Fantoomoog

12
fantoomoog

description

In Zelzate sterft een meisje aan een overdosis xtc. Morpho Fante, onderzoeksjournalist bij de Italiaanse krant Repubblica en geheimagent, is bij haar. Zijn gehavende linkeroog begint voor het eerst sinds lang weer te jeuken. Als Morpho weer in Rome is, wordt een tweede lijk gevonden. De drugspolitie eist het onderzoek op. Ze heeft een immens drugslab ontdekt en geeft Morpho de leiding over een team dat het lab moet vernietigen. Daardoor komt hij midden in een drugsoorlog terecht.

Transcript of Fantoomoog

Page 1: Fantoomoog

fantoomoog

Page 2: Fantoomoog

© Dirk Van de Walle/Uitgeverij Houtekiet 2008Uitgeverij Houtekiet, Vrijheidstraat 33, b-2000 Antwerpen

[email protected]

www.dirkvandewalle.com

Omslag Wil ImminkFoto auteur Sara Engels

Zetwerk Intertext, Antwerpen

isbn 978 90 8924 019 4d 2008 4765 7

nur 330

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/ofopenbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of opwelke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke

toestemming van de uitgever.No part of this book may be reproduced in any form, by

print, photoprint, microfilm or any other means, withoutwritten permission of the publisher.

Page 3: Fantoomoog

Dirk Van de Walle

Fantoomoog

HoutekietAntwerpen / Amsterdam

Page 4: Fantoomoog

De hier vertelde gebeurtenissen zijn voor honderd procent fictie.

De namen van bedrijven, instellingen, media en politieke personages

worden enkel gebruikt om een herkenbaar kader te scheppen.

De werkelijkheid is door een mangel gehaald en ondergedompeld

in de fantasie van de auteur. Zoals de schrijver zelf zegt:

‘Ik ben een kind in de speeltuin van mijn gedachten.’

Very special thanx to het echte Zèta-team

(Kathy, Wim, Joost, Jeroen, Julien & Bernard) voor hun creativiteit.

Geld praat niet, het vloekt

Bob Dylan

Page 5: Fantoomoog

5

’s Morgens vroeg

‘Ze is dood,’ murmelde hij.Ik voelde zijn hand op mijn schouder. Ik zat op mijn

knieën en mijn linkeroog begon te jeuken. De angst sloeg meom het hart. Niet opnieuw, dacht ik en ik knipperde heftig metmijn oog.

‘Maar…’ mompelde ik en keek hem verbijsterd aan. Ik konniet begrijpen dat een jong meisje zomaar doodvalt op straat.De jeuk was over. Een opluchting overviel me, maar ik hoefdemezelf niets wijs te maken, het was er weer.

‘Hartstilstand.’‘Hoe kan dat,’ zei ik, ‘ze is nog maar een tiener.’‘Drugs,’ zei Ernest, ‘kom, we bellen de politie.’

Ernest Jacobs, mijn oude huisarts en familievriend, ging zijnhuis binnen. Het vroor stenen uit de grond, maar het meisjedroeg opvallende kledij die slechts een minuscuul deeltje vanhaar lichaam bedekte. Ik voelde in haar broekje. Niet dat ikeen necrofiel was, maar ik had er iets in gezien. Het was eenplastic flacon waar een zilveren ster op stond. Er zat een blauwevloeistof in. Ik stak het in mijn broekzak, ging rechtop staanen begon te stampvoeten om de kou te verdrijven. Even later

Page 6: Fantoomoog

6

kwam Ernest terug. Hij had een deken bij zich. Ik keek naarhet ongeschonden gezicht dat ik meende te herkennen, waaropErnest de deken over haar gooide.

‘Ken je haar?’ vroeg ik.‘Ja, ze woont even verderop. Ieder weekend gaat ze naar

een megadancing.’‘Hoe oud is ze?’‘Hooguit negentien.’‘En op die leeftijd kunnen drugs een hartstilstand veroor-

zaken?’ vroeg ik.‘Absoluut, xtc kan je fysieke grens zo verleggen dat je hart

het uiteindelijk begeeft.’Ik voelde of het flesje nog in mijn broekzak zat.‘De politie is in aantocht. Je verdwijnt beter.’‘Waarom?’‘Hoe minder je ermee te maken hebt, hoe beter.’‘Ik heb hier niets mee te maken.’‘Nee, maar ze zullen je verklaring afnemen. En voor je het

weet zit je hier langer vast dan je lief is.’We wisten allebei dat hij gelijk had. We omhelsden elkaar,

terwijl ik “houd je taai” in zijn oor fluisterde.

Zo kwam er een abrupt einde aan mijn bezoek. Gisteren, voorik de nacht indook, had ik Ernest al opgezocht. We haddenoude cowboyverhalen uitgewisseld, maar kwamen er niet toeom over het heden te praten. Dat was niet nieuw, maar tochkon ik het niet laten om mijn oude vriend op te zoeken wan-neer ik in Zelzate was. Mijn vraag naar Victor was een logischgevolg van ons samenzijn. Victor was ook een oude familie-bekende. Hij woonde tot voor kort in een bunker aan de randvan Kaprijke. Ernest vertelde mij dat Victor de bunker verlatenhad en weer in Zelzate woonde, als nachtopziener in de jacht-

Page 7: Fantoomoog

7

haven. Hij was teruggekeerd naar zijn oude liefde, de zee, wanthij had jaren op de lange omvaart gewerkt. Samen met Ernestzocht ik hem op. Hij had zijn intrek genomen in een oude zee-kotter, die permanent in de jachthaven lag. Toen ik hem zag,schrok ik danig. Zijn linkeroog zat nagenoeg helemaal dicht,verscholen achter een diep litteken.

Page 8: Fantoomoog

8

Vrijdag

‘Ik was vergeten dat je een vairon was,’ zei mijn tante.‘Twee verschillend gekleurde ogen,’ vulde ik aan. Ik be-

dacht dat ze misschien symbool stonden voor mijn twee ge-daanten: journalist en geheimagent.

‘Net als David Bowie,’ mijmerde tante Mia.‘Iemand die je van vroeger kent?’ vroeg ik schertsend, maar

we wisten allebei dat we het echte onderwerp meden. Onzegedachten dwaalden af naar onze eigen leefwereld. David Bo-wie was geboren met twee verschillend gekleurde ogen, ik hadmijn anders gekleurde oog te danken aan Zeljko Raznjatovic.Nagenoeg niemand kent hem onder zijn echte naam, maar zijnbijnaam Arkan – roofkat in het Servisch – is alom bekend.

‘Droom je er nog altijd over?’ vroeg mijn tante abrupt.‘Waarover?’‘Je weet wel… je oog.’‘Oh dat, nee.’‘Heb je geen nachtmerries meer?’‘Nee.’ Niet echt, dacht ik, maar ik had geen zin om erover

te praten.‘Gelukkig maar, jongen.’ Een glimlach verscheen om haar

mondhoeken.

Page 9: Fantoomoog

9

Ik wreef in mijn handen en besloot de koe bij de horens tevatten. ‘Hoe maak je het hier alleen?’

Er kwamen tranen in haar ogen, ze deed geen moeite omze te stoppen. Mijn tante en ik waren de laatste twee Van Dam-mes. Ik moest handelen, ook al zou dat de nodige moeilijkhe-den met zich meebrengen. De woorden speelden nog doormijn hoofd, maar ze waren er sneller uit dan ik verwacht had.

‘Waarom kom je niet in Italië wonen?’Ze keek op.‘Niets bindt je nog aan Zelzate,’ zei ik, ‘je kunt bij mij ko-

men wonen.’‘Nee, Morpho, dat kan ik niet aanvaarden.’‘Goed, dan zoeken we iets voor jou. In de tussentijd kan je

bij mij komen wonen.’‘Heb je plaats?’ Er verscheen een glinstering in haar ogen.‘Als er geen is, dan maken we er toch.’‘Meen je het?’‘Absoluut. Ik mag er niet aan denken dat je nog langer deze

ijskoude nachten alleen moet doorbrengen.’‘Prima, ik begin meteen te pakken.’ In haar stem klonk op-

winding zoals bij een jong meisje dat voor de eerste keer al-leen op reis mag.

Een fractie van een seconde later vroeg ze: ‘En het apparte-ment hier?’

Na de euforie sloop de twijfel in haar stem. Kordaat zei ik:‘Verkopen. Als we al in Zelzate moeten zijn, dan gaan we ophotel. Deze namiddag gaan we naar een makelaar.’

Later op de avond volgde dan de echte reden voor mijn bezoekaan Zelzate: een schoolreünie. Een aantal weken geleden hadik de uitnodiging gekregen. Gretig had ik het aanbod aange-nomen. Waarschijnlijk zou het tegenvallen, maar tegen beterweten in ging ik op de invitatie in.

Page 10: Fantoomoog

10

Eenmaal op de speelplaats zag ik dat de school niet veelveranderd was. De hoge ramen en het Christusbeeld in de ge-vel waren er nog. Dezelfde vuilnisbakken op de speelplaats ende reftervloer nog altijd geplaveid met dezelfde okergele te-gels. Ik herkende mijn medestudenten van weleer allemaal,behalve één, Wim Dullaers. Hij was mijn zielsverwant in dehumaniora. Nadien koos hij voor de muziek en we zagen el-kaar steeds minder. Sinds mijn vertrek uit Zelzate was het con-tact helemaal verbroken.

Ik was wat aan de late kant. Kort na mijn aankomst ver-scheen de huidige directeur op het podium, onze oude geschie-denisleraar. Er zijn geen zekerheden meer, dacht ik, als de di-recteur geen Broeder van Liefde meer is. Tijdens zijn voor-dracht waren de clichés niet uit de lucht en ik nam de aanwe-zigen in mij op. Op enkele uitzonderingen na was iedereen inhet gezelschap van een vrouw. De meeste mannen droegen eenmaatpak, hadden grijzend haar en vertoonden de eerste kaal-heid en een beginnend buikje. Ik dwaalde door de massa envernam dat een aantal van onze leraars overleden was. Het ge-poch was niet uit de lucht. Ik werd voorgesteld aan vrouwendie me niet kenden en me niet interesseerden. Zoals ik ver-wacht had, verveelde ik me en droop ik na een uur stiekem af.

Maar bij de uitgang kwam ik Jan tegen. Hij mepte uit allemacht op mijn schouder en begon te bulderen.

‘Morpho, hoe is het?’ vroeg hij.‘Afgezien van mijn schouder, goed. En met jou?’‘Prima, prima. Ben je al weg?’‘Saaie boel hier, het was een vergissing te komen.’‘Je zal wel gelijk hebben. Kom, we gaan naar ons oude stam-

café.’

Page 11: Fantoomoog

11

Het was druk in het café. In onze tijd voelde het bijna als dehemel met de muziek van Fiction Factory, nu knalde Ramm-stein door de boxen. Jaren geleden, toen ik in Zelzate was voorde begrafenis van mijn dochter, was ik hier voor het laatst ge-weest. We bestelden elk twee pintjes en dronken het eerste indrie teugen leeg.

‘Klootjesvolk is het,’ zei Jan.‘Wellicht denken de anderen dat we sullen zijn.’Jan begon luidkeels te lachen en verkocht me een nieuwe

schoudermep, zijn handelsmerk.‘Nu ja, ik had het half verwacht,’ zei ik.‘Waarom ben je er dan naartoe gegaan?’‘Jij was er toch ook.’ Gebulder.‘Ja, maar ik woon in Gent en jij in Rome.’Ik haalde mijn schouders op en zei: ‘Uit nieuwsgierigheid,

vermoed ik. En omdat ik Wim hoopte te zien.’Opnieuw die schokkende lach, maar niemand in het café

stoorde er zich blijkbaar aan.Hij zei: ‘Daarvoor hoefde je niet naar Zelzate te komen.’‘Waarom niet?’‘Weet je het dan niet?’‘Wat?’ vroeg ik.‘Wim zit vast in Rome.’‘Vast?’ Ik begreep het niet.‘Opgepakt.’‘Wim? Gearresteerd? Waarvoor?’‘Hij zou betrokken geweest zijn bij een schietpartij.’Ik dacht aan Wim zoals ik hem gekend had. Met een gitaar

in de hand, niet met een pistool.‘Dat moet een misverstand zijn,’ zei ik.‘Wim zou de Belg zijn waar gisteren sprake van was.’Ik keek hem vragend aan.

Page 12: Fantoomoog

12

‘Gisteravond op het nieuws hadden ze het over een Belgdie aangehouden was. Naar ik gehoord heb zou dat Wim zijn.’

‘Waar was die schietpartij? In Rome?’‘Ik dacht van wel. Iets met een prostituee onder een via-

duct.’ Met enige moeite kon ik mijn verbazing verbergen. Na-tuurlijk, dacht ik, de initialen wd in het persbericht van depolitie. Wim Dullaers is de Belg.

‘Hoe weet je dat allemaal?’ vroeg ik.‘Van horen zeggen.’‘Juist, ja,’ besloot ik, waarop hij me een nieuwe klap ver-

kocht en twee pintjes bestelde.