Kan empowerment de wereld redden? -...

87
Kan empowerment de wereld redden? Een case studie naar praktijken van empowerment en participatie als middel tot kritisch bewustzijn in Little Bray, Ierland. Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen, optie Sociale Agogiek Driek Henau Promotor: Prof. Dr. M. Bouverne – De Bie Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit Gent, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Transcript of Kan empowerment de wereld redden? -...

Page 1: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

Kan empowerment de wereld redden?

Een case studie naar praktijken van empowerment en participatie als middel tot kritisch bewustzijn in Little

Bray, Ierland.

Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen,

optie Sociale Agogiek

Driek Henau Promotor: Prof. Dr. M. Bouverne – De Bie Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit Gent, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Page 2: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

Kan empowerment de wereld redden?

Een case studie naar praktijken van empowerment en participatie als middel tot kritisch bewustzijn in Little

Bray, Ierland.

Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen,

optie Sociale Agogiek

Driek Henau Promotor: Prof. Dr. M. Bouverne – De Bie Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit Gent, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Page 3: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

Abstract

In deze scriptie wordt aan de hand van radical community development-theorieën de

relatie onderzocht tussen participatie, kritisch bewustzijn en empowerment.

Op basis van de theorieën van Ledwith (2007), wordt een model van radical community

development ontwikkeld. Zij stelt dat door middel van verhalen en dialoog, participatie in

lokale activiteiten leidt tot een verhoogd kritisch bewustzijn. Dit, op zijn beurt, zet aan

tot empowerment en collectieve actie voor sociale verandering.

Aan de hand van een case studie, uitgevoerd in de Little Bray Community Development

Project, wordt dit model aan de praktijk getoetst. Via diepte-interviews worden tien

mensen bevraagd die in betrokken zijn bij de werking van dit community development-

project en dankzij het project terugkeerden naar vorming en onderwijs. Stap voor stap

wordt met hen het opgestelde proces van community development doorlopen.

De resultaten tonen aan dat, hoewel het kritisch bewustzijn toeneemt, dit niet

noodzakelijk tot collectieve actie voor sociale verandering leidt. Dit is in tegenstelling tot

wat Ledwith veronderstelt. Uit dit onderzoek blijkt dat kritische bewustzijn een

noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde is voor empowerment en collectieve

actie. Empowerment is een waardevol element in een sociaal-agogische visie, maar het

moet ingeschakeld zijn in een ruimere context en visie op maatschappelijke

ontwikkelingen wil het leiden tot collectieve actie voor verandering.

Page 4: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

II

Dankwoord

I want to start this thank you note in English, because the people that contributed the

most to this thesis are all English speaking.

I want to thank the people from the Little Bray – Fassaroe area, and even more the

people from the Little Bray Family Resource Centre and the Youth Project. Thank you for

the Avoca lunches, the kayaking and the Adventure Trail. For unforgettable and eye-

opening stories and most of all for all the wisdom that you shared with me.

Specifically, I want to thank the current coordinator of the Resource Centre for being my

guide in this bizarre and sometimes very different world and the rest of the staff, for

taking me on board and being there for explaining everything to me.

Thank you also, to all the people that were willing to share their personal stories with

me, without asking much back. Thank you for contributing your own stories to make the

theories become more real.

Thank you all.

Verder wil ik de vakgroepen sociale agogiek en orthopedagogiek bedanken, om mij de

unieke kans te bieden om deze leerervaring in Ierland op te doen en op die manier mijn

perspectieven te verbreden.

Ik wil Griet Verschelden bedanken om mij te helpen zoeken naar mijn interesses en mij

op weg te zetten.

Bedankt ook, Luc De Droogh, voor het beperken van mijn brede uitgangspunten en mij

een lijn en structuur mee te geven voor mijn thesis.

Ik wil ook mijn ouders bedanken, voor de agogische noot in mijn hele opvoeding. En

Patrick, bedankt voor alles. Het is leuk dat je thuis was voor mijn thesis.

Page 5: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

III

Inhoudstabel

ABSTRACT ...........................................................................................................I DANKWOORD..................................................................................................... II INHOUDSTABEL............................................................................................... III 1 AANLEIDING................................................................................................ 1 2 INLEIDING................................................................................................... 2 3 PROBLEEMSTELLING.................................................................................... 4 4 LITERATUURSTUDIE .................................................................................... 6

4.1 INLEIDING................................................................................................ 6 4.2 DE GESCHIEDENIS VAN COMMUNITY DEVELOPMENT.................................................. 6 4.3 INVLOEDEN OP COMMUNITY DEVELOPMENT ......................................................... 12 4.4 DE IERSE CONTEXT.................................................................................... 15 4.5 HET MODEL VAN RADICAL COMMUNITY DEVELOPMENT ............................................. 20

5 HET LITTLE BRAY COMMUNITY DEVELOPMENT PROJECT ........................... 30 5.1 INLEIDING.............................................................................................. 30 5.2 HET COMMUNITY DEVELOPMENT PROGRAMME ..................................................... 30 5.3 HET EASTERN REGION COMMUNITY DEVELOPMENT PROJECT NETWORK(CDP)................ 31 5.4 HET LITTLE BRAY COMMUNITY DEVELOPMENT PROJECT .......................................... 33

6 METHODOLOGIE......................................................................................... 39 6.1 ONDERZOEKSVRAAG .................................................................................. 39 6.2 KWALITATIEF ONDERZOEK............................................................................ 39 6.3 ONDERZOEKSSTRATEGIE: DE CASE STUDIE......................................................... 40 6.4 ONDERZOEKSMETHODEN: HET KWALITATIEF ONDERZOEK ........................................ 42 6.5 DATAVERZAMELING.................................................................................... 43 6.6 DATAVERWERKING .................................................................................... 44

7 RESPONDENTEN......................................................................................... 45 8 RESULTATEN.............................................................................................. 49

8.1 INLEIDING.............................................................................................. 49 8.2 DE MOTOR ACHTER HET PROCES ..................................................................... 49 8.3 LESKLIMAAT............................................................................................ 54 8.4 VERHALEN EN DIALOOG ............................................................................... 59 8.5 PERSOONLIJKE AUTONOMIE .......................................................................... 61 8.6 COMMUNITY EMPOWERMENT.......................................................................... 64 8.7 EFFECTEN............................................................................................... 70

9 CONCLUSIES .............................................................................................. 72 10 BESLUIT ................................................................................................. 75 11 BIBLIOGRAFIE........................................................................................ 76 BIJLAGE............................................................................................................ 79

VRAGEN INTERVIEWS ........................................................................................... 79

Page 6: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

1

1 Aanleiding

Een anekdote om mee te beginnen.

Ter gelegenheid van de Ierse nationale competitie Pride of Place werd de hele wijk Little

Bray - Fassaroe opgeruimd. Straten en pleinen werden gezuiverd van zwerfvuil,

achtergelaten fietsen, blikjes, zetels, paraplu’s, … Muren en omheiningen werden

ontdaan van graffiti tags en opnieuw geschilderd. In bloemperken werden nieuwe

weersbestendige bloemen geplant, … Vele buurtbewoners droegen hun steentje bij door

een zwerfvuilactie, een opknapbeurt van de voortuintjes, het vegen van hun stukje

voetpad, … De wijk lag er kraaknet bij en iedereen was trots, want dankzij de

samenwerking tussen het stadsbestuur, het wijkcomité, de buurtbewoners en de mensen

van het Little Bray Community Development Project lag de wijk er beter bij dan ooit

tevoren.

Daags na de wedstrijd waren buurtbewoners onthutst en werden buurtwerkers voor een

dilemma gesteld. De tags waren terug. Er stond een uitgebrande auto voor de deur van

het Resource Centre, er lagen alweer een zetel, drie vuilniszakken en blikjes op het

centrale plein. Het wijkcomité en de buurtwerkers zaten met de handen in het haar. Wat

stond hen nu te doen? Enerzijds drongen verschillende buurtbewoners erop aan het

‘nieuwe’ zwerfvuil zo vlug mogelijk te laten verwijderen. Anderzijds vreesde het

wijkcomité dat wanneer dit nieuwe zwerfvuil opnieuw zou worden opgehaald, men zou te

maken krijgen met een cumulatie van het probleem. Zij wilden voorkomen dat iedereen

zijn vuilnis buiten legde, omdat het toch zou worden opgehaald.

Eén antwoord op lange termijn was het geven van educatieve lessen Put your bin on a

diet, als onderdeel van het Adult Education-programma. Verder weerklonk in de wijk de

nood aan publieke vuilnisbakken, aangezien die helemaal niet aanwezig waren, omdat

zij, na verscheidene aangestoken vuilnisbakbranden, als te gevaarlijk werden

beschouwd. Het wijkcomité stapte met dit voorstel naar het gemeentebestuur en het is

momenteel in behandeling. Er was ook een voorstel om tweewekelijks een container te

voorzien, waarvoor bewoners een vrijwillige bijdrage konden leveren. Dit zou mensen in

staat stellen hun grof huisvuil legaal te lozen. Er is geen publieke ‘grof huisvuil’-collectie

in de wijk en een trip naar het containerpark is niet vanzelfsprekend. De meeste

bewoners bezitten geen auto of rijbewijs. Ze hebben dikwijls niet de middelen om hun

vuilnis privé te laten ophalen.

Deze anekdote stemde mij tot nadenken over het karakter van gemeenschapsvormende

projecten. Hoe kan je in een dergelijk situatie voor alle partijen goed doen? Hoe zet je

buurtbewoners aan tot een sterke houding? Hoe geef je hen de kracht om dit zelf aan te

pakken?

Page 7: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

2

2 Inleiding

Kan empowerment de wereld redden?

Natuurlijk niet, horen we u denken…

Het is te idealistisch en hoogdravend te denken dat een buzz-woord als empowerment

daadwerkelijk de redding kan zijn. Toch kan een dergelijk begrip, in de juiste context en

met het juiste gebruik, betekenis hebben voor de sociale wetenschap.

Oorspronkelijk wilden we niet rond zo’n kernwoorden, typerend voor de sociale agogiek,

werken. Ze lijken immers van voorbijgaande aard, tijdelijk, een snel opvlammend en

uitdovend verschijnsel … of toch niet…?

Binnen de context van samenlevingsopbouw duikt empowerment telkens weer op. In

deze scriptie willen we op zoek gaan naar de relatie tussen de twee begrippen. We willen

kijken hoe men in community development het proces naar empowerment beschrijft en

wat de rol van participatie en kritisch bewustzijn erin is.

In een eerste hoofdstuk wordt aan de hand van drie definities van community

development de probleemstelling opgebouwd.

In het tweede hoofdstuk wordt met behulp van literatuur community development

uitgespit. Eerst komt de geschiedenis ervan. Vervolgens bekijken we enkele invloeden

erop, namelijk die van de staat en van de visie op community participation. Daarna wordt

aan de hand van het radical community development-model op basis van Ledwith (2007)

het proces van community development onderzocht, om op die manier meer inzicht te

krijgen in het verloop en het verband met participatie en kritisch bewustzijn.

In een derde deel wordt de Ierse context geïntroduceerd. Er wordt dieper ingegaan op

het Community Development Programme en de Eastern Region. Verder wordt uitgeweid

over het Little Bray Community Development Project, de case van deze scriptie.

Een vierde deel gaat in op de methodologie van deze scriptie. Achtereenvolgens worden

het kwalitatieve onderzoek, de case studie als onderzoeksstrategie, de

onderzoeksmethode, de dataverzameling en -verwerking uit de doeken gedaan.

Een volgend stuk stelt de respondenten voor. Eén voor één worden kort hun levensloop

en persoonlijke successen vermeld.

De resultaten worden uiteindelijk in een zesde deel besproken. Het proces van

community development wordt stap voor stap doorlopen, startend bij de motor van het

Page 8: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

3

proces. Het lesklimaat, de rol van de verhalen en dialoog, persoonlijke autonomie en

community empowerment komen aan bod. Er wordt kort stil gestaan bij de effecten.

In een voorlaatste deel wordt ingegaan op de verbanden tussen de theorie en de

interviews en worden enkele conclusies geformuleerd. Er wordt geprobeerd een antwoord

te geven op de probleemstelling.

Tot slot wordt er afgerond met een besluit.

Page 9: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

4

3 Probleemstelling

Voor haar definitie van community development volgt Ana Lee (2006) het Combat

Poverty Agency, een overheidsdienst die toeziet op het voorkomen en elimineren van

armoede en sociale uitsluiting in Ierland (Combat Poverty Agency, 2007). In haar paper

“Community Development: current issues and challenges”, definieert zij community

development als volgt:

[Community development is] enabling or empowering people to actively work for

social change, which will improve their quality of life, the community in which they

live and/or the society of which they are part of. It is a collective process that

recognises the interdependency of people. It helps people to identify and

articulate their needs and influence the decision-making process and structures

that affect them, their community and the wider society (p.7).

Door haar nadruk op het versterken van mensen om actief voor sociale verandering te

werken, ligt bij Lee de focus op het kracht geven aan mensen, of empowerment.

Een andere definitie, van Ledwith (2007), legt deze nadruk duidelijk anders. Zij legt meer

de nadruk op een analyse van onderdrukking en tegenstrijdigheden, opdat men de

kernoorzaken van sociale problemen zou kunnen achterhalen. Haar definitie van

community development luidt:

Radical community development is committed to the role of community work in

achieving transformative change for social and environmental justice, and

develops analysis and practice, which move beyond symptoms to the root causes

of oppression. (p. xv)

Verder zegt ze ook:

Community development always focuses on the stories of the people as the basis

of action and reflection. … But without an analytic commentary linking the

personal to the political, stories remain subjective and without criticality. (p. 67)

Ledwith stelt dat verhalen als een hefboom van empowerment kunnen dienen. Dit leidt

tot autonomie, kritisch bewustzijn en verandering. Ze legt de nadruk op de analyse van

persoonlijke verhalen en het verbinden van het persoonlijke met het politieke, van het

individuele met de gemeenschap. In haar definitie legt ze dus de nadruk op kritisch

bewustzijn, participatie en empowerment.

Een derde definitie voor community development, wordt gegeven door Flecknoe en

McLellan (1994). Zij definiëren community development als volgt:

Page 10: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

5

Community development is a process, which aims to make real and to extend

participative democracy. Through its activities, the rights of people are claimed for

traditionally unheard and powerless people. Social needs and individual problems

are turned into public issues to be tackled through collective activity, so that the

people involved build up their personal skills and confidence and take a greater

control over their communal life. (p. 4)

Zij leggen met andere woorden de nadruk op het collectief aanpakken van persoonlijke

problemen en sociale noden, opdat individuele vaardigheden en het geloof in het zelf

zouden worden opgebouwd. Op die manier kunnen mensen meer controle over het eigen

leven krijgen. Flecknoe en McLellan leggen de focus op participatie en controle, opdat de

eigen levensomstandigheden en die van de gemeenschap zouden verbeteren.

De drie begrippen - empowerment, kritisch bewustzijn en participatie - komen in de

definities in meer of mindere mate aan bod. Ze lijken de kern uit te maken van het

community development-begrip. Ledwith (2007) vat dit als volgt samen: “Radical

community development is committed to collective action for social and environmental

justice. This begins in a process of empowerment through critical consciousness, and

grows through participation in local issues.” (p. 1).

Dit referentiekader van radical community development1 vormde de rode draad tijdens

de lessen Community and Sustainable Development aan de University College Dublin en

we vinden ons het best terug in deze radicale traditie. Uitgaande van dit referentiekader

willen we analyseren hoe men werkt in het Little Bray Community Development Project,

waar ik in het kader van stage actief ben geweest. Uitgaande van deze definities en het

perspectief van radical community development, willen we volgende onderzoeksvragen

achterhalen:

- Wat wordt bedoeld met empowerment?

- Hoe beschrijft Ledwith het proces van kritisch bewustzijn dat leidt tot

empowerment?

- Hoe staat dit in relatie tot participatie?

1 De term ‘Radical Community Development’ is hier integraal behouden om het onderscheid met het Nederlandstalige Samenlevingsopbouw te blijven garanderen.

Page 11: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

6

4 Literatuurstudie

4.1 Inleiding

In dit onderdeel van deze scriptie wordt de literatuur betreffende community

development uitgespit. Eerst volgt een korte schets van de ontwikkeling van de

welvaartsstaat en de verschillende functies die community development daarin heeft.

Vervolgens kijken we naar de invloeden, van de staat en van de visie op participatie, op

het proces van community development. Aangezien, het Ierse Little Bray Community

Development Project als casus van deze studie dient, zal de Ierse context worden

uitgediept, specifiek de huidige gang van zaken en de uitdagingen waar community

development voor staat. Tot slot wordt aan de hand van de radical community

development-theorieën van Ledwith (2007) een model opgesteld voor het proces van

community development. Stap voor stap wordt het proces naar meer sociale

rechtvaardigheid doorlopen.

4.2 De geschiedenis van community development

4.2.1 Vóór de welvaartsstaat

De band tussen burgerschap en democratie bestaat reeds sinds de Franse Revolutie. Het

toenmalig burgerschap betreft de idee van de individuele autonomie en de rechten van

burgers. ‘Goed burgerschap’ gaat ervan uit dat men in staat moet zijn tot economische

zelfstandigheid en zich moet aanpassen aan een dominante consensus. Daarbij is

community development en volwassenenonderwijs belangrijk voor de individuele en

collectieve emancipatie. Men leert hierbij immers de vaardigheden en benodigde kennis

om te overleven in de moderne samenleving. Deze nieuwe kennis is in staat om op

individueel vlak sociale ongelijkheden te compenseren en verschillen in kansen op te

heffen door de individuele verdiensten te verhogen. Men leert voor zichzelf te zorgen en

wordt getraind om te participeren op sociaal, economisch en politiek vlak (Verschelden,

De Droogh & Bouverne-De Bie, 2006).

Binnen deze benadering van burgerschap als burgerlijke verantwoordelijkheid is

autonomie een kernconcept. Men gaat uit van een ‘sociaal contract’-traditie, waarin

wederzijds voordeel en wisselwerking de morele sleutelconcepten vormen. Op die manier

ontstaat er een onderscheid tussen ‘ingeslotenen’ en ‘uitgeslotenen’, waarbij deze

laatste, bijvoorbeeld jongeren en personen met een beperking van bij het begin uit het

‘sociaal contract’ worden geweerd. Het ‘sociaal contract’ geldt immers slechts voor vrije,

rationele en onafhankelijke personen (Rawles, 1971; In: Verschelden, De Droogh & De

Bie, 2006).

Page 12: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

7

4.2.2 De welvaartsstaat

Bij het ontstaan van de welvaartsstaat gaat men ervan uit dat deze de contradictorische

krachten van het kapitaal en de arbeid kan verzoenen. In deze visie moet community

development zorgen voor de diensten aan de werkende bevolking. In 1968, stelt het

Gulbenkian Report dat community work moet zorgen voor: “The means by which the

diverse demands could be mediated and managed through the application of expertise,

promoting universalist social citizenship” (Clark, 1996, p. 402; In: Shaw & Martin, 2000).

Het probleem is hierbij gedefinieerd op twee manieren. Enerzijds vanuit een sociale

pathologie, waarbij het probleem bij groepen en individuen gelegd wordt. Anderzijds

vanuit een institutionele deficiëntie, waarbij de instituties niet goed afgestemd zijn op de

noden en behoeften van groepen. De pathogene groepen moeten worden geïntegreerd in

de samenleving en de instituties moeten inspelen op vragen van deze groepen. Op die

manier worden de ‘losse eindjes’ van de samenleving mooi weggewerkt. Hierbij wordt

burgerschap nog steeds gezien vanuit een ‘liberaal bourgeois’ model. Het zijn immers

slechts die mensen die voldoende mogelijkheden hebben, die kunnen bijdragen aan het

sociale contract (Verschelden, De Droogh & De Bie, 2006).

Naarmate de sociale welvaartsideologie steeds verder doordringt in het politieke beleid,

verkrijgt het individuele burgerschap een meer collectieve oriëntatie. Rechten en plichten

zijn een collectieve eigendom waaraan iedereen in het democratisch proces moet

bijdragen. De nadruk ligt op een collectieve verantwoordelijkheid. Men moet eigen

keuzes maken, rekening houdend met de publieke belangen en de realisatie van

democratische waarden. Men wil ‘uitgeslotenen’ individuele competenties aanleren,

waardoor ze opnieuw kunnen aansluiten bij de samenleving. Hierdoor creëert men een

structureel residu van mensen, die niet over de competenties beschikken om tot de

dominante samenleving te behoren. Burgerschap wordt gezien als een karaktertrek en

onder voorwaarden afgedwongen. Community development, vertrouwend op de kennis

van ervaringsdeskundigen, ontwikkelt zich als een bottom-up proces, dat opkomt tegen

structurele onderdrukking (Verschelden, De Droogh & De Bie, 2006).

Participatie speelt hierin een steeds belangrijkere rol. Deze participatie wordt

professioneel en institutioneel opgevolgd en wordt uitgedrukt in instrumentele en

individuele termen. Mensen worden uitgesloten op basis van individuele kenmerken,

zonder rekening te houden met de politieke en/of sociale structuur die eveneens kan

uitsluiten. Methodes van community development, specifiek gericht op het integreren van

non-participanten, schijnen slechts de kloof te vergroten tussen deelnemers en zij die

niet deelnemen (Verschelden, De Droogh & De Bie, 2006).

Page 13: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

8

4.2.3 Welvaartsstaat onder druk

Verschillende bedreigingen zetten vanaf de jaren tachtig deze welvaartsstaat onder druk.

Eén hiervan is de globale recessie en de toename van de werkloosheid, net als de

opkomst van de globalisering en de ideologie van de vrije markt. Langzaamaan komt er

kritiek op de welvaartsstaat. Het wordt duidelijk dat deze niet in staat is haar doelen te

bereiken en meer nog, dat ze deel van het probleem is. Dit wordt door Stuart Hall (1989,

p. 403; In: Shaw & Martin, 2000) het ‘autoritaire collectivisme’ genoemd.

Het collectieve burgerschap tijdens de welvaartsstaat wordt enerzijds ingevuld als een

distributief proces, waarbij bronnen en macht worden (her)verdeeld. Anderzijds wordt

burgerschap gezien als een ontwikkelingsproces dat de politieke verantwoordelijkheid

(het recht en de plicht om te stemmen) van burgers moet aanwakkeren en hen moet

vormen tot meer actieve en participatieve burgers. Deze opsplitsing wijst op een

onderscheid tussen burgerschap als een individueel toegekende politieke status en

burgerschap als een collectief verworven sociale praktijk. Men houdt in deze visie geen

rekening met de politieke en economische context waarbinnen burgers zich bevinden en

men gaat ervan uit dat burgers in grote mate autonoom kunnen handelen (Shaw &

Martin, 2000).

Naarmate de welvaartsstaat steeds meer onder druk komt te staan, wordt community

development ingelijfd om de welvaartsstaat te managen. Het moet zorgen voor welvaart

in de samenleving, ondanks de economische achteruitgang en sociale veranderingen.

Community development bepaalt en controleert dan sociale veranderingen en wordt deel

van het staatsapparaat om armoede te reguleren. Community workers moeten steeds

meer mediëren tussen de verschillende vragen en deze soms beperken. Op die manier

gaat community development steeds meer over het overdragen en bevestigen van

bepaalde gewenste attitudes en waarden, zodat deze voldoen aan een culturele norm. Dit

terwijl community development ook voor sociale verandering en collectieve actie staat.

Community development wil de mensen overtuigen van hun kracht en mogelijkheden om

controle te nemen over hun eigen leven. Het wil de dominante ideologie in vraag stellen.

Deze ambivalente relatie tussen de staat en community development wordt in een

structuralistische kritiek aan de kaak gesteld. Community development moet tegelijk

zorgen voor het bestendigen en in vraag stellen van de dominante ideologie. Deze kritiek

plaatst de problematiek van ‘vergeten’ groepen op de politieke agenda en beschouwt

gemeenschappen als domeinen van eeuwige strijd. Het heeft echter geen onmiddellijk

nut voor de community worker en kan hem niet op de toekomst voorbereiden. Bovendien

wordt de staat als een passief orgaan beschouwd, wat niet strookt aan de realiteit (Shaw

& Martin, 2000).

Page 14: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

9

De kritiek heeft als effect dat mensen en vooral community workers steeds meer

wanhopen. Daardoor wordt community development nog meer gemarginaliseerd, wat de

opkomst van het neoliberalisme en de New Right in de hand werkt (Shaw & Martin,

2000).

4.2.4 Neoliberalisme

In de jaren tachtig en negentig komt met Margareth Tatcher, het Pinochet regime,

Reagan en programma’s van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank, een

New Right-ideologie aan de macht met als kernidee: ‘Minder staat, meer markt en meer

individuele verantwoordelijkheid’ (Lorenz, 2005, p. 93). Hierdoor komen enkele van de

basisideeën van de sociale welvaartsstaat onder druk te staan. De ideologische en

institutionele herstructurering gaat gepaard met enkele vergaande veranderingen. Op

vlak van economie is er sprake van een intensifiëring van de competitie tussen

marktsystemen, die onder invloed van de globalisering en de vrije marktideologie niet

langer gebonden zijn aan nationale economische belangen. Men probeert immers de

‘onzichtbare hand’ van de staat in de economie te bevrijden, zodat de markt

zelfregulerend te werk kan gaan. Er komt een informalisering van sociale relaties en van

politieke representatie. Op vlak van arbeid is er flexibilisering en activering en op het

culturele domein kan men een versoepeling van de traditionele waarden en normen zien.

Mensen kunnen hun eigen keuzes maken en hun levensloop samenstellen (Lorenz, 2001,

2005; Shaw & Martin, 2000).

Er is echter ook sprake van een individualisering van risico’s en privatisering van sociale

solidariteit. De sociale zekerheid, die jarenlang een element van modernisering was om

mensen te behoeden van sociale kwetsbaarheid en te integreren in tijden van

modernisatie en industrialisatie, wordt nu gezien als een hinderpaal voor economische

vooruitgang. Zoals Lorenz (2001) het zegt: “The notion of ‘the social’ itself looked as if it

was losing all significance, to be replaced by rampant individualism, tempered only by

the emphasis on neoliberalism placed on family solidarity and mutual support.”(p. 596).

Diensten ondergaan een deregularisering, privatisering en flexibilisering. Ze worden

heringericht als quasi-markten. Dit heeft als effect dat de staatmacht weliswaar meer

diffuus, maar tegelijk doordringender wordt. Publieke diensten worden vaak niet genoeg

gesubsidieerd en lopen met te weinig bronnen achter om het op te nemen tegen privé-

diensten (Lorenz, 2001, 2005; Shaw & Martin, 2000).

Omwille van Tatcher’s beroemde uitspraak: “There is no such thing as society”, spreekt

het voor zich dat community development nog meer gemarginaliseerd wordt. Hun

residuele rol beperkt zich tot het verzorgen van diensten voor de marges van de

samenleving. Ze moeten instaan voor de “control and containment of deviants” (Lorenz,

2001, p. 605).

Page 15: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

10

Hierbij wordt het burgerschapsbegrip nog verder geliberaliseerd. De nadruk in de gehele

samenleving ligt immers op de individuele zelfexpressie. Burgerschap wordt gedefinieerd

op basis van de doorleefde dagelijkse ervaringen van mensen, die risico’s en

verantwoordelijkheden delen (Lorenz, 2001, 2005; Shaw & Martin, 2000).

4.2.5 De ‘Derde Weg’-benadering

Dit neoliberalisme wordt eind de jaren negentig vervangen door de ‘Derde Weg’-

benadering, aangegeven in theorie door Giddens (1998; In: Shaw & Martin, 2000) en

geïmplementeerd door de Blair-regering tijdens zijn premierschap in Groot-Brittannië

tussen 1997 en 2000. Van Oenen (2002) zegt hierover:

Het rauwe dogmatische, rechts-liberale denken van Reagan en Tatcher in de jaren

tachtig heeft in de jaren negentig een gematigder vervolg gekregen in de ‘derde

weg’ bestuursfilosofie. De overheid treedt terug, decentraliseert, verzelfstandigt of

privatiseert onderdelen van haar apparaat. En probeert zich toe te leggen op

‘regie’. Burgers, als privé-persoon of als ondernemer, krijgen hierdoor meer

ruimte om de inrichting van de samenleving naar eigen voorkeuren en inzichten

vorm te geven. (p. 93)

Een goede samenleving bestaat, aldus deze benadering, uit een partnerschap tussen de

gemeenschap, de overheid en de markt. Dit partnerschap beslaat verschillende sectoren,

waaronder de sociale sector. Binnen deze sector wil men investeren in menselijk kapitaal

en in de sociale infrastructuur, met het oog op een meer dynamische en flexibele cultuur,

dat leidt tot een nieuwe kijk op de rol van de staat en de markt (Dekker, 2001; Van

Oenen, 2002).

De ‘Derde Weg’-benadering neemt zowel afstand van het neoliberalisme, als van de

sociale democratie, die de staat als oplossing voor alle problemen ziet. De rol van de

staat binnen deze ideologie is het aanmoedigen van het moderniseringsproces. Dit wil

zeggen het aanwakkeren van het initiatief en de zelfstandigheid van burgers, opdat zij

voor zichzelf zouden kunnen zorgen. Men kan als het ware spreken van een

(her)moralisering van de gemeenschap, een individualisering van problemen en een

vergroting van het persoonlijke risico. Men moet de consequenties van eigen keuzes

leren dragen (Dekker, 2001; Van Oenen, 2002).

Community development wordt onder deze beleidsvisie nog verder gemarginaliseerd en

de gemeenschap wordt opnieuw gemoraliseerd. Community workers brengen de

boodschap van de ‘Derde Weg’. Ze worden publieke onderwijzers, die moeten zorgen

voor het moderniseringsproject in de samenleving. Publieke zorgen worden verder

hertaald in private problemen en de hulpbehoevenden worden bemoedigd om zichzelf te

helpen. Community development-initiatieven zijn grotendeels beperkt tot duurzame

Page 16: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

11

economische regeneratie van wijken en buurten. Deze verandering gaat gepaard met een

verdere ideologische verwarring, waarbij nog meer rechten worden hertaald in plichten

(Bussemaker, 2001; Ledwith, 2007).

Onder invloed van de vermarkting van diensten en de toenemende vrije markt cultuur,

die gepaard gaat met een competitieve consumenten-cultuur, veranderen ook de

attitudes en patronen van mensen in armoede. Tot dan toe kon er sprake zijn van een

arbeidersklasse-solidariteit. Mensen in armoede steunden elkaar en verzetten zich tegen

de dominante cultuur. Deze solidariteit verdwijnt. Er is steeds meer sprake van

horizontaal geweld en armen komen niet langer op voor elkaar. Deze verandering in

sociale attitudes en patronen van armoede heeft vergaande gevolgen (Ledwith, 2007).

4.2.6 Democratische vernieuwing: de uitdaging van actieve burgers

Aangezien we in deze scriptie pleiten voor een radical community development-

invalshoek, moet community development, vóór ze enige invloed kan hebben, opnieuw

een plaats in de samenleving verwerven. Democratische vernieuwing is dan niet enkel

een politieke en sociale noodzaak, maar ook een educatieve taak, waarbij men de

krachten van uitsluiting in vraag moet stellen en een actief en inclusief concept van

burgerschap moet nastreven. Daarbij moet men rekening houden met bovenstaande

bedreigingen. De globalisering ondermijnt steeds meer de relatie tussen de staat en de

civil society. Deze wordt steeds meer gezien als een surrogaatstaat, door vernieuwingen

als governance en participatie. Maar het is ook de plaats waar mensen leren om actieve

burgers te zijn, en dit mag zeker niet over het hoofd worden gezien. Daarom is het

noodzakelijk dat de politiek haar beleidstaken heropneemt, in tegenstelling tot wat in de

‘Derde Weg’-benadering naar voren komt. De herpolitisering van de politiek moet gezien

worden als een proces, waarbij iedereen kan bijdragen en burgerschap bijgevolg als een

collectief verworven en telkens opnieuw te verwerven sociale praktijk wordt gezien. Deze

opnieuw gepolitiseerde politiek zou dan een radicaal inclusieve praktijk zijn (Shaw &

Martin, 2000; Verschelden, De Droogh & De Bie, 2006).

Naast deze herpolitisering van de politiek is een nieuw en radicaal begrip van

burgerschap nodig. Hierin speelt humaniteit een belangrijkere rol dan autonomie.

Humaniteit slaat op een betrokkenheid en een zorg voor de wereld als geheel. Hierbij

gebruikt Arendt (1958, p. 9; In: Verschelden, De Droogh & De Bie, 2006) de term ‘Philia

politike’. Dit is een creëren van een gemeenschappelijke wereld door conversaties tussen

mensen over hun verschillende inzichten in en over de wereld. Op die manier kan men

ieders perspectief en hun posities begrijpen. De gemeenschap wordt een publieke ruimte

om die verschillende meningen uit te drukken, te ervaren en uit te wisselen Dit is wat

Freire met een ‘cultureel forum’ bedoelde. Dit relationeel burgerschap, gevormd door

onderhandelingen en wederzijdse aanpassing, is een kwaliteit van de samenleving, niet

zozeer van individuele mensen. Het erkent voornamelijk de (inter)afhankelijkheid van

Page 17: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

12

mensen en zorgt ervoor dat er solidariteit door diversiteit ontstaat. Het gaat om een

pluralistische en inclusieve vorm van burgerschap, die gevormd wordt in een proces en

bijdraagt tot het begrijpen en leren van democratische waarden. Deze democratische

waarden verwijzen naar interafhankelijkheid en verbondenheid en naar de mens als

relationeel wezen.

Binnen deze benadering van burgerschap moet community development zorgen voor

reflectie op de huidige gang van zaken, voor het in vraag stellen en uitdagen van de

aannames van de welvaartsstaat. Het kijkt naar microsituaties in verband met macro

sociale, economische en politieke contexten en treedt op als een agent of social change

(Verschelden, De Droogh & Bouverne- De Bie, 2006).

4.3 Invloeden op community development

4.3.1 Invloed van de staat

Lund (2002) erkent in zijn “Understanding State Welfare: Social Justice or Social

Exclusion?” twee verschillende visies op de welvaartsstaat. Enerzijds kan de organisatie

van de welvaartsstaat passen binnen een theory for welfare. Hierbinnen ontwikkelt men

een efficiënte, eerlijke en staatsgebonden sociale administratie. Anderzijds zijn er staten

die uitgaan van een theory of welfare. Daarin wordt het belang van de organisatie van

sociale relaties onderstreept. Volgens aanhangers van deze theorieën ontstaat er steeds

een specifiek patroon die mensen in- of uitsluit.

Binnen een theory for welfare is er geen plaats voor gemeenschapsvorming. Er wordt één

algemeen efficiënt staatsorgaan gecreëerd. Er is bijgevolg geen plaats om problemen

omtrent sociale onrechtvaardigheid en uitsluiting aan te kaarten. Enkel ‘erkende’ groepen

kunnen genieten van de voordelen van deze ‘eerlijke’ administratie. Voor groepen in de

marge, groepen buiten de samenleving, niet-erkende groepen, is er geen plaats. Er

wordt ook geen rekening gehouden met verandering binnen dit staatsgebonden systeem.

Dominante groepen zullen de stabiliteit proberen te bewaren en bijgevolg zijn zij geen

voorstander van verandering en vernieuwing. Hierbij is het belangrijk te kijken hoe

binnen dit staatssysteem omgegaan wordt met economische en globale veranderingen.

Deze moeten opgevangen worden binnen dit systeem, zo niet zullen meer en meer

mensen verzeilen in de niet-erkende groepen en in de marge van de samenleving

belanden. De theory of welfare bekijkt de organisatie van sociale relaties en is

dynamisch. Het zal zich aanpassen aan veranderende omstandigheden. Binnen deze

theorie speelt gemeenschapsvorming een rol in het aanpassen aan verandering en het

verzekeren van inclusie van alle groepen door middel van een analyse van de organisatie

van sociale relaties en bijgevolg ook een analyse van macht (Lund, 2002).

Page 18: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

13

Politieke bewegingen, die opkomen voor een grotere publieke betrokkenheid bij het

verdelen van sociale producten ontstaan, in de late 19de eeuw. Identificatie van het

sociale product leidt tot het in vraag stellen van sociale rechtvaardigheid. Door het

organiseren van herverdeling kunnen de maatschappelijke posities van sommige

personen of groepen in vraag worden gesteld. Hoe dit gebeurt en de impact ervan is

afhankelijk van de kijk op de rol van de staat in dit proces (Lund, 2002).

Wanneer de staat uitgaat van een Fabian Socialism–visie, dan speelt de staat een directe

en voorname rol in de verdeling en voorziening van diensten. Dit is een theory for

welfare en getuigt van een sociale administratiebenadering. Er is een gecentraliseerd

beleid, waarbinnen geen plaats is voor gemeenschapsvormende projecten. In deze

benadering is er weinig ruimte voor de strijd tegen sociale uitsluiting. De staat heeft de

algemene waarheid in pacht en maatschappelijke posities worden gecompenseerd door

staatsdiensten. In deze visie blijven de structuren intact en wordt de status quo

behouden (Lund, 2002).

Neoliberalen delen deze visie in die zin dat binnen dit systeem sprake is van een centrale

sociale administratie. De staat voorziet diensten, voornamelijk voor het wegwerken van

materiële obstakels en is het primaire mechanisme voor sociale rechtvaardigheid. De

staat probeert te zorgen voor gelijke startposities voor alle burgers, doch houdt geen

rekening met verschillen in competenties, achtergrond, context, … Er is geen aandacht

voor sociale en culturele factoren. Deze neoliberale visie lijkt een technisch–functionele

benadering van community participation voor ogen te hebben. Gemeenschapsvormende

projecten dienen enkel voor het wegwerken van belemmeringen en worden

instrumenteel en rationeel gebruikt, zonder de algemene structuur in vraag te stellen

(Lund, 2002).

4.3.2 Invloed van de theoretische visie op community participation

Fraser (2005) onderscheidt op vlak van community participation vier verschillende

vormen. Elk van de definities in de probleemstelling (punt 3) worden in meer of mindere

mate bepaald door deze benaderingen van participatie. Hoe participatie wordt ingevuld,

is bepalend voor de invulling van een community development-project. De vier

benaderingen zijn de economisch-conservatieve benadering, de technische-functionele

benadering, de progressieve benadering en de radicale benadering. De achterliggende

ideeën over gemeenschapsvorming en de rol van de gemeenschap in het algemeen

bepalen het doel van gemeenschapsprojecten en de invulling ervan. Met het oog op de

definitie van Ledwith (2007) en haar vijf vitale punten van radical community

development gaan we op zoek naar een benadering die vertrekt van de transformatieve

krachten van gemeenschapsvormende projecten, het zoeken naar kernoorzaken van

problemen en het veranderen van de sociale orde.

Page 19: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

14

Beginnend bij de benadering die het minst belang hecht aan community development,

start men bij de economisch–conservatieve benadering. Binnen deze aanpak wordt

gemeenschap, en de steun die ervan uitgaat, als vanzelfsprekend beschouwd.

Gemeenschap wordt meer in de privé-sfeer gesitueerd. De gemeenschap heeft slechts

een minimale invloed in de samenleving. De uitspraak van Tatcher, waarnaar werd

verwezen in punt 4.2.4, over het niet bestaan van een gemeenschap, is kenmerkend

voor deze benadering. Er zijn niet veel gemeenschapsprojecten, maar de eventuele

projecten die er toch zijn, zijn gericht op winstbejag en worden bepaald door

economische en businessinvloeden. Ze hebben slechts een minimaal verband met

rechtvaardigheid en duurzaamheid en bewerkstelligen geen verandering in de sociale

orde. De hogere (economische) klasse houdt stevig de touwtjes in handen en probeert

via deze projecten zijn positie in de samenleving te garanderen. Er verandert weinig aan

de fundamenten van sociale uitsluiting en kansarmoede. Deze vorm van

gemeenschapsparticipatie zal men in het kader van deze scriptie niet verder uitwerken.

Deze projecten zijn immers niet in staat tot grotere veranderingen (Fraser, 2005).

Een tweede aanpak van gemeenschapsparticipatie is de technisch–functionele

benadering. Deze ziet de gemeenschap als een harmonieus, homogeen en stabiel orgaan

in de samenleving. Dit orgaan heeft enige invloed, maar zal de operations of capital niet

beïnvloeden. Men gaat erin op zoek naar de optimale oplossing voor sociale problemen,

men zoekt dus naar die oplossing die minimale opschudding veroorzaakt en maximaal

efficiënt is. Deze benadering is theoretisch gebaseerd op het liberalisme, utilitarisme,

rationalisme en kapitalisme. Gemeenschapsvormende projecten binnen deze benadering

zijn wetenschappelijk bewezen, efficiënt en gestandaardiseerd. Ze betrekken groepen uit

de samenleving bij besluitvorming, maar betrekken slechts gevestigde en

gerenommeerde groepen. De sociale orde wordt in deze benadering grotendeels bewaard

en uitgesloten groepen worden steeds meer in een uithoek van de samenleving

gedwongen (Fraser, 2005). Deze benadering ziet men in zekere mate gereflecteerd in de

definitie van Flecknoe en McLellan (1994). Zij benadrukken de individuele aan- en

inpassing in het systeem. Projecten zijn volgens hen belangrijk opdat mensen hun eigen

rechten zouden kunnen opeisen en persoonlijke vaardigheden en vertrouwen zouden bij

winnen. Er is ook enige aansluiting bij het neoliberalisme en de ‘Derde Weg’, in die zin

dat in deze twee stromingen de belangen van de markt voorrang hebben op de belangen

van de samenleving.

Een derde benadering, beschreven door Fraser (2005), is de progressieve of

empowerment-benadering. Deze visie ziet in de gemeenschap tijdelijke organisaties, die

krachten en besluitvorming bundelen om sociale of ecologische problemen in de gehele

wereld aan te kaarten. Het is een methode die sociale vaardigheden nastreeft, door

incrementele hervormingen aan het beleid, in plaats van echte structurele

veranderingen. Deze benadering is gebaseerd op het eco-feminisme, het liberaal

humanisme, het post-kolonialisme en post-modernisme. Het prioritaire doel van deze

benadering is nieuwe beleidsvormen en programma’s te ontwerpen die tegemoet komen

Page 20: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

15

aan sociale noden en welzijn proberen te garanderen, net als milieubescherming en het

aanpakken van sociale ongelijkheden. Deze aanpak kan echter niet garanderen dat

participatie van niet-professionelen voor henzelf nut heeft. Bovendien bestaat het gevaar

dat dominante groepen steeds de bovenhand krijgen, ten koste van minder

gesubsidieerde en minder goed gerepresenteerde groepen. Deze benadering is minder

ambitieus dan de radicale benadering, wat zijn aantrekkingskracht bij sommigen

versterkt. In de definitie van Lee (2006) ziet men kenmerken van deze benadering

terugkomen. Zo legt zij bijvoorbeeld geen nadruk op een analyse van macht, maar wel

op het aanpassen van het beleid. Ook het empowerment-begrip speelt bij haar een

belangrijke rol.

De radicale of transformatieve benadering van community participation ten slotte ziet de

gemeenschap als een plaats waar gewone mensen elkaar ontmoeten en thema’s

bediscussiëren. Deze benadering haalt elementen uit het marxisme, het anarchisme, het

socialisme, het radicaal feminisme en de kritische theorie. Het doel van deze benadering

is het radicaal veranderen van de globale sociaal-economische orde, door het

persoonlijke aan het lokale, nationale en globale te verbinden met alle gebieden van het

leven, waarop mensen worden uitgesloten, vervreemd en gediscrimineerd worden van

volledige participatie. Deze radicale verandering pakt men aan door het herverdelen van

bronnen op basis van behoeften. Deze aanpak bestaat uit subversieve methodes,

onmiddellijke actie en educatie en is gebaseerd op een analyse van macht. Het is een

fundamentele bottom-up benadering, vanuit een heldere visie op een gelijkwaardige,

juiste en inclusieve wereld (Fraser, 2005). De definitie van Ledwith (2007) is gebaseerd

op deze benadering. In haar definitie van community development, stelt zij dat er een

analyse van macht noodzakelijk is om kernoorzaken van problemen te vinden. Ze legt

het verband tussen het persoonlijke en het globale en politieke. Bovendien heeft Ledwith

dezelfde theoretische achtergrond en streeft zij naar een radicale verandering voor een

rechtvaardiger en menswaardiger wereld waarin elke persoon een inbreng heeft.

4.4 De Ierse context.

Community development in Ierland is terug te leiden tot het cooperative development

movement die meer dan een eeuw geleden ontstond. Sinds die tijd hebben verschillende

filosofieën en benaderingen een invloed gehad op de organisatie ervan. Vele van deze

paradigma’s zijn niet prioritair bezig met het aanpakken van armoede, maar veeleer met

het versterken van de gemeenschappelijke solidariteit, het genereren van sociale

economie en het leveren en ontwikkelen van lokale diensten. Deze diensten werken

oorspronkelijk aan het vormen van een brug naar betere levenscondities. Men vertrekt

vanuit een conservatief model, onder leiding van de clerus, onderwijzers of dokters (Lee,

2003).

Page 21: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

16

Men ziet dat vóór de jaren zestig de gemeenschap niet echt is opgenomen in het Ierse

beleid. Hoewel er enige community development is onder de vorm van het cooperative

development movement, ziet men dat deze niet volledig is erkend en opgenomen.

Bovendien is dit beperkt tot het opzetten van economisch geïnspireerde projecten. Dit is

kenmerkend voor een economisch–conservatieve benadering van community

participation, beschreven door Fraser (2005)(zie ook punt 4.3.2). Deze projecten zijn

niet in staat de doelen van community development, sociale veranderingen en collectieve

actie, te bereiken. Ze stellen immers de bestaande sociale structuren en de gevestigde

economische waarden niet in vraag. Ze bereiken weinig sociale verandering met het oog

op een meer menswaardige wereld (Lee, 2003).

Vanaf de jaren zestig is er een sterke groei van community development-activiteiten in

geheel Ierland. O’Cinneide & Walsh (1990; In: Lee, 2003) erkennen vier sporen in hun

werking. Ten eerste worden er lokale coöperatieven gecreëerd, die op zoek gaan naar

lokale bronnen en hiervan gebruik maken. Deze projecten hebben een commerciële

inslag en genieten directe staatssubsidies. Ten tweede zijn er projecten die zich

concentreren op de voorziening van lokale sociale diensten. Een derde spoor verzorgt

projecten rond werklozen en tewerkstelling. Men is vooral actief op vlak van het creëren

van banen en het voorzien van training. Alsook het lobbyen voor subsidies en voor de

rechten van werklozen. Ten slotte worden er projecten opgezet, na de (her)ontdekking

van armoede in de vroege jaren zeventig, met het oog op het bestrijden van armoede.

Tegelijk komt vanaf de jaren zeventig meer en meer aandacht voor het aanmoedigen van

zelfhulp en directe actie. Gedurende deze periode beschikt community development over

onvoldoende middelen. Organisaties zijn meer bezig met het zoeken naar en beheren

van de weinige middelen, dan met het bereiken van hun doelen of hun doelpubliek. Eén

manier om hieraan tegemoet te komen en extra middelen te verwerven, is door het

voorzien van werkgelegenheids- en arbeidstrainingsprojecten, onder de vorm van

community employment waarvoor, mede door Europese steun, middelen voorzien zijn

(Lee, 2003).

Sinds de jaren zestig ziet men eveneens een verandering in de benadering van

participatie vanuit het Ierse overheidsbeleid. De gemeenschap en de community

development-sector worden erkend. Men gaat op zoek naar de optimale oplossing voor

sociale problemen, die minimale opschudding veroorzaakt en maximaal efficiënt is. Men

zet verschillende nieuwe projecten op die moeten bijdragen in de strijd tegen armoede

en sociale uitsluiting. Deze projecten blijven echter opereren binnen de operations of

capital. De Ierse community development-projecten in de jaren zestig tot negentig

hebben slechts beperkte middelen en proberen daarmee maximale resultaten te bereiken

(Lee, 2003). Dit is kernmerkend voor de technische-functionele benadering beschreven

door Fraser (2005). Dit werd al eerder aangehaald in paragraaf 4.3.2.

Page 22: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

17

Sinds de jaren negentig verandert de context voor community development grondig. De

staat gaat de sector niet alleen erkennen, maar ook ontwikkelen en ondersteunen als een

manier om armoede en sociale uitsluiting tegen te gaan. Het Combat Poverty Agency

wordt in 1989 geïnstalleerd met als opdracht om community development te ontwikkelen

en ondersteunen als middel om tegen armoede te strijden. Verder wordt het Community

Workers Cooperative ontwikkeld. Zij benaderen community development als een manier

om sociale verandering te bekomen. Het National Community Development Programme,

dat vooral focust op achtergestelde buurten en groepen, wordt in 1990 door de overheid

geïnstalleerd. Momenteel zijn er meer dan driehonderd projecten door dit programma

gesubsidieerd. Verder wordt door de overheid het Local Development Programme

ontwikkeld. Dit ontwikkelt buurtgerichte partnerschappen, met als doel langdurige

werkloosheid, economische achterstelling en sociale uitsluiting aan te kaarten. Naast

deze programma’s en projecten waarin community development gezien wordt als een

manier om armoede te bestrijden, wordt het erkend als een methode om mensen die

sociale en economische uitsluiting ervaren aan het woord te laten. Dit gebeurt door

middel van een lokaal hervormingsprogramma, dat de ontwikkeling van nieuwe vormen

van governance en participatieve besluitvorming mogelijk maakt en zo de actieve

betrokkenheid en participatie van burgers aanmoedigt. Bovendien wordt in 1997 het

sociale partnerschap - geïnstalleerd sinds 1987 - uitgebreid met de community pilar, om

op die manier ook ‘uitgesloten’ groepen toe te laten tot de besprekingen (Lee, 2003).

Deze sociale partnerschappen ontstaan in Ierland eind de jaren tachtig als een

vernieuwde aanpak van gemeenschapsvorming. Op deze manier probeert men de

toegankelijkheid van besluitvorming te verbeteren en gelijke toegang te garanderen.

Sinds 1996 is de sociale sector erkend als een volwaardige partner. De sociale partners

worden oorspronkelijk erkend om mee te kunnen discussiëren en beslissen over de

nationale aangelegenheden. Door dit partnerschap kent de sociale sector en als gevolg

daarvan ook de gemeenschapsvormende projecten een plotselinge groei. Deze gaat

gepaard met allerlei problemen. De capaciteiten van groepen worden niet evenredig

verdeeld, waardoor sommige groepen achterblijven wegens een gebrek aan

mogelijkheden. Bovendien heeft de gehele sector een tekort aan middelen en worden

bepaalde groepen niet gerepresenteerd. Er worden veel ad hoc projecten georganiseerd

en binnen de projecten is er geen samenhang. Er is een gebrek aan horizontale en

verticale integratie. Buiten deze praktische problemen zijn er nog enkele conceptuele

problemen die moeten overkomen worden. Na verloop van tijd wordt duidelijk dat

partnerschap de participatie niet kan garanderen en het door de sociale partners

opgerichte Community Platform vertoont geen samenhang. Bovendien blijkt dit

partnerschap niet altijd evenveel impact te hebben in de besluitvorming en wordt de

macht van de staat ondermijnd door globale ontwikkelingen. Binnen dit sociale

partnerschap-model speelt de community development-sector een belangrijke rol.

Volgens Lee (2006) maakt dit model het mogelijk macht te delen in het democratisch

proces. Gemeenschapsvorming krijgt op die manier een geaccepteerde invloed op

besluitvorming in de staat en dit deelnemen in besluitvorming is een sleutelelement in

Page 23: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

18

het functioneren van het democratische systeem. In Ierland heeft dit systeem de

mogelijkheid om het beleid te informeren en te verbeteren (Broaderick, 2002; Lee,

2003).

Sinds de jaren negentig wordt de sector volwaardig erkend als middel tot het aanpakken

van sociale uitsluiting en armoede. Verscheidene hervormingen aan het beleid moeten

ervoor zorgen dat de sociale noden en het welzijn van burgers worden gegarandeerd,

terwijl men ook aandacht heeft voor milieubescherming en het aanpakken van sociale

ongelijkheden. Het betrekken van vergeten groepen wordt belangrijk, alsook de aandacht

voor alle mensen in de samenleving. Hierdoor wijzigt echter niets aan de structuur van

de samenleving. Men is niet zo ambitieus dat men hoopt de sociale orde om te gooien en

voor iedereen gelijke te kansen te creëren (Lee, 2006). Dit komt bij Fraser (2005) aan

bod onder de vorm van de empowerment of progressieve benadering van community

participation (paragraaf 4.3.2).

Maar het systeem van sociale partnerschappen heeft zijn beperkingen. De community

development-sector is binnen dit model weliswaar invloedrijk en belangrijk, maar bezit

weinig effectieve macht. Bovendien leidt de economische groei tot veranderingen in

beleidsvoering, maar minder tot veranderingen in de sociale structuur. Kortom, het

partnerschap-model faalt in het bewerkstelligen van sociale veranderingen. De lokale

partnerschappen lijken eerder de macht van de bestaande orde te bevestigen en te

verbreden. Dit zou beïnvloed kunnen zijn door de afwezigheid van een discussie over de

invulling van de macht (Broaderick, 2003;Lee, 2006).

Door de afwezigheid van een discussie over macht en aangezien het gehele Community

Development Programme gesubsidieerd wordt door de Ierse regering, kan men (volgens

Fraser) geen radicale of transformatieve benadering van community participation

bekomen (2005) (punt 4.3.2). Aangezien de projecten gesubsidieerd worden door de

regering en ook aan hen verantwoording moet worden afgelegd, zijn zij niet in staat

projecten te organiseren die een radicale globale verandering in de sociaal-economische

orde bewerkstelligen.

4.4.1 The white paper (2000)

In 1997 is de “Supporting Voluntary Activity: a Green Paper on the Community and

Voluntary Sector and its Relation with the State” geschreven. Deze omschrijft de

toenmalige toestand in de community and voluntary sector. Het tracht een

allesomvattend raamwerk voor de steun aan deze sector op te stellen en

voorbeeldpraktijken te promoten. Het doet voorstellen om de relatie met de staat te

ondersteunen en te verdiepen. Hieruit ontstaat in 2000: “A Framework for supporting

Voluntary Activity and for developing the relationship between State and Community and

Voluntary sector”, kortweg de white paper. Deze probeert door middel van een

Page 24: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

19

dynamische aanpak een gezamenlijk conceptueel kader te schetsen, rekening houdend

met de verschillende dimensies van probleemanalyses. De sector tracht op die manier bij

te dragen tot een democratische en pluralistische samenleving. In de white paper wordt

ook de mogelijkheid van een gedecentraliseerd beleid en projectwerk aangegeven. Het

hoopt participatieve structuren en een klimaat tot het verbeteren van de kwaliteit van

leven te creëren. Deze aanpak brengt verschillende problemen met zich mee. In Ierland

is een uiterst gecentraliseerd beleid van kracht, aan de vraag van decentralisatie kan dus

slechts moeizaam tegemoet gekomen worden. De beleidsvoering is verspreid over

verschillende departementen, wat tot fragmentatie en verwarring leidt. Deze

fragmentatie manifesteert zich op lokaal niveau, door de complexiteit van actoren in de

gemeenschap en door de afwezigheid van een collectieve identiteit (Broaderick, 2002).

4.4.2 Kansen en bedreigingen

Deze evoluties op vlak van gemeenschapsvorming brengen heel wat ontgoocheling met

zich mee, aangezien men ziet dat participatie in een partnerschap niet per definitie leidt

tot een radicale verandering. Het principe van partnerschap en het beoogde opbouwen

van een consensus heeft goede resultaten, maar er ontstaat eveneens een reductie in

collectieve actie. Het is erg (tijds)intensief en er komt geen debat op gang over de

fundamenten van kansarmoede en sociale uitsluiting, noch over mogelijkheden om

negatieve consequenties voor het sociale leven te bestrijden. Participeren blijkt een nobel

doel, maar dit participeren impliceert binnen community development ook een analyse

van macht. Maar aangezien de bestaande machtstructuur in Ierland ook de middelen

voor community development voorziet, is het moeilijk om de macht zelf in vraag te

stellen. Dit werd reeds eerder aangehaald in punt 4.2.2, met de structuralistische kritiek

(Lee, 2006).

Binnen community development komen enkele kritieke punten onder vuur te liggen. Lee

(2006) somt volgende punten op:

- Nadruk op het lokale niveau:

De nadruk binnen al deze projecten ligt op lokaal niveau, maar factoren van armoede

zijn niet te herleiden tot het lokale niveau. Een integratie van activiteiten op het

lokale gebied en nationale besluitvorming zijn noodzakelijk. De toewijding op het

lokale niveau is duidelijk, maar deze is minder doorzichtig op het nationale niveau,

wat leidt tot wederzijds wantrouwen. Dit heeft een negatieve impact op

beleidsvoering. Het overbrengen van belangrijke aandachtspunten en opmerkingen

uit dit lokale niveau is noodzakelijk, maar moeilijk.

- Benadering op basis van programma’s:

Vele organisaties binnen het Ierse Community Development Programme moeten voor

het veilig stellen van hun middelen naast het organiseren van zuiver

Page 25: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

20

gemeenschapsvormende projecten ook diensten aanbieden zoals het organiseren van

kinderopvang, arbeidsbegeleiding of eerstelijnsgezondheidszorg. Dit leidt ertoe dat

binnen de projecten steeds meer specialistische projecten ontstaan, die specifieke

problemen aankaarten. De projecten moeten steeds meer traceerbaar en

verklaarbaar zijn en staan onder leiding van een managementteam. Deze

traceerbaarheid is relevant en noodzakelijk, maar vergroot het gevaar om te

vervallen in programme paralysis, waarbij de nadruk ligt op het behouden van

programmastructuren in de plaats van op het herzien en hervormen van het

programma, om het aan te passen aan nieuwe vragen, noden en behoeften.

- Korte termijn focus:

De focus op korte termijn brengt met zich mee dat strategieën steeds bereikbaar

moeten zijn, binnen afzienbare termijn. Dit kan ertoe leiden dat moeilijke en

complexe problemen worden vermeden. Hierbij komt nog dat men meer en meer

gebruik maakt van kwantitatieve evaluatiemethodes om het bereiken van de

doelstellingen te meten, waardoor men eerder op de kwantiteit dan op de kwaliteit

let.

- Afhankelijkheid van overheidssubsidies:

Binnen het idee van het Community Development Programme schuilt een paradox.

Men ontvangt immers van de staat subsidies om de staat te veranderen. Hier werd

reeds uitgebreid naar verwezen in punt 4.2.2, met de structuralistische kritiek. Dit

kan tot spanningen leiden. Bovendien kan dit ervoor zorgen dat de staat bepaalde

aspecten van gemeenschapsvorming, die de staat niet in vraag wil stellen of

veranderen, niet subsidieert. Dit is in Ierland het geval voor bijvoorbeeld het

uitvoeren van onderzoek, informatieverstrekking, …

- Verschuiving naar een meer managementbenadering:

Sociaal agogen en andere projectleiders binnen een gemeenschapsvormend project

worden steeds meer gedwongen in een functie van manager en specialist. De

elementen van management nemen hierbij vaak de plaats in van een degelijke

inhoudelijke werking.

4.5 Het model van radical community development

Om aan de probleemstelling te beantwoorden, moeten we op zoek naar een model van

community development, die de relatie tussen de drie kernbegrippen expliciteert.

Volgens Ledwith en Asgill (2000) ontstaat er een kans voor collectieve actie door het

maken van kritische allianties. Deze bieden op hun beurt de basis om te strijden voor

een meer rechtvaardige en menswaardige wereld. Het proces om hiertoe te komen

vertrekt volgens deze auteurs vanuit de dagelijkse realiteit met zijn complexe sociale en

politieke identiteiten In wat volgt wordt verder ingegaan op dit proces en zijn

Page 26: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

21

componenten empowerment, participatie en kritische bewustzijn. Doel is een beeld te

schetsen van dit proces en de verwevenheid van de drie begrippen, zoals Ledwith (2007)

dit schets in haar boek “Community Development: a critical approach”. Eerst wordt een

algemene inleiding gegeven over de theorieën van Ledwith. Vervolgens wordt het model,

op basis van Ledwith opgesteld, stap voor stap doorlopen. Dit begint bij de

hegemonische samenleving en eindigt bij collectieve actie en een verandering in

levenskwaliteit.

4.5.1 Algemeen.

Volgens Ledwith (2007) zijn er vijf vitale kenmerken in radical community development.

Deze zijn:

- Radical community development streeft naar collectieve actie voor sociale

rechtvaardigheid en duurzame ecologie.

- Dit begint bij een proces van empowerment door kritisch bewustzijn en ontwikkelt

zich verder door participatie in lokale thema’s.

- Een kritische benadering vergt een analyse van macht en discriminatie in een

samenleving.

- Deze analyse moet begrepen worden in relatie tot dominante ideeën en de

ruimere politieke context.

- Collectieve actie, gebaseerd op deze analyse, focust op kernproblemen van

discriminatie in plaats van op de symptomen.

Elk van deze punten vormen de rode draad doorheen het model en zullen steeds

belangrijke referentiepunten zijn. Deze vijf punten en de benadering van Ledwith in het

algemeen is gebaseerd op een ‘Freire–Feminisme’-benadering. Verhalen worden daarin

gezien als dragers van persoonlijk empowerment en spelen een prominente rol in het

proces van collectieve actie voor verandering, dat start in het alledaagse leven.

Page 27: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

22

Community worker als motor

Kenmerken herdefiniëren als bronnen

Ideologie van gelijkheid

Collectieve actie met als doel:- gedeelde rijkdom- zorgende gemeenschap- creatieve gemeenschap- veilige, gezonde gemeenschap- burgergemeenschap

Hegemonische samenleving

Kritische verbanden met: - culturele context- politieke structuren- theorie= problematisering

Participatie Kritische praxis

Wens naar collectieve actie

Veranderde ontologieVeranderde epistemologie

Bewust worden van diversiteit en verschillen

Persoonlijke autonomie

Community empowerment:- persoonlijk empowerment- positieve actie- community organisation- participatie & betrokkenheid

Verhalen

Dialoog

4A

Hegemonie door ideologische overtuiging

Verandering in levenskwaliteit:- duurzaam- leefbaar- gelijkwaardig

4B

Kritisch bewustzijn

5

6

7

3

2

1

Figuur 1: Het model van radical community development op basis van Ledwith (2007).

4.5.2 Stap één: De beginsituatie

De samenleving is een complex systeem van interrelaties overheen sociale verschillen,

geschiedenissen en culturen en is in het heden bepaald door politieke en sociale trends.

De gemeenschap bestaat uit allerlei verschillende mensen, met verschillende geslachten,

verschillend van leeftijd, etniciteit, culturele achtergrond, mogelijkheden, … Deze

eigenschappen vormen de interne kenmerken van de samenleving (Ledwith, 2007)

Een heterogene groep van mensen deelt zich in verschillende subgroepen, die allen

verwikkeld zijn in een niet-aflatende strijd om de macht. Deze groepen proberen de

macht te krijgen en eens ze die hebben, proberen ze die te bestendigen. Dit doen ze

enerzijds expliciet door middel van dwang, onder druk waarbij dominante

handelingspatronen opgelegd worden. Anderzijds doen ze dit door ideologische

overreding. Dit wil zeggen dat de dominante ideeën en interesses als common sense

Page 28: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

23

worden beschouwd en gebruikt als morele overredingskracht. Zo ontstaat een dominante

ideologie, die als enige waarheid wordt aanzien. Deze dominante ideologie drukt haar

stempel op het beleid, niet alleen op politiek en sociaal vlak, maar ook op ecologisch,

economisch, historisch en cultureel vlak. Deze beleidsvoeringen vormen de externe

kenmerken van een gemeenschap of samenleving. Andere groepen, die de dominante

ideologie niet delen, worden onderdrukt en gediscrimineerd. Ze worden het zwijgen

opgelegd (Ledwith, 2007).

Deze dominante ideologie bepaalt ook de manier waarop men naar de wereld kijkt en in

de wereld staat. Men creëert op die manier ook een false consciousness, waarin mensen

niet langer geneigd zijn de realiteit in vraag te stellen. Mensen verzakken in apathie,

waarbij ze niet meer het gevoel hebben iets te kunnen veranderen aan de eigen situatie.

Dit is wat Freire ‘de cultuur van het zwijgen’ noemt. De belangen van de machtigen

worden gediend door zij die door hen worden onderworpen. Marcuse (1991; In: Ledwith,

2007) identificeert dergelijke structuren van dominantie en sociale controle, die een

‘staat van conformiteit’ genereren. Dominante ideologieën zijn pervasief en machtig en

domineren het Westerse denken. Het denken is voornamelijk in dichotomieën opgesplitst

en hiërarchisch geordend. Hierdoor kan men de werkelijkheid als gefragmenteerd en

bevreemdend ervaren.

Dit streven naar ideologische overeenstemming is ook in de wetenschap te herkennen. In

de positivistische traditie streeft men immers naar objectieve, waardenvrije en absolute

waarheden. Dit doet men ten koste van gevoelens, paradoxen, onduidelijkheden. Men

doet onderzoek op mensen in plaats van mét mensen. Men kijkt slechts naar fragmenten

van mensen, in de plaats van de hele mens en men legt het verband naar de sociale,

culturele en politieke context niet. Dit is volgens Rowan (1981; In: Ledwith, 2007)

ontmenselijkend en vaak gebaseerd op aannames die discriminatie versterken. Deze

‘culturele invasie’ dringt mensen imperialistische, Westerse waarden, geloofssystemen,

ideologieën, culturele normen en praktijken op. Educatie wordt daarbij gebruikt om

mensen te conformeren en naar de dominante normen te vormen. Burgers worden

gezien als objecten. Dit alles is niet bevorderlijk voor het ontwikkelen van kritisch

bewustzijn. Een kritische noot wordt in de kapitalistische samenleving immers sterk

ontraden (Ledwith, 2007).

De eerste stap naar community development wordt gezet wanneer community workers

een analyse maken van de heersende politieke context en de daarin spelende historische

thema’s. Hun onderzoek heeft de vorm van een participatief proces van verandering,

waarbij collectieve actie een antwoord geeft op de onderdrukking. Het is een gedeeld en

wederkerig proces van ontdekking, waarbij men in dialoog ongelijke machtsrelaties

identificeert en uitdaagt. Op zich is dit proces al empowerend. De initiële uitdaging voor

de community worker is contact te maken. Dit kan hij doen door interesses en

persoonlijk thema’s, die relevant zijn voor de dagdagelijkse ervaring van mensen, te

benoemen. Op die manier wordt het samenkomen met mensen minder bedreigend en

Page 29: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

24

kan er een ‘cultuur van respect’ ontstaan, waardoor men de apathie of de woede, die

gepaard gaat met de ‘cultuur van het zwijgen’ kan doorbreken. Zo kan een verlies van

(zelf)achting volgens Ledwith (2007) gecompenseerd worden door het nieuw ontwikkelde

(zelf)vertrouwen en gevoel van persoonlijk autonomie. Samen kan men een alternatief

vinden voor de dominante ideologie. Deze wordt gekenmerkt door een houding van

harmonie, samenwerking en nood, waarbij men zich bewust is van diversiteit en van

verschillen, maar ook van de onderlinge verbondenheid. Men wordt zich bewust van een

wederzijdse verantwoordelijkheid voor vrijheid en rechtvaardigheid. Dit is de eerste stap

naar collectieve actie, aangezien men nieuwe manieren van denken over de sociale

realiteit heeft ontwikkeld. Deze eerste verschuiving weg van een ‘cultuur van het zwijgen’

kan teweeggebracht worden door een gedeelde crisis of een kritische alliantie.

4.5.3 Stap twee: De motor achter het proces.

Inzicht in de ideologische overreding is noodzakelijk. In dit proces heeft men nood aan

een katalysator, die kan helpen de codificaties van de hedendaagse samenleving te

decontextualiseren en de basisoorzaken van onderdrukking bloot te leggen. De

community worker is bij uitstek geschikt om deze rol op zich te nemen. Hij moet

proberen de mensen tot nadenken te stemmen. Hij probeert mensen aan te zetten om

kritisch naar de samenleving te kijken en zich bewust te worden van de materiële en

ideologische tegenstrijdigheden. Mensen kunnen zich van deze discrepanties bewust

worden door het eigen ‘zijn’ in vraag te stellen en een dialoog aan te gaan met anderen

(Ledwith & Asgill, 2000; Ledwith, 2007).

De community worker kan gebruik maken van kritische educatie om dit proces op gang

te brengen. Kritische educatie kan een middel zijn tot bevrijding uit de dominantie. Het

zet mensen aan na te denken over verschillende ervaringen van andere mensen en de

vraag te stellen naar het ‘waarom’. Mensen worden hierbij gezien als subjecten, met elk

hun eigen machten en krachten. Door in dialoog te gaan over gelijkenissen en verschillen

gaan mensen samen op zoek naar de kernoorzaken van onderdrukking en worden

plaatsen van verzet gecreëerd. Mensen gaan op zoek naar wie ze zijn en wat hen heeft

gevormd. Ze zoeken naar wat mee vorm geeft aan hun leven. Dit kan tot gevolg hebben

dat de individuele mensen een versterkte identiteit verwerven, die Ledwith en Asgill

(2000) ‘persoonlijke autonomie’ noemen. Vanuit deze persoonlijke autonomie weten

mensen wie ze zijn en kunnen ze bewuste, doordachte keuzes maken. Ze zijn meester

over hun eigen leven en laten hun leven niet langer door anderen leiden. De ‘cultuur van

het zwijgen’ wordt op die manier doorbroken en ze worden verder aangezet tot het

sluiten van allianties. Ze zien verschillen dan als sterktes en verenigen zich om te streven

naar meer sociale, culturele en politieke rechtvaardigheid (Ledwith, 2007).

Page 30: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

25

Alvorens de community worker hiermee kan beginnen, moet hij de interne en externe

kenmerken van de samenleving herzien als meerwaarden en bronnen voor zijn opdracht.

Hij ziet ze dus niet langer als neutrale gegevenheden in de samenleving, maar zal er ook

bewust gebruik van proberen maken. De community worker moet hierbij steeds werken

vanuit een ideology of equality, wat wil zeggen dat hij uitgaat van wederkerigheid,

samenhorigheid, respect en waardigheid. Deze grondhouding moet vorm geven aan elk

element van zijn praktijk. Hij neemt resoluut afstand van vervreemdende methodes. Hij

streeft naar een holistische aanpak om wonden veroorzaakt door vervreemding te helen

en ondersteunt vanuit een kritische (ped)agogiek. In de taal en structuur van zijn

praktijk gaat hij op zoek naar een dieper gelegen waarheid. Hij probeert een ideologische

verandering in bewustzijn te krijgen door zich op te stellen als mede-onderzoeker in

samenwerking met de samenleving. Hij is kritisch tegenover zijn omgeving, zowel als

tegenover zichzelf en deelt de controle over het onderzoek met de mensen uit de

samenleving. Zijn praktijk is gebaseerd op waarden, met het geloof dat het vertrouwen

die hij mensen geeft, hun geloof in zichzelf herstelt. Hij neemt zijn eigen attitudes,

overtuigingen en vooroordelen onder de loep en gaat op zoek naar kennis van anderen,

opdat hij samen met anderen de kennis van de wijk kan uitbereiden. Op die manier

wordt het collectieve begrijpen naar een meer analytische niveau verheven (Ledwith &

Asgill, 2000; Ledwith, 2007).

4.5.4 Stap drie: Verhalen en dialoog

Verhalen kunnen als een instrument van empowerment worden gezien, die leiden tot

autonomie, kritisch bewustzijn en veranderingen. Ze kunnen vele rollen opnemen in het

proces van community development. Voor de verteller zal het verhaal en het vertellen

een andere betekenis hebben dan voor de luisteraar. Gedurende het hele proces komen

verhalen steeds weer terug als de leidraad tot collectieve acties. Freire stelt dat

persoonlijke verhalen moeten worden gebruikt om de politieke ‘natuur’ van het leven

duidelijk te maken. Dit komt op gang door een proces van “denunciation and

announciation” (Freire, 1985, p. 3; In: Ledwith, 2007). Dat wil zeggen dat men de

ontmenselijkende situatie analyseert en aan de kaak stelt, terwijl men een alternatief

aankondigt. De ‘kleine’ verhalen van mensen zorgen voor het vitale verband tussen het

persoonlijke en het politieke, aangezien men het perspectief van de verteller inneemt, in

zijn particuliere omstandigheden en deze verbindt met grotere zorgen, zoals educatie,

sociale rechtvaardigheid en macht (Griffiths, 2003; In: Ledwith, 2007)

Voor de verteller/schrijver zijn verhalen belangrijk als een manier om over de eigen

ervaring te reflecteren. Door het vertellen of schrijven zorgen ze er ook voor dat hun

ervaring wordt opgemerkt. Het verhaal kan als fictie bedoeld zijn en wordt door

community workers gezien als een stukje informatie waar zij nood aan hebben. Het kan

eveneens een manier zijn om een probleem onder de aandacht te brengen

(‘problematising’ van Freire, 1972; In: Ledwith, 2007). Freire stelt dat een theorie met

Page 31: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

26

het oog op verandering begint bij de doorleefde realiteit. Wanneer de verhalen en

ervaringen vandaaruit verteld worden, in een verband dat gekenmerkt wordt door

vertrouwen en respect, kan deze dialoog een basis zijn voor de praxis of de integratie

van theorie en praktijk. Men geeft immers een stem aan diegenen die stemloos zijn. De

luisteraar, die met hart en ziel naar een verhaal luistert, neemt de ervaringen van de

verteller serieus en dit kan de basis zijn van actie/reflectie over het probleem. Zo kan

inzicht ontstaan in het verband tussen theorie en praktijk en dient het als basis van

empowerment. Het vertellen van verhalen kan, doordat er oprecht geluisterd wordt, het

zelfbeeld van de verteller positief beïnvloeden. Wie naar deze verhalen luistert, zal ‘het

gewone her-ervaren als buitengewone’. Dit zorgt ervoor dat zij ook gevoelens en emoties

herkennen als waardevolle kennis naast het intellect, wat hen in staat stelt tot een meer

holistische kennis van het leven. De community worker kan dit proces bespoedigen door

kritische vragen te stellen die tot nadenken stemmen en door antwoorden in vraag te

stellen. Wie meevoelt met verhalen krijgt inzicht in verschillen en kan deze plaatsen op

een continuüm van verschillen en gelijkenissen in een complexiteit van onderdrukkingen.

In dialoog met anderen kan men dan machtrelaties onderzoeken. Wanneer kritische

verbanden worden gelegd tussen verhalen en het grotere geheel, kan men nieuwe

thema’s identificeren en het verhaal kaderen binnen de historische, culturele, politieke en

sociale context. Op die manier kan men in het persoonlijke verhaal de politieke invloed

zien. Men kan de politieke invloed in vele verhalen met elkaar verbinden, waardoor een

collectieve motivatie ontstaat om vanuit de vele verhalen aan de politieke invalshoek te

werken en te veranderen, opdat die meer rekening zou houden met de diverse belangen

van de vertellers. Men moet de verhalen op een kritische wijze bekijken om zo de

structurele onderdrukking die erin verborgen zit, te begrijpen. Verhalen kunnen ook

leiden tot het plannen van actie. Door het luisteren naar verhalen maken mensen kennis

met nieuwe ervaringen en begrippen. Zo leren zij de wereld op een andere manier

‘kennen’ (epistemologie) en gaan zij op zoek naar nieuwe manieren van ‘zijn’ in de

wereld (ontologie).Het zijn stappen naar collectieve actie voor verandering, aangezien

men kan overgaan van groepen, naar projecten en sociale bewegingen voor verandering.

Men ontwikkelt kritische allianties en netwerken die een lokaal – globaal potentieel

bezitten (Ledwith, 2007).

Kortom, verhalen hebben heel wat in hun mars, of zoals Steedman (2000; In: Ledwith,

2007) het uitdrukt: “The past is re-used through the agency of social information, and

that interpretation of it, can only be made with what people know of the social world and

their place within it.” (p. 62) Door verhalen kan men met andere woorden zijn eigen

kennis vergroten en zich beter bewust worden van zijn plaats in de samenleving.

Page 32: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

27

4.5.5 Stap vier: Autonomie en collectieve actie

A. Persoonlijke autonomie

In een ideologie van gelijkheid staan waarden als vertrouwen, respect, waardigheid en

wederkerigheid hoog aangeschreven. De band - gebaseerd op deze waarden - tussen

mensen maken het sociaal kapitaal (Putnam, 2000; In: Ledwith, 2007) uit van die

mensen en resulteert in samenhorigheid, medewerking en medeleven. Mensen krijgen

het gevoel dat ze deel zijn van een groter geheel. Op die manier wordt sociaal kapitaal

overdraagbaar en transformatief. De hopelozen krijgen hun gevoel van eigenwaarde

terug en worden doelgericht hoopvol. Ze leren de wereld op een andere manier kennen,

wat eindigt in een andere manier van ‘zijn’. De wijze waarop men de wereld begrijpt,

geeft immers vorm aan de manier waarop men erin staat. Als men openstaat voor een

nieuwe kijk, creëert men nieuwe mogelijkheden om te streven naar een eerlijker en

rechtvaardiger wereld en verandert de manier van leven.

De eigen emotie en gevoelens zijn de hoofdmotivatoren in dit proces. Zonder een gevoel

van persoonlijke autonomie en een bewustzijn en fierheid op de eigen identiteit ten

opzichte van de wereld, zullen kritische allianties niet blijven duren. Het is dankzij een

vertrouwen in de eigen identiteit dat men duurzame kritische allianties kan aangaan.

Wanneer men dit gevoel van eigenwaarde niet heeft, vervalt men in woede, onzekerheid

en wangedrag als gevolg van het lage zelfbeeld (Ledwith, 2007).

B. Drang naar collectieve actie

Gelijktijdig met de ontwikkeling naar persoonlijke autonomie, krijgen verhalen van

mensen ook een collectieve waarde. Door zelfvertrouwen, zelfrespect en een geloof in de

eigen impact krijgen mensen uit de gemeenschap een gevoel van persoonlijk autonomie

en een doel, namelijk het verkrijgen van meer inspraak in de samenleving. Wanneer men

in de verhalen van mensen op zoek gaat naar de achterliggende theorieën, kijkt naar

onderdrukkende politieke structuren en verhalen kan plaatsen binnen hun sociale en

politieke context, gaat men de realiteit bevragen en zoeken naar kernoorzaken van

tegenstrijdigheden. Dit proces noemde Freire ‘problematising’ (1972; In: Ledwith, 2007):

“… problem-posing , or problematising, [is] presenting an everyday reality in a symbolic

form – photography, story, cartoon, drama, music – in which it generates debate and

alternative perspectives.” (Ledwith, 2007, p. 69). Men probeert de realiteit te bevragen

om het persoonlijke aan het politieke te verbinden, om op die manier de kernoorzaken

van tegenstrijdigheden, onderdrukking en discriminatie te ontdekken. De vraag: ‘Wie ben

ik?’ en ‘Wat heeft mij gevormd?’, zorgt ervoor dat mensen de onderliggende oorzaken

zien en de drang naar collectieve actie voelen. De vaardigheid om het persoonlijke in

verband te brengen met het politieke en de culturele context is wat Freire ‘kritische

bewustzijn’ noemt. Verhalen worden de dragers van ‘kritisch bewustzijn’. Zonder dit

Page 33: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

28

kritische verband tussen het persoonlijke en het politieke blijven onvolmaaktheden van

het individu beschouwd worden als een persoonlijke pathologie, in plaats van

onvolkomenheden van het systeem.

‘Kritische bewustzijn’ ontwikkelt zich in dialoog met anderen en door kritische allianties.

Door het bewust worden van de eigen macht, gaat men op een andere, meer doordachte

manier deelnemen aan de maatschappij. Winter et al (1999; In: Ledwith, 2007)

suggereren dat: “A plurality of voices without false claim to the truth [can be created]. In

other words, it is possible to link the personal and the collective without reducing or

silencing the diversity of different experiences.” (p. 69). Dit kritisch inzicht in politieke en

sociale identiteiten geeft mensen de macht om te streven naar meer sociale

rechtvaardigheid, want ze worden zich bewust van de hegemonische invulling van

persoonlijke ervaringen. De start van dit proces ligt volgens Gramsci (1971; In: Ledwith,

2007), niet in het hervormen van de staat, maar in het hervormen van de civil society.

Vanuit verschillende lokale projecten zou men op deze manier immers moeten in staat

zijn om te participeren aan grotere campagnes, zich te engageren in netwerken en

kritische allianties, waardoor een lokaal project een globaal bereik heeft en in staat moet

zijn structuren om te vormen. Dit veronderstelt evenwel een eenheid van theorie en

praktijk (praxis). Het zou dan gedachteloze acties en actieloze gedachten zijn,

onderhevig aan de manipulaties van de staat.

4.5.6 Stap vijf: Kritisch bewustzijn en community empowerment.

Wanneer mensen leren om verhalen en reflectie te gebruiken als middel om na te denken

over wie ze zijn en wat de wereld rond hen vormt, hebben ze de eerste stappen naar

kritisch bewustzijn gezet. Ze zijn in staat tot een kritische (ped)agogiek-in-actie die leidt

naar persoonlijke autonomie en de collectieve wil om samen actie te ondernemen voor

verandering. Mensen gaan op zoek naar een andere manier van naar de wereld kijken op

basis van gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid. Onrechtvaardigheden worden niet

langer ondoordacht aanvaard, maar worden in verband gebracht met theorieën, politieke

structuren en binnen hun sociaal en culturele context geplaatst (Ledwith, 2007).

Empowerment herstelt de waardigheid en het zelfrespect, als gevolg van het kritisch

bewustzijn, omdat men begrijpt dat levenskansen voorgeschreven zijn door structuren

van discriminatie. Dit inzicht heeft als gevolg dat de mensen de vrijheid en de

mogelijheid ervaren om actie te ondernemen, met als doel hieraan iets te veranderen in

de richting van meer sociale rechtvaardigheid (Ledwith, 2007).

Page 34: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

29

4.5.7 Stap zes: Collectieve actie

Wanneer men in een samenleving verhalen vertelt en er oprecht naar geluisterd wordt,

herstelt het gevoel van eigenwaarde van mensen, hun zelfvertrouwen en zelfrespect. Ze

krijgen een andere kijk op hun ervaringen door die te delen met andere mensen en door

naar hun belevenissen te luisteren. Ze gaan daardoor op zoek naar wie ze echt zijn en

wie of wat hen heeft gevormd. Ze ontdekken een nieuwe manier van naar de wereld

kijken, op basis van een ideologie van gelijkheid waarin respect, wederkerigheid en

waardigheid een belangrijke rol spelen. Door deze nieuwe kijk op de wereld, zullen ze

zich ook anders gedragen en ontstaan er nieuwe gedragspatronen. Men is zich kritisch

bewust van de verbanden tussen het persoonlijke verhaal en politieke structuren en

hierdoor ontstaat de wil iets te veranderen aan de voorgeschreven cultuurpatronen. Al

deze acties veranderen echter niet structureel iets. Ze blijven immers veelal lokaal en

kleinschalig. Radical community development wil nog een stap verder gaan. Het probeert

het lokale project uit te bereiden, door samen te werken met andere lokale projecten. Op

die manier worden netwerken gevormd, die overgaan tot sociale bewegingen, met een

regionaal, nationaal en globaal bereik. Deze sociale bewegingen zijn in staat structuren

van onderdrukking te hervormen met het oog op een meer sociaal rechtvaardige wereld

(Ledwith, 2007).

4.5.8 Stap zeven: Verandering in levenskwaliteit.

Het directe gevolg van dit proces is de verandering, die de kwaliteit van leven van heel

wat mensen beïnvloedt. De samenleving wordt meer duurzaam, leefbaar en

gelijkwaardig. Deze verandering vindt plaats op verschillende dimensies van het leven.

Op vlak van (community) empowerment verwerven mensen steeds meer kennis. Ze

proberen onderdrukkende structuren uit te dagen, verenigen zich in

gemeenschapsgroepen en bereiken veranderingen in de lokale gemeenschap. Hierdoor

worden individuele mensen empowered. Ze ondernemen positieve acties en organiseren

zich in gemeenschapsorganisaties, met het oog op meer participatie en betrokkenheid bij

het beleid. Dit draagt bij tot een verhoogde kwaliteit van leven in de lokale

gemeenschap. Hierdoor wordt een versterkte gemeenschap verkregen, met meer

samenhang. Het wordt een zorgende, veilig en gezonde, creatieve gemeenschap van

burgers, die zowel materiële als ideologische rijkdommen delen. Deze veranderingen

kunnen echter niet enkel door de gemeenschap bereikt worden. Samenwerking met

lokale en centrale overheden is onontbeerlijk. Men moet beroep doen op medewerking uit

het beleidsniveau, uit het management en op diensten en dit op sociaal, cultureel,

ecologisch én economisch vlak (Ledwith, 2007).

Page 35: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

30

5 Het Little Bray Community Development Project

5.1 Inleiding

In dit deel wordt in gegaan op het Ierse Little Bray Community Development Project, de

case van deze studie. Om dit te doen, wordt eerst het Ierse, nationale Community

Development Programme geschetst. Vervolgens gaat men in op de Eastern Region

Community Development Project Network. De context en de achtergrond van het Little

Bray project wordt hierin geschetst. Daarna wordt specifiek ingegaan op het Little Bray

Community Development Project. De missie, de achtergrond en de werkingsmethodieken

worden uitgeklaard.

5.2 Het Community Development Programme

Dit programma van de Ierse overheid voorziet in de financiële hulp aan en ondersteuning

van community development-projecten. Het programma en de aangesloten projecten

proberen problemen of alle vlakken van (kans)armoede en uitsluiting aan te pakken.

Deze projecten richten zich op de behoeften van vrouwen en kinderen, mensen met een

beperking, daklozen, alleenstaande ouders, ouderen, kwetsbare jongeren, Travellers2, …

Het doel van het Community Development Programme is het ontwikkelen van netwerken

tussen Community Development Resource Centres en projecten in gemeenschappen met

hoge werkloosheid, armoede en sociale uitsluiting. Al deze projecten hebben een aantal

gezamenlijke kenmerken. Ze leggen allen de nadruk op het bestrijden van armoede en

sociale uitsluiting en ze maken gebruik van community development-principes en

methodes. Ze voorzien ondersteuning en dienen als katalysator voor activiteiten in de

gemeenschap en zijn bovendien een meerwaarde voor die gemeenschap. Ze zorgen voor

coördinatie en samenwerking tussen de burgers in de gemeenschap,

vrijwilligersorganisaties in de buurt en publieke organisaties en diensten in de omgeving.

Ten slotte betrekken ze allen actief vertegenwoordigers van de uitgesloten gemeenschap

in hun werking en managementstructuren. In die zin beantwoorden zij aan de visie die in

de eerdere hoofdstukken werd opgebouwd (Department of Community, Rural and

Gaeltacht Affairs, 2007).

2 Travellers zijn een inheemse etnisch-culturele minderheid in Ierland. Ze maken al eeuwenlang deel uit van de Ierse Samenleving, maar hebben een eigen geschiedenis. Ze spreken een eigen taal en hebben eigen tradities en gewoontes.

Page 36: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

31

5.3 Het Eastern Region Community Development Project Network(CDP)

Elk community development-project is aangesloten bij een regionaal netwerk. Het Little

Bray Community Development Project is lid van het Eastern Region Community

Development Project Network. Projecten in deze regio hebben een grote diversiteit aan

doelen en activiteiten. Ze voorzien in middelen voor individuen en groepen die actief zijn

in de gemeenschap en ondersteunen hen met informatie. Daarnaast helpen ze bij het

opstarten en uitbouwen van hun concrete werking. Ze proberen nieuwe netwerken en

activiteiten tot stand te brengen en zijn betrokken bij het beleid. Ze zetten ook

kunstprojecten op in de gemeenschap (Department of Community, Rural and Gaeltacht

Affairs, 2007).

In het regionale netwerk van de Eastern Region zijn projecten van het centrum van

Dublin en de Dun Laoghaire - Rathdown, Fingal, Wicklow and Kildare, gelegen net ten

zuiden van Dublin vertegenwoordigd. Dit zijn zowel territoriaal als categoriaal

uitgebouwde projecten. Sommige van deze projecten werken met specifieke

doelgroepen, zoals alleenstaande ouders, langdurig werklozen of Travellers. Andere

projecten richten zich tot een specifieke buurt, zoals Little Bray – Fassaroe. Alle projecten

beschouwen het continue interpreteren, evalueren en bijsturen van hun werking en

aanpassen aan nieuwe noden als de beginselen van een community development-

benadering. De middelen worden het meest besteed aan projecten en acties ter

bevordering van sociale integratie (Department of Community, Rural and Gaeltacht

Affairs, 2007).

De groepsgerichte methodiek werkt direct met de meest kwetsbare of meest uitgesloten

groepen van de gemeenschap. Voor bijna alle buurtgerichte projecten zijn vrouwen en

kinderen de prioritaire doelgroep. Men probeert sociale problemen op vlak van onderwijs,

tewerkstelling, gezondheid, omgeving, huiselijk geweld, … aan te kaarten. Dit zijn

belangrijke thema’s die in bijna alle regio’s van het sociaal werk aan bod komen.

Specifiek in de oostelijke regio wordt meer aandacht geschonken aan druggerelateerde

problemen, gelijke kansen en huisvesting. Er gaat minder aandacht naar toerisme en

transport, aangezien de meeste projecten gesitueerd zijn in stedelijke gebieden, met

voldoende openbaar vervoer en toerisme (Department of Community, Rural and

Gaeltacht Affairs, 2007).

Samenwerking met andere projecten en met diensten en overheidsinstellingen neemt

een groot deel van de tijdsbesteding van community workers in beslag. Het vergt 21%

van het totale tijdsbudget van community development. Gezondheidsdiensten, lokale

overheden en de FÁS3 zijn de belangrijkste partners van de community development-

3 De FÁS, Foras Áiseanna Saothair, is de Ierse tewerkstellingsautoriteit, te vergelijken met de Vlaamse Dienst Voor Arbeidsbemiddeling.

Page 37: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

32

projecten. Bovendien werken de meeste projecten ook intensief samen met de lokale

scholen.

De voornaamste werkingsprincipes en –benaderingen zijn:

- het bemoedigen van proactieve, vrijwillige betrokkenheid bij de gemeenschap

- het promoten van zelfstandigheid en autonomie

- het opbouwen van partnerschappen

- het beïnvloeden van het beleid (Department of Community, Rural and Gaeltacht

Affairs, 2007)

In “Rekindling the fire: An eastern Region CDP Network Resource Document” (Eastern

Region CDP Network, 2007) worden de successen, sterktes en bedreigingen van de

community development-projecten opgesomd. De voornaamste successen van de

projecten in de oostelijke regio worden beschreven als het voorzien in contact- en

participatiemogelijkheden voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving, het

voorzien in mogelijkheden van persoonlijke routes voor persoonlijke vooruitgang, de

bijdragen die ze leveren in het opbouwen van een degelijke lokale

ontwikkelingsinfrastructuur en het ter beschikking stellen van kennis, ervaring en

expertise op gebied van sociale uitsluiting. Dit alles dient als een positieve bijdrage aan

het beleid met het oog op verandering.

De sterktes van de projecten schuilen, volgens hen, meestal in het feit dat ze lokaal

verankerd zijn, waardoor ze goed bekend zijn met lokale diensten, lokale groepen en

individuen in de gemeenschap. Om dit plaatselijke karakter te behouden, is continue en

open communicatie is onontbeerlijk, evenals ervaren en bekwaam personeel en een

goede relatie met staatsagentschappen. Als bedreigingen voor de werking van deze

projecten vernoemt het Eastern Region CDP Network het personeel (zowel de betaalde

als vrijwillige medewerkers) zijn, omdat het vaak moeilijk blijkt de continuïteit te

behouden, de motivatie hoog te houden en soms gewoonweg om personeel te vinden.

Het vinden van passende infrastructuur, ingebed in de lokale gemeenschap kan, volgens

hen, ook een hinderpaal zijn. Andere bedreigingen hebben meer te maken met het

nationale beleid en programma-benadering. Om een duurzaam resultaat te hebben,

zouden Community development-projecten lange termijn acties moeten zijn. Vele

projecten worden echter geconfronteerd met onzekerheid, vooral na deze verkiezingen

van maart 2007. Bovendien is er sinds de verkiezing een tendens naar minder subsidies,

terwijl de meeste projecten te maken krijgen met hogere overheidseisen, die een

negatief effect zouden kunnen hebben op de lokale werking. Enkele van deze

opmerkingen werden meer in detail besproken in punt 4.4.2. (Department of community,

rural and Gaeltacht Affairs, 2007; Eastern Region CDP Network, 2007; Little Bray Family

Resource Centre, 2006).

Page 38: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

33

5.4 Het Little Bray Community Development Project

5.4.1 Introductie en achtergrond

De missie van het Little Bray Community Development Project is:

“To provide structures, opportunities and support te enable people to acquire

knowledge, skills, confidence and recognition of equality in order to instil a sense

of individual and collective power in our own community and society.” (Little Bray

Family Resource Centre, 2007)

In het strategische plan 2007-2009 van de organisatie wordt aan de hand van een

behoeftenanalyse en demografisch profiel van de gemeenschap, dieper ingegaan op de

doelen van de centra en meer specifiek het gemeenschapsvormende project.

Het Little Bray Community Development Project bestaat al twintig jaar en is sinds 1993

lid van het ‘National Development Programme’. Het project bestaat uit twee centra,

beiden gesitueerd in de Little Bray - Fassaroe Estate in Bray, een van de nieuwe steden

in de pendelzone rondom Dublin. Beiden voorzien in ondersteuning van en diensten aan

zowel individuen als aan groepen binnen de wijk en in de wijdere omgeving. Het gebied

waar de meeste nadruk op ligt, heeft de maximumscore op de deprivatie-index. Het

Resource Centre spitst zich vooral toe op het ondersteunen van volwassenen, terwijl het

Community Centre projecten en activiteiten voor kinderen en jongeren organiseert (Little

Bray Family Resource Centre, 2007).

Het Resource Centre is ontstaan in 1986 uit een initiatief van een groep moeders, wier

kinderen naar de lokale kleuterschool gingen terwijl de moeders een cursus personal

development en opvoedingsondersteuning volgden. Zij identificeerden de nood aan een

gemeenschapsproject om vrouwen te ondersteunen in een variëteit aan diensten. Zij

wilden ook een aanspreek- en informatiepunt voor de verschillende initiatieven en

mogelijkheden die er waren betreffende armoede en uitsluiting. Het project werd

vervolgens in 1993 erkend door het National Development Programme en ontving

subsidies via het Community Development Programme. In 1995 opende het Community

Centre voor het eerst zijn deuren (Little Bray Family Resource Centre, 2007).

Het Little Bray Community Development Project voorziet in allerlei

gemeenschapsvormende activiteiten en projecten met als focus de strijd tegen sociale

uitsluiting en armoede. Deze activiteiten kwamen tot stand door de toewijding en

participatie van bewoners van de buurt en door samenwerking met overheidsdiensten.

Ze willen de noden en behoeften van de buurt aankaarten. Dit betreft een variëteit aan

noden, onder andere kinderopvang, educatie en training, de buurt, de jeugd,

drugspreventie, … Het management comité bestaat uit mensen uit de buurt, waardoor

het project zelf is diep verankerd in de wijk. Dit maakt het voor het project gemakkelijk

Page 39: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

34

in te spelen op vragen en noden vanuit de buurt. Vele leden van het management comité

zijn een soort vertrouwenspersonen geworden waarop in tijden van crisis beroep wordt

gedaan. Ondanks de economische vooruitgang van Ierland sinds de jaren negentig en de

daarbij horende sociale vooruitgang, is er in Little Bray – Fassaroe nog steeds sprake van

extreme armoede en sociale uitsluiting. De projectmanager van het Little Bray Family

Resource Centre vertelde dat uit onderzoek was gebleken dat het project positieve

invloed op de buurt heeft. Zo zijn er meer vrouwen die terugkeren naar educatie en

onderwijs, dankzij het Adult Education Access Programme en is er steeds meer

participatie van bewoners, … (N. Wogan, persoonlijke communicatie, 3 april, 2008).

Enkele van de doelgroepen waarop het project zich richt zijn: vrouwen, mannen,

jongeren, ouderen, werklozen, alleenstaande ouders, woonwagenbewoners,

drugverslaafden, gedetineerden, mensen met een beperking, … Het project werkt

eveneens op verschillende vlakken tegelijk, onder andere op vlak van educatie,

tewerkstelling, gezondheidszorg, gelijke kansen, woonomgeving, …

In de missie en visie van het project is het duidelijk dat men burgerschap niet zien als

een burgerdeugd. Gemeenschapsvorming als realisatie van burgerschap wil mensen

aanzetten om samen te leven zoals zij zijn. In het project probeert men mensen te

betrekken op de gemeenschap omdat zij daar recht op hebben, niet omdat zij binnen de

gemeenschap moeten voldoen. Hoewel het project met verschillende doelgroepen werkt,

worden in alle groepen gemeenschappelijke onderwerpen aangekaart. Deze onderwerpen

zijn ondermeer educatie, tewerkstelling, gezondheid, gelijke kansen, de leefomgeving,

druggebruik, justitie, kinderopvang, transport, … (Little Bray Family Resource Centre,

2006).

In de voorbije twintig jaar heeft het project steeds aandacht besteed aan een historische

en maatschappelijke context. Zo zal er deze zomer opnieuw een grondige wijkanalyse

gebeuren en een vergelijking worden gemaakt met andere delen van Bray en het

Wicklow-gebied (N. Wogan, mondelinge communicatie, 3 april, 2008).

5.4.2 Werkingsmethodieken

De inhoud van community development-projecten is omschreven in negen

werkingsmethodieken, die verwijzen naar de verschillende activiteiten en tussenkomsten

die gebruikt worden. Het National Community Development Programme identificeert deze

negen methodieken, die moeten worden toegepast bij de evaluaties van de projecten, de

input, de uitkomsten en de effecten (Little Bray Family Resource Centre, 2007). Elk van

deze methodieken zal kort worden aangehaald en gebruikt ter illustratie van de werking

van het Little Bray Community Development Project.

Page 40: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

35

A. Ter beschikking stellen van middelen.

Dit refereert naar het ter beschikking stellen van materiële goederen aan de bevolking.

Het Little Bray Community Development Project beschikt over computers, telefoon, fax

en kopieermachines, die tijdens de openingsuren vrij door mensen uit de wijk kunnen

worden gebruikt. Het project heeft immers een ‘open deur’-beleid. Dit is een manier om

het initiële contact te vergemakkelijken. Bovendien biedt het de mogelijkheid om

informatie over activiteiten, de lopende programma’s en de diensten op een

laagdrempelige manier aan te bieden. Dit ‘open deur’-beleid blijkt een belangrijke bron

van aanwijzingen over nieuwe behoeften te geven, aangezien mensen uit de buurt vaak

de centra binnen lopen om over hun problemen te praten. Het ter beschikking stellen van

de infrastructuur zorgt ervoor dat mensen kunnen in contact komen met bijvoorbeeld

dokters, om afspraken te maken. Op het eerste zicht schijnt dit overbodig te zijn, dankzij

de opkomst van de gsm. Toch blijkt dat maandelijks meer dan 500 telefoontjes worden

gepleegd. Het Resource centre staat mensen ook bij in het opstellen van hun curriculum

vitae en voorziet administratieve hulp. Ze helpen mensen met het in orde maken van alle

vereisten met het oog op het zoeken naar werk. De receptie wordt enkel door mensen uit

de buurt bemand. Dit heeft er in het verleden voor gezorgd dat individuen en families in

crisissituaties de centra gemakkelijker binnen liepen op zoek naar hulp. Voorts heeft het

project ook een studeerruimte en bibliotheek, voor zij die thuis niet de stilte en rust

vinden om huiswerk te maken. Het richt een eigen kinderopvang in voor éénieder die op

de een of andere manier betrokken is bij de werking van het één van de centra, de

projecten en activiteiten. Vele moeders slagen erin deel te nemen aan educatieve en

ontwikkelingsprogramma’s, terwijl ze ook beroep kunnen doen op de wijkverpleegster en

opvoedingsondersteuning. Er zijn verscheidene ontmoetings- en vergaderlokalen

beschikbaar voor groepen uit de buurt die iets willen organiseren. Deze zijn noodzakelijk

aangezien er geen andere publieke faciliteiten zijn in de buurt. Het heeft groepen in de

gemeenschap in staat gesteld zich te organiseren, waardoor meer mensen een

leiderschapspositie kunnen opnemen en invloed hebben op besluitvorming. Zij kunnen

ook steeds rekenen op passende ondersteuning (Little Bray Family Resource Centre,

2007).

B. Aanbieden van informatie

Het project staat ook in voor het voorzien van informatie aan individuen en groepen in de

gemeenschap. Dit betreft informatie betreffende sociale (grond)rechten en

voorzieningen, huisvesting, gezondheid, … Verder worden ook mensen doorverwezen

naar publieke en private diensten. Dit zorgt ervoor dat steeds meer mensen hun weg

(terug) naar educatie en onderwijs vinden. Bovendien stelt de verbeterde

toegankelijkheid van informatie voor vrouwen hen in staat informele

ondersteuningsnetwerken op te bouwen en informatie van derden te raadplegen (Little

Bray Family Resource Centre, 2007).

Page 41: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

36

C. Ondersteunen van groepen

Het project voorziet ondersteuning aan buurtgroepen. Dit varieert van het zoeken naar

fondsen en organisatorische ondersteuning, over het voorzien van ontmoetings- en

vergaderlokalen, tot administratieve hulp en ondersteuning in het aankaarten van

specifieke thema’s en beleidsmaatregelen. Dit zorgt ervoor dat groepen een breder

werkprogramma, een verhoogde management-capaciteit en mogelijkheid om fondsen te

verwerven. Het stelt mensen in de gemeenschap in staat leiderschapsrollen in de

gemeenschap op te nemen en lokale strategieën te ontwikkelen. Dit heeft op zijn beurt

ook voordelen voor het Little Bray Community Development Project, aangezien de

betrokkenheid en participatie van buurtbewoners in toeneemt (Little Bray Family

Resource Centre, 2007).

D. Educatie en training

Het Little Bray Community Development Project organiseert ook educatie en training in

de wijk zelf, enerzijds door het onderwijs zelf in te richten of anderzijds door te regelen

dat die wordt voorzien. De kinderopvang van het Resource Centre en de één-op-één

begeleiding zijn daarbij, volgens dit project, absoluut noodzakelijk aangezien net dat

mensen in staat stelt om zich te engageren voor een dergelijk programma. Als gevolg

daarvan beëindigen jaarlijks een aantal mensen met succes een beroepsopleiding of

cursus. Dit is voordelig voor hen persoonlijk, aangezien zij op die manier meer kans

maken op de arbeidsmarkt of hen aanzet om verder te gaan met hun vorming. De

cursussen en programma’s voorzien door de centra blijken vaak opstapjes te zijn naar

persoonlijke, economische, sociale en politieke ontwikkeling. Daarnaast dienen deze

mensen vaak ook als een rolmodel in de buurt. Het zet jongeren ertoe aan terug te keren

naar onderwijs, onder het motto: “Als zij het kunnen, kunnen wij het ook.” (Little Bray

Family Resource Centre, 2007).

E. Opzetten van groepen

Het project heeft in de loop van de jaren een aantal nieuwe themagroepen ontwikkeld,

met het oog op specifieke doelgroepen of particuliere ontwikkelingsproblemen in de wijk.

Enkele voorbeelden hiervan zijn de ‘Local Education for Traveller Men’ (LEAP)- groep, de

‘Women’s Equality Bray’, ‘Bray Community Addiction Team’, … Deze projecten hebben in

het algemeen een positieve impact op de tewerkstelling van deze groepen en de

uitwisseling van informatie en expertise. Het verhoogt eveneens de betrokkenheid en

participatie van specifieke doelgroepen bij het beleid (Little Bray Family Resource Centre,

2007).

Page 42: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

37

F. Ontwikkelen van netwerken.

Dit beslaat het opzetten en ondersteunen van netwerken vanuit de buurt met de

omgeving. Deze netwerken zijn gericht op bepaalde thema’s, zoals volwassenonderwijs,

kinderzorg en de opvang van jongeren. Deze netwerken zijn waardevol voor community

workers en mensen van de gemeenschap, omdat het de uitwisseling van informatie en

expertise faciliteert. De meeste van deze netwerken stellen zich bovendien als doel een

positieve impact te hebben in de gemeenschap en op het beleid (Little Bray Family

Resource Centre, 2007).

G. Opzetten van lokale netwerken

Naast het ontwikkelen van netwerken over de gemeenschappen en projecten heen, is het

project ook betrokken bij het ontwikkelen en ondersteunen van lokale netwerken. Deze

netwerken richten zich specifiek op thema’s eigen aan de buurt. Ze proberen hierop een

collectief antwoord te geven. In 2005 werden 131 dergelijke netwerken erkend in het

Little Bray – Fassaroe-gebied, met brede focus, onder andere educatie, tewerkstelling,

gezondheidzorg, gelijke kansen, huisvesting, ecologie, huiselijk geweld, druggebruik,

criminaliteit, kinderopvang, … Een voorbeeld hiervan is de Eastern Region Community

Development Project (Little Bray Family Resource Centre, 2007).

De aanwezigheid van deze netwerken en de betrokkenheid van leden van de centra erin,

laten vraaggericht werken toe. Ze maken het mogelijk om gezamenlijke programma’s op

te zetten, gezamenlijke training voor alle leden te voorzien en gezamenlijke

subsidievragen in te dienen. Ze bevorderen het uitwisselen van informatie en expertise

en verhogen de samenwerking en coördinatie tussen private en publieken diensten en

gemeenschapsgroepen. Lokale strategieën kunnen op die manier beter aansluiten bij de

huidige thema’s in de gemeenschap en vormen de basis om dit door te spelen naar

lokaal, regionaal en nationaal beleid (Little Bray Family Resource Centre, 2007).

H. Beleidsbeïnvloeding

Net als alle community development-projecten tracht het project ook een invloed te

hebben op het beleid. Dit varieert van beïnvloeding van het beleid bij specifieke diensten

en instellingen, tot het beïnvloeden van nationale, regionale wetgeving, door middel van

publicaties en/of participatie in conferenties en seminaries. Een voorbeeld hiervan is te

lezen in het persoonlijke verhaal van Dora (punt 7). Ze sprak op een conferentie voor

300 mensen over kinderopvang in kwetsbare buurten (Little Bray Family Resource

Centre, 2007).

Page 43: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

38

I. Community based Arts

Community-based Arts projecten zijn de laatste werkvorm. Het refereert naar

kunstinitiatieven genomen in de wijk. Het probeert jongeren en volwassenen te

stimuleren deel te nemen aan kunst en toneel, aangezien dit gezien wordt als een middel

om het zelfbewustzijn en zelfvertrouwen te verhogen en mensen bewust te maken van

bepaalde sociale problemen (Little Bray Family Resource Centre, 2007).

Page 44: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

39

6 Methodologie

6.1 Onderzoeksvraag

In voorgaand literatuuronderzoek wordt dieper ingegaan op community development in

Ierland. Eerst wordt de probleemstelling opgebouwd aan de hand van drie definities van

community development. Vervolgens wordt de achtergrond van community development

uitgespit. Er wordt eerst gekeken doorheen de tijd. De ontwikkeling van

gemeenschapsvormende projecten en burgerschap wordt verbonden met het verloop van

de sociale democratie en van de welvaartsstaat. Vervolgens wordt stilgestaan bij naar de

invloeden van de ideologie van de staat en de visie ten opzichte van community

participation. Tot slot verbinden we dit met de specifieke Ierse context

In een volgend deel stelt de wijk Little Bray – Fassaroe en het Little Bray Community

Development Project voor.

Dit literatuuronderzoek en de voorstelling van de wijk en het project had tot doel de

kennis te vergroten over community development. Zoals reeds wordt aangehaald in de

probleemstelling (punt 3), worden volgende onderzoeksvragen voor deze scriptie

geformuleerd:

- Wat wordt bedoeld met empowerment?’

- Hoe beschrijft Ledwith het proces van kritisch bewustzijn dat leidt tot

empowerment?

- Hoe staat dit in relatie tot participatie?

Hiernavolgend komt kort het kwalitatieve onderzoek, dat in de scriptie is gevolgd, aan

bod. Eerst wordt ingegaan op kwalitatief onderzoek, vervolgens op de

onderzoeksstrategie en de onderzoeksmethode. De wijze van dataverzameling wordt

daarna verduidelijkt. Tot slot wordt ingegaan op de dataverwerking.

6.2 Kwalitatief onderzoek

Binnen sociaal-wetenschappelijk onderzoek is er sprake van twee belangrijke

onderzoeksparadigma’s: het kwantitatief onderzoek en het kwalitatief onderzoek.

Kwantitatief onderzoek vertrekt voornamelijk van een positivistische ideologie en heeft

meestal een lineair onderzoeksopzet. Het probeert variabelen precies te meten en

hypotheses te toetsen. Het gaat meestal uit van een causale onderzoeksvraag.

Kwalitatief onderzoek daarentegen vertrekt vanuit een interpretatief of sociaal kritisch

denkkader en vanuit een niet-lineaire onderzoeksvraag. Het spreekt meer over cases en

contexten, dan over variabelen en hypothesen. De situaties die worden geïnterpreteerd

Page 45: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

40

in de loop van het onderzoek ontstaan in de dagelijkse gang van zaken. De onderzoeker

zoekt een authentieke verklaring, rekening houdend met sociale en historische contexten

(Neuman, 2007; Schuyten, 2005).

Kwalitatief onderzoek kenmerkt zich volgens Mulderij (1984) door zes karakteristieken.

Ten eerste zijn de theoretische begrippen niet op voorhand gedefinieerd. Ze zijn

veranderlijk in de loop van het onderzoek. Begrippen als empowerment en participatie

kunnen dus veranderen van invulling, aangevuld worden of zelfs uit de theorie geschrapt

worden. Een tweede kenmerk is dat het verzamelen en analyseren van de data een

cumulatief en alternerend proces is. Men gaat dus op zoek naar zo veel mogelijk

interpretaties voor een proces of een relatie. Men wil er geen cijfers op kleven, maar

zoveel mogelijk verschillende interpretaties ervan leren kennen. Ten derde worden de

gegevens aan verschillende bronnen ontleend. Een vierde karakteristiek is dat er zo min

mogelijk gebruik wordt gemaakt van vooraf geconstrueerde waarnemingscategorieën.

Ten vijfde tracht kwalitatief onderzoek systematisch karakteristieken van verschijnselen

en de relaties ertussen te beschrijven. En ten slotte vindt kwalitatief onderzoek steeds

plaats in een natuurlijke omgeving. Er is geen sprake van manipulatie.

Doordat kwalitatief onderzoek zich kenmerkt door een specifieke kijk op de werkelijkheid,

op het leven van alledag, is de keuze voor kwalitatief onderzoek snel gemaakt. We gaan

immers niet op zoek naar getallen en vaststaande feiten, maar willen veeleer een

veelheid aan processen en relaties leren kennen. We willen zien hoe dit proces,

beschreven door Ledwith (2007), zich manifesteert in de wijk Little Bray – Fassaroe.

Kwalitatief onderzoek gaat op zoek naar de opvattingen van en betekenis voor de

betrokkenen en probeert zo dicht mogelijk bij hun persoonlijke en sociale werkelijkheid

te blijven. Kwalitatief onderzoek wordt toegepast in “situaties waarin men wil exploreren

welke betekeniswereld er ligt achter sociale processen, interacties, sociale relaties,

gedragingen, houdingen, gevoelens en ervaringen.” (Maso & Smaling, 2004, p. 11).

6.3 Onderzoeksstrategie: de case studie

Om een antwoord te bieden op voorgaande onderzoeksvragen, kiezen we ervoor gebruik

te maken van een gevalsstudie of case studie. Er wordt geopteerd voor een ideografische

gevalsstudie, die erop gericht is een gedetailleerde beschrijving te geven van een sociaal

verschijnsel opdat dit zo goed mogelijk begrepen zou kunnen worden. We willen met

andere woorden de processen die momenteel spelen in de wijk Little Bray – Fassaroe zo

grondig mogelijk verkennen, opdat enkele tendensen en ontwikkelingen erkend zouden

kunnen worden (Braster, 2000; Jochems & Joosten, 2005).

De gevalsstudie wordt gekenmerkt doordat het meestal maar één of enkele eenheden

onderzoekt. Het speelt zich af in de natuurlijke omgeving en probeert gedurende een

bepaalde periode of achteraf informatie in te winnen over een bepaalde ontwikkeling.

Page 46: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

41

Men maakt gebruik van diverse databronnen, waaronder een literatuuronderzoek,

interviews met deelnemers en documentenonderzoek. De beschrijvingen en verklaringen

van de geïnterviewden maken integraal deel uit van de onderzoeksdata. De gevalsstudie

onderscheidt zich van een survey. Een survey is immers gericht op een beperkt aantal

onderzoeksfactoren, die bij een groot aantal onderzoekseenheden worden onderzocht

(Hutjes & van Buuren, 1996; Jochems & Joosten, 2005).

De eerste stap in een gevalsstudie is steeds de afbakening van die aspecten, uit de

sociale situatie, die de onderzoeker wil analyseren. Hiertoe moet men vanuit de

probleemstelling op zoek gaan naar een conceptueel model. Dit is een bepaalde analyse

van factoren die in de onderzochte situatie van belang zijn voor de beantwoording van de

onderzoeksvraag. Het model dat in de loop van de literatuurstudie werd ontwikkeld,

wordt verder gebruikt als conceptueel model. De concepten die volgens Ledwith een

cruciale rol spelen, worden hierin verduidelijkt, alsook het verloop van het proces en de

relaties tussen de begrippen (Jochems & Joosten, 2005).

Drie criteria bepalen in hoge mate de interne kwaliteit van een gevalsstudie: de

begripsvaliditeit, de interne validiteit en de betrouwbaarheid. Begripsvaliditeit houdt in

dat de begrippen die in de uitspraken van het conceptuele model worden gebruikt, een

juiste interpretatie moeten zijn van de empirische verschijnselen waarvoor ze worden

gehanteerd. Met interne validiteit wordt bedoeld dat de veronderstelde relaties die in het

conceptuele model worden verondersteld, een juiste interpretatie zijn van de relaties in

de werkelijkheid. Betrouwbaarheid, ten slotte, wil zeggen dat de uitspraken gebaseerd

dienen te zijn op een nauwkeurige waarneming van de werkelijkheid en niet op toevallige

omstandigheden. In een gevalsstudie kan de begripsvaliditeit gegarandeerd worden door

het duidelijk maken van het onderzoeksverloop en de gehanteerde begrippen, zowel het

globale begrippenkader bij de start van het onderzoek, als de wijze waarop deze

begrippen in de loop van het onderzoek zijn geëvolueerd. De globale definiëring van de

begrippen is terug te vinden in de literatuurstudie. Eventuele wijzigingen en

aanpassingen hieraan kan men opmerken in de loop van de analyse van de data. De

interne validiteit legt de nadruk op de juistheid van de in het conceptuele model

veronderstelde relatie tussen de onderzochte verschijnsel en zijn achtergronden.

De interne validiteit wordt verhoogd naargelang de onderzoeker erin slaagt het

conceptuele model op te bouwen als een geheel van empirisch onderbouwde en logisch

consistente uitspraken. Hierbij moet de onderzoeker ook rekening houden met de

invloeden die veroorzaakt worden door zijn persoonlijke aanwezigheid in de natuurlijke

setting van de onderzochte. Verder kan dit ook gegarandeerd worden door een member

check. Hierbij doelt men op het terugkoppelen van de resultaten naar de onderzochten

(Jochems & Joosten, 2005). Dit blijkt in deze studie echter niet mogelijk, aangezien de

resultaten van de Engelstalige interviews in het Nederlands worden geïnterpreteerd. Wel

wordt aan alle deelnemers aan de interviews gevraagd of zij willen deelnemen aan het

Page 47: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

42

interview en vertellen over hun ervaringen. Er wordt nadrukkelijk aangegeven dat er

geen goed of fout antwoord is. Het gaat om hun persoonlijke ervaring.

Betrouwbaarheid ten slotte is de mate waarin de waarneming stabiel is bij verschillende

metingen. Gezien het unieke en open karakter van de situatie, die onder de loep wordt

genomen in de gevalsstudies, is een strikte herhaling niet mogelijk. Wat echter wel

mogelijk is, is een principiële herhaling van het onderzoek. Dit wil zeggen dat men de

onderzoeksmethoden, begrippen, … dusdanig expliciteert en systematiseert dat het in

principe mogelijk zou zijn dat het onderzoek wordt herhaald. Dit kan men doen door een

nauwgezette documentatie van het materiaal, door een verantwoording van de

dataverzamelingsprocedures, door een expliciete rechtvaardiging van de getrokken

conclusies en door gebruik te maken van ondersteunende citaten. In wetenschappelijke

studies is verder ook de generaliseerbaarheid of de externe validiteit een belangrijk

kwaliteitscriteria. In gevalsstudies is dit vaak van minder belang of geheel niet beoogd.

Dit is ook nu het geval. Toch kan het vaak illustratief dienen voor vergelijkbare cases

(Jochems & Joosten, 2005).

6.4 Onderzoeksmethoden: het kwalitatief onderzoek

Naast de literatuurstudie, met onder andere de voorstelling van de wijk Little Bray –

Fassaroe en het project, maken we gebruik van een kwalitatieve onderzoeksmethode,

namelijk half-gestructureerde interviews om de theorieën te verrijken met behulp van

verhalen. We gebruiken hiervoor half-gestructureerde interviews. Dit wil zeggen dat de

vragen en het verloop van het interview niet vastligt, maar dat er een aantal richtvragen

worden geformuleerd, die als basis van het interview worden gebruikt. De theorie legt de

nadruk op het belang van verhalen om de praktijk te theoretiseren en de theorie te

praktiseren. Kwalitatieve interviews proberen niet een frequentie van een verschijnsel te

weten, maar wel de verscheidenheid ervan. Men probeert een zo breed mogelijk beeld

vanuit zoveel mogelijk standpunten te verkrijgen. Het interview wordt ook telkens

afgenomen in de eigen omgeving van de respondenten. Dit zorgt ervoor dat zij zich thuis

voelen en meer comfortabel praten (Schuyten, 2005).

Het doel van een kwalitatief interview is gezichtpunten en perspectieven die voor de

onderzoeker onbekend zijn te onderzoeken. Daarbij probeert men zich een zo breed

mogelijk beeld te vormen van de waarden, attitudes en motivaties van een respondent in

zijn particuliere situatie. Elk interview bestaat uit drie delen. Gedurende de inleiding

worden de respondenten geïnformeerd over het verloop en de duur van het interview. Er

worden hierbij afspraken gemaakt omtrent de vertrouwelijkheid en de anonimiteit. Hun

toestemming wordt gevraagd om het interview op te nemen en naderhand de gegevens

te gebruiken voor de rapportage. Geen van de geïnterviewden in dit onderzoek brengt

hiertegen iets in. In de kern van het interview worden telkens de hoofdthema’s en

relevante subthema’s aangehaald. Vragen worden zo ruim mogelijk, maar tegelijk ook

Page 48: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

43

concreet geformuleerd. De taal moet aansluiten bij die van de respondent. Tegelijk moet

de onderzoeker erop letten dat de taal neutraal is en niet suggestief. Soms is het nodig

door te vragen. Dit kan men doen door te parafraseren, zwijgend door te vragen, de

respondent uit te nodigen tot meer informatie of expliciet doorvragen. De thema’s

worden bepaald aan de hand van het model van community development, op basis van

Ledwith ontwikkeld is in de literatuurstudie. De vragen zijn terug te vinden in bijlage. Elk

interview wordt afgesloten met een formeel en informeel besluit, waarin de respondent

wordt bedankt voor zijn medewerking en voor het delen van de sterke en persoonlijke

verhalen (Jochems & Joosten, 2005; Neuman, 2007; Schuyten, 2005).

6.5 Dataverzameling

6.5.1 Keuze van de respondenten

In het kader van deze probleemstelling wordt besloten op zoek te gaan naar mensen, die

betrokken zijn bij de werking van het Little Bray Community Development Project. Dit

project bereikt veel mensen en voorziet in een groot aantal diensten. Het was

noodzakelijk een selectie te maken van mensen, die in contact zijn met het project en

hierdoor een effect op hun dagelijks leven hebben ondervonden en die hierover hun

verhaal willen vertellen. Eerst wordt geopteerd voor ouders (moeders) wier kinderen

deelnemen aan de naschoolse projecten. Ouders zouden slechts indirect kunnen spreken

over de effecten die de projecten op hun kinderen en die hun toekomst heeft. Er moet

dus gezocht worden naar mensen bij wie de effecten meer rechtstreeks en direct zouden

kunnen bekeken worden. Er wordt uiteindelijk gekozen voor mannen en vrouwen die deel

hebben genomen aan volwassenencursussen, die door het Resource Centre worden

voorzien en/of ondersteund. Uiteindelijk wordt besloten om te focussen op enerzijds een

groep volwassenen die de cursus Youth Studies in het Community Centre hebben

gevolgd, en anderzijds ter vergelijking enkele volwassenen, die via het Resource Centre

deelnemen of hebben deelgenomen aan cursussen buiten de wijk.

Van bij de start wordt, onder andere door de invloed van het Community Employment

Scheme, het volgen van cursussen erg aangemoedigd als deel van het Community

Development Project. De cursus Youth Studies bestaat nog maar een vijftal jaren en gaat

door in het Community Centre. Oorspronkelijk was hiervan de bedoeling om mensen aan

te moedigen terug te keren naar vorming, zonder dat ze zich hiervoor hoeven

verplaatsen buiten de wijk. Bovendien voorziet het project in kinderopvang en in één-op-

één begeleiding van de cursisten. In de loop van die vijf jaar zijn een twintigtal

jongerenwerkers afgestudeerd. Uit deze groep werden vier respondenten geselecteerd

om een interview af te nemen. Deze werden onder de vorm van een sneeuwbaleffect

geselecteerd. We spraken namelijk voor de interviews met de coördinator van het

Community Development Project en vroegen haar wie zij als interessante informanten

beschouwde. Daarbij werd tevens rekening gehouden met de beschikbaarheid van de

Page 49: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

44

informanten. Er wordt ook gekozen voor variatie in leeftijd van de respondenten, met het

geslacht, en hun achtergrond. Verder worden nog eens drie interviews afgenomen van

cursisten die momenteel bezig zijn met hun Youth Studies-cursus. Ter vergelijking

worden ten slotte nog drie mensen geïnterviewd die met de hulp van het project

cursussen hebben gevolgd, maar niet in het Resource Centre. Zij zijn dus veel meer in

contact gekomen met mensen met een andere achtergrond. Meer informatie over de

verschillende respondenten is te lezen bij de voorstelling van de respondenten (punt 7).

6.5.2 Afname interviews

De interviews vinden allen plaats in de periode van 30 maart tot 4 april 2008. De

interviews gebeuren in de eigen werkomgeving. De gesprekken werden telkens, mits

toestemming van de respondent, opgenomen in een digitaal bestand en zijn ter

beschikking van de lezer. De interviews worden niet letterlijk uitgeschreven, omwille van

taalverschillen. Per geïnterviewde wordt echter een beknopt antwoord op elke vraag

neergepend. Bij de verwerking van de resultaten wordt dan opnieuw geluisterd naar de

interviews en worden de citaten letterlijk overgenomen.

6.6 Dataverwerking

De antwoorden van elke geïnterviewde worden op elke vraag kort weergegeven. Deze

grote lijnen worden dan geanalyseerd. Dit wil zeggen dat de bevindingen uit de

interviews naast het conceptueel model worden gelegd en op die manier vergeleken. Dit

kan ertoe bijdragen dat de begrippen uit het theoretische kader worden aangepast,

bevestigd, ontkend of aangevuld. Dit gebeurt in de confrontatiefase. Bovendien worden

er soms nieuwe begrippen, relaties of veronderstellingen gegenereerd. Dit is de

generatiefase. Dit proces van analyse, confrontatie en generatie wordt telkens opnieuw

doorlopen tot een verzadigingspunt bereikt wordt. Dit punt wordt tijdens dit onderzoek

bereikt na tien interviews. De interviews in deze studie worden geanalyseerd door ze te

verdelen in relevante fragmenten en deze per thema en subthema te schikken. Op deze

manier wordt een kwalitatieve datamatrix verkregen (Driessens,1994; In: De Visscher,

2004). Per rij kan men de informatie van één respondent vinden, per kolom kan men de

informatie per thema terugvinden. Per thema wordt ten slotte een samenvatting van alle

antwoorden gemaakt. Deze samenvattingen per thema dienen als vergelijkingsmateriaal

voor de confrontatiefase, waardoor men in het antwoord op de onderzoeksvraag een

genuanceerd en gedifferentieerd beeld krijgt (Maso & Smaling, 2004). Om de validiteit

van de analyse te garanderen en indien gewenst te verhogen, wordt vaak aangeraden

deze voor te leggen aan de respondenten. Aangezien de analyse van de resultaten en het

onderzoek in het Nederlands gebeurt, is dit niet mogelijk.

Page 50: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

45

7 Respondenten

In dit hoofdstuk wordt kort de personen voorgesteld die in het kader van dit onderzoek

zijn geïnterviewd. De gebruikte namen zijn pseudoniemen, ze zijn dus volledig op fictie

gebaseerd, om de anonimiteit van de respondenten te garanderen. De verhalen en de

schets van hun leven is levensecht en kan belangrijke aanvullende informatie zijn voor

het interpreteren en analyseren van de data.

Marge is eind de zestig en woont reeds jaren in de wijk Little Bray – Fassaroe. Ze is

opgegroeid in een arm gezin, die gehuisvest was in een sociale woning en ze begon op

haar dertiende te werken. Ze trouwde op haar achttiende met een gewelddadige man,

die tevens verslaafd was aan alcohol. Marge is één van de moeders die begon met de

‘opvoedingsondersteuningscursussen’, waaruit het Resource Centre meer dan twintig jaar

geleden is ontstaan. Ze is steeds actief in de wijk geweest en was bijvoorbeeld ook

betrokken bij de geldinzamelacties met het oog op de bouw van het community centre.

Sindsdien is ze niet aflatend in de weer geweest met de organisatie van allerlei sociale

activiteiten. Zo staat ze nu in voor de organisatie van een Over 55’s-groep en de

jaarlijkse Old Folks Christmas Party. Marge was lid van één van de eerste verkozen

management comités van de wijk en is dit nog steeds. Kort nadat haar kinderen - drie

zonen en één dochter - het huis uit waren, begon ze opnieuw te werken. Ze was eerst

jongerenwerker in het Community Centre. Nu is ze de gastvrouw van het Resource

Centre. Beide jobs kaderen in een tewerkstelling van FÁS. Vijf jaar geleden keerde ze

terug naar het onderwijs en besloot ze de cursus Youth Studies te volgen. Vorig jaar is ze

afgestudeerd in Women’s Studies aan de University College Dublin (UCD). Nu probeert ze

door verdere studies die kennis nog aan te vullen en te verrijken. Ze verklaart zelf dat

haar grootste persoonlijke succes haar zelf verkregen onafhankelijkheid is.

Ann is ongeveer veertig jaar en stopte met school na haar Junior Certificate4. Ze woont

sinds haar huwelijk, meer dan twintig jaar geleden, in Little Bray – Fassaroe. Ook zij is

haar carrière in de wijk begonnen als vrijwilliger in het Resource Centre. Daar nam ze

deel aan allerlei cursussen rond jongeren. Ze heeft ook vele jaren in het management

comité van de wijk gezeten, hoewel ze daar nu mee gestopt is. Omwille van haar

betrekking als coördinator van de naschoolse projecten is ze nog steeds van dichtbij

betrokken bij het reilen en zeilen van de wijk en de centra. Net als Marge, heeft ook zij

vijf jaar geleden met succes de cursus Youth Studies gevolgd. Na het behalen van dit

certificaat, wou ze graag verder studeren aan de National University of Ireland,

4 Het junior certificate wordt behaald op het einde van de lagere cyclus van de secundaire school. De lagere cyclus van het Ierse onderwijs is voorzien voor jongeren tussen dertien en vijftien jaar. Normaalgezien doen scholieren van veertien of vijftien jaar het examen voor hun ‘Junior Certificate’, na drie jaar secundair onderwijs..

Page 51: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

46

Maynooth. Dit heeft ze echter na vijf weken moeten opgeven, aangezien ze geen beurs

heeft kunnen krijgen.

Ze vindt het een persoonlijk succes dat ze de baan heeft kunnen bemachtigen die ze doet

en waar ze van houdt. Wat haar werk betreft, is ze vooral trots dat ze met de naschoolse

programma’s, waarvan zij coördinator is, in staat is activiteiten te organiseren waarin

jongeren zich amuseren en kunnen uitleven. Een ander succes in haar werkveld is hoe de

gemeenschap een steeds nauwere band heeft. Als voorbeeld hiervan haalt ze de Pride of

Place-competitie aan. Dit is een wedstrijd, waarin men op zoek gaat naar het mooiste

dorp van Ierland. Er ontstond in de loop van de competitie een samenwerking tussen de

naschoolse projecten, het management comité van de wijk en het stadsbestuur van Bray,

waardoor Little Bray – Fassaroe, hoewel het duidelijk de underdog was, toch de tweede

plaats wist te bemachtigen.

Tom was eveneens een vroege schoolverlater. Hij begon op zijn dertiende te werken in

de zware industrie en heeft dit meer dan 23 jaar volgehouden. Toen werd hij plots

ontslagen, waarna hij acht jaar werkloos was en verzeilde in een zware depressie. Door

een toevallige ontmoeting kwam hij terecht in het Community Centre en werd daar een

baan als jongerenwerker aangeboden. Hij leeft zelf niet in de wijk, maar op

wandelafstand ervan. Hij is dan ook goed bekend met de meeste mensen uit Little Bray -

Fassaroe. Net als Marge en Ann nam hij deel aan de Youth Studies en slaagde met glans.

Nu is hij ongeveer zestig en werkt nog fulltime als jongerenwerker in het community

centre. In zijn vrije tijd is hij actief als plaatselijke voetbalcoach.

Zijn persoonlijke successen benoemt hij als volgt: “Even in me own mind, it is a great

achievement and I got two distinctions [in Youth Studies].” Verder is hij op professioneel

vlak fier op de twee uitwisselingsprojecten, waar hij mee aan de leiding stond en zijn

ontmoeting met de president, als gevolg van het volgen van de Youth Studies-cursus.

Ook Yann volgde vijf jaar geleden de cursus Youth Studies. Ze is nu eind de dertig en net

als Ann verliet ze school na haar Junior Certificate. Ze was hiertoe gedwongen omwille

van de financiële situatie thuis, maar had altijd al het plan om verder te studeren. Ze

leeft al haar hele leven in de wijk en was er steeds actief. Op haar 25ste is ze opnieuw

beginnen werken in het Resource Centre, nadat ze een zoon en een dochter had

gekregen. Ze slaagde met succes in de cursus en was in staat een beurs te bemachtigen

voor een studie Youth and Community Studies in National University of Ireland,

Maynooth. Momenteel is ze de coördinator van het community centre en het

jongerenaanbod. Haar grootste persoonlijke overwinning beschouwt ze zelf als de eerste

stap naar het Resource Centre, op de dag dat ze besloot terug te gaan werken en

studeren. In haar baan is ze vooral fier op het nieuwe gebouw, waarin de

jongerenprogramma’s nu zijn ondergebracht en waarvoor jarenlang gelobbyd werd.

Sophie is de jongere zus van Yann. Ze is begin de twintig en zit momenteel in haar

tweede jaar van de Youth Studies-cursus. Net als Yann heeft ze haar hele leven in de

buurt gewoond en was ze op haar zestiende genoodzaakt om te gaan werken. Ze heeft

Page 52: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

47

toen een parttime job aangenomen als kok, maar omdat die nergens toe leidde, heeft ze

daar ontslag genomen. Daarna is ze enkele jaren werkloos geweest. Hierna werd ze

aangenomen als jongerenwerker in het community centre. Deze baan verplichtte haar de

cursus te volgen. Ze hoopt spoedig alleen te gaan wonen en staat op de wachtlijst voor

sociale woningen in Bray. Als persoonlijk succes beschouwt ze het slagen in de modules

die ze nu reeds heeft gedaan. Op het werk is ze steeds beter in staat haar groep onder

controle te houden en is ze minder afhankelijk van andere mensen. Ze neemt eigen

initiatief en kan op basis daarvan een aanbod voor jongeren ontwikkelen, dat ze leuk

vinden.

Net als Sophie zit ook Peter op dit moment in het tweede jaar van de cursus Youth

Studies. Hij is nu eind de dertig en heeft jarenlang als muzikant in bars en pubs gewerkt.

Dit heeft hij echter moeten opgeven en in zijn zoektocht naar een parttime job is hij in

contact gekomen met de centra. Hij vond werk als parttime jongerenwerker, mits het

volgen van de cursus. Voor zijn tewerkstelling kende hij de wijk Little Bray – Fassaroe

niet, maar hij had vernomen dat het een ruwe buurt was. Hij is er trots op dat hij erin

slaagde van een moeilijke groep tienerjongens een meegaande en beleefde groep te

maken.

Connie volgt de cursus Youth Studies met Sophie en Peter. Ze zit evenwel nog maar in

haar eerste jaar. Net als Sophie had zij een uitzichtloze job en vond ze na enkele jaren

werkloosheid werk in het Resource Centre. Ze is begonnen als receptioniste, maar heeft

de kans om jongerenwerker te worden met twee handen gegrepen. Ze is nu begin de

twintig en woont bij haar ouders in een nabijgelegen buurt. Ze heeft nu al het gevoel dat

ze onder invloed van de cursus in bepaalde omstandigheden beter kan reageren.

Cate volgt geen cursus Youth Studies, maar heeft met de steun van het Resource Centre

reeds vele andere cursussen gevolgd: een computercursus, een cursus over facilitation

skills, addiction studies, adult training and advicing, …. Ze startte met deze cursussen in

1987. Ze komt oorspronkelijk van een klein plattelandsdorpje in een ander deel van

Ierland, maar woont reeds jaren in Little Bray – Fassaroe. Ze was altijd al actief in de

wijk en staat net als Marge aan de basis van de ontwikkeling van het Community

Development Project. Ze was eveneens lid van het eerste verkozen management comité.

Ze doet nu Social Studies aan University College Dublin, met het oog op het behalen van

een diploma. Nu is ze de FÁS-coördinator van het Resource Centre en voor het Little Bray

– Fassaroe gebied. Een persoonlijk succes beschouwt ze het feit dat ze een fulltime baan

heeft. En in haar werk is ze er vooral trots op dat het Resource Centre zich ontwikkeld

heeft als een plek, waar men raad kan vragen in geval van nood.

Julie is eind de zestig en heeft altijd al in de buurt van de wijk gewoond. Net als Marge

en Cate was ze reeds bij het begin betrokken bij het Resource Centre en het community

centre. Ze is nu meer dan twintig jaar actief in de werking van de centra. Ze begon ook

met werken op haar dertiende en werkte tot haar 28ste toen ze haar eerste kind kreeg.

Page 53: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

48

Toen Julie begon te werken in de crèche van het Resource Centre, moest ze een cursus

kinderverzorging volgen, opdat ze een certificaat zou hebben. Na deze cursus volgde ze

nog vele andere cursussen, waaronder Child Psychology, Nutrition and food, computers,

communication skills, … Samen met Marge is ze vorig jaar afgestudeerd in Women’s

Studies. Ze beschouwt haar herwonnen (zelf)vertrouwen als de grootste meerwaarde van

de cursus.

Dora ten slotte is nu eind de dertig en begon op haar zestiende te werken, als gevolg van

de thuissituatie. Ze stopte met werken toen haar kinderen, een zoon en een dochter,

werden geboren, maar scheidde niet lang daarna van haar agressieve man. Als

tijdverdrijf volgde z cursussen in het Resource Centre. Zo begon ze met de cursus

Sawing. Na deze eerste stap volgden nog veel meer cursussen, onder andere self-help

and personal development. Uiteindelijk deed ze de studie Child Care. Na het behalen van

het getuigschrift werd ze benoemd tot coördinator van de kinderopvang van het

Resource Centre. Ze is nog steeds lid van het management comité van de wijk en is zeer

actief in de wijk. Ze organiseert samen met Marge de Old Folks Christmas Party.

Persoonlijk is ze vooral trots op het feit dat ze door de cursus een nieuw (zelf)vertrouwen

heeft en een eigen opinie. In haar baan bewijst de dankbaarheid van volwassenen, die

als kind in de crèche hebben gezeten, dat ze in haar opzet is geslaagd.

Page 54: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

49

8 Resultaten

8.1 Inleiding

In wat volgt, komt de analyse van de resultaten. In de schikking van de resultaten wordt

rekening gehouden met de verschillende stappen van het model. De motor van het

proces betekent de start van de analyse, daarin wordt ingegaan op de aanleiding voor

het volgen van de cursus, de drempels en de verwachtingen. Een tweede deel beschrijft

het lesklimaat, met onder andere een typische les, de ideologie van gelijkheid, de eigen

inbreng van de cursisten en de inhoud van de lessen. Daarna komen de betekenis van

verhalen en dialoog aan bod. Vervolgens wordt ingegaan op de persoonlijke autonomie

van de cursisten en op (community) empowerment. Dit deel handelt over de versterkte

identiteit van de respondenten, de verhoogde participatie, de wijk Little Bray – Fassaroe

en de rol van het Little Bray Community Development Project. In een laatste deel worden

de effecten van de cursus besproken, namelijk de bijgeleerde kennis en de verandering

in het toekomstperspectief van de cursisten.

8.2 De motor achter het proces

8.2.1 Aanleiding voor het volgen van cursussen

De meeste mensen worden als gevolg van een Community Employment (CE)5–

tewerkstelling aangemoedigd om cursussen te volgen. Het terugkeren naar werk

betekent daardoor voor velen ook de stap terug naar educatie en opleiding. Veel

cursussen gaan door in de centra waar ze werken. Bovendien wordt het volgen van

cursussen gesubsidieerd door het Community Employment-programma, waardoor de

financiële drempel wegvalt. Julie: “It was only when I started working on a CE-scheme, [that I could go back to education]. They encourage you to do different courses … and you don’t have to pay for it… So there are no worries on the money end.”

Voor sommige banen is het volgen van een cursus en het hebben van een certificaat een

vereiste. Voor de jongerenwerkers wordt er sterk aangedrongen op het volgen van de

Youth Studies-cursus. Medewerkers van de crèche moeten door het IPPA6 erkend zijn en

5 Community Employment is een tewerkstelling- en trainingprogramma, dat langdurige werklozen ondersteunt in het terugkeren naar arbeid. Het programma doet dit door hun ervaring van werkloosheid te breken en door een terugkeer naar werk routine in te bouwen. Het programma is niet enkel op tewerkstelling georiënteerd, maar probeert hun technische en persoonlijke vaardigheden bij te schaven (FÁS, 2007). Het is te vergelijken met Vlaamse doorstroom- en activeringsprogramma’s zoals Wep+ en Sine. 6 De IPPA is de grootste vrijwillige organisatie voor opvang van jongeren en kinderen in Ierland, te vergelijken met Kind&Gezin in Vlaanderen.

Page 55: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

50

zijn verplicht om een cursus Child Care te volgen. Anderen volgen de cursus vanuit de

betrokkenheid met hun job in de centra of omdat ze niet willen onderdoen in de groep

medewerkers. Het volgen van enkele ‘gemakkelijke’ cursussen heeft vaak een voortgezet

effect. Doordat het (zelf)vertrouwen wordt opgebouwd, stappen mensen naar nieuwe,

vaak moeilijkere programma’s. Julie: “The first one I ever did was child care and I had to do that to work in the crèche, to work with children. So then I said: If I can do this one, I can do another one.”

Sommigen zijn zich ervan bewust dat ze een diploma nodig hebben om kwaliteitsvol werk

te vinden en op te klimmen in hun leven. Zij weten al voor ze aan de CE-tewerkstelling

beginnen dat dit hun kans is om voor zichzelf en hun kinderen betere levenskansen te

creëren. Ze zijn vaak leergierig en willen uit interesse terugkeren naar onderwijs. Soms

zijn zij gedwongen schoolverlaters, omdat bijvoorbeeld de financiële situatie hen niet

toeliet verder te studeren. Yann: “When I got to the age for Community Employment-scheme, … I knew this was a way to progress and get a better job, leading to a better life for the kids. I always had the plan to go back and do something, train up, leading to better work. It was always knowing: if you’re trained, you get a better job, better money and a better life for me and the kids.”

Bij de jongere generatie, die nu nog bezig is met de cursus, is het ook duidelijk dat zij

een voorbeeld nemen aan zij die reeds een cursus succesvol beëindigd hebben. Sophie: “I was seeing Yann, starting on CE and doing the courses, then ending up in Maynooth, doing her degree. She is really doing well on it.”

Enkelen hebben in crisissituaties besloten dat het zo niet verder kan en zijn van daaruit

op zoek gegaan naar een manier om uit de uitzichtloze situatie te geraken. Ze realiseren

zich wat ze willen doen en gaan op zoek naar manieren om hun doel te bereiken. Dora: “I do remember why I wanted to do child care. When I got separated from my ex-husband, I got someone in to do counselling with the kids, because it was quite violent. She was coming in once a week the whole afternoon to work with the kids. When I’ve seen what she was able to do with the kids, that struck a cord within me. It was that really. That’s when I came here and said I would. Something just clicked.”

Ten slotte is de steun en aanmoediging vanuit het project van groot belang geweest bij

de geïnterviewden. Het vormt de kritische alliantie, die velen ertoe aanzet om de cursus

te volgen.

Page 56: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

51

8.2.2 Drempels

Velen zijn bang om na lange tijd terug te gaan naar school. Ze zijn immers bijna allemaal

schoolverlaters vóór de leeftijd van zestien en geen van hen heeft een erkend diploma.

Ze zijn niet gewoon essays of examens te maken. Ze vrezen dat ze dit niet kunnen, dat

ze niet zullen slagen. Sommigen zijn ook bang om door hun beperkte schoolse kennis de

groep te vertragen. Tom: “I couldn’t keep up with them. I felt embarrassed about it. I said: I have to go, I can’t keep up. I’m hauling the group down. And Robert, one of the tutors, said: Don’t back out! We’ll work something out.”

Voorts twijfelen ze aan de tijd en energie die de cursus vergt. Ze combineren allen het

studeren met werken en vaak ook met een gezin. Ze moeten dus hun dagen opdelen

tussen schoolwerk, werk en familie. Dit blijkt voor de meeste niet vanzelfsprekend. Ann: “I didn’t think it was going to be as hard as it was, because I was working here as well in the afternoons. Then we had to do a lot of homework and I had a family as well”

Enkele volgen de lessen omdat ze overtuigd zijn van het nut van de lessen en erg

geïnteresseerd zijn. Zij verklaren dat ze enkele twijfels hebben over de

randvoorwaarden, bijvoorbeeld wie op de kinderen zal letten, maar dat belet hen niet om

deel te nemen aan de cursussen. Yann: “I had no doubts. Well, I would have, like who’ll mind the kids, but knowing the Resource Centre and the supported child care made a huge difference.”

De centra spelen een grote rol in het wegnemen van twijfels en het (helpen) overwinnen

van drempels. Ze overtuigen mensen dat ze de lessen en het bijhorende schoolwerk

kunnen en helpen hen waar nodig. Dit doen ze door kleine praktische hulp, zoals het

uittypen en nalezen van essays. Maar ook door positieve bekrachtiging, ‘je kunt het’.

Bovendien kunnen mensen uit de wijk in het Resource Centre gratis gebruik maken van

computers, telefoons, kopieerapparaten, … zodat de cursisten zich hierover geen zorgen

dienen te maken. Marge: “I had big doubts, at my age, how could I do that? I focused on me as me. I wasn’t seeing further down the line. Without the encouragements from Caroline, Yann, Nina, … I wouldn’t have done this. They said: Marge, you can do this!”

De cursisten krijgen veel steun van hun tutoren7. Zij helpen hen het werk te overzien en

eventuele problemen op te lossen. Ze zijn begripvol. Vooral het respect, dat de cursisten

7 De term ‘tutor’ blijft hier bewaard. Dit zijn professoren en assistenten uit omliggende universiteiten (University College Dublin, University of Ireland, Maynooth), die als gastmedewerkers naar de wijk komen om één of meerdere lessen in verband met een cursus te geven.

Page 57: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

52

van hen krijgen en de persoonlijke relatie die met de meeste tutoren in de loop van de

cursus met de cursisten opbouwen, is belangrijk.

Er is vanuit het Resource Centre een education officer aangesteld, die de cursisten in

één-op-één-begeleiding opvolgt. Hieruit wordt moed geschept om de stap te wagen.

Deze begeleider leest essays na, helpt de taken te plannen, geeft feedback en zoekt

samen met de cursist naar een evenwicht tussen werk, school en familie.

Dora: “I said: I’m not going back anymore. And she [the education officer] said: Show me what you have to do. She broke it down and whatever. Only for the support here, I wouldn’t have done it.”

8.2.3 Verwachtingen

Over het algemeen zijn de verwachtingen erg laag. Bijna niemand heeft veel nagedacht

over wat ze gaan leren en waarom. Ze zijn eerder ‘per ongeluk’ in de cursus terecht

gekomen en aanvaarden gewoon wat er komt.

Enkelen hebben echter een duidelijk doel voor ogen. Zij weten wat ze willen leren en

waarom. Ze willen een vak leren, beter worden in hun job en daarom kennis en

vaardigheden verwerven. Dit zijn vaak de meest gemotiveerde mensen, die meerdere

cursussen hebben gedaan en het ver hebben geschopt. Ze hebben vaak een universitair

diploma op zak. Yann: “I wanted to know all the theories, why this happens. There is a reason for this to happen. Looking at all that, the theory side, the history, where it came from, the background, the ideas, … Also looking at community work, the lingo, to learn that lingo and getting to know all the different organisations within it.”

Hieruit blijkt dat sommige heel goed weten wat ze willen leren en hoe ze thema’s willen

benaderen, om breder te kijken dan wat er gebeurt. Ze willen op zoek gaan naar de

oorzaken ten grondslag van sociale problemen. Men zou kunnen zeggen dat ze hier al in

zekere mate kritische bewust zijn en haar leergierigheid hen aanzet om dingen binnen

hun context te zien.

Anderen zijn minder specifiek, maar weten dat ze willen leren van de ervaringen van

andere mensen, om hun ogen te laten openen, om deuren te openen en een geheel

nieuwe wereld te leren kennen. Sophie: “Then, the opportunity to do the youth work course came up and I decided to do it and open my eyes a bit more to the work that I was doing, certain issues, attitudes and people.”

Enkele van de geïnterviewden weten niet meteen wat ze van de inhoud van de lessen

moeten verwachten, maar hebben toch een duidelijk doel voor ogen. Ze willen iets doen

Page 58: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

53

voor de kinderen uit de wijk. Ze willen werken met die kinderen die geen perfect leven

hebben. Dora: “Like some of the kids that are in here now. At some stage, they came in hungry and weren’t being washed. Then you know yourself that there was either a fight or an argument going on in the house, where the kids were affected by. That’s the part I want to work with. I don’t want the kids with the perfect life.”

Bovendien verwachten de meeste een certificaat van de cursus. Ze zijn ervan overtuigd

dat ze op die manier gemakkelijk een betere baan zullen vinden, die meer betaalt. Sophie: “I’d like to get the qualification to help you get the job or to go on to further education as well, getting back in to studying and doing projects. It also helps to learn what other services are out there and how that all link in together and how it is funded and all that. That opens your eyes to the bigger picture.”

Kortom…

Het proces van community development start in een hegemonische samenleving,

die mensen aan zich onderwerpt. Er wordt een ‘vals bewustzijn’ gecreëerd,

waarin mensen zich niet langer vragen stellen bij de realiteit. Ze vervallen in een

‘cultuur van het zwijgen’, die gepaard gaat met lage toekomstverwachtingen,

een laag zelfbeeld, apathie en het gevoel niets te kunnen veranderen.

Dit is ook te merken in deze beginsituatie. De cursisten maken zich zorgen over

het terugkeren naar onderwijs en al wat daarbij komt kijken. Ze vrezen dat ze

de lessen niet zullen begrijpen, dat ze niet in staat zijn essays en examens te

maken, … De meeste hebben negatieve schoolervaringen en willen er niet naar

terug. Ze zien zichzelf als een ongeschoold persoon en vaak kunnen ze zich niet

inbeelden dat zij een diploma gaan hebben. Hun zelfvertrouwen is laag. Vele

cursisten voelen zich waardeloos en hebben het gevoel geen greep te hebben op

hun situatie.

Dit staat in scherp contrast met een paar respondenten, die uitdrukkelijk de wil

tot leren en terugkeren naar vorming en onderwijs uitspreken. Ze zien dit als de

enige manier om waardevol werk te vinden, een opstap naar een beter leven

voor zichzelf en hun kinderen. Ze doen dit vanuit een interesse en leergierigheid,

die er volgens eigen zeggen altijd is geweest. Ze weten wat ze willen en zijn

bereid alles te doen wat nodig is om hun doel te bereiken. Ze zijn niet apathisch,

maar hebben de wil om iets te ondernemen, om hun situatie te veranderen.

Toch lijkt dit in strijd te zijn met de bevindingen die later in punt 8.7.2

beschreven worden betreffende het toekomstbeeld van de geïnterviewden voor

ze aan de cursussen beginnen.

Het Little Bray Community Development Project is met andere woorden een

belangrijke motor achter het proces. Ze betekenen voor velen een licht in de

Page 59: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

54

duisternis, na langdurige werkloosheid of in crisissituaties. Ze zetten aan tot het

volgen van de cursussen en zorgen voor de vereiste ondersteuning om het vol te

houden. Ze doen dit meestal onder de vorm van een community employment-

tewerkstelling, die het volgen van cursussen en trainingen subsidieert. Velen

hebben zich in een crisismoment gerealiseerd dat het zo niet verder kan, dat ze

in een uitzichtloze situatie zitten en iets te doen moeten hebben. De rol van de

centra is daarin opnieuw essentieel. Zij motiveren de cursisten om het te

proberen en staan hen bij met woord en daad. Community development is hier

niet alleen het aansporen van mensen, maar ook het voorzien van bepaalde

diensten, zoals kinderopvang en infrastructuur. Mensen die zich zorgen maken

over het combineren van school, werk en gezin, worden op die manier ook

materieel bijgestaan in hun beslissing. Bovendien helpt het Resource Centre hen

het werk op te delen en te overzien.

Er wordt in de wijk opgekeken naar de mensen, die actie hebben ondernomen,

besloten hebben de cursus te volgen en die deze succesvol beëindigen. Ze

nemen een voorbeeldfunctie op in de gemeenschap. Waar mensen uit de wijk

Little Bray – Fassaroe voorheen het gevoel hadden dat zij niet konden

afstuderen en naar de universiteit gaan, hebben nu meerdere mensen in de wijk

het gedaan en beginnen ze te geloven dat ze het zelf ook kunnen. De individuele

groei van mensen heeft ook een verbindend effect voor anderen.

8.3 Lesklimaat

8.3.1 Een typische les

De meeste cursisten beschrijven een typische les als ontspannen, informeel en praktisch.

De lessen zijn gebaseerd op concrete projecten en er is altijd tijd voor discussie en

overleg. Peter: “A lot of sharing, quite informal. Small, but not really like school at all. There is teaching, but we learn from each other as well.”

Er wordt vaak gebruik gemaakt van rollenspelen om de cursisten tot nadenken te

stemmen over bepaalde onderwerpen. Dit kunnen de meeste bevraagden zeker smaken,

omdat het voor hen gemakkelijker is iets te zien, dan het te lezen in een boek. Ze gaan

vaak op excursie en komen zo in musea en historische gebouwen, zoals het parlement,

wat de meesten nooit eerder hebben bezocht. Ze doen met deze vormingsmomenten

met andere woorden heel wat nieuwe ervaringen op.

Vele cursisten benadrukken dat de lessen helemaal niet zijn zoals in de middelbare

school. Ze hebben vaak negatieve schoolervaringen en willen daar niet naar terug. Maar

Page 60: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

55

de tutoren zijn geen onaaanspreekbare lectoren vooraan in de klas. Ze hebben zelf in het

werkveld gestaan en begrijpen waarover de cursisten struikelen. Dit

volwassenenonderwijs spreekt de cursisten duidelijk meer aan. Soms vergeten ze, door

de ontspannen houding, wel projecten in te dienen of komen ze in tijdsnood. Ze leren

hun verantwoordelijkheid op te nemen en te plannen. Yann: “The tutors that were tutoring us worked their way up from the ground, coming through community work themselves. The majorities were community youth workers and they set up the course in Maynooth. So their approach to learning was that it had to be a much nicer place to learn. We did have to have our lectures and sometimes we sat there listening, but a lot of the stuff was more interactive. The group to learn from each other, share our own experiences.”

Drie geïnterviewden hebben vorming gevolgd buiten de wijk. Op die manier zijn zij in

contact gekomen met mensen met een andere achtergrond en werkomgeving. Door het

discussiëren tijdens de lessen krijgen zij te maken met nieuwe perspectieven en gaan

hun ogen open voor nieuwe doelgroepen, nieuwe problemen, … Door de discussies

binnen deze groepen ontstaat er vaak een interessante mix aan ervaringen. Dora: “We used to have big arguments over the content, and it got to people. One tutor used to say: It gets such a mix. Because there is such a wide gap between community providers and private providers.”

Voor de groep die de cursus Youth Studies hebben gevolgd of aan het volgen zijn, (zeven

geïnterviewden) is het ook belangrijk dat de nadruk ligt op het teamwerk en dat ze

samen de cursus hebben beëindigd. Het samen leren zorgt voor velen voor een blijvende

band (Zie ook punt 8.3.2).

8.3.2 Ideologie van gelijkheid

Groepswerk en samenwerken is binnen alle cursussen erg belangrijk, maar vooral voor

de groep die als eerste begon aan de Youth Studies, ligt er een erg grote nadruk op

teamwerk. Binnen de groep wordt iedereen als gelijkwaardig beschouwd. Dit brengt

volgens sommigen grote voordelen met zich mee. Ze vormen één team en hebben elkaar

door de cursus geholpen. Tom: ”We’ve done it as a team and that made it much easier, but it was though for me. It was so united, it was done and done together, and everybody was happy with it. If it was done differently, I don’t know what way it would have turned out.”

Bovendien is het belangrijk dat iedereen een gelijkwaardige behandeling krijgt. Julie: “Everyone is treated exactly the same. Now, there is people in our class that have their own properties, holiday homes. They aren’t treated any different from me that has to work from nine to five.”

Page 61: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

56

Velen voelen zich gewaardeerd, omdat ze een inbreng kunnen doen in de lessen. De

tutoren behandelen hen ook als gelijkwaardig. Ze hebben respect voor de cursisten en

brengen begrip en respect voor de persoonlijke verhalen die de cursisten met de groep

delen.

Enkele cursisten hebben cursussen, die door community employment zijn gesubsidieerd,

gevolgd buiten de wijk. Ze komen op die manier in contact met andere perspectieven en

opinies. Zo zijn er mensen die met andere doelgroepen werken, in andere werkvelden,

met een andere leefwereld, … De cursisten beschouwen deze diversiteit als een

meerwaarde en erg verrijkend. Julie: “It’s amazing. One of the girls now, that I’m very good friends with, she was reared down the country. She went to boarding school and I never knew anybody that went to one. And it’s great to hear her talk about her days in the boarding school.”

Toch merken ze hierbij op dat er soms een moeizame relatie is tussen mensen die in de

privé-sector werken en zij die in de gemeenschapssector werken. De minderwaardigheid

is hier voelbaar. Dora: “There were about five of us that were under thirty. The others were older, some in their fifties. The would all belong to the IPPA and had been in child care for twenty, thirty years an she [the tutor] did a lot of speaking to them and left us behind. They were up a pedestal…. They are up there, and we were down here.”

8.3.3 Eigen inbreng

Het grootste deel van de lessen bestaat uit het delen van ervaringen en opinies. Vele

cursisten voelen zich hierin gesterkt doordat ze vaak reeds jaren ervaring hebben in het

werkveld en er nog steeds in werken. De oudere cursisten hebben ook het gevoel dat zij

iets kunnen bijdragen, doordat zij al kinderen hebben opgevoed en ze dus reeds ervaring

hebben in de omgang met kinderen en jongeren. Ze hebben soms harde lessen geleerd,

maar putten hieruit kennis en delen die met de groep. Marge: “And then I think, especially with him never being there, I would be the mother and the father, the auntie, the uncle, the doctor, the preacher, you were doing everybody’s role at once. … I got equally as good as the younger people.”

De mensen, die in lessen terecht komen waar cursisten met diverse achtergronden en uit

diverse werkvelden vertegenwoordigd zijn, hebben vaak het gevoel dat zij heel wat bij te

dragen hebben, omwille van hun specifieke werksituatie en achtergrond. Cate: “Most of the class would be looking at equality from a perspective of persons with disabilities. And I would have a much broader outlook on it. Equality for all marginalised groups. I would say: But what about Travellers, and what about people that live in a large council estate, that don’t have the infrastructure, that don’t have the services in place?”

Page 62: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

57

Bij het delen van de ervaringen en de opinies, is vooral de sfeer van respect voor de

cursisten erg belangrijk. Het is belangrijk dat wat er gezegd wordt, binnen de klas blijft

en dat hiermee in vertrouwen wordt omgegaan.

Dit delen van ervaringen leidt ertoe dat ook de opinies en meningen van de tutoren

onder de loep worden genomen. Dankzij de jarenlange ervaring van de tutoren in het

werkveld worden hun meningen erkend, maar toch kunnen deze soms weerlegd worden

vanuit de ervaringen van cursisten. Bovendien stellen de cursisten ‘gevestigde’ theorieën

en praktijken in vraag naar hun bruikbaarheid in kwetsbare buurten als Little Bray -

Fassaroe. Dora: “I do remember they were saying it is your job to teach them their ABC’s, the numbers, the colours. I said: “No, that is not my job. I often have to teach a four year old how to hold a spoon. I give them their basic skills of survival.”

8.3.4 Inhoud van de lessen

De theorieën, die in de lessen worden gebruikt, zijn praktisch, nuttig en geschikt voor

dagelijks gebruik. Ze zijn veeleer gemakkelijk te begrijpen en kunnen de interesse van

de cursisten opwekken. Ze zijn bruikbaar in hun job. Ze sluiten goed aan bij het werken

als jeugdwerker of kinderoppas. Ze geven een model om mee aan de slag te gaan in

sommige probleemsituaties en sluiten aan bij de onderwerpen die aan bod komen in de

dagdagelijkse praktijk. Op die manier zorgt de inhoud van de lessen ervoor dat

jeugdwerkers beter geïnformeerd zijn en meer vertrouwen hebben in het voorbereiden

van hun groepswerkingen. Peter: “We were also sent on a lot of training days. We’ve done training on managing challenging behaviour, suicide prevention, sexual health and things. So we’ve all done things that give you a module to work from when you find yourself in a situation. They are very practical.”

Bovendien zorgen de cursussen ervoor dat de cursisten meer inzicht krijgen in sociale

thema’s en op die manier verbanden kunnen leggen naar hun eigen leven. Ze

beschouwen de lessen als eye openers en een verruiming van de wereld die ze kennen.

Sommige beschouwen delen van de lessen wel interessant, maar kunnen toch niet zien

hoe deze kan toegepast worden in hun dagdagelijkse praktijk. Ze hebben soms het

gevoel dat theorieën niet aansluiten bij de wereld van hun kwetsbare kinderen of

jongeren. Ze gaan hier kritisch en bewust mee om. Dora: ”And then they tried to touch Montessori, and I don’t like him. Some of it, I do like, but some is very hard, because it’s only babies. Some of the kids I work with, don’t get somebody to give them a basic cuddle. They don’t get that at home. She tried to persuade me, but it didn’t work.”

Page 63: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

58

Kortom…

In een proces van community development is het belangrijk dat de community

worker in staat is contact te maken met de mensen van een buurt, opdat hij de

mensen hun gevoel van eigenwaarde en autonomie, verloren onder de

dominantie van de hegemonie, kan teruggeven. Dit geldt ook in dit geval. Opdat

de cursus zou aanspreken en impact zou hebben op het leven van de cursisten

moeten de lessen aanslaan. Ze moeten praktisch van aard zijn en inspelen op de

leefwereld van de cursisten, omdat die de boodschap zouden kunnen integreren

in hun eigen wereld.

De community worker en de tutoren moeten daarom vanuit een ‘ideologie van

gelijkheid’ werken aan harmonie en samenwerking. Een ‘ideologie van gelijkheid’

gaat uit van wederkerigheid, samenhorigheid, respect en waardigheid. De

community worker vermijdt vervreemdende methodes en heeft een holistische

aanpak. Dit is ook hier te zien in de werking van de tutoren. Zij geven en

ontvangen respect en herstellen de waardigheid en het gevoel van eigenwaarde

van de cursisten. Samen vervangen ze de ‘cultuur van het zwijgen’, waarin de

cursisten gevangen zitten, door een ‘cultuur van respect’.

De community worker en de tutoren gaan uit van democratische waarden en

geloven dat het geven van respect, het zelfrespect van de cursist zal herstellen.

Ze gaan actief op zoek naar kennis bij anderen, om de gezamenlijke kennis van

de groep en de gemeenschap uit te bereiden. Interne en externe kenmerken van

de gemeenschap zijn niet louter kenmerken, maar worden beschouwd als nuttige

bronnen en meerwaarden.

Mensen die cursussen buiten de wijk volgen, krijgen soms te maken met

vooroordelen en negatieve connotaties. Ze moeten hiertegen opboksen. Ze

kunnen niet altijd rekenen op het begrip en respect van de medecursisten. Het

contact met andere werkers, uit andere werkvelden of die te maken kregen met

andere doelgroepen, is echter ook verrijkend.

Vorming kan conformeren en mensen onderwerpen aan de dominante waarden

en normen. Kritische educatie daarentegen kan mensen aanzetten tot nadenken

over de eigen ervaring en de ervaringen van anderen. Ze gaan zich vragen

stellen over het hoe en waarom. Hierdoor zijn ze in dialoog, in staat,

tegenstrijdigheden te doorzien en te plaatsen. Mensen willen weten wie ze echt

zijn en wat hen gevormd heeft.

De beschreven cursussen zijn bruikbaar, realistisch en alledaags. Men kan ermee

aan de slag in het werk én in de eigen leefomgeving, waardoor de cursus niet

alleen op de cursisten een impact heeft, maar ook op hun familie en mensen

Page 64: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

59

waarmee ze in contact komen. Cursisten leren nieuwe dingen kennen en geven

deze kennis door. Ze beginnen op een vernieuwde manier over de sociale

realiteit na te denken. Het vormen van een eigen mening over theorieën en

praktijken, die in de les aan bod komen, komt op gang. Cursisten stellen

kritische vragen over bepaalde normen en feiten. Ze stellen de theorieën in

vraag en vergelijken deze met hun dagdagelijkse praktijk. Door de cursisten in

contact te brengen met nieuwe ideeën, nieuwe theorieën en nieuwe omgevingen,

probeert men een proces van kritisch bewustzijn op gang te brengen, waardoor

de cursisten hun eigen vanzelfsprekendheden in vraag stellen en zich een meer

doordacht beeld van de realiteit kunnen vormen. Vorming versterkt en overstijgt

de dagelijkse realiteit.

8.4 Verhalen en dialoog

Yann, Marge, Tom en Ann volgen samen de eerste cursus Youth Studies. Dit is een

pilootproject en gaat aanvankelijk niet in Bray door. Toch wordt na korte tijd besloten om

de lessen te laten doorgaan in het Resource Centre, omdat dit centrum kan voorzien in

faciliteiten zoals kinderopvang. De lessen gaan vier voormiddagen in de week door,

telkens van tien tot één uur. De cursus wordt gemiddeld in twee jaar afgerond.

Deze eerste groep is aan de cursus begonnen als een team. Zij werken reeds vóór de

start van de cursus samen en hebben gezamenlijk de beslissing genomen om aan de

cursus te beginnen. Dit blijkt voor velen niet gemakkelijk, omdat alle geïnterviewden

schoolverlaters zijn en weinig onderwijs genoten hebben. Deze groep heeft een

gelijkaardige achtergrond, ze wonen in dezelfde buurt, kennen dezelfde mensen en doen

hetzelfde werk. Dit is volgens hen een voordeel tijdens de cursus, en heeft nu nog een

positief effect. De leeftijden variëren, bij de start van de cursus, van 25 tot 55 jaar.

Sommige deelnemers zijn getrouwd, andere hebben kinderen en weer anderen komen

net van school. De cursus bestaat uit heel veel groepswerk. De groep zorgt ervoor dat

alle cursisten erdoor raken en steunen elkaar waar ze maar kunnen. Doordat de groep in

dezelfde omgeving woont en samen werkt, kennen de leden elkaar goed. Ze zijn zich

bewust van elkaars sterktes en zwaktes en proberen hierop te bouwen. Tom: “The team kept me at it. As a team it was brilliant. It was so united. It was done and done together and everybody was happy with it. And if it was done differently, I don’t know what way it would have turned out. It is just that people that done it with me, understood me and every one of us. We knew our strengths and weaknesses, and we were trying to build up our weaknesses. That’s what did it.”

Sophie, Peter en Connie volgen nu de tweede cursus Youth Studies. Voor deze groep

bestaat de cursus nog steeds uit veel groepswerk, maar toch ligt er nu meer nadruk op

individueel werk. Ze werken eveneens in het Community Centre als jongerenwerkers

Page 65: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

60

voor tieners tussen twaalf en vijftien jaar. Ze zijn verantwoordelijk voor enkele

themagroepen met hen. Ze werken samen met mensen van de eerste groep. Ze kennen

elkaar goed, doordat ze regelmatig samenkomen om over hun werk te overleggen. Beide

groepen hebben veelal hetzelfde Iers, blank perspectief op zaken. Peter: “We have different views, but that’s only natural. We don’t have very different perspectives. We’re all white and Irish, and similar.”

Kortom…

Empowerment met het potentieel iets te veranderen ontstaat in dialoog. Door

verhalen kan men ideologische en materiële tegenstrijdigheden inzien en actie

ondernemen er iets aan te veranderen. Verhalen kunnen daarbij verschillende

rollen opnemen. Het vertellen van een verhaal is een leerschool, waarbij men

nieuwe alternatieven leert zien. Het heeft een positief effect. Men kan verbinding

maken met andere verhalen waardoor reflectie wordt gestimuleerd.

Wanneer men ervan uitgaat dat iedereen iets over sociale thema’s in te brengen

heeft, kan er een dialoog ontstaan vrij van waarden, waarin echt naar mensen

geluisterd wordt, hun ervaring wordt gerespecteerd en gebruikt als les naar de

anderen. Men kan zichzelf in deze verhalen erkennen of zich ermee contrasteren.

Hoewel Ledwith in de literatuur pleit voor een grote diversiteit aan

perspectieven, is dit voor de Youth Studies niet het geval. De tutoren moeten

zorgen voor een alternatieve noot. Er is weliswaar geen andere perspectief

vertegenwoordigd, maar mensen voelen zich veilig. Velen zouden de confrontatie

met een nieuwe groep niet zien zitten. In deze situatie is het een voordeel aan te

kunnen sluiten bij een gekende en bekende groep, die meestal vanuit een zelfde

situatie komt. Tijdens de meeste cursussen in de centra ligt de nadruk op

teamwerk en het vormen van een groep. Dit is van groot belang in lokale

gemeenschap. Deze Youth Studies-cursisten vormen immers nog steeds en

groep en proberen problemen gezamenlijk aan te pakken. Ze respecteren elkaar,

kennen elkaars sterktes en zwaktes en proberen hierop verder te bouwen. Het is

belangrijk te zorgen voor een (veilige) leeromgeving, waarbij de groep een

centraal instrument is.

Page 66: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

61

8.5 Persoonlijke autonomie

8.5.1 Ander dingen leren kennen

Door de rollenspelen en de studiebezoeken worden de cursisten uitgedaagd om kennis te

maken met zaken die niet tot hun directe leefwereld behoren. Ze moeten ook projecten

doen, waarin ze dingen ondernemen die ze normaal niet zouden doen en op basis

waarvan ze presentaties moeten geven aan hun medeleerlingen. Marge: “I remember one particular project on the drug course. We all had a task. Mine was on heroine, because I was involved with an addict. I had to go to Dublin, to Focus Ireland. They asked me to go with the camcorder, take two busses and do an interview. Now, I can tell you, doing this for me was a great achievement, to get out, do it, and then write all about it. I never before did that.”

Doordat anderen zich aansluiten bij de verhalen die worden verteld, voelen velen zich

gesterkt in hun opinie. Ze vinden dit bemoedigend en halen steun uit het collectieve.

Bovendien kunnen ze in de loop van de lessen vaak, door nieuwe dingen te leren kennen

deze verbinden met hun eigen leefwereld. Hierdoor zien ze plots hoe iets ineen zit. Ze

kunnen het eigen leven beter begrijpen, maar zien op die manier ook de context en het

grotere geheel. Ze stellen zich vragen over hoe bepaalde zaken gebeuren. Tom: “We would sit down and read about it and I would say, I never would have known this now, before. Then all of a sudden, you’d be relating to it, you’d see some perspective. You’d see how it is all of a sudden.”

8.5.2 Andere dingen denken

Door kennis te maken met nieuwe zaken, nieuwe ervaringen, andere perspectieven en

vernieuwende theorieën beginnen de cursisten verbanden te leggen met hun eigen

omgeving en leefwereld. Ze stellen hun eigen waarden en normen bij. Yann: “After three years, your whole way of thinking is different. I went in probably with the same kind of values and when I came out, they would have been more explored. I felt like, when I came out, I was more capable of the work I do. I have the knowledge.”

In het algemeen wordt gesteld dat de cursisten na de vorming hogere standaarden

hanteren. Ze eisen meer van mensen. Tegelijk hebben ze vaak meer begrip voor wat er

gaande is, zowel voor mensen als voor situaties. Ze krijgen daardoor een andere manier

van kijken en denken. Connie: “You are also more aware of other people’s situation, their family. You got to think more about the reasons why they are.”

Page 67: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

62

De houding van de cursisten tegenover mensen verandert. Hoewel ze hogere

standaarden hanteren, leren ze ook rekening te houden met de achtergrond, de situatie,

de context, de familie, … van mensen. Ze nemen een meer begrijpende houding aan en

hebben minder vooroordelen. Ann: “[I became] more understanding of young people, background, the environment, where they come from. More understanding of the act of people.”

Over hun baan leren ze eveneens anders denken. Ze zijn zich meer bewust van de

bredere context van het jeugdwerk. Ze maken kennis met nieuwe regels en proberen die

te implementeren in hun job. Ze denken meer na over wat ze goed en niet goed doen in

het werk. Peter: “I find personally that I think more about youth work and its cause and effect and how you are and do things.”

Ze staan ook steeds meer stil bij de situatie in Little Bray – Fassaroe. Zowel bij de

omgeving als bij de obstakels, waarmee de omgeving te maken krijgt. Sophie: “I’m more aware now with the social issues. Before I really wasn’t. Stronger basis like, what Little Bray - Fassaroe faces.”

Sommige cursisten leggen verbanden met sociale kernthema’s. Zij zijn zich in het

algemeen meer bewust van het grotere geheel en de samenleving. Ze zien het belang

van onderwijs en leggen verbanden met de eigen omgeving. Ze worden zich bewust van

de hidden agenda’s in hun werkveld. Sophie: “That has the course done well, like open your mind on what kind of society you are, what layer. It makes you more aware of what’s going on. Young people probably just think they are just coming in to a club and if you hadn’t done the course you would think I just run the club, but there are loads of hidden agenda’s and the course opens your eyes to that.”

8.5.3 Andere dingen doen

Door in contact te komen met nieuwe ervaringen, beginnen mensen steeds meer bewust

te worden van zichzelf en hun omgeving. Het nadenken hierover heeft onmiddellijke

gevolgen voor hun manier van ‘zijn’, van leven, van werken …

Op persoonlijk vlak krijgen deze mensen een eigen opinie en groeien ze als persoon.

Waar bepaalde mensen voordien bang waren om hun stem te laten horen, spreken ze nu

op conferenties voor grote groepen. Dora: “I did a conference about three years ago, if someone would have ever told me I would be standing in front of 200, 350 people and talk about disadvantaged child care. I would say: Are you mad? But I did it. I wouldn’t have done it eight years ago. So I have grown as a person I suppose.”

Page 68: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

63

Mensen die niet meer geloofden in zichzelf en zich waardeloos voelden, zijn nu spilfiguren

in de Over 55’s-groep. Ze worden zich bewust van hun onafhankelijkheid. Ze hebben

respect voor anderen en krijgen ook respect van anderen. Ze maken eigen keuzes en

geloven in de eigen mogelijkheden. Marge: “I grew in mind, body and soul. Because it gave me independence, respect from everybody.” Julie: “It made me feel I wasn’t worthless. I had a brain there along the line that just needed to be used. You need to be able to make your own choices what you want to do. You don’t need to be pushed into things. And I know now, what I’m able to do and I do it.”

Ze hebben hun levensenergie terug gevonden en zijn zich bewust van hun eigen kunnen. Tom: “I do feel stronger now. I wouldn’t have been at all, before all this. Now, it completely changed. I could do something. I had the ‘get up and go’ now, which I didn’t before.”

In hun omgang met anderen verandert er heel wat. Ze leren anders met mensen

omgaan, doordat ze een breder perspectief hanteren en minder eenzijdig denken. Ze

worden zich bewust van hun eigen handelen en de gevolgen ervan. Ze proberen in hun

werk inclusief en gelijk te handelen en hebben een meer gebalanceerde overtuiging. Cate: “In my work, I try to treat everybody equally here. Even on an individual level, sometimes, that can be quite difficult. But it is very important to make constantly sure that you are doing it.”

In hun werk komen ze op voor allerlei nieuwe visies en ideeën. Ze leren uit hun fouten en

denken op die manier na over hun werk. Cate: “I would have been more critical. I would be much more saying, but what about….I make sure that things are inclusive and more open. Even down to doing a poster. I would make sure that even looking at it, you can know what it is about, that it has pictures, so that people with very low literacy, would know what it says. So I would be much more looking at those things.”

Ze zijn zich door de lessen meer bewust van veiligheidsmaatregelen op het werk. Ze

hebben meer aandacht voor beleidsvoering. Ann: “I would be more thought through with maybe safety and protection, where you wouldn’t have been aware at all without the course, all the legislation as well.”

Page 69: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

64

Kortom…

Kritische educatie kan mensen uit een ‘cultuur van het zwijgen’ en de ermee

gepaard gaande apathie bevrijden. Het laat mensen kennis maken met nieuwe

ideeën en theorieën. Hierdoor gaan mensen anders naar de wereld kijken en

daardoor anders over de wereld denken en anders in de wereld staan. Het

verlies aan zelfachting wordt gecompenseerd door autonomie en zelfvertrouwen.

De zelfwaarde, het zelfrespect en het geloof in eigen impact wordt hersteld,

doordat mensen door het delen van verhalen zich bewust worden van verschillen

en diversiteit, maar ook van verbondenheid. Ze herkennen in persoonlijke

verhalen de politieke invloed en proberen hieraan iets te veranderen. Hierdoor

gaan ze op een andere manier nadenken over de sociale realiteit.

Dit proces gebeurt vanuit een ‘ideologie van gelijkheid’, wat wederkerigheid,

samenhorigheid, respect en waardigheid creëert. Sociaal kapitaal wordt op die

manier overdraagbaar en heeft en geeft de kracht iets te veranderen. Het

ontwikkelt een gevoel van samenhorigheid, medewerking en medeleven in een

samenleving. Mensen gaan eerbiedig en hoffelijk met elkaar om, houden

rekening met elkaars persoonlijke verhalen en zien hierin de politieke dimensie.

Ze begrijpen de context beter. Hierdoor worden ze deel van het grotere geheel,

ze hebben het gevoel dat ze het recht hebben iets te zeggen in de samenleving.

De motivatie voor dit proces ontstaat in de eigen gevoelens en emoties, die geuit

worden in verhalen. Er ontstaat een andere kijk op de wereld, met een streven

naar meer gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid. Hierdoor voelen de mensen de

drang daadwerkelijk iets te veranderen. Dit proces laat mensen groeien tot

volwaardige burgers die meebouwen aan de samenleving.

8.6 Community empowerment

8.6.1 Een versterkte identiteit

De meeste cursisten zeggen dat ze zich meer bewust worden van allerlei zaken,

waardoor ze in staat zijn om meer adequaat te reageren op problemen of dilemma’s

waarmee ze te maken krijgen. Ze weten wie ze aan kunnen spreken voor raad en kunnen

de praktijk en de theorie met elkaar verbinden. Doordat ze meer kennis hebben, hebben

ze meer (zelf)vertrouwen om allerlei thema’s aan te pakken en naar buiten te brengen. Dora: “I still find meself going back to some of me stuff. I had this lad, and his speech would be very bad. I would go back to it, to find out if it is the norm. Even though I know it is not, I still would go back and check. And then I would

Page 70: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

65

have the confidence to speak to the mother and say: I think you should have a look at that.”

Sommigen zeggen dat ze meer op zoek gaan naar het basisprobleem en de oorzaak

daarvan. Ze proberen hun visie en hun kennis te verruimen. Wanneer ze geconfronteerd

worden met sociale problemen, hebben ze genoeg vertrouwen om dit probleem op

verschillende plaatsen en bij verschillende instanties aan te kaarten. Ze zijn zich bewust

van het nut van allianties, netwerken, verbanden, … Ze schrikken er niet voor terug om

verkregen kennis te delen. Dora: “You get an issue, and you don’t let it go. You bring it up at every single committee you can. I suppose we’re lucky, because we are community based and there are so many of us that can bring something up, in so many different areas.”

8.6.2 Verhoogde participatie

Vele geïnterviewden zijn leden van het management comité of zijn er lid van geweest.

Cate, Marge en Julie zijn reeds van bij de start betrokken bij dit management. Cate heeft

haar eerste cursus gevolgd in het kader van training voor het management comité. Cate: “It started when I got involved in the centre in the very early stages. I was on the first elected management committee, so we had to do training around that. Different bits of training, about what was going on in the centre”

Door de cursus worden de respondenten zich bewust van waar de wijk echt voor staat.

Ze zien in dat die vaak negatieve publiciteit krijgt als een ruwe buurt waar geen

voorzieningen zijn, maar beseffen dat er uiteindelijk wel het één en ander gebeurt.

Hierdoor worden ze trots op Little Bray – Fassaroe en komen ervoor op. Sophie: “You’d care for the community a little bit more. You’d be more inclined, if somebody was saying anything about it, you’d be more inclined to stick up for it.”

Via het centra worden sommigen een aanspreekpunt van de gemeenschap. Ze worden

publieke figuren, die zowel thuis als in het centra met hulpvragen te maken krijgen. Julie: “You get involved in the day to day run of the centre. And because I’m in the management of the centre, people come up to you and ask questions. I have people ringing me up at home, for this that or the other. You’re involved all the time, not just when you’re in the centre, but also at home.”

De realiteit leert dat sommigen geen tijd meer hebben om actief te zijn in de

gemeenschap of er geen zin in hebben naast een fulltime baan. Yann: “I work 35 hours a week, probably more and after that, it’s chill out time. I’d be attending if stuff is happening in the estate, like open estate meetings, but wouldn’t be as active as I was. Maybe if I was working part time, but now I don’t have the time.”

Page 71: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

66

8.6.3 Nieuwe initiatieven

Op de vraag of de respondenten nieuwe initiatieven hebben genomen in het centra,

antwoorden de meesten ontkennend. Ze kunnen deze vraag moeilijk beantwoorden en

hebben hier nog niet bij stil gestaan. Ze hebben niet het gevoel dat nieuwe initiatieven

van het project aan henzelf kunnen worden toegeschreven. Ann: “If there is anything that I would like to happen here, with the children I would say it to coordinator and she would bring it back, if the money is there. We so something as a group, not myself. Tracy comes in and does sports, but it wasn’t my decision, we took it as a group.”

Het is echter opmerkelijk dat in de persoonlijk successen een hele waslijst aan

persoonlijk initiatieven, het ene al grootschaliger dan het ander, wordt opgesomd (zie

ook punt 7).

Enkelen zeggen wel dat ze nieuwe initiatieven hebben genomen. Ze doen dit omdat ze

naar eigen zeggen iets willen teruggeven aan de gemeenschap, omdat ze nieuwe thema’s

proberen aan te kaarten of omdat ze al zo lang verbonden zijn aan het Resource Centre

dat ze als vanzelf betrokken waren bij de initiatieven genomen door het project. Cate: “I suppose there has been a lot of change in legislation around equality in the last ten years in Ireland. And maybe in some small way as a group in the centre, we contributed. We did shout about the inequalities of marginalised groups like ourselves and people living in estates like Little Bray - Fassaroe. That combined, with other area’s doing the same thing, probably did have a little bit of influence, somewhere. It did come from the grassroots, and it has to keep coming from the grassroots, to influence social policy on a higher level.”

8.6.4 De wijk: Little Bray – Fassaroe

De wijk Little Bray – Fassaroe had in de jaren zestig en zeventig een slechte naam. Er

was veel vandalisme en het werd bestempeld als een rough estate. Ann: “When people come in, they don’t think much of it, but there is so much good work being done here. Maybe it is just a few handfuls that give it such a name. There was a lot of vandalism there years ago. And a lot of the people in the drop-in did a lot of bad stuff outside and in here.”

De wijk is de laatste veertig jaar sterk gegroeid, van zo’n tachtig tot meer dan 600

huizen. Er zijn geen uitgebouwde diensten of voorzieningen in de wijk. Dit is, volgens de

cursisten een belangrijk sociaal probleem in Little Bray – Fassaroe. Marge: “When they built these houses, they threw away the key. Nobody built anything around it. There is no phone, no shops, … We get a bus, every hour if we’re lucky. There is no chipper, no doctor, I mean, that’s bad. I do feel if you life in a disadvantaged area, they just don’t care. If you’d be living in a posh area, your roads would be swept, garbish would be taken, …”

Page 72: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

67

Het feit dat in de wijk geen diensten en geen ontspanningsmogelijkheden zijn, is één van

de meest prangende sociale problemen. De cursisten zijn ervan overtuigd dat het

gemeentebestuur van Bray niet echt geeft om de wijk en dat er geen respect is ten

opzichte van de wijk. De respondenten wijzen erop dat er verschillende noden in de wijk

zijn. Totdat deze worden aangepakt, zal er structureel niets veranderen. Marge: “The whole community is upset, because they are building more houses. The schools are full up, and the housing list is so big. There is nothing in the area. They are building houses on the main road. I’m arguing over that. I should be in politics. Building new houses on the main road, where young children are? I get annoyed. I do feel if you live in a disadvantaged area, they just don’t care.”

Dankzij het Resource Centre en het Community Centre zijn er nu enkele voorzieningen in

de wijk. Zij verzorgen de enige vorm van dienstverlening. Het Resource Centre bevat

onder andere een kinderopvang, een bibliotheek en studeerruimte, verzorgt de cursussen

voor volwassenen, … Het Community Centre is er voor kinderen en jongeren. Ze zorgen

voor de naschoolse opvang, waar de kinderen een hapje kunnen eten, kunnen samen

spelen, deelnemen aan activiteiten en bovenal waardoor ze van straat weggehouden

worden. Naast die opvang verzorgt het Community centre ook drop-in-avonden en

verschillende clubs voor jongeren. Ze organiseren jaarlijks de Summer Projects,

laagdrempelige zomerkampen voor kinderen en geven feestjes, zoals een Christmas

Party en één op Halloween. Dankzij deze centra is er volgens de cursisten heel wat

veranderd. Cate: “The estate is very different from what it was before, because of the change in economy and all. There is a lot more people working now. You know twenty years ago, there were more people unemployed, then employed here, but now there are more employed, then unemployed. So that in itself has made huge changes. But the estate still doesn’t have services that an estate of this size should have.”

Momenteel is wat aanwezig is in de wijk er gekomen dankzij de centra en het Community

Development Project, die deze centra oorspronkelijk heeft opgezet. Er is heel wat te doen

voor jongeren. Mensen voelen zich thuis en op hun gemak. Velen zouden niet willen

verhuizen. Sophie: “There is a lot going on here for young people, they are quite lucky because a lot of area’s around Ireland don’t even have that. So, it made me feel better of Fassaroe, and have a sense of pride.”

Dit alles staat in scherp contrast met andere verhalen die doorklinken in de verhalen van

de cursisten: Sophie: “I do feel at home here. I’m a little bit pride of it, but sometimes it gets on your nerves, when people are dumping rubbish, walls getting painted, graffiti sprayed on it. The attitudes of the people that live up here, sometimes that gets on your nerves.”

Page 73: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

68

8.6.5 Rol van het Little Bray Community Development Project

De centra spelen een belangrijke rol in de buurt. Als aan de cursisten werd gevraagd wat

precies de rol van de centra is, geven ze uitgebreid antwoord. De centra blijken vooral in

de gemiste diensten te voorzien. Cate: “The centre is a watchdog, a service provider. If it hadn’t been here, I don’t know what way the community would be now. It brought this [the centres] into it, which otherwise wouldn’t have come. It brought a structure, that wouldn’t have been here.”

Het project lijkt vaak bijna een springplank naar een beter leven. Dora: “Once you get in, you never get out. You get brought in … and you have a cuppa, and in a couple of weeks, they have you on course. So you’re in and they try to keep you, but I mean that in a good way, not a bad way.

Het Resource Centre stelt gratis telefoon, fax, internet en computers ter beschikking. Op

die manier kan iedereen die wil, ervan gebruik maken. Er zijn immers geen publieke

telefoons in Little Bray – Fassaroe. Julie: “It was only when I was on a CE-scheme. They encourage you to do different courses. … And you don’t have to pay for it. So there are no worries on the money end, and then if we need photocopies or anything, we can have it done here for nothing. And the computers are here for everyone to do it.

Het Resource Centre voorziet ook in kinderopvang. Daardoor kunnen ouders hun

kinderen ergens onderbrengen terwijl ze zelf werken of lessen volgen. Sophie: “They run child care as well, which makes it easier for me to come into work. They provide a lot for the community.”

Naast het aanbieden van diensten, betekent het project voor de cursisten meestal een

persoonlijke steun en begeleiding. Velen zijn er in crisissituaties terecht gekomen en

hebben genoten van de gastvrije opvang en het warme onthaal. Dora: “You know the backup is there if you need it. I know at the start I wouldn’t ask for help, but because it is in the community and so many people from the community are actually working here, that if something is going on, they’ll know about it. So they mightn’t directly work with you, but they’ll order someone up and they’ll do something that way and try and get it out of you. They’re always there.”

De centra worden door sommige cursisten beschreven als het centrum van de

gemeenschap, het hart ervan, wat eraan vorm geeft. De bewoners van de wijk voelen

zich mede-eigenaar van de centra, het geeft hen hoop. Het probeert bovendien in te

staan voor alle bewoners, zonder één van hen uit te sluiten. Yann: “We would always say: It’s here for the benefit of all the young people in the community. Just because you’re in trouble with the guards or whatever,

Page 74: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

69

you’re not going to be excluded. We are never going to exclude people to the best we can. We are a space for the young people of the area.”

Het feit dat de centra uiteindelijk klein zijn en niet alles kunnen doen en niet iedereen

bereiken, wordt soms betreurd. Cate: “Unfortunately, it is only a small place, and there is only so much that can be done. There‘ll always be people who exclude themselves of the community, but that is typical for any community.”

Kortom…

In een proces van community development leert men kritisch te kijken en op

zoek te gaan naar de oorzaak van ideologische en materiële tegenstrijdigheden.

In dialoog stelt men het eigen ‘zijn’ in vraag: ‘wie ben ik’ en ‘wat heeft mij

gevormd’. Door in dialoog te gaan en verhalen uit te wisselen krijgen deze ook

een collectieve waarde, waardoor het respect en het geloof in eigen kunnen

worden hersteld. Mensen krijgen een gevoel van persoonlijke autonomie en

ontwikkelen een ‘kritische bewustzijn’. Dit wil zeggen dat ze het persoonlijke in

verband kunnen brengen met theorieën, politieke structuren en de sociale en

culturele context. Mensen beginnen zich vragen te stellen bij het beleid. Ze

kijken naar de bredere context en lobbyen voor datgene waarin ze geloven.

Door het collectieve groeiproces wordt er een sociaal kapitaal ontwikkeld in de

groep. De mensen uit een buurt hebben een gevoel van samenhorigheid,

medeleven en samenwerking. De cohesie in de buurt wordt versterkt en mensen

zijn fier op hun omgeving. Dit proces speelt ook in de wijk Little Bray – Fassaroe,

hoewel de bewoners van de wijk zich vaak niet bewust zijn van hun bijdrage aan

verandering in de wijk. Ze doen vele kleine dingen en doen dit in groepsverband

vanuit het project. Ze doen dit omdat ze iets willen terug doen voor de centra en

de wijk.

Mensen worden zich bewust van hun sociale en politieke identiteit. Ze weten wie

ze zijn en wat hen heeft gevormd. Ze worden zich meer bewust van processen

van discriminatie en onderdrukking die zich in de wijk afspelen. De bewoners

zien de context van deze processen en begrijpen daardoor beter wat er aan de

hand is in de wijk. Door dit inzicht ontstaat de motivatie iets te veranderen aan

deze negatieve spiraal. Ze proberen deze te keren in de richting van meer

sociale rechtvaardigheid.

Op die manier krijgen ze een gevoel van autonomie. Hun waardigheid en

zelfrespect wordt hersteld en hun kennis groeit. Ze ondernemen acties en

engageren zich in sociale projecten. Het is belangrijk dat mensen mede-eigenaar

en mede-ontwikkelaar zijn van de diensten die in hun directe leefomgeving

worden opgebouwd.

Page 75: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

70

8.7 Effecten

8.7.1 Kennis

De belangrijkste verwachting van de cursisten was dat de opleiding hen een betere baan

zou opleveren, een manier om hogerop te komen, of hen in staat zou stellen om hun job

beter te kunnen uitoefenen. Op de vraag wat de cursisten geleerd hebben, komen dus

voornamelijk antwoorden in relatie met hun job. Ze kunnen die nu beter uitvoeren,

doordat ze bijvoorbeeld de jongeren meer en beter begrijpen, doordat ze zich bewust

geworden zijn van het belang van netwerken of doordat ze bewuster omgaan met

communicatie. Yann: “Through the course and through work I learned that things will never happen, if you are a one man band. There has to be links, networking, you have to listen to other people’s point of view and learn from them.”

Bovendien hebben velen onder de cursisten door de cursus een kwalificatie om als

jeugdwerker of kinderoppas aan de slag te gaan en hebben ze vaak een fulltime job,

waardoor ze financieel een beter leven, voor hen en voor de kinderen, hebben dan

voordien. Ann: “Biggest success after doing the course was getting this job, because I wouldn’t have got the job, if I hadn’t done the course, because you had to have some done. I would have to go to work where I wouldn’t want to.”

De opleiding heeft bij alle cursisten een effect op de kwaliteit van leven. Op de vraag wat

ze persoonlijk geleerd hebben, wordt opgemerkt dat ze een nieuwe kijk op het leven

hadden, een nieuw vertrouwen, dat ze geleerd hebben om zélf keuzes te maken en dat

ze nu durven opkomen voor hun eigen opinie. Ze hebben meer zelfvertrouwen en ze

voelen zichzelf niet langer waardeloos. Dora: “I strive to be better. More so in every aspect of me life. I’m not going back there where I was. I want better for my kids, and I want better for myself. I got that low, I couldn’t be lower, but I’m not going back down there. I am what I am and that person inside got stronger. If you don’t take me this way, then don’t take me at all.”

Ze hebben sterkere waarden en normen en durven daarvoor opkomen. Empowerment

heeft een diepere betekenis gekregen. Yann: “I’m a much stronger person with stronger views and more confident in airing those views. As well as that, I also improved the life of my kids. They have seen me go through college and seen the importance of education. I’d be encouraging them to stay in school and do achieve.”

Page 76: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

71

8.7.2 Toekomstbeelden

Al deze veranderingen beïnvloeden ook de toekomstbeelden van de cursisten. De meeste

bevraagden hadden voor de cursus geen realistisch beeld van de toekomst, sommigen

hadden het gevoel vast te zitten in een uitzichtloze situatie. Ze dachten dat ze niet meer

terugkonden naar educatie en onderwijs en dat ze vooral aan de toekomst van hun

kinderen moesten werken. Nu is hun toekomstbeeld ingrijpend veranderd. Ze hebben

zich gerealiseerd dat niet alles voorbij is en dat ze een nieuwe richting hebben om uit te

gaan. Ze zien de toekomst vol vertrouwen tegemoet en weten dat ze hier zelf kunnen

aan werken. Cate: “I suppose I wouldn’t have thought very much about the future, back then. It would have been more my children’s future, I would be thinking of. I would have felt that I couldn’t get education, because I dropped out of mainstream education. It was my job that that same wouldn’t happen to my children, but then slowly I realised it is not al over for you, you can go and do….”

Kortom…

De ‘cultuur van het zwijgen’ kan doorbroken worden door community

development. Door een proces van community development worden mensen

empowered, waardoor ze wegraken van de apathie en de wil ontwikkelen hun lot

in eigen handen te nemen. Ze krijgen een andere kijk op het eigen leven én op

de wereld om hen heen, met het oog op meer gelijkwaardigheid en

rechtvaardigheid. Empowerment herstelt op die manier hun waardigheid,

(zelf)respect en (zelf)vertrouwen. Deze mensen vertonen een veranderd gedrag,

met vooral een wil om te veranderen. Ze verkiezen een duurzame, leefbare en

gelijkwaardige wereld en zijn bereid om zich hiervoor in te zetten. De participatie

en betrokkenheid verhoogt, net als de persoonlijke levenskwaliteit en die van de

gemeenschap. Er ontstaat een versterkte gemeenschap, waar men trots op is.

Empowerment is niet het eindpunt van dit proces, maar de stap naar een

zinvolle toekomst in de gemeenschap.

Page 77: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

72

9 Conclusies

Met deze scriptie wordt op zoek gegaan naar de betekenis en de rol van empowerment in

de radical community development-traditie en naar het verband met kritisch bewustzijn

en participatie.

Na het initiële literatuuronderzoek geloofden we dat empowerment en participatie

gebruikt werden als middel tot kritisch bewustzijn. Dit wordt gereflecteerd in de titel. Na

een grondigere studie van de literatuur waarbij de radical community development-

theorie van Ledwith (2007) centraal stond, bleek dit (volgens haar) niet zo te zijn. Zij

beschrijft kritisch bewustzijn en participatie als middelen om tot empowerment te komen.

Ledwith beschrijft empowerment als volgt:

People have their dignity and self-respect restored through empowerment, which

is the consequence of critical consciousness: the understanding that life chances

are prescribed by structural discrimination, an insight which brings with it the

freedom to take action to bring about change for social justice. (p. xii)

De processen van participatie, kritisch bewustzijn en empowerment zijn nauw verweven

en het is moeilijk het ene toe te schrijven aan het andere. Toch vertrekt het proces van

radical community development, volgens Ledwith bij participatie, die kritisch bewustzijn

genereert. Dit leidt tot empowerment en de wil iets te veranderen aan de sociale realiteit

met het oog op een meer rechtvaardige, meer gelijkwaardige en duurzame wereld. Om

deze conclusies logisch op te bouwen, wordt het proces van community development,

zoals geschetst in paragraaf 4.5.1, opnieuw beknopt doorlopen.

Het proces van radical community development vertrekt vanuit de vaststelling van een

hegemonische samenleving en meer bepaald in de ‘cultuur van het zwijgen’ van de

onderdrukte klasse. De onderdrukking garandeert de overheersing van de dominante

cultuur. Door de overheersing verzeilen onderdrukte groepen in apathie. De betrokkenen

hebben het gevoel geen impact te hebben op de samenleving en verliezen hun

zelfvertrouwen. Ze hebben een ‘vals bewustzijn’ en hun leven wordt als het ware voor

hen geleefd. Dit ziet men ook in deze case studie terugkomen, wanneer de cursisten

spreken over hun leven voor ze aan de cursus begonnen. Zij getuigen van een gebrek

aan (zelf)vertrouwen en hebben geen positief toekomstbeeld. Zij lijken vast te zitten in

deze situatie.

Een eerst stap in het proces van community development moet deze mensen dus uit hun

schelp kunnen halen. Dit kan men doen door aan te sluiten bij de dagdagelijkse ervaring

van deze mensen. Men luistert naar de belevingen van de mensen en respecteert hen als

waardevolle subjecten. Op die manier kan hun verlies aan zelfachting gecompenseerd

worden door zelfvertrouwen en autonomie en creëert men een ‘cultuur van respect’. In

Page 78: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

73

de verhalen van de geïnterviewden is dit duidelijk. Vooral het respect en de persoonlijke

relatie met de tutoren en met het management van het Little Bray Community

Development Project wordt erg geapprecieerd en geeft de cursisten hun (zelf)vertrouwen

terug.

De community worker treedt hierbij op als katalysator. Hij probeert de mensen inzicht te

geven in de ideologische overreding. Dit doet men in Little Bray – Fassaroe door kritische

vorming. In dialoog gaat men op zoek naar gelijkenissen en verschillen. Hier ziet men al

een eerste verschil met Ledwith (2007). Hoewel zij pleit voor een grote diversiteit bij de

deelnemers aan de dialoog, ziet men dat voor vele cursisten geldt dat zij zich veiliger

voelen in een bekende en gekende groep en misschien de stap terug naar het leren niet

zouden maken, indien ze dit in een onbekende groep moeten doen.

Hierbij is het verder ook belangrijk dat iedereen opereert vanuit een ‘ideologie van

gelijkheid’. Dit wil zeggen dat men uitgaat van wederkerigheid, samenhorigheid, respect

en waardigheid. De cursisten van de case studie hebben een sterke band ontwikkeld en

werken in een klimaat van respect samen. Ze hebben elkaar goed leren kennen en

proberen rekening te houden met elkaars sterktes en zwaktes. De groepsvorming krijgt

hierbij een bijzondere, toegevoegde waarde.

Vervolgens splitst het proces zich op in twee deelprocessen. Enerzijds vinden de

deelnemers hun gevoel van eigenwaarde terug en worden ze zich bewust van het grotere

geheel. Door in contact te komen met nieuwe ervaringen, gaan ze anders denken en

zullen ze ook anders, meer doordacht handelen. Ze krijgen een gevoel van bewustzijn en

fierheid over de eigen identiteit terug. Dit ziet men ook in de beschreven case studie.

Mensen, die cursussen hebben gevolgd, herwinnen hun zelfvertrouwen, vormen hun

eigen meningen en opinies en zijn in staat hun eigen keuzes te maken. Op een

individueel niveau zou men kunnen zeggen dat de mensen empowered zijn.

Anderzijds beginnen mensen ook verbanden te leggen tussen hun persoonlijke verhalen

en de politieke structuren, theorieën en de sociale en politieke context. Ook hiervan

getuigen de cursisten. Zij zeggen verbanden te kunnen leggen tussen processen die

spelen in de wijk en de Ierse staat. Ze begrijpen de context beter en houden meer

rekening met de geschiedenis, de achtergrond van zaken. Dit inzicht in de politieke en

sociale identiteit wordt door Ledwith kritisch bewustzijn genoemd. De geïnterviewden

getuigen dus van een (verhoogd) kritisch bewustzijn als gevolg van de cursussen.

Een volgende stap in het proces is volgens Ledwith dat mensen de drang voelen actie te

ondernemen, opdat iets aan hun situatie en die van de omgeving en de samenleving zou

veranderen. Men zou, na het verwerven van kritisch bewustzijn, automatisch de stap

zetten naar participeren aan campagnes en sociale projecten. Verschillende lokale

projecten zouden samenwerken met het oog op het vormen van netwerken en kritische

allianties, om uiteindelijke sociale bewegingen voor meer sociale rechtvaardigheid te

Page 79: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

74

vormen. Dit wordt niet als een automatisme aangegeven. Hoewel we zouden kunnen

zeggen dat de participatie verhoogd is, aangezien bijna alle cursisten nu fulltime werken

in de buurt, en ook het kritisch bewustzijn is toegenomen, is slechts in zeer geringe mate

sprake van een verhoogd engagement naar meer sociale rechtvaardigheid. De cursisten

streven niet naar structurele hervormingen, door samenwerking met lokale en nationale

overheidsdiensten. Inzicht in de kernoorzaken van problemen blijkt een noodzakelijke,

maar op zich geen voldoende voorwaarde voor collectieve actie.

Een laatste element in het proces van community development is de stap naar meer

participatie en betrokkenheid bij het beleid, zowel op lokaal, regionaal, nationaal als

globaal niveau. Ook hiervan is slechts beperkt sprake in Little Bray – Fassaroe. Hoewel

de participatie enigszins is verhoogd in de wijk zelf en men af en toe deelneemt aan

seminaries en studiedagen buiten de wijk, ziet men dat dit geen prioriteit is voor het

community development-project. Deze participatie zou de levenskwaliteit in de

samenleving moeten verhogen. De geïnterviewden verklaren dat hun eigen kwaliteit van

leven is verhoogd, alleen al door het hebben van een fulltime, kwaliteitsvolle baan.

Volgens hen is ook de levenskwaliteit in de gemeenschap verbeterd, maar dit is

subjectief.

Wanneer dan terug wordt gekeken naar de definitie van empowerment, ziet men dat bij

de cursisten het (zelf)respect en de waardigheid van mensen inderdaad is hersteld en dat

zij een groter kritisch bewustzijn hebben, maar dat dit hen niet automatisch aanzet tot

actie op nationaal of globaal niveau om iets te veranderen aan sociale

onrechtvaardigheden.

Page 80: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

75

10 Besluit

In deze scriptie wordt onderzocht hoe processen van empowerment, kritische bewustzijn

en participatie worden ingevuld vanuit radical community development-theorieën. In de

literatuur wordt gezocht naar de invloeden op community development. Er wordt

ingegaan op de Ierse context en deze wordt vergeleken met de invloeden op community

development. De theorie van Ledwith (2007) werden als een centraal referentiekader

gebruikt. Op basis van haar wordt een model van community development opgesteld, die

de leidraad van het onderzoek vormt. Daarna komt het Little Bray Community

Development Project aan bod. Het wordt, als case van deze studie, kort voorgesteld. De

methodologie wordt grondig beschreven. Om de betrouwbaarheid van kwalitatief

onderzoek te verhogen, is het immers noodzakelijk dat het onderzoek kan herhaald

worden. Omwille van het unieke en open karakter van een case studie, is een strikte

herhaling niet mogelijk. Daarom is het noodzakelijk de onderzoeksstrategie en de

onderzoeksmethode nauwgezet uit te leggen en te systematiseren. Op die manier wordt

ook de getrokken conclusies duidelijk en doorzichtig.

De levensloop en het verhaal van de respondenten, onder een pseudoniem, worden

beschreven. Dit wordt gedaan om de persoonlijke toets, verkregen door de diepte-

interviews niet te verliezen. Verder is het misschien een hint naar toekomstig onderzoek.

De beschreven centra spelen immers een belangrijke rol in het hele levensverhaal van de

respondenten. Een longitudinale studie was binnen het bestek van dit eindwerk niet

mogelijk, maar zou interessante bevindingen kunnen opleveren.

Stap voor stap worden de resultaten van de interviews uiteen gehaald. Aan de hand van

het ontwikkelde model wordt het proces van empowerment en community development

bij de respondenten doorlopen. De resultaten van de interviews worden in de kaders aan

het eind van elk stap kort verbonden met de theorie. In de conclusie wordt hiervan een

overzicht gegeven en kritisch gereflecteerd over de theorieën van Ledwith. Aangezien dit

een case studie betreft heeft dit onderzoek niet de bedoeling theoretische hypothesen te

toetsen. Dit zou in een volgende stap kunnen gebeuren. De verkregen data van het Little

Bray Community Development Project zijn illustratief voor processen van empowerment,

participatie en kritisch bewustzijn.

Op de idealistische vraag ‘Kan empowerment de wereld redden?’ wordt met andere

woorden een kritisch en bewust antwoord gegeven: empowerment is een waardevol

element in een bredere visie van sociaal-agogisch handelen. Het is noodzakelijk om

empowerment in te schakelen in een ruimere context en visie op maatschappelijke

ontwikkeling.

Empowerment zal de wereld niet redden, maar een empowerende wereld kan misschien…

zichzelf redden.

Page 81: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

76

11 Bibliografie

Braster, J.F.A. (2000). De Kern van Casestudy’s. Assen: Van Gorcum.

Broaderick, S. (2002). Community Development in Ireland: A policy review

[electronische versie]. Community Development Journal. (37)1, p. 101 – 110.

Bussemaker, J. (2001). De overheid als katalysator bij de herwaardering van

maatschappelijke verbanden [electronische versie]. Sociale wetenschappen. (44)3, p. 41

– 51.

Combat Poverty Agency (2008). About us. Op 25 april 2008 ontleend aan:

http://www.combatpoverty.ie/aboutus.

De Visscher, S. (2004). Betekenissen van Lokaal Jeugdbeleid. Kwalitatief Onderzoek Bij

Vlaamse Jeugdconsulenten naar Invullingen van en Opvattingen over Gemeentelijk

Jeugdbeleid. Scriptie ingediend voor het behalen van de graad van licentiaat in de

pedagogische wetenschappen. Gent: Universiteit Gent.

Dekker, P. (2001). Etzioni’s Derde Weg en Moraal, Gemeenschap en Politiek in Nederland

[electronische versie]. Sociale wetenschappen. (44)3, p. 53 – 73.

Department of Community, Rural & Gaeltacht Affairs (2007). RAPID & CLÁR. Op 9 juni

2007 ontleend aan: www.pobail.ie.

Eastern Region CDP Network (2007). Rekindling the Fire: An Eastern Region CDP

Network Resource Document. Dublin: Department of Community, Rural and Gaeltacht

Affairs.

Flecknoe, C. & McLellan, N. (1994). The What, Why & How of Neighbourhood Community

Development. London: Community Matters.

FÁS (2007). Community Employment Programme. Op 15 mei 2008 ontleend aan:

http://www.fas.ie/en/Communities/Community+Employment/default.htm

Fraser, H. (2005). A different Approach to Community Participation. Community

Development Journal. (40)3, p. 286 – 300.

Hutjes, J.M. & van Buuren, J.A. (1996). De Gevalsstudie, Strategie van Kwalitatief

Onderzoek. Heerlen: Open Universiteit.

Page 82: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

77

Jochems, M. & Joosten, R. (2005). De Gevalsstudie. Op 22 april 2008 ontleend aan

Radbound University Nijmegen, Computing Science Department. Website:

http://www.cs.ru.nl/~tomh/onderwijs/om2%20(2005)/om2_files/syllabus/gevalsstudie.p

df.

Ledwith, M & Asgill, P. (2000). Critical Alliance: Black and White Women Working

Together for Social Justice [Electronische versie]. Community Development Journal.

35(3), p. 290-299.

Ledwith, M. (2007). Community Development: A Critical Approach. Bristol: The Policy

Press.

Lee, A. (2003). Community Development in Ireland. Community Development Journal.

(38)1, p. 48-58.

Lee, A. (2006). Community Development: Current Issues and Challenges. Dublin:

Islandsbridge.

Little Bray Family Resource Centre (2006). Three Year Workplan 2007-2009

[onuitgegeven versie].

Little Bray Family Resource Centre (2007). Annual Report 2005 [onuitgegeven versie].

Lorenz, W. (2001). Social Work Responses to ‘New Labour’ in Continental European

Countries [electronische versie]. British Journal of Social Work (31), p. 595-609.

Lorenz, W. (2005). Social Work and the New Social Order – Challenging Neo-liberalism’s

Erosion of Solidarity [electronische versie]. Social Work & Society. 3(1), p. 93-101.

Lund, B. (2002). Understanding State Welfare: Social Justice or Social Exclusion?

London: Sage Publications.

Maso, I. & Smaling, A. (2004). Kwalitatief Onderzoek: Praktijk en Theorie. Amsterdam:

Boom.

Mulderij, K. & Bleeker, H. (1984). Pedagogiek op je Knieën: Aspecten van Kwalitatief-

Pedagogisch Onderzoek. Boom: Meppel.

Neuwan, W.L. (2007). Basics of Social Research. Qualitative and Quantitative

Approaches. Bristol: Pearson Education.

Schuyten, G. (2005). Methoden en Technieken van Kwantitatief en Kwalitatief

Onderzoek. Gent: Universiteit Gent.

Page 83: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

78

Shaw, M. & Martin, I. (2000). Community Work, Citizenship and Democracy: Remaking

the Connections [Electronische versie]. Community Development Journal. 35(4), p. 401-

413.

Van Oenen, G. (2002). Liberaal Denken, Informaliteit en Menselijke Maatschappij

[electronische versie]. Migrantenstudies. (18)2, p. 93–99.

Verschelden, G.; De Droogh, L. & Bouverne-De Bie, M. (2006). Community Development

and Adult Learning: what Kind of Citizenship as Perspective? Paper Presented at the

European Seminar of the ESREA Research Network “Between Global and Local: Adult

Learning and Development” [onuitgegeven].

Page 84: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

79

Bijlage

Vragen interviews

Facts and figures

- When have you taken part in this course?

- How many were there in your group?

Critical alliances, Critical moments

- Why did you start the course?

- At what time did you decide to take part in it?

- Did you have any doubts before starting? What convinced you to do it anyway?

- What did you expect from this course?

Ideology

- How can I imagine a typical class? Were you sitting in desks and the teacher in

front? Did she lecture you or was it more like group work and debating? Did you

talk about realistic, everyday life or more about abstract theoretical things? Who

else was in your class group? Did you have a lot of contact? What did you do

during class? Could you share your own personal opinions, experiences, ….? Is the

class materials appropriate for your life, is it connected to your life, do you feel it

is usefull? Do you feel you were all treated as equals? Was your own input in the

class taken into account? Did you feel you could share your own opinions?

- Did you change the content of the classes through sharing personal experiences?

Did you share your own stories to learn from that?

- Was what you learned true, concrete and realistic or was it rather far fetched,

abstract and useless in real life?

IF NOT ABLE TO SHARE OWN EXPERIENCES

- Were you able to talk about the classes to your class mates?

- Did you share personal experiences with them?

- Have you learned anything from hearing about their experiences?

- Do you still have contact with them?

Stories

- In your classes was your personal view on classes taken into account?

- Could you share your experiences, that changed your view of life?

Page 85: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

80

Dialogue

- Were you, in this class, with a group of people that you knew before, and who

were of kind of the same background? Or did you have a diverse group of people?

- What have you learned, through this course, from listening to other group

members stories?

- Do you still see the class group?

- Do you still do things together?

- Do you share opinions about some things?

Personal autonomy

- Through the classes did you become more critical? Did stories of others make you

think about yourself and your life?

- Did the class taught you to understand more about Little Bray - Fassaroe and its

place in Ireland? (Were you able to link your own life’s experiences with the

broader cultural, political and social context?)

- Do you have stronger opinions about certain things through the classes?

- Did your views on Little Bray - Fassaroe changed?

- Have your ideas about fairness changed?

- (Did you start to realize how your own cultural, political and social background

has impacted on your life? Can you give me some examples?)

Community empowerment

- Do you yourself feel stronger in tackling any troubles or problems you might

encounter?

- Can you give me an example of how you still feel the benefits of the course?

- What would you say is the role of the Little Bray Family Resource Center in all

this?

- Why is this center important in this community?

- Are you involved in the community? Have you become more active in the

community through the course?

- (Did the course have an impact on your participation in and commitment to the

- community and broader issues that the community encounters?)

- Have you, with the support of your class group or through your classes, taken

new initiatives in this community, talked to the center, taken any group initiatives,

…?

- Do you feel at home in Little Bray - Fassaroe, that you belong here? What makes

you feel that way?

- Have your feelings about living in Little Bray - Fassaroe changed?

- How is the group active in the Community, the center? What successes have you

achieved?

Page 86: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

81

Conclusions

- were your expectations realistic? Were they fulfilled?

- What is the most important thing you learned in the light of this course?

- How has the course impacted in your quality of life and your expectations of the

future?

- How has the course affected your life?

Personal description

- Are you married?

- Have you got children?

- Are you currently in employment?

Page 87: Kan empowerment de wereld redden? - lib.ugent.belib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/291/784/RUG01-001291784_2010_0001_AC.pdf · Begeleider: L. De Droogh Academiejaar: 2007-2008 Universiteit

Abstract

Student: Driek Henau (20023375)

Academiejaar: 2007-2008

Faculteit: Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Optie: Sociale agogiek

Titel: Kan empowerment de wereld redden?

Ondertitel: Een case studie naar praktijken van empowerment en participatie als

middel tot kritisch bewustzijn in Little Bray, Ierland.

Promotor: Prof. Dr. M. Bouverne – De Bie

Begeleider: L. De Droogh

In deze scriptie wordt aan de hand van radical community development-theorieën de

relatie onderzocht tussen participatie, kritisch bewustzijn en empowerment.

Op basis van de theorieën van Ledwith (2007), wordt een model van radical community

development ontwikkeld. Zij stelt dat door middel van verhalen en dialoog, participatie in

lokale activiteiten leidt tot een verhoogd kritisch bewustzijn. Dit, op zijn beurt, zet aan

tot empowerment en collectieve actie voor sociale verandering.

Aan de hand van een case studie, uitgevoerd in de Little Bray Community Development

Project, wordt dit model aan de praktijk getoetst. Via diepte-interviews worden tien

mensen bevraagd die in betrokken zijn bij de werking van dit community development-

project en dankzij het project terugkeerden naar vorming en onderwijs. Stap voor stap

wordt met hen het opgestelde proces van community development doorlopen.

De resultaten tonen aan dat, hoewel het kritisch bewustzijn toeneemt, dit niet

noodzakelijk tot collectieve actie voor sociale verandering leidt. Dit is in tegenstelling tot

wat Ledwith veronderstelt. Uit dit onderzoek blijkt dat kritische bewustzijn een

noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde is voor empowerment en collectieve

actie. Empowerment is een waardevol element in een sociaal-agogische visie, maar het

moet ingeschakeld zijn in een ruimere context en visie op maatschappelijke

ontwikkelingen wil het leiden tot collectieve actie voor verandering.