Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese...

104
BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING IN HET BUITENLANDS BELEID Opleiding Europese Studies

Transcript of Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese...

Page 1: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

BESTE MA SCRIPTIE 2012

Europese StudiesUniversiteit van Amsterdam

Anna Serraris

DE EU EN CHINA IN AFRIKA:NORMVERANDERING

IN HET BUITENLANDS BELEID

Opleiding Europese Studies

Page 2: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING
Page 3: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

BESTE MA SCRIPTIE 2012

Europese StudiesUniversiteit van Amsterdam

Anna Serraris

DE EU EN CHINA IN AFRIKA:NORMVERANDERING

IN HET BUITENLANDS BELEID

Winnaar van de scriptieprijs toegekend door de AmsterdamseUniversiteits-Vereniging, het Amsterdams Universiteitsfonds

en de opleiding Europese Studies van deUniversiteit van Amsterdam

Page 4: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

Deze publicatie is mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van deAmsterdamse Universiteits-Vereniging, het AmsterdamsUniversiteitsfondsen de opleiding Europese Studies van de Universiteit van Amsterdam.

Page 5: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

INHOUD

Voorwoord door de voorzitters van de AmsterdamseUniversiteits-Vereniging en het Amsterdams Universiteitsfonds

Facsimile van de MA scriptieprijs 2012 door Anna Serraris:

De EU en China in Afrika: normverandering in het buitenlands beleid

Page 6: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING
Page 7: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

VOORWOORD DOOR DE VOORZITTERS VAN DE AMSTERDAMSE UNIVERSITEITS-VERENIGING EN

HET AMSTERDAMS UNIVERSITEITSFONDS

De beste afstudeerscriptie van de opleiding Europese studies wordt elk jaar beloondmet de AUV-scriptieprijs Europese studies. Met deze door stafleden en studenten alszeer stimulerend ervaren prijs zet de opleiding de traditie voort waarmee de EuropeanCultural Foundation in 1985 is begonnen. In 2006 heeft de Amsterdamse Universiteits-Vereniging (AUV) de uitreiking van deze prijs overgenomen. Een royale gift van eenlid van de academische gemeenschap van de Universiteit van Amsterdam garandeerthet voortbestaan van de scriptieprijs voor langere tijd.

Het Amsterdams Universiteitsfonds (AUF) beheert het prijzengeld in het FondsEuropese studies. Het AUF beheert giften die voor bijzondere voorzieningen voor dewetenschapsbeoefening en activiteiten van studenten zijn bedoeld. Met subsidies,beurzen en prijzen helpt het universiteitsfonds onderzoekers en studenten aan deUniversiteit van Amsterdam hun talenten te ontwikkelen. De financiële ondersteuningvan de leerstoelgroep Europese studies bij het organiseren van hun jaarlijkse scriptie-prijs past geheel binnen de doelstellingen van het fonds.

De besturen van de AUV en het AUF zijn verheugd dat de AUV-scriptieprijs Europe-se studies 2012, groot €700, is gewonnen door Anna Serraris, voor haar scriptie geti-teld: ‘De EU en China in Afrika: normverandering in het buitenlands beleid’. Serraris krijgt deprijs vanwege haar keuze voor een relevant en omvangrijk onderwerp, een origineleinvalshoek, goede operationalisering, heldere formulering en beknopte argumentatie.De grootste kracht van de scriptie ligt naar het oordeel van de jury in de contra-intuïtie-ve conclusies die zij uit haar onderzoek trekt.

Naast het geldbedrag krijgt Anna Serraris als winnaar van de AUV-scriptieprijs Euro-pese studies 2012 een jaarlidmaatschap van de AUV en de Kring Europese studiescadeau. Via de overkoepelende alumnivereniging en de diverse kringen blijven alumniop de hoogte van ontwikkelingen rondom de universiteit en binnen hun vakgebied enkunnen zij deelnemen aan interessante bijeenkomsten van en over hun opleiding. Zohouden ze ook na het afstuderen een band met de universiteit. Voor € 35 per jaarkunnen alumni van de opleiding Europese studies zich bij de Kring Europese studiesen de AUV aansluiten.

Namens de besturen van het AUF en de AUV danken wij de organisatoren en descriptieprijscommissie van de opleiding Europese studies voor het vele werk waarmeede voorbereiding van de prijsuitreiking en de selectie van de scripties gepaard gaan.Daarnaast feliciteren wij Anna Serraris met haar prijs en wensen wij haar veel succes inhaar verdere carrière.

Van harte,

Willem F. Korthals Altes, voorzitter Amsterdamse Universiteits-VerenigingMichaëla Ulrici, voorzitter Amsterdams Universiteitsfonds

Amsterdam, november 2013

Page 8: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING
Page 9: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

       

           

De  EU  en  China  in  Afrika:    

Normverandering  in  het  Buitenlands  Beleid                                                                      

Masterscriptie  Europese  Studies    Faculteit  der  Geesteswetenschappen  

Universiteit  van  Amsterdam    

Auteur:  Anna  Serraris  Eerste  begeleider:  Dr.  C.W.C.  Reijnen  Tweede  begeleider:  Dr.  C.U.  Noack  

Juni  2012      

Page 10: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

2    

   

Page 11: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

3    

 

 

 

 

 

 

There  is  no  denying  that  Africa  has  become  the  sought  after  continent  in  a  short  space  of  time,  thanks  to  its  

strategic  importance;  today  Africa  really  matters.1    

1Louis  Michel  geciteerd  in:  P.  Holden,  In  Search  of  Structural  Power:  EU  Aid  Policy  As  a  Global  Political  Instrument,  Farnham:  Ashgate  2009,  p.  128.    

Page 12: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

4    

Lijst  van  afkortingen      

ACS  landen   Landen  uit  Afrika,  het  Caraïbisch  gebied  en  de  Stille  Oceaan  

APF     African  Peace  Facility  

CPA       Comprehensive  Peace  Agreement  

EC     Europese  Commissie  

EEG     Europese  Economische  Gemeenschap  (voor  1992)  

EG     Europese  Gemeenschap  (na  1992)  

EOF       Europees  Ontwikkelingsfonds  

EP     Europees  Parlement  

EU       Europese  Unie  

EUSR     Special  Representative  for  the  European  Union  

GBVB       Gemeenschappelijk  Buitenlands-­‐‑  en  veiligheidsbeleid  van  de  Europese  Unie  

GVDB     Gemeenschappelijk  Veiligheids-­‐‑  en  Defensiebeleid  van  de  Europese  Unie  

R2P       The  Responsibility  to  Protect  

VN     Verenigde  Naties  

 

   

Page 13: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

5    

Inhoudsopgave    Inleiding  ...........................................................................................................................................................................................................  7  

Opzet  .........................................................................................................................................................................................................  11  

 

1.  Theoretisch  kader  ......................................................................................................................................................................................  12  

1.1  Normen  en  normverandering  ..........................................................................................................................................................  13  

1.1.1  Normverandering......................................................................................................................................................................  14  

1.1.2  Soevereiniteitsnormen  en  liberale  normen  .............................................................................................................................  17  

 

2.  De  EU  &  China  in  Afrika..........................................................................................................................................................................  18  

2.1  De  EU  in  Afrika  .......................................................................................................................................................................................  20  

2.1.1  Democratie  en  mensenrechten  ......................................................................................................................................................  23  

2.2  Het  Europese  veiligheidsbeleid  .............................................................................................................................................................  26  

2.2.1  Responsibility  to  Protect  ................................................................................................................................................................  28  

2.3  China  in  Afrika  ........................................................................................................................................................................................  30  

2.4  Het  Chinese  veiligheidsbeleid  ...............................................................................................................................................................  35  

Conclusie  ........................................................................................................................................................................................................  37  

 

3.  Darfur  .........................................................................................................................................................................................................  38  

3.1  Het  conflict  in  Darfur  ........................................................................................................................................................................  39  

3.2  De  belangen  van  de  Europese  Unie  in  Darfur  .....................................................................................................................................  42  

3.3  De  activiteiten  van  de  EU  in  Darfur  ......................................................................................................................................................  45  

3.3.1  Normverandering  ...........................................................................................................................................................................  50  

3.4  De  belangen  van  China  in  Darfur  .........................................................................................................................................................  52  

3.5  De  activiteiten  van  China  in  Darfur  ......................................................................................................................................................  54  

3.5.1  Normverandering  ...........................................................................................................................................................................  58  

Conclusie  ........................................................................................................................................................................................................  59  

 

4.  Zimbabwe  ..................................................................................................................................................................................................  61  

4.1  Het  conflict  in  Zimbabwe  .................................................................................................................................................................  62  

4.2  De  belangen  van  de  EU  in  Zimbabwe  ..................................................................................................................................................  66  

4.3  De  activiteiten  van  de  EU  in  Zimbabwe  ...............................................................................................................................................  68  

4.3.1    Normverandering  ..........................................................................................................................................................................  72  

4.4  De  belangen  van  China  in  Zimbabwe  ..................................................................................................................................................  74  

4.5  De  activiteiten  van  China  in  Zimbabwe  ...............................................................................................................................................  76  

4.5.1    Normverandering  ..........................................................................................................................................................................  80  

Conclusie  ........................................................................................................................................................................................................  81  

 

Conclusie  ........................................................................................................................................................................................................  83  

 

Bibliografie  .....................................................................................................................................................................................................  88  

 

Bijlagen  ...........................................................................................................................................................................................................  93  

Page 14: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

6    

 

   

Page 15: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

7    

Inleiding  

Tijdens  een  bezoek  aan  de  Chinese  hoofdstad  Beijing  in  2011  werd  de  van  oorlogsmisdaden  verdachte  Soedanese  

president  Omar   al   Bashir  met   veel   eerbetoon   ontvangen  door   de   Chinese   president  Hu   Jintao.   Bashir   bezocht  

Beijing  met  het  doel  de  betrekkingen  tussen  China  en  Soedan  te  versterken.  Het  betreft  een  omstreden  bezoek  dat  

door  veel  westerse   landen  en  mensenrechtenorganisaties  sterk  wordt  veroordeeld,  aangezien  het   Internationaal  

Strafhof   in   2009   een   arrestatiebevel   uitvaardigde   voor   president   Bashir.   Dit   bezoek,   en   de   reacties   die   hierop  

volgden,  zijn  illustratief  voor  de  discrepantie  tussen  de  relatie  van  het  Westen  met  Afrika  en  China  met  Afrika.    

De   Europese   Unie   (EU)   is   een   belangrijke   partner   van   Afrika.   De   Economische  

Partnerschapsovereenkomsten  

Commissie  en  de   lidstaten   leveren  samen  meer  dan  de  helft  van  de  officiële  ontwikkelingshulp  (ODA)  aan  het  

continent  en  de  Europese  Unie  speelt  een  prominente  rol  bij  het  bevorderen  van  goed  bestuur  en  democratie  in  

Afrika.   Bovendien   is   de   Europese   Unie   de   belangrijkste   partner   van   de   Verenigde   Naties   en   de   Afrikaanse  

regionale   organisaties   in   vredesmissies   op   het   Afrikaanse   continent.2  Hoewel   de   aanwezigheid   van   China   in  

Afrika,  net  zoals  die  van  Europa,  ver  terug  gaat,  is  deze  aanwezigheid  de  laatste  jaren  sterk  gegroeid  en  heeft  het  

beleid,  net  zoals  dat  van  de  Europese  Unie,  een  grote  ontwikkeling  doorgemaakt.  Deze  ontwikkeling,  die  wordt  

gedreven  door  de   toenemende  vraag  naar   grondstoffen   en  de   zoektocht   van  China  naar  nieuwe  afzetmarkten,  

heeft  voor  een  intensivering  van  de  samenwerking  tussen  China  en  Afrika  gezorgd.  Ook  levert  China  steeds  meer  

foreign   assistan   genoemd   en   is   altijd  

onderdeel  van  een  bredere  handelsovereenkomst.3  China  kan  dan  ook  gezien  worden  als  een  van  de  belangrijkste  

4    

De  relatie  tussen  China  en  Afrika  wordt  veelal  omschreven  als  een  Zuid-­‐‑Zuid  relatie,  ofwel  een  relatie  

tussen   ontwikkelingslanden,   zonder   kenmerken   als   conditionaliteit   en   interventie.   Voor   de   westerse   landen  

daarentegen   is   conditionaliteit   sinds  de   jaren  negentig  van  de  vorige  eeuw  steeds  belangrijker  geworden   in  de  

samenwerking  met  Afrika.  Waar  men  eerst   vooral   belang  hechtte   aan  de  hoeveelheid  hulp  die  werd  geboden,  

werd   de   effectiviteit   van   hulp   steeds   belangrijker.   Eén   van   de   resultaten   hiervan   was   de   incorporatie   van  

mensenrechten-­‐‑  en  democratieclausules  in  handelsovereenkomsten  en  het  significante  gewicht  dat  hier  voortaan  

aan   werd   gegeven   tijdens   onderhandelingen.   De   EU   ziet   democratie   en   de   bescherming   van   mensenrechten  

inmiddels  als  voorwaarden  voor  duurzame  ontwikkeling.5  Deze  ontwikkelingen  tezamen  hebben  ervoor  gezorgd  

dat  de  machtspositie  van  de  westerse   landen   in  Afrika   is  verzwakt.  Het  non-­‐‑interference  beleid  van  China  biedt  

een  welkom  alternatief  voor  de  samenwerking  met  Europa,  en  verbetert  derhalve  de  onderhandelingspositie  van  

Afrika  met  Europa.6    

2    Porto,  2010,  te  raadplegen  op:  http://www.jhubc.it/ecpr-­‐‑porto/virtualpaperroom/108.pdf,  p.  1.  3  Wetenschappelijke  Raad  voor  het  Regeringsbeleid,  Minder  Pretentie,  Meer  Ambitie:  Ontwikkelingshulp  die  Verschil  Maakt,  Amsterdam:  Amsterdam  University  Press,  2010,  p.  123.  4  De  term  opkomende  donoren  wordt  gebruikt  voor  de  niet-­‐‑traditionele  partners  van  Afrika  in  de  ontwikkelingssamenwerking.  Onder  deze  nieuwe  donoren  vallen  onder  andere  de  BRICS  landen.  5  Raad  van  Ministers,  Resolutie  over  mensenrechten,  democratie  en  ontwikkeling,  1991.  Te  raadplegen  op:  http://archive.idea.int/lome/bgr_docs/resolution.html    6  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,   ,  Londen:  Saferworld,  2011,  p.  i.  

Page 16: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

8    

Afrika   is   nog   steeds   onlosmakelijk   verbonden   met   conflict.   In   de   periode   tussen   1990   en   2005   telde  

Afrika   voor   veertien   procent   van   de  wereldbevolking,  maar  was   het   continent   tegelijk   verantwoordelijk   voor  

ruim  de  helft  van  het  aantal  doden  door  gewelddadige  conflicten  in  deze  periode.  Deze  gewelddadige  conflicten  

kostten  de  Afrikaanse  regeringen  US$  300  miljard,  een  bedrag  dat  grofweg  overeenkomt  met  het  bedrag  dat  de  

Afrikaanse  landen  in  deze  periode  ontvingen  aan  ontwikkelingshulp.7  De  conflicten  zijn  van  grote  invloed  op  de  

ontwikkeling  van  het  land  waar  ze  zich  afspelen  en  tevens  op  de  ontwikkeling  van  de  omliggende  landen.  Deze  

invloed  wordt  door  de  internationale  gemeenschap  erkend  en  de  westerse  landen  hebben  de  laatste  twintig  jaar  

dan   ook   een   holistische   benadering   van   ontwikkelingshulp   ontwikkeld,   waarin   vrede   en   democratie   als  

voorwaarden   worden   gezien   voor   ontwikkeling.8  Deze   benadering   is   duidelijk   te   zien   in   het   beleid   van   de  

Europese  Unie.  In  de  Europese  Veiligheidsstrategie  uit  2003  omschrijf  voorwaarde  voor  

ontwikkeling,  [want]  conflicten  maken  niet  alleen  de  infrastructuur  en  ook  de  sociale  infrastructuur  kapot,  maar  

zetten   ook   aan   tot   misdaad,   ontmoedigen   investeringen   en   maken   een   normale   economische   activiteit  

o 9  China   daarentegen   benadrukt   het   principe   van   gelijkheid   van   soevereine   staten   en   bekijkt   het  

verband  tussen  ontwikkeling  en  veiligheid  van  de  andere  kant;  voor  China  is  economische  ontwikkeling  juist  een  

voorwaarde  voor  vrede  en  stabiliteit.10      

De   invloed   van   de   aanhoudende   conflicten   in   Afrika   blijft   niet   beperkt   tot   binnen   de   landgrenzen.  

,   zoals   het   Grote   Merengebied   in   Oost-­‐‑Afrika,   beïnvloeden   de  

grondstoffenmarkt  en  daarmee  de  energievoorziening  van  China.  In  2008  was  Afrika  verantwoordelijk  voor  ruim  

30%   van   de   olievoorziening   van   de   landen   die   hier   hun   grondstoffen   vandaan   halen,   zoals   China.11  Tevens  

brengen   deze   conflicten   de   economische   investeringen   en   de   veiligheid   van   de   vele   Chinese   arbeiders   die   in  

Afrika  werkzaam  zijn  in  gevaar.12  Met  de  groeiende  economische  belangen  groeit  voor  China  ook  het  belang  van  

stabiliteit  in  Afrika.  De  aanpak  van  de  Europese  Unie  en  China  op  dit  gebied  verschilt  echter.  Waar  de  Europese  

Unie   veranderingen   in   binnenlandse   zaken   van   de   landen,   door   bijvoorbeeld   het   gebruik   van   politieke  

conditionaliteit,  probeert  te  bewerkstelligen,  benadrukt  China  dat  dergelijke  veranderingen  van  binnenuit  moeten  

ontstaan  en  dat  het  respecteren  van  soevereiniteit  een  belangrijke  voorwaarde  hiervoor  is.13    

Hoewel  China  een  beleid  van  non-­‐‑interference  prefereert,  kan  het  niet  los  gezien  worden  van  de  conflicten  

in   de   gebieden  waar   het   handelsbetrekkingen  mee   onderhoudt.   De   economische   betrekkingen   hebben   ervoor  

gezorgd   dat   een   sterke   associatie   is   ontstaan  met   de   regimes  waar   China   betrekkingen  mee   heeft.14  De   innige  

banden   die   China   onderhoudt  met   regimes   in   Afrika,   waarbij   geen   differentiatie   op   grond   van   goed   bestuur  

plaatsvindt,  worden  door  de  internationale  gemeenschap  sterk  veroordeeld.  Hierdoor  wordt  China  wel  degelijk  

bij  de  conflicten  betrokken.  Bovendien  werkt  ook  China  op  militair  gebied  samen  met  internationale  organisaties   7  Ibidem.  8  Bagoyoko,  N.  &  van  Gibert,  M.,  'ʹThe  European  Union  in  Africa:  The  Linkage  between  Security,  Governance  and  Development  from  an  Institutional  Perspective'ʹ,  Journal  of  Development  Studies,  nr.  5  (2009),  p.  2.    9  Europese  Veiligheidsstrategie,  2003,  te  raadplegen  op:  http://europa.eu/legislation_summaries/justice_freedom_security/fight_against_organised_crime/r00004_en.htm,  p.  3.    10    Porto,  2010,  te  raadplegen  op:  http://www.jhubc.it/ecpr-­‐‑porto/virtualpaperroom/108.pdf,  p.  1.  11   -­‐‑  geraadpleegd  op  8  juni  2012.  12  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  ii.  13  Ibidem,  p.  ii.  14  Ibidem.  

Page 17: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

9    

en  is  derhalve  via  het  multilaterale  kanaal  betrokken  bij  conflicten.  De  economische  banden  met  conflictgebieden,  

de  wapenhandel  en  de   internationale  samenwerking  zorgen  ervoor  dat  China  wel  degelijk   invloed  heeft  op  de  

conflicten  en  de  consensus  bestaat  dan  ook  onder  westerse  mogendheden  dat  de  Chinese  regering  hiervoor  haar  

verantwoordelijkheid   zou  moeten   dragen   in   de   vorm   van   een   bijdrage   aan   het   oplossen   van   conflicten   en   de  

bevordering   van   vrede.15  Met   de   groeiende   economische   invloed   van   China   in   Afrika   groeit   immers   ook   de  

positie   van   China   als   politieke  macht,   zoals   duidelijk   te   zien  was   tijdens   de   onderhandelingen   bij   de  Noord-­‐‑

Koreaanse  nucleaire  crisis.  China  nam  de   rol  van  bemiddelaar  op  zich  en   liet  daarmee  de  ambitie  zien  om  een  

belangrijke  en  verantwoordelijke  speler  te  worden  op  het  gebied  van  internationale  veiligheidspolitiek.16    

Er  is  de  laatste  jaren  veel  aandacht  gegaan  naar  de  relatie  tussen  de  Verenigde  Staten  en  China,  maar  in  

een   onderzoek   naar   norm   change   is   het   juist   interessant   om   de   positie   van   Europa   en   China   te   onderzoeken,  

aangezien   de   normen   goed   zichtbaar   zijn   in   het   beleid   van   deze   twee   actoren.   Het   beeld   van   de   EU   als  

normatieve  macht  die  liberale  normen  probeert  te  verspreiden  en  van  China  als  macht  die  dit  juist  niet  doet,  maar  

beleid  voert  dat   gebaseerd   is  op  non-­‐‑interference,  plaatst  de   twee  actoren   in   tegenovergestelde  posities.  Het   is  

tevens  relevant  om  de  relatie  tussen  de  Europese  Unie  en  China  op  dit  gebied  te  onderzoeken,  omdat  Europa  na  

de  Verenigde  Staten  van  Amerika  de  grootste  macht   is  op  het  gebied  van   internationale  veiligheid.  Bovendien  

zijn  twee  lidstaten,  het  Verenigd  Koninkrijk  en  Frankrijk,  net  als  China,  permanente  leden  van  de  Veiligheidsraad  

van   de   Verenigde   Naties.17  Bovendien   heeft   de   Europese   Unie   met   de   oprichting   van   het   Gemeenschappelijk  

Buitenlands-­‐‑  en  Veiligheidsbeleid  en  de  Europese  Veiligheidsstrategie  een  grote  stap  gezet  in  de  richting  van  een  

gemeenschappelijk   buitenlands   beleid.   Hoe   de   Europese   Unie   en   China   zich   gedragen   met   betrekking   tot  

conflicten  zal  de  komende  jaren  dus  steeds  belangrijker  worden.    

Het  doel  van  dit  onderzoek  is  te  onderzoeken  of  er  norm  change  heeft  plaatsgevonden  in  het  buitenlands  

beleid  van  de  Europese  Unie  en  China  in  conflictgebieden  in  Afrika.  Er  is  voor  Afrika  gekozen  omdat  de  belangen  

van  de   twee   actoren   hier   samenkomen   en   omdat   de   botsing   tussen   het   Europese   en  Chinese   beleid   hier   goed  

zichtbaar   is.18  Aangezien  het   beleidsterrein  van   internationale  veiligheid  voor  beide   actoren   steeds   belangrijker  

zal   worden   om   zich   op   te   profileren,   ook   omdat   beide   actoren   de   ambitie   hebben   uitgesproken   een  

verantwoordelijke   mogendheid   te   zijn,   kan   dit   onderzoek   inzicht   geven   in   de   huidige   situatie   en   in   de  

mogelijkheden  en/of  in  het  scenario  voor  de  toekomst.  Om  tot  een  antwoord  te  komen,  richt  het  onderzoek  zich  

op   twee   conflicten   die   als   case   studies  zullen   dienen:   het   conflict   in  Darfur   en   de   crisis   in   Zimbabwe.  Door   de  

immense  aandacht  van  zowel  media,   activisten,  als  politici,  voor  deze   conflicten  en  de  rol  die  de  EU  en  China  

hierin  hebben  gespeeld,  zijn  deze  twee  conflicten  uitermate  geschikt  voor  onderzoek  naar  norm  change,  aangezien  

de   theorie   van  Sandholtz  &  Stiles,   die  als   instrument  voor   de   analyse   zal  dienen,   expliceert  dat  discussie   over  

toepassing   van   normen   essentieel   is   in   de   cycle   of   norm   change.19  Normen   bieden   een   standaard   voor   geschikt  

gedrag.  Het  oordeel  van  de  gemeenschap  is  hierin  van  essentieel  belang,  omdat  normen  zichtbaar  worden  ofwel  

15    en  

,  die  zich  ook  verantwoordelijk  zou  moeten  gedragen   Whither  China:  From  NBR  Analysis,  nr.  4  (2005),  pp.  5    15.    

16  E.  van  der  Meulen  &  F.P.  van  der  Putten,  Great  Powers  and  International  Conflict  Management.  European  and  Chinese  Involvement  in  the  Darfur  and  Iran  Crises,  Den  haag:  Nederlands  Instituut  voor  Internationale  Betrekkingen  Clingendael,  2009,  p.  2.  17  Ibidem.  18  J.  Fox  &  F.  Godement,  A  Power  Audit  of  EU-­‐‑China  Relations,  London:  European  Council  on  Foreign  Relations,  2009,  p.  9.  19  W.  Sandholtz  &  K.  Stiles,  International  Norms  and  Cycles  of  Change,  Oxford:  Oxford  University  Press  2009.  

Page 18: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

10    

door  lofprijzing,  dan  wel  door  afkeuring  van  bepaald  gedrag.  Kritiek  van  politici  laat  bijvoorbeeld  afkeuring  van  

het   beleid   zien,   hetgeen   impliceert   dat   beleid   niet   conform   de   norm   is   en   dus   niet   als   juist   gedrag   wordt  

beschouwd.  De  frictie  die  hierdoor  ontstaat,  kan  volgens  de  theorie  tot  normverandering  leiden.  Zoals  zal  blijken,  

is  dit  zowel  bij  de  EU  als  bij  China  het  geval  geweest  rondom  het  beleid  in  Soedan.  

Binnen   het   Europese   buitenlandse   beleid   is   de   Europese   Commissie   verantwoordelijk   voor   het  

ontwikkelingsbeleid.   Het   ontwikkelingsbeleid   is,   net   als   handel,   een   beleidsterrein  waarop   gemeenschappelijk  

beleid   is   ontwikkeld   en   waarop   de   lidstaten   een   groot   deel   van   de   soevereiniteit   hebben   afgestaan   aan   de  

Europese  Unie.  Dit  contrasteert  met  het  veiligheidsbeleid,  dat  nog  altijd  een  sterk  intergouvernementeel  karakter  

heeft.   Op   de   besluitvorming   in   het   Gemeenschappelijk   Buitenlands   en   Veiligheidsbeleid   bleef   ook   na   de  

inwerkingtreding   van   het   Verdrag   van   Lissabon   eenparigheid   van   stemmen   de   regel. 20  Dit   bemoeilijkt   de  

vorming  van  gemeenschappelijk  beleid  op  dit  terrein.    

De   institutionele   driehoek   van   de   EU,   bestaande   uit   de   Raad   van   de   Europese   Unie,   de   Europese  

Commissie   en   het   Europees  Parlement   is   verantwoordelijk   voor   de   beleids-­‐‑   en   besluitvorming   in   de   Europese  

Unie.  Dit  samenspel  van  communautaire  en  intergouvernementele  instellingen  maakt  het  niet  alleen  lastig  om  te  

spreken  over  de  EU  als  eenheidsactor,  maar  maakt   tevens  de  Europese  normen  ontvankelijk  voor  verandering.  

Aangezien  er  binnen  de  EU  verschillende  instellingen  bestaan  met  verschillende  belangen,  is  het  aannemelijk  dat  

er  sneller  en  meer  interne  kritiek  op  het  Europese  beleid  zal  ontstaan,  dan  dat  dit  het  geval  zal  zijn  omtrent  het  

Chinese   beleid,   aangezien   China   niet   te   maken   heeft   met   de   belangen   van   afzonderlijke   lidstaten   binnen   het  

beleid.   Door   de   versnippering   van   het   externe   beleid   over   verschillende   instellingen   binnen   de   EU   bestaat   de  

mogelijkheid  dat  de  instellingen  een  verschillende  aanpak  van  hetzelfde  probleem  laten  zien.21  Deze  institutionele  

incoherentie   maakt   de   onderliggende   normen   ontvankelijk   voor   verandering,   omdat   de   kans   op   discussie  

rondom  de  norm  hierdoor  groter  wordt.  

Van  specifiek  belang  in  dit  onderzoek  is  de  vraag  of  er  een  bepaalde  ontwikkeling  in  het  beleid  te  vinden  

is   die   zich   in   de   toekomst   zou   kunnen   doorzetten.   De   hypothese   is   dat   er   convergentie   optreedt   tussen   het  

buitenlandse  beleid  van  de  twee  actoren.  Zoals  gezegd  groeit  de  politieke  verantwoordelijkheid  van  China  door  

de  groeiende  economische  positie   in  Afrika  en  heeft  China  de  ambitie  om  een  verantwoordelijke  macht   te  zijn.  

Hierdoor  zal  het  principe  van  non-­‐‑interference  steeds  verder  onder  druk  komen  te  staan.  De  verwachting  is  dat  het  

belang  van  het  principe  van  non-­‐‑interference  in  het  beleid  van  China  zal  afnemen  en  dat  China  een  actievere  rol  zal  

gaan  spelen.  Tevens  wordt  er  een  verandering  in  het  beleid  van  de  EU  verwacht  richting  het  beleid  van  China,  

om  de  concurrentiepositie  niet  verder  te  laten  verslechteren  en  de  invloed  te  behouden  in  gebieden  in  Afrika  waar  

China   ook   actief   is.   Dit   betekent   dat   de   liberale   normen   in   het   meest   extreme   geval   plaats   maken   voor,   of  

kenmerken   krijgen   van,   het   principe   van   non-­‐‑interference.  Deze   veranderingen  passen   binnen  de   internationale  

context,   waarin   landen   in   toenemende   mate   met   elkaar   zijn   verweven.   De   vervagende   grenzen   hebben   de  

onderlinge   afhankelijkheid   van   nationale   economieën,   financiële   markten   en   bedrijven   vergroot.   Door   deze  

mondialisering  groeit  ook  het  belang  van  multilaterale  instellingen,  aangezien  dit  de  plek  is  waar  staten  bij  elkaar  

20  http://europa.eu/legislation_summaries/institutional_affairs/treaties/lisbon_treaty/ai0015_nl.htm,  geraadpleegd  op  23  juni  2012.  21  S.  Nutt Coherence  and  Consistency,  in:  C.  Hill  &  M.  Smith  (Eds.),  International  Relations  and  the  European  Union,  Oxford:  Oxford  University  Press  2006,  p.  97.  

Page 19: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

11    

komen   en   gezamenlijk   afspraken   maken   over   de   grensoverschrijdende   aangelegenheden.   De   samenkomst   in  

internationale  organisaties  betekent  dat  lidstaten  verplicht  worden  om  op  een  tal  van  gebieden  stelling  te  nemen.  

Hierdoor   ontstaat   binnen  deze   fora  discussie   over  normen.   Internationale   organisaties   kunnen  dan  ook  gezien  

worden  als  katalysatoren  voor  normverandering.  

 

Opzet    Om  normverandering  in  het  beleid  van  de  twee  actoren  te  kunnen  analyseren,  wordt  er  gebruik  gemaakt  van  de  

analyse  van  twee  case  studies:  Darfur  en  Zimbabwe.  De  nadruk  zal  hierbij  liggen  op  de  verandering  in  de  normen  

die   aan   de   basis   liggen   van   het   beleid.   Voor   deze   analyse   zijn   zowel   de   belangen   van   de   actoren   in   het  

conflictgebied,  als  de  ondernomen  activiteiten  van  de  actoren  van  belang.  Voor  een  analyse  van  normverandering  

is   een   goed   begrip   van   de   plaats   die   deze   normen   innemen   in   het   buitenlandse   beleid   van   de   twee   actoren  

noodzakelijk.   Na   de   introductie   van   het   theoretische   kader   zal   daarom   eerst   het   Europese   en   Chinese  

buitenlandse  beleid  in  Afrika  uiteengezet  worden.  Dit  geschiedt  door  eerst  het  beleid  van  de  Europese  Unie   in  

Afrika  onder  de  loep  te  nemen.  Wat  zijn  de  belangrijkste  gebieden  waarop  de  EU  actief  is  in  Afrika  en  hoe  heeft  

haar  beleid  zich  de  laatste  decennia  ontwikkeld?  Specifieke  aandacht  gaat  uit  naar  de  relatie  tussen  ontwikkeling  

en  veiligheid  binnen  het  beleid  en  naar  de  positie  van  de  onderliggende  normen.  Hierna  volgt   eenzelfde   soort  

analyse  van  het  Chinese  buitenlandse  beleid  in  Afrika.  Na  dit   introducerende  deel  volgt  de  analyse  van  de   case  

studies,  te  beginnen  met  het  conflict  in  Darfur.  Na  een  korte  inleiding  over  de  achtergrond  en  de  ontwikkelingen  

van  het  conflict  worden  de  belangen  van  de  twee  actoren  in  de  conflictregio  geanalyseerd.  De  belangen  van  de  

actoren   zijn   essentieel   voor   dit   onderzoek,   omdat   deze,   zoals   zal   blijken,   volgens   de   logic   of   consequence   van  

invloed  zijn  op  hun  handelen.  Vervolgens  wordt  de  ontwikkeling  van  de  normen  van  de  twee  actoren  onderzocht  

door  de  ondernomen  acties  van  de  twee  actoren  betreffende  het  conflict  te  analyseren.  De  focus  ligt  hierbij  op  hoe  

bepaalde   normen   zichtbaar   zijn   in   deze   acties.   Specifieke   aandacht   zal   uitgaan   naar   momenten   van   frictie,  

aangezien  dit  volgens  de  theorie  essentiële  momenten  zijn  voor  normverandering.  Het  hoofdstuk  over  de  crisis  in  

Zimbabwe  kent  eenzelfde  opzet.  Op  basis  van  de  informatie  over  het  beleid  van  de  twee  actoren  en  de  analyse  

van  de   case  studies  wordt   geconcludeerd  of   er   normverandering   heeft   plaatsgevonden   en  welke   implicaties  dit  

heeft  voor  de  internationale  veiligheidspolitiek.  

 

 

   

Page 20: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

12    

1.  Theoretisch  kader  

In  dit  onderzoek  wordt  de  manier  waarop  de  EU  en  China  met  conflicten  omgaan   in  Afrika  geanalyseerd.  Ten  

grondslag  aan  deze  onderzoeksvraag  ligt  de  veronderstelling  dat  de  EU  en  China  een   andersoortig  buitenlands  

beleid   voeren.   Over   het   buitenlandse   beleid   van   de   EU   is   veel   geschreven.   Daarin   wordt   vooral   het   unieke  

karakter  van  de  EU  benadrukt.  Dit  unieke  karakter  wordt  op  velerlei  manieren  gedefinieerd.  Er  kan  grofweg  een  

tweedeling  gemaakt  worden   tussen  de   literatuur  waarin  de   intergouvernementele  aspecten  van  de  EU  worden  

benadrukt   en   de   literatuur  waarin   de   EU   als   supranationale   entiteit  wordt   beschouwd.  Waar   de   eerste   groep  

wetenschappers  de  EU  definieert  als  internationale  organisatie,  waarin  de  lidstaten  (en  de  afzonderlijke  belangen  

van  deze  lidstaten)  de  motor  achter  het  buitenlandse  beleid  zijn,  zijn  voor  de  tweede  groep  de  karakteristieken  

die   de   EU   de   eigenschappen   van   een   politieke   entiteit   geven   essentieel.   De   laatste   benadering   biedt   de  

mogelijkheid   de   EU   te   analyseren   als   een   actor   in   de   internationale   politiek,   met   een   eigen   identiteit   en   een  

uitgesproken   buitenlands   beleid,   die   een   zekere   mate   van   autonomie   bezit. 22  Een   groot   deel   van   de  

voortgebrachte  literatuur  over  het  Europese  buitenlandse  beleid  biedt  dan  ook  definities  van  de  EU  als  actor,  als  

macht,  of  zelfs  als  supermacht.23  De  hoeveelheid  macht  die  de  EU  wordt  toebedeeld  verschilt  sterk  per  definitie.  

De  EU  wordt  vaak  gedefinieerd   als  normatieve  macht,   omdat  het   beleid  gebaseerd   is   op   (liberale)   normen,   en  

omdat   de   EU   deze   normen   verspreidt.   In   de   literatuur   over   normatieve  machten  wordt   onderscheid   gemaakt  

tussen  een  neutrale  en  niet-­‐‑neutrale   interpretatie  van  een  normatieve  macht.   In  de  neutrale   interpretatie  wordt  

een  normatieve  macht  gezien  als  een  macht  die   in  staat   is   te  bepalen  wat  de  norm  is.  Met  de  norm  wordt  hier  

bedoeld   wat   er   normaal   wordt   gevonden   in   de   internationale   politiek.   De   neutrale   interpretatie   van   een  

normatieve  macht  beschouwt  derhalve  alle  grote  mogendheden,  dus  ook  China,  als  normatieve  machten,  omdat  

alle  grote  machten  in  staat  zijn  de  norm  te  beïnvloeden.24  De  EU  probeert  echter  actief  normen  te  verspreiden.  Het  

bekendste   voorbeeld   hiervan   is   het   toetredingsbeleid   van   de   EU,  waarin   de   EU   eisen   stelt   aan   de   kandidaat-­‐‑

lidstaten,  bijvoorbeeld  op  het  gebied  van  democratie.  De  manier  waarop  een  mogendheid  normen  verspreidt,  is  

essentieel  voor  de  niet-­‐‑neutrale  interpretatie  van  een  normatieve  macht.25  

Tocci   erkent   vier   verschillende   typen   beleid:   normatief,   imperialistisch,   realistisch   en   gericht   op   het  

behoud  van  de  status-­‐‑quo.26  Zij  komt  tot  een  definitie  van  een  normatieve  macht  waarin  drie  elementen  centraal  

staan:   een   normatieve   macht   heeft   normatieve   doelen,   poogt   deze   doelen   te   bereiken   middels   normatieve  

middelen,  die  omschreven  kunnen  worden  als  ethisch  verantwoord,  en  deze  pogingen  resulteren  uiteindelijk  in  

een  normatief  resultaat.  Bij  een  normatief  beleid  zijn  al  deze  elementen  intentioneel.  De  EU  wordt  daarom  vaak  

bestempeld  als  normatieve  macht,  China  daarentegen  wordt  eerder  gedefinieerd  als  een  macht  die  de  status-­‐‑quo  

probeert   te   behouden.   Zowel   het   Europese   als   het   Chinese   beleid   is   gebaseerd   op   normen,   maar   de   alom   22  D.  Sicurelli,   ,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  20.  23  Zie  bijvoorbeeld  J.  McCormick,  The  European  Superpower,  New  York:  Palgrave  2007.  Moravcsik  en  Cameron  beschrijven  de  EU  als  respectievelijk  stille  en  vreemde  supermacht.  A.   Newsweek  International,  2002,  beschikbaar  op:  http://www.princeton.edu/~amoravcs/library/quiet.pdf;  F.  Cameron,  An  introduction  to  European  Foreign  Policy,London:  Routledge  2004.    24  N.    Working  Document  nr.  279,  Brussel,  2007.  Te  raadplegen  op:  http://aei.pitt.edu/7580/1/Wd279.pdf,  p.  2.    25   Journal  of  Common  Market  Studies,  nr.  2  (2002),  p.  244;  N.  Normati Te  raadplegen  op:  http://aei.pitt.edu/7580/1/Wd279.pdf,  p.  5.  26  N.  Tocci,  pp.  3    7.  

Page 21: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

13    

geaccepteerde  visie   is  dat  China  deze  normen  niet  probeert   te   verspreiden;   het   buitenlandse  beleid  van  China  

heeft  geen  normatieve  doelen.  Zo   is  het  voor  China  geen  doel  om  het  communistische  model   te  verspreiden  in  

Afrikaanse  landen.27  Het  is  van  belang  het  niet-­‐‑neutrale  normatieve  karakter  van  de  EU  te  benoemen,  omdat  deze  

interpretatie  betekent  dat  de  EU  niet  alleen  een  buitenlands  beleid  voert  dat   is  gebaseerd  op  bepaalde  normen,  

maar   ook   dat   de   EU   deze   normen   bewust   probeert   te   verspreiden.   Onderliggende   normen   zijn   daarom   op  

meerdere  manieren  van  essentieel  belang   in  het  buitenlands  beleid  van  de  EU  en  verandering   in  deze  normen  

heeft  dan  ook  multidimensionale  implicaties:  een  verandering  in  normen  heeft  zowel  implicaties  voor  het  beleid  

dat  de  EU  voert,  waarmee  zij  liberale  normen  als  democratie  en  mensenrechten  poogt  te  verspreiden,  als  voor  de  

identiteit  van  de  Europese  Unie  als  entiteit,  die  gebaseerd  is  op  deze  normen.  Deze  identiteit   is  zeer  waardevol  

voor   de   EU,   aangezien   het   gebrek   aan   een   collectieve   identiteit   vaak   als   grootste   obstakel   voor   politieke  

legitimiteit  op  supranationaal  niveau  wordt  gezien.28    

In  de  literatuur  over  normen  en  doelen  in  het  buitenlandse  beleid  wordt  tevens  het  onderscheid  gemaakt  

tussen   possession   goals   en  milieu   goals.29     veelal   gericht   zijn   op   het   nationale   belang,  

proberen  milieu  goals   de   internationale   context  waarin   de   actoren   handelen   te   vormen.  De   liberale  normen  die  

centraal  staan  in  het  Europese  beleid,  zijn  dan  ook  milieu  goals.  Het  Chinese  beleid  draait  daarentegen  bovenal  om  

possession   goals,   daar   non-­‐‑interference   centraal   staat   in   het   beleid   en   China   dus   juist   niet   probeert   om   het  

internationale  speelveld  waarin  het  zich  bevindt  te  veranderen.    

1.1  Normen  en  normverandering    Binnen  de   Internationale  Betrekkingen  als  academische  discipline   is  het  onderzoek  naar  normen  en  de   invloed  

van  normen  op  het  gedrag  van  actoren  geen  nieuw  fenomeen.  In  de  jaren  zeventig  van  de  twintigste  eeuw  werd  

in  institutionalistische  studies,  zowel  binnen  het  liberalisme  als  het  realisme,  voor  het  eerst  aandacht  besteed  aan  

internationale  normen   als   belangrijke   variabele   binnen  de   internationale   betrekkingen.30  Holsti   ontwikkelde  de  

role   theory.  De   rol   van   een   actor   in   het   internationale   beleid  werd   volgens   hem   bepaald   door   zowel   de   eigen  

opvattingen  over  geschikt  gedrag,  als  door  de  verwachtingen  van  andere  actoren.31  

verwant  aan  het  concept  norm.  Onder  een  norm  wordt  de  standaard  van  geschikt  gedrag  voor  actoren  met  een  

gegeven   identiteit   verstaan.32  Dit   gedrag   kan   zowel  worden   verklaard   naar   logic   of   consequence  als   naar   logic   of  

appropriateness.   Logic   of   consequence   verklaart   het   handelen   van   actoren   als   gedreven   door   geanticipeerde  

consequenties.   Logic   of   appropriateness   daarentegen,   beschouwt   de   identiteit   van   een   actor   als   drijfveer   voor  

27  Ook  Brautigam  beschrijft  in  haar  boek  dat  er  in  interviews  met  Afrikaanse  arbeiders  naar  voren  kwam  dat  de  Chinezen  geen  moeite  deden  om  het  communistische  model  aan  de  Afrikanen  op  te  leggen.  D.  Brautigam,   rica,  Oxford:  Oxford  University  Press,  2009,  p.  38.  28  D.  Beetham  &  C.  Lord,  Legitimacy  and  the  European  Union,  

  -­‐‑package  V  Conference  in  Lodz,  2006,  p.  10.  Beschikbaar  op:  http://www.eu-­‐‑consent.net/library/brx061012/Klingemann_Lodz0603.pdf,  geraadpleegd  op  13  juni  2012.      29   Sui  Generis   -­‐‑European  Conference  on  European  Union  Politics,  Bordeaux  2002,  geciteerd  in:  O.  Elgstrom  &  M.  Smith  (eds.),  International  Politics.  Concepts  and  Analysis,  New  York:  Routledge,  2006,  p.  2.  30  D.  Sicurelli,   ,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  22.  31   International  Studies  Quarterly,  nr.  14  (1970),  pp.  233-­‐‑309,  geciteerd  in:  O.  Elgstrom  &  M.  Smith,   ,  New  York:  Routledge,  2006,  p.  5.    32  D.  Sicurelli,   ,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  22.  

Page 22: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

14    

bepaald   handelen.33  Logic   of   consequence   en   logic   of   appropriateness   sluiten   elkaar   niet   uit.   Bij   het   verklaren   van  

politiek   handelen   moet   er   derhalve   worden   verwezen   naar   beide   logics.   Bij   de   analyse   van   het   Europese   en  

Chinese   beleid   ten   opzichte   van   conflicten   is   het   derhalve   essentieel   om   zowel   de   normen   als   de   belangen   in  

ogenschouw  te  nemen.  Bepaald  handelen  zal  voortkomen  uit  zowel  de  normen  waarnaar  de  actor  handelt,  als  uit  

de  belangen  die  de  actor  in  een  bepaalde  situatie  heeft.  De  verwachting  is  echter  wel  dat  de  logic  of  appropriateness  

een  grotere  rol  zal  spelen  in  het  beleid  van  de  EU  dan  in  dat  van  China,  aangezien  de  EU  zichzelf  als  normatieve  

actor  profileert.    

Een  veelvoorkomend  onderscheid  in  de  literatuur  over  normen  is  het  onderscheid  tussen  regulerende  en  

constitutieve  normen.  Daar  waar  de  eerste   categorie  gedrag   reguleert   (en  beperkt),   creëert  de   tweede  categorie  

nieuwe   actoren,   belangen   en   categorieën   van   handelingen.34  Hoewel   prescriptieve   of   evaluerende   normen   als  

derde   categorie   vaak   buiten   beschouwing   worden   gelaten,   zijn   deze   volgens   Finnemore   &   Sikkink   van  

onmiskenbaar  belang.35  Volgens  hen  is  het  juist  het  prescriptieve  (of  evaluatieve)  karakter  van  hoe  dingen  zouden  

moeten   zijn,   in   tegenstelling   tot   hoe   ze   echt   zijn,   dat   normen   onderscheidt   van   ander   soort   regels.   Normen  

dimensie   onvermijdelijk   zijn  wanneer   er   over   normen  wordt   gesproken.  Het   oordeel   van   een   gemeenschap   of  

maatschappij  is  daarom  essentieel  in  het  herkennen  van  normen.  Daar  waar  normbrekend  gedrag  wordt  herkend  

door  afkeuring  of  stigma,  wordt  conformistisch  gedrag  herkend  door  lofprijzing,  of,  in  het  geval  van  een  sterke  

geïnternaliseerde   norm,   door   het   gebrek   aan   reactie   dat   wordt   losgemaakt. 36  Interne   kritiek   op   het   beleid  

impliceert  dus  een  afkeuring  van  het  beleid.  Hierdoor  kan  de  norm  veranderen.    

 

1.1.1 Normverandering  

 Finnemore  &  Sikkink  beargumenteren  dat  normen  een  levenscyclus  doorlopen.  Deze  cyclus  bestaat  uit  drie  fasen:  

de  eerste  fase  wordt  gekenmerkt  door  de  opkomst  van  een  norm;  in  de  tweede  fase,  de  normcascade  genoemd,  

wordt   de   norm  breed   geaccepteerd;   de   derde   fase   betreft   de   internalisering   van  de   norm,   die   uiteindelijk   kan  

dienen  als  standaard  voor  geschikt  gedrag.  De  eerste   twee   fasen  worden  gescheiden  door  een   tipping  point:  het  

punt  waarop   de   kritieke  massa   of   de   norm   leiders   de   norm   accepteren.   Veel   opkomende   normen   komen   niet  

voorbij  het   tipping  point   en  worden  dus  niet  geaccepteerd  en  geïnternaliseerd.   In  elke   fase  van  de  cyclus  zijn  er  

andere  actoren  verantwoordelijk  voor  verandering:  in  de  eerste  fase  zijn  het  de  norm  entrepreneurs  die  een  massa,  

of  een  staat,  proberen  te  overtuigen.  In  de  tweede  fase  zijn  het  vooral  de  normleiders  die  andere  staten  proberen  

te  overtuigen  om  de  norm  te  accepteren.37    

Verwant  aan  deze   theorie   is  de   theorie  voor  norm  change  die  Sandholtz  &  Stiles  bieden   in   International  

Norms   and   Cycles   of   Change   (2008).   Met   deze   theorie   trachten   zij   te   verklaren   hoe   en   waarom   internationale  

normen,   vastgelegd   in   internationale   wetgeving,   veranderen.   Hierbij   gaan   zij   ervan   uit   dat   normatieve  

33   International  Organization,  nr.  4  (1998),  p.  944.  34  M.   International  Organization,  nr.  4  (1998),  pp.  890    891.  35  Ibidem.  36  Ibidem,  p.  892.  37  Ibidem,  pp.  887    915.    

Page 23: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

15    

verandering   continu   is   en   dat   het   veroorzaakt   wordt   door   een   constante   wisselwerking   tussen   normen   en  

gedrag.38  Volgens  hen  zijn  internationale  normen  (i.e.  internationale  regels)  zowel  statisch  als  dynamisch.  Op  elk  

willekeurig  moment  lijken  normen  vastgelegd  en  onbeweeglijk  te  zijn.  Voor  de  actoren  die  ondergeschikt  zijn  aan  

deze   normen   zijn   de   normen   pre-­‐‑existent,   ze   zijn   onderdeel   van   een   gegeven   sociale   realiteit.   Door   dit   vaste  

karakter   zorgen   normen   voor   stabiele   richtlijnen   waarnaar   de   ondergeschikten   kunnen   handelen. 39  Oftewel,  

normen  bepalen  de  manier  waarop  actoren  handelen  en  de  keuzes  die  zij  maken.  Tegelijkertijd  zijn  internationale  

normen  continu  in  beweging.  Een  voorbeeld  hiervan  is  de  afschaffing  van  de  slavernij.  Hoewel  slavernij  eerst  een  

alom   geaccepteerd   fenomeen   was,   werd   het   later,   onder   invloed   van   norm   entrepreneurs,   onacceptabel.  

Internationale  normen  kunnen  dus  veranderen,  zowel  inhoudelijk  als  dimensionaal;  het  afzwakken  of  versterken  

van   een   bepaalde   norm   wordt   ook   gezien   als   een   norm   change.   Normen   veranderen   dus   continue,   maar   de  

verandering   en   ontwikkeling   van   normen   wordt   versterkt   door   de   mondialisering.   Aan   de   ene   kant   zorgt  

mondialisering   voor   een   bredere   set   internationale   normen   (i.e.   wetgeving),   aan   de   andere   kant   zorgt   de  

toenemende   interactie   van   normen   voor   meer   conflicten,   hetgeen   weer   zorgt   voor   verandering   in   normen.  

Volgens  de  auteurs  is  er  een  vast,  dialectisch  patroon  waarin  normen  veranderen,  dit  is  wat  zij  noemen  de  cycle  of  

norm  change.    

De   uitgangspositie   van   de   cycle   of   change   is   de   constellatie   van   bestaande   normen,   die   voor   de  

normatieve  structuur  zorgt  waarin  actoren  keuzes  maken,  hun  keuzes  verantwoorden  en  het  gedrag  van  anderen  

evalueren.40  Aangezien   normen   niet   zelden   in   conflict   zijn   met   andere   normen,   kan   het   handelen   naar   één  

bepaalde   set   aan   normen   zorgen   voor   geschillen.   Actoren   twisten   bijvoorbeeld   over   welke   normen   toegepast  

moeten  worden   in  een  bepaalde  situatie  en  wat  de  consequenties  daarvan  dienen   te  zijn.  Actoren  proberen  het  

geschil  vervolgens  op  te  lossen.  In  deze  fase  van  redenering  spelen  precedenten  een  belangrijke  rol  als  basis  voor  

argumenten.  De  consequentie  van  dit  alles  en  de  laatste  fase  in  de  cycle  of  change  is  dat  de  desbetreffende  normen  

veranderen:  deze  worden  afgezwakt,  versterkt  of  veranderen   inhoudelijk.41  Hierdoor  verandert  de  context  voor  

opvolgende  acties  ook,  aangezien  de  normatieve  structuur  hiermee  is  veranderd.  Geschillen  over  normen,  ofwel  

momenten  van  frictie,  zijn  essentieel   in  de  theorie  van  Sandholtz  &  Stiles.  Het  proces  van  beslechting  van  deze  

geschillen   verandert   de   normen.42  Elk   geschil   draagt   bij   aan   het   bassin   aan   precedenten.   Hoewel   een   enkel  

precedent  weerlegd  kan  worden  door  een  tegenovergestelde  uitkomst  uit  een  ander  geschil,  kan  een  klein  aantal  

precedenten   al   gewicht   geven   aan   een   norm. 43  Hoewel   een   analyse   van   twee   case   studies   dus   slechts   de  

normverandering  in  het  beleid  in  twee  gevallen  weergeeft,  kunnen  deze  twee  gevallen  bijdragen  aan  het  bassin  

aan  precedenten,  waardoor  de  normverandering  gewicht  krijgt.    

Een  goed  voorbeeld  van  een  cycle  of  norm  change  is  te  zien  in  de  ontwikkeling  van  de  norm  die  genocide  

verbiedt.   In   de   ontwikkeling   van   deze   norm   zijn   drie   belangrijke   cycli   zichtbaar:   (i)   1910-­‐‑1920,   de   Armeense  

Genocide;  (ii)  1935-­‐‑1948,  de  Holocaust  en  (iii)  vanaf  1990,  genocide  in  Bosnië  en  Rwanda.  Voor  het  begin  van  de  

twintigste   eeuw  werd  volkerenmoord  gezien  als   oorlogswapen   en  kwam  het   op   elk   continent   voor:   tijdens  de  

38  W.  Sandholtz  &  K.  Stiles,  p.  6.  39  Ibidem,  p.  1.  40  Ibidem,  p.  6.  41  Ibidem,  p.  6.  42  Ibidem,  p.  6.  43  Ibidem,  p.  12.  

Page 24: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

16    

Derde   Punische   Oorlog   (149-­‐‑146   BC)   moordden   de   Romeinen   de   inwoners   van   Carthago   systematisch   uit,  

Genghis  Khan  viel  rond  1200  ontelbare  dorpen  binnen  in  Centraal-­‐‑Azië  en  tijdens  de  kruistochten  en  Inquisitie  

slachtten   de   Europeanen   Joden   en  Moslims   af.   Dat   volgens   het   Oude   Testament   ook   de   Hebreeën   dergelijke  

praktijken  uitvoerden,  maakte  genocide  voor  veel  mensen  een  legitieme  activiteit.  Toen  verschillende  geleerden  

deze  legitimering  in  twijfel  begonnen  te  trekken,  ontstond  ook  de  weerstand  tegen  genocide.44  Rond  1900  was  het  

duidelijk  dat  volkerenmoord  vijandige  reacties  teweeg  zou  brengen.  Zo  ontstond  er  internationale  kritiek  op  de  

praktijken   van   de   Turken   tijdens   de   Armeense   genocide.   De   Turken   probeerden   op   hun   beurt   het   gedrag   te  

rechtvaardigen   door   het   als   reactie   op   verraad   en   rebellie   van   de   Armenen   te   omschrijven.   Er   ontstond   dus  

discussie   over   de   norm.   Hoewel   de   internationale   gemeenschap   tot   1939   niet   tot   een   gemeenschappelijk  

standpunt  over  genocide  kwam,  werd  het  idee  van  internationale  vervolging  wel  geopperd.45  Deze  mogelijkheid  

illustreerde  de  opkomende  norm  tegen  genocide  en  diende  als  uitgangspunt  voor  de  tweede  cyclus.  De  tweede  

cyclus   van   normverandering   kwam   op   na   de   Holocaust.   De   internationale   gemeenschap   veroordeelde   de  

praktijken  sterk  en  slechts  een  aantal  jaar  later  werd  de  norm  vastgelegd  in  het  Genocideverdrag  en  de  verdragen  

van  Genève.46  Hierop  volgende  cycli  dienden  veelal  ter  specificering  van  de  norm.  Het  toepassen  van  de  regels  op  

bepaalde   situaties,   zoals   de   situatie   in   Bosnië   en   Rwanda,   dwingt   actoren   om   de   betekenis   van   de   regels   te  

verhelderen   en   te   specificeren.  Het   is   duidelijk   dat   de   ontwikkeling   van  de   norm   tegen   genocide   een   cyclisch  

patroon  doorloopt,  waarin  acties  gezorgd  hebben  voor  reacties  en  geschillen,  die  op  hun  beurt  de  norm  hebben  

beïnvloed.  

International  Norms   and   Cycles   of   Change   biedt   een   theorie   waarin   de   ontwikkeling   van   internationale  

normen,   ingebed   in  de  internationale  wetgeving,  wordt  geanalyseerd  en  verklaard.  Dit  onderzoek   is  gericht  op  

het  buitenlandse  veiligheidsbeleid  van  de  Europese  Unie  en  China  in  Afrika.  Het  is  dus  onvermijdelijk  dat  er  over  

internationale  verdragen  wordt  gesproken.  Het  doel  van  dit  onderzoek  is  echter  aan  te  tonen  hoe  de  normen  in  

het  beleid  van  de  actoren  zijn  veranderd.  Uitgaande  van  het  feit  dat  normen  de  basis  van  het  handelen  vormen,  is  

een  analyse  van  het  beleid  van  de  actoren,  en  dus  niet  alleen  van  de  verdragen  waarop  het  beleid  is  gebaseerd  en  

de  veranderingen  hierin,  van  toegevoegde  waarde.  Een  analyse  van  normverandering  in  het  Chinese  beleid  is  ook  

alleen  op  deze  wijze  mogelijk,  aangezien  de  analyse  van  het  zichtbare  beleid  van  China  de  enige  manier  is  om  het  

beleid   te   analyseren.   In   tegenstelling   tot   de   EU   heeft   China   het   externe   beleid   niet   structureel   vastgelegd   in  

beleidsdocumenten,  waardoor  een  analyse  voornamelijk  gebaseerd  dient  te  worden  op  het  zichtbare  beleid.  Daar  

waar   een   analyse   van   de   ontwikkelingen   in   internationale   wetgeving   illustreert   welke   veranderingen   reeds  

hebben  plaatsgevonden,  biedt  een  analyse  van  het  huidige  beleid  de  mogelijkheid  de  veranderingen  die  gaande  

zijn  te  extraheren.  Deze  veranderingen  kunnen  bijdragen  aan  het  bassin  aan  precedenten,  dat  weer  de  basis  vormt  

voor  eventuele  normverandering.  

 

   

44  Ibidem,  p.  208.  45  Ibidem,  p.  210.  46  Ibidem,  p.  208.  

Page 25: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

17    

1.1.2  Soevereiniteitsnormen  en  liberale  normen    Om  het  beleid  te  analyseren,  wordt  er  gebruik  gemaakt  van  het  onderscheid  dat  Sandholtz  en  Stiles  maken  tussen  

soevereiniteitsnormen   en   liberale   normen.   Soevereiniteitsnormen   zijn   gericht   op   het   versterken   van   het  

monopolie  van  de  staat  op  macht  en  het  consolideren  van  soevereine  gelijkheid  van  verschillende  staten.  Liberale  

normen  zijn  gericht  op  de  rechten  en  vrijheden  van  individuen.  Onder  liberale  normen  vallen  de  bevordering  van  

mensenrechten,   humanitaire   interventie   en   het   recht   op   democratie.   Het   beleid   van   de   Europese   Unie   met  

betrekking  tot  handhaving  van  vrede  kan  ingedeeld  worden  in  het   liberalisme,  waar  het  beleid  van  China,  met  

haar   principe   van   non-­‐‑interference,   nationale   soevereiniteit   van   staten   tracht   te   beschermen.   Op   basis   van   de  

theorie  die  Sandholtz  &  Stiles  bieden  wordt  in  dit  onderzoek  onderzocht  of  er  norm  change  heeft  plaatsgevonden  

in   het   beleid   van   de   Europese   Unie   en   China   in   Zimbabwe   en   Soedan,   en,   als   er   een   duidelijke   verandering  

zichtbaar  is,  of  deze  convergentie  van  het  beleid  impliceert.  

Aan  de  basis  van  het  Chinese  beleid  ligt  het  principe  van  vreedzame  co-­‐‑existentie.  Dit  principe  uit  zich  

in   een   set   normen,  waaronder   non-­‐‑interference.  Non-­‐‑interference   vormt   de   kern   van   het   buitenlandse   beleid   van  

China.  Tevens  is  dit  een  norm  waarin  het  beleid  sterk  afwijkt  van  dat  van  de  EU.  Het  is  daarom  interessant  om  te  

onderzoeken  of  er  een  verandering  in  deze  norm  zichtbaar  is.  De  EU  heeft  daarentegen  een  liberaal  buitenlands  

beleid.  Het   buitenlands  beleid  van  de  EU   is  zoals   gezegd  gebaseerd  op   een   set   fundamentele   liberale  normen.  

Deze  normen,  zoals  democratie,  de  rechtsstaat,  de  universaliteit  en  de  ondeelbaarheid  van  de  mensenrechten  en  

de   fundamentele  vrijheden,  de  eerbiediging  van  de  menselijke  waardigheid  en  de  beginselen  van  gelijkheid  en  

solidariteit,  zijn  onderling  verbonden.  De  EU  ziet  veiligheid  als  voorwaarde  voor  ontwikkeling.  De  bescherming  

van  mensenrechten  is  derhalve  verbonden  aan  democratie  en  de  rechtsstaat.  Een  van  de  essentiële  principes   in  

het  buitenlandse  beleid  van  de  EU  is  het  principe  van  Structural  Stability,  dat  nauw  verwant  is  aan  het   idee  dat  

veiligheid  een  voorwaarde  is  voor  ontwikkeling.  Dit  principe  van  structurele  stabiliteit  komt  tot  uiting  in  een  set  

normen.   Responsibility   to   Protect   en   de   bevordering   van   een   democratische   staat   zijn   normen   die   dit   principe  

onderschrijven  en  fundamenteel  zijn  in  het  buitenlandse  beleid  van  de  EU.  Democratie  en  veiligheid  liggen  aan  

de  basis  van  het  ontstaan  van  de  Europese  Unie  en  vormen  daarom  deel  van  de  basis  van  het  handelen  van  de  EU.  

De  aard  van  de  normen  die  aan  de  basis  van  het  handelen  van  de  EU  liggen,  zorgt  ervoor  dat  het  lastiger  is  deze  

afzonderlijk   te  analyseren.  Zoals   gezegd  zijn  de  normen  onderling  verbonden,  doordat   zij   gemeenschappelijke  

principes  ondersteunen.  Er  is  derhalve  gekozen  om  twee  normen  in  het  beleid  van  de  EU  in  conflictgebieden  te  

onderzoeken,   die   het   principe   van   Structural   Stability   ondersteunen:   de   bevordering   van   democratie   en  

Responsibility  to  Protect.  Het  volgende  hoofdstuk  dient  ter  introductie  van  het  Europese  en  Chinese  beleid.  Hierin  

zal  duidelijk  worden  welke  plaats  de  onderliggende  normen  in  het  beleid  innemen,  en  hoe  dit  tot  stand  gekomen  

is.    

   

Page 26: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

18    

2.  De  EU  &  China  in  Afrika    

Bij  een  analyse  van  normen  in  het  buitenlandse  beleid  van  de  Europese  Unie  en  China  is  een  korte  introductie  van  

dit  beleid  en  de  historische  ontwikkeling  ervan,  onmisbaar.  Deze  introductie  toont  de  context  waarin  de  rol  van  

de  actoren  in  de  conflicten  in  Darfur  en  Zimbabwe  moet  worden  geplaatst.  Zowel  de  EU  als  China  heeft  sterke  

banden   met   Afrika.   De   politieke   en   economische   banden   die   de   EU   en   China   vandaag   de   dag   met   Afrika  

onderhouden  zijn  geen  nieuw  fenomeen,  maar  gaan  ver  terug  en  hebben  in  de  loop  der  jaren  grote  veranderingen  

doorgemaakt.  De  twee  actoren  hebben  echter  ieder  een  eigen  benadering  in  de  samenwerking  met  Afrika.  In  dit  

hoofdstuk  wordt  het  buitenlandse  beleid  van  de  EU  en  China  in  Afrika  uiteen  gezet.  Naast  een  kort  overzicht  van  

de  historische  ontwikkeling  van  de  relatie  van  de  twee  actoren  met  Afrika,  wordt  de  ontwikkeling  van  de  normen  

die  aan  de  basis  van  het  buitenlandse  beleid  van  de  EU  en  China  liggen  belicht.  In  het  Europese  beleid  ligt  hierbij  

de  nadruk  op  de  plaats  die  de  bevordering  van  democratie  en  Responsibility  to  Protect  innemen.    

De  Europese  Unie  heeft  een  geïntegreerde  benadering  van  het  ontwikkelings-­‐‑  en  veiligheidsbeleid,  die  

kan   worden   omschreven   als   Structural   Stability.  Deze   term   werd   in   1996   geïntroduceerd   door   de   Europese  

Commissie,  in  een  mededeling  betreffende  de  samenhang  van  noodhulp,  rehabilitatie  en  ontwikkeling.47  In  deze  

benadering  spelen  democratie  en  mensenrechten  een  belangrijke  rol.  Voor  de   jaren  negentig  namen  democratie  

en  mensenrechten  echter  niet  de  centrale  positie   in  die  deze  normen  momenteel   in  het  Europese  beleid  hebben.  

Vanaf   de   jaren   negentig   werden   deze   normen   steeds   belangrijker   en   inmiddels   worden   zij   als   essentiële  

voorwaarden  voor  ontwikkeling  erkend.  Structural  Stability  biedt  een  situatie  waarin  de  kans  op  conflicten  wordt  

geminimaliseerd.   Om   deze   situatie   te   creëren,   is   een   democratische   staat   waarin   mensenrechten   worden  

gerespecteerd  onmisbaar.  In  de  analyse  van  het  Chinese  beleid  ligt  de  nadruk  op  non-­‐‑interference.  Deze  norm  ligt,  

in  tegenstelling  tot  de  liberale  normen  in  het  Europese  beleid,  al  sinds  jaar  en  dag  aan  de  basis  van  het  Chinese  

beleid  in  Afrika  en  is  ook  goed  zichtbaar  in  het  Chinese  veiligheidsbeleid.  Hoewel  China  een  rol  weggelegd  ziet  

voor  de  internationale  gemeenschap  in  de  beheersing  van  internationale  conflicten,  worden  interne  conflicten  als  

nationale   aangelegenheden   beschouwd.   Inmenging   door   de   internationale   gemeenschap   in   interne   conflicten  

wordt  door  China  dan  ook  niet  ondersteund.    

De   veelzijdigheid   van   het   Chinese   buitenlandse   beleid   heeft   de   analyse   ervan   lastig   gemaakt.   In   de  

afgelopen   decennia   is   het   Chinese   beleid   verklaard   naar   historische   banden   en   ideologische   beweegredenen.  

 toe  

op   China.   Ook   Young   Mun   Kim   (1970)   benadrukte   het   ideologische   aspect   als   drijvende   kracht   achter   het  

buitenlandse  beleid  van  China.  Tegenwicht  bieden  aan  de  Sovjet-­‐‑hegemonie  en  de   isolering  van  Taiwan  waren  

hierin  belangrijke   n  wordt  het  Chinese  beleid  steeds  vaker  verklaard  door  een  combinatie  

van  economische  en  politieke  ambities.  Een  groot  verschil  met  het  Europese  beleid  is  zichtbaar  in  de  verankering  

van  het  beleid  in  documenten.  

Daar  waar  het  beleid  van  de  EU  mede  geanalyseerd  kan  worden  middels  de  manier  waarop  de  identiteit  

in   de   verdragen   wordt   geprofileerd,   rust   een   analyse   van   het   Chinese   beleid,   bij   gebrek   aan   onderliggende  

47    

 

Page 27: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

19    

verdragen,   voornamelijk   op   een   analyse   van  het   zichtbare  gedrag.  Hoewel  China   de   laatste   jaren  wel   degelijk  

beleidsdocumenten   heeft   uitgebracht,   wordt   het   Chinese   buitenlandse   beleid   voornamelijk   bepaald   door   de  

48  China  wordt   door   de   rol   van   de  

belangen   in   het   beleid   ook   wel   de   high   church   of   realpolitik   genoemd.49  Dit   onderzoek   maakt   gebruik   van   een  

combinatie  van  de  bovengenoemde  benaderingen  van  beleidsanalyse.  Naast  de  analyse  van  het  zichtbare  beleid,  

wordt   tevens  de  historische  ontwikkeling  van  het  beleid  uiteengezet.  Hierdoor   is  het  mogelijk  aan   te   tonen  dat  

non-­‐‑interference   sinds   de   jaren   vijftig   een   centraal   element   is   in   het   Chinese   beleid   in   Afrika,   dat   deze   norm  

volgens  de  Chinese  politici  bepalend  is  voor  het  beleid  en  dat  de  liberale  normen  pas  sinds  de  jaren  negentig  een  

prominente  plek  innemen  in  het  Europese  beleid.  

   

48  I.  Taylor,  China  and  Africa.  Engagement  and  Compromise,  New  York:  Routledge,  2006,  p.  6.  49   Foreign  Affairs,  1996,  p.  37,  beschikbaar  op:  http://www.foreignaffairs.com/articles/52434/thomas-­‐‑j-­‐‑christensen/chinese-­‐‑realpolitik-­‐‑reading-­‐‑beijings-­‐‑world-­‐‑view  geciteerd  in:  I.  Taylor,  2006,  p.  6.  

Page 28: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

20    

2.1  De  EU  in  Afrika    

The  peaceful  unification  of  our  continent  has  been  our  great  achievement,  and  now  our  main  challenge  is  

to  act  as  a  credible  force  for  good.  From  a  continental  agenda,  we  should  move  to  a  global  agenda.  From  

building  peace  in  Europe  to  being  a  peace-­‐‑builder  in  the  world.50      Met  deze  woorden  maakte  Javier  Solana,  de  Hoge  Vertegenwoordiger  van  het  Gemeenschappelijke  Buitenlands-­‐‑  

en   Veiligheidsbeleid   van   de   Europese   Unie,   duidelijk   dat   de   EU   zichzelf   op   het   wereldtoneel   poogt   te  

positioneren   als   een   actieve,   verantwoordelijke   speler.   Over   de   rol   van   de   Europese  Unie   in   de   internationale  

politiek   is   veel   literatuur   beschikbaar,  maar   het   unieke  karakter   van  de   EU  heeft   het   lastig   gemaakt   de   EU   te  

definiëren.   De   EU  wordt   veelal   gedefinieerd   in   termen   die   gebaseerd   zijn   op   het   concep

ontwikkeld  werd  door  de  Franse  denker  François  Dûchene.51  Met  deze   term  gaf  Dûchene  aan  dat  de  Europese  

Unie   (toen   nog   de   Europese   Gemeenschap)   een   grote   economische,   maar   niet-­‐‑militaire   macht   was.   Tevens  

verwees   Dûchene   met   de   term   civiel   in   zijn   definitie   naar   de   EU   als   internationale   actor,   die   civiele   en  

democratische   standaarden   verspreidt.   Volgens   hem   geschiedde   dit   op   basis   van   een   ethisch  

verantwoordelijkheidsgevoel,   dat   normaal   geassocieerd   wordt   met   binnenlandse   aangelegenheden.52  Hieruit  

  53  De  beschrijving  van  

de  EU  als  normatieve  macht  heeft  de  meeste  aandacht  getrokken.  Met  normatieve  macht  beschreef  Manners  de  

54  Manners   identificeert   een   set   van  vier   centrale  normen  die   het   fundament  van  de  EU  

vormen   en   centraal   staan   in   het   buitenlandse   beleid   van   de   EU:   vrijheid,   democratie,   bescherming   van  

mensenrechten  en  fundamentele  vrijheden  en  de  rechtsstaat.55  Het  verdrag  betreffende  de  Europese  Unie  (VEU)  

stelt  dat:    

 [het]   internationale  optreden  van  de  Unie  berust  en   is  gericht  op  de  wereldwijde  verspreiding  van  de   beginselen   die   aan  de   oprichting,   de   ontwikkeling   en   de   uitbreiding   van  de  Unie   ten  grondslag   liggen:  de  democratie,  de  rechtsstaat,  de  universaliteit  en  de  ondeelbaarheid  van  de  mensenrechten  en  de  fundamentele  vrijheden,  de  eerbiediging  van  de  menselijke  waardigheid,  de  beginselen  van  gelijkheid  en  solidariteit  en  de  naleving  van  de  beginselen  van  het  Handvest  van  de  Verenigde  Naties  en  het  internationaal  recht.56      

De   normen   die   aan   de   basis   van   de   EU   liggen,   zijn   dus   ook   de   basis   voor   het   handelen   van   de   EU.   Deze  

externalisering  van  interne  normen  is  kenmerkend  voor  de  EU  en  fungeert  tevens  als  basis  waarmee  de  EU  haar  

buitenlandse  beleid  legitimeert.  Door  gezamenlijke  normen  vast  te  leggen  in  verdragen,  consolideert  de  EU  haar  

identiteit  en  creëert  zij  een  basis  voor  het  te  voeren  beleid,  want  door  te  benadrukken  dat  er  bepaalde  normen  zijn  

ctieve  identiteit,  waarop  de  politieke  

50   International  Affairs,  nr.  1  (2008),  p.  1.  51   Transnational  Identities.  

Becoming  European  in  Europe,  Oxford:  Rowman  and  Littlefield  Publishers  2004,  p.  80.  52  S.  Lucarelli  &  I.  Manners  (eds.),  Values  &  Principles  in  European  Foreign  Policy,  New  York:  Routledge,  2006,  p.  5.  53  A.  Gerrits,  (ed.),  Normative  Power  Europe  in  a  Changing  World,  A  Discussion,  Netherlands  Institute  of  International  Relations  Clingendael,  2009,  p  2.  54  D.  Sicurelli,   ,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  21.  55  I.  Manners,  pp.  242    244.  56  Verdrag  betreffende  de  Europese  Unie,  artikel  21.  

Page 29: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

21    

legitimiteit   is  gebaseerd.  Er   is   immers   een  gezamenlijke  norm,  die   de   burgers  van  de   lidstaten  van  de  EU  met  

elkaar  verbindt,  waardoor  het  bestaan  van  een  organisatie  die  al  deze  burgers  bij  elkaar  vertegenwoordigt,  wordt  

gelegitimeerd.57    

De  wettelijke  basis  van  de  Europese  Unie,  en  haar  externe  optreden,  wordt  gevormd  door  het  Verdrag  

Betreffende   de   Europese   Unie,   waarin   de   waarden   en   de   beginselen,   de   doestellingen   en   de   rol   van   de  

verschillende  instellingen  van  de  Europese  Unie  gedefinieerd  staan.  De  specifieke  samenwerking  tussen  de  EU  en  

Afrika  is  daarnaast  vastgelegd  in  twee  raamwerken:  de  Cotonou  Overeenkomst  uit  2000,  waarin  de  relaties  met  

de   landen  uit  Afrika,  het  Caraïbisch  gebied  en  de  Stille  Oceaan  (ACS   landen)  zijn  vastgelegd  en  het  EU-­‐‑Afrika  

Strategisch  Partnerschap,  uit  2007,  waarin  de  betrekkingen  met  het  gehele   continent  zijn  bepaald  en  waarin  de  

principes  uit  de  Europese  Consensus  inzake  Ontwikkeling  zijn  vertaald  naar  een  strategie.58      

Met   de   oprichting   van   de   Europese   Economische   Gemeenschap   (EEG)   in   1957   werd   ook   de  

samenwerking   met   ontwikkelingslanden   officieel   vastgelegd.   In   1957   werd   tevens   het   eerste   Europese  

Ontwikkelingsfonds  geïmplementeerd.  Sindsdien  heeft  deze  samenwerking  een  grote  ontwikkeling  doorgemaakt:  

de   dekking   van   het   beleid   breidde   zich   van   samenwerking   met   een   klein   aantal   landen   gestaag   uit   tot   op  

mondiaal  niveau.59  Bovendien  werd  de  politieke  dimensie  van  de  samenwerking  steeds  belangrijker.  Tot  de  jaren  

tachtig   was   de   samenwerking   veelal   gebaseerd   op   historische   en   economische   banden.   Halverwege   de   jaren  

tachtig  werd  de  politieke  dimensie  van  het  beleid  sterker.  Dit  uitte  zich  in  de  opkomst  van  de  liberale  normen  als  

democratie   en   mensenrechten   en   in   de   politieke   conditionaliteit   die   aan   het   beleid   vastzat.   Door  

handelsovereenkomsten,   ontwikkelingssamenwerking,   diplomatie   erkenning   en   het   EU   lidmaatschap   te  

verbinden  aan  voorwaarden  op  het  gebied  van  mensenrechten  en  democratie,  heeft  de  EU  een  sterk  instrument  in  

handen  ter  bevordering  van  deze  liberale  normen.60    

Als  basis  voor  het  huidige  buitenlandse  beleid  van  de  EU  dienen  de  liberale  beginselen  waarop  de  EU  is  

gefundeerd.  Deze  beginselen  vormen  zoals  gezegd  niet  alleen  de  basis  van  het  beleid,  maar  vormen   tevens  de  

doelstellingen  van  het  externe  beleid.  De  aanwezigheid  van  democratie  en  de  bescherming  van  mensenrechten  is  

hierin  opvallend,  want  de  betrekkingen  tussen  de  EU  en  Afrika  zijn  niet  altijd  gestoeld  geweest  op  deze  liberale  

normen.  De  eerste  fase  van  het  Europese  beleid  ten  aanzien  van  Afrika  kenmerkte  zich  door  een  combinatie  van  

strategische   belangen   en   het   uitroeien   van   armoede.   Het   verdrag   van   Rome   uit   1957   omvatte   voornamelijk  

bepalingen   voor   de   economische   relatie   tussen   de   lidstaten   en   de   (voormalige)   koloniën.   Landen   en   gebieden  

overzee,  die  een  speciale  relatie  hadden  met  een  lidstaat,  kregen  de  associatiestatus.  Deze  associatiestatus  hield  in  

essentie   in   dat   de   lidstaten   en   koloniën   dezelfde   behandeling   zouden   genieten   op   het   gebied   van   handel   en  

investeringen.   Ook   leidde   de   status   tot   de   vermindering   en   op   termijn   afschaffing   van  douanerechten.61  In   de  

praktijk  hield  dit  in  dat  de  grondstoffentoevoer  vanuit  de  landen  en  gebieden  overzee  werd  veiliggesteld  en  dat   57     -­‐‑Enlargement,  Cultural  

-­‐‑consent.net/library/brx061012/Klingemann_Lodz0603.pdf,  geraadpleegd  op  13  juni  2012.  58  Europes  Commissie  2007,  te  raadplegen  op:  http://europa.eu/legislation_summaries/development/african_caribbean_pacific_states/r13009_nl.htm,  laatst  geraadpleegd  op  9  juni  2012.  59  M.  Carbone,  The  European  Union  and  International  Development.  The  politics  of  foreign  aid,  New  York:  Routledge  2007,  pp.  30-­‐‑55  60   ,  2005,  p.  10,  beschikbaar  op:  http://www.sv.uio.no/arena/english/research/projects/cidel/old/WorkshopOsloSecurity/Smith.pdf,  geraadpleegd  op  11  juni  2012.  61  M.  Holland,  The  European  Union  and  the  Third  World,  New  York:  Palgrave  2002,  pp.  25-­‐‑26.  

Page 30: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

22    

de   afzetmarkt   voor   Europese   producten   werd   vergroot. 62  In   de   jaren   zestig   diende   de   nieuw   verworven  

soevereiniteit   van   veel   Afrikaanse   staten   als   basis   voor   een   nieuw,   opzichzelfstaand   verdrag:   de   Yaoundé  

overeenkomst,  waarin   de   uitgebreide   preferentiële   overeenkomsten  werden   vastgelegd   tussen  de   zes   lidstaten  

van   de   EEG   en   achttien,   voornamelijk   francofone,   landen,   waarmee   de   EEG   een   historische   band   had.  63  De  

Yaoundé   overeenkomsten   I   en   II   waren   gebaseerd   op   het   principe   van   reciprociteit,   dat   inhield   dat   de  

handelsvoorwaarden   voor  Afrika   en   de   EU   gelijk  waren.  Het   gevolg   hiervan  was   dat   de  Afrikaanse  markten  

opengesteld   werden   voor   Europese   producten.   Aangezien   de   economieën   van   de   Afrikaanse   landen   minder  

ontwikkeld   waren   dan   de   Europese   landen,   betekende   dit   dat   de   lokale   Afrikaanse   producten   werden  

weggeconcurreerd  door  goedkope  Europese  producten.  Bovendien  omvatten  de  Yaoundé  overeenkomsten  geen  

politieke  conditionaliteit.64    

De  Yaoundé  overeenkomsten  werden  gevolgd  door  Lomé  I  en  II  (1975  tot  1980)  en  Lomé  III  en  IV  (1980    

2000).   Met   het   lidmaatschap   van   het   Verenigd   Koninkrijk   in   1973   werd   de   geografische   dekking   van   de  

overeenkomsten   met   ontwikkelingslanden   uitgebreid   met   de   Commonwealth   staten.   Dit   betekende   dat   naast  

Afrikaanse   landen,   ook   landen   uit   het   Caraïbisch   gebied   en   de   Stille   Oceaan   werden   toegevoegd   aan   de  

overeenkomst.  Samen  werden  dit  de  ACS  landen.  Kenmerkend  voor  de  Lomé  overeenkomsten  was  dat  deze  het  

principe  van  partnerschap  introduceerden:  beslissingen  werden  voortaan  genomen  in  overleg  met  beide  partijen  

en   er   werden   instituties   opgericht   die   deze   dialoog   moesten   stimuleren. 65  Tevens   maakte   de   eerste   Lomé  

overeenkomst  een  einde  aan  het  principe  van  reciprociteit,  waardoor  minder  ontwikkelde  landen  de  kans  kregen  

de  eigen  industrie  te  ontwikkelen  en  de  eigen  export  te  stimuleren.  Net  als  de  Yaoundé  overeenkomst  bevatten  de  

eerste   twee   Lomé   overeenkomsten   geen   politieke   conditionaliteit.   De   overeenkomsten   waren   voornamelijk  

bedoeld  om  de  economische  betrekkingen  tussen  de  staten  te  onderhouden.    

In  de  jaren  zeventig  en  tachtig  vonden  er  grote  veranderingen  plaats,  zowel  op  het  internationale  toneel,  

als   binnen   de   EEG.   De   oliecrisis   in   de   jaren   zeventig   en   de   daaruit   voortvloeiende   recessie   veranderden   de  

omstandigheden  waarin  het  ontwikkelingsbeleid  van  de  EEG  werd  uitgevoerd.  Bovendien  maakte  de  krimp  in  de  

Afrikaanse  economie  duidelijk  dat  het  ontwikkelingsbeleid  niet  het  beoogde  effect  had.  In  deze  periode  werden  

internationale   financiële   instellingen,   zoals   de  Wereldbank   (WB)   en   het   Internationaal  Monetair   Fonds   (IMF),  

belangrijke   instrumenten   in  de  distributie   van  ontwikkelingsgelden.66  Deze   instellingen   introduceerden  nieuwe  

doctrine

waaraan  de  ontvangende  staten  moesten  voldoen  om  in  aanmerking  te  komen  voor  een  lening  bij  de  WB  of  het  

IMF.67   68    

62   EU  development  policy  in  a  changing  world,  Amsterdam:  Amsterdam  University  Press  2007,  pp.  29-­‐‑59.  63  Tot  de  EAMA  landen  behoorden  Burundi,  Kameroen,  de  Centraal  Afrikaanse  Republiek,  Chad,  Congo,  Dahomey,  Gabon,  Ivoorkust,  Madagaskar,  Mali,  Mauritanië,  Niger,  Rwanda,  Senegal,  Somalië,  Togo,  Upper  Volta  en  Zaïre.  64  M.  Holland,  p.  30.    65  M.  Carbone,  The  European  Union  and  International  Development.  The  politics  of  foreign  aid,  New  York:  Routledge  2007,  p.32.  66  M.  Holland,  The  European  Union  and  the  Third  World,  New  York:  Palgrave  2002,  p.  41.  67  D.  Brautigam,    Oxford:  Oxford  University  Press  2009,  p.  49.  

Page 31: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

23    

Het   einde  van  de  Koude  Oorlog  veranderde  de   internationale   context   sterk.   In  deze  periode  bood  de  

Europese   Gemeenschap   (EG)   grote   economische   steun   aan   Centraal-­‐‑   en   Oost-­‐‑Europa. 69  Naast   economische  

 gebruik  gemaakt  van  de   tweede  generatie   conditionaliteit:  

politieke  conditionaliteit.70  Hierin  stond  de  transitie  naar  een  democratische  staat  centraal.  Deze  transitie  werd  als  

voorwaarde  gesteld  in  onderhandelingen  over  de  toetreding  tot  de  EG.  Politieke  conditionaliteit  werd  in  de  jaren  

negentig   in   toenemende  mate   een  herkenbare  eigenschap  van  het  Europese  ontwikkelingsbeleid,   niet   alleen   in  

Centraal-­‐‑   en  Oost-­‐‑Europa,  maar  ook   in  de  ACS   landen.   Stevens   (2005)   relateert  de  preferentiële  positie  van  de  

ACS   landen   voor   1991   dan   ook   aan   de   invloed   die   de   EG   wilde   behouden   in   deze   landen,   uit   angst   voor  

Sovjetinvloed   in   deze   groep   landen.71  Economische,   maar   voornamelijk   politieke   conditionaliteit   vormen   een  

duidelijk  breekpunt  met  het  eerdere  beleid  van  de  EU  in  Afrika,  dat  gebaseerd  was  op  historische  banden  en  niet  

op  de  prestaties  van  landen  op  het  gebied  van  liberalisering  van  de  markt,  goed  bestuur  en  mensenrechten.  Deze  

versterkte  politieke  dimensie  kenmerkt  het  Europese  buitenlandse  beleid  sinds  de  jaren  tachtig.    

 

2.1.1  Democratie  en  mensenrechten  

 In  de  jaren  negentig  werd  het  bevorderen  van  democratie  en  mensenrechten  steeds  beter  en  vaker  zichtbaar  in  het  

Europese  buitenlandse  beleid.72  Deze  normen  zijn  niet  altijd  de   centrale  elementen  geweest   in  het  buitenlandse  

beleid  van  de  Europese  Unie.  De  politieke  dimensie  ontbrak  in  de  Yaoundé  en  eerste  twee  Lomé  overeenkomsten.  

De  eerste  voorzichtige  pogingen  van  de  EU  om  democratie  en  mensenrechten  te  bevorderen  in  de  jaren  zeventig  

waren  dan  ook  subonderdelen  van  het  handels-­‐‑  en  ontwikkelingsbeleid.  De  derde  Lomé  overeenkomst   (1985    

1990)  bracht  hier  verandering  in.  Lomé  III  refereerde  expliciet  aan  waarden  als  economische,  sociale  en  culturele  

rechten  en  menselijke  waardigheid,  maar  voorzag  nog  niet  in  instrumenten  ter  bevordering  hiervan.73  Toch  kreeg  

samenwerking  tussen  de  EU  en  de  ACS  landen  door  de  notie  van  deze  beginselen  een  nieuwe,  bredere  dimensie.  

Deze   politieke   dimensie   zette   zich   in   de   jaren   negentig   gestaag   door   en   was   zichtbaar   in   een   aantal  

beleidsdocumenten  van  de  Europese  Unie.    

74  In  deze  resolutie  werd  benadrukt  dat  democratie  en  mensenrechten  onderdeel  uitmaakten  van  

een  groter  geheel  aan  voorwaarden  om  duurzame  ontwikkeling  te  bewerkstelligen.75  Tevens  stelde  het  document  

dat   het   respecteren   van   mensenrechten   en   de   bevordering   van   democratie   opgenomen   moesten   worden   in  

toekomstige  overeenkomsten.76  Als  instrumenten  voor  het  bevorderen  van  democratie  en  mensenrechten  noemde  

68   Aid  and  Political  conditionality,  Londen:  Frank  Cass  1995,  pp.  8-­‐‑9.  69  Het  verdrag  van  Maastricht  wijzigde  de  naam  van  Europese  Economische  Gemeenschap  in  Europese  Gemeenschap.  Deze  naam  verviel  in  2009  bij  het  afschaffen  van  de  pijlerstructuur  door  het  Verdrag  van  Lissabon.  70  O.  Stokke,  pp.  9-­‐‑10.  71   -­‐‑Sahara  Africa:  Old  Myths  and  New  Challenges,  Development  Policy  Review,  nr.  5  (2003),  669    681,  geciteerd  in:  D.  Sicurelli,   ,  Farnham:  Ashgate  2010,  p.  80.  72  G.  Crawford,  The  European  Union  and  Democracy  Promotion  in  Africa:  The  Case  of  Ghana,  Leeds,  POLIS  Working  Paper  nr.  10,  2004,  p.  3.  73  D.  Sicurelli,   ,  Farnham:  Ashgate  2010,  pp.  37    38.  74  Raad  van  Ministers,  Resolutie  over  mensenrechten,  democratie  en  ontwikkeling,  1991,  te  raadplegen  op:  http://archive.idea.int/lome/bgr_docs/resolution.html  75  Raad  van  Ministers,  Resolutie  over  mensenrechten,  democratie  en  ontwikkeling,  artikel  2.  76  Raad  van  Ministers,  Resolutie  over  mensenrechten,  democratie  en  ontwikkeling,  artikel  10.  

Page 32: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

24    

dit  document  het  gebruik  van  positieve  en,   in  uiterste  gevallen,  negatieve   conditionaliteit.  Daar  waar  positieve  

conditionaliteit   wordt   gebruikt   om   een   uitgangspunt   te   veranderen   en   hieraan   een   beloning   verbindt,   wordt  

negatieve  conditionaliteit  gebruikt  om  ongewenste  ontwikkelingen  af  te  straffen.77    

Het  Verdrag  van  Maastricht  gaf  de  positie  van  mensenrechten  in  het  ontwikkelingsbeleid  van  de  EU  een  

wettelijke  basis,  door  de  bevordering  van  democratie  en  mensenrechten  te  benoemen  als  prioritaire  doelen.78  De  

EU   erkent   de   liberale   normen   als   democratie   en   mensenrechten   echter   niet   alleen   als   voorwaarden   voor  

ontwikkeling  en  als  doeleinden  van  het  beleid,  maar  erkent  ook  de  interdependentie  van  deze  twee  principes:    

 Human   rights   and   democracy   are   inextricably   connected.   Only   in   a   democracy   can   individuals   fully  

realize  their  human  rights;  only  when  human  rights  are  respected  can  democracy  flourish.  Progress  in  the  

protection  of  human  rights,  good  governance  and  democratization   is   fundamental   for  poverty  reduction  

and  sustainable  development.79  

 

De  derde  Lomé  overeenkomst  maakte  een  begin  aan  de  integratie  van  mensenrechten  en  democratieclausules  in  

de   samenwerking   tussen   de   EU   en   de   ACS   landen.   Het   Verdrag   van   Maastricht   legde   vervolgens   de  

interdependentie   van   deze   principes   vast.   Met   de   vierde   Lomé   overeenkomst   (1990)   en   bovenal   met   de  

herziening   in   1995,   werden   echter   pas   echt   spijkers   met   koppen   geslagen   op   het   gebied   van   democratie   en  

mensenrechtenbevordering.    

Lomé  IV  duidde  democratie  en  mensenrechten  als  cruciale  voorwaarden  voor  EU-­‐‑ACS  betrekkingen  en  

Artikel   96   voorzag   in   de   wettelijke   basis   om   de   conventie   op   te   schorten   voor   staten   die   niet   aan   deze  

voorwaarden   voldoen. 80  In   praktijk   komt   dit   vaak   neer   op   het   stopzetten   van   de   ontwikkelingshulp   via  

gouvernementele  kanalen,   terwijl  de  hulp  via  andere  wegen  wel  wordt  voortgezet.  Het   in  werking   stellen  van  

Artikel   96,  de   niet-­‐‑uitvoeringsclausule,  wordt   vooraf   gegaan  door   het   in  werking   stellen   van  Artikel   8   van  de  

Cotonou  overeenkomst,  waarin  opgeroepen  wordt  tot  het  houden  van  een  politieke  dialoog.  Het  aangaan  van  de  

dialoog  zou  situaties  moeten  voorkomen  waarin  een  partij  het  noodzakelijk  acht  een  beroep  te  doen  op  de  niet-­‐‑

uitvoeringsclausule.81  In  mei  2012   riep  de  EU  Suriname  nog  op   tot   het   houden  van   een  politieke  dialoog,   naar  

aanleiding  van  de  beslissing  van  de  regering  om  de  omstreden  amnestiewet  aan  te  nemen.82    

83  Het  is  dus  

een  eerste  stap  in  de  richting  van  sancties,  maar  fungeert  tevens  als  maatregel  die  het  opleggen  van  sancties  moet  

voorkomen.   In   de   praktijk   berusten   veel   Europese   sancties   op   beslissingen   van   de   Veiligheidsraad   van   de  

Verenigde   Naties.   De   VN   Veiligheidsraad   kan   echter   alleen   sancties   opleggen   in   het   geval   dat   de   vrede   en  

veiligheid  wordt  bedreigd.  De  sancties  die  de  VN  oplegt  zijn  dus  altijd  gedreven  door  veiligheidsoverwegingen.  

77  V.  Veebel,   -­‐‑accession  Process:  Trames,  3  (2009),  p.  210.  78  G.  Crawford,   -­‐‑ in:  P.  Burnell  (ed.),  Democracy  Assistance:  International  co-­‐‑operation  for  democratization,  Londen:  Peter  Cass  2000,  p.  92  79    2009,  beschikbaar  op  :  http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/09/st16/st16081.en09.pdf,  geraadpleegd  op  9  juni  2012.  80  D.  Sicurelli,   ,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  39.  81  Cotonou  Overeenkomst,  Artikel   -­‐‑beschikbaar  op:  http://ec.europa.eu/europeaid/where/acp/overview/documents/cotonou-­‐‑consolidated-­‐‑fin-­‐‑ap-­‐‑2012_en.pdf  82  EU-­‐‑maatregelen  tegen  Suriname,  2012.  Te  raadplegen  op:    http://nos.nl/artikel/369418-­‐‑eumaatregelen-­‐‑tegen-­‐‑suriname.html,  laatst  geraadpleegd  op  9  juni  2012.  83  Ibidem.    

Page 33: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

25    

Dit   creëert   ruimte   voor   de   EU   om   autonome   sancties   op   te   leggen   die   gebaseerd   zijn   op  

mensenrechtenschendingen  en  democratie.  De  EU  kan  sancties  opleggen  die  als  uitbreiding  fungeren  op  de  reeds  

opgelegde  VN  sancties,  of  de  EU  kan  onafhankelijke  sancties  opleggen,  zoals  het  geval  was  in  Zimbabwe.  84  Naast  

Zimbabwe  heeft  de  EU  meerdere  malen  sancties  opgelegd  op  basis  van  de  

de  Centrale  Republiek  Afrika,  Togo  en  Niger  en  onlangs  nog   in  Libië  en  Syrië   sancties  opgelegd  als   reactie  op  

militaire  coups  en  de  onderdrukking  van  burgers.85    

De  opkomst  van  democratische  normen  vanaf  de   jaren  negentig  was  niet  alleen  zichtbaar   in  de  relatie  

zichtbaar  in  internationale  verdragen  en  resoluties.  In  de  Verklaring  van  Wenen  uit  1993  werden  democratie  en  

mensenrechten  onlosmakelijk  met  elkaar  verbonden.  Democratie  wordt  door  de  VN  gezien  als  de  institutie  die  de  

86  In   1999   namen   de   VN   de  

Promotion   of   the   Right   to   Democracy

bevestigden.  China  en  Cuba  waren  de  enige  staten  die  tegen  de  resolutie  stemden.87    

   

84   European  Foreign  Affairs  Review,  14  (2009),  p.  197.    85  Voor  een  overzicht  van  de  beperkende  maatregelen  van  de  EU  die  momenteel  in  werking  zijn,  zie:  http://eeas.europa.eu/cfsp/sanctions/docs/measures_en.pdf  86     PS:  Political  Science  and  Politics,  36  (2003),  pp.  51    57,  

 87  Ibidem,  p.  299.  

Page 34: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

26    

2.2  Het  Europese  veiligheidsbeleid    Het   einde   van   de   Koude   Oorlog   had   niet   alleen   gevolgen   voor   het   ontwikkelingsbeleid,   maar   ook   voor   het  

Europese  Veiligheidsbeleid  van  de  EU.  Begin   jaren  negentig  begon  de  Europese  Commissie   te   beseffen  dat  de  

nieuwe   internationale   orde   nieuwe  uitdagingen  met   zich  meebracht.   De  Amerikaanse  unipolariteit   verving  de  

bipolaire   wereldorde,   en   communisme   maakte   plaats   voor   kapitalisme   en   democratie. 88  Tevens   maakte   het  

klassieke   concept   van   veiligheid,   dat   voornamelijk   bestond   uit   de   bescherming   van   de   staat,   plaats   voor   een  

nieuw  concept,  gericht  op  human  security.  De  externe  vijand  bestond  niet   langer  en  niet-­‐‑traditionele  dreigingen,  

zoals   etnische   spanningen,   armoede   en   slecht   bestuur,   waren   de   aanstichters   van   conflicten.89  Daar   waar   de  

situatie  in  het  Westen  gestabiliseerd  was,  bleef  sub-­‐‑Sahara  Afrika  gekweld  door  burgeroorlogen,  conflicten  tussen  

staten   en   algehele   instabiliteit.   Bovendien   maakten   de   situaties   in   Rwanda   en   Joegoslavië   duidelijk   dat   de  

internationale   gemeenschap   niet   in   staat   was   humanitaire   crises   te   voorkomen.   Tegelijkertijd   werd   in   Europa  

duidelijk  dat  unilaterale  initiatieven,  zoals  die  van  Frankrijk  in  Rwanda,  beperkt  effect  hadden.  Dit  versterkte  de  

wil   om   de   Europese   middelen   voor   conflictbeheersing   te   vergroten.   In   1997   bracht   de   Raad   een  

gemeenschappelijk  standpunt  naar  buiten,  waarmee  de  EU  duidelijk  maakte  dat  conflictpreventie  voortaan  een  

prioritair  terrein  was.90  Vrede  en  stabiliteit  werden  centrale  elementen  in  het  Gemeenschappelijk  Buitenlands-­‐‑  en  

Veiligheidsbeleid  en  het  Europese  Veiligheids-­‐‑  en  Defensiebeleid  van  de  EU,  ook   in  het  beleid   ten  aanzien  van  

Afrika.  Tevens  groeide  het  besef  dat  veiligheid  en  ontwikkeling  onlosmakelijk  met  elkaar  zijn  verbonden.    

In  de  jaren  negentig  werd  de  basis  gelegd  voor  de  huidige  Europese  benadering  van  ontwikkeling:  een  

drieledige  benadering,  waarin  veiligheid,  ontwikkeling  en  goed  bestuur  met  elkaar  verbonden  zijn.91  Het  verdrag  

van   Maastricht   bevestigde   deze   relatie   door   democratie   en   mensenrechten   als   doeleinden   van   het   nieuw  

opgerichte  Gemeenschappelijk   Buitenlands-­‐‑   en  Veiligheidsbeleid   (GBVB)   te   benoemen.92  Dit   bood   de   EU   twee  

parallelle  trajecten  om  democratie  en  mensenrechten  te  bevorderen:  via  het  ontwikkelingsbeleid  en  via  het  GBVB.  

In  2003  ontwikkelde  de  EU  de  Europese  Veiligheidsstrategie,  waarmee  de  EU  wilde  bijdragen  aan  veiligheid  in  

de  wereld.  Hierin  wordt  veiligheid  omschreven  als:    

 een  voorwaarde  voor  ontwikkeling,  [want]  conflicten  maken  niet  alleen  de  infrastructuur  en  de  sociale   infrastructuur   kapot,  maar   zetten   ook   aan   tot  misdaad,   ontmoedigen   investeringen   en  maken  een  normale  economische  activiteit  onmogelijk.  93    

 Stabiliteit   is   dus   een   voorwaarde   voor   ontwikkeling.   Aangezien   de   EU   een   democratisch   tekort   als  mogelijke  

oorzaak  van  conflicten  beschouwt,   is  democratie  essentieel  voor  een  stabiele  situatie  die  ontwikkeling  mogelijk  

88  D.  Deudney  &   s,  nr.  48  (2011),  p.  435.    89  P.  Vandepitte  &  G.  van  den  Bossche,  Lexicon.  Een  verklaring  van  historische  en  actuele  maatschappelijke  concepten,  Gent:  Academia  Press  2007,  p.  189.  90   International  

Peacekeeping,  nr.  2,  (2009),  p.245.  91  N.  Bagoyoko,  &  M.  van  Gibert,  'ʹThe  European  Union  in  Africa:  The  Linkage  between  Security,  Governance  and  Development  from  an  Institutional  Perspective'ʹ,  Journal  of  Development  Studies,  nr.  5  (2009),  p.  790.    92  Verdrag  betreffende  de  Europese  Unie,  artikel  J  1  (2).  93  Europese  Veiligheidsstrategie,  p.  3.  Te  raadplegen  op:  http://www.consilium.europa.eu/eeas/security-­‐‑defence/european-­‐‑security-­‐‑strategy?lang=nl,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.  

Page 35: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

27    

maakt. 94  Het   belang   van   democratie   en   mensenrechten   voor   veiligheid   wordt   ook   in   de   Europese  

Veiligheidsstrategie  in  heldere  bewoordingen  uiteengezet:  

 De   kwaliteit   van   de   internationale   samenleving   hangt   af   van   de   kwaliteit   van   de   regeringen  waarop  zij  berust.  De  beste  bescherming  van  onze  veiligheid  is  een  wereld  van  goed  bestuurde  democratische  staten.95  

 Deze   interdependentie   tussen   veiligheid   en   ontwikkeling   is   een   geïntegreerd   onderdeel   van   het   EU   beleid   in  

Afrika.  Zo  erkent  Artikel  1  van  de  Cotonou  overeenkomst,  waarin  de  betrekkingen  tussen  de  EU  en  Afrika  uiteen  

gezet  zijn,  dat  

96  In   de   tweede   herziening   van   de   Cotonou  

overeenkomst  (2010)  wordt  het  verband  tussen  veiligheid  en  ontwikkeling  nog  sterker  benadrukt.  97    

Vrede   en   stabiliteit   spelen   in   toenemende  mate   een   belangrijke   rol   in   het   Europese   beleid.   In   de   EU-­‐‑

Afrikastrategie  uit  2005  werd  de  relatie  tussen  veiligheid  en  ontwikkeling  wederom  bevestigd.  In  deze  strategie  

worde 98  Op   de   EU-­‐‑

Afrika  Top  te  Lissabon  in  2007  werden  vrede  en  veiligheid  als  centrale  elementen  in  de  samenwerking  tussen  de  

EU  en  Afrika  erkend.99  Het  is  duidelijk  dat  ontwikkeling  en  veiligheid  voor  de  EU  onderling  afhankelijk  zijn  en  

dat  deze  beleidsterreinen  dus  niet  los  van  elkaar  gezien  kunnen  worden.  Deze  geïntegreerde  benadering  van  het  

Europese  ontwikkelings-­‐‑   Structural  Stability .  De  Europese  

Structural   Stability

Rehabilitatie  en  Ontwikkeling  als:  

 a  situation  involving  sustainable  economic  development,  democracy  and  respect  for  human  rights,  viable  

political   structures,   healthy   social   and   environmental   conditions,   with   the   capacity   to   manage   change  

without  resort  to  violent  conflict.100      Een  stabiele  situatie  is  dus  afhankelijk  van  zowel  de  veiligheid  als  de  democratie  en  de  mensenrechtensituatie  in  

een   land.   Het   principe   van   Structural   Stability   illustreert   derhalve   het   belang   van   zowel   het   GVBV   als   het  

ontwikkelingsbeleid  voor  een  vreedzame  ontwikkeling  van  de  ACS  landen.    

Sinds   de   eeuwwisseling   heeft   de   EU   dan   ook   meerdere   instrumenten   in   het   leven   geroepen   voor  

conflictpreventie   en   beheersing.   Naast   de   langetermijnmaatregelen   die   genomen   werden   via   het  

ontwikkelingsbeleid  en  waarin  de  diepere  oorzaken  van  conflicten  werden  aangepakt,  ontwikkelde  de  EU  haar  

capaciteit  om  op  korte  termijn  te  kunnen  reageren.    In  2003  werd  in  het  kader  van  het  Europese  Veiligheids-­‐‑  en  

94   211  Final,  Brussel,  2001.  Te  raadplegen  op:  http://europa.eu/legislation_summaries/foreign_and_security_policy/conflict_prevention/r12700_en.htm  95  Europese  veiligheidsstrategie,  p.  10.  Te  raadplegen  op:  http://www.consilium.europa.eu/eeas/security-­‐‑defence/european-­‐‑security-­‐‑strategy?lang=nl,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.  96  Cotonou  Overeenkomst,    Artikel  1.  97   5/789,  Brussel,  2010.  Te  raadplegen  op:  http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/10/327&format=HTML&aged=0&language=EN&guiLanguage=en  98  Hill  &  Wallace,   The  Actors  

,  London:  Routledge  1996,  pp.1 16;  International  Peacekeeping,  2  (2009),  p.  247.  

99  G.  Olsen,  p.  248.  100  Europese  Commissie,  1996,  geciteerd  in:  D.  Sicurelli,  The  European  Uni ,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  44.  

Page 36: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

28    

Defensiebeleid   de   eerste   Europese  militaire  missie   uitgevoerd   in   de   Democratische   Republiek   Congo.   In   2005  

steunde   de   EU   de  Afrikaanse  Unie  met   een   civiel-­‐‑militaire  missie   in   Soedan   en   in   2008   zond   de   EU  militaire  

missies   naar   Tsjaad   en   de   Centrale   Republiek   Afrika.   De   EU   biedt   deze   missies   diplomatieke   steun   door   de  

aanstelling   van   Speciale   delegaties   van   de   Europese   Commissie   en   Speciale   Vertegenwoordigers   in   gebieden,  

zoals  het  Grote  Merengebied,  Somalië   en  Soedan.101  Gestimuleerd  door  de  eigen  ervaring  heeft  de  EU  sinds  de  

jaren  negentig  haar  steun  geuit  voor  regionale  integratie  als  middel  om  de  stabiliteit  te  vergroten.  In  de  aanpak  

van  conflicten  zoekt  de  EU  dan  ook  vaak  aansluiting  bij  regionale  organisaties,  zoals  de  Afrikaanse  Unie.102    

waaronder  het  Europese  Initiatief  voor  Democratie  en  Mensenrechten  (EIDM),  dat  in  2007  werd  vervangen  voor  

het   Financieringsinstrument   voor   de   Bevordering   van   Democratie   en   Mensenrechten   in   de   Wereld.   Hiermee  

beschikt  de  EU  over  een  financieel  en  beleidsinstrument  waarmee  zij  steun  kan  bieden  zonder  toestemming  nodig  

te  hebben  van  de  regering  van  het  land  waar  het  instrument  gebruikt  wordt.103    

 

2.2.1  Responsibility  to  Protect  

 De  Europese  positie  ten  opzichte  van  Responsibility  to  Protect  kan  worden  bezien  in  het  licht  van  de  opkomst  van  

democratie  en  mensenrechten  in  het  Europese  beleid  en  in  de  ontwikkeling  van  het  veiligheidsbeleid.  In  de  VN  

vergaderingen  uitte   de   EU  openlijk   haar   steun   voor   de   aanname   van  Responsibility   to  Protect  als   internationale  

norm.   In  2005  onderschreef  de  Algemene  Vergadering  van  de  Verenigde  Naties  unaniem  het   outcome  document  

van  de  Wereldtop,  waarin  para

erkennen  om  de  bevolking   te  beschermen  tegen  genocide,  oorlogsmisdaden,  etnische  zuiveringen  en  misdaden  

104  Dit  was  een  belangrijke  stap  in  de  acceptatie  van  Responsibility  to  Protect,  die  vier  jaar  

eerder   was   ontwikkeld   door   de   International   Commission   on   Intervention   and   State   Sovereignty   (ICISS). 105  De  

verantwoordelijkheden  van  staten  worden  in  het  ICISS  document  als  volgt  uiteengezet:  

 states  have  the  primary  responsibility  to  protect  their  populations   from  mass  atrocity  crimes.  However,  

should  a  state  prove  unable  or  unwilling  to  protect  its  populations,  the  Responsibility  to  Protect  yields  to  

the   international   community.  The  Responsibility   to  Protect   embraces   three   specific   responsibilities:   the  

Responsibility  to  Prevent,  the  Responsibility  to  React  and  the  Responsibility  to  Rebuild.  The  use  of  force  

should   be   envisaged   only   as   a   last   resort,   along   clear   criteria,  when   all   other   pacific  means   have   been  

exhausted.106  

 

101  D.  Sicurelli,   ,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  41.  102    

Journal  of  European  Public  Policy,  nr.  8  (2009),  p.  1165.  103   olicy  Working  Paper  16,  Brighton:  MICROCON,  2011,  p.  54.    104  http://www.responsibilitytoprotect.org/index.php?option=com_content&view=article&id=398,  geraadpleegd  op  1  juni  2012.  105  M.  Vincent  &  J.  Wouters,  The  Responsibility  to  Protect:  Where  does  the  EU  stand?,  Policy  Brief  No.  10,  Leuven:  Leuven  Centre  for  Global  Governance  studies  2008,  beschikbaar  op:  http://ghumweb2.ghum.kuleuven.ac.be/ggs/nieuw/publications/policy%20briefs/pb10.pdf,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.  106  Internatonal  Commission  on  Intervention  and  State  Sovereignty,  Responsibility  to  Protect.  Engaging  Civil  Society,  New  York:  World  Federalist  Movement    Insitute  for  Global  Policy  2001,  p.  V.    

Page 37: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

29    

Sinds   2005   fungeert   R2P   als   leidende   norm   binnen   het   GBVB.   Binnen   de   Europese   benadering   van   R2P  

prevaleert   Responsibility   to   Prevent.107  Hoewel   de   EU   haar   ontwikkelingsbeleid   geen   Responsibility   to   Prevent  

noemt,  handelt  de  EU  zoals  gezegd  in  de  ontwikkelingssamenwerking  naar  het  principe  van  Structural  Stability  

en  ziet  zij  een  brede  notie  van  veiligheid  als  vereiste  voor  duurzame  ontwikkeling.  Ontwikkelingssamenwerking  

wordt  dan  ook  gezien  als  meest  effectieve  instrument  om  de  wortels  van  het  conflict  aan  te  pakken.108  Hiermee  

poogt   de   EU  het   (verdere)   uitbreken   van   conflicten   te   voorkomen,   hetgeen   overeenkomt  met  Responsibility   to  

Prevent.109  De  Europese  Raad  en  het  Europees  Parlement  (EP)  verwelkomden  het  onderschrijven  van  R2P.  Vooral  

het  EP  liet  zich  meerdere  malen  positief  uit  over  acceptatie  van  het  principe  en  noemde  het  concept  in  een  aantal  

resoluties.  De  EU  nam  het  principe  dan  ook  op  in  verscheidene  beleidsdocumenten,  waaronder  het  rapport  over  

de  invoering  van  de  Europese  Veiligheidsstrategie:110  

 With   respect   to   core   human   rights,   the  EU   should   continue   to   advance   agreement   reached   at   the  UN  

world  Summit   in  2005,   that  we  hold  a   shared  responsibility   to  protect  populations   from  genocide,  war  

crimes,  ethnic  cleansing  and  crimes  against  humanity.111    

Binnen  het  Europese  buitenlandse  beleid  hebben  democratie  en  mensenrechten  geleidelijk  hun  plek  veroverd.  

Daar   waar   de   samenwerking   tussen   de   EU   en   ACS   landen   in   de   eerste   jaren   vooral   op   historische   banden  

berustte   en   gericht   was   op   handel   en   ontwikkelingssamenwerking,   worden   de   liberale   normen   inmiddels  

erkend   als   zijnde   essentieel   voor   duurzame   ontwikkeling   en   als   prioritaire   doeleinden   van   het   GBVB.   De  

centrale  plaats  die  de  liberale  normen  in  het  Europese  beleid  innemen,  wordt,  zoals  zal  blijken,   in  het  Chinese  

beleid  ingenomen  door  soevereiniteitsnormen  als  non-­‐‑interference.    

   

107  D.  Sicurelli,   ,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  42.  108  E.  Vanheusden,  p.  42.  109De  Europese  voorkeur  voor  Responsibility  to  Prevent  kan  echter  ook  gedreven  worden  door  het  gebrek  aan  capaciteit  en  politieke  wil  van  de  EU  om  zich  actief  in  te  zetten  voor  missies,  en  tevens  door  de  beschikbaarheid  van  een  breed  aanbod  aan  ontwikkelingsinstrumenten.    

itical  Commitments  into  Effective  Te  raadplegen  op:  http://www.cris.unu.edu/fileadmin/workingpapers/BRIGG_papers/BRIGG_2011-­‐‑

1.pdf  110  E.  Vanheusden,  p.  10.  111   008.  Te  raadplegen  op:  http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressdata/NL/reports/104633.pdf  

Page 38: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

30    

2.3  China  in  Afrika    De  betrekkingen   tussen  China  en  Afrika  gaan,  net  zoals  die   tussen  de  EU  en  Afrika,  ver   terug  en  zijn  onder   te  

verdelen   in   verschillende   fasen:   (i)   de   periode   van   1955   tot   eind   jaren   zeventig;   (ii)   de   periode   van   eind   jaren  

zeventig  tot  2000  en  (iii)  de  periode  na  2000.112  De  betrekking  tussen  China  en  Afrika  laten  grote  verschillen  zien  

met   de   betrekkingen   tussen   de   EU   en   Afrika.   Daar  waar   de   relatie   tussen   de   EU   landen   en   Afrika   in   eerste  

instantie  gebaseerd  was  op  afhankelijkheid,   legt  China  bewust  de  nadruk  op  de  gedeelde  koloniale  ervaringen,  

om   zo   een   broederlijke   band   te   behouden.113  Tussen   1418   en   1433   voer   de   vloot   van   de  Ming-­‐‑dynastie   onder  

leiding  van  admiraal  Zhen  He  meerdere  malen  naar  Oost  Afrika.   In   tegenstelling   tot  het  koloniserende  Westen  

114  In  

2006  gaf  Hu  Jintao,  op  een  top  met  ruim  veertig  Afrikaanse  leiders,  aan  dat  China  deze  broederlijke  band  ook  zal  

 en  refereerde  

.115  De   betrekkingen   tussen   China   en   Afrika   kunnen   worden  

omschreven   als   een   Zuid-­‐‑Zuidrelatie,   waarin   betrekkingen   worden   onderhouden   tussen   twee  

ontwikkelingslanden.   Gelijkheid,   partnerschap   en   mutual   benefit   zijn   kernwoorden   in   deze   vorm   van  

samenwerking.  

De   eerste  periode   in  de   Sino-­‐‑Afrikaanse  betrekkingen  werd  vooral   gedreven  door  politieke  motieven.  

China  herontdekte  Afrika  in  de  jaren  vijftig  van  de  twintigste  eeuw  toen  het  zijn  internationale  aanzien  probeerde  

te  vergroten  door  betrekkingen  aan  te  gaan  met  ontwikkelingslanden.116  De  communistische  staat  China,  en  Mao  

Zedong  in  het  bijzonder,  zag  non-­‐‑alignment117  en  steun  voor  de  onafhankelijkheid  van  ontwikkelingslanden  als  het  

juiste   pad   om   te   volgen,   aangezien   de   relatie   van   Moskou   met   de   ontwikkelingslanden   gezien   werd   als   een  

poging   om   de   Sovjethegemonie   te   bevestigen,   wat   leidde   tot   een   ondergeschikte   positie   van   de  

ontwikkelingslanden.  China  daarentegen  baseerde  de  relatie  met  ontwikkelingslanden  op  de  vijf  principes  van  

vredige   co-­‐‑existentie   die   werden   opgesteld   in   de   onderhandelingen  met   India   over   Tibet   in   1954.118  Deze   vijf  

principes  werden  in  1955  aangenomen  op  de  Bandung  Conferentie  voor  Non-­‐‑Alignment.119  De  vijf  principes  van  

vreedzame  co-­‐‑existentie  zijn:   (i)  wederzijds  respect  voor  soevereiniteit  en   territoriale   integriteit;   (ii)  wederzijdse  

non-­‐‑aggression;  (iii)  geen  inmenging  in  elkaars  binnenlandse  aangelegenheden;  (iv)  gelijkheid  en  wederzijds  profijt  

en  (v)  vreedzame  co-­‐‑existentie.120  Ruim  vijftig   jaar   later  fungeren  deze  principes  nog  steeds  als  fundament  voor  

het   buitenlandse   beleid   en   de   ontwikkelingshulp.   Chinese   leiders   benadrukken   veelvuldig   dat   Chinese  

112  D.  Brautigam,  The    Oxford:  Oxford  University  Press,  2009.  113  J.  Men  &  B.  Barton,  China  and  the  European  Union  in  Africa:  Partners  or  Competitors?,  Farnham:  Ashgate,  2011,  p.  6.  114  Chinese  diplomaat,  geciteerd  in  D.  Brautigam,  p.  23.  115  Towards  a  Better  Future  with  Stronger  China-­‐‑Africa  Solidarity  and  Cooperation,  speech  door  H.E.  Jia  Qinglin  op  de  AU  top  2012,  beschikbaar  op:  http://news.xinhuanet.com/english/china/2012-­‐‑01/29/c_131381416.htm,  geraadpleegd  op  11  juni  2012.  116  J.  Men  &  B.  Barton,  China  and  the  European  Union  in  Africa:  Partners  or  Competitors?,  Farnham:  Ashgate,  2011,  p.  5.  117  In  1955  werd  de  Non-­‐‑Alignment  Movement  opgericht  met  als  doel  het  behartigen  van  de  belangen  van  ontwikkelingslanden  in  de  mondiale  politiek.  Leiders  van  Derde  Wereldlanden  verzamelden  zich  in  deze  beweging  om  hun  onafhankelijkheid,  in  een  in  toenemende  mate  door  het  Westen  gedomineerde  wereld,  te  bewaren  en  zich  te  verzetten  tegen  kolonialisme  en  neo-­‐‑kolonialisme.    118   -­‐‑ Futures,  nr.  8  (2008),  p.  749.  119  D.  Brautigam,  p.  30.  120  Ibidem.  

Page 39: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

31    

afspiegeling  is  van  het  principe  van  gelijkheid  en  wederzijds  profijt.121  Zowel  in    uit  2006  als  in  

  uit   2011   benadrukt   de   Chinese   overheid   dat   de   betrekkingen  met   andere   landen  

ipes  van  Vreedzame  Co-­‐‑existentie .122  Ook  in  de  nieuwjaarsrede  van  Hu  Jintao  in  

2010,  werden  de  principes  genoemd.123  

In  de  jaren  zestig  bevond  China  zich  in  Afrika  in  een  ideologische  strijd  met  het  Westen.  In  deze  periode  

steunde  China  meerdere  onafhankelijkheidsbewegingen,  zoals  de  Zimbabwe  African  National  Union  (ZANU)  van  

Robert  Mugabe  in  Zimbabwe.124  Naarmate  meer  landen  onafhankelijk  verwierven,  werd  duidelijk  dat  China  een  

bredere   agenda   had   dan   alleen   het   steunen   van   socialistische   of   revolutionaire   bewegingen   uit   ideologisch  

standpunt.  De  nieuwe  Afrikaanse  staten  waren  voor  China  van  strategisch  belang  bij  de  politieke  isolering  van  

Taiwan  in  internationale  organisaties  en  bij  de  poging  om  samen  met  de  non-­‐‑aligned  staten  een  nieuwe  balans  in  

de  wereldpolitiek  te  brengen.  Voor  de  staten  die  door  het  Westen  gemarginaliseerd  werden,  was  het  principe  van  

non-­‐‑interference   in   de   binnenlandse   zaken   van   andere   staten   zeer   aantrekkelijk.   Toen  de  westerse   landen   in  de  

jaren   zestig   en   zeventig   de   aandacht   voor  Afrika   terugschroefden,   intensiveerde   de  Chinese   aandacht   juist.   In  

1963  en  1964  maakte  de  Chinese  premier  Zhou  Enlai  een  reis  naar  tien  Afrikaanse  landen  en  liet  hiermee  de  steun  

voor  de  nieuwe  onafhankelijke  staten  blijken.125  Dat  de  Chinese  aandacht  voor  Afrika  zijn  vruchten  afwierp,  werd  

duidelijk  toen  de  nieuwe  staten  China  politieke  steun  verleenden  in  de  VN.126    

In  de  periode  waarin  China  vocht  voor  de  zetel  in  de  VN  gebruikte  ook  Taiwan  buitenlandse  hulp  om  

politieke   steun   te   vergaren,   om   zo,  met   grote   steun   van   de   Verenigde   Staten,   de   zetel   te   behouden.  Maar   de  

toetreding  van  nieuwe  onafhankelijke,  overwegend  Afrikaanse,  staten  tot  de  VN,  zorgde  voor  een  verschuiving  

binnen  de  VN.  Daar  waar  de  VN  eerst  gedomineerd  werd  door  westerse  staten,  kreeg  Beijing  door  de  Afrikaanse  

partners   steeds  meer  gewicht.   In  1971  werd  de  PRC  dan  ook  binnen  de  VN  erkend  als   legitieme   regering  van  

China.127  Tot  dat  moment  was  het  buitenlandse  beleid  van  China  voornamelijk  gericht  geweest  op  de  politieke  

isolering  van  Taiwan.  In  1949  kwam  een  einde  aan  de  Chinese  burgeroorlog  en  werd  de  zittende  Kuomintang-­‐‑

regering  van  de  Republiek  China  door  de  Volksrepubliek  China  verdreven  van  het  vaste  land.128  Hoewel  Taiwan  

inmiddels   een   eigen   regering   heeft,  wordt   het   eiland  door   Beijing   nog   steeds   als   provincie   van  China   gezien.  

Voordat  de  PRC  officieel  erkend  werd  als  legitieme  regering  van  China,  draaide  het  Chinese  buitenlandse  beleid  

vooral  op  het  isoleren  van  Taiwan  in  de  internationale  betrekkingen,  omdat  het  zonder  de  officiële  erkenning  van  

andere  staten  geen  mogelijkheid  had  om  onderdeel  te  zijn  van  internationale  organisaties  en  zo  de  internationale  

samenwerking  te  vergroten.  Nog  altijd  is  de  erkenning  van  Taiwan  als  provincie  van  China  een  cruciaal  element  

in  de  samenwerking  van  China  met  staten.  De  betrekkingen  tussen  China  en  Afrika  hadden  in  de  periode  tot  eind  

121  Ibidem.  122   http://www.gov.cn/english/official/2011-­‐‑09/06/content_1941354.htm  en  

g/zt/zgdfzzcwj/t230479.htm  123  Chinese  President  Hu  Jintao  delivers  New  Year  address,  te  raadplegen  op:  http://al.china-­‐‑embassy.org/eng/zggk/t649635.htm,  laatst  geraadpleegd:  8  juni  2012.  124 Asian  Perspective,  4  (2006),  p.  73.  125  D.  Brautigam,  p.  32.  126   -­‐‑ China:  An  International  Journal,  2  (2008),  p.  332.    127  Ibidem,  pp.  332    333.  128  E.  Friedman  (ed.),   Londen:  Routledge  2006,  p.  5.  

Page 40: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

32    

jaren   zeventig   dus   vooral   een   politieke   dimensie.   China   probeerde   de   eigen   positie   in   de   VN   te   versterken,  

Taiwan  te  isoleren  en  een  nieuwe  balans  aan  te  brengen  in  de  wereldorde.129  

Eind   jaren   zeventig   van   de   twintigste   eeuw   veranderde   het   buitenlandse   beleid   van   China.   Deze  

verandering   markeert   het   begin   van   de   tweede   periode   in   de   Sino-­‐‑Afrikaanse   betrekkingen,   waarin  

handelsbelangen  een  steeds  grotere  rol  gingen  spelen,  en  die   turn  to  the  market.130  In  

deze  periode  verzwakte  de  aandacht  van  China  voor  Afrika.  De  draai  naar  een  open  markt  werd  aangedreven  

door   nieuwe   binnenlandse   doelstellingen:   in   1978   maakte   de   nieuwe   leider   van   de   socialistische   partij,   Deng  

Xiaoping,  een  tienjarenplan  bekend,  met  onder  andere  de  bouw  van  acht  kolenmijnen,  vijf  havens  en  tien  nieuwe  

olie-­‐‑  en  gasvelden  als  doel.  De  benodigde  investeringen  voor  dit  ambitieuze  project  moesten  uit  het  buitenland  

komen.131  De   verschuiving   van   het   Maoïsme   naar   een   communistische   partij   die   economische   hervormingen  

doorvoerde   was   essentieel   in   de   ontwikkeling   van   de   open   door   policy   die   China   langzaamaan   toepaste.   De  

behoefte   aan   investeringen  maakte   dat   China   zich  meer   op   de   ontwikkelde  wereld,   het  Westen,   richtte   en   de  

interesse  in  Afrika  nam  derhalve  af.  De  officiële  erkenning  van  de  PRC  in  de  VN  maakte  deze  samenwerking  met  

het  Westen  ook  beter  mogelijk.  

China  herontdekte  Afrika,  deels  noodgedwongen,  als  belangrijkste  partner  na  de  Tiananmenopstand  in  

1989.   De   reden   voor   deze   herontdekking  was   tweeledig:   aan   de   ene   kant   dwong   de   kritische   reactie   van   het  

Westen   op   de  manier  waarop  China   de   opstand   neersloeg  China   tot   het   vinden   van   nieuwe   handelspartners.  

China  vond  deze  partners  in  Afrika  door  de  nadruk  te  leggen  op  Zuid-­‐‑Zuid-­‐‑,  ofwel  Derde  Wereldsolidariteit.  Aan  

de   andere   kant  duidde  China   de   internationale   veroordeling   als   inmenging   in   de   binnenlandse   zaken   van   het  

land,  en  daarmee  als  schending  van  haar  soevereiniteit,  waardoor  het  op  zoek  ging  naar  andere  partners.  Terwijl  

het  Westen  het  mensenrechtenbeleid  van  China  steeds  scherper  gade  sloeg,  werd  het  principe  van  non-­‐‑interference  

steeds   duidelijker  het   kernpunt   van   de   Chinese   samenwerking  met   de   Afrikaanse   staten.   De   steun   die   China  

ontving   van   de   Afrikaanse   partners   compenseerde   het   isolement   waarin   China   zich   bevond   vanwege   het  

schenden  van  mensenrechten  bij  het  neerslaan  van  de  Tiananmenopstand.132  Deze  hernieuwde   focus  op  Afrika  

werd   bevestigd   door   de   vele   bezoeken   van   Chinese   politici   aan   het   continent:   tussen   1989   en   1992   bracht   de  

Chinese   minister   van   Buitenlandse   Zaken   Qian   Qichen   een   bezoek   aan   veertien   Afrikaanse   staten. 133  De  

de  economie  in  verschillende  Afrikaanse  staten  gezorgd.  Dit  stelde  China  in  staat  de  investeringen  en  handel  met  

Afrika  sterk  op  te  schroeven.134  In  1995  werd  de  hernieuwde  samenwerking  formeel  bevestigd  door  een  bezoek  

van  president  Jiang  Zemin  aan  Afrika,  waarin  de  basis  werd  gelegd  voor  wat  later  het  Forum  on  China-­‐‑African  

Cooperation  (FOCAC)  zou  worden.135    

Het  begin  van  de  derde  fase  in  de  Sino-­‐‑Afrikaanse  betrekkingen  kan  worden  teruggebracht  tot  net  voor  

de  eeuwwisseling.  Een  drietal  ontwikkelingen  lag  ten  grondslag  aan  de  nieuwe  visie  van  China   op  Afrika.  Ten  

129   Asian  Perspective,  4  (2006),  p.  72.  130  D.  Brautigam,  p.  45.  131  Ibidem.  132  M.  Meidan,  p.  74,  J.  Tu,  p.  333,  S.  Naidu  &  D.  Mbazima,  p.  750.  133   -­‐‑ Futures,  nr.  8  (2008),  p.  751.  134  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  5.  135   -­‐‑African  cooperation,  a    

Page 41: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

33    

eerste   hadden   de   binnenlandse   economische   hervormingen   een   sterke   economische   groei   op   gang   gebracht,  

waardoor   de   behoefte   aan   energie   en   grondstoffen   intensiveerde.   Hoewel   China   altijd   rijk   was   geweest   aan  

grondstoffen,   werd   het   land   in   1993   een   netto   importeur   van   olie.   Deze   benodigde   grondstoffen   waren  

ruimschoots  aanwezig  op  de  Afrikaanse  markten.  Ten  tweede  gingen  er  internationale  geluiden  op  dat  de  snelle  

opkomst   van   China   de   groei   van   ontwikkelingslanden   in   de   weg   zou   kunnen   staan.   De   grote   vraag   naar  

.136  Door  de  vergelijking  met  de  

kolonialistische  Wedloop  om  Afrika  voor  de  Eerste  Wereldoorlog   te  maken,  wordt   benadrukt  dat  de  belangen  

van  de  grote  mogendheden  op  de  eerste  plaats   staan.  Een  veelvuldig  gebruikt  argument  hiervoor   is  dat  China  

regels   hanteren   en   zaken  doen  met   schurkenstaten,  waardoor   deze   regimes   in   stand  werden   gehouden.137  Ten  

derde   ontwikkelde   de   Chinese   productie-­‐‑industrie   zich   sterk,   en   werden   buitenlandse   markten   steeds  

belangrijker  als  afzetmarkt  voor  Chinese  goederen.138  China  reageerde  op  deze  ontwikkelingen  door  buitenlandse  

hulp   in  grotere  mate   te  verbinden  aan   investeringen  en  handel,  waardoor  de  nadruk  meer  werd  gelegd  op  het  

principe  van  wederzijds  profijt.  Met  het  oog  op  de  eigen  afzetmarkt  creëerde  China  ruim  vijftig   special  economic  

cooperation  zones.139    

De   hedendaagse   Sino-­‐‑Afrikaanse   betrekkingen   berusten   grotendeels   op   bilaterale   economische  

samenwerking.  Tussen  1998  en  2008  groeide  de  Chinese  handel  met  Afrika  van  een  kleine  6  miljard  US$  tot  ruim  

107  miljard  US$.140  Als  basis  voor  de  samenwerking  dient  het  Africa  Policy  Paper,  dat  werd  getekend  op  de  Beijing  

Summit   of   the  Forum  on  China   and  Africa  Cooperation   in   2006.  Deze  hernieuwde   samenwerking  werd,   zoals  

gebruikelijk  in  de  Sino-­‐‑Afrikaanse  relaties,  bevestigd  door  het  bezoek  van  een  Chinese  leider  aan  Afrika.  In  2007  

bezocht  toenmalig  minister  van  Buitenlandse  Zaken  Hu  Jintao  15  Afrikaanse  landen.  Voor  veel  Afrikaanse  landen  

betekent   de   samenwerking   met   China   een   mogelijke   uitweg   uit   de   economische   malaise   waarin   de   landen  

verkeren,  door  het  internationale  isolement,  zoals  bij  Zimbabwe,  de  Centrale  Afrikaanse  Republiek  en  Soedan  het  

geval  was.141  Er  wordt  vaak  gesuggereerd  dat  China  slechts  investeert  in  landen  die  rijk  zijn  aan  grondstoffen.  Het  

Europees  Parlement  bracht  in  2008  een  rapport  uit,  waarin  het  naar  voren  bracht  dat  China  slechts  interesse  had  

resource-­‐‑rich   countries,   bypassing   a   large   number   of   other   African   nations .142  Zoals   D.   Brautigam   aantoont,  

investeert  China   echter   in   elk   land   in   sub-­‐‑Sahara  Afrika,  dat  de  One-­‐‑China  Policy   volgt.143  Bovendien   investeert  

China  niet  meer  in  landen  met  grondstoffen  dan  in  andere  landen.  Het  is  echter  niet  te  ontkennen  dat  China  veel  

overeenkomsten  sluit  die  grondstoffen  als  betaalmiddel  rekenen.  Grondstoffen  zijn  wel  degelijk  belangrijk,  maar  

China   probeert   de   economie   ook   op   andere   terreinen   te   stimuleren.   Zoals   een  Nigeriaanse   diplomaat   zei the  

lse .144  

136   -­‐‑ African  Affairs,  nr.  426  (2008),  p.  57.    137  D.  Brautigam,  p.  3.  138  D.  Brautigam,  p.  78.  139  Ibidem.    140  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  i.  141   Asian  Perspective,  4  (2006),  p.  87.    142    143  D.  Brautigam,  p.277.  144  Nigeriaanse  diplomaat,  geciteerd  in  D.  Brautigam,  p.  277.  

Page 42: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

34    

Rond   de   eeuwwisseling   groeiden   de   banden   tussen  China   en  Afrika   dus   sterk.  Deze   geïntensiveerde  

samenwerking  met  Afrika   is   voor  China   een   onderdeel   van  de  Grand  Strategy.  Deze  Grand  Strategy  heeft   twee  

belangrijke  eigenschappen.  Het  doel   is  enerzijds  het  continueren  van  de  economische  modernisering,  ofwel  het  

veiligstellen  van  de  grondstoffentoevoer,  en  anderzijds  het  voorkomen  dat  deze  internationale  opkomst  door  de  

internationale   gemeenschap   wordt   geduid   als   gevaar   dat   moet   worden   tegengegaan.   Naast   diplomatieke   en  

economische  partnerschappen,  staat  internationale  verantwoordelijkheid  derhalve  centraal  in  de  Grand  Strategy.145  

China  poogt  zich  dus  op  te  werpen  als  verantwoordelijke  actor.    

Hoewel  China  vaak  als  nieuwe  donor  in  Afrika  wordt  gezien,  onderhoudt  het  al  ruim  een  halve  eeuw  

betrekkingen  met  Afrika.  Non-­‐‑interference  en  het  respect  voor  soevereiniteit  liggen  sinds  de  geboorte  van  de  Sino-­‐‑

Afrikaanse  betrekkingen  in  het  hart  van  het  beleid.  De  intensiteit  van  de  betrekking  heeft  echter  veranderingen  

doorgemaakt.  Bovendien  wordt  de  economische  component  steeds  belangrijker.  Sinds  de  eeuwwisseling  is  er  een  

sterke  intensivering  van  de  banden  tussen  China  en  Afrika  te  zien.  Deze  intensivering  is  veelal  gedreven  door  de  

Chinese  behoefte  aan  grondstoffen  en  nieuwe  afzetmarkten,  maar  ook  door  de  ambitie  om  zich  op  internationaal  

toneel  als  verantwoordelijke  actor  te  profileren.    

 

   

145  A.  Goldstein,  Rising  To  The  Challenge:  China'ʹs  Grand  Strategy  And  International  Security,Stanford:  Stanford  University  Press,  2005,  p.  12.    

Page 43: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

35    

2.4  Het  Chinese  veiligheidsbeleid    De  ambitie  van  China  om  een  verantwoordelijke  mogendheid  te  worden,  is  ook  terug  te  zien  in  de  ontwikkeling  

van   het   veiligheidsbeleid.   Het   veiligheidsbeleid   van   China   is   voornamelijk   gericht   op   de   eigen   regio   (Zuid-­‐‑,  

Zuidoost-­‐‑,   Centraal-­‐‑,   en   West-­‐‑Azië,   Japan,   Mongolië   en   Noord-­‐‑   en   Zuid-­‐‑Korea),   maar   China   neemt   in  

toenemende  mate  deel  aan  internationale  vredesmissies,  ook  op  het  Afrikaanse  continent.  De  Chinese  militaire  en  

veiligheidsbetrekkingen   met   Afrika   hebben   zich   de   afgelopen   decennia   ontwikkeld   van   steun   voor  

onafhankelijkheidsbewegingen  in  de  jaren  zestig  en  zeventig,  tot  pragmatische  betrekkingen  in  de  jaren  negentig  

en   het   eerste   decennium   van   de   eenentwintigste   eeuw.  Het   Chinese   veiligheidsbeleid   staat   grotendeels   in   het  

teken  van  het  consolideren  van  de  politieke  en  economische  banden  met  de  Afrikaanse  staten.  Daar  waar  China  

in  de  jaren  zestig  en  zeventig  de  onafhankelijkheidsbewegingen  steunde,  zoals  de  ZANU  partij  van  Mugabe,  zet  

het   land   zich   inmiddels   voornamelijk   in   voor   het   behoud   van   de   status-­‐‑quo,   om   tevens   de   eigen   belangen   te  

consolideren.    

Het   overkoepelende   doel   van   de   veiligheidsstrategie   is   het   creëren   van   een   vreedzame   en   stabiele  

omgeving   voor   de   eigen   ontwikkeling,   maar   ook   om   middels   het   buitenlandse   beleid   bij   te   dragen   aan   een  

vreedzame  en  ontwikkelde  wereld.  146  In  2004  erkende  Hu  Jintao  dat  een  doel  van  het  Chinese  buitenlandse  beleid  

147  Vrede,  

stabiliteit   en   ontwikkeling   staan   centraal   in   het   discours   rondom   het   imago   van   China   als   verantwoordelijke  

macht  en  in  dit  licht  moet  de  toenemende  rol  van  China  in  de  internationale  veiligheidspolitiek  bezien  worden.  

Naarmate  de  aanwezigheid  van  China   in  Afrika  op  velerlei   terreinen  groeit,  wordt  China   in   toenemende  mate  

betrokken   in   militaire   conflicten.148  Deze   betrokkenheid   neemt   verschillende   vormen   aan.   China   is   middels  

wapenhandel  met  Afrikaanse  partijen  betrokken  bij  de  conflicten,  maar  levert  ook  bijdragen  aan  de  VN  missies  

op  het  continent.149  Afhankelijk  van  de  belangen  van  China  in  een  land,  wordt  de  vorm  van  het  beleid  bepaald.  

Dit  kan  verschillen  van  de  steun  aan  militaire  infrastructuur  tot  het  opruimen  van  landmijnen.150    

Volgens  China  is  soevereiniteit  de  enige  premisse  en  garantie  voor  het  waarborgen  van  mensenrechten  

binnen   een   staat. 151  Dit   betekent   echter   niet   dat   China   geen   rol   weggelegd   ziet   voor   de   internationale  

gemeenschap  wanneer  het  om  bescherming  van  burgers  gaat.  In  1999  erkende  China  in  de  Veiligheidsraad  van  de  

Verenigde  Naties  dat  het  legitiem  is  voor  de  internationale  gemeenschap  om  bezorgd  te  zijn  om  de  situatie  van  

burgers  in  gewapende  conflicten,  toen  het  voor  de  resolutie  stemde  die  de  VN  missie  in  Oost-­‐‑Timor  (INTERFET)  

accordeerde.152  In  deze  periode  had  China  zich  losgemaakt  van  de  geïsoleerde  positie  waarin  het  zich  bevond  als  

gevolg   van   de   Tiananmenopstand.   Bovendien   had  China   in   deze   periode   een   betere   verstandhouding  met   de  

Sovjet-­‐‑Unie  ontwikkeld,  waardoor  het  een  actievere  rol  kon  spelen  in  internationale  organisaties.  De  goedkeuring  

van  de  Congolese  regering  was  hierin  van  essentieel  belang.  Om  internationale  geschillen  te  beslechten,  prefereert  

146   2011,  geciteerd  in:  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  2.  147  China  and  conflict  affected  states.  Between  principle  and  pragmatism.  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  2.  148   Sacha  Journal  of  Policy  for  Strategic  Studies,  nr.  1  (2011),  p.  69.  149  Ibidem.  150  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  iii.  151   Paradigm  of  

 Men  &  B.  Barton,  China  and  the  European  Union  in  Africa:  Partners  or  Competitors?,  Farnham:  Ashgate,  2011,  p.  149.  152  UNSC,  1999,  geciteerd  in  S.  van  Hoeymissen,  in:  J.  Men  &  B.  Barton,  pp.  147    166.  

Page 44: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

36    

China  een  multilaterale  aanpak.  Hiervoor  is  de  VN  Veiligheidsraad  in  de  ogen  van  de  Chinese  beleidsmakers  het  

enige  juiste  platform.  De  VN  Veiligheidsraad  is  dan  ook  het  enige  orgaan  met  het  recht  om  geweld  in  te  zetten.  

Beslissingen  van  regionale  actoren,  waar  enige  vorm  van  interventie  mee  gemoeid  is,  moeten  volgens  China  dan  

ook   worden   goedgekeurd   door   de   VN   Veiligheidsraad.   Interne   conflicten   zijn   complexer   en   de   aanpak  moet  

derhalve  per  conflict  worden  bepaald.153    

De  groeiende  rol  van  China  op  het  gebied  van  internationale  veiligheid  is  ook  zichtbaar   in  de  bijdrage  

die  China  levert  aan  de  VN  missies.  Sinds  2000  vertwintigvoudigde  het  aandeel  Chinese  troepen  in  VN  missies.  

Ruim  twee  derde  hiervan  betrof  missies  in  Afrika.  In  2009  leverde  China  meer  troepen  aan  de  VN  dan  drie  andere  

permanente  leden  van  de  Veiligheidsraad:  Rusland,  het  Verenigd  Koninkrijk  en  de  Verenigde  Staten.  Een  groot  

deel  van  de   troepen  die  China   levert,  bestaat  uit  medisch  en   technisch  personeel   en  hiermee  draagt  China  dus  

voornamelijk  bij  aan  de  civiele  missies  van  de  VN.154  Deelname  aan  VN  missies  geeft  China  de  mogelijkheid  om  

invloed  uit  te  oefenen  binnen  de  missies  en  er  zo  voor  te  zorgen  dat  de  Chinese  visie  op  als  legitieme  interventie  

geldt  wordt  gerespecteerd.155    

In   2005   ondertekende   China   tevens   de   R2P   resolutie   in   de   VN   Veiligheidsraad.   China   zal   de  

implementatie  van  R2P  echter  niet  snel  steunen,  aangezien  dit  ingaat  tegen  non-­‐‑interference.  

Peaceful  Development  uit  2011,  benadrukt  dit  nogmaals:  

 without  

.156      

China   blijft   dan   ook   terughoudend   als   het   aankomt   op   de   inzet   van   vredesmissies   en   interventie   door   de  

internationale  gemeenschap.  Dit  betekent  niet  dat  China  interventie  door  de  VN  nooit  steunt.   In  2003  pleitte  de  

Chinese  ambassadeur  in  de  VN,  in  reactie  op  de  groeiende  instabiliteit  in  de  DRC  en  Liberia,  voor  een  snellere  en  

krachtigere  interventie  door  de  VN  in  conflictgebieden.  Ook  heeft  de  Chinese  steun  voor  de  missie  in  Haïti  laten  

zien  dat  de  One  China  Policy  niet   langer  een  bepalende  rol  speelt   in  de  keuze  van  China  om  missies  te  steunen,  

aangezien  Haïti  Taiwan  als  onafhankelijke  staat  erkent.157  

Chinese   beleidsmakers   zien   betrokkenheid   in   de   conflictbeheersing   en   vredesmissies   als   een   goede  

manier   om   een   positief   imago   te   creëren,   zodat   China   .   Dit   zou  

158   it   steeds  

vaker  worden  genoemd,  beslaan  deze  slechts  één  paragraaf  in   uit  2006.  De  twijfel  blijft  dan  

ook  bestaan  of  Afrika  een  echte  rol  speelt  in  het  veiligheidsbeleid  van  China.  Volgens  D.  Shinn  is  Afrika   only  a  

security  issue  in   159    

153   Global  Security  in  a  Multipolar  World,  Parijs:  Institute  for  Security  Studies,  2009,  pp.  31-­‐‑47,  p.  33  154  S.  van  Hoeymissen,  in:  J.  Men  &  B.  Barton,  p.  179.  155  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  76.  156  J.  Qian  &  A.  Wu,  geciteerd  in:  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  3.  157  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  76.  158   holm:  Stockholm  International  Peace  Institute,  2009,  p.  12.  159   China  into  Africa,  trade,  aid,  and  influence,  Washington  D.C.:  Brookings  Institute  Press,  2008,  p.  155.  

Page 45: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

37    

Door  de  ondertekening  van  R2P  en  door  de  groeiende  bijdrage  aan  VN  missies  manifesteert  China  zich  

echter   wel   degelijk   als   een   verantwoordelijke   actor.   Hoewel   de   rol   van   China   in   het   internationale  

veiligheidsbeleid  een  duidelijke  groei  laat  zien,  blijven  de  economische  en  politieke  betrekkingen  de  kernpunten  

van  het  beleid.  Het  Chinese  buitenlandse  beleid  is  immers  gebaseerd  op  wederzijds  profijt  en  non-­‐‑interference,  en  

veiligheid  wordt  nog  steeds  voornamelijk  gezien  als  een  staatsaangelegenheid.    

 

Conclusie  

 Het   Chinese   beleid,   dat   sinds   de   jaren   vijftig   is   gebaseerd   op   soevereiniteitsnormen,   verschilt   sterk   van   het  

Europese   beleid,  waarin   liberale   normen   als   democratie   en  mensenrechten   sinds   de   jaren   negentig   een   steeds  

grotere   rol   spelen.   Daar   waar   de   EU   deze   liberale   normen   probeert   te   verspreiden,   en   hiervoor   zowel  

economische  als  diplomatieke   instrumenten  gebruikt,  houdt  China  zich  ver  van  de   inmenging   in  binnenlandse  

aangelegenheden   van   de   partnerlanden.   De   liberale   normen   zijn   ook   goed   zichtbaar   in   het   Europese  

Veiligheidsbeleid.   De   EU   heeft   een   geïntegreerde   benadering   ontwikkeld   van   het   ontwikkelings-­‐‑   en  

veiligheidsbeleid,  die  kan  worden  samengevat  als  Structural  Stability.  Binnen  deze  benadering  zijn  ontwikkeling  

en  veiligheid  onlosmakelijk  met  elkaar  verbonden.  Hierdoor  zijn  democratie  en  mensenrechten  onmisbaar  voor  

stabiliteit   in   een   land.   Geheel   ingevolge   deze   benadering   prevaleert   Responsibility   to   Prevent   dan   ook   in   de  

Europese  interpretatie  van  Responsibility  to  Protect,  dat  als  leidende  norm  van  het  Gemeenschappelijk  Buitenlands-­‐‑  

en   Veiligheidsbeleid   fungeert.   Hoewel   China   de   resolutie   betreffende   Responsibility   to   Protect   ondertekende,  

weerhoudt   de   non-­‐‑interference   norm   het   land   ervan   de   implementatie   van   R2P   te   steunen.   De   China   heeft   de  

afgelopen  jaren  wel  een  groei  laten  zien  in  de  steun  aan  VN  missies.  China  steunt  echter  veelal  de  civiele  kant  van  

de  missies,  en  deze  groei  kan  grotendeels  worden  toegeschreven  aan  de  ambitie  om  als  verantwoordelijke  actor  

op   te   treden.  De  verschillen   tussen  het  Europese  en  het  Chinese  beleid   in  Afrika  zijn  duidelijk  en  zouden  voor  

spanning   kunnen   zorgen   in  de   toekomstige   samenwerking   tussen  de   EU   en  China.  Dit  werd   duidelijk   tijdens  

bijeenkomsten  over  samenwerking   tussen  de   twee  actoren   in  Afrika.  Tijdens  de  9e  China-­‐‑EU  top   te  Helsinki   in  

2006  werd  de  samenwerking  tussen  de  EU  en  China  voor  de  ontwikkeling   in  Afrika  besproken.  De  centrale  en  

vaste  positie  van  de  liberale  normen  in  het  Europese  beleid,  en  die  van  de  soevereiniteitsnormen  in  het  Chinese  

beleid,  werd  in  het  Joint  Communiqué  door  de  Raad  geëxpliceerd:    

 The  EU  reaffirms  its  attachment  to  the  principles  of  good  governance  and  human  rights,  as  embodied  in  

its   Africa   Strategy.   The   Chinese   side   emphasised   the   upholding   of   the   five   principles   of   peaceful  

coexistence,  in  particular  the  principle  of  non-­‐‑interference   160      

 Of  deze  trend  zich  doorzet,  of  dat  er  veranderingen  optreden  in  deze  onderliggende  normen  van  het  buitenlandse  

beleid  van  de   twee  actoren,  zal   in  de  komende  hoofdstukken  worden  onderzocht  middels   een  analyse  van  het  

beleid  in  de  twee  conflictgebieden:  Darfur  en  Zimbabwe.    

   

160  Raad  van  de  Europese  Unie,  2006,  geciteerd  in  

Journal  of  Contemporary  African  Studies,  2  (2011),  p.  208.  

Page 46: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

38    

3.  Darfur  

Soedan,  geografisch  gezien  het  grootste  land  in  Afrika,  wordt  al  ruim  vier  decennia  geteisterd  door  oorlog.161  In  

de   laatste   twintig   jaar   vielen   er   ruim   twee  miljoen   doden   door   oorlog   en   hongersnood   en  moesten  miljoenen  

mensen  hun  huizen  verlaten.162  De  burgeroorlog  in  Zuid-­‐‑Soedan  en  de  crisis  in  Darfur  zijn  de  bekendste  en  meest  

gewelddadige   conflicten   in  de  afgelopen   twee  decennia.  Het   conflict   in  Darfur,  dat   in  2003  uitbrak,   eiste   in  de  

eerste   twee   jaar   ruim   70.000   dodelijke   slachtoffers.   De   centrale   regering   in   Khartoem   zette   rebellen   in   om   de  

opstand  van  de  Sudan  Liberation  Movement  en  de  Justice  and  Equality  Movement  neer  te  slaan.  De  actieve  rol  van  de  

overheid  in  het  conflict  werd  door  de  internationale  gemeenschap  sterk  veroordeeld.  In  dit  hoofdstuk  worden  de  

belangen   en   acties   van   de   EU   en   China   in   Darfur   geanalyseerd.   Beide   actoren   hebben   grote   belangen   in   het  

grondstofrijke  Soedan  en  hebben  derhalve  baat  bij  stabiliteit  in  de  regio.  Hoewel  non-­‐‑interference  aan  de  basis  staat  

van   het   Chinese   buitenlandse   beleid,   hebben   de   sterke   economische   betrekkingen   tussen   China   en   Soedan,  

waarin  de  handel  van  wapens  een  grote  rol  speelt,  ervoor  gezorgd  dat  ook  China  een  rol  speelt  in  het  conflict  en  

dat  de  internationale  gemeenschap  heeft  opgeroepen  tot  verantwoordelijk  gedrag  in  de  regio.  Of  China  hieraan  

gehoor  heeft  gegeven,   en  zich  als  verantwoordelijke  actor   is  gaan  gedragen,  zal  blijken  uit   een  analyse  van  de  

ondernomen   activiteiten   in   Darfur.   Het   gewelddadige   karakter   van   het   conflict   in   Darfur,   en   de   rol   van   de  

centrale  overheid  hierin,  biedt  de  mogelijkheid  om  te  analyseren  welk  gewicht  de  normen  Responsibility  to  Protect  

en  democratie  in  het  Europese  beleid  in  Darfur  hebben.    

Volgens  de   theorie   van  norm  change  wordt  het  handelen  van   een  actor   bepaald  door   zowel  de   logic  of  

appropriateness   en   de   logic   of   consequence.   Volgens   de   logic   of   consequence   zijn   de   geanticipeerde   consequenties  

leidend   in   het   handelen   van   een   actor.   Dit   betekent   dat   de   handelingen   grotendeels  worden   bepaald   door   de  

belangen  van  een  actor  in  een  bepaalde  situatie.  Om  de  ondernomen  acties  van  de  EU  en  China  met  betrekking  

tot  het  conflict  in  Darfur  te  analyseren  op  norm  change,  worden  daarom  eerste  de  belangen  van  de  twee  actoren  in  

het   betreffende   gebied   onderzocht.   Hierna   worden   de   ondernomen   acties   van   de   twee   actoren   nader  

geanalyseerd,  waarbij  de  nadruk  ligt  op  onderliggende  normen  en  de  momenten  van  frictie  rondom  deze  normen.  

Deze  frictie  kan  zich  uiten  in  afwijkend  beleid,  zoals  bemoeienis  van  de  Chinese  regering  in  de  situatie  in  Darfur,  

of  in  interne  kritiek  op  het  beleid,  aangezien  kritiek  op  het  beleid  afkeuring  van  het  beleid  betekent.  Kritiek  van  

andere  internationale  actoren  kan  ook  voor  verandering  van  het  beleid  zorgen.  In  dit  geval  zijn  de  actoren,  de  EU  

en  China,  deel   van  dezelfde   internationale   gemeenschap.  Kritiek  op   elkaars   beleid  kan  dus  gezien   worden   als  

interne  kritiek   in  de  internationale  gemeenschap,  en  zodoende  voor  verandering  in  het  beleid  zorgen.  Zoals  de  

analyse  van  het  beleid  in  Darfur  zal  aantonen,  is  zowel  het  Europese  als  het  Chinese  beleid  in  Darfur  onderhevig  

geweest  aan  kritiek,  hetgeen  voornamelijk  in  China  voor  verandering  in  het  beleid  heeft  gezorgd.    

161   -­‐‑ CRS  Report  for  Congress,  2011,  te  raadplegen  op:  http://www.fas.org/sgp/crs/row/RL33574.pdf,  p.  1.    162  Ibidem,  p.  1.  

Page 47: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

39    

3.1  Het  conflict  in  Darfur      In  2003  werd  de  wereld  opgeschud  door  het  gewelddadige  conflict  in  Darfur.  De  regio  was  echter  al  langere  tijd  

het  toneel  voor  conflicten.  De  geografische  ligging  en  de  religieuze  verdeling  in  het  land  zorgden  al  eeuwenlang  

voor   onrust.   Soedan   vormt   de   grens   tussen   Sub-­‐‑Sahara   Afrika   en   de   Arabisch   sprekende   bevolking   in   het  

Noorden  van  het   continent.  Naast  deze  demografische  grens,  markeert   Soedan  ook   een   religieuze  grens,  waar  

Islamitische  Arabieren  samenkomen  met  Christenen  en  primitieve  religies.  Deze  samenkomst  van  demografische  

en   religieuze   groepen   in   één   gebied   maakt   Soedan   ontvankelijk   voor   conflicten.163  Onrecht,   waaronder   hoge  

belastingen  en  slavernij,  was  in  de  achttiende  en  negentiende  eeuw  kenmerkend  voor  de  relatie  tussen  de  staat  en  

de  maatschappij.164    

De  onafhankelijkheid  van  het  Anglo-­‐‑Egyptische  regime  in  1956  markeerde  het  begin  van  een  fase  vol  tumult  voor  

Soedan.  Na  de  onafhankelijkheid  was  er  een  opkomst  zichtbaar  van  nieuwe  politieke  allianties.  Tevens  was  de  

onafhankelijkheid   het   startsein   voor   de   intensivering   van   de   strijd   om   grondstoffen.   Bovendien   kwamen   er  

regionale  bewegingen  op,  zoals  de  Muslim  Brotherhood  en  diens  opvolger  het  National  Islamic  Front  (NIF)  in  Darfur,  

die  de  monopoliepositie  van  de  Nationale  Umma  Partij  op   stemmen   in  West-­‐‑Soedan   in  het  geding   stelden.  De  

positie  van  de  nationale  regering  werd  hierdoor  zwakker.  Tot  1946  werden  Noordelijk  en  Zuidelijk  Soedan  door  

de  Anglo-­‐‑Egyptische  heersers  als  twee  losse  staten  beschouwd.  In  deze  periode  was  het  Noorden  de  regio  waar  

 

administratieve  hart   in  het  Noorden  kwam  te   liggen.   In  aanloop  naar  de  onafhankelijkheid   in  1956,  kwam  het  

Zuiden  uit   angst  voor  verdere  marginalisering   in  opstand.  Deze  burgeroorlog  werd  officieel  beëindigd   in  1972  

met  een  vredesakkoord.  Na  meerdere  schendingen  van  dit  akkoord  brak  er  in  1983  een  gewelddadig  conflict  uit  

tussen   het   Noordelijke   en   het   zeer   grondstofrijke,   Zuidelijke   deel   van   Soedan. 165  De   combinatie   van   een  

onbekwame  regering  en  de  aanhoudende  regionale  ongelijkheden  tussen  Centraal-­‐‑  en  Noord-­‐‑Soedan  en  de  rest  

van  het  land,  dat  een  stuk  armer  was,  resulteerde  in  militaire  coups  in  1958,  1969  en  1989.166  In  1989  kwam  het  NIF  

aan   de   macht   door   een   militaire   coup   en   werd   Omar   al   Bashir   de   nieuwe   leider   van   het   land.   Deze  

machtswisseling  had  echter  geen  noemenswaardige  gevolgen  voor  de  verdeling  van  de  welvaart  in  het  land.  In  

2005  kwam  er  door  het  ondertekenen  van  de  Comprehensive  Peace  Agreement  (CPA)  door  de  regering  in  Khartoem  

en   de   (SPLM)   op   papier   een   einde   aan   de   oorlog   tussen   Noord-­‐‑   en   Zuid-­‐‑

Soedan.  Onderdeel   van  de  CPA  waren  nationale  verkiezingen   in  2010.  Hierna   stemde  de  bevolking  van  Zuid-­‐‑

Soedan  in  januari  2011  middels  een  referendum  voor  onafhankelijkheid  en  op  9  juli  2011  werd  Zuid-­‐‑Soedan  een  

onafhankelijke  staat  met  Juba  als  hoofdstad.  Tot  op  de  dag  van  vandaag  houdt  het  geweld  in  de  grensgebieden  

echter  aan.    

Darfur  is  de  grootste  regio  in  Soedan  in  termen  van  oppervlakte  en  bevolking.  Tevens  is  de  religieuze  en  

demografische  verdeeldheid  hier  het   grootst.  Het   conflict   in  Darfur   kan  echter  niet   enkel  worden  verklaard   in  

163   ossibility  of  Cooperation:  China  and   International  Review,  nr.  2  (2008),  p.  58.  164  R.  O'ʹFahey,  State  and  society  in  Darfur,  London:  Hurst,  1980,  p  92.  165  http://www.insightonconflict.org/conflicts/sudan/conflict-­‐‑profile/  166  M.  Salih,  Understanding  the  Conflict  in  Darfur,  Kopenhagen:  Centre  of  African  Studies,  University  of  Copenhagen,  2011,  p.  6.    

Page 48: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

40    

etnische  termen.  De  schaarste  aan  bestaansmiddelen,  die  wordt  versterkt  door  de  extreme  droogte  als  gevolg  van  

de  klimaatverandering,  stammenconflicten  en  het  gevoel  van  de  burgers  dat  zij  worden  gemarginaliseerd  door  de  

Khartoemse   regering   en   niet   meedelen   in   de   olieopbrengsten,   hebben   gezorgd   voor   diepe   onvrede   bij   de  

bevolking. 167  Gedreven   door   deze   frustratie   over   jarenlange   politieke   marginalisering   en   economische  

verwaarlozing,   voerden   troepen   van  de   Sudan  Liberation  Movement   (SLM,   ook  wel  Sudan  Liberation  Army   (SLA)  

genoemd)   en   de   Justice   and   Equality  Movement   (JEM)   in   februari   2003   aanvallen   uit   op   overheidsgebouwen   en  

militaire  doelen,  om  zo  de  zittende  regering,  de  National  Congress  Party  (NCP)  ten  val  te  brengen.168  De  Soedanese  

regering  reageerde  hierop  door  troepen  van  het  leger  en  de  luchtmacht  in  te  zetten.    

De   opvallendere   reactie   was   echter   de   bewapening   van   en   de   steun   aan   de   Janjaweed   milities.   De  

Janjaweed,   een   verzamelterm   voor   bandieten,   Arabische   milities   en   de   Popular   Defence   Forces   (PDF),   werden  

ingezet   om   de   rebellen   neer   te   slaan.   Zij   maakten   hierbij   gebruik   van   moord,   zuiveringen,   ontvoeringen,  

verkrachtingen   en   de   vernietiging   van   voedingsbronnen.169  Hoewel   de   Soedanese   regering   ontkent   dat   zij   de  

Afrikaanse   Unie   (AU),   dat   vliegtuigen   van   de   Soedanese   regering   luchtsteun   bieden   bij   aanvallen   van   de  

Janjaweed   op   rebellenbases   en   dorpen,   en   dat   de   Janjaweed   dezelfde   wapens   en   munitie   gebruikt   als   het  

170  

 Na  meerdere  onderhandelingspogingen  over  een   staakt-­‐‑het-­‐‑vuren  eind  2003,  voerde  de   regering  eind  

2004  een  krachtig  grond-­‐‑  en  luchtoffensief.  Hoewel  president  Bashir  verklaarde  dat  de  openbare  orde  en  controle  

hersteld  waren,  hielden  de  onlusten  aan.  Nieuwe  onderhandelingen  brachten  twee  zeer  onduidelijke  staakt-­‐‑het-­‐‑

vurenovereenkomsten  voort,  die  niet  stand  hielden.  Een  nieuwe  golf  van  aanvallen  van  de  regering  en  Janjaweed  

werd   gevolgd   door   aanvallen   van   de   rebellen.   De   pogingen   van   Khartoem   om   de   opstanden   neer   te   slaan,  

hadden   inmiddels   geresulteerd   in   ruim   30.000   burgerslachtoffers   en   1,2   miljoen   vluchtelingen.   Ruim   200.000  

vluchtelingen   staken   de   grens   met   Tsjaad   over,   maar   het   merendeel   bevond   zich   in   vluchtelingenkampen   in  

Darfur.   Halverwege   2004   schatte   de   Wereldgezondheidsorganisatie   (WGO)   dat   dagelijks   220   tot   440   mensen  

stierven   aan   de   gevolgen   van   het   conflict.   USAID,   het   humanitaire   en   ontwikkelingsagentschap   van   de  

Amerikaanse   overheid,   schatte   in   dat   dit   aantal   zou   stijgen   tot   2.400   doden   per   dag   als   de   internationale  

gemeenschap  niet  zou  ingrijpen.171  Eind  2004  werd  het  aantal  dodelijke  slachtoffers  geschat  op  70.000.  Hoewel  er  

meest  serieuze  humanitaire  crisis  in  de  wereld  [ 172  De  regering  van  Soedan  werd  door  de  VN,  

veringen   in  

167  M.  Salih,  p.  6.  168   Security  Dialogue,  nr.  1  (2005),  p.  30.  169   Security  Dialogue,  nr.  1  (2005),  p.  30.  170   ikbaar  op:  http://www.europarl.europa.eu/meetdocs/2004_2009/documents/dv/696/696365/696365nl.pdf  ,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.    171  P.  Williams  &  A.  Bellamy,  p.  31.    172  H.  Ben,  UK  Secretary  of  State  for  International  Development,  Hansard  (Commons)  2004,  geciteerd  in:  P.  Williams  &  A.  Bellamy,  p.  31.  

Page 49: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

41    

173  

174    

Het   vredesproces   in   Darfur   bereikte   een   belangrijke   mijlpaal   in   mei   2006,   toen   na   uitgebreide  

onderhandelingen  in  Abuja  de  Darfur  Peace  Agreement  werd  ondertekend.  Snel  bleek  echter  dat  de  Khartoemse  

regering  niet  in  staat  was  een  definitief  einde  te  maken  aan  de  verschillende  conflicten  in  het  land  en  het  geweld  

in   Darfur   hield   aan.   Hoewel   er   in   2011   wederom   een   vredesovereenkomst   werd   getekend,   de   Doha   Peace  

Agreement,  houden  het  geweld  en  de  vluchtelingenstromen  aan.  De  Doha  Peace  Agreement  bepaalt  tevens  dat  er  in  

juli  2012  een  referendum  zal  plaatsvinden  over  de  permanente  status  van  de  regio,  net  zoals  dit  bij  Zuid-­‐‑Soedan  is  

gebeurd.  De  vraag   is   echter  of   een  eventuele  afscheiding  van  Darfur   stabiliteit   in  de  regio   teweeg  zal  brengen,  

want   de   onafhankelijkheid   van   Zuid-­‐‑Soedan   heeft   juist   een   tegenovergesteld   scenario   laten   zien.   De  

internationale   discussie   en   inmenging   in   het   vredesproces   in   Darfur   kende   een   belangrijk   moment   toen   Luis  

Moreno-­‐‑Ocampo,   hoofdaanklager   van   het   Internationaal   Strafhof   president   Bashir   in   2008   beschuldigde   van  

genocide,  misdaden  tegen  de  menselijkheid  en  oorlogsmisdaden  en  hij  de  rechters  vroeg  om  een  arrestatiebevel  

uit   te  vaardigen.  De   rechters  van  het   Internationaal  Strafhof  gaven  gehoor  aan  dit  verzoek  en  op   4  maart  2009  

werd  er  een  arrestatiebevel  uitgevaardigd  voor  Bashir.175  

Ondanks  dat  er  zowel  voor  het  Noord-­‐‑Zuid  conflict  als  het  conflict  in  Darfur  een  vredesovereenkomst  is  

getekend  en  hoewel  het  aantal  doden  in  Darfur  volgens  Ibrahim  Gambari,  leider  van  de  AU-­‐‑VN  missie  UNAMID,  

176  Ondanks  de  

immense  media-­‐‑aandacht  voor  het   conflict   in  Darfur,   is  het  de   internationale  gemeenschap  niet  gelukt  om  een  

stabiele  en  vreedzame  situatie  te  verzekeren  in  het  gebied.    

 

   

173  P.  Williams  &  A.  Bellamy,  p.  31.    174  Powell  calls  Sudan  killings  genocide,  CNN  2004,  te  raadplegen  op:  http://articles.cnn.com/2004-­‐‑09-­‐‑09/world/Soedan.powell_1_larger-­‐‑monitoring-­‐‑force-­‐‑darfur-­‐‑arab-­‐‑janjaweed?_s=PM:WORLD  Laatst  geraadpleegd  op  8  juni  2012.    175   -­‐‑ CRS  Report  for  Congress,  2011,  te  raadplegen  op:  http://www.fas.org/sgp/crs/row/RL33574.pdf,  p.  6.  176   aadplegen  op  http://www.bbc.co.uk/news/world-­‐‑africa-­‐‑17225356,  geraadpleegd  op  4  juni  2012.    

Page 50: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

42    

3.2  De  belangen  van  de  Europese  Unie  in  Darfur      De  betrekkingen  tussen  de  Europese  Unie  en  Soedan  gaan  terug  tot  de  jaren  zeventig  van  de  twintigste  eeuw.  De  

samenwerking   werd   gedreven   door   economische,   politieke,   culturele   en   geografische   factoren.177  Begin   jaren  

negentig  werd   deze   samenwerking   echter   grotendeels,   op   het   verlenen   van   humanitaire   hulp   na,   opgeschort  

vanwege  de  burgeroorlog  als  gevolg  van  de  geschillen  tussen  Noord-­‐‑  en  Zuid-­‐‑Soedan.  De  EU  koos  ervoor  Soedan  

diplomatiek   te   isoleren,   legde   economische   sancties   op   en   stelde,   in   overeenstemming  met   VN   resoluties,   een  

wapenembargo   in.178  In   1999   startte   de   Soedanese   regering   de   onderhandelingen   met   de   rebellengroepen   en  

normaliseerde   zij   de   regionale   betrekkingen.   Tevens   werd   Soedan   in   1999   een   olieproducerend   land.   Deze  

ontwikkelingen  zorgden  voor  een  wederopbouw  van  de  relatie  tussen  de  EU  en  Soedan  en  in  2001  sprak  de  EU  

de  intentie  uit  de  betrekkingen  te  normaliseren.179  In  de  periode  1990-­‐‑2001  beschikte  de  EU  over  andere  middelen  

om  steun  te  leveren  aan  de  Soedanese  regering.  Zo  werd  er  humanitaire  hulp  geboden  en  kon  de  EU  sinds  1999  

via  het  Europese  Instrument  voor  Democratie  en  Mensenrechten  de  nodige  steun  bieden.180  Toen  het  conflict   in  

2003  uitbrak,  was  Soedan  echter  weer  een  grote  ontvanger  van  ontwikkelingshulp  vanuit  de  EU.  Economische  

samenwerking  werd  echter  pas  in  2005,  na  het  tekenen  van  de  Comprehensive  Peace  Agreement  (CPA),  hervat.    

  Naast  het  geïnvesteerde  ontwikkelingsgeld  (de  EU  was  de  op  twee  na  grootste  donor  in  Soedan  in  2003),  

heeft  de  EU  verschillende  belangen  bij  stabiliteit  en  welvaart  in  Soedan,  zowel  economisch  als  politiek.  Stabiliteit  

ng   in   Soedan  

181  Vrede  in  Darfur  is  ook  van  belang,  omdat  de  onrust  in  de  regio,  door  het  grensoverschrijdende  karakter  

van   het   conflict,   ook   consequenties   heeft   voor   de   regionale   stabiliteit:   As  the   largest  country   in  Africa,  with  nine  

neighbours,   Su 182  Deze  

regionale   stabiliteit   is   van   essentieel   belang   voor   de   economische   betrekkingen,   gezien   de   toevoer   van  

grondstoffen  uit  de  regio  naar  de  EU.  Deze  regionale  stabiliteit  is  tevens  van  economisch  belang  voor  een  van  de  

belangrijkste  lidstaten  van  de  EU:  Frankrijk.  Darfur  grenst  direct  aan  Tsjaad  en  de  Centrale  Afrikaanse  Republiek  

en  deze  staten  zijn  door  hun  centrale   ligging  van  belang  voor  de  stabiliteit  op  het  continent.  Zowel  de  regering  

van  Tsjaad  als  van  de  Centrale  Afrikaanse  Republiek  kreeg  steun  van  het  Franse  leger,   toen  rebellengroepen  in  

2006  en  2007  pogingen  deden  om  de  regering  af  te  zetten.  Het  merendeel  van  de  militairen  van  de  EUFOR  missie  

in   Tsjaad   in   2008   en   2009,   die   later   werd   overgenomen   door   de   VN  missie   MINURCAT,   bestond   uit   Franse  

troepen. 183  Bovendien   zijn   bedreigingen   als   terrorisme   en   illegale   immigratie   uit   Noord-­‐‑Afrika   en   het  

Middellandse   Zeegebied   moeilijk   los   te   zien   van   instabiliteit   en   onderontwikkeling   in   Soedan.184  Een   stabiel  

Darfur  is  essentieel  voor  een  stabiel  Soedan,  dat  essentieel  is  voor  een  stabiele  regio.  En  deze  regionale  stabiliteit  

is  op  economisch  en  politiek  gebied  belangrijk  voor  de  Europese  Unie.  

177  Website  EEAS  Sudan  Delegation:  http://eeas.europa.eu/delegations/sudan/eu_sudan/political_relations/index_en.htm  178  Ibidem.  179  Ibidem.  180  D.  Sicurelli,  The  European   ,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  48.  181    Government  of  the  United  Kingdom,  

Peace-­‐‑keeping  role  in  Sudan,  2011,  beschikbaar  op:  http://www.sipri.org/research/armaments/transfers/publications/other_publ/other%20publications/SudanWrittenEvidence.pdf,  geraadpleegd  op  12  juni  2012.  182  Ibidem.    183  E.  van  der  Meulen  &  F.P.  van  der  Putten,  p.  14.  184   International  Journal,  nr.  4  (2005),  p.  924.  

Page 51: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

43    

  In  de  jaren  tachtig  waren  de  Arabische  landen  en  de  EU  de  grootste  afnemers  van  Soedanese  producten:  

vanwege  de  verslechterde  politieke  betrekkingen   en   economische   sancties   ten  gevolge  van  de   conflicten   in  het  

land. 185  Ook   de   handel   in   olie   is   beïnvloed   door   deze   factoren.   In   2009   was   de   import   vanuit   Soedan  

verantwoordelijk  voor  slechts  0,1%  van  de  totale  import  in  de  EU.186  Toch  heeft  de  EU  significante  belangen  in  de  

oliesector  in  Soedan.  Zowel  het  Zweedse  Lundin  Petroleum  als  het  Belgisch/Franse  Total  had  een  groot  aandeel  in  

bepaalde  

het  Duitse  Siemens,  het  Nederlands/Brits/Zwitserse  Trafigura  en  het  Nederlandse  Royal  Dutch/Shell  actief  in  de  

oliesector  in  Soedan.187    Hoewel  de  belangen  van  actoren  in  het  conflict  in  Darfur  vaak  worden  gezocht  in  de  olie-­‐‑

industrie   en   de   economische   belangen   die   hiermee   gemoeid   zijn,   ligt   het   belang   van   vrede   voor   de   EU  

gecompliceerder.  Ondanks  dat  er  meerdere  Europese  bedrijven  actief  waren  in  de  olie-­‐‑industrie,  was  de  handel  

tussen  de  EU  en  Soedan  na  de  eeuwwisseling  sterk  teruggelopen.  Hierdoor  is  het  economische  belang  van  de  EU  

in  Soedan  sterk  verkleind.  Om  het  belang  van  de  EU  bij  conflictbeheersing  in  Darfur  te  verklaren,  moet  er  naast  

het  economische,  ook  naar  het  politieke  perspectief  gekeken  worden.    

  In   de   periode   na   de   val   van   de   Berlijnse  muur   en   het   einde   van   de   koude   oorlog   intensiveerden   de  

inspanningen  van  de  EU  om  een  centrale  internationale  mogendheid  te  worden.188  Dit  werd  niet  alleen  zichtbaar  

in  de  toenemende  humanitaire  hulp  die  de  EU  bood,  maar  ook  in  de  intensivering  van  het  veiligheidsbeleid.  In  de  

jaren  negentig  was  de  EU  op  zoek  naar  manieren  om  (extreme)  conflicten  te  voorkomen  en  op  te  lossen189,  door  

bijvoorbeeld   de   ontwikkeling   van   het   Gemeenschappelijke   Buitenlands-­‐‑   en   Veiligheidsbeleid.   Het   conflict   in  

Soedan  was  derhalve  een  uitgelezen  mogelijkheid  voor  de  EU  om  te  laten  zien  dat  zij  niet  alleen  op  humanitair  

vlak  aanwezig  kon  zijn,  maar  ook  op  het  gebied  van  internationale  veiligheid  een  significante  rol  kon  spelen.  Dat  

de   EU   deze   rol   voor   zichzelf   weggelegd   zag,   werd   ook   duidelijk   in   een   toespraak   van   de   Hoge  

Vertegenwoordiger  van  de  Europese  Unie,  Javier  Solana,  in  2004:  

 In  Africa,  momentum   is   building   for   the   international   community   to   do  more   to   promote   peace   and  

security  on   the  continent.  African  nations  are  undertaking   increased  efforts   to   resolve   conflicts.  They  

are  setting  up  their  own  security  structures  at  continental  level  such  as  the  African  Union.  The  EU  has  

to   respond   to   this.   Both   the   Great   Lakes   and   the   Darfur   regions   call   therefore   for   continued  

international  action.190    

Een  half  jaar  later,  in  2005,  bevestigde  Solana  deze  ambitie  en  noemde  hij  de  situatie  in  Darfur  als  voorbeeld  van  

een   internationale  uitdaging  die  de  EU  aan  moest  gaan,  om  te   laten  zien  dat  men  die  verantwoordelijkheid  op  

mondiaal  niveau  ook  daadwerkelijk  kon  nemen:    

 

185  Website  EEAS  Sudan  Delegation:  http://eeas.europa.eu/delegations/sudan/eu_sudan/political_relations/index_en.htm  186  http://www.publications.parliament.uk/pa/ld201012/ldselect/ldeucom/160/16007.htm  laatst  geraadpleegd  op  9  juni  2012.  187     SIIS  International  Review,  nr.  2  (2008),  p.  64.    188  Ibidem,  p.  66.    189  Ibidem.    190  Annual  Conference  of  the  Institute  for  Security  Studies  of  the  European  Union.  Speech  by  the  European  Union  High  Representative  for  the  Common  Foreign  and  Security  Policy,  Javier  Solana  (Paris,  9-­‐‑10  September  2004)  

Page 52: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

44    

  we  need  to  explain  our  partners  around  the  world  that  the  EU  will  remain  an  active  global  player.  

many  problems  of  the  world  that  keep  on  challenging  us.  We  as  the  EU  have  to  face  these  problems  and  we  

is  our  renewed  engagement  for  an  improvement  of  the  situation  in  Darfur.191    Bovendien  had  de  EU  haar  steun  geuit  voor  het  onderschrijven  van  R2P  in  de  VN.  Het  conflict  in  Darfur  bood  de  

gelegenheid  om  het  principe  dat  de  internationale  gemeenschap  een  verantwoordelijkheid  heeft  om  in  te  grijpen  

in   conflicten   wanneer   er   mensenrechten   worden   geschonden,   ook   daadwerkelijk   in   praktijk   te   brengen.   Daar  

waar  de  Europese  belangen  in  Darfur  eerst  grotendeels  economisch  waren,  kwam  er  nu  een  groot  politiek  belang  

bij.   De   situatie   in   Darfur   gaf   de   EU   de  mogelijkheid   zich   te   profileren   als   veiligheidsactor   en   een   bijdrage   te  

leveren  aan  de  vrede  in  de  wereld.    

 

   

191   el,  2005,  beschikbaar  op:  http://www.eu-­‐‑un.europa.eu/articles/en/article_4753_en.htm,  geraadpleegd  op  8  mei  2012.    

Page 53: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

45    

3.3  De  activiteiten  van  de  EU  in  Darfur    

De  rol  van  de  EU  in  het  conflict  in  Darfur  moet  worden  bezien  in  het  licht  van  de  reeds  omschreven  belangen.  De  

combinatie  tussen  een  economisch  belang,  dat  voornamelijk  gebaseerd  was  op  de  ontwikkelingsgelden  die  naar  

Soedan  gingen,  en  een  groot  politiek  belang  vormt  de  context  waarin  de  EU  haar  rol  bepaalde.  De  reacties  van  de  

EU  op  het  conflict  in  Darfur  kunnen  grofweg  worden  verdeeld  in  twee  categorieën:  de  kortetermijnmaatregelen  

en   langetermijnmaatregelen.  De  kortetermijnmaatregelen  waren  voornamelijk  op  Darfur  zelf  gericht  en  werden  

op   intergouvernementeel   niveau   besloten.  Hieronder   vallen   de  missies   die   de   EU   onder   het  mandaat   van   het  

GBVB  ontplooide.  De  langetermijnmaatregelen  daarentegen,  waren  gericht  op  Soedan  als  geheel  en  vielen  onder  

de  verantwoordelijkheid  van  de  Europese  Commissie.  Hieronder  vallen  de  politieke  maatregelen  die  de  Europese  

Commissie  neemt,  middels  het  Directoraat-­‐‑Generaal  EuropAid  -­‐‑  Ontwikkeling  en  Samenwerking  (DG  DEVCO),  

bijvoorbeeld  door   aanpassingen  binnen  het   raamwerk  van  de  Cotonou   overeenkomst,  waarin  de  betrekkingen  

tussen  de  EU  en  de  ACS  landen  zijn  vastgelegd.  

Hoewel   de   EU   in   een   later   stadium   ook   gebruik   maakte   van   negatieve   conditionaliteit   in   de  

samenwerking   met   de   Soedanese   regering,   kenmerkte   de   reactie   van   de   EU   zich   door   de   nadruk   op  

langetermijnmaatregelen,  zoals  de  toename  van  het  ontwikkelingsbudget  voor  Soedan.192  Het  is  opvallend  dat  de  

periode  waarin  de  internationale  aandacht  voor  het  conflict  in  Darfur  intensiveerde,  rond  2005,  tevens  de  periode  

was  waarin  de  VN  de  resoluties  rondom  R2P  aannamen.  Met  deze  ontwikkeling,  in  combinatie  met  de  sterke  taal  

die  de  EU  in  de  beginfase  van  het  conflict  gebruikte,  lag  een  internationale  interventie  in  de  lijn  der  verwachting.  

Het  relatieve  zwakke  internationale  optreden  wordt  echter  veelal  beschreven  als  een  mislukking.   The  failure  of  the  

Responsibility  to  Protect The  failure  to  protect Over  het  

optreden  van  de  VN  in  Soedan  is  een  breed  areaal  aan  literatuur  beschikbaar.  Dit  hoofdstuk  is  specifiek  gericht  

op  het  optreden  van  de  EU  in  het  conflict,  zowel  op  unilateraal  als  op  bilateraal  en  multilateraal  niveau.    

Toen   het   conflict   in   Darfur   in   2003   uitbrak,   reageerden   binnen   aanzienlijke   tijd   zowel   de   EU   als  

verschillende   lidstaten   afzonderlijk.   Nederland,   het   Verenigd   Koninkrijk   en   Duitsland   intensiveerden  

onmiddellijk   de   diplomatieke   betrekkingen   in   pogingen   de   crisis   te   bedwingen.   De   EU   reageerde   in   eerste  

instantie  met  een  uitbreiding  van  zowel  ontwikkelingshulp  als  humanitaire  hulp  aan  vluchtelingen.193  Hoewel  de  

-­‐‑Soedan.  Een  jaar  later  besteedde  de  Commissie  

elingshulp,   in  het   kader   van  de  African  Peace  Facility   (APF),   ter   ondersteuning   van  de  

African  Union  Observer  Mission.  In  2004  wees  de  Commissie  naast  de  reguliere  humanitaire  middelen  voor  Soedan  

e   aan  de   bevolking   van  Darfur.194  Tevens  werd   er  

Rapid  Reaction  Mechanism  om  de  onderhandelingen  tussen  de  regering  en  

de  rebellengroepen  te  faciliteren.  De  totale  hulp  van  de  EU  lidstaten  aan  de  Afrikaanse  Unie  steeg  in  de  jaren  2004  

195  In  de  periode  2003-­‐‑2005  gingen  er  tevens  stemmen  op  over  eventuele  sancties  tegen  

192  D.  Sicurelli,   ,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  49.  193  Ibidem,  p.  49.  194  P.  Williams  &  A.  Bellamy,  p.  33.  195  D.  Sicurelli,   ,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  48.  

Page 54: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

46    

de   Soedanese   regering,   indien   deze   niet   zichtbaar   tegemoet   zou   komen   aan   de   eisen   van   de   VN  

Veiligheidsraad.196  Naast  de  African  Peace  Facility  en  het  Gemeenschappelijk  Veiligheids-­‐‑  en  Defensiebeleid  van  de  

EU   (GVDB),   verantwoordelijk   voor   de  missies   die   de   EU  opzette,   leverde   de   EU  na   2007   een   bijdrage   aan  de  

diplomatieke  en  humanitaire  inspanningen  van  de  AU  en  de  VN  via  het  Instrument  for  Stability,  de  opvolger  van  

het  Rapid  Reaction  Mechanism.  

Toen  de  AU  de  EU  om  de  oprichting  van  de  African  Peace  Facility  verzocht,  reageerden  de  Commissie  en  

de   Europese   lidstaten   positief.   Er   ontstond   echter   discussie   over   de   financiering   van   het   APF.   Volgens   de  

Commissie  was   de  APF   een   instrument   in   de   ontwikkelingssamenwerking,   dat   onder  de   bevoegdheid   van  de  

Commissie   valt.   De   Raad   daarentegen   duidde   het   als   instrument   in   het   GVDB   en   daarmee   als  

intergouvernementeel   instrument.   De   Commissie   stelde   voor   de   Facility   te   financieren   uit   het   Europese  

Ontwikkelingsfonds   (EOF),   het   belangrijkste   communautaire   financiële   ontwikkelingsinstrument.   De   EU  

lidstaten  vonden  daarentegen  dat  de  Facility   gefinancierd  diende   te  worden  met  GVDB  middelen,  daar  zij  niet  

bereid   waren   de   Commissie   de   verantwoordelijkheid   te   geven   voor   de   Facility,   gezien   de   politieke   dimensie.  

Uiteindelijk  accepteerde  de  Raad  de  financiering  van  de  Facility  vanuit  het  EOF,  mogelijkerwijs  omdat  het  EOF  

budget  groter  is  dan  dat  van  het  GBVB.197  De  AU  missie  in  Darfur,  AMIS,  was  de  eerste  missie  die  door  de  APF  

werd  gesteund.198  

De  verschillende  Europese  instellingen  hadden  voor  2005  reeds  meerdere  malen  bezorgdheid  geuit  om  

de  humanitaire  situatie  in  Darfur,  maar  in  2005  nam  aandacht  voor  het  conflict  sterk  toe.  In  dit  jaar  werd  

Comprehensive   Peace  Agreement   (CPA)   ondertekend   door   de   regering   en   de   rebellengroepen   in   Darfur   om   een  

einde   te   maken   aan   de   verschillende   Soedanese   conflicten.   De   Europese   Commissie   hervatte   de   officiële  

ontwikkelingssamenwerking  met   Soedan   na   het   ondertekenen   van   de   CPA.   Het   Country   Strategy   Paper   werd  

ondertekend,   wa -­‐‑2007.   De  

toewijzing  van  de  gelden  was  echter  niet  geheel  zonder  voorwaarden.  In  januari  2005  gaf  Eurocommissaris  voor  

Ontwikkeling  en  Humanitaire  Hulp  L.  Michel  aan  dat  de  samenwerking  tussen  de  EU  en  Soedan  afhankelijk  was  

van   de   voortgang   in   het   vredesproces,   inclusief   het   vredesproces   in   Darfur   en   dat   hij   de   Soedanese   regering  

hieraan   zou   houden.   Het   uitbetalen   van   de   ontwikkelingsgelden   werd   dus   afhankelijk   gemaakt   van   de  

implementatie  van  de  CPA  en  de  EU  maakte  hiermee  gebruik  van  conditionaliteit.  In  deze  beslissing  bevestigde  

de  EU  de  waarde  die  zij  hechtte  aan  het  democratische  vredesproces,  beschreven  in  de  CPA,  als  onderdeel  van  de  

ontwikkelingssamenwerking  met  Soedan.  De  EU  veroordeelde  de  situatie  in  Darfur  dan  ook  sterk,  toen  bleek  dat  

de  CPA  geen  stand  hield.  In  2006  liet  Solana  in  een  speech  aan  de  Raad  van  Algemene  Zaken  doorschemeren  dat  

het  tijd  was  voor  harde  maatregelen,  nu  de  partijen  zich  niet  aan  de  vredesove we  must  now  be  

199     De   EU   actoren   bleken   echter   niet   in   staat   het   afzonderlijke  

196   http://www.eu-­‐‑un.europa.eu/articles/en/article_3800_en.htm,  geraadpleegd  op:  2  juni  2012.  197  D.  Sicurelli,   Norms,  Interests  and  Impact,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  64.  198  http://europa.eu/legislation_summaries/development/african_caribbean_pacific_states/r12529_en.htm,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.  199   .eu-­‐‑un.europa.eu/articles/en/article_5969_en.htm,  geraadpleegd  op  1  juni  2012.  

Page 55: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

47    

beleid   te   coördineren   en   op   basis   van   de   voortgang   van   de   lokale   actoren   in   het   vredesproces   daadwerkelijk  

conditionaliteit  toe  te  passen.200    

De  samenwerking  tussen  de  EU  en  Soedan  werd  verder  bemoeilijkt  door  de  beslissing  van  de  Soedanese  

regering   om   de   gereviseerde   Cotonou   overeenkomst   niet   te   ratificeren,   vanwege   de   clausule   waarin   de   ACP  

landen  worden  aangemoedigd   stappen   te  zetten  voor   ratificering  en   implementatie  van  het  Statuut  van  Rome,  

waarmee   het   Internationaal   Strafhof   werd   opgericht.   Aangezien   de   Cotonou   overeenkomst   de   betrekkingen  

tussen   de   ACP   landen   en   de   EU   vastlegt,   betekende   de   beslissing   van   Soedan   om   de   overeenkomst   niet   te  

ratificeren   dat   de   EU   niet   de   mogelijkheid   had   om   de   bilaterale   ontwikkelingssamenwerking   met   Soedan   te  

worden.201    De  Europese  Commissie  koos  er  echter  niet  voor  de  ontwikkelingssamenwerking  met  Soedan  volledig  

stop   te   zetten,  maar   continueerde   de   dialoog

202      

In   2005   benoemde   de   EU   Pekka   Haavisto   tot   Special  Representative   to   Sudan   (EUSR   voor   Soedan).   De  

EUSR  voor  Soedan  kreeg  een  beperkt  mandaat,  waarin  de  nadruk  op  het  vredesproces  tussen  Noord-­‐‑  en  Zuid-­‐‑

Soedan   lag.203   to  politically  support  the  international  mediation  efforts  for  

204  Deze   vredesovereenkomst   werd   door   de   EU   als   hoeksteen   van   de  

democratische  transitie  gezien  en  de  EU  hechtte  dan  ook  veel  belang  aan  een  succesvolle  implementatie  van  de  

overeenkomst,   hetgeen  werd  geïllustreerd  door   het   verbinden   van  de   ontwikkelingsgelden   aan  de   succesvolle  

implementatie  van  de  CPA.  De  EU  hechtte  veel  gewicht  aan  een  structurele  oplossing  van  het  conflict.   In  2004  

erkende   de   EU   al   dat   de   crisis   in   Darfur   enkel   opgelost   kon  worden   door   de  wortels   van   het   conflict   aan   te  

pakken.205  De   CPA   bepaalde   dat   er   in   2010   nationale   verkiezingen   gehouden  werden.   Deze   verkiezingen,   die  

grotendeels  gefinancierd  werden  door  het  Westen,  werden  gemonitord  door  de  EU.  Om  veiligheidsredenen  trok  

de  EU  haar  monitoringsteam  echter  een  aantal  dagen  voor  de  verkiezingen  terug.    

Toen   bleek   dat   de   Khartoemse   regering   zich   niet   volledig   inzette   voor   de   CPA   om   zo   de   conflicten  

daadwerkelijk   te   beëindigen,   was   de   internationale   gemeenschap   aan   zet.   De   EU   reageerde   in   2005   door   de  

Soedanese  regering  sancties  op  te  leggen,  in  navolging  van  de  VN.  Zo  werden  onder  andere  fondsen  bevroren  en  

werd  er  naast  een  wapenembargo  een  verbod  op  het  verlenen  van  bepaalde  diensten  ingesteld.  Het  bedrijfsleven,  

met  als  belangrijkste  onderdeel  de  oliesector,  werd  hierin  ontzien.  Dit  was  een  groot  verschil  met  de  Verenigde  

Staten,  die  sancties  oplegden  die  ook  consequenties  hadden  voor  de  bedrijven  werkzaam  in  de  olie-­‐‑industrie.206  

De  EU  legde  geen  sancties  op  die  verder  gingen  dan  de  sancties  die  waren  bepaald  in  VN  resoluties.  Hoewel  het  

200 -­‐‑community.org/app/webroot/files/articlepdf/Ferhatovic%20Sudan.pdf,  geraadpleegd  op  4  mei  2012.  201 -­‐‑ ikbaar  op:  http://ec.europa.eu/development/icenter/repository/sudan_final_non-­‐‑ratification_faq_200908.pdf,  geraadpleegd  op  18  mei  2012.  202  Ibidem.  203  E.  Ferhatovic,  p.  7.  204  Ibidem.  205   the  Kingdom  of  the  Netherlands,  on  behalf  of  the  European  

-­‐‑un.europa.eu/articles/en/article_4067_en.htm,  geraadpleegd  op  2  mei  2012.  206  D.  Sicurelli,   Policies:  Norms,  Interests  and  Impact,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  49.  

Page 56: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

48    

Europees  Parlement   in  2004  en  2005  zowel  de  VN  als  de  EU  meerdere  malen  opriep  om  sancties  op   te   leggen,  

zorgden  onenigheid  onder  de  lidstaten  en  de  unanimiteitsprocedure  ervoor  dat  dit  niet   leidde  tot  het  gewenste  

resultaat.   in  Darfur,  it  would  be  

better  to  help  the  Sudanese  get  over  the  crisis,  so  their  country  is  pacified  rather  than  [impose]  sanctions  which  would  push  

207  Hierin   weerklinkt   de   communautaire   Europese   positie   ten   aanzien   van  

conflictbeheersing,  waarin  de  voorkeur  uitgaat  naar  positieve  conditionaliteit.    

In  dezelfde  periode  werd  er  binnen  de  VN  intensief  gediscussieerd  over  R2P,  met  de  crisis  in  Darfur  als  

schoolvoorbeeld.   Eurocommissaris   voor   externe   betrekkingen   Ferrero-­‐‑Waldner   sprak   namens   de   EU   haar  

emerging  acceptance  of  a  responsibility  to  protect 208  In  dezelfde  speech  noemde  zij  Darfur  

tevens  een  voorbeeld  van  een  crisissituatie  waarin  de  EU  te  lang  heeft  gewacht  met  ingrijpen:    

 The  emerging  acceptance  of  

that   where   sovereign   states   show   themselves   unwilling   or   unable   to   fulfil   this   responsibility   the  

international   community   must   step   in.   Rwanda,   Darfur,   and   elsewhere   -­‐‑   where   the   international  

community   has   hesitated   too   long   or   failed   to   act   at   all   -­‐‑   are   shameful   indictments   of   our   traditional  

approach.209    

Deze   stevige   veroordeling   van   de   traditionele,   afwachtende,   houding   van   de   EU   ten   opzichte   van   conflicten  

impliceert   dat   er   ruimte   is   voor   verandering.   In   de   theorie   van   Finnemore   &   Sikkink   is   het   oordeel   van   de  

gemeenschap   immers   bepalend   voor   het   herkennen   van   normen.   Daar   waar   conformistisch   gedrag   herkend  

wordt  door  lofprijzing,  wordt  normbrekend  gedrag  herkend  door  afkeuring  van  het  gedrag.  In  dit  geval  fungeert  

Ferrero-­‐‑Waldner  als  leider  van  de  Europese  gemeenschap  en  wordt  het  afwachtende  gedrag  afgekeurd.  Ferrero-­‐‑

Waldner   neemt   in   deze   verklaring   duidelijk   afstand   van   de   conflictbenadering   tot   op   dat   moment   en   hierin  

schuilt  een  oproep  voor  effectieve  acties.    

De   Europese   Unie   nam   in   verklaringen   over   de   situatie   in   Darfur   geen   blad   voor   de   mond.   In  

verschillende   verklaringen   duidde   het   Europees   Parlement   de   situatie   in   Darfur   als   schending   van  

mensenrechten.  Reeds  in  2004  verklaarde  het  EP,  dat  zich  van  de  EU  instellingen  het  duidelijkst  uitsprak,  dat  de  

gruweldaden  in  Darfur  de  aanloop  waren  naar  genocide:    

 [The  members  of  the  European  Parliament  urge]  Sudanese  authorities  to  end  impunity  and  to  bring  to  

justice  immediately  the  planners  and  perpetrators  of  crimes  against  humanity,  war  crimes  and  human  

rights  violations,  which  can  be  construed  as  tantamount  to  genocide.210  

     

In   datzelfde   jaar   verklaarde   de   EU   in   de   General   Assembly   dat   zij   het   belangrijk   vond   dat   de   internationale  

gemeenschap   een   duidelijk   signaal   af   zou   geven,   waaruit   bleek   dat   het   schenden   van   mensenrechten   niet  

207  Franse  minister  van  Buitenlandse  Zaken  Renaud  Muselier,  geciteerd  in:  D.  Sicurelli,  Impact,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  67.  208   -­‐‑Waldner,  New  York:  International  Peace  Academy  2005,  geciteerd  in:  D.  Sicurelli,   act,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  49.  209  B.  Ferrero-­‐‑ -­‐‑  http://www.eu-­‐‑un.europa.eu/articles/en/article_4767_en.htm,  laatst  geraadpleegd  op  9  juni  2012.  210   -­‐‑eu-­‐‑un.org/articles/en/article_3810_en.htm,  laatst  geraadpleegd  op  9  juni  2012.  

Page 57: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

49    

getolereerd  werd  en  dat  de  gruweldaden  in  Darfur  gestopt  moesten  worden.211  De  eerste  keer  dat  het  Europees  

Parlement  in  de  context  van  de  situatie  in  Darfur  daadwerkelijk  refereerde  aan  R2P,  was  in  2006,  toen  het  de  VN  

to  address  the  violence  in  Darfur,  which  is  tantamount  to  genocide,  and  to  act  on  its  responsibility  

212  Ten   gevolge   hiervan   riep   het   Europees   Parlement   de   VN   middels   resoluties   op   om   het  

principe  van  R2P  te  implementeren.  Opvallend  was  echter  dat  de  Europese  benadering  van  R2P  gebaseerd  was  

op  steun  aan  regionale  organisaties,  zodat  deze  als   leidende  actoren  konden  optreden   in  de   implementatie  van  

het  principe.  

De  EU  hechtte  veel  waarde  aan  principes  als  regionale  integratie  en   local  ownership  in  de  aanpak  van  dit  

conflict.  Dit  verklaart  waarom  de  EU  geen  volledige  eigen  EDSP  missie  stuurde,  maar  slechts  een  ondersteunende  

civiel-­‐‑militaire  missie  aan  de  AU  leverde.213  Hoewel   in  eerste   instantie  werd  gesproken  over  een  grote  militaire  

missie,  zorgde  het  gebrek  aan  capaciteit  en  politieke  wil  ervoor  dat  deze  militaire  missie  teruggebracht  werd  tot  

een  ondersteunende  missie.  In  2005  implementeerde  de  EU  een  ESDP  missie  ter  ondersteuning  van  AMIS  II,  die  

sinds  2004  operationeel  was.  De  EU  ging  hiermee  in  op  het  verzoek  van  de  AU  om  politieke  en  militaire  steun  te  

leveren.214    Al   snel   bleek   echter   dat  AMIS   zonder   de   hulp   van   externe   actoren   niet   in   staat  was   het   conflict   te  

stoppen.  Het  gebrek  aan,  en  het  inefficiënte  beheer  van,  financiële  middelen  stonden  het  succes  van  de  missie  in  

de  weg.  Als  reactie  hierop  dreigden  de  EU  en  Canada  met  het  bevriezen  van  de  middelen  ter  ondersteuning  van  

de  AU  missie  en  riepen  de  VS  op   tot   interventie  door  de  VN.  De  EU  steunde  de  vervanging  van  de  AU  missie  

door  een  VN  missie,  die  in  eerste  instantie  niet  werd  geaccepteerd  door  de  regering  van  Soedan:    

 

We  would  have  preferred  a  transition  to  a  UN  force  but  President  Bashir  of  Sudan  does  not  agree.  We  are  

responsibility  to  provide  protection  and  we  mu 215  

 

Onder   druk   van   de   Chinezen   stond   de   regering   van   Soedan   uiteindelijk   een   nieuwe,   hybride   missie   toe,   ter  

vervanging  van  AMIS.  Als  voorwaarde  stelde  de  regering  wel  dat  het  een  gedeelde  AU-­‐‑VN  missie  zou  betreffen,  

waarin  de  AU  een  belangrijke  rol  zou  blijven  spelen.  Hieruit  voort  kwam  UNAMID,  welke  in  2008  operationeel  

werd.216  Na  operationalisering  van  UNAMID  stopte  de  EU  haar  steun  aan  de  missie.  De  EU  bleef  echter  wel  actief  

middels  een  monitoringsteam  voor  het  staakt-­‐‑het-­‐‑vuren.217    

Het  belang  van  de  EU  bij  regionale  stabiliteit  was  ook  terug  te  zien  in  de  acties  die  de  EU  ondernam.  De  

vluchtelingenstroom   die   het   conflict   in   Darfur   op   gang   bracht,   zorgde   voor   een   humanitaire   crisissituatie   in  

211   EU  Presidency  Statement  -­‐‑   ikbaar    op  :  http://www.europa-­‐‑eu-­‐‑un.org/articles/fr/article_5354_fr.htm,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.  212  http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-­‐‑//EP//TEXT+IM-­‐‑PRESS+20060331IPR06932+0+DOC+XML+V0//EN,  geraadpleegd  op  2  mei  2012.  213  http://www.iai.it/pdf/DocIAI/iai0929.pdf    Military  and  Civilian  ESDP  Missions:  Ever  Growing  and  Effective?  214   Te  raadplegen  op:    http://www.fride.org/publication/733/the-­‐‑eus-­‐‑role-­‐‑in-­‐‑the-­‐‑darfur-­‐‑crisis-­‐‑from-­‐‑2003-­‐‑until-­‐‑today,  laatst  geraadpleegd  op  9  juni  2012.  215    http://www.eu-­‐‑un.europa.eu/articles/fr/article_6314_fr.htm,  geraadpleegd  op  15  juni  2012.  216  D.  Sicurelli,   rica  Policies:  Norms,  Interests  and  Impact,  Farnham:  Ashgate,  2010,  p.  51.  217   shington,  2007,  beschikbaar  op:  https://docs.google.com/viewer?a=v&q=cache:gB03OHl0nUUJ:  www.eurunion.org/newsweb/HotTopics/DarfurEUFactsheetDec2007.doc+&hl=nl&gl=nl&pid=bl&srcid=ADGEEShip1W1Vy_SnCdETi3Ix_n8eAToFJ6jvdw_wX0ecV5kCMwjg52R5BLyT_Hu785aJ85pBZuM0Hf0jPgMKVQRHTXkXTh-­‐‑YmlKPtSCYBDLCE1Wbge5AhhN-­‐‑o4YIChvwCDuPUKVVwDr&sig=AHIEtbSU_xtjNLr3I1bUiMYAlhrKKCQdcA&pli=1,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.  

Page 58: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

50    

buurland  Tsjaad.  De  regering  van  Tsjaad,  onder  leiding  van  Idriss  Déby,  wilde  echter  geen  VN  missie  toelaten.  

Na  aandringen  van  de  EU  ging  de  regering  uiteindelijk  akkoord  met  een  EU  missie,  EUFOR  Tchad/RCA,  zolang  

deze  niet   in  het  grensgebied  gelegerd  zou  zijn.  Vanaf  het  begin  van  de  missie  klonken  er  kritieke  geluiden,  zo  

werd  de  missie  beschreven  als  een  Frans  initiatief,  bedoeld  om  de  Franse  invloed  in  de  regio,  met  name  in  Tsjaad,  

te  vergroten.  Daarnaast  zouden  het  mandaat  en  de  capaciteit  van  de  missie  niet  uitgebreid  genoeg  zijn  om  een  

significante   verandering   teweeg   te   brengen.  Hoewel   de   EU   zelf   benadrukte   dat   de  missie   effectief  was   in   het  

bevorderen  van  veiligheid  op  sommige  gebieden,  werd  EUFOR  vooral  gezien  als  humanitaire  missie.   In  maart  

2009  werd  de  missie  opgenomen  in  de  VN  missie  MINURCAT.218    

 

3.3.1  Normverandering    De  reactie  van  de  EU  op  de  crisissituatie  in  Darfur  was  in  eerste  instantie  in  overeenstemming  met  de  gevestigde  

regels,  die  het  principe  van  Structural  Stability  ondersteunen.  Door  het  budget  voor  ontwikkelingssamenwerking  

op   te   schroeven,   bevestigde   de   EU   deze   norm.   Er   is   echter   een   aantal   momenten   waarop   er   discussie   heeft  

plaatsgevonden,  die  de  norm  zou  kunnen  beïnvloeden.  Ten  eerste  ontstond  er  discussie  over  de  financiering  van  

de  African  Peace  Facility.  De  discussie   tussen  de  EC  en  de   lidstaten  over  waar  de  verantwoordelijkheid  moest  

liggen,  kan  gezien  worden  als  een  discussie  over  de  plaats  die  conflictbeheersing  inneemt  in  het  Europese  beleid.  

Door   de   politieke   dimensie   van   het   conflict   waren   lidstaten   voorzichtig   met   het   afstaan   van   de  

verantwoordelijkheid   aan   de   EC.   Door   de   beslissing   om   de   APF   te   financieren   uit   het  

ontwikkelingssamenwerkingbudget,   bevestigde   EU   wederom   het   principe   van   Structural   Stability.   Ook   de  

beslissing  om  de  economische  betrekkingen  te  hervatten  na  het  ondertekenen  van  het  CPA  illustreert  de  Europese  

voorkeur   voor   een   intensieve   samenwerking.   Hoewel   de   EU   de   toewijzing   van   ontwikkelingsgelden   af   liet  

hangen  van  de  vooruitgang  in  het  vredesproces,  en  hiermee  op  papier  conditionaliteit  bewerkstelligde,  hervatte  

de   EU   de   relaties   met   Soedan   op   een   moment   dat   er   nog   steeds   een   burgeroorlog   gaande   was.   Hoewel   de  

regering  van  Soedan  op  papier  moeite  leek  te  doen  om  stappen  te  zetten  in  de  richting  van  vrede,  bleek  hier  in  de  

praktijk  niet  veel  van  terecht  te  komen.  De  conditionaliteit  van  de  EU  leek  op  dit  gebied  niet  effectief.    

  Tevens   ontvouwde   zich   een   discussie   rond   de   beslissing   om   de   regering   van   Soedan   sancties   op   te  

leggen.  Het  Europees  Parlement  sprak  zich  meerdere  malen  uit  voor  het  opleggen  van  sancties,  maar  belangrijke  

lidstaten,  zoals  Frankrijk,  namen  een  negatief  standpunt  in.  De  EU  legde  uiteindelijk  geen  strengere  sancties  op  

dan  de  VN  en  was  in  vergelijking  met  de  VS  zelfs  coulant.  De  EU  ontzag  immers  het  bedrijfsleven  op  het  moment  

dat  de  VS  sancties  oplegden  die  ook  de  olie-­‐‑industrie  raakten.  De  terughoudendheid  in  het  opleggen  van  sancties  

is   in   overeenstemming   met   de   voorkeur   van   de   EU   voor   positieve   conditionaliteit   middels  

ontwikkelingssamenwerkingsinstrumenten.  Hoewel  de  uitkomst  van  deze  discussie  het  principe  bevestigt,   laat  

de  discussie  in  het  EP  en  tussen  de  EU  en  de  lidstaten  zien  dat  er  frictie  ontstaat.  Dit  zou  zich  in  de  toekomst  door  

kunnen  zetten  in  het  opleggen  van  striktere  sancties,  waardoor  de  normen  nog  meer  gewicht  krijgen.    

218   -­‐‑  14.  Te  raadplegen  op:    http://www.fride.org/publication/733/the-­‐‑eus-­‐‑role-­‐‑in-­‐‑the-­‐‑darfur-­‐‑crisis-­‐‑from-­‐‑2003-­‐‑until-­‐‑today,  laatst  geraadpleegd  op  9  juni  2012.  

Page 59: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

51    

De  beslissing  van  de  regering  van  Soedan  om  de  herziene  Cotonou  overeenkomst  niet  te  ondertekenen  

kan  ook  worden  gezien  als  moment  van  frictie.  De  EU  besloot  de  dialoog  met  het  land  wel  voort  te  zetten  en  kan  

ook  zonder  deze  overeenkomst  humanitaire  hulp  leveren.  De  onenigheid  was  gebaseerd  op  de  clausule  waarin  

de  ACP  landen  beloofden  stappen  te  zetten  om  het  ICC  te  erkennen.  Deze  clausule  was  voor  de  EU  dus  belangrijk  

in   het   bevorderen   van   een   democratische   rechtsstaat.   Het   feit   dat   de   onderhandelingen   vastliepen   op   deze  

clausule,  en  de  EU  ten  gevolge  hiervan  geen  structureel  fonds  aan  Soedan  toekent,  bevestigt  het  belang  dat  de  EU  

hecht  aan  democratie  in  de  betrekkingen  met  Soedan.  De  pogingen  van  de  EU  om  het  vredesproces  succesvol  te  

laten  zijn  en  de  rol  van  de  EU  waarnemers  bij  de  nationale  verkiezingen  van  2010   illustreren   tevens  dat  de  EU  

democratie   als   voorwaarde   ziet   voor   duurzame   ontwikkeling.   In   de   democratische   norm   zijn   dan   ook   geen  

duidelijke  veranderingen  te  zien.  

In  de  benadering  van  R2P  zijn  deze  veranderingen  wel  duidelijk  zichtbaar.  De  EU  geeft  in  haar  beleid,  

door  de  nadruk  op  Structural  Stability,  de  voorkeur  aan  Responsibility  to  Prevent.  In  de  retoriek  over  het  conflict  in  

Darfur  is  echter  een  verschuiving  waarneembaar  naar  Responsibility  to  React.  Meerdere  malen  riep  het  EP  op  om  in  

actie  te  komen  en  er  werd  gesproken  over  een  grote  militaire  missie.  In  een  publieke  verklaring  noemde  Ferrero-­‐‑

Waldner  de  afwachtende  houding  van  de  EU  zelfs  schandelijk.  De  kritiek  op  het  afwachtende  Europese  beleid  

impliceert  dat   een  passief  optreden  als  onjuist  gedrag,   en  dus  niet   conform  de  norm,  wordt  beschouwd  en  dat  

actief  gedrag  meer  goedkeuring  zou  genieten  en  dus  normconformistischer  zou  zijn.  

Dit  voorbeeld  illustreert  dat  er  binnen  de  verschillende  instellingen  van  de  EU  onenigheid  bestaat  over  

het  juiste  beleid.  De  mogelijkheid  van  deze  onenigheid  komt  voort  uit  de  versnippering  van  het  Europese  beleid  

over   de   verschillende   intergouvernementele   en   supranationale   instellingen.   Het   commentaar   op   het   beleid  

impliceert  dat  de  houding  die  wordt  beschreven  niet  langer  conform  de  norm  is.  Er  ontstaat  dus  discussie  over  de  

benadering  van  R2P  binnen  de  EU,  hetgeen  voor  normverandering   zorgt.  Deze  verandering   is   zichtbaar   in  de  

retoriek  over  R2P,  die  voornamelijk  naar  voren  komt  in  internationale  organisaties  als  de  VN.  Deze  behoefte  aan  

duidelijke  actie  om  de  Soedanese  bevolking  te  beschermen,  is  echter  niet  vertaald  naar  concrete  daden.  Ondanks  

de   ferme   taal   leverde   de   EU   slechts   een   ondersteunende  missie,   waarin   local   ownership   een   grote   rol   speelde.  

Hoewel  de  retoriek  op  sterke  acties  duidde,   lieten  de  activiteiten  van  de  EU  een  bevestiging  van  de  norm  zien.  

Een  moment  waarop  de  EU  wel  een  grote  verantwoordelijkheid  op  zich  nam  was  toen  het  een  missie  inzette  in  

Tsjaad.   De   belangen   van   Frankrijk   lijken   hierin   een   grote   rol   gespeeld   te   hebben   en   hoewel   de   EU   de  missie  

effectief   vond   op   het   gebied   van   veiligheidsbevordering,   zagen   anderen   EUFOR   Tchad/RCA   slechts   als   een  

humanitaire  missie.   Omdat   de   belangen   van   Frankrijk   bij   deze  missie   een   grote   rol   hebben   gespeeld,   kan   de  

beslissing   om   Tchad/RCA   te   sturen   worden   toegeschreven   aan   de   logic   of   consequence   en   niet   aan   de   logic   of  

appropriateness.  Hoewel   er   getwist   kan  worden   over   de   effectiviteit   van  de  missie,   geeft   het   ad-­‐‑hoc   besluit   om  

troepen  naar  Tsjaad  te  sturen  wel  een  verandering  weer  richting  de  Responsibility  to  React.  In  de  benadering  van  

het  conflict   in  Darfur  heeft  de  EU  veelal  vastgehouden  aan  het  principe  van  Structural  Stability.  Er  is  echter  een  

aantal  momenten   aan   te  wijzen,   voornamelijk   in   de   retoriek,  waarop   een   verschuiving   zichtbaar   is   richtin   een  

meer  reactieve,  strikte  benadering  van  het  conflict.    

   

Page 60: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

52    

3.4  De  belangen  van  China  in  Darfur    De  belangen  van  China  in  Afrika  worden  vaak  enkel  toegeschreven  aan  economische  overeenkomsten,  die  met  

name   gericht   zijn   op   de   energiesector.   Hoewel   het   niet   te   ontkennen   is   dat   China   ook   in   Soedan   grote  

economische  belangen  heeft,  vooral   in  de  oliesector,  zijn  de  politieke  belangen  van  China  in  Soedan,  net  als  die  

van   de   EU,   niet   te   verwaarlozen.   De   ambitie   om   zich   als   verantwoordelijke   macht   te   profileren   en   de  

internationale  druk   in   aanloop  naar  de  Olympische   Spelen,   creëerden  de   context  waarin  het   voor  China   lastig  

werd  zich  te  houden  aan  het  principe  van  non-­‐‑interference.  

  Hoewel  het  geen  directe  belangen  had  in  de  regio  Darfur  zelf,  had  China  op  het  moment  dat  het  conflict  

uitbrak  in  2003  wel  grote  economische  belangen  in  Soedan.  Soedan  was  op  Zuid-­‐‑Afrika  en  Nigeria  na  de  grootste  

handelspartner   van   China   en   was   een   belangrijke   afzetmarkt   voor   in   China   geproduceerde   producten   zoals  

textiel,   schoeisel   en   elektronica.   Tevens   was   Soedan   belangrijk   als   toegangspoort   tot   regionale   Afrikaanse  

afzetmarkten,   waaronder   de   Gemeenschappelijke  Markt   van   Oost-­‐‑   en   Zuidelijk   Afrika.219  De   oliemaatschappij  

China  National  Petroleum  Corporation  (CNPC)  investeerde  reeds  in  de  jaren  negentig  in  Soedan  en  verkreeg  in  1997  

een   aandeel   van   veertig   procent   in   e   Petroleum   Operating   Company.   In   2004   was   Soedan  

leverancier   van   4,7%   van  de   olie   die   China   importeerde.   Soedan   stond   dan   ook   bovenaan   de   lijst   van   landen  

waarin   China   investeerde   voor   energietoevoer.   Sinds   1997   spendeerde   China   ruim   US$   15   miljard   aan  

infrastructuurprojecten  in  Soedan,  waarvan  het  merendeel  gericht  was  op  de  oliesector.220  Het  risico  bestond  dat  

stabiel  Darfur  was  dus  voor  de  betrekkingen  met  de  oliesector  van  cruciaal  belang.    

De  overeenkomsten  tussen  China  en  Soedan  waren  gesloten  door  het  NIF.  China  had  derhalve  baat  bij  

de   continuïteit  van  het   regime.  Wisseling  van  de  macht  zou   immers  betekenen  dat  over  een  groot  deel  van  de  

overeenkomsten  opnieuw  onderhandeld  zou  moeten  worden.  Het  Chinese  beleid  van  non-­‐‑interference  kwam  hier  

dus  goed  van  pas.  Dit  veranderde  echter  in  2005,  toen  de  Comprehensive  Peace  Agreement  werd  ondertekend.  Een  

onafhankelijk   Zuid-­‐‑Soedan   werd   nu   een   reëel   scenario   en   China   zag   zich   hierdoor   verplicht   worden   tot   het  

aanhalen   van   de   banden  met   de   verschillende   partijen.221  Hoewel   China   de   leidende   partij   van   de   toentertijd  

semi-­‐‑autonome  regering  van  Zuid-­‐‑Soedan,  de  SPLM,  altijd  als  rebellenpartij  had  beschouwd,  werd  er  in  2008  in  

Juba,  de  belangrijkste,  en  later  ook  de  hoofdstad  van  Zuid-­‐‑Soedan,  een  Chinees  consulaat  geopend.  Hieruit  bleek  

dat   China   zich   genoodzaakt   voelde   de   relaties  met   verschillende   partijen   aan   de   realiteit   aan   te   passen.222  De  

kortetermijnbelangen   van   China   in   Soedan,   gericht   op   het   veroveren   van   een   goede   marktpositie,   moesten  

langzaamaan  plaats  maken  voor  een  langetermijnvisie,  gericht  op  de  consolidatie  van  de  positie  en  de  veiligheid  

van  de  Chinese  burgers  in  Soedan.    

  Naast  de  economische  belangen  in  de  oliesector  was  Soedan  een  goede  afzetmarkt  voor  Chinese  militaire  

uitrusting  en  technologie,  variërend  van  grote  gevechtsvliegtuigen  tot  lichte  wapens.223  Tussen  2002  en  2005,  in  de  

219  D.  L Non-­‐‑interference Review  of  African  Political  Economy,  nr.  115  (2008),  p.  99.  220  S.  van  Hoeymissen,  in:  J.  Men  &  B.  Barton,  p.  149.  221  E.  van  der  Meulen  &  F.P.  van  der  Putten,  p.  10.  222  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  33.  223 Non-­‐‑interference Review  of  African  Political  Economy,  nr.  115  (2008),  pp.  93    106,  geciteerd  in:    in  S.  van  Hoeymissen,  in:  J.  Men  &  B.  Barton,  p.  154.  

Page 61: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

53    

periode  dat  het  conflict  tussen  de  regering  van  Soedan  en  de  rebellengroepen  hoog  oplaaide,  maar  waarin  tevens  

werd   onderhandeld   over   een   vredesovereenkomst,   was   China   de   grootste   leverancier   van   militaire   en   lichte  

wapens  aan  Soedan.224   s,  die  

225  Dit   illustreert  dat  China  niet  

alleen  grote  economische  belangen  had  in  Soedan,  maar   tevens  dat  het  principe  van  non-­‐‑interference  nog  steeds  

leidend  was  in  het  beleid  van  China.  Zoals  plaatsvervangend  Minister  van  Buitenlandse  Zaken  Zhou  Wenzhong  

in  2005  verklaarde:   the  internal  situation  in  the  

.226  De  situatie  in  Darfur  had  echter  repercussies  voor  het  Chinese  bedrijfsleven  in  Soedan.  

De  veiligheid  van  de  Chinese  arbeiders  in  de  regio  kwam  meerdere  malen  in  het  geding  door  het  aanhoudende  

conflict.  De  Chinese  steun  aan  de  Khartoemse  regering  maakte  Chinese  arbeiders  tot  doelwit  van  ontvoeringen  

door  rebellengroepen  en  op  deze  wijze  werd  China  direct  betrokken  bij  het  conflict.    

  Net  als  de  EU  had  ook  China  belang  bij  regionale  stabiliteit.  Toen  Tsjaad  in  2006  officieel  de  banden  met  

Taiwan  beëindigde,   intensiveerden  de  betrekkingen   tussen  China  en  Tsjaad.  Hiermee  groeide  ook  de  aandacht  

van  China   voor   de   stabiliteit   in   de   regio.   China   vreesde   dat   regionale   instabiliteit   haar   groeiende   belangen   in  

Tsjaad  zou  schaden.227  Tevens  was  de  goede  relatie  met  andere  Afrikaanse  staten  afhankelijk  van  de  relatie  die  

China   met   de   AU   onderhield.   Hiermee   groeide   het   belang   voor   China   bij   stabiliteit   in   Darfur.   De   situatie   in  

Soedan  bood  China  de  kans  op  verwezenlijking  van  de  ambitie   om  zich   als   verantwoordelijke  mogendheid   te  

profileren.   Toen   in   de   aanloop   naar   de   Olympische   Spelen   in   Beijing   in   2008   de   internationale   aandacht   zich  

werd   een   extra   drijfveer   voor   China   om   verantwoordelijkheid   te   nemen,   in   een   poging   om   zijn   imago   te  

beschermen.   Het   conflict   in   Darfur   bood   dus   voor   zowel   de   EU   als   China   de   mogelijkheid   om   zich   op  

internationaal  gebied  te  laten  gelden  als  invloedrijke,  verantwoordelijke  mogendheden.    

   

224  D.   Non-­‐‑interference Review  of  African  Political  Economy,  nr.  115  (2008),  p.  98.  225  VN  Veiligheidsraad,    

,  2006,  geciteerd  in:  D.   Non-­‐‑interference Review  of  African  

Political  Economy,  nr.  115  (2008),  p.  98.  226  Z.  Wenzhong,  geciteerd  in  The  New  York  Times,  2005,  geciteerd  in:  J.  Journal  of  Contemporary  China,  nr.  54  (2008),  p.  73.  227  S.  van  Hoeymissen,  in:  J.  Men  &  B.  Barton,  p.  157.  

Page 62: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

54    

3.5  De  activiteiten  van  China  in  Darfur    Op  het  moment  dat  het   conflict   in  Darfur  uitbrak   in  2003,  had  China  grote   economische  belangen   in  de   regio.  

Tevens  gaf  het  conflict  China  de  mogelijkheid  om  zich  als  verantwoordelijke  internationale  actor  te  profileren.  De  

Chinese  reactie  op  het  conflict  was   in  eerste   instantie  echter  geheel   in   lijn  met  het  principe  van  non-­‐‑interference.  

Naarmate  het   conflict   langer  aanhield  en  de  Khartoemse   regering  niet   in   staat  bleek  de  onlusten  neer   te   slaan,  

werd   er   een   verandering   zichtbaar   in   het  Chinese   beleid   ten   aanzien   van   het   conflict.  De   ambitie   om   zich   als  

verantwoordelijke  macht  te  profileren,  kreeg  steeds  meer  gewicht;  het  principe  van  non-­‐‑interference  werd  hierdoor  

zichtbaar  anders  geïnterpreteerd.  De  benadering  van  conflicten  wordt  door  de  Chinese  regering   influence  without  

interference  genoemd.228  Er  zijn  echter  aanwijzingen  dat  China  zich  wel  degelijk  als  actieve  actor  opwerpt.  

  De   Chinese   reactie   op   het   conflict   in   Darfur   kan  worden   opgedeeld   in   drie   fasen.   In   eerste   instantie  

leverde  Beijing  Khartoem  volledige  steun,  in  de  tweede  fase  nam  deze  onvoorwaardelijke  steun  af  en  sloot  Beijing  

zich  meer  aan  bij  de  westerse  mogendheden.  In  de  laatste  fase  nam  Beijing  een  bemiddelende  en  beïnvloedende  

rol  op  zich.  De  eerste  fase  kenmerkte  zich  zoals  gezegd  door  onvoorwaardelijke  steun  aan  de  centrale  regering  in  

Khartoem.  De  taal  die  de  Chinese  politici  en  ambtenaren  gebruikten  in  deze  periode  kwam  grotendeels  overeen  

met  de  taal  die  werd  gebruikt  door  de  regering  van  Soedan.  Bovendien  accepteerde  Beijing  de  verklaring  van  de  

Soedanese   regering  dat  het   conflict   binnen  korte   tijd   onder   controle   gebracht   zou  worden.  229  Het  principe  van  

non-­‐‑interference  uitte  zich  in  de  eerste  fase  van  het  conflict  ook  in  de  positie  van  China  ten  opzichte  van  de  rol  van  

de   VN   in   het   conflict.   In   eerste   instantie   benadrukte   China   dat   de   lokale   regering  moest   instemmen  met   VN  

missies   op   Soedanees   grondgebied.   Het   VN-­‐‑voorstel   om   de   AU  missie   te   vervangen   door   VN   troepen  werd,  

volgens   officiële   verklaringen   van   de   regering   van   Soedan,   afgewezen,   omdat   de  AU   aangegeven   had   op   dat  

moment  slechts   financiële  steun   te  behoeven.  China   liet  de  steun  voor  de  regering  blijken  door   in  de  VN  op  te  

roepen  deze  financiële  steun  te  leveren.230  Het  begunstigen  van  de  regering  van  Soedan  was  echter  niet  het  enige  

motief  voor  China  om  de  AU  te  steunen.  Een  slechte  verstandhouding  met  de  AU  brengt  immers  de  betrekkingen  

tussen   China   en   andere   Afrikaanse   staten   in   gevaar.   De   lobby   van   China   om   financiële   steun   voor   de   AU   te  

verkrijgen  behartigde  derhalve  meerdere  belangen,  maar  zeker  ook  die  van  China  zelf.  Deze  beslissing  past  dus  

goed  bij  het  traditionele  beleid  van  China,  waarin  de  eigen  belangen  een  grote  rol  spelen.  In  deze  periode  dreigde  

China  ook  met  het  gebruiken  van  het  vetorecht  in  de  VN  Veiligheidsraad,  bij  resoluties  die  Soedan  economische  

sancties  oplegden.  

  In  2004  begon  zich  langzaam  een  ommekeer  af  te  tekenen  in  het  Chinese  beleid  ten  aanzien  van  Soedan.  

De   groeiende   internationale   druk   om   verantwoordelijkheid   te   nemen,   viel   samen   met   een   verandering   in   de  

Chinese  buitenlandse  politiek.  De   scheiding   tussen  economische  en  politieke  betrekkingen  werd  steeds  minder  

helder  en  zorgde  voor  frictie.231  Binnen  dit  interne  debat  omschreven  voorstanders  van  betere  coördinatie  met  het  

228   China  Security,  nr.  3  (2007)  p.  77.    229   SAIIA  Occasional  Paper  No  67,  p.  6.  Te  raadplegen  op:  http://www.saiia.org.za/occasional-­‐‑papers/the-­‐‑chinese-­‐‑stance-­‐‑on-­‐‑the-­‐‑darfur-­‐‑conflict.html  230  Ibidem.  231  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  32.  

Page 63: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

55    

hard-­‐‑ en  schadelijk  voor  de  Chinese  diplomatie.232  Ten  

gevolge   van   deze   internationale   en   nationale   veranderingen   verschoof   de   positie   van  China   en   bekritiseerden  

Chinese   politici   de   situatie   in   Darfur.   In   2004   en   2005   bezocht   speciale   afgezant   Lu   Guozeng   de   Soedanese  

president  Bashir.  Ook  de  minister  van  Buitenlandse  Zaken,  Zhai  Jun,  sprak  in  deze  periode  meerdere  malen  met  

de  Soedanese  president  en  verschillende  ambtenaren.  Tijdens  deze  bezoeken  verzochten  de  Chinese  politici  de  

233    

  In  juli  2004  onthield  China  zich  van  stemming  over  resolutie  1556  in  de  VN  Veiligheidsraad.  Middels  de  

resolutie  werd  onder  andere  de   regering  van  Soedan  als  dader  aangewezen   in  het   conflict.  Ondanks  meerdere  

pogingen  van  de  kant  van  Soedan  om  China  over  te  halen  om  de  resolutie  te  blokkeren,  liet  China  de  westerse  

landen  op  deze  wijze   in  staat  druk  uit   te  oefenen  op  de   regering  van  Soedan.  Een  zelfde   scenario  voltrok  zich  

rond  resolutie  1564,  waarin  gedreigd  werd  met  economische  sancties,  onder  andere  voor  de  olie-­‐‑industrie,  mocht  

Soedan   zich   niet   aan   de   maatregelen   (zoals   de   ontwapening   van   de   milities)   houden   die   waren   bepaald   in  

resolutie   1556.234  Wederom   weigerde   China   het   vetorecht   te   gebruiken,   maar   onthield   het   land   zich   wel   van  

stemming.   Ook   in   de   stemming   voor   resoluties   1593   in   2005   en   resolutie   1706   in   2006,   die   respectievelijk   de  

verdachten   van   de  misdaden   in   Soedan   verwees   naar   het   Internationaal   Strafhof   en   het  mandaat   van   de   VN  

missie   in   Soedan   uitbreidde,   zodat   de  missie   voortaan   ook   Darfur   betrof,   onthield   China   zich   van   stemming.  

Hierdoor  werden  de  resoluties  aangenomen.    

  De   Soedanese   regering   bekritiseerde   het   standpunt   van   China   sterk   en   vroeg   zich   publiekelijk   af  

235  Geheel   ongevoelig   voor   de   kritiek   was   China   niet.   Toen   de   AU   een   officieel  

verzoek  indiende  om  de  uitgeputte   troepen  te   laten  vervangen  door  een  VN  missie,  steunde  China  dit  voorstel  

weliswaar,  maar  op  voorwaarde  dat  dit  geschiedde  met  goedkeuring  van  de  Soedanese  regering:    

 

  China  is  in  favour  of  replaci

the  situation  on  the  ground  and  serve  interests  of  all  parties.  We  therefore  support,  with  the  consent  of  the  

Government  of  National  Unity,  to  deploy  UN  troops  in  Darfur  as  soon  as  feasible.236    

 

China  probeerde  de  Soedanese  overheid  dan  ook  over  te  halen  een  flexibeler  standpunt  in  te  nemen  betreffende  

de   VN   missie   op   Soedanees   grondgebied.237  China   blokkeerde   echter   in   dezelfde   periode   een   resolutie   voor  

samenwerking  tussen  de  VN  missie:  UNMIS,  en  AMIS,  die  reeds  op  Soedanees  grondgebied  actief  was.  In  deze  

periode  schoof  de  positie  van  China  dus  geleidelijk  op.  Hoewel  de  onvoorwaardelijke  steun  plaats  maakte  voor  

aansluiting  bij  het  Westen,  was  China  zeer  voorzichtig  de  goede  relatie  met  de  Soedanese  regering  niet  te  sterk  op  

het  spel  te  zetten.    

232   SAIIA  Occasional  Paper  No  67,  p.  6.  Te  raadplegen  op:  http://www.saiia.org.za/occasional-­‐‑papers/the-­‐‑chinese-­‐‑stance-­‐‑on-­‐‑the-­‐‑darfur-­‐‑conflict.html  233  Ibidem,  p.  7.  234  Ibidem,  p.  7.  235  Nafi  Ali  Nafhttp://www.saiia.org.za/occasional-­‐‑papers/the-­‐‑chinese-­‐‑stance-­‐‑on-­‐‑the-­‐‑darfur-­‐‑conflict.html  236  Explanatory  Statement  by  Chinese  Ambassador  Wang  Guangya  on  the  Vote  on  Security  Council  Resolution  on  Darfur,  Sudan,  beschikbaar  op:  http://www.china-­‐‑un.org/eng/hyyfy/t269767.htm  geraadpleegd  op  16  mei  2012  237   SAIIA  Occasional  Paper  No  67,  p.  8.  Te  raadplegen  op:  http://www.saiia.org.za/occasional-­‐‑papers/the-­‐‑chinese-­‐‑stance-­‐‑on-­‐‑the-­‐‑darfur-­‐‑conflict.html  

Page 64: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

56    

  De   derde   fase   in   de   Chinese   benadering   van   het   conflict   in   Darfur   is   zichtbaar   vanaf   eind   2006.   De  

diplomatieke  aanpak  die  het   land   tot  dusver  had  gehanteerd,  bleek  geen  vruchten  af   te  werpen.  De  Soedanese  

regering   bleef   zich   verzetten   tegen   de   acceptatie   van   een   VN   missie   in   het   land.   Binnen   de   Chinese  

Communistische   Partij   gingen   er   geluiden   op   om   aansluiting   te   zoeken   bij   het  Westen   in   de   aanpak   van   het  

quiet  diplomacy

openlijk   zijn  woede   uit   over   de   situatie   in   Darfur   en   de   rol   van   de   Soedanese   regering   hierin.   Op   de   China-­‐‑

Afr 238  

De  internationale  druk,  die   in  de  aanloop  naar  de  Olympische  Spelen  in  2008  groter  werd,  bracht  China  in  een  

lastige  positie.  Meer  dan  ooit  bevond  China  zich  tussen  de  druk  van  het  Westen,  dat  opriep  tot  het  nemen  van  

verantwoordelijkheid,  en  het  principe  van  non-­‐‑interference  in.  In  november  2006  speelde  Wang  Guangya,  lid  van  

de  Chinese  permanente  vertegenwoordiging  bij  de  VN,  een  breed  erkende  rol  in  het  bereiken  van  een  compromis  

in  Addis  Ababa  over  het  Annan-­‐‑plan,  dat  voor  een  uitbreiding  van  de  rol  van  VN  in  het  vredesproces  in  Darfur  

moest  zorgen.239  China  liet  ook  publiekelijk  zien  dat  het  zijn  best  deed  om  de  Soedanese  regering  onder  druk  te  

zetten,  hoewel  geprobeerd  werd  aan  het  principe  van   influence  without  interference  vast   te  houden:   in  september  

2006  bevestigde  ambassadeur  Wang  Guangya  dat  China  druk  had  gezet:    

 

We  sent  a  message  to  them  that  we  feel  the  UN  taking  over  is  a  good  idea,  but  it  is  up  to  them  to  agree  to  

that.  We  are  not  imposing  on  them,  we  need  to  have  them  consider  it  and  agree  to  it.240        

Hoewel   hieruit   blijkt   dat   er   wel   degelijk   druk   gezet   werd,   is   de   formulering   een   stuk   minder   hard   dan   de  

woorden   die   Solana   sprak   over   het   negatieve   standpunt   van   de   Soedanese   regering   ten   aanzien   van   een   VN  

missie   op   Soedanees   grondgebied.  Daar  waar   Solana   benadrukte   dat  de   Soedanese   regering   onder   druk   gezet  

moest  worden,  benadrukte  de  Chinese  regering  de  soevereiniteit  van  de  Soedanese  regering.  

  De   druk  die   de  Chinese   regering   uitoefende,   bleef   in   deze   fase   echter  niet   bij   retoriek.   In  maart   2007  

besloot   het   National   Development   and   Reform   Commission,   het   belangrijkste   orgaan   voor   economische  

ontwikkeling,   samen  met   het  Ministerie   van   Buitenlandse  Zaken,   Soedan   van   de   lijst  met   voorkeurslanden   te  

verwijderen.   Tevens   verklaarde   ambassadeur   Liu  Guijin   in   datzelfde   jaar   herhaaldelijk   dat  China   de   hulp   aan  

Soedan  zou  opschorten,  op  de  humanitaire  hulp  na.  241  Deze  maatregelen  versterkten  de  druk  op  de  Soedanese  

regering  en  konden  gezien  worden  als  een  effectieve  manier  om  de  regering  in  Khartoem  de  VN  missie  te  laten  

ook   verantwoordelijk   zou   zijn   voor   Darfur.   Deze   benoeming   illustreerde   de   toegenomen   aandacht   van   China  

voor  de  regio  en  bovenal  het  besef  dat  er  een  duidelijke  rol  voor  China  was  weggelegd  in  het  conflict.  

  Begin   2007,   toen   er   weinig   hoop   leek   te   zijn   dat   president   Bashir   hybride   troepen   op   Soedanees  

grondgebied  zou  toestaan,  uitte  de  Chinese  regering  toch  weer  publiekelijk  haar  steun  voor  de  centrale  regering,  

238  Ibidem,  p.  8.  239  J.   Journal  of  Contemporary  China,  nr.  54  (2008),  p.  79.  240   International  Herald  Tribune,  2006,  geciteerd  in:  J.  

Journal  of  Contemporary  China,  nr.  54  (2008),  p.  79.  241  I.  Taylor,   ,  London:  Lynne  Rienner  2009  ,  p  14,  geciteerd  in:  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  31.  

Page 65: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

57    

door  bij  te  dragen  aan  de  bouw  van  een  nieuw  paleis.242  Opvallend  was  echter  dat  Hu  Jintao,  voordat  hij  het  land  

verliet  na  een  bezoek,  in  een  verklaring  zeer  dicht  bij  het  publiekelijk  toegeven  aan  het  principe  van  R2P  kwam.  In  

een   verklaring   over   de   aanpak   van   het   conflict   in   Darfur   benadrukte   hij   vier   principes.   Hij   benadrukte   het  

principe  van   territoriale   integriteit,  maar  

conditions  of  local  people 243  Ook  zou  Hu  Jintao  president   Darfur  is  a  part  of  Sudan  and  you  

244  Hoewel  China  de   resolutie  over  R2P  heeft  getekend,  zal  het  de  operationalisering  

ervan  nooit  steunen,  aangezien  dit  volgens  China   in  strijd  zou  zijn  met  het  principe  van  non-­‐‑interference.  Het   is  

daarom   opvallend   dat   Chinese   politici   refereren   aan   het   principe.   Toch   was   China   niet   bereid   het   westerse  

discours   over   de   situatie   in   Darfur   over   te   nemen.   Na   een   bezoek   aan   Darfur   in   2007,   noemde  Minister   van  

basically  stable well  managed  with  

245  

  Hoewel  China   loyaliteit   aan  de  Soedanese   regering  bleef   tonen,  kreeg  de  kritische  benadering   toch  de  

overhand.   De   gesprekken   tussen   Hu   Jintao   en   Bashir   werden   harder   en  Wang   verklaarde   na   afloop   van   het  

bezoek:   en    

246  En   Khartoem   had   de   boodschap   inderdaad   begrepen.   In   juni   2007  

accepteerde   Bashir   de   hybride   missie   op   Soedanees   grondgebied.   Met   de   instemming   van   Khartoem   stemde  

China  in  de  VN  Veiligheidsraad  voor  resolutie  1769,  welke  de  hybride  vredesmissie  autoriseerde.  China  had  zich  

overigens  wel  hard  gemaakt  voor  afzwakking  van  de  resolutie,  zodat  de  uiteindelijke  versie  geen  economische  

sancties  bevatte.  Tevens  stemde  China  voor  de  autorisatie  van  de  EUFOR  missie  in  Tsjaad.247  China  stemde  niet  

alleen  voor  de   resolutie  die  UNAMID   tot   stand  bracht,  maar  was   tevens  een  van  de  eerste   landen  die   troepen  

leverden.   In  december  2007  zette  China   technici   in  om  de  komst  van  de  grotere  eenheden  voor   te  bereiden.   In  

augustus   2009   leverde   China   nog   eens   ruim   300   technische   troepen   en   een   politie-­‐‑officier   aan   UNAMID.248  

Hiermee   liet   China   zien   dat   het   ook   daadwerkelijk   bijdroeg   aan   de   missie,   hetgeen   wenselijk   was   voor   het  

internationale   imago.   Bovendien   onthield   China   zich   van   stemming   over   resolutie   1593   in   de   VN   VR.   Deze  

resolutie  verwees  de  situatie  in  Darfur  door  naar  het  Internationaal  Strafhof.  Door  geen  stem  uit  te  brengen  stelde  

China  de  VN  VR   in   staat  de  resolutie  aan   te  nemen.249  Deze  ontwikkelingen  weerspiegelden  de  nieuwe  positie  

van  China  ten  opzichte  van  de  situatie  in  Darfur.  

  Er   blijft   echter   spanning   zichtbaar   tussen   deze   nieuwe   positie   van  China   en   het   oude   non-­‐‑interference  

beleid.   In   2010   raakte  China  nog   in   opspraak   rondom  de  vermeende   schending   van   het  wapenembargo.  Naar  

verluidt  had  China  geprobeerd  de  publicatie  van  een  VN  rapport,  waarin  melding  werd  gemaakt  van  het  gebruik  

242  De  hybride  missie  zou  bestaan  uit  AU  en  VN  troepen.  243  B.  Gill  &   kholm  International  Peace  Institute,  2009,  p.  12.  244  Large,  2008,  quoted  in  S.  van  Hoeymissen,  in:  J.  Men  &  B.  Barton,  p.  156.  245  J.   07,  beschikbaar  op:  http://za.china-­‐‑  protection  of  Civilians  in  Armed  

China  and  the  European  Union  in  Africa:  

Partners  or  Competitors?,  Farnham:  Ashgate,  2011,  p.  156.  246  D.  Brautigam,  pp.  281    282.  247  E.  van  der  Meulen  &  F.P.  van  der  Putten,  p.  13.  248  D.  Brautigam,  pp.  281    282.  249   na-­‐‑the-­‐‑icc-­‐‑and-­‐‑libya-­‐‑a-­‐‑new-­‐‑level-­‐‑of-­‐‑hypocrisy,  geraadpleegd  op  4  juni  2012.  

Page 66: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

58    

van   Chinese   munitie   in   gevechten   in   Darfur,   te   blokkeren.   De   uiteindelijke   versie   van   het   rapport   wees   de  

regering  van  Beijing  niet  aan  als  hoofdverantwoordelijke,  maar  bevestigde  wel  dat  China  een  grotere  inspanning  

moest   leveren  om   te   zorgen  dat  Chinese  wapens  niet   in  Darfur   terecht   komen.250  In   een   recente  publicatie   van  

Amnesty   International   wordt   wederom   een   relatie   gelegd   tussen   mensenrechtenschendingen   in   Darfur   en  

Chinese  wapens.251    Hieruit  blijkt  dat  de  economische  belangen  van  China  tot  op  heden  zeer  belangrijk  zijn  in  het  

beleid  dat  wordt  gevoerd.  Ondanks  deze  spanning  is  er  een  duidelijke  beweging  zichtbaar  in  het  Chinese  beleid  

ten  aanzien  van  Soedan.  De  instemming  met  de  VN  vredesmissie  en  de  bijdrage  die  China  aan  UNAMID  leverde  

zijn  illustratief  voor  de  verandering  van  koers.  Op  het  internationale  toneel  probeert  China  zich  steeds  vaker  als  

verantwoordelijke  actor  te  profileren  en  in  Soedan  continueert  de  Chinese  regering  de  actieve  diplomatie  die  zij  in  

2006  is  gestart.252    

 

3.5.1  Normverandering    In   de   benadering   van   het   conflict   in   Darfur   heeft   de   Chinese   regering   naar   eigen   zeggen   gehandeld   naar   de  

normen   non-­‐‑interference,   wederzijds   respect   en   wederzijds   profijt. 253  Hoewel   China   in   eerste   instantie   geen  

opvallende  rol  speelde  en  onvoorwaardelijke  steun  voor  de  centrale  regering  uitte,  was  er  een  aantal  momenten  

van  frictie,  dat  voor  een  verandering  in  het  beleid  heeft  gezorgd.  In  2004  ontstond  er  een  intern  debat  binnen  de  

politieke  kringen  over  het  non-­‐‑interference  beleid  van  China,  waarin  het  beleid  schadelijk  werd  genoemd.  Op  dit  

moment  werd  het  beleid  bekritiseerd,  waaruit  de  afkeur  van  het  beleid  blijkt.  Het  gevolg  hiervan  was  dat  China  

de  Soedanese  regering  publiekelijk  opriep  om  de  humanitaire  situatie  te  verbeteren.  Tevens  onthield  China  zich  

van   stemming   over   belangrijke   resoluties   in   de   Veiligheidsraad   en   blokkeerde   deze   resoluties   niet.   In   deze  

periode  voelde  de  Chinese  regering  zich  verplicht  het  beleid  te  verklaren,  hetgeen  aangeeft  dat  het  beleid  onder  

druk  stond.  In  deze  periode  verschoof  het  beleid  van  China  van  non-­‐‑interference  naar  influence  without  interference,  

waarbij  de  instemming  van  de  regering  van  Khartoem  centraal  stond.    

  In  2006  werd  de   tweede  verandering  zichtbaar.  Wederom  zorgde   interne  discussie,   in   combinatie  met  

hevige  internationale  druk,  voor  discussie  over  het  beleid.  Dit  resulteerde  in  een  steeds  actievere  rol  van  China  in  

het  debat  over  Darfur.  De  retoriek  werd  sterker  en  China  benadrukte  publiekelijk  dat  er  moeite  werd  gedaan  om  

de  Soedanese   regering  over   te  halen.  Hoewel  de   instemming  van  de   regering   in  Khartoem  nog  steeds   centraal  

stond,  verschoof  de  aanpak  van  China  van  stille  diplomatie  naar  actieve  diplomatie,  met  de  benoeming  van  de  

Speciale  Gezant  als  hoogtepunt.  Beijing  zette  de  woorden  kracht  bij  door  wel  degelijk  maatregelen  te  treffen,  zoals  

het  verwijderen  van  Soedan  van  de  lijst  van  voorkeurslanden.  In  deze  periode  verklaarde  de  Chinese  regering  dat  

hoog  in  het  vaandel  stond.  Toch  was  de  verschuiving  ook  zichtbaar  in  het  taalgebruik,  waarin  China  steeds  vaker  

gebruik  maakte  van   termen  uit   het  discours   rondom  R2P.  Uiteindelijk   speelde  China   een  belangrijke   rol   in  de  

250   -­‐‑africa-­‐‑11748989.  251  http://www.amnesty.org/en/news/darfur-­‐‑new-­‐‑weapons-­‐‑china-­‐‑and-­‐‑russia-­‐‑fuelling-­‐‑conflict-­‐‑2012-­‐‑02-­‐‑08,  geraadpleegd  op  12  juni  2012.  252  E.  van  der  Meulen  &  F.P.  van  der  Putten,  p.  13.  253  D.   Non-­‐‑interference Review  of  African  Political  Economy,  nr.  115  (2008),  p.  97.    

Page 67: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

59    

acceptatie  van  het  Annan  plan  door  Soedan  en  liet  met  een  bijdrage  aan  de  hybride  missie  zien  dat  het  zich  als  

verantwoordelijke  actor  wilde  gedragen.    

  De  verschuiving   in  de  houding  van  China   ten  opzichte  van  Soedan  kan  veelal   verklaard  kan  worden  

door  de  belangen,  zoals  de  ambitie  een  verantwoordelijke  mogendheid  te  zijn,  het  vooruitzicht  dat  Zuid-­‐‑Soedan  

onafhankelijk  zou  worden  en  de  veiligheid  van  de  Chinese  werknemers  op  Soedanees  grondgebied.  Ook  speelde  

de   druk   van   andere  Afrikaanse   staten   en  de   internationale   druk   op  China   in   de   aanloop   naar   de  Olympische  

spelen  hierin  een  grote  rol.  De  mogelijkheid  om  de  verschuiving  te  verklaren  naar   logic  of  consequence  doet  echter  

niets   af   aan   het   feit   dat   de   verschuiving   wel   degelijk   zichtbaar   is.   Het   Chinese   beleid   in   Darfur   werd   dus  

voornamelijk   gedreven   door   de   logic   of   consequence,   en   hiermee   kreeg   non-­‐‑interference   minder   gewicht.   Dit  

impliceert  een  duidelijke  verandering  in  het  principe  van  non-­‐‑interference,  aangezien  ook  een  verandering  in  het  

gewicht  dat  aan  de  norm  wordt  gegeven,  normverandering  betekent.    

Conclusie    De  EU  heeft  zich  in  de  benadering  van  het  conflict  in  Darfur  veelal  vastgehouden  aan  het  principe  van  Structural  

Stability.  De   democratische   norm   werd   bevestigd   door   het   erkennen   van   het   Internationaal   Strafhof   en   het  

toelaten   van   een   observatiemissie   rondom   de   verkiezingen   als   voorwaarde   te   stellen   voor   de   ontvangst   van  

ontwikkelingsgelden.  Uit   de   analyse   van  het   beleid   is   echter   gebleken  dat   er   een   aantal  momenten   is   geweest  

waarop  frictie  zichtbaar  is  in  de  normen  waarin  dit  principe  tot  uiting  komt.  In  de  retoriek  laat  de  EU  zich  steeds  

duidelijker  gelden  als  een  actieve  veiligheidsactor,  in  de  praktijk  begeeft  zij  zich  echter  nog  steeds  vooral  op  het  

humanitaire  en  ontwikkelingsterrein.  De  missie  in  Tsjaad  vormt  hierop  een  uitzondering.  Deze  missie  illustreert  

dat   de   belangen   van   grote   lidstaten,   Frankrijk   in   dit   geval,   een   grote   rol   spelen   in   het   Europese   buitenlandse  

beleid.  De  logic  of  consequence  was  leidend  in  deze  beslissing.    

Hoewel  de  verschuiving  verder  niet  bevestigd  werd  door  de  ondernomen  acties,  geeft  de  verschuiving  

in   de   retoriek  wel  weer   dat   er   vanuit   het   Europees   Parlement   een   beweging   op   komst   is   die   oproept   tot   een  

daadkrachtigere  en  striktere  EU.  Deze  rol  zou  de  EU  immers  het  imago  van  een  verantwoordelijke  wereldspeler  

geven,  die  de  liberale  normen  hoog  in  het  vaandel  heeft  staan.  Opvallend  is  dat  de  sterke  retoriek  over  een  actieve  

rol  voor  de  EU  in  het  conflict  in  Darfur  in  dezelfde  periode  opkwam  als  de  ontwikkelingen  binnen  de  VN  rondom  

R2P.  Tevens  onderging  de  EU  in  deze  periode  een  grote  transformatie.  De  uitbreiding  van  15  naar  25  lidstaten  gaf  

de  EU  nieuwe  grenzen  en  een  nieuwe   identiteit.  Ervan  uitgaande  dat  de   identiteit  van  groot  belang   is  voor  de  

legitimiteit  van  de  Europese  Unie,  kunnen  deze  interne  en  externe  ontwikkelingen  de  noodzaak  voor  de  EU  om  

haar   identiteit   te   consolideren   hebben   versterkt.   Door   de   grotere   variëteit   aan   lidstaten   werden   de  

gemeenschappelijke   normen   immers   van   nog   groter   belang   voor   een   collectieve   Europese   identiteit   die   het  

bestaan  van  de  EU  als  politieke  entiteit  legitimeert.    

Ook  China   liet   in  eerste   instantie  normconformistisch  beleid  zien.  De  eerste   fase  van  het   conflict   zette  

Beijing   de   economische   relaties  met   Soedan   voort   en   bemoeide   het   zich  niet  met   de   interne   aangelegenheden,  

geheel  overeenkomstig  met  de  non-­‐‑interference  norm.  In  2004  ontstond  er  echter  intern  debat  over  het  juiste  beleid.  

Deze  frictie   in  de  norm  zorgde  voor  een  gewijzigde  positie  in  de  VN  Veiligheidsraad.  In  de  tweede  fase  was  er  

wederom  een  verandering  zichtbaar,  gedreven  door  internationale  en  nationale  kritiek  op  het  beleid.  Het  Chinese  

Page 68: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

60    

beleid  verschoof  in  de  richting  van  actieve  diplomatie  en  China  speelde  een  belangrijke  rol  in  de  acceptatie  van  

het   vredesplan.   China   gedroeg   zich   steeds   duidelijker   als   verantwoordelijke   actor.   Deze   verschuiving   kan  

verklaard  worden  door  de  logic  of  consequence.  Het  belei

genoemd.   De   internationale   druk   op   China   in   aanloop   naar   de   Olympische   Spelen   zorgde   ook   voor   een  

verschuiving  in  het  beleid.  Het  is  dus  duidelijk  dat  het  Chinese  beleid  zich  aanpast  naar  de  omstandigheden  en  

dat  het  principe  van  non-­‐‑interference   onderworpen   is  aan  de  belangen  die  China  heeft.   In  het  Chinese  beleid   in  

Darfur   is   een   duidelijke   ontwikkeling   te   zien   in   liberale   richting.   De   aanpassingen   die   zichtbaar   zijn   in   het  

Europese  beleid  tonen  een  verandering  in  dezelfde  richting.  In  de  momenten  van  frictie  is  een  verschuiving  naar  

een  daadkrachtigere  EU   te  zien.  Hierin  krijgen  de   liberale  normen  nog  meer  gewicht.  Er   is   in  Darfur  dus  geen  

convergentie  van  het  beleid  opgetreden.  Wel   is   zowel  het  Chinese  als  het  Europese  beleid  onderhevig  geweest  

aan  momenten  van   frictie   en   in  zowel  het  Chinese  als  het  Europese  beleid   is  dan  ook  een  verandering  van  de  

normen  te  zien.  De  VN  Veiligheidsraad  was  veelal  het  podium  voor  de  discussie  over  norm.  Of  de  aangetoonde  

veranderingen   ook   te   zien   zijn   in   het   Europese   en  Chinese   beleid   in  Zimbabwe  zal  worden   onderzocht   in  het  

volgende  hoofdstuk.    

   

   

Page 69: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

61    

4.  Zimbabwe  

Toen   Zimbabwe   in   1980   een   onafhankelijke   staat   werd,   kreeg   Canaan   Banana   de,   voornamelijk   ceremoniële,  

functie  van  president.  Robert  Mugabe  werd  de  eerste  premier  van  het  voormalige  Rhodesië.   In  1987  verenigde  

Mugabe  deze   twee   functies   en  werd  hij   de   leider  van  het   land.  Tot   2009,   toen  de  Government  of  National  Unity  

werd  ingezworen,  lag  de  leiding  van  het  land  in  handen  van  één  partij:  de  ZANU-­‐‑PF  van  Robert  Mugabe.  In  2009  

werd   Morgan   Tsvangirai,   leider   van   de   oppositiepartij   Movement   for   Democratic   Change   (DMC),   de   nieuwe  

premier. 254  Onder   leiding   van   Mugabe   maakte   Zimbabwe   zowel   een   sterke   economische   groei   als   een  

economische  crisis  mee.  Tot  2000  werd  Zimbabwe  gezien  als  een  economisch  welvarend  land.  De  economische  

welvaart  werd  veelal  gedreven  door  de  hoge  productie   onder  de  blanke,   commercieel   ingestelde  boeren.  Toen  

Mugabe   in   2000   zijn   landhervormingsprogramma   startte,   keerde   het   tij   en   brak   er   een   periode   aan   van  

economische  crisis  en  schending  van  mensenrechten.    

In  dit  hoofdstuk  wordt  kort  de  achtergrond  van  het  conflict  in  Zimbabwe  uiteengezet.  Hierna  worden  de  

ondernomen   activiteiten   van   de   EU   en   China   geanalyseerd   op   normverandering.   De   crisis   in   Zimbabwe  

kenmerkte   zich   door   grote   humanitaire   problemen,   veroorzaakt   door   een   voedseltekort,   en   de   epidemie   van  

ziektes  als  cholera  en  HIV/aids.  Bovendien  consolideerde  Mugabe  zijn  macht  door  met  geweld  tegen  de  oppositie  

in   te   gaan.   Dit   democratische   tekort   in   het   land   is   van   belang   voor   deze   analyse,   aangezien   democratie   een  

essentieel  element  is  in  de  samenwerking  met  de  EU.  De  EU  kreeg  in  Zimbabwe  de  mogelijkheid  om  te  laten  zien  

welk  gewicht   zij   hechtte   aan  de   liberale  normen.  De  EU  nam  dan  ook   in  de   eerste   fase  van  het   conflict   al   een  

duidelijke   positie   in,   waaruit   de   afkeuring   van   het   Zimbabwaanse   regime   bleek.   Democratie   is   tevens   een  

onderwerp  dat  door  China  juist  als  binnenlandse  aangelegenheid  wordt  beschouwd,  en  waar  het   land  zich  dus  

niet  mee  zal  bemoeien.  China  zette  de  samenwerking  met  Zimbabwe  dan  ook  voort  en  profiteerde  van  de  Look  

East  Policy,  die  Mugabe  inzette  in  een  poging  om  het  isolement  waarin  hij  door  de  westerse  landen  was  geplaatst,  

te  doorbreken.    

In  de   analyse  van  het  Europese   en  Chinese  beleid   ligt  de  nadruk  wederom  op  de  momenten  waarop  

frictie  is  ontstaan  rondom  de  normen  die  centraal  staan  in  het  beleid.  Deze  frictie  is  zichtbaar  op  momenten  dat  

het  beleid  afwijkt  van  de  norm,  of  wanneer  er  kritiek  wordt  geuit  op  het  normconformistische  beleid.  Net  als   in  

het  hoofdstuk  over  Darfur  wordt  deze  analyse  vooraf  gegaan  door  een  bondige  uiteenzetting  van  de  belangen  die  

de   actoren  hebben   in  Zimbabwe,   omdat  de  belangen  mede  bepalend   zijn  voor  de   acties   van  de   actoren   in  het  

gebied.  Het  uitgangspunt  van  dit  onderzoek  is  de  veronderstelling  dat  het  Chinese  beleid  gedreven  wordt  door  

de   logic   of   consequence,   terwijl   het   Europese   beleid   juist   geleid   wordt   door   de   logic   of   appropriateness.   Zoals   de  

analyse  van  het  Europese  beleid  in  Zimbabwe  zal  aantonen,  speelt  de   logic  of  consequence  ook  een  belangrijke  rol  

in   de   Europese   benadering   van   conflicten   en   is   zijn   zowel   de   liberale   normen   van   de   EU   als   de  

soevereiniteitsnorm  van  China  onder  druk  komen  te  staan  in  het  beleid  ten  aanzien  van  Zimbabwe.  

 

254  E,  Plänitz,  EU  Development  Aid  and  Good  Governance:  An  analysis  with  reference  to  Zimbabwe,  2010,  p.  19.  Beschikbaar  op:  http://www.grin.com/en/e-­‐‑book/144996/eu-­‐‑development-­‐‑aid-­‐‑and-­‐‑good-­‐‑governance  

Page 70: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

62    

4.1  Het  conflict  in  Zimbabwe    Toen  Zimbabwe   in   1980   onafhankelijk  werd,  waren  de   economische   en   politieke   vooruitzichten   voor   het   land  

goed.  Het  was   immers   één   van  de  meest   geïndustrialiseerde   landen   in   sub-­‐‑Sahara  Afrika   op  dat  moment,   het  

bezat  een  redelijk  gediversifieerde  economie,  er  was  een  goed  ontwikkelde  beroepsbevolking  en  bovendien  had  

het  land  een  middeninkomen  status.  Het  vooruitzicht  op  een  gezonde  economische  en  politieke  ontwikkeling  was  

in   Zimbabwe   derhalve   beter   dan   in   andere   landen   in   sub-­‐‑Sahara   Afrika.   In   de   eerste   jaren   van   de  

onafhankelijkheid   leek  Zimbabwe   ook   aan  deze   hooggespannen   verwachtingen   te   voldoen:   de   economie   bleef  

groeien,  het  land  ontwikkelde  zich  tot  de  regionale  graanschuur  en  er  werd  aanzienlijke  vooruitgang  geboekt  op  

het  gebied  van  onderwijs.  Ook  op  politiek  gebied  maakte  Zimbabwe  naam.   In  een  regio  die  gekenmerkt  werd  

door   onrust,  was   de   politieke   stabiliteit   van   Zimbabwe   opvallend.255  Eind   jaren   negentig  was   van   deze   goede  

vooruitzichten  echter  weinig  over.  De  economie  begon  te  krimpen  en  in  plaats  van  een  stabiele  factor  in  de  regio  

te  zijn,  werd  het  land  nu  een  bron  van  economische  en  politieke  onrust.  Er  is  een  aantal  oorzaken  aan  te  wijzen  

voor  de  crisis  waarin  Zimbabwe  eind  jaren  negentig  belandde.  

  Ten  eerste  speelde  de  verdeling  van  land  een  grote  rol.  Reeds  voor  de  onafhankelijkheid  was  een  aantal  

landhervor

was   in   het   voordeel   van   de   blanke   kolonisten.256  Deze   verdeling   legde   Zimbabwe   op   economisch   gebied   geen  

windeieren,   want   de   blanke   boeren   waren   verantwoordelijk   voor   een   hoge   voedselproductie   en   maakten  

Zimbabwe   in  de   jaren   tachtig,  naast  een  belangrijke  producent  van   tabak,   tot  de  graanschuur  van  Zuid-­‐‑Afrika.  

Ten  tijden  van  de  Britse  overheersing  werd  het  land  gebruikt  om  de  blanke  bevolking  in  het  voordeel  te  stellen.  

Na  de  onafhankelijkheid  werd  de  verdeling  van  land  onder  leiding  van  Mugabe  wederom  een  belangrijk  politiek  

instrument.  Na  de  onafhankelijkheid  startte  de  regering  met  het  aankopen  van  land  en  betaalde  hiervoor,  zoals  in  

de  grondwet  was  bepaald,  een  vergoeding.  In  2000  werd  een  wijziging  van  de  grondwet,  waarin  gesteld  werd  dat  

dergelijke   compensatie   niet   langer   nodig   zou   zijn,  middels   een   referendum   afgewezen.  Dit  was   het   startschot  

voor   oorlogsveteranen   uit   de   onafhankelijkheidsstrijd   om   boerderijen   van   blanke   boeren   binnen   te   vallen.   De  

zelfverklaarde   oorlogsveteranen   (het   merendeel   was   te   jong   om   te   kunnen   hebben   gestreden   in   de  

onafhankelijkheidsstrijd)  zagen  het  toe-­‐‑eigenen  van  land  als  vergoeding  voor  de  diensten  die  zij  hadden  geleverd  

tijdens   de   onafhankelijkheidsoorlog.   257  Mugabe   had   hun   een   financiële   vergoeding   beloofd,   maar   deze   niet  

geleverd.  De  verdeling  van  het  land  werd  in  toenemende  mate  een  belangrijk  politiek  instrument.  

In   2002   verhardden  de  doelstellingen  van  de   regering  met   betrekking   tot  de  versnelde   landverdeling.  

Het   Fast   Track   Land   Reform  

oorspronkelijke  bevolking  van  Zimbabwe.258  

de  blanke  boeren  massaal  hun  huis  uit  werden  gezet,  maar  tevens  dat  de  voedselproductie  drastisch  verminderde:  

255   Review  of  African  Political  Economy,  nr.  91  (2002),    pp.  13-­‐‑20,  p  1  256 ,  Technical  Paper  No.  38,  The  Centre  for  International  Governance  Innovation,  p.  1,    beschikbaar  op:  http://ssrn.com/abstract=1286683  257  R.  Howerd-­‐‑ -­‐‑ Human  Rights  Quarterly,  

nr.  32  (2010),  p.  899.  258  I.  Taylor  &   International  Affairs,  nr.  3  (2002),  p.  550.  

Page 71: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

63    

in  2000  produceerde  Zimbabwe  ongeveer  twee  miljoen  ton  maïs,  eind  2009  was  dit  nog  maar  450.000  ton.259  Daar  

waar  de  productie  eerst  hoog  genoeg  was  om  de  eigen  bevolking   te  voeden  en  om  inkomsten   te  genereren  uit  

export,   kwam   de   maximale   productie   van   veel   boerderijen   nu   niet   hoger   dan   het   subsistentieniveau.   De  

teruglopende  exportinkomsten  versterkten  de  economische  crisis  waarin  het  land  verkeerde  en  die  zichtbaar  was  

in  het  hoge  inflatiecijfer.  De  grote  financiële  vergoeding  die  Mugabe  had  geautoriseerd  voor  de  veteranen  had  er  

reeds  voor  gezorgd  dat  de  Zimbabwaanse  dollar  in  1997  met  meer  dan  50%  in  waarde  daalde  en  de  depreciatie  

van   de   munt   zette   sindsdien   gestaag   door.   In   2000   waren   de   kosten   van   de   militaire   interventie   in   de  

Democratische  Republiek  Congo  (DRC),  begonnen  in  1998,  opgelopen  tot  ruim  US$  500  miljoen.  Bovendien  werd  

ruim  één  derde  van  het  Zimbabwaanse  leger   ingezet  voor  deze  missie.  Hierdoor  was  het   leger  niet   in  staat  om  

effectieve  hulp  te  bieden  aan  de  eigen  bevolking  toen  het  land  in  2000  getroffen  werd  door  zware  overstromingen,  

aangezien   het   merendeel   van   het   materieel   en   personeel   in   gebruik  was   in   de   DRC.260  Hier   kwam   bij   dat   de  

buitenlandse  investeringen,  door  het  gebrek  aan  vertrouwen  in  de  Zimbabwaanse  economie,  vanaf  het  jaar  2000  

sterk   terugliepen.   De   politieke   onrust   en   het   geweld   rondom   de   verkiezingen   in   2000261,   de   aanhoudende  

investeerders.262  In   2008   lag   de   economie   volledig   overhoop   en   werd   het   inflatiecijfer   geschat   op   231   miljoen  

procent  per  jaar.263  

  Naast  de  daling  van  de  buitenlandse  investeringen  waren  de  directe  gevolgen  van  de  crisis  en  de  lage  

voedselproductie  op  de  lokale  bevolking  goed  zichtbaar.  In  oktober  2003  stelde  Human  Rights  Watch  dat  de  helft  

van  de  bevolking  van  Zimbabwe  niet  in  de  dagelijkse  basisvoedselbehoefte  kon  voorzien.  Het  graan  dat  in  bezit  

was  van  de  staat  werd  door  Mugabe  slechts  verspreid  onder  zijn  politieke  aanhang.  Door  de  oppositie  de  toegang  

tot   graan   te   ontzeggen,   gebruikte   hij   voedsel   als   wapen   in   zijn   politieke   strijd.   Bovendien   weigerde   hij  

internationale  hulporganisaties   toegang   tot  Zimbabwaanse  bodem.  Het  Wereld  Voedselprogramma  van  de  VN  

schatte  het  aantal  voedselhulpbehoevenden  in  2007  op  1,4  miljoen,  gelijk  aan  17%  van  de  bevolking.  Begin  2009  

had  Zimbabwe  het  hoogste  percentage  mensen  dat  in  het  bestaan  afhankelijk  was  van  voedselhulp:  ongeveer  75%  

van  de  negen  miljoen  mensen  die  nog  over  waren  in  het  land  was  afhankelijk  van  internationale  hulporganisaties.  

In   2009   leefden   veel  mensen   op   slechts   één  maaltijd   per   twee   dagen.   Door   een   gebrek   aan  middelen   zag   het  

Wereld  Voedselprogramma  zich  echter  genoodzaakt  de  porties  te  verkleinen  tot  onder  de  basisbehoefte.  Ondanks  

meerdere   oproepen   van   de   internationale   gemeenschap   om   de   humanitaire   organisaties   toegang   te   bieden   tot  

Zimbabwe,   hield   Mugabe   zijn   beleid   vol   en   blokkeerde   hij   de   verspreiding   van   voedsel   aan   de   bevolking  

waarvan  hij  vermoedde  dat  zij  sympathiseerde  met  de  oppositiepartij  van  Tsvangirai.264  

De  verslechterende  humanitaire   situatie  was  ook  zichtbaar   in  het  groeiende  aantal  HIV  besmettingen,  

waardoor  de  armoede  enkel  toenam.  In  2000  werd  het  aantal  HIV  besmettingen  geschat  op  20%  van  de  bevolking.  

In   2003   bereikte  dit   percentage   een   piek   van   24,6%.  Hierna   daalde  het   aantal   besmettingen  weer,   tot   15,6%   in  

259  R.  Howerd-­‐‑ -­‐‑ Human  Rights  Quarterly,  

nr.  32  (2010),  p.  899.  260  I.  Taylor  &  P.  Williams,  pp.  549    550.  261   tion:  the  case  of  

Journal  of  Modern  African  Studies,  nr.  3  (2002),  pp.  437    464.  262  L.  Sachikonye,  p.  14.  263  R.  Howerd-­‐‑Hassman,  p.  903.  264  R.  Howerd-­‐‑Hassman,  p.  902.  

Page 72: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

64    

2007.265  Deze  daling  is  echter  deels  toe  te  schrijven  aan  het  hoge  sterftecijfer  onder  de  reeds  besmette  bevolking,  

dat   veroorzaakt   werd   door   het   gebrek   aan   behandeling. 266  Tevens   brak   in   2008   cholera   uit.   De  

vluchtelingensituatie   in   het   land  maakte   de   humanitaire   crisis   compleet.   In   2008  werd   het   aantal   ontheemden  

geschat   op   één  miljoen.  Deze   groep   bestond   uit   de   verdreven   blanke   boeren,   een   groot   aantal  mensen  dat   na  

Operatie  Murambatsvina267  geen  huis  meer  had  en  een  grote  groep  mensen  die  op  de  vlucht  was  geslagen  wegens  

het  geweld  rondom  de  verkiezingen  in  2008.    

De  periode  rondom  deze  verkiezingen  was  illustratief  voor  zowel  het  democratische  tekort  als  voor  de  

erbarmelijke   mensenrechtensituatie   in   het   land.   In   aanloop   naar   de   verkiezingen   in   2008   waren   moord,  

verkrachting,   intimidatie   van   (familieleden   van)   de   oppositie   en   marteling   veelvoorkomende   gebeurtenissen.  

Deze   ontwikkelingen  werden   ook  door   de   internationale   gemeenschap   opgemerkt.   Zo  waarschuwde  Amnesty  

International   in   2008   voor   politieke  massamoord   in  Zimbabwe.268  Hoewel   de   oppositieleider   Tsvangirai,   leider  

van  de  Movement  for  Democratic  Change  (MDC),  met  47,9  procent  van  de  stemmen  een  overwinning  behaalde,  trok  

hij  zich  wegens  intimidatie  terug  uit  verdere  verkiezingen269:  

 Zimbabweans   have   also   shown   how   brave   and   resilient   they   can   be.   They   have   withstood   years   of  

vote  on  June  27th  when  that  vote  could  cost  them  their  lives.  Therefore,  we  in  the  MDC  have  resolved  

that  we  will  no  longer  participate  in  this  violent,  illegitimate  sham  of  an  election  process.270  

 Onder   regionale   en   internationale   druk  werd   er   na   de   verkiezingen   in   2008   een   Government   of  National  Unity  

gevormd,  op  basis  van  de  Global  Political  Agreement  (GPA).  Deze  overeenkomst  werd  door  de  drie  grote  partijen,  

-­‐‑ -­‐‑T   en   de  MDC   splintergroepering  MDC-­‐‑M,   ondertekend.   Onder   deze  

overeenkomst   bleef  Mugabe   president,  werd   Tsvangirai   premier   en  werd  Mutambara,   leider   van   de  MDC-­‐‑M,  

vicepremier.   De   ZANU-­‐‑PF   domineert   echter   nog   steeds   de   veiligheidssector,   de   media,   de   politie   en   de  

rechtspraak  en  kan  derhalve  ongestraft  haar  beleid  vervolgen.  Schendingen  van  mensenrechten  gingen  dan  ook  

onverminderd  door.271    

Helaas   hadden   de   pogingen   van   de   internationale   gemeenschap   om   de   situatie   in   Zimbabwe   te  

verbeteren,  en  de  ontwikkelingen   in  de  nationale  politiek  niet  het  gewenste  effect  op  het  bestuur  van  het   land.  

Illustratief  hiervoor  was  de  positie  van  Zimbabwe  op  de  Freedom  of  the  World  Index  van  Freedom  House,  waarop  de  

ontwikkeling   van   politieke   vrijheid   in   een   land   wordt   gemeten.   Tussen   2000   en   2008,   de   periode   waarin   de  

internationale  druk  steeg,  kreeg  Zimbabwe  geen  betere  classificering,  maar  daalde  het  land  van  partly  free  naar  not  

265  Ibidem,  p.  903  266  Ibidem,  p.  902.  267   Operation  Restore  

l  op  te  doeken.  Volgens  velen  ging  dit  gepaard  met  excessief  geweld  en  de  operatie  werd  dan  ook  snel  sterk  veroordeeld  voor  het  schenden  van  mensenrechten.    

African  Affairs,  nr.  422  (2007),  p.  22.  268   -­‐‑  http://www.genocidewatch.org/zimbabwe.html,  laatst  geraadpleegd  op  10  juni  2012.  269  Bij  het  gebrek  aan  een  absolute  meerderheid  was  er  een  aanvullende  verkiezingsronde  nodig.  270  http://www.politicsweb.co.za/politicsweb/view/politicsweb/en/page71619?oid=92503&sn=Detail,  geraadpleegd  op  10  juni  2012.  271    South  African  Journal  of  International  Affairs,  nr.  1  (2012),  p.  83.  

Page 73: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

65    

free.272  In   2012  zal   er   een   referendum  plaatsvinden   een  grondwetswijziging,  waardoor  het   voortaan  onmogelijk  

zou  worden  om  een  president  na  een  periode  van  tien  jaar  te  herkiezen.  Als  deze  wijziging  wordt  doorgevoerd,  

zal  Mugabe  bij  de  volgende  verkiezingen  niet  verkiesbaar  mogen  zijn.  Momenteel  probeert  Mugabe  deze  regel  te  

omzeilen  door  de  geplande  presidentsverkiezingen  al  in  2012  te  houden,  en  niet,  zoals  de  oppositie  graag  ziet,  in  

2013.    

Hoewel  er  duidelijk  nog  veel  terrein  te  winnen  is,  is  er  met  het  ondertekenen  van  de  GPA  een  positieve  

verandering   ingezet.   Deze   positieve   verandering   is   ook   op   economisch   vlak   zichtbaar.   In   2009   kwam   er   een  

ommekeer  in  de  economische  situatie  van  Zimbabwe,  toen  het  de  eigen  valuta  verliet.  Het  inflatiecijfer  liep  sterk  

terug  en  voor  het  eerst  in  jaren  liet  het  land  weer  economische  groei  zien.  Na  een  periode  van  stevige  sancties  van  

westerse  landen,  hebben  het  positievere  economische  klimaat  en  de  stappen  in  de  richting  van  een  democratische  

staat   de   deuren   van   het   land   heropend   voor   internationale   actoren   en   zowel   China   als   de   EU   intensiveerde  

sindsdien  de  betrekkingen  met  het  land.  

   

272  E,  Plänitz,  EU  Development  Aid  and  Good  Governance:  An  analysis  with  reference  to  Zimbabwe,  2010,  p.  19,  beschikbaar  op:  http://www.grin.com/en/e-­‐‑book/144996/eu-­‐‑development-­‐‑aid-­‐‑and-­‐‑good-­‐‑governance  

Page 74: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

66    

4.2  De  belangen  van  de  EU  in  Zimbabwe    De  EU  heeft  zowel  economische  als  politieke  belangen  bij  het  beheersen  van  de  crisis  in  Zimbabwe.  Ook  zijn  de  

belangen  van  een  aantal  grote   lidstaten  van  de  EU  noemenswaardig   in  deze   context,   aangezien  deze  belangen  

ook  van  invloed  zijn  geweest  op  de  beslissingen  van  de  EU  in  Zimbabwe.  Net  als  bij  de  situatie  in  Darfur  moeten  

de  belangen  van  de  EU  voornamelijk  gezocht  worden  op  politiek  niveau.  De  aard  van  de  crisis  in  Zimbabwe  en  

het  moment  waarop  de  crisis  intensiveerde  creëerden  een  goede  situatie  voor  de  EU  om  haar  buitenlandse  beleid,  

waarin  democratie  en  mensenrechten  centraal  staan,  te  testen  en  te  rechtvaardigen.    

De   EU   onderhoudt   sinds   begin   jaren   tachtig   economische   betrekkingen   met   Zimbabwe.   Kort   na   de  

onafhankelijkheid   tekende   de   regering   van  Mugabe   de   Lomé  Overeenkomst.   De  meest   recente   overeenkomst  

tussen  de   EU   en  Zimbabwe   is   de  Cotonou   overeenkomst   uit   2002.   In   de   samenwerking  met  Zimbabwe   speelt  

handel   de   voornaamste   rol,   want   handel   met   Zimbabwe   wordt   door   de   EU   gezien   als   een   instrument   voor  

ontwikkeling.273     In  2001  nam  de  EU  ruim  35  procent  van  de  export  van  Zimbabwe  af.  De  import  vanuit  de  EU  

was  in  hetzelfde  jaar  goed  voor  18  procent  van  de  totale  import.  De  belangrijkste  exportproducten  waren  tabak  

(34%),   ijzer   en   staal   (10%),   planten   en   bloemen   (9%),   katoen   (8%)   en   nikkel   (6%).   Hoewel   de   handelscijfers  

aanzienlijk   zijn  gedaald   tussen   2002   en  2008,   blijven  Zimbabwe   en  de  EU  belangrijke  handelspartners.   In   2008  

 de  EU  bedroeg  datzelfde  

Verenigd  Koninkrijk  zijn  de  lidstaten  met  de  grootste  handel  met  Zimbabwe.274    

De  EU  is  de  grootste  donor  van  ontwikkelingshulp  in  Zimbabwe.  Van  de  EU  lidstaten  zijn  Nederland,  

Duitsland   en  het  Verenigd  Koninkrijk  de  meest   gulle   gevers.  Aangezien  Zimbabwe  voorheen   een  kolonie  was  

van  het  Verenigd  Koninkrijk,  heeft  het  Verenigd  Koninkrijk  historisch  gezien  sterke  banden  met  Zimbabwe.  Sinds  

de   onafhankelijkheid   heeft   het   Verenigd   Koninkrijk   zich   ingezet   voor   de   belangen   van   de   blanke   boeren   in  

lling  buyer    

 principe,  waarbij  toestemming  van  beide  partijen  vereist  is  voor  een  transactie.  Vanaf  1997  werd  het  

Britse   beleid   van   New   Labour,   onder   leiding   van   Tony   Blair,   gekenmerkt   door   neo-­‐‑liberale   principes   en  

ontwikkelingstermen  die  overeen  kwamen  met  de  visie  van  de  EU  op  ontwikkeling.  Volgens  New  Labour  waren  

vredesopbouw,   welvaart   en   democratie   de   drie   belangrijkste   uitdagingen   waarmee   Afrika   te   maken   kreeg.275  

Vrede  en  democratie  speelden  dus  een  grote  rol  in  het  beleid  van  een  van  de  belangrijkste  Europese  lidstaten  in  

Zimbabwe.  In  deze  context  ontwikkelde  het  Verenigd  Koninkrijk  een  vijftal  principes  dat  ten  grondslag  lag  aan  

ziektes,   honger,   onderdrukking   en   sociale   onrechtvaardigheid.276  Dit   hield   in   dat   het   Verenigd   Koninkrijk   een  

welvarend   en   democratisch  Zimbabwe  wilde   zien.  Deze   idealistische   benadering  diende   een   politiek   doel.  De  

nieuwe   regering  had  middels  dit   beleid  de  mogelijkheid  om  zich   te  distantiëren  van  het   beleid   onder  premier  

273  Website  EEAS  Zimbabwe  Delegation:  http://eeas.europa.eu/delegations/zimbabwe/eu_zimbabwe/trade_relation/index_en.htm  274  CIA  the  world  FACTBOOkl  https://www.cia.gov/library/publications/the-­‐‑world-­‐‑factbook/geos/zi.html  275  I.  Taylor  &  P.  Williams,  p.  552.  276  Ben  Bradshaw,  Hansard  (Commons)  2001,  geciteerd  in:  I.  Taylor  &  P.  Williams,  p.  552.  

Page 75: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

67    

Thatcher   in   de   jaren   tachtig.277  Het   Verenigd   Koninkrijk   had   dus   belang   bij   een   beleid   dat   gebaseerd   was   op  

liberale  normen.  Dit  betekent  dat  de  lidstaat  binnen  de  EU  met  de  sterkste  historische,  en  daaruit  voortvloeiende  

economische,  banden  met  Zimbabwe,  dezelfde  doelen  nastreefde  als  de  EU:  democratie  en  de  bescherming  van  

mensenrechten  

Een  heldere  reactie  op  de  situatie  in  Zimbabwe  was  voor  de  EU  niet  alleen  belangrijk  om  economische  

redenen.  Zoals  vermeld  zijn  democratische  normen  en  het  respecteren  van  mensenrechten  cruciale  voorwaarden  

voor  ontwikkelingshulp  van  de  EU  aan  ACS  landen  in  het  raamwerk  van  de  Cotonou  overeenkomst.  De  situatie  

in  Zimbabwe,  waarin  deze  normen  centraal  stonden,  werd  dan  ook  snel  een  discussiepunt  in  de  Westerse  politiek.  

De   media-­‐‑aandacht   vanuit   Zuid-­‐‑Afrika   voor   het   conflict   in   buurland   Zimbabwe   zorgde   voor   een   snelle  

beeldvorming  van  het   conflict  bij  politici   en  burgers.  De  aard  van  de  crisis   en  het  moment  waarop   de  crisis   in  

Zimbabwe  ernstige  vormen  begon  aan  te  nemen,  bepaalden  tevens  het  belang  dat  de  EU  had  bij  de  beheersing  

van   het   conflict.   Democratie   en   mensenrechten   hadden   gedurende   de   jaren   negentig   een   centrale   plaats  

ingenomen   in   het   buitenlandse   beleid   van   de   EU.   De   situatie   in   Zimbabwe   was   voor   de   EU   de   uitgelezen  

mogelijkheid   om   te   laten   zien   dat   de   aanpak   die   de   EU   hanteert,   waarin   democratie   en   mensenrechten   dus  

centraal  staan,  ook  daadwerkelijk  ontwikkeling  en  stabiliteit  tot  gevolg  kon  hebben.  Naast  het  aanpakken  van  het  

democratisch  tekort  kon  de  EU  in  Zimbabwe  immers  ook  laten  zien  welk  gewicht  zij  gaf  aan  het  respecteren  van  

mensenrechten   als   cruciale   voorwaarde   in   de   samenwerking   met   de   ACS   landen.   De   humanitaire   situatie   in  

Zimbabwe  gaf  de  EU   tevens  de  kans   zich   te  profileren   als   verantwoordelijke   actor,   die  bijdraagt   aan  vrede   en  

stabiliteit  in  de  wereld.  Zimbabwe  fungeerde  derhalve  als  test  case  voor  de  democratie  en  mensenrechtenaanpak  

in  de  conflictbeheersing  van  de  Europese  Unie.278      

     

277  I.  Taylor  &  P.  Williams,  p.  553.  278   Africa  Spectrum,  nr.  2  (2004),  p.  251.  

Page 76: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

68    

4.3  De  activiteiten  van  de  EU  in  Zimbabwe      De  reactie  van  de  EU  op  de  crisis  in  Zimbabwe  kan  worden  verdeeld  in  drie  fasen:  (i)  2000-­‐‑2002;  (ii)  2002-­‐‑2008  en  

(iii)  2008    heden.  De  eerste  fase  wordt  gezien  als  aanloop  naar  de  crisis,  die  begon  rond  de  verkiezingen  in  2002.  

Hoewel  de  EU  in  deze  fase  wel  haar  zorg  uitte  over  de  situatie,  nam  zij  in  deze  fase  nog  geen  actieve  maatregelen  

tegen  het  regime  van  Mugabe.  De  tweede  fase  begon  in  de  aanloop  naar  de  verkiezingen  in  2002.  In  deze  periode,  

die  duurde   tot  het   instellen  van  nieuwe  regering   in  2008,  bevond  Zimbabwe  zich   in  een  diepe  economische  en  

humanitaire  crisis.  De  EU  liet  in  deze  fase  ook  duidelijk  haar  afkeuring  van  de  situatie  merken  middels  sancties.  

In  de  laatste  fase,  waarin  de  Government  of  National  Unity  werd  gevormd,  begon  de  EU  langzaam  de  restricties  te  

verminderen,  als  blijk  van  goedkeuring.    

Zoals  vermeld,  kenmerkte  de  eerste  fase  zich  door  het  uiten  van  bezorgdheid  en  kritiek,  maar  zonder  het  

opleggen  van  restricties.  Hoewel  de  democratische  situatie  in  de  jaren  na  de  onafhankelijkheid  niet  voldeed  aan  

westerse  normen  en  democratische  normen  juist  in  de  jaren  negentig  essentieel  werden  voor  de  EU,  uitte  de  EU  in  

tot  2002  slechts  haar  bezorgdheid  over  de  situatie  in  Zimbabwe.  In  november  2000  gaf  de  Europese  Raad  toe  dat  

ASC-­‐‑EU  Parlementaire  Vergadering  in  oktober  werd  geprezen.  In  diezelfde  resolutie  werd  eveneens  erkend  dat  

er  veel  geweld  was  gebruikt  in  aanloop  naar  de  verkiezingen.279    De  Raad  maakte  reeds  in  2000  melding  van  de  

problematische  mensenrechtensituatie   in  Zimbabwe  en  riep  de  regering  op  om  een  dialoog  aan   te  gaan  met  de  

oppositie:  

Verontrust  door  de  mensenrechtensituatie  in  Zimbabwe,  heeft  de  Unie  er  bij  de  autoriteiten  van  dat  land  

met  klem  op  aangedrongen  samen  met  de  oppositie   en  de  civiele  maatschappij   een  constructieve   dialoog  

aan  te  gaan.  De  Raad  heeft  daarbij  gememoreerd  dat  het  van  cruciaal  belang  is  dat  de  mensenrechten,  de  

democratische  beginselen  en  de  rechtsstaat  opnieuw  worden  gerespecteerd  in  Zimbabwe.280  

 

Naast  de  verschillende  waarschuwingen  en  resoluties  die  de  EU  aannam  over  de  situatie  in  Zimbabwe,  startte  de  

EU   ook   een   politieke   dialoog   met   Zimbabwe.   Deze   initiatieven   hadden   echter   niet   het   gewenste   effect.   De  

regering  van  Zimbabwe  ondernam  geen  stappen  om  de  democratische  situatie  in  het  land  te  verbeteren  en  zo  te  

voldoen  aan  de  voorwaarden  zoals  die  zijn  gesteld  in  Artikel  9  van  de  Cotonou  overeenkomst.    

  Omdat   de   situatie   geen   verbetering   vertoonde,   stelde   de   EU,   onder   meer   op   aandringen   van   het  

Verenigd  Koninkrijk,   in   oktober   2001   de   consultatieprocedure   in  werking.  Deze   consultaties,   zoals   bepaald   in  

Artikel  96,  vonden  plaats  in  januari  2002,  maar  ondanks  dat  de  Zimbabwaanse  regering  haar  bereidwilligheid  liet  

blijken   om   tot   een   oplossing   te   komen,   bleef   de   situatie   onveranderd.   Eén   van   de   eisen   van   de   EU   was   het  

toestaan  van   een  EU  observatiemissie   voor  de  verkiezingen.  De  Zimbabwaanse   regering  zag  dit   echter  als   een  

poging  van  de  EU  om  de  oppositie  te  steunen  en  willigde  de  eis  niet  in.  P.  Schori,  hoofd  van  de  observatiemissie,  

kwam  uiteindelijk  op  een  toeristenvisum  het  land  binnen,  maar  werd  na  korte  tijd  het  land  weer  uitgezet.  De  EU  

e 279  http://eur-­‐‑lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:22001P0228(09):NL:HTML    280  http://eur-­‐‑lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2001:113E:0082:0082:NL:PDF,  C  113  E/82  Publicatieblad  van  de  Europese  Gemeenschappen  NL  18.4.2001  

Page 77: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

69    

ultimatum:  de  regering  moest  een  EU  observatiemissie  voor  de  verkiezingen  accepteren,  de  verslaglegging  over  

de  verkiezingen  toestaan  en  de  mensenrechtensituatie  mocht  onder  geen  enkele  voorwaarde  verslechteren.  Indien  

gerichte  sancties .281    

Binnen  de  EU  bestond  verdeeldheid  over  de   juiste  aanpak:  de  noordelijke  staten  pleitten  voor  hardere  

maatregelen,   maar   de   zuidelijke   staten   pleitten   juist   voor   een   het   behouden   van   de   betrekkingen   om   zo   een  

verandering  teweeg  te  brengen.282  Vooral  het  Verenigd  Koninkrijk  was  groot  voorstander  van  harde  maatregelen,  

maar   maakte   hierbij   wel   het   onderscheid   tussen   algemene   handelsrestricties   en   gerichte   sancties,   die   de   elite  

zouden   raken   en   niet   het   gewone   volk. 283  Frankrijk   daarentegen,   stelde   zicht   tot   op   het   laatste   moment  

terughoudend   op   wat   betreft   het   opleggen   van   sancties.284  Hoewel   Frankrijk   besloot   om   de   sancties   goed   te  

keuren,  werd  deze   terughoudende  houding   later  wederom  zichtbaar,   toen   Frankrijk  Mugabe  uitnodigde  op  de  

Franco-­‐‑Afrikaanse  top  in  2003.  In  februari  2002  trok  de  EU  haar  observatiemissie  terug  en  legde  zij  de  regering  

van  Zimbabwe  restrictieve  sancties  op  vanwege  de  schending  van  mensenrechten  en  democratische  normen:    

 de  Raad  heeft  kunnen  constateren  dat  de  regering  van  Zimbabwe  zich  schu

en  vreedzame  vergadering.  Daarom  acht  de  Raad  het  nodig  beperkende  maatregelen  te  treffen  tegen  de  regering  van  Zimbabwe  en  diegenen  die  brede  ve

285    De   maatregelen   die   de   EU   oplegden,   waren   zogenaamde   gerichte   sancties.   Het   idee   hierachter   is   dat   de  

verantwoordelijke  personen  worden  geraakt  door  deze  maatregelen   en  dat  de   sancties  geen  negatieve   effecten  

economische  middelen  van   individuele   regeringsleden  en  met  hen  verbonden  natu

.  286  In  juli  2002  breidde  de  EU  de  sancties  uit  en  stelde  hiermee  meer  

personen  verantwoordelijk  voor  de  situatie  in  Zimbabwe.  Tevens  bracht  de  EU  een  draft  resolution  aan  in  de  VN  

Mensenrechtencommissie  (VN  MRC),  waarin  de  ZANU-­‐‑PF  regering  dringend  werd  opgeroepen  tot  het  vervullen  

van   haar   verplichtingen   ten   aanzien   de   bevolking

verworpen.  Zoals  eerder  vermeld  volgt  de  EU  de  VN  normaliter  met  het  opleggen  van  sancties  en  legt  zij  zelden  

sancties  op  die  verder  gaan  dan  de  maatregelen  zoals  door  de  VN  bepaald.  Het  is  daarom  opvallend  dat  de  EU  

het  initiatief  heeft  genomen  binnen  de  VN  om  de  regering  van  Zimbabwe  terecht  te  wijzen.  Interessant  hierin  is  

tevens  de  verwijzing  naar  de  R2P  die  de  EU  in  de  resolutie  opnam.  Duidelijk   is  dat  de  EU  een  ferm  standpunt  

innam  tegen  de  regering  van  Zimbabwe  en  dit  standpunt  tevens  ondersteunde  met  restrictieve  sancties.  

281 -­‐‑  3523/01  by  Emma  Bonino  (NI)  to  the  Council.  Situation  in  Zimbabw  0134.  282   The  European  

New  York:  Routledge  2006,  p.  161.  283  I.  Taylor  &  P.  Williams,  p.  554.  284   Occasional  Paper  nr.  87

2010,  p.  14.    285  Raad  van  de  Europese  Unie,   Verordening  (EG)  nr.  310/2002  van  de  Raad  van  18  februari  2002  betreffende  bepaalde  beperkende  maatregelen  

Official  Journal,  L  050  (2002),  pp.  0004    0012.  286  Ibidem.  

Page 78: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

70    

Op  basis  van  deze  sancties  werd  ook  de  ondertekening  van  het  Nationaal  Indicatief  Programma  onder  

het  negende  Europese  Ontwikkelingsfonds  uitgesteld.  Dit  betekende  dat  de  ontwikkelingssamenwerking  tussen  

en  in  het  bijzonder  die  in  de  sociale  sector  en  op  het  gebied  van  democratisering  werden  hiervan  uitgesloten.287  

Bovendien   werd   Zimbabwe   een   van   de   focuslanden   voor   het   Europees   Initiatief   voor   Democratie   en  

Mensenrechten  (EIDM)  voor  de  periode  2002-­‐‑2004.  Tevens  meldde  de  EU  de  regering  van  Zimbabwe  dat  eerlijke  

en   vrije   verkiezingen   in   2005   zouden   kunnen   uitmonden   in   een   dialoog,   die   weer   zou   kunnen   leiden   tot   de  

ondertekening  van  het  uitgestelde  NIP.288  Naast  de  negatieve  conditionaliteit  middels  sancties,  maakte  de  EU  dus  

ook   gebruik   van   positieve   conditionaliteit,   door   de   mogelijkheid   van   hervatting   van   de  

ontwikkelingssamenwerking  in  het  vooruitzicht  te  stellen.    

Hoewel  de  EU  duidelijk  positie  innam  tegen  de  regering  van  Zimbabwe,  bleek  de  retoriek  ook  hier,  net  

als  in  Soedan,  sterker  dan  de  daadwerkelijke  acties.  De  sancties  die  de  EU  oplegde,  bleken  in  de  praktijk  lastig  uit  

te   voeren.   Eind   2003   was   er   slechts   500.000   pond   aan   financiële   middelen   gevonden   en   bevroren.   Ook   de  

visumrestricties   die  waren   opgelegd,  weerhielden  Zimbabwaanse   politici   er   niet   van  Europees   grondgebied   te  

betreden.  De  regelgeving  omtrent  deze  restricties  stelt  de  lidstaten  in  staat  uitzonderingen  te  maken  in  specifieke  

gevallen,   bijvoorbeeld   voor   deelname   van   politici   aan   internationale   bijeenkomsten.   Bijeenkomsten   die   erop  

gericht   zijn   de   democratie   en   mensenrechtensituatie   in   Zimbabwe   te   verbeteren,   worden   hierin   expliciet  

genoemd.289    

Zo  kwam  het  dat  Mugabe,  niet  lang  nadat  de  EU  sancties  oplegde,  deelnam  aan  de  Wereld  Voedseltop  

in  Rome   in  2003.  Op  basis   van  dezelfde  uitzonderingsregel  werd  Mugabe  door  de  Fransen  uitgenodigd  op  de  

Franco-­‐‑Afrikaanse   Top   in   Parijs   op   19   februari   2003.   Hoewel   deze   uitzondering   op   de   restricties   wettelijk  

geoorloofd  was,  riep  het  op  politiek  niveau  sterke  weerstand  op  binnen  de  EU.  Verschillende  lidstaten  plaatsten  

vraagtekens  bij  het  vooruitzicht  dat  de   top  zou  bijdragen  aan  een  verbetering  van  de  situatie   in  Zimbabwe.  De  

houding  van  andere  Afrikaanse  leiders  bleek  echter  een  sterke  drijfveer  voor  Frankrijk  te  zijn  om  Mugabe  wel  uit  

te  nodigen.  Verschillende  Afrikaanse  leiders  wilden  van  deelname  afzien  indien  Mugabe  niet  werd  toegelaten.  De  

afwezigheid  van  de  Afrikaanse  afgevaardigden  had  een  duidelijke  mislukking  van  het  Franse  beleid  betekend.290  

De  Fransen  hadden  dus  groot  politiek  belang  bij  deelname  van  Mugabe  aan  de  Franco-­‐‑Afrikaanse  Top.  Frankrijk  

deed   er   dan   ook   alles   aan   om   dit   te   bewerkstelligen.   De   Fransen   gingen   zelfs   zo   ver   dat   zij   dreigden   om   de  

verlenging  van  de  sancties,  die  zou  op  18   februari  2003   in  moeten  gaan,   te  blokkeren  middels  een  veto,   indien  

andere  lidstaten  de  deelname  van  Mugabe  aan  de  top  niet  zouden  goedkeuren.  291  

  Een  gelijksoortig  scenario  voltrok  zich  rondom  de  deelname  van  Mugabe  aan  de  EU-­‐‑Afrika  Top  in  2007.  

Wederom  zorgde  de  eventuele  deelname  van  Mugabe  aan  de  bijeenkomst,  waarvoor  opnieuw  een  uitzondering  

gemaakt  moest  worden  op  de  visumrestrictie,  voor  discussie  binnen  de  EU.  Het  VK,  onder  leiding  van  premier  

287   Brussel,  beschikbaar  op:  http://eurlex.europa.eu/Notice.do?mode=dbl&lang=en&ihmlang=en&lng1=en,nl&lng2=cs,da,de,el,en,es,et,fi,fr,hu,it,lt,lv,  mt,nl,pl,pt,sk,sl,sv,&val=394060:cs&page=,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.  288  Ibidem.  289   European  Foreign  Affairs  Review,  nr.  14  (2009),  p.  201.    290  K.  Smith,  p.  161,  supra  3.  291  K.  Smith,  p.  162.  

Page 79: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

71    

Brown,  besloot  zelfs  om  af   te  zien  van  deelname  aan  de  bijeenkomst.  Verschillende  Afrikaanse  staten  dreigden  

met   een   boycot   van   de   top   indien   Mugabe   niet   werd   uitgenodigd.292  Portugal,   voorzitter   van   de   EU   op   dat  

moment,   had   ook   bedenkingen,   maar   zag   het   slagen   van   de   top   als   een   prioriteit   van   het   voorzitterschap.  

Uiteindelijk  ontving  Mugabe  een  uitnodiging.  In  een  speech  die  de  Duitse  bondskanselier  Angela  Merkel  namens  

de   EU   gaf,  werd   stevige   kritiek   geuit   op   de   situatie   in   Zimbabwe.   In   zijn   reactie   noemde  Mugabe  Duitsland,  

Hieruit   bleek   wel   dat  Mugabe   geen   enkele   interesse   had   om   de   situatie   in   zijn   land   te   bespreken   om   zo   tot  

verbetering  van  de  situatie  te  komen.293    

 

een  ontoelaatbare  context  van  geweld .294  Hierop  breidde  de  EU  de  sanctielijst  uit:    

 Following  the  violence  organised  and  committed  by  the  Zimbabwean  authorities  during  the  presidential  

election   campaign   in   2008,   which   turned   the   election   into   a   denial   of   democracy,   certain   persons   and  

entities  should  be  added  to  the  list  set  out  in  the  Annex  to  Common  Position  2004/161/CFSP.295  

 Ondanks   het   gebruik   van   positieve   en   negatieve   conditionaliteit,   was   er   geen   verbetering   in   de   situatie   in  

richting  van  autocratie.  Zo  verbande  hij  

begin   2004   mensenrechtengroeperingen   uit   Zimbabwe   en   verbood   hij   buitenlandse   financiering   van   lokale  

organisaties  op  het  gebied  van  democratisering.  In  maart  2005  won  de  ZANU-­‐‑PF  de  overduidelijk  oneerlijke  en  

onvrije   verkiezingen.  296  In  de  periode   2002     2008  verlengde  de  EU  haar   sancties   en  breidde  die  uit,   omdat  de  

situatie  in  Zimbabwe  niet  verbeterde.  Hoewel  deze  sancties  zeer  schadelijk  waren  voor  de  relatie  tussen  de  EU  en  

EU  geen  reden  om  de  sancties  te  verlichten  of  op  te  heffen.    

  Na   het   ondertekenen   van   de   Power   Sharing   Agreement   in   september   2008,   waarop   de   Government   of  

National  Unity  werd  gevormd  begin  2009,  liet  de  EU  haar  steun  voor  dit  proces  blijken  door  nieuwe  projecten  ter  

de  regering  

van     ongoing  failure  to  address  the  most  basic  economic  and  social  needs  of  its  people

vorming   van   de   Government   of   National   Unity   over   de   mogelijkheid   om   onder   bepaalde   voorwaarden   de  

economische  samenwerking  te  hervatten:  

    There   is  an  urgent  need   for  all  parties   to   fulfil   their  obligations  under   the  Global  Political  Agreement  

(GPA).  By  doing  this,  the  EU  can  once  again  fully  re-­‐‑engage  with  Zimbabwe  and  help  the  country  on  

its  return  to  normality  and  prosperity  by  resuming  our  development  cooperation  in  full.297  

 

Het  duurde  echter  tot  februari  2011  voordat  de  EU  de  vooruitgang  dusdanig  duidde  dat  zij  35  personen  van  de  

sanctielijst  verwijderde.  In  2012  zette  de  EU  deze  verzachtende  politiek  door,  door  wederom  personen  van  de  lijst  

292   EUobserver,  2007,  geciteerd  in:  K.  Brummer,  p.  201.  293  K.  Brummer,  p.  201.  294  E,  Plänitz,  p.  28.    295  Official  Journal  2008,  194,  34-­‐‑36  296  K.  Smith,  pp.161    162.  297  Summary:  10  September  2009,  Brussels  -­‐‑  European  Commissioner  for  Development  and  Humanitarian  Aid,  Karel  De  Gucht  will  undertake  a  joint  visit  to  Zimbabwe  as  part  of  an  EU  Troika  mission  with  the  Swedish  EU  Presidency  on  Saturday  12th  and  Sunday  13th  September  op:  http://www.europa-­‐‑eu-­‐‑un.org/articles/en/article_8977_en.htm  

Page 80: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

72    

te  verwijderen  en  door   tevens  de  opschorting  van  de  ontwikkelingssamenwerking  met   slechts  zes  maanden   te  

verlengen.  Sinds  eind  2009  is  een  afname  van  de  restricties  te  zien,  die  door  de  EU  gerechtvaardigd  wordt  door  de  

verbetering  in  de  economische  en  politieke  situatie  in  het  land.298    

4.3.1    Normverandering    In  de  Europese  benadering  van  het  conflict  in  Zimbabwe  is  het  principe  van  Structural  Stability  duidelijk  zichtbaar.  

De  EU  heeft  in  Zimbabwe  een  zeer  streng  beleid  toegepast,  waarin  democratie  de  centrale  norm  vormde.  De  EU  

heeft   vanaf   het   begin   van   de   crisis   een   ferme   aanpak   gekozen,   waaruit   blijkt   dat   democratie   een   essentieel  

element  is  in  het  buitenlandse  beleid  van  de  EU.  Daar  waar  de  EU  normaliter  de  VN  volgt  in  het  opleggen  van  

restrictieve  maatregelen,   koos   zij   bij   gebrek   aan  VN  maatregelen  voor   autonoom  opgelegde   sancties.  Naast  de  

negatieve  conditionaliteit,  die  zich  tevens  uitte  in  het  stopzetten  van  de  ontwikkelingshulp  aan  het  land,  maakte  

de   EU  gebruik   van   positieve   conditionaliteit,   door   extra  middelen   toe   te   kennen  na   de   ondertekening   van   het  

GPA  in  2008  en  door  Zimbabwe  een  focusland  van  het  EIDM  programma  te  maken.  De  EU  begon  pas  in  2011  met  

versoepeling   van   de   sancties,   ten   gevolge   van   de   onderschrijving   van   het   document   ter   oprichting   van   de  

Government  of  National  Unity  in  2009.  In  2012  verwijderde  de  EU  wederom  personen  van  de  sanctielijst  en  werd  de  

opschorting  van  de  ontwikkelingssamenwerking  slechts  met  zes  maanden  verlengd.  

  De  EU  breidde  de   sanctielijst  vanaf  2002  uit.  De   situatie   in  Zimbabwe  verbeterde  echter  niet.  Mugabe  

reageerde   zelfs   op   de   door   het   Westen   opgelegde   sancties   door   The   Look   East   Policy   te   starten.   Hierdoor  

verslechterde  de  relatie   tussen  de  EU  en  Zimbabwe  nog  verder.  Dit  was  voor  de  EU  echter  geen  reden  om  de  

sancties   te   verzachten   en   in   deze   beslissing   van   de   EU   prevaleerde   dan   ook   de   logic   of   appropriateness.  

Democratische  waarden  wogen  in  het  geval  van  Zimbabwe  zwaarder  dan  de  economische  belangen.  In  het  beleid  

van  de  EU  in  Zimbabwe  is  wel  een  aantal  momenten  van  frictie  aan  te  wijzen,  waarop  juist  de   logic  of  consequence  

prevaleert.  

Het  eerste  moment  van  frictie  vond  plaats  rondom  de  eventuele  deelname  van  Mugabe  aan  de  Franco-­‐‑

Afrikaanse  Top  in  2003  te  Parijs.  Het  voorstel  van  Frankrijk  om  Mugabe  uit  te  nodigen  riep  binnen  de  EU  grote  

weerstand   op.   Voor   Frankrijk   hing   het   succes   van   de   top   af   van   de   deelname   van   Mugabe,   aangezien   zijn  

afwezigheid   voor   een   boycot   van   de   top   door   andere   Afrikaanse   landen   kon   leiden.   De   logic   of   consequence  

prevaleerde   in  de  beslissing  van  Frankrijk  om  Mugabe  uit   te  nodigen.  Frankrijk  was  zelfs  bereid  de  verlenging  

van   de   sancties   te   blokkeren   middels   een   veto,   mochten   de   ander

aanwezigheid  op  de  Top.  Een  dergelijk  moment  van   frictie   is   aan   te  wijzen   in  de  discussie  over  deelname  van  

Mugabe   aan  de   EU-­‐‑Afrika   Top   in   2007.  Ook   hier   ontstond   er   interne   discussie   over   de   vraag   of   hij   aanwezig  

mocht   zijn.  Opnieuw  was   deelname   van  Mugabe   essentieel   voor   het   slagen   van  de   top,   omdat   de  Afrikaanse  

leiders  wederom  dreigden  met  afwezigheid  indien  Mugabe  niet  werd  uitgenodigd.  Het  Verenigd  Koninkrijk,  dat  

voorstander  was  van  een  ferme  aanpak  van  het  conflict,  onthield  zich  uiteindelijk  van  deelname  aan  de  top.  In  

beide   gevallen   werd   Mugabe   echter   wel   uitgenodigd   en   prevaleerde   de   logic   of   consequence   over   de   logic   of  

appropriateness.  Beide  gevallen  laten  een  moment  zien  waarop  er  frictie  ontstaat  rondom  de  norm.  In  deze  twee  

298  Summary:  17  February  2012,  Brussels  -­‐‑  European  Union  High  Representative  and  Commission  Vice-­‐‑President  Catherine  Ashton  issued,  on  behalf  of  the  European  Union,  a  Declaration  on  Zimbabwe.    

Page 81: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

73    

gevallen   leidde   de   frictie   tot   afzwakking   van   de   norm.   De   deelname   van   Mugabe   en   het   succes   van   de  

bijeenkomsten  werden  belangrijker  gevonden  dan  de  sancties  die  waren  opgelegd  wegens  het  ontbreken  van  de  

essentiële  elementen  van  de  ontwikkelingssamenwerking.    

  In  de  strikte  sancties  die  de  EU  oplegde,  weerklonk  R2P  als  norm.  Door  sancties  op  te  leggen,  reageerde  

de  EU  op  de  verslechterende  situatie   in  Zimbabwe  en  handelde  hierin  naar  de  norm  van  Responsibility  to  React.  

Zoals  eerder  vermeld  geeft  de  EU  de  voorkeur  aan  Responsibility  to  Prevent,  omdat  dit  het  beste  aansluit  bij  het  

principe  van  Structural  Stability.  Het  is  derhalve  opvallend  dat  de  EU  in  Zimbabwe  zo  makkelijk  sancties  oplegde,  

zonder  eerst,  zoals  in  Darfur,  het  ontwikkelingsbudget  te  verhogen.  Dit  geeft  echter  wel  aan  dat  het  belang  van  de  

democratische  norm  zeer  zwaar  weegt   in  het  Europese  beleid.  Hoewel  de  EU  normaliter  de  voorkeur  geeft  aan  

Responsibility  to  Prevent,  heeft  zij  in  Zimbabwe  laten  zien  wel  degelijk  in  staat  te  zijn  tot  het  opleggen  van  strikte  

sancties,   en   zo   te   handelen   naar   Responsibility   to   React.   Dit   laat   een   inhoudelijke   normverandering   zien.  

Vergeleken  bij  Soedan  legde  de  EU  in  Zimbabwe  zeer  snel  sancties  op.  Dit  verschil  kan  verklaard  worden  door  

het  verschil  in  belangen  dat  de  EU  had  in  Soedan  en  Zimbabwe.  Zowel  China  als  de  EU  had  grotere  economische  

belangen   in   Soedan.  Aangezien   de   EU   in   Zimbabwe  minder   economische   belangen   had,  was   het   voor   de   EU  

makkelijker  om  te  handelen  naar  de  normen  van  democratie  en  R2P.  In  Zimbabwe  had  de  EU  de  mogelijkheid  

om  te  benadrukken  dat  het  communautaire  beleid  wordt  bepaald  door  de  onderliggende  normen,  en  dus  door  de  

identiteit   van   de   EU   als   actor.  Hiermee  wordt   de   legitimiteit   van   het   gemeenschappelijke   buitenlandse   beleid  

vergroot.   De   momenten   van   frictie   geven   aan   dat   het   voor   de   EU   lastiger   wordt   om   vast   te   houden   aan   de  

genoemde   normen   wanneer   de   belangen   van   de   lidstaten   groter   worden.   Zodra   de   logic   of   consequence   het  

handelen  van  de  lidstaten  bepaalt,  is  het  voor  de  EU  lastiger  om  de  normen  onverzacht  het  beleid  te  laten  bepalen,  

waardoor  het  mogelijk  is  dat  het  gewicht  van  de  onderliggende  normen  vermindert.  De  belangen  van  de  lidstaten  

zorgen  dus  voor  momenten  van  interne  frictie,  die  de  manier  waarop  de  EU  de  normen  van  democratie  en  R2P  

gebruikt,  wijzigen.    

   

Page 82: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

74    

4.4  De  belangen  van  China  in  Zimbabwe        De   betrekkingen   tussen   China   en   Zimbabwe   gaan   terug   tot   de   jaren   zestig   van   de   twintigste   eeuw.   Na   de  

Bandungconferentie   in   1955   probeerde   China   de   banden   met   Afrikaanse   nationalistische   bewegingen   aan   te  

halen.299  Zodoende  steunde  China  verschillende  onafhankelijkheidsbewegingen   in  Afrika,  waaronder  de  ZANU  

partij  van  Mugabe.  In  de  jaren  tachtig  maakten  de  ideologische  beweegredenen,  die  overigens  eerder  berustten  op  

de   behoefte   weerstand   te   bieden   aan   de   Sovjethegemonie   dan   op   de   vrijheidsstrijd   an   sich,   plaats   voor  

economische  factoren.  China  richtte  zich  vanaf  dat  moment  overwegend  op  investeringen  en  het  stimuleren  van  

de   handel;   de   militaire   samenwerking   maakte   plaats   voor   economische   samenwerking.   Hoewel   de  

Zimbabwaanse  economie  in  de  loop  der  jaren  in  duigen  viel,  intensiveerden  de  economische  betrekkingen  tussen  

China  en  Zimbabwe  in  deze  periode   juist,  mede  dankzij  de  Look  East  Policy  en  de   terugtrekking  van  westerse  

actoren.300  

  De   samenwerking   tussen  China   en  Zimbabwe  begon  zoals   vermeld   in  de   jaren  zestig,  waarin  China  de  

.301  Na  

een  korte  periode  van  bekoelde  relaties  net  na  de  onafhankelijkheid,  waarin  Zimbabwe  aansluiting  zocht  bij  de  

Sovjet-­‐‑Unie,  werden  China  en  Zimbabwe  eind   jaren   tachtig  goede  handelspartners.  De  visie  van  Zimbabwe  op  

ontwikkeling  en  modernisering  sloot  goed  aan  bij  de  visie  van  Beijing.  Met  het  oog  op  de  commerciële  doelen  in  

de  regio,  gebaseerd  op  de  toevoer  van  grondstoffen,  was  Zimbabwe  daarom  een  goede  partner  voor  China.  China  

profiteerde  in  deze  jaren  dan  ook  sterk  van  de  economische  groei  in  Zimbabwe.  China  was  vooral  geïnteresseerd  

in   de   import   van   tabak   uit   Zimbabwe:   in   1990  werd   er   voor   een   bedrag   van   US$   34  miljoen   verhandeld.   De  

groeiende   economie,   gestimuleerd   door   Chinese   investeringen,   opende   tevens   de   deuren   naar   een   nieuwe  

afzetmarkt.  Bovendien  werden  Chinese  bedrijven  steeds  actiever  in  Zimbabwe:  tussen  1986  en  1990  sloten  China  

en  Zimbabwe  lucratieve  contracten  ter  waarde  van  US$  169,46  miljoen.302  De  vriendschap  tussen  de  landen  werd  

herbevestigd   na   de   Tiananmenopstand.   In   deze   periode   benadrukten   beide   partijen   het   principe   van  

staatssoevereiniteit.   Mugabe   liet   publiekelijk   blijken   dat   hij   China   steunde   in   de   manier   waarop   het   land   de  

303  In  een  periode  waarin  Mugabe  veel  respect  genoot  van  andere  Zuid-­‐‑Afrikaanse  leiders  was  zijn  

steun   voor   China   van   groot   belang.   Aangezien   de  westerse   landen   China   beperkende  maatregelen   oplegden,  

zocht  China   steun   bij   de   ontwikkelingslanden.   under   the  complicated  

internationa 304  Traditiegetrouw   werd   de   vriendschap  

bevestigd  middels  Chinese  diplomatieke  bezoeken  aan  Zimbabwe.  Toen  de  Chinese  minister  van  Buitenlandse  

Zaken  eind  1989  een  tour  door  zes  landen  in  Zuid-­‐‑Afrika  maakte,  bezocht  hij  ook  Zimbabwe.  Tussen  1996  en  2002  

bracht  president  Jiang  Zemin  nog  eens  vier  bezoeken  aan  het  land.305    

  Hoewel   de   economische   betrekkingen   tussen   China   en   Zimbabwe   dus   al   langere   tijd   de   kern   van   de  

299  I.  Taylor,  2006,  p.  106.    300  I.  Taylor,  2006,  p.  123.  301  New  China  News  Agency,  1973,  geciteerd  in:    I.  Taylor,  2006,  p.  106.  302  I.  Taylor,  2006,  p.  123.  303   Africa  Today,  nr.  3  (2007),  p.  9.  304  I.  Taylor,  2006,  p.  122.  305  D.  Brautigam,  p.  84.  

Page 83: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

75    

samenwerking   vormden,   heeft   de   handel   sinds   begin   van   de   eenentwintigste   eeuw   een   vlucht   genomen.   De  

humanitaire   crisis   en   het   democratische   tekort   zorgden   voor   beperkende   maatregelen   vanuit   het   Westen.   De  

ruimte   die   hierdoor   ontstond   werd   door   China   dankbaar   opgevuld.   In   2003   kondigde  Mugabe   zijn   Look  East  

Policy   to  the  West,  where  the  sun  sets .  306  Deze  

strategie   legde  China  geen  windeieren.   In  2007  was  China  de  grootste  afnemer  van   tabak  en   in  ruil  voor  grote  

sectoren. 307  China   investeerde   in   sectoren   waar   andere   investeerders   het   lieten   afweten,   zoals   de  

elektriciteitssector.  De  samenwerking  tussen  China  en  Zimbabwe  op  het  gebied  van  grondstoffen  was  een  goed  

voorbeeld  van  het  principe  van  mutual  benefit  dat  centraal  dient  te  staan  in  het  Chinese  buitenlandse  beleid.  Door  

technische   en   financiële   ondersteuning   te   bieden   bij   de   ontwikkeling   van  de   grondstoffensector   in  Zimbabwe,  

stelde   China   de   toegang   tot   deze   hulpbronnen   veilig   en   kon   Zimbabwe   eindelijk   profiteren   van   de   grote  

hoeveelheden   koper   en   platina   in   de   grond.308  Ook   kreeg   China   olie   in   ruil   voor   de   investeringen   in   andere  

afgepakt   van   de   blanke   eigenaren.309  Om   handel   en   toerisme   te   bevorderen,   kwamen   er   directe   vluchten   van  

Harare  naar  China  en  werden  in  China  de  visumvereisten  gesimplificeerd.    

  Naast   de   historische   banden   onderhield   China   dus   ook   commerciële   betrekkingen   met   Zimbabwe.   De  

omvang  van  deze  betrekkingen  groeide  aanzienlijk  in  de  eenentwintigste  eeuw.  In  een  periode  waarin  het  Westen  

zich  terugtrok  uit  Zimbabwe,  werden  de  economische  belangen  van  China  in  Zimbabwe  juist  groter.  China  werd  

langzaamaan  de  grootste  investeerder  in  Zimbabwe.  De  historische  banden  met  Zimbabwe  zorgden  voor  een  zeer  

gunstige  positie  op  de  Zimbabwaanse  markt.  China  heeft  vanuit  commercieel  opzicht  dus  een  groot  belang  bij  de  

continuïteit  van  het  regime.  De  handelsbetrekkingen  tussen  China  en  Zimbabwe  moeten  echter  wel  in  perspectief  

worden  geplaatst.  In  2006  ging  slechts  9  procent  van  de  Zimbabwaanse  export  naar  China  en  kwam  6  procent  van  

de   import   uit   China.   Vergeleken  met   Soedan   is   dit   een   klein   deel.   In   2006   ging   71   procent   van   de   Soedanese  

export  naar  China  en  telde  de  import  vanuit  China  voor  21  procent  van  de  totale  import.310  Naast  de  export  van  

tabak  was  Zimbabwe  ook  geen  grote  leverancier  van  grondstoffen  aan  China.  Het  Zimbabwaanse  aandeel  in  de  

import  van  grondstoffen  van  China  was  dus,  bijvoorbeeld  in  vergelijking  met  Soedan,  zeer  klein.    

   

306  R.  Mugabe,  geciteerd  in:  D.  Brautigam,  p  287.  307  I.  Taylor,  2006,  p.  123.  308  J.  Youde,  p.  9.  309  I.  Taylor,  2006,  p.  123.  310   ,  China  into  Africa.  Trade,  aid  and  influence,    Cambridge:  Brookings  Institution  Press  2008,  pp.  250-­‐‑271,  Supra.  267.  

Page 84: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

76    

4.5  De  activiteiten  van  China  in  Zimbabwe    De   groeiende   economische   betrekkingen   tussen   China   en   Zimbabwe   vanaf   het   begin   van   de   eenentwintigste  

eeuw   zijn   kenmerkend   voor   het   non-­‐‑interference   beleid   van  China.   Immers,   business   is   business   en   aan  Chinese  

business  zijn  geen  politieke  voorwaarden  verbonden.   In  het  Chinese  beleid   ten  aanzien  van  Zimbabwe  is  echter  

een  aantal  momenten  van  spanning  zichtbaar,  dat  de  non-­‐‑interference  norm  op  de  proef  stelt.  Hoewel  China  vanaf  

het  begin  van  de  eenentwintigste  eeuw  haar  bezorgdheid  over  de  situatie  in  Zimbabwe  uitsprak,  startte  het  pas  in  

2008  met  de  actieve  diplomatie,  die  ook  in  Soedan  zichtbaar  was.  Deze  verandering  kan  worden  toegeschreven  

aan  de  groeiende  weerstand  van  zowel  internationale  actoren  als  civil  society  in  de  regio  tegen  het  Chinese  beleid  

in  Zimbabwe.    

  In  tegenstelling  tot  de  aanpak  in  Soedan,  waar  China  in  de  eerste  periode  volledig  achter  de  Khartoemse  

regering  stond,  uitte  het   reeds   in  2002  haar  bezorgdheid  over  de  problematische  situatie   in  Zimbabwe  rondom  

het  Fast  Track  Land  Reform.   In   juni   2002   stuurde  men   een  delegatie   naar  Harare   om   deze   bezorgdheid   over   te  

brengen.   In  een  beknopte  boodschap  zou  de  Chinese  delegatie  de  Zimbabwaanse  regering  hebben  opgeroepen  

om  het  landhervormingsprogramma  uit  te  voeren  op  een  voor  de  internationale  gemeenschap  acceptabele  manier.  

In   een   verklaring   gaf   de   Chinese   ambassadeur   in   Zimbabwe,   Hou   Quingru,   aan   dat   de   manier   waarop   het  

programma  uitgevoerd  zou  worden  een  punt  van  discussie  was.  Echter  maakte  hij  in  zijn  verklaring  duidelijk  dat  

China  volledig  achter  het  plan  stond.311   China  fully  supports  efforts  

.312  Hoewel  China  middels  deze  verklaring  benadrukt  

dat  de  aanpak  van  de  Zimbabwaanse  regering  wordt  gesteund,  profileerde  het  zich  door  de  bezorgdheid  te  uiten  

in  de  eerste  fase  van  het  conflict  meteen  als  partij  die  zich  actief  met  de  situatie  bemoeide.    

  In  de  periode  die  hierop  volgde  prevaleerde  de  non-­‐‑interference  norm  in  het  Chinese  beleid  in  Zimbabwe.  

we  think  the  issues  concerning  Zimbabwe  should  only  be  resolved  by  

.313  Gedreven  door  de  economische  kansen,  die  gestimuleerd  werden  door  de  Look  East  

Policy  van  Mugabe  en  het  wegblijven  van  westerse  investeerders,  onthield  China  zich  verder  van  commentaar  op  

de  humanitaire  en  democratische  situatie  in  het  land.  In  deze  periode  steeg  de  handel  tussen  de  landen  sterk.  De  

non-­‐‑interference  politiek  van  China  was  bovenal  zichtbaar  in  de  wapenleveranties  van  China  aan  Zimbabwe,  die  in  

de  periode  tussen  2000  en  2008  rond  de  US$  300  miljoen  bedroegen.314  Ondanks  de  instabiliteit  en  het  veelvuldige  

geweld   in   het   land   bleef   China   Zimbabwe   wapens   leveren.   Tevens   bouwde   China   een   wapenfabriek   in  

Zimbabwe.315  Daarnaast   werden   er   contracten   gesloten   voor   grote   projecten   op   het   terrein   van   infrastructuur,  

telecom   en   irrigatie.316  Tot   2005  maakte   China   volop   gebruik   van   de   economische   kansen  die   er   in   Zimbabwe  

lagen.   Een   aanzienlijk   deel   van   de   projecten   kwam   echter   niet   voorbij   de   beginfase,   omdat   de   Zimbabwaanse  

partijen  niet  aan  de  verplichtingen  konden  voldoen.  Toen  de  Zimbabwaanse  regering  in  2007  het  geweld  jegens  

de  oppositie  opvoerde,  erkende  China  dat  Zimbabwe  steeds  meer  een  economisch  en  politiek  blok  aan  het  been  

311   Africa  Research  Bulletin:  Political,  Social  and  Cultural  Series,  nr.  6  (2008),  p.  14906.  312  Herald,  2003 -­‐‑ African  Affairs,  nr.  10  (2007),  63-­‐‑78,  p.  75  313  http://chinadigitaltimes.net/2008/07/liu-­‐‑guijin-­‐‑on-­‐‑chinas-­‐‑role-­‐‑in-­‐‑zimbabwe/  Liu  Guijin.      314  Human  Rights  First,   s  Sale  to  Zimbabwe    Fact  sheet,  geciteerd  in:  B.  Mariano  &  T.  Wheeler,  p.  53.    315   Asian  Perspective,  4  (2006),  p.  84.  316  Huwai  Tech  Wins  African  Contracts:  www.redorbit.com/news/technology/102640/huwait_tech_wins_african_contracts/  Geciteerd  in  D.  Brautigam,  p.  288.  

Page 85: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

77    

werd.317  Hoewel  China   veelal   de   voorkeur   geeft   aan   bilaterale   relaties  met   landen,   gaf   het   in   2003   aan  dat  het  

meer   zou   samenwerken   met   regionale   organisaties.   In   Zimbabwe   steunde   China   derhalve   de   regionale  

organisaties  in  de  benadering  van  het  beleid  van  Mugabe.    

In  de  VN  Veiligheidsraad  bevestigde  het  de  centrale  plaats  van  de  norm  van  non-­‐‑interference  in  het  beleid,  

door   steun   voor   Operatie  Murambatsvina   te   uiten.   In   juli   2005,   terwijl   Mugabe   in   Beijing   economische   steun  

probeerde   te   verkrijgen,   introduceerde   het   VK,  met   steun   van   de  VS   en   zeven   andere   landen,   het   onderwerp  

Operatie  Murambatsvina  in  de  VN  Veiligheidsraad.318  Het  VK  riep  de  VN  VR  op  om  een  formeel  debat  te  openen,  

dat  uiteindelijk  kon  leiden  tot  restrictieve  maatregelen.  China  en  Rusland  blokkeerden  dit  door  het  vetorecht   te  

gebruiken.  Zo  was  de  VN  niet   in   staat  om   tot   een  consensus   te  komen  over  verdere   formele  discussie  van  het  

onderwerp.  Zimbabwe  verdween  zodoende  van  de  agenda  van  de  VN  VR.319    

  In  2005  werden  de  eerste  tekenen  van  een  koerswijziging  zichtbaar.  Een  aantal  factoren  was  hierin  van  

belang.   Ten   eerste   groeide   in   2005   de   kritiek   op   het   beleid   van   China   in   Zimbabwe   sterk,   niet   alleen   op  

internationaal  niveau,  maar  ook  binnen  de  Zimbabwaanse  politiek.  De  oppositie  gaf  aan  dat  het  beeld  dat  van  

China  bestond   in  de   loop  der   jaren  was  veranderd.  China  was  niet   langer  de  onvoorwaardelijke   favoriet   voor  

samenwerking,  maar  er  werden  door  de  oppositie  kritische  kanttekeningen  geplaatst  bij  het  Chinese  beleid:  

     

are  purely  that    business,  and  in  competition  with  American  business  to  exploit   the  opportunities  that  

Africa   offers.   The   political   deals   serve   their   own   interest   first,   the   ZANU-­‐‑PF   elite   second,   and   the  

Zimbabwean   people   not   at   all.   ZANU-­‐‑PF   seems   to   think   that   the   Chinese   will   rescue   them   and   the  

and  certainly  not  in  the  name  of  democratic  progress.320  

 

In   2007   bracht   China   de   economische   steun   aan   Zimbabwe   terug.   Liu   Guijin   gaf   aan   dat   de   verslechterende  

economische   situatie   de   Chinese   regering   noodzaakte   om   de   economische   hulp   te   verminderen   en   zich   te  

the  worst  in  the  world

zeiden  dat  de  Chinese  overeenkomsten  over  grote  projecten  tot  kopzorgen  leidden.  Toen  president  Hu  Jintao  in  

2007  bijna  alle  Zuid-­‐‑Afrikaanse   landen  bezocht,   sloeg  hij  Zimbabwe  over.  En  daar  waar  de  Chinese  regering   in  

2005  publiekelijk  haar  steun  betuigde  over  Operatie  Murambatsvina,  repten  de  Chinese  politici  met  geen  woord  

over  het  hardhandige  optreden  van  de  regering  van  Zimbabwe  in  2007,  in  aanloop  naar  de  verkiezingen.    

  Tevens  kwam  de  kritiek  op  de  wapenhandel  tussen  China  en  Zimbabwe  in  2008  tot  een  hoogtepunt,  toen  

een  Chinees  schip  in  april  2008  wapens  aan  Zimbabwe  probeerde  te  leveren.  Hoewel  het  contract  voor  de  wapens  

eerder  was  gesloten,  viel  de   levering  midden  in  de  aanloopperiode  naar  de  verkiezingen,  die  gekenmerkt  werd  

door  geweld  jegens  de  oppositie.  De  toevoer  van  wapens  vanuit  China  ontketende  een  golf  van  protest  vanuit  de  

Zimbabwaanse   civil   society   en   handelsorganisaties.   Dit   protest   zorgde   er   letterlijk   voor   dat   het   schip   niet   kon  

aanleggen  en  niet  kon   lossen   in  havens  van  Zuid-­‐‑Afrika,  Mozambique  en  Namibië.  Het  protest   in  de  regio  viel  

317 Geciteerd  in:  Brown  &  C.  S

China  into  Africa.  Trade,  aid  and  influence,  Cambridge:  Brookings  Institution  Press,  2008.  Pp.  250-­‐‑271,  p.  262.  318   Backgrounder,    No.  1916  (2006),  p.  2.    319   ei  2012.  320  Sokwanele  Special  Report,  2005,  geciteerd  in:    Taylor,  2006,  p.  125.  

Page 86: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

78    

tevens  samen  met  de  internationale  kritiek  op  het  Chinese  mensenrechtenbeleid  in  aanloop  naar  de  Olympische  

Spelen.  China  besloot  uiteindelijk  het  schip  terug  te  trekken.  De  Chinese  business  is  business  benadering  volstond  

niet  meer.  Naar  verluidt  hebben  de  wapens  Zimbabwe  uiteindelijk  wel  bereikt  via  andere  wegen.  De  keuze  van  

China  om  onder  druk  van  de   internationale  gemeenschap  en   lokale  groeperingen  het   schip   terug   te   trekken,   in  

plaats  van  door  te  zetten  en  deze  keuze  te  rechtvaardigen  door  de  non-­‐‑interference  norm  aan  te  dragen,  impliceert  

dat  het  imago  als  verantwoordelijke  actor  in  dit  geval  meer  gewicht  had  dan  de  economische  belangen.  

  Rond  de  verkiezingen  in  2008  werd  steeds  duidelijker  dat  de  oppositie  mogelijkerwijs  een  overwinning  

zou   behalen.   Mugabe   anticipeerde   op   zijn   mogelijke   verlies   door   de   oppositie   met   geweld   te   onderdrukken,  

hetgeen  de  kritiek  op  de  steun  van  China  voor  het  regime  van  Mugabe  enkel  versterkte.  De  strategische  belangen  

die  China   in  Zimbabwe  had,  de   toegang   tot  grondstoffen  en  de  afzetmarkt,  zorgden  ervoor  dat  China   in  eerste  

instantie   belang   had   bij   de   continuïteit   van   het   regime.   Op   het   moment   dat   de   mogelijkheid   van   een  

machtsverschuiving   een   reële   optie   werd,   niet   in   de   laatste   plaats   vanwege   de   leeftijd   van   Mugabe,   en   de  

oppositie  kritiek  uitte  op  het  beleid  van  China,  kreeg  China  er  belang  bij  om  op  goede  voet  met  de  oppositie   te  

komen   staan.   De   interne   kritiek   op   het   Chinese   beleid   en   de   machtsverschuiving   zouden   kunnen   verklaren  

waarom  China  in  2008  een  verandering  van  koers  liet  zien  in  het  buitenlandse  beleid  ten  aanzien  van  Zimbabwe.  

Vanaf   2008   ontstond   er   een   aantal   momenten   van   frictie   dat   een   verandering   heeft   veroorzaakt   in   de   non-­‐‑

interference  norm.  

  In   2008   gebruikte   China   het   vetorecht   in   de   VN   Veiligheidsraad,   toen   het   tegen   het   opleggen   van  

sancties  in  Zimbabwe  stemde.  Hoewel  Rusland  reeds  had  aangegeven  het  vetorecht  te  gebruiken,  deed  China  dit  

toch   ook.  Hiermee   gaf   het   een   duidelijk   signaal   af,   aangezien   het   land   er   ook   voor   had   kunnen   kiezen   zich   te  

onthouden   van   stemming.   De   keuze   voor   het   gebruik   van   het   vetorecht   illustreert   de   bevestiging   van   non-­‐‑

interference.   De   verklaring   voor   deze   beslissing   liet   reeds   een   lichte   verandering   zien   in   de   norm.   De   Chinese  

vertegenwoordiger   Wang   Guangya   rechtvaardigde   de   beslissing   door   de   positie   van   de   AU   en   de   Southern  

African   Development   Community   (SADC)   te   benadrukken.   Volgens   hem   hadden   Afrikaanse   leiders   duidelijk  

laten   blijken   dat   zij   tegen   het   opleggen   van   sancties   waren:   de   beslissing   van   de   VN   om   toch   beperkende  

maatregelen  op  te  leggen  zou  derhalve  tegen  de  mening  van  de  regionale  organisaties  in  gaan.  Daar  waar  China  

in  2005  haar  positie  in  de  VN  VR  rechtvaardigde  door  aan  te  geven  dat  het  behandelen  van  de  zaak  in  de  VN  VR  

tot   inmenging   in   nationale   aangelegenheden   zou   leiden,  werd   in   2008   de   positie   van  de   regionale   organisaties  

aangebracht  als  argument.  Het   feit  dat  China  de  benadering  van  de  regionale  organisaties  steunt   is  geen  nieuw  

fenomeen,  maar  de  keuze  om  dit  als  reden  te  geven  is  opvallend.  Tot  2007  had  de  steun  aan  regionale  organisaties  

voor  China  geen  spanning  met  de  non-­‐‑interference  norm  opgeleverd,  aangezien  de  AU  en  de  SADC   tot  dan   toe  

terughoudend  waren  geweest   in  het  veroordelen  van  de  politiek  van  Mugabe.  In  2007  liet  de  AU  voor  het  eerst  

321  Door  de  regionale  organisaties  in  2008  te  steunen  sloot  China  zich  

bij   dit   standpunt   aan.   Hierdoor   bewoog   China   indirect   de   richting   van   de   liberale   normen   en   liet   kreeg   non-­‐‑

interference  als  norm  minder  gewicht.  

321   0  mei  2012.  

Page 87: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

79    

  Vanaf   dit   moment   vertoonde   China   ook   meer   actieve   diplomatie.   In   juni   2008   verklaarde   de  

d  hoopt  dat  de  politieke  partijen  middels  een  

dialoog  tot  een  oplossing  voor  de  problematische  politieke  situatie  in  het  land  zouden  kunnen  komen:    

 We  hope  that  the  political  parties  will  act  in  such  a  way  as  to  put  the  interests  of  the  people  in  Zimbabwe  

first   through   engaging   in   further   dialogue.  We   believe   that   through   increased   and   further   dialogue   a  

peaceful  solution  to  the  problems  in  Zimbabwe  is  possible.322    

 In  dezelfde  periode  kwam  de  VN  VR  tot  een  presidentiële  verklaring,  waarin  de  gewelddadige  campagne  tegen  

de   politieke   oppositie   in   Zimbabwe   sterk   werd   veroordeeld.   Aangezien   presidentiële   verklaringen   unaniem  

moeten  worden  aangenomen  in  de  raad,  schaarde  China  zich  in  dit  geval  achter  de  westerse  landen.  Presidentiële  

verklaringen  zijn  echter  niet  bindend,  dus  hierin  had  China  de  mogelijkheid  om  goodwill  te  kweken  bij  de  westerse  

partijen   in  de  VN  VR,   zonder  dat  hier   grote   consequenties   aan  verbonden  waren.  Daar  waar  China  zich  bij   de  

verkiezingen   in   2000   nog   onvoorwaardelijk   achter   de   partij   van   Mugabe   schaarde,   erkende   het   middels   deze  

323  Hiermee   sprak  China  de  

steun  uit  voor  de  oppositiepartij,  mocht  deze  partij  de  verkiezingen  winnen.  Hiermee  veroordeelde  China  indirect  

het  democratische  tekort  van  de  regerende  partij.    

  Deze  koerswijziging  was  niet  alleen  zichtbaar   in  de  positie  van  China  in  de  VN  VR.  Ook  in  de  bilaterale  

relatie  met  Zimbabwe   liet  China   afkeuring  van  de  gang  van   zaken   in  het   land  blijken.  Een  opvallend  moment  

deed  zich  voor  toen  China  druk  uitoefende  op  Mugabe  om  in  gesprek  te  gaan  met  de  leider  van  de  oppositiepartij,  

Morgan   Tsvangirai.   Hoewel   het   plaatsvinden   van   deze   bijeenkomst   ook   wel   wordt   toegeschreven   aan   de  

diplomatieke   inspanningen  van  de  Zuid-­‐‑Afrikaanse  president  Mbeki  om   tot  een  Government  of  National  Unity   te  

komen,  speelde  China  achter  de  schermen  een  onmiskenbare  rol.  Zo  werd  Mugabe  door  Chinese  politici  verteld  

dat  hij  zich  moest  gedragen,  aangezien  de  onrust  in  Zimbabwe  zeer  ongunstig  was  voor  het  imago  van  China  in  

aanloop  naar  de  Olympische  Spelen  in  Beijing:  

 Mugabe  was  told  in  clear  terms  by  his  Chinese  friends  that  he  has  to  behave  and  act  in  a  way  that  will  

help  to  dampen  the  international  outrage  over  the  recent  elections  in  the  run-­‐‑up  to  the  Olympics.324    Hiermee  bemoeide  China  zich  wel  degelijk  met  het  beleid  van  Mugabe.  Deze  koerswijziging  moet  bezien  worden  

in   het   licht   van   de   ontwikkelingen   in   Zimbabwe   en   op   het   internationale   toneel.   De   interne   kritiek,   de  

terreinwinst  van  de  oppositie  en  de  internationale  kritiek  rondom  de  Olympische  Spelen  in  Beijing  zorgden  voor  

frictie  in  het  Chinese  beleid.  Na  de  vorming  van  de  Government  of  National  Unity  trok  de  economie  in  Zimbabwe  

enigszins  aan.  De  eigen  valuta  werd  losgelaten  en  het  inflatiecijfer  daalde  weer.  Vanaf  dit  moment  steeg  ook  de  

322  Buanews.gov.za/viewphp?ID=08062710451003&coll=buanew08,  geciteerd  in:  J.  Men  &  B.  Barton,  China  and  the  European  Union  in  Africa:  Partners  or  Competitors?,  Farnham:  Ashgate  2011,  p.  72.  323   SC/9369,  beschikbaar  op:  http://www.un.org/News/Press/docs/2008/sc9369.doc.htm,  geraadpleegd  op  11  juni  2012.    324  http://www.telegraph.co.uk/news/worldnews/africaandindianocean/zimbabwe/2461693/Robert-­‐‑Mugabe-­‐‑forced-­‐‑into-­‐‑talks-­‐‑with-­‐‑opposition-­‐‑after-­‐‑China-­‐‑told-­‐‑him-­‐‑to-­‐‑behave.html,  geciteerd  in:  J.  Men  &  B.  Barton,  China  and  the  European  Union  in  Africa:  Partners  or  Competitors?,  Farnham:  Ashgate  2011,  p.  72.  

Page 88: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

80    

handel   en   de   vriendschap   tussen   China   en   Zimbabwe   weer.   In   2011   bezocht   de   Chinese   minister   van  

Buitenlandse  Zaken,  Yang  Jiechi,  Harare.  Volgens  de  Chinese  ambassadeur  in  Zimbabwe,  Xin  Shunkang,  was  het  

bezoek  bedoeld  om  de  banden  aan  te  halen:  

 [the  visit  was]  to  show  our  support  

expand  our  mutually  beneficial  co-­‐‑ -­‐‑

Zimbabwe  relations  will  be  uplifted  to  a  higher  level.325  

 

De   relatie   tussen   Zimbabwe   en   China   heeft   in   de   afgelopen   10   jaar   een   golfbeweging   gemaakt.   Begin  

eenentwintigste  eeuw  intensiveerden  de  banden  en  werden  de  twee  landen  op  economisch  gebied  goede  

partners.  Toen  de  economische  situatie  verslechterde  bekoelde  de  vriendschap  tussen  de  landen.  Met  het  

langzame  herstel  van  de  Zimbabwaanse  economie  lijken  echter  ook  de  betrekkingen  tussen  de  landen  weer  

aan  te  trekken.  

 

4.5.1    Normverandering    Het  Chinese  beleid  in  Zimbabwe  heeft  net  als  in  Soedan  een  ontwikkeling  doorgemaakt  van  non-­‐‑interference  naar  

actieve  diplomatie.  Het  is  echter  opvallend  dat  China  reeds  in  2002  openlijk  een  actieve  rol  aannam,  door  zich  te  

bemoeien   met   de   onderhandelingen   over   het   landhervormingsprogramma.   Deze   actieve   rol   kan   verklaard  

worden  door  de  grote  belangen  die  China  heeft  bij  de  uitkomst  van  dit  hervormingsprogramma.  China  verkreeg  

in   de   loop   der   jaren   grote   stukken   land   in   Zimbabwe.   Door   een   actieve   rol   aan   te   nemen   erkende   China   de  

verantwoordelijkheden  die  gepaard  gingen  met  de  groeiende  aanwezigheid  in  Zimbabwe.    

  In  de  periode  die  hierop  volgde  prevaleerde  de  non-­‐‑interference  norm.  China  maakte  dankbaar  gebruik  

van  de   economische  mogelijkheden  die   door   de   afwezigheid   van  de  westerse   actoren,   en   de   daarop   volgende  

Look   East   Policy   van  Mugabe,   werd   geboden.   In   verklaringen   werd   in   deze   periode   ook   gerefereerd   aan   non-­‐‑

interference.   De   norm   werd   bevestigd   toen   China   in   2005   gebruik   maakte   van   het   vetorecht   in   de   VN  

Veiligheidsraad.   China   blokkeerde   een   resolutie   die   uiteindelijk   tot   sancties   had   kunnen   leiden.   China  

rechtvaardigde   deze   positie   door   aan   te   geven   dat   verdere   VN   bemoeienis   tot   inmenging   in   de   nationale  

aangelegenheden   van   Zimbabwe   zou   kunnen   leiden.   Hiermee   bevestigde   China   non-­‐‑interference   als   leidende  

norm  in  het  buitenlandse  beleid.  

In  2005  werden  echter  de  eerste  tekenen  van  verandering  zichtbaar.  Vanaf  2005  werd  de  kritiek  van  de  

Zimbabwaanse  oppositie  op  het  Chinese  beleid  sterker.  Bovendien  werd  een  scenario  waarin  de  oppositie  aan  de  

macht  kwam  steeds  realistischer.  Tevens  groeide  de  internationale  kritiek  op  het  mensenrechtenbeleid  van  China  

in   aanloop   naar   de   Olympische   Spelen.   Deze   redenen   tezamen   verklaren   waarom   China   in   2008   een   aantal  

beslissingen  nam  dat  op  gespannen  voet  stond  met  de  norm  van  non-­‐‑interference.  In  2008  maakte  China  gebruik  

van  het  vetorecht  om  sancties  tegen  Zimbabwe  te  blokkeren.  Op  het  eerste  gezicht  bevestigt  dit  de  non-­‐‑interference  

norm.  China  koos  er  echter  in  de  verklaring  voor  om  de  keuze  te  rechtvaardigen  door  te  refereren  aan  de  positie  

325  http://www.telegraph.co.uk/news/worldnews/africaandindianocean/zimbabwe/8315432/China-­‐‑renews-­‐‑relationship-­‐‑with-­‐‑Zimbabwe.html,  geraadpleegd  op  22  mei  2012.  

Page 89: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

81    

van   de   regionale   organisaties.   Hoewel   de   regionale   organisaties   geen   voorstander   waren   van   internationale  

sancties,   had   de   AU   in   2007   opgeroepen   tot   het   waarborgen   van  mensenrechten   en   democratische   principes.  

Hoewel  non-­‐‑interference  in  deze  fase  nog  wel  overheerste,  waren  de  eerste  barsten  duidelijk  zichtbaar.  Deze  trend  

zette  zich  door  en  China  weerhield  zich  ervan  de  presidentiële  verklaring  van  de  VN  VR  te  blokkeren,  waarin  de  

situatie   in   Zimbabwe   sterk   werd   veroordeeld.   Tevens   liet   China   middels   deze   verklaring   zien   niet   langer  

onvoorwaardelijk  achter  het  regime  van  Mugabe  te  staan,  door  het  belang  van  de  uitslag  van  de  verkiezingen  te  

erkennen.  Het  hoogtepunt  in  de  verandering  die  te  zien  is  in  het  Chinese  beleid  is  het  moment  waarop  Mugabe  

door   Chinese   politici   werd   verteld   dat   hij   zich  moest   gedragen   en   het   beleid   aan  moest   passen.   Dit  moment  

illustreert  de  afstand  die  China  kan  nemen  van  norm  van  non-­‐‑interference,  wanneer  Beijing  dit  nodig  acht.  Zoals  

het  beleid  in  Zimbabwe  heeft  laten  zien,  nam  China  afstand  van  de  norm  toen  de  het  Chinese  imago  leed  onder  

de  onrust  in  Zimbabwe.  Dit  illustreert  de  waarde  die  China  hecht  aan  het  imago  van  een  verantwoordelijke  actor,  

ook  als  dit  ten  koste  gaat  van  de  non-­‐‑interference  norm.  De  uitzonderingen  op  non-­‐‑interference  werden  niet  zozeer  

gedreven  door  het  idee  dat  dat  het  juiste  gedrag  was,  maar  door  de  belangen  van  China.  Hierdoor  werd  het  juiste  

gedrag,  dat  zichtbaar   is   in  de  norm,  minder  belangrijk  als  drijvende   factor   in  het  beleid.  De   logic  of  consequence  

bleef   dus   leidend   in   het   Chinese   beleid   in   Zimbabwe.   De   geanticipeerde   consequenties   leidden   echter   tot  

afzwakking  van  de  non-­‐‑interference  norm.  

 

 

Conclusie  

 De  EU  heeft  in  Zimbabwe  een  structureel  strenge  aanpak  laten  zien.  Hoewel  er  veranderingen  te  zien  zijn  in  de  

democratische   norm   en   R2P,   heeft   de   EU   steeds   strengere   maatregelen   genomen,   naarmate   de   situatie   in  

Zimbabwe   verslechterde.   Ook   toen   de   concurrentiepositie   verslechterde,   intensiveerde   de   EU   de  maatregelen.  

Hiermee   wordt   de   hypothese   dat   de   liberale   normen   in   het   beleid   van   de   EU   verzwakken   om   de  

concurrentiepositie  veilig   te   stellen  ontkracht.  De  EU  heeft   in  Zimbabwe   juist   een  versteviging  van  de  normen  

laten  zien,  door  bijvoorbeeld  autonome  sancties  op  te  leggen  en  hierin  niet  de  VN  te  volgen.  Er  is  echter  ook  een  

aantal  uitzonderingen  op  de  norm  zichtbaar,  waarin  de  belangen  van  lidstaten  een  drijvende  rol  speelden.    

China  liet  daarentegen  een  ad  hoc  aanpak  zien  in  Zimbabwe.  China  laat  zien  dat  het  beleid  dat  gevoerd  

wordt,  gebaseerd  is  op  een  afweging  tussen  economische  en  politieke  belangen.  In  de  periode  voor  2008  waren  de  

economische  belangen  overheersend.   In  de  periode  vanaf  2008,   toen  de  kritiek  op  het   beleid,  mede  dankzij   de  

discussie   rondom   de   Olympische   Spelen,   oplaaide,   werd   het   imago   van   China   als   verantwoordelijke   actor  

belangrijker.   Daar  waar   de   reactie   van   de   EU   op   het   geweld   rondom   de   verkiezingen   in   2008   verklaard   kan  

worden   naar   de   logic   of   appropriateness,   kan   de   verandering   in   de   Chinese   norm   van   non-­‐‑interference   in   2008  

verklaard  worden   vanuit   de   logic  of  consequence.  Dit   betekent   dat   de   belangen   van  China   overheersten   in   deze  

beslissing.   Het   beleid   van   beide   actoren   is   wel   onderhevig   geweest   aan   momenten   van   frictie,   die   tot  

veranderingen   in  het  beleid  hebben  gezorgd.  Zo  heeft  China  zich  als  actieve  actor  opgeworpen,  waardoor  non-­‐‑

interference  minder  waarde  werd  toebedeeld  in  het  beleid,  het  gewicht  van  de  norm  werd  dus  gereduceerd.  Ook  

in   het   Europese   beleid   zijn   er   momenten   van   frictie   aan   te   wijzen.   Op   deze   momenten   stuurde   de   logic   of  

consequence  het  beleid,  terwijl  het  beleid  normaal  gesproken  verklaard  kan  worden  naar  de   logic  of  appropriateness,  

Page 90: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

82    

gebaseerd  op  de  identiteit  van  de  actor.  In  het  geval  van  Europa  betekende  dit  dat  de  democratische  norm  plaats  

moest  maken  voor  de  belangen  van  lidstaten,  hetgeen  een  afzwakking  van  de  liberale  normen  betekende.    

   

Page 91: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

83    

Conclusie  

In  dit  onderzoek  is  het  buitenlandse  beleid  van  de  EU  en  China  geanalyseerd  op  normverandering.  Middels  de  

analyse  van  twee  case  studies,  Darfur  en  Zimbabwe,  is  onderzocht  of  er  verandering  zichtbaar  is  in  de  normen  die  

aan  de  basis  liggen  van  het  beleid  van  de  twee  actoren.  Dit  betekent  dat  het  Europese  beleid  is  geanalyseerd  op  

verandering  in  de  normen  democratie  en  Responsibility  to  Protect.  De  analyse  van  het  Chinese  beleid  was  gericht  

op   veranderingen   in   de   non-­‐‑interference  norm.  Om  het   beleid   te   analyseren   op   normverandering,   die   zich   kan  

uiten   in  zowel  een   inhoudelijke  verandering  van  de  norm  als  een  verandering   in  het  gewicht  dat  aan  de  norm  

wordt  toebedeeld,  is  gebruik  gemaakt  van  de  theorie  van  Sandholtz  &  Stiles.  Normen  worden  zichtbaar  door  de  

goedkeuring   of   afkeuring   van   de   gemeenschap.   Wanneer   het   handelen   van   een   actor   niet   wordt  

becommentarieerd,   is  de  norm   sterk  geïnternaliseerd.  Op  het  moment  dat  het  handelen  van   een   actor  door  de  

actor   zelf   wordt   verklaard,   kan   dit   betekenen   dat   de   actor   zich   genoodzaakt   ziet   om   de   gemeenschap   te  

overtuigen  dat  het  gekozen  beleid  ook  daadwerkelijk  het  correcte  beleid  is.  Volgens  de  theorie  van  Sandholtz  &  

Stiles  zorgt  frictie  rondom  de  norm,  die  zichtbaar  kan  worden  in  de  discussie  over  de  norm,  of  beleid  dat  afwijkt  

van  de  norm,  voor  normverandering.    

  De  analyse  van  het  beleid  van  de  Europese  Unie  heeft  aangetoond  dat  er  momenten  zijn  geweest  in  het  

beleid  waarop   er   frictie   is   ontstaan   rondom   de   normen   democratie   en   Responsibility   to  Protect.   Hoewel   de   EU  

zowel   in   Darfur   als   in   Zimbabwe   in   de   eerste   fase   na   het   uitbreken   van   het   conflict   beleid   voerde   dat   zeer  

conform  de  normen  was,  zorgde  vooral  interne  verdeeldheid  over  het  te  voeren  beleid  voor  momenten  van  frictie,  

waarbij   de   versnippering   van   het   externe   beleid   over   verschillende   instellingen   essentieel   was.   Het  

normconforme  beleid  uitte  zich  in  Darfur  in  de  verhoging  van  het  budget  voor  de  ontwikkelingssamenwerking.  

Bovendien   gaf   de   EU   niet   toe   in   de   onderhandelingen   met   Soedan   over   de   ondertekening   van   de   herziene  

Overeenkomst   van  Cotonou   en   stuurde   de   EU   een   observatiemissie  naar   de   verkiezingen   in   Soedan.  Hiermee  

bevestigt  de  EU  het  gewicht  van  de  democratische  norm  in  het  beleid.  Het  geschil  over  de   financiering  van  de  

African  Peace  Facility  (APF)  toont  aan  dat  frictie  in  het  beleid  ook  tot  versteviging  van  de  principes  kan  leiden.  

Door  het  ontwikkelingsbudget  te  gebruiken  voor  de  financiering  van  de  APF,  bevestigde  de  EU  de  structurele  rol  

die  de  ontwikkelingssamenwerking  speelt  in  conflictbeheersing.  

In   Zimbabwe   bevestigde   de   EU   de   democratische   norm   door   onmiddelijk   in   de   eerste   fase   zeer  

duidelijke  stelling  te  nemen  tegen  het  regime  van  Mugabe.  Illustratief  hiervoor  was  de  beslissing  van  de  EU  om  

Zimbabwe  autonome  sancties  op  te  leggen,  vanwege  de  mensenrechtenschendingen  en  een  democratisch  tekort.  

Aangezien  de  EU  normaliter  de  VN  volgt  in  het  sanctiebeleid,  en  de  VN  om  democratische  redenen  geen  sancties  

kan  opleggen,  geeft  deze  beslissing  aan  dat  de  democratische  norm  zeer  veel  gewicht  had  in  het  Europese  beleid.  

Omdat  de  situatie  in  Zimbabwe  niet  verbeterde,  breidde  de  EU  de  sanctielijst  vanaf  2002  gestaag  uit.    

Het  Europese  beleid  in  Zimbabwe  laat  dus  geen  afzwakking  van  de  democratische  norm  zien.  Ook  toen  

Mugabe  in  2003  zijn  Look  East  Policy   in  de  praktijk  bracht  en  economische  toenadering  zocht  bij  China,  week  de  

EU   niet   af   van   haar   normconforme   beleid.   Dit   weerlegt   de   hypothese   dat   de   EU   het   belang   van   de   normen  

democratie  en  R2P  als  essentiële  elementen  in  het  Europese  beleid  zal  verminderen  om  de  eigen  belangen  veilig  

te   stellen.   De   economische   betrekkingen   tussen   de   EU   en  Zimbabwe  waren   echter   al   langere   tijd   bekoeld.   De  

Page 92: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

84    

Europese  economische  belangen  in  Zimbabwe,  of  beter  gezegd,  de  afwezigheid  van  deze  economische  belangen,  

verklaren  waarom  de  EU  beleid  heeft  kunnen  uitvoeren  waarin  democratie  en  mensenrechten  centraal  stonden.  

In  Darfur  waren   deze   economische   belangen   groter   en   daar   is   dan   ook   een  minder   extreme   Europese   positie  

zichtbaar.   Doordat   de   EU  minder   grote   economische   belangen   had   in   Zimbabwe,  waren   de   gevolgen   van   het  

strenge   normconforme   beleid   niet   schadelijk   voor   de   EU.   Hierdoor   kon   de   EU   het   beleid   in   Zimbabwe   in   de  

eerste  fase  van  het  conflict  laten  leiden  door  de  logic  of  appropriateness,  zonder  dat  de  logic  of  consequence  dat  in  de  

weg  stond.  Sterker  nog,  de   logic  of  consequence   versterkte  het  normconforme  beleid  van  de  EU   in  Zimbabwe   in  

deze  fase  misschien  wel,  omdat  de  EU  baat  had  bij  een  eenduidig  beleid,  waarin  de  gemeenschappelijke  normen  

waarop  de  EU  is  gebaseerd  sterk  zichtbaar  zijn.  Dit  is  immers  belangrijk  voor  de  identiteit  van  de  EU,  en  derhalve  

voor  de  legitimiteit  van  de  EU  als  internationale  actor.    

Deze  verklaring  kan  ook  worden  toegepast  op  de  verschuiving  die  zichtbaar  is  in  de  retoriek  binnen  het  

Europees  Parlement  over  het  Europese  beleid  in  Darfur.  Het  Europees  Parlement  liet  een  duidelijk  geluid  horen  

waarin  men  opriep  voor  strengere  maatregelen.  Het  Europees  Parlement  is  de  Europese   instelling  die  bij  uitstek  

belang   heeft   bij   een   groter   draagvlak   onder   de   bevolking.   Voor   dit   draagvlak   is   een   vorm   van   een   Europese  

identiteit  onmisbaar.  Dit  kan  verklaren  waarom  juist  het  Europees  Parlement  zich  zo  duidelijk  liet  horen  met  een  

oproep  tot  intensivering  van  de  maatregelen  in  Darfur.  De  intensivering  van  de  retoriek  over  de  situatie  in  Darfur  

vond   plaats   in   de   periode   waarin   de   EU   uitbreidde   naar   25   lidstaten.   De   uitbreiding  met   de   Oost-­‐‑Europese  

lidstaten  zorgde  voor  nog  meer  diversiteit  in  Europa,  waardoor  democratie  en  Responsibility  to  Protect  als  normen  

die  de  Europese  gemeenschap  verbinden  nóg  belangrijker  werden.  Het  is  dus  mogelijk  dat  de  logic  of  consequence  

ook  heeft  meegespeeld  in  de  verschuiving  naar  een  fermere  positie  ten  aanzien  van  de  regering  in  Soedan.   In  de  

krachtige   taal   van   het   Europees   Parlement   weerklonk   een   verschuiving   van   Responsibility   to   Prevent   naar  

Responsibility  to  React.  De  afwachtende  houding  werd  publiekelijk  bekritiseerd,  waarin  een  duidelijk  moment  van  

frictie   zichtbaar   is.  Het   beleid   dat   de   EU   tot   dan   toe   voerde   werd   niet   langer   normconform  beschouwd.  Deze  

verschuiving  werd  echter  niet  bevestigd  door  de  ondernomen  acties  van  de  EU.  De  beslissing  om  de  missie  naar  

Tsjaad   te   sturen,  werd   voornamelijk   gedreven  door   de   logic  of   consequence,   aangezien   deze  missie   vooral  werd  

uitgezonden  om  de  Franse  belangen  in  de  regio  veilig  te  stellen.    

De   momenten   waarop   er   frictie   te   zien   is   in   het   Europese   beleid   worden   veelal   gedreven   door   de  

belangen   van   lidstaten.   Op   deze   momenten   neemt   de   logic   of   consequence   de   logic   of   appropriateness   over   als  

drijvende  kracht  achter  het  Europese  beleid.  Zowel  in  Darfur,  zoals  zichtbaar  werd  uit  de  missie  in  Tsjaad,  als  in  

Zimbabwe  zijn  deze  momenten  aan  te  wijzen.  In  Zimbabwe  maakte  de  EU  een  aantal  maal  een  uitzondering  op  

de  visumrestricties  die   zij   had  opgelegd.  Meerdere  malen  werd  Mugabe   toegelaten   tot   Europees  grondgebied.  

Hoewel  de  regelgeving  rondom  de  restricties  uitzonderingen  mogelijk  maakt,  werd  in  deze  gevallen  getwijfeld  

aan  de  waarde   van   het   bezoek   van  Mugabe   voor   de  mensenrechtensituatie   in   het   land.   De   beslissing   om   het  

bezoek  van  Mugabe  toe  te  staan  werd  derhalve  niet  gedreven  door  de  logic  of  appropriateness,  maar  eerder  door  de  

logic  of  consequence.  De  belangen  van  EU-­‐‑lidstaten  in  de  relatie  met  de  andere  Afrikaanse  lidstaten  waren  immers  

van  cruciaal  belang  in  deze  beslissingen.  De  momenten  waarop  frictie  te  zien  is   in  het  Europese  beleid  zijn  dus  

duidelijk  de  momenten  waarop  de  logic  of  consequence  prevaleert  boven  de  logic  of  appropriateness.  De  frictie  wordt  

in  Europa  veelal  veroorzaakt  door  interne  spanning  over  het  te  voeren  beleid  en  niet  zozeer  door  internationale  

Page 93: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

85    

druk  of  door  veranderingen  in  de  situatie  in  het  land.  Dit  laatste  werd  duidelijk  toen  Europa  niet  reageerde  toen  

Mugabe   zijn  Look  East  Policy   startte.   De   belangen   van   lidstaten  weerhouden   de   EU   ervan   het   gewicht   van   de  

normen   te   vergoten   in  het   communautaire   beleid.  De  positie   van  de  grote   lidstaten   is  dus   cruciaal   voor  het   te  

voeren   beleid,   zoals   de   posities   van   het   Verenigd   Koninkrijk   en   Frankrijk   in   Darfur   en   Zimbabwe   hebben  

aangetoond.   De   positie   van   Frankrijk,   waarin   de   logic   of   consequence   meer   gewicht   heeft,   is   zeer   belangrijk  

gebleken.  Een  verschuiving  in  de  nationale  Franse  politiek  zou  derhalve  van  invloed  kunnen  zijn  op  het  Europese  

beleid.    

  Ook   in  het  Chinese  beleid  zijn  veranderingen   te  zien   in  de  onderliggende  non-­‐‑interference  norm.  China  

liet,   net   als   de   EU,   in  Darfur   in   eerste   instantie   normconform  beleid   zien.  Dat   zich   uitte   in   onvoorwaardelijke  

steun  voor  de  regering  in  Khartoem.  Op  een  moment  van  uitzondering  na,  waarop  Beijing  zich  bemoeide  met  de  

Ook  in  Zimbabwe  zette  Beijing,  geheel  conform  de  norm,  de  betrekkingen  met  de  regering  voort.  De  economische  

Look   East   Policy.   In   dit   geval   was   non-­‐‑interference   voor  

Beijing  dus  niet  alleen  gedreven  door  de   logic  of  appropriateness,  maar  was  het  ook  voordelig  voor  het  land.  Non-­‐‑

interference  was  voor  China  dus  zowel  correct  beleid,  als  voordelig,  waardoor  de   logic  of  appropriateness  en  de  logic  

of  consequence  hetzelfde  beleid  tot  gevolg  hadden.  Er  stond  in  deze  situatie  geen  spanning  op  de  norm.    

Naarmate  de  internationale  rol  van  China  groter  wordt,  komt  hier  echter  verandering  in.  De  groeiende  

rol   van  China   leidt   tot   grotere  verantwoordelijkheid   en  deze   rol  wil   het   land  ook  graag  op   zich  nemen.  Zoals  

zichtbaar  werd  in  de  twee  case  studies,  zorgt  dit  voor  frictie   in  de  norm.  In  Darfur  verschoof  het  Chinese  beleid  

van  non-­‐‑interference  naar  actieve  diplomatie.  Aan  deze  verandering  lag  een  combinatie  van  factoren  ten  grondslag.  

Ten  eerste  ontstond  er  een  intern  debat,  waarin  het  non-­‐‑interference  beleid  schadelijk  werd  genoemd.  Hieruit  blijkt  

al  duidelijk  dat  de  logic  of  appropriateness  en  de  logic  of  consequence  niet  langer  samengaan.  Dit  interne  debat  werd  

veroorzaakt  door  de  internationale  kritiek  op  het  beleid  van  China.  In  de  aanloop  naar  de  Olympische  Spelen  in  

2008   groeide   de   aandacht   voor   het   nationale   en   internationale   mensenrechtenbeleid   van   China.   Tevens  

veranderde  de  interne  situatie  in  Darfur.  Het  vooruitzicht  op  een  onafhankelijk  Zuid-­‐‑Soedan  dwong  Beijing  om  

de   steun  voor  de   centrale   regering   te  verruilen  voor   steun  voor  de  oppositiepartijen.  Dit  was  vanuit  de   logic  of  

consequence  het  juiste  beleid,  omdat  China  hiermee  de  grondstoffen  toevoer  veiligstelde.  Het  vooruitzicht  van  een  

regimewisseling  en  de  internationale  druk  waren  ook  in  Zimbabwe  een  reden  om  het  beleid  aan  te  passen.  Deze  

momenten  van  frictie  in  het  Chinese  beleid  geven  aan  dat  de  Chinese  regering  het  beleid  laat  leiden  door  de   logic  

of   consequence.   Hoewel   non-­‐‑interference   nog   steeds   wordt   gezien   als   het   correcte   en   juiste   beleid,   laten   de  

voorbeelden   zien  dat  deze  norm  onderhevig   is   aan  de  belangen  die  de  Chinese   regering  heeft.  Deze  belangen  

kunnen   veranderen,   hetgeen   een   verandering   van   het   beleid   tot   gevolg   kan   hebben.  Non-­‐‑interference   heeft   dus  

duidelijk   minder   gewicht   gekregen   in   het   Chinese   beleid.   De   analyse   heeft   immers   aangetoond   dat   de   norm  

flexibel  is;  daar  waar  nodig  kan  er  ruimte  gecreëerd  worden  om  beleid  te  voeren  dat  niet  geheel  conform  de  norm  

zou  zijn.  Het  uitblijven  van  heftige  kritiek  op  het  aangepaste  beleid  impliceert  een  verandering  van  de  norm.  De  

norm  wordt  minder  strikt  geïnterpreteerd.  

Deze  opportunistische  aanpak  betekent  dat  het  Chinese  beleid  per  situatie  kan  verschillen.  China  heeft  

laten  zien  wel  degelijk  actieve  diplomatie  te  kunnen  en  willen  voeren.  Er  moeten  echter  voordelen  aan  vastzitten,  

Page 94: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

86    

zoals  het  imago  van  de  verantwoordelijke  actor.  China  is  dus  in  staat  een  grote  rol  spelen  in  conflictbeheersing,  

bijvoorbeeld   in   het   Midden-­‐‑Oosten   en   Noord-­‐‑Afrika.   De   opstanden   in   deze   gebieden   hebben   de   discussie  

rondom  Responsibility  to  Protect  onlangs  weer  aangezwengeld.  China,  dat  grote  economische  belangen  heeft  in  het  

Midden-­‐‑Oosten,   liet  een  ambivalente  houding  zien.  Met  betrekking  tot  Libië  onthield  China  zich  van  stemming  

a ,  nodig  om  de  Libische  bevolking  te  beschermen,  mogelijk  maakte.326  

Net   als   Rusland   gebruikte   China   in   een   stemming   over   Syrië   in   de   VN   Veiligheidsraad   het   vetorecht   en  

blokkeerde  zo  de  implementatie  van  Responsibility  to  Protect.327  De  sancties  die  Europa  Syrië  oplegde  kunnen  van  

invloed  zijn  geweest  op  deze  beslissing.  Het  wegvallen  van  de  Europese  vraag  naar  olie  zorgde  ervoor  dat  de  

Syrische   olie-­‐‑industrie   afnemers   zocht   in   het   Oosten.   In   dit   geval   was   non-­‐‑interference   voor   China   zowel   een  

correcte,  als  lucratieve  vorm  van  beleid.  Hier  vallen  de   logic  of  appropriateness  en  de   logic  of  consequence  wederom  

samen.  Door  de   sterke  betrekkingen  van  China  met  Afrika,   zou  het   land  een  belangrijke   rol   kunnen  spelen   in  

conflictbeheersing.  Om  China  als  verantwoordelijke  actor  hierin  te  betrekken,  dient  er  gezocht  te  worden  naar  een  

manier  waarin  de  twee   logics  niet  overeenkomen.  Zoals   is  gebleken  is  China  bereid  het  non-­‐‑interference  beleid  te  

laten  varen,  als  die  de  Chinese  belangen   ten  goede  komt.  Een  minder   strenge  aanpak  van  de  EU,  waarin  geen  

economische  sancties  opgelegd  worden,  zou  het  voordeel  van  non-­‐‑interference  voor  China  verkleinen,  omdat  er  zo  

geen   nieuwe   economische   kansen   ontstaan.   Hierdoor   is   een   verschuiving   in   het   beleid   richting   een  

verantwoordelijke   actor,   die   zich   actief   bemoeit   met   de   oplossing   van   conflicten,   eerder   te   verwachten.   Een  

dergelijk  scenario  is  echter  niet  te  verwachten  in  een  gebied  waar  de  EU  geen  grote  economische  belangen  heeft.  

De  case  studies  hebben  aangetoond  dat  de  EU  hier  juist  eerder  beleid  voert  waarin  de  liberale  normen  veel  gewicht  

krijgen.    

De  hypothese  was  dat  er  convergentie  op  zou  treden  in  het  beleid  van  Europa  en  China.  De  analyse  van  

de  case  studies  heeft  deze  hypothese  ontkracht.  De  actoren   laten  beide   juist  een  verschuiving  in   liberale  richting  

zien.  De  momenten  waarop  deze  convergentie  wel  zichtbaar  is,  zijn  de  momenten  waarop  het  beleid  van  Europa  

geleid  wordt  door  de  belangen  van  lidstaten,  en  dus  door  de  logic  of  consequence.  In  Zimbabwe  heeft  dit  tweemaal  

voor  een  uitzondering  op  de  visumrestricties  geleid.  Dit  zijn  echter  de  enige  momenten  waarop  een  verschuiving  

van  de  Europese  benadering  richting  de  Chinese  benadering  zichtbaar  is.  De  overige  normveranderingen  die  zijn  

vastgesteld,   zoals   binnen   Responsibility   to   Protect,  waarin   een   verschuiving   richting   de   Responsibility   to   React  

zichtbaar  is,   illustreren  eerder  een  consolidering  of  zelfs  een  verzwaring  van  de  normen  in  het  Europese  beleid.  

Deels  bevestigt  dit  het  imago  van  de  EU  als  verantwoordelijke  mogendheid  die  liberale  normen  verspreidt.  Deze  

verschuiving   is   derhalve   bevorderlijk   voor   de   identiteit   en   voor   de   legitimiteit   van   de   EU.   Door   deze  

verschuiving  worden  de  uitzonderingen  op  de  liberale  normen  in  het  beleid  echter  ook  duidelijker  zichtbaar.  Als  

de  normverzwaring  doorzet,  kan  dit  leiden  tot  grotere  spanning  tussen  het  gemeenschappelijke  EU  beleid  en  de  

lidstaten,  hetgeen  bijdraagt  aan  de  incoherentie  van  het  Europese  beleid.  Dit  zou  wederom  tot  normverandering  

kunnen  leiden.  

326    2012.  327   -­‐‑16890107,  geraadpleegd  op  12  juni  2012.  

Page 95: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

87    

China  heeft  daarentegen  wel  een  duidelijke  verschuiving  uit  de  richting  van  non-­‐‑interference   laten  zien.  

Voor  deze  verschuiving  lijkt  zowel  de  internationale  druk,  als  de  nationale  opinie,  als  de  situationele  context  van  

belang.  De  aanpassing  van  het  beleid  per  situatie  is  echter  ook  zichtbaar  in  het  Europese  beleid.  Ook  het  gewicht  

van  de   liberale  normen   in  het  Europese  beleid  waren  afhankelijk  van  de  belangen  van  de  Europese  Unie   in  de  

conflictsituaties.   Hierin   is   een   duidelijke   overeenkomst   te   zien   met   het   Chinese   beleid.   Hoewel   er   dus   geen  

convergentie  in  het  beleid  optreedt,  de  twee  actoren  laten  beide  eerder  een  verschuiving  in  liberale  richting  zien,  

hebben   de   actoren   wel   overeenkomstige   eigenschappen.   Het   erkennen   van   deze   eigenschappen   zou   kunnen  

bijdragen  aan  een  mogelijke  samenwerking  van  de  twee  actoren  op  het  gebied  van  internationale  veiligheid.  De  

aangetoonde   normveranderingen   dragen   zoals   eerder   vermeld   bij   aan   het   bassin   aan   precedenten,   waarop  

toekomstig  beleid  wordt  gebaseerd.  Hoe  groter  het  aantal  precedenten,  des  te  meer  gewicht  de  normverandering  

krijgt.    

Toekomstig  onderzoek  zou  zich  derhalve  kunnen  richten  op  het  Chinese  beleid  in  de  conflictgebieden  in  

het   Midden-­‐‑Oosten,   waar   het   veel   belangen   heeft   in   de   oliesector.   Zoals   gezegd   neemt   China   hier   een  

ambivalente  positie   in.  Het   is  derhalve  zeer   interessant  om  te  bezien  welke   factoren   in  deze  situaties  bijdragen  

aan  een  verandering  in  het  Chinese  beleid.  In  dezelfde  context  is  het  interessant  de  positie  van  de  Europese  Unie  

te  analyseren.  Hierin  kan  bezien  worden  of  de  economische  belangen  inderdaad  ook  tot  afzwakking  van  de  norm  

leiden  en  op  welke  momenten  de  belangen  van  lidstaten  een  bepalende  rol  spelen.  Het   is   tevens  interessant  de  

positie   van   de   actoren   in   de  VN  Veiligheidsraad   te   bezien.   Zoals   de   analysen   hebben   aangetoond,   vinden   de  

momenten  van   frictie  veelal  plaats   in  de   internationale  organisaties,  zoals  de  VN.  Actoren  worden  hier   immers  

verplicht  positie  in  te  nemen,  hetgeen  in  deze  fora  kan  leiden  tot  discussie  en  eventuele  normverandering  in  het  

beleid   van   de   actoren.   Door   verder   onderzoek   te   verrichten   naar   het   beleid   van   de   EU   en   China   in  

conflictgebieden,  kan  het  aantal  precedenten  worden  vergroot  en  krijgt  de  normverandering,  die  bij  de  EU  tot  nu  

toe  slechts  zichtbaar  is  in  uitzonderingsmomenten,  meer  gewicht.    

   

Page 96: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

88    

Bibliografie  A.  Mold  (ed.),    EU  development  policy  in  a  changing  world,  Amsterdam:  Amsterdam  University  Press  2007.    

Africa  Spectrum,  nr.  2  (2004),  pp.  249-­‐‑  276.    

SAIIA  Occasional  Paper  No  67,  te  raadplegen  op:  http://www.saiia.org.za/occasional-­‐‑papers/the-­‐‑chinese-­‐‑stance-­‐‑on-­‐‑the-­‐‑darfur-­‐‑conflict.html  

 China  Security,  nr.  3  (2007)  pp.  69    93.    

 Bagoyoko,  N.  &  van  Gibert,  M.,  'ʹThe  European  Union  in  Africa:  The  Linkage  between  Security,  Governance  and  Development  

from  an  Institutional  Perspective'ʹ,  Journal  of  Development  Studies,  nr.  5  (2009),  pp.  789-­‐‑841.      Brautigam,  D.,   ,  Oxford:  Oxford  University  Press  2009.    

-­‐‑  (2002),  pp.  0123    0134.  

 Backgrounder,  nr.  1916  

(2006),  pp.  1    9.      

China  into  Africa.  Trade,  aid  and  influence,  Cambridge:  Brookings  Institution  Press  2008,  pp.  250-­‐‑271.  

 European  Foreign  Affairs  Review,  14  (2009),  pp.  191  -­‐‑  207.  

 Burnell,  P.  (ed.),  Democracy  Assistance:  International  co-­‐‑operation  for  democratization,  Londen:  Peter  Cass  2000.      

Review  of  African  Political  Economy,  nr.  91  (2002),  pp.  5-­‐‑12.  

   

Journal  of  Contemporary  African  Studies,  2  (2011),  pp.  203-­‐‑221.    Carbone,  M.,  The  European  Union  and  International  Development.  The  politics  of  foreign  aid,  New  York:  Routledge  2007.    Cooper,  R.,  The  Breaking  of  Nations:  Order  and  Chaos  in  the  Twenty-­‐‑First  Century,  Londen:  Atlantic  2003.      

POLIS  Working  Paper,  nr.  10  (2004).    

    POLIS  Working  Paper  nr.  10,  

Leeds:  POLIS,  2004.  Te  raadplegen  op:  http://www.polis.leeds.ac.uk/assets/files/research/working-­‐‑papers/wp10crawford.pdf  

 Deudney,  D.  &  Ike

International  Politics,  nr.  48  (2011),  pp.  435    440.    Elgstrom,  O.  &  Smith,  M.  (eds.),   Analysis,  New  York:  Routledge  

2006.      

Sacha  Journal  of  Policy  for  Strategic  Studies,  nr.  1  (2011),  pp.  68    81.  

 P-­‐‑

http://ec.europa.eu/europeaid/where/acp/overview/documents/cotonou-­‐‑consolidated-­‐‑fin-­‐‑ap-­‐‑2012_en.pdf,  geraadpleegd  op  29  juni  2012.  

 

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cmsUpload/031208ESSIINL.pdf,  geraadpleegd  op  4  mei  2012.      

Page 97: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

89    

noodhu ,  1996.    

 Brussel:  de  Europese  Commissie  2007,  te  raadplegen  op:  http://europa.eu/legislation_summaries/development/  african_caribbean_pacific_states/r13009_nl.htm,  laatst  geraadpleegd  op  9  juni  2012  

 Europees  P

beschikbaar  op:  http://www.europarl.europa.eu/meetdocs/2004_2009/documents/dv/696/696365/696365nl.pdf,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.  

 http://www.europarl.europa.eu/sides/  

getDoc.do?pubRef=-­‐‑//EP//TEXT+IM-­‐‑PRESS+20060331IPR06932+0+DOC+XML+V0//EN,  geraadpleegd  op  2  mei  2012.    

http://www.eu-­‐‑un.europa.eu/articles/en/article_3800_en.htm,  geraadpleegd  op:  2  juni  2012.  

 

Brussel,  2005,  beschikbaar  op:  http://www.eu-­‐‑un.europa.eu/articles/en/article_4753_en.htm,  geraadpleegd  op  8  mei  2012.  

 Europese  Raad,  

http://www.eu-­‐‑un.europa.eu/articles/en/article_5969_en.htm,  geraadpleegt  op  1  juni  2012.    

92/C  191/01,  1992,  beschikbaar  op:  http://eur-­‐‑lex.europa.eu/nl/  treaties/dat/11992M/htm/11992M.html,  geraadpleegd  op  5  mei  2012.  

 Journal  of  

European  Public  Policy,  nr.  8  (2009),  pp.  1165-­‐‑1184.    

http://www.atlantic-­‐‑community.org/app/webroot/files/articlepdf/  Ferhatovic  %20Sudan.pdf,  geraadpleegd  op  4  mei  2012.  

 International  Organization,  nr.  52  (1998),  pp.  

887    915.      Fox,  J.  &  Godement,  F.,  A  Power  Audit  of  EU-­‐‑China  Relations,  London:  European  Council  on  Foreign  Relations  2009.    Friedman,  E.  (ed.),   Londen:  Routledge  2006.    

-­‐‑Enlargement,  ge  V  Conference  in  Lodz,  2006,  beschikbaar  op:  http://www.eu-­‐‑

consent.net/library/brx061012/Klingemann_Lodz0603.pdf,  geraadpleegd  op  13  juni  2012.        Gerrits,  A.  (ed.),  Normative  Power  Europe  in  a  Changing  World:  A  Discussion,  Den  Haag:  Netherlands  Institute  of  International  

Relations  Clingendael  2009.    

,  SIPRI  Policy  Paper  25,  Stockholm:  Stockholm  International  Peace  Institute  2009.  

 

-­‐‑un.org/eng/hyyfy/t269767.htm  geraadpleegd  op  16  mei  2012    

-­‐‑  14.  Te  raadplegen  op:  http://www.fride.org/publication/733/the-­‐‑eus-­‐‑role-­‐‑in-­‐‑the-­‐‑darfur-­‐‑crisis-­‐‑from-­‐‑2003-­‐‑until-­‐‑today,  laatst  geraadpleegd  op  9  juni  2012  

 Cato  Journal,  nr.  2  (2009),  pp.  353    364.    

 He,  Y.,   ,  Stockholm:  Institute  for  Security  and  Development  Policy  2007.    

South  African  Journal  of  International  Affairs,  nr.  1  (2012),  pp.  79-­‐‑103.  

Page 98: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

90    

 Holland,  M.,  The  European  Union  and  the  Third  World,  New  York:  Palgrave  2002.    

Journal  of  Contemporary  China,  nr.  54  (2008),  pp.  71    84.        Howerd-­‐‑ -­‐‑ Human  

Rights  Quarterly,  nr.  32  (2010),  pp.  898-­‐‑920.    

Transnational  

Identities.  Becoming  European  in  Europe,  Oxford:  Rowman  and  Littlefield  Publishers  2004,  pp.  75    96.    

-­‐‑ African  Affairs,  nr.  426  (2008),  pp.  45    61.    

-­‐‑ Review  of  African  Political  Economy,  nr.  115  (2008),  pp.  93    106.  

 Lucarelli,  S.  &  Manners,  I.  (eds.),  Values  &  Principles  in  European  Foreign  Policy,  Londen:  Routledge  2006.    

Journal  of  Common  Market  Studies,  nr.  2  (2002),  pp.  235-­‐‑258.      

International  Organization,  nr.  4  (1998),  pp.  943    969.  

 Mariano,  B.  &  Wheeler,  T.,   ,  Londen:  Saferworld  2011.    

 Government  of  the  United  -­‐‑ ,  2011,  beschikbaar  op:  

http://www.sipri.org/research/armaments/transfers/publications/other_publ/other%20publications/SudanWrittenEvidence.pdf  ,  geraadpleegd  op  12  juni  2012.  

 African  Affairs,  

nr.  422  (2007),  pp.  21    45.    McCormick,  J.,  The  European  Superpower,  New  York:  Palgrave  Macmillan  2007.    Meidan,   Asian  Perspective,  4  (2006),  pp.69  -­‐‑  93.    Men,  J.  &  Barton,  B.,  China  and  the  European  Union  in  Africa:  Partners  or  Competitors?,  Farnham:  Ashgate  2011.    Meulen,  E.  van  der  &  Putten,  F.  P.  van  der,  Great  Powers  and  International  Conflict  Management.  European  and  Chinese  Involvement  

in  the  Darfur  and  Iran  Crises,  Den  haag:  Nederlands  Instituut  voor  Internationale  Betrekkingen  Clingendael  2009.      

-­‐‑Africa  Relations:  a  ne Futures,  nr.  8  (2008),  pp.  748    762.  

 Nuttall,  S.,   Coherence  and  Consistency,  in:  C.  Hill  &  M.  Smith  (Eds.),  International  Relations  and  the  European  Union,  Oxford:  

Oxford  University  Press  2006,  pp.  91    112.    O'ʹFahey,  R.,  State  and  society  in  Darfur,  London:  Hurst  1980.    

International  Peacekeeping,  nr.  2,  (2009),  pp.  245  -­‐‑  260.  

 International  Journal,  nr.  4  (2005),  pp.  919    936.    

 Raad  van  de  Europese  Unie,   Verordening  (EG)  nr.  310/2002  van  de  Raad  van  18  februari  2002  betreffende  bepaalde  beperkende  

Official  Journal,  L  050  (2002),  pp.  0004    0012.    

Review  of  African  Political  Economy,  nr.  91  (2002),    pp.  13-­‐‑20.      Salih,  M.,  Understanding  the  Conflict  in  Darfur,    Kopenhagen:  Centre  of  African  Studies,  University  of  Copenhagen    2011.    Sandholtz,  W.  &  Stiles,  K.,  International  Norms  and  Cycles  of  Change,  New  York:  Oxford  University  Press    2009.    

Page 99: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

91    

 China  into  Africa,  trade,  

aid,  and  influence,  Washington  D.C.:  Brookings  Institute  Press  2008,  pp.  155    196.    Sicurelli,  D.,  Competing  Models  of  Peacekeeping.  The  Role  of  the  EU  and  China  in  Africa,    Paper  presented  at  the  Fifth  Pan-­‐‑European  

Conference  on  EU  Politics  in  Porto  2010.    Sicurelli,  D.,   ,  Farnham:  Ashgate,  2010.    

 Foreign  Policy  Unit  Working  Paper,  2005,  p.  10,  beschikbaar  op:  http://www.sv.uio.no/arena/english/research/projects/cidel/old/WorkshopOsloSecurity/Smith.pdf,  geraadpleegd  op  11  juni  2012  

 Aid  and  Political  conditionality,  Londen:  Frank  Cass,  

1995,  pp.  1  -­‐‑  87.      

-­‐‑ African  Affairs,  nr.  10  (2007),  63-­‐‑78,  p.  75    

International  Affairs,  nr.  3  (2002),  pp.  547-­‐‑565.  

 Taylor,  I.,  China  and  Africa.  Engagement  and  Compromise,  New  York:  Routledge,  2006.    Tocci,  N.,  Profiling  Normative  Foreign  Policy:  The  European  Union  and  its  Global  Partners,  Brussel:  Centre  for  European  Policy  

Studies  2008.    

-­‐‑ China:  An  International  Journal,  2  (2008),  pp.  330  -­‐‑  343.  

 Vandepitte,  P.  &  Bossche,  G.  van  den,  Lexicon.  Een  verklaring  van  historische  en  actuele  maatschappelijke  concepten,  Gent:  Academia  

Press  2007.    

MICROCON  Policy  Working  Paper  16,  Brighton:  MICROCON,  2011.  

 -­‐‑ Trames,  3  (2009),  pp.    207    231  

   op:  

http://www.responsibilitytoprotect.org/index.php?option=com_content&view=article&id=398,  geraadpleegd  op  1  juni  2012.  

 Vincent,  M.  &  Wouters,  J.,    The  Responsibility  to  Protect:  Where  does  the  EU  stand?,  Policy  Brief  No.  10,  Leuven:  Leuven  Centre  for  

Global  Governance  studies  2008,  beschikbaar  op:  http://ghumweb2.ghum.kuleuven.ac.be/ggs/nieuw/publications/policy%20briefs/pb10.pdf,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.  

    SC/9369,  

beschikbaar  op:  http://www.un.org/News/Press/docs/2008/sc9369.doc.htm,  geraadpleegd  op  11  juni  2012.    

om  of  the  Netherlands,  on  behalf  of  -­‐‑

un.europa.eu/articles/en/article_4067_en.htm,  geraadpleegd  op  2  mei  2012.    Wetenschappelijke  Raad  voor  het  Regeringsbeleid,  Minder  Pretentie,  Meer  Ambitie:  Ontwikkelingshulp  die  Verschil  Maakt,  

Amsterdam:  Amsterdam  University  Press  2010.    

Security  Dialogue,  nr.  1  (2005),  pp.  27    47.      

Africa  Today,  nr.  3  (2007),  pp.  3-­‐‑20.      

SIIS  International  Review,  nr.  2  (2008),  pp.  55  -­‐‑  82.      

NBR  Analysis,  nr.  4  (2005),  pp.5  -­‐‑  15.    

Page 100: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

92    

   Digitale  nieuwsbronnen:    

http://www.amnesty.org/en/news/darfur-­‐‑new-­‐‑weapons-­‐‑china-­‐‑and-­‐‑russia-­‐‑fuelling-­‐‑conflict-­‐‑2012-­‐‑02-­‐‑08,  geraadpleegd  op  12  juni  2012.  

 http://news.bbc.co.uk/2/hi/africa/6462117.stm,  geraadpleegd  

op  20  mei  2012    

-­‐‑africa-­‐‑11748989.  

 http://news.bbc.co.uk/2/hi/africa/4721189.stm  geraadpleegd  19  

mei  2012    

-­‐‑africa-­‐‑17225356,  geraadpleegd  op  4  juni  2012.  

 

http://europa.eu/legislation_summaries/development/african_caribbean_pacific_states/r12529_en.htm,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.  

 

https://docs.google.com/viewer?a=v&q=cache:gB03OHl0nUUJ:www.eurunion.org/newsweb/HotTopics/DarfurEUFactsheetDec2007.doc+&hl=nl&gl=nl&pid=bl&srcid=ADGEEShip1W1Vy_SnCdETi3Ix_n8eAToFJ6jvdw_wX0ecV5kCMwjg52R5BLyT_Hu785aJ85pBZuM0Hf0jPgMKVQRHTXkXTh-­‐‑YmlKPtSCYBDLCE1Wbge5AhhNYIChvwCDuPUKVVwD  r&sig=AHIEtbSU_xtjNLr3I1bUiMYAlhrKKCQdcA&pli=1,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.  

 -­‐‑   New  York,  2004,  beschikbaar    op:  http://www.europa-­‐‑eu-­‐‑

un.org/articles/fr/article_5354_fr.htm,  geraadpleegd  op  2  juni  2012.    

-­‐‑11  mei  2012.    

 

http://www.telegraph.co.uk/news/worldnews/africaandindianocean/zimbabwe/8315432/China-­‐‑renews-­‐‑relationship-­‐‑with-­‐‑Zimbabwe.html,  geraadpleegd  op  22  mei  2012.  

 -­‐‑

http://ec.europa.eu/development/icenter/repository/sudan_final_non-­‐‑ratification_faq_200908.pdf,  geraadpleegd  op  18  mei  2012.  

 -­‐‑eumaatregelen-­‐‑tegen-­‐‑

suriname.html,  geraadpleegd  op  16  mei  2012.    

juni  2012.    

http://europa.eu/legislation_summaries/institutional_affairs/treaties/lisbon_treaty/ai0015_nl.htm,  geraadpleegd  op  23  juni  2012.  

   

/world-­‐‑16890107,  geraadpleegd  op  12  juni  2012.        

Page 101: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

93    

Bijlagen:  

                 

 

 

Figuur  1:  Cycle  of  norm  change  (Sandholtz  &  Stiles)  

 

Page 102: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

94        Cycle  of  N

orm  Change  

   

   

   

   

 Cycle  of  N

orm  Change  

EU  &  Democratie    

     

   

   

   

   

EU  &  R2P  

Darfur    

   

   

   

   

   

 Darfur  

                   

                             

 Figuur  2:  Cycle  of  norm

 change:  EU  in  D

arfur,  democratie.    

   

   

 Figuur  3:  C

ycle  of  norm  change:  EU

 in  Darfur,  R2P.  

 

 

 Respon

sibility  to  Protect  

 

   Missie  Tsjaad  

 

   The  reson

sibility  to  prevent  

   

*  Binnen  EU  discussie  over  afw

achtende  houding.    *  In  retoriek  duidelijke  oproep  tot  responsibility  to  react    *  In  V

N  roept  EP  op  tot  actie.  

 

 Dem

ocratie  

*  Erkennen  ICC  blijft  voorw

aarde  voor  ontvangen  O

S  gelden.  *  EU

 legt  geen  strengere  sancties  op  dan  V

N  

*  Positieve  conditionaliteit    *  Toenam

e  OS  budget  

 *  Financiering  APF  uit  O

S  budget  

*  Artikel  erkennen  IC

C  in  C

otonou  leidt  tot  discussie      *  D

iscussie  binnen  EU  over  het  opleggen  

van  sancties  

 

Page 103: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

95  

 

 Cycle  of  Norm  Change  

China  &  Non-­‐‑Interference  

           Fase  1    

   

   

       Fase  2    

   

             Fase  3  

 

     

            Figu

ur  4:  C

ycle  of  N

orm  Cha

nge.  China

 in  Darfur,  Fase  1.                                            Figuu

r  5:  C

ycle  of  N

orm  Cha

nge.  China

 in  Darfur,  Fase  2.                              Figuu

r  6:  C

ycle  of  N

orm  Cha

nge.  China

 in  Darfur,  Fase  3  

No

n-in

terfe

renc

e  

  China

 roept  K

hartou

m  op  

tot  h

et  verbeteren  van  

human

itaire  situatie  

Onv

oorw

aardelijke  steun  

aan  regering

 Khartou

m  

Intern  debat,  beleid  scha

adt  d

iplomatie  

   

Influence  without  interference  

  China

 bevestig

t  het  belang  van  

de  in

stem

ming  van  de  Soeda

nese  

regering

 en  stem

t  tegen  

resolutie

s  in  de  VN  

velig

igheidsraad.  

    Quiet  Diplomacy  

    Kritie

k  regering

 Soeda

n  op

 Chinees  beleid  

   

   

Influence  without  interference  

Actieve  Diplomatie:  

*  China

 neemt  m

aatregelen  die  

Soed

an  treffen.  

 *  C

hina

 als  bem

iddelaar.  

 

    Quiet  Diplomacy  

 *  Intern  de

bat  

  *  Interna

tionale  druk  op

 China  ro

ndom

 Olympische  Spelen  

     

Page 104: Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris ... · BESTE MA SCRIPTIE 2012 Europese Studies Universiteit van Amsterdam Anna Serraris DE EU EN CHINA IN AFRIKA: NORMVERANDERING

96    

Cycle  of  N

orm  Change  

   

   

 Cycle  of  N

orm  Change  

EU  en  D

emocratie  &

 R2P  

   

   

 China  &

 Non-­‐‑interference  

Zimbabw

e      

   

   

   

Zimbabw

e    

 

   

                                                     

 Figuur  7:  EU

 in  Zimbabw

e,  democratie  &

 R2P.    

   

   

Figuur  8:  China  in  Zim

babwe,  non-­‐‑interferen

ce.      

 

Non-­‐‑interferen

ce  

*  China  trekt  schip  m

et  wapens  terug.  

*  China  steunt  A

U.  A

U  levert  kritiek  

op  beleid  Mugabe.  

 *Actieve  diplom

atie  

*  Steun  regering  Zim

babwe.  N

adruk  in  soevereiniteit  in  retoriek.    *  C

hina  maakt  gebruik  van  vetorecht  

in  VN  veiligheidsraad.  

*  voortzetting  economische  

betrekkingen.        

*  Interne  discussie  beleid.    *  Internationale  druk  i.v.m

.    wapenhandel.

Dem

ocratie  &  R2P  

 

 *  Uitzondering  op  

visumrestricties  

 *  Positieve  &  negatieve  

conditionaliteit    *  A

utonome  sancties  

 *  Discussie  binnen  EU

 over  uitzonderingen  sancties