ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van...

181
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Wetenschappelijke verhandeling ELINE DHAEN MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting COMMUNICATIEMANAGEMENT PROMOTOR : PROF. DR. DIRK VOORHOOF COMMISSARIS : DR. HANNES CANNIE COMMISSARIS : DR. OLIVIER DRIESSENS ACADEMIEJAAR 2008 - 2009 DE POLITIEKE MARKETINGSTRATEGIE VAN EXTREEM- RECHTS: COMMUNICATIE- EN DISTRIBUTIEKANALEN, CONCEPT EN STRATEGIE VAN HET VLAAMS BELANG IN HET HUIDIGE POLITIEKE EN MEDIALANDSCHAP. EEN EMPIRISCHE STUDIE. aantal woorden: 24.851

Transcript of ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van...

Page 1: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Wetenschappelijke verhandeling

ELINE DHAEN

MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN

afstudeerrichting COMMUNICATIEMANAGEMENT

PROMOTOR: PROF. DR. DIRK VOORHOOF

COMMISSARIS: DR. HANNES CANNIE

COMMISSARIS: DR. OLIVIER DRIESSENS

ACADEMIEJAAR 2008 - 2009

DE POLITIEKE MARKETINGSTRATEGIE VAN EXTREEM-

RECHTS: COMMUNICATIE- EN DISTRIBUTIEKANALEN,

CONCEPT EN STRATEGIE VAN HET VLAAMS BELANG IN HET

HUIDIGE POLITIEKE EN MEDIALANDSCHAP. EEN EMPIRISCHE

STUDIE.

aantal woorden: 24.851

Page 2: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

2

Abstract In deze scriptie bespreken we de politieke marketingstrategie van de extreemrechtse partij Vlaams

Belang. Aan de hand van een kwalitatieve multimethodische casestudy gaan we na welke

communicatie- en distributiekanalen de partij gebruikt en hoe haar concept en strategie eruit zien.

Deze informatie kaderen we telkens in het huidige Vlaams politieke en medialandschap. Het

overkoepelende beeld dat we trachten aan te reiken geeft deze scriptie haar wetenschappelijke

relevantie. Onze resultaten wijzen er immers op dat er een interactie-effect waarneembaar is tussen de

positionering van de partij en de communicatieoutput die zij aanreikt. Het communicatiegebeuren

wordt binnen het Vlaams Belang overigens zeer strikt aan banden gelegd, en verloopt – zeker in

vergelijking met de andere partijen – hoofdzakelijk via de partijleden zelf. Externe hulpbronnen

worden slechts sporadisch en meestal onofficieel geraadpleegd.

Op politiek niveau zit het Vlaams Belang bevangen in het zogenaamde cordon sanitaire. Geen enkele

partij wil een regering vormen met het VB, wat van de partij nog meer een underdog maakt. Dit past

perfect in de sterke antipolitieke houding en de populistische koers die het Vlaams Belang vaart. In

haar communicatie naar het publiek toe zal zij dan ook regelmatig verwijzen naar deze „één tegen

allen‟-positie.

Binnen het medialandschap spreekt het VB van een cordon médiatique. De partij vindt dat ze

moeilijker toegang krijgt tot de traditionele massamedia en minder aan bod komt dan de andere

partijen. Dit zal zich uiten in haar communicatiestrategie: om de aandacht van de media te trekken zal

het Vlaams Belang andere middelen aanwenden, zoals het organiseren van acties en het verspreiden

van provocerende uitlatingen. Anderzijds zullen er andere propagandamiddelen gebruikt worden, zoals

de VL-krant, wegens de permanente weigering van kranten en weekbladen om VB-advertenties te

publiceren.

We bemerken dat de representativiteit van ons onderzoek niet gegarandeerd kan worden. We laten het

over aan de lezer om zelf onze conclusies te beoordelen.

Page 3: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

3

Inhoudsopgave

1. Inleiding ................................................................................................................................. 5

2. Methodologisch kader .......................................................................................................... 8

2.I Onderzoeksmethode .......................................................................................................... 8

2.II Materiaalselectie en waarnemingsinstrument .................................................................. 8

3. Het Vlaams Belang ............................................................................................................. 15

3.I. De partij ......................................................................................................................... 15

3.I.1. Van Vlaams Blok naar Vlaams Belang .................................................................. 15

3.I.2. Ontstaan, groei en doorbraak van het Vlaams Blok ............................................... 15

3.I.3. Identiteit, waarden en normen van het VB ............................................................. 17

3.II. Het Vlaams Belang in het huidige Vlaamse politieke landschap ................................. 19

4. Communicatie- en distributiekanalen .............................................................................. 21

4.I. Politiek en media: Politieke berichtgeving en free publicity ......................................... 21

4.I.1. Het verband tussen mediaverschijningen en electorale successen ......................... 21

4.I.2. Agendasetting rond politieke berichtgeving ........................................................... 22

4.I.3. Het Vlaams Belang en de media ............................................................................. 24

4.II. Betaalde of zelf verkregen publiciteit ........................................................................... 28

4.II.1. Propaganda gebruikt voor de verkiezingscampagne van 2007.............................. 29

4.III. Vrijwilligers- en militantenwerk ................................................................................. 33

5. Structuur en organisatie van het communicatiegebeuren .............................................. 35

5.I. Structuur en organisatie: algemeen ................................................................................ 35

5.I.1. CD&V ..................................................................................................................... 35

5.I.2. N-VA ....................................................................................................................... 35

5.I.3. Open-VLD .............................................................................................................. 36

5.I.4. Sp.a – Spirit ............................................................................................................. 37

5.I.5. Groen! ..................................................................................................................... 37

5.I.6. Lijst Dedecker ......................................................................................................... 38

5.II. Structuur en organisatie: Het Vlaams Belang ............................................................... 38

5.II.1. Organisatie van de interne communicatie.............................................................. 38

Page 4: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

4

5.II.2. Organisatie van de externe communicatie ............................................................. 39

5.II.3. Andere diensten met betrekking tot communicatie ............................................... 43

6. Product, strategie en concept ............................................................................................ 44

6.I. Brede omkadering van de verkiezingen van 10 juni 2007 ............................................. 44

6.II. Product .......................................................................................................................... 46

6.III. Positionering- en segmenteringstrategie ..................................................................... 47

6.III.1. Positionering ......................................................................................................... 47

6.III.2. Segmentering en doelgroepenbeleid .................................................................... 48

6.IV. Concept, lay-out en vorm ............................................................................................ 49

6.IV.1. Persoonlijke stijl ................................................................................................... 49

6.IV.2. Stijl van de Vlaams Belangpropaganda ............................................................... 50

7. Conclusie ............................................................................................................................. 66

Bibliografie .............................................................................................................................. 71

Bijlagen .................................................................................................................................... 80

Bijlage 1: Interview met Pieter Knapen ............................................................................... 81

Bijlage 2: Interview met Arnout Collier .............................................................................. 84

Bijlage 3: Interview met Frans Wymeersch ......................................................................... 95

Bijlage 4: Interview met Wim Wienen .............................................................................. 100

Bijlage 5: Interview met Jeroen Overmeer (N-VA) ........................................................... 110

Bijlage 6: Interview met Tom Van den Bergh ................................................................... 122

Bijlage 7: Interview met Piet Deslé en Joeri Casteleyn ..................................................... 127

Bijlage 8: Interview met Jos Stassen (groen!) .................................................................... 132

Bijlage 9: Interview met Aubry Cornelis ........................................................................... 135

Bijlage 10: Interview met Johan Van Hoecke .................................................................... 142

Bijlage 11: Interview met Filip Dewinter .......................................................................... 148

Bijlage 12: Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen 11 juni 2007 ......................... 154

Page 5: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

5

1. Inleiding

Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat ons toch

oprecht verbaast. In ons geval zijn dat de krasse uitspraken en opvallende stunts die onze

veelbesproken extreemrechtse partij, het Vlaams Belang, telkens weer de wereld instuurt. Vanuit die

verwondering ontstond de aanleiding tot dit onderzoek.

Toch situeert de daadwerkelijke relevantie van deze scriptie zich op een hoger, wetenschappelijk

niveau. De ruime hoeveelheid bestaande literatuur die voorhanden is beperkt zich namelijk vaak tot

één van de deelgebieden rond politieke marketing, media en politiek of de communicatiestrategie van

het Vlaams Belang. Dit is volgens ons een groot hiaat in het communicatiewetenschappelijk

onderzoek. Al deze deelfacetten zijn immers onlosmakelijk verbonden en evolueren op dynamische

wijze in interactie met elkaar. De wetenschappelijke relevantie van deze scriptie schuilt in het grotere,

overkoepelende verhaal dat wij uit de verzameling van deze elementen trachten te bieden. We zullen

de politieke partij Vlaams Belang daarom situeren in haar politieke context enerzijds en in het

medialandschap anderzijds. Zo analyseren wij wat de invloed van deze omgeving is op haar

positionering tegenover de andere partijen en de hiermee verweven communicatiestrategie naar het

publiek toe.

Dit brengt echter bepaalde beperkingen met zich mee. In een scriptie als deze hebben we helaas niet de

ruimte om een allesomvattende beschrijving te geven van een geheel dat zo complex is. We zien

daarom de noodzaak in van een duidelijke afbakening van ons onderwerp.

Concreet analyseren we in deze scriptie de communicatiestrategie van het Vlaams Belang binnen het

Vlaamse media- en politieke landschap. Dit doen we aan de hand van een kwalitatieve,

multimethodische casestudy. Het is van groot belang dat we hierbij de contextualisering, namelijk het

medialandschap enerzijds en het politieke landschap anderzijds, niet uit het oog verliezen. Ook deze

zullen we bijgevolg uitgebreid beschrijven. Gezien het om een erg ruime context gaat, zullen we ons

beperken in tijd (de federale verkiezingen van 10 juni 2007) en in ruimte (Vlaanderen).

Het begrip „communicatiestrategie‟ is een verzamelconcept dat uit vele facetten bestaat, zijnde

communicatie- en distributiekanalen, communicatiedoelstellingen, het concept en de positionering en

segmentering (Saelens, 2008; Pattyn, 1981). Anderzijds betekenen zowel het politieke als het

medialandschap twee zeer gevarieerde contextuele omkaderingen voor een partij. Deze complexe

problematiek kunnen we uiteenzetten in twee grote onderzoeksvragen. Gezien het belang van de

context, stelt de eerste vraag zich als volgt: „Hoe positioneert het Vlaams Belang zich binnen het

huidige Vlaamse politieke landschap, alsook binnen het (politieke) medialandschap?‟. Hierop trachten

we een antwoord te vinden in de hoofdstukken 4, 5 en 7, namelijk „Het Vlaams Belang‟,

„Communicatie- en distributiekanalen‟ en „Product, strategie en concept‟. Het onderzoek zal zich

voornamelijk in een Vlaamse context situeren, wat het gebrek aan internationale bronnen verklaart.

Page 6: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

6

De tweede vraag die we onszelf stellen, is louter descriptief van aard en luidt: „Hoe ziet de

communicatiestrategie van het Vlaams Belang eruit?‟. Deze vraag zullen we beantwoorden in de

hoofdstukken 5, 6 en 7, namelijk „Communicatie- en distributiekanalen‟, „Structuur en organisatie van

het communicatiegebeuren‟ en „Product, strategie en concept‟. We bemerken de overlapping tussen de

verschillende luiken voor de twee onderzoeksvragen, maar het gaat dan ook telkens om een

contextualisering: de beschrijving van de strategie kan immers niet losgemaakt worden van de context.

Uiteindelijk zullen we deze velden met elkaar in verband brengen en kijken naar de gevolgen die de

omgeving heeft op de onderzochte communicatiestrategie.

Omdat onze scriptie zich situeert in de wereld van de politieke marketing, zullen wij voor we overgaan

naar ons onderzoek een uitgebreide verklaring geven van het concept „politieke marketing‟.

Het begrip ‘politieke marketing’

Over de bakermat van het begrip „politieke marketing‟ heerst eensgezindheid onder de verschillende

geraadpleegde auteurs. Zowel Thevissen (1994) als Scammel (1999) zien politieke marketing als

dusdanig ontstaan bij de presidentscampagnes in de Verenigde Staten van de jaren 1960. Steeds meer

werd er immers gebruikt gemaakt van professionele overtuigingsmechanismen in de politiek

(Scammel, 1999). Ook Thevissen heeft het over de situatie in de VS waar voor het eerst

„onafhankelijke, commerciële marketing- en communicatieadviesbureaus betrokken worden bij het

management van de informatiestroom tussen de overheid, de politieke partijen, de massamedia en het

electoraat‟. Algauw wordt politieke macht beschouwd als koopwaar en politieke marketing als een

mechanisme dat werkt volgens de regels van de markt (Thevissen, 1994, p.24).

Thevissen bemerkt dat we een onderscheid dienen te maken tussen enerzijds de permanente realisatie

van communicatiedoelstellingen (politieke marketing en communicatie) en de

verkiezingsperiodegebonden, kortetermijnmarketing (electorale marketing) anderzijds. Toch houden

de twee verband met elkaar: de langetermijnmarketing is coherent aan de periodegebonden electorale

strategieën. De uiteindelijke doelstelling van de electorale marketingcampagne is tweeledig: het

bevestigen van de keuze van hun kiezers (holding effect), alsook het winnen van stemmen van nieuwe

kiezers (switching-effect) (Thevissen, 1994).

Cho e.a. (2009, p.67) definiëren politieke campagnes als „periods of high-intensity information flows

that reach broad cross-sections of the general public, including many individuals who are typically

inattentive to politics‟. Zulke campagnes kunnen ervoor zorgen dat politieke interesse aangewakkerd

wordt; en dit zowel tijdens als na de intensieve campagnevoering. Volgens deze definitie hoeft dit dus

Page 7: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

7

niet zozeer tijdens de verkiezingsperiode plaats te vinden, aangezien het hier om meer dan het winnen

van stemmen gaat.

Wij zullen ons vooral richten op de electorale communicatiestrategieën. Zij zijn immers beter

afgebakend en minder abstract dan de marketingstrategieën op lange termijn, en daarenboven strikter

vastgelegd door de partij zelf, alsook meer besproken in onderzoek. Dit is een gegeven dat door

Thevissen (1994) ondersteund wordt. De auteur meent immers dat het politiek

communicatieonderzoek in de praktijk grotendeels herleid wordt tot onderzoek naar politieke

campagnes, waarbij de aandacht vooral toegespitst wordt op electorale campagnevoering en het

daaraan gekoppelde effectenvraagstuk.

Electorale strategieën zijn tenslotte inherent verbonden aan de lange termijncommunicatie. We zullen

deze laatste waar het past aanhalen.

Thevissen (1994) wijst ons op het belang van structurele omgevingsfactoren binnen het domein van

electorale communicatie. Hij geeft aan dat er drie systemen zijn die samenhangen met dit fenomeen;

zoals daar zijn het partijsysteem1, het electorale systeem

2 en het mediasysteem

3.

In het deel „Het Vlaams Belang‟ zullen we stilstaan bij het partijsysteem, en dan meer specifiek hoe

het Vlaams Belang zich positioneert tegenover de andere partijen.

Het electorale systeem krijgt in deze scriptie eerder beperkte aandacht. Aangezien elke partij gelijk

behandeld wordt volgens het electorale systeem (de wetgeving is immers gelijklopend), zorgt dit niet

voor opvallende verschilpunten tussen de partijen onderling. Dat maakt van het electorale systeem dus

een weinig interessant gegeven om dieper op in te gaan.

Het mediasysteem daarentegen is des te belangrijker voor het onderwerp van deze scriptie. De manier

waarop het Vlaams Belang weergegeven en behandeld wordt door de traditionele massamedia, alsook

de manier waarop de partij dit zelf percipieert, blijkt immers cruciaal te zijn voor haar

communicatiestrategie.

1De verhoudingen tussen de politieke partijen

2De campagnewetgeving

3De organisatie- en eigendomsstructuren, verhoudingen tussen politieke partijen enerzijds en de media anderzijds

Page 8: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

8

2. Methodologisch kader

2.I Onderzoeksmethode

Gezien de zeer dynamische en gevarieerde problematiek, vormt volgens ons een kwalitatieve

casestudy het beste onderzoeksframe. Een verantwoording van onze keuze vinden we bij Wester,

Renckstorf & Scheepers (2006). Ten eerste kan de organisatie die we bestuderen, in het geval van

onze scriptie een politieke partij, niet los gezien worden van haar context, namelijk het media- en

politieke landschap. We bevinden ons met andere woorden in een dynamische situatie, in interactie

met een veelheid aan structurele omgevingsfactoren. De casestudy, die rekening houdt met de context,

biedt hiervoor een zeer geschikt frame. Men richt zich op één eenheid (het Vlaams Belang) en

bestudeert hiervan „een groot aantal aspecten of kenmerken in relatie tot elkaar en in relatie tot de

context waar die eenheid zich in bevindt‟ (Wester e.a., 2006, p.616). Daarnaast hebben we, gezien de

verscheidenheid van de onderzochte aspecten of kenmerken, verscheidene onderzoekstechnieken

nodig. Ook hiertoe leent een casestudy zich uitstekend: er kunnen verschillende analysetechnieken en

diverse databronnen gebruikt worden, naast elkaar (Wester e.a., 2006; Swanborn, 2003). Ook wij

zullen in deze casestudy gebruik maken van meerdere empirische bronnen, die we verderop zullen

bespreken.

Dit brengt ons bij „het eenheidskarakter van de casestudy: tal van relevante factoren worden

tegelijkertijd in de analyse bestudeerd in hun onderlinge betrokkenheid en in samenhang met de

context waarbinnen ze zich bevinden of afspelen‟ (Wester e.a., 2006, p.617). Relevante factoren zijn

enerzijds bepaalde stimulansen vanuit de omgeving (ook hier het media- en politieke landschap), en

anderzijds elementen die inherent voortvloeien uit de wezenskenmerken van de partij zelf. Dit vormt

de dynamische situatie die we ook hierboven aangehaald hebben, en waarbinnen het wezenlijke

onderwerp van deze scriptie zich situeert, namelijk een ruime interpretatie en beschrijving van de

communicatiestrategie van het Vlaams Belang.

2.II Materiaalselectie en waarnemingsinstrument

Zoals we hiervoor reeds aangaven, hebben we gezien de verscheidenheid van de onderzochte aspecten

zeer uiteenlopende onderzoekstechnieken nodig. Deze variëren van het bestuderen van literatuur en al

bestaande onderzoeken naar interne documenten en empirische, primaire bronnen tot het afnemen van

diepte-interviews. Voor ieder hoofdstuk zullen we bespreken waarom, op welke manier en met welke

bronnen we ons onderzoek gevoerd hebben.

Page 9: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

9

Politieke marketing

Om een bredere omkadering te geven van het theoretische veld waarbinnen onze scriptie zich bevindt,

staan we met behulp van een korte literatuurstudie even stil bij het concept „politieke marketing‟.

Het Vlaams Belang

In het tweede hoofdstuk van deze scriptie zullen we dieper ingaan op de elementen die verbonden zijn

aan de partij en mogelijk invloed hebben op de communicatiestrategie, zoals daar zijn: de historiek

van de partij; haar identiteit, waarden en normen en haar electorale verhaal. Dit doen we enerzijds aan

de hand van gegevens uit de literatuurstudie en anderzijds met behulp van primaire bronnen, zoals de

partijwebsite en een aantal overheidsdocumenten. Aangezien deze documenten ook online

raadpleegbaar zijn, hebben we deze niet apart opgenomen als bijlage.

Communicatie- en dstributiekanalen

In een derde hoofdstuk staan we stil bij een belangrijk aspect van de externe communicatievoering,

namelijk de communicatie- en distributiekanalen die het Vlaams Belang hanteert. Uiteraard zijn de

media hier het cruciale element. We onderscheiden in dit verband enerzijds politieke berichtgeving en

free publicity, en anderzijds betaalde of zelf verkregen publiciteit.

Eerst bekijken we hoe het politieke medialandschap er vandaag uitziet: een contextuele omkadering is

immers cruciaal.

Rond de manier waarop de media omgaan met extreemrechts werd veel onderzoek verricht. Hiervan

vinden we heel wat gepubliceerde resultaten terug in de literatuur. Toch willen we verder gaan dan

louter het bestuderen van reeds bestaande bronnen. Om een ruime omkadering te kunnen bieden en na

te gaan waarom de media zo belangrijk zijn voor politieke partijen, bespreken we een aantal

onderzoeksresultaten rond enerzijds het verband tussen mediaverschijningen en electorale successen;

en anderzijds de agenda-setting rond politieke berichtgeving.

Daarna focussen we ons op de relatie tussen het Vlaams Belang en de media, het onderwerp dat ons

het meest interesseert. Om de kwaliteit en betrouwbaarheid van het onderzoek te optimaliseren, maken

we gebruik van de data-triangulatietechniek. Volgens Wester e.a. (2006, p.638) worden hierbij

„verschillende databronnen naast elkaar geraadpleegd; interviewgegevens worden bijvoorbeeld

aangevuld met en ondersteund door de bestudering van beleidsnotities. Maar ook de verschillende

topics in het interview die gebruikt worden om het perspectief van de respondent vast te stellen,

Page 10: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

10

kunnen als datatriangulatie worden gezien‟. Zo zullen we de onderzoeksresultaten uit de

literatuurstudie aanvullen met beleidsdocumenten van de openbare omroep rond politieke

berichtgeving en meer specifiek de berichtgeving rond extreemrechts, in een poging coherentie te

vinden tussen het cijfermateriaal en de bestaande richtlijnen en redactiestatuten. Deze gegevens

gebruiken we als uitgangspunt voor de topiclijst van de interviews die we zullen afnemen. Om

optimaal tegemoet te komen aan de triangulatietechniek zullen we personen uit de twee meest

tegengestelde posities interviewen. Enerzijds praten we met Pieter Knapen, hoofdredacteur van de

VRT-nieuwsdienst (bijlage 1). De keuze voor Knapen lag voor de hand: als hoofdredacteur heeft hij

immers het ultieme beslissingsrecht rond wie of wat er al dan niet bericht zal worden, en bovendien

kunnen we er vanuit gaan dat hij goed op de hoogte is van de beleidsrichtlijnen hieromtrent.

Anderzijds interviewen we Arnout Collier (bijlage 2), verantwoordelijke voor de persrelaties van het

Vlaams Belang, om te weten te komen hoe de politieke berichtgeving rond het VB gepercipieerd

wordt door de partij zelf. Het gaat hier om twee zeer diepgaande en langdurige interviews, aangezien

het belangrijk is dat „veel aandacht wordt gegeven aan de beschrijvingen, interpretaties en die

verschillende (categorieën van) betrokkenen in het sociale proces verschaffen, en de verschillende

zienswijzen met elkaar geconfronteerd worden‟ (Swanborn, 2003).

We bemerken dat de complexe relatie tussen politiek en media sterk gereguleerd wordt in onze

wetgeving. We hebben in deze scriptie echter niet de ruimte om hier dieper op in te gaan. We zagen dit

bovendien als een minder relevant gegeven, omdat deze voor elke politieke partij geldt en er daarom

geen interessante verschillende of opvallendheden aan te wijten zijn die hun weerslag zouden kennen

in de communicatiestrategie van de partijen. De nieuwe wetgeving rond betaalde politieke reclame

zoals deze werd vastgelegd in het Mediadecreet van 2009 (http://www.ejustice.just.fgov.be) is

bovendien niet relevant in het kader van ons onderzoek, dat zich afspeelt in 2007.

Hierna leggen we ons toe op de propaganda die gebruikt werd voor de verkiezingscampagne in 2007.

Via contacten met partijmandataris Frans Wymeersch (bijlage 3) konden we beschikken over een

intern document, namelijk het Campagnedraaiboek van 2007 (bijlage 12). Dit dient als uitgangsbasis

voor de beschrijving van de campagne. Dit zullen we aanvullen met informatie die we terugvinden op

de partijwebstek en de CD-ROM die speciaal voor deze verkiezingen ontwikkeld werd, en waarover

we dankzij de studiedienst van het Vlaams Belang beschikken (de inhoud van deze CD-ROM is

overigens ook online raadpleegbaar). Waar er ons tijdens het bestuderen van deze bronnen hiaten

opvallen, vullen we deze in met de informatie die we uit interviews met Arnout Collier en Frans

Wymeersch verkrijgen. Aangezien de verschillende propagandavormen de output van de

communicatiestrategie vormen vinden wij het relevant hier uitgebreid bij stil te staan.

Page 11: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

11

Structuur en organisatie van het communicatiegebeuren

Achter het communicatiegebeuren schuilt een hele organisatie, die bepaalt hoe de externe

communicatie zal verlopen en hoe deze eruit zal zien. Ook dit zien wij bijgevolg als een essentieel

onderdeel bij de bespreking van onze case. Via de Vlaams Belangwebstek krijgen we een uitgebreid

overzicht van de verschillende diensten die de partij rijk is. Ook hier vullen we aan met informatie uit

de interviews met Collier en Wymeersch. Daarnaast komt er nog een derde geïnterviewde VB-

mandataris aan te pas, namelijk Wim Wienen (bijlage 4). Wienen was persmedewerker van het

Vlaams Belang in de periode 1998-2004 en werkt nu als wetenschappelijk medewerker verbonden aan

de Vlaams Belangfractie in het Vlaams Parlement. In 1997 bracht hij bovendien het boek „Vlaams

Blok: 20 jaar rebel: 1977-1997‟ uit. Wienen is goed op de hoogte van het reilen en zeilen van de partij,

en zijn profiel leek ons dus goed aan te sluiten bij de twee voordien geïnterviewde VB-mandatarissen.

Als kers op de taart interviewden we Filip Dewinter (bijlage 11). Het interview kwam tot stand na het

onderzoek en diende ter verificatie en aanvulling van de gevonden resultaten.

Een casestudy zijnde, mogen we in dit onderzoek nooit het belang van de context vergeten. Een partij

is geen alleenstaand gegeven. Om een brede contextualisering te krijgen willen we de

communicatiestructuur van het Vlaams Belang vergelijken met deze van de andere politieke partijen.

Tijdens de literatuurstudie merkten we dat er rond deze problematiek niet veel onderzoek verricht is.

Wel sluit de scriptie „Politieke adviseurs in Vlaanderen. Onderzoek naar de rolperceptie van interne

en externe adviseurs tijdens campagnes‟, geschreven door Van Loo (2008), hier uitstekend bij aan.

Een eenzijdige weergave van deze scriptie leek ons echter niet voldoende om tegemoet te komen aan

de betrouwbaarheid en externe validiteit van ons onderzoek. Om die reden hebben we getracht de

bevindingen van Van Loo te verifiëren dan wel te weerleggen aan de hand van diepte-interviews met

de communicatieverantwoordelijken of -specialisten van de verschillende partijen, zijnde:

- Tom Van den Bergh: Directeur Communicatie CD&V (bijlage 6)

- Aubry Cornelis: Adviseur liberaal kenniscentrum Prometheus; in 2007 deel van de

communicatiecel van Open VLD; waardoor in nauw contact met de toenmalige woordvoerder

van de partij, dhr. Tom Ongena (bijlage 9)

- Jeroen Overmeer: Woordvoerder N-VA (bijlage 5)

- Piet Deslé: Communicatiemanager LDD en Joeri Casteleyn: Pers en communicatie LDD

(bijlage 7)

- Jos Stassen: Campagneleider Groen! in de verkiezingen van 2007 (bijlage 8)

- Johan Van Hoecke: Woordvoerder sp.a (bijlage 10)

Page 12: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

12

Een doelgerichte selectie van de waarnemingseenheden was noodzakelijk. Deze mensen werden niet

willekeurig gekozen, maar wel op basis van hun expertise met betrekking tot het communicatiebeleid

en de campagnevoering van de partij. Dit strookt met de opvatting van Wester e.a. (2006, p.625) rond

de selectie van eenheden: „men kiest die waarnemingseenheden uit waarvan men veel informatie mag

verwachten‟. Aangezien we ons bevinden in een politiek drukke periode, namelijk vlak voor de

verkiezingen van juni 2009, was het echter niet altijd eenvoudig om de juiste mensen te kunnen

raadplegen. Toch menen wij dat de geïnterviewde personen steeds voldoende op de hoogte waren van

het verloop en de organisatie van de campagne. Desalniettemin begrijpen we dat er nog steeds een

enigszins eenzijdige kijk geleverd wordt. De woordvoerder bijvoorbeeld is de spreekbuis van de partij

en stopt nooit met campagnevoering. Hierdoor moeten we beseffen dat informatie die hieruit

voortkomt misschien niet altijd representatief is.

We bemerken tenslotte dat er geen vertegenwoordiger van Spirit geraadpleegd werd. Aangezien de

campagnevoering van deze partij volledig samenvalt met deze van haar toenmalige kartelpartner sp.a;

en er in haar opvolger SLP geen mensen meer aanwezig zijn die ervaring hebben met de campagne

van 2007; besloten we deze partij door haar minieme relevantie achterwege te laten.

De topiclijsten die gebruikt werden voor de diepte-interviews werd opgesteld vanuit twee

invalshoeken. Enerzijds wilden we de hiaten die het onderzoek nog kende aanvullen. Anderzijds

trachtten we met deze gesprekken bepaalde bevindingen te verifiëren. Afhankelijk van de

geïnterviewde duurde het gesprek een half tot anderhalf uur. De topiclijst was voor iedere partij

nagenoeg hetzelfde, maar hield op sommige vlakken wel rekening met specifieke kernpunten. Op die

manier stelden we voor iedere geïnterviewde een semi-gestructureerde vragenlijst op, rekening

houdend met de informatie die we uit onze literatuurstudie en/of voorgaande interviews bekomen

hadden, alsook met de relevantie van bepaalde vragen, afhankelijk van de persoon in kwestie. We

gingen hierbij niet enkel in op de organisatie van de externe communicatie, maar ook op een aantal

andere factoren die ons interesseerden en die verderop in deze scriptie aan bod komen.

Concreet lag de focus vooral op de volgende topics:

- De structuur van het interne communicatieorgaan

- De rol van externe communicatiebureaus/-adviseurs

- De inhoudelijke focus van de partij in de “kanselierscampagne” van 2007

- De stilistische lijn van de campagne

- De positionering en segmentering van de partij in haar communicatiestrategie

- Het gebruik van stunts

Page 13: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

13

We bemerken echter nogmaals dat de vragenlijsten deels persoon-/partijspecifiek zijn en onderhevig

waren aan aanpassingen gedurende het verloop van het interview. De interviews zijn in deze scriptie

opgenomen als bijlage.

Product, strategie en concept

Een volgend belangrijk hoofdstuk is de inhoudelijke en stilistische kant van de communicatiestrategie,

namelijk de bespreking van het product, de strategie en het concept. Om ook hier de contextualisering

in acht te nemen zullen we eerst een brede omkadering geven van de verkiezingen van 2007.

De meest opvallende gegevens rond de campagnes vinden we terug in onderzoeksgegevens. Ook hier

zullen we gebruik maken van de diepte-interviews om te verifiëren of te falsifiëren, en de verkregen

gegevens daarenboven te verrijken met de visie van de communicatie-experten uit de verschillende

partijen.

Vervolgens bespreken we „het product van de organisatie‟, in dit geval dus de politieke boodschap,

aan de hand van de beginselverklaring en de programmapunten van het Vlaams Belang.

Daarna komen we uit bij het deel „positionering en segmentering‟. Dit doen we aan de hand van de

vele literatuur die hieromtrent voorhanden is, aangevuld met informatie uit de interviews met Collier,

Wienen en Wymeersch.

Tenslotte belanden we aan bij het hoofdstuk „concept, lay out en vorm‟, volgens ons een essentieel

onderdeel van deze scriptie; aangezien het Vlaams Belang er door haar unieke manier van

communiceren in slaagt zich te onderscheiden van de andere partijen. Dit onderscheiden bespraken we

reeds in het deel „positioneren‟, maar waar we hier uitgebreid bij zullen stilstaan is de empirisch

waarneembare materie die ervoor zorgt dat de partij zich kan positioneren.

Vanuit de omvangrijke hoeveelheid literatuur die voorhanden is vertrekken we om te komen tot de

kern van de persoonlijke VB-stijl. Deze zal zich volgens ons ook uiten in de wijze waarop

gecommuniceerd wordt.

Vervolgens bespreken we de inhoudelijke stijl van de propaganda. Hiervoor baseren we ons op de

concepten uit de literatuur. Vervolgens zullen we systematisch, om deze concepten te verrijken,

illustreren met empirische voorbeelden. Deze gegevens hebben we verkregen uit kranten en

tijdschriften en Vlaams Belangbronnen (zoals de webstek van de partij, de verkiezingscd-rom en

interviews met de partijmandatarissen). We willen hier echter zeer duidelijk benadrukken dat het

telkens om een illustratie gaat, dat deze gegevens niet veralgemeenbaar zijn en dat we hiermee geen

representatieve uitspraken kunnen doen.

Page 14: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

14

De visuele stijl zullen we op een gelijkaardige wijze illustreren. Hier verschilt het conceptueel kader

echter van het vorige deelluik. We baseren ons namelijk op de scripties van Semey (1991) en

Bosseman (2001), die de stijl van de Vlaams Blokpropaganda besproken hebben. Omdat hier noch een

theoretisch kader, noch wetenschappelijke literatuur voorhanden zijn; zijn we dus genoodzaakt onze

eigen perceptie op de voorgaande scripties als uitgangsbasis te gebruiken. Waar deze stijlfiguren

volgens ons nog steeds opgaan voor het Vlaams Belang, hebben wij deze aangebracht, kort besproken

en opnieuw geïllustreerd met empirische gegevens. Wij hebben dus geen volledige representativiteit

op het oog, maar laten daarentegen de lezer zelf toe de analyses en conclusies te beoordelen.

Het uiteindelijke doel van deze scriptie is na te gaan hoe het Vlaams Belang haar externe

communicatie voert, en hoe ze zich daarnaast positioneert in het contextuele kader van politieke

partijen en de media.

Page 15: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

15

3. Het Vlaams Belang

3.I. De partij

3.I.1. Van Vlaams Blok naar Vlaams Belang

Op 21 april 2004 worden drie vzw‟s van het Vlaams Blok door het Gentse Hof van Beroep schuldig

verklaard voor inbreuk op de antiracismewet (Vandormael, 2004, 21 april). De vzw‟s zouden hun

medewerking verleend hebben aan een partij die „systematisch aanzet tot discriminatie‟. Het Hof

bevestigde de beschuldiging dat de partij een jarenlange haatcampagne voerde tegen vreemdelingen

(“Vlaams Blok veroordeeld voor aansporen tot discriminatie”, 2004, 22 april). De strafmaat uit zich in

geldboetes en een morele schadevergoeding aan het CGKR4 en de Liga voor Mensenrechten. Dit arrest

wordt in november 2004 nog eens bevestigd door het Hof van Cassatie (Huysentruyt, 2004, 31

december) en door de partij met veel gemor onthaald (www.vlaamsbelang.org). In dezelfde maand van

de veroordeling beslist de partijraad om het Vlaams Blok om te vormen tot een “nieuwe” partij,

volgens Ludo Leen5 (2006, p.53) „Een vernieuwde partij die - met een nieuwe naam, maar met

dezelfde mensen en hetzelfde programma - groter en sterker dan ooit moet worden‟. Dat het Vlaams

Belang de juridische opvolger van het Vlaams Blok is wordt door niemand ontkend, en al zeker niet

door de partij zelf. We citeren in dit verband Gerolf Annemans: „Vanaf de veroordeling en de stichting

van de nieuwe partij was ons credo: wij zijn dezelfde en we gaan dezelfde blijven. Wij veranderen

alleen van naam omdat het moet. Niet uit vrije keuze” (Leen e.a., 2006, p.53).

In deze scriptie zullen wij Vlaams Blok en Vlaams Belang dan ook als eenzelfde partij beschouwen,

maar tegelijk in acht nemen dat de nieuwe partij een „vervelde‟ versie van de oorspronkelijke is.

3.I.2. Ontstaan, groei en doorbraak van het Vlaams Blok

De geschiedenis van het Vlaams Blok als partij begint eigenlijk bij haar aartsvader, Karel Dillen, „een

Vlaamsnationalist die met heimwee terugdacht aan de bezetting‟ (Gijsels, 1992). Dillen wordt in 1957

lid van de in 1954 opgerichte Volksunie. Naarmate de partij echter meer electorale successen kent,

wordt ook het democratische standpunt belangrijker; een tendens die Dillen en zijn aanhang6 met lede

ogen aanzien. De leiding van de Volksunie krijgt het ook steeds moeilijker met de gewelddadige

VMO-acties en het neonazisme van de organisatie. Zo ontstaat er steeds meer verdeeldheid binnen de

partij (Gijsels, 1992).

4 Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding

5 We bemerken dat Ludo Leen mandataris van het Vlaams Belang is en dus geen neutrale bron

6 Het gaat hier voornamelijk om leden van de toenmalige VMO (Vlaamse Militanten Orde), Were Di, Voorpost

en andere rechts-radicale bewegingen (Gijsels, 1992)

Page 16: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

16

Wanneer de Volksunie in 1977 een plaats in de regering verwerft en mee het Egmontpact ondertekent,

verlaten een aantal leiders en groeperingen de partij, en verenigen de verschillende organisaties zich in

een nieuwe politieke partij. Zowel Lode Claes (Vlaamse Nationale Partij) als Karel Dillen (Vlaamse

Volkspartij) koesteren afzonderlijk grootse politieke plannen, maar zij bundelen hun krachten voor de

parlementsverkiezingen van 1978 onder de kartellijst „Vlaams Blok‟ (cdrom.vlaamsbelang.be). Na een

verkiezingsnederlaag van Claes in Brussel verlaat deze zijn actieve politieke rol en wordt het Vlaams

Blok onder leiding van Dillen een feit. De VMO wordt ingeschakeld als plak- en ordedienst (Gijsels,

1992). Bovendien dweept een aantal studenten van de nieuwe generatie midden jaren ‟70 met het

rechts-radicale gedachtegoed7. Ze verstevigen de basis van het Vlaams Blok maar zorgen tegelijk voor

een ideologische bijsturing. Zo krijgt Nieuw-Rechts nu ook zijn wortels in Vlaanderen (Bosseman,

2001; Van Doorslaer, 1992).

Naast betogen en actie voeren begint het Vlaams Blok intussen ook een concreet ideologisch profiel

op te stellen voor de partij. In 1979 ziet het „oranje boekje8‟ het daglicht (Wienen, 1997). In 1981 zal

de partij volledig zelfstandig en los van de VU aan de verkiezingen deelnemen. In de begindagen is er

echter geen geld voor grootse campagnevoering. In 1982 balanceert het Vlaams Blok zelfs op de rand

van een faillissement. Toch zal de partij telkens meedoen aan de verkiezingen. Om campagne te

voeren moet ze beroep doen op het verspreiden van pamfletten en affiches via de eigen militanten en

sympathisanten. Of zoals VB-mandataris Wim Wienen het bloemrijk vertelt: „Het was de tijd van de

plaktochten en de colportages waarbij, dankzij de ongelimiteerde inzet en de creativiteit van de

onvermoeibare Vlaams-Blokmilitanten, het Vlaams Blok er alsnog in slaagde permanent aanwezig te

zijn in het straatbeeld‟ (Wienen, 1997, p.154).

Verkiezing na verkiezing zal de partij electorale successen kennen; de eerste jaren slechts matig maar

vanaf 1987, en vooral in 1991 („Zwarte Zondag‟), kent het VB overweldigende overwinningen

(Gijsels, 1992; Walgrave e.a., 2004). Aan deze tendens lijkt nu echter een einde gekomen te zijn.

Hoewel de partij bij de verkiezingen van 10 juni 2007 een kleine winst boekte tegenover 2003, verloor

ze voor het eerst in haar geschiedenis toch één zetel. Na deze verkiezingen is Vlaams Belang de op

twee na grootste partij in de parlementsverkiezingen9, en de op drie na grootste partij in de

7

Zij zijn gegroepeerd in bewegingen als het Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond (KVHV), de

Nationalistische Studentenvereniging (NSV, met praeses Filip Dewinter), en het Nationalistisch Jong Studenten

Verbond (NJSV) 8 Het „oranje boekje‟ is een oorspronkelijke publicatie die de drie grootste strijdpunten bevat: de Vlaamse

soevereiniteit, met als uiteindelijke streefdoel „Heel-Nederland‟, het terugwinnen van voormalige Vlaamse

gebieden en een benadering van het vreemdelingenprobleem (Wienen, 1997, p.24) 9 De grootste winnaars waren het kartel CD&V-N-VA met 18,51% van de stemmen en MR met 12,52% van de

stemmen

Page 17: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

17

verkiezingen voor de senaat10

, het Nederlands en Frans kiescollege samengenomen.

(http://verkiezingen2007.belgium.be; Buelens, 2008).

We zien dus een tamelijk beperkte vooruitgang voor het Vlaams Belang, een fenomeen dat ook wel

het „electoraal platform‟ genoemd wordt. Dit is een trend die ook al duidelijk werd in 2006 (Buelens,

2008).

3.I.3. Identiteit, waarden en normen van het VB

De partij noemt zichzelf „de partijpolitieke tolk van de Vlaamse Beweging‟. Het gaat om een Vlaams-

nationalistische partij die behoort tot de zogenaamde „nieuwe‟ extreemrechtse partijen. Ze dweept niet

met het fascisme, noch is ze rechtstreeks een tegenstander van de democratie. De focus ligt

daarentegen op immigratie- en „law-and-order‟-thema‟s in een populistische, anti-politieke stroming

(Jagers & Walgrave, 2006). Het VB zou haar culturele discours ontleend hebben aan de „Nouvelle

Droite‟-stroming (ontstaan in Frankrijk tussen 1965 en 1968) en hanteert bepaalde componenten ervan

in haar eigen ideologie, denk hierbij bijvoorbeeld aan de retoriek over de „culturele verworteling‟.

Multiculturaliteit wordt gezien als een verarming van de „superieure‟ Vlaamse cultuur (Swyngedouw

& Van Craen, 2002).

Zoals we hierboven al aangaven, verschilt het programma van het Vlaams Belang nauwelijks van dit

van haar voorganger Vlaams Blok11

. Ook het beruchte 70-puntenplan werd al voor het einde van het

Vlaams Blok aan de kant geschoven.

Om een beeld te schetsen van de identiteit, waarden en normen van de partij baseren we ons op de

beginselverklaring en het programma van het Vlaams Belang (http://www.vlaamsbelang.org). Een

uitgebreide bespreking lijkt ons in dit verband relevant, aangezien deze punten ook verderop12

in deze

scriptie belangrijk zijn.

1. Vlaamse staatsvorming

De partij wil de Belgische staatsstructuur ontbinden en ijvert voor een onafhankelijke Vlaamse staat,

waarvan Brussel de hoofdstad is. De band met Nederland en Zuid-Vlaanderen moet bevorderd worden,

de macht van de Europese Unie ingeperkt.

10

Winnaars waren respectievelijk CD&V – N-VA (19,42%), Open-VLD (12,40%) en MR (12,31%)

(http://verkiezingen2007.belgium.be) 11

We citeren in dit verband Leen (2006, p. 53): Het programma van het Vlaams Belang is gewoon het

programma van het Vlaams Blok zoals die partij deelnam aan de verkiezingen van 2003 en 2004. Natuurlijk is

het programma van onze partij door de jaren geëvolueerd en geactualiseerd‟. 12

Hiervoor verwijzen we naar het deel „Concept, product en strategie‟

Page 18: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

18

2. Immigratie: Europa voor de keuze

Het VB wil een waterdichte immigratiestop. Bovendien wil het haar Westerse waarden afschermen

van multiculturele invloeden. Vooral de Islam wordt gezien als de „devil in disguise‟. Inburgering van

„vreemdelingen‟ die zich in België willen vestigen moet verplicht worden; voor mensen waarbij deze

niet goed verloopt, moet een terugkeerpolitiek ontwikkeld worden.

3. Veiligheid en Justitie

Vlaams Belang wil een systeem van preventie en kordate reactie inbouwen. Er moet dan ook meer

politie de straat op. Jeugd- en vreemdelingencriminaliteit moet aan banden gelegd worden.

Druggebruik is volstrekt taboe en moet zwaar bestraft worden. Ook het strafbeleid dient aangepast: de

partij pleit voor een afschaffing van de wet-Lejeune13

.

4. Een beter Vlaanderen voor een lagere prijs

Vlaanderen moet fiscaal autonoom worden. De staatsschuld dient gesplitst, net als de sociale zekerheid

en het arbeidsmarktbeleid. Ook strategische sectoren14

moeten onder Vlaamse controle blijven.

Een belangrijk ankerpunt is belastingverlaging. Nieuwe verhogingen zijn onaanvaardbaar voor de

partij, de belastingdruk moet omlaag.

5. Een sociale politiek

De partij wil een splitsing van de sociale zekerheid tussen Vlaanderen en Wallonië. Alle werknemers

moeten een eenheidsstatuut krijgen. De rol van de ziekenfondsen wordt ingeperkt. Daarnaast heeft de

partij nog een aantal kernpunten rond het brugpensioen, het gehandicaptenbeleid en de bijzondere

jeugd- en geestelijke gezondheidszorg.

6. Het gezin

Ook het gezinsbeleid is een belangrijke peiler in het VB-programma. Daarom besteed de partij heel

wat aandacht aan het huwelijk, vergrijzing, opvoeders, kinderopvang en kinderbijslag. Men wil het

gezin versterken; onder andere door fiscale voordelen van gezinnen omhoog te trekken en

kinderopvang en verlofdagen flexibeler te maken.

13

De wet-Lejeune, die terugging op een wet uit 1888, maakte het mogelijk dat een veroordeelde een aanvraag

kon indienen tot voorwaardelijke invrijheidsstelling. Door de affaire Dutroux werd deze wet echter vervangen

door de wet van 8 maart 1998. Weliswaar is er nog steeds een systeem van voorwaardelijke invrijheidsstelling;

maar dit wordt vandaag beter gecontroleerd, met name door de Commissie van Voorwaardelijke

Invrijheidsstelling. Allicht doelt de partij met dit programmapunt op het feit dat een veroordeelde al na één derde

van zijn staf voorwaardelijk vrij kan komen (www.pers-gerecht.be). 14

Hiermee doelt de partij vooral op nutsectoren zoals watervoorziening, gas en elektriciteit

(www.vlaamsbelang.org).

Page 19: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

19

7. Respect voor het leven

Volgens Vlaams Belang dient de mens zich zo terughoudend mogelijk op te stellen inzake

beslissingen rond leven en dood. Abortus moet vermeden worden en wettelijk streng gecontroleerd.

De partij verzet zich bovendien tegen euthanasie en wil in plaats daarvan de palliatieve zorgverlening

uitbreiden.

8. SOS-democratie

Een ander, zeer belangrijk onderdeel van het programma wordt ingevuld door de standpunten rond

democratie – of wat de partij hieronder verstaat. Zo noemt de partij het parlement de spil van de

democratie, en vindt ze dat de senaat beter zou verdwijnen. Een ander radicaal standpunt is de

afschaffing van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding (CGKR), dat volgens de

partij „onder het mom van racismebestrijding‟ het recht op vrije meningsuiting beknot. Rechtbanken

mogen niet oordelen over het programma en de propaganda van politieke partijen, enkel de kiezer kan

dat. Het VB wil daarnaast het volk meer betrekken bij de besluitvorming door een „bindende

volksraadpleging‟. Ook moet de democratie meer voeten in de aarde krijgen op gemeentelijk niveau,

het zogenaamde subsidiariteitsbeginsel dus. De partij kant zich bovendien tegen benoemingen op basis

van politieke aanhorigheid.

Tenslotte wijst Vlaams Belang op de overheidssteun aan de openbare omroep, die met dit geld een

objectieve en onpartijdige berichtgeving moet verzorgen. Manipulaties of partijdige berichtgeving

moeten volgens de partij gesanctioneerd worden, „desnoods met verlies van de overheidsdotaties als

gevolg‟.

9. Andere programmapunten

Tenslotte heeft het VB rond cultuur, jeugdbeleid en sport; onderwijs en milieu, ruimtelijke ordening en

mobiliteit nog een aantal programmapunten opgesteld, die echter geen specifieke ideologische

standpunten van de partij bevatten en bovendien minder aan bod komen in het partijprogramma van de

verkiezingen van 10 juni 2007. We vinden het bijgevolg niet relevant hier dieper op in te gaan.

3.II. Het Vlaams Belang in het huidige Vlaamse politieke landschap

Het Vlaams Belang keert zich duidelijk tegen het establishment en tegen de bestaande politieke

partijen (Devos, 2005). Spruyt (2006b, p.4) citeert voorzitter Frank Vanhecke in december 1996: „Hoe

meer cordon, hoe liever. Hoe duidelijker de scheidingslijn tussen het VB enerzijds en de stinkende

beerputten anderzijds, hoe liever‟. Ook haalt hij het citaat aan van Filip Dewinter in het partijblad van

december 1997: „Er is de partij van de propere handen en er zijn de partijen van het profitariaat. Er is

de partij van het volk en er zijn de partijen van het establishment. Er is de partij van het Eigen volk

Page 20: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

20

eerst en er zijn de partijen van en voor de vreemdelingen. Er is de partij van de toekomst en er is de

partij van het verleden. Er is een volkse, strijdbare en radicaal-nationalistische beweging en er is de

Bende van Vijf‟. En dit standpunt blijkt wederzijds te zijn. Net zoals het VB zich afkeert van de andere

partijen, willen deze partijen niet samenwerken met het Belang, of althans niet samen met hen in een

regering stappen. Dit uitte zich in 1989 in het opstellen van het cordon sanitaire, een overeenkomst

tussen de democratische partijen van het parlement die stelde dat geen enkele partij een coalitie zou

aangaan met het Vlaams Blok (Erk, 2005), wat tot nu toe nog steeds niet gebeurd is: „Because of its

extreme racist views, the mainstream parties have so far refused to enter into a coalition wit hit in any

communal administration‟ (The Economist Country Report, 2006). Het protocol verbond hen ertoe

„geen politieke akkoorden af te sluiten of afspraken te maken met het Vlaams Blok, noch in het kader

van democratisch verkozen organen op gemeentelijk, provinciaal, gewestelijk, nationaal en Europees

niveau, nog in het kader van verkiezingen voor de genoemde niveaus‟, aangezien het (toenmalige)

Vlaams Blok de fundamentele democratische uitgangspunten niet erkende, noch de daarmee

verbonden grondrechten van de mens (Geysels, de Lange & Fennema, 2008).

Walgrave en De Swert (2004, p.479) noemen de partij „the outspoken enemy, the devil in party

disguise, for all other Belgian parties‟. Net zoals dit het geval is bij de Vlaamse partijen, wil geen

enkele Franstalige partij samen regeren met het Vlaams Belang (Devos, 2005).

Page 21: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

21

4. Communicatie- en distributiekanalen

Voor politieke communicatie is het kanaal of medium waarlangs de communicatie verloopt natuurlijk

van groot belang: „De keuze van de doelstellingen, de doelgroepen, de boodschappen en de middelen

die voor de uiteindelijke distributie van de boodschappen moeten zorgen, hangen onlosmakelijk samen.

De keuze van het juiste kanaal is minstens even belangrijk als het stellen van prioriteiten in de andere

stadia van de strategie‟ (Saelens, 2008, p.19).

De media zijn dan ook onlosmakelijk verbonden met politieke marketing (Thevissen, 1994) en spelen

dus een belangrijke rol bij het opstellen van de communicatiestrategie die opgenomen wordt in het

mission statement15

(Saelens, 2008) van de politieke partijen. Hier bemerken we het verschil tussen

enerzijds „free publicity‟, en anderzijds betaalde publiciteit.. In het eerste deel van dit hoofdstuk zullen

we vooral stilstaan bij de berichtgeving rond politieke partijen, die in het beste geval voor de partijen

geclassificeerd kan worden onder free publicity. De betaalde campagnevoering wordt besproken in het

tweede deel.

4.I. Politiek en media: Politieke berichtgeving en free publicity

Tal van onderzoeken trachten aan te tonen waarom politici media-aandacht zo belangrijk vinden voor

hun partij. Vooral de periode van campagnevoering wordt gezien als essentieel in de verkiezingsstrijd.

Volgens Swyngedouw e.a. (2004) tonen de resultaten van de op dat moment gevoerde studie aan dat

bijna de helft van alle kiezers zijn beslissing pas definitief vormde tijdens de periode waarin campagne

gevoerd werd.

In wat volgt zullen we stilstaan bij het verband tussen mediaverschijningen en electorale successen,

alsook bij de verschillende visies rond de bepalende factoren voor het al dan niet in beeld brengen van

de verschillende politieke partijen en hun vertegenwoordigers. Ook bekijken we kort de moeilijke

haat-liefdeverhouding tussen media en politici, een situatie die vandaag erg actueel is, en niet het

minst van toepassing op het onderwerp van deze scriptie.

4.I.1. Het verband tussen mediaverschijningen en electorale successen

Uit een aantal onderzoeken die in Vlaanderen gevoerd zijn naar aanleiding van de verkiezingen in

2003 blijkt dat er een positief verband is tussen mediaverschijningen van individuele politici en het

aantal voorkeurstemmen dat zij verkregen (Maddens, Wauters, Noppe & Fiers, 2006; Van Aelst,

Noppe & Fiers, 2008). Het gebruik van de massamedia (in dit geval televisieoptredens) speelt

15

Het mission statement geeft aan in welke richting de partij zich begeeft of wenst te begeven. Het bestaat uit

drie grote delen: visie, missie, waarden en normen (Saelens, 2008).

Page 22: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

22

namelijk een belangrijke rol in het personalisatieproces van de kandidaten. Via televisieverschijningen

kan een band ontstaan tussen kandidaat en kiezer zodat deze laatste zelf kan ondervinden welke

politicus zijn gedachtegoed het beste representeert. Dit heeft het neveneffect dat partijen die meer

mediabereik willen verkrijgen, veronderstellen ook duurdere campagnes te moeten voeren (Swanson

en Mancini, 1996); hoewel we dit niet kunnen veralgemenen naar Vlaanderen, aangezien de wetgeving

rond campagnevoering16

geen onbeperkte verkiezingsuitgaven toelaat. Dit is volgens Maddens e.a. in

ieder geval een verkeerde perceptie aangezien het effect van mediaverschijningen sterker doorweegt

dan en grotendeels onafhankelijk is van de mate waarin men campagne-uitgaven doet. Het electoraal

voordeel dat men behaalt door meer in de media te verschijnen, is niet te wijten aan het feit dat grotere

uitgaven meer media coverage teweeg zouden brengen voor de kandidaat (Maddens e.a., 2006). Wat

dan wel deze media coverage kan versterken, bespreken we hieronder aan de hand van de media logic

vs party logic theorie.

Bovendien mogen we volgens Van Aelst (2008) niet uit het oog verliezen dat media-aandacht slechts

een deel van de electorale successen verklaart. Andere factoren, zoals de sterkte van de partij en de

plaats die de kandidaat heeft op de kieslijst, spelen eveneens een belangrijke rol.

4.I.2. Agendasetting rond politieke berichtgeving

In moderne samenlevingen zijn de massamedia niet langer rechtstreeks verbonden met de

verschillende politieke partijen. Swanson en Mancini (1996) menen dat de media vandaag opereren

volgens hun eigen economische en symbolische logica bij het in beeld brengen van de verschillende

politieke issues. Waarmee natuurlijk niet aangetoond wordt dat de media na de verzuiling hun

politieke banden met de partijen doorgesneden hebben, maar dat is stof voor andere discussies.

Volgens Devos (2005, p.279) is „een populaire these hierbij dat het de media zijn die problemen

signaleren, mensen een stem geven, de politieke agenda bepalen, sommige politici populairder maken

en andere buiten beeld laten, enz.‟.

We vragen ons dan ook af welke factoren de agendasetting bepalen: de hiërarchische stuwkracht van

de partijen binnen ons democratisch bestel, of journalisten en mediamensen die hun programma

opbouwen volgens hun eigen normen?

Hiervoor baseren we ons op onderzoek van Van Aelst, Maddens e.a. (2008), waarbij nagegaan wordt

of de media autonoom beslissen welke kandidaten meer aandacht krijgen dan anderen; dan wel of er

daarentegen uitgegaan wordt van de hiërarchie die vastgelegd wordt door de partijen. De centrale

vraag is of de mate waarin media-aandacht besteed wordt aan een partij, de media logic dan wel de

party logic volgt. In Van Aelst e.a. (2008) vinden we een overzicht van deze concepten.

16

Zoals dat vastgelegd werd in de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de

verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de

politieke partijen.

Page 23: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

23

Altheide en Snow (1979) introduceerden als eersten het concept media logic. Zij stelden dat de mate

waarin politiek in het nieuws verschijnt meer en meer gedetermineerd wordt door de media en hun

criteria. De media zullen meer geneigd zijn te berichten over politieke gebeurtenissen indien deze een

intrinsieke relevantie voor het publiek bevatten, met andere woorden: wanneer de media hun eigen

logica volgen, gebaseerd op een gedeelde (commerciële) nieuwswaardeoriëntatie. Deze redenering

staat echter in scherp contrast met de opvattingen van hen die het concept party logic introduceerden.

Volgens deze theorie ondersteunen journalisten niet langer partijen, maar worden zij wel in zekere zin

geleid door de onderliggende hiërarchie, waarbij evenwicht, eerlijkheid en toewijding aan politieke

actoren belangrijk zijn (Van Aelst, 2008). Uit het onderzoek blijkt dat media-aandacht redelijk

evenwichtig verspreid is over de verschillende partijen en dat zowel de party logic als de media logic

ondersteund worden. Gelijklopend met de party logic zien we dat partijen bijvoorbeeld meer aandacht

krijgen naarmate ze groter en machtiger zijn, en dat deze aandacht ook verdeeld wordt naargelang hun

succes bij de vorige verkiezingen.

Moeilijker om aan te tonen zijn de factoren die de media logic ondersteunen. Zo worden politici die

deel uitmaken van de regering gezien als een betere nieuwsbron (Van Aelst e.a., 2008). Maar ook

andere factoren kunnen volgens de onderzoekers een rol spelen. Denk aan fysieke aantrekkingskracht

of charisma (wat moeilijk te ondersteunen variabelen zijn voor de onderzoeker), een gegeven dat

bevestigd wordt door Pieter Knapen, hoofdredacteur van de VRT nieuwsdienst: politici die vlot een

situatie of standpunt kunnen verwoorden, komen meer aan bod dan de minder spraakvaardigen

(Knapen, persoonlijke mededeling, 2009, 25 maart). De communicatiestijl hangt bovendien samen met

de spreektijd van de politicus: de gemiddelde tijd die een politicus uitrekt om zijn standpunt te

verduidelijken verschilt per persoon, waardoor politici die beknopt antwoorden dan ook minder lang

aan bod komen dan de uitweidende kandidaten. Ook het conflictelement, dat zorgt voor meer

sensationele berichten, en de niet-politieke celebrity-status van politici kunnen hun nieuwswaarde

positief doen toenemen – denk in dit verband aan mensen die eerder bekendheid verwierven door hun

verschijning in de sport- of entertainmentwereld, of aan kinderen van bekende politici (Van Aelst,

2008).

Daarnaast zijn er ook andere gegevens die media-aandacht zouden kunnen beïnvloeden, zoals

campagnevoering of het geslacht van de politicus (Van Aelst e.a., 2008, p.193-198). Ook merken de

auteurs op dat „media attention was strongly related to an „eye-catching‟ event or campaign stunt‟. Op

dit gegeven komen we later nog terug, aangezien stunts en provocerende events inherent verbonden

zijn met het Vlaams Belang. De auteurs verwijzen in dit verband ook naar de zgn. mediatization of

politics, waarbij politici rekening houden met de media logic en hun gedrag en beslissingen hieraan

aanpassen.

Vooral de partijlogica gaat naar onze mening echter uit van een eerder ideale visie op politieke

berichtgeving. Mits een kritische blik kunnen we de commerciële motieven die de media vandaag

Page 24: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

24

sturen niet negeren. De Gucht (2007, p.101) citeert in dit verband Bruno Vanspauwen:

„Nieuwsjournalisten staan voor dezelfde opdracht als entertainers, entertainmentjournalisten en

copywriters: ervoor zorgen dat hun boodschap door zoveel mogelijk mensen gezien en begrepen wordt,

dat het publiek geboeid raakt en niet afhaakt‟. Hier kunnen we aansluiting vinden bij de media logic,

die ook stilstaat bij de meer commerciële aspecten rond de nieuwswaarde van politieke feiten, spelers

en partijen.

4.I.3. Het Vlaams Belang en de media

Dit brengt ons tot het onderwerp van deze scriptie, namelijk het Vlaams Belang. Volgens Van Aelst

e.a. (2008, p.199) zien we dat een negatieve partijlogica opgaat voor de kandidaten van het VB:

„Because of the extreme viewpoints on the immigrant issue, most journalists and newsmakers hesitate

to give the Vlaams Blok politicians a forum in the media‟. Ondanks het feit dat het gaat om een van de

grootste Vlaamse partijen, werd hun extremistische gedachtegoed geweerd (Van Aelst, 2008).

Daarentegen is er volgens Nuytemans, Van Aelst & Walgrave (2006, p.15) nooit echt sprake geweest

van een sterk cordon médiatique: „het VB wordt niet genegeerd door de journalisten, maar ze hebben

toch minder contact met de politici van het Belang‟. De auteurs wijten dit aan een bewuste strategie

vanuit de partij om de communicatie vooral door enkele topfunctionarissen van de partij te laten

verlopen, een gegeven dat ondersteund wordt door Van Aelst (2008). Kijkend naar de cijfers uit

onderzoek rond de verschijning van politici in het VRT- en VTM-nieuws gedurende de korte periode

voor de verkiezingen van 2007, zien we dat zowel Filip Dewinter als Frank Vanhecke in de top tien

staan. Toch is het opvallend dat de twee politici samen nog steeds minder aandacht krijgen dan de

kopstukken van de drie andere grote Vlaamse partijen afzonderlijk. Dit heeft volgens Van Aelst te

maken met het feit dat de drie best scorende politici door hun partij naar voor geschoven worden om

mee te genieten van de zgn. „kanseliersbonus‟ (Van Aelst, 2008). Toch sluiten Nuytemans e.a. (2006)

niet uit dat dit, zoals ook Van Aelst beweerde, deels te verklaren valt vanuit de agendasetting van de

media, die mogelijk de partij bewust weren uit hun programma. De auteurs bemerken nog dat de

journalisten mogelijk niet durven of willen toegeven dat ze (al dan niet vriendschappelijke) contacten

met het Vlaams Belang zouden hebben. Ze besluiten: „De partij wordt hoedanook door een deel van

de journalisten niet als een partij zoals de andere beschouwd‟ (Nuytemans e.a., 2006, p.17)17

.

17

Wij bemerken hier echter dat de cijfers dateren van 2003, dus vóór de partij veroordeeld werd voor haar

racistische standpunten. Nu de scherpere kantjes eraf geveild zijn, is het mogelijk dat ook de media hier anders

op reageren, hoewel het Vlaams Belang daar niet zo over denkt. Zo vat Ludo Leen, parlementair medewerker

van het VB, samen: „Ook na de veroordeling ontwapenen de traditionele politieke partijen niet. De Belgische

regimepartijen willen de Vlaamse onafhankelijkheidspartij muilkorven. Een arsenaal aan maatregelen tegen de

opvolger van het Vlaams Blok maakt ondubbelzinnig duidelijk dat één en ander kadert in een hele operatie, die

nu al vijftien jaar aan de gang is, om de Vlaams-nationale partij monddood te maken‟ (Leen e.a., 2006, p. 56).

Page 25: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

25

De zogenaamde mediaboycot is al van bij de begindagen van de partij een hot issue. Zo valt het de

partijleden al vroeg op dat de partij nauwelijks aan bod komt in bepaalde programma‟s (Wienen,

1997). Van 1978 tot diep in de jaren tachtig geloofden VB-tegenstanders immers dat de partij huldigen

in stilzwijgen de beste strategie was om ermee om te gaan: „Als we doen alsof extreemrechts niet

bestaat, als we er in de media zo weinig mogelijk aandacht aan besteden en de gewelddadige

escapades van de ultra‟s minimaliseren, dan is het Vlaams Blok gedoemd om een marginaal clubje te

blijven. Zo luidde het‟ (Gijsels, 1992, p.7). Nu de partij haar electorale opmars gemaakt heeft, kan men

er niet meer omheen. Walgrave e.a. (2004, p.481-497) menen dat media-aandacht hoedanook positief

is geweest voor de partij, maar dat we moeten afstappen van een eenrichtingseffect: „Media attention

to extreme right themes as such does not bring about electoral successes mechanically. It is the

interaction between a party‟s communication, institutional contraints, the public‟s concerns, and the

media‟s issue coverage that determines those parties‟ success‟. We maken hierbij wel de opmerking

dat de auteurs het hebben over nieuwsmedia, „although it is possible that fiction as well could produce

a breeding ground for extreme-right voters‟.

Het hele debat heeft geleid tot een delicaat vraagstuk dat de media al jaren bezighoudt. „Hoe kunnen

de media omgaan met een racistische partij als het VB, een partij die wel ruim 20% van de Vlaamse

kiezers achter zich kreeg en 30 vertegenwoordigers heeft in het Vlaams parlement […]. Doodzwijgen?

Fel bekritiseren? Behandelen als een andere partij? Of iets daartussenin, mossel noch vis?‟, vraagt

Voorhoof (2008, p.390) zich af. Kunnen we een partij die democratisch verkozen werd monddood

maken? Om het met Chomsky (1985) te zeggen: „I believe that people have the right of freedom and

expression whatever their views, that the importance of defending these rights is all the greater when

the person expresses views that are abhorrent to virtually everyone‟. Dit opent de weg tot verdere

discussie.

Als we de visie van de openbare omroep bestuderen, kunnen we ons beroepen op de interne nota „De

VRT en de Democratische Samenleving18

‟, die voor het eerst vastgelegd werd in 1997 en aangepast in

2001, zoals we die terugvinden op de website van Blokwatch (http://www.blokwatch.be). Hierin

vinden we algemene richtlijnen terug over het omgaan met partijen met gedachtestromingen die

uitgaan van discriminatie en sociale uitsluiting, ideeën die de VRT als openbare omroep naar eigen

zeggen „niet anders kan dan verwerpen‟. „Vanuit decretale verplichting en de Resolutie van Praag van

de Raad van Europa moet de VRT bijdragen tot een pluralistische, democratische samenleving. Dat

streefdoel moet het hoogste goed zijn van de openbare omroep‟ (http://www.blokwatch.be). Het gaat

hier echter om een nota uit 2001, die geldt van vóór de naamsverandering van de partij. Ook in de

beheersovereenkomst van de openbare omroep voor de periode 2007-2011 zien we een duidelijke

18

Volgens Knapen (persoonlijke mededeling, 2009, 25 maart) in de wandelgangen ook wel de „Vlaams Blok-

nota‟ genoemd. Gezien het feit dat het om een interne nota gaat, vinden we deze niet terug op de website van de

VRT. Blokwatch publiceerde deze evenwel op haar eigen website.

Page 26: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

26

verwijzing naar haar sociale rol: „Wat zijn sociale meerwaarde betreft, heeft de VRT een belangrijke

verbindende rol. Hij heeft in zijn aanbodbeleid bijzondere aandacht voor het stimuleren van sociale

cohesie […]. De verbindende opdracht bestaat erin de sociale samenhang en de sociale integratie in

een democratische samenleving te bevorderen‟ (http://www.vrt.be/extra/beheersovereenkomst_2007-

2011). De bijdrage aan een democratische en verdraagzame samenleving moet anderzijds gelijk

verlopen met de andere doelstellingen van de VRT, namelijk „bijdragen tot een onafhankelijke,

objectieve en pluralistische opinievorming in Vlaanderen‟ (http://www.vrt.be/vrt_master). Immers,

naast zijn sociale cohesiebevorderende rol heeft de openbare omroep ook de verplichting tot

onpartijdigheid en niet-discriminatie in zijn berichtgeving: „In de programma‟s wordt elke vorm van

discriminatie geweerd. De programmaopbouw verloopt zo dat hij geen aanleiding geeft tot

discriminatie tussen de verschillende ideologische of filosofische strekkingen. […] De

informatieprogramma‟s, de mededelingen en de programma‟s met een algemeen informatieve inslag,

en alle informatieve programmaonderdelen, moeten in een geest van politieke en ideologische

onpartijdigheid worden verzorgd‟ (http://www.vrt.be/extra/RS_en_DC).

Volgens Knapen (persoonlijke mededeling, 2009, 25 maart) is er geen sprake van een mediaboycot in

de nieuws- en duidingprogramma‟s, althans niet in Vlaanderen. Het Vlaams Belang verdient volgens

hem evenzeer een plaats in de informatieberichtgeving indien dit relevant is in het kader van de

thematiek. Bij de nieuwsdienst van onze openbare omroep geldt dat de informatieplicht boven het

ideaal van het (kunstmatig) in stand houden van de sociale cohesie gaat. Dit in tegenstelling tot waar

de Vlaams Bloknota op hamert, namelijk de rol van de openbare omroep „voor de sociale cohesie in

de maatschappij‟, een rol die „geëvolueerd is van het louter uitvoeren van een opdracht opgelegd door

de overheid, naar het als volwaardige en actieve media-actor verlenen van een dienst aan de burgers‟

(http://www.blokwatch.be). De „Vlaams Bloknota‟ leeft nog steeds, maar is niet langer zo inherent

aanwezig als tien jaar geleden, toen het politiek correct denken de journalisten bijna overheerste.

Knapen19

vat als volgt samen: „We bevinden ons soms op een gevaarlijk koord: opiniëren of aanzetten

tot racisme. Maar het ergste is berichtgeving uit angst voor het een of het ander. Gelukkig zijn we

hiervoor beschermd door ons redactiestatuut, zodat je mensen al eens tegen de schenen kan schoppen‟

(Knapen, persoonlijke mededeling, 2009, 25 maart). Immers, het redactiestatuut „heeft specifiek tot

doel een omgeving te scheppen waarbinnen de journalisten professioneel en met eerbied voor de

deontologische code, hun taak kunnen uitoefenen met de gangbare waarborgen voor het redactioneel

onafhankelijk opereren van commerciële, politieke, particuliere en groepsbelangen‟

(http://www.vrt.be/extra/RS_en_DC).

Vlaams Belang zelf denkt hier echter anders over. In een poging om aan te tonen in welke mate de

partij te maken heeft met het cordon médiatique en om de publieke aandacht op het probleem te

19

We bemerken hier wel dat deze uitspraak afkomstig is van de hoofdredacteur van de VRT, die mogelijk niet in

alle eerlijkheid antwoordt, dan wel vertelt wat er van hem verwacht wordt.

Page 27: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

27

vestigen, lanceerde toenmalig Vlaams Belangparlementslid Jurgen Verstrepen met veel poeha de

„Actie Mediawatch‟, waarbij hij gedurende zes maanden20

ging meten hoeveel media-aandacht er

procentueel naar het Belang ging. Een kwart van de zendtijd in nieuwsprogramma‟s moet volgens

Verstrepen immers naar het Vlaams Belang gaan: „We willen de informatie niet beïnvloeden, maar we

eisen wel onze plaats op, de stem van één miljoen Vlamingen‟, op straffe van gedeeltelijk verlies van

de overheidsdotatie die naar de openbare omroep gaat (Spruyt, 2006a). Andermaal voelt Vlaams

Belang zich onrechtvaardig behandeld: „De huidige toestand is vanuit democratisch oogpunt gewoon

onaanvaardbaar. De openbare omroep moet of mag niet aan politiek doen. En dat gebeurt nu haast

elke dag. Onder het mom van „redactionele onafhankelijkheid‟ vegen sommigen bij de nieuwsredacties

hun zevenmijlslaarzen aan alle journalistieke regels van objectiviteit en deontologie en schotelen de

kijker een erg eenzijdige en roodgekleurde berichtgeving voor. Dat moet maar eens ophouden‟

(http://www.vlaamsbelang.org).

Maar ook naar aanleiding van de verschijning van een aantal politici in populaire programma‟s als „De

Slimste Mens‟ op de openbare omroep, weerklonk er protest vanuit Vlaams Belanghoek: „De Vlaams

Belang-fractie in het Vlaams Parlement stelt met verwondering vast dat politieke imagocampagnes ten

voordele van bepaalde politici tegenwoordig georganiseerd worden door tv-, spel- en

kwisprogramma‟s […]. De invloed van dergelijke programma‟s op de publieke opinie kan en mag niet

worden onderschat. […] De aanwezigheid van politici in spel- en kwisprogramma‟s verhoogt

misschien wel de populariteit van de politici maar ondermijnt de geloofwaardigheid van de politiek!‟

(“Filip Dewinter tegen politici in quizprogramma‟s”, 2009, 16 januari). We kunnen ons hierbij

natuurlijk afvragen of Dewinter werkelijk achter dit laatste argument staat, of integendeel verbloemt

wat misschien de eigenlijke reden is voor zijn protest: niet het feit dat politici in infotainment

verschijnen, maar wel dat enkel Vlaams Belangpolitici dit niet doen. Dewinter vond het ongehoord dat

zijn partij niet uitgenodigd werd, „terwijl de kopstukken van alle andere partijen wel overvloedig de

kans krijgen om 'de vrolijke Frans' uit te hangen en op die manier kunnen proberen om bij de

bevolking sympathie te winnen‟ (“Filip Dewinter tegen politici in quizprogramma‟s”, 2009, 16

januari), hoewel dit door Dewinter zelf (persoonlijke mededeling, 2009, 17 juli) ontkend wordt. In een

schriftelijke vraag aan het Vlaams Parlement vroeg Filip Dewinter zich tenslotte af of de richtlijnen

die de openbare omroep hanteert rond politici in entertainmentprogramma‟s21

eigenlijk geoorloofd zijn,

20

Het gaat hier om de periode april – september 2005 (jurgenverstrepen.typepad.com) 21

Volgens het document „Richtlijnen over de aanwezigheid van politici in infotainment- en

entertainmentprogramma‟s‟ is de aanwezigheid van figuren uit de politieke wereld een verworvenheid. Meer nog,

de omroep moedigt dit zelfs aan: „Deze optredens laten het publiek o.a. toe beter kennis te maken met de

persoonlijkheid van de politici die hen vertegenwoordigen en uit uitgevoerde onderzoeken blijkt dat de kijker dit

een zeer relevante aanvulling vindt bij nieuws en duiding‟. Verder is in het verleden al aangetoond dat vooral

infotainment de mogelijkheid biedt om specifieke doelgroepen (w.o. jongeren) te bereiken, die zich eerder

afsluiten van zowel het traditionele nieuws als de klassieke duidingsprogramma‟s (http://www.vrt.be). Er wordt

wel benadrukt dat deze richtlijnen gelden voor periodes buiten de verkiezingsaanloop.

Page 28: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

28

een vraag die positief beantwoord werd door minister-president Kris Peeters. Maatregelen zijn volgens

hem niet nodig (http://jsp.vlaamsparlement.be).

Tenslotte bemerken we dat er over de commerciële omroep zeer weinig cijfermateriaal beschikbaar is

rond de aanwezigheid van VB-politici in nieuws-, duidings- en entertainmentprogramma‟s. Daarom is

het voor ons quasi onmogelijk hieruit relevante conclusies te trekken. Wel kunnen we aannemen dat

de commerciële omroep in veel mindere mate belast is met een „democratische plicht‟, aangezien hij

niet gefinancierd wordt met belastingsgeld. Toch wordt ook bij VTM, waar geen officieel document

bestaat rond de behandeling van het Belang, op gelijkaardige wijze bericht over de partij, zo beweert

Staepels (2004) in haar scriptie, en komen Vlaams Belangpolitici minder of vaak indirect aan bod.

Over de andere commerciële zenders is er echter geen cijfermateriaal beschikbaar.

We hebben hier vooral stilgestaan bij de zogenaamde „free publicity‟ en de berichtgeving rond

politieke partijen. De „mediaboycot‟ gaat echter verder dan dit. Zoals we verder uitvoerig zullen

bespreken, wordt ook betaalde publiciteit niet altijd aanvaard wanneer deze afkomstig is van het

Vlaams Belang. We hebben het hier over de permanente weigering van bepaalde Vlaamse dagbladen

om advertenties van de partij op te nemen in hun krant.

In het kader van ons onderzoek is dit hoofdstuk vooral belangrijk omwille van de manier waarop het

Vlaams Belang inspeelt op deze (al dan niet zelfgepercipieerde) mediaboycot. Het feit dat Vlaams

Belangpolitici zich het slachtoffer voelen – en dat volgens ons deels ook zijn – van een cordon

médiatique heeft immers een grote invloed op hoe hun externe communicatie en campagnevoering

eruit zal zien. Dit is ook wat de VB-communicatie in onze ogen zo uniek maakt: heel wat stunts,

provocerende uitlatingen en publicaties kennen hun oorsprong in het doorbreken van de “muur van

stilzwijgen” rond het Belang. Bij deze propagandamiddelen zullen we in wat volgt uitgebreid stilstaan.

4.II. Betaalde of zelf verkregen publiciteit

In dit deel zullen we stilstaan bij de verschillende manieren waarop het Vlaams Belang in 2007

propaganda voerde. Eerst bespreken we heel kort de precampagne, waar we later nog op terugkomen.

Vervolgens zullen we uitgebreid stilstaan bij de eigenlijke campagne, om een zo goed mogelijke

beschrijving te geven van de manier waarop een partij als het Vlaams Belang campagne voert. Hoewel

we graag dieper ingegaan waren op de talrijke communicatiekanalen die de partij rijk is, zou stilstaan

bij elke publicatie, website of actie vanuit het Vlaams Belang ons te ver leiden. Daarom trachten we

ons hier te beperken tot de initiatieven die speciaal voor de verkiezingscampagne van 2007 in het

leven geroepen werden.

Page 29: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

29

4.II.1. Propaganda gebruikt voor de verkiezingscampagne van 2007

4.II.1.1. De precampagne: Horen, zien en zwijgen

Vlaams Belang is, na VLD, de tweede partij die zijn

campagne de wereld in stuurt naar aanleiding van de

verkiezingen van juni 2007 (Brinckman, 2007, 15

februari). Het beeld van de drie „horen-zien-zwijgen‟

aapjes wordt op 350 reclamepanelen van 20m² gekleefd,

en op 750 van 4m². Daarnaast is er ook een sms-actie

waarbij men een infopakket van de partij kan bestellen

(“Vlaams Belang gebruikt drie aapjes in campagne”,

2007, 15 februari).

4.II.1.2. De eigenlijke campagne: Vlaamse Kracht

Slogan en campagnebeeld

Vlaams Belang wil zich met de „Vlaamse Kracht‟-campagne naar eigen zeggen „tijdens de maanden

mei en juni profileren als het enige alternatief voor de « één-pot-nat »-partijen CD&V, N-VA, sp.a en

VLD‟. De slogan „Vlaamse kracht‟ wordt ondersteund

door een leeuwenkop, die volgens de partij Vlaamse

kracht, Vlaams zelfvertrouwen en Vlaamse assertiviteit

benadrukt (Campagnedraaiboek wetgevende

verkiezingen 10 juni 2007). Met deze slogan wil

Vlaams Belang protesteren tegen de

„kanselierscampagne‟ van de drie grote traditionele

partijen, en de kiezer tonen „wat hij echt nodig heeft‟,

namelijk een beter bestuur voor Vlaanderen. Daarvoor

is een Vlaamse staatsvorming nodig, aldus de partij. „Op 10 juni staan de Vlaamse „één pot nat‟-

partijen tegenover de Vlaams-nationale oppositiepartij. Enkel een stem voor het Vlaams Belang kan

het verschil maken‟, beweert de partij op haar webstek (http://www.vlaamsbelang.be).

Propagandamateriaal

De absolute basis van de verkiezingscampagne is het campagnedraaiboek (Wymeersch, persoonlijke

mededeling, 2009, 3 april). Daarin staan de verschillende affichage- en advertentiegolven opgenomen,

Afbeelding: http://www.vlaamsbelangschoten.be

Afbeelding: http://www.vlaamsbelang.org/0/2902/

Page 30: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

30

alsook richtlijnen, acties en manifestaties die zullen plaatsvinden (Campagnedraaiboek wetgevende

verkiezingen 2007). Daarnaast kan een plaatselijke kandidaat nog eens de nodige middelen zoeken om

zijn eigen campagne te ondersteunen (Collier, persoonlijke mededeling, 2009, 16 april).

Qua vormgeving heeft het Vlaams Belang een specifieke huisstijl, om zich van de andere partijen te

onderscheiden. De vormgeving hiervan is zeer strikt vastgelegd. Zowel qua lettertype, opmaak en

gebruik van kleuren wil de partij volledige éénvormigheid. Opdat ook de afzonderlijke kandidaten hun

eigen affiches, brochures enz. kunnen creëren wordt een speciale huisstijlbrochure aangemaakt, alsook

een cd-rom met gebruiksklare bestanden, die beide besteld kunnen worden door de kandidaten

(Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen 2007). Bij de andere partijen zien we een gelijkaardige

drang naar eenvormigheid. Zo stelt CD&V voor elke campagne een huisstijldocument op, dat ook via

cd-rom verspreid wordt naar de verschillende lokale afdelingen. De partij wijst hier echter op een

typisch CD&V-verschijnsel: doordat de partij „een mozaïek van mensen en ideeën‟ is, en deze mensen

allemaal een eigen campagnedynamiek hebben, is het resultaat meestal toch een kakofonie van

affiches. De partij zal dan ook vooral belang hechten aan een eenduidige inhoudelijke lijn, veeleer dan

aan grafische eenvormigheid (Van den Bergh, persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei).

Lijst Dedecker kreeg door geld- en tijdgebrek in 2007 met eenzelfde fenomeen te kampen. Door het

ontbreken van een duidelijk vastgelegde huisstijl, kregen de lokale mandatarissen alle vrijheid om zelf

hun campagne te voeren. De enige lijn die er in 2007 was, verliep volgens het logo (Deslé & Casteleyn,

persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei). Ook N-VA ziet het belang van een eigen stijl in, en bracht in

samenwerking met het reclamebureau DVN een cd-rom uit voor de kandidaten, om stilistische

eenvormigheid te garanderen. Groen!, dat qua campagnevoering lang een buitenbeentje was, riep dan

weer een website in het leven rond de campagne van 2007 (detoekomstbegintnu.glue.be), waarop alle

informatie te vinden is. Tenslotte hebben ook Open VLD en sp.a een stilistisch vastgestelde lijn, maar

beide partijen vertellen dat hier al eens van afgeweken wordt (Cornelis, persoonlijke mededeling, 2009,

13 mei; Van Hoecke, persoonlijke mededeling, 2009, 14 mei).

Nationale advertenties

Tijdens de laatste maand van de campagne vinden drie advertentiegolven plaats; namelijk in de weken

van 15 en 29 mei en 5 juni 2007. Er wordt een zeer ruime advertentiecampagne opgezet in de lokale

reclamebladen door de weigering van de kranten en dagbladen om Vlaams Belangadvertenties op te

nemen (Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen 2007). Opvallend is dat de partij, ondanks de

steeds terugkerende weerstand, bij iedere verkiezing een nieuwe aanvraag indient bij de kranten om

hierin te mogen adverteren (Collier, persoonlijke mededeling, 2009, 16 april). Ook voor de

verkiezingen van 2007 deed het Belang een gelijkaardige poging. Toen alle grote Vlaamse kranten

(met uitzondering van De Morgen, waarbij Vlaams Belang zelfs niet probeerde een advertentie te

plaatsen) echter weigerden mee te werken aan de VB-campagne, diende Vanhecke een klacht in bij de

Vlaamse Regulator voor de Media. Hij vroeg de rechter om de kranten onder een dwangsom van elk

Page 31: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

31

500.000 euro te verplichten de advertentie te publiceren. Uiteindelijk besloot de VRM dat Het Laatste

Nieuws, De Tijd en De Standaard een pertinente en objectieve reden hebben om het Vlaams Belang te

weigeren: zij maakten hierover een bewuste keuze, gebaseerd op morele of ideologische bezwaren.

Gazet van Antwerpen en Metro hadden echter een ander verweer gekozen, namelijk de laattijdige

vraag naar advertentieruimte. Hun weigering kwam volgens de rechter wel neer op een oneerlijke

handelspraktijk, onder andere omwille van hun onlogische en tegenstrijdige argumenten (Voorhoof, 6

juni 2007). Voorhoof besluit dat het vonnis hiermee duidelijk maakt „dat aan een partij die in essentie

onverdraagzaamheid en racisme poneert en uitdraagt, advertentieruimte in kranten kan worden

geweigerd. Ook al is de weigering in dit geval niet gericht tegen een affiche met een op zichzelf

laakbare inhoud. Het feit dat de advertentie de partij VB zou promoten kon volstaan als argumentatie‟.

Dat het VB nog lang niet van plan is de strijdbijl te begraven, blijkt uit een uitspraak van Arnout

Collier (persoonlijke mededeling, 2009, 16 april), verantwoordelijke voor de perskamer van het

Vlaams Belang: „We blijven proberen, want stel dat er een krant het spel correct wil spelen, dan zou

het jammer zijn als we niet gereageerd hadden.‟

Affiches

Om de campagne zo eenvormig mogelijk te maken wordt er gekozen voor één duidelijke nationale

campagneaffiche, die afgedrukt wordt op drie verschillende formaten. (Campagnedraaiboek

wetgevende verkiezingen 2007).

Nationale programmafolder

Tussen 14 en 17 mei 2007 wordt een eerste nationale folder verspreid. De folder, die afgedrukt wordt

op dubbel A4-formaat, schetst de krachtlijnen van het programma (Campagnedraaiboek wetgevende

verkiezingen 2007).

Programmaboekje

Het Vlaams Belangprogramma is voor de eerste maal ook via cd-rom verkrijgbaar. In het cd-doosje zit

naast de cd ook een boekje met de programmateksten (Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen

2007). De inhoud van de cd-rom is tevens online raadpleegbaar. Naast het programma vinden we meer

informatie over de lijsten voor de verkiezingen van 10 juni 2007, een zwartboek met interpellaties,

mondelinge en schriftelijke vragen die de partij van 1999 tot 2007 naar voor bracht; uitgebreide

informatie over de partij zelf, alsook een steekproef uit de verschillende VB-publicaties. Daarnaast

krijgen we een overzicht van uitgaven van Uitgeverij Egmont22

. Tenslotte vinden we onder de rubriek

22

Egmont is de uitgever van de Vlaams Belangboeken die verschijnen. Naar eigen zeggen brengt Uitgeverij

Egmont „sinds jaren kwaliteitsvolle boeken van politieke en/of historische inslag op de markt. Dit betreft vooral

boeken met als onderwerp de Vlaamse Beweging, politieke actualiteit, geschiedenis, enz.‟

(www.uitgevrijegmont.be). Zo ruim is dit aanbod echter niet, de organisatie zetelt in het Vlaamse Belanggebouw

op het Madouplein te Brussel, en is eenvoudigweg de uitgever van de partij. Boeken van deze uitgever hebben

Page 32: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

32

„media‟ een aantal videobestanden terug van congressen, meetings, acties en verkiezingsspots

(http://cdrom.vlaamsbelang.be).

Nationale kandidatenfolder

Als tweede nationale folder wordt de kandidatenfolder verspreid. In deze folder komt zowel de lijst

met kandidaten voor de Senaat als voor de Kamer aan bod. Deze folder wordt door De Post verspreid

tussen 28 en 31 mei 2007 (Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen 2007).

Stuntfolder

De derde nationale folder, die in heel Vlaanderen verpreid wordt, is een stuntfolder met voor- en

achteraan de afdruk van een fictief bankbiljet van 2000 euro. 2000 euro, omdat dit volgens een

berekening van het Vlaams Belang het bedrag is dat jaarlijks per Vlaming naar Wallonië „wegvloeit‟.

De folder wordt verspreid door de Post tussen 4 en 7 juni (Campagnedraaiboek wetgevende

verkiezingen 2007).

Marktfolder

De naam spreekt voor zich: de nationale marktfolder wordt uitgedeeld op markten. Hiervoor koos het

Vlaams Belang voor een speelkaartenbundel, waarop de foto‟s van een aantal VB-symboolkandidaten,

cartoons en de belangrijkste VB-standpunten worden afgebeeld. Aanvullend op deze bundel wordt een

plooifolder voorzien, waarin de belangrijkste VB-standpunten aan bod komen, alsook een overzicht

van de Kamer- en Senaatlijst van het Vlaams Belang (Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen

2007).

Verkiezingspamflet

Volgens de partij is het verkiezingspamflet „het ideale middel om op een vlugge, goedkope maar

efficiënte manier een duidelijke boodschap aan de bevolking te communiceren‟. De pamfletten worden

verspreid via „huis-aan-huis‟-bedeling en via colportage op markten, aan stations en in drukke

winkelstraten (Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen 2007).

Regionaal en persoonlijk drukwerk

De kandidaten kunnen ook eigen verkiezingsdrukwerk publiceren. Zowel voor de opmaak als voor het

drukken kan men beroep doen op het Vlaams Belang Nationaal (Campagnedraaiboek wetgevende

verkiezingen 2007).

het niet makkelijk. Zo klaagt de partij: „Een boek van een Vlaams Belanger, om over het even welk thema, vindt

geen uitgever. En als het via de eigen uitgeverij Egmont wordt uitgegeven, wil geen enkele boekhandel het

aanbieden, mag het niet naar de boekenbeurs en wordt het niet besproken‟ (www.vlaamsbelang.org).

Page 33: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

33

Bestel- en campagnewagens

Vanaf begin mei 2007 wordt een campagnewagen voorzien per provincie. Deze wagens worden

ingezet voor marktbezoeken, colportages, acties en „huis-aan-huis‟-bezoeken (Campagnedraaiboek

wetgevende verkiezingen 2007).

Evenementen

Nationaal verkiezingscongres: Op zondag 27 mei 2007 vindt het nationaal verkiezingscongres plaats

in de Antwerpse Stadsschouwburg. Dit luidt de eindsprint van de campagne in. Vanuit heel

Vlaanderen worden hiervoor gratis bussen ingelegd (Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen

2007). Congressen zijn volgens Jeroen Overmeer (persoonlijke mededeling, 2009, 1 mei) een

uitstekende manier om de aandacht van de media op een partij te richten.

VB op wielen: „VB op wielen‟ is een evenement in het kader van laagdrempelige, gezinsvriendelijke

regionale meetings. Men wil met deze actie „midden de mensen‟ aanwezig zijn in verschillende steden

in Vlaanderen. Hierbij horen onder andere een mobiel podium en voorzieningen als kinderanimatie,

artiesten, toespraken, debatten, een mobiele eet- en drankstand, terras, infostands en dergelijke. Dit

alles om rond het evenement een naar eigen zeggen „dynamische, eigentijdse en gezinsvriendelijke‟

sfeer te creëren. Het evenement vindt plaats op drie momenten (in mei en juni 2007), op drie

verschillende plaatsen (Roeselare, Hasselt en Antwerpen) (Campagnedraaiboek wetgevende

verkiezingen 2007).

2m²-borden

Van 16 tot 27 april worden de 2m²-borden geplaatst. Deze worden echter pas tijdens de eerste week

van mei in één golf overal in Vlaanderen beplakt met de campagneaffiche „Vlaamse Kracht‟. Deze

actie is een belangrijk deel van de verkiezingscampagne. In totaal worden meer dan 3000

verkiezingsborden in heel Vlaanderen geplaatst, onder andere in voortuinen van leden en

sympathisanten. Op deze borden worden enkel de nationale campagne-affiches gekleefd. Om de

borden te plaatsen wordt beroep gedaan op militanten (Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen

2007).

4.III. Vrijwilligers- en militantenwerk

Militanten zijn bijzonder belangrijk voor de partij (Wymeersch, persoonlijke mededeling, 2009, 3

april; Collier, persoonlijke mededeling, 2009, 16 april). Volgens Arnout Collier kan Vlaams Belang in

een week tijd het hele land volhangen met eenzelfde affiche dankzij deze militanten, een gegeven

waarin volgens hem de kracht van de VB-campagnes schuilt (Collier, persoonlijke mededeling, 2009,

16 april). Aangezien militantenwerk onder het verlenen van persoonlijke diensten valt en dus niet

Page 34: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

34

meetelt bij de verkiezingsuitgaven (Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen 2007), kan dit

natuurlijk een kostenbesparend plaatje opleveren.

Militanten zijn overigens voor elke Vlaamse partij erg belangrijk, zo bleek uit de diepte-interviews die

we voerden met de woordvoerders en communicatieverantwoordelijken van de verschillende partijen.

Page 35: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

35

5. Structuur en organisatie van het communicatiegebeuren

5.I. Structuur en organisatie: algemeen

Zoals we in het deel „Politiek en media‟ reeds aangaven, zullen politici steeds meer trachten hun

communicatie te professionaliseren, onder andere door het inschakelen van externe bureaus. We zullen

de structuur van het externe communicatieorgaan van het Vlaams Belang in wat volgt uitvoerig

bespreken. Om dit te plaatsen in de huidige politieke context, bespreken we echter eerst hoe het

communicatieorgaan van de andere partijen eruit zag voor de verkiezingen van 10 juni 2007. We

baseren ons hiervoor in grote mate op de scriptie van Van Loo (2008), aangevuld met de informatie

die we verkregen uit onze diepte-interviews.

5.I.1. CD&V

In de partij CD&V onderscheiden we intern, naast voorzitter Jo Vandeurzen en woordvoerder Peter

Poulussen, een directeur communicatie (Tom Van den Bergh) en een campagneleider (Bart De Smedt)

(Van Loo, 2008). CD&V is qua campagnevoering erg geprofessionaliseerd. Naast dit campagneteam

doet de partij immers ook veelvuldig beroep op externe bureaus. Zo worden communicatieadvies en

reclame geleverd door Saatchi & Saatchi, waarbij er een sterk samenwerkingsverband was tussen de

partij en zowel de creatieven als de strategen van het bureau (Van den Bergh, persoonlijke mededeling,

2009, 6 mei). Daarnaast wordt er voor het bepalen van de strategie beroep gedaan op het

onderzoeksbureau Synovate Censydiam, dat zorgt voor een soort „barometer‟ om te weten wat leeft

onder het electoraat (Van Loo, 2008; Van den Bergh, persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei).

De interne communicatiedienst van de partij, onder leiding van de directeur communicatie, coördineert

samen met de campagneleider, die de eindverantwoordelijke van de campagne is, de samenwerking

met de externe bureaus. Vervolgens is er nog een belangrijke rol weggelegd voor de partijvoorzitter:

hij maakt de uiteindelijke beslissingen en kiest de externe bureaus. Tenslotte sluit een intern

campagneteam het rijtje, waarbij de medewerkers van de verschillende politici ervoor zorgen dat de

persoonlijke campagne van hun kandidaat overeenkomt met de partijcampagne (Van Loo, 2008).

Zoals we ook later zullen bespreken, verloopt dit echter niet steeds volgens plan. De inhoudelijke stijl

wordt correct gevolgd, maar stilistisch worden de richtlijnen heel wat minder strikt genomen (Van den

Bergh, persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei).

5.I.2. N-VA

De communicatiestructuur bij N-VA ziet er helemaal anders uit. Partijvoorzitter Bart De Wever,

partijdirecteur Piet De Zaeger en woordvoerder Piet De Bruyn vormen in 2007 het interne

Page 36: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

36

communicatieorgaan voor de campagnes. Daarnaast is er ook een rol weggelegd voor Georges Van

Nevel van DVN, die als externe specialist zorgt voor communicatieadvies en advies rond de strategie

en reclame van de partij (Van Loo, 2008). De partij brengt zelf de tekst aan, net als de stijl, de

„feeling‟ en de inhoud; maar de tastbare publicaties worden geleverd door DVN (Overmeer,

persoonlijke mededeling, 2009, 1 mei). De externe adviseur bepaalt samen met de partijvoorzitter een

duidelijke partijlijn en tracht die doorheen de campagne te bewaren (Van Loo, 2008).

Doordat N-VA een kleinere partij is dan haar kartelpartner CD&V, was ook het campagnebudget

minder groot. Overigens voerden beide partijen afzonderlijk van elkaar campagne. Pas gedurende de

laatste twee weken voor de verkiezingen lanceerde men een gezamenlijke campagne (Van Loo, 2008).

Een echt campagneteam heeft N-VA niet. De belangrijkste beslissingen worden door het partijbestuur

genomen. Wel wordt er een onofficiële reflectiegroep opgericht, die op tijd en stond bij elkaar

geroepen wordt. Deze bestaat vooral uit stafmedewerkers met de woordvoerder, de directeur en de

inhoudelijke coördinator. Ook andere personen die betrokken zijn bij de campagne, de lijsttrekkers

bijvoorbeeld, worden hiervoor uitgenodigd. In principe worden alle belangrijke beslissingen

voorgelegd aan de partijraad, maar daar is meestal geen tijd voor tijdens de campagnevoering. Het

werken met reflectiegroepen maakt dat de partij snel kan reageren, wat bijvoorbeeld noodzakelijk is

wanneer een andere partij plots haar strategie kenbaar maakt of verandert (Overmeer, persoonlijke

mededeling, 2009, 1 mei).

5.I.3. Open-VLD

Open-VLD heeft een sterk intern communicatieorgaan, met Noël Slangen als algemeen directeur en

campagnevoorzitter, voorzitter Bart Somers, politiek directeur Johan Hanssens en woordvoerder Tom

Ongena. Slangen is sinds 1999 een vaste waarde in de campagnevoering van de partij, hoewel zijn

functie aan heel wat veranderingen onderhevig was. Hij evolueerde bovendien van externe naar

interne medewerker (Van Loo, 2008; Cornelis, persoonlijke mededeling, 2009, 13 mei). Voor de

externe communicatie doet de partij beroep op Fons Van Dyck, strategisch directeur bij het bureau

VVL/BBDO, dat instaat voor communicatieadvies, strategie en reclame. Voor de verkiezingen van

2007 was de taak van het bureau te zorgen voor enerzijds het op punt stellen van de

communicatiestrategie, via marktonderzoek en positionering van de partij, en anderzijds de creatieve

uitwerking ervan. De taak van Van Dyck blijft volgens Van Loo (2008) echter beperkt door de sterke

rol van Noël Slangen in het communicatiegebeuren. Dit wordt tegengesproken door Cornelis

(persoonlijke mededeling, 2009, 13 mei), die meent dat Slangen vanaf 2007 niets meer te maken had

met de campagnevoering.

Page 37: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

37

5.I.4. Sp.a – Spirit

Het interne communicatieorgaan bestaat voor de socialistische partij uit partijvoorzitter Johan Vande

Lanotte, directeur communicatie Thomas Siffer, Campagneleider Milan Rutten, partijsecretaris Alain

André en woordvoerder Vivi Lombaert. De externe communicatiediensten worden geleverd door Jens

Mortier van de Mortierbrigade. Zij zorgen voor communicatieadvies en reclame (Van Loo, 2008; Van

Hoecke, persoonlijke mededeling, 2009, 14 mei). Opvallend gegeven is de rol van Patrick Janssens,

vandaag lid van de sp.a en burgemeester van Antwerpen, die in 1999 als medewerker van het externe

bureau VVL/BBDO de partij nog voorzag van communicatie- en strategisch advies en reclame. Een

jaar later werd Janssens benoemd als partijvoorzitter. Dit illustreert een merkbare tendens binnen de

partij, die nog vaker externe communicatiespecialisten (bv reclamejongen Milan Rutten) of mensen uit

de mediawereld (bv journalist Peter Renard) in de partij zal opnemen. Dit wordt echter zeer sterk

gerelativeerd door partijwoordvoerder Johan Van Hoecke (persoonlijke mededeling, 2009, 14 mei).

Van Loo (2008) concludeert hieruit dat de externe bureaus die geraadpleegd worden een beperktere rol

krijgen, waarbij ze vooral de creatieve en uiterlijke aspecten moesten verzorgen. Hij merkt op dat de

partij de strategische positionering dus meer dan bij de andere partijen in de hand heeft. Van Hoecke

(persoonlijke mededeling, 2009, 14 mei) vermeldt dat ook sp.a, net als CD&V, zijn

communicatiemiddelen uittest op het publiek aan de hand van focusgroepen, maar dat er verder bij

gebrek aan financiële middelen weinig onderzoek gebeurt. De partij voerde in 2007 campagne met

kartelpartner Spirit (Van Loo, 2008).

5.I.5. Groen!

Groen! (voordien Agalev) deed pas in 1999 voor het eerst beroep op externe adviseurs. Voordien werd

alles intern georganiseerd (Van Loo, 2008, p.48-49). Stassen (persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei)

bemerkt de verbetering in de campagnevoering van Groen! sinds 2004 tegenover deze van het

voormalige Agalev. Na het debacle van 2003, waarbij de partij van 11% naar 3% van de stemmen

zakte, beseften de communicatieverantwoordelijken dat een andere aanpak noodzakelijk was. In een

interview met Van Loo gaf Johan Malcorps toe dat de communicatie nogal amateuristisch verliep

(Van Loo, 2008). Pas begin 2004 werd een strakke communicatielijn vastgelegd in een document, op

basis van inhoud, strategische positie en de belangrijkste boodschappen (Stassen, persoonlijke

mededeling, 2009, 6 mei).

Intern bestaat het communicatieorgaan voor de verkiezingen van 2007 uit partijvoorzitter Vera Dua,

campagneleider Jos Stassen, hoofd politieke cel Malcorps en woordvoerder Sylvie Fabré (Van Loo,

2008). Zij nemen in feite alle beslissingen, in samenspraak met het strategisch communicatiebureau

Link. Naast dit bureau werd een klein bedrijfje van twee studenten geraadpleegd voor de creatieve

uitwerking op basis van de beslissingen (Stassen, persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei).

Page 38: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

38

5.I.6. Lijst Dedecker

Nieuwkomer Lijst Dedecker, die in 2007 nog over weinig middelen beschikt, heeft een bescheidener

campagne dan de andere partijen. De organisatie van de campagne voor de verkiezingen van 2007

wordt uitgevoerd door reclamemaker en interne campagneleider Ronny Aernoudt (die zich in de

periode voor de verkiezingen aansloot bij de partij), in samenspraak met partijvoorzitter Dedecker

(Van Loo, 2008). Deslé (persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei) wijst op de chaotische en

geïmproviseerde manier waarop de communicatie verliep. Vooral de website van de partij en het boek

„Rechts voor de raap‟, geschreven door Jean-Marie Dedecker, moesten de campagne ondersteunen.

De enige externe hulp kreeg de partij van Wim Schamp, die alomtegenwoordig lijkt te zijn in de

politieke marketingwereld. Aanvankelijk zou Schamp de hele campagne verzorgen, maar zijn inbreng

werd uiteindelijk beperkt door het logo, omdat het samenwerkingsverband met Dedecker in ruzie

eindigde (Deslé, persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei).

5.II. Structuur en organisatie: Het Vlaams Belang

5.II.1. Organisatie van de interne communicatie

Dienst interne communicatie

De dienst interne communicatie bevindt zich op de hoofdzetel in het Madouplein te Brussel en staat

onder leiding van Arnout Collier. Deze dienst staat in voor de interne communicatie tout court, en

zorgt ervoor dat de interne en externe communicatie gecoördineerd met elkaar verlopen (Collier,

persoonlijke mededeling, 2009, 16 april). Daarnaast zorgt deze dienst voor de elektronische

nieuwsbrief, het Vlaams Belangmagazine en het ondersteunen van de afdelingen, bijvoorbeeld bij het

schrijven van teksten. Tenslotte houdt ze medewerkers op de hoogte van interne standpunten,

persberichten en dergelijke (Wienen, persoonlijke mededeling, 2009, 27 april).

Dienst organisatie

De dienst organisatie, onder leiding van Filip Dewinter, is zowel voor interne als voor externe

communicatie belangrijk. Enerzijds zorgt deze voor de praktische voorbereiding en organisatie van de

nationale campagnes, alsook voor manifestaties zoals congressen, het partijfeest, optochten en

dergelijke. Daarnaast realiseert de dienst organisatie de praktische doorstroming van informatie naar

de plaatselijke besturen. Dit gebeurt via de regionale secretariaten (http://www.vlaamsbelang.org;

Dewinter, persoonlijke mededeling, 2009, 17 juli).

Page 39: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

39

5.II.2. Organisatie van de externe communicatie

De communicatie vanuit de partij verloopt zeer strikt. Verschillende interne diensten staan in voor

specifieke aspecten van de externe communicatie (http://www.vlaamsbelang.org). Deze zullen we in

wat volgt bespreken.

Stilistisch zijn er zowel voor de inhoudelijke als voor de visuele aspecten richtlijnen voorhanden.

Collier (persoonlijke mededeling, 2009, 16 april) verwijst hiervoor naar een intern document waarin

de huisstijl van de partij uitgelegd staat. Dit beperkt zich echter nog in zeer grote mate tot een aantal

grafische kenmerken. Daarnaast vinden er mediatrainingen en debatcoaching plaats waarbij de

partijleden aangeleerd wordt op welke manier zij zich moeten gedragen, en welke accenten zij moeten

leggen.

Organisatie van de externe communicatie met betrekking tot de media:

Persdienst

Voor het algemeen persbeleid is enerzijds partijvoorzitter Bruno Valkeniers verantwoordelijk, en

anderzijds nationaal woordvoerder Joris Van Hauthem (http://www.vlaamsbelang.org). Speciale,

dringende of politiek zeer belangrijke informatie verloopt bijna altijd via de partijvoorzitter, maar voor

normale zaken wordt beroep gedaan op Joris Van Hauthem (Wymeersch, persoonlijke mededeling,

2009, 3 april). Daarnaast is er nog een persverantwoordelijke, Tom Van Den Troost, die zorgt voor de

praktische coördinatie van persberichten, persdossiers, en de organisatie van persconferenties

(http://www.vlaamsbelang.org). Naast de nationale verantwoordelijken zijn er ook de

persverantwoordelijken per fractie (Collier, persoonlijke mededeling, 2009, 16 april).

Organisatie van de externe communicatie met betrekking tot verkiezingscampagnes:

Het Vlaams Belang beschikt over een sterk uitgebouwd netwerk van diensten die verantwoordelijk

zijn voor propaganda en verkiezingscampagnes. Dit wordt volgens Van Loo (2008) mogelijk gemaakt

doordat de parlementsleden de middelen die ze persoonlijk ter beschikking gesteld krijgen doorstorten

naar de partij, die daarmee haar werkingskosten voor de verschillende diensten kan financieren.

Dienst Organisatie

De dienst organisatie is, zoals wij hierboven al vermeldden, ook belangrijk voor de externe

communicatie, met name voor het op touw zetten van manifestaties, evenementen, acties en dergelijke

(http://www.vlaamsbelang.org). Verschillende mensen van de dienst organisatie worden ook ingezet

in de campagnecel, maar de dienst organisatie werkt het hele jaar door, los van de campagnes. Wat de

Page 40: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

40

verkiezingscel uitdenkt, zet de dienst organisatie verder uit in de praktijk (Wienen, persoonlijke

mededeling, 2009, 27 april).

Dienst Propaganda-verkoop

Het Vlaams Belang heeft in de loop der jaren een heel arsenaal aan gadgets, brochures, boeken,

stickers, vlaggen, kentekens, balpennen, ballonnen en dergelijke bijeen gebracht. Deze zijn te koop via

de dienst propaganda. Via een zogenaamde „webwinkel‟ kan men de producten bekijken en bestellen

(http://www.vlaamsbelang.org).

Campagnecel

Hoewel het partijbestuur beslist wat er inhoudelijk aan bod komt in de campagnes, doet de

Campagnecel het voorbereidende werk naar de verkiezingen toe. Zij coördineren het verloop van de

campagne, maar ook de creatieve inbreng (slogan en beelden) en beslissen welke middelen ingezet

zullen worden in de campagne. Hiervoor gaat de Campagnecel op zoek naar experts die ideeën

aanbrengen. Uit al deze ideeën wordt een consensusidee overgehouden (Collier, persoonlijke

mededeling, 2009, 16 april; Wymeersch, persoonlijke mededeling, 2009, 3 april). De medewerkers

van de campagnecel overlappen met deze van de dienst organisatie in een top-down structuur: de

verantwoordelijken van de dienst organisatie en het hoofd van de Desktop Publishing (DTP) - afdeling

maken deel uit van de vergaderingen (Wienen, persoonlijke mededeling, 2009, 27 april). De dienst

staat onder leiding van partijvoorzitter Bruno Valkeniers. Daarnaast heeft ook Filip Dewinter een zeer

grote inbreng in de besluitvorming. Hij is wat je zou noemen „het wonderkind‟ achter de creatieve

ideeën in de campagnes (Wymeersch, persoonlijke mededeling, 2009, 3 april), en eveneens het brein

achter de talrijke stunts, wat Dewinter (persoonlijke mededeling, 2009, 17 juli) ons bevestigt: „Heel

wat van die dingen mogen op mijn naam geschreven worden, ik kan dat niet ontkennen. Het is mijn

ding natuurlijk, het is mijn stijl, ik hou daar persoonlijk wel van. Het ligt dan ook voor de hand dat ik

dat misschien wat meer in de praktijk breng dan anderen‟.

De uiteindelijke, inhoudelijke beslissingen met betrekking tot de campagne worden in consensus

genomen. Deze beslissingen worden voorgelegd aan het partijbestuur; en heel ultiem zelfs aan de

partijraad, waaraan uiteindelijk alle beslissingen worden voorgelegd (Collier, persoonlijke mededeling,

2009, 16 april; Dewinter, persoonlijke mededeling, 2009, 17 juli). Dit was echter niet altijd het geval.

Waar Dewinter vroeger alleen of in samenspraak met de partijvoorzitter kon handelen, heeft nu het

volledige partijbestuur inspraak. Deze evolutie is gegroeid met de partij: het VB werd uitgebreid met

jonge, nieuwe mensen die hun eigen ideeën hebben, en die ook aan bod wensen te komen (Wymeersch,

persoonlijke mededeling, 2009, 3 april). Toch wijst Dewinter (persoonlijke mededeling, 2009, 17 juli)

ons op het belang van een goede stroomlijning door de kopstukken van de partij, zowel inhoudelijk als

stilistisch: „In de communicatie naar het publiek toe, denk ik toch dat dit via zo weinig mogelijk

Page 41: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

41

mensen dient te gebeuren. Zodanig dat je een duidelijke boodschap krijgt, die door herkenbare

mensen neergezet wordt‟.

Wanneer de partij de aandacht van de media wil trekken door stunts, worden deze zorgvuldig

georganiseerd. Er worden zelfs spandoeken gemaakt door de DTP-dienst. Alles moet binnen de

krijtlijnen van de campagne blijven. Volgens Wymeersch (persoonlijke mededeling, 2009, 3 april)

wordt dit bijzonder strikt geleid door het partijbestuur. En niet alleen op vlak van stunts houdt de partij

zeer strak de touwtjes in handen. De lokale en regionale mandatarissen hebben weinig

bewegingsruimte om hun campagne zelf in te vullen. Wymeersch wijst op het overgrote aandeel aan

campagnemiddelen dat door de partij wordt aangereikt: zo‟n 80% tot 90% van de middelen waarover

de lokale afdelingen beschikken wordt door de partij (op nationaal niveau) aangeboden om hen de

uniformiteit en conformiteit met het campagnebeeld te doen volgen. Wanneer een lokale mandataris

zelf een campagne wil opzetten, moet hij eerst toestemming krijgen van de leescommissie, die zowel

taalkundige, inhoudelijke (conformiteit met het partijprogramma) en juridische controle voorziet. Dit

wordt doorgespeeld naar de diensten die de lay-out verzorgen. Tenslotte heeft de lokale voorzitter nog

een kleine marge keuzevrijheid: hij kan zelf beslissen of het drukwerk via de partij gebeurt, dan wel

via een plaatselijke drukkerij. Voor mandatarissen die voor deze laatste optie kiezen is er een cd-rom

voorhanden waarop alle mogelijke affiches te vinden zijn (Wymeersch, persoonlijke mededeling, 2009,

3 april).

De Verkiezingscel geeft ook het Campagnedraaiboek uit, dat de leidraad biedt voor het globale

verloop van de verkiezingen (Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen, 2007).

Grafische Opmaak: DTP

De creatieve uitwerking van de campagnes gebeurt door eigen VB-personeel, ook wel de „DTP‟

genoemd (Collier, persoonlijke mededeling, 2009, 16 april). De partij maakt er naar eigen zeggen „een

erezaak van om bijna alle drukwerken op het Nationaal Secretariaat door eigen vakmensen te laten

ontwerpen. M.a.w. alle brochures, affiches, stickers, boeken, folders, pamfletten, lokale bladen,

verkiezingsdrukwerk, ... worden door de eigen DTP-dienst ontworpen‟ (http://www.vlaamsbelang.org).

Hun werk gaat verder dan louter verkiezingsdrukwerk: ook de boekjes en kranten die daarbuiten

uitgegeven worden, worden verzorgd door de DTP-Dienst (Collier, persoonlijke mededeling, 2009, 16

april). Deze dienst ressorteert onder de dienst organisatie, die onder leiding staat van Filip Dewinter

(Wymeersch, persoonlijke mededeling, 2009, 3 april). Zo houdt Dewinter hier onrechtstreeks de

touwtjes in handen.

Voor de concrete uitwerking wordt, net als bij de andere partijen, beroep gedaan op externe experts.

Collier (persoonlijke mededeling, 2009, 16 april) wil echter geen namen vrijgeven: „u weet dat er een

Page 42: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

42

cordon is, in de media en de politiek, en dat die mensen dreigen gebroken te worden. Bijvoorbeeld

firma‟s die plots niet meer aan bod komen omdat zij aan het Vlaams Belang advies gegeven hebben23

‟.

Toch steekt blijkbaar niet iedere firma zijn politieke voorkeur onder stoelen of banken. Zo is het

Antwerps Reklameburo van Eric Deleu uit Aartselaar (Spruyt, 2006c) – een goede vriend van

Dewinter (Spruyt, 2006a; Wymeersch, persoonlijke mededeling, 2009, 3 april) en in 1982 het

allereerste gemeenteraadslid van het Vlaams Blok in Antwerpen (Spruyt, 2006c) – er niet verlegen om

dat ze de partij weleens met raad en daad bijstaat, overigens al sinds de begindagen van het VB (Van

Loo, 2008). Toch bemerken we dat Vlaams Belang niet op zijn website vermeld wordt (Spruyt, 2006c).

Dit kan natuurlijk ook te wijten zijn aan de minder officiële samenwerking: reclamebureaus worden

volgens Collier (persoonlijke mededeling, 2009, 16 april) slechts voor oppervlakkige raadgevingen

geraadpleegd, meestal worden afzonderlijke personen ingeschakeld. Op de vraag of het VB vandaag

nog veel samenwerkt met het Antwerps Reklameburo antwoordde Collier (persoonlijke mededeling,

2009, 16 april) dat vooral de hoogste bieder telt en indien het A.R.B. nog geraadpleegd wordt, dit

vooral voor drukwerk en dergelijke is. Deleu wordt naar eigen zeggen af en toe wel nog gecontacteerd

voor creatief advies (Van Loo, 2008), hoewel Collier (persoonlijke mededeling, 2009, 16 april)

beweert dat er voor de creatieve uitwerking niet langer samengewerkt wordt met deze man.

Een naam kregen we wel van Frans Wymeersch (persoonlijke mededeling, 2009, 3 april). Hij verwijst

naar reclamegoeroe Wim Schamp, die de partij soms bijstaat. Dezelfde Schamp gaf in 2003 overigens

nog communicatieadvies aan N-VA, net als advies rond strategie en reclame; en in 1999

communicatieadvies aan CD&V (toen nog CVP). Bovendien ontwierp hij het logo van Lijst Dedecker

in 2007 (Van Loo, 2008; Deslé & Casteleyn, persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei). Wienen

(persoonlijke mededeling, 2009, 27 april) ontkent echter de (officiële) betrokkenheid van Wim

Schamp als externe raadgever, hoewel hij niet uitsluit dat deze„tussen pot en pint een van onze

mandatarissen of kopstukken als hij ze tegenkomt wel eens raad geeft‟. Nochtans bevestigde dezelfde

Wim Wienen in een telefonisch gesprek met Frans Wymeersch (die wij op dat moment, zonder

medeweten van Wienen, aan het interviewen waren) dat Schamp de man was die de partij van advies

voorzag. De betrouwbaarheid van Wienen valt met andere woorden danig in twijfel te trekken.

Wienen besluit dat de partij nooit externe bureaus gebruikt en dat ook niet zal doen, aangezien men

van mening is dat ze over voldoende creatieve en capabele mensen beschikken om zelf campagnes te

ontwikkelen, waarmee hij het voorgekauwde partijverhaal boven haalt. Bovendien hecht de partij

23

Een illustratie hiervan is de situatie van Fabrice Morreau, die tot april 2007 als artdirector de rechterhand was

van Filip Dewinter, en eveneens het brein achter tal van propagandacampagnes. Nadat Gazet van Antwerpen

bekend had gemaakt dat Moreau het logo van het VB ontworpen had, werd diens naam geschrapt op de webstek

van Zottegem. Jammer voor de gehandicapte bezoekers, die tot daarvoor via speciale toestellen ook de website

konden bezoeken: met het verdwijnen van de naam van Morreau, verdween ook de code voor de brailletoestellen.

De verklaring van Dirk Van Herzeele, Zottegemse sp.a-schepen luidde als volgt: „Ik wil geen naam van een

fascist op deze webstek […]. Dit is mijn manier om het Vlaams Belang te bestrijden‟ (De Poot, 2005, 19 maart).

Morreau stapte overigens in april 2007 over naar Lijst Dedecker, naar eigen zeggen omdat het Vlaams Belang

zou teruggrijpen naar de harde lijn, waarbij er geen plaats is voor verruiming (Cochez, 2007, 26 april; Freys,

2007, 27 april).

Page 43: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

43

volgens hem weinig geloof aan de bekwaamheid van reclamebureaus om politieke campagnes uit te

werken. Het enige moment waarop het VB volgens Wienen reclamebureaus inschakelt is wanneer er

over praktische zaken onderhandeld moet worden, zoals het bestellen van reclameborden of het

zoeken naar advertentieruimte (Wienen, persoonlijke mededeling, 2009, 27 april). En zo wordt het

voor ons erg moeilijk dit mysterie te ontsluieren.

Wat we wel kunnen besluiten is dat het VB graag laat uitschijnen dat zij al het communicatiewerk zelf

verricht, en vergeleken met de andere partijen klopt dit grotendeels, met uitzondering van LDD, wat

eerder te wijten is aan de uitzonderlijke situatie waarin de partij zich op dat moment bevond dan aan

een bewuste strategie.

5.II.3. Andere diensten met betrekking tot communicatie

Dienst Vorming

De dienst vorming organiseert zelf en coördineert voor de VB-kaderleden, mandatarissen en

personeelsleden verschillende vormingsinitiatieven. Deze hebben zowel een ideologische als een

praktische inslag (http://www.vlaamsbelang.org). De huisstijl van het Vlaams Belang is vastgelegd in

een document24

, maar dit beperkt zich echter vooral tot grafische kenmerken. Om aan de VB-

partijleden te leren op welke manier zij zich moeten gedragen en welke accenten ze het beste leggen,

zijn de mediatrainingen en debatcoaching dus erg belangrijk (Collier, persoonlijke mededeling, 2009,

16 april).

24

Dit document is, zoals we hiervoor reeds aanhaalden, het campagnedraaiboek; dat als uitgave van het

kaderblad van de partij verschijnt en aan de mandatarissen van de verschillende afdelingen doorgegeven wordt

(Wymeersch, persoonlijke mededeling, 2009, 3 april).

Page 44: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

44

6. Product, strategie en concept

6.I. Brede omkadering van de verkiezingen van 10 juni 2007

De federale verkiezingen van 10 juni 2007 werden gehouden na acht jaar leiderschap van premier Guy

Verhofstadt (Vlaamse Liberalen en Democraten). Op 10 juni werd gestemd over de samenstelling van

zowel de Kamer van Volksvertegenwoordiging als de Senaat, via een semi-open list systeem met

proportionele representatie. Voor iedere kamer moest de kiezer één lijst kiezen (Pilet & van Haute,

2008). Deze verkiezingen werden geen voorbeeld van een memorabele gebeurtenis (Van Aelst, 2008),

tenzij misschien voor de paarse sociaal-liberale coalities (PS, sp.a-Spirit, OpenVLD en MR), voor wie

de uitkomst van de verkiezingen rampzalig was (Pilet e.a., 2008). Er was geen dominant thema, noch

een spannende tweestrijd. Volgens de auteurs concentreerde het pre-electorale debat zich meer op wie

de nieuwe eerste minister zou worden, dan op politieke issues.

Dit alles heeft natuurlijk zijn weerslag op de strategie van het Vlaams Belang, waardoor we het belang

van een grondige bespreking van deze problematiek inzien. We zullen in wat volgt de belangrijkste

issues rond de verkiezingscampagne van 2007 bespreken.

6.I.1. Het communautaire thema

Zowel in de lange aanloop naar als in de drie weken voor de verkiezingen was het communautaire

thema erg belangrijk. Slechts enkele thema‟s waren meer prominent aanwezig: „De campagne van

2007 ging over belastingverlagingen, de opwarming van de aarde, de creatie van jobs, de hoofddoek

achter het loket,… kortom over zowat alle aspecten van het federale politieke bedrijf‟ (Van Aelst,

2008, p.19). Volgens de auteur werd er gemiddeld genomen niet opvallend veel meer aandacht besteed

aan het communautaire thema, terwijl Pilet e.a. (2008) de constitutionele hervorming wel degelijk de

absolute leidraad doorheen de verkiezingscampagne noemen.

6.I.2. Presidentiële campagnes

Van Aelst (2008) merkte ook een ander opvallend gegeven op met betrekking tot de verkiezingen van

2007. Hij heeft het in dit verband over de zogenaamde „presidentiële campagne‟; waarbij gedoeld

wordt op een fenomeen waarbij de partij herleid wordt tot haar leider, die volledig naar voor

geschoven wordt; met als doel mee te genieten van de kanseliersbonus. Pilet verwijst naar Fiers &

Krouwel (2004, p.143) die het hebben over „a horse race between the leaders of the largest parties‟.

Drie partijleiders streden om het volgende Belgische premierschap: Yves Leterme (CD&V-N-VA),

Guy Verhofstadt (Open VLD) en Johan Vande Lanotte (sp.a-Spirit) (Pilet e.a., 2008).

Page 45: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

45

CD&V – N-VA: Yves Leterme

Als populairste politicus van (begin) 2007 en boegbeeld van de christendemocraten leek het een

logische stap dat Yves Leterme naar voor geschoven zou worden als kanidaat-premier (Van Aelst,

2008). Maar aangezien Leterme in 2007 nog zetelend minister-president van de Vlaamse regering was,

wachtte CD&V tot op de laatste dag voor de sperperiode om bekend te maken dat hij de lijsten ging

trekken. Een magazine bij „De Zondag‟ was de uitgelezen manier hiervoor, maar financieel zeer zwaar

om dragen. Om de kosten te drukken deed de partij beroep op haar militanten, die van zaterdag op

zondag de hele nacht in de drukkerijen zelf het boekje „Wij allemaal!‟ tussen de kranten staken, en

deze vervolgens gingen verspreiden naar alle Vlaamse bakkers (Van den Bergh, persoonlijke

mededeling, 2009, 6 mei). Jeroen Overmeer, woordvoerder van N-VA, merkt op dat Leterme een état

de grâce kende in de periode voor de verkiezingen van 2007: „alles wat hij deed was goed‟. Het

gevolg was dat CD&V met Leterme als kopman ging verruimen naar de kiezers van sp.a en Open Vld,

waardoor N-VA zich kon richten op haar „core business‟: de eigen Vlaamsgezinde kiezers – die bang

waren dat N-VA door het kartel haar Vlaamse eisen uit het oog zou verliezen – plezieren, en

vermijden dat de achterban de kant van het Vlaams Belang of Lijst Dedecker zou kiezen (Overmeer,

persoonlijke mededeling, 2009, 1 mei).

Open Vld: Guy Verhofstadt

Voor de liberale partij zijn het vooral Guy Verhofstadt en diens expertise die op de voorgrond

geplaatst worden. Het vierde burgermanifest van de toenmalige premier, „pleidooi voor een open

samenleving‟, dient als basis voor het verkiezingsprogramma en de naamsverandering van de partij

naar Open Vld (Van Aelst, 2008; Cornelis, persoonlijke mededeling, 2009, 13 mei). Eveneens wordt

vlak voor de sperperiode „Een open boek. 8 jaar Verhofstadt‟ uitgegeven, dat volgens Van Aelst de

ervaring en internationale uitstraling van de premier moet benadrukken. „Het boek, en bij uitbreiding

de hele campagne, heeft een echt presidentieel karakter, de aandacht voor de overige Open Vld

politici in de partijcommunicatie blijft beperkt‟ (Van Aelst, 2008). Nochtans meent Cornelis

(persoonlijke mededeling, 2009, 13 mei) dat, ondanks de voordelen van een politicus met acht jaar

leiderschap, het niet helemaal de keuze van de partij was om Verhofstadt naar voor te schuiven:

„Iemand die acht jaar lang zoveel in de media is geweest, daar komt op den duur ook sleet op‟. Toch

wogen de voordelen ervan blijkbaar door op de nadelen.

Sp.a - Spirit: Johan Vande Lanotte

De socialisten kunnen in deze trend natuurlijk niet achterblijven. Uit angst om het onderspit te delven

gaat ook sp.a de presidentiële toer op. In tegenstelling tot het „teletubbie‟-concept van 2003 zal nu niet

de hele ploeg als lijsttrekker opkomen, maar zal gedurende de laatste weken van de campagne Johan

Vande Lanotte sterk op de voorgrond geplaatst worden (Van Aelst, 2008b). Dit bemerkt ook Van den

Page 46: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

46

Bergh (persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei): sp.a werd bang „de boot te missen‟, en schoof Vande

Lanotte naar voor, „maar dan vooral om mee te kunnen spelen in het debat‟. Dit bevestigt Johan Van

Hoecke (persoonlijke mededeling, 2009, 14 mei), die het heeft over „de grootste fout die we toen

gemaakt hebben‟.

Van Aelst beweert in dit verband het volgende: „de andere Vlaamse partijen, die niet over een

gelijkaardige geloofwaardige kandidaat beschikken, zien deze evolutie met lede ogen aan. Vooral

naarmate duidelijk wordt dat de media in hun programmatie gaan focussen op de kandidaat-premiers

stijgt het ongenoegen.‟ (Van Aelst, 2008).

Jos Stassen, die in 2007 campagneleider van Groen! was, merkt op dat zijn partij hier eigenlijk niet op

kon reageren. In een poging om toch in te breken in de campagne, schoof Groen! Bart Staes naar

voren als „toekomstig klimaatminister‟, onder het motto “zet Groen! aan het werk”. Deze poging bleek

echter niet het gewenste resultaat te hebben, de partij werd volledig weggedrongen (Stassen,

persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei). Volgens de Standaard hekelde ook Vlaams Belang de

zogenaamde „kanselierscampagne‟, volgens Dewinter „een schijngevecht dat uiteindelijk toch geen

verschil maakt. De traditionele partijen zijn toch één pot nat‟ (De Standaard, 15 februari 2007). Dat

lezen we ook op de Vlaams Belang-webstek: „Frank Vanhecke, Filip Dewinter en Gerolf Annemans

stelden dat de traditionele partijen - en dus ook heel wat media - van 10 juni een kanseliersverkiezing

proberen te maken. Alsof het alleen zou gaan om wie er de volgende eerste minister wordt -

Verhofstadt of Leterme‟. Toch meent ook Collier (persoonlijke mededeling, 2009, 16 april) dat een

partij niet om haar kopstukken heen kan: het product dat een partij verkoopt, namelijk haar programma,

is niet tastbaar. Dat zorgt ervoor dat bepaalde kiezers moeilijk kunnen vatten wat de eigenlijke

boodschap is. Hier een gezicht op kleven maakt het programma veel bevattelijker, waardoor ook het

VB enigszins meedoet met de trend. Deze situatie heeft haar belang voor de partij: Vlaams Belang

roept als tegencampagne de „Vlaamse kracht‟-campagne in het leven, die duidelijk zou maken

„waarover het wel gaat‟, en dat is volgens hen een beter bestuur voor Vlaanderen

(http://www.vlaamsbelang.org), waarmee de partij ook tracht mee te varen in het communautaire

thema, dat toch voor een groot deel de koers van de verkiezingen bepaalt. De „Vlaamse Kracht‟-

campagne zullen we verderop uitvoerig bespreken.

6.II. Product

De „producten‟ die een politieke partij aan de man wil brengen, zijn natuurlijk haar programmapunten.

Aangezien we deze in het deel „het Vlaams Belang‟ reeds uitvoerig besproken hebben, zullen we hier

slechts kort bij stilstaan.

Tegenover de andere partijen, die volgens Dewinter „één pot nat‟ zijn, biedt het Vlaams Belang de

kiezer „concrete thema‟s‟ aan, „waarmee de partij het verschil wil maken‟ (Brinckman, 2007, 15

Page 47: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

47

februari). Op de cd-rom „Vlaams Belang. Verkiezingen 10 juni 2007‟ worden de programmapunten

van het Vlaams Belang overlopen in wat Gerolf Annemans „Het toekomstplan voor Vlaanderen‟

noemt. We zullen deze slechts kort aanhalen, aangezien wij hier reeds uitvoerig over uitweidden in het

deel „Het Vlaams Belang‟. Wat de partij zelf naar voor schuift als de belangrijkste thema‟s van de

inhoudelijke campagne, zijn Vlaamse onafhankelijkheid, een harde aanpak van de criminaliteit, een

„streng maar rechtvaardig‟ vreemdelingenbeleid, aandacht voor het gezin, vrije meningsuiting en

economische welvaart (http://www.vlaamsbelang.org).

6.III. Positionering- en segmenteringstrategie

In het voorgaande deel gaven we een bredere omkadering van de verkiezingscampagne van 10 juni

2007, omdat een partij nu eenmaal niet alleen staat in het politieke landschap. Afhankelijk van de

strategie van de andere partijen zal een partij haar eigen positionering en segmentering aanpassen. Zo

reageert Vlaams Belang in haar precampagne op het presidentiële thema en de uniformiteit tussen de

partijen, en speelt het met haar hoofdcampagne in op de communautaire problematiek. In wat volgt

bespreken we hoe de positionering- en segmenteringstrategie van het Vlaams Belang eruit zagen in

2007.

6.III.1. Positionering

De positionering van een partij vormt volgens Saelens (2008) de kern van haar communicatiestrategie.

Het gaat hier om de boodschappen die de partij naar haar doelgroepen communiceert, om zo haar

vooropgestelde doelstellingen te kunnen realiseren. Volgens de auteur (Saelens, 2008, p.9-10)

betekent een goede positionering „het innemen van een zich positief onderscheidende imagopositie ten

opzichte van de concurrentie in het geheugen van de personen die tot de doelgroepen van de

organisatie behoren‟.

Waar vroeger een politieke partij alleen de spreekbuis was van haar leden of van de belangengroepen

die aanleunden bij de partij, zien we dat de partijen na een aantal evoluties (vlottende kiezers,

ontzuiling enz.) eens te meer vechten voor iedere stem. Bovendien „shoppen‟ kiezers meer tussen

partijen. Traditie en gewoonte moeten aan belang inboeten. „De politiek wordt nerveuzer, alle partijen

zijn door kartels aan elkaar gewaagd, marketingtechnieken en aantrekkelijke persoonlijkheden

worden belangrijker‟ (Devos, 2005, p.276). De partijen moeten zich daarom sterk kunnen positioneren.

Hiervoor is een duidelijke vertolking van de kernstandpunten belangrijk. Wanneer een partij erin

slaagt een eigen Unique Selling Proposition25

in te nemen, kan ze zich op een unieke manier

onderscheiden van de anderen (Saelens, 2008). Zeker wanneer we de situatie van 2007 bekijken, waar

25

De Unique Selling Proposition of USP is een marketingconcept, dat de unieke eigenschappen van een product

(in dit geval de politieke boodschap) omvat die het van andere producten onderscheidt (Saelens, 2008).

Page 48: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

48

de drie voorzitters van de traditionele partijen het politieke debat bepaalden en de andere partijen bijna

moesten schreeuwen om aandacht, is een sterke positionering erg belangrijk. Ook het Vlaams Belang

zag de noodzaak van een goede USP in. De partij hamert erop dat ze „echt het verschil wil maken‟

(Collier, persoonlijke mededeling, 2009, 16 april). Dit doet ze zowel inhoudelijk als stilistisch, zoals

we verderop zullen bespreken.

Hoedanook kunnen we zeggen dat de partij een buitenbeentje is, zowel qua standpunten als qua

communicatiestijl. Zo wijst Wienen (persoonlijke mededeling, 2009, 27 april) op het

vreemdelingenstandpunt en de radicale eis tot Vlaamse Onafhankelijkheid in één beweging26

.

Daarnaast gebruikt de partij duidelijke slogans en standpunten, spreekt ze onverbloemd en „in de taal

van het volk‟. Volgens Jagers en Walgrave (2006) creëert deze populistische trend een enorme

retorische afstand tussen het VB en de andere partijen en krijgt het VB op die manier een heel eigen

positie. We citeren in dit verband Wienen (persoonlijke mededeling, 2009, 27 april): „Wij hebben

nooit om een of ander onderwerp doekjes gewonden om toch maar de kiezer te paaien. We hebben

altijd zeer duidelijk en rechtlijnig gecommuniceerd met de bevolking, en ik denk dat dat onze sterkte

is: de rechtlijnigheid, de consequentheid van onze boodschap en de eenvoudige boodschap die we

altijd hebben gebracht‟. We mogen hierbij natuurlijk niet vergeten dat de partij door het cordon nooit

heeft moeten onderhandelen om een regeringscoalitie te vormen, en dientengevolge ook nooit haar

standpunten heeft moeten bijsturen. De opmerking die Wienen maakt is volgens ons dan ook slechts

een excuus voor de „maagdelijkheid‟ van de standpunten van het VB.

6.III.2. Segmentering en doelgroepenbeleid

Onder segmentering verstaan we „het onderverdelen van de interne en externe omgeving van de

organisatie in homogene doelgroepen waarmee we een relatie hebben of willen ontwikkelen‟. Om

doelgericht te communiceren zal een partij meestal haar publiek indelen in doelgroepen, waaraan ze

haar kernboodschap aanpast (Saelens, 2008, p.9).

De partij ziet in de kiezerswereld drie grote doelgroepen, zijnde de eigen kiezers, de bereikbare kiezers

en de onbereikbare kiezers. In de eerste plaats zal de partij zich richten op het eigen electoraat,

vervolgens op de bereikbare, „zwevende‟ kiezers. Naar deze kiezers werd nog geen kwantitatief

onderzoek gevoerd vanuit de partij. Wel wordt het programma afgetoetst, net als de standpunten en de

manier waarop de partij overkomt. Hiervoor vinden er op regelmatige basis panelgesprekken en

samenkomsten met focusgroepen. De verschillende groepen worden dan verder gesegmenteerd in

doelgroepen, die vooral gebaseerd zijn op demografische kenmerken. Wel is er een evolutie merkbaar

26

Ook N-VA ijvert voor Vlaamse Onafhankelijkheid, „maar die heeft een andere strategie: zij willen stapje voor

stapje gaan, terwijl wij zeggen: we hebben al stapjes genoeg gezet, het is nu tijd voor Vlaamse

onafhankelijkheid‟ (Wienen, 2009).

Page 49: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

49

in de richting van psychografische kenmerken, die zich eerder op de benefits richten die mensen

verkrijgen wanneer ze op de partij zouden stemmen, wanneer de partij zou deelnemen aan de macht.

Een voorbeeld is hier de recente campagne „2000€ extra verdienen?‟„die inspeelt op wat mensen

zouden kunnen hebben, dankzij het VB‟. Concrete doelgroepen heeft de partij niet, ze richt zich op de

hele kiezersmarkt, met andere woorden: de hele Vlaamse bevolking: „We zijn geen liberale partij

maar we hebben een aantal liberale standpunten, en we zijn ook geen sociale partij maar toch hebben

we een aantal sociale standpunten. Dat is wat duidelijk naar voor kwam op ons economisch congres

in 2005, „Welvaart voor iedereen‟: het Vlaams Belang is een partij voor de hele Vlaamse bevolking,

dat zowel werknemers als werkgevers aan dezelfde kar wil laten trekken, omdat zij eigenlijk dezelfde

belangen te verdedigen hebben‟ (Collier, persoonlijke mededeling, 2009, 16 april).

Ondanks het overkoepelende beleid met één centrale doelgroep, wordt aan bepaalde groepen toch

afzonderlijke aandacht besteed. Dit speelt zich echter vooral op provinciaal en regionaal vlak af 27

(Wymeersch, persoonlijke mededeling, 2009, 3 april).

6.IV. Concept, lay-out en vorm

6.IV.1. Persoonlijke stijl

Een stijl die zeer duidelijk naar voor komt binnen in de manier waarop Vlaams Belang communiceert

met zijn kiezers is populisme, een populaire communicatiestrategie onder politieke partijen. Het is niet

links of rechts, maar een standaardtechniek. Ook bij Vlaams Belang, volgens Jagers e.a. „a textbook

case of populism‟, vinden we de belangrijkste kernpunten van populisme terug, en meer bijzonder

deze van het Nieuw-Rechtse populisme (zoals daar zijn: immigratie, belastingen, misdaad en

nationalisme) (Jagers e.a., 2006). We bemerken hier, in navolging van Pilet e.a. (2008), dat het VB

echter niet de enige partij is die de populistische strategie graag hanteert.

Populisme staat volgens Jagers e.a. (2006, p.319) dicht bij het volk, en voert tegelijkertijd een koers

tegen het establishment. De onderzoekers tonen aan dat „the Vlaams Blok‟s external communication is

characterised by an outspoken and all-pervading populism‟. Reeds bij haar stichting in 1978 gebruikte

de partij anti-elitaristische standpunten, en begon een specifiek discours in te slaan, meer bepaald het

viseren van buitenlanders. Toch werd het VB pas volledig populistisch na haar eerste grote electorale

succes, toespelingen maken op het volk en in diens naam spreken is immers enkel zinvol wanneer dit

27

Een voorbeeld van het doelgroepenbeleid rond jongeren is het initiatief „Flanders Nation‟, waarbij VB-

jongeren tussen 18 en 22 jaar regelmatig dancings en praatcafés bezoeken en daarbij gadgets uitdelen27

.

Bovendien worden, afhankelijk van het budget, ook zoveel mogelijk eerste kiezers schriftelijk aangesproken. De

bedoeling is om jongeren aan te spreken „op een verstandige en begrijpelijke manier‟, en rond de problematiek

die hen aangaat (Wymeersch, persoonlijke mededeling, 2009, 3 april).

Page 50: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

50

volk de partij ook enigszins steunt. Populisme wordt dus niet enkel om strategische, maar ook om

ideologische redenen aangewend. Hoe meer een partij zich afzet tegen het gangbare politieke systeem,

hoe meer het vervalt in een populistische stijl.

Daarnaast merken Breuning en Ishiyama (1998) ook een retorische28

communicatiestijl op, die de

partij hanteerde van bij haar eerste electorale successen. Het gaat hier om een militante strategie, waar

de andere partijen vooral terugvallen op gematigde of intermediaire communicatiestijlen. De militante

strategie onderstelt een fundamentele breuk met de grotere sociale en politieke structuren. Retoriek

wordt een wapen ter verandering van de politieke en sociale scène, waardoor er ook veel belang

gehecht wordt aan goede actoren. Bepaalde woorden worden bewust gebruikt omwille van hun

negatieve connotatie (bv “vreemdelingen”), of de partij zal er een negatieve connotatie rond creëren

(bv “België”, dat als “historische vergissing” geclaimd wordt). Dit onderzoek dateert echter uit 1998,

waardoor het niet bepaald actueel is. Bijgevolg kunnen we over sommige andere, hedendaagse partijen

bovendien geen uitspraken doen.

Het Vlaams Belang is boven alles een partij die professioneel geleid wordt, „with large amounts of

money, an unusually clear political position, and convincing and verbally skilled politicians; without

internal disputes; and, above all, with a smart, omnipresent, and pronounced populist communication

strategy striking the antipolitical chords in the population at large‟ (Walgrave e.a., 2004, p.480).

Jagers en Walgrave (2006, p.321) vullen aan: „above all, however, Vlaams Blok29

appears to have

developed a smart, omnipresent and pronounced communication strategy, perfectly suited for striking

anti-political chords‟.

6.IV.2. Stijl van de Vlaams Belangpropaganda

6.IV.2.1. Inhoudelijke stijl van de propaganda

De inhoudelijke kernpunten van de Vlaams Belangpropaganda sluiten aan bij de grondbeginselen van

haar partijprogramma. In de stijl van de propaganda zien we vooral de typische populistische trend

duidelijk terugkomen. We zullen achtereenvolgens de kernpunten van populisme (en meer specifiek

het populisme van Nieuw-Rechts) bespreken, zoals daar zijn:

28

Met „retorisch‟ hebben we het over een communicatietechniek, waarbij we een term gebruik die verwisselbaar

is met de termen „overtuiging‟ en „overreding‟. Een definitie hiervoor vinden we bij Andersen (1983, p.7):

„communication in which the communicator seeks through the use of symbolic agencies, particularly language,

to effect a desired voluntary change in the attitudes and/or actions of the receivers‟. 29

We bemerken hier dat, hoewel het artikel geschreven werd in 2006, de benamingen „Vlaams Blok‟ en „Vlaams

Belang‟ door elkaar gebruikt worden. Wij gaan dus mee in de hier gehanteerde veronderstelling van continuïteit

tussen beide partijen, en stellen dat de bevindingen m.b.t. het Vlaams Blok ook opgaan voor deze van het

Vlaams Belang.

Page 51: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

51

1. Anti-establishment

2. Dicht bij het volk staan

3. Homogeniteit onder de bevolking en het gebruik van zondebokken

4. Immigratie

5. Belastingen

6. Misdaad

7. Nationalisme

Deze punten hebben we al uitvoerig besproken aan de hand van Jagers en Walgrave (2006). We zullen

achtereenvolgens nagaan waar elementen uit het onderzoek van deze auteurs en uit andere

wetenschappelijke bronnen van toepassing zijn op de stijl van het Vlaams Belang, en deze vervolgens

illustreren met empirische gegevens die we verkregen hebben uit krantenberichten, interne

documenten en de Vlaams Belangwebstek. We willen hier echter nogmaals benadrukken dat het noch

om een kwantitatieve, noch om een representatieve benadering gaat, en dat deze voorbeelden

bijgevolg enkel dienen ter illustratie van de tekst. Bovendien zullen deze voorbeelden zich niet

beperken tot de verkiezingscampagne van 2007.

1. Anti-establishment

Antipolitiek

Politici worden verweten de schuldigen te zijn achter alle mislukkingen. Ze zouden incompetent zijn

en bovendien de dingen saboteren. Ook hier zijn voorbeelden te over waarbij Vlaams Belang deze

mening kleurrijk verspreidt (Jagers e.a., 2006).

Een voorbeeld in dit verband is de precampagne

n.a.v. de verkiezingen van 2007, waarbij de

gekende „horen, zien en zwijgen‟-aapjes gebruikt

werden om het standpunt van het Vlaams Belang

tegenover de andere partijen te verduidelijken, een

campagne die volgens Filip Dewinter „aan iedereen

duidelijk maakte dat de traditionele partijen doof,

stom en blind bleven voor de echte problemen van

de Vlamingen‟ (Campagnedraaiboek Vlaams

Belang, 2007).

Afbeelding: http://www.vlaamsbelang.org/0/2902/

Page 52: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

52

Anti-elitarisme

En dit geldt niet alleen voor politici, maar ook voor de andere elites, zoals intellectuelen, de media en

economische machten. Haar anti-establishmentdiscours distantieert het VB van alle andere partijen

(Jagers e.a., 2006).

2. Dicht bij het volk staan

Populisme beroept zich op en identificeert zich met het volk. Men pretendeert in haar naam te spreken

en positioneert zichzelf als dicht bij de burger. Dit uit zich in uiterlijke tekens afkomstig van de

partijleden, zoals dagdagelijkse spreektaal hanteren, maar bovenal door de soevereiniteit van „het

volk‟ en zijn wil te benadrukken. Zo tracht de politicus aan te tonen dat hij rekening houdt met de

belangen en beslommeringen van zijn publiek, dat hij deze belangen wil verdedigen, en dat hij niet

vervreemd is van het publiek maar integendeel weet wat het volk wil (Jagers e.a., 2006).

Ter illustratie citeren we Frank Vanhecke (2008) die ons in zijn column „ons gelijk‟ een

schoolvoorbeeld van populisme aanreikt: „Revolutionairen en revolutionaire ideeën worden wel vaker

het mikpunt van hoon, verkettering of heksenjacht. Het is het lot van rebelse geesten die durven ingaan

tegen de machthebbers en de heersende opvattingen… Dat heeft ons nooit belet om de waarheid te

zeggen, om te “zeggen wat u denkt”, om te zeggen wat moest gezegd worden. En dat zullen wij ook

morgen blijven doen‟. Hier verwijst Vanhecke naar de titel van het recente boek van Filip Dewinter,

„Zeggen wat u denkt‟, die ook voor zich spreekt. Dit is de gangbare taal die we ook op de rest van de

website terugvinden (http://www.vlaamsbelang.org), net als op de voorpagina van de VL-kranten,

waar we lezen: „VL Krant - zegt wat u denkt!‟ (VL Krant, 2009, februari).

3. Homogeniteit onder de bevolking en het gebruik van zondebokken

Homogeniteit tussen de leden van het volk wordt als ideaal beschouwd en bepaalde

bevolkingsgroepen worden uitgesloten. Het volk wordt immers gezien als een homogene categorie,

waarbij mensen dezelfde belangen delen en door dezelfde kenmerken gekarakteriseerd worden. De

vijand staat niet alleen boven het volk maar ook ertussen. De waarden van sommige groepen zijn niet

verenigbaar met de algemene belangen van het volk. Daardoor worden deze groepen beschouwd als

een bedreiging voor en een smet op de samenleving. Ze moeten dus argwanend behandeld worden, of

zelfs verwijderd van het territorium van het volk (Jagers e.a., 2006). Men schuift een beeld naar voor

Page 53: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

53

van een wereld die er veel beter uit zou zien als de migranten verdwenen waren. Zo wordt er een

zichtbaar vijandsbeeld gecreëerd (Swyngedouw, 1992).

Zowel in de programmapunten als in de externe communicatie van de partij kunnen we een aantal

grote groepen zondebokken onderscheiden, zijnde Walen, immigranten, asielzoekers en criminelen

(http://www.vlaamsbelang.org; Jagers & Walgrave, 2006). Onderzoek toont aan dat hoewel alle

partijen hun traditionele „vijanden‟ hebben, deze categorieën nauwelijks in diskrediet gebracht worden.

Men zal enkel bepaalde groepen naar voor schuiven en hen tonen dat ze begaan zijn met hun

problemen. De enige partij die wel vervalt in een negatief discours is het Vlaams Belang. In haar

exclusiestrategie stigmatiseert zij systematisch bepaalde groepen, de „zondebokken‟ die we hierboven

genoemd hebben (Jagers & Walgrave, 2006).

Opvallend is dat vooral de Islam gezien wordt als de spil van het kwaad. Een toonbeeld van

islamofobie is het nieuwe boek van partijkopstuk Filip Dewinter, getiteld “Inch‟ Allah”, dat op 2

maart 2009 uitgebracht werd (http://www.filipdewinter.be). Hierin wordt beschreven hoe moslims „het

continent hebben overspoeld, met als doel Europa te koloniseren en er een soort Eurabië van te maken.

[…] De islam zal ons op een bepaald moment proberen te verdringen en te overheersen. Met de

massa-immigratie hebben we het paard van Troje van de islam binnengehaald‟ (de Groot & ten Hove,

2009). Tegenover andere religies is Dewinter dan weer eerder mild. Zo voert Dewinter volgens Renard

(2005a, 7 december) een „charmeoffensief‟ tegenover de joodse gemeenschap door het geven van

interviews en het innemen van pro-Israëlische standpunten. Slim bekeken voor een man die hoopte

burgemeester van Antwerpen te worden.

4. Immigratie

Een typisch kenmerk van het Nieuw-Rechtse populisme is volgens Jagers en Walgrave (2006) de

focus op het thema migratie. Het is een belangrijk kernpunt in het programma van de partij

(cdrom.vlaamsbelang.be). In feite hangt immigratie samen met het thema „homogeniteit onder de

bevolking en het gebruik van zondebokken‟, aangezien immigratie multiculturaliteit met zich

meebrengt, wat volgens het VB „een verarming van de Vlaamse cultuur is‟

(http://www.vlaamsbelang.org). Zoals we hierboven al aantoonden met Swyngedouw (1992) schuift

de partij een wereld naar voor die veel beter zou zijn als de migranten verdwenen waren.

Er zijn voorbeelden te over waarbij het VB stunts, krasse uitspraken of beledigende cartoons rond

immigratie de wereld instuurt. We doen hier een greep uit het aanbod.

Page 54: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

54

Marokko-trip

Op 8 december 2005 trekt een Vlaams Belangdelegatie, bestaande uit de musketiers Filip Dewinter,

Frank Vanhecke en Marie-Rose Morel, naar de Marokkaanse hoofdstad Rabat. Doel van de reis is om

aan de pers uit te leggen waarom Marokkanen beter niet naar België komen: „We zijn het OCMW van

de wereld niet‟ (De Standaard, 8 december 2005). De hele actie wekte zowel intern als extern heel wat

wrevel op. Binnen de partijtop moest lang gezocht worden naar eensgezindheid, en ook daarbuiten

geraakten de gemoederen verhit. Zo kregen Belgische cameraploegen geen toelating om te filmen,

wou geen enkele officiële ambtenaar contact hebben met de Vlaams Belangpolitici, en bovendien

zweeg de Marokkaanse pers stil over het bezoek (Wilmet & Danneels, 2005, 8 december) - althans

volgens de eerder neutrale berichten. Op de website van het Vlaams Belang lezen we iets heel anders30

.

We kunnen dan ook geen sluitend antwoord geven op de vraag wie hier de waarheid vertelt, en wie

overdrijft.

In feite was de hele reis niet meer dan een soort dekmantel, stelt Renard (2005b, 7 december) in

Knack: „De persconferentie van het Vlaams Belang is vooral een propagandanummertje bedoeld voor

binnenlands gebruik‟. Toch stelden een aantal VB-politici zichzelf de vraag of dit wel zo‟n goede

reclame was voor de partij. Men riskeerde immers dat de nieuwe focus op migranten het zachtere

imago zou kunnen schaden: „De groep Annemans' die al langer bezig is de harde, extreemrechtse

tanker naar zachte wateren te laveren, vreest vooral dat dit reisje het wat bijgeschaafde imago ernstig

kan schaden. Voor een partij die nog maar net een sociaaleconomisch programmaluik heeft neergezet,

is het misschien ook niet verstandig nu meteen weer het ingewikkelde probleem van migratie,

arbeidsmigratie en de vergrijzing van het oude Europa te versmallen tot de aanwezigheid van een

paar rotjochies in onze contreien‟ (Wilmet & Danneels, 8 december 2005).

„Illegaal in Antwerpen: ik keer tevreden terug!‟

Op 19 november 2008 kondigt Vlaams Belang aan een campagne te organiseren die gericht is op de

illegalen die in Antwerpen verblijven. Het werkt hiervoor naar eigen zeggen samen met het ALCEC31

,

dat „Afrikanen wil waarschuwen voor de gevaren van illegale immigratie, en werkt aan de sociale re-

integratie van illegalen die ervoor kozen om terug te keren naar hun land‟. Ook de oproep tot actieve

ontradingscampagnes om economische asielzoekers aan te sporen niet naar België te komen horen

hierbij. Samen met het ALCEC werd er bovendien een gids opgesteld met de lyrische titel: „Illegaal in

Antwerpen? Ik keer tevreden terug!‟, die informatie bevat over vrijwillige terugkeermogelijkheden.

30

In het verslag van de Marokko-trip lezen we het volgende op de website van de partij: „Zo bracht de grootste

avondkrant van het land Maroc Soir daags voor de persconferentie een uitgebreid interview met Filip Dewinter,

iets wat ook het belangrijk weekblad Telquel deed. […]Het moet De Gucht en consoorten weinig deugd gedaan

hebben, maar diezelfde sfeer kon ook worden opgesnoven op de persconferentie, die plaatsvond in het Hilton-

Hotel te Rabat. Het gebeuren werd druk bijgewoond. Er waren journalisten aanwezig van zowat alle

Marokkaanse kranten en weekbladen, van televisiezenders als Al Jazeera en Magreb TV, maar ook van

persagentschappen als bijvoorbeeld Reuters en AFP, en – dichter bij huis – van dagbladen als De Telegraaf en

zelfs De Morgen‟ (www.vlaamsbelang.org). 31

ALCEC staat voor Association de Luttre Contre l‟Emigration Clandestine

Page 55: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

55

Bovendien werd een „illegalofoon‟ opgericht, waar illegalen telefonisch informatie kunnen verkrijgen

over een terugkeer naar hun thuisland (http://www.filipdewinter.be). We bemerken de spottende

bijklank in de benamingen en vragen ons af in welke mate deze campagne werkelijk illegalen wil

helpen en hen ook echt tracht te bereiken, dan wel of de partij gewoon haar standpunt wil verspreiden

onder de Vlaamse bevolking. Collier (persoonlijke mededeling, 2009, 16 april) bemerkt dat het doel

van deze actie zich in de eerste plaats inderdaad situeert in het wijzen van de bevolking op het

regeringsbeleid rond deze problematiek. Zowel Wienen (persoonlijke mededeling, 2009, 27 april) als

Collier geven toe dat men niet kan garanderen dat er überhaupt wel illegaal aanwezige mensen bereikt

worden met dit initiatief.

Actie: steden tegen de islamisering

Eén van de initiatieven waarin Vlaams Belang meevoer in het kader van zijn anti-immigratiebeleid is

de actie „Steden tegen de Islamisering‟. Deze organisatie zag het daglicht in januari 2008. Volgens het

charter is het doel van deze stichting om samen met de andere deelnemende organisatie „de strijd

tegen de islamisering op elkaar af te stemmen, samen actie te voeren en onderling informatie uit te

wisselen, met als doel op een gecoördineerde en nog beter geïnformeerde manier de islamisering van

de West-Europese steden te kunnen bestrijden‟. „Steden tegen islamisering‟ organiseert acties en houdt

internationale congressen. Op de website vinden we zowel aanstootgevende taal als sterk gekleurd

beeldmateriaal. Zo worden – volgens de organisatie – onze Westerse beschaving en zijn waarden

bedreigd door de Islam en zijn moskeeën „katalysatoren voor de islamisering van stadswijken‟. Het

meest spraakmakende materiaal is echter de link naar een YouTube filmpje uit 2006, dat nu ook aan

het STI-project gelinkt wordt, en waarin we te horen krijgen „wat de radicale Islam werkelijk wil‟,

volgens een greep uit het aanbod slagzinnen: „Europa zal betalen, uw 11 september is onderweg‟,

„Verdelg wie tegen de Islam is‟ en „Naar de hel met de vrijheid‟. Het laatste beeld is een link naar de

STI-website. Bemerk dat hier niet langer de radicale Islam vermeld wordt, maar islamisering in het

algemeen (http://www.stedentegenislamisering.be).

5. Belastingen

Taggart (2000) en Walgrave (2006) wijzen beiden op het thema „belastingen‟ als kenmerk van Nieuw-

Rechts populisme, en halen hiermee een ander kernpunt van het VB-programma aan.

Een illustratie is de campagne die het VB in 2009 voert, waarbij de partij „de Vlaming zijn

welverdiende geld wil teruggeven‟. Dat geldt wordt gehaald uit de „miljoenentransfers naar Wallonië‟,

die volgens de partij beter stopgezet zouden worden. Zo „krijgt‟ elke Vlaming elk jaar 2000€ extra,

waardoor de kinderbijslag kan verhogen, de loonkosten verlagen en het Vlaams aandeel in de

Page 56: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

56

personenbelasting met 10% daalt (“België is een transfermachine!”, 2009, februari). Om deze

campagne visueel te ondersteunen deelde het VB gele spaarvarkentjes uit, met het opschrift „Vlaams

geld in Vlaamse handen‟.

6. Misdaad

Ook criminaliteit is een typisch populistisch thema (Jagers e.a., 2006) alsook een stokpaardje van de

partij. Vandaag worden preventie en harde aanpak van de criminaliteit hoog op de agenda geplaatst. Er

zijn voorbeelden te over van campagnes en stunts waarbij Vlaams Belang inspeelt op gevoelens van

onveiligheid bij de burger.

Campagne 2006: Uw veiligheid, onze prioriteit

Naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 voerde het Vlaams Belang een

campagne rond veiligheid en criminaliteit, met als slogan „Uw veiligheid, onze prioriteit‟. In het kader

van deze campagne deelt Vlaams Belang in maart van datzelfde jaar zo‟n 70.000 à 80.000 gratis

alarmtoestelletjes uit (Gorle, 2006, 30 maart).

Crimiwebsite: februari 2008

In februari 2008 komt Vlaams Belang omstreden in de media, door de lancering van haar nieuwe

website „http://www.criminaliteit.org‟, een initiatief van het al bijna even omstreden VB-parlementslid

Bart Debie (Gorle, 2008, 22 februari). Mensen die het slachtoffer geworden zijn van een crimineel feit

kunnen er hun verhaal kwijt. Daarnaast is er ook informatie beschikbaar over criminaliteit en

onveiligheid, maar ook over criminaliteitsbestrijding en het veiligheidsbeleid van het Vlaams Belang,

net als opsporingsberichten en robotfoto‟s van daders van geweldplegingen. Doel van de website is,

volgens de partij, „de doofpotpolitiek te doorbreken‟ (http://www.criminaliteit.org). Volgens Dewinter

is de website, die met argusogen bekeken wordt, door het juridisch team volledig ingedijkt tegen

mogelijke processen. Immers, de partij kreeg nog vóór de officiële lancering al te maken met de

Privacycommissie, die protesteerde tegen de openbaarmaking van beeldmateriaal van

bewakingscamera‟s (De Standaard, 11 februari 2008). Het was echter vooral de publicatie van een lijst

waarop de voornamen, leeftijden en (onherkenbaar gemaakte) foto‟s van de top 20 van (Antwerpse)

veelplegers die veel stof deed opwaaien. Volgens politiewoordvoerder Sven Lommaert is dit een

contraproductieve actie, en ook Dewinter zelf beseft dat de publicatie van zulk een lijst niet veel zoden

aan de dijk zal brengen, maar dat is ook niet de bedoeling: „Het belang van de lijst situeert zich vooral

op politiek vlak. De gemiddelde leeftijd van de veelplegers is amper twintig jaar, 80 procent is van

vreemde origine‟ (Verelst, 2008, 22 februari). En zoals de titel van ditzelfde artikel kopt: „Vlaams

Page 57: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

57

Belang zoekt en vindt rel met criminaliteitswebsite‟. Zo slaagde de partij er andermaal in de publieke

aandacht te vestigen op haar programmapunten op een non-conventionele wijze.

7. Nationalisme

Ook nationalisme, meer specifiek het Vlaams-Nationalisme, vormt een belangrijk kernpunt van het

Vlaams Belang, zoals we ook in het programma van de partij lezen: „De ingewikkelde Belgische

staatsstructuren verhinderen een efficiënt beleid. Vlaanderen en Wallonië hebben bovendien over alles

een verschillende mening. De politieke macht bevindt zich echter nog altijd op het federale niveau,

waar de Vlamingen niets zelf kunnen beslissen zonder instemming van de Franstaligen. Alle

rechtvaardige Vlaamse eisen worden systematisch geblokkeerd. Vlaamse onafhankelijkheid is dan ook

de enige uitweg uit het Belgische conflictmodel‟ (http://www.vlaamsbelang.org).

Voorbeeld van een stunt in dit verband zijn de zelfklevende autokentekens met een „VL‟ en daaronder

de afbeelding van de Vlaamse Leeuw, ter ere van de volgens het VB „Vlaamse Nationale Feestdag‟.

De VL-stickers werden bij het Vlaams Belangmagazine geleverd en konden tevens gratis bijbesteld

worden (http://www.vlaamsbelang.org). De VL-campagne verlaagt de drempel en maakt de ideeën

van de partij meer toegankelijk. Dus wordt het VL-beeld meer en meer gekoppeld aan het Vlaams

Belang en omgekeerd, wat precies de bedoeling van de partij was (Wymeersch, persoonlijke

mededeling, 2009, 3 april).

6.IV.2.2. Visuele stijl van de propaganda

We vroegen aan verschillende VB-partijleden wat de stijl van het Vlaams Belang uniek maakt.

Volgens Wienen (persoonlijke mededeling, 2009, 27 april) is het VB altijd duidelijk en onverbloemd

geweest in haar slogans en haar standpunten. De rechtlijnigheid, eenvoudigheid en consequentheid van

de boodschap zijn typisch voor de partij. Collier (persoonlijke mededeling, 2009, 16 april) beaamt dat

de partij geen taboes uit de weg gaat en vult aan dat er steeds kort op de bal gespeeld wordt. En dan

zijn er natuurlijk nog de stunts en provocaties, volgens het VB een noodzakelijk kwaad omdat de partij

„vastzit in een cordon en niet de mogelijkheid heeft om bijvoorbeeld advertenties op te kunnen nemen

in de media‟; een gegeven dat bevestigd wordt door zowel Wymeersch (persoonlijke mededeling,

2009, 3 april), Wienen (persoonlijke mededeling, 2009, 27 april) als Dewinter (persoonlijke

mededeling, 2009, 17 juli).

Page 58: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

58

Meer representatief zijn wellicht een aantal andere typische stijlfiguren die we kunnen onderscheiden,

zoals daar zijn:

1. Proteststemmen aantrekken

2. Harde versus zachte campagnes

3. Simplificeren

4. Provocaties

5. Stereotypering, overdrijving en associaties

6. Acties

We baseren ons hiervoor op de scripties „De communicatiestrategie van het Vlaams Blok. Evolutie van

positionering, doelgroep en boodschap‟ van Vanessa Bosseman (2001), alsook op deze van Filip

Semey, getiteld „De communicatiestrategie van het Vlaams Blok‟ (1991). Beide studenten hebben in

hun scriptie immers de stijl van de Vlaams Blokpropaganda besproken. Wij zullen deze stijlfiguren

bespreken die we nog steeds van toepassing vinden op het Vlaams Belang. Ook hier geven we, louter

ter illustratie, een aantal empirische voorbeelden die de tekst ondersteunen.

1. Proteststemmen aantrekken

Het aantrekken van proteststemmen is een gegeven dat we eerder besproken hebben, onder de term

„militante retorische strategie‟. Overmeer (persoonlijke mededeling, 2009, 1 mei) wijst ons erop dat

het Vlaams Belang een partij is die mensen aanspreekt op hun „buikgevoel‟, net zoals LDD dat doet.

Ze voelen een ongenoegen tegenover politiek bij een bepaald deel van het publiek en spelen daarop in

door zich te profileren „als een soort van Robin Hood‟. Ook Collier (persoonlijke mededeling, 2009,

16 april) beseft dat LDD op die manier een potentieel gevaar kan betekenen voor de partij: „Er zullen

wel mensen zijn die zich laten leiden door de manier waarop hij zich kan presenteren als een

zweeppartij, zoals het VB een beetje is, maar met dit verschil dat LDD niet in het cordon zit. Mensen

kunnen misschien gaan denken „ik stem al 30 jaar op het VB, maar die zitten in het cordon, een stem

op LDD zou weleens nuttiger kunnen zijn.‟ Dedecker is nog niet verbrand, een proteststem aan hem zal

in de ogen van de kiezer misschien meer voordeel brengen (Overmeer, persoonlijke mededeling, 2009,

1 mei). Op de vraag of N-VA soms ook aanspraak maakt op dit buikgevoel om kiezers te winnen,

antwoordt Overmeer dat dit niet echt lonend zou zijn voor de partij en dat N-VA zich dus meer tot de

„rationele‟ kiezer richt. Zo kan de partij zich richten op een groter, gematigd publiek, en door die

keuze jaren geleden te maken kon ook toenadering gezocht worden met CD&V. Dit heeft het

potentiële electoraat van N-VA vergroot naar dit van CD&V-kiezers die door het kartel

Page 59: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

59

Vlaamsgezinder geworden zijn. De concurrentie binnen de groep van „hardliners‟, met LDD en het

VB, zou te groot zijn voor N-VA (Overmeer, persoonlijke mededeling, 2009, 1 mei). Dat weet ook

Piet Deslé (persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei), communicatiemanager van LDD: „Een deel van de

Vlaams Belangstemmers zijn geen racisten of nationalisten, maar mensen die foert zeggen, „dat deugd

niet‟. Dat is volgens Deslé ook de reden dat zijn partij vandaag automatisch proteststemmen van het

Vlaams Belang aantrekt: „Omdat we precies aanklagen wat er fout loopt. Het Belang was ook de enige

die dat deed, maar dan op een heel beperkt terrein‟.

Het lijkt er met andere woorden op dat het VB en LDD als enige de militante strategie blijven hanteren

om het opborrelende ongenoegen onder bepaalde delen van de bevolking tot een kookpunt te brengen.

2. Harde vs zachte campagnes

Zoals we hierboven reeds besproken hebben zien we toch een zachtere aanpak in de slogans en

beelden die gebruikt worden voor de campagnes wanneer we vergelijken met vroeger. Wienen

(persoonlijke mededeling, 2009, 27 april) vertelt dat de harde campagnes vooral dateren van begin

jaren ‟90, toen het Vlaams Blok nog redelijk klein was en dus gretig gebruik maakte van het

schokeffect: „We moesten wel provoceren om gehoord te worden‟. Toch zouden de campagnes nog

steeds dezelfde boodschap uitdragen, zij het een boodschap die aangepast werd aan de tijd. Volgens

Collier (persoonlijke mededeling, 2009, 16 april) heeft het VB zich „de laatste jaren zowel in de

breedte als in de diepte‟ ontwikkeld, om meer mensen aan te kunnen spreken.

Ter verduidelijking illustreren we in wat volgt met voorbeelden.

In 1991 zagen we bijvoorbeeld de alombekende

campagne met de bokshandschoen en de slogan „Uit

zelfverdediging‟ in het straatbeeld opduiken. Deze

campagne richtte zich op een harde aanpak van

criminelen (Wienen, 1997).

Afbeelding:http://www.blokwatch.be/images/stories/userimage/Uit%20zelfverdediging.jpg

De campagne van 1994, „Grote Kuis‟, vergezeld van een borstel, zouden we ook kunnen opvatten als

een harde aanpak van criminelen, maar hier gaat het om een „grote kuis in de politieke Augiasstallen‟.

In 1995 krijgen we een campagne voorgeschoteld met een bonkende vuist, getiteld „NU afrekenen!‟

(Wienen, 1997).

Page 60: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

60

Daarna verandert de partij min of meer van koers en zal ze een eerder zachte weg inslaan. Een mooi

voorbeeld is de campagne naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006, met

als slogan „Uw veiligheid, onze prioriteit‟. De zachtere aanpak kwam er volgens Dewinter omdat de

partij zich wil richten op jonge gezinnen met kinderen en op vrouwen (Gorle, 2006, 30 maart). Het

beeld dat we bij deze slogan krijgen is deze van

een mannenhand die een kinderhand vasthoudt,

opvallend zacht dus tegenover voorgaande

campagnes.

Volgens Thevissen biedt de partij echter gewoon

haar oude kernboodschap aan in een zachtere

verpakking (Gorle, 2006, 30 maart). Toch moet

er volgens ons in zekere mate genuanceerd

worden wat onder „zacht‟ verstaan wordt. Op

de meeting bij het voorstellen van de nieuwe campagne in Antwerpen klonk namelijk heel wat hardere

taal. Nadat Dewinter de socialisten ervan beschuldigd had de sociaal zwakkeren in de steek te laten en

enkel op te komen voor criminelen, in het bijzonder ciriminelen van allochtone afkomst, zei hij ook

het volgende: „een verkrachter moet niet op mededogen van de rechtbank kunnen rekenen wanneer hij

een paar van zijn edele delen mist wanneer hij door de vader van het verkrachte meisje wordt

aangepakt‟ (Belang van Limburg, 13 april 2006). De toespraak van Annemans en Dewinter werd

verder opgesmukt met uitspraken als „[afgelopen moet het zijn met] de minderjarige bendeleden, de

minderjarige mini-maffiosi, de rondhangjongeren, in veel gevallen gewoon kutmarokkaantjes: in

plaats van een jeugdsanctierecht krijgen ze een sociaal assistent, een job, een pamper en als het even

kan een BMW onder hun kont‟ (Het Laatste Nieuws, 13 april 2006).

Campagne 2009

Waar Thevissen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 het nog had over de nieuwe, „zachtere‟

aanpak van het Vlaams Belang, en verwees naar de

bokshandschoenen en de bezems met „Grote Kuis‟

(Gorle, 2006, 30 maart), zien we in de campagne

naar aanloop van de verkiezingen van 2007 deze

oude aanpak terugkomen. De bokshandschoen

wordt van onder het stof gehaald en in een nieuw

(Vlaams) kleedje rond de vuist van bokser Jean-

Pierre Coopman gebonden. De strijdvaardige foto,

die vergezeld wordt van de slogan „Vlaanderen

Afbeelding: http://www.vlaamsbelang.org/22/jaar/2006/

Afbeelding: http://www.vlaamsbelang.org

Page 61: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

61

moet een vuist leren maken!‟, siert de eerste editie van de „VL-Krant‟ (VL-Krant, januari 2009).

Nochtans verklaarde Wienen in een interview aan Bosseman (2001): „De agressieve campagnes met

de bokshandschoenen en de bonkende vuist pasten in een bepaalde sfeer. Nu is dat niet meer mogelijk‟.

We leggen de vraag opnieuw voor aan Wienen (persoonlijke mededeling, 2009, 27 april), die hierop

repliceert: „Jean-Pierre Coopman is een bokser, je kan hem moeilijk met een keukenschort gaan

afbeelden‟. Met andere woorden: enige verwijzing naar vroegere campagnes is, althans volgens de

officiële visie, te wijten aan toeval. Wat daarnaast wel echt op een zachtere aanpak wijst, is het

campagnebeeld voor de verkiezingen van 2009. Het beeld van het kind roept alleszins mildere

connotaties op dan, pakweg, de bonkende vuist van voorheen.

3. Simplificeren

Semey (1991) spreekt van een simplificatietrend, waaraan niet enkel het toenmalige Vlaams Blok

maar ook de andere partijen zich schuldig zouden maken. Dit zou te wijten zijn aan het feit dat de

gemiddelde lezer niet over de mogelijkheden of de wil beschikt om een uitgebreide campagnetekst te

lezen. Volgens verantwoordelijke van de VB-perskamer Arnout Collier (persoonlijke mededeling,

2009, 16 april) kan er niet van simplificatie gesproken worden, maar van kort en bondig zeggen waar

het op staat. „In communicatie moet men duidelijk zijn‟, meent hij. Wienen (persoonlijke mededeling,

2009, 27 april) vindt de duidelijke taal één van de meest typische kenmerken aan de stijl van het

Vlaams Belang. De partij brengt een eenvoudige boodschap: „we spreken de mensen aan in de taal

van de mensen‟.

We merken hier echter op dat er een nuanceverschil bestaat tussen simplificeren en krachtdadige,

duidelijke taal spreken, waarbij naar onze mening simplificatie een eerder negatieve connotatie heeft.

We hebben echter geen andere bronnen gevonden die de stijl van het Vlaams Belang als

simplificerend claimen.

4. Provocaties

Een ander thema dat inherent verbonden is aan de partij is provocerend gedrag, in de vorm van stunts

of tegen de schenen stotende uitspraken. We bespreken kort een aantal feiten die dit illustreren.

Zonder Jihad Straat

Uit protest tegen de – volgens Vlaams Belang – „toenemende islamisering van Antwerpen‟, hing Filip

Dewinter op 30 mei 2007 onder luide publieksaandacht het bordje „Zonder Jihad Straat‟ op aan de

Page 62: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

62

Turnhoutsebaan in Borgerhout (Van De Perre e.a., 2007, 31 mei). Deze stunt is een parodie op de

„Zonder Haat Straat‟-campagne die gelanceerd werd op 11 mei 2006, na de moordpartij van Hans Van

Temsche in Antwerpen, en die als doel had campagne te voeren tegen alle vormen van haat. Dewinter

ging voor het oog van de camera persoonlijk het bordje ophangen. Verder werden in Antwerpen

100.000 „Zonder Jihad Straat‟-folders verspreid (Van Bakel, 2007, 31 mei). Volgens Karel De Gucht

in debat met Dewinter maakt de partij zich met zijn stunt schuldig aan „gevaarlijk populisme‟, waarop

Dewinter repliceerde dat „populist‟ een eretitel is (Gorle, 2007, 1 juni).

Over het doel van deze actie zijn de meningen verdeeld. Officieel wil de partij opkomen tegen de

„islamisering van de grootsteden‟, andere bronnen hebben het dan weer over „pure provocatie in een

buurt waar de verschillende gemeenschappen stilaan toenadering tot elkaar zoeken‟ (Van Bakel, 2007,

31 mei). Als het doel was allochtone jongeren tot rellen te brengen, is dit mislukt: hoewel de

buurtbewoners luid protesteerden, kwam het niet tot incidenten. Maar wat de actie – die aangekondigd

was als „een persmoment‟ (Schoetens, 2007, 31 mei) – ook placht te bereiken, de stunt leverde de

partij andermaal een stevige portie media-aandacht en controverse op.

Het Moskeelied

Een andere, minstens even provocerende manier om de aandacht te vestigen op de partij in het

algemeen en islamisering in het bijzonder, is de single-cd die Vlaams Belang op 5 december 2007 in

3000 exemplaren op de markt bracht, met de veelzeggende titel „Oh nee, alweer een moskee‟. „Wie

zich door het lied aangevallen voelt, slaat volgens mij de bal mis. Dit is niet beledigend bedoeld, al

geef ik toe dat het een kritisch lied is. Prikkelend en uitdagend. Maar een beetje provoceren, dat is

toch niet verboden‟, dixit Dewinter, die het lied zelf schreef. De single werd verspreid via volkscafés,

jeugdhuizen en het internet, uitgebracht als beltoon en later ook met videoclip. Iets fundamenteel

onwettigs is er echter niet te bespeuren volgens het CGKR. Zij dienen dan ook geen klacht in. Het lied

is volgens Dewinter niet racistisch en perfect te rechtvaardigen volgens de vrijheid van meningsuiting

(Het Nieuwsblad, 5 december 2007). Ter illustratie citeren wij enkele strofen:

„Mijn koekestad, mijn Vlaamse stad, wordt

Veel te snel Antwerpistan, met sjaria en djellabah,

Alles halal en altijd ramadan,

De kathedraal, Brabo en het Steen, Antwerpen

Met een A, da‟s toch beter dan „Inch Allah‟!

Oh nee, alweer een moskee,

Ze staan echt overal, van in‟t stad tot aan de zee!

Oh nee, alweer een moskee,

Trop is teveel, dus ik zeg nee!‟

(http://www.vlaamsbelangantwerpen.be)

Page 63: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

63

Opmerkelijk is dat VB‟er Wim Wienen (persoonlijke mededeling, 2009, 27 april) vindt dat zijn partij

niet kan verweten worden provocerend te zijn:„Vlaams Belang heeft nog altijd af te rekenen met een

serieuze mediaboycot, terwijl dat andere partijen maar eens moeten kuchen om in de media te komen,

moeten wij moeite doen om in de media te komen. Daarom proberen wij daarin wat creatief te zijn.

Maar om te zeggen dat we provoceren? Nee, dat denk ik niet.‟ Ook de „Zonder Jihad Straat‟ actie was

naar zijn mening geen provocatie, maar „geven wat de mensen daar verwachten‟. Nadat we hem

daarop vroegen of de allochtone bevolking in Borgerhout daar ook zo over zou denken, kregen we als

antwoord: „je kan de vraag omdraaien natuurlijk: worden de mensen niet geprovoceerd door de

radicale islamisering in die wijken en buurten?‟. Dewinter (persoonlijke mededeling, 2009, 17 juli)

heeft er in tegenstelling tot zijn partijgenoot geen moeite mee toe te geven dat er wel degelijk

provocerend gedrag gesteld wordt: „een van de stijlmiddelen om het Vlaams Belang alsnog toegang te

laten krijgen tot de media, bestaat erin om via een provocatie uiteindelijk een escalatie tot stand te

brengen, die moet leiden tot confrontatie‟. Of dit enkel te wijten is aan de mediaboycot is een vraag

waarop hij geen antwoord weet, maar hij meent dat het provocerende gedrag dan waarschijnlijk zal

minderen. Dit is bovendien een gegeven dat erg onderhevig is aan discussie binnen de partij: niet

iedereen gaat nog akkoord met deze houding, wat stof biedt voor „een permanente discussie die al

jaren loopt‟ (Dewinter, persoonlijke mededeling, 2009, 17 juli). Zo vindt Arnout Collier (persoonlijke

mededeling, 2009, 16 april) dat sommige stunts „er helemaal over zijn‟, maar voegt hier aan toe dat dit

de laatste jaren wel geminderd is. Of hij het hier bij het rechte eind heeft laten we in het midden. Er is

immers geen onderzoek voorhanden dat dit bevestigt dan wel weerlegt.

5. Stereotypering, overdrijving en associaties

Ook stereotypering is een opvallende stijlfiguur, zo haalde Bosseman (2001) aan, en dit bemerken wij

eveneens wanneer we de verschillende VB-publicaties doorzoeken.

Als Dewinter het bijvoorbeeld over de Islam heeft doet hij deze godsdienst voor als een extremistische

stroming die de Westerse cultuur bedreigt. Één van zijn vele uitspraken luidt als volgt: „De islam

streeft de wereldheerschappij na, als een roofdier stort hij zich op het zwakste dier in de kudde:

Europa. Ons probleem is de multicultuur, die - zoals aids - de weerbaarheid van het Europese lichaam

verzwakt‟. Zogenaamde „gematigde Moslims‟, die actief meedoen aan het politieke beleid, zijn

volgens Dewinter „alibi-moslims die de partijen nodig hebben om moslimstemmen te lokken. Vooral

de sp.a collaboreert op schandelijke wijze met de islam, een ideologie die haaks staat op het

socialisme‟ (http://www.filipdewinter.be).

Ook de covers van de Vlaams Belangmagazines maken maar wat graag negatieve associaties.

Page 64: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

64

Zo zien we bijvoorbeeld op de voorpagina van het Vlaams Belangmagazine van december 2005 de

foto van een brandende auto met daarover de slagzin „stop immigratie‟, waardoor de partij

immigranten op een weinig subtiele manier in verbrand brengt met vandalisme.

Afbeelding: http://www.vlaamsbelang.org/22/jaar/2005/

6. Acties

De stunts van de partij zijn een gegeven dat het VB volgens Collier (persoonlijke mededeling, 2009,

16 april) uniek maakt in haar communicatie, een gevolg van het zogenaamde „cordon médiatique‟, een

gegeven dat bevestigd wordt door Dewinter (persoonlijke mededeling, 2009, 17 juli): „het is vooral

een noodrem om de aandacht te krijgen die we verdienen. En mochten we dit niet doen, dan vrees ik

dat we nog maar weinig gehoor zouden krijgen in de media‟.

Stunts worden goed georganiseerd en moeten inpassen in de campagne, dixit Wymeersch

(persoonlijke mededeling, 2009, 3 april). Toch wordt hier niet altijd actief over gediscussieerd: vaak

zijn deze immers actualiteitsgebonden, waardoor er niet genoeg tijd voorhanden is om te vergaderen.

Het grote brein achter de acties is in het merendeel van de gevallen Filip Dewinter (Wymeersch,

persoonlijke mededeling, 2009, 3 april; Collier, persoonlijke mededeling, 2009, 16 april).

Cheque voor opgesloten dokwerkers

Een ander voorbeeld van een provocerende actie is de cheque voor de opgesloten dokwerkers32

van 29

januari 2006. Tijdens een receptie van de socialistische transportvakbond BTB schonken Oost-

Vlaamse VB-parlementsleden een namaakcheque van 1000 euro aan de Gentse secretaris. Doel van de

actie was het in verlegenheid brengen van de vakbond en tegelijk aan populariteit winnen bij de

havenarbeiders. De BTB wou de cheque niet aanvaarden (Cochez, 1 februari 2006).

32

Het gaat hier om acht Belgische dokwerkers die in Straatsburg vastzaten, nadat ze meelopen hadden in een

gewelddadige betoging naar aanleiding van een Europese richtlijn over de liberalisering van de havendiensten

(Ziarczyk, 2006, 30 januari).

Page 65: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

65

Vlaamse identiteitskaarten

Begin januari 2008 schenkt het Vlaams Belang naar alle parlementsleden en ministers een

gepersonaliseerde Waalse of Vlaamse identiteitskaart. Franstaligen uit Brussel krijgen eveneens een

Vlaamse identiteitskaart. Idee achter deze stunt was de politici wijzen op de communautaire agenda.

Dixit Dewinter: 'Met de actie willen we alle mandatarissen duidelijk maken dat een fluwelen

boedelscheiding zoals in Tsjecho-Slowakije mogelijk is' (“Parlement ontstemd over stunt Vlaams

Belang”, 3 januari 2008).

We bemerken hier wel dat het Vlaams Belang niet de enige partij is die met behulp van stunts de

media probeert te halen. Jeroen Overmeer, woordvoerder van N-VA, beaamt: „Elke partij probeert

natuurlijk zo veel mogelijk in de pers of in de media te komen‟. Zulke stunts hebben echter niet altijd

het gewenste effect. Overmeer verwijst naar de beruchte N-VA stunt in de scheepslift van Strépy33

,

een actie die de partij nog jaren achtervolgd heeft. De boodschap ging door de kracht van het

beeldmateriaal verloren, waardoor de actie een zeer agressieve inslag leek te hebben. Bovendien hapt

de pers niet altijd toe. Wanneer de actie niet „sexy‟ of actueel genoeg is, besteden de media er

gewoonweg geen aandacht aan (Overmeer, persoonlijke mededeling, 2009, 1 mei).

De belangrijkste stuntpartij is naast het VB naar onze mening Groen!, hoewel deze laatste een heel

andere invalshoek gebruikt. Jos Stassen (persoonlijke mededeling, 2009, 6 mei), die in 2007

campagneleider van de partij was, wijst op de vele acties die Groen! ondernam in de periode 2004-

2007: „Vaak ging het om Greenpeace-achtige toestanden, ons laten oppakken bijvoorbeeld‟. Nu krijgt

de partij echter meer concurrentie van SLP en het VB, dixit Stassen:„Op dat vlak hebben we geen USP

meer, maar die hadden we wel in de jaren tachtig en grotendeels de jaren negentig.‟

33

In 2006 bracht N-VA een aantal vrachtwagens volgeladen met (vals) geld naar de scheepslift van Strépy, als

aanklacht tegen de „wafelijzerpolitiek‟ tussen Vlaanderen en Wallonië, omdat deze scheepslift volgens de partij

een typevoorbeeld van geldverspilling en misbruik was (Overmeer, persoonlijke mededeling, 2009, 1 mei).

Page 66: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

66

7. Conclusie

In deze scriptie hebben we aan de hand van een multimethodische casestudy besproken hoe de

politieke marketingstrategie van extreem-rechts in Vlaanderen eruit ziet en hoe deze zich situeert

binnen het huidige media- en politieke landschap.

In een eerste luik gingen we de theoretische omkadering van het concept „politieke marketing‟ na. We

bemerken dat voorgaand onderzoek zich vooral situeert op gebied van electorale marketing. Ook wij

zullen de focus leggen op verkiezingsgebonden strategieën, en meer bepaald op deze rond de federale

verkiezingen van 10 juni 2007. Dit doen we om een zekere afbakening te kunnen vormen van het toch

wel erg ruime onderwerp.

Thevissen (1994) wijst op het belang van structurele omgevingsfactoren binnen het domein van

electorale communicatie, en geeft aan dat er drie systemen zijn die samenhangen met het fenomeen.

Wij leggen de focus op het partijsysteem en het mediasysteem, en slechts zeer beperkt op het

electorale systeem. In de verschillende hoofdstukken hebben we deze onderwerpen aan bod laten

komen. Aan de hand van onze bevindingen trachten we onze onderzoeksvragen te beantwoorden.

Hoe positioneert het Vlaams Belang zich binnen het huidige politieke landschap?

In het deel „Het Vlaams Belang‟ komen we te weten dat sinds de naamsverandering van Vlaams Blok

naar Vlaams Belang er eigenlijk weinig fundamenteel veranderd is. Het programma werd bijgeschaafd,

maar iedereen is het erover eens dat Vlaams Belang de juridische opvolger van het Vlaams Blok is.

Vlaams Belang is een extreemrechtse, Vlaams-nationalistische partij die dweept met de ideeën van de

Nouvelle Droite-stroming. De belangrijkste thema‟s die we vandaag terugvinden in het

partijprogramma zijn Vlaamse staatsvorming, immigratie, veiligheid en justitie, belastingverlagingen,

een sociale politiek voor Vlaanderen, het gezin, euthanasie en abortus en een nieuwe visie op

democratie.

Al van bij het begin behaalt de partij goede verkiezingsuitslagen, met als hoogtepunt Zwarte Zondag

in 1991. De laatste jaren ziet het er echter naar uit dat het electoraal plafond bereikt werd. Dit zou te

wijten kunnen zijn aan het feit dat de concurrentie van de partij toeneemt in de richting van N-VA en

Lijst Dedecker, twee partijen die niet bevangen zitten in een cordon sanitaire. Hoe lang het cordon

nog zal standhouden blijft voorlopig een raadsel. Hoe de partij hier zelf over denkt al evenzeer. Het

kan kiezers afschrikken maar past tegelijkertijd perfect in de antipolitieke houding van het Belang.

Deze antipolitieke houding is een kernpunt van de populistische koers die het VB vaart, zo merken we

in het hoofdstuk „product, strategie en concept‟. Deze populistische trend maakt deel uit van de

communicatiestrategie die we verderop zullen bespreken.

Page 67: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

67

We bekeken eveneens de brede omkadering van de verkiezingen van 10 juni 2007, die geen

noemenswaardig keerpunt betekenden in onze politieke geschiedenis. Twee opvallende issues komen

hierin aan bod. Enerzijds lijkt het communautaire thema belangrijk te zijn, hoewel niet iedereen het

hiermee eens is. Dit is alleszins wel een kernpunt in de „Vlaamse Kracht‟-campagne van het Belang,

zoals we verderop zullen zien. Anderzijds lag de focus op de drie kopstukken van de traditionele

partijen, zoals daar zijn Verhofstadt (Open VLD), Leterme (CD&V) en Vande Lanotte (sp.a). Net

zoals de andere, kleinere partijen probeert ook Vlaams Belang zich hiertegen af te zetten, onder meer

door luidop te protesteren en verwijzingen te maken in de precampagne, waarin de bekende „horen,

zien en zwijgen‟-aapjes gebruikt werden als knipoog naar deze kopstukken.

Hoe positioneert het Vlaams Belang zich binnen het huidige medialandschap?

Media en politiek staan in een dubbelzinnige haat-liefdeverhouding tegenover elkaar. Ze hebben

elkaar nu eenmaal nodig om hun doelen te verwezenlijken: politieke berichtgeving versus de aandacht

van het publiek trekken.

Dat partijen liefst zo veel mogelijk in de media verschijnen is algemeen geweten. Uit onderzoek van

Maddens e.a. (2006) en Van Aelst (2008) blijkt dan ook dat er een positief verband is tussen

mediaverschijningen van individuele politici en het aantal voorkeurstemmen dat ze verkregen dankzij

het personalisatieproces van de kandidaten bij de kiezer. Natuurlijk is dit electoraal succes niet enkel

te wijten aan mediaverschijningen, maar evenzeer aan de sterkte van de partij en de plaats die de

kandidaat heeft op de kieslijst. Bovendien hangt de frequentie waarbij politici in beeld komen af van

hun positie in de politiek (denk hierbij aan de kanseliersbonus). Deze factoren hebben wellicht een

interactie-effect op de relatie tussen mediaverschijningen en goede verkiezingsresultaten.

Hoe de media nu precies te werk gaan in hun agenda-setting rond politieke berichtgeving wordt

besproken aan de hand van de concepten media logic en party logic. We kunnen besluiten dat beide

logica‟s kunnen opgaan. De media zullen bijvoorbeeld meer geneigd zijn te berichten over politieke

gebeurtenissen indien deze een intrinsieke relevantie voor het publiek bevatten, met andere woorden:

wanneer media hun eigen logica volgen, gebaseerd op een gedeelde (commerciële)

nieuwswaardeoriëntatie. Factoren hierbij zijn bijvoorbeeld de geloofwaardigheid van de politicus,

charisma en spreekstijl. Ook het conflictelement, dat zorgt voor meer sensationele berichten, en de

niet-politieke celebritystatus van politici kunnen hun nieuwswaarde positief doen toenemen.

Anderzijds zien we, gelijklopend met de party logic, dat partijen bijvoorbeeld meer aandacht krijgen

naarmate ze groter en machtiger zijn, en dat deze aandacht ook verdeeld wordt naargelang hun succes

bij de vorige verkiezingen.

Daarnaast zijn er nog andere factoren die media-aandacht kunnen opwekken, zoals campagnevoering,

acties, events en stunts. Dit is echter een facet dat ook aansluiting vindt bij de media logic.

Page 68: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

68

Rond de manier waarop de media omgaan met het Vlaams Belang leeft al jarenlang een verhit debat.

Dit verklaart wellicht de grote hoeveelheid onderzoek naar het al dan niet te weinig aan bod komen

van de partij in nieuws- en duidingprogramma‟s in verhouding met de grootte van de partij. De

onderzoeksresultaten zijn echter niet eensluidend en vertrekken bovendien uit verschillende

invalshoeken. Hoewel ook het VB haar kopstukken naar voor schuift, krijgen deze bijvoorbeeld

minder aandacht dan de kopstukken van andere partijen van gelijke grootte. Het is mogelijk dat de

media het Vlaams Belang bewust weren uit hun programma‟s en berichtgeving. Jarenlang werd

geloofd dat het huldigen van de partij in stilzwijgen haar succes zou inperken. Nu het VB zo‟n 20%

van de Vlaamse kiezers achter zich heeft, heeft zich een nieuw debat geopend over de manier waarop

de media moeten omgaan met de partij. Op de openbare omroep zijn er weliswaar richtlijnen

voorhanden, maar deze kunnen redelijk ruim geïnterpreteerd worden. Bovendien stamt een document

als de Vlaams Bloknota uit de tijd dat het politiek correct denken de media overheerste. Vandaag zijn

journalisten voldoende beschermd door hun redactiestatuut om, vanuit hun informatieplicht, zelf te

beslissen hoe zij omgaan met extreemrechts. Desalniettemin blijft het Vlaams Belang zich geviseerd

voelen, wat zich uit in een klachtenregen en zelfs decretale voorstellen tegen de openbare omroep.

Ook de geschreven pers blijkt niet de beste vriend van de partij te zijn. Zo wil geen enkele grote krant

Vlaams Belangadvertenties opnemen, wat de partij noopt tot een aanpassing van de keuze van hun

communicatiekanalen.

Rond het beleid van de commerciële omroep kunnen we moeilijk uitspraken doen, gezien het gebrek

aan onderzoek hieromtrent. Bovendien weten we niet zeker of deze feiten ook opgaan voor

entertainmentprogramma‟s. Vlaams Belang vindt alleszins van wel, en deze eigen perceptie van een

cordon médiatique is misschien wel belangrijker dan een feitelijke boycot, gezien het onderwerp van

deze scriptie. Verderop bespreken we hoe dit een invloed heeft op de manier waarop de partij

communiceert met het publiek.

Hoe ziet de communicatiestrategie van het Vlaams Belang eruit?

Niet alleen zetten de traditionele partijen zich af tegen het VB, geheel in de lijn van haar populistische

discours neemt het Belang een sterke antipolitieke houding aan, waarbij het de andere partijen verwijt

„één pot nat te zijn‟, en pretendeert de enige partij te zijn die het verschil kan maken. Andere typisch

populistische kenmerken die we bemerken zijn de nabijheid bij het volk, homogeniteit onder de

bevolking en het gebruik van zondebokken, immigratie, belastingen, misdaad en nationalisme. Deze

vinden hun oorsprong in het partijprogramma. Zij komen logischerwijs ook duidelijk naar voor

wanneer we de inhoudelijke stijl van de propaganda bekijken, wat we telkens geïllustreerd hebben met

empirische voorbeelden. De stilistische kenmerken (zoals daar zijn: proteststemmen aantrekken, een

evolutie van harde naar zachte campagnes, het gebruik van simplificaties, het provoceren, de

stereotypering, overdrijving en associaties en tenslotte de acties en stunts) zijn naar onze mening zeer

Page 69: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

69

typisch voor de partij en kunnen in principe ook gesitueerd worden in de populistische traditie, in die

zin dat zij door korte, duidelijke en krachtdadige slogans „die zeggen waar het op staat‟ dicht bij het

volk staan en zich ook hier afzetten tegen de heersende elite, alsook tegen bepaalde bevolkingsgroepen

die zij zelf uitgeroepen hebben tot „vijand van het volk‟. Dit onderdeel van de communicatiestrategie

heeft een sterke verwevenheid met de positionering van de partij binnen het politieke landschap, wat

meteen een eerste opvallend punt is waar we later op zullen terugkomen bij het formuleren van onze

nieuwe hypothese.

Een specifieke segmenteringstrategie heeft de partij niet echt. Net als de meeste partijen ziet zij naar

eigen zeggen „de Vlaamse bevolking‟ als de grote doelgroep. Slechts sporadisch en dan meestal op

lokaal niveau wordt gewerkt met afgebakende doelgroepen.

Organisatorisch is de partij heel sterk: ze voert een strak, eenvormig communicatiebeleid. Van het

nationale tot het lokale niveau verloopt alles éénduidig. Hierop wordt sterk gehamerd door het

partijbestuur, en dit loont ook voor de lokale fracties: zij kunnen voor de financiering van hun

campagnes voor het overgrote deel rekenen op de steun van de partij.

Daarnaast gaat het VB er prat op zelf volledig in te staan voor alles wat met externe communicatie te

maken heeft. Zo heeft de partij een aantal goed uitgebouwde communicatiediensten, die zowel

inhoudelijk, strategisch als stilistisch de communicatie zelf verzorgen. Volgens bepaalde Vlaams

Belangbronnen wordt er daarnaast echter wel gebruik gemaakt van externe communicatie-experts.

Volgens de ene is dit enkel voor het drukwerk, volgens de andere gebeurt dit ook met het oog op

strategische doelen. Het gaat hier echter wel om een onofficiële samenwerking, zo klinken onze

bronnen eensluidend. Dit zou het gevolg zijn van het feit dat experts hun naam niet willen verbinden

met de partij, om niet „verbrand‟ te worden. Ook hier zien we wederom een opvallende link tussen de

communicatiestrategie en de algemene positionering van de partij.

Vergeleken met de andere partijen is het Vlaams Belang alleszins degene die het meeste

communicatiewerk zelf verricht, hoewel dit in 2007 ook van LDD gezegd kan worden. De

communicatie van LDD verliep vooral via interne personen. Dit is in het geval van Dedecker echter

eerder te wijten aan het gebrek aan middelen dan aan de ideologische overtuiging „wat we zelf doen,

doen we beter‟, zoals we die bij het Vlaams Belang horen weerklinken.

Het overgrote deel van de partijen doet beroep op externe bureaus en adviseurs. Vooral CD&V valt op

door haar samenwerking met reuzen uit de communicatiewereld, zowel op creatief, strategisch als

onderzoeksniveau. Toenmalig kartelpartner N-VA voerde gedurende het grootste deel voorafgaand

aan de verkiezingen een eigen campagne, eveneens in samenwerking met een strategisch en creatief

bureau. Open-VLD heeft net als CD&V een sterk intern communicatieorgaan. Communicatiegoeroe

Noël Slangen zou gedurende de verkiezingen een invloedrijke rol gespeeld hebben, hoewel dit door

een andere bron tegengesproken wordt. Hoe dan ook gebruikt ook deze partij extern advies, zowel

voor de uitwerking van de communicatiestrategie als voor het creatieve aspect. Sp.a en kartelpartner

Page 70: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

70

Spirit voeren in 2007 samen campagne. Het is vooral sp.a dat de touwtjes in handen heeft. Voor

communicatie- en creatief advies doen ook deze partijen beroep op een extern bureau, en daarnaast

beschikt sp.a zelf over sterke mediamensen. Groen! zag eerder laat heil in externe adviseurs. In 2007

werkten zij samen met een strategisch communicatiebureau, alsook met een kleinschalig bedrijfje voor

de creatieve output.

Zoals we hiervoor reeds aangaven, is het voor het Vlaams Belang niet altijd eenvoudig zich in het

medialandschap te laten horen, wat een belangrijk invloed heeft op haar manier van communiceren, en

in dit geval campagnevoeren. Nadat we uitgebreid de verschillende propagandavormen besproken

hebben bemerken we dat het overgrote deel ervan niet opvallend afwijkt van wat we in normale

omstandigheden zouden verwachten. Wel merken we op twee belangrijke vlakken hoe het

medialandschap zijn invloed heeft op de communicatiestrategie.

Doordat de grote kranten weigeren advertenties van de partij op te nemen, is de partij genoodzaakt om

op een andere manier haar publiek te bereiken. Zo zal zij actief propaganda voeren door rechtstreeks

de kiezer aan te spreken. Hoewel ook de andere partijen naast krantenadvertenties gebruik maken van

marktcolportages, reclameborden en dergelijke, valt het Vlaams Belang toch op door de huis-aan-

huisblaadjes die bedeeld worden. Ook buiten de verkiezingsperiode stuurt het VB een groot aantal

publicaties de wereld in.

Daarnaast tracht de partij toch de aandacht van de media te trekken door controversiële uitspraken te

doen, mensen of zelfs volledige bevolkingsgroepen te provoceren, en stunts en acties te voeren; een

opzet waarin ze meestal goed slagen. Sommige andere partijen, zoals Groen! en N-VA begrijpen het

voordeel van actievoering en deden hier in het verleden ook aan mee. Lijst Dedecker zal dan weer

eerder „politieke schandalen‟ aan het licht brengen. De grotere, meer traditionele partijen houden zich

op dit vlak eerder gedeisd.

De communicatiestrategie van het Vlaams Belang in het huidige media- en politieke landschap

We kunnen hieruit besluiten dat de partij zich op een heel eigen manier positioneert in het

medialandschap, alsook in de politieke omgeving. We zien dat er op sommige vlakken een link lijkt te

zijn tussen deze positionering en de manier waarop het VB naar buiten toe communiceert. We

bemerken enerzijds dat de partij een populistische stijl hanteert en hiermee benadrukt dat ze zich afzet

tegen de andere politieke partijen, die zich op hun beurt ook tegen het VB afzetten met behulp van het

cordon sanitaire. Anderzijds zien we dat het Vlaams Belang vindt dat er ook een cordon médiatique

bestaat, waardoor zij de aandacht van de media op andere manieren moet trekken. Tenslotte zal zij,

door de zogenaamde mediaboycot, ook andere propagandamiddelen moeten gebruiken om haar

publiek te bereiken. Aangezien we echter louter een descriptief onderzoek gevoerd hebben, is het niet

mogelijk om causale verbanden vast te stellen tussen onze bevindingen. We veronderstellen met

Page 71: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

71

andere woorden dat de manier waarop het Vlaams Belang haar externe communicatie uitvoert een

gevolg is van de manier waarop de partij zich positioneert binnen het politieke landschap, alsook van

de manier waarop de partij voor zichzelf aanvoelt hoe de media haar behandelt. De representativiteit

van ons onderzoek kan niet gegarandeerd worden, en we laten het dan ook over aan de lezer om zelf

onze conclusies te beoordelen.

Bibliografie

A. Boeken, (bijdragen uit) readers, wetenschappelijke en vaktijdschriften

Page 72: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

72

Altheide, D. & Snow, R. (1979). Media Logic. Beverly Hills, CA: Sage.

Andersen, K. E. (1983). Persusasion: Theory and practice. Boston: American Press.

Breuning, M. & Ishiyama, J. (1998). The Rhetoric of Nationalism: Rhetorical Strategies of the

Volksunie and Vlaams Blok in Belgium, 1991-1995. Political Communication, 15, 5-26.

Buelens, J. (2008). De verkiezingen van 10 juni 2007: een analyse van de stembusuitslag. Res

Publica, 50(2).

Cho, J., Shah, D. V., McLeod, J. M., McLeod, D. M., Scholl, R. M. & Gotlieb, M. R. (2009).

Campaigns, Reflection, and Deliberation: Advancing an O-S-R-O-R Model of

Communication Effects. Communication Theory, 19(1), 66-68.

Country Report (2006). Belgium. EU Country Report. London: The Economist Intelligence

Unit.

De Gucht, K. (2007). Pluche. Over de banalisering van extreemrechts. Antwerpen: Uitgeverij

Houtekiet.

Devos, C. (2005). Politicologie. Inleiding tot de politieke wetenschappen. Gent: Academia

Press.

Durham, M. G., Kellner, D. (2006). Media and Cultural Studies. Blackwell publishing.

Erk, J. (2005). From Vlaams Blok to Vlaams Belang: The Belgian Far-Right Renames Itself.

West European Politics, 28(4), 493-502.

Fiers, S. & Krouwel, A. (2004). The Low Countries: from prime-minister to minister-

president? In: Webb, P.; Poguntke, T. (Eds.), The Presidentialisation of Politics in

Parliamantary Democracies (pp. 126-156). Oxford: University Press.

Geysels, J., de Lange, S. & Fennema, M. (2008). Het cordon sanitaire en het ontluiken der

democratie? Res Publica, 20(1), 49-64.

Gijsels, H. (1992). Het Vlaams Blok. Leuven: Uitgeverij Kritak.

Jagers, J. & Walgrave, S. (2007). Populism as political communication style: An empirical

study of political parties‟ discourse in Belgium. European Journal of Political Research, 46,

319-345.

Jones, E. (2007). Populism in Europe. SAIS Review, 27(1).

Maddens, B., Wauters, B., Noppe, J. & Fiers, S. (2006). Effects of Campaign Spending in an

Open List PR System: The 2003 Legislative Elections in Flanders/Belgium. West European

Politics, 29(1), 161-168.

Page 73: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

73

Nuytemans, M., Van Aelst, P. & Walgrave, S. (2006). Media en politiek: De

(spannings)relatie tussen journalisten en politici in kaart gebracht. Antwerpen: Universiteit

Antwerpen.

Pilet, J-B. & van Haute, E. (2008). The federal elections in Belgium, June 2007. Electoral

Studies (27), 547-577.

Spruyt, M. (2006a). Wat u moet weten over het Vlaams Belang. Epo: Berchem.

Swanborn, P.G. (2003). Case-study‟s. Wat, wanneer en hoe? Boom: Boom Onderwijs.

Swanson, D. L. & Mancini, P. (1996). Politics, Media and Modern Democracy. An

International Study of Innovations in Electoral Campaigning and Their Consequences.

Londen: Praeger.

Swyngedouw, M. (1992): Het Vlaams Blok 1980-1991: opkomst, groei en doorbraak. In: Van

Doorslaer, R., Gotovitch, J., Raes, K., Seberechts, F., Swyngedouw, M., Vos, L & De Wever,

B. (Eds.). Herfsttij van de 20ste

eeuw. Extreem-rechts in Vlaanderen 1920-1990. Leuven:

Kritak.

Swyngedouw, M. & Van Craen, M. (2002). Vlaams Blok en de natiestaat. Het rechts-radicale

Vlaams-nationalisme onder de loep. Extrême droite et fédéralisme, 2.

Swyngedouw, M., Billiet, J. & Goeminne, B. (2004). Het electoraal landschap bij de

aanvang van de verkiezingscampagne 2004. KULeuven, Nota van het ISPO.

Taggart, P. (2000). Populism. Buckingham: Open University Press.

Thevissen, F. (1994). Politieke Marketing en Communicatie. Brussel: VUB Press.

Van Aelst, P , Noppe, J. & Fiers, S. (2008). Politicians in the News: Media or Party logic?

Media Attention and Electoral Success in the Belgian Election Campaign of 2003. European

Journal of Communication, 23(2), 193-210.

Van Aelst, P. (2008). De verkiezingscampagne van 2007: communautair en presidentieel? Res

Publica, 50(2), 19-36.

Voorhoof, D. (2008). Vlaamse media dienen niet het Vlaams Belang. In Van Eijk, N.;

Hugenholtz, B. (Eds.). Dommering-bundel. Opstellen over informatierecht aangeboden aan

prof. Mr. E.J. Dommering. Otto Cramwinckel Uitgever.

Voorhoof, D. & Braeckman, A. (2004). De veroordeling van drie Vlaams Blok VZW‟s in

toepassing van de antiracismewet. Implicaties voor de VRT. Gent, Vakgroep

Communicatiewetenschappen.

Walgrave, S. & De Swert, K. (2004). The Making of the (Issues of the) Vlaams Blok.

Political Communication, 21, 479-500.

Page 74: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

74

Wester, F., Renckstorf, K. & Scheepers, P. (2006). Onderzoekstypen in de

communicatiewetenschap. Alphen aan den Rijn: Kluwer.

B. Artikels uit kranten, magazines en weekbladen

“Anke blijft advocate” (1999, 8 december). Het Nieuwsblad.

“Anke blijft geschorst” (1998, 11 juni). Het Belang van Limburg.

“België is een transfermachine!” (2009, februari). VL Krant.

“Campagne Vlaams Belang start met „vuilbekkerij‟”. (2003, 13 april). Het Laatste Nieuws.

“Filip Dewinter tegen politici in quizprogramma‟s op tv” (2009, 16 januari). De Morgen.

“Parlement ontstemd over stunt Vlaams Belang” (2008, 3 januari). De Tijd.

“VB‟er manipuleert lezersbrieven” (2008, 26 augustus). De Standaard.

“We wilden ons hachje niet wagen” (2005, 8 december). De Standaard.

Aerts, K. (2008, 5 augustus). VB toont vervalst filmpje snelheidsduivels op „Ring‟. Het

Laatste Nieuws.

Brinckman, B. (2007, 15 februari). Volgens Vlaams Belang heeft die kiezer bij de

verkiezingen op 10 juni maar een alternatief. De Standaard.

Cochez, T. (2006, 1 februari). VB overhandigt namaakcheque voor opgesloten dokwerkers.

De Morgen.

Cochez, T. (2007, 26 april). Artdirector Dewinter naar Lijst Dedecker. De Morgen.

De Poot, D. (2005, 19 maart). “Geen fascist op onze webstek”. Gazet van Antwerpen.

Dewinter daagt moslims uit met provocerend „moskeelied‟. (2007, 5 december). Het

Nieuwsblad.

Freys, J. (2007, 27 april). Propagandagoeroe van Vlaams Belang naar Lijst Dedecker. Het

Laatste Nieuws.

Gorle, P. (2006, 30 maart). Prof: „Vlaams Belang trekt terecht weer kaart van „veiligheid‟‟.

Het Laatste Nieuws.

Gorle, P. (2007, 1 juni). De Gucht haalt uit naar Dewinter. Het Laatste Nieuws.

Gorle, P. (2008, 22 februari). Crimi-website Vlaams Belang al meteen onder vuur. Het

Laatste Nieuws.

Page 75: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

75

Huysentruyt, S. (2004, 31 december). Een jaar van Belang. De Tijd.

Renard, H. (2005a, 7 december). Vlaams belang en de joden. Knack.

Renard, H. (2005b, 7 december). „We zitten opnieuw in de rol van underdog‟. Knack.

Schoetens, M. (2007, 31 mei). Provocatie Vlaams Belang in Borgerhout mislukt. De Morgen.

Van Bakel, L. (2007, 31 mei). „Zonder Jihad Straat is pure provocatie‟. Het Laatste Nieuws.

Van De Perre, P. & Vanheusden, K. (2007, 31 mei). Geen jihad in Borgerhout. Gazet van

Antwerpen.

Vandormael, B. (2004, 21 april). Blok veroordeeld. Knack.

Verelst, J. (2008, 22 februari). Vlaams Belang zoekt en vindt rel met criminaliteitswebsite. De

Morgen.

Vlaams Belang gebruikt drie aapjes in campagne. (2007, 15 februari). Het Belang van

Limburg.

Vlaams Belang start campagne rond veiligheid. (2006, 13 april). Het Belang van Limburg.

Vlaams Blok veroordeeld voor aansporen tot discriminatie (2004, 22 april). Het Belang van

Limburg.

Wilmet, H. & Danneels, M. (2005, 8 december). Marokko-trip verdeelt Vlaams Belang. Het

Volk.

Ziarczyk, E. (2006, 30 januari). Vlaams Belang geeft vakbond (even) geld. De Tijd.

C. Niet-gepubliceerde bronnen

Bosseman, V. (2001). De communicatiestrategie van het Vlaams Blok. Evolutie van

positionering, doelgroep en boodschap. Niet-gepubliceerde scriptie, Gent, Vakgroep

Communicatiewetenschappen.

Semey, F. (1991). De communicatiestrategie van het Vlaams Blok. Niet-gepubliceerde

scriptie, Gent, Faculteit Rechtsgeleerdheid.

Staepels, A. (2004). De VRT en het Vlaams Blok: censuur verantwoord of verachtelijk?

Studie over het mediabeleid van de openbare omroep ten aanzien van het Vlaams Blok. Niet-

gepubliceerde scriptie, Antwerpen, Vakgroep Communicatiewetenschappen.

Van Loo, R. (2008). Politieke adviseurs in Vlaanderen. Onderzoek naar de rolperceptie van

interne en externe adviseurs tijdens campagnes. Niet-gepubliceerde scriptie. Antwerpen,

Vakgroep Politieke en Sociale Wetenschappen.

Page 76: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

76

D. Internet

27 maart 2009. Decreet betreffende radio-omroep en televisie (4 april 2009). Geraadpleegd op

het World Wide Web op 16 juli 2009:

http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article.pl?language=nl&caller=summary&pub_date=200

9-04-30&numac=2009035356#top.

Algemene Directie Instellingen en Bevolking: Directie van de Verkiezingen (n.d.). Bijlage 2

(formulier van verklaring). Geraadpleegd op het World Wide Web op 27 maart 2009:

http://www.elections2009.belgium.be/index.php?id=520&L=1

Beheersovereenkomst 2007 – 2011 tussen de VRT en de Vlaamse Gemeenschap (2006, 20

juli). Geraadpleegd op het World Wide Web op 18 juli 2009:

http://www.vrt.be/extra/beheersovereenkomst_2007-2011.pdf

Campagnewebsite Groen!, (n.d.). Geraadpleegd op het World Wide Web op 9 mei 2009:

http://detoekomstbegintnu.glue.be/

Chomsky, N. (1985). Free speech in a Democracy. Geraadpleegd op het World Wide Web op

24 april 2009: http://www.chomsky.info/letters/198509--.htm.

Criminaliteit.org (n.d.). Onze missie. Geraadpleegd op het World Wide Web op 7 april 2009:

www.criminaliteit.org/6/.

De Groot, J. & ten Hove, M. (2009, 1 mei). Dewinter: Islam erfvijand christelijk Europa.

De Kamer (n.d.). Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding

van de politieke partijen. Wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de

verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open

boekhouding van de politieke partijen. Publicatie van de financiële verslagen over de

boekhouding van de politieke partijen en hun componenten (boekjaar 2007). Geraadpleegd op

het World Wide Web op 29 april 2009:

http://www.dekamer.be/FLWB/PDF/52/1137/52K1137002.pdf.

FGOV (n.d.). Verkiezingsdatabase. Geraadpleegd op het World Wide Web op 3 februari 2009

http://www.ibzdgip.fgov.be/result/nl/search_party.php

Filip Dewinter (2008, 19 november). „Vlaams Belang lanceert aktie: “Illegaal in Antwerpen:

ik keer tevreden terug!‟. Geraadpleegd op het World Wide Web: http://www.filipdewinter.be

Filip Dewinter (2009, 6 januari). Vlaams Belang geboycot voor deelname aan De Slimste

Mens. Geraadpleegd op het World Wide Web op 17 januari 2009:

http://www.filipdewinter.be/vlaams-belang-geboycot-voor-deelname-aan-%e2%80%9cde-

slimste-mens%e2%80%9d

Filip Dewinter, (n.d.). Dewinter in Gazet van Antwerpen: islamofobie is een plicht voor

iedereen! Geraadpleegd op het World Wide Web op 28 februari 2009:

http://www.filipdewinter.be/dewinter-in-gazet-van-antwerpen-islamofobie-is-een-plicht-voor-

iedereen

Page 77: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

77

Filip Dewinter, (n.d.). Nieuw boek Filip Dewinter Inch Allah? – de islamisering van Europa.

Geraadpleegd op het World Wide Web op 3 mei 2009: http://www.filipdewinter.be/nieuw-

boek-filip-dewinter-inch-allah-de-islamisering-van-europa

Frank Vanhecke (2008). Ons gelijk. Geraadpleegd op het World Wide Web op 6 april 2009:

http://www.vlaamsbelang.org.

Lijst Dedecker, (n.d.). Huisstijldocument Lijst Dedecker. Geraadpleegd op het World Wide

Web op 8 mei 2009:

http://www3.lijstdedecker.com/docs/Huisstijl_Lijst_Dedecker_090122.pdf

Maddens, B., Weekers, K. & Fiers, S. (n.d.). De uitgaven van de Vlaamse partijen voor de

federale verkiezingen van juni 2007. Geraadpleegd op het World Wide Web op 24 maart

2009: http://soc.kuleuven.be/pol/bib.php?name=Weekers&init=K

Programma CD-ROM Vlaams Belang. Verkiezingen 10 juni 2007. Geraadpleegd op het

World Wide Web op 17 april 2009: http://cdrom.vlaamsbelang.be

Redactiestatuut met inbegrip van de deontologische code voor de journalisten bij de VRT.

Geraadpleegd op het World Wide Web op 18 juli 2009:

http://www.vrt.be/extra/RS_en_DC.pdf

Reformatorisch Dagblad. Geraadpleegd op het World Wide Web op 3 mei 2009:

http://www.refdag.nl/artikel/1407803/Dewinter+Islam+erfvijand+christelijk+Europa.html

SLP, (n.d.). Huisstijldocument SLP. Geraadpleegd op het World Wide Web op 8 mei 2009:

http://www.s-lp.be/assets/logoshuisstijl/SLPhuisstijlgids.pdf

Spruyt, M. (2006b, 14 maart). En wat denkt het Vlaams Belang zelf over het cordon?

Geraadpleegd op het World Wide Web op 12 december 2008:

http://www.blokwatch.be/content/view/727/51/lang,nl/

Spruyt, M. (2006c, 31 maart). Het reclamebureau van het Vlaams Belang. Geraadpleegd op

het World Wide Web op 18 december 2008:

http://www.blokwatch.be/content/view/752/39/lang,nl/

Steden Tegen Islamisering, (n.d.). STI Televisie. Geraadpleegd op het World Wide Web op 11

februari 2009: http://www.stedentegenislamisering.be/Nl/5/

Steden Tegen Islamisering, n.d. Charter “steden tegen islamisering”. Geraadpleegd op het

World Wide Web op 11 februari 2009: http://www.stedentegenislamisering.be/Nl/2/

The Flemish Republic, (n.d.). Geraadpleegd op het World Wide Web op 26 april 2009:

http://www.flemishrepublic.org/4/

Uitgeverij Egmont, (n.d.). Informatie en andere vragen. Geraadpleegd op het World Wide

Web op 8 mei 2009: http://www.uitgeverijegmont.be/5/

Page 78: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

78

Vademecum voor journalisten. Pers & Gerecht (n.d.). Voorwaardelijke invrijheidsstelling.

Geraadpleegd op het World Wide Web op 2 mei 2009: http://www.pers-

gerecht.be/document.php?document_id=122

Verkiezingen 2004 (n.d.). Europees Parlement. Geraadpleegd op het World Wide Web op 2

februari 2009: http://verkiezingen2004.belgium.be/nl/eur/results/results_start.html

Verkiezingen 2004 (n.d.). Vlaamse Raad. Geraadpleegd op het World Wide Web op 2

februari 2009: http://verkiezingen2004.belgium.be/nl/vla/results/results_start.html

Verkiezingen 2007 (n.d.). Kamer. Geraadpleegd op het World Wide Web op 2 februari 2009:

http://verkiezingen2007.belgium.be/nl/cha/results/results_start.html

Verkiezingen 2007 (n.d.). Senaat. Geraadpleegd op het World Wide Web op 2 februari 2009:

http://verkiezingen2007.belgium.be/nl/sen/results/results_start.html

Verstrepen, J. (2005, 6 april). Mediawatch. Geraadpleegd op het World wide web op 7 mei

2009:

http://jurgenverstrepen.typepad.com/jurgen_verstrepen_maakt_l/2005/04/mediawatch.html

Vlaams Belang (n.d.). Actie mediawatch. Geraadpleegd op het World Wide Web op 12 april

2009: http://www.vlaamsbelang.org/0/460/

Vlaams Belang (n.d.). De structuur van het Vlaams Belang. Geraadpleegd op het World Wide

Web op 22 april 2009: http://www.vlaamsbelang.org/10/

Vlaams Belang (n.d.). Programma. Geraadpleegd op het World Wide Web op 19 februari

2009: http://www.vlaamsbelang.org/files/200806_programma.pdf

Vlaams Belang (n.d.). Vlaams Belang Magazines. http://www.vlaamsbelang.org/22/

Vlaams Belang (n.d.). Vlaamse Staatsvorming. Geraadpleegd op het World Wide Web op 19

februari 2009: http://www.vlaamsbelang.org/21/

Vlaams Belang, (n.d.). Boekverbranding anno 2009. Geraadpleegd op het World Wide Web

op 8 mei 2009: http://www.vlaamsbelang.org/0/5764

Vlaams Belang, (n.d.). Dossiers: Het Proces. Geraadpleegd op het World Wide Web op 29

april 2009: http://www.vlaamsbelang.org/52/.

Vlaams Belang, (n.d.). Vlaamse Kracht! Geraadpleegd op het World Wide Web op 17 april

2009: http://www.vlaamsbelang.org/0/3219/

Vlaams Belang, (n.d.). Voorstelling campagne: „Dit is ONS land‟. Geraadpleegd op het World

Wide Web op 12 mei 2009: http://www.vlaamsbelang.org/0/5901

Vlaams Belang Antwerpen (n.d.). Oh nee alweer een moskee. Geraadpleegd op het World

wide web op 12 april 2009: http://www.vlaamsbelangantwerpen.be/Documents/65.doc

Page 79: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

79

Vlaams Belang Schoten, n.d. Afbeelding leeuwenkop. Geraadpleegd op het World Wide Web

op 17 april 2009: www.vlaamsbelangschoten.be

Vlaams Belangmagazine december 2005. Stop immigratie. Geraadpleegd op het World Wide

Web op 12 mei 2009: http://www.vlaamsbelang.org/22/12

Vlaams Belangmagazine juli/augustus 2007. “Volk, wordt staat!”. Geraadpleegd op het

World Wide Web op 11 mei 2009: http://www.vlaamsbelang.org/files/vbm_200707-08.pdf

Vlaams Parlement (29 januari 2009). Reglement Vlaams Parlement. Geraadpleegd op het

World Wide Web op 31 maart 2009:

http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/showParlInitiatief.action?id=550517

Vlaams Parlement (n.d.). Schriftelijke vragen. Antwoord op vraag nr. 95 van 21 januari 2009

van Filip Dewinter. Geraadpleegd op het World Wide Web op 8 april 2009:

http://jsp.vlaamsparlement.be/docs/schv/2008-2009/PEETERS/95/antw.095.doc

Vlaams Parlement (n.d.). Schriftelijke vragen. Vraag nr. 95 van 21 januari 2009 van Filip

Dewinter. Geraadpleegd op het World Wide Web op 8 april 2009:

http://jsp.vlaamsparlement.be/docs/schv/2008-2009/PEETERS/95/vrg.095.doc

Vlaamse Regulator voor de Media (2009). Persbericht 31/03/2009: Vlaamse Regulator voor

de Media verklaart klacht Vlaams Belang tegen VRT ongegrond. Geraadpleegd op het World

Wide Web op 2 april 2009:

http://www.vlaamseregulatormedia.be/documentatie/persberichten/persbericht%20-

%20klacht%20VB&Valkeniers%20vs%20VRT.pdf

Vlaamse Regulator voor de Media, Kamer voor Onpartijdigheid en Bescherming

Minderjarigen (2009). Zaak B. Valkeniers en Vlaams Belang t. NV Vlaamse Radio- En

Televisieomroep. Belissing nr. 2009/025. Geraadpleegd op het World Wide Web op 2 april

2009: http://www.vlaamseregulatormedia.be/

Voorhoof, D. (2007, 6 juni). (Sommige) kranten mogen advertenties van VB weigeren

(verkorte versie). De Morgen. Geraadpleegd op het World Wide Web op 17 april 2009:

http://www.psw.ugent.be/Cms_global/uploads/publicaties/dv/DM.KrantenVB.6juni2007.doc.

VRT (n.d). Activiteiten. De openbare omroep. Geraadpleegd op het World Wide Web op 18

juli 2009: http://www.vrt.be/vrt_master/over/vrt_overvrt_activiteiten/index.shtml

VRT (n.d.). Richtlijnen over de aanwezigheid van politici in infotainment- en

entertainmentprogramma‟s. Geraadpleegd op het World Wide Web op 3 maart 2009:

http://www.vrt.be/vrt_master/over/vrt_overvrt_meerwaarde_democratisch/index.shtml

E. Interviews

Collier, A. (Verantwoordelijke interne communicatie en perskamer Vlaams Belang).

Mondelinge mededeling, via bandopname, d.d. 16 april 2009.

Page 80: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

80

Cornelis, A. (Medewerker Liberaal Kenniscentrum Prometheus, in 2007 deel van de

campagnecel van Open VLD). Mondelinge mededeling, via bandopname, d.d. 13 mei 2009.

Deslé, P. (Communicatiemanager LDD) & Casteleyn, J. (Pers en Communicatie LDD).

Mondelinge mededeling, via bandopname, d.d. 6 mei 2009.

Dewinter, F. (Fractieleider Vlaams Belang in het Vlaams Parlement en de gemeenteraad en

organisatieverantwoordelijke van de partij). Mondelinge mededeling, via bandopname, d.d.

17 juli 2009.

Knapen, P. (Hoofdredacteur VRT nieuwsdienst), Mondelinge mededeling, via bandopname,

d.d. 25 maart 2009.

Stassen, J. (Campagneleider Groen! tijdens de verkiezingen van 2007). Mondelinge

mededeling, via bandopname, 6 mei 2009.

Overmeer, J. (Woordvoerder N-VA). Mondelinge mededeling, via bandopname, d.d. 1 mei

2009.

Van den Bergh, T. (Directeur Communicatie CD&V). Mondelinge mededeling, via

bandopname, d.d. 6 mei 2009.

Van Hoecke, J. (Woordvoerder sp.a). Mondelinge mededeling, via bandopname, d.d. 14 mei

2009.

Wienen, W. (Wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Vlaams Belangfractie in het

Vlaams Parlement. Persmedewerker van het VB van 1998 tot 2004). Mondelinge mededeling,

via bandopname, d.d. 27 april 2009.

Wymeersch, F. (Partijraadslid Vlaams Belang), Mondelinge mededeling, via bandopname, d.d.

3 april 2009.

F. Andere Vlaams Belangpublicaties

Campagnedraaiboek Vlaams Belang (2007). Wetgevende verkiezingen 10 juni 2007. Extra

Kaderblad nr. 108, april 2007.

Leen, L. & Van Den Troost, T. (2006). Van Vlaams Blok naar Vlaams Belang. Kroniek,

analyse en nasleep van een politiek proces. Brussel: Vanhecke.

Vlaamse kracht. Verkiezingen 10 juni 2007. Uitgave op CD-ROM

Wienen, W. (1997). Vlaams Blok: 20 jaar rebel: 1977-1997. Brussel: Vanhecke.

Bijlagen

Page 81: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

81

Bijlage 1: Interview met Pieter Knapen

Functie: Hoofdredacteur VRT-nieuwsdienst

Volgens onderzoek van Van Aelst e.a. komt het Vlaams Belang beduidend minder aan bod in de

media dan andere politieke partijen van gelijkaardige grootte; zowel in nieuws- als in

entertainmentprogramma’s. Partijleden worden minder vaak aan het woord gelaten, meestal wordt

er over hen bericht. Ook bij de openbare televisieomroep is dit het geval. Is dit een bewuste strategie?

Vindt u dat de openbare omroep VB-politici soms bewust negeert? Zou u durven spreken van een

mediaboycot, zoals de VB’ers zelf dat altijd beweren?

Vooreerst is het belangrijk dat we het onderscheid maken tussen de verschillende omroepen. Enerzijds heb

je de nieuwsdienst, daartegenover staan spelprogramma‟s. De nieuwsdienst verzorgt het radionieuws, een

aantal programma‟s op radio 1 en het Journaal. Wij hebben, met de nieuwsdienst, een deontologische code

ondertekend. Deze bestaat enerzijds uit plichtenleer, anderzijds uit rechtenleer. De plichtenleer draagt ons

correctheid en nauwkeurigheid op, en goede trouw. De rechtenleer geeft ons een redactiestatuut, waardoor

we nee kunnen zeggen, en dus onafhankelijk zijn. De nieuwsdienst moet informeren, dus het VB moét wel

aan het woord komen. Ik gebruik niet het woord onpartijdig, dat vind ik een vies woord; maar laat ons

zeggen dat we wel objectief zijn. Anderzijds moeten we hier wel voorzichtig mee zijn. We moeten geen

forum voor het VB worden natuurlijk. Een reden dat ze minder aan bod komen, is om te vermijden dat ze

racistische uitspraken doen in live-uitzendingen. Dat moeten we altijd goed checken als er VB‟ers

uitgenodigd worden.

Maar waarom komen zij dan ook minder aan bod in programma’s die niet live opgenomen werden?

Daar heb je natuurlijk een punt. Maar uiteindelijk komen ze wel aan bod in die programma‟s hoor.

Bijvoorbeeld de Zevende Dag, daar zijn ze onlangs nog geweest. Ik moet zeggen dat ze dat wel afgeleerd

hebben, om racistische uitspraken te doen.

Of het Vlaams Belang aan bod komt of niet hangt eigenlijk af van de politieke agenda, van de thema‟s. Er

is bij ons geen politiek dat ze niet gevraagd zouden worden. Maar we gaan bijvoorbeeld ook niet per

definitie het VB aan het woord laten over hun kernthema‟s.

Wie wordt er dan wel aan het woord gelaten?

Mensen die iets te maken hebben met de thema‟s. Maar, dat moeten we off the record wel toegeven: wij

weten ook wie we moeten pakken voor sommige dingen. Wij houden er ook rekening mee wie de dingen

verwoordt op een vlotte manier.

Staat de omroep er soms bij stil dat ze de macht heeft om bepaalde politici populair te maken door

hen veel aan het woord te laten?

Page 82: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

82

Onze journalisten weten dat dit mogelijk is, en dat ze dus ook niemand mogen voortrekken. Maar

uiteindelijk, tijdens verkiezingsperiodes sturen de partijen zelf wie ze willen. Wij moeten dan afwegen,

zorgen dat er een evenwicht is tijdens de verkiezingsperiode.

En wat dan met entertainmentprogramma’s?

Daar kan ik eigenlijk niet zoveel over zeggen, dat kunnen mijn collega‟s u beter vertellen. Ik ben alleen op

de hoogte van de nieuwsdienst, en bij ons is de informatieplicht het belangrijkst. Maar programmamakers

gaan niet bewust politici groter maken. Ze moeten zelf beslissen hoe ver ze hier in gaan, en dat is niet altijd

eenvoudig. Maar een politicus, hoewel hij staat voor bepaalde standpunten, is eigenlijk ook gewoon een

mens, en kan dus ook in die zin boeiend zijn. Maar de nota helpt wel om te beslissen hoe ver we hierin

gaan.

En hoe staat de openbare omroep tegenover het VB?

De openbare omroep staat niet tegenover het VB. We staan waarvoor we staan in de nota „De VRT en de

democratische samenleving”. Als er extremistische standpunten aan bod komen, dan moet er ingegrepen

worden. Ik moet wel zeggen dat er bij onze collega‟s van de RTBF, waar wij in feite niet echt meer iets

mee te maken hebben, want alles is hier volledig gescheiden; maar dus bij de RTBF is dat wel anders. Net

als bij de geschreven pers. Daar heerst een andere politiek. Extreemrechts komt daar gewoon niet aan bod

in debatten. Maar dat is fout volgens ons: je moet nu eenmaal aan bod brengen wat er in de samenleving

leeft.

En ziet u het dan eigenlijk nog als een taak van de openbare omroep om de sociale cohesie in stand te

houden en daardoor soms niet-democratische partijen bewust niet aan het woord te laten; of zou er

een puur objectieve berichtgeving moeten zijn?

De informatieplicht is het belangrijkste bij de nieuwsdienst. Ik weet dat die eigenlijk tegenover de sociale

cohesie staat. Je moet steeds een moeilijke afweging maken: ga je de partij als de andere partijen

behandelen, of ze niet aan bod laten komen? In Wallonië is er echt een cordon sanitaire van de pers. Daar is

het dan ook de Raad van Bestuur die beslist. Bij de VRT is dat anders, we kiezen dat zelf. Wij kunnen dat,

want we zijn beschermd dankzij ons redactiestatuut.

Het Vlaams Belang denkt daar blijkbaar anders over. En ze kennen hun rechten daar. Krijgen

sommige gevallen soms een juridisch staartje?

Ja, het Vlaams Belang klaagt nog steeds hoor. Af en toe komt er eens een formele klacht, zoals onlangs nog,

naar aanleiding van de Panorama-uitzending over de toekomst van België. Er werden twaalf wijzen

uitgenodigd, eigenlijk twaalf mensen uit verschillende geledingen van de samenleving. En nee, er was

niemand van het Vlaams Belang bij. Dus dienden ze een klacht in bij de VRM. Wij moesten hier toen een

verklaring voor geven. Maar uiteindelijk komt het erop neer dat het de zaak van de VRT is om te beslissen

wie er aan bod komt. Er moeten diverse standpunten aan bod komen, maar daarbinnen kiezen wij.

Page 83: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

83

Bovendien, je kan niet altijd elke partij aan bod laten komen, daar is gewoon de ruimte niet voor. En een

derde punt is dat er geen partijen uitgenodigd werden in het programma. Het ging om „wijzen‟ uit de

samenleving. Er zaten inderdaad wel een aantal politici tussen, maar die waren niet uitgenodigd omwillen

van hun partijafhankelijk; maar omwille van hun kennis.

Denkt de omroep soms dat wanneer ze het VB geen stem geeft, de kiezers dat ook niet zullen doen?

Zijn er soms drijfveren om de partij van het scherm te weren?

Wij zullen nooit het Vlaams Belang onderbelichten omdat het ondemocratisch is. En uiteindelijk doet het

ook geen racistische live-uitspraken meer. Het is gewoon de actualiteit die bepaalt wat actueel is, wat aan

bod zal komen. Neem bijvoorbeeld het debat rond euthanasie: daar heb je voor- en tegenstanders. We

zouden het VB aan bod kunnen laten komen hierover, omdat zij ook een tegenstander zijn; maar we moeten

dat niet. We kunnen dat bijvoorbeeld ook aan CD&V vragen.

Op de website van Blokwatch vonden we de nota ‘De VRT en de democratische samenleving’ terug.

Die staat echter niet op de website van de VRT. Hoe komt dit?

Omdat het eigenlijk om een intern document gaat, en het was niet echt de bedoeling dat dit verspreid werd.

De nota stamt uit 2001. Wat was eigenlijk de bedoeling, en hoe belangrijk is deze vandaag nog voor

de omroep?

In de nota staat vooral dat de VRT mot opkomen voor sociale cohesie, en tegen discriminatie. Onze

opdracht is namelijk ook maatschappelijk. Maar, de nieuwsdienst moet ook onafhankelijk zijn. Zoals ik al

zei, wij moeten informeren, en objectief zijn.

Die nota leefde tien jaar geleden meer dan nu, toen het politiek denken nog zo belangrijk was. Die situatie

duurde tot rond 1997. Journalisten stelden zich daar toen veel meer vragen over. Nu verloopt alles veel

natuurlijk. Uiteindelijk bleek dat het Vlaams Blok toch niet tegengehouden kon worden. Maar toen vroeg

men zich echt wel af of de VRT de plicht had om het VB in te dijken. Daarom werd die richtlijn opgesteld.

Maar ik ben zelf gaan filteren wat die nota nu betekent. Voor mij is de informatieplicht eigenlijk

belangrijker. We moeten gewoon afwegingen maken voor onszelf. Neem nu de Mohammedcartoons: die

moéten getoond worden, maar ook niet elke dag opnieuw, want dat zou voor veel mensen kwetsend zijn.

We bevinden ons eigenlijk op een gevaarlijke koord: opiniëren of aanzetten tot racisme. Maar het ergste is

toch berichtgeving uit angst voor het een of het ander. En uiteindelijk zijn we ervoor beschermd, met ons

redactiestatuut, zodat je mensen al eens tegen de schenen kan schoppen.

Page 84: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

84

Bijlage 2: Interview met Arnout Collier Verantwoordelijke voor de interne communicatie en de perskamer van het Vlaams Belang

Hoe ziet het communicatieorgaan van de partij eruit? Wie staat er aan de leiding?

- Woordvoerder: nationaal Joris Van Hauthem, persverantwoordelijke Tom Van Den Troost

- Daarnaast: Persverantwoordelijken per fractie

- Verantwoordelijke interne communicatie: Arnout Collier; zorgen dat dit gecoördineerd verloopt

met de externe communicatie

Welke diensten staan in voor de communicatie naar buiten toe? Wie beslist er wat er aan

bod komt in de campagnes? In welke mate hebben de andere partijleden inspraak?

Het partijbestuur beslist wat er aan bod komt; maar er is ook een vergadering die het voorbereidend werk

doet: dat is de campagnecel, die gaat bekijken welke stappen we zetten in de campagne, welke slogan er

gebruikt wordt, welke beelden; tonen welke middelen ingezet worden voor campagne te voeren. De

campagnecel staat onder leiding van Bruno Valkeniers, Dewinter maakt er uiteraard deel van uit, maar de

meeste beslissingen worden in consensus genomen. Uiteraard heeft Filip Dewinter daar een heel grote

inbreng in, zeker ook omdat het Vl Parlementsverkiezingen zijn en hij daar fractieleider is. En sowieso is

zijn rol in heel de campagne wel heel erg belangrijk.

Voert Filip Dewinter nog steeds een one man army?

Hij is nog steeds een drijvende kracht, maar ik weet niet of dit vroeger een echte one man army was. Ik

denk dat er vroeger ook nog veel meer mensen bij betrokken zijn, dus ik denk dat er nu niet echt een

verschil is met vroeger. Wel tegenover de begindagen, maar dan komen er altijd meer mensen bij en dan

worden er toch beslissingen genomen in groep, samen met Dewinter, en dat wordt nu toch wel verdergezet.

Wanneer is hier dan verandering in gekomen?

Zeker en vast na de naamsverandering in 2004. Maar echt veranderen is dit niet, meer verderbouwen op

wat er vroeger al was.

En wie heeft er nu dan de ultieme leiding?

Het partijbestuur, en heel ultiem zelfs de partijraad, waaraan uiteindelijk alle beslissingen nog worden

voorgelegd. Het is niet zo dat het partijbestuur of een van de leden ervan zelf iets kan beslissen; alle

beslissingen moeten worden voorgelegd aan de partijraad.

Wie zorgt er voor de creatieve inbreng?

Dat is nog altijd iets waar Filip Dewinter heel sterk in is, maar dat is nu ook een taak die de campagnecel

uitvoert: die zoeken mensen, experts, die ideeën aanbrengen; en uit al die ideeën wordt dan een

consensusidee overgehouden.

Page 85: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

85

Dus de campagnecel kijkt welke richting we uit willen, zij leggen dit voor aan het partijbestuur; het

partijbestuur gaat dan kijken of dit goed of niet is, en dan wordt dit uitgewerkt. De creatieve uitwerking

gebeurd door onze mensen, onze DTP, zij gaan met de ideeën aan het werk: ze nemen foto‟s, kiezen de

opmaak van affiches enzovoort.

Is hier veel personeel bij betrokken?

Bij de DTP wel ja, maar zij doen natuurlijk ook een heleboel andere zaken dan louter met

verkiezingspropaganda bezig zijn; bijvoorbeeld het maandblad, de foldertjes die we lokaal verspreiden;…

dat zijn zes mensen die voltijds bezig zijn met opmaak. Dus ook boekjes die we uitbrengen, krantjes; nu

steken ze ook veel werk in de VL-krantjes

Hoeveel van die VL-krantjes zijn er al geweest?

Acht; er komen er nog twee aan

Hoe verloopt de campagnevoering nationaal/provinciaal/regionaal/lokaal?

Van bovenaf is er het campagnedraaiboek, daarin zetten wij wat we nationaal aanbieden aan de kandidaten.

De provincies en/of de regio‟s bekijken dit en beslissen welke middelen ze zullen gebruiken om een

plaatselijke kandidaat te ondersteunen. Maar daarnaast kan een plaatselijke kandidaat nog eens de nodige

middelen zoeken om zijn eigen campagne te ondersteunen.

Hebben zij hier veel vrijheid in?

Er zijn wel een aantal regels waaraan zij zich moeten houden. Bijvoorbeeld dat een kandidaat uit een

bepaalde regio geen affiches gaat ophangen in een andere regio. Dat zijn afspraken die je moet maken om

het samenleven met al die kandidaten mogelijk te maken, anders geldt het recht van de sterkste met het

meeste geld en de meeste mensen gemobiliseerd.

Wordt er gebruik gemaakt van externe bureaus voor de concrete vormgeving (zoals het

maken van slogans, de lay-out enzovoort) of gebeurt dit via het centrale partijbestuur? Wordt het

Antwerps Reklameburo nog steeds geraadpleegd; en in hoeverre hebben zij hun eigen inbreng?

Geen externe bureaus, wel externe experten; maar ik mag hun naam helaas niet meedelen, want dan bestaat

het gevaar dat zij geviseerd worden; u weet dat er een cordon is, in de media en de politiek; en dat die

mensen dreigen gebroken te worden. Bijvoorbeeld firma‟s die plots niet meer aan bod komen omdat zij aan

het VB advies gegeven hebben.

En Eric Deleu?

Krijgt nog opdrachten; maar het belangrijkste criteria is de firma die de beste prijs kan bieden. Maar ik

weet niet wat zijn firma nu nog doet; misschien ook wel drukwerk leveren, maar dat is dan eerder

reproduceren van boekjes enzo; maar echt inschakelen in het creatieve proces dat is niet het geval.

Page 86: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

86

Gaan de experten dan vooral kijken of een campagne succes zal hebben, of zijn ze ook belangrijk bij

de totstandkoming?

Ja, daarvoor worden ze toch ook wel ingeschakeld. Een slogan moet bijvoorbeeld goed beantwoorden aan

de campagne, en ze bekijken ook welke stappen je best zet opdat je campagne de grootst mogelijke impact

heeft.

Welke strategieën houdt de partij in het achterhoofd wanneer zij naar buiten toe

communiceert?

We vertrekken van een segmentering van de markt; het klassieke verhaal: segmentering, doelgroepen

bepalen en positionering, een beetje de strategie: dan positioneringsstrategieën. Dan kijken: welke

doelgroepen zijn voor ons bereikbaar. Er zijn drie grote doelgroepen:

- eigen kiezers

- bereikbare kiezers

- onbereikbare kiezers

We gaan ons in de eerste plaats richten op de eigen kiezer, en op de bereikbare, een beetje zwevende kiezer.

En dan in die groep gaan we nog verder onderscheid maken in doelgroepen; bv jongeren; doelgroepen

gebaseerd op eerder demografische kenmerken. We zijn nu wel aan het evolueren in de richting van

psychografische kenmerken, die zich eerder op het benefit en het nut richten dat mensen hebben wanneer

ze op een partij stemmen. Bv: onlangs campagne: „2000€ extra verdienen?‟, dat speelt dan in op hetgene

mensen zouden kunnen hebben, het onmiddellijke resultaat dat ze krijgen wanneer ze op ons zouden

stemmen, wanneer het VB mee zou deelnemen aan de macht.

Is er een concrete doelgroep waartoe de partij zich het meeste richt?

Eigenlijk niet, we richten ons toch op de hele kiezersmarkt, op de hele Vlaamse bevolking. Dat is ook een

beetje het verschil met de andere partijen; hoewel CD&V dat ook wel doet. Maar we zijn geen liberale

partij; maar we hebben een aantal liberalere standpunten, en we zijn ook geen sociale partij maar toch

hebben we een aantal sociale standpunten. Dat is iets wat duidelijk naar voorkwam op ons economisch

congres in 2005, “Welvaart voor iedereen”, namelijk dat het VB een partij is voor de hele Vlaamse

bevolking, dat zowel werknemers als werkgevers aan dezelfde kar wil laten trekken, omdat zij eigenlijk

dezelfde belangen te verdedigen hebben.

Gebeurt het ook dat er specifieke campagnes plaatsvinden?

Dat gebeurt, bijvoorbeeld op 1 mei-manifestatie: deze zal zich eerder richten op de werknemer, de arbeider.

Maar nu ook bv geven we een aantal folders uit die gericht zijn op KMO‟s. Het gebeurt dus wel; het is niet

zo dat we ons richten op één doelgroep, maar we trachten zoveel mogelijk doelgroepen te bereiken.

Landbouwers hebben ook een aparte uitgave waarin we onze standpunten kenbaar maken.

Page 87: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

87

Ik heb vernomen dat er drie doelgroepen zijn: Kleine zelfstandigen, horeca en landbouwers. Is dit

inderdaad het geval voor deze verkiezingen?

In deze verkiezingsperiode worden deze inderdaad extra bedeeld.

Weet u hoe deze situatie was in 2007?

Toen hebben we dat niet gedaan denk ik, toen waren er zo geen aparte folders; maar dat durf ik niet zeker

zeggen. Maar uiteindelijk is dat ook beperkt, in oplage bijvoorbeeld; het is moeilijk om met de middelen en

mogelijkheden die we wettelijk mogen gebruiken, om massaal die doelgroepen te bereiken. De affiches en

dergelijke moeten dus tamelijk algemeen zijn, een verkiezingsaffiche op grote oplage die enkel voor een

doelgroep bedoeld is, dat zou niet efficiënt zijn. Het is de bedoeling dat je zoveel mogelijk mensen kan

overtuigen; of eerder bereiken, want we gaan geen mensen overtuigen op basis van de affiches die we

ophangen.

Proberen jullie vooral je eigen kiezers te houden, of ga je vooral nieuwe kiezers proberen

aantrekken? En waar haal je die nieuwe kiezers dan, gaat daar onderzoek aan vooraf?

Er is geen kwantitatief onderzoek gebeurd; daarvoor zijn geen bureaus ingeschakeld. Wat we wel doen is

aftoetsen van het programma, van de standpunten, van de wijze waarop de partij overkomt; de perceptie bij

mensen. Dat is dat we panelgesprekken, focusgroepen enzovoort op regelmatige basis doen samenkomen.

Mbt het positionering-segmenteringsbeleid: heeft u daar nog meer informatie over?

Mbt positionering: we willen echt het verschil maken. Iets waar Bruno Valkeniers echt op staat is dat het

VB zich kan onderscheiden obv stijl en kwaliteit; dat het Belang een partij is met kwaliteitsvolle politici die

weten waarover ze het hebben; die heel nauwgezet en heel bewust bezig zijn met het vak. Dat staat een

beetje in contrast met andere partijen, die gebruik maken van bekende Vlamingen. Wij vinden dat het

programma moet primeren, en een bekende Vlaming kàn, maar dan moet die inhoudelijk iets bijbrengen.

Het mag ook niet zijn dat je door het gebruik van BV‟s de geloofwaardigheid van de politiek naar beneden

brengt.

Maar een politicus als Jean-Pierre Coopman, denkt u dat deze de geloofwaardigheid ten goede komt?

Dat is een keuze die op dat moment gemaakt is, maar wij maken daar inderdaad ook gebruik van. Het is

telkens een afweging die je maakt: iemand als Coopman op de voorpagina plaatsen maakt het blaadje veel

toegankelijker; ze kunnen zich er sneller iets bij voorstellen. Aan de andere kan het er inderdaad toe leiden

dat je ergens misschien bepaalde aspecten vant het figuur van Coopman laat insluipen in het profiel dat de

partij heeft.

Het feit dat er geprotesteerd wordt tegen bekende Vlamingen, kan dat ook niet veroorzaakt worden

doordat weinig bekende Vlamingen hun hoofd op het Vlaams Belang willen plakken? Is dit niet

gewoon een excuus?

Page 88: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

88

Ja, dat moeten we toegeven. Als er meer bekende Vlamingen zich zouden aandienen om het VB te

ondersteunen, dan zouden wij daar ook meer gebruik van maken. Wij zijn ook pragmatisch genoeg om daar

de voordelen van in te zien. Maar daar zijn natuurlijk voorwaarden aan verbonden, en de belangrijkste

voorwaarde is dat zij inhoudelijk iets moeten kunnen bijbrengen, dat zij voldoende politieke kennis hebben;

en dat hun profiel min of meer matcht met het profiel van het Vlaams Belang.

Denkt u dat dit bij andere partijen dan niet het geval is?

Dat denk ik soms wel, ja. Als je soms ziet wat de meerwaarde is van enkele van die bv‟s voor de politiek,

en voor het sérieux van de politiek; daar stel ik me soms wel vragen bij. Op de duur gaat het niet meer over

de boodschap, maar over de communicatie over de boodschap; over de verpakking, veel meer dan over de

inhoud. Het Vlaams Belang is daarentegen nog veel meer een echte programmapartij.

Wat vindt u typisch aan de stijl van het VB waar Valkeniers zo op hamert, die anders is dan bij

andere partijen?

De voorzitter wil samen met het Vlaams Belang op een ernstige, eerlijke manier aan politiek doen. Met

kennis van zaken; betrouwbaar en rechtuit kwaliteit leveren waar de bevolking recht op heeft.

Zijn dit punten die jullie zelf moeten aanvoelen, of bestaat er een soort richtlijn voor?

Deze zaken worden door Bruno Valkeniers gecommuniceerd, maar de meeste zijn ook terug te vinden in

onze beginselverklaring.

Maar is er zo’n intern document?

We hebben dus onze beginselverklaring, maar daarnaast beschikken we ook over een document waar onze

huisstijl in uitgelegd staat. Hoewel dit laatste momenteel zich nog te veel beperkt tot een aantal grafische

kenmerken. Ook tijdens mediatrainingen en debatcoaching wijzen wij onze mensen op de manier waarop

zij zich moeten gedragen en welke accenten zij moeten leggen.

Welk percentage van het totale partijbudget wordt gebruikt voor campagnevoering? Zijn er

gedetailleerde cijfers beschikbaar; bv geld dat naar folders, affichering, gadgets,… ging?

Dat zal wel heel veel geld zijn. Dat is voor ons ook heel belangrijk natuurlijk, omdat we geconfronteerd

worden met een boycot. Het is vaak de enige manier om de media te halen.

Hoe gaat de partij om met de mediaboycot? Wat doet zij om zich hier tegen te verzetten?

Door bijvoorbeeld die VL-krantjes te gaan posten in alle brievenbussen in Vlaanderen, en door

bijvoorbeeld ook buiten de verkiezingscampagnes blaadjes uit te geven. dit gebeurt meestal lokaal, maar

daar staan ook altijd regionale, provinciale en nationale bijdragen in.

Page 89: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

89

Vindt u dat andere partijen het makkelijker hebben, of meer nog, naar voor getrokken worden door

de media? Is de situatie al verbeterd tegenover vroeger?

De media is niet zozeer moeilijk tegen politici denk ik, maar wel echt tegen het VB. We worden hier bijna

dagelijks mee geconfronteerd. Ik heb een aantal voorbeelden: Belga weigert ons foto‟s te verkopen uit haar

gigantische archief; het weigert ons ook een abonnement te nemen op haar press-agenda, dat is een agenda

waarop politieke partijen, bedrijven, culturele organisaties enzo activiteiten kunnen plaatsen. We houden

ons aan de regulering maar Belga zei nee. Denk ook aan de Tsunami-actie.

Gebeurt dat nog vaak, zo’n dingen? En proberen jullie daar publiciteit aan te geven?

Ja dat gebeurt vaak, en we proberen dat openbaar te maken, maar ook dat komt niet altijd terecht op de

plaatsen waar het terecht moet komen. Recent ook het boek van Koen Dillen, een europarlementslid. Hij

heeft veel kennis van de Franse politiek en schreef onder een schuilnaam een biografie van Mitterand.

Onder een schuilnaam, omdat het anders niet gepubliceerd zou worden. Het boek kreeg heel lovende

kritieken. Krijgt, eigenlijk, niet iedereen doet eraan mee. Maar op een bepaald moment werd dus bekend

dat hij de auteur van het boek was; en nu zijn er een aantal boekhandels die zijn boek niet meer in de

rekken willen leggen. Maar het feit alleen al dat hij een schuilnaam moet gebruiken om zijn boek te

publiceren is toch heel erg. Maar ik ben hoopvol, ik denk dat er evolutie inzit. Meer en meer hoor je andere

geluiden, ook bij de sociaal-culturele elite in ons land. Er zijn nu toch een aantal intellectuelen die openlijk

kritiek uiten, die zeggen dat je met iedereen moet kunnen debatteren, dat er een open debatcultuur moet zijn.

Denkt u dat de situatie in de media verbeterd is tegenover vroeger?

We hebben een tijdje gedacht dat het beter ging, dat was vlak na de naamsverandering. Toen konden we

zelfs advertenties opnemen in de kranten. Maar dat wordt ons nu ook geweigerd, geen enkele krant wil van

ons een advertentie opnemen. Op de vrt gebeurt het dat we aan bod komen, maar dat is toch niet zo vaak.

We houden daar ook lijsten van bij, om die nadien te evalueren en te vergelijken met andere partijen.

Worden de resultaten hiervan naar buiten gebracht?

We zullen op dat moment ook zien hoe we daarmee omgaan. Maar dat is nog niet beslist.

Rond de actie ‘mediawatch’ van Jurgen Verstrepen werd veel publiciteit gebracht, maar waar zijn

de resultaten hiervan te vinden?

Dat doen we nu dus opnieuw, maar niet zo gedetailleerd, dat was echt tot op de seconde opgenomen.

Bevestigde dat jullie vermoedens?

Ja

Page 90: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

90

Doen jullie nog moeite bij kranten om hierin te adverteren?

Ja, telkens opnieuw wordt dat gevraagd. En telkens opnieuw weigeren ze. Geen enkele grote krant wil een

advertentie opnemen; wel de kleinere zoals de Zondag, en reclameblaadjes; maar je weet niet of ze zoveel

gelezen worden. En hier en daar is er een tijdschrift dat ook wil adverteren.

We blijven proberen, want stel dat er een krant het spel correct wil spelen, dan zou het jammer zijn als we

niet gereageerd hadden.

Wie is er het brein achter de stunts die het VB soms onderneemt? En behoren deze tot de stijl van de

partij, of is het een pure noodzaak om de media te halen?

Zij behoren tot de stijl van Filip Dewinter, hij doet meestal zo‟n dingen; maar het is ook een manier om de

media te halen. Om het werk dat geleverd wordt door parlementsleden in de media te brengen. En

natuurlijk om de belangen van onze kiezers te verdedigen en onze boodschap uit te dragen. Denk

bijvoorbeeld aan persberichten waarbij elke verwijzing naar VB‟ers die hieraan meegewerkt hebben eruit

gehaald wordt. Soms zijn dat onnozele artikels, maar vaak zijn het ook dingen waarbij een goede,

noodzakelijke tussenkomst van een VB‟er verzwegen wordt. Dit gebeurt niet altijd hoor, sommige zaken

worden ook correct weergegeven. Maar het gebeurt nog te vaak om dit aan toeval te wijten, er zit een

strategie achter.

Is Dewinter het brein achter de stunts?

Ja, achter veel van die dingen wel. Hij is enorm gedreven, energiek en dynamisch; zijn brein staat geen tel

stil. Maar hij staat zeker niet alleen.

Wordt hierover actief gediscussieerd?

Soms wel, dan kijken we in onze agenda en zien we dat er ergens een stunt gepland moet worden; maar

vaak zijn deze actualiteitsgebonden en is er geen tijd om er vergaderingen over te houden.

Mag Dewinter dan zelf beslissingen nemen?

Hij neemt dan uiteraard contact op met Bruno en de rest van het partijbestuur. Het is dus niet zo dat hij dat

alleen beslist, maar hij reikt het vaak wel aan en neemt dan contact op met de voorzitter en nog een aantal

andere mensen binnen de partij. Soms is er geen tijd voor ruim overleg, wanneer er kort op de bal gespeeld

moet worden. Maar snelle communicatie is de dag van vandaag zeker geen probleem.

Worden deze stunts ook geboycot door de media?

Als zij hier genoeg actualiteitswaarde in zien niet. In het algemeen lukt het wel om daarmee de pers te

halen.

Wordt er soms te extreem gehandeld om toch de media te halen?

Page 91: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

91

Soms wel, maar wat is extreem. Het Vlaams Belang is geen extremistische partij, wij zijn wel radicaal in de

verdediging van de belangen van alle Vlamingen. Dat wil zeggen dat wij niet bereid zijn in ruil voor postjes

compromissen af te sluiten. En ja, soms moeten wij radicale acties voeren om de media te kunnen halen.

Wat met afzonderlijke militanten die op eigen houtje actie ondernemen? Wordt dit, zoals vroeger,

aangemoedigd; of verzet de partij zich hiertegen?

Uiteraard kan het niet wanneer individuen in naam van de partij acties ondernemen zonder dat dit

gecoördineerd is met hogere niveaus.

Dit is dus helemaal anders dan in de begindagen?

Ja, nu verloopt alles wat de campagne betreft via de regio en de campagneverantwoordelijke. Het zou nogal

hectisch en onoverzichtelijk worden als iedereen kon doen wat hij wou.

Voert het VB een bepaalde permanente campagne (denkt de partij dat het belangrijk is het hele jaar

door campagne te voeren), of houdt het zich eerder bij short campaigns?

Er is een permanente campagne. Elk jaar wordt er bv ook een groot inhoudelijk congres gegeven. We

hebben bv ook de lokale blaadjes, die het hele jaar door (uitgezonderd de campagneperiode) uitgedeeld

worden. Er is ook een webstek waar dagelijks vier of vijf bijdrages opgezet worden. Er zijn ook

tussentijdse campagnes, affichecampagnes; maar die hangen dan weer af van de actualiteit.

De campagne met de bokshandschoen is terug vanonder het stof gehaald, hoewel Wim Wienen in

2001 nog beweerde dat de omstandigheden veranderd waren, dat de partij zichzelf een zachter imago

aanmat.

Het is niet juist te stellen dat de bokshandschoen terug van onder het stof gehaald is. Je kan een bokser

moeilijk met een ander attribuut voorstellen dan met de bokshandschoen. Jean Pierre Coopman was een

manier om ons te kunnen profileren, om het onderscheid te maken. Uiteindelijk is het ook maar een aspect,

dat belicht werd in de campagnevoorstelling van het eerste VL-krantje. Maar het heeft wel veel nieuws

gehaald, en niet iedereen was hier even tevreden mee.

Is het imago van de partij zachter geworden?

Zachter ja, ik zou eerder zeggen dat het Vlaams Belang zich de laatste jaren zich zowel in de breedte als in

de diepte heeft ontwikkeld. Dit heeft als resultaat ook dat het imago wat zachter wordt, dat we meer

mensen aanspreken, dat sommige zaken genuanceerder worden aangebracht. Maar vergis u niet, wij zijn en

blijven een radicale anti-establishment partij die Vlaanderen van onderuit als echte onafhankelijke

democratie wil opbouwen.

Bij de naamsverandering had het Vlaams Blok/Vlaams Belang reeds een lange weg afgelegd. Het 70-

punten plan was onder andere al enkele jaren naar de prullenbak verwezen. Wat imago betreft, zijn er nu

niet zo heel erg veel verschillen met 2004.

Page 92: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

92

Welke strategie zit er achter het zachtere imago?

Meer mensen bereiken; bepaalde doelgroepen, zoals vrouwen, zal je niet bereiken door harde slogans te

gebruiken. Ook het programma heeft eigenlijk niet echt meer iets waarvan je kan zeggen dat het erover gaat.

De meeste van onze programmapunten zijn trouwens in grote mate overgenomen door andere partijen. Wel

een beetje aangepast, misschien ook taalgebruik dat veranderd werd, maar toch.

Nu Lijst Dedecker zijn opgang kent, worden er misschien VB-kiezers weggesnoept. Denkt Vlaams

Belang dat dit gevolgen heeft voor haar electorale resultaten, en zo ja, wat doet ze eraan? Gaat ze op

een andere manier campagne voeren?

Er zullen wel mensen zijn die zich laten leiden door de manier waarop hij zich kan presenteren als een

zweeppartij; ook zoals het VB een beetje is; maar met dit verschil dat LDD niet in het cordon zit. Mensen

kunnen misschien gaan denken „ik stem al 30 jaar op het VB, maar die zitten in het cordon; een stem op

LDD zou weleens nuttiger kunnen zijn‟. Dus dat is wel een ernstige bedenking waar wij mee spelen en op

proberen te reageren; wat niet makkelijk is, maar toch wel haalbaar.

En hoe proberen jullie daarop te reageren?

We voeren geen oorlog tegen LDD, dat is niet de bedoeling, maar wij wijzen er wel op dat zij niet erg

betrouwbaar zijn; dat het wel eens een eendagsvlieg zou kunnen zijn. Ook dat het een heel liberale partij is,

en het VB is dat niet. Het is ook een partij met veel intern geruzie. Waar er ook een grote spagaat is tussen

hetgeen ze zeggen en wat ze doen. En dat maakt o.a het grote verschil met Vlaams Belang. We hebben er

dus niet heel erg veel schrik van. NVA is ook een concurrent, en die leunt eigenlijk heel dicht aan bij het

VB.

Gaan jullie dan je eigen Vlaamse standpunten benadrukken om hierop te reageren?

Om het verschil te maken, misschien, maar we hebben dat altijd al gedaan; dus het is niet echt om het

verschil te maken. We zijn nu al zo lang bezig met deze thematiek, we willen de geesten van de mensen

hiervoor rijp maken; maar NVA heeft ook zo haar verdienste daarin, in het kartel met CD&V hebben ze

daaraan gewerkt.

Wat wil het VB bereiken met haar soms provocerend gedrag?

We moeten wel, omdat we anders niet aan bod komen in de pers. Dus stunts, provocaties, soms ook hard

taalgebruik… maar provoceren is niet altijd verkeerd, soms moet je eens op tafel slaan, het contrast maken

tussen het VB en een andere partij; zeggen waar het op staat. Soms is dat niet leuk om te horen, maar er

moet toch iemand de boodschap brengen, zeggen welke zaken er leven bij de mensen. Dat is ook een

verdienste van het VB uiteindelijk, om onverbloemd datgene te zeggen waarmee mensen omgaan; wat hun

bezorgdheden, noden en behoeften zijn.

Page 93: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

93

De mediaboycot lijkt heel wat impact te hebben op de stijl van het VB

Ja, we gaan zoeken naar een manier om dit te omzeilen. De media is natuurlijk heel belangrijk.

Wil het VB vooral zich onderscheiden, of wil het de media omzeilen?

Onderscheiden met andere partijen niet zozeer: het onderscheid gebeurd op basis van ons programma, en

de manier waarop we proberen daarin rechtlijnig te zijn. Dus die provocaties, stunts, dienen toch in de

eerste plaats om de media te halen.

Toegepast: als het VB een initiatief als de illegalofoon lanceert, wil het dan echt illegalen helpen om

terug te keren, en heeft het ooit geprobeerd om deze mensen ook effectief te bereiken; of moest

vooral de Vlaamse kiezer dit initiatief leren kennen?

In de eerste plaats heeft dit tot doel de bevolking te wijzen op het desastreuze beleid van de regering. En

indien mogelijk, willen wij daarmee ook zoveel mogelijk illegalen bereiken. De vraag of je op die manier

illegalen bereikt is een pertinente vraag. Je weet niet in hoeverre ze de taal machtig zijn enzovoort. Het is

een Antwerps initiatief van Filp Dewinter, waar ik verder niet over meer precieze informatie beschik.

Het is vergelijkbaar met de Marokkotrip, waarbij vooral de Vlaming de boodschap te horen moest

krijgen.

Het is niet ongebruikelijk om op die manier onze boodschap te verspreiden. Als oppositiepartij moet je zo‟n

dingen doen om je boodschap over te brengen naar de mensen. En ook de mogelijkheden aanbrengen die er

zouden kunnen zijn wanneer ons programma wordt uitgevoerd.

Hoe zou het VB haar propagandastijl definiëren?

Wat het verschil maakt met andere partijen bijvoorbeeld? Kort op de bal spelen, geen taboes uit de weg

gaan, richten op heel de Vlaamse bevolking; enerzijds imago en anderzijds inhoud van de partij koppelen.

Waarin zit de kracht van de campagnes?

Bij de militanten; we hebben een zeer uitgebreid netwerk. De manier waarop de partij gestructureerd is en

waarop we alle militanten kunnen bereiken bv. We zouden in een week het hele land kunnen volhangen

met eenzelfde affiche dankzij die militanten. En dat is vooral te danken aan hun inzet, en hun geloof in de

partij en haar doelstellingen en programma.

Denkt u dat de militanten van de partij meer geloven in de partij?

Ja, of toch in het programma van de partij; de partij is eerder het middel om hun doel te bereiken.

Wat maakt het VB zo uniek tov andere partij in haar communicatiestrategie?

Dat we meer dan andere partijen vastzitten in een cordon en niet de mogelijkheid hebben om bijvoorbeeld

advertenties te kunnen opnemen in de media. Dat we naar andere middelen moeten grijpen; zoals het

Page 94: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

94

provocatieve en die stunts. Dat we tegelijk ook proberen kwaliteit te gaan zoeken en te benadrukken. Er is

geen personencultus in de communicatie, maar het beleid en programma moeten centraal staan.

Voor de verkiezingen van 2007 werd er niet één iemand naar voor geschoven, zoals wel bij de andere

partijen het geval was. Is daar een reden voor?

We willen niet zozeer kopstukken naar voor schuiven. Die zijn natuurlijk wel belangrijk, we kunnen en

willen ook niet zonder, omdat enerzijds het product dat een partij verkoopt – een programma – geen

tastbaar product is, maar een dienst. Aangezien dat niet tastbaar is, is het ook voor veel mensen moeilijk te

vatten: „wat willen ze nu juist zeggen?‟. Als je daar een gezicht op kan plakken is dat voor mensen wel

vaak bevattelijker. Dus vandaar dat die gezichten wel belangrijk zijn, maar niet het belangrijkste.

Boodschappen worden vaak gesimplificeerd. Heeft dat iets te maken met het profiel van de kiezer, of

zijn er andere redenen dat er niet rond de pot gedraaid wordt?

Dat is gewoon duidelijk zijn in de communicatie; zeggen waar het op staat. En een slogan is per definitie

een simplificering.

Page 95: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

95

Bijlage 3: Interview met Frans Wymeersch Functie: Partijraadslid Vlaams Belang

Hoe ziet het communicatieorgaan van de partij eruit, en wie staat er aan de leiding?

Het hoofd communicatie is, zoals alles bij ons in de partij, de partijvoorzitter. Naast hem is er nog een

officiële woordvoerder, dat is Joris Van Hauthem. Hij doet de relaties met de pers; als men bijvoorbeeld via

de VRT of VTM iemand wil uitnodigen voor een debat, voor de Zevende Dag ofzo, dan passeert dat

allemaal via Joris Van Hauthem. Speciale, dringende, politiek zeer belangrijke communicatie wordt

automatisch bijna altijd door de partijvoorzitter gedaan. Maar de normale structuur is dus de partijvoorzitter

met Joris Van Hauthem, vanuit de partij.

Dan heb je nog de communicatie vanuit de politieke fracties. Zoals bij ons in het Vlaams parlement is dat

Filip Dewinter, die daarvoor een of twee personen heeft die de perscommunicés verspreiden, die contacten

hebben met de pers; enzovoort. Dat zijn Bart Debie en Wim Wienen. Maar het is de fractievoorzitter die

communiceert, die de communicés opmaakt; en zij die het doorspelen tussen de persorganen en de

fractievoorzitter. In de Kamerfractie is dat juist het zelfde, daar heb je Gerolf Annemans, met zijn

persoonlijke woordvoerder. Voor de senaat is dat minder belangrijk, die heeft minder gewicht; en hier is

dat Joris van hauthem, die ook al woordvoerder is voor de partij.

Wie beslist er wat er aan bod komt, en hoeveel inspraak hebben de andere partijleden?

In de partij, in het partijbestuur, zijn een aantal taken gedelegeerd. Bijvoorbeeld de dienst organisatie en de

campagneverantwoordelijke, was vroeger altijd Dewinter. Is nog, in theorie, hij; maar vermits de partij

gegroeid is en het partijbestuur uitgebreid, komt Dewinter met zijn ideeën, zijn concept naar het

partijbestuur; en daar wordt het dan gewikt en gewogen en eventueel bijgestuurd. Maar je kan wel zeggen

dat de ideeën voor de campagne, zeker het visuele (het inhoudelijke is voor het partijbestuur); maar het

visuele en de manier waarop (affichage, advertenties, manifestaties en randmanifestaties); dat is allemaal de

verantwoordelijkheid van Dewinter, die zich laat bijstaan door een aantal mensen die er iets van kennen;

zowel vanuit de partij als externe raadgevers, die niet gebonden zijn aan de partij maar dus vrijblijvend

ideeën of raad aanreiken. Wat Filip wel doet, als hij een campagnebeeld voor ogen heeft, is aan derden, ook

uit de privésector, het idee te laten bekijken, om te zeggen wat zij ervan denken. Dus het beeld, de slogan

etc dat is Filip Dewinter.

De externe hulp zijn bijvoorbeeld Eric Deleu, heeft een reclamebureau; daar legt hij wel eens iets aan voor,

en dan hebben we ook de reclamegoeroes zoals Wim Schamp; maar die geven gewoon advies, of het idee

wel of niet overkomt. Dus het campagnebeeld en de slogan die ze voor 2009 hebben, is nu ook van

Dewinter; slogan is „dit is ons land‟, het beeld wordt een kind, de ondertitel wordt „Vlaams Belang: rechtuit

betrouwbaar‟.

Page 96: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

96

Worden er op lokaal niveau ook acties ondernomen?

Ja; vorige week in de partijraad werd het campagnebeeld voorgesteld; en dit moet ook goedgekeurd worden

door de partijraad, zij mogen daar kritiek op geven en kunnen ook ideeën of wijzigingen aanbrengen; wat

in de praktijk meestal niet gebeurd. En dat komt dan naar de regio‟s en de lokale afdelingen. Het stramien

is zo dat in alle geledingen hetzelfde campagnebeeld wordt gebruikt; zeker bij nationale of Vlaamse

verkiezingen. Voor regionale campagnes kunnen daar nog andere dingen bijgevoegd worden, kunnen er

andere affiches gemaakt worden, maar dat beperkt zich meestal tot persoonlijke affiches, waarbij de

topkandidaten de toelating kunnen krijgen een thema-affiche te laten maken met een eigen foto of slogan;

wel mits toestemming van de verkiezingscel, onder leiding van Valkeniers en Dewinter.

Hoort het organiseren van stunts daar ook bij?

Natuurlijk zijn er bepaalde dingen, acties om de pers aan te trekken; om in het nieuws te komen, als je zoals

ons soms weinig in de media komt. Daar moet je wel geluk mee hebben; soms komt de pers er bijvoorbeeld

niet op af. Vorige verkiezingen was er een actie van Dewinter; of dat een stunt was of niet laat ik in het

midden; met zijn persiflage op de „zonder haat straat‟; de zonder jihad straat; dat is in het nieuws geweest,

maar eigenlijk stunts in het wilde weg gebeuren er eigenlijk niet; het moet allemaal binnen de krijtlijnen

van de campagne blijven. En daar kijkt men nogal zeer zeer zeer zeer nauw op toe. Daarin worden we

nogal zeer strak geleid. Oorzaak en gevolg dat we binnen een bepaald kader werken; omdat alle

campagnemiddelen, laat ons zeggen 80-90% ons door de partij worden aangereikt, nationaal, om ons de

uniformiteit en de conformiteit met het campagnebeeld te doen volgen; dus de beweegruimte die lokale

kandidaten of lokale of regionale afdelingen hebben is vrij miniem, omdat het materiaal en de

mogelijkheden die we aangereikt krijgen door de partij zelf, zo uitgebreid en veelvuldig zijn dat het een

averechts effect zou hebben moest er nog meer komen. De mensen zijn niet gediend met elke dag drie

pamfletten van dezelfde partij; een of maximum twee per week is voldoende, anders krijgen ze daar een

aversie van. Het is ook daarom dat de partij een eigen dienst heeft die alle affiches, alle folders, alle

uitgaven zelf op papier zet; met een eigen juridische dienst en leescommies; een eigen dienst, desktop

publishing, die de lay-out maakt voor alle affiches, alle folders; alle propagandamiddelen, ook van de

lokale besturen. Dus als men bv in Sint-Niklaas iets wil doen, dan gaat dat naar de leescommissie. Er zijn

twee dingen, zowel taalkundig als juridisch als inhoudelijk (wordt er niet gevloekt tegen het eigen

partijprogramma) en dan wordt dat doorgespeeld naar de diensten die de layout verzorgen. En dan hebben

we de keuze: ofwel maken we gebruik van de drukkers of de drukker die expliciet voor de partij werkt;

ofwel krijgen wij de CDROM met alle affiches, zodat wij dus lokaal onze plan kunnen trekken. Dus in

theorie wordt er niets gepubliceerd of geafficheerd zonder dat het voorbij de „Madou‟ is gepasseerd.

Dit staat allemaal in het draaiboek; dit krijgen ze elke verkiezing van de partij; gaat van algemene

richtlijnen tot zelfs kleuren; met technische informatie voor de drukker; bv „het is dat soort geel‟ of „dat

soort oranje‟, alles moet zó geconcipieerd zijn en niet zo of zo. Het is heel strak georganiseerd en

geregisseerd, maar dat heeft ook zijn belang. Ten eerste de eenvormigheid en de eenduidigheid in

Vlaanderen; en ten tweede is het een soort van controle dat er geen zotte dingen gebeuren.

Page 97: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

97

Worden deze stunts dan bewust georganiseerd?

Als er acties gebeuren, worden deze zorgvuldig georganiseerd; worden daar spandoeken voor gemaakt

enzo. Daar hebben we ook onze eigen logistieke dienst voor; die alles uittekent enz. Dat wordt overwogen;

een stunt is een stunt maar hij moet geloofwaardig overkomen en geloofwaardig zijn; en moet inpassen in

een campagne. Er gebeurt dus helemaal niets zonder de zegen van het partijbestuur. Onrechtstreeks is

Dewinter, zeker voor de volgende verkiezingen waar hij fractievoorzitter is van het parlement; maar ook

voor andere verkiezingen zoals de kamer en gemeenteraadsverkiezingen komen de meeste ideeën van hem,

passeert via dienst organisatie waar hij het hoofd van is. wat zit daar allemaal onder: de regionale

secretariaten zoals dit; de desktop publishing; het drukken en opmaken van allerlei brochures,… dus alles

wat met propaganda en organisatie van de partij op het terrein te maken heeft ressorteert onder Dewinter.

Maar, dat geef ik toe, waar het vroeger Dewinter meestal alleen of in samenspraak met de partijvoorzitter

was; is het nu zodanig geëvolueerd dat het volledige partijbestuur zijn zegje heeft. Dat is dus een bijsturing

die de laatste twee jaar is gebeurd.

En hoe is die evolutie er gekomen?

Hier was geen directe aanleiding voor; maar het partijbestuur is na de laatste verkiezingen uitgebreid; de

partij is gegroeid en iedereen heeft zijn eigen ideeën; de partij wordt beter, gedetailleerder uitgebouwd; en

dan is het nodig dat de nieuwe mensen, die ook goede ideeën hebben, ook aan bod komen. En dat gebeurt

via de partijraad.

Welke strategieën houdt de partij in het achterhoofd bij haar communicatie?

De eerste strategie is de partijpolitiek: we willen de partij in het politieke landschap zo sterk mogelijk naar

voor brengen. Met andere woorden: de eerste taak is de verkiezingen winnen. Maar bij ons komt daar ook

nog iets ander bij, evenwaardig hieraan; namelijk de ideeën van onze partij laten doordringen. En ik denk

dat we daar de laatste 4,5,6 jaar goed in geslaagd zijn; heel wat politieke partijen hebben een aantal ideeën

quasi of zo goed als volledig overgenomen. Denk bijvoorbeeld aan de VL-campagne, waarbij het logo en

de naam van de partij ietwat achterwege bleven; we hebben dus vooral gewerkt met het VL-logo en de

leeuwenvlag als dusdanig. In Sint-Niklaas alleen al zijn bijna 2000 leeuwenvlaggen verspreid; de VL-

campagne is manifest aanwezig geweest. Als je bv kijkt hoeveel wagens er met het VL-logo rondrijden;

meestal goed wetende dat het van het Vlaams Belang komt… maar het verlaagt de drempel, en het geeft

onze ideeën meer toegang tot iedereen. Dus het VL-beeld wordt meer en meer gekoppeld aan het Vlaams

Belang en omgekeerd; en dat was de bedoeling. We hebben de laatste jaren dus vooral op de ideeën

gespeeld; en nu de verkiezingen in aantocht zijn, komen de partijnaam en het logo meer naar voren.

Zijn de partijbudgetten groot in vergelijking met het totale partijbudget?

Het exacte bedrag weet ik niet; maar dat loopt in de mil-joe-nen. Het totale partijbudget dat we aangereikt

krijgen voor onze campagne. Het gaat over heel veel geld; alleen al de postbedeling kost 7 cent per VL-

folder; en er zijn al bijna 2 miljoen brievenbussen in Vlaanderen. Het staat de kandidaten vrij om uit eigen

Page 98: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

98

zak uitgaven te doen; maar er is een maximum te spenderen bedrag en dat wordt verdeeld a rato van de

kandidaten. De kosten van de partij worden dus verdeeld over de partij en de kandidaten.

Het gaat om een heel groot budget; daarom dat er zoveel campagnes zijn: nationaal; provinciaal; regionaal;

lokaal,… Het is een hele machine die begint te werken.

Is er een concrete doelgroep waartoe de partij zich richt?

Er is een algemene, maar er zijn ook doelgroepen. Wat wij uit de Vlaams Parlementfractie gedaan hebben,

dat zijn drie doelgroepen die we het afgelopen jaar al bewerken:

I. De sociale huurders: krijgen om de twee à drie maand een tijdschrift/pamflet over de

problematiek die hen aanspreekt

II. De middenstanders en horeca; die ook rond die problematiek een blad krijgt om de zoveel tijd

III. De land- en tuinbouwers: krijgen ook zo een pamflet

Op lokaal en regionaal vlak is het ook mogelijk dat mensen zich op hun gespecialiseerde doelgroep richten;

maar dat is dan meer kandidaatgeboden. Bv iemand die veel ervaring met de horeca heeft die zich daar op

richt. Maar dat wordt regionaal bepaald, dat is vrijblijvend.

Bijvoorbeeld bij de lokale verkiezingen speelt dat meer; daar hebben ze zich in Sint-Niklaas gericht op

jongeren (de eerste kiezers) en op senioren.

Bijvoorbeeld in Antwerpen is er al een jaar lang een campagne bezig waarbij jongeren tussen de 18 en 22

jaar regelmatig, bijna wekelijks, dancings en praatcafés bezoeken en daarbij gadgets uitdelen. De eerste

kiezers zullen ook nog eens apart aangeschreven worden; maar dat is dan ook afhankelijk van het budget.

Zij worden ook aangeschreven en –gesproken door jonge mensen. Maar dat is doelbewust; het is daarom

ook dat ze op alle lijsten jonge, zelfs zéér jonge kandidaten zetten. Onze jongste kandidaat moet nu nog 18

worden.

Ze worden niet onmiddellijk aan de partij gelinkt: het is ook drempelverlagend; bv financiële perikelen

worden op een begrijpelijke manier naar jonge mensen overgebracht. Dan moet je niet beginnen over

belastingen enz.; alles wordt op een verstandige en begrijpelijke manier van jonge mensen naar jonge

mensen overgebracht. Bijvoorbeeld flyers, aanstekers etc worden uitgedeeld; ook door die jonge mensen

zelf, zij weten immers het beste wat leeft onder jongeren. Ook deze jongeren staan onder leiding van

Dewinter; hij houdt zich daar niet heel de tijd mee bezig maar coördineert wel; bv de dochters van

Dewinter gaan de dancings af. Het imago van strakke, ouderwetse, conservatieve partij willen ze weg

krijgen; ze hebben genoeg jonge mensen die goed overkomen en weten waarover ze het hebben.

Waar halen jullie die jonge mensen?

Dat zijn zoons en dochters van mandatarissen, leden, jonge mensen die lid worden van VB of VB jongeren

en die het nuttige aan het aangename koppelen. Dat gaat heel natuurlijk mee. Zij kunnen zelf initiatieven

Page 99: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

99

aannemen; zij hebben de ideeën; denk bv aan de dochters van Dewinter: zij weten echt waarover ze het

hebben.

Iedereen heeft zijn taal; zijn manier van werken, en hoe ze communiceren. Je maakt gebruik van de

middelen die je hebt.

Dat dancingbezoek gaat onder de titel „Flanders Nation‟. Beperkt zich wel hoofdzakelijk tot Antwerpen en

een stukje Oost-Vlaanderen en Vlaams Brabant.

Zij dragen een zwarte T-shirt met gestyleerde gouden letters, waarop „Flanders Nation‟ staat. Ze delen

vanalles uit maar geen xtc-pillen (lacht).

In hoeverre worden jullie geboycot door de media?

Dat begint zeer zwaar door te wegen; de laatste twee weken gaat het iets beter; maar als we op vlak van tv

kijken komen we verhoudingsgewijs amper aan bod in verhouding tot andere partijen die veel kleiner en

belangrijker zijn dan wij. Ook als het echt om relevante info gaat; zoals initiatieven in het parlement etc,

komen wij niet aan bod. Hier in Sint-Niklaas is het, op lokaal vlak, echt zeer erg: na de gemeenteraad vind

je nooit iets terug over vragen of problemen vanuit het VB. Dat hebben ze in de loop van de jaren proberen

ondervangen door de lokale bladen, die zeer belangrijk zijn in de communicatie; waarbij wij om de drie

maand op kosten van de partij een lokaal blad kunnen uitgeven om naar iedereen onze aanwezigheid in

gemeenteraden etc te kunnen communiceren.

Als men het niet in de pers leest wat ze doen, lezen ze het in hun eigen partijblad. De laatste jaren wordt

ook gebruikt van de nieuwe media; bv met filmpjes op YouTube, een eigen zender olv Jurgen Verstrepen

die werd uitgezonden vanuit de VS… maar die is spaak gelopen omdat het niet opbracht wat het kostte. En

daarom is Verstrepen ook afgehaakt: omdat hij zijn speelgoed niet meer mocht houden. Onze nationale

website wordt ook zeer frequent bezocht en dagelijks aangepast. Vroeger was er ook, maar dat is nu

afgeschaft; de uitzending voor derden op de vrt; waar politieke partijen aan bod kwamen. Deze zijn een

aantal jaar geleden afgeschaft; maar wij hadden daar dus echt een eigen ploeg voor, met camera‟s enzo; die

ploeg is blijven werken, ze maken bijvoorbeeld ook interviews rond parlementaire bijeenkomsten enzo.

Zijn er nog andere acties die jullie moeten ondernemen om toch aandacht van het publiek te krijgen?

Als politieke partij drijf je ook mee op de actualiteit; als er iets gebeurt moeten we binnen het uur klaar

staan om daarop te reageren. Maar het is de taak van de dienst organisatie en de verantwoordelijken om

daar onmiddellijk op in te spelen.

Het groeit spontaan wie erop reageert: Vlaams meestal Dewinter; voor de bankenaffaire Gerolf

Annemans,… daar is geen vast patroon in; dat gebeurt op normale, natuurlijke wijze.

Page 100: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

100

Bijlage 4: Interview met Wim Wienen Functie: wetenschappelijk medewerker verbonden aan de VB-fractie ih Vlaams Parlement

Daarvoor persmedewerker van ongeveer 1998 tot 2004

Hoe ziet het communicatieorgaan van de partij eruit? Wie staat er aan de leiding?

Nu werken we met een persdienst, waar een persverantwoordelijke zit, die rechtstreeks werkt onder de

partijvoorzitter en de woordvoerder. De woordvoerder is nu Bruno Valkeniers, de perswoordvoerder is al

sinds jaar en dag Joris Van Hauthem, de senator van onze partij. En daarvoor werkt dan de

persverantwoordelijke, die zich vooral met het mee opstellen van persconferenties, persberichten en

dergelijke. Eigenlijk werkt deze dus rechtstreeks onder die twee personen. Met de verkiezingen is dat iets

anders; onder het gezag van Bruno Valkeniers is onze persdienst aanzienlijk uitgebreid. We werken met

verschillende mensen, omdat ook het takenpakket is uitgebreid; in die zien van debatten, mediacoaching

enzomeer. Maar dat is eigenlijk de communicatie, maar dan heb je natuurlijk ook de communicatie via de

website. Die staat eigenlijk naast de toenmalige persdienst. Daar is een redactie die zich bezighoudt met de

artikels die op de website en dergelijke komen, die zich ook bezighouden met onze huis-aan-huisbladen, en

daarnaast heb je dan ook nog de redactie van het VB-magazine, wat eigenlijk een soort interne

communicatie is. Ik zeg niet dat het maandblad nooit bij niet-leden terecht komt, maar dat is vooral een

ledenblad, dat is toch eerder interne communicatie. Maar intussen zijn die diensten, een jaar geleden,

gesplitst in diensten van interne communicatie en externe communicatie.

Wat doet de interne communicatie precies?

We hebben een elektronische nieuwsbrief, we hebben het VB-magazine, we hebben zaken waarmee de

afdelingen geholpen worden; voor het schrijven van teksten enzomeer. Dat is waar zij zich vooral mee

bezighoudt. Ook het op de hoogte houden van medewerkers, van interne standpunten en persberichten

enzovoort.

Wat doet de dienst organisatie precies? Is er een verschil met de campagnecel, of is deze laatste een

deel ervan?

De campagnecel staat daar los van, maar het is natuurlijk logisch dat de campagnecel zich ook ledig houdt

met het uitwerken van de communicatie, van de campagne. Maar de campagnecel is samengesteld onder

het voorzitterschap van Filip Dewinter, en daar zitten ook mensen van de dienst organisatie in; die mee

campagnes gaan uitdenken, gaan ontwikkelen; mee ook de prijs berekenen van wat een campagne gaat

kosten. En die gaan dan, met het besluit van wat te doen, naar het partijbestuur; krijgen daar het fiat voor

hun campagne te doen, en gaan dan terugkoppelen naar de dienst organisatie, die eigenlijk instaat voor de

uitwerking en het praktisch omzetten van de campagne; folders en dergelijke meer. Onze dienst organisatie

werkt ook doorheen het jaar los van de campagnes verder, dat is de dienst die zich ook bezighoudt met de

lokale afdelingen, die instaat voor de organisatie van congressen en meetings; al dat soort dingen doet de

Page 101: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

101

dienst organisatie, los ook van verkiezingscampagnes. Voor de verkiezingscampagnes heb je de

verkiezingscel die een en ander uitdenkt, en de dienst organisatie die dit verder in de praktijk uitzet.

En dus overlappen de medewerkers van de campagnecel met deze van de dienst communicatie?

Ja, daar zitten de verantwoordelijken van de dienst organisatie in, het hoofd van onze DTP-afdeling zit er

bij bij die vergaderingen; en zo heb je dus eigenlijk een top-down organisatie om die campagne gestalte te

geven.

Worden er daarnaast ook externe bureaus gebruikt?

Nee, we hebben nooit externe bureaus gebruikt en zullen dat voor zover ik weet ook niet doen; omdat wij

van mening zijn dat we nog altijd alle creativiteit en kunde in huis hebben om dat zelf te doen; en omdat we

ook bij andere partijen hebben vastgesteld, die wel met reclamebureaus werken; die laat ons zeggen de ene

dag reclame uitwerken voor een wasmiddel; niet altijd even geschikt is om een politieke campagne uit te

werken. Onze mandatarissen, onze parlementsleden, hebben redelijk veel contact met de mensen en staan

er vaak tussen, waardoor ze goed weten wat er leeft en dus ook zeer goed hoe ze moeten vertalen hoe een

politieke campagne leeft in een beeld, in een slogan enzomeer. Dus we hebben dat altijd in eigen beheer

gedaan. Wat niet wil zeggen dat we wel met reclamebureaus werken om, ik zeg maar wat, bv de

precampagne die we hebben gehad, reclameborden te bestellen, dus de 2m² borden. U weet dat de kranten

niet voor ons werken; VUM, concentra en dergelijke weigeren allemaal advertenties van het Vlaams

Belang; maar dat is dus niet het geval voor de Zondag of de Streekkrant. Het reclamebureau dat wij

gebruiken is eerder bezig met praktische zaken dan met het uitdenken van campagnes; dat doen we

allemaal binnen de eigen partij.

Ik heb ook vernomen dat Wim Schamp soms raad geeft aan de partij?

Nee, dat is absoluut niet waar. Misschien dat hij tussen pot en pint een van onze mandatarissen of

kopstukken als hij ze tegenkomt wel eens raad geeft; maar daar is geen medewerking tussen Wim Schamp

en het VB. En ik denk ook niet dat Wim Schamp behoefte heeft om met ons samen te werken, omdat dat

eerder contraproductief zou zijn voor zijn communicatiebureau.

Organiseert de dienst vorming vaak vormingssessies? En wat is de inhoud van deze sessies?

Ja, dat doen zij een heel jaar door. Ook over meer praktische zaken bijvoorbeeld, als er een nieuwe afdeling

ergens wordt opgestart rukken zij uit om aan die nieuwe mensen die in die afdeling werken uit te leggen

hoe een verslag wordt opgemaakt enzo. Allemaal praktische zaken. Maar zij geven natuurlijk ook politieke

vorming over Vlaams Onafhankelijkheid, over de vreemdelingenproblematiek en dergelijke meer. Zij doen

dit het hele jaar door, dat is niet zozeer verbonden met de campagne. Wat wel al eens gebeurt is dat er in

aanloop van de verkiezingen tijd wordt uitgetrokken voor mediatraining, omgaan met de pers, spreken in

het openbaar; dat soort thema‟s; die dan meer gegeven worden dan anders. Maar ook in de loop van het jaar

komen die thema‟s voor; maar laat ons zeggen dat het iets intensiever is in de aanloop van de

Page 102: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

102

verkiezingscampagne. Maar die werken dus ook het hele jaar door, dat staat eigenlijk een beetje los van de

verkiezingscampagne.

En voor wie is deze vorming bestemd?

Voor iedereen die dat wil: elke afdeling kan vragen om een vormingssessie in te zetten; een fractie kan dat

vragen; eender wie die wil binnen de partijstructuren. Bv een gemeenteraadsfractie die voor het eerst

verkozen is en graag wat meer uitleg wil, stel dat zij voor het eerst voor een begroting staan; dan kunnen zij

info krijgen over die begroting. Dat is allemaal mogelijk. Dus de dienst vorming is voor alle geledingen

binnen de partij.

Kan u iets meer vertellen over ‘the flemish republic’?

Dat staat ook volledig los; van vorming, dienst organisatie en van de verkiezingscampagne. Dat is een

initiatief dat we genomen hebben omdat we hebben vastgesteld dat ook in het buitenland er zeer veel

vooroordelen waren over onze partij; en dat komt natuurlijk omdat in het buitenland de mensen in het

algemeen niet veel Nederlands kennen, en zij in het algemeen dus toegewezen zijn op Franstalige kranten

zoals Le Soir en La Libre Belgique; met als gevolg dat er heel veel misverstanden bestaan over wat nu het

VB is, waar het voor staat, en wat het wil. In dat kader hebben we het initiatief genomen om een soort blad

in het leven te roepen waarin we in het engels uitleggen waarmee we bezig zijn; wat onze standpunten zijn;

wat we willen uitleggen; om het publiek in het buitenland te informeren wat het Vlaams Belang is. Dat is

specifiek naar buitenlanders toe.

Bestaat dit initiatief al lang?

Ik schat dat het ongeveer 2002-2003 was toen dit gestart werd. Dat was ook nog onder Frank Vanhecke als

voorzitter.

Worden externe bureaus dan enkel gebruikt voor de praktische kant?

Inderdaad, dat kan zijn voor het huren van billboards, het vastleggen of huren van advertentieruimte in de

streekkrant enzovoort; maar daar eindigt het wel.

Geven zij dan geen advies over de efficiëntie van een campagne?

Nee

Wat is de reden ervoor? Denkt u dat u dit beter via de partij kan doen?

Wij vinden dat beter omdat we van oordeel zijn dat politieke mandatarissen die enigszins een creatieve

geest hebben inzake campagne, veel beter weten hoe een politieke campagne in elkaar te steken, dan dat we

op zoek zouden gaan naar een reclamebureau dat de ene dag koffie moet verkopen en de andere dag

wasmachines, en dan een politieke campagne ineen moet steken. Dat is iets zeer specifiek, met een zeer

specifiek doelpubliek; namelijk quasi alle Vlamingen; dat is iets waar een reclamebureau ook meestal niet

Page 103: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

103

mee werkt; die hebben nu vooral die niches. Bovendien is politieke reclame iets heel anders dan de gewone

huis-tuinreclame die we kennen. Omdat dat iets heel specifiek is en omdat we diensten hebben met mensen

met ervaring inzake slogans en beelden en dergelijke, hebben ook nooit echt de behoefte gehad om beroep

te doen op een extern bureau.

Meer vertellen over de rol van fabrice morreau binnen de partij, en wie zijn rol nu overgenomen

heeft

Hij is een tijdlang lid geweest van ons, hij maakte websites, en heeft voor verschillende mandatarissen

websites ontworpen. Dat is het.

Is de inspraak van Filip Dewinter in het tot stand brengen van de campagnes verminderd tegenover

vroeger?

Dat denk ik niet. De campagnecel is er altijd geweest. We hebben altijd met een soort „campagneclubje‟

gewerkt waarin verschillende personen zaten, onder leiding van Dewinter, en die doet suggesties aan de

partij en het partijbestuur in de eerste plaats; en het is daar dat beslissingen genomen worden. Maar ik zou

niet zeggen dat zijn invloed minder of meer geworden is. Ik denk dat dat nog altijd hetzelfde is, en nog

altijd dezelfde manier van werken: er worden suggesties gedaan vanuit de campagnecommissie, en die

worden dan al dan niet aanvaard, of teruggestuurd met de vraag om het wat bij te werken, door het

partijbestuur. Op die wijze was Dewinter er zowel in 1999 als nu.

Welke strategieën houdt de partij in het achterhoofd wanneer zij naar buiten toe

communiceert? (doelgroepen, segmentering, positionering!,…); indien mogelijk ook een evolutie

hierin

We hebben weinig echt specifiek doelgroepenbeleid. Dat komt omdat wij een partij zijn die zeer specifiek

en zeer sterk programma, met zeer specifieke standpunten; dat we ons eigenlijk richten tot heel Vlaanderen

en alle Vlamingen. Daar zit eigenlijk geen verborgen agenda achter, „waht you see is what you get‟; onze

standpunten zijn in het algemeen zeer goed bekend en we gaan niet de ene of de andere proberen tot ons

aan te trekken door specifiek nieuwe dingen aan te brengen. In deze campagne ga je natuurlijk zien, we

zitten in een zware financieel-economische crisis; dat we ook gaan focussen op de oplossing die wij zijn

voor de financieel-economische crisis. Dus ik denk dat de communicatie ook natuurlijk afhangt van de

actualiteit op dat moment. Maar als je naar de campagnes van het Vlaams Belang gaat kijken dan denk ik

dat daar een zeer duidelijke rode draad tussen zit. In alle campagnes zie je als eerste en belangrijkste

standpunt dit van de Vlaamse onafhankelijkheid; waar voor ons quasi alles mee staat en valt. Met die

economische onafhankelijkheid zouden we een beter economisch beleid, een beter financieel beleid kunnen

voeren; een beter beleid voor onze steden en dergelijke. dat is dan onze kapstok waaraan al onze andere

standpunten kunnen vasthangen. Maar onze rode draad is de vreemdelingenproblematiek en de

onafhankelijkheid, de veiligheidsproblematiek. Ik zou dus niet zeggen dat we een specifiek

doelgroepenbeleid voeren.

Page 104: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

104

En hoe positioneert de partij zich tegenover andere partijen?

Omdat we een buitenbeentje zijn; we zijn nog altijd zeer uniek in onze standpunten; zoals de Vlaamse

Onafhankelijkheid. Tegenover andere partijen die niet voor Vl onafh zijn. N-VA is dat wel, maar die heeft

een andere strategie: zij willen stapje voor stapje gaan, terwijl wij zeggen we hebben al stapjes genoeg

gezet; het is nu tijd voor Vlaamse Onafhankelijkheid. En op dat vlak hebben we een unique selling

proposition. Ook inzake vreemdelingenproblematiek denk ik dat het duidelijk is dat wij andere standpunten

hebben dan alle andere partijen. Dus ik denk dat het profileren tegenover alle andere partijen, dat dat

moeilijk is. Wij zijn voor een sociaal gecorrigeerde economie; wij zijn niet de roofdierkapitalisten zoals

men dat bij LDD heeft. Dus ik denk dat voor de duidelijkheid van die standpunten, wij ons zeer hard

geprofileerd hebben tegenover de andere partijen en daar geen extra inspanningen voor moeten doen. Wat

we wel gezien hebben is dat andere partijen onze standpunten overnemen; dan is het voor ons belangrijk

om te zeggen van „kijk, je hebt de kopie en het origineel. Wij zijn het origineel‟. En het origineel is altijd

beter dan de kopie. Dus ik denk dat dat qua profilering voldoende is; dat we niet specifiek moeten gaan

zoeken hoe wij ons moeten gaan positioneren tussen de andere politieke spelers.

Wordt er soms onderzoek gedaan naar de kiezersmarkt?

Nee. Ten eerste hebben we altijd onze bedenkingen gehad bij peilingen; omdat we ook zo‟n specifieke

partij zijn die als er gepeild wordt door bureaus, nog altijd heel veel mensen hebben die de drempel niet

durven overschrijden hebben om te zeggen „wij stemmen vlaams belang‟. Die peilingen kunnen toch wel

redelijk grote foutenmarges hebben. Ik ben zelf socioloog van opleiding en ik moet zeggen; ik heb genoeg

sociologisch onderzoek gedaan om te zien in welk soort onderzoeken er zeer grote foutenmarges zitten; en

dat is er nu toevallig één van. En twee, ons zelf onderzoek laten doen naar kiesintenties is zo hondsduur dat

we altijd geoordeeld hebben dat we daar niet echt geld aanhangen, we doen het met hetgene er nu is van

peilingen; en we doen gewoon ons eigen ding, los van die peilingen. We laten ons nu niet onmiddellijk

leiden door een peiling.

Wat vindt u typisch aan de stijl van het Vlaams Belang?

De stijl van onze partij is altijd duidelijk geweest; wij zijn altijd met duidelijke slogans gekomen, duidelijke

standpunten; onverbloemd. Wij hebben nooit om een of ander onderwerp doekjes gewonden; om toch maar

de kiezer te paaien. We hebben altijd zeer duidelijk en rechtlijnig gecommuniceerd met de bevolking, en ik

denk dat dat onze sterkte is: de rechtlijnigheid, de consequentheid van onze boodschap; en de eenvoudige

boodschap die we altijd hebben gebracht. We spreken de mensen aan in de taal van de mensen.

Heeft dit iets te maken met het profiel van jullie kiezers?

Nee, dat heeft hier niets mee te maken in die zin dat sommige partijen inderdaad werken met doelgroepen;

en soms heel wat complexe boodschappen de wereld insturen. Maar vermits wij ons richten tot de hele

bevolking, van hoog tot laag, van professor tot arbeider bij opel; en als je een duidelijk en eenvoudig

taalgebruik hebt gaat je professor dit sowieso verstaan, maar het moet ook duidelijk zijn voor die arbeiders,

Page 105: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

105

en ik denk dat het daarmee te maken heeft. Het omgekeerde is niet mogelijk hé, een ingewikkelde

boodschap die misschien enkele procenten van de bevolking grijpen; dan heb je misschien de rest van de

bevolking niet mee. En vermits wij ons altijd gericht hebben tot de hele bevolking en niet zo echt met

doelgroepen zijn bezig geweest, denk ik dat dat ook een reden is waarom wij met een eenvoudige en

duidelijke boodschap komen.

Wat maakt de stijl van het VB zo uniek tegenover die van andere partijen?

De rechtlijnigheid en de betrouwbaarheid van onze partij. We hebben in al die jaren nooit onze standpunten

verloochend; ook nooit moeten veranderen; wij zijn altijd consequent gebleven, en dat is iets wat bij de

andere partijen nooit het geval is geweest. En dat zie je bij de andere partijen. Bij ons is het hoogste doel

het bereiken en verwezenlijken van ons programma, of het grote deel van ons programma. Bij de anderen is

het doel natuurlijk om na de verkiezing in een regering te komen, dan is dat altijd op eieren lopen; wij

hebben dat nooit gedaan. En wij hebben dus ook nooit moeten terugkomen op standpunten of visies die we

ontwikkeld hebben in het verleden, omdat we consequent zijn; en door consequent te zijn zijn we ook

betrouwbaar voor die bevolking; want die zeggen „zij zijn niet veranderd, ze veranderen niet van standpunt

omdat ze nu toevallig in die regering zitten ofniet‟. Dus ik denk dat dat de sterkte is, door de rechtlijnigheid

en betrouwbaarheid van de partij

Dus als jullie toch aan een regering zouden kunnen deelnemen, zouden jullie niet afwijken van jullie

standpunten?

Dat hebben wij ook gezegd bij de vorige verkiezingen in 2004; toen zijn we uitgenodigd geweest door

Leterme voor een gesprek; en toen hebben we ook gezegd „het VB heeft een aantal breekpunten, punten

waar we niet van willen afwijken; en die zijn te nemen of te laten. Ofwel neem je die mee in de regering en

dan mag je participeren aan die regering; maar gaat men die breekpunten niet volgen, dan heeft het voor

ons geen zin om mee te doen aan de regering. Wij willen onderhandelen over de punten en komma‟s van

een programma, maar niet over de lijnen, de hoofdpunten van het programma; zodat als we in een regering

stappen, wij weten dat alles wat we aan de kiezer hebben verteld in ons programma behouden; anders stap

je niet in een regering; dat moet een logische consequentie zijn.

Dus als jullie dan toch de kans zouden krijgen om in een regering te stappen, zou u dat wel doen?

Uiteraard, wij zijn bereid om te besturen, absoluut. Maar op basis van ons programma, en op niets anders.

Als we op voorhand weten dat wij ons programma of zelfs delen ervan niet gaan kunnen verwezenlijken in

een regering, dan gaan wij daar niet instappen voor die ministerpost of –portefeuille of dergelijke meer;

maar voor de verwezenlijking van ons programma. Ik denk dat dat ook maar logisch is in de politiek; dat je

probeert je doelstellingen te verwezenlijken; maar als je al op voorhand weet dat dit niet gaat lukken, dan

moet je niet in een regering stappen.

Page 106: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

106

Is er een document voorhanden waar de huisstijl van het VB beschreven staat?

Daar zijn documenten over, over het gebruik van lettertypes en dergelijke meer; de klassieke huisstijl. Die

wordt ook per campagne aangepast. Je hebt natuurlijk altijd andere campagnebeelden en –affiches, maar

we proberen zo veel mogelijk met onze campagne eenduidig te blijven in onze stijl; met ons logo, lettertype,

enzovoort. In onze campagnes is dat niet veel anders dan bij andere partijen denk ik.

Bedoelt u de stijl die in het campagnedraaiboek vastgelegd werd? Want dat is vooral de vormelijke

stijl. Is er daarnaast ook een inhoudelijke stijl?

Dat is inderdaad de vormelijke stijl. De inhoudelijke stijl is op basis van ons partijprogramma. Daarvoor is

natuurlijk wel wat ruimte; elke mandataris of vertegenwoordiger van het Vlaams Blok heeft natuurlijk ook

zijn eigen stijl van het standpunt vertolken. Maar de inhoudelijke stijl is nu eenmaal onlosmakelijk

verbonden met het partijprogramma dat we uitdragen.

Hoe belangrijk zijn militanten voor de partij, en is er een verschil met vroeger?

Cruciaal; omdat wij op gebied van mensen of firma‟s vinden die voor ons werken het heel moeilijk hebben;

daarom blijft het vinden van militanten cruciaal voor de partij. Bijvoorbeeld voor het rondbussen van

pamfletten, het opplakken van affiches, voor meer marktpamfletten te gaan uitdelen; voor al dat soort

dingen blijven natuurlijk militanten cruciaal, en het geluk van het Vlaams Blok is dat we op een zeer grote

schare van militanten kunnen rekenen.

Er is geen verschil met vroeger, je moet toch rekenen dat iemand die militant is, daar is nog altijd een

verschil tussen een lid van een partij en een militant van de partij. Militanten zijn veel geëngageerder. En

zij gaan niet, zoals je al eens hebt met andere kiezers, eens van partij verwisselen; militanten die blijven,

dat is overtuiging, gemotiveerdheid, geëngageerdheid. Dat verandert niet echt nee.

Hoe zou u het publiek van de partij beschrijven?

Het publiek is heel Vlaanderen, maar wij richten ons uiteraard op de Vlamingen die Vlaming zijn en

Vlaming bij ons willen zijn; die hun lot willen verbinden aan het onze in onze samenleving. Die echt

Vlaming willen zijn. het is zo‟n moeilijke vraag ook; omdat er al zoveel onderzoek naar is gebeurd; en men

zegt dan „het overgrote deel van de mensen die op het Vlaams Belang stemmen zijn arbeiders,

laaggeschoolden en wat nog allemaal; terwijl ik evengoed weet dat wij zelfs Vlaamse artiesten tegenkomen

in ons kiespubliek; professoren, advocaten, eender wat; dus ik zou niet zeggen dat er echt een specifiek

Vlaams Belangpubliek is. Uiteraard scoren wij goed in de steden, maar ik denk dat dan ook komt omdat de

problemen waar steden mee te kampen hebben ook zeer dicht liggen bij de problemen die wij aankaarten.

Denkt u dat de campagnes, die evolueerden van hard naar zacht, terug in de richting van een harde

inhoud gaan?

Nee, want die harde campagnes moet je weten, dateren van begin jaren ‟90; en toen was voor het VB het

schokeffect belangrijk: wij moesten wel provoceren om gehoord te worden. Wij waren toen een partij met

Page 107: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

107

twee kamerleden en één senator, een onafhankelijk of rechtstreeks verkozen parlement bestond toen nog

niet; en om dan gehoord te worden moet je al eens harder roepen. En zo moet je eigenlijk die campagnes

percipiëren: een beetje harder roepen dan de anderen; provoceren om aandacht te krijgen. En dat is gewoon

geëvolueerd in de loop der tijden dat we de provocaties minder nodig hebben. Maar de campagnes blijven

nog steeds dezelfde boodschap uitdragen. De boodschap is niet veranderd; het campagnebeeld is niet

veranderd maar de boodschap heeft zich gewoon aangepast aan de jaren.

Maar dit jaar werd de bokshandschoen toch terug bovengehaald, met Jean-Pierre Coopman?

Ja, maar hoe komt dat: Jean-Pierre Coopman heeft een interview gegeven aan onze eerste editie van de VL-

krant. En natuurlijk werd dit op de voorpagina gezet. Maar Jean-Pierre Coopman is een bokser, je kan hem

moeilijk met een keukenschort gaan afbeelden. Maar je zal zien dat als in de loop van de week de

campagne wordt voorgesteld, dat het beeld geen campagne met een bokshandschoen is.

Met betrekking tot provocaties: Vindt u dan dat de partij niet meer provoceert?

Je moet natuurlijk al eens een actie doen waarmee je opvalt. Vlaams Belang heeft nog altijd af te rekenen

met een serieuze mediaboycot; terwijl dat andere partijen maar eens moeten kuchen om in de media te

komen, moeten wij moeite doen om in de media te komen. Daarom proberen wij daarin wat creatief te zijn.

Maar om te zeggen dat we provoceren? Nee, dat denk ik niet.

Maar een ‘Zonder Jihad Straat’-bordje ophangen in Borgerhout, wat is dat dan volgens u?

Ja, dat is geen provocatie, dat is geven wat de mensen daar verwachten. Ik ken Borgerhout zeer goed;

mensen die daar wonen en leiden onder de vreemdelingen, onder de islamisering van die steden, die zaten

eigenlijk te wachten tot er eens iemand zei „het wordt tijd om na de Zonder Haat Straat, daar eens een

Zonder Jihad Straat te komen hangen; want die mensen hebben meer last van de islamisering van hun

wijken en hun buurten dan van iets anders. Dus zo provocatief was dat niet, ik denk dat dat een beeld was

dat door de autochtone inwoners van Borgerhout zeer geapprecieerd wordt.

Maar het gaat wel om een wijk met zeer veel allochtonen, misschien wel meer dan autochtonen.

Denkt u dat dit voor hen dan niet provocerend was?

Nee want ik ben van mening dat ook de allochtone bevolking wel eens moet nadenken over waar ze heen

willen in die samenleving. Gaan ze mee in die verdere islamisering en de radicalisering van de islam in die

buurten of niet? Je mag ook niet vergeten dat inderdaad in die buurten veel allochtonen wonen; maar dat

dat vroeger een autochtone buurt was, waar eigenlijk de inwoners die nog konden, die jong genoeg waren,

verhuisd zijn naar de rand van Antwerpen; terwijl mensen die de financiële middelen niet hadden of te oud

waren daar zijn achtergebleven. Dus je kan de vraag omdraaien natuurlijk: worden de mensen niet

geprovoceerd door de radicale islamisering in die wijken en buurten?

Page 108: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

108

Hoe gaat de partij om met de mediaboycot? Wat doet zij om zich hier tegen te verzetten? Is de

situatie al verbeterd tov vroeger?

De subsidies die we krijgen als partij, gebruiken we voor een groot deel om gewoon propaganda te voeren.

De lokale afdelingen van de partij krijgen de kans, en worden hier ook voor gesubsidieerd, om een blad uit

te geven over de lokale problematiek en de standpunten van het VB in x of y gemeente. Dat wordt dan

uitgegeven en gefinancieerd door de partij, gaan we dus huis-aan-huis met de blaadjes; dat die in alle

bussen terechtkomen. En zo proberen we de boodschap van het VB bij de mensen te krijgen; we doen

eigenlijk aan direct mailing; terwijl andere partijen natuurlijk media, kranten en televisie gebruiken. Dat

doen wij een heel jaar door, niet enkel bij de verkiezingen.

Toegepast: als het VB een initiatief als de illegalofoon lanceert, wil het dan echt illegalen helpen om

terug te keren, en heeft het ooit geprobeerd om deze mensen ook effectief te bereiken; of moest

vooral de Vlaamse kiezer dit initiatief leren kennen? Maw, was het een stunt of een volwaardige

actie?

Wij hebben dat intitiatief inderdaad breder genomen. Dat was in de tijd dat Emile Bomba van ALSEC hier

was; dat is een vereniging uit Kameroen die probeert de mensen aan te zetten in Afrika om niet te

emigreren. Daar hebben ze natuurlijk veel last van de klassieke brain drain, zoals dat heet, en heel

volwaardige mensen zien uitzwermen naar Europa en nooit zien terugkomen; terwijl die mensen natuurlijk

de beste ontwikkelingssamenwerkers zijn die je maar kan hebben. de illegalofoon was eigenlijk een

initiatief waarmee we duidelijk maakten dat het geen zin heeft om hier illegaal te zijn; dat het alleen maar

negatieve gevolgen heeft voor de persoon zelf; en dat er mogelijkheid is tot terugkeer. En daar konden dan

de mensen die dat wensten raad krijgen over hoe terug te keren; naar welke organisatie ze zich moeten

richten enzovoort.

En hebben jullie er dan ook voor gezorgd dat deze mensen van het initiatief op de hoogte waren?

Daar zijn pamfletten over geweest, maar hoe dat dat die mensen allemaal bereikt heeft en dergelijke meer;

daar heb ik geen zicht op.

Maar zijn die pamfletten niet eerder bij de kiezers terechtgekomen dan bij de illegalen?

Ja maar dat mag ook bij de kiezers terechtkomen; er zijn altijd kiezers die een illegaal kennen of erbij in de

buurt wonen.

Dus het was geen actie om te profileren?

Nee. Ja, ook wel om te profileren, elke partij doet iets om te profileren, maar dat is toch duidelijk ons

standpunt, we moesten dat ook extra profileren. Iedereen kent ons standpunt. Illegalen kunnen hier niet

blijven, die hebben de wet tegen, die kunnen hier niet blijven tenzij dat ze legaal in ons land zijn. De wet is

de wet en deze moet voor iedereen toegepast worden, dus illegalen moeten het land uitgezet worden.

Page 109: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

109

Waarin schuilt de kracht van de campagnes?

Ik denk dat de kracht zit in de duidelijke boodschap die we hebben, en twee de rechtlijnigheid en de

betrouwbaardheid van onze boodschap. Dikwijls zeggen mensen „je hebt dat allemaal al eens gezegd‟, ja

inderdaad, maar voorlopig is er niets gebeurd. Wij willen daarop blijven hameren, wij zijn consequent in

onze standpunten, en daardoor zijn wij betrouwbaar. Dus ik denk dat het de betrouwbaarheid is die zeer

duidelijk is voor het Vlaams Belang. Ik denk dat die betrouwbaarheid ons typeert.

En komt die betrouwbaarheid dan niet voort uit het feit dat het VB nooit in de regering heeft gezeten,

en dus nooit haar standpunten heeft moeten verloochenen?

Ah, daar maak je natuurlijk een denkfout. De partij die aan de regering deelneemt moet zijn punten in sé

niet verloochen. Ze zou haar punten juist niet mogen verloochenen. Je moet natuurlijk, en dat beseffen wij

ook, coalitie sluiten en tot een akkoord komen over wat je in een regeerperiode gaat doen. Maar voor het

VB is het essentieel dat de programmapunten die wij willen verwezenlijken, in het regeerakkoord zullen

staan. En daarom zijn wij betrouwbaar. En daarom hebben wij misschien ook aan geen regering

deelgenomen; omdat de meerderheidspartijen dat niet willen; maar dat is natuurlijk het probleem van de

meerderheidspartijen, minder dan dat van ons. Wij zullen vanaf we de kans krijgen om aan het bestuur deel

te nemen, en we krijgen de kans om op basis van ons programma aan dat bestuur deel te nemen, dat zeker

doen.

Maar nooit programmapunten laten vallen

Neen, nooit onze breekpunten laten vallen. Je kan altijd discussiëren over punten en komma‟s, maar de

hoofdlijnen van een partijprogramma daar kan je niet op afbieden of over gaan marchanderen. Want dat is

hetgene dat je de kiezer hebt beloofd. Over punten en komma‟s valt altijd te praten of te onderhandelen. In

ons systeem kan je nu eenmaal alleen in een coalitie werken. Wij weten ook zeer goed dat wanneer we in

het bestuur willen, een coalitie zullen moeten vormen; maar dan wel een coalitie met gelijkgestemden,

mensen die voor een groot deel mee kunnen gaan met de hoofdlijnen van ons programma; want daarover

valt niet te onderhandelen.

Page 110: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

110

Bijlage 5: Interview met Jeroen Overmeer (N-VA)

Nu woordvoerder van de partij sinds begin 2008

Daarvoor fractiemedewerker op de kamer.

Hoe zag het communicatieorgaan van de partij eruit tijdens de verkiezingen van 2007? Wie stond er

aan de leiding?

Ik heb dit natuurlijk maar op de zijlijn meegemaakt. Mijn voorganger in deze functie is Piet De Bruyn. De

woordvoerder staat centraal in de communicatie. Hij doet dit uiteraard niet alleen, en de keuzes rond de

communicatie worden niet door de woordvoerder gemaakt, maar in de eerste instantie door de voorzitter, in

samenspraak met het partijbestuur, wat het orgaan is dat de grootste en belangrijkste beslissingen neemt.

Nu, bij ons is dat nog een beetje verschillend van andere partijen; de allerbelangrijkste beslissingen zoals in

de regering stappen, een kartel vormen of opzeggen enzo, gebeurt niet in het partijbestuur maar in de

partijraad. De partijraad is zowat het middenkader van de partij, de arrondissementen hebben hun

vertegenwoordigers op lokaal niveau; op nationaal niveau is er het partijbestuur, en daartussen zit dus de

partijraad. Alle partijbestuursleden zitten ook in de partijraad; maar daarin zitten ook de

vertegenwoordigers van de verschillende lokale niveaus. Daarin zitten zo‟n 150 mensen. En die oordelen

over de belangrijkste beslissingen. Nu, in zo‟n campagne ga je niet de een partijraad bijeen roepen, dat is de

facto bijna onmogelijk; ook omdat je dikwijls op korte termijn moet kunnen reageren in zo‟n campagne, je

moet standpunten innemen; als andere partijen plots andere uitspraken doen, die wijzen op een verandering

van strategie, dan moet je zelf ook aanpassingen kunnen doen. En dat gebeurt met name in het

partijbestuur; omdat je snel moet kunnen bijeen komen om te vergaderen. De partijraad kan je niet op het

laatste moment nog bijeenroepen. Meestal zijn het dan zo‟n vijf à zes politici die tot de top van de partij

horen, die opgebeld worden door de voorzitter bijvoorbeeld, om hun mening te vragen. Als het nodig is zal

hij hen dan bij elkaar roepen, en dan houden we een soort reflectiegroep zoals we dat soms noemen. Die

hebben we ook gebruikt tijdens de lang aanslepende onderhandelingen van de verkiezingen van 2007. Dat

is eigenlijk een groep van enerzijds de toppolitici waarover ik sprak; maar dus ook met de woordvoerder,

de directeur van de partij, Piet Dezaeger, en onze inhoudelijke coördinator, Piet Van Camp. Wij zijn zo‟n

beetje de niet-politici, die de naaste medewerkers zijn van Bart De Wever, de stafmedewerkers zal ik maar

zeggen. Dus Bart zal zeer vaak ons gedacht vragen over bepaalde dingen, en dan adviseren wij ook graag;

maar als er echte politieke beslissingen genomen moeten worden dan kan het niet volstaan om bijvoorbeeld

ons te checken; dan moet hij politiek gedekt zijn en zal hij de belangrijkste politici rond zich verzamelen

om hun gedacht te vragen. Dat is zo‟n beetje de reflectiegroep. De combinatie dus van de belangrijkste

politici en de belangrijkste stafmedewerkers. Dit orgaan is opgericht, niet-statutair weliswaar want het is

eigenlijk een informeel orgaan, om op korte termijn te kunnen reageren en te vergaderen. Wie kan er zich

anders immers zo snel vrijmaken. Het zijn alleen echte beroepspolitici, die bij wijze van spreke altijd in

Brussel zitten, die erin slagen om op korte termijn zo snel hier te zijn; en de mensen die hier werken, de

stafmedewerkers dus. Een partijraad kan je niet organiseren omdat je die mensen niet zo snel hier krijgt.

Dus de facto is er wel een reflectiegroep. De onderhandelingen zijn vaak ‟s avonds en lopen dikwijls tot ‟s

Page 111: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

111

nachts door; je kan het het partijbestuur ook niet aandoen om hier ‟s nachts te zitten wachten; om dan de

koppen bij elkaar te steken hoe alles verlopen is. Dat doe je met een select groepje mensen die bij wijze van

spreke dag en nacht beschikbaar zijn voor de politiek. Dus dat is de facto het belangrijkste groepje. De

samenstelling van dat groepje kan in de loop van de campagne wel veranderen. Nu zal Bart bijvoorbeeld

vooral de lijsttrekkers samennemen, die bijvoorbeeld niet in de reflectiegroep zaten normaal gezien. Maar

die gaan nu, omdat zij lijsttrekker zijn in de Vlaamse verkiezingen en aan debatten moeten deelnemen, ook

hierbij horen. De samenstelling is dus informeel en het zal zeker niet dat groepje dat de grote politieke

beslissingen neemt. Eigenlijk is het partijbestuur voor de dagdagelijkse leiding van de partij, en in de

campagnevoering is de partijvoorzitter degene die stuurt; maar de reflectiegroep komt daar zo‟n beetje

bovenop om, zoals ik zei, nog meer dagdagelijks de opvolging te doen op zeer korte termijn. Maar het is

wel zo dat normaal gezien het partijbestuur samenkomt om de koers te bepalen.

Is er naast deze reflectiegroep nog een soort campagnecel?

Die reflectiegroep bestaat nu officieel niet meer; dat was vooral tijdens de onderhandelingen. Daarna werd

de groep ontbonden, we werden een oppositiepartij met een normale parlementaire agenda, en dan heb je

natuurlijk niet zo‟n groep nodig. Nu heb je in de campagne een soortgelijke groep die af en toe bijeenkomt,

maar dat is opnieuw op een heel informele manier; dat heeft nu zelfs geen naam gekregen eigenlijk; dat zijn

eigenlijk vooral de stafmedewerkers: de woordvoerder, de directeur en de inhoudelijke coördinator. En op

tijd en stond roept Bart een aantal politici bijeen om zaken af te toetsen. Maar dat is eigenlijk nog niet vaak

gebeurd, ik vermoed dat het partijbestuur, waarin eigenlijk de strategie van de campagne besproken wordt,

dat niet nodig vond; de campagne heeft tot nu tot een vrij rustige start gekend. Achter de schermen is het

natuurlijk wel heel hectisch geweest, om de voorbereidingswerken te doen, programma‟s te schrijven; dat

is niet wat de mensen in de buitenwereld zien, maar wat wij hier doen op het secretariaat enzo. Qua

campagne, naar buiten uit, is het eigenlijk vrij rustig geweest; dus het volstond dat het partijbestuur een

keer per week samenkwam om de bakens uit te zetten. Ik verwacht wel de komende weken, als de

intensiteit stijgt en er ook meer debatten zullen komen, en er ongetwijfeld bepaalde partijen bepaalde

strategieën gaan ontwikkelen, dat je daar dan flexibel en snel op in moet kunnen spelen; omdat je vaak de

dag erna zelf een debat zal moeten doen. Dan kan het wel zijn dat we dat informeel groepje wat vaker

moeten samenroepen, om kort op de bal te spelen. Maar het partijbestuur blijft wel de leidende hand in de

strategiebepaling, en het geeft het mandaat aan de voorzitter om, indien hij dat nodig acht, een aantal

mensen om zich heen te verzamelen om kort op de bal te spelen. Maar de beslissingen gebeuren door het

partijbestuur. Als je na de verkiezingen gaat kijkt, bijvoorbeeld over de regeringsonderhandelingen, dat

gebeurt door de partijraad. Maar het is uiteraard het partijbestuur dat een voorstel doet aan de partijraad, en

dat partijbestuur is hier niet onbelangrijk in. Als het in grote meerderheid een voorstel doet aan de

partijraad, als deze unaniem zegt dat het ergens voor gaat, dan moet het al gek lopen indien de partijraad

niet akkoord gaat. In de partijraad zitten natuurlijk mensen van op lokaal niveau, die soms iets meer vanuit

de buik redeneren, en dat loopt niet altijd gelijk met wat het partijbestuur zegt. Daar moet je mee oppassen.

Maar dat geldt voor politiek in het algemeen natuurlijk, je moet ze in het hoofd aanspreken maar eigenlijk

Page 112: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

112

ook vooral in de buik. Een partij zoals Vlaams Belang en Lijst Dedecker slagen er bijvoorbeeld geweldig

goed in de buik aan te spreken. dat is eigenlijk een strategie op zich, zij voelen natuurlijk dat er bij een

bepaald deel van de bevolking een soort ongenoegen leeft tegenover de politiek; „het is allemaal slecht‟

enzo; en wat zij doen is dat gevoel aanspreken en zich als een soort van Robin Hood buiten de politiek

opstellen; terwijl zij er zelf natuurlijk inzitten. Maar zo geven ze de indruk van „wij vechten ook tegen de

politiek, die vies en vuil is, en zakenvullers‟ en weet ik veel wat nog. De concurrentie die LDD het VB

aandoet, is dat hij dezelfde strategie aanvoert met minstens evenveel communicatief talent als een

Annemans enzo, maar met dit voordeel dat hij niet aangebrand is; er wordt niet gezegd dat ze weigeren met

hem te besturen, wat hem in de ogen van het publiek natuurlijk relevanter maakt. De kiezer weet dat met

het cordon sanitaire, als je daarvoor kiest, dan kies je daar niet voor om hen aan de macht te laten; maar uit

protest tegen het systeem. Een aantal mensen vinden dat wel leuk, maar daardoor denk ik dat ze ook wel

aan het plafond zitten. Mensen gaan ook denken „wat helpt het eigenlijk‟, in 2004 hadden ze 24% van de

stemmen, maar wat hebben ze ermee kunnen doen? De facto niks; er zijn natuurlijk altijd mensen die ervan

genieten om op een antisysteempartij te stemmen, om eigenlijk hun middelvinger uit te steken naar de

politiek, en daar hebben ze soms ook goede redenen voor want de politiek is soms heel slecht bezig op

bepaalde vlakken; en je gaat altijd een groep mensen hebben die dat graag doen. Maar wat mensen ook

zeggen wanneer de partij groter en groter wordt, is dat er een enorme dreiging vanuit gaat; zoals in

Antwerpen, waar er bijna kans was dat Dewinter burgemeester zou worden; en dat wordt dan eigenlijk ook

aantrekkelijk voor stemmen van mensen die slecht aankijken tegen politiek maar niet zo slecht dat ze hun

stem willen weggooien; die hen echt wel eens aan de macht willen hebben. En die kiezers zijn ze nu wel

aan het verliezen, omdat men ziet dat de dreiging eigenlijk weg is. De kans dat ze iemand van de macht

gaan verdrijven is quasi nihil. En dat zit bij Dedecker nogal anders, dus daardoor pikt hij nogal in van het

electoraat van het VB en heeft het VB het nogal moeilijk. De tendens is duidelijk. Maar die proteststemmen

op zich, als je die van het VB en LDD optelt (wat je eigenlijk niet helemaal mag doen, want bij LDD zitten

ook mensen die niet alleen uit protest stemmen) dan zie je toch wel een grote meerderheid, tot bij de 30%;

sommige mensen zeggen dat ze blij zijn dat het VB minder stemmen haalt, en ergens zitten ze juist; maar

ze mogen zich niet miskijken: wat er leeft in de samenleving, daar zit nog veel protest in, dat is niet

verminderd; het is gewoon uitgesplitst in twee partijen.

Speelt N-VA dan nooit in op deze gevoelens van ontevredenheid?

Het zit zo, waar LDD en het VB heel goed inspelen op het buikgevoel richten daar spreken wij

voornamelijk het hoofd aan. Dat vind ik een pluspunt, maar je kan het ook een minpunt noemen natuurlijk.

Wij maken een analyse waarvan we zeggen „zoals België er nu uitziet, zo werkt het niet‟, er zijn twee

verschillende democratieën, sociaal en economisch zien we er veel te verschillend uit; en je kan eigenlijk

die optelsom niet maken omdat we te verschillend zijn. Het zou verstandiger zijn, vinden wij, als je aan

allebei autonomie geeft zodat de gebieden zichzelf kunnen besturen, zoals je twee patiënten met

verschillende ziektes ook verschillende medicamenten zal gaan toedienen. Terwijl men de laatste decennia

halsstarrig dezelfde medicatie ging gebruiken. Dat is een rationeel verhaal.

Page 113: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

113

Als je vraagt of de N-VA geen protestkiezers aantrekt, zou ik zeggen anti-Belgische kiezers misschien wel,

met een pro-Vlaamse houding. Maar is dat een vorm van protest? Ja, tegen het Belgische systeem, tegen de

monarchie misschien, tegen Belgische politici, tegen Franstaligen zullen sommigen zeggen.. dus in die zin

kan je dat een beetje als protestkiezers zien. Maar in de meerderheid trekken wij toch de gewone

Vlaamsgezinde kiezers aan, want voor de echte protestkiezers zijn wij nog te braaf. Ik weet dat het

misschien niet altijd zo overkomt, als je de pers of De Morgen leest lijken wij soms heel radicaal; maar wij

krijgen bijvoorbeeld vaak mails waarin te lezen staat dat we veel te braaf zijn, te soepel, en dat we weer

compromissen zullen sluiten… dat is vooral het VB-electoraat; eigenlijk weigeren zij elke vorm van

onderhandeling, dat is allemaal „treut‟; als je op café over politiek praat dan kom je zo‟n dingen ook tegen.

Dat is niet de taal die wij gebruiken. Je ziet dat in debatten ook; dat is duidelijk een andere stijl van

communicatie dan bij het VB. Hun precampagne bijvoorbeeld, „Vlaams geld in Vlaamse handen‟, met de

spaarvarkentjes; waarbij ze zeiden „2000€ per Vlaming, die pakken we af‟, dat is heel rechtstreeks. Wij

zeggen niet dat we geld gaan afpakken; wij zeggen alleen dat de solidariteit zoals ze vandaag is niet werkt.

Daarom willen wij autonomie voor beide gebieden, dat ook Wallonië verantwoordelijk gesteld wordt voor

haar eigen beleid bijvoorbeeld, dat het geresponsabiliseerd wordt zodat het zelfredzaam is. Maar dit is zoals

je ziet een heel andere manier van werken, een meer rationeel verhaal; waar wij meer kiezers mee bekoren

die meer nadenken en iets gematigder zijn. Die ook wel Vlaamsgezind zijn natuurlijk, maar iets gematigder

reageren. Dat is ook de reden dat wij met cd&v een kartel hebben kunnen vormen; moesten wij op een

andere manier aan politiek doen zouden we nooit zo dicht in de buurt van cd&v gekomen zijn; of

omgekeerd: zouden zij nooit zo dicht in onze buurt gekomen zijn.

Er is veel verschil in stijl en inhoud; het VB vindt bijvoorbeeld dat er gewoon onafhankelijkheid

uitgeroepen moet worden, maar dat is steriel natuurlijk, de idee dat er ooit een revolutie zal uitbreken… dan

ben je iets te vroeg in slaap gevallen, als je dat denkt.

Maar nu jullie geen kartel meer vormen met cd&v, zou het voor de partij dan niet positief zijn om

meer op dat buikgevoel in te spelen?

Er zijn eigenlijk twee mogelijke strategieën. Er is ook sociologisch onderzoek geweest over de

verschillende groepen. Binnenkort gaat er nog een heel grondig onderzoek uitgebracht worden, met 5000

mensen, en daaruit blijkt dus dat het electoraat in te delen is in twee verschillende groepen. Enerzijds kan

men mikken op wat men vooral de hardliners noemt; een andere strategie is de link naar cd&v toe; dat zijn

kiezers die meer gematigd zijn, echte kartelkiezers die wel Vlaamsgezind zijn maar niet per se de revolutie

willen gaan prediken, maar die wel vinden dat er iets moet veranderen. Dat er hervorming moet komen, en

dat Vlaanderen sterker moet kunnen worden. Dus dat is een andere doelgroep. Wij kiezen in deze

campagne vooral op die doelgroep. Enfin, je mag nooit kiezen, maar offensief mikken wij op die doelgroep.

Waarom; omdat in die groep van hardliners sterke concurrentie zit. Als we in eerste instantie daarop

zouden mikken, zouden we serieuze concurrentie moeten aangaan; niet alleen met het VB maar nu ook met

LDD, die zich nu ook op de markt heeft begeven; dus dat is al niet makkelijk; en vooral, we hebben nu vier

jaar bij cd&v gezeten, als je dan je taal en stijl zou verharden komt dat minder geloofwaardig over. Je zou

Page 114: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

114

dus eerder concurrentienadeel leiden. Je kan dat wel doen, en zal er zeker wel iets mee winnen, maar niet

veel omdat de concurrentie daar te groot is. Terwijl we in die vier jaar met cd&v natuurlijk samen een

parcours hebben afgelegd, en dan krijg je natuurlijk een groep kiezers die Vlaamsgezinder geworden zijn.

het CD&V-electoraat kan je niet over één kam scheren, maar daarin zit wel een groep die in onze richting

gegroeid is. Temeer door de crisis van de voorbije jaren, door de slechte onderhandelingen. Ik denk dat we

daar een sterke geloofwaardigheid hebben opgebouwd. Ook Bart De Wever als persoon heeft een sterke

geloofwaardigheid opgebouwd denk ik. Hij was bij CD&V-kiezers ook altijd heel populair, omdat hij met

de CD&V-voorzitters zoals eerst Jo Vandeurzen en dan Marianne Thyssen altijd schouder aan schouder

heeft gestaan, dus zij zien hem als iemand die daar zeer dicht bij staat. Maar je mag dat in je campagne niet

zo laten zien dat je één keuze maakt. Je kan niet naar die CD&V -kiezer gaan jagen, wat je moet doen is je

taal dan aanpassen en meer de zachtere thema‟s aankaarten; maar wat je dan doet is dreigen je flankkiezers

te verliezen. Daar past de uitspraak „je moet je achterdeur niet openzetten‟, je moet aan de voordeur zoveel

mogelijk mensen laten binnenkomen maar als je er verliest aan de achterdeur ben je natuurlijk niet goed

bezig. Dus onze strategie is eigenlijk offensief mikken op het CD&V-publiek, en defensief je achterdeur

dichthouden naar het huidige publiek. Dat wil zeggen dat je af en toe klaar en duidelijk bepaalde

standpunten moet laten horen, bijvoorbeeld inzake B-H-V, maar daarmee ga je niet de CD&V -kiezer

verleiden. De Antwerpse CD&V-kiezer bijvoorbeeld zal je moeten verleiden met een hogere kinderbijslag,

waar men nu niet aankan omdat dat federaal zit. Vlaanderen kan dat doen want ze zijn bevoegd voor

gezinsbeleid. Dat is een verhaal waarvan eigenlijk niemand zal zeggen „waarom niet‟, dat overal aanslaat.

Maar dat is bijvoorbeeld een verkiezingsstandpunt dat we innemen waarvan we weten dat een bepaald

publiek, bijvoorbeeld dat van de cd&v, die ook een gezinspartij is; daar wel gevoelig voor is. Jonge mensen

met jonge kinderen worden geconfronteerd met een hoge kost enzo. Maar dat is niet iets waarmee je naar

de Vlaams Belangkiezer zal stappen. Die vinden dat te soft. Ze gaan het niet erg vinden, je zal ermee geen

kiezers verliezen; maar het is niet zo dat dat nu de reden zal zijn dat ze voor jou gaan stemmen. VB doet dat

anders. Wat ik voel over wat het VB nu aan het doen is in haar campagne, is zich weer zeer hard opstellen.

Vlaams Belang zou in mijn ogen twee dingen kunnen doen: ofwel zich verzachten, om voor een ruime

groep kiezers aanvaardbaar te worden; ofwel volop voor die hardliners gaan. En ik denk dat ze voor dat

laatste gekozen hebben, aangezien ze met dat verzachten met ons te veel concurrentie zouden hebben.

Zeker voor het Vlaamse thema. Het VB heeft eigenlijk twee thema‟s, de Vlaamse onafhankelijkheid

enerzijds en anderzijds het migrantenstandpunt. Op het Vlaamse thema ondervinden ze daar veel

concurrentie van ons; want op vlak van het Vlaamse thema werden wij door de media prominent naar voor

geschoven als de partij die de Vlaamse belangen verdedigt, en waarvan de mensen ook gezien hebben dat

ze dat op een rechtlijnige manier deed. We hebben niet, zoals het VB dat zou uitdrukken, „ons verkocht

voor de postjes‟. Het was duidelijk dat N-VA een Vlaamse partij is, die het ook meent, en die niet zomaar

gaat buigen voor de macht om eigenlijk een ministerpostje te krijgen. Dus op dat vlak, moesten ze alleen

voor de Vlaamse strategie gaan, zouden ze teveel concurrentie van ons krijgen. En ze voelen natuurlijk ook

dat ze kiezers aan het verliezen zijn. Dus hun strategie is volgens mij „behouden wat we hebben‟, dus

maximaal de achterdeur dichthouden. De voordeur interesseert hen niet echt, ze denken niet dat ze veel

Page 115: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

115

kiezers gaan winnen; dus willen ze vooral de uitstroom inperken, naar Dedecker toe en misschien ook naar

ons op het Vlaamse vlak. En dat proberen ze te doen door dat rauwe migrantenstanpunt. Dewinter

bijvoorbeeld, met zijn nieuwe boek, de Inch‟ Allah. Ik was daarvan geschrokken, want het was lang

geleden dat hij nog zo‟n extreme taal gebruikt had over de Islam. Ook in hun nieuwe campagne voel je dat

ze inspelen op die gevoelens. Dat is hun strategie om die achterdeur zoveel mogelijk dicht te proberen

houden, en bij de kiezer ook te verwijzen naar Lijst Dedecker enzo; op een manier van „wij zijn wel tegen

het establisment‟, „wij durven wel tegen de schenen schoppen‟, „De N-VA heeft met cd&v samengewerkt‟,

en „Dedecker staat ook al klaar om minister te worden‟,… Ze laten geen kans onbenut om dat te zeggen.

Dus dat is een beetje de strategie naar de protestkiezers toe: „wij zijn de enige op wie je moet stemmen‟.

Dat is eigenlijk het maximaliseren van de hardliners, maar waar zij natuurlijk door zulke taal te spreken

kiezers afstoten die terugdeinzen voor dat racistische beleid. Zij gaan dan kijken naar Dedecker of naar ons,

of zelfs cd&v. Het is een keuze, maar wel één die typisch is voor een partij die dreigt haar achterban te

verliezen; een defensieve strategie dus, om de uitstroom te beperken.

Om nog even terug te komen op het sociologische onderzoek: werd dit uitgevoerd in opdracht van

jullie?

Neen, dat is eigenlijk onderzoek dat we hebben kunnen inkijken. Ik mag daar dus eigenlijk ook de auteurs

niet van vrijgeven. Dat is gevoerd in 2007 en opnieuw in 2008; en nu voor de VRT in 2009 wordt het

vervolg gedaan; maar dan met 5000 Vlamingen. Niet alleen de kiesintenties, maar ook de associaties van

de partij worden bekeken: waar staan zij voor; ook naar hun toppolitici toe. De kiezers hebben moeten

evalueren welke scores bv Bart De Wever krijgt op „warmte‟, „sociaal‟,…

Dat is heel interessant om te weten; maar die kennis hebben we nog niet, dat is nieuw onderzoek en dat

gaan we pas samen met jullie, op 17 mei, te weten komen. Maar datgene waar ik naar verwees is dat van

2007 en 2008; daarvoor hebben we eens gesprekken gehad met mensen die die studie kenden.

En voeren jullie zelf soms onderzoek uit?

Zelf eigenlijk niet zo vaak, dat is denk ik meer iets voor de grotere partijen. Zij hebben natuurlijk ook meer

financiële middelen. We hebben wel zelf eens peilingen laten maken, maar dat was eerder occasioneel; om

zelf te voelen hoe we staan.

Zijn dat dan peilingen naar kiesintenties?

Ja, absoluut. Wat we nooit doen, waar we echt ongelooflijk tegen zijn, is bijvoorbeeld wat de sp.a vroeger

deed: heel regelmatig deden zij opiniepeilingen om te zien wat de kiezers van een bepaald standpunt

vonden, en als zij dat goed vonden dan lanceerden ze het. Daar zijn wij eigenlijk ongelooflijk tegen. We

zijn een aanbodpartij: we hebben een bepaalde visie, en dat bieden wij aan de kiezers. We proberen zoveel

mogelijk stemmen te winnen, maar als ze een standpunt niet willen, bon. Wij gaan niet de kiezers

achternahollen. Als we horen dat de kiezers een bepaald standpunt interessant vinden, denken we niet „dat

gaan we eens doen‟. Voor ons lijkt dat geen manier van politiek doen. Politiek moet leiding geven. Het

Page 116: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

116

moet wel weten wat er leeft in de samenleving, maar op basis daarvan moet je met voorstellen komen

waarvan je denkt dat dat de maatschappij vooruit helpt. En dan zien of die kiezer je verhaal lust. Maar je

verhaal laten afhangen van wat de kiezer zegt, dat is niet echt onze stijl.

Maar we hebben wel al eens een peiling gedaan naar kiesintenties. Als men dan vraagt aan bv Bart De

Wever wat voor hem een goed resultaat is, dan zegt hij de verwachtingen die voortkomen uit deze

peilingen, en ook uit die van de kranten; een soort gemiddelde. Maar de campagne nu is meer dan ooit

interessant. Zeker voor het VB, en ook het centrumrechtse electoraat. Dat zit in een evolutie die al een tijdje

aan de gang is. Er zijn namelijk heel wat kiezers vrijgekomen op de markt. Waar je vroeger ofwel liberaal,

sociaal of katholiek was, en ongeveer 90% van de kiezers al wist op wie ze gingen stemmen, is dat nu

anders. Daar ging de campagne vroeger dikwijls over 10% van de kiezers die nog twijfelde. Als je daarvan

dan 2 à 3% van kon meenemen, dan was je eigenlijk de winnaar van de verkiezing. De scores van die

partijen waren relatief stabiel.

De laatste tijd zie je hierin verschuivingen. Links is eigenlijk vrij gesloten. De indruk is dat het wel afkalft,

maar zo‟n 20 à 25%, daar vechten de socialisten en groenen om. Maar aan de rechterkant zie ja dat bijna

65% van de mensen rechts of centrumrechts stemt. Vlaams Belang verliest stemmen, maar wij hebben die

kiezers bijvoorbeeld nog niet geconsolideerd. Je voelt dus dat het nu niet meer om 10% gaat, maar – zeker

aan de rechterkant – om 25 à 30%. Verschillende rechtse partijen, die ook heel wat raakvlakken hebben,

hebben kiezers die de ene dag aan LDD denken, de andere dag aan N-VA, en als hij heel kwaad wordt

misschien de volgende dag aan het VB. Dat is zo‟n beetje het grapje dat Bart altijd maakt over N-VA:

iemand die nadenkt is een N-VA‟er, maar als hij kwaad wordt, wordt het een VB‟er. Als hij echt kwaad

wordt, door bijvoorbeeld een schandelijke uitspraak van een Franstalige ofzo; dan wordt hij misschien

emotioneel en kiest hij de kant van het VB. Maar als hij er dan toch nog eens over nadenkt, beslist hij dat

het niet de strategie is die hij wil voeren. Er is natuurlijk een grote overlap, maar dat maakt de campagne

van nu zo speciaal; zowel voor het VB als voor ons als voor Dedecker, als voor cd&v. Het gaat om zo‟n 75

à 80% van het electoraat.

In 2007 lag de inhoudelijke focus vooral op de kopstukken van de drie grote traditionele partijen.

Waar lag de focus bij N-VA, die toen in een kartel zat met cd&v?

Bij ons was dat inderdaad anders. Bart De Wever was natuurlijk onze kopman, maar de focus in de media

lag op Leterme, die de kopman was van het kartel. Dat maakte het voor N-VA een stuk gemakkelijker;

temeer daar Leterme in een soort „état de grâce‟ leefde: alles wat hij deed was goed. Ook als je lokaal, bij

de bevolking, ging campagnevoeren; net zoals ook op tv: al wat hij deed wekte enorm veel sympathie op.

Ook Steve Stevaert heeft een tijd zo‟n „staat van genade‟ gekend. Zo had je ook Pim Fortuyn in Nederland.

Voor het kartel was dat natuurlijk enorm krachtig, Leterme als kopman. Wat N-VA moest doen was

eigenlijk de achterdeur dichthouden. Door het kartel met cd&v was het gevaar voor ons dat de taal en

standpunten die gebruikt zouden worden, te gematigd zouden zijn. Wij moesten dus gewoon onze core

business afdekken, de Vlaamsgezinde kiezer bij ons houden; dat die niet zou schrikken dat we door het

kartel met cd&v minder Vlaams zouden worden. Dat is eigenlijk een heel gemakkelijke manier van

Page 117: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

117

campagnevoeren; gewoon je core business, het verhaal dat je kent. We moesten gewoon onze kiezers

plezieren, en intussen deed Leterme het werk om te verruimen, naar open vld- en sp.a-kiezers. Nu is het

anders; nu staan we er alleen voor; wat maakt dat je niet gewoon bij je eigen kiezer kan blijven. Tenzij je

tevreden bent natuurlijk dat je zou blijven staan waar je staat. Maar nu er duidelijk meer in zit voor ons,

moeten we stuk voor stuk proberen uitbreiden; en wat creatiever zijn ook; op andere doelgroepen proberen

mikken enzo; zonder daarin zo ver te gaan dat je je achterdeur openzet. Om het zo te zeggen: in karteltijd

moesten wij vooral onze achterdeur beschermen; nu moeten we onze voordeur openzetten. Zonder dus de

achterdeur natuurlijk te ver open te zetten. Het is eigenlijk een evenwichtsoefening wat we nu doen.

De strategie die u nu bespreekt; wie zit daar eigenlijk achter?

De strategie op zich is niet zo moeilijk, als je strategisch of politiek talent hebt. Ik denk dat als je naar

andere partijen gaat, je dit soort analyses ook zal horen. Als je lang genoeg werkt, dan heb je dit wel door.

Maar natuurlijk is het ook altijd nuttig om op onderzoek te kunnen terugvallen, om te zien waar het

electoraat zit waarop je vat zou kunnen hebben. Als je weet wat je doelgroepen zijn, kan je je strategie veel

beter aanpassen natuurlijk. Want dan ga je op een andere manier andere boodschappen brengen. Maar ik

denk ook dat je soms niet moet overrationaliseren. Onderzoek is onderzoek, maar je kan het niet altijd zo

rationeel maken waarom mensen plots die zondag dat ene bolletje aankruisen. Ik heb dat soms al gehoord

van mensen die in de wachtrij staan, die op het VB stemmen als de wachtrij te lang is; omdat het weer

slecht georganiseerd is „en de politiek weer op niets trekt‟. Het kan natuurlijk ook dat ze dat sowieso

zouden doen; maar het is toch iets waar politici zich vaak op miskijken: de kiezer is niet altijd zo rationeel

als hij denkt. Voor veel kiezers zal dat wel waar zijn, dat ze nadenken, maar je hebt ook gewoon een

cultuur die niet nadenkt; die vanuit buikgevoel reageert. En daar zie je wel die personencultus opduiken.

Sommigen zijn niet warm te maken voor een bepaald ideologisch verhaal; maar hebben wel voorkeur voor

speciale politici. Dat zijn vooral kiezers die sterk meesurfen op de golf. Bv „die Yves Leterme, dat lijkt nu

wel de man te zijn‟, of „die Bart De Wever, in de slimste mens enzo, die moet wel verstandig zijn‟.

Denkt u dat de deelname van Bart De Wever belangrijk is geweest voor de partij?

Onrechtstreeks wel, ik denk dat voor zijn persoonlijke score zijn populariteit gestegen is. Hij is lijsttrekker

in Antwerpen; dus voor zijn persoonlijke score zal dat wel heel goed zijn. Maar ik zou het ook niet

overdrijven, die invloed; ik denk niet dat mensen op Bart gaan stemmen omdat ze hem in de Slimste Mens

gezien hebben. Omgekeerd kan het wel zijn dat, aangezien anderhalf à twee miljoen kijkers hem gezien

hebben; zij hem nu ook kénnen. Je schrikt er soms wel hoe weinig mensen er maar politici kennen.

Bovendien ging het om Bart, die voorzitter is van een kleine partij; niet om een Verhofstadt of Leterme. Er

zijn 2 miljoen mensen die hem nu leren kennen hebben, en dan op een manier die niet die als politicus is.

Ze hebben hem leren kennen als iemand die grappig uit de hoek kan komen, die ik zou zeggen verstandig is

maar daar moet ik mee oppassen want het is maar een quiz hé; maar zo wordt het wel gepercipieerd door de

mensen; als iemand die grappig is en verstandig. En dat zijn twee goede kwaliteiten. Dus ik denk niet dat ze

daarvoor op hem gaan stemmen; maar nu ze hem leren kennen hebben, gaan die mensen als hij nog eens op

Page 118: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

118

televisie komt wel luisteren. Misschien meer dan vroeger. Nu gaan ze volgens mij veel meer benieuwd zijn;

ze kennen hem, en gaan zich misschien meer laten leiden door wat hij echt zegt, terwijl hij vroeger

misschien gewoon als een radicaal persoon beschouwd werd. Ik denk dat je daardoor wel kiezers kan

winnen. Op die manier is dat wel belangrijk geweest. Hij heeft de menselijke kant van zichzelf kunnen

tonen. Maar het is niet zo eenvoudig natuurlijk; andere politici hebben ook meegedaan en zijn daar niet

populairder van geworden. Johan Vandelanotte bijvoorbeeld: de mensen hebben geen andere persoon te

zien gekregen als degene die ze al kenden. Vandelanotte was zichzelf; zoals we hem al kenden als

politicus: ernstig, intelligent; maar je hebt geen andere kant leren kennen. Bij Bart was dat wel het geval.

Mensen zeggen „zo hadden we hem nog nooit gezien, we kenden hem alleen van interviews als hij kwaad

was ofzo‟. Het is niet omdat je in de quiz zit, dat je populairder wordt. Bart heeft het daar gewoon goed

gedaan. Hij heeft zichzelf kunnen tonen op een manier die de mensen nog niet kenden. En dat is het succes

geweest is denk ik.

Welke externe bureaus werden er gebruikt voor de communicatie rond de campagne van 2007? Wat

was de rol van deze bureaus?

Wat betreft folders maken enzo; de tastbare publicaties; daarvoor werken wij samen met een reclamebureau.

Dat is bij ons DVN uit Gent. Maar dat wil zeggen dat wij wel bepalen wat daarin komt; Welke personen,

welke stijl, welke feeling; welk type taalgebruik – want dat is afhankelijk van je strategie; die gegevens

geven wij door aan het reclamebureau, en zo vragen we om iets uit te werken voor ons. Vanaf dan is het

eigenlijk een heen-en-weerbeweging. Soms leveren we zelf wel stukjes tekst aan; bv

verkiezingsprogrammapunten; maar de kunst is natuurlijk om in drie zinnen te zeggen wat je bedoelt. Naar

die tekst doet het reclamebureau wel een gooi; maar dat doen we toch meestal zelf; omdat je daar echt de

feeling van die drie zinnen moet hebben. Je moet het simpel zeggen, klaar en duidelijk, en met een

woordkeuze die past in je strategie. Die twee dingen zijn heel belangrijk: klaar en duidelijk, en gebracht in

een woordkeuze die in je strategie past; die een bepaalde kleur heeft.

Werd dit vastgelegd in een huisstijldocument?

We hebben inderdaad een soort huisstijl, en alle kandidaten krijgen van ons een CD-ROM waar alles

opstaat: de huisstijl, sjablonen van brieven en enveloppen; een N-VA logo met foto van Bart enzovoort.

Om toch in je campagne een landelijke eenvormigheid te behouden qua stijl.

U zei zonet dat de woordkeuze aangepast wordt aan de strategie. Werken jullie dan ook met

doelgroepen, positionering enzovoort?

Ja, eigenlijk wel. Ik zal eens een voorbeeld laten zien (laat kladversie van verkiezingsfolder 2009 zien). Je

ziet de eenvoudigheid, alles wordt in drie zinnen gezegd. Of hier bijvoorbeeld: „Het was onze ambitie om

daar samen met andere iets aan te doen‟. We hadden ook kunnen zeggen „de cd&v heeft ons verraden‟;

maar dat doen we niet, want dat is agressief naar de kiezers toe. Als er bijvoorbeeld kiezers zijn die altijd

voor cd&v gestemd hebben, maar nu Vlaamsgezinder geworden zijn en beginnen twijfelen om te kiezen

Page 119: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

119

voor ons; als je tegen hen zou zeggen „cd&v dat zijn verraders‟, dat is te agressief, dat schrikt af. Wat wij

nu eigenlijk doen is meer een teleurgestelde positie innemen; schrijven dat we er samen met cd&v iets aan

wilden doen, dat het nodig was om orde op zaken te stellen; maar „je weet hoe dat is afgelopen‟. Impliciet

zeg je dus dat cd&v dat niet gedaan hebben, maar door die woordkeuze druk je iets meer de ontgoocheling

uit dan je agressie zou uitstralen. En het VB zou veel meer die agressie uitstralen. Dat is dus wat ik zeg met

die verwoording die je laat afhangen van je strategie. Als je je gaat richten op gematigde cd&v-kiezers, ga

je anders schrijven. Maar het is niet zo dat ons inhoudelijke programma verandert natuurlijk; dat zou

verkeerd zijn. Het is vooral belangrijk hoe je je strategie verwoord, want daar zijn zoveel manier voor.

Zijn er bepaalde doelgroepen waarop de partij zich richt?

Niet zozeer; het is niet altijd eenvoudig om te weten te komen welke doelgroepen er zo zijn… maar

onbewust houden we er wel rekening mee; we weten bijvoorbeeld dat we relatief goed scoren bij de

mannelijke 50+‟er, tegenover bijvoorbeeld een vrouwelijk dertigerspubliek. Daar hebben we statistisch

gezien duidelijk wat voorkeur. Ons idee van de Vlaamse hospitalisatieverzekering is dan ook een van de

speerpunten in de campagne. Jongeren zijn daar dan weer niet mee bezig; vooral bij een volwassen of

ouder publiek spreekt dat aan. Kinderbijslag is dan weer voor een jonger publiek, jonge ouders; en

bovendien is het een zachter thema waarmee ook vrouwen aangesproken worden. Je houdt er dus wel

rekening mee. Maar om nu echt te zeggen „we mikken op die of die doelgroep‟, dat doen we niet. Je kan

het je eigenlijk ook gewoon niet permitteren om op een bepaalde doelgroep te richten; dan zou je gewoon

te weinig stemmen halen. Je moet iedereen proberen een reden te geven waarom ze op jou moeten stemmen.

En natuurlijk wel accenten leggen: de doelgroepen waarvan je weet dat je er sterker bij staat, daar iets extra

op inzetten. Maar je kunt daar nooit zo ver ingaan dat je bijna exclusief op die doelgroepen inzet; dat kan je

niet doen.

Wat maakt de partij in haar communicatie uniek tegenover de andere partijen?

Oei, dat is moeilijk…

Als ik vergelijk met de grotere partijen, denk ik dat onze communicatie beter gestroomlijnd is. Bij grote

partijen, zoals de cd&v bijvoorbeeld; ga je vaker hebben dat de partijkopstukken andere accenten leggen.

Met eigen publicaties afkomen enzo, een heel ander publiek aanspreken… een Herman Van Rompuy

bijvoorbeeld zal een heel ander electoraat aanspreken dan Kris Peeters; ook al zitten ze allebei in dezelfde

partij. Zij zullen dus op een andere manier campagne voeren; daar is de consequentie dus wat zoek. Het

voordeel is wel dat ze wat ruimer mensen kunnen aanspreken; met tegenstrijdige belangen zelfs; iemand de

Vlaamsgezind is zal misschien op Kris Peeters stemmen terwijl een Belgicist op Van Rompuy zal stemmen

omdat hij daarin de behoeder van België ziet. Je ziet, conflicterende belangen in eenzelfde partij. Dat is bij

ons niet het geval. Als grotere partij heb je dus het voordeel wel dat je een ruimer bereik hebt van stemmen;

maar het nadeel is natuurlijk dat de consistentie soms zoek ik. En dat spelen wij in debatten natuurlijk vaak

uit. Zo laten we bij de kiezer uitschijnen „je weet niet wat je eraan hebt, het is vis nog vlees‟. Wat mensen

inderdaad wel doet twijfelen. In die zin onderscheiden we ons misschien, maar ik denk dat dat voor Groen!

Page 120: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

120

misschien ook zo is; dat mensen heel goed weten waarvoor wij staan. In die zin is het voor ons, als kleinere

partij, de boodschap die men kent dusdanig goed uit te leggen dat er steeds meer mensen overtuigd geraken.

Dus dat is een beetje een voordeel: de duidelijkheid die je als kleinere partij hebt; je kan veel beter je

communicatie stroomlijnen.

Hoe belangrijk zijn militanten voor de partij, en is er een verschil met vroeger?

Militanten zijn zeer belangrijk op lokaal vlak. Zeker nu bijvoorbeeld; nu er affiches moeten worden geplakt,

borden geplaatst, folders uitdelen enzo.

Daar komt heel wat werk bij kijken. Lokaal is het dus heel belangrijk dat je veel vrijwilligers hebt die

hierin hun tijd willen steken. Het voordeel aan onze partij is dat ze een zeer gemotiveerde aanhang heeft.

Ook dat denk ik is voor grotere partijen een nadeel, dat horen wij toch dikwijls van collega-politici; dat ze

niet vaak vrijwilligers vinden om lokaal de handen uit de mouwen te steken. Mensen vinden andere

manieren om hun vrije tijd in te vullen, en bovendien heeft politiek ook bij jonge mensen niet altijd zo‟n

goede naam. Dat horen we toch zeker bij die grotere partijen, dat ze daar last van hebben. Kleinere partijen

niet echt, omdat zij een heel duidelijk profiel hebben. Groen! heeft ook zo‟n gemotiveerde achterban. Je

moet immers heel de tijd vechten voor je standpunten in het politieke landschap. Terwijl een partij als

cd&v, open vld,… daar gaat het over een paar procenten; dat is iets anders. Op dat vlak mogen we niet

klagen en hebben we echt wel een gemotiveerde achterban.

Doet de partij soms stunts om de aandacht van het publiek te trekken?

Dat is inderdaad niet gemakkelijk. Elke partij probeert natuurlijk zo veel mogelijk in de pers of in de media

te komen; en voor een deel kan je dat doen met parlementair werk; je kan dat doen op televisie maar dan

moet je daar al voor uitgenodigd worden. Nu tijdens de campagnes zijn er wel debatten enzo; maar

doorgaans, tijdens het gewone jaar, word je alleen op tv uitgenodigd voor interviews omdat je iets gedaan

hebt; een opmerkelijke tussenkomst bijvoorbeeld; of omdat je zelf iets belegd hebt, bv naar de pers toe iets

voorgesteld. Daarbuiten heb je inderdaad de acties. Of ik zal eerder zeggen de congressen. In februari

bijvoorbeeld hebben wij een eerste congres gehouden, en op 1 juni gaan we de slotcampagne van de

verkiezingen houden. In de beheersovereenkomsten van de vrt staat dat ze naar zulke congressen moéten

komen. Slotmeetings hoeft niet, maar dat doen ze natuurlijk wel want dat is goed beeld materiaal, en daarin

wordt ook strategische info gegeven over de campagne. Dat is natuurlijk ook een manier om in de pers te

raken. De minst klassieke is natuurlijk om bepaalde acties te doen.

Een aantal jaren geleden hebben we zo een beruchte actie gedaan, die ons nog jaren achtervolgd heeft. Dat

was de actie in de scheepslift van Strépy, waar we een paar camions vol papieren geld zijn gaan afzetten.

Waarom; omdat deze scheepslift een typisch voorbeeld is waar men met geld heeft gesmeten. Ik denk dat

ongeveer om de drie à vier weken maar een boot passeert waar zo‟n scheepslift nuttig was. Maar dat

kaderde in de wafelijzerpolitiek; Vlaanderen krijgt iets dus moet Wallonië iets anders krijgen. En om dat

aan te kaarten, dat misbruik, hebben we die actie gedaan. We moeten toegeven dat dat niet de meest

smaakvolle actie was. Je geeft natuurlijk de indruk van „Vlaanderen is degene die geld in Wallonië pompt,

Page 121: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

121

en Wallonië is degene die het allemaal wegsmijt‟; maar daar was tegelijkertijd wel een slogan toen die

totaal verloren gegaan was. Het enige wat uit de beelden bleek was dat we de transfers wilden stopzetten.

Terwijl het verhaal juist was dat de transfers transparant moesten worden. Vlaanderen kan als rijker gebied

wel solidair blijven met Wallonië. Maar als je natuurlijk zo‟n actie voert gaat dat verloren. De kracht van

het beeld is enorm. Die impact hadden we echt onderschat; waardoor het een heel agressieve actie leek. De

Franstalige pers heeft ons dat jarenlang kwalijk genomen. En misschien ook wel misbruikt. Maar het is niet

geheel ten onrechte dat ze daarvan geschrokken waren. Maar anderzijds heeft die actie ook wel geweldig

veel pers gehad. Daar letten we nu natuurlijk wel mee op. Voor 2007 hadden we de „verstrikkingsactie‟.

Dat was een gevarendriehoek, een verkeersbord, met een strikje erop. Dat was eigenlijk een verwijzing

naar Elio Di Rupo; het was een precampagne van ons ten tijde van het kartel. Want paars aan de Vlaamse

kant en Wallonië aan de Waalse, dat waren echt wel de twee tegenstanders. De PS staat een beetje voor

alles wat – en dat is niet helemaal terecht – er misgaat qua corruptie en schandalen. In Vlaamsgezinde

kringen is de PS zowat de baarlijke duivel, bij wijze van spreken. Dat gevarenbord met strikje heeft ook

enorm veel pers gehaald. Dat was eigenlijk een geslaagde actie; er zat wat humor in en kwam dus ook veel

minder agressief over. Het is natuurlijk een boodschap die niet sympathiek was naar de PS toe; maar de

humor verzachtte dat wel. Met zulke acties kan je dus wel wat pers halen; maar dat is niet altijd eenvoudig.

Soms zit je er echt op, zoals met die verstrikkingsactie. Het mag gewoon niet te agressief overkomen, zoals

in Strépy. Met acties moet je voorzichtig zijn.

En soms komt er ook gewoon helemaal geen pers, je kan evengoed een actie doen die niet sexy genoeg is

of niet genoeg inspeelt op de actualiteit; daar haal je dan niets mee.

Page 122: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

122

Bijlage 6: Interview met Tom Van den Bergh Functie: directeur communicatie CD&V

Hoe zag het communicatieorgaan van de partij eruit tijdens de verkiezingen van 2007? Wie stond er

aan de leiding?

We werken altijd samen met een externe partner. In 2007 was dat Saatchi & Saatchi. Die externe partner

doet dit niet alleen, er zijn een aantal interne mensen die fulltime met communicatie bezig zijn.

Bijvoorbeeld de woordvoerder, maar ook de directeur communicatie; en een aantal inhoudelijke raadgevers.

Maar op zich is er wel een overleg dat daar georganiseerd wordt; waar zowel Saatchi als de interne

woordvoerders, samen met de politieke verantwoordelijken, en in 2007 was dat nogal uitgesproken Yves

Leterme en de voorzitter Jo Vandeurzen, die daar een operationeel orgaan hadden.

En de partij werkte ook samen met Censydiam Synovate?

Ja, sinds 2006-2007 zien wij onderzoek als een belangrijk aspect in onze communicatiestrategie. Maar dat

is vooral voorbereidend. En inderdaad, dat was met Censydiam. Dat is eigenlijk vooral voorbereidend

werk; dat is een soort barometer om te weten waar de mensen vandaag mee bezig zijn; en hoe zij de dingen

bekijken. Dat is vooral voorbereidend werk; dat is niet echt tijdens de campagne dat dat gedaan wordt.

In een onderzoek uit 2007 las ik dat door het inschakelen van de verschillende onderzoeksbureaus,

dit soms eerder averechts werkte en tot tegenwerking leidde. Heeft u dat ook zo ondervonden?

Communicatie is natuurlijk geen exacte wetenschap. Hoe meer ervaring je gebruikt, hoe meer

tegenstrijdige visies je krijgt. Maar ik denk wel dat dat goed gewerkt heeft.

Hoe ver ging de inbreng van de onderzoeksbureaus in de campagne?

Dat is echt een samenwerkingsverhaal, dat is ook een beetje de cultuur hier: wij vergaderen ons onnozel.

Hier wordt ook vaak met externen samengezeten en nagedacht „hoe gaan we dit aanpakken, hoe gaan we

dat aanpakken‟; omdat politiek iets zeer specifieks is, waar je toch een bepaalde ervaring mee moet hebben

om te weten wat je gevoeligheden en mogelijkheden zijn. En in die zin was er toch veel werkoverleg samen

met de creatieven en de strategen van Saatchi. Dus vaak gebeurde het dat er een briefing vertrok naar

Saatchi, en dat we vroegen om aan een oplossing of antwoord; maar heel vaak gingen we daar samen op

verderborduren.

Wie beslist er wat er aan bod komt in de campagnes? In welke mate hebben de andere partijleden

inspraak?

Dat zijn politieke keuzes; ik abstraheer het een beetje als ik zeg „Yves Leterme en Jo Vandeurzen‟, want op

zich spelen ook de fractieleiders een belangrijke rol; dus op zich is daar altijd een soort politiek

„validatiegroepje‟ van zetelende politici, die dus eigenlijk de finale knopen doorhakken. Maar de voorzitter

en het boegbeeld; toen zetelend minister Yves Leterme; die speelt daar wel een zeer cruciale rol in.

Page 123: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

123

Werd er voor de verkiezingen een specifieke campagnecel opgericht?

Een operationele campagnecel? Dat zien we ook; maar je hebt sowieso een „staf‟ zoals ze dat bij ons

noemen; dat is de verantwoordelijke voor communcatie, dus de directeur communicatie; je hebt een

woordvoerder; een directeur beweging en vorming – dat is dus eigenlijk iemand die bezig is met

vrijwilligers en kandidaten te begeleiden – en dan natuurlijk de directeur studiedienst. Dus eigenlijk de

dagdagelijkse werking van de partij; maar tijdens campagnetijd wordt dat vaak wel nog een beetje

aangevuld met nog wat mensen die daar wat extra inbreng, zowel op communicatie- als op inhoudelijk vlak

kunnen insteken. En dan wordt de staf of het directiecommité veranderd in een soort campagneoverleg.

Waarop lag inhoudelijk de focus in de campagnes? Vindt u dat de campagne van 2007 terecht een

kanselierscampagne wordt genoemd?

In 2007 zijn die kaarten zo gevallen, maar – en je gaat dat zien in de campagne – vooral in de kanalen

wordt er veel op personen gefocust. Maar als je terug gaat kijken dan ga je ook wel merken dat daar toch

heel, heel duidelijke boodschappen ook inzaten. Mensen zonder boodschap, daar gaat het niet over. Het is

niet het een of het ander. Maar in 2007 was dat heel duidelijk, je had Verhofstadt – Leterme, maar sp.a zag

ook „wij missen hier de boot, we hebben een tegengewicht nodig‟; en dus werd Vande Lanotte ook zo

gepositioneerd. Maar dat was vooral om mee te kunnen spelen in het debat. Dat gaat natuurlijk over inhoud

en niet over mensen.

Hoe zou u de huisstijl (zowel inhoudelijk als stilistisch) van de partij beschrijven? Is deze vastgelegd

in een document?

Elke campagne wordt er wel een stijldocument opgesteld, en in die zin is dat wel de uitdaging binnen

CD&V dat we daar… slecht in zijn is een verkeerd woord, maar we hebben veel straffe mensen, lokaal en

regionaal, burgemeesters, parlementsleden, provincieraadsleden… we zijn een heel vertakte organisatie, er

zijn zeel veel kandidaten die een eigen achterban hebben en die heel hard werken; maar die ook hun eigen

campagnedynamiek hebben. En daardoor merken wij ook steevast dat dat een heel dynamisch gegeven is,

wat ook zeer moeilijk aan te sturen is. Je merkt bijvoorbeeld eerder bij sp.a dat zij dat nogal rigide aan hun

kandidaten kunnen zeggen „dit is de stijl‟, en „deze foto moet zo genomen worden‟ en zo, en dat dat bij ons

heel dynamisch en organisch is. Wij stellen vooral de inhoudelijke lijn heel duidelijk op, en dat op zich is

een verhaal waarin iedereen meestapt, omdat daar ook een heel proces aan vooraf gaat hoe ons programma

en onze inhoud wordt opgemaakt. En stilistisch wordt dat iets minder rigide gevolgd. We proberen dat wel

altijd. Altijd is dat onze ambitie, en elke keer merken we dat de dynamiek van een campagne anders

verloopt. En daar zijn we eigenlijk ook wel trots op. Het is een kakofonie als je door Vlaanderen rijdt en je

ziet al die CD&V-affiches die nogal verschillen. Maar op zich is dat ook een heel mooi gegeven, omdat dat

onze kracht wel is: we zijn een mozaïek, een collage; we zijn heel verschillende types en figuren.

Page 124: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

124

Bij N-VA en het VB wordt er bijvoorbeeld een CD-ROM gegeven aan de kandidaten. Heeft CD&V

ook zoiets?

Ja, dat doen wij ook.

Maar bij jullie wordt er minder naar geluisterd?

Er wordt creatiever mee omgesprongen. Ik vind dat een heel groot verschil.

Wat maakt de partij in haar communicatie uniek tegenover de andere partijen?

We zijn zo vertakt, en zo verscheiden in profielen, dat dat ook betekent dat we bv bij deze campagne van

2009, 267 kandidaten, dat we ook wel 267 woordvoerders hebben. Omdat dat allemaal mensen zijn met een

eigen profiel, een eigen achterban, een bepaalde link naar samenleving of doelgroep. Bij ons ga je heel

weinig mensen zien die zomaar geplukt worden; enkel mensen die al een bepaald parcours hebben afgelegd.

En dat vind ik wel een kracht, het zijn altijd mensen die ofwel uit hun verenigingsleven ofwel uit hun

beroepsleven een verhaal meebrengen.

Doelt u hiermee op BV’s bij andere partijen?

Bwaja… Ik heb daar eigenlijk geen commentaar op, maar je merkt wel dat als je bij ons kijkt naar mensen

die iets of wat bekender waren voor ze op de lijst kwamen, dan is dat bijvoorbeeld een Ivo Belet; maar die

had een heel scala aan inhoud, aan ervaring dat hij met zich meebracht; en je merkt dat dat iemand is die

wel pakt, die wel leeft binnen onze partij. Mensen zonder achterban, dat ga je hier veel moeilijker zien.

Welke strategieën houdt de partij in het achterhoofd wanneer zij naar buiten toe communiceert?

Dat is moeilijk om op te antwoorden. In het begin van je campagne stel je een aantal inhoudelijke punten

op waar je mee naar buiten wil komen; en daar wordt dan een strategie opgezet: met welke boodschap

willen we naar buiten komen, en naar welke doelgroep.

En gaat hier onderzoek aan vooraf?

Ja

Wat zou u beschrijven als uw belangrijkste doelgroep?

Aangezien wij een heel brede partij zijn, is onze doelgroep ook heel breed en ruim. Maar stereotyp zijn dat

eigenlijk… neen, ik kan eigenlijk geen stereotypes geven. Ik wou zeggen „de gezinnen‟, daar scoren we

heel sterk op; maar we scoren ook heel sterk op 50+‟ers, de actieve senioren. Maar als je naar de

verkiezingscijfers van 2007 kijkt, merk ik dat wij ook bij de doelgroep 18-25 de grootste partij waren. Dus

op zich… we zijn nogal breed.

Dus is eigenlijk de hele Vlaamse bevolking jullie doelgroep?

Ja, maar dat is nogal makkelijk gezegd hé. Daar komt het wel op neer, ja.

Page 125: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

125

En de positionering tegenover de andere partijen, gaat u daar specifiek truucjes voor gebruiken?

Truucjes, neen, we hebben ons verhaal, en ik denk dat dat vooral in de media en debatten wel duidelijk

wordt, van hoe verhouden wij ten op zichte van… maar nee, dat is eigenlijk niet… politieke communicatie

draait niet om truucjes, maar vooral het verhaal dat je wil brengen. En zo differentieer je je wel.

En hoe pakt u die differentiatie dan aan, tegenover andere partijen?

Dat is focussen op je eigen verhaal, en die veelheid aan mensen. Wij vertrekken vooral uit een menselijke

taal van communicatie. Ik denk dat we ook proberen om die begrijpelijkheid en dynamiek, en nabijheid, na

te streven.

Hoe belangrijk zijn militanten voor de partij, en is er een verschil met vroeger?

Dat is hét, dat is echt alles voor ons. We zijn een organisatie met 75.000 leden. Dat betekent niet dat die

allemaal echte dagdagelijkse militanten zijn, maar er zitten duizenden actieve lokale politici bij; elke

gemeente heeft wel een CD&V-afdeling. En dan moet je denken dat daar minimum een tiental mensen in

actief zijn. Dat is dus een gigantisch orgaan, waar we veel van vragen en verwachten; maar ook veel op

inzetten om die mensen te ondersteunen. Bijvoorbeeld een verkiezingsprogramma; dat wordt voorbereid op

een studiedienst, door politici, op de fracties; maar hier vertrekt geen verkiezingsprogramma voor dat

eigenlijk toch door al die tentakels is gegaan; voor iedereen weet wat er in het programma zit. En dat ook

iedereen zijn fiat kan geven. Dat is een heel log proces, omdat dat ook duizenden mensen zijn, bij wie je

moet passeren. Dat is een valkuil, maar ook een heel duidelijke kracht voor ons.

En denkt u dat de militanten van CD&V even gedreven zijn als deze van het VB?

Wij hebben heel andere militanten, daar ben ik sowieso van overtuigd. Maar ik zei daarnet dat onze

kandidaten en politici een heel eigen verhaal meebrengen; en dat is met onze militanten ook zo. Dat is heel

grappig, maar als je zou kunnen kijken hoeveel van onze militanten actief zijn in een oudercomité, of in een

lokaal verenigingsleven, sportclubs, cultuurverenigingen… dat zijn allemaal mensen met drie, vier

engagementen. En dat is wel heel duidelijk, dat zijn echt onze mensen. Als je kan stereotyperen. Ik kan me

voorstellen, CD&V op zich is een bepaald idee, een bepaald verhaal over de samenleving. Tegenover als je

naar het VB, maar ook N-VA ofzo gaat kijken; dat is veel meer monothematisch dat zij werken, waardoor

ze ook een soort eensgezinde stroming van militanten hebben. Ik trek het een beetje uit zijn fles hoor, want

zo uitgesproken gaat het natuurlijk niet zijn.

De militanten van CD&V, gaan zij ook affiches plakken en dergelijke?

Ja zeker. Niet alle 75.000, maar we hebben er momenteel duizenden die de straat opgaan om borden te

plaatsen, brieven te bussen enzo… ik denk ook aan de duizend pensenkermissen of spaghettiavonden die er

per jaar georganiseerd worden, en van die dingen. Dat zijn onze mensen wel.

Organiseert de partij soms stunts om de aandacht van het publiek te trekken?

Page 126: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

126

Tuurlijk, we proberen ook hier en daar om eens wat extra… 2007 was voor ons heel belangrijk, Yves

Leterme was toen zetelend minister-president. Dat was een Vlaamse regering met een serieuze

verantwoordelijkheid die nog gedragen moest worden. Dus op zich konden we het ons niet permitteren om

Yves Leterme te snel in de campagne te laten gaan. Wat hebben we toen gedaan; we hebben een dag voor

de sperperiode gezegd dat Leterme de lijsten ging trekken. En we hebben dat gedaan door een magazine te

encarteren in De Zondag, het gratis blaadje dat je bij de bakkers krijgt. Maar wij moeten altijd opletten dat

we een beetje budgetvriendelijk te werk gaan. Dus we hebben dat magazine, om dat in die Zondag te

krijgen en dat verdeeld te krijgen bij die bakkers – wat een heel kostelijke zaak was die we ons niet konden

permitteren – hebben we al onze militanten opgetrommeld. De hele nacht, van zaterdag op zondag, zijn we

daar met 500 man op vier centra; vier van die grote drukkerijen; zelf de boekjes in de krantjes gaan steken;

en zelf met autootjes alle Vlaamse bakkers afgereden. Ik denk dat dat een typische CD&V-stunt was; maar

dat was ook met veel mensen die goesting hadden om dat te doen en daar hun nachtrust voor over hadden.

Maar nooit provocerende stunts tegenover andere partijen?

Nee, dat ga je bij ons niet zien. Dat is ook het profiel van onze partij niet.

Nu de partij meer tegenwerking krijgt van N-VA vragen we ons af of dit een invloed heeft op de

strategie van uw partij; of gaat u eerder uw koers behouden?

Ja, de koers blijft behouden.

Page 127: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

127

Bijlage 7: Interview met Piet Deslé en Joeri Casteleyn

Functie Piet Deslé: Communicatiemanager LDD

Functie Joeri Casteleyn: Pers en communicatie LDD

Hoe zag het communicatieorgaan van de partij eruit tijdens de verkiezingen van 2007? Wie stond er

aan de leiding?

Deslé: daar kan je eigenlijk niet veel over zeggen. Jean-Marie stond daar aan de leiding van, en dat was

eigenlijk zo chaotisch en geïmproviseerd. Ze moesten op drie maanden tijd en campagne voeren, en de

lijsten maken. Ze hebben toen beroep gedaan op Wim Schamp, voor het ontwerp van het logo. Eigenlijk

ook voor de rest van de campagne, maar dat is dan afgelopen, en dat is in ruzie geëindigd. Dus eigenlijk

hebben ze op hun eigen, met een paar mensen van Lijst Dedecker, dat voortgetrokken.

Wie beslist er wat er aan bod komt in de campagnes? In welke mate hebben de andere partijleden

inspraak?

Deslé: Het partijbestuur heeft daar een aantal algemene lijnen; het partijbestuur dat zijn dus een dertigtal

mensen; die hebben daar een paar algemene lijnen over goedgekeurd; maar eigenlijk is het een kleine cel

van de communicatiedienst. Dus dat zijn eigenlijk wij twee, met de fractiesecretaris van de partij. En dan

een paar mensen die een verleden hebben in marketing en dergelijke; die zich daarmee moeien. Maar alles

samen is dat een man of vijf, zes die daarover de lijnen uitzet.

Welke propagandamiddelen werden er in 2007 gebruikt om campagne te voeren?

Deslé: In de campagne van 2007 is er maar één propagandamiddel gebruikt, en dat is Jean-Marie Dedecker.

Ja, dat is ook Lijst Dedecker dus eigenlijk is alles gespeeld op de naam… het enige dat hij als achtergrond

had, is het boek „Rechts voor de raap‟, dat toen een jaar verschenen was maar waar hij toen op

teruggevallen is. Er was ook een programma uitgeschreven op basis van dat boek, en dat is ook op de

website geweest. De website is eigenlijk het meest performante verspreidingsmiddel geweest van de

propaganda, op dat ogenblik. Van dat boek zijn bijna 40.000 exemplaren verschenen, dus dat is eigenlijk

wel goed. Maar dat was uiteindelijk het jaar daarvoor. Maar zelfs op het moment van de verkiezingen

hebben ze nog herdrukken moeten doen.

Werd er voor de verkiezingen een specifieke campagnecel opgericht?

Deslé: Neen

Waarop lag inhoudelijk de focus in de campagnes? (Bv vooral op de boodschap, vooral op de

kandidaten,…)

Deslé: De focus lag op vernieuwing, maar vooral op de naam Jean-Marie Dedecker. Je kan dat niet

ontkennen. Hij was een BV hé. Het was ook zijn partij, hij was weggegaan met een paar mensen; maar de

Page 128: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

128

mensen die daarnaast stonden, de Boudewijn Bouckaerts en weet ik veel wie nog allemaal; die zijn nooit

aan bod gekomen in de campagne.

Welke externe bureaus werden er gebruikt voor de communicatie rond de campagne van 2007? Wat

was de rol van deze bureaus?

Deslé: Dat was Wim Schamp, en ik denk dat voor de laatste twee maanden nog een ander bureau even in

beeld is geweest, maar ik ken daar de naam niet meer van.

Hadden jullie dan ook mensen in dienst die de creatieve uitwerking deden?

Deslé: er was niemand in dienst nee, dat waren dezelfde mensen, een paar die met marketing bezig

waren… Rudy Dekerpel zat daar toen bij…

Casteleyn: Ja, die had constant photoshop openstaan

Alles werd gedaan door mensen van de partij zelf?

Deslé: ja, dat was pure improvisatie.

Casteleyn: Je komt net van de CD&V, ik kan zeggen: dat is een wereld van verschil

Deslé: er zijn mensen die twee dagen voor de verkiezingen hun affiches hadden. Maar niet allemaal hoor.

Maar bijvoorbeeld in het straatbeeld zelf waren er delen van het land die helemaal niet gecovered waren, en

andere delen helemaal wel. Dat was omdat er dan een paar actieve mensen in die afdelingen zaten. Dat was

eigenlijk verschrikkelijk geïmproviseerd. Maar goed, ze hebben het dan toch gehaald.

Hoe zou u de huisstijl (zowel inhoudelijk als stilistisch) van de partij beschrijven? Is deze vastgelegd

in een document?

Deslé: de huisstijl van de partij die ligt nu vast, maar daar kan jij beter wat over zeggen, Joeri?

Casteleyn: Ja, dat was op basis van het logo. Dus na de verkiezingen is er wel een document opgesteld met

de volledige huisstijl. Op de website staan bijvoorbeeld alle templates. Dus iedereen kan die afhalen, dat

ligt volledig vast. En daar moeten ze zich nu aan houden.

En dat was niet het geval in 2007

Casteleyn: neen

Deslé: de partij bestond ook maar twee maanden, dat kon eigenlijk niet. We hebben nu tijd gehad, sinds

2007. In het begin had ik zoveel andere dingen te doen dat ik daar eigenlijk geen tijd voor had. Het is pas

sinds jij (Joeri Casteleyn, nvdr) erbij kwam dat we daar aan kunnen werken hebben. Maar goed, we wisten

dat het perspectief 2009 was, dus we hadden nog een beetje tijd. En eigenlijk zijn we nu wel klaar. Dus de

mensen die nu willen campagne voeren, met de middelen van LDD, kunnen die vinden. De affiches enzo

zijn ook gecentraliseerd gebleven, dus eigenlijk zou je nu in heel Vlaanderen een gelijkvormige campagne

moeten hebben. De huisstijl beschrijven; het gaat vooral om die twee felle kleuren. En voor de rest blijft het

natuurlijk Dedecker. Dat is aantrekkingskracht hé.

Page 129: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

129

Wat maakt de partij in haar communicatie uniek tegenover de andere partijen?

Dat we geen campagne moeten voeren om in de krant te komen. De afgelopen vier weken staan we er

iedere dag in, vandaag weer. Maar dat is wel een beetje de filosofie geweest van de partij; dat we twee jaar

lang campagne gevoerd hebben door eigenlijk zeer actief oppositie te voeren; of dat nu over Fientje

Moerman ging of de politiediensten, dus door zeer actief oppositie te voeren en bijna als enige partij in het

parlement, voer je campagne. Iedereen wist dat Dedecker in het parlement zat. En ook in het Vlaams

Parlement, er zaten maar vier mensen maar die vier, via Dedecker, kwamen meer aan bod dan bijvoorbeeld

een N-VA of een Vlaams Belang. Dus dat is eigenlijk, als je van een strategie wil spreken, de enige

strategie die we gedaan hebben: voortdurend hard werken. In de oppositie. En als wij nu naambekendheid

hebben; vanaf er iemand een scheetje laat bij Lijst Dedecker komt dat in het nieuws, omdat LDD het item

van de verkiezingen is. Dus eigenlijk, op zich is dat al een geslaagde campagne. Maar met alle nadelen

enzo. Het is niet altijd het fraaiste dat bovengekomen is; ook niet van de andere partijen. Maar mag je dat

een strategie noemen… hard werken wel

Casteleyn: dat is een strategie; op het moment dat de overheidsgebouwen verkocht werden zat de CD&V

in de oppositie. Die hadden in feite echte oppositie moeten voeren. Maar als je daar niemand hebt die wil

werken, omdat je al vijftig jaar niet gewoon bent om oppositie te voeren; terwijl ze hier ‟s ochtends om

6u30 beginnen en ‟s avonds om 1u de studiedienst nog altijd bezig is; dat uitspitten van bijvoorbeeld de

overheidsgebouwen doen we met zeven man, en dan haal je er al eens een detective bij, omdat je het

natuurlijk niet allemaal kan. Dus onze strategie is: hard werken, en dan kom je er.

Deslé: en ook de delicate dingen niet uit de weg gaan. Want dat is een beetje wat die machtspartijen altijd

hebben onder elkaar: ze willen elkaar geen zeer doen, omdat ze weten dat ze volgend jaar bij elkaar moeten

zitten. En dat is een soort statement van ons, waar we ook veel tegenwind voor krijgen. Maar als de mensen

willen dat er aan politiek wordt gedaan…

Casteleyn: Wij hebben ook geen politieke communicatielijn hé. Ik kan me inbeelden, bij bv de sp.a; als je

daar een persbericht wil uitsturen moet dat gelezen worden door Gennez, als dat gaat over onderwijs moet

Vandenbroucke dat nog eens lezen, als het gaat over Limburg moet Vanvelthoven dat nog eens lezen… dan

is het zeven uur ‟s avonds. Bij ons is de lijn zeer kort, we zitten dicht bij elkaar.

En gaat u in uw communicatie naar het publiek toe dan ook mee het buikgevoel van de mensen

aanspreken, zoals een Vlaams Belang?

Deslé: Neen, het is vrij direct allemaal hoor, wij proberen alles naar buiten te brengen als het bewezen. In

tegenstelling tot bijvoorbeeld De Gucht; wij gingen die zaak De Gucht niet uitbrengen, dat is gelekt

geweest. Dus daar is onze strategie heel eerlijk, daar zullen we de mensen niet bedotten; niemand

bekladden als het niet waar is. Maar als je bewijzen hebt moet je ermee naar buiten; en of dat nu over de

chef van de politie gaat of… dat zijn onaantastbare mensen voor de wet; maar die foefelen, en daar moeten

we tegenin gaan. Je kan je natuurlijk amuseren door de kleine stadsambtenaar achterna te jagen, door te

zeggen „jij hebt daar iets in je zak gestoken‟; maar nee, het is boven, waar het op veel grotere schaal

gebeurt. En als je een doelgroep wilt noemen, dan is dat eigenlijk de eerlijke mens die geshockeerd is dat

Page 130: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

130

zijn geld wordt misbruikt. Maar dat soort mensen, die misnoegden in de politiek; bijvoorbeeld een deel van

de Vlaams Belangstemmers zijn geen racisten of nationalisten, maar mensen die foert zeggen, „dat deugd

niet‟. Maar als wij zeggen dat het niet deugd, dan moeten we daar wel iets tegenover plaatsen, iets kunnen

doen. En dat is het probleem: we krijgen altijd de kans om aan te tonen dat het verkeerd gaat, maar we

krijgen nooit de kans om er iets aan te doen. En als er een strategie zit in de laatste weken van de

verkiezingen, dan is dat om te proberen om die dingen te verkopen; dat wij ook oplossingen hebben. En dat

is heel moeilijk, dat geef ik graag toe. Ik weet niet of we daarin gaan slagen.

Casteleyn: de aanleiding die we geven, bijvoorbeeld de gratis drugtests; dat staat in ons programma, dus

daar moeten we op reageren. Maar anders komen we alleen in het nieuws met iets negatiefs. We kunnen

ook de persberichten tonen van Dirk Vijnck, daarmee kom je niet in het nieuws; hij is op een andere manier

in het nieuws gekomen. Inhoud interesseert de journalisten niet. Ze zeggen we altijd „het is tijd voor

inhoud‟, maar als je het dan geeft dan zeggen ze „ja maar we zitten met die overstap…‟. Men is niet

geïnteresseerd in inhoud, men spreekt zichzelf eigenlijk tegen in haar eigen editoriaal.

Is er een concrete doelgroep waartoe de partij zich het meeste richt? Hoe worden die doelgroepen

bepaald?

Deslé: Stel je gerust, daar hebben we geen studies over gedaan. Het is zo algemeen; we gaan natuurlijk

door ons programma, dat sociaal-economisch liberaal is, toch bepaalde groepen aanspreken; dat wel; maar

ook de arbeiders, omdat we ook hun belastingen willen verlagen. Het zijn niet alleen de ondernemingen die

moeten kansen krijgen; iedereen moet over zijn eigen geld beschikken en moet dat niet altijd afgeven aan

de staat; die dat kan verdelen naar zijn eigen goesting. Maar onze doelgroep is wel de werkende bevolking.

Probeert u dan bewust ook de proteststemmen van het Vlaams Belang aan te trekken?

Deslé: Wel, ik denk dat we die automatisch aantrekken, omdat we precies aanklagen wat er fout loopt. Het

Belang was ook de enige die dat deed, maar dan op een heel beperkt terrein; die zijn nooit over de visa-

affaire bv gegaan; maar voor de rest zitten zij vooral op dat racismethema en daarmee haal je het niet. We

zitten voor een stuk op dezelfde lijn, rond het beleid en gezinshereniging, dat verstrengd moet worden;

maar dat ga je niet in onze communicatie uitsluitend vinden. Wij gaan meer voor de vlaktaks gaan pleiten,

voor een verlaging van de btw, rond de financiële crisis ook. Maar er is altijd de perceptie van de kiezers,

die vaak denken „ja dat zijn die die het goed kunnen afbreken, maar gaan ze het weer opbouwen?‟. En dat

proberen we nu op te krikken.

Hoe belangrijk zijn militanten voor de partij?

Deslé: Er zijn er alleen maar bijgekomen. De laatste twee jaar zijn er honderden, zoniet duizenden mensen

met politieke bagage, zonder politieke bagege, mensen die nog nooit aan politiek gedaan hebben; dat zijn

eigenlijk de mensen die het meest waardevol zijn, omdat zij eigenlijk die ballast niet hebben van de

politieke partij. Maar die militanten zijn belangrijk, want dat zijn de mensen die de campagne voeren. En

Page 131: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

131

straks als het in 2012 gemeenteraadsverkiezingen zijn, is het van onze militanten dat we het moeten hebben.

Dus ja, die zijn belangrijk.

Kon u in 2007 al enigszins op militanten terugvallen?

Deslé: Nee, we hadden al moeite om die 250 mensen te vinden.

Casteleyn: en wie zou zich durven bekennen tot een partij die 2,1% van de stemmen haalde in de

peilingen? Dan was je voor de rest van je leven verbrand. Nu hebben we ook meer draagkracht.

Deslé: en dat mensen weten dat het iets serieus is, dat het geen verschijnsel is dat maar een jaartje meegaat

en dan verdwijnt. Nee, Jean-Marie heeft wel de optie genomen om de partij op te richten en die uit te

bouwen op twee jaar. Niet zoals Van Rossem toen, die zei „we zitten in het parlement, we gaan eens goed

eten en drinken en dan zijn we naar huis‟; nee, dat was de bedoeling niet. Ja, die militanten zijn belangrijk.

Ik denk dat in de helft van de gemeentes onze partij al opgenomen is.

Doet de partij soms stunts om de aandacht van het publiek te trekken?

Deslé: Bwaja, in de campagne zullen er wel een paar stunts zitten

Casteleyn: dat verloopt heel geïmproviseerd, omdat iedereen ook zijn eigen thema‟s heeft.

Dus deze worden allemaal provinciaal geregeld?

Deslé: ja, wij hebben dus – en dat is geen stunt – ons congres op 17 mei; dus dat is gewoon de kandidaten

voorstellen en eens applaudisseren; waar Jean-Marie zijn inhoud presenteert

Maar het gebeurt niet dat de partijtop beslist om de aandacht van het publiek eens te trekken, door

acties?

Deslé: Voor de meeting wel; maar al de rest is provinciaal. De kieskringen doen wat ze willen. En we zien

wel hoe origineel dat is. In Oost-Vlaanderen gaan ze geloof ik bijvoorbeeld met een bus rondrijden en

Vlaanderen aandoen, dus dat is vrij intents.

Casteleyn: Wij doen gewoon onze activiteiten zoals anders. Vorige week bijvoorbeeld had ik

persconferentie van de horeca; en dat kan intussen een extra stimulans zijn voor die gemeenten; waar zij

mee bezig zijn. Maar zij moeten dat aanvoelen, wat zij moeten brengen.

Dat is heel anders dan bij de andere partijen

Casteleyn: Ja, dat kan ik me inbeelden. Daar is vaak een iemand die aan een touwtje trekt.

Deslé: wij hebben daar gewoon de middelen niet voor. Het is niet omdat we dat niet willen, we kunnen dat

gewoonweg niet.

Ik denk dat Jean-Marie zelf 100.000 € in de partij heeft gestoken, maar de officiële cijfers… maar dat was

puur privégeld, omdat we nog geen partijfinanciering hadden. In de partijfinanciering van nu, waar we dus

twee jaar op het budget van het federaal parlement kunnen rekening, gaat er 500.000 naar de verkiezingen.

We mochten wettelijk meer uitgeven, maar we doen dat niet.

Page 132: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

132

Bijlage 8: Interview met Jos Stassen (groen!)

Functie: Campagneleider in de verkiezingen van 2007

Wie besliste er in 2007 wat er aan bod kwam in de campagnes?

De beslissingen werden genomen door het campagneteam; dat bestond uit partijvoorzitter Vera Dua,

campagneleider Jos Stassen en communicatieadviseur Chris Van Langendonck van het bureau Link. Zij

besliste zowat alle zaken zelf. Officieel gebeurt dit in samenspraak met het partijbestuur, maar in feite

maken wij drie alle beslissingen.

Welke taken werden dan gedelegeerd aan dit externe bureau?

Zowel in 2004 en 2007 werkten wij samen met Link, een strategisch communicatiebureau. Daarnaast

gebruikten we echter ook nog een creatief reclamebureau. Dat was een bedrijfje van twee jonge gasten uit

Gent, die een klein bureautje hadden. Zij deden alle creatieve uitwerking, op basis van de beslissingen.

Ik las dat de communicatie van de partij vroeger eerder chaotisch verliep. Kan u dit beamen, en hoe

ging dit vroeger?

Ik kan alleszins al zeggen dat de communicatie van groen! beter verloopt dan die van Agalev. Na het

debacle van 2003, waarbij we van 11% naar 3% gezakt zijn, zijn we qua communicatielijn veel sterker

georganiseerd. Nu hebben we veel duidelijker lijnen vastgelegd. Voor 2004 waren we eigenlijk weinig

georganiseerd, en verliep niet altijd alles volgens afspraak. Vooral in de periode van het Nepalverhaal, rond

2002-2003 hadden we een periode van minder duidelijke communicatie. Begin 2004 werd dit veel strakker.

De communicatielijn werd vastgelegd in een document; op basis van inhoud, strategische positie en

belangrijkste communicatieboodschappen.

Onze positionering in 2007 zag eruit als volgt: de eerste lijn was “Groen! als enige ecologische partij”. We

hebben het woord ecologisch toen terug ingevoerd. We zeiden ook „enige‟, omdat we het contrast met sp.a

wilden maken. De tweede lijn was opgesteld om een nieuwe generatie kamerleden te lanceren. Qua inhoud

bestreken we drie thema‟s: klimaat en armoede, en later ook hoofddoeken.

Had de partij in 2007 een huisstijl die stilistisch vastgelegd werd?

De stilistische lijn was in 2004 vrij sober. In 2007 hebben we die aangepast om de nieuwe generatie

ecologisten te lanceren. Om het met een mooie boutade te zeggen: „je krijgt maar één kans om een goede

eerste indruk te maken”.

En hoe werd deze lijn gecommuniceerd naar de partijleden toe? Was er een CDROM of een website

met templates voorhanden?

In 2007 hadden we een campagnewebsite. De hoofdslogan was „de keuze is logisch‟, de onderslogan „de

toekomst begint nu‟. Op de website http://detoekomstbegintnu.glue.be/ kon je alles over de campagne

vinden.

Page 133: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

133

Hoe heeft groen! gereageerd op de kanselierscampagne van 2007? Waar lag de inhoudelijke focus?

Op deze campagne hebben we eigenlijk niet kunnen reageren. We hebben wel een deelnamestrategie

gevoerd, en Bart Staes naar voor geschoven als de zogenaamde toekomstige klimaatminister. Zo hebben we

proberen inbreken in de campagne met het motto „zet groen aan het werk‟. Groen! moest mee in de

regering, als de mensen wilden dat er iets zou veranderen. Maar helaas heeft deze strategie niet echt

gewerkt. Achteraf gezien was deze poging de minst geslaagde van alles wat we gedaan hebben. Maar niet

alleen Groen!, ook het VB en uiteindelijk zelfs Vande Lanotte werden weggeduwd. De enige grote

verrassing in 2007 was het succes van Dedecker.

Maar wat wij dus wilden aantonen dat de stem van de mensen nuttig kon zijn, zodat er een klimaatminister

kwam, opdat er toch iets zou gebeuren.

Zoals je misschien nog wel weet was april 2007 trouwens heel warm, we rekenden erop dat de mensen

puffend moesten gaan stemmen, en zouden beseffen „dit klopt niet‟. Maar helaas is dit in mei weer

omgekeerd. Dat geluk hebben we niet gehad. Uiteindelijk was 2007 niet communautair; een Leterme-stem

was eigenlijk een anti-Verhofstadtstem, voor een nieuwe leider. De andere stemmen waren vaak „we zijn

het beu‟-stemmen. Daar heeft het populisme van LDD gewonnen.

Dus eigenlijk is het klimaat weggedrongen door twee dingen: wie wordt premier en populisme. Maar het

had erger gekund voor groen! uiteindelijk, op het einde hadden we echt alle wind tegen.

Doet de partij soms stunts om de aandacht van het publiek te trekken?

Jazeker. In 2004 hadden we de “Vera Zoekt”-campagne. Dat waren kleine stunts, acties op markten enzo.

In 2007 was het vooral het symbool van de ijsbeer dat we naar voor brachten, om de opwarming van de

aarde aan te klagen. Dan zag je mensen in ijsberenpakken rondlopen enzo. Maar echt grote dingen zijn er

niet gebeurd in 2007; we hebben gewoon vooral rond die ijsberen gewerkt.

Hoe belangrijk zijn militanten voor de partij?

Een partij die niet zoveel middelen heeft en niet altijd via de grote media kan adverteren, heeft natuurlijk

militanten nodig. Bijvoorbeeld om brieven te bussen of affiches rond te brengen. 2007 was voor alle

partijen eigenlijk een moeilijk jaar qua militanten, dat heb ik van verschillende partijen gehoord. Militanten

zijn echter belangrijk, je hebt ze nodig om te tonen dat je met veel volk bent. In 2004 ging dat alleszins

beter dan in 2007. Dat is iets heel opvallends, en dat was bij de andere partijen ook zo heb ik me laten

vertellen.

Wat maakt de partij in haar communicatie uniek tegenover de andere partijen?

Onze communicatie was lange tijd minder groots, minder traditioneel; met meer acties. In 2004-2007

waren er veel acties. Wij hebben eigenlijk lange tijd het monopolie daarop gehad. Vaak ging het om van

die Greenpeace-achtige toestanden; ons laten oppakken bijvoorbeeld. Nu hebben we daar niet langer het

monopolie op, ook SLP en het VB doen zo‟n dingen. Bijvoorbeeld de actie van Vlaams Belang aan het

Page 134: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

134

gerechtshof. Op dat vlak hebben we geen USP meer, maar die hadden we wel in de jaren tachtig en

grotendeels de jaren negentig. Spirit doet veel acties en het VB ook wel. Maar het blijft wel een sterk punt

van de partij, via actie op het terrein zelf kan je je politieke boodschap tonen. Wij doen het misschien nog

meer dan de anderen, maar de andere doen het ook wel. Vraag is natuurlijk of de anderen dit blijven doen.

Hoe dan ook, het blijft een sterk punt. Groen! is een belangrijke politieke uitingsvorm.

Tussen 1999 en 2003 hebben we geen actie gevoerd, want dan zaten we in de regering. Dat was eigenlijk

zeer dom van ons. Groen! wil „anders‟, „spitsvondiger‟, „prikkelender‟ zijn. En dat moeten we blijven doen,

dat blijft een unieke factor.

Page 135: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

135

Bijlage 9: Interview met Aubry Cornelis

Adviseur liberaal kenniscentrum Prometheus

In 2007: deel van de communicatiecel en dus in nauw contact met de toenmalige woordvoerder

Hoe zag het communicatieorgaan van de partij eruit tijdens de verkiezingen van 2007? Wie stond er

aan de leiding?

De persoon die nu politiek directeur van de partij is, die de lijn uitzet, dat is de heer Tom Ongena. Die was

in 2007 woordvoerder van zowel de voorzitter, Bart Somers; maar ook van de partij als dusdanig. Wat de

partij betreft, en zeker voor de verkiezingen, maakte Tom Ongena de beslissingen op communicatief vlak.

Met daaronder dus op dat ogenblik een communicatiecel met twee personen. Dat was mijn collega

Vermaelen, die verantwoordelijk was voor de speciale campagnewebsite die we altijd maken; zowel

content als foto‟s, elektronische nieuwsbrieven enzo; terwijl ik meer de teksten schreef naar verenigingen

en dergelijke meer. Wat er ook altijd is tijdens verkiezingen… ik heb eens gelezen dat het Vlaams Belang

beweert dat ze altijd haar communicatie volledig zelf doet – wat dus niet waar is volgens mij, maar goed,

bureaus willen zich misschien niet altijd associëren met hen; maar wij werken dus wel altijd samen met een

communicatiebureau voor de verkiezingen. En net als deze keer was dat ook in 2007 met Fons Van Dyck

van DVN. Dus dat is het een beetje. Wat eigenlijk het communicatiebureau doet, is de inhoud die wij

strategisch naar voor brengen; zij maken daar dan eigenlijk de beelden bij; en wat ook in samenspraak met

het bureau gebeurt is het opstellen van een tijdslijn. Dus om de zoveel weken doen we dit, dan dat,… maar

dat is vooral de woordvoerder die hierbij betrokken wordt.

En de slogan en dergelijke, wie zit daarachter?

Normaal is het zo dat binnen de partij wel het concept wordt ontwikkeld, er wordt niet altijd gewerkt met

één slogan. Meestal komt die wel van bij ons, intern, maar wordt daar dan aan geschaafd door het

communicatiebureau. Dat wil zeggen: wij zorgen voor de brute steen, zij zorgen voor het beeldhouwwerk.

Zo kan je het formuleren.

Wie beslist er wat er aan bod komt in de campagnes? In welke mate hebben de andere partijleden

inspraak?

Het is natuurlijk zo dat politici zeer gevoelig zijn voor de manier waarop ze in de media verschijnen, en zij

gaan bijna nooit toelaten dat alles volledig beslist wordt door een communicatiebureau. Zij gaan meestal

wel heel sterk de vinger aan de klink houden.

Welke propagandamiddelen werden er in 2007 gebruikt om campagne te voeren?

Zeker de laatste jaren moet je op zoveel domeinen aanwezig zijn. Bijvoorbeeld in 2007, dat is de eerste

keer dat we bijvoorbeeld gewerkt hebben met e-militanten. Elke week werd er door een kleine cel in de

partij een thema opgesteld, waarbij we dan standpunten aanreikten, en dat werd dan verspreid via de toen

geldende media; een beetje facebook al maar dat was nog niet zo aanwezig… vooral via e-mail, mailtjes

Page 136: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

136

verspreiden; MSN ook een beetje. Dat was eigenlijk toen een heel nieuwe zaak; elektronische

nieuwsbrieven waren toen hét ding, maar dan gebeurde het ook wel dat een lid van de partij op één dag tien

emailberichten kreeg; waardoor ik mij ook de penetratiekracht een beetje in vraag stel. Maar vooral ook, je

zal nu ook zien, je hebt vooral de politici zelf; maar voor de nationale campagnes wordt vooral ingezet op

de traditionele media: de kranten, de tijdschriften à la Humo en Dag Allemaal; dat is meestal in de laatste

weken van de campagne. Dus paginagrote advertenties. En voor de rest, het belangrijkste middel is nog

altijd face-to-face: de markt opgaan, huisbezoeken afleggen, dat wordt zeer sterk aangemoedigd.

Ik denk zelfs in 2007 was de stunt, omdat de regering Verhofstadt 200.000 jobs gecreëerd had; dat we die

laatste week gemikt hebben op 200.000 huisbezoeken. Ik zou eens moeten opzoeken of we dat gehaald

hebben, maar dat was in ieder geval de doelstelling de laatste week. Dat was natuurlijk ongelooflijk veel

werk voor de militanten en voor de politici; maar ik denk dat dat toch de doelstelling was.

Waarop lag inhoudelijk de focus in de campagnes? 2007 leek immers eerder een kanselierscampagne

te zijn die rond Leterme, Verhofstadt en Vande Lanotte draaide.

Het is natuurlijk zo dat als je, vind ik nogal terecht, iemand in huis hebt die acht jaar lang goede

hervormingen heeft ingezet, die België goed vertegenwoordigd heeft in het buitenland; dus eigenlijk een

premier die er acht jaar lang gestaan heeft… uiteindelijk, zeker met de opkomst van Leterme, hebben de

media het toch zo gespeeld dat het een soort van kanselierscampagne werd. Dus daarom ook iemand als

Johan Vande Lanotte, is iemand die inhoudelijk heel sterk staat, en zich liever niet profileert als een icoon.

Hij heeft dat uiteindelijk in die campagne wel moeten doen, omdat ze bij sp.a ook aan hun sokken

aanvoelden dat het zo op de man zou gespeeld worden; „voor wie kiest u om dit land te leiden‟. Dat is niet

echt helemaal onze keuze geweest natuurlijk. Iemand die acht jaar lang zoveel in de media is geweest, daar

komt op den duur ook sleet op; of je dat nu draait of keert, of hij dat nu goed gedaan heeft of niet. Wij

hebben dat vooral in 2007 willen aantonen, dat we nog altijd ondanks die acht jaar aan de macht; nog altijd

nieuwe ideeën hebben om te blijven hervormen. Open VLD zal zich nog altijd eerder op de inhoud

oriënteren, omdat dat nu eenmaal een liberaal iets is. Wij willen altijd hervormen en kijken of iets beter,

progressiever kan. Maar natuurlijk, je zit daar altijd met een Verhofstadt die een electorale meerwaarde

biedt; en je zit anderzijds ook met de media die dat willen uitspelen. Je zit dus een beetje tussen hamer en

aambeeld, en je probeert daar op de een of andere manier iets van te maken.

Hoe zou u de huisstijl van de partij beschrijven? Is deze vastgelegd in een document?

Ik ben er 99% zeker van dat wij dat in huis hebben. Het is zo dat er in februari 2007 de naamswijziging van

VLD naar Open VLD was. Dat met twee dingen te maken. Er was het vierde burgermanifest van Guy

Verhofstadt, pleidooi voor een open samenleving, omdat wij toen vonden dat het woord „open‟ ons

programma dat wij toen voorstelden belichaamden; zoals Karl Popper heeft geschreven: „the open society

and its enemies‟. En een tweede zaak dat dit moest belichamen was het feit dat onze toenmalige

kartelpartner, Vivant, eigenlijk toch een grote insteek had gegeven in de partij; inzake belastingverlaging

enzo; en die eigenlijk ook onze enige partner was in het hele politieke centrum, om een beetje meer directe

Page 137: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

137

democratie in te brengen. We deden tot dan toe altijd affiches, VLD-Vivant, echt een klassiek kartel zoals

we zeggen. En met Open VLD – er is toen ook een document voor opgesteld – waarin de

engagementsverklaring van Vivant en Open VLD stond, om de samenwerking te verdiepen. En daardoor

onder één vlag te gaan samenwerken. Hoewel dat niet betekent dat Vivant niet meer bestaat, als partij of

beweging bestaan die nog altijd. Maar ze werden nu gekoepeld onder één vlag. Dus dat is ook een

belangrijk element geweest bij die wijziging van VLD naar Open VLD. En wat natuurlijk het ronde

lettertypen, het twee soorten blauw tegen een witte achtergrond enzo betreft; daar zitten

hoogstwaarschijnlijk heel veel spitstechnologieën van communicatiewetenschappers en

marketingspecialisten achter; maar daar heb ik eerlijk gezegd niet zoveel zicht op.

Het is wel degelijk zo dat het logo, met bepaalde criteria van kleurmixen; dat daar zeer streng op wordt

toegekeken. Ook bijvoorbeeld redelijk snel is er een template gemaakt voor briefpapier, voor de

campagnes… zo is er altijd wel een richtlijn geweest. Nu doet iedereen natuurlijk constant zijn best om

daarvan af te wijken. Wat het logo betreft natuurlijk niet, die vorm is cruciaal voor een politieke partij.

En wordt hier strikt op toegezien?

Ik denk niet dat wij privédetectieves in dienst hebben om zo hier en daar eens te gaan kijken (lacht). Maar

ik denk dat het ook voor de lokale afdelingen belangrijk is, dat het een win-winsituatie is, om dat logo te

gaan gebruiken. Je zit als kiezer in de driehoek van nationale benadering en lokale benadering, en nog een

tussenniveau dan. Als die drie keer een ander logo ziet, is hij verward. Dus ik denk niet dat wij daar heel

veel controle op uitvoeren, omdat we redelijk zeker zijn dat iedereen dat volgt. We stellen het ook ter

beschikking op alle mogelijke manieren in onze lokale afdelingen. Dus het niet alsof ze zelf moeten

beginnen prutsen om dat in elkaar te steken. Waar ze wel nog van afwijken is persoonlijke affiches; maar

niet het logo dan. Wij stellen altijd voor „witte achtergrond, links het hoofd, rechts een slogan,

rechtsonderaan het logo‟, de befaamde z-structuur; maar er zijn natuurlijk wel mensen die daarvan afwijken.

Ik heb dat ook gedaan. Als iedereen zich daaraan houdt, mag jij ervan afwijken.

Wat maakt de partij in haar communicatie uniek tegenover de andere partijen?

Ik denk dat dat het feit is dat wij altijd op inhoud proberen spelen. Wat ik eigenlijk heel goed vond, is de

manier waarop Verhofstadt zelf heeft opgeroepen tot een zeer lang tv-debat met Leterme. En dat is

uiteindelijk een beetje een moddergevecht geworden ook; maar toch; altijd de betrachting om inhoudelijk

diepgaande discussies te voeren. Dat is iets waar we altijd proberen heel hard op te letten. Daar komt het

grosso modo wel altijd op neer, op de inhoud. Natuurlijk, die inhoud is sowieso uniek, omdat elke partij

vanuit een andere startpositie vertrekt. Ik denk dat wij heel veel hebben ingezet op de verwezenlijking die

we hebben gedaan, die ethische grondrechten. Ook het buitenlandbeleid. En in de mate van het mogelijke;

ik moet zeggen, er zijn niet zoveel partijen die een zodanig grote geschiedenis hebben dat ze echt een

ideologie belichamen. Dus dat zijn wij, en dat zijn de socialisten ook een beetje. Maar ik denk dat wij dat

nog het meest van al uitspelen, dat we eigenlijk nog een klassieke ideologie hebben. Dat sijpelt er altijd wel

in.

Page 138: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

138

Welke strategieën houdt de partij in het achterhoofd wanneer zij naar buiten toe communiceert?

Het is natuurlijk zo, ik heb daar al een beetje op ingehaakt; dat in 2007 de situatie was dat je acht jaar een

beleid hebt gevoerd dat goed was; maar waar je een heleboel zaken nog niet hebt kunnen realiseren, wat nu

eenmaal altijd zo is. In een coalitie blijven sommige zaken in de pijpleiding steken. Een eerste zaak die we

toen gedaan hebben is gezegd „we zijn heel trots op die acht jaar paars-groen, maar we gaan ongebonden

naar de kiezer. We gaan niet op voorhand al een verbond sluiten met onze voormalige coalitiepartners; het

zijn onze ideeën‟. Dat heeft natuurlijk het voordeel dat je zo de focus op jouw programma legt. De

zuiverheid die hier staat; daarvan willen we zoveel mogelijk in ons regeerakkoord. Je trekt daarmee het

potentieel open. Want er zijn altijd mensen die de afkeer hebben van een bepaalde partij, die niet

noodzakelijk de jouwe is. En die kiezers stoot je dan eigenlijk ook af als je al op voorhand een soort coalitie

aangaat. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Een tweede zaak is dat we in 2007, omdat het redelijk snel

duidelijk werd dat het communautaire een groot thema zou zijn; hebben wij daarin een heel unieke positie

ingenomen; een positie die we niet alleen strategisch zo hebben opgesteld, maar ook inhoudelijk was

iedereen het daarover eens: wij zijn zeker een Vlaamse partij, wij willen meer Vlaanderen; maar je moet

realistisch blijven; ipv wat gaan we doen, wat al duidelijk is, kijken naar hoe je dat gaat bereiken. En wij

hebben van meet af aan gezegd: wij zijn tegen separatisme; en ten tweede: we zijn ook tegen het

immobilisme van sommige, ja, Waalse partijen; maar de enige manier waarop je dat aanpakt is door rustig

te dialogeren en op voorhand te weten dat je nooit alles in de wacht gaat slepen; dat er compromissen

gesloten gaan moeten worden. Dat was een heel unieke opstelling, en eigenlijk op een heel zure manier

hebben we daar achteraf eigenlijk wel gelijk in gehad. Doordat iedereen begon eisenbundels en veto‟s op te

stellen, is heel die dialoog naar de filistijnen gegaan. Dus dat was ook een heel bewuste strategie die we in

het achterhoofd gehouden hebben. Voor de rest, doelgroepen, dat is niet iets wat wij vaak doen, omdat het

liberalisme maar één doelgroep heeft en dat is het individu. Dat is voor ons de kleinst mogelijke

minderheid in een samenleving, en als je het programma van 2007 er op naslaat, proberen wij er altijd van

uit te gaan dat je mensen niet zomaar kan opsluiten in een hokje. Je mag niet zomaar zeggen „u bent nu

gepensioneerd, het enige wat wij nu gaan doen is maatregelen nemen voor gepensioneerden‟. We gaan

altijd proberen een beetje breder te gaan. Vandaar dat wij misschien gaan zeggen „een gepensioneerde moet

onbeperkt kunnen bijverdienen‟, „die mag ook nog actief zijn‟. Zo proberen we dat voor elke doelgroep te

doen; eigenlijk die doelgroep open te trekken zodat het geen doelgroep meer wordt. Dus ik denk dat dat

tegelijk een unieke positionering is, maar tegelijk dus ook een vorm van segmenteren. Mensen zijn nu

eenmaal op een bepaalde leeftijd, of vanuit een bepaalde doelgroep, meer bezig met een bepaald soort

zaken dan de andere. En daaraan moet je tegemoet komen als politieke partij. Maar we proberen het altijd

zo breed mogelijk te houden.

Gaan jullie dan nooit acties of campagnes richten op specifieke groepen?

Natuurlijk, gisteren hebben we bijvoorbeeld een actie gedaan voor de verpleegkundigen. Maar dat is niet

waar de onderliggende inhoud zich op focust. Maar natuurlijk, de laatste jaren hebben we wel… het is zo

dat VLD al enkele jaren met een vreemd imago kampt; in die zin dat we er enkel zouden zijn voor de rijken

Page 139: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

139

en de zelfstandigen. Een beetje recht-van-de-sterkste principe, dat iedereen altijd koppelt aan het

liberalisme; terwijl dat eigenlijk de meest sociale ideologie is die er bestaat. Maar het probleem is dat je van

dat imago heel moeilijk afgeraakt. Natuurlijk zijn wij voor de zelfstandigen, omdat zij net degene zijn die

werken, die een minder sociaal statuut hebben en dergelijke. Maar omdat wij een partij zijn die wil tonen

dat ze er voor iedereen is, gaan wij ons meer en meer profileren op die zachtere thema‟s. Vandaar

bijvoorbeeld zo‟n actie als naar de verpleegkundigen toe; en vandaar ook dat wij de laatste jaren zoveel

gewerkt hebben rond onze sociale standpunten. De laatste jaren bijvoorbeeld hadden we het over de

activering van werklozen. Men noemt dat dan zo‟n heksenjacht die we ontketend hebben; maar we hebben

zoveel inspanningen gedaan om er wetenschappelijke bewijzen bij te steken, en meestal spreekt het ook

voor zich; dat bijvoorbeeld iemand die een job heeft meer kansen heeft in zijn leven dan iemand die geen

job heeft. Dat is eigenlijk een soort verbreding die we gedaan hebben, om dat asociaal imago tegen te gaan;

en ook om een tweede regen. Als je het politieke spectrum hebt, met het klassieke links-rechts gedoe: onze

strategisch directeur, Noël Slangen, die heeft ooit nog zo‟n boekje geschreven: „het gevecht om de taart‟.

En het komt erop neer dat je dat spectrum moet zien als een soort oogstructuur, waarbij dat hoe extremer je

standpunten; hoe kleiner je partij is; omdat steeds minder mensen je standpunten met je delen. En hoe meer

je eigenlijk naar het centrum opschuift, hoe groter je partij. Laat ons zeggen, het midden, dat is de CD&V.

Je moet eigenlijk een brede waaier van standpunten hebben over alle maatschappelijke thema‟s; maar het is

ook niet de bedoeling dat je daar te extreem in gaat. Zeker de gemiddelde Vlaming; die denken in termen

van enerzijds/anderzijds. Die denken in termen van „jamaar dat is best wel mogelijk maar…‟. En dat is ook

de reden dat je sommige standpunten gaat afwegen. Bij ons heeft dat nog een andere reden; wij zijn een

partij – de meeste anderen hebben dat een beetje gekopieerd van ons – met een ongelooflijke interne

democratie. Zelfs nu, drie weken voor verkiezingen, hebben we nog geen programma. Wij hebben een

ontwerpprogramma, en dat moet nu nog door al onze leden worden goedgekeurd. Wij hebben tot drie

weken de tijd gehad om daar amendementen op in te dienen, en die worden er op twee dagen doorgesluisd;

en als die goedgekeurd worden door ons ledencongres dan passen we die aan in ons programma. En dat is

natuurlijk ook een beetje de reden waarom je misschien meer een hele mozaïek van voorstellen krijgt. Maar

aangezien het allemaal liberale zijn, valt dat nog wel mee.

Om nog even terug te komen op Noël Slangen: hoe groot was zijn rol in 2007?

Noël is natuurlijk, ik heb het Guy Verhofstadt ooit zeer mooi horen verwoorden, iedereen zegt altijd dat hij

de spindoctor is maar in feite is hij de enige die nooit gespind heeft in de partij. Dat is off the record

trouwens, dat laatste. Maar ik moet zeggen, wat Noel Slangen gedaan heeft: vanaf 2006 was hij strategisch

directeur. Dat is natuurlijk met al zijn ervaring in de communicatie en zo… Noel heeft eigenlijk vooral de

boodschap bepaald; hij zegt alleen hoe je de boodschap beter overbrengt naar de mensen. Ik denk dat dat

heel normaal is; elk bedrijf zal ook een communicatie-expert in dienst nemen, niet om het product te

bepalen maar wel hoe je het in de markt zal zetten. Iemand als Noel kan bijvoorbeeld politici corrigeren,

door te zeggen „je bent nu al vijf jaar technisch goed bezig, maar je moet dat ook aan de mensen gaan

uitleggen‟. Dat is een beetje de fine tuning waar Noël op gewezen heeft. En vanaf 2007 is hij dan eerder

Page 140: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

140

algemeen directeur geworden. Als algemeen directeur had hij dan eigenlijk nul komma nul nog te maken

met wat externe communicatie was. Hij heeft dan gewoon interne processen ingevoerd, waardoor we

efficiënter zijn gaan werken op het secretariaat; mensen takenpakketten gaan geven enzo; meer

projectgericht werken in plaats van ieder zijn kotje om in te werken… dat was eigenlijk een soort intern

consulent. Ik weet dat de media daar heel graag over bakkeleit, over de „prince of darkness‟ van de

wetstraat… maar ik heb daar twee jaar lang geweldige dingen van geleerd. Simpelweg bijvoorbeeld hoe je

een e-mail van een burger moet beantwoorden; zulke dingen; maar qua spindoctorij is dat eigenlijk zeer

weinig van belang.

Hoe belangrijk zijn militanten voor de partij, en is er een verschil met vroeger?

Ik denk dat dat zo‟n beetje het vlees en bloed van de politieke partij is. Wij hebben dat ook altijd duidelijk

zo gecommuniceerd: wij proberen zo veel mogelijk te luisteren naar de basis. Als je teveel verdwaalt, en

niet meer de vinger aan de pols houdt bij wat je militanten denken; dan is je partij niet stabiel; dan raakt die

zeer snel in zuur weer. En ik denk dat dat zo‟n beetje de afkalving van de socialistische partij heeft

veroorzaakt. Het is niet normaal dat plots, op twee verkiezingen tijd, een derde van het sp-elecotraat op het

VB begint te stemmen. Dat is iets dat elke partij eigenlijk daarvoor ook al wist, dat je je daar voor moet

behoeden, dat je altijd moet luisteren naar je militanten. Wij hebben daarvoor een speciaal iets, genaamd

„De Blauwe Lijn‟. Op elke lidkaart die wij verkopen staat een e-mailadres waar alle leden terecht kunnen

met hun politieke vragen. Wij hebben sinds een jaar ook een nieuwe website, waar elk lid een eigen

webpagina mag aanmaken en opiniestukken schrijven en dergelijke meer. We hebben ook, sinds denk ik

2007, per provincie liberale laboratoria; waarbij vooral de jonge leden uitgenodigd worden om de

jaarthema‟s inhoudelijke insteek te geven. Pas op, het is niet altijd makkelijk om hier ook werkelijk iets

mee te doen. We hebben een tijdschrift gemaakt waarin dat wordt gepubliceerd; we proberen ook naar onze

mandatarissen dat door te sturen… op die manier proberen wij die band heel sterk te houden. Maar het is

zo‟n beetje zoals bij voetbal: als een voetbalploeg een zwak seizoen draait, zal er minder volk zijn op de

thuismatch. En ik denk, als een partij in de peilingen wat naar beneden raakt, dat je ook wel moeilijker

militanten bereid zal vinden om voor die campagne panelen in elkaar te gaan kloppen, raamaffiches op te

gaan hangen en dergelijke meer. Pas op, ik denk dat dat ook weegt op de eindafrekening, op die een of twee

percenten meer die je nodig hebt om sterk te staan in de eindafrekening. De bottom line is dus heel

belangrijk.

Denkt u dat uw militanten minder gemotiveerd zouden zijn dan bijvoorbeeld deze van een Vlaams

Belang, omdat jullie minder extreem zijn?

Dat denk ik niet. We zijn natuurlijk geen partij die maar één doel heeft. Stel dat iemand heel flamingistisch

is, en hij kan zich identificeren met een partij die maar alleen dat tot doel heeft, het splitsen van België; ja

die zal dan wel meer gemotiveerd, maar ik denk niet dat dat eeuwig blijft duren. Onze militanten zijn

gemotiveerd omdat zij hoogstwaarschijnlijk door en door het liberale gedachtegoed koesteren. Ik denk

trouwens dat het ook daarom is dat… we gaan dat ook voelen als we iets doen dat beleidsmatig niet liberaal

Page 141: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

141

is. We gaan dat niet doen hoor, maar ik wil maar zeggen… de maatschappij is steeds minder geïnteresseerd

in politiek. Iemand die nu een lidkaart koopt, doet dat meestal heel doordacht. En die zal dan ook heel

nauwgezet zijn partij haar inhoudelijk programma volgen. En motivatie kan iets heel positief of negatief

zijn; als die dan kritiek hebben op jou is dat eigenlijk ook een gemotiveerde actie.

Doet de partij soms stunts om de aandacht van het publiek te trekken?

Welke partij doet dat niet? Stunts zou ik dat wel niet noemen. Stunts om de stunts doen wij net niet, omdat

wij altijd zo begaan zijn met wat onze inhoudelijke ideeën zijn. Dus ik denk dat we ons daar altijd wel voor

gaan behoeden. Een „stunt‟ komt bij mij echt over als puur de aandacht trekken om de aandacht te trekken,

zonder dat daar een onderbouw inzit. Bijvoorbeeld, ik heb heel veel respect voor Bart De Wever en het

programma van N-VA; maar zoals ze daar een paar jaar geleden met een vrachtwagen vol vals geld naar

Wallonië zijn gereden… goed, daar zit ook wel een beetje een standpunt achter; maar dat zie ik VLD niet

doen. Ook omdat wij toch iets meer die brede volkspartij zijn, een centrumpartij, en ook een partij die altijd

zegt „wij willen mee in het beleid‟, wij willen niet op de zijlijn staan blaffen maar onze

verantwoordelijkheid opnemen in de crisis. En dan ga je al heel wat minder geneigd zijn om stunts te doen.

Dan ga je eerder aantonen dat je een goed onderbouwde partij bent, met heel wat verantwoordelijk; en liefst

op het einde van de rit ook aantonen dat je zoveel van die dingen verwezenlijkt. Ik denk dat dat de grootste

stunt is die je kan waarmaken.

Sowieso is het ook contraproductief om steeds te mikken op een andere partij. Je verlegt daarmee de

aandacht naar de anderen; en ik denk dat dat ook geen mooi beeld schept van de politiek. Misschien

onlangs een klein foutje gemaakt, maar ik denk dat dat een persoonlijke emotionele beslissing is geweest.

Maar normaal gezien, als je teveel gaat verwijzen naar „dat doen de anderen partijen en wij niet‟, dan schep

je wel een contrast, en dat heb je nodig om je te profileren bij de andere partijen; maar uiteindelijk moet het

nog altijd over jezelf gaan. Maar de grootste stunt die we de laatste jaren gedaan hebben is Vlaanderen

schuldenvrij maken. Ik denk dat dat wel kan tellen als stunt.

Page 142: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

142

Bijlage 10: Interview met Johan Van Hoecke

Functie: Woordvoerder sp.a

Hoe zag het communicatieorgaan van de partij eruit tijdens de verkiezingen van 2007? Wie stond er

aan de leiding?

Dat was toen Johan Vande Lanotte, die was de campagnevoorzitter. Net als zijn woordvoerster, Vivi

Lombaerts. Onze directeur communicatie, Milan Rutten, zat toen op het kabinet van Kathleen Van Brempt,

maar in de laatste fase is die erbij gekomen. Maar meestal gebeurt dat in een team, dat is de top van de

partij die uittekent wat er gebeurt.

Worden er ook externe bureaus geraadpleegd?

Ja we werken met een bureau, Boondog, een klein bureautje eigenlijk. Maar de campagne van 2007 is

gebeurd door de Mortierbrigade. Maar dat is dan, ja… gezien de resultaten… maar dat niet alleen, we

hadden toen nog weinig centen na 2007. En omdat er dan een jaar zonder verkiezingen was, hadden we

geen bureau nodig. We hebben dat toen dus stopgezet. Maar het bureau dat toen al ons hielp bij internet

enzo, en onze site, is Boondog; en met hen zijn we nu in zee gegaan.

Ik las dat er in de partij heel wat mensen aanwezig zijn met ervaring in de communicatiewereld.

Bijvoorbeeld Patrick Janssens, en Milan Rutten.

Ja, Milan heeft héél, heel even voor zo‟n bureau gewerkt. Maar die is nu wel al heel lang directeur

communicatie. Maar voor de rest weinig hoor, ik bedoel, Patrick Janssens ja, dat is een communicatieman.

En ja, Freya heeft bijvoorbeeld ook wel communicatiewetenschappen gedaan, dus in die zin… maar voor

de rest…

En journalist Peter Renard?

Ja, Peter, ja… je bent goed geïnformeerd (lacht). Die was ten tijde van Patrick Janssens de woordvoerder,

en die is dan meegegaan naar Antwerpen, toen Patrick burgemeester werd. Maar eigenlijk hebben wij niet

zo de traditie van mensen uit media te gaan halen.

En de mensen die wel ervaring hebben in de media, worden zij dan ook geraadpleegd?

Hoe we nu werken, nee, dat is redelijk nieuw. Maar in die zin, dat is redelijk nieuw, we zijn nogal

geïnspireerd door… Caroline Genez, en ik ook, wij zijn naar de conventie van democraten geweest in

Denver… de technieken die Obama heeft gebruikt, daar jatten we veel van. Bijvoorbeeld facebook, het

internet bewerken… maar ook het goed trainen van mensen, het opvolgen van mensen, van debatten…

bijvoorbeeld de komende debatten, die nu zondag beginnen; dan gaan we met tien klaarzittenden het debat

analyseren. En dan kijken, dat en dat hebben we gezegd… ook via sms en via mail zullen we veel dingen

sturen; bijvoorbeeld „vandaag is dit gebeurd‟, als er reacties gegeven worden enzo… Wat wij ook doen,

zoals bijvoorbeeld in Groot-Brittannië, die zeer ver staan in politieke communicatie; dat is werken met

Page 143: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

143

focusgroepen; we gaan met een tiental mensen samenzitten en daarmee gaan we praten. Dus dat doen wij

ook allemaal. Nu zeker, onze slogan voor de verkiezingen, die leggen wij voor aan mensen.

En doen jullie daarnaast nog ander onderzoek?

Nee, omdat we geen geld meer hebben (lacht). Zo simpel is het. Op dat vlak heel weinig.

En gebruikten jullie in 2007 ook al de nieuwe media?

Bwaja, dat gebeurt spontaan… maar misschien geraakt het daardoor, om het misschien met een fout woord

te gebruiken, „verbrod‟. Bijvoorbeeld, iedereen zit nu op Facebook hé. Op den duur gaat dat erover zijn.

maar dat was in 2007 nog niet, maar nu is het dus volop. Alleen bijvoorbeeld Caroline Gennez, die heeft

dat niet; maar onlangs is er dan iemand in haar naam Facebook begonnen. Dus echt tot in San Diego zaten

ze op haar facebook. Het is dus steeds meer dat we dat doen.

Werd er voor de verkiezingen een specifieke campagnecel opgericht?

We zitten daar met zo‟n tiental mensen aan bezig. Ik ben nu woordvoerder, maar ik ben eigenlijk heel

weinig met campagne bezig. Ik voer het woord voor de partij. Dan heb je nog de directeur communicatie,

Milan Rutten, en dan heb je de cel of directie communicatie, die met een tiental mensen werkt. Dat is nu in

een verhoogd tempo, maar om nu te zeggen een cel… je hebt natuurlijk de top van de partij, laat ons

zeggen de lijsttrekkers van elke provincie die heel regelmatig samenkomen; en die dan kijken hoe de

campagne verloopt. Daar zit nog een bureau bij. De studiedienst is ook altijd betrokken, om debatten en

dergelijke voor te bereiden; om iedereen klaar te stomen.

Mogen we daaruit concluderen dat jullie een goed uitgebouwd communicatieorgaan hebben?

We doen ons best. Vanmorgen was het nog op de radio, dat er soms communicatiedebatten gebeuren in de

zin van, we hebben gezegd „qua strategie komt het erop aan zoveel mogelijk dingen op te halen‟. Je hebt de

verkiezingsnederlaag van 2007, dus nu gaan we zoveel mogelijk stemmen halen. Onze

communicatiestrategie is niet te greedy zijn om mee te regeren, anderzijds ook niet zeggen „we doen niet

mee‟. Maar dus zeker niet de dingen geven dat… alle partijen staan er slecht voor, er is geen enkele partij

die boven de 20% haalt. Dat is nieuw. Dus dat betekent, en dat is ook vervelend, dat er verschillende

partijen zullen nodig zijn om een meerderheid te vormen. Dus zou het idee kunnen ontstaan dat we er

sowieso bij zijn. Met als gevolg dat als je links bekijkt; je hebt SLP, Groen!, ons, dan ook PvdA, die een

aantal interessante mensen hebben… daar heb je dus versnippering. Maar de mensen gaan dus misschien

zeggen „als de socialisten er toch sowieso bijzitten, waarom zouden we er dan op stemmen‟. Dus dat is iets

wat we moeten vermijden. Dan, en dat liep de laatste dagen wat fout, gebeurt het dat bepaalde mensen

beginnen zeggen, zoals Freya, „ik ben kandidaat minister‟, en dan zegt Patrick Janssens „ik ben kandidaat-

minister‟; nee, terwijl onze lijn is over inhoud; die gaat niet over postjes. Wij willen een zo sterk mogelijk

resultaat en daarna zullen we wel zien. Dan is het zo van „kunnen we ons programma wel realiseren?‟. Nu

ja, als je in een coalitie gaat kan je dat nooit volledig realiseren. Je zal altijd wel wat toegiften moeten doen,

Page 144: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

144

maar ook niet te veel. Je hebt dus een morele ondergrens, waarbij je als je daaronder zit, zegt van „nee, dit

kan niet‟. Bijvoorbeeld 12%... pas op, als CD&V 16% haalt is 12% nog niet zo slecht. Maar goed, als zijn

25 halen en wij 12, dan is dat wel duidelijk. En ja, anderzijds, je gaat je programma moeten realiseren.

Maar nu al beginnen met postjes te eisen, dat kan niet, en daar zat het de laatste dagen wel wat fout. En dan

trachten we te sturen, zo van „ho jongens, niet zo hé‟. Maar volgens mij is dat ook de enige manier waarop

dat kan lukken; als je zo een eenduidige inhoudelijke boodschap hebt. Als de ene dit begint te vertellen en

de andere iets anders, als de ene zegt de kerncentrales moeten open blijven en de andere zegt „ze moeten

dicht‟, ja, dat werkt natuurlijk niet.

En hebben jullie ook een stilistische lijn die vastgelegd werd?

Ja, dat hebben wij ook. We hebben zoiets, waardoor iedere kandidaat… in elke provincie hebben we een

secretariaat, los van de verkiezingen, dat is altijd zo. Dan wordt er in Brussel vanalles ontwikkeld; onder

andere de huisstijl. Ik vind, dat komt ook uit Engeland, Tony Blair zei ook de dag na zijn overwinning in

1997, „en de volgende verkiezingen beginnen nu‟. Je moet permanent bezig zijn. Er zijn veel afdeling van

de partij, die „spots‟ – zoals dat heet bij ons – uitgeven. Dat is een documentje op vier pagina‟s, zo‟n

blaadje; en de buitenkant is lokaal ingevuld en de binnenkant nationaal. Maar daarvoor hebben we

bijvoorbeeld een template. Men kan gewoon inloggen en dat invullen. En dat is nu hetzelfde met alle

verkiezingsdrukwerk, dat wij zaken ontwikkelen – affiches, folders enzo – je hebt het misschien al gezien,

onze affiches zijn rond. En dat is hiërarchisch gestructureerd. Maar dan zie je dat daar afwijkingen op zitten,

bepaalde mensen die zeggen „oh nee we gaan dat nu toch niet zo doen‟. Je kan dat zien als je in Gent

rondbolt: sommige gebruiken de ronde, terwijl er ook affiches zijn van bijvoorbeeld Freya; die zijn niet

rond. Maar iedereen kan er uit plukken. Ik denk dat er ook wel een CD-ROM verspreid wordt. En wij

zorgen bijvoorbeeld ook voor de affiches, voor de foto; dat is een fotograaf die wij zoeken. Dus dat dat

allemaal hetzelfde is: als je vijftien verschillende fotografen hebt die allemaal hun ding willen doen…

De inhoudelijke focus in de campagnes van 2007 lag vooral op de drie potentiële eerste ministers.

Ook Vande Lanotte maakte hier deel van uit. Was dit een bewuste keuze of pure noodzaak?

Ja dat is de grootste fout die we gemaakt hebben. Dat was toen de strijd Verhofstadt-Leterme, en toen zei

men „ja maar de andere partijen moeten toch ook een kandidaat hebben‟, en dat was onze fout, dat we toen

Johan; of dat Johan zichzelf verhief tot kandidaat-premier. Omdat ik denk, dat blijkt uit veel

onderzoeken… eigenlijk willen de mensen de socialisten op een of andere manier er altijd bij, maar ze zien

in ons niet de premier. Vande Lanotte, bijvoorbeeld, dat vinden ze „ne goeie‟, maar om van hem nu de

premier te maken: hm, nee, dat niet. Doordat Vande Lanotte zichzelf… daarmee hebben we de pers een

plezier gedaan, maar niet de kiezers; en dat was fout. En dan was er weer iets, de fout ook van, en dat was

ook een beetje in 2004; dat we dachten „we gaan er wel bij zijn‟. Maar er zijn nog een aantal dingen

misgelopen. We hebben dingen gedaan binnen de regering die voor socialisten eigenlijk onaanvaardbaar

zijn. Maar in die zin, we hadden het wel kunnen uitleggen, maar we hebben het fout uitgelegd.

Bijvoorbeeld: we hebben fiscale amnestie goedgekeurd. We hebben ingestemd met de verkoop van

Page 145: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

145

overheidsgebouwen. Eigenlijk hadden we toen moeten zeggen: „kijk mensen, eigenlijk is dit ons ding niet,

maar we hebben nu eenmaal geen 55% van de stemmen dus bepaalde dingen moet je slikken. Dus een

onderscheid maken: dit is de regering, en dit is de partij. En we zijn soms, maar niet altijd hé, soms is de

sp.a teveel gewoon „het compromis‟ geworden. En wij begonnen het compromis te verdedigen. Terwijl je

eigenlijk moet zeggen: „sorry mensen, maar het ging niet anders dan dat‟. Vandaar ook dat wij zeggen,

maar ik denk dat dat voor de kiezers niet zo simpel is; we zitten Vlaams in de meerderheid en federaal in de

oppositie; maar dat we dus zeggen „kijk mensen, dit zijn onze standpunten, en onze standpunten vertolken

wij federaal in de oppositie en Vlaams in de meerderheid, maar we blijven de partij‟. Maar of dat voor

iedereen zo simpel is om volgen, dat weet ik niet.

En om de link te leggen met nu: de fout die volgens mij nu de VLD maakt – Dirk Van Mechelen roept

zichzelf nu ook uit tot Vlaams minister-president. En dan gaan de mensen denken „Dirk toch, nu al zot van

glorie, en je moet ze eerst nog gaan binnenhalen‟.

Wat maakt de partij in haar communicatie uniek tegenover de andere partijen?

Onze ronde affiches! (lacht). Nee, soms wordt gezegd dat het allemaal zo‟n eenheidskoek is hé. Ik denk,

dat was het vroeger wel, maar we zijn er nu meer terug in aan het slagen om alles te stroomlijnen. Er is echt

zo‟n periode geweest, je herinnert je dat wel, met de komst van Bert; dat we echt aan het vechten waren op

straat. En dat was atypisch voor sp.a. De pers werd daar zot van; je belde met gelijk welke politicus en

overal werd hetzelfde verteld. En daar houden ze niet van; mediamensen die zetten liever mensen tegen

elkaar op, dat is leuker nieuws blijkbaar. Dat is eigenlijk wel een eigenheid van ons, dat gestroomlijnde.

We hebben een paar maanden gezondigd, maar ik denk wel dat we nu terug aan eenzelfde zeil trekken. Ja,

ik denk dat dat een van onze sterke punten is.

Welke strategieën houdt de partij in het achterhoofd wanneer zij naar buiten toe communiceert?

(doelgroepen, segmentering, positionering,…)

Die tijd is voorbij. Indertijd had je zo, en dan merk je weer… vroeger waren wij zo de partij van de

arbeiders. Nu wordt gezegd dat we daarvan afgestapt zijn, dat we hen aan het verraden zijn. Dat is niet

waar. Alleen gaan we nu veel breder. We hebben nu veel nieuwe… om het heel cru te zeggen: vroeger

waren we enkel met de miserabilistische kant van de samenleving bezig. Sociale woningen, mensen die

werkloos waren, mensen die ziek en oud waren… terwijl, ik woon nu bijvoorbeeld in De Pinte, in een

verkaveling; en ik vind: ook met die mensen moet je bezig zijn. Je hebt dat misschien gemerkt, begin jaren

laat ons zeggen 2000-2003; een thema als verkeersveiligheid was atypisch voor de socialisten, maar we zijn

toen ook met zulke thema‟s begonnen. Of de samenwerking met Gaia bijvoorbeeld… we hebben daar

intens mee samengewerkt. En nu milieu, bijvoorbeeld het dichtgooien van de kerncentrales… we zijn veel

ruimer gegaan. Dus in die zin, om nu te zeggen dat er een klassieke doelgroep is: nee, dat niet. Maar de

pers enzo… vooral de rechterzijde heeft heel graag dat wij met de miserabilistische kant van de

samenleving bezig zijn, en dat zij de andere kant krijgen. Maar daar trappen wij niet in. En dan krijgen we

de opmerking dat we de arbeiders verraden, wat niet zo is: we gaan gewoon ruimer.

Page 146: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

146

En dan gaat het Vlaams Belang op die arbeiders inspelen

Ja, dat is ook bijvoorbeeld zoiets, dat is door de intellectuelen in de tijd; een terrein als veiligheid

bijvoorbeeld, daar waren de socialisten weinig of niet mee bezig. Waarom waren zij daar niet mee bezig?

Veiligheid op straat, dat is toch gewoon een recht? Maar dat was vies in de tijd, daar mocht je niet over

praten. Maar nu, al die taboes, die zijn doorbroken.

Hoe belangrijk zijn militanten voor de partij, en is er een verschil met vroeger?

Zeer belangrijk. Wij hebben zoiets van een 60.000 leden… dat zijn de mensen die het nu doen hé. Als je

zoveel mensen de baan opkrijgt om affiches te gaan plakken enzo… iedere militant spreekt ook op zijn

werk, op school, in café, in de voetbalploeg… niet dat hij als een getuige van Jehova de mensen moet

lastigvallen, maar ik bedoel; het zijn mensen die je al zeker hebt. Het zijn de abonnees.

En denkt u dat deze militanten even gedreven zijn als militanten van extreem-rechtse partijen?

Ja en nee… we hebben wel gemerkt; bijvoorbeeld in 2007 was dat een van de elementen – Patrick Janssens

heeft toen een analyse gemaakt van de verkiezingsnederlaag – dat er een bepaalde, enerzijds moeheid was;

maar dat heeft ook te maken met de verkiezingen die niet samenvallen. Je stapt van de ene campagne in de

andere. Dat betekent dat je militanten constant opgejaagd worden; dat zij ook moe worden. Je hebt

bijvoorbeeld in 2007 de gemeenteraadsverkiezingen in Gent, met een fantastisch goed resultaat; waardoor

men gaat denken „oké, we zijn er!‟. Maar nee, zo is het niet, je bent er nooit. Dus er was een bepaalde

moeheid. In 2007 hebben ze, bij wijze van spreken, geen schoenen versleten. En nu merk je, in de

campagne van 2007, dat ze goed bezig zijn: er wordt al veel geplakt, er worden veel folders verspreid….

En dus gaan ze weer denken „oké, we zijn er weer‟. Of we daardoor verkiezingen winnen, dat weet ik niet;

maar ik zie ze in ieder geval graag bezig. Dus in 2007 had je dan enerzijds die moeheid, en anders, wat ik al

gezegd heb, het idee „we zullen er wel bij zijn‟. En ja, die twee dingen samen, dat was niet zo goed.

Doet de partij soms stunts om de aandacht van het publiek te trekken?

Nee, eigenlijk niet, of ik zou eens goed moeten nadenken… nee, dat is niet onze stijl, om zo‟n dingen te

doen.

En komt dat dan omdat jullie al genoeg aandacht krijgen?

Nee, want dat is een nieuwe ervaring voor ons nu: hoe het beuken is, in de zin van, als je in de meerderheid

zit in de regering, dan merk je dat het veel gemakkelijker is om in de media te geraken. Als minister doe je

dat, dat en dat; je stuurt een mailtje of belt naar een journalist en het staat in de krant. Terwijl in de

oppositie; dan is het zo van „ja, je mag dat wel voorstellen, maar het wordt toch weggestemd‟. Dus daar is

veel minder aandacht voor. Als je eens kijkt per partij: hoeveel mensen geraken er in kranten of in de

media? Tien? Niet veel meer hé. Het blijft knokken.

Page 147: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

147

Dus nee, het is niet zo simpel. En daarnaast is er nog een andere trend: er is veel minder aandacht voor

politiek.

Tenzij er over schandalen bericht kan worden natuurlijk

Inderdaad, tenzij er schandalen zijn. Als je kijkt, de best gemaakte krant van het land vind ik, Het Laatste

Nieuws; die hebben één pagina politiek nieuws. En die zijn daar keihard in. Je hebt altijd één hoofdartikel,

dat ongeveer drie kwart van de pagina inneemt; en zoals je zelf zegt: veel schandalen hé. Of ruzie, zulke

dingen. Maar echt stunts, nee, we zijn niet van die mensen die stunts uithalen. Dat zit niet in ons. Voor een

stuk zijn wij ook een traditionele partij natuurlijk. Dus om zo, weet ik veel, met een karavaan naar Wallonië

te rijden; nee dat zit niet in ons. Wij zijn veel te serieus. Misschien zouden we het wel moeten doen.

Page 148: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

148

Bijlage 11: Interview met Filip Dewinter

Functie: Fractieleider in het Vlaams Parlement en de gemeenteraad en organisatieverantwoordelijke van de

partij (algemeen secretaris), verantwoordelijk voor de campagnes, de organisatie, de werking op het terrein

van de partij

Hoe ziet het communicatieorgaan van de partij eruit? Wie staat er aan de leiding?

Je hebt interne communicatie en je hebt externe communicatie. Interne communicatie is vooral een kwestie

van het doorgeven van richtlijnen en consignes naar de afdelingen, secretariaten en de structuren van de

partij, naar de kaderleden ook. Dus tijdschriften allerhande, het kaderblad, het maandblad en dergelijke

meer. En dan heb je de externe communicatie, communicatie naar de media, de publieke opinie enzovoort,

via allerlei kanalen. Dus pamfletten, campagnes, maandbladen, persmededelingen, conferenties,

manifestaties… enzovoort. Al die dingen vallen onder de bevoegdheid van het partijbestuur, die heel wat

van die taken delegeert naar verschillende diensten van die partij: de dienst organisatie, de persdienst, de

fracties, als er verkiezingen de campagnewerkgroep, en dergelijke meer. Dus dat valt een beetje uiteen. Het

is niet zo dat één iemand voor dé communicatie bevoegd is, er zijn verschillende vormen van communicatie.

Een partij is een huis met vele kamers. Dus dat gebeurt soms wel wat versnipperd, wat de praktische kant

betreft, maar daar is toch wel een duidelijke sturing vanuit het partijbestuur.

Uit ons onderzoek bleek dat waar vroeger de partijvoorzitter in samenspraak met de belangrijkste

communicatie regelde, nu meer het voltallige partijbestuur deze taak in handen heeft gekregen.

Vindt u dat uw rol hierin veranderd is?

Op vlak van politieke communicatie, naar de kiezer, de publieke opinie en de media toe dat zal altijd de

verantwoordelijkheid blijven van een aantal kopstukken, dat is logisch. Degenen die op tv komen, die zich

het meest kunnen uiten, het meest aan bod komen, die hebben voor een stuk de publieke communicatie naar

de kiezer en de media in de hand. Maar dat betekent niet dat die zou gestuurd kunnen worden vanuit

verschillende niveaus. Dat lijkt mij ook de logica zelve. Dus wat dat betreft… tuurlijk, zo‟n partij wordt

groter, begint zich beter te organiseren… meer mensen krijgen verantwoordelijkheid, dan wil dat wel eens

wat diffuser verlopen. Maar uiteindelijk, in de communicatie naar het publiek toe, denk ik toch dat dit via

zo weinig mogelijk mensen dient te gebeuren. Zodanig dat je een duidelijke boodschap krijgt, die door

herkenbare mensen neergezet wordt.

En wanneer het om echt inhoudelijke aspecten gaat, dus niet wie het brengt, maar wat er gezegd zal

worden, heeft u daar veel inspraak in?

Je moet niet altijd denken dat één man zo‟n organisatie stuurt. Mocht het zo gemakkelijk zijn… het hangt

een beetje af van wie/wat/wanneer/waar/hoe ook natuurlijk hé. Maar we proberen wel het zodanig te sturen

dat we herkenbare figuren naar voor schuiven, dat de boodschap eenduidig gehouden wordt, en dat we uit

niet teveel verschillende monden spreken. Dat lijkt mij logisch. Het ligt voor de hand dat de kopstukken

van een partij natuurlijk proberen dat zo gestroomlijnd mogelijk te laten verlopen.

Page 149: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

149

Welke externe bureaus worden er gebruikt voor de communicatie? En verloopt deze samenwerking

officieel?

We hebben een campagnecommissie die ik leid en die uiteindelijk vooral bestaat uit, of feitelijk alleen

bestaat uit mensen die onze partij een warm hart toedragen, die ons goed gezind zijn. Maar verschillende

van die mensen hebben natuurlijk een functie binnen een reclamebureau of een professionele functie die te

maken heeft met communicatie, public relations of reclame. Het is niet zo dat we een bureau inhuren of

reclamemensen inhuren, dat doen we niet. Het enige dat we doen is mensen die we kennen en die tot onze

partij behoren, maar beroepsmatig met reclame of pr te maken hebben, integreren in die

campagnecommissie, zodat ze daar hun professionele ervaring ter beschikking van de partij kunnen stellen.

Ik heb twee namen gekregen waar heel wat discussie rond bestaat, namelijk Eric Deleu en Wim

Schamp. Werken zij samen met de partij?

Eric Deleu werkt met ons mee, dat is geen geheim. Hij is gemeenteraadslid en heeft een reclamebureau, het

Antwerps Reklameburo, en hij werkt mee binnen het kader van onze structuren, ja. Wim Schamp die ken ik

persoonlijk relatief goed en ik heb nu en dan een gesprek met hem, maar dat is altijd informeel, dat is

persoonlijk en niet in functie van de partij. Wim werkt als zodanig niet mee binnen de structuren van de

partij.

Geeft Eric Deleu ook inhoudelijk en strategisch advies? Sommige bronnen hadden het enkel over

drukwerk wanneer het om zijn medewerking ging.

Eric behartigt voor ons een aantal praktische dingen: het reserveren van reclameruimte in weekbladen en

dagbladen, het afhuren van reclameborden van 20m²,… al dat soort praktische dingen doet hij met zijn

reclamebureau. Maar uiteraard geeft hij nu en dan ook strategisch advies, hoewel je dat ook niet moet

overdrijven.

Hoe ziet u uw rol in de totstandkoming van de externe communicatie in vergelijking met vroeger?

Ik denk dat dat dezelfde gebleven is. Ik leid de campagnecommissie, en binnen de campagnecommissie

proberen wij consensus te vinden rond concrete voorstellen; concrete voorstellen die we meestal met enkele

mensen vooraf overleggen en tot uiting brengen. Dus ik denk niet dat mijn rol daar anders is dan in het

verleden, wel integendeel. Het voorstel van een campagne loopt bijvoorbeeld meestal via mij. Ik zit met

een aantal mensen samen, we laten ons adviseren… onze creatieve mensen werken dat uit en dat stellen we

voor. En dat wordt dan bijgestuurd, aangepast, enzovoort enzovoort, tot het uiteindelijk een voldragen

campagne is.

Wat vindt u typisch aan de stijl van het Vlaams Belang?

Vlaams Belangcampagnes hebben het voordeel van herkenbaar te zijn. Dat doen we trouwens ook altijd als

we campagnes voorleggen aan buitenstaanders, dat men heel gemakkelijk kan achterhalen wie de auteur

Page 150: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

150

van de campagne is, ook al is er geen logo op de affiche, geen naamsvermelding bij de slogan ofzo. En dat

is belangrijk, omdat mensen toch moeten snel en duidelijk weten wie achter een bepaald soort campagne zit.

De stijl is wat ze is, die kan wat harder of wat zachter zijn, maar ze moet vooral herkenbaar zijn. En ik denk

dat al onze campagnes wat dat betreft toch als belangrijkste kenmerk hebben dat ze herkenbaar zijn, dat ze

onmiddellijk het Vlaams Belang in beeld brengen, en ons duidelijk positioneren als Vlaams Belang.

Hoe gaat dat dan precies in zijn werk, dit ‘duidelijk positioneren als Vlaams Belang’? Wat is er dan

anders dan bij andere partijen?

Oh, dat is natuurlijk een samenraapsel van elementen. Het is meestal een vrij assertieve boodschap, die ook

qua stijl en qua vormgeving typisch Vlaams Belang is. Maar dat is gemakkelijker gedaan dan gezegd.

Meestal is het gemakkelijker gezegd dan gedaan, dit is omgekeerd, omdat.. ja… het moet beantwoorden

aan een aantal kenmerken die eigen zijn aan de partij: voldoende assertief, inhoudelijk sterk, zodanig dat

men onmiddellijk weet „dit is Vlaams Belang‟, qua vormgeving, noem maar op, moet zo‟n campagne

herkenbaar zijn. Ja. Maar je moet dat zien, je moet dat doen, om daar een zicht op te kunnen krijgen. Het is

niet zo dat je dat kan omschrijven in drie woorden.

Vindt u dat hier ook provocerende uitspraken of stunts bij horen?

Dat is een eeuwige discussie natuurlijk. Het probleem van het Vlaams Belang is dat we niet dezelfde

toegang tot de media hebben als andere partijen. En een van de stijlmiddelen om het Vlaams Belang alsnog

toegang te laten krijgen tot de media, bestaat erin om via een provocatie uiteindelijk een escalatie tot stand

te brengen, die moet leiden tot confrontatie. Confrontatie van onze ideeën met andere partijen, confrontatie

van onze partij met andere partijen, wat dan weer leidt tot media-aandacht, tot de mogelijkheid ook om te

communiceren met de kiezer. En als je zo… ik hoop dat het ooit anders kan, maar tot nader order spijtig

genoeg niet, die provocatie zorgt ervoor dat je de aandacht krijgt die het thema verdient, en dat je dan ook

eenmaal de confrontatie een feit is, de media-aandacht krijgt die nodig is om het een en ander te nuanceren,

te duiden, en te omkaderen. En dat is belangrijk. Maar het is een stijlmiddel, we hebben daar van de nood

een deugd gemaakt.

Is de mediaboycot het enige excuus voor het provocerende gedrag van uw partij, of zou dit nog steeds

gebruikt worden wanneer u dezelfde toegang had als andere partijen?

Dat is natuurlijk een goede vraag, waar het antwoord alleen maar hypothetisch kan zijn, maar ik denk,

mochten we de kansen krijgen die andere partijen krijgen, zouden we natuurlijk die provocatieve stijl voor

een stuk kunnen achterwege laten. Je zou kunnen denken dat die provocatieve stijl de reden is waarom die

boycot een feit is, maar dat is natuurlijk niet waar. Ook als die provocatieve stijl niet gebruikt wordt, dan

krijgen we nog minder toegang tot de media. We hebben dat al ontelbare keren geprobeerd, het is een

illusie om te veronderstellen dat door die provocaties niet tot uiting te brengen, we dan plotseling wel

overal welkom zullen zijn en kansen zullen krijgen. Dat is niet waar. En dat hebben we tot onze eigen scha

en schande al moeten ervaren. Vlaams Belang heeft een verleden, en moet daar ook voor een stuk mee

Page 151: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

151

leren leven. Je kan niet dat verleden wegvagen en met een propere lei vanaf nul beginnen. Zo werkt het

natuurlijk niet.

Doet de partij verder nog andere dingen om zich te verzetten tegen deze mediaboycot?

Ja, natuurlijk, je moet dat doen hé. Uit principe, en om die underdogrol te cultiveren: het één tegen allen

gevoel, en het blijven beklemtonen van de mediaboycot. Niet alleen cordon sanitaire, maar ook cordon

médiatique, is een belangrijk gegeven. Omwille van principiële maar ook omwille van tactische redenen.

En uit zich dat in de propaganda die gebruikt wordt?

Natuurlijk ja. Een campagne die we zo gevoerd hebben is die met SOS democratie, met het kruis op de

mond van die jonge vrouw, daarmee stel je een en ander aan de kaak: het gebrek aan democratie, aan vrije

meningsuiting in ons land. Maar aan de andere kant cultiveer je het underdoggevoel. Dus dat heeft zijn

belang, uiteraard.

Hoe groot is uw persoonlijke inbreng bij de provocerende stunts eigenlijk?

(Twijfelt). Tja… Ja, heel wat van die dingen mogen op mijn naam geschreven worden, ik kan dat niet

ontkennen. Tja. Het is mijn ding natuurlijk, het is mijn stijl, ik hou daar persoonlijk wel van. Het ligt dan

ook voor de hand dat ik dat misschien wat meer in de praktijk breng dan anderen. Maar het is vooral een

noodrem om de aandacht te krijgen die we verdienen. En mochten we dit niet doen, dan vrees ik dat we nog

maar weinig gehoor zouden krijgen in de media.

Wordt dit nog altijd aanvaard binnen de partij?

Daar is discussie over, je kan dat niet ontkennen hé. Daar is een permanente discussie die al vele jaren

loopt: „moeten we niet wat meer zus, moeten we niet wat meer zo‟. Oké goed, ik schik mij naar de

richtlijnen van de partij wat dat betreft. Het enige wat ik kan vaststellen is dat we iedere keer dat we

proberen om scherpe hoeken af te ronden, om de stijl te verzachten, om de lat lager te leggen, dat we op het

einde van de rit meestal moeten teruggrijpen naar, omdat we ook zien dat het enige resultaat van het

verzachten van stijl en van het aanpassen van onze actiemiddelen en dergelijke, niet echt leiden tot het

verhoopte resultaat. Waardoor we al rap terug onze oude vertrouwde middelen inzetten om alsnog een

minimum aan media-aandacht te kunnen genereren.

Denkt u dat in de campagne van 2007 een zachtere campagne gevoerd werd tegenover voorgaande

jaren?

2007 was de federale campagne met die leeuwen en dergelijke hé? Dat was een duidelijk zachtere

campagne. Die volgens mij niet het verhoopte resultaat heeft gehad. Want uiteindelijk zijn we zes procent

achteruit gegaan.

Denkt u dat dit te wijten was aan de stijlverandering?

Page 152: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

152

Och, pff, die campagnes… een goeie campagne is een waarmee je de verkiezingen wint en een slechte

campagne is een waarmee je de verkiezingen verliest. Dat is dan de stelregel. Maar ik geloof daar

persoonlijk niet in, een goeie campagne… ook als je de verkiezingen verliest, er zijn zoveel andere factoren

die hiermee niks te maken hebben, die veel meer invloed hebben op de resultaten dan de campagne. De

campagne is goed voor 10-15% van de stemmen, maar zeker niet meer, je moet daarin niet overdrijven. Als

je echt goed zit dan kan dat het verschil maken tussen winst en verlies. Maar als je in een negatieve spiraal

zit waarin je alle elementen tegen hebt; met de beste wil van de wereld kan die campagne het verschil ook

niet meer maken. Dus wat dat betreft heb ik daar ook mijn bedenkingen. Maar 2007 vond ik persoonlijk

geen goede campagne. Het was wat gekapstrood, we begonnen met de drie apen die vrij assertief waren en

vrij provocerend, ook origineel, er is heel veel over te doen geweest. En dan zijn we overgeschakeld op die

leeuw, vanuit een heel andere invalshoek. En daar zat geen lijn in, het was gekapstro, en dat was niet zo

geslaagd als je het mij vraagt. De campagne die we nu juist hebben gevoerd was inhoudelijk volgens mij

veel sterker, „dit is ons land‟, dat was een duidelijke Vlaams Belangboodschap. Maar brak teveel met

hetgene wat we al een jaar lang gedaan hadden, met die VL. Dus ik denk dat die overgang wat te bruut was,

omdat die VL niet meer aan bod kwam in de eigenlijke campagne. Maar, goed, het is wat het is.

Naar aanleiding van de aanwezigheid van politici in quizprogramma’s, met name in de slimste mens,

klonk er protest vanuit de VB-hoek. U vond dat dit de geloofwaardigheid van de politiek in het

gedrang bracht. Zegt u dit omdat enkel VB-politici niet uitgenodigd worden, of vindt u dat er echt

nooit een politicus mag meedoen aan zulke programma’s?

Nee, sowieso niet.

Ook niet wanneer u weet dat dit positief is voor de partij?

Ik bedoel, er zijn grenzen, en ik denk dat politici niet thuishoren in spelletjes en amusementsprogramma‟s.

Er is een moeilijke scheidslijn. Dat moet concreet gemaakt worden. De Laatste Show moet nog kunnen

bijvoorbeeld. Goed, een praatprogramma met een politicus, ook al is dat luchtig, ook al is dat niet politiek,

moet kunnen. Maar quizprogramma‟s en spelprogramma‟s en… daar denk ik dat politici niet in thuishoren.

Dat is niet de taak van een politicus om dat te doen. En het ondergraaft… het zal je imago wel ten goede

komen, en het zal ongetwijfeld heel wat stemmen opleveren. Het kan heel wat stemmen opleveren. Het kan

ook het omgekeerde effect hebben. Je kan daar ook uitkomen als een vreselijke hurk die geen enkel gevoel

voor humor heeft en die houterig zijn ding zit te doen; en dan verlies je stemmen. Maar het kan niet zijn dat

het resultaat van je partij, dus het verkiezingsresultaat, uiteindelijk afhankelijker is van deelname aan een

spelletjesprogramma dan van, ik zeg maar wat, de inhoud van je programma. En daar draait het langzaam

maar zeker op uit. En dan ook het feit dat, wie beslist er nu welke politici wel en welke niet deze ultieme

kans krijgen om zich populair te maken of niet.

Maar als u dit ziet als een kans om zich populair te maken…

Page 153: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

153

…daarom juist zeg ik: je moet politici daaruit weren. Zodanig dat ze, dat niemand nog, de kans krijgt om te

zeggen „die wel en die niet, diene politicus wel en diene niet, die partij komt er wel in en die niet‟. Nee,

geen enkele partij mag nog aan bod komen. Geen enkele partij, want dan komt ook de politiek in het

gedrang als dusdanig, en ook de geloofwaardigheid van de politiek. En ik denk dat de man op de straat daar

ook maar meewarig naar zit te kijken uiteindelijk. Oké, het zal stemmen opleveren voor de betrokken

politicus, maar een veel groter deel van de publieke opinie zegt van „wat zit die daar nu feitelijk te doen, is

dat nu de rol van een minister, van een partijvoorzitter, om de jolige Frans uit te hangen en zo goed

mogelijk te proberen scoren in een of ander programma‟, of het nu Debbie en Nancy is of het is de Slimste

Mens of het is Operatie Robinson of hoe noemt het daar allemaal. En natuurlijk, de lat zal alsmaar lager

gelegd worden. Men zal er alsmaar verder in gaan. Je zal altijd wel een politicus bereid vinden om nog een

stapje verder te gaan en wat meer risico te nemen en… dat lijkt mij geen goeie zaak te zijn. Maar,

infotainment, ja, daar heb ik geen bezwaar tegen. Zoals de laatste show en aanverwanten, dat moet kunnen.

Maar ik denk dat de lijn daar ongeveer moet getrokken worden.

En vindt u dat u in zulke programma’s voldoende aan bod komt tegenover andere partijen?

Maar wij komen gewoon nergens aan bod. De Laatste Show, daar is nog niemand van ons in geweest,

zolang als we al bestaan. Om maar iets te zeggen. Met mondjesmaat in de echte politieke

duidingsprogramma‟s, en dan nog. De Zevende Dag ben ik vorig jaar één keer in geweest, voor een debat

met Jean-Marie Dedecker. Terzake, twee keer. Als je dat vergelijkt met de andere partijen, dan is het

feitelijk een wonder dat wij er nog in slagen om 15-16-17% te halen. We worden totaal en volledig

geboycot. En wat men doet is partijen die naast u bestaan, en waarvan de kiezer het idee heeft „dezelfde

boodschap, maar anders verpakt‟, die worden dan wel gehyped en massaal de kans gegeven om massaal

media-aandacht te genereren. En dan wordt het heel moeilijk natuurlijk. Maarja, moeilijk gaat ook. Op die

uitdaging hebben toch een eigen antwoord kunnen formuleren hé.

Denkt u dat in de toekomst van de partij de stijl die nu gehanteerd wordt verdergezet zal worden,

met al de discussie die er vandaag rond heerst?

We zullen wel zien, we zijn daarover volop in debat. Mijn persoonlijke mening is dat je, dat er feitelijk

geen andere weg is, dat dit feitelijk de enige manier is om vol te houden, om te volharden. En dat alle

andere wegen die men probeert te behandelen uiteindelijk weinig succesvol zullen blijken te zijn.

Is dit dan volharden tegen de mediaboycot, of volharden naar jullie kiezers, naar wat zij

verwachten?

Er is natuurlijk een bepaald verwachtingspatroon bij je kiezer, dat is ook een feit. Laat ons zeggen dat het

beiden is, het is vooral een poging om die mediaboycot te doorbreken, maar ook om toch, ja, het

kiezerskorps te geven wat men van jou voor een stuk verwacht. Maar ik denk dat je daarin kan geven en

nemen, dat je die boodschap kunt… doseren, dat het niet alleen provocatie moet zijn. Goed ja, het blijft, het

blijft dansen op een slappe koord, altijd. Dat is nu eenmaal politieke communicatie. Simpel is dat niet.

Page 154: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

154

Bijlage 12: Campagnedraaiboek wetgevende verkiezingen 11 juni 2007

Page 155: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

155

Page 156: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

156

Page 157: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

157

Page 158: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

158

Page 159: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

159

Page 160: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

160

Page 161: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

161

Page 162: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

162

Page 163: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

163

Page 164: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

164

Page 165: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

165

Page 166: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

166

Page 167: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

167

Page 168: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

168

Page 169: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

169

Page 170: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

170

Page 171: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

171

Page 172: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

172

Page 173: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

173

Page 174: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

174

Page 175: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

175

Page 176: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

176

Page 177: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

177

Page 178: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

178

Page 179: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

179

Page 180: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

180

Page 181: ELINE DHAEN - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/393/271/RUG01... · 5 1. Inleiding Van politiek kunnen we vandaag de dag veel verwachten, maar af en toe gebeurt er iets dat

181