ArcGIS Actueel nr.022009
-
Upload
esri-nederland -
Category
Documents
-
view
230 -
download
2
description
Transcript of ArcGIS Actueel nr.022009
ARCGISACTUEELu i t d a g e n d e n i n s p i r e r e n d
een uitgave van ESRI Nederland nr.022009
ARCGIShÉt plAtfoRm vooR
Geo-InfoRmAtIe
Mooie én snelle kaarten in ArcGIS
ESRI’s oplossing voor geoportalen
CoLofon
ArcGIS Actueel is een uitgave van ESRI Nederland voor gebruikers van het ArcGIS-platform.
ContACt E: [email protected] T: +31 (0) 10 217 07 00I : www.esri.nl
REdACtIEErnst EijkelenboomSabine PutJeroen van Winden
Aan deze uitgave werkten mee:Arjen PluimBart Smit
CovERZichtbaartijd van snelweguitzich-ten, door Maarten Piek en Marnix Breedijk (Planbureau voor de Leef-omgeving).
ontwERpKaren Stultiens
voRMGEvInG En dRukTHE DAIRY creativeworks, Rotterdam‘t Papierenhuys
oplAGE4.500 exemplaren
AbonnEMEntEnOrganisaties met een onder-houdscontract van ESRI Nederland krijgen ArcGIS Actueel kosteloos toegestuurd. Zonder onderhouds-contract is het ook mogelijk om ArcGIS Actueel te ontvangen. Een jaarabonnement kost 25 euro (excl.btw).
dISClAIMERESRI Nederland besteedt de uiter-ste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de artikelen in ArcGIS Actueel. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Gebruikt kaart- en beeldmateriaal blijft eigendom van de makers. Artikelen uit ArcGIS Actueel mogen alleen openbaar worden gemaakt na schriftelijke toestemming van ESRI Nederland.
2 COLOfON EN INHOuDSOPGAvE
3 vOORWOORD
4 MOOIE éN SNELLE KAARTEN IN
ARCGIS
8 EffICIëNT GEOPROCESSINGTAKEN
uITvOEREN MET PYTHON
10 MAPGALLERY
12 DE ARCGIS SERvER GEOPORTAL
ExTENSIE: ESRI’S OPLOSSING
vOOR GEOPORTALEN
16 HAAL MEER uIT ARCGIS SERvER
MET GEOCORTEx OPTIMIZER
18 NETWORK ANALYST
22 AGENDA
04
12
18
3
Beste lezer,
Een kaart is niet altijd dezelfde kaart. Het klinkt misschien wat
cryptisch, maar de wijze waarop een kaart is samengesteld hangt
af van degene die de kaart gebruikt. We horen vaak dat kaarten
niet performen. Het gaat dan meestal om kaarten op het inter-
net. Al snel wordt er aangenomen dat het aan de software zal
liggen. Toch is dit meestal niet het geval; vaak is er een andere
reden aan te wijzen. Niet iedere kaart die is ontworpen voor ge-
bruik in ArcGIS Desktop is één op één te kopiëren naar een kaart
die gebruikt wordt in ArcGIS Server. De gebruiker van de eindap-
plicatie stelt nu eenmaal andere eisen.
In dit nummer laten we zien wat u onder andere kunt doen
om kaarten op het web te optimaliseren. We raken slechts
het topje van de ijsberg. We gaan vooral in op hulpmiddelen
om performanceproblemen op te sporen in de opmaak van
de kaart. Daarnaast laten we zien hoe een tool als Geocortex
Optimizer kan helpen om gemaakte webservices te monitoren
en bijvoorbeeld probleemlagen in een kaart te identificeren.
voor de GIS Conferentie organiseren we een Preconference
Workshop: “Optimaliseer je webkaarten in één dag!” Tijdens
deze dag gaan we met de in dit magazine besproken hulpmid-
delen aan de slag. Met veel tips en trucs zullen uw webkaarten
een stuk sneller werken.
In ArcGIS Actueel zullen we meer aandacht gaan geven aan
ArcGIS-extensies. Extensies bieden vaak meer dan u voor
mogelijk hield. In dit magazine kunt u bijvoorbeeld lezen over de
ArcGIS Server Geoportal Extensie. Hiermee kunnen relatief snel
geoportalen naar eigen wens ingericht worden. uw organisatie
kan op deze manier snel onderdeel worden van een Spatial Data
Infrastucture (SDI); of deze nu beperkt is tot uw eigen organisa-
tie of deel is van een nationale of zelfs globale infrastructuur.
veel leesplezier,
Jeroen van Winden
manager technology development
ESRI Nederland
vooRwooRd
dEskTop
MXdpERfStAt
Een goede tool om de performance van een MxD te
meten is door gebruik te maken van MxDPerfStat.
Deze tool is vrij te downloaden via ArcScripts
(http:/ /arcscripts.esri.com/details.asp?dbid=15570).
MxDPerfStat is een command-line tool waaraan je een
aantal parameters kan meegeven, zoals de naam van
de mxd en de schaalniveaus waarop de performance
getest moet worden. MxDPerfstat start een ArcGIS
Engine applicatie en tekent vervolgens de MxD op de
opgegeven schalen. Na het uitvoeren van alle schaal-
niveaus wordt er een xML-bestand gegenereerd met
de resultaten van de test. Door middel van een mee-
geleverde stylesheet kunnen de resultaten worden
bekeken. Per laag en per schaal wordt weergegeven
hoe lang het tekenen heeft geduurd, hoeveel vertices
er getekend zijn, of labels getekend zijn en of er even-
tueel een layer-definitie aanwezig was. Bij lagen die
slecht presteren wordt een aanbeveling gegeven om
de performance te verbeteren. Met deze tool is in één
oogopslag te zien waar eventuele knelpunten te ver-
wachten zijn. MxDPerfStat werkt vanaf ArcGIS 9.2.
Sinds jaar en dag kunnen met ArcGIS desktop mooie
kaarten worden gemaakt. Het gebruik van verschil-
lende soorten classificaties, kleuren en labels maken
de mogelijkheden ongekend. Als het resultaat een
geëxporteerde digitale of analoge kaart is, dan is de
performance van de kaart minder van belang. of het
opbouwen en vervolgens afdrukken van een kaart
tien seconden of vijf minuten duurt is meestal niet zo
belangrijk. Het wordt anders als de kaart interactief
gebruikt wordt. In een server-omgeving is een hoge
performance essentieel voor een goede webapplicatie.
In dit artikel kijken we waar op gelet moet worden om
goede en snelle mapservices te maken.
mooie én snellekaarten in ArcGIS
4
onTwikkELEn
MAp SERvICE publISHInG toolbAR
In ArcGIS 9.3.1 is een nieuwe toolbar be-
schikbaar voor ArcMap, de Map Service
Publishing Toolbar. Deze toolbar bevat een
aantal mogelijkheden van MxDPerfStat,
maar biedt daarnaast de mogelijkheid om
een MxD om te zetten naar een MSD-
bestand (Map Service Definition) en dit
bestand direct te publiceren naar ArcGIS
Server vanuit ArcMap.
De Map Service Publishing Toolbar in ArcMap.
Heel vaak komt het voor dat een orga-
nisatie een ArcMap-document heeft ge-
maakt, maar men niet tevreden is over
de performance. verschillende oorzaken
kunnen hieraan ten grondslag liggen, maar
zijn niet in één oogopslag te achterhalen.
De eerste knop op de Map Service Pu-
blishing Toolbar maakt het mogelijk om
een analyse te doen van de MxD. Instel-
lingen in de MxD die nadelig zijn voor de
performance worden in een apart scherm
getoond en in drie klassen gerangschikt:
fouten, waarschuwingen en opmerkingen.
De fouten moeten worden opgelost voordat
een MxD gepubliceerd kan worden als een
MSD-mapservice. De andere twee klassen
geven tips waarvan wordt aangeraden om
die op te volgen.
Een aantal eigenschappen die voor een
MxD zijn toegestaan worden in deze eerste
versie van de MSD niet ondersteund, zoals
het gebruik van Maplex Labeling en bepaal-
de symbologie. Dit wordt in de komende
versies van ArcGIS Server wel ondersteund.
Het gebruik van Maplex, topologielagen en
geavanceerde lijn-symbologie levert fout-
meldingen op. Een laag zonder Spatial Index
of een andere projectie levert een waar-
schuwing op. Het on-the-fly projecteren van
data wordt wel toegestaan, maar is nadelig
voor de performance.
Wanneer een laag op alle schaalniveaus
wordt getoond levert dit slechts een opmer-
king op. Dit kan namelijk een potentieel per-
formance probleem opleveren. Een dataset
bedoeld voor 1:10.000 moet bijvoorbeeld
niet op 1:500.000 afgebeeld worden.
Nadat alle fouten zijn opgelost kan er een
preview worden getoond van de data, zoals
deze eruit komt te zien als de MSD gepubli-
ceerd is als mapservice. De tijd die nodig is
om de kaart te tekenen wordt ook weer-
gegeven. Wat direct opvalt is dat er in deze
preview gebruik gemaakt kan worden van
Scherm met fouten, waarschuwingen en opmerkingen om de kaart te optimaliseren.
dEskTop
5
anti-aliasing voor zowel de geografie als de
teksten. Dit betekent dat het vanaf ArcGIS
Server 9.3.1 mogelijk is om een dynamische
mapservice te maken met anti-aliasing. Een
mapservice gebaseerd op een MxD onder-
steunt dit niet tenzij er een tiled mapservice
van wordt gemaakt.
De preview geeft een goed beeld hoe de
performance van de nieuwe mapservice zal
zijn en hoe deze er visueel uit komt te zien.
MXd ≠ MApSERvICE
Een veel gemaakte fout bij het publiceren
van een MxD of MSD als mapservice is het
idee dat alle lagen in één ArcMap-document
Preview om de kaart te controleren voordat deze naar ArcGIS Server gepubliceerd wordt.
dEskTop
6
ook beschikbaar moeten komen in één
mapservice. In veel gevallen bestaat een
ArcMap-document uit achtergrondlagen en
zogenaamde operationele lagen. Een kaart
van bijvoorbeeld de Ecologische Hoofd-
structuur (EHS) zal in ArcMap lagen over
natuurdoeltypen, beheersgebieden, foe-
rageergebieden bevatten (de operationele
lagen) en gemeentegrenzen en topogra-
fische data (achtergrondlagen). Een MxD
kan op deze manier al snel uit meer dan 20
kaartlagen bestaan.
Het is af te raden om direct deze MxD te
publiceren als mapservice. Maak van de ach-
tergrondkaartlagen één of meerdere aparte
mapservices. Deze kunnen op voorgedefi-
nieerde schaalniveaus gecached worden tot
een tiled mapservice. Deze kaartlagen zullen
ongetwijfeld ook in andere kaarten voorko-
men, zoals bijvoorbeeld een Aardkundige
Waarde-kaart of een kaart over stiltegebie-
den. Deze achtergrondmapservices worden
ook wel basemaps genoemd.
De operationele kaartlagen kunnen als een
dynamische mapservice worden aangebo-
den. vanaf ArcGIS 9.3.1 kan dit het beste via
een MSD.
Met ArcGIS Server kunnen de operationele
mapservice en de basemap mapservice ge-
makkelijk samengevoegd worden binnen
één webapplicatie.
Een snelle en goede webapplicatie wordt
bepaald door een doordachte opmaak van
de te publiceren kaart. Een kaart gemaakt
in ArcMap is niet direct geschikt om gepu-
bliceerd te worden. Belangrijk is om na te
denken hoe de kaart gebruikt gaat worden
in de webapplicatie. Maak gebruik van
schaalafhankelijkheid om lagen te tonen,
maak onderscheid in operationele lagen
en achtergrondlagen, gebruik goede in-
dexes. Hulpmiddelen hierbij zijn tools zoals
MxDPerfStat en de nieuwe toolbaar om
MSD-mapservices te maken in ArcGIS 9.3.1.
Als het resultaat aan de verwachtingen vol-
doet, dan is de volgende stap om een map-
service te maken. Gelijk aan de bekende
manier om vanuit ArcCatalog een MxD te
publiceren als mapservice, kan dit nu van-
uit ArcMap. De MxD wordt opgeslagen als
MSD-bestand en deze wordt vervolgens
gebruikt voor de mapservice. Het MSD-
bestand wordt ook fysiek opgeslagen op de
server in een nieuwe folder: de arcgisinput
folder.
In een volgend artikel zullen we verder in-
gaan op het opbouwen van goede basemap
mapservices waarin we vragen beantwoor-
den zoals welke schaalniveaus er moeten
worden ingesteld, wat het beste afbeeldings-
formaat is of hoe groot de tiles bijvoorbeeld
moeten zijn.
AuTEuR: Ernst Eijkelenboom
E-MAIL: [email protected]
dEskTop
7
vEElzIjdIG
Het ArcGIS platform biedt ondersteuning voor scripting
in een aantal veelgebruikte scriptingtalen, zoals Python,
vBScript, JScript en Perl. Python heeft het gebruiksge-
mak van een scriptingtaal en de programmeermoge-
lijkheden van een ontwikkeltaal. Daarom wordt Python
door ESRI gezien als de scriptingtaal die alle handvatten
biedt voor de gebruiker om de geoprocessingtaken te
vervullen. Python is relatief eenvoudig te leren, maar is
wel een taal waarin object-geörienteerd programmeren
mogelijk is. De taal en bijbehorende omgeving bestaat
onder een open-source licentie en heeft in de loop der
tijd een aanzienlijke gebruikersgemeenschap verwor-
ven.
dE ARCGISSCRIptInG-CoMponEnt
Om het gebruik van Python en andere scriptingtalen in
het geoprocessing framework te versoepelen bestaat
een ArcObjects-component genaamd arcgisscripting.
Deze component beheert alle geoprocessingfuncties
binnen ArcGIS en vormt op deze manier een coarse-
grained object voor het automatiseren van deze func-
ties.
Een Python-script kan met een gewone tekst-editor
aangemaakt worden, of via een Python-editor. Python-
scripts hebben de extensie ‘.py’. De scripts kunnen zowel
binnen als buiten ArcGIS gestart worden, zolang er een
ArcGIS-licentie aanwezig is.
De volgende regels code bieden toegang tot de
ArcObjects-component arcgisscripting en kunnen boven-
aan het script gezet worden.
import arcgisscripting
gp = arcgisscripting.create()
Hierna kunnen alle mogelijkheden van het geoproces-
sing framework benut worden in Python. Niet alleen de
tools, maar ook alle environment settings kunnen be-
invloed worden, zoals de kaartprojectie of de directory
waarin gewerkt wordt. Daarnaast bestaan er speciale
functies om het werken in het geoprocessing framework
te vergemakkelijken. Zo kan gekeken worden of invoer-
data wel bestaat, kan een lijst met shapefiles in een
bepaalde folder bekeken worden en is het mogelijk om
foutmeldingen door te geven naar het geoprocessing
framework. Alle methodes en eigenschappen van de
arcgisscripting-component zijn te vinden in het object-
modeldiagram, te vinden in de documentatie van ArcGIS.
Het uitvoeren van een bepaalde actie op meerdere
bestanden is met behulp van de methodes van de
arcgisscripting-component eenvoudig te regelen.
efficiëntgeoprocessingtaken uitvoeren met python
Geoprocessingtaken kunnen veel tijd in beslag nemen, zeker als ze moeten worden uitgevoerd op grote hoeveelhe-
den data. Scripting is een efficiënte methode om taken te automatiseren en daarmee tijd te winnen. bovendien wordt
door het gebruik van scripts een geoprocessing workflow goed uitwisselbaar met andere gebruikers. dit artikel gaat
in op het gebruik van python als scriptingtaal.
Object-modeldiagram van de arcgisscripting-component met
methodes en eigenschappen.
onTwikkELEn
8
vlAkkEn GEnEREREn uIt puntGEGEvEnS
Meer geavanceerde taken zijn ook goed uit te voeren
met gebruik van Python-scripting en het geoprocessing-
framework. Een voorbeeld hiervan is het aanmaken
van vlakken op basis van puntgegevens. Als invoerdata
voor dit voorbeeld is een puntenbestand beschikbaar
met als attributen een unieke identifier van het vlak
waar een punt bij hoort en een volgnummer van een
vertex in het vlak.
Er wordt begonnen met het aanmaken van het
arcgisscripting-object, waarna de invoer- en uitvoerdata
wordt vastgesteld.
import arcgisscripting
gp = arcgisscripting.create()
inputFC = “C:\\DATA\\Meetpunten.gdb\\Punten”
newFC = “C:\\DATA\\Meetpunten.gdb\\Vlakken”
vervolgens kan een object van het type Array aange-
maakt worden, die de vertices van de vlakken zal gaan
bevatten. De methode searchcursor wordt gebruikt
waarbij allereerst op de identifier van het vlak wordt ge-
sorteerd om vervolgens te sorteren op het volgnummer
van de vertices binnen het vlak. Op die manier wordt een
lijst gemaakt waarin één voor één de vlakken voorbijko-
men. Binnen elk vlak staan bovendien de punten in de
juiste volgorde. Met de insertcursor kunnen features
toegevoegd worden aan de feature class met vlakken.
vlakArray = gp.createobject(“Array”)
geomFld = “SHAPE”
scur = gp.searchcursor(inputFC, “”, “”, “”,
“PolyID A; Volgorde A”)
icur = gp.insertcursor(newFC)
Nu kunnen iteratief de punten één voor één worden toe-
gevoegd aan vlakArray. Wanneer een nieuwe identifier
van een vlak wordt gevonden, wordt via insertrow een
nieuw vlak aangemaakt.
srow = scur.next()
vlakID = srow.getvalue(“PolyID”)
while srow:
if srow.getvalue(“PolyID”) != vlakID:
irow = icur.newrow()
irow.SetValue(geomFld, vlakArray)
icur.insertrow(irow)
vlakArray.removeall()
vlakID = srow.getvalue(“PolyID”)
vlakArray.add(srow.getvalue(geomFld).getpart())
srow = scur.next()
irow = icur.newrow()
irow.SetValue(geomFld, vlakArray)
icur.insertrow(irow)
Het is praktisch om tot slot de gebruikte objecten te verwij-
deren, zodat de data weer wordt vrijgegeven voor gebruik.
del gp, vlakArray, scur, icur
pytHon op HEt RESouRCE CEntER
Naast de genoemde voorbeelden zijn er talloze andere
mogelijkheden om scripting met Python in te zetten
om op eenvoudige wijze geoprocessingtaken snel en
effectief af te handelen. Kijk voor meer praktische voor-
beelden van het gebruik van Python in ArcGIS op het
Resource Center: http://resources.esri.com/geoprocessing
AuTEuR: Arjen Pluim
E-MAIL: [email protected]
Een Python-editor met een simpel script om feature classes te
clippen op basis van één inputbestand.
onTwikkELEn
9
mApGALLEry
oMSCHRIjvInG:De bodemkansenkaart is
vervaardigd door het bu-
reau Datamanagement van
de provincie Zuid-Holland
in opdracht van het xplore-
Lab. xplorelab is het labora-
torium voor innovatie van
de directie Groen, Water
en Milieu van de provincie
Zuid-Holland.
In de Nota Ruimte is de
Zuidplaspolder aangewe-
zen als verstedelijkingsloca-
tie voor de periode na 2010.
Dit betekent meer wonin-
gen, meer glastuinbouw en
bedrijfsterreinen en ruimte
voor natuur, water en nieu-
we weginfrastructuur. Om
dit te realiseren wordt de
‘lagenbenadering’ toege-
past. De bodemkansenkaart
geeft de mogelijkheden om
de ‘ondergrondlaag’ in deze
benadering te betrekken en
te zorgen voor een klimaat-
bestendige inrichting van
de Zuidplaspolder.
Gebruikte software:
ArcGIS 9.2 met extensies
Spatial Analyst en 3D Ana-
lyst (ArcScene).
Adobe Photoshop CS2 en
Adobe InDesign CS2.
Auteurs:
Chris van Eijnsbergen,
Marc Bel, Dirk van der Eijk.
mApGALLEry
11
MEtAdAtA: bRAndStof vooR
GEopoRtAlEn
Een geoportaal is een (web)applicatie waar-
mee gebruikers geografische data en services
kunnen zoeken, vinden, exploreren en delen.
De brandstof voor een geoportaal is metadata:
‘data over data’. Het belang van metadata
kunnen we illustreren met een blik in de su-
permarkt. Wie koopt het als er geen etiket op
zit? Als koper weet je niet wat er in het blik
zit. Wat is de kwaliteit? Heb ik dit nodig? Zon-
der metadata - het etiket in dit geval - is het
blik vrijwel waardeloos. voor geo-informatie
geldt iets vergelijkbaars: goede documentatie
van (vaak kostbare) data is daarom van groot
belang. Met metadata èn een geoportaal
waar de metadata gevonden en bekeken kan
worden kunnen gebruikers vooraf beoordelen
of dit de informatie is die ze nodig hebben.
vlIEGEndE StARt
Een geoportaal kan op verschillende niveaus
gebruikt worden, variërend van organisatie-
niveau tot nationaal niveau. Geen enkel geo-
portaal is hetzelfde. Iedere organisatie heeft
andere wensen en eisen aan een geopor-
taal. Een oplossing ‘zo uit de doos’ is daarom
meestal niet toereikend, maar kan wel een
goede basis vormen om mee verder te gaan.
ESRI heeft de afgelopen jaren hard gewerkt
aan de ArcGIS Server Geoportal Extensie
(voorheen GIS Portal Toolkit). Dit is een oplos-
sing voor geoportalen die relatief snel opge-
zet kunnen worden, maar organisaties wel de
flexibiliteit biedt om een geoportaal volledig
naar eigen wens in te richten. Zo kunnen orga-
nisaties een vliegende start maken waarna ze
hun geoportaal gaandeweg kunnen verfijnen.
In dE dooS
Wat zit er in de doos van de ArcGIS Server
Geoportal Extensie? Allereerst zijn er de
catalog service en metadata service. Deze
services regelen de processen rondom het
zoeken, publiceren en valideren van me-
tadata. Daarnaast is er een harvesting ser-
vice waarmee metadata uit andere bronnen
automatisch in het geoportaal gepubliceerd
kan worden.
voor de gebruikerskant is er de site starter,
een collectie van dynamische webpagina’s
de ArcGIS Server Geoportal extensie: eSRI’s oplossing voor geoportalen
de laatste tijd is er steeds meer aandacht voor geoportalen. Een belangrijke reden hiervoor is
InSpIRE (Infrastructure for Spatial InfoRmation in Europe); een initiatief van de Europese Com-
missie om de groeiende hoeveelheid geo-informatie in Europa in goede banen te leiden. Hiervoor
zijn richtlijnen en regelgeving ontwikkeld voor het geharmoniseerd verzamelen, vastleggen en
uitwisselen van geo-informatie. Geoportalen spelen hierin een grote rol. In dit artikel wordt ESRI’s
oplossing voor geoportalen besproken, waarmee organisaties een belangrijke stap kunnen zetten
om ‘InSpIRE-ready’ te worden.
SErvEr
12
SErvEr
(geschreven in Java Server Pages, JSP) die een
basis geoportaal vormen. Zoals de naam aan-
geeft is de site starter bedoeld als startpunt,
de JSP-pagina’s kunnen vervolgens aangepast
worden om extra functionaliteit toe te voe-
gen of om het geoportaal te integreren in een
bestaande website van een organisatie.
ArcGIS Server verzorgt een aantal services
waar de Geoportal Exensie gebruik van
maakt, zoals een mapservice om geografisch
te kunnen zoeken, een geocoding service om
plaatsen te zoeken vanuit het geoportaal
en een data download service. Deze services
zorgen ervoor dat een gebruiker optimaal
kan profiteren van de mogelijkheden van het
geoportaal.
Tot slot zijn er plugins voor ArcMap en
ArcGIS Explorer om vanuit deze applicaties
meteen te kunnen zoeken op een geopor-
taal. Dit werkt via CS-W, de catalog service
specificatie van het Open Geospatial Consor-
tium (OGC). voor ArcCatalog is er een plugin
waarmee gebruikers metadata meteen kun-
nen publiceren op het geoportaal.
Als alles geïnstalleerd en geconfigureerd
is, hoe ziet het portaal er dan uit? Geïnte-
resseerden kunnen een kijkje nemen op
http://gptogc.esri.com/GPT931. Dit is het eer-
ste publieke geoportaal dat met de nieuwste
versie van de ArcGIS Server Geoportal Extensie
is gemaakt, versie 9.3.1.
EEn GREEp uIt dE funCtIonAlItEIt
De ArcGIS Server Geoportal Extensie heeft
uitgebreide zoekmogelijkheden. Zo kan
vooraf aan een zoekterm het stukje “like|”
worden toegevoegd, waarmee automatisch
wordt gezocht naar woorden met dezelfde
betekenis in een andere taal. Bijvoorbeeld,
iemand die als zoekterm “oceaan” opgeeft
De homepage van het geoportaal zoals het uit de doos komt (zie http://gptogc.esri.com/GPT931).
13
De previewmogelijkheid in versie 9.3.1 van de Geoportal Extensie. De viewer is direct te integreren in een
andere webpagina door de code te kopiëren.
De zoekfuncties die standaard in het geoportaal zitten: grafisch zoeken, tekstueel zoeken, op eigenschap
zoeken of een combinatie daarvan.
SErvEr
14
krijgt alleen zoekresultaten te zien
waarin het woord “oceaan” voor-
komt. Zodra hij “like|oceaan”
gebruikt, worden ook resultaten
getoond waarin “ocean” of “Ozean”
voorkomt. Het is ook mogelijk om
grafisch te zoeken naar metadata.
In de JavaScript-viewer op de zoek-
pagina van het geoportaal kan door
simpel navigeren een gebied in beeld
worden gebracht waarbinnen ge-
zocht wordt. Daarnaast zijn er extra
zoekopties, zoals het zoeken naar
geo-informatie met een specifiek
thema of het zoeken op datum. Tot
slot hoeft de gebruiker voor het zoe-
ken naar metadata op een ander geo-
portaal de deur niet meer uit; vanuit
één geoportaal kan ook worden ge-
zocht naar metadata op andere geo-
portalen.
De metadata van de gevonden data
of webservices kan worden getoond
volgens de opgegeven stylesheet bin-
nen het geoportaal. Daarnaast kan
het originele metadatabestand ge-
download worden. Webservices kun-
nen bovendien ‘gepreviewed’ worden
in de JavaScript-viewer van ArcGIS
Server. Hierbij wordt meteen een
stukje code aangemaakt waarmee de
viewer direct in een bestaande web-
pagina geïntegreerd kan worden.
Beheerders van het geoportaal kun-
nen metadata aanmaken, uploaden
en goedkeuren voor publicatie als zij
daartoe voldoende rechten hebben.
Ook is het mogelijk om metadata te
valideren of deze voldoet aan de ge-
selecteerde standaard. verder kun-
nen er per metadatabestand toe-
gangsrestricties opgelegd worden.
Metadatabestanden kunnen ook tij-
delijk als conceptversie opgeslagen
worden voordat ze op het geoportaal
gepubliceerd worden.
MultIfunCtIonEEl
Of een geoportaal nu kleinschalig
of grootschalig ingezet wordt, met
de ArcGIS Server Geoportal Extensie
kan een multifunctioneel geoportaal
opgezet worden. Organisaties kun-
nen het gebruiken om intern data te
ontsluiten, zodat mensen van verschil-
lende afdelingen gemakkelijk elkaars
data en webservices kunnen vinden
en gebruiken. Daarnaast kan (een
deel van) de data op het geoportaal
vindbaar gemaakt worden voor de
buitenwereld. Door de site starter aan
te passen of uit te breiden kan een
geoportaal ontwikkeld worden die
precies past bij de wensen van de or-
ganisatie. De ArcGIS Server Geoportal
Extensie is dé oplossing voor geopor-
talen waarmee organisaties zich goed
kunnen voorbereiden op INSPIRE. Is
uw organisatie al ‘INSPIRE-ready’?
AuTEuR: Sabine Put
E-MAIL: [email protected]
GEoStICkERvooR MEtAdAtA Metadata voor geografi-
sche data en services moet
volgens een vast patroon
worden vastgelegd. Is dat
niet het geval, dan wordt
het lastig de juiste data te
vinden op basis van me-
tadata. Hiervoor zijn stan-
daarden ontwikkeld: ISO
19115 is de standaard voor
metadata voor geografi-
sche data; ISO 19119 is de
standaard voor metadata
voor webservices. Daar-
bovenop zijn Nederlandse
profielen ontwikkeld. Om
metadata volgens deze
standaarden aan te kun-
nen maken is de metadata-
editor GeoSticker ont-
wikkeld. Met GeoSticker
wordt het gebruikers mak-
kelijk gemaakt om valide
metadata aan te maken
die vervolgens direct op
een geoportaal kan wor-
den gepubliceerd.
SErvEr
15
Geocortex Optimizer helpt een beheerder met het be-
antwoorden van de volgende vragen:
• Hoeveel bezoekers zijn er op de website en wat is de
trend?
• Hoe is de performance voor de huidige gebruikers?
• Gezien de trend, zal het huidige systeem met hard-
ware voldoende capaciteit hebben?
• Waar liggen de kansen om de performance en
capaciteit te verbeteren?
• Welke services zijn het meest populair?
• Welke geografische gebieden worden het meest
bekeken?
InzICHt In pERfoRMAnCE
van elke aangemaakte webservice is met behulp van een
aantal grafieken duidelijk te zien op welk tijdstip van de
dag er veel gebruikt van wordt gemaakt. Per service kan
er vervolgens worden bekeken welke individuele kaart-
laag bijvoorbeeld nog traag reageert. Dit geeft de be-
heerder inzicht in welke laag beter of anders gecached
moet worden, of waar bijvoorbeeld labels kunnen wor-
den omgezet naar annotatie.
GeoCortex Optimizer biedt ook de mogelijkheid om een
‘heatmap’ te maken. Een heatmap geeft een duidelijk
beeld welke delen van een kaart veel gebruikt worden.
Hiermee kunnen prioriteiten worden vastgesteld voor
het verbeteren van de webservice.
Geocortex Optimizer maakt gebruik van een eenvoudig
mechanisme dat test of de server beschikbaar is. De soft-
ware bevraagt periodiek de server en het al dan niet sla-
gen van deze bevraging wordt bijgehouden. De tijd die
de server nodig heeft om een antwoord te sturen geeft
inzicht in het netwerkverkeer en brengt eventuele pro-
blemen aan het licht.
Het onderliggende besturingssysteem biedt ook een
veelvoud aan tools om de perfomance te toetsen, zoals
het processor- en geheugengebruik, harddisk-activiteit
en de netwerkverbinding. Al deze gegevens kunnen
gecorreleerd worden met de data die door Geocortex
Optimizer zijn verzameld.
SErvEr
haal meer uit ArcGIS Server met Geocortex optimizer
Geocortex optimizer is een applicatie die speciaal ontwikkeld is voor ArcGIS Server. Het biedt een breed pakket aan
functionaliteit om de effectiviteit en waarde van de ArcGIS Server-omgeving te maximaliseren. Geocortex optimizer
verzamelt, organiseert en analyseert informatie over de in de organisatie draaiende ArcGIS Server websites en infra-
structuur. daarnaast kan Geocortex optimizer gebruikt worden om ArcGIS Server applicaties beter in te richten.
Aantal image requests voor verschillende mapservices per tijdstip.
Heatmap die visueel weergeeft welke gebieden in een
mapservice het meest gebruikt worden.
16
SErvEr
AutoMAtISCH AnAlySES En ACtIES uItvoEREn
In de meeste gevallen heeft een beheerder voldoende
aan het bekijken van een rapport over het functioneren
van ArcGIS Server. Er zijn echter momenten dat van een
beheerder een actie wordt verwacht wanneer er bijvoor-
beeld een bepaalde systeemsnelheid niet wordt behaald.
Geocortex Optimizer kan automatisch meldingen genere-
ren en acties uitvoeren in vooraf bepaalde situaties. Een
alarm wordt bijvoorbeeld ingezet wanneer een bepaal-
de waarde niet binnen het geconfigureerde bereik ligt.
Mogelijke acties die hieraan gekoppeld kunnen worden
zijn het sturen van een email, het uitvoeren van een script
of het vastleggen van de situatie in een logbestand van
het besturingssysteem.
Meer weten? Neem contact op met ESRI Nederland of
kijk op www.geocortex.com/optimizer.
AuTEuR: Bart Smit
E-MAIL: [email protected]
Snelheid van verschillende lagen in een mapservice.
17
Aan de slag metnetwork Analyst
nEtwoRk dAtASEtS
voor het gebruik van Network Analyst is een Net-
work Dataset in een geodatabase noodzakelijk. In een
Network Dataset wordt bepaald op welke feature clas-
ses het netwerk gebaseerd is en met welke kenmerken
en restricties rekening gehouden moet worden, zoals
éénrichtingsverkeer en hoe kortste routes gedefinieerd
zijn. Hoe gaat het maken van een Network Dataset in
zijn werk?
Als basis gebruiken we in dit voorbeeld Tele Atlas-data.
De feature classes moeten in een feature dataset zit-
ten in een geodatabase. vervolgens kunnen we een
Network Dataset aanmaken. Er verschijnt een wizard
waarmee de Network Dataset geconfigureerd kan wor-
den. voor NAvTEQ en Tele Atlas-data worden bepaalde
kenmerken automatisch herkend. Tijdens het opbouwen
van de Network Dataset wordt er een set van topologi-
sche tabellen aangemaakt waardoor de analyses vervol-
gens razendsnel zijn uit te voeren. Na het voltooien van
de wizard is een nieuwe feature class aangemaakt met
alle ‘junctions’ van het netwerk en de Network Dataset
zelf.
Een Network Dataset kan gebruik maken van multi-
modale netwerken, bijvoorbeeld: ‘loop naar bushalte,
reis met bus naar station, stap op de trein, loop naar
bestemming’. Een ander voorbeeld is het vervoer van
goederen van Rotterdam naar Zuid-Italië: eerst met de
boot, daarna met de vrachtwagen en het laatste gedeel-
te van de reis met de trein.
18
veel mensen beschikken over een navigatiesysteem. niet alleen in de auto, maar zelfs op de fiets wordt routering
tegenwoordig gebruikt. binnenin een navigatiesysteem worden analyses op geografische data uitgevoerd om de
gebruiker te voorzien van route-informatie en extra informatie die lokaal van belang kan zijn, zoals naburige tank-
stations of restaurants. voor de consument is dit voldoende, maar veel organisaties hebben vraagstukken die een
complexere routering vraagt of andere typische netwerkanalyses, bijvoorbeeld het berekenen van verzorgingsge-
bieden van supermarkten. network Analyst is een extensie voor ArcGIS waarmee complexe analyses op netwerken
uitgevoerd kunnen worden. dit artikel laat de lezer kennis maken met de mogelijkheden van network Analyst.
Feature classes van de Tele Atlas-data waarmee een Network
Dataset gemaakt wordt.
Wizard waarin stap voor stap de Network Dataset geconfigu-
reerd kan worden.
dEskTop
AnAlySES In nEtwoRk AnAlySt
De Network Analyst extensie kent een vijftal
functies die uitgevoerd kunnen worden.
Routering
Routering is het berekenen van routes op basis
van een aantal opgegeven punten. De route
kan berekend worden tussen meer dan twee
punten. De volgorde van de opgegeven punten
kan worden geoptimaliseerd om de kortste of
snelste route te krijgen. De punten kunnen in-
teractief in de kaart worden gekozen of kunnen
het resultaat zijn van een gegeocodeerde tabel
met adressen.
Het resultaat van de routering kan beïnvloed
worden door het toevoegen van barrières.
Barrières blokkeren een kruising of wegsege-
ment. Tijdelijke of permanente wegblokkades
kunnen op deze manier worden meegenomen.
Het resultaat van de route-berekening wordt
op de kaart getoond. Daarnaast kan de route-
beschrijving getoond worden.
Indien aanwezig in de data van de Network
Dataset kan rekening gehouden worden met
verkeersrestricties, zoals afslagverboden, via-
ducthoogtes en bussluizen. Ook vertragingen
ontstaan bij het afslaan (links afslaan kost meer
tijd dan rechts afslaan) kunnen gemodelleerd
worden.
verzorgingsgebieden (service areas)
Wat is de beste plaats voor een nieuwe super-
markt, gebaseerd op de locaties van bestaande
winkels? Kan elke plek in de gemeente bereikt
worden binnen 15 minuten, uitgaande van de
bestaande ambulanceposten?
verzorgingsgebieden kunnen eenvoudig be-
rekend worden op basis van dezelfde Network
Dataset als gebruikt voor het berekenen van
een route.
Aan de slag metnetwork Analyst
19
Snelste en kortste route tussen Delft en Zoetermeer.
dEskTop
Ambulances op locatie 2 en 3 zijn het snelst bij het incident.
Verzorgingsgebieden van 1; 1,5 en 2 km rond drie locaties.
dEskTop
20
nabijheidsanalyse
Welke ambulances zijn het dichtst bij een onge-
luk? Met de Network Analyst extensie kunnen
dergelijke vraagstukken eenvoudig worden
opgelost. Gegeven een aantal locaties en een
incident, kan met Network Analyst berekend
worden vanuit welke locatie het snelst het in-
cident bereikt kan worden. De berekening kan
gedaan worden naar of vanaf het incident.
logistiek
Een typisch logistiek vraagstuk is het samenstel-
len van afleverroutes, eventueel met beperkte
aflevertijden op de afleveradressen of met met
meerdere voertuigen. Daarnaast kan rekening
gehouden worden met de rust- en rijtijden van
de chauffeurs. Met de ‘vehicle Route Problem’-
functie kunnen deze vraagstukken beantwoord
worden.
Kostenmatrices
Wat zijn de afstanden of rijtijden tussen een
groot aantal plaatsen? Met de ‘Cost Matrix’-
functie kunnen deze gegevens berekend wor-
den en zowel grafisch als administratief wor-
den weergegeven.
De Network Analyst-extensie is een krachtige
extensie om netwerkgerelateerde vraagstuk-
ken op te lossen en biedt meer functionaliteit
dan de bekende routenavigatiesystemen.
De Network Analyst is beschikbaar als extensie
voor zowel ArcGIS Desktop als ArcGIS Server.
voor het ‘vehicle Routing Problem’ is er bo-
vendien een kant-en-klare applicatie beschik-
baar, ArcLogistics. Deze applicatie kan zonder
de aanwezigheid van ArcGIS gebruikt worden.
AuTEuR: Ernst Eijkelenboom
E-MAIL: [email protected]
Kostenmatrix tussen Nederlandse steden.
dEskTop
21
AG
End
Aw
ie, wat en w
aar
pREC
on
fEREn
CE SEM
InA
R
Precon
ference sem
inar, vo
orafg
aand
e aan d
e GIS C
on
ferentie 20
09
22 septem
ber 20
09
Ro
tterdam
ww
w.g
iscon
ferentie.n
l
16E G
IS Co
nfER
EntIE 2009
23 – 24 septem
ber 20
09
Ro
tterdam
ww
w.g
iscon
ferentie.n
l
IntER
GEo
22 – 24 septem
ber 20
09
Karlsru
he, D
uitslan
d
ww
w.in
tergeo
.de
EGEA
Co
nG
RES
Co
ng
res van d
e Euro
pean
Geo
grap
hy A
ssociatio
n fo
r Stud
ents an
d Y
ou
ng
Geo
grap
hers
26 septem
ber – 1 o
kto
ber 20
09
Heeg
, friesland
ww
w.eg
ea.eu
ESRI Eu
Ro
pEAn
uSER
Co
nfER
EnC
E
14 – 16 ok
tob
er 2009
viln
ius, Lito
uw
en
ww
w.esri.co
m/eu
c