Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor...

68
Marijn Zweegers over gebrek aan integriteitsbeleid Pim Haselager Interactieve zorgrobotica nog ver van ons bed Leon van Halder Voormalig SG VWS zit bij Radboudumc ‘helemaal op zijn plek’ Rare jongens die Zwitsers! Referendum en democratie Er is leven na de landmacht Generaal Mart de Kruif 4 W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

Transcript of Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor...

Page 1: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Marijn Zweegers

over gebrek aan integriteitsbeleid

Pim Haselager Interactieve

zorgrobotica nog ver van ons bed

Leon van HalderVoormalig SG VWS zit bij Radboudumc

‘helemaal op zijn plek’

Rare jongens die Zwitsers!

Referendum en democratie

Er is leven na de

landmacht Generaal

Mart de Kruif

4W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

Page 2: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

14MEDIALOGICA

Midterm review? Liever een

aandeelhoudersvergadering.

Deze maand zitten de colleges

van B&W alweer twee jaar

op hun post. Dat is een goed

tijdstip om eens de balans op te

maken. Bovendien ook een mooi

communicatiemoment.

24OOG VOOR DE MENS

Commandant Landstrijdkrachten

Mart de Kruif gaat met pensioen,

Functioneel leeftijdsontslag heet

dat officieel. ‘Ik heb de behoefte

de andere kanten van mezelf te

ontwikkelen,’ vertelt hij Cisca

Dresselhuys. ‘De politiek? Nee,

niks voor mij.’

22365 DAGEN

Voormalig secretaris-generaal

van VWS Leon van Halder is sinds

1 april 2015 voorzitter van de Raad

van Bestuur van Radboudumc. Hij

zit er volgens hem ‘helemaal op

zijn plek’. ‘Hier komt alles samen

wat we bij VWS aan beleid hebben

proberen te ontwikkelen.’

11BLIK OP DE TOEKOMST

Zorgrobots kunnen taken van verzorgers overnemen, maar laten we onszelf niet rijk rekenen, waar-schuwt professor Pim Haselager. ‘Robots zijn nog steeds tamelijk dom en met chips en plastic is het niet fijn praten.’

nr. 4 | 2016

2

Page 3: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

INHOUD

Rubrieken Columns Specials

06 Kees VersteeghMeneer Schoof

19 Margo TrappenburgMantelzorg in uw gemeente

51 Coen Simon Buma’s vakantieplannen

29 VOMJan van Zanen over de Beste Overheidsorganisatie 2016

34 De BaakNieuwe dimensies voor leiderschap

44 VNGPrivacy en veiligheid

56 Gemeenten van de Toekomst Drie toekomstscenario’s voor transformatie sociaal domein

46 NotadokterHad dat dan meteen gezegd!

48 PerceptieMBO-bestuurders over de regierol van gemeenten

52 StadGezondheidsbevordering: repressie stigmatiseert

58 Jonge wetenschappersLeve de scheiding tussen kerk en staat

07 Lopende ZakenSuccessen en tegenvallers

20 Het dilemmaJos Engelen van NWO

30 GespotJan Terlouw

32 CompetentiesLef en reflectie bij EZ

40 EssayFree fighting voor een verenigd Europa

54REGELDRUKLast van een regel? Klaag hem aan via de ontregelrechtbank! In Groningen experimenteert de gemeente met een onorthodoxe manier om regels en bureaucratie af te schaffen. Met de gemeente- secretaris in de rol van rechter.

62DE REFLECTIEHoofd BIOS Marijn Zweegers blikt terug op vijf jaar integri-teit bij de overheid. ‘De meeste organisaties zeggen dat ze integriteitsbeleid voeren, maar in werkelijkheid stelt het weinig voor.’

36BUITENLANDNederland maakt zich op voor het Oekraïne-referendum. In Zwitserland zijn ze al veel langer bekend met deze vorm van ‘directe democratie’. Daar geldt beleid pas na de deadline van het referendum.

nr. 4 | 2016

3

Page 4: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

Wilt u een (proef)abonnement? Stuur een e-mail naar [email protected].

EEN ABONNEMENT OP PM PUBLIEK DENKEN KOST € 49 EURO PER JAAR(exclusief 6 procent btw)

DRIE REDENEN OM EEN ABONNEMENT TE NEMEN OP PM PUBLIEK DENKEN:

1 NIEUWSGIERIGHEID • U wilt weten waar uw collega’s

in het publiek domein mee bezig zijn, welke ervaringen ze opdoen en op welke wijze zij hun ambt al of niet succesvol uitoefenen.

• U wilt geïnformeerd worden over bestuurlijke discussies, trends en onderzoek.

2 VERANTWOORDELIJKHEID • U wilt een actieve bijdrage leveren

aan de kwaliteit van het ambtelijk vakmanschap in de maatschappij van vandaag.

• U vindt het van belang dat (top)ambtenaren een eigen vakblad hebben dat hen prikkelt om over hun eigen ambtelijke handelen na te denken.

3 PERSOONLIJKHEID • U bent de topambtenaar of

bestuurder voor wie dit blad op het lijf geschreven is.

• U bent een van die topambtenaren die zelf in PM Publiek Denken staat of zou kunnen komen te staan.

Bestuurders en topambtenaren staan vandaag de dag voor lastige vraagstukken, die ook nog complex en politiek geladen zijn. Dat stelt hoge eisen aan hun vakmanschap: scherp zijn op resultaat, inhoudelijk geloofwaardig, emotioneel intelligent, politiek bekwaam, toegankelijk en ook nog eens verbindend kunnen handelen.

PM Publiek Denken, het platform voor de publieke professional, prikkelt lezers om de eigen bestuurlijke visie verder te ontwikkelen en te reflecteren op het eigen ambtelijk denken en handelen.

Page 5: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

EDITORIALHeleen Hupkens

MenselijkDiep van binnen weten we het allemaal zelf heel goed. Als mens wil je niet terug-gebracht worden tot een economische waarde of gevangen worden in regels en systemen. Ik tenminste niet. Even tussen u en mij. Als ik me ‘onmenselijk’ behandeld voel door wettelijke regels of omslachtige procedures, ontbrandt er een vuurtje van verzet onder in mijn buik en krijg ik de neiging net zulk ‘onmen-selijk’ gedrag te vertonen. Ja, ja, ik weet dat het niet verstandig is, maar toch. En ik heb het helemaal als de persoon met wie ik op zo'n moment te maken heb niets van zijn eigen menselijke kant laat zien. Kent u dat? Ambtenaren zijn mensen, durf ik met enige zekerheid te stellen. Ik ken er voldoende om te weten dat achter bepaald ambtelijk (lees onpersoonlijk) gedrag een mens schuilgaat die het ‘pijn’ doet dat hij een aanvraag voor de financie-ring van een sociaal-innovatief project of het betalen van jobcoaching voor een 18-jarige meervoudig gehandicapte moet afwijzen omdat dit niet binnen de regels past. Daar kun je boos en verdrietig om worden.Maar kan een ambtenbaar zich als een mens met eigen verlangens, gevoelens en kwetsbaarheden laten zien in zijn werk? Mag hij een beetje ‘meevoelen’ met de pijn van een ander? In veel gemeenten hebben ambtenaren het niet gemakkelijk om de bezuinigingen in de zorg uit te leggen. Ze realiseren zich heel goed dat het in bepaalde situaties heel vervelende consequenties heeft voor de mensen in kwestie, vooral voor diegenen die het al niet zo breed hebben of met fysieke of mentale ongemakken kampen. Maar ja, ze hebben zich aan regels te houden, nietwaar? Ze kunnen er niets aan doen. Daar kunnen ze zich fijn achter verschui-len. Maar ik voel nu al de frustratie van de ambtenaar die jeugdzorg in zijn porte-feuille heeft en door regels of procedures beperkt wordt om een kind in nood te helpen. Dat kan een behoorlijk traumatische ervaring opleveren, lijkt me.Onze generaal op de cover blijkt een zeer menselijke Defensieambtenaar te zijn. Mart de Kruif heeft heel wat dood en narigheid meegemaakt tijdens missies naar oorlogsgebieden. Blijf vooral mens, laat hij ons weten: ‘Als de lijkkisten je niets meer doen, moet je weg. Dan ben je niet meer geschikt voor je werk.’ Cisca Dresselhuys heeft een mooi persoonlijk verhaal van hem mogen optekenen. Hij noemt onze privacywetgeving, die gemeenten tegenhoudt om bij te houden wie veteraan is, onmenselijk. Trauma's kunnen tot dertig jaar na dato opspelen. ‘Weg met die regel! De zorg voor onze veteranen moet zwaarder wegen.’

nr. 4 | 2016

5

Page 6: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

LOPENDE ZAKENWordt het niet allemaal wat veel, meneer Schoof? Bemoeit hij zich daar ook al mee? Wat heeft terreurbestrijder Dick Schoof in hemelsnaam te maken met de kwestie Maat? U weet wel, de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan de regels zou hebben gehouden bij het openbaar tonen van foto's van lichaamsdelen van slachtoffers van de crash van de MH17. Toch was het echt zo. Eind januari maakte minister Ard van der Steur stukken openbaar met daarin een nota (uit september 2015) van Schoof. Daarin ontried Schoof de minister excuus aan te bieden voor het op nonactief stellen van Maat. Een half jaar later deed de minister dat overigens toch. Nog los van gebleken bruikbaarheid van het advies van Schoof of diens gevoelens over de openbaarmaking van de nota, maakte de episode iets anders duidelijk. Meneer Schoof zat ook hier weer aan de knoppen, dit keer als crisisbeheerser. Net zoals de NCTV-coördinator aan de knoppen zat bij afwikkeling van de MH17-crash zelf. En bij de advisering over het maken van een foto van de moordenaar van Pim Fortuyn na diens vrijlating. Of bij de talloze dossiers in zijn rol als terreurbestrijder, het hart van zijn werk. Afgezien van de kritiek die Schoof kreeg op zijn advisering in de fotokwestie en bij de afwikkeling van de MH17-crash, is de vraag of het niet allemaal wat veel is geworden. Temeer daar de topambtenaar zijn taak al maximalistisch invult. Communicatie aan het grote publiek over terreurdreiging doet Schoof liefst zelf. Laat dat toch eens aan anderen over, was het advies van hoogleraar Edwin Bakker, die onlangs tien jaar NCTV evalueerde.Bij de volgende kabinetsformatie gaat de Nationale Politie hoogstwaar-schijnlijk weer terug naar Binnenlandse Zaken. Geen slechte ge- legenheid om ook andere delen van het veiligheidscomplex, zoals de verhouding tussen crisisbeheersing en terreurbestrijding tegen het licht te houden. Zou Schoof dat zelf nog meemaken? Is de vacature van SG Defensie, ooit Schoofs grote droom, al ingevuld?

Kees Versteegh is journalist bij NRC Handelsblad

nr. 4 | 2016

6

Page 7: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

LOPENDE ZAKENTekst Maurits van den Toorn

Algemene ZakenDe natie kon getuige zijn van het eerste Correspondents’ Dinner, de Nederlandse versie van het jaarlijkse, Amerikaanse feestje waarin de president zichzelf en de

parlementaire pers op de hak probeert te nemen. Rutte en zijn tekst-schrijvers deden het bepaald niet onaardig, zowel bij de journalisten en bobo’s in de zaal als bij 2,7 miljoen tv-kijkers thuis. Slechts een enkele zuurpruim kon de tamelijk onschuldige grappen niet waarderen. Het imago van de premier kreeg een aardige opkikker van het optreden en de VVD van de weeromstuit ook. In het weke-lijkse peilingencircus won de partij twee virtuele zetels, ten koste van de PVV en het CDA.

Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesBegin februari verwees de Raad van State het inkomens-afhankelijke huurbeleid van minister Blok deels naar de prullenbak. Dat wil zeggen: de verstrekking van inko-

mensgegevens door de Belastingdienst aan verhuurders, dat mag niet. Maar korte tijd later ging de Tweede Kamer akkoord met het wetsvoorstel Doorstroming huurmarkt 2015 waarin dit naar verwachting beter is geregeld. Het wetsvoorstel heeft twee pijlers: enerzijds maximeert een ‘huursombenadering’ de som van alle huur-stijgingen van woningcorporaties op inflatie plus een procent, ander-zijds geldt voor inkomens boven de toewijzingsgrens voor de sociale huur (de zogenoemde‘scheefwoners’) voortaan een huurverhoging van inflatie plus 4 procent.

Buitenlandse ZakenHet meningsverschil binnen de coalitie over het optreden van de Nederlandse F16’s tegen IS werd eind januari opgelost: de vliegtuigen mogen

sinds medio februari ook doelen van IS in het oosten van Syrië bombarderen. De VVD was hier al langer voorstander van, de PvdA was tegen zolang er geen uitzicht op een diplomatieke oplossing van het conflict was. Uiteindelijk lijken verzoeken van bondgenoten en vooral druk van de Amerikanen minister Koenders en de PvdA-fractie te hebben overgehaald. Het besluit kreeg brede steun in de Kamer. De inzet duurt niet lang: vanaf 1 juli neemt België de Nederlandse taken over.

Premier Rutte is in het halfjaar van het Nederlandse voorzitterschap vooral Europees aan de slag, met als grootste klus de aanpak van het

vluchtelingenprobleem. In de Kamer moest hij erkennen dat het terugdringen van de vluchtelingenstroom nog onvoldoen-de resultaat heeft opgeleverd, ondanks afspraken met Turkije (de Turkse premier Davutoğlu was daarvoor op werk-bezoek in Nederland). Dat er sprake is van een ‘significante daling’ van het aantal bootvluchtelingen van duizenden tot honderden per dag, zoals Rutte zei, werd kort daarop weer-sproken door vluchtelingenorganisatie UNHCR. Het zou slechts gaan om een incidentele dip in het aantal.

Er was weer een rondje misnoegen over (te) hoge topsalarissen. Ditmaal kwam aan het licht dat enkele politietoppers meer betaald krijgen dan

het ministerssalaris van 179.000 euro, ondanks de Wet normering topinkomens. Minister Plasterk, die erop werd aangesproken, verwees naar de overgangsregeling van vier jaar die begin vorig jaar bij de aanscherping van de wet is afgesproken. Hij kondigde ook aan dat hij de werking van de wet wil uitbreiden: niet alleen topfunctionarissen, maar iedereen met een dienstverband in de publieke en semi-pu-blieke sector gaat onder de werking van de wet vallen. Nog voor de zomer komt hij met een wetsvoorstel hiervoor.

Minister Ploumen heeft een probleem met een nogal uitzonderlijk exportproduct: patrouille- en speurhonden. Die blijken door het Israëlische

leger (ook) te worden ingezet bij het optreden tegen Palestijnse protesten. Een aantal partijen in de Tweede Kamer wilde daarom een exportverbod. Ploumen, die daar wel in mee wilde gaan, moest daarop terugkomen na het inwinnen van juridisch advies. Europese regels bieden ‘geen rechtsbasis voor exportbeperkende maatregelen ten aanzien van diensthonden,’ meldde de minister de Kamer in februari. De enige overgebleven optie is een stevig gesprek met Israël, met uiteraard een ongewisse uitkomst.

In Lopende zaken kijkt PM Publiek Denken per departement terug op het afgelopen kwartaal. Welk succes boekte de minister of staatssecretaris en wat pakte minder goed uit of liep anders dan verwacht?

nr. 4 | 2016

7

Page 8: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

DefensieEen opmerkelijk besluit: de minister van Defensie gaat de wet aanpassen zodat vrouwen voortaan ook onder de militaire dienstplicht vallen. Ze doet dit op

verzoek van de PvdA en D66 om verder invulling te geven aan de gelijke behandeling van man en vrouw. De wetswijziging betekent dat vrouwen die zeventien jaar worden net als mannen een brief over de dienstplicht zullen ontvangen. Het wetsvoor-stel gaat naar verwachting in het najaar naar de Tweede Kamer. Het is een maatregel met een hoog symbolisch gehalte: de dienstplicht bestaat weliswaar nog steeds, maar de opkomst-plicht is in 1996 afgeschaft.

FinanciënStaatssecretaris Wiebes kan tevreden zijn: begin februari ging de Eerste Kamer akkoord met zijn voorstel om de VAR te vervangen door modelcontrac-

ten. Anders dan bij de VAR komt er meer verantwoordelijkheid te liggen bij de opdrachtgever om ervoor te zorgen dat er geen dienstverband ontstaat. Zogenaamde modelcontracten gaan vanaf 1 mei de VAR vervangen. Dit alles in de strijd tegen schijn-zelfstandigheid en verkapt werknemerschap om de betaling van loonbelasting en premies volksverzekeringen te ontduiken. Er is nog wel een rafelrandje, want de eerste modelcontracten die de Belastingdienst heeft opgesteld blijken fouten te bevatten. ‘Die worden er uitgehaald, dat is mijn toezegging,’ aldus Wiebes.

Economische ZakenStaatssecretaris Van Dam kwam met zijn eerste grote beleidsvoornemen: het voedselsysteem moet op de schop. Het moet eerlijker voor de boer, transparanter

voor de consument en natuurlijker voor de overbelaste aarde, zei hij bij de presentatie van de essaybundel Aan Tafel!, geschreven door tien opiniemakers en sleutelfiguren uit de voedselwereld. Het kabinet wil naar een ‘integraal voedselbeleid’ waarin volksge-zondheid, ecologische houdbaarheid en veiligheid centraal staan. De komende maanden worden bijeenkomsten en debatten hierover georganiseerd. Het kabinet zal de uitkomsten van deze voedseldialoog in het najaar naar de Tweede Kamer sturen.

Infrastructuur en MilieuDrie ministeries, IenM, EZ en Buitenlandse Zaken, gaan gezamenlijk wereldwijde waterpro-blemen aanpakken. Volgens het document

Convergerende Stromen - Internationale Waterambitie moeten al voor 2019 de waterproblemen in minstens acht stedelijke delta’s meetbaar kleiner zijn geworden. Minister Schultz van Haegen was de afgelopen jaren al in onder meer Vietnam en Indonesië om te praten over waterover-last. Het aanpakken daarvan past perfect in het doel van de Topsector Water: de toegevoegde waarde van de Nederlandse watersector in 2020 verdubbelen ten opzichte van 2010, vooral door export en uitvoeringsprojecten.

De geplande aanschaf van 37 JSF-toestellen zal bij de huidige euro-dollarwisselkoers niet binnen het budget blijven, maar 550 miljoen duurder uitvallen, waarschuwt

de Algemene Rekenkamer. Ook de exploitatiekosten van het toestel zullen hoger zijn dan voorzien. Minister Hennis moet daarom in haar informatie aan de Tweede Kamer ‘explicieter zijn’ over de mogelijkheden om het dollarrisico het hoofd te bieden en de oplos-singen die haar voor ogen staan. De minister vindt dat het volgende kabinet moet beslissen hoe wordt omgegaan met de schommelen-de wisselkoersen, maar daar is de rekenkamer het niet mee eens: het dollarrisico manifesteert zich al in de huidige kabinetsperiode.

Ondanks het economisch herstel - 2015 blijkt een goed jaar te zijn geweest met een groei van 1,9 procent - moest minister Dijsselbloem afbreuk doen aan de feeste-

lijke stemming. Hij waarschuwde dat 2017 geen feestbegroting wordt, vooral door de tegenvallende aardgasbaten als gevolg van de dalende gasprijs (sinds 2013 bijna gehalveerd) en de verminder-de winning uit het Slochterenveld (de Nederlandse aardgasproduc-tie is gedaald van 82 miljard kuub in 2013 tot 49 miljard kuub dit jaar). Hierdoor is op jaarbasis meer dan 11 miljard in de begroting ‘kwijtgeraakt’. Alleen als de economie voldoende blijft aantrekken, zijn er geen bezuinigingen nodig, die in het komende verkiezings-jaar natuurlijk erg vervelend zouden zijn.

Een flink meningsverschil tussen de Tweede Kamer en minister Kamp: de Kamer steunt een motie van de PvdA en GroenLinks om geen subsidie te geven voor het

bijstoken van biomassa (zoals houtsnippers) in kolencentrales. De minister wil hier zeker drie miljard voor uittrekken om op die manier de doelstellingen op het gebied van duurzame energie te halen (14 procent duurzame energie in 2020), terwijl de Kamer juist een concreet plan wil zien om de tien kolencentrales versneld te sluiten. Voorlopig houdt Kamp zijn opties open, pas tegen het einde van het jaar neemt het kabinet een besluit over de toekomst van de kolen-centrales en het bijstoken van biomassa.

Staatssecretaris Dijksma moet de ene na de andere kostenover-schrijding in de spoorsector bekend maken. In de politieke nadagen van haar voorgangster kwam al uit dat een aantal

stationsprojecten fors duurder was uitgevallen dan geraamd. Dijksma moest in januari bekend maken dat de invoering van het Europese spoor-beveiligingssysteem ERTMS vertraging oploopt en bovendien zoveel duurder uitvalt dat het beschikbare budget van 2,5 miljard euro onvoldoen-de is. Enkele weken later bleek ook dat het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS), bedoeld om op enkele drukke corridors tien of twaalf treinen per uur mogelijk te maken, meer dan 320 miljoen duurder uitvalt, ondanks het schrappen van enkele onderdelen. Zowel ERTMS als PHS krijgen onge-twijfeld te maken met een ‘temporisering’.

Successen en tegenvallers per departement

nr. 4 | 2016

8Lo

pen

de

zake

n

Page 9: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Onderwijs en WetenschapIn de strijd tegen het old boys network in het bedrijfsleven heeft minister Bussemaker op de website www.navigerennaardetop.nl de vrijkomende

plekken in de besturen van de 200 grootste ondernemingen in Nederland in kaart laten brengen. Uit de site blijkt dat er dit jaar 156 bestuursfuncties vrijkomen, waarvan het grootste deel (129 functies) nu bezet is door een man. ‘Dit doet geen recht aan het vrouwelijk talent dat staat te trappelen om in een bestuursfunctie aan de slag te gaan,’ vindt de minister. Met de site kunnen vrouwen die een topfunctie ambiëren eerder inspelen op vrijkomende bestuursfuncties.

Veiligheid en JustitieHoe groot de problemen met de toestroom en de opvang van vluchtelingen ook zijn, staatssecretaris Dijkhoff slaagt er opmerkelijk goed in de zaak - voor

zover dat mogelijk is - te managen zonder in grote politieke problemen te komen. Besluiten die in ‘normale omstandigheden’ controversieel zouden zijn, zoals het intensiveren van de controles in het grensgebied en het uitbreiden van de lijst met veilige landen van herkomst, worden zonder veel discussie geaccepteerd. De kritiek op de kwaliteit en de omvang van noodopvanglocaties wist hij te pareren door mee te gaan met de wens van de Kamer voor kleinere locaties, maar zonder een concreet cijfer te noemen.

Sociale Zaken en WerkgelegenheidIn februari kon minister Asscher de ondertekening van het honderdste sectorplan bekend maken. Het ‘MKB Werkoffensief voor het Midden- en Kleinbedrijf in de

regio Rotterdam’ gaat 100 mensen die bedreigd worden met ontslag en 300 mensen zonder werk begeleiden naar een (nieuwe) baan. Eind vorig jaar zouden volgens de minister al zo’n 150.000 mensen door de sectorplannen (‘tijdens de moeilijke crisisjaren een belangrijk medicijn om de arbeidsmarkt te verbeteren’) geholpen zijn met omscholing of begeleiding naar ander werk. Er is ook twijfel over de effectiviteit van de plannen; volgens critici zou het om veel minder banen gaan omdat ook opleidingsplaatsen worden meegeteld.

Volksgezondheid, Welzijn en SportMinister Schippers heeft een succesje geboekt in de aanpak van Big Pharma: door met de fabrikant van het dure kankermedicijn nivolumab een prijsafspraak te

maken kan het geneesmiddel voor een lager bedrag worden ingekocht en in het basispakket worden opgenomen. De afspraak past in de nieuwe geneesmiddelenvisie van de minister waar de ministerraad eind januari mee heeft ingestemd. Schippers wil in Europees verband gaan onderhandelen over prijzen, inzicht krijgen in prijsverschillen tussen landen en de hele geneesmiddelenmarkt ‘kritisch tegen het licht houden’ om de vaak peperdure nieuwe geneesmiddelen en daarmee de zorg betaalbaar te houden.

Zo makkelijk als het in de Tweede Kamer ging, zo moeilijk heeft staatssecretaris Dekker het in de Eerste Kamer met de verdediging van zijn nieuwe Mediawet. De

senaat vreest dat de versterkte positie van de NPO, waarvan de raad van toezicht door de staatssecretaris wordt benoemd, leidt tot ‘Poolse toestanden’ (een verwijzing naar de kritiek op de greep die de Poolse regering op de omroep daar heeft). Het kan dan ook als een tactische fout van de staatssecretaris worden gezien dat hij kort voor het debat drie partijgenoten bij de publieke omroep benoemde. De afloop is nog onbekend, maar de kans is groot dat Dekker zijn magnum opus hooguit in verwaterde vorm kan redden.

De Teeven-deal blijft minister Van der Steur achtervol-gen. Uit een gelekt mailtje is duidelijk geworden dat er ooit opdracht is gegeven de zoektocht naar het fameuze

bonnetje te staken. Het woord ‘doofpot’ was te horen en de minister deed het enige mogelijke, hij herinstalleerde met gezwinde spoed de commissie-Oosting. Zolang die de gang van zaken onder-zoekt, is het probleem even van tafel en kan de minister zich met andere dingen bezig houden, zoals Volkert van der Graaf. In een brief aan de Kamer over diens reïntegratie zouden onwaarheden staan, aldus Volkerts advocaat. Het gevolg: ook hierover weer Kamervragen.

Minister Asscher moest de Tweede Kamer zijn excuses aanbieden nadat hij een rapport over het algemeen verbindend verklaren van cao’s naar de

Kamer had gestuurd zonder de bijbehorende kritiek van enkele hoogleraren op het onderzoek. Ze vinden vooral dat het positieve beeld in het rapport niet kan worden getrokken op basis van de beperkte omvang van het onderzoek. Aanleiding voor het onderzoek was een motie van de VVD en D66 uit 2013, die in plaats van algemeen verbindend verklaren liever meer maatwerk in cao’s zien. De minister heeft beterschap beloofd: de visie van ingehuurde externen zal in dit soort gevallen voortaan openbaar worden gemaakt.

Staatssecretaris Van Rijn kan weer een paar moeilijke Kamerdebatten tegemoet zien. Uit onderzoek is gebleken dat de normen voor wachttijden voor

verpleeghuizen worden overschreden. Ook zou er niet, zoals Van Rijn stelde, sprake zijn van een ‘problematische groep’ van 45 wachtenden, maar van meer dan 8.000 ouderen die al langer dan gewenst op een plaats in een verpleeg- of verzorgingshuis wachten. Er is duidelijk sprake van een definitieverschil. Verder is er een debat te verwachten over de jeugdzorg. Uit de Jaarrapportage 2015 Monitor Transitie Jeugd blijkt dat er nog veel knelpunten zijn, waaronder ook hier wachtlijsten.

nr. 4 | 2016

9Lo

pen

de za

ken

Page 10: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

10

nr. 4 | 2016

10B

lik

op d

e to

ekom

st

Page 11: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

11

Met chips en plastic is het niet fijn praten

Handen aan het bed zijn duur. Zorgrobots kunnen een deel van hun uitvoerende taken overnemen, maar laten we onszelf niet rijk rekenen, waarschuwt Pim Haselager, professor en hoofd-onderzoeker bij het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour aan de Radboud Universiteit Nijmegen. ‘Iemand begrijpen, empathie tonen, echt even wederzijds contact hebben, dat kunnen vooralsnog alleen mensen. Robots zullen zorgverleners niet op korte termijn vervangen.’

‘Er is nog veel koudwatervrees bij zorgverleners en patiënten’

Tekst Pieter van den Brand | Beeld Sander Foederer

Interactieve zorgrobotica nog ver van ons bed

nr. 4 | 2016

11B

lik op d

e toeko

mst

Page 12: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Van 7 tot en met 10 juni is het ministerie van VWS gastheer van de internationale eHealth Week 2016 in Amsterdam. Men verwacht zo’n 2.500 beleidsmakers en onderzoe-kers en bedrijven uit meer dan dertig

landen. Opschaling van zorg-ict kan de zorg beter en goedkoper maken, is de veronderstelling. Hetzelfde geldt voor de groeiende inzet van robotica. Daar moet het beleid dus op worden ingericht. Nederland ontwikkelt zich ondertussen tot een proeftuin van zorginnovatie, apps en slimme pleisters tot robot-technologie. Naast gevestigde namen als Philips, is een groot aantal startups actief.

Pratende popIn de praktijk wordt op diverse plaatsen geëxperimen-teerd met de inzet van robots. EO’s Dit is de Dag zond op 12 september 2015 een reportage uit over Zora in Huize Elisabeth in Vught. ‘De zorgrobot is de vriendin waar iedereen behoefte aan heeft,’ klinkt de voice-over. Zorgrobot Zora lijkt een steun en toeverlaat voor zichtbaar gelukkige ouderen. Ze kletst en zingt, doet bewegingsoefeningen voor en zet tot grote hilariteit van de senioren bekende smartlappen in. De rollators worden losgelaten en armen gaan in de lucht. Ook Paro, een zeehondachtige knuffelrobot voor ouderen met dementie, doet het goed in

verzorgingstehuizen. De ‘robotmaatjes’, zoals ze lief-kozend in de ouderenzorg worden genoemd, kunnen senioren uit hun isolement te halen. In de documentaire Ik ben Alice maken drie bejaarde dames kennis met robot Alice. Na aanvankelijke scepsis lijken ze toch wel wat op de pratende pop gesteld te raken. De kijker ziet hoe een product van plastic en chips probeert de harten van de drie dames te veroveren. ‘Er moet nog wel het een en ander aan geknutseld worden,’ zegt een van de dames wijs. Een terechte opmerking, want wat de reportage niet laat zien is dat Alice helemaal niet uit zichzelf praat en handelt, maar op afstand wordt bestuurd door een mens.

‘De tafelrobot gaat echt een massaproduct worden’

nr. 4 | 2016

12B

lik

op d

e to

ekom

st

Page 13: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Minister Schippers signaleert nog veel koudwater-vrees bij zorgverleners en patiënten als het gaat om de inzet van robots. Reden om te benadrukken dat de toepassing van zorgrobots niet de plaats van menselijk zorgverleners inneemt, maar een aanvul-ling daarop is. Terecht, meent Pim Haselager. De van origine filosoof en psycholoog doet aan de Nijmeegse Radboud Universiteit onderzoek naar de interactie tussen mens en robotica. ‘In krantenberichten wordt gesuggereerd dat robots binnen afzienbare tijd massaal de menselijke zorgverlener gaat vervangen. Dat is onjuist. Ze gaan vooral eenvoudige fysieke taken overnemen. Dat is het type werk waar de robot steeds beter in wordt. En daarop zijn kosten te besparen. Verzorgers krijgen juist meer tijd voor de taken waarin hun kracht zit: de sociale interactie met hun cliënten.’Haselager geeft een rondleiding in het robotlab van de opleiding Kunstmatige Intelligentie, waar hij doceert. In een grote kast zit Job geduldig te wachten. Job is een Nao (kosten: 5.000 euro). Die gebruiken ze bij het bestuderen van de effecten van robots op mensen. ‘De relatief goedkope robots van nu kunnen nog niet zoveel,’ vertelt hij. ‘Ze hebben een onhandig handje waar ze amper iets mee vast kunnen pakken. Ze zijn klein en lopen duurt een eeuwigheid. Daar heb je in de praktijk nog erg weinig aan. Robots zijn nog steeds tamelijk dom. Job kan gesprekjes voeren, maar sociaal intelligent is hij niet. Wellicht kunnen we hier ooit een robot mee uitrusten, maar wanneer weten we niet precies, de komende tien jaar vast nog niet. Op die luchtspiegeling moeten we ons ook niet richten.’

TafelrobotDe komende vijftien jaar zal de robotica volop nuttige toepassingen laten zien, voorziet Haselager. ‘Er zijn al robots die stofzuigen en die het gazon maaien. Zo zullen er meer robots op de markt komen, ook voor de zorg, met hele specifieke vaardig-heden. Denk aan iemand uit bed halen of deuren en kasten openen.’ Een andere toepassing zijn de ‘tafelrobots’. Op zijn laptop laat Haselager Jibo zien. ‘In feite is Jibo niet meer dan een hoofd en een schouderpartij, zonder ogen en mond. Zoals met Siri op de iPhone kun je een simpele conversatie met hem voeren. Jibo beheert de agenda van de gezinsleden en faciliteert de commu-nicatie tussen hen. Zo kan hij kinderen herinnerin-gen sturen om hun huiswerk te doen. Hij kan foto’s en filmpjes maken, omdat hij in staat is te volgen wat er om hem heen gebeurt. Door zijn kijkrichting toont Jibo waar zijn aandacht naar uitgaat.’ Haselager verwacht dat de tafelrobot echt een massa-product gaat worden. Een nieuw huisgenootje. ‘In de toekomst skype je niet meer, maar log je in bij

de huisrobot van je familie en je vrienden om met hen te communice-ren onder het oog van de camera. Die mogelijkheid is er dan ook voor de thuiszorgmedewerker en de huisarts.’‘De tafelrobot kan ertoe bijdragen dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen,’ aldus Haselager. ‘Ze kunnen immers met de buitenwereld - familie en zorgverleners - communiceren. Ook kunnen ze mensen herinneren aan belangrijke taken, zoals regel-matig wat drinken en op tijd hun medicatie nemen.’

Minder tijdEen aantal jaren terug kwamen bejaarden in een zorgflat in Rotterdam in opstand, omdat ze stofzuigerrobots kregen geleverd in plaats van menselijke thuiszorg. Het ging de bewoners niet om de hulp in de huishouding, maar om het sociale contact met de thuiszorghulp. Ze willen met iemand een praatje kunnen maken. ‘Over dat soort aspecten moet je goed nadenken,’ benadrukt Haselager. ‘Wat vinden verzorgers, maar ook de verzorgden, fijn om de robot te laten doen? En wat moet deze zeker niet gaan doen? Bij dat laatste hoort, denk ik, interactie. Iemand begrijpen, empathie tonen, echt even weder-zijds contact met elkaar hebben, dat kunnen vooralsnog alleen mensen. Maar helaas is daar in de zorg steeds minder tijd voor. Wellicht dat robots ertoe bij kunnen dragen dat daar weer meer tijd voor beschikbaar komt. Dan zouden robots mense-lijke zorg pas echt ondersteunen. Misschien is dat over tien jaar al mogelijk. Dat moeten we allemaal nog onderzoeken.’ n

WRR pleit voor robotagendaVolgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is Nederland slecht voorbe-reid op de robotisering die ons te wachten staat. De waarschuwing staat in de december vorig jaar verschenen bundel De robot de baas. De helft van de burgers krijgt in hun werk te maken met robotisering en digitalisering. Zo zullen bankmedewerkers en telefonistes hun baan volledig zien verdwijnen. Maar er komen ook banen bij; wel zal de aard van het werk veranderen. Zaak is mensen beter met robots te laten werken. Voor dit alles is een robotagenda nodig. Een goed idee, vindt Haselager. ‘De overheid kan veel invloed uitoefenen op de manier waarop robottechnologie wordt ontwikkeld en toegepast, maar is tegelijkertijd gebaat bij een verantwoorde maatschappelijke introductie van robotica. Ook verzorgers en hun cliënten moeten hierin een stem krijgen, niet alleen managers. Zorgmedewerkers zijn prima in staat constructief mee te denken over hoe zij robots in zouden willen zetten. Zolang een robot hun werk niet overneemt maar juist zinvoller maakt, kan deze ontwikkeling heel waardevol uitpakken. Dat is een taak voor de overheid en de samenleving. Het moet niet gere-geld worden voor de zorg, maar door de zorg. Een robotagenda kan hieraan bijdragen.’

www.ehealthweek.orgwww.ikbenalice.nl

‘Robots zijn nog steeds tamelijk dom’

nr. 4 | 2016

13B

lik op d

e toeko

mst

Page 14: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Deze maand zitten de colleges van burgemeester en wethouders alweer twee jaar op hun post. Tijd voor een midterm review? Het lijkt een goede gelegenheid om de balans op te maken en de goegemeente

te vertellen welke successen geboekt zijn. Mooi communicatiemoment ook. Maar niet iedere gemeente doet het, blijkt uit een korte rondgang.

Ons Publiek Denken-panel geeft hen gelijk, er zijn al genoeg verant-woordingsinstrumenten voorhanden. ‘Zou het niet aardig zijn eens te experimenteren met een gemeentelijke aandeelhoudersvergadering?’

Midterm review?

Liever een aandeelhouders-

vergadering

Tekst Heleen HupkensBeeld Shutterstock

nr. 4 | 2016

14M

edia

log

ica

Page 15: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Gemeenten die een midterm review maken, is het modern of juist achter-haald? Voor communicatieadviseur Ella Broos is het een noviteit, naast de voorjaarsnota, het burgerjaarverslag

en nieuws uit de verschillende lokale projecten. Guido Rijnja, adviseur communicatiebeleid bij de Rijksvoorlichtingsdienst, duidt het als een nawee uit de tijd dat het New Public Management populair was bij bestuurders en ambtenaren. ‘Maar,’ voegt hij eraan toe, ‘ik kan me voorstellen

dat een gemeente in de netwerksamenleving van vandaag, waarin men steeds meer samenwerkt met andere partijen, zoekt naar manieren om duidelijk te maken welke bijdrage de gemeente specifiek levert. Ze zoeken een totempaal. Een midterm review lijkt daar wel een mooi instru-ment voor.’ ‘Wat mij betreft is het primair een verantwoor-dings- en sturingsmiddel voor het college,’ stelt VNG-communicatiedirecteur Vera de Witte. ‘Om verantwoording af te leggen aan de

Vera de Witte: ‘Plaats de review in een totaal participatief traject’

‘Een soort State of the Union vind ik wel aantrekkelijk’

Vera de Witte

Robert Wester

nr. 4 | 2016

15M

edia

log

ica

Page 16: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

gemeenteraad, het hoogste democratische orgaan. Natuurlijk wordt het ook gebruikt als politiek middel en als communicatie-instrument. Dat gaat hand in hand.’ ‘Klopt,’ vult communicatieadviseur Jan Jelle van Hasselt aan. ‘De tussenstand is natuurlijk wel content voor de bestuurscommunicatie. Net zoals een college-akkoord dat is.’ ‘Dan hoop ik wel dat het voortraject ook communicatief ingesteld is,’ reageert De Witte. ‘Anders kun je er wel over communice-ren, maar is het vooral een interne gelegenheid van college en raad en een politiek instrument voor de volgende verkiezingen.’ ‘Pas wel op dat het niet het zoveelste verantwoordingsding wordt,’ waarschuwt Robert Wester, communicatie-expert bij Berenschot. ‘Maar ik vind het wel aantrekkelijk om een soort State of the Union te hebben, halverwege de rit, waarin het college op de absolute hoofdlijnen aangeeft hoe het is gegaan met de uitvoering van het collegepro-gramma - en met een mooie vooruitblik natuurlijk. Na twee jaar is een collegeakkoord ook wel aan actu-alisering toe. Het kan volgens mij geen kwaad om daarover te debatteren in de raad en met de maat-schappelijke organisaties.’

Politieke dimensieJoan Smithuis, adviseur communicatie en bestuur, deed twee jaar geleden onderzoek naar de totstand-koming van collegeakkoorden. Hij heeft eens nage-vraagd hoeveel van hen een midterm review doen. Slechts een van de zes die reageerden was er mee bezig. ‘Andere gemeenten hadden het nooit gedaan en hadden er ook geen behoefte aan. Het lijkt meer een gewoonte te zijn.’Volgens Rijnja zijn er ook andere motieven. ‘Colleges zijn halverwege de rit, dan ontstaat een symbolisch moment voor evaluatie en verantwoording. Typisch Nederlands.’ Er zit ook een politieke dimensie aan, stelt hij. ‘Na twee jaar willen politieke partijen zich weer wat meer onderscheiden van elkaar. Dan begint het hele circus van nadenken over een nieuw partij-programma en het werven van kandidaten. Ik zie het hier in Den Haag alweer gebeuren.’ ‘De gemeente Den Haag maakt helemaal geen midterm review,’ reageert Smithuis. ‘Nee, maar de politieke partijen wel,’ antwoordt Rijnja. ‘Die zijn al bezig met hun

politieke profiel voor de komende jaren.’Hij ziet ook een ambtelijk motief. Toen hij in Rotterdam communicatieadviseur was, stelden ambtenaren een lokaal memorandum op om te bezien hoe de vlag erbij stond, in voorbereiding op het nieuwe college. Smithuis schudt zijn hoofd. ‘Is dat niet teveel Haagse werkelijkheid?’ Gemeenten zijn volgens hem bestuurlijk niet in staat om dit te doen. ‘De lokale rekenkamers zijn onvoldoende toegerust om zo’n tussenbalans fundament te geven en gemeenteraden zijn over het algemeen zwak.’ Liever ziet hij dat de minister van BZK meer investeert in lokale bestuurs-kracht en de vergoeding van raadsleden.

Ex durante‘Het valt me op dat veel gemeentelijke bestuurders de focus leggen op de realisa-tie van projecten. En dan vooral de vraag hoe zichtbaar ze zelf zijn,’ zegt Van Hasselt. ‘Maar als het gaat over het behalen van doelstellin-gen, in het kader van de coalitieakkoord, wordt het een stuk stiller. Niet vaak hoor ik bestuur-ders spreken in termen van behaalde effecten in relatie tot datgeen wat in de programmabe-groting vermeld staat.’Collegeprogramma’s worden nog vaak tradi-tioneel vertaald in politieke boodschappen, weet Joan Smithuis. Dat maakt het lastig om te evalueren. ‘Natuurlijk houdt Planning & Control de voortgang van projecten bij, maar ik denk niet dat veel bestuurders - en ook jour-nalisten - bij deze informatie een relatie leggen met het collegeprogramma.’

‘De minister van BZK zou meer moeten investeren in lokale bestuurskracht’

‘Gemeentelijke bestuurders willen vooral zien hoe zichtbaar ze zelf zijn’

PanelVoor PM Publiek Denken bespreekt een panel van communicatiespecialisten samen bijzondere cases op het gebied van communicatie. Aan dit panel werkten mee:Ella BroosCommunicatieadviseur Broos CommunicatieJan Jelle van HasseltManaging partner Wit BestuurscommunicatieGuido RijnjaCoördinator algemeen communicatiebeleid bij de RijksvoorlichtingsdienstJoan SmithuisZelfstandig adviseur communicatie en bestuurRobert WesterSectorleider openbaar bestuur en communicatie-expert bij BerenschotVera de WitteDirecteur communicatie bij de VNG

Joan SmithuisFoto: Sjaak Henselman

Jan Jelle van Hasselt

nr. 4 | 2016

16M

edia

log

ica

Page 17: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

‘En betekent midterm ook dat je halverwege je bestuursperiode halverwege het bereiken van je programmatische doelen moet zijn,’ vraagt Van Hasselt zich af. ‘Zulk lineair denken doet natuurlijk geen recht aan de complexe problematiek waarmee gemeenten te maken hebben.’ ‘Het zou wenselijk zijn als bestuurders veel meer along the way evalueren hoe projecten verlopen,’ stelt Ella Broos. ‘En deze toegankelijk maken. Hoe transparanter, hoe beter. Den Haag heeft bijvoorbeeld een prachtig dashboard (www.ictdashboarddenhaag.nl), waarin je op project-niveau kunt zien wat de status is van een ict-project.’ ‘Verantwoording zou beter niet alleen aan het begin en het einde plaatsvinden, maar ook tijdens de rit, zoals ook de Algemene Rekenkamer voorstaat,’ stelt Rijnja, ‘ex durante dus, om te bezien of de uitvoering volgens plan verloopt en of wel of niet bijsturing nodig is. En laten we ons dan vooral ook de vraag stellen: wat leren we hiervan?’ Smithuis is het met hem eens. ‘Zo zou het idealiter moeten zijn,’ zegt hij. ‘Dat er geen algemene discussie plaatsvindt, maar dat je er intensief met elkaar over kunt praten, als lerende organisatie. Dat er aandacht is voor het proces en wat minder voor de kernboodschappen.’ En: ‘Als een gemeente herkenbaar wil zijn moet ze haar rol in processen duidelijk maken. Dat leg je niet altijd vast in succesjes!’

AandeelhoudersvergaderingEen gemeente wil zich graag profileren, maar laten we de boel eens omkeren. Voor wie maakt een gemeente eigenlijk een midterm review? Voor de gemeenteraad als controlerend orgaan? ‘Dan zou ik er als gemeente nog even goed over nadenken voor je die inspanning

pleegt,’ stelt Broos. ‘Er zijn al voldoende verantwoordingsin-strumenten voorhan-den.’ ‘Ik heb liever een politieke afweging van het college dan een dik pak A-viertjes,’ zegt Smithuis. ‘Zo breng je de politiek niet dichter bij de burger.’ ‘Misschien wel als je de review een plaats geeft in een totaal participatief traject,’ meent De Witte. ‘En het college-programma is voldoende smart is opgesteld, waardoor verantwoor-ding herkenbaar wordt.’‘Het accent zou eigenlijk meer gelegd moeten worden op stads-communicatie,’ oppert Rijnja. ‘Het gaat er niet om dat een gemeente duidelijk zichtbaar wordt, maar dat helder wordt gemaakt wat de verschillende stakeholders als stad voor elkaar kunnen krijgen. De stad is van iedereen. Waarom geen aandeelhoudersverga-dering?’ Er wordt voorzichtig instemmend geknikt. ‘Dat zou ik een interessant experiment vinden,’ reageert Smithuis. ‘Wie zijn dan de aandeelhouders?,’ vraagt Broos. ‘Iedereen die zich aandeelhouder voelt, de inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties,’ antwoordt Rijnja. ‘Laat de onderwijswethouder in gesprek gaan met onderwijsge-venden, ouders en andere betrokkenen over de voortgang van beleidsplan-nen. En de milieuwethou-der met zijn stakeholders.’Het proberen waard, denkt ons panel. n

‘Er zijn al voldoende verantwoordings-instrumenten voorhanden’

‘Leg het accent meer op stads-communicatie’

Guido Rijnja

Ella Broos

nr. 4 | 2016

17M

edia

log

ica

Page 18: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

Bel of mail Asha Narain voor een oriënterend gesprek over de mogelijkheden: 06 54 954 112 of [email protected]

PM Publiek Denken daagt

ambtenaren en bestuurders uit

om hun bestuurlijke visie verder

te ontwikkelen en te reflecteren

op het eigen ambtelijk denken

en handelen.

PM Publiek Denken biedt

abonnees een platform voor

kennisontwikkeling en het

uitwisseling van ervaringen.

Dat doen we door het doen en

laten van collega’s op lastige

dossiers inzichtelijk te maken

met interviews, essays, columns,

debat en reportages waarin

de dilemma’s en het ambtelijk

handelen belicht worden.

Bel of mail Asha Narain voor een oriënterend gesprek over de mogelijkheden: 06 54 954 112 of [email protected]

WORD PARTNER VAN PM PUBLIEK DENKEN! Dan kan op de volgende manieren:

1 Door te adverteren in het kwartaalmagazine en op de website. U bereikt meer dan 3000 topambte-naren, overheidsmanagers en bestuurders bij rijk, provincies, gemeenten, zelfstandige bestuursorga-nisaties en agentschappen.

2 Door uw dienstverlening in een inhoudelijk artikel te profileren bij meer dan 3000 lezers in print en online. In deze specialpagina’s kunt u uw visie uiteen zetten en kennis delen. Onze journalisten ondersteunen u daarbij.

3 Door bij afname van een parterpakket verzekerd te zijn van specialpagina's in iedere editie van het magazine. En op de website kunt u onbeperkt uw klantcases, blogs, columns en overige berichten publiceren, waarbij we ook actief onze social media voor uw thema inzetten.

4 Door PM Publiek Denken uw themamagazine te laten vervaardigen en te verspreiden. Het afgelopen jaar maakten wij specials over uiteenlopende onder-werpen, zoals Vermindering van de regeldruk, Beter werken in het openbaar bestuur en Agenda stad. Deze specials stuurden we mee met de reguliere edities van PM Publiek Denken en VNG Magazine, waarmee deze meer dan 25.000 abonnees bereikten. Hiernaast werden de specials ook digitaal verspreid.

Page 19: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

COLUMNMargo Trappenburg

Bel of mail Asha Narain voor een oriënterend gesprek over de mogelijkheden: 06 54 954 112 of [email protected]

Bel of mail Asha Narain voor een oriënterend gesprek over de mogelijkheden: 06 54 954 112 of [email protected]

Een kleine denkoefening: wat is in uw gemeente de visie op mantelzorg?

n Wij vinden het goed. Heel goed! Mantelzorg is prachtig voor zorgbehoevende burgers: warm, liefdevol en nabij. Mantelzorg is gratis! Hoe meer mantelzorg hoe beter. In keukentafelgesprekken proberen wij de zorg zoveel mogelijk te verschui-ven naar mantelzorgers. Als er al mantelzorg is proberen wij om die mantelzor-ger nog een tandje bij te laten zetten. Mantelzorgers zijn de ruggengraat van de maatschappij.

n Wij vinden het heel goed en mooi en gratis, maar we snappen wel dat het zwaar is, mantelzorg. Daarom organiseren we respijtzorg in onze gemeente. We geven de mantelzorger een middag vrijaf, zodat ze ook eens kan gaan winkelen met een vriendin. Dan regelen wij dat er een vrijwilliger komt die op de zorgbehoevende burger let. Wij hebben genoeg uitkeringsgerechtigden in onze gemeente die dat best af en toe willen doen. Ook gratis! En we hebben een cursus voor mantelzorgers waar ze kunnen leren hoe ze het vol kunnen houden. Een gratis cursus, verzorgd door een werkloze hulpverlener. Zij geeft die cursus dan weer om werkervaring op te doen. Zo snijdt het mes aan alle kanten tegelijk.

n Wij maken ons zorgen over onze mantelzorgers. We weten dat mantelzorg geen zelf gekozen verplichting is. Mantelzorg is iets wat op je pad komt als je een ernstig gehandicapt kind krijgt. Of als je ouders van lieverlee steeds hulpbehoevender worden: slechtziend, slecht horend, slecht ter been, dementerend. Zorgafhankelijke burgers zijn niet altijd lief en aardig; soms reageren zij hun frustratie af op de mantelzorger. Mantelzorg kan ondankbaar werk zijn. En het is vaak grenze-loos. Ouders van ernstig gehandicapte kinderen moeten zorgen tot hun dood. Zorgbehoevende ouders kunnen makkelijk negentig worden, zodat mantelzorgers moeten zorgen tot voorbij hun pensioen. Wij vinden dat zorgelijk. Intussen lopen er in onze gemeente veel mbo-opgeleide verzorgenden rond die graag aan de slag willen. Niet gratis; in een echte baan. Wij proberen banen te creëren voor jonge mensen die graag willen zorgen. We denken dat dit fijn is voor alle partijen. Voor kwetsbare burgers die dan niet permanent dankbaar hoeven te zijn voor alle gratis hulp. Voor mantelzorgers die weer toekomen aan hun eigen leven. En voor betaalde zorgverleners die zo het beroep kunnen uitoefenen waar ze goed in zijn en waar ze voor hebben gekozen.

Kruis aan wat in uw gemeente van toepassing is en bedenk of er voldoende is nagedacht over de twee niet gekozen visies.

Mantelzorg in onze gemeente

nr. 4 | 2016

19

Page 20: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Dilemma’s in ambtelijk vak manschap

D uizenden aanvragen voor financiële ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek krijgen Jos Engelen en zijn medewerkers jaarlijks onder ogen. Van medici die onderzoek doen naar een

manier om Alzheimer te voorkomen en archeologen die geld willen hebben om te gaan graven in een ver buitenland tot literatuurwetenschappers die middel-eeuwse teksten willen bestuderen. En dat levert een flink dilemma op, vertelt Engelen in zijn werkkamer op de vijfde verdieping van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek in Den Haag. ‘Bij het behan-delen van die aanvragen moeten we zo objectief mogelijk kijken naar de kwaliteit en de relevantie van het onderzoek. Maar kijk je nou vooral naar de kwaliteit of naar de maatschappelij-ke relevantie? Wat laat je het zwaarst tellen? De financiële middelen zijn beperkt en de wetenschap is zeer breed, dus we moeten keuzes maken.’

Glazen bolBij het aantonen van maatschappelij-ke relevantie van onderzoek hebben

medici het makkelijker dan geesteswetenschappers, aldus Engelen. ‘Toch willen we de wetenschap in al haar facetten recht doen. Bij het zogeheten toege-paste onderzoek, bijvoorbeeld naar een ziekte, weet je dat er wordt gewerkt aan een aantoonbaar doel. Bij fundamenteel onderzoek weet je vooraf vaak niet welke elementen in de toekomst belangrijk kunnen worden voor de concurrentiepositie van Nederland, iets wat de rijksoverheid erg belangrijk vindt.’ Onderzoek naar Alzheimer kan die concurrentie-positie versterken, legt Engelen uit. Een medicijn

tegen die ziekte leidt tot minder hoge zorgkosten en de industrie kan inkomen genereren uit de ontwikkelde medicij-nen. ‘Maar wat vandaag fundamenteel, vrij onderzoek is, kan morgen toepasbaar blijken. Als je vrij onderzoek te schraal gaat financieren, krijg je daar vroeger of later spijt van.’ Hij zou het liefst een glazen bol hebben om te zien welk onderzoek relevant wordt. Bij gebrek daaraan vaart de organisatie op adviseurs, intuïtie en stimu-lerende voorbeelden uit het verleden. Maar ook dan blijft het, gezien het grote aantal belanghebbenden, een flinke klus om tot een zo objectief mogelijke

Jos Engelen is voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), die jaarlijks circa 650

miljoen euro aan publieke middelen te verdelen heeft tussen wetenschappers die een subsidieaanvraag indienen. En dat

betekent keuzes maken. Is onderzoek naar een prehistorisch botje net zo relevant als onderzoek naar een medicijn tegen Alzheimer?

De kracht van het kiezen

‘De financiële middelen zijn beperkt en de wetenschap breed’

SUCCESSEN ONTRAFELD

Welk verhaal zit er achter het succes of falen van ambtelijke collega’s?

Welke afwegingen hebben zij gemaakt en welke dilemma’s zijn ze tegengekomen op hun

pad naar succes?

nr. 4 | 2016

20

HET DILEMMA

Page 21: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Tekst Friederieke de Raat | Beeld Sander Foederer

verdeling van geld te komen, aldus Engelen. ‘De rijks-overheid wil een zo welvarend mogelijk land hebben. Het bedrijfsleven wil vooral onderzoek gefinancierd zien dat producten oplevert. De universiteiten willen geld voor onderzoek dat zij zelf interessant vinden. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen wil dat de wetenschappers zelf gehoord worden en tech-nische kennisinstituten, zoals TNO, hebben een voorkeur voor technisch toegepast onderzoek. Dat zijn dus heel veel verschillende belangen.’

KenniscoalitieHet dilemma dreigde nog groter te worden toen het kabinet in 2011 het topsectorenbeleid invoerde, waarbij meer geld werd toegekend aan negen voor het bedrijfs-leven relevante terreinen, zoals logistiek en energie. De overheid vroeg NWO een deel van haar budget in te zetten voor onderzoek dat relevant is voor de topsecto-ren. Engelen: ‘Toen hebben we besloten: dat mag niet ten koste gaan van vrij onderzoek. We hebben destijds iets meer geld gekregen, anders waren we vastgelopen. We hebben ook een kenniscoalitie opgezet, bestaande uit vertegenwoordigers van alle stakeholders, vanuit het idee dat we met z’n allen verantwoordelijk zijn voor de instandhouding van de Nederlandse kenniseconomie en dus een gezamenlijk doel hebben. Dat verlicht het dilemma enigszins.’Het volgende kabinet-Rutte maakte het de NWO nog moeilijker. Het introduceerde de Nationale Wetenschapsagenda die de langetermijnplanning van de wetenschap bevat. ‘Dat dreigde nog meer geld af te pikken van het vrije onderzoek. Dat probleem hebben we opgelost door de NWO-bijdrage aan het topsecto-renbeleid te verbinden aan de Wetenschapsagenda. Bovendien heeft de kenniscoalitie ervoor gezorgd dat het vrije onderzoek relatief gespaard is gebleven de laatste jaren. Maar alle onderzoekers beseffen dat - met straks 9 miljard mensen op de wereld - relevant onderzoek naar goede manieren van samenleven, voed-selproductie, duurzame energie enzovoort belangrijk is,’ legt Engelen uit. Een lastig dilemma, maar er zit ook een goede kant aan. ‘Het dwingt ons om bewust na te denken over de inzet van publieke middelen. Als we niet werden gedwongen tot keuzes zouden we op de automatische piloot de toekomst in gaan. Nu worden we geprikkeld. Daarmee is dit dilemma ook een kracht.’ n

‘Kijk je naar kwaliteit of maatschappelijke relevantie?’

nr. 4 | 2016

21

Page 22: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Hoe vergaat het topambtenaren na een jaar in hun nieuwe functie? PM Publiek Denken zoekt ze op en vraagt ze naar hun ervaringen. Ook een jaar in een interessante functie? Mail naar [email protected].

Tekst Simon Kooistra Beeld Paul Lagro/Radboudumc

Bestuursvoorzitter Radboudumc Leon van Halder zit ‘helemaal op zijn plek’

Koploper blijven

‘Kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg zijn geen loze begrippen’‘Voordat ik secretaris-generaal werd, was ik als directeur-generaal Curatieve Zorg betrokken bij gesprekken met onder andere academische ziekenhuizen over een hoofdlijnenakkoord in de zorg. Onderdeel daarvan was de kostenbeheer-sing met behoud van kwaliteit. De groei van de zorguitgaven moest terug van bijna 5 tot circa 1 procent. Dat is binnen drie jaar gelukt. Nu zit ik aan de andere kant van de tafel. Interessant om te zien hoe het akkoord in de dagelijkse praktijk van een ziekenhuis uitwerkt.’‘Radboudumc had op het departement altijd al een goede naam als persoons-gericht en innovatief ziekenhuis. Ik kan dat beeld alleen maar bevestigen. Na mijn aantreden heb ik alle afdelingen bezocht. Overal trof ik bevlogen mede-werkers voor wie de patiënt centraal

staat. Kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg staan hier hoog in het vaandel. Dat zijn geen loze begrippen, maar leeft in de hele organisatie.’

‘De verzekeraar gaat niet op onze kwaliteits-stoel zitten’‘Met VGZ, een van de grotere verzeke-raars, hebben we afspraken gemaakt over financiële compensatie als we goedkopere zorg bieden die beter is voor de patiënt. Een mooi voorbeeld is het verminderen van het aantal hart-klepoperaties. Sinds vorig jaar schuift een geriater aan bij gesprekken met patiënten van 75 jaar en ouder die medisch gezien een nieuwe hartklep nodig hebben. Eén op de tien van deze patiënten ziet na het gesprek af van deze ingrijpende en risicovolle operatie, omdat die geen toegevoegde waarde heeft voor hun kwaliteit van leven.’ ‘Dat bespaart de verzekeraar 20.000 euro per operatie, maar betekent voor het ziekenhuis eenzelfde bedrag aan gederfde inkomsten. We hebben met VGZ meerjarenafspraken gemaakt, zodat we niet direct financieel worden gestraft voor het doen van minder ingrepen. Dokters en verpleegkundigen worden op die manier gemotiveerd om de kwaliteit te verhogen en tegelijkertijd de zorg goedkoper te maken. De verzekeraar gaat niet op onze kwaliteitsstoel zitten,

Leon van Halder is sinds 1 april 2015 voorzitter van de Raad van Bestuur van Radboudumc. Toen hij voor deze functie werd gevraagd, was hij amper anderhalf jaar secretaris-generaal van het ministerie van VWS. ‘Het was niet mijn bedoeling zo snel te vertrekken, maar deze kans krijg je maar één keer. Hier komt alles samen wat we bij VWS aan beleid hebben proberen te ontwikkelen.’

‘De toekomst van de gezond-heidszorg draait om innovatie’

nr. 4 | 2016

22

Page 23: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Bestuursvoorzitter Radboudumc Leon van Halder zit ‘helemaal op zijn plek’

Koploper blijvenmaar let wel scherp op de doelmatig-heid. Met de resultaten van deze pilot kan VGZ andere ziekenhuizen overhalen voor soortgelijke oplossingen te kiezen en dat leidt uiteindelijk tot lagere verzekeringspremies.’

‘Ik wil oog houden voor de menselijke maat’‘Radboudumc wil de beste zijn in onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg. Daarbij komt een zekere competitie met andere ziekenhuizen om de hoek kijken. Dat is een verschil met mijn werk op het departement. Maar uiteindelijk staan we allemaal voor dezelfde publieke zaak: een betere en betaalbare gezondheidszorg. Naar mijn overtuiging draait de toekomst van de gezondheidszorg om innovatie. Daarin willen we als Radboudumc koploper blijven. Het gaat me zowel om technologische innovatie als om vernieu-wende zorgconcepten.’‘Een voorbeeld van het eerste is een MRI-scanner op de operatiekamer, die we onlangs in gebruik hebben genomen. Die maakt het mogelijk al tijdens een operatie weggehaald tumorweefsel te analyseren en de snijvlakken bij de patiënt te contro-leren. Hierdoor zijn minder heroperaties nodig. Een voorbeeld van het tweede is ParkinsonNet, dat hier is ontwikkeld en waarbij drieduizend hulpverleners zijn

aangesloten, zoals fysiotherapeuten, logo-pedisten en neurologen. Zij volgen hier trainingen. Dat leidt tot betere zorg voor patiënten met deze complexe ziekte. Een ander doel dat ik me heb gesteld is een betere samenwerking met ziekenhui-zen in de regio: wat blijven we zelf doen en wat kan beter elders gebeuren? En tenslotte wil ik oog hebben en houden voor de menselijke maat, zowel voor de patiënten als voor de medewerkers onder elkaar.’

‘Ik zit letterlijk en figuurlijk dichter op mijn werk’‘We hebben tienduizend medewerkers, vierduizend meer dan het op het minis-terie van VWS. Maar het is een plattere organisatie dan het gelaagde departe-ment met al zijn directoraten. We hebben vijftig afdelingen, doorgaans onder integraal leiderschap van een hoogle-raar met een bepaald specialisme. De vier leden van de Raad van Bestuur hebben korte lijnen met alle afdelingen. Dat heeft grote voordelen. Het verkleint de afstand, maar is ook intensiever. Op het departe-ment moet je eerst langs de receptie. Hier loop ik elke ochtend het ziekenhuis in tussen de patiënten. Je weet veel directer waar je het voor doet.’‘Op het departement deed ik meer aan

crisismanagement. Ik begon elke dag met het lezen van drie kranten om het nieuws over de zorg tot me te nemen. Vaak werd mijn drukke agenda helemaal overhoop gegooid door allerlei gedoe. Dat kon moeilijk anders. Dat hoort bij het werken in een politieke omgeving. Het domineer-de mijn dagelijkse werk. Maar onderling verzuchtten we wel eens: hadden we maar meer tijd voor strategie en beleid. Ik ben blij dat ik in mijn nieuwe functie meer tijd heb om over de grote lijnen na te denken en de strategische koers te bepalen. Sommige mensen hebben me voorspeld dat ik de Haagse hectiek zou missen. Nee dus. Ik voel me helemaal op mijn plek. Een mooiere uitdaging dan het leiden van dit academisch huis kan ik me niet voorstellen.’ n

‘Heimwee naar Haagse hectiek? Nee dus!’

nr. 4 | 2016

23

Page 24: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

24

nr. 4 | 2016

24O

og

voor

de

men

s

Page 25: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

25Tekst Cisca Dresselhuys | Beeld Yvonne van den Bergh

Niets wees in de richting van een militaire carrière, toen hij van de hbs kwam. Z’n vader was directeur van een sociale dienst en zijn oudere broers zaten al op de universiteit. Dus

dacht ook hij aan een studie geschiedenis of een opleiding tot sportleraar, totdat hij in de NCRV-gids een advertentie voor de KMA (Koninklijke Militaire Academie ) zag. ‘Ik had geen idee wat dat was, officier bij het leger, maar op de een of andere manier leek het me wel wat. Dus bonnetje uitge-knipt en opgestuurd. Ik moest me melden in kamp Waterloo in Amersfoort, dat klonk gelijk al heel martiaal. Eenmaal door de selectie, ging ik naar de KMA in Breda, waar ik voor een stel ontzettend hoge officieren moest verschijnen. Achteraf gezien

waren dat natuurlijk gewoon een paar majoors, maar ik keek enorm tegen ze op. En daar ging ik, drie jaar in een internaat; wat heb ik daar vreselijk aan moeten wennen. Ik had het niet makkelijk in die tijd.’

Maar het is allemaal goed gekomen. Cum laude afgestudeerd in 1981 en direct pelotonscom-mandant geworden. Nu, zo’n 35 jaar later, is het afgelopen met de militaire carrière. Wel vroeg, op uw zevenenvijftigste.‘Voor het leger vind ik die leeftijd goed, want om op je vijfenzestigste nog met veertig kilo op je rug, in zestig graden in Afghanistan rond te sjouwen, is geen doen. Als commandant wilde ik altijd weten hoe het in het veld was, anders kun je je niet

Er is leven na de landmachtHet is einde oefening deze maand. Commandant Landstrijdkrachten Mart de Kruif (57) gaat met pensioen. Officieel heet dat functioneel leeftijdsontslag, maar het komt op hetzelfde neer: hij stopt met werken. Althans in het leger. Maar er dienen zich nieuwe kansen aan, want ‘ik heb echt de behoefte de andere kanten van de mens Mart de Kruif te ontwikkelen.’

Luitenant-generaal Mart de Kruif: ‘De politiek? Niks voor mij’

Mart de Kruif (Apeldoorn, 1958) ging in 1977 aan de KMA in Breda studeren. In 1981 sloot hij die studie cum laude af en werd pelotonscommandant. Later studeerde hij nog aan de Führungsakademie van de Bundeswehr in Duitsland en aan het United States Army War College in Amerika. Hij doorliep diverse functies bij de Koninklijke Landmacht. Op 1 november 2008 werd hij commandant voor Zuid- Afghanistan, waar hij een troepenmacht van de NAVO van 45.000 man onder zijn bevel had. Voor deze inzet werd hij benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje Nassau met de Zwaarden. Ook werd hij officier in het Legioen van Eer, een Franse onderscheiding, en kreeg hij het Groot Kruis van Verdienste met Ster (van de Duitsers). Hij is getrouwd met Esther Jansen, heeft vier kinderen, twee kleinkinderen en een hond.

nr. 4 | 2016

25O

og

voor d

e men

s

Page 26: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

inleven in wat je soldaten meemaken, dus was ik ook in Afghanistan vier van de zeven dagen buiten en niet op mijn kantoor. Voor een zestigplusser zou dat toch wat te veel gevraagd zijn.’ ‘Ik heb nooit spijt gehad van mijn keuze voor het militaire bestaan. Nergens vind je zoveel onderlinge kameraadschap als in het leger. Die trekt je door alle spannende, maar ook moeilijke en droevige tijden heen. Die kameraadschap zal ik heel erg missen, als ik straks thuis op de bank zit. Mijn loopbaan bestond uit relatief rustige periodes, als comman-dant op een Nederlandse of Duitse legerbasis, maar ook uit heel hectische, vooral het jaar (van november 2008 tot november 2009) dat ik commandant was van een 45.000 man grote NAVO-troepenmacht in Afghanistan. Ik ben gestopt met tellen toen we in Kandahar 250 granaten op ons dak hadden gehad. Tweemaal per dag ging het alarm af en moesten we op de grond gaan liggen. Dat went, hoe gek het ook klinkt. In dat ene jaar heb ik 282 brieven aan nabestaanden van gesneuvelde militairen moeten schrijven: in Canada, Amerika, Engeland, Australië en ook viermaal naar een Nederlandse familie. De dood was in Afghanistan net zo gewoon als dagelijks heen en weer reizen van en naar je werk.’

Wat doet dat met een mens?‘Dat is precies de vraag waarom het gaat. Als de doden en al die lijkkisten je niets meer doen, moet je weg. Dan ben je niet meer geschikt voor je werk. Aan de andere kant mogen je emoties je professionaliteit en je dagelijkse functioneren niet in de weg staan. Want alles en iedereen moet erop gericht blijven dat er zo min mogelijk doden vallen. Maar natuurlijk moet je een uitweg vinden voor je emoties. Dat kan zijn door veel te praten met goeie vrienden binnen je staf. Dat deden we altijd heel bewust. Maar soms kun je je gevoelens niet sturen en komen ze heel onver-wacht naar buiten. Ik zal nooit vergeten dat ik in een Amerikaanse helikopter vloog, met een kapitein Van der Giessen, een Amerikaan van Nederlandse afkomst. Enthousiast vertelde hij dat hij over zes weken terugging naar huis, naar zijn dochtertje van twee en zijn zwangere vrouw. Aan het eind van de vlucht gaf hij me de vliegeroverall, die ik gedragen had, cadeau. Zes weken later vlogen twee helikopters

tegen elkaar tijdens een nachtelijke operatie. Op het moment van de ramp ceremony, wanneer op het vliegveld afscheid wordt genomen van de overleden soldaten die naar huis gevlogen worden, hoorde ik dat een van de doden kapitein Van der Giessen was. Toen ben ik twee uur weggeweest, de emoties werden me te veel.’

In de toespraak die u in 2008 hield bij de crematie van de in Afghanistan gesneuvelde Nederlander Mark Schouwink zei u tegen zijn familie, dat zij, als zij een schuldige zochten, bij u moesten zijn. Voelt u dat zo? ‘De échte schuldige is natuurlijk degene die de bermbom gelegd heeft, waardoor de auto van Mark Schouwink en Dennis van Uhm ontplofte en zij alle twee omkwamen. Maar daarnaast is de commandant van de brigade waarin deze jongens zaten verant-woordelijk. Er is uiteraard een verschil tussen verant-woordelijk en schuldig, maar als commandant voel je toch een zware last op je drukken.’ ‘Dat was nog veel erger na de dood van twee andere Nederlanders in diezelfde tijd. Die kwamen om door ‘eigen vuur’, wat wil zeggen dat ze door eigen collega’s werden doodgeschoten. Een vreselijke, menselijke fout. Van wie? De grootste verantwoorde-lijkheid lag hier, naar mijn idee, toch bij de comman-dant van de schutters, die het bevel tot schieten had gegeven. Maar waar mensen werken, maken mensen fouten. Helaas pakt een fout op een slagveld vele malen ernstiger uit dan elders. Met de ouders van een van die overleden jongens heb ik nog altijd contact. Ook na mijn pensioen zal ik hen blijven bezoeken, als ze dat willen.’

‘Als de lijkkisten je niets meer doen, moet je weg’

‘Een fout op een slagveld is veel ernstiger dan elders’

nr. 4 | 2016

26O

og

voor

de

men

s

Page 27: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Sommige veteranen blijken PTSS, een posttrau-matische stress-stoornis, over te houden aan hun verblijf in een oorlogsgebied. Hebt u daar zelf ook wel eens iets van gemerkt?‘Tot nu toe niet. Maar misschien dat ik nog meer een hekel aan vuurwerk heb gekregen dan ik al had. Geen klappen en schieten als het niet nodig is. Ook kan ik soms totaal onverwacht volschieten met emotie. Als ik een mooi stuk muziek hoor of bepaalde foto’s of filmbeelden zie. Maar soms ook zomaar, volstrekt uit het niets. Niet erg, heel goed mee te leven. Anderen zijn zwaar getraumatiseerd, voor de rest van hun leven beschadigd. Zoals de man met wie ik onlangs naar Feyenoord ben geweest. Niet naar een wedstrijd, dat kan hij niet aan, zo’n grote mensenmassa, maar naar een training. Met zijn hulphond. Een fantastisch dier, dat precies aanvoelt wanneer zijn baas nerveus en gespannen is. Ook ‘s nachts, als hij nacht-merries heeft, voelt die hond dat haarfijn aan. Dan maakt hij z’n baas wakker. Gelukkig komt verreweg het grootste deel van de soldaten, zo’n 95 procent, gezond en zelfs sterker terug van een missie.’ ‘Of ikzelf blijvend de dans zal ontspringen?

Bekend is dat traumatische ervarin-gen zelfs dertig jaar later nog de kop kunnen opsteken, vooral bij een ingrij-pende ervaring, bijvoorbeeld wanneer een partner overlijdt. Dat is gebleken bij Oud-Indiëstrijders, die aanvankelijk nergens last van hadden, maar op hoge leeftijd toch aan nachtmerries gingen lijden. Ik zou graag zien dat onze veteranenzorg, die vergeleken met vroeger al aanzienlijk verbeterd is, nog beter georganiseerd wordt. Niet pas wanneer iemand ontspoort en we door de politie of artsen gewaarschuwd worden. Ver daarvóór zouden veteranen al begeleiding moeten krijgen. Zoals in Canada, waar elke gemeente een veteranenloket heeft, dat bemand wordt door vrijwilligers, ook oud-soldaten. Zodra een militair uit oorlogsgebied thuiskomt, wordt hij door zo’n collega bezocht.’‘Ik heb hierover wel eens een e-mail aan de minister gestuurd, maar onze privacywet-geving houdt zoiets tegen. In Nederland mogen gemeenten niet bijhouden wie veteraan is. Wég met die regel, zou ik zeggen. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen en dat is in dit geval het belang van de veteranen.’

‘Gemeenten mogen niet bijhouden wie veteraan is. Weg met die regel’

nr. 4 | 2016

27O

og

voor d

e men

s

Page 28: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

‘Wat mij bij terugkomst in 2009 trouwens erg tegen de borst stuitte, was de jammerklacht, dat Nederland in crisis was. Waar hebben jullie het over, hoezo crisis, schei toch uit. Waar ik vandaan kwam, dáár heerste een crisis, hier toch niet? Maar na drie maanden was ik weer zo gewend, dat ik gewoon meepraatte over ‘onze Nederlandse crisis’.’

Uw leven wordt na 24 maart, de dag van uw officiële afscheid, heel anders. Wat gaat u doen, want u bent nog veel te jong om op de bank te gaan zitten.‘Inderdaad, ik word geen bankhanger. Dat zou alleen maar ruzie geven, want mijn vrouw werkt drie dagen per week in een biologische winkel. Door mijn regelmatige en langdurige afwezigheid is zij iemand met een heel eigen leven geworden. Die moet niet elke seconde iemand om zich heen hebben. Ik verwacht best eens frictie, om het deftig te zeggen, want twee mensen die altijd zo zelfstandig geope-reerd hebben, moeten vast erg wennen aan zo’n nieuwe situatie. Om te beginnen gaan we na mijn afscheid eerst een paar weken op vakantie en daarna ga ik, met een vriend, de Mont Ventoux op fietsen. Zoiets heb ik wel eens eerder gedaan, met een team van de landmacht, toen ging het om de beklimming van de Alpe d’Huez voor de kankerbestrijding. En verder? M’n kleinkinderen zeggen al: “Nu hoeven we vrijdags niet meer naar de kinder-opvang, opa gaat oppassen”. Prima idee. En m’n vrouw zegt: “Ga een kookcursus volgen”. Maar dat lijkt me niks. Ik wil best stofzuigen en strijken. Dat laatste doe ik trouwens m’n hele leven al, elke zondag m’n overhemden voor de komende week, ook alle blouses van m’n vrouw en kleren van de kinderen. Een

fijn, ontspannend karweitje, nadat ik twee uur stukken had gelezen voor de stafvergaderin-gen van de maandag. Kon ik goed nadenken over wat ik gelezen had.’ ‘Wat ik niet ga doen, zijn militaire opdrachten, geen missies voor de VN of de NAVO. En vooral ook niet ongevraagd goede raad vanaf de zijlijn geven. Wat mij betreft heeft de collega gelijk, die ooit zei: “Generaal b.d. betekent Generaal bek dicht”. De politiek? Niks voor mij, dan ga ik liever de buurtbus rijden, dan heb ik tenminste contact met gewone mensen. Ook zou ik wel leraar Duits in het vmbo willen worden. Mijn dochter werkt daar en alleen al op haar school is een tekort van zeven leraren in die taal. Of ik dat kan? Ik heb een tijd in Duitsland gestudeerd en ben commandant geweest in Seedorf. Dus mijn Duits is best goed en als ik nog een aanvullende cursus didactiek zou moeten volgen, doe ik dat.’‘Ik zeg wel eens: ik zou alle vacatures in het onderwijs kunnen opvullen met mijn gepensi-oneerde collega’s. Die zijn allemaal 57 of 58 en kunnen alle gaten opvullen, van conciërge tot docent. Of zoiets inderdaad mogelijk is, zou ik best eens willen onderzoeken. Ook zou ik, als dat er ooit zou komen, graag zo’n veteranen-loket willen bemannen. En dan is er natuur-lijk mijn voetbalclub HC 0-3, waarin ik al jaren speel en waarvan ik ook voorzitter ben. Elke zondag speel ik in het seniorenelftal, zevende klasse amateurvoetbal, de laagste klasse die er is, dus we hoeven niet bang te zijn voor degra-datie. Ik ben op een na de oudste speler van het elftal, waarin ook een broer van Klaas Jan Huntelaar speelt. Ik heb geen vaste plaats, ik ben overal inzetbaar, zelfs als keeper, maar dat liep de laatste keer nogal slecht af, we verloren met 9-1.’ n

Cisca DresselhuysCisca Dresselhuys is freelance journalist voor ondere andere Trouw, Zin, Nouveau en Fab Magazine. Ze ver-wierf vooral bekendheid als hoofdredactrice van het feministische maandblad Opzij (1981-2008). Voor PM Publiek Denken gaat ze op zoek naar de mens achter topambtenaren of bestuurders en de wijze waarop zij zelf de mens achter het beleid in het oog hebben.

‘De onderlinge kameraadschap trekt je door alle moeilijke tijden heen’

nr. 4 | 2016

28O

og

voor

de

men

s

Page 29: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

VOM

Juryvoorzitter Beste Overheidsorganisatie van 2016 Jan van Zanen:

‘Gemeenten meld u aan!’

Ook in 2016 is er een verkiezing Beste Overheidsorganisatie. Jan van Zanen is de kersverse juryvoorzitter en hij heeft er zin in. Als burgemeester van

Utrecht en voorzitter van de Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft hij als geen ander een visie op hoe een overheidsorganisatie in het algemeen

en een gemeente in het bijzonder moet functioneren.

Jan van Zanen is onder de indruk van de criteria die de jury samen met hoog-leraar Paul ‘t Hart heeft opgesteld. Deze criteria

(betrouwbaarheid, openheid en maatschappelijke betrokkenheid)hebben zijn speciale aandacht maar hij zal ook zijn eigen stempel drukken op de verkiezing.

VisitekaartjeDe juryvoorzitter zal met name letten op de manier waarop over-heidsorganisaties met respect omgaan met de burger en hoe zij klantvriendelijkheid en dienst-verlening tot in de haarvaten van de organisatie hebben laten door-dringen. Dit is het visitekaartje van elke organisatie, zo wordt de eerste indruk bepaald.Ook vindt hij het van belang dat

een publieke organisatie in staat is vrijwilligers en het maatschap-pelijk middenveld te betrekken bij het oplossen van problemen in de samenleving. Wie durft er los te laten? Welke organisatie is het beste in staat inwoners en bedrijven te faciliteren?

Gemeentelijke organisaties zijn de afgelopen jaren echt op de proef gesteld. Er is enorm veel energie gaan zitten in het vluchtelingen-vraagstuk en de decentralisaties. Hoe neem je de onrust bij mensen weg? Van Zanen ziet dat sommige organisaties goede stappen hebben gezet in het creëren van maat-schappelijke meerwaarde. Hij roept dan ook gemeenten en gemeente-lijke onderdelen op dit jaar te laten zien uit wat voor hout ze gesneden zijn. Gemeenten, meld u aan!

De Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2016 vindt plaats op 14 november 2016. De jury bestaat uit: • Jan van Zanen, voorzitter VNG (juryvoorzitter)• Tjark Tsin-a-Tsoi, directeur CBS• Eric Jongsmans, directeur Waterschap Rivierenland• Annet van Schreven, provinciesecretaris Drenthe• Erik Gerritsen, secretaris-generaal VWS• Paulien Pistor, gemeentesecretaris Eindhoven• Paul ‘t Hart, hoogleraar Bestuurskunde• Souhail Chaghouani, Jonge Ambtenaar van het Jaar• Loes Mulder, directeur-generaal ABD

Nomineren kan van maandag 21 maart tot vrijdag 2 september via: www.overheidsorganisatievanhetjaar.nl.De verkiezing wordt georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrela- ties, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal overleg, de Vereniging voor Bestuurskunde, ICTU en KING.

nr. 4 | 2016

29

SPECIAL

Page 30: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

nr. 4 | 2016

Transparantie

De vrijheid van de burger berust op zijn fundamentele recht op geheimen. Van de staat verwacht de burger transparantie. Om de vrijheid van de burger te bescher-men heeft de staat echter ook geheimen nodig. Over deze

politiek-filosofische paradox gaat Het geheim van de laatste staat. Auteur Paul Frissen formuleert een cultuurkritische beschouwing van het verlangen naar transparantie dat teruggaat tot de klassieke oudheid en in de moderniteit zijn hoogtepunt vindt. In scherpe analyses laat hij zien hoe afschuwwekkend totale transparantie is. Paul Frissen, Het geheim van de laatste staat; Kritiek van de transparantie, Boom Uitgevers, ISBN 9789089539632.

Innovatiebeleid

Bedrijven innoveren meer als er hogere eisen worden gesteld aan belastingvoordelen voor R&D. Extra leningen voor innova-tieve projecten en startende ondernemingen zorgen voor meer innovatie dan intensivering van fiscaal beleid. Twee belangrijke

bevindingen uit Kansrijk innovatiebeleid van het CPB. In dit boek worden de effecten van beleidsmaatregelen in kaart gebracht voor politici en andere beleidsmakers. Het boek is het tweede deel uit de nieuwe reeks Kansrijk Beleid, een gezamenlijk initiatief van het CPB, het PBL en het SCP. Bas Straathof, Bastiaan Overvest, Tatiana Kiseleva en Henk Kok, Kansrijk innovatiebeleid, CPB, ISBN 9789058337160.

Locali

Op zoek naar nieuwe manieren om burgerparticipatie te bevorderen? The Broadcaster in Hilversum komt binnenkort met een nieuwe app die daarbij kan helpen. Aan deze app, Locali genaamd, liggen twee gedachten ten grondslag: gemeenten raken hun boodschap niet kwijt

en burgers voelen zich niet goed geïnformeerd. Via Locali kunnen gemeenten issues voorleggen en bewoners actief meepraten en adviseren. De informatie die gemeenten burgers bieden, wordt geselecteerd op persoonlijk relevantie. Mensen worden zo betrokken bij wat er in hun directe omgeving, hun wijk, gebeurt.Meer informatie: www.thebroadcaster.nl/locali.

nr. 4 | 2016

30

nr. 4 | 2016

30

GESPOT

Page 31: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

nr. 4 | 2016

Jan Terlouw

Het zal niemand verbazen: Jan Terlouw; Jeugdboekenheld op het Binnenhof vertelt het verhaal van schrijver en oud-politicus Jan Terlouw. Een opvallend verhaal, dat niet volgens het vaste stramien

verliep. Terlouw ruilde zijn geplande loopbaan als kernfysicus in voor een bestaan als jeugdboekenschrijver en fractieleider. Bovenal was hij natuurlijk het gezicht van D66. Tot op de dag van vandaag zet Terlouw zich in voor het milieu en schrijft hij boeken.Joep Boerboom, Jan Terlouw; Jeugdboekenheld op het Binnenhof, Boom Uitgeverij, ISBN 9789089536136.

App voor overheidspostSteeds meer post van de overheid wordt digitaal bezorgd via mijnoverheid.nl. In de nabije toekomst kunnen Nederlanders deze ook via een app openen. Door in te loggen met hun DigiD is al hun overheidspost in de app te

zien. Zodra er nieuwe post klaar staat, krijgen ze een melding. Bijlages openen via de app moet ook mogelijk worden. De nu nog naamloze app zal halverwege 2016 te downloaden zijn voor iOS en Android. Eind februari zijn de interne tests begonnen.Meer informatie op logius.nl.

Het midden verwijnt

Niet alleen de winkelier en de reisagent hebben het moeilijk, maar ook de baan van de HR-manager, ambtenaar en docent verandert sneller dan gedacht. Als de middleman zichzelf niet heruitvindt, zal hij spoedig verdwijnen, betoogt Farid Tabarki in zijn nieuwe boek

Het einde van het midden, dat 9 maart jongstleden is gepresenteerd. De nieuwe samenleving is vloeibaar, aldus Tabarki. In de vloeibare samenleving gaan mensen snel verbindingen met elkaar aan en verbreken die ook weer net zo snel. De combinatie van technologische en sociale ontwikkelingen zorgt ervoor dat veran-deringen erg hard gaan. Individuen en organisaties kunnen buigen of barsten. Farid Tabarki, Het einde van het midden; Wat een maatschappij van extremen betekent voor mens, bedrijf en overheid, Atlas Contact, ISBN 9789047009238.

nr. 4 | 2016

31

nr. 4 | 2016

31

GESPOT

Page 32: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

De ambtenaar moet over vele compe-tenties beschikken. Wat houden deze eigenlijk in?

Tekst Maurits van den Toorn Beeld Sander Foederer

EZ-programma Samen in Beleid vraagt om lef en reflectie

De luiken open

Het beeld van de ambtenaar die zich, door niets en niemand gehinderd, in stille afzondering bezighoudt met beleid maken is natuurlijk een karikatuur. Ook bij de traditionele manier van werken

was er altijd al sprake van verbinden. Juist bij het departement van EZ, dat al intensieve contacten had met het bedrijfsleven in al zijn geledingen, en dat met de agrarische sector het ‘groene front’ vormde, zou je zeggen dat verbinden in de genen zit. ‘Ja en nee,’ reageert SG Maarten Camps. ‘Overleg met sectoren en bedrijven was er vroeger inderdaad ook al. Maar het speelveld is groter geworden en het is meer versnipperd en divers. Bovendien worden contacten met de buitenwereld tegenwoordig in een vroeger stadium onderhouden. En op een veel opener manier.’

‘De betrokkenheid van de samenleving groeit expo-nentieel,’ gaat hij verder. ‘Ook ontstaan steeds meer initiatieven die je kunt benutten om het overheidsbe-leid vorm te geven. Het programma Samen in Beleid is bedoeld om daarop te wijzen en de medewerkers ervan bewust te maken dat ze die initiatieven kunnen betrekken bij het beleid. Daardoor krijg je een beter draagvlak en een beter resultaat. Dat kost tijd: je moet overleggen met de verschillende partijen, luisteren, standpunten in laten brengen, maar uiteindelijk levert het door het grote draagvlak veel op. De Green Deals zijn een goed voorbeeld van deze manier van werken, dat zou anders nooit gelukt zijn.’

Interne samenwerkingIn het programma Samen in Beleid gaat het om maatschappelijke uitdagingen, ruimte maken voor vernieuwing en het leggen van nieuwe verbindingen. Om dat te realiseren is lef en reflectie nodig, worden ervaringen gedeeld en moeten de juiste partners worden gevonden, zowel binnen als buiten het depar-tement. Het programma heeft drie sporen: leren, verbinden, doen. ‘De beweging waar het programma op inzet is niet nieuw, er gebeurde al veel, maar het is een manier om te kijken hoe we ons werk beter en effectiever kunnen

COMPETENTIES

‘Verbinden in de genen van EZ? Ja en nee’

In de huidige netwerksamenleving staat ‘verbinden’ centraal. Het ministerie van Economische Zaken zette er een speciaal programma voor op: Samen in Beleid. ‘De luiken gaan open naar binnen – naar elkaar – en naar buiten. Dat betekent: kijken wat er gebeurt in de buitenwereld, zien waar we rekening mee moeten houden en ons voordeel mee kunnen doen,’ zegt secretaris-generaal Maarten Camps.

nr. 4 | 2016

32

Page 33: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

doen,’ legt programmamanager Anke Sikkema uit. Bij het leren gaat het niet om aparte cursussen, maar om leerwerktrajecten waarin het eigen werk centraal staat. De deelnemers reflecteren op het werk en hun rol als ambtenaar, maken stakeholderanalyses, oefenen gesprekken, en delen ervaringen en dilemma’s. Omdat heel EZ meedoet - beleid, staf, bedrijfsvoering, uitvoering en toezicht - leren EZ’ers ook hun eigen departement beter kennen, wat de interne samenwer-king bevordert. Ook dat is een belangrijk onderdeel van Samen in Beleid. Camps: ‘De luiken gaan open naar binnen - naar elkaar - en naar buiten.’ Ook bij verbinden gaat het erom van elkaar te leren door ervaringen uit te wisselen via ontmoetingen, regiobezoeken en via tools als Pleio en Yammer. Ambtenaren kunnen meedenken met een ander dossier of kunnen hun eigen project ‘in de etalage zetten’.Het derde spoor is misschien wel het belangrijkste: gewoon doen. Het geleerde in de praktijk brengen en naar buiten durven gaan, gebruik te maken van ervaringen van collega’s en durven overleggen als je ergens over aarzelt. Sikkema: ‘Het is belangrijk dat EZ-ambtenaren initiatiefrijk, communicatief en nieuwsgierig te zijn. Dat lijkt soms simpel, maar het kan ook spannend zijn om naar buiten te gaan en het

gesprek aan te gaan, juist omdat je in een politieke setting zit.’

BuitenwereldCamps: ‘Onze medewerkers kunnen meer voeling houden met de buitenwereld. Dat betekent: kijken wat er gebeurt in de samenleving, zien waar we rekening mee dienen te houden en ons voordeel mee kunnen doen. Daarvoor zijn competenties nodig als nieuws-gierigheid en communicatief zijn. Het vraagt ook dat medewerkers zich iedere keer afvragen wat hun rol is als ambtenaar en als overheid. Wat kun je wel en niet doen bij de contacten die je onderhoudt? Uiteindelijk moeten besluiten ook politiek gedragen worden en daar moeten onze medewerkers zich altijd van bewust zijn. In het programma leren ze van elkaar hoe anderen dit hebben opgelost.’Verbindingen leggen is een competentie waarvan lastig te bepalen is of iemand het goed doet. Camps: ‘Het is inderdaad moeilijk meetbaar, maar het is een uitvergroting van een deel van het repertoire dat ambtenaren al langer hebben. Wij nemen dat mee in werkafspraken met leidinggevenden en laten zien dat het wordt gewaardeerd, bijvoorbeeld in beoordelin-gen. En het gaat erom dat de buitenwereld merkt dat we toegankelijk zijn.’ n

‘Gewoon doen: naar buiten gaan en leren van collega’s’

Anke Sikkema en Maarten Camps: 'Contacten worden tegenwoordig in een vroeger stadium onderhouden, op een opener manier’

nr. 4 | 2016

33

Page 34: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

De Baak

Nieuwe dimensies voor leiderschap binnen de publieke sector

In je kracht blijven

De rollen binnen de publieke sector zijn steeds minder omlijnd. De oude hiërarchi-sche structuren van leidinggeven werken niet altijd meer en er ontstaan nieuwe, meer horizontale structuren van gelijk-

waardigheid en verbinding. Maar hoe krijg je dan dingen voor elkaar?

Nieuwe taal nodig voor de nieuwe verhoudingenManagers gaan een andere rol vervullen. Misschien vraag jij je ook wel eens af: ‘Wat is eigenlijk mijn toege-voegde waarde als leidinggevende? Loop ik mijn teamleden niet teveel voor de voeten? Heb ik voldoende kijk op het werk van mijn ‘medewerkers’ (oeps: collega’s) om ze hierop te kunnen en mogen ‘beoorde-len’?’ Je merkt het al: we hebben nieuwe taal nodig voor de nieuwe verhoudingen die ontstaan.

Leidinggeven is een vak apartJe moet sturing geven aan samenwerkingsverbanden met een veelheid aan externe partijen met allemaal verschillende (politieke) belangen. Vaak aan mensen die in projecten en programma’s werken, vaak ook nog op afstand. Je moet intern invloed uitoefenen op verschil-lende niveaus, geduld hebben rond besluitvorming en je ondervindt druk vanuit de politiek.

Dingen voor elkaar krijgen voor de samenlevingDaarnaast moet je ook nog eens rekening houden met initiatieven van burgers en ondernemers. Je moet meer doen met minder geld, en je afgebouwde team blijven inspireren en begeleiden van de ene reorganisatie naar de andere. Dat is nogal wat. Het gevaar ligt op de loer dat je je slechts een kleine schakel voelt en het gevoel hebt dat je te weinig kan toevoegen of betekenen. Terwijl je juist zo graag een verschil wilt maken en dingen voor elkaar wil krijgen voor de samenleving.

Nieuwe dimensie van publiek leiderschap Het is de kunst om binnen dit weerbarstige veld te blijven staan. Wakker en in je kracht en met zin om te blijven verbeteren, vernieuwen en inspireren. Wat vraagt dat van je?

‘Je vertrouwt op je innerlijk kompas’

Bestaat middenmanagement nog wel? Of gaat het tegen-woordig meer om programmamanagers en senior project-

leiders? Geloven we eigenlijk nog wel in het fenomeen management? In leidinggeven?

nr. 4 | 2016

SPECIAL

34

Page 35: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

1. Bewust leiderschap: je bent je bewust van je eigen waarden, patronen en kwaliteiten. Je beschouwt jezelf als regisseur van jezelf en weet wat de situatie in je werk van jou vraagt aan interventies. Je vertrouwt hierbij op je innerlijk kompas en bent trouw aan jezelf. Je vergroot je impact door je eigen visie na te leven en standvastig om te gaan met de onzekerheden en uitdagingen op je werk.

2. Een ster zijn in het aangaan en onderhouden van relaties: je kunt communiceren en verbinden. Je durft conflicten aan te gaan. Je kunt beïnvloeden zonder machtsuitoefening, waarbij je je inleeft in de ander en bereid bent je zienswijze aan te scherpen. Maar tegelijk blijf je wel overeind wat betreft je visie. Je haalt het maximale uit samenwerkingsverbanden en collega’s.

3. Het kunnen verdragen dat je iets niet weet: je durft los te laten. De huidige manier van beleidsontwikkeling vraagt om een meer organische en procesgerichte bena-dering in dialoog met diverse partijen. Dit houdt in dat je niet alles in de hand hebt en moet durven vertrouwen op het proces. Het belangrijkste wat je wel kunt doen is inspireren, aandacht geven, luisteren en aansturen op echtheid en openheid. n

Leiderschap binnen de publieke sector blijft een kwestie van samen onderzoe-ken hoe het nog daadkrachtiger, leuker en menselijker kan. Je maakt hier flinke stappen in tijdens onze training Leiderschap, Reflectie en Ontwikkeling: een leiderschapsprogramma van de Baak voor het middenmanagement van de publieke sector, die dit voorjaar alweer de honderdste editie viert! Kijk voor info op debaak.nl/LRO.

Tekst Dorian van der Kooij | Beeld Shutterstock

Dorian van der Kooijis trainer bij Leiderschap, Reflectie en Ontwikkeling

‘Inspireren, aandacht geven, luisteren en aansturen op echtheid’

nr. 4 | 2016

SPECIAL

35

Page 36: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

nr. 4 | 2016

36B

uit

enla

nd

Page 37: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Rare jongens, die Zwitsers!

Terwijl Nederland zich opmaakt voor het Oekraïne-referendum, hebben de Zwitsers zich dit jaar al vier keer kunnen uitspreken over wetsvoorstellen. En dat alleen op nationaal niveau. De Zwitserse democratie berust op een fijnmazig weefsel van beleidsvoorbereiding, parlementaire besluitvorming en de wil van het volk. Maar een toenemend aantal volksinitiatieven van de Zwitserse Volkspartij roept vragen op over het functioneren ervan. ‘We zijn geen directe democratie à la Asterix en Obelix, waarin het volk als enige over alles beslist.’

Beleid geldt pas als de referendum-deadline voorbij is

Het is zondagochtend in Zürich. In het Casa d’Italia mengen Italiaanssprekende ouderen, jonge Europeanen en migranten van verre landen zich tussen Zwitserse

politici. De Raad van Buitenlanders van Zürich organiseert een debat. Er is reden tot onge-rustheid. De Zwitserse Volkspartij SVP heeft een volksinitiatief gelanceerd dat criminele buitenlanders, ook voor kruimeldiefstal of te hard rijden, zonder pardon het land uit wil zetten. Er is geen juridisch beroep mogelijk. Het wetsvoorstel druist in tegen de grondwet en tegen het internationaal volkenrecht. Het is straks niet eens te implementeren. Om over de internationale reputatieschade nog te zwijgen. Het is drie weken voor de stemming.

De volksraadpleging over de zogenaam-de ‘Durchsetzungsinitiative’ komt net na de rellen in Keulen in de nieuwjaarsnacht. Het parlement, dat het volksinitiatief indertijd heeft goedgekeurd, heeft boter op het hoofd. Een Duitse docente in het publiek vraagt de politici in het panel of ze zich niet schamen zo’n discriminerend wetsvoorstel überhaupt aan het volk voor te leggen. De Duitse - hoogzwanger - wil haar kind niet laten opgroeien in zo’n samenleving. Ze voelt zich, samen met de andere buitenlanders in deze stad, gekwetst en gediscrimineerd. Een derde van de bevolking van Zürich heeft geen Zwitsers paspoort. Voor heel Zwitserland is dat percentage maar liefst 25 procent. Hoeveel hoogopgeleide buitenlanders willen nog in

Tekst Renske HeddemaBeeld Aad Goudappel Volksinitiatief: een groep bur-

gers verzamelt binnen achttien maanden honderdduizend handtekeningen voor een zelf geformuleerd wetsvoorstel. Facultatief referendum: burgers willen een parlementsbesluit torpederen en brengen binnen honderd dagen na publicatie in het staatsblad vijftigduizend handtekeningen bijeen. Een paar maanden later volgt een volksraadpleging.Verplicht referendum: de regering is verplicht een grondwets- wijziging aan het volk voor te leggen. Vernehmlassung: het sonderen van maatschappelijke groeperingen voordat een wetsontwerp geformuleerd wordt.

nr. 4 | 2016

37B

uiten

land

Page 38: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

een land komen werken, waar ze met een dergelijke rechtsongelijkheid worden geconfronteerd?

Belastingbetaler‘Dit volksinitiatief is erger dan een vergissing,’ schreef de liberale Neue Zürcher Zeitung. ‘Het is dwaasheid.’ Toch verloopt het samenspel tussen regering, politiek en volk meestal goed. Het mede-beslissingsrecht over wetgeving zit in het Zwitserse dna. Zo zendt de Zwitserse tv op vrijdagavond half elf, als elders in Europa amusementsprogramma’s lopen, het programma Arena uit. In de arena wordt fel gedebatteerd tussen ministers, politici, burgers, en belangengroeperingen. Eén woord domineert elke discussie: de belastingbetaler. Wie betaalt bepaalt. De burger is soeverein. Zo gaan de Zwitsers hun weekend in.De belasting wordt één keer per jaar achteraf geheven. De Zwitserse burgers betalen de rekening voor overheidsdiensten en nemen de uitvoerders stevig de maat. Die laatsten zijn daaraan gewend. Ambtenaren, de belastinginspecteur incluis, zijn gemakkelijk benaderbaar, bij elk formulier staat een naam en een direct telefoonnummer. Het Zwitsers staatbestel wordt decentraal en bottom-up bestuurd.‘Het woord Beamte - ambtenaar - is voor de Zwitsers een Pruisisch of Oostenrijks begrip,’ zegt Professor Georg Kohler van de Universiteit van Zürich. ’De staat is hier geen heerser over burgers; er is een collegiale verhouding tussen overheidswerknemers en de bevolking.’

Referendum-deadline‘Iedere ambtenaar en politicus weet dat wetsvoorstel-len ook in het openbaar verdedigd moeten worden,’ aldus Peter Füglistaler, directeur Openbaar Vervoer bij de Zwitserse Federatie. ‘We moeten begrijpelijke wetsvoorstellen schrijven die de meerderheid van de bevolking kan volgen en steunen. We kunnen niet simpelweg een stuk naar de Kamer sturen en

hopen dat het parlement het goedkeurt.’ Daar staat tegenover dat, als het volk expliciet ‘ja’ zegt tegen het beleid, het draagvlak vaak voor jaren is verzekerd. Dat geldt bijvoorbeeld voor de peperdure spoor-tunnels door de Alpen NEAT (Neue Eisenbahn Alpen Transversale). De bouw zou zo’n 25 miljard euro gaan kosten. In 1994 werd de Zwitsers een grondwets- wijziging voorgelegd die de Alpen moest bescher-men tegen het goederenverkeer ten gunste van het transport door de spoortunnels. Om het project te financieren zou de benzine aan de pomp zo’n 15 cent per liter duurder worden. De Zwitsers zeiden ‘ja’. Het ministerie had er wel voor gezorgd om naast de nieuwe Gotthardspoortunnel die straks in juni wordt geopend een tweede tunnel in het Franse deel van de Alpen - de Lötschberg-Simplon tunnel - op te nemen in het wetsvoorstel. Ook kwam er wetgeving ter beperking van geluidsoverlast en bescherming van de natuur. Op die manier konden Zwitsers in alle taalgebieden en omwonenden van de nieuwe tracés het wetsvoorstel steunen. De opgebouwde goodwill zorgde ervoor dat het volk in 2014 opnieuw ‘ja’ zei tegen een budgetverhog-ing voor spoorinfrastructuur met 4 à 5 miljard per jaar. Zo is de financiering van grote infrastructurele spoorprojecten voor jaren vastgelegd. De directeur Openbaar Vervoer, die met dat budget

‘Wie betaalt bepaalt, bepaalt. De burger is soeverein’

0 35 40 45 50 55 60 65 100% %

NEE X 1 966 976 1 375 058 X JA

Bij het laatste referendum in februari over het Durchsetzungsinitiative stemde 58,9 procent van

de Zwitserse bevolking tegen het voorstel om ‘criminele’ buitenlanders het land uit te zetten.

nr. 4 | 2016

38B

uit

enla

nd

Page 39: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Tussen het indienen van de handtekeningen voor een volksinitiatief en de volksstem-ming ligt een jaar of twee. De meeste Zwitsers stemmen per brief. Uitwijkmogelijkheid biedt het stemlokaal op de zondagochtend van de stem-ming. De gemiddelde opkomst blijft onder de 40 procent. Bij spannende nationale onder-werpen kan dat oplopen tot 60 procent. Naast een meer-derheid van de burgers, moet ook een meerderheid van de kiesdistricten (de kantons) voor een voorstel stemmen. 25 Procent van de inwoners van Zwitserland heeft geen stemrecht, vaak niet eens op gemeentelijk niveau: de buitenlanders.

De media geven een stem- advies af, afhankelijk van de politieke kleur van de publi-catie. De publieke omroep is neutraal en laat ministers de burgers direct toespreken. Met de regelmaat van de seizoenen weerklinkt na het journaal het vertrouwde ‘Beste medeburgers, wij stemmen binnenkort over….’ Ingeleid door alphoornklanken.

ook meebetaalt aan de toeleverancier voor de spoortunnels, de Rotterdamse haven, is er blij mee. De eerste duizend ritten door de nieuwe Gotthardspoortunnel zijn voor de burgers. Er waren honderdzestigduizend aanmeldingen; een bewijs hoe breed het beleid wordt gedragen, meent de topambtenaar.

Vanzelfsprekendheid‘Je weet dat het beleid pas geldt als de deadline van het referendum is geweest,’ aldus hoofd Integratiebevordering van de stad Zürich, Christoph Meier. ‘Je helpt B&W dus voorstellen zo te formuleren dat de kans op beroep klein is. Toch kan de overwegend linkse stadsregering nooit vanzelfsprekend rekenen op de steun van de eigen achterban. Onenigheid bij links kan er toe leiden dat de behandeling in de gemeenteraad resulteert in een slecht besluit en burgers toch een referen-dum aanhangig maken. Een wetsontwerp moet goed in elkaar zitten en uitvoerbaar zijn, als het volk ‘ja’ zegt. En je moet de argumenten op een rij hebben om het wetsvoorstel tegenover de burgers te verdedigen.’ Ook voor directeur Stadsontwikkeling Zürich, Anna Schindeler, is de directe democratie een vanzelf-sprekendheid. Ook al worden grote bouwprojecten zoals een voetbalstadion of een congrescentrum keer op keer door het volk verworpen. ‘Dat kan frus-trerend zijn,’ zegt ze, ‘maar er is veel steun voor de financiering van sociale woningbouw, scholen en tramlijnen.’ Ze voert momenteel de opdracht van het volk uit om het percentage sociale huurwon-ingen in de stad van 25 procent naar 33 procent te brengen. Het gaat bij stadsontwikkeling altijd om veel geld. De burgers zijn bij alle besluiten via verplichte referenda betrokken en dat is goed zo, meent Schindeler. De directe democratie betrekt de burgers niet alleen aan het einde van het proces bij de

besluitvorming. Het medewetgevingsrecht is ook ingebed in een sonderingsproces waarbij burgers en belangengroeperingen vanaf het begin worden betrokken: de zogenaamde Vernehmlassung. Schriftelijke inspraak wordt ingehaald nog voordat er één letter op papier staat. Desondanks loopt de nationale regering soms te ver op de troepen vooruit. Een mijlpaal in de politieke geschiedenis van Zwitserland was het nipte ‘nee’ van het volk in 1992 tegen aansluiting bij de EER, de Europese Economische Ruimte, een voorportaal van de EU. De regering was er vast van overtuigd dat het volk ‘ja’ zou zeggen tegen ‘EU-light’. Het pakte anders uit. Sindsdien zet de SVP het volk met succes op tegen de ‘politieke klasse’ in Bern. In 2009 haalde het wetsvoorstel tegen de bouw van minaretten van de SVP een meerderheid van ruim 57 procent bij de burgers. Ook het ‘uitwijzingsinitiatief’ uit 2010 en het ‘initiatief tegen massale immigratie uit 2014’ werden overwinningen voor de SVP. De Volkspartij heeft van de volksraadpleging een voertuig van misnoegen gemaakt waarmee ze voortdurend de krantenkoppen haalt.

Fundamenteel misMet het Durchsetzungsinitiative van de SVP bevindt het instrument zich in een crisis, meent professor Kohler. ‘Het negeert de grondwet; het parlement en de rechterlijke macht worden uitgeschakeld. We zijn geen directe democratie à la Asterix en Obelix, waarin het volk als enige over alles beslist.’ Vrijwel alle oud-ministers hebben het volk gewaar-schuwd niet voor te stemmen. 150 Hoogleraren van alle juridische faculteiten van het land lanceerden een manifest. De stadspresidente van Zürich ging de straat op en sprak een demonstratie verontruste burgers toe. Zegt Kohler: ‘De Zwitserse, directe democratie functioneert in een rechtsstaat met een informeel politiek klimaat waarin politici en be- leidsmakers in vanzelfsprekend contact staan met hun partners, de burgers. Als deze politieke cultuur wordt geschonden, is er iets fundamenteel mis.’ Op zondag 28 februari verwierpen de Zwitsers met een ruime meerderheid van 58,9 procent het volks- initiatief van de Zwitserse Volkspartij. Minister van Justitie Simonetta noemde de uitslag ‘een teken van rijpheid en democratische volwassenheid’.

‘De SVP maakt de volksraad-pleging tot een voertuig van misnoegen’

nr. 4 | 2016

39B

uiten

land

Page 40: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Wat vormt volgens jou de grootste uitdaging voor de overheid? Met die vraag schreven de makers van de omooc-collegereeks ‘Challenging Government’ vorig jaar een essaywedstrijd uit. Op 15 januari jl. werd de winnaar bekendgemaakt tijdens een Challenging Government-bijeenkomst in Leeuwarden. De jury bestond uit vertegenwoordigers van de Vereniging voor Over-heidsManagement (VOM), Public Cinema, de Thorbecke Academie Leeuwarden en Bestuurskunde Haagse Hogeschool.Martin de Koning won de essaywedstrijd. Zijn essay wordt verfilmd als video- college door Public Cinema. Ook kreeg hij, samen met de nummers 2 en 3 een masterclass ‘Verhalen vertellen in beeld en geluid’ aangeboden.

Free fighting voor een Verenigd Europa

De overheid als uitdager achter de schermen

Het blijft de uitvinding van de eeuw, dat Verenigd Europa, maar de handleiding ervoor is bepaald nog niet geschreven. Juist omdat ambtenaren minder te verliezen hebben dan politici, minder van stipendia afhankelijk zijn dan wetenschappers en minder aan hun sound bites hoeven te denken dan journalisten en presentatoren, zijn ze bij uitstek geschikt om Europese interculturele struikelstenen zichtbaar en bespreekbaar te maken. Een prachtige manier om van een uitgedaagde een uitdagende overheid te worden!

Tekst Martin de Koning

nr. 4 | 2016

40Ess

ay

>

Page 41: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Hoe dieper je in een voor jou nieuwe cultuur duikt, hoe gefrustreerder je na enige tijd wordt. Daar bestaat een aardige grafiek van:

Emigranten beginnen hun buitenlands avontuur vaak euforisch, starten vaak met een soort toeris-tengevoel: Wat een mooi land; het is hier veel leuker dan thuis! Daarna volgt vaak - en snel - het diepe aanpassingsdal: de scholen zijn anders, het

eten is anders, je maakt geen nieuwe vrienden. En de inte-gratie, het nieuwe evenwicht, volgt pas als je niet voortij-dig bent afgeknapt. En als je integratie wel min of meer geslaagd is, ben je vrijwel altijd wiser and sadder geworden: het gras is elders zelden groener. In zo’n intercultureel aanpassingsdal liggen nogal wat struikelstenen. Soms duidelijk zichtbare, maar veel vaker nogal lastige, driekwart ondergrondse stenen. Hier volgen als voorbeeld een paar van die struikelstenen, Nederlands-Franse stenen in dit geval.Hoe zit het in Frankrijk eigenlijk met de Franse vlag? Mag je daar een beetje de spot mee steken? En met die beroemde Franse haan? En met dat eeuwige stokbrood? Zijn er kortom symbolen die daar gevoelig liggen? En die beleefde afstandelijkheid van ze, waarom doen ze dat eigenlijk? En dat eindeloos durende avondeten? En dat oeverloze praten en niet tot de kern van de zaak komen? Zijn dat rituelen die je goed moet kennen? En die De Gaulle, is dat echt zo’n historische held van ze? En die Jeanne d’Arc, dat was toch gewoon een gods-diensthysterisch wicht? Of mag je dat daar niet zeggen? Zijn dat de onaantastbare helden van Frankrijk? En zo ja: waarom zijn ze dat eigenlijk? En ’t moeilijkste van alles: waarom denken ze zo hiërarchisch, terwijl ze individueel minstens zo eigenwijs zijn als wij? Wat zijn kortom eigenlijk de belangrijkste Franse waarden?

MentaliteitenDit soort vragen heb ik mijn voormalige internationale studenten jarenlang voorgelegd. Op dezelfde wat badinerende toon, om ze te prikkelen, om hun meedenken, hun protest te stimuleren. Het interesseerde ze bijzonder, maar ik heb niet het idee dat ik ook maar het kleinste flintertje heb bijgedragen aan een beter intercultureel begrip. Maar het zij hen - en mij - vergeven: het was maar een bijvakje, harde vakken als finance en minder harde als

‘Interculturele verschillen erkennen is explosieve materie’

nr. 4 | 2016

41Essa

y

Page 42: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

international marketing gingen voor. Maar dat interculturele theorieën ook buiten het hoger onderwijs geen schokje van inzicht heeft kunnen wekken - niet bij het grote publiek, niet in de media, niet bij het bedrijfsleven, niet in de wetenschap, niet in de politiek, niet bij de overheid - dat vond ik aanvan-kelijk wel wat beschamend en verontrustend. Nu - na een jaar of tien - begrijp ik het allemaal wat beter. Behalve van de Europese overheden. Die laten echt een kans liggen die ze hadden kunnen grijpen. Ik kom daar op het eind van dit betoog op terug. Laten we eerst voor de onmacht van die andere spelers op het Europees toneel een beetje begrip tonen.Dat een samenleving erg gevoelig blijkt voor macht of in diepste wezen collec-tivistisch denkt of - nog een parameter - weinig talent blijkt te hebben voor improvisatie, het zijn allemaal inzichten die het grote publiek niet graag hoort, die door de media als niet in twee minuten communiceerbaar worden beschouwd en die door het bedrijfsleven als niet winstgevend worden afge-serveerd. Dat is een korte en harde constatering, maar het is volgens mij niet anders. Maar waarom doen de wetenschap en de politiek zo weinig met de

vaak behoorlijk onderbouwde claims van interculturele denkers? Omdat, denk ik nu, die claims vaak over mentaliteiten gaan, over diep gewortelde reflexen in samenlevin-gen. En wat moet je daarmee als wetenschapper of politicus? Wetenschappelijk aantonen dat bijvoor-beeld de Duitse samenleving niet zo risicomijdend is als onderzoek beweert? Stel dat je dat al lukt, dan heb je hoogstens die Duitsers onder de kin gekieteld die zich niet herkennen in die Germaanse risicomij-ding. Probeer in de huidige universitaire concurrentie maar eens onderzoeksgeld los te peuteren voor zo’n Wiedergutmachungsonderzoek! In de (internationale) politiek zijn interculturele inzichten nog veel moeilijker openlijk bruikbaar. Daar zijn die inzichten vaak tijdbommen. Welke Noord-

Europese politicus heeft tijdens de schuldencrisis van de Griekse samenleving bijvoorbeeld durven zeggen dat Griekenland een zeer collectief denkende samenleving is? Laat staan dat zo’n politicus de consequenties van die constatering onder woorden durfde brengen: een collectivistische samenleving, dus een samenleving waarbij eergevoel, je eigen gezicht bewaren en je buren ontzien veel zwaarder tellen dan eerlijk schuldigen aanwijzen en bestraffen. Kom daar maar eens mee voor de dag aan de politieke onderhandelingstafel!

RöntgenfotoMisschien moet ik mijn hoop vestigen op de overheid. Die werkt tenslotte achter de schermen die ministeries heten, die kan meer in de luwte opereren, die bereidt eerder besluiten voor dan dat ze ze moet doordrukken. Die mag in ieder geval gedurfder aan free fighting doen dan politieke gladiatoren in de Brusselse arena’s zich kunnen veroorloven. Interculturele verschillen durven erkennen en bespreekbaar maken is nu eenmaal explo-sieve materie. Het vereist één van de moeilijkste dingen: de geestelijke soepelheid om jezelf te kunnen zien door de ogen van een ander. Dat kunnen we bij onze geliefde al nauwe-lijks: naar onszelf kijken door zijn of haar ogen. Als je aan de eettafel en in je schoolbank

‘Wat je aan de eettafel en in de schoolbank

aan wereldbeeld is ingeprent, wordt je

mentale software’

Martin de Koning (1946) was 25 jaar docent Nederlands in het Hoger Eco- nomisch Onderwijs. De laatste tien jaar aan de International Stream, waar hij Nederlands aan buitenlanders doceerde en het keuzevak Intercul-tural Awareness. De Koning is inmiddels gepensioneerd.

nr. 4 | 2016

42Ess

ay

Page 43: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

een wereldbeeld is ingeprent, wordt dat je mentale software. En door die software bekijk je de wereld. Het blijkt echter buitengewoon moeilijk om als culturele buitenstaander zoiets subtiels in het dagelijks leven van andere culturen te herkennen. Daarom blijft het bijna altijd bij clichés: Arrogante Fransen, corrupte Italianen, nepotistische Grieken... het is de eerste indruk houden voor de waarheid. Het is als met het oordeel van een te kort opgeleide röntgenoloog: wel de röntgenfoto kunnen maken,

maar hem niet met geoefend oog kunnen interpreteren. Maar hoe lastig het allemaal ook is: als we een Verenigd Europa willen, en niet alleen een federaal verbond, zullen we nog flink van elkaar moeten leren. In zo’n echt verenigd Europa zullen we namelijk een paar zaken min of meer gelijk moeten trekken. Zaken die berusten op diep gevoelde waarden, waarden waarover we nog fors van mening verschillen. Hoe zou bijvoorbeeld de beste Europese artsenopleiding eruit moeten zien? Wat zou het redelijkste Europese belastingsysteem zijn? Wat de beste vorm van rechtspraak? En hoe zouden middelbaar en hoger onderwijs de twee Europese oervormen van kennis-overdracht (hoorcolleges geven of via een levendige discussie met je studenten je kennis overdragen) creatief kunnen mixen? Hoe meng je bij de presentatie of uitwer-king van een probleem de Duitse behoefte aan Gründlichkeit, met de Franse hang naar cartesiaans schematiseren en de Angelsaksische voorkeur voor pragmatische down to earth-benaderingen? Hoe voorkom je dat een internationale werkgroep vastloopt, omdat de Fransen roepen Quelle banalité!, de Engelsen verzuchten So what?! of de Duitsers erbij schrijven Bitte, mache deine Hausaufgabe noch mal!

Verenigd EuropaJuist omdat ambtenaren minder te verliezen hebben dan politici, minder van stipendia afhankelijk zijn dan wetenschappers en minder aan hun sound bites hoeven te denken dan presentatoren en journalisten, zouden ze bij uitstek geschikt zijn om de Europese interculturele struikelstenen zichtbaar en bespreekbaar te maken. Misschien kunnen ze zelfs wel de actoren worden die een begin maken met het gladstrijken ervan, de mediators worden van onze nationale staten. Een prachtige manier om van een uitgedaagde een uitdagende overheid te worden!We zijn nog maar net begonnen met ons te verenigen. Het blijft de uitvinding van de eeuw, dat Verenigd Europa, maar de handleiding ervoor is bepaald nog niet geschreven. Voor we het weten zitten we aan versie ‘EU 3.8 (Deze versie vervangt alle vorige handleidingen)’. Maar laten we niet wanhopen. Keulen en Aken werden ook niet op één dag gebouwd. En het gebouw Europa loopt niet slechts van Keulen tot Aken, maar van Athene tot Amsterdam en dat gebouw willen we niet alleen van buiten, maar ook van binnen restaureren. Het moet er niet alleen voor het oog goed uitzien, je moet er ook nog in kunnen werken. Dat gaat tijd kosten, maar het kan een spectaculair gebouw worden. n

‘Voor een Verenigd Europa moeten

we nog flink van elkaar leren’

Meer lezen• Geert en Gert-Jan Hofst-

ede, Allemaal anders-denkenden, Uitgeverij Business Contact, ISBN 9025426816.

• Philippe d’Iribarne, Eer, contract, consensus, Uitgeverij Nieuwezijds BV, ISBN 9057120259.

nr. 4 | 2016

43Essa

y

Page 44: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Overheden en burgerrechtenorganisaties worstelen wereldwijd met de tegenstellingen tussen privacy en veiligheid. In hoeverre moet privacy wijken voor een veilige samenleving? Ook gemeenten dienen zich deze vraag te stellen. Zij zijn verantwoordelijk voor zowel de veiligheid van inwoners als die van veel (privacy)gevoelige informatie.

Privacy en veiligheid zijn geen tegenpolen

‘Wees transparant met persoonsgegevens’

In onze eigen zoektocht naar de noodzaak van privacy-maatregelen hebben we een voorstel geschreven voor ‘gemeentelijk privacyvoorwaarden’, die we u graag even voorleggen:

De gemeente verzamelt gegevens om doeltreffend te kunnen werken en je de beste ervaringen met onze dienstverlening te kunnen bieden. Je geeft een aantal van deze gegevens rechtstreeks aan ons door, bijvoor-beeld wanneer je contact met ons opneemt voor ondersteuning. Een deel van de gegevens verkrijgen we door vast te leggen hoe je met onze dienstverle-ning omgaat. We krijgen ook gegevens van derden (inclusief bedrijven).We proberen de gemeente online, foutvrij en veilig te houden, maar je gebruikt het op eigen risico. We garanderen niet dat de gemeente altijd veilig, beveiligd of foutvrij zal zijn of dat de gemeente altijd zal werken zonder storingen, vertragingen of onregelmatigheden.Onze totale aansprakelijkheid die voortvloeit uit deze verklaring of van de gemeente zal niet hoger zijn dan honderd euro of het bedrag dat je ons in de afgelopen twaalf maanden hebt betaald.Wanneer je inhoud uploadt naar, toevoegt aan, verzendt naar of ontvangt van de gemeente, verleen je de gemeente (en degenen met wie we samenwer-ken) een wereldwijde licentie om dergelijke inhoud te gebruiken, te hosten, op te slaan, te reproduceren,

aan te passen, afgeleide werken daarvan te maken (zoals afgeleide werken als gevolg van vertalingen, aanpassingen of andere wijzigingen die we aanbren-gen om ervoor te zorgen dat je inhoud beter werkt met onze dienstverlening), te communiceren, te publiceren, openbaar uit te voeren, openbaar weer te geven en te distribueren.Deze licentie behoudt haar geldigheid, ook als je het gebruik van onze dienstverlening staakt (bijvoor-beeld in geval van een verhuizing naar een andere gemeente).

Onacceptabele voorwaarden voor gemeenten? Waarschijnlijk, maar dit zijn wel de letterlijke teksten uit de privacy- en gebruiksvoorwaarden van Google, Microsoft en Facebook, waarbij we hun namen even hebben vervangen door ‘de gemeente’. Het zijn voor-waarden waarmee de inwoners van Nederland naar alle waarschijnlijkheid al lang en breed akkoord zijn gegaan. Dat burgers deze voorwaarden ongezien accepteren, ontslaat bedrijven en overheden echter niet van de plicht zorgvuldig en transparant om te gaan met persoonlijke gegevens.

AppleOf ligt het toch wat anders? Ik denk van wel. De echte tegenstelling is niet die tussen privacy en veiligheid, maar tussen gebruiksgemak en privacy. Hiernaast blijkt het in de praktijk lastig om te zien welke informatie waar

VNG

nr. 4 | 2016

44

SPECIAL

Page 45: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Tekst Larissa Zegveld, directeur KING

is opgeslagen en voor welk doel het wordt gebruikt. Sterker nog: er is wat mij betreft vanuit het oogpunt van burgers juist een duidelijke relatie tussen veilig-heid en privacy. Het is de kunst om privacy te waarborgen, terwijl het gebruiksgemak niet in het geding komt en met de belangen van alle betrokken partijen rekening wordt gehouden.Het belang van bedrijven is hun bestaansrecht op lange termijn. Dat zij niet lichtzinnig omgaan met de privacy van klanten blijkt wel uit de opstelling van Apple die weigert de FBI gegevens te verstrekken. Zelfs met een uitspraak van de rechter die ze daartoe dwingt, is het de vraag of Apple de gevraagde informatie zal leveren.Het belang van de overheid is een veilige en rechtvaar-dige samenleving waarin de privacy van het individu wordt gerespecteerd. Nederlandse gemeenten werken daarom hard aan het implementeren van een stelsel van maatregelen dat de veiligheid van burgers moet waarborgen door het bewaken van hun privacy. Het is de ambitie van dit kabinet dat burgers en bedrijven in 2017 hun zaken met de overheid digitaal kunnen regelen. Privacy gaat in dit kader over het transparant zijn over wat je met iemands persoonsgegevens doet, dat je de gegevens behandelt in overeenstemming met de keuze van de betrokken persoon en dat je ervoor zorgt dat je niet meer vastlegt dan noodzakelijk en de gegevens alleen gebruikt voor het doel dat is afge-sproken of dat wettelijk is vastgelegd. Gemeenten zijn hierbij op de goede weg. In 2013 hebben zij gezamenlijk de Informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten (IBD) opgericht om te zorgen voor de belangrijkste randvoor-waarde voor privacy: informatieveiligheid.

TegenpolenAan gemeenten de taak om de gegevens die zij beheren zo veilig mogelijk te verwerken en te beschermen tegen misbruik door derden. Hierbij geldt dat gegevens alleen worden benaderd door personen die daartoe gerechtigd zijn en voor het doel waarvoor ze zijn opge-slagen. Het vastleggen van voor-

waarden waaronder gegevens beschikbaar zijn voor politie, justitie en inlichtingendiensten is onderwerp van het maatschappelijke en politieke debat. Dit kan echter niet afdoende op gemeentelijk of nationaal niveau worden geregeld. De Europese Unie is daarom al enkele jaren bezig met een Europese privacywet. Het doel van die wet is duidelijk: burgers controle geven over hun (online) gegevens. Dit wil zij doen door middel van transparantie, privacy by default en the right to be forgotten.Het zou zonde zijn om in het debat over privacy en veiligheid de twee als tegenpolen te behandelen. Dat doet geen recht aan de inspanningen van alle partijen om zorgvuldig om te gaan met gegevens van burgers, inwoners en klanten. Bedrijven hebben al aangetoond een stevig standpunt in te nemen als het gaat om het beschikbaar stellen van informatie aan overheden en forceren hiermee een maatschappelijk debat. Aan ons de taak om de uitkomsten van dit debat te verwerken in een werkbaar stelsel van beveiligingsmaatregelen. n

SPECIAL

‘Het moment waarop gegevens beschikbaar zijn

voor justitie, kan niet door

gemeenten worden geregeld’

nr. 4 | 2016

45

Page 46: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

U kent het vast wel: u wacht vol spanning op van een instantie. Maar zodra de brief of e-mail komt, moet u eerst door een woordenbrij heen om aan het eind te ontdekken: uw bezwaar is gegrond/ongegrond, u krijgt wel/geen geld terug. Ervaren lezers gaan meteen door naar het eind van de e-mail of brief. Waarom maken we het zo moeilijk?

Helaas gaat het met veel beleidsnota’s van de overheid zoals hierboven: eerst pagina’s vol bespiegelingen, om aan het eind te ontdekken: we gaan iets wel/niet anders doen. Het is de klassieke opbouw waaraan de ambtenaar nu eenmaal

gewend is: zo doen we het altijd. Eerst alles goed uitleggen - neemt u nog een kopje koffie, koekje erbij - en niet schromen om eerder al verstrekte informatie te herhalen, pas dan komt de aap uit de mouw. Volledigheid boven alles is het motto.

Terloopse tussenzinNeem nu de brief van minister Schippers van VWS van 12 februari 2016 aan de Tweede Kamer over de ordening in het ambulancevervoer. Die telt vier dicht getikte pagina’s met waardevolle bespiegelingen. Naar de conclusie is het echter

zoeken. Die staat heel terloops bovenaan

pagina 2 en wat uitvoeri-ger in de laatste (!) alinea

van de brief: de tijdelijke wet wordt nog twee jaar verlengd

totdat de situatie in ambulance-land wat meer uitgekristalliseerd is.

Die terloopse tussenzin op pagina 2 luidt: ‘Dit maakt dat ik voornemens ben de werking

van de Tijdelijke wet ambulancezorg met een beperkte periode te verlengen.’ Letterlijk de laatste

zin op pagina 4 van de brief luidt: ‘Om die reden acht ik enig uitstel van de structurele beslissing over de toekomstige vormgeving van de Nederlandse ambulancezorg noodzakelijk en gerechtvaardigd en ben ik voornemens de werking van de Twaz met een periode van 2 jaar te verlengen tot en met 2019.’ Had dat dan meteen in de eerste alinea van de brief gezegd, denk ik bij mezelf. Dan had ik niet eerst die hele brief hoeven te lezen om de uitkomst te weten. Dan had ik die terloopse zin op pagina 2 ook niet gemist. Bovendien had ik de brief met andere, meer geïnteresseerde, ogen gelezen. Nog mooier was het geweest om de conclusie in de titel van de brief op te nemen: ‘Structurele regeling ambulancezorg twee jaar uitge-steld’ of ‘Tijd nog niet rijp voor structurele regeling ambulan-cezorg’. Nu heeft de brief een nietszeggende titel, ik ben haar meteen vergeten.

KlantvriendelijkheidWaarom is het eigenlijk beter om - als het kan, in dit geval kan dat zeker - meteen met de deur in huis te vallen, denkt u wellicht? Is een ordentelijke opbouw met geschiedenis, ontwikkelingen, pro’s en contra’s en goede argumentatie niet beter? Nee, dat denk ik niet. En dat heeft vooral te maken met het gemak voor de lezer, klantvriendelijkheid zo u wilt. Die heeft met helderheid aan het begin van een brief of nota de keuze: ben ik tevreden met de conclusie of de uitkomst en laat ik het daar verder bij of wil ik me inhoudelijk verder verdiepen in de inhoud? Veel nota’s van de overheid gaan er nog vanuit dat de lezer alles moet lezen, niet dat de lezer alles kan lezen.

Tekst Gert Riphagen

Had dat dan meteen gezegd!

nr. 4 | 2016

46

NOTADOKTER

Page 47: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Datum: 12 februari 2016 Ons kenmerk: 841772-141718-CZ

Geachte voorzitter,

Op 17 juni 2015 heb ik uw Kamer per brief geïnformeerd over de stand van zaken rond de

ontwikkeling van structurele ordeningswetgeving in de ambulancezorg1. In die brief

heb ik geschetst dat het ministerie hierover nog in overleg was met Ambulancezorg

Nederland (AZN) en Zorgverzekeraars Nederlnd (ZN). Per brief van 28 september jongst-

leden (2015Z17599) heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport mij

gevraagd om nadere informatie over de resultaten van deze gesprekken. Met deze brief

voldoe ik aan dit verzoek.

Zoals ik in mijn brief van 17 juni (…) Ik heb uw Kamer deze analyse eerder doen toekomen2.

Gedurende de overleggen met AZN en ZN is echter steeds duidelijker geworden dat de

omgeving waarin de ambulancezorg opereert nog volop in beweging is en dat dit nog steeds

majeure onzekerheden meebrengt over de toekomstige rolverdeling tussen partijen en de

taakuitoefening door de ambulancesector. Dit maakt dat ik voornemens ben de werking van

de Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz) met een beperkte periode te verlengen. Dergelijke

onzekerheden waren (…) verantwoordelijkheden van de verschillende kolommen daarin.

In een dergelijke onzekere omgeving werd het destijds niet verstandig geacht te kiezen voor

een definitieve ordening van de ambulancezorg.

Ten aanzien van de inrichting (…) waarin wordt vastgelegd hoe de spoedzorg het beste

georganiseerd kan worden. Of dit ook zal leiden tot een verdere concentratie is nu nog niet

bekend. Het Zorginstituut begeleidt dit proces verder, planning is dat eind 2016 dit kwali-

teitskader wordt vastgesteld. Dit traject is dus nog in volle gang en daarbij is nog ondui-

delijk hoe de rol van zorgverzekeraars in de acute zorgketen vervolgens uitkristalliseert.

De mate waarin zorgverzekeraars een actieve (…) zorgketen te optimaliseren. Gezien het

lopende traject ten aanzien van de acute zorg acht ik het nu nog geen goed moment voor

structurele besluitvorming over de rolverdeling tussen overheid en zorgverzekeraars ten

aanzien van de ordening van ambulance-zorg.

Bij de vormgeving en de precieze (…) om de 10 meldkamers als één virtuele organisatie te

laten samenwerken. Er wordt meer tijd genomen voor het uitwerken van de samenwer-

kingsmogelijkheden tussen de verschillende kolommen in de meldkamers en de multi-

disciplinaire taakuitvoering. Om te kunnen bepalen wat (…) voorjaar een pilot worden

gestart die naar verwachting eind 2016, begin 2017 wordt afgerond. Samen met de minister

van Veiligheid en Justitie zal ik er maximaal op inzetten dat zo snel als mogelijk na het

uitvoeren van deze pilot een definitieve keuze wordt gemaakt over de reikwijdte van het multi-

intake proces. De organisatorische vormgeving van de LMO zal daarna verder vorm gegeven

worden.

Helder is dat goed functioneren van de meldkamer (…) contract binnen de sector. De

ontwikkeling van een nieuwe wet voor de ambulancezorg en de realisatie van een lan-

delijke meldkamerorganisatie zijn onderling afhankelijk van elkaar en dienen zodoende in

nauwe betrokkenheid met elkaar tot stand te komen.

Daarnaast is van belang dat sinds de (…) op de kwaliteit van de ambulancezorg.

Bij de voorbereiding van de Twaz was de verwachting dat ongeveer drie jaar na inwerking-

treding van de Twaz bovenstaande ontwikkelingen voldoende uitgekristalliseerd zouden

zijn om de ordening van de ambulancezorg vorm te geven in structurele wetgeving. Alles

overziend ben ik echter van mening dat ditlaatste vooralsnog niet het geval is. Om die reden

acht ik enig uitstel van de structurele beslissing over de toekomstige vormgeving van de

Nederlandse ambulancezorg noodzakelijk en gerechtvaardigd en ben ik voornemens de

werking van de Twaz met een periode van 2 jaar te verlengen tot en met 2019.

Hoogachtend,

de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

mw. drs. E.I. Schippers

De opkomst van internet, met het systeem van gelaagde informatie (klik hier door) heeft ons lezen sterk beïnvloed, maar ons ambtelijk schrijven loopt daar dikwijls nog wat op achter.Bovendien: het één sluit het ander niet uit. U kunt meteen de conclusie van een brief of nota vermelden en daarna uitleggen hoe die conclusie is ontstaan, welke alternatieven zijn gewogen en welk onderzoek is gedaan. Zo blijft de inhoudelijke kwaliteit van de brief overeind, maar maakt u het de lezer wat gemakkelij-ker. Ik houd dus nadrukkelijk geen pleidooi voor oppervlakkige brieven en nota’s.Het is overigens helemaal niet verkeerd om een brief of een beleids-nota te beginnen met een samen-vatting van een paar alinea’s. Daarin kunnen aanleiding, overwegingen en conclusie vermeld worden. Gelukkig gebeurt dat ook wel, maar helaas te weinig, zoals de brief van Schippers laat zien. En zo moeilijk is het niet om het anders te doen. Minister Schippers had aan het begin van haar brief gewoon kunnen schrijven: ‘De afgelopen maanden heb ik bekeken of de tijdelijke wet voor de ambu-lancezorg, zoals toegezegd, in 2017 door een structurele voorziening kan worden vervangen. Ik ben tot de conclusie gekomen dat dat niet kan. Daarom verleng ik de tijdelijke wet met twee jaar tot en met 2019 en ik leg u in deze brief uit hoe ik tot dat besluit ben gekomen.’

Simpel, toch? n

nr. 4 | 2016

47

Page 48: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

‘Formeel hebben gemeenten een regiefunc-tie, maar in de praktijk zijn ze vaak hande-lingsverlegen,’ zegt Rien van Tilburg. Hij is voorzitter van het Clusius College, een agrarisch opleidingscentrum met diverse

vestigingen in de kop van Noord-Holland en lid van het bestuur van de MBO Raad, de koepelorganisatie van alle middelbare beroepsopleidingen. Gemeenten zijn zoekende naar de invulling van hun nieuwe rol, merkt Van Tilburg. Daarbij moeten ze nog ontdekken wat het beroepsonderwijs voor hen kan betekenen. ‘Vóór de transitie waren we volledig buiten beeld bij gemeenten. Nu schuiven we aan bij het overleg met het onderwijsveld over een regionale educatieve agenda. Dat is winst, al is het jammer dat de werkge-vers daar niet bij zijn. Ook werken we goed samen bij het op weg helpen van jongeren zonder start-kwalificatie. Wij kennen deze jongeren en kunnen daarom beter inschatten of ze kunnen doorstromen naar het onderwijs of dat ze beter een leer-werktra-ject kunnen volgen. Wij brengen daarover advies uit aan gemeenten, die een zorgplicht hebben voor deze groepen jongeren.’

Maar ook jongeren die hun opleiding wel voltooien, hebben vaak hulp nodig bij het vinden van geschikt werk. Gemeenten en UWV zijn hier druk mee, maar realiseren zich nog te weinig op welke wijze de mbo-instellingen hen hierbij kunnen helpen. Bestuurslid Gerard Oud van het Clusius College: ‘Wij hebben de leerlingen jarenlang in huis gehad, kennen hun thuissituatie, weten waardoor ze eventueel mislukken. Bovendien kennen wij de werk-gevers in onze regio. We hebben vijftienhonderd actieve stagebedrijven, die we enkele keren per jaar bezoeken. Gemeenten hebben zelf te weinig capa-citeit om hier veel aan te doen en staan bovendien te ver op afstand van de mensen om wie het gaat. Bij de net gereorganiseerde gemeente Alkmaar is er bijvoorbeeld één parttime beleidsmedewerker voor kwetsbare jongeren. Die doet ongetwijfeld zijn uiterste best, maar zijn mogelijkheden zijn beperkt.’ Overigens zitten werkgevers er niet op te wachten dat behalve de onderwijsinstellingen ook de gemeenten en het UWV bij hen op de stoep staan met dezelfde vragen. ‘Het kan beter en efficiënter,’ stelt Van Tilburg.

Gerard Oud en Rien van Tilburg van het Clusius College: ‘Gemeenten blijven nog te vaak steken in goede bedoelingen’

nr. 4 | 2016

48Pe

rcep

tie

Page 49: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

‘Het kan beter en efficiënter’

Hoe zorg je dat kwetsbare jongeren aan werk komen? Een uitdaging voor gemeenten, die sinds de invoering van de Participatiewet een regierol vervullen binnen de 35 arbeidsmarkt-regio’s. Ze blijven echter nog te vaak steken in goede bedoelingen, menen Rien van Tilburg en Gerard Oud van het Clusius College in Alkmaar. ‘Wij kunnen ze helpen, want wij kennen de jongeren om wie het gaat en weten waar de banen zijn.’

Beroepsonderwijs onmisbaar bij toeleiding naar werk

Het Clusius College kent twee groepen van risicoleerlingen. Ten eerste de vmbo-leer-lingen die dreigen te stranden, omdat ze de motivatie niet kunnen opbrengen om te leren. Ten tweede de leerlingen die net niet in staat zijn om een vmbo-diploma te halen. Tot voor kort was het mogelijk om deze groep met een aangepast vmbo-diplo-ma (‘leer-werktraject’) te laten instromen in het mbo, niveau 2, in de beroepsbegeleiden-de leerweg (bbl). Het aantal risico-leerlingen groeit, constateert Van Tilburg. ‘Dit heeft alles te maken met de invoering van het passend onderwijs, dat als doel heeft zoveel mogelijk jongeren een reguliere opleiding te laten volgen in plaats van praktijkonder-wijs of voortgezet specialistisch onderwijs. Op zichzelf is daar niets mis mee. Elk kind heeft recht op een zo normaal mogelijke jeugd. Maar het betekent wel een taak- verzwaring voor onze docenten. Bovendien hebben wij orthopedagogen en ontwikke-lingspsychologen in dienst moeten nemen

om de kwetsbaarste leerlingen extra zorg te kunnen bieden. Het spreekt vanzelf dat het meer inspanning vereist om deze groep naar werk te begeleiden.’

Gouden partnerHet Clusius College heeft hiervoor een oplossing gevonden in het project Groen Werkt, dat het samen met twee uitzendbureaus heeft opgezet. Van Tilburg: ‘Doel is twee-honderd jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen. Als agrarische opleiding mikken we daarbij op de Greenport Noord-Holland Noord, een van de zes greenports in Nederland. Vroeger dachten we: als leerlingen maar op school zitten, dan komt het vanzelf wel goed. Maar dan weet je niet precies waarvoor je ze opleidt. Voor de hogere niveaus in het mbo is dat

Tekst Simon KooistraBeeld Rick Akkerman

Hoe kijken externe actoren naar het functioneren van overheidsorganisaties? Wat verwachten ze van de overheid en hoe kan deze hen ondersteunen bij hun (maatschappelijke) doelstelling?

‘Formeel hebben gemeenten een regie-functie, maar in de praktijk zijn ze vaak handelings-verlegen’

nr. 4 | 2016

49Percep

tie

Page 50: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

geen probleem; die komen doorgaans wel netjes terecht. Maar voor de lagere niveaus ligt het anders. Als je die niet aansluitend op een opleiding naar werk begeleidt, lopen ze het risico langdurig in een uitke-ringssituatie te komen. Zonder werkervaring komen ze daar misschien nooit meer uit. Dat leidt tot hoge maatschappelijke kosten. Dus draaien we het nu om. We zoeken eerst een werkplek op bijvoorbeeld een zorgboerderij of bij een hovenier die al zorgtaken vervult; vervolgens organiseren we de bijbehorende scholing. Daarmee zijn we een gouden partner van de gemeenten. We nemen in feite een stukje van hun regierol over.’

JobcoachLaat gemeenten vooral hun regierol houden, zegt Van Tilburg. Het is niet zijn bedoeling hun plaats in te nemen. Maar hij wil ze wel op het spoor zetten van oplossingen die écht werken. En dat kan in elke regio anders zijn. ‘Ik woon in Amsterdam-West. Daar heb je veel werkloze jongeren van Turkse of Marokkaanse afkomst. Dat vraagt om een heel andere aanpak dan de jeugdwerkloosheid in de kop van Noord-Holland. Waar het mij om gaat, is dat gemeenten niet moeten blijven steken in procesafspraken en procedures zonder dat er iets gebeurt. Ze moeten zich concreter richten op de doelgroep en zorgen voor oplossin-gen op maat. Daarbij moeten ze leren inzien hoe ze ons kunnen inzetten, omdat wij de doelgroep beter kennen en vaak betere ingangen hebben bij de werkgevers.’Oud: ‘Gemeenten denken beleidsmatig en stemmen daar hun organisatie op af. Zonder daar op af te willen dingen, raad ik ze aan om vooral vanuit de jongeren zelf te denken: wat hebben die nodig? Onlangs hoorde ik een schrijnend voorbeeld uit het voortgezet speciaal onderwijs. Een achttienjarige meervoudig gehandicapte was met succes begeleid naar een baan, maar zou baat hebben bij een halfjaar-lijks gesprek met een jobcoach om te voorkomen dat hij zou terugvallen. Aan de gemeente werd gevraagd of die de kosten daarvan wilde dragen: 1500 euro op jaarbasis. Maar de gemeente weigerde, omdat dit niet binnen de regels paste. Terwijl in het onderwijs van dit kind ongeveer vier ton is geïnvesteerd, bijna vier keer zoveel als in een kind zonder beperking. Sommige mensen hebben gewoon begeleiding

nodig. En dat is altijd goedkoper dan iemand uit te laten vallen.’De verschillen tussen gemeenten zijn groot, stellen Oud en Van Tilburg. Oud: ‘Dit komt door uiteenlo-pende verwachtingen en verschillen in commitment. De meeste gemeentebestuurders zijn coöperatief en zetten zich in voor kwetsbare jongeren. Maar sommige wethouders geven niet thuis.’Het mbo is niet financieel afhankelijk van gemeenten. Van Tilburg: ‘Wij krijgen in principe alleen geld voor het verzorgen van onderwijs. Slechts af en toe geven provincies en gemeenten een projectsubsidie voor de aansluiting onder-wijs-arbeidsmarkt.’ Oud: ‘Wij vinden het prettig als gemeenten meedenken. Als publieke sector hebben we de gezamenlijke opdracht een toekomstperspec-tief te bieden aan alle jongeren en te zorgen dat het allemaal gewone belastingbetalers worden.’ n

‘Gemeenten denken vooral beleidsmatig, ik raad ze aan om vooral vanuit de jongeren zelf te denken’

nr. 4 | 2016

50Pe

rcep

tie

Page 51: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

COLUMNCoen Simon is filosoof en publicist

In januari, als ik nog hoop op een Elfstedentocht, schijnen veel mensen hun zomervakantie al te plannen. Want als je er niet op tijd bij bent, mis je de boot voor de leukste zonbestemmin-gen. En dan is het drama complèt voor veel mensen. Ik zou wel eens doorgerekend willen zien of de zorgen om een perfecte vakantie niet groter zijn dan de rust die deze periode van ledigheid eigenlijk zou moeten opleveren, en wat dit betekent voor de volksgezondheid, en ook maar meteen wat daar de economische consequenties van zijn, op korte en lange termijn en in drie cijfers achter de komma. Zo, dan hebben we het tenminste ergens over.En als blijkt dat de jaarlijkse vakantiestress gemiddeld groter is dan de vakantierust stel ik voor dat we al die rekenmodellen en parameters inzetten om onze vakanties volautomatisch te laten plannen. Niks vakantiebeurs en zelf iets leuks bedenken, maar vakantieplannen 2.0: je besteedt een half uur van je tijd aan het invullen van een digitaal formulier met daarop je belangrijkste voorkeuren voor bestemming, reistijd, weer, klimaat, activiteiten, vervoermiddel etcetera. Je vult je leeftijd, geslacht, politieke voorkeur, belastbare inkomen, eventuele allergieën in en doet dat ook voor andere gezinsleden of reisgenoten. Hieruit rolt een vakantieprofiel dat automatisch wordt gematched met wereldwijde weersverwachtingen, beurskoersen, schoolvakantieperi-odes, wegwerkzaamheden, museumrestauraties en beschikbaarheid van vakantiefaciliteiten. Afrekenen voor de hele vakantie (geen verassingen!) kan meteen via iDeal of creditcard. Op je eerste vakantiedag rijdt een zelfrijdende auto voor die je naar je vakantiebestemming brengt. De enige verrassing dat jaar is dat alles precies zo is als je wilt. Of het technisch haalbaar is, doet er voor dit gedachte-experiment even niet toe. De vraag is of het wenselijk is als het wel zou kunnen. Natuurlijk niet, want voorpret en onderweg zijn is het grootste deel van het vakantieplezier. En voor levensvreugde in het algemeen geldt dat het verlangen zelf zin geeft aan het leven en niet de vervulling ervan. Maar meten is weten, blijven we hameren. En dus menen beleidsmakers, bij wie het juist wel om het doel draait en niet om de weg, dat plannen pas zeggingskracht hebben als ze tot ver achter de komma zijn doorgerekend. Deze misvatting heeft van het parlement een oplossingsmachine 2.0 gemaakt in plaats van een volksvertegenwoordiging waarbij we met z'n allen onze bestemmingsplannen bespreken. En praten is nu juist de core business van een parlement (parler) en niet het doorbladeren van de onderzoeksstatistieken of het tellen van de cijfertjes van het CPB. Het is te hopen dat CDA-partijleider Buma vasthoudt aan zijn voornemen om het CPB voor het komende verkiezings-programma te passeren en met plannen te komen waarover kan worden gedebatteerd en niet alleen maar getwitterd, zoals VVD-kamerlid @aukjedevries meteen deed: ‘CDA wil verkiezingspro-gramma niet door laten rekenen door CPB. Bang voor uitkomst?’

Buma’s vakantie plannen

nr. 4 | 2016

51

Page 52: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Tekst Marc NotebomerBeeld Wilbert van Woensel

Gezondheid in de stad vergt een lange adem

Hoe duurzaam is de stedelijke samenleving?

Om een tweedeling in de stad te voorkomen is het belangrijk om de leefomstandigheden en gezondheid van lager opgeleide, kansarme groepen te verbeteren. Zo worden ze zelfred-zaam en zijn ze beter in staat om mee te draaien in de maatschappij. Uit het verleden blijkt dat repressieve maat- regelen om gezond-heid te bevorderen niet werken. Sterker nog, die stigmatiseren en marginaliseren groepen mensen die het toch al moeilijk hebben.

Het gaat goed met de steden, maar niet met al hun bewoners. Laagopgeleide en kwetsbare groepen profiteren niet automatisch mee van de

sociale en economische vooruitgang die wordt geboekt. In Amsterdam, bijvoor-beeld, leeft een op de vijf huishoudens in armoede. Dat wil zeggen dat een omvang-rijke groep mensen niet of moeilijk kan voldoen aan wat de participatiesamen-leving van ze verwacht. De levensver-wachting van deze groep is maar liefst 15 jaar korter dan die van hoger opgeleide, welvarender Amsterdammers. Eén oorzaak? Nee, vele, waaronder leefstijl. Meer concreet: drank en drugs. En niet te vergeten: overgewicht.

LimonadeMet name overgewicht is een behoorlij-ke risicofactor, vertelt Jeroen Slot, hoofd Onderzoek bij de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek van de gemeente Amsterdam. Hij is een van de sprekers tijdens De tere stad, een bijeenkomst over de duurzaamheid van de stedelij-ke samenleving die 29 maart aanstaan-de plaatsvindt in Pakhuis de Zwijger. ‘Er zijn meerdere programma’s ontwik-keld’, aldus Slot, ‘waarmee we trachten het gedrag van risicogroepen al op jonge leeftijd te veranderen. Een goede

nachtrust is van belang. Daarom is het devies: geen scherm in de slaapkamer. Ook de consumptie van fris- en energy-dranken speelt een rol. Door op scholen water te serveren in plaats van limonade, kun je dat veranderen. Vanzelfsprekend is ook beweging een belangrijke factor, maar niet elke omgeving nodigt uit tot bewegen. Dat is dus een aandachtspunt voor de gemeente.’

Lange ademSociale en economische groei betekent niet dat het automatisch met iedereen goed gaat, vervolgt hij. ‘In Nederlandse steden kom je het zogenaamde Mattheüs-effect tegen. De profane vertaling ervan is: de duvel schijt op de grote hoop. Zelfredzaamheid is mooi, maar het succes ervan hangt af van het domein en over wie je het hebt. Als het gaat om hoger opgeleiden: die kunnen tekorten aan zelfredzaamheid compenseren met geld. Anderen kunnen dat misschien niet. Complicerende factor is dat veel onzeker is. We weten bijvoorbeeld niet wat technologie in dat opzicht nog kan betekenen.’In de regio Amsterdam wordt de ontwikkeling en uitvoering van beleid gehinderd doordat problemen de gemeentegrenzen overschrijden. Slot: ‘Helaas is er geen overstijgend bestuurlijk

De stad verandert. Hoe geven steden invullling aan hun nieuwe rol en taken?

STAD

nr. 4 | 2016

52

Page 53: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

orgaan dat over de regio gaat. De vraag is: hoe blijf je goed samenwerken als er steeds meer spanning op de relatie met andere gemeenten komt te staan. Het antwoord: met elkaar blijven praten.’Slot is ervan overtuigd dat gemeentelijk beleid ter bevordering van een gezonde levensstijl succesvol kan zijn. ‘Maar het vergt nu eenmaal een lange adem. Lastig is dat inzichten steeds veranderen. Vroeger was twee stuks fruit de norm, nu zeggen we: eet vooral veel groente. Ook moeten we minder aan symptoom-bestrijding doen en ons richten op de achterliggende problemen. Nu staan beleidsmakers vaak in de stroom te vissen om mensen eruit te halen, zonder stroomopwaarts te controleren of de brug kapot is.’

Zwarte lijstenSlots mening wordt gedeeld door histo-ricus Gemma Blok, die tijdens De tere stad spreekt over beleid tegen alcohol-misbruik. Blok is verbonden aan de UvA en gespecialiseerd in de geschiedenis van de verslavingszorg en de sociale psychiatrie in de twintigste eeuw. ‘Steden nemen steeds strengere, repressievere

maatregelen om alcohol- en drugsmis-bruik tegen te gaan’, zegt ze. ‘Maar de geschiedenis laat zien dat het effect daarvan klein of in ieder geval moeilijk aantoonbaar is. In de eerste helft van de twintigste eeuw hanteerde men bijvoor-beeld zwarte lijsten. Stond je erop, dan mochten caféhouders je geen alcohol schenken. Voor zover het werkte, was dat alleen in kleinere steden. In grotere steden was zo’n lijst niet te handhaven.’In 1886 werd openbare dronkenschap strafbaar gesteld in het Wetboek van

Strafrecht’, gaat Blok verder. ‘Bij een eerste overtreding kreeg je een boete, bij een tweede overtreding een zwaardere boete of gevangenisstraf. En ging je voor de derde keer de fout in, dan ging je naar een rijkswerkinrichting. Dat was eigenlijk gewoon een gevangenis, maar er zat een medisch laagje overheen. Bewakers werden verplegers genoemd en de gevan-genen verpleegden. Het idee erachter was nogal moraliserend: dat je door arbeid een betere burger werd.’

Drempel verhogenHet zal niemand verbazen, maar het gevangen zetten van dronkaards had weinig tot geen effect. Blok: ‘Er ontstond een draaideurfenomeen: steeds dezelfde mensen kwamen in zo’n inrichting terecht. Dat werkte stigmatiserend, want het ging om mensen die sociaal en econo-mische gezien tot de kwetsbare groepen behoorden.’In dat opzicht is er te weinig veranderd, vindt Blok. ‘Het huidige drugs- en alco-holbeleid treft vooral mensen die in kwetsbare groepen zitten. Natuurlijk moet een overheid iets met openbare orde-problematiek. Maar met repressie bereik je weinig. Wat misschien wel werkt? De drempel verhogen, bijvoor-beeld door de verkoop van alcohol aan banden te leggen. Geen drank in de super-markt en Hema. Geen goedkope ‘shotjes’ sterke drank tijdens happy hour. En als je mensen in beeld krijgt wegens openbare dronkenschap, geef ze maatschappelij-ke aandacht. Kijk ook naar verborgen alcoholgebruik. Dat kost de samenleving ook veel geld. Het aantal 55-plussers dat afgelopen jaren bij de verslavingszorg aanklopt stijgt. Je wil niet weten hoeveel grote, persoonlijke en familiedrama’s daar achter zitten.’ n

Niet elke omgeving nodigt uit om te bewegen

‘Geen goedkope ‘shotjes’

sterke drank tijdens happy

hour’

Op 29 maart aanstaande organiseert Pakhuis de Zwijger in samenwerking met ACCESSS EUROPE en Centre for Urban Studies De tere stad, een bijeenkomst over de duurzaamheid van Europese steden. Duurzaamheid gaat over milieu, energie, klimaatverandering, maar ook over sociale cohesie en gezonde leefgewoontes. Voor meer informatie over De tere stad: https://dezwijger.nl/programma/de-tere-stad.

nr. 4 | 2016

53

Page 54: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Creatieve en onorthodoxe manieren om regeldruk te verminderen.

Tekst Ellen RölingBeeld Henk Tammens

Last van een regel? Klaag ‘m aan!

Onorthodoxe ontregelrechtbank stelt bureaucratie aan de kaak

Groningen is bezig te experimenteren met een onortho-doxe manier om de regeldruk te verlagen: de ontregelrechtbank. Begin oktober werden de reiskostenregels en de parafencultuur rond besluitnota’s in de beklaagdenbank gedaagd. De interne rechtbank blijkt een effectieve shortcut om ‘zo doen we het nu eenmaal’ te doorbreken en geeft ambtenaren een instrument om belemmerende regels aan de kaak te stellen.

‘Mijnheer de rechter, geachte jury, we klagen de reiskostenregeling aan. De standplaats als basis nemen is sinds de

invoering van flexibele werkplekken en werktijden niet meer van deze tijd.’ De openbare aanklager in de persoon van een jurist van de gemeente Groningen houdt een pleidooi voor aanpassing van de reis-kostenregeling. Hij behartigt de belangen van een ambtenaar Sportzaken die ‘s avonds vaak besprekingen heeft bij sport-clubs. Maar als hij dan tussendoor thuis gaat eten, krijgt hij zijn reiskosten niet vergoed. Na de aanklager komt de verde-diging, ook een interne jurist, met haar verweer. Uit naam van de afdeling HRM betoogt ze dat de regels er met een reden zijn. Controle is noodzaak. Hoe kan HRM anders fraude voorkomen? De zeskoppi-ge jury maakt ondertussen druk aanteke-ningen. Als aanklager en verdediger klaar zijn, is er vijftien minuten ingepland voor aanvullende vragen. Daarna krijgen ze een kwartier om hun oordeel te formuleren richting de rechter: gemeentesecretaris Peter Teesink.

OmslachtigHet idee voor de ontregelrechtbank ontstond in 2014 tijdens Serious Ambtenaar. Projectleider Gerrit Urban: ‘De ambtenaren die naar Groningen kwamen voor een opdracht, wilden een ontregelrechtbank laten organiseren voor

een wijkbedrijf. Dit is een plek waar vrij-willigers en ondernemers wijkbewoners helpen bij het realiseren van ideeën, zoals stadsmoestuinen. Daarbij lopen ze helaas vaak vast in onze bureaucratie. Denk aan bestemmingsplannen of regels van de sociale dienst rond vrijwilligerswerk met behoud van uitkering. Met hulp van de ontregelrechtbank wilden we zorgen voor een doorbraak waardoor het werk van de vrijwilligers makkelijker zou worden.’ Het ontregelrechtbank-experiment bleek uiteindelijk te ingewikkeld voor de beschikbare twee dagen, maar het idee bleef levend. Urban: ‘We besloten de ontregelrechtbank vorig jaar eerst intern te organiseren om ervaring op te doen, voordat we ermee naar buiten zouden gaan. We daagden regels uit waar we zelf tegenaan liepen: de reiskostenrege-ling en de parafencultuur. Voor besluit-nota’s richting college zijn bijvoorbeeld meerdere parafen nodig. Dat is zeer omslachtig en tijdrovend.’

Amerikaanse rechtspraakDe ontregelrechtbank werkt volgens het Amerikaanse juryrechtspraaksysteem. ‘De jury speelt hierin een essentiële rol,’ zegt Urban. ‘We wilden een jury van willekeuri-ge collega’s, die met frisse blik naar de regels zou kijken en met gezond verstand zou beslissen of deze aangepast moesten worden of niet.’ Na een oproep voor kandidaat-juryleden op het intranet ontving het projectteam

nr. 4 | 2016

54

REGELDRUK

Page 55: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

een stortvloed aan reacties. Urban: ‘Een initiatief als de ontregelrechtbank raakte een gevoelige snaar in de organisatie. Mensen namen de oproep heel serieus. De reacties kwamen uit alle lagen van onze organisatie. We hebben uiteindelijk twee aparte jury’s van zes personen samenge-steld, voor elke regel een. De juryleden wisten van tevoren alleen om welke regel het ging, zodat ze onbevangen konden luisteren en oordelen.’ Zo kwam het dat rechter Peter Teesink op 5 oktober twee juryrapporten kreeg als basis voor zijn definitieve uitspraak. Conform de aanbevelingen van de jury oordeelde hij dat de reiskostenregeling voor bepaalde doelgroepen versoepeld mocht worden: een overwinning voor de sportambtenaar. In de zaak tegen de parafencultuur oordeelde de jury dat alleen de noodzakelijke parafen nodig waren: die van Teesink en van de verant-woordelijke wethouder. Om dit kracht bij te zetten, liet de gemeentesecreta-ris de template voor besluitnota’s direct aanpassen.

Even wennenWas het lastig om de besluitvorming in handen van een jury te leggen? ‘Integendeel,’ stelt Teesink. ‘Het voelde heel natuurlijk aan. Ik had geen twijfel dat er een verstandig jurybesluit uit zou komen. Mensen zijn heel goed in staat om tot een goed afgewogen oordeel te komen.’ De ontregelrechtbank laat volgens hem op een speelse manier zien dat regels niet in beton gegoten zijn. ‘Binnen de gemeente willen we de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk leggen. Mensen moeten daarin de ruimte voelen om hun eigen profes-sionaliteit in te vullen en zich niet laten beperken door spelregels die ooit zijn afge-sproken, maar waarvan niemand meer weet waarom. Kort geleden nog kwam een kundige medewerkster naar me toe met goede ideeën voor vacatures. Alleen, het format liet het niet toe. Dan is het voor mij heel simpel: afschaffen dat format. Wat ooit bedacht is, hoeft nu niet meer goed te zijn. De ontregelrechtbank kan daarin ondersteunen.’ Deze nieuwe ontregelmethode is voor sommigen nog wel even wennen. ‘Na mijn uitspraak over het afschaffen van

de vele parafen op de besluitnota, heb ik leidinggevenden bij me gehad die bezwaar maakten. Waarom was hun paraaf niet meer nodig? Ik draai nu de bewijslast om: als je wilt paraferen, dan heb je een goede reden nodig. Zo niet, dan blijft het zo.’

BureaucratieDe ontregelrechtbank is een prima instru-ment voor het verminderen van regeldruk in elke bureaucratische organisatie, aldus Teesink. ‘Je kunt het instrument vanzelf-sprekend niet voor alles gebruiken. Bijvoorbeeld niet voor regels die over mensen gaan en ook niet voor beleidsma-tig politieke zaken. Maar voor werkwijzen en procedures waarvan niemand meer weet waarom ze bestaan, leent het zich prima.’ Jurylid en GGD-gezondheidsbevorderaar Hannie Poletiek onderschrijft de woorden van Teesink. ‘Voor mij als ambtenaar is de ontregelrechtbank belangrijk. Ik loop zelf ook tegen onze bureaucratie aan. De papierwinkel was al erg, maar met de digi-talisering wordt het steeds erger. Er zijn overal formulieren voor en we zijn uit het oog verloren waarom. Als ambtenaar alleen is het onmogelijk om deze procedu-res aangepast te krijgen. Met de ontregel-rechtbank is er een plek waar ik met mijn bezwaren terecht kan en zitten alle belang-hebbenden bij elkaar.’ De plannen voor een tweede ontregel-rechtbank liggen op de plank. Urban: ‘Verder willen we kijken of we een ontre-gelrechtbank kunnen organiseren voor regels die burgers of bedrijven raken, zoals een vergunningstelsel. Maar we moeten oppassen dat we het niet te vaak organi-seren. De ontregelrechtbank moet iets bijzonders blijven. Zo behoudt het zijn kracht.’ n

‘Regels zijn niet in beton

gegoten’

nr. 4 | 2016

55

Page 56: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Toekomstscenario’s faciliteren transformatie sociaal domein

Nederlandse gemeenten in 2030

Het ontwikkelen van de toekomstscena-rio’s is onderdeel van het programma Gemeenten van de Toekomst. Dat programma heeft als doel om gemeenten te faciliteren en ondersteunen. Daartoe

hebben rijk en VNG allerlei initiatieven ontwikkeld, waaronder een Ondersteuningsteam Decentralisaties (OTD), zogenoemde casuïstiektafels, leerkringen, verschillende congressen en het project toekomsts-cenario’s. ‘In totaal hebben we drie toekomstscenario’s ontwikkeld,’ vertelt programmaleider Nanne de Jong: ‘1) Staatsburcht: regionaal en efficiënt, de overheid regelt het wel, alles lekker top-down 2) Ikhoven: samen voor ons eigen: we doen het samen maar what’s in it for me en 3) Samendam: verbonden en vernieuwen, uitgaan van informele netwerken die de kracht van de stad dragen.’

ToekomstbeeldenOm tot toekomstscenario’s te komen hebben de deelnemers zich gebogen over de vraag welke trends

en ontwikkelingen het meest impactvol en onzeker waren. Wat zijn daarbij vervolgens de droom- en doem-beelden? Organiseren mensen over vijftien jaar de hulp en zorgvragen zoveel mogelijk zelf of zijn ze af-hankelijk van collectieve voorzieningen? Wat betekent dat voor de onderlinge solidariteit en verhoudingen van mensen tot elkaar, maatschappelijke partners en de rol van de gemeente? Vanuit de toekomstscenario’s kun je vervolgens kijken naar de beleidsopties en welke daarbij het meest robuust zijn? De Jong: ‘De bedoeling was nadrukkelijk niet om één antwoord op die vragen te vinden. Het is geen kwestie van kiezen. Het gaat erom dat je opties ontwikkelt waar je rekening mee kunt houden, zodat je beter bent voorbereid op mo-gelijk toekomstige ontwikkelingen.’ De Jong geeft het voorbeeld van Shell. ‘Doordat in een van de toekomst-beelden van het bedrijf de eenwording van Duitsland voorkwam, kon Shell razendsnel handelen toen de Berlijnse Muur viel. ’ De deelnemers aan de scenario-sessies waren niet al-leen afkomstig van gemeenten. Ook sociale partners

Gemeenten van de toekomst

In 2015 hebben rijk en VNG samen met gemeenten en landelijke maatschappelijke organisaties een drietal toekomstscenario’s ontwikkeld over hoe de Nederlandse samenleving er in 2030 uit zou kunnen zien. Het doel hierbij was: gemeenten te inspireren en een aanpak te bieden voor de

transformatie sociaal domein. Pilotgemeente Delft heeft een start gemaakt met de ontwikkeling van haar eigen, lokale scenario’s. Twee belangrijke trends in

die scenario’s zijn de tweedeling in de stad en culturele diversiteit.

nr. 4 | 2016

56

SPECIAL

Page 57: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

en betrokkenen uit andere geledingen deden mee. ‘De dynamiek die daardoor ontstond, was bijzonder’, aldus De Jong. ‘Er kwam enorm veel energie vrij. Iedereen droeg bij vanuit zijn eigen domein en was zich ervan bewust: we staan er samen voor.’

ShanghaiEen van de deelnemers aan het programma is Delft. Samen met Bergen op Zoom heeft Delft meegedaan aan een pilot, waarin de twee gemeenten zijn begon-nen om hun eigen, lokale scenario’s te ontwikkelen. ‘In Delft spelen twee factoren een prominente rol,’zegt Raimond de Prez, wethouder wonen, stedelijke vernieuwing en zorg. ‘De eerste is culturele diversi-teit. Er wonen maar liefst 127 nationaliteiten. Vroeger had dat te maken met de industrie. Tegenwoordig natuurlijk met de Technische Universiteit. Maar liefst 13 procent van de bevolking is student. De TU Delft geniet naamsbekendheid over de hele wereld. Als die in Shanghai met een standje op een beurs aanwezig is, staan ze in de rij.’ Een tweede factor is de tweedeling in de maatschappij. De Prez: ‘In het verleden zijn in Delft als gevolg van de groeiende industrie veel sociale woningen gebouwd. Nog steeds is 50 procent in bezit van woningcorporaties. Dat trekt mensen met een lager inkomen. Ondertussen willen ook veel hogeropge-leiden in de stad wonen, wat de huizen-prijzen in het duurdere segment opdrijft. En als we niet oppassen, hebben we straks een voorzieningenniveau dat zich vooral

op hogeropgeleiden richt. Overigens is dat niveau veel lager dan in een vergelijkbare stad, bijvoorbeeld Lei-den. Dat komt doordat Delft tussen twee G4-steden in-geklemd zit (Rotterdam en Den Haag) en Leiden niet.’

In de rijHoewel het landelijke project Toekomstverkenningen is afgerond, wil Delft graag doorgaan met het ontwik-kelen van scenario’s. De Prez: ‘Met 90 procent van de partijen gaan we verder. Wie dat zijn? Burgers, raadsle-den, politieagenten…. En ook mensen van buiten het sociale domein.’ ‘Zo ontstaat meer kracht,’ vult De Jong aan. ‘Je gaat meer ideeën en visies stapelen in plaats van elkaar beconcurreren met opvattingen.’ De kracht van Delft is volgens De Prez dat ‘we groot genoeg zijn en dat veel betrokken instellingen wortels hebben in de stad. Ik ken de corporatiedirecteuren en ziekenhuisdirecteuren. Daardoor zijn zaken veel ont-spannener en gemakkelijker te regelen.’ De rol van de gemeente in het geheel ziet hij vooral als faciliterend. Lachend: ‘In dat opzicht komen we van ver. Vroeger deden we als gemeente alles zelf. Door een gebrek aan financiën moesten we echter prioriteiten stellen. Maar al snel bleek: als je taken afstoot, staan anderen in de rij om die over te nemen.’ De Jong: ‘Het succes van samen toekomstscenario’s ontwikkelen is dat oplossingen min of meer organisch ontstaan. Doordat je met verschillende disciplines sa-men naar de trends en ontwikkelingen kijkt, ontstijg je het niveau van individuele sectoren of projecten. Mede doordat je samen een toekomst verkent die niemand zich kan voorstellen, is ieders inbreng even waardevol.’Andere gemeenten zijn enthousiast over wat er zich landelijk, en in Delft en Bergen op Zoom, ontwikkelt. De Jong: ‘Zo hebben de gemeenten Horst aan de Maas, Eindhoven, Tilburg, Amsterdam en Meppel interesse om lokale scenario’s te ontwikkelen. Rijk en VNG wil-

len het programma Gemeenten van de Toekomst voortzetten. Onder het thema Versterkt Partnerschap werken rijk en VNG aan het bouwen van een duurzaam ecosysteem om gemeenten blijvend te fa-ciliteren bij hun complexe vraagstukken en opgaven.’ n

Al het ontwikkelde materiaal, de toekomst-

scenario’s, de werk-methoden zijn gratis te

downloaden van www.gemeenten-vandetoekomst.nl.

Tevens biedt de VNG een masterclass Toekomst-

scenario’s aan.

Raimond de Prez Nanne de Jong

nr. 4 | 2016

57

SPECIAL

Page 58: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

nr. 4 | 2016

58Jo

ng

e W

eten

schapper

s

Page 59: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Floris Mansvelt Beck Politiek filosoof verbonden aan het Instituut voor Politieke Wetenschap van de Universiteit Leiden. Hij doet onderzoek naar liberalisme en religieuze tolerantie in post-geseculariseerde samenlevingen.

Leve de scheiding tussen kerk en staat

Geloofsvrijheid staat onder druk in Nederland. Dat valt te verwachten in een land dat leeft in angst voor terroristische aanslagen uit naam van de islam. Maar de afnemende steun voor geloofsvrijheid is niet alleen het gevolg van terroristi-sche dreiging. Het weerspiegelt ook de secularisering van de Nederlandse samenleving. Toch is het geen goed idee om geloofsvrijheid bij het grof vuil te zetten, ondanks politieke druk om dat wel te doen. Wat moeten beleidsmakers weten over geloofsvrijheid en de liberale samenleving om in dit lastige dossier hun weg te vinden?

Geloofsvrijheid: groot goed of grof vuil?

De scheiding tussen kerk en staat is naast de trias politica en de rule of law een van de pijlers van de vrije samenleving. De trias-leer verzet zich tegen machtsconcen-

tratie: de wetgever mag geen recht spreken, de uitvoerende macht geen wetten maken, etcetera. De rule of law stelt formele eisen aan het legitieme gebruik van de macht: staatsmacht mag alleen worden ingezet op grond van wettelijke bevoegdheden en binnen wettelijke kaders. Terwijl de trias-leer en de rule of law daarmee iets zeggen over hoe de staatsmacht ingezet mag

worden, gaat de scheiding tussen kerk en staat een stap verder. Deze stelt namelijk dat er zaken zijn waar de staat niet over gaat, een gebied dat off limits is voor de staatsmacht. Dit gebied wordt symbolisch aangeduid als de kerk, maar dat is enigszins misleidend. Het gaat er namelijk niet zozeer om dat de staat zich niet bemoeit met kerke-lijke organisaties, maar met het terrein dat van oudsher het principale domein was van kerken: levensbeschouwing en het geweten.De scheiding tussen kerk en staat houdt in dat burgers vrij zijn zich levensbeschouwe-lijk te vormen zonder overheidsbemoeienis.

Tekst Floris Mansvelt BeckBeeld Aad Goudappel

Jonge doctors, promovendi en onderzoekers schrijven over hun bevindingen. Ook een artikel inbrengen? Mail [email protected].

nr. 4 | 2016

59Jo

ng

e Weten

schappers

Page 60: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Burgers bepalen zelf wat zij van waarde achten in het leven, wat zij in morele zin goed vinden en wat kwaad, of zij ergens in geloven of niet - mits zij zich aan de wet houden natuurlijk. Daarmee is de scheiding tussen kerk en staat niet alleen van belang voor gelovigen, maar voor alle Nederlanders. Het verzet zich bijvoorbeeld ook tegen de invoering van de sharia, zelfs als een democratische meerderheid dat zou willen. Zo beschermt de scheiding van kerk en staat niet alleen kerken tegen de staat, maar ook de staat tegen de kerk. Dit laatste wordt nog wel eens vergeten, getuige het gemak waarmee politici voor-stellen doen die rechtstreeks indruisen tegen dit staatkundig leerstuk.

Afnemend draagvlak Waarom zien politici geen probleem in het aantasten van de godsdienstvrijheid en daarmee de scheiding tussen kerk en staat? Angst voor religieus geïnspi-reerd terrorisme speelt natuurlijk een grote rol. Maar het is niet de enige factor van betekenis. Belangrijker is wellicht dat de Nederlandse samenleving de afgelopen halve eeuw in sterke mate is geseculari-seerd. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau is nog slechts 16 procent van de bevolking belijdend religieus. Twee derde van de Nederlanders rekent zich tot geen enkele kerkgenootschap. De meer-derheid heeft, kortom, ‘niet zo veel’ met religie. Dit heeft directe gevolgen voor het maatschappelijke draagvlak voor godsdienstvrijheid, en ook voor religi-euze tolerantie.Terwijl de meerderheid in goede tijden op zijn best onverschillig staat tegenover religies, kan deze onverschilligheid met gemak omslaan in afkeuring wanneer uit naam van religie onrecht wordt gepleegd of anderszins in strijd wordt gehandeld met de waarden en normen van die meerderheid. Neem het Tweede Kamerdebat over de Rituele slachtwet in 2011. Deze initiatiefwet van de Partij voor de Dieren beoogde een einde te maken aan de religi-euze slachtriten van moslims en joden, omdat dieren hier extra onder te lijden zouden hebben. Voor zover religieuze partijen tijdens het debat een beroep

deden op de religieuze vrijheid ter bescherming van de rituele slacht wekten zij vooral hoon: het ging hier immers over dierenwelzijn, niet om religieuze vrijheid.

IntegratieHet voorbeeld van de rituele slachtwet laat zien hoe afhankelijk religieuze vrijheid is van de steun van godsdienstige mensen en partijen, wil dit recht gerespecteerd blijven worden. Tegelijkertijd laat het zien hoe een afnemend respect voor gods-dienstvrijheid gepaard kan gaan met het opleggen en afdwingen van de eigen opvattingen door de meerderheid. Bij de rituele slachtwet ging dit om opvattingen over dierenwelzijn. Maar parlementaire debatten laten ook zien dat de steun voor het religieuze bijzondere onderwijs afneemt. De directe aanleiding voor deze afnemende steun is de idee dat religieus onderwijs de integratie van nieuwkomers belemmert. De onderliggende oorzaak is dezelfde als bij de rituele slachtwet: een meerderheid van partijen is zelf niet religieus, en ziet daarmee geen meerwaarde in onderwijs in de eigen levensbeschouwelijke kring.

‘In toenemende mate vindt een meerderheid dat zij het democratische recht heeft om religieuze ‘onzin’ aan te pakken’

nr. 4 | 2016

60Jo

ng

e W

eten

schapper

s

Page 61: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

De meerderheid in Nederland hoeft geen beroep te doen op de godsdienstvrijheid om in vrijheid naar haar levensbeschouwelijke overtuiging te leven. Voor een minderheid is deze vrijheid wel van belang: om religieuze scholen te kunnen stichten, om in kerken de eigen levensbeschouwing te kunnen verkondigen en om halal of koosjer te kunnen eten. De meerder-heid is vrij om dit alles onzin te vinden, maar niet om hier middels de overheid iets aan te doen – daar verzet de scheiding tussen kerk en staat zich tegen. Maar dit besef verdwijnt.

OnverstandigIn toenemende mate vindt de meerderheid dat zij het democratische recht heeft om religieuze ‘onzin’ aan te pakken. Als een kleine religieuze minder-heid afwijkende opvattingen heeft over democratie, over man-vrouwverhoudingen of over homoseksu-aliteit, dan past geen tolerantie, zo liet een promi-nente liberaal onlangs weten. Dit is niet alleen in strijd met de scheiding tussen kerk en staat, het is onnodig, en bovendien onverstandig. Het is onnodig, juist omdat het zo’n evidente minder-heid betreft die droomt van een onvrije samenle-ving. Paradoxaal genoeg laat juist het afnemende draagvlak voor religieuze tolerantie zien hoe weinig mensen in de Nederlandse samenleving nog belijdend religieus zijn. Dat een extreem kleine minderheid daarbinnen ervan droomt de sharia in te voeren, vormt op zichzelf geen enkele daadwerke-lijke bedreiging voor de democratische rechtsstaat of voor andere liberale verworvenheden, net zo min orthodox-christenen of anarchisten dat doen.Maar bovendien is het onverstandig. Met het

aantasten van de scheiding tussen kerk en staat om een dergelijke minderheid aan te pakken, geef je namelijk ook een boodschap af aan alle religieu-ze Nederlanders: om er in Nederland bij te horen moet je de levensbeschouwelijke opvattingen van de meerderheid onderschrijven. Tegelijkertijd, en minstens zo risicovol in het licht van de maatschap-pelijke onrust rond de grote toestroom van vluchte-lingen uit overwegend islamitische landen, versterk je mogelijk een deel van die meerderheid in de over-tuiging dat ‘onze manier van leven’ op agressieve wijze mag worden afgedwongen. Zo verscherp je met symboolpolitiek juist de tegenstellingen in de samenleving die je hoopt te vermijden.

Vertrouwen en waakzaamheidBeter is het te blijven vertrouwen in de instituties die de vrije samenleving mogelijk maken, zoals de scheiding tussen kerk en staat, ouderwetse wetshandhaving en, niet te vergeten, de veiligheids-diensten. De scheiding tussen kerk en staat betekent namelijk niet dat de overheid niet waakzaam moet zijn tegen terroristische dreiging, ook vanuit kerkelij-ke hoek. Maar dromen van een onvrije samenleving is nog lang geen terrorisme. Wie de twee verwart dreigt het kind met het badwater weg te gooien. Elsschot dichtte al: ‘Tussen droom en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren.’ De vrije samenleving biedt plaats aan verschillende dromen. Sommige mensen dromen van een samenleving waar Gods woord wet is. Anderen dromen van een samen-leving waar niemand gelooft. Zolang de samenleving waarlijk vrij is, kan geen van beiden haar wil aan de ander opleggen. n

‘Dromen van een onvrije samenleving is nog lang geen terrorisme’

nr. 4 | 2016

61Jo

ng

e Weten

schappers

Page 62: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Tekst Bert Vuijsje | Beeld Sander Foederer

Bestuurders weerbaar maken

In de Integriteitsmonitor 2012 zeggen vrijwel alle organisaties bij het rijk: wij hebben een integriteitsbeleid. Maar in werkelijkheid stelt het weinig voor. ‘Er is een gedragscode en dat is dan het integriteitsbeleid. Gewoon even afvinken: hebben we dit gedaan, dat gedaan? Ja, ja. Hebben we die gedragscode nog een keer geactualiseerd? Copy. Er is nog zoveel winst te behalen.’ Marijn Zweegers (44) blikt terug op haar eerste vijf jaar als hoofd van het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) en pleit voor de oprichting van een nationaal integriteitscentrum

Hoofd BIOS Marijn Zweegers: ‘Gebrek aan integriteitsbeleid is schrikbarend’

Marijn Zweegers (1971) studeerde Nederlands recht aan de Universiteit Utrecht. In 1997 begon ze als bedrijfs-jurist bij het UWV, waar ze in 2004 juridisch adviseur van het Integriteitsbureau werd. In januari 2008 stapte ze over naar het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS), toen nog onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ze kwam binnen als senior beleidsmede-werker, maar werd in 2011 hoofd van het BIOS, dat inmiddels een onaf-hankelijk instituut was geworden binnen het CAOP. In het BIOS-jaarboek Integriteit 2015 schreef Marijn Zweegers het hoofdstuk Screening nog niet uit de kinderschoenen.

nr. 4 | 2016

62D

e R

eflec

tie

Page 63: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Marijn Zweegers: ‘Ik denk niet dat het integriteits-probleem in Nederland de laatste jaren is gegroeid, maar ik denk wel dat

het steeds zichtbaarder is geworden. Misschien werden dingen in het verleden meer voor gewoon aangenomen. Het was normaal dat de wethouder af en toe uitge-breid lunchte met lokale ondernemers. Nu niet meer. Maar als je ziet hoeveel nu in de media verschijnt! En het is bij alles meteen woefff d’r op. Je wordt meteen door alles en iedereen afgerekend.’ ‘Als een bestuurder in een restaurant met iemand wordt gezien, wordt het allemaal nauwlettend in de gaten gehouden. Dat hij daar met die-en-die zit: kan dat eigenlijk wel? Ik vind het zeker goed dat men daar alert op is, en natuurlijk: als het niet deugt, deugt het niet.’‘Er zijn nog steeds managers en bestuur-ders die vanuit hun eigen gedachten-patroon denken dat ze het goede doen - misschien wel met de achtergrond dat het altijd zo ging - dat ze gewoon niet in de gaten hebben dat de beeldvorming echt volledig veranderd is. Dat het van

buitenaf domweg niet meer wordt geac-cepteerd óf dat er een soort schijn van belangenverstrengeling is ontstaan. Dat zie je nu heel vaak in de media en toch zijn het nog altijd aspecten waar je bestuurders zelfs mee verrast: hoezo belangenverstrengeling? Ik kan het toch uitleggen?’ ‘Bij bestuurders zie je nu steeds meer dat er - op verschillende manieren - een vorm van screening plaatsvindt. Dat klinkt alsof ze van tevoren al te horen krijgen: jij deugt niet. Maar dat is in mijn optiek absoluut niet de bedoeling van zo’n screening of risicoanalyse. Het is puur een manier om aankomende bestuurders voor zichzelf te behoeden, meer zekerheid te geven dat ze op een goede manier die bestuurdersfunctie kunnen gaan uitvoeren. Zodat ze vooraf al die dingen waarover ze zelf nog niet hadden nagedacht even de revue laten passeren: O ja, komt dat dadelijk nog op mijn pad? Of is dat nog iets dat gelinkt kan worden met zus of zo? Daarom moet een screening of risicoanalyse ook geen eenmalig iets zijn. Je moet er regelmatig naar blijven kijken, want in je loopbaan

‘Integriteit als probleem is niet groter, maar wel meer zichtbaar geworden’

nr. 4 | 2016

63D

e Refl

ectie

Page 64: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

kom je in steeds andere situaties terecht.’‘Bestuurders worden weerbaarder als er goed is gekeken naar de mogelijke belangenver-strengeling, naar aspecten uit het verleden die meespelen of nog een keer naar boven kunnen drijven. Het maakt ze in ieder geval minder kwetsbaar. Daarom vind ik het een goede zaak om daar meer aandacht aan te besteden. Want ik denk dat de stap om bijvoorbeeld wethouder te worden steeds lastiger wordt. Dat hoor ik ook wel bij de Wethoudersvereniging. Mensen worden huiveriger om voor zo’n functie te kiezen en dat snap ik wel.’

Scoor door openheid‘De kloof tussen media en bestuurders wordt alleen maar groter, is mijn idee. Dat kan ertoe leiden dat een burgemeester of wethouder al snel denkt: laat ik dit voorlopig maar even niet vertellen en er vooral niets over zeggen. Want voor je het weet wordt het in de krant weer verkeerd uitgelegd en dat beschadigt het onderzoek of de situatie die daar nog niet rijp voor is. Daarom hebben wij bij het BIOS zelf al zitten kijken: kunnen we niet een keer een bijeenkomst beleggen waar juist die verschil-lende aspecten naar voren komen? Zet de jour-nalisten eens bij de bestuurders om te zien hoe ze elkaar beter kunnen vinden. Dat een bestuurder scoort door openheid te geven op de punten waar hij dat kan, antwoord geeft op vragen die er leven. En dat van de andere kant de journalisten zich meer bewust zijn: scoren is leuk natuurlijk, maar besef ook even het belang van de zaak en de impact die publiciteit kan hebben op mensen of organisaties. Scoor vooral met de juiste informatie.’‘Tegenwoordig gaat het heel snel via de sociale media. Voor je het weet voelen kranten zich dan verplicht om het ook maar te brengen, ongeacht hoe gefundeerd het is. Dan lees je weer iets in de kranten: oehhh, zou dat zo zijn? Veel lezers nemen dan meteen maar aan dat het zo is. Terwijl niet goed is uitgezocht wat er precies speelt. En dat kan mensen enorm beschadigen.’

Direct zichtbaar‘Er is een grote vraag naar wat wij te bieden hebben aan kennis en expertise. Wij doen zelf geen onderzoek naar misstanden en schen-dingen, maar sinds vorig jaar januari hebben wij wel het Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers. Daar komen de burgemeesters, commissarissen van de koning en voorzitters van waterschappen op af als zij met een vermoeden of incident

op integriteitsgebied zitten en eigenlijk niet weten hoe ze dat moeten aanpakken. Dan kunnen ze ons benaderen voor hulp: moet hier een onderzoek naar komen, hoe moet zo’n onderzoek eruit zien en wie moet dat doen?’‘Het gaat ons er niet zozeer om dat onze naam door heel Nederland geroepen wordt, maar dat de mensen voor wie we er zijn ons kennen. Dus dat de overheidsorganisaties ons kennen, want we zijn van de overheid tenslotte. Voor het Steunpunt hebben we ook bewust gekozen om vooral direct zichtbaar te zijn in kringen van burgemeesters en commissarissen, en de gesprekken te voeren met de organisaties zelf. Niet zozeer om breeduit in de media van alles te roepen. Ik denk dat daar ook een kracht in zit, eerlijk gezegd.’ ‘Ons jaarlijkse congres is het meest zichtbaar van alles. De eerste keer hoopten we op honderd deelnemers: wie weet of we die ergens vandaan weten te plukken, dachten we toen. Bij de zevende Dag van de Integriteit in november 2015 zaten we op vijfhonderd deelnemers en het groeit elk jaar. Er komen mensen vanuit verschillende disciplines. Zoals integriteitsfunctionarissen, maar ook veel vertrouwenspersonen; die zijn er natuurlijk veel meer dan integriteitsfunctionarissen. Wel zou ik er meer bestuurders en topmanagers willen zien.’

Onwetendheid‘Het melden van misstanden is een heel belang-rijk thema, waar organisaties allemaal mee worstelen. Ik weet zelf nog toen ik bij het UWV werkte en daar het Integriteitsbureau van start ging. Binnen no time kwamen er allerlei meldingen binnen. Maar voor die tijd was er geen centrale plek om misstanden te melden. En dat is in veel organisaties nog zo. Het is bijvoorbeeld heel gangbaar dat het eerste meldpunt de direct leidinggevende is. Maar als de misstand je eigen leidinggevende betreft, bij wie moet je dan terecht, en hoe komt zoiets op de juiste plek?’‘Als er meer aandacht komt voor meldpro-cedures, als melders ook weten: wat gebeurt er dadelijk als ik iets ga melden, dan kunnen daardoor meer meldingen komen. Aan de ene kant kun je dan zeggen: oeioei, wat gaat het slecht. Maar aan de andere kant kun je ook zeggen: wat er al was maak je nu zichtbaar en dan kun je er iets aan doen.’‘Bij de telefoontjes die we het afgelopen jaar op ons Steunpunt hebben gekregen, merkten we geregeld dat alles heel snel onder de noemer integriteit wordt gebracht, terwijl dat echt niet

‘Journalist, scoren is leuk, maar besef ook even het belang van de zaak en de impact op mensen’

nr. 4 | 2016

64D

e R

eflec

tie

Page 65: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

altijd zo hoeft te zijn. Vaak wordt iets als een integriteitskwestie gepresenteerd, maar als je doorvraagt: gaat het eigenlijk wel over integriteit? Nee, dan blijkt het helemaal niet over integriteit te gaan, maar over functioneren.’‘Bestuurders hebben er niet dagelijks mee te maken, dus er is onwetendheid. Wanneer valt iets onder integriteit en wanneer niet? En is het wel noodzakelijk om onderzoek te doen, als het niet eens over integriteit gaat? Dan ben ik blij dat ze zich bij ons melden, want dan kan de juiste afweging worden gemaakt.’

Genoeg incidenten‘Sinds Ien Dales als minister van Binnenlandse Zaken in 1992 over de inte-griteit van het openbaar bestuur begon, is er veel wet- en regelgeving gekomen. De basisnormen zijn bijna overal wel ingevoerd. Maar er zijn nog genoeg inci-denten. Dus het is niet meteen duidelijk of je met alleen maar betere meldsyste-men en een gedragscode het probleem oplost. Wij redeneren zelf heel erg vanuit onze integriteitsinfrastructuur. Die zet alle onderdelen van het integriteitsbe-leid op een rij. Bij allerlei verschillen-de aspecten in een organisatie - visie, personeel, onderzoek en monitoring - moet integriteit op een bepaalde manier aan bod komen. Het doel is een samen-hangend integriteitsbeleid, en daar zijn we nog lang niet.’‘Voor de Integriteitsmonitor 2012 hebben wij aan de verschillende organisaties van het rijk allemaal vragen over integri-teitsbeleid gesteld. Daar werd heel hoog op gescoord; vrijwel alle organisaties zeiden dat ze integriteitsbeleid hadden. Vervolgens hebben we een verdie-pingsonderzoekje gedaan naar hoe die integriteitsbeleidsplannen er dan uitzagen. Dat was schrikbarend. Soms

‘Screening moet geen eenmaligs iets zijn’

nr. 4 | 2016

65D

e Refl

ectie

Page 66: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

was er misschien ergens een documentje geweest, en dat was het dan.’‘Vaak weet men eigenlijk niet precies wat eronder moet worden verstaan. Er is een gedragscode en dat is dan het inte-griteitsbeleid. Gewoon even afvinken: hebben we dit gedaan, dat gedaan? Ja, ja. Hebben we die gedragscode nog een keer geactualiseerd? Copy. Maar als wij dan doorvroegen, specifiek, over de inte-griteitsbeleidsplannen, bleek het te vaak weinig voor te stellen. Er is dus nog zoveel winst te behalen.’

Alles op één plek‘Ik pleit al een tijdje voor een nationaal integriteitscentrum, waarin het BIOS ook zou kunnen opgaan. Het initia-tiefwetsvoorstel voor het Huis voor de Klokkenluiders is op 9 februari behandeld in de Eerste Kamer. Op zichzelf prima dat zo’n huis wordt ingericht, maar wij denken: waarom maak je niet een instituut waar alles op één plek zit.’ ‘Je hebt de achterkant van het integri-teitsbeleid, dat uitgaat van melding en misstand. Maar belangrijker is dat je aan de voorkant begint: het integriteitsbeleid zelf, met name het preventiedeel, zodat je niet eens hoeft toe te komen aan het melden van misstanden. Daar kunnen

wij met onze kennis een wezenlijke rol spelen. Eén instituut met alle facetten, dat je zonodig ook doorstuurt naar een meldpunt, kan het integriteitslandschap ook wat overzichtelijker maken. Want er zijn nu zoveel verschillende instanties en meldpunten.’‘In de huidige opzet zouden wij niet in zo’n Huis voor de Klokkenluiders passen. Het is gericht op de specifieke melders op het moment dat het is misgegaan; die moeten geholpen worden. Terwijl wij ons richten op de overheidsorganisaties, die moeten zorgen dat het goed is geregeld. Dat ze als goed werkgever optreden, dat ze hun mensen beschermen en dat het hele systeem gewoon klopt.’ n

Bert VuijsjeJournalist en schrijver Bert Vuijsje interviewde in Nederland al menig bestuurder. In 2006 verscheen van zijn hand het boek Avonturen in besturen, een weergave van gesprekken met Hans van Mierlo, Ruud Lubbers, Frits Bol-kestein, Fred Teeven, Geert Wilders en vele anderen. Voor PM Pub-liek Denken kijkt hij met topambtenaren en bestuurders terug op belangrijke dossiers.

‘Waarom geen integriteitsinstituut waar alles op één plek zit?’

ColofonPM Publiek Denken is een uitgave van Publiek Denken

AdresBinckhorstlaan 362516 BE Den HaagT 085 486 85 41

PostadresPostbus 1452270 AC Voorburgwww.pm.nl | [email protected]

HoofdredactieHeleen HupkensM 06 113 223 20E [email protected]

Eind- en webredactieMarc NotebomerM 06 168 046 77E [email protected]

UitgeverAsha NarainM 06 549 541 12E [email protected]

Art direction en vormgevingDimdim Grafisch Ontwerp

IllustratiesAad Goudappel

FotografieRick Akkerman, Yvonne van den Bergh, Sander Foederer, Paul Lagro/Radboudumc, Shutterstock, Henk Tammens en Wilbert van Woensel

Medewerkers aan dit nummerPieter van den Brand, Cisca Dresselhuys, Renske Heddema, Martin de Koning, Simon Kooistra, Floris Mansvelt Beck,

Gert Riphagen, Friederike de Raat, Ellen Röling, Coen Simon, Maurits van den Toorn, Margo Trappenburg, Kees Versteegh en Bert Vuijsje

RedactieadviesraadAnnet Bertram (gemeente-secretaris Den Haag), Mark Frequin (DG Bereikbaarheid ministerie IenM), Ronald van den Hoff (directeur Society 3.0), Florus van der Linden (voorzitter Futur), Rob van Lint (hoofddirecteur IND), Sicco Louw (directeur Communicatie ministerie BZK), Loes Mulder (DG Algemene Bestuursdienst), Alida Oppers (DG PO/VO minis-terie OCW), Miriam Oosterwijk (gemeentesecretaris Tiel), Hen-

ri Rauch (strategisch adviseur VNG), Chris Sigaloff (directeur Kennisland), Jaap Uijlenbroek (hoogleraar Arbeidsverhoudin-gen Publieke sector) en Albert Vermue (directeur Unie van Waterschappen)

DrukkerijSenefelder Misset, Doetinchem

VerschijningPM Publiek Denken verschijnt een maal per kwartaal en bereikt meer dan 3000 lezers

Abonnementen Een jaarabonnement op PM Publiek Denken kost € 49,- per jaar, exclusief 6 procent btw. Voor het afsluiten van een

Volg ons op Twitter #PMPubliekDenken en word lid van onze groep op LinkedIn

abonnement, het aanvragen van een proefexemplaar of het afsluiten van een collectief abonnement, mailt u naar [email protected]

Mediaservices en PM SpecialsAsha NarainE [email protected] M 06 549 541 12

nr. 4 | 2016

66D

e R

eflec

tie

Page 67: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

Met deze verkiezing wordt de

aandacht gevestigd op een

beroepsgroep die vooral achter

de schermen opereert. We richten

de schijnwerper op ambtenaren

die een excellente prestatie

hebben geleverd. Wie zijn de

succesvolle sleutelfiguren bij de

overheid? En wat maakt hen tot

een voorbeeld voor anderen?

Vanaf 12 juni 2015 kunt u een collega

(of uzelf, dat mag ook!) nomineren voor

de PM Top 100. Wie verdient dit jaar

de titel Beste Ambtenaar? Er wordt

een jury- en publieksprijs uitgereikt.

Daarbij wordt onderscheid gemaakt

tussen rijksoverheid en decentrale

overheden (gemeenten, provincies en

waterschappen) en tussen management,

beleid en uitvoerend/ondersteunend.

W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

Dialoog tafels

Welke kant moet het op met Nederland? Publiek Denken Dialoogtafels bieden u de

mogelijkheid uw visies, inzichten en

scenario’s in aanloop naar de verkiezingen

onder een groot aantal bestuurders en (top)ambtenaren

bekend te maken.

Ieder dossier krijgt een eigen Dialoogtafel en bestaat uit:• Expertmeeting• Speciale Publiek Denken

Dialoogtafel-editie • Aandacht voor de dossiers op

PM.nl, e-nieuwsbrief en social media

Met de Dialoogtafels van Publiek Denken bereikt u meer dan 10.000 beleidsambtenaren bij het rijk. Uiteraard ontvangen alle leden van de Eerste en Tweede Kamer en de partijbureaus deze speciale Dialoogtafel-editie.

Op 15 maart 2017 kiezen we een nieuwe Tweede Kamer. In aanloop naar de verkiezingen wil Publiek Denken samen met prominenten uit het bedrijfsleven en de bestuurlijke en wetenschappelijke wereld een voorzet geven voor een regeerakkoord. Dat doen we in de vorm van dialoogtafels. Doel: concrete suggesties doen aan het toekomstige kabinet voor dossiers waar wetsvoorstellen zijn ingediend bij de Tweede Kamer. Voorstellen die naar verwachting in de nieuwe regeerperiode in behandeling worden genomen:• herziening belastingstelsel• inrichting arbeidsmarkt• onderwijs• pensioenen• zorg

ORGANISEERT

Wilt u een bijdrage leveren aan de Publiek Denken Dialoogtafels?Neem dan contact op met Asha Narain, uitgever 06 54 954 112 of [email protected]

Page 68: Er is leven na de landmacht - Netwerkplatform voor ...publiekdenken.nl/wp-content/uploads/2016/12/maart-2016...2016/03/12  · de affaire rond de patholoog-anatoom die zich niet aan

TOURD’OVERHEID

23 juni 2016

De beste overheidsorganisatie van het jaar.

Een verkiezing met een prachtig podium voor

de winnaar. Maar vooral georganiseerd om te

weten bij wie jij kunt afkijken.

United Nations Public Service Day

Daarom organiseren wij op 23 juni Tour d’Overheid.

Een dag waarin jij achter de schermen kunt kijken bij de

finalisten van 2015: Avri, CBS en FIOD. Over wat zij gedaan

hebben. Over hoe zij innoveren. En wat jij daarvan kunt leren.

DEELNAMEIS GRATIS

Aantal plaatsen is beperkt.Meer informatie en

aanmelden:vom-online.nl

Initiatiefnemers

Partners