Energie Actueel nr.3 2013

8
DOOR WIM VERSEPUT, KOPENHAGEN De eigen vermogenbasis van het Deense energieconcern DONG Energy moet na een financieel buitengewoon moeizaam verlopen 2012 worden opge- lapt, zodat het bedrijf alsnog door de Deense Staat – eigenaar van 80% van het belang - naar de beurs kan worden gebracht. Daartoe heeſt de Deense minister van Financiën, Bjarne Corydon, het sein gegeven. Hij weet zich daarbij verzekerd van een ruime meerderheid in de volks- vertegenwoordiging. DONG Energy zelf is van plan strategisch flink bij te sturen en wil diverse activiteiten van de hand doen om zich meer te kunnen concen-treren op minder terreinen. Kernbedrijvigheid blijſt ondermeer offshore windenergie. De capaciteit daarvan wil het concern in de jaren tot 2020 nog verviervoudigen. De inzet op biomassa in de centrales moet in die periode worden verdubbeld. Dat geldt ook voor de winning van olie en gas. LNG, gasopslag, wind op land, waterkracht, gasgestookte centrales DONG Energy met nieuw vermogen en nieuwe koers richting beurs en elektrisch vervoer komen daar- entegen niet meer voor investeringen in aanmerking. Overcapaciteit DONG Energy leed vorig jaar een ver- lies van een kleine 540 miljoen euro, hoewel de omzet flink steeg naar 9 miljard euro, dat wil zeggen 1,4 miljard meer dan in het vooraf- gaande jaar. Belangrijke negatieve factor was echter de gasmarkt naast zaken als overcapaciteit bij de productie en lage steenkoolprijzen. De strategische koerswijziging, die tevens gepaard zal gaan met kosten- besparingen, moet niet alleen leiden tot een aanzienlijke verbetering van de resultaatontwikkeling, maar ook tot een substantiële verlaging van de kredietlast. De Deense Staat mikt daarnaast op een vermogensinjectie van rond de 1 miljard euro, zo mogelijk in samen- werking met de houders van het minderheidsbelang. Zodra het concern weer hersteld is en de markt- omstandigheden gunstig genoeg zijn, kan het bedrijf naar de beurs, vindt bewindsman Corydon. Een beursgang stond krap tien jaar geleden ook al op de agenda, maar door de verslechterde aandelenmarkt werden de plannen meer of minder stilzwijgend voor onbepaalde tijd opgeschort. ‘Alleen als echt alles meezit, kunnen we het halen’ De duurzaamheidsdoelstelling die het kabinet heeſt verhoogd van 14 naar 16% stelt de energiesector voor een enorme opgave, zegt Hans Alders, voorzitter van de brancheorganisatie Energie-Nederland. “Alleen als echt alles meezit, kunnen we het halen.” Hans Alders is gematigd positief over het realiseren van de 16% duurzame energie in 2020. “De 14% die er aan- vankelijk stond en nu door het kabinet is verhoogd met 2% is op zichzelf al een hell of a job”, zegt hij. “Er is ons maar weinig tijd gegeven dit tot een goed einde te brengen. Het wordt letterlijk een race tegen de klok. Als alle factoren meewerken, zouden we dit ambitieuze doel kunnen halen. Een doelstelling die overigens door de hele energiesector wordt onderschreven. Er is volledige bereidheid bij de energiebedrijven om zich hiervoor de komende jaren in te spannen.” Werkpaarden Alders noemt drie ‘werkpaarden’ die ervoor moeten zorgen dat die 16% duurzaam ook kan worden gehaald. “Dat zijn wind op land, wind op zee en biomassa. Daarnaast zullen alle andere duurzame energiebronnen, waaronder zon-pv, optimaal moeten worden benut om extra kracht bij te zetten. Ook die zullen in potentie moeten groeien.” Maar dan zijn we er nog niet, zegt Alders. “Ook de ‘omgeving’ waarin dit gebeurt, moet honderd procent meewerken. Rijk, provincies en gemeenten zullen ervoor moeten zorgen dat energiebedrijven volledige medewerking krijgen om te investeren in deze immense opgave. Als de overheid van de energiesector verlangt om alle zeilen bij te zetten, dan zal ook zij moeten zorgen dat ze alle zaken goed op orde heeſt en dat alle lichten op groen staan.” Lees meer op pagina 4 en 5 DOOR JAN SCHILS, BRUSSEL Het ziet ernaar uit dat EU-energie- commissaris Oettinger met zijn recente oproep, dat er voor veilig en milieuvriendelijk boren naar schaliegas gemeenschappelijke Europese normen en regels moeten komen, voorlopig op weinig bijval kan rekenen. Verschillende lidstaten, onder aanvoe- ring van Polen en Frankrijk die over zeer grote voorraden van dit gas beschikken, wijzen erop dat de lidstaten zelf mogen beslissen of zij in de toekomst wel of geen schaliegas willen gebruiken. ‘Brussel’ moet zich daarmee volgens hen niet bemoeien. Eerder heeſt ook het Europees Parlement een soortgelijk standpunt ingenomen, maar wel het accent gelegd op een veilige exploratie van het gas, waarmee de aankelijkheid van Russisch aardgas fors kan worden teruggeschroefd. Proefboringen Ook de kwestie van de proeoringen en de verdere voorwaarden voor de winning van het gas vallen volgens deze landen geheel onder de nationale bevoegdheid van de lidstaten. Een woordvoerder van de Europese Commissie geeſt toe dat de EU-landen volgens de Europese wetgeving zelf over het gebruik van hun nationale energiebronnen en hun energiemix mo- gen beslissen. De Commissie bestudeert wel of zij met de bestaande milieuwe- tgeving en de Waterrichtlijn, of met een verbetering van die bindende regels, een bijdrage kan leveren aan een zo vei- lig mogelijke winning van schaliegas. Veel onderzoeken De oproep van Oettinger zal volgens de Commissie-woordvoerder de komende maanden niet door concrete voorstellen worden gevolgd. Daarvoor moet er nog teveel worden onderzocht. Een verbod op schaliegas wees de Commissie eerder al van de hand. Volgens Europarlementslid Bas Eickhout (GroenLinks) is dat geen overbodige luxe: “Er zitten nog grote gaten in de Europese wetgeving, waardoor het milieu en de waterkwaliteit grote risico’s lopen bij het boren naar en winnen van schaliegas.” In antwoord op vragen van CDA-Europarlementslid Lambert van Nistelrooij verklaarde de Commissie eind vorig jaar nog dat het onderzoeken en ontwikkelen van productietechnologieën voor schalie- gas een taak is voor de industrie. dinsdag 9 april 2013 - jaargang 16 nummer 3 | Energie Actueel verschijnt 10 keer per jaar | Oplage 3.000 | Abonneren via www.energieactueel.nl Europese bemoeienis met normen en regels voor schaliegas stuit op verzet ‘Wij willen de beste klantenservice bieden in de energiebranche’ Rob Timmer, Nederlandse Energie Maatschappij 2 7 3 Ambitieus Deens energie- beleid op de tocht Energie Actueel is ook digitaal beschikbaar: 6 energieactueel.nl Hans Alders over 16% duurzaam in 2020 Afgelopen donderdag opende Kroonprins Willem-Alexander het nieuwe hoofdkantoor van GasTerra. Het gebouw in de binnenstad van Groningen voert na volledige renovatie het Energielabel A+. Ook zijn er geen parkeerplaatsen, waarmee GasTerra alle medewerkers en bezoekers aanzet om te voet, per fiets of met het openbaar vervoer te komen. Energielabel A+ ‘Ik vind dat ik veel heb bereikt’ Voormalig milieuminister Jacqueline Cramer Duitse kernenergie- producenten komen verliezen te boven

description

Energie Nederland is een driewekelijkse uitgave van EnergieNed, Vereniging van Energieproducenten, -handelaren en retailbedrijven in Nederland en Netbeheer Nederland, Vereniging van Energienetbeheerders in Nederland.

Transcript of Energie Actueel nr.3 2013

Page 1: Energie Actueel nr.3 2013

DOOR WIM VERSEPUT, KOPENHAGEN De eigen vermogenbasis van het Deense energieconcern DONG Energy moet na een financieel buitengewoon moeizaam verlopen 2012 worden opge-lapt, zodat het bedrijf alsnog door de Deense Staat – eigenaar van 80% van het belang - naar de beurs kan worden gebracht.

Daartoe heeft de Deense minister van Financiën, Bjarne Corydon, het sein gegeven. Hij weet zich daarbij verzekerd van een ruime meerderheid in de volks-vertegenwoordiging. DONG Energy zelf is van plan strategisch flink bij te sturen en wil diverse activiteiten van de hand doen om zich meer te kunnen concen-treren op minder terreinen. Kernbedrijvigheid blijft ondermeer offshore windenergie. De capaciteit daarvan wil het concern in de jaren tot 2020 nog verviervoudigen. De inzet op biomassa in de centrales moet in die periode worden verdubbeld. Dat geldt ook voor de winning van olie en gas. LNG, gasopslag, wind op land, waterkracht, gasgestookte centrales

DONG Energy met nieuw vermogen en nieuwe koers richting beurs

en elektrisch vervoer komen daar- entegen niet meer voor investeringen in aanmerking.

OvercapaciteitDONG Energy leed vorig jaar een ver- lies van een kleine 540 miljoen euro, hoewel de omzet flink steeg naar 9 miljard euro, dat wil zeggen 1,4 miljard meer dan in het vooraf-gaande jaar. Belangrijke negatieve factor was echter de gasmarkt naast zaken als overcapaciteit bij de productie en lage steenkoolprijzen. De strategische koerswijziging, die tevens gepaard zal gaan met kosten-besparingen, moet niet alleen leiden tot een aanzienlijke verbetering van de resultaatontwikkeling, maar ook tot een substantiële verlaging van de kredietlast. De Deense Staat mikt daarnaast op een vermogensinjectie van rond de 1 miljard euro, zo mogelijk in samen-werking met de houders van het minderheidsbelang. Zodra het concern weer hersteld is en de markt-omstandigheden gunstig genoeg zijn, kan het bedrijf naar de beurs, vindt bewindsman Corydon. Een beursgang stond krap tien jaar geleden ook al op de agenda, maar door de verslechterde aandelenmarkt werden de plannen meer of minder stilzwijgend voor onbepaalde tijd opgeschort.

‘Alleen als echt alles meezit, kunnen we het halen’

De duurzaamheidsdoelstelling die het kabinet heeft verhoogd van 14 naar 16% stelt de energiesector voor een enorme opgave, zegt Hans Alders, voorzitter van de brancheorganisatie Energie-Nederland. “Alleen als echt alles meezit, kunnen we het halen.”

Hans Alders is gematigd positief over het realiseren van de 16% duurzame energie in 2020. “De 14% die er aan-vankelijk stond en nu door het kabinet is verhoogd met 2% is op zichzelf al een hell of a job”, zegt hij. “Er is ons maar weinig tijd gegeven dit tot een goed einde te brengen. Het wordt letterlijk een race tegen de klok. Als alle factoren meewerken, zouden we dit ambitieuze doel kunnen halen. Een doelstelling die overigens door de hele energiesector wordt onderschreven. Er is volledige bereidheid bij de energiebedrijven om zich hiervoor de komende jaren in te spannen.”

WerkpaardenAlders noemt drie ‘werkpaarden’ die ervoor moeten zorgen dat die 16% duurzaam ook kan worden gehaald. “Dat zijn wind op land, wind op zee en biomassa. Daarnaast zullen alle andere duurzame energiebronnen, waaronder zon-pv, optimaal moeten worden benut om extra kracht bij te zetten. Ook die zullen in potentie moeten groeien.” Maar dan zijn we er nog niet, zegt Alders. “Ook de ‘omgeving’ waarin dit gebeurt, moet honderd procent meewerken. Rijk, provincies en gemeenten zullen ervoor moeten zorgen dat energiebedrijven volledige medewerking krijgen om te investeren in deze immense opgave. Als de overheid van de energiesector verlangt om alle zeilen bij te zetten, dan zal ook zij moeten zorgen dat ze alle zaken goed op orde heeft en dat alle lichten op groen staan.”

Lees meer op pagina 4 en 5

DOOR JAN SCHILS, BRUSSEL Het ziet ernaar uit dat EU-energie-commissaris Oettinger met zijn recente oproep, dat er voor veilig en milieuvriendelijk boren naar schaliegas gemeenschappelijke Europese normen en regels moeten komen, voorlopig op weinig bijval kan rekenen. Verschillende lidstaten, onder aanvoe-ring van Polen en Frankrijk die over zeer grote voorraden van dit

gas beschikken, wijzen erop dat de lidstaten zelf mogen beslissen of zij in de toekomst wel of geen schaliegas willen gebruiken. ‘Brussel’ moet zich daarmee volgens hen niet bemoeien.  Eerder heeft ook het Europees Parlement een soortgelijk standpunt ingenomen, maar wel het accent gelegd op een veilige exploratie van het gas, waarmee de afhankelijkheid van Russisch aardgas fors kan worden teruggeschroefd.

ProefboringenOok de kwestie van de proefboringen en de verdere voorwaarden voor de winning van het gas vallen volgens deze landen geheel onder de nationale bevoegdheid van de lidstaten.Een woordvoerder van de Europese Commissie geeft toe dat de EU-landen volgens de  Europese wetgeving zelf over het gebruik van hun nationale energiebronnen en hun energiemix mo-gen beslissen. De Commissie bestudeert wel of zij met de bestaande milieuwe-

tgeving en de Waterrichtlijn, of met een verbetering van die bindende regels, een bijdrage kan leveren aan een zo vei-lig mogelijke winning van schaliegas.

Veel onderzoekenDe oproep van Oettinger zal volgens de Commissie-woordvoerder de komende maanden niet door concrete voorstellen worden gevolgd. Daarvoor moet er nog teveel worden onderzocht. Een verbod op schaliegas wees de Commissie eerder al van de hand. Volgens

Europarlementslid Bas Eickhout (GroenLinks) is dat geen overbodige luxe: “Er zitten nog grote gaten in de Europese wetgeving, waardoor het milieu en de waterkwaliteit grote risico’s lopen bij het boren naar en winnen van schaliegas.” In antwoord op vragen van CDA-Europarlementslid Lambert van Nistelrooij verklaarde de Commissie eind vorig jaar nog dat het onderzoeken en ontwikkelen van productietechnologieën voor schalie- gas een taak is voor de industrie.

dinsdag 9 april 2013 - jaargang 16 nummer 3 | Energie Actueel verschijnt 10 keer per jaar | Oplage 3.000 | Abonneren via www.energieactueel.nl

Europese bemoeienis met normen en regels voor schaliegas stuit op verzet

‘Wij willen de beste klantenservice bieden in de energiebranche’

Rob Timmer, Nederlandse Energie Maatschappij

2

7

3Ambitieus Deens energie- beleid op de tocht

Energie Actueel is ook digitaal beschikbaar:

6

energieactueel.nl

Hans Alders over 16% duurzaam in 2020

Afgelopen donderdag opende Kroonprins Willem-Alexander het nieuwe hoofdkantoor van GasTerra. Het gebouw in de binnenstad van Groningen voert na volledige renovatie het Energielabel A+. Ook zijn er geen parkeerplaatsen, waarmee GasTerra alle medewerkers en bezoekers aanzet om te voet, per fiets of met het openbaar vervoer te komen.

Energielabel A+‘Ik vind dat ik veel heb bereikt’ Voormalig milieuminister Jacqueline Cramer

Duitse kernenergie-producenten komen verliezen te boven

Page 2: Energie Actueel nr.3 2013

Duitse kernenergieproducenten komen verliezen te boven

GDF Suez in mineur, kritiek op tariefstijging Centrica

2 ECONOMIEmarkt & bedrijven

Om het hoofd boven water te houden en de toekomst zeker te stellen, proberen de vier grote energie-concerns in Duitsland overal geld vandaan te slepen en op de kosten te besparen. Daarbij gaat het om het afstoten van deelnames in andere ondernemingen en forse verminde-ring van het personeelsbestand.

RWE bijvoorbeeld gaat het werk- nemersbestand met 10.400 (van 72.000) verminderen. Bij EnBW moeten 1.350 van de 20.000 medewerkers gaan, hoe-wel eerst nog over een vermindering van het loon werd gesproken. Vattenfall wil 2.500 arbeidsplaatsen schrappen, waaronder 1.500 in Duits-land en 500 bij dochter Nuon in Neder-land. E.On heeft met de vakbonden wel een oplossing bereikt,

maar daarover nog geen details bekend gemaakt.

Schulden afbouwenAls het om het oplossen van de finan-ciële problemen gaat, grijpt E.On het hardst in. Tot eind 2013 wil het door verkoop van deelnames 15 miljard van de 36,5 miljard euro aan schulden af-bouwen. RWE, dat met 34 miljard euro bijna even veel schuld heeft, komt niet verder dan 7 miljard. EnBW wil voor 1,5 miljard euro verkopen en heeft over 2012 weer winst geboekt: ruim 565 miljoen euro ten opzichte van een verlies van 542 miljoen in 2011. De Vattenfall-dochter in Duitsland heeft daarover geen cijfers bekend gemaakt. Wel dat het totale concern dit en volgend jaar 540 miljoen euro wil bezuinigen.

Belangen nemenAnderzijds zijn E.On en EnBW alweer bezig belangen in andere concerns te nemen. E.On bijvoorbeeld heeft voor 1,5 miljard euro een aandeel van 50% genomen in het Turkse Energisa. Directievoorzitter Teyssen ziet Turkije “als een uitgelezen groei-regio” en de aankoop “een mijlpaal in de groeistrategie van E.On.” Ook snelle investeringen in groeigebieden buiten Europa zullen meer aandacht krijgen. E.On kan zich dat ook veroorloven. In 2012 zal de winst naar verwachting tot 4,3 miljard euro stijgen (2,5 miljard in 2011). Dit mede dankzij een overeen-komst met Gazprom over verlaging van langetermijn gasprijzen. Zo is een winstuitkering voor de E.On-aandeel-houders ook weer veiliggesteld.

DOOR PETER WESTHOF Voor de Europese utilities liet 2012 een gemengd beeld zien, zo bleek de afgelopen weken uit enkele jaarcijfers. Tegenover de economische crisis stond vorig jaar het voordeel van het koude weer in sommige delen van Europa. Voor GDF Suez wogen de economische omstandigheden het zwaarst, terwijl Centrica profiteerde van het feit dat haar klanten de verwarming in 2012 hoger hebben gezet. Een tariefstijging van dochter British Gas zorgde wel voor forse kritiek op Centrica.

De winst van GDF Suez kwam vorig jaar flink lager uit dan in 2011. Dat werd eind 2012 al duidelijk, toen de onderneming een winstwaarschuwing moest afgeven. ‘De crisissituatie op de Europese energiemarkt’ zou hier debet aan zijn geweest. GDF Suez heeft last van een tegenvallende vraag, vanwege de crisis op het Europese continent. Eind februari opende de Franse multinational de boeken over 2012 en daaruit bleek dat vorig jaar de winst op 1,6 miljard euro is uitgekomen, flink lager dan de 4 miljard euro in 2011. Volgens GDF Suez was de forse winstdaling met name te wijten

aan een aantal afwaarderingen en omdat Europese gascentrales vaak stilliggen. De omzet ging wel omhoog: met 7% naar 97 miljard euro. CEO Gérard Mestrallet zei dat de marktomstandigheden dit jaar ‘uitdagend’ zullen zijn. Hieruit kan afgeleid dat ook het lopende jaar voor GDF Suez niet soepel zal verlopen. GDF Suez hield wel vast aan de verwachting dat de winst in 2013 en 2014 tussen 3,1 en 3,5 miljard euro zal bedragen. Een lichtpuntje voor het bedrijf is dat in alle regio’s, waar het bedrijf actief is, de omzet groeide. Grootste minpunt is België, waar de omzet met 6% daalde. Hier verliest dochterbedrijf en marktleider Electrabel veel klanten aan concur-renten. Bij de presentatie van de jaarcijfers legde Mestrallet opnieuw de nadruk op het transformatieproces van GDF Suez. Het bedrijf wil de structuur vereenvoudigen en veel aan kostenbesparing doen. Dit laatste is nodig vanwege de grote schuld van 46 miljard euro. Ook gaat GDF Suez zich meer concentreren op activiteiten in de opkomende markten. In reactie op de cijfers daalde het aandeel

Het gaat met E.On en de andere drie Duitse energieconcerns met kerncentrales – RWE, EnBW en Vattenfall - ook langzaam beter. Maar ze moeten nog altijd vechten om het hoofd boven water te houden. Daarbij gaat het niet in de eerste plaats om de sluiting van alle 17 kerncentrales, waarvan er na Fukushima meteen al zeven dicht zijn gegaan en gebleven. Daarvoor hebben drie van de grote vier al een schadevergoeding van 15 miljard euro geëist. Voor Energie Baden Württemberg (EnBW) is dat moeilijker, aangezien dit concern volledig in overheidshanden is, waardoor het achter de nieuwe energiekoers moet staan. Hoe de schadevergoeding voor de andere drie concerns uitpakt, zal nog lang onzeker blijven.

Minder greepMinder greep hebben de grote vier op de lopende kosten voor aanpassingen aan de nieuwe marktomstandigheden. Volgens Peter Terium, de nieuwe bestuursvoor-zitter van RWE, heeft de markt te maken met de “ongecontroleerde” groei van duur-zame energieproductie. Bovendien is de productie van goedkope bruinkoolstroom fors toegenomen, zijn de energieprijzen op de beurs sterk gedaald en is de CO2-uitstoot toegenomen. RWE en Vattenfall maken veel gebruik van bruinkool, aangezien die voor hen in ruime mate voorhanden zijn.

GDF Suez op de beurs in Parijs licht. Beleggers hebben sinds de winstwaarschuwing in december weinig vertrouwen in het aandeel, want het bevindt zich sindsdien in een dalende trend.

GroeiCentrica kijkt met meer plezier op 2012 terug. De winst steeg volgens voorlopige cijfers vorig jaar met 14% naar 2,7 miljard Britse pond (3,1 miljard euro). Vanwege het koude weer draaiden de klanten in Groot-Brittannië hun verwarming wat hoger. Ook andere activiteiten van Centrica lieten een sterke groei zien. Dochteronderneming British Gas verhoogde in oktober de tarieven met 6%, waardoor de nettowinst van British Gas vorig jaar met 11% toenam. De hogere energieprijs viel niet bij iedereen in goede aarde. Volgens Caroline Flint, een parlementslid van oppositiepartij Labour, is het onacceptabel dat energiebedrijven wegkomen met “inflatie opdrijvende tariefsverhogingen, terwijl zij al enorme winsten maken.” Ook wees zij erop dat veel mensen op dit moment

Gascentrales overbodigE.On is zeer getroffen door de problemen met de gascentrales, die stilstaan of niet rendabel te exploiteren zijn. Daarvan heeft het concern er de laatste jaren nog meer ge-bouwd in de verwachting dat die wegens de relatief geringe CO2-uitstoot nodig zouden zijn om de wegvallende productie van de kerncentrales op te vangen. Hoewel de grote vier het voornemen hadden zich aan de trend voor nieuwe ener-gievormen aan te passen, gaat dat bij RWE maar langzaam, volgens Terium. 8% van de RWE-productie is slechts groen. Bij EnBW, toch in handen van de duurzame energieaanhangers, komt niet verder dan een schamele 2% op de totale stroom- opwekking. RWE wil de komende drie jaren zelfs fors verder bezuinigen op hernieuwbare energie. “Wegens geldge-brek”, aldus Terium. Maar een rol speelt ook dat zijn en andere concerns, waaronder EnBW, grote moeite hebben met de risico’s van de offshore windparken in de Duitse Noord- en Oostzee. “RWE is geen rijk stroomconcern meer”, meent Terium, die in Groot-Brittanië betere kansen ziet voor wind op zee.

DOOR JAN VAN HOOF, FRANKFURT De vier grootste energieconcerns in Duitsland lijden zwaar onder het besluit van de regering de kerncentrales te sluiten en als vervanging de nadruk te leggen op duurzame energie. “Maar dat betekent niet dat we onze bedrijfsstrategie eenvoudigweg overboord zullen gooien”, zei E.On-topman Johannes Teyssen enige tijd geleden op een congres. Hij twijfelt er niet aan dat de conventionele stroomproductie in een nieuw marktdesign een toekomst zal hebben.

Energie Actueel | jaargang 16, nummer 3 | dinsdag 9 april 2013

niet in staat zijn dergelijke verhogingen te betalen. Flint, in het schaduwkabinet van Labour minister van Energie, bepleitte verder een strengere regulering van de energiesector, waardoor de prijzen voor consumenten kunnen dalen.

Sam Laidlaw, topman van Centrica, gaf toe dat het ‘moeilijke tijden’ zijn voor de huishoudens in Groot-Brittannië. Maar hij stelde ook dat Centrica het geld nodig heeft om te investeren in ‘een vitale energiebron voor Groot-Brittannië’. Hij wees verder op het maatschappelijke

belang van zijn bedrijf. Centrica heeft 40.000 mensen in dienst en keert aan individuele aandeelhouders en pensioenfondsen dividend uit. Volgens Laidlaw heeft British Gas door de focus op kostenbesparingen momenteel het laagste tarief van alle grote energiebedrijven in Groot-Brittannië.Bij de presentatie van de jaarcijfers zei Laidlaw dat het bedrijf de komende drie tot vijf jaar de winstgevendheid bij met name de Noord-Amerikaanse activiteiten flink wil verbeteren. Die moet verdubbeld worden, zo is het plan van Centrica.

Bezuinigen, maar ook weer investeren

Best en slechts presterende beursfondsenPeriode 15 januari t/m 25 februari 2013

best presterende Veolia Env 16.76 %National Grid Group 11.86 %Centrica 10.81 %Scottish & Southern 3.47 %RWE 2.29 %

minst presterende International Power/GdF Suez 0.33 %Endesa -5.88%EVN -6.48 %Iberdrola -10.57 %Enel -21.54 %

Page 3: Energie Actueel nr.3 2013

3 INTERVIEWklimaatbeleid

Cramer is sinds haar vertrek uit de landelijke politiek als directeur verbonden aan het Utrecht Sustainability Institute (USI), een initiatief van de Universiteit Utrecht, TNO, Deltares en zes andere kennisinstellingen. USI is een netwerkorganisatie waarbij zo’n vijftienhonderd onderzoekers zijn aangesloten en zet zich in om samen met bedrijfsleven, overheid en maatschappelijke partijen een transitie tot stand te brengen naar duurzame urbane regio’s, vertelt de ex-politica in haar bescheiden werkkamer in het USI. Als de politiek ter sprake komt, toont zij zich weerbaar en fel. Kritiek op haar ministerschap, als zou zij onvoldoende tot stand hebben gebracht op het gebied van duurzaamheid, klimaat en milieu, wijst ze resoluut van de hand.

Veel bereiktCramer: “Ik vind dat ik veel bereikt hebt. Bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam inkopen, het afvalbeleid, de lokale vervuiling in steden en het klimaatbeleid. Ombuigingen tot stand brengen doe je niet op een achternamiddag. Ik had te maken met een complex krachtenveld en veel achterstallig onderhoud. Het is een ondankbare taak om te zaaien zonder dat je tijd gegund wordt om te oogsten. Daar is drie jaar gewoon veel te kort voor. Zelfs in vier jaar had ik bijvoorbeeld een fundamentele ombuiging naar een duurzame energievoorziening niet voor elkaar kunnen krijgen. Er was toen ik aantrad geen klimaatbeleid. En er was geen geïntegreerd energieklimaatbeleid. Ik kwam binnen op een moment dat duurzame energie ongeveer op het nulpunt was beland. Ik kon daardoor onmogelijk zaken in een klap rigoureus veranderen. Wel heb ik kunnen aangeven dat er, nadat we het fundament hadden gelegd, een mogelijkheid was om werkelijk een versnelling te realiseren.”

NoodtempoCramer: “Ik moest een heleboel qua structuur op poten zetten. Dat gold voor alle sectoren. Ik heb in noodtempo met een klein team van medewerkers van EZ en VROM het ‘Schoon en Zuinig’ programma geschreven. Dat

was in honderd dagen klaar. Toen heb ik ook redelijk snel een akkoord met werkgevers gesloten. Een convenant op verschillende terreinen. Dan krijg je de fase dat je moet zorgen dat al die sectoren aan de slag gaan. De bouwsector maakte een omslag in denken en doen. We hebben afspraken gemaakt over aanscherping van de energieprestatie van nieuwbouw, leidend tot energieneutraal in 2020 en over energiebesparing in bestaande bouw. Dan moet je ervoor zorgen dat die doelen in de praktijk gerealiseerd worden. Woningcorporaties waren als een van de partijen bereid mee te werken. Maar er was een gevecht wie de kosten moesten dragen. Uiteindelijk hebben de minister van Wonen, Wijken en Integratie, de corporaties en ik overeenstemming bereikt. Dat was niet makkelijk. Het voorstel moest voor alle partijen transparant en acceptabel zijn. Niet in de laatste plaats voor huurders. Toen zaten we al weer in 2010, het jaar dat ik moest aftreden. Hetzelfde verhaal zou ik kunnen vertellen over windenergie op zee. We wilden 6.000 megawatt neerzetten, maar voordat je dat voor elkaar hebt moet je alle partijen op één lijn krijgen, procedures doorlopen en vergunningen rondkrijgen. Een megaklus.”

‘Positief nieuws is geen nieuws’-Het programma ‘Schoon en Zuinig’ is door het volgende kabinet genegeerd. Betreurt u dat?Cramer: “Ik heb het programma bewust gefaseerd in de tijd en doelen gesteld voor 2011, 2020 en 2050. En niet gelieerd aan de PvdA, of welke politieke signatuur dan ook. Ik wilde dat het breed gedragen werd en ook na mijn ministerschap zou doorlopen. Ik ben ermee naar VNO/NCW gegaan, provincies en gemeenten. Het ‘Schoon en Zuinig’ programma zat solide in elkaar. Iedereen vond dat het een goede marsroute was naar lange termijndoelen. Ja, ik ben teleurgesteld dat ‘Schoon en Zuinig’ geen vervolg heeft gekregen in

het daarop volgende kabinet. Dat heeft het gewoon ter zijde geschoven. Een gemiste kans.”

‘Ik denk meer in verbindingen, dan in ‘strijden tegen’’-Men verweet u dat u te veel vertrouwde op convenantenCramer: “Ik heb mij er van begin af aan voor ingespannen dat alle sectoren in de benen kwamen, afspraken gingen maken op landelijk niveau en aan de slag gingen. Het was juist heel belangrijk dat de bereidheid groeide om de handen ineen te slaan. Het was nodig om een beweging van de grond te krijgen om daadwerkelijk een transitie te maken naar een duurzame energievoorziening. Een transitie van die omvang kun je niet top-down afdwingen. Belangrijk is dat mensen willen. En daar geloof ik nog steeds in. Natuurlijk moet de nationale overheid leiderschap tonen en sturend optreden. Dat deed ik ook. Maar zonder bereidheid van mensen kom je nergens. Ik dacht en denk meer in verbindingen dan in ‘strijden tegen’. Ik kende het bedrijfsleven goed genoeg om zo’n beweging in gang te zetten. Veel praten, vertrouwen winnen en geduld hebben, en soms op je strepen staan natuurlijk. Zo heb ik mij altijd als minister geprofileerd.”

Positieve zinCramer: “Ik doe in mijn huidige werk feitelijk hetzelfde wat ik als minister deed. Namelijk het in gang zetten van transitieprocessen samen met marktpartijen en overheden. Ik word nu in de praktijk geconfronteerd met wat ik zelf gezaaid heb. Dat geeft mij wel voldoening. Een voorbeeld. Ik heb als minister een duurzaam inkoopbeleid uitgezet. Ik zie nu dat die filosofie werkt in de praktijk. Ik ben nu ook bezig met afvalmanagement. Om dat op een hoger plan te tillen. Als ik bij gemeenten kom, dan zeggen ze: ‘U heeft als minister een verandering in het afvalmanagement in gang gezet’. Men

is daar heel positief over. Dat vind ik natuurlijk prettig te horen. Dat ik daar dan niet altijd de credits voor krijg: het zij zo. In Den Haag word je afgerekend op hoe vaak je negatief in de publiciteit komt. Men vergeet gemakkelijk wat je hebt gepresteerd in positieve zin. Positief nieuws is geen nieuws.”

-U heeft de klimaattop in Kopenhagen bijgewoond. Die heeft uiteindelijk weinig opgeleverd. Hoe kijkt u daarop terug?“Ik wist dat het heel moeilijk zou worden. Dat lag niet aan Europa. De spanning lag bij de Verenigde Staten en de snel groeiende ontwikkelingslanden. Die was bepalend voor het slagen van de top. Ik vertrok desalniettemin met veel vertrouwen op een goede afloop. Maar na mijn eerste vergadering in Kopenhagen was de politieke sfeer opeens heel anders. Toen wist ik zeker dat het een hele grote opgave was waarvoor we stonden. Ik realiseerde mij dat het klimaatthema een thema is van de grootste mogendheden op deze planeet. Het is geen zaak van milieuministers. Het gaat over de macht

in de wereld. Ik ben van nature geen pessimist, maar ik maak mij ernstige zorgen over die machtspolitiek.”

-Minister Cramer is de minister geweest die ruim baan heeft gegeven aan de bouw van nog meer kolencentrales“Daar kan ik nog steeds heel boos om worden. Het is heel makkelijk om mij dat in mijn schoenen te schuiven. Ik ben als minister niet verantwoordelijk geweest voor besluitvorming in eerdere kabinetten omtrent de bouw van nieuwe kolencentrales. Vergeet niet, vanaf 2000 is er een actief beleid geweest om fossiele energieproducenten uit te nodigen om in Nederland te investeren. Ze werden met open armen ontvangen. Niet ik, maar provincies verleenden daartoe vergunningen. Ik ben daar juist publiekelijk tegen in verweer gegaan. Het enige dat ik nog kon doen was strenge milieueisen stellen. Maar de bouw van die centrales kon ik niet verhinderen.”

DOOR ALEXANDER HAJE Van 2007 tot 2010 was zij minister van VROM in het kabinet Balkenende IV. Drie jaar gaf Jacqueline Cramer inhoud en vorm aan het klimaat- en energiebeleid in ons land. Totdat het kabinet vroegtijdig viel en zij met tegenzin terugtrad als milieuminister. “Drie jaar was veel te kort om beleid echt goed in gang te zetten.”

Cramer: “Den Haag heeft totaal andere codes dan de wetenschap en het be-drijfsleven. Die werelden ken ik goed; daar wordt voortgeborduurd op eerdere verdiensten. In de politiek is dat niet vanzelfsprekend. Het beleid van een eerder kabinet wordt net zo makkelijk overboord gegooid. Ik was als minister goed in mijn vak. Dat durf ik gerust te zeggen. Maar ik was niet meteen thuis in de Haagse cultuur. Dat was in het begin even wennen. Dat neemt niet weg dat ik uiteindelijk alles wat ik me had voorgenomen, goed op de rit had staan. Op dat moment was ik in volle vaart en had ik door willen gaan.”

Cramer zou het geweldig vinden als er een Nationaal Energieakkoord wordt gesloten. “Maar”, zegt ze, “ik denk dat men tegen dezelfde problemen aanloopt waar ik tegenaan liep. We moeten af van de aanpak om nog meer kolencen-trales neer te zetten. Als dat probleem niet wordt opgelost, dan komt er geen akkoord. Er zal een collectieve regeling moeten komen voor kolencentrales waar je afscheid van wilt nemen. Die moet worden gecombineerd met de opbouw van een duurzame energievoorziening en/of een combinatie met groen gas. Dan pas kun je een overeenkomst sluiten over het transitiepad. Ik heb dat tijdens mijn driejarig ministerschap niet voor elkaar gekregen.”

‘Als minister was ik goed in mijn vak’

‘Het zou geweldig zijn als dat Nationaal Energieakkoord er komt’

‘ Ik vind dat ik veel heb bereikt’

Voormalig milieuminister, Jacqueline Cramer

Jacqueline Cramer: “Ik kwam binnen op een moment dat duurzame energie ongeveer op het nulpunt was beland. Ik kon daardoor onmogelijk zaken in een klap rigoureus veranderen.”

Energie Actueel | jaargang 16, nummer 3 | dinsdag 9 april 2013

Page 4: Energie Actueel nr.3 2013

4 THEMAduurzaamEnergie Actueel | jaargang 16, nummer 3 | dinsdag 9 april 2013

Hans Alders, voorzitter Energie-Nederland

‘Die 16% duurzaam wordt een gigantische opgave’

Hernieuwbare energie: halen we de doelstelling op een slimme manier?

DOOR ALEXANDER HAJEHet zal een gigantische opgave worden om in 2020 die 16% duurzame energie in Nederland te hebben staan, zegt Hans Alders, voorzitter van de energiebrancheorganisatie Energie-Nederland. “Het betekent dat dit jaar en uiterlijk in 2014 alle besluiten moeten zijn genomen.”

Er zijn drie stevige dragers nodig, drie ‘werkpaarden’ zoals Alders het noemt, om die 16% duurzaam in beeld te bren-gen. “We praten over de realisatie van 7.000 megawatt wind op land, 5.000 me-gawatt wind op zee en zo’n 40% of meer bijstook van biomassa in elektriciteits-centrales. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten alle procedures op een adequate manier kunnen worden doorlopen. Niets kan en mag tegenzitten. Elke vertraging of tegenslag gooit roet in het eten.”

StabiliteitDe energiebedrijven hebben zich col-lectief uitgesproken voor die 16%, aldus Alders. “Maar vergeet niet, je hebt voor deze inspanningen een zeer stabiel investeringsklimaat nodig. Waardoor we ook op lange termijn precies weten waaraan we toe zijn. Is dat er niet, dan zal geen marktpartij het aandurven om dit soort mega-investeringen de komende jaren te doen.”

Van alle grote en middelgrote Europese landen heeft Nederland, afgezet tegen prestaties in het recente verleden, de grootste opgave om zijn doelstelling hernieuwbare energie te halen. Daarbij doen we er verstandig aan het op een manier te doen die innovatie het meest ondersteunt en zo het meest recht doet aan waarom we eigenlijk zo’n doel hebben.

Even belangrijk is dat energiebedrijven hun plannen goedgekeurd zien door de verschillende overheden. Want zonder vergunningen, zonder goede ruimtelijke ordeningsprocedures, zonder tijdige MER (Milieueffectrapportage)-beoor-delingen, en zonder een stopcontact op zee, zal het onmogelijk lukken om die doelstelling te gaan halen, zegt Alders. “Het is niet alleen een kwestie van áls de energiebedrijven nu maar hun best doen en het investeringsklimaat goed is. Het veronderstelt ook dat de overheid een stabiele partner is in de procedures die doorlopen moeten worden. Het vraagt van het Rijk, provincies en gemeenten dat zij hun huiswerk doen en op tijd gaan doen. En het gaat over de vraag: Kunnen we het technisch gezien aan? Die vraag kan met de inzichten van nu met een ‘ja’ worden beantwoord. Ja, we zijn technisch in staat deze klus te klaren.”

Regeerakkoord Er zijn ook positieve signalen, zegt Alders. “In dit regeerakkoord is zichtbaar gemaakt dat het kabinet met behulp van de SDE+ regeling duurzame energie wil gaan realiseren. Er zijn door het Rijk bedragen uitgetrokken om de benodigde investeringen te ondersteunen. Je kunt grofweg uitrekenen welke investeringen er nodig zijn voor wind op zee, wind op land en biomassa. Als die bedragen klop-

Europa is heel aardig op weg het doel van 20% hernieuwbare energie in 2020 te halen. De opgave voor de tien jaar 2011-20 is 1,8 maal zo groot als wat in de vijf jaar 2005-10 werd gerealiseerd. Sommige landen, zoals Duitsland en Denemarken, realiseerden relatief meer. Andere lidstaten, zoals Frankrijk en Tsjechië, moeten nog driemaal zoveel halen, dus een tandje bijzetten. Twee landen springen er in negatieve zin uit: Groot-Brittannië, dat nog zesmaal zoveel moet en Nederland, dat nog zevenmaal zoveel moet als wat in 2005-10 werd gerealiseerd. Groot-Brittannië plaatste in 2011 veel windcapaciteit, voor de toename in Nederland was het een verloren jaar. Om ons Europese doel te halen, moet het Nederlandse tempo dus niet alleen enorm versnellen, we zijn ook het enige (middel)grote land waar dit zo precair is.

Massaal vergunningen verstrekkenLos van meningsverschillen over details zijn de meesten het er wel over eens wat dit globaal inhoudt. Voor wind op land moeten we van 14 PetaJoule (PJ) in 2011 naar ongeveer 60 PJ in 2020,

pen, dan lijkt het er op dat het benodig-de geld van Rijkswege aanwezig is.” Een tweede positief signaal is dat er nieuwe, gestroomlijnde wetgeving is gekomen, zegt Alders. “De Rijksprojec-tenprocedure en de Crisis- en herstelwet maken het mogelijk om procedures snel-ler en eenvoudiger te doorlopen. Verder ligt er inmiddels een akkoord tussen het Rijk en de provincies over wind op land, de Structuurvisie Wind op Land. Daardoor wordt het ogenschijnlijker eenvoudiger om windprojecten sneller te realiseren.Kortom, er is een aantal signalen dat laat zien dat er over nagedacht is om die 16% duurzame energie in 2020 ook mogelijk te maken.”

Meer vragenJe komt straks natuurlijk ook nog voor andere vragen te staan, zegt de voorzit-ter van de energiebrancheorganisatie. Zoals: Hebben we de beschikking over voldoende geschoold technisch personeel? Is er voldoende haven- en kadecapaciteit? Hoeveel schepen hebben we nodig om die windturbines op zee te kunnen plaatsen? Is er voldoende staal tegen een aanvaardbare prijs beschik-baar om turbines te kunnen bouwen? Zijn windturbineproducenten in staat om in korte tijd windturbines te kunnen leveren? Is landelijk netbeheerder

dus driemaal zoveel erbij als wat in de afgelopen 25 jaar is gepresteerd. Voor wind op zee moeten we van 3 PJ naar ergens tussen de 50 en 70 PJ: twintigmaal zoveel als wat we hebben. De omvang van AVI’s, houtkachels, vergisting en biomassavergassing moet globaal verdubbelen van 43 naar 70 –80 PJ en bij- en meestook van biomassa verviervoudigen van 12 naar 30 tot 50 PJ. Biobrandstoffen zorgen voor 40 PJ. Over opties als geothermie en zon-PV zijn de meningen meer verdeeld. ECN heeft uitgerekend dat er voldoende geld is voorzien om dat mogelijk te maken. Als we echter rekening houden met de benodigde termijnen om financiering van projecten rond te krijgen en daadwerkelijk te bouwen is een adequate ruimtelijke ordening dit en volgend jaar cruciaal. Op basis daarvan moeten er vanaf heden mas-saal vergunningen worden verstrekt, anders wordt het doel onhaalbaar.

Slim hernieuwbaarMaar waarom doen we dit allemaal? Omdat het van Europa moet? Nee, natuurlijk. Europa, dat zijn we zelf. Nederland, als lidstaat van de EU, heeft de verplichting om 14% hernieuwbare energie te realiseren op zich genomen omdat we dachten innovatie te bevorderen, voorzieningszekerheid en op termijn betaalbaarheid te verbeteren. Aan de broeikasgasreductie levert het geen grote bijdrage, want die is merendeels door de emissiehandel al afgetopt. Neem innovatie als voorbeeld. De Nederlandse burger zou de grootste bijdrage aan toename van hernieuwbare energie kunnen leveren door massaal open haarden aan te leggen. Dit tikt lekker aan. Is dat slim? Ik vermoed van niet, al is het maar vanwege de luchtkwaliteit. Het voorbeeld illustreert dat ons

in feite innovatieve vormen van hernieuwbare energie voor ogen staan. Wind en zon zijn daar voorbeelden van: door een combinatie van RD&D en plaatsing worden ze gestaag goedkoper. Bij open haarden of bij-stook van biomassa in kolencentrales is dat niet het geval, bij vergassing van biomassa hopelijk wel. Ook draag- vlak is belangrijk: de burger wil ook zelf eigenaar kunnen zijn of geen last van de windmolens hebben. Het gaat ons dus niet om zoveel mogelijk hernieuwbaar in 2020, maar om slim hernieuwbaar.

Bijdragen met innovatieDat zien we ook door verder dan 2020 te kijken. In Europa woedt een discussie of we voor 2030 aparte

TenneT in staat om in betrekkelijk korte tijd een stopcontact op zee aan te leggen en windparken aan te sluiten op het landelijke netwerk? Alders: “ Al deze vragen blijven nu nog onbeant-woord, maar zijn wel uiterst relevant.”

EnergieakkoordEen hell of a job, noemt hij het. “We moeten ons realiseren dat we spre-ken over een operatie waar de nodige coördinatie aan de orde is en waar alle schakels feilloos in elkaar moeten val-len. Overheid en bedrijfs-leven zullen samen moeten optrekken. De regering heeft de SER gevraagd wat er voor

nodig is om dit alles te realiseren. Er wordt nu achter de schermen koortsachtig gewerkt aan een Nationaal Energieakkoord onder regie van diezelfde SER. In het SER-advies dat daaruit voort-vloeit moet duidelijk worden gemaakt wat er moet gebeuren. En wie waar- voor aan de lat staat. Regering en parlement moeten zich dan uitspre- ken over een akkoord en bereid zijn om langjarige commitments aan te gaan. Lees ook de column ‘16%? 45%!’ van Hans Alders op energie-actueel.nl

doelstellingen voor hernieuwbaar, efficiency of broeikasgasreductie willen, of dat alleen het laatste voldoende is. Maar voor het globale beeld maakt dat vooralsnog niet zoveel uit. Zolang Nederland niet kiest voor veel kernenergie erbij, kom je voor een duurzaam energiesysteem altijd op heel veel hernieuwbaar uit. Hoe je het ook wendt of keert, aan minimaal 25% in 2030 en 40% in 2040 ontkom je niet. Waarschijnlijk is het ook niet slim heel veel meer in die periode te willen, want gaandeweg worden de innovatieve toepassingen goedkoper. Reden temeer om in het begin niet puur op kwantiteit in te zetten, maar op die innovatieve opties waar de Nederlandse industrie echt een bijdrage kan leveren.

Door Pieter Boot, verbonden aan het Planbureau voor de Leefomgeving.

Column

“Elke vertraging of tegenslag gooit roet in het eten.”

Page 5: Energie Actueel nr.3 2013

Het kabinet heeft de duurzaamheidsdoelstelling voor ons land verhoogd van 14 naar 16% duurzame energie in 2020. Hoe kijken de grote energiebedrijven daar tegenaan? Welke inspanningen vergt dit van de energiesector? En welke rol zal de overheid in samenspel met energiebedrijven moeten spelen?

5 THEMAduurzaam

Eneco: ‘Ambitieus, maar haalbaar’

Essent: ‘Overheid moet juiste randvoor-waarden scheppen’

Energiebedrijven achter duurzaamheids- doelstelling 2020

Geen 14 maar 16% duurzame energie

Erwin van Laethem, CEO van Essent: “Als grootste producent van duurzame energie willen we  partner in de energietransitie zijn voor zowel overheid als bedrijfsleven.”

“Om de doelstelling te halen zullen we vol in moeten zetten op zon, wind op land, wind op zee en biomassa. Het gaat in onze ogen om een combinatie van centraal en decentraal opgewekte duurzame energie; dus ‘en-en’. Maar dat niet alleen. Naast bestaande initiatieven, zoals biomassa meestoken - in onze Amercentrale -, gaat het ook om nieuwe ontwikkelingen. Zo zijn wij onder andere nauw betrokken bij de oprichting van de biobased economy. Daarnaast onderzoeken we mogelijkheden om decentraal  en centraal opgewekte duurzame elektriciteit lokaal op een slimme manier in te zetten op huishoudniveau.

Nuon: ‘Wind- energie moet flink groeien’Windenergie is een van de belangrijkste technologieën om te komen tot een duurzame energiehuishouding. Een forse groei van windenergie op land is noodzakelijk om de doelstelling voor 2020 te halen, aldus Margit Deimel, hoofd Development Onshore Wind Nederland bij Nuon.

Deimel: “Nuon staat pal achter de 16 procent doelstelling en ziet deze slechts als een eerste stap richting een volledig duurzame energievoorziening.” Zij zegt dat Nuon al jarenlang veel investeert in wind op land. “Dat doen we met name in windrijke gebieden zoals Noord-Holland en Flevoland, waar wij dit jaar Windpark Zuidlob realiseren.” In Nederland staat nu zo’n 2.200 megawatt (MW) aan windenergie opgesteld, zegt Deimel. “Om te komen aan 6.000 MW vermogen, zoals die in de Structuurvisie Windenergie van het Rijk wordt genoemd, is het nu van groot belang om flinke stappen te maken om de regeringsdoelstellingen te kunnen realiseren.” Nuon geeft aan net als alle andere energiebedrijven intensief betrokken te zijn bij diverse werkgroepen ter bespreking van de doelstelling van 16%. Ook geeft zij input aan de SER, die faciliterend optreedt bij de totstandkoming van een Nationaal Energieakkoord.

Jilles van den Beukel, manager Regulatory Affairs van Eneco: “Het zijn ambitieuze maar haalbare doelstellingen. Ze passen bij de uitdaging waarvoor we staan.”

Van den Beukel: “Voor het behalen van de doelstelling is zowel wind op land als wind op zee nodig. Dat betekent wel dat we de komende jaren deze projecten moeten kunnen aanleggen. Omdat het zeer tijdrovende projecten zijn, zal je daarmee op tijd moeten beginnen.”  Eneco voert een strategie van duurzame energie, zegt hij. “Dat betekent dat wij investeren in hernieuwbare vormen van opwek van elektriciteit. Wat wind op zee betreft gaat Eneco de komende jaren Luchterduinen aanleggen. Hiervoor hebben wij Mitsubishu Corporation als mede-investeerder gevonden. Daarnaast hebben we vele wind op land projecten gepland voor de komende jaren. Ook wordt een biomassa centrale in Delfzijl

En we richten ons op grootverbruikers met een flexibele energiebehoefte. Ook kijken we naar zogenoemde  ‘gesloten kringlopen’ en het aan elkaar verbinden van duurzaamheidsdossiers door samenwerking te zoeken met partners uit andere sectoren, zoals chemie en landbouw.”   Essent partner wil graag partner in de energietransitie zijn, zegt Van Laethem. “Als energiebedrijf is dat ook onze maatschappelijke rol. Maar om die rol ook te kunnen invullen, is het noodzakelijk dat de overheid de juiste randvoorwaarden creëert. Hiervoor is een stabiel, langjarig en duidelijk investerings-klimaat nodig wat er op dit moment niet is. Met de telkens wisselende beleidsinstrumenten van de afgelopen decennia is het zeer moeilijk geworden om besluiten te nemen voor lange termijninvesteringen.”

gebouwd. En we zijn actief met zonne-energie.” De overheid zal een consistent beleid moeten voeren, stelt Van den Beukel. “Bij het aantrekken van buitenlandse investeerders merken wij dat de Nederlandse overheid een zwak track record heeft op het gebied van energiebeleid inzake duurzaam. Dat komt door het wisselende beleid van de afgelopen jaren. Dit kabinet moet nu vooral de lijn van het continueren en verbeteren van de SDE+ voortzetten en zich de komende jaren niet van de wijs laten brengen. Daarnaast moet de ruimtelijke ordening van hernieuwbare energieprojecten op orde zijn. Dat geldt voor projecten op zee en voor projecten op land. Overheid en provincies moeten tot overeenstemming komen over de zoekgebieden en binnen die zoekgebieden moeten er snel vergunningen komen.”

DELTA: ‘Alle grootschalige duurzame energie inzetten’

GDF SUEZ Energie Nederland: ‘Stabiel investeringsklimaat is noodzakelijk’

DELTA wil in 2050 volledig CO2-neutraal energie leveren en CO2-neutraal functioneren. Voor de lange termijn ziet het energiebedrijf mogelijkheden voor een energietransitie naar CO2-neutraal met gas en nucleair als transitiebrandstoffen. 16% duurzame energie in 2020 vraagt veel flexibiliteit en inzet van het bedrijfsleven, maar ook van het Rijk, meent DELTA. Dat zal een behoorlijke financiële impuls moeten geven om de doelstelling te

Wolters: “De overheid moet allereerst zor-gen voor een stabiel investeringsklimaat, een bijdrage leveren aan een gelijk speel-veld op de Centraal West-Europese markt en duidelijke beleidsdoelen stellen. Binnen

DELTA is van mening dat alle mogelijke grootschalige duurzame energie moet worden ingezet om de 16% in 2020 te bereiken. Dat wil zeggen: fors inzetten op wind op land en wind op zee, maar zeker ook op biomassa. Anders is de doelstelling simpelweg niet te halen, aldus het Zeeuwse energiebedrijf.

“We zullen de komende decennia alle energiebronnen nodig hebben voor een schone, betaalbare en betrouwbare energie-voorziening”, stelt Wim Wolters, directeur Strategie & Business Development GDF SUEZ Energie Nederland. Hij zegt dat het bedrijf alle duurzame opties wil benutten, maar wel onder bepaalde voorwaarden.

halen. Uiterlijk in 2014 zal er zekerheid moeten zijn welke investeringen op ondersteuning van de overheid kunnen rekenen. Samen met Zeeuwse partners onderzoekt DELTA mogelijkheden voor een windpark op  zee. Ook bouwt zij de huidige kolencentrale (Bio-energiecentrale Zeeland) om tot een 100% biomassa gestookte centrale. Het grote voordeel van deze biomassa gestookte centrale is dat zij relatief

deze kaders kunnen marktpartijen daar invulling aan geven.” Het is geen kwestie van duurzaam versus  fossiel, maar duurzaam en fossiel. Ook is het geen kwestie van gas versus kolen, maar gas en kolen, zegt de directeur Strategie & Business Development. Hij noemt de doelstellingen van Nederland ambitieus en pleit ervoor de Europese dimensie niet uit het oog te verliezen. Belangrijk noemt Wolters het Europese emissie-handelssysteem ETS om de CO2-uitstoot verder naar beneden te brengen. “Lokale maatregelen om extra CO2-reductie in Nederland te realiseren, leiden tot meer ruimte voor andere partijen in Europa om meer uit te stoten en levert per saldo alleen maar extra kosten op.” Het is een uitdaging om een marsroute te definiëren, waarbij enerzijds het goede van de Centraal West-Europese markt 

goedkoop is, omdat er geen dure netten hoeven te worden aangelegd. “Om niet alleen biomassa te verstoken, maar ook echt invulling te geven aan de innovatieve mogelijkheden richting de biobased economy en het garanderen van de duurzaamheid van biomassa, heeft DELTA samen met verschillende Zeeuwse partijen een gezamenlijk manifest opgesteld om dit initiatief te ondersteunen en vorm te geven.

behouden blijft, terwijl anderzijds voldoende voortgang wordt gemaakt met de introductie van duurzame energie, zegt Wolters. “Het huidige marktsysteem geeft niet de juiste prik-kels om te blijven investeren in flexibele centrales. Daarom moeten we toe naar een aanvulling op de volumemarkt in de vorm van een capaciteitsmarkt in Europees verband . Onze voorkeur gaat daarbij uit naar een op de markt gebaseerd en Europees geharmoniseerd systeem. Duurzaam en conventioneel opgewekte elektriciteit hebben daarin dezelfde rechten en plichten.”  

Energie Actueel | jaargang 16, nummer 3 | dinsdag 9 april 2013

E.On Benelux: ‘Oudere kolencentrales ombouwen tot biomassacentrales’“Binnen een solide investerings-klimaat bouwen we oudere kolen-centrales om tot biomassacentrales”, zegt Rolf Fouchier, CEO van E.On Benelux. Het bedrijf onderschrijft de duurzaamheidsdoelstelling en wil volop in duurzame energie investeren, mits de randvoorwaarden dit faciliteren.

De doelstelling van 16% is uitdagend. Toch blijkt uit berekeningen dat die haalbaar is, zegt Fouchier. “Voor-waarde is wel dat er sprake is van een solide investeringsklimaat. Zonder de potentie van alle technieken, zoals wind op land, wind op zee en biomassa volop te benutten, is het onmogelijk om de doelstelling te verwezenlijken.” Tweede voorwaarde is dat de overheid tijdig duidelijkheid schept over de stimulering van de meestook van bio-massa, zegt Fouchier. “Dit komt omdat de doorlooptijd van projecten lang is.” E.On stookt al biomassa mee in de

bestaande centrales. “Als er een stabiel investeringsklimaat komt en de overheid heldere keuzes maakt, willen wij meer duurzame biomassa bij- en meestoken”, zegt de CEO. “Ook willen we bestaande centrales ombouwen tot 100% biomas-sacentrale. Dit geldt voor de centrale in Genk/Langerlo en we overwegen dit ook voor een oudere centrale op de Maas-vlakte.”Fouchier zegt dat de overheid moet zor-gen voor een stabiel investeringsklimaat, zodat bedrijven kunnen blijven investe-ren in duurzame ontwikkelingen. Dat betekent geen Nederlandse kolentaks, zegt hij. “Dat is een symboolmaatregel, die niet leidt tot minder CO2-uitstoot. Kolenbelasting leidt ook niet tot de pro-ductie van meer duurzame energie. Ze leidt er wél toe dat kolencentrales verlies maken en zelfs nieuwe centrales niet winstgevend kunnen draaien. Hierdoor missen bedrijven de financiële middelen om in duurzame energie investeren.”

Page 6: Energie Actueel nr.3 2013

6 SERIE fresh energyEnergie Actueel | jaargang 16, nummer 3 | dinsdag 9 april 2013

“Met mijn bedrijfskundige achtergrond heb ik bij zowel overheden als bedrijven consultancy gedaan. Vanuit die achtergrond ben ik eigenlijk altijd in klantcontactomgevingen actief geweest. Juist daar zie je namelijk exact waar de problemen zitten, soms binnen de branche, maar ook binnen de interne organisatie. Dan is het de kunst om niet alleen die klantenservice te optimaliseren, maar te kijken naar de hele keten. Van marketing en verkoop tot en met de jaarnota die we versturen. Want feitelijk draait het overal om het optimaliseren van processen door de gehele keten heen.”

Klanttevredenheid“Dagelijks meten we de klanttevredenheid. Daarnaast kunnen onze klanten ook reviews geven. Die publiceren we iedere dag op internet. Ook als een klant ons een 1 geeft, verschijnt dat op de site met daarbij de reden waarom. Die transparantie naar buiten zorgt intern voor een goede drive om het nog beter te doen en te begrijpen wat onze klanten echt belangrijk vinden. Want die klanten zijn, merk ik, wel veranderd. Dat heeft ook te maken met de veilingen die we in de afgelopen periode hebben gewonnen, zoals die van Vereniging Eigen Huis, ANWB en de Consumentenbond. Daardoor zie je ook een differentiatie ontstaan in de klanten. Klanten afkomstig uit deze collectiviteiten zijn beter op de hoogte van hoe een jaarnota in elkaar steekt, ze zijn beter geïnformeerd. En dat betekent voor ons dat we andere – specifiekere – vragen van die klanten krijgen.”

Juiste antwoord bij eerste contact“Het is daarbij heel belangrijk om tijdens het eerste contact het juiste antwoord te geven. Dat vergt deskundigheid. Mbo’ers zijn vervangen door hbo’ers en

wo’ers. Die zijn namelijk beter in staat informatie sneller tot zich te nemen, ook veranderende informatie. Ook zijn zij beter in staat de klant tijdens het eerste contact van het juiste antwoord te voorzien. Daarnaast kunnen ze met ons meedenken: wat vinden klanten irritant, wat vinden ze juist positief? Kortom, zij helpen ons om verbeterslagen te maken. De klant geeft nu de adviseur gemiddeld een 8,4 als rapportcijfer. Ja, daar zijn we best wel trots op en dat willen we verder uitbouwen. Dit doen we door binnen elk ‘touchpoint’ met de klant de klant te verwonderen. De uitkomst is dat de Net Promoter Score van NLE in de afgelopen twaalf maanden met 23 punten is verbeterd.”

‘Juist in klantcontact- omgevingen zie je exact waar de problemen zitten’Personeelsverloop terugbrengen“Vorig jaar was het verloop in ons personeelsbestand dan ook erg hoog. Ons streven is om dat dit jaar terug te brengen naar ongeveer 30 procent. De profielen zijn nu goed in beeld, daarnaast zijn zowel de werving en selectie als de opleidingen verbeterd. We hebben nu ook een focusteam waarin 25 adviseurs kijken wat goed gaat en wat beter kan. Die verbetervoorstellen presenteren ze, in de vorm van ‘Dragons’ Den’ aan de algemeen directeur en oprichter Harald Swinkels. Hij besluit ter plekke wat wel of niet wordt doorgevoerd. We streven uiteraard naar een zo klein mogelijk personeelsverloop, want dan

houd je de kennis in huis. Dat doen we door het organiseren van allerlei events. Dit doen we met behulp van communicatie, maar vooral ook door onze medewerkers zelf invloed te laten uitoefenen op hun werkomgeving. Onze medewerkers zijn dan ook trots op het bedrijf waar ze werken. Dat zie je terug in de medewerkerstevredenheids- onderzoeken. Daar gaan de scores weer behoorlijk omhoog. Want binding aan het bedrijf is geen vanzelfsprekendheid en ik denk dat we daar nog verder in moeten en kunnen ontwikkelen.”

‘Deskundigheid en snelheid, daar draait het om’

Deskundigheid en snelheid“Onze klanten kennen ons onder andere van onze commercials met bekende Nederlanders. Ze associëren ons met goedkoop. Want ons unique selling point is absoluut de prijs. Maar we willen ook uitleggen waarom we zo goedkoop kunnen zijn. Dat heeft natuurlijk met inkoop te maken en deels met beperkte overhead. Transparantie speelt daarbij een belangrijke rol. Onze klanten willen uiteraard snel geholpen worden. We hanteren dan ook normen ten aanzien van wachttijden en telefoongesprekken. Zo moet 75 procent van de wachtenden binnen 60 seconden geholpen worden en 95 procent van de brieven en e-mails moet binnen drie dagen beantwoord worden. Deskundigheid en snelheid van onze medewerkers, daar draait het om. Op het moment dat het heel erg lang duurt, gaat dat toch ten koste van de klanttevredenheid. Dus het is de kunst om direct, maar ook snel, het juiste antwoord te geven. Dat vergt heel veel qua kennis en opleiding en dat gaat nu steeds beter. Daarnaast willen we er komend jaar voor zorgen dat onze klanten zelf veel meer online kunnen gaan doen. Dat is belangrijk, omdat onze klanten ook veelal online georiënteerd zijn. En we willen de beste klantenservice in Nederland zijn in de energiebranche. Met onze medewerkers die een 8,4 als waardering krijgen, moet dat lukken. Dat is ook de uitdaging voor de komende twee tot drie jaar: veel klanten aansluiten en tegelijkertijd

de klanttevredenheid laten stijgen. Dat is vorig jaar gelukt, dus we hebben een goede basis om dat verder te gaan verbeteren.”

Klantbehoefte is leidend“Het is prettig werken in een bedrijf dat snel groeit. Dat gun ik iedereen. Daarnaast moet er heel veel gemanaged en geoptimaliseerd worden. De organisatie van NLE is niet gelaagd, er zijn dus niet veel moeilijke vergaderingen nodig om dingen voor elkaar te krijgen. En de energiemarkt zelf vind ik boeiend, vooral de wet- en regelgeving. Sinds ik hier werk verdiep ik me dan ook meer in onderwerpen die met energie te maken hebben, bijvoorbeeld op radio en tv. Wat gebeurt er qua marktwerking, maar ook met wet- en regelgeving? Want energie heeft een serieuze impact op het budget van mensen. Energiekosten vormen een substantieel deel van de kosten van levensonderhoud voor een gezin. Daarnaast is het iets wat je hard nodig hebt. Ik zie het dan ook als mijn missie om klanten op een goedkope wijze van energie te voorzien. Daarnaast wil ik ervoor zorgen dat ze bij een probleem of vraag goed geholpen worden. Dat vind ik eigenlijk het allerbelang-rijkste. De klantbehoefte zou volgens mij dan ook leidend moeten zijn. Wij zien dat veel partijen en klanten willen dat die energie duurzaam wordt opgewekt. Tegelijkertijd willen ze er niet te veel voor betalen. Op die vraag spelen wij in. Duurzame energie is ook voor ons belangrijk.”

Ambitie voor de toekomst“Goedkoop, de markt openbreken en transparant maken. Maar ook hard groeien in dit hele speelveld

en tegelijkertijd obsessief goede service leveren aan onze klanten en onze klanten aan ons binden. Dat zijn denk ik de belangrijkste eigenschappen van NLE. Daarnaast groeien we snel en zijn we erg gretig. Ook op de zakelijke markt groeien we hard, maar ook hier liggen nog genoeg ambities voor de toekomst. Want dat bepaalt natuurlijk mede onze inkoopkracht. Hoe meer we aan de zakelijke markt kunnen leveren, des te goedkoper we in essentie kunnen inkopen. En dat kunnen we natuurlijk weer teruggeven aan de klant. Dat is het doel.

‘Binding aan het bedrijf is geen vanzelfsprekendheid’

DOOR SANDER SCHILDERS “Ik ben al een paar jaar op verschillende manieren actief voor de Nederlandse Energie Maatschappij (NLE), maar sinds een klein jaar ben ik vast in dienst. Dit bedrijf groeit zo razendsnel – in 2012 weer met ongeveer 65 procent – dat we onze handen vol hebben aan het verder verbeteren van de organisatie. Het zijn de groeistuipen die horen bij een onderneming die volwassen aan het worden is. Als Hoofd Klantenservice geef ik leiding aan een afdeling van zo’n 110 mensen, bijna de helft van het medewerkersbestand van NLE. Het zijn bijna allemaal nieuwe, hoogopgeleide mensen met wie ik werk. Vorig jaar hebben we 70 procent van de klantenservicemedewerkers moeten vervangen. Niet leuk, maar wel noodzakelijk om de service te kunnen bieden die bij onze status als vierde grote energieleverancier in Nederland hoort. En ik ben er trots op dat klanten onze service inmiddels met het rapportcijfer 8,4 belonen.”

1975: geboren te Monster1993: diploma HAVO, Willem van Oranje College, Oud-Beijerland1997: diploma HBO Personeel & Arbeid, Hogeschool Rotterdam1999: doctoraal Bedrijfswetenschappen,

Katholieke Universiteit Nijmegen2000-2005: Manager Customer Service, UPC Nederland2006 - 2011: diverse functies; o.m. directeur adviesbureau en diverse

opdrachten als consultant en (project)manager 2011 - heden: Hoofd Klantenservice de Nederlandse Energie Maatschappij

CV Rob Timmer

Ze zijn jong en ambitieus en geven mede richting aan een duurzame, betrouwbare en betaalbare energie-voorziening van de toekomst. Wat drijft deze nieuwe lichting medewerkers van energiebedrijven? Waarom hebben ze voor deze dynamische sector gekozen? En hoe geven zij op hun terrein vorm aan oplossingen voor de essentiële energievraagstukken? In deze serie laat Energie Actueel de aanstormende top van de Nederlandse energiesector aan het woord over hun werk, hun doelen en hun visie op het energie-landschap van straks. In dit achtste deel Rob Timmer van de Nederlandse Energie Maatschappij.

De toekomst van de energievoorziening

Rob Timmer, Hoofd Klantenservice Nederlandse Energie Maatschappij: “Ik zie het als mijn missie om klanten op een goedkope wijze van energie te voorzien en ervoor te zorgen dat ze bij een probleem of vraag goed en snel geholpen worden.”

‘Wij willen de beste klantenservice bieden in de energiebranche’

Rob Timmer, Hoofd Klantenservice Nederlandse Energie Maatschappij

Page 7: Energie Actueel nr.3 2013

Energiecommissaris Günther Oettinger en klimaatcommissaris Connie Hedegaard lichten eind maart de contouren van het Europese klimaat- en energiebeleid tot 2030 toe.

Hoge Deense energie- en klimaatambities krijgen laag cijfer van wijze mannen

Of het beleid tegen deze achtergrond 2020 haalt, is onzeker geworden. De regering geeft weliswaar geen krimp, maar de oppositie wil terug naar de on-derhandelingstafel om het akkoord open te breken. Bij een regeringswisseling heeft het beleid daarom zijn langste tijd te hebben gehad.

Stap verderDenemarken is al Europees koploper met windenergie maar volgens de door het advieslichaam bekritiseerde doelstel- lingen moet de capaciteit nog verder worden uitgebouwd. Waar bijvoorbeeld de EU zich in het Kyoto-protocol voor 2012 vastlegde op een CO2-reductie van 8% ten opzichte van 1990 ging Denemarken nog een aanzienlijke stap verder door zich een reductie van 21% op te leggen. Het op 22 maart vorig jaar bekokstoofde Deense akkoord mikt voor 2020 op een aandeel van 35% voor duur-zame energie binnen het totale verbruik. De helft van de benodigde elektriciteit dient dan door windturbines te kunnen worden geleverd. De CO2-uitstoot moet tegen die tijd met 34% te zijn terug-gebracht. Concreet betekent dit de bouw van 1.500 megawatt aan nieuwe wind-krachtcapaciteit op zee en 1.800 MW aan land, zij het met de kanttekening dat hiervan 1.300 MW wordt gerea- liseerd door vervanging van oudere turbines. De rest van de voor de doelstel-

lingen noodzakelijke capaciteit zal moeten worden geleverd via zonne- energie, vergisting en andere op biomassa gebaseerde productievormen. Een niet onbelangrijk element is in het akkoord verder ook een grondige verbetering van de energiedoelmatigheid in de bestaande bouw. Dat houdt in dat er flink zal worden nageïsoleerd.

Stijgende heffingenHet geld voor dit alles zal moeten worden opgebracht via de elektriciteitsnota’s van de verbruikers. De door de Deense consument betaalde stroomprijzen be-horen echter nu al tot de hoogste in de EU en lager worden ze door het akkoord zeker niet. Bovendien stijgen de heffingen naarmate het aanbod groeit. Afgelopen jaar beschikten bijvoorbeeld de Noren en Zweden over grote hoeveelheden overtol-lige waterkracht, terwijl ook de Zweedse kernreactoren op volle toeren draaiden. De Noorse en Zweedse stroomexport vestigde nieuwe jaarrecords. Door dit grote aanbod werd de Deense windkracht uit de markt geprijsd, met als gevolg dat meer moest worden gesubsidieerd om de turbine-exploitanten de garantieprijs te kunnen geven.

Productie naar andere landenDe economische regeringsadviseurs wijzen er afgezien daarvan op dat de eenzijdige uitbouw van duurzame

capaciteit in één of meerdere landen ertoe leidt dat de vraag naar fossiele energie daalt, waardoor ook de prijzen daarvan dalen. Zolang er geen inter-nationale verplichtingen gelden is het gevolg dat andere landen van die lage prijzen voor fossiele energie zullen willen profiteren, waardoor de uitstoot per saldo alleen maar toeneemt. “Tevens heeft het klimaatbeleid een kostenverhogend effect, met name bij energie-intensieve producten. Een deel van de productie zal daarom worden verplaatst naar landen met een minder ambitieuze klimaat-politiek”, aldus de adviseurs. Tenslotte worden er onder meer ook vraagtekens gezet bij het door de politici gehanteerde argument dat met de massieve inzet op duurzame energie op de langere termijn betaalbare prijzen worden gewaarborgd, vooral als de prijzen van fossiele brand-stoffen door schaarste gaan stijgen. Dat is volgens de regeringsadviseurs echter onzin. “De prijzen van duurzame energie stijgen dan gewoon mee.”

DOOR WIM VERSEPUT, KOPENHAGEN Het ambitieuze energiebeleid in Denemarken staat op de tocht. De klimaatdoelstellingen die nog maar een jaar geleden in een kamerbreed akkoord werden vastgelegd, blijken namelijk een zeer kritische beoordeling te krijgen van het permanente economische adviesorgaan van de regering. De ambities schieten volgens de Economische Raad (bijgenaamd ‘de economische wijze mannen’) hun doel voorbij, jagen de verbruikers onnodig op kosten en helpen uiteindelijk ook het klimaat weinig tot niets.

Europese Commissie wil het klimaat- en energiebeleid voor 2030 grondig aanpassenDOOR JAN SCHILS, BRUSSELDe Europese Commissie dringt er in een nieuw beleidsdocument bij de EU-lidstaten op aan het gemeenschap-pelijke klimaat- en energiebeleid voor 2030 vast te stellen. Ze acht dat noodzakelijk opdat de juiste investe-ringen kunnen worden verricht voor duurzame groei, betaalbare en concur-rerende energieprijzen en een grotere continuïteit van de energievoorziening.

Volgens EU-energiecommissaris Günther Oettinger moet het nieuwe beleid rekening houden met de gevolgen van de economische crisis. “Verder moet het ook ambitieus genoeg zijn om aan de gestelde langetermijndoelstelling van 80-95% lagere uitstoot van CO2 en an-dere broeikasgassen in 2050 te voldoen.” Zijn collega, klimaatcommissaris Connie Hedegaard, meent dat er nu eindelijk iets gedaan moet worden aan de afhankelijkheid van de EU van buiten-landse fossiele brandstoffen, die ook nog jaar na jaar toeneemt. “Dit betekent dat de Europeanen steeds hogere energie-

rekeningen krijgen, die steeds moeilijker te betalen zijn. Dat is niet erg verstandig voor het klimaat, maar ook niet voor onze economie en ons concurrentievermogen. Daarom hebben wij besloten dat wij in Europa in 2050 tot een koolstofarme maatschappij willen komen. Wij hebben streefcijfers voor 2020, maar voor de meeste beleggers ligt 2020 vlakbij. Het is dan ook tijd om doelstellingen voor 2030 vast te stellen. Hoe sneller we dat doen, des te meer rechtszekerheid we scheppen voor onze ondernemingen en onze beleg-gers. Hoe ambitieuzer deze streefcijfers zijn, des te beter dat is voor het klimaat.”

Beslissende stappenOm de eerste beslissende stappen te zetten naar deze doelstellingen wil de Commissie een nieuw EU-beleidskader op het vlak van klimaatverandering en het energiebeleid voor 2030. Zij keurde daartoe onlangs een Groenboek goed dat het startschot betekent voor een openbare raadpleging over de inhoud van dat kader. De Commissie organiseert ook een openbaar debat over de toekomst van

het afvangen en opslaan van CO2 (CCS) in Europa. Zij wil op die manier opties verzamelen die beschikbaar zijn om te zorgen voor de tijdige ontwikkeling van de CCS-technologie. De Commis-sie keurde tevens enkele voortgangs-rapporten goed over de resultaten van de lidstaten bij het behalen van hun streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2020 en over de duurzaamheid van biobrandstoffen en vloeibare biomassa, die in de EU worden gebruikt. Nederland scoort slecht met de opwek-king van duurzame energie. Samen met Luxemburg, Malta en Groot-Brittannië staat ons land zelfs onderaan het lijstje. Europees Parlementslid Judith Merkies (PvdA) reageert geschrokken: “Dit moet een duidelijke waarschuwing zijn voor Nederland. Ons land heeft veel baat bij een sterke energievisie. We moeten van verder komen dan veel andere landen. Als Nederland geen visie aan de dag legt, worden we de meest verouderde energiemarkt van Europa.”

GroenboekIn haar Groenboek formuleert de Com-missie een aantal vragen zoals welke klimaat- en energiedoelstellingen moeten voor 2030 worden vastgesteld en hoe vergaand moeten die zijn? Hoe kan samenhang tussen verschillende beleidsinstrumenten worden bereikt? Hoe kan het energiesysteem zo goed mogelijk bijdragen tot het concurrentie-vermogen van de EU? En hoe kan reke-ning worden gehouden met de verschil-lende mogelijkheden van de lidstaten? De raadpleging loopt tot en met 2 juli. Hierin worden de lidstaten, EU-instel-lingen en overige belanghebbenden betrokken. De Commissie is van plan op basis van de gegeven feedback het EU-kader voor klimaat- en energiebeleid

voor 2030 tegen het einde van het jaar  te stellen presenteren.  Oettinger: “Door hierover duidelijheid te verschaffen krijgen investeerders zekerheid en worden de innovatie en de vraag naar CO2-arme technologieën gestimuleerd. Daarmee wordt ook de vooruitgang in de richting van een con-currerende, duurzame en meer energie-zekere Europese economie ondersteund. Voor 2030 wordt voortgebouwd op de ervaring die is opgedaan met de planning voor 2020. Er zal worden na-gegaan welke verbeteringen mogelijk zijn. Daarbij houden we rekening met de veranderingen vanaf 2020, zoals de veranderingen in het energiesysteem en de economie, alsmede met de inter-nationale ontwikkelingen.”

7 BUITENLANDachtergrondEnergie Actueel | jaargang 16, nummer 3 | dinsdag 9 april 2013

De liberale oppositie in Denemarken heeft spijt als haren op het hoofd over het vorig jaar aangegane energie-akkoord. De transitieheffingen stegen in 2012 ten opzichte van vorig jaar met 190 miljoen euro en stijgen naar verwachting in het lopende jaar verder.

Energiewoordvoerder Lars Christian Lilleholt van de liberalen rekent voor dat het Deense bedrijfsleven dit jaar 2,4 cent per kWh aan transitieheffingen betaalt op een ‘schoon’ markttarief (stroomprijs exclusief heffingen) van naar schatting 4,7 cent per kWh. “Dat is een heel slechte zaak voor de concurrentiepositie, want in bijvoorbeeld Duitsland zijn de grote bedrijven vrijgesteld van dat soort heffingen.” Volgens Lilleholt zijn de voorwaarden waaronder het akkoord is gesloten binnen een jaar tijd zo drastisch gewijzigd, dat er alle reden is om het open te breken. De belangrijkste veranderingen zijn volgens hem de lage prijzen van de CO2-emissierechten en de sterk gedaalde steenkoolprijzen. Daarnaast bleek de subsidieregeling voor zonnepanelen te ruim. Er werden er binnen korte tijd zoveel opgesteld dat de begroting van het akkoord ver werd overschreden.

Liberale spijtoptanten kijken met zorg naar concurrentiepositie

Page 8: Energie Actueel nr.3 2013

Energie Actueel is een uitgave van de Vereniging Energie-Nederland. Energie Actueel biedt achter- gronden en opinies uit de wereld van energie en klimaat. De krant verschijnt 10 keer per jaar. Daarnaast is Energie Actueel digitaal beschikbaar, met binnen- en buitenlands nieuws en een scala aan columnisten: energieactueel.nl

Redactieadres Energie-Nederland, Lange Houtstraat 2 2511 CW Den Haag T: 070 311 4350 E: [email protected]

Hoofdredactie Anne Sypkens Smit

Bladmanagement & eindredactie PACT Public Affairs, Den Haag

Redactie Noud Köper, Sjoerd Marbus, Sander Schilders

Medewerkers Alexander Haje, Peter Westhof

Columnisten Pieter Boot, Aad Correljé, Frank van den Heuvel, Coby van der Linde, Han Slootweg, Ad van Wijk

Correspondenten Elro van den Burg (Polen), Jan van Etten (Frankrijk), Jan van Hoof (Duitsland), Frank Kools (Noord-Amerika), Jan Schils (Europese Unie, België), Arjan Schippers (Groot-Brittannië), Wim Verseput (Scandinavië), Marcel Vink (China)

Vormgeving & opmaak Aandagt reclame & marketing, Almelo

Druk & distributie Senefelder Misset Grafisch Bedrijf, Doetinchem

Abonnementen Energie Actueel wordt kosteloos toegezonden aan personen in dienst van bedrijven die lid zijn van Energie-Nederland, in dienst van de rijksoverheid of een hoger onderwijsinstelling. Zij en overige geïnteresseerden kunnen zich abonneren via de website energieactueel.nl. Daar kunnen ook abonnementen worden opgezegd. Een betaald jaarabonnement kost € 75,-. Abonnementsgelden worden namens de uitgever geïnd door Abonnementenland, Heemskerk.

Adreswijzigingen www.energieactueel.nl

Opzeggingen - Per post: Energie-Nederland / Energie Actueel Antwoordnummer 24603, 2490 WB Den Haag - Of per email: [email protected]

Advertentie-exploitatie Recent André van Beveren, Postbus 17229 1001 JE Amsterdam T: 020 330 8998 F: 020 420 4005 E: [email protected]

Overname van artikelen uitsluitend toegestaan na toestemming van de hoofdredactie.

Colofon

LED-revolutie

DOOR AD VAN WIJK We gebruiken licht om iets te kunnen zien, maar ook om sfeer te creëren, om planten sneller te laten groeien of om ons goed te voelen. Licht is een essentieel onderdeel van ons systeem geworden. Dit licht willen we niet alleen overdag direct van de zon, maar ook ’s avonds. Verlichting kost ons dus energie. Momenteel wordt wereldwijd 20% van ons elektriciteitsgebruik besteedt aan verlichting. Maar wat is de efficiency van het maken van licht? Met een gloeilamp wordt minder dan 5%, meestal tussen de 2 en 3% van de elektriciteit omgezet in licht. De rest van de energie is warmte en dat voelen we. Probeer maar eens een gloeilamp vast te pakken. Toch waren we erg blij met de uitvinding van de gloeilamp door Edison zo rond 1880, want dat gehannes met vuurtjes en kaarsen om iets te kunnen zien was helemaal niet comfortabel en gevaarlijk.

In veel ontwikkelingslanden worden nog steeds lampen gebruikt met kerosine of olie als brandstof. Erg gevaarlijk en milieuonvriendelijk. Ruim 6 miljoen mensen per jaar lopen ernstige brandwonden op door deze kerosinelampen.

De technologie om licht te maken is dus erg inefficiënt. Daarom werken we aan meer efficiënte verlichting, in eerste instantie de spaarlampen, maar tegenwoordig vooral LED-verlichting. En LED-verlichting is inderdaad een factor 3 tot 5 efficiënter dan onze gloeilamp en met een levensduur die ook nog tientallen factoren beter is.Maar de technologie is nog niet eens de meest verspillende factor in een verlichtingssysteem. Verlichting staat aan terwijl het helemaal niet nodig is, bijvoorbeeld overdag, terwijl het buiten licht genoeg is of ’s nachts wanneer er niemand is. Ook dit hebben we inmiddels wel door en met aanwezigheid detectoren en licht

detectoren kunnen we onze lampen schakelen, zodat ze niet onnodig aan staan.

Oke, nu hebben we toch wel alle verspilling te pakken, denkt u. Maar nee, er is nog een belangrijke factor die voor enorm veel verspilling zorgt, de afstand tussen waar licht geproduceerd wordt en waar het ‘geconsumeerd’ wordt. We produceren veelal het licht ergens boven aan het plafond, bovenin een lantaarnpaal of ergens ver weg aan de muur. En we ‘consumeren’ het licht tussen onze ogen en bijvoorbeeld de tafel. De afstand tussen productie en ‘consumptie’ is een grote energieverspiller.

Dat was ook wel logisch met de gloeilamp, een erg grote puntbron, zeer kwetsbaar en waaraan je je verbrandt als je te dichtbij komt. Maar LED’s hebben dit probleem niet, het zijn eigenlijk heel kleine bronnetjes, met een lange levensduur, die makkelijk overal in te integreren zijn en te besturen. Je kunt dus verlichtingssystemen maken die veel dichter bij de ‘consumptie’ licht produceren. Bijvoorbeeld door LED’s te integreren in onze bureaus, stoelen, kasten, computers, printers, bloempotten, et cetera. Of we kunnen LED’s in strippen op de vloer, de muur of vensterbank plakken. Dan produceren we licht veel dichter bij onze ogen en besparen nog meer energie. We kunnen LED’s ook draadloos schakelen. Het betekent dat het verlichtingssysteem geen vast onderdeel meer van een gebouw hoeft te zijn. En ook hebben we buiten geen grote lelijke lantaarnpalen meer nodig; we integreren de LED’s in de vangrail, het wegdek, de geluidswal, enzovoorts.

Op deze wijze kun je factoren besparen op het energiegebruik voor verlichting. Maar er is meer, LED kan vele andere functies vervullen. Het

kan bij brand de uitgang wijzen, het kan signaleren en het is eigenlijk je computerscherm of televisie. Zo brengt een elektronicafabrikant nu al de ‘smart window’ op de markt. Een raam geïntegreerd met OLED, organische LED, kan tegelijkertijd blindering zijn, zonwering, verlichting en computer/tv- scherm. Geen verlichting, geen zonwering, geen gordijnen, geen beamer en geen tv-scherm meer nodig, het zit allemaal in je raam!

Er is meer: LED is intelligent, het kan informatie versturen, dus te gebruiken als communicatienetwerk en het kan onder andere aanwezigheid of rook detecteren. Dus we kunnen met LED’s mensen door een gebouw of ruimte leiden, we kunnen via LED en augmented reality hele mooie toeristische, shopping of reality tours in een stad uitzetten.

En er is nog meer, we kunnen over een tijdje zelfs LED verlichting printen op elk gewenst object. Met onze 3D LED- printers maken we dan producten die zichzelf verlichten en waarmee we factoren op ons elektriciteitsverbruik kunnen besparen.

Deze LED-revolutie komt eraan.

Ad van Wijk is duurzaam energie-ondernemer, adviseur en professor in Future Energy Systems aan de TU Delft.

8 OPINIE energie

Turen in de toekomst

De vergelijking gaat natuurlijk niet helemaal op, omdat de methode van turen van de verschillende bedrijven en overheids-instanties niet gelijk is. Een scenario is een verkenning van de extremen in de toekomstige politieke en economische verhaallijnen en de bijbehorende energieplaatjes, terwijl de vooruitzichten zijn gebaseerd op de beste inzichten van de desbetreffende instelling neergelegd in een eigen ontwikkeld model.

BoodschappenDe verschillende vooruitzichten worden

altijd met enige spanning tegemoet gezien. De energieliefhebbers kunnen genieten van de gepresenteerde details van bepaalde markten of ontwikkelingen die worden geschetst, anderen zoeken in de schetsen van de verre jaren vooruit bevestiging voor ontwikkelingen van vandaag. Vooral omdat de vooruitzichten op wereldschaal worden gepresenteerd, zullen voorstanders van duurzame energie, zoals zon en wind, teleurgesteld zijn in de omvang van het taartpuntje voor deze energiedragers in de komende 20 of 30 jaar. Deze taartpunt lijkt in het geheel niet op de grotere aandelen in de energievoorziening die de energieroad-maps ons voorspiegelen. De verschillen per regio in de wereld kunnen aanzienlijk zijn, maar het feit dat nieuwe energiedragers meestal in aanvulling op de traditionele komen, moet ook tot nadenken stemmen. In Europa, met zijn volwassen economie, zal de verduurzaming vooral uit vervan-ging van capaciteit gehaald moeten worden, terwijl in andere landen deze inzet uit de groei kan komen. Dat is toch anders.

RollenAlle toekomstverkenningen voorspellen een langere toekomst, op wereldschaal, voor fossiele brandstoffen. Er zijn wel verschillende inschattingen van de rol van

kolen, olie en gas, maar over het algemeen ziet men een groei voor de rol van gas, vooral in Azië en de Amerika’s, terwijl de rol van olie als belangrijkste transport-brandstof blijft. De rol van kolen wordt over het algemeen als over het hoogtepunt ingeschat in de periode na 2030, zeker naarmate lokale luchtvervuiling de steeds sterker geürbaniseerde bevolking meer parten gaat spelen. Een belangrijke over-eenkomst van alle toekomstverkenningen is verder de opmerkelijke verbeteringen die worden voorzien in de energie-efficiëntie, niet alleen van de transportsector maar ook van andere economische sectoren. Deze zullen een belangrijke bijdrage leveren aan het langzaam beheersen van de CO2-uitstoot, samen met een groeiende in-zet van gas en duurzame energiebronnen.

SchumpeterDe ontvangers van de boodschappen zijn echter erg verschillend. Europeanen zullen andere dingen zien in de toe-komstprojecties dan Chinezen, Indiërs, of Amerikanen. Dit is mede afhankelijk van hun optimisme of pessimisme over de toekomst, maar ook door de verschillen in economische ontwikkeling. In Azië wordt nog veel groei voorspeld, evenals voor Afrika, en ook de Amerika’s groeien door.

Voor Europa wordt het verhaal meteen een stuk lastiger. Terwijl het relatieve aandeel in het wereld BNP afneemt en dus ook het aandeel in de wereldvraag naar energie en de bijdrage in CO2-emissies, is de impact van de Europese emissiereducties nauwelijks nog relevant voor het beheersen van het wereldklimaatprobleem. In een door economische stagnatie geplaagde samenleving is wellicht een nieuwe ver-haallijn nodig om de energie-innovatie aan de gang te houden. Laten we hopen dat de Schumpeteriaanse creatieve destructie van dit moment in ieder geval voldoende ruimte voor groei creëert, zodat energie-innovaties ook hier op termijn kunnen renderen.

BrilVooralsnog doen de gepresenteerde energievooruitzichten vreemd aan voor Europeanen die verwikkeld zijn in een heel ander energiediscours. Het optimis-me dat spreekt uit de mogelijkheden van

de nieuwe generatie olie- en gasvoorraden en de sociaaleconomische verbeteringen ten opzichte van de koleneconomie gaat aan ons voorbij. De huidige malaise in de Europese politiek en economie maakt het moeilijk om voor te stellen dat we in staat zullen zijn om de giga-investeringen, nodig om de roadmapdroom te verwezenlijken, kunnen genereren op enige voorzienbare termijn, zolang het de overheid, consu-menten, belastingbetalers en veel onder-nemingen aan middelen ontbreekt. In de Shell-scenario’s is een plaatje opgenomen met ‘pathway lenses’, waarin samenle-vingen verschillende trajecten naar de toekomst kunnen volgens. In een van de trajecten kan een samenleving vast komen te zitten in een transitiedoolhof, voor het gemak in knalrood gekleurd, zodat het niemand ontgaat. Ik denk dat ik niet de enige Europeaan ben die stilletjes dacht dat deze bril, die kan leiden tot een existentiële crisis, speciaal voor ons was gemaakt.

Met het verschijnen van de scenario’s van Shell en jaarlijkse Energy Outlooks van BP en ExxonMobil is het mogelijk om het private turen in de energietoekomst te vergelijken met de recente World Energy Outlook van het IEA (november 2012) en de vroege publicatie van de langetermijnvooruitzichten van het Amerikaanse Energie Informatieagentschap (EIA).

Door Coby van der Linde, hoofd van het Clingendael International Energy Programme en hoogleraar Geopolitiek en Energiemanagement aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Column

Column

Energie Actueel | jaargang 16, nummer 3 | dinsdag 9 april 2013