EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging...

72
EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN BELGIË TOESTAND OP 31 DECEMBER 2014 DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN

Transcript of EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging...

Page 1: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN BELGIËToesTand op 31 december 2014

DIENST EPIDEMIOLOGIE VAN INFECTIEZIEKTEN

Page 2: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch
Page 3: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN BELGIË

Page 4: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

Langer gezond leven voor iedereen.

Dit project werd gefinancierd door:

In samenwerking met:

Page 5: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

SASSE A.DEBLONDE J.VAN BECKHOVEN D.

02/642.50.39 (André Sasse)[email protected]

02/642.57.05 (Jessika Deblonde)[email protected]

02/642.57.09 (Dominique Van Beckhoven)[email protected]

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP)Operationele directie Volksgezondheid en SurveillanceDienst Epidemiologie van InfectieziektenHiv/aids/soa SurveillanceprogrammaJuliette Wytsmanstraat 14 | 1050 Brussel | België

Volksgezondheid & Surveillance | November 2015 | Brussel, BelgiëIntern referentienummer: 2015/047

Page 6: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

DankwoordHet programma hiv/aids van de dienst Epidemiologie van infectieziekten van het WIV-ISP wenst in het bijzonder de

aidsreferentielaboratoria (ARL) en de aidsreferentiecentra (ARC) te bedanken evenals de artsen-clinici voor het doorgeven van de nodige

gegevens voor de analyse van de epidemiologie van hiv/aids in België, beschreven in dit rapport.

DrukvoorbereiderHubert DE KRAHE, WIV-ISP

Data ManagementDavid JAMINÉ, WIV-ISP

Layout: Nathalie DA COSTA MAyA, CDCS, vzw

© WIV-ISPVerantwoordelijke uitgever: Dr. Johan Peeters

ISSN Nr: 2466-7080

www.wiv-isp.be

Page 7: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

5

INH

Ou

DST

AFE

L

INHOuDSTAFEL

I. BelangrIjkSte BeVIndIngen 7

II. BeSchrIjVIng Van de hIV SurVeIllance 9

1. HIV DIAGNOSES 9

2. BELGISCHE HIV COHORTE: HIV PATIëNTEN IN MEDISCHE

OPVOLGING 10

III. hIV dIagnoSeS 11

1. ALGEMENE TENDENS 11

2. GESLACHT, LEEFTIJD, VERBLIJFSREGIO EN NATIONALITEIT 12

3. VERMOEDELIJKE OVERDRACHTSWIJZE 14

4. MANNEN DIE SEKS HEBBEN MET MANNEN 16

5. HETEROSEKSuELE MANNEN EN VROuWEN 22

6. VROEG- OF LAATTIJDIGHEID VAN DE DIAGNOSE 24

CD4 lymfocyten 24

Laattijdige diagnoses 25

Vroegtijdige diagnoses 26

7. BASELINE DRuG RESISTENTIE EN SuBTyPE VERDELING

DIAGNOSES 2014 27

Baseline resistentie 27

Hiv subtypes 29

Baseline resistentie en subtype 29

Besluit 30

IV. oPSPorIng Van hIV 31

1. AANTAL HIV TESTS 31

2. HIV DIAGNOSES PER 1000 TESTS 32

3. PLAATS EN REDEN VAN DE TEST 35

Page 8: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

Inh

ou

dst

afe

l

6

V. PatiëntenmethiV 37

1. Algemenetendens 37

2. demogrAfischegegevens 37

leeftijdengeslacht 37

Jaarvandehivdiagnose 39

overdrachtswijzeenregiovanorigine 40

3. ZorgverleningvoorhivpAtiënten 41

retentieindezorg 41

Antiretroviralebehandeling 41

viraleladingencd4 43

continuümvandezorgverleningvoorhivpatiënten 43

Vi. ConClusies 47

Vii. Bijlagen 49

tabellen1tot17 49

lijstvandeAids-referentielaboratoria 64

lijstvanAids-referentiecentra 65

Viii. RefeRenties 66

Page 9: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

I. B

ELA

NG

rIj

kST

E B

EVIN

DIN

GEN

7

In 2014 werden 1039 hiv infecties gediagnosticeerd, wat overeenstemt met gemiddeld 2.8 nieuwe diagnoses per dag of 94 nieuwe diagnoses per miljoen inwoners. Het aantal gediagnosticeerde hiv infecties daalde met 8% in vergelijking met 2013.

De hiv epidemie in België treft hoofdzakelijk twee populaties: mannen die seks hebben met mannen (MSM), vooral met de Belgische of een andere Europese nationaliteit, en mannen en vrouwen die het virus hebben opgelopen via heteroseksuele betrekkingen en die vooral afkomstig zijn van Sub-Saharaans Afrika. De daling van het aantal nieuwe hiv diagnoses deed zich voor in beide sleutelpopulaties.

Intraveneus druggebruik werd slechts voor 2% (N=11) van de hiv diagnoses gerapporteerd.

MANNEN DiE SEKS HEBBEN MEt MANNEN

In 2014 werd een daling met 21% waargenomen van het aantal hiv diagnoses bij mannen die seks hebben met mannen (MSM). Deze daling komt na een aanzienlijke en gestage stijging gedurende de voorgaande vijftien jaar.

In 2014 vertegenwoordigden de diagnoses bij MSM 46% van de nieuw geregistreerde hiv infecties waarvan de overdrachtswijze gekend is. De overdracht bij MSM werd vooral gerapporteerd bij Belgen; zij vertegenwoordigden 66% van de hiv diagnoses bij MSM. Zeventien percent van de nieuwe hiv diagnoses bij MSM vastgesteld bij personen met een andere Europese nationaliteit. De Franse, Nederlandse en Spaanse nationaliteiten waren het sterkst vertegenwoordigd.

De daling van het aantal hiv diagnoses deed zich zowel voor bij MSM met de Belgische nationaliteit (-20%) als deze met een andere Europese nationaliteit (-27%).

HEtErOSEKSuELE MANNEN EN VrOuwEN

In de periode 2000-2012 schommelde het aantal vastgestelde hiv infecties via heteroseksuele overdracht tussen de 400 en 500 per jaar. In 2013 werd een daling met 16% waargenomen ten opzichte van 2012; in 2014 werd de deze daling verdergezet met 6% in vergelijking met 2013.

In 2014 vertegenwoordigden deze diagnoses 50% van de nieuw geregistreerde hiv infecties waarvan de overdrachtswijze gekend is. De overdracht van hiv via heteroseksuele contacten werd vooral gerapporteerd bij personen afkomstig van Sub-Saharaans Afrika; zij vertegenwoordigden 45% van het aantal vastgestelde hiv infecties via heteroseksuele overdracht. Twee derde van deze hiv diagnoses werd vastgesteld bij vrouwen.

I. BELANGrIjkSTE BEVINDINGEN

Page 10: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

I. B

ELA

NG

rIj

kST

E B

EVIN

DIN

GEN

8

Dertig procent van de nieuwe diagnoses via heteroseksuele contacten werd vastgesteld bij personen met de Belgische nationaliteit, waarvan 70 mannen en 39 vrouwen.

tEStEN VOOr HiV EN LAAttiJDigE DiAgNOSES

In 2014 was er een lichte stijging met 0.3% van het aantal opsporingstesten voor hiv. Er werden 62 hiv tests per 1000 inwoners uitgevoerd en per 1000 testen werden 1.49 nieuwe hiv diagnoses vastgesteld.

In 2014 werd 38% van de hiv diagnoses laattijdig (<350CD4/mm3) vastgesteld. Het aandeel van de laattijdige diagnoses varieerde in functie van de overdrachtswijze: 49% voor infecties overgedragen via heteroseksuele contacten, 24% bij MSM. In de zes laatste jaren werd een toename waargenomen van het aandeel laattijdige diagnoses bij MSM.

HiV pAtiëNtEN

In 2014, werden 14719 hiv patiënten medisch opgevolgd in België. Men stelt een gelijkmatige stijging vast van het aantal hiv patiënten in medische opvolging, met een gemiddelde toename van 781 nieuwe patiënten per jaar.

De populatie van hiv patiënten in medische opvolging veroudert: de patiënten van 50 jaar en ouder vertegenwoordigden 19% van de hiv patiënten in 2006 en 32% in 2014.

De meerderheid van de hiv patiënten in medische opvolging zijn mannen (64%). Bij de mannelijke patiënten vermeldde 63% geïnfecteerd te zijn via homoseksuele contacten; 32% via heteroseksuele contacten. Bij de vrouwen vermeldde 92% geïnfecteerd te zijn via heteroseksuele contacten.

De Belgische patiënten vertegenwoordigen meer dan de helft (54%) van de patiënten in medische opvolging en hiervan zijn 80% mannen. Eenendertig percent van de patiënten zijn afkomstig van Sub-Saharaans Afrika waarvan 67% vrouwen zijn.

Het behoud van de zorg voor de patiënten die medisch opgevolgd worden, ligt hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014.

Van de patiënten die in 2013 medisch werden opgevolgd in een Aids Referentiecentrum, kreeg 89,4% antiretrovirale behandelingen waarvan 94.7% een gecontroleerde virale lading had (<200 copies/ml).

Page 11: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

II.

BES

CH

rIj

VIN

G V

AN

DE

HIV

Su

rV

EILL

AN

CE

9

II. BESCHrIjVING VAN DE HIV SurVEILLANCE

De epidemiologische surveillance van hiv en aids in België dateert van 1985 en wordt uitgevoerd door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP) aan de hand van de registratie van de nieuwe hiv en aids diagnoses.

Deze hiv/aids surveillance werd in 2006 aangevuld met een gegevensverzameling van hiv patiënten die medisch opgevolgd worden in België: dit is de Belgische hiv cohorte. De omvang van deze gegevensverzameling werd in 2014 aanzienlijk uitgebreid. De klinische, biologische en therapeutische gegevens van de hiv cohorte verruimen onze kennis over het verloop van de ziekte, de co-morbiditeit, de mortaliteit en de geassocieerde risicofactoren. De hiv cohorte biedt tevens de mogelijkheid om indicatoren in verband met de zorgverlening op te volgen.

1. HiV DiAgNOSES

De gegevens over de nieuwe hiv en aids diagnoses in België komen uit twee bronnen: enerzijds de registratie en aangifte van de aidspatiënten door de clinici, anderzijds de registratie van de hiv diagnoses door de Aids Referentielaboratoria die de confirmatietests uitvoeren. In feite gaat het hier om dezelfde patiënten maar in verschillende fasen van de ziekte: de aidspatiënten zijn allen seropositief voor hiv, maar de meeste seropositieven hebben het aidsstadium niet bereikt.

In België zijn er zeven door de FOD Volksgezondheid erkende Aids Referentielaboratoria (zie bijlage). Tot hun taken behoort het uitvoeren van confirmatietests van de sera die positief bevonden werden bij een hiv opsporingstest. Aangezien alleen deze zeven laboratoria bevoegd zijn voor deze tests, geeft de registratie van de bevestigde nieuwe seropositieven een volledig beeld van het totaal aantal gekende seropositieven in België. De verzamelde gegevens moeten bijgevolg niet gecorrigeerd worden voor onder-rapportering of laattijdige rapportering. Aangezien in veel gevallen meerdere keren een confirmatietest wordt gedaan, is er veel kans op dubbeltellingen. De analyses worden enkel uitgevoerd op een bestand van seropositieven waarvoor voldoende gegevens beschikbaar zijn om dubbeltelling te vermijden.

Naast de registratie van het aantal nieuw gediagnosticeerde seropositieven trachten de laboratoria ook epidemiologische basisgegevens te verzamelen. Hiertoe wordt aan iedere arts die een hiv infectie diagnosticeert een gestandaardiseerd formulier toegestuurd met de vraag om informatie betreffende geslacht, leeftijd, nationaliteit, mogelijke wijze van besmetting en klinisch stadium op het ogenblik van diagnose. De analyse van deze gegevens laat toe om op een meer volledige wijze de epidemiologie van hiv/aids van het land te beschrijven.

Page 12: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

II.

BES

CH

rIj

VIN

G V

AN

DE

HIV

Su

rV

EILL

AN

CE

10

De registratie van hiv diagnoses is een sleutelinstrument van de hiv surveillance in België, net als in andere Europese landen. De registratie van de diagnoses staat echter niet gelijk met de reële incidentie van hiv infectie. Nieuw gerapporteerde hiv diagnoses kunnen immers betrekking hebben op personen die recent geïnfecteerd werden, maar ook op deze die reeds enkele jaren geleden geïnfecteerd werden. Personen die met hiv leven maar (nog) niet gediagnosticeerd werden, zijn niet in deze surveillance opgenomen. Het tijdstip van diagnose wordt beïnvloed door verschillende onderliggende factoren zoals de trage progressie van de ziekte, alsook de beschikbaarheid en de frequentie van hiv test activiteiten.

De precieze bepaling van de hiv incidentie en het aantal mensen dat leeft met hiv, inclusief deze die (nog) niet gediagnosticeerd werden, is nochtans erg belangrijk om de reële impact van de hiv epidemie in België nog beter te beschrijven en te monitoren.

2. BELgiSCHE HiV COHOrtE: HiV pAtiëNtEN iN MEDiSCHE OpVOLgiNg

Sinds het gebruik van antiretrovirale behandelingen in 1996, is de levensverwachting van geïnfecteerde personen aanzienlijk verbeterd en is de populatie van hiv patiënten in medische opvolging sneller gestegen. Teneinde dit aspect van de evolutie, dat meer aansluit bij de prevalentie, te kunnen beschrijven en bestuderen, worden gegevens over de hiv populatie in medische opvolging ingezameld volgens een methodologie gelijkaardig aan deze gebruikt door het epidemiologische surveillancesysteem dat de nieuwe hiv en aids diagnoses inzamelt.

Bij hiv patiënten die in medische opvolging zijn, wordt op regelmatige basis de virale lading gemeten.

Aangezien enkel de Aids Referentielaboratoria de metingen kunnen uitvoeren, omvat deze registratie het totaal aantal personen met hiv in medische opvolging. Een persoon wordt geacht in medische opvolging te zijn tijdens het verloop van een jaar als er minimaal één virale lading werd gemeten gedurende dat jaar.

Gegevens betreffende de hiv behandeling worden geregistreerd door de Aids Referentiecentra die instaan voor de hiv zorg van meer dan 75% van de hiv patiënten die in medische opvolging zijn.

Page 13: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

11

III. HIV DIAGNOSES

1. ALgEMENE tENDENS

In 2014 werden in België 1039 nieuwe diagnoses van hiv infectie vastgesteld wat overeenstemt met gemiddeld 2,8 nieuwe diagnoses per dag of 94 nieuwe diagnoses per miljoen inwoners. Dit is een daling met 7,6% in vergelijking met 2013 en 15,5% in vergelijking met 2012.

De voorbije 3 decennia evolueerde het aantal nieuwe hiv diagnoses in België van 1,9 tot 3,4 per dag. De hoogste piek werd waargenomen in 2012 met 1229 nieuwe diagnoses; het laagste aantal werd geregistreerd in 1997 met 701 nieuwe diagnoses.

Op 31 december 2014 en sinds het begin van de epidemie werden in België 28051 personen gediagnosticeerd met een hiv infectie.

In 2014 werden 84 aids diagnoses en 61 sterfgevallen gerapporteerd bij de hiv patiënten. Sinds het begin van de epidemie werden er respectievelijk 4539 aids diagnoses en 2392 sterfgevallen gemeld (figuur 1 & tabel 1).

Figuur 1 | Jaarlijks aantal nieuwe hiv en aids diagnoses en gerapporteerde sterfte, België 1982-2014

1981

1982

1983

1984

1985

1986

1987

1988

1989

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

Hiv

Aids

Sterfte

Page 14: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

12

2. gESLACHt, LEEFtiJD, VErBLiJFSrEgiO EN NAtiONALitEit

Het aandeel van de mannen in de hiv diagnoses is in de loop van de tijd gestegen: het bedroeg 58% in 2005 en 70% in 2014 (p<0,001). Tussen 2012 en 2014 daalde het aantal nieuwe hiv diagnoses met 13% bij de mannen en 20% bij de vrouwen (figuur 2 & tabel 2).

In 2014 vertegenwoordigde de leeftijdsgroep van 25 tot 49 jaar, 72% van de nieuwe hiv diagnoses. Zestien procent van de diagnoses werd vastgesteld bij de 50 plussers, 10% in de leeftijdsgroep van 15 tot 24 jaar en 1% bij de groep jonger dan 15 jaar. Tussen 2005 en 2014 wijzigde het aandeel van de min 25-jarigen niet substantieel; het aandeel van 25-49 jarigen daalde (van 76% naar 72%) en dat van de 50 plussers steeg (van 11% naar 16%).

De gemiddelde leeftijd was 36 jaar bij de volwassen vrouwen en 39,5 jaar bij de volwassen mannen. In de afgelopen 10 jaren is de gemiddelde leeftijd op het moment van de hiv diagnose toegenomen met 2 jaren en 5 maanden.

Figuur 2 | Evolutie van het jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses per leeftijdsgroep en geslacht, België 2005-2014

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

VROUWENMANNEN

15-24 jaar 25-39 jaar 40-49 jaar 50 jaar+

Page 15: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

13

Bij de personen gediagnosticeerd in 2014 vermeldde 35% een verblijfsplaats in Vlaanderen, 19% in de regio Brussel en 16% in Wallonië. De verblijfsregio was niet gekend voor 30% van de nieuwe hiv diagnoses. Tussen 2012 en 2014, is het aantal nieuwe diagnoses gedaald in de 3 landsregio’s: er was een daling van 27% in Vlaanderen, 18% in Wallonië en 11% in Brussel (figuur 3; tabellen 3-6).

Figuur 3 | Evolutie van het jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses per verblijfsregio, België 2005-2014

Aant

al h

iv d

iagn

oses

0

50

100

150

200

250

300

350

400

450

500

2014201320122011201020092008200720062005

Verblijfsregio

Brussel

Vlaanderen

Wallonië

Onbekend

Van alle hiv diagnoses die in 2014 werden vastgesteld, was voor 757 personen (73%) de nationaliteit gekend. Daarvan hadden 353 personen (47%) de Belgische nationaliteit; 228 (29%) hadden een Afrikaanse nationaliteit en 111 (15%) hadden een andere Europese nationaliteit (figuur 4; tabel 7).

Tussen 2001 en 2013 vertoonde het aantal nieuwe diagnoses per jaar bij Belgen en personen met een andere Europese nationaliteit een contante stijging (+120%); in 2014 werd een daling met 16% waargenomen. Het aantal nieuwe hiv diagnoses bij personen afkomstig van Sub-Saharaans Afrika daalde in 2014 met 11% in vergelijking met 2013 en met 30% in vergelijking 2012.

Page 16: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

14

Figuur 4 | Evolutie van het jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses per nationaliteit (gegroepeerd), België 2005-2014

0

250

500

750

1000

1250

Aant

al n

ieuw

e hi

v di

agno

ses

1985

1986

1987

1988

1989

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Subsaharaans AfrikaOnbekende nationaliteit

Andere: Azië, Amerika

Noord Afrika

Europa

België

3. VErMOEDELiJKE OVErDrACHtSwiJzE

In 2014 was voor 70% van de nieuwe diagnoses de vermoedelijke overdrachtswijze van de hiv infectie gekend1. Het aandeel van de heteroseksuele overdracht bedroeg 50%(N=360); 92% van de vrouwen en 31% van de mannen rapporteerden een hiv infectie via heteroseksuele overdracht. De homoseksuele overdracht bedroeg 46% (N=333). De andere overdrachtswijzen werden nauwelijks gemeld maar ze blijven wel bestaan. Intraveneus druggebruik werd gerapporteerd voor 2% (N=11) van de hiv diagnoses. Perinatale overdracht werd bij minder dan 1% van de diagnoses gemeld.

In 2014 daalde het aantal nieuwe diagnoses bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) met 21% in vergelijking met 2013. Deze daling deed zich voor na

1 In 2013 was de vermoedelijke overdrachtswijze gekend voor 75% van de nieuwe diagnoses. Een deel van de waargenomen dalingen in 2014 kan enigszins toegeschreven worden aan de lichte daling van de gekende overdrachtswijze in vergelijking met 2013.

Page 17: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIv

dIa

gn

ose

s

15

een lange periode van gestage stijging: het aantal nieuwe diagnoses bij MSM lag in 2013 viermaal hoger dan in 1999 (figuur 5; tabel 2).

In de periode 2000-2012 schommelde het aantal vastgestelde hiv infecties via heteroseksuele overdracht tussen de 400 en 500 per jaar. Deze diagnoses daalden vervolgens met 16% in 2013 en met 22% in 2014 in vergelijking met 2012 (figuur 5; tabel 4).

De evoluties wat betreft de vermoedelijke overdrachtswijze per regio worden weergegeven in de tabellen 4 tot 6.

Figuur 5 | Evolutie van het jaarlijks aantal nieuwe diagnoses per overdrachtswijze, België 1995-2014

Aant

al n

ieuw

e hi

v di

agno

ses

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Jaar van hiv diagnose

0

50

100

150

200

250

300

350

400

450

500

hetero

MSM

PWID

andere

onbekend

PWID = people who inject drugs

De gerapporteerde overdrachtswijze is sterk gecorreleerd met de nationaliteit van de geïnfecteerde personen. De hiv epidemie in België treft hoofdzakelijk twee populaties:− mannen die seks hebben met mannen (MSM), vooral met de Belgische of

een andere Europese nationaliteit (figuur 6a)− mannen en vrouwen die het virus hebben opgelopen via heteroseksuele

betrekkingen en die vooral afkomstig zijn van Sub-Saharaans Afrika (figuur 6b)

Page 18: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

16

Figuur 6 | Evolutie van het jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses per overdrachtswijze en nationaliteit, België 1995-2014

Aant

al n

ieuw

e hi

v di

agno

ses

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Jaar van hiv diagnose

0

50

100

150

200

250

300

350

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0

50

100

150

200

250

300

350

Jaar van hiv diagnose

a. Overdracht bij MSM b. Heteroseksuele overdracht

BelgischNationaliteit : Europees Sub-Saharaans Afrikaans Andere/onbekend

4. MANNEN DiE SEKS HEBBEN MEt MANNEN

De overdracht bij MSM werd vooral gerapporteerd bij Belgen; zij vertegenwoordigden 66% (N= 219) van de hiv diagnoses bij MSM. Zeventien procent (N=58) van de nieuwe hiv diagnoses bij MSM werd vastgesteld bij personen met een andere Europese nationaliteit; 6% (N=20) bij personen afkomstig van Sub-Saharaans Afrika; 10% (N=32) had een andere nationaliteit (tabel 8).

De afgelopen vijftien jaar werd een aanzienlijke en gestage stijging waargenomen van het aantal hiv diagnoses bij MSM. In 2014 werd echter een daling waargenomen zowel bij de MSM met Belgische nationaliteit (-20%) als deze met een andere Europese nationaliteit (-27%).

De daling werd in verschillende mate geobserveerd in de 3 regio’s; de evoluties per regio, nationaliteit en leeftijdsgroep worden weergegeven in de tabellen 9 tot 11.

Van de niet-Belgische MSM meldde 14% afkomstig te zijn uit respectievelijk Frankrijk en Brazilië, 9% uit Nederland, 7% uit Spanje, 5% uit respectievelijk Italië en Kameroen en 4% uit Portugal. De niet-Belgische nationaliteiten waren

Page 19: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

17

proportioneel meer aanwezig in de regio Brussel dan in de andere 2 regio’s. MSM met een Europese, maar andere dan de Belgische nationaliteit, vertegenwoordigden 35% van de nieuwe diagnoses in de Brusselse regio, terwijl ze slechts 11% van de nieuwe diagnoses vertegenwoordigden in Vlaanderen en 8% in Wallonië (figuur 7).

Figuur 7 | Verdeling van de hiv diagnoses bij MSM per nationaliteit en verblijfsregio, België 2014

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100And/onb.

Europees

Belgish

WalloniëVlaanderenBrussel

Perc

enta

ge h

iv d

iagn

oses

Nationaliteit

In 2014 vertegenwoordigden MSM van 25 tot 49 jaar, 73% van de nieuwe hiv diagnoses, 16% was ouder dan 50 jaar en 11% was tussen de 15 en 24 jaar. In vergelijking met 2013 daalde het aantal nieuwe hiv diagnoses in alle leeftijdsgroepen.

De leeftijd op het moment van de diagnose is geëvolueerd doorheen de tijd. Tussen 2005 en 2014 is het aandeel van de min 25-jarigen licht toegenomen van 8% naar 11%, dat van de 50-plussers is gestegen van 9% naar 16% en dat van de 25 tot 49 jarigen is afgenomen van 82% naar 73%, al blijft deze de meest vertegenwoordigde leeftijdsgroep (figuur 8, tabellen 8 tot 11).

Page 20: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

18

Figuur 8 | Evolutie van het jaarlijks aantal nieuwe diagnoses bij MSM per leeftijdsgroep, België 2005-2014

Jaar

lijks

aan

tal h

iv d

iagn

oses

0

50

100

150

200

250

2014201320122011201020092008200720062005

Leeftijd

15-24

25-39

40-49

50+

Het vermoedelijk land waar de hiv overdracht plaatsvond, werd gemeld voor 69% van de nieuwe diagnoses bij MSM in 2014. Bij de Belgen meldde 71% dat de hiv overdracht vermoedelijk plaatsvond in België; 10% rapporteerde een ander land en voor 19% ontbrak deze informatie. Bij MSM met een andere Europese nationaliteit rapporteerde 22% een vermoedelijke overdracht in België, 19% gaf de regio van herkomst als vermoedelijke plaats van overdracht en voor 57% was deze informatie niet gekend (figuur 9).

Page 21: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIv

dIa

gn

ose

s

19

Figuur 9 | Vermoedelijk land van hiv overdracht bij MSM per nationaliteit, België 2014

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Andere(n=55)

Europees(n=58)

Belgisch(n=221)

Perc

enta

ge v

an h

iv d

iagn

oses

Vermoedelijk land van overdracht

Nationaliteit hiv patiënt

Onbekend

Andere

Europa, excl België

België

Page 22: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

20

MODELLEriNg

geschatte hiv incidentie en het aandeel van niet-gediagnosticeerden bij mSm (1985-2013)In samenwerking met internationale partners heeft het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) een instrument ontwikkeld om schattingen te maken van het aantal personen dat met hiv leeft, inclusief degenen die nog niet gediagnosticeerd zijn (1).

Dit instrument – ‘HivModellingTool’ genoemd – kan eveneens het jaarlijks aantal nieuwe hiv infecties ramen zoals ook de gemiddelde tijdsspanne tussen infectie en diagnose. Deze methode maakt gebruik van gegevens die verzameld worden in het kader van de Belgische hiv surveillance, met name de hiv en aids diagnoses, de gerapporteerde sterfte en het aantal CD4 lymfocyten op het moment van de diagnose. De schattingen worden apart berekend per overdrachtswijze; de schattingen voor de MSM populatie worden hieronder voorgesteld.

Voor de periode 1984-2013 wordt het gecumuleerd aantal hiv infecties bij MSM geschat op 7450. Het aantal hiv infecties bereikte een top in 1986 met 390 nieuwe infecties. In de jaren 90 waren er jaarlijks ongeveer 120 nieuwe hiv infecties. Sinds 2000 is de hiv incidentie gestaag gestegen en bereikte een hoogtepunt met 420 nieuwe infecties in 2009. De schattingen voor de recent afgelopen jaren moeten met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden aangezien het model minder precies is voor deze periode (figuur A).

Figuur A | MSM: Schatting van de hiv incidentie, per jaar

Page 23: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

21

Figuur B toont de schatting van het totaal aantal MSM met hiv in de periode 1984-2013 (groene lijn), het totaal aantal MSM dat gediagnosticeerd werd (gele lijn) en het aantal MSM met hiv dat niet gediagnosticeerd werd (rode lijn).

Naar schatting waren er in 2013, 6550 MSM die met hiv leven, waarvan 900 (13.7%) niet gediagnosticeerd zouden zijn. Het aantal niet-gediagnosticeerde MSM is sinds 2000 toegenomen en lijkt zich gestabiliseerd te hebben tijdens de afgelopen jaren. Wat betreft de proporties, daalde het aandeel van de niet-gediagnosticeerden in de loop van de jaren van 18% in 2008 naar 13.7% in 2013.

De gemiddelde tijdsspanne tussen infectie en diagnose is korter geworden gaande van 2,8 jaren in de loop van de jaren ‘80 tot 2,15 jaren nu.

Figuur B | MSM: Schatting van het aantal personen dat met hiv leeft, per jaar

Deze schattingen werden berekend op basis van beschikbare gegevens. De ontbrekende gegevens, meer bepaald met betrekking tot de overdrachtswijze en de CD4 tellingen kunnen een effect hebben op de precisie en de validiteit van de schattingen. Er moet eveneens opgemerkt worden dat 26% van de gediagnosticeerde MSM een andere dan de Belgische nationaliteit heeft en dat de hiv infectie kan plaats gevonden hebben vóór hun aankomst in België.

Deze schattingen zijn echter indicaties die een aanvulling vormen op de bestaande descriptieve gegevens en aldus bijdragen tot een beter begrijpen van de hiv epidemie in België.

Page 24: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

22

5. HEtErOSEKSuELE MANNEN EN VrOuwEN

De overdracht van hiv via heteroseksuele contacten werd vooral gerapporteerd bij personen afkomstig van Sub-Saharaans Afrika; zij vertegenwoordigden 45% (N=164) van het aantal vastgestelde hiv infecties via heteroseksuele overdracht. Dertig procent (N=109) van de nieuwe diagnoses via heteroseksuele contacten werd vastgesteld bij personen met de Belgische nationaliteit. Elf percent (N=40) had een andere Europese nationaliteit en 10% (N=37) had een andere nationaliteit.In 2014 vertegenwoordigden vrouwen 70% van de diagnoses bij de heteroseksuelen van Sub-Saharaanse afkomst en 36% bij de heteroseksuelen met de Belgische nationaliteit.

De geobserveerde daling bij heteroseksuelen in 2014 kan hoofzakelijk toegeschreven worden aan de daling van het aantal diagnoses in de populatie afkomstig van Sub-Saharaans Afrika: min 33% bij de vrouwen en min 46% bij de mannen tussen 2012 en 2014; min 19% bij de vrouwen en min 17% bij de mannen tussen 2013 en 2014. Daarentegen bleef het aantal nieuwe diagnoses bij heteroseksuele Belgen stabiel gedurende het laatste decennium (figuur 10; tabel 12).

Figuur 10 | Evolutie van het jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses bij heteroseksuele volwassenen, per geslacht en nationaliteit, België 2005-2014

Jaar

lijks

aan

tal h

iv d

iagn

oses

0

50

100

150

200

250

2014201320122011201020092008200720062005

Nationaliteit en geslacht

Sub Sah Afr vrouwen

Sub Sah Afr mannen

Belgische mannen

Belgische vrouwen

De daling van de hiv diagnoses bij de populatie afkomstig van Sub-Saharaans Afrika werd in verschillende mate geobserveerd in de 3 regio’s: min 31% in de Brussels regio, min 35% in Vlaanderen en min 45% in Wallonië. De evolutie per regio, nationaliteit, geslacht en leeftijdsgroep wordt weergegeven in de tabellen 13 tot 15.

Page 25: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

23

Van de niet-Belgische gediagnosticeerde heteroseksuelen in 2014 meldde 15% afkomstig te zijn uit DRC Congo, 12% uit Kameroen, 8% uit Guinee, 6% uit Nederland, 5% uit Rwanda, 4% uit Nigeria en 3% uit respectievelijk Thailand, Ghana en Togo. De niet-Belgische nationaliteiten waren proportioneel meer vertegenwoordigd in de regio Brussel dan in de andere 2 regio’s. Personen afkomstig van Sub-Saharaans Afrika vertegenwoordigden 53% van de nieuwe diagnoses bij heteroseksuelen in Brussel, 49% in Wallonië en 37% in Vlaanderen (figuur 11; tabellen 13 tot 15).

Figuur 11 | Verdeling van de hiv diagnoses bij heteroseksuelen per nationaliteit en verblijfsregio, België 2014

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

WalloniëVlaanderenBrussel

Perc

enta

ge h

iv d

iagn

oses

Nationaliteit

Regio's

Andere/onb

Sub Sah Afr

Europees

Belgisch

Het vermoedelijk land waar de hiv overdracht plaatsvond, werd gemeld voor 64% van de nieuwe diagnoses bij heteroseksuelen in 2014. Bij de Belgen meldde 51% dat de hiv overdracht vermoedelijk plaatsvond in België; 22% rapporteerde een ander land en voor 27% ontbrak deze informatie. Bij heteroseksuelen met een andere Europese nationaliteit rapporteerde 20% een vermoedelijke overdracht in België, 35% gaf de regio van herkomst als vermoedelijke plaats van overdracht en voor 40% was deze informatie niet gekend. Bij heteroseksuelen met een Afrikaanse nationaliteit werd in 7% van de gevallen een vermoedelijke hiv overdracht in België gemeld en 51% gaf de regio van herkomst als vermoedelijke plaats van overdracht; voor 40% was deze informatie niet gekend (figuur 12).

Page 26: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIv

dIa

gn

ose

s

24

Figuur 12 | Vermoedelijk land van hiv overdracht bij heteroseksuelen per nationaliteit, België 2014

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Andere(n=27)

Afrikaans(n=174)

Europees(n=40)

Belgisch(n=109)

Perc

enta

ge v

an h

iv d

iagn

oses

Vermoedelijk land van overdracht

Nationaliteit hiv patiënt

Onbekend

Andere

Afrika

Europa excl Belgïe

België

6. Vroeg- oF laattijdigheid Van de diagnose

Cd4 lymFoCyten

De telling van het aantal CD4 lymfocyten wordt beschouwd worden als een biologische marker van het infectiestadium. Het aantal CD4 lymfocyten daalt naarmate de infectie vordert. Het bedraagt meestal ongeveer 1000 CD4 cellen/mm³ bij personen in goede gezondheid en is lager dan 200 cellen/mm³ bij hiv geïnfecteerden bij de overgang naar het aids-stadium. Hoe lager het aantal lymfocyten, hoe verder het aids-stadium gevorderd is. Volgens de internationale consensus definitie wordt een hiv diagnose als laattijdig beschouwd indien het aantal CD4 lymfocyten lager is dan 350 cellen/mm³ of wanneer men het aids-stadium reeds bereikt heeft op het moment van de hiv diagnose (2).

Het aantal CD4 lymfocyten op het moment van de hiv diagnose was gekend voor 58% van de personen die in 2014 werden gediagnosticeerd. Het gemiddeld aantal CD4 cellen bij de diagnose is toegenomen in de loop van de tijd: het bedroeg ongeveer 350 cellen/mm³ in 1999 -2000.

Page 27: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

25

Een lage CD4 telling kan echter ook vastgesteld worden tijdens de periode van recente hiv infectie. In een Europese cohorte, bijvoorbeeld, had een kwart van de patiënten die recent met hiv geïnfecteerd werden een CD4 telling lager dan 350 cellen/mm³ (3). Bijgevolg werd een correctie aangebracht aan de consensus definitie. Deze correctie werd uitgevoerd aan de hand van klinische of epidemiologische elementen die wijzen op een recente infectie (4).

LAAttiJDigE DiAgNOSES

In 2000 werd 47% van de hiv infecties laattijdig gediagnosticeerd (< 350 CD4/ mm³ op het moment van de hiv diagnose); in 2014 was dat 38%. De substantiële daling (p<0.001) waargenomen tussen 2000 en 2008 suggereert een gunstige evolutie wat betreft de vroegtijdigheid van de hiv diagnoses. Deze daling blijft echter beperkt en in de voorgaande 5 jaren werd een gevoelige toename van de laattijdige diagnoses waargenomen (p<0.01), in het bijzonder bij MSM (p<0.001). Een toename van het aandeel laattijdige diagnoses kan echter het gevolg zijn van een recente daling van de hiv incidentie, of nog van een toegenomen screening van personen die reeds langer geïnfecteerd zijn.

Het aandeel van de laattijdige diagnoses varieert in functie van de overdrachtswijze: 49% in 2014 voor infecties overgedragen via heteroseksuele betrekkingen; 24% bij MSM (figuur 13).

Figuur 13 | Evolutie van het aandeel van laattijdige diagnoses per overdrachtswijze, België 2000-2014

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0

10

20

30

40

50

60

70

Latti

jdig

e di

agno

ses

(%)

hetero

alles

MSM

Overdrachtswijze

Page 28: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

26

Naast de overdrachtswijze varieert het aandeel van laattijdige diagnoses ook nog in functie van een aantal andere factoren zoals geslacht, leeftijd, nationaliteit en verblijfsregio (Figuur 14 en tabel 16). Een multivariate analyse (logistieke regressie) toont aan dat al deze factoren onafhankelijk geassocieerd zijn met een laattijdige diagnose met uitsluiting van het geslacht.

Figuur 14 | Aandeel van laattijdige hiv diagnoses per geslacht, leeftijdsgroep, overdrachtswijze, nationaliteit en verblijfsregio, België 2010-2014

% v

an d

e hi

v di

agno

ses

man

nen

vrou

wen

15-

24

25-

39

40-

49

50+

MSM

hete

ro m

anne

n

hete

ro v

rouw

en

PWID

Belg

isch

Euro

pees

Sub

Sah

Afr

Brus

sel

Vlaa

nder

en

Wal

loni

ë

tota

al

0

10

20

30

40

50

60

VrOEgtiJDigE DiAgNOSES

Op het moment van de hiv diagnose worden door de clinici gegevens verzameld betreffende een vroegtijdige diagnose (recente hiv infectie van minder dan 6 maanden). In 2014 was het klinisch stadium op het moment van de hiv diagnose beschikbaar voor 57% van de gediagnosticeerde patiënten.

Het aandeel van recente infecties bij de diagnoses 2014 waarvoor deze informatie beschikbaar was, bedroeg 31% . Het aandeel van recente infecties bij MSM lag significant hoger dan bij heteroseksuelen: 47% vs 17% (p<0,001).

De afgelopen jaren is het aandeel van recente infecties substantieel toegenomen bij MSM, van 20% in 2000 naar 47% in 2014 (p<0,001). Daarentegen evolueerde het nauwelijks bij heteroseksuelen, van 7% tot 17% in dezelfde periode (figuur 15).

Page 29: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

27

Figuur 15 | Evolutie van het klinisch stadium op het moment van de hiv diagnose per overdrachtswijze, België 2000-2014

%

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

b. Heteroseksuele transmissiea. Transmissie bij MSM

Symptomatisch AssymptomatischRecente infectie

7. BASELiNE Drug rESiStENtiE EN SuBtypE VErDELiNg DiAgNOSES 2014

BASELiNE rESiStENtiE

Het bepalen van de aanwezigheid van drugresistentie maakt deel uit van de routine analyses die bij elke nieuwe hiv infectie worden uitgevoerd. Het doel van deze zogenaamde baseline resistentie bepaling is na te gaan of een patiënt al dan niet geïnfecteerd is met een variant van hiv die resistent is tegen een van de antiretrovirale middelen. Deze informatie laat de behandelende arts toe om het meest optimale medicatieschema te kiezen wanneer therapie wordt opgestart.

Een baseline resistentiebepaling dient te gebeuren op een bloedstaal afgenomen onmiddellijk na diagnose bij patiënten die nog geen antiretrovirale therapie hebben gehad. Van de 1039 patiënten die in 2014 werden gediagnosticeerd werd bij 552 een baseline resistentiebepaling uitgevoerd. Voor 549 voldeed de bekomen sequentie aan de kwaliteitscriteria. Bij 76 (13.7%) van deze 549 patiënten werd minstens 1 mutatie geregistreerd op een positie geassocieerd met resistentie. Hiervan worden er 50 (9.1%) beschouwd als Transmitted Drug Resistance Mutation (TDRM) volgens de in 2009 opgestelde WHO Transmitted Drug Resistant Mutations surveillance list (5). In 6 patiënten werd enkel de NNRTI mutatie E138K teruggevonden die

Page 30: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

28

niet is opgenomen in de WHO lijst maar wel een belangrijke invloed heeft op de gevoeligheid voor rilpivirine (Stanford score 30), een product dat na 2009 op de markt is gekomen en frequent in 1ste lijn wordt gebruikt. Om die reden werd deze mutatie mee als TDRM opgenomen in de verdere analyse. Dit resulteert in een totaal van 56 patiënten met TDRM, of 10.2% van alle nieuwe diagnoses.

Bij 32 (5.8%) werd resistentie gevonden tegen nucleoside analoge reverse transcriptase inhibitoren (NRTIs), bij 20 (3.6%) tegen non nucleoside analoge reverse transcriptase inhibitoren (NNRTIs) en bij 8 (1.5%) tegen protease inhibitoren (PIs) (tabel a). Multi-class resistentie werd bij 4 patiënten gezien (0.7%), 3 met NRTI+NNRTI resistentie en 1 met PI en NRTI resistentie.

De hoge cijfers voor NRTI resistentie zijn deels te wijten aan het frequent voorkomen van virussen met een revertant aminozuur op positie 215 van het reverse transcriptase. Deze revertante mutatie geeft op zich geen aanleiding tot verminderde gevoeligheid maar kan wel de aanwezigheid van een resistente variant maskeren. In totaal werd bij 16 patiënten enkel een 215 revertant gezien.

Vier procent van de patiënten had een mutatiepatroon dat resulteert in een significant verminderde gevoeligheid voor een combinatie TDF of ABC/FTC of 3TC en een NNRTI (EFV of RPV). Dit zijn frequent gekozen eerstelijns behandelingsschema’s.

Vergelijking met de resultaten bekomen voor voorgaande jaren toont een stabiele TDRM frequentie en geen verschuivingen in de drug klassen die door de TDRM worden beïnvloed (tabel 1).

tabel 1 | Evolutie van tDrM in België: frequentie van tDrM zoals bepaald op een steekproef van nieuwe diagnoses tussen 2003 en 2006 (6), op alle nieuwe diagnoses tussen 2008 en 2009 (7) en op de nieuwe diagnoses van 2013 en 2014.

2003-2006 2008-2009 2013 2014

Totaal aantal patiënten, N 285 1055 528 549

Patiënten met TDRM, N (%) 27 (9,5 %) 119 (11,3 %) 59 (11,2 %) 56 (10,2)

NRTI resistentie, N (%) 20 (7,0 %) 82 (7,7 %) 37 (7,0 %) 32 (5,8)

NNRTI resistentie, N (%) 10 (3,5 %) 44 (4,2 %) 25 (4,7 %) 20 (3,6)

PI resistentie, N (%) 5 (1,8 %) 24 (2,3 %) 10 (1,9 %) 8 (1,5)

Page 31: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

29

HiV SuBtypES

De sequenties van het hiv protease en reverse transcriptase die gegenereerd worden voor resistentieanalyse kunnen ook gebruikt worden voor subtype-analyse. Voor de sequenties van 2014 werden hiervoor 2 online subtypering tools gebruikt; Rega v3 (http://regatools.med.kuleuven.be/typing/v3/hiv/typingtool) en Comet (http://comet.retrovirology.lu/). Het subtype werd toegekend in geval van een concordant resultaat. In alle andere gevallen werd het subtype als ‘onbepaald’ beschouwd.

De subtype verdeling voor de nieuwe diagnoses van 2014 is weergegeven in figuur 1. Subtype B was verantwoordelijk voor 49.7% van alle infecties. Binnen de non-B infecties zijn CRF02_AG en de subtypes F en A het meest vertegenwoordigd (respectievelijk 13.7%, 8.7% en 7.8%). Ten opzichte van 2013 zijn er weinig verschuivingen in subtype verdeling, enkel de duidelijke toename in subtype F infecties is opvallend (van 4.9% in 2013 naar 8.7% in 2014).

BASELiNE rESiStENtiE EN SuBtypE

Het aantal patiënten met TDRM was hoger voor de subtype B infecties (33/273, 12.1%) dan voor de non-B infecties (23/276, 8.3%). PI en NNRTI mutaties worden meer gezien in non-B infecties dan in subtype B infecties (2.2% vs. 0.7% voor PI mutaties en 4.0% vs. 3.3% voor NNRTI mutaties), NRTI mutaties worden frequenter geobserveerd in de subtype B infecties (8.8% vs. 2.9%). Dit laatste is vooral het gevolg van de aanwezigheid van subtype B transmissieclusters van virussen met een 215 revertant.

Page 32: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

III.

HIV

DIA

GN

OSE

S

30

Figuur 16 | Subtype verdeling op basis van de protease en reverse transcriptase sequentie voor 549 patiënten nieuw gediagnosticeerd in 2014

B 49,7 %

02_AG 13,7 %

F 8,7 %

A 7,8 %

C 5,5 %

Unassigned 4,9 %

Other CRF 3,8 %

01_AE 3,1 %

G 1,5 %

D 1,3 %

BESLuit

De frequentie van voorkomen van TDRM bij patiënten met een nieuwe hiv-1 diagnose in 2014 is 10.2%. Dit is een status quo in vergelijking met voorgaande jaren. Het opvolgen van TDRM blijft dus belangrijk.

De eventuele noodzaak om baseline resistentie tegen integrase inhibitoren op te sporen moet nog worden onderzocht.

Subtype analyse toont een subtype B over non-B verdeling van 49.7% over 50.3%. Binnen de non-B infectie is vooral de toename in frequentie van voorkomen van subtype F opvallend (van 4.9% in 2013 naar 8.7% in 2014). Deze evolutie moet verder worden opgevolgd.

Page 33: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

IV.

OP

SPO

rIN

G V

AN

HIV

31

IV. OPSPOrING VAN HIV

De test voor opsporing van hiv wordt terugbetaald door het RIZIV/INAMI. Daardoor is het mogelijk om het totaal aantal uitgevoerde tests in België te kennen. De tests die afgenomen werden in het kader van bloeddonatie zijn niet in onderstaande resultaten opgenomen.

1. AANtAL HiV tEStS

In vergelijking met andere Europese landen (8) heeft België een relatief hoog en constant hiv testcijfer. In 2014 werden in totaal 697.684 hiv tests uitgevoerd zodat een testcijfer van 62 per 1000 inwoners werd bereikt. Er werd aanzienlijk meer getest in de leeftijdsgroep 25-34 jaar, met 164 tests per 1000 inwoners, tegenover 98 per 1000 in de groep van 35-44 jaar, 75 per 1000 in de groep van 15-24 jaar, 56 in de groep van 45-54 jaar en 41 per 1000 in de groep van 55-64 jaar. Het totale testcijfer bij vrouwen was hoger dan bij mannen, namelijk 73 tests per 1000 vrouwen versus 51 per 1000 mannen (figuur 17).

Figuur 17 | Evolutie van het aantal hiv tests per 1000 inwoners per leeftijdsgroep, 2010-2014

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

65+55-6445-5435-4425-3415-240-14

2010

2011

2012

2013

2014

Leeftijdsgroep

Aant

al h

iv te

sts/

100

0 in

won

ers

Page 34: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

IV.

OP

SPO

rIN

G V

AN

HIV

32

Een vergelijking van de regio’s toont aan dat 46% van alle hiv tests uitgevoerd werden in Vlaanderen, 35% in Wallonië en 18% in Brussel. Het aantal uitgevoerde hiv tests per 1000 inwoners lag het hoogst in Brussel (108 tests/1000 inwoners), gevolgd door Wallonië (67/1000) en Vlaanderen (50/1000) – met de kanttekening dat de geteste personen niet noodzakelijkerwijze in de regio wonen waar de hiv test werd uitgevoerd (figuur 18).

Figuur 18 | Aantal hiv tests per 1000 inwoners per regio, 2010-2014

0

20

40

60

80

100

120

WalloniëRegio BrusselVlaanderen

2010

2011

2012

2013

2014

Aant

al h

iv te

sts/

1000

inw

oner

s

2. HiV DiAgNOSES pEr 1000 tEStS

Tussen 1996 en 2000 is het aantal nieuwe hiv diagnoses per 1000 testen met ongeveer 50% gestegen. In 2014 werden per 1000 uitgevoerde testen 1.49 nieuwe diagnoses vastgesteld (figuur 19).

Page 35: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

IV.

OP

SPO

rIN

G V

AN

HIV

33

Figuur 19 | Evolutie van het aantal uitgevoerde hiv tests per 1000 inwoners en het aantal nieuwe diagnoses per 1000 tests, 1990-2014

0

10

20

30

40

50

60

70

80

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0,0

0,2

0,4

0,6

0,8

1,0

1,2

1,4

1,6

1,8

2,0

Aant

al H

IV te

sts/

1000

inw

oner

s

Aant

al n

ieuw

e HI

V di

agno

ses/

100

0 te

sts

In de regio Brussel en de provincie Antwerpen worden per 1000 uitgevoerde hiv tests het grootste aantal nieuwe hiv diagnoses vastgesteld.

Figuur 20 | Aantal nieuwe hiv diagnoses per 1000 tests per regio, 2012-2014

%

0,0 0,5 1,0 1,5 2,0

201420132012

Wallonië

Brussel

Vlaanderen

Page 36: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

IV.

OP

SPO

rIN

G V

AN

HIV

34

In 2012 lag het aantal hiv diagnoses per 1000 tests het hoogst in de leeftijdsgroep van 35-44 jaar; in 2013-2014 verschoof dit naar de oudere leeftijdsgroep van 45 tot 54 jaar. Dit weerspiegelt de toegenomen leeftijd op het moment van de diagnose en het feit dat er minder getest wordt in de oudere leeftijdsgroepen (figuur 21).

Figuur 21 | Aantal nieuwe hiv diagnoses per 1000 tests per leeftijdsgroep, 2012-2014

%0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5

201420132012

65+

55-64

45-54

35-44

25-34

15-24

0-14

Page 37: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

IV.

OP

SPO

rIN

G V

AN

HIV

35

3. pLAAtS EN rEDEN VAN DE tESt

In België kan een hiv test verkregen worden via huisartsen of specialisten. Daarnaast bieden drie Aids Referentiecentra laagdrempelige en anonieme hiv screeningsdiensten voor bepaalde doelgroepen aan. Tenslotte worden gedecentraliseerde hiv screeningsprojecten in een niet-klinische omgeving ontwikkeld in samenwerking met Aids Referentiecentra en terreinorganisaties, om het prioritair doelpubliek nog beter te bereiken.

RIZIV/INAMI gegevens tonen aan dat de proportionele bijdrage van hiv tests bij gehospitaliseerde patiënten versus poliklinische patiënten mettertijd is afgenomen: van 30% in 1990 naar 8% (58.453/697.684) in 2014. Huisartsen en specialisten schreven elk de helft van de uitgevoerde hiv tests voor. Bij de gespecialiseerde artsen werden hiv tests meest frequent voorgeschreven door gynaecologen (54%), gevolgd door internisten (20%) en chirurgen (15%).

Bij de nieuwe diagnoses van 2014 werd 36% van de tests uitgevoerd op initiatief van de patiënt en 37% werd getest omwille van klinische argumenten. Het proportioneel aandeel van testen op eigen initiatief is groter bij MSM (46%) dan bij personen afkomstig van Sub-Saharaans Afrika (29%) al wordt bij deze laatste populatie een stijgende trend waargenomen (22% in 2012 en 27% in 2013). Voor 32% van de nieuwe hiv diagnoses was deze informatie niet beschikbaar.

Page 38: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

36

Page 39: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

V. P

ATI

ËNTE

N M

ET H

IV

37

V. PATIËNTEN MET HIV

1. ALgEMENE tENDENS

In 2014, werden 14719 hiv patiënten medisch opgevolgd in België. Men stelt een gelijkmatige stijging vast van het aantal hiv patiënten in medische opvolging, met een gemiddelde toename van 781 nieuwe patiënten per jaar (figuur 22).

Figuur 22 | Aantal hiv patiënten in medische opvolging in België, 2006-2014

0

2 000

4 000

6 000

8 000

10 000

12 000

14 000

201420132012201120102009200820072006

Aant

al p

atië

nten

1471913933133141248811716109481002692388474

2. DEMOgrAFiSCHE gEgEVENS

LEEFtiJD EN gESLACHt

De man/vrouw-ratio van de patiënten opgevolgd in 2014 bedroeg 1,78 (figuur 23 en tabel 17). De gemiddelde leeftijd bedroeg 45 jaar: 46 jaar voor de mannen en 43 jaar voor de vrouwen.

Page 40: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

V. P

ATI

ËNTE

N M

ET H

IV

38

Figuur 23 | Verdeling van de hiv patiënten opgevolgd in 2014 naar leeftijd en geslacht

2000 1500 1000 500 00-45-9

10-1415-1920-2425-2930-3435-3940-4445-4950-5455-5960-6465-6970-74≥ 75

0 500 1000 1500 2000

Leef

tijds

groe

p (ja

ren)

Aantal patiënten

Mannen (N=9416) Vrouwen (N=5286)

Figuur 24 toont de veroudering van de hiv populatie die medisch wordt opgevolgd: patiënten van 50 jaar en ouder vertegenwoordigden 19% van alle patiënten in 2006 en 32% in 2014. De veroudering wordt vastgesteld voor beide geslachten: de gemiddelde leeftijd bij de vrouwen was 38 jaar in 2006 en 43 jaar in 2014 en bij de mannen 43 jaar in 2006 en 46 jaar in 2014.

De veroudering van de hiv populatie die medisch opgevolgd wordt, is voornamelijk toe te schrijven aan de verbetering van de levensverwachting sinds de introductie van antiretrovirale behandelingen. Daarenboven wordt een stijging waargenomen van de gemiddelde leeftijd bij de diagnose. Deze veroudering zal de komende jaren een toename met zich meebrengen van de leeftijdsgebonden co-morbiditeit.

Page 41: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

V. P

ATI

ËNTE

N M

ET H

IV

39

Figuur 24 | Verdeling van de leeftijdscategorieën van de patiënten per jaar van medische opvolging, 2006-2014

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

201420132012201120102009200820072006

Prop

ortie

van

pat

iënt

en (%

)

Jaar van medische opvolging

≥70

60-69

50-59

40-49

30-39

20-29

10-19

0-9

JAAr VAN DE HiV DiAgNOSE

Het jaar van de hiv diagnose in België is beschikbaar voor 12762 (87%) patiënten in medische opvolging. Bij de patiënten voor wie deze informatie beschikbaar was, werd 31% gediagnosticeerd in de periode 2010-2014, 45% in 2000-2009, 20% in de loop van de jaren ‘90 en 4% in de jaren ‘80 (figuur 25).

Figuur 25 | Jaar van hiv diagnose van de patiënten opgevolgd in 2014

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

Aant

al p

atië

nten

Jaar van hiv diagnose

≤198

519

8619

8719

8819

8919

9019

9119

9219

9319

9419

9519

9619

9719

9819

9920

0020

0120

0220

0320

0420

0520

0620

0720

0820

0920

1020

1120

1220

1320

14

Page 42: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

V. P

ATI

ËNTE

N M

ET H

IV

40

In 2014 waren de patiënten in medische opvolging gemiddeld sinds 9 jaren gediagnosticeerd. Deze periode wordt met de jaren groter: in 2006 waren de patiënten gemiddeld sinds 7 jaren gediagnosticeerd. De hiv populatie in medische opvolging wordt dus ouder mét een langere periode in medische opvolging.

In 2014 bedroeg de gemiddelde duurtijd sinds de diagnose 8 jaren voor MSM, 10 jaren voor heteroseksuele mannen en vrouwen. De meerderheid van de intraveneuze druggebruikers (64%) werd meer dan 10 jaren geleden gediagnosticeerd; dit reflecteert het klein aantal nieuwe diagnoses in deze groep.

OVErDrACHtSwiJzE EN rEgiO VAN OrigiNE

Bij de mannelijke patiënten waarvoor de overdrachtswijze gekend was, vermeldde 63% homoseksuele contacten en 32% heteroseksuele contacten. Bij de vrouwelijke patiënten vermeldde 92% heteroseksuele contacten. Intraveneus druggebruik werd gerapporteerd voor 2% van de patiënten evenals prenatale overdracht.

Bij de patiënten waarvoor informatie omtrent de nationaliteit beschikbaar was in 2014, vermeldde 54% de Belgische nationaliteit te hebben, 31% van de patiënten was afkomstig van Sub-Saharaans Afrika, 9% van andere Europese landen en 6% van andere niet-Europese landen.

In 2014 waren er 80% mannen bij de Belgische patiënten. Bij de patiënten van Sub-Saharaans Afrika bedroeg het proportioneel aandeel van vrouwen 67%.

De evolutie van het aantal patiënten in medische opvolging per regio van afkomst en per vermoedelijke overdrachtswijze wordt geïllustreerd in figuur 26. Gedurende de laatste jaren kende het aantal MSM van Belgische nationaliteit en andere Europese nationaliteiten de grootste toename.

Page 43: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

V. P

ATI

ËNTE

N M

ET H

IV

41

Figuur 26 | Evolutie van het aantal patiënten in medische opvolging per gegroepeerde nationaliteit en vermoedelijke overdrachtswijze, 2006-2014

Aant

al p

atië

nten

Jaar van medische opvolging

0

1000

2000

3000

4000

201420132012201120102009200820072006

Belgische hetero mannen

Belgische hetero vrouwen

Hetero mannen van Sub-Saharaans Afrika

Hetero vrouwen van Sub-Saharaans Afrika

Belgische MSM

Europese MSM

PWID

Moeder-Kind

3. zOrgVErLENiNg VOOr HiV pAtiëNtEN

rEtENtiE iN DE zOrg

Van de patiënten in medische opvolging in 2013, was 92.1% nog steeds in opvolging in 2014. Bij de patiënten die in 2014 de zorg opgenomen waren, werd op jaarbasis gemiddeld 3 maal de virale lading gemeten.

ANtirEtrOVirALE BEHANDELiNg

De gegevens betreffende antiretrovirale behandelingen worden verzameld door de Aidsreferentie centra.

Voor de periode 2007-2013 werden de gegevens van 5 Aidsreferentie centra gevalideerd en geanalyseerd, in totaal 8579 patiënten. Van deze 8579 patiënten stond 89.4% in 2013 op antiretrovirale therapie.

Het proportioneel aandeel van patiënten dat antiretrovirale behandelingen krijgt, is de laatste jaren gestegen (figuur 27a); figuur 27b illustreert het aandeel patiënten dat antiretrovirale behandelingen kreeg in 2013 in functie van bepaalde demografische karakteristieken.

Page 44: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

V. P

ATI

ËNTE

N M

ET H

IV

42

Het aantal CD4 lymfocyten op het ogenblik van de hiv diagnose en de aanvang van zorg bepaalt het al dan niet opstarten van behandeling. Jongeren en MSM krijgen proportioneel minder antiretrovirale behandelingen aangezien ze minder vertegenwoordigd zijn in de groep van de laattijdige diagnoses. Frequenter voorkomen van co-morbiditeit bij oudere personen, alsook de grotere proportie van laattijdige diagnoses in deze groep verklaart waarom ze proportioneel meer antiretrovirale behandelingen krijgen.

Figuur 27 | A. proportie patiënten die antiretrovirale behandelingen krijgen per jaar van opvolging, 5 ArCs, 2007-2013 B. porportie patiënten die antiretrovirale behandeling krijgen per demografische karakteristieken, 5 ArCs, 2013

A

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

2013201220112010200920082007

% v

an p

atië

nten

met

ant

iretro

vira

le b

ehan

delin

g

Jaar van medische opvolging

B

% v

an p

atië

nten

met

antir

etro

vira

le b

ehan

delin

g

Man

nen

Vrou

wen

25-3

9

40-4

9

50+

Belg

Euro

pa

Sub-

Sah.

Afri

ka

MSM

Hete

ro

PWID

0102030405060708090

100

Page 45: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

V. P

ATI

ËNTE

N M

ET H

IV

43

Patiënten waarbij het aantal CD4-lymfocyten lager ligt dan 350 cellen/mm³ hebben een verhoogd risico op co-morbiditeit al dan niet gerelateerd aan hiv. Bij de patiënten die zich onder deze drempel bevonden in 2013, werd bij 91% binnen de 3 maanden therapie opgestart; in 2012 was dat 90.5%.

VirALE LADiNg EN CD4

Van de patiënten die in 2012 en 2013 minstens sinds 6 maanden antiretrovirale behandelingen kregen, had 94.7% een gecontroleerde virale lading (<200 copies/ml) bij de laatste meting van het jaar.

Van de patiënten die binnen het jaar een antiretrovirale behandeling opstartten, bereikte 74.5% een gecontroleerde virale lading binnen de 6 maanden in 2013; 72.5% in 2012.

In 2013 bedroeg het gemiddeld aantal CD4 cellen bij patiënten in medische opvolging 578 cellen/mm³, wat relatief hoog is. Sinds 2006 is het aantal CD4 cellen gemiddeld met 15 cellen/mm³ gestegen. Waarschijnlijk is dit een gevolg van het opstarten van antiretrovirale behandeling bij hogere CD4 concentraties en van een toename van het aantal patiënten op antiretrovirale therapie.

CONtiNuüM VAN DE zOrgVErLENiNg VOOr HiV pAtiëNtEN

Een optimale zorgverlening voor hiv patiënten vereist een continuïteit van diensten tijdens verschillende stadia: screening, opname in de zorg, behoud van de zorg, aanvang van de antiretrovirale behandeling en het bereiken van een gecontroleerde virale lading. Patiënten met een gecontroleerde virale lading hebben een gunstigere prognose en het risico dat ze het virus overdragen is erg klein, wat bijdraagt tot de preventie van nieuwe hiv infecties.

Een analyse van de continuïteit van de zorg voor de hiv populatie werd recent gepubliceerd (zie kader). Aan de hand van deze analyse werd de verdeling van de personen die met hiv leven in België in 2011 bestudeerd in functie van de verschillende stadia van de zorgverlening. Het aandeel van gediagnosticeerde hiv patiënten met een niet-detecteerbare virale lading (<50 copies/ml) in 2011 werd geraamd op 69,5%.

Page 46: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

V. P

ATI

ËNTE

N M

ET H

IV

44

goede continuïteit van de hiv zorg in België ondanks tekortkomingen met betrekking tot de opname en het behoud van de zorg bij migranten (9)

achtergrond: De Belgische hiv epidemie treft voornamelijk mannen die seks hebben met mannen en Sub-Saharaanse Afrikanen. We bestudeerden het continuüm van de zorg - en de geassocieerde factoren - voor gediagnosticeerde hiv patiënten die in België leven.

methode: Gegevens van de hiv diagnoses 2007-2010 en van de hiv patiënten die in behandeling waren in 2007-2010 werden geanalyseerd. Voor alle opeenvolgende fases van het continuüm van de hiv-zorg werden proporties berekend en werden de factoren geassocieerd met uitval bestudeerd.

resultaten: Van al de gediagnosticeerde hiv patiënten die in 2011 in België leefden, werd 98.2% gelinkt aan de hiv zorgverlening, 90.8% werd in de zorg gehouden, 83.3% kreeg antiretrovirale therapie en 69.5% had een niet-detecteerbare virale lading (<50 copies/ml). In multivariate analyse werd een lagere opname in de zorg vastgesteld bij niet-Belgen en bij de personen die gediagnosticeerd werden vóór een chirurgische ingreep; een minder goed behoud van de zorg werd vastgesteld bij niet-Belgen en intraveneuze druggebruikers. Een beter behoud van de zorg werd waargenomen bij mannen die seks hebben met mannen en patiënten die antiretrovirale therapie krijgen. Jongere patiënten hadden een mindere opname van antiretrovirale therapie en een mindere virale suppressie; deze die reeds langer gediagnosticeerd waren, hadden een grotere opname van antiretrovirale therapie en meer virale suppressie; Sub-Saharaans Afrikaanse patiënten hadden een iets mindere virale suppressie.

Page 47: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

V. P

ATI

ËNTE

N M

ET H

IV

45

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Undetect. VL(<50 copies/ml)

On ARTRetainedin HIV care

Linked toHIV care

Perc

enta

ge

Stage of the continuum of HIV care

69,5 %83,3 %90,8 %98,2 %

conclusie: Het continuüm van de hiv zorg vertoont weinig uitval doorheen de verschillende stadia. De proportie van niet-gediagnosticeerde personen die met hiv leven, werd niet berekend in deze analyse. Gebaseerd op beschikbare onderzoeks- en surveillance gegevens wordt aangenomen dat ongeveer 20% van de hiv populatie niet gediagnosticeerd is. Het testen van niet-gediagnosticeerden is de eerste en wellicht de zwakste schakel in het continuüm van de hiv zorg. Een precieze schatting van deze populatie is een prioriteit naast de verbetering van de continuïteit van de zorgverlening voor migranten.

Page 48: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

46

Page 49: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

CO

NC

LuSI

ES

47

VI. CONCLuSIES

Gedurende de laatste twee jaren is het aantal nieuwe hiv diagnoses gedaald. In 2013 deed de daling van het aantal nieuwe diagnoses zich vooral voor in de populatie afkomstig van Sub-Saharaans Afrika. In 2014 wordt de dalende tendens bij de populatie van Sub-Saharaans Afrika bevestigd. Er wordt echter ook een daling vastgesteld bij de mannen die seks hebben met mannen (MSM), voornamelijk met de Belgische en andere Europese nationaliteiten. Het gaat om een eerste daling van het aantal hiv diagnoses bij MSM sinds 2000. Nochtans blijft het totaal aantal nieuwe hiv diagnoses hoog.

Een dalend aantal nieuwe hiv diagnoses kan een daling van het aantal nieuwe hiv infecties weergeven, maar het aantal diagnoses wordt ook beïnvloed door de frequentie en de doelgerichtheid van de hiv test activiteiten. De daling die momenteel wordt waargenomen gaat gepaard met een lichte stijging van het aantal opsporingstesten voor hiv wat dus eerder wijst op een daling van het aantal hiv infecties. De evolutie tijdens de volgende jaren zal ons toelaten om na te gaan of de daling van de hiv incidentie bevestigd wordt. De inspanningen wat betreft preventie, screening en opname in de hiv zorg zullen determinerend zijn voor een eventuele verderzetting van de huidige tendens.

Daarnaast wordt het aantal diagnoses bij niet-Belgen sterk beïnvloed door de migratiebewegingen. De evolutie van de hiv incidentie in het land van afkomst en de toegang tot hiv screening in België zijn bepalende factoren voor het aantal nieuwe diagnoses in deze groep.

De laatste jaren wordt een gelijkmatige toename vastgesteld van het aantal hiv patiënten in medische opvolging. Het feit dat bijna 1 op 3 van de hiv patiënten ouder is dan 50 jaar, onderlijnt het belang om de hiv zorg aan te passen aan de veroudering van deze populatie. De retentie in de hiv zorg ligt erg hoog. Ongeveer 90% van de hiv patiënten die opgevolgd worden in een Aids Referentiecentrum, kreeg antiretrovirale behandelingen waarvan een zeer groot aantal een gecontroleerde virale lading had.

Een doeltreffende antiretrovirale behandeling doet de virale lading dalen tot een ondetecteerbaar niveau. In dat geval is de kans dat de hiv infectie wordt overgedragen, erg klein (10;11). Anderzijds werden de gunstige effecten van een vroegtijdige opstart van antiretrovirale behandeling aangetoond wat betreft het risico op ernstige infecties en kankers (12). Deze positieve effecten van antiretrovirale behandelingen, zowel wat betreft de individuele prognose als de vermindering van de hiv overdracht hebben tot een aanpassing geleid van de behandelingsrichtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de European Aids Clinical Society (EACS). Deze bevelen aan om een antiretrovirale behandeling op te starten bij iedere hiv geïnfecteerde, ongeacht het klinisch stadium en aantal CD4 lymfocyten (13;14).

Page 50: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

CO

NC

LuSI

ES

48

Verschillende studies hebben reeds aangetoond dat hiv patiënten die op regelmatige basis medisch opgevolgd worden en een gecontroleerde virale lading hebben, minder risico vertonen op hiv overdracht dan degenen die hun hiv status niet kennen en degenen die niet opgenomen zijn in de hiv zorg (15;16). uNAIDS heeft recent de ambitieuze 90-90-90 doelstellingen gepubliceerd. Daarin wordt gesteld dat tegen 2020, 90% van de personen met hiv zijn of haar sero-status zou moeten kennen, hiervan zou 90% antiretrovirale behandelingen moeten krijgen en hiervan zou 90% een gecontroleerde virale lading moeten hebben (17). De analyse van het continuüm van de zorgverlening voor hiv patiënten in 2011 toont aan dat de uNAIDS doelstelling nog niet bereikt zijn in België, net zomin als in de ons omringende landen (18). Deze analyse en ook andere studies (19;20) suggereren dat het testen van niet-gediagnosticeerden nog moet verbeterd worden.

Het diversifiëren van het testaanbod is van cruciaal belang om geïnfecteerden vroegtijdig te diagnosticeren maar ook om diegenen te bereiken die zich niet spontaan aanbieden in de reguliere testfaciliteiten in de zorgsector en daarom laattijdig gediagnosticeerd worden. De WHO en het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) bevelen aan om het bestaande testaanbod in de zorgsector te handhaven en het aan te vullen met gedecentraliseerde hiv screeningsactiviteiten in een niet-klinische omgeving in samenwerking met terreinorganisaties (21;22). De Hoge Gezondheidsraad heeft recent een advies uitgebracht over de precieze omstandigheden waaronder gedecentraliseerde en gedemedicaliseerde hiv screening in België zou moeten uitgevoerd worden (23).

Om effectief te zijn, moeten de opsporing van hiv en de zorgverlening voor hiv patiënten uiteraard geïntegreerd worden in het breder kader van “gecombineerde hiv preventie” waarbij biomedische, gedrags- (zoals de promotie van condoomgebruik) en structurele interventies zich richten op de complexe interactie van de determinanten van hiv transmissie.

Page 51: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

49

VII. BIjLAGEN

tabel 1 | Jaarlijks aantal nieuwe hiv en aids diagnoses en gerapporteerde sterfte, België, 1982-2014

Hiv diagnoses1 Aids diagnoses2 Gerapporteerde sterfte3

1981 14 12 9

1982 17 14 7

1983 38 32 20

1984 86 50 29

1985 503 69 45

1986 741 74 42

1987 930 121 48

1988 754 141 60

1989 755 166 80

1990 812 206 125

1991 802 257 122

1992 977 251 173

1993 945 257 163

1994 804 262 194

1995 767 257 192

1996 719 219 136

1997 701 133 62

1998 756 127 47

1999 801 127 37

2000 953 149 48

2001 970 146 59

2002 986 147 48

2003 1058 140 39

2004 1004 128 48

2005 1070 156 47

2006 1018 106 38

2007 1072 105 67

2008 1092 119 54

2009 1132 121 48

2010 1198 104 54

2011 1183 87 65

2012 1229 92 52

2013 1125 80 73

2014 1039 84 61

gecummuleerd totaal 28051 4539 2392

1 Aantallen beschouwd als definitief (zie methode)2,3 Deze aantallen kunnen toenemen in functie van laattijdige notificaties, in het bijzonder voor de

meest recente jaren.

Page 52: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

50

tabel 2 | Jaarlijks aantal hiv diagnoses bij volwassenen per overdrachtswijze, leeftijdsgroep en geslacht, België, 2005-2014

Leeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

MSM 15-24 21 18 43 34 36 48 46 55 44 38

25-39 154 175 149 189 203 216 223 174 212 172

40-49 56 84 79 104 99 96 81 116 102 70

50+ 24 22 28 40 39 41 57 52 67 53

totaal 255 299 299 367 377 401 407 397 425 333

Hetero 15-24 58 68 56 48 52 48 51 47 42 40

25-39 267 211 212 210 218 202 227 243 189 171

40-49 89 80 107 87 91 108 93 95 95 88

50+ 49 57 65 57 64 79 66 75 58 61

totaal 463 416 440 402 425 437 437 460 384 360

pwiD 15-24 2 4 0 0 1 1 1 1 1 0

25-39 11 9 16 14 8 9 13 9 10 8

40-49 1 4 4 4 4 4 2 4 5 2

50+ 0 2 1 0 1 1 1 0 1 1

totaal 14 19 21 18 14 15 17 14 17 11

Mannen 15-24 44 54 74 62 69 71 73 88 74 62

25-39 340 336 290 360 363 385 392 386 371 341

40-49 141 179 182 208 202 201 178 225 203 184

50+ 82 91 98 103 102 127 133 132 132 130

totaal 607 660 644 733 736 784 776 831 780 717

Vrouwen 15-24 79 62 58 52 56 56 56 44 45 46

25-39 253 176 222 192 205 211 219 222 180 169

40-49 64 46 69 56 61 70 72 62 69 56

50+ 33 35 38 33 45 54 42 52 41 37

totaal 429 319 387 333 367 391 389 380 335 308

totaal 15-24 124 116 132 114 125 127 129 132 119 108

25-39 595 513 515 553 570 596 611 608 551 510

40-49 206 227 255 266 263 272 250 287 272 240

50+ 116 126 136 137 147 182 175 184 173 167

totaal 1041 982 1038 1070 1105 1177 1165 1211 1115 1025

Page 53: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

51

tabel 3 | Jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses per regio, België, 1985-2014

Brussel Vlaanderen Wallonië Onbekend Totaal

1985 153 52 64 234 503

1986 225 80 72 364 741

1987 236 111 108 475 930

1988 201 72 80 401 754

1989 261 148 130 216 755

1990 246 178 157 231 812

1991 213 178 189 222 802

1992 245 286 241 205 977

1993 195 199 230 321 945

1994 192 202 184 226 804

1995 187 173 144 263 767

1996 180 148 105 286 719

1997 155 164 120 262 701

1998 192 183 91 290 756

1999 186 207 101 307 801

2000 269 231 134 319 953

2001 188 230 159 393 970

2002 238 229 195 324 986

2003 256 289 188 325 1058

2004 232 286 175 311 1004

2005 230 364 165 311 1070

2006 233 348 147 290 1018

2007 215 386 165 306 1072

2008 260 392 139 301 1092

2009 237 427 146 322 1132

2010 261 455 195 287 1198

2011 281 425 195 282 1183

2012 222 495 207 305 1229

2013 241 430 169 285 1125

2014 198 361 169 311 1039

totaal 6672 7734 4574 9071 28051

Page 54: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

52

tabel 4 | Jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses bij volwassenen per overdrachtswijze, leeftijdsgroep en geslacht, regio Brussel, 2005-2014

Leeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

MSM 15-24 7 4 10 11 7 9 11 9 10 7

25-39 54 49 52 58 49 60 76 41 66 57

40-49 15 22 20 27 26 27 23 30 32 17

50+ 10 12 2 14 7 9 16 10 9 10

totaal 86 87 84 110 89 105 126 90 117 91

Hetero 15-24 11 25 16 17 14 18 19 13 12 11

25-39 67 59 56 73 63 59 49 57 52 44

40-49 26 26 25 29 37 34 36 21 24 18

50+ 15 14 15 10 13 17 23 21 16 13

totaal 119 124 112 129 127 128 127 112 104 86

pwiD 15-24 0 3 0 0 0 1 0 0 1 0

25-39 3 1 2 2 0 3 8 1 3 2

40-49 0 1 1 2 1 1 2 3 0 1

50+ 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0

totaal 3 6 3 4 2 5 10 4 4 3

Mannen 15-24 7 12 12 14 10 16 17 14 18 12

25-39 81 80 72 94 69 95 102 72 91 90

40-49 35 40 38 44 52 50 42 47 47 31

50+ 21 22 17 24 20 18 32 22 19 17

totaal 144 154 139 176 151 179 193 155 175 150

Vrouwen 15-24 13 22 15 14 13 14 14 8 9 10

25-39 52 35 44 45 49 38 40 36 33 20

40-49 12 11 10 17 17 17 22 10 13 8

50+ 6 9 4 5 6 9 11 10 10 10

totaal 83 77 73 81 85 78 87 64 65 48

totaal 15-24 20 34 27 28 23 30 31 22 27 22

25-39 133 115 116 139 118 133 142 108 124 110

40-49 47 51 49 61 69 67 64 57 60 39

50+ 27 31 21 29 26 27 43 32 29 27

totaal 227 231 213 257 236 257 280 219 240 198

Page 55: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

53

tabel 5 | Jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses bij volwassenen per overdrachtswijze, leeftijdsgroep en geslacht, Vlaanderen, 2005-2014

Leeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

MSM 15-24 12 11 22 19 20 21 17 20 26 18

25-39 77 95 72 96 111 109 105 104 99 81

40-49 30 44 44 64 56 52 46 65 48 38

50+ 8 8 16 20 21 26 23 36 44 29

totaal 127 158 154 199 208 208 191 225 217 166

Hetero 15-24 30 26 26 13 24 13 15 19 21 15

25-39 104 83 75 82 88 86 93 100 89 69

40-49 35 23 39 29 33 43 30 36 40 41

50+ 17 14 19 19 22 28 27 33 22 22

totaal 186 146 159 143 167 170 165 188 172 147

pwiD 15-24 1 1 0 0 1 0 1 1 0 0

25-39 4 2 12 4 8 5 4 4 1 3

40-49 0 1 0 2 0 3 0 1 2 0

50+ 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0

totaal 5 5 12 6 9 8 5 6 4 3

Mannen 15-24 17 22 34 21 29 28 21 32 31 28

25-39 134 143 130 148 167 163 157 173 149 117

40-49 51 63 71 90 82 89 67 104 81 74

50+ 17 25 33 33 34 56 48 65 65 51

totaal 219 253 268 292 312 336 293 374 326 270

Vrouwen 15-24 28 21 24 14 18 19 15 17 16 9

25-39 74 47 56 56 64 66 78 67 57 60

40-49 22 10 20 16 16 21 21 16 19 13

50+ 13 6 8 8 13 9 11 16 9 5

totaal 137 84 108 94 111 115 125 116 101 87

totaal 15-24 46 43 58 35 47 47 36 49 47 37

25-39 208 191 186 204 231 229 235 240 206 177

40-49 73 73 91 106 98 110 88 120 100 87

50+ 30 31 41 42 47 65 59 81 74 56

totaal 357 338 376 387 423 451 418 490 427 357

Page 56: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

54

tabel 6 | Jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses bij volwassenen per overdrachtswijze, leeftijdsgroep en geslacht, wallonië, 2005-2014

Leeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

MSM 15-24 2 3 11 2 8 15 17 26 6 12

25-39 15 22 16 26 28 43 35 24 38 29

40-49 3 10 10 6 11 10 11 18 17 9

50+ 4 1 7 5 7 5 14 6 10 11

totaal 24 36 44 39 54 73 77 74 71 61

Hetero 15-24 15 13 9 15 12 14 16 13 8 12

25-39 70 46 52 41 42 46 61 65 38 46

40-49 19 16 29 16 12 19 15 30 24 19

50+ 9 17 13 10 11 21 8 10 11 16

totaal 113 92 103 82 77 100 100 118 81 93

pwiD 15-24 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0

25-39 4 3 1 6 0 1 1 3 4 2

40-49 0 2 1 0 1 0 0 0 3 0

50+ 0 0 1 0 0 0 1 0 0 1

totaal 5 5 3 6 1 1 2 3 7 3

Mannen 15-24 5 10 16 7 12 21 20 26 6 14

25-39 43 43 26 49 45 55 52 52 51 41

40-49 14 24 30 16 20 16 18 32 29 18

50+ 13 11 17 11 13 14 22 12 15 24

totaal 75 88 89 83 90 106 112 122 101 97

Vrouwen 15-24 13 8 6 12 9 11 14 13 8 10

25-39 56 32 47 30 30 44 53 46 35 41

40-49 13 7 12 8 8 16 9 18 16 11

50+ 6 10 7 4 7 15 5 7 8 7

totaal 88 57 72 54 54 86 81 84 67 69

totaal 15-24 18 18 22 19 21 32 34 39 14 24

25-39 99 75 73 79 75 99 105 98 86 82

40-49 27 32 42 24 28 32 27 50 45 29

50+ 19 21 24 15 20 29 27 19 23 31

totaal 163 146 161 137 144 192 193 206 168 166

Page 57: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

55

tabel 7 | Jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses per nationaliteit (gegroepeerd) en geslacht, België, 2005-2014

Nationaliteit geslacht 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Belgisch Mannen 246 293 294 343 312 353 350 381 361 308

Vrouwen 46 51 40 46 45 36 37 44 47 45

totaal 292 345 334 390 357 389 387 425 408 353

Europees(Belgen uitgesloten)

Mannen 53 71 82 87 81 90 101 85 115 87

Vrouwen 15 16 22 18 24 16 22 29 27 24

totaal 68 87 104 105 105 106 123 114 142 111

Sub-Saharaans Mannen 142 141 97 106 107 119 98 113 84 86

Vrouwen 250 166 217 160 181 215 223 192 154 127

totaal 393 307 316 266 288 334 321 306 238 213

Noord-Afrikaans

Mannen 5 9 8 8 8 8 12 14 14 10

Vrouwen 4 0 4 3 2 5 3 2 3 5

totaal 9 9 12 11 10 13 15 16 17 15

Andere(Amerikaans, Aziatisch, …)

Mannen 22 32 32 42 42 52 52 47 48 47

Vrouwen 17 13 13 15 15 14 14 20 10 18

totaal 40 45 45 57 57 66 66 67 58 65

Onbekend Mannen 154 128 148 159 198 172 171 196 164 187

Vrouwen 108 92 108 101 114 116 100 105 98 95

totaal 268 225 261 263 315 290 271 301 262 282

totaal 1070 1018 1072 1092 1132 1198 1183 1229 1125 1039

Page 58: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

56

tabel 8 | Aantal nieuwe hiv diagnoses bij MSM per nationaliteit en leeftijdsgroep, België 2005-2014

NationaliteitLeeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Belgen 15-24 12 12 31 29 24 35 31 39 32 21

25-39 105 117 98 127 137 140 138 109 129 107

40-49 47 64 53 74 61 70 59 89 63 48

50+ 18 17 24 31 28 32 44 46 53 43

totaal 182 210 206 261 250 277 272 283 277 219

Europeanen (uitgezonderd Belgen)

15-24 3 2 5 2 1 3 1 7 4 7

25-39 24 28 24 25 25 38 46 32 40 33

40-49 2 15 18 21 17 18 16 18 25 12

50+ 5 4 4 6 7 6 7 6 11 6

totaal 34 49 51 54 50 65 70 63 80 58

Alle nationaliteiten

15-24 21 18 43 34 36 48 46 55 44 38

25-39 154 175 149 189 203 216 223 174 212 172

40-49 56 84 79 104 99 96 81 116 102 70

50+ 24 22 28 40 39 41 57 52 67 53

totaal 255 299 299 367 377 401 407 397 425 333

tabel 9 | Aantal nieuwe hiv diagnoses bij MSM per nationaliteit en leeftijdsgroep, regio Brussel 2005-2014

NationaliteitLeeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Belgen 15-24 4 0 5 7 3 5 3 5 5 1

25-39 31 22 23 22 22 30 27 22 27 21

40-49 11 15 9 13 9 17 8 14 11 11

50+ 6 9 2 9 5 6 10 7 8 5

totaal 52 46 39 51 39 58 48 48 51 38

Europeanen (uitgezonderd Belgen)

15-24 1 0 1 1 0 1 1 2 3 5

25-39 11 13 10 14 12 17 25 13 19 20

40-49 0 6 6 10 8 6 12 10 14 5

50+ 4 3 0 3 2 2 2 3 1 2

totaal 16 22 17 28 22 26 40 28 37 32

Alle nationaliteiten

15-24 7 4 10 11 7 9 11 9 10 7

25-39 54 49 52 58 49 60 76 41 66 57

40-49 15 22 20 27 26 27 23 30 32 17

50+ 10 12 2 14 7 9 16 10 9 10

totaal 86 87 84 110 89 105 126 90 117 91

Page 59: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

57

tabel 10 | Aantal nieuwe hiv diagnoses bij MSM per nationaliteit en leeftijdsgroep, Vlaanderen 2005-2014

NationaliteitLeeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Belgen 15-24 8 9 17 18 15 15 13 14 19 10

25-39 57 79 57 79 89 77 79 68 69 61

40-49 28 38 36 51 40 42 40 59 39 29

50+ 7 7 16 19 16 21 20 33 34 26

totaal 100 133 126 167 160 155 152 174 161 126

Europeanen (uitgezonderd Belgen)

15-24 1 2 3 1 1 1 0 2 1 2

25-39 9 9 9 6 8 11 16 15 14 10

40-49 2 3 6 9 6 7 3 4 5 3

50+ 0 1 0 1 3 4 2 3 8 3

totaal 12 15 18 17 18 23 21 24 28 18

Alle nationaliteiten

15-24 12 11 22 19 20 21 17 20 26 18

25-39 77 95 72 96 111 109 105 104 99 81

40-49 30 44 44 64 56 52 46 65 48 38

50+ 8 8 16 20 21 26 23 36 44 29

totaal 127 158 154 199 208 208 191 225 217 166

tabel 11 | Aantal nieuwe hiv diagnoses bij MSM per nationaliteit en leeftijdsgroep, wallonië 2005-2014

NationaliteitLeeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Belgen 15-24 0 3 9 2 6 14 15 20 6 10

25-39 13 13 12 21 22 31 30 17 31 22

40-49 3 7 7 5 10 9 11 16 11 6

50+ 3 1 6 3 6 5 11 6 9 10

totaal 19 24 34 31 44 59 67 59 57 48

Europeanen (uitgezonderd Belgen)

15-24 1 0 1 0 0 0 0 3 0 0

25-39 2 3 3 2 2 8 1 2 3 2

40-49 0 2 3 0 0 1 0 1 5 2

50+ 1 0 1 2 1 0 3 0 0 1

totaal 4 5 8 4 3 9 4 6 8 5

Alle nationaliteiten

15-24 2 3 11 2 8 15 17 26 6 12

25-39 15 22 16 26 28 43 35 24 38 29

40-49 3 10 10 6 11 10 11 18 17 9

50+ 4 1 7 5 7 5 14 6 10 11

totaal 24 36 44 39 54 73 77 74 71 61

Page 60: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

58

tabel 12 | Jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses bij heteroseksuelen per geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep, België 2005-2014

Leeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Belgische mannen

15-24 1 3 4 3 0 1 4 4 9 2

25-39 21 29 19 27 14 15 18 23 21 17

40-49 16 16 23 17 17 20 11 25 13 26

50+ 15 17 21 17 17 22 23 24 21 25

totaal 53 65 67 64 48 58 56 76 64 70

Belgische vrouwen

15-24 4 8 5 9 3 4 8 6 9 7

25-39 22 24 11 14 18 14 14 16 16 15

40-49 7 5 13 8 9 6 7 6 14 9

50+ 6 8 8 9 11 7 5 11 5 8

totaal 39 45 37 40 41 31 34 39 44 39

Sub-Saharaans Afrikaanse mannen

15-24 5 16 8 6 10 11 3 6 1 5

25-39 59 49 29 47 46 38 38 51 31 26

40-49 31 31 28 21 21 25 25 21 22 11

50+ 11 11 12 13 9 19 13 15 6 8

totaal 106 107 77 87 86 93 79 93 60 50

Sub-Saharaans Afrikaanse vrouwen

15-24 42 36 29 25 30 27 27 26 21 16

25-39 130 75 116 91 94 105 123 106 78 69

40-49 29 20 30 22 25 34 34 25 24 18

50+ 12 11 14 11 14 23 12 13 18 11

totaal 213 142 189 149 163 189 196 170 141 114

Alle mannen

15-24 7 20 13 9 15 13 9 11 10 11

25-39 93 90 64 87 68 66 66 95 67 61

40-49 49 53 57 48 49 56 47 56 48 50

50+ 31 37 41 35 35 45 44 44 31 37

totaal 180 200 175 179 167 180 166 206 156 159

Alle vrouwen

15-24 51 48 43 39 37 35 42 36 32 29

25-39 174 120 146 123 150 136 161 148 122 110

40-49 40 26 49 39 42 52 46 39 47 38

50+ 18 20 24 22 29 34 22 31 27 24

totaal 283 214 262 223 258 257 271 254 228 201

Page 61: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

59

tabel 13 | Jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses bij heteroseksuelen per geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep, regio Brussel 2005-2014

Leeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Belgische mannen

15-24 0 0 0 1 0 0 2 1 5 0

25-39 2 6 3 6 5 3 2 4 3 6

40-49 2 1 2 1 4 2 0 3 3 3

50+ 1 3 3 2 4 1 4 6 4 2

totaal 5 10 8 10 13 6 8 14 15 11

Belgische vrouwen

15-24 1 3 1 3 2 0 2 2 1 2

25-39 5 6 0 2 9 3 1 5 3 2

40-49 0 1 1 0 1 0 2 0 3 1

50+ 3 1 0 3 0 2 2 2 1 3

totaal 9 11 2 8 12 5 7 9 8 8

Sub-Saharaans Afrikaanse mannen

15-24 0 5 1 2 0 3 2 4 0 2

25-39 20 15 8 19 12 16 10 17 10 11

40-49 15 14 9 5 13 14 11 6 4 3

50+ 5 3 6 3 3 5 6 4 3 3

totaal 40 37 24 29 28 38 29 31 17 19

Sub-Saharaans Afrikaanse vrouwen

15-24 8 15 10 10 9 11 7 4 5 5

25-39 36 20 35 30 26 31 26 23 23 13

40-49 7 10 7 11 10 9 14 5 5 5

50+ 2 4 3 1 4 4 4 4 5 4

totaal 53 49 55 52 49 55 51 36 38 27

Alle mannen

15-24 0 5 1 3 2 4 5 5 5 3

25-39 23 27 17 33 17 24 15 24 20 26

40-49 17 15 14 14 22 19 18 13 12 10

50+ 10 9 12 6 8 8 15 12 8 5

totaal 50 56 44 56 49 55 53 54 45 44

Alle vrouwen

15-24 11 20 15 14 12 14 14 8 7 8

25-39 44 32 39 40 46 35 34 33 32 18

40-49 9 11 10 15 15 15 18 8 12 8

50+ 5 5 3 4 5 9 8 9 8 8

totaal 69 68 67 73 78 73 74 58 59 42

Page 62: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

60

tabel 14 | Jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses bij heteroseksuelen per geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep, Vlaanderen 2005-2014

Leeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Belgische mannen

15-24 1 2 3 0 0 0 1 3 4 1

25-39 14 18 12 15 7 11 13 15 17 7

40-49 10 9 9 10 9 14 7 15 9 16

50+ 6 5 8 8 8 16 16 16 11 12

totaal 31 34 32 33 24 41 37 49 41 36

Belgische vrouwen

15-24 2 4 3 4 1 3 3 3 6 2

25-39 11 9 9 9 7 6 9 5 11 7

40-49 6 2 5 5 5 3 2 4 5 2

50+ 3 4 4 3 7 1 2 5 2 2

totaal 22 19 21 21 20 13 16 17 24 13

Sub-Saharaans Afrikaanse mannen

15-24 2 5 3 1 6 3 0 2 1 3

25-39 19 19 12 15 22 15 11 18 16 6

40-49 9 5 9 4 5 6 4 8 7 6

50+ 2 1 2 4 1 4 2 4 1 3

totaal 32 30 26 24 34 28 17 32 25 18

Sub-Saharaans Afrikaanse vrouwen

15-24 21 14 13 6 13 7 10 10 9 4

25-39 41 22 25 32 34 36 43 35 22 29

40-49 8 4 9 5 8 11 12 3 8 4

50+ 6 0 3 4 4 5 6 4 4 0

totaal 76 40 50 47 59 59 71 52 43 37

Alle mannen

15-24 4 7 6 1 8 3 1 5 5 6

25-39 39 39 31 33 33 32 29 46 37 20

40-49 19 16 21 16 18 26 14 26 24 29

50+ 8 9 12 12 11 22 18 22 15 17

totaal 70 71 70 62 70 83 62 99 81 72

Alle vrouwen

15-24 26 19 20 12 16 10 14 14 16 9

25-39 65 43 44 49 55 54 64 54 52 49

40-49 16 7 18 13 15 17 16 10 16 12

50+ 9 5 7 7 11 6 9 11 7 5

totaal 116 74 89 81 97 87 103 89 91 75

Page 63: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

61

tabel 15 | Jaarlijks aantal nieuwe hiv diagnoses bij heteroseksuelen per geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep, wallonië 2005-2014

Leeftijds-groepen

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Belgische mannen

15-24 0 1 0 2 0 1 1 0 0 1

25-39 3 4 4 4 2 1 2 3 0 4

40-49 3 4 10 5 2 2 2 6 1 6

50+ 6 6 4 3 3 5 3 1 3 9

totaal 12 15 18 14 7 9 8 10 4 20

Belgische vrouwen

15-24 1 0 0 2 0 1 3 1 2 3

25-39 6 7 2 3 2 5 4 6 2 4

40-49 0 1 6 2 3 3 2 2 6 6

50+ 0 3 4 3 3 2 0 4 2 2

totaal 7 11 12 10 8 11 9 13 12 15

Sub-Saharaans Afrikaanse mannen

15-24 3 5 3 2 4 5 1 0 0 0

25-39 14 11 5 10 9 5 9 13 4 6

40-49 4 5 7 4 2 2 4 6 9 1

50+ 1 3 2 2 2 4 2 2 0 1

totaal 22 24 17 18 17 16 16 21 13 8

Sub-Saharaans Afrikaanse vrouwen

15-24 11 6 5 8 8 7 10 12 6 7

25-39 44 21 39 23 23 32 43 36 28 25

40-49 11 3 6 4 3 9 5 12 7 3

50+ 2 5 2 1 3 9 2 2 5 3

totaal 68 35 52 36 37 57 60 62 46 38

Alle mannen

15-24 3 7 3 4 4 6 3 0 0 2

25-39 18 16 9 15 13 7 12 20 7 10

40-49 8 11 17 9 5 5 7 14 10 9

50+ 7 9 7 6 5 9 5 4 3 10

totaal 36 43 36 34 27 27 27 38 20 31

Alle vrouwen

15-24 12 6 6 11 8 8 13 13 8 10

25-39 52 30 43 26 29 39 49 45 31 36

40-49 11 4 12 7 7 14 8 16 14 10

50+ 2 8 6 4 6 12 3 6 8 6

totaal 77 48 67 48 50 73 73 80 61 62

Page 64: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

62

tabel 16 | Aandeel (%) van laatijdige hiv diagnoses per geslacht, leeftijdsgroep, overdrachtswijze, nationaliteit en verblijfsregio, België 2010-2014

% laattijdige diagnoses

geslacht Mannelijk 30 %

Vrouwelijk 41 %

Leeftijdsgroep 15-24 23 %

25-39 32 %

40-49 35 %

50+ 42 %

Overdrachtswijze MSM 22 %

Hetero mannen 44 %

Hetero vrouwen 41 %

PWID 51 %

Nationaliteit Belgisch 26 %

Europees 26 %

Sub Saharaans Afrikaans 45 %

Verblijfsregio Brussel 27 %

Vlaanderen 35 %

Wallonië 35 %

totaal 33 %

Page 65: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

LAG

EN

63

tabel 17 | Aantal volwassen patiënten in medische opvolging per jaar van medische opvolging, leeftijdsgroep, geslacht en overdrachtswijze, 2006-2014

Leeftijdsgroep 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

MSM 15-24 45 74 82 85 99 100 139 139 131

25-39 898 956 1016 1111 1263 1392 1469 1556 1612

40-49 828 951 1064 1197 1255 1367 1444 1514 1509

50+ 494 551 650 755 882 1029 1177 1330 1526

totaal 2265 2532 2812 3148 3499 3888 4229 4539 4778

Hetero 15-24 153 160 163 167 170 162 170 162 143

25-39 1638 1684 1746 1778 1832 1892 1892 1923 1849

40-49 1269 1404 1555 1671 1787 1850 1969 1991 2035

50+ 711 860 964 1118 1316 1494 1692 1863 2033

totaal 3771 4108 4428 4734 5105 5398 5723 5939 6060

pwiD 15-24 10 4 4 4 2 4 5 4 4

25-39 96 96 92 92 77 78 74 72 52

40-49 122 126 135 135 136 130 136 119 112

50+ 14 22 25 29 38 49 63 72 87

totaal 242 248 256 260 253 261 278 267 255

totaal, beschikbare gegevens over overdrachtswijze

6536 7164 7797 8473 9192 9903 10607 11125 11490

Mannen 15-24 163 198 230 250 247 265 310 309 308

25-39 1821 1888 1991 2120 2274 2417 2524 2648 2745

40-49 1885 2108 2338 2487 2602 2751 2848 2910 2936

50+ 1171 1370 1562 1845 2097 2368 2684 2969 3385

totaal 5040 5564 6121 6702 7220 7801 8366 8836 9374

Vrouwen 15-24 233 241 250 267 279 286 301 287 272

25-39 1566 1641 1691 1740 1826 1879 1853 1892 1882

40-49 962 1077 1199 1338 1417 1454 1592 1615 1693

50+ 446 524 588 751 823 935 1072 1224 1387

totaal 3207 3483 3728 4096 4345 4554 4818 5018 5234

totaal, beschikbare gegevens over geslacht

8255 9058 9857 10807 11576 12367 13198 13870 14623

Page 66: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

lag

en

64

Lijst van de aids-RefeRentieLaboRatoRia (aRL)

1 Pr M-P. HaYette 5 Pr Ch. veRHofstede

Laboratoire de référence sida Aids-Referentielaboratorium

CHU de Liège Universiteit Gent

Domaine universitaire du Sart-Tilman Vakgroep Klinische Biologie, Microbiologie en ImmunologieService de Microbiologie médicale

Niveau 2 - Bât. B23 UZGent

4000 Liège Blok A

Tel.: 04/366.24.54 De Pintelaan, 185

2 Pr M. van Ranst 9000 Gent

Aids-Referentielaboratorium Tel.: 09/332.51.61

UZ KU Leuven 6 Pr K. fRansen

Laboratoriumgeneeskunde Aids-Referentielaboratorium

Herestraat, 49 Instituut voor Tropische Geneeskunde

3000 Leuven Klinische Wetenschappen

Tel.: 016/34.79.08 Nationalestraat, 155

3 Pr j. RUeLLe 2000 Antwerpen

Laboratoire de référence sida Tel.: 03/247.63.32

Université catholique de Louvain 7 Pr d. PieRaRd

IREC – Pôle de microbiologie médicale Aids-Referentielaboratorium

Tour Claude Bernard Universitair Ziekenhuis Brussel

Avenue Hippocrate, 54 Bte B1.54.05 Laerbeeklaan, 101

1200 Bruxelles 1090 Brussel

Tel.: 02/764.54.92 Tel.: 02/477.50.00

4 Pr M-L. deLfoRGe dr s. van den WijnGaeRt

Laboratoire de référence sida CHU Saint-Pierre

Hôpital universitaire ULB Erasme Rue Haute, 322

Laboratoire de virologie 1000 Bruxelles

Route de Lennik, 808 Tel.: 02/535.45.30

1070 Bruxelles

Tel.: 02/555.57.83

Page 67: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VI.

BIj

lag

en

65

Lijst van aids-RefeRentiecentRa (aRc)

aids-RefeRentiecentRum centRe de RéféRence sida

AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV CHU de Charleroi

Ruddershove, 10 Centre Arthur Rimbaud

8000 Brugge Boulevard Paul Janson, 92

Tel.: 050/45.23.12 6000 Charleroi

centRe de RéféRence sida Tel.: 071/92.23.06

CHU de Liège centRe de RéféRence sida

Polyclinique Brull CHU Dinant Godinne

Quai Godefroid Kurth, 45 Avenue Dr Gaston Therasse, 1

4020 Liège 5530 Yvoir

Tel.: 04/366.72.35 Tel.: 081/42.20.81

aids-RefeRentiecentRum centRe de RéféRence sida

UMC Sint-Pieter Hôpital Erasme

Hoogstraat, 290-322 Route de Lennik, 808

1000 Brussel 1070 Bruxelles

Tel.: 02/535.41.30 Tel.: 02/555.45.36

aids-RefeRentiecentRum centRe de RéféRence sida

ITG Cliniques universitaires Saint-Luc

HIV-SOA Polikliniek Avenue Hippocrate, 10

Kronenburgstraat, 43/3 UCL 10.50

2000 Antwerpen 1200 Bruxelles

Tel.: 03/247.64.55 Tel.: 02/764.10.50

aids-RefeRentiecentRum aids-RefeRentiecentRum

UZ Brussel UZ Gent

Laarbeeklaan, 101 De Pintelaan, 185

1090 Brussel 9000 Gent

Tel.: 02/477.60.01 Tel.: 09/332.23.45

aids-RefeRentiecentRum

UZ Leuven

Campus Gasthuisberg

Herestraat, 49

3000 Leuven

Tel.: 016/34.42.75

Page 68: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VII

I. R

efeR

entI

es

66

VIII. RefeRentIes

(1) European Centre for Disease Prevention and Control. HIV Modelling Tool. 2015. Beschikbaar via: http://ecdc.europa.eu/en/healthtopics/aids/Pages/hiv-modelling-tool.aspx

(2) Antinori A, Coenen T, Costagiola D, Dedes N, Ellefson M, Gatell J, et al. Late presentation of HIV infection: a consensus definition. HIV Med 2011;12(1): 61-4. Beschikbaar via: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/j.1468-1293.2010.00857.x/full

(3) Lodi S, Phillips A, Touloumi G, Geskus R, Meyer L, Thibaut R, et al. Time From Human Immunodeficiency Virus Seroconversion to Reaching CD4+ Cell Count Thresholds <200, <350, and <500 Cells/mm3: Assessment of Need Following Changes in Treatment Guidelines. Clinical Infectious Diseases 2011;53(8): 817-25.

(4) Sasse A, Florence E, Pharris A, De Wit S, Lacor P, Van Beckhoven D, et al. Late presentation to HIV testing is overestimated when based on the consensus definition. HIV Med 2015 doi: 10.1111/hiv.12292. Beschikbaar via: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/hiv.12292/full

(5) Bennett DE, Camacho RJ, Otelea D, Kuritzkes DR, Fleury H, Kiuchi M, et al. Drug Resistance Mutations for Surveillance of Transmitted HIV-1 Drug-Resistance: 2009 Update. PLoS One 2009;4(3):e4724. Beschikbaar via: http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0004724

(6) Vercauteren J, Derdelinckx I, Sasse A, Bogaert M, Ceunen H, De Roo A et al. Prevalence and Epidemiology of HIV Type 1 Drug Resistance among Newly Diagnosed Therapy-Naive Patients in Belgium from 2003 to 2006. Aids Research and Human Retroviruses 2008;24 (3):355-362.

(7) Muyldermans G, Sasse A. HIV-1 resistance and trend analysis in newly diagnosed patients in Belgium. Acta Clinica Belgica 2014;69(1):1-7.

(8) European Centre for Disease Prevention and Control. HIV/AIDS surveillance in Europe 2013. Stockholm: ECDC; 2014. Beschikbaar via: http://ecdc.europa.eu/en/publications/Publications/hiv-aids-surveillance-report-Europe-2013.pdf

(9) Van Beckhoven D, Florence E, Ruelle J, Deblonde J, Verhofstede C, Callens S, et al. Good continuum of HIV care in Belgium despite weaknesses in retention and linkage to care among migrants. BMC Infectious Diseases 2015;15:496. Beschikbaar via: http://www.biomedcentral.com/1471-2334/15/496

Page 69: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VII

I. R

efeR

entI

es

67

(10) Cohen MS, Chen YQ, McCauley M, Gamble T, Hosseinipour MC, Kumarasamy N, et al. Prevention of HIV-1 infection with early antiretroviral therapy. N Engl J Med 2011;365(6):493-505. Beschikbaar via: http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa1105243

(11) Rodger A et al. HIV transmission risk through condomless sex if HIV+ partner on suppressive ART: PARTNER study. 21st Conference on Retroviruses and Opportunistic Infections, Boston, abstract 153LB, 2014.

(12) Lundgren JD, Babiker AG, Gordin F, Emery S, Grund B, Sharma S, et al. Initiation of Antiretroviral Therapy in Early Asymptomatic HIV Infection. N Engl J Med 2015;373(9):795-807. Beschikbaar via: http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa1506816#t=abstract

(13) EACS. Guidelines. Version 8.0. European AIDS Clinical Society (EACS), editor. 2015. European AIDS Clinical Society (EACS). Beschikbaar via: http://www.eacsociety.org/guidelines/eacs-guidelines/eacs-guidelines.html

(14) WHO. Guideline on when to start antiretroviral therapy and on pre-exposure prophylaxis for HIV. World Health Organization; 2015. Beschikbaar via: http://www.who.int/hiv/pub/guidelines/earlyrelease-arv/en/

(15) Brown AE, Nardone A, Delpech VC. WHO ‘Treatment as Prevention’ guidelines are unlikely to decrease HIV transmission in the UK unless undiagnosed HIV infections are reduced. AIDS 2014;28(2):281-3.

(16) Skarbinski J, Rosenberg E, Paz-Bailey G, Hall HI, Rose CE, Viall AH, et al. Human immunodeficiency virus transmission at each step of the care continuum in the United States. JAMA Intern Med 2015;175(4):588-96.

(17) UNAIDS. 90-90-90 An ambitious treatment target to help end the AIDS epidemic. Joint United Nations Programme on HIV/AIDS (UNAIDS); 2014. Beschikbaar via: http://www.unaids.org/sites/default/files/media_asset/90-90-90_en_0.pdf

(18) European Centre for Disease Prevention and Control. Thematic report: HIV continuum of care. Monitoring implementation of the Dublin Declaration on Partnership to Fight HIV/AIDS in Europe and Central Asia: 2014 progress report. Stockholm: ECDC; 2015. Beschikbaar via: http://ecdc.europa.eu/en/publications/Publications/dublin-declaration-continuum-of-care-2014.pdf

(19) Eyawo O, Hogg RS, Montaner JS. The Holy Grail: The search for undiagnosed cases is paramount in improving the cascade of care among people living with HIV. Can J Public Health 2013;104(5):e418-e419.

(20) Phillips AN, Cambiano V, Miners A, Lampe FC, Rodger A, Nakagawa F, et al. Potential impact on HIV incidence of higher HIV testing rates and earlier antiretroviral therapy initiation in MSM. AIDS 2015;29(14):1855-62.

Page 70: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

VII

I. R

efeR

entI

es

68

(21) European Centre for Disease Prevention and Control. HIV testing in Europe. ECDC Evidence Brief. Stockholm: ECDC; 2015.

(22) WHO. Consolidated guidelines on HIV testing services. WHO; 2015. Beschikbaar via: http://who.int/hiv/pub/guidelines/hiv-testing-services/en/

(23) Hoge Gezondheidsraad. Gedecentraliseerde en gedemedicaliseerde screening op HIV in België: antwoord op een adviesaanvraag van de volksgezondheids-overheden. Brussels: High Health Council; 2015. Beschikbaar via: http://health.belgium.be/internet2Prd/groups/public/@public/@shc/documents/ie2divers/19103882.pdf

Page 71: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch
Page 72: EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV INFECTIE IN …...hoog: 92.1% van de patiënten in medische opvolging in 2013 was nog steeds in opvolging in 2014. Van de patiënten die in 2013 medisch

Verantwoordelijke uitgever: Dr. Johan PeetersISSN Nr: 2466-7080

© WIV-ISPVOLKSGEZONDHEID EN SuRVEILLANCEJuliette Wytsmanstraat 141050 Brussel | België

www.wiv-isp.be