Financieel kader en meerjaren...

Programmabegroting 2016

1

Inhoudsopgave

Financieel kader en meerjaren perspectief...............................................................................4

Programma 1 | Openbaar bestuur..........................................................................................20

Programma 2 | Integrale veiligheid.........................................................................................24

Programma 3 | Ruimtelijke ordening en stedenbouw.............................................................26

Programma 4 | Verkeer en wegen..........................................................................................31

Programma 5 | Water en riolering...........................................................................................34

Programma 6 | Sport...............................................................................................................36

Programma 7 | Kunst en cultuur.............................................................................................40

Programma 8 | Milieu..............................................................................................................42

Programma 9 | Maatschappelijke ondersteuning....................................................................44

Programma 10 | Maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen........................48

Programma 11 | Middelen.......................................................................................................52

Programma 12 | Sociale zaken en uitstroombevordering.......................................................57

Programma 13 | Jeugd...........................................................................................................62

Programma 14 | Onderwijs.....................................................................................................65

Programma 15 | Economische zaken.....................................................................................67

Programma 16 | Inrichting en beheer openbare ruimte..........................................................73

Programma 17 | Volkshuisvesting..........................................................................................78

Programma 18 | Afvalbeheer..................................................................................................80

Programma 19 | Stedelijke ontwikkeling.................................................................................84

Paragrafen..............................................................................................................................86

Weerstandsvermogen en risicobeheersing....................................................................86Bedrijfsvoering..................................................................................................................96Onderhoud kapitaalgoederen..........................................................................................99Financiering.....................................................................................................................107Lokale heffingen..............................................................................................................113Verbonden partijen..........................................................................................................117Grondbeleid.....................................................................................................................134Decentralisaties - transformatie.....................................................................................135

Bijlagen.................................................................................................................................140

EMU saldo........................................................................................................................140Bedrijfsvoering investeringsplan..................................................................................142Kerngegevens Beverwijk................................................................................................143Verklaring afkortingen....................................................................................................152

2

Financieel kader en meerjaren perspectiefFinanciële uitgangspunten

De uitgangspunten voor het opstellen van de meerjaren raming 2016 - 2019 zijn gebaseerd op de financiële kadernota 2016 - 2019 (INT-15-19269). Deze kadernota geeft inzicht in te maken keuzes voor het te voeren beleid in de jaren 2016 - 2019 en de daarbij behorende randvoorwaarden zoals de inzet van middelen. Deze uitgangspunten dragen bij aan het behouden van een goede financiële basis.

De belangrijkste uitgangspuntenIndexatieDe indexatie is conform de in de meicirculaire 2015 opgenomen BBP index. Dit betreft:

De indexatie is doorgevoerd op de ‘overige goederen en diensten’, subsidies en loonkosten.

Algemene uitkeringDe meicirculaire is voor de programmabegroting het uitgangspunt voor de berekening van de algemene uitkering. In een brief aan de raad (UIT-15-16102) zijn de mutaties meerjarig toegelicht. In deze brief heeft het college ook op onderdelen voorstellen tot aanwending gedaan, zoals;

impuls brede scholen combinatiefuncties/ buurtsportcoaches

gezond in de stad

huishoudelijke hulp toelage.

Deze posten zijn in de begroting verwerkt. De septembercirculaire is op 15 september uitgebracht. Het college rekent de effecten hiervan door en informeert de raad met een brief.

Verloop OZB (tarieven)Voor de verhoging van de OZB opbrengsten gaat het college uit van een jaarlijkse verhoging op basis van de prijsindexatie zoals vastgesteld in de financiële kadernota 2016 - 2019. Maatstaf hiervoor is de BBP-index (bruto binnenlands product) uit de meicirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Voor 2016 bedraagt de index 0,8%. Uitgangspunt is begrote totale opbrengst van het voorgaande jaar bij gelijkblijvend areaal. De opbrengstmutatie is daarmee onafhankelijk van de mutaties in de WOZ waarde. Dat betekent dat mutaties in de WOZ waarden van woningen worden verwerkt door bijstelling (positief of negatief) van de tarieven. De totale WOZ opbrengst van de gemeente groeit mee met een areaaluitbreiding.

Heffingen/ rechtenDe tarieven van de meeste gemeentelijke heffingen worden, voor zover mogelijk en wettelijk is toegestaan, jaarlijks geïndexeerd om compensatie te bieden voor de inflatie. Voor 2016 bedraagt de index 0,8%. Het college stuurt op efficiencyverbetering en mogelijke lastenbesparing op deze taakvelden.

ParkeertarievenHet verloop van de parkeertarieven vormt een uitzondering op de indexering systematiek. De parkeertarieven worden aangepast op basis van afzonderlijke besluiten. De raad heeft namelijk met het vaststellen van de rapportage bebouwd parkeren de parkeerinkomsten en -

3

uitgaven als een gesloten systeem aan elkaar gekoppeld. Dit betekent dat het parkeerfonds tenminste alle lasten van het maaiveld- en bebouwd parkeren moet kunnen dragen.

HurenDe huren van welzijn-, sporten overige accommodaties worden voor de periode 2016 - 2019 verhoogd met de in de huurovereenkomsten opgenomen indexering. Uitgangspunt is dat altijd geïndexeerd wordt, tenzij anders overeengekomen. Voor nieuwe huurovereenkomsten geldt het uitgangspunt dat indexering wordt toegepast op basis van de consumentenprijsindex van het CBS.

SchatkistbankierenDe gemeente Beverwijk had, in het kader van schatkistbankieren, ultimo 2014 €45 mln. uitstaan bij het Rijk. Het college zorgt er voor dat overtollige kasmiddelen op een verantwoorde manier uitgezet worden om een zo hoog mogelijk rendement te genereren. Het college moet zich hierbij houden aan de gestelde grenzen in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) en het gemeentelijke treasurystatuut 2015.

Interne rente/ renteresultaatHet interne rentepercentage voor nieuwe investeringen 2016 - 2019 blijft, vanuit een consistente beleidslijn, gehandhaafd op 6%. Het verschuldigde rentepercentage op de opgenomen langlopende leningen varieert van 4,27% tot 6,65%. Gemiddeld wordt circa 5,0% rente over de opgenomen langlopende leningen betaald.

LiquiditeitsoverschotDoor het niet of in afgeslankte vorm doorgaan van een aantal grote projecten heeft de gemeente Beverwijk eind 2016 een liquiditeitssaldo van €29 mln. Om deze gelden binnen de kaders van de Wet fido, Ruddo en treasurystatuut maximaal te laten renderen, maakt het college jaarlijks een liquiditeitsprognose, deze is te vinden in de financiële kadernota. Op basis van deze prognose wordt het renteresultaat geraamd.

Prognose renteresultaatNaast de rentebate op de in 2014 verstrekte lening aan de gemeente Muiden, heeft de gemeente Beverwijk ook te maken met een lagere interne rentedekking door uitstel van investeringen. In de berekening van het renteresultaat gaat het college nu uit van realisatie van het project Meerplein in de jaren 2018 - 2019.

Algemene reserveDe reserve vast eigen vermogen ad €5,1 mln. blijft gehandhaafd. De omvang van de algemene reserve bedraagt naar verwachting ultimo 2015 €9,0 mln.

Herkomst middelen en verdeling lasten

InkomstenDe middelen van gemeente Beverwijk komen voor een belangrijk deel van het Rijk. Het gaat daarbij om de uitkering uit het gemeentefonds (waaronder de uitkering voor het sociaal domein) en de rijksbijdragen voor specifieke taken, de zogenaamde ‘specifieke uitkeringen’.

De geraamde inkomsten 2016 van de gemeente Beverwijk zijn als volgt in te delen:

4

Uit dit overzicht blijkt dat de inkomsten van Beverwijk voor 55% bestaan uit de ontvangen algemene uitkering van het rijk (inclusief bijdrage Heemskerk). Daarnaast bestaan de inkomsten voor 21% uit lokale heffingen.

1. Het totaal van rente en dividendopbrengsten is verwerkt in de raming van de financiële paragraaf (onderdeel programma middelen 11).

2. De opbrengst van de lokale heffingen is toegelicht in de paragraaf lokale heffingen en is in diverse programma’s verwerkt.

3. De overige inkomsten bestaan onder andere uit; huren, pachten, verkoop gronden en panden, ontvangen eigen bijdragen en bijdrage uit voorzieningen.

4. Dit betreft de geraamde onttrekkingen uit de reserves.

5. De specifieke uitkeringen betreffen doeluitkeringen over diverse beleidsvelden. De grootste doeluitkeringen betreffen de Wwb (Wet werk en bijstand, €12,5mln.). Door de integratie-uitkering sociaal domein zijn de doeluitkering sociale werkvoorziening en de uitstroombevordering ondergebracht in de uitkering gemeentefonds.

6. De uitkering gemeentefonds is inclusief de integratie-uitkering sociaal domein en inclusief een bijdrage van de gemeente Heemskerk. Meer informatie over de decentralisaties vindt u bij paragraaf decentralisaties - transformatie (8). Een deel van het Kennemer College staat namelijk op grond van Heemskerk. Heemskerk ontvangt hiervoor een bijdrage in de algemene uitkering. Omdat Beverwijk de verbouwing van deze school betaald heeft, draagt Heemskerk dat bedrag aan ontvangen algemene uitkering over aan Beverwijk.

7. De grondexploitaties zijn in het programma stedelijke ontwikkeling (19) opgenomen. Conform het BBV worden de uitgaven en inkomsten van grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie verwerkt. Hierdoor worden de jaarschijven van de grondexploitaties inzichtelijk. Gevolg hiervan is dat de baten en lasten op het programma 19 zijn verhoogd.

UitgavenDe geraamde exploitatielasten 2016 voor de gemeente Beverwijk zijn als volgt te verdelen:

5

De uitgaven zijn verdeeld over alle programma’s.

1. De kapitaallasten betreffen de afschrijvingslasten en de rentelasten over de in het verleden gedane investeringen die in 2016 ten laste van de exploitatie worden gebracht.

2. Dit betreffen de geraamde personeelslasten (inclusief de raadsvergoedingen).

3. De sociale verstrekkingen en sociale uitkeringen betreffen de exploitatielasten voor de geraamde uitkeringen en verstrekkingen.

4. Onder ‘overige inkomensoverdrachten’ vallen onder andere de bijdrage aan de sociale werkvoorziening en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen (bijvoorbeeld VRK, Cocensus en de Omgevingsdienst IJmond)

5. Onder ‘subsidieverstrekkingen’ vallen de budgetsubsidies, waarderingssubsidies, projectsubsidies, zaalhuursubsidies en jeugdsportsubsidies.

6. Dit betreffen de uitgaven voor de decentralisaties. Deze zijn apart inzichtelijk gemaakt. De bijdrage aan IJmond Werkt! is opgenomen bij ‘verbonden partijen’

7. Overige uitgaven betreffen uitgaven voor wegen (€3,7 mln.), groen (€2,7 mln.), riolering (€2,1 mln.) en afvalverwijdering (€4,5 mln.) en stortingen in voorzieningen.

8. Dit betreft de geraamde stortingen in de reserves.

9. In het programma stedelijke ontwikkeling (19) zijn de grondexploitaties opgenomen. Conform het BBV worden de uitgaven en inkomsten van grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie verwerkt. Hierdoor worden de jaarschijven van de grondexploitaties inzichtelijk. Gevolg hiervan is dat de baten en lasten op het programma 19 zijn verhoogd.

Meerjarenraming

6

Toelichting meerjarenraming(nummer = regelnummer tabel)

7

1. Geeft de stand weer van de op 2 juli 2015 vastgestelde financiële kadernota 2016 - 2019

2. Geeft het effect weer van de uitwerking van de meicirculaire. Hierover is de raad geïnformeerd via de brief van 11 juni 2015 (UIT-15-16102).

3. Geeft het effect weer van de voorliggende concept 2e bestuursrapportage 2015 (exclusief effect van de meicirculaire 2015)

4. Met ingang van de programmabegroting 2014 is eerst de productenraming opgesteld en vervolgens de programmabegroting. Dit betekent dat de financiële effecten van onder andere de gewijzigde urenbesteding, de berekende kapitaallasten en het renteresultaat al zijn verwerkt.

5. Telling: regel 1 t/m regel 4

Ambities

6. Investeren in rondje Bree;in juni 2015 heeft de gemeenteraad met raadsbesluit INT-15-19134 de Nota van Uitgangspunten Rondje Bree (INT-15-18124) vastgesteld en een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld. In het raadsvoorstel is aangegeven dat rekening gehouden wordt met een investering van €3.7 mln. voor de herinrichting van de Breestraat met aanloopstraten en de Zeestraat. Uitvoering van de herinrichting staat gepland voor 2016 - 2017. In de berekening van het uitvoeringskrediet neemt het college ook de aangevraagde dan wel toegezegde BDU-subsidie en de benodigde bijdrage uit het rioolfonds op. Vooralsnog wordt er uitgegaan van een netto investering van €3 mln. Sinds juli 2015 werkt een extern bureau aan het ontwerp voor de herinrichting van het winkelhart. Volgens planning zal het VO+ samen met de aanvraag uitvoeringskrediet in december 2015 aan de raad worden voorgelegd. In het raadsvoorstel ter vaststelling van het VO+ en het uitvoeringskrediet, gaat het college nog nader in op de gewenste afschrijvingstermijn. Vooralsnog is deze op 15 jaar gesteld.

7. Herstel verharding Noorderkade en herstel corrosie buispalen kadewand; Er is dringende noodzaak om groot onderhoud te plegen aan de Noorderkade. Het gaat om het herstellen van de fundering en de verharding in de vorm van nieuwe stelconplaten. Een investering in het herstel van de verharding is echter niet zinvol indien niet ook de corrosie van de buispalen wordt aangepakt. De stalen buizen, die een essentieel onderdeel vormen van de kadewand, blijken zodanig materiaalverlies te vertonen als gevolg van corrosie, dat de buisdikte de kritieke grens heeft bereikt. De kade is op dit moment nog in staat om de huidige belasting te weerstaan. De materiaaldikte van de buispalen bevindt zich echter op de grens. Om het gebruik van de kade niet te beperken moeten op korte termijn maatregelen worden getroffen om verder afroesting te voorkomen. De kosten voor deze maatregel wordt geschat op €780.000 voor een lengte van 485 meter. Dat is vanaf de zuidoostelijke hoek tot aan de huidige Port Security-slagboom. De kosten voor het herstellen van de stelconplaten bedragen €182.000. In totaal dient een bedrag van €962.000 te worden geïnvesteerd wat in kapitaallasten is begroot vanaf 2017.

8. Nieuwe taken VRK;De brandweer was tot 2008 onderdeel van de gemeente Beverwijk. In 2008 zijn de taken van de brandweer ondergebracht bij de Veiligheidsregio Kennemerland. Na deze regionalisering heeft de VRK aangegeven dat zij, naast het bestrijden van branden, zich op het gebied van preventie gaat bezighouden met het controleren van inrichtingen op het naleven van de brandvoorschriften en de gemeente daarvan adviesrapporten verstrekt.De vervolgacties op de adviezen bij het niet naleven van de weten regelgeving worden niet door de VRK uitgevoerd. Dit betreft het juridisch afhandelen en het nemen van vervolgacties op de controlerapporten van de VRKIn het Handhavingsbeleid brandveiligheid gebouwen en het Activiteitenprogramma VRK is het integrale brandveiligheidsprogramma opgenomen.

8

9. Beheerkosten (areaaluitbreiding);Nieuwe ontwikkelingen (projecten) in de openbare ruimte kunnen gevolgen hebben voor de onderhoudsbudgetten. In het recente verleden zijn projecten gerealiseerd waarvoor geen aparte besluitvorming over de dekking van extra onderhoudskosten is meegenomen. Het betreft hier besluitvorming over zowel uitvoeringskredieten als grondexploitaties. Voor deze projecten zijn de toekomstige beheerlasten geïnventariseerd op grond van daarvoor opgestelde beheertoetsen en globale inventarisaties. Het betreft de beheerlasten van de Oostelijke doorverbinding, Wijkerbaan, Stationsgebied/Halve Maan, Kop van de Haven, Binnenduin, Stationsplein, Breestraat. De totale extra beheerlasten zijn in de begroting opgenomen. Voor nieuwe projecten worden in het vervolg de consequenties voor het beheer van de openbare ruimte vooraf bepaald en direct bij de besluitvorming meegenomen.

10. Beleidsplan toerisme;Toerisme en recreatie zijn belangrijke economische dragers voor de gemeente Beverwijk en de IJmond. Via gericht beleid, een promotiecampagne en de realisatie van concrete projecten en initiatieven maken we ‘Beverwijk een beetje mooier’ en geven we de ontwikkeling van het lokale en regionale toerisme verder vorm. Op 25 juni 2015 heeft de raad het beleidsplan vastgesteld en besloten om voor de periode 2016 t/m 2020 een budget beschikbaar te stellen van €20.000 per jaar. Besloten is om het voorstel voor financiering te behandelen bij begroting 2016.

11. Aanjaagregeling ondernemersklimaat;De Subsidieverordening aanjaagregeling ondernemersklimaat (INT-14-13905) is ingesteld om financiële ondersteuning te bieden aan publieksgerichte ondernemersactiviteiten die bijdragen aan een beter ondernemersklimaat in de gemeente Beverwijk. Vanuit de aanjaagregeling is in 2014 en 2015 ondersteuning verleend aan verschillende ondernemersactiviteiten en initiatieven in Beverwijk en Wijk aan Zee. Op basis van het succes en enthousiasme over deze regeling bij de ondernemers bestaat bij het college de ambitie om ook in 2016, 2017 en 2018 de regeling te continueren.

12. Wijzigen methode onkruidbestrijding op verharding;De onkruidbestrijding op verharding wordt uitgevoerd op beeldkwaliteit, op basis van de door de raad in 2013 vastgestelde beeldkwaliteitskaart. De huidige methode (DOB-methode), waarbij gebruik gemaakt wordt van glyfosaat, is toegestaan tot 1 januari 2016.De DOB-methode is tot op heden de meest efficiënte en goedkoopste methode om onkruid op verharding te bestrijden. Omdat er volgens veranderde wetgeving is bepaald dat glyfosaat vanaf 1 januari 2016 niet meer gebruikt mag worden is het college genoodzaakt om, teneinde te voldoen aan de door de raad vastgestelde beeldkwaliteit, een andere methode te gebruiken om onkruid op de verharding te bestrijden. Elke andere methode dan de huidige DOB-methode leidt tot een aanzienlijke verhoging van de kosten. De kosten van de huidige DOB-methode bedragen €0,02 per m2 en de kosten van elke nieuwe wettelijk toegestane methode (niet chemisch) bedragen €0,09 tot €0,13 per m2. De totale oppervlakte open verharding en half open verharding in Beverwijk waarop onkruid bestreden moet worden is 1.500.000 m2 (150 ha). Ingeschat wordt dat een aanvullend budget van €120.000 nodig is.

13. Milieubeleid;De gemeente Beverwijk heeft een Milieubeleidsplan 2015 - 2020 opgesteld. Dit Milieubeleidsplan biedt een overkoepelende paraplu over de verschillende thema's en laat de raakvlakken en verbindingen tussen de thema's zien. Het milieubeleidsplan geeft aan met welk thema gewerkt wordt aan het integraal 'Toekomstbeeld Beverwijk 2020'. De gemeente Beverwijk ambieert om in 2050 energie neutraal te zijn.

14. Visie toekomst haven;Op 22 januari 2015 heeft het college met de raadscommissie gediscussieerd over het toekomstige beheer van de haven (C-14-01654). Voor deze discussie heeft het college een discussienota opgesteld (INT-14-14406). De nota en de discussie in de commissie vormen de basis voor een toekomstig beheermodel voor de haven. Voor de uitwerking van deze visie

9

is er in 2016 behoefte aan het incidenteel inhuren van personeel met specifieke deskundigheid.

15. Groen en waterplan beheerkosten;Deelproject De Duinen is inmiddels aangelegd. Voor toekomstig onderhoud en beheer is een raming gemaakt. In deze raming is een bedrag van €32.000 vastgelegd in een beheercontract met landschap Noord-Holland. Een bedrag van €28.000 is bestemd voor onderhoud door de gemeente aan schelpenpaden en bruggen. Tot en met 2015 zijn deze beheerkosten in het project gedekt.

16. Kapitaallasten beheerplan groen en wegen 2016;Jaarlijks wordt het “Meerjarenprogramma Onderhoud openbare ruimte” geactualiseerd en aan de raad voorgelegd ter besluitvorming. Voor de noodzakelijke vervangingsinvesteringen wordt dan een kredietaanvraag gedaan en worden, voor de daarmee samenhangende kapitaallasten financiële, middelen beschikbaar gesteld. Verwacht wordt dat ook de komende jaren kredieten benodigd zijn om de noodzakelijke vervangingsinvesteringen te kunnen uitvoeren, voor deze kredieten worden nu kapitaallasten opgenomen in de begroting.

17. Te verkopen vastgoed;In het coalitieakkoord is als actiepunt opgenomen dat niet-strategisch vastgoed marktconform zal worden afgestoten. Er zullen onder andere woningen worden verkocht.

18. Vastgoedopbrengsten storten in de algemene reserve;Conform het coalitieakkoord worden de vastgoedopbrengsten gestort in de algemene reserve.

19. Opstellen stads / structuurvisie;In het collegeprogramma 2014 - 2018 ‘Vertrouwen in de mensen met de blik op de toekomst’ gaat aandacht uit naar ruimte voor allure en ruimte voor stad en dorp. Als actiepunten worden achtereenvolgens: “het stimuleren van de identiteit en het karakter van Beverwijk en Wijk aan Zee” en “het opstellen van een nieuwe structuurvisie voor de lange termijn” benoemd. Dit resulteert in een concrete inspanning van het college voor het opstellen van een eensluidend verhaal over de identiteit en het realiseren van een stadsvisie.

20. Uitvoeringsprogramma stads/ structuurvisie;Uit de stads / structuurvisie komt een uitvoeringsplan naar voren. Verwacht wordt dat voor de uitvoering extra financiële middelen nodig zijn. Deze zijn echter nog niet opgenomen in de begroting.

21. Expertise bestemmingsplan Wijk aan Zee, Natura 2000;Voor de invoering van de Omgevingswet worden alle bestemmingsplannen herzien. Hiervoor moet een aantal onderzoeken worden verricht. Voor het bestemmingsplan Wijk aan Zee moet bijvoorbeeld worden voldaan aan de richtlijnen uit Europa in verband met Natura 2000 en de MER (Milieueffectrapportage).

22. Opstellen (maatschappelijk) accommodatiebeleid;In het coalitieakkoord is als actiepunt opgenomen dat niet-strategisch vastgoed marktconform zal worden afgestoten. Daarvoor brengt het college in kaart welk vastgoed nu en in de toekomst beschikbaar is. Daarnaast wordt de vraag naar (maatschappelijke) accommodaties vanuit de gebruikers in beeld gebracht. Daarbij ook aandacht voor de mogelijkheden tot combi gebruik van vastgoed ook op regionaal niveau. Doel van het accommodatiebeleid is om optimaal gebruik te kunnen maken van het bestaande gemeentelijke vastgoed.

23. Dekking vanuit het product vastgoed en sociaal domein;De dekking voor de kosten van het opstellen van dit accommodatiebeleid wordt gevonden binnen een combinatie van de vastgoedexploitatie en de budgetten voor de collectieve voorzieningen binnen het sociaal domein.

10

24. Uitvoering speeltoestellenbeleid;In 2015 vraagt het college de raad een besluit te nemen over het speelruimtebeleidsplan. In dit voorstel wordt een budget gevraagd om uitvoering te geven aan het speelruimteplan. Met dit budget kunnen we vanaf 2016 het speelaanbod beter laten aansluiten op de speelbehoefte in de verschillende wijken van Beverwijk en Wijk aan Zee.

25. Telling regel 6 tot en met 24

26. Som regel 5 plus regel 25

Dekkingsvoorstellen:

In onderstaande tabel is aangegeven welke dekkingsvoorstellen het college heeft onderzocht om de ambities uit te voeren.

Het college stelt voor om dekkingsvoorstellen (A t/m F) te verwerken bij de programmabegroting 2016. Deze zijn hieronder toegelicht bij de nummers 27 t/m 32.

27. Inzet spaardoelstelling; In de afgelopen jaren is er gespaard waardoor de algemene reserve toereikend is om ambities te kunnen uitvoeren. Vanaf 2016 worden de ambities uitgevoerd. Hierdoor kan de spaardoelstelling komen te vervallen.

28. Beheerlasten openbare ruimte; Het beheer en in stand houden van de bestaande openbare ruimte is in Beverwijk vastgelegd in beheerkaarten. Het beheer is in drie kwaliteitsniveaus onderverdeeld: hoog, normaal en sober. De bezuiniging kan gerealiseerd worden door positieve aanbestedingsresultaten van op de markt gebrachte onderhoudscontracten.

29. Onttrekking parkeerreserve;In 2018 is een dekkingsvoorstel opgenomen waarbij €600.000 uit het parkeerfonds wordt gehaald. Kanttekening hierbij is de discussie die nog gevoerd wordt voer het betaald parkeren, waar ook financiële consequenties uit voort zouden kunnen komen.

30. Op totaal van overige goederen en diensten; Het college stelt voor om een gedeelte van de dekking van de ambities te vinden binnen de eigen middelen van de gemeente Beverwijk. Dit kan door een taakstelling van €250.000 op de budgetten voor overige goederen diensten. Deze taakstelling wordt, middels een zogeheten kaasschaafmethode, procentueel in mindering gebracht op alle beïnvloedbare begrotingsproducten.

11

31. OZB niet woningen voor aanjaagregeling ondernemersklimaat; Voor de dekking van de aanjaagregeling (regel 11) wordt voorgesteld om de begrote OZB opbrengst op niet woningen met hetzelfde bedrag te verhogen en dit te verwerken in de OZB verordening.

32. Dekking beleidsplan toerisme uit programma kunst en cultuur;In 2015 is incidenteel €20.000 vanuit de algemene reserve beschikbaar gesteld voor het beleidsplan toerisme. Dit is verwerkt in de 2e Het structurele budget voor toerisme beleid wordt gevonden middels een herprioritering binnen het programma kunst en cultuur.

33. Telling regel 27 tot en met regel 32

34. Som van regel 26 en 33

35. Voorgesteld wordt een bedrag van €545.762 vanuit de lopende begroting 2016 toe te voegen aan de algemene reserve en een bedrag van €115.705 in 2018 uit te nemen ter dekking van de ambities.

36. Zie regel 35

37. Dit is het eindsaldo, het saldo van de meerjarenraming. Het is de ambitie van het college om de programmabegroting te laten sluiten op een positief saldo van rond de €300.000, zodat er een buffer is om risico’s op te vangen.

Overzicht baten en lasten programma’s

12

Reserves en voorzieningen

In onderstaande tabel is de stand van de algemene reserve opgenomen. Het college geeft aan welke besluiten een effect hebben op de stand van de algemene reserve.

15

ReservesIn onderstaande tabel is het meerjarig verloop van de reserves weergegeven

16

VoorzieningenIn onderstaande tabel is het meerjarig verloop van de voorzieningen weergegeven.

17

Structureel begrotingsevenwicht

Op basis van onderstaand overzicht wordt aangetoond dat de programmabegroting 2016 en de meerjarenraming 2016 - 2019 structureel in evenwicht is. Dit houdt in dat de structurele lasten gedekt worden met structurele baten. Om vast te kunnen stellen of er sprake is van een structureel begrotingsevenwicht is het van belang dat inzicht bestaat in welk deel van de in de begroting geraamde baten en lasten incidenteel zijn en welk deel structureel. Daarnaast zijn de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves van belang.

18

Programma 1 | Openbaar bestuurEen (inter)actief bestuur dat zichtbaar en toegankelijk is voor partners en inwoners binnen de gemeente en de regio door samenwerking, dienstverlening en moderne communicatie.

Context en achtergrond

Het programma omvat alle taken van raad en college op het terrein van het openbaar bestuur en de ondersteuning en dienstverlening hierbij door de gemeentelijke organisatie. het gaat over de relatie tussen de gemeente Beverwijk en andere gemeenten, de relatie met haar inwoners, over de communicatie tussen bestuur en inwoners en de dienstverlening die inwoners en ondernemers mogen verwachten. Het initiatief verschuift steeds meer van overheid naar inwoner. Het is aan het bestuur om een steeds meer faciliterende positie in te nemen.

19

Gemeenten hebben de afgelopen jaren meer taken gekregen vanuit het Rijk die zij op lokaal niveau vormgeven en uitvoeren. Daardoor neemt de noodzaak voor regionale samenwerking toe. De toenemende regionale samenwerking verandert de wijze waarop besluitvorming en verantwoording tot stand komt. De IJmondcommissie speelt hier een belangrijke rol in.

Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving

Programmaplan Dienstverlening . . . . . C-14-01465Kansenonderzoek IJmondgemeenten . . . . IN-13-05357Raadscommunicatiebeleidsplan 2014

Bezuinigingen

Er ligt geen bezuinigingsopdracht van de raad.

Doelstellingen1. Een adequaat bestuur dat berekend is op zijn taakEen adequaat bestuur dat berekend is op zijn taak, waar inwoners en partners op kunnen rekenen. De aanwezige kwaliteit wordt versterkt met regionale samenwerking op grensoverschrijdende onderwerpen.

Welke producten dragen hier aan bij?Gemeenteraad (10001), College-/Bestuursondersteuning (10002), Samenwerking IJmondgemeenten (10008), Representatie (10006).

MaatregelenMaatregelenBeperkte mobiliteit binnen de regio en bereikbaarheid van de regio zorgen voor knelpunten die om een plan van aanpak vragenDe economie moet worden versterkt en minder afhankelijk zijn van de staalindustrie om toekomstbestendig te zijnDe woningvoorraad van de gemeenten vraagt om herstructurering en doorontwikkeling richting levensloopbestendig wonenEr ligt een opgave rond luchtkwaliteit en de gevolgen van de beperkte milieuruimte in de IJmondHet in stand houden van regionale voorzieningenStrategische IJmond Agenda2. De dienstverlening voor iedereen dichtbij en toegankelijk makenDe gemeente Beverwijk wil de dienstverlening voor iedereen dichtbij en toegankelijk maken. Meer gastvrij, meer efficiënt en maximaal digitaal is hierbij het uitgangspunt.

Welke producten dragen hier aan bij?Burgerlijke stand (15015), Documenten/verklaringen (15016), Persoonsinformatie (15019)

MaatregelenMaatregelenDoorontwikkeling van het klantcontactVerder invulling geven aan de ontwikkeling van de digitale dienstverlening3. Inwoners, ondernemers en instellingen actief en bijtijds informeren en waar mogelijk betrekken bij planvoorbereiding, besluitvorming en –uitvoering

20

Inwoners, ondernemers en instellingen actief en bijtijds informeren en waar mogelijk betrekken bij planvoorbereiding, besluitvorming en –uitvoering.

Welke producten dragen hier aan bij?Communicatie (10007), Gemeenteraad (10001)

MaatregelenMaatregelenDe gemeente zal op heldere en begrijpelijke wijze informeren over besluitvorming, beleid en projectenDe raad gaat de interactie aan met de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisatieHet college onderneemt werkbezoeken aan wijken, instellingen en ondernemersIn de beleidsvoorbereiding goed in kaart brengen wie de stakeholders zijn en onze communicatie daarop afstemmen4. Het gemeentebestuur waardeert mensen die in en voor die samenleving iets bijzonders hebben gepresteerd, door daarvoor respect en dankbaarheid te betonen.Het gemeentebestuur waardeert mensen die in en voor die samenleving iets bijzonders hebben gepresteerd, door daarvoor respect en dankbaarheid te betonen.

Welke producten dragen hier aan bij?Onderscheidingen (10006)

MaatregelenMaatregelenWerken aan de opzet van een nieuw stelsel van gemeentelijke onderscheidingen in de gemeente BeverwijkFinanciële informatie programma 1 Openbaar Bestuur

21

Toelichting per product

Documenten/Verklaringen (15016)

Bijstelling baten en lasten op basis van werkelijke gerealiseerde resultaat afgelopen jaren.

Persoonsinformatie (15019)

22

Vanaf 2017 lagere lasten door lagere kapitaallasten

Verkiezingen (15020)

Doordat het aantal en het type verkiezingen ieder jaar wisselen fluctueert ook het begrote bedrag. In 2016 vinden er geen verkiezingen plaats, het beschikbare budget is dus lager ten opzichte van 2015. De begrote lasten van 2016 betreffen vaste lasten zoals kosten van opslag van stembussen.

Gemeenteraad (10001)

Het college houdt rekening met hogere lasten in 2018 voor gemeenteraadsverkiezingen.

Programma 2 | Integrale veiligheidZorg voor een (sociaal) veilige woon-, leef-, en werkomgeving waarin inwoners zich beschermd weten, regels worden gehandhaafd en ernstige calamiteiten achterwege blijven.


De behoefte van de raad, mede ingegeven door de ontwikkelingen bij de veiligheidspartners, heeft geresulteerd in het vaststellen van de Kadernota integrale veiligheid 2015 - 2018. Deze nota omvat het strategisch kader waarbinnen de gemeente vorm geeft aan haar regierol ten aanzien van de aanpak van de verschillende veiligheidsissues. De wettelijke grondslag voor deze nota ligt in de Gemeentewet, artikelen 172 en 174. De vaststelling van de Kadernota integrale veiligheid is een bevoegdheid van de raad. De nota is afgestemd op meerdere schaalniveaus (IJmond, Kennemerland en Noord-Holland).

De burgemeester bereidt de kadernota integrale veiligheid voor, de vertaling van de nota in concrete acties vindt jaarlijks plaats in een uitvoeringsplan. De burgemeester voert op basis van dit uitvoeringsplan de benodigde acties uit, hij is belast met het toezicht en de handhaving op de openbare orde en veiligheid.


Integraal Veiligheidsbeleid 2015 - 2018 . . . . Z-14-18711Gemeentewet; artikelen 172 en 174

Bezuinigingen

Regionaal besparen op VRK (10% overhead) (2016: €80.000) + 6% op totale budget De realisatie van deze bezuiniging vergt een besluit van het algemeen bestuur (AB) van de VRK. Tot nu toe heeft het AB slechts een beperkte realisatie van de Beverwijkse bezuinigingsopdracht toegestaan. Wel is de directie van de VRK opgedragen om nader onderzoek te doen naar efficiencymaatregelen.De VRK geeft aan de komende jaren meerdere mogelijkheden voor efficiency te zien.In september 2015 bedraagt het bezuinigingstekort voor 2016 €171.000. De verwachting is dat zowel het bezuinigingstekort door de efficiencymaatregelen zal afnemen.

Doelstellingen1. Een samenhangende aanpak die bijdraagt aan realisatie van de ambities voor een veilige woon-, leef- en werkomgeving.Een samenhangende aanpak die bijdraagt aan realisatie van de ambities voor een veilige woon-, leef- en werkomgeving. Dit resultaat moet vorm krijgen middels het voortzetten van een dalende lijn op de AD Misdaadmeter, waarbij het doel is om uit de top 100 te komen.

23

MaatregelenMaatregelenOpstellen van een uitvoeringsplan2. Gemeente Beverwijk is goed voorbereid op het bestrijden van crises en incidentenGemeente Beverwijk is goed voorbereid op het bestrijden van crises en incidenten. Hiertoe houdt de gemeente, samen met 9 andere gemeenten, de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) in stand. De gemeenteraad kan, voorafgaand aan de vaststelling van de begroting en de jaarstukken van de VRK, een zienswijze indienen.

MaatregelenMaatregelenDeelname aan diverse bestuursorganen van de VRKHet (mede) realiseren van een slagvaardige crisisorganisatieFinanciële informatie programma 2 Integrale Veiligheid


Regelingen / Bijzondere wetten (13009)

24

Lasten zijn hoger, dit betreft begrote uren. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van Verkeersvoorziening en maatregelen (13031) naar Regelingen / bijzondere wetten (13009)

Sociale Veiligheid (13021)

In 2015 was het budget hoger voor het uitvoeringsplan integrale veiligheid (INT-15-16625). Tevens zijn extra uitgaven gedaan voor Sail 2015. Ook in 2019 wordt voor Sail 2020 extra budget geraamd. De bijdrage uit de reserve heeft betrekking op het integrale veiligheidsplan en budgetoverhevelingen uit de jaarrekening 2014.

Programma 3 | Ruimtelijke ordening en stedenbouwHet vergroten van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente en scheppen van een ruimtelijk referentiekader voor toekomstige ruimtelijke ambities en ingrepen door:

Formuleren en vastleggen van ruimtelijk beleid in bestemmingsplannen en (stads)visies

Leveren van bijdragen aan ruimtelijke regionale samenwerking

Toetsen van bouwplannen op stedenbouwkundig en ruimtelijk beleid

Beheer van openbare gebouwen en terreinen

Actualiseren vastgoedbeleid, grondbeleid en grondprijsbeleid

Het initiëren en onderzoeken van mogelijke ontwikkelingsprojecten


Een belangrijk instrument om het gewenste ruimtelijke beleid te realiseren is een actueel bestemmingsplan. Om leges te mogen heffen moeten bovendien, conform de wetgeving Wro/Bro, alle bestemmingsplannen per 1 juli 2013 jonger zijn dan 10 jaar.

Om hieraan te kunnen voldoen zijn de afgelopen jaren diverse conserverende bestemmingsplannen en beheersverordeningen opgesteld en is het vooroverlegtraject geminimaliseerd.

In het kader van de nieuwe Omgevingswet, die vermoedelijk rond 2018 in werking treed, moet in de komende jaren geleidelijk aan worden toegewerkt naar omgevingsplannen en een of meerdere omgevingsvisies. Als 1e stap daartoe wordt vanaf 2015 / 2016 ingezet op het opstellen van een stadsvisie en grotere bestemmingsplannen met meer uniforme regels. Na vaststelling van de Omgevingswet (in 2018?) worden de andere aspecten die met de fysieke leefomgeving te maken hebben ook geïntegreerd in zo’n groter bestemmingsplan of omgevingsplan. Hierbij valt te denken aan milieubepalingen, wateraspecten, verkeersbeleid en vele gemeentelijke verordeningen. Tegen die tijd is het ook noodzakelijk om een Omgevingsvisie voor de stad (en/of regio) op te stellen.

De Omgevingswet vraagt om een aangepaste werkwijze binnen de eigen organisatie en de regio. Ook gelet op de jurisprudentie rond “de ladder van duurzame verstedelijking” moeten steeds meer regionaal de afwegingen gemaakt worden over waar winkelcentra en nieuwbouw van woningen en bedrijven en kantoren een plaats kunnen vinden.-Regionale ontwikkelingen in bijvoorbeeld de IJmond, het Masterplan Noordzeekanaalgebied (NZKG) en de Metropoolregio Amsterdam (MRA) bieden kansen voor ruimtelijke en economische aspecten en duurzaamheid in Beverwijk. Het inspelen op deze bredere ontwikkelingen heeft prioriteit.

25

Er blijven altijd wenselijke bouwinitiatieven ontstaan die niet (volledig) passen in de bestemmingsplannen. Met het doorlopen van procedures als projectuitvoeringsbesluiten en (uitgebreide) omgevingsvergunningen en afwijkingsprocedures (Wabo) zijn deze (particuliere) initiatieven planologisch toch mogelijk. De totale kosten (zowel apparaatskosten als ook noodzakelijke aanpassingen van de openbare ruimte), dienen volgens de Wro/Bro (juli 2008) verhaald te worden op aanvrager c.q. grondeigenaar indien sprake is van ontwikkelingen op particulier terrein met benodigde aanpassingen in het openbare gebied. Dit kan met behulp van anterieure overeenkomsten of exploitatieplannen.

De digitale beschikbaarheid van ruimtelijk beleid blijft ook onder de nieuwe Omgevingswet bestaan en de plannen zullen vanwege het integrale karakter veel omvattender worden.- Ter bepaling en ondersteuning van de financiële haalbaarheid van bestemmingsplannen wordt een geactualiseerd grondbeleid en grondprijsbeleid opgesteld. (exploitatieplannen).


Actuele landelijke wetgeving waaraan het Beverwijkse ruimtelijk beleid moet voldoen zijn:

Wet ruimtelijke ordening (Wro), toelichting in Bro. (Juli 2008)

Besluit ruimtelijke ordening (Bro). (Juli 2008)

Regelgeving digitaal uitwisselbare plannen conform de IMRO-codering 2008 en per 1 juli 2013 norm 2012.

Crisis- en herstelwet (Chw)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Waar mogelijk dient ook al vast geanticipeerd te worden op de nieuwe Omgevingswet, die vermoedelijk in 2018 wordt ingesteld.

Op rijks-, provinciaal-, regionaal- en lokaal niveau zijn diverse visies en andere vormen van regelgeving leidend:

Europa; te implementeren richtlijnen op velerlei gebied, waaronder Natura 2000 gebieden, milieunormen (o.a. luchtkwaliteit), MER-regels, aanbestedingsregels, kaderrichtlijn water

Rijk: Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Provincie: Structuurvisie Noord-Holland

Regio: MRA, visie Noordzeekanaalgebied (NZKG) . . INT-13-02744)

Gemeentelijk: Structuurvisie Beverwijk 2015+ . . 2009/76503

Luchtvaart Indelingsbesluit 26 november 2002

Bezuinigingen


Doelstellingen1. Ontwikkelen en vastleggen van ruimtelijk beleidHet faciliteren van de ruimtelijke ontwikkeling van Beverwijk door het maken van ontwerpen en gebiedsvisies, doen van onderzoek en het vervaardigen van WRO planproducten zoals bestemmingsplannen en MER.

26

Welke producten dragen hier aan bij?Ruimtelijke ordening (13097)

MaatregelenMaatregelenFaciliteren bedrijvenHet actualiseren van bestaande en opstellen van nieuwe (vooral grotere) bestemmingsplannenHet actualiseren van het grondbeleid en grondprijsbeleid ten behoeve van ontwikkelingen op particuliere terreinen.Het college onderzoekt of efficiencywinst is te halen uit het verbeteren van de organisatie van vervaardiging van grotere ruimtelijke plannen.Het college zorgt er voor dat er een goede afstemming is tussen vastgoedbeleid (grond, opstallen en bestemming) en grondbeleid/grondprijsbeleidHet opstellen van een exploitatieplanberekeningHet volgen en leveren van bijdragen aan provinciale en regionale visies als NZKG, MRAOpstellen en uitvoeren uitvoeringsplan Breestraat & omgevingOpstellen van een nieuwe StadsvisieOpstellen van gebiedsvisies of structuurvisies als stedenbouwkundig kader voor herstructureringsgebieden, als uitwerking van de stadsvisie of een kloppend stadshart.Parallelweg; bestemmingsplan Parallelweg (2017)Uitgebreide omgevingsvergunningen uitwerkenVaststellen bestemmingsplan Wijk aan Zee met PlanMER en beschermd dorpsgezicht2. Behouden en versterken van de kwaliteit en de karakteristieken van de gemeente BeverwijkHet behouden en versterken van de omgevingskwaliteiten van de gemeente door toetsing, uitvoering en handhaving van beleid en regelgeving op het gebied van omgevingsrecht.

Welke producten dragen hier aan bij?Basiskaart (16010), Omgevingsvergunning (14102)

MaatregelenMaatregelenOpstellen en uitvoeren van bouw- en handhavingsbeleid inclusief een uitvoeringsprogramma voor 2016 en 2017, met als doel om transparanter, beleidsmatiger en kwalitatief hoogwaardiger te werkenOpstellen en uitvoeren van ruimtelijke beleidsregels voor toetsing van aanvragen voor reguliere Wabo omgevingsvergunningen die in strijd zijn met het bestemmingsplan (planologische kruimellijst)Toetsen van omgevingsplannen aan bovengenoemd ruimtelijk beleid en overige regelgeving en het houden van toezicht op naleving en handhavend optredenVoorbereidingen treffen ter invoering van nieuwe wetgeving op het gebied van omgevingsrecht (Omgevingswet, Wet VTH etc.)

27

3. Het professioneel en duurzaam beheren van openbare gebouwen en terreinenHet professioneel en duurzaam beheren van openbare gebouwen en terreinen

Welke producten dragen hier aan bij?Vastgoed (13037).

MaatregelenMaatregelenHet opstellen van vastgoedbeleid (accommodatiebeleid)4. Beverwijk beschikt over een actueel grondbeleid dat ten diensten staat aan de stedelijke ontwikkelingBeverwijk beschikt over een actueel grondbeleid dat ten diensten staat aan de stedelijke ontwikkeling. Dit beleid vormt de basis voor een transparante en werkbare gronduitgifte.

Welke producten dragen hier aan bij?Vastgoed (13037)

MaatregelenMaatregelenActuele gronduitgifteprijzen (het grondprijsbeleid heeft als uitgangspunt marktconformiteit)Goede contractuele afsprakenGronduitgifte en verwervingNiet strategisch vastgoed; afstotingsbeleid opstellenSluitend kostenverhaal (dekking gemeentelijke kosten bij gronduitgifte5. Het initiëren en onderzoeken van mogelijke ruimtelijke processen en ontwikkelingenHet initiëren en onderzoeken van gebiedsontwikkelingen ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit en revitalisering van de gemeente in de fase tot aan “projectdefinitie” of “plan van aanpak”.

Welke producten dragen hier aan bij?Ruimtelijke ordening (13097)

MaatregelenMaatregelenDe ruimtelijke mogelijkheden en de milieuruimte onderzocht voor huidige en toekomstige functies rond de A22, de spoorlijn en de Parallelweg6. Het realiseren van een (natuurbeleving)park, een groenrecreatieve buffer tussen de woongebieden van Beverwijk (met name de Broekpolder) en het meer agrarische buitengebied ten oosten van de stad door realisatie van het AagtenparkHet realiseren van een (natuurbeleving)park, een groenrecreatieve buffer tussen de woongebieden van Beverwijk (met name de Broekpolder) en het meer agrarische buitengebied ten oosten van de stad door realisatie van het Aagtenpark. Hierbinnen vallen mogelijkheden voor intensieve vormen van recreatie in aansluiting op de extensieve recreatiemogelijkheden van de Buitenlanden, de Omzoom en de cultuurhistorisch waardevolle stelling van Amsterdam.

Welke producten dragen hier aan bij?Project Aagtenpark (13102).

28

MaatregelenMaatregelenHet college gaat de laatste fasen van het gebied, conform de Wet bodembescherming, voorzien van een nieuwe leeflaag als basis voor een milieuhygiënisch veilige inrichtingIn stand houden, onderhouden en beheren plaatselijke en regionaal afgestemde recreatieve voorzieningen (RAUM) en realiseren van groenrecreatieve buffer (Aagtenpark) en BuitenlandenFinanciële informatie programma 3 Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw


Ruimtelijke ordening (13097)

In 2016 zijn incidenteel lasten geraamd voor het opstellen van de stads- en structuurvisie en voor de inhuur van expertise voor de herziening van de bestemmingsplannen.

29

Project Aagtenpark (13102)

In 2016 wordt het project afgerond. Vanaf 2016 zijn beheergelden geraamd en vanaf 2017 start afschrijven.

Omgevingsvergunning (14102)

Structureel lagere lasten vanaf 2016, betreft een taakstelling van €50.000 op uitvoeringskosten. Dit is besloten bij het vaststellen van de programmabegroting 2015. Daar tegenover staan structureel hogere lasten van €75.000 voor de taken op het gebied van handhavingsbeleid brandveiligheid (VRK taken).

Basiskaart (16010)

De toename van de lasten betreffen kapitaallasten van de nieuwe basiskaart grootschalige topografie (BGT) en ambtelijke uren voor coördinatie van het geografisch informatie systeem (GIS).

Vastgoed (13037)

Lasten zijn hoger, dit betreft begrote uren. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van producten programma onderwijs naar vastgoed. In 2015 zijn de verkoopopbrengsten van vastgoed geraamd die aan de algemene reserve worden toegevoegd. Ook voor 2016 en 2017 is een (extra) opbrengst uit verkopen vastgoed en toevoeging aan de reserve geraamd.

Programma 4 | Verkeer en wegenEen optimaal bereikbare gemeente met een veilig en onderhouden verkeerssysteem, nu en in de toekomst.


Het gemeentelijk verkeer- en vervoerplan (GVVP 2011) en het meerjarenprogramma beheer en onderhoud openbare ruimte (2012) legt de basis voor een robuust en toekomstvast verkeerssysteem in de gemeente Beverwijk. Daarnaast is er de regionale Mobiliteitsvisie IJmond Bereikbaar (2014). Zowel het GVVP als de visie IJmond Bereikbaar sluiten aan bij de regionale en landelijke ontwikkelingen op het gebied van verkeer en vervoer.


Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan 2007/22571, 2011/6074, 2011/20083

Meerjarenprogramma beheer en onderhoud openbare ruimte 2012/51815

Bebouwd parkeren centrumplannen en stand van zaken najaar 2013 2012/43111

Kadernota parkeren . . . . . . 2012/50998

Regionale Mobiliteitsvisie IJmond Bereikbaar . . . INT-13-07434

Bezuinigingen


Doelstellingen1. De gemeente moet bereikbaar en verkeersveilig blijven, nu en in de toekomst

30

De gemeente moet bereikbaar en verkeersveilig blijven, nu en in de toekomst.

Welke producten dragen hier aan bij?Parkeren (13032), Verkeersvoorzieningen en maatregelen (13031)

MaatregelenMaatregelenIJmond op de kaart; Lobby IJmond BereikbaarOnderzoeken mogelijkheden regionaal mobiliteitsfondsOpenbaar vervoer trein: lobby naar ministerie I&M met IJmond Bereikbaar. OV bus: participeren met de provincieUitvoeren progr. mobiliteitsmanagement&visie IJmond BereikbaarUitvoeringsprogramma GVVP: aanleggen en realiseren fietsroutes2. Een goed onderhouden verkeersnetwerkEen goed onderhouden verkeersnetwerk

Welke producten dragen hier aan bij?Openbare Verlichting (13027), Projecten wegverhardingen (13029), Beheer wegverhardingen (13030), Gladheidsbestrijding (14026)

MaatregelenMaatregelenWegenonderhoudFinanciële informatie programma 4 Verkeer

31


Projecten wegverhardingen (13029)

De toename van de lasten betreft met name kapitaallasten van afgeronde projecten van wegreconstructies. Verder is er een toename van aantal uren voor coördinerende werkzaamheden kabels en leidingen.De lasten en baten die te maken hebben met het verleggen van kabels en leidingen voor andere nutsbedrijven zijn met ingang van 2016 begroot op dit product, voorheen werden deze begroot op Beheer wegverhardingen (13030). Aangezien dit meestal projectmatige kosten zijn is het logischer deze te begroten op Projecten wegverhardingen (13029).De storting in de reserve voor in 2017, 2018 en 2019 van €525.000 betreft de reservering voor de gemeentelijke bijdrage aan de verbindingsweg A8-A9.

Beheer wegverhardingen (13030)

32

De toename van de lasten betreffen beheerlasten openbare ruimte, kapitaallasten van vervangingsinvesteringen en lasten voor een nieuwe methode van onkruidbestrijding op verharding.

Verkeersvoorzieningen en maatregelen (13031)De lasten zijn lager, in de lasten van 2015 is een budgetoverheveling van 2014 opgenomen en vanaf 2016 heeft een verschuiving van uren plaatsgevonden van Verkeersvoorziening en maatregelen (13031) naar Regelingen / bijzondere wetten (13009).

Product 13032 ParkerenDe toename van de lasten betreft de kapitaallasten van de ondergrondse fietsenstalling en van de in 2015 vervangen parkeerautomaten.De baten zijn lager, bij de 2e bestuursrapportage 2015 zijn de inkomsten voor het straatparkeren, parkeervergunningen en boetes structureel verlaagd.De bijdrage uit de reserve is nodig om de gestegen lasten en gedaalde baten te compenseren. In 2018 wordt er eenmalig €600.000 onttrokken uit de parkeerreserve ter dekking van de kosten voor de herinrichting van de Breestraat.

Programma 5 | Water en rioleringInvulling geven aan de “gemeentelijke watertaken”, waarin de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater zijn beschreven. Deze taken zijn verankerd in de Waterwet en de Wet milieubeheer. Via de watertoetsprocedure bij bestemmingsplannen voorzien in ruimte voor oppervlaktewater.


De rioleringstaak is vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2010 - 2015. Hierin is beschreven hoe de gemeente invulling geeft aan de watertaken. In 2005 zijn afspraken gemaakt met Rijkswaterstaat en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) met als hoofddoel in 2015 te voldoen aan de milieueisen voor riolering.

Landelijk wordt gestimuleerd om meer samenwerking te bereiken tussen overheden bij de uitoefening van watertaken. De VNG en Unie van Waterschappen voeren hierin de regie. Beverwijk heeft op 16 januari 2014 een convenant (INT-13-06978) gesloten met Heemskerk, Uitgeest en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Het convenant bevat een plan van aanpak om in 2020 de gestelde doelen op kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid te bereiken.

In 2007 is met HHNK, Uitgeest en Heemskerk, het Regionaal Waterplan opgesteld. Een belangrijke actie hieruit is de omleiding van de hoofdwaterlopen. Eind 2015 is met projecten aan de kop van de haven en bij de Aagtendijk bereikt dat zowel riolering als oppervlaktewater meer capaciteit krijgen. Bij te totstandkoming van het GRP in 2016 zal samen het HHNK worden bezien in hoeverre nog aanvullende acties nodig zijn.


WaterwetWet milieubeheerBestuursakkoord Water mei 2011Regionaal waterplan 2007 - 2017Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2010 - 2015 . . . 2010/58752

Bezuinigingen


Doelstellingen

33

1. Invulling geven aan de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwaterOp een doelmatige wijze invulling geven aan de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater.

Welke producten dragen hier aan bij?Waterbeheersing/grondwaterbeheer (13034), Projecten riolering (13089), Riolering (13090), Investeringen riolering (380xx)

MaatregelenMaatregelenDe formele afronding van alle projecten die de afgelopen 10 jaar zijn uitgevoerd om in 2015 aan de vergunningsvoorschriften te voldoen2. Een veilig en schoon watersysteemEen veilig en schoon watersysteem.

Welke producten dragen hier aan bij?Waterbeheersing/Grondwaterbeh. (13034)

MaatregelenMaatregelenHet uitvoeren van watertoetsenFinanciële informatie programma 5 Water en riolering


Projecten riolering (13089)

34

De toename van de lasten betreft rioolinspecties die tot en met 2015 waren begroot op Rioolbeheer (13090). Deze lasten zijn verschoven omdat ze een relatie hebben met uit te voeren groot onderhoud dat een projectmatig karakter heeft.

Rioolbeheer (13090)

Het budget is naar beneden bijgesteld omdat de werkelijke beheerlasten lager zijn. Verder zijn er lasten van inspecties verschoven naar Projecten riolering (13089) omdat deze een projectmatig karkater hebben. Dit wordt verevend met de egalisatiereserve riolering.De bijdrage uit de reserve betreft de verevening met Projecten riolering (13089) en Rioolbeheer(13090). Deze bijdrage is lager omdat de beheerlasten zijn verlaagd.

Programma 6 | Sport(on)Georganiseerde sportbeoefening inzetten als middel om de sociale samenhang, participatie en een gezonde levensstijl te bevorderen. Dit draagt bij aan begrip voor en toepassing van normen en regels in de samenleving. Er is extra aandacht voor jeugd uit achterstandsgezinnen en mensen die (een) beperking(en) hebben.


Het college constateert dat landelijk sportdeelname bij verenigingen terugloopt en dat het ongeorganiseerd sporten steeds populairder wordt. Die trend is ook terug te zien in Beverwijk. Positief is dat zowel de intrinsieke als maatschappelijk waarde van sport inmiddels algemeen zijn erkend. Door de ontwikkeling in het sociaal domein verandert de relatie tussen gemeenten en sportverenigingen en sportaanbieders. Zij worden steeds meer zelf verantwoordelijk voor hun taken en de gemeente komt steeds meer in een faciliterende, stimulerende, regisserende en verbindende rol.

Volgens planning wordt de nieuwe sportnota 2016 - 2019 in het 1e kwartaal van 2016 aangeboden aan de raad. Deze nota geeft concreet ‘handen en voeten’ aan de sportieve ambities van dit college. Hierbij houdt het college oog voor de opgaven in het sociaal domein, de regionale ambities en strategische plannen (zie paragraaf 8 Decentralisaties - transformatie). In het collegeprogramma is opgenomen dat daarvoor, op basis van vertrouwen en transparantie, ruimte gemaakt wordt.

Sport heeft relaties met de volgende programma’s:

Maatschappelijke ondersteuning (9) voor participatie van mensen met een beperking.

Maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen (10) regelt financiële ondersteuning van kansarme gezinnen voor deelname aan sportactiviteiten.

Jeugd (13) voor participatie van jongeren in de samenleving met (on)georganiseerde sportactiviteiten


Sportnota “Beverwijk vitaal en sportief . . . . 2009/9539Algemene subsidieverordening Beverwijk . . . . 2012/4744Meerjarenonderhoudsplan . . . . . . INT-13-06847

Bezuinigingen


Doelstellingen35

1. Bevorderen sociale samenhang en participatie door middel van Sport.Bevorderen sociale samenhang en participatie door middel van Sport.

Welke producten dragen hier aan bij?Sportstimulering (13059), Voorziening voor minima (15072), Jeugd -en jongerenwerk (13084)

MaatregelenMaatregelenActiviteiten in het kader van een ‘positief sportklimaat’ ondersteunenDe Beverwijkse sportraad gaat de sportverenigingen ondersteunen met een vraaggericht aanbod aan deskundigheidsbevordering op actuele thema’sDe zichtbaarheid van sportverenigingen vergroten door het organiseren van de 6e Sportfair in 2016Financiële ondersteuning geven in de vorm van subsidies voor het organiseren van sportevenementen en/of aan sportverenigingenIn kaart brengen, vernieuwen en versterken van het ongeorganiseerde sportaanbod door de inzet van buurtsportcoachInzetten van het bewegingsprogramma StreetruleZ op verschillende locaties in BeverwijkOpstellen speelplekkenplan met aandacht voor laagdrempelige sport -en beweeg mogelijkheden in de openbare ruimteOpzetten van een sportnetwerk voor georganiseerde en ongeorganiseerde sportaanbiedersSport in de wijkUitvoering van het jeugdsportfonds2. Het stimuleren van deelname aan het sport en beweegaanbod als onderdeel van een gezonde leefstijlHet stimuleren van deelname aan het sport en beweegaanbod als onderdeel van een gezonde leefstijl

Welke producten dragen hier aan bij?Sportstimulering (13059), Binnensport (13061), Buitensport (13062), Lokaal gezondheidsbeleid (130)

MaatregelenMaatregelenAandacht voor de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de Beverwijkse sportaccommodaties voor mensen met een beperkingGericht inzetten van de buurtsportcoach in gebied(en), met speciale aandacht voor obesitasOntwikkelen van (nieuw) vraaggericht sport -en beweegaanbod in de wijk met behulp van de buurtsportcoach (jeugd)Ontwikkelen van (nieuw) vraaggericht sporten beweegaanbod in de wijk (ouderen)

36

Passend sportaanbod ontwikkelen en toeleiding naar sport organiseren voor mensen met een beperkingSubsidiëring (van sportverenigingen en andere instellingen) voor mensen met een beperkingSubsidiëring van sportverenigingen en andere instellingen (jeugd)Subsidiëring van sportverenigingen en andere instellingen (ouderen)3. Het realiseren en in stand houden van voldoende toegeruste, goed bereikbare en betaalbare binnen- en buitensportaccommodaties.Het realiseren en in stand houden van voldoende toegeruste, goed bereikbare en betaalbare binnen- en buitensportaccommodaties.

Welke producten dragen hier aan bij?Gymlokalen (13044), Binnensport (13061), Buitensport (13062)

MaatregelenMaatregelenHet college doet nader onderzoek voor de realisatie van een vierde hockeyveldO.a. het vervangen van een kunstgrasveld van BHC Overbos en het vervangen van kozijnen gymzaal DreefRealiseren, in stand houden van voldoende toegeruste, bereikbare en betaalbare binnen- en buitensportaccommodatiesRegionale samenwerking met direct omliggende gemeenten voor investeringen, onderhoud en beheer en gebruik van de sportaccommodatiesFinanciële informatie programma 6 Sport

37


13059 sportstimuleringbuurtsport-coaches toegevoegd aan budget

De vaste lasten van de sportaccommodaties en de bijdrage aan Stichting Sportaccommodaties Beverwijk worden op Gymlokalen (13044), Binnensport (13061) en Sportvelden (13062) geraamd.

De baten hebben betrekking op de verhuuropbrengst van de gebouwen.

De mutaties in de budgetten voor de sportaccommodaties zijn gebaseerd op het MGOIP 2014 - 2017 (INT-13-06847).

Verschillen op de onderhoudskosten en kapitaallasten worden gemuteerd op de reserve MGOIP Sportaccommodaties.

De onttrekking aan de reserve betreft de kapitaallasten van de atletiekbaan.

De fluctuaties in de lasten ontstaan door de hoogte van loonkosten, PR en communicatiekosten en evaluatiekosten.

38

Programma 7 | Kunst en cultuurKunst en cultuur hebben een vanzelfsprekende positie binnen de gemeente en versterken de identiteit en het karakter van Beverwijk en Wijk aan Zee. Kunst en cultuur zorgen voor persoonlijke ontplooiing, voor sociale verbondenheid met elkaar en de gemeente en voor ontspanning en vermaak.


Het beleid is erop gericht dat iedereen kennis kan maken met kunst en cultuur en actief of passief deel kan nemen aan kunstzinnige en culturele activiteiten. Gemeente Beverwijk beschikt over een breed en aantrekkelijk aanbod van culturele voorzieningen die Beverwijk tot een levendige stad maken. De tijdgeest vraagt om ruimte voor vernieuwing en samenwerking, voor particuliere initiatieven en voor activiteiten waarbij iedereen zijn of haar talenten kan ontdekken. Kernthema’s hierbij zijn; participeren en laagdrempelig aanbod en ruimte voor allure en experiment.

Voor de culturele infrastructuur is toekomstbestendigheid en duurzaamheid van belang. Lokale en regionale samenwerking en multifunctioneel en efficiënt gebruik van gebouwen en accommodaties worden daarbij steeds belangrijker. Daardoor komen culturele en sociaal-maatschappelijke functies, zorg en onderwijs steeds meer met elkaar in verbinding.

In augustus 2015 is het college gestart met de nieuwe cultuurvisie 2016 - 2019 voor Beverwijk. Hierin is nadrukkelijk aandacht voor de culturele ambities en plannen in samenspel met de Beverwijkse samenleving. Kunst en cultuur spelen een rol in de transformatie van het Sociale Domein die gaande is (zie paragraaf 8 over de transformatie).


Cultuurvisie Beverwijk 2016 - 2019 . . . . . . PMToekomstperspectief voor de theaterfunctie in Beverwijk”, raadsbesluit 2011/50203Terugkoppeling lokale- en regionale samenwerkingsmogelijkheden culturele instellingen Kerkplein, raadsbesluit . . . 2012/22873Verkenning reg. samenwerking cult. instellingen IJmond gemeenten -13-00531Stand van zaken bibliotheekwerk Bibliotheek IJmond Noord nu en vanaf 2015 . . . . . . . . C-14-01253

Bezuinigingen


Doelstellingen1. Culturele voorzieningen hebben een duurzame en stevige inbedding in de Beverwijkse samenlevingCulturele voorzieningen hebben een duurzame en stevige inbedding in de Beverwijkse samenleving. Waar dat wenselijk is wordt regionaal samengewerkt.

Welke producten dragen hier aan bij?Bibliotheek (13050), Kunst en cultuur (13051), Multifunctionele voorzieningen (13069)

MaatregelenMaatregelenVaststellen regionale cultuurvisie2. Kunst onlosmakelijk betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingKunst en cultuur zijn onlosmakelijk verbonden aan de stad. We koesteren het erfgoed en het eigen karakter van Beverwijk en Wijk aan Zee bij ruimtelijke ontwikkelingen

39

Welke producten dragen hier aan bij?Kunst en cultuur (13051), Monumenten (13066)

MaatregelenMaatregelenBehoud van en aandacht voor cultureel erfgoed en beelddragers3. Stimuleren en faciliteren van creatieve initiatieven in de volle breedte van de samenlevingStimuleren en faciliteren van creatieve initiatieven in de volle breedte van de samenleving zodat iedereen kan meedoen.

Welke producten dragen hier aan bij?Kunst en cultuur (13051), Mediazaken (13055)

MaatregelenMaatregelenInzetten van projectsubsidiesInzetten van waarderingssubsidiesFinanciële informatie programma 7 Kunst en cultuur

40


Monumenten (13066)

De lasten zijn lager, er zijn minder uren begroot door een bezuiniging op formatie die met ingang van 2016 is gerealiseerd.

Kunst en Cultuur (13051)

Minder uren begroot, de personele inzet wordt meer gericht op de decentralisaties. Fluctuatie treedt op door raming van ‘Beverwijk uit de kunst’ op de oneven jaren.

Programma 8 | MilieuWaarborgen en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving en het bevorderen van duurzame ontwikkeling.


De milieutaken van de gemeente Beverwijk zijn ondergebracht bij Omgevingsdienst IJmond.

Zij voert deze taken uit op basis van een Gemeenschappelijke Regeling. Dit is een gemeenschappelijke regeling (GR) van de gemeente Beverwijk, Velsen, Heemskerk, Uitgeest, Haarlem, Purmerend, Beemster en de Provincie Noord Holland.


Wet milieubeheer . . . . . . . 2008/6572Milieubeleidsplan (2015 - 2020) INT-15-21153Wijziging Gemeenschappelijke regeling Milieudienst IJmond INT-13-04774Visie luchtkwaliteit . . . . . . . 2012/26900Regionale mobiliteitsvisie . . . . . . INT-13-01031Landelijk programma Energieakkoord . . . . Begroting 2016 Omgevingsdienst IJmond INT-1519002Milieuwerkplan 2016, beschikbaar in februari 2016

Bezuinigingen


Doelstellingen1. Borgen van de kwaliteit van de leefomgevingBorgen van de kwaliteit van de leefomgeving. Uitgangspunt is het voldoen aan de wettelijke normen.

Welke producten dragen hier aan bij?Milieuadviezen (13092)

MaatregelenMaatregelenDeelnemen aan Platform Milieu & Gezondheid. Uitvoeren visie luchtkwaliteit IJmond en Milieudialoog IJmondOnderzoek toepassingsmogelijkheden LNG t.b.v. binnenvaart en vrachtverkeer

41

Uitvoeren reguliere, wettelijke milieutakenVaststellen milieuwerkplan 2016Voortzetting uitvoeren IJmondiaal onderzoek hergebruik restwarmte Tata steel2. Breder draagvlak creëren voor duurzame ontwikkelingBreder draagvlak creëren onder de Beverwijkse samenleving voor duurzame ontwikkeling. De voorbeeldfunctie van de gemeente is groot. Het bevorderen van deze ontwikkeling bereiken wij onder andere door in te zetten op duurzame energie en luchtkwaliteit. Daarnaast zetten we ook in op de veranderende rol in relatie tot het Energieakkoord.

Welke producten dragen hier aan bij?Milieuadviezen (13092)

MaatregelenMaatregelenDeelnemen aan Platform Milieu & Gezondheid. Uitvoeren visie luchtkwaliteit IJmond en Milieudialoog IJmondProject Duurzame zeehavensProject WarmtenetProject Wind op landStimuleren van (burger)initiatieven wat betreft duurzaamheid; Wagenpark, GreenBiz en Route du SoleilUitvoeren acties IJmond BereikbaarUitvoering geven aan Milieubeleidsplan 2015 - 2020Financiële informatie programma 8 Milieu

42


Milieuadviezen (13092)

De lasten zijn lager omdat in 2015 de gemeentelijke bijdrage aan ISV3 milieuprojecten is begroot.De bijdrage uit de reserve in 2015 betreft de overheveling van de gemeentelijke bijdrage aan ISV3 milieuprojecten uit 2014 en een eenmalige bijdrage uit de milieu-innovatiereserve voor het meetnet luchtkwaliteit (besluit 1e bestuursrapportage 2015). Met ingang van 2016 is er jaarlijks €50.000 extra begroot voor de uitvoering van het milieubeleidsplan

Programma 9 | Maatschappelijke ondersteuningMet dit programma geeft de gemeente Beverwijk invulling aan de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Doel van de Wmo is dat mensen met beperkingen kunnen deelnemen aan de samenleving, zo veel mogelijk en zo lang mogelijk op eigen kracht. In dit programma zijn ook de taken op het gebied van de volksgezondheid (Wet publieke gezondheid, Wpg), het tegengaan van discriminatie (Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, Wga) en Dierenwelzijn opgenomen.


Met ingang van 1 januari 2015 is de nieuwe Wmo 2015 van kracht. Er heeft een overheveling van taken plaatsgevonden vanuit de voormalige AWBZ naar de Wmo 2015 voor de functies begeleiding, cliëntondersteuning en beschermd wonen. Deze laatste functie wordt uitgevoerd via de centrumgemeente Haarlem.

In dit programma geeft het college invulling aan de algemene en preventieve voorzieningen. Het gaat om de sociale basis-infrastructuur in de gemeente zoals het welzijnswerk, vrijwilligerswerk en mantelzorg, de sociale teams en cliëntondersteuning.

Soms zijn, in aanvulling daarop, individuele maatwerkvoorzieningen nodig, dat is uitgewerkt in programma maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen. De programma’s 9 en 10 worden steeds meer “communicerende vaten”.

Het sociale domein is in beweging. Gemeenten moeten nieuwe antwoorden en manieren vinden om, samen met burgers, maatschappelijke organisaties en andere partners, daaraan invulling te geven. Vragen, doelen en mogelijkheden van inwoners staan centraal. Met dit programma geeft het college invulling aan deze transformatie, zie verder paragraaf decentralisatie - transformatie (8)

Veel werk gebeurt regionaal of wordt op dat niveau afgestemd. Daarnaast is in de vormgeving en uitvoering ook sprake van lokaal maatwerk. Oplossingen moeten immers passen bij de inwoners van Beverwijk. Nieuw beleid wordt door het college voorbereid en samen met partners worden pilots gedraaid.


Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015)Wet publieke gezondheid (Wpg)Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningenWet dierenWmo beleidsplan 2012 - 2015. . . . . . 2011/55849Nota mantelzorg en vrijwillige inzet . . . . . 2012/41671Nota lokaal gezondheidsbeleid 2013 - 2016 . . . 2012/41406Nota Dierenwelzijn 2015 - 2017 gemeente Beverwijk . INT-15-16695Regionaal beleidskader decentralisatie AWBZ . . . INT-13-07714

43

Bezuinigingen


Doelstellingen1. Ondersteunen van burgers en inwoners met beperkingen bij hun zelfredzaamheid en deelname in de samenlevingMet goede algemene voorzieningen ondersteunen we (kwetsbare) burgers en inwoners met beperkingen bij hun zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving, waarbij de eigen kracht en sociale netwerken van mensen zoveel mogelijk worden aangesproken.

Welke producten dragen hier aan bij?Belangenbehartiging (13052), Culturele minderheden (13058), Ouderenwerk (13079), Wmo Begeleiding (13080), Sociaal-cultureel werk (13083), Volksgezondheid (13087), Wijkbudget wijkcoördinatoren (14083), Mantelzorg (13078)

MaatregelenMaatregelenBeleidsplan Wmo 2016 - 2019, kader stellen, vormgeven nieuwe prestaties WmoBewonersinitiatieven stimuleren o.a. met gebiedsgericht werkenBovenregionaal RSA-project: educatieve praktijkbezoeken huisartsen over mantelzorgproblematiek en mantelzorgondersteuning.De samenwerking in de dementieketen wordt geïntensiveerd.Evaluatie digitale marktplaats vrijwillige inzet BUUVGebiedsgericht werkenIn stand houden van een antidiscriminatievoorzieningOp zoek naar een nieuwe ordening van de sociale infrastructuur van de gemeentePrestatieafspraken met de Vrijwilligerscentrale Heemskerk/Beverwijk en mantelzorgorganisatiesUitvoering actiepunten kaderbeleidsnota Mantelzorg en vrijwillige inzet 2012 - 2015Vaststellen TransformatieagendaVrijwilligerswerk en mantelzorgWmo; transformatie basisinfrastructuur in samenspraak met partners2. Realiseren van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van preventie en maatschappelijke ondersteuningRealiseren van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van preventie en maatschappelijke ondersteuning uitgaande van één huishouden – één plan – één regisseur.

Welke producten dragen hier aan bij?Algemeen maatschappelijk werk (13076), Maatwerkvoorzieningen Wmo (3D) (15084), Ouderenwerk (13079), Wmo Begeleiding (13080)

MaatregelenMaatregelenCliëntondersteuning verder vormgeven

44

Het jaarlijks cliënt ervaringsonderzoek dat is benoemd in het collegeprogramma wordt regionaal uitgewerktKomen tot een evaluatie, definitie en invulling van de sociale teamsOnderzoek naar mogelijkheden integrale cliëntparticipatieOntwikkelen monitoringssystematiekPilot Sociale teams3. Bieden van beschermd wonen en opvangWe ondersteunen inwoners van Beverwijk die (tijdelijk) niet meer thuis wonen en/of niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving door begeleiding, beschermd wonen en opvang. Dit gebeurt in overleg met en deels uitgevoerd door centrumgemeente Haarlem.

Welke producten dragen hier aan bij?Geestelijke gezondheidszorg (13074), Maatschappelijke opvang (13075), Maatwerkvoorzieningen Wmo (3D) (15084)

MaatregelenMaatregelenUitvoering geven aan het beleidskader uitvoeringsprogramma Regionaal Kompas 2015 - 20204. Het handhaven en verbeteren van de lokale gezondheidstoestand (Wpg)Het handhaven en verbeteren van de lokale gezondheidstoestand (Wpg).

Welke producten dragen hier aan bij?Volksgezondheid (13087)

MaatregelenMaatregelenDe lokale integrale aanpak van gezondheidsachterstanden uitwerkenUitvoering geven aan de beleidsagenda 2013 - 2016 behorend bij de nota Lokaal gezondheidsbeleid5. Invulling geven aan de verantwoordelijkheden op het gebied van dierenwelzijnInvulling geven aan de wettelijke taken en juridische (en morele) verantwoordelijkheden van de gemeente op het gebied van dierenwelzijn.

Welke producten dragen hier aan bij?Dierenwelzijn (13025)

MaatregelenMaatregelenAfspraken maken over de kostendekkende vergoedingen aan de dierenwelzijnsorganisatiesFinanciële informatie programma 9 Maatschappelijke ondersteuning

45


Mantelzorg (13078)

Door de budgetoverheveling (doorontwikkeling sociale teams en RSA subsidie project ‘9 minuten Huisartsenconsult’) vanuit de jaarrekening 2014 zijn de lasten voor 2015 incidenteel hoger.

Ouderenwerk (13079)

46

De fluctuatie in de jaren komt doordat er in de oneven jaren extra lasten zijn geraamd voor de ouderenontmoetingsdag.

Wmo begeleiding (13080)

Door invoeringsbudget voor Wmo en budget voor sociale teams in 2014 incidenteel hogere baten en lasten.

Sociaal cultureel werk (13083)

Incidenteel hogere lasten in 2015 door eenmalige projectsubsidie aanpassingen basisschool de Wilgenroos (1e bestuursrapportage 2015)

Volksgezondheid (13087)

Bij de meicirculaire 2015 is door het Rijk extra budget beschikbaar gesteld voor Gezond in de stad. De lasten voor dit project zijn begroot op Mantelzorg (13078).

Programma 10 | Maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningenMet dit programma geeft de gemeente Beverwijk invulling aan de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Doel van de Wmo is dat mensen met beperkingen kunnen deelnemen aan de samenleving, zo veel mogelijk en zo lang mogelijk op eigen kracht. Het doel van programma 10 de individuele maatwerkvoorziening is: Als burgers van Beverwijk niet meer zelfstandig of met behulp van hun omgeving voor zichzelf kunnen zorgen, is er een aanbod op maat. Ook taken op het gebied van voorzieningen voor minima (minimabeleid) en de gemeentelijke schuldhulpverlening zijn opgenomen.


De nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning is sinds 1 januari 2015 van kracht. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen. De ondersteuning is erop gericht dat mensen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven. Voor mensen met psychische of psychosociale problemen of voor mensen die, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, de thuissituatie hebben verlaten, voorziet de gemeente in de behoefte aan beschermd wonen en opvang.

De overheveling van taken vanuit de AWBZ naar de Wmo 2015 betreft de functie begeleiding en de cliëntondersteuning. De ‘oude’ Wmo kende een plicht voor gemeenten om beperkingen in zelfredzaamheid weg te nemen of te compenseren (compensatieplicht). Deze plicht is vervangen door een stelsel van algemene- en maatwerkvoorzieningen. Als gezegd beoogt de Wmo 2015 een verdere omslag in denken en doen bij overheid en burgers. Het coalitieakkoord (INT-14-11317) geeft dit ook aan: steeds wordt gekeken naar wat mensen zelf kunnen, wat de omgeving kan doen en vervolgens naar waar de gemeente kan ondersteunen. De gemeente draagt er zorg voor dat niemand tussen wal en schip valt. Daarvoor is het nodig zorg dicht bij en met burgers te organiseren.

Het college wil op resultaat sturen en niet langer op een aanbodgerichte wijze van werken. Begeleiding kan bijvoorbeeld ook bereikt worden door verwijzing naar een sportvereniging of kunst/cultuurinstelling. Belangrijk is ook het gebruik van bestaande voorzieningen.

47

De al ingezette extramuralisering betekent dat er meer dan voorheen inwoners met een beperking in hun eigen huis blijven wonen, gelet op de reductie van ziekenhuisbedden en intramurale voorzieningen, vergrijzing en beperking van de Wsw. De druk op de collectieve voorzieningen, inkomensondersteunende maatregelen en maatwerkvoorzieningen gaat hierdoor toenemen.

Zie ook paragraaf decentralisaties - transformatie.(8)


Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015)Wet werk en bijstand (Wwb) / ParticipatiewetWet gemeentelijke schuldhulpverleningWmo-beleidsplan 2012 - 2015. . . . . . 2011/19323Kadernota schuldhulpverlening 2012 - 2015. . . . 2012/2801Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2013 - 2016. . . 2012/55056Beleidsregels schuldhulpverlening 2013 - 2016 . . . C-13-00652Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015. . . INT-14-13296Kadernota minimabeleid 2016 - 2019Beleidsregels minimabeleid (bijzondere bijstand) 2016 - 2019Nadere regels maatschappelijke ondersteuning . . . C-15-01946Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning . . . C-14-01861

Bezuinigingen

Op 3 november 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met het voorstel bezuinigingen 2012 - 2014 (raadsvoorstel 2011/53394 met bijlage 2011/53403). Onderdeel van deze maatregelen betreft het voorstel om jaarlijks €50.000 te bezuinigen op Wmo individuele voorzieningen, te realiseren door indicaties door Wmo adviseurs te doen in plaats van door een extern bureau.

Op 12 juli 2012 heeft de gemeenteraad o.a. besloten om;

oplopend van €50.000 in 2013, €100.000 in 2014 en €200.000 in 2015, in 2016 in totaal netto €200.000 te bezuinigen op de uitgaven van de Wmo individuele verstrekkingen. Dit realiseert gemeente Beverwijk door investeringen in programma maatschappelijke ondersteuning (9) door te voeren.

oplopend van €100.000 in 2014 en €200.000 in 2015, in 2016 in totaal €300.000 te bezuinigen op kosten van uitvoering van bijstand (programma 12) en minimabeleid (programma 10). Het college realiseert dit door onder andere het leveren van minder maatwerk, meer en zakelijker klantgericht en resultaatgericht (gestandaardiseerd en lean) te werken en beperken van de dienstverlening.

Doelstellingen1. Het bieden van voorzieningen en diensten aan inwoners zodat zij zelfstandig een huishouden kunnen voeren en kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeerHet bieden van voorzieningen en diensten aan inwoners zodat zij zelfstandig een huishouden kunnen voeren en kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.

Welke producten dragen hier aan bij?Wmo individuele voorzieningen (15083), Wmo Maatwerkvoorzieningen (3D) (15084)

MaatregelenMaatregelenDe huidige verordening en beleidsregels aanpassen

48

Hulp bij het huishoudenJaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek uit te voerenRealiseren van uitbreidingen van collectieve algemene voorzieningenZogenaamde keukentafelgesprekken voeren (kanteling)2. Het bieden van een financiële tegemoetkoming aan chronisch ziekenHet bieden van een financiële tegemoetkoming aan chronisch zieken

Welke producten dragen hier aan bij?Wmo maatwerkvoorzieningen (15084)

MaatregelenMaatregelenHet verstrekken van tegemoetkomingen voor chronisch zieken en gehandicapten3. Het direct of indirect stimuleren van participatie van inwoners met een minimum inkomenDe voorzieningen van het minimabeleid hebben tot doel het direct of indirect stimuleren van participatie van inwoners van Beverwijk met een minimum inkomen.

Welke producten dragen hier aan bij?Voorziening voor minima (15072)

MaatregelenMaatregelenDe effecten van het minimabeleid en de nieuwe beleidsregels inzichtelijk maken met behulp van een beleidsverslagDoorgaan met het effectiever maken van de werkprocessenEen overzicht maken van alle voorzieningen en activiteiten van de gemeente en maatschappelijke organisaties in het kader van het minimabeleidHet bieden van inkomensondersteunende maatregelen voor personen op of onder het minimum inkomen en het stimuleren van maatschappelijke participatieHet minimabeleid uitvoeren volgen de vastgestelde beleidsregelsHet realiseren van een eenduidig IJmondiaal beleidIntensiveren van het armoede- en schuldenbeleidJaarlijks een beleidsverslag minimabeleid met gebruiksgegevensMeer gebruik van de beschikbare deskundigheid van maatschappelijke organisatiesNota intensivering armoedebeleid n.a.v. extra rijksbudgetten monitoren, evalueren en uitvoerenOndersteunen van inwoners met een minimaal inkomenOntwikkeling en uitvoering minimabeleid 2016 - 2019 (beleidsregels bijzondere bijstand)Ontwikkeling en uitvoering nieuw kader minimabeleid 2016 - 2019 (kadernota)Over de uitvoering van het minimabeleid met de maatschappelijke organisaties gezamenlijke afspraken maken.

49

Toewerken naar een efficiënte samenwerken tussen de verschillende maatschappelijke organisatiesToewerken naar meer uniformiteit en samenhang in beleid en uitvoering4. Door schuldhulpverlening de maatschappelijke participatie bevorderenDoor schuldhulpverlening de maatschappelijke participatie bevorderen. Schuldhulpverlening is een middel om de zelfredzaamheid van de burgers te vergroten en participatie in de samenleving mogelijk te maken of te herstellen.

Welke producten dragen hier aan bij?Schuldhulpverlening (15073)

MaatregelenMaatregelenDe samenwerking met het voortgezet onderwijs en de extra inzet van MEE evalueren en mogelijk continuerenEvalueren beleidsplan schuldhulpverleningHet begeleiden van klanten met schuldhulpverleningMet het schuldhulpverleningsaanbod burgers met financiële problemen of financiële vragen helpenFinanciële informatie programma 10 Maatschappelijke ondersteuning individuele voorziening

50


Voorzieningen minima (15072)

voor de jaren 2015 en 2016 is een bedrag overgeheveld naar het product 15073 voor het project schuldhulppreventie op scholen (2e bestuursrapportage 2014). Daardoor zijn de lasten in 2015 en 2016 incidenteel lager.

Schuldhulpverlening (15073)

Voor de jaren 2015 en 2016 is een bedrag begroot voor het project schuldpreventie op scholen (2e bestuursrapportage 2014). Daardoor zijn de lasten in 2015 en 2016 incidenteel hoger ten opzichte van de jaren 2017 - 2019 In 2014 waren de lasten hoger door overschrijding op de hulpverleningstrajecten

Wmo individuele voorziening (15083)

In 2014 is een voordelig saldo ontstaan van circa 1 mln. Dit voordelige saldo ontstond doordat er geanticipeerd is op de bezuiniging van het Rijk en het effect van de kantelingsgesprekken. Het lagere budget vanaf 2016 wordt met name veroorzaakt door verdere bezuiniging op hulp bij het huishouden. Daarnaast zijn er in 2016 minder uren begroot doordat de personele inzet meer gericht wordt op de decentralisaties.

Maatwerkvoorzieningen Wmo (15084)

Dit is een product voor decentralisatie Wmo. De lasten fluctueren in de jaren door schommelingen in de integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel Wmo.

Programma 11 | MiddelenRaad en burgers laten ervaren dat de gemeente resultaatgericht presteert en op een doordachte manier met de door de raad geformuleerde ambities omgaat.

Het college zorgt hier voor door:

De financiële uitgangspunten van de raad voor lastendruk en vermogenspositie te bewaken;

De middels de programmabegroting beschikbaar gestelde middelen (geld en capaciteit), effectief en efficiënt in te zetten;

Het evenwichtig verdelen van middelen over alle programma’s om de afgesproken prestaties te leveren.


Het programma middelen heeft een bijzonder karakter. Voor elk programma zijn doelstellingen en prestaties benoemd. Het college zorgt voor uitvoering van deze werkzaamheden. Om de activiteiten die hiermee gepaard gaan effectief en efficiënt te kunnen uitvoeren is er behoefte aan een programma waarin de verdeling van middelen over de programma’s is vastgelegd. Het programma is de bindende factor tussen alle andere programma’s en vormt als het ware ‘het cement tussen de stenen’.

51

De effectiviteit van inzet van middelen hoort thuis binnen de programma’s zelf. De efficiëntie van inzet van middelen daarentegen is wel een onderwerp in het programma middelen. Een groot deel van de informatie rondom het programma middelen is verbijzonderd en uitgediept in het onderdeel paragrafen.

Het college heeft de ambitie om de organisatie resultaatgericht te laten denken, werken en aan te sturen. Ieder vanuit een eigen functie/rol en daardoor ook vanuit een eigen verantwoordelijkheid. Door deze ambitie te realiseren worden de beschikbare middelen van de gemeente Beverwijk effectief en efficiënt ingezet. Maar het werk is pas goed gedaan als de raad en de burgers ervaren dat de gemeente resultaat heeft geboekt.

Een andere ambitie is de financiële uitgangspunten voor lastendruk en vermogenspositie vast te stellen en te bewaken. Bij het vaststellen van de financiële uitgangspunten zorgt het college er voor dat op een verantwoorde en respectvolle manier wordt omgegaan met de wettelijke kaders uit Europa, Den Haag, provincie Noord-Holland en de bestuurlijke kaders uit coalitieakkoord, collegeprogramma en meerjarenraming.

Vervolgens worden de vastgestelde financiële uitgangspunten bewaakt bij het proces van toewijzing van middelen en de aanwending van gelden in het uitvoeringsjaar.


Besluit begroting en verantwoording voor provincies en gemeenten (BBV)Controleverordening gemeente Beverwijk 2010/57938Financiële verordening 2013 . . . . . 2012/53382Kadernota risicomanagement & weerstandsvermogen INT-14-14088Normenkader 2015 . . . . . . . INT-15-20443Treasurystatuut INT-14-13951Nota reserves en voorzieningen 2015 INT-14-13923

In het coalitieakkoord ‘Vertrouwen in mensen met de blik op de toekomst’ staan een vijftal speerpunten:

1. toegankelijk en zichtbaar bestuur;

2. duurzame economische ontwikkeling;

3. zorgvuldige zorg;

4. een kloppend stadshart en;

5. verbinding met de Randstad.

Om deze speerpunten te laten slagen dient de financiële positie van Beverwijk minimaal geconsolideerd te worden en waar nodig verstevigd.

Bezuinigingen

Het in 2012 ingezette meerjarige bezuinigingstraject loopt op schema. In de programma’s zijn de bezuinigingen voor de jaarschijf 2016 opgenomen. Met de bestuursrapportages in 2016 informeert het college de raad over de voortgang van dit proces.

Doelstellingen1. Beheersen van risico’sBeheersen van risico’s.

Welke producten dragen hier aan bij?Financiële paragraaf (17106)

52

MaatregelenMaatregelenOrganiseren van een goed risicomanagement2. Een sluitende meerjarenramingEen sluitende meerjarenraming, waarbij de geplande ruimte voor versterking van het vermogen behouden blijft.

Welke producten dragen hier aan bij?Financiering en dekkingsmiddelen (17105), Financiële paragraaf (17106)

MaatregelenMaatregelenAnalyseren en doorberekenen van de septembercirculaireDe opbrengst van de verkopen van niet-strategisch vastgoed toevoegen aan de algemene reserveMinder financiële risico’s nemen3. Uitvoering geven aan het treasurybeleidHet treasurybeleid is gericht op het waarborgen van financiële continuïteit door het resultaat en vermogen te beschermen tegen financiële risico’s en de organisatie financierbaar te houden. De doelstellingen voor het treasurybeleid zijn:

Zorgdragen voor voldoende financierbaarheid op korte en lange termijn;

Bewerkstelligen van passende financieringslasten;

Beheersen van wettelijke en feitelijke rente- en/of financieringsrisico’s;

Risicomijdend uitzetten van gelden en afgeven van garanties;

Zorgdragen voor effectief, veilig en efficiënt betalingsverkeer;

Actief onderhouden van contacten met marktpartijen om de toegang tot de financiële markten open te houden.

Welke producten dragen hier aan bij?Financiering en dekkingsmiddelen (17105)

MaatregelenMaatregelenBestuurlijke en ambtelijke aandacht voor liquiditeitsmanagementHet college zorgt periodiek voor een meerjarige liquiditeitsprognose ter informatie aan de raadVia treasurybeleid de risico’s rondom de financiële aspecten van de grote projecten beheersen en minimaliserenZorgen voor een zo nauwkeurig mogelijke “match” tussen opgenomen en uitgezette gelden4. De gemeentelijke lastendruk voor bewoners en bedrijven op of onder het landelijk gemiddelde houden

53

De gemeentelijke lastendruk voor bewoners en bedrijven op of onder het landelijk gemiddelde houden.

Welke producten dragen hier aan bij?Regelingen/ bijzondere wetten (13009), Parkeren (13032), Haven (13033), Weekmarkt en evenementenmarkt (13036), Riolering (13090), Afvalverwijdering (14089), Begraafplaats (14096), Omgevingsvergunning (14102), Precario (14107), Burgerlijke stand (15015) Documenten/Verklaringen (15016), Basiskaart (16010), Algemene belasting (16108)

MaatregelenMaatregelenActualiseren van de belastingverordeningenLandelijke ontwikkelingen op het gebied van de gemeentelijke heffingen volgenLokale heffingen worden in principe, voor zover mogelijk en wettelijk is toegestaan, verhoogd met niet meer dan de indexSturen op efficiencyverbetering en mogelijke lastenbesparingFinanciële informatie programma 11 Middelen

54


Financiering en dekkingsmiddelen (17105)

55

De jaarlijkse verschillen worden veroorzaakt door het jaarlijks fluctuerende renteresultaat.

Financiële paragraaf (17106)

Op dit product staan diverse lasten en baten geraamd welke jaarlijks fluctueren, dit betreft onder andere kapitaallasten.

Indexatie (17107)

De indexatie van de baten en de lasten voor 2016 zijn verwerkt op de producten. Voor 2017 en verder is de indexatie niet doorgevoerd op de producten maar is deze in totaal op dit product begroot.

Apparaatskosten (17109)

Op dit product staan diverse ingeboekte bezuinigingen geraamd. Aangezien deze in verschillende jaren begroot zijn fluctueren de lasten.

Algemene belastingen (16108)

Bij de lasten is voor de jaren 2016 tot en met 2018 rekening gehouden met een lagere bijdrage aan Cocensus. De baten zijn in de jaren 2016 tot en met 2018 hoger dan in 2019, omdat voor deze jaren de begrote opbrengst op de OZB niet-woningen is verhoogd met €180.000 voor de dekking van de aanjaagregeling. Dit is conform de meerjarenraming 2016 - 2019.

Programma 12 | Sociale zaken en uitstroombevorderingVerstrekken van een (periodieke) uitkering tot het wettelijk aangegeven niveau aan gezinnen of alleenstaanden om in het levensonderhoud te voorzien. Mensen met een arbeidshandicap aan een aangepaste baan helpen, activeren van uitkeringsgerechtigden richting arbeid, uitvoering geven aan Wet inburgering en voorkomen en repareren van educatieachterstand bij volwassenen.


Sinds 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht. Onder het motto "Iedereen doet mee" heeft de Rijksoverheid één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt opgesteld. Met de ‘onderkant van de arbeidsmarkt’ wordt verstaan: ‘iedereen die werkzoekend is, eventueel een arbeidsbeperking heeft en geen aanspraak (meer) kan maken op een werknemersverzekering zoals de WW, WIA, WAO of Wajong van het UWV’. De Participatiewet is van toepassing op de mensen die voorheen in aanmerking kwamen voor een WWB (Wet Werk en Bijstand) uitkering of voor een indicatie sociale werkvoorziening, voorheen Wsw (Wet sociale werkvoorziening). Daarnaast is de Participatiewet van toepassing op een nieuwe doelgroep, jongeren met een arbeidsbeperking en arbeidsvermogen (voorheen Wajong).

Er is nog steeds sprake van een toename van het aantal bijstandscliënten vanwege de voortdurende economische crisis en daardoor dynamische arbeidsmarkt, een grote druk op de budgetten vanuit het Rijk en belangrijke wijzigingen in weten regelgeving. Als gevolg van een tekort op de budgetten binnen de Participatiewet is er een verwacht

56

tekort (IJmondiaal) welke oploopt tot €2 mln. euro structureel in 2020. Doel is om te komen tot een meerjarig kostendekkende exploitatie van IJmond Werkt!. In 2016 zullen de bestuurlijke overwegingen en keuzes ten aanzien van de te nemen maatregelen verder uitgewerkt dienen te worden. Tevens werkt het college de prestatie-indicatoren van IJmond Werkt! voor bestaande en nieuwe taken verder uit.

Vanaf januari 2015 geldt de nieuwe Wet gemeenschappelijke Regelingen (WGR). In deze nieuwe wet worden onder andere beperkingen gesteld aan de bevoegdheid en samenstelling van het bestuur in bepaalde situaties. Voor de GR IJmond Werkt betekent dit dat de GR in 2016 moet zijn aangepast.

Vanaf 1 januari 2016 treedt de wet Taaleis Participatiewet in werking. Met deze wet kan een gemeente voorwaarden stellen aan de taalvaardigheid van mensen in de bijstand om zo de kans op betaald werk te vergroten. Het beheersen van de Nederlandse taal is een belangrijke succesfactor om uit de bijstand te komen en deel te nemen aan het arbeidsproces in Nederland. Er zal beleid gemaakt moeten worden om de wet Taaleis te implementeren in de gemeente Beverwijk.

Zie ook paragraaf 8 decentralisaties - transformatie.


ParticipatiewetWet ParticipatiebudgetWet Inburgering (WI)Wet Taaleis ParticipatiewetWet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB)Kadernota Wet inburgering . . . . . . 2006/10322Verordening inburgering gemeente Beverwijk . . . 2006/13710Visiedocument Wet participatiebudget . . . . 2009/48727Businessplan IJmond Werkt . . . . . C/R-13-00471Prestatieafspraken IJmond Werkt! . . . . C-14-01225Verordening loonkostensubsidie Participatiewet 2015 . . INT-14-13309Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 . INT-14-13310Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 . INT-15-18488Verordening individuele studietoeslag Participatiewet 2015 . INT-14-13312Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 . INT-14-13313Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 . . . INT-14-13314Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 INT-14-13315Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive enz. . INT-14-13316

Bezuinigingen


Doelstellingen1. Het begeleiden van zoveel mogelijk mensen, met een arbeidsbeperking, naar werk bij een reguliere werkgeverHet begeleiden van zoveel mogelijk mensen, met een arbeidsbeperking, naar werk bij een reguliere werkgever.

Welke producten dragen hier aan bij?Sociale werkvoorziening (15074)

Maatregelen

57

MaatregelenEr voor zorgen dat de WSW doelgroep goed worden geholpen richting de arbeidsmarktRealiseren afbouw Wet sociale werkvoorziening (Wsw)Regionaal arbeidsmarkt beleid vaststellen2.A Verstrekken van een (periodieke) uiterking tot het wettelijke aangegeven niveau voor die gezinnen of alleenstaandendie niet beschikken over voldoende inkomstenVerstrekken van een (periodieke) uitkering tot het wettelijk aangegeven niveau voor die gezinnen of alleenstaanden die niet beschikken over voldoende inkomsten.

Welke producten dragen hier aan bij?Uitkering Inkomensvoorziening (15071)

MaatregelenMaatregelenDoorlichten uitkeringsbestandHet verstrekken van informatieInstroombeperking uitkeringenbestand (Maatregelen Berenschot-keuzenota)Intensiveren van de samenwerking met IJmond Werkt!Thematisch benaderen van het uitkeringenbestandUitstroombevordering uitkeringenbestand2B. Voorkomen dat het uitkeringenbestand onevenredig toeneemtVoorkomen dat het uitkeringenbestand onevenredig toeneemt maar dat deze enkel terecht komt bij de mensen die geen middelen hebben om te voorzien in de kosten van levensonderhoud.


MaatregelenMaatregelenDoorlichten uitkeringsbestandHet verstrekken van informatieInstroombeperking uitkeringenbestand (Maatregelen Berenschot-keuzenota)Intensiveren van de samenwerking met IJmond Werkt!Thematisch benaderen van het uitkeringenbestandUitstroombevordering uitkeringenbestand2C. UitstroombevorderingUitstroombevordering


MaatregelenMaatregelenDoorlichten uitkeringsbestand

58

Het verstrekken van informatieInstroombeperking uitkeringenbestand (Maatregelen Berenschot-keuzenota)Intensiveren van de samenwerking met IJmond Werkt!Thematisch benaderen van het uitkeringenbestandUitstroombevordering uitkeringenbestand3. Activeren van uitkeringsgerechtigden richting arbeidActiveren van uitkeringsgerechtigden richting arbeid.

Welke producten dragen hier aan bij?Uitstroombevordering (15075)

MaatregelenMaatregelenActivering van uitkeringsgerechtigden richting werkAlle WWB cliënten blijven plaatsen op de ParticipatieladderBeleid maken en vervolgens uitvoering geven aan de Wet taaleis WWBDe tegenprestatie uitvoeren voor de doelgroep die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valtIntegrale dienstverlening IJmond Werkt!Monitoren prestatieafspraken en prestatieplan IJmond Werkt!Verhoging uitstroom dan wel strenger en selectiever aan de poortFinanciële informatie programma 12 Sociale zaken en uitstroombevordering

59


Volwasseneducatie (13049)

Vanaf 1 januari 2015 ontvangt contactgemeente Haarlem de uitkering voor het uitvoeren van de Wet educatie en beroepsonderwijs voor de gehele arbeidsmarktregio. Aan de lastenkant zijn nog wel een aantal uren begroot voor de contactmomenten met Haarlem.

Uitkering inkomensvoorzieningen (15071)Vanaf 2015 lagere lasten door verschuiving van uren doordat personele inzet meer gericht wordt op de drie decentralisaties.

Sociale werkvoorziening (15074)Het budget wordt gedurende de jaren 2014 - 2019 lager door bezuinigingen op de integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel Wet participatie.De baten maken vanaf 2015 deel uit van de integratie-uitkering sociaal domein wat betekent dat de doeluitkering voor de sociale werkvoorziening is ondergebracht in de uitkering gemeentefonds (zie baten programma 11).

Uitstroombevordering (15075)De lasten fluctueren in de jaren door schommelingen in de integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel Wet Participatie.

60

De baten maken vanaf 2015 deel uit van de integratie-uitkering sociaal domein wat betekent dat de doeluitkering voor uitstroombevordering is ondergebracht in de uitkering gemeentefonds (zie baten programma 11)

Programma 13 | JeugdDe jeugd in de gemeente Beverwijk optimale kansen te geven zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen die naar vermogen mee doen in de samenleving.

De doelstellingen van dit programma sluiten aan bij speerpunt 3: “Zorgvuldige zorg” en het thema “Actief opgroeien” van het coalitieakkoord ‘Vertrouwen in mensen met de blik op de toekomst’ (INT-14-11317).


De uitbreiding van de taken binnen het sociaal domein betekent een grote uitdaging met ingrijpende gevolgen, ook op het gebied van de zorg voor onze jeugd. Met de Jeugdwet is de gemeente verantwoordelijk geworden voor alle hulp voor de jeugd. De Wet Passend onderwijs heeft tot doel dat kinderen een zo passend mogelijke plek krijgen in het onderwijs.

Zoals beschreven in paragraaf 8 kan de noodzakelijke transformatie alleen tot stand komen door dwarsverbanden te leggen en andere accenten te leggen. Om dit ook in de programmabegroting beter te laten zien heeft het college de doelstellingen in het programma jeugd hierop aangepast. Minder doelstellingen en meer samenhang. Voor onze jeugd betekent dit dat we toewerken naar een nieuw regime dat uitgaat van de eigen kracht van onze jongeren en ouders en we zetten in op preventie, eigen netwerk en algemene voorzieningen die voor iedereen beschikbaar zijn.


Wetgeving: Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo), Wet passend onderwijs, Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (OKE), Wet Publieke Gezondheid (WPG), Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, Wet primair onderwijs, Wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur (’Good Governance’), Leerplichtwet, Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB)

Beleid:

Beleidsplan Jeugdhulp IJmondgemeenten 2015 - 2018 . . (INT-13-07347)Kadernota jeugd 2012 - 2015 . . . . . (2012/12167)Wmo beleidsplan 2012 - 2015 . . . . . (2011/55849)Lokaal gezondheidsbeleid . . . . . . (2012/41406)Onderwijsachterstandenbeleid Beverwijk . . . . (INT-13-03303)Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalenKadernota Transitie Jeugdzorg IJmond gemeenten . . (C/R-13-00395)Transitie arrangement jeugd . . . . . . (C-13-00891).

Verordeningen/Convenanten/GR:

Verordening kinderopvang Beverwijk . . . . (2006/12200)Algemene subsidieverordening Beverwijk . . . . (2012/4744)Verordening jeugdhulp en beleidsregels/afwegingskader . . R-14-0006Verordening Wmo 2012 - 55059 en beleidsregels . . . C/R-13-00317Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen . . (2011/20508)

61

Convenant CJG regio midden Kennemerland . . (2011/12562)Convenant centrale opvang neveninstromers nt-2 2011-2015 (IN-13-1778) Gemeenschappelijke regeling GGDGemeenschappelijke regeling schoolverzuim en VSV . (INT-13-06460)Afwegingsmodel handhaving kinderopvang gemeente Beverwijk . (2011/15802).

Bezuinigingen


Doelstellingen1. De jeugd van Beverwijk groeit gezond en veilig op in een leefbare omgeving met indien nodig passende ondersteuningDe jeugd van Beverwijk groeit gezond en veilig op in een leefbare omgeving met indien nodig passende ondersteuning.

Welke producten dragen hier aan bij?Kunst en Cultuur (13051), Vrijwilligersbeleid (13052), Sportstimulering (13059), Minimabeleid/participatie (15071), Jeugdgezondheidszorg (13082), Jeugd- en jongerenwerk (13084), Peuterspeelzalen (13086), Volksgezondheid (13087), Jeugdhulp (15085).

MaatregelenMaatregelenHet college subsidieert in 2016 (met afspraken) lokale of wijkgerichte voorzieningen die gericht zijn op ontwikkeling, vrije tijd, participatie, gezondheid en openbare orde en veiligheidInkoop maatwerkvoorzieningen jeugdhulpMeer vorm geven aan de benodigde transformatie van Veilig ThuisMeer vorm geven aan de pilot omtrent Gespecialiseerde JeugdhulpOpstellen van een nieuw jeugdbeleidsplanPrestatieafspraken maken met het JGZ m.b.t. Preventieve Jeugdgezondheidszorg (JGZ)Regionale implementatie en uitvoering raadsnota “Jeugd, Onze Zorg, Beleidsplan Jeugdhulp IJmondgemeenten 2015 - 2018”.2. Alle Beverwijkse jeugd verlaat het onderwijs met een startkwalificatieAlle Beverwijkse jeugd verlaat het onderwijs met een startkwalificatie.

Welke producten dragen hier aan bij? Onderwijsachterstanden (13045), Leerplicht (13048), Kinderopvang (13085), Peuterspeelzalen (13086), Openbaar onderwijs (13039)

MaatregelenMaatregelenDe verbinding Passend Onderwijs en jeugdhulp wordt verder vormgegevenHandhaven LeerplichtwetInstandhouden van Primair onderwijs

62

Middelen inzetten voor o.a. ; voor- en vroegschoolse educatie, locatie educatieve agenda.Taalontwikkeling: informatieboekje kinderopvang. Schakelklassen leerlingen 6-12 jaar. Taalklas leerlingen 12-max 14 jaarThematisch benaderen van het uitkeringenbestandUitvoering geven aan de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB)Uitvoering geven aan het Handhavingsbeleid kinderopvang en peuterspeelzalenVoorkomen van Voortijdig School Verlaten (VSV)Financiële informatie programma 13 Jeugd


Onderwijsachterstanden (13045)

63

Door een verhoging van de specifieke uitkering in 2015, voor de bestrijding van onderwijsachterstanden en door het inzetten van 2 extra VVE groepen en het project ‘VVE en ouderbetrokkenheid’, zijn de lasten en baten incidenteel lager.

Jeugd en jongerenwerk (13084)

Incidenteel hogere baten en lasten in 2014 door invoeringsbudget voor jeugd en de subsidie ‘opvoeden doen we samen’. Tevens vanaf 2015 lagere lasten door minder begrote uren door verschuiving in de personele inzet naar de decentralisaties.

Jeugdhulp (15085)

Dit is een product voor decentralisatie jeugd. De lasten fluctueren in de jaren door schommelingen in de integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel Wet jeugdzorg.

Programma 14 | OnderwijsNieuwbouw en uitbreiding van schoolgebouwen. Exploitatie, onderhoud en aanpassingen van gymnastieklokalenLeerlingenvervoer


Per 1 januari is de gemeentelijke zorgplicht voor onderhoud en aanpassing van schoolgebouwen voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs vervallen. Vanaf deze datum ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bij de schoolbesturen. Deze zorgplicht is vastgelegd in de weten regelgeving zoals de Wet op het primair onderwijs en de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.

Via de algemene uitkering, in de vergoedingscomponent onderwijshuisvesting, ontvangt de gemeente een bijdrage voor het bekostigen van deze onderdelen.


Wet op het Primair OnderwijsWet op de expertise centrawet op het Voortgezet onderwijsverordening voorzieningen huisvesting onderwijsBeleidsregel gymnastiek primair onderwijs.Integraal huisvestingsplan 2014 - 2017 . . . . INT-14-08584

Bezuinigingen


Doelstellingen1. Adequate huisvesting voor het onderwijs in BeverwijkDe gemeente heeft de zorgplicht voor adequate huisvesting voor het onderwijs. Het accent ligt nu op de leegstand in de schoolgebouwen. Hoewel schoolbesturen het juridisch eigendom hebben, heeft het college de wettelijke mogelijkheid om ook invulling te geven aan de leegstand.

Welke producten dragen hier aan bij?Openbaar basisonderwijs (13039), Bijzonder basisonderwijs (13040), Speciaal onderwijs (13041), Voortgezet onderwijs (13042)

Maatregelen

64

MaatregelenOnderzoek doen naar de mogelijkheden voor een optimale invulling van de leegstand in onderwijsgebouwenOnderzoeken wat het vertrek van de mytylschool Heliomare en z.m.l.k.- De Zevensprong gaat betekenen2. Sneller inspelen op schades die de schoolbesturen melden voor de schaderegeling onderwijsgebouwenSneller inspelen op schades die de schoolbesturen melden voor de schaderegeling onderwijsgebouwen.

Welke producten dragen hier aan bij?Sociale veiligheid (13021)

MaatregelenMaatregelenOnderzoeken hoe schade aan schoolgebouwen vermindert kan worden3. Ervoor zorg dragen dat alleen de leerlingen met een handicap gebruik maken van passend vervoerLeerlingen die door een handicap niet zelfstandig aan het openbaar vervoer kunnen deelnemen, mogen gebruik maken van passend vervoer naar en van de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Dit betekent dat bij elke aanvraag voor leerlingenvervoer de noodzaak kritisch door de adviseur wordt beoordeeld.

Welke producten dragen hier aan bij?Leerlingenvervoer (15047)

MaatregelenMaatregelenIn een bovenregionaal project vormgeven aan de regiecentrale en de uitvoering van gezamenlijk doelgroepenvervoerFinanciële informatie programma 14 Onderwijs

65


De wijziging in de jaren betreft de kapitaallasten (afschrijving en rente)

Programma 15 | Economische zakenBevorderen van een gezond ondernemingsklimaat en concurrentiekracht van het Beverwijkse bedrijfsleven. Dit leidt tot toekomstbestendige economische groei, werkgelegenheid en participatie.


Om zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de economische mogelijkheden, trends en ontwikkelingen, werkt Beverwijk, samen met de regiogemeenten, aan het stimuleren van de economie. Het is daarvoor zaak om het Regionaal Economische Bureau (Velsen, Beverwijk en Heemskerk) en het regionaal economisch overleg (overheden, ondernemers en onderwijsinstellingen) verder vorm te geven en daarover heldere werkafspraken te maken. Een IJmondiale positionering en samenwerking is daarbij van belang binnen de Metropoolregio Amsterdam.


Bedrijventerreinenvisie Beverwijk Bedreven . . . 2009/68809Visie openbare ruimte De Pijp . . . . .

66

2011/55449Verbeterprogramma Haven De Pijp . . . . 2012/55779Made in IJmond, Gebiedsprogramma en uitvoeringsagenda (REB) Z-13-09218Gebiedsvisie Parallelweg ‘Mix & Match’ . . . . Z-14-14381Visie Stadscentrum Beverwijk 2014 - 2020 . . . . Z-14-13877Gebiedsvisie Wijk aan Zee 2030, Beverwijk . . . Z-13-10236Presentatie Modellenstudie herinrichting Breestraat e.o. . . Z-14-20864Discussienota Duurzaam Beheer haven De Pijp . . . Z-14-20753Beleidsplan Toerisme 2015 - 2020 . . . . . Z-15-26946Aanjaagregeling Ondernemersklimaat, verordening . . Z-13-12761Startnotitie Rondje Bree, verbetering openbare ruimte Stadscentrum Z-14-13877Werkboek Uitgangspunten Rondje Bree - Openbare ruimte . C-14-01821Aanvraag middelen inhuur Retail specialist Breestraat . . C-15-02022Presentatie ‘Modellenstudie herinrichting Breestraat e.o.’ . . C-15-02032Toelichting op de modellenstudie . . . . . INT-15-18086Nota van Uitgangspunten Rondje Bree . . . . INT-15-19134

Bezuinigingen


Doelstellingen1. Het bevorderen van een gezond ondernemingsklimaatHet bevorderen van een gezond ondernemingsklimaat in Beverwijk en van de concurrentiekracht van het Beverwijkse en IJmondiale bedrijfsleven.

Welke producten dragen hier aan bij?Bedrijfscontacten (13035), Ruimtelijke Ordening (13097)

MaatregelenMaatregelenBijdrage uitvoering ParticipatiewetDeelname aan en input leveren inzake de sluiting van de Velsertunnel en de bereikbaarheid van Beverwijk en Wijk aan ZeeHet traject opstarten van een ruimtelijk economische visie op de ParallelwegIn beeld brengen en houden van relevante economische data en cijfersOnderhouden en zo nodig opstarten van reguliere overleggen tussen gemeente en georganiseerd bedrijfslevenOpstellen van een detailhandelsvisie (lokaal en regionaal)Verder tot uitvoering brengen van de visie Stadscentrum Beverwijk 2014 - 2020

67

Verder uitwerken van de promotiecampagne voor Beverwijk als aantrekkelijke start- of vestigingslocatie voor bedrijvenVerwoorden economische belang in beleids-, (interne) plan- en besluitvormingsprocessen. waaronder de StadsvisieVormgeven van de pijlers winkelbestand en gastvrijheidWerken aan de invulling van leegstaande panden en aan de verbetering van de het bestaande winkelaanbod2. De Pijp moet een efficiënt en professioneel beheerde haven zijnDe Pijp moet een efficiënt en professioneel beheerde haven zijn, waarin bedrijfsleven en gemeente gezamenlijk optrekken om duurzaam economische meerwaarde te creëren.

Welke producten dragen hier aan bij?Haven (13033)

MaatregelenMaatregelenAanpassen/actualiseren Gemeenschappelijke Regeling Centraal Nautisch BeheerActualiseren Regionale Havenverordening Noordzeekanaal 2012Efficiënt en professioneel uitzetten van het dagelijks beheer binnen de gemeentelijke organisatieHaven: Monitoren goederenstroom en financieringIntensieve samenwerking met het Centraal Nautisch BeheerRegelmatig overleg voeren met de diverse gebruikers van de havenUitvoering onderhoud conform het in 2014 vastgestelde meerjarenonderhoudsplanUitvoering veiligheidsmaatregelen conform het vigerende Port Facility Security PlanWerken aan de realisatie van een duurzaam en toekomstvast beheermodel van de haven3. Ondersteunen van ondernemersinitiatievenOndersteunen van ondernemersinitiatieven met als resultaat een hogere organisatiegraad, het door ondernemers beter kunnen benutten van economische kansen en veilige en schone bedrijventerreinen en winkelgebieden.

Welke producten dragen hier aan bij?Bedrijfscontacten (13035)

MaatregelenMaatregelenDe ondernemerscoordinatie inzetten als aanspreekpunt voor ondernemersInitiëren, aanjagen invoering en continuering Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) in het stadscentrumNadere verwerken van tips en verbeterpunten uit MKB-monitor 2015Uitvoering geven aan de Aanjaagregeling Ondernemersklimaat in 20164. Regionalisering economische zaken

68

Regionalisering economische zaken met als resultaat effectiever economisch beleid en een IJmondiale economische groei.

Welke producten dragen hier aan bij?Bedrijfscontacten (13035)

MaatregelenMaatregelenEen verhaal uitdragen samen met andere partnersIJmond op de kaart; positionpaper IJmond in de MRAKomen tot een nieuwe Samenwerkingsovereenkomst inzake organisatie- en werkafspraken voor het Regionaal Economisch BureauOnderzoeken mogelijkheden lobbyistUitvoeren van onderdelen van de visie NoordzeekanaalgebiedUitvoering geven aan het regionale economisch JaarplanVertegenwoordiging in het Regionaal Economische OverlegVoortgaande samenwerking binnen de Metropoolregio Amsterdam, de Stadsregio Amsterdam en het Noordzeekanaalgebied5. Een goed functionerende, attractieve weekmarktEen goed functionerende, attractieve weekmarkt op de Breestraat als aanvulling op het vaste winkelaanbod.

Welke producten dragen hier aan bij?Bedrijfscontacten (13035), Weekmarkt (13036)

MaatregelenMaatregelenOnderzoeken mogelijkheden van uitbreiding en een kwalitatieve verbeterslag van de weekmarkt in het centrum mede gelet op de fysieke pijler Rondje BreeOpstellen/aanpassen van de marktverordeningOverleg met de marktcommissie, 4 keer per jaar6. Versterken van de toeristische sector in Wijk aan Zee en BeverwijkVersterken van de toeristische sector in Wijk aan Zee en Beverwijk; aansluitend op de benoemde kernkwaliteiten ‘zee, strand en duinen’, ‘cultuurhistorie’ en ‘verbindende routes (wandelen en fietsen)’. Dit moet leiden tot meer, vaker terugkomende en langer verblijvende (toeristische) bezoekers, als ook tot een impuls op het gebied van gastvrijheidsbeleving, diversiteit en kwaliteit van lokale toeristische producten en intensievere samenwerking binnen de sector. Het voorgaande resulteert in meer toeristisch-economische omzet, een stijging van de lokale werkgelegenheid en het behouden en/of (door)ontwikkelen van het lokale voorzieningenniveau.

Welke producten dragen hier aan bij?Bedrijfscontacten (13035), Toerisme (13038)

MaatregelenMaatregelen

69

Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma van het meerjarige Beleidsplan Toerisme 2015 - 2020Voorlopige voortzetting van bestaande toeristische samenwerkingenVoorzetten van het regionaal bestuurlijk overleg toerisme7. Een brede regionale (stads)promotiecampagne voor Beverwijk en Wijk aan ZeeDe verdere ontwikkeling van een brede regionale (stads)promotiecampagne voor Beverwijk en Wijk aan Zee waarin beiden als aantrekkelijke woon-, werk-, winkel- en recreatie-bestemming worden neergezet. We laten met trots het moois zien dat we al te bieden hebben en blijven werken aan ‘Beverwijk een beetje mooier maken’ met als doel het aantrekken van meer bewoners, bedrijven en bezoekers. Daarbij wordt voldoende budget gereserveerd voor het eventuele ontwerp, productie- en inzet van benodigde communicatiemiddelen.

Welke producten dragen hier aan bij?Bedrijfscontacten (13035), Toerisme (13038)

MaatregelenMaatregelenBepalen van een meerjarige strategie en kostenraming over de inzet van communicatiemiddelenKomen tot een brede meerjarige promotiecampagneStartnotitie evenementenbeleidFinanciële informatie programma15 Economische zaken

70


Haven (13033)

In 2015 en 2018 zijn lasten geraamd voor baggerwerkzaamheden in de haven. Verder zijn de baten en lasten in 2016 incidenteel met €90.000 verhoogd naar aanleiding van het raadsbesluit om de verordening binnenhavengelden aan te passen (INT-15-18904).

Bedrijfscontacten (13035)

In 2015, 2016 en 2017 zijn incidenteel lasten begroot voor de promotie van het gastvrij parkeren (raadsbesluit INT-14-14280). In 2019 zijn er ook geen lasten meer begroot voor de aanjaagregeling ondernemersklimaat. De bijdrage uit de reserve in 2015, 2016 en 2017 betreft een bijdrage uit de parkeerreserve ter dekking van de promotiekosten gastvrij parkeren.

Weekmarkt en Evenementenmarkten (13036)

In 2015 en 2016 incidenteel hogere energielasten begroot, dit is besloten bij de 1e bestuursrapportage 2015. De stroomkasten dienen opgeknapt of vervangen te worden, dit

71

wordt meegenomen bij de fysieke herinrichting van het centrum. Verwacht wordt dat daarna de energielasten (onderhoud stroomkasten en verbruik) weer tot een lager niveau teruggebracht kunnen worden.

Toerisme (13038)

Met ingang van 2016 zijn er lasten begroot om vorm te geven aan het beleidsplan toerisme.

Programma 16 | Inrichting en beheer openbare ruimteDe openbare ruimte duurzaam inrichten, onderhouden en beheren binnen de vastgestelde budgetten en beleid. Hierbij geldt als leidraad het motto “schoon, heel en veilig”.


Het groenstructuurplan (GSP), het bomenbeleidsplan en het meerjarenprogramma (MJP) beheer en onderhoud openbare ruimte leggen de basis voor een robuuste en duurzame groenstructuur in de gemeente Beverwijk. Het GSP en het bomenbeleidsplan sluiten aan bij regionale en landelijke ontwikkelingen op het gebied van groen, landschap, recreatie en natuur. Regionaal sluit dit aan bij het strategisch groenproject. Met het vastgestelde beeldkwaliteitplan en bijbehorend maatregelenpakket en beheerbudget blijft de openbare ruimte schoon, heel en veilig. De mate van verzorging, inrichting en gebruiksmogelijkheden bepaalt de kwaliteit van de leefruimte of woonomgeving in Beverwijk. De domeinen groen, natuur, natuureducatie, begraven, recreëren en spelen, wegen en water zijn onderdelen van de openbare ruimte. De problematiek rond onderhoud en beheer in samenhang met

72

teruglopende budgetten van al deze domeinen is vergelijkbaar. Wegen en straatmeubilair wordt behandeld bij programma verkeer en wegen en water in programma water en riolering.


Normale onderhoudsplicht in de wegenwetAansprakelijkheidsverplichting (burgerlijk wetboek en de jurisprudentie)Nationaal actieplan Duurzame gewasbescherming naar aanleiding van Europese wetgevingFlora en FaunawetWet op de LijkbezorgingWarenwetbesluit attractie- en speeltoestellenGroenstructuurplan (GSP) . . . . . . 2005/7670Bomenbeleidsplan (BBP) . . . . . . 2010/42408Groenonderhoud plan 2011/2012 . . . . . 2011/27129MJP beheer en onderhoud openbare ruimte . . . 2012/51815Beleidsagenda groen . . . . . . . 2012/9885Beeldkwaliteitplan actualisatie 2012 (BKP) . . . 2012/27270Beheersverordening begraafplaats Duinrust 2007 . 2006/13940Beleidsnotitie kinderboerderijen nieuwe stijl . . 2007/7959Verordening grafrechten 2012 . . . . . 2011/44633

Bezuinigingen


Doelstellingen1. Het realiseren van een heldere groenstructuurHet realiseren van een heldere groenstructuur op basis van vastgestelde stedelijke groenbeleidsplannen (GSP, BBP, BKP) en het strategisch groenproject (SGP), zodat de gemeente aantrekkelijk is om te wonen, verblijven, werken en recreëren.

Welke producten dragen hier aan bij?Groenprojecten (14066), Groenbeheer (14067), Recreatieve voorzieningen (14068), Aagtenpark (13102)

MaatregelenMaatregelenBreestraat; opstellen uitvoeringsplan en omgevingLeveren van beleidsmatige en planmatige bijdragen aan strategische regionale projectenLeveren van beleidsmatige of planmatige bijdragen aan integrale stedelijke projectenOnderzoeken opgaven herstructureringsgebieden Kuenenplein en Indische BuurtVoorbereiden en uitvoeren van plannen voor groenomvormingen in relatie met de beschikbare middelen voor omvorming.2. Onderhouden en beheren van de openbare ruimte zodat zij “schoon, heel en veilig” isHet volgens het vastgesteld beeldkwaliteitplan 2012, het bijbehorende maatregelenpakket en het groen onderhoudsplan onderhouden en beheren van de openbare ruimte zodat zij “schoon, heel en veilig” is. Goed onderhoud en beheer houdt het bestaande groen in stand en gaat verloedering van de woonomgeving tegen.

Welke producten dragen hier aan bij?Groenprojecten (14066), Groenbeheer (14067)

73

MaatregelenMaatregelenInboet afstemmen op de bezuinigingen en waar mogelijk middelen inzetten voor omvormingen naar goedkoper te onderhouden groengroepen en/of vermindering van de hoeveelheid bomen en heestersOnderhouden en beheren van de (groene) openbare ruimte volgens vastgestelde kaders en bijbehorende financiënOpstellen van jaarlijkse omvormingsplannen groenOpstellen, vaststellen en aanbesteden van onderhoudsbestekkenUitwerken groen onderhoudsplan 2014/2016Uitwerken nota “groen in balans”3. In stand houden van de openbaar toegankelijke recreatieve gebruiksmogelijkhedenBinnen de beschikbare budgetten in stand houden van de openbaar toegankelijke recreatieve gebruiksmogelijkheden van de openbare ruimte.

Welke producten dragen hier aan bij?Recreatieve voorzieningen (14068), Groenprojecten (14066), Groenbeheer (14067), Aagtenpark (13102)

MaatregelenMaatregelenIn stand houden, onderhouden en beheren van zowel plaatselijke als regionaal afgestemde recreatieve voorzieningenOpstellen, vaststellen en uitvoeren van een speelruimteplanRealiseren van plaatselijke en regionaal afgestemde recreatieve voorzieningen (RAUM) en realiseren van een groenrecreatieve zone4. Kinderen kennis te laten maken met de dieren op de boerderijPrimaire doelstelling van kinderboerderij-NME centrum De Baak is mensen, in het bijzonder kinderen, in aanraking te brengen en kennis te laten maken met de dieren op de boerderij. Hiermee wordt begrip en respect voor dieren bijgebracht. Afgeleide doelstellingen zijn educatie en een belangrijke recreatieve functie. De Baak heeft ook een sociale functie als ontmoetingsplek en heeft het keurmerk van de Stichting Kinderboerderijen Nederland.

Welke producten dragen hier aan bij?Kinderboerderij / NME centrum (14069)

MaatregelenMaatregelenActief uitdragen van natuur- en van milieueducatieCentrum (boerderij en terrein) aantrekkelijk houden voor het ontvangen van bezoekers van diverse leeftijdenDagelijks onderhoud van het terrein, opstallen en bijbehorende voorzieningen als speeltoestellen en meubilairDe verzorging van boerderijdieren5. Beheren van de begraafplaats

74

Het op een doelmatige wijze beheren van de begraafplaats waarbij de mogelijkheid wordt geboden mensen te begraven en de grafrust te garanderen. Nabestaanden kunnen een persoonlijke invulling geven aan de plechtigheid, het graf en het rouwproces.

Welke producten dragen hier aan bij?Begraafplaats (14096), Groenbeheer (14067)

MaatregelenMaatregelenOnderhouden en beheren van de openbaar toegankelijke begraafplaats6. Schoonhouden van de verhardingen en het groenOp duurzame wijze schoonhouden van de verhardingen en het groen en het verfraaien van de gemeente volgens vastgestelde niveau in het beeldkwaliteitplan.

Welke producten dragen hier aan bij?Schoonhouden openbare ruimte (14029), Beheer wegverhardingen (13030)

MaatregelenMaatregelenOrganiseren van de straat van de weekPlaatsen van bloemvoorzieningenPlaatsen van een kerstboom op het StationspleinUitvoering geven aan het vastgestelde hondenbeleidVerwijderen van graffiti en aanbrengen antigraffiti systemen, o.a. op electriciteitskastenFinanciële informatie programma 16 Inrichting en beheer openbare ruimte

75


Groenprojecten (14066)

De lasten zijn lager, dit betreft geraamde uren. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden naar Projecten wegverhardingen (13029) en Groenbeheer (14067).

Groenbeheer (14067)

Met ingang van 2016 zijn structureel lasten begroot voor de beheerkosten van De Duinen (deelproject van Groen en waterplan)

Recreatieve voorzieningen (14068)

Met ingang van 2016 zijn structureel extra lasten begroot (€50.000) om uitvoering te geven aan het speelruimteplan

Begraafplaats (14096)

76

Fluctuatie van de lasten wordt veroorzaakt door het geplande groot onderhoud. In 2016 zijn lasten begroot voor groot onderhoud aan het gebouw van de begraafplaats.Fluctuaties van de baten wordt veroorzaakt door bijdragen uit de voorziening onderhoud begraafplaats.

Programma 17 | VolkshuisvestingHet in samenwerking met partijen voorzien in kwalitatief en kwantitatief voldoende woningaanbod in aantrekkelijke en leefbare woonmilieus voor alle ingezetenen.


Nieuwe wetgeving heeft gevolgen voor lokaal woonbeleid, projecten en afspraken met derden. Met name voor afspraken met wooncorporaties. Nieuwbouw blijft noodzakelijk maar het accent verschuift naar de kwaliteit van de woningvoorraad, betaalbaarheid, afstemming van wonen en zorg, duurzaamheid en woonruimteverdeling. De gemeenten in de IJmond en Zuid Kennemerland zoeken steeds meer naar samenwerking en afstemming van het beleid.


Huisvestingswet en Woningwethuisvestingsverordening Beverwijk 2015. . . . . INT-15-18367Woonvisie Beverwijk Heemskerk 2020 . . . . INT-15-18841Regionaal actieprogramma IJmond/Zuid-Kennemerland 2011 - 2016 2012/17506

Bezuinigingen


Doelstellingen1. Een kwalitatief en kwantitatief goed woningbestandRealiseren en in stand houden van een kwalitatief en kwantitatief goed woningbestand in een kwalitatief goede woonomgeving, waarbij aan de positie van de primaire doelgroep extra aandacht wordt geschonken.

Welke producten dragen hier aan bij?Volkshuisvesting (13101), Ontruiming woningen (13100)

MaatregelenMaatregelenAdvisering bouwprojectenAfstemming functioneren woonruimteverdeling in de noordelijke IJmondCoördineren convenant ontwikkellocaties wooncorporaties 2015Het actieprogramma uit de Woonvisie Beverwijk – Heemskerk 2020 in samenwerking met derden uitvoerenVaststellen prestatieafspraken met wooncorporaties 2016 - 2020Vaststellen Regionaal Actie Programma IJmond Zuid Kennemerland 2016 - 20202. Voldoende woningen geschikt voor ouderen en gehandicaptenRealiseren van voldoende woningen geschikt voor ouderen, gehandicapten en voldoende combinaties van wonen met zorg

77

Welke producten dragen hier aan bij?Volkshuisvesting (13101), Huisvesting en woonruimteverg. (15103)

MaatregelenMaatregelenDiverse regionale onderzoeken naar de gevolgen van scheiding van wonen en zorg vertalen naar afspraken met wooncorporaties en zorgpartijenUitvoeren actieprogramma uit de Woonvisie Beverwijk - Heemskerk 2020Vanuit de Huisvestingsverordening 2015 aandacht voor kwetsbare groepen3. Samenwerking zoeken met regiogemeenten, ontwikkelaars, wooncorporaties etc.Samenwerking zoeken met regiogemeenten, ontwikkelaars, wooncorporaties, zorgen maatschappelijke instellingen en de burgers van Beverwijk om, al dan niet gebundeld in huurdersverenigingen, buurtcommissies, projectteams of anderszins, gemeentelijke doelstellingen te realiseren.

Welke producten dragen hier aan bij?Volkshuisvesting (13101)

MaatregelenMaatregelenAfstemmen van het woonbeleid in de Metropoolregio Amsterdam en met de provincieBeleid afstemmen met gemeenten en wooncorporaties in IJmond en Zuid KennemerlandHet actief betrekken van buurtbewoners bij nieuwbouwontwikkeling op projectniveauMet wooncorporaties en huurders worden prestatiecontracten 2020 ontwikkeldSamen met gemeente Heemskerk de Woonvisie 2020 uitvoeren4. Correcte (juridische) afhandeling aanvragen en vergunningenCorrecte (juridische) afhandeling aanvragen woonvergunning, splitsing- en onttrekkingvergunning, urgentieaanvragen en bezwaarschriften op basis van de huisvestingsverordening Beverwijk en afhandelen aanvragen SVn Startersleningen.

Welke producten dragen hier aan bij?Volkshuisvesting (13101), Geldleningen woningbouw (13098)

MaatregelenMaatregelenAfhandelen alle informatievragen, vergunningaanvragen en bezwaarschriftenStarters op de koopmarkt ondersteunen met het verstrekken van startersleningenStatushouders huisvestenVoorkomen woningonttrekking van woonruimte voor nieuwe pensions in Wijk aan ZeeFinanciële informatie programma 17 Volkshuisvesting

78


Geldleningen woningmarkt (13098)

Vanaf 2016 hogere lasten, dit betreft rentelasten en handelingskosten die verband houden met startersleningen.

Programma 18 | AfvalbeheerLaagdrempelige en gebruiksvriendelijke afvalinzamelvoorzieningen voor burgers die, tegen aanvaardbare kosten met een voldoende serviceniveau, bijdragen aan het behalen van de scheidingsdoelstellingen en het materiaalhergebruik voor alle afvalfracties. Een positieve beleving over de kwaliteit van de openbare ruimte.


De Wet milieubeheer vormt de wettelijke grondslag voor de gemeentelijke zorgplicht om huishoudelijke afvalstoffen binnen Beverwijk in te zamelen. Het landelijke afvalbeheerplan (LAP) vormt de basis voor de invulling van het afvalbeleid voor de gemeente. Dit beleid krijgt vorm in het gemeentelijk afvalbeheerplan. Uitgangspunt bij de afvalinzameling is het behalen van resultaten op het gebied van scheidingsdoelstellingen en materiaalhergebruik voor alle afvalfracties met als beoordelingskader de zogenaamde afvaldriehoek; milieu, service en kosten. De afvalinzameling en taken voor beheer van de openbare ruimte zijn ondergebracht bij het energie- en afvalnutsbedrijf HVC.

79

In 2016 gaat de gemeente Beverwijk, in samenspraak met haar afvalinzamelaar HVC, verder met de voorbereiding en uitvoering van maatregelen die bijdragen aan een verdere reductie van het restafval en daarmee verhoging van scheiding van alle afvalfracties. Het betreft verbetervoorstellen op het gebied van brenggedrag van grofvuil naar het afvalbrengstation, huis-aan-huis inzameling van herbruikbare goederen in samenwerking met kringloopbedrijven en het apart inzamelen van herbruikbare goederen op het afvalbrengstation voor kringloop. Deze verbetervoorstellen zijn in het 3e en 4e kwartaal 2015 geïnventariseerd en worden qua implementatie in 2016 verder voorbereid en uitgevoerd. Verder wordt, als gevolg van het aflopen van de huidige concessie per 1 januari 2017, met HVC de aanbesteding/inbesteding in 2015 voorbereid voor een nieuwe concessie voor het inzamelen van huishoudelijk afval. In overleg met alle betrokken partijen is ingezet op een nieuwe Dienstverleningsovereenkomst, één jaar eerder, namelijk per 1-1-2016. Het college legt het resultaat in een voorstel aan de raad voor.


Wet milieubeheerLandelijke afvalbeheerplanAfvalstoffenplan Beverwijk . . . . . . 2003 (2003/3003)Aanvullende beleidsuitgangspunten . . . . . 2008/2487Het meerjarig Afvalbeheerplan 2016/2020 . . . Beeldkwaliteitsplan . . . . . . . programma 16

Bezuinigingen


Doelstellingen1. Het bieden van laagdrempelige en gebruiksvriendelijke afvalinzamelvoorzieningenHet bieden van laagdrempelige en gebruiksvriendelijke afvalinzamelvoorzieningen voor de burgers van Beverwijk

Welke producten dragen hier aan bij?Afvalverwijdering (14089)

MaatregelenMaatregelenBij herstructurering wordt per project een afweging gemaakt over de financiering van de ondergrondse afvalcontainersZorgen voor afvalinzameling binnen de afspraken en kaders2. Terugdringen van onjuist aangeboden afvalTerugdringen van onjuist aangeboden afval.


MaatregelenMaatregelenGebruik maken van de website, ad hoc acties en gerichte communicatie3. Het behalen van de afvalscheidingsdoelstellingenHet behalen van de afvalscheidingsdoelstellingen.

80


MaatregelenMaatregelenAfronden onderzoek naar verschillende inzamelconcepten. Daarna besluitvorming en implementatie.De afgeleide scheidingsdoelstellingen per afvalstroom bijhoudenOpstellen Meerjarig Afvalbeheerplan 2016 – 2020 en Jaarplan 2016Uitvoering geven aan de nieuwe raamovereenkomst VerpakkingenUitvoering geven aan het afvalbeheerplan en het landelijke programma Van Afval Naar Grondstof (VANG)4. Afvalinzameling tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kostenAfvalinzameling tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.


MaatregelenMaatregelenUitvoering geven aan de tariefafspraken die gemaakt zijn met HVC tot 1 januari 20175. Het uitvoeren van beheer openbare ruimte (BOR)Het uitvoeren van beheer openbare ruimte (BOR) taken en overige taken volgens de overeengekomen kwaliteit.

Welke producten dragen hier aan bij?Weekmarkt (13036), Rioolbeheer (13090), Gladheidsbestrijding (14026), Schoonhouden openbare ruimte (14029), Groenbeheer (14067), Recreatieve voorzieningen (14068), Afvalverwijdering (14089), Ongediertebestrijding (14095)

81

MaatregelenMaatregelenUitvoeren van BOR taken volgens de gemaakte afspraken met HVCFinanciële informatie programma 18 Afvalbeheer

82


Afvalverwijdering (14089)

De onttrekking aan reserve betreft een bijdrage uit de reserve afvalinzameling ter dekking van de kosten van het afvalbrengstation. Zie verder ook paragraaf lokale heffingen.

Programma 19 | Stedelijke ontwikkelingStedelijke ontwikkeling is er op gericht Beverwijk meer kwaliteit, meer allure te geven. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de herstructurering van oude wijken, zoals de Plantage en Wijkerbaan en de bouw van een nieuwe wijk, zoals Binnenduin. Door herinrichting van de Breestraat en de directe omgeving daarvan wil het college de regiofunctie van het centrum van Beverwijk verder versterken en een economisch impuls geven. Onderdeel daarvan is ook het opknappen van het Stationsgebied.

Het uitbreiden en verbeteren van de sociale infrastructuur van zorg, welzijn en cultuur wordt als onderdeel meegenomen in de realisatie van deze en andere fysieke projecten.

Doelstellingen1. Het uitbreiden en verbeteren van de sociale infrastructuur van zorg, welzijn en cultuurHet uitbreiden en verbeteren van de sociale infrastructuur van zorg, welzijn en cultuur wordt als onderdeel meegenomen in de realisatie van deze en andere fysieke projecten.

MaatregelenMaatregelenBinnenduinBreestraatBroekpolderMeerpleinPlantageStationsgebiedWijkerbaanFinanciële informatie programma 19 Stedelijke ontwikkeling

83


Herinrichting Openbare Ruimte Stationsgebied (30303)

De lasten in 2015 betreffen de 1e fase van de herinrichting. In 2016 wordt fase 2 t/m 5 uitgevoerd via het beschikbaar gestelde krediet; de kosten worden in 2017 op het product

84

geboekt. Tegenover de kosten van de herinrichting zijn ook baten uit de algemene reserve geraamd. (INT-14-10076 en INT-14-13589)

Herinrichting Breestraat (30324)

In 2015 is een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld dat gedekt wordt uit de algemene reserve. Vanaf 2018 worden de kapitaallasten geraamd, in 2018 staat hier een onttrekking uit de egalisatiereserve parkeren tegenover.

ParagrafenIn de paragrafen worden onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie.

De paragrafen bevatten de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en lokale heffingen. Conform het BBV worden hierna de paragrafen 1 tot en met 7 beschreven

Gemeenten zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van deze taken zijn overgenomen van de Rijksoverheid, dit heet ook wel decentralisatie. Omdat deze taken in de programmabegroting van de gemeente Beverwijk over een aantal programma’s verdeeld zijn, heeft het college besloten om ook in 2016 de paragraaf decentralisaties - transities (8) toe te voegen.

1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

2. Bedrijfsvoering

3. Onderhoud kapitaalgoederen

4. Financiering

5. Lokale heffingen

6. Verbonden partijen

7. Grondbeleid

8. Decentralisaties - transities

Weerstandsvermogen en risicobeheersingInleidingHet weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat de normale bedrijfsvoering wordt aangetast. Het geeft aan hoe robuust de begroting is. Door aandacht voor het weerstandsvermogen kan voorkomen worden dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigingen.

BeleidHet beleid omtrent de weerstandscapaciteit en risico’s is in hoofdlijnen vastgelegd in de op 28 mei 2015 vastgestelde nota Risicomanagement en weerstandsvermogen (INT-14-14087).

In deze nota is aangegeven dat Beverwijk een ratio nastreeft die overeenkomt met waarderingscijfer C in de onderstaande tabel.

85

Het bepalen van de ratio vindt plaats met behulp van de volgende formule:

Daarnaast wordt er in deze paragraaf ingegaan op de financiële kengetallen.

Beschikbare weerstandscapaciteitDe gemeente beschikt over middelen om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden. Het gaat hierbij om de algemene reserve, verwachte winst grondexploitatie, bestemmingsreserves, post onvoorzien, onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves.

Algemene reserveDe algemene reserve wordt opgenomen op basis van de verwachte stand ultimo 2015. De toelichting op de hoogte van de algemene reserve staat bij het financieel kader, toelichting reserves en voorzieningen.

Bestemmingsreserve decentralisatie sociaal domeinBij het opstellen van de jaarrekening 2014 zijn de risico’s van de decentralisatie sociaal domein verminderd met de bestemmingsreserve sociaal domein. Aangezien de lasten van de decentralisaties nu volledig zijn opgenomen binnen de begroting en het uitgangspunt is dat de lasten van de decentralisatie sociaal domein worden opgevangen door de baten uit de algemene uitkering van het sociaal domein kan de bestemmingsreserve decentralisatie sociaal domein worden meegenomen bij de berekening van de weerstandscapaciteit.

Verwachte winst grondexploitatiesEr is ten tijde van het opmaken van de programmabegroting 2016 nog geen vastgesteld meerjarenprognose grondexploitaties. Voor de berekening van de verwachte winst van de grondexploitaties wordt daarom uitgegaan van de cijfers zoals deze bij de jaarrekening 2014 bekend waren.

Berekening weerstandscapaciteit

86

Risico-inventarisatieAlgemeenEen risico is de kans op het optreden van een gebeurtenis die een negatief gevolg met zich mee kan brengen. Voor het weerstandsvermogen is het relevant om de risico’s te inventariseren waarvoor geen maatregelen zijn getroffen (bijvoorbeeld door risico’s te voorzien of te verzekeren). In deze paragraaf worden de meest relevante risico’s voor de gemeente Beverwijk uiteengezet.

Exploitatierisico’sDe exploitatierisico’s worden berekend op basis van de vastgestelde nota Risicomanagement en weerstandsvermogen. Daarnaast zijn er een aantal specifieke exploitatierisico’s, welke hieronder worden toegelicht.

Gemeentefonds (1)Het gemeentefonds is gebaseerd op de Rijksbegroting waaruit de gemeenten jaarlijks een algemene uitkering (AU) krijgen. Deze algemene uitkering kent een aantal onzekere factoren. De belangrijkste hiervan zijn de ontwikkeling van de rijksuitgaven en de economische ontwikkeling van Nederland. De voeding van het gemeentefonds is gekoppeld aan de rijksuitgaven, de zogenaamde normeringsystematiek. Er is sprake van een algemeen risico omdat de omvang van het gemeentefonds jaarlijks daalt en stijgt met de rijksuitgaven en bovendien wordt beïnvloed door wijziging in taken van gemeenten. Drie kalenderjaren na dato wordt de werkelijke AU pas definitief vastgesteld. Hierdoor kunnen gedurende het jaar de nodige verrekeningen uit voorgaande jaren plaatsvinden. Daarnaast wordt de AU voor het nieuwe jaar berekend op basis van geschatte eenheden. De werkelijke uitkering kan dus in positieve of negatieve zin afwijken van de prognose. Doordat het risico niet te kwantificeren is en algemeen van aard is, wordt het risico als PM opgenomen.

Gemeentelijke garantstellingen (2) De gemeente stelt zich garant voor leningen van diverse instellingen en kan aangesproken worden voor tekorten bij gemeenschappelijke regelingen. Op het moment dat de financiële situatie verslechtert bij instellingen en gemeenschappelijke regelingen kan dit financiële gevolgen hebben voor de gemeente. Er wordt dan een beroep gedaan op de gestelde garanties en/of tekorten dienen door de gemeente (gedeeltelijk) te worden aangevuld. Om het risico zo veel mogelijk te beperken staan hier in veel gevallen contragaranties van waarborgfondsen en activa van corporaties en stichtingen tegenover. Het risico wordt om die reden ook als PM opgenomen.

Open einderegelingen (3)Als gevolg van open einderegelingen kan door onvoorziene groei lastenstijging optreden bij toename van het aantal aanvragen voor regelingen waarbij een open einderegeling van toepassing is. Omdat de effecten hiervan onzeker zijn is dit risico als PM opgenomen.

Decentralisaties (4)Het uitgangspunt voor de kosten van de decentralisaties is dat de taken worden uitgevoerd voor het door het Rijk beschikbaar gestelde budget. Bij de jeugdhulp zijn IJmondiaal vereveningsafspraken voor de jaren 2015 en 2016. Met de diverse aanbieders zijn reeds contracten afgesloten. Met betrekking tot de uitgaven van de decentralisaties zijn er nog geen reden tot zorg, wel blijft alertheid geboden. Op basis van bovenstaande uitgangspunten is de kans van het voordoen van een financieel nadeel bij de decentralisaties sociaal domein op 25% gezet.

Vermakelijkhedenretributie (5)De Bazaar heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag inzake vermakelijkhedenretributie over het jaar 2012. De vermakelijkhedenretributie over 2012 bedraagt ca. €110.000. Zolang de bezwaarprocedure loopt is het onzeker wat het effect zal zijn voor de gemeente. De Bazaar heft met ingang van 1 januari 2015 geen entree meer. De entreeheffing vormt de

87

grondslag voor het opleggen van de vermakelijkhedenretributie. De gemeente is met de Bazaar in overleg hoe er in de toekomst met de vermakelijkhedenretributie zal worden omgegaan. Het eventuele risicobedrag is nog niet te kwantificeren en wordt daarom als PM opgenomen.

Project riolering Oosterwijk 1e fase. (6)De opdrachtnemer heeft een (meerwerk)claim ingediend omdat er sprake is van vertraging, meerwerk en er wordt gesteld dat de grondgesteldheid afwijkt van hetgeen op basis van informatie van de gemeente mocht worden verwacht. De hoogte van de claim is €1.051.430. Er wordt door juristen onderzoek gedaan ter voorbereiding van een eventuele arbitragezaak. Inmiddels is een bedrag van €110.000 betaald als tegemoetkoming in de aantoonbare en realistische meerkosten. Aangezien het riolering betreft wordt het eventuele nadeel financieel gedekt uit het gesloten systeem van riolering.

Planschade als gevolg van nieuw bestemmingsplan (6)Er is een verzoek ingediend om vergoeding planschade die zou zijn geleden als gevolg van het vaststellen van bestemmingsplan Kagerweg. De claim bedraagt €3.080.070 (+ wettelijke rente). Een onafhankelijk adviesbureau adviseert om de claim af te wijzen omdat er geen planologisch nadeel ontstaat. Op basis van het uitgebrachte advies is de claim afgewezen, hier is echter bezwaar tegen gemaakt. Het risicobedrag wordt geschat op 20% van het maximale effect en bedraagt €616.000.

Invoering Vennootschapsbelasting (VpB) (8, 9)Per 1 januari 2016 wordt de belastingplicht in de vennootschapsbelasting uitgebreid voor overheidslichamen en daarmee ook voor gemeenten. Gemeenten zijn nu veelal vrijgesteld, zo ook de gemeente Beverwijk. De nieuwe wetgeving beoogt niet alle activiteiten van gemeenten in de heffing (25%) te betrekken, maar slechts die activiteiten waarmee gemeenten deelnemen aan het economische verkeer en in concurrentie treden met de private sector.

Naast de grondexploitaties is de gemeente Beverwijk mogelijk belastingplichtig voor andere activiteiten, zijnde: groenonderhoud ten behoeve van Tata Steel, parkeeropbrengsten en strandverhuur.

Grondexploitaties (8)De belaste opbrengsten worden per 2016 opgenomen in de aangifte vennootschapsbelasting. Tevens dient het aan deze activiteiten toe te rekenen vermogen te worden gewaardeerd op de fiscale openingsbalans. Het te betalen bedrag aan Vpb op de grondexploitaties is op korte termijn beperkt, omdat de verkoopopbrengst nagenoeg gelijk zal zijn aan de waarde op de openingsbalans, zijnde de fiscale kostprijs. Dit is mogelijk anders indien er een enorm herstel in de vastgoedmarkt optreedt in 2016. Grondexploitaties waarbij in 2016 geen verkopen plaatsvinden zullen in de regel louter kosten genereren. Naarmate er meer tijd verstrijkt neemt het risico op een hoger te betalen bedrag aan Vpb toe.

Effect voor andere activiteiten (9)Op basis van de huidige inzichten (rapportage Vpb van EFK Belastingadviseurs van juli 2015) kan de verschuldigde belasting voor andere activiteiten oplopen tot €200.000 per jaar. Deze inzichten kunnen wijzigen naarmate het implementatietraject Vpb vordert en een beter beeld wordt verkregen op de kwantitatieve effecten van de invoering Vpb. Wegens deze onzekerheid worden in de begroting 2016 vooralsnog geen lasten geraamd voor de Vpb. Voor de risicoanalyse wordt uitgegaan van een realisatiekans van 50%, zijnde €100.000.

Berekening exploitatierisico’sOnderstaande tabel geeft de berekening weer:

88

* Doordat een gedeelte van de uitgaven aan de decentralisaties de bijdrage aan de verbonden partij IJmond werkt! is sluit het bedrag bij de uitgaven decentralisaties niet aan met het bedrag bij paragraaf 8 decentralisaties.

Risico’s in projecten

Bebouwd parkeren / Meerplein (10)Het project Meerplein is voor de gemeente budgetneutraal geraamd. Het is voorstelbaar dat het project Meerplein op enig moment niet langer haalbaar is. Het opstalrecht zal dan niet worden gevestigd en de boekwaarde voor de gemeente is dan niet langer gedekt. De boekwaarde per ultimo 2015 zal ca. €1.225.000 bedragen. Door de vertraging van het project ontstaat voor de gemeente Beverwijk het risico dat indexaties van aankoopbedragen van parkeerplaatsen niet gedekt kunnen worden uit het oorspronkelijk beschikbaar gestelde krediet. Dit risico is als PM post opgenomen. De gemeente is in het verleden een lening aangegaan bij de ontwikkelaar als gevolg van de aankoop van een tankstation in 2007 op het te ontwikkelen gebied (zie raadsvoorstel 2009/791). Indien het project niet tot uitvoering komt is de gemeente terugbetaling van de lening verschuldigd inclusief een overeengekomen rente vanaf 2007. Bij uitvoering van het project is geen rente verschuldigd en zal terugbetaling van de lening verrekend worden met het te verwerven opstalrecht. Uitgaande van het laatste scenario is het risico niet nader gekwantificeerd.

89

Oostelijke doorverbinding deel 3/ Beverwijkse Bazaar (11)Een dekkingsbron voor het krediet OD3 is de verkoop van bepaalde stukken grond en wegen aan de Beverwijkse Bazaar. Over het tempo van de verkoop en overdracht wordt met de Bazaar onderhandeld. Met de Bazaar is afgesproken dat de overeenkomst daarover in 2015 wordt bekrachtigd. Het deel van de opbrengst van deze operatie dat als dekkingsmiddel is geraamd bedraagt €2.096.028. Het risico is aanwezig dat de Bazaar de gronden uiteindelijk niet wil of kan afnemen. Op dat moment ontstaat er een dekkingstekort voor het project OD3. De boekwaarde van de OD3 zal bij afsluiten van het project dan hoger zijn dan geraamd. Dit heeft een negatief effect op exploitatie tot gevolg. Het maximale effect wordt ingeschat op €1,5 mln. Het risicobedrag wordt geschat op 40% van het maximale effect en bedraagt dan €600.000.

De gemeente Beverwijk heeft een verschil van inzicht met TenneT over de kostenverdeling voor het verleggen van hoogspanningskabels. Als dit verschil niet tot overeenstemming leidt zal een gerechtelijke uitspraak bepalen welke partij de kosten draagt. De vordering van Tennet bedraagt ca. €140.000 en die van de gemeente bedraagt ca. €57.000. De totale omvang van het geschil bedraagt dus ca. €197.000. Het eventuele risicobedrag maakt deel uit van de totale exploitatierisico’s.

Risico’s in grondexploitaties (12)Er is ten tijde van het opmaken van de programmabegroting 2016 nog geen vastgesteld meerjarenprognose grondexploitaties. Voor de berekening van de verwachte winst van de grondexploitaties wordt daarom uitgegaan van de cijfers zoals deze bij de jaarrekening 2014 bekend waren.

RisicomatrixIn de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is aangegeven dat de risico’s gevisualiseerd worden in een risicomatrix. In deze matrix zijn de risico’s verdeeld naar de kans dat ze zich voordoen en welke impact de risico’s hebben.

90

Bepaling benodigd weerstandsvermogenBovenstaande risico-inventarisatie leidt tot het volgende benodigde weerstandsvermogen:

91

De ratio weerstandsvermogen bedraagt:

Oude berekeningswijze weerstandsratioDe berekening van het weerstandsvermogen is geen exacte wetenschap. Het BBV biedt ruimte om de weerstandscapaciteit op verschillende manieren samen te stellen. Een vergelijking met andere gemeenten wordt daardoor ook bemoeilijkt. Het college hecht aan een consequente gedragslijn en heeft daarom ook de ratio berekend op basis van de oude berekeningssystematiek. Dit leidt tot onderstaande berekening:

92

Financiële kengetallenVanaf de begroting 2016 is het vanuit het BBV verplicht om onderstaande financiële kengetallen op te nemen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement.

1. Netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

2. Solvabiliteitsratio

3. Kengetal grondexploitatie

4. Structurele exploitatieruimte

5. Woonlasten ten opzichte van landelijk gemiddelde

Ad 1. Netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningenEen goed kengetal om de hoogte van de schulden van een gemeente te beoordelen is de netto schuld als aandeel van de inkomsten, de netto schuldquote. Om inzicht te krijgen in hoeverre er sprake is van het doorlenen van gelden wordt de netto schuldquote zowel in als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. De VNG geeft aan dat voor een gemeente geldt dat het licht op rood springt als de netto schuldquote boven de 130% uitkomt (te hoge schuld). Bij een netto schuldquote boven de 100% springt het licht voor een gemeente op oranje.

Ad 2. SolvabiliteitsratioDe solvabiliteitsratio geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is om haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. Als signaalwaarde voor de solvabiliteitsratio geeft de VNG een percentage van 20% aan.

93

Ad 3. Kengetal grondexploitatieHet kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten.

Ad 4 Structurele exploitatieruimteVoor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Hiermee wordt er inzicht gegeven in de structurele ruimte of het structurele tekort van de begroting

Ad 5 Woonlasten ten opzichte van landelijk gemiddelde (belastingcapaciteit)Het BBV geeft aan dat dit kengetal gerelateerd moet worden aan landelijk gemiddelde tarieven. Een gemiddelde geeft meer inzicht in de betekenis van de belastingcapaciteit voor de financiële positie dan wanneer dit gerelateerd wordt aan een maximaal te heffen tarief. De belastingcapaciteit is gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Aangezien het gemiddelde van 2016 nog niet bekend is, is het gemiddelde van 2015 aangehouden. De tarieven van de OZB zijn ten tijde van het opmaken van de programmabegroting nog niet bekend. Voor de onderbouwing van het kengetal zijn de OZB lasten van 2015 als uitgangspunt genomen, met een indexatie van 0,8%.

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie De kengetallen onder de nummers 1 tot en met 5 dienen gezamenlijk bekeken te worden om tot een beoordeling te komen.

Door de aflossing van de schulden daalt de netto schuldquote. De solvabiliteit is stabiel. De woonlasten zijn nog niet bekend, daarom is het kengetal voor 2016 nog leeg gelaten.

Conclusie ratio weerstandsvermogenIn onderstaand schema is het verloop van de ratio weergegeven:

De uitkomst uit de weerstandsratio correspondeert conform de tabel met de kwalificatie ruim voldoende. Conform de oude berekening komt de kwalificatie uit op matig.

94

De conclusie is dat de financiële positie van de gemeente Beverwijk op basis van de financiële kengetallen en de ratio van het weerstandsvermogen kan worden beoordeeld als voldoende.

BedrijfsvoeringHet college zorgt voor adequate bedrijfsvoering, dat wil zeggen goede interne sturing en beheersing van primaire en ondersteunende processen. Dit is een belangrijke voorwaarde om de werkzaamheden ook daadwerkelijk en volgens afspraak uit te voeren.

Bedrijfsvoering is geen doel op zich maar dient om doelstellingen te realiseren zoals die door het bestuur van de gemeente Beverwijk zijn vastgesteld. Voor deze bedrijfsvoeringprocessen kan onderscheid gemaakt worden tussen uitvoering (primair proces) en ondersteuning (secundair proces). Uitgangspunten voor een goede bedrijfsvoering zijn doelmatigheid en doeltreffendheid.

Organisatieontwikkeling en communicatieDe organisatie vernieuwt

De steeds veranderende maatschappij vraagt om een flexibele en meedenkende organisatie. Het college geeft daarbij ruimte om verder te groeien naar een open, scherpe, wendbare en betrouwbare gemeentelijke organisatie.

De organisatieontwikkeling “Natuurlijk Organiseren” gaat in 2016 een volgende fase in waarin aan programma- en projectsturing van de veranderopgave voor de organisatie extra aandacht wordt besteed.

CPG Het spoor “Investeren in mensen” wordt voortgezet waarbij gericht aandacht is voor het ontwikkelen van het talent van medewerkers, het bevorderen van arbeidsmobiliteit en het zorgdragen voor een bredere inzetbaarheid.

CPG In 2016 vindt verdere borging plaats van het traject “Morele oordeelsvorming” voor zowel ambtelijke organisatie, college en de raad.

Klantgerichtheid staat ook in 2016 centraal in het “Programma Dienstverlening”. Het college zorgt door middel van trainingen en werkoverleg voor implementatie van de in 2015 ontwikkelde gastvrijheidsformule voor de Beverwijkse ambtenaren.

CommunicatieHet besturen van de gemeente draait om de inwoners en ondernemers van Beverwijk. Het bestuur wil dus actief zijn in en toegankelijk voor de samenleving. Moderne communicatie en zichtbaar zijn in de samenleving hebben prioriteit in het collegebeleid. Het college wil dat Beverwijkers trots zijn op het eigenwijze karakter van Beverwijk en ondernemers en inwoners uitdagen om initiatieven te nemen die bijdragen aan een positief imago van Beverwijk en Wijk aan Zee. Het college zorgt voor een heldere communicatiestrategie waarmee deze doelen worden behaald.

Informatisering en automatiseringDienstverlening en informatie aan burgers en bedrijven.De website van de gemeente Beverwijk wordt het belangrijkste kanaal voor informatie en dienstverlening. Ingaande 15 april 2015 is www.beverwijk.nl gewijzigd van aanbod- naar vraaggericht. De meest gevraagde diensten en informatie worden nu prominent en laagdrempelig aangeboden. Webpagina's die niet of nauwelijks bekeken werden zijn vervallen. Per 1 mei 2015 kan via de website met gebruikmaking van “Verbeter de buurt” simpel en snel een probleem gemeld worden via de plattegrond van Beverwijk. Alle meldingen zijn zichtbaar op de plattegrond en de status van afhandeling is voor iedereen te

95

volgen. De melder wordt automatisch op de hoogte gebracht van de voortgang. Zo kan iedereen met hart voor de buurt een bijdrage leveren aan een verbeterde leefomgeving.

Bestuurlijke informatie.De gemeentelijke website is vanaf 15 april 2015 gewijzigd, bestuurlijke informatie wordt nu onder een aparte tab “Bestuur” ontsloten. Vanaf februari 2015 worden de raadsvergaderingen met beeld en geluid live uitgezonden en zijn ook achteraf te bekijken. Het via internet ontsluiten van het bestuurlijk archief is, in samenwerking met het Noord-Hollands Archief, nog in onderzoek.

Implementatie nationaal uitvoeringsprogramma (i-NUP)Rijk en medeoverheden hebben zich tot doel gesteld de kwaliteit van de dienstverlening aan burger en bedrijf waar mogelijk te verbeteren. Daarvoor is een basisinfrastructuur voor de elektronische overheid ontwikkeld (i-NUP), de overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid. Het i-NUP maakt deel uit van het bestuursakkoord tussen VNG en Rijk en bevat de aanbevelingen en maatregelen na een evaluatie van het eerdere uitvoeringsprogramma “betere dienstverlening, minder administratieve lasten”. De realisatie van een landelijk stelsel van basisregistraties moet er toe leiden dat het principe van eenmalige vastlegging en meervoudig gebruik op landelijke schaal wordt toegepast. Voorbeeld daarvan is de Belastingdienst die aangifteformulieren al zoveel mogelijk invult met bij de overheid bekende gegevens. Gemeentelijke formulieren kunnen ook op een dergelijke wijze vooringevuld aangeboden worden of helemaal achterwege blijven als voldoende gegevens bekend zijn. Hoewel het i-NUP programma op 1 januari 2015 officieel beëindigd is, zal zowel landelijk als lokaal nog het een en ander gerealiseerd en verder doorontwikkeld moeten worden. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van bedrijfsgegevens uit het Nieuw Handelsregister en de realisatie van de gedetailleerde grootschalige digitale kaart van heel Nederland waarop alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water en groen eenduidig worden vastgelegd (Basisregistratie Grootschalige Topografie, afgekort BGT).

Regionalisatie informatiemanagement en automatiseringDe IJmondgemeenten hebben een intentieovereenkomst gesloten om op het gebied van informatiemanagement en automatisering regionaal samen te werken en per 1 januari 2017 een gezamenlijke informatie- en automatiseringsorganisatie te vormen, in welke vorm dan ook. In 2016 vindt op basis van onder andere een business case besluitvorming plaats.

InformatiebeveiligingDoor toenemende digitalisering is het zorgvuldig omgaan met de informatie en gegevens van burgers en organisaties ook voor gemeenten van groot belang. Uitval van computers of telecommunicatiesystemen, het in ongerede raken van gegevensbestanden of het door onbevoegden kennis nemen dan wel manipuleren van bepaalde gegevens kan ernstige gevolgen hebben voor de continuïteit van de bedrijfsvoering en het primaire proces. Een betrouwbare, beschikbare en correcte informatiehuishouding is essentieel voor de dienstverlening van gemeenten. Landelijk is er een strategische en tactische baseline informatiebeveiliging ontwikkeld die de komende jaren bij gemeenten als standaard geïmplementeerd moet worden en een normaal onderdeel van de bedrijfsvoering gaat worden. Eind 2013 is het informatiebeveiligingsbeleid opgesteld, in 2014 is de huidige situatie omtrent informatiebeveiliging geïnventariseerd. Vanaf 2015 is er een ambtelijke stuurgroep informatiebeveiliging. Deze stuurgroep heeft het informatiebeveiligingsplan met alle te nemen maatregelen vastgesteld. De gefaseerde uitvoering daarvan is gestart. Naast te nemen (technische) maatregelen heeft het college in het bijzonder aandacht gegeven aan beveiligingsbewustzijn en het daarbij behorende gedrag van alle personen die werkzaam zijn voor de gemeente.

Regiefunctie informatievoorzieningHet adequaat borgen van de informatievoorziening wordt een steeds belangrijkere en noodzakelijke opgave. De informatievoorziening kan gezien worden als de verbinding tussen enerzijds de informatievraag vanuit de bedrijfsvoering en anderzijds het aanbod vanuit de ICT. Daarbij moet onder andere rekening gehouden worden met informatiebeveiliging,

96

ketenpartners, landelijke basisregistraties, regionalisering en technische architectuur standaarden en uitgangspunten. In het door het college vastgestelde informatiebeleidsplan 2012 - 2015 is aangegeven dat deze regiefunctie gerealiseerd wordt door een informatiemanager. Deze rol wordt vooralsnog vervuld door de teamleider Informatieregie.

Informatievoorziening decentralisatiesVanaf 1 januari 2015 functioneert de informatievoorziening rondom de decentralisaties. Gezien de grote veranderopgaaf zal de informatievoorziening op het minimaal vereiste niveau gebracht worden om de nieuwe dienstverleningsprocessen te kunnen ondersteunen. Het college zorgt er voor dat deze processen in de loop van 2016 doorontwikkeld worden, met name aan de hand van opgedane ervaring.

ServicesIn het team Services zijn alle 1elijns producten voor de interne organisatie, het college en de raad samengevoegd. Het team heeft drie doelstellingen; het optimaliseren van de huidige werkzaamheden / producten, de professionalisering van de servicedesk en het vormgeven van het gemeentelijk gastheerschap.

ServicedeskVia een telefoonnummer en een e-mailadres kunnen de medewerkers, het college en de raad met al hun intern gerichte vragen, klachten en opmerkingen bij de servicedesk terecht. De meeste vragen worden direct opgepakt dan wel afgehandeld. Daar waar de servicedeskmedewerker de vraag niet direct kan afhandelen wordt deze doorgezet naar de experts. Het doel van de servicedesk is enerzijds de interne dienstverlening te optimaliseren en anderzijds om, op basis van deze signalen, aanpassingen aan de dienstverlening aan te (laten) brengen.

Financiën & ControlAdministratieDe financiële administratie omvat de registratie van de financiële functie. Het college ziet toe op een optimale verwerking en efficiënte controlemiddelen.

Door invoering van de decentralisaties in het sociaal domein in 2015 is de omvang van de begroting van de gemeente Beverwijk significant toegenomen. Dit heeft tot gevolg gehad dat een aanzienlijke stroom van nieuwe facturen en betalingen van nieuwe crediteuren met bijbehorende controleprocedures verwerkt is in de administratieve systemen. Het college zorgt in 2016 voor verdere optimalisatie van dit proces.

De invoering van de vennootschapsbelasting voor gemeenten en andere overheden zorgt in 2016 voor extra inspanningen voor de financiële functie.

Beleid & beheerDe P&C producten zijn instrumenten om richting te bepalen, bij te sturen en verantwoording af te dragen. Ze hebben tot doel om raad, college, management en medewerkers te ondersteunen bij het stellen van kaders (doelstellingen), te leveren prestaties en bedrijfsvoering. De P&C producten worden opgesteld conform in- en externe wettelijke regelgeving.

Programmabegroting presenteren met behulp van webapplicatieOm de toegankelijkheid van de programmabegroting en jaarstukken te verhogen presenteert het college op voorstel van de auditcommissie de programmabegroting 2016 in een webapplicatie. Enkele voordelen van digitaal ontsluiten zijn:

Functie van de begroting duidelijker, de begroting is voor de gemeenteraad het belangrijkste stuurinstrument; wat wil de raad bereiken, wat gaat het college/de griffie daarvoor doen en welke budgetten zijn daarvoor nodig;

Uitnodigen om te klikken en daarna te lezen door middel van foto’s en tabellen;

Meerdere ingangen zoals programmastructuur, onderwerp, locatie en doelgroep

97

Kwaliteitsslag door transparantie van informatie;

CollegeprogrammaIn deze programmabegroting zijn de inspanningen van het college (collegeprogramma 2014 - 2018) geïntegreerd in de doelstellingen van het betreffende programma. Door middel van een kenmerk (CPG) zijn deze inspanningen goed in beeld gebracht.

BestuursrapportagesMet 2 bestuursrapportages per jaar informeert het college de raad over de voortgang van de begrotingsuitvoering.

Interbestuurlijk toezichtMet ingang van 2014 dient het college jaarlijks vóór 15 juli informatie over de taakuitvoering op de risicogebieden omgevingsrecht, ruimtelijke ordening, veiligheid en archivering aan de provincie te verstrekken. Volgens de principes van de Wet revitalisering generiek toezicht (Wet rgt ) is dit dezelfde informatie die ook naar de raad gaat voor de versterkte horizontale verantwoording.

Om aan de informatieplicht van de provincie te voldoen wordt in het voorjaar 2016 een rapportage Toezichtinformatie 2015 - 2016 opgesteld en deze bevat de informatie die de provincie Noord-Holland, in haar rol als verticale toezichthouder, vraagt in haar verordening ‘systematische toezichtinformatie’. In de rapportage wordt de uitvoering van genoemde wettelijke taken over de periode medio 2015 tot medio 2016 op hoofdlijnen weergegeven en wordt samen met de bijhorende stukken tijdig naar de provincie Noord-Holland verstuurd. De gemeenteraad ontvangt dezelfde rapportage en kan zich op basis hiervan een oordeel vormen over hoe het college de taken in medebewind uitvoert. De provincie deelt haar uiteindelijke oordeel over de uitvoering van de medebewindstaken in het najaar 2016 per brief aan het college mede, naar aanleiding van de aangeleverde toezichtinformatie en de verificatiegesprekken die worden gehouden met de vakafdelingen.

Conform het doel van de Wet rgt zal de provincie, als toezichthouder, uiteindelijk meer op afstand gaan staan bij die gemeenten die de risicovolle medebewindstaken goed uitvoeren.

Tevens houdt de provincie toezicht op de wijze waarop gemeenten met hun geld omgaan. Elke gemeente moet de begroting, de jaarrekening, IV3 en overige relevante stukken opsturen naar de provincie. De begroting inclusief meerjarenraming moet uiterlijk 15 november van het jaar dat vooraf gaat aan het begrotingsjaar worden ingezonden en de jaarrekening uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het verantwoordingsjaar. Wanneer de begroting en jaarrekening op tijd zijn ingezonden en de begroting naar het oordeel van de provincie structureel en reëel in evenwicht is, dan valt de gemeente onder repressief toezicht (toezicht achteraf). Deze vorm van toezicht is het uitgangspunt.

Onderhoud kapitaalgoederenAlgemeen De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen beschrijft de onderhoudsbegroting en beheerplannen van de gemeentelijke bezittingen. De budgetten voor het onderhoud aan deze duurzame goederen zijn verdeeld over diverse programma’s van de programmabegroting.

Het college zorgt er voor dat:

Bij elke nieuwe ontwikkeling een beheertoets in de besluitvorming (een kredietaanvraag) is opgenomen met een daarbij behorend dekkingsvoorstel en;

Bij afsluiting van het project wordt besloten de geraamde gewijzigde onderhoudslasten structureel op te nemen in de begroting.

98

De gemeentelijke bezittingen zijn als volgt gerubriceerd:

Conform het BBV (art. 12, lid 2) geven is de volgende informatie beschikbaar:

Actueel beleidskader;

Het van toepassing zijnde kwaliteitsniveau;

Vertaling financiële consequenties van het vastgestelde kwaliteitsniveau in de begroting.

Wegen en kunstwerkenactueel beleidskaderIn 2011 zijn voor diverse onderdelen in de openbare ruimte beheersplannen opgesteld; wegen (2011/61080), groen (2011/61075), riolering (2011/61077) en openbare verlichting (INT-15-21156). Uit deze beheersplannen, die zijn gebaseerd op specifieke normen (CROW), bleek dat in een deel van het openbare areaal achterstallig onderhoud was ontstaan. Er is vervolgens een meerjarenplan onderhoud opgesteld (2012/51852); Vastgesteld door de raad op 6-12-2012 (raadsbesluit 2012/51815), dit plan wordt vervolgens jaarlijks geactualiseerd. Hierbij maken we gebruik van kengetallen en geactualiseerde eenheidsprijzen uit de GBI (Gemeentelijke Basis Informatie). Sindsdien wordt, naast het reguliere onderhoud, door middel van kapitaalsinvesteringen, financiële ruimte gecreëerd om achterstallig onderhoud gefaseerd op te heffen. Het actuele meerjarenplan is op 19 maart 2014 vastgesteld voor de jaren 2015 - 2024 (raadsbesluit INT-14-14021).

kwaliteitsniveau en beheerplanDe raad wil bereiken dat Beverwijk beschikt over een goed onderhouden verkeersnetwerk. CPG Het college zorgt voor jaarlijkse actualisering van het wegenonderhoud en het uitvoeren van dagelijks beheer wegenonderhoud. En door wegen rioolwerkzaamheden te combineren, blijft de overlast beperkt. In de beheerplannen is voor bepaalde gebieden, zoals winkelcentra, een gradatie in het onderhoudsniveau vastgesteld. We onderscheiden de niveaus; sober, normaal en hoog. In het grootste gedeelte van het areaal passen we het niveau ‘normaal’ toe. De CROW hanteert de niveaus A, B, C en D, waarbij D het laagste is. Het minimale niveau waarbij nog geen kapitaalvernietiging plaatsvindt is voor wegenonderhoud het niveau C. De kwaliteit ‘normaal’ die het college toepast is iets hoger dan het niveau C van de CROW. Hoewel het hele areaal “heel en veilig” beheerd wordt is achterstallig onderhoud geconstateerd.

De gemeente Beverwijk beheert ongeveer 2 mln. m2 verharding

99

financiële consequentiesOp 19 maart 2015 heeft de raad het jaarprogramma 2015 voor het beheer en onderhoud en het meerjarenprogramma 2015 - 2017 met een doorkijk naar 2024 vastgesteld (INT-14-14021). In dit voorstel zijn de benodigde budgetten voor onderhoud en vervanging in beeld gebracht en vergeleken met de op dit moment beschikbare budgetten. Bij het samenstellen van de uitvoeringsplannen zorgt het college zoveel mogelijk voor aansluiting bij de vervangingscyclus van riolering (GRP, gemeentelijk rioleringsplan) en wegen zodat de middelen efficiënt worden ingezet en de overlast voor de bewoners beperkt blijft. Het college maakt zo mogelijk gebruik van externe middelen (subsidies). In onderstaand meerjarig schema zijn de verschillende budgetten weergegeven:

100

effecten bezuinigingen, welke maatregelen om kapitaalvernietiging te voorkomen.De achterstand die in 2012 is geconstateerd is in de afgelopen jaren, door het plegen van extra investeringen, voor een belangrijk deel ingelopen. In voorgaande jaren zijn de beheerbudgetten echter niet afgestemd op de geprognotiseerde behoefte en zijn geen inflatiecorrecties toegepast. Hoewel vanaf het vaststellen van het meerjarig onderhoudsplan in 2012 en de vaststelling van de jaarplannen in de tussenliggende jaren belangrijke stappen zijn gezet, moet in de komende jaren extra geïnvesteerd worden om het onderhoud van de openbare buitenruimte op het door de raad gewenste kwaliteits- of ambitieniveau te krijgen. Dit heeft onder meer te maken met de ouderdom van de verschillende wijken in de stad. Het college verwacht dat vanaf 2018 het benodigde onderhoudsbudget structureel gaat toenemen. Daarnaast zijn budgetten nodig voor het onderhoud van recente en toekomstige areaaluitbreidingen (bijvoorbeeld Binnenduin). Om de duurzaamheid van deze kapitaalgoederen te waarborgen is goed en adequaat onderhoud van belang. Bij achterstallig onderhoud kunnen de financiële gevolgen van een renovatie of groot onderhoud een behoorlijk beslag leggen op de beschikbare middelen. Het versoberen van het onderhoudsniveau, bijvoorbeeld in winkelcentra waar zich veel publiek bevindt, kunnen tot extra klachten over bijvoorbeeld losliggende tegels, zwerfvuil en mogelijke schadeclaims leiden.

Riolering en water actueel beleidskaderIn het gemeentelijk rioleringsplan 2010 - 2015 (GRP, 2010/58752) is het beleid vastgelegd voor invulling van de gemeentelijke zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Op basis van dit plan is een meerjarig onderhoudsplan opgesteld; het rioolbeheersplan 2012 - 2021 (2011/61077). Het regionaal waterplan Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest 2008 - 2017 is nog actueel en beschrijft de maatregelen en afspraken om het watersysteem in de regio op orde te krijgen. De zorg voor het oppervlaktewater ligt grotendeels bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Het beleid is in 2007 vastgelegd in het regionaal waterplan.

kwaliteitsniveau en beheerplanGemeentelijke watertakenBeverwijk beheert ongeveer 275 kilometer riool, bestaande uit verschillende stelsels. De belangrijkste zijn de droogweer- of vuilwaterafvoer (ca. 23%), de regenwaterafvoer (ca. 17%) en de gemengde riolering (gecombineerd vuil- en regenwater (ca. 40%). Ca. 14% van het totale stelsel dateert van voor 1960. Het stelsel is gebouwd uit verschillende materialen, zoals beton en kunststof, met een te verwachten gemiddelde levensduur van 60 jaar. De riolering is grotendeels geïnspecteerd op onder andere de aspecten afstroming en stabiliteit.

Gebiedsgerichte aanpak is de leidraad waarbij meerdere problemen in een wijk integraal aangepakt worden om zo een kwaliteitsslag te maken in de buitenruimte. Synergie tussen rioolonderhoud, rioolverbeteringen en een integrale aanpak van gebiedsgerichte rioolverbetering in woonwijken zijn daarbij van groot belang. Bijvoorbeeld Zwaansmeer, Oosterwijk en Wijk aan Zee zijn op deze manier aangepakt.

OppervlaktewaterDe zwaarste en meest kostbare maatregelen betreffen de omleiding van de hoofdwaterstromen. In 2015 zijn belangrijke stappen gezet met de afronding van de projecten Kop van de Haven en de Oostelijke Doorverbinding deel 3. Op basis van de evaluatie van de wateroverlast van de zomer 2014 laat het college eind 2015 of begin 2016 weten of er nog aanvullende acties aan het watersysteem nodig zijn.

financiële consequentiesGemeentelijke watertakenHet huidige GRP loopt tot en met 2015. In 2016 stelt het college een nieuw GRP op. Dit plan biedt een terugblik op de afgelopen 10 jaar en een voorstel voor het beleid voor de komende

101

planperiode tot 2020. Onderdeel van het GRP is een herijking van doelen, maatregelen, middelen en de daarvoor benodigde kostendekking via de rioolheffing. Met het huidige budget is het college redelijk in staat om de riolering te laten onderhouden.

OppervlaktewaterHet HHNK investeert minimaal €2 mln. in het waterplan voor Beverwijk. Er vindt regelmatig overleg op projectniveau plaats om goede afstemming te bereiken met de gemeentelijke projecten.

effecten bezuinigingen, welke maatregelen om kapitaalvernietiging te voorkomen.Bij het rioolbeheer wordt steeds de balans gezocht tussen correctief en preventief onderhoud. Periodieke rioolinspecties leveren daarvoor de benodigde informatie, doch het is economisch niet mogelijk om jaarlijks een totaalmeting te doen voor het hele areaal. Dit houdt een zeker risico in. Bezuinigingen op het rioolonderhoud kunnen betekenen dat riolering pas vervangen wordt als er gevaar dreigt. Plotseling optredende verzakkingen, gepaard gaande met schade en andere overlast, kunnen het gevolg zijn. Het college vindt dit een ongewenste ontwikkeling. In het GRP 2016 - 2020 komt dit onderwerp aan de orde.

Groen

actueel beleidskader

Groen in stedelijk gebiedVoor handhaving en verbetering van groen in het stedelijk gebied is het groenbeleidsplan samen met het bomenbeleidsplan richtinggevend.

Het groenbeleidsplan bestaat uit drie onderdelen:

1. Het groenstructuurplan, vastgesteld in 2005, geeft het wensbeeld voor de groenstructuur op stads- en stadsdeelniveau. (2011/59989.)

2. Het groenomvormingsplan, vastgesteld in 2007, vertaalt de doelstellingen uit het groenstructuurplan naar concrete projecten. (2011/31248

3. Het groenbeheerplan (2012/51852).

102

Buitenstedelijk groenHet beleidskader voor het groene buitengebied wordt hoofdzakelijk bepaald door het Ontwikkelingsplan Groene IJmond, waarvan de aanleg voor een groot deel is afgerond.

kwaliteitsniveau en beheerplanIn 2012 is de notitie beheer en onderhoud openbare ruimte 2013 - 2022 vastgesteld. Onderdeel van deze notitie is ook het openbaar groen. Voor het openbaar groen gelden dezelfde kwaliteitsniveaus als voor de overige onderdelen van de openbare ruimte.

Om het onderhoud van de groenvoorzieningen zo goed mogelijk af te stemmen op het beschikbare budget worden sinds 2013 zogenoemde kleine groenomvormingen uitgevoerd. Hierbij worden groenvakken zodanig aangepast dat ze wel een verzorgde uitstraling hebben, maar minder intensief zijn in beheer. Jaarlijks worden diverse locaties bepaald en aangepakt

Om nog beter te kunnen ‘sturen’ in het groenbeheer, heeft er in 2014/2015 een professionaliseringsslag plaatsgevonden in de wijze waarop Beverwijk het groen beheert. Het groenbeheer is vanaf dat moment vastgelegd in een beheerbestek. Vanaf 2016 is het de bedoeling dat er daadwerkelijk volgens deze wijze gewerkt wordt.

In het Ontwikkelingsplan Groene IJmond staat beschreven hoe de openbare ruimte meer integraal en volgens een onderhoudscategorie (extensief, standaard, standaard+ en/of intensief) onderhouden moet worden.

Doelstellingen zijn:

Voor de westelijke stadsrand (Groen- en waterplan); zorg voor samenhang gebied van recreatie en flora & fauna in de binnenduinrand:

Strategisch Groen Project IJmond-Zaanstad (SGP zorgt voor verbeterde mogelijkheden voor landelijk recreëren (wandelen, fietsen, varen en paardrijden) middels aanleg van recreatiegebied De Buitenlanden en groene verbindingen van de stad naar en door de landelijke omgeving.

103

effecten bezuinigingen, welke maatregelen om kapitaalvernietiging te voorkomen.

Zie hierboven, met de genomen maatregelen voorkomen we kapitaalvernietiging. Aandachtspunt blijft areaaluitbreiding, deze moet regelmatig opgevangen worden binnen het bestaande budget/de bestaande begroting. Dit houdt in dat met hetzelfde budget een groter oppervlak beheerd moet worden. Het door het bestuur gewenste en vastgestelde ambitieniveau komt daardoor onder druk te staan.

Speelplaatsenactueel beleidskaderBeverwijk heeft veel speelruimte, maar geen actueel speelruimtebeleid. In 2015 is hard aan de actualisering gewerkt. In het 3e kwartaal van 2015 is het nieuwe speelruimteplan afgerond en ter besluitvorming voorgelegd.

kwaliteitsniveau en beheerplanHet beheer van de speelplaatsen is gekoppeld aan het algemene beheer in de gemeente, zie beeldkwaliteitskaart (INT-13-04238). Speeltoestellen en speelruimtes worden zodanig onderhouden dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan.

financiële consequentiesUit een inventarisatie is gebleken dat er soms verkeerde toestellen staan voor de doelgroep. Het nog vast te stellen beleidsplan bevat een stappenplan om dit beter op elkaar af te stemmen. De inventarisatie en de voor te stellen beleidskeuzes wordt in het 4e kwartaal 2015 ter besluitvorming voorgelegd.

effecten bezuinigingen, welke maatregelen om kapitaalvernietiging te voorkomen.Zie hierboven.

Openbare verlichting actueel beleidskader

EnergieIn het energieakkoord van de SER is afgesproken dat er in 2020 met de openbare verlichting (OV) een energiebesparing gehaald moet worden van 20% ten opzichte van het energieverbruik in 2013. Tevens moet dan 40% van alle OV energiezuinig zijn. De gemeente Beverwijk heeft op dit moment al veel energiezuinige PL-verlichting. Dit geeft dus een extra impuls om deze doelstelling te kunnen realiseren. Volgens het energieakkoord is ook afgesproken om met behulp van LED verlichtingsarmaturen te streven naar een reductie van de energiekosten. Investeringen in LED verlichting moeten financieel opwegen tegen de besparingen die optreden bij een energieverbruik gedurende 20 jaar.

Beheer en onderhoudHet vigerende Beleidsplan openbare verlichting Gemeente Beverwijk 2009 – 2015 (collegebesluit 2009/31552) waarin afspraken over het doelmatig beheer van de OV is vastgelegd, wordt in 2016 geactualiseerd. In 2012 is een vervangingsplan voor de OV opgesteld op grond van een inventarisatie van de leeftijden van armaturen en lichtmasten in Beverwijk (INT-15-21156).

Sociale- en verkeersveiligheidDe aspecten sociale veiligheid en verkeersveiligheid openbare verlichting toets het college aan de verlichtingsklassen van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV), afgeleid van de Europese norm EN13.201. De OV voldoet grotendeels aan deze norm. Voor de kwaliteit van de verlichting in woonwijken worden de laagste verlichtingsklassen van de NSVV, die overeenkomen met het Politiekeurmerk Veilig Wonen, aangehouden.

kwaliteitsniveau en beheerplanDe gemeente Beverwijk heeft ongeveer 8.700 lichtmasten en armaturen. OV-lampen (conventioneel) worden groepsmatig vervangen voor het einde van de maximale brandtijd (fabrieksopgave) van de lampen. Voor deze OV-lampen kan dat verschillen van 3 tot 5 jaar.

104

Armaturen worden vervangen bij een levensduur van 20 jaar en lichtmasten na 40 jaar. Bij vervanging van OV-armaturen die hun maximale economische levensduur hebben bereikt gebeurt dit voornamelijk door armaturen met LED verlichting. Tevens wordt dan gekeken naar het (dynamisch) dimmen van deze verlichting tijdens de lage verkeersintensiteit gedurende de nacht.

Het college onderzoekt ook het toepassen van retro LED verlichting in armaturen die hun maximale levensduur nog niet behaald hebben. Er zijn helaas nog geen retro LED-lampvervangers voor alle conventionele OV-lampen beschikbaar, maar de ontwikkeling hiervan gaat snel. Op deze manier kan tegen lage kosten toch snel energie bespaard worden.

Lichtmasten worden in principe een keer in de 7 jaar geschilderd. Per jaar zijn dat ongeveer 700 lichtmasten. Uitzondering zijn de lichtmasten aan het strand van Wijk aan Zee, deze worden elke 3 jaar geschilderd. Verder zijn de technische voorwaarden van gemeente Beverwijk van toepassing.

financiële consequentiesIn 2012 is, als gevolg van het beleidsplan OV, het budget voor de vervanging van lichtmasten en armaturen met €110.000 verhoogd. In 2015 is het onderhoudsbudget echter weer met €10.000 bijgesteld. Op grond van het bestaande areaal, de te verwachten levensduur van de armaturen, lichtmasten en lampen en rekening houdende met gemiddelde vervangingskosten blijkt het budget niet voldoende te zijn om de komende jaren het benodigde onderhoud te kunnen uitvoeren. Het college gaat het beleidsplan OV met de daarbij behorende dekkingsvoorstellen daarom in 2016 actualiseren.

Voor het dagelijks onderhoud en het snel afhandelen van storingen aan de OV is enkele jaren geleden een samenwerkingsverband met de gemeente Heemskerk aangegaan. Dit heeft voor beide gemeenten geleid tot een besparing van het dagelijks beheer van de OV.

effecten bezuinigingen, welke maatregelen om kapitaalvernietiging te voorkomen.De vervanging van masten, armaturen en kabels vindt zoveel mogelijk planmatig plaats. Uitstel van planmatige vervanging leidt na enige jaren tot veel extra storingen en klachten. De kosten voor incidentele vervanging van armaturen zijn hoger en geven een armoedig en rommelig straatbeeld met oude en nieuwe armaturen naast elkaar. Het college zorgt er voor dat het vervangingsonderhoud van de armaturen en lichtmasten zoveel mogelijk per wijk/buurt plaatsvindt.

Ter voorkoming van storingen en hoge reparatiekosten moet de vervanging van armaturen met elektronische apparatuur plaats vinden aan het einde van hun (elektronisch-) technische levensduur van 20 jaar. Door bezuinigen in het verleden is met name achterstand ontstaan in het vervangen van armaturen. Dit heeft geleid tot meer klachten en storingen en veel duurdere ad hoc reparaties. Het uitstellen van vervanging heeft tot gevolg dat het aantal armaturen ouder dan 20 jaar steeds groter wordt. De vervangingskosten gaan op termijn het jaarlijks beschikbare budget overschrijden.

Vastgoed gebouwen actueel beleidskaderHet beheer van de gebouwen (niet) openbare dienst is vastgelegd in een meerjaren onderhoudsplan. Dit plan wordt jaarlijks geactualiseerd aan de hand van inspectierondes.

kwaliteitsniveau en beheerplanDe onderhoudsplanningen zijn gebaseerd op noodzakelijke onderhoudsmaatregelen, afschrijvingstermijnen, de kosten die met de investeringen verbonden zijn en de middelen die komende jaren nodig zijn om dit te kunnen realiseren.

105

Onderhoud dat nog niet direct noodzakelijk is wordt doorgeschoven en onderhoud dat eerder noodzakelijk blijkt wordt naar voren gehaald. De planning wordt hierop jaarlijks aangepast maar de hoofdlijnen blijven gehandhaafd.

financiële consequentiesJaarlijks is een bedrag van €307.000 beschikbaar voor het onderhoud van de gebouwen (niet) openbare dienst. Dit bedrag is gebaseerd op de werkelijke kosten. Het is een gemiddelde over een aantal jaren.

effecten bezuinigingen, welke maatregelen om kapitaalvernietiging te voorkomen.In de afgelopen jaren zijn de budgetten voor het onderhoud verlaagd. Dat betekent dat heel kritisch gekeken wordt welk onderhoud per jaar nodig is. De consequentie daarvan kan zijn dat het onderhoud wordt opgeschoven naar daaropvolgende jaren. Hierdoor kan achterstallig onderhoud ontstaan. Er moet dan goed bekeken worden dat dit niet leidt tot kapitaalvernietiging. Er komt steeds beter in beeld brengen welke gebouwen er op de korte of middellange termijn afgestoten kunnen worden. Dat betekent dat slechts het hoogst noodzakelijke onderhoud wordt uitgevoerd.

Vastgoed sportfaciliteitenactueel beleidskaderIn het meerjaren grootonderhoud en investeringsplan sportaccommodaties 2014 - 2017 (MGOIP, INT-13-06847) zijn de vervangingen van de sportvoorzieningen vastgelegd. Het betreft de vervangingen en onderhoud voor de gemeentelijke binnensportaccommodaties (gymzalen De Witstraat, Dreef en Elzenlaan) alsmede de sporthallen Kinheim en De Walvis.

Het MGOIP is ook van toepassing op de buitensportaccommodaties; sportpark Adrichem, sportpark Overbos, sportpark De Duinrand en de wielerbaan Aagtenbos.

kwaliteitsniveau en beheerplanHet kwaliteitsniveau is van dien aard dat er veilig gesport kan worden. Dat kan betekenen dat voorzieningen die in enig jaar gepland staan naar voren gehaald moeten worden. In de periode 2014 - 2017 kan er dus geschoven worden met de uitvoering van het onderhoud.

financiële consequentiesVoor de jaren 2014 - 2017 zijn de onderhoudsbudgetten en de investeringen vastgesteld. De normbedragen voor de buitensport zijn gebaseerd op het rapport van een extern bureau. Het college heeft voor de gebouwen middels een inspectie en op basis van een raming de kosten vastgesteld.

effecten bezuinigingen, welke maatregelen om kapitaalvernietiging te voorkomen. Zie hierboven

FinancieringAlgemeenIn artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 13 van het BBV is geregeld dat gemeenten verplicht zijn een financieringsparagraaf in de programmabegroting op te nemen. Deze paragraaf bevat in ieder geval de beleidsvoornemens over het risicobeheer van de financieringsportefeuille. In 2015 is het treasurystatuut 2015 door de raad vastgesteld (INT-14-13949). In dit document zijn de doelstellingen van het treasurybeleid en richtlijnen en limieten voor de dagelijkse uitvoering van het treasurybeleid vastgelegd.

Deze paragraaf is, in combinatie met het treasurystatuut 2015 (INT-14-13951), een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de inrichting van de financieringsfunctie, terwijl de uitwerking daarvan zijn weerslag vindt in de financieringsparagraaf.

106

TreasurybeleidDe treasury houdt zich bezig met risico’s die samenhangen met alle toekomstige kasstromen. Deze risico’s komen zowel voort uit de financieringsbehoefte, als uit de modaliteiten van de bestaande portefeuilles (zoals vervroegde aflossingen, herfinanciering, herbelegging en renteaanpassingen). Het treasurybeleid is primair gericht op het waarborgen van financiële continuïteit door het resultaat en vermogen te beschermen tegen financiële risico’s en de organisatie financierbaar te houden. Deze bescherming vindt plaats door renterisico’s en risico’s uit financiële posities te vermijden en te spreiden. Deze twee soorten risico’s zijn leidend en gaan in de uitwerking verder dan de wettelijke kaders. In principe zijn de uitgangspunten als volgt:

Zorgdragen voor voldoende financierbaarheid op korte en lange termijn;

Bewerkstelligen van passende financieringslasten;

Beheersen van wettelijke en feitelijke rente- en/of financieringsrisico’s;

Risicomijdend uitzetten van gelden en afgeven van garanties;

Zorgdragen voor effectief, veilig en efficiënt betalingsverkeer;

Actief onderhouden van contacten met marktpartijen om de toegang tot de financiële markten open te houden.

Deze uitgangspunten leiden tot het zo nauwkeurig mogelijk toepassen van de “matching” tussen opgenomen en uitgezette gelden. Daarnaast maakt het college actief gebruik van de wettelijke mogelijkheden om passende financieringslasten te bewerkstelligen. Onder meer door het zo maximaal mogelijk betrekken van de kasgeldlimiet bij financieringsbeslissingen.

InformatievoorzieningVoor een goede uitvoering van de treasuryfunctie is het van belang dat de administratieve organisatie en informatievoorziening goed zijn geregeld. Het voorzien in juiste, tijdige en volledige informatie is een belangrijke voorwaarde voor het kunnen beheersen van risico’s. Het college verstrekt in de financiële kadernota, programmabegroting en jaarstukken informatie over relevante afwijkingen op de financieringsparagraaf. De richtlijnen en limieten, verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden en de delegatie en mandatering zijn geregeld in het treasurystatuut.

Ontwikkelingen

Externe ontwikkelingenOvertollige liquiditeit kan alleen worden ondergebracht bij het Rijk (schatkistbankieren) of bij lokale overheden. De gemeente Beverwijk heeft tot 2029 €15 mln. uitstaan bij een andere gemeente, tegen een rentevergoeding van 3% op jaarbasis. De rentevergoeding door het Rijk is gelijk aan de inleenrentes van de Nederlandse staat op de financiële markten en daardoor minimaal. In deze begroting verwerkte renteopbrengsten zijn gebaseerd op de verwachte renteopbrengsten.

Interne ontwikkelingenDe uitvoering van de treasuryfunctie vindt in 2016 plaats op grond van regelgeving zoals vastgelegd in het treasurystatuut. Het tijdig beschikbaar hebben van juiste en volledige financiële informatie over grote kasstromen is van wezenlijk belang om de treasury werkzaamheden naar behoren te kunnen uitvoeren. Die financiële informatie dient vooral te komen uit daartoe op te stellen liquiditeitsplanningen.

Liquiditeitsprognose 2015 - 2019In het 4e kwartaal 2014 is een nieuwe inventarisatie van de projecten gemaakt en een nieuwe liquiditeitsprognose 2015 - 2019 opgesteld. De grafiek, met daarin opgenomen de

107

verwachte liquiditeit ultimo boekjaar voor de jaren 2015 - 2019, is als bijlage terug te vinden in de financiële kadernota 2016 - 2019 (INT-15-19269).

Risicobeheer TreasurystatuutDe raad heeft als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat, in verband met het risicobeheer, alleen uit hoofde van de “publieke” taak leningen of garanties worden verstrekt. Indien middelen worden uitgezet dienen deze een prudent karakter te hebben en niet te zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico’s. Het prudente karakter wordt gewaarborgd door richtlijnen en limieten, zoals deze zijn neergelegd in het treasurystatuut. Uitgangspunt is dat wordt voldaan aan kasgeldlimiet en renterisiconorm. De belangrijkste algemene financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn renterisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico en koersrisico. Hierna wordt aangegeven in welke mate deze risico’s zich bij de gemeente Beverwijk voordoen en op welke wijze het college deze risico’s beheerst.

RenterisicoDe gemeente Beverwijk loopt renterisico door fluctuaties die optreden in door derden (banken etc.) gehanteerde rentetarieven. De gemeente Beverwijk financiert een deel van haar investeringen met externe middelen waarover een rentevergoeding is verschuldigd. We lopen hierbij het risico dat de rentetarieven stijgen, wat een financieel nadeel veroorzaakt. Met de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) beperkt de wetgever het renterisico door het stellen van de zogenaamde kasgeldlimiet en renterisiconorm. Hierdoor worden gemeenten verplicht om het renterisico binnen aanvaardbare normen te houden. Hierna wordt ingegaan op het risico bij kortlopende financiering (kasgeldlimiet) en langlopende financiering (renterisiconorm).

KasgeldlimietDe Wet fido bepaalt dat de gemiddeld netto-vlottende schuld per kwartaal niet de kasgeldlimiet mag overschrijden. De kasgeldlimiet stelt een grens aan korte financiering. Hiermee wordt het renterisico op de korte financiering beperkt. De kasgeldlimiet wordt berekend als een bepaald percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. Hieronder volgt een overzicht van de hoogte van de kasgeldlimiet over 2016:

RenterisiconormIn de Wet fido zijn normen gesteld voor het renterisico op vaste schuld. Met het stellen van deze normen is een kader beschikbaar om tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille te komen, dat het renterisico door renteaanpassingen en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. Het renterisico op de vaste schuld (leningen met een looptijd langer dan één jaar) mag de renterisiconorm niet overschrijden.

De renterisiconorm wordt berekend door een vastgesteld percentage (20%) te vermenigvuldigen met de totale vaste schuld bij aanvang van het jaar.

Het renterisico wordt berekend door te bepalen welk deel aan vaste schuld in enig jaar geherfinancierd moet worden door het aangaan van nieuwe leningen en voor welk deel van de vaste schuld een wijziging van rente op basis van de leningsvoorwaarden niet kan worden beïnvloed.

Gezien het navolgende overzicht is de verwachting dat de gemeente Beverwijk in 2016 binnen de wettelijke norm blijft.

108

KredietrisicoKredietrisico is het risico van waardedaling van een vordering, ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij wegens insolventie of deficit. De gemeente Beverwijk loopt kredietrisico bij:

Het uitzetten van overtollige middelen (middelen die niet dienen voor de uitoefening van de publieke taak);

Het verstrekken van leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak.

Het college beperkt het kredietrisico onder meer door eisen van kredietwaardigheid te stellen aan de tegenpartij.

Voor de onderstaande handelingen gelden de volgende risico-beperkende maatregelen:

Het uitzetten van overtollige middelen; het kredietrisico is door de regelgeving rond het schatkistbankieren vrijwel nihil;

Het verstrekken van leningen en garanties; als gevolg van de Wet fido kan de gemeente Beverwijk slechts leningen en garanties verstrekken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. In het treasurystatuut is bepaald dat hierbij de maximale zekerheden en garanties moeten worden verkregen die in de specifieke situaties mogelijk zijn. Wettelijk gezien is het college bevoegd om leningen en garanties te verstrekken;

Garantstellingen; de gemeente Beverwijk staat indirect garant voor woningbouwleningen middels een achtervangovereenkomst, waarbij in eerste instantie het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) garant staat.

LiquiditeitsrisicoBeheersing van dit risico is van belang om te voorkomen dat er onnodig kort geld moet worden aangetrokken voor het doen van lopende betalingen. Liquiditeitsrisico doet zich bijvoorbeeld voor wanneer de uitgaande geldstromen onvoldoende zijn afgestemd op de inkomende geldstromen, waardoor onnodig kort geld moet worden aangetrokken om te kunnen voldoen aan lopende betalingsverplichtingen.

109

KoersrisicoDit betreft het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Aandelen zijn hiervan een goed voorbeeld. Uitgangspunt van het college is dit risico zoveel mogelijk uit te sluiten.

Gemeentefinanciering

FinancieringsmiddelenDe investeringen van de gemeente Beverwijk worden gefinancierd met interne en externe financieringsmiddelen (eigen en vreemd vermogen). Onder interne financieringsmiddelen vallen reserves en voorzieningen, onder de externe financieringsmiddelen de opgenomen langlopende leningen.

Financieringen voor een periode van één jaar en langer worden alleen aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van een publieke taak.

Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn uitsluitend onderhandse leningen.

LeningenportefeuilleHet is van groot belang zicht te hebben op de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen. Deze rentegevoeligheid blijkt onder meer uit de hiervoor omschreven renterisiconorm. In onderstaand schema geven wij de verwachte mutaties in de leningenportefeuille.

RelatiebeheerDe gemeente Beverwijk heeft een rekening-courantverhouding met de volgende bankinstellingen: BNG Bank, ING en Rabobank. De gemeente Beverwijk heeft een ‘verplichte’ relatie met de BNG Bank, omdat alle rijksuitkeringen via de BNG Bank lopen. De BNG Bank verzorgt het betalingsverkeer voor de gemeente Beverwijk.

Berekening renteresultaat

110

1. Dit is de rentebate uit de jaarlijkse belasting van producten en/of kredieten met de interne opslagrente over de boekwaarde van de materiële vaste activa per 1 januari van elk begrotingsjaar.

2. Dit is de rentedekking, berekend op basis van de prognose van (nog aan te vragen) BIP-investeringen over de periode 2015 - 2018.

3. Dit is de rentebate uit de jaarlijkse contractuele rente over de boekwaarde van de financiële vaste activa dan wel uit de jaarlijkse belasting van producten met de interne opslagrente over de boekwaarde van de financiële vaste activa per 1 januari van elk begrotingsjaar.

4. Dit zijn de verwachte rentekosten van de opgenomen leningen.

5. Dit zijn de geschatte rentebaten die verwacht worden op het overschot aan liquide middelen.

111

Lokale heffingenEr zijn 2 soorten gemeentelijke belasting:

1. Belastingen : bijvoorbeeld onroerende zaak belasting (OZB), toeristenbelasting en parkeerbelasting. De opbrengst daarvan gaat naar de gemeente. De gemeente bepaalt zelf waarvoor ze de opbrengst gebruikt.

2. Heffingen : dit zijn rechten, tarieven en leges. Bijvoorbeeld rioolrecht, afvalstoffenheffing of de kosten voor een paspoort. De gemeente krijgt hiermee alleen de kosten vergoed die ze gemaakt heeft. De totale opbrengst van deze heffingen mag niet meer zijn dan het totaal van de kosten.

De gemeentelijke belasting is, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente.

In het overzicht hieronder is een specificatie van de belastinginkomsten opgenomen.

IndexDe tarieven van de meeste gemeentelijke heffingen worden, voor zover mogelijk en wettelijk is toegestaan, jaarlijks geïndexeerd om compensatie te bieden voor de inflatie. Het indexpercentage wordt jaarlijks door de raad vastgesteld bij de behandeling van de financiële kadernota in het voorjaar. Maatstaf hiervoor is de BBP-index (bruto binnenlands product) uit de meicirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Voor 2016 bedraagt de index 0,8%.

112

KwijtscheldingDe gemeente is op grond van de Invorderingswet 1990 bevoegd om kwijtschelding van gemeentelijke heffingen te verlenen. Het gemeentelijk beleid is gebaseerd op de normen en richtlijnen van het Rijk. Kwijtschelding is mogelijk voor aanslagen rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De gehanteerde kwijtscheldingsnorm is 100%.

BelastingenOnroerende zaakbelastingenConform de BBP-index gaat het college voor 2016 uit van een opbrengstverhoging van 0,8%. Daarnaast wordt de opbrengst voor de OZB niet-woningen verhoogd met €180.000 ter dekking van de aanjaagregeling. Dit is conform de meerjarenraming 2016 - 2019. De voor deze belastingen benodigde WOZ-waarden komen volgens planning in het 4e

kwartaal 2015 beschikbaar. De vaststelling van de tarieven vindt plaats in de raadsvergadering van december 2015.

Roerende zaakbelastingenDe tarieven voor de roerende zaakbelastingen zijn wettelijk gekoppeld aan die van de onroerende zaakbelastingen.

ParkeerbelastingenDe parkeerbelastingen bestaan uit drie componenten, te weten; parkeergelden, parkeervergunningen en parkeerboetes. De inkomsten en uitgaven zijn aan elkaar gekoppeld met de reserve parkeren als vereveningsfonds. De tarieven vallen buiten de indexeringssystematiek, ze worden aangepast op basis van afzonderlijke besluiten.

Het parkeergeldtarief (het zogenaamde straattarief) van €1,25 per uur wijzigt niet. Dit is in overeenstemming met het raadsbesluit om de tarieven pas aan te passen als de parkeergarage Meerplein geopend is. De opbrengst uit parkeergelden is in 2015 structureel verlaagd (2e bestuursrapportage) omdat de werkelijke inkomsten achterblijven bij de begroting. Belangrijkste reden voor de achterblijvende inkomsten is de toename van het gebruik van belparkeren en pasparkeren. Bezoekers die gebruik maken van bel- of pasparkeren betalen gepast en per minuut. Dus nooit teveel (voor de zekerheid) of te weinig (met kans op naheffing). Uiteraard is dit een gewenste ontwikkeling richting de consument, maar het heeft direct invloed op de parkeerinkomsten. Inmiddels betaalt ruim 20% van de bezoekers via bel- of pasparkeren. Een bijkomende reden is de economische situatie, hoewel de economie landelijk weer aantrekt, zien we dit nog niet terug in de parkeerinkomsten in Beverwijk.

De opbrengst uit parkeervergunningen wordt met ingang van 2016 structureel verlaagd met €22.450. Het halveren van de prijs van de eerste parkeervergunning voor bedrijven, alsmede de introductie van een nieuwe parkeervergunning voor bedrijven voor het Meerplein en het parkeerterrein Halve Maan betekent een vermindering van de inkomsten.

De raming van de opbrengst uit parkeerboetes is in 2015 structureel verlaagd en wordt voor 2016 begroot op €410.000 (2e bestuursrapportage). Bezoekers die gebruik maken van bel- of pasparkeren betalen gepast en per minuut waardoor er minder boetes worden opgelegd.

ToeristenbelastingIn het coalitieakkoord 2014 en het vastgestelde collegeprogramma 2014 - 2018 staat als actiepunt opgenomen: “Mogelijkheden onderzoeken om de toeristen- en hondenbelasting af te schaffen”. In de raadsvergadering van 2 juli 2015 is dit onderzoek behandeld en heeft de raad besloten om de optie voor het meerjarig vaststellen van het tarief voor toeristenbelasting verder uit te werken. Met het meerjarig vaststellen van het tarief wordt tijdig helderheid gegeven richting de ondernemers zodat zij hun bedrijfsvoering hierop kunnen inrichten. Daarnaast sluit Beverwijk met dit tarief aan bij de omliggende IJmondgemeenten. Gelet op de uitkomst van het onderzoek stelt het college voor om de

113

opbrengst van de toeristenbelasting niet te indexeren en het tarief voor de toeristenbelasting met ingang van 2016 voor een periode van 5 jaar vast te stellen.

PrecariobelastingHet college stelt voor om de tarieven voor 2016 met de BBP-index van 0,8% te verhogen.

HondenbelastingIn het coalitieakkoord 2014 en het vastgestelde collegeprogramma 2014 - 2018 staat als actiepunt opgenomen: “Mogelijkheden onderzoeken om de toeristen- en hondenbelasting af te schaffen”. In de raadsvergadering van 2 juli 2015 is dit onderzoek behandeld en heeft de raad besloten om de optie voor het meerjarig vaststellen van het tarief voor hondenbelasting verder uit te werken. Eén van de in 2012 aangenomen bezuinigingsvoorstellen was een verhoging van de hondenbelasting die, in 4 jaar tijd, tot een 25% meeropbrengst moet leiden. De extra tariefsverhoging van 6,25% gold voor de belastingjaren 2013 tot en met 2016. Inclusief de indexering van 0,8% voor 2016 leidt dit tot een totale tariefsverhoging van ongeveer 7%. Gelet op de uitkomst van het onderzoek stelt het college voor om het tarief voor de hondenbelasting met ingang van 2016 voor een periode van 5 jaar vast te stellen.

HeffingenRioolheffingVolgens de afspraken in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) wordt het exploitatiesaldo van de rioleringsactiviteiten in het rioleringsfonds gestort, van waaruit vervolgens de omvangrijke rioleringsinvesteringen voor de komende jaren worden bekostigd. Om die investeringen te kunnen doen zijn in het GRP afspraken gemaakt over de jaarlijkse verhoging van de tarieven. Het college stelt voor om de tarieven in 2016 gelijk te houden aan die van de 2015. Dit

114

betekent een tarief van €207,24 bij een waterverbruik t/m 300m3 en €290,76 voor elke volgende 300m3 water of deel daarvan.

AfvalstoffenheffingAfvalstoffenheffing wordt geheven van degenen die in de gemeente gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen heeft. De afvalstoffenheffing kent voorts een gedifferentieerde tariefstelling. Een eenpersoonshuishouden betaalt minder afvalstoffenheffing dan een meerpersoonshuishouden. Er wordt uitgegaan van een kostendekkende exploitatie van de afvalinzameling en –verwerking. Afwijkingen hierop worden verevend met de reserve afvalinzameling. De opbrengsten en daarmee de tarieven van de afvalstoffenheffing vallen buiten de standaard indexeringsystematiek. De geraamde kosten die afvalinzamelaar HVC bij de gemeente Beverwijk in rekening brengt vormen hiervoor de basis. Deze kosten stijgen in 2016 met ongeveer 1,6%. Deze stijging houdt verband met de prijsindexering zoals besloten in de uitvoeringsovereenkomst met de HVC en de kosten voor het nieuwe afvalbrengstation in Beverwijk die gedeeltelijk zijn meegenomen in het tarief van 2016. Om de burgers van Beverwijk niet onevenredig zwaar te belasten wordt het afvalbrengstation gedurende 4 jaar in de tarieven van de afvalstoffenheffing opgenomen en deels gedekt uit de reserve afvalinzameling.

Het college stelt voor 2016 de volgende tarieven voor;

Eenpersoonshuishoudens €188,40 (was in 2015 €185,40)

Meerpersoonshuishoudens €283,20 (was in 2015 €279,00)

LegesUitgangspunt voor de legesinkomsten is streven naar zoveel mogelijk kostendekkendheid van de tarieven. Ook bij de leges stelt het college de BBP-index van 0,8% voor. Vanwege landelijk geldende (maximum) tarieven is deze index niet van toepassing op de leges voor reisdocumenten, rijbewijzen, documenten/eigenverklaringen, verklaringen en naturalisatie. De leges zijn onderverdeeld in drie componenten te weten;

1. Algemene dienstverlening: burgerzaken, reisdocumenten, archief- en bestuurstukken

2. Dienstverlening omgevingsvergunning: bijvoorbeeld bouwleges

3. Dienstverlening volgens Europese dienstrichtlijnen: horecavergunningen en evenementen

GrafrechtenHet college stelt de raad voor om de tarieven voor 2016 met het trendmatige percentage van 0,8% te verhogen.

MarktgeldenHet college stelt de raad voor om de tarieven voor 2016 met het trendmatige percentage van 0,8% te verhogen.

HavengeldenDe opbrengst van de binnenhavengelden is, conform de eerste verordening tot wijziging van de verordening binnenhavengelden (INT-15-18904), voor 2016 incidenteel met €90.000 verhoogd (2e bestuursrapportage). Het college stelt de raad voor om de tarieven van zeehaven- en binnenhavengeld met het trendmatige percentage van 0,8% te verhogen.

115

Verbonden partijenConform artikel 15 van het BBV is de paragraaf verbonden partijen opgenomen. Met verbonden partijen worden sec de partijen bedoeld waarmee de gemeente Beverwijk zowel een financiële als een bestuurlijke relatie heeft.

De verbonden partijen voeren voor een concreet omschreven doel beleid uit voor de gemeente. Dit beleid kan in principe ook door de gemeente in eigen beheer worden uitgevoerd. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij, maar blijft wel eindverantwoordelijk voor het realiseren van het beoogde doel.

Bij het aangaan van een deelname in een verbonden partij zijn heldere en eenduidige afspraken over de taken en bevoegdheden van alle betrokken partijen vastgelegd in statuten, samenwerkingscontracten, uitvoeringsovereenkomsten of regelingen.

In de raadscommissie van 10 april 2014 is besloten om de kadernota verbonden partijen versie 2014 (INT-14-09170) in te brengen in het seniorenconvent. De rekenkamercommissie is met een onderzoek bezig rond dit onderwerp.

In onderstaande tabel is vastgelegd wie de gemeente vertegenwoordigt in het bestuur van een verbonden partij en waar de ambtelijke verantwoordelijkheid ligt voor de verbonden partij.

116

CPG In het collegeprogramma 2014 - 2018 is als inspanning de uitwerking van de nota verbonden partijen 2014 - 2018 (INT-14-09170) aangegeven.

In de nota verbonden partijen zijn de kaders aangegeven waarbinnen het college mag handelen. Het college legt de afspraken met de verbonden partijen vast in de programmabegroting en legt verantwoording af aan de raad met de jaarstukken. Hiervoor wordt een format gebruikt waarmee het college een beknopt overzicht geeft van de afspraken met de verbonden partijen. Dit betreft de items;

rechtsvorm & financiële gegevens;

doel;

visie;

beleidsvoornemens

Overwegingen tot deelname, wijzigen of beëindigen van een belang in een verbonden partij wordt afzonderlijk gerapporteerd aan de raad. Door deze informatievoorziening wordt de raad in de positie gebracht om zijn controlerende taak uit te voeren.

De tabel in het format is overeenkomstig het BBV.

117

Artikel 15 lid d BBV geeft aan dat het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar opgenomen moet worden.

Lid e van artikel 15 BBV geeft aan dat het resultaat vermeld moet worden. Omdat niet alle begrotingen beschikbaar waren op het moment van schrijven van deze paragraaf of omdat balansgegevens (eigen en vreemde vermogen) veelal niet begroot worden is in bepaalde gevallen volstaan met het opnemen van de meest actuele financiële gegevens.

Afvalschap IJmond-Zaanstreek (AIJZ)

118

Rechtsvorm en financiële gegevens

In 1995 is door de gemeenten Zaanstad, Velsen, Heemskerk en Beverwijk een gemeenschappelijke regeling (GR) Afvalschap IJmond-Zaanstreek (AIJZ) vastgesteld. De afzonderlijke gemeenten hebben in het verleden afgesproken om het aandelenbezit van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) gezamenlijk in beheer onder te brengen in de GR AIJZ.

De activiteiten van het AIJZ beperken zich voornamelijk tot het, namens de deelnemende gemeenten, beheren van de aandelen HVC. De verdeling is Zaanstad 50%, Velsen 25% en Beverwijk en Heemskerk 12,5%. AIJZ beheert namens de deelnemende gemeenten 18,15% aandelen HVC. Dit betreft een gering gestort eigen vermogen van €45,45 per aandeel. De overige financiering vindt plaats met geleend geld.

Naast dit aandelenkapitaal gestorte vermogen staan aandeelhouders op basis van een gezamenlijke aandeelhouders(ballotage)overeenkomst ook garant voor eventuele verliezen van HVC, de betaling van rente en aflossing voor de geldleningen die HVC is aangegaan (met een garantstellingsprovisievergoeding van 1% van de gegarandeerde leningen) en de verplichting om al het verbrandbare afval en het GFT-afval ter verwerking aan HVC aan te bieden. Zij zijn daarbij tevens verplicht om de door HVC vastgestelde tarieven te vergoeden.

HVC is de afgelopen jaren geconfronteerd met de negatieve gevolgen van de recessie zoals een terugloop van te verbranden tonnages van huishoudelijk afval, een verminderde vraag naar secundaire grondstoffen zoals papier en metalen, een afnemende vraag naar elektriciteit waar HVC een deel van haar inkomsten uit genereert. De eerder ingevoerde structurele bezuinigingen van €19 mln. HVC hebben mede bijgedragen aan de winst over 2014, na drie jaar verlies, van €4,2 mln. (ten gunste van reserve). In 2014 zijn alleen vervangingsinvesteringen gedaan en investeren in nieuwe projecten is de komende jaren niet aan de orde. Daar waar herfinanciering noodzakelijk is blijft het uitgangspunt voor de komende jaren dat het in 2012 vastgestelde plafond ad. €670 mln. van door de aandeelhouders gegarandeerde leningen, op basis van artikel 9 van de ballotageovereenkomst, niet wordt overschreden. Deze gegarandeerde leningen hadden per 31-12-2014 een totaal omvang van €593 mln.

Het eigen vermogen wordt op termijn verder opgebouwd en de (gegarandeerde) leningen worden afgelost. De ongunstige marktomstandigheden, de terugloop in hoeveelheden afval en lage energieprijs zullen HVC echter nog parten blijven spelen. Door het

119

blijven inspelen op de markt en de economische omstandigheden en het sterk beheersen van haar kosten zal HVC op de lange termijn rendabel kunnen blijven. Het eigen vermogen bestaat uit overige reserves.

Doel

Het Afvalschap heeft tot doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers te behartigen voor beheer van de aandelen van de NV Huisvuilcentrale Noord-Holland, een doelmatige en milieu hygiënische verantwoorde verwijdering van afvalstoffen en het ontwikkelen van beleid en uitvoering op het terrein van preventie en hergebruik. De hiervan afgeleide taken voor de GR AIJZ zijn:

1. het bepalen van het standpunt dat (namens de deelnemende gemeenten in de GR AIJZ) in de aandeelhoudersvergadering van HVC wordt ingenomen.

2. het benoemen van een commissaris.

3. het aanbieden van afval aan HVC. Formeel dragen de gemeenten hun afval eerst over aan de GR AIJZ die het vervolgens ter verwerking aanbiedt aan HVC. In de praktijk wordt het afval direct aan HVC aangeboden.

Visie

De visie van de gemeente ten aanzien van het samenwerkingsverband is een efficiëntere uitvoering van taken. De HVC heeft bij haar oprichting de beleidslijn vastgesteld dat voor deelname in haar aandelenkapitaal de voorkeur wordt gegeven aan een gemeentelijke samenwerkingsorgaan zoals de GR AIJZ, die taken en bevoegdheden uitoefent op het gebied van het regionale afvalverwijderingsbeleid. Het publieke belang van de GR AIJZ is beschreven bij het “doel”.

Beleidsvoornemens

-Met instemming van de GR AIJZ is de strategie van HVC herijkt met een focus op materiaalhergebruik om te komen tot de doelstelling van 75% in 2020. Gemeente specifieke voorstellen voor dit hergebruik worden ter besluitvorming voorzien voor begin 2016.

-Binnen HVC wordt in overleg met de

120

aandeelhoudende gemeenten onderzoek gedaan naar alternatieven voor de huidige financiering via garantstelling. In het 4e kwartaal 2015 worden deze alternatieven ter besluitvorming aan de raden voorgelegd.

-De hoeveelheden te verbranden restafval nemen af door betere afvalscheiding en als gevolg van de recessie . HVC importeert afval uit Engeland om de energiecentrales op vollast te kunnen laten draaien en heeft tot 2024 de import van afval uit het buitenland gecontracteerd. In 2019 zijn de twee verbrandingslijnen in Dordrecht financieel afgeschreven en zal een afweging over sluiting worden gemaakt.

-HVC doet investeringen op het gebied van aan afval gerelateerde projecten zoals energie uit reststromen, biomassa en warmtelevering gekoppeld aan de productiecapaciteit van HVC. Vanaf 2014 zijn alleen vervangingsinvesteringen gedaan en (risicovolle) investeren in nieuwe projecten is de komende jaren niet aan de orde. Het risico voor Beverwijk als aandeelhoudende gemeente is via de GR AIJZ in beeld gebracht. Dit betreft het totale bedrag aan garantstellingen aandelen A (maximaal €671 mln.) met een omvang ultimo 2014 ad. €593,3 mln. Voor het Beverwijkse aandeel (12,5% in het 18,15% belang AIJZ in HVC) geldt vervolgens een risico van €13,5 mln. Aandeelhouders worden niet verplicht tot deelname aan niet aan afval gerelateerde investeringen, via aparte projectvennootschappen, en zij zijn ook gevrijwaard voor alle risico’s die hiermee verband houden. Wel kunnen aandeelhouders worden aangesproken voor eventuele verliezen van HVC zelf. HVC bouwt de komende jaren haar totale leningenportefeuille af en de niet gegarandeerde leningen voor investeringen duurzame energie worden beperkt.

-De gemeente is vooralsnog voornemens het huidige beleid voor het gezamenlijk beheer van de aandelen GR AIJZ te handhaven. 19 rekenkamers, waaronder Beverwijk, hebben onderzoek gedaan naar de constructie HVC-GR AIJZ-Beverwijk en in 2014 gerapporteerd over de risico’s van deze constructie en aanbevelingen gedaan (IN-14-10874, INT-14-11180, INT-14-11181, INT-14-11183, UIT-14-09080). In GR AIJZ-verband worden aanbevelingen als advies ter besluitvorming in de AvA van HVC van december 2015 ingebracht waarbij de verdere uitwerking/implementatie in 2016 wordt voorzien. Mogelijk leidt dit ook tot aanvullende maatregelen/wijzigingen voor de verbonden partij GR AIJZ, HVC en onze gemeente.

-In de jaarstukken 2014 van de GR AIJZ (INT-15-18791 / INT-15-19237) wordt onder het hoofdstuk programmaverantwoording uitgebreider ingegaan op de

121

financiële ontwikkelingen van HVC alsmede het in 2014 afgeronde Rekenkameronderzoek van IPR NORMAG, de actieve communicatie aangaande de Algemene vergaderingen van Aandeelhouders, duurzame energie, actualisering strategie en meerjarenperspectief 2015, garantstelling, afvalstoffenbelasting, materiaalhergebruik en het windpark Gemini.

-De nieuwe Wet Gemeenschappelijke Regelingen is per 1-1-15 van kracht. De hieruit voortvloeiende consequenties voor de GR AIJZ voor 2016 e.v. worden eind 2015 ter besluitvorming bij de raad ingebracht.

BNG Bank

Rechtsvorm en financiële gegevens.

De BNG Bank, opgericht in 1914, is een structuurvennootschap. De Staat is houder van 50% van de aandelen. De andere 50% is in bezit van andere overheden zoals gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De BNG bank is gevestigd in Den Haag.

Doel

De BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de bank bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke zaak.

Visie

Deelname is financieel van aard en vooral gericht op het ontvangen van jaarlijks dividend. Dit dividend wordt op het moment van ontvangst verwerkt.

Beleidsvoornemens Bestuurlijk belang:De Nederlandse gemeenten hebben zeggenschap in de BNG Bank via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten. Gemeenten die aandelen van de BNG Bank bezitten, delen jaarlijks mee in de winst in de vorm van dividend. Het aandelenkapitaal van de BNG Bank bestaat uit 100.000.000 aandelen, waarvan 55.690.720 aandelen zijn geplaatst en volgestort. Beverwijk heeft hiervan 85.605 (= ca. 0,15%) in haar bezit.

Het financiële belang:De gemeente Beverwijk bezit 85.605 aandelen (van nominaal €2,50) van de BNG Bank, i.c. €214.021. Jaarlijks ontvangt Beverwijk hierover dividend. De hoogte van het dividend staat onder druk. Het in 2015 ontvangen lagere dividend ten opzichte van de begroting is afgeraamd bij de 1e

122

bestuursrapportage 2015.

Er is geen voornemen om het huidige beleid te veranderen.

Cocensus

123


Cocensus is een gemeenschappelijke regeling (GR). Deze GR is op 1 januari 2007 door de gemeenten Haarlem en Haarlemmermeer opgericht. In de loop van 2009 heeft de gemeente Hillegom zich hierbij aangesloten. En met ingang van 1 januari 2010 maakt gemeente Beverwijk hier ook deel van uit. Vanaf januari 2012 is de GR uitgebreid met de OVER-gemeenten (Wormerland en Oostzaan). Met ingang van januari 2014 zijn ook de gemeenten Alkmaar, Bergen, Graft-de Rijp, Heerhugowaard, Langedijk en Schermer bij de GR aangesloten. De gemeente Den Helder is met ingang van januari 2015 toegetreden tot de gemeenschappelijke Regeling Cocensus.

Doel

De GR zorgt voor;

- de heffing en invordering van (on)roerendezaakbelasting;

- rioolrechten en afvalstoffenheffing;

- de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en;

- voert de Wet waardering onroerende zaken uit.

Deze werkzaamheden worden zo efficiënt mogelijk uitgevoerd en beheerd.

Daarnaast verzorgt de GR voor de gemeente Beverwijk de heffing en inning van de:

- grafrechten;

- havengelden;

- hondenbelasting;

- leges;

- marktgelden;

- parkeerbelasting;

- precariobelasting;

- toeristenbelasting en

- vermakelijkhedenretributie

Visie Het samenwerkingsverband zorgt voor een efficiëntere en effectievere uitvoering van de belastingtaken.

124

Beleidsvoornemens

Door de uitbreiding van de GR Cocensus met de laatste groep gemeenten kan Cocensus de jaarlijkse besparing van 2% op de gemeentelijke bijdragen borgen tot en met 2018.

GEM Broekpolder

125

Rechtsvorm en financiële gegevens.

De GEM Broekpolder CV is een publiek-privaat samenwerkingsverband (PPS), oorspronkelijk gesloten in 1999 tussen gemeente Beverwijk, gemeente Heemskerk, AVG deelnemingen Amsterdam BV (AVG), Exploitatiemaatschappij Rosmalen III B.V.(EMRIII), Amstelland Vastgoed B.V. en Heijmans Vastgoed Realisatie B.V. De GEM CV is gevestigd in Beverwijk.Per 1 april 2014 zijn de overeenkomst GEM Broekpolder C.V. en de statuten van de GEM Broekpolder Beheer B.V. gewijzigd. De GEM Broekpolder CV is nu een PPS tussen gemeente Beverwijk, gemeente Heemskerk, AM deelnemingen Noordwest BV en Heijmans Vastgoed Deelnemingen BV.Het eigen vermogen van de GEM Broekpolder CV per 01/04/2014 is €816.800. In de grondexploitatie zal gedurende de looptijd van de afwikkelingsovereenkomst nog een fonds afronding worden opgebouwd van €300.000. Bij onderbesteding van dit fonds wordt het resterende bedrag gedeeld door de gemeenten. Het verwachte resultaat in 2019 is geraamd op €498.000. Dit resultaat is afhankelijk van te realiseren afzetprijzen. Het resultaat komt ten goede aan de marktpartijen zolang het onder de €2.000.000 (+ rente vanaf 2012) ligt. Daarboven ontvangen de gemeenten en de marktpartijen ieder 25% van het meerdere. Bovenstaande financiële gegevens zijn gebaseerd op de startcijfers van de nieuwe GEM per 1 april 2014. Op de tussentijdse balans en de jaarrekening 2014 is nog geen accountantscontrole toegepast.

Doel

De GEM Broekpolder beheert de grondexploitatie van het plangebied Broekpolder in de gemeenten Beverwijk en Heemskerk, waaronder begrepen het bouw- en woonrijp maken alsmede het doen realiseren van de hoofdinfrastructuur, de daarbij behorende kunstwerken en al hetgeen daartoe nuttig dan wel bevorderlijk is.

126

Visie

De visie van de gemeente Beverwijk over het samenwerkingsverband is een voortvloeisel van de oorspronkelijke GEM. Met het sluiten van de afwikkelingsovereenkomst is de taakstelling van de GEM concreter geworden en alleen nog gericht op de afzet van de resterende gronden. De gemeente draagt geen verantwoordelijkheid meer voor de financiële gang van zaken. De gemeente is aandeelhouder. We werken samen met bovengenoemde partijen, de GEM Broekpolder is de werkmaatschappij van de samenwerking.De nieuwe, afgeslankte GEM is in het leven geroepen om op een zo kort mogelijke termijn de oplevering van de laatste woningen te realiseren.

Publiek belang;Met het aangaan van de verbonden partij wil de gemeente Beverwijk tegemoet komen aan de groeiende woningbehoefte in de regio.

Beleidsvoornemens

Met het sluiten van de afwikkelingsovereenkomst per 1 april 2014 is eenduidig vastgelegd dat de marktpartijen het ontwikkelingsrisico dragen. De GEM dient de resterende kavels af te zetten aan de ontwikkelaars binnen de kaders van het bestemmingsplan Herman Heijermanslaan (2015) en voor het overige het bestemmingsplan Broekpolder ( Beverwijk). De samenwerking met Heemskerk blijft bestaan, zodat de GEM zich ook bezig houdt met de afwikkeling van de woningbouw in het plandeel Het Groene Balkon.

ReinUnie

127


De gemeente heeft vanuit de Wet milieubeheer de taak om wekelijks het vrijkomende afval (GFT, restafval, grof huishoudelijk afval) bij elk huishouden op te halen. De verantwoordelijkheid voor het inzamelen van huishoudelijk afval evenals voor de reiniging is vanaf 1997 overgedragen aan de GR ReinUnie. De NV Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) heeft met ingang van 1 april 2007 voor een concessieperiode van 10 jaar de afvalinzameling en reiniging van ReinUnie overgenomen. Na de overname is ReinUnie in afgeslankte vorm verder gegaan met een eveneens aangepaste doelstelling.

Het eigen vermogen van de GR ReinUnie neemt jaarlijks af ter hoogte van de jaarlijkse kosten voor bestuur, secretariaat, administratie, verzekeringen, accountants- en advieskosten en is afdoende voor de looptijd van de concessie met HVC van 10 jaar. Het vreemde vermogen is voornamelijk opgebouwd uit gebouwen (complex Velsen en afvalbrengstation(s) en ondergrondse containers die door HVC worden gehuurd.

Doel

De ReinUnie heeft in de afgeslankte vorm als aangepaste doelstelling het toezicht houden op de uitvoering en naleving van de met de HVC gesloten overeenkomsten. Daarnaast bevordert de ReinUnie ook, waar nodig, de gemeenschappelijke standpuntbepaling van de deelnemende gemeenten op het gebied van afvalverwerking en reiniging.De gemeente betaalt jaarlijks een voorschot bijdrage aan HVC en in 2015 was dit in totaal €5.164.712. Dit is gesplitst in een bijdrage voor afvalinzameling ad. €4.270.837 op basis van het geprognosticeerde gemiddelde aantal woonhuisaansluitingen en een bijdrage voor de reinigingstaken voor een bedrag ad. €893.875. Met HVC zijn over de tarieven dusdanige afspraken gemaakt dat een stabiel tarief voor de afvalstoffenheffing voor de contractperiode mogelijk is.

128

Visie

Het efficiënt laten uitvoeren van de te verrichten taken zoals opgenomen bij de te realiseren doelstellingen.

Publiek belang; door deelname in deze GR houdt de gemeente Beverwijk adequaat toezicht op uitvoering en naleving van overeenkomsten met HVC omtrent afvalverzameling.

Beleidsvoornemens

Met de ReinUnie zijn afspraken vastgelegd over te realiseren doelstellingen. De belangrijkste afspraken zijn;

- zorg dragen voor de naleving van de gesloten koop- en verkoopovereenkomst tussen de ReinUnie en NV HVC/ReinUnie. In deze overeenkomst is bepaald dat alle activiteiten en bezittingen door de ReinUnie worden overgedragen aan de NV HVC/ReinUnie, met uitzondering van de het onroerend goed en ondergrondse containers.

- het financieel beheer van het onroerend goed, opgenomen in de leningen huurovereenkomst, zoals Tolhek en het gebouwencomplex in Velsen-Zuid, alsmede ca. 1.250 ondergrondse containers.

- het bevorderen van de gemeenschappelijke standpuntbepaling van de deelnemers op het gebied van afvalverwerking en reiniging.

- In 2015 is Beverwijk met instemming van de raad (INT-15-16790) samen met Heemskerk en Velsen het gesprek met HVC aangegaan om te bezien of een nieuwe dienstverleningsovereenkomst(DVO) per 1-1-2016 mogelijk is

- De noodzaak tot voortzetting van de GR ReinUnie is afhankelijk van de beoogde nieuwe dienstverleningsovereenkomst met HVC per 1-1-2016.

Veranderingen aangaande Wijzigingen in het samenwerkingsverband zijn afhankelijk van het resultaat van de gesprekken met HVC over een nieuwe DVO en worden in 2016 besproken.

IJmond Werkt!

129


IJmond Werkt! is een gemeenschappelijke regeling (GR) Het is een samenwerkingsverband van de vier IJmondgemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen. IJmond Werkt! is gevestigd in Beverwijk.Gegevens zijn op basis van geprognotiseerde cijfers.

Doel

Vooruitlopend op de invoering nieuwe wetgeving op het gebied van sociale werkvoorziening, WWB en Wajong, hebben de IJmond-gemeenten hun krachten gebundeld in een nieuwe organisatie. IJmond Werkt! is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Daarnaast verzorgt IJmond Werkt! de re-integratie naar de arbeidsmarkt voor bijstandsgerechtigden van de IJmond gemeenten, waarvan het de verwachting is dat zij binnen twee jaar naar de reguliere arbeidsmarkt uit kunnen stromen.

Visie

- Efficiënte uitvoering van de door de gemeente opgedragen re-integratietaken.

- Het actief laten participeren van burgers in de samenleving en naar vermogen arbeid verrichten. Werk gaat voor uitkering.

Beleidsvoornemens

Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. IJmond Werkt! speelt hierbij een rol. Als gevolg van een oplopend tekort op de budgetten binnen de Participatiewet is er een verwacht tekort in de begroting van IJmond werkt! van oplopend tot €2 mln. euro structureel in 2020. Doel is om te komen tot een meerjarig kostendekkende exploitatie. In 2016 werkt het college de prestatie-indicatoren voor bestaande en nieuwe taken verder uit.

Omgevingsdienst IJmond

130


Omgevingsdienst IJmond (GR) is een openbaar lichaam, dit openbaar lichaam is rechtspersoon en gevestigd in Beverwijk.

Doel

De GR is ingesteld in het belang van bescherming van het milieu in het samenwerkingsgebied. De GR voert voor achttien gemeenten en de provincie Noord-Holland taken uit op het gebied van milieuvergunningverlening

Taken milieubeheerInformeren van bedrijven over de milieuwetgeving en hen stimuleren tot duurzaam ondernemen. Op basis van de milieuwetgeving opstellen van milieuvergunningen, behandelen meldingen en milieuklachten toezicht op de naleving van de milieuwetgeving.

Taken milieuadviseringAdvisering op het gebied van bodem, geluid, externe veiligheid, duurzaamheid, ecologie, wet milieubeheer en luchtkwaliteit bij de advisering op ruimtelijke plannen.

Visie

Het uitvoeren van de wettelijke milieutaken en alle milieubeleidstaken van de deelnemers.

Publiek belang; Het uitvoeren van milieutaken met als doel het milieu te beschermen.

Beleidsvoornemens

De beleidsvoornemens voor de verbonden partij blijven onveranderd. De inhoudelijke uitvoerende beleidsvoornemens zijn opgenomen in het milieuwerkprogramma. De Omgevingsdienst IJmond stelt dit programma jaarlijks op.

Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM)

131


Het Recrecreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) is een gemeenschappelijke regeling (GR) Deelnemers zijn: Alkmaar, Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Heiloo, Uitgeest, Zaanstad en de provincie Noord-Holland. Beverwijk participeert sinds 1972 in de regeling. In 2007 is het oorspronkelijke werkingsgebied van de GR uitgebreid met de recreatiegebieden "De Buitenlanden" bij Beverwijk en "De Omzoom" bij Zaanstad. (goedkeuring raad Beverwijk 10 oktober 2008). Het RAUM is gevestigd in Uitgeest.

Doel

Bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van de openluchtrecreatie en de watersport. Het tot stand brengen, bewaren en onderhouden van het landschap en een evenwichtig natuurlijk milieu dat is afgestemd op het bovenstaand geformuleerde. De gemeenten werken samen met de Provincie Noord-Holland aan de realisering van nieuwe recreatieve voorzieningen tussen de IJmond en Zaanstad. (strategisch groenproject tussen IJ&Z). Het RAUM is hierbij betrokken als toekomstig beheerder van de aan te leggen voorzieningen. De verbinding met het RAUM is vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling (GR).

Visie

Door de regionale samenwerking is ook de plaatselijke doelstelling op het gebied van een leefbare woonomgeving en groenrecreatieve mogelijkheden dichtbij huis beter te realiseren en in stand te houden. Het in stand houden of beheren van de recreatiegebieden is een van de voorwaarden waarop de aanlegsubsidies van Rijk en Provincie verkregen zijn. Dit gemeenschappelijk beheer is doeltreffend en efficiënt ondergebracht bij het RAUM.

Publiek belang; Het verzorgen van recreatieve mogelijkheden die openbaar toegankelijk zijn.

Beleidsvoornemens

Voor 2016 worden er nog geen essentiële wijzigingen in het samenwerkingsverband voorzien. Wel wordt gesproken over het mogelijk samenvoegen van diverse schappen om efficiënter te kunnen werken. Verder onderzoek moet uitwijzen of dit zinvol is. Daarnaast wordt in samenwerking met het bedrijfsleven onderzocht hoe de aantrekkelijkheid en exploitatie van het Alkmaarder- en Uitgeestermeer kan worden

132

versterkt. Het RAUM/RNH heeft opdracht en middelen van de provincie gekregen om het project de Buitenlanden in afgeslankte vorm te voltooien. De stadsboerderij is hier onderdeel van. Essentieel is dat nieuwe ontwikkelingen niet mogen leiden tot kostenverhogingen in de gemeentelijke bijdragen

Stichting Rijk

133


Acht gemeenten, waaronder gemeente Beverwijk, hebben in december 2008 gekozen voor het oprichten van de stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond en Kennemerland (RIJK). De statuten hebben registratienummer INT-13-00594 en INT-13-00591. Stichting RIJK is een collectief waarin deze gemeenten samenwerken bij het vormgeven van inkoop en aanbesteding binnen hun organisaties. In 2015 bestaat dit samenwerkingsverband uit 18 gemeenten te weten: Beverwijk, Bloemendaal, Castricum, De Ronde Venen, Diemen, Haarlemmerliede, Heemstede, Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Ouder-Amstel, Over-Gemeenten, Teylingen, Uitgeest, Uithoorn, Velsen en Zandvoort

Doel

Algemene doelstelling:

- het behalen van synergie- en efficiencyvoordelen.

Specifieke doelstellingen:

- Kwaliteit; verbetering van levertijden, concurrentie onder leveranciers, bepalen van specificaties en inkoopvoorwaarden.

- Proces; beheersing en transparantie van processen, begroting/budgetten, aanbestedingen/regels en controle.

- Financiën; betere prijzen en condities, lagere inkoopkosten.

Visie Efficiënte uitvoering van taken

Beleidsvoornemens

Het inkoop en aanbestedingsproces verbeteren door richtlijnen en beleidskaders beter in de gemeentelijk organisatie vast te leggen en in te bedden. Door de Nieuwe Aanbestedingswet (1 april 2013) zijn aanpassingen in het bestaande beleid en formats noodzakelijk. Op 20 mei 2014 is door het college het inkoop- en aanbestedingsbeleid vastgesteld. Hierin zijn voor Beverwijk de specifieke beleidslijnen vastgelegd.

Veiligheidsregio Kennemerland (VRK)

134


De Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) is een, bij wet verplichte, gemeenschappelijke regeling (GR, artikel 9 Wet veiligheidsregio’s), als openbaar lichaam verantwoordelijk voor de uitvoering van wettelijke taken en landelijke beleidsdoelstellingen in deze regio. Wettelijke taken en landelijke beleidsdoelstellingen vormen het wetsfundament voor het werk van de VRK. Het verzorgingsgebied van de GR omvat de volgende tien gemeenten: Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede & Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort. Het verzorgingsgebied telt ruim een half mln. inwoners. De VRK is gevestigd in Haarlem. De gemeente toetst en monitort de werkzaamheden van de VRK. Beverwijk heeft, naast de 9 andere gemeenten, een zetel in het Algemeen Bestuur.(met een gewicht van 7%) De gemeenteraad kan zienswijzen aanleveren op zowel de begroting als de jaarrekening van de VRK.

Doel

De VRK heeft tot doel om, ter behartiging van de gemeentelijke belangen, uitvoering te geven aan de Wet veiligheidsregio’s en de Wet publieke gezondheid. Dit houdt in dat zij verantwoordelijk is voor de uitvoering van de basisbrandweerzorg, de GGD taken en de bestrijding van rampen en crises in de regio.Daar bovenop fungeert de VRK als overlegplatform voor onderwerpen op het gebied van veiligheid, brandweer en gezondheid, maatschappelijke zorg en jeugd in brede zin (voor zover deze het verzorgingsgebied van de deelnemende gemeenten gezamenlijk betreffen).Tenslotte geeft de VRK ook uitvoering aan andere gemeentelijke taken op het terrein van veiligheid, brandweer en gezondheid, maatschappelijke zorg en jeugd.

135

Visie

Het samenwerkingsverband levert, naast de wettelijke verplichting, een efficiëntere en effectievere uitvoering van taken op. De continue aanpassing aan veranderende omstandigheden en het hoge risicoprofiel van Beverwijk en de regio IJmond vragen om kwalitatief hoogwaardige dienstverlening tegen zo laag mogelijke kosten. Dit geldt zowel op het gebied van volksgezondheid als veiligheid in brede zin.

Beleidsvoornemens

Samen met de 9 andere gemeenten ziet het college toe op voldoende kwaliteitsniveau bij de uitvoering van de taken door de VRK. Daarnaast worden efficiencyvoorstellen van de directie beoordeeld.

GrondbeleidDe vigerende nota grondbeleid (2006 - 2010) gaat primair uit van een actief grondbeleid. Gemeente Beverwijk voert de komende jaren bij voorkeur een facilitair (passief) grondbeleid. De nota grondbeleid wordt geactualiseerd. De doelstellingen op het gebied van grondbeleid op projectniveau zijn opgenomen in programma stedelijke ontwikkeling (19)

Met het in werking treden van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Grondexploitatiewet ontstaat de plicht om kosten voor publieke werken zo mogelijk te verhalen op eigenaren van de te ontwikkelen kavels binnen een bestemmingsplan. De gemeente streeft ernaar om het kostenverhaal met grondeigenaren zoveel mogelijk in anterieure overeenkomsten vast te leggen.

De gemeente Beverwijk heeft een voorkeur voor een facilitair grondbeleid. Dit vereist soepelheid van de gemeentelijke organisatie, de rol van de gemeente is immers anders in de toepassing van de verschillende vormen van grondbeleid. De huidige grondexploitaties worden jaarlijks bij het MJP grondexploitaties geactualiseerd.

Instrumenten grondbeleid

Gronden die tijdelijk in het bezit van de gemeente zijn of komen, worden beheerd door een huur-, gebruiks- of pachtovereenkomst aan te gaan met de verkopende partij of een derde.

De gemeentelijke kosten voor bouwontwikkelingen op particuliere gronden worden verhaald op de particulier door een anterieure overeenkomst (wettelijk verplicht).

Bij actief en faciliterend grondbeleid stelt het college respectievelijk het ontwerp van de buitenruimte vast en zorgt voor een project-specifiek programma van eisen.

De uitgifte en ruiling van gronden wordt op basis van de ‘nota grondprijzenbeleid’ gedaan.

Voor de grote projecten worden samenwerkingsovereenkomsten opgesteld, waarbinnen de randvoorwaarden voor levering en betaling van de gronden wordt opgenomen.

Bij overige ontwikkelingen wordt volstaan met een verkoop- of exploitatieovereenkomst.

136

Resultaten en risico’s grondexploitaties, financiële uitgangspunten (winstneming, reserves en voorzieningen) en de interne controle. De grondexploitaties worden jaarlijks herzien ten behoeve van de jaarrekening. Tevens wordt jaarlijks de nota MJP grondexploitaties vastgesteld door de raad. Hierin staan de te verwachten resultaten en beoogde winstneming uit de grondexploitaties en benodigde reserves en voorzieningen aangegeven. Aan de hand van deze stand van zaken en een risicoanalyse bepaalt het college tevens het minimaal benodigde weerstandsvermogen. Hieruit volgt een advies over de hoogte van de reserve grondexploitaties. Door middel van de meerjarenprognose grondexploitaties wordt jaarlijks de bestemmingsreserve op het benodigde niveau gebracht om risico’s af te dekken.

Bij het samenstellen van de programmabegroting 2016 was er nog geen vastgestelde meerjarenprognose grondexploitaties 2015. Voor de berekeningen in de programmabegroting 2016 gaat het college daarom uit van de cijfers zoals deze bij de jaarrekening 2014 bekend waren.

Het college zorgt voor jaarlijkse interne controlewerkzaamheden op de grondexploitaties. Hierbij worden mutaties in de boekwaarde alsmede de veronderstellingen, schattingen en verwachte toekomstige kasstromen gecontroleerd op getrouwheids- en rechtmatigheidsaspecten.

De verwachte resultaten van de grondexploitaties volgens het meerjarenperspectief grondexploitaties zijn als volgt;

Wijkerbaan De komende jaren zullen de kosten voor de gemeente voornamelijk bestaan uit de aanleg van het openbaar gebied (woonrijp maken). De risico’s in de grondexploitatie zijn beperkt omdat WOONopMAAT is gestart met de laatste fase van het project. Omdat de grondexploitatie al langere tijd op winst staat en ook met winst zal worden afgesloten stelt het college voor om tussentijdse winstneming te nemen.

Binnenduin Binnenduin wordt van noord naar zuid ontwikkeld. De gemeentelijke gronden in het “noordelijk veld” zijn nagenoeg allemaal in 2015 verkocht. Een aantal woningen langs de Bankenlaan is klaar. De bouw van de 24 eengezinswoningen is gestart. Verwacht wordt dat vrije kavels in 2016 zijn bebouwd. De overige deelgebieden worden, afhankelijk van de particuliere grondeigenaren, verder ontwikkeld. Met verschillende grondeigenaren worden hierover gesprekken gevoerd. De grondexploitatie wordt verlengd, maar het college verwacht nog steeds een positief resultaat.

Bijgesteld ontwikkelingskader stationsgebied (BOS)De kaders waarbinnen de kavel Ankies Hoeve kan worden ontwikkeld zijn in 2013 door de raad aangepast en verruimd, maar er is nog geen helder (bouw)programma voor deze kavel waarmee de markt opgegaan kan worden. Op korte termijn verwacht het college geen ontwikkeling op deze kavel. De werkzaamheden aan de infrastructuur rondom Ankies Hoeve zijn in 2015 wel voltooid. De grondexploitatie kan daarom in 2015 worden afgesloten.

Decentralisaties - transformatieAlgemeen Sinds 2011 werken we al aan de omvorming van het sociaal domein. Het project Zorginfrastructuur uit de vorige collegeperiode heeft een belangrijke basis gelegd voor de succesvolle overheveling van nieuwe taken naar de gemeente. Aanleiding toen was de

137

vergrijzing en de verschuiving van zorg in een instelling naar zorg in een zelfstandige woonsituatie en de door het Rijk aangekondigde decentralisaties. De ambitie bij de omvorming van het sociaal domein was gericht op:

Zorg & welzijn dicht bij de burger

Adequate collectieve voorzieningen

Mantelzorg en vrijwillige inzet

Informatie, advies en cliëntondersteuning

We hebben hier de afgelopen jaren aan gebouwd, maar de focus is eind 2013 verschoven naar het ‘inregelen’ van de nieuwe taken per 2015: - Op 1 januari 2015 ging de Jeugdwet in. Hiermee zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp.

Op 1 januari 2015 trad de Participatiewet in werking. De wet regelt dat gemeenten op een nieuwe manier jongeren naar school of werk begeleiden, met name jongeren met een beperking.

Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de functie ‘begeleiding’ die van de AWBZ overging naar de Wmo2015.

Op 1 augustus 2014 is de Wet Passend onderwijs van kracht gegaan. Scholen zijn verantwoordelijk dat ieder kind passend onderwijs krijgt.

De uitbreiding van de taken binnen het sociaal domein betekent een grote uitdaging met ingrijpende gevolgen. De gemeenten zijn verantwoordelijk geworden voor vrijwel de gehele maatschappelijke ondersteuning. Dit raakt alle leefgebieden van onze inwoners: zorg, welzijn, schuldhulpverlening, werk, onderwijs, opvoedingsondersteuning en inkomensondersteuning. Naast de reeds ingezette lijnen moet de transformatie ook op andere terreinen ingezet worden.

Transformatie Waar het bij de transities gaat om nieuwe taken en verantwoordelijkheden, gebruiken we de term transformatie om aan te geven dat we een andere manier van organiseren, denken en werken willen realiseren. Waar het bij de transities gaat om een tijdpad van enkele jaren van voorbereiding, implementatie en bijstelling, gaat het bij de transformatie van het sociaal domein om het realiseren van een duurzame verandering, die een veel langere tijd vraagt.

Achter de decentralisatie van deze taken naar gemeenten zit de gedachte dat de gemeente beter in staat is burgers integraal te helpen, nabij, zonder schotten en gericht op wat mensen zelf kunnen. De transformatie komt tot stand door dwarsverbanden te leggen en door anders en efficiënter om te gaan met het brede pakket van taken op het gebied van werk, inkomen, zorg, jeugd, sport, wonen en kunst en cultuur. Hiermee raakt het binnen deze Programmabegroting meerdere programma’s.

Beverwijk trekt in deze transformatie samen op met Velsen en Heemskerk. Als regio IJmond werken we vanaf 2014 programmatisch aan een transitie- en transformatieagenda ten behoeve van de verandering en vernieuwing. Deze agenda geeft richting aan de wijze waarop de gemeenten samen met de maatschappelijke partners en marktpartijen gestalte geven aan de vernieuwing in de komende jaren.

Deze IJmondiale samenwerking in het programma is ingestoken vanuit het perspectief dat de gemeenten te maken hebben met dezelfde thematische opgaven en dat zij relaties onderhouden met dezelfde aanbieders. Voor de transformatie zijn vier strategische doelstellingen opgesteld:

1. Versterken van de eigen kracht van inwoners

138

2. Meer grip

3. Samenhangende arrangementen

4. Integrale toegang

Om samenhang aan te brengen tussen mensen, doelen en middelen is een IJmondiaal programma ingericht voor een samenhangende aanpak op het gebied van:

Toegang;

Monitoring;

Financiën en contractbeheer;

Beleid (Wmo, Jeugd, Participatie en Passend Onderwijs).

De samenwerking in het IJmond programma wordt ondersteund door samenwerking op het gebied van:

Juridische zaken;

Communicatie;

Informatievoorziening.

De inhoudelijke opgave van de transformatie is opgenomen in de Strategische IJmondagenda van de IJmondgemeenten. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen hebben deze agenda op 23 Juni 2015 aangeboden aan de IJmondcommissie en aan de raden van de drie gemeenten (zie programma 1). Op IJmondiaal niveau worden de strategische doelen vertaald naar een transformatieagenda. Deze agenda geeft richting aan de wijze waarop de gemeenten samen met inwoners, maatschappelijke partners en marktpartijen gestalte geven aan de vernieuwing in de komende jaren.

Op lokaal niveau worden de regionaal geformuleerde uitgangspunten en ontwikkelingen gevolgd en vertaald naar de lokale situatie. De uitvoering dichtbij de burger betekent dat ook op lokaal niveau doorontwikkeling plaats moet vinden. Het lokale beleidskader wordt beschreven in de programma’s 6, 7, 9, 10, 12 en 13 van deze Programmabegroting. Sport, cultuur, welzijn, jeugd- en jongerenwerk, vrijwilligerswerk, mantelzorgondersteuning en cliëntondersteuning uit de programma’s 6, 7, 9 en 13 vervullen een belangrijke bijdrage als het gaat om preventie, versterking van eigen kracht en versterking van het sociaal netwerk. Individuele maatwerkvoorzieningen (individuele maatschappelijke ondersteuning, gespecialiseerde jeugdhulp, passend onderwijs en ondersteuning op grond van de Participatiewet zoals met name genoemd in de programma’s 10, 12 en 13) komen aan bod als iemand (tijdelijk) niet in staat is om zelfredzaam te zijn.

De transformatieopgave in het sociaal domein geldt voor ons allen: gemeente, regiogemeenten, burgers, partners in de gemeente. Een belangrijk deel van de transformatie ligt bij de zorgaanbieders. Niet voor niets hebben we bij de inkoop van zorg alle zorgaanbieders verplicht een eigen transformatieplan op te stellen; van alle contractpartners wordt een transformatie verwacht.

De transformatie heeft ook gevolgen voor de werkwijze van de gemeente zelf. Gemeenten hebben, bekeken vanuit zowel de verantwoordelijkheid voor de inkoop van de specialistische zorg en ondersteuning als vanuit de veranderopgave, een dubbele opdracht: naast het inrichten van monitoring en beheersinstrumenten, moet de stap naar eigentijds

139

opdrachtgever en een faciliterende overheid gemaakt worden. Daarbij is de gemeente ook een van de uitvoerende partijen.

Financiële kaders en risico’s De middelen voor de decentralisaties worden financieel beschikbaar gesteld door het Rijk aan gemeenten via de integratie-uitkering sociaal domein. In de meicirculaire 2015 is het meerjarig perspectief van deze integratie-uitkering weergegeven. Onder andere de door het rijk gebruikte nieuwe objectieve verdeelmodellen voor Jeugd en Wmo leiden tot aanzienlijke verschuivingen.

De basis voor de begroting 2016 zijn de meicirculaire 2015 en de geraamde uitgaven 2015/2016. Het beeld uit de meicirculaire met betrekking tot de budgetten Jeugdhulp, Wmo 2015 en Participatiewet loopt voor de IJmondgemeenten tezamen op tot een daling van de budgetten ten opzichte van de decembercirculaire 2014 van 4,7 mln. in 2018 (zie tabel Integratie-uitkering Sociaal Domein IJmond).

In het jaar 2018 zullen de schotten tussen de budgetten van de integratie-uitkering sociaal domein verdwijnen. Vanaf 2016 groeit de mogelijkheid om ‘aan knoppen te kunnen draaien’. Doordat veel nieuw is en we gedurende de komende jaren veel ervaringen zullen opdoen is het proces om tot heldere prestatie-indicatoren te komen op basis waarvan we kunnen meten of we gestelde doelen bereiken nog volop gaande. Het jaar 2015 is een overgangsjaar waarin in het kader van de transformatieagenda nieuwe indicatoren en nieuwe instrumenten worden ontwikkeld. Een nulmeting in 2015 kan ons in 2016 inzichten geven in de voortgang van de transformatie en aanleiding geven voor bijsturing. Financieel is het uitgangspunt in Beverwijk dat in de loop van deze collegeperiode de ontvangen rijksbijdragen en de gemeentelijke uitgaven in evenwicht komen.

140

Het beeld uit de meicirculaire 2015 met betrekking tot de budgetten Jeugdhulp, Wmo en Participatiewet voor Beverwijk laten een afnemend budget zien, waarbij er in relatie tot de meicirculaire 2015 er in 2018 een afname van €0,15 mln. te zien is.

Jeugd Het budget voor Jeugdhulp laat voor Beverwijk ten opzichte van de decembercirculaire in eerste instantie een daling zien, waarna het vanaf 2016 weer licht stijgt. De budgetten jeugd voor gemeenten Heemskerk en Velsen nemen af. Dit resulteert in een totale IJmondiale afname van €1 mln. voor 2016 ten opzichte van de meicirculaire 2015. Voor de Jeugdhulp zijn vereveningsafpraken voor de zorgkosten gemaakt tussen de IJmondgemeenten voor 2015 en 2016. In de loop van 2015 wordt aan de hand van kwartaalrapportages duidelijker wat het beeld is voor 2015 en de verwachting voor 2016.

Het totale budget in de IJmond voor Jeugdhulp neemt verder af met ruim €1 mln. in de jaren 2017 en 2018. Voor die jaren zijn er nog geen IJmondiale afspraken over verevening gemaakt.

De contractafspraken zijn gemaakt op basis van de in 2014 bekende budgetten. Voor de dekking van het oplopende tekort zullen de mogelijkheden worden benut die er binnen de contracten zijn. De contracten zijn aangegaan voor twee jaar, namelijk de jaren 2015 en 2016. Uiteindelijk zullen de gemeenten afzonderlijk na verevening voor hun resterende tekort maatregelen moeten treffen. Voor 2017 bestaat de mogelijkheid om nieuwe contracten af te sluiten, waarbinnen de afnemende budgetten moeten worden opgevangen.

Wmo Het IJmondiale budget stijgt in 2016 met 1,9 mln. Voor wat betreft de budgetten en de zorgkosten zijn er geen IJmondiale afspraken gemaakt. Iedere gemeente heeft zijn eigen budgettaire besluitvorming. Ten opzichte van de meicirculaire 2015 neemt het Beverwijkse budget voor Wmo in 2016 met €0,6 mln. toe.

Participatiewet De middelen voor financiering WSW, re-integratie WWB en re-integratie nieuwe doelgroep zijn gebundeld in het Participatiebudget dat onderdeel uitmaakt van de integratie-uitkering sociaal domein. De middelen voor het betalen van de bijstandsuitkeringen ontvangt de gemeente via een specifieke uitkering van het ministerie van SZW (de Bundeling uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten).

Voor wat betreft het Participatiebudget was al duidelijk dat er meerjarig grote tekorten op gaan treden. Er is daarvoor een traject met IJmond Werkt! ingezet om dekking voor de tekorten te vinden. Het dagelijks bestuur van IJmond Werkt! heeft aan Berenschot gevraagd een rapport op te stellen met daarin mogelijke maatregelen. Dit heeft inmiddels deels zijn uitwerking gekregen in de meerjarenbegroting 2017 - 2020 van IJmond Werkt! en zal via tussenrapportages van IJmond Werkt! nauwkeurig gemonitord worden. Vanuit de kaderstellende rol van de raad worden keuzes en maatregelen om te komen tot een meerjarig sluitende begroting, nadrukkelijk aan de raad voorgelegd. De maatregelen kunnen doorwerken binnen het brede sociaal domein. Een beperking van beschut werk leidt bijvoorbeeld tot een groter beroep op dagbesteding (Wmo 2015). Deze beweging vraagt erom breed te kijken. IJmond Werkt! is actief in dezelfde wijken en bij dezelfde gezinnen als hun collega-professionals van zorginstellingen. Ook bij IJmond Werkt! staat participatie en eigen kracht centraal.

Risico's en beheersmaatregelen

141

BijlagenEMU saldoHet overzicht is conform het door het CBS c.q. Bureau Kredo voorgeschreven invulmodel. Raming en monitoring van het EMU saldo van decentrale overheden vindt plaats op basis van de EMU-enquête, Informatie voor Derden (Iv3) en ramingen van het Centraal Planbureau (CPB). Het doel van de EMU-enquête is vooruit te kijken op basis van begrotingscijfers.

142

Bedrijfsvoering investeringsplanIn onderstaand overzicht geeft het college een uitsplitsing van het totale krediet van de bedrijfsvoering investeringen. Met een collegebesluit worden de afzonderlijke kredieten beschikbaar gesteld.

144

Kerngegevens Beverwijk

145

Verklaring afkortingen

154

Financieel kader en meerjaren...

Documents

Transcript of Financieel kader en meerjaren...