sneeuw of flinke
regenbuien is internet een uitkomst. Zo is de
vergrijzing een extra groeikans voor de internet-
supermarkt.
7. Internet vanzelfsprekend Supermarktbedrijven hebben zich jarenlang afge-
vraagd of internet wel iets voor de boodschappen
zou zijn, terwijl internet gaandeweg voor elke
burger, consument of shopper steeds vanzelf-
sprekender werd. Inmiddels is voor mensen van
twintig jaar een wereld zonder internet niet meer
denkbaar. Want ze hebben nooit zonder internet
geleefd. Wie het gebruik van internet zo van-
zelfsprekend vindt, zal ook boodschappen doen
via internet vanzelfsprekend (gaan) vinden. Die
generatie staat op het punt een eigen huishouden
te vormen.
8. Beperkt formule-onderscheid Branches vervagen, Ikea verkoopt eten en Aldi
verkoopt tuinstoelen. En binnen die branches
zijn formules naar elkaar toegegroeid; van full-
service tot discount. Onderscheid op klanten-
service? Ik ben opgehouden 17-jarigen vragen
te stellen. Echte klantenservice is verschraald.
En dan kan internet superieure voordelen
bieden. En: als het formule-onderscheid steeds
meer verdwijnt, nemen de marktkansen voor
het sterkste – meest vertrouwen biedende –
merk het meeste toe. Volgens Interbrand heeft
zodoende Albert Heijn de beste kansen, dat zal
niemand verbazen.
9. WinkelergernissenDit aspect is anders dan aspect 1: supermarktbe-
zoek kan de shopper veel tijd kosten. Shoppers
zijn gewoontedieren en doen de boodschap-
pen wanneer de rest van de straat dat ook doet
(vrijdag en zaterdag). Dit leidt tot ergernissen:
druk in de winkel, klanten lopen elkaar voor
de voeten en wachten bij de kassa, ziedaar de
top-drie ergernissen van het jaarlijkse CBL-
ConsumentenTrends. Drukke huishoudens met
twee werkende partners zitten niet op tijdverlies
te wachten: die besteden naast poetsen en huis-
werkbegeleiding ook de boodschappenbezorging
een keer uit.
De internetsupermarkt in allerlei gedaanten. Ruben Boas van PCN Data haalt boodschappen af bij DekaDrive in Wormerveer. En: Koreaanse consumenten scannen qr-codes van het assortiment van Tesco-dochter Home Plus in een metrostation.
55 Internetsupermarkt 56 07-05-2012 17:14:38
57FoodPersonality mei 2012
10. Beperkte kooporiëntatieDe shopper heeft voor levensmiddelen een veel
beperktere oriëntatie en service nodig. Vergelijk
de aankoop van een pak melk maar eens met de
aankoop van een boek (welk zou je willen lezen?),
van een tv (wat moet die kunnen en wat ben je
bereid ervoor te betalen?) of een reis (waar wil je
heen, hoe wil je erheen en wat mag het allemaal
kosten?). Garantietermijnen, meningen van
mensen op internet: het doet er allemaal niet zo
toe bij de aankoop van melk, stroopwafels, zalm
en bananen.
We hebben nu tien motivaties van de shopper
geïnventariseerd, die in het voordeel zijn van
de internetsupermarkt. Maar ik noem hier zes
voorbehouden.
1. Klant wil zien/voelen/ruiken/proevenBekijken, ruiken, omdraaien, voorzichtig proe-
ven, het zit diep in onze natuur. Dat geeft de
shopper op internet uit handen: het voelt aan als
een risico, zeker als het om vers gaat. Bij internet-
boodschappen is het voor de aanbieder moeilij-
ker signalen (prikkels) te geven die de versheid
en de kwaliteit van de artikelen benadrukken of
garanderen. Maar: Ocado in Groot-Brittannië
bijvoorbeeld wijst er de klant op dat de versarti-
kelen zo vers zijn juist doordat de keten kleiner is
geworden. Het is mij onbekend in hoeverre dit op
feiten gebaseerd is of dat de wens in dit geval de
vader van de gedachte is.
2. Winkels zijn dichtbijIn Nederland is de reisafstand tot een supermarkt
beperkt. Het merendeel van de boodschappen-
trips bestaat uit vier tot tien artikelen, het loont
voor de shopper niet om dit via internet af te
handelen. Internet wordt pas wat als het aantal
winkels drastisch daalt, het aantal formules
afneemt en het formule-onderscheid nog kleiner
wordt.
3. Afleveren blijft probleemEr is al van alles geprobeerd en bedacht, van:
de shopper de spullen bij het benzinestation in
de buurt laten ophalen tot experimenten met
afsluitbare kastjes met koel- en diepvriesvak bij
de voordeur. Maar de aflevering blijft een heikel
punt. Zeker ook omdat de meeste shoppers op
ongeveer hetzelfde tijdstip de boodschappen blij-
ken te willen ontvangen. De oplossingen vanuit
de markt zijn geen stimulans soms. Bij Plus moet
je van 9.00 tot 16.00 u thuis zijn. In Engeland
dienen klanten hun favoriete aflevertijd weken
van tevoren op te geven. Zo smoor je spontaan
via internet bestellen echt in de kiem.
Sinds 2010 zien we de opkomst van de afhaal-
supermarkt: in navolging van Auchan zijn
onder andere Sainsbury’s, Tesco en Rewe met
afhaalsupermarkten gaan experimenteren,
winkels of winkelonderdelen waar de shopper
zelf zijn boodschappen ophaalt. Ook Dekamarkt
in Nederland startte met DekaDrive, in Wor-
merveer. En we weten dat Albert Heijn in het
najaar hiermee gaat experimenteren. Of dit een
gebruikelijke manier van boodschappen doen
gaat worden, is nog maar de vraag. De shopper
moet immers nog uit de auto stappen, de kratten
in de auto laden en betalen. Het is onduidelijk of
de shopper met deze boodschappenvariant veel
tijdwinst zal ervaren.
4. Beperkt aantal spelersHet aantal aanbieders met een volledig assor-
timent levensmiddelen op internet is beperkt.
Eigenlijk is Albert.nl de enige speler waar de
shopper alle dagelijkse boodschappen kan doen,
maar zelfs Albert heeft geen landelijke dekking.
Jaren geleden, tijdens de internethype, legden tal
van initiatieven het loodje (Max Food Market, de
Boodschappenlijn etc., etc.). Het Vershuys was
operationeel van 2009 tot 2011 en maakt sinds
24 maart een doorstart in Venlo en omgeving.
Directeur Christian van Someren van Truus
verklaarde het assortiment met levensmiddelen te
willen uit breiden, maar: pas op langere termijn.
Ook kun je nog op buitenlandse sites terecht. Zo
kan de shopper op Amazon.de 30.000 dagelijkse
boodschappen in Nederland gratis laten thuisbe-
zorgen, zolang hij maar voor minimaal 20 euro
koopt. En Duits kan lezen natuurlijk.
Het blijft de vraag of het aantal spelers beperkt
blijft als de shopper eenmaal massaal zijn
aankoopgedrag gaat veranderen en een inter-
netsupermarkt verkiest in plaats van naar een
supermarkt gaan. Het een en het ander beïnvloe-
den hier elkaar.
5. RoutineMensen zijn ingesteld op routine. Het vergt ons
te veel energie om elke beslissing telkens opnieuw
aan een grondige evaluatie van keuzecriteria te
onderwerpen. Een heroverweging van koopori-
entatie, kanaalkeuze of formulekeuze gebeurt
alleen naar aanleiding van belangrijke, ingrij-
pende veranderingen in het leven, zoals: kinderen
krijgen, scheiden, verhuizen of een sterke
inkomensdaling. Het is voor de mens weliswaar
te hopen dat die gebeurtenissen hem niet al te
vaak en zeker niet tegelijk overkomen, maar dat
verkleint tegelijk weer de kans dat de shopper
zijn boodschappenroutine loslaat en op internet
overstapt.
6. PrijsperceptieBij de aankoop van non-food leeft sterk de
perceptie dat producten goedkoper zijn als ze
via internet worden besteld (boeken, reizen,
hotels, etc.). Let wel: dat hóeft niet zo te zijn, het
gaat om een perceptie. Levensmiddelen hebben
die perceptie (tot nu toe) juist niet, met name
vanwege de bezorgkosten. Bovendien, de prij-
zenoorlog heeft ervoor gezorgd dat Nederlandse
shoppers aan een van de laagste prijspeilen van
Europa gewend zijn. Zodoende hebben super-
markten de shopper ook geleerd op elk dubbeltje
te letten. Nederlanders dragen niet graag bij aan
de kosten van bezorging. De verzamelkosten:
€4,50 bij Dekamarkt, verzamel/bezorgkosten
bij Albert.nl vanaf € 3,95 (vanaf € 100 bestellen)
en € 7,50 bij Plus (vanaf € 40 bestellen): het is al
snel te veel voor nuchtere Hollanders. Ook een
retailer als Ocado in Engeland heeft een negatief
prijsimago en probeert dit op te lossen door eigen
merken, een spaarpas, meer promoties en een
prijsgarantie ten opzichte van concurrent Tesco
in te voeren. Dekamarkt en Albert Heijn zeggen
online wel dezelfde prijs te hanteren als in de
supermarkt, maar de vraag is of de shopper dat
gelooft. Op termijn lijkt die perceptiekwestie wel
oplosbaar, maar het kan nog een tijd duren.
In het geval van levensmiddelen is het voor
marktpartijen buitengewoon moeilijk de percep-
tie te creëren dat de shopper online goedkoper uit
55 Internetsupermarkt 57 07-05-2012 17:14:40
58FoodPersonality mei 2012
is. Door boodschappen te verzamelen en thuis te
bezorgen integreert de supermarkt weer kosten
in z’n systeem die juist bij het ontstaan van de
supermarkt (zelfbediening, zelf waren verzamelen
en meenemen) waren afgestoten. In tegenstelling
tot Tesco en Sainsbury’s verzamelt Albert Heijn
de producten niet in de winkels, zodat een sepa-
raat logistiek systeem moet worden opgezet.
Beperkte markt? Waarom is de verkoop van levensmiddelen via
internet nu zo anders dan cd’s of reizen? Hierom:
het gaat om een reeks artikelen uit diverse
categorieën die alleen bij elkaar zinvol zijn om te
kopen. De shopper gaat voor één pot pindakaas
op internet, maar wel voor de wekelijkse behoef-
ten, voor het eten voor een aantal dagen achter
elkaar etc. En: de shopper eist bij een deel van die
boodschappen hygiëne en houdbaarheid, zoals bij
vers-, gekoelde en bevroren artikelen. Hierdoor
worden het transport en een flexibele, fijnmazige
aflevering erg complex. De shopper durft alleen
op een hoogwaardige aflevering te vertrouwen bij
een aanbieder met een goede reputatie. Dat zou
nog financieel rendabel kunnen zijn, maar ver-
geleken met kleding en consumentenelektronica
gaat het om producten met een lage verkoopprijs.
Met deze cruciale vereisten voor de internetver-
koop van levensmiddelen is het geen wonder dat
er zo weinig internetsupermarkten zijn. Logistiek
zijn maar weinig partijen in staat deze prestatie te
leveren en daarnaast moet het gaan om een sterk
merk waar shoppers vol vertrouwen vers vlees
kopen zonder dat vooraf te willen beoordelen.
Met andere woorden, de conclusie is dat bood-
schappen op internet in Nederland minimaal
blijft.
Blijven proberen Maar waar liggen dan wél de mogelijkheden?
Allereerst moeten de marktpartijen een exploita-
tiemodel met lagere kosten bedenken. Nog steeds
is die kostenverlaging een puzzelstuk. Order
picking in de winkel vermijdt de investering
in een separaat magazijn, maar het is voor het
personeel niet efficiënt om dat in hun supermarkt
te doen tussen de klanten door (nog afgezien
van de vraag of franchisers van een keten in deze
opzet nog meer ‘hun omzetdeel’ willen hebben).
Routeplanning is cruciaal. Albert.nl heeft altijd
voorzichtig uitgebreid in dichtbevolkte gebieden
om zoveel mogelijk afleverpunten op één rit te
krijgen. En in al die jaren is Albert.nl niet winst-
gevend geworden, Ahold blijft zwijgzaam over de
winstgevendheid ervan en dat zal niet voor niets
zijn. Uiteraard gaat er bij Ahold komende tijd een
en ander veranderen, nu Bol.com onderdeel van
Ahold gaat worden (na de goedkeuring van de
NMa). Bol.com maakt hoe dan ook wél winst, het
had in 2010 een nettomarge van 3,3%. Bovendien
heeft Ahold in de vorm van Peapod nog een on-
derdeel in handen waar het mee kan experimen-
teren en kruisbestuiving in exploitatiemodellen
kan laten uitvoeren in tussen de VS en Europa.
Een internetsupermarkt beginnen is dus niet
niks. Bestaande supermarkten die al de repu-
tatie hebben van betrouwbare service en goede
kwaliteit vers, hebben een grote voorsprong bij
de shopper. Deze supermarkten moeten wel een
duidelijke positionering kiezen. Deze kan func-
tioneel zijn (beste prijs of grootste gemak), maar
hij kan ook gericht zijn op beleving. Onderzoek
van McKinsey in vijf Europese landen uit 2008
liet zien dat twee groepen shoppers erg open-
staan voor internetverkoop. Enerzijds was er een
groep 24-uursshoppers, die graag winkelen en elk
mogelijk kanaal gebruiken. De andere groep staat
onder grote tijdsdruk, vindt internet een kanaal
zonder gedoe en kopen er wat ze nodig hebben.
Samen vormen deze twee groepen eenvijfde van
de bevolking. Dat betekent dat de ene groep zoekt
naar een internetsite met veel beleving, inspira-
tie en een persoonlijke benadering, terwijl die
andere groep betere prijzen of meer prijsduide-
lijkheid wil en afgaat op de betrouwbaarheid van
de afhandeling.
Een internetsupermarkt starten is dus geen
margerijke ontsnapping uit een verzadigde markt
voor levensmiddelen. Efficiënte thuisbezorging
van (gekoelde en bevroren) levensmiddelen gaat
niet samen met de scherpe prijzen waar de shop-
pers aan gewend zijn. Toch gaat internet een deel
van de bestedingen aan dagelijkse bestedingen
opeisen en het shoppergedrag wezenlijk verande-
ren. Vier factoren onderstrepen dit:
1. Persoonlijke verzorging trekt naar internet
Versartikelen omvatten het leeuwendeel van de
Nederlandse supermarktomzet. Daarnaast neemt
diepvries zo’n 4% van die omzet voor zijn reke-
ning. Twee groepen die een vlekkeloze logistiek
vergen. Voor dkw-categorieën is de internetsu-
permarkt alvast een makkelijker alternatief aan
het worden. Dit,én de relatief hoge aankoopprijs
van cosmetica, verklaart bijvoorbeeld de nadruk
van Truus op verzorgingsproducten. Wehkamp
biedt een uitgebreid assortiment luiers, persoon-
lijke verzorging en afslankmiddelen.
2. Internet verandert de supermarkt
Ook al doet de supermarktformule zelf niets
met internet, toch gaat internet iets met de
supermarkt doen. Misschien wordt de ruimte
voor persoonlijke verzorgingsproducten in de
supermarkt kleiner, omdat shoppers straks cos-
metica of wasmiddelen liever via internet kopen
en leveranciers hun investeringen verleggen. Met
de smartphone controleert de shopper welke
partijen tegen welke prijs aanbieden. Maar het
kan ook uit een andere hoek komen. Bijvoor-
beeld: de lokale boer zet zijn eigen webshop op en
concurreert met zijn gespecialiseerde aanbod van
groente, zuivel of vlees met de versafdeling van
supermarkt.
3. Tussenvormen
Eén van de voornaamste knelpunten, zoals we al
opmerkten, is de levering op het tijdstip dat de
shopper dat wil. Dit is te omzeilen door de shop-
per wel via internet te laten aankopen, maar de
overdracht van de producten anders te organi-
seren; zoals via afhaalsupermarkten (Auchan,
Rewe, DekaDrive etc.).
4. Oriëntatie
Ook kan de supermarkt besluiten zich op het
oriëntatieproces te richten, voordat de shopper de
supermarkt betreedt. Met bijvoorbeeld recepten
en prijsvergelijkingen vult de supermarkt de rol
van het medium folder aan.
Prijs- of belevenisprikkelsOok door barrières weg te nemen of door
thuiswinkelen attractiever en onderscheiden-
De internetsupermarkt in allerlei gedaanten. Hier een van de eerste vestigingen van Auchan Drive, Noord-Frankrijk.
55 Internetsupermarkt 58 07-05-2012 17:14:41
59FoodPersonality mei 2012
der op internet te presenteren, kan de omzet van
boodschappen via internet groeien. Afhankelijk
van de sterke punten van de onderneming kan een
supermarkt kiezen voor diverse positioneringen en
marketingstrategieën:
efficiënte, vlekkeloze afhandeling van de grote,
routineuze wekelijkse boodschap.
bijzonder assortiment richten, met concrete sug-
dimensie.
-
heid bieden om virtueel door zijn eigen plaatselijke
supermarkt te laten zoeken, bij wijze van simulatie.
werkelijke wereld. Maar op internet heeft een
supermarkt de mogelijkheid voor elke klant zijn
of haar eigen supermarkt te modelleren. Wie geen
hond heeft, hoeft geen gangpad met dierenvoe-
ding.
-
nistisch zijn; als een product met lage voorraad
op dc online goed verkoopt, wordt het ook in alle
winkels gelegd. Of de supermarkt gebruikt internet
voor acties met branchevreemd non-food.
-
drijven en instellingen en de doelgroepen daarvan
richten, zoals bedrijfsrestaurants of verzorgingste-
huizen.
Producten op alfabet Voor al deze alternatieven die ik voor een inter-
netsupermarkt heb genoemd, geldt dat de beleving
op een kopie van de huidige supermarkt. Bijvoor-
beeld: er is niet goed nagedacht over hoe shoppers
online hun product zoeken en kiezen. Sommige
retailers zoals Plus zetten hun product hiërar-
chisch één op één over op internet en presenteren
de producten en merken alfabetisch; hebben
we ooit een schap in een supermarkt gehad dat
zichtbaarheid cruciaal. En als het merk/product
dat de shopper zoekt, niet op de eerste pagina ver-
schijnt, wordt de kans op een aankoop al drastisch
klein. Wie als shopper een merkartikel zoekt met
een naam die met een z begint, heeft bij Plus dikke
pech. En de fabrikant daarvan ook.
Informatie, beleving Bij de toevoeging van inspiratie, spanning en
belevenis zijn er eigenlijk geen beperkingen op
internet. Stel dat mijn eigen lokale supermarkt op
internet beschikbaar komt en ik winkel met mijn
muis door een compleet nagebouwde supermarkt.
Ik klik op een medewerker voor advies, ik krijg
een waarschuwing voor allergenen en bij het
koffiezetapparaat stuur ik een bericht naar mijn
buren om wat bij te praten. Op dit moment is
er nog veel nadruk op de vergoeding voor het
verzamelen en afleveren. Een logische, maar ook
rationele benadering
Zoekwoord, lijstje, gangpad
zoeken en kiezen, zijn nog te weinig onderzocht.
Googelt de shopper met een product/merk of
met de naam van de retailer? Voor een aanschaf
van een reis of een ander niet dagelijks te kopen
product start de shopper eerder met het product.
Maar voor levensmiddelen eerder met de naam
van een supermarktketen, omdat hij/zij veel meer
ineens gaat kopen dan bij een boek of een reis.
levensmiddelen via internet op gemak gericht.
met artikelen die de basis vormt voor de volgende
aankooptrips. Als merk moet je dus enerzijds
zorgen dat je op de lijst staat, en als je merk niet
op de lijst staat moet je met digitale promoties en
een product wordt éénmaal expliciet gemaakt.
Bij een herhalingsaankoop gebruik de shopper
meestal het eerder gemaakte boodschappenlijstje.
Op internet zien we dus volstrekt andere beslis-
singsbomen.
Het merendeel van de retailmarketingprincipes
zoals we die van de fysieke winkel kennen, blijft
ook voor internet gelden. Elke markpartij moet
keuzes maken over de focus in zijn assortiment
en het prijspeil. Wie op internet retailt, moet een
aantal retailbegrippen omzetten. Bij binnenkomst
wil een shopper altijd even de ruimte en de rust
om zich op de eerste aankoop te richten. Een
is door te trekken naar een zogeheten ‘category
landing page’ (gangpad) en een ‘brand page’
(display).
ook op internet verschillen tussen mannen en
vrouwen. Volgens neuro-onderzoek reageren zij
zeer verschillend op bewegende beelden, soort
veelal rationele internetsupermarkten meer voor
mannen opgezet dan voor vrouwen. Het is te ho-
pen dat meer vrouwen online-supermarkten gaan
ontwerpen of dat de mannen gedegen onderzoek
gaan doen.
Walmart, Ahold
internetsupermarkt moet om te beginnen de
algoritmen voor de afzetvoorspelling goed onder
de knie hebben. Het gaat dan om de afzetvoor-
spelling over de dagen van de week, de invloed
van het weer etc. In Engeland stijgt de internet-
verkoop als shoppers van hun zomervakantie
thuiskomen en geen zin hebben om naar een
supermarkt te gaan. Een tweede stap is het gedrag
van clusters van klanten en individuele klanten
analyseren en sturen. Afhankelijk van hun profiel
kun je klanten een andere weblay-out laten zien,
andere prijzen en ander assortiment hanteren.
Met een mooi woord heet dit ‘shopper analytics’
en het mag zich op steeds meer aandacht verheu-
gen. Vorig jaar nam Walmart het bedrijf Kosmix
voor € 225 miljoen over. Walmarkt heeft Kosmix
in @Walmartlabs veranderd, voor een wereldwij-
de e-commercestrategie. Sindsdien heeft Walmart
nog drie bedrijven (One Riot, Small Society en
Grabble) toegevoegd en honderd ontwikkelaars
van social analytics en data-infrastructuur in het
e-commerce moet de nu al drie jaar durende da-
ling van de identieke omzet van Walmart keren.
winkels in andere landen opereren.
van Bol.com, voor € 350 miljoen door Ahold.
Talent en capaciteiten op het gebied van internet-
winkelen lijkt de primaire reden voor Ahold om
Bol.com te kopen. Bol.com zette vorig jaar een
aparte afdeling op voor shopper analytics. Ahold/
AH kan deze capaciteiten gebruiken om de inter-
netomzet van Albert.nl winstgevend te maken.
Ook kan Ahold met Bol.com erbij eindelijk in
-
ten niet als aankoopkanaal voor non-food en
de ruimte ontbrak om echt iets van non-food in
Albert Heijn-winkels te maken.
25 jaar nog steeds niet winstgevend krijgt, maar
ook niet opgeeft en Ahold Bol.com koopt, toont
enerzijds het geloof in de toekomst van internet
aan en anderzijds het feit dat structurele belem-
meringen nog niet zijn opgelost. Bol.com zal AH
met Albert moeten helpen. En dat moet uiteraard
klaar zijn voordat Amazon zijn website in het
■
De ‘internetsupermarkt’ in allerlei gedaanten. Hier: de Nederlandse formules in de app ‘Aanbie-ding’.
55 Internetsupermarkt 59 07-05-2012 17:14:41
60FoodPersonality mei 2012
Apple-winkel: tussen ‘geniussen & geeks’Begin maart is in Amsterdam de ‘Apple store’
geopend. In het oude Hirschgebouw, een historisch
en prachtig pand aan het Leidseplein. De Apple-
winkel omvat twee enorme etages, verbonden
met de indrukwekkende glazen trap die je ook in
andere Apple stores ziet en die hét kenmerk van
Apple-winkels schijnt te zijn, ontworpen door
voormalig bestuursvoorzitter Steve Jobs zelf. De
winkel is zeven dagen per week geopend. En hij
biedt eigenlijk maar een paar producten: de iMac,
de iPhone, de iPod en de iPad.
De opening van deze winkel was zelfs landelijk
nieuws, op radio en tv. En rijen mensen stonden te
wachten op de openingsdag.
Doorgaans bezoek ik voor deze rubriek een super-
markt of levensmiddelenwinkel. Maar nu Apple
een merk van mythische proporties is geworden,
ben ik ook wel eens benieuwd of het klopt wat
tijdschriften melden over de bijzondere opzet en
de klantvriendelijkheid van de winkel. Apple is een
merk om te volgen. Aan de ene kant de Apple-fans,
die alles van het merk willen hebben, en de Apple-
bewonderaars uit het bedrijfsleven, en aan de
andere kant de Apple-critici. Die kritiek hebben of
de manier waarop Apple de gebruikers beperkt tot
Apple-producten, volstrekt ‘niet connectief ’, of op
de arbeidsomstandigheden van de Apple-fabrieken
in China.
De winkelruimte omvat vooral: veel tafels met
iPhones, iPads en Macs, die je kunt uitproberen.
Alle functies – behalve kopen van apps en andere
zaken – doen het, je kunt op internet en op het
moment dat ik er ben, zijn er voldoende producten
beschikbaar, zodat ik niet hoef te wachten. Naast
elk product vind je een iPad met uitleg. Dus geen
producten achter slot en grendel in een kast en
je hoeft ook niet eerst een verkoper te strikken
die jou daarmee helpt, nee gewoon lekker met de
producten spelen. En als je een vraag hebt zijn er
voldoende ‘geniussen’, herkenbaar aan het blauwe
T-shirt, in de buurt om je te helpen en je vragen te
beantwoorden.
Daarnaast worden er voortdurend workshops ge-
geven. Over de hardware als iPad en iPhone, maar
ook over de software als iCloud, iPhoto, iMovie.
Zo’n dertig mensen, jong, oud, man en vrouw,
volgen zo’n workshop als ik er ben. Ik volg ook
een deel, stel een vraag en krijg ook duidelijk en
vriendelijk uitleg over de iCloud, waardoor ik mijn
apparaten draadloos continu kan synchroniseren.
Bijzonder is ook de service die de winkel biedt:
elk apparaat dat je koopt, wordt gebruiksklaar
gemaakt voordat je de deur uitloopt. Zo worden je
contacten overgezet en je email werkend gemaakt.
Alle zaken waar je je zorgen over maakt, lossen de
‘geeks’ van de winkel op. Ook kun je een afspraak
maken met een van hen: wil je overstappen op
VleursvloerGemiste kansen, rariteiten, misvattingen en flaters (en ook goeie zetten!) uit het oogpunt van een
weldenkende shopper. De rol van weldenkende shopper wordt ‘gespeeld’ door Evelyn van Leur,
partner bij de Category & Trade Company. Reageren? Mail [email protected].
Mac, wil je weten hoe het werkt, wil je bestanden
overzetten of heb je ingewikkelde vragen… via
internet maak je een afspraak en ga je vervolgens
naar de winkel.
Er is een speciale hoek voor kids. Een lagere tafel,
met iPads, met allerlei applicaties voor kinderen
erop geïnstalleerd. Aan de komende generatie is
gedacht. Van de andere kant: logisch ook, genoeg
andere winkels hebben ook kinderhoekjes.
En dan kopen: ik zie geen voorraad en geen
kassa’s. Kopen doe je immers bij een van de vele
personeelsleden. Je bestelt, hij noteert het in zijn
handheld en iemand anders komt het apparaat
brengen. Afrekenen doe je ook bij die jongen met
die handheld. Pinnen, creditcard, kan allemaal. Of
Cash betalen kan ook. Factuur en garantiebewijs
worden naar je gemaild. Als je die graag geprint
wilt hebben, kan dat ook.
Bijzonder om een winkel te zien die zo veel aan-
trekkingskracht heeft en niets aan prijsacties doet,
maar iets biedt wat mensen graag willen hebben en
er graag voor betalen. Bovendien, meestal kosten
flagshipstores geld. De Apple-winkels niet, die
leveren heel veel geld op. De gemiddelde omzet per
medewerker is naar verluidt een half miljoen en ze
hebben 300 personeelsleden. Deze winkel gaat dus
€ 150 miljoen omzet draaien komend jaar.
Is er dan niets op aan te merken? Als ik in de
winkel ben, staan er opeens allemaal mensen
voor de deur, ook in blauw T-shirt, maar geen
Apple-personeel. Het blijken demonstranten van
Greenpeace te zijn. ‘Apple, clean my cloud!’, is hun
leus en oproep. De iCloud blijkt gebruikt te maken
van energie van kolencentrales, en dat mag van
Greenpeace wel wat schoner. Appple is behalve een
van de populairste merken ook een van de grootste
energieslurpers, en dat mag best groener. ■
60 vleursvloer 60 04-05-2012 10:25:46
61FoodPersonality mei 2012
LocatienieuwsMaandelijks een overzicht van openingen, uitbreidingen, opheffingen en de planvorming
van supermarktlocaties. Tips? Mail de redactie: [email protected]
RAAMSDONKSVEER - De Hoge Dennen Vastgoed,
eigenaar van de Jumbo in Raamsdonksveer, heeft
vergevorderde plannen voor de vestiging van een
Aldi, Lidl of Action naast de supermarkt aan de Boter-
polderlaan. De supermarkt zou in de plaats komen
van de voormalige Leen Bakker, die naar industrieter-
rein Dombosch is verhuisd. Het plan stuit vooralsnog
echter op verzet van de gemeente.
ZOETERWOUDE - Het centrum van het dorp moet
aantrekkelijker worden door de winkels veel meer dan
nu te concentreren. Dit leidt er toe dat de bestaande
C1000 verplaatst wordt naar nieuwbouwproject De
Soetenhof op de hoek Dorpsstraat-Dr. Bouwdijkstraat,
waardoor ruimte ontstaat voor verplaatsing en
uitbreiding van andere winkels. De Soetenhof gaat
behalve de nieuwe C1000 ook 12 appartementen en
een parkeergarage omvatten.
WAALWIJK - Op landgoed Driessen komt toch een
Emté-supermarkt. De plannen bestaan al enige tijd,
maar stuitten op bezwaren van concurrenten. De
opening van de winkel is nu gepland in september.
AMSTERDAM - Stadsdeel Zuid heeft besloten de
ontwikkeling van het Stadionplein een nieuwe kans
te geven. Het oorspronkelijke bouwplan is in tweeën
‘geknipt’ om de kans op realisatie te vergroten. Zo ko-
men er in de huidige plannen aan de noordzijde een
woonblok met 80 tot 100 woningen, een supermarkt
en winkels. In het bouwblok aan de zuidkant zijn
een hotel en een culturele instelling voorzien. Beide
bouwblokken krijgen een ondergrondse parkeerga-
rage. In de oorspronkelijke plannen was sprake van
een ondergrondse supermarkt van 1.658 m2.
LOCHEM - De gemeente en een ontwikkelcombinatie
gaan samenwerken om een supermarkt te reali-
seren op het voormalige gasfabriekterrein aan de
Julianaweg in Lochem. Het terrein is ongeveer 8.000
m22 groot. Uit een studie naar mogelijkheden van
herontwikkeling van het terrein bleek dat de realisatie
van een supermarkt haalbaar was. Het gaat daarbij
om een verplaatsing en gelijktijdige uitbreiding van
een bestaande supermarkt. Albert Heijn, Dekamarkt
en Aldi hebben interesse getoond. De supermarkt kan
een maximale omvang krijgen van 2.000 m2.
GILZE EN RIJEN - Uit onderzoek blijkt dat drie su-
permarkten voor Gilze te veel van het goede is. Een
vestiging van een derde supermarkt zou omzetverlies
bij de huidige winkels (C1000, Emté) veroorzaken. Het
onderzoek is gedaan naar aanleiding van plannen van
projectontwikkelaar Nieuw Borg om in het project
Achter de Hoven een extra supermarkt vestigen.
LEIMUIDEN - Aldi wil zich in Leimuiden vestigen. De
discountsupermarkt is van plan zich te vestigen in het
Dorpshart Leimuiden, naast de bestaande MCD-ves-
tiging. Wanneer dat gebeurt is nog onduidelijk. Wel is
duidelijk dat MCD gaat uitbreiden in het Dorpshart.
MCD werd vorig jaar de nieuwe eigenaar van de
Super de Boer in het dorp, nadat Jumbo besloot de
supermarkt in Leimuiden niet te willen houden.
MILSBEEK - De Attent in het dorp is deze maand
omgebouwd tot Spar. De ‘opwaardering’ van de
winkel van Antoine en Petra Willemsen werd mogelijk
doordat de naastgelegen drogist beschikbaar kwam
waardoor de winkel kon worden uitgebreid met 110
m2 tot 380 m2. Met dat metrage werd het mogelijk
de Spar-formule in huis te halen.
C1000-ombouw:De bekendmaking van de plannen van Jumbo met de
C1000-formule betekent in feite het startsein van de
volgende grote ombouwoperatie in supermarktland
(na Super de Boer). 297 C1000-vestigingen worden
binnen nu en drie jaar omgebouwd naar Jumbo.
Binnen welke termijn de 136 doorverkochte winkels
(129 C1000-vestigingen en 7 Jumbo’s) worden
omgebouwd is nog niet bekend. Albert Heijn nam 82
winkels over, Coop Supermarkten kreeg er 54. Ook is
het nog maar de vraag of alle betrokken zelfstandig
ondermers aan de plannen willen meewerken.
Keurkorps van het VakcentrumDit zijn ze dan, de eerste 36 zelfstandig supermarkton-
dernemers die het Super Supermarkt Keurmerk mogen
voeren en zich daarmee lokaal extra kunnen onderschei-
den. Tegelijkertijd blijft het keurmerk vragen oproepen,
inhoudelijk maar bijvoorbeeld ook of filiaalbedrijven het
keurmerk mogen voeren.
Afgelopen januari presenteerde het Vakcentrum het Super Supermarkt Keurmerk (SSK). Die presentatie leverde direct 100 aanmeldingen op, een aantal dat in de weken erna opliep tot 146. Uiteindelijk ontving het Vakcentrum 76 ingevulde formulieren terug en van dat aantal konden tijdens de Dag van het Vakcentrum, eind vorige maand, 36 supermarkten van zelfstandig ondernemers het certificaat in ontvangst nemen dat recht geeft op het voeren van het keurmerk. Het eerste certi-ficaat werd uitgereikt aan Casper Heine (Jumbo Eerbeek); hij meldde zich als allereerste voor het keurmerk aan. Zijn tip aan collega-ondernemers: “Ga er ook snel iets mee doen!” ■
Albert Heijn Boonstra, Den Helder Albert Heijn De Jong, Strijen Albert Heijn Jos van den Berg, Uithoorn Albert Heijn Landwaart Kortenhoef, Maartensdijk Albert Heijn Oudshoorn Warmond, Warmond Albert Heijn Van Meel, Made C1000 Harlaar, Kapelle C1000 Koetsier, Ruinerwold C1000 Langerak Achterveld, IJsselstein C1000 Snetselaar, Bennekom C1000 Ton Grimberg, Nuenen C1000 Verberne, Driebergen-Rijsenburg C1000 Wuijts, Vlaardingen Coop Compact Hubers, Vinkel Coop Compact Van Bedaf, Achtmaal Coop Den Boer, Rossum Coop J. Dekker, Rijsenhout Coop Schippers Supermarkt, Odoorn Emté Duijzer, Veen Jumbo Eerbeek, Eerbeek Jumbo Vlaanderen, Diemen Plus Arts, Landgraaf Plus Benders, Venlo Plus Giel Smits, Culemborg Plus Giel Smits, De Meern Plus J.H. Koot, Abcoude Plus John Bos, Brielle
Plus Klaassen, Rozenburg Plus Nico de Witt, Beek-Ubbergen Plus ’t Lam, Dordrecht Plus Van Limbeek, Almelo Plus Van Moorsel, Bakel Plus Van Velzen, HarmelenPlus Verbeeten, Malden, Overloon Spar Kleis Diepenheim, Diepenheim Spar Mulder Zwolle, Zwolle Spar Van Ommen, Sint Maartensdijk
De 36 gecertificeerden. Op de voorgrond Jort Kelder,
presentator van de Dag van het Vakcentrum, die het
gezelschap in ogenschouw neemt. (Foto: Vakcentrum)
61 locatienieuws 61 07-05-2012 14:32:54
62FoodPersonality mei 2012
Suzette’s TM
Elke maand interviewt Suzette Moerman van Caracter Company (adviesbedrijf
voor trade en shopper marketing en category management) een trade marketeer,
category manager of inkoper. Uitgangspunt: hoe gaat het met trade en shopper
marketing in de samenwerking met de handel? Deze maand Jeannette Kapteijn,
channel development manager bij Heineken Nederland.
Door: Suzette Moerman Foto: Rob Keeris
In gesprekken met leveranciers maakt Caracter
doorgaans gebruik van een beoordelingsmodel
met vragen voor de geïnterviewde, voorafgaand
aan het gesprek. Daar is in dit geval geen ge-
bruik van gemaakt. Verder is door omstandighe-
den ook afgeweken van de gewoonte om de twee
gesprekspartners bij het schap van de betreffen-
de categorie te portretteren. De personen staan
hier bij Heineken in Zoeterwoude.
Kun je een beeld schetsen van jouw afdeling?Het trade marketing-team retail bij Heineken
bestaat uit een team van twaalf mensen, inclu-
sief mijzelf. Ik rapporteer aan Isabelle Spindler,
retaildirecteur, en ik heb een soort stippellijntje
lopen naar de marketingdirecteur. Het team
bestaat uit zes category managers. Drie ‘trade
& instore’-dames zijn verantwoordelijk voor
de ‘below the line’-activatie van de merken .
Daarnaast is de shopper insight manager verant-
woordelijk voor de opbouw van alle kennis voor
de categorievisie en -beleid. Het team wordt
gecompleteerd door de account manager super-
markten, Ruud van Klooster. Hij borgt dat we
ook vooral praktisch en toepasbare instrumen-
ten ontwikkelen. Hij heeft heel veel kennis van
supermarkten en retail en is een belangrijke spil
in het team. Ik vind het belangrijk dat we echt
begrijpen welke rol bier speelt in de supermarkt,
en hoe wij shoppers kunnen verleiden. Wij
hechten er waarde aan om niet alles vanachter
een bureau te verzinnen.
Een ‘account manager supermarkten’ in een trade marketing-team: dat klinkt bijzonder. Wat moet ik me daarbij voorstellen?Ruud is geen gewone account manager; hij
heeft 31 jaar retailervaring. Hij is eigenlijk onze
onafhankelijke retailexpert in het team. Hij
houdt de rest scherp. Ik merk ook dat het een
heel belangrijke rol is omdat er toch afstand kan
ontstaan tussen binnen en buiten. Hij rappor-
teert zaken structureel terug, maar ook ad hoc en
hij is daarmee ook meteen de trendwatcher op
de winkelvloer. Deze functie heb ik begin vorig
jaar ingevoerd, vooral ontstaan uit de behoefte
om de praktische kennis te borgen.
Dat is toch ook de taak van jullie category ma-nagers? Zij moeten toch ook begrijpen wat er bij een klant speelt? Ja, zeker. Dat is ook een randvoorwaarde voor
deze functie. Mijn mensen dienen uiteraard te
snappen hoe de categorie zich ontwikkelt, wat
belangrijk is voor de retailklant en de shopper.
Maar ze moeten ook kritisch naar het hele retail-
landschap blijven kijken en dat is een uitdaging
als je op één klant gefocust bent. En dat is de rol
van de account manager supermarkten. Hij con-
fronteert het team en vormt een informatiebron
met veel ervaring. Maar voorwaarde nummer
één van een category manager blijft natuurlijk
dat je snapt wat een klant belangrijk vindt en
wat er op de winkelvloer gebeurt. Daarom lopen
we bijvoorbeeld ook stages bij een klant voor de
praktische kennis.
Waar heb je space management en business-analyse ondergebracht?Dit is niet apart in functies vastgelegd. Iedere
category manager heeft zelf een professioneel
niveau van space management. Het is een
onderdeel van het takenpakket, omdat we ervan
overtuigd zijn dat je door de kennis die je op
die manier over het assortiment opdoet, ervoor
zorgt dat je echt goede adviezen kunt geven. En
business-analyses is ook onderdeel van de func-
tie, maar het interne deel hoort bij sales support.
Je eerdere werkgever was Nestlé, je bent in no-vember 2010 bij Heineken begonnen. Hoe heb je de laatste anderhalf jaar ervaren?Inspirerend, zowel het bedrijf als mijn rol. Ik
kan al mijn energie en passie erin kwijt. Ik ben
trots op wat we tot nu toe hebben bereikt door de
focus op het schap te leggen, met een enthousiast
en professioneel team
Welke doelstellingen heb je meegekregen?Wat je ziet is dat we in de beschikbaarheid op
het schap nog stappen kunnen maken. En dat is
onze gezamenlijke missie. Als het om het schap
gaat, werken we met drie pijlers: merkenschap-
pen, schapbeleving en het schap van de toekomst.
Deze pijlers dragen bij aan de waardetoevoeging
van de categorie.
Merkenschappen zorgen dat je snel een overzich-
telijk schap hebt en een hogere productbeschik-
baarheid. Bierbeleving: één op de drie shoppers
geeft aan vaker pils aan te kopen, als ze in de
winkel geïnformeerd en geïnspireerd worden.
En daarnaast hebben we nog een traject met de
TU Delft waarbij we echt naar het fysieke schap
hebben gekeken.
Wanneer is jouw missie geslaagd?Die is geslaagd als voor de klant en voor ons de
categorie-omzet stijgt. We zitten nu midden in
het proces om die stappen te ondernemen, we
zijn echt nog niet klaar. Het is ook geen taak op
zichzelf, er zijn nog veel meer belangrijke ele-
menten die de totale bierconsumptie bevorderen.
Hebben jullie een bepaalde blauwdruk beschik-baar als jullie een project starten?Ja, Heineken Nederland blijft een lokale speler,
maar wereldwijd zijn we natuurlijk een hele grote
organisatie en is er altijd ondersteuning op elk
62 Suzette 62 04-05-2012 10:26:22
63FoodPersonality mei 2012
onderdeel. Dat passen we toe op onze organisatie
hier. Het belangrijkste is dat we al op een vroeg
tijdstip bij de klant aan tafel zitten, zodat we over
de langetermijnzaken kunnen praten. Welke doe-
len liggen er, waar gaan we nu aan werken en wat
staat er voor volgend jaar op de planning?
Heb je een voorbeeld van zo’n project?Ja, het project met Jan Linders. Samen met Brand
organiseren we een brouwerswedstrijd. Hob-
bybrouwers worden uitgedaagd om een pils te
brouwen en de winnaar krijgt zijn eigen product
bij Jan Linders. Hiermee vergroot je de aandacht
voor het brouwproces en voor de categorie.
Zijn dit soort projecten ook wat je verwacht van jullie category managers? Dat ze op zoek gaan naar dit soort samenwerkingstrajecten om de categorie te ontwikkelen?Het verbeteren van het imago van bier en vertel-
len over ons prachtige product en over de com-
plexiteit van pils, dat hebben wij ondergebracht
in een aparte functie, de bierimagomanager.
Wat inspireert jou in je dagelijks werk?Ik ben heel resultaatgericht en ik krijg energie als
ons werk resultaat oplevert. Mijn inspiratie haal
ik juist uit kleine dagelijkse dingen. Het komt
vaak gewoon op mijn pad, maar het helpt wel om
naar buiten te gaan. Praten met klanten en snap-
pen wat er in de consument omgaat.
Wat zou je dan nog willen verbeteren of anders willen doen?Als ik naar ons werk kijk, dan streven we er nu
meer naar om de successen die we behalen, ook
meer te delen. We zijn nogal geneigd om snel
verder te gaan en dan vergeten we wel eens welke
goede dingen we doen. We hebben bijvoorbeeld
laatst onze blikverpakking aangepast, omdat de
consument vaak uit een multipack een los blikje
meeneemt. Je hele voorraadbeheer raakt daarvan
in de war. Ieder blikje heeft nu een andere code
gekregen, zodat het overzicht behouden blijft.
Dit vergt veel van de hele organisatie en het is
een grote stap in de keten, maar we hebben het
eigenlijk niet uitgebreid verteld.
Is dat iets wat uit de mensen zelf moet komen of moet de handelscommunicatie sterker worden?Nou, handelscommunicatie is grotendeels vastge-
legd en dat zit gestructureerd in elkaar. Maar we
hebben wel veel informele momenten en gesprek-
ken waarin we dit wel meer zouden kunnen doen.
Misschien ligt het ook meer aan de rol die we in
de markt vervullen. Omdat we marktleider zijn,
worden zulke initiatieven van ons verwacht.
Wat zou je anderen mee willen geven?Denk in ondernemerschap, zie je functie niet als
een bureaufunctie, maar probeer goed te begrij-
pen wat er in de markt en de winkels gebeurt.
Daardoor kun je succesvol werken. En verder:
denk niet zomaar vanuit de belangen van je eigen
merk, maar vanuit het belang van de winkel en de
categorie. Wij besteden daar veel aandacht aan in
stages, trainingen en dagen in de winkels. Het is
ook belangrijk dat mensen dat in hun opleiding al
meekrijgen.
Hoeveel dagen besteden de category managers daar per jaar aan?Het is in de dagelijkse gang van zaken moeilijk om
te stellen dat ze dat elke maand zouden moeten
doen, maar in het ideale plaatje is dat zo. Naast
je gewone, wekelijkse supermarktbezoeken ook
gericht andere winkels en formules bezoeken.
Kun je aangeven met welke stappen jullie die bierbeleving kunnen versterken of hebben ver-sterkt?De basis is het inzicht dat de shopper de categorie
bier minder waardeert op de winkelvloer dan an-
dere categorieën; daar begint het mee. Maar met
dat inzicht ben je er niet, daar moet je ook een
oplossing voor bedenken. Niet alleen zeggen ‘dit
is niet goed’ of ‘het moet beter’ maar ook concrete
oplossingen aandragen. Juist bij bierbeleving aan
het schap toevoegen speelt dit: ik geloof dat er niet
één manier is om dit te doen omdat je dan sterk
vanuit jezelf blijft redeneren. Terwijl het veel be-
langrijker is om te kijken wat de shopper wil, met
welke formule je te maken hebt en wat je in de
samenwerking met die formule kunt bereiken. ■
62 Suzette 63 04-05-2012 10:26:24
64FoodPersonality mei 2012
PRODUCTNIEUWS
Mister Kitchen’s ambachtelijke braadwor-
sten doen hun intrede in de supermarkt.
Jan Linders heeft de ambachtelijke braad-
worsten als eerste supermarktketen in het
assortiment opgenomen.
Mister Kitchen, onder meer bekend van hun culinaire reportages in Delicious en verschil-lende televisieprogramma’s, ontwikkelde deze inmiddels veel geroemde braadworsten. Nu zijn ze in drie smaakvarianten voor het eerst voor de consument te koop.
“De afgelopen anderhalf jaar hebben wij besteed aan de ontwikkeling van de receptuur en het zoeken van de juiste partners om een eigen lijn kwaliteitsworsten te realiseren. Worst van eerlijk scharrelvlees en op smaak gebracht met verse kruiden’, aldus chefkok Maarten Hoekstra van Mister Kitchen. “Zo kom je ze nog niet tegen in de Nederlandse supermarkt”.
Jan Linders heeft als eerste supermarktketen besloten om de drie verschillende worsten op te nemen. Het gaat om twee varkensworsten, met respectievelijk venkel-tijm en bieslook- nootmus-kaat en een kalfsworst met mosterd-peterselie. Het scharrelvarkensvlees voor Mister Kitchen’s Worst komt van Bon Vivant en het kalfsvlees van Peter’s Farm.
Mister Kitchen’s ambachtelijke braadworst is ook verkrijgbaar bij Makro en online versmarkt www.smaak.nl. ■
Inspelend op de koffietrend uit Italië,
brengt Dr. Oetker Wolkentoetje sinds week
18 de seizoenssmaak ‘Latte Macchiatto’.
Sinds 2006 is de omzet van het segment toetjes met room verdubbeld. Dr. Oetker Wolkentoetje is een belangrijke motor achter deze groei. Om ook in 2012 een bijdrage te leveren aan de groei, introduceert Dr. Oetker de zomersmaak ‘Latte Macchiato’ ter vervanging van de winter-smaak ‘Double Choc’.
Voor een betere zichtbaarheid wordt geadviseerd om alle Wolkentoetje-varianten naast elkaar te plaatsen.
Züger Frischkäse doet z’n intrede op de Neder-landse markt. Dit familiebedrijf uit Oberbüren, Zwitserland, produceert sinds 1984 een breed assortiment ‘Italiaanse’ kazen, waaronder Mozzarella, Mascarpone, Ricotta en Grill cheese.Naast de traditionele kaassoorten, beschikt Züger ook over een assortiment biologische en lactose-vrije kaas.
Zügers nieuwste trots is een geheel voorgesneden 400 gr Mozzarella, ideaal voor onder meer sand-wich, tosti, panini en pizza. ■
In navolging van het succes van Struik Maaltijd-soep in blik, introduceert Struik de best gevulde soep van Nederland nu ook in zak. Nieuwe re-cepturen in een extra grote stazak; het overgrote deel van het soep-in-zak-schap bestaat uit 570 ml-verpakkingen, Struik Maaltijdsoep in zak be-vat 800 ml, dat is 40% meer inhoud! En naast heel veel soep, biedt Struik u met deze goedgevulde zakken ook nog eens heel veel marge.
Net als Struik Maaltijdsoep in blik mag ook de Maaltijdsoep in zak niet ontbreken in uw schap.
De best gevulde soep nu ook in extra grote stazak
Mister Kitchen’s ambachtelijke worsten bij Jan Linders
Dr. Oetker Wolkentoetje groeit met Latte Macchiato
Nieuw in Nederland: kaasspecialiteiten van Züger
De consumentenadviesprijs bedraagt € 0,59, de inhoud is 125 gram. De Collo-inhoud is 12 consumenteneenheden. ■
Inlichtingen: Dr. Oetker, (033) 451 79 00 (www.oetker.nl)
Inlichtingen: Züger Benelux, 06 30 02 87 59 (www.frischkaese.weebly.com)
De kwaliteit overtuigt; meer dan 80% van de con-sumenten kiest voor Struik!
Struik Maaltijdsoep in zak wordt intensief onder-steund door middel van onder meer grootscheepse samplingactiviteiten, in print, op tv, online en op abri’s. De soep is verkrijgbaar in zes varianten: to-maat, kip, champignon, groente, mosterd en erwt. De consumentenadviesprijs bedraagt € 2,49. ■
Inlichtingen: Struik Foods Europe, (0342) 474 848 (www.struik.com)
Inlichtingen: Mr. Kitchen’s, 06 53 41 00 22 (www.mrkitchens.nl)
64 productnieuws 64 04-05-2012 13:23:51
65FoodPersonality mei 2012
Onder scheidende yoghurtlijn… van de Natuurhoeve
Premium zacht-fruit ‘Sweet Perfection’
De Natuurhoeve introduceert een
nieuwe, opvallende yoghurtlijn die
bestaat uit milde volle yoghurtvarianten,
verpakt in opvallend zwarte gezins- en
portieverpakkingen.
De verpakkingen zijn voor een groot deel zwart
bedrukt, maar er zijn ook transparante delen
waar de yoghurt en het fruit (onderin) te zien
zijn. De nieuwe yoghurt is verkrijgbaar in de
varianten Zwarte Kers, Appel Kaneel Rozijn,
Aardbei Framboos en Naturel.
Binnen zuivel is zwart geen gangbare kleur,
Sun Berry International introduceert Sweet
Perfection, een premium zachtfruitpro-
duct. Deze kwaliteit wordt bereikt door
de zorg waarmee het geteeld, geplukt en
geselecteerd wordt. Sun Berry selecteert
alleen het beste zachtfruit voor het Sweet
Perfection-merk.
Sun Berry start het seizoen van het nieuwe
premiummerk met de Hollandse kas-aardbeien
van het ras Elsanta, maar zal de range van Sweet
Perfection in het komende seizoen verbreden
met blauwe bessen, bramen, frambozen en rode
bessen. Sweet Perfection gaat jaarrond geleverd
worden en zal voldoen aan de behoeft e van de
meest veeleisende binnenlandse en buitenlandse
klant.
Het fruit wordt direct na het plukken in de Sweet
Perfection-verpakking gelegd. Deze speciale
verpakking is met veel aandacht ontwikkeld: er is
gekozen voor een zwaardere kwaliteit doos en het
ontwerp van de vlootjes beschermt het kwetsbare
product in het logistieke kanaal. ■
Inlichtingen: Sun Berry International, (077) 320 42 50 (www.zon-business.com)
De verpakkingen van de Fred&Ed Vlokkies
hebben een volledige make-over onder-
gaan. Behalve een nieuw design, waarbij
Fred en Ed de consumenten middels tekst-
ballonnetjes aanspreken, zit de vernieu-
wing vooral in de verpakking verstopt.
De doosjes bevatten namelijk verborgen codes
die alleen te vinden zijn met de speciale Fred&Ed
App. Zo activeert één code de Lach van de Dag.
Na het scannen met de smartphone horen en
zien consumenten Fred of Ed de mop van de dag
vertellen in een animatiefi lmpje. Zo komen de
Fred&Ed Vlokkies elke dag weer anders tot leven.
Gillette brengt voor de zomer een unieke Hol-
land-editie uit van de Gillette Fusion ProGlide.
Deze speciale versie van het in 2011 geïntrodu-
ceerde scheersysteem ondersteunt het oranjege-
voel in een periode vol internationale sporteve-
nementen. Het Nederlandse rood-wit-blauw siert
een beperkte oplage van het scheersysteem.
Naast een topspeler - Gillette Fusion ProGlide -
beschikt Gillette ook over een winnende selectie.
Uit onderzoek van de Duitse equivalent van de
Consumentenbond (StiWa) blijkt dat de top-5
van scheermesjes bestaat uit scheersystemen van
Gillette. Er werd in het onderzoek gekeken naar
Fred&Ed Pratende Verpakkingen
Tijdelijke Holland-editie van Gillette Fusion ProGlide
Na het scannen van een andere code vertellen
Fred en Ed hoe belangrijk het is om elke dag met
een goed ontbijt de dag te beginnen.
Met deze ‘Pratende Verpakkingen’ heeft Food
Sense in Nederland een primeur. De digitale wa-
termerktechnologie is door Vignet ‘D, onderdeel
van Instore Digital Printing, naar Nederland
gehaald en wordt nu als eerste toegepast op de
Fred&Ed verpakkingen. Vignet ‘D ziet voor
verpakkingen en print veel mogelijkheden om
gebruikers en lezers uitgebreider te informeren.
Inlichtingen: Food Sense, (0529) 48 33 38 (www.fredened.nl) en (www.vignetD.nl)
scheerprestatie, duur-
zaamheid van de mesjes,
comfort en gebruikers-
gemak.
De Gillette Fusion
Pro Glide Holland-
editie is sinds 15 mei
2012 verkrijgbaar. De
consumenten adviesprijs is
€ 9,99. ■
Inlichtingen: Procter & Gamble, (010) 286 33 50 (www.gillette.nl)
maar Natuurhoeve nam
het zwart van de
eigen zwartbonte koeien
als uitgangspunt. Het
resultaat is een onder-
scheidende verpakking met een hoogwaardige
uitstraling. De afgebeelde koe die gras eet, staat
daarbij symbool voor de duurzame samenwer-
king met boeren uit de regio (de producten heb-
ben ook het keurmerk ‘Erkend Streekproduct uit
het Groene Hart’).
De yoghurt komt voort uit het eigen duurzaam-
heidsprogramma ‘Duurzame Weidezuivel’, dat via
een logo en op de achterzijde op de verpakking
kenbaar wordt gemaakt.
Middels een QR-code wordt tevens verwezen
naar www.duurzameweidezuivel.nl. ■
Inlichtingen: Lebo Kaas - Natuurhoeve - Kasi-Food, (0348) 55 80 20 (www.natuurhoeve.nl)
64 productnieuws 65 04-05-2012 13:23:56
66FoodPersonality mei 2012
PRODUCTNIEUWS
Nieuwe koekjes van Verkadehazelnoot (Digestive Koekies Choco Hazelnoot).
En Digestive Crunchy Melk, de bekende krokante
Verkade Digestive Crunchy met een laagje heer-
lijke melkchocolade.
Ook nieuw van Verkade zijn Verkade Pakkerds;
brosse koekjes met een verrassende, zachte vulling
van melkchocolade of chocolade-hazelnoot.
Speciaal voor kinderen introduceert Verkade Mr.
Bean-koekjes, twee chocolade biscuitjes in een ver-
Pom Wonderful 100% granaatappelsap
introduceert twee verrassende zomerse
varianten: Mango en Bosbes in de mooi
vormgegeven 710 ml.-fles.
De Pom Wonderful all-day-drinks zijn een
kleurrijke en smakelijke blend voor het
hele gezin, boordevol eerlijk verwenfruit.
Pom Wonderful, de grootste producent van de
Californische Wonderful-granaatappels, presen-
teert twee zomerse smaken voor de Nederlandse
markt: granaatappel- en mangosap (in 710 ml.)
en granaatappel- en bosbessap (in 710 ml.). Twee
bijzondere sappen die gekenmerkt worden door
hun authentieke karakter en uitgesproken smaak.
Beide sappen kennen geen toegevoegde zoet-
stoff en, kunstmatige ingrediënten of goedkope
vulsappen. Pom Wonderful is anders dan de
meeste zogenaamde granaatappelsappen in de
supermarkt. Pom Wonderful heeft geen extra toe-
gevoegd appel- of druivensap, hetgeen bij andere
producten niet direct op het etiket staat, maar wel
in de ingredientendeclaratie terug te lezen is.
In één fl es Pom Wonderful 100% Granaatappel-
sap van 710 ml. zitten tenminste 6 hele granaat-
appels. Deze komen van Pom Wonderful’s eigen
plantages in het zonnige Californië.
Pom Wonderful Granaatappel en Mango en
Granaatappel en Bosbes zijn verkrijgbaar in fl es-
sen van 710 ml. voor een adviesprijs van € 3,75 en
zijn sinds vorige maand op de markt. ■
Inlichtingen: Pom Wonderful, (020) 509 10 70 (www.pomwonderful.nl)
Pom Wonderful zomersmaken: Mango en Bosbes
Verkade Digestive is al jaren één van de favoriete
koekjes in het Verkade-assortiment. Het koekje is
gemaakt met het lekkerste graan en staat zelfs in
de top-3 van Nederlands lekkerste koekjes. Sinds
kort heeft het Verkade Digestive assortiment een
nieuwe verpakking. Bovendien worden Verkade
Digestive Original en Crunchy vanaf nu gemaakt
met 100% zonnebloemolie.
Verkade komt dit jaar ook met maar liefst twee
nieuwe varianten: Digestive Koekies, een typisch
Verkade Digestive-koekje vol met vezels en
met stukjes pure en melkchocolade (Digestive
Koekies Choco) óf met stukjes chocolade en
Verkade, al jarenlang geliefd om de heer-
lijkste chocola en koekjes, introduceert dit
jaar een aantal nieuwe, lekkere koekjes.
pakking met daarop de afb eeldingen van de fi guren
van de populaire Mr. Bean animatieserie. Op de
verpakking staan ook leuke spelletjes voor kids.
Alle nieuwe koekjes van Verkade zijn inmiddels
verkrijgbaar. De consumentenadviesprijzen zijn
als volgt:
Digestive Choco Koekies € 1,45
Digestive Crunchy Melk € 1,45
Pakkerds € 1,49
Mr. Bean koekjes (6 zakjes met 2 koekjes) € 1,49 ■
Inlichtingen: Koninklijke Verkade, (075) 655 61 11 (www.verkade.nl)
FoodPersonality
Onafhankelijk maandblad voor managers in de
levensmiddelenhandel en -industrie
FoodPersonality is een uitgave van:
Shelfl ife Publishing bv
Molenveldlaan 104
6523 RN Nijmegen
Telefoon: 024 – 365 16 70
E-mail: [email protected]
www.foodpersonality.nl
HR 09160015
Abonnementen:
€ 159,- per jaar exclusief btw
Collectieve afname: prijs op aanvraag
Opzegging abonnementen: 2 maanden voor
einddatum van het abonnement
Prijs los nummer: € 17,50 exclusief btw
en portokosten
Abonnementsopgave, klachten
en/of (verhuis)mededelingen:
Vakblad FoodPersonality
T.a.v. Klantenservice
Molenveldlaan 104
6523 RN Nijmegen
Redactie:
Gé Lommen, [email protected]
Dave van Loon, [email protected]
Marieke Venbrux, [email protected]
Redactionele medewerking:
Anke Groenendaal
Martijn Kregting
Pascal Kuipers
Ivonne de Thouars
Jeroen van der Weerd
Verkoop:
Robin Kramp, [email protected]
Vormgeving:
Giesbers Velp, Walter Bouwman, Hans de Vries
Druk:
Grafi sch Adviesbedrijf Jonker
Distributie:
TNT Post
Auteursrecht
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd bestand, of openbaar gemaakt, in
enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,
door fotokopie of enig andere manier, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Aansprakelijkheid
Hoewel FoodPersonality met de meeste zorg
wordt samengesteld, kunnen uitgever en redactie
niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke
onjuiste berichtgeving en/of zetfouten.
ISSN: 0925 – 8051
© Shelfl ife Publishing bv
66 prod.nieuws-colofon 66 04-05-2012 16:29:59
67 Adv 67 04-05-2012 10:27:04
“Breng een grootse actie groots in beeld”
(Jim van Es, Shopper Marketeer)
Profiteert u ook 7 weken lang mee van deze fantastische
actie? Tot aan de EK-finale kunnen uw klanten iedere
dag winnen bij aankoop van drie van onze producten.
De winnaars kunnen op een groot scherm met een lekkere
snack erbij gezellig met hun vrienden en familie genieten van
de EK-voetbalwedstrijden. Kortom, de ultieme EK-ervaring
voor de oranje voetbalfans!
Natuurlijk zorgen wij voor een opvallende aankleding van
uw supermarkt en voor een sterke belevingssfeer met
spraakmakend POS-materiaal.
Bent u ook zo’n enorme Oranjefan? Doe mee aan deze
oranjegekte en neem een kijkje op www.wineenbeamer.nl.
Meer informatie? Bel ons, tel. 030 - 247 38 11.
Zorg dat de EK-actiedisplay tot
de EK-finale goed gevuld blijft
en geef zeker het oranje Smiths
Feestnummer een prominente plek!
D e e l d e a m b i t i e
TIP
68 Adv 68 04-05-2012 10:27:50