Energie labeling & Onderzoek maatregelen · 2017. 12. 10. · • De ISSO Publicatie 75.1 en 75.2...

37
EPA-U onderzoek gemeente ‘s- Hertogenbosch Veilinghuis Energie labeling & Onderzoek maatregelen Project 29.018 Datum 12 februari 2010 Status definitief

Transcript of Energie labeling & Onderzoek maatregelen · 2017. 12. 10. · • De ISSO Publicatie 75.1 en 75.2...

  • EPA-U onderzoek gemeente ‘s- Hertogenbosch Veilinghuis Energie labeling & Onderzoek maatregelen

    Project 29.018 Datum 12 februari 2010 Status definitief

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 2 -

    Documenttitel EPA-U onderzoek gemeente ‘s- Hertogenbosch Veilinghuis

    - Energie labeling & Onderzoek maatregelen

    Datum 12 februari 2010

    Soort document Rapport

    Projectnummer 29.018

    Opdrachtgever Gemeente ‘s- Hertogenbosch Wolvenhoek 1 5211 HH 's-Hertogenbosch Tel. 073 - 6155155

    Contactpersonen Dhr. A. den Boer

    Object Bouwjaar 1890

    Renovatiejaar BIK-Code 92 cultuur sport en recreatie

    Adres Hekellaan 2

    Postcode 5211LX Plaatsnaam `s-Hertogenbosch

    Adviseur EPA-Plan b.v. Postbus 2408 8203 AK LELYSTAD Tel. 0320 – 21 99 19 Fax 0320 – 21 94 56 [email protected]

    Adviseurnummer K44497/02

    Contactpersoon F. Hop

    Het eigendom inzake de informatie en kennis vervat in dit rapport berust bij EPA-Plan bv. Hiervan is dan ook niet toegestaan het aan derden ter beschikking te stellen of op een andere wijze toe te passen dan waarvan in de overeenkomst toestemming wordt verleend.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 3 -

    Samenvatting In dit rapport wordt een compleet energie-advies voor uw gebouw beschreven. Dit advies bestaat uit een beoordeling van de huidige staat van uw gebouw met een advies hoe u deze kunt verbeteren. Aan dit energie-advies ligt een uitgebreid onderzoek ten grondslag. Uw gebouw is door een vakman geïnspecteerd, eventuele bouwtekeningen en bestekken zijn bestudeerd en alle benodigde gegevens zijn in een geattesteerd computerprogramma ingebracht. Voorts is de energetische prestatie van de huidige situatie geanalyseerd en zijn mogelijke verbetermaatregelen doorgerekend en gerangschikt. Het gebouw met het adres Hekellaan 2 te `s-Hertogenbosch heeft het energielabel G (EI = 3,06). Hierbij staat een A++ label voor een zeer energiezuinig gebouw en een G-label voor een zeer onzuinig gebouw. In onderstaande tabel 1 a treft u de maatregelen aan waarmee diverse energie- besparende pakketten (varianten) zijn samengesteld.

    Tabel 1a Overzicht van overwogen maatregelen voor energiebesparingsadvies

    Maatregel

    Investerin

    g [€]

    NCW [€]

    TVT [jaar

    ]

    Label [A++

    t/m G]

    Energie-besparing [€/jaar]

    CO2-reductie [%/jaar]

    Maatregel 1: Voorzet glas expositieruimte

    20.255 15.995 9,9 G 1.553 2,8

    Maatregel 2: plaatsen voorzetwand

    74.519 153.086 6,5 G 9.753 17,4

    Maatregel 3: vloerisolatie 362.039 -181.956 22,9 G 7.717 13,7 Maatregel 4: Aanbrengen van dakisolatie

    100.995 182.158 6,9 G 12.133 21,6

    Maatregel 5; vervangen ketel 10.000 171.602 1,3 G 7.782 13,9 Maatregel 6; aanpassen verlichting kantoor

    7.500 8.913 8,5 G 703 2,1

    Maatregel 7; Plaatsen warmtepomp

    45.000 511.524 1,8 F 23.847 27,3

    Om de huidige staat van het gebouw te verbeteren, kunt u één van onderstaande pakketten met maatregelen uitvoeren (zie Tabel 1 b). U kunt uw keuze afwegen op basis van investering, netto contante waarde, netto contante terugverdientijd, energielabel, energiebesparing en CO2-reductie. Alle prijzen zijn exclusief BTW.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 4 -

    Tabel 1b Samenvatting energie-advies

    Maatregelpakket

    Investering

    [€]

    NCW1 [€]

    TVT

    [jaar]

    Label [A++

    t/m G]

    Energie-besparing [€/jaar]

    CO2-reductie [%/jaar]

    Variant 1: plaatsen voorzet glas 20.255 15.995 9,9 G 1.553 2,8 Variant 2: plaatsen voorzetwand

    74.519 153.086 6,5 G 9.753 17,4

    Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    362.039 -181.956 22,9 G 7.717 13,7

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie

    100.995 182.158 6,9 G 12.133 21,6

    Variant 5: maatregel 1, 2 en 3 557.808 162.968 12,6 C 30.885 55,0 Variant 6: vervangen ketels 10.000 171.602 1,3 G 7.782 13,9 Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    7.500 8.913 8,5 G 703 2,1

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    575.308 209.726 12,1 A 33.639 60,8

    Variant 9: Warmtepomp 45.000 511.524 1,8 F 23.847 27,3 Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    610.308 272.778 11,6 A 37.840 64,2

    1 Bij een negatieve NCW wordt de variant niet rendabel geacht.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 5 -

    Inhoudsopgave Samenvatting ........................................................................................................... 3 Inhoudsopgave ......................................................................................................... 5 1 Inleiding ........................................................................................................... 6

    1.1 Opdracht .............................................................................................. 6 1.2 Randvoorwaarden onderzoek .................................................................. 6 1.3 Uitgangspunten berekeningen ................................................................. 6 1.4 Werkwijze ............................................................................................ 6 1.5 Leeswijzer ............................................................................................ 7

    2 Beschrijving van het gebouw ............................................................................... 8 2.1 Inleiding ............................................................................................... 8 2.2 Algemene gegevens ............................................................................... 8 2.3 De klimaatinstallatie(s) ........................................................................... 8 2.4 De bouwkundige constructies ............................................................... 10 2.5 De energiesector(en) ............................................................................ 11

    3 Energiegebruik huidige situatie ........................................................................... 15 3.1 Inleiding ............................................................................................. 15 3.2 Het energielabel .................................................................................. 15 3.3 Het berekende energiegebruik ............................................................... 15 3.4 Controle met werkelijke meterstanden .................................................... 17 3.5 Thermisch comfort .............................................................................. 17

    4 Energiebesparingsadvies ................................................................................... 18 4.1 Inleiding ............................................................................................. 18 4.2 Uitgangspunten berekeningen ............................................................... 18 4.3 Klimaat neutraal .................................................................................. 18 4.4 Overwogen maatregelen ....................................................................... 19 4.5 Aanbevolen maatregelpakketten ............................................................ 20 4.6 Praktische informatie over maatregelen................................................... 27

    5 Conclusies en aanbevelingen ............................................................................. 29 5.1 Conclusies .......................................................................................... 29 5.2 Aanbevelingen .................................................................................... 31

    6 Bijlagen .......................................................................................................... 33

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 6 -

    1 Inleiding

    1.1 Opdracht Het werk bestaat uit: uitvoering van energielabel in verbeterde versie en onderzoek naar maatregelen om de energieprestatie te verbeteren van bestaande gemeentelijke gebouwen.

    1.2 Randvoorwaarden onderzoek Het onderzoek naar maatregelen dient in twee onderdelen te worden opgegeven:

    • Onderdeel 1) Pakket van maatregelen om te komen tot label B. Indien label B voor het betreffende pand niet haalbaar is, dienen de maatregelen genoemd te worden welke leiden tot een verbetering in label van twee stappen.

    • Onderdeel 2) Totaalpakket van mogelijk te nemen maatregelen. • Onderzoeken zijn uitgevoerd conform randvoorwaarden: Bestek Energielabeling

    en onderzoeksmaatregelen voor de Gemeente ’s-Hertogenbosch, d.d. 23 juli 2009

    1.3 Uitgangspunten berekeningen De berekeningen in dit onderzoek zijn uitgevoerd conform:

    • Het maatwerkrapport is opgesteld met behulp van programmatuur van de VABI, EPU-U versie 1.10 (Kernel 3.01). Deze software heeft een KIWA-attest conform de BRL 9501.

    • De gebouwlabels zijn afgemeld met programmatuur van VABI EPA-U versie 2.1. Het blijkt dat in deze versie de maatwerkberekeningen niet juist worden doorberekend. Vanwege de verschillen in de berekeningsmethodiek kunnen kleine afwijkingen aanwezig zijn in de berekende Energie-indexen (EI) van het rapport en het berekende huidige label.

    • De ISSO Publicatie 75.1 en 75.2 (Energieprestatiecertificaat en maatwerkadvies) • De ISSO publicatie 75.3. waarin de EI formules en formules van het maatwerk

    zijn vastgelegd.

    1.4 Werkwijze De onderzoeken worden uitgevoerd conform de volgende fasering : 1. Intake fase Resultaat: geeft een indicatie van de actuele situatie van het gebouw, qua energie en aanverwante velden zoals gebruiksfuncties ed. 2. Opname fase Resultaat: geeft een beeld van de locatie qua bouwkundige opbouw en constructies, installaties, functies, gebruikersgedrag en energieverbruik. 3. Analyse fase Resultaat: in deze fase worden de resultaten van de voorgaande fasen geïnterpreteerd en geanalyseerd. Tevens wordt het Energie index berekend (bij EPA-U). 4. Rapport en/of certificaatfase Resultaat: in deze fase wordt het rapport en het –certificaat (bij EPA-U) vastgesteld en opgeleverd aan de opdrachtgever.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 7 -

    1.5 Leeswijzer In dit rapport vindt u een compleet energiebesparingsadvies voor uw gebouw. Eerst wordt in hoofdstuk 2 de huidige staat van het gebouw beschreven. In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de klimaatinstallaties, de bouwkundige constructies en de energiesectoren voor het energieonderzoek. Voorts komt in hoofdstuk 3 de energieprestatie van het gebouw aanbod. Naast het energielabel dat verplicht is bij verhuur en verkoop van het gebouw, wordt ook het gas, elektrisch en warmtegebruik van het gebouw in kaart gebracht. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 het daadwerkelijke energieadvies behandeld. Met behulp van verschillende maatregelpakketten krijgt u inzicht in de mogelijke energiebesparingen, comfortverbeteringen, kosten, baten en terugverdientijden. Tenslotte worden in hoofdstuk 5 de conclusies en aanbevelingen voor energiebesparing gepresenteerd. Alle genoemde prijzen zijn exclusief BTW.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 8 -

    2 Beschrijving van het gebouw

    2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de technische gegevens beschreven van het gebouw. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de klimaatinstallaties, de bouwkundige constructies en energiesectoren. Deze drie onderdelen bepalen samen de energetische kwaliteit van uw gebouw.

    2.2 Algemene gegevens Het energie-advies heeft betrekking op het gebouw met onderstaande gegevens:

    Tabel 2 Algemene gegevens van het gebouw

    Adres Hekellaan 2 5211LX `s-Hertogenbosch

    BIK-code 92 cultuur sport en recreatie Bouwjaar 1890 Renovatiejaar Inspectiedatum 19 november 2009

    2.3 De klimaatinstallatie(s)

    2.3.1 Overzicht klimaatinstallaties Eén of meerdere klimaatinstallaties hebben als taak het gebouw behaaglijk te houden. Voor dit energie-onderzoek is het gebouw in één of meerdere energiesectoren onderverdeeld. Elke energiesector is aangesloten op een klimaatinstallatie. De kwaliteit van de klimaatinstallatie bepaalt voor een belangrijk deel uw energiegebruik. In Tabel 3 wordt een overzicht gepresenteerd van de klimaatinstallaties in het gebouw. In de volgende subparagrafen worden deze installaties nader omschreven. Bijvoorbeeld; het gebouw kent 1 installatie en bestaat uit ventilatie installatie (mechanische balans), een verwarmings- en een warm tapwaterinstallatie. Dit wordt dan genoemd: installatie 1.

    Tabel 3 Overzicht klimaatinstallaties in het gebouw

    Klimaatinstallatie Opp. [m2] Vent Verw Koel Tap Bev Zon Installatie 1 1.122,3 Natuurlijke

    ventilatie X X

    2.3.2 Ventilatievoorzieningen Ventilatie is noodzakelijk voor een gezond gebouw. Naast aanvoer van verse lucht, kan de ventilatielucht ook worden gebruikt om het gebouw te verwarmen, koelen of bevochtigen. Ventilatie kan op natuurlijke wijze bijvoorbeeld met te openen ramen of luchtroosters plaatsen. Daarnaast kunnen ook ventilatoren worden ingezet, men spreekt dan van een mechanisch ventilatiesysteem. Wanneer sprake is van zowel mechanische toevoer als afvoer, dan is er warmteterugwinning mogelijk: de warmte uit de afvoerlucht kan worden gebruikt om de toevoerlucht voor te verwarmen. De bestaande ventilatie vindt plaats door middel van:

    - Natuurlijke ventilatie

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 9 -

    In Tabel 4 wordt het ventilatiesysteem van het gebouw samengevat.

    Tabel 4 Ventilatievoorzieningen in het gebouw

    Klimaatinstallatie Systeem Voorziening in gevel Warmteterugwinning Installatie 1 Natuurlijke ventilatie Val/klepramen Geen

    2.3.3 Ruimteverwarming Om de ruimtes in het gebouw te verwarmen, is er een warmte-opwekker nodig. Voorts moet de warmte naar de ruimtes worden gedistribueerd, waar het doormiddel van bijvoorbeeld radiatoren, convectoren of luchtroosters wordt afgegeven. De bestaande ruimte verwarming vindt plaats door middel van: De opwekking van warmte door middel van VR- ketels De ruimte verwarming van de expositieruimte vindt plaats door middel van:

    - stralingsverwarming De ruimte verwarming voor de overige ruimten en kantoren vindt plaats door middel van:

    - plaatstalen paneelradiatoren ,welke voorzien thermosstatische ventielen. In Tabel 5 vindt u de belangrijkste gegevens van de verwarmingsinstallatie.

    Tabel 5 Ruimteverwarming in het gebouw

    Klimaatinstallatie Opwekking Distributie Pompregeling Installatie 1 VR-gasketel Water >50% autom.

    aan/uitregeling

    2.3.4 Ruimtekoeling In veel utiliteitsgebouwen is koeling aanwezig om te voorkomen dat het gebouw in de zomer te warm wordt. Net als bij ruimteverwarming, moet voor ruimtekoeling de koude worden opgewekt en getransporteerd naar de gekoelde ruimtes (zie Tabel 6).

    Tabel 6 Ruimtekoeling in het gebouw

    Klimaatinstallatie Opwekking Distributie Pompregeling Installatie 1 Geen koeling

    2.3.5 Warm tapwater Voor het bereiden van warm tapwater kunnen allerlei opwekkers worden gebruikt. Hoe verder de tappunten van deze opwekker verwijderd zijn, hoe meer energie verloren gaat in de warmwaterleidingen. De warmtapwaterinstallatie bestaat uit:

    - Elektrische boiler In Tabel 7 wordt de warm tapwaterinstallatie beschreven.

    Tabel 7 Warm tapwaterbereiding in het gebouw

    Klimaatinstallatie Opwekking Distributie Installatie 1 Elektrische boiler Tappunten binnen 3 meter

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 10 -

    2.3.6 Bevochtiging In sommige gebouwen vindt bevochtiging van de lucht plaats. Hiervoor zijn verschillende systemen beschikbaar. In Tabel 8 worden gegevens voor de eventuele bevochtiging van het gebouw weergegeven.

    Tabel 8 Bevochtiging in het gebouw

    Klimaatinstallatie Systeem Distributie Vochtterugw. Installatie 1 Geen bevochtiging

    2.3.7 Zonne-energie Het laatste onderdeel van de klimaatinstallatie is zonne-energie. Hieronder worden zonnecollectoren (thermisch) en zonnepanelen (elektrisch) beschouwd. In Tabel 9 worden de zonnesystemen van het gebouw opgesomd.

    Tabel 9 Zonne-energie toegepast in het gebouw

    Klimaatinstallatie Opp. [m2] Systeem Specificatie -

    2.4 De bouwkundige constructies Gevels, ramen, vloeren, daken en deuren zijn allemaal bouwkundige constructies. De isolatiewaarde van een constructie bepaalt voor een aanzienlijk deel hoeveel warmte uit het gebouw naar buiten kan ontsnappen. Bij een hogere isolatiewaarde is minder verwarmingsenergie benodigd, maar kan wel de koelbehoefte vergroten. Het gebouw is gebouwd in 1890 en bestaat uit expositieruimte met kantoren De bouwkundige schil bestaat uit een ongeïsoleerde buitenwand zonder spouw, dak en vloer ongeisoleerd De beglazing bestaat uit enkelglas in houten kozijnen. In de Tabel 10 vindt u de thermische eigenschappen van de bouwkundige constructies van het gebouw. De Rc-waarde wordt gebruikt voor dichte constructies: hoe hoger de waarde, hoe hoger de isolatiegraad. Voor ramen (en soms voor dichte constructies) wordt de U-waarde gehanteerd: hoe lager de U-waarde, hoe hoger de isolatiegraad. Tenslotte staat de ZTA-waarde voor het percentage zonlicht dat door een raam naar binnen kan komen.

    Tabel 10 Bouwkundige constructies in het gebouw

    Constructie

    Type

    Rc [m2K/W]

    U [m2K/W]

    ZTA [%]

    Wand Wand 0,19 Wand + spouw Wand 0,36 Raam enkel glas Raam 5,10 80 Deur Deur 0,12 Dak schuin Dak 0,22 Dak plat Dak 0,39 Vloer Vloer 0,15 Voor het bepalen van het energiecertificaat voor het gebouw, moet het ISSO beslisdiagram worden toegepast op de bouwkundige constructies. In Tabel 11 worden de beslissingen per constructie samengevat.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 11 -

    Tabel 11 Verantwoording ISSO-beslisdiagram voor constructies

    Constructie Beslissingen

    Wand Geen isolatie Wand + spouw Geen isolatie Spouw aanwezig Raam enkel glas Hout of kunststof Enkel glas Deur D01 Deur Dak schuin Geen isolatie Dak plat Geen isolatie Spouw aanwezig Vloer Geen isolatie

    2.5 De energiesector(en) Energiesectoren zijn groepen van ruimtes in het gebouw. Een gebouw kan worden onderverdeeld in één of meerdere sectoren. In een energiesector komt alles samen. Elke sector heeft zijn eigen gebruiksfuncties, is aangesloten op een klimaatinstallatie, heeft allerlei bouwkundige constructies, apparaten en verlichting.

    2.5.1 Organisatie en gebruik De organisatie en het gebruik van het gebouw bepaald in belangrijke mate het energiegebruik van het gebouw. Bij een hoge personele bezetting, lange gebruikstijden, en hoge temperatuurinstellingen zal het energiegebruik hoog zijn. In Tabel 12 wordt de indeling in energiesectoren met de bijbehorende netto gebruiksoppervlaktes en gebruiksfuncties gepresenteerd. Bijvoorbeeld; het gebouw kent 1 sector en bestaat uit een hoeveelheid m2 netto vloeroppervlakte. Daarnaast heeft het gebouw een gebruiksfunctie sport. Dit wordt dan genoemd: sector 1.

    Tabel 12 Overzicht energiesectoren met bijbehorende oppervlaktes en gebruiksfuncties

    Energiesector NVO [m2] Gebruiksfunctie Sector 1: expositieruimte

    670,4 Bijeenkomst

    Sector 2 Kantoren 451,9 Kantoor Voorts wordt in Tabel 13 de personele bezetting per energiesector opgesomd. De bezettingsgraad staat voor het gemiddelde percentage van de personen die tijdens de gebruikstijden (zie Tabel 14) daadwerkelijk aanwezig zijn.

    Tabel 13 Personele bezetting van het gebouw

    Energiesector Personen [-]

    Bezettingsgraad [%]

    Sector 1: expositieruimte

    25 100

    Sector 2 Kantoren 10 100

    Tabel 14 Gebruikstijden van de energiesectoren

    Energiesector Weken/jaar Dagen/week

    Uren/dag Onderbreking

    Sector 1: expositieruimte

    50 7 9.00 tot 18.00 uur geen

    Sector 2 Kantoren 50 5 9.00 tot 18.00 uur geen Tenslotte worden in Tabel 15 de gemiddelde binnentemperaturen getoond. De gemiddelde binnentemperatuur tijdens gebruikstijd liggen veelal rondom de ingestelde temperaturen (setpoints) van de klimaatinstallatie. Voor ruimteverwarming wordt ook

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 12 -

    rekening gehouden met de temperatuur buiten gebruikstijd. Deze temperatuur kan afwijken van de ingestelde temperatuur van de klimaatinstallatie. Wanneer de nachttemperatuur op 15 °C staat ingesteld, betekent dat niet dat het ’s nacht ook altijd gemiddeld deze temperatuur is.

    Tabel 15 Gemiddelde binnentemperaturen van de energiesectoren

    Energiesector

    Tijdens gebruik verwarming [°C]

    Buiten gebruik verwarming

    [°C]

    Tijdens gebruik koeling [°C]

    Sector 1: expositieruimte

    19,0 15,0 24,0

    Sector 2 Kantoren 19,0 15,0 24,0

    2.5.2 Afmetingen en constructies In Tabel 16 vindt u alle afmetingen van de bouwkundige constructies in het gebouw met de bijbehorende oriëntaties en begrenzingen. De isolerende eigenschappen van deze constructies kunt u vinden in paragraaf 2.4 (De bouwkundige constructies).

    Tabel 16 Afmetingen, oriëntaties en begrenzingen van de bouwkundige constructies

    Energiesector Opp [m2] Constructie Orientatie Begrenzing Sector 1: expositieruimte

    18,2 Raam enkel glas Noord Buitenlucht

    2,0 Deur Noord Buitenlucht 164,3 Wand Noord Buitenlucht 16,7 Wand + spouw Zuid Buitenlucht 53,6 Raam enkel glas West Buitenlucht 138,3 Wand West Buitenlucht 6,6 Raam enkel glas Zuid Buitenlucht 46,7 Wand Zuid Buitenlucht 16,7 Wand + spouw Zuid Buitenlucht 38,6 Raam enkel glas Oost Buitenlucht 142,8 Wand Oost Buitenlucht 49,2 Wand + spouw Zuid Buitenlucht 471,9 Dak schuin Oost Buitenlucht 471,9 Dak schuin West Buitenlucht 69,8 Dak plat Horizontaal Buitenlucht 670,4 Vloer Horizontaal Grond Sector 2 Kantoren 15,6 Raam enkel glas West Buitenlucht 56,6 Wand West Buitenlucht 28,0 Raam enkel glas Zuid Buitenlucht 91,2 Wand Zuid Buitenlucht 15,6 Raam enkel glas Oost Buitenlucht 56,6 Wand Oost Buitenlucht 2.225,9 Vloer Horizontaal Grond

    2.5.3 Klimatisering Elke energiesector is aangesloten op een klimaatinstallatie. Tabel 17 biedt een overzicht van de energiesectoren en klimaatinstallaties. In dit overzicht wordt ook vermeld van welke installatie-onderdelen de energiesector gebruikmaakt. Voor meer informatie over de klimaatinstallaties, kunt u paragraaf 2.3 (De klimaatinstallatie(s)) raadplegen.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 13 -

    Tabel 17 Klimatisering van de energiesectoren

    Energiesector Klimaatinstallatie Verw Koel Tap Bev Zon Sector 1: expositieruimte

    Installatie 1 X

    Sector 2 Kantoren Installatie 1 X Vervolgens geeft Tabel 18 het ventilatiesysteem en de bijbehorende ventilatievouden per energiesector weer. Een ventilatievoud van bijvoorbeeld 2,0 betekent dat in een uur evenveel verse lucht wordt ingeblazen als twee keer de inhoud van de energiesector. Het getal tussen haakjes geeft het ventilatievoud buiten gebruikstijden weer.

    Tabel 18 Ventilatiegegevens van de energiesectoren

    Energiesector Systeem Natuurlijke ventilatie [-/h]

    Mechanische ventilatie [-

    /h]

    Warmteterug-winning

    Sector 1: expositieruimte

    Natuurlijke ventilatie 0,00 (0,00) 0,00 (0,00) Geen

    Sector 2 Kantoren Natuurlijke ventilatie 0,00 (0,00) 0,00 (0,00) Geen

    2.5.4 Opgestelde apparatuur Naast de klimaatinstallatie bevindt zich ook andere apparatuur in het gebouw. Voorbeelden zijn computers, kopieermachines, telefooncentrales et cetera. Deze apparaten verbruiken veelal elektriciteit, maar soms ook gas of stoom. Voorts geven deze apparaten ook warmte af in het gebouw. De aanwezige gebouwgebonden technische installaties:

    - N.v.t. volgens tabel De aanwezige gebouwgebonden technische installaties:

    - N.v.t. volgens tabel De aanwezige niet gebouwgebonden installaties:

    - N.v.t volgens tabel In Tabel 19 wordt de opgestelde apparatuur per energiesector weergegeven.

    Tabel 19 Overige apparatuur in de energiesectoren

    Energiesector Apparaat Type Jaarlijks verbruik Sector 1: expositieruimte

    Apparatuur Elektrisch apparaat 5,0 W/m2 (tijdens gebruik)

    Sector 2 Kantoren Apparatuur Elektrisch apparaat 5,0 W/m2 (tijdens gebruik)

    2.5.5 Verlichting Tenslotte is het gebouw voorzien van verlichting. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen drie typen verlichting:

    • Basisverlichting (zie Tabel 20), dit is de verlichting van de werkplekken, gangen, kantines en dergelijke. Deze verlichting staat aan tijdens gebruikstijden en geeft warmte af in het gebouw.

    • Accentverlichting (zie Tabel 21), deze verlichting wordt bijvoorbeeld voor decoratieve doeleinden gebruikt, zoals spotjes in winkeletalages. Deze verlichting kan ook buiten de gebruikstijden aan staan.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 14 -

    • Overige verlichting (zie Tabel 21), deze verlichting kan net als accentverlichting afwijkende branduren hebben dan de gebruikstijden. Daarnaast bevindt overige verlichting zich niet in de verwarmde ruimtes van het gebouw. Voorbeelden zijn buitenverlichting en verlichting in parkeergarages.

    De verlichting in de expositieruimte bestaat uit:

    - Standaard TL- buizen van, voorzien van een vertrekschakeling De verlichting in de overige kantoren bestaat uit:

    - standaard TL verlichting voorzien van vertrekschakeling

    Tabel 20 Basisverlichting in de energiesectoren

    Energiesector Verlichtingsgroep Perc. sector Vermogen Regeling Sector 1: expositieruimte

    Groep 100,0 % 14,0 W/m2 Centraal aan/uit

    Sector 2 Kantoren Groep 100,0 % 15,0 W/m2 Vertrek

    Tabel 21 Andere verlichting in de energiesectoren

    Energiesector Verlichtingsgroep Type Vermogen Branduren -

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 15 -

    3 Energiegebruik huidige situatie

    3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het energiegebruik van het gebouw in de huidige situatie behandeld. Hiervoor is het geattesteerde EPA-U programma van Vabi Software BV gebruikt. Als eerste komt het energielabel in het kader van de Europese richtlijn (EPBD) aan bod. Vervolgens krijgt u een overzicht van de totale energiegebruiken per energiedrager en per deelpost. Voorts wordt het berekende energiegebruik afgezet tegen het werkelijk gemeten energiegebruik. Tenslotte krijgt u een indicatie van het thermische comfort van het gebouw.

    3.2 Het energielabel De Europese richtlijn ‘Energieprestatie voor gebouwen' (EPBD 2002/91/EC) stelt dat voor elk gebouw bij verandering van huurder of eigenaar transparantie over de energetische kwaliteiten gegeven moet worden. In Nederland is hiervoor het energiecertificaat opgesteld. Het energiecertificaat geeft de energetische kwaliteit van het gebouw weer met de energie-index en het bijbehorende energielabel. Het energielabel heeft een vergelijkbare vormgeving als de labels voor witgoed en auto's. Met behulp van de geattesteerde EPA-U software van Vabi Software BV is het energielabel voor het gebouw berekend (zie Tabel 22). Hierbij is ook een lijst met standaard maatregelen opgenomen, waarmee het energielabel verbeterd zou kunnen worden.

    Tabel 22 Het energielabel van het gebouw

    Energielabel G Energie-index 3,06 Standaard maatregelen

    - Toepassen isolatie of extra isolatie bij vloeren - Toepassen isolatie of extra isolatie bij daken - Toepassen isolatie of extra isolatie bij gevels en/of panelen - Toepassen HR-beglazing - Toepassen HR-ketel - Toepassen spaarlampen en/of HF-verlichting met spiegeloptiekarmaturen - Toepassen veegschakeling, daglichtschakeling en/of aanwezigheidsdetectie voor verlichting

    3.3 Het berekende energiegebruik Naast het energielabel is met de EPA-U software ook het energiegebruik berekent. Hierbij is het referentieklimaat TRY De Bilt gebruikt, zodat de berekende verbruiken onafhankelijk zijn van de verschillen in het weer per jaar. In Tabel 23 worden het totale gebruik per energiedrager (gas, elektriciteit en warmte) samengevat. Daaronder worden voor het gas-, elektrisch en warmteverbruik samen het totale primaire energiegebruik en de CO2-emissie getoond. Daarbij zijn de totalen ook per vierkante meter netto gebruiksoppervlak weergegeven. Zo kunt u het energiegebruik van verschillende gebouwen met elkaar vergelijken.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 16 -

    Tabel 23 Energiegebruik in de huidige situatie

    Energiedrager Totaal Per m2 NVO Eenheid Gasverbruik 65.937 58,8 m3/jaar Elektriciteitsverbruik 63.562 56,6 kWh/jaar Warmteverbruik 0 0,0 GJ/jaar Primaire energie 2.905.736 2.589,1 MJ/jaar CO2-emissie 159.295 141,9 kg/jaar Voorts wordt in het cirkeldiagram in Figuur 1 en in Tabel 24 het primaire energiegebruik per deelpost gepresenteerd. Dit geeft een goed beeld welke post het meeste energiegebruik omvat. In de tabel vindt u ook de eventuele energiebijdrage van zonnepanelen (PV) en warmtekrachtinstallaties (WKK).

    Verdeling deelposten

    80%

    0%

    1%

    0%

    0%

    0%

    5%

    14%

    verwarmingkoelingtapwaterbevochtigingpompenventilatorenapparatenverlichting

    Figuur 1 Energiegebruik per deelpost in de huidige situatie

    Tabel 24 Energiegebruik per deelpost in de huidige situatie

    Deelpost Totaal Per m2 NVO Eenheid Verwarming 2.319.013 2.066,3 MJ/jaar Koeling 0 0,0 MJ/jaar Tapwater 30.644 27,3 MJ/jaar Bevochtiging 0 0,0 MJ/jaar Verlichting 399.602 356,1 MJ/jaar Apparatuur 144.391 128,7 MJ/jaar Ventilatoren 0 0,0 MJ/jaar Pompen 12.086 10,8 MJ/jaar PV-cellen 0 0,0 MJ/jaar Warmtekracht 0 0,0 MJ/jaar TOTAAL 2.905.736 2.589,1 MJ/jaar

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 17 -

    3.4 Controle met werkelijke meterstanden Het gemeten energiegebruik voor de periode Januari 2007 t/m December 2007 is met behulp van de EPA-U software vergeleken met het berekende energiegebruik. Hierbij is in de berekening gerekend met de klimaatgegevens van het KNMI voor de genoemde periode met locatie MAASTRICHT. De resultaten zijn samengevat in het staafdiagram in Tabel 25.

    Tabel 25 Gemeten versus berekend energiegebruik

    Energiedrager Gemeten Berekend Eenheid Afwijking Gasverbruik 50.496 50.496 m3 0,0 % Elektriciteitsverbruik 63.562 63.562 kWh 0,0 % Warmteverbruik 0 0 GJ 0,0 %

    3.5 Thermisch comfort Naast energiegebruik speelt het thermisch comfort een belangrijke factor in een energiebesparingsonderzoek. Een goed geïsoleerd gebouw kan dan wel een laag energiegebruik voor verwarming hebben, maar levert wel risico’s op te hoge binnentemperaturen in de zomerperiode. In het staafdiagram in Figuur 2 wordt dit risico weergegeven. U vindt hier het aantal energiesectoren met een laag, een matig en een hoog risico op temperatuuroverschrijdingen.

    Risico op temperatuuroverschrijding in sectoren

    0 0,5 1 1,5 2 2,5

    laag

    matig

    hoog

    Risico [aantal sectoren]

    Figuur 2 Risico op temperatuuroverschrijding in de energiesectoren

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 18 -

    4 Energiebesparingsadvies

    4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het energiebesparingsadvies voor het gebouw gepresenteerd. Allereerst wordt een inventarisatie gegeven van de reeds getroffen en onderzochte maatregelen voor het gebouw. Vervolgens komen de mogelijke maatregelen aan bod. Hierbij ziet u direct per maatregel de financiële en energetische consequenties. Wanneer meerdere maatregelen worden toegepast, hebben deze maatregelen veelal invloed op elkaar. Daarom wordt vooral aandacht besteed aan de aanbevolen pakketten van maatregelen. Hierbij worden de energetische, financiële en comfortgevolgen van de pakketten uitgebreid toegelicht. Tenslotte komen enkele praktische tips over het uitvoeren van maatregelen aan de orde.

    4.2 Uitgangspunten berekeningen Alle bedragen genoemd in deze studie zijn exclusief BTW en volgens prijspijl 2009. Het gehanteerde gastarief is : € 0,50 Het gehanteerde elektriciteitstarief is : € 0,15 Het gehanteerde warmtetarief is : € n.v.t. De tarieven zijn incl. EB (energiebelasting) en transportkosten. Bij de bepaling van de terugverdientijd dient gerekend te worden met de volgende -door ons- verwachte stijgingen van de tarieven: Energietarieven : 5,0% per jaar Inflatie : 2,5% per jaar (stijging algemeen prijspeil) Disconto : 1,5% per jaar (basis rentetarief) Berekeningen worden uitgevoerd conform de ISSO 75.3

    4.3 Klimaat neutraal Klimaatneutraal of CO2-neutraal zijn termen die aangeven dat een proces niet bijdraagt aan klimaatverandering. Klimaatcompensatie en CO2-compensatie zijn termen die aangeven dat voor een organisatie, een (productie)proces of een product, de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2, wordt gecompenseerd. In 1996 is door Novem het begrip Trias Energetica bedacht, een driestappenplan bedoeld voor bedrijven, huishoudens, overheden, om stap voor stap klimaatneutraal te worden. Het zijn opeenvolgende stappen (en geen keuze) tussen drie methoden2. Deze stappen zijn:

    1. Het voorkomen van uitstoot, door zaken te laten. Dit vergt een gedragsverandering. Voorbeelden zijn: niet gaan vliegen, minder auto rijden, dichter bij het werk gaan wonen, minder vlees eten. Daarnaast ook energie besparen, bijvoorbeeld door goede isolatie, zuinig transport, gebruik te maken van spaarlampen, een zuinige wasmachine of koelkast, regenwater op te vangen voor de toiletten.

    2. Voor de resterende behoefte zoveel mogelijk duurzame energie inzetten, bijvoorbeeld biomassa, wind en zon. Door zelf energie op te wekken,

    2 Bron: Senter Novem

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 19 -

    bijvoorbeeld zonnecollectoren voor heet water, zonnepanelen of een (kleine) windmolen voor de elektriciteit. Of door de energie groen in te kopen.

    3. Als dan al het mogelijke is gedaan, rest nog compensatie, bijvoorbeeld door het aanplanten van bomen, mits dat aanvullend is. Bomen hebben voor hun groei CO2 nodig die ze uit de lucht halen. Bij voorkeur met een verzekering op die boom, want eens wordt ie gekapt. Die verzekering keert dan uit en wordt gebruikt voor aankoop op de emissiebeurs (bijvoorbeeld). Compensatie wordt wel gebruikt als tijdelijke maatregel, in afwachting van een échte oplossing door energie te besparen of zelf op te wekken.

    De EPA-U methode voorziet in principe niet in klimaatneutrale berekeningen. Hiervoor dienen andere benaderingen te worden gehanteerd. Wel wordt zoveel mogelijk de Trias Energetica volgorde gehanteerd.

    4.4 Overwogen maatregelen In Tabel 26 vindt u een overzicht van de overwogen maatregelen en de energetische en financiële gevolgen in dit energiebesparingonderzoek. Het gaat hier om de effecten van de losse maatregelen. De effecten van pakketten maatregelen worden in de volgende paragraaf uitgebreid behandeld.

    Tabel 26 Overzicht van overwogen maatregelen voor energiebesparingsadvies

    Maatregel

    Investering

    [€]

    NCW [€]

    TVT [jaar

    ]

    Label [A++

    t/m G]

    Energie-besparing [€/jaar]

    CO2-reductie [%/jaar]

    Maatregel 1: Voorzet glas expositieruimte

    20.255 15.995 9,9 G 1.553 2,8

    Maatregel 2: plaatsen voorzetwand

    74.519 153.086

    6,5 G 9.753 17,4

    Maatregel 3: vloerisolatie 362.039 -181.95

    6

    22,9 G 7.717 13,7

    Maatregel 4: Aanbrengen van dakisolatie

    100.995 182.158

    6,9 G 12.133 21,6

    Maatregel 5; vervangen ketel 10.000 171.602

    1,3 G 7.782 13,9

    Maatregel 6; aanpassen verlichting kantoor

    7.500 8.913 8,5 G 703 2,1

    Maatregel 7; Plaatsen warmtepomp

    45.000 511.524

    1,8 F 23.847 27,3

    Tabel 27 CO2 reductie maatregelen

    Maatregel Totaal reductie Eenheid Huidig 159,295 Ton/jaar Maatregel 1: Voorzet glas expositieruimte

    4,460 Ton/jaar

    Maatregel 2: plaatsen voorzetwand

    27,717 Ton/jaar

    Maatregel 3: vloerisolatie 21,823 Ton/jaar Maatregel 4: Aanbrengen van dakisolatie

    34,408 Ton/jaar

    Maatregel 5; vervangen ketel 22,142 Ton/jaar Maatregel 6; aanpassen verlichting kantoor

    3,345 Ton/jaar

    Maatregel 7; Plaatsen warmtepomp

    43,488 Ton/jaar

    Ter vergelijking; een auto stoot jaarlijks gemiddeld 4 ton CO2 per jaar uit (bij 20.000 km).

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 20 -

    4.5 Aanbevolen maatregelpakketten

    4.5.1 Overzicht van maatregelpakketten In deze paragraaf worden de aanbevolen pakketten met maatregelen voor het gebouw behandeld. In de verschillende subparagrafen vindt u gegevens over de samenstelling van de pakketen, de verwachte energiebesparing, de financiële gevolgen en de gevolgen voor het thermische comfort. In Tabel 28a wordt de samenstelling van de pakketten weergegeven met de bijbehorende kosten en subsidie per maatregel.

    Tabel 28a Overzicht van de aanbevolen pakketten met maatregelen

    Maatregelpakket Maatregelen Investering- kosten [€]

    Subsidie [€]

    Variant 1: plaatsen voorzet glas Maatregel 1: Voorzet glas expositieruimte

    20.255 0

    Variant 2: plaatsen voorzetwand Maatregel 2: plaatsen voorzetwand 74.519 0 Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    Maatregel 3: vloerisolatie 362.039 0

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie Maatregel 4: Aanbrengen van dakisolatie

    100.995 0

    Variant 5: maatregel 1, 2 , 3 en 4 Maatregel 1: Voorzet glas expositieruimte

    20.255 0

    Maatregel 2: plaatsen voorzetwand 74.519 0 Maatregel 3: vloerisolatie 362.039 0 Maatregel 4: Aanbrengen van

    dakisolatie 100.995 0

    Variant 6: vervangen ketels Maatregel 5; vervangen ketel 10.000 0 Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    Maatregel 6; aanpassen verlichting kantoor

    7.500 0

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    Maatregel 1: Voorzet glas expositieruimte

    20.255 0

    Maatregel 2: plaatsen voorzetwand 74.519 0 Maatregel 3: vloerisolatie 362.039 0 Maatregel 4: Aanbrengen van

    dakisolatie 100.995 0

    Maatregel 5; vervangen ketel 10.000 0 Maatregel 6; aanpassen verlichting

    kantoor 7.500 0

    Variant 9: Warmtepomp Maatregel 7; Plaatsen warmtepomp

    45.000 0

    Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    Maatregel 1: Voorzet glas expositieruimte

    20.255 0

    Maatregel 2: plaatsen voorzetwand 74.519 0 Maatregel 3: vloerisolatie 362.039 0 Maatregel 4: Aanbrengen van

    dakisolatie 100.995 0

    Maatregel 6; aanpassen verlichting kantoor

    7.500 0

    Maatregel 7; Plaatsen warmtepomp

    45.000 0

    In Tabel 28b wordt de samenstelling van de pakketten weergegeven met de relatieve investering versus de CO2 reductie per maatregel.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 21 -

    Tabel 28b Overzicht van de aanbevolen pakketten met relatieve besparing

    Maatregel Investering- kosten [€]

    Totaal CO2 reductie [ton/jaar]

    Relatieve besparing maatregel in

    [investeringskosten / equivalente kWh-e reductie

    per jr] Variant 1: plaatsen voorzet glas

    20.255 4,460 2,570

    Variant 2: plaatsen voorzetwand

    74.519 27,717 1,522

    Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    362.039 21,823 9,390

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie

    100.995 34,408 1,661

    Variant 5: maatregel 1, 2, 3 en 4

    557.808 88,409 3,571

    Variant 6: vervangen ketels 10.000 22,142 0,256 Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    7.500 3,345 1,269

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    575.308 113,896 2,859

    Variant 9: Warmtepomp 45.000 43,488 0,586 Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    610.308 135,241 2,554

    4.5.2 Verwachte energiebesparing In Figuur 3 vindt u de primaire energiebesparing in procenten ten opzichte van de huidige situatie. Bij de energieberekeningen is uitgegaan van het referentieklimaat TRY De Bilt om de weersinvloed van verschillende jaren te voorkomen.

    Energiebesparing per maatregelpakket

    3,01

    18,92

    14,97

    23,54

    59,93

    15,1

    1,42

    65,32

    45,09

    72,98

    0 10 20 30 40 50 60 70 80

    Variant 1: plaatsen voorzet glas

    Variant 2: plaatsen voorzetw and

    Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie

    Variant 5: maatregel 1, 2 en 3

    Variant 6: vervangen ketels

    Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    Variant 9: Warmtepomp

    Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    besparing [%/jaar]

    Figuur 3 Relatieve energiebesparing ten opzichte van de huidige situatie

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 22 -

    Voorts wordt in Tabel 29 de energiebesparing in procenten voor gas, elektriciteit en warmte afzonderlijk gepresenteerd.

    Tabel 29 Relatieve energiebesparing ten opzichte van de huidige situatie

    Maatregelpakket

    Gas besparing

    Elektr. besparing

    Warmte besparing

    Huidige situatie 0,0 0,0 0,0 Variant 1: plaatsen voorzet glas 3,8 % 0,0 % 0,0 % Variant 2: plaatsen voorzetwand 23,7 % 0,0 % 0,0 % Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    18,8 % 0,0 % 0,0 %

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie 29,5 % 0,0 % 0,0 % Variant 5: maatregel 1, 2, 3 en 4 75,1 % 0,0 % 0,0 % Variant 6: vervangen ketels 18,9 % 0,0 % 0,0 % Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    -0,8 % 10,1 % 0,0 %

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    79,3 % 10,1 % 0,0 %

    Variant 9: Warmtepomp 100,0 % -171,9 % 0,0 % Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    100,0 % -33,8 % 0,0 %

    Om een indicatie te geven van de besparingen, worden de berekende energiegebruiken voor zowel de huidige situatie als de maatregelpakketten in Tabel 30 weergegeven.

    Tabel 30 Energiegebruik van de maatregelpakketten en de huidige situatie

    Maatregelpakket

    Gas [m3/jaar]

    Elektr. [kWh/jaar]

    Warmte [GJ/jaar]

    Huidige situatie 65.937 63.562 0,0 Variant 1: plaatsen voorzet glas 63.447 63.562 0,0 Variant 2: plaatsen voorzetwand 50.303 63.562 0,0 Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    53.567 63.562 0,0

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie 46.487 63.562 0,0 Variant 5: maatregel 1, 2, 3 en 4 16.426 63.562 0,0 Variant 6: vervangen ketels 53.463 63.562 0,0 Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    66.447 57.156 0,0

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    13.649 57.156 0,0

    Variant 9: Warmtepomp 0 172.841 0,0 Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    0 85.054 0,0

    De maatregelpakketten hebben ook invloed op het energielabel. In de staafdiagram in Figuur 4 en in Tabel 31 wordt hiervan een samenvatting gegeven.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 23 -

    Energie-index per maatregelpakket

    2,93

    2,33

    3,01

    2,16

    1,24

    2,56

    3,01

    1,03

    1,63

    0,73

    0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5

    Variant 1: plaatsen voorzet glas

    Variant 2: plaatsen voorzetwand

    Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie

    Variant 5: maatregel 1, 2 en 3

    Variant 6: vervangen ketels

    Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    Variant 9: Warmtepomp

    Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    energie-index [-]

    Figuur 4 Energie-index van de maatregelpakketten

    Tabel 31 Energielabel van de maatregelpakketten

    Maatregelpakket EI [-] E.label Huidige situatie 3,06 G Variant 1: plaatsen voorzet glas 2,93 G Variant 2: plaatsen voorzetwand 2,33 G Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    3,01 G

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie 2,16 G Variant 5: maatregel 1, 2, 3 en 4 1,24 C Variant 6: vervangen ketels 2,56 G Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    3,01 G

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    1,03 A

    Variant 9: Warmtepomp 1,63 F Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    0,73 A

    4.5.3 Verwachte kostenbesparing Met behulp van de EPA-U software zijn financiële berekeningen voor de maatregelpakketten uitgevoerd. In Figuur 5 worden de terugverdientijden per pakket weergegeven. Bij deze terugverdientijden is rekening gehouden met inflatie, stijging van energieprijzen en een rente op de investering.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 24 -

    Terugverdientijd per maatregelpakket

    9,9

    6,46

    22,92

    6,94

    12,57

    1,27

    8,47

    12,1

    1,84

    11,59

    0 5 10 15 20 25

    Variant 1: plaatsen voorzet glas

    Variant 2: plaatsen voorzetwand

    Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie

    Variant 5: maatregel 1, 2 en 3

    Variant 6: vervangen ketels

    Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    Variant 9: Warmtepomp

    Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    terugverdientijd [jaar]

    Figuur 5 Terugverdientijden van de maatregelpakketten

    In Tabel 32 worden diverse financiële kengetallen voor de pakketten opgesomd. De eenvoudige terugverdientijd (ETVT), de terugverdientijd verdisconteerd met rente, inflatie en stijging van energieprijzen (TVT), de netto contante waarde (NCW), de interne rentabiliteit (IR) en de gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR).

    Tabel 32 Financiële kengetallen voor de maatregelpakketten

    Maatregelpakket

    ETVT [jaar]

    TVT [jaar]

    NCW [€]

    IR [%]

    GBR [%]

    Variant 1: plaatsen voorzet glas 13,0 9,9 15.995,0 9,0 % 27,0 % Variant 2: plaatsen voorzetwand 7,6 6,5 153.086,5 20,0 % 46,0 % Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    46,9 22,9 -181.956,5

    -7,0 % 7,5 %

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie 8,3 6,9 182.158,2 18,0 % 42,2 % Variant 5: maatregel 1, 2,3 en 4 18,1 12,6 162.967,8 4,0 % 19,5 % Variant 6: vervangen ketels 1,3 1,3 171.602,3 199,0 % 273,6 % Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    10,7 8,5 8.913,0 13,0 % 33,0 %

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    17,1 12,1 209.726,2 5,0 % 20,6 %

    Variant 9: Warmtepomp 1,9 1,8 511.524,4 128,0 % 186,3 % Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    16,1 11,6 272.778,1 6,0 % 21,8 %

    Voor de kostenbesparing per energiedrager biedt Tabel 33 een overzicht. De genoemde kostenbesparingen zijn berekend op basis van het referentieklimaat en kunnen in het werkelijke klimaat per jaar afwijken.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 25 -

    Tabel 33 Besparing op de energiekosten van de maatregelpakketten

    Maatregelpakket

    Gas [€/jaar]

    Elektr. [€/jaar]

    Warmte [€/jaar]

    Totaal [€/jaar]

    Variant 1: plaatsen voorzet glas 1.553 0 0 1.553 Variant 2: plaatsen voorzetwand 9.753 0 0 9.753 Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    7.717 0 0 7.717

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie 12.133 0 0 12.133 Variant 5: maatregel 1, 2, 3 en 4 30.885 0 0 30.885 Variant 6: vervangen ketels 7.782 0 0 7.782 Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    -318 1.021 0 703

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    32.618 1.021 0 33.639

    Variant 9: Warmtepomp 41.266 -17.419 0 23.847 Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    41.266 -3.426 0 37.840

    Voor de financiële kengetallen is met de energieprijzen volgens Tabel 34 gerekend. Voor de economische gegevens is gerekend met de waarden volgens Tabel 35.

    Tabel 34 Gehanteerde energieprijzen voor de financiële berekeningen

    Maatregelpakket

    Gas [€/m3]

    Elektr. [€/kWh]

    Warmte [€/GJ]

    Stijging [%/jaar]

    Variant 1: plaatsen voorzet glas 0,50 0,15 7,00 5,0% | 5,0% | 5,0%

    Variant 2: plaatsen voorzetwand 0,50 0,15 7,00 5,0% | 5,0% | 5,0%

    Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    0,50 0,15 7,00 5,0% | 5,0% | 5,0%

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie 0,50 0,15 7,00 5,0% | 5,0% | 5,0%

    Variant 5: maatregel 1,2, 3 en 4 0,50 0,15 7,00 5,0% | 5,0% | 5,0%

    Variant 6: vervangen ketels 0,50 0,15 7,00 5,0% | 5,0% | 5,0%

    Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    0,50 0,15 7,00 5,0% | 5,0% | 5,0%

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    0,50 0,15 7,00 5,0% | 5,0% | 5,0%

    Variant 9: Warmtepomp 0,50 0,15 7,00 5,0% | 5,0% | 5,0%

    Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    0,50 0,15 7,00 5,0% | 5,0% | 5,0%

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 26 -

    Tabel 35 Economische gegevens voor de financiële berekeningen

    Maatregelpakket

    Investering [€]

    EIA [€]

    Looptijd [jaar]

    Inflatie [%/jaar

    ]

    Disconto [%/jaar]

    Belasting [%]

    Variant 1: plaatsen voorzet glas 20.255 0 15 2,5 % 1,5 % 0,0 % Variant 2: plaatsen voorzetwand 74.519 0 15 2,5 % 1,5 % 0,0 % Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    362.039 0 15 2,5 % 1,5 % 0,0 %

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie 100.995 0 15 2,5 % 1,5 % 0,0 % Variant 5: maatregel 1, 2, 3 en 4 557.808 0 15 2,5 % 1,5 % 0,0 % Variant 6: vervangen ketels 10.000 0 15 2,5 % 1,5 % 0,0 % Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    7.500 0 15 2,5 % 1,5 % 0,0 %

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    575.308 0 15 2,5 % 1,5 % 0,0 %

    Variant 9: Warmtepomp 45.000 0 15 2,5 % 1,5 % 0,0 % Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    610.308 0 15 2,5 % 1,5 % 0,0 %

    4.5.4 Gevolgen voor het thermisch comfort Tenslotte wordt in Figuur 6 het aantal sector met een laag, matig en hoog risico op temperatuuroverschrijding getoond. Het risico op te hoge binnentemperaturen kan bij voorkeur door passieve maatregelen worden verlaagd. Voorbeelden zijn zonwering, glas met zonwerende coating, nachtventilatie en een efficiënter gebruik verlichting en apparatuur. Wanneer passieve maatregelen niet het gewenste effect hebben, kan een koelinstallatie worden ingezet.

    Risico op temperatuuroverschrijding per maatregelpakket

    2

    2

    2

    2

    1

    2

    2

    1

    2

    1

    0

    0

    0

    0

    1

    0

    0

    1

    0

    1

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    0

    0 0,5 1 1,5 2 2,5

    Variant 1: plaatsen voorzet glas

    Variant 2: plaatsen voorzetwand

    Variant 3: Aanbengen van een geisoleerde vloer

    Variant 4: aanbrengen dakisolatie

    Variant 5: maatregel 1, 2 en 3

    Variant 6: vervangen ketels

    Variant 7: Aanpassen verlichting kantoren

    Variant 8: maatregel 1, 2, 3, 4, 5 en 6

    Variant 9: Warmtepomp

    Variant 10: maatregel 1, 2, 3, 4, 6 en 7

    aantal sectoren [-]

    laag [-] matig [-] hoog [-]

    Figuur 6 Risico op temperatuuroverschrijdingen van de maatregelpakketten

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 27 -

    4.6 Praktische informatie over maatregelen

    4.6.1 Isoleren van constructies Het isoleren van gevels, panelen, vloeren en daken bieden de volgende voordelen:

    • Het comfort gaat omhoog omdat de constructie aan de binnenzijde minder koud wordt en omdat de warmteverliezen door kieren en naden afnemen.

    • De geluidswering van de constructie zal toenemen. Houdt echter rekening met de volgende aandachtspunten:

    • Doordat de geïsoleerde constructie minder lucht doorlaat, moet u zorgen voor voldoende ventilatiemogelijkheden (bijvoorbeeld luchtroosters of te openen ramen).

    • Bij het foutief isoleren van constructies kunnen (vocht)problemen ontstaan. Raadpleeg hiervoor een isolatiespecialist.

    4.6.2 Vervangen van glas Het aanbrengen van isolerend glas (HR, HR+ of HR++) biedt de volgende voordelen:

    • Het comfort gaat omhoog omdat er geen koude lucht of straling van het raam afkomt en er nauwelijks nog condensatie plaatsvindt op het glas. Met name wanneer ook de kozijnen vervangen worden, zal het comfort verder omhoog gaan doordat de ventilatieverliezen door kieren en naden afnemen.

    • Met name wanneer ook de kozijnen vervangen worden, zal de geluidswering verbeteren.

    Houdt echter rekening met de volgende aandachtspunten:

    • Doordat de ramen minder lucht doorlaten, moet u zorgen voor voldoende ventilatiemogelijkheden (bijvoorbeeld luchtroosters of te openen ramen).

    • Wanneer u alleen het glas wilt vervangen en niet de kozijnen, dient u de staat en de dikte van de kozijnen te controleren. Informeer hiernaar bij de glaszetter.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 28 -

    4.6.3 Zonnepanelen (PV of Thermisch) Zonnepanelen (PV): Een zonnepaneel of PV-paneel (van het Engelse 'Photo-Voltaic') is een paneel dat zonne-energie omzet in elektriciteit. Hiertoe wordt een groot aantal fotovoltaïsche cellen op een paneel gemonteerd. Ook de zonnecollector wordt soms tot de zonnepanelen gerekend, maar deze is op een ander principe gebaseerd, namelijk opwarming van een stromend medium, meestal water.

    De zonne-energie die zo wordt opgevangen is een vorm van duurzame energie, met andere voor- en nadelen dan energieopwekking met fossiele brandstoffen. Zonnepanelen worden via een inverter aan het elektriciteitsnet gekoppeld. Systemen die aan het elektriciteitsnet zijn gekoppeld sluizen de energie die niet wordt gebruikt door naar het energiebedrijf. In dat geval loopt de elektriciteitsmeter (alleen bij een

    draaischijfmeter of Ferrarismeter) terug zolang in het pand minder elektriciteit wordt gebruikt dan het zonnepaneel levert. Zonnepanelen (-thermisch/of zonnecollector): Een zonnecollector is een apparaat dat

    zonlicht omzet in warmte (voor omzetting van zonlicht naar elektriciteit wordt een zonnepaneel gebruikt). Deze warmte kan vervolgens gebruikt worden voor proceswarmte, het verwarmen van ruimtes of (tap)water. Het principe van een zonnecollector is eenvoudig: wanneer een metalen voorwerp een tijd in de zon ligt, wordt het warm. Zonnecollectors maken gebruik van dat zelfde principe. Een zonnecollector is over het algemeen een metalen voorwerp waar een medium doorheen stroomt en zo de gewonnen warmte afvoert.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 29 -

    5 Conclusies en aanbevelingen

    5.1 Conclusies Veilinghuis is een gebouw met label G. Uit de eerdere analyses kan geconcludeerd worden dat de onderstaande varianten binnen de gestelde haalbaarheidscriteria en/of ambitieniveau liggen: Variant 8 bestaande uit:

    Maatregel 1 Het enkel glas voorzien van voorzetglas In de expositieruime en kantoren het enkelglas voorzien van voorzetramen

    Maatregel 2 Aanbrengen van een voorzetwand Het leveren en stellen van een prefab houten spouwblad. De elemente worden behangklaar afgewerkt. Inclusief: o isolatie ter plaatse van de muren; o aftimmer latten kozijnen o folie rond kozijn o kunstof slabben rond element.

    Maatregel 3 Het aanbrengen van vloerisolatie Het aanbrengen van afwerkvloer bovenop de bestaande vloer in de expositieruimte, voorzien van isolatie en vloerverwarmingsslangen.

    Maatregel 4 Aanbrengen isolatie schuindak Het aanbrengen van isolatie aan de onderzijde van het hellend dak Hierbij zijn we uitgegaan: o Isolatiedekens 100mm; o Dampremmende folie o Afwerking

    Maatregel 5 Vervangen bestaande standaard ketel(s) De bestaande verwarmingsketels vervangen door 2 hoogrendementsketels type HR-107

    Maatregel 6 Bestaande verlichtingsarmaturen in overige ruimten en kantoor aanpassen inclusief schakelingen De bestaande verlichting ombouwen naar Hoog Frequent door middel van een adapter. Hierbij wordt tevens de bestaande lamp vervangen door een T5 lamp. In bestaande verlichtingsschakeling voorzien van bewegingsdetectie t.b.v. onderstaande ruimten: o Overige ruimten o kantoren

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 30 -

    Adapter:

    Variant 10 bestaande uit voorgaande maatregelen alsmede:

    Maatregel 7 Warmtepompinstallatie Het leveren en plaatsen van een warmtepompinstallatie, kompleet met:

    - grondwaterbron; - scheidingswisselaar; - engineering; - set trillingdempers - Buffervat - Regelset C.V.-zijdig; - Regelkast met apparatuur.

    De warmtepomp wordt aangesloten op het gedeelte vloerverwarming van de expostieruimte.

    Exclusief onderstaande maatregel:

    Maatregel 5 Vervangen bestaande standaard ketel(s) De bestaande verwarmingsketels vervangen door 2 hoogrendementsketels type HR-107

    Om te komen tot een label A is minimaal variant 8 - het toepassen van maatregel 1,2,3,4,5 en 6- benodigd. Deze maatregel levert een reductie in CO-2 uitstoot op van maar liefst 113,896 ton/jaar. Energielabel (Energie index EI 1,03) A

    Voor variant 10 -het toepassen van Maatregel 1,2,3,4,6 en 7- benodigd. Deze maatregel levert een reductie in CO-2 uitstoot op van maar liefst 135,241ton/jaar. Energielabel (Energie index EI 0,73) A

    De in dit advies genoemde geraamde kosten zijn richtinggevend, en dienen als input voor het EPA-advies en maken de terugverdientijden inzichtelijk. U kunt zodoende een afweging maken tussen investeringen en opbrengsten. De ramingen zijn gebaseerd op de in cijfers en tabellen van SenterNovem, Bouwdelen en installatiedelen genoemd in Bouwkosten uitgave 2009 of marktconforme prijsopgaven.

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 31 -

    Wanneer u overweegt bepaalde maatregelen te implementeren adviseren wij u om marktconforme offerten aan te vragen bij aannemings- en/of installatiebedrijven. Bij de genoemde ramingen zijn geen subsidies meegerekend.

    5.2 Aanbevelingen Wij bevelen aan om deze varianten nader uit te werken en indien mogelijk te implementeren. Tijdens de inspecties vielen de onderstaande zaken op welke niet in het rekenmodel van EPA-U passen doch besparingspotentieel hebben en als attentiepunt aangeduid kunnen worden. Deze maatregelen zijn weergegeven aan de hand van de Infomillijst -uitgegeven door SENTER-NOVEM en hebben een standaard terugverdientijd. Energiebesparende maatregelen gedrag Code Omschrijving TVT XE01 verbeteren van het energiezorgsysteem - XE02 aanwijzen van een energiezorgcoördinator - AE00_1 apparaten, uit 0 AE01 apparaten, uit i.p.v. stand by 0 AE00_2 radiatorkraan, dicht 0 AE00_3 onnodig licht, uit 0 KE02 radiatoren, niet afschermen 0 BE00_1 deuren sluiten 0 BE00_2 minder vaak schoonmaken met perslucht 0 KE04 thermostaat verwarming, laag instellen 0 Energiebesparende maatregelen verlichting Code Omschrijving TVT AE05 spaarlampen 1-2 AE06_1 tijdschakelklok 1-3 AE08 energiebesparende buitenverlichting - AE10 meerdere lichtschakelgroepen 2-4 KE7b afwezigheidssensoren - KE11 halogeen accentverlichting 4-6 OE11 reflecterende armaturen in hoge ruimten - BE12 daklicht - XE04 glas met hoge LTA-waarde - KE13 sleutelkaart voor het uitschakelen van energie - RE01 tussenmeters - OE00_1 schoonmaken lampen en armaturen - OE00_2 onderhoud schakelaars en sensoren -

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 32 -

    Energiebesparende maatregelen isolatie, tochtwering en zonwering Code Omschrijving TVT IE15 draaideur/tochtsluis - AE22 tochtwering 3 AE23a warmteschild bij radiator 1-2 AE30 zonwering - BE22e isolatie lichtkoepels en lichtstraten 10 IE09 tochtwering met rubbers 1-2 IE12 tochtslabben - Energiebesparende maatregelen verwarming en warmwater Code Omschrijving TVT AE34 gebouwbeheersysteem - AE23f isoleren van leidingen en appendages 1-3 AE16 pompschakelaar verwarmingsinstallaties 1-2 AE15 radiatorafsluiters met thermostaat 4-6 AE02 verbeterde warmteafgifte radiatoren 0 AE14 waterzijdig inregelen CV-installatie 1 AE34 gebouwbeheersysteem - OE19 LTV - OE00_3 regelapparatuur, onderhoud en controle instellingen - IE26 gasgestookte stralingsverwarming - IE24 meerdere CV-groepen/ketels - OE16 HR luchtverwarmer - OE17 deurschakeling verwarming (uit) - IE27 verdringingsventilatoren in hoge ruimtes - BE38 elektrisch doorstroomapparaat voor warmwater op

    afgelegen plaatse -

    ME27 bijplaatsen aparte warmteopwekker voor warmwater 3-5 KE13 sleutelkaart voor het uitschakelen van energie - RE01 tussenmeters - Energiebesparende maatregelen ventilatie Code Omschrijving TVT AE03 nachtventilatie bij mechanisch geventileerde gebouwen 0 AE25 tijd-/aanwezigheidsschakelaar op ventilatoren en andere

    apparatuur 1-3

    AE27 hoogrendement ventilatoren 0 AE34 gebouwbeheersysteem - XE07 nachtventilatie bij natuurlijk geventileerde gebouwen - IE29 ventilatie regelen op aanwezigheid en kwaliteit binnenlucht 1-5 RE01 tussenmeters - ZE24 ventilatie regelen op vochtgehalte binnenlucht -

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 33 -

    6 Bijlagen

    1. Referenties 2. Foto rapportage 3. Energielabel (huidige situatie) 4. KIWA Attest VABI EPA-U kernel 3.01

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 34 -

    Bijlage 1 Referenties De volgende referenties zijn gebruikt voor het onderzoek: 1. Energierekeningen (datum en omschrijving)

    Niet beschikbaar.

    2. Bouwkundige tekeningen Studio Sipek te Amsterdam, d.d. 01-10-1996.

    3. Installatietekeningen Niet aanwezig.

    4. Principe schema’s Niet aanwezig

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 35 -

    Bijlage 2 Foto rapportage

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 36 -

    Bijlage 3 Energielabel (huidige situatie)

  • Energielabeling en onderzoek maatregelen PRJ 29.018 – 39 Veilinghuis - 37 -

    Bijlage 4 KIWA Attest (verklaring) VABI EPA-U kernel 3.01