FILMMUZIEKMAGAZINE - Home | Score · en Max hebben altijd hele goede animatics waarin helder staat...
Transcript of FILMMUZIEKMAGAZINE - Home | Score · en Max hebben altijd hele goede animatics waarin helder staat...
1
FILMMUZIEKMAGAZINE
ALEXANDRE DESPLAT – Wint tweede Oscar
NUMMER 196 – 47ste JAARGANG – MAART 2018
2
Score 196
Maart 2018
47ste jaargang
ISSN-nummer: 0921-
2612
Het e-zine Score is een
uitgave van de stichting
Cinemusica, het
Nederlands Centrum
voor Filmmuziek
Informatienummer:
+31 050-5251991
E-mail:
Kernredactie: Paul
Stevelmans en Sijbold
Tonkens
Aan Score 196 werkten
mee: Paul Stevelmans
en Sijbold Tonkens
Eindredactie: Paul
Stevelmans
Vormgeving: Paul
Stevelmans
Met dank aan: Bram
Meindersma, Matthijs
Kieboom, PilotStudio,
AMPAS
FILMMUZIEKMAGAZINE
REDACTIONEEL
De jaarlijkse Oscaruitreiking werpt steeds ook een beetje
glamour en licht op filmmuziek in de vorm van de prijs voor
de beste originele score en het beste originele liedje. U leest in
deze editie van Score meer over deze nog altijd belangwek-
kende filmprijs. Dit keer zijn ook enkele Nederlanders door-
gedrongen tot vrij gewichtige categorieën zoals camerare-
gisseur Hoyte van Hoytema (voor Dunkirk) en grimeur Arjen
Tuiten (voor Wonder). Helaas grepen beiden net naast de
prijs, maar dankzij de nominatie is hun naamsbekendheid
alleen maar toegenomen. Een klein succes behaalde ook
filmcomponist en geluidsontwerper Bram Meindersma met
zijn aandeel aan de korte film Negative Space waarvoor hij
zowel de muziek als het geluidsontwerp deed. U leest in deze
editie een interview met Meindersma die ingaat op het pro-
ductieproces van de film en vertelt hoe groot de verrassing
was toen hij en de makers van de film hoorden van de no-
minatie. Hoe klein deze film ook is, het talent en de vakkun-
digheid van Meindersma zijn er niet minder om.
INHOUDSOPGAVE
3 Bram Meindersma - Interview
7 Matthijs Kieboom - Interview
15 De Avond van de Filmmuziek - Verslag
18 Oscar 2018 - Verslag
25 Boekbespreking 26 Recensies
3
STILTE EN MUZIEK BINNEN VIJF MINUTEN
Bram Meindersma over de korte film Negative Space
Groot was de verrassing voor de mensen achter de korte film Negative Space toen zij in ja-
nuari vernamen dat hun film was genomineerd voor een Oscar. Makers Ru Kuwahata en Max
Porter werden door het nieuws overweldigd, aldus Bram Meindersma die de muziek en het
geluidsontwerp voor de film heeft gedaan. De Nederlandse componist en geluidsontwerper
was zelf ook zeer ingenomen met dit heuglijke feit. Dat spreekt uiteraard voor zich. Vlak vóór
de Oscaruitreiking vertelde hij Score hoe hij de goed vijf minuten durende film van zowel
muziek als geluiden heeft voorzien. Tot die geluiden behoort ook doodse stilte.
Negative Space is een stopmotionfilm die
gaat over een jongeman die met zijn vader
altijd heeft gecommuniceerd over het eco-
nomisch inpakken van koffers. Bij het na-
deren van de doodskist, waarin zijn vader
ligt opgebaard, doet de zoon een verbijste-
rende ontdekking. Bram Meindersma werd
in 1975 geboren in Eindhoven en werkt te-
genwoordig in zijn eigen studio in Amster-
dam. Met twee scores voor lange films
maakte hij de afgelopen jaren in kleine
kring naam: The Paradise Suite (2015) van
Joost van Ginkel en Quality Time van
Daan Bakker (2017). Daarnaast heeft hij
hoofdzakelijk voor korte films en tv-pro-
ducties gecomponeerd. Ook op geluidsge-
bied is Meindersma reeds twee decennia in
diverse hoedanigheden actief. Hoe is hij
terechtgekomen bij Negative Space, een
Franse productie van de Amerikanen Ru
Kuwahata en Max Porter? ‛Dat is gelopen
via het NIAF, het Nederlandse Instituut
Animatiefilm, dat was gevestigd in Til-
burg. Max en Ru werken graag in Europa
en zij hebben een tijd aan het NIAF ge-
werkt. Een vriend heeft mij aan ze voorge-
steld en toen zijn we gewoon begonnen aan
onze eerste gezamenlijke film.՚
De samenwerking met de twee kwalificeert
Meindersma zowel als constructief als rela-
xed. Kawahata en Porter creëerden de film
in Parijs, vanwege de financiering die door
Bram Meindersma.
Franse filmmaatschappijen beschikbaar
werd gesteld. Hoe verliep de samenwer-
king? ‛In de animatiewereld werken we
altijd met een animatic. Dus voordat de
animatie bestaat heb je een storyboard dat
al kan bewegen, en heel vaak ben ik in die
periode al betrokken bij het ontwerp van de
muziek en ook van de geluiden. Ik geef op
deze wijze een beetje richting aan de ti-
4
De zoon, de vader en de koffer in Negative Space.
ming en de totstandkoming van de film. Ru
en Max hebben altijd hele goede animatics
waarin helder staat wat allemaal moet ge-
beuren. Dan is het vaak een kwestie van
rijtjes afwerken: dit moet nog iets meer zo,
dit moet een beetje aangepast, dit geluid
moet iets harder, deze noot mag misschien
iets meer accent krijgen. Dat luistert alle-
maal heel precies, op de seconde af wordt
dat dan allemaal besproken.՚ Over beide
makers spreekt Meindersma vol lof: ‛Ze
zijn erg bedreven en ze weten heel goed
wat ze willen, als ze een film aanpakken.
Voor het geluidsontwerp lagen er al een
aantal geluidjes en daar borduurde ik dan
letterlijk op voort, maar dan wel op mijn
niveau.՚
Snel effect
Bij een zo korte film van goed vijf minuten
zijn de muziek en het geluid niet weg te
cijferen, stelt Meindersma. ‛Je moet in een
korte film snel effect behalen. Je hebt geen
uren de tijd om iets op te bouwen, dus elk
ding waar je gebruik van maakt, moet zeer
effectief zijn; niets mag afleiden, alles
moet exact kloppen. Soms werk ik alleen
als componist en soms alleen als geluids-
ontwerper, maar bij deze film ben ik com-
ponist èn geluidsontwerper. Dat is heel
leuk want je kunt dan elk klein detail op
elkaar afstemmen. En dat is ook een enor-
me uitdaging, aangezien je de film echt
letterlijk duizenden keren bekijkt. Elke
keer bedenk je: dit kan net wat meer zo,
nee deze noot valt zo, nou dan moet dat
geluidseffectje net iets anders. Soms pas ik
ook de tonaliteit van de geluidseffecten aan
op de muziek. Het is dan ook heel fijn om
die volledige controle te hebben, want dan
zijn de lijntjes heel kort, ook voor Max en
Ru. Ze hoeven niet apart met een compo-
nist te praten en daarnaast met een geluids-
ontwerper, maar ze praten met een en de-
zelfde persoon die dat alles in één keer
doet.՚
Meindersma werkte in zijn thuisstudio in
Amsterdam aan de film, maar een groot
deel kwam evenwel tot stand in Parijs bij
Kawahata en Porter. ‛Daar vond de eerste
aanzet tot het daadwerkelijke geluidsont-
werp plaats. Ik ben een dag of drie, vier bij
ze langs geweest. Eigenlijk heb ik in die
dagen ook de muziek geschreven.՚ Op drie
5
plekken in de korte film kan de kijker mu-
ziek horen: direct aan het begin, tijdens de
poëtische droomscène in het midden en ge-
durende de aftiteling. Bij een zo korte film
als Negative Space komt het erop aan de
muziek met mathematische precisie te la-
ten beginnen. ‛Zij gaven dat punt al aan,
dus zij hadden in de animatic een stuk
tempmuziek geplaatst en dat was de cue
voor de muziek en ook voor de semi-
poëtische droomscène om het zomaar te
noemen. Ik gebruik dan die cue die zij
aangeven, en dan ga ik daarop verder
componeren.՚ Een vondst in het middenge-
deelte is wanneer de muziek golvende ge-
luiden van spullen weergeeft die lijken aan
te spoelen op een imaginair strand. ‛We
hebben het zo dicht mogelijk erop probe-
ren te krijgen, dat is het fijne van zo’n kort
filmpje. Op een gegeven moment had ik
alle noten gereed en hier moet ik zeker
mijn credit geven aan de cellist met wie ik
veel samenwerk, namelijk Henrik Meier-
kord, een Zweedse vriend van me. Ik heb
hem de uiteindelijke score doorgestuurd en
toen heeft hij er ook nog zijn sausje aan
gegeven. Het is zeker zijn subtiele tremolo
met de snaar, met precies de juiste bewe-
ging, die ik uit de takes die hij heeft ge-
daan heb gehaald. Hiermee ben ik een mix
gaan maken: hoe krijg ik dat precies mooi
op die sequentie? Dat is met zijn strijkbe-
wegingen heel goed gelukt, als een extra
bijdrage op de basiscompositie.՚
Waaruit bestond deze basiscompositie
precies? ‛Die heb ik elektronisch in de
computer gemaakt met orkestrale libraries,
maar ik combineer dat altijd met echte
ademende instrumenten. Want ik merk bij
dit soort films, waar alles zo precies tot
stand komt, dat je niet wegkomt met een
nepcello. Je moet de adem van die snaren
echt horen omdat het ook over materiaal
gaat, over stof. Weliswaar gaat het ook om
de karakters, maar de bedoeling is dat de
schoenen de juiste klank moeten hebben.
Verder moet een spijkerbroek klinken als
een spijkerbroek en katoenen sokken kun
je niet zomaar even met willekeurige stof-
jes doen, dat moet alles heel precies klin-
ken. Dus bij werkelijk elk frame telt dat. In
dit geval betekent dat echt 24 frames per
seconde en al die frames worden honder-
den malen geëvalueerd.՚
Negative Space.
Zijn er naast de instrumenten die Meier-
kord heeft ingespeeld nog andere instru-
menten te horen? ‛Ik speel zelf de basis-
laag met mijn cello’s uit de computer en
Henrik speelt er dan een heleboel lagen
overheen waar ik dan weer wat dingen uit
kan gaan zoeken. Verder heeft hij een
akoestische bas gebruikt om die waves nog
wat meer te versterken. Tot slot heb ik er
nog een lichte blazerssectie onder gezet om
een extra bedje te geven aan de strijkers,
maar dat was heel beperkt.՚ Is het compo-
neren voor een korte film lastiger dan voor
een lange? ‛Niet echt. Dat verschilt uiter-
aard per film, het ligt aan zoveel dingen.
Bij deze film was het helemaal niet zo
lastig, omdat de makers al een heel goed
idee hadden van wat ze wilden. En daar
ben ik in feite op gaan werken. Je hebt ook
regisseurs die geen flauw idee hebben van
wat ze willen, maar eerder van wat ze niet
willen. Dan is het proces anders, maar deze
mensen wisten heel goed wat ze wilden en
dat maakte het voor mij makkelijker.՚
Stilte
Hoe kort de film ook moge zijn, enkele
momenten met een absolute stilte vallen
6
meteen op en zij strelen het oor van de
toeschouwer. ‛Van belang bij de film is de
vertaling van Negative Space in het geluid.
De film start met doodse stilte in de woon-
kamer. Wat we dan normaal gesproken in
films doen is dat je altijd en overal een
achtergrondruisje laat horen of een plaats-
bepaling neerlegt. Of het nou een fabriek is
of een woonkamer of wat dan ook. Ik maak
de ruimtes niet met een achtergrondgeluid,
maar ik maak ze door een bepaalde galm te
kiezen. Bij deze film hebben we besloten
om dat thematisch door te zetten. Voor mij
was dat een leuk nieuw geluidsidee dat ik
ook in de toekomst ga gebruiken bij nieu-
we projecten. Het was ook fijn dat Ru en
Max daar open voor stonden en dat soort
Negative Space.
risico’s wilden nemen. De bioscooperva-
ring zuigt je de film in. Juist doordat je, als
die stilte valt en het galmpje al over is, je
ook werkelijk in stilte zit, al zijn het maar
een paar microseconden.՚ En dan volgt de
zogeheten punchline van de film. ‛Alles is
stilgevallen, en dan horen we een stem
zeggen: ‛what a waste of space՚, waarna de
muziek je door de titels heen trekt. Maar
dan blijf je nog wel een beetje in dat
meewarige gevoel wat de film veroorzaakt
heeft en dat heb ik daar proberen vast te
houden. We hebben daar wel een tijdje op
zitten klooien om het zomaar te zeggen.՚
Hoe creëer je stilte? ‛Je hebt mensen die
zeggen dat stilte nooit stilte is, maar we
hebben bij deze film geprobeerd om stilte
wel degelijk stilte te laten zijn. Dus echte
stilte met echt niks, om je er dus meer in te
zuigen. Dat is binnen de muziek natuurlijk
veel meer een standaardregel, maar binnen
het geluidsontwerp en de atmosferische
geluidenwereld is dat wat minder gang-
baar, denk ik.՚
Negative Space ging in juni vorig jaar in
première tijdens het Animatiefestival van
Annecy. Na op nog een aantal andere
festivals te zijn vertoond werd de film
eerder dit jaar genomineerd voor een Os-
car. Hoe reageerde iedereen op de Oscar-
nominatie? ‛Het was overweldigend. Het is
natuurlijk prachtig wanneer de film op een
dergelijk platform wordt erkend, want ik
geloof dat de Oscars tamelijk politiek ge-
kleurd zijn. Wij als team waren heel ver-
heugd dat onze wat meer kunstzinnige
productie daar ook een kans heeft ge-
kregen. En wat verder meetelt is dat deze
film helemaal stopmotion is. Er is geen
enkele computer gebruikt in het draaipro-
ces, het zijn allemaal sets en echte stopmo-
tion en dat is best wel uniek, nu dat eens
een keer door de Academy wordt uitgeko-
zen. Het is toch heel erg gaaf allemaal.՚
Wat voor gevolgen zou een bekroning van
de film hebben gehad voor jou? ‛Ik heb er
wel over nagedacht: wat betekent zoiets?
Het zou fantastisch zijn als je door een
Oscar meer werk kunt doen wat je leuk
vindt en waar je echt met je hart en ziel in
zit. Als het door zo’n bekroning meer gaat
gebeuren, dan vind ik dat alleen maar fan-
tastisch natuurlijk.՚ En als er dan aanbied-
ingen uit het buitenland komen? ‛Ja, daar
ga ik natuurlijk over nadenken: wil je de
film doen, spreekt de film je aan? Ik vind
dat toch altijd moeilijk te voorspellen.՚
Negative Space kan worden bekeken op
ShortsTV van Ziggo en op Vimeo.
PS
7
WILD VAN ORANJE
Matthijs Kieboom over zijn laatste scores
De muziek schrijven voor drie films die binnen één maand in roulatie gaan, wie kan hem dat
nadoen? Matthijs Kieboom beleeft momenteel gouden dagen. We kunnen gerust spreken van
een (Kie)boom inzake scores van zijn hand. Ook verleden jaar waren er meerdere scores en
werk voor televisie, het jaar nadat hij helemaal voor zichzelf was begonnen. Hoe vergaat het
de jonge filmcomponist die van aanpakken weet en steevast met vakwerk voor de dag komt?
Matthijs Kieboom.
Jarenlang werkte Matthijs Kieboom (1985)
met Martijn Schimmer in diens studio,
laatstelijk in Amsterdam. In 2016 gingen
beiden hun eigen weg. Kieboom verhuisde
naar Arnhem, waar hij op een rustige plek
in de binnenstad een studio heeft van waar-
uit hij nu hoofdzakelijk opereert. Aan werk
ontbreekt het hem niet. Vorig jaar kon het
publiek genieten van sprankelende scores
voor de komedies Voor elkaar gemaakt
(met Koen van Baal) en Alles voor elkaar.
Daarnaast was er een emotionele score
voor het afsluitendeel deel van de trilogie
over Dummie de Mummie, dit keer Dum-
mie de Mummie en de tombe van Achnetoet
geheten. Ook deze familiefilm kende de
nodige humor. Is Kieboom niet bang gety-
pecast te worden als componist van kome-
dies? Kieboom (lacht): ‛Dat klopt, daar
ben ik bang voor.՚ Maar het is niet alleen
humor wat de klok slaat, want tussen Taal
is zeg maar echt mijn ding en Gek van
Oranje, de komedies van dit jaar, was er
ruimte voor de natuurfilm Wild. ‛Volgens
mij is het gezond om verschillende stijlen
te doen, omdat je dan ook creatief gezien
heel erg op scherp staat. Toen ik na Wild
begon aan Gek van Oranje was ik weer toe
aan een romantische komedie met over de
top strijkers. En na Dummie de Mummie
was ik even klaar met een kinderfilm en
wilde ik iets anders. Ik kwam terug van de
opnamen voor Gek van Oranje in Praag en
de dag erna begon ik gelijk aan Taal is zeg
maar echt mijn ding. Hiervoor heb ik de
bewuste keuze gemaakt om muzikaal een
compleet andere kant op te gaan. Ik wil
niet in herhaling vallen. Waar ik bij Gek
van Oranje groots, orkestraal en redelijk
traditioneel was, ben ik juist bij Taal veel
kleiner en bijna jazzy gegaan, En waar ik
bij Gek van Oranje een rijke sound neer-
zette, ben ik bij Taal juist heel erg dicht op
de instrumenten gaan zitten, waardoor je er
voor je gevoel bijna naast staat .՚
8
Op het Museumplein in Gek van Oranje van Pim van Hoeve.
Vuvuzela
Gek van Oranje van Pim van Hoeve – met
wie Kieboom heeft samengewerkt bij de
drie films uit de reeks Dummie de Mummie
– ging onlangs in roulatie. In deze mo-
zaïekfilm volgen we vijf verhaallijnen die
worden bevolkt door uiteenlopende Am-
sterdammers ten tijde van het WK van
2010 in Zuid-Afrika. Behendig werkt Kie-
boom middels een klein onweerstaanbaar
thema toe naar de finale die gerust het
hoogtepunt van deze feel-good-film mag
worden genoemd, wanneer Nederland het
WK wint en de verschillende personages
op het Museumplein bijeenkomen. ‛Tel-
kens als er gevoetbald wordt komt het
thema terug dat qua intensiteit ook iets
groeit. Ik heb zelf niet heel veel met voet-
bal, maar als Nederland verder komt in
zo’n WK, dan gaat het bij mij ook steeds
meer kriebelen. En dat is met die muziek
net zo: die begint heel klein en wordt dan
groter en groter, en bij de finale komt alles
mooi samen. Heel stiekem quote ik een
beetje het Wilhelmus. Als het erop lijkt dat
Nederland verliest, dan quote ik ook even
Nederland O Nederland en dan in een keer
Jij bent de kampioen. Alles komt dan weer
goed en dat soort dingetjes muzikaal be-
klemtonen vind ik heel leuk.՚ Tijdens deze
grande finale zien we een van de hoofdrol-
spelers, een tamelijk introverte man die al-
tijd op safe speelt, in een lichtmast klim-
men waarna hij kijkt over de menigte en
daarmee stijgt hij voor het eerst boven
zichzelf uit, en letterlijk en figuurlijk steekt
hij ook boven de rest uit. ‛Dat wilde ik
groots aanpakken, en ik had in eerste in-
stantie iets geschreven waar ook best wel
wat koperakkoorden in voorkwamen. Toen
dacht ik: als ik dat koper weghaal of zacht
zet en dat in plaats daarvan met vuvuzela’s
doe, dan bindt dat alles nog iets meer aan
elkaar, al hoor je ze bijna niet. Zoiets vind
ik heel leuk om te doen.՚
Naast dit indringende instrument kenmerkt
de score zich op andere wijzen, zoals de
veelvuldig opduikende marimba die onder
meer het hoofdthema met het Oranje-
koortsgevoel uitvoert en een verwijzing
naar een stuk van de componist Fauré.
‛Een van de hoofdrolspelers zegt: als ik jou
zie, dan moet ik aan Fauré denken. Bij
alles wat die twee karakters samen door-
9
maken, hint ik telkens een beetje naar het
Fauré-thema.՚ Met vijf verhaallijnen is het
uitkijken geblazen, zo bleek gaandeweg
het compositieproces. ‛Zo heeft elke ver-
haallijn wel iets eigens, dus moest ik
uitkijken, want als je vijf verhaallijnen
hebt, elk telkens met twee personen, dan
zit je op tien thema’s en in een film van
honderd minuten wordt dat te chaotisch.
Dus ik heb een paar overkoepelende keu-
zes gemaakt omdat ik bij deze film hele-
maal op de personen zit. Als je daar heel
veel verschillende klankinformatie hoort,
dan bindt dat niet aan elkaar. Ik probeer nu
echt voordat ik aan een film begin een
lijstje met instrumenten die ik ga gebruiken
samen te stellen. Er komen altijd nog een
paar extra dingetjes bij, en daarom wil ik
wel terug kunnen vallen op dezelfde soort
instrumenten binnen een film, want anders
wordt het zo’n allegaartje dat alle kanten
opgaat en dat vind ik gevaarlijk.՚
Ton Kas in Gek van Oranje.
De samenwerking met Pim van Hoeve was
dit keer heel bijzonder. ‛Pim is een plezier
om mee te werken. Ik heb bij hem altijd
het idee dat we bijna samen componeren,
niet letterlijk, maar hij komt altijd met een
ingeving waarvan ik denk: dat is inderdaad
heel boeiend wat je daar zegt.՚ Kieboom
vertelt vervolgens over het moment dat hij
even vast kwam te zitten en hij dacht: ik ga
gewoon even aan die laatste scène begin-
nen, dat is echt een complexe scène waar
alle verhaallijnen langs elkaar spelen. En
dan is er ook nog letterlijk de finale van het
WK waarbij wordt gescoord. ‛Dat is muzi-
kaal heel tricky om te doen, want je moet
op de juiste momenten even gas terugne-
men, dan opbouwen, opbouwen, opbou-
wen, even gas terugnemen, even groots,
even klein, tempoversnelling, modulatie,
even een ander tempo; echt een puzzel-
werk. En ik heb dat gedaan zonder dat met
Pim doorgesproken te hebben, dus het was
echt puur vanuit mezelf.՚ Tijdens een test-
screening vertelde Kieboom de regisseur
dat hij de bewuste scène eigenhandig had
voltooid. ‛Ik merkte dat hij op de momen-
ten dat er wordt gescoord opstond. En ik
dacht: yes, dat klopt.՚ Iets soortgelijks ge-
beurde tijdens de muziekopnamen waar de
regisseur, gezeten naast het orkest, zicht-
baar genoot van hetzelfde muziekstuk.
‛Het is de grootste eer en het grootste com-
pliment wanneer de regisseur die al zolang
met die film bezig is, dan nog wordt
geëmotioneerd. Daar ben ik heel blij om,
daar kan ik oprecht van genieten en dat
was een drijfveer om dit de volgende keer
weer zo te willen doen.՚
Twee weken voordat Gek van Oranje in
roulatie ging was er Wild, een natuurfilm
die zich geheel voltrekt op de Veluwe, niet
ver van waar Kieboom woont en werkt. In
deze film van Luc Enting geen leeuwen,
giraffen of konikpaarden, maar wel zwij-
nen, edelherten, vogels, vossen en andere
dieren die in het grootste natuurgebied van
Nederland leven. De afgelopen jaren ver-
schenen enkele indrukwekkende natuur-
films als De nieuwe wildernis (2013) en
Holland: Natuur in de Delta (2015), beide
met muziek van Bob Zimmerman. Was hij
een bron van inspiratie voor Wild? ‛Bob
zie ik wel als een mentor. Ik heb met hem
over beide films gesproken, waarna hij mij
de partituren mailde, wat ik een heel mooi
gebaar vind, want het is alsof een chef-kok
een handgeschreven recept aan jou over-
handigt. Toen heb ik tegen hem gezegd:
Bob, ik ben benaderd om binnenkort ook
een natuurfilm te doen, dus ik zou het heel
10
Wild van Luc Enting.
vervelend vinden als ik die partituren nu
allemaal bestudeer en over twee jaar is er
ineens een natuurfilm met muziek van mijn
hand. En toen zei Bob de legendarische
woorden: ik vind het een eer als je me zou
plagiëren. Heb ik verder niet gedaan, want
ik ga Bob niet kopiëren, immers er is maar
een iemand zoals Bob en ik doe het op
mijn manier. Ik heb mijn eigen creatieve
instincten gevolgd.՚
Paul Voorthuysen – producent van Wild –
kende Kieboom van de eerste Dummie de
Mummie-film. ‛Hij vond mijn orkestrale
manier van componeren mooi bij Wild
passen. Ook omdat ik hier in Arnhem zit
en Luc – de regisseur – in Ede en dat
maakte het een Gelders feestje. Toen heeft
hij me benaderd of ik het interessant zou
vinden om alvast mee te denken hoe we
deze film eventueel zouden kunnen opstar-
ten, ook qua muziek. Beetje bij beetje ben
ik er steeds iets verder in gerold: een ge-
sprek met Paul, later een telefoongesprek
met Luc, en dan groei je in dat project. Zo
nu en dan zie je weer eens een scène en
dan word je geprikkeld en denk je: even
iets voor componeren op een moment waar
dat kan. Van de zomer kreeg ik het beeld
dat de film helemaal af was en toen heb ik
denk ik een week of zes non-stop eraan
gewerkt.՚
Seizoenen
Wild begint met luchtbeelden van de Velu-
we die Kieboom ondersteunt met het statig
uitgevoerde hoofdthema. ‛Omdat het toch
een zekere nationale trots is om de Veluwe
in Nederland te hebben, wilde ik dit alles
op een muzikaal statige en trotse wijze ver-
tellen,՚ aldus de componist. ‛Het Veluwe
thema is te horen bij de opening op het mo-
ment dat André van Duin vertelt dat we op
de Veluwe zitten. Overal in de film en ze-
ker tijdens de seizoenswisselingen komt
het steeds terug als een herinnering dat we
nog steeds op de Veluwe zitten.՚ Daarna
volgen we de dieren gedurende de cyclus
van de seizoenen, beginnend met de win-
11
Wild.
ter. Hoe heeft Kieboom de seizoenen in de
muziek verwerkt? ‛De film begint groots
en vervolgens vallen we echt letterlijk via
een droneshot in de winter en daar laat ik
de muziek heel ijzig, heel kaal beginnen.
Wanneer een paar minuten later de
sneeuwvlokjes gaan vallen, gaan we muzi-
kaal ook als het ware neervallen waarna we
overgaan naar de lente en dan wordt het
iets warmer. De muziek wordt ook warmer
en vooral ook springeriger, omdat alle jon-
ge beestjes worden geboren. Dat is boven-
dien allemaal nog iets koddiger en speel-
ser. Vervolgens komen we in de zomer die
iets broeieriger is: er staan dingen te ge-
beuren, het gaat opeens over paren en over
de herten die machogedrag gaan vertonen.
Dit deel is ook een beetje mysterieus, want
je zit met de langste dag en de kortste
nacht, en de nachtzwaluwen die eveneens
mysterieus ogen. Vervolgens komt de
herfst waar ik het te voor de hand liggend
vond om dan alleen maar hout- of koperin-
strumenten te gebruiken om de dreigende
lucht weer te geven. Uiteindelijk heb ik on-
line twaalf stofzuigerslangen besteld die
als het ware gaan zingen als je ze gaat
ronddraaien. Aan de keukentafel heb ik ze
op de juiste maat zitten afknippen zodat ik
alle tonen had. En die zitten heel veel in de
herfst, bijna drie of vier minuten lang hoor
je de hele tijd die lucht blazen. Waarschijn-
lijk is bijna niemand dat opgevallen.՚
Een natuurfilm kan niet zonder momenten
van spanning en actie. Zo zien we een vos
een zwijntje achterna jagen. ‛We hebben
hier niet te maken met een cheeta of een
walvis of een olifant. We zitten op de Ve-
luwe met minder exotische dieren natuur-
lijk. Ik wilde het allemaal niet te groots
aanpakken. Maar bij twee of drie scènes
vond ik dat we toch iets moesten uitpak-
ken, want anders zitten we muzikaal de
hele tijd teveel te sluimeren. Je moet zo nu
en dan even dynamisch uithalen om het fris
te houden.՚ Anders dan bij een speelfilm
met mensen waar hij als componist partij
kan kiezen, vindt Kieboom dat bij een na-
12
tuurfilm niet gepast. ‛Want de natuur is de
natuur en als het zwijntje gepakt wordt, is
het heel zielig voor het zwijntje, maar als
de vos niet eet, is dat weer zielig voor de
vos. Voor de een is het vervelend en voor
de ander juist fijn, en daar wil ik niet in
sturen. Ik vertel dus niet: o, het zwijntje
gaat bijna dood, of: o, de vos moet nu echt
aanvallen. Ik probeer daar aan de zijlijn te
staan en slechts te vertellen: er is actie. Dat
is best een spannende, dunne lijn waarop je
balanceert en wilt vertellen wat er gaande
is, maar ik wil niet inkleuren, want het is
de natuur en daar ga ik geen kant voor kie-
zen dan wel een kant opdringen.՚
Wild.
Een van de hoogtepunten in Wild vindt
tegen het einde plaats wanneer enkele
herten een gevecht aangaan, onder meer
met hun geweien. Daar hoort krachtige
muziek bij, zou je denken. Kieboom houdt
zich hier echter in zonder flink uit te pak-
ken. ‛Ik heb een versie gemaakt die wel
uitpakte. Toen zijn we allemaal tot de
conclusie gekomen dat dit niet werkt. We
beginnen eigenlijk de scène daarvoor al
waar die mannetjesherten zichzelf onder
plassen om lekker te ruiken voor de dames
en dan op een gegeven moment wordt er
gevochten. Het is een grote opbouw en het
vechten is ook niet non-stop, het is even dit
en dan weer los. En dan weer even met
elkaar in de knoop liggen en dan weer los.
Als ik telkens die vechtmomentjes zou
doen zou het te fragmentarisch worden.
Als ik dat door zou trekken, dan ga ik
dingen vertellen die er niet zijn, dus ik heb
dat aangepakt met een groot crescendo
naar het mannetje dat wint. Zonder dat
overigens al te groots aan te pakken en
daarbij bang te zijn dat ik iets muzikaal ga
vertellen wat niet in beeld is. Daarbij vond
ik het geluidsontwerp zowel van de gewei-
en die tegen elkaar aan knallen als het ge-
burl zo mooi dat ik dacht: daar moet ik niet
over heen gaan schreeuwen met muziek.՚
Geen muziek
Eerder in de film waren er fragmenten
waar muziek geheel achterwege bleef. Wie
maakt dan de afweging: wel of geen mu-
ziek? ‛Ik heb op meerdere plekken geadvi-
seerd om geen muziek te doen. Bij een
paar momenten wist ik niet zeker of we
hier muziek moesten doen, daar wilden de
producent en de regisseur toch wel muziek
en daar zit het dan wel. Maar ik vond zeker
de vogels al muzikaal. Alles wat ik daar
doe is teveel, het is al een compleet klank-
beeld. En dan de mierenhoop, waar je al
die miertjes ziet krioelen; daarvan heb ik
destijds ook gezegd: ik weet niet of we hier
muziek moeten doen. Maar ja, het is uitein-
delijk een samenwerking. Je schrijft in
dienst van anderen en dan vind ik het be-
langrijk om mijn visie en mijn expertise er-
op los te laten, maar het is en blijft geven
en nemen.՚ Niet alleen diergeluiden kunnen
muzikaal zijn, ook stromend water kan een
klank hebben. ‛Dat klopt. In zo’n geval
maak ik altijd een keuze: het aanwezige
geluid zit heel erg in het hoog, daarom ga
ik in het laag zitten zodat het elkaar niet in
de weg zit. Maar stromend water is zo
breed dat ik het altijd in de weg zit, of het
nou een laag instrument of een hoog instru-
ment of een midden instrument is. En dan
ga je vechten om de aandacht en dat wordt
vermoeiend.՚
Er zit veel muziek in de tachtig minuten
durende film. Die wordt door soms onge-
bruikelijke instrumenten uitgevoerd: ‛Ik
13
vond het vooral voor de zijlijnkarakters
leuk om muzikaal iets anders te doen.
Bijvoorbeeld bij de hagedissen die uit de
eieren kruipen, heb ik een exotische ney
gebruikt, een blaasinstrument dat ik voor
het eerst gebruikt heb bij de laatste Dum-
mie de Mummie. En voor het vliegend hert
heb ik de elektrische gitaar gebruikt die je
bijna niet hoort. De hoofdkarakters blijven
hetzelfde klinken en alles daaromheen mag
iets anders klinken, dat mag ook even iets
verfrissend zijn.՚ En dan is er nog dat ver-
fijnde snaarinstrument dat de wereld heeft
leren kennen dankzij de Argentijn Gustavo
Santaolalla: de charango. ‛Ik heb hem al
heel lang en ik gebruik hem ook best veel.
Voor de scène gedurende de langste dag en
de kortste nacht heb ik hem gebruikt.՚
Een regisseur en een componist uit Gelder-
land die werken aan een film die zich ge-
heel afspeelt in dezelfde provincie ….. dan
moet de muziek ook in Gelderland worden
opgenomen, liefst met Gelderse muzikan-
ten. Aldus geschiedde in de Sound Vision
Studio in Arnhem met het Gelders Orkest.
Drie dagen duurden de opnamen waarbij
Kieboom zelf de dirigeerstok ter hand nam.
‛Ik vind het belangrijk om samen met de
muzikanten de muziek te maken. Ook vind
ik het fijn te puzzelen met elkaar om zo de
laatste details af te stemmen. Zoals de scè-
nes met de vechtende herten: het geburl
was een heel lastig vioolloopje en daar
hebben we lang naar zitten kijken. Dat was
best een lastig loopje gevolgd door gelijk
een ander lastig loopje. Dan denk je: is het
mogelijk dat de eerste viool het ene loopje
speelt en de tweede viool het andere loopje
of moeten we dat omdraaien of moeten we
het half half doen? Dan zitten we met zijn
allen te puzzelen.՚ De muziek zal later dit
jaar als cd uitkomen op het Zweedse label
MovieScore Media. Terugkijkend vertelt
Kieboom: ‛Het is voor mij een speciale
score omdat ik hier redelijk in los ben ge-
laten, waardoor ik voor mijn gevoel ar-
tistiek heel erg dichtbij mezelf ben geble-
ven. Het is natuurlijk een droom om voor
zo’n productie de muziek te mogen schrij-
ven, omdat die zo prominent aanwezig is.
Je hebt weliswaar de voice-over, maar ver-
der geen dialogen, geen auto’s die voorbij
rijden; je muziek staat heel erg vooraan.՚
Hectische tijden
Drie scores in een betrekkelijk kort tijdsbe-
stek, dat is geen sinecure. ‛Dat was even
doorbijten, ja. Alles bij elkaar ben ik er wel
heel trots op. Ik ben heel erg blij dat ik dit
met hetzelfde team heb gedaan. Met Tho-
mas Bryla die alles heeft georkestreerd en
met Sven Lens die voor mij alles mixt.
Filmcomponist is een eenzaam beroep, je
zit hier dag en nacht alleen in dit studiootje
en om dat met de juiste mensen om mij
heen te doen, mensen die je ook steeds
beter snappen en die ook voor je door het
vuur willen gaan, dat is prachtig. Taal is
zeg maar echt mijn ding heb ik in vier we-
ken geschreven. Op een maandag moest
worden opgenomen, op dinsdag moesten
we mixen, en op woensdag moest het aan-
geleverd worden, want op vrijdag moest de
14
Matthijs Kieboom in zijn studio in Arnhem.
hele film klaar zijn. Op dinsdag belden de
mensen van Gek van Oranje ook nog: we
missen nog iets. Eerst dat gedaan en ver-
volgens om drie uur ’s middags begonnen
Sven en ik te mixen en hebben we tot vier
uur ’s nachts door moeten halen. Hij doet
dat dan en dat vind ik heel fijn. Zo sta ik er
niet alleen voor, ik heb echt mensen om me
heen en dat was zeker bij Wild ook zo.
Thomas was er drie dagen bij en dat was
zo waardevol. Want ik stond te dirigeren
en hij zat achter in de controlekamer alles
mee te luisteren. Tja, als je staat te dirige-
ren, dan focus je daarop en niet op wat er
al opgenomen is. Maar hij was echt mijn
extra paar oren, ogen en alles.՚
Kieboom zit inmiddels alweer meer dan
tien jaar in het vak. Hoe is hij in die jaren
gegroeid? ‛Ik denk dat er bij mij een drang
is om te blijven leren, om de zoektocht
naar de mooiste muziek te kunnen maken
voor de mooiste projecten en ik denk dat
dat het belangrijkste is. Ik doe het niet voor
de faam of voor het geld, daar moet je dit
helemaal niet voor willen doen. Als het
geen passie is, dan kun je het niet doen.
Verleden jaar was er een film die ik uit-
eindelijk heb gedaan, maar daarvan was
het aanvankelijk niet zeker of ik hem zou
gaan doen. Ik heb daar echt een paar nach-
ten heel slecht van geslapen. Ik dacht
steeds: ik wil die film doen, ik voel de
overtuiging en ik weet dat ik dit wil. Deze
drang om iets te moeten en willen doen
hoop ik nooit kwijt te raken, want dat is
mijn drijfveer. En om dan op het juiste
moment de mensen geëmotioneerd te zien
raken of te laten schrikken of te lachen,
daar doe je het voor. Ik realiseer me dat de
muziek daar een heel groot aandeel aan
heeft. Dan vind ik het een eer dat je dat
mag doen en dat kun je alleen maar doen
als je het heel goed wil doen. Het beste wat
je kunt, dat is wat ik verschuldigd ben.
PS
15
HET GROOTSTE FILMMUZIEKEVENEMENT VAN NEDERLAND
De Avond van de Filmmuziek viert eerste lustrum
Vijf jaar geleden vond voor het eerst een avondvullend concert met filmmuziek plaats in het
Concertgebouw in Amsterdam. Binnen vijf jaar is dit project uitgegroeid van een eenmalige
concertbelevenis naar een groots filmmuziekevenement dat drie avonden achter elkaar plaats-
vindt. Om dit opmerkelijke feit te vieren, verhuist De Avond in 2019 voor één keer naar de
Ziggo Dome.
Amsterdam, 28 februari 2018, een uur vóór aanvang van De Avond van de Filmmuziek.
De Avond wordt geproduceerd door pro-
ductiehuis PilotStudio in coproductie met
BNNVARA en in samenwerking met Het
Concertgebouw en Het Metropole Orkest
dat bij de eerste editie op 20 maart 2014
werd gedirigeerd door de Amerikaan Char-
les Floyd. Initiatiefnemer indertijd was
producent Ewart van der Horst die in het
Concertgebouw een avond wilde organise-
ren waarop louter origineel voor film ge-
componeerde muziek zou worden ge-
speeld. Op het programma van de eerste
editie stonden populaire stukken van John
Williams en Hans Zimmer naast muziek
van Ludovico Einaudi en Rogier van Otter-
loo. Doel van dit project is vooral om meer
jongeren te enthousiasmeren voor klassie-
ke muziek.
In de volgende jaren werd het filmmuziek-
concert steeds weer geprogrammeerd en
anno 2018 kan worden gesproken van het
grootste filmmuziekevenement in Neder-
land, dat dit jaar plaatsvond op drie achter-
eenvolgende avonden. De reacties van het
publiek waren enthousiast en positief. Veel
16
Applaus voor het Metropole Orkest en dirigent Vincent de Kort na Star Wars: The Last Jedi.
bezoekers komen voor het eerst in het Con-
certgebouw en zijn onder de indruk van de
ambiance en de bijzondere combinatie van
muziek en beeld. Vergeleken met andere
concerten is sprake van een zeer jong pu-
bliek bij De Avond van de Filmmuziek. Een
grote groep trouwe bezoekers keert elk jaar
terug voor dit gebeuren. Om het vijfjarig
jubileum te vieren vindt het evenement
volgend jaar plaats in de Ziggo Dome,
waarna het in 2020 weer terugkomt op de
vertrouwde locatie: Het Koninklijk Con-
certgebouw in Amsterdam. Voor de toe-
komst liggen binnen de organisatie plannen
gereed voor een Avond van de Nederlandse
Filmmuziek en zelfs een Avond van de Kin-
derfilmmuziek.
Het recept was ook dit jaar onweerstaan-
baar: een toporkest onder leiding van een
bevlogen dirigent speelt filmmuziek in een
van de beste concertzalen ter wereld. Voeg
daarbij het Nederlands Concertkoor, enkele
talentvolle gasten, een uitverkochte zaal en
deze avond kon niet meer stuk. Op 27 en
28 februari en op 1 maart jongstleden diri-
geerde Vincent de Kort het Metropole Or-
kest met zwier en vertoonde hij ook een
gezonde dosis showmanship, een eigen-
schap die bij een concert met diverse so-
listen niet mag ontbreken. Net als voor-
gaande jaren werd ook dit keer begonnen
met het begindeel van Also sprach Zara-
thustra van Richard Strauss dat een ideale
link legt tussen klassieke muziek en mu-
ziek voor film (Stanley Kubrick gebruikte
het voor zijn sciencefictionfilm 2001: A
Space Odyssey uit 1968).
Gedurende de eerste helft kon worden ge-
noten van enkele bekende stukken uit films
als Up van Michael Giacchino en een suite
uit Interstellar van Hans Zimmer. Een ver-
rassing was de relatief korte passage uit de
enige Nederlandse film van de avond –
Zwartboek met muziek van Anne Dudley –
die opvallend goed uit de verf kwam en de
nieuwsgierigheid naar deze wat vergeten
score aanwakkerde. Ook de suite uit For-
rest Gump bewees in deze concertuitvoe-
ring nogmaals hoe ontroerend en krachtig
de score van Alan Silvestri nog steeds is.
17
De eerste muzikale gast verscheen op het
toneel voor twee stukken uit de populaire
score van Ludovico Einaudi voor de even
populaire film Intouchables. Pianiste Iris
Hond soleerde in het eerste stuk en werd in
het tweede begeleid door het orkest.
Een leuk extraatje was de fanfare van 20th
Century Fox, ooit in de gouden jaren van
Hollywood geschreven door Alfred New-
man, dat werd gevolgd door tunes van on-
der meer Warner Bros. en Universal. Dit
werd gevolgd door een opzwepend stuk uit
The Matrix Revolutions van Don Davis
met gepaste koorzang van het Nederlands
Concertkoor en een wat lauwe uitvoering
van Showtime uit Magnolia van Jon Brion.
Dit oorspronkelijk meer dan tien minuten
durende nummer uit de laatste grote film
van de vorige eeuw ontleent zijn kracht aan
een repetitieve opbouw à la Bolero van
Ravel en die is in deze concertsetting wel-
licht minder geschikt. Dit alles werd ruim-
schoots goedgemaakt door het liedje Wise
Up van Aimee Mann uit dezelfde film.
Zangeres Ellen ten Damme maakte haar
opwachting als een heuse diva door van de
trap naar het podium af te dalen en een
verrassend bewogen vertolking van dit
hoopvolle nummer ten beste te geven. De
eerste helft van de avond werd afgesloten
met een publiekslieveling: het overbekende
thema van Vangelis uit 1492: Conquest of
Paradise, waarin het koor opnieuw zijn
aanwezigheid deed gelden.
Na de pauze was het echt showtime toen
presentator Dominic Seldis bij ontstentenis
van Vincent de Kort de dirigent uithing bij
twee jazzy stukken uit La La Land van Jus-
tin Hurwitz. De beste momenten uit de
tweede helft waren een tamelijk lang stuk
van Thomas Newman uit de film Revolu-
tionary Road dat gedragen en gevoelig
werd gespeeld en The Middle of the World
uit Moonlight van Nicholas Britell met een
hoofdrol voor violiste Diamanda Dramm
die dit emotionele stuk zowel intens als
doorleefd uitvoerde. Het Nederlands Con-
certkoor excelleerde voorts in Storm van
Craig Armstrong en A.R. Rahman uit Eli-
zabeth: The Golden Age en in O Fortuna
uit Carmina Burana van Carl Orff. De
avond werd afgesloten met het onver-
woestbare thema uit Star Wars van John
Williams, zoals we dat onlangs nog konden
horen in The Last Jedi, de meest recente
film waaruit deze avond muziek afkomstig
was.
Zoals het een goed concert betaamt was er
een, nee twee toegiften. Eerst betrad Ellen
ten Damme andermaal het podium om met
de andere presentator – Jan Versteegh – het
liedje City of Stars uit La La Land te zin-
gen. Daarna werd de avond echt afgesloten
met het krachtig en vlot uitgevoerde hoofd-
thema uit de Indiana Jones-films. Over de
keuze van stukken voor een concert als de-
ze Avond van de Filmmuziek valt altijd te
twisten. Waarom maar één Nederlandse
score (en dan ook nog van een Engelse
componiste) en waarom altijd maar meer
Star Wars? Wie het programma van dit
jaar nauwkeurig bestudeert, zal gauw vast-
stellen dat de overbekende, bombastische
Hollywoodscore zeker niet de overhand
had. De uiteindelijk evenwichtige selectie
uit zowel opwindende scores naast meer
intieme stukken valt daarom te prijzen. Het
besluit om De Avond volgend jaar in de
Ziggo Dome te laten plaatsvinden, mag
worden toegejuicht, zeker wanneer op deze
locatie een nog groter publiek warm kan
worden gemaakt om filmmuziek live uitge-
voerd te zien worden. PS
Deel 2 van De Avond van de Filmmuziek is bij BNNVARA te
zien op 25 maart.
18
OSCAR 2018 Franse monsterromantiek
Zoals te verwachten viel won Alexandre Desplat vorige week zondag de Oscar voor de beste
originele score. Na een Golden Globe en een BAFTA Award won de Fransman ook de prijs
der prijzen. Na de anticlimax van vorig jaar toen de verkeerde film heel even de hoofdprijs
had gewonnen mochten de onfortuinlijke Warren Beatty en Faye Dunaway dit jaar deze enor-
me blunder rechtzetten en de hoofdprijs aan de makers van de juiste film overhandigen. De
Oscaruitreiking nieuwe stijl verliep nu welhaast vlekkeloos en dat mag een wonder heten,
want enkele kwesties en schandalen die afgelopen jaar hebben gespeeld kwamen hoe dan ook
tot uiting: de #MeToo-discussie, diversiteit op velerlei gebied en de verdeeldheid in het land.
En waar was de man in het Witte Huis? Voor de 90ste keer werden de beeldjes uitgereikt.
Alexandre Desplat met zijn Oscar voor The Shape of Water. Foto: AMPAS.
Direct na de uitzending kwamen de onverbiddelijke kijkcijfers naar buiten. Die waren weder-
om gedaald, waardoor de vraag nog urgenter wordt of het ooit zo grote kijkerspubliek nog in-
teresse heeft in een Oscaruitreiking. Deze kwestie speelt in feite al een decennium lang. In
2010 trachtte men de prijzen nieuw leven in te blazen door tien in plaats van vijf films te no-
mineren in de hoofdcategorie (Beste film). Lees: ook grote publieksfilms zouden moeten wor-
den genomineerd om zo een breder publiek voor de prijsuitreiking te trekken. Ook is in de af-
gelopen jaren getracht de lengte van de vaak oneindig lijkende show binnen de perken te hou-
19
den. Het mag allemaal niet baten. Van de negen genomineerde films voor de hoofdprijs heb-
ben in de Verenigde Staten alleen Dunkirk en Get Out redelijk veel succes aan de kassa ge-
had. Winnaar The Shape of Water heeft een betrekkelijk klein publiek getrokken. Tekenend
was de opmerking van gastheer Johnny Kimmel dat Black Panther, de grote hit van dit mo-
ment, volgend jaar wellicht niet zal worden genomineerd in de belangrijkste categorieën. De
verdeeldheid onder de Amerikaanse bevolking wordt zo door menigeen doorgetrokken naar
Hollywood en dan met name naar deze prijsuitreiking.
Keurig verdeeld
Een overtuigende winnaar zat er dit jaar niet bij. The Shape of Water won in totaal vier beeld-
jes en dat waren er twee minder dan de grote winnaar van vorig jaar, La La Land. De rest van
de prijzen werd keurig verdeeld over de andere films. In de categorie beste originele score
was van diversiteit weinig te merken: vijf blanke mannen van boven de 45 werden genomi-
neerd. Wel divers was het land van herkomst: twee Amerikanen, een Brit, een Duitser en een
Fransman. Slechts één van de vijf was nieuw: Jonny Greenwood. Terug van even weggeweest
was opnamestad Londen. Alleen de muziek van Star Wars: The Last Jedi werd opgenomen in
Los Angeles, maar dat had natuurlijk ook Londen moeten zijn. De inmiddels 86-jarige John
Williams wil de lange reis naar de Britse hoofdstad niet zo graag meer maken om aldaar een
aantal dagen bij de opnamen aanwezig te moeten zijn, al komt hij voor een concert in het na-
jaar deze kant op. Overigens brak Williams zijn eigen record van vijftig nominaties. Dankzij
zijn nominatie voor Star Wars: The Last Jedi staat de teller nu op 51. En al won hij ook dit
jaar niet, in het dankwoord van Kobe Bryant voor diens korte animatiefilm Dear Basketball
werd Williams bedankt voor de korte score.
Kristen Anderson-Lopez en Robert Lopez met hun Oscars voor het liedje Remember Me uit Coco.
Foto: AMPAS.
20
Alexandre Desplat won zijn tweede Oscar dit jaar. Hetzelfde gold voor het echtpaar achter het
winnende liedje Remember Me uit de animatiefilm Coco. Kristen-Anderson Lopez en Robert
Lopez werden onderscheiden voor een liedje dat stevige concurrentie ondervond van liedjes
als Mighty River uit Mudbound en This Is Me uit The Greatest Showman. Tot slot waren er de
scores die het net niet haalden: Darkest Hour van Dario Marianelli en The Post van John
Williams. En waar waren Thomas Newman, Michael Giacchino, James Newton Howard en
Wonder Woman? Jóhann Jóhannsson is ons onlangs helemaal ontvallen; hij werd tijdens het
In Memoriam-gedeelte geëerd met een foto. Ook Luis Bacalov (met zijn Oscar voor Il
postino) kwam even in beeld. De nominaties van vorig jaar hadden zowel verjonging als
vernieuwing gemeen. Van dat eerste kan amper worden gesproken dit jaar, maar het is
interessant om te onderzoeken of de vijf genomineerde scores van dit jaar een geest van
vernieuwing kenmerken. Geldt dat ook voor de muziek van winnaar The Shape of Water?
DE GENOMINEERDE SCORES
DUNKIRK – HANS ZIMMER
De meningen over deze score liepen uit-
een: voor de een was dit een unieke muzi-
kale belevenis, voor de symfonische film-
muziekvrienden moet dit muzikale bouw-
werk als een hoop teringherrie hebben ge-
klonken. De veelal uit logge soundscapes
bestaande score ontbeert aanvankelijk eni-
ge melodische ontwikkeling en lijkt vooral
bedoeld om de kijker deelgenoot te maken
van de uitzichtloosheid van de belegerde
soldaten op het strand van Duinkerken in
die donkere dagen van 1940. En inderdaad
past de vaak metalige sound goed bij de
gruwelijke, angstaanjagende scènes van
aanvallende vliegtuigen. Binnen deze omi-
neuze sound weerklinkt ook een onvermij-
delijk noodlotsthema, compleet met meta-
len getik als zouden de Duitsers iedereen
weldra overrompelen. We hebben hier van
doen met zogeheten geluidsmuziek waar-
aan geen ontkomen mogelijk is. Op heel
wat momenten vervaagt de grens tussen
score en geluidsontwerp met op een enkel
moment zachte koorzang op de achter-
grond evenals muzikale uithalen die als
stemmen fungeren. Ondanks enkele aan-
zetten tot een melodie moeten we tot het
einde wachten wanneer muziek van de
meest Engelse klassieke componist –
Edward Elgar – in enkele stukken wordt
verwerkt (en waarvoor componist Benja-
min Wallfisch ook een credit kreeg) ten-
einde enige emotie op te wekken. In de
slotstukken kunnen we een voorzichtige
dosis hoop proeven die wordt afgewisseld
door het metalige noodlotsthema, waarna
net zo voorzichtig een triomfantelijk pad
wordt bewandeld, want Duinkerken was
naast een enorme nederlaag voor de tegen-
21
standers van Hitler ook het prille begin van
de weg omhoog.
Oscarhistorie: Zimmer werd eerder geno-
mineerd voor Rain Man (1988), The Prea-
cher´s Wife (1996), As Good as It Gets
(1997), The Thin Red Line (1998), samen
met Stephen Schwartz voor The Prince of
Egypt (1998), Gladiator (2000), Sherlock
Holmes (2009), Inception (2010) en Inter-
stellar (2014). Voor The Lion King (1994)
ontving hij een Oscar.
PHANTOM THREAD – JONNY
GREENWOOD
Dat Jonny Greenwood ooit een Oscarnomi-
natie zou krijgen, was een kwestie van tijd.
Met deze vierde samenwerking met regis-
seur Paul Thomas Anderson is het dan zo-
ver. Greenwood, die in het dagelijks leven
gitarist van Radiohead is, schreef een uit-
gebreide symfonische score voor het lief-
desverhaal van de Londense couturier
Woodcock en zijn nieuwe geliefde annex
muze Alma. Deze score zoekt de uitersten
op: enerzijds kamermuziek die nogal eens
neigt naar avantgardistische stukken ge-
speeld door piano en strijkers en anderzijds
soms woest romantische stukken die alle
kanten op lijken te waaien op het moment
dat Woodcock zijn nieuwe muze heeft
gevonden en haar voor het eerst met zijn
ontwerpen kleedt. In die laatste categorie
vallen ook de meer toegankelijke hoofd-
thema’s waaronder de noodlotsvariatie van
het hoofdthema dat Greenwood uiterst ex-
pressief uitvoert. De passie die uit deze
romantische stukken spreekt lijkt geen
grenzen te kennen en klinkt nu en dan
welhaast net zo elegant als de kant en de
zijde, stoffen waarmee Woodcock vaak
werkt. Daarentegen zijn de klein gehouden
stukjes die we horen tijdens de werkzaam-
heden van Woodcock en de omgang met
de twee vrouwen in zijn leven kaal en
soms gespeend van tastbare melodielijnen.
De weldaad en de kracht van deze bij vla-
gen uniek en verfrissend klinkende score
zijn zowel adembenemend als vernieu-
wend, maar toch steeds in een uniforme
symfonische stijl vervat.
Oscarhistorie: dit is de eerste Oscarnomi-
natie voor Jonny Greenwood.
THE SHAPE OF WATER – ALEXAN-
DRE DESPLAT
Weinig scores van de laatste tijd hebben
een zo herkenbaar hoofdthema. Op een
vriendelijk voortkabbelend basisritme ont-
wikkelde Desplat een slaapliedje dat een
stem geeft aan de beide stemloze hoofdfi-
guren: de eenzame poetsvrouw en het am-
fibische monster. Gefluit door de compo-
22
nist zelf en de accordeon zijn de stemmen
uit dit hoofdthema die in de herinnering
zullen blijven, ook na het verlaten van de
bioscoop. Gaandeweg evolueert dit thema
in talrijke variaties richting einde waar het
als een ware evergreen met pianobegelei-
ding de score waardig afsluit. Deze laatste
variatie sluit dan weer naadloos aan bij de
liedjes uit de jaren ’40 en ’50 die een we-
zenlijke rol spelen in de film. Tussen begin
en einde haalt de Fransman een staalkaart
aan sfeervolle en functionele scorestukken
uit zijn immense trukendoos. Daarbij
creëert hij een score die het midden houdt
tussen enerzijds suspense en mysterie en
anderzijds romantiek en een vleugje hu-
mor. Meesterlijk geeft hij invulling aan alle
emoties die deze atypische monsterfilm be-
volken. Het belaagde monster krijgt een
gepast exotische begeleiding om de oor-
sprong ervan te benadrukken, de onderwa-
terscènes klinken als muziek onder water
en duivelse pauken verhogen de angst en
de spanning in een lang actiestuk halver-
wege de film. Desplat toont zich onder
water deels schatplichtig aan John Barry
met zijn zware koper, lyrische fluiten en
een paar harpakkoorden. Ook in The Shape
of Water werkt deze perfecte combinatie
wonderwel. De plaatsing van deze zwij-
gende wezens in een welhaast buitenaards
universum weet hij subliem te verwerken
in dromerige, romantische klanken. The
Shape of Water is muziek voor al diegenen
die zich eenzaam, buitengesloten en onbe-
grepen voelen.
Oscarhistorie: Alexandre Desplat werd
acht keer eerder genomineerd, voor The
Queen (2006), The Curious Case of Ben-
jamin Button (2008), Fantastic Mr. Fox
(2009), The King’s Speech (2010), Argo
(2012), Philomena (2013), The Imitation
Game (2014) en The Grand Budapest Ho-
tel (2014). Voor de laatste score won hij
zijn eerste Oscar.
STAR WARS: THE LAST JEDI –
JOHN WILLIAMS
Dat John Williams dit jaar zou worden ge-
nomineerd stond gewoonweg vast. Liefst
twee films met zijn muziek gingen eind vo-
rig jaar achter elkaar in roulatie: The Last
Jedi uit de Star Wars-franchise en The
Post. Velen dachten dat de laatste zou wor-
den genomineerd, maar het werd toch The
Last Jedi. Deel 8 uit de Star Wars-serie
werd niet allerwegen positief ontvangen,
hetgeen de bioscoopkassa’s beslist niet
minder deed rinkelen. De film zit boorde-
vol muziek. De officiële soundtrack duurt
ruim 77 minuten en er valt nog veel meer
te beluisteren in de film. Wat deze score
onder meer kenmerkt is – hoe kan het ook
anders bij deze grootmeester – vakman-
schap. Misschien dat alles iets minder
geïnspireerd klinkt dan bij voorganger The
Force Awakens, maar het is ook voor deze
inmiddels 86-jarige nestor onder de Ameri-
kaanse filmcomponisten geen eenvoudige
opgave bij dit deel met iets geheel nieuws
op de proppen te komen. Dat hoeft natuur-
lijk ook niet, je kunt gewoon met je am-
bachtelijke aanpak uitstekende functionele
muziek schrijven. Aldus begint de film met
de overbekende fanfare en dito hoofdthema
die worden gevolgd door een vakkundige
filmscore in de beste traditie: een flinke
23
dosis heldhaftige actiemuziek, talrijke
kleine en grote thema’s en her en der een
gevoelig stuk voor de ook in a galaxy far,
far away onmisbare intermenselijke emo-
ties. Williams weet andermaal een oprech-
te gevoeligheid te injecteren in de thema’s
en rustgevende stukken en daarnaast weet
hij als geen ander de talrijke actiemomen-
ten van muziek te voorzien die het aanho-
ren steeds weer waard is. Suspense, myste-
rie, heroïek in al zijn glorie, het zit er alle-
maal in. Verfrissend is Canto Bight waarin
Caraïbische partymuziek halverwege op-
duikt met een knipoog naar de vrolijke
klanken van Cantina Band uit de eerste
Star Wars-film. Alleen al dit ene fragment
maakt de gehele score minder serieus dan
hij in eerste instantie is en dat verhoogt het
luisterplezier aanzienlijk. Net als bij The
Post en vele andere werken van Williams
is het sluitstuk van deze score wederom
een boeiende compositie: de laatste dertig
seconden zijn in hun sprookjesachtige ver-
stildheid een ware streling voor het oor.
Soms is routine een weldaad.
Oscarhistorie: dit is alweer de 51ste nomi-
natie voor Williams. In totaal vijf Oscars
heeft hij ontvangen: Fiddler on the Roof
(1971), Jaws (1975), Star Wars (1977),
E.T.: The Extra-Terrestrial (1982) en
Schindler's List (1993).
THREE BILLBOARDS OUTSIDE
EBBING, MISSOURI – CARTER
BURWELL
Binnen het selecte gezelschap van geno-
mineerde componisten is Carter Burwell
mogelijk de outsider. Met een respectabele
honderd scores op zijn naam die alle zijn
onmiskenbare signatuur dragen is hij een
geliefde componist die bij het grote pu-
bliek niet echt een bel doet rinkelen. Ook
dit Three Billboards Outside Ebbing, Mis-
souri is eerder een kleine film dan een gro-
te productie. De muziek is net zo intiem en
kleinschalig. Burwell schreef enkele the-
ma’s die steeds cirkelen om de door Fran-
ces McDormand briljant gespeelde Mil-
dred. Het aangrijpende hoofdthema waaruit
vooral het verdriet om haar vermoorde
dochter spreekt is van een superieure een-
voud en wordt door het van Burwell be-
kende kleine ensemble – klarinet, gitaar,
piano en percussie – uitgevoerd. Naast een
terugkerend, in westernstijl gecomponeerd
motief zijn er enkele minder beladen stuk-
ken. Die worden net als de hoofdthema’s
soms door een bescheiden orkestrale ach-
tergrond ondersteund, slechts een enkele
keer uitmondend in een vol orkestgeluid.
De liefdevolle, breekbare score kent geen
lange, epische stukken, maar blijft binnen
de door de componist afgebakende paden.
Het gaat Burwell om de essentie: verdriet,
rouwverwerking en begrip voor een vrouw
die soms te ver gaat en ronduit irritant kan
zijn. Dat we aan het einde van de film in de
laatste akkoorden van het hoofdthema toch
een sprankje hoop herkennen, bewijst het
vakmanschap van de componist.
Oscarhistorie: dit is de tweede Oscarnomi-
natie voor Carter Burwell. Zijn eerste was
voor Carol (2015).
24
DE WINNAAR
Alexandre Desplat tijdens zijn dankwoord. Foto: AMPAS.
Trendwatchers wijzen erop dat een nieuweling onder gevestigde namen vaak wint. Als de
Academy ook nog een spoor van vernieuwing ruikt, lijkt het een uitgemaakte zaak. Deze
trend zagen we in 2009 bij Slumdog Millionaire en twee jaar later bij The Social Network. In
de jaren daarna werden scores onderscheiden die ongebruikelijk (The Artist, 2011) waren of
een oud genre wisten te doen herleven (La La Land, 2016). Uitgaande van deze ongeschreven
regel gooide dit jaar geen score zo hoge ogen als die voor Phantom Thread. De combinatie
van een modernistische underscore die regelmatig wordt onderbroken door überromantische
splendeur die Jonny Greenwood voor dit melodrama schreef kan bij vlagen als verfrissend
alsmede vernieuwend worden opgevat en dat is nou net iets waar de Academy in de regel
gevoelig voor is. Het werd toch The Shape of Water van de componist die al zowat een de-
cennium heer en meester lijkt te zijn in Hollywood en daarbuiten. Alexandre Desplat bewees
opnieuw over het talent te beschikken om een film zowel emotioneel als narratief op virtuoze
wijze te kunnen begeleiden. Door een stem aan de stemlozen te geven sloot hij daarbij gewild
of ongewild aan op de heersende discussie over diversiteit. Dat zijn triomferende score dan
ook nog werd vergezeld door de hoofdprijs maakt de overwinning des te overtuigender. Dat
liep vorig jaar op het allerlaatste moment net even anders.
PS
25
BOEKBESPREKING: De interviews bij de film
Al diegenen die interesse hebben in filmmuziek hebben in december vorig jaar zeker gekeken
naar Score: A Film Music Documentary van Matt Schrader. 93 minuten lang zagen we talrij-
ke filmcomponisten aan het werk, werden wetenschappers en componisten geïnterviewd en
hoorden we regelmatig (flarden) bekende muziek. Bij de film hoort ook een boek dat door
dezelfde maker is samengesteld.
Met hoeveel componisten heeft Schrader
gesproken? Dertig? Veertig? Vijftig? Of
nog meer? Het doet er niet zoveel toe hoe-
veel het er uiteindelijk waren. In het boek
Score: A Film Music Documentary – The
Interviews staan 25 interviews met hoofd-
zakelijk filmcomponisten die in de film
aan het woord kwamen, naast twee regis-
seurs (James Cameron en Garry Marshall).
De vragenlijst van Schrader is breed: vra-
gen over het compositieproces, de oplei-
ding, het belang en het effect van muziek
in een film, de inspiratie bij het compone-
ren etc. Soms zijn de antwoorden diep-
gaand, soms wat oppervlakkig en ook
vraag je je als lezer wel eens af wat de be-
treffende componist precies bedoelt. Maar
boeiend en afwisselend zijn de meeste ge-
sprekken beslist; Schrader gebruikt niet
steeds dezelfde vragen en sommige ge-
sprekken zijn best humoristisch.
Zo vertelt Randy Newman over zijn be-
roemde oom en andere illustere familie-
leden die allen in hetzelfde vak werkzaam
zijn of waren, werpt Howard Shore een
beetje meer licht op zijn werkwijze, zet
Alexandre Desplat uiteen hoe hij op 3D-
wijze componeert, vertelt Tom Holken-
borg over zijn begintijd bij Hans Zimmer
die zelf ook weer aan het woord komt en
blijkt Rachel Portman de enige vrouwelijke
filmcomponist te zijn die aan het woord
komt. Dat laatste zal echter niemand ver-
bazen. Interessant is ook de visie van twee
regisseurs die beiden lang aan het woord
komen, zoals James Cameron die het be-
lang en het effect van muziek vanuit zijn
visie als regisseur uiteenzet en daarbij met
name de samenwerking met James Horner
roemt.
Het spartaans uitgegeven boek bevat geen
foto’s behalve op de cover en de achterflap
en begint met een inleiding van slechts een
enkele pagina waarin Schrader schrijft dat
een bezoek aan The Dark Knight hem in
2008 ertoe bracht de vraag te beantwoor-
den hoe een score toch zo’n bovenmense-
lijke impact kan hebben. Het antwoord op
deze vraag kan nu worden gelezen in de
vorm van 25 interviews die misschien niet
alle even inspirerend zijn, maar in ieder
geval wel de drijfveer en aspecten van het
compositieproces van al deze moderne
Mozarts – aldus Schrader – onthullen.
Overigens verscheen onlangs een tweede
dvd met meer interviews.
Score: A Film Music Documentary – The
Interviews. Matt Schrader. Epicleff Media,
2017. ISBN 9780692827079, 350 blz.
Prijs: € 18,99 (Bol.com). PS
26
RECENSIES
HET LEVEN IS VURRUKKULLUK
Basta Music 3093582
14 tracks, 48:23
Het komt niet vaak meer voor dat er een cd in de winkels ligt
van een nieuwe Nederlandse soundtrack. Toch is het Theo Nij-
land, de componist van deze score voor de verfilming die Frans
Weisz onlangs maakte van het boek van Remco Campert, ge-
lukt. We worden aangenaam verrast door een gevarieerde score
uitgevoerd door de David Kweksilber Big Band, het Metropole
Orkest (track: Rococo), Menno Daams (track: Jackpot) en The Beau Hunks Saxophone
Soctette (track: Don’t Stop the Beguine). Alle composities zijn van Theo Nijland behalve
Rococo dat werd geschreven door Raymond Scott, Jackpot van Menno Daams en Don’t Stop
the Beguine van Sebastian Ohm. De muziek doet wat licht jazzy aan en is bij sommige tracks
minimalistisch doch mooi en intiem. Een bigband doet het altijd goed en de blazers leggen de
nadruk op de score, niet uitbundig, daar is de score niet voor gemaakt, maar ingetogen en met
perfectie. De thema’s liggen allemaal goed in het gehoor zodat de cd het als achtergrondmu-
ziek goed doet. De cd zit in een digiboxverpakking en alle leden van de David Kweksilber
Big Band worden met hun instrument vermeld. Een mooie Nederlandse aanwinst die nieuws-
gierig maakt naar de film.
ST
MAZE RUNNER: THE DEATH CURE
Download op Sony Classical 8644682631
22 tracks, 92:57
Voor dit derde en laatste deel uit de Maze Runner-serie schreef
John Paesano opnieuw de muziek. Film en score vallen direct
aan het begin tijdens een ontsnappingsscène op een voortrazen-
de trein met de deur in huis. Paesano pakt onstuimig uit, maar
verschiet niet meteen al zijn kruit. Op beheerste wijze werkt hij
toe naar een climax die voornamelijk uit het hoofdthema be-
staat. Vervolgens laveert bij behendig tussen actie en emotie. In het grote middenstuk is van
vooral emotionele, ingehouden en relatief korte composities sprake, want de film kent vele
personages die allemaal hun eigen sores hebben en die verhoudingen en verhaallijnen stipt de
componist alle op hun beurt aan. Op weg naar de langverwachte ontknoping worden de stuk-
ken langer en krachtiger. Als leerling van John Williams weet Paesano hoe je actiemuziek
toch welluidend kunt laten klinken zoals in The Lion’s Den en dat komt de vele vechtmomen-
ten alleen maar ten goede, al dendert de film onbekommerd voort; er lijkt maar geen einde aan
te komen. Please Tommy, Please is een van de grote stukken aan het einde waar Paesano pa-
thos koppelt aan introspectie. De afsluitende track – Goodbye geheten – weet hij mooi verstild
te houden en tegen het einde is er dan toch nog hemelse koorzang: ah, Hollywood.
PS
27
THE COMMUTER
Varèse Sarabande 3020675578
16 tracks, 71:46
The Commuter van Jaume Collet-Serra begint met rustige
beelden van een van de vele forensen die van de voorsteden
naar de grote stad reist. Een dag als alle andere, zo lijkt het.
Filmcomponist Roque Baños begeleidt de beelden aanvanke-
lijk met dromerig pianogetokkel dat na een minuut een pas-
sende, orkestrale begeleiding krijgt. Het meeslepende, op het
roterende ritme van een trein voortgedreven stuk wordt in de tweede track nog eens dunnetjes
overgedaan en krijgt hier een onheilspellende dimensie. Want we zitten midden in een thriller
vol dubbele bodems en personages die allemaal een geheim met zich meedragen en daarenbo-
ven is deze film niet gespeend van de nodige actie. Deze overvolle cd bevat vooral de muziek
voor de vele momenten van spanning en actie. Daarbij helpt een dissonant pianomotief dat
gepaard gaat met ijzige strijkers in enkele tracks prima. Het is een beproefd recept voor thril-
lermuziek en hier doet het goede zaken. In een latere track (Moving Vagons) verweeft de
componist het motief in de strijkerssectie en andermaal stijgt de spanning die hier zo brood-
nodig is. Voeg daartoe bloedstollend koper, jagend spelende strijkers en elektronische beats
en de cocktail is helemaal gereed zoals te horen is in The Train Wreck, een hoogtepunt van
spanning en melodie. In de laatste track – The End of the Line – keren we weer terug naar het
rustgevende hoofdthema uit het begin. De cirkel is rond binnen deze ambachtelijk gecreëerde
score.
PS
THE INSULT
Download op Milan Records
10 tracks, 25:35
Een van de vijf Oscarnominaties voor een niet-Engelstalige
film ging dit jaar naar Libanon. En dat was een primeur voor
dit kleine land. Regisseur Ziad Doueiri legt in L’insulte (Qadiat
raqm 23) de vinger op een gevoelige historische plek middels
een rechtszaak die spannend blijft tot aan het eindoordeel toe.
De Franse filmcomponist Éric Neveux schreef een kleine score
voor dit rechtbankdrama die aanvankelijk uit soundscapes bestaat die een gevoel van onder-
huidse spanning oproepen. Heel langzaam komen er instrumenten als de cello in voor en net
zo langzaam ontstaan er halverwege de score melodische lijnen zoals in Spiral. Ook ontwik-
kelt zich gaandeweg een hoofdthema dat de score naar het einde voert, wanneer er eindelijk
enige verlichting optreedt in de vorm van een melodie, compleet met ouderwetse synthesizer-
begeleiding (The Verdict). Dit is geen vrolijk makende score, daarvoor is de ernst van de zaak
te groot. Neveux geeft de op zich al verontrustende film een klein beetje vaart en hartstocht en
dat is meer dan voldoende.
PS
28
AMARCORD
Quartet Records QR310
Cd 1: 29 tracks, 50:16
Cd 2: 30 tracks, 62:35
Deze score schreef Nino Rota voor een film van Fellini uit
1973: Amarcord, wat Romagna dialect is voor het Italiaanse
‛Io mi ricordo’ (Ik herinner mij). De film is een soort autobio-
grafie over de jeugd van Federico Fellini zelf, die zich afspeelt
in de jaren ’30 van de vorige eeuw in Rimini, de geboorteplaats
van Fellini. Nino Rota heeft naast eigen werk ook thema’s uit de jaren ’30 bewerkt zoals La
Cucaracha, een Spaans traditioneel lied, maar ook Stormy Weather van Harold Arlen. Deze
dubbel-cd is de complete score met 113 minuten waar we tot dusver alleen de 29 minuten van
hadden die op plaat en cd waren uitgebracht. De eerste cd beslaat de filmscore met de origine-
le mastertapes van de filmversie. Cd 2 heeft de plaat-cd-versie plus alternatieve en bonus-
tracks waaronder een paar seconden discussie tussen Fellini en dirigent Carlo Savina. Grappig
is dat in het bijgaand boekje staat: Recorded and mixed by Federico Savina at RCA Studio’s
Rome. Een toevallige naamcombinatie. De eerste cd heeft allerlei thema’s die we kennen van
de plaatversie maar in andere orkestraties. Voor de plaat werd vaak een speciale opname ge-
maakt. Hier is nu voor het eerst de filmversie te horen. Erg leuk allemaal met ook nieuwe
thema’s zoals marsjes, waaronder een bruiloftsmars en dansmuziekjes. Dank aan Claudio Fui-
ano die de stereomastertapes in de CAM studio’s terugvond en heeft opgepoetst. Hij was eer-
der al verantwoordelijk voor de dubbel-cd van La Dolce Vita. Dat er nog vele mogen volgen.
ST
I, TONYA
Milan Records M2-36927
16 tracks, 67:06
De zwarte komedie I, Tonya van Craig Gillespie vertelt het op
bijzondere feiten gebaseerde levensverhaal van de omstreden
kunstschaatser Tonya Harding wier betrokkenheid bij een aan-
val op haar rivale Nancy Kerrigan in 1994 nog steeds in neve-
len gehuld is. Gedurende het overgrote deel van de vaak hilari-
sche film horen we liedjes van En Vogue, Fleetwood Mac en
Supertramp, maar ook de indertijd ongewone liedjes waarop Harding haar schaatskunsten ten
beste gaf zoals Sleeping Bag van ZZ Top komen voorbij. Op deze cd staan veel van de liedjes
naast een kleine score die componist Peter Nashel voor de film schreef. Films met zijn muziek
die in ons land waren te zien, zijn onder meer The Deep End (2001), Bee Season (2005) en
Carriers (2009). De weinige originele muziek die in I, Tonya van hem werd gebruikt bestaat
in feite uit één enkele compositie. Die keert op de cd terug in drie tracks met toenemende
lengte (alle drie samen krap tien minuten). We horen een aanzwellend thema met pianobege-
leiding en strijkers op de achtergrond dat in het cruciale The Incident naar een onhoudbare
climax toewerkt, daarbij geholpen door diverse muziekeffecten. De mooiste versie is de der-
de, Tonya Suite, waarin de gekte, angst en het verdriet uit Hardings leven voelbaar worden.
Echt jammer dat niet meer muziek van Nashel in film en op cd te horen zijn, want dit krach-
tige, bezielende thema is beslist de moeite van het beluisteren waard. PS
29
THE POST
Sony Classical 19075811342 10 tracks, 40:14
The Post van Steven Spielberg lijkt een tussendoortje tussen
grote films zoals zijn komende project Ready Player One die
eind deze maand in roulatie gaat (maar dan zonder een score
van John Williams). The Post is een eerder kleinschalige pro-
ductie over de zogeheten Pentagon Papers, een opzienbarende
zaak uit 1971. John Williams schreef een tamelijk ingehouden
score voor deze als thriller verpakte persfilm. Al vanaf de eerste tonen in openingstrack The
Papers wordt de spanning voelbaar: dreigende strijkers en dissonante fluiten banen zich een
weg door een slepend ritme. En dan in de volgende track, The Presses Roll, horen we het
hoofdthema van de score dat verrassend helder wordt uitgevoerd door hoge strijkers. Waarna
de score in de derde track (Nixon’s Order) zich verder voortsleept. Maar er is ook enig luchtig
vermaak in de vorm van enkele jazzy stukken (The Oak Room, 1971 en Two Martini Lunch)
en zelfs een aanzet tot pastorale gevoeligheid (Mother and Daughter). Wat deze net als de
film kleinschalige score kenmerkt is een aanhoudend gevoel van suspense dat Williams tot
aan het einde weet vol te houden in een door strijkers gedomineerde sound. En dan moet het
mooiste nog komen: in het lange slotstuk – The Court’s Decision and End Credits geheten –
doet Williams alles nog eens groots over: de ongemakkelijke spanning die omgeven wordt
door poëtische passages waaruit bovenal hoop spreekt. En over dat alles heen klinkt bij tijd en
wijle een heroïsche klank waarmee de componist in voorgaande scores zo vaak heeft weten
uit te blinken.
PS
LOVEMAKER Penta Music PTM 007
15 tracks, 46:09
Lovemaker (L’uomo per fare l’amore) werd in 1969 geregis-
seerd door Ugo Liberatore. De titel geeft al aan dat het een
romantische film is. De muziek – nu voor het eerst uitgebracht
– is van Maestro Armando Trovajoli. Hij heeft in zijn eigen
herkenbare stijl een mooie loungescore geschreven zoals hij dat
ook deed voor Col cuore in gola (Tinto Brass), Il commissario
Pepe en Dramma della gelosia (beide van Ettore Scola) en Vedo nudo (Dino Risi). Trovajoli
maakt gebruik van de prachtige stem van Edda Dell’Orso in track 9, een intens religieus
thema met een beatarrangement. Bijzonder aan deze score zijn de liedjes in het Duits door I
Cantori Moderni di Alessandroni in tracks 1, 3, 8, 10 en 11, waarvan ook weer instrumentale
versies te horen zijn in tracks 4 en 14: in een langzame, moderne barokstijl gespeeld op een
basfluit die de melodie introduceert en vervolgens ontwikkeld met een mooie beat op klave-
cimbel. Het komt niet vaak voor dat I Cantori Moderni liedjes zingen, en in het Duits is voor
mij nieuw. Meestal bestaat hun bijdrage uit klinkers die melodieën vormen zoals bij veel sco-
res van Morricone. Voor deze cd zijn de originele monomasters geremastered voor optimaal
luistergenot. Het is typische Trovajoli muziek, die prettig in het gehoor ligt, met mooie the-
ma’s en iets wat we nog niet gehoord hadden. De cd is uitgebracht ter gelegenheid van de
honderdste geboortedag van de componist (2 september 1917). ST
30
DOWNSIZING
WaterTower Music WTM39977.2
14 tracks, 49:44
Regisseur Alexander Payne en componist Rolfe Kent werken al
sinds Citizen Ruth (1996) geregeld samen. Hun bekendste wa-
penfeit is Sideways, de film waarmee beiden in 2004 naar een
groter publiek doorbraken. Hun laatste film Downsizing gaat
over een methode om mensen tot piepkleine wezentjes te trans-
formeren, waardoor de aarde aanzienlijk meer ruimte krijgt.
Voor deze tragikomedie schreef Kent een opvallend gevarieerde score die rijk is aan pracht-
volle melodieën, puntige thema’s en enkele folkstukken voor de Noorse scènes. De groten-
deels symfonische score neigt soms naar opera zoals in Exodus, Farewells, Lost Luggage and
Reunions en heeft een aanmerkelijk luchtige klankkleur, waardoor de beslommeringen van de
door Matt Damon gespeelde hoofdfiguur niet al te dramatisch worden en de boodschap die de
film misschien iets te nadrukkelijk verkondigt hapklaar wordt opgediend. Want humoristisch
zijn film en score zeker, getuige stukken als Inching Toward the Downsizing Procedure, dat
ondanks de spanning over het slagen van de inkrimping ook de nodige humor kent. Hoogte-
punt is zonder enige twijfel The Downsizing Waltz, waarin Kent binnen 5:37 puur walsgenot
serveert, een beetje in de traditie van de walsen uit Tsjajkovski’s Notenkraker. De meande-
rende strijkers op een pizzicato ritme maken deze score, die soms ook spanning en ongemak
uit, tot een bijzonder luistergenot, zeer zeker ook buiten de film.
PS
ALL THE MONEY IN THE WORLD
Sony Classical 19075816502
26 tracks, 70:06
Voor Daniel Pemberton was 2017 een druk jaar: liefst vier
films met zijn muziek zagen het levenslicht, waaronder op de
valreep dit drama over de ontvoering van John Paul Getty ju-
nior in 1973. Voor All the Money in the World werkte Pember-
ton opnieuw samen met Ridley Scott. Eerder was dat het geval
bij The Counselor (2013), de score waarmee Pemberton door-
brak naar een internationaal publiek. De score van All the Money in the World begint met het
hoofdthema dat in de vorm van een zwaarmoedige wals weerklinkt. Dit op de oude John Paul
Getty gerichte stuk verandert gedurende de film geregeld in enerzijds opera en anderzijds re-
quiemgezang. Opvallend aan deze score is wederom Pembertons voorliefde om met geluids-
en muziekeffecten te experimenteren. Vooral waar het percussie, strijkers en elektronische
elementen betreft, zoals in Police Raid waar hij op meesterlijke wijze optimale spanning weet
te creëren. En wat te denken van een tikkend geluid, hoogstwaarschijnlijk van een klok, in
Danger Sign? The Collector op zijn beurt munt uit dankzij klavecimbelspel dat een donkere
en nerveuze melodie voortbrengt. Pemberton houdt er – althans op deze cd – ruim een uur de
spanning goed in en dat maakt de film die wat aan de lange kant is er alleen maar spannender
op.
PS