‘Er zijn altijd wel hypes in kindergeneeskunde’

2
32 mednet 03I2011 ‘Er zijn altijd wel hypes in kindergeneeskunde’ Gepensioneerd kinderarts Herman van Tinteren heeft het altijd leuk gevonden om zijn deskundigheid te vertalen voor een groot publiek. Zo schreef hij vier boeken. Van De meest gestelde vragen aan de kinderarts werden 100.000 exemplaren verkocht. Zijn nieuwste publicatie is de website Mijnkinderarts.nl waar hij na zijn pensionering volop mee aan de slag gaat. “Zo blijf ik met mijn vak bezig.” rekenmachine. “Gedurende dertig jaar, drie á vier poli’s per week, gedurende 45 weken per jaar en per poli, laten we zeggen vijftien kinde- ren. Dat maakt 60.000 poliklinische patiënten plus de kinderen die zijn opgenomen, de pas- geborenen die je ook ziet.” Daar komt nog bij dat hij in een grijs verleden ook nog op een consultatiebureau draaide en daar ook de nodige kinderen heeft gezien. “Het is interes- sant dat ik in mijn loopbaan kinderen met ontwikkelingsproblemen heb gezien, die nu met hùn kinderen bij mij komen die weer dezelfde problemen hebben. De kinderarts is rustig, straalt vertrouwen uit en dat is wat ongeruste ouders nodig hebben. “Wij zien veel kinderen met ontwikkelingspro- blemen. Vaak is de toon al gezet als ouders met hun kind op het spreekuur komen. Soms wordt er bijvoorbeeld op het consultatiebureau geconstateerd dat een kind bepaalde ontwikke- lingsmijlpalen niet heeft gehaald. Dat geeft altijd veel zorg. Voor sommige mensen is een vonkje onrust op vrijdag na het weekend een bosbrand geworden, dan moet de dokter bran- den blussen door aan te geven dat de ontwik- keling van kinderen heel gevarieerd verloopt.” stand’ dokter gebleven: rustig, nuchter, mis- schien eerst even afwachten. Hij wordt alom gewaardeerd, ook door collega’s en werd daarom ook genomineerd voor de titel Mednet Toparts. 60.000 KINDEREN Herman van Tinteren (1948) studeerde aan de Universiteit van Amsterdam en specialiseerde zich tot kinderarts. Al snel na zijn specialisatie in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en het Emma Kinderziekenhuis vestigde hij zich als kinderarts in Hilversum. Eerst in de RKZ, Rooms Katholieke Ziekenverpleging, een zie- kenhuis in het midden van de stad waar nu niets meer van terug te vinden is. Van Tinteren werkte toen ook in Hilversum in het Diaco- nessenhuis, op de plek waar nu Tergooi- ziekenhuizen staat. “De kinderafdeling is in Blaricum, waar nu ook een Vrouw-moeder- kindcentrum is gevestigd. Hier in het zieken- huis in Hilversum worden geen kinderen meer geboren en draaien we alleen nog poli.” Van Tinteren is zijn carrière aan het afbouwen. In zijn dertigjarige carrière heeft hij veel kinde- ren gezien, heel veel. Hij pakt uit de la een Kinderarts Herman van tinteren over adHd en redressie-Hempjes: “I k houd van de breedte van dit vak. Ik ben niet gespecialiseerd in een bepaald orgaan, maar ben vooral bezig met zaken als ontwikke- ling, groei, psychologie en dat vind ik heel prettig. Ik ben erg geïnteresseerd in alles wat met het brein te maken heeft.” Het is dan ook niet verbazend dat de kinderarts uit Bussum niet alleen in het ziekenhuis werkt, maar ook op een orthopedagogisch centrum waar hij kinderen behandelt met gedrags- en ontwikke- lingsproblemen. Anders dan sommigen die menen dat de ouders van nu steeds meer van hun kind en daarmee van de kinderarts eisen, ziet Herman van Tinteren geen grote verschillen bij de ouders en kinderen van dertig jaar geleden en de huidige generatie ouders. “Als arts groei je ook mee in je vak; je ontwikkelt mee. Er zijn bijvoorbeeld altijd hypes geweest. Of het nu gaat om ADHD en stoornissen in het autis- tisch spectrum of dat hyperactiviteit wordt ver- oorzaakt door kleurstoffen. Dat laatste is voor een groot deel weerlegd, maar er is een tijd geweest dat ouders van een druk kind vroegen: ‘Ligt het niet aan de kleurstoffen in de voe- ding?’ Ja, ook wij hebben dat in het verleden wel uitgeprobeerd. Dan kreeg een kind gedu- rende drie weken een capsule met kleurstoffen en drie weken een placebo en keken wij of er verschil in gedrag was. Ik heb niet in kleurstof- fen of suiker geloofd, maar wie het weet mag het zeggen.” Van Tinteren heeft in al die jaren verschillende modegrillen in de kindergeneeskunde zien langskomen maar is zelf altijd de ‘gezond ver- tekst PaulIen SPIeker beeld VIncent boon ‘Ik wil met mijn website tegenwicht bieden aan de vele onprofessionele sites’

Transcript of ‘Er zijn altijd wel hypes in kindergeneeskunde’

Page 1: ‘Er zijn altijd wel hypes in kindergeneeskunde’

32    mednet 03I2011

‘ Er zijn altijd wel hypes in kindergeneeskunde’

Gepensioneerd kinderarts Herman van Tinteren heeft het altijd leuk gevonden om zijn deskundigheid te vertalen voor een groot publiek. Zo schreef hij vier boeken. Van De meest gestelde vragen aan de kinderarts werden 100.000 exemplaren verkocht. Zijn nieuwste publicatie is de website Mijnkinderarts.nl waar hij na zijn pensionering volop mee aan de slag gaat. “Zo blijf ik met mijn vak bezig.”

rekenmachine. “Gedurende dertig jaar, drie á vier poli’s per week, gedurende 45 weken per jaar en per poli, laten we zeggen vijftien kinde-ren. Dat maakt 60.000 poliklinische patiënten plus de kinderen die zijn opgenomen, de pas-geborenen die je ook ziet.” Daar komt nog bij dat hij in een grijs verleden ook nog op een consultatiebureau draaide en daar ook de nodige kinderen heeft gezien. “Het is interes-sant dat ik in mijn loopbaan kinderen met ontwikkelingsproblemen heb gezien, die nu met hùn kinderen bij mij komen die weer

dezelfde problemen hebben.De kinderarts is rustig, straalt vertrouwen uit en dat is wat ongeruste ouders nodig hebben. “Wij zien veel kinderen met ontwikkelingspro-blemen. Vaak is de toon al gezet als ouders met hun kind op het spreekuur komen. Soms wordt er bijvoorbeeld op het consultatiebureau geconstateerd dat een kind bepaalde ontwikke-lingsmijlpalen niet heeft gehaald. Dat geeft altijd veel zorg. Voor sommige mensen is een vonkje onrust op vrijdag na het weekend een bosbrand geworden, dan moet de dokter bran-den blussen door aan te geven dat de ontwik-keling van kinderen heel gevarieerd verloopt.”

stand’ dokter gebleven: rustig, nuchter, mis-schien eerst even afwachten. Hij wordt alom gewaardeerd, ook door collega’s en werd daarom ook genomineerd voor de titel Mednet Toparts.

60.000 kinderenHerman van Tinteren (1948) studeerde aan de Universiteit van Amsterdam en specialiseerde zich tot kinderarts. Al snel na zijn specialisatie in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en het Emma Kinderziekenhuis vestigde hij zich als

kinderarts in Hilversum. Eerst in de RKZ, Rooms Katholieke Ziekenverpleging, een zie-kenhuis in het midden van de stad waar nu niets meer van terug te vinden is. Van Tinteren werkte toen ook in Hilversum in het Diaco-nessenhuis, op de plek waar nu Tergooi-ziekenhuizen staat. “De kinderafdeling is in Blaricum, waar nu ook een Vrouw-moeder-kindcentrum is gevestigd. Hier in het zieken-huis in Hilversum worden geen kinderen meer geboren en draaien we alleen nog poli.” Van Tinteren is zijn carrière aan het afbouwen. In zijn dertigjarige carrière heeft hij veel kinde-ren gezien, heel veel. Hij pakt uit de la een

Kinderarts Herman van tinteren over adHd en redressie-Hempjes:

“Ik houd van de breedte van dit vak. Ik ben niet gespecialiseerd in een bepaald orgaan,

maar ben vooral bezig met zaken als ontwikke-ling, groei, psychologie en dat vind ik heel prettig. Ik ben erg geïnteresseerd in alles wat met het brein te maken heeft.” Het is dan ook niet verbazend dat de kinderarts uit Bussum niet alleen in het ziekenhuis werkt, maar ook op een orthopedagogisch centrum waar hij kinderen behandelt met gedrags- en ontwikke-lingsproblemen. Anders dan sommigen die menen dat de ouders van nu steeds meer van hun kind en daarmee van de kinderarts eisen, ziet Herman van Tinteren geen grote verschillen bij de ouders en kinderen van dertig jaar geleden en de huidige generatie ouders. “Als arts groei je ook mee in je vak; je ontwikkelt mee. Er zijn bijvoorbeeld altijd hypes geweest. Of het nu gaat om ADHD en stoornissen in het autis-tisch spectrum of dat hyperactiviteit wordt ver-oorzaakt door kleurstoffen. Dat laatste is voor een groot deel weerlegd, maar er is een tijd geweest dat ouders van een druk kind vroegen: ‘Ligt het niet aan de kleurstoffen in de voe-ding?’ Ja, ook wij hebben dat in het verleden wel uitgeprobeerd. Dan kreeg een kind gedu-rende drie weken een capsule met kleurstoffen en drie weken een placebo en keken wij of er verschil in gedrag was. Ik heb niet in kleurstof-fen of suiker geloofd, maar wie het weet mag het zeggen.” Van Tinteren heeft in al die jaren verschillende modegrillen in de kindergeneeskunde zien langskomen maar is zelf altijd de ‘gezond ver-

tekst PaulIen SPIeker beeld VIncent boon

‘Ik wil met mijn website tegenwicht bieden aan de vele onprofessionele sites’

Page 2: ‘Er zijn altijd wel hypes in kindergeneeskunde’

  33 

Het gebeurt ook dat ouders op zijn spreekuur komen en medicatie willen voor hun kind met concentratieproblemen. Van Tinteren, die een boek schreef over ADHD zegt daarover: “Mensen weten dankzij internet nu veel meer en ouders willen dat het goed gaat met hun kind. Soms zijn de klachten mild en zou je vroeger hebben gezegd: dat kind is nog niet schoolrijp. Door middel van betrouwbare psy-chologische tests is vastgesteld dat er iets niet goed is. Dan kijken wij het kind na en praten lang met de ouders. Soms geven wij dan medi-cijnen en kijken met de ouders en school of het beter gaat. Daar zitten soms successtories bij als het kind met stappen vooruit gaat. Maar die medicatie doet ’t niet bij iedereen even goed. Kinderen die niet goed slapen, kunnen zich zorgen maken, bijvoorbeeld omdat er ruzies zijn thuis of vanwege een medisch pro-bleem. Er zijn in Nederland 500.000 chro-nisch zieke kinderen, dus veel kinderen kun-nen zich daarover zorgen maken. Als een kind wordt gepest, kun je dat probleem beter aan-pakken dan met pillen te beginnen. Ik kijk altijd naar het kind in zijn context.”

kindermishandelingToen Van Tinteren begon als kinderarts was er nauwelijks maatschappelijke aandacht voor kindermishandeling en ook de dokters stelden zich zeer terughoudend op. “Je vermoedde het vaak, maar je meldde alleen als je het zeker wist. Die vermoedens zorgden voor een duivels dilemma: als je niet meldt, kan dat schade opleveren voor het kind. Meld je het verkeerd

dan schaadde je de privacy van de ouders. Gelukkig heeft vadertje Staat dit onderwerp meer opengelegd en is het melden gemakkelij-ker geworden omdat je geen bewijs meer hoeft te leveren. Ook weten ouders dat dit traject er is.” Vanwege de contacten met het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) weet Van Tinteren dat een groot deel van de mel-dingen van de politie komt. “Als zij komen voor huiselijk geweld en er zijn kinderen aan-wezig bij de ruzie, wordt dat bij het AMK gemeld. Het valt op dat huisartsen heel weinig melden. Ik denk dat huisartsen een probleem hebben met hun loyaliteit. Dat zij geneigd zijn de kant van de ouders te kiezen. Het komt ook voor dat huisartsen het gewoon niet weten omdat kinderen met ernstig letsel rechtstreeks naar de eerste hulp van het ziekenhuis komen.”Volgens de Gooise kinderarts zijn ouders mon-diger geworden, maar niet onredelijker zoals wel wordt beweerd. “Dat valt heel erg mee.” Hij heeft er ook geen moeite mee dat ouders naar alternatieve behandelaars gaan. “Zolang onze aanpak door de ouders gevolgd wordt, heb ik daar geen moeite mee.” Maar dan geldt wel: alles in het redelijke. “Huppeltherapie bij diabetes? Misschien helpt het wel eens”, zegt hij vrolijk. “Maar waar ik niet goed tegen kan, zijn osteopaten en chiropractors die bij huilba-by’s altijd wel wat vinden in de nekwervels en die altijd behandelen. Nog niet zo heel lang geleden is er een baby overleden na behande-ling van zo’n therapeut. Bij die baby is gewoon letterlijk de nek omgedraaid.”Van Tinteren maakte in zijn carrière ook mee

dat ouders het advies kregen om baby’s op hun rug in bed te leggen om wiegendood te voorkomen. Hierdoor ontwikkelen sommige kinderen een scheef hoofdje. “Dat heeft te maken met de voorkeurshouding van het kind. Momenteel zien wij heel veel kinderen met een afgeplat hoofdje. Ze zijn scheef, daar is niets tegenin te brengen. De vraag is, wat doe je ermee als dokter. Het is een verkeerde ontwikkeling dat ouders veel geld betalen aan zo’n chiropractor. Tegenwoordig is er ook de helmtherapie waarbij een kind gedurende 23 uur per dag een zogenoemd redressie-helmpje moet dragen, maar ik denk vaak dat het van-zelf wel weer goed komt, dat het wel weer recht wordt. Wij moeten als kinderartsen een antwoord zien te vinden op de vraag wanneer helmtherapie nodig is en wanneer niet. Scheve hoofdjes zijn van alle tijden, maar tegenwoor-dig worden er wel heel veel patiëntjes doorver-wezen en zijn ouders soms boos dat wij geen helmpje geven.”

mijnKinderarts.nlAnderhalf jaar geleden begon Van Tinteren aan zijn website mijnkinderarts.nl “Ik heb vier boeken geschreven, maar het nadeel daarvan is dat je er nadat het gedrukt is, niets meer aan kunt veranderen. Bovendien, de huidige gene-ratie ouders kijken niet meer in een boek, maar kijkt op internet. Ik wil met mijn web-site een tegenwicht bieden aan de vele onpro-fessionele sites waarop van alles beweerd kan worden. Op mijn site staat hoe kinderartsen te werk gaan. Ik ken de vragen van de ouders inmiddels en ik hoop dat mijn site een leidraad wordt, dat ouders hem bij hun favorieten zetten. De site mijnkinderarts.nl vullen is een heidens karwei. Inmiddels heb ik 1200 pagina’s geschreven. Niet alleen over medische zaken, maar ook over zwangerschap en babyverzor-ging, thuis en op school, wat is een rugzakje en hoe vraag je een persoonsgebonden budget aan. Waar ik trots op ben, is de volledigheid van mijn site waardoor alles nu op één plaats te vinden is.”

Herman van Tinteren is met pensioen, maar blijft betrokken bij de Kindergeneeskunde met zijn site mijnkinderarts.nl